BIJLAGE NOTA ZIENSWIJZEN
Inspraak en advies Op 18 augustus 2014 hebben de colleges van de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde een aantal stukken voor de inspraak vrijgegeven waarin de uitvoering voor de nieuwe taken jeugdzorg, Wmo en participatie vanaf 2015 wordt beschreven. Het gaat om de volgende concept-stukken: • Jaarplan Sociaal domein 2015, decentralisaties jeugdzorg, Wmo en participatie • Verordening Jeugdhulp • Nadere Regels Jeugdhulp • Verordening Maatschappelijke Ondersteuning • Re-integratieverordening Participatiewet • Individuele Inkomenstoeslag Verordening • Afstemmingsverordening • Verordening tegenprestatie naar vermogen • Individuele studietoeslag Op 18 augustus 2014 zijn de concept-stukken aan 117 stakeholders gemaild met de uitnodiging uiterlijk 1 september 2014 een reactie te geven. Daarnaast zijn de stukken ter inzage gelegd bij de publieksbalies van de gemeentehuizen en op de websites van de gemeenten gepubliceerd. Tenslotte is een persbericht verstuurd aan de regionale kranten. De inspraakperiode is erg kort. Dit komt omdat de besluiten door de gemeenteraad genomen moeten worden vóór 1 november 2014. Een aantal keuzes in de stukken is wel al eerder besproken met maatschappelijke organisaties en de opmerkingen die toen gemaakt zijn, zijn in de stukken verwerkt. Een aantal adviesraden van de 3 gemeenten heeft gevraagd om na 1 september hun reactie te mogen geven. Het gaat om de Wmo-WWBadviesraad in Hoogezand-Sappemeer, Ouderenraad in Hoogezand-Sappemeer, Wmo-raad in Slochteren, Platform werk en inkomen in Slochteren en Participatieraad in Menterwolde. Met deze adviesraden is afgesproken dat zij 3 weken uitstel krijgen. Hun reactie zal apart aan de colleges worden voorgelegd op dinsdag 30 september en daarna (met een reactie van het college) aan de gemeenteraden zodat de zienswijzen beschikbaar zijn voor de eerste bespreking van de stukken in de commissie/raad. Er zijn tijdens de inspraakperiode tot 1 september reacties ingediend. Daarnaast zijn de concept-stukken ambtelijk op onderdelen verbeterd en aangevuld. Bij dit laatste is ook gebruik gemaakt van de input van ambtelijke collega’s uit de uitvoering. Op 26 en 28 augustus zijn 2
1
bijeenkomsten georganiseerd met collega’s die straks met de verordeningen gaan werken. Alle reacties zijn beoordeeld en de beantwoord en eventuele wijzigingen worden bij het onderdeel ‘inhoud inspraakreacties’ weergegeven. Deze nota wordt gedeeld met iedereen die een inspraakreactie heeft gegeven zodat zichtbaar is hoe een reactie is verwerkt. En de nota wordt als onderdeel van de besluitvorming op de website van de gemeenten gepubliceerd. Voor aanvullende informatie over het advies van de indieners kunnen mensen zich wenden tot de programmamanager decentralisaties.. Overzicht indieners reacties De onderstaande tabel geeft de ingekomen inspraakreacties weer. Volgnummer
Organisatie
1.
GGD
2.
Aletta Jacobs College
3.
Eigen Kracht Centrale
4.
De Zijlen
5.
Platform Mantelzorg
6.
Kwartier zorg en welzijn / Steunpunt Mantelzorg Hoogezand
7.
MEE
8.
NOVO
9.
Humanitas DMH
10.
Elker / het Poortje
11.
Ambtelijke reacties
Inhoud inspraakreacties De reacties zijn per concept-stuk geordend. Daarbij is het onderwerp benoemd, wordt aangegeven wie welke reactie heeft gegeven (door te verwijzen naar het volgnummer uit het overzicht indieners reacties), wordt deze reactie beantwoord en aangeven of dit tot een tekstwijziging leidt.
2
Concept jaarplan sociaal domein 2015. Decentralisaties jeugdzorg, Wmo en participatie Onderwerp Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording Wijzigingen Positioneren JGZ / Met veel genoegen heb ik de stukken gelezen De vanzelfsprekendheid van de Geen wijziging. welke mede mijn verantwoordelijkheden raken. GGD binnen de kwaliteit van de GGD heeft er Tevens ben ik blij dat de gemeenten in 2015 gaan wellicht toe geleid dat de JGZ decentralisatie (1) voor een soepele overgang zoals u zelf schrijft. Ik niet de aandacht in het plan ben blij dat u in uw conceptplan schrijft dat de heeft gekregen die het jeugdgezondheidszorg een vanzelfsprekendheid verdiend. De integratie van de is. JGZ binnen de Het is goed te horen dat het op een wijze is basisondersteuning hebben wij geworteld die weinig commentaar behoeft. verwoord onder het begrip CJG. Echter met de op hand zijnde decentralisaties De GGD is binnen het concept welke alle nieuwe verordeningen nodig maken, is van het CJG onze belangrijkste die vanzelfsprekendheid voor ons en u ook een partner. Het CJG en daarmee zwakte. de GGD / JGZ is in onze visie Deze zwakte is ontstaan uit het feit dat u het op de een van de belangrijkste beschreven wijze verwoord. vindplaatsen. We willen in de We hebben het n.l. over uw GGD die de komende periode met de GGD Jeugdgezondheidszorg uitvoert. Deze zelfde GGD onderzoeken hoe we dat verder zijnde een publieke dienst is in de keten de enige kunnen gaan vormgeven. onafhankelijke dienst die met zijn expertise van o.a. jeugdartsen in het voorliggende veld in preventieve zin veel voor uw gemeente kan en wil betekenen. In verschillende bijeenkomsten is dat ook aangegeven Inzet expertise GGD In de verordening jeugdhulp, vind ik de verbinding met het college en het inschakelen van een (1) deskundige te mager. Over welke deskundige spreken we? Wat zijn de bevoegdheden van die deskundige? Door wie laat het college zich bijstaan voor de
3
De verordening en de nadere Geen wijziging. regels geven de kaders voor de toegang naar individuele hulpverlening. Hoe dat in de praktijk wordt uitgewerkt staat beschreven in het
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie inschakeling van die deskundige? Ik kan alleen maar zeggen de jeugdgezondheidszorg heeft vele deskundigen als het gaat om preventie en een daarvan is de jeugdarts. Deze functionaris heeft u al in dienst die wordt al door u betaald, heeft een brede en medische expertise en kan u prima bijstaan in de zoektocht naar de juiste interventie, voor de kinderen in uw gemeente. Mijn opmerking op de stukken is dus: vergeet niet wat je hebt en al betaald en omschrijf het begrip deskundige zeker in het stuk over jeugdhulp nauwkeuriger. Neem het bijvoorbeeld mee in de begripsbepaling
Beantwoording Wijzigingen uitvoeringsplan dat weer is gebaseerd op het Groninger Functioneel Model. Verordening en uitvoeringsplan moeten in die zin als een geheel worden gelezen. In de uitvoeringsplan wordt beschreven dat de casemanager namens het college bepaalt welke hulp wordt ingezet. Daarbij maakt de casemanager zo nodig gebruik van de deskundigheid uit het expertteam (pool ) waarbinnen de jeugdarts van de GGD ook een prominente rol in krijgt.
