Nota zienswijzen en commentaar Over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” d.d. 28 januari 2011
Versie 26 januari 2012
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
2
Korte toelichting op de nota: Gebruikte afkortingen Lijst van afkortingen invoegen omdat er veel met afkortingen gewerkt is. zoals: A-TB Bestemming: Agrarisch-Tuinbouw AW-1 Bestemming: Agrarisch met waarden-1 (voorheen Jonge veldontginningen) AW-2 Bestemming: Agrarisch met waarden-2 (voorheen Oude veldontginningen) AW-3 Bestemming: Agrarisch met waarden-3 (voorheen Beekdalen I) AW-4 Bestemming: Agrarisch met waarden-4 (voorheen Beekdalen II) sa-gab specifieke vorm van agrarisch-grondgebonden agrarisch bedrijf sa-gabi specifieke vorm van agrarisch-grondgebonden agrarisch bedrijf met intensieve neventak iv intensieve veehouderij B-AA Bedrijf-Agrarisch aanverwant W Bestemming: Wonen W-VB Bestemming: Wonen-voormalige boerderijen N Bestemming: Natuur R-VR1 Bestemming: Recreatie-Verblijfsrecreatie 1 (dit zijn de volwaardige campings) R-VR2 Bestemming: Recreatie-Verblijfsrecreatie 2 (dit zijn de bungalowparken) R-VR3 Bestemming: Recreatie-Verblijfsrecreatie 2 (dit zijn de groepsaccommodaties) B Bestemming: Bedrijf B-ZO Bestemming: Bedrijf-Zandwinning en opslag DH-TC Bestemming: Detailhandel-tuincentrum H Bestemming: Horeca sb-kf specifieke vorm van bedrijf- kalkzandsteenfabriek -bw bedrijfswoning uitgesloten sa-tbw specifieke vorm van agrarisch- tweede bedrijfswoning sba-beb specifieke bouwaanduiding - bebouwing B&B bed&breakfast
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
3
Categorieen van zienswijzen Bestemming of aanduiding; gaat over bestemming of aanduiding opmerking, betreft de nummers 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 21, 25, 31, 35, 39, 51, 52, 56, 58, 59, 64, 69, 76, 77, 82, 83, 84, 87, 89, 90, 92, 92, 93, 95, 96, 99, 100, 102, 104, 111, 112, 113, 114, 116, 120, 124, 130, 131, 136, 137, 146, 147, 156, 161, 170, 171, 172, 173, 174, 178, 182, 185, 186, 187, 191, 192, 193, 194, 200, 203, 208, 211, 212, 214, 219, 221, 222, 224, 225, 233, 234, 236, 239, 240. 242, 243, 244. Totaal 93 stuks. Archeologie gaat over archeologische opmerking, betreft de nummers (41x in vet die gevallen die 100% over archeologie gaan, 15x onderstreept is alleen combinatie van arch en hydr): 6, 11, 12, 19, 20, 23, 25, 28, 29, 30, 32, 38, 40, 41, 42, 50, 51, 52, 60, 61, 63, 66, 72, 74, 75, 78, 80, 86, 93, 94, 95, 96, 97, 99, 100, 102 103, 105, 107, 109, 110, 111, 115, 116, 117, 118, 119, 120, 121, 122, 125, 128, 129, 130, 132, 133, 134, 135, 136, 138, 139, 140, 141, 144, 147, 148, 149, 150, 151, 152, 153, 154, 157, 158, 159, 162, 163, 164, 165, 166, 168, 172, 173, 175, 176, 178, 179, 180, 181, 189, 193, 199, 201, 202, 203, 204, 205, 207, 208, 209, 210, 211, 214, 220, 226, 228, 238, 240. Totaal 108 x Hydrologie gaat over hydrologie opmerking, betreft de nummers: 28, 29, 52, 55, 94, 96, 97, 107, 109, 110, 119, 120, 128, 129, 130, 132, 134, 136, 138, 147, 150, 153, 154, 158, 166, 172, 173, 176, 178, 179, 180, 181, 199, 202, 203, 211, 220, 233, 234, 240. Totaal 40x Manier van opbouw van commentaar op de zienswijze 1. Daar waar staat: “De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen” heeft het college na afweging van de belangen besloten de raad voor te stellen dat het ontwerp bestemmingsplan niet aangepast wordt. Dit is in normaal lettertype aangegeven. 2. Daar waar staat: “De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen” heeft het college na afweging van de belangen besloten de raad voor te stellen dat het ontwerp bestemmingsplan wel aangepast wordt. Dit is in vet lettertype aangegeven. In de tekst erachter is de wijziging opgenomen, zie ook de samenvatting voor alle betreffende punten. Wijzigingsvoorstellen “Wijziging:” wil zeggen door bugelhajema/gemeente te wijzigen in definitieve versie na raadsbesluit. Zie de onderstaande samenvatting met wijzigingsvoorstel welke nummers dit betreft.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
4
Samenvatting wel of niet gehonoreerde zienswijzen en samenvattend overzicht adressen met alle wijzigingsvoorstellen Voor wijzigingen door hydrologische of archeologische zienswijzen geldt dat hier een algemeen antwoord met een wijzigingsvoorstel voor geldt. Deze punten komen niet terug in de samenvatting. Het algemene antwoord hierop is opgenomen in de bijlagen A (hydrologie) en C (archeologie) aan het einde van deze nota zienswijzen en commentaar. Voor een beperkt aantal zienswijzen over archeologie geldt daarnaast een individueel antwoord, deze zijn wel opgenomen in deze samenvatting. Voor de zienswijzen over Waardevol grasland geldt dat bijlage B in een algemeen antwoord voorziet waarbij er geen wijziging van het plan wordt voorgesteld. Hieronder volgt een overzicht per zienswijze of de zienswijze wel of niet gehonoreerd is. ‘Z.w.’ betekent: het nummer van de zienswijze. ‘Wel geh.’ of ‘niet geh.’ betekent dat (een onderdeel van) de zienswijze wel of niet gehonoreerd is. Er kunnen meerdere onderdelen per zienswijze spelen. Daarna volgt per zienswijze de adresgegevens met daarachter een samenvatting van alle voorstellen tot een wijziging (soms meerdere per zienswijze). Dit om zo een snel overzicht van de wijzigingen te krijgen. Als er niets achter een adres staat heeft de zienswijze geen aanleiding tot een wijziging. z.w. wel geh. 1 2 3 I 4 I 5 I 6 I 7 I 8 I 9 I 10 11 I 12 I 13 14 I 15 I 16 II 17 I 18 I 19 I
niet geh. I I I
I
I
z.w. wel geh. 20 I 21 I 22 I 23 I 24 25 I 26 II 27 28 II 29 II 30 I 31 I 32 I 33 III 34 I 35 I 36 II 37 38 I
niet geh.
I I I II I I
I I
z.w. wel geh. 39 40 I 41 IIII 42 I 43 44 I 45 46 47 III 48 I 49 II 50 I 51 I 52 III 53 I 54 I 55 II 56 III 57
niet geh. I IIII I I I I
I I
I 7X
z.w. wel geh. 58 I 59 II 60 I 61 I 62 63 I 64 65 I 66 I 67 68 69 II 70 I 71 72 I 73 I 74 I 75 I 76
niet geh. I
I II I I III I
I I
II
z.w. wel geh. 77 78 I 79 II 80 I 81 I 82 I 83 84 I 85 I 86 I 87 I 88 89 90 I 91 nvt 92 I 93 II 94 II 95 I
niet geh. I I
6x I I I
I I nvt III IIII III II
z.w. wel geh. 96 II 97 II 98 I 99 II 100 II 101 102 II 103 I 104 I 105 I 106 I 107 II 108 I 109 IIII 110 II 111 II 112 I 113 II 114 I
niet geh. I
IIII IIII I
II
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
I
5
z.w. wel geh. 115 I 116 I 117 I 118 I 119 II 120 II 121 I 122 I 123 124 125 I 126 I 127 I 128 I 129 III 130 I 131 132 II 133 I 134 II 135 I 136 III 137 138 III 139 I 140 I 141 I 142 I 143 144 I 145
niet geh. I II I III
II III I I II I II
I III
I I
z.w. wel geh. 146 nvt 147 III 148 I 149 I 150 II 151 I 152 II 153 II 154 III 155 5x 156 I 157 I 158 III 159 I 160 I 161 I 162 I 163 I 164 I 165 I 166 II 167 nvt 168 I 169 nvt 170 III 171 I 172 II 173 III 174 175 I 176 III
niet geh. nvt
I II III I I 5x III I
I I I
nvt nvt
II I I II
z.w. wel geh. 177 178 11X 179 II 180 II 181 II 182 nvt 183 nvt 184 I 185 186 187 I 188 I 189 I 190 191 I 192 193 II 194 195 nvt 196 nvt 197 nvt 198 I 199 II 200 I 201 I 202 II 203 II 204 I 205 I 206 nvt 207 I
niet geh. I 10X
nvt nvt I I I I IIII I nvt nvt nvt I I I I I nvt
z.w. wel geh. 208 5x 209 I 210 I 211 II 212 I 213 nvt 214 I 215 I 216 nvt 217 nvt 218 nvt 219 220 II 221 222 III 223 nvt 224 225 I 226 I 227 nvt 228 I 229 nvt 230 nvt 231 nvt 232 233 I 234 I 235 I 236 I 237 I 238 I
niet geh. I
II nvt I nvt nvt nvt I
z.w. wel geh. 239 I 240 III 241 I 242 I 243 I 244 I 245 I 246 tot. 277**
niet geh.
I 175
** 108x wel geh. ivm archeologie
II III nvt I
nvt I nvt nvt nvt I
I
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
6
Adres 1. [appellant sub 1], wonend te Nieuw Balinge 2. [appellant sub 2], wonend te Smilde 3. [appellant sub 3], wonend te Wijster 4. [appellant sub 4], wonend te Hoogersmilde 5. [appellant sub 5], wonend te Witteveen 6. [appellant sub 6], wonend te Witteveen en [appellant sub 6], wonend te Witteveen 7.[appellant sub 7], wonend te Witteveen 8. [appellant sub 8], wonend te Witteveen 9. [appellant sub 9], wonend te Beilen 10. Strijker planontwikkeling, Esweg 15, 7963 CD, Ruinen namens [appellant sub 10], gevestigd te Hoogeveen over [locatie E] te Spier 11. [appellant sub 11], wonend te Smilde 12. [appellant sub 12], wonend te Spier 13. [appellant sub 13], wonend te Tiendeveen 14. [appellant sub 14], wonend te Wijster 15. [appellant sub 15], wonend te Mantinge 16. [appellant sub 16], wonend te Oranje 17. [appellant sub 17], wonend te Hoogersmilde
18. [appellant sub 18], wonend te Witteveen 19. [appellant sub 19], wonend te Hooghalen 20. [appellant sub 20], wonend te Hooghalen 21. [appellant sub 21], wonend te Tiendeveen over [locatie J] 22. [appellant sub 22], wonend te Beilen
23. [appellant sub 23], wonend te Witteveen 24. [appellant sub 24], wonend te Hijken 25. [appellant sub 25], wonend te Beilen 26. Van der Slikke rentmeesters, de heer H. de Bakker, Hogeweg 4, 4323 TC,
Wijzigingsvoorstel
Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in sa-gab. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi.
Wijziging: de bestemming W en W-VB voor de nummers 8 en 10 wijzigen in agrarisch met de aanduiding sa-gab. Wijziging: de bestemming W wijzigen in agrarisch met aanduiding sa-gab. Wijziging: bestemming W wijzigen in W-VB.
Wijziging: Voor een deel van het kadastraal perceel Smilde D 1716 zal de archeologische verwachtingswaarde verwijderd worden.
Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv. Wijziging: voor de percelen Westerbork P594 en 680 behorende bij [locatie F]. Wijziging: de bestemming W wijzigen in W-VB. Wijziging: het bestemmingsvlak (W-VB) verdiepen conform bovenstaande. Wijziging: voor de delen van het perceel Smilde C3159 die direct ten westen en ten oosten van het woonbestemmingsvlak liggen de bestemming N wijzigen in agrarisch. Wijziging: de bestemming W wijzigen in W-VB.
Wijziging: de bestemming agrarisch wijzigen in W-VB. Wijziging: het bestemmingsvlak W-VB vergroten door het 35 meter dieper te maken en door het breder te maken en aan te laten sluiten op het bestemmingsvlak van nr. 45.
Wijziging: het bestemmingsvlak A-TB zo vergroten dat alle bestaande bebouwing
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
7
Ellemeet namens [appellant sub 26], wonend te Wijster
27. [appellant sub 27], wonend te Ruinen 28. [appellant sub 28], wonend te Witteveen 29. [appellant sub 29], wonend te Smilde 30. [appellant sub 30], wonend te Wijster
31. De heer K.R. Doorten, Brugstraat 21, 9441 PG, Orvelte namens [appellant sub 31], wonend te Witteveen 32. [appellant sub 32], wonend te Beilen 33. [appellant sub 33], wonend te Drijber
34. J.M. Even en A.C.M. Schorn, Visseringlaan 2-44, 8302 BJ, Emmeloord als eigenaar van [locatie U]
35. [appellant sub 35], wonend te Beilen 36. [appellant sub 36], wonend te Hijken
37. [appellant sub 37], wonend te Wijster 38. [appellant sub 38], wonend te Hooghalen 39. [appellant sub 39], wonend te Hoogersmilde 40. [appellant sub 40], wonend te Witteveen 41. Ontwikkelingscombinatie Timmerholt V.O.F., de heer H. Beekman, Postbus 8110, 3503 RC Utrecht, namens [appellant sub 41] te Westerbork
inclusief de feitelijke schuur aan de zuidoostkant in dit vlak komt. Wijziging: binnen de bestemmingsregels van A-TB opnemen de afwijkingsmogelijkheid voor hogere goothoogte van de bedrijfswoning tot 5,5 meter conform de regeling bij andere bestemmingen.
Wijziging: De archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan aanpassen voor dat deel dat is opgegraven op de percelen Beilen P667, 668, 151 en 619. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in R-VR3.
Wijziging: in algemene zin duidelijker opnemen in de regels dat bestaand gebruik als B&B daar waar het legaal bestaand gebruik betreft, toegestaan is. Wijziging: het bestemmingsvlak W-VB zodanig in oostelijke richting vergroten dat de schuur en paardenbak hierbinnen vallen. Oftewel de grens komt op zo’n 95 meter ten oosten van de voorgevel van de woning te liggen Wijziging: de dubbelbestemming ‘waarde boom’ verwijderen, en wel vanaf de weg naar het oosten geteld het vierde rondje. Wijziging: opnemen binnen de regels van de bestemming R-VR2 dat onder voorwaarden een afwijkingsmogelijkheid voor het bouwen van geschakelde recreatiewoningen mogelijk is. De onderliggende notitie hierover in de toelichting opnemen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in sa-gab. Wijziging: de bestemming B-AA wijzigen in sa-gab. Wijziging: voor het perceel Beilen R615 de aanduiding sa-gab opnemen (locatie x).
Wijziging: toevoegen artikel 22.4.1c, vergelijkbaar met artikel 21.4.1.c. Ook toevoegen artikel 21.4.2f, vergelijkbaar met artikel 22.4.2e. Wijziging: opnemen binnen de regels van de bestemming R-VR2 dat onder voorwaarden een afwijkingsmogelijkheid voor het bouwen van geschakelde recreatiewoningen mogelijk is. De onderliggende notitie hierover in de toelichting opnemen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
8
Wijziging: De archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan aanpassen. 42. [appellant sub 42], wonend te Westerbork 43. [appellant sub 43], wonend te Wijster 44. TenneT TSO B.V., de heer C. de Jong, Postbus 718, 6800 AS, Arnhem 45. Pietersma & Spoelstra bv, A.J. Spoelstra, Postbus 707, 9200 AS, Drachten namens [appellant sub 45], wonend te Hoogersmilde 46. Pietersma & Spoelstra bv, A.J. Spoelstra, Postbus 707, 9200 AS, Drachten namens [appellant sub 46], wonend te Smilde 47. [appellant sub 47], wonend te Hooghalen
48. [appellant sub 48], wonend te Bovensmilde 49. [appellant sub 49], wonend te Zwiggelte
50. [appellant sub 50], wonend te Smilde 51. [appellant sub 51], wonend te Orvelte 52. [appellant sub 52], wonend te Wijster 53. [appellant sub 53], wonend te Beilen
54. [appellant sub 54], wonend te Bovensmilde
Wijziging: de genoemde zones op de verbeelding versmallen conform de ingediende zienswijze.
Wijziging: het verbod op trekkershutten verwijderen en toevoegen voorwaarden (uitgezonderd de 50 meter norm) waaronder alsnog bij afwijking maximaal 3 trekkershutten zijn toegestaan. Wijziging: opnemen ipv artikel 41b.6 en 7. 6a: in totaal zijn maximaal drie bed and breakfasteenheden toegestaan in de bestaande bebouwing; 6b. Voor zover het gaat om bed and breakfasteenheden geldt dat deze uitsluitend mogen worden gerealiseerd in bestaande hoofd- of bijgebouwen. Ten behoeve van de bed and breakfasteenheden in het hoofdgebouw of in een bijgebouw mogen uitsluitend slaapplaatsen met sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd. Een ontbijtruimte en eventueel een woonkamer bevinden zich elders in het hoofdgebouw dan wel in het bij het bijgebouw behorende hoofdgebouw. Er mogen geen keukenblokken of woonkamervoorziening in de bed and breakfasteenheden worden gemaakt. Wijziging: voor dit perceel een aanduiding ‘groepsaccommodatie’ opnemen en in de regels van M-sm1 en voor de aanduiding M-sm4 in Witteveen toevoegen dat hier een groepsaccommodatie is toegestaan ter grootte van maximaal 300 m2. Wijziging: het bestemmingsvlak voor W-VB vergroten door de westgrens evenwijdig met de weg 15 meter te verleggen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in B. Wijziging: in algemene zin duidelijker opnemen in de regels dat bestaand gebruik als mini-camping daar waar het legaal bestaand gebruik betreft, toegestaan is.
Wijziging: het deel van het perceel Beilen U471 waar geen bos aanwezig is, wijzigen van N in agrarisch. Het overige deel niet wijzigen. Wijziging: de bestemmingsomschrijving DH-TC aanvullen met een tweede aandachtsstreepje onder 14.1 sub a: ‘- kwekerij ten behoeve van detailhandel ter plaatse’ zodat dit gebruik alsnog is toegestaan. Wijziging: de bestemming agrarisch van het perceel SDE K2459 wijzigen in W.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
9
55. [appellant sub 55], wonend te Bovensmilde over locatie JJ te Bovensmilde 56. [appellant sub 56], wonend te Drijber
57. mr. J.A. Hofsteenge, Willem de Zwijgerlaan 34, 2341 EK, Oegstgeest namens [appellant sub 57], gevestigd te Spier 58. COG Drenthe, A. Velthuis, Postbus 167, 9400 AD, Assen [locatie PP] te Drijber 59. [appellant sub 59], wonend te Orvelte
60. [appellant sub 60], wonend te Beilen 61. [appellant sub 61], wonend te Smilde 62. [appellant sub 62], wonend te Zuidveld 63. Geene, Doornbosch, De Willigen, mevrouw M.B.W. Litjens, Postbus 622, 9400 AP, Assen, namens [appellant sub 63], gevestigd te Beilen 64 [appellant sub 64], wonend te Hooghalen 65. Rijnvallei Adviesdienst Bedrijfsontwikkeling B.V., J.G.C. van Schaik, Postbus 610, 6700 AP, Wageningen, namens [appellant sub 65], wonend te Witteveen 66. [appellant sub 66], wonend te Beilen 67. [appellant sub 67], wonend te Beilen 68. [appellant sub 68], wonend te Drijber 69. [appellant sub 69], wonend te Beilen 70. [appellant sub 70], wonend te Nieuw Balinge
71. [appellant sub 71], wonend te Beilen 72. [appellant sub 72], wonend te Bovensmilde 73. Architektenburo Van Ruth BV, de heer B. van Ruth, Postbus 24, 7990 AA, Dwingeloo, over [locatie TT], te Smilde 74. [appellant sub 74], wonend te Smilde 75. [appelant sub 75], wonend te Hooghalen over [locatie UU] te Hijken
Wijziging: de bestemmingsgrens tussen AW-1 en AW-2 verschuiven in noordelijke richting. De grens komt aan de noordzijde dan te liggen direct ten noorden van de huiskavel, aan de oostzijde komt deze (verticaal) te liggen direct ten oosten van de bebouwing. Hiermee valt de huiskavel geheel binnen AW-1. Wijziging: bestemming W wijzigen in aanduiding sb-tbw (behorende bij locatie MM]).
Wijziging: binnen de bestemmingsomschrijving en de gebruiksregels van de bestemming M-on opnemen dat toegestaan gebruik ook is het gebruik van gronden en bebouwing voor kinderopvang en buitenschoolse opvang. Wijziging: [locatie QQ] het hele perceel waar de bedrijfsbestemming op ligt, voorzien van de aanduiding ‘opslag’ in plaats van op 2 van de 3 bestaande schuren. Wijziging: Voor [locatie QQ] opnemen de aanduiding ‘-bw’.
Wijziging: de archeologische verwachtingswaardenkaart aanpassen zodat binnen de uitbreidingslocatie van de zandwinning geen verwachting meer aanwezig is. Wijziging: de aanduiding sa-tbw opnemen.
Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi. Wijziging: de aanduiding sa-tbw opnemen. Wijziging: het bestemmingsvlak W-VB verkleinen zodat alleen het perceel kadastraal bekend Westerbork P1145 als W-VB bestemd blijft, de rest van de bestemming W-VB (dus op het perceel Westerbork P1146) wijzigen in N. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen conform het verzoek. Wijziging: de bestemming en W wijzigen in bedrijfsbestemming B-ZO inclusief de aanduiding ‘sba-beb’ voor de percelen SDE I2920 en 2921.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
10
76. [appellant sub 76], wonend te Wijster 77. [appellant sub 77], wonend te Zwiggelte 78. [appellant sub 78], wonend te Zuidveld 79. Provincie Drenthe, De heer A. Anema, Postbus 122, 9400 AC, Assen
80. [appellant sub 80], wonend te Smilde 81. Dorhout advocaten, K. Konings, Postbus 96, 9700 AB, Groningen namens [appellant sub 81], gevestigd te Hooghalen 82. K.J. van Weperen, Jaringa 3, 8431 RE, Oosterwolde over [locatie YY] 83. Staatsbosbeheer Regio Noord, de heer W. Winter, Postbus 333, 9700 AH, Groningen over [locatie ZZ] te Laaghalen 84. Architectenbureau D.B.L. Lunteren b.v, de heer G.J. van Grootheest, Meulunterseweg 34, 6741 HN, Lunteren namens [appellant sub 84], gevestigd te Hooghalen 85. Stichting DBF, de heer M. Cnossen, Biensma 34, 9001 ZZ, Grou, over [locatie CCC] 86. [appellant sub 86], wonend te Smilde 87. [appellant sub 87], wonend te Drijber 88. [appellant sub 88], wonend te Westerbork 89. [appellant sub 89], wonend te Smilde 90. [appellant sub 90], gevestigd te Sgroningen 91. vervallen, is zelfde als nr. 49 92. [appellant sub 92], wonend te Spier 93. [appellant sub 93], wonend te Hijken
94. [appellant sub 94], wonend te Zwiggelte
Wijziging: voor de percelen BLN U417 en U542 de bestemming N wijzigen naar agrarisch.
Wijziging: aan de regels van AW-1 en AW-4 toevoegen dat er bij de aanduiding ‘iv’ voor bedrijfsgebouwen maximaal 1 bouwlaag is toegestaan. Wijziging: Voor een aantal percelen de bestemming agrarisch wijzigen naar Natuur, zie bijlage D voor de te wijzigen percelen. Wijziging: aanpassen het aantal recreatiewoningen op blz 133 van de toelichting. Hier staat bij 1e streepje Grote Zand: 15 woningen, dit moet zijn 20. Wijziging: voor dit gebouw een aanduiding recreatiewoning (binnen de bestemming N) opnemen.
Wijziging: de bestemming W van [locatie AAA] wijzigen in agrarisch, waardoor dit de bedrijfswoning van het bedrijf wordt. Ook de bestemming agrarisch voor zover het betreft de huidige bedrijfswoning [locatie AAA] met enige grond eromheen wijzigen in W. Wijziging: dit perceel uit bijlage 2 van de regels verwijderen. Daarnaast alle andere cat. 2 bedrijven hier verwijderen. Wijziging: de bestemming B wijzigen in agrarisch met aanduiding sa-gab.
Wijziging: de aanduiding kampeerterrein verwijderen. Wijziging: de verleende vrijstelling voor uitbreiding van de minicamping bij het agrarische bedrijf van september 2011 wordt verwerkt in het plan. Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de nokhoogte op 8 meter komt. Wijziging: de woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
11
van de regels schrappen. 95. [appellant sub 95], wonend te Hijken 96. [appellant sub 96], wonend te Bovensmilde 97. [appellant sub 97], wonend te Drijber 98. [appellant sub 98], wonend te Beilen 99. [appellant sub 99], wonend te Hoogersmilde
100. [appellant sub 100], wonend te Hoogersmilde 101. [appellant sub 101], wonend te Westerbork 102. [appellant sub 102], wonend te Bovensmilde
103. [appellant sub 103], wonend te Orvelte 104. [appellant sub 104], wonend te Orvelte 105. [appellant sub 105], wonend te Wijster 106. [appellant sub 106], wonend te Bovensmilde 107. [appellant sub 107], wonend te Drijber 108. [appellant sub 108], wonend te Hijken
109. [appellant sub 109], wonend te Beilen
Wijziging: de bestemming R-VR1 met de aanduiding ‘-bw’ opnemen in plaats van een witte vlek. Wijziging: voor het perceel Smilde C3274 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Ook de percelen, Smilde C3273, 3280 en 3707, voor zover niet ten zuiden van het verlengde van de ondergrens van het perceel 3274 gelegen, van N wijzigen in agrarisch. Wijziging: voor het perceel Smilde C3274 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Wijziging: voor het perceel Smilde K2362 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen zodat er in de zone van en rondom de NAM-gasleiding geen verwachting meer is. Ook zal de NAMleiding op de verbeelding verwerkt worden. Wijziging: voor het perceel Westerbork S324 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Wijziging: het bestemmingsvlak W vergroten overeenkomstig de eigendomssiuatie, dus zo’n 60 meter naar het oosten vergroten. Wijziging: definitie hhh aanpassen als volgt: Hhh. een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en die gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkveehouderij en het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet; Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
12
nokhoogte op 8 meter komt. Wijziging: De woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen. 110. [appellant sub 110], wonend te Zwiggelte 111. [appellant sub 111], wonend te Hijken 112. CSVB, de heer B. Bakker, Postbus 257, 3440 AG, Woerden, namens [appellant sub 112], te Hijken 113. CSVB, de heer B. Bakker, Postbus 257, 3440 AG, Woerden, namens [appellant sub 113], gevestigd te Beilen 114. IPG, de heer B.M. Bijl, Postbus 43, 6640 AA, Beuningen, over [locatie TTT] te Beilen 115. Countus accountants-adviseurs, A. de Haan, Postbus 1, 7475 ZG, Markelo, namens [appellant sub 115], wonend te Orvelte 116. [appellant sub116], wonend te Bovensmilde
117. [appellant sub 117], wonend te Nieuweroord
118. [appellant sub 118], wonend te Bruntinge 119. [appellant sub 119], wonend teHooghalen 120. [appellant sub 120], wonend te Hooghalen (zie ook 192) 121. [appellant sub 121], wonend te Smilde 122. [appellant sub 122], gevestigd te Witteveen 123. [appellant sub 123], wonend te Beilen 124. [appellant sub 124], wonend te Hijken 125. [appellant sub 125], wonend te Hijken 126. [appellant sub 126], wonend te Westerbork over [locatie DDDD] 127. J.G. Muntinga, Esweg 90, 9411 AK, Beilen namens [appellant sub 127], te Zwiggelte 128. [appellant sub 128], wonend te Hijken 129. [appellant sub 129], wonend te Westerbork
Wijziging: de bestemming W wijzigen in W-VB. Wijziging: de aanduiding sa-gabi wijzigen in iv. Wijziging: de aanduiding iv wijzigen in sa-gabi. Wijziging: de bestemming AW-2 wijzigen in AW-1 voor de gronden ten westen van de es tot aan de snelweg en parallel aan de bosbeplanting aan de noordzijde van het erf.
Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen zodat er in de zone van en rondom de NAM-gasleiding geen verwachting meer is. Ook zal de NAMleiding op de verbeelding verwerkt worden. Wijziging: De archeologische verwachtingskaart aanpassen voor het deel van het perceel Westerbork K3033 waarvoor een ontgrondingsvergunning voor is verleend.
Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in agrarisch met de aanduiding sa-gab. Wijziging: de aanduiding sb-tbw opnemen voor de woning die het dichtst bij de weg staat. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen zodat er in de zone van en rondom de bestaande gasleiding geen verwachting meer is. Ook zal de leiding op de verbeelding verwerkt worden.
130. [appellant sub 130], wonend te Hooghalen 131. [appellant sub 131], wonend te Hooghalen 132. [appellant sub 132], gevestigd te Beilen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
13
133. [appellant sub 133], wonend te Bovensmilde 134. [appellant sub 134], wonend te Beilen 135. [appellant sub 135], wonend te Westerbork 136. [appellant sub 136], wonend te Wijster 137. [appellant sub 137], wonend te Zuidveld 138. [appellant sub 138], wonend te Beilen over [locatie GGGG] 139. [appellant sub 139], wonend te Hijken 140. [appellant sub 140], wonend te Beilen 141. [appellant sub 141], gevestigd te Smilde 142. [appellant sub 142], wonend te Westerbork en [appellant sub 142], wonend te Westerbork 143. [appellant sub 143], wonend te Westerbork 144. [appellant sub 144], gevestigd te Zwiggelte 145. Mr. R.H.A. ter Huurne, Stichting Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10.100, 5.000 JC Tilburg namens [appellant sub 145], wonend te Tiendeveen 146. [appellant sub 146], wonend te Zwiggelte 147. [appellant sub 147], wonend te Drijber 148. [appellant sub 148], gevestigd te Beilen 149. [appellant sub 149], gevestigd te Beilen 150. [appellant sub 150], gevestigd te Orvelte 151. [appellant sub 151], wonend te Smilde 152. Countus Accountants+adviseurs, J. Steenhagen, Postbus 225, 7730 AE, Ommen namens [appellant sub 152] wonend te Orvelte 153. [appellant sub 153], wonend te Mantinge 154. [appellant sub 154], gevestigd te Beilen 155. NMFD, mevrouw L. Harteveld, Hertenkamp 6, 9401 HL, Assen namens [appellanten sub 155]
Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi. Wijziging: De woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen.
Wijziging: het bestemmingsvlak voor de percelen Westerbork T 346 en 2253 naar achteren toe verdiepen, zodat deze grenst aan de ernaast gelegen bossingel.
Wijziging: de aanduiding iv wijzigen in sa-gab.
Wijziging: voor dit perceel een aanduiding opnemen dat 1,5 ha bij recht mogelijk is. Hiertoe ook de regels hierop aanpassen. Wijziging: binnen de regels van de agrarische bestemmingen de vergunningplicht voor het aanleggen van transportleidingen binnen het bouwvlak verwijderen. Wijziging: toevoegen aan de regels voor R-VR1 en R-VR3 binnen de doeleinden beschrijving: “het behoud en het versterken van een goede landschappelijke inpassing”. Wijziging: de toelichting op blz 133 (wat betreft de mening van natuurbeherende organisaties) nuanceren. Wijziging: De RO behorende bij de uitbreiding voor camping Sonnevanck waar het gaat over de EVZ aanpassen zodanig dat de tekst in H4 over de EVZ verwijderd wordt wegens het vervallen van de EVZ. Wijziging: de zinsnede “in het bijzonder het open karakter van dit landschap” zal verwijderd worden uit de genoemde voorwaarde in artikel 4.9e onder 5. Wijziging: Artikel 43.2 wijzigen in zoverre dat de EHS komt te staan in het rijtje van
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
14
156. Agra-Matic b.v., J. Bouwman, Postbus 396, 6710 BJ, Ede namens [appellant sub 156], wonend te Orvelte 157. [appellant sub 157], wonend te Beilen 158. [appellant sub 158], gevestigd te Beilen
159. [appellant sub 159], gevestigd te Hoogersmilde 160. Schuurmans Advocaten & Adviseurs, mevrouw F. de Vries, Postbus 145, 9300 AC, Roden namens [appellant sub 160], wonend te Beilen over [locatie NNNN] 161. Remie fiscaal adviesbureau, Y. de Graaf, Postbus 779, 5400 AT, Uden namens [appellant sub 161], wonend te Zwiggelte 162. GIBO Groep Emmen, de heer O. Meijerink, Postbus 114, 7800 AC, Emmen namens [appellant sub 162], wonend te Wezuperbrug 163. KAVB, F. van Houts, Postbus 175, 2180 AD, Hillegom 164. [appellant sub 164], wonend te Witteveen 165. [appellant sub 165], gevestigd te Beilen 166. en 167. en 169 (allen zelfde afzender). [appellant sub 166 en 167 en 169), wonend te Hijken over [locatie PPPP] 167. vervallen zie 166. 168. [appellant sub 168], wonend te Beilen 169. vervallen zie 166. 170. N.V. Nederlandse Gasunie, de heer E. Fredriks, Postbus 19, 9700 MA, Groningen
171. [appellant sub 171], gevestigd te Beilen
de natuurlijke waarden en niet in die over landschapswaarden. Wijziging: Voor een aantal percelen de bestemming agrarisch wijzigen naar Natuur of v.v., zie bijlage E voor de te wijzigen percelen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv.
Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de nokhoogte op 8 meter komt. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in W.
Wijziging: voor de percelen Westerbork R73 en 787 de bestemming N wijzigen in agrarisch.
Wijziging: de verbeelding aanpassen conform de zienswijze. Daarnaast voor alle gasleidingen van de Gasunie de dubbelbestemming archeologie verwijderen. Wijziging: artikel 30.6 van de regels aanpassen conform de zienswijze. Wijziging: in de toelichting verwijderen de verwijzing naar de circulaire van 1984 (is per januari 2011 niet meer van toepassing). Nieuwe tekst opnemen met daarin verwijzing naar het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB) dat per januari 2011 geldt. Wijziging: de bestemming R-VR3 wijzigen in H. In de regels van H opnemen dat
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
15
een mini-camping is toegestaan, conform het systeem van (o.a.) R-VR3 aangezien het gaat om een bestaande minicamping. 172. Exlan Consultants, L. Polinder, Glindeweg 19, 8085 SN, Doornspijk namens [appellant sub 172], wonend te Drijber 173. Exlan Consultants, L. Polinder, Glindeweg 19, 8085 SN, Doornspijk namens [appellant sub 173], wonend te Drijber 174. Exlan Consultants, L. Polinder, Glindeweg 19, 8085 SN, Doornspijk namens [appellant sub 174], wonend te Smilde 175. [appellant sub 175], wonend te Witteveen 176. [appellant sub 176], gevestigd te Beilen over [locatie RRRR] 177. Arcadis Nederland b.v., A. Blok, Postbus 63, 9400 AB, Assen namens [appellant sub 177], wonend te Zwiggelte 178. LTO noord, de heer R. Visser, Postbus 186, 9200 AD, Drachten
Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv.
Wijziging: de woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen.
Wijziging: Het kaartmateriaal wordt op diverse onderdelen, met name naar aanleiding van de zienswijzen en overleg met de provincie op een aantal onderdelen aangepast wat betreft de bestemmingen Natuur en Agrarisch. Wijziging: Het kaartmateriaal wordt op diverse onderdelen, met name naar aanleiding van de zienswijzen op een aantal onderdelen aangepast wat betreft de aanduidingen bij de agrarisch bedrijven. Wijziging: afwijkingsbevoegdheid opnemen voor realiseren van een serrestallen door afwijking toe te staan van de bouwregel dat er een schuin dak moet zijn, onder de voorwaarde dat het landschappelijk goed ingepast moet zijn. Ook het BKP aanpassen op blz. 41 etc aanvulling op tekst over serrestallen. Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de nokhoogte op 8 meter komt. Wijziging: De woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen. Wijziging: aanpassen de definitie sierteelt en wijzigen van enkele artikelen die hierover gaan, te weten: Sierteelt : meerjarige teelt van vaak niet inheemse gewassen, hoofdzakelijk bedoeld als tuinbeplanting. Artikel 4.5.1.g en dezelfde artikelen in artikel 5, 6 en 7 zullen hierop worden aangepast. Tevens verwijderen de voorwaarden in geval van archeologie 1 en hydrologie.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
16
Wijziging: verwijderen de woorden ‘(ten behoeve van natuurbeheer)’ in de artikelen die beschrijven welke uitzonderingen gelden in relatie tot de “Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden”. 179. [appellant sub 179], wonend te Witteveen 180. [appellant sub 180], gevestigd te Beilen 181. [appellant sub 181], wonend te Smilde 182 zelfde als 239, vervalt dus. 183 zelfde als 163, vervalt dus. 184. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 184], wonend te Wijster 185. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 185], wonend te Hijken 186. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 186], wonend te Hijken 187. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 187], wonend te Hijken
188. [appellant sub 188], wonend te Orvelte
189. [appellant sub 189], wonend te Beilen 190. [appellant sub 190], gevestigd te Westerbork 191. [appellant sub 191], wonend te Beilen over [locatie YYYY] 192. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 192], wonend te Hooghalen over [locatie ZZZZ] 193. [appellant sub 193], wonend te Smilde
Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi.
Wijziging: de regels aanvullen zodanig dat binnen de agrarische bedrijfsbestemmingen bij toegestaan gebruik wordt opgenomen dat bestaand legaal gebruik in de vorm van een aan de agrarische functie ondergeschikte deeltijdfunctie in de vorm van lichte bedrijvigheid is toegestaan. Wijziging: de aanduiding groepsaccommodatie voor [locatie WWWW] verwijderen. Voor [locatie VVVV], kadastraal bekend WTB C3221 en C3217, de bestemming wijzigen in M-sm6 waarbij geen bedrijfswoning mogelijk is.
Wijziging: voor [locatie YYYY] de bestemming R-VR1 met de aanduiding ‘-bw’ opnemen in plaats van een witte vlek.
Wijziging: voor de percelen Smilde F1705 en 2066 en een aantal percelen ten zuiden van het Hardersbos zoals genoemd in de zienswijze de bestemming agrarisch wijzigen in N. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen voor de genoemde veenbruggen.
194. Countus accountants-adviseurs, De heer J. Steenhagen, Postbus 225, 7730 AE, Ommen namens [appellant sub 194], gevestigd te Wijster 195. Zienswijze 195 is zienswijze 185 196. Zienswijze 196 is zienswijze 186
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
17
197. Zienswijze 197 is zienswijze 187 198. BMD Advies Rijndelta B.v., L. Glimmerveen, Ebweg 18, 2991 LT Barendrecht, namens [appellant sub 198], over [locatie AAAAA] 199. [appellant sub 199], wonend te Drijber 200. [appellant sub 200], wonend te Beilen 201. [appellant sub 201], wonend te Bruntinge 202. [appellant sub 202], wonend te Beilen 203. [appellant sub 203], wonend te Mantinge 204. [appellant sub 204], gevestigd te Mantinge 205. [appellant sub 205], wonend te Elp 206. vervallen, is zelfde als 95 207.[appellant sub 207], wonend te Hooghalen 208. LBP Sight, de heer G. Sigmond, Postbus 52, 6670 AB, Zetten namens [appellant sub 208], gevestigd te Hoogersmilde
209. [appellant sub 209], wonend te Wijster 210. [appellant sub 210], gevestigd te Nieuweroord 211. [appellant sub 211], wonend te Hooghalen 212. Agra-Matic b.v., J. Bouwman, Postbus 396, 6710 BJ, Ede namens [appellant sub 212], wonend te Hooghalen 213. vervallen, is zelfde als 193. 214. [appellant sub 214], gevestigd te Beilen over gevestigd te Beilen over [locatie EEEEE] 215. [appellant sub 215], gevestigd te Amsterdam over [locatie FFFFF]
Wijziging: in de verbeelding opnemen dat er een bouwvrije zone in een driehoek met zijden van zo’n 200 meter in een gebied rond de zendmast komt. In de regels vastleggen dat er in de zone niet gebouwd mag worden. Wijziging: bestemmingsvlak voor W vergroten door het vlak naar het noorden en oosten toe zo’n 50 meter te verbreden.
Wijziging: voor de percelen Smilde B1667 (ten noorden van de huidige bestemming) en deels de percelen Smilde B503 en B1391de bestemming agrarisch wijzigen in B met de aanduiding ‘kf’. Wijziging: voor een deel van het perceel Smilde B1572 de bestemming agrarisch wijzigen in B-ZO. Wijziging: toevoegen aan artikel 13.1a ‘en grondstoffen voor de kalkzandsteenproductie’. Wijziging: opnemen bij het gebruik dat toegestaan is een zanddepot van maximaal 25 meter hoogte ter plekke van de aanduiding ‘kf’.
Wijziging: de aanduiding sa-gabi wijzigen in iv.
Wijziging: De bestemming voor dit pand wijzigen van N naar W-VB ter grootte van het pand en enige ruimte eromheen.
216. vervallen, is zelfde als nummer 192 217. vervallen, is zelfde afzender als 199 dus samengevoegd met 199. 218. vervallen, zelfde afzender als 199 dus samengevoegd met 199. 219. LTO Noord, de heer J.P. Smit, Postbus 186, 9200 AD, Drachten namens [appellant sub 219], gevestigd te Spier
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
18
220. [appellant sub 220], gevestigd te Wijster 221. [appellant sub 221], gevestigd te Elp 222. [appellant sub 222], gevestigd te Hooghalen
223. vervallen, is 194 en dus 152. 224. [appellant sub 224], wonend te Hijken 225. [appellant sub 225], gevestigd te Beilen over het perceel sub 225 te Beilen 226. [appellant sub 226], wonend te Orvelte 227 vervallen, is zelfde als 160. 228. ARAG rechtsbijstand, G.G. Kranendonk, Postbus 230 AE, Leusden namens [appellant 228], gevestigd te Beilen 229. is zelfde als 184, vervalt dus. 230. is zelfde als 145, vervalt dus. 231. is zelfde als 165, vervalt dus. 232. [appellant sub 232], gevestigd te Bovensmilde 233. [appellant sub 233], wonend te Bovensmilde
234. [appellant sub 234], wonend te Bovensmilde
235. Stichting Astron, de heer P. Bennema, Postbus 2, 7990 AA, Dwingeloo
236. [appellant sub 236], wonend te Mantinge
Wijziging: voor voor perceel WTB A3127 de bestemming Natuur naar M-sm5 wijzigen (aansluitend op overige sm-5 terrein) en voor het perceel WTB A3157 de bestemming W in M-sm5 wijzigen en het bestemmingsvlak in overeenstemming brengen met de perceelsgrens (zie ook 222g). Wijziging: aanpassen bouwregels voor M-sm5 zodat het bouwen van een glazen stulp om de voormalige commandantswoning mogelijk is. Hiertoe een aanduiding opnemen voor de vm. woning en in de bouwregels opnemen dat alleen ter plekke van deze aanduiding een dergelijk bouwwerk mogelijk is. De bijbehorende oppervlaktemaat is maximaal 1.000 m2 en de bouwhoogte is maximaal 12 meter. Wijziging: voor het perceel WTB A3157 de bestemming W wijzigen in M-sm5. Ook opnemen bouwmogelijkheden voor de woning zelf (bestaande maten), zie ook 222d.
