Raadsvoorstel
jaar
stuknr. Raad
categorie/agendanr.
stuknr. B. en W.
2013
RA13.0094
B
13/939
7
Onderwerp: Drank en Horeca Verordening (2e wijziging APV; toevoeging nieuwe Afdeling 8 aan Hoofdstuk 3)
Portefeuillehouder: C. Bijl Beleid en Regie Veiligheid, Werk en Welzijn G.J.P.E. Wilms, telefoon ((0591)68 55 52)
Aan de gemeenteraad Voorgesteld besluit Vast te stellen de verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Emmen 2012 (2e wijziging).
Samenvatting Sinds 1 januari 2013 is de nieuwe Drank en Horecawet (DHW) van kracht. De belangrijkste doelstellingen van deze wet zijn: - terugdringen gezondheidsschade door alcoholgebruik bij jongeren, door vergunningverlening, toezicht en handhaving op lokaal niveau neer te leggen en de burgemeester tot bevoegd gezag te maken; - verruiming mogelijkheden om op te treden tegen alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde; - terugdringen administratieve lasten door vereenvoudiging van de vergunningverlening. De nieuwe DHW verplicht de gemeenten vóór 1 januari 2014 een verordening vast te stellen die in ieder geval regels stelt aan de paracommerciële inrichtingen (buurt- en dorpshuizen, sportverenigingen, e.d.). Ter voorkoming van oneerlijke concurrentie met de commerciële horeca dienen o.m. bepalingen over de schenktijden en privebijeenkomsten/bijeenkomsten van derden te worden opgenomen. De in dit voorstel opgenomen concept-verordening is tot stand gekomen na overleg met de diverse belangengroepen in de gemeente Emmen. Er is beoogd een koers uit te zetten die zoveel mogelijk recht doet aan de lokale omstandigheden en de diverse belangen, met een waardering voor de inzet van de vele vrijwilligers. In de nieuwe DHW wordt per 1 januari 2014 de minimumleeftijd voor verkoop van alcohol aan jongeren verhoogd van 16 naar 18 jaar; ook het nuttigen van alcohol door jongeren beneden de 18 jaar op voor publiek toegankelijke plaatsen is dan verboden. Bijlagen: Stukken ter inzage: - brief aan raad d.d. 17 oktober 2012 - besluit college d.d. 5 november 2013 en de daarbij behorende stukken
-2-
jaar
stuknr. Raad
categorie/agendanr.
stuknr. B. en W.
2013
RA13.0094
B
19/939
1.
7
Aanleiding voor het voorstel
Nieuwe Drank en Horecawet. Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank en Horecawet (DHW) in werking getreden. De wijzigingen in de wet staan geheel in het teken van het terugdringen van het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en het (zoveel mogelijk) voorkomen van aan alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde. Daarnaast heeft de wet ten doel voor de horeca de administratieve lasten terug te dringen. De meest in het oog springende gevolgen van de nieuwe wet zijn, kort samengevat: - De burgemeester is het bevoegd orgaan geworden bij de verlening van de DHW-vergunningen en het toezicht daarop. - Het toezicht op de naleving van de DHW-vergunningen en de handhaving is van de Voedsel- en Waren Autoriteit naar de gemeenten overgegaan. De burgemeester kan voor het toezicht bijzondere opsporingsambtenaren aanwijzen. - De raad wordt verplicht binnen een jaar na inwerkingtreding van de wet een verordening ter regulering van paracommerciële horeca vast te stellen (met regels over schenktijden en nietvereniginggebonden activiteiten). - Er zijn voor de burgemeester extra mogelijkheden voor het ontwikkelen van een aanvullend alcoholbeleid/alcoholmatigingsbeleid (toegangsleeftijden in relatie tot sluitingstijden horeca, verbod happy hours, weren bierkoeriers, etc.). Geen alcohol beneden de 18 jaar. Op 18 juni 2013 werd de nieuwe DHW al weer gewijzigd: per 1 januari 2014 wordt de leeftijd waarop alcoholhoudende drank aan jongeren mag worden verkocht verhoogd van 16 naar 18 jaar. Ook het nuttigen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar is dan verboden (d.w.z. op