Zorgroute (1)
Ik en met mij meerdere zijn van mening dat we moeten normaliseren en de -medicaliseren. De opgestarte trajecten in 2013 staan er bol mee!! Vervolgens wordt tot vervelends toe geschreven over een gezin een plan een regisseur. Die laatste is van essentieel belang in mijn optiek en deze moet goed sparren met de zorg coördinator zorg voor jeugd. Zelf organiseert hij/zij zijn zorg overleggen met de betrokken professionals in het sociale systeem (lees gezin b.v.) Waarom de coördinator zorg voor jeugd omdat bij die mensen het generalistische denken het diepst op basis van ervaring is geworteld. Deze mensen (als je goede hebt en die heb ik) praten op alle niveaus en met alle disciplines vanuit coördinatie en kennis over de verschillende kennis gebieden.
In het jaarplan hebben wij Geen wijziging. verwoord dat de zorgroute start in het basisteam. In het sturingsconcept hebben wij de rollen en verantwoordelijkheden beschreven. Wij gaan er vanuit dat 2015 een overgangsjaar is waarbij de zorgcoördinatie zorg voor jeugd (als gegeven oud het oude stelsel) geleidelijk wordt opgesplitst in casemanagement enerzijds en zorgregie anderzijds.
4
Onderwerp Opmerking uit inspraakreactie Zorgtoeleiding bij de In de verordening en Groninger Functioneel GGD (1) Model staat: Beslisssingen over de zorgtoeleiding (triage) en het uitvoeren van regulier casemanagement vinden plaats vanuit de basisondersteuning (zie verordening jeugdhulp gemeente 2015)
Beantwoording
Wijzigingen
We hebben er voor gekozen om Geen wijziging. de zorgtoeleiding bij de basisteam neer te leggen. De GGD heeft veel kennis over opvoed en opgroeivraagstukken. We kiezen echter voor de aanpak Volgens ons moet je dat vanuit de vanuit de basisteams om de basisondersteuning in casu de GGD organiseren, integrale benadering van kind dat wil zeggen de GGD heeft de taak de en gezin inhoud te geven. Wel zorgtoeleiding te gaan organiseren en de vinden we het belangrijk dat ook Jeugdarts moet daarbij betrokken worden. De de GGD casemanagement Jeugdarts als hoogstopgeleide en levert binnen de basisteam. eindverantwoordelijk kan deze taak ook naar bevoegde en bekwame Jeugdverpleegkundige delegeren. Eén van de belangrijke competenties van de jeugdarts is om op professionele gronden de zorgbehoefte in te schatten, ketenregie bij complexe hulpvragen, de jeugdarts treedt op als spin in het web contacten wijk, scholen, gezin en andere hulpverleners, ontzorgen, verbinding maken tussen medische en psychosociale factoren bij complexe hulpvragen, normaliseren (onnodige onderzoeken voorkomen)
Term familiegroepsplan consequent gebruiken (3)
U spreekt wisselend over “familieplan”, “familiegroepsplan” en “Eigen Kracht plan”. Wij adviseren u om eenduidig de wettelijke term “familiegroepsplan” te hanteren.
Terechte opmerking
Tekst aanpassen en alleen familiegroepsplan te gebruiken conform de definities van de wet.
Terechte opmerking
Tekstvoorstel overgenomen.
Blz 10 eerste bullit: derde zin “Eigen krachtplan”, vervangen door “familiegroepsplan”. Eigen kracht is eigen Op blz. 10 onder het kopje “welke keuzes stellen regie (3) wij voor?”, spreekt u terecht over het centraal
5
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording stellen van de regie van ouders/opvoeders. Als zodanig zou de laatste zin van dit stukje tekst sterker worden indien u spreekt van “regie” in plaats van “eigen kracht”. Wij stellen voor om in deze zin “eigen kracht” te vervangen door “regie”. Daarmee wordt deze dan: “……………., wordt er meer ondersteuning geboden maar blijft eigen regie het uitgangspunt daar waar dat kan.” Einde voorstel tekstwijziging.
Keuze Op blz. 9 van uw plan hebben we een meer familiegroepsplan (3) principiële opmerking. U stelt hier de vraag voor op welke wijze u “het instrument” (familiegroepsplan) zou willen inzetten. Wij wijzen u erop dat dit ons inziens geen keuze is indien wordt uitgegaan van het wettelijke kader. De wet geeft namelijk geen keuze maar heeft als uitgangspunt, een recht van ouders/opvoeders. Wij voegen hierbij artikel 4.1.2. van de jeugdwet toe waarin wordt gesproken over het familiegroepsplan. Wij hebben in deze tekst een aantal zaken geaccentueerd, waarop we nader willen ingaan:….
Genoemde artikel van de Jeugdwet heeft betrekking op situaties waarin er al sprake is van een gesignaleerd probleem en het moment is aangebroken dat een jeugdhulpaanbieder hulp gaat inzetten . Waar wij met het werken vanuit de basisteams naar toe willen werken is dat eigen regie en eigen kracht centraal staat bij alle vormen van ondersteuning van ouders en jeugdigen ook al is er (nog) geen noodzaak voor Eén en ander houdt dus in dat het geen keuze flexibele of intensieve van de professional (lees ook gemeente) is om al ondersteuning. dan niet een familiegroepsplan te willen, maar dat dit als eerste aan de ouders/opvoeders is. Of en op welke wijze dit familiegroepsplan (door de gemeente/instelling) zal worden gefaciliteerd is een zaak van keuze en uitvoering. Echter het mag duidelijk zijn dat de gemeente in deze een bepaalde mate van zorg”plicht” heeft om burgers, die daartoe minder goed in staat zijn, ondersteuning aan te bieden om een eigen
6
Wijzigingen
Tekst is aangepast en onderstaande passage is toegevoegd: In aanvulling op artikel 4.1.2 van de Jeugdwet wordt als eerste stap in een traject het realiseren van een familiegroepsplan centraal gesteld.
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie familiegroepsplan te kunnen maken. De professional zal daarbij een actieve rol moeten spelen om ouders te activeren om van dit (nieuwe) recht gebruik te willen maken.