Wijziging: voor locatie [HHHHH] de bestemming R-VR1 met de aanduiding ‘-bw’ opnemen in plaats van een witte vlek.
Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Voor het perceel Smilde K2362 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Voor het perceel Smilde K2362 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Artikel 40.8 van de regels wijzigen conform het voorstel van Astron met dien verstande dat deze qua schrijfwijze aan zal sluiten op de manier van zinsopbouw in het ontwerp plan. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
19
237. [appellant sub 237], gevestigd te Drijber 238. [appellant sub 238], wonend te Beilen 239. [appellant sub 239], wonend te Hooghalen over [locatie KKKKK] 240. [appellant sub 240], wonend te Witteveen
241. [appellant sub 241] over [locatie LLLLL]
242. [appellant sub 242], wonend te Nieuw Balinge
243. [appellant sub 243], wonend te Orvelte
244. [appellant sub 244], wonend te Beilen
245. [appellant sub 245], gevestigd te Smilde over locatie [OOOOO]
ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bestemming W wijzigen in agrarisch met de aanduiding sa-gab. Wijziging: de aanduiding sa-tbw opnemen voor het perceel Beilen L2759. Wijziging: de bestemming W-VB deels wijzigen in W-VB (voor het perceel Beilen R 2738) en deels agrarisch met de aanduiding ‘-bw’ (voor het perceel Bln R3967). Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bouwaanduiding ‘2ha’ toevoegen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Binnen de bestemming R-VR 1 en 2 toestaan dat er bij een recreatiewoning een vrijstaande berging/bijgebouw mag komen, ongeacht de grootte van de recreatiewoning. De totale bebouwde oppervlakte per nachtverblijf dan wel per recreatiebungalow mag 70 m2 respectievelijk 100 m2 zijn, inclusief de berging/bijgebouw. De regels van R-VR1 en R-VR2 hierover verduidelijken. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bestemming W wijzigen in W-VB. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bestemming W wijzigen in W-VB. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Voor het perceel Beilen R4074 de bestemming agrarisch wijzigen in W. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Binnen de bestemming “S-R“ opnemen in de regels dat ter plaatse van de aanduiding ‘sportveld’ de toegestane bebouwing 300 m2 bedraagt, tenzij de bestaande situatie meer is. In dat laatste geval geldt dat de maximale oppervlakte voor bebouwing 120% van de bestaande situatie is.
246. Plas Bossinade Advocaten N.V., de heer W. van der Velde, Postbus 1100, 9701 BC, Groningen namens [appellant sub 246] over locatie [PPPPP]
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
20
Onderwerp
Samenvatting reactie
Commentaar en verwerking
1. [appellant sub 1], wonend te Nieuw Balinge In het ontwerp bestemmingsplan wordt kenbaar gemaakt dat in het buitengebied Nieuw Balinge voornemens bestaan om de Breistroeken te legaliseren. Deze plannen worden versterkt door het verdwijnen van het munitiedepot, hierbij vervalt het bezwaar om permanente bewoning tegen te gaan in de wijk Breistroeken, zodat de bestemming Recreëren omgezet kan worden in wonen. Graag attenderen wij u er op om de enkele recreatiewoningen gelegen aan [locatie A] mee te nemen in het plan. Enkele argumenten zijn: • het betreft exact dezelfde woningen als de Breistroeken, deze zijn destijds gebouwd vanwege ruimtegebrek aan de Breistroeken; • het betreft slechts 10 woningen die allen permanent bewoond worden; • deze permanente bewoners zijn zeer nauw betrokken met de natuur aan de Koolveen en besteden veel aandacht aan de uitstraling van hun woonomgeving die aansluiten op het natuurgebied; • door het verdwijnen van het munitiedepot vervalt ook voor de recreatiewoningen aan [locatie A] de gevarenzone;
Het beleid is om geen nieuwe permanente bewoning van recreatiewoningen in het buitengebied toe te staan. Er is geen aanleiding om hierop een uitzondering te maken. Overigens wordt voor De Breistroeken momenteel nog onderzocht of omzetting naar permanente bewoning technisch gezien mogelijk dan wel lonend is, waardoor dit vooralsnog geen gegeven is. De omzetting van de Breistroeken in Nieuw-Balinge van recreatiewoningen naar permanente bewoning kent een geheel andere aanleiding, omstandigheden en afweging en is niet vergelijkbaar met dit park. Zo zijn de bungalows op de Breistroeken gelegen direct grenzend aan en feitelijk zelfs binnen de bebouwde kom van Nieuw Balinge. Onderhavig geval ligt op minstens 200 tot 300 meter van de bebouwde kom. De directe relatie tot permanente woonbebouwing is dan ook nihil in tegenstelling tot de Breistroeken. De 10 woningen liggen feitelijk in het buitengebied, waardoor een andere integrale afweging gemaakt moet worden dan in een dorpskern. Het feit dat het slechts 10 woningen betreft, is geen reden af te wijken van het beleid, temeer daar er precedentwerking vanuit kan gaan, welke onwenselijk is. Daarnaast gaat de gemeente ervan uit dat de goede zorg en aandacht van eigenaren van gronden en panden voor de eigen gronden en de directe omgeving ervan geen uitzondering maar eerder regel zou moeten zijn. Voor wat betreft het stopzetten van het militaire gebruikskarakter van het munitiedepot geldt dat dit inderdaad een van de redenen was voor de Breistroeken om hun woningen mogelijk toch permanent te kunnen laten bewonen. Dit zou ook kunnen opgaan voor de 10 woningen aan [locatie A], alhoewel het dan wel eerst planologisch wenselijk moet zijn de omzetting te realiseren en dat is hier niet het geval. Overigens is het voor het bepalen van de juiste bestemming niet relevant hoe de directe omgeving bepaald gebruik ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------21 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Wijzigen bestemming R-VR2 in Wonen
Onderwerp
Samenvatting reactie • uit ervaring kunnen wij zeggen dat de bewoners uit het dorp Nieuw Balinge betrokken zijn bij de bewoners aan de Koolveen en onze woningen beschouwen als permanente woonhuizen; • zelfs de huisnummers aan [locatie A] maken geen onderscheid tussen de permanente woningen en onze recreatie woningen. Als voorbeeld geef ik; nummer 1 is een recreatiewoning en nummer 2 gelegen aan de overkant van de weg is een permanent woonhuis en heeft dus bestemming wonen; • daarbij komt ook dat onze huizen totaal geen uitstraling hebben tot recreëren. Zo is het dat bij ons geen enkel bord tegenkomt van “bungalowpark….”. Dit laatste is zeer uniek. Op elk park tref je zo’n bord aan, alleen niet bij onze bungalows.
Commentaar en verwerking van gebouwen ervaart, maar wat planologisch de juiste situatie is. Ook de uitstraling van een terrein hoeft geen reden te zijn om toch permanente bewoning tegen te gaan. Vanuit de volkshuisvesting is het niet wenselijk dat in het buitengebied recreatieve nachtverblijven omgezet worden in permanente woonbestemmingen. Dit is niet alleen het beleid van de gemeente Midden-Drenthe, ook veel andere gemeenten in Drenthe hanteren deze beleidslijn. Overigens is ook het provinciale beleid hierop gericht. In het provinciale beleid is als uitzondering een drietal terreinen genoemd waar omzetting naar permanente bewoning onderzocht kan worden, de Breistroeken in Nieuw Balinge is hier één van. Het gaat dan ook om een uitzonderingssituatie die niet analoog toe te passen is voor de 10 panden aan de Koolveen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Op basis van de bovenstaande argumenten maak ik bezwaar tegen het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied MiddenDrenthe. Naar aanleiding van het voorgaande verzoek ik u met inachtneming van mijn zienswijze het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen, althans gewijzigd vast te stellen. Ik ga ervan uit dat u mij van de verdere procedure op de hoogte houdt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
22
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
23
2. [appellant sub 2], wonend te Smilde Aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi
In het bestemmingsplan Buitengebied, zoals dat nu ter inzage ligt is de aanduiding sa-gab aangegeven. Deze aanduiding sluit niet aan bij het feitelijk gebruik zoals dat nu op het perceel van toepassing is. Al sinds ongeveer 8 jaar is het bedrijf in gebruik als mesterij van rose- + vleesstieren. Naar mijn mening zal er in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied een aanduiding moeten worden toegekend, waarbij intensieve veehouderij is toegestaan. Ik verzoek u het perceel [locatie B] te Smilde een aanduiding intensief te geven bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied.
Aangezien op dit perceel een melkrundveehouderij met jongvee en een tiental vleeskalveren vergund is, is de huidige aanduiding sa-gab de juiste. Er is geen aanleiding een intensieve neventak op te nemen voor dit perceel. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
24
3. [appellant sub 3], wonend te Wijster 3a. Beperkingen in bestemming AW-2
Indeling in AW-2 geeft mij ernstige beperkingen in bedrijfsontwikkeling.
In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” heeft dit perceel de bestemming “essen en oude veldontginningen I en II”. Dit is overgenomen in het voorontwerp en ontwerp bestemmingsplan. De bestemming AW-2 is geënt op historische kaarten en onderzoek. Het perceel maakt deel van de oude veldontginningen. Het betreft hier een reeds lang bestaande es, welke landschappelijk waardevol is en als zodanig ook bewaard moet blijven. In de regels van het genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat de gebouwen voor een intensieve veehouderij als onderhavig het bestaande aantal vierkante meters mag zijn vermeerderd met 500 m2. Dit betekent een beperkte uitbreiding van het bedrijf, mede gelet op de ligging in een oude veenontginningsgebied. In het ontwerp bestemmingsplan is deze lijn enigszins aangescherpt voortgezet met het oog op behoud van de landschappelijke waarden. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er voor een intensieve veehouderij bij recht geen bebouwing bij mag komen. Hiervan kan wegens dierenwelzijneisen van afgeweken worden middels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. In dat geval is maximaal 25% extra bebouwing toegestaan als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het beperkt vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. Daarnaast is het gebied als ‘es’ aangeduid op de verbeelding. Het betreft hier de ten zuiden van het dorp Wijster gelegen es, welke al sinds lang aanwezig is en als zodanig is overgenomen op de verbeelding. Het is derhalve niet wenselijk de grens van deze es en de gronden welke zijn aangewezen als AW-2 zodanig aan te passen dan wel de bestemming te wijzigen dat de bedrijfsbebouwing buiten de es of bestemming AW-2 zou vallen en er meer bebouwingsmogelijkheden zouden ontstaan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
25
3b. Aanduiding sa-gab wijzigen in iv
Bestemming van locatie in het oude bestemmingsplan is intensieve veehouderij. In het nieuwe bestemmingsplan is locatie aangeduid als sa-gab. Dit is niet juist, dit moet zijn intensieve veehouderij.
Toetsingskaart vigerende bestemmingsplan (de aanduiding es is gearceerd):
De zienswijze is juist. Het betreft hier een omissie, aangezien hier een volwaardige intensieve veehouderij aanwezig is. De juiste aanduiding is iv. Aanduiding sa-gab wijzigen in iv. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv.
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
26
4. [appellant sub 4], wonend te Hoogersmilde Bestemming Wonen wijzigen in Agrarisch
[appellant sub 4] heeft al 17 jaar ter plaatse semi bedrijfsmatig paarden (11-20 paarden). Is nog niet formeel geregeld (milieutechnisch). Aantal paarden is te veel voor hobbymatig. Past niet binnen de woonbestemming. Huidige bestemming is agrarisch. Verzoek om de bestemming weer terug te brengen naar agrarisch, zodat activiteiten met paarden kunnen worden voortgezet. Er zij plannen om manege te beginnen. Dit wordt t.z.t. aangevraagd.
De zienswijze is juist. Op dit moment is sprake van een grondgebonden agrarisch bedrijf in de vorm van een paardenhouderij. In 2006 is op verzoek van de heer Wijfje de milieuvergunning ingetrokken, waardoor destijds geconcludeerd is dat er planologisch gezien reden was voor de woonbestemming. Thans is echter weer sprake van een omvang als zijnde bedrijfsmatig en is er reden de agrarische bedrijfsbestemming aan dit perceel te geven. Daarbij kan voldaan worden aan de afstandsnormen vanuit het Besluit landbouw. Wel dient dan ook op korte termijn een melding gedaan te worden in het kader van het Besluit landbouw zodat dit ook milieutechnisch geregeld is. Een ander aspect is dat het bedrijf in de directe nabijheid van een natuurgebied ligt welke valt onder de werking van de Natuurbeschermingswet. Bij de toetsing of aan deze wet voldaan wordt, wordt er gekeken naar wat er feitelijk op 7 december 2004 aanwezig was binnen het bedrijf. Als men kan aantonen dat er op 7 december 2004 nog dusdanig veel dieren aanwezig waren waardoor de ammoniakemissie behorende bij 20 volwassen paarden (100 kg NH3) lager is, dan is de verwachting dat er geen probleem is en hoeft er geen NB-wet vergunning te worden aangevraagd. Dit zal in de praktijk moeten blijken. Qua bestemming is het op zichzelf mogelijk de bestemming te wijzigen naar agrarisch bedrijf. Derhalve kan de bestemming W-VB gewijzigd worden in sa-gab. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in sa-gab.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
27
5. [appellant sub 5], wonend te Witteveen Aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi
De aanduiding van de bestemming is onjuist. Het moet g.a.b.i. zijn in plaats van g.a.b. Vanaf 1994 is er een pluimveetak aanwezig, is middels een milieuvergunning vergund.
De zienswijze is juist. Het betreft hier een omissie, er is inderdaad een neventak intensieve veehouderij aanwezig. de juiste aanduiding is sagabi. Aanduiding wijzigen in sa-gabi. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
28
6. [appellant sub 6], wonend te Witteveen en [appellant sub 6], wonend te Witteveen Archeologie
Is het mogelijk om bestaande drainage te vervangen zonder archeologisch onderzoek? Hoe ligt dat vast in het bestemmingsplan?
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
29
7. [appellant sub 7], wonend te Witteveen Bestemming Wonen wijzigen in Agrarisch
Verzoek om een agrarische bestemming op de percelen [locatie C] te leggen. Percelen worden in de huidige situatie agrarisch gebruikt en het voornemen is om dit gebruik voort te zetten.
De zienswijze is juist. Hier is sprake van een omissie zo is gebleken na een toelichting van de indieners van de zienswijze. Beide bedrijfslocaties (locatie C] zijn agrarisch in bedrijf. Het betreft hier een tweetal grondgebonden bedrijven (akkerbouw). Wel dient voor beide bedrijven een melding gedaan te worden op grond van de milieuregelgeving. De bestemming zal voor beide locaties gewijzigd worden van wonen naar grondgebonden agrarisch bedrijf. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W en W-VB voor de nummers (sub c) wijzigen in agrarisch met de aanduiding sa-gab.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
30
8. [appellant sub 8], wonend te Witteveen Bestemming Wonen wijzigen in Agrarisch
Het perceel is nu aangegeven als W-VB, maar is nog een actief grondgebonden agrarisch bedrijf. Graag terugbrengen naar agrarisch bedrijf!
De zienswijze is juist, het betreft hier een omissie. Er is op dit perceel een grondgebonden agrarisch bedrijf aanwezig. De bestemming wijzigen in agrarisch met aanduiding sa-gab. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W wijzigen in agrarisch met aanduiding sagab.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
31
9. [appellant sub 9], wonend te Beilen In het ter visie gelegde bestemmingsplan staat In het vigerende bestemmingsplan is inderdaad voor dit perceel onze boerderij op het perceel [locatie D] als W opgenomen de bestemming woning in voormalig agrarisch bedrijfsgebouw. Dit betekent echter niet automatisch dat in het nieuwe (woning) aangegeven. In het huidige plan deze bestemming wordt overgenomen. In dit geval echter is het bestemmingsplan staat de boerderij als aanvaardbaar om niet de bestemming ‘wonen’ maar ‘wonenvoormalige agrarische boerderij aangegeven. voormalige boerderijen’ op te nemen gelet op de relatief grote omvang De voorgestelde wijziging in bestemming van van de bestaande bebouwing op het perceel, het voorkomen als de boerderij delen wij niet en bij navraag op voormalig agrarische bebouwing, het feit dat de bebouwing feitelijk het gemeentehuis hebben wij ook geen bestaat uit voormalige agrarische bebouwing en omdat dit perceel en verklaring gekregen voor deze wijziging. bebouwing het meest past bij deze bestemming als het gaat om de Beleidsmatig valt op dat alle voormalige bouw- en gebruiksmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan. boerderijen in het buurtschap wel de aanduiding W-VB hebben gekregen. De Het enkele feit dat het gaat om een rijksmonument zegt overigens niets boerderij op het perceel [locatie D] is door de over de bijpassende bestemming. Tenslotte heeft de gemeente op een Raad van de voormalige gemeente Beilen op passende wijze invulling gegeven aan het informeren van betrokkenen 10 december 1992 besloten als een van de over het ter inzage liggen van het ontwerp bestemmingsplan, namelijk weinige boerderijen in Beilen in de uitkomst door publicatie in de Staatscourant, in het huis-aan-huisblad van de van het Monumenten Inventarisatie Project, gemeente en op de website van de gemeente. Los van deze wettelijke om tot rijksmonument aan te wijzen. In de verplichtingen, zijn er daarnaast diverse inloopochtenden en toelichting door het Gemeentebestuur is informatieavonden gehouden over het ontwerp plan om een ieder zo gesteld: dat de hallehuistype boerderij van goed mogelijk te informeren. Ook hierover is uitgebreid en divers 1860 karakteristiek en nog in oorspronkelijke gecommuniceerd waardoor een ieder hiervan kennis had kunnen structuur is. Verder was vanwege de ligging en nemen en de gemeente acht deze informatieverstrekking afdoende. De de samenhang tussen bebouwing en bestemming ‘Wonen’ zal gewijzigd worden in “Wonen voormalige erfbeplanting de boerderij ook van boerderijen’. stedenbouwkundig belang van het gehucht Ter De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Horst. De Minister van Wijziging: de bestemming W wijzigen in W-VB. Welzijn,Volksgezondheid en Cultuur heeft daarom op 30 september 1993 besloten het pand sub 4 aan te wijzen als rijksmonument nummer 468615. Gezien het belang van de boerderij op het perceel sub 4 als een van de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------32 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Bestemming Wonen wijzigen in Wonen voormalige boerderijen
eerste als voormalige boerderij W-VB in het buurtschap moeten blijven bestaan. Beleidsmatig valt daarom uw wijziging niet te verdedigen wat ook blijkt dat de ambtelijke dienst niet in staat was een verklaring te geven. Op het eerder ter visie gelegde bestemmingsplan “Buitengebied MiddenDrenthe” hebben wij niet gereageerd omdat wij niet bekend waren met de voorgestelde wijziging. Verder verzoeken wij u om in de toekomst wijzigingen in het bestemmingsplan die belanghebbenden direct aangaan hen daarover rechtstreeks schriftelijk te informeren.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
33
10. Strijker planontwikkeling, Esweg 15, 7963 CD, Ruinen namens [appellant sub 10], gevestigd te Hoogeveen over [locatie E] te Spier In aansluiting op onze brief van 21 juli 2010 Bedoeld zijn de percelen gelegen tussen de recreatiewoningen met richt ik mij, namens [appellant sub 10], nummers 18-1 en 18-10 aan de zuidkant van [locatie E]. Deze percelen liggen binnen het recreatieterrein en zijn in het ontwerp derhalve opnieuw tot u inzake het bouwplan voor 4 recreatief bestemd. Hierbinnen is het onder voorwaarden mogelijk om recreatiewoningen op [locatie E] te Spier, op recreatiewoningen te bouwen. Wanneer men een aanvraag de percelen sub 10, kadastrale aanduiding omgevingsvergunning voor het bouwen van recreatiewoningen indient, Gemeente Beilen, sectie P, perceelnummers en deze blijkt te passen binnen de regels van het nieuwe 877 en 876. Vanmorgen ben ik op het bestemmingsplan voor het buitengebied, kan de gemeente de gemeentehuis geweest en heb gesproken met vergunning verlenen voor de 4 recreatiewoningen. Overigens wordt op mevrouw A. Wattez en dhr. H. Holt in verband dit moment in het geldende bestemmingsplan al onder voorwaarden met de ter inzage legging van het voorzien in de bouw van recreatiebungalows. Er is geen reden waarom bestemmingsplan Buitengebied. Uw collega’s dit bouwrecht niet voortgezet kan worden in het nieuwe hebben volgens hun eerste bevinding bestemmingsplan. geconstateerd dat op bovenstaande percelen op dit moment geen woonbestemming ligt ten De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. behoeve van 4 recreatiewoningen. Aangezien ik ook al in juli 2010 namens Alescon, de huidige eigenaar, dit verzoek c.q. zienswijze heb ingediend, doe ik het nogmaals. Alescon heeft deze percelen in het verleden aangekocht, omdat er op deze locatie een bouwbestemming lag voor 4 recreatiewoningen. [Appellant sub 10] heeft het voornemen om op deze locatie 4 woningen te bouwen ten behoeve van een werkgelegenheid voor haar eigen medewerkers. Graag zien wij derhalve dat deze bouwbestemming behouden blijft. Wilt u mij bevestigen dat op bovenstaande percelen de bouw van 4 recreatiewoningen mogelijk is overeenkomstig de bestemmingsplan voorwaarden, die zijn genoemd in de pagina ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------34 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Bestaande mogelijkheid bouw vier recreatiewoningen
onder het kopje bouwregels 1 t/m 8. Zoals u wellicht bekend is, lag hier altijd een bestemming op voor 4 recreatiewoningen. Er is zelfs een bouwvergunning afgegeven in 1991 voor 4 woningen. In ontwerp 2011
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
35
11. [appellant sub 11], wonend te Smilde
Archeologie
Om het perceel CDE01 en D1716 aan te wijzen als WR-A2 gebied heeft geen enkele zin. In ± 1970 is op ± ½ van het perceel woudzand afgegraven (door Koers bv). Tijdens de ruilverkaveling ± 1990-1995 is het overige gedeelte van het perceel gediepploegd ± 1½ mtr. diep en daarna geëgaliseerd. In de jaren kort hierna is het perceel intensief gedraineerd. Verder woelen wij de bovenste laag (± 80 cm) om de paar jaar los met een “driepoot” achter de trekker. Dus het gehele perceel is al intensief door elkaar gewerkt (verstoord).