voor het publiek toegankelijke plaatsen zoals de openbare weg, stationshallen, winkelcentra, parkeergarages, horecabedrijven, sportverenigingen, buurt- en dorpshuizen, etc.). Het is aan gemeente, politie, en de exploitanten erop toe te zien, dat deze wettelijke bepaling wordt nageleefd. Ook bij verhuur van een localiteit of kantine zal de verhuurder de naleving moeten zekeren (bepaling in huurcontract). Indien de huurder de leeftijdsbepaling niet wil of kan naleven, zou niet moeten worden verhuurd. Gemeentelijke verordening ter voorkoming oneerlijke concurrentie. Ingevolge art. 4 van de DHW dienen bij gemeentelijke verordening ter voorkoming van oneerlijke mededinging met de commerciële horeca regels te worden gesteld waaraan paracommerciële rechtspersonen (sportverenigingen, buurthuizen e.d.) zich hebben te houden bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Deze regels moeten in elk geval betrekking hebben op de tijden gedurende welke in de paracommerciële inrichtingen alcoholhoudende drank mag worden verstrekt, op bijeenkomsten van persoonlijke aard zoals bruiloften en partijen, en op bijeenkomsten gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende paracommerciële inrichting betrokken zijn. De DHW laat toe dat er een keuze wordt gemaakt tussen vaste schenktijden, schenktijden die reiken vanaf zoveel uur vóór tot en met zoveel uur ná een door de paracommerciële rechtspersoon georganiseerde activiteit, of als er is gekozen voor onderscheid naar de aard van de paracommerciële inrichting, voor een combinatie. Wij pleiten in ons voorstel voor vaste schenktijden in een keuzemodel, met een uitloopmogelijkheid, en het maximeren van bijeenkomsten van persoonlijke aard/bijeenkomsten voor derden. Met het onderwerpelijke voorstel tot wijziging van de APV willen wij aan de in de DHW opgenomen verplichting voldoen. Wij hebben bij onze voorbereidingen landelijke modellen geraadpleegd, maar wensen in het bijzonder voor onze eigen locale omstandigheden oog te hebben. De nieuwe APV-bepalingen geven grenzen aan, maar daarmee wordt ten opzichte van de meeste bestaande vergunningen voor de paracommerciële inrichtingen een verruiming geboden. Het toevoegen van een nieuwe afdeling aan hoofdstuk 3 van de APV is het meest praktisch omdat in dit hoofdstuk al bepalingen over inrichtingen zijn opgenomen en op deze manier al deze bepalingen bij elkaar in één verordening staan.
-3Voorbereidingen. De burgemeester heeft in het kader van de voorbereiding van de verordening en zijn beleid voor toezicht en handhaving gesprekken gevoerd met de Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Emmen, met vertegenwoordigers uit het voortgezet onderwijs, de GGD, VNN en de ziekenhuispoli, met een aantal supermarktexploitanten en slijters en in meerdere instanties met vertegenwoordigers van de paracommercie (de buurthuizen en de sportverenigingen). Alle actoren hebben hun belangen verwoord. De commerciële horeca brengt haar belangrijke inzet voor een bruisende gemeente Emmen in beeld, vraagt om ruimte voor haar bedrijfsvoering en is tegen oneerlijke concurrentie van de sportkantines en de buurthuizen (inzet vrijwilligers, feesten voor derden, ontbreken schenktijden, BTW-vrijstelling, etc.). De scholen, hulpverlenende instellingen en ziekenhuispoli vragen om gerichte, concrete preventieactiviteiten, beperking van de beschikbaarheid van alcohol en beïnvloeding van/bewustwording bij de ouders/opvoeders. De detailhandel (supermarkten, slijters, etc.) zal zich nadrukkelijk concentreren op de naleving van de (verhoogde) leeftijdsgrenzen en zegt niet veel te kunnen doen aan landelijk, vanuit haar hoofdkantoren georganiseerde kortingsacties voor bier e.d. De buurthuizen en sportverenigingen laten blijken dat zij met hun (kantine-)activiteiten een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid en sociale cohesie in hun omgeving, dat hun kantine-inkomsten van wezenlijk belang zijn voor hun voortbestaan en dat zij, met het oog op de door uw raad vast te stellen verordening, binnen de mogelijkheden van de DHW, geen behoefte hebben aan gemeentelijke regels die hun huidige mogelijkheden van bedrijfsvoering beperken. De erkende overlegpartners in onze gemeente zijn in de gesprekken met de paracommerciële horeca en de mogelijkheid tot meepraten gekend. Alcoholmatiging. De burgemeester wil er, gehoord de belanghebbenden, naar streven een passende beleidsmaat te kiezen bij de benadering van de lokale omstandigheden, een aanpak die past bij de lokale behoeften en de lokale gewoonten, en een benadering die de inzet van de vele vrijwilligers waardeert. Dat wil evenwel niet zeggen dat sommige lokale gewoonten niet kritisch kunnen worden beschouwd. Niet onbekend mag worden verondersteld dat, zoals ook elders het geval, in onze gemeente ten aanzien van het alcoholgebruik (door jongeren) tot nog toe in het algemeen een tolerante opvatting heerst. Er is nog te weinig oog voor de schadelijke gevolgen van de alcoholconsumptie, zowel ten aanzien van de gezondheid als ten aanzien van het gedrag. In de gesprekken met de lokale actoren is hieraan door de burgemeester aandacht besteed. Op Drents niveau (VDG) is er aan de problematiek aandacht gegeven door de uitvoering van het alcoholmatigingsproject Makluk Zat. Wij zien gelukkig dat de bewustwording van de gevaren voor de gezondheid van jongeren en van het destructief gedrag als gevolg van excessief alcoholgebruik steeds meer op gang komt. Het is een kwestie van lange adem, net zoals dat bij het terugdringen van het roken het geval is geweest. Bij de uitvoering van de verordening en het beleid zal er blijvend aandacht aan deze problematiek worden gegeven, waaronder ook het alcoholgebruik tijdens grote evenementen en door jongeren in de zgn. hokken en keten. 2. Argumentatie/beoogd effect Aantallen vergunningen. In onze gemeente zijn op dit moment ruim 300 DHW-vergunningen verleend of in behandeling, waarvan ruim 200 aan commerciële horeca-inrichtingen en ruim 100 aan paracommerciële inrichtingen. Bij de paracommerciële inrichtingen zijn 63 vergunningen verleend aan sportverenigingen en 52 aan buurt- en dorpshuizen e.d. De gemeente maakt momenteel bij de vergunningverlening een inhaalslag. Naar verwachting zullen er ruim 400 vergunningen komen. Inrichtingen zonder DHW-vergunning, zoals snackbars e.d., worden in deze telling niet meegenomen. Schenktijden paracommercie. Conform de DHW willen wij u voorstellen voor de paracommerciële inrichtingen schenktijden vast te stellen. Daarmee worden de duidelijkheid voor de handhaving en het onderscheid met de commerciële horeca bevorderd. In de huidige vergunningen voor de paracommerciële inrichtingen zijn al schenktijden opgenomen. In de praktijk zijn die afgesproken schenktijden soms verwaterd en worden de schenktijden overschreden. In de bijgevoegde verordening wordt beoogd, binnen de mogelijkheden van de wet, de vast te
-4stellen schenktijden enerzijds meer te verruimen naar de gegroeide praktijk, maar anderzijds ook te begrenzen ter afbakening naar de commerciële horeca. In het kader van deze schenktijden en afbakening willen wij het signaal afgeven dat wij het niet wenselijk vinden dat er op een sportvereniging ’s morgens in aanwezigheid van kinderen al bier wordt geschonken. Het is aan de paracommerciële inrichtingen om binnen de gegeven schenktijden de in hun ogen verantwoorde keuzes te maken. De inventariserende gesprekken hebben opgeleverd dat het bij het bepalen van de schenktijden in de paracommerciële inrichtingen dienstig is onderscheid te maken tussen buitensport en sporthalsport/ avondsport, en ook de openingstijden van buurt-of dorpshuizen en aanverwante instellingen te begrenzen (een buurthuis is geen café). De DHW laat dit toe. In de voorgestelde bepalingen wordt het onderscheid gemaakt. De paracommerciële inrichtingen kunnen een keuze maken tussen een vergunning model A of een vergunning model B. Ter voorkoming van oneerlijke concurrentie met de commerciële horeca willen wij in de paracommerciële horeca het aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard en het aantal bijeenkomsten voor derden reguleren. Daartoe is in de bijgevoegde concept-verordening een maximumstelsel geïntroduceerd. Het zal duidelijk zijn dat de activiteiten van vaste huurders van een sporthal niet onder bijeenkomsten voor derden moeten worden geschaard. Er is in de jaarlijkse praktijk van de sportverenigingen, buurthuizen e.d. ook wel eens sprake van door hen georganiseerde evenementen. De vereniging zal hiervoor, conform de bestaande bepaling in de APV, een aparte vergunning moeten aanvragen, c.q. melding moeten doen. Toezicht en handhaving. Toezicht op de naleving en handhaving van de DHW en de DH-verordening zijn een gemeentelijke verantwoordelijkheid geworden. De bevoegdheden zijn aan de burgemeester toegekend. Aan toezicht en handhaving zal nadrukkelijk vorm en inhoud worden gegeven. Duidelijke bepalingen in de verordening en in vergunningen vormen daarvoor een goed aanknopingspunt, niet alleen voor de gemeentelijke toezichthouders, maar zeker ook als in een voorkomend geval door een derde-belanghebbende om handhavend optreden wordt gevraagd. Vanwege de gewenste duidelijkheid bij toezicht en handhaving is daarom in principe gekozen voor bloktijden waarbinnen het schenken van alcohol is toegestaan. De burgemeester kiest als uitgangspunt bij toezicht en handhaving voor een inzet van 1/3 thematisch, 1/3 regulier en 1/3 op klachten/calamiteiten. Bij de handhaving wenst de burgemeester de volgende prioritering te doen gelden: 1. eindtijden; 2. leeftijd; 3. assortiment sterke drank; 4. aard van de bijeenkomsten. Overtreders krijgen meer controles dan nalevers. Bij overtreding volgen geen boetes of dwangsommen, maar bij de eerste overtreding een indringend gesprek en bij herhaling van de overtreding een tijdelijke schorsing of definitieve intrekking van de vergunning (conform de wet), hetgeen in de praktijk een (tijdelijke) sluiting betekent. Wij willen door samenvoeging en overlapping van werkvelden zoveel mogelijk integraal toezicht en handhaving organiseren (combinatie controles brandveiligheid, evenementen, horeca in een cyclische benadering). Ondanks deze samenvoeging en overlap is er door de ontstane extra werkvoorraad een extra inzet van 2 fte nodig voor toezicht en handhaving. Bij de kadernota 2013 werd hierin voor 1.4 fte voorzien. De resterende inzet van 0,6 fte zal op een budgettair neutrale wijze voor de hierbedoelde taken worden vrijgemaakt. Overgangsmaatregelen/bijzondere omstandigheden. Het kan zijn dat de voorschriften in de nieuwe verordening in een enkel voorkomend geval te bruusk ingrijpen op al jaren bestaande gebruiken en vertrouwde verbanden met de lokale omgeving. De burgemeester wil dan via een individuele ontheffing maatwerk leveren: in overleg met de paracommerciële inrichting zullen de mogelijkheden van overgangsrecht c.q. een op maat gesneden oplossing besproken. 3. Relatie met bestaand beleid/eerder genomen besluiten Dit voorstel wordt gedaan in aansluiting op de brief d.d. 17 oktober 2012 van de burgemeester aan uw raad, waarin hij u informeerde over de nieuwe ontwikkelingen in het kader van de Drank en Horecawet. In zijn brief kondigde de burgemeester aan met vertegenwoordigers van de verschillende belangengroepen in gesprek te zullen gaan over de - toen nog naderende - nieuwe DHW en de invulling van een gemeentelijke verordening en het gemeentelijk beleid.
-5Bestuurlijk innovatie-experiment. De gekozen wijze van in gesprek gaan met vertegenwoordigingen uit de samenleving met het oog op de uitwerking van de DHW is geschied in het kader van een van de zeven gemeentelijke innovatie-experimenten, d.w.z. zeven processen ten behoeve van de bestuurlijke innovatie op een actueel maatschappelijk dossier, die in het najaar van 2012 zijn gestart. De zeven processen gaan behalve het Drank- en horecabeleid over Accommodatiebeleid, Buitensportaccommodaties, Dorpscoöperaties (o.a. Zwartemeer en Nieuw-Dordrecht), Doorontwikkeling Emmen Revisited, Windenergie en Toegang tot de voorzieningen. Zoals bekend (zie het Visiedocument Bestuurlijke Innovatie) gaat het bij deze innovatie-experimenten om het samenwerken en experimenteren met de direct betrokkenen, het zoeken naar nieuwe mogelijkheden en het opzoeken van grenzen, en het zoeken naar nieuwe rollen en verantwoordelijkheden in een veranderende samenleving, natuurlijk met respect voor elkaars positie. Wij definiëren de gemeentelijke rol in de eerste plaats als aanjager, verbinder, faciliteerder en regisseur. De betrokken partners nodigen wij uit voor het aanbieden van de inhoudelijke focus en de richting van de innovatie. In het onderhavige proces Drank- en horecaverordening is dit geschied. 4. Afstemming met externe partijen/communicatie De burgemeester heeft de gesprekken over de DH-verordening in meerdere instanties gevoerd. In het najaar van 2012 met de Koninklijke Horeca Nederland (afd. Emmen), de detailhandel, vertegenwoordigers van VNN/GGD/voortgezet onderwijs en ziekenhuis, en op 22 en 28 november 2012, na een uitnodiging tot aanmelding, met de aangemelde besturen van sportclubs met kantines en buurthuizen e.a. Om de inhoud van de verordening vorm te geven en bouwstenen daarvoor aan te dragen, werd uit de vertegenwoordigers van sportclubs en buurthuizen een meedenkgroep gevormd. Deze meedenkgroep constateerde al spoedig dat de verschillende activiteiten en schenktijden bij de buurthuizen en sportverenigingen om een afzonderlijke benadering vragen. Er werd een aldus aangevulde bespreeknotitie opgesteld die vervolgens op 11 en 24 juni 2013 in twee bijeenkomsten, de eerste met het accent op de sportverenigingen en de tweede met het accent op de buurthuizen, bij hen werd teruggelegd. Vanuit de avondsport-/sporthalverenigingen werd daar de algemene opmerking gemaakt dat een vroeg einde van de schenktijden in het weekend hun activiteiten zou belemmeren. Die oproep hebben wij herkend. Vanzelfsprekend willen wij ook met de belangen van de avondsport/sporthalsport rekening houden. De bespreeknotitie werd vervolgens met inachtneming van de ingekomen opmerkingen bijgesteld en opgemaakt als een concept-raadsvoorstel. Dit voorstel is, na onze eerste besluitvorming op 10 september 2013, met een begeleidende brief bij de diverse belangengroepen teruggelegd en er zijn wederom twee bijeenkomsten georganiseerd, op 7 oktober 2013 voor de buurt- en dorpshuizen en op 14 oktober 2013 voor de sportverenigingen. Uw raad werd hierover geïnformeerd. De twee laatste bijeenkomsten en de inbreng daarbij van de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Emmen, hebben tot enkele aanpassingen c.q. aanvullingen in de concept-verordening en toelichting geleid, op het gebied van de schenktijden in het weekend, het aantal bijeenkomsten voor derden en van persoonlijke aard en een verruimde toelichting wat onder dit soort bijeenkomsten dient te worden verstaan. De mogelijkheid van het schenken van sterke drank werd op aangeven van de KHN afdeling Emmen ingekaderd. Tevens is in de tekst een bepaling toegevoegd die de burgemeester de mogelijkheid verschaft in te spelen op in het verleden gegroeide tradities, bijzondere omstandigheden en overgangssituaties. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan de jeugdsoos Rumah Pemuda. Nu bieden wij ons voorstel formeel aan uw raad aan. Na de vaststelling door uw raad zal, naast de officiële publicatie, aan de verordening en het handhavingsbeleid ruime bekendheid worden gegeven. 5. Financiële consequenties/voorgestelde dekking De vaststelling van de bijgevoegde conceptverordening heeft op zichzelf geen financiële consequenties. De financiële gevolgen verbonden aan de uitvoering van toezicht en handhaving als nieuwe gemeentelijke taak zijn zoals hiervoor aangegeven inmiddels geregeld. Een concept-besluit is bijgevoegd. Emmen, 5 november 2013. Burgemeester en wethouders van Emmen, de secretaris, de burgemeester,
A.J. Mewe
C. Bijl
-6-
jaar
stuknr. Raad
categorie/agendanr.
stuknr. B. en W.
2013
RA13.0094
B
13/939
7
Raadsbesluit De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013, nummer: 13/939; gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4 van de Drank en Horecawet;
besluit: vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Emmen 2012 (2e wijziging):
Artikel 1 Aan Hoofdstuk 3 van de APV (Toezicht op inrichtingen) wordt toegevoegd een nieuwe Afdeling 8 met als titel “Bijzondere bepalingen voor horecabedrijven als bedoeld in de Drank en Horecawet”. Art. 3:28 “Verbod happy hours” Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit of op het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd; Toelichting: Hoewel de belangstelling van de horeca voor de zgn. happy hours tanende is, is het toch dienstig nadrukkelijk het signaal af te geven dat happy hours en onbeperkt een avond drinken voor een gereduceerde prijs niet worden gewaardeerd in het kader van de bescherming van de belangen van de volksgezondheid en de openbare orde. De bepaling wordt buiten toepassing gelaten bij het incidenteel belonen (bijvoorbeeld met consumptiebonnen) van vrijwilligers/medewerkers voor bewezen diensten bij een (paracommerciële) horecainrichting. Art. 3:29 “Schenktijden bij paracommerciële rechtspersonen” 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend zwakalcoholhoudende drank in hun lokaliteit binnen de maximale tijden, afhankelijk van de door hen te maken keuze uit de vergunningmodellen A of B: in geval van vergunning model A: a. maandag t/m vrijdag: van 17.00 uur tot 23.00 uur b. zaterdag en zondag: van 11.00 uur tot 20.00 uur in geval van vergunning model B a. maandag t/m vrijdag: van 18.00 uur tot 24.00 uur b. zaterdag en zondag: van 11.00 uur tot 24.00 uur 2.Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- en wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens het laatste uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot 1,5 uur na beëindiging van deze activiteiten.
-73. Paracommerciële rechtspersonen van sociaal-culturele, educatieve, recreatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, die zich met name richten op activiteiten waarbij de sociale interactie een voorname rol speelt, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank in het kader van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon, met dien verstande dat de verstrekking niet plaatsvindt vóór 11.00 uur en niet ná 24.00 uur. 4. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het derde lid verenigingsactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens het laatste uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot 1,5 uur na beëindiging van deze activiteiten. 5. De burgemeester kan in individuele gevallen ontheffing verlenen van de in dit artikel genoemde tijden. Toelichting: Bij het bepalen van de schenktijden in de paracommerciële inrichtingen is het blijkens de praktijk dienstig onderscheid te maken tussen buitensport (die voornamelijk overdag plaatsvindt, bijv. voetbal), en sporthal/avondsport (waarbij overwegend ook de avonden worden benut, bijv. tennis, badminton, handbal) en ook de openingstijden van buurt-of dorpshuizen te begrenzen (een buurthuis is geen café). De DHW laat dit toe. In de voorgestelde bepalingen wordt het onderscheid gemaakt. Voor de overdag-buitensport geldt in principe model A en voor de sporthal-/avondsport geldt in principe model B. In de af te geven vergunningen zullen de toepasselijke tijden worden opgenomen, zodat het toezicht op de naleving efficiënt kan plaatsvinden. Bij de overige paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het derde lid moet naast de dorps- en buurthuizen worden gedacht aan scoutingverenigingen, studentenverenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen. Er kunnen omstandigheden zijn dat de in dit artikel aangegeven tijdbegrenzingen geen recht doen aan de bedrijfsvoering van de paracommerciële rechtspersoon, bijvoorbeeld als gevolg van gegroeide tradities of vanwege het karakter als jongerenvereniging (voorbeeld: Rumah Pemuda). Met het oog daarop wordt het de burgemeester toegestaan, binnen de grenzen van de Drank- en Horecawet, in individuele gevallen een gemotiveerde en op maat gesneden ontheffing te verlenen. Art. 3:30 “Privébijeenkomsten/bijeenkomsten derden bij paracommerciële rechtspersonen” 1. Een paracommerciële rechtspersoon kan per kalenderjaar alcoholhoudende drank verstrekken tijdens ten hoogste acht bijeenkomsten van persoonlijke aard/bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. 2. Een paracommerciële rechtspersoon doet uiterlijk 14 dagen voor een bijeenkomst als bedoeld in het eerste lid hiervan mededeling aan de burgemeester. Toelichting: Deze bepaling is opgenomen om oneerlijke concurrentie met de commerciële horeca tegen te gaan. Er moet wel de mogelijkheid zijn voor de paracommerciële rechtspersonen om incidenteel bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten voor derden te houden. Bij ontbreken van die mogelijkheid worden de paracommerciële inrichtingen in hun bedrijfsvoering beperkt, terwijl van uitwijken naar de commerciële horeca veelal geen sprake blijkt. De sportverenigingen weten zich bij dit onderwerp veelal ook al gebonden aan de afspraken met hun bonden. Indien die afspraken meer beperkend zijn dan prevaleren die boven de maxima van de gemeentelijke verordening. Het zal duidelijk zijn dat de activiteiten van vaste huurders van een sporthal niet onder bijeenkomsten voor derden moeten worden geschaard. Bij de hier bedoelde bijeenkomsten van persoonlijke aard en voor derden wordt drank geschonken door de paracommerciële rechtspersoon zelf. Wij verduidelijken de begrippen: bij bijeenkomsten van persoonlijke aard denken wij aan bijeenkomsten die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële instelling, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke van leden van of betrokkenen bij de vereniging; bij bijeenkomsten van derden denken wij aan bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de vereniging betrokken zijn en activiteiten die niet verenigingsgebonden zijn, bijvoorbeeld verhuur van de kantineruimte aan een derde voor het houden van een feest, voor een vergadering van een politieke partij, voor een bijeenkomst voor een goed
-8doel. Gekozen is voor een maximering van dit soort bijeenkomsten per jaar. Verhuur van alleen de zaal- of kantineruimte is niet aan een maximum aantal keren gebonden. Er wordt immers niet geschonken door de paracommerciële rechtspersoon. De huurder neemt zelf zijn eigen spijs en drank mee (verlengde huiskamer). Bij deze activiteiten moet wel worden gekeken of ze in het ter plaatse geldende bestemmingsplan passen. Art. 3:31 “Schenken sterke drank bij paracommerciële rechtspersonen” Behoudens de dranken port, sherry, vermouth, jonge jenever, bessenjenever, vieux, advocaat, berenburg en apfelkorn is het verboden in een paracommerciële inrichting sterke drank te verstrekken. Toelichting: Het bevorderen van het onderscheid tussen de commerciële en de paracommerciële horeca vindt steun in de DHW. In dit licht moet deze bepaling worden bezien. Zij heeft de instemming van de Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Emmen. Het schenken van zwak alcoholische dranken valt niet onder deze bepaling. Art. 3:32 “Sluitingstijd bij paracommerciële rechtspersonen” 1. Paracommerciële inrichtingen dienen uiterlijk één uur na afloop van de tijden, genoemd in artikel 3:29, gesloten te zijn; 2. Het is verboden de inrichtingvoor bezoekers geopend te hebben of bezoekers in de inrichting te laten verblijven na sluitingstijd.
Artikel 2 Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor de paracommerciële inrichtingen: a. de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van besluiten krachtens de wet zijn gesteld; b. de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend; c. de tot dat tijdstip gehanteerde schenktijden. Toelichting ad a.:
Er was eerder ook sprake van afzonderlijke gemeentelijk verordeningen die annex zijn aan het onderwerp (paracommerciële) horeca, nl. de exploitatieverordening openbare inrichtingen en de verordening hoogwaardige leisure/speelautomatenhallen Emmen, maar die zijn sinds de laatste APVwijziging vervallen, en onderdelen daaruit zijn in de APV opgenomen. Deze APV-bepalingen blijven onverkort van kracht.
Artikel 3 1. Deze verordening wordt aangehaald als Drank en Horecaverordening; 2. Zij treedt in werking op 1 januari 2014. Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2013. de griffier,
de voorzitter,
H.D. Werkman
C. Bijl