050711 agendapunt 19 Bijlage nota lokale heffingen
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...........................................................................................................1 1. Samenvatting.........................................................................................................3 2. Inleiding..................................................................................................................4 3. De samenstelling van het pakket aan gemeentelijke heffingen.............................5 Algemeen landelijk kader m.b.t. kostendekkende tarieven....................................5 Beschrijving heffingsmogelijkheden........................................................................6 4. De kostendekkendheid van de heffingen.............................................................11 4.1 Afvalstoffenheffing..........................................................................................12 4.2 Rioolheffing.....................................................................................................16 4.3 Lijkbezorgingsrechten.....................................................................................22 4.4 Marktgelden....................................................................................................26 4.5 Leges...............................................................................................................29 4.6 Brandweerrechten...........................................................................................34 5. Het tarievenbeleid................................................................................................35 Toelichting per belasting.......................................................................................35 5.1 Onroerende zaakbelastingen..........................................................................35 5.2 Roerende zaakbelastingen..............................................................................35 5.3 Rioolheffing.....................................................................................................35 5.4 Afvalstoffenheffing..........................................................................................35 5.5 Leges...............................................................................................................36 5.6 Begraafrechten................................................................................................37 5.7 Marktgelden....................................................................................................37 5.8 Brandweerrechten...........................................................................................37 6. De lokale belastingdruk........................................................................................38 6.1 Inleiding...........................................................................................................38 6.2 Woonlastenmonitor 2011 (tekst COELO)........................................................38 6.3 Hoe verhouden zich de lasten in Winsum zich tot andere gemeenten?.........40 7. Het kwijtscheldingsbeleid.....................................................................................46 8. De invordering......................................................................................................48
-1-
-2-
1.
Samenvatting
Op grond van artikel 11 van onze Financiële verordening gemeente Winsum moet het college iedere 2 jaar een “Nota lokale heffingen” aanbieden aan de gemeenteraad. Met de voorliggende nota geven wij hieraan invulling. De lokale heffingen van een gemeente beslaan een breed terrein van mogelijkheden om belastingen te heffen en om kosten door te berekenen aan afnemers van producten en/of dienstverlening door de gemeente. De mogelijkheden om belastingen te heffingen zijn ingeperkt door de wetgever. Met name de Gemeentewet geeft een limitatieve opsomming van de mogelijkheden voor belastingheffing. Slechts de Wet Milieubeheer geeft hierop één aanvullende mogelijkheid. Van de 17 wettelijk genoemde gemeentelijke belastingen gebruikt Winsum er 9. In deze nota lokale heffingen gaan we ook in op de mate van kostendekkendheid van de heffingen. We proberen inzicht te geven in de kostenopbouw en hiermee in het percentage van de kosten dat bij de afnemers in rekening wordt gebracht. Voor wat betreft de afvalstoffen- en rioolheffing is dit door de gemeenteraad al jaren vastgesteld op 100%. Voor wat betreft de lijkbezorgingsrechten hebben we een afzonderlijke nota begraven opgesteld. In deze nota hebben wij ons gebaseerd op die nota. Zowel de in rekening gebrachte marktgelden en de leges worden op dit moment niet volledig kostendekkend doorberekend aan de afnemers. Wij stellen voor om dit wel te doen. Voor wat betreft de belastingen stellen we u in de kadernota 2011 voor om de onroerende zaakbelastingen de komende jaren jaarlijks in elk geval met 3,5% te verhogen. Voor alle bestemmingsheffingen streven we een 100% kostendekkendheid na.
-3-
2.
Inleiding
Het doel van deze nota is het weergeven van de stand van zaken rond de gemeentelijke belastingen, rechten en leges en vloeit voort uit artikel 11 van de "Financiële verordening gemeente Winsum", die daarvoor een aantal verplichte onderwerpen noemt. Op grond van deze verordening moet het College iedere 2 jaar een "Nota lokale heffingen" aanbieden aan de Raad. Daarnaast wordt geschreven dat in de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken het college, naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, in ieder geval opneemt: • de opbrengsten per lokale heffing; • het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; • de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; • de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk, alsmede • een vergelijking van de belastingtarieven met een aantal andere gemeenten. Om een beeld te hebben van het belang van de lokale heffingen in onze begroting is het van belang te kijken naar de omvang hiervan. In 2011 is bijna 23% van de totale inkomsten van de gemeente afkomstig uit eigen belastingen, rechten en leges (de zogenaamde publiekrechterlijke heffingen). Hierbij zijn de privaatrechtelijke opbrengsten (verhuur gronden, gebouwen en accommodaties) buiten beschouwing gebleven.
Verdeling herkomst opbrengsten Begroting 2011
2%
3%
3% 23%
69%
Privaatrechterlijk Rijksuitkeringen Opbrengsten uit Reserves
-4-
Publiekrechterlijk Bijdragen ov.overheden
3. De samenstelling van het pakket aan gemeentelijke heffingen Algemeen landelijk kader m.b.t. kostendekkende tarieven Begrippen Het gemeentelijke belastinggebied is begrensd. De wettelijke regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven bij enkele heffingsmogelijkheden tot in detail voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Andere voorschriften zijn dat het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen en dat het verboden is om met rechten winst te maken. De begrippen belastingen, heffingen en rechten lijken soms willekeurig te worden genoemd. Dat is niet het geval. Met lokale heffingen bedoelen we het brede scala van belastingen, bestemmingsheffingen en rechten. Lokale heffingen Het gemeentelijke belastinggebied kent een scala aan potentiële heffingen. We onderscheiden belastingen, bestemmingsheffingen en rechten: • Belastingen: gedwongen betalingen aan de gemeente als zodanig, waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie tegenover staat en die krachtens algemene regelen worden geheven. Belastingen dienen als algemeen dekkingsmiddel ter versterking van het financiële draagvlak. Belastingen kunnen ook aan een specifieke doelgroep gebonden zijn (o.a. hondenbelasting en parkeerbelasting). Desondanks zijn deze belastingopbrengsten in principe vrij besteedbaar. • Bestemmingsheffingen: belastingen die dienen ter bestrijding van specifieke kosten (o.a. afvalstoffenheffing en rioolheffing). Deze heffingen mogen niet meer dan kostendekkend zijn. • Rechten (retributies): betalingen die de gemeente krachtens algemene regels vordert terzake van een concrete door haar in haar functie als zodanig individueel bewezen dienst. M.b.t. deze direct aanwijsbare tegenprestatie worden onderscheiden: gebruiksrechten: vergoedingen voor het gebruik van publieke voorzieningen (o.a. havengelden en marktgelden); genotsrechten: vergoedingen voor het profijt (‘genot’) dat de individuele burger van bepaalde feiten van de gemeente heeft (o.a. leges voor vergunningen); Tenzij in een wet anders is aangegeven, kunnen alleen de begrote werkelijke kosten van dienstverlening worden verhaald. Deze nota behandelt het kader voor uitsluitend bestemmingsheffingen en rechten (leges), die maximaal kostendekkend mogen zijn Wettelijk kader lokale heffingen De wettelijke grondslag voor het heffen en innen van belastingen en rechten is de Gemeentewet. In hoofdstuk XV van de Gemeentewet staan diverse bepalingen over de gemeentelijke belastingen. Het belangrijkste artikel in dat hoofdstuk is artikel 219. Dit artikel bepaalt dat de Gemeentewet een limitatieve opsomming geeft van belastingsoorten die gemeenten mogen heffen en dat het verboden is te heffen naar inkomen, winst of vermogen.
-5-
Gemeenten mogen dus volgens de letter van dit artikel geen inkomenspolitiek voeren, dat is voorbehouden aan het Rijk. Daarnaast zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur belangrijk bij de belastingheffing en dan met name het gelijkheidsbeginsel. Op grond van de wet en jurisprudentie moet er bij de belastingheffing objectief worden gehandeld. Zoals hiervoor al gesteld, bevat de Gemeentewet een limitatieve opsomming van de belastingsoorten die gemeenten mogen heffen. In de onderstaande tabel is dat weergegeven. In de laatste kolom van de tabel ziet u wat Winsum aan heffingen heeft. Artikel Belastingverordeningen 220 Gemeentewet
Heffing
Onroerende zaakbelastingen (OZB) 221 Gemeentewet Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen 222 Gemeentewet Baatbelasting 223 Gemeentewet Forensenbelasting 224 Gemeentewet Toeristenbelasting 225 Gemeentewet Parkeerbelasting 226 Gemeentewet Hondenbelasting 227 Gemeentewet Reclamebelasting 228 Gemeentewet Precariobelasting Bestemmingsheffingen en rechten 228a Gemeentewet Rioolheffing 229 Gemeentewet Reinigingsrechten 229 Gemeentewet Lijkbezorgingsrechten 229 Gemeentewet Rioolrechten 229 Gemeentewet Marktgelden 229 Gemeentewet Leges 229 Gemeentewet Brandweerrechten 15.33 Wet Milieubeheer Afvalstoffenheffing
Gemeente Winsum Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja
Jaarlijks worden de diverse belastingverordeningen bij de begrotingsbehandeling vastgesteld. De vigerende verordeningen zijn vastgesteld door de Raad op 9 november 2010 (Rioolheffing op 14 december 2010).
Beschrijving heffingsmogelijkheden Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB wordt geheven van eigenaren en gebruikers van alle in de gemeente gelegen niet-woningen en van eigenaren van alle in de gemeente gelegen woningen. De OZB wordt vanaf 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Tot en met 2008 toe werd gewerkt met eenheden van € 2500,00. Voor de OZB geldt nog een zogenaamde macronorm. Het Rijk wil dat de gemeenten gezamenlijk de OZB opbrengst niet meer dan 3,50% (2010) laten stijgen. In geval van overschrijding van de macronorm kan het Rijk ingrijpen via correctie van het volume van het gemeentefonds. Voor het bepalen van de te hanteren percentages voor de berekening van de OZB is de waardeontwikkeling van belang. Zoals bekend vindt de waardebepaling thans jaarlijks plaats. De uitkomsten daarvan zijn ieder jaar vaak pas in oktober bekend. -6-
Gelet op dit gegeven en de uit te voeren rekenexercities om de nieuwe percentages te bepalen, vindt de behandeling c.q. besluitvorming bij de behandeling van de begrotingsraad plaats. OZB wordt in Winsum geheven. Baatbelasting De baatbelasting is een bestemmingsbelasting, waarbij lasten van voorzieningen worden omgeslagen over de door die voorzieningen gebate onroerende zaken. De belasting kan niet worden geheven als de lasten via een andere weg worden verhaald, bijvoorbeeld door een privaatrechtelijke overeenkomst. De baatbelasting wordt in Nederland vaak gebruikt bij grote infrastructurele projecten, bijvoorbeeld: - riolering buitengebied; - herinrichting dorpskern. In Winsum heffen we deze belasting niet. Forensenbelasting Via de forensenbelasting kunnen de recreatiewoningen en zogenaamde "tweede woningen" worden belast. De belasting wordt geheven van natuurlijke personen, die zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. De forensenbelasting heeft niets te maken met het woon-werkverkeer. Van belang is dat de recreatiewoning ter beschikking staat. Of ook daadwerkelijk verblijf plaatsvindt als ook de duur van het verblijf, zijn niet van invloed op de forensenbelasting. De gedachte achter de forensenbelasting is dat de woonforens, aangezien hij een zekere duurzame band met de gemeente heeft, een bijdrage moet leveren aan de gemeentelijke kas. Dat geldt uiteraard voor iedere inwoner. Maar voor iedere inwoner die is ingeschreven in het bevolkingsregister krijgt de gemeente van het Rijk een bedrag uit het Gemeentefonds. Voor de woonforens - die doorgaans in het bevolkingsregister van een andere gemeente is ingeschreven - krijgt zij dit echter niet. De forensenbelasting is dus in beginsel een vorm van compensatie voor het missen van een uitkering uit het Gemeentefonds voor de forens. In Winsum heffen we deze belasting niet. Toeristenbelasting Dit betreft een directe belasting voor het houden van verblijf met overnachtingen binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet in het persoonsregister van de gemeente zijn opgenomen. In Winsum heffen we deze belasting niet. Hondenbelasting De belasting wordt geheven van houders van honden. Via het aangiftebiljet hondenbelasting of telefonisch kan de burger wijzigingen van het aantal honden aan de gemeente door te geven. Voor het up-to-date houden van het bestand is het wenselijk om controles in het veld uit te voeren.