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er op het perceel kadastraal bekend gemeente Smilde sectie D 1716 in de jaren ’70 een ontgronding is uitgevoerd. Op de archeologische verwachtingskaart behorend bij het bestemmingsplan is geen aanduiding van deze verstoring opgenomen. Archiefonderzoek bij de provincie heeft op basis van de oude kadastrale perceelnummers nieuwe gegevens opgeleverd. Uit de ontgrondingsvergunning van 1969 blijkt dat voor een deel van het kadastraal perceel Smilde D 1716 zand is gewonnen. De archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan zal aangepast worden voor dat deel dat is ontgrond. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: Voor een deel van het kadastraal perceel Smilde D 1716 zal de archeologische verwachtingswaarde verwijderd worden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
36
12. [appellant sub 12], wonend te Spier Archeologie
Mijn inziens wordt het plan archeologie veel te scherp toegepast, m heel het buitengebied van de gemeente onder de kop van archeologische waarde te plaatsen en daardoor agrariërs op onnodige kosten te jagen om het tegendeel te bewijzen, en moeten jullie mijn inziens structureel kijken naar de historie van Drenthe en dan exact de plaatsen aangeven waar vrijwel zeker of vermoedelijk, een archeologische historische waarde is te vinden, daar dit in ons geval op ons bedrijf mijn inziens niet van toepassing is daar in het verlenen al grondbewerkingen en drainage is aangebracht en zijn uitgevoerd veel dieper dan 30 cm.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
37
13. [appellant sub 13], wonend te Tiendeveen Horecavergunning verwerken
In december 2010 is ten behoeve van schenken van wijn een vergunning afgegeven (proeverijen tbv. de wijngaard). Deze is nog niet in het bestemmingsplan opgenomen. Graag een aanduiding alsnog opnemen om deze activiteiten mogelijk te maken.
Op dit perceel is een wijngaard aanwezig waarbij men de zelfgemaakte wijn ter plekke verkoopt. Derhalve is sprake van een agrarisch grondgebonden bedrijfsactiviteit met verkoop van ter plaatste geproduceerde producten. Wat het bestemmingsplan betreft, in 2007 is vergunning met artikel 19 WRO verleend voor het gewijzigde gebruik van wonen naar agrarisch. Dit is in het ontwerp bestemmingsplan vervolgens definitief omgezet door het opnemen van een grondgebonden agrarische bestemming. Aangezien er in 2010 ook een kleinschalige verkoop met terras en proeverij wenselijk was, is hiervoor in dat jaar een horecavergunning aangevraagd en verleend. De aanleiding hiervoor was niet zozeer het bestemmingsplan als wel de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In het bestemmingsplan wordt het gebruik geregeld, hetgeen in dit geval gelet op de kleinschalige omvang en het toegestane gebruik voor verkoop van eigen producten, passend is binnen de agrarische grondgebonden bedrijfsbestemming. Daarmee is er geen noodzaak tot het opnemen van extra bepalingen over het gebruik als zodanig. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
38
14. [appellant sub 14], wonend te Wijster Aanduiding sa-gab wijzigen in iv
Op de ontwerpkaart is ons bedrijf weergegeven als grondgebonden agrarisch bedrijf. Dit is echter niet juist omdat ons bedrijf een bestaande intensieve veehouderij is.
De zienswijze is juist. Het betreft hier een omissie, aangezien het gaat om een intensieve veehouderij als hoofdtak. De juiste aanduiding is niet sa-gab, maar iv. Aanduiding sa-gab wijzigen in iv. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
39
15. [appellant sub 15], wonend te Mantinge Bestemming Natuur wijzigen in Agrarisch
Ik was afgelopen week op de inloopavond in het Broekhoes in Balinge om te kijken naar de kaarten over het bestemmingsplan Buitengebied. Toen kwamen we er achter dat het gehele perceel aan [locatie F] was gekleurd als natuurgebied. Dit is onjuist omdat daar mestsilo’s/bassins staan op een bouwblok van mij. Tevens wil ik u erop wijzen dat het bosperceel mijn eigendom is aan beide zijden van [locatie F]. Ik heb hier telefonisch contact met dhr. De Heer over gehad en die heeft mij het advies gegeven om bezwaar hiertegen te maken. Daarom maak ik langs deze weg bezwaar tegen het feit dat ik aan het Koolveen mestsilo’s/bassin heb staan. Deze zijn nu ingekleurd als natuurterrein terwijl dit overduidelijk op de kaart staat als bouwblok. Ook maak ik bezwaar omdat er geen of te weinig ruimte is gelaten rondom de boerderij en schouwsloot. U kunt zelf komen bekijken hoe de situatie is.
De zienswijze is juist, het betreft hier een omissie welke duidelijk is geworden door de zienswijze over het ontwerp bestemmingsplan van 2011. Het betreft de percelen kadastraal bekend Westerbork P594 en 680. In het vigerende bestemmingsplan hebben de betreffende percelen de bestemming Jonge veldontginningen. Daarnaast zijn de percelen in eigendom van en agrarisch in gebruik door de heer Beuving. De bestemming van de percelen Westerbork P594 en 680 behorende bij [locatie F] (met de mestsilo’s) zal worden gewijzigd in agrarisch. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor de percelen Westerbork P594 en 680 behorende bij [locatie F] de bestemming N wijzigen in agrarisch.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
40
Luchtfoto:
In ontwerp 2011
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
41
16. [appellant sub 16], wonend te Oranje 16a. Bestemming Wonen wijzigen in Wonen-voormalige boerderijen
[locatie G] moet “wonen voormalige boerderij” zijn, zoals het naar ons weten was. Graag willen we deze situatie terug.
16b. Bouwvlak vergroten
Ook willen we graag dat de oppervlakte van het bouwvlak wordt vergroot, zodat we een schuur kunnen plaatsen. Het bouwland (voormalig) achter het huis is ons eigendom, daar kan wel een stuk van worden gebruikt.
In het vigerende bestemmingsplan is inderdaad voor dit perceel opgenomen de bestemming woning in voormalig agrarisch bedrijfsgebouw. Dit betekent echter niet automatisch dat in het nieuwe plan deze bestemming wordt overgenomen. In dit geval echter is het aanvaardbaar om niet de bestemming ‘wonen’ maar ‘wonenvoormalige boerderijen’ op te nemen gelet op de relatief grote omvang van de bestaande bebouwing op het perceel, het voorkomen als voormalig agrarische bebouwing, het feit dat de bebouwing feitelijk bestaat uit voormalige agrarische bebouwing en omdat dit perceel en bebouwing het meest past bij deze bestemming als het gaat om de bouw- en gebruiksmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan. De bestemming ‘Wonen’ zal gewijzigd worden in “Wonen voormalige boerderijen’. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W wijzigen in W-VB.
Nu op basis van bovenstaande de bestemming “W-VB” wordt, is het gelet op de nu bekende dan wel in de toekomst mogelijk gewenste bouwmogelijkheden redelijk de oppervlakte van het bestemmingsvlak hierop aan te passen. Er is in oostelijke richting op eigen terrein weliswaar nog ruimte voor bebouwing, maar dit geniet niet de voorkeur. Enerzijds is het vanwege stedenbouwkundige argumenten wenselijker om naar achteren te bouwen dan evenwijdig aan de weg te bouwen. Anderzijds is het door de aanwezige vijver op het oostelijke deel van het perceel vanuit praktisch oogpunt wenselijker om hier niet te bouwen. Wat betreft de uit te breiden diepte van het bestemmingsvlak is het volgende overwogen. Op dit moment is achter de woning zo’n 13 meter diepte tot de bestemmingsgrens aanwezig. De huidige bebouwing is zo’n 70 tot 100 m2. Gelet op de bouwregels van de bestemming W-VB zou er (na afwijking) nog maximaal zo’n 100 m2 bijgebouwen gebouwd mogen worden. Ervan uitgaande dat het ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------42 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
bouwen in de lengte richting (dus haaks op de weg) het uitgangspunt zal zijn, en gelet op de afmetingen van een gebruikelijke schuur (zo’n 8 bij 12 meter), is het redelijk het bestemmingsvlak met maximaal 30 meter te verdiepen. Wel moet het bestemmingsvlak evenwijdig met het kanaal gelegd worden in plaats van over de perceelsgrens. De 30 meter uitbreidingsdiepte ligt dan het meest westelijk gelegen. Het bestemmingsvlak zal aangepast worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het bestemmingsvlak (W-VB) verdiepen conform bovenstaande. Luchtfoto (met rode lijn voorstel nieuwe bestemmingsvlakgrens):
Ontwerp 2011
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
43
17. [appellant sub 17], wonend te Hoogersmilde Bestemming Natuur wijzigen in Agrarisch
Zowel voor als achter ons huis is landbouwgrond door de gemeente tot natuur verklaard. Dit is onjuist. Het betreffende gebied is weiland dat begraasd wordt door schapen. U bent van harte uitgenodigd om dat zelf te komen constateren.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Smilde C3159. In het vigerende bestemmingsplan is een deel van het perceel, conform het voorstel in het ontwerp plan, bestemd als wonen, en een deel als Heide-ontginningsgebied (lees Natuur). In die zin is de huidige wijze van bestemmen een juiste voortzetting van het vigerende bestemmingsplan. Het genoemde terrein (2 terreinen) is in eigendom van de familie Klaassen. Gelet op de eigendomssituatie en het feitelijke gebruik als grasland bij de woning is het echter inderdaad denkbaar en aanvaardbaar dat de genoemde delen van het perceel ook de bestemming agrarisch krijgen, passend bij het de agrarische omgeving. Daar waar er op dit moment bos aanwezig is, zal de bestemming “Natuur” blijven. De bestemming “Natuur” wordt op onderdelen gewijzigd in agrarisch. Het betreft het deel van het perceel aan zowel de west- als oostkant van het in het ontwerp opgenomen woonbestemmingsvlak dat in agrarisch gewijzigd wordt. . De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor de delen van het perceel Smilde C3159 die direct ten westen en ten oosten van het woonbestemmingsvlak liggen de bestemming N wijzigen in agrarisch.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
44
Luchtfoto (perceel omlijnd):
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
45
18. [appellant sub 18], wonend te Witteveen Graag willen wij van de gelegenheid gebruik Op dit perceel is momenteel een bebouwing van relatief grote omvang maken een zienswijze in te dienen inzake het aanwezig in de vorm van een woning met aangebouwde kapschuur. In inmiddels ter inzage gelegde ontwerp dit geval is het aanvaardbaar om niet de bestemming ‘wonen’ maar ‘wonen-voormalige boerderijen’ op te nemen gelet op de relatief grote bestemmingsplan “Buitengebied Middenomvang van de bestaande bebouwing op het perceel, het voorkomen Drenthe”. Het betreft hier met name de als voormalig agrarische bebouwing, het feit dat de bebouwing feitelijk aanduiding van [locatie H] te Witteveen. In het bestaat uit voormalige agrarische bebouwing, en omdat dit perceel en ontwerp bestemmingsplan heeft ons perceel bebouwing het meest past bij deze bestemming als het gaat om de en ons huis de aanduiding “woonhuis” bouw- en gebruiksmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan. gekregen. Wij willen u verzoeken de aanduiding om te zetten naar De bestemming ‘Wonen’ zal gewijzigd worden in “Wonen voormalige “woonhuis/voormalige boerderij”. Hiervoor boerderijen’. hebben wij de volgende argumenten: De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W wijzigen in W-VB. 1. ons huis is een voormalige boerderij. In bijalge 1 treft u enkele foto’s aan. 2. ons huis is in gebruik geweest als een boerderij. In 1972 is de eigenaar verplicht geworden het perceel aan de agrarische bestemming te onttrekken. Dit is middels een kettingbeding in de eigendomsakte vastgelegd. Bijgaand treft u in bijlage 2 de betreffende bepalingen uit de eigendomsakte. Daaruit blijkt dat de voer- en drinkbakjes alsmede voergoten moesten worden verwijderd. 3. alle ons omringende voormalige boerderijen hebben in het ontwerp bestemmingsplan de aanduiding “woonhuis/voormalige boerderijen” gekregen. Op grond van het gelijkheidsbeginsel ligt het in de rede ons perceel ook deze bestemming te geven. Ter toelichting diene nog het volgende. Het perceel [locatie H] te Witteveen heeft, nadat de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------46 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Bestemming Wonen wijzigen in Wonen – voormalige boerderijen
agrarische bestemming is vervallen, een bedrijfsbestemming gekregen. Deze bedrijfsbestemming stond ook nog in het in 2010 ingetrokken ontwerp bestemmingsplan. Van 1977 tot en met 2001 heeft de heer Stuifzand zijn bedrijf Stuifzand Transport vanaf deze locatie geëxploiteerd. Wij wonen sinds 1 mei 2002 aan de [locatie H] en gebruiken de woning als woonboerderij met kantoor aan huis. Derhalve is het gepast de bedrijfsbestemming te laten vervallen en deze te vervangen door “woonhuis/voormalige boerderij”. Concluderend verzoeken wij u de bestemming in het voorliggende ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied MiddenDrenthe” van “woonhuis” te veranderen in “woonhuis - voormalige boerderij”.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
47
19. [appellant sub 19], wonend te Hooghalen Archeologie
Naar aanleiding van de ter inzage legging van het bestemmingsplan buitengebied deel ik mede hiertegen ernstige bezwaren te hebben. Het bezwaar richt zich met name op de aanwijzing als “archeologisch interessant” van een groot deel van de oppervlakte van de gemeente. [Appellant sub 19] hebben gronden in eigendom en/of gebruik rond het dorp Hooghalen en richting het Oranjekanaal (Halerbrug en Hijken). Al deze gronden zijn generaties lang ook op grotere diepte bewerkt om ze geschikt te maken c.q. te houden voor landbouwkundige gebruik. [Appellant sub 19] is tegen de aanwijzing en tegen de beperkingen die de aanwijzing met zich mee brengt. Het is geen zinvolle maatregel. Wij verwachten van u dat hier naar gekeken wordt en dat dit wordt aangepast.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
48
20. [appellant sub 20], wonend te Hooghalen Archeologie
Naar aanleiding van de ter inzage legging van het bestemmingsplan buitengebied deel ik mede hiertegen ernstige bezwaren te hebben. Het bezwaar richt zich met name op de aanwijzing als “archeologisch interessant” van een groot deel van de oppervlakte van de gemeente in het algemeen en van al mijn eigen gronden in het bijzonder. De gronden die behoren tot ons akkerbouw bedrijf zijn gelegen op [locatie I] te Hooghalen en het grootste deel aan de weg tussen Hooghalen en Hijken. Al deze gronden zijn door mijzelf al ruim dertig jaar bewerkt. Hiervoor zijn ze voor een groot gedeelte al generaties lang in gebruik geweest bij mijn voorouders. In de dertig jaar dat ik zelf bij de werkzaamheden ben betrokken zijn al deze gronden met de regelmaat op grotere diepte (30-70 cm) bewerkt om de ondergrond te breken en om te draineren e.d. De gronden aan [locatie I] zijn bovendien in ruilverkavelingsverband geschikt gemaakt voor de akkerbouw. Dit is gepaard gegaan met de nodige diepere bewerkingen. Om deze gronden nu aan te wijzen als archeologisch interessant en om hier beperkingen aan te verbinden is daarom m.i. niet terecht. Ik vraag u hier opnieuw naar te kijken en dit aan te passen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
49
21. [appellant sub 21] wonend te Tiendeveen over [locatie J] Bestemming Agrarisch wijzigen in Wonen – voormalige boerderijen
Wij zijn de nieuwe eigenaar van de woning of perceel, plaatselijk bekend [locatie J] te Wijster, kadastraal bekend Beilen S 24/23. Het perceel dat gekocht is wordt afgesplitst van de kadastrale percelen 24/23 en heeft een oppervlakte van ongeveer 1 ha. Op deze woning/perceel wat een voormalige boerderij is, rust nu een agrarische bestemming. In het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” heeft het perceel een agrarische bestemming gekregen. Door ons en naar ik begreep van de verkoper, al geruime tijd, wordt deze woning/boerderij niet meer agrarisch gebruikt. De milieuvergunning die erop ligt is niet mee verkocht. Daarom vragen wij u de bestemming te wijzigen in “wonenvoormalige boerderijen”.
De zienswijze is juist. Het betreft hier een omissie, de juiste aanduiding is W-VB aangezien het agrarische bedrijf al langere tijd niet meer actief is. Bestemming agrarisch met aanduiding sa-gab wijzigen in W-VB. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming agrarisch wijzigen in W-VB.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
50
22. [appellant sub 22], wonend te Beilen Bouwvlak vergroten
Op 4-2-2011 heeft u een omgevingsvergunning verleend. In de toekomst (3-5 jaar) zouden we in het verlengde van ons huis ook nog graag een grotere schuur willen bouwen (25x15 m). Na inzage van het bestemmingsplan blijkt op de plaats die wij in gedachten hebben geen bebouwing mogelijk. Wij verzoeken u het bestemmingsplan zodanig aan te passen dat wij ruimte krijgen om de schuur te bouwen, namelijk door het vlak richting de snelweg 52 meter vanaf de achterkant van het huis dieper te maken. Op bijgevoegde kaart hebben wij aangegeven waar wij de schuur graag willen zetten. Tot een andere toelichting zijn wij graag bereid.