Beantwoording
Wijzigingen
Het belang van een gedegen en bovenal gedragen familiegroepsplan, is extra groot omdat (verderop in dit wettelijk kader) het familiegroepsplan fungeert als hulpverleningsplan en deze dan ook dient te vervangen. Uit landelijk onderzoek (gemeente Amsterdam) blijkt ook nog eens dat indien families zelf plannen maken, hierdoor de kosten van gevraagde en noodzakelijke zorg, lager uitvalt (€ 17.000 per Eigen Kracht -conferentie). De Eigen Kracht Centrale kan burgers, als onafhankelijke organisatie, bijstaan om in complexe situaties (voorwaardelijke hulpverlening) tot zo’n gedragen familiegroepsplan te komen. Inzet vrijwilligers bij familigroepsplan (3)
Op blz. 10 spreekt u over de inzet van vrijwilligers We zien het als zeer positief dat Geen wijziging. in het begeleiden van familie conferenties. Binnen de Eigen Kracht Centrale ons zekere voorwaarden (is er al dan niet sprake van idee ondersteunt. voorwaardelijke hulp, complexiteit van de kwestie, de wens van burgers) is dit zeker mogelijk. De Eigen Kracht Centrale is bereid om haar expertise om dit te bereiken, in te zetten en gaat daarover graag met u in gesprek
Familiegroepsplan als recht (3)
De Eigen Kracht Centrale realiseert zich dat onze opmerkingen ook gevolgen hebben voor hetgeen u in uw uitvoeringsplannen (hoofdstuk 3) schrijft. Zo staat in 3.2 nog niet het recht van ouders om eerst zelf een plan te maken alvorens een hulpverlener dat zou doen. Wij pleiten ervoor om
7
De beleidskeuzes zijn in hoofdstuk 1 geformuleerd en worden in principe niet herhaald in de afzonderlijke uitvoeringsplannen. Een werkwijze rond het realiseren
Volgende passage is in hoofdstuk 1 toegevoegd (thema eigen kracht en familiegroepsplan): We zien het als een recht van ouders
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie een aparte paragraaf “familiegroepsplan” aan uw uitvoeringsplan toe te voegen, dan wel in uw teksten aanpassingen te maken die recht doen aan hetgeen wij over het familiegroepsplan en het wettelijke kader, hebben opgemerkt.
Pgb (4)
T.a.v. het Pgb (pag. 7) lijkt mij dat in de Terecht wordt aandacht Geen wijziging. voorwaarden moet worden opgenomen dat de gevraagd voor dit verschijnsel. budgetontvanger ook echt zelf in staat is om de We denken echter dat met de (financiële)regie te voeren. Ik zie nu teveel wettelijke bepalingen in artikel regievoerders (bureaus of zaakwaarnemers) die 8.1.1 voldoende instrumenten in de belangen van de cliënt en het doel van het Pgb handen hebben om dit soort anders interpreteren en daarin hun eigen belang praktijken te voorkomen. In dat op een oneigenlijke wijze “verstrengelen.” Pgb is artikel wordt in het 3 lid bepaalt dat het college beoordeelt of de ook altijd bedoeld om mensen hun eigen regie jeugdige of zijn ouders zoveel als mogelijk te laten behouden. voldoende in staat is de aan het Pgb verbonden taken uit te voeren. Dat kan met ondersteuning van derden. Het is aan het college om te beoordelen of dat voldoende
8
Beantwoording van familiegroepsplannen moeten we nog ontwikkelen en is daarom niet meegenomen in het uitvoeringsplan. Wel maakt het familiegroepsplan / Eigen Kracht een voorgeschreven onderdeel uit van het plan (3.1 uitvoeringsplan) Eigen Kracht is op zich een gemeente brede thema en beperkt zich niet tot jeugd. We willen wel graag in overleg met onze jeugdzorg partners en de Eigen Kracht Centrale om te onderzoeken hoe we de werkwijze rond het familiegroepsplan moet gaan vormgeven.
Wijzigingen / jeugdigen om als eerste een familiegroepsplan te maken voordat de professionals dat doen.
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie
Beantwoording Wijzigingen kwaliteit biedt. Zo niet dan wordt het Pgb geweigerd.
Casemanagement (4)
T.a.v. de uitvoering ben ik blij te lezen dat de casemanagers onderdeel uit gaan maken van het basisteam. Zowel op het inzetten van de casemanagers als op de ondersteuning vanuit de expertpool kan je ons bevragen. Ook op het gebied van arbeidsparticipatie en verbinden van onbetaald werk met de WLZ-dagbesteding vervullen we graag een rol voor de gemeenten door bijv. een vorm van deelname aan de werkmaatschappij.
In het basisteam zijn casemanagers nodig met verschillende expertises. Voor sommige teams kan het noodzakelijk zijn dat er ook expertise wordt ingezet vanuit de aanbieders met deskundigheid op het gebied van verstandelijke beperking. Hiermee is in positieve zin ervaring opgedaan in Hoogezand-Sappemeer.
Eigen bijdrage (4)
Op pagina 8 gaat het over de drempel door een Voor 2015 wordt er gewerkt met Geen wijziging. eigen bijdrage. Wij merken wel dat juist bij mensen een continuiteitsarrangement. die richting “zorgmijder” gaan en al met moeite Hierbij is besloten om aan te overtuigd kunnen worden dat hulp toch echt nodig sluiten bij het huidige beleid. In is, is de eigen bijdrage een grote drempel om tot de AWBZ wordt er eigen afspraken te komen. In de groep bijdrage gevraagd voor (licht)verstandelijk beperkten komt dit regelmatig begeleiding. Wij volgen dit in voor. Zij hebben nl. niet echt het inzicht in hun 2015. eigen problematiek en vinden dat anderen een In 2015 gaan we de probleem hebben en niet zij zelf. Het zou mooi zijn ontwikkelingen volgen en wordt als de eigen bijdrage (tijdelijk) opgeschort zou er geëvalueerd. kunnen worden in dit soort casuïstiek om vat te krijgen en te houden op deze groep.
9
(3.1 Vindplaatsgericht werken vanuit het basisteam) tekst aangevuld met: Het basisteam bestaat uit casemanagers die deskundigheid hebben op alle leef- en probleemgebieden. De kern van een basisteam zal bestaan uit casemanagers met een specialisatie op het gebied van maatschappelijk werk, jeugdhulpverlening, een WMO en werk en inkomen. Afhankelijk van de samenstelling en problematiek van het werkgebied van het basisteam worden daar extra deskundigen aan toegevoegd. Te denken valt aan schulden, psychische en verstandelijke problemen.
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie In de paragraaf “financiën” wordt aangegeven hoe de gemeenten omgaan met de middelen. Een ingewikkelde materie. Wat ik mis is een soort speerpuntvolgorde als het gaat om de inzet van middelen. Even toegelicht met een voorbeeld: In veel begeleidingssituaties komen we tegen dat er (te) veel ingezet wordt op begeleidingsuren en allerlei ondersteuning op deelgebieden. Vaak blijkt in die situatie er sprake te zijn van een gebrek aan structuur en zinvolle activiteiten. Een focus op werk (betaald of onbetaald) en dit opnemen als voorwaarde voor hulp zorgt ervoor dat bij een goed afgestemde invulling, de investeringen op andere terreinen behoorlijk kan afnemen.
Beantwoording Als er nieuwe ondersteunings vragen komen zal onze eerste inzet zal zijn om te kijken naar een zinvolle dagbesteding. We weten dat structuur en een zinvolle invulling een postitieve inpact heeft op de overige leefgebieden.