-7-
Of de hondenbelasting in de nabije toekomst nog blijft bestaan is enigszins onzeker. De Stuurgroep verkenning decentraal belastinggebied, beter bekend als de Commissie Eenhoorn, heeft in haar rapport onder meer geadviseerd de hondenbelasting af te schaffen. De commissie was ingesteld vanwege de brede kritiek op de plannen van het kabinet rond de onroerende zaakbelastingen. De afschaffing is niet doorgegaan, maar de hondenbelasting is in menig gemeente jaarlijks een discussiepunt. De hondenbelasting in Winsum is in 1990 afgeschaft. Rioolheffing Naar aanleiding van het in werking treden van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is heffing van het rioolrecht vanaf 2010 niet meer mogelijk. In plaats van rioolrecht is de gemeente met ingang van 1 januari 2010 overgaan tot invoering van de rioolheffing. Ook bij de nieuwe heffing (artikel 228a Gemeentewet) geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Belangrijk verschil is echter dat de nieuwe verbrede rioolheffing niet het karakter heeft van een individuele dienstverlening zoals dat bij het oude rioolrecht wel het geval was. De verbrede zorgplicht is gericht op collectieve maatregelen. Gemeenten hebben een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om de taakverbreding te kunnen financieren is het eerdere rioolrecht dus omgevormd tot een bredere rioolheffing. Alle kosten die gemaakt worden ter nakoming van de (nieuwe) zorgplichten kunnen worden verhaald op de burgers en bedrijven. Dit betekent dat gemeenten het individuele profijt van de nieuwe rioolheffing niet meer hoeven aan te tonen, zoals dat wel het geval was bij rioolrecht. Dit impliceert dat het beginsel “de vervuiler betaalt” niet meer maatgevend is. De rioolheffing moet zo goed mogelijk voldoen aan de volgende 3 belangrijkste criteria: De heffing moet het karakter van de nieuwe rioolheffing verwoorden. De gemeente levert diensten op het gebied van afvoeren van afval- en hemelwater en zorgt voor een leefbare situatie met betrekking tot grondwater. Deze kosten moeten verhaald worden op de belastingplichtigen die van deze diensten het genot hebben. De heffing moet uitvoerbaar zijn. De perceptiekosten en uitvoeringskosten moeten zo laag mogelijk zijn zodat de burger niet gaat betalen voor een onwerkbaar systeem. Dit is niet te beargumenteren richting burger en is niet efficiënt. De heffing moet evenredig zijn. Hoe groter het genot, hoe hoger de heffing. Deze 3 criteria hebben tot de volgende keuzes geleid: o De WOZ-waarde als heffingsmaatstaf voldoet het beste aan de hierboven gestelde eisen. De WOZ-waarden worden hiervoor in waardeklassen ingedeeld. o Heffen van eigenaren is de meest logische keuze. Zij worden de belastingplichtige. o Heffing van alle gebouwde eigendommen welke profiteren van de door de gemeente geleverde diensten, sluit goed aan bij de wensen waaraan de
-8-
nieuwe heffing moet voldoen. De keuze voor dit belastbare feit is het beste te onderbouwen richting burgers. In onze gemeente hebben wij in eerste instantie gekozen voor een vloeiende (en dus gemakkelijke) overgang van het rioolrecht naar de rioolheffing. Uw raad heeft hiertoe in 2009 besloten. Een discussie om de mogelijkheden van tariefsdifferentiatie binnen de rioolheffing te bespreken is in onze gemeente nog niet gevoerd. Wij hebben ons voorgenomen om deze discussie in elk geval in 2011 te houden, waarbij ons streven is om dit per 1 januari 2012, maar uiterlijk per 1 januari 2013, in te voeren. Reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrechten) De gemeente heeft een wettelijke plicht tot de inzameling van huishoudelijk afval. De kosten die de gemeente daarvan heeft, kunnen óf door een afvalstoffenheffing óf door een reinigingsrecht verhaald worden op de aanbieder van het afval. In beide gevallen mogen de begrote opbrengsten de begrote kosten niet overschrijden. Elementair verschil is dat het reinigingsrecht een retributie is, die alleen geheven kan worden als de individuele dienst (inzameling) feitelijk wordt afgenomen. Als nooit afval wordt aangeboden, kan dus geen reinigingsrecht worden geheven. Reinigingsrecht kan worden geheven zowel voor de inzameling van huishoudelijk als van bedrijfsafval. De afvalstoffenheffing wordt niet in de gemeentewet geregeld, maar in artikel 15.33 Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing met een belastingkarakter. Hij kan alleen worden geheven voor de inzameling van huishoudelijk afval. Iedere gebruiker van een perceel waar regelmatig huishoudelijk afval kan ontstaan, is aan de heffing onderworpen. Ook als nooit afval wordt aangeboden, kan dus toch een afvalstoffenheffing worden geheven. Als er echter geen huishoudelijke afvalstoffen op een bepaald perceel kunnen ontstaan, kan geen afvalstoffenheffing worden geheven. Uiteraard is de heffing ook niet terecht indien de gemeente niet aan haar inzamelingsverplichting voldoet. Overigens geldt de inzamelingsplicht niet buiten de voor het openbaar rijverkeer openstaande en voor de ter plaatse gebruikte vuilniswagens toegankelijke wegen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen clusterplaatsen worden aangewezen, alwaar de containers opgesteld moeten worden om geleegd te worden of op andere wijze voorzieningen worden getroffen voor het aanbieden van afval. Winsum maakt alleen gebruik van de afvalstoffenheffing. Lijkbezorgingsrechten (begraafrechten) Op basis van de verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. Marktgelden Onder de naam marktgelden worden rechten geheven over het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen. Op dit moment worden alleen nog marktgelden in rekening gebracht voor de weekmarkt in Winsum. De organisatie van de jaarmarkt (Baistemaart) in Winsum is overgedragen aan een stichting. -9-
Leges Onder de naam "leges" worden een aantal verschillende rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Brandweerrechten Op basis van de verordening worden rechten geheven: a. voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn; b. voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.
- 10 -
4.
De kostendekkendheid van de heffingen
In artikel 229b van de Gemeentewet wordt de kostendekking nader toegelicht. De laatste volzin van het eerst lid bevat de belangrijkste eis omtrent de kostendekking. 1. In verordeningen op grond waarvan rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, worden geheven, worden de tarieven zodanig vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. 2. Onder de in het eerste lid bedoelde lasten worden mede verstaan: a. bijdragen aan bestemmingsreserves en voorzieningen voor noodzakelijke vervanging van de betrokken activa; b. de omzetbelasting die ingevolge de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit het fonds. Er zijn twee soorten gemeentelijke heffingen: o belastingen; en o bestemmingsheffingen, ook wel retributies of rechten genoemd. De opbrengst uit belastingen komt terecht in de algemene middelen van de gemeenten en is vrij besteedbaar. Het vaststellen van de tarieven is vooral een bestuurlijk proces, er gelden in principe geen maxima. De opbrengst uit een bestemmingsheffing wordt gebruikt om de kosten te dekken van de voorziening waarvoor de heffing bestaat. De Gemeentewet bepaalt dus dat de geraamde baten van bestemmingsheffingen niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten. Er mag dus geen winst worden gemaakt. Deze eis geldt voor de geraamde baten en lasten. De feitelijke kostendekking kan - achteraf gezien - incidenteel wel hoger zijn dan honderd procent. Er kan om verschillende redenen verschil ontstaan tussen ramingen en de werkelijke kosten en inkomsten. De opbrengst uit een bestemmingsheffing kan bijvoorbeeld fluctueren. Hier kan in ramingen maar beperkt rekening mee worden gehouden. De wettelijke eis van maximaal kostendekkende tarieven geldt alleen voor ramingen. De gemeente moet wel kunnen aantonen dat ramingen realistisch zijn. Hiervoor kan de feitelijke kostendekking worden gebruikt. De geraamde kostendekking is dus van belang wegens de Gemeentewet; de feitelijke kostendekking is van belang omdat daarmee wordt aangegeven hoeveel algemene middelen worden ingezet om de kosten te dekken. De o o o o o o
gemeente Winsum hanteert de volgende bestemmingsheffingen: Afvalstoffenheffing; Rioolheffing; Lijkbezorgingsrechten; Marktgelden; Leges; en Brandweerrechten
- 11 -
4.1
Afvalstoffenheffing
4.1.1 Huidig kader Kostendekkendheid Voor de afvalstoffenheffing geldt als uitgangspunt dat de tarieven op basis van 100% kostendekkendheid worden vastgesteld. Kostentoerekening Voor de bepaling van de afvalstoffenheffing hanteren we al jaren het volgende model:
Tabel : Model kostentoerekening afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing Lasten
Garantieprijs oud papier Specialistisch personeel Duurzame materialen Formulieren/Drukwerk Advertentiekosten Abonnementen Onderhoud hulpmiddelen Uitbesteed werk secretarie Kolkenzuigen Uitbesteding onderhoud gebouwen Onderhoudsabonnement gebouwen Huishoudelijke afvalstoffen Grof vuil + div. containers Zwerfvuil Incontinentiemateriaal Beton/puin, veegvuil Glas Chemisch afval Koelkasten Bijdrage Vuilverwerkingsbedrijf Kapitaallasten - rente Kapitaallasten - afschrijving Doorberekende uren - B&O Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTW-compensatiefonds)
Baten
Afvalstoffenheffing Onttrekking egalisatiereserve vuilverwerking Bespaarde rente Bijdrage kosten afvoer gestorven huisdieren
Voor deze heffing is een egalisatiereserve gevormd. 4.1.2 Recente ontwikkelingen Proef invoering DifTar In mei 2011 heeft uw gemeenteraad besloten het voorstel tot het houden van een proef c,q, gewenningsperiode voor de invoering van DifTar aan te houden. In de maand juni zullen wij het voorstel voor deze gewenningsperiode op nieuw aan u voorleggen en u het voorstel doen om de proef-/gewenningsperiode te starten op 1 juli 2012.