Het bestemmingsvlak voor dit perceel is in het ontwerp zo’n 50 meter diep. Aan de achterzijde van de woning is nog zo’n 20 meter bestemmingsvlak over, hier staat op het moment ook al een schuur. Ondanks dat er aan de zijkant van de woning nog ruimte is voor het bouwen van een schuur, is het niet onredelijk om in dit geval het bestemmingsvlak dieper te maken. Gelet op de omgeving waar ook wel diepere bestemmingsvlakken voorkomen en de geboden bebouwingsruimte binnen de bestemming W-VB, is het planologisch inpasbaar om het bestemmingsvlak conform het verzoek te verdiepen met zo’n 35 meter. Daarnaast is ambtshalve het voorstel om het bestemmingsvlak ook breder te maken conform de eigendomssituatie en de feitelijke gebruikssituatie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het bestemmingsvlak W-VB vergroten door het 35 meter dieper te maken en door het breder te maken en aan te laten sluiten op het bestemmingsvlak van nr. 45.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
51
Luchtfoto (met omlijnd en gearceerd voorstel tot dieper en breder maken van het bestemmingsvlak):
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
52
23. [appellant sub 23], wonend te Witteveen Archeologie
De boerderij en daarbij behorende gronden zijn de eerste helft van de vorige eeuw ontgonnen. Bovendien is de grond gedraineerd. Een vergunning vragen voor verdere drainage heeft dus geen meerwaarde. Bovendien vinden wij dat je bij goed landbouwkundig gebruik (als drainage) niet zulke beperkingen op kunt leggen als geen diepere grondbewerking van 30 cm zonder vergunning. Ook dienen de kosten van vergunning en onderzoek betaald te worden door de gemeenschap aangezien het volgens ‘jullie’ van algemeen belang is. Verzoek tot opheffing bestemming archeologie.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
53
24. [appellant sub 24], wonend te Hijken Het beleid van de gemeente ten aanzien van nieuwbouw van Aansluitend op de inspraak van 8-5-2007 en woningen in het buitengebied is verwoord in de toelichting van het de zienswijze van 20-2-2010 op het in maart bestemmingsplan. Op bladzijde 169 van het ontwerp plan staat het 2010 ingetrokken ontwerp bestemmingsplan volgende. “De gemeente is van mening dat er geen woningen in het buitengebied Midden-Drenthe het volgende. Op mijn verzoek heb ik op 4-2-2011 een buitengebied mogen worden bijgebouwd. Wel geeft het gesprek gehad met wethouder J. Pit en bestemmingsplan ook in vrijkomende agrarische bedrijven ruimte voor mevrouw T. van Hoek. Tijdens dit gesprek heb het vestigen van een woonfunctie. De gemeente stimuleert het ik wederom verzocht om de mogelijkheid van verbouwen van een boerderij tot meerdere woningen binnen de de bouw van een woning op ons perceel bestaande boerderijvorm (zie ook onder paragraaf 7.8.5 Splitsing van omdat deze locatie ook voor wonen is vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (toelichting)). Boerderijen bestemd. Wethouder Pit geeft als antwoord dat dragen namelijk bij aan de identiteit van plattelandsgemeenten.” Daarnaast is de Ruimte-voor-Ruimte regeling in het plan opgenomen. geen woningen in het bestemmingsplan De regeling biedt onder voorwaarden ruimte voor het bouwen van een mogen worden gebouwd en dat de grens van nieuwe woning. Dit wanneer er landschapontsierende voormalige het bestemmingsplan door het college van agrarische bebouwing gesloopt wordt. Tenslotte is het onder burgemeester en wethouders zo is voorwaarden mogelijk een tweede bedrijfswoning bij een bedrijf te vastgesteld. Hij is hieraan gehouden. Het bouwen als de noodzaak hiertoe aangetoond kan worden. bevreemd mij daarom dat volgens de provinciale Ruimte voor Ruimte regeling wel De zienswijze ziet op geen van bovenstaande situaties, waardoor er in woningen in het buitengebied gebouwd beginsel strijd met het beleid is en er geen medewerking verleend kan kunnen worden. Wethouder Pit deelt mij mee worden. Een individuele afweging om te zien of er redenen zijn om dat ik de op stapel staande herziening van het hiervan af te wijken, is los daarvan op zich mogelijk. In dit geval wenst bestemmingsplan voor de kern Hijken in de de gemeente echter een integrale afweging te maken over de gaten moet houden. Mogelijk kan het gebied volkshuisvesting of woningbouw in het dorp Hijken en niet alleen over dan bij deze herziening meegenomen worden dit ene perceel. Mogelijk zal darbij de grens van het dorp ruimer en hij ziet dan wel mogelijkheden. Ik ben het genomen worden waardoor er misschien toch opties komen om ook hier niet mee eens omdat ik dan wederom een voor dit perceel een afweging ten aanzien van woningbouw te maken. jarenlange bureaucratische weg moet Wil [appellant sub 24] bij deze afweging betrokken worden, dan kan hij bewandelen. Vervolgens ontving ik bij hiertoe altijd een verzoek indienen bij de gemeente. Concluderend kan schrijven van 4-2-2011 antwoord van gezegd worden dat er binnen het kader van dit ontwerp burgemeester en wethouders op mijn bestemmingsplan voor het buitengebied geen ruimte is voor het zienswijze van 20-2-2010 waarin mijn verzoek bouwen van een nieuwe woning op het perceel. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------54 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Nieuwe woning bouwen
niet wordt gehonoreerd. De vermelde redenen zijn mijn inziens gezocht. Niet is gekeken naar mogelijkheden maar is vastgehouden aan starre regels. Ik ben van mening dat binnen een bebouwde kom een concentratie van woningbouw verwacht mag worden. Ook heeft het gehele perceel in het ter inzage liggende bestemmingsplan een woonbestemming. Realisering van de gewenste woning is echter door de regelgeving niet mogelijk. Het is niet van belang binnen welk bestemmingsplan een perceel is gelegen maar welke bestemming er aan wordt gegeven. Daarom vraag ik u het plan gewijzigd vast te stellen zodat de door ons gewenste woning gebouwd kan worden (zie bijlage).
De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
55
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
56
25. [appellant sub 25], wonend te Beilen 25a. Archeologie
Wij maken bezwaar tegen het toekennen van archeologische waarden aan de landbouwgrond die bij ons melkveebedrijf hoort. Er is in de zestiger jaren in Brunsting een ruilverkaveling geweest als onderdeel van de ruilverkaveling Hijken e.o. Er is destijds bijna geen grond in Brunsting ongeroerd gebleven. De kans dat er zich nog archeologische vondsten voordoen is nihil en werk dan ook enkel kostenverhogend en levert niets op. Het staat normale landbouwkundige grondbewerking in de weg. De aanwijzing moet dan ook ongedaan gemaakt worden.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
De afstand vanaf de stal op [locatie K] tot de woning op [locatie L] is op dit moment kleiner dan 50 meter. Daarnaast is op dit moment het feitelijke gebruik van [locatie K] al woongebruik. Het mogelijk houden van schapen op dit perceel doet hier niets aan af. Er is voor perceel [locatie K] geen milieuvergunning meer actief en bekend bij de gemeente. Dit alles zorgt ervoor dat [locatie K] in de milieutoetsing reeds gezien wordt als een woning van derden in het buitengebied. Concreet betekent dit voor het bedrijf op [locatie K] het volgende. Mocht het bedrijf willen uitbreiden dan zal op dit moment al eerst moeten worden voldaan aan de 50 meter afstandsnorm. Milieutoetsing vindt plaats op feitelijk gebruik en niet op bestemming. De bestemmingswijziging is niet van invloed, omdat het daadwerkelijk gebruik niet verandert. Op het grasland achter de woning [locatie K] mogen hobbymatig schapen worden gehouden. Op het perceel [locatie K], kadastraal bekend Beilen sectie R nr. 2264, ligt de woonbestemming aan de voorzijde van het perceel. Het overige deel van het perceel is grasland. Hierop mag niet zomaar worden gebouwd, ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------57 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
25b. Bestemming voor Brunsting 21 Wonen wijzigen in Agrarisch
In het ontwerp bestemmingsplan heeft het perceel [locatie K] welke grenst aan ons perceel [locatie L] de bestemming wonen gekregen. Volgens ons is dit onterecht omdat hier nog schapen gehouden worden. Ook zijn wij bang dat wanneer ons melkveebedrijf in de toekomst wil uitbreiden dit nadelig voor ons uitpakt ivm de geurlast op de woning met woonbestemming. Het bevreemdt ons ook dat de gemeente dit wijzigt zonder dat dit door de eigenaar/bewoner van het perceel is verzocht dan wel in kennis is gesteld wordt. wij zouden graag zien dat hier de agrarische bestemming gehandhaafd wordt.
waardoor het woongebruik niet dichterbij kan komen dan het nu is. De angst voor belemmeringen van het bedrijf is hierdoor onterecht. Of de eigenaar/bewoner van het perceel, D.J. Boer, van dit alles op de hoogte is of niet, is bij ons niet bekend. Er zijn voldoende mogelijkheden voor eigenaren van gronden en/of opstallen om hiervan kennis te nemen. Concluderen kan gezegd worden dat de vrees om beperkt te worden door de aangrenzende woonbestemming onterecht is. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
58
26. Van der Slikke rentmeesters, de heer H. de Bakker, Hogeweg 4, 4323 TC, Ellemeet namens [appellant 26], wonend te Wijster 26a. Bouwvlak vergroten
De heer Fokkens is al langer in gesprek met uw gemeente om zijn bedrijfsontwikkelingen planologisch ingepast te krijgen. Hij is dan ook ingenomen met het ontwerp zoals dat ter inzage ligt. Wel viel ons bij bestudering op dat het bouwblok op de kaart niet correct staat ingetekend. Wij verzoeken u het bouwblok aan te passen naar een oppervlakte van 1,5 ha. Hiermee wordt bereikt dat de volledige bestaande bebouwing binnen het bouwblok past en tevens nog een uitbreiding mogelijk is. Daarnaast kan de ruimte rond de te saneren woning uit het bouwblok gehouden worden (zie bijlage).
Voor de bestemming A-TB geldt dat er geen bouwblok als zodanig is ingetekend, maar dat er binnen het bestemmingsvlak bouwregels gelden. Op basis van die bouwregels is de te bebouwen oppervlakte te bepalen, namelijk 120% van het bestaande (legale) oppervlakte. Hierdoor is de vraag om 1,5 ha bouwblok toe te kennen niet als zodanig toepasbaar, maar zal afgewogen moeten worden of het bestemmingsvlak juist is ingetekend. Er is geconstateerd dat inderdaad één bestaande schuur niet binnen het bestemmingsvlak A-TB ligt. Het vlak zal dan ook vergroot worden zodat ook deze schuur hierbinnen komt te liggen De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het bestemmingsvlak A-TB zo vergroten dat alle bestaande bebouwing inclusief de feitelijke schuur aan de zuidoostkant in dit vlak komt.
De zienswijze is juist wat betreft de tweede bedrijfswoning, maar dit is 26b. Bedrijfswoning in het ontwerp plan al opgenomen als afwijkingsbevoegdheid in de bouwregels. Op het moment dat dit zal gaan spelen, kan een omgevingsvergunning hiervoor aangevraagd worden. Wat betreft de goothoogte is het juist dat er op dit moment, net als bij de andere bestemmingen, een goothoogte van 3,5 meter is voorgeschreven. Bij de overige bestemmingen is echter ook een afwijking voor deze goothoogte tot 5,5 meter opgenomen. Deze ontbreekt bij de bestemming A-TB en zal alsnog opgenomen worden, aangezien er geen onderscheid in bouwmogelijkheden nodig is wat dit punt betreft. Daarnaast levert het voor de praktijk ook in deze bestemming een mogelijkheid om aan te sluiten bij de goothoogte van op hetzelfde perceel gelegen bedrijfsgebouwen, hetgeen stedenbouwkundig een beter beeld oplevert. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: binnen de bestemmingsregels van A-TB opnemen de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012 In de huidige plannen van de heer Fokkens is opgenomen tussen de huidige loodsen en de Zuideres een toekomstige bedrijfswoning te bouwen. In het concept is opgenomen dat de goothoogte van de bedrijfswoningen maximaal 3,5 meter is. De goothoogte van de daar vlak achter staan de bedrijfsgebouwen is 5 meter. Gelet op de geringe afstand wil Fokkens graag een goothoogte van 4,5 meter voor de bedrijfswoning en verzoekt hiertoe een mogelijkheid op te nemen.
59
afwijkingsmogelijkheid voor hogere goothoogte van de bedrijfswoning tot 5,5 meter conform de regeling bij andere bestemmingen. Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
60
27. [appellant sub 27], wonend te Ruinen Molenbiotoop completer verwerken in toelichting
Op de plankaart is een biotoopbeschermingszone voor de molen van Makkum opgenomen met cirkels en hoogtematen voor gebouwen. Deze is perfect. De bijbehorende tekst in de toelichting in punt 7.10.5 (in het tweede aandachtsstreepje) sluit daar niet helemaal op aan. Om vanaf de 100 meter cirkel een schuin oplopende lijn voor de toegestane bebouwing te krijgen dient de tekst in dit aandachtsstreepje gewijzigd te worden in: ‘op 100 m afstand mag de maximale bouwhoogte 3,9 m bedragen en deze mag op 200 m afstand 5,9 m bedragen’ vervolgens enz. is akkoord.
Het idee van de molenbiotoop is dat er voldoende windvang is om de molen goed te kunnen laten draaien. Hiertoe mogen er op bepaalde afstand slechts bouwwerken en gebouwen van bepaalde hoogte komen. In het algemeen werkt men met een zonering rond de molen. Hierbinnen mag een bouwwerk een bepaalde hoogte hebben, dit hoeft niet per se een schuin opgaande lijn te zijn. Om een minimale windvang te garanderen is ervoor gekozen om middels zones van 100 meter breedte verschil in toegestane bouwhoogte te maken. Binnen één zone is een maximale bouwhoogte bepaald, waarmee voldoende windvang is gegarandeerd. Of aan het begin van die zone (bijvoorbeeld op 101 meter afstand) of aan het einde van die zone (bijvoorbeeld 199 meter) de toegestane hoogte gerealiseerd wordt, is daarmee niet relevant meer. Een schuinsverlopende hoogte is dan ook niet vereist. Overigens is dit in de praktijk ook niet altijd mogelijk, omdat niet alle gebouwen en bouwwerken een verlopende hoogte hebben (schuin zijn). Tenslotte staat er in de toelichting ook de formulering waarbij gebruik is gemaakt van ‘maximale’ bouwhoogtes, waardoor er geen reden is dit te wijzigen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
61
28. [appellant sub 28], wonend te Witteveen 28a. Archeologie
Ik maak bezwaar tegen het feit dat het bestemmingsplan buitengebied op gronden behorende bij [locatie M] de dubbelbestemming of term archeologische waarden voorkomt. Het feit dat de gronden ontgonnen/op de schop zijn geweest, maakt dat het geen archeologische waarden meer kan hebben.
28b. Hydrologie
De aanduiding behorende bij gronden [locatie M] is niet van toepassing mijns inziens omdat de waterhuishouding via de Middenraai gaat, er kan dus geen invloed op natuurgebied zijn.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
62
29. [appellant sub 29], wonend te Smilde 29a. Archeologie
Op ons perceel [locatie N] ligt de bestemming archeologische waarde 2. Hier zijn wij het niet mee eens. Dit geeft beperkingen in de praktijk, is kostenverhogend en het heeft ook geen zin, want het betreffende perceel is in de jaren 60 tot op het leem gemengwoeld. Dit geldt ook voor de gronden gelegen achter en naast [locatie O] en bij [locatie P]. Deze hebben wij in eigendom (zie bijlage).
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
29b. Hydrologie
Daarnaast ligt op gedeelten van ons perceel een dubbelbestemming hydrologische beïnvloeding. Dit is niet wenselijk ,vanwege de beperkingen die dit oplevert voor het functioneren van de cultuurgrond, voor met name drainage. Graag deze lijn terugleggen tot aan de bestemming natuur.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
29c. Bestemming Natuur wijzigen in bufferzone
De zone zoals op de bijlage met groen aangegeven, is een bufferzone tussen de natuur en de cultuurgrond. Met Drents Landschap is destijds afgesproken tijdens de ruilverkaveling dat deze gronden niet als bos mogen worden aangeplant. Graag deze bestemming omzetten in een bufferzone tussen cultuurgrond en natuur.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Smilde F2042. In het ontwerp plan heeft dit de bestemming “Natuur” gekregen. De gronden zijn in eigendom van Stichting Het Drentse Landschap. Het wordt momenteel gebruikt als akkerbouwland, niet als bos. Het grenst wel aan een bosgebied. Het perceel valt tevens onder de EHS. Een natuurbestemming past derhalve in het provinciaal beleid. Daarmee hoeft het nog geen bos te worden. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
29d. Bouwblok nr 19b opnemen
Er loopt inderdaad al enige tijd een verzoek voor het verplaatsen of Al vanaf 2004 wordt gewerkt aan een realiseren van een nieuw agrarisch bouwblok rond de bestaande procedure voor een agrarisch bouwblok op bebouwing op [locatie Q]. [Appellant sub 29] en zijn adviseurs zijn nog [locatie Q]. Waarom is dit nog niet verwerkt? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
63
Hierbij verzoek ik alsnog een volwaardig agrarisch bouwblok voor het perceel [locatie Q] op te nemen, zodat niet alleen de bestaande schuur maar ook een mestsilo e.d. kan komen. We hebben al verschillende onderzoeken aangeleverd op verzoek van de gemeente.
met de gemeente in de overlegfase over de haalbaarheid van het plan. Aangezien er nog geen sprake is van een onherroepelijk besluit hieromtrent is het verzoek niet meegenomen in dit ontwerp bestemmingsplan voor het buitengebied. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
64
30. [appellant sub 30], wonend te Wijster Ik maak bezwaar tegen de aanduidingen ‘es’ ter plaatse van mijn melkveebedrijf aan de Beilerweg 35 te Wijster. Ik heb een bedrijfsopvolger. De in het plan geboden uitbreidingsruimte geeft beperkingen voor de toekomstige groei en continuïteit (goede bedrijfsvoering) van het bedrijf. Het gaat met name om de maximale bouwblokgrootte van 1 ha en de maximale uitbreiding van 500 m2. De overzijde van de weg moet wel als es worden beschouwd. De grond aan de westzijde kent een dunne bouwvoor.
Het betreft hier een grondgebonden bedrijf binnen een gebied waar de bestemming AW-2 is en het perceel de nadere aanduiding ‘es’ heeft. In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” heeft dit perceel de bestemming “essen en oude veldontginningen I en II”. Dit is overgenomen in het voorontwerp en ontwerp bestemmingsplan. De bestemming AW-2 is geënt op historische kaarten en onderzoek. Het betreft hier een reeds lang bestaande es, welke landschappelijk waardevol is en als zodanig ook bewaard moet blijven. In de regels van het genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat het bouwblok voor een grondgebonden agrarisch bedrijf als onderhavig maximaal 1 ha groot is. Dit betekent een beperkte uitbreiding van het bedrijf, mede gelet op de ligging in een oud veenontginningslandschap. In het ontwerp bestemmingsplan is deze lijn voortgezet en enigszins aangescherpt met het oog op behoud van de landschappelijke waarden. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er voor dit grondgebonden bedrijf dat op een es ligt en dat minder dan 5.000 m2 bestaande bebouwing heeft, bij recht 500 m2 bebouwing tot een maximum van 1 ha bij mag komen. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het dat dit bij recht beperkt is vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. Een totaalverbod is geen doel. Bouwen op de (waardevolle) es vraagt echter wel een zorgvuldiger afweging vanwege het grote landschappelijk belang. Er is daarom gekozen om het bouwoppervlak te beperken tot ten hoogste 500 m2 of maximaal 10% van het bestaande oppervlak. Het betreft hier de ten noorden van het dorp Wijster gelegen es, welke al lang aanwezig is en als zodanig is overgenomen op de verbeelding. Het is derhalve niet wenselijk de grens van deze es en de gronden welke zijn aangewezen als AW-2 zodanig aan te passen dan wel de bestemming te wijzigen dat de bedrijfsbebouwing buiten de es of bestemming AW-2 zou vallen en er ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------65 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
30a. Arcering ‘Es’ verwijderen ivm beperkingen
meer bebouwingsmogelijkheden zouden ontstaan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 30b. Archeologie
De archeologische verwachting is niet terecht. Ruim 40 jaar geleden is hier al archeologisch onderzoek verricht. Kadastraal bekend BLN P667, 668, 151 en 619.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat de archeologische verwachting voor de percelen op uw bedrijf niet terecht is. Vermeld wordt dat er ca. 40 jaar geleden al archeologische onderzoek is verricht. De Rijksuniversiteit Groningen heeft in 1967 een archeologisch onderzoek verricht naar de overblijfselen van een nederzetting en grafheuvel uit de Romeinse tijd op de Noorder Es van Wijster. Tijdens de ruilverkaveling Spier-Wijster is de nederzetting eind ’50 jaren opgegraven. De grafheuvel is al in 1926 en 1931 opgegraven. Op de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan zijn beide terreinen niet opgenomen als verstoord. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan aan te passen voor dat deel dat is opgegraven op de percelen Beilen P667, 668, 151 en 619. De overige percelen op de Noorder Es zijn niet onderzocht en hebben nog steeds een hoge verwachting. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan aanpassen voor dat deel dat is opgegraven op de percelen Beilen P667, 668, 151 en 619.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
66
Toetsingskaart vigerende bestemmingsplan (met aanduiding es gearceerd):
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
67
31. De heer K.R. Doorten, Brugstraat 21, 9441 PG, Orvelte namens [appellant sub 31], wonend te Witteveen Bestemming Wonen – voormalige boerderijen wijzigen in R-VR3
In het ontwerpplan is [locatie R] niet goed bestemd. Het is in het bestaande plan – en zou moeten worden gehandhaafd in het nieuwe plan – bestemd als ‘groepsaccommodatie’. Ik verwijs hierbij naar het telefoongesprek van dinsdag 1 maart 2011 met de heer De Heer.
De zienswijze is terecht. In het geldende bestemmingsplan heeft dit perceel binnen de bestemming ‘Veenontginningsgebied’ de aanduiding ‘Pension’. In het voorontwerp bestemmingsplan was de bestemming RVR3 (groepsaccommodatie). Op basis van een inventarisatie voor het ontwerp bestemmingsplan bleek dat deze functie beëindigd was door verkoop. Echter, dit was een tijdelijke situatie zo is door de heer Doorten toegelicht. Het huidige en toekomstige gebruik is bij nader inzien op dit perceel toch groepsaccommodatie en niet wonen. Tevens is er op korte termijn geen zicht op beëindiging van dit gebruik. Derhalve is het juist dit perceel niet als W-VB maar als R-VR3 (groepsaccommodatie) te bestemmen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in R-VR3.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
68
32. [appellant sub 32], wonend te Beilen 32a. Molenbiotoop beperkt bouwhoogte
Ik heb in het gebied dat valt in het ontwerp bestemmingsplan landbouwgronden in eigendom die zijn gelegen aan [locatie S] en [locatie T]. Op dit moment is ondergetekende in gesprek met de gemeente om mijn agrarische bedrijf gelegen aan het perceel sub 32 ten behoeve van een nieuwe ontsluitingsweg Beilen-Oost te verplaatsen naar deze gronden. De gemeente heeft mondeling aangegeven dat een dergelijke verplaatsing vanuit ruimtelijk ordeningsaspecten mogelijk is. Ik heb moeite met de aanduidingen archeologie en vrijwaringzone molenbiotoop, de laatste met name omdat ik door de aanwijzing beperkt wordt in de hoogte van het bouwen van een schuur/ligboxenstal. De huidige ligboxenstallen zijn vanwege technische eisen, dierwelzijnseisen e.d. vaak iets hoger dan de toegestane 11.9 meter. Mijn voorstel is dan ook om deze te verhogen naar minimaal 15 meter. Mede door de ligging van de nieuwe stal ten opzichte van de molen (zuidoost) en de afstand tot de te bouwen stal tot de molen is er dan geen sprake van windafvang van de molen.
