VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
AGENDAPUNT 5
Onderwerp: Deelname in Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: 269838 In D&H: In Cie: In AB: Portefeuillehouder:
15-12-2009 BMZ 12-01-2010 SKK 17-02-2010 Beugelink
Steller: Telefoonnummer: Afdeling: Geheim:
M. Brederoo (030) 634 59 38 IcA ja
nee
Voorstel Gelet op het bepaalde in artikel 50, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; Gehoord hebbende het advies van de commissie BMZ d.d. 12 januari 2010; Stelt het college u voor om: toestemming te verlenen aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden om samen met de andere waterschappen de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschaps te treffen, conform de concepttekst van deze regeling dd. 18 januari 2010.
Advies commissie
BMZ
SKK
De commissie heeft een positieve grondhouding ten aanzien van het voorstel, maar acht het van belang dat in het definitieve voorstel aan het algemeen bestuur aandacht wordt besteed aan de rol van het algemeen bestuur van ons waterschap bij een dergelijke regeling. De commissie heeft voorts gevraagd om de wijzigingen in de definitieve concepttekst van de regeling ten opzichte van de versie die in de commissie is behandeld, duidelijk kenbaar te maken.
Reactie college op advies commissie In het voorstel is onder het kopje Argumenten een passage toegevoegd waarin de rol van het algemeen bestuur van ons waterschap nader wordt toegelicht. Bijlage 1 bij dit voorstel bevat een memo waarin de aanpassingen in de conceptregeling worden behandeld. De laatste pagina van deze bijlage bevat een beknopt, artikelsgewijs overzicht van de daaruit voortvloeiende tekstuele wijzigingen in de definitieve concepttekst
269838
-1-
INLEIDING Het Waterschapshuis is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 26 waterschappen op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie. Het Waterschapshuis heeft als doel het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in de natte sector. Onder begeleiding van Het Waterschapshuis spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op een aanzienlijke kostenbesparing op alle ICT-uitgaven. Het Waterschapshuis heeft als gezamenlijke ICT-dienst van de waterschappen, tot doel om • de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de waterschappen te verbeteren; • de ICT-processen efficiënter te maken en kosten te besparen; • de innovatieve slagkracht te vergroten;het imago van de waterschappen als professionele moderne overheid te versterken; • bredere facilitaire samenwerking van de waterschappen te stimuleren. Bij het realiseren van deze doelen heeft Het Waterschapshuis een tweeledige functie: die van regisseur (waar vraag en antwoord samenkomen) en die van interne opdrachtnemer van de deelnemende waterschappen. De Stichtse Rijnlanden heeft altijd profijt gehad van en is steeds actief geweest in verschillende onderwerpen waarbij de waterschappen via Het Waterschapshuis samenwerking zochten, zoals de ontwikkeling van een nieuw belastingsysteem, het komen tot een gezamenlijke informatiearchitectuur op basis van ontwikkelingen bij de rijksoverheid (NORA), de regievoering over het NUP (programma E-dienstverlening) enzovoorts. Die samenwerking is van groot belang omdat veel ontwikkelingen op het gebied van de informatievoorziening en de verbetering van bedrijfsprocessen uitgaan boven wat een waterschap alleen kan bijhouden. Daarnaast is het eenvoudig efficiënt om aan gezamenlijke ontwikkeling te doen en kennis te delen. Tenslotte kunnen de waterschappen richting de markt soms gezamenlijk een zwaardere partij zijn, met de mogelijke economische voordelen van dien, dan zij individueel zouden kunnen. Het belangrijkste bestuurlijke aandachtspunt rond Het Waterschapshuis was het afgelopen jaar het vraagstuk van de aansturing en bestuurlijke borging van de stichting Het Waterschapshuis. Daarbij stond de vraag centraal hoe de waterschapsbesturen meer grip en controle op de werkzaamheden en financiën van Het Waterschapshuis konden krijgen. Een commissie onder voorzitterschap van de heer J.A.M. Vos heeft zich over deze vragen gebogen en is met een advies gekomen. Belangrijkste onderdeel van dit advies betreft de omvorming van dé stichting tot een gemeenschappelijk openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Nadat de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen in maart 2009 concludeerde dat de omvorming van de stichting door de commissie Vos ter hand kon worden genomen, heeft de commissie gewerkt aan het opstellen van concepttekst voor de gemeenschappelijke regeling.
ARGUMENTEN Het Waterschapshuis heeft tot op heden de vorm van een stichting. Dit heeft een aantal jaren goed gewerkt, maar met de groei van de omvang van de organisatie en de hoeveelheid geld die er jaarlijks mee is gemoeid (in de organisatie en de daarin ondergebrachte projecten samen gaat jaarlijks tussen de 15 en 20 miljoen om) kwam de vraag naar een betere aansturing en bestuurlijke borging. Met de overgang naar een gemeenschappelijke regeling als rechtsvorm wordt aan deze vraag voldaan. Dat het Algemeen Bestuur betrokken moet zijn bij het komen tot een Gemeenschappelijke Regeling is niet alleen vanwege de impact van belang, maar vloeit ook direct voort uit de wet. De dagelijks besturen van de waterschappen kunnen een Gemeenschappelijke Regeling treffen, maar hebben daartoe van het Algemeen Bestuur toestemming nodig op grond van artikel 50, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Ook voor het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een regeling is deze toestemming van het algemeen bestuur vereist (art. 50, lid 2, van deze wet).
269838
-2-
Voor het overige geldt dat de algemene besturen van de waterschappen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen uiterlijk medio juni de ontwerp-begroting van Het Waterschapshuis betreffende het eerstvolgende kalenderjaar dienen te ontvangen. De algemene besturen kunnen n.a.v. de toegezonden ontwerp-begroting desgewenst zienswijzen inbrengen bij het dagelijks bestuur van Het Waterschapshuis. De ontwerp-begroting wordt dan, samen met eventueel ingebrachte zienswijzen vanuit algemene besturen van de waterschappen, ter vaststelling aangeboden aan het algemeen bestuur van Het Waterschapshuis. Als de begroting vervolgens wordt vastgesteld, hebben de daaruit voortvloeiende bijdragen van de deelnemende waterschappen het karakter van een verplichte uitgaaf. Met andere woorden: een waterschap is dan verplicht de bijdrage op te nemen in de eigen begroting. Wél kan een algemeen bestuur van een waterschap n.a.v. de vastgestelde begroting van Het Waterschapshuis zijn eerder ingediende zienswijze, in het kader van een wettelijke geschillenregeling (art. 28 jo. 50a Wet gemeenschappelijke regelingen), voorleggen aan het College van gedeputeerde staten. Gelet op de plaats van vestiging van Het Waterschapshuis (Amersfoort) is dat GS van Utrecht. Met andere woorden: de algemene besturen van de waterschappen krijgen meer, wettelijk vastgelegde beïnvloedingsmomenten, maar daar staat tegenover dat de samenwerking ook een minder vrijblijvend karakter draagt dan nu bij de stichtingsvorm het geval is. Een waterschap kan er niet ‘zo maar even’ weer uitstappen. Tenslotte geldt natuurlijk dat elk waterschap straks door een collegelid wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur van Het Waterschapshuis. Ook langs die weg kan het algemeen bestuur van een een waterschap zijn invloed doen gelden (art. 27, lid 4, van de regeling).
RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN In het collegeprogramma (blz. 21) is opgenomen dat het college inhoud wil blijven geven aan de samenwerking in Het Waterschapshuis omdat dit duidelijke meerwaarde heeft voor de waterschappen.
FINANCIËLE CONSEQUENTIES Onderstaand overzicht geeft een indicatie van de middelen van De Stichtse Rijnlanden die jaarlijks omgaan in Het Waterschapshuis (het overzicht betreft onze kosten in 2010). Dit overzicht is hier opgenomen om een indruk te geven van het belang van een goed georganiseerde samenwerkingsorganisatie met een goede aansturing en bestuurlijke borging. Organisatiekosten Bureaukosten Het Waterschapshuis
80067
Projectkosten IRIS (Geografisch Informatie Systeem)
Architectuur en Standaarden
193000 Ontwikkel- en beheerkosten E-formulieren, gezamenlijk platform voor de websites, 110000 regievoering op het NUP etc. Gezamenlijke ICT strategie, gezamenlijke 91649 referentiearchitectuur
Architectuur en Standaarden II
164042 Deel licentiekosten Oracle
E-overheid (gezamenlijke projecten)
Overige samenwerkingsprojecten Actueel Hoogtebestand Nederland Totaal
269838
8000 46252 Hoogwaardige geografische data 693010
-3-
Er is een onderscheid gemaakt tussen de kosten die te maken hebben met de organisatie Het Waterschapshuis en de onderwerpen waarbij de waterschappen via Het Waterschapshuis samenwerken. In Het Waterschapshuis gaat in 2010 in totaal ca. €19 miljoen om, waarvan ca. €2 miljoen aan bureaukosten en €17 miljoen aan projectkosten. In het overzicht is het nieuwe Belastingsysteem niet meegenomen. Ons waterschap heeft daar pas beheerkosten aan op het moment dat wij hier zelf gebruik van gaan maken. In 2010 is door De Stichtse Rijnlanden al wel een investeringsbedrag van €586.000 voor de ontwikkeling van het nieuwe belastingsysteem begroot. Voor projecten en programma's geldt dat waterschappen niet altijd deelnemen. Ook is het vaak zo dat waterschappen niet allemaal tegelijk instappen. Kosten en risico's worden in die gevallen toch zo eerlijk mogelijk gedragen. Dit wil zeggen dat waterschappen die op het laatst instappen in een nieuwe ontwikkeling een evenredig deel van de kosten dragen en dat waterschappen die te elfder ure uit een programma stappen toch een financiële verantwoordelijkheid hebben. Doorgaans wordt geprobeerd om zoveel mogelijk waterschappen al vanaf het begin in samenwerkingsprojecten te betrekken.
KANTTEKENINGEN Eén van de gevolgen van deelname aan de Gemeenschappelijke Regeling is dat de waterschappen medeeigenaar worden van Het Waterschapshuis en daarmee tevens risicodragend participant. Dit brengt weer met zich mee dat het belang om als individueel waterschap grip te houden op Het Waterschapshuis groot is. Deze grip wordt bestuurlijk geborgd door de vorming van een Algemeen Bestuur waar elk waterschap in vertegenwoordigd is door één van de leden van het dagelijks bestuur. Tevens wordt een dagelijks bestuur gevormd.
UITVOERING Het is de bedoeling dat de besluitvormingsprocedure bij de waterschappen in februari 2010 is afgerond. Daarna wordt de regeling ter goedkeuring voorgelegd aan gedeputeerde staten van de provincie Utrecht. Dit college is bevoegd omdat Het Waterschapshuis (vanaf januari 2010) in die provincie (in Amersfoort) is gevestigd. Het college van gedeputeerde staten van Utrecht hoort, voordat het beslist, de colleges van de andere betrokken provincies.
COMMUNICATIE De tekst van de Gemeenschappelijke Regeling volgens de wet op de gebruikelijke manier bekend gemaakt te worden. Hiervoor is het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden verantwoordelijk.
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk 1. Brief d.d. 18 januari 2010 van Het Waterschapshuis met een memo waarin het ingediende commentaar op het voorontwerp van de regeling wordt behandeld en de wijzigingen worden aangegeven. 2. Verslag van een informatiebijeenkomst over de regeling, gehouden op 7 januari 2010; definitieve concepttekst Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis d.d. 18 januari 2010.
269838
-4-
TER INZAGE nee ja, namelijk
Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman
269838
-5-
BIJLAGE
269838
-6-
Documentgegevens Briefinumner Ingekomen
Commissie aansturing en bestuurlijke borging Het Waterschapshuis p/a Postbus 2180,3800CD Amersfoort
BS JAK, 2010
Code Ontvangstbev. Afd/behand.
/eft
AanvcllengeKegevwa Kopio Uitg. brief Opmerkiagen
College.yan.d.IJkgraaf en.hoogheemraden.yaiL Hoogheemraadschap DeStichtse Rijnlanden Postbus 550 3990 GJ HOUTEN
Datum
"Paraaf"
Uw kenmerk
18januari 2010 Onderwerp
Registratienummer
Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis
Geachtcollege.
Op9 november 2009 heb Ik udeconcepttekst van deGemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (GR) ter besluitvorming aangeboden.Tijdens devergadering vande commissie bestuurszaken, communicatie enfinanciën op 27 november 2009 werd duidelijk dat er bij veelwaterschappen behoefte bestond aaninspraak opdetekst en inhoud vande GR.Vandegelegenheid diedaartoe werdgeboden isdooreen aantal waterschappen gebruik gemaakt. Hetingebrachte commentaar, desuggestiestot wijziging van detekst ende reactie daarop zijnverwoord ineen memovan Berenschot. Dezememo Isbesprokentijdens een informatiebijeenkomst op 7januarij l . bijhet waterschap Valleien Eem InLeusden.Aanhet eindvan dezebijeenkomst konworden geconcludeerd dat deaanwezigevertegenwoordigers vandewaterschappen unaniem instemden met deIndememo voorgestelde wijzigingen vandetekst van deGR, Deingebrachte suggesties van de waterschappen welke niet hebben geleidtot wijziging vandeconcepttekst zullen ineenlater stadium,bij het opstellen van dereglementen dievoortvloeien uit deGR,wordenmeegewogen. Ik verzoek ubijgevoegde, gewijzigde, concepttekst van deGemeenschappelijk regeling Het Waterschapshuis vast te stellen In uw bestuur enuw algemeen bestuur omtoestemming te vragen deGRte mogentreffen.Omdebeoogdedatum van inwerkingtreding van 1juli 2010te kunnen realiseren,dring ikaanopzospoedig mogelijke besluitvorming, waarbij geldt dat uiterlijk 15maart 2010de procedure binnen dewaterschappen moet zijn afgerond.
CC cu»
tr
Indien debesluitvormingsprocedure bij uw waterschap al isdoorlopen,verzoek Iku bijgevoegdetekst in uw dagelijks bestuur vast te stellen.Aangezien er geen Inhoudelijke wijzigingen indetekst zijn aangebracht, is het,juridisch gezien,voldoende dezetekst ter kennisgeving aante bieden aan uwalgemeen bestuur. In bijlage 2bij deze brief wordendeaangebrachte wijzigingen ten aanzienvande concepttekst van deGRvan9 november 2009 toegelicht. Tevensontvangt uhierbij het verslagvan deinformatiebijeenkomst van 7januarijl., eenafdruk van desheetsdie zijn gepresenteerd door deheerVanEnsten nogmaals eenexemplaar van de bovengenoemde memo van Berenschot. Ik vertrouw erop uhiermee voldoendete hebben geïnformeerd. Voor vragen over deze brief ofdete volgen procedure kunt ucontact opnemen metde heerJ.W.A. van Enst, directeur van HetWaterschapshuis (via e-mall: 1,vanenst(ahetwaterschapshuis.nl of telefonisch: 033-4603100).
Hoogachtend, J.A.M.Vos, Voorzitter commissie aansturing en bestuurlijke borging HetWaterschapshuis Namensdeze.
D.W.A.van Enst, 'Directeur HetWaterschapshuis, adviseur commissieVos
CommissieaansturingenbestuurlijkeborgingHetWaterschapshuis p/aPostbus2180,3800CDAmersfoort
Definitieve concepttekst Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis 18januari 2010
Bijlage 1 bij brief aan dagelijks besturen van de waterschappen d.d. 18januari 2010
GEMEENSCHAPPELIJKEREGELINGHETWATERSCHAPSHUIS Hetdagelijks bestuurvanhoogheemraadschap Amstel,GooienVecht,hetcollegevandijkgraafen hoogheemraden vanhoogheemraadschap DeStichtse Rijnlanden,hetcollegevandijkgraaf en hoogheemraden vanhoogheemraadschap'Hollands^Nbórtléri^wartier, hërcöllëgel'ah dijkgfaafêri""" hoogheemraden van hoogheemraadschap van Delfland,hetcollegevandijkgraaf en hoogheemraden vanhoogheemraadschap van Rijnlarid,hetcollegevandijkgraafen hoogheemraden vanhoogheemraadschap vanSchielandende Krimpenerwaard,het dagelijks bestuurvanwaterschapAaenMaas,hetdagelijksbestuurvanwaterschap Brabantse Delta,het dagelijks bestuurvanwaterschapDeDommel,hetdagelijks bestuur vanwaterschap GrootSalland, hetcollegevan Dijkgraaf enHeemradenvanwaterschap Hollandse Delta,hetdagelijksbestuurvan waterschap HunzeenAa's,hetdagelijksbestuurvanwaterschap Noorderzijlvest, hetdagelijks bestuur vanwaterschap PeelenMaasvallei,hetdagelijks bestuurvanwaterschap Reesten Wieden,hetdagelijks bestuurvanwaterschap ReggeenDinkel,hetcollegevandijkgraaf en heemradenvanwaterschap RijnenIJssel,hetcollegevandijkgraafenheemradenvanwaterschap Rivierenland,hetdagelijks bestuurvanwaterschapRoerenOvermaas,hetcollege vanDijkgraaf en HeemradenvanWaterschapVallei &Eem,hetdagelijksbestuur vanwaterschapVeltenVecht, het collegevandijkgraaf enheemradenvanWaterschapVeluwe,het dagelijks bestuur vanwaterschap ZeeuwseEilanden,hetdagelijks bestuurvanwaterschapZeeuws-Vlaanderen,hetcollege van DijkgraafenHeemradenvanwaterschapZuiderzeeland,hetdagelijks bestuurvanwetterskip FrysISn
overwegende dat: Dewaterschappensinds2005samenwerken indeStichting HetWaterschapshuis; Dedoelstellingen vandezesamenwerkingtussendewaterschappen ook in2010nog steedsactueelzijn; HetbijdeoprichtingvandeStichting HetWaterschapshuis debedoelingwasdezeopeen latermomentomtezettenineengemeenschappelijk openbaar lichaamopgrondvande Wetgemeenschappelijke regelingen; Ervanwege hettoenemend belangbijdewaterschappen thansbehoefte bestaat dat voornementeeffectuerenomzodebestuurlijkegripop HetWaterschapshuis teborgen; HettevensvanbelangisdatHetWaterschapshuis beschiktovereen publiekrechtelijke status, gelet op: deWetgemeenschappelijke regelingen,deWaterschapswet endebetreffende Reglementenvoor dewaterschappen;
BESLUITEN: "deGemeenschappelijke regeling HetWaterschapshuis"tetreffen,luidendealsvolgt:
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1- Begripsbepalingen Indezegemeenschappelijke regelingwordtverstaanonder: a.
algemeen bestuur: hetalgemeen bestuurvanHetWaterschapshuis;
b.
collegesvandewaterschappen:dedagelijkse besturenvandewaterschappen;
c.
dagelijks bestuur: hetdagelijks bestuurvanHetWaterschapshuis;
d.
gedeputeerde staten:hetcollegevangedeputeerde statenvandeprovincie Utrecht,tenzij uitdrukkelijk andersbepaald;
f.
HetWaterschapshuis: hetopenbaar lichaam HetWaterschapshuisalsbedoeldinartikel2;
g.
waterschap:derechtspersoon achter het aandezeregelingdeelnemendedagelijkse bestuur vanhetwaterschap,alsbedoeld inartikel 1,eerstelid,vanBoek 2vanhet Burgerlijk Wetboekenartikel 1:1,vierde lid,vandeAlgemenewetbestuursrecht;
h.
wet:deWetgemeenschappelijke regelingen;
i.
regeling:degemeenschappelijke regelingHetWaterschapshuis.
Artikel 2- Hetopenbaar lichaam Het Waterschapshuis 1.
Eriseenrechtspersoonlijkheid bezittendopenbaarlichaam,genaamd"Het Waterschapshuis".
2.
HetWaterschapshuis isgevestigdteAmersfoort.
Artikel 3- Belang Deregelingwordtgetroffen omdeinformatie-enbedrijfsprocessen vandewaterschappen te ondersteunenendaarmeetevoorzienineenbehoeftevanalgemeenbelang. Artikel 4-Taken 1.