- 12 -
Model kostenonderbouwing afvalstoffen (VNG, februari 2010) De VNG heeft met de rijksoverheid afgesproken dat de kostenonderbouwing van de gemeentelijke heffingen transparanter wordt. Het model kostenonderbouwing zorgt voor een eenduidige, transparante onderbouwing van de afvalstoffenheffing. Met een activiteitenlijst (i.p.v. een lijst van kostensoorten) laat de gemeente zien wat de inspanningen zijn. Het model kostenonderbouwing gaat uit van de activiteiten die de gemeente verricht voor het uitvoeren van de zorgplicht voor huishoudelijke afvalstoffen. Tabel: Model kostenonderbouwing afvalstoffenheffing VNG: ACTIVITEIT
Bedra g
Gemengd Toereke Toelichtin e -g activiteit nings%
Verhaalbar e kosten 2011
Inzameling Kapitaallasten voertuigen Exploitatie voertuigen Exploitatie inzamelmiddelen Personeelskosten Inzamelcontract (uitbesteding) Overige inzamelkosten Inzameling milieustraat Verwerking Overslag- en transportkosten Verwerkingskosten Opbrengsten Contract (uitbesteding) Beleidskosten Personeelskosten Onderzoek en advies (inhuur) Overige beleidskosten Communicatie Personeelskosten Onderzoek en advies (inhuur) Overige communicatiekosten (materiaal, advertentie) Handhaving Personeelskosten Inhuur derden Overige handhavingskosten (materiaal) Opruimen en verwerken clandestiene stort Overig Perceptiekosten afvalstoffenheffing Doorbelastingen andere afdelingen Toerekenbare BTW Bijdrage afvalfonds
- 13 -
Meerjarig perspectief Toevoeging voorziening TOTAAL
Bovenstaande indeling in activiteiten, waarmee invulling wordt gegeven aan de gemeentelijke zorgplicht voor huishoudelijke afvalstoffen, is gebaseerd op de gemeentelijke afvalmonitor van SenterNovem. Wij zullen deze indeling ook gebruiken voor de inrichting van onze administratie ingaande 2012 4.1.3 Kostendekkendheid De kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing in de periode 2009-2011 is hieronder weergegeven:
Tabel : Kostendekkendheid afvalstoffenheffing Categori e Kostensoort Lasten
Garantieprijs oud papier Specialistisch personeel Duurzame materialen Formulieren/Drukwerk
Rek. 2009 € 15.535 € 6.102 € 12.190 € 194
€ 2.521
€ 282.675 € 89.371 € 16.247 € 4.150 € 43.363 € 13.442 € 19.655 € 6.822 € € 666.511
€ € 69.363 € 22.509 € 3.411 € 45.272 € 206 € 20.409 € 6.826 € 40.398 € 709.758
Advertentiekosten Abonnementen Onderhoud hulpmiddelen Uitbesteed werk secretarie
€ 270 € 668 € 232
Kolkenzuigen Uitbesteding onderhoud gebouwen Onderhoudsabonnement gebouwen Huishoudelijke afvalstoffen Grof vuil + div. containers Zwerfvuil Incontinentiemateriaal Beton/puin, veegvuil Glas Chemisch afval Koelkasten Kunststoffen Bijdrage Vuilverwerkingsbedrijf
- 14 -
Rek. 2010 € € 1.329 € 7.506 € € € 350 € 498 € 1.685 € € 3.385
Begr. 2011 € 22.973 € 1.039 € 10.031 € 1.043 € 5.209 € 190 € 3.627 € 3.000
€ 13.239 € 2.548 € 156 293.377 € 279.229 €
100.154
€ 15.867 € 7.794 €
12.137
€
10.432
€ 20.061 € 2.504
€
756.595
Storting in egalisatiereserve Kapitaallasten - rente Kapitaallasten - afschrijving Doorberekende uren - B&O Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTW-compensatiefonds) SUB Lasten
Baten
Afvalstoffenheffing Overige rijksbijdragen Overige bijdragen Onttrekking egalisatiereserve vuilverwerking Bespaarde rente Bijdrage kosten afvoer gestorven huisdieren TOTAAL BATEN
SALDO Kostendekkendheid
€ 87.678 € 19.395
€ 90.047 € 14.095 € € 106.004 57.015 € € 43.650 56.991 € € 45.488 44.770 € 251.479 € 251.204 € € 1.733.641 1.740.403 € 1.662.727€ 37.500€ 15.987-
€ 1.663.375€ 55.624-
€
17.384
€
55.432
€
64.347
€ 36.146 € 270.211 € 1.711.348
€ 1.642.377-
€ 14.738€ 2.689€ 1.733.641-
€ 19.122€ 2.283€ 1.740.403-
€ 50.000€ 16.622€ 2.350€ 1.711.348-
€ -
€ -
€ -
100%
100%
100%
4.1.4 Bevindingen en actiepunten In Winsum gaan wij al jaren uit van een 100% kostendekkend tarief. In die zin verandert er niets. Wel gaan wij onze administratie inrichten volgens het nieuwe model Kostenonderbouwing afvalstoffen, zoals dat door de VNG is gepubliceerd. Mochten hierop wijzigingen/aanvullingen komen, dan zullen wij deze volgen.
- 15 -
4.2
Rioolheffing
4.2.1 Huidig kader Voor de rioolheffing (m.i.v. 01-01-2010 in plaats van het rioolrecht, zie paragraaf 3.8.2) geldt als uitgangspunt dat de tarieven op basis van 100% kostendekkendheid worden vastgesteld. Kostentoerekening Voor de bepaling van de rioolheffing hanteren we m.i.v. 2008 het volgende model:
Tabel : Model kostentoerekening rioolheffing Rioolheffing Lasten
Elektriciteit Telefoonkosten Structureel Uitbesteed werk - onderzoekskosten Incidenteel Uitbesteed werk - onderzoekskosten Uitbesteed werk - uitvoeringskosten Reiniging rioleringen Onderhoud rioolgemalen Onderhoudsabonnementen riolen Vergunningen Kapitaallasten - rente Kapitaallasten - afschrijving Doorberekende uren - B&O Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTW-compensatiefonds)
Baten
Opbrengst rioolheffing Onttrekking egalisatiereserve vuilverwerking Bespaarde rente Onttrekking voorziening vervanging rioleringen
SALDO LASTEN EN BATEN
4.2.2 Recente ontwikkelingen Van rioolrecht naar rioolheffing Per 01-01-2010 is de rioolrechten vervangen door de rioolheffing. De rioolheffing o.b.v. art. 228a Gemeentewet is breder dan de rioolrechten o.b.v. art. 229, lid 1a Gemeentewet. De rioolrechten werd uitsluitend geheven ter zake van de inzameling en het transport van afvalwater. Afvoer van regenwater via de gemeentelijke riolering kon wel bekostigd worden middels de rioolrechten. De zuivering van huishoudelijk afvalwater en de zorgplicht voor het grondwater hadden echter niets met rioleringskosten te maken en konden in elk geval niet middels de rioolrechten verhaald worden. Via de nieuwe rioolheffing kunnen deze kosten wel worden verhaald, zodat in zoverre sprake is van een bredere categorie van belastbare feiten. Anders dan bij rechten op grond van art. 229 Gemeentewet gaat het hier niet om een retributie, maar om een bestemmingsheffing. Omdat het een bestemmingsheffing is, hoeft in de relatie met de belastingplichtige geen sprake te zijn van een rechtstreekse tegenprestatie in de vorm van een verleende dienst of voorziening waar de belastingplichtige gebruik van maakt. Voor
- 16 -
de rioolheffing volstaat het als belastingplichtigen gebruik kunnen maken van de gemeentelijke voorzieningen zoals beschreven in art. 228a Gemeentewet. Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) De kostendekkende exploitatie rioleringen is gebaseerd op een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP). Het vigerende (Verbreed) GRP 2010-2014 is op 8 december 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan worden onder andere de nieuwe en gewijzigde zorgtaken die de gemeenten met de inwerkingtreding van de Waterwet hebben gekregen verwoord, gekwantificeerd en begroot (vandaar verbreed GRP, ofwel vGRP). Een VGRP heeft een strategisch, financieel en beleidsmatig karakter. Naast een concrete invulling van het rioleringsbeleid voor de geldende planperiode wordt een visie gegeven op de ontwikkelingen in de toekomst. In dit VGRP worden onderzoek, maatregelen, planning, middelen en kostendekking vastgelegd. Daarnaast betekent de uitbreiding van de rioleringszorg met de zorg voor de afvoer van het hemelwater en de maatregelen ten aanzien van nadelige gevolgen van de grondwaterstand een verbreding van het huidige gemeentelijke rioleringsplan. Dit geldt ook voor de invoering van de Wet verankering en bekostiging van de gemeentelijke watertaken per 1 januari 2008. De riolering dient doelen op het terrein van de volksgezondheid en de kwaliteit van de leefomgeving en heeft tevens een grote materiële waarde. Daarom is een goede zorg noodzakelijk. Een doelmatige rioleringszorg wordt gekenmerkt door: 1. inzameling van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater; 2. inzameling van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding; 3. transport van het ingezamelde water naar een daarvoor bestemd lozingspunt; waarbij: a. ongewenste emissies naar het oppervlaktewater, bodem en grondwater worden voorkomen; b. geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt; c. structurele nadelige gevolgen van het grondwater worden beperkt. Model kostenonderbouwing rioolheffing (VNG, januari 2010) De VNG heeft met de rijksoverheid afgesproken dat de kostenonderbouwing van de gemeentelijke heffingen transparanter wordt. Het model kostenonderbouwing zorgt voor een eenduidige, transparante onderbouwing van de rioolheffing. Met een activiteitenlijst (i.p.v. een lijst van kostensoorten) laat de gemeente zien wat de inspanningen zijn. Het model kostenonderbouwing gaat uit van de activiteiten die de gemeente verricht voor het uitvoeren van de zorgplicht voor afval-, hemel- en grondwater. De kosten van de verschillende activiteiten worden via een stappenplan afzonderlijk in beeld gebracht. Dat leidt tot een activiteitenoverzicht per gemeente. Daarna vindt standaardisatie van de activiteiten plaats. Hierdoor worden de uitkomsten goed vergelijkbaar zonder dat de verschillen buiten beeld raken en is inzichtelijk welke prioriteiten de gemeente stelt en wat de kostenverschillen per gemeente zijn. Uitgangspunt bij het kostenverhaal is dat de begroting de basis is voor de te verhalen kosten, incl. de toegerekende overhead hierin. De kosten die via de kostenverdeelstaat in de begroting worden toegerekend aan een begrotingspost bevatten dus de redelijke (want binnen de boekhoudkundige grenzen) overheadkosten die aan een dienst toegerekend kunnen worden.
- 17 -
Tabel: Model kostenonderbouwing rioolheffing VNG: ACTIVITEIT Vervanging/aanleg/verbetering kapitaallasten tot jaar 2011 vervangingsinvesteringen in 2011 nieuwe aansluitingen in 2011 nieuwe IBA’s in 2011 herinrichting bestaande wijk aanleg waterdoorlatende verhardingen aanleg WADI Renovatie Riolering, incl. gemengd stelsel Relining hemelwatervoorzieningen grondwater Onderhoud en reparatie onderhoud drukriolering onderhoud kolken herstel kolken en kolkleidingen doorspuiten verstoppingen reparaties inspectie en reiniging Pompen en gemalen elektriciteit + ov. kn. pompen en gemalen aanschaf apparatuur en gereedschappen onderhoud IBA’s straatreiniging
- 18 -
Bedra g
Gemengd Toereke Toelichtin e g activiteit nings%
Verhaalbare kosten 2011
onderhoud bermsloten onderhoud stedelijke waterpartijen onderhoud WADI onderhoud waterdoorlatende verharding onkruidbestrijding Begeleiding en opdrachtgeving voorbereiden plannen uit GRP klachtenafhandeling communicatie Toezicht op werk actualiseren GRP opdrachtgeving van opdr. uit GRP en inc. salarissen en sociale lasten Overig doorbelastingen andere afdelingen, belastingen, bijdragen en contributies toerekenbare BTW Bijdrage afkoppelsubsidie perceptiekosten rioolheffing Meerjarig perspectief onttrekking/toevoeging reserve onttrekking/toevoeging voorziening TOTAAL
- 19 -
4.2.3 Kostendekkendheid De kostendekkendheid van rioolheffing in de periode 2009-2011 is hieronder weergegeven in samenhang met het verloop van de egalisatiereserve riolering:
Tabel : Kostendekkendheid rioolheffing Categori e Kostensoort Lasten
Elektriciteit Telefoonkosten Structureel Uitbesteed werk - onderzoekskosten Incidenteel Uitbesteed werk - onderzoekskosten Uitbesteed werk - uitvoeringskosten Reiniging rioleringen Onderhoud rioolgemalen Onderhoudsabonnementen riolen Vergunningen Storting voorziening vervanging rioleringen Kapitaallasten - rente Kapitaallasten - afschrijving Doorberekende uren - B&O Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTW-compensatiefonds) SUB Lasten
Baten
Opbrengst rioolheffing Verfijning rioleringen gemeentefonds Mutatie egalisatiereserve rioolheffingen Bespaarde rente Onttrekking voorziening vervanging rioleringen SUB Baten
SALDO
- 20 -
Rek. 2009 Rek. 2010 Begr. 2011 € 34.352 € 3.970 € € € € 1.380 € 44.755 € 1.792 € 33.908 € 3.547 € € 222.636 € 326.419 € 334.764 € 17.969 € 93.035 € 170.219 € 1.288.745
€ 25.905 € 4.310 € € 175 € € 50.180 € 15.401 € 9.612 € 22.278 € 2.396 € € 269.678 € 312.415 € 316.661 € 18.019 € 131.365 € 172.656 € 1.351.053
€ 1.137.165€ 64.646€ 16.022€ 70.912€ € 1.288.745-
€ 1.155.241€ € 269.538€ 81.243€ € 1.506.022-
€ 1.336.582€ € € 57.505€ 256.176€ 1.650.263-
€ 0
€ 154.970-
€ 0
€ 38.188 € 6.233 € € € -
71.700
€
127.500
€
114.813
€
21.872
€ 15.225 € 5.428 € 613 € €
392.668
€
409.980
€
23.544
€
204.061
€ 218.440 € 1.650.263
Kostendekkendheid
100%
111%
100%
4.2.4 Bevindingen en actiepunten In Winsum hanteren we al jaren het uitgangspunt dat de rioolheffingen (eerder rioolrechten) 100% kostendekkend moeten zijn. Ingaande het jaar 2010 gebeurt dit volledig op basis van een contante waardeberekening van de toekomstige lasten en baten op dit onderdeel. De Contante Waarde hiervan moet gelijk zijn aan de stand van de Voorziening vervanging rioleringen. Op dit moment is onze administratie nog niet ingericht overeenkomstig het nieuwe VNG-model kostenonderbouwing rioolheffing. Wij streven er naar dat ingaande de begroting 2012 in te voeren. Een en ander vergt nog het nodige interne overleg en afstemming.
- 21 -
4.3
Lijkbezorgingsrechten
4.3.1 Huidig kader Kostendekkendheid Voor begrafenisrechten geldt als uitgangspunt dat de tarieven op basis van 100% kostendekkendheid worden vastgesteld. Kostentoerekening Voor de bepaling van de begrafenisrechten hanteren we m.i.v. 2008 het volgende model:
Tabel : Model kostentoerekening Begraafrechten Begraafrechten Lasten
Waterschapsomslag Huur materieel Zand/grint/schelpen Plantmateriaal Waterlevering Uitbesteed werk secretarie Uitbesteed onderhoud Brandverzekering Kapitaallasten - afschrijving Kapitaallasten - rente Doorberekende uren - B&O civiel Doorberekende uren - B&O bouwploeg Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTW-compensatiefonds)
Baten
Begraafrechten Bespaarde rente
TOTAAL SALDO LASTEN EN BATEN
Voor deze heffing is geen egalisatiereserve gevormd. De lasten van deze dienst zijn relatief constant, terwijl de opbrengstenkant onzeker is. Teneinde positieve en negatieve resultaten op deze dienst te kunnen opvangen is een egalisatiereserve mogelijk gewenst. 4.3.2
Recente ontwikkelingen Model kostenonderbouwing lijkbezorgingsrechten (VNG, juni 2010) De VNG heeft met de rijksoverheid afgesproken dat de kostenonderbouwing van de gemeentelijke heffingen transparanter wordt. Het model kostenonderbouwing zorgt voor een eenduidige, transparante onderbouwing van de begrafenisrechten. Met een activiteitenlijst (i.p.v. een lijst van kostensoorten) laat de gemeente zien wat de inspanningen zijn. Het model kostenonderbouwing gaat uit van de activiteiten die de gemeente verricht voor het uitvoeren van de processen rond begraven en het onderhoud van de begraafplaats.
- 22 -
Tabel: Model kostenonderbouwing lijkbezorgingsrechten VNG: ACTIVITEIT
VerhaalGemengde Toereke- Toebare Bedrag activiteit nings% lichting kosten 2011
Verlenen van rechten Begraven Cremeren Asbestemming Grafbedekking Lijkschouwing Ontmoeten, herdenken Onderhoud Overige activiteiten Overig Doorbelasting afdelingen belastingen (perceptiekosten) Toerekenbare BTW Meerjarig perspectief Onttrekking / Toevoeging voorziening TOTAAL
De VNG geeft in de toelichting bij haar model kostenonderbouwing aan, dat in de lijkbezorging het meerjarig perspectief een extra dimensie heeft. Uitsluitende rechten kunnen voor tientallen jaren worden gevestigd. Onderhoudsrechten kunnen voor meerdere jaren worden afgekocht. Met deze inkomsten kan volgens de VNG op verschillende manieren worden omgegaan: • Een methode is om via stortingen en onttrekkingen in de voorziening de inkomsten en de uitgaven te egaliseren. De inkomsten door afkoop betreffen de bestrijding van kosten voor activiteiten voor meerdere jaren. Theoretisch leidt dit per geval tot toevoeging aan de voorziening in het jaar van ontvangst en jaarlijkse onttrekkingen in latere jaren. • De wet van de grote getallen maakt het mogelijk om jaarlijkse toevoegingen en onttrekkingen aan de voorziening te salderen. Het is zelfs denkbaar dat de gemeente het ideaalcomplex kan hanteren. De jaarlijkse inkomsten (toevoeging aan de voorziening) en de jaarlijkse uitgaven (onttrekkingen aan de voorziening) zijn bij het ideaalcomplex in evenwicht. In dat geval is de voorziening per saldo nul. In alle gevallen dat er een voorziening is, zal de hoogte hiervan van een onderbouwing moeten worden voorzien.
- 23 -
4.3.3 Kostendekkendheid De kostendekkendheid van begrafenisrechten in de periode 2009-2011 is hieronder weergegeven.
Tabel : Kostendekkendheid lijkbezorging Categori e Kostensoort Lasten
Waterschapsomslag Huur materieel Zand/grint/schelpen Plantmateriaal Waterlevering Uitbesteed werk secretarie Uitbesteed onderhoud Brandverzekering Gebouwenonderhoud Kapitaallasten - afschrijving Kapitaallasten - rente Doorberekende uren - B&O civiel Doorberekende uren - B&O bouwploeg Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTWcompensatiefonds) SUB Lasten
Baten
Begraafrechten Bespaarde rente TOTAAL BATEN
SALDO Kostendekkendheid
Rek. 2009 Rek. 2010 Begr. 2011 € 343 € 760 € 1.265 € 244 € 96 € 4.223 € 31.944 € 230 € 2.799 € 43.448 € 16.094 € 92.878 € 3.929 € 15.949
€ 235 € 785 € 7.300 € 2.296 € 119 € 861 € 28.772 € 235 € 3.693 € 28.328 € 15.409 € 58.445 € 4.733 € 35.862
€ 330 € 1.305 € 4.619 € 1.464 € 100 € -
€ 214.200
€ 187.074
€ 222.005
€ 104.958€ 506€ 105.463-
€ 105.681€ 506€ 106.187-
€ 189.456€ 506€ 189.962-
€ 108.737
€ 80.887
€ 32.044
49%
€ € 300
29.489
€
10.489
€
32.208
€
15.997
€ 95.301 € 4.690 €
57%
25.713
86%
4.3.4 Bevindingen en actiepunten Uw raad heeft inmiddels de nota begraven vastgesteld. Uit het eerder genoemde onderzoek bleek dat er ook kosten worden gemaakt op het terrein van
- 24 -
begraafplaatsen, welke niet worden verantwoord op het product Lijkbezorging. Hierbij gaat het in de begroting 2011 om een bedrag van € 94.961. Deze kosten zijn geraamd op de functies 210 Wegen en 560 Openbaar groen. In de bestuursrapportage 2011 hebben de overheveling van deze ramingen naar het product Lijkbezorging meegenomen, opdat er beter inzicht kan worden verkregen. Uit het onderzoek in het kader van de nota begraven is ook gebleken dat nog niet even consequent onze tarievenverordening wordt gehandhaafd. De afgelopen jaren moesten we jaarlijks in een bestuursrapportage de geraamde opbrengst begraafrechten fors verlagen. Met name omdat we de in de verordening opgenomen legesbedragen voor onderhoud consequent in rekening gaan brengen, gaan we uit van een forse meeropbrengst ten opzichte van die van de afgelopen jaren. Of we de raming hiermee gaan benaderen is onzeker. De afgelopen periode werd het aan de mensen zelf overgelaten of men wel of niet de diensten wilde afnemen van het onderhoud. Hiervoor werd weinig gekozen. Het gaat hierbij niet om het onderhoud van de directe omgeving van het aan te kopen graf, maar ook van de gehele begraafplaats. In de kadernota zullen wij u voorstellen ingaande het jaar 2012 de opbrengstraming te verhogen met € 50.000. Wij zullen hierbij concreet een aantal besluiten voor tariefsaanpassingen, zoals die zijn genoemd in de nota begraven, voorstellen. Tot slot geven wij u inzicht in de aansluiting van de ramingen van het product Lijkbezorging in de begroting en relevante kosten voor de doorberekening van kosten aan afnemers van onze dienstverlening. Samenvatting kosten begraafplaatsen Totale kosten begraafplaatsen (begr. 2010)
€
AF: kosten van de niet-actieve begraafplaatsen € Relevante kosten op product Lijkbezorging € BIJ: Overige relevante kosten begraafplaatsen: - Wegen, straten en pleinen: onkruidbestrijding - Wegen, straten en pleinen: bermen en sloten
€ €
234.250 32.030202.220
7.500 25.000
- Openbaar groen: deel totale bestek Ability
€ 62.461 € Totale relevante kosten ivm doorberekening 297.181
- 25 -
4.4
Marktgelden
4.4.1 Huidig kader Voor deze heffing is 100% kostendekkendheid in principe het uitgangspunt. Dit percentage wordt afgeleid uit de verhouding uitgaven en inkomsten zoals deze in de begroting is opgenomen. Een kostendekkendheid van 100% is gelet op die verhouding niet haalbaar, omdat deze leidt tot irreële tariefstellingen. Daarmee vormt zich een risico van zogenaamde leegloop van de markt. Dit is ongewenst temeer daar de trend laat zien dat de marktgelden teruglopen. Kostentoerekening Voor de bepaling van de marktgelden hanteren we m.i.v. 2008 het volgende model: Tabel : Model kostentoerekening Marktgelden Marktgelden Lasten Elektriciteit Advertentiekosten Bijdrage jaarmarkt Uitbesteed werk/onderhoud Doorberekende uren - B&O civiel Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTW-compensatiefonds) Baten Opbrengst marktgelden Bijdrage energielasten
Er is geen egalisatiereserve of -voorziening gevormd ter egalisatie van de resultaten van marktgelden. 4.4.2 Recente ontwikkelingen In 2011 is het tarief € 23,10 per strekkende meter per jaar. In de nabije toekomst willen wij de kosten van de markt volgens onderstaand model in onze administratie gaan rubriceren: Tabel: Model kostenonderbouwing marktgelden: ACTIVITEIT
Verlenen van vergunningen Afzetting weekmarkt Opruiming weekmarkt Exploitatie weekmarkt Jaarmarkt Overige activiteiten
- 26 -
Bedrag
Gemengd ToeToerekee lichtin nings% activiteit g
Verhaalbare kosten 2011
Overig Doorbelasting afdelingen belastingen (perceptiekosten) Toerekenbare BTW Meerjarig perspectief Onttrekking / Toevoeging voorziening TOTAAL
Privatisering Jaarmarkt In het voorjaar 2010 is de organisatie van de jaarmarkt te Winsum (Baistemaart) overgedragen aan de Stichting Baistemaart Winsum. Met deze overdracht is een behoorlijk deel van de lasten van de markten weggevallen c.q. overgedragen aan de Stichting. Het gaat hierbij om bijv. advertentiekosten, maar met name om uren. Uren die besteed werden aan het aanschrijven van marktkooplieden, aan de verdelen van de marktplaatsen, aan het opmaken van facturen, aan de inning/invordering, maar ook aan controle en schoonmaakuren. Ter compensatie van deze overdracht wordt aan de Stichting jaarlijks een hogere subsidie verstrekt. 4.4.3 Kostendekkendheid De kostendekkendheid van de marktgelden in de periode 2009-2011 is hieronder weergegeven:
Tabel : Kostendekkendheid Markten Categori e Kostensoort Lasten
Stroom, normaal
Rek. 2009 Rek. 2010 Begr. 2011 € 2.381
Stroom, vastrecht Advertentiekosten Jubilea/feesten en bijdragen Waterlevering Uitbesteed onderhoud Doorberekende uren - B&O civiel Doorberekende uren - B&O bouwploeg Doorberekende uren - Secretarie Fictieve BTW (BTWcompensatiefonds) SUB Lasten
Baten
Marktgelden Bijdrage energielasten TOTAAL BATEN
€ 1.268 € 3.700 € 363 € 2.231
€ 561 € 1.203 € 3.275 € 7.000
€ 1.800 € 900 € 1.904 € 3.524 € 1.802 € 1.360
€ 14.041
€ 345 € 493 € 9.611
€ 23.984
€ 22.488
€ 27.720
€ 2.469€ 429€ 2.898-
€ 1.675€ 450€ 2.125-
€ 946€ 900€ 1.846-
€
16.430
- 27 -
SALDO Kostendekkendheid
€ 21.086
€ 20.363 12%
€ 25.874 9%
7%
De huidige kostenraming van € 25.900 is te hoog. Dat komt doordat de kosten van de Baistemaart hier ook nog in zitten. De besluitvorming van de privatisering is, voor wat betreft de ureninzet, niet meegenomen bij het opstellen van deze ramingen. Uiteindelijk blijft een kostenpost over van € 4.000,-- voor kosten van een marktmeester (1 uur/wk.). Na aftrek van de marktgelden (bijgestelde raming € 1.660,--) en de bijdragen van de marktkooplieden in de energiekosten (€ 429,--, niet geraamd) resteert een tekort van € 1.911,-. Deze cijfers zullen, na de overdracht van de jaarmarkt fors veranderen. De verwachting is, mede gelet op het vertrek van de marktmeester dat met name de urentoerekening fors zal afnemen. Over dit onderwerp en de kostendekkendheid zijn wij in gesprek met de marktkooplieden. Uitkomst zal naar verwachting zijn, dat de ureninzet nog verder zal afnemen. 4.4.4 Bevindingen en actiepunten De huidige raming is nog gebaseerd op de “oude” situatie dat de gemeente bemoeienis had met zowel de week- als de jaarmarkt. Nu de jaarmarkt is geprivatiseerd is de gemeentelijke bemoeienis behoorlijk teruggelopen. Voor de weekmarkt resteert een tekort. Dit tekort zal opnieuw worden berekend op basis van nieuwe kosten- en urentoerekening en dit moet gefaseerd worden opgebracht door hogere marktgelden.
- 28 -
4.5
Leges
Het afgelopen jaar heeft, onder begeleiding van het bureau Involon, een onderzoek plaatsgevonden met betrekking tot de onderbouwing van de kosten van de verschillende legesproducten. Hierbij is met name gekeken naar een transparante onderbouwing van de kosten/opbrengsten, aanbevelingen ten aanzien van de administratieve inrichting en voorstellen voor aanpassing van de tarieven. Als basis voor het onderzoek diende de VNG-modelverordening en de door de VNG uitgegeven modellen voor de verschillende kostenonderbouwingen. 4.5.1 Huidig kader Leges zijn de prijzen die door de dienstverlener worden betaald voor het aanvragen en verstrekken van een vergunning. De hoogte van de leges is gebaseerd op het profijtbeginsel. Hierbij is toegestaan dat een gemeente een hogere prijs in rekening brengt voor de behandeling van de aanvraag van een vergunning dan de daadwerkelijke kosten, mits het totaal van de begrote opbrengst van de leges het totaal van de begrote kosten niet overschrijdt. In de Gemeentewet (artikel 229b) is een opbrengstnorm opgenomen. Dit betekent dat de baten van de legesverordening niet boven de lasten mogen uitgaan. Dus op verordening-niveau maximaal 100% kostendekkendheid. Bij kruissubsidiëring wordt een bepaalde dienst binnen het ene vergunningenstelsel onder de kostprijs aangeboden waarbij de gederfde opbrengst wordt verhaald op een dienst die binnen een ander vergunningenstelsel boven de kostprijs wordt aangeboden. Begin 2010 is in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) de handreiking kostentoerekening leges en tarieven aangepast. Deze handreiking geeft inzicht in de wijze van doorberekening van kosten in rechten, heffingen en tarieven die maximaal kostendekkend mogen zijn en licht toe wanneer kruissubsidiëring wel en niet is toegestaan. 4.5.2 Recente ontwikkelingen De Europese Diensten Richtlijn (EDR) streeft de bevordering na van de vrijheid van vestiging en de vrije verrichting van grensoverschrijdende diensten. Dit heeft consequenties voor de legesheffing. De kosten moeten redelijk/evenredig zijn en er mag geen overschrijding zijn. Alleen kruissubsidiëring binnen clusters van sterk samenhangende vergunningenstelsels is toegestaan. Dit betekent dat er een beperking plaatsvindt van de mogelijkheid van kruissubsidiëring. Daarnaast heeft het Kabinet gesteld dat de WABO-leges in totaliteit ook niet meer dan kostendekkend mogen zijn. De nieuwe tarieventabel bij de legesverordening kent drie titels met daaronder verschillende hoofdstukken. Er is alleen kruissubsidiëring mogelijk binnen de verschillende hoofdstukken van titel 1 en van titel 2. Binnen titel 3 is slechts kruissubsidiëring mogelijk binnen elk hoofdstuk. De nieuwe indeling van de legesverordening kent dus 3 compartimenten waartussen geen kruissubsidiëring meer mogelijk is: • Titel 1: algemene dienstverlening • Titel 2: omgevingsvergunning • Titel 3: dienstverlening EDR
- 29 -
Terugvorderen leges identiteitskaart In oktober 2010 heeft het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch in hoger beroep uitspraak gedaan over het betalen van leges voor een Nederlandse identiteitskaart (ID-kaart). Vanaf 14 jaar moet iedereen zich kunnen legitimeren. Het Gerechtshof heeft bepaald dat burgers een ID-kaart vooral als legitimatiebewijs gebruiken en minder voor privéredenen als reizen. Daarom vindt het Gerechtshof dat een gemeente geen geld mag vragen voor het aanvragen van een Nederlandse identiteitskaart. Inmiddels heeft de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof vernietigd. De legesheffing kan hierdoor blijven zoals die was. 4.5.3 Kostendekkendheid Uit de primaire begroting 2011 hebben wij op basis van kosten en opbrengsten, die toerekenbaar zijn aan de dienstverlening waarvoor leges worden geheven, de kostendekkendheid van de legesverordening per titel en per hoofdstuk berekend. In onderstaande tabel ziet u hiervan de resultaten. De cijfers zijn gebaseerd op de ramingscijfers van 2011, maar bij de verdeling van de baten hebben wij de gemiddelde dienstverlening van de jaren 2009 en 2010 als uitgangspunt genomen. Op ramingsbasis hebben wij onze administratie nog niet zodanig ingericht dat deze cijferopstellingen makkelijk te maken zijn. Ditzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor de verdeling van de urenramingen. Bij bijvoorbeeld de centrale balie wordt niet gespecificeerd bijgehouden voor welke producten diensten worden verleend. Hierbij hebben we de tijdsbesteding per te leveren dienstverlening, zoals die door de medewerkers is aangegeven, als uitgangspunt genomen van de berekeningen. Bij de opbouw van de lasten is gekeken naar de producten Voorlichting, Publiekszaken, Openbare orde, Wegen, Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting. Alle kostencomponenten, en dat zijn ook de uren van alle medewerkers die tijd schrijven ten laste van deze producten, binnen deze producten zijn beschouwd en er is bepaald in hoeverre de kosten/uren relevant waren voor de bepaling van de door de leges terug te ontvangen kosten. De indeling in de legesverordening in verschillende titels, waar tussen kruissubsidiëring niet is toegestaan, maakt de cijferopstelling nog gecompliceerder. De in onderstaande tabellen opgenomen lasten zijn het resultaat van deze berekeningen. Basis hiervoor zijn de ramingen uit de begroting 2011 met een beoordeling per ramingsonderdeel welk deel van de lasten relevant zijn voor doorberekening in de leges en aan welk hoofdstuk van de legesverordening de kosten/uren moeten worden toegerekend.
Tabel : Kostendekkendheid Leges - Titel 1 Hoofdstu k Omschrijving 1 2 3 4 5
- 30 -
Lasten
€ 32.053 € Reisdocumenten 189.284 € Rijbewijzen 75.819 € Verstrekkingen uit de GBA 8.941 € Verstrekkingen uit het Kiezersregister Burgerlijke stand
Baten € 30.700 € 112.750 € 71.700 € € -
Kostendekking 95,8% 59,6% 94,6% 0,0%
6
Verstrekk.ogv Wet besch.persoonsgeg.
7
Bestuursstukken
8
Vastgoedinformatie
9
Overige publiekszaken
10
Gemeentearchief
11
Gereserveerd
12
Leegstandwet
13
Gereserveerd
14
Gereserveerd
15
Winkeltijdenwet
16
Kansspelen
17
Kinderopvang
18
Telecommunicatie
19
Verkeer en vervoer
20
Diversen Kostendekking Titel 1
€ € € € 12.002 € € € € € € € € € € € 26.076 € 344.175
€ € € € 10.300 € € € € € € € € € € € 7.350 € 232.800
85,8%
28,2% 67,6%
Hierbij is het nog van belang dat bij de reisdocumenten sprake is van een plafond in de kosten. Het is niet toegestaan hogere leges te vragen. Binnen dit legesbedrag moet overigens een deel (vast bedrag) aan leges worden afgedragen aan het rijk voor de vervaardiging van het reisdocument. Winsum hanteert op dit moment het maximumtarief. Voor de rijdocumenten zit een dergelijk plafond aan het in rekening te brengen bedrag er aan te komen. Ook van deze leges moet een deel worden afgedragen aan het rijk. De verwachting is dat het nog te bepalen plafondbedrag niet hoger ligt dan het thans geldende tarief in Winsum Voor wat betreft de dienstverlening die valt onder de fysieke leefomgeving hebben we te maken met de per 1 oktober 2010 ingevoerde Wet Wabo. Zowel voor wat betreft de lasten als de baten hebben we onze administratie nog niet overeenkomstig de hoofdstukken van deze titel ingericht. In onderstaande tabel is alles daarom nog ingevuld bij hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning.
Tabel : Kostendekkendheid Leges - Titel 2 Hoofdstu k Omschrijving 1 2
Begripsomschrijving Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag
Lasten € -
Baten
Kostendekking
€ -
- 31 -
3 4 5 6 7 8 9 10
€ 462.608 € Vermindering € Teruggaaf € Intrekking omgevingsvergunning € Wijziging omgevingsvergunning Bestemmingswijzigingen zonder € activiteiten € Sloopmelding € In deze titel niet benoemde beschikking € Kostendekking Titel 2 462.608 Omgevingsvergunning
€ 429.655 € € € € € € € € 429.655
92,9%
92,9%
De derde titel van de legesverordening betreft de dienstverlening vallend onder de Europese Diensten Richtlijn.
Tabel : Kostendekkendheid Leges - Titel 3 Hoofdstu k Omschrijving 1 2 3 4 5 6 7
Lasten
€ 1.547 € Organiseren evenementen of markten 18.861 € Prostitutiebedrijven Gereserveerd € Leefmilieuverordening € Brandbeveiligingsverordening € Overige vergunningen/ontheffingen € Kostendekking Titel 3 20.408 Horeca
Baten € 1.558 € 18.992 € € € € € 20.550
Kostendekking 100,7% 100,7%
100,7%
Bij bovengenoemde lasten hebben we alleen gerekend met de ureninzet. Met inzet van overige middelen is nog niet gerekend. Zo worden bijvoorbeeld voor evenementen materialen beschikbaar gesteld, en worden deze zelfs wel eens gebracht en gehaald door de eigen dienst. Zowel deze uren van de eenheid B&O als de kosten van de materialen (dranghekken, afschrikhekken, hesjes, enz.) zijn niet bij de lasten meegenomen. Op dit moment lijkt dan ook sprake van een geringe winst. Wij zullen onze administratieve inrichting zo mogelijk in de begroting 2012 aanpassen aan de indelen van de legesverordening, opdat wij zo spoedig mogelijk een goed inzicht krijgen in deze lasten. Om inzicht te bieden in de totale kostendekkendheid van de legesverordening hebben we onderstaand de 3 titels van de legesverordening samengevat. Zoals al eerder geschreven is er geen kruissubsidiëring mogelijk tussen de verschillende titels.
- 32 -
Tabel : Kostendekkendheid Dienstverlening ogv Legesverordening Titel
Omschrijving
1
Algemene dienstverlening
2
Fysieke leefomgeving
3
Europese Diensten Richtlijn Totale Kostendekking
Lasten € 344.175 € 462.608 € 20.408 € 827.192
Baten € 232.800 € 429.655 € 20.550 € 683.005
Kostendekking 67,6% 92,9% 100,7% 82,6%
4.5.4 Bevindingen en actiepunten Bevindingen Bij titel 1 van de legesverordeningen is sprake van een kostendekkendheid van 67,6%. Op onderdelen is in sommige gevallen bijna sprake van een 100% kostendekkendheid en in andere gevallen van een veel lagere kostendekkendheid. Binnen de titel is het toegestaan om aan kruissubsidiëring te doen. Wij willen u dan ook voorstellen om de tarieven van de onder deze titel vallende dienstverlening de komende jaren gefaseerd te verhogen in stappen van 10% om in 4 tot 5 jaar te komen tot 100% kostendekkende tarieven. Hierbij dienen we rekening te houden met de beperkingen die gelden voor de reis- en rijdocumenten. Verder zijn wij van mening dat de voor vrijwilligersorganisaties benodigde bewijzen over het gedrag (VOG) gratis of tegen een heel laag tarief verstrekt worden. Dit zullen wij als zodanig ook opnemen in onze legesverordening. Voorgesteld wordt de tarieven van titel 2 in 2012 met 7,64% te verhogen, zodat ook binnen deze titel sprake is van een 100% kostendekkendheid. Bij titel 3 zullen we eerst beter inzicht moeten hebben in de niet meegenomen kosten. Daarna zouden we eventueel kunnen besluiten tot verhoging van de onder deze titel vallende legestarieven. Actiepunten Met behulp van het bureau Involon hebben wij nu een model kunnen bouwen waarbij wij op ramingsbasis goed inzicht hebben in de opbouw van de verschillende ramingen. Om te kunnen aantonen dat er sprake is van reële ramingen zullen we op niet al te lange termijn onze administratie hierop moeten aanpassen, zodat ook in de administratie zichtbaar wordt dat er geen sprake is van grote afwijkingen tussen ramingen en realisatie. Hiertoe zullen er zowel in de financiële als in de urenadministratie de nodige aanpassingen moeten plaats vinden. De tarieventabel behorende bij de legesverordening aanpassen voor wat betreft de Verklaring omtrent het Gedrag ten behoeve van vrijwilligersorganisaties. Bij titel 3 worden niet altijd de kosten op de juiste functie verantwoord. Het gaat hierbij om materiaal dat beschikbaar wordt gesteld bij evenementen. Het gaat echter om relatief geringe bedragen. Wel wordt voorgesteld kosten zo zuiver mogelijk te ramen en te verantwoorden.
- 33 -
4.6
Brandweerrechten
4.6.1 Huidig kader Kostendekkendheid Voor deze heffing is vooralsnog 100% kostendekkendheid het uitgangspunt. Kostentoerekening Voor deze heffing bestaat nog geen kostenmodel. De huidige tariefstelling is gedateerd waarbij geen onderbouwing is benoemd. Er is geen egalisatiereserve gevormd ter egalisatie van de resultaten van brandweerrechten. 4.6.2 Recente ontwikkelingen Regionalisering brandweer Naar verwachting zal per 01-01-2012 de gemeentelijke brandweerzorg regionaal worden georganiseerd. De heffing van de brandweerrechten zal overgaan naar de Regionale Brandweer Groningen. 4.6.3 Kostendekkendheid Door het ontbreken van een kostenmodel kan geen uitspraak over de mate van kostendekkendheid van de brandweerrechten gedaan worden. De brandweerrechten die voor de in de verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten onderscheiden diensten worden geheven, mogen de voor deze individuele diensten gemaakte lasten in ieder geval niet overschrijden. 4.6.4 Bevindingen en actiepunten Door het ontbreken van een kostenmodel kan geen uitspraak worden gedaan over de mate van kostendekkendheid van de brandweerrechten. De gemeentelijke brandweerzorg en daarmee de dienstverlening waarvoor de brandweerrechten worden geheven, gaan per 01-01-2012 over naar de Regionale Brandweer Groningen. Het opzetten van een kostenmodel t.b.v. de begroting 2012 is daarom niet meer aan de orde.
- 34 -
5.
Het tarievenbeleid
In dit hoofdstuk vindt een bundeling plaats van alle leges/tarieven die worden geheven. Hierbij wordt ingegaan op enige beleidsmatige aspecten, maar bijvoorbeeld ook de relatie met het bezuinigingsvoorstel.
Toelichting per belasting 5.1
Onroerende zaakbelastingen
Voorstel: Voor de jaren 2012 t/m 2015 een jaarlijkse verhoging voorstellen van 3,5%. Reden van heffing: Algemeen dekkingsmiddel ter dekking van de gemeentelijke uitgaven. Relatie met bezuinigingsvoorstellen: Bij de bezuinigingsvoorstellen is een jaarlijkse opbrengstverhoging meegenomen van 3,5% over de jaren 2012 t/m 2015. Dit geeft een jaarlijks cumulerende hogere opbrengst van € 70.000.
5.2
Roerende zaakbelastingen
Voorstel: Zie Onroerende zaak-belastingen Reden van heffing: Algemeen dekkingsmiddel ter dekking van de gemeentelijke uitgaven. Relatie met bezuinigingsvoorstellen: Zie Onroerende zaak-belastingen
5.3
Rioolheffing
Voorstel: Alle relevante kosten voor 100% te laten dekken door de rioolheffing. Reden van heffing: Doorberekenen van de kosten voor aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke riolering aan belanghebbenden. Beleidsafspraken: 100% kostentoerekening Relatie met bezuinigingsvoorstellen: Bij de bezuinigingsvoorstellen is een voorstel opgenomen om de kwijtscheldingen te betrekken in de kosten, om op die manier deze te kunnen terugvragen van de belastingplichtigen. Voor wat betreft de rioolheffing gaat het om een bedrag van ± € 2.300,-.
5.4
Afvalstoffenheffing
- 35 -
Voorstel: Alle relevante kosten voor 100% te laten dekken door de afvalstoffenheffing. Reden van heffing: Doorberekenen van de kosten, die gemaakt zijn om huishoudelijk afval in te zamelen en te (laten) verwerken. Beleidsafspraken: 100% kostentoerekening. In 2012 wordt een proef gehouden voor de eventuele invoering van DifTar. In 2013 wordt hiertoe daarna definitief besloten. Relatie met bezuinigingsvoorstellen: Bij de bezuinigingsvoorstellen is een voorstel opgenomen om de kwijtscheldingen te betrekken in de kosten, om op die manier deze te kunnen terugvragen van de belastingplichtigen. Voor wat betreft de afvalstoffenheffing gaat het om een bedrag van ± € 85.500,-.
5.5
Leges
Voorstel: Integrale verhoging van tarieven 2010 met het inflatiepercentage van 1,5%, tenzij het Rijk het anders aangeeft. Het Rijk bepaalt voor veel producten het tarief/leges. De tarieven van de meeste producten zijn verhoogd met het inflatiepercentage van 1,5%. In een aantal gevallen zijn deze tarieven niet conform het inflatiepercentage verhoogd. De oorzaak ligt in het feit dat de tarieven van de uittreksels Burgerlijke Stand door het Rijk worden bepaald. De tarieven van de Reisdocumenten, Rijbewijzen, Verklaringen omtrent het gedrag zijn opgebouwd uit een deel rijksleges en gemeenteleges. De rijksleges worden (uiteraard) door het Rijk bepaald. De tarieven zijn tevens door het Rijk gemaximaliseerd. Met andere woorden, het Rijk bepaalt wat de gemeente maximaal in rekening mag brengen. In verband met de aanvraag of vernieuwing van een rijbewijs vindt het verstrekken van een Eigen Verklaring van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen plaats aan de centrale balie. De kosten de Eigen verklaring worden één-op-één doorberekend aan de burger. Reden van heffing: Doorberekenen van de lasten verbonden aan het in behandeling nemen van aanvragen voor diverse diensten. Beleidsafspraken: Streven naar een zo hoog mogelijke kostentoerekening Relatie met bezuinigingsvoorstellen: Bij de bezuinigingsvoorstellen is, vanuit de visie van het streven naar kostendekkende tarieven, een meeropbrengst voor leges opgenomen tot een bedrag van € 140.000 in het jaar 2015. Deze meeropbrengst moet in 4 stappen ingaande het jaar 2012 worden gerealiseerd. De onder titel 1 opgenomen legesbedragen worden gemiddeld met 10% verhoogd. De onder titel 2 opgenomen legesbedragen worden met 7,64% verhoogd.
- 36 -
5.6
Begraafrechten
Voorstel: Op een zo kort mogelijk termijn komen tot zoveel mogelijk kostendekkende tarieven. Reden van heffing: Doorberekening van de lasten die verbonden zijn aan teraardebestellingen, de administratieve afhandeling en het onderhoud aan de begraafplaatsen. Beleidsafspraken: Streven naar een zo hoog mogelijke kostentoerekening Relatie met bezuinigingsvoorstellen: Bij de bezuinigingsvoorstellen is vanuit de visie van het streven naar een kostendekkende dienstverlening een hogere opbrengst geraamd van € 50.000 ingaande het jaar 2012.
5.7
Marktgelden
Voorstel: Uiterlijk in 2014 komen tot een 100% kostendekkend markttarief. Reden van heffing: De markt is een economische activiteit. Gemeentelijke inzet/kosten dienen dan volledig te worden opgebracht door diegenen die economisch gebaat zijn bij het instandhouden van de markt. Relatie met bezuinigingsvoorstellen: Bij de bezuinigingsvoorstellen is vanuit de visie van een kostendekkende dienstverlening een hogere opbrengst opgenomen van € 1.911,-, zijnde het berekende tekort op de weekmarkt. De taakstelling moet in 3 stappen ingaande 2012 worden behaald.
5.8
Brandweerrechten
Voorstel: Te streven naar 100% kostendekkendheid Reden van heffing: De brandweer wordt soms ingeschakeld voor diensten welke niet direct behoren tot de werkzaamheden van de brandweer. Hiervan kunnen de kosten dan worden doorberekend aan de veroorzaker van de inschakeling. Relatie met bezuinigingsvoorstellen: geen
- 37 -
6.
De lokale belastingdruk
6.1
Inleiding
In de pers, maar ook bijv. vanuit de vereniging Eigen Huis, wordt vaak iets geschreven over stijgende woonlasten. Woonlasten zijn veel breder zijn het deel van de woonlasten dat door gemeenten wordt geheven. Om dit beeld iets te nuanceren gaan we eerst in op de woonlastenmonitor zoals die door het bureau Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lokale Overheden – verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen) jaarlijks wordt opgesteld. Daarna gaan we in de meer bekende overzichtjes van de gemeentelijke woonlasten.
6.2
Woonlastenmonitor 2011 (tekst COELO)
Duidelijkheid over woonlasten Eigenwoningbezitters zijn een groot deel van hun besteedbare inkomen kwijt aan woonlasten: de kosten van energie en water en van de opstalverzekering, en aan het wonen gerelateerde heffingen van gemeente, waterschap en rijksoverheid. Geen wonder dat een stijging van die woonlasten jaarlijks veel aandacht trekt. Maar hoe groot is die stijging precies? Dalen de woonlasten ook wel eens? Na de jaarwisseling trekt telkens een stoet aan cijfers aan de burger voorbij, zodat het moeilijk is het overzicht te houden. De Woonlastenmonitor van COELO geeft een totaalbeeld. Soorten woonlasten Woonlasten zijn er in soorten en maten. Om te beginnen is er natuurlijk de woning zelf. Die kan met eigen geld zijn gefinancierd, of, zoals meestal, met een hypothecaire lening. Gemiddeld bestaat ruim de helft van de woonlasten uit hypotheeklasten. In dit onderzoek focussen we echter op de bijkomende woonlasten. Het gaat hier om een breed scala, van de energierekening tot de onroerendezaakbelasting (ozb). De Woonlastenmonitor geeft per onderdeel aan hoe hoog de bijkomende woonlasten zijn en hoeveel deze zijn gestegen. Gemiddeld huishouden Iedereen heeft weer andere woonlasten. Dat hang niet alleen af van de gezinssituatie, maar ook van bijvoorbeeld de locatie. Om door de bomen het bos te blijven zien gaan wij uit van een standaard meerpersoonshuishouden met een hypotheekgefinancierde eigen woning. We gaan uit van gemiddelde tarieven, gemiddeld energieverbruik, een gemiddelde woningwaarde, enzovoort. In euro’s en als percentage van het inkomen Woonlasten moeten worden betaald uit het inkomen. Daarom worden woonlastenstijgingen niet alleen in euro’s gepresenteerd, maar ook als percentage van het gemiddelde besteedbare inkomen. Zo is in één oogopslag te zien welk beslag de woonlastenstijgingen leggen op de koopkracht van het gemiddelde huishouden.
- 38 -
Hypotheeklasten en bijkomende woonlasten Hypotheeklasten maken vaak meer dan de helft uit van de woonlasten. Gemiddeld gaat het om 57 procent van de totale woonlasten. De bijkomende woonlasten omvatten dan 43% van de woonlasten. Verschillen in woningprijzen vormen de belangrijkste reden waarom woonlasten tussen huishoudens verschillen. Woningen zijn in de ene gemeente meer waard dan in de andere. Regionale variatie in belastingtarieven speelt een veel kleinere rol. Samenstelling bijkomende woonlasten Naast de hypotheeklasten kent de huiseigenaar tal van bijkomende woonlasten. Bij elkaar gaat het in 2011 voor een gemiddeld huishouden om € 3.489 per jaar (Coelo gaat uit van € 3.919 per jaar, maar dit is incl. de overdrachtsbelasting; dit zijn in onze ogen geen jaarlijkse lasten). Dit bedrag vormt 43% van de totale woonlasten. De hypotheeklasten vormen de overige 57% (€ 4.625,-) van de totale woonlasten. Om de betekenis van de gemeentelijke woonlasten in een ander perspectief te zien tonen we in onderstaande grafiek de omvang van de verschillende woonlastencomponenten:
Verdeling bijkomende woonlasten (excl. hypoth.lasten)
4%
7%
18%
13%
8%
16% 34%
OZB
Riool-/Afvalst.heffing
Waterschapslasten
Eigenwoningforfait
Prijs energie en water
Belasting energie en water
Opstalverzekering De gemeentelijke heffingen vormen gemiddeld dus zo’n 20% (OZB = 7% en Riool- en Afvalst.heff. = 13%) van 43% van de totale woonlasten. Als we de hypotheekrente hierin nog betrekken is de omvang van de gemeentelijke woonlasten nog maar beperkt tot zo’n 9% van de totale woonlasten. Feitelijk kunnen we zeggen dat de gemeentelijke lasten maar een klein deel vormen van de woonlasten.
- 39 -
6.3
Hoe verhouden zich de lasten in Winsum zich tot andere gemeenten?
Ter informatie is onderstaand overzicht opgenomen waaruit blijkt hoeveel een gezin in de Groninger gemeenten moet betalen voor de zogenaamde pakketbelastingen. Dit overzicht is afkomstig van de provincie Groningen. Bij de berekening van de bedragen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: OZB: een woning met een gemiddelde economische waarde
- 40 -
Afvalstoffenheffing/Reinigingsrechten: indien een gemeente zowel een tarief voor een éénpersoons- als een meerpersoons-huishouden hanteert, is uitgegaan van het meerpersoonshuishoudentarief. Rangschikking: De rangschikking is op aflopende hoogte van het totale pakketbelastingbedrag per gemeente bij een gemiddelde WOZ-waarde. (bedragen x € 1,--) OZB gemiddeld Gemeenten tarief e gem.
Winsum Loppersum Oldambt Ten Boer Appingedam De Marne Haren Delfzijl Pekela Vlagtwedde Menterwolde Groningen Marum Slochteren Leek Bellingwedde Hoogezand-S Bedum Grootegast Veendam Zuidhorn Stadskanaal Eemsmond
OZB heffing bij
Afvalst . Riool Totaal Totaal heffing heffin % WOZ WOZ- waarde waarde / g pakket pakket waard belastin belastin waarde e Reinig. g g € € 165.000 225.000 recht 2011 2010 0,1520 166.100 252 251 342 283 230 765 729 0,1295 157.900 204 214 291 285 270 759 736 0,1688 146.800 248 279 380 270 234 752 734 0,1260 179.600 226 208 284 264 246 736 731 0,1916 148.500 285 316 431 272 174 731 731 0,1129 138.100 156 186 254 261 311 728 705 0,1145 271.600 311 189 258 231 182 724 696 0,1522 137.400 209 251 342 314 200 723 727 0,1440 143.100 206 238 324 286 230 722 716 0,0879 160.700 141 145 198 255 318 714 706 0,1378 168.000 232 227 310 249 221 702 702 0,1350 145.600 197 223 304 362 132 691 662 0,0980 220.900 216 162 221 240 225 681 668 0,1028 194.100 200 170 231 234 243 677 670 0,1200 198.300 238 198 270 205 222 665 661 0,1170 179.300 210 193 263 206 248 664 645 0,1262 149.300 188 208 284 293 168 649 618 0,1125 169.800 191 186 253 264 187 642 610 0,0944 202.200 191 156 212 198 244 633 662 0,1159 148.200 172 191 261 307 143 622 602 0,1163 192.700 224 192 262 203 186 613 595 0,1115 153.100 171 184 251 258 163 592 542 0,1816 149.700 272 300 409 24 272 568 518 WOZ-
WOZ-
In dit overzicht heeft Winsum nu de 1e plaats bereikt. Dit wordt mede veroorzaakt doordat wordt uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde. Deze is in Winsum, in vergelijking met gemeenten met ook hoge tarieven, hoger. Op de volgende pagina hebben we eenzelfde opstelling gemaakt, maar dan gebaseerd op een bepaalde waarde van een woning.
- 41 -
Ook het onderstaand overzicht opgenomen waaruit blijkt hoeveel een gezin in de Groninger gemeenten moet betalen voor de zogenaamde pakketbelastingen. Bij de berekening van de bedragen hebben wij de volgende uitgangspunten gehanteerd: OZB: een woning met een economische (getaxeerde) waarde van € 165.000 en een woning van € 225.000; Afvalstoffenheffing/Reinigingsrechten: indien een gemeente zowel een tarief voor een éénpersoons- als een meerpersoons-huishouden hanteert, is uitgegaan van het meerpersoonshuishoudentarief. Rangschikking: De rangschikking is op aflopende hoogte van het totale pakketbelastingbedrag per gemeente bij een WOZ-waarde van € 165.000. (bedragen x € 1,--) OZB WOZ-waarde € 165.000 WOZ-waarde € 225.000 Afvalst Afvalst Gemeenten tarief OZB . Riool Totaal OZB . Riool Totaal heffing heffin heffing heffin per heffing / g pakket heffing / g pakket belastin belastin % bij Reinig. g bij Reinig. g € € 165.000 recht 2011 225.000 recht 2011 Oldambt 0,1688 279 270 234 783 380 270 234 884 Loppersum 0,1295 214 285 270 769 291 285 270 846 Delfzijl 0,1522 251 314 200 765 342 314 200 856 Winsum 0,1520 251 283 230 764 342 283 230 855 Appingedam 0,1916 316 272 174 762 431 272 174 877 De Marne 0,1129 186 261 311 758 254 261 311 826 Pekela 0,1440 238 286 230 754 324 286 230 840 Ten Boer 0,1260 208 264 246 718 284 264 246 794 Vlagtwedde 0,0879 145 255 318 718 198 255 318 771 Groningen 0,1350 223 362 132 717 304 362 132 798 Menterwolde 0,1378 227 249 221 697 310 249 221 780 Hoogezand-S 0,1262 208 293 168 669 284 293 168 745 Slochteren 0,1028 170 234 243 647 231 234 243 708 Bellingwedde 0,1170 193 206 248 647 263 206 248 717 Veendam 0,1159 191 307 143 641 261 307 143 711 Bedum 0,1125 186 264 187 637 253 264 187 704 Marum 0,0980 162 240 225 627 221 240 225 686 Leek 0,1200 198 205 222 625 270 205 222 697 Stadskanaal 0,1115 184 258 163 605 251 258 163 672 Haren 0,1145 189 231 182 602 258 231 182 671 Grootegast 0,0944 156 198 244 598 212 198 244 654 Zuidhorn 0,1163 192 203 186 581 262 203 186 651 Eemsmond 0,1816 300 24 238 562 409 24 238 671
Zou de rangschikking gebaseerd zijn op een woning met een WOZ-waarde van € 225.000, dan zou de positie van Winsum niet wijzigen. Wel zouden Loppersum en Appingedam van plaats wisselen.