Het is juist dat de gemeente in overleg met de heer Berghuis is om dit bedrijf te verplaatsen. De nieuwe locatie is in overleg met hem echter zodanig gekozen dat deze valt buiten de bescherming van de molenbiotoop. Hierdoor levert deze geen beperkingen op voor de bouwhoogte. Opgemerkt zij dat de bouwhoogte voor agrarische bedrijfsgebouwen van 11,9 waarnaar verwezen wordt slechts 10 centimeter lager is dan de maximale bouwhoogte indien er geen zone molenbiotoop aanwezig zou zijn. Deze is namelijk 12 meter. Feitelijk zouden er dan ook, al zou de locatie liggen binnen de buitenste beschermingszone, marginale beperkingen ten aanzien van deze hoogte optreden. In het algemeen genomen is het niet wenselijk de maximale bouwhoogte van 12 meter te verhogen naar 15 meter. Hierover kan de volgende toelichting gegeven worden. Voor agrarische bedrijfsgebouwen is algemeen aanvaard een goothoogte van 4,5 meter. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het beleid van de provincie die 4,5 meter goothoogte als uitgangspunt hanteren. Om ook in de toekomst ontwikkelingsruimte te bieden is in dit bestemmingsplan van MiddenDrenthe de goot- en nokhoogte echter bewust op 5 meter (met afwijking maximaal 5,5 meter) en 12 meter bepaald. Dit is mede onderbouwd door een beeldkwaliteitplan op te nemen met aanvullende eisen hierover. Deze kunnen via de afwijkingsprocedure afgedwongen worden. Hierdoor is het enerzijds mogelijk om (bijvoorbeeld) vier kisten van 1,25 meter te stapelen, anderzijds blijft de relatie met het landschap gewaarborgd. Op het moment dat er hogere maten komen, gaat dit ten koste van het landschap. Grotere bouwwerk dan 12 noken 5,5 goothoogte moeten op een industrieterrein of in de polder gerealiseerd worden. Er is dan ook geen aanleiding de regels aan te passen wegens dit onderdeel van de zienswijze. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
32b. Archeologie Ik heb ook kritiek op de aanduiding waarde Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
69
archeologie 2. De bijbehorende regeling met onderzoeksverlichtingen zijn in de praktijk simpelweg niet te hanteren en zou bij handhaving mij niet alleen financieel erg veel geld kunnen kosten, maar zal tevens het ambtelijke apparaat van de gemeente onnodig zwaar belasten, hetgeen in het kader van de economische crisis en bezuinigingen niet wenselijk is. Daarnaast worden de meest simpele werkzaamheden door het vergunningstelsel onbetaalbaar. Als de gemeente de vergunning weigert, dan verslechterd hierdoor ook de kwaliteit van de grond en zijn er minder opbrengsten te verwachten. Bovendien twijfel ik of de vergunning wel op de korte termijn waarin sommige van deze werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden verstrekt kan worden. Ook de werkzaamheden van meer structurele aard worden door de vergunning onbetaalbaar. Dit heeft dan weer invloed op het economische resultaat van het bedrijf en de vermogenswaarde van de grond. Ik zal dan ook bij een ongewijzigde vaststelling een verzoek doen op planschade. Ik vind dat de archeologische aanwijzing volledig uit het bestemmingsplan geschrapt moet worden.
dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u onder andere aan dat de dubbelbestemming archeologie door het vergunningstelsel onuitvoerbaar is en niet handhaafbaar. In de regels behorende bij het bestemmingsplan is met uitzondering van ‘normaal agrarisch gebruik’ een omgevingsvergunning vereist. De Rijksoverheid heeft bepaald dat voor planontwikkeling en werkzaamheden de WABO van toepassing is. In deze wet zijn termijnen opgenomen waarbinnen een aanvraag afgehandeld dient te worden (8 weken), anders is deze bij recht verleend. Om zorgvuldig en accuraat te kunnen bepalen of een omgevingsvergunning vereist is wordt geadviseerd om vooraf contact met de gemeente op te nemen. Wellicht is geen vergunning vereist voor de werkzaamheden vanwege vrijstelling. De gemeente is belast met het toezicht op de regels in bestemmingsplannen en de voorschriften die zijn verbonden aan de omgevingsvergunning. Wanneer er wordt gehandeld in strijd met de regels met betrekking tot bescherming van de archeologische waarden kunnen burgemeester en wethouders daartegen handhavend optreden. Het doet niet ter zake of een gemeente voldoende middelen beschikbaar heeft, wel de bevoegdheid om bestuurlijk op te kunnen treden in voorkomende gevallen. Het is aan de gemeente om te bepalen in concrete gevallen of er bestuurlijk wordt opgetreden. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
70
33. [appellant sub 33], wonend te Drijber 33a. B&B vrijstelling verwerken
Zoals gemeld in de bief van 8 februari 2010 heeft u een vrijstelling artikel 19 lid 1 WRO verleend voor het realiseren van een bed&breakfast in een bijgebouw op mijn perceel. Dit vinden wij niet terug in het nieuwe bestemmingsplan.
De systematiek voor (o.a.) bestaande B&B’s is zo dat deze niet individueel opgenomen worden op de verbeelding. Via de regels is namelijk geregeld dat de bestaande vergunde situaties gerespecteerd worden. Aangezien dit echter duidelijker omschreven kan worden, zullen de regels op dit punt verduidelijkt worden. Er wordt wel op gewezen dat elke verandering of uitbreiding van dit bestaande gebruik getoetst zal moeten worden aan het beleid als vastgelegd in dit bestemmingsplan voor het buitengebied. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: in algemene zin duidelijker opnemen in de regels dat bestaand gebruik als B&B daar waar het legaal bestaand gebruik betreft, toegestaan is.
33b. Bouwvlak vergroten
Ik verzoek om een groter bouwblok. Na inzage constateer ik dat één schuur en de paardenbak buiten het bouwblok komen te liggen.
De zienswijze is juist. Bij nadere bestudering van de bebouwings- en gebruikssituatie en de eigendomssituatie is het juister als het bestemmingsvlak naar het oosten toe vergroot wordt, zodat zowel de bestaande schuur en de paardenbak binnen dit bestemmingsvlak komen te liggen. Het bestemmingsvlak W-VB zal dan ook vergroot worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het bestemmingsvlak W-VB zodanig in oostelijke richting vergroten dat de schuur en paardenbak hierbinnen vallen. Oftewel de grens komt op zo’n 95 meter ten oosten van de voorgevel van de woning te liggen.
.
33c. 1 monumentale boom aanduiding verwijderen
Van de op de plankaart aangeduide 6 monumentale bomen zijn er nog 5 over, omdat er 1 middels een kapvergunning gekapt is.
De feitelijke situatie in ogenschouw nemende is de conclusie dat de eerste boom direct links van de woning (met het gezicht naar het achterland toe) oftewel de 4e aanduiding vanaf de weg, verwijderd is. De dubbelbestemming ‘waarde boom’ kan dan ook vervallen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de dubbelbestemming ‘waarde boom’ verwijderen, en wel ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
71
vanaf de weg naar het oosten geteld het vierde rondje. Luchtfoto (met omlijnd en gearceerd voorstel tot breder maken van het bestemmingsvlak):
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
72
34. J.M. Even en A.C.M. Schorn, Visseringlaan 2-44, 8302 BJ, Emmeloord als eigenaar van [locatie U] Mijn zienswijze komt erop neer dat een ongewenste verdichting van de recreatiewoningen binnen een R-VR2 bestemming mogelijk is ten opzichte van de huidige bestemmingsplannen en de subdoelstelling van de bestemming R-VR2, namelijk ‘het behoud en het versterken van een goede landschappelijke inpassing’. Dit kan worden voorkomen door op te nemen in artikel 22 dat slechts een recreatiewoning mag worden gebouwd als er een bouwterrein is dat voldoet aan een minimale afmeting (zoals dat ook in het huidige bestemmingsplan is opgenomen).
In het vigerende bestemmingsplan voor de voormalige gemeenten Westerbork en Beilen is een minimale grootte van het perceel behorende bij een recreatiebungalow opgenomen. Die bestemmingsplannen bieden ruimte voor het bouwen van een woning van 70 m2 of 75 m2 op een perceel van minstens 300 m2. Er is niet nadrukkelijk bepaald dat een bungalow vrijstaand moet zijn gebouwd of op bepaalde afstanden tot de erfgrens. Een bepaalde toepassing van deze regels zou ertoe kunnen leiden dat er 4 huisjes aan elkaar gebouwd worde. Hierdoor is het mogelijk dat er een verdichting van bebouwing optreedt op het park. In het ontwerp plan is het beleid zodanig dat er binnen een bestemming R-VR2 (bungalowparken) niet langer een minimale norm voor een perceel is opgenomen. De reden hiervan is dat de gemeente de markt ruimte wil bieden dit zelf in te vullen en het exploiteren van een park meer flexibiliteit wil bieden. De markt vraagt hier tegenwoordig ook om, met name gelet op de trend naar rust en ruimte. De markt is daarin zelfsturend. Daarbij is nadrukkelijk wel gekeken naar landelijke normen omtrent onder meer brandveiligheid. Derhalve is wel een minimale onderlinge afstandsnorm van 3 meter aangehouden, maar geen oppervlakte minimum meer. Overigens zal in het bestemmingsplan wel gewijzigd opgenomen worden dat er een afwijking van het bestemmingsplan mogelijk is voor het geschakeld bouwen van recreatiebungalows. Hierbinnen is wel een minimale perceelsoppervlakte opgenomen, om te voorkomen dat een ongewenste ruimtelijke uitstraling ontstaat. Het uitgangspunt is dat maximaal 3 recreatiewoningen aan elkaar geschakeld mogen worden, waarbij er een inpandige doorgang tussen de drie huisjes mogelijk, maar niet verplicht is. Om sturing te kunnen houden op de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving is dit alleen na afwijking van het bestemmingsplan en onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Deze uitgangspunten zijn: De maximale oppervlakte van een recreatiewoning zal 100 m2 zijn, Deze recreatiewoningen mogen ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------73 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Verdichting bouw binnen R-VR2 ongewenst
geschakeld gebouwd worden tot een maximum van drie recreatiewoningen, waarbij de totale bebouwde oppervlakte maximaal 250 m2 zal zijn, De gemiddelde perceelsoppervlakte per recreatiewoning die 80 m2 of kleiner is, is 300 m2. De gemiddelde perceelsoppervlakte per recreatiewoning die een oppervlakte heeft van meer dan 80 m2, is 400 m2. Minder wordt slechts toegestaan indien aangetoond kan worden dat per recreatiewoning het gewenste ruimtelijke effect op een andere wijze bereikt kan worden, Daarnaast gelden aanvullende eisen die met name zien op een goede afweging in de omgeving. Concluderend kan gesteld worden dat ook in het bestaande plan een zekere verdichting bij recht mogelijk was, dit komt niet zozeer door het nieuwe bestemmingsplan. Wel is bewust gekozen voor het vrijer laten van de invulling van een bungalowpark om de markt meer ruimte te bieden. Er is een heroverweging gemaakt wegens deze en andere zienswijzen over het bebouwen van recreatieterreinen. Aan het plan is toegevoegd een afwijkingsbevoegdheid voor het aan elkaar bouwen van bungalows. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: opnemen binnen de regels van de bestemming R-VR2 dat onder voorwaarden een afwijkingsmogelijkheid voor het bouwen van geschakelde recreatiewoningen mogelijk is. De onderliggende notitie hierover in de toelichting opnemen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
74
35. [appellant sub 35], wonend te Beilen Bestemming Wonen – voormalige boerderijen wijzigen in Agrarisch
Ik verzoek u de bestemming van [locatie P] te Beilen te wijzigen van wonen – voormalige boerderijen naar agrarisch. Het pand is door mij als fulltime agrariër in gebruik en het te bewerken land rondom deze locatie alsmede in de regio ligt, zult u begrijpen dat de omzetting naar agrarische bestemming voor mij van groot belang is.
De zienswijze is juist. Hier is sprake van een omissie zo is gebleken na een toelichting van de indieners van de zienswijze. Het perceel is agrarisch in bedrijf. Het betreft hier een grondgebonden bedrijf (akkerbouw). Wel dient voor het bedrijf een melding gedaan te worden op grond van de milieuregelgeving. De bestemming zal voor dit perceel gewijzigd worden van wonen naar grondgebonden agrarisch bedrijf. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in sa-gab.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
75
36. [appellant sub 36], wonend te Hijken 36a. De bestemming voor [locatie V] B-AA wijzigen in Agrarisch
Wij verzoeken u de bestemming van het perceel [locatie V] te Beilen dat nu bestemd is als Bedrijf-Agrarisch aanverwant te wijzigen naar agrarische bestemming. De paardenhouderij is namelijk beëindigd en het perceel is door [appelant sub 36] weer volledig voor agrarische doeleinden in gebruik.
De zienswijze is juist. Hier is sprake van een omissie. Op 21 juni 2001 is een oprichtingsvergunning voor een paardenfokkerij afgegeven. In het vigerende bestemmingsplan heeft dit perceel ook een grondgebonden agrarische bestemming. De bestemming B-AA dient dan ook gewijzigd te worden in Agrarisch grondgebonden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming B-AA wijzigen in sa-gab.
36b. Ontbreken bestemming bedrijf tegenover [locatie W]
Ons nieuw te vestigen agrarische bouwperceel aan [locatie X] nabij Hijken, tegenover [locatie W], ontbreekt tot onze verbazing in het ontwerp plan. Wij hebben namelijk mbt dit bouwperceel d.d. 4 augustus 2003 een onherroepelijk wijzigingsbesluit van u ontvangen. Ons verzoek is het agrarische bouwperceel op te nemen.
Op 4 augustus 2003 is inderdaad een wijzigingsbesluit voor het nieuwvestigen van een agrarisch grondgebonden bedrijf onherroepelijk geworden. Aangezien deze planologische wijziging ruim 8 jaar na dato echter nog niet is ‘verzilverd’ is overleg gevoerd met de eigenaren. Zo is er nog geen bouwvergunning aangevraagd of een oprichtingsvergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Uit dit gesprek is echter gebleken dat het wel de bedoeling is dit binnen de planperiode van dit plan voor het buitengebied te realiseren. Derhalve is alsnog de doorlopen procedure opgenomen in dit plan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor het perceel Beilen R615 de aanduiding sa-gab opnemen (is perceel tegenover locatie W).
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
76
37. [appellant sub 37], wonend te Wijster In het jaar 2004 heb ik een aanvraag ingediend voor vrijstelling van het bestemmingsplan. Het antwoord was dat u in beginsel medewerking wilt verlenen. Nu zijn mijn plannen direct daarna in de ijskast beland, vanwege allerlei persoonlijke omstandigheden. Dit jaar echter wil ik een begin maken met het verbouwen van de schuur, niet in de laatste plaats omdat een gevaarlijke situatie begint te ontstaan nu de conditie van de schuur erg slecht is. Ik zag echter in het ontwerp bestemmingsplan dat de betreffende plek nog steeds is gemarkeerd als agrarisch met waarden 1 en 2 Ik wil graag het perceel anders aangeduid hebben, bijvoorbeeld als woongebiedje of minstens als recreatiegebied. Het gaat om het perceel P1235 aan het [locatie Y] (zie bijlagen).
Het perceel [locatie Y] is in het ontwerp bestemmingsplan opgenomen met de bestemming “Wonen-voormalige boerderijen”. Het achterliggende terrein is gelegen binnen de agrarische bestemming “AW-1”, aangezien dit niet hoort bij het erf. Volgens indiener van de zienswijze werd in 2004 gevraagd om een vrijstaand gastenverblijf met alle voorzieningen erin. Op 19-8-2004 is (zo blijkt uit gegevens in de bijlagen van de zienswijze) geantwoord dat wij in beginsel wel medewerking willen verlenen voor verbouw van de schuur tot verblijfsrecreatieve appartementen. Wel moet hiervoor een artikel 19 lid 1 WRO vrijstellingsprocedure gevolgd worden en is er een bouwvergunning nodig. Dit was in overeenstemming met het TROP 2004. De vergunning en vrijstelling is echter nooit aangevraagd en niet afgegeven. Daarmee is het geen recht geworden. Aangezien er al ruim 6 jaar geen procedure gevolgd is, is het niet onmogelijk dat het planologische beleid in de periode erna wordt gewijzigd. Dit is feitelijk ook gebeurd: het TROP 2004 is nu inderdaad achterhaald: we willen geen volwaardige recreatieve voorzieningen meer in een los bijgebouw om zo te voorkomen dat er een nieuwe woning in het buitengebied gecreëerd wordt. De beleidslijn zoals omschreven in het onderhavige bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” biedt op zich nog wel degelijk mogelijkheden voor B&B: als aan een aantal voorwaarden is voldaan, kan na afwijking van het bestemmingsplan straks een B&B worden toegestaan, ook in een los bijgebouw. Dit zal in een bijgebouw echter geen volwaardige omvang hebben, zodat dit geen nieuwe zelfstandige wooneenheid zal kunnen worden. Indien de heer De Reus dit echter zou willen realiseren, is dit een nieuw feit en zal dit aangevraagd moeten worden onder vigeur van dit nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied. Op dat moment zal een afweging gemaakt worden van de aanvraag, want dit kan op dit moment nog niet beoordeeld worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------77 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Verwerken principeverzoek
38. [appellant sub 38], wonend te Hooghalen 38a. Bouwvlak vergroten
U geeft aan dat voor ons bedrijf een bouwblok van 1,5 ha voldoende groot is en mocht dat niet zo zijn dat door ontheffingen etc. daar alsnog in kan worden voorzien. Op dit moment is het bouwblok nu al vol en aangezien we nog 10 jaar met dit bestemmingsplan mee moeten, waarom vergroot u het bouwblok niet nu al naar 2 ha.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-1”. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 2 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Het vergroten van het bouwblok tot 2 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Daarnaast is het mogelijk indien de noodzaak hiervan is aangetoond dat er voor het bouwen van kuilvoeropslag en mestopslag buiten het bouwblok een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt. De feitelijke situatie is dat er op dit moment weliswaar niet veel minder dan 1,5 ha bouwblok benut is, doch ook duidelijk niet meer dan 1,5 ha. Daarom is voor de bestaande bebouwing en gebruik 1,5 ha op dit moment voldoende. Wanneer er op termijn een vergroting tot maximaal 2 ha nodig zou zijn, kan de heer Lammertink hiertoe een aanvraag indienen. De gemeente zal op dat moment toetsen of deze uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gelet op de milieuwet- en regelgeving. Op dit moment is er nog geen concrete aanvraag hiertoe gedaan waardoor er op dit moment geen aanleiding is het bouwblok nu al te vergroten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
38b. Archeologie
Tevens vind ik dat er teveel grond is aangewezen met hoge archeologische waarde. Zelf heb ik twee keer onderzoek moeten laten doen om te bewijzen dat het geen buitengewoon hoge archeologische was. De kosten waren uiteindelijk voor niks.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
78
Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er te veel percelen zijn aangewezen met een hoge archeologische waarde. Waarbij wordt vermeld dat er al twee keer een archeologisch onderzoek is verricht door RAAP en geen archeologische resten zijn aangetroffen. Op grond van de archeologische verwachtings- en beleidskaart is een deel van de percelen aangemerkt als een terrein van archeologische waarde en geregistreerd als een AMK-terrein. Voor deze terreinen is de aanwezigheid van archeologische resten een zekerheid en kan elke bodemingreep leiden tot verstoring ervan. Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerkzaamheden. Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
79
Luchtfoto:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
80
39. [appellant sub 39], wonend te Hoogersmilde Wijzigen deel van bestemming Natuur in R-VR1
Bij bestudering van de kaart is gebleken dat een deel van onze camping niet de bestemming R-VR1 heeft. Dit gedeelte was bij onze bedrijfsovername in mei 2009 al in recreatief gebruik. Op het concept van vorig jaar stond het wel juist aangegeven. Wij verzoeken u het bestemmingsplan te wijzigen.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Smilde A1236, gelegen aansluitend aan [appellant sub 39]. In het vigerende bestemmingsplan heeft (het grootste deel van) dit perceel de bestemming “Heideontginningsgebied”. In het ontwerp bestemmingsplan is deze natuurbestemming gehandhaafd. In het voorontwerp is dit perceel inderdaad als R-VR1 bestemd. Echter, de feitelijke situatie is dat hier bos aanwezig is. Het perceel is in 2007 door de gemeente verkocht aan de vorige eigenaar van de camping. Daarbij is nadrukkelijk bepaald, en meegenomen in de taxatie van het perceel, het feit dat er geen recreatieve ontwikkelingen op het perceel kunnen en zullen gaan plaatsvinden. Daarmee is het redelijk geen R-VR1 bestemming op dit bosje te leggen. De eigendom ligt weliswaar sinds 1 april 2009 bij [appellant sub 39, maar dit is niet automatisch aanleiding de bestemming Natuur te wijzigen in R-VR1. Ten tweede is de instandhouding van de waarde van dit bosgebied, zeker gelet op de aansluiting met het “Drents Friese Wold” gewenst. In een gesprek met [appellant sub 39] is een en ander besproken. Overigens kan over de externe werking van Natura 2000 (N2000) gebieden het volgende gezegd worden. Voor dit N2000 gebied geldt externe werking: Toetsing is nodig voor bijvoorbeeld een uitbreiding van een camping, nieuwe evenementen activiteiten en dergelijke. Betreffende bosje op de camping valt buiten het N2000 gebied. Dit betekent dat dit bos geen EXTRA beperkingen opleveren ten opzichte van het aangrenzende N2000 gebied. Dus natuurlijk zijn er beperkingen en is er externe werking, maar dat dit bos naast de camping de bestemming natuur krijgt, verandert niets aan de situatie. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
81
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
82
40. [appellant sub 40], wonend te Witteveen Archeologie
Mijn bedrijf is ingetekend met een archeologische waarde. Deze omgeving, inclusief de grond waarop ik mijn bedrijf uitoefen, is begin vorige eeuw ontgonnen (jonge veldontginning). Ook is het hele bedrijf gedraineerd, er zijn gedeelten op mijn bedrijf voor een tweede keer gedraineerd tbv de lelieteelt. Ook loopt er een grote waterlossing dwars door mijn bedrijf die een diepte heeft van 1,5 meter oplopend tot ongeveer 3,5 meter, waar deze uitkomt in de verlengde Middenraai. tevens is de uitgegraven grond over mijn bedrijf verspreid. Er lopen ook nog twee grote transportgasleidingen (Ommen/Tjuchem 1) door de grond. Ook is een gedeelte van mijn grond eind jaren tachtig tot op een diepte van 1,1 meter gediepploegd. Tevens hebben er grondbewerkingen plaatsgevonden, tot een diepte van ca 0,9 meter zoals met een woelpoot (werktuig van 1,5 meter breed met daarin 3 beitels van 0,2 meter breed) om storende lagen te doorbreken. Alle reden om te denken als hier al archeologische waarden in zou voorkomen, dat de grond al zo bewerkt is, dat ik mijn niet kan voorstellen dat deze waarde hier nog aanwezig is. Ik had dit in een eerste reactie op het bestemmingsplan ook al aangegeven. Graag het besluit terugdraaien.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
83
41. Ontwikkelingscombinatie Timmerholt V.O.F., de heer H. Beekman, Postbus 8110, 3503 RC Utrecht, namens [appellant sub 41] te Westerbork Graag willen wij een zienswijze indienen zodat 41a. Bestaande rechten de ontwikkelingsmogelijkheden en bestaande rechten zo goed mogelijk verankerd zijn in het bestemmingsplan buitengebied. Wij hebben de bestemmingsomschrijving bekeken en vergeleken met de mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan. Er zijn een aantal onduidelijkheden en een aantal zaken waar wij een zienswijze over hebben. 41b. Appartementengebouw
In het vigerende bestemmingsplan wordt een appartementengebouw mogelijk gemaakt van maximaal 8 meter hoog en een accent van maximaal 11 meter hoog (uitgaande van 10% vrijstelling). In het ontwerp bestemmingsplan kunnen wij geen bouwregels terugvinden voor deze hotelvoorziening (appartementengebouw). Wij nemen aan dat dit abusievelijk over het hoofd is gezien, en vragen daarom opname van deze bouwmogelijkheid.
