Raadsvoorstel Datum raadsvergadering: 20 december 2007 Agenda nr.: M. Marijnen/S. Adriaansen Registratiecode: Portefeuillehouder: Wijziging Algemene plaatselijke verordening Onderwerp:
5.a AO/2007 - 84
Aan de raad van de gemeente Roosendaal
Voorstel Samenvatting: De Algemene plaatselijke verordening (APV) moet op de eerste plaats aangepast worden wegens gewijzigde wetgeving. Op de tweede plaats is het in het kader van de bestrijding van de drugsoverlast en in het kader van de openbare orde en veiligheid (o.a. overlast jeugd) gewenst om extra juridische instrumenten te hebben om deze overlast aan te kunnen pakken. Daarom is het noodzakelijk om deze verordening te actualiseren. Hiervoor is gebruik gemaakt van het model en de supplementen van de VNG. Wij stellen u voor: 1. de gewijzigde algemene plaatselijke verordening vast te stellen
Aanleiding Er zijn twee aanleidingen om de APV aan te passen: Op eerste plaats is bij wijzigingen in landelijke wetgeving de gemeente verplicht om de lokale (gemeentelijke) verordeningen daarop aan te passen. De VNG doet regelmatig voorstellen tot wijziging van de APV. In Roosendaal is het beleid om de wijzigingsvoorstellen van de VNG te volgen. De wijzigingsvoorstellen van de VNG die neergelegd zijn in de supplementen 10 tot en met 13 zijn nog niet verwerkt in de APV. Tevens is er nog een aantal beleidsmatige wijzigingen niet verwerkt in de APV, zodat deze in het voorliggende voorstel meegenomen zijn. In de supplementen 10 tot en met 13 van de VNG zijn de wijzigingen opgenomen die voortvloeien uit de volgende wijzigingen in wet- en regelgeving: - wijziging Wet milieubeheer; - inwerkingtreding Besluit houdende regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit); - vervallen van de Wet Heimelijk cameratoezicht en inwerkingtreding nieuwe Wet Cameratoezicht op openbare plaatsen; - inwerkingtreding van de Flora- en faunawet, Vogelrichtlijn (Europees), Habitatrichtlijn (Europees) en herziening natuurbeschermingswet; - vervallen van de Tijdelijke referendumwet; - wijziging van het Wetboek van Strafrecht; - wijzigen van de Gemeentewet en - uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV). Op de tweede plaats is er de behoefte om in het kader van de bestrijding van de drugsoverlast en de openbare orde en veiligheid (ondermeer overlast jeugd) in de APV extra bepalingen op te nemen om deze overlast in de praktijk nog beter aan te kunnen pakken.
Kader De APV is voor het laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 29 juni 2006, welk besluit betrekking had op aanpassing van de sluitingstijden horeca (artikel 2.3.1.4, lid 4, sub b, onder 1). De wijzigingssupplementen 10 tot en met 13 van de VNG zijn daarbij niet doorgevoerd, hetgeen betekent dat de APV op deze punten in ieder geval geactualiseerd moet worden. In voorliggende wijziging worden o.a. de VNG-voorstellen ten aanzien van cameratoezicht en betaald voetbal meegenomen. Tevens wordt het artikel met betrekking tot de sluitingstijden horeca, op grond van ervaringen in de praktijk, aangepast c.q. verduidelijkt. Daarnaast wordt het verzoek vanuit het Midden- en Kleinbedrijf meegenomen om een bepaling in de APV op te nemen ten aanzien van ‘rooftassen’. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de toezegging van de burgemeester aan de RLPR.
Met deze bepaling heeft de politie een extra instrument om winkeldiefstallen te voorkomen en op te kunnen treden tegen winkeldiefstallen. Het opnemen van deze bepaling betekent overigens niet dat de politie hierop ook meer capaciteit in gaat zetten. Er blijft een sterke verantwoordelijkheid bij de winkelier zelf liggen. Tenslotte wordt voorgesteld om het samenscholingsverbod, de verblijfsontzegging en het gebiedsverbod niet alleen in situaties waar sprake is van drugsoverlast te kunnen gebruiken, maar ook in andere, niet druggerelateerde, situaties, zoals overlast van jeugd. Daarbij word ook de mogelijkheid opgenomen om in geval van herhaling een langere duur van verblijfsontzegging / gebiedsverbod op te kunnen leggen. Momenteel zijn 11 gemeenten in West-Brabant, waaronder de gemeente Roosendaal, gezamenlijk bezig met het project “Vereenvoudiging Regelgeving”. Tevens heeft de VNG in een ledenbrief over deregulering voorstellen gedaan om te komen tot lastenverlichting voor burgers en bedrijven. Deze voorstellen worden meegenomen bij de implementatie van de dereguleringsvoorstellen in het kader van het project “Vereenvoudiging Regelgeving”.
Motivering / toelichting Bij raadsbesluit van 29 juni 2006 is de APV gewijzigd ten aanzien van de aanpassing van de sluitingstijden horeca (artikel 2.3.1.4, lid 4, sub b, onder 1), maar de supplementen van de VNG zijn nog niet in dat besluit verwerkt. Tevens is een aantal beleidsmatige wijzigingen nog niet in de APV verwerkt. Voorgesteld wordt om de wijziging vast te stellen die voortkomt uit de supplementen 10 tot en met 13 van de VNG en een aantal beleidsmatige wijzigingen. De motivatie van deze wijzigingen is opgenomen in de Toelichting die als bijlage bij dit raadsvoorstel is gevoegd.
Doel en evaluatie Het doen van het voorstel tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening is om over een actuele verordening te kunnen beschikken. Door de Algemene plaatselijke verordening te wijzigen, voldoet de Algemene plaatselijke verordening weer aan de landelijke wet- en regelgeving.
Financiële aspecten en consequenties Als het voorstel tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening niet wordt vastgesteld, beschikt de Gemeente Roosendaal niet over een actuele verordening en loopt zij uit de pas met landelijke weten regelgeving.
Communicatie Het raadsbesluit wordt in het Gemeenteblad afgekondigd en in “Stadserf 1” gepubliceerd. De verordening wordt op internet en intranet geplaatst.
Bijlagen 1. Wijziging apv 2007 2. Toelichting. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Roosendaal, De secretaris, ir J.P. Kruf
De burgemeester, mr M.J.H. Marijnen
Raadsbesluit Datum raadsvergadering: 20 december 2007 Agenda nr.: M. Marijnen/S. Adriaansen Registratiecode: Portefeuillehouder: Wijziging apv Onderwerp:
5.a AO/2007 - 84
De raad van de gemeente Roosendaal, -
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders.
-
Gelet op het advies van de raadscommissie Bestuur d.d. 4 december 2007
Besluit: 1. de gewijzigde Algemene plaatselijke verordening vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2007. De griffier,
De voorzitter,
Toelichting Bij raadsbesluit van 29 juni 2006 is de APV gewijzigd ten aanzien van de aanpassing van de sluitingstijden horeca (artikel 2.3.1.4, lid 4, sub b, onder 1), maar de supplementen 10 tot en met 13 van de VNG zijn nog niet in dat besluit verwerkt. Tevens is een aantal beleidsmatige wijzigingen nog niet in de APV verwerkt. Voorgesteld wordt om de wijziging vast te stellen die voortkomt uit de supplementen 10 tot en met 13 van de VNG en een aantal beleidsmatige wijzigingen. Supplementen 10 tot en met 13 Supplement 10 bevat vooral wijzigingen ten aanzien van milieubepalingen naar aanleiding van gewijzigde milieuwetgeving, o.a. consumentenvuurwerk (naar aanleiding van inwerkingtreding van het Vuurwerkbesluit op 1 maart 2002) autowrakken (naar aanleiding van wijziging Wet milieubeheer en inwerkingtreding van het Besluit beheer autowrakken op 2 juli 2002) verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken (naar aanleiding van inwerkingtreding van de artikelen 10.2 en 10.63 van de Wet Milieubeheer op 23 mei 2003) afvalstoffenverordening (herziening van afdeling 4.2. doordat deze afdeling uit de APV is gehaald en in een aparte verordening is opgenomen naar aanleiding van de wijziging van hoofdstuk 10 van de Wet Milieubeheer). De VNG heeft in een ledenbrief de afbakeningsbepalingen die in supplement 10 genoemd zijn, nader toegelicht. In supplement 11 zijn de artikelen betreffende afvalstoffen komen te vervallen, omdat daarvoor de afvalstoffenverordening in de plaats is gekomen. Voorts wordt in supplement 11 aandacht besteed aan: het artikel over bewakingsapparatuur, dat door het in werking treden van de Wet heimelijk cameratoezicht is vervallen de noodzakelijke verblijfstitels voor vergunningen op grond van de APV het herzien van het artikel betreffende de inwerkingtreding in verband met het vervallen van de Tijdelijke referendumwet. Supplement 12 bevat alleen jurisprudentie, waarin geen wijzigingen zijn opgenomen. Dit supplement bevat slechts nadere uitleg van eerder doorgevoerde wijzigingen. Supplement 13 bevat een aantal wijzigingen die alleen te maken hebben met de formulering of de plaats binnen de APV, omdat de VNG streeft naar een meer eenvoudige, duidelijke en toegankelijke regelgeving en deregulering. Daarnaast wordt wegens gewijzigde wetgeving een nieuwe afdeling ingevoegd voor het cameratoezicht. Om tot lastenverlichting voor burgers en bedrijven te komen, is een vrijstellingsmogelijkheid gecreëerd voor categorieën van evenementen. Het gaat hierbij om straatfeesten, braderieën e.d. Cameratoezicht De Wet Heimelijk cameratoezicht is komen te vervallen door het in werking treden van de nieuwe Wet cameratoezicht op openbare plaatsen. Deze wet houdt een wijziging van de Gemeentewet en de Wet politieregisters in. Aan de Gemeentewet is een nieuwe bepaling, artikel 151c, toegevoegd die regels stelt over cameratoezicht op openbare plaatsen. Cameratoezicht op openbare plaatsen mag uitsluitend de handhaving van de openbare orde als doel hebben. In supplement 13 is in het VNG-model een nieuwe afdeling 2.10 in de APV opgenomen. Voor het cameratoezicht in de gemeente Roosendaal heeft dat verder geen consequenties. Het gaat om een formele aanpassing in de APV, voor de rest voldoet het cameratoezicht aan alle eisen die de wetgeving stelt. Betaald voetbal Met betrekking tot het betaalde voetbal is in een ledenbrief van de VNG geadviseerd om artikelen op te nemen in de APV met betrekking tot: definitie van betaald voetbal, vergunningverlening, ordeverstoring, stadionomgevingsverbod, reguleren supportersstromen en het aanwijzen van veiligheidsrisicogebieden. De gemeenten Waalwijk, Breda, Tilburg en Roosendaal willen de APV op elkaar afstemmen, zodat daarin ten aanzien van het betaald voetbal dezelfde bepalingen komen te
staan. Het is voor de politie en het Openbaar Ministerie namelijk zeer wenselijk om één uniforme aanpak te kunnen opstellen ten aanzien van voetbalsupporters. Afgesproken is dat de gemeente Waalwijk met een voorstel zal komen dat regionaal besproken zal worden. De gemeente Waalwijk is hier nog mee bezig. Vandaar is in voorliggend voorstel tot wijziging van de APV het VNG-model aangehouden. Bij de volgende wijziging op de APV in het kader van het project Vereenvoudiging Regelgeving, zal – indien nodig - het regionale voorstel alsnog verwerkt worden. Rooftassen Met geprepareerde tassen (“rooftassen”) is het mogelijk om detectiepoortjes te passeren zonder dat opgemerkt wordt dat sprake is van diefstal. Winkeliers worden hiermee regelmatig geconfronteerd, zodat het Platform Detailhandel Nederland op 13 maart 2007 aan alle gemeenten een brief hebben gestuurd met het verzoek om een bepaling op te nemen in de APV waarmee het mogelijk is om winkeldiefstal door middel van ‘rooftassen’ aan te kunnen pakken. De VNG heeft hiervoor geen modelbepaling gemaakt, aangezien het lastig is om handhavend op te treden. Op verzoek van de Roosendaalse Ondernemers Federatie en op basis van vragen vanuit de gemeenteraad (RLPR) en de toezegging hierop van de burgemeester, is een bepaling in de APV opgenomen. Deze bepaling is ondergebracht bij het artikel over inbrekerswerktuig. Door deze bepaling heeft de politie in de praktijk een extra instrument om winkeldiefstal te voorkomen en/of bij winkeldiefstal op te treden. Zoals eerder al aangeven betekent het opnemen van deze bepaling niet dat de politie ook meer capaciteit hiervoor gaat in zetten. Sluitingsuur In juni 2006 zijn de bepalingen omtrent het sluitingsuur aangepast en zijn daarover afspraken gemaakt met de horeca-ondernemers. Een aantal horeca-ondernemers, die dit expliciet gevraagd hebben, hebben een ontheffing gekregen om open te mogen zijn tot 04.00 met daarbij de zogenaamde draaideurregeling. Inmiddels is gebleken de nieuwe regeling goed werkt, omdat er meer spreiding is van bezoekers die naar huis gaan. Ook werkt de draaideurregeling (dat betekent dat er na 02.00 uur niet meer van horeca-zaak gewisseld mag worden) goed. Naast de verruiming van het sluitingsuur kent de huidige APV nog bijzondere sluitingstijden om langer dan tot 02.00 uur open te mogen zijn op specifiek genoemde dagen, zoals bijvoorbeeld carnaval. Deze bepalingen staan al lange tijd in de APV. Deze combinatie van beide bepalingen leidt in de praktijk voor de horeca-ondernemers, de politie en de bezoekers van de café’s tot onduidelijkheid over welke sluitingstijden er gelden. Deze onduidelijkheid kwam met name tijdens de carnavalsdagen tot uiting, omdat dit per café anders is geregeld, bijvoorbeeld sluitingstijd om 03.00 zonder draaideurregeling of 04.00 uur met draaideurregeling. Maar ook bij andere bijzondere evenementen op vrijdag en zaterdag, waarvoor een verlengd sluitinguur geldt (tot 03.00 uur) is het onduidelijk. En waarom zou een verlengd sluitingsuur voor het ene evenement wel gelden en voor het andere evenement niet. Door de mogelijkheid om individueel ontheffing aan te vragen van het sluitingsuur tot 04.00 uur met draaideurregeling is ook de noodzaak om nog te werken met een verlengd sluitingsuur (tot 03.00) op vrijdag en zaterdag in feite komen te vervallen. De enige uitzonderingen hierop zijn de carnavalsdagen en de Nieuwjaarsnacht. Vanuit de Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Roosendaal, is aandacht gevraagd voor het afgeven van een ontheffing om de droge horeca een uur langer open mag zijn dan de natte horeca. We zien echter geen reden om in dit verzoek mee te gaan. Vooral in het weekend, als het sluitingsuur 04.00 uur is, hebben de cafébezoekers voldoende tijd om een broodje te kopen. Op weekdagen is het minder druk en is het daardoor niet nodig om een uur langer open te zijn. Geconcludeerd kan worden dat naast de individuele ontheffingen alleen een verlengd sluitingsuur zonder draaideurregeling nodig is voor de 4 carnavalsdagen (vrijdag, zaterdag, zondag en maandag direct voorafgaande aan Aswoensdag) en de Nieuwjaarsnacht. Uit praktische overwegingen wordt voor carnaval gekozen voor 04.00 uur, zodat in de praktijk slechts met twee sluitingstijden gewerkt hoeft te worden, hetgeen de handhaving ten goede komt. Omdat carnaval een bijzonder en vooral straatfeest is, geldt uit praktische overwegingen in dit geval de draaideurregeling niet. Voor de Nieuwjaarsdag (ontheffing conform huidige APV tot 07.00 uur) kan de draaideurregeling wel van toepassing worden verklaard. Resumé:
sluitingsuur is 02.00 uur individuele ontheffing mogelijk tot 04.00 uur met draaideurregeling van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag met carnavalsdagen sluitingstijd 04.00 uur zonder draaideurregeling met Nieuwjaarsnacht sluitingstijd 07.00 uur met draaideurreling vanaf 02.00 uur
Bovengenoemd voorstel is uitgebreid besproken met het bestuur van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Roosendaal. Zij begrijpt het voorstel om te komen tot meer duidelijkheid en eenduidigheid ten aanzien van de sluitingstijden en accepteert ook dat het grootste deel van de bijzondere aangewezen dagen kan komen te vervallen. Ze pleiten toch nog wel voor handhaving van met name Koninginnenacht en ook Tweede Kerstdag als momenten waarop een verlengd sluitingsuur zou kunnen gelden. Ook begrijpt zij de argumentatie om voor broodjeszaken het sluitingsuur te houden op hetzelfde sluitingsuur als de café's. Maar het bestuur vraagt wel aandacht voor het feit dat dit bij de droge horeca leidt tot een aanzienlijke omzetdaling op dagen dat sprake is van topdrukte in de café's. Verblijfsontzegging/gebiedsverbod in verband met drugs In de APV is reeds een bepaling opgenomen waarin de burgemeester de bevoegdheid is gegeven om personen die overlast in het kader van drugs veroorzaken, te verbieden om langere tijd (was 24 uur, maar nu wordt voorgesteld om dit uit breiden tot 14 dagen) in een bepaald gebied te komen. De achtergrond voor deze bepaling is dat we hiermee willen voorkomen dat veelplegers van strafbare feiten in het Couragegebied opnieuw voor overlast zorgen. De uitvoering van deze bepaling is gemandateerd aan de teamchef. Deze bepaling wordt regelmatig gebruikt. Er is behoefte om de werkingssfeer van dit artikel uit te breiden in die zin dat deze bepaling bij meerdere situaties toegepast kan worden en dat de duur van de ontzegging bij herhaling uitgebreid kan worden (was bij herhaling binnen 6 maanden 14 dagen, maar nu wordt voorgesteld 8 weken bij herhaling binnen een jaar). In overleg met Courage wordt binnenkort in de gemeente Bergen op Zoom eenzelfde voorstel voorgelegd. Omdat een verblijfsontzegging/gebiedsverbod behoorlijk kan ingrijpen in de levenssfeer van betrokkene wordt het mandaat van de burgemeester aan de teamchef beperkt tot verblijfsontzeggingen/gebiedsverboden van maximaal 14 dagen. Als het gewenst is om een verblijfsontzegging/gebiedsverbod op te leggen voor een langere duur dan 14 dagen wordt dit altijd getoetst door de burgemeester. Met deze bepaling sluiten we ook aan bij de soortgelijke bepalingen die gelden in de gemeenten Venlo, Heerlen en Tilburg. Verblijfsontzegging / gebiedsverband in verband met orde en veiligheid Naast drugsgerelateerde verblijfsontzeggingen/gebiedsverboden is het ook gewenst om in meer algemene situaties in het kader van openbare orde en veiligheid een soortgelijke bepaling op te nemen. Als sprake is van daadwerkelijke overlast van personen en groepen uit de samenleving, waarbij het niet gaat om drugsgerelateerde overlast moet een verblijfsontzegging/gebiedsverbod ook opgelegd kunnen worden. Vooralsnog zal deze bepaling nog niet worden gemandateerd, zodat we goed zicht kunnen houden op het gebruik van deze bepaling in de praktijk. Samenscholing In de APV is op basis van het model van de VNG het samenscholingsverbod opgenomen. Dit samenscholingsverbod biedt de politie de mogelijkheden om gericht op te treden tegen groepen van personen op het moment dat sprake is van verstoring van de openbare orde en veiligheid. Vanuit de politie is nadrukkelijk aangegeven dat dit samenscholingsverbod onvoldoende mogelijkheden geeft in situaties waarbij sprake is van het op enigerlei wijze verstoren van de orde, bij hinderlijk gedrag, als personen lastig gevallen worden en bij vechten. Het is gewenst om de politie mogelijkheden te bieden om ook in deze situaties te kunnen optreden. Daarnaast wordt ook bepaald dat het verboden is dat deze groepen voorwerpen of stoffen bij zich dragen die kennelijk bedoeld zijn om de orde te verstoren. De redactie van dit samenscholingsverbod sluit nauw aan bij de samenscholingsverboden zoals deze sinds kort ook zijn opgenomen in de APV van andere gemeenten. Op dit moment achten we het nog niet verstandig om te verwijzen naar komende wetswijzigingen. Een precieze reikwijdte van de juridische mogelijkheden wat betreft verblijfsontzegging, gebiedsverbod en samenscholing is nog niet in de jurisprudentie uitgekristalliseerd, maar vanuit het belang van handhaving van de openbare orde is er behoefte aan een verdere regeling. Uitvoeringsbesluiten Tenslotte hebben we als college de volgende uitvoeringsbesluiten gewijzigd, laten vervallen of nieuw
toegevoegd: 1. uitvoeringsregeling aanwijzing ruimmiddelen (artikel 2.4.18 apv) van 27 maart 1990 komt te vervallen, omdat dit voldoende is geregeld in het (gewijzigde) artikel zelf en er sprake is van een ander handhavingsbeleid dan in 1990; 2. uitvoeringsregeling plakplaatsen (artikel 2.4.2. apv) is nieuw toegevoegd aan de apv, omdat deze ontbrak; 3. uitvoeringsregeling caravans e.d. (artikel 5.1.5. apv) is nieuw toegevoegd, omdat deze regeling ontbrak; 4. uitvoeringsregeling parkeerverbod grote voertuigen (artikel 5.1.7. apv) is aangepast, omdat het aantal genoemde straten is geactualiseerd; 5. uitvoeringsbesluit aanwijzen van inrichtingen, waarvoor vergunningplicht niet geldt (artikel 4.3.2.1.) van 3 januari 1995 komt te vervallen wegens gewijzigde wetgeving, waardoor dit in zijn geheel is opgenomen in de Wet milieubeheer; 6. uitvoeringsbesluit aanwijzen wegen waar het verboden is alcoholhoudende dranken te nuttigen of aangebroken flesjes en blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich te houden (artikel 2.4.8.) is aangepast, omdat het aantal genoemde straten is geactualiseerd; 7. uitvoeringsbesluit aanwijzen gebied het verboden is drugs al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen, aan een verzameling van meer dan vier personen deel te nemen, drugs te gebruiken of spuiten e.d. achter te laten (2.7.1 t/m 2.7.5) is aangepast, omdat het aantal genoemde straten is geactualiseerd.