Tegenprestatie naar vermogen – ontheffing mantelzorger (5)
Wij stellen voor om de mantelzorger alleen te ontheffen van de tegenprestatie indien deze voldoet aan nader te bepalen criteria. Dit ter voorkoming van rechtsongelijkheid vergeleken met mensen die mantelzorger zijn en daarnaast werken.
Op basis van de verordening Geen wijziging. vindt er al een toets plaats in hoeverre een inwoner voldoet aan de criteria voor mantelzorg en of dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is.
Vraag aanmelding mantelzorg-
Hoe worden toekomstige nieuwe mantelzorgers (bekend bij steunpunten) aangemeld voor het
We gaan dit organiseren via de Vraag beantwoord. basisteams. Steunpunt mantelzorg kan het betreffende
Speerpuntvolgorde financiën (4)
10
Wijzigingen Bij de uitgangspunten expliciet nog toevoegen ( onder het stukje over de piramide): Uitgangspunt is dat we in het inzetten van zorg en ondersteuning kiezen voor de goedkoopste inzet met het meeste resultaat. We volgen hierbij de inzet vanuit de piramidestructuur van beneden naar boven, dat wil In de piramidestructuur in zeggen: eerst inzet in de basiszorg paragraaf 3.1 is al wel en ondersteuning (bijvoorbeeld het aangegeven dat we in aanbieden van werk als dat mogelijk algemeenheid kiezen voor een is) boven de inzet van flexibele zorg inzet op snelle, preventieve inzet en ondersteuning (zoals begeleiding) in de basiszorg om meer en dan pas inzet van specialistische intensieve vormen van inzet te zorg en ondersteuning (zoals een voorkomen (in piramidetermen: uitkering). Dit geldt voor alle 3 van beneden naar boven decentralisaties. Uiteraard is het inzetten) maatwerk om te beoordelen welke Dat bepaalt ook de inzet noodzakelijk is (ook afhankelijk speerpuntvolgorde van inzet van van de doelgroep). Dit zal in de de middelen. uitwerking richting de uitvoering als uitgangspunt worden meegenomen.
Onderwerp compliment (6)
Opmerking uit inspraakreactie compliment?
Beantwoording basisteam attent maken op nieuwe mantelzorgers.
Wijzigingen
Mantelzorgcompliment voor mantelzorgers die helemaal alleen de zorg leveren.(6)
Vergeet niet de groep mantelzorgers die helemaal Ook mantelzorgers die zorg Geen wijziging. alleen de zorg leveren. Zij kunnen nu een verlenen zonder aanvullende zogenaamde 0-urenindicatie aanvragen. (professionele) hulp vanuit de AWBZ of Wmo kunnen in aanmerking komen voor het mantelzorgcompliment. Mits zij voldoen aan een aantal simpele criteria (minimaal aantal uren, duur zorg, etc). Wij gaan de toegang en criteria nog nader uitwerken. Maar willen dit zo simpel mogelijk doen passend bij de uitgangspunten van basisteams.
Keukentafelgesprek (6)
Advies: betrek de mantelzorger(s) bij het keukentafelgesprek.
11
Wij zijn het hier helemaal mee Geen wijziging. eens. In de voorbereiding van inwoners op keukentafelgesprekken vragen we ook altijd of er een eventuele mantelzorger aanwezig kan zijn. Dit om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de situatie van de zorgvrager en ook om de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger in kaart te brengen. In de tekst in paragraaf 3.3. onder het kopje “ het gesprek/het onderzoek” is dit ook benoemd.
Onderwerp Meldpunt zorg en overlast (6)
Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording De functie meldpunt zorg- en overlast is naar onze Terechte opmerking. mening erg zwaar aangezet. Het suggereert alsof professionals/samenwerkingspartners mogen klagen over elkaar via de meldpuntfunctionaris. Als dit ermee bedoeld wordt, lijkt het me niet direct logisch dat deze functie onder Kwartier blijft vallen, tenzij dit van alle kanten goed is uitgewerkt.
De tekst is veralgemeniseerd waarbij er in principe wordt uitgegaan dat klachten direct bij het basisteam worden ingediend. Voor inwoners die dat liever anders doen is er in elke gemeente een centrale telefoonnummer waaronder het Meldpunt zorg en overlast in Hoogezand-Sappemeer.
Geen Het werken vanuit de basisteams met 1 registratiesysteem is inderdaad een grote uitdaging. Het betekent een grote omslag in denken en doen rond hulpverlening. Volgens ons zit in deze vorm de basis voor de transformatie. Wij zijn ons er van bewust dat deze verandering ook risico’s met zich mee brengt. Deze risico’s willen we samen met onze partners in beeld brengen en acties ondernemen om ze terug te dringen.
Samenwerking basisteam en zorgaanbieders (8)
Als eerste merken we op dat wij positief staan t.o.v. de wijze waarop u invulling geeft aan de decentralisatie van de maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en de participatiewet. De regierol die u laat/ geeft aan de inwoner, de aansluiting op de eigen kracht van de inwoner en zijn/haar netwerk en het principe van 1 gezin/huishouden, 1 plan, 1 regisseur spreekt ons aan. De samenwerking tussen basisteam en professionals op casusniveau en daarbij het gezamenlijk gebruik van één registratie- en rapportagesysteem vinden we evenwel ook een uitdaging.
Samenstelling basisteam (8)
In hoofdstuk 3.1 noemt u in de lokale structuur de Ja, voor de duidelijkheid is het rol van het basisteam. Er staat niet nader ingevuld wenselijk dat de tekst wordt hoe deze teams worden opgebouwd en welke aangevuld. kennisvelden hierin vertegenwoordigd zijn. Zou u daarover nadere informatie kunnen opnemen?
12
Wijzigingen
(3.1 Vindplaatsgericht werken vanuit het basisteam) tekst aangevuld met: Het basisteam bestaat uit casemanagers die deskundigheid hebben op alle leef- en probleemgebieden. De kern van een basisteam zal bestaan uit
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie
Beantwoording
Welke ondersteuning Waar het concept jaarplan in hoofdstuk 3.2. voor De ondersteuning vanuit het biedt het basisteam jeugd duidelijk onderscheid maakt tussen basisteam is vooral gericht op (8) basisondersteuning, flexibele ondersteuning en het tot stand brengen van het intensieve ondersteuning – zien we dat minder ondersteuningsplan en de duidelijk gemarkeerd wat betreft de ondersteuning uitvoering daarvan. De voor volwassenen/gezinnen (hoofdstuk 3.1.). casemanager uit het basisteam Welke ondersteuningsvraag volgens criteria van gaat hiervoor in gesprek met de gemeente valt onder de ondersteuning door het het gezin / volwassene. Het basisteam, en welke vraag de opdracht van het plan kan uit verschillende basisteam overstijgt en voor een componenten bestaan. De drie maatwerkvoorziening in aanmerking komt is ons decentralisaties kennen een niet duidelijk. Dit onderscheid kan gaande weg eigen regime voor de toegang 2015 in de praktijk duidelijk gaan worden, maar wij naar niet vrij toegankelijke vragen de gemeente om in het concept beleid individuele ondersteuning. Hoe duidelijker aan te geven welke ondersteuning de de casemanager het gezin of gemeente het basisteam wil laten uitvoeren – volwassene verder ondersteunt waardoor voor inwoners en professionals het willen wij niet van te voren onderscheid tussen voorliggende voorzieningen, invullen. We sluiten niet uit dat ondersteuning door het basisteam en casemanagers ook lichte ondersteuning via een maatwerkvoorziening vormen van hulp en duidelijker wordt. ondersteuning bieden. In de regel zal het zo zijn dat de
13
Wijzigingen casemanagers met een specialisatie op het gebied van maatschappelijk werk, jeugdhulpverlening, een WMO en werk en inkomen. Afhankelijk van de samenstelling en problematiek van het werkgebied van het basisteam worden daar extra deskundigen aan toegevoegd. Te denken valt aan schulden, psychische en verstandelijke problemen. (3.1 Vindplaatsgericht werken vanuit het basisteam, toevoegen tekst ter verduidelijking)
Het basisteam biedt vrij toegankelijke ondersteuning bij het herkennen en aanpakken van ondersteuningsvraagstukken. De casemanager heeft de ruimte om lichte vormen van hulp en ondersteuning te bieden. Niet vrij toegankelijke voorzieningen worden door de reguliere zorgaanbieders ingezet. In het kader van de transformatie willen we onderzoeken of er vormen van deze ondersteuning zijn die vanuit of gezamenlijk met het basisteam kunnen worden uitgevoerd.
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie
Beantwoording Wijzigingen meeste vormen van hulp en ondersteuning blijven bestaan en worden aangeboden door de huidige zorgaanbieders. In de komende jaren willen we samen met de aanbieders onderzoeken hoe de individuele ondersteuning het beste verder kan worden vormgegeven.
Vraag nadere regels Onder thema 16 geeft u aan dat de gemeenten in Deze nadere regels zullen in Wmo (8) 2015 vernieuwende vormen van dagbesteding het najaar van 2014 worden gaan ontwikkelen. Daarbij staat dat u het thema opgesteld en door de colleges uitwerkt in nadere regels behorende bij de vastgesteld. verordening Maatschappelijke ondersteuning. Worden deze nadere regels nog ontwikkeld voor 2015, ter vaststelling door de gemeenteraden voor 1 november 2014?
Privacy (8)
Ten aanzien van bijlage 3, waarin de gemeenten een vertaling geven van de bestaande wet- en regelgeving voor de basisteams en de maatschappelijke partners, merken we op dat professionals wat betreft de privacy in alle situaties de restricties in acht dienen te nemen die gelden voor de uitoefening van hun beroep.
14
Vraag beantwoord.
Voor de uitvoering van de drie Geen wijziging decentralisatie gaan wij uit van het algemene protocol voor privacy dat afgeleid is van de wet Bescherming Persoonsgegevens. Er bestaan binnen beroepen regels die geheimhouding opleggen aan professionals. Deze regels staan niet haaks op de wet BPg. Wat wel in strijd is met de bestaande wetgeving en internationale verdragen is het niet delen van informatie
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie
Beantwoording Wijzigingen wanneer dat nodig is (Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, melding in het kader van de VerwijsIndex Risicojongeren. Het niet delen van informatie wanneer de veiligheid of welzijn van een jeugdige of betrokkene in het geding is, is in die zien ernstiger dan het mogelijk schenden van een privacy regel.
Regierol burger (9)
Op blz 6 staat dat de gemeente slim en slank wil organiseren door de burger een belangrijke rol te willen geven bij de inkoop en uitvoering van de zorg. Hoe ziet de gemeente dit voor zich? Op welke manier speelt de burger een rol bij de inkoop?
In de tekst staat dat we de Geen burger een belangrijke regierol willen geven. Daarmee bedoelen we bijv. dat de burger mee gaat bepalen welke aanbieder de zorg levert, hoe die zorg wordt geleverd en mee beoordeelt wat de kwaliteit is van de geleverde zorg. De stapeling van de voorkeuren en oordelen van de burgers bepalen dan in belangrijke mate bij wie welke zorg wordt ingekocht. Later in de tekst van het jaarplan wordt e.e.a. nader uitgewerkt en toegelicht.
Regierol burger (9)
Blz 37: er staat dat het gezin/huishouden de regie Juiste opmerking, tekst moet heeft (tenzij)…. Vervolgens staat op dezelfde blz, worden aangepast onder vindplaatsgericht werken.. dat de regie wordt uitgevoerd door een casemanager. Dit bijt elkaar.
15
Vindplaatsgericht werken vanuit het basisteam We gaan uit van het principe: 1 gezin/ huishouden, 1 plan, 1 regisseur. De casemanager zorgt er
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie
Beantwoording
Integrale uitvoering plan (9)
Op blz 38 lezen wij dat het plan de basis is voor de toegang naar individuele hulpverlening en ondersteuning. Krijgt deze hulpverlening ook zicht op dat plan? Wellicht dat de hulpverlener kan voortborduren in dit plan, evenals andere ondersteuners/mantelzorgers etc. dit zal zorgen voor een integrale aanpak, waarbij een ieder (INCL DE BURGER) vanuit hetzlefde plan kan werken. Dit bespaart daarnaast een hoop bureaucratie en ICT ontwikkeling voor de zorgaanbieders.
Geen We gaan er vanuit dat alle betrokkenen een aandeel leveren in het opstellen en uitvoeren van het plan. Dat betekent dus ook dat we van de zorgaanbieder een actieve rol verwachten in het opstellen en uitvoeren van het totale plan. De transformatie is er juist op gericht dat alle activiteiten in samenhang worden uitgevoerd (wrapped around care).
Familiegroepsplan (9) Het is ons niet helder genoeg wat HSSM met het familieplan wil, kan dit concreter omschreven? Wij zijn van mening dat, juist wanneer er weinig draagkracht is, het belang van een familieplan essentieel is. Dit is echter een zeer arbeidsintensief proces wanneer dit bij elk systeem zou moeten. Wordt er ook elke keer een eigen kracht conferentie gehouden dan? Kortom, het is nog niet helemaal helder.
16
Een familiegroepsplan is als stap in de hulpverlening voorgeschreven in de Jeugdwet (artikel 4.1.2). Elke aanbieder is verplicht om dat te faciliteren. We willen er naar toe dat nog voordat er sprake is van een hulpverleningsaanbod er al ingezet wordt op de eigen kracht van het gezin en systeem. Dat betekent niet dat er elke keer een conferentie wordt gehouden omdat wij uitgaan van maatwerk. Het hangt daarom af van de aard en zwaarte van het vraagstuk
Wijzigingen voor dat de juiste hulp wordt ingezet en ondersteunt het gezin bij de regievoering op de uitvoering van het plan.
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie
Beantwoording Wijzigingen en de draagkracht en draagvlak van het systeem. De invoering van familiegroepsplannen zien wij ook als een ontwikkelproces waarbij wij ook nog geen scherp beeld hebben van het uiteindelijke resultaat.
Vraag instandhouding bestaande structuren (9)
Aanwezigheid hulpverlener bij keukentafelgesprek (9)
Op blz 58 schrijft u in de tweede alinea dat u, ivm nog gaande ontwikkelingen ervoor kiest de bestaande structuren vooralsnog in stand te houden. Wij maakten tot op heden echter gebruik van de AWBZ en het CIZ, dat was onze bestaande structuur. Hoe wordt hier tegenaan gekeken?
Vraag beantwoord. Hiermee bedoelen we dat we voor 2015 een continuíteitsarrangement hebben afgesproken met de huidige AWBZ zorgaanbieders.
Bij het aflopen van een, awbz, indicatie volgt er een keukentafelgesprek. Indien het de wens van de cliënt is, mag de huidige hulpverlener dan aanschuiven?
Ja, bij een keukentafelgesprek kan de cliënt een (cliënt) ondersteuner mee nemen.
Integrale benadering De doelgroepen en hulpvormen van Elker zijn (10) goed onder de aandacht. We herkennen het GTM er goed in: voorkomen van bureaucratie, bevorderen samenhang en efficiëntie, aandacht voor maatwerk, voor privacy regels en oog voor de Rechten van het kind.
Vanaf 2015 kan de inwoner voor een besluit/indicatie bij de gemeente terecht. In paragraaf 3.3 onder het kopje “het gesprek/het onderzoek” is de tekst hierop aangevuld. Een inwoner (klant) mag ook (cliënt)ondersteuner meenemen.
Van belang is dat ook de Geen expertise van zorgaanbieders zoals Elker een plek krijgt bij het ontwikkelen en uitvoeren van trajecten in het kader van de drie decentralisaties. Uit de reactie van Elker halen we dat Mooi dat vanuit de Jeugdhulp verordening de daarvoor in het jaarplan een samenhang met onderwijs, zorg, werk en inkomen goede basis voor wordt gelegd. goed beschreven is en omgekeerd ook bij de reWe willen graag gebruik maken
17
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording Wijzigingen integratieverordening aandacht is voor maatwerk, van ervaringen die al elders zijn samenwerking met WMO en andere participanten opgegdaan. van het sociale domein worden genoemd. We lezen dat de eerste maand van de uitkering er inspanningsverplichting is, lees daarin wel inkomen naast beoordeling op inspanning van de jeugdige, mooi! Idem afstemming met netwerk en hulpverlening ter ondersteuning Advies ten aanzien van mogelijkheden rondom beschut werk van belang ook gebruik te maken van netwerk en jeugdhulp (zie project Delfzijl). Uitwerkingsvraag is bijvoorbeeld begeleiding op de werkplek. Ook daar zal de samenhang met de verschillende partijen gezocht moeten worden.
Samenwerking 23 gemeenten, programma TJZG (10)
Onze vraag (en ook zorg) is in hoeverre de processen op gemeenteniveau afzonderlijk en de processen van gemeenten om gezamenlijk (via stuurgroep en o.l.v. Grietje Kalfsbeek) op te trekken op elkaar afgestemd zijn en geharmoniseerd zijn resp. worden.
Het jaarplan is wat betreft jeugd Geen opgesteld binnen de kaders van het Groninger Functioneel Model. Dat model en de afspraken met de zorgaanbieders moeten nog verder vorm en inhoud krijgen. M.a.w. gaat iedere gemeente voor zich keuzes Wij gaan er vanuit dat ons plan maken of maken gemeenten integrale afwegingen daarbinnen uitgevoerd kan die zoveel mogelijk provincie-breed gelden. worden. Om te voorkomen dat Voor ons als zorgaanbieders heeft dat laatste te grote verschillen ontstaan uiteraard de voorkeur. We pleiten sterk voor gaan we onze invulling ook afstemming en harmonisatie van beleid tussen de actief inbrengen in het 23 gemeenten over de uitvoering van de programma TJZG. Wanneer er
18
Onderwerp
Titel (11)
Opmerking uit inspraakreactie jeugdzorg, zowel financieel als inhoudelijk. Enerzijds vanwege het recht van cliënten op goede zorg (los van de vraag in welke gemeente de cliënt woonachtig bent) en anderzijds om tot goede afspraken tussen financiers (23 gemeenten) en uitvoerders te kunnen komen.
Beantwoording knelpunten ontstaan dat zullen wij ons jaarplan moeten aanpassen.
Wijzigingen
Wij zijn het met Elker eens dat onze inwoners recht hebben op goede zorg. Zeker als het gaat op intensieve ondersteuning moet de kwaliteit van de zorg verzekerd. Dat wil echter niet zeggen dat de zorg in elke gemeente op dezelfde wijze is georganiseerd en dat elke inwoner dezelfde zorg krijgt . De essentie van de decentralisatie is juist dat gemeenten op basis van hun kennis en mogelijkheden een eigen invulling geven aan de jeugdzorg. Dat staat haaks op harmonisatie van beleid. De samenwerking tussen de gemeenten is naar onze mening vooral bedoeld om een kwalitatief hoogwaardige zorginfrastructuur in stand te houden. Daarbij maken we gebruik van de schaalvoordelen die samenwerking met zich mee brengt. Ook biedt het goede mogelijkheden om ervaring en kennis uit te wisselen.
Titel veranderen in “Bouwen op mekaar”. De naam Het is consistent om het Wijziging verwerkt. van het concept-jaarplan “Bouwen op elkaar” is jaarplan dezelfde titel te geven
19
Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie niet meer vrij om als domeinnaam voor een website te gebruiken. “Bouwen op mekaar” is dat wel.
Cijfers budgetten Wmo (11)
Uitbreiding van de nieuwe budgetten Wmo met de N.v.t. budgetten voor de bestaande Wmo-taken (waaronder huishoudelijke hulp).
Cijfers toegevoegd in deel financiële keuzes en bijlage 2.
Diversen (11)
Diverse redactionele wijzigingen waaronder invoegen beslispunten in uitvoeringsplan, toelichtende tekst, actualisatie cijfers en spelfouten.
N.v.t.
Wijzigingen verwerkt.
Samenwerking met gemeenten (meerdere reacties)
Meerdere organisaties/cliëntgroepen geven aan dat zij op één of meerdere vlakken iets voor de gemeenten kunnen en willen betekenen.
Deze N.v.t. organisaties/cliëntengroepen hebben de mogelijkheid om een wethouder/ambtenaar te “boeken” voor een gesprek over de nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, Wmo en participatie. Wij zullen hen hier actief voor benaderen.
Alle verordeningen Onderwerp Citeerteksten oude verordeningen (11)
Beantwoording als de website.
Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording De nieuwe verordeningen vervangen in een aantal .Terechte opmerking. gevallen oude verordeningen, zorg dat de citeertekst van de oude verordening klopt (deze verschillen per gemeente)
20
Wijzigingen
Wijzigingen Gewijzigd.
Concept Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Onderwerp Het gesprek (11)
Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording Ik mis in deze verordening de kanteling zoals in de Ja, dit wordt verwerkt in de huidige gekantelde verordening Wmo. nadere regels. Keukentafelgesprek etc…, resultaat…. Komt dat in de beleidsregels?
Formulering cliënt (11)
In de verordening wordt het woord cliënt gebruikt. Kan dit ook gewijzigd worden naar bijvoorbeeld inwoners met een ondersteuningsvraag of belanghebbende?
Zelfstandig wonen artikel 3 (11)
Artikel 3 lid 1 onder a: wijzigingen ‘in de eigen leefomgeving kan blijven’ in zelfstandig kan blijven wonen. Het gaat er echt niet om dat iedereen in zijn eigen huis moet kunnen blijven wonen maar wel om zelfstandig te kunnen blijven wonen (niet naar een verzorgingshuis of verpleeghuis oid moeten). Artikel 3: toevoegen lid 5: Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de procedure en voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening.
Artikel 3 lid 5 (11)
Tekst even screenen op: Gebruik termen maatwerkvoorziening Voor een maatwerkvoorziening danwel Pgb, maatwerkvoorziening of Pgb…
21
Wijzigingen Vraag beantwoord.
Omdat we samen met andere Geen wijziging gemeenten zijn opgetrokken hebben we voor deze vorm en formulering gekozen. In een volgende verordening willen we hier naar kijken (inclusief laagdrempelig taalgebruik in zijn algemeenheid). In de verordening zijn de termen gewijzigd
Geen wijziging
We hebben de verordening hier Wijziging verwerkt. op doorgenomen en waar nodig
en Pgb (11)
Dat klopt niet. Het gaat altijd om een aangepast. maatwerkvoorziening, die verstrekt wordt in natura dan wel in de vorm van een Pgb.
Reintegratieverordening Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording Toelichtende teksten De artikelen genoemd in de toelichting bij de Terechte opmerking verordening stroken niet altijd met de verordening. afstemmen op Daarnaast wordt bijvoorbeeld in de toelichting verordening (11) gesproken over een artikel over uitstroompremies, terwijl deze (terecht) niet in de verordening is opgenomen.
Wijzigingen Toelichting aangepast
Concept Verordening inkomenstoeslag Onderwerp
Opmerking uit inspraakreactie
Inkomensgrens (11) Artikel 3 In de verordening wordt voorgesteld om een inkomensgrens van 100% van de toepasselijke bijstandsnorm te hanteren. S en M hanteren op dit moment een hogere norm, namelijk 110% (waarbij M nog een aanvullende regeling heeft waardoor zelfs mensen met een inkomen van boven de 110% recht kunnen hebben: (“De langdurigheidstoeslag wordt naar rato uitgekeerd indien de inkomsten over 36 maanden hoger zijn dan 110% van de norm tot het maximum bedrag van de langdurigheidstoeslag.”). Is er gesproken over een gezamenlijke inkomensgrens voor onze drie gemeenten?
22
Beantwoording
Wijzigingen Het gezamenlijk voorstel wordt voorgelegd aan de drie colleges.
HS en S hebben altijd gebruik gemaakt van de indexeringscijfers van het CBS, zoals gebruikt door Kluwer Schulinck. Het voordeel is dat de cijfers van Schulinck ruim voor het einde van het kalenderjaar beschikbaar zijn. De formulering van de verordening biedt daar ruimte voor, maar het kan misschien wat explicieter (iets in de trant van: “De individuele inkomenstoeslag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig het consumentenprijsindexcijfer zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek en zoals gehanteerd door Kluwer Schulinck.”). Aanpassing artikel 4, De verordening die is voorgelegd in de 5 en 6 (11) inspraakperiode was/is niet correct. Aanpassing is nodig voor artikel 4,5 en 6. Indexering
Terechte opmerking
Artikel 4. Voorwaarden voor Gewijzigd toekenning Het college verbindt aan de toekenning van de individuele inkomenstoeslag de volgende voorwaarden; er is sprake van een situatie waarbij men langdurig een laag inkomen ontvangt (3 jaar op de peildatum) en waarbij er geen uitzicht is op een inkomensverbetering (trede 5 en 6 van de participatieladders) Artikel 5 Uitsluitingsgrond voor de individuele inkomenstoeslag Het college sluit in voorkomende gevallen belanghebbende uit voor toekenning van de individuele inkomenstoeslag; a. wanneer er in de referteperiode een maatregel is opgelegd wegens een
23
Gewijzigd
schending van een arbeidsverplichting of een reintegratieverplichting; of b. aan personen die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgen. Artikel 6. Hoogte individuele inkomenstoeslag 1. Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar: a. € 360,- voor een alleenstaande; b. € 460,- voor een alleenstaande ouder; c. € 510,- voor gehuwden. 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de individuele inkomenstoeslag € 50,- voor belanghebbende die inwonend zijn. 3. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. 4. Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de
24
situatie op de peildatum bepalend. 5. De bedragen genoemd in het eerste lid worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.
Afstemmingsverordening Onderwerp Opmerking uit inspraakreactie Beantwoording Wijzigingen Vraag bij Kiezen we in HSSM binnen de ruimte die we Voorstel om reactie op deze Gewijzigd afstemmingsverorden hebben voor het meest minimale sanctieregime? opmerking toe te voegen aan ing Als daar nog ruimte zit, moet die in beeld gebracht bovengenoemde bijlage van het worden. Dit punt betekent niet noodzakelijkerwijs B&W advies. een aanpassing van de verordening. De verordening die is voorgelegd in de inspraakperiode was/is niet correct. In de correcte versie is sprake van een zwaarder sanctieregime. Het sluit hiermee aan bij de geest van de wet en bij de bestaande verlagingspercentages van HS Toelichtende teksten In de toelichting van de afstemmingsverordening Terechte opmerking Toelichting aangepast afstemmen op staat een onderbouwing voor verschillende opties verordening (11) die in de artikelen niet terug te vinden in. Aanpassing artikelen De verordening die is voorgelegd in de Artikel 3. Horen van Gewijzigd
25
3,7,9, 11,12 en 13 (11).
inspraakperiode was/is niet correct
belanghebbende 1. Voordat een maatregel wordt opgelegd wordt een belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze , mondeling e/o schriftelijk, naar voren te brengen. 2. Het horen van een belanghebbende kan achterwege blijven als: a. de vereiste spoed zich daartegen verzet; b. belanghebbende al eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; c. het college het horen niet nodig acht voor het vaststellen van de ernst van de gedraging of de mate van verwijtbaarheid, of d. belanghebbende aangeeft hiervan geen gebruik te willen maken. Artikel 7 c. derde categorie: 1.het niet naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen in de gemeente van
26
inwoning voor zover dit niet voortvloeit uit een gedraging als bedoeld in artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet; 2.het door eigen toedoen niet behouden van een arbeid in dienstbetrekking; 3.het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; 4.het niet of niet tijdig aanvragen of voortzetten van een voorliggende voorziening voor levensonderhoud of als verwijtbaar het recht op een dergelijke voorziening niet (volledig) ten gelde kan worden gemaakt; 5. a. het niet tijdig aanvragen of voortzetten van een voorliggende voorziening en voor deze kosten een beroep doen op de bijzondere bijstand; b. het doen van een beroep of het blijven doen van een beroep op bijzondere bijstand vanwege een verwijtbare gedraging, anders dan genoemd in artikel 7, lid c onderdeel 5a, van deze verordening c. het aanvragen van bijzondere bijstand voor een voorziening waarvoor de belanghebbende zich onvoldoende heeft verzekerd.
27
Artikel 9. Hoogte en duur van de verlaging 1.Het college kan afzien van het verlagen van de bijstand en volstaan met een schriftelijke waarschuwing bij een verwijtbare gedraging in de eerste categorie als bedoeld in artikel 8, onder a, van deze verordening, als de gedraging niet plaatsvindt binnen een periode van twee jaar na de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven. 2.De verlaging bij gedragingen als bedoeld in de artikelen 7 en 8 wordt vastgesteld op: a. 10% van de bijstandsnorm gedurende één maand bij gedragingen van de eerste categorie; b 50% van de bijstandsnorm gedurende één maand bij gedragingen van de tweede categorie; c 100% van de bijstandsnorm gedurende één maand bij gedragingen van de derde categorie onder lid 1,lid 2,lid 3,en lid 4. d. bij gedragingen van de 3e categorie zoals genoemd in
28
artikel 7 onder lid 4 en lid 5 wordt de verlaging vastgesteld op: 1. artikel 7, lid 4 en lid 5, onder a: met 100% gedurende de maanden waarover het recht op de voorliggende voorziening zou hebben bestaan 1.artikel 7, lid 5 onder b: met 100% gedurende een maand 2.artikel 7 lid 5 onder c: met het bedrag waarop krachtens de gebruikelijke verzekering recht bestaat 3.artikel 7 lid 5: het bedrag van de korting op de eigen bijdrage rechtsbijstand in geval belanghebbende zich in eerste instantie niet heeft gewend tot het Juridisch Loket en hierdoor de korting op de rechtsbijstand niet ontving. Artikel 11. Verrekenen verlaging 1. Het bedrag van de verlaging, bedoeld in artikel 10, wordt toegepast over de maand van oplegging van de maatregel en de volgende twee maanden als bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen. 2. Bij een verlaging als bedoeld in artikel 10, onderdeel a, kan de verlaging worden toegepast
29
over twee maanden waarbij zowel aan de maand van oplegging als aan de daaropvolgende maand de helft van de verlaging wordt toebedeeld. 3. Bij een verlaging als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, kan de verlaging worden toegepast over drie maanden waarbij zowel aan de maand van oplegging als aan de twee daaropvolgende maanden een derde van de verlaging wordt toebedeeld. 4. Als sprake is van een verlaging op grond van artikel 18, vierde lid, onderdeel a, van de Participatiewet, vindt geen verrekening als bedoeld in het eerste lid plaats Artikel 12. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Een verlaging wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Participatiewet wordt afgestemd op het benadelingsbedrag. 2. De verlaging wordt vastgesteld op: a. 10 procent van de
30
bijstandsnorm gedurende één maand bij een benadelingsbedrag tot en met € 1000,- ; b. 25 procent van de bijstandsnorm gedurende één maand bij een benadelingsbedrag vanaf € 1000 tot € 2000 ; c. 50 procent van de bijstandsnorm gedurende één maand bij een benadelingsbedrag vanaf € 2000 tot € 4000,-; d. 100 procent van de bijstandsnorm gedurende één maand bij een benadelingsbedrag van € 4000,- of hoger. Artikel 13. Zeer ernstige misdragingen 1. Als een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover personen en instanties die zijn belast met de uitvoering van de Participatiewet als bedoeld in artikel 9, zesde lid, van die wet, wordt een verlaging opgelegd van: a. 100% van de bijstandsnorm gedurende een maand, bij het uitoefenen van fysiek geweld tegen de in het eerste lid genoemde personen;
31
b. 50% van de bijstandsnorm gedurende een maand, bij het uitoefenen van fysiek geweld tegen materiële zaken en bij mondelinge of schriftelijke bedreigingen gericht tegen de in het eerste lid genoemde personen. 2. Als een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, wordt een verlaging opgelegd van: a. 100% van de bijstandsnorm gedurende een maand bij het uitoefenen van fysiek geweld tegen de in het tweede lid genoemde personen; b. 50% van de bijstandsnorm gedurende een maand bij het uitoefenen van fysiek geweld tegen materiële zaken en bij mondelinge of schriftelijke bedreigingen gericht tegen de in het tweede lid genoemde personen.
32
Verordening tegenprestatie naar vermogen Onderwerp Opmerking uit inspraakreactie Aanpassing artikelen De verordening die is voorgelegd in de 3, 4, 5 en 6. inspraakperiode was/is niet correct.
Beantwoording Wijzigingen Artikel 3. Gewijzigd 2. In afwijking van het eerste lid draagt het college geen tegenprestatie op aan: a. De belanghebbende die aantoonbaar vrijwilligerswerk verricht dat naar aard en omvang minimaal vergelijkbaar is met een tegenprestatie als bedoeld in deze verordening b. De belanghebbende die mantelzorg verricht voor zover het verrichten van die mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is. De mantelzorg beperkt zich niet tot familie e/o bloedverwanten. Artikel 4. Duur en omvang van een tegenprestatie 2. Na de periode als genoemd in het eerste lid beoordeeld de casemanager of de omstandigheden en situatie van de belanghebbende verder onveranderd zijn gebleven . Bij ongewijzigde omstandigheden kan belanghebbende de activiteiten voorzetten , deze
33
vallen dan niet meer onder het regime van de tegenprestatie maar worden gezien als een maatschappelijke activiteit/vrijwilligerswerk. Artikel 5. Tijdelijk geen mogelijkheid tot het verrichten van een tegenprestatie 1. Het college draagt geen tegenprestatie op indien de bijstandsgerechtigde op grond van persoonlijke omstandigheden permanent niet in staat is tot het verrichten van een tegenprestatie. Wanneer er op grond van tijdelijke omstandigheden geen tegenprestatie kan worden verricht wordt er met belanghebbende een termijn afgesproken waarbinnen de tegenprestatie moet worden verricht. 2. Indien er geen tegenprestatie kan worden verricht omdat er geen werkzaamheden voorhanden zijn die aansluiten bij de persoonlijke omstandigheden, bekwaamheden en capaciteiten van de bijstandsgerechtigde wordt de bijstandsgerechtigde in de gelegenheid gesteld binnen 6 maanden met een
34
tegenprestatie te komen. Artikel 6. Afstemming bij niet nakomen tegenprestatie Bij het niet of onvoldoende verrichten van de opgedragen tegenprestatie naar vermogen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet vindt er afstemming van de uitkering plaats en wordt de uitkering mogelijk met 50% verlaagd gedurende één maand .
Verordening individuele studietoeslag Onderwerp Indexeringspercentages
Opmerking uit inspraakreactie Artikel 4 Ik zou hier ook (net als bij de individuele inkomenstoeslag) gebruik willen maken van de indexeringspercentages van het CBS, zoals berekend door Schulinck.
35
Beantwoording Terechte opmerking
Wijzigingen Gewijzigd