Dit neemt de gemeente voor kennisgeving aan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
In het vigerende plan is voor de percelen van dit recreatiepark ten noorden van [locatie Z] de bestemming ‘Beekdalen II” opgenomen. Ten zuiden van [locatie Z] is dat “Jonge veldontginningen”. Binnen beide bestemmingen is dezelfde nadere aanduiding “Rv” (verblijfsrecreatie) opgenomen. Hierdoor is het mogelijk recreatiebungalows te bouwen. Dit is in het ontwerp bestemmingsplan ook zo gecontinueerd, doordat voor het hele gebied de bestemming R-VR2 (bungalowpark) is opgenomen. Uitzondering hierop is het gedeelte waar het chaletpark aanwezig is, hier is de bestemming R-VR1 (camping) opgenomen. Op de vigerende bestemmingsplankaart is voor [appellant sub 41] geen aanduiding “Ra” (appartementencomplex) opgenomen. De verwijzing naar een bouwmogelijkheid voor een appartementengebouw is dan ook niet terecht. De regels hieromtrent zoals die zijn opgenomen binnen de bestemming “Beekdalen II” zijn hier dan ook niet van toepassing, en zijn derhalve niet overgenomen in het ontwerp bestemmingsplan. Deze hoeft dan ook niet opgenomen te worden. Overigens is er op dit moment een aparte planologische procedure gestart om de bouw van centrumvoorzieningen (inclusief hotel met wellnessfunctie) te realiseren, maar die staat los van dit ontwerp bestemmingsplan. Er is dan ook geen reden het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
84
De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 41c. Ontbreken artikellid
In artikel 22.4.2.e wordt verwezen naar artikel 22.4.1.c over gebruik voor horecadoeleinden. Dit artikellid kunnen wij echter niet terugvinden
De zienswijze is juist. Bij vergissing is het artikellid niet opgenomen. Dit zal alsnog opgenomen worden, zodat het gebruik van de horecagelegenheid door derden niet strijdig is, maar anderszins gebruik van de horecagelegenheid wel strijd gebruik is. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: toevoegen artikel 22.4.1c, vergelijkbaar met artikel 21.4.1.c. Ook toevoegen artikel 21.4.2f, vergelijkbaar met artikel 22.4.2e.
41d. 10% vrijstelling ontbreekt
In het vigerende bestemmingsplan is een 10% algemene vrijstellingsbevoegdheid voor maten opgenomen. Deze zien wij niet terug in het ontwerp bestemmingsplan. Dit betekent dat er niet afgeweken kan worden van bijvoorbeeld de maximale toegestane hoogtes van gebouwen. Dit betekent een vermindering van de bouwmogelijkheden en hier ageren wij tegen. Wij vragen een opname van een algemene vrijstellingsbevoegdheid dan wel een verruiming van de opgenomen maten met 10% binnen de bestemming R-VR2.
De algemene 10% vrijstelling is in het algemeen niet opgenomen in het ontwerp plan, aangezien voor de meeste bestemmingen geldt dat hierin al binnen de afwijkingsmogelijkheden per bestemming is voorzien voor bijvoorbeeld een verhoging van de goothoogte. Voor de bestemming R-VR2 wordt deze 10% mogelijkheid niet nodig geacht, omdat de opgenomen maten toereikend en planologisch aanvaardbaar worden geacht. Deze sluiten overigens aan op de bouwvoorschriften in het vigerende plan, uitgezonderd de 10% regeling. Gelet op de forse toename van bouwmogelijkheden voor een recreatiebungalow en de bij recht geboden goot- en nokhoogtes in het vigerende plan welke geheel dezelfde zijn als in het ontwerp plan achten de gemeente het redelijk dat de verhoging van 10% niet terug komt in dit plan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
41e. Geschakeld bouwen niet meer mogelijk
In het vigerende bestemmingsplan is de mogelijkheid aanwezig om geschakeld te bouwen. In het ontwerp is in artikel 22.2.a.1 bepaald dat de recreatiewoningen vrijstaand moeten worden gebouwd. Dit is een beperking van de huidige mogelijkheden. Tevreden zijn wij met de verruiming van de toegestane oppervlakte per recreatiewoning van 75 naar 100 m2. Wij zien graag terug de mogelijkheid voor geschakelde bouw, temeer omdat hierin een goede bezettingsgraad is.
In het vigerende bestemmingsplan is nu het beleid dat een bungalow maximaal 75 m2 mag zijn inclusief in- of aangebouwde berging. Een vrijstaand bijgebouw is niet toegestaan. Er is niet nadrukkelijk bepaald dat een bungalow vrijstaand moet zijn gebouwd of op bepaalde afstanden tot de erfgrens. Een bepaalde toepassing van deze regels zou ertoe kunnen leiden dat er 4 huisjes aan elkaar gebouwd worden. Hierdoor is het mogelijk dat er een verdichting van bebouwing optreedt op het park. In het ontwerp plan is het uitgangspunt dat recreatiewoningen binnen de R-VR2 bestemming vrijstaand en met minstens 3 meter onderlinge afstand gebouwd moeten worden. Voor bestaande situaties die aan elkaar gebouwd zijn, geldt de uitzondering
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
85
dat deze geschakeld mogen blijven bestaan. Nadat dit onderwerp nogmaals onderzocht en afgewogen is, is een wijziging in dit beleid doorgevoerd. De markt op het gebied van recreatiewoningen is aan verandering onderhevig en de behoefte aan het kunnen combineren van recreatiewoningen voor gezelschappen, zoals een familievakantie, vraagt om geschakelde bouw. Hierbij is het uitgangspunt dat maximaal 3 recreatiewoningen aan elkaar geschakeld mogen worden, waarbij er een inpandige doorgang tussen de drie huisjes mogelijk, maar niet verplicht is. Om sturing te kunnen houden op de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving is dit alleen na afwijking van het bestemmingsplan en onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Deze uitgangspunten zijn: De maximale oppervlakte van een recreatiewoning zal 100 m2 zijn inclusief een berging/bijgebouw van maximaal 6 m2. Deze recreatiewoningen mogen geschakeld gebouwd worden tot een maximum van drie recreatiewoningen, waarbij de totale bebouwde oppervlakte maximaal 250 m2 zal zijn, De gemiddelde perceelsoppervlakte per recreatiewoning die 80 m2 of kleiner is, is 300 m2. De gemiddelde perceelsoppervlakte per recreatiewoning die een oppervlakte heeft van meer dan 80 m2, is 400 m2. Minder wordt slechts toegestaan indien aangetoond kan worden dat per recreatiewoning het gewenste ruimtelijke effect op een andere wijze bereikt kan worden, De recreatiewoningen zullen bedrijfsmatig worden geëxploiteerd, Er moet een landschappelijk inpassingsplan overgelegd worden, waaruit blijkt dat de ontwikkeling goed landschappelijk inpasbaar is, Er wordt uitsluitend een omgevingsvergunning tot het afwijken van het bestemmingsplan verleend indien is aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a) de milieusituatie (toetsing aan de Wet geurhinder), natuurlijke (Natura 2000) en landschappelijke waarden (open gebieden, robuuste landbouwgebieden en EHS), de verkeersveiligheid; b)de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Al met al levert dit een wijziging in het beleid op dat geschakeld bouwen onder voorwaarden en na afwijking van het bestemmingsplan toegestaan is, waarbij bestaande geschakelde situaties gerespecteerd worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
86
Wijziging: opnemen binnen de regels van de bestemming R-VR2 dat onder voorwaarden een afwijkingsmogelijkheid voor het bouwen van geschakelde recreatiewoningen mogelijk is. De onderliggende notitie hierover in de toelichting opnemen. 41f. Weg Gagelmaat
De weg Gagelmaat is in de huidige situatie een openbare weg die [appellant sub 41] doorsnijdt. In het ontwerp bestemmingsplan heeft De Gagelmaat de bestemming ‘verkeer’. In het verleden is door de gemeente ons medegedeeld dat deze weg verkeersarm gemaakt zou worden en uitsluitend toegankelijk voor bestemmingsverkeer en hulpdiensten. Wij verzoeken u de weg aldus te bestemmen.
De systematiek van het bestemmingsplan is dat het huidige gebruik zoveel mogelijk bestemd wordt. Het is dus een juridische status. In het geval van De Gagelmaat is sprake van een openbare weg voor alle verkeer. Het verkeersarm maken of het gebruik beperken voor bepaalde gebruikers ligt niet binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan, maar veeleer op praktisch uitvoeringsniveau. Het bestemmingsplan is daarbij kaderstellend. De bestemming verkeer is daarmee de juiste. Overigens kan vermeld worden dat er op dit moment reeds de nodige maatregelen zijn getroffen om het gebruik van deze algemeen toegankelijke, maar niet echt brede weg (ca. 3,5 meter) weg te ontmoedigen. Zo zijn er, op verzoek van [appellant sub 41], bij de oversteek tussen de twee parkgedeelten, drempels aangelegd om een veilige oversteek mogelijk te maken. Daarnaast is er een sluis aangelegd tussen Gagelmaat 2 en de Homaat en ter hoogte van de Krommaat waardoor het doorgaande verkeer ontmoedigd wordt de Gagelmaat als sluiproute te nemen van of naar het centrum van Westerbork. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
41g. Archeologie
Voor de ontwikkeling van een nieuw centrumgebouw direct ten noorden van de Gagelmaat is archeologisch onderzoek verricht. De verwachtingswaarde is door booronderzoek bijgesteld naar lage verwachtingswaarde. Omdat het hier gaat om een relatief klein plangebied, direct grenzend aan het onderzoeksgebied van het archeologisch onderzoek, vragen wij u de archeologische verwachtingswaarde van het gebied ten zuiden van de Gagelmaat bij te
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er archeologisch onderzoek is verricht en daardoor de archeologische
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
87
stellen naar ‘laag’.
verwachtingswaarde bijgesteld dient te worden naar een lage verwachting. Adviesbureau Synthegra heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek verricht in 2009 en in 2011 voor resp. het oprichten van een nieuw centrumgebouw op het noordelijk deel en een terrein ten zuiden van de Gagelmaat 4 in Westerbork. Uit deze rapportages kan worden opgemaakt dat er sprake is van overwegend verstoorde bodem. Er zijn geen archeologische resten aangetroffen. De planologische bescherming is niet meer nodig. De zienswijze geeft aanleiding om de hoge verwachting op de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan aanpassen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
88
42. [appellant sub 42], wonend te Westerbork Archeologie
In uw brief van 4-2-2011 heb ik geconstateerd dat er geen enkele wijziging heeft plaatsgevonden in het ontwerp bestemmingsplan, naar aanleiding van mijn bezwaren. Voor wat de gronden betreft [locatie AA] blijft mijn zienswijze ongewijzigd. Tijdens de ruilverkaveling is de grond helemaal op de kop gezet, gediepwoeld, en gedraineerd (plaatselijk op een tussenafstand van 4 meter). Het is grote onzin om aan deze gronden een archeologische waarde te hechten en ik maak hiertegen dan ook ernstig bezwaar.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat de percelen aan [locatie AA] onnodig zijn aangewezen met een hoge archeologische verwachting. Drainage is aangelegd op een zeer korte afstand (4m’). Op grond van de archeologische verwachtingskaart is een deel van de percelen gelegen op de Bruntinger Es. Op grond van de Omgevingsvisie Drenthe worden de essen gekenmerkt als kernkwaliteit archeologie en zijn dus van provinciaal belang. De essen zijn nog steeds goed herkenbaar in het landschap. Door de relatief hogere ligging in het landschap zijn de gronden zeer rijk aan archeologie. In Drenthe komen archeologische resten op de es dicht aan het maaiveld voor. Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerkzaamheden. Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
89
43. [appellant 43], wonend te Wijster In reactie op het ontwerp bestemmingsplan wil De gewenste uitbreidingsruimte overstijgt op dit punt de ik graag middels dit schrijven onze zienswijze uitgangspunten zoals opgenomen in het bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe”. De gemeente wenst binnen het kenbaar maken die betrekking heeft op de bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe geen mogelijkheden tot uitbreiding van het pand, uitzonderingspositie op te nemen voor deze toekomstige ontwikkeling gelegen aan [locatie BB] te Wijster. Het om precedentwerking te voorkomen. Het is echter wel mogelijk een bestemmingsplan geeft als bestemming voor verzoek tot een eigen planprocedure aan te vragen bij de gemeente, dit adres aan ‘bedrijf’ waarbij beperkt mag welke vervolgens een afweging hiervoor zal maken. worden uitgebreid. Gezien de groei in activiteiten en personeel van ons bedrijf, De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. waarvan een belangrijk deel van de landelijke activiteiten zich concentreert in het noorden, is er op korte termijn een noodzaak tot uitbreiding in laboratoriumruimte, kasruimte en verwerkingsruimte voor de nabije en verdere toekomst. [appellant 43] staat op dit moment voor de keus om het pand te verwerven of naar elders uit te wijken. De beslissing om al dan niet in Wijster de activiteiten voort te zetten, zal onder andere afhangen van de mogelijkheden voor uitbreiding om de voorziene groei in omzet en personeel te kunnen realiseren. Ons uitgangspunt daarbij is, dat wij onze activiteiten goed kunnen uitvoeren op deze plek, dat wij hier in goede harmonie met onze omgeving kunnen werken en dus ook tijd, geld en moeite willen inzetten om op deze plek te blijven. Daar staat tegenover dat wij in verband met de continuïteit van onze werkzaamheden op korte termijn zullen moeten beslissen en daarom ook van de kant van de gemeente een zo goed ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Uitbreiden bouwmogelijkheden
90
mogelijk inzicht willen hebben in de mogelijkheden van onze locatie. In de bijlage treft u een globaal plan voor uitbreiding, welke de uitbreidingsruimte in het ontwerp bestemmingsplan overtreffen. Het heeft onze voorkeur om de uitbreiding op de huidige locatie te realiseren aangezien een groot deel van het huidige onderzoek en de diagnostiek wordt uitgevoerd in quarantaine ruimten onder borging van verschillende certificeringsystemen en EU directives. Deze systemen zijn vaak locatiegebonden en zullen ingrijpend moeten worden gewijzigd bij een eventuele verhuizing. Graag willen wij in gesprek treden met de gemeente om te bespreken of er mogelijkheden zijn om deze uitbreiding te realiseren op de huidige locatie en medewerking tot wijziging van de voorgenomen bestemming ‘bedrijf’.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
91
44. TenneT TSO B.V., de heer C. de Jong, Postbus 718, 6800 AS, Arnhem In het plan gebied van het ontwerp De zienswijze is juist en geeft nog concreter aan wat de te beschermen bestemmingsplan Buitengebied Middenstroken van de leidingen zijn. De betreffende stroken zijn in overleg met betrokken landeigenaren bepaald en conform de wettelijke Drenthe zijn de volgende 6 normen. Derhalve zullen deze stroken verbeterd opgenomen worden in hoogspanningsverbindingen van onze het plan. Tevens betrekt de gemeente in het vervolg Tennet (nog) vennootschap gesitueerd: eerder dan al gebeurt bij plannen waarbij het gebied doorkruist wordt 1. 220 kV Zeyerveen-Hessenweg (noorddoor genoemde verbindingen. zuid in het plangebied) 2. 110 kV Zeyerveen-Beilen (noord-zuid De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de genoemde zones op de verbeelding versmallen conform parallel aan de 220 kV t/m Beilen) de ingediende zienswijze. 3. 110 kV Beilen-Emmen Vesterswijk (west-oost in het plangebied) De bijbehorende belemmerde stroken worden begrensd door zijden op 25,00 meter ter weerszijden van de hartlijn van de verbinding (totale breedte 50,00 meter) 4. 110 kV Beilen-Wijster Oosterscheveld (ondergronds) 5. 110 kV Wijster OosterscheveldHoogeveen (ondergronds) 6. 110 kV Wijster Oosterscheveld-Wijster GAVI (ondergronds). De bijbehorende belemmerde stroken worden begrensd door zijden op 2,50 meter ter weerszijden van de hartlijn gerekend vanuit de buitenste hoogspanningsbundel. Wij verzoeken u op de plankaart de maten conform het bovenstaande te wijzigen. Wij verzoeken u om bij komende wijzigingen van bestemmingsplannen binnen uw gemeente waarvan het plangebied wordt doorkruist door ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------92 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Verwerken zones rond hoogspanningsverbinding
genoemde verbindingen ter bescherming van onze vennootschap een artikel op te nemen zoals hieronder opgenomen (zie bijlage). Wij verzoeken u bij komende wijzigingen van bestemmingsplannen binnen uw gemeente TenneT TSO B.V. in de procedure ex artikel 3.3.1 Bro op te nemen. De bijgevoegde boekjes zijn van toepassing op in de belemmerde strook uit te voeren werkzaamheden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
93
45. Pietersma & Spoelstra bv, A.J. Spoelstra, Postbus 707, 9200 AS, Drachten namens [appellant sub 45], wonend te Hoogersmilde De gewenste uitbreidingsruimte overstijgt op dit punt de Bij brieven van 27-6-2008 en 2-92008 heb ik uitgangspunten zoals opgenomen in het bestemmingsplan de toekomstplannen (mede gelet op grond van “Buitengebied Midden-Drenthe”. Het bouwblok ligt op dit moment dierwelzijnseisen) van cliënt uiteengezet en geheel in het bestemmingsplan “Drentsche Hoofdvaart”. Dit is tevens verzocht om planologische medewerking. Bij de bestemmingsplangrens met het buitengebied. Wanneer dit verzoek brief van 22-2-2010 is vervolgens een gehonoreerd zou worden, zou het bouwblok dieper dan 200 meter zienswijze ingediend over het ontwerp worden. Op dat moment wordt de landschappelijke indeling rond de bestemmingsplan Buitengebied. Met name de Drentsche Hoofdvaart doorbroken, die namelijk overal maximaal 200 milieuhygiënische inpassing stuitte bij u in meter diep is (gemeten vanaf hart van de Vaart) en dient een nieuw 2008 op bezwaren vanwege de toepassing agrarisch bouwblok in het Buitengebied opgenomen te worden. van de Wet geurhinder. Thans hebt u echter Hiermee worden 2 bouwblokken gecreëerd, 1 in Drentsche Hoofdvaart een ontwerp geurverordening gepubliceerd en 1 in het buitengebied, met alle bouwmogelijkheden van dien, waaruit blijkt dat u de normstelling ten aanzien hetgeen niet wenselijk is. Een andere optie is om het bestemmingsplan van geur ondermeer in het plangebied van te vergroten/verdiepen voor dit geval en buitengebied te verkleinen. Dit cliënt wilt verruimen. Deze verruiming betekent is echter in dit geval niet direct noodzakelijk, omdat het binnen het dat er geen bezwaren meer hoeven te zijn. vigerende bestemmingsplan nog mogelijk is een derde stal te bouwen. Bovendien kunnen aanvullende Hierdoor hoeft het ontwerp plan voor het buitengebied niet aangepast voorzieningen/maatregelen getroffen worden te worden. Tevens is het wenselijk pas bij het actualiseren van het waardoor sowieso aan de geurverordening kan bestemmingsplan voor de Drentsche Hoofdvaart een standpunt in te worden voldaan. Dit zal naar verwachting niet nemen over het al dan niet doorbreken van de 200 meter diepte van nodig zijn. Op bijgaande luchtfoto blijkt dat het alle bouwblokken in Drentsche Hoofdvaart. Het feit dat de gemeente huidige bouwvlak in het bestemmingsplan een geurverordening heeft vastgesteld die nu wel milieutechnisch Drentse Hoofdvaart niet toereikend is voor de gezien mogelijkheden biedt, doet hier niet aan af. Tenslotte is het niet voorgestane ontwikkelingen. De vierde stal valt wenselijk binnen dit plan aan de zienswijze tegemoet te komen, nu het voor de helft buiten het bouwvlak, voor de helft gaat om toekomstige ontwikkelingen waarvoor nog geen planologische buiten het bestemmingsplan Drentse procedure voor doorlopen is. Het is echter wel mogelijk een eigen Hoofdvaart en voor de helft in het planprocedure aan te vragen bij de gemeente, welke vervolgens een bestemmingsplan Buitengebied. Ik verzoek u afweging hiervoor zal maken. dan ook een bouwvlak te bieden dat toereikend is voor de voorgestane De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. ontwikkeling. Daartoe is het noodzakelijk dat het bouwvlak in het bestemmingsplan Drentse ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------94 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Bouwvlak vergroten
Hoofdvaart uitgebreid dient te worden met ca. 15 meter in het thans door u vast te stellen plan Buitengebied. Luchtfoto (rode lijn = 200 meter, en is grens BP BG/Drentsche Hoofdvaart:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
95
46. Pietersma & Spoelstra bv, A.J. Spoelstra, Postbus 707, 9200 AS, Drachten namens [appellant sub 46], wonend te Smilde Opnemen lopende ontwikkeling in bestemmingsplan buitengebied
Bij brief van 10-12-2010 heeft u na uitgebreide vooroverleggen de aanvraag voor een partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied in behandeling willen nemen. Dit ten behoeve van bedrijfsverplaatsing. De plannen daartoe worden bij u bekend verondersteld. Inmiddels hebt u echter het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. Het lijkt, gelet op de samenloop van de vaststelling van het plan Buitengebied, het initiatief van cliënt en uw positieve houding tav bedrijfsverplaatsing dan ook efficiënter het nieuwe bedrijf planologisch in te passen in het vast te stellen plan Buitengebied. De relevante gegevens wil cliënt u desgewenst ter hand stellen.