HetWaterschapshuis heefttottaak alsondersteunendeorganisatieenaankoopcentralete fungerenvoordewaterschappen enzodoendeeenbijdrageteleverenaanhetverbeteren vandeinformatie-enbedrijfsprocessen terbevorderingvandekwaliteitenefficiëntievande taakuitvoering doordewaterschappen.
2.
Deonderheteerstelidbedoeldetaak kanook voorderden,niet-zijnde waterschappen die deelnemenaanderegeling,wordenuitgevoerd metdienverstandedatHetWaterschapshuis hetmerendeelvanzijnwerkzaamheden uitsluitendten behoevevandéwaterschappen verricht.
Hoofdstuk 2: Inrichting ensamenstelling van het bestuur Afdeling 1:
Hetbestuur
Artikel 5- Bestuursorganen Het bestuurvanHetWaterschapshuis bestaat uit: a.
hetalgemeen bestuur;
b.
hetdagelijks bestuur;
c.
devoorzitter.
Artikel 6- Hoofdvan Het Waterschapshuis. Het algemeenbestuur staataanhethoofdvan HetWaterschapshuis. Afdeling2:
Hetalgemeenbestuur
Artikel 7- Samenstelling 1.
Het algemeenbestuur bestaatuitzoveelledenalserwaterschappen aandeze regeling deelnemen.
2.
Elkvandecolleges vandewaterschappen wijst uitzijn middeneenlidaandathem inhet algemeenbestuur vertegenwoordigt.
3.
Deledenvanhetalgemeenbestuurwordenaangewezenvoordeduurvande zittingsperiode vandecollegesvandewaterschappen.
4.
Indientussentijds binnen hetalgemeenbestuur eenplaatsvacantofbeschikbaar komt,wijst hetcollegevan hetwaterschap dat hetaangaat inzijneerstvolgende vergadering,of,alsdit nietmogelijk is,tenspoedigste daarna,een nieuw lidaan.
5.
Hijdietervervullingvaneentussentijdsevacature alslidvanhetalgemeenbestuurwordt benoemd,treedtafophettijdstipwaaropdegeneinwiens plaatshijisbenoemd,zou hebben moetenaftreden.
6.
Eenlidvanhetalgemeenbestuurkanteallentijdeontslagnemen.Hijdeeltzijnontslagmee aan hetcollegevanhetwaterschap dathetaangaat. Ditcollegedoetmededelingvanhet ontslagaanhetalgemeenbestuur. Hetlidhoudtzittinginhetalgemeen bestuurtotdat inde opvolgingisvoorzien.
7.
Voor iederlidvanhetalgemeenbestuur wordttevens eenplaatsvervangend lidaangewezen door hetcollegevan hetwaterschap dat hetlidheeftaangewezen.Ophet plaatsvervangend lidzijnhetderdetotenmethetzesdelid alsmedeartikel 15vanovereenkomstigetoepassing.
Artikel 8- Aantal vergaderingen 1.
Hetalgemeenbestuur vergadertjaarlijkstenminstetweemaal.
2.
Voortsvergadert hetalgemeen bestuur indiendevoorzitterofhetdagelijks bestuur hetnodig oordeelt ofindienten minsteeenvijfdevan hetaantalledenwaaruit hetalgemeen bestuur bestaatschriftelijk, metopgavevanredenen,daaromverzoekt.
3.
Hetalgemeen bestuurvergadert binnentweewekennaeenconformhettweedelid ingediend verzoek.
Artikel 9- Openbaarheid vergaderingen Devergaderingenvan hetalgemeen bestuurzijnopenbaar. Dedeurenwordengeslotenwanneer eenvijfdegedeeltevandeaanwezige ledendaaromverzoektofdevoorzitter hetnodigoordeelt. Hetalgemeen bestuur beslistvervolgensofmetgeslotendeurenzalwordenvergaderd. Artikel 10- Belangenverstrengeling 1.
Onverminderd hetbepaalde inartikel2:4vandeAlgemenewet bestuursrecht neemteen lid vanhetalgemeenbestuur nietdeelaaneenstemmingover: a. eenaangelegenheid diehemrechtstreeksofmiddellijk persoonlijk aangaatofwaarbij hij alsvertegenwoordiger isbetrokken; b. devaststellingofgoedkeuringderrekeningvaneenlichaamwaaraanhijrekenplichtig is oftotwelks bestuur hijbehoort.
2.
Eenbenoeminggaatiemandpersoonlijk aan,wanneer hijbehoorttotdepersonentotwiede keuzedooreenvoordrachtofbijeenherstemmingisbeperkt.
Artikel 11- Stemming 1.
Eenstemmingisalleengeldig,indienmeerdande helftvanhetaantalledendatzittingvan hetalgemeen bestuur heeft enzichnietvandeelnemingaandestemmingmoetonthouden, daaraan heeftdeelgenomen.
2.
Heteerstelidisnietvantoepassingingevalopnieuwwordtgestemdovereenvoorstelofover een benoeming,voordracht ofaanbevelingvaneenofmeerpersonentenaanzienvanwiein eenvorigevergaderingeenstemmingopgrondvandatlidnietgeldigwas;
Artikel 12- Besluitvorming 1.
Voor hettotstandkomenvaneenbesluit bijstemmingwordt devolstrekte meerderheid vereistvanhendieeenstem hebben uitgebracht.
2.
Bijeenschriftelijkestemmingwordtonderhetuitbrengenvaneenstemverstaanhet inleveren vaneenbehoorlijk ingevuld stembriefje.
Artikel 13- Besluitvorming inbesloten vergaderingen 1.
Ineenbeslotenvergaderingkannietwordenberaadslaagd,nocheenbesluitworden genomen,terzakevandebegroting,dewijzigingendaarvanendejaarrekening.
2.
Ineenbeslotenvergadering kanevenminwordenberaadslaagd,nocheenbesluitworden genomenomtrent hetontslagvanledenvanhétdagelijksbestuurende voorzitter.
3.
Ineenbeslotenvergaderingkangeenbesluitwordengenomenterzakevan: a.
hetaangaanvangeldleningen,hetuitlenenvangeldenenhetaangaanvanrekeningcourantovereenkomsten;
b.
hetkopen,ruilen,vervreemden,bezwarenenverpandenvaneigendommen;
c.
hetdoenvaneenuitgaafvoordatdebegrotingofdebegrotingswijzigingwaarbijdeze uitgaafisgeraamd,isgoedgekeurd.
Artikel 14- Onschendbaarheid ZijdiebehorentothetalgemeenbestuurvanHetWaterschaphuis enanderendiedeelnemenaan deberaadslaging kunnennietinrechtewordenvervolgdofaangesprokenvoorhetgeenzijinde vergaderingvanhetalgemeenbestuur hebbengezegdofschriftelijk aanhetalgemeen bestuur hebbenoverlegd. Artikel 15-Ontslag 1.
Hetcollegevanhetwaterschapkanhetdoorheminhetalgemeenbestuuraangewezenlidte allentijdeontslaanwanneerditlidhetvertrouwenvanhetbetreffende collegenietlanger bezit.Ophetontslagbesluit isartikel7:1vandeAlgemenewetbestuursrecht nietvan toepassing.
2.
Bijtussentijdsontslageindigthetlidmaatschapvanhetalgemeenbestuurpasophetmoment datindeopvolgingisvoorzien.
Afdeling 3:
Hetdagelijksbestuur
Artikel 16- Samenstelling 1.
Hetdagelijksbestuurbestaatuitdevoorzitter envieranderedoorenuit het algemeen bestuuraantewijzenleden.
2.
Degenedieophoudtlidvanhetalgemeenbestuurtezijn,houdttevensoplidvanhet dagelijks bestuurtezijn.
3.
Indientussentijdseenplaats inhetdagelijks bestuurvacantofbeschikbaar komt,wijsthet algemeenbestuurzospoedigmogelijk eennieuwlidaan.Gaat hetopenvallenvaneenplaats inhetdagelijksbestuurgepaardmethetopenvallenvaneenplaats inhetalgemeen bestuur, danwordthetaanwijzenvaneennieuwlidinhetdagelijks bestuur uitgesteldtotdatde opengevallenplaatsinhetalgemeenbestuur isbezet.
Artikel 17- Vergaderingen 1.
Hetdagelijks bestuurvergadertzovaak devoorzitter hetnodigoordeeltoftenminsteéénlid daardevoorzitter omverzoekt.
2.
Devergaderingenvanhetdagelijks bestuurzijnnietopenbaar.
3.
lederlidheeftéénstem.
4.
Hetdagelijks bestuur besluit bijvolstrektemeerderheidvanstemmen.
5.
Hetdagelijks bestuurstelteenreglementvanordevoorzijnvergaderingenvast.
Artikel 18-Ontslag Hetalgemeenbestuur kaneenofmeerledenvanhetdagelijks bestuur,metuitzonderingvande voorzitter,ontslagverlenen,indiendezehetvertrouwenvanhetalgemeenbestuur nietmeer bezitten.Ophetontslagbesluit zijndeartikelen4:8en7:1vandeAlgemenewetbestuursrecht niet vantoepassing. Afdeling4:
Devoorzitter
Artikel 19-Aanwijzing 1.
Devoorzitterwordtdoorenuit hetalgemeenbestuuraangewezen.
2.
Hetalgemeenbestuurkandevoorzitterontslagverlenen,indiendezehetvertrouwenvanhet algemeenbestuur nietmeerbezit.Ophetontslagbesluitzijndeartikelen4:8en7:1vande Algemenewet bestuursrecht nietvantoepassing.
3.
Uitdeandere ledenalsbedoeldinartikel 16,eerste lid,wordteen plaatsvervangend voorzitteraangewezendoorhetalgemeenbestuur. Hettweedelidisnietvantoepassingop deplaatsvervangend voorzitter.
Afdeling5:
Desecretaris
Artikel 20- Benoeming,schorsing en ontslag 1.
Desecretariswordtdoorhetalgemeenbestuurbenoemd.
2.
Debevoegdheidtotschorsingofontslagvandesecretarisberustbijhetalgemeen bestuur.
3.
Inspoedeisendegevallenkanhetdagelijksbestuurtotschorsingovergaan.Hetdoetdaarvan terstond mededelingaanhetalgemeenbestuur. Deschorsingvervaltindienhetalgemeen bestuur haarnietineenbinnenachtwekennadedatumvanhetschorsingsbesluit gehouden vergadering bekrachtigt.
Artikel 21-Taak 1.
Desecretarisstaathetalgemeenbestuur,hetdagelijksbestuur endevoorzitterterzijdebij deuitoefeningvanhuntaak.Hijisaanwezigindevergaderingvanhetalgemeenbestuuren vanhetdagelijks bestuur. Hijondertekentdestukkendievanhetalgemeenbestuurenhet dagelijksbestuuruitgaan,mede.
2.
Desecretaris isdedirecteurvanHetWaterschapshuis.
3.
Dedirecteur ishoofdvandeambtelijkeorganisatievan HetWaterschapshuis.
Artikel 22- Vervanging 1.
Hetdagelijks bestuur regeltdevervangingvandesecretaris.
2. "Artikel 20,~tweede~enderdeïid,enartikel21zijn WiTövërèêhkörifsti^tbép^iri^^dêgënë" diedesecretaris vervangt.
Hoofdstuk 3: Bevoegdheden van het bestuur Afdeling 1:Bevoegdhedenvanhetbestuur Artikel 23- Bevoegdheden 1.
Aanhet bestuurvanHetWaterschapshuis wordengeenpubliekrechtelijke bevoegdheden vandecolleges vandewaterschappen overgedragen.
2.
Hetbestuurvan HetWaterschapshuis isbevoegdtotregelingenbestuurterbehartigingvan dietakendieHetWaterschapshuis inderegelingzijnopgedragen.
Artikel 24- Ombudsfunctie Onverminderd hetbepaalde inartikel 1avandeWetNationale ombudsman isde Nationale ombudsmanalsbedoeld inartikel2vandeWetNationaleombudsman bevoegd verzoekschriften alsbedoeldinartikel9:18vandeAlgemenewet bestuursrechttebehandelen. Afdeling2:Takenenbevoegdhedenvanhetalgemeenbestuur Artikel 25- Bevoegdheid 1.
Onverminderd hetbepaaldeinartikel50evandewetberustde inartikel23,tweedelid, omschreven bevoegdheid bijhetalgemeenbestuur voorzoverdezenietbijofkrachtensde wetofalgemene maatregelvanbestuur,dereglementenvandewaterschappen ofdeze regelingistoegekendaanhetdagelijksbestuurofdevoorzitter.
2.
Hetalgemeen bestuur maaktdereglementen diehet nodigoordeeltvoordebehartiging van detakendieHetWaterschapshuis zijnopgedragen,met inachtnemingvanhetbepaalde in artikel23,eerstelid.
3.
Hetalgemeenbestuur steltvoorzijnvergaderingen enanderewerkzaamheden een reglementvanordevast.
4.
Hetalgemeenbestuurstelteenorganisatiereglement op.
5.
Hetalgemeenbestuur regeltdebezoldigingvandeambtenarenvan HetWaterschapshuis, onverminderd hetbepaalde inartikel34,tweedelid.
6.
Hetalgemeenbestuur stelteen reglementopvoordedienstverleningalsbedoeldinartikel4, tweedelid.
Artikel 26- Delegatie van bevoegdheden 1.
Hetalgemeen bestuur kanaan hetdagelijks bestuur bevoegdhedenvanhetalgemeen bestuuroverdragen,tenzijdeaardvandebevoegdheidzichtegenoverdracht verzet.
2.
Hetalgemeen bestuur kanvoor uitoefeningvandeovergedragen bevoegdheden als bedoeld inheteerstelidbeleidsregels gevenaanhetdagelijksbestuur,overeenkomstig artikel10:16, eerstelid,vandeAlgemenewet bestuursrecht.
3.
Hetalgemeen bestuur kanhetdagelijks bestuurnietoverdragendebevoegdheidtot: a. Hetvaststellenofwijzigenvandebegroting; b. Hetvaststellenvandejaarrekening.
Artikel 27- Inlichtingen en verantwoording 1.
Eenlidvanhetalgemeen bestuur geeft hetcollegevanwaterschap dathemheeft aangewezenalle inlichtingendiedooréénofmeerledenvandatcollegewordengevraagd.
2.
Eenlidvanhetalgemeen bestuurkandoor hetcollegevanhetwaterschap dathemheeft aangewezen,terverantwoordingwordengeroepenvoorhetdoorheminhetalgemeen bestuurgevoerdebeleid.
3.
Eenverzoek ominlichtingenteverschaffen en/ofverantwoording afteleggen kanuitsluitend wordengeweigerd indienditinstrijdzalzijnmetdebelangengenoemdinartikel 10vande Wetopenbaarheidvanbestuur.
4.
Hetbepaalde inheteersteentweede lidisvanovereenkomstigetoepassingtenaanzienvan dealgemene besturenvandewaterschappen.
5.
Hetbepaalde indevoorgaande ledenisvanovereenkomstigetoepassingop plaatsvervangendeleden.
6.
Hetalgemeenbestuur geeftdealgemene besturenvandewaterschappen mondelingof schriftelijk dedooreenofmeerledengevraagdeinlichtingen.
Afdeling3:
Takenenbevoegdheden vanhetdagelijksbestuur
Artikel 28- Bevoegdheid 1.
Hetdagelijks bestuur isbelast metdedagelijkseaangelegenheden vanHet Waterschapshuis.
2.
Hetdagelijksbestuurisbelast metdevoorbereiding vanalhetgeenindevergaderingvanhet algemeenbestuurteroverweging enbeslissingmoetwordengebracht.
3.
Hetdagelijks bestuur isbelast metdeuitvoeringvandebeslissingenvanhetalgemeen bestuur,tenzijbijderegelingofbijofkrachtensdewetdevoorzitter hiermee isbelast.
4.
Hetdagelijks bestuur neemt,ook alvorens isbeslotentothetvoerenvaneenrechtsgeding, alleconservatoire maatregelenendoetwatnodigistervoorkomingvanverjaring ofverlies vanrechtofbezit.
5.
Hetdagelijks bestuurisbevoegd,tenzijhetalgemeen bestuurdaaromtrent invoorkomende gevalleneenbeslissingheeftgenomen,tothet procedereninkortgedingentotvoegingin strafzakenalsbedoeldinartikel51avan hetWetboek vanStrafvordering.
6.
Hetdagelijks bestuurisbevoegd,indieningevolgewettelijk voorschrift aanHet WatërschapshLiis"bf aanhetbestuur vanHetWaterschapshuis hetzijeenrechtvan beroep hetzij eenrechtbezwaartemakentoekomt, omspoedshalve beroepintestellenofbezwaar temakenalsmede,voor zoverdevoorschriftendattoelaten,omschorsingvanhet aangevochten besluitofomeenvoorlopige voorzieningterzaketeverzoeken.
Artikel 29- Mandaat 1.
Hetdagelijks bestuurkanmandaatverlenenaaneenofmeerledenvanhetdagelijks bestuur.
2.
Hetdagelijks bestuurkantevens mandaatverlenenaandesecretaris,voorzoverdeaardvan debevoegdheidzichniettegenmandateringverzet. Hetdagelijks bestuur kandesecretaris toestaanondermandaatteverlenen.
Artikel 30- Inlichtingen en verantwoording 1.
Deledenvan hetdagelijks bestuur zijn,tezamenen iederafzonderlijk, aan hetalgemeen bestuur verantwoordingverschuldigdvoorhetdoorhetdagelijks bestuur gevoerde bestuur.
2.
Zijgeven hetalgemeenbestuur mondelingofschriftelijk dedooreenofmeer leden gevraagde inlichtingenvoorzoverhetverstrekkendaarvannietinstrijd ismet hetopenbaar belang.
3.
Hetdagelijks bestuurgeeftdealgemene besturenvandewaterschappen mondelingof schriftelijk dedooreenofmeerledengevraagdeinlichtingen.
Afdeling4:
Takenenbevoegdhedenvandevoorzitter
Artikel 31- Taken 1.
Devoorzitter bevorderteengoedebehartigingvandetakenvanHetWaterschapshuis.
2.
Devoorzitter isvoorzittervanhetalgemeenbestuur envanhetdagelijks bestuur.
3.
Devoorzitter ondertekentallestukkenwelkevan hetalgemeenbestuur,hetdagelijks bestuur envanhemzelfuitgaan.
Artikel 32- Bevoegdheden Devoorzitter vertegenwoordigt HetWaterschapshuis inen buitenrechte.Indiendevoorzitter aan eenander machtigingverleenttotvertegenwoordiging,behoeftdezemachtigingdeinstemmingvan hetdagelijks bestuur. Artikel 33- Inlichtingen en verantwoording 1.
Devoorzitter isaanhetalgemeenbestuurverantwoordingverschuldigdvoorhetdoorhem gevoerde bestuur.
2.
Hijgeefthetalgemeen bestuur mondeling ofschriftelijk dedooreenofmeer leden gevraagde inlichtingenvoorzover hetverstrekkendaarvan nietinstrijd ismethetopenbaarbelang.
3.
Devoorzitter geeftdealgemene besturenvandewaterschappen mondelingofschriftelijk de dooreenofmeer ledengevraagdeinlichtingen.
Hoofdstuk 3: Het personeel Artikel 34- Ambtelijke organisatie 1.
HetWaterschapshuis heefteenambtelijkeorganisatie,metaanhethoofdeendirecteur.
2.
DeSectorale ArbeidsvoorwaardenWaterschappen zijnvanovereenkomstige toepassingop hetpersoneelvanHetWaterschapshuis. Nadererechtspositionele besluitenwordendoorhet algemeenbestuurvastgesteld.
Hoofdstuk 4: Financiën van Het Waterschapshuis Afdeling 1:
Inleidende bepalingen
Artikel 35- Kostentoerekening 1.
Indithoofdstuk wordtverstaanonder a. Programma:eensamenhangend geheelvanactiviteitengerichtophetrealiseren vaneenbepaaldetaakvan HetWaterschapshuis ofeenonderdeelvaneen bepaaldetaakvan hetWaterechapshuis. b. Organisatiekosten:dekostendiesamenhangenmethetuitvoerenvandetakenvan hetbestuur endesecretaris-directeur, inclusiefdebijbehorendestafen ondersteuning enhuisvesting. c. Programmakosten:allekostendienietonderorganisatiekostenvallenendieaan eenbepaaldprogrammawordentoegerekend.
2.
Hetalgemeen bestuurstelteen reglementopmetdaarindekostenverdeelsleutel voorde organisatiekosten.
3.
Hetalgemeen bestuur isbevoegdbijreglement programma's vasttestellenentevoeren.Bij hetbesluittothetvaststellenofvoerenvaneenprogramma stelthetalgemeen bestuur tevenseenreglementopmetdaarindevoordat programmageldende specifieke kostenverdeelsleutel.Dezekostenverdeelsleutel voorzietineentenminste kostendekkende bijdragevandewaterschappen diedeelnemenaanhetbetreffende programma.
4.
Deindebegrotingvoor hetlopende kalenderjaar opgenomenorganisatiekosten worden jaarlijks bijdewaterschappen inrekeninggebrachtopbasisvanhetdaarvoor geldende reglement.
5.
Deprogrammakosten worden bijdedeelnemende waterschappen inrekeninggebrachtop basisvandevoordatprogramma geldendespecifieke kostenverdeelsleutel enopdewijze waartoe beslotenwordtinhet kadervandevaststellingvandatprogramma.
Artikel 36- Inrichting 1.
Debegroting,debegrotingswijzigingen,demeerjarenraming, dejaarrekening enhet jaarverslagworden ingerichtovereenkomstig artikel98avandeWaterschapswet enhet Waterschapsbesluit
2.
Opdeadministratie encontrole isHoofdstukXVvandeWaterschapswetvan overeenkomstigetoepassing.
Afdeling2:
De begroting
Artikel 37- Begroting 1.
Voordeaanhetbestuur van HetWaterschapshuis opgedragentakenbrengt hetalgemeen bestuurjaarlijks opdebegrotingdebedragendiehetdaarvoor beschikbaar stelt,alsmedede vandewaterschappen teontvangenbijdragenenanderefinanciële middelendienaar verwachting kunnenwordenaangewend.
2.
Debegroting bevateenbedragvooronvoorzieneuitgaven.
3.
Debegroting moet inevenwicht zijn. Hiervankanwordenafgeweken indienaannemelijk is dathetevenwicht indebegroting indeeerstvolgendetweejarentotstandzalzijngebracht.
4.
Tenlastevan HetWaterschapshuis kunnenslechts lastenendaarmee overeenstemmende balansmutatieswordengenomentotdebedragendiehiervooropde begrotingzijngebracht.
5.
Het begrotingsjaar ishet kalenderjaar.
Artikel 38- Ontwerpbegroting 1.
Hetdagelijks bestuurbiedtjaarlijks hetalgemeenbestuureenontwerpaanvoorde begroting mettoelichtingvanHetWaterschapshuis eneen meerjarenraming mettoelichting voorten minstedrieophetbegrotingsjaar volgendejaren.
2.
Hetdagelijks bestuurzendtdeontwerpbegroting zeswekenvoordat dezeaanhetalgemeen bestuurwordtaangebodentoeaandevertegenwoordigende organenvandewaterschappen.
3.
Deontwerpbegrotingwordtdoordezorgvandedeelnemendewaterschappenvooreen ieder ter inzagegelegdentegenbetalingvankostenalgemeenverkrijgbaar gesteld.Vande terinzageleggingendeverkrijgbaarstelling geschiedtopenbarekennisgeving.
4.
Dealgemene besturenvandewaterschappen kunnen bijhetdagelijks bestuurhun zienswijzeoverdeontwerpbegroting naarvorenbrengen.Hetdagelijks bestuurvoegtde commentarenwaarindezezienswijze isvervatbijdeontwerpbegroting,opdatdezetijdigaan hetalgemeenbestuurwordenaangeboden.
5.
Hettweede envierde lidzijnvanovereenkomstigetoepassingopbesluitentotwijzigingvan debegroting,metuitzonderingvandiewijzigingenwaarbijgeenveranderingwordt gebracht indebijdragenvaneenofmeerderewaterschappen.
Artikel 39- Vaststelling begroting 1.
Hetalgemeenbestuur steltdebegrotingvast inhetjaarvoorafgaande aandatwaarvoor zij dient.
2.
Hetdagelijks bestuur zendtdebegroting binnenvierwekennadevaststelling,dochinieder gevalvóór 1augustus vanhetjaar voorafgaande aandatwaarvoorde begrotingdient,aan allecollegesvangedeputeerdestaten.
3.
Hetalgemeen bestuur zendt,zonodig,debegrotingaandealgemenebesturenvande waterschappen,dieterzakebijgedeputeerde statenhunzienswijzennaarvoren kunnen brengen.
4.
Besluitentotwijzigingvandebegroting kunnentotuiterlijk heteindvanhet desbetreffende begrotingsjaarwordengenomen.
5.
Hetderde lidisvanovereenkomstige toepassing opbesluitentotwijzigingvandebegroting.
Afdeling 3:
Dejaarrekening
Artikel 40- Jaarrekening enjaarverslag 1.
Hetdagelijks bestuur legtaanhetalgemeenbestuur overelk begrotingsjaar verantwoording afover hetdoorhemgevoerde bestuur,onderoverleggingvandejaarrekeningenhet jaarverslag.
2.
Deinheteerste lidbedoeldestukken liggen,zodrazijaanhetalgemeen bestuurzijn overgelegd,vooreeniederterinzageenzijnalgemeenverkrijgbaar.Vandeterinzagelegging endeverkrijgbaarstelling wordtopenbaar kennisgegeven.Hetalgemeenbestuur beraadslaagt overdejaarrekening enhetjaarverslag nieteerder dantweewekennade openbarekennisgeving.
3.
Hetalgemeenbestuur steltdejaarrekening enhetjaarverslagvastinhetjaarvolgendeop hetjaarwaaropzebetrekking hebben.Dejaarrekening betreftallebatenenlastenvanHet Waterschapshuis.
4.
Indienhetalgemeenbestuurtothetstandpuntkomtdatonrechtmatigetotstandkomingvanin dejaarrekening opgenomenbaten,lastenofbalansmutaties aandevaststellingvande jaarrekening indewegstaat,brengt hijditterstondter kennisvanhetdagelijks bestuurmet vermeldingvandegerezenbedenkingen.
5.
Hetdagelijks bestuur zendt hetalgemeenbestuur binnentweemaandennaontvangstvan hetstandpunt, bedoeldinhetvierdelid,eenvoorstelvooreen indemniteitsbesluit, vergezeld vaneenreactieopdebijhetalgemeenbestuurgerezenbedenkingen.
6.
Indien hetdagelijks bestuureenvoorstelvooreenindemniteitsbesluit heeft gedaan,stelthet algemeenbestuur dejaarrekening nietvastdannadat hijheeftbeslotenover hetvoorstel.
7.
Deledenvanhetdagelijks bestuur nemenniet deelaanstemmingenoverbesluitenals bedoeldinhetderde,vierdeenzesdelid.
8.
Behoudens laterinrechtegeblekenonregelmatigheden,ontlast devaststellingvande jaarrekening deledenvanhetdagelijks bestuurtenaanzienvan hetdaarin verantwoorde financieel beheer.
9.
Hetdagelijks bestuurzendtdejaarrekening binnentweewekennadevaststelling,dochin iedergevalvóór 15julivanhetjaarvolgendeophetjaarwaaropdejaarrekening betrekking heeft,aanallecolleges vangedeputeerdestaten.
Artikel 41- Garantstelling Dewaterschappen zullener, metinachtnemingvanhet bepaalde inartikel35,steeds zorgvoor dragendat HetWaterschapshuis teallentijdeovervoldoende middelen beschiktomaanalzijn verplichtingenjegens derdentekunnenvoldoen.
Hoofdstuk 5: Degemeenschappelijke regeling Artikel 42- Toetreding 1.
Totderegelingkunnenuitsluitenddagelijksebesturenvanwaterschappen toetreden.
2.
Toetredingismogelijk opiedermoment.
3.
Hetdagelijks bestuurvanhetwaterschapdatwiltoetredendienthiertoeeenverzoek inbijhet dagelijks bestuurvanHetWaterschapshuis. Hetdagelijks bestuurvanhet betreffende waterschapvoegthierbijhetbesluittottoestemming vanhetalgemeen bestuurvanhet waterschapalsbedoeldinartikel50,tweede lidvandewet.
4.
Hetdagelijks bestuurvan HetWaterschapshuis brengt hetverzoek terkennisvanhet algemeenbestuur engeeftdaarbijeenadviesoverdetoetreding.
5.
Toetreding kangeschieden nadathetalgemeen bestuur hiertoe bijvolstrekte meerderheid heeftbesloten.
6.
Eenlidvanhetalgemeenbestuurkanslechts voortoetredingstemmen,dannadat hij hiervoor deinstemming heeftverkregenvanhetcollegevanhetwaterschapdat hem heeft aangewezen.Ditcollegekandezeinstemmingpasverlenennaverkregentoestemming van zijnalgemeenbestuur alsbedoeldinartikel50,tweede lidvandewet.
7.
Artikel49isvanovereenkomstigetoepassing.
Artikel 43- Uittreding 1.
Voor uittreding uitderegelingwordteenopzegtermijnvantenminsteéénjaar inacht genomen.Gedurendevijfjaar nadedatumvantoetredingtotderegelingis uittreding niet mogelijk.
2.
Hetvoornementotuittredingwordt bijaangetekende kennisgevingaanhetdagelijks bestuur vanHetWaterschapshuis meegedeeld.
3.
Naontvangstvandeinhettweedelidvermeldekennisgevingwordteeninoverleg methet uittredendewaterschap aantewijzenonafhankelijke registeraccountant opdracht verleend eenliquidatieplan optestellenalswaretotopheffingvanderegelingbesloten.
4.
Opgrondvanhet inhetderdelidopgestelde liquidatieplan besluit hetcollegedateen kennisgevingalsbedoeld inhettweede lidheeftgedaan,oftot uittredingwordtovergegaan. Hetcollegebesluit hier niettoedannadathettoestemming heeft gekregenvan hetalgemeen bestuurvan hetwaterschap als bedoeldinartikel50,tweedelidvandewet.
5.
Wanneer toepassingwordtgegevenaanhetvierdelid,stelt hetalgemeenbestuurhet liquidatieplanvast.Deinhet liquidatieplanomschrevenfinanciëleverplichtingenzijnvoor het uittredende waterschapbindend.
6.
Nadat hetliquidatieplan isvastgesteld ishet uittredendewaterschapgehoudenombinnen zesmaandendedaarinvoor hemomschrevenfinanciële verplichtingenjegensHet Waterschapshuis natekomen.
7.
Dekostenvan hetopstellenvanhetliquidatieplankomenvoor rekeningvan hetwaterschap dathetvoornemenheeftom uittetreden.
8.
Artikel49 isvanovereenkomstigetoepassing.
Artikel 44-Wijziging regeling 1.
Hetdagelijks bestuur,éénofmeer ledenvanhetdagelijks bestuurendecollegesvande waterschappen kunneneenvoorsteltotwijzigingvanderegelingindienenbijhetalgemeen bestuur.
2.
Hetalgemeen bestuur zendthetwijzigingsvoorstel aandecolleges vandewaterschappen.
3.
Wijziging kangeschiedennadathetalgemeenbestuur hiertoebijvolstrekte meerderheid heeftbesloten.
4.
Eenlidkaninhetalgemeen bestuur slechtsvoorwijzigingstemmen;dannadathij hiervoor deinstemmingvanhetcollege vanhetwaterschapdathemheeftaangewezen heeft verkregen.Ditcollege kandezeinstemmingpasverlenennaverkregentoestemming vanhet algemeen bestuurvanhetwaterschapalsbedoeldinartikel50,tweedelidvandewet.
5.
Artikel49isvanovereenkomstigetoepassing.
6.
Hetwijzigingsbesluit omvattevensdedatumvaninwerkingtreding,onverminderd het bepaalde inartikel26en27vandewet.
Artikel 45- Opheffing 1.
Hetdagelijksbestuur,éénofmeerledenvanhetdagelijksbestuurendecollegesvande waterschappen kunneneenvoorsteltotopheffingvanderegelingindienenbijhet algemeen bestuur.
2.
Hetalgemeen bestuurzendthetvoorstel aandecollegesvandewaterschappen.
3.
Opheffingkangeschiedennadathetalgemeenbestuur hiertoebijvolstrekte meerderheid heeftbesloten.
4.
Eenlidkaninhetalgemeenbestuur slechtsvooropheffing stemmen,dannadathijhiervoor deinstemmingvanhetcollegevanhetwaterschapdathemheeftaangewezen heeft verkregen.Ditcollegekandezeinstemmingpasverlenennaverkregentoestemmingvan het algemeenbestuurvanhetwaterschap alsbedoeldinartikel50,tweedelidvandewet.
5.
Bijopheffing vanderegelingwordteenplanopgesteldalsbedoeldinartikel43,derdelid.Het bepaaldeinartikel43,derde,vijfde,zesdeenzevendelidisvanovereenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 6: Slotbepalingen Artikel 46- Archivering 1.
Het bestuurvanHetWaterschapshuis isverplichtdeonderhemberustende archiefbescheiden ingoede,geordendeentoegankelijkestaattebrengenentebewaren, alsmedezorgtedragenvoordevernietigingvandaarvoorinaanmerking komende archiefbescheiden.
2.
Overeenkomstig eendoorhetalgemeenbestuurvasttestellenverordening,welkeaan gedeputeerde statenwordtmedegedeeld,draagthetdagelijksbestuurzorgvoorde archiefbescheidenvandeorganenvanHetWaterschapshuis.
3.
Dekosten,verbondenaandeuitoefeningvandeinheteerstelidbedoeldezorg,komenten lastevanHetWaterschapshuis.
4.
Voordebewaringvandeopgrondvanartikel 12,eerstelid,enartikel 13,eerste lidvande Archiefwet 1995,overtebrengenarchiefbescheidenvandeorganenvan Het Waterschapshuis wijsthetalgemeenbestuureenarchiefbewaarplaats vaneenvande waterschappenaan.
5.
Tenaanzienvanhetbeheervandearchiefbescheiden vandeorganenvanHet Waterschapshuis,voorzoverdezearchiefbescheiden nietzijnovergebracht naareen archiefbewaarplaats, is,onderdebevelenvanhetdagelijksbestuur,methettoezichtopde nalevingvanhetbepaaldebijofkrachtensdeArchiefwet 1995belastdearchivaris.Met betrekkingtotdittoezichtstelthetalgemeenbestuureenverordeningvast,welkeaan gedeputeerde statenwordtmedegedeeld.
6.
Dearchivariswordtdoorhetalgemeenbestuurbenoemd,geschorstenontslagen.
7.
Inafwijking vanhetvorige lidkanhetalgemeenbestuurookdewaterschapsarchivaris van hetwaterschapalsbedoeld inhetvierdelidaanwijzenalsarchivarisvanHet Waterschapshuis.
8.
Ingevalvantoetredingalsbedoeldinartikel42ofuittredingalsbedoeldinartikel43of opheffingvanderegelingalsbedoeld inartikel45draagthetdagelijksbestuurzorgvoor het treffenvanvoorzieningenvoordearchiefbescheiden.
Artikel 47- Duur Deregelingwordtvooronbepaaldetijdgetroffen. Artikel 48-Geschillen Vaneengeschilalsbedoeldinartikel28,eerstelidvandewetissprakewanneertenminsteéén vandewaterschappeneenberoepopdoetopdezebepaling. Artikel 49-Toezending Hetdagelijks bestuurvanWaterschapVallei&Eemdraagtzorgtvoordetoezendingvanderegeling aanallecollegesvangedeputeerdestaten. Artikel 50- Inwerkingtreding Deregelingtreedt inwerkingopdeeerstedagvandemaandvolgendopdiewaarindegoedkeuring doorgedeputeerde statenvanUtrecht isbekendgemaakt inhetprovincieblad,dochnieteerderdan nadatdecollegesvandewaterschappen deregelingovereenkomstigartikel26vandewet hebben bekendgemaakt. Artikel 51-Citeerwijze Dezeregelingkanwordenaangehaaldals"Gemeenschappelijke regelingHetWaterschapshuis". Artikel 52- Overgangsbepaling 1.
Hetalgemeenbestuursteltinafwijkingvanartikel 12enartikel39deeerstebegrotingbij unanimiteitvast.
2.
Inafwijkingvanartikel 12wordtoverdetotstandkomingvande activa-passiva-transactie met deStichting HetWaterschapshuisdoorhetalgemeenbestuurbijunanimiteitbesloten.Deze bevoegdheid kannietgedelegeerdwordenaanhetdagelijks bestuur.
Nota van toelichting Nota vantoelichting bij de Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis
1. Aanleiding en doel
In december 2005 is de Stichting Het Waterschapshuis (hierna: de stichting) opgericht. Deze stichting heeft de volgende doelstellingen op grond van artikel 2, eerste lid,van de Statuten van de Stichting HetWaterschapshuis (hierna: Statuten HWH): a. hetverbeterenvandeefficiëntieenhetvergrotenvandeinnovatieveslagkrachtophetgebied vanICT-processenvandeinNederlandgelegenwaterschappen [...]; b. hetvergrotenvandekwaliteitenomvangvande ICT-toepassingen,welkedoorde Waterschappenwordengebruikt; c. hetbevorderenvandeonafhankelijkheidvandeWaterschappenvan leveranciersapplicaties; d. hetverbeterenvanhetimagoalsprofessionele moderneoverheid.'' De stichting was het resultaat van een in2003 ontstaan idee van de waterschappen om meer te gaan samenwerken op het gebied van ICT, en is de opvolger van de Task Force Samenwerking ICT van de Unie vanWaterschappen. De stichting istevens aanbestedingsprocedures voor de verschillende waterschappen gaan begeleiden. De opzet in2005 was om te starten met een stichting die vervolgens zou worden omgezet in een gemeenschappelijk openbaar lichaam op grond van een gemeenschappelijke regeling. In het verslag van de ledenvergadering van de Unie vanWaterschappen van 24juni 2005 is dit vastgelegd: "Devoorzitter constateert datdeledenvergaderingakkoordgaatmethetingebrachtevoorstelomde TaskforceSamenwerking ICTdeopdrachttegevenomeenStichtingHetWaterschapshuis opte richtenalstussenstationopwegnaareenGemeenschappelijke Regeling.Tezijnertijdkomthet voorstelindeLV" Inde zomer van 2008 heeft de ledenvergadering van de Unie vanWaterschappen gesproken over dejuridische vormgeving van HetWaterschapshuis en de zeggenschap van de waterschappen over de stichting.Aanleiding hiervoor was het gevoelen onder een groot aantal waterschappen dat de stichting enerzijds voortvarend aan de slag was en goede resultaten boekte, maar dat anderzijds de waterschappen meer grip wilden hebben op de stichting, inhoudelijk enfinancieel. Daarbij weegt het belang van adequate grip op de stichting voor de waterschappen zwaar omdat de stichting een voor de waterschappen belangrijke functie vervult en daartoe aanzienlijke financiële bijdragen van de waterschappen ontvangt en bovendien opereert op een terrein,het informatievoorziening- en ICTdomein, waarin grote bedragen omgaan en behoorlijke risico's gelopen worden. Inde ledenvergadering is vervolgens besloten een commissie inte stellen die een advies moet uitbrengen over de aansturing en bestuurlijke borging van HetWaterschapshuis: de Commissie aansturing en bestuurlijke borgingWaterschapshuis (hiema: de Commissie). De Commissie stond onder voorzitterschap van J.A.M.Vos (dijkgraaf Brabantse Delta) en bracht op 3 december 2008 rapport uit. Deze Commissie stelde voor om de stichting alsnog om te vormen tot een gemeenschappelijk openbaar lichaam op grond van een gemeenschappelijke regeling.Op 27 maart 2009 heeft de Ledenvergadering ingestemd met het advies van de Commissie. Tegelijkertijd is de
Pagina 18van32
opvolger van de Commissie, de Commissie-Vos-2, gevraagd om de gemeenschappelijke regeling voor te bereiden. De Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis heeft als doel de activiteiten voor de waterschappen van de stichting ineen publiekrechtelijke vorm voort te zetten. Dat betekent dat het gemeenschappelijk openbaar lichaam ook het personeel en de activa en passiva van de stichting overneemt en de exploitatie voor eigen rekening en risico gaat voeren. In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op een aantal aspecten van de voorafgaande tekst van de gemeenschappelijke regeling. Hierbij staan de bestuurlijk-juridische aspecten centraal. Nogal wat artikelen vragen om een nadere uitwerking in verordeningen, beleidsregels en andere documenten, waarin de beoogde werkwijze inde praktijk wordt beschreven. Deze zal het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling vaststellen,zodra dat infunctie is.Waterschappen die besluiten toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling hebben via hun vertegenwoordiger in het algemeen bestuur invloed opde inhoud en vaststelling van deze stukken. Dat geldt ook voor de overeenkomst waarmee de activa en passiva van de stichting worden overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling en zijneerste begroting. Deze twee stukken moeten zelfs bij unanimiteit vastgesteld worden.Voor deze werkwijze is gekozen om te borgen dat de start van de exploitatie van de - gemeenschappelijke regeling volstrekt gedragen wordt door alle waterschappen die gaan deelnemen in de gemeenschappelijke regeling.
Pagina 19van32
2. Vormgeving
2.1 Rechtsvorm Degemeenschappelijke regelingHetWaterschapshuis(hierna:deGRHWH)wordtgetroffentussen dedagelijksebesturenvandewaterschappen,enisdaarmeeeenzogenoemdecollegeregeling. Hoofdstuk IIIvandeWetgemeenschappelijke regelingen isvantoepassingop gemeenschappelijke regelingengetroffentussenuitsluitendwaterschapsbesturen. Erisvoorgekozenomdedagelijkse besturendegemeenschappelijke regelingtelatentreffenomdatzijbelastzijnmetdedagelijkse aangelegenheden vandewaterschappen,waartoevraagstukkenrondom ICTenwerkprocessen behoren,(art.84lid 1 Wschw).Bijdegemeenschappelijke regelingwordteen gemeenschappelijk openbaar lichaam ingesteld(art.8lid 1 Wgrenart.2lid 1 GRHWH).Ditgemeenschappelijk openbaar lichaam bezitrechtspersoonlijkheid (art.8lid 1 Wgrenart.2lid1GRHWH).Opde gevolgenvandezerechtspersoonlijkheid wordtlaterteruggekomen.
2.2 Bestuur Hetbestuurvaneengemeenschappelijk openbaarlichaam bestaatverplichtuiteenalgemeen bestuur,eendagelijksbestuureneenvoorzitter (art.50ajo.art. 12lid 1 Wgrenart.5GRHWH). Naastdezebestuursorganenkunnenadviescommissieswordeningesteld(art.50ajo.art.24Wgr). Dezeadviescommissieswordeningestelddoorhetalgemeenbestuur(art.50ajo.art.24lid 1 Wgr). Deadviescommissies kunnenadviesgevenaanzowelhetalgemeenbestuuralshetdagelijks bestuurofdevoorzitter.Wanneervastecommissiesvanadviesvoorhetdagelijksbestuurofde voorzitterwordeningesteld,danwordendezeingestelddoorhetalgemeenbestuuropvoorstelvan hetdagelijksbestuurofdevoorzitter (art.50ajo.art.24lid2Wgr).HetWaterschapshuis zaleen Programmaraad krijgenmetdestatusvaneenvastecommissievanadvies;de Programmaraad wordtdoorhetalgemeenbestuuringesteld.Tijdelijkecommissiesvanadvieskunnenhetdagelijks bestuurendevoorzitterzelfstandiginstellen (art.50ajo.art.24lid3Wgr).Bijeen gemeenschappelijke regelingtussenuitsluitendwaterschappen kannietdemogelijkheid worden gebodenombestuurscommissies intestellen,nuopgrondvanartikel50aWgrhetbepaaldein artikel25Wgrnietvanovereenkomstigetoepassingis.1
2.2.1 Algemeen bestuur DeWetgemeenschappelijke regelingengeefteenaantalkadersvoordesamenstellingvanhet algemeenbestuur,voorhetoverigemoetditindegemeenschappelijke regelingwordengeregeld (art.50ajo.art. 10lid3Wgr).Desamenstelling isafhankelijk vandedeelnemersaande gemeenschappelijke regeling.Inditgevalzijndedagelijksebesturenvandewaterschappende
1
ZievoortsKamerstukkenI11988/89,21176, nr.3,p. 14.
Pagina20van32
bestuursorganen die de gemeenschappelijke regeling treffen. De gemeenschappelijke regeling is daarmee een zogenoemde collegeregeling. Dat betekent dat het algemeen bestuur van het gemeenschappelijk openbaar lichaam bestaat uit leden die per deelnemend waterschap door het dagelijks bestuur uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen,worden aangewezen (art. 50ajo. art. 13 lid 6jo. art. 13 lid 1Wgr). Het aantal leden dat door het dagelijks bestuur van elk deelnemend waterschap wordt aangewezen in het algemeen bestuur van het gemeenschappelijk openbaar lichaam moet inde gemeenschappelijke regeling bepaald worden (art. 50ajp. art. 13 lid6 j o . art. 13 lid 3Wgr). Inartikel 7 lid 2 GR HWH is bepaald dat het dagelijks bestuur van ieder deelnemend waterschap één lid aanwijst. Daarnaast moet het dagelijks bestuur van ieder deelnemend waterschap uit zijn midden een plaatsvervangend lid aanwijzen (art. 6 lid 7 GR HWH). Het algemeen bestuur moet minimaal tweemaal perjaar vergaderen (art. 50ajo. art. 22 lid 1Wgr en art. 8 lid 1GR HWH).Voorts is bepaald dat de voorzitter, het dagelijks bestuur en een vijfde van het aantal leden van het algemeen bestuur kunnen bepalen dat het algemeen bestuur extra bijeen moet komen (art. 8 lid 2 GR HWH). Devergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar, tenzij een vijfde gedeelte van de aanwezige ledenverzoekt, of de voorzitter het nodig oordeelt, de deuren te sluiten. Het algemeen bestuur besluit vervolgens of de deuren daadwerkelijk gesloten worden (art. 50ajo. art. 22 lid 3,4 en 5Wgr enart. 9 GR HWH). Voor de artikelen 10tot en met 12GR HWH is aansluiting gezocht bij de artikelen 38a tot en met 38c van deWaterschapswet zoals deze bij de Wet modernisering waterschapsbestel zijn ingevoerd. Een lid van het algemeen bestuur kandoor het dagelijks bestuur van het waterschap dat hem heeft aangewezen worden ontslagen wanneer hij het vertrouwen van dat dagelijks bestuur niet langer bezit (art. 50ajo. art. 18jo. art. 16 lid5Wgr en art. 15 GR HWH). Dit geldt tevens voor een plaatsvervangend lid (art. 7 lid 7GR HWH).Tegen dit besluit kan door het betrokken bestuurslid rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter. Hiervoor hoeft geen bezwaarschriftprocedure te worden gevolgd. De rechter zal hierbij toetsen aan de wettelijke ontslagprocedure en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Een inhoudelijke toetsing zou afbreuk doen aan het politieke karakter van het ontslagrecht. 2
2
ABRvS25juli2001,U N AB9072;JB2001/233.
Pagina21van32
2.2.2 Dagelijks bestuur Ook bijhetdagelijks bestuur geeftdeWetgemeenschappelijke regelingenenkelekaders.Zo bestaat hetdagelijks bestuur uitdevoorzitterenminimaaltweeanderebestuurdersdiedoorenuit hetalgemeenbestuur moetenwordenaangewezen,endienietallenafkomstig mogenzijnvan hetzelfdewaterschap(art.50ajo.art. 14lid 1 Wgr).Hetdagelijks bestuurvanHetWaterschapshuis bestaatdanook uitdevoorzitterenvieranderedoorenuithetalgemeenbestuur vanHet Waterschapshuis aantewijzenleden(art. 16lid 1GRHWH).Hetalgemeenbestuurheeft daarbij eenvrijekeuze,nuiederdeelnemendwaterschapslechtséénlidheeftendaardoordusnooitalle ledenvanhetdagelijksbestuur uitéénwaterschapkunnenkomen.Plaatsvervangende leden kunnenniettotlidvanhetdagelijks bestuuraangewezenworden.Ookkunnengeen plaatsvervangende ledenvoorhetdagelijks bestuurwordenaangewezen.Bijvervangingmeteen incidenteeloftijdelijk karakter kanwordenvolstaanmeteeninternevervangingsregeling binnenhet reglementvanordevanhetdagelijksbestuur.3 Bijlangdurigeontstentenis kaneenadinterim bestuurderwordenaangewezenofeenopvolger.4 EenlidvanhetdagelijksbestuurvanHetWaterschapshuis kandoorhetalgemeenbestuur vanHet Waterschapshuis wordenontslagenwanneerhijhetvertrouwenvanhetalgemeen bestuurniet langerbezit(art. 18GR HWH).Tegenditbesluit kandoorhetbetrokkenbestuurslid rechtstreeks beroepwordeningesteld bijdebestuursrechter. Hiervoor hoeftgeenbezwaarschriftprocedure te wordengevolgd.Derechterzalhierbijtoetsenaandewettelijkeontslagprocedure endealgemene beginselenvanbehoorlijk bestuur. Eeninhoudelijketoetsingzouafbreuk doenaanhetpolitieke karaktervanhetontslagrecht.5
2.2.3 Voorzitter DevoorzittervanHetWaterschapshuis wordtdoorenuithetalgemeenbestuuraangewezen(art. 50ajo. art. 13lid9Wgrenart. 19lid 1GRHWH).Hijisdustevens lidvanzowelhetalgemeen bestuuralsvanhetdagelijks bestuurenheeftzodoende stemrechtinbeideorganen (art.50ajo.art. 14lid 1 Wgrenart. 16lid 1GRHWH).Uitdeoverigeledenvanhetdagelijksbestuurwordteen plaatsvervangendvoorzitteraangewezen(art. 19lid3GRHWH).Devoorzitterkandoorhet algemeenbestuur inzijnhoedanigheidvanvoorzitterwordenontslagenwanneerhijnietlangerhet vertrouwenvanhetalgemeenbestuurbezit(art. 19lid2GRHWH).Betrokkeneblijftdanaanalslid vanhetalgemeenbestuur,dittenzijhetwaterschapdathemheeftbenoemd(artikel 15lid2GR HWH)hemtevensontslaat.TegendebesluitentotontslagalsvoorzitterofalsAB-lidkan betrokkene rechtstreeks beroepinstellenbijdebestuursrechter. Hiervoorhoeftgeen bezwaarschriftprocedure tewordengevolgd.Derechterzalhierbijtoetsenaandewettelijke
3
KamerstukkenI11988/89,21176,nr.3,p. 10. KamerstukkenI11989/90,21167,nr.6,p. 10. 5 ABRvS25juli2001,U NAB9072;JB2001/233.
4
Pagina22van32
ontslagprocedure endealgemene beginselenvanbehoorlijk bestuur. Eeninhoudelijketoetsingzou afbreuk doenaanhetpolitiekekarakter vanhetontslagrecht.6 2.3 Secretaris / Directeur Hetgemeenschappelijk openbaar lichaam heefteensecretaris.Opdesecretariszijndebepalingen uitHoofdstuk VIM vandeWaterschapswetvanovereenkomstigetoepassing (art.50eWgr).Dat betekentdatdesecretarisdoorhetalgemeenbestuur wordtbenoemd,geschorstenontslagen(art. 50eWgrjo.art.53en54lid1 Wschw;art.20lid 1en2GRHWH).Inspoedeisende gevallen kande secretarisdoorhetdagelijks bestuurwordengeschorst (art.50èWgrjo.art.54lid2Wschw;art.20 lid3GRHWH). Desecretaris heefteenondersteunende functievoordebestuursorganen van HetWaterschapshuis enistevensdirecteur vandeambtelijkeorganisatie (art.21GR HWH).Desecretaris iszelf geen bestuursorgaan indezinvanartikel 1:1Algemenewetbestuursrecht.7Wanneer desecretarisdoor hetalgemeenbestuur indiehoedanigheidwordtontslagen,impliceert dattevensdatdezeinzijn functievandirecteur ontslagendientteworden
6
ABRvS25juli2001,U NAB9072;JB2001/233. ABRvS16februari1999,AB1999,196.
7
Pagina23van 32
3. Taken en bevoegdheden
3.1 Belangvan degemeenschappelijke regeling DeWetgemeenschappelijke regelingenschrijft voordathetbelangwaarvoorde gemeenschappelijke regelingwordtgetroffen indegemeenschappelijke regelingwordt omschreven (art.50ajo.art. 10lid 1 Wgr).Hetbelangwaarvoor degemeenschappelijke regelingwordt getroffen dientalsafbakeningvanzijntakenendemogelijkheidombevoegdhedenovertedragen.DeWet gemeenschappelijke regelingensteltgeeneisenaandescherptevandeomschrijvingvanhet belang.Eenruimbeschrevenbelangzorgtervoor datveeltakenentaakveldeneraldannietonder kunnenwordengebracht. Hiervoor isgekozenomdeconstructie indepraktijkflexibelenwerkbaar tehouden;vooriederenieuwetaak hoeftnietsteedsdegemeenschappelijke regelinggewijzigdte worden. Hetalgemeenbestuur beslistoverdevraagoftakenoftaakveldenonderhetbelangvande gemeenschappelijke regelinggebrachtkunnenworden;materieelzijndatdusdewaterschappen. Voor HetWaterschapshuis zalhetinditkadervaakgaanoverprogrammataken.Dekernvande gekozenopzetis,datoverhetprincipevanhet inuitvoeringnemenvaneenbepaalde programmataak beslistwordtdoorhetalgemeenbestuurvanHetWaterschapshuis;zodatalle waterschappendaaropinvloedhebben.Vervolgens ishetaandeindividuelewaterschappen zelf omtebesluitenofook aandatprogrammawordtdeelgenomen.Het isdanookonmogelijk dateen waterschaptegenzijnzinbijmeerderheidsbesluit vanhetalgemeenbestuurgedwongenwordtaan eenprogramma deeltenemen. . Inartikel3GRHWHishetbelangomdehiervoor gegevenredendusruim omschreven.Dit belangishetondersteunenvandedeelnemers bijinformatie-;enbedrijfsprocessen. DetakendieHetWaterschapshuis heeft sluitenaanbijditbelang. Inartikel4zijndetakenvanHet Waterschapshuis beschreven.HetWaterschapshuis heefttweeprimairetaken: 1.) Ondersteunen vandedeelnemers; 2.) Alsaankoopcentraledienenvoordedeelnemers.
3.2 Aankoopcentrale Ondereenaankoopcentrale moetwordenverstaaneenaanbestedendedienstdievoor andere aanbestedende dienstenbestemde leveringenofdienstenverwerft, overheidsopdrachten guntof raamovereenkomsten sluitmetbetrekkingtotvooraanbestedende dienstenbestemdewerken, leveringenofdiensten (art. 1onder sBesluitaanbestedingsregels vooroverheidsopdrachten).8 Dat betekentdusdat HetWaterschapshuis eenaanbestedendedienst moetzijn.Onder aanbestedende dienstmoetenwordenverstaan:destaat,eenprovincie,eengemeente,eenwaterschapeen 1
Hierna:BAO.Vgl.artikel1 lid10Richtlijn2004/18/EG.
Pagina24van 32
publiekrechtelijke instellingofeensamenwerkingsverband vandezeoverhedenof publiekrechtelijke instellingen (art. 1onderrBAO).9HetWaterschapshuis moetduseen publiekrechtelijke instelling zijn. Ondereenpubliekrechtrechtelijke instellingmoetwordenverstaaneen instellingdie isopgericht met hetspecifieke doeltevoorzien inbehoeftenvanalgemeenbelang,nietzijndevan industriëleof commerciële aard,dierechtspersoonlijkheid bezitenwaarvan(1)deactiviteiten inhoofdzaak door destaat,eenprovincie,eengemeente,eenwaterschapofeenandere publiekrechtelijke instelling wordengefinancierd,(2)hetbeheeronderworpen isaantoezichtdoordestaat,eenprovincie,een gemeente!eenwaterschap ofeenanderepubliekrechtelijke instelling,of(3)deledenvanhet bestuur,hetleidinggevendofhettoezichthoudend orgaanvoormeerdandehelft doordestaat,een provincie,eengemeente,eenwaterschapofanderepubliekrechtelijke instellingenzijnaangewezen (art. 1onderqBAO).10 Eengemeenschappelijk openbaar lichaamopgerichtbijgemeenschappelijke regeling isaante merkenalseeninstellingdieisopgerichtmethetspecifiekedoeltevoorzien inbehoeftenvan algemeen belangnudeWetgemeenschappelijke regelingen isbedoeld omsamenwerking tussen overhedentefaciliteren.Dathetomeensamenwerking inhetalgemeenbelanggaat,wordtnog eens benadrukt inartikel3GR HWH.Eenanderaspecthierbij isofdeinstellingeconomischrisico draagt.Volgens Europesejurisprudentiedraagteen instelling geeneconomischrisicoindieneen mechanisme bestaatdatfinanciële verliezenvandeze instelling automatischcompenseert danwel indienaannemelijk isdatdeoverheiddezeinstelling nimmerfaillietzallatengaan.11Inartikel 41 GRHWHishiervoor eenvoorzieninggetroffen.Opdezevoorzieningwordt hieronder nog teruggekomen.Aandevoorwaardevanrechtspersoonlijkheid isvoldaan,nudeWet gemeenschappelijke regelingen hetgemeenschappelijk openbaar lichaam rechtspersoonlijkheid toekent(art.50ajo. art.8lid 1 Wgr).Datzelfdegeldtvoordeafhankelijkheidsrelatie nude ledenvan hetalgemeen bestuurvanHetWaterschaphuis doordewaterschappen wordenaangewezen. InhetzogenoemdeCanon-arrest bepaaldedeHogeraaddattoetredingvan derdenbijeen bestaande raamovereenkomst eriniedergevalniettoe magleiden,dathetobjectvande aanbesteding onvoldoende isbepaald.Daardoorkomt namelijk deinderichtlijn(thans Richtlijn 2004/18/EG) bedoeldetransparantieengelijke behandelingvaninschrijvers bijde aanbesteding vanoverheidsopdrachten zoudenwordeninhetgeding.12 Tenaanzienvandefunctievaneenaankoopcentrale betekentditarrestdatper aanbesteding voldoendeduidelijk moetzijnnamenswelkeaanbestedendediensten (incasuwaterschappen)een raamovereenkomst wordtaanbesteed,almedezomogelijkeen indicatievanhette verwachten inkoopvolumevandebetreffendeaanbestedende diensten (incasuwaterschappen) onderdie s
Vgl.artikel1 lid9Richtlijn2004/18/EG.
10
Vgl.art.1 lid9Richtlijn2004/18/EG.
11
HvJEG22mei2003, C-18/01;A/J2004,46enHvJEG16oktober2003,C-283/00.
12
HR25januari2002,UNAD6097;NJ2002,227;BR2002,742.
Pagina25van 32
raamovereenkomst. Lateretoetredingvanwaterschappentoteenreedsaanbestede raamovereenkomst zouimmers leidentoteenbijdeaanvankelijkeaanbestedingvandeopdracht doordeinschrijvers nietvoorzienetoenamevandetotaleomvangvandeopdrachten.Aangezien inschrijvers huninschrijvingbaserenopdegegeveninformatieomtrentdeomvangvande opdrachten,dienteendergelijkeonvoorziene uitbreidingtewordenvoorkomen.Voorafgaandaan deaanbesteding zaldusgoedmoetenzijn nagedacht overhettevenvachtenvolumeende mogelijkhedenvan lateretoetreding. HierbijzijnogopgemerktdatRaamovereenkomsten,overeenkomstig artikel 1, onder n.BAO,in beginselgeenafnameverplichting vastleggen,maarslechts devoorwaarden inzaketegunnen overheidsopdrachten. Uitdeaanbesteding vaneenraamovereenkomst door HetWaterschapshuis namensmeerderewaterschappen volgtdusnietdeverplichtingvoorelk individueelwaterschap om een bepaalde hoeveelheidaftenemen.Welvolgtdaaruitdeverplichtingdatdeonderde raamovereenkomst vallende overheidopdrachten nietaananderendande betreffende raamovereenkomstpartij(en) wordengegundalthansdatloutertussenopdrachtnemers onderde raamovereenkomst eenmini-competitie wordtgeorganiseerd.Indienhetafnamevolumewelvolledig vastligt isinbeginselgeensprakevaneenraamovereenkomst indezinvanhet BAO,maarvan overheidsopdrachten (sec). Wat hiervoor isopgemerktoverdeaanbestedingsrechtelijke aspectenzietopderelatie waterschappien- HetWaterschapshuis.Wanneer HetWaterschapshuis zelf als aanbestedende dienstjegens derdenoptreedtdientzijvanzelfsprekendwelaantebesteden indien hetgaatom dienstendievallenonderdevoorwaarden uithetBOA. 3.3 Taakbehartiging voor deelnemers DetakendieHetWaterschapshuis heeftworden inbeginseluitgevoerdvoordedeelnemers.Daarbij geldtdatnietalletakenvooralledeelnemers behoeventewordenuitgevoerd.Als basisprincipe geldtdatdewaterschappen verplichtdeelnemenaandeorganisatievanHetWaterschapshuisen nietaanzijnprogramma's. Perprogrammawordtopbasisvanindividuele besluitenvan waterschappen,vastgesteld welkewaterschappen meedoen.Dezeprogramma'sworden uitsluitendgefinancierd doordewaterschappen dieaandatprogramma deelnemen (ofderden). Alleendezewaterschappen dragenook hetrisico. Waterschappenzijnaanbestedendediensten (art. 1onderrBAO).Datbetekentdatzij overheidsopdrachten moetenaanbesteden.Vaneenoverheidsopdracht issprakewanneer ereen schriftelijke overeenkomst onder bezwarendetitelistusseneenofmeerdienstverlenerseneenof meeraanbestedende diensten.Hetkan daarbijgaanomoverheidsopdrachten voorwerken(art.1 onderhBAO),leveringen (art. 1onder/BAO)endiensten (art. 1onder;BAO).Detakendieinde gemeenschappelijke regelingzijnopgenomenhoeveninbeginselnietaanbesteedteworden,nude gemeenschappelijke regelinggeenovereenkomst onderbezwarendetitelis.Nudefeitelijk uitte voerenprogrammataken nietexpliciet indegemeenschappelijke regelingbeschrevenzijnzijndeze inbeginselwelaanbestedingsplichtig. Ermoet immersvoorelkeprogrammataak een overeenkomstonderbezwarendetiteltussendewaterschappen dieaandatprogrammadeelnemen enHetWaterschapshuis wordtgesloten.Erisevenweleenuitzonderingopde aanbestedingsplicht
Pagina26van32
diediteffect voorkomtendatisdezogenoemdevariantvaninbesteding.Onderinbestedenwordt verstaandesituatiedateenaanbestedende dienst (hier:eenwaterschap) eenopdracht verleent aaneeneigendienst(hier:HetWaterschapshuis) danweleenentiteitdiefeitelijkalseigendienst kanwordenbeschouwd.IndeEuropesejurisprudentiewordentweecumulatieve voorwaarden gesteldornvaneeninbestedinggebruiktekunnenmaken:(1)deaanbestedende dienstoefentop depotentiëleopdrachtnemertoezichtuitzoalsopzijneigendienstenen(2)depotentiële opdrachtnemer voerthetmerendeelvanzijnwerkzaamhedenuittenbehoevevande aanbestedende dienst. Bijdegemeenschappelijke regelingvanHetWaterschapshuis isvoldaanaanhettoezichtcriterium, aldushetHofvanJustitie:"Wanneereenoverheidsinstantietoetreedttoteen intercommunale coöperatievevennootschapwaarvanallevennotenoverheidsinstanties zijn,teneindeaandie vennootschap hetbeheervaneenopenbaredienstovertedragen,kanhettoezichtvandebijdie vennootschapaangesloteninstantiesopdievennootschap,omalstoezichtzoalsophuneigen dienstentewordenaangemerkt,doordezeinstantiesgezamenlijk wordenuitgeoefend,in voorkomendgevalbijmeerderheidsbeslissing."13 Aanhetwerkzaamhedencriterium isiniedergevalvoldaanwanneer hetgemeenschappelijk openbaar lichaamHetWaterschapshuis meerdan90%vanzijnwerkzaamhedenvoorde deelnemers uitvoert,zovaltafteleidenuiteerdere uitsprakenvan hetHofvanJustitie.14
3.4 Taakbehartiging voor derden HetWaterschapshuis magzijntakenookuitoefenenvoorderden.Datgeldtzowelvoorde ondersteuningalsvoorhetfungerenalsaankoopcentrale.Zoalsopgemerkt isbelangrijke voorwaarde hiervoorwel,datHetWaterschapshuis hetmerendeelvanzijntakenvoorde deelnemers uitvoert,wantanderskangeensprakemeerzijnvaneeninbesteding.Ditistot uitdrukkinggebrachtinartikel22lid2GRHWH.NaardehuidigestandvanzakenindeEuropese jurisprudentie betekentditdatHetWaterschapshuis minimaal90%vanzijntakenmoet uitvoeren voordedeelnemers. Ookanderesamenwerkingsverbanden waaraanwaterschappen deelnemenkunnenoverigens gebruik makenvandeapplicatiesdiedoorHetWaterschapshuiswordenbeheerd,viaeen inbestedingsconstructie.15 Immers,alshetwaterschapzelfvandedesbetreffende applicatiemag gebmik maken,mageensamenwerkingsverband dateeneigendienstvandatwaterschap isdat ook.
13
HvJEG13november2008,zaakC-324/07.
14
HvJEG19april2007,C-295/05;NJ2007,417.
15
Rb.Utrecht14januari2009, LJ/VBG9524.
Pagina27van32
3.5 Publiekrechtelijke bevoegdheden OpgrondvandeWetgemeenschappelijke regelingen moetdegemeenschappelijke regelingde bevoegdhedendieaanhetbestuur vanhetgemeenschappelijk openbaarlichaamworden opgedragenopsommen(art.50ajo.art. 10lid2Wgr).AanHetWaterschapshuiswordengeen publiekrechtelijke bevoegdhedenvandedagelijkse besturenvandedeelnemende waterschappen overgedragen.Ditistotuitdrukkinggebracht inartikel23lid1 GRHWH.Eenpubliekrechtelijke bevoegdheiddiehetgemeenschappelijk openbaar lichaamvanrechtswegebezitisde bevoegdheid omambtenarenaantestellen(art. 1Ambtenarenwet).
3.6 Privaatrechtelijke bevoegdheden Hetgemeenschappelijk openbaarlichaam HetWaterschapshuisbezitrechtspersoonlijkheid (art. 50ajo.art.8lid 1 Wgr).DatbetekentdatHetWaterschapshuis bevoegdis privaatrechtelijke rechtshandelingenteverrichten(art.2:5jo.art.3:32 BW).Zokunnenverenigingen(art.2:26 lid2 BW),naamlozevennootschappen(art.2:64 lid2BW),beslotenvennootschappen (art.2:175 lid2 BW)enstichtingen (art.2:285lid 1BW)wordenopgericht.Ookovereenkomstenzijn rechtshandelingenenkunnendusgeslotenworden(art.6:213 BW).Tedenkenvaltdaarbijonder andereaankoop,huur,pacht,opdracht,dearbeidsovereenkomst endeaanneming.De vermogensrechtelijke gevolgenvaneenhandelingvandebestuursorganen vanHet Waterschapshuistreffenderechtspersoon HetWaterschapshuis (art. 1:1 lid4Awb).
3.7 Ombudsfunctie SindsdeinwerkingtredingvandeWetexternklachtrecht moetenallebestuursorganen voorzienin eenombudsfunctie (art.9:18Awb).Ditkanoptweemanierenbijgemeenschappelijke regelingen. Wanneerdegemeenschappelijke regelingnietsbepaalt,isdeNationale ombudsmanbevoegd(art. 1alid 1 subbWNo).Degemeenschappelijke regelingkanbepalendatdeombudsmanof ombudscommissievanéénvandedeelnemers belastwordtmetdeombudsfunctie (art.50ajo.art. 10lid4Wgr).Ermoetdaneenkeuzewordengemaaktwelkwaterschapditwordt,enbepaaldmoet wordenwelkedeelnemerdegemeenschappelijke regelinginzendtaandeNationale ombudsman.In artikel24GRHWHwordtbenadruktdatdeNationaleombudsmanbevoegdistotexterne klachtbehandeling.
3.8 Archivering Artikel46bevateenregelingvoordearchiveringvanachiefbescheiden conform hetbepaaldein artikel40Archiefwet 1995.
Pagina28van32
4. Financiën
4.1 Algemeen Ineenreglement moethetalgemeenbestuur richtlijnengevenvoordekostenverdeelsleutel zoals diejaarlijks indebegrotingwordtopgenomen(art.35lid2en3GRHWH).Uitgangspunt bijdeze kostenverdeelsleutel isdatdeorganisatiekostenoveralledeelnemerswordenverdeeld,terwijlde programmakostenslechtswordenverdeeldoverdedeelnemersdiemeedoenaanhet betreffende programma. Opdebegroting,jaarrekening,administratieencontrolezijndeHoofdstukkenXIII,XIVenXVvan deWaterschapswet endeHoofdstukken4en5vanhetWaterschapsbesluit van overeenkomstige toepassing,voorzoverdaarnietvanisafgeweken (art.50eWgrenart.36lid2GRHWH).
4.2 Begroting DeWetgemeenschappelijke regelingengeefteenaantalkadersentermijnenvoordevaststelling vandebegroting.Dezezijnovergenomenindegemeenschappelijke regeling.Deintentie isdeze waar datindepraktijk kanzotehanterendatoptimaalkanwordenaangeslotenopde begrotingscyclus vandewaterschappen.Zomoethetdagelijksbestuurdeontwerpbegrotingzes wekenvoordatdezeaanhetalgemeenbestuurwordtaangebodenaandealgemenebesturenvan dewaterschappenzenden(art.50glid1 Wgrenart.38lid2GRHWH).Dewaterschappen moeten deontwerpbegrotingvooreeniederterinzageleggenentegenbetalingvandekostenalgemeen verkrijgbaar stellen.Hiervanmoetopenbarekennisgevinggeschieden(art.50glid2Wgrenart. 38 lid3GRHWH).Dealgemenebesturenvandedeelnemendewaterschappen kunnenbijhet dagelijksbestuurvanHetWaterschapshuis hunzienswijzenbekendmaken.Hetdagelijks bestuur vanHetWaterschapshuis voegtdezezienswijzenbijdeontwerpbegrotingzoalsdiewordt aangebodenaanhetalgemeenbestuurvanHetWaterschapshuis (art.50glid3Wgrenart.38lid4 GRHWH).Dezezogenoemdevoorhangprocedure geldteveneensvoor begrotingswijzigingen, behoudensvoordiewijzigingendiegeenverandering brengenindebijdragenvaneenof meerdere waterschappen(art.38lid5GRHWH). HetalgemeenbestuurvanHetWaterschapshuis steltdebegrotingvast(art.50flid1 Wgrenart.39 lid 1 GR HWH).Hetdagelijks bestuurvanHetWaterschapshuis zendtdebegrotingbinnenvier wekennavaststelling,iniedergevalvoor 1 augustusaanallecollegesvangedeputeerdestaten. Hetalgemeenbestuurzendtdebegrotingaandedeelnemers,diebijgedeputeerdestatenhun zienswijzen bekendkunnenmaken.
Pagina29van32
4.3 Jaarrekening HetalgemeenbestuurvanHetWaterschapshuissteltdejaarrekeningvast(art.50flid3Wgrenart. 39lid3GR HWH).HetdagelijksbestuurvanHetWaterschapshuiszendtdejaarrekening binnen tweeweken navaststelling,maaruiterlijk voor 15juliaanallecollegesvangedeputeerdestaten. 4.4 Garantstelling VolgensdeCirculaireaansprakelijkheidvoorschuldenvanopenbare lichamenopgrondvandeWet gemeenschappelijke regelingen16zijndedeelnemersaaneengemeenschappelijke regeling verplichteendaarbijopgerichtopenbaarlichaamvanmiddelentevoorzienwaardoor hetdetaken waartoehet isopgerichtnaarbehorenkanvervullen.Daartoebehorenookdefinanciële verplichtingen diehetopenbaar lichaamter uitvoeringvandietakenisaangegaan.Daarnaast behorentotdeverplichte uitgavenvaneenopenbaar lichaamevenalsvoorwaterschappende aflossingvanschuldenenrentenenandereopeisbareschulden. Debepalinguitartikel41GRHWHisduseenalgemeengeldenderechtsplichtvoordeelnemersaan eenGR,beschermtdepositievanderdenjegens HetWaterschapshuis enisgebaseerdopde modelbepaling uitgenoemdecirculaire.Debepalingisnoodzakelijk ombijvoorbeeldgeldleningen bijdeWaterschapsbank aantekunnengaan. Artikel41heeftgeenbetekenisvoordeinterneverdelingvandeschulden,d.w.z.deverdelingvan dekostentussendedeelnemersaanHetWaterschapshuis. Daarvoorgeldtde kostenverdeelsleutel zoalsdieopgrondvanartikel35GRHWHineenverordeningmoetwordenvastgelegd.Daarbij liggeninartikel35deprincipesalvast.Vanbelangzijndanvooraldeleden3en5.Hieruitblijktdat ervoorelkprogrammaeenspecifieke kostenverdeelsleutel wordtvastgestelddiegarandeertdatde waterschappendiedeelnemenaandatprogrammaeenkostendekkende bijdragebetalen. Waterschappendienietaandatprogrammadeelnemenkunneninvoorkomendegevallende waterschappen dieweldeelnemenaansprekenophunverantwoordelijkheid indeze. Omdezerelatieteverduidelijkenisinartikel41eenverwijzing.naar artikel35opgenomen.
16
CirculairevandeMinistervanBinnenlandseZakenenKoninkrijksrelatiesvan8juli1999, kenmerk F099/U5911.
Pagina30van32
5. Degemeenschappelijke regeling
5.1 Toetredingtot degemeenschappelijke regeling Aandegemeenschappelijke regelingkunnenineersteinstantie uitsluitend waterschappen deelnemen.Datlaatonverletdathetindetoekomstwenselijk kanzijndatookandereentiteiten, zoalseenandergemeenschappelijk openbaar lichaam (belastingsamenwerkingsverband) ofeen gemeentetoetreden.Detoetredingvanzo'nandereentiteit betekentdatdegemeenschappelijke regelinggewijzigdzalmoetenworden.Datsluitookaanbijdewettelijkesystematiek.Wanneer bijvoorbeeldeengemeentetoetreedt,isnietlangerHoofdstuk IIIvandeWet gemeenschappelijke regelingen,maar HoofdstukVvandiewetvantoepassing.Eenaantalbepalingenzaldanook verplichtmoetenwordenaangepast. Overdetoetredingwordtbeslotendoorhetalgemeen bestuurvanHetWaterschapshuis,waarbijde bestuursledenverplicht ruggespraak moetenhebbenmethetdagelijksbestuurvanhunwaterschap. Dedagelijkse besturenvandewaterschappen enhetdagelijks bestuurvandepotentiële nieuwe deelnemer moetenimmersbetrokkenzijnbijhettoetredingsbesluit (art.50lid3joart.50lid1 Wgr). Dedagelijkse besturenhebbenvoordetoetredingtoestemming nodigvanhunalgemeen bestuur (art.50lid3jo lid2Wgr).Voorts isvoordetoetredinggoedkeuring nodigvanGedeputeerde Staten vanUtrecht (art.50kjo.art.50iWgr).Gedeputeerde StatenvanUtrecht moetendecollegesvan gedeputeerde statenvandeandereprovincies horenalvorenszijtotgoedkeuring overgaan(art.50k jo.art.50iWgr).Gedeputeerde StatenvanUtrechtdienenbinnendertienwekentebeslissenover degoedkeuring (art. 10:31lid 1Awb),welketermijneenmaalmetdertienwekenkanworden verlengd(art. 10:31lid2Awb).WanneerGedeputeerde Statenniettijdigbeslissendanwordtde goedkeuringgeachttezijnverleend (art. 10:32lid4Awb).
5.2 Uittreding uit degemeenschappelijke regeling Voordecontinuïteit vanHetWaterschapshuis ishettevensvanbelangvoorwaardenaan uittreding teverbinden.Uittredinggeschiedt bijbesluitvanhetdagelijks bestuurvanhetwaterschapdatwil uittreden,waarbijhetdagelijks bestuurtoestemmingnodigheeftvanzijnalgemeen bestuur (art.50 Wgr).HetdagelijksbestuurdientzijnvoornemenkenbaartemakenbijhetdagelijksbestuurvanHet Waterschapshuis.Vervolgens dienteenliquidatieplantewordenvastgestelddoorhetalgemeen bestuurvanHetWaterschapshuis. Eenwaterschap magnietuittreden binnenvijfjaar nadathijis toegetreden.OpdiemanierwordtdebestaanszekerheidvanHetWaterschapshuis gegarandeerd.
Pagina31 van32
6. Slotbepalingen
6.1 Overgangsbepaling Omtekunnenkomentotdeinwerkingtredingvandezegemeenschappelijke regelingzullenenalle dagelijksebesturen het besluitgenomenmoetenhebbenom tottoetredingtotdeze gemeenschappelijke regelingenmoetendiebesluiten bekendgemaaktzijn.Daarmee hebbenalle waterschappen bepalendezeggenschapgehadoverdeinhoudvandeze gemeenschappelijke regeling..Bijdezeconstructie pasttevensdatallewaterschappen dietoetreden bepalende zeggenschaphebbenoverdefinanciëlestartpositievandegemeenschappelijke regeling.Ditgeldt metnamevoordebeslissinginzakedestartbegrotingendepassiva-activa-transactie opbasis waarvandegemeenschappelijke regelingdepassivaenactivavandeStichtingHet Waterschapshuis verwerft.TenaanzienvandezetweebesluitenvanhetalgemeenbestuurvanHet Waterschapshuis isdaarom unanimiteit vereist.
Pagina32van32
BHIaqe2bil brief aandedagelijks besturenvandewaterschappen d.d. 18januari 2010 Toelichting op de wijzigingen concept tekst Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (versie 9-11-2009) Considerans In de concepttekst wasgeen considerans opgenomen, die voor de deelnemers aanleiding is -om-tot de oprichting van_deGemeenschappelijke regeling te k o m e n r H o e w e l d e z e — — - . — ~ overwegingen wel beschikbaar zijn inandere documenten, is het verstandig deze in de tekst van de regeling zelf opte nemen. Artikel 4 In het 2e lid zijn de woorden 'die deelnemen'toegevoegd. Dit iseen verduidelijkende redactionele aanpassing.
Artikel 10 Lid 2 van dit artikel is vervallen omdat dit al is geregeld inartikel 12, lid 2 (Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje). Lid 3 van artikel 10j s vernummerd tot lid 2. Artikel 25 In het l c lid ontbrak het woord'maatregel'. Dit woord istoegevoegd. In het 5e lid is de verwijzing naar artikel 34, 3e lid gewijzigd inartikel 34,tweede lid.Het 3e lid van artikel 34 bestaat niet. Artikel 37 Omdat de waterschappen het zich niet kunnen veroorloven dat een begroting voor een onbenoemd aantal jaren uit evenwicht is, is in het 3e lid is het woord 'twee'toegevoegd. Artikel 38 In het 4 e lid is het woord'zoals'gewijzigd in 'opdat'.
Artikel 4 1 In dit artikel is een verwijzing naar artikel 35 van de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis opgenomen. Dit is gedaan om de relatie tussen beide artikelen te verduidelijken. Artikel 41 stoelt op een wettelijke plicht en ziet op de relatie tussen Het Waterschapshuis en een derde,terwijl artikel 35 en het daarin genoemde opte stellen reglement gaat over de interne verdeling van de kosten over de deelnemers. Eenen ander is verduidelijkt in de memo van Berenschot die u via e-mail op 5januari 2010 van mij heeft ontvangen.
Artikel 46 Dit artikel over de archiefbescheiden van Het Waterschapshuls istoegevoegd aan de regeling. Door invoeging van dit artikel zijn de oude artikelen 46 tot en met 51opnieuw genummerd tot de artikelen 47 tot en met 52; hetzelfde geldt voor verwijzingen naar deze artikelen en passages in de toelichting waarin deze artikelen worden genoemd. Nota van toelichting In de nota van toelichting zijn enkele typefouten herstelt.
"
_•!•
0
HetWaterschapshuis
Verslag informatiebijeenkomst voor waterschappen over Gemeenschappelijke Regeling vergadering bestuur Het Waterschapshuis d.d. 7 j a n u a r i 2010
Aanwezig:
Mevrouw F. van de Ven (Aa en Maas), De heren B. Besselink (De Dommel), G. Beugelink . (St. Rijnlanden), R. Boer (Vallei & Eem), G.J. van den Brandhof (Veluwe), G.W. Broens (Rijn en Dssel), R. Dupont (Peel en Maasvallei), J. Hos (Regge en Dinkel), H. de Jong (Groot Salland), C. Maenhout (Zuiderzeeland), E. Oortwijn (Rivierenland), H. Pluckel (Rijnland), K. Schelhaas (Reest en Wieden), R. Sleijpen (Roer en Overmaas), J. Strijker (Hollands Noorderkwartier), R. Verhage (Vallei & Eem) en W. Wolthuis (Velt en Vecht) de heer J.A.M. Vos,voorzitter (Brabantse Delta), de heer P.A.E. van Erkelens, lid commissie Vos (FrysISn), de heer J.W.A. van Enst, adviseur commissie Vos/directeur Het Waterschaphuis, de heer B. Kokx, Berenschot
Afwezig: Locatie:
Waterschap Vallei & Eem, Leusden
Notulen:
Marianne van der Veen
1. O p e n i n g / voorstellen De heer Vos opent de bijeenkomst om 10.30 uur en heet een ieder welkom. Er volgt een ronde waarbij een ieder zich voorstelt en aangeeft welk waterschap hij/zij vertegenwoordigt. 2. Presentatie Het Waterschapshuis De heer Vos geeft in het kort de geschiedenis van Het Waterschapshuis weer. Hij geeft daarbij aan waarom indertijd werd gekozen voor een stichtingsvorm en waarom deze nu wordt omgezet naar een gemeenschappelijk openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Belangrijkste reden is enerzijds dat de bestuurders meer grip en invloed willen hebben op de financiën van Het Waterschapshuis. Anderzijds bestaat de wens dat Het Waterschapshuis zich ontwikkelt tot een professionele organisatie'met een meer zakelijke relatie tussen waterschappen en Het Waterschapshuis. Op dit moment is de directeur van Het Waterschapshuis bezig met de professionalisering en de commissie Vos heeft tot taak de Gemeenschappelijke regeling op en in te richten. Vervolgens geeft de heer Van Enst een powerpoint presentatie over Het Waterschapshuis. Deze presentatie is als bijlage bij dit verslag gevoegd. Naar aanleiding van deze presentatie worden een aantal vragen gesteld. Daarbij ligt het accent met name op de aansprakelijkheid van de waterschappen voor Het Waterschapshuis. De heer Kokx zet uiteen dat de aansprakelijkheid zowel een externe als een interne dimensie kent. Het Waterschapshuis als organisatie kan door externen aansprakelijk worden gesteld. Wanneer Het Waterschapshuis deze aansprakelijkstelling niet.zelf kan oplossen (onvoldoende middelen), zijn de deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling wettelijk verplicht om de daarvoor benodigde gelden aan de GRte fourneren ('verplichte bijdrage').
PAGINA 1 V A N 4
»••*•
HetWaterschapshuis
Dit vloeit reeds voort uit de Wgr maar is tevens nader bepaald in artikel 41 van de GR. Vervolgens is de vraag hoe die aansprakelijkheid intern (tussen de deelnemende waterschappen) 'verdeeld' wordt. Geldt de aansprakelijkstelling voor iets wat de organisatiekosten aangaat, dan delen alle deelnemers (lees: waterschappen) gelijkelijk in deze aansprakelijkheid. Indien het gaat om een bepaald programma dan delen alleen de waterschappen die deelnemen aan dat programma in de aansprakelijkheid. Dat is geregeld in artikel 35 GR. Wanneer waterschappen die niet deelnemen aan een programma toch door een derde aansprakelijk worden gesteld voor iets wat speelt in een programma hebben deze niet deelnemende waterschappen (via de GR) een verhaalrecht op de wel deelnemende waterschappen. In art. 41 wordt een verwijzing opgenomen naar art. 35 om dit duidelijk te maken. In artikel 35 is namelijk bepaald dat de aansprakelijkheid voor de programmakosten volledig ligt bij de waterschappen die hebben ingetekend voor het betreffende programma. Voor de start van een programma is een besluit van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling nodig. Vervolgens sluiten de waterschappen die eraan deelnemen een overeenkomst met Het Waterschapshuls. In die overeenkomst worden onder andere afspraken gemaakt over de financiering, de verdeling van de kosten en aansprakelijkheid, het later instappen van waterschappen en het eventueel uittreden uit het programma. Benadrukt wordt door de heer Vos dat het mogelijk moet zijn dat een beperkt aantal waterschappen een programma starten. Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling toetst dan of is voldaan aan alle voorwaarden. De heer Sleijpen doet de oproep om in de overeenkomst voor deelname aan programma's de financiering van het programma aan de voorkant vast te leggen zodat Het Waterschapshuis zo min mogelijk hoeft te voorfinancieren. Hierover wordt verschillend gedacht door de vertegenwoordigde waterschappen en dit moet later worden uitgewerkt in de betreffende overeenkomsten. De heer Hos informeert of de slagvaardigheid van Het Waterschapshuis vermindert door de wijziging van stichting naar Gemeenschappelijke regeling. De heer Vos geeft aan dat dit wordt voorkomen als het algemeen bestuur op hoofdlijnen bestuurt en bevoegdheden delegeert naar het dagelijks bestuur. De heer Van Erkelens benadrukt dat de algemeen bestuursleden van de Gemeenschappelijke regeling voldoende mandaat moeten hebben vanuit het waterschap dat ze vertegenwoordigen. 3. Stand van zaken b e s l u i t v o r m i n g De heer Vos informeert of hij ervan uit kan gaan dat de waterschappen bereid zijn de Gemeenschappelijke regeling aan te gaan of dat er nog dieperliggende zorgen zijn. Mevrouw Van de Ven constateert dat er veel beslispunten naar het toekomstige algemeen bestuur worden doorgeschoven. Hierdoor nemen de waterschappen een kaal besluit en is er niet voldoende inzicht in, onder andere, de financiële gevolgen van het aangaan van de Gemeenschappelijke regeling. De heer Vos geeft aan dat de begroting van de stichting ongewijzigd wordt overgenomen door de Gemeenschappelijke regeling en dat de programma's die er zijn doorgezet worden door en voor dezielfde waterschappen als nu. De heer Vos vraagt zich af of er in de praktijk veel zal veranderen. De organisatie Het Waterschapshuis staat en blijft functioneren. Het gaat in feite om een juridische omzetting
PAGINA 2 VAN 4
fc
HetWaterschapshuis
van stichting naar Gemeenschappelijke regeling. Daarnaast is het niet praktisch om alles vast te leggen in de regeling zelf omdat het wijzigen ervan een langdurig traject is. De heer Van den Brandhof ziet het aangaan van de Gemeenschappelijke regeling juist als verbetering omdat de grip vanuit de waterschappen toeneemt. Door niet alles op voorhand vast te leggen kan het toekomstig algemeen bestuur zelf de besluiten nemen en daarbij rekening houden met de wensen vanuit de waterschappen. Een aantal aanwezigen spreekt uit dat er nog niet altijd voldoende vertrouwen is in Het Waterschapshuls en dat moet worden gebouwd aan dit vertrouwen. De heer Van Enst geeft aan dit hieraan hard wordt gewerkt. In 2009 is een veelomvattend professionaliseringsplan uitgevoerd die Het Waterschapshuis heeft voorbereid op haar taken In de Gemeenschappelijke regeling. De nieuwe werkwijze draagt bij aan veel meer transparantie en verantwoording, waardoor wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van rechtmatigheid en doelmatigheid. Ook Inhoudelijk worden rondom de programma's grote kwaliteitsslagen gemaakt. 4 . Bespreken m e m o reacties w a t e r s c h a p p e n De heer Vos stelt het memo zoals opgesteld door Berenschot aan de orde. In de memo zijn de opmerkingen van de waterschappen ten aanzien van de tekst van de Gemeenschappelijke regeling en de reactie daarop van Berenschot weergegeven. De heer Besselink informeert of de huidige btw-vrijstelling van de stichting ook geldt voor de Gemeenschappelijke regeling. De heer Kokx antwoordt dat uitgangspunt Is dat de bestaande situatie wordt gecontinueerd. Er worden afspraken gemaakt met de belastingsinspecteur. De heer Besselink vraagt hoe wordt omgegaan met bestaande geschillen tussen Het Waterschapshuls en een waterschap. De heer Vos antwoordt dat deze hoe dan ook moeten worden opgelost en het liefst voor overgang naar Gemeenschappelijke regeling. Tevens informeert de heer Besselink of het aannemelijk is dat Het Waterschapshuis gaat werken voor derden. De heer Vos geeft aan dat dit niet voor bedrijven zal zijn maar wel voor andere overheden. Dat gebeurt nu al voor bv. Rijkswaterstaat (Iris-modulen en AHN). De heer Kokx vult aan dat het bestuur van het Waterschapshuis hierbij de inbestedingvoorwaarde goed zal moeten bewaken. De heer Strijker verzoekt om een strategienota waarin het be- en aansturingsmodel van Het Waterschapshuis wordt beschreven. De heer Vos geeft aan dat die stukken er al zijn en gelijktijdig met de besluitvormingsdocumenten zijn toegestuurd. De heer Besselink verzoekt om de kostenverdeelsleutel die hoort bij de activa-passiva transactie van te voren af te dekken. De heer Vos antwoordt dat de begroting 2010 ongewijzigd blijft. Met het opstellen van de activa-passiva transactie wordt alles transparant gemaakt. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de stichting en de Gemeenschappelijke regeling accepteert deze. De besluitvorming over de eerste begroting van de GR en de activa-passiva-transactie moet unaniem zijn. Dit waarborgt dat alle waterschappen hier invloed op hebben. De heer Vos informeert of, als de in de memo voorgestelde wijzigingen van de tekst van de Gemeenschappelijke regeling worden doorgevoerd, een ieder bereid is deze eindtekst ter besluitvorming voor te leggen binnen het waterschap. Waarbij moet worden gerealiseerd dat deze eindtekst niet meer te amenderen is. Alle aanwezigen gaan hiermee akkoord.
P A G I N A 3 VAN 4
HetWaterschapshuis
Afgesproken wordt dat de aangepaste tekst van de Gemeenschappelijke regeling uiterlijk 20 januari 2010 wordt toegezonden aan de waterschappen. Daarbij wordt het verslag van deze bijeenkomst gevoegd en de power-point presentatie van de heer Van Enst. 5. Rondvraag en S l u i t i n g De heer Van Enst verzoekt de aanwezigen aan hem door te geven wanneer de besluitvorming gaat plaatsvinden, wat de uitkomst is en wie door het waterschap wordt aangewezen als beoogd algemeen bestuurslid. De heer Vos sluit de bijeenkomst om 12.15 uur.
PAGINA 4 VAN 4
18-1-2010
Waarom Het Waterschapshuis? HetWaiersttifipshvis
. i . . Samenwerken(meervoorminder) .'- a. "Innovatieveslagkrachtvergroten; . • " • b. Vergrotenkwaliteitenomvang informatieprocessen c Minderafhankelijkheidvanleveranciersapplicaties(markt); d. Moderneoverheid. 2. Uitgangspunten a. HWH Isvanenwerktvoordewaterschappen: b. Rehdementstuurtsamenwerking; : c Waterschappenzijneigenaarenopdrachtgever d. HWH isopdrachtnemer en uitvoerder,; • e. Samenwerken,uniformerenen standaardiseren.
Inhoud
A-
Belangentaken
S Belangen takenGR Het Waterschapshuis; y
HêtWazBrschapshuis
Verbeterenvan informatie-en bedrijfsprocessenomkwaliteit en efficiëntie vanwaterschappentebevorderen;
Deelname;
^ Organisatie; S Bevoegdheden bestuur; ^
Financiën;
GRHWHfunctioneert alsondersteunende organisatieenalsaankoopcentrale
•/ Beleid en vraagarticulatie (programmaraad); S Transitie
Deelname { 1 ^ 2 ^ 3)
Organisatie
H*tWantrsct\3p$Hub
1. Basisprincipe waterschappendiedeelnemenzijn eigenaar enhebbenduszeggenschap:
"L
2. Organisatie(bestuur,directeur,staf) alletoegetredenwaterschappen dragen : samendeorganisatiekosten enrisico;
Bestuurlijke oiganisatte: a,
Peclrwmèrgchap"wórdt na Instemmlng ABdoor DBvan de waterschappen aangegaan;
b,
EenDB-lld vanwaterschap wordt tenoemd t o t AB-lid bij HWH;
c.
Het ABvan HWH benoemt het DB HWH 14 teden en vz.k
d.
Het AB benoemt een secretaris, die tevensdirecteur van HWHEs;
. e ; . Het DBwordt Readviseerddoor de programmaraad a b vaste commissie vanadviesl; 2.
3. Programma's/projecten waterschappen hebbenkeuzevrijheidom deeltenemenenbetalendan('cafetario')
*:.HetWimnxliBSHüuii
AmbteEQkBorsanEsatEe: ia.
Secretaris onderetaunt AB,DB,e n voorzitter;
b.
Directeur isverantwoordelijk voor de uitvoering van programma's;
c. d:
PrDgramma'swordanpasuttgevoerTJnaeenbesluRvanhetAB; BegeleidIngscommUsfes monitoren toetiJng en realisatie.
18-1-2010
Bevoegdheden Algemeenbestuur i.
F i n a n c i ë n (cafetariamodel!)
HcrtJaieiszhapsr.-i..
• Financiële huishouding en administratie conform
Vergadert tenminste 2x per jaar;
b.
Waterschapswet en Waterschapsbesluit;
Bestuur op hoofdlijnen; Vaststellen begrotingJaairekanEnu en beleidxpmgramma;
d.
• Scherpescheiding tussen: a. organisatiekosten:uitvoerentakenSD enbestuur (bureau) o/tedeelnemendewaterschappendragenbijaandekosten (viaverdeelsleutel)enaanvaardenhetrisico. b* programmakosten;kostendieaanuittevoeren programma'swordentoegerekend (werkvelden) waterschappendiekiezenvoordeelnameverdelende kosten(viaverdeelsleutel)enaanvaardenhetrisico.
leder toegetreden waterschap krijgt rién zetelen stemrecht InAB (budgetrecht);
e.
BesluFten bij gewone meerderheid.
Dagelijks bestuur a.
Vergadert l xper maand;
b.
Isbelast met dagelijks bestuur;
c.
ABheeft de mogelijkheid daartoe een aantalbevoegdhedenaan het DBte delegeren.
Invloedenvraagarticulatie (l/2f M 1.
2.
N.B.Kosterwerdee(sleutels worden vla reglement vastgesteld.
Invloedenvraagarticulatie (2/2fte,
WerlVfttrtttar^L^
lederABv»n eentoetredend waterschap heeft tnvbed op crucEate beslultan van het ABvan de GR: a.
3.
vBstiteUing bearottra. End,verdeelsleutel ontanlsattetosten. Jaarrekening
b,
\feststgHen programma's
e.
toetreding nieuwe deelnemers;
d.
wljilgfng en liquidatie van de regeling
4.
HetAfivan HWH: a.
stelt langetermijn visie op;
b.
stehvoorwaarden voor meerjaren programmerfng;
Transitie
. < •
HzWstertClWpSfivJ
commissieVos: a.
*Vru^w,,.,,
oprichtenvan SR(ambitie: alle waterschappen nemen deel)
stichtingHWH a.
naadloos aansluiten op GR (professionalisering bedrijfsvoering e n
b.
overgangvan stichting naer GR:activa en passivavan stichting HWH
c.
I O snel mogelijk als GRp a n werioen
tinandgle hulshouding): Integraaloverdragen naar GRHWH;
Transformatieproceskonalleenslagenalsdewaterschoppen, c/e.VosenbestuurstichtingHWHgezamenlijkoptrekken
iWXBlSClweftHV
D»proramm»rMdv«nHWH: a.
advUerende rol envaraorgt davraagartEculatla vanuit da watanchappen;
b.
i t . K gaamanHil;adviaian op nvar uit 1 .voaian pmBiamnia'i;
Dadirecteur van HWH: a.
Toetst advleren op haalbaarheid (voorafgaand aan besluttvonmlng);
b.
Voart opdracht uit n i d a t b e n u u r h M f t balloten ovar het In ultvoerin); nemenvan een proKramm..
Memo Aan Van Datum Betreft
Berenschot Commissie Vos BenKokx,MaartendeVoogdenRobdeGreef 5januari2010 Commentaarronde GRHWH
Dewaterschappen hebbengelegenheidgehadomcommentaarte leverenophetconceptvande gemeenschappelijke regelingendebijbehorendetoelichting.Hieronder isditcommentaar perartikel weergegevenmetinbegripvanonzereactiehierop.Ineenbeperkt aantalgevallen heeftditgeleid totaanpassingvan degemeenschappelijke regelingofdetoelichting;inhetmerendeelvanhebben wijgemotiveerdaangegevenwaaromaanpassing rechtens nietaandeordeisc.q.aanpassing onwenselijk is.Indienverschillende waterschappen hetzelfdecommentaar hebbengegeven zijn eerstdezecommentarenachtereenvolgende vermeldenhebbenwijdaarnainéénkeeronze reactiegegeven. Overwegingen Hoogheemraadschap vanDelfland:Erisindeconcepttekst vandeGRgeen considerans opgenomen,dievoordedeelnemers aanleiding isomtotdeoprichtingvandeGRtekomen.Naar demeningvanDelflandishetbelangrijk eenaantalessentiëlegezichtspuntenoptenemen, waaromallebetrokkenentotdeoprichtingvandezeGRwensentekomen.Dezeoverwegingenzijn trouwensinderapport vandeCommissieVose.d.welbeschikbaar,maarhetisverstandigdeze ook hieroptenemen.Immers,alserzichnaderhandeenprobleemofconflictmochtvoordoen,dan zijndeovenwegingenheteerstewaar naarwordtgekeken.Onsvoorstelisomeenaantal overwegingentoetevoegen,waarvoorwijhieronder eensuggestieofeersteaanzet doen: [...] Reactie Berenschot:Suggesties zijn,metenkeleaanpassingen,overgenomen. Artikel3 A.
Aankoopcentrale
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:Inditartikelwordt gesprokenvanvoorzienin eenbehoeftevanalgemeen belang.Opmerking:omtevoldoenaandevoorwaarden van aankoopcentrale moetsprakezijnvaneen"eenpubliekrechtelijke instellingdieisopgerichtmethet specifiekedoeltevoorzien inbehoeftevanalgemeen belangnietzijnde vanindustriële of commerciële aard".Geadviseerd wordt:omditexpliciet inditartikelopte nemenomdat hetartikel nuteruimisgeformuleerd enook commerciëlebelangenkanomvattenwaardoor nietaande voorwaarde vooreenaankoopcentrale wordtvoldaan.NB:hetisbelangrijk datwelwordt voldaan aandevoorwaardenvooreenaankoopcentrale om rechtstreeksopdrachten aanhet waterschapshuisteverstekken (inbesteding).
Berenschot ReactieBerenschot:VoordeinbestedingishetnietvanbelangdatHetWaterschapshuis als aankoopcentrale kanfungeren.Aandeinbestedingwordenindejurisprudentie vanhetHofvan JustitievandeEuropese Gemeenschappenanderevoorwaardenverbonden. Hetgaathierbijom eenuitzonderingopdeaanbestedingsplicht vandeafzonderlijke waterschappenvoorhetafnemen vandienstenvanHetWaterschapshuis. Hetisechter welvanbelangomalsaankoopcentrale tekunnenfungeren,omdatHet Waterschapshuis ookvoorzijndeelnemerswilkunnenaanbesteden.Daarzietde inbestedingsconstructie nietdirectop.Omdieredenwordtverwezennaar"debehoeftevan algemeenbelang".Onsinziens isdetoevoeging"nietzijndevanindustriëleofcommerciële aard" nietnoodzakelijk. Ditsluitookaanbijeenadviesdatmr. H.C.E.P.J.Janssenenmr.T.vanWijk (Dirkzwageradvocaten¬arissen) hierover hebbengegeven. B.
Belangen takenpakket
Hoogheemraadschap HollandsNoorderkwartier:Hetnaderdefiniërenvanhetbelang(artikel3)en detaken(artikel4)vandegemeenschappelijke regeling.Onzevoorkeurgaatuitnaareendefinitie, dieaansluit bijhetbeoogdetakenpakketvandegemeenschappelijke regelingzoalsvastgelegd in hetrapportvandecommissieVosennietdebrededefinitiezoalsnuopgenomenindetekst. Hoogheemraadschap vanDelfland:HetbelangendetakenvanHetWaterschapshuiszijnruimen nietergconcreet beschreven.InditlichtisDelflandereenvoorstandervanomdedoelstellingenop tenemenvandehuidigestichting,dieduidelijk eenfocushebbenopdeICT-processen,innovatie opditterreinenhetvoorkomenvan(eentegrote)afhankelijkheidvanleveranciers.Uitbreidingmet anderetakenendoelstellingen,bijvoorbeeldsamenwerkingophetterreinvanfacilitairezaken, zoalsdeVerenigingvanDirecteureninzijnbriefaangeeft, iswatDelflandbetreftnietbinnen afzienbaretermijnaandeorde. ReactieBerenschot:DeCommissieVosheeftnauitvoerigoverleggekozenvooreenruime omschrijving,zodatenigeflexibiliteitontstaat.Degemeenschappelijke regelinghoeftdannietiedere keergewijzigdteworden,wanneerdewaterschappen eennieuwprogrammawillenstarten.Ditlaat onverletdathetalgemeenbestuurvanhetWaterschapshuis bevoegdisuitvoeringtegevenaanhet bepaaldevandeartikelen 3en4.Hetalgemeenbestuur bewaaktindezendanookdathieraan wordtvoldaan.
Artikel 4 A.
Omvangvandetaak
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:Inlid 1is- methetoogophetgroeimodelvoor hetWaterschapshuis eenzeeralgemeneenruimetaakomschrijving opgenomen (ondersteunende organisatieenaankoopcentrale voordewaterschappen).Vraag:klopt hetdat blijkensdetoelichtingmetvaststellingvanderegelingderegievoordedaadwerkelijkeomvangvan detaakvanhetwaterschapshuis bijdeprogrammaraad komtterusten?(ziepagina2,bijlage2, briefVDW).
Berenschot ReactieBerenschot:DéProgrammaraad kanzichhierfeitelijk overuitlaten,maar kanjuridisch nimmer beslissen.Wanneer onenigheidmochtontstaanoverde uitlegvande gemeenschappelijke regelingtussendeelnemers onderlingoftussendedeelnemers enHetWaterschapshuis,danzijn gedeputeerde statenvanUtrechtbevoegddegemeenschappelijke regelinguitteleggen(art.50a jo. art.28enart.29WGR). B.
Werkenvoorderden(1)
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:lid2jo.25lid6gaatervanuitdatdeinlid2 genoemdetaak (aankoopcentrale) ookvoorderden kanwordenverricht. Opmerking:hierdoor komtnietalleenhetinartikel3genoemdealgemeenbelangvannietcommerciële aardonderdruk testaan,maarwordttevenseenmededingingsrechtelijk probleemgeïntroduceerd.Hiermedegaat overheidsgeld naarcommerciële derden.Degemeenschappelijke regelingbepaalt immersinartikel 41datdedeelnemersverplichtzijnomhettekortaantevullen.Geadviseerdwordt: omartikel4lid 2en25lid6teschrappen. ReactieBerenschot: Dezevoorstellenzijnnietovergenomen.Vooropgesteldzijdathetbijderden nietperdefinitieomcommerciële instellingengaat,maardathetookkangaanom overheidsinstellingen (gemeenten,belastingsamenwerkingsverbanden) dienietdeelnemeninde gemeenschappelijke regeling.Vanbelangvoordeinbestedingsconstructie isdathet percentage vandedienstendatvoorderdengeschiedt nietbovende 10%uitkomt. Hetvastleggenvandit percentage indetekstvandegemeenschappelijke regelingisonverstandigomdat dit percentagein jurisprudentie isontwikkeldennietkanwordenuitgeslotendatditpercentage indejurisprudentie nogkanwordengewijzigd.Hetisaanhetalgemeenbestuuromtebewakendataanditcriterium wordtvoldaan. C.
Werkenvoorderden(2)
Hoogheemraadschap vanDelfland:Delflandzoulid2graagwillenbeperkentot partijendieinhet waterbeheer eenpublieke rolhebben.Kostendekkendheid,inclusief organisatiekosten,zouhierbij uitgangspunt moetenzijn. ReactieBerenschot:Hetisuiteindelijk aanhetalgemeenbestuuromtebeslissenof overeenkomsten (waaronder dienstverleningsovereenkomsten) wordengesloten metderden.De ledenvanhetalgemeenbestuur moetendaarbijbepalenofeenderde,waterschapofniet, toetreedt. Ditzoudenindetoekomst ookgemeentenkunnenzijn(bijvoorbeeldvoorde belastingapplicatie e.d.). D.
Rechtsverhoudingingevalvanwerkenvoorderden
WaterschapReggeenDinkel:Inhettweede lidvanditartikelisopgenomendatdeinheteerstelid bedoeldetaakookvoorderden,"nietzijndewaterschappenaande regeling"(dewoorden"die deelnemen"lijkenhierteontbreken)kanwordenuitgevoerd metdienverstandedatHWHhet merendeelvanzijnwerkzaamhedenuitsluitendtenbehoeve vandewaterschappen verricht. Hieruit wordtnietduidelijk hoedezewerkzaamhedenvoorderdenwordenuitgevoerd.Gaatdatviaeen1 op 1 overeenkomst, ofgaatdatviahetmeeliftenineenprogramma?Datisvanbelanggeletop hetgeenhieronder overartikel41wordtopgemerkt.
Berenschot Reactie Berenschot: Redactionelesuggestie isovergenomen.Watbetreft devraag.Ditgeschiedt bij afzonderlijke dienstverleningsovereenkomst ennietviaeenprogramma.Hetalgemeenbestuur beslist immers overprogramma's enkandaarbijgeenderdenbinden.Hetalgemeen bestuuris overigensook bevoegdtebeslissentot hettreffenvaneendienstverleningsovereenkomst. Hetligt spreekt daarbijvoorzichdathetvoorzoverdezelfdedienstverleningvoordedeelnemers reedsis geregeldineenprogrammabijdatprogramma aansluit.
Artikel 7ev. Hoogheemraadschap vanDelfland:Delflandiservoorstander vanombesluiteninhetalgemeenen hetdagelijksbestuurtelatennemenmeteengekwalificeerde meerderheidvanstemmen.Verder valtopdatergeenbepalingisopgenomenoverdecriteria opbasiswaarvanledenvanhetdagelijks bestuur uit hetalgemeenbestuurwordenaangewezen.Het lijktDelflandverstandigdat vertegenwoordiging uitdeverschillende regio'sisgegarandeerd. ReactieBerenschot:Inhetdagelijksbestuurstemmenmetgekwalificeerde meerderheidiswettelijk niettoegestaan.DeWetgemeenschappelijke regelingengeeft dezeoptieuitsluitendvoor het algemeenbestuur (art. 13lid4Wgr).DeCommissieVosheeftervoorgekozenditniettedoenvoor hetalgemeen bestuuromdegelijkheidvandewaterschappen vooroptestellen.Ookhetniet opnemenvaneenregionaleverdelinginhetdagelijksbestuur iseenuitdrukkelijkekeuzegeweest vandeCommissieVos;desamenstellingvanhetdagelijksbestuurwordtdaarmeeovergelatenaan hetalgemeen bestuur.
Artikel 10 A.
Overbodigartikellid
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:lid2kanvervallenwantisalgeregeldin artikel 12lid2. ReactieBerenschot: Hetstaaterinderdaadtweemaal.Aangepast.
B.
Regelingartikellid3
WaterschapAaenMaasenWaterschapDeDommel:lid3moetlogischerwijsworden opgenomen alsartikel 11lid3. Reactie Berenschot:Oneens,ditpastinditartikel,zoisdatwettelijkook.Hetgaateromwanneer iemandeenpersoonlijk belangheeftenzichdusvanstemmingmoetonthouden,vandaar inartikel 10.Hetiseenuitlegvanheteerstelid(vgl.art.38aWaterschapswet).
Berenschot Artikel 15 Hoogheemraadschap vanDelfland:Eenverwijzingnaarartikel4:8Awbontbreektinlid1. ReactieBerenschot:Artikel 16lid5Wgrbepaaltuitsluitend datartikel7:1Awbnietvantoepassing isenspreekt nietoverartikel4:8Awb.Ineengemeenschappelijke regelingmagnietzonder wettelijkegrondslagvandewetwordenafgeweken,hoebegrijpelijkditvoorstelook mogezijn.
Artikel 17 WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:eenquorumeis ontbreektzodateendblidin zijneentje kanstemmen.Advies:Quorumeisopnemen. ReactieBerenschot: Ditisnietgebruikelijk omoptenemen,datmoetaanhetreglementvanorde wordenovergelaten.Ook deWaterschapswet laatzichhier nietoveruit.
Artikel 18en19 WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:dezeartikelenlijkentegenstrijdig m.b.t.de bevoegdheidvanhetalgemeenbestuuromdevoorzitterteontslaanindiendezehetvertrouwen nietmeerbezitAdvies:svptoelichtenc.q.bepalingaanpassen. ReactieBerenschot:Artikel 18isnietvantoepassingopdevoorzitter, datstaaterexpliciet.De voorzitter kanalleen inzijnhoedanigheidvanvoorzitter (eenapart bestuursorgaan)worden ontslagen.Indienhijvoorzitter is,ishijvanrechtswegevoorzitter vanhetalgemeenbestuur en dagelijks bestuur (art. 12Wgr).Hijkanindiehoedanigheidnietontslagenworden.Artikel 18handelt overhetontslagvaneenlidvanhetdagelijks bestuur.
Artikel25 A.
Taalfouten verwijzing
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:inlid 1 wordt bedoeld"maatregel"van bestuur. Inlidmoetvenwezenwordennaarartikel34lid2(lid3bestaatniet). ReactieBerenschot:Aangepast.
B.
Verordeningprogrammamanagement enlicenties
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:Ditartikelregelteenaantal structurerende bepalingen. Belangrijk vraagpunt isofeenartikellidmoetwordentoegevoegdwaarinwordt bepaald dat hetalgemeenbestuureenreglementopsteltomtrentdewijzewaaropwordtomgegaanmet programmamanagement enlicentierechten.Ditismogelijk belangrijk inverbandmeto.a.fiscale eisen(BTW),eneisenvanuit het mededingingsrecht.
Berenschot Reactie Berenschot: Hetalgemeenbestuur isnuook bevoegdeendergelijk reglement vastte stellen(art.25lid3GR).
Artikel27 WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:zelfstandige betekenisvanlid3isonduidelijk; invoorkomendgevalkantochaleenberoepopdeWOBwordengedaan. ReactieBerenschot: Hetgaathierominlichtingenaandeeigendeelnemers,zoalsartikel 16-19 WGRdie regelen.Datstaatlosvaninformatieverzoeken opgrondvandeWOB.
Artikel 30en33 WaterschapAaenMaasenWaterschapDeDommel:hetongevraagdverstrekkenvaninlichtingen ontbreekt.Belangrijk vraagpunt isofindegemeenschappelijke regelingnieteenvoorziening moet wordenopgenomenvoorperiodieke informatieverstrekking aandeunievanwaterschappenom activiteitenvanUnieenWaterschapshuis afgestemdtehouden. Reactie Berenschot: Erisrechtensgeendirecte relatietussendeUnieendeGRHWH.Hetzoudan ookonjuist zijneeninformatieplichtopteleggen.Datlaatonverletdatinformatie uitgewisseld kan worden.Wat betreftdewijzevaninlichtingenverstrekkendoorAB-ledenaanhunwaterschap,de regelingdaarvanwordtaandeafzonderlijke waterschappenovergelaten.
Artikel 35 A.
Kostenverdeelsleutel,omzetbelasting, aanbesteding
WaterschapAaenMaasenWaterschapDeDommel:inditartikeliseenregelingopgenomenm.b.t. dekostenoverweging vanzoweldeorganisatiekosten alsdekostenvaneenprogrammamet verwijzingnaardedaarinnadertebepalenkostenverdeelsleutels. Opmerking:Opbasisvande tekstvanditartikelstaatdedaadwerkelijke kostenverdeelsleutel voorafnognieteenduidigvast.Die sleutelwordt nader bepaaldinhetdesbetreffende reglement. Voortsisinhetgeheelnietgeregeld welkeverdeelsleutelwordtaangebodenvoorwaterschappendielateraanhakenbijeenprojectof eenaanbesteding. Hierdoorwordtnietvoldaanaaneisendiegeldenvanuiteentweetal rechtsgebiedenteweten: - Omzetbelasting:defiscuseistvooreenBTWvrijstellingeeneenduidigevasteverdeelsleuteldie vooraf isvastgesteld.Hoedieverdeelsleutel luidtalslateraangehaaktwordtisnietduidelijk endus nieteenduidig.Uitdestukkenblijktinelkgevalnietdatdeinspecteur derindirectebelastingenmet onderhavigeconstructieheeftingestemd. -aanbestedinosrecht: HetCanonarrest brengtmetzichmededateenaankoopcentrale bijde aanbestedingvaneenraamovereenkomst tenminstemoetkunnenaangevennamenswelke aanbesteders zijdeprocedure uitvoertenwathetmaximaleinkoopvolumevande betreffende aanbesteders onderdie raamovereenkomst zalzijn(HR25-1-2002;hofdenHaag 16maart2000).
Berenschot Degemeenschappelijke regeling/onderliggende stukkengaanervanuitdatopgestartwordt indien ervoldoendedraagvlak isendat lateraanhakenmogelijk is;aanbestedingstechnisch levertdat problemenop bijhetsluitenvanbijvoorbeeld raamovereenkomsten. Advies; hetisdringendgewenst opditonderdeeltezorgenvoorvoldoende rechtszekerheid en aanvullende vertalingdaarvannaardegemeenschappelijke regeling.Hethuidigeconcept leverteen groot afbreukrisico op. ReactieBerenschot: Dekostenverdeelsleutel wordtvantevorenvastgelegd ineenverordening.Dat hoeft nietindegemeenschappelijke regelingtezijnopgenomen,datiszelfsongebruikelijk.Ookhet belastingrecht vordertnietdathetindegemeenschappelijke regelingstaat,zolanghetmaarop voorhand isvastgesteld.Debelastinginspecteurs zijnhierbijdegemeenschappelijke regelingen voorbelastingsamenwerking ooknimmeropaangeslagen,terwijldesleuteldaarook nietinde gemeenschappelijke regelingvastligt. Detoelichtingisuitgebreid meteenpassageoverhetCanonarrest. B.
Verhoudingorganisatiekostenenprogrammakosten
Hoogheemraadschap vanDelfland:Dekostenstructuur isopgebouwduitorganisatiekosten en programmakosten.Deorganisatiekostenwordenvolgenseennaderbijreglementtebepalen verdeelsleuteloverdewaterschappenomgeslagen.Daarbijiswellicht deverdeelsleutel relevantdie bijhetlidmaatschapvandeUniewordtgehanteerd.Verder valtopdatprogrammakosten alleen overdedeelnemers aanbepaaldeprogramma'swordenomgeslagen.Ditiseenlastigpunt,omdat dehoogtevandeorganisatiekosten medewordtbeïnvloeddoorhetaantalprogramma's ende zwaartedaarvan. ReactieBerenschot:DeverdeelsleutelvandeUniezoualsuitgangspunt kunnenwordengenomen. Hetalgemeenbestuur beslisthierover bijdevaststellingvanhetreglementvoorde organisatiekosten.Deprogrammakostenwordeninderdaadalleenoverdeelnemersaandie programma's omgeslagen.Metdedefinitiesvoororganisatiekostenenprogrammakostenwordt overlaptussendezetweecategorieënvankostenvoorkomen.Deorganisatiekostenzijnalleen gekoppeld aandedirecteur enzijnstaf.Afwijkenvandezedefinities bijreglement isniet toegestaan.
Artikel 36 WaterschapDeDommel:Debepalingenoverbegrotingenrekeningzijnbeperkt;vraagisofniet naaranalogievanart 108/109vandeWaterschapswet totimplementatie vanvergelijkbare financiële kaderskanwordenovergegaanzodatdiekadersgoedaansluitenopdievande waterschappen. ReactieBerenschot: Ditzitinartikel36lid2.
Berenschot Artikel 37 WaterschapDeDommel:lid3:"eerstvolgendejaren"isteonbepaald;hetinevenwicht brengenvan debegrotingverdient concrete regeling;bijvoorbeeld:"eerstvolgende2jaren".Dewaterschappen kunnenzichnietveroorlovendateenbegrotingvooreenonbenoemdaantaljaren uitevenwichtis. ReactieBerenschot:Aangepast.
Artikel 38 A.
Termijntoezending ontwerp-begroting
WaterschapAaenMaasenWaterschapDeDommel:lid2:eentermijnvan6wekenvoor toezendingvanontwerp-begroting isnietwerkbaargeletophetbesluitvormingstraject vanhetAB vande'onderliggende"waterschappen,advies:termijnverlengen,lid4:zoals verandereninopdat. ReactieBerenschot: Hierisaangeslotenbijdewettelijketermijn(art.50gWGR).Eerdere inzending isnatuurlijk toegestaan.Lid4isredactioneelveranderd.
B.
Meerjarenraming
WaterschapRivierenland:lid 1:meerjarenraming vantenminstedriejaar.Beterzouzijndanereen meerjarenraming komtvantenminstevierjaar.Vierjaarsluitnamelijk aanbijdeverplichte meerjarenraming vandewaterschappen.Lijktmeookfoutwantindegemeenschappelijke regeling artikel36staatdatdefinanciëleverslagleggingwordtingerichtconformart98awaterschapswet en hetwaterschapsbesluit. ReactieBerenschot: Inartikel38gaathetomeenmeerjarenraming van4jaar.Hetgaatomhet begrotingsjaar (dataleenvolgendjaar is)endedriedaaropvolgendejaren.Artikel 100 Waterschapswet kentdezelfdeformulering.
Artikel40 A.
Accountantsverklaring
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:lid 1:VolgensdeWaterschapswet dient tevenseenaccountantsverklaring/verslag tewordenovergelegd(art 109lid2Wsw).Advies: lid1 aanvullenmetstukkenaccountant. WaterschapBrabantseDelta:Wijmisseninditartikeldatbijdejaarrekeningwordtgevoegdeen accountantsverklaring eneenverslagvanbevindingenvandeaccountant.Verzochtwordtditinde definitievetekstoptenemen. ReactieBerenschot: Ditzitalinartikel36lid2.
Berenschot B.
Termijninzendingjaarrekening
WaterschapRivierenland:uiterlijk 15julivanhetvolgendjaar krijgenwedejaarrekening. Jammer;dit isaande latekant.Tegenvallersbijwaterschapshuis kunnendanniet inonze jaarrekening meerwordenverwerkt. Duseenvertragendeffect vaneenjaar. ReactieBerenschot:Dezetermijniswettelijk vastgelegd(art.50fWgr).Eerderisnatuurlijk altijd mogelijk,ditishetuiterstemomentvaninzending (aangedeputeerdestaten).
Artikel 41 WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:Uiteraardgeldtdegarantstelling onverminderd hetbepaalde inartikel35.Ditdientexplicietindetekstverwerkttewordenom achteraf problementevoorkomenm.b.t.devraagwie uiteindelijk draagplichtigisvoorextrate verstrekkengelden. Waterschap ReggeenDinkel:LETOP!Detoelichtingbijartikel41vermeldt(4.4.Garantstelling, p.28) dathetartikel berustopdeCirculaireaansprakelijkheid voorschuldenvanopenbare lichamen opgrondvandeWetgemeenschappelijke regelingen.Degarantstelling zietookopdefinanciële verplichtingendie hetopenbaar lichaamisaangegaanter uitvoeringvandetakenwaartoe hetis opgericht.Totdietakenbehoren:hetzijnvanaankoopcentrale.Datisruimimmers "verplichtingen jegensderden"kanook hetmoetenbetalenvaneenschadevergoeding zijn.HWHis aankoopcentrale (leestoelichting3.2,p.23 +24)enzal(veelalEuropees)aanbesteden. Hetartikelraakt indezeredactiedusookaltijdRegge enDinkel.Echter, hetisnujuistde bedoeling vanhetwerkenmetprogramma's omrisico'stelatendragendoorhendieopdrachtgever indat programma zijn. Ditkomtniettotuitdrukkinginartikel41maarvolgtweluitdetoelichting(4.1 Algemeen,p.27) "Uitgangspunt bijdezekostenverdeelsleutel isdatdeorganisatiekostenoveralle deelnemerswordenverdeeld,terwijldeprogrammakostenslechtswordenverdeeldoverde deelnemersdiemeedoenaanhetbetreffendeprogramma"Artikel41gaatvaneenveelalgemener principe uitenhoudt m.i.geenrekeningmetdezeessentiële nuance.Ikadviseer aanartikel41een lidtoetevoegenwaarinnadrukkelijktotuitdrukkingkomtdatallekosten,daaronderinieder geval begrepen behandelkostenvanschadeclaimsentebetalenschadevergoedingen,diezijntoete wijzenaaneenprogramma,voorrekeningkomenvandedeelnemersaandatprogramma. Jekuntjezelf afvragen ofgeenbepalingoveronderlinge vrijwaringmoetwordenopgenomen.Hierbij vrijwaren deelnemers aaneenprogramma nietdeelnemers voorclaimsvanderden. WaterschapDeDommel:Degarantstellingvanartikel41isdefactoeenblancocheck,maarook inherentaandefinanciëleverantwoordelijkheid vandedeelnemers aaneen gemeenschappelijke regeling.Ditartikelisindiezindanookoverbodigenmindergebruikelijk,wantalseen gemeenschappelijke regelingtekort komtmoetendedeelnemerstochbijpassen. Ditlaatonverlet dat,alsdewaterschappen moetenbijpassen,duidelijk moetvaststaan hoede onderlingedraagplicht vandewaterschappen voordeeventueelextrateverstrekkenmiddelenis geregeld.Hetartikelzegtdaarhelaasnietsover;ookdetoelichtingniet.Logischzouzijndatnaar gelangdeaardvandetedekkenverplichtingendedraagplicht voordeextrafinanciële middelen
Berenschot berust bijdewaterschappendiedaarvoor inovereenstemming metartikel35draagplichtig zijn.Voor wateventueelongedekteverplichtingen afkomstig uitdestichtingbetreftzoudenalleendie waterschappendraagplichtigmoetenzijndieook alondervigeurvandeStichtingzichgebonden hebbenaaneendoordeStichtingopgestart project (metkenbare !verdeelsleutel). Deze draagplichtproblematiek isindeconcept gemeenschappelijke regelingniet/onvoldoende uitgewerkt. Ditkantotaanmerkelijke oneigenlijkekostenverschuivingenleiden. Hoogheemraadschap HollandsNoorderkwartier: Eenaanvullingopartikel41Garantstelling waarin wordt vastgelegddatdezegarantiegeldtvoordeuitgavenbinnendedoorhetbevoegdgezag goedgekeurde begrotingengoedgekeurde wijzingvoorstellen.Graagzienwijeentoelichtingbijde garantieregeling hoe wordtomgegaanmethetonderscheidtussenbureaukostenenkostenopde werkvelden. Hoogheemraadschap vanDelfland:Delflandwildezebepalinggraagbeperkentotmiddelen, waaroverviadebegrotingenprogramma's afsprakenzijngemaakt.Zoalsdebepaling nuluidt,heeft dezeteveelhetkaraktervaneen'blancocheque'. ReactieBerenschot:DezebepalingisgeheelconformdeCirculairevanBZKomtrentditondenwerp. Dezeisgebaseerdopwettelijke bepalingen.Ditregimeiszowelmetalszonderdezebepalingvan toepassing.DezebepalingisuitsluitendopgenomentergarantievoordeWaterschapsbank. Zie verder hetmemoindebijlage.
Artikel 43 WaterschapRivierenland:Eenzijdigartikelbeschrevenvanuithetwaterschapshuis.jezietdus minimaal 5jaar vastaanderegeling.Alsje uitwilttredendanonafhankelijke accountantdie liquidatieplanbepaalt.Opzichniksmismee;maarvraagmeafwaaromeralleenvaneventuele verplichtingenvanuitdezijdevanhetuittredende waterschapwordtgesproken.Kantochook zijn datwaterschapshuiszogoeddraait (commercieeltemakenproducten)dathetuittredennogiets financieelskanopleverenvoorwaterschap,ziemetnameartikel43lid5. ReactieBerenschot:eengemeenschappelijke regelingkeertgeenwinstenuitaandeelnemers. Eventuele meeropbrengsten kunnenwordengekortopdebegrotingvanhetvolgendejaar ofinde organisatiewordengestoken.Omdieredenishetooknietgebruikelijkdaterbetaaldwordtaan uittreders,wantdatzoustimulerentotuittreding.
Artikel 46 Opverzoek van(vertegenwoordigers) vangedeputeerdestatenvanUtrecht(het bestuursorgaandat goedkeuringmoetverlenenaandegemeenschappelijke regeling)isnaartikel45eenregeling toegevoegdvoorarchivering.Tevens isindetoelichtingeenparagraaf3.8inzake archivering toegevoegd. Doorinvoegingvanditartikelzijndeoudeartikelen46totenmet51opnieuw genummerdtotdeartikelen47totenmet52;hetzelfdegeldtvoorverwijzingen naardezeartikelen enpassagesindetoelichtingwaarindezeartikelenwordengenoemd.
10
Berenschot Artikel 48(nieuw artikel49) Waterschap ReggeenDinkel:Inhetvierdelidwordtgesprokenover "De vertegenwoordigende organenvandewaterschappen." Ikzouadviserendaargewoon"De algemenebesturenvande waterschappen.."vantemaken,wantdat iswaterindewetstaat. Ditartikelisvoorwat betreftde inhoudgelijk aanwatwegewendzijnmetLococensus. Datverliep inhetbeginnietvlekkeloos. Deelnemende waterschappen moetendieontwerpbegroting namelijk vooreeniederter inzage leggenentegenbetalingvankostenalgemeenverkrijgbaar stellen.Voorwaarde daarvoor isweldat destukkentijdigbinnenkomenendoordeorganisatieook alszodanigwordenherkend. Reactie Berenschot Ditbetreft (uitsluitend)eendefinitiekwestie. Erwordtgesprokenvan vertegenwoordigende organen,omdatditzo indedefinitiebepalingen isopgenomen.Er isniet gekozenvoordeterm 'algemene besturen'omdatditverwarring zoukunnencreërenmethet algemeen bestuur vanHetWaterschapshuis.
Artikel 51(nieuw artikel52) WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:Inditartikelwordtdeactivaenpassiva transactietussende Stichtingendegemeenschappelijke regelingverankerd.Terzakevandie transactie isvanwezenlijk belangdatdietransactiezodanigisingerichtdat voordedoorde gemeenschappelijke regelingovergenomen kosteneveneensdekostenverdeelsleutel als genoemd inartikel 35eenduidig kanwordentoegepast. Ditomtevoorkomendatwordtgestartmeteen administratiedienietvoldoetaandeeisvaneenvooraf eenduidig vastgestelde kostenverdeelsleutel.Onduidelijk iswelkeverdeelsleutel hierwordtgehanteerdenofdieis genoemd inartikel35.Advies: kostenverdeelsleutel eenmaligeactiva-passivatransactieexplicietin regelingverankeren.Duidelijk moetzijnwelkewaterschappeninwelkemateuiteindelijk de rekening vandestichtingbetalen. Reactie Berenschot: Kostenverdeelsleutels worden nietgeregeld indegemeenschappelijke regeling.Ziehierover ook hetcommentaar bijartikel35.Ditlaatonverlet datalle bestaande afsprakentussendestichtingendewaterschappenoverdeverdelingvankostenonverkort gelden enonverkortzullenwordenovergenomendoordeGR HWH,middelsdeactiva-passiva transactie. Het unanimiteitsvereiste ishierbijeenwaarborgdatdeze bestaandeafsprakenworden gerespecteerd.
Overig A.
Professionalisering
WaterschapAaenMaasen WaterschapDeDommel:Professionalisering binnenhet waterschapshuis mager niettoeleidendatlocaleinterdisciplinaire taakuitoefening bijde individuele waterschappen onder druk komttestaan;danzouimmerseentoename aan professionaliteit
11
Berenschot enerzijds wordentenietgedaan door verlies aanprofessionaliteit anderzijds. Inonderliggende stukken isbewakingvandit belang niet gesignaleerd nochgeborgd. Reactie Berenschot: Naarzijnaardleentdezemateriezichnietvoorregeling indetekstvande gemeenschappelijke regelingofdetoelichting.Deze materie behoorttotde verantwoordelijkheid vanhetalgemeen bestuur. B.
Auteurs-enlicentierechten
WaterschapDeDommel:Deconceptgemeenschappeiijke regelingkent geenbepalingm.b.t.de vraag hoewordtomgegaanmetauteurs-enlicentierechten vansoftware.Het islastig alsde gerechtigdheiddaartoesteedswisselt zodraerweereenwaterschapmeedoet aaneen programma/project waarbinnensoftware wordtontwikkeld;zekerindienhetaantaldeelnemers aan eenprogramma/project geleidelijk toeneemt.Vraagpunt isdanook ofereenbepaling/regeling moetwordenopgenomenopbasiswaarvandeauteurs-enlicentierechten bijde gemeenschappelijke regeling komenterusten.Eendergelijke bepaling/regeling ontbreekt. ReactieBerenschot: Dezemateriebehoeft niettewordengeregeldindetekstvande gemeenschappelijke regeling.Aanwielicentierechtentoekomen,wordt geregeldinhet reglement voor hetdesbetreffende programma. C.
Bestaandenietgeregeldezaken/geschillen tussenwaterschapenstichting
WaterschapDeDommel:Vraagpunt ishoewordtomgegaanmetnogopenstaande ongeregelde zakentusseneenwaterschapendeStichting.Voorbeeldwaterschap DeDommel heeft aangegevenondervoorwaarden meetezullendoenaandeOracle-overeenkomst;verzoek tot vastleggingvandievoorwaarden wordtsteeds nietgehonoreerd metalsgevolgeentotopheden doorDeDommelniet betaalde rekeningvan€242.000,- Meeralgemeen:bestaande nietgeregelde zaken/geschillentussenwaterschap enstichtingdienenvoorafgaandaandeoprichtingvande gemeenschappelijke regelingwordengeregeldc.q.opgelost.Eenafspraak,regeling, overgangsartikelvoornietgeregeldezaken/geschillenontbreekt. ReactieBerenschot: Ditwordtgeregeld inde passiva-activa-transactie. O.
Programmaraad
WaterschapDeDommel:Tenaanzienvandeorganisatie vandevraagkant (watgaatde gemeenschappelijke regelingdaadwerkelijk doen)wordtaandacht gevraagdvoor hetvolgende. Tijdenseerder overlegomtrent inputtaakuitvoeringWaterschapshuis iseenzgn."roadmap" ontwikkelddieeropneerkomtdatdoordeprimaire processenwordt aangegevenwatopICT gebied nodigis.IndebriefvandeVDW isechteropgenomendatdevraagarticulatie wordt bepaald doordeProgrammaraad.Deaccenten liggendusverschillend.Indegemeenschappelijke regeling zelf (danwelindetoelichtingdaarop)dienteenbepaling(toelichting) opgenomentewordenm.b.t. degemaakte procedureafspraak voordevraagarticulatie naarhetWaterschapshuis. Reactie Berenschot:Deuitgangspunten hiervoor wordengeregeldinhetinstellingsbesluitvoorde Programmaraad dat hetalgemeen bestuur neemttijdensdeconstituerende vergadering.Voorde goedeordewordtopgemerkt dat- nudittakenvande Programmaraad betreft- ditnietindetekst
12
Berenschot van de gemeenschappelijke regeling mag worden geregeld.Zie ook paragraaf 2.2 van de toelichting op de gemeenschappelijke regeling. E.
Aansturingsmodel
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier: Het opnemen van een artikel over het beoogde been aansturingsmodel van hetWaterschapshuis zoals beschreven inde brief van de Vereniging van Directeuren vanWaterschappen. Het uitgewerkte be-en aansturingsmodel kan in een bijlage bij de gemeenschappelijke regeling worden opgenomen. Reactie Berenschot: Het is niet gebruikelijk dit inde gemeenschappelijke regeling of de toelichting daarop te regelen.Zie ook onze reactie op de vorige opmerking. F.
Contractsoverdracht
Waterschap De Dommel:Indien de stichting een activa en passiva transactie met de gemeenschappelijke regeling sluit dan is slechts een onderdeel van de overdracht van die bedrijfsactiviteit geregeld. De stichting heeft diverse contracten gesloten met derden en die contracten dienen - bij overdracht door en bij opheffing van de stichting - door de gemeenschappelijke regeling te worden overgenomen.Voor contractovememing is echter medewerking van de andere contractspartij nodig en die moet per contractspartij geregeld worden. Dit is slechts anders indiener een situatie zou zijn waarin gebruik gemaakt zou kunnen worden van een wettelijke bepaling op basis waarvan sprake zou zijn van rechtsovergang onder algemene titel vanwege omzetting van Stichting naar Gemeenschappelijke regeling. Uiteraard is afstemming financiële enjuridische overdracht een aandachtspunt dat nadere aandacht en regeling behoeft. Reactie Berenschot: Dit is iets wat niet direct met de gemeenschappelijke regeling te maken heeft, maar wat terug komt inde transitieperiode bij de passiva-activa-transactie.
G.
Stemverhouding en kostenverdeelsleutel
Waterschap Rivierenland:Algemeen:Alle deelnemende partijen hebben ieder één stem.Voor de verdeling van de kosten wordt een verdeelsleutel bepaald.Zou het nietjuiste zijn dat de stemmen en de kosten op gelijke wijze verdeeld gaat worden. Reactie Berenschot: Het is een keuze geweest van de Commissie Vos om te kiezen voor gelijkheid tussen de deelnemers (hetzelfde geldt overigens voor de organisatiekosten). Anders zou ieder nieuw programma ook direct leiden tot wijzigingen in de stemverhoudingen en daarmee tot een wijziging van de gemeenschappelijke regeling moeten leiden. H.
BTW
Hoogheemraadschap van Delfland:Aparte aandacht behoeft nog de BTW-problematiek, die mogelijk ingrijpende financiële gevolgen heeft. Daarbij is allereerst de vraag aan de orde of Het Waterschapshuis als belastingplichtig lichaam moet worden gezien. Op dit punt zou Delfland graag zien dat onderzoek plaats vindt naar de belastingtechnisch juiste oplossingen en de gevolgen van keuzes en beslissingen op dit gebied voor de deelnemers aan Het Waterschapshuis.
13
Berenschot ReactieBerenschotDe Stichting HetWaterschapshuis issowieso BTW-plichtig.VoordeGRHWH isdat (alspubliekrechtelijk lichaam)mogelijk anderseninzoverre kandateenfiscaalvoordeel opleveren. Indezefasezijndezemogelijkeconsequenties nietonderzocht. Eenenander kaninde volgendefaseonderwerp vannaderonderzoek zijn.
14
Berenschot
Bijlage Memo over garantstelling
Berenschot
Memo Aan Cc Van Datum Betreft
JorisvanEnst Marianne vanderVeen BenKokxenRobdeGreef 17december 2009 Garantstelling GR HWH
Aanleiding Vanuitverschillendewaterschappen zijnvragennaarvorengekomenmetbetrekkingtotartikel41 vandeconceptregelingHWH.Ditartikelluidtalsvolgt (voorstelishetcursievegedeelteter verduidelijkingoptenemen;ditstaatnietzoindeoorspronkelijkeversie): Dewaterschappen zullener, metinachtneming vanartikel35,steedszorgvoordragendatHet Waterschapshuis teallentijdeovervoldoende middelen beschiktomaanalzijnverplichtingen jegens derdentekunnenvoldoen.
Achtergrond Ditartikelisopgenomenterverduidelijking vaneensituatiediereedsonderdeWet gemeenschappelijke regelingeninsamenhangmetdeWaterschapswet zelfgeldt,alduseenBZKcircujaire uit 1999.1Deinterpretatie vanBZKhoudt indat: •
Deelnemers ineengemeenschappelijke regelingverplicht zijneendaarbijopgericht gemeenschappelijk openbaar lichaamvanmiddelentevoorzienwaardoor hetdetakenwaartoe hetisopgericht naar behorenkanvervullen;
•
Vooreengemeenschappelijk openbaar lichaam,opgerichtopgrondvandeWet gemeenschappelijke regelingen,evenalsvoorwaterschappen,deaflossingvanschuldenen rentenenandereopeisbare schuldentotdeverplichte betalingenbehoort;
•
Ereenliquidatieregeling opgrondvandeWetgemeenschappelijke regelingenmoetworden getroffen diegarandeert dat bijopheffingvanhetgemeenschappelijk openbaar lichaamzorg wordtgedragenvoorvolledigeaflossingvaneventuele overblijvendeschulden.
1
Circulairevan8juli 1999,kenmerkF099/U59111.
Berenschot Debepaling uitartikel41GRHWHstoeltdusopdealgemeengeldende wettelijke plichtvoor deelnemers aaneenGRenisgebaseerdopde modelbepaling uitdezelfde circulaire.Ditartikelziet danookopeengarantiebepaling tenaanzienvanschuldenjegensderden.Debepalingis noodzakelijk ombijvoorbeeldgeldleningen bijdeWaterschapsbank aantekunnengaan. Artikel41zegtinbeginselnietsoverdeinterneverdelingvandeschulden.Daarvoorgeldtde kostenverdeelsleutelzoalsdieopgrond vanartikel35GRHWHineenverordening moetworden vastgelegd. Daarbijliggeninartikel35deprincipesalvast.Vanbelanggeletopdevraagstelling zijn danvooraldeleden3en5.Hieruit blijkt datervoorelkprogramma eenspecifieke kostenverdeelsleutel wordtvastgestelddiegarandeert datdewaterschappen diedeelnemenaan dat programmaeenkostendekkende bijdrage betalen.Waterschappen die niet aandat programma deelnemenkunneninvoorkomendegevallendewaterschappen dieweldeelnemen aansprekenop hunverantwoordelijkheid indeze. Concluderend:artikel41GRHWHstoeltopeenwettelijke plichtenzietopde relatietussenHet Waterschapshuis eneenderde,terwijlartikel35GRHWHendebetreffendeverordening overde interne verdelingvankostenoverdedeelnemers gaan.Omdie relatieteverduidelijken is inartikel 41eenverwijzingnaarartikel35opgenomen.Desuggestie vanDeDommel/AaenMaasindezeis dusovergenomen.