- 42 -
In de tabel op de volgende pagina ziet u, op een breder terrein dan slechts de woonlasten, het niveau van een aantal verschillende tarieven van Winsum in vergelijking met de gemiddelde tarieven in Nederland, en met de tarieven van onze omgeving. In de kolom “Omgeving” ziet u de gemiddelde tarieven van de 5 ons omringende gemeenten.
- 43 -
Lokale lasten; Winsum in vergelijking met de omgeving Omschrijving Gemeentelijke woonlasten 2011 Éénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Rangnummer Nederland (1 = laagst)
WINSUMNEDERLAND
€ 766 € 789
Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden Kwijtschelding mogelijk Kwijtscheldingsnorm Rioolheffing woningen Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden Kwijtschelding mogelijk Kwijtscheldingsnorm Burgerzaken Kosten paspoort
- 44 -
€
€ 601 622 € 671 665
Bedum
0,1520% 0,3503%
€ 260 € 283
0,0992% 0,3400%
€ €
€ 212 178 € 269 222
661 €
667 €
548 €
585 €
649
€
661 €
729 €
560 €
646 €
731
167
317
141
319
0,1410% 0,1125% 0,1129% 0,4264% 0,3560% 0,3249%
€ €
Ja 100%
€ 230 € 230
€ €
€ 160 211 € 172 211
Ja nvt
€
€
51,77 €
De Eemsmon Groninge Marne d Zuidhorn n
€
395
OZB Tarief woningen (%) Tarief niet-woningen (%) Afvalstoffenheffing woningen
€
Gemiddeld e OMGEVING
264 €
176 €
264 € 237 € Ja Deels 100% 100%
€
187 €
311 €
€
187 € Ja 100%
311 € Nee Nvt
€ 52,10 € 52,10 €
21
0,1816% 0,5654%
12 €
0,1163% 0,3097%
160 €
24 € 221 € Ja Minimabel. 100% Nvt
238 €
0,1350% 0,5760%
280 362 Deels 100%
186 €
132
238 € 186 € Ja Minimabel. 100% Nvt
132 Nee Nvt
52,00 €
52,10 €
52,10
Kosten rijbewijs Kosten identiteitskaart Kosten uittreksel GBA
52,10 € 40,00 € 43,85 € 11,50
€ € €
52,08 € 42,31 43,08 € 43,46 43,83 € 8,75 8,76
€ 38,50 € 37,80 €
32,50 €
44,60 €
62,00
€ 43,85 € 43,85 €
43,80 €
43,85 €
43,80
5,35 €
10,00 €
14,50
€
6,60 €
7,35 €
Toeristenbelasting Bedrag per overnachting
€
- €
€ -
€
€ 1,34 0,86
€
-
€
1,00 €
60 €
- €
-
€
-
€
3,30
€
92
Hondenbelasting Bedrag voor één hond
58 €
41 €
53 €
-
- 45 -
7.
Het kwijtscheldingsbeleid
Kwijtschelding algemeen Kwijtschelding van belasting kan worden verleend indien men niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. Van buitengewoon bezwaar is in het algemeen sprake indien de middelen om een belastingaanslag te betalen ontbreken en ook niet binnen afzienbare tijd kunnen worden verwacht. Daarnaast kunnen zich ook andere omstandigheden voordoen die meebrengen dat betaling van de aanslag redelijkerwijs niet kan worden gevorderd. Om de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor elke burger te waarborgen, is er een landelijk geldend kwijtscheldingsbeleid ontwikkeld en vastgelegd in de "Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990”. Vroeger waren de normen tamelijk streng, maar sinds 1 januari 1995 zijn de normen verruimd. Deze verruiming bestond uit een verhoging van de kosten van bestaan van 90% naar maximaal 95% van de bijstandsuitkeringen. Met ingang van 1 januari 1997 is de kwijtscheldingsnorm uiteindelijk tot 100% opgetrokken. Verreweg de meeste gemeenten hanteren de maximale kwijtscheldingsnorm. In de praktijk betekent dit dat huishoudens met een minimumloon voor kwijtschelding in aanmerking komen, mits zij de vermogenstoets doorstaan. Met ingang van 1998 voert het waterschap Noorderzijlvest (thans Hefpunt voor belastingen van waterschappen en gemeenten) de kwijtscheldingsregeling uit voor onze gemeente. Evaluatie kwijtscheldingsverzoeken 2010 Beslissing verzoek Volledig toegekend Gedeeltelijk toegekend Afwijzing Nog in behandeling Totaal aantal aanvragen
Aantal 182 5 100 15 302
Geautomatiseerde kwijtscheldingstoets Met ingang van 1 januari 2009 kunnen gemeenten via het Inlichtingenbureau een geauto-matiseerde kwijtscheldingstoets laten uitvoeren. Hiermee leveren we een bijdrage aan ad-ministratieve lastenverlichting voor burgers. Jaarlijks doen veel mensen bij hun gemeente het verzoek om kwijtschelding van gemeente-belastingen. Als de kwijtschelding wordt toegewezen, kan dat burgers honderden euro's per jaar schelen. Zodoende is deze kwijtschelding een belangrijke manier om armoede terug te dringen. Geautomatiseerde toetsing Door het hele aanvraagproces te automatiseren, verminder je bovendien de administratieve lasten van gemeenten en burgers. Het Inlichtingenbureau biedt deze mogelijkheid met de zogeheten geautomatiseerde kwijtscheldingstoets voor gemeenten. Voorwaarden Iemand heeft recht op kwijtschelding van gemeentebelastingen als het inkomen en vermo-gen onder een bepaalde grens valt. Het Inlichtingenbureau toetst of dit het geval is door gegevens uit te wisselen het UWV, de Rijksdienst voor wegverkeer en de Belastingdienst. - 46 -
Er gelden een paar voorwaarden voor geautomatiseerde toetsing, namelijk: - In het voorgaande jaar heeft betrokkene verzocht om kwijtschelding; - In het voorgaande jaar had betrokkene recht op kwijtschelding; - Betrokkene heeft toestemming gegeven voor geautomatiseerde toetsing. Burger behoudt recht zelf aanvraag te doen De geautomatiseerde toets wijst niemand af voor recht op kwijtschelding. Er wordt alleen getoetst wie sowieso in aanmerking komt. In alle andere gevallen kunnen mensen altijd zelf een aanvraag voor kwijtschelding doen bij de gemeente
- 47 -
8.
De invordering
Betaling via acceptgirokaarten en automatische incasso Afhankelijk van het aanslagbedrag kan de gecombineerde aanslag van de gemeente Winsum voldaan worden in drie of negen termijnen. De bedragen waar het om gaat zijn: Aanslagbedrag Hoger dan € 2.500,Tussen € 2.500,- en € 150,Gelijk of lager dan € 150,-
Machtiging n.v.t. Nee Ja n.v.t.
Aantal betalingstermijnen Drie Drie Negen Drie
In de gemeente Winsum heeft 55% van de belastingplichtigen een machtiging tot automatische incasso afgegeven. Door de belastingplichtige de mogelijkheid te geven zijn/haar aanslag over negen termijnen te betalen, lijdt de gemeente Winsum renteverlies. Dit renteverlies weegt echter op tegen de klantvriendelijkheid voor de burger. De bovengrens voor een automatische incasso is in het verleden ingesteld om bedrijven indirect hiervoor uit te sluiten. Het is namelijk niet de bedoeling dat commerciële instellingen voordelen trekken van een lange betalingstermijn, terwijl de gemeente hierdoor renteverlies lijdt. Betaling na herinnering Voor het verstrijken van de laatste betalingstermijn wordt de belastingplichtige er aan herinnerd dat de laatste vervaldag van de aanslag nadert. In de week van de vervaldag, of zonodig een week eerder, wordt een herinneringsartikel in de Wiekslag geplaatst. Betaling na aanmaning Indien na het verstrijken van de betalingstermijn het verschuldigde bedrag niet of niet volledig is betaald, volgt er een schriftelijke aanmaning. De aanmaning geeft de belastingschuldige veertien dagen om alsnog zijn aanslag, inclusief aanmaningskosten, te betalen. Per jaar worden er gemiddeld 600 aanmaningen verzonden. Betaling na kennisgeving dwangbevel Als er ook na een aanmaning niet wordt betaald, volgt er een kennisgeving dwangbevel. De belastingschuldige moet het verschuldigde bedrag, inclusief aanmaningskosten, binnen 10 dagen betalen. Per jaar worden er gemiddeld 185 kennisgevingen dwangbevel verzonden. Betaling na dwangbevel Als er ook na een aanmaning niet wordt betaald, volgt er een dwangbevel. De belastingschuldige moet het verschuldigde bedrag, inclusief dwangbevelkosten, binnen twee dagen betalen. Per jaar worden er ongeveer 115 dwangbevelen betekend. Indien er ook na een dwangbevel niet wordt betaald, dan kan er beslag worden gelegd op salaris, uitkering, roerende of onroerende zaken. Op jaarbasis is dat ongeveer 15 keer het geval. Betalingsregeling Als een belastingschuldige de aanslag niet op tijd kan betalen, kan hij/zij vragen om een betalingsregeling. De aanvrager moet de reden aangeven en moet eventueel
- 48 -
financiële gegevens overleggen. Jaarlijks wordt voor ongeveer 25 personen een betalingsregeling getroffen. Niet verder bemoeilijken Het komt voor dat de belastingschuldige niet voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar dat de invordering niet in alle redelijkheid kan worden voortgezet. In deze situatie bestaat de mogelijkheid de belastingschuldige niet verder te bemoeilijken voor de betreffende schuld(en). Het niet verder bemoeilijken zal slechts incidenteel en ingegeven door individuele situaties worden gedaan. Er is in feite sprake van een soort hardheidsclausule. Gemiddeld komt een dergelijke situatie een paar keer per jaar voor. Oninbaar verklaren Indien bij de invordering blijkt dat er voor de belastingschuld geen verhaalsmogelijkheden zijn, wordt de vordering oninbaar verklaard. Dit besluit wordt niet aan de belastingschuldige medegedeeld en hij/zij kan aan deze administratieve handeling geen rechten ontlenen, aangezien bij gewijzigde omstandigheden de invorderingsactiviteiten weer kunnen worden opgepakt. Gemiddeld wordt <1% van de totale belastingopbrengst oninbaar verklaard.
- 49 -