De bebouwing op het perceel [locatie CC] ligt geheel in het bestemmingsplan Drentse Hoofdvaart en grenst direct aan het buitengebied. Het bedoelde verzoek betreft het verplaatsen van een intensieve veehouderij in verband met een milieuknelpunt langs de Drentsche Hoofdvaart. Hierover zijn nog gesprekken tussen gemeente en De heer Bos gaande. Nu het gaat om een plan dat nog niet onherroepelijk is, wenst de gemeente een individuele aanvraag niet op te nemen in het buitengebied voordat de ontwikkeling (nagenoeg) onherroepelijk is. Derhalve zal dit plan niet meegenomen worden in het buitengebied, maar zijn eigen procedure blijven houden, temeer daar dit juridisch niet voor enig verschil zorgt en het voor initiatiefnemer qua proceduretijd mogelijk zelfs gunstiger is. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
96
47. [appellant sub 47], wonend te Hooghalen In uw brief d.d. 4 februari 2011 heeft u mij Binnen de bestemming Maatschappelijk met de aanduiding ‘sm-1’ is geïnformeerd over mijn ingediende zienswijze een kleinschalig kampeerterrein mogelijk, echter hier is nadrukkelijk (reactie) over het ontwerp bestemmingsplan aangegeven dat het niet is toegestaan om stacaravans, trekkershutten en stachalets te plaatsen. Dit met name door de ligging ten opzichte buitengebied. Na bestudering van het huidige van nabijgelegen bebouwing. Voor bestaande, vergunde zaken is het ontwerp bestemmingsplan in relatie tot uw niet meer mogelijk te eisen dat deze op minstens 50 meter van brief vielen mij toch nog enkele zaken op: belendende percelen met een (bedrijfs) woning komen te liggen, bij 1. In mijn zienswijze d.d. 23 februari 2010 en nieuwe activiteiten zoals de trekkershutten is dat wel het geval. eerdere communicatie op het Aangezien de maatschappelijke bestemming een speciale regeling ten bestemmingsplan buitengebied heb ik een aanzien van het kamperen betreft kan die beperken wat in de aantal vragen gesteld. Eén van de vragen had algemene afwijkingsmogelijkheid in artikel 41 van de planregels staat. betrekking op de mogelijkheid om Daar waar het speciale artikel 16 geen tegenstrijdigheden met artikel trekkershutten te mogen plaatsen op/bij het 41 bevat, is 41 ook van toepassing. Daarmee is een trekkershut op dit kleinschalig kampeerterrein. In uw reactie 55d perceel, met name gelet op de korte afstand tot nummer 3 en de (uw brief d.d. 4 febr. 2011) geeft u mij aan dat milieutoetsing in principe niet wenselijk. Echter, een nadere toetsing ik dit via ontheffing kan regelen: het plaatsen van milieuwetgeving heeft aangetoond dat aan de wettelijke normen van 3 blokhutten. Dit lijkt mij ook de juiste voldaan kan worden, waardoor het in dit geval geen probleem is een procedure zoals ik die lees in artikel 41b, lid 5. drietal trekkershutten toe te staan op dit perceel. Derhalve zal dan ook In het huidige bestemmingsplan bij de verwijderd worden dat trekkershutten niet zijn toegestaan en zullen de specifieke gebruiksregels bij ‘maatschappelijk’ eisen voor trekkershutten uit artikel 41b ook hier ingevoegd worden. aangewezen gronden lees ik echter bij punt 16.4.1 b5 een tegenstrijdigheid! Hier staat De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. namelijk dat er géén trekkershutten mogen Wijziging: het verbod op trekkershutten verwijderen en toevoegen voorwaarden (uitgezonderd de 50 meter norm) waaronder alsnog bij worden geplaatst, terwijl u mij juist adviseert een ontheffing hiervoor aan te vragen. Ik afwijking maximaal 3 trekkershutten zijn toegestaan. verzoek u daarom een aanpassing op dit punt omdat dit blokkerend zou kunnen werken (of verwarrend) voor het aanvragen van een ontheffing. Ik ga er vanuit dat hier een kleine fout is gemaakt, ook al omdat het ook in strijd zou zijn met de regels inzake kleinschalige kampeerterrein en uw beleidsvisie van ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------97 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
47a. Trekkershutten
25/9/2008. Met een beroep op het voorgaande ben ik het dus niet eens met het niet toestaan van trekkershutten in artikel 16.4.1. b5. Ik verzoek u daarom het bestemmingsplan op dit punt 16.4.1 b5 (onder maatschappelijk en dan toegestaan gebruik, punt b5) aan te passen, conform artikel 41b, lid5 kleinschalige recreatie bij recht). Mijn verzoek is dit hier te verwijderen, zodat -volgens de gebruikelijke procedure- trekkershutten bij ontheffing kunnen worden toegestaan. Graag ontvang ik een reactie op mijn zienswijze. 47b. Nevenactiviteiten
2. Op de informatieavond in februari (Westerbork) is verteld dat de opmerkingen op de plankaart (c.q. website) leidend zijn en dat tussen haakjes uitzonderingen en ondergeschikte bestemmingen vermeld behoren te zijn. Op de plankaart (www.ruimtelijkeplannen.nl) zijn echter niet tussen haakjes de recreatiewoning, kampeerterrein e.d. ingetekend. U noemt dit echter wel in de tekst en ik ga er hiermee vanuit dat alles dan ook correct zo is. Is dit juist? Ik heb hierover (en ook punt 1) op deze avond met de heer Ruben van Gorcum gesproken, medewerker van uw gemeente. Hij zou contact met mij opnemen, maar dat is niet gebeurd.
De aanname in de zienswijze is juist: omdat het gaat om een uitzondering is het toegelaten gebruik voor kampeerterrein en recreatiewoning in de regels geregeld en niet op de verbeelding. Overigens is later alsnog contact opgenomen en is deze belofte alsnog nagekomen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
47c. B&B met kookgelegenheid
Mijn ALGEMENE ZIENSWIJZE op het ontwerp bestemmingsplan buitengebied: 3. In Artikel 41b (kleinschalige recreatie), lid b6 staat u maximaal 3 bed-en-breakfast eenheden toe. Ik verzoek u hier een kleine
Het beleid ten aanzien van B&B en kookgelegenheid is de volgende. Bij logies in de vorm van een B&B in een bestaand bijgebouw is er geen eigen kookgelegenheid toegestaan. Dit zal altijd centraal plaatsvinden in het hoofdgebouw waar het bijgebouw met daarin de B&B bij hoort. Dit om binding met het hoofdgebouw te behouden en te
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
98
47d. Recreatieappartementen toestaan
kookgelegenheid toe te staan.
zorgen dat er geen volwaardige zelfstandige verblijfsmogelijkheid komt Ook als een B&B in het hoofdgebouw zit moet elders in het gebouw, en dus niet in de B&B een woonkamer en kookgelegenheid zijn. In het geval dit wel in het nachtverblijf zit, is er echter geen sprake van een B&B maar van een recreatief appartement, hetgeen niet wenselijk is. Dit zal verduidelijkt worden in de planregels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: opnemen ipv artikel 41b.6 en 7. 6a: in totaal zijn maximaal drie bed and breakfasteenheden toegestaan in de bestaande bebouwing; 6b. Voor zover het gaat om bed and breakfasteenheden geldt dat deze uitsluitend mogen worden gerealiseerd in bestaande hoofd- of bijgebouwen. Ten behoeve van de bed and breakfasteenheden in het hoofdgebouw of in een bijgebouw mogen uitsluitend slaapplaatsen met sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd. Een ontbijtruimte en eventueel een woonkamer bevinden zich elders in het hoofdgebouw dan wel in het bij het bijgebouw behorende hoofdgebouw. Er mogen geen keukenblokken of woonkamervoorziening in de bed and breakfasteenheden worden gemaakt.
4. Ook verzoek ik u – juist omdat het hier gaat om ondergeschikte nevenactiviteiten- ook kleinschalige recreatieappartementen in het hoofd- en of bijgebouw toe te staan. Hiermee wordt een aantrekkelijker toeristisch product verkregen zonder schadelijke effecten in de zin van concurrentie richting de reguliere recreatieterreinen. Het onderscheid bij volwaardige recreatiebedrijven is namelijk dat zij volwaardige en vrijstaande recreatiewoningen exploiteren en dat is qua concurrentie geheel anders dan een kleinschalig recreatieappartement en/of een bed-en-breakfasteenheid met klein keukentje. In ons geval – Specifieke vorm van
In het hoofdgebouw zijn ondergeschikte recreatieappartementen – lees een groepsaccommodatie- toegestaan aangezien deze reeds toegezegd is tijdens de totstandkoming van dit plan. Het betreft hier dus een toezegging, waardoor deze aanduiding alsnog wordt opgenomen op de kaart en in de regels. Concreet gaat het in dit geval (sm-1) en bij de aanduiding sm-4 in Witteveen om een bestaande groepsaccommodatie van maximaal 300 m2. Derhalve zal een verduidelijking in de regels opgenomen worden dat de bij recht maximale toegestane oppervlakte voor groepsaccommodaties binnen elk van deze twee aanduidingen maximaal 300 m2 bedraagt. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor dit perceel een aanduiding ‘groepsaccommodatie’ opnemen en in de regels van M-sm1 en voor de aanduiding M-sm4 in Witteveen toevoegen dat hier een groepsaccommodatie is toegestaan ter grootte van maximaal 300 m2.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
99
maatschappelijk -1’ met (als nevenactiviteit) kleinschalig kamperen zou dit voor onze gasten absoluut een extra meerwaarde zijn. Ik verzoek u daarom aan mijn verzoek tegemoet te komen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
100
48. [appellant sub 48], wonend te Bovensmilde Verplaatsen bouwvlak
Wij zien graag het bouwvlak verplaatst waardoor wij in de toekomst de woning verder van de weg af kunnen herbouwen (zie bijlagen). In het besef dat het terugdringen van de bestaande overlast, gezien de reeds aan het verantwoordelijke bedrijf afgegeven vergunningen, niet mogelijk is, verzoeken wij u toch al het mogelijke te doen de situatie niet nog meer te verslechteren. Een en ander zou kunnen worden bereikt door steeds meer verkeer aantrekkende nieuwe activiteiten in dit gebied niet meer toe te staan. Om voor ons een verbetering in de situatie te bewerkstelligen overwegen wij ons huis, dat reeds door scheuren en verzakkingen is geteisterd, een 50 meter naar achteren te verplaatsen. Wij verzoeken u hierom onze kavel nr. 2 op tekening 1 van het bestemmingsplan zodanig te vergroten dat een eventuele verplaatsing mogelijk is.
Al lange tijd is de zandwinning aan [locatie DD] gevestigd. Het is inderdaad niet mogelijk binnen de mogelijkheden van dit bestemmingsplan de bestaande overlast hiervan terug te dringen. Binnen het bestemmingsplan heeft het bedrijf bepaalde mogelijkheden voor (beperkte) uitbreiding, zodat ook in de toekomst een goede exploitatie mogelijk is. De woning van de familie Middelbos staat op dit moment inderdaad vrij dicht op de weg gebouwd. Het is stedenbouwkundig en planologisch aanvaardbaar om deze woning bij her- of nieuwbouw verder van de weg af te bouwen, ook om de gevolgen van het wegverkeer te kunnen verminderen. Aan de andere kant is het om stedenbouwkundige redenen wenselijk de voorgevel van de woning, zijnde het hoofdgebouw, in ieder geval minstens drie meter voor de voorgevel van de schuur, zijnde het bijgebouw, te positioneren. Dit betekent dat de nieuwe rooilijn maximaal 25 meter ten opzichte van de hartlijn van de weg mag komen te liggen. Overigens is deze afstand ook opgenomen voor de woning op nummer 1, aan de overzijde van de weg, waardoor er een eenduidige lijn blijft in het straatbeeld. Dieper dan de 25 meter het land in te gaan levert een te wisselend beeld op. Daarnaast is het ook op 25 meter vanaf de hartlijn van de weg goed mogelijk bouwtechnische aanpassingen te plegen of voorzieningen te treffen aan de woning waardoor geluidsoverlast te verminderen is. Gelet op het gebruik van de directe omgeving zal de directe omgeving geen hinder ondervinden van het vergroten van het bestemmingsvlak voor wonen. De meest nabijgelegen agrarische bedrijven liggen ook in de nieuwe situatie op meer dan 100 meter afstand. Het bestemmingsvlak zal dan ook gewijzigd worden, namelijk door 15 meter aan de westkant van het bestemmingsvlak toe te voegen. Dit deel veranderd dus van agrarisch naar wonen. Binnen de bouwregels blijft de regeling dat een bijgebouw minstens 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw moet liggen. Hierdoor kan men als men aan de westkant van de huidige schuur wil bouwen alleen bouwen ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------101 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
op de huidige paardenbak. Als men deze paardenbak wil behouden en men wil toch op een andere plek een woning bouwen, is een oplossing de huidige schuur ook te slopen en een totaalplan in te dienen voor wonen en schuur, waarbij met het bovenstaande rekening gehouden kan worden. Een alternatief is de paardenbak naar achteren toe verleggen, waardoor op deze plek de nieuwe woning kan komen. Overigens moet de oude woning in alle gevallen gesloopt worden, er is 1 woning op het perceel mogelijk. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het bestemmingsvlak voor W-VB vergroten door de westgrens evenwijdig met de weg 15 meter te verleggen. Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
102
49. [appellant sub 49], wonend te Zwiggelte 49a. Verwerken artikel 11 procedure
Door dit schrijven willen wij u erop attenderen dat u voor onze locatie, [locatie EE] te Zwiggelte in 1999 middels een artikel 11 procedure een bedrijfsbestemming heeft verleend. Een en ander staat in uw brief van 84-1999 met kenmerk 223/RO vermeld.
De zienswijze is juist. Het blijkt hier te gaan om een omissie. Op 18 juni 1999 is een wijziging van het bestemmingsplan doorgevoerd om de agrarische bestemming te wijzigen in de bestemming bedrijfsdoeleinden categorie II. De bestemming W-VB kan dan ook gewijzigd worden in Bedrijfsbestemming. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in B.
49b. Verwerken aanwezige minicamping
Daarnaast heeft u in 1999 ontheffing verleend op grond van de Wet Openlucht Recreatie en ons daarmee de ruimte geboden in de toekomst een kleinschalig kampeergelegenheid te realiseren. Een en ander staat in uw brief van 7-4-1999 met uw kenmerk 223/RO vermeld. Wij gaan ervan uit dat het niet de bedoeling is geweest om reeds vastgestelde ontwikkelmogelijkheden van onze locatie terug te draaien en ons daarmee te beperken. Wij verzoeken u derhalve de vermelde omissies te corrigeren.
Voor wat betreft vergunde situaties, zoals die van een kleinschalig kampeerterrein geldt dat het bestaande legale situaties gerespecteerd worden. Hierdoor hoeft er geen wijziging in het plan doorgevoerd te worden. Via de regels is namelijk geregeld dat de bestaande vergunde situaties gerespecteerd worden. Aangezien dit echter duidelijker omschreven kan worden, zullen de regels op dit punt verduidelijkt worden. Er wordt wel op gewezen dat elke verandering of uitbreiding van dit bestaande gebruik getoetst zal moeten worden aan het beleid als vastgelegd in dit bestemmingsplan voor het buitengebied. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: in algemene zin duidelijker opnemen in de regels dat bestaand gebruik als mini-camping daar waar het legaal bestaand gebruik betreft, toegestaan is.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
103
50. [appellant sub 50], wonend te Smilde Archeologie
Volgens het bestemmingsplan wordt er beweerd dat er veel archeologische waarde is te vinden achter [locatie FF]. Mijns inzien is dit onzin. Perceel is in het verleden al gemengwoeld en gedraineerd. Nog nooit iets bijzonders gevonden.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
104
51. [appellant sub 51], wonend te Orvelte 51a. Bestemming Natuur wijzigen in Agrarisch
51b. Archeologie
Op het perceel nr 1 in de bijlage, staat grond ingetekend als natuur maar is echter nog steeds als landbouwgrond in gebruik en kan daarom nooit als natuur worden ingetekend. Hierop is in het vorige ontwerp bestemmingsplan ook al een zienswijze ingediend welke positief is beantwoord maar niet als dusdanig is gewijzigd. Het commentaar is te vinden in de nota reactie en commentaar dd 6-1-2010 onder nummer 35b.
Het betreft het perceel kadastraal bekend Westerbork S853. Het is juist dat ook over het ingetrokken ontwerp bestemmingsplan een zienswijze over dit onderdeel is ingediend. Toen is ook aangegeven dat dit perceel als landbouwgrond in gebruik is en dat de bestemming “Natuur” veranderd zou worden in “Agrarisch”. De reden dat dit nu toch niet gewijzigd is, is gelegen in het feit dat de grond eigendom is van Staatsbosbeheer. Het perceel ligt in de EHS. Een natuurbestemming past in het provinciaal beleid. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de Op de percelen nr 2 in bijlage hebben de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. gronden de bestemming Waarde-Archeologie Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van 2. Nu heeft vooraan de Wezuperweg (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden archeologisch onderzoek plaatsgevonden met aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige als uitkomst dat de bodemopbouw niet meer versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming intact is en daardoor de kans op archeologie. archeologische reten minimaal is. Hier is ook een bureau onderzoek aan vooraf gegaan De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. welke anders uitwijst dan dat de praktijk is. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat de Daarbij kun je dus het hele onderzoek dat percelen onnodig zijn aangewezen met een archeologische Oranjewoud heeft uitgevoerd in de prullenbak verwachting. Bureauonderzoek nabij heeft uitgewezen dat de kans op gooien. Hierbij kan een ieder die nuchter archeologische resten nihil is. Op het agrarisch bouwblok is voor de nadenkt daarmee ook vaststellen dat de uitbreiding van uw bedrijf ten behoeve van een veestal door omliggende gronden ook geroerd zijn en adviesbureau MUG een archeologisch inventariserend veldonderzoek daarmee de bestemming archeologie kan verricht. In het bijbehorende bureauonderzoek wordt vermeld dat er vervallen. Wij willen in ieder geval dat hier goede kans is op het aantreffen van archeologische resten. Het altijd de mogelijkheid blijft om deze percelen veldonderzoek heeft aangetoond dat er sprake is van een verstoorde opnieuw te kunnen draineren zonder hier eerst bodem. Op de archeologische verwachtingskaart van het nog archeologisch onderzoek te doen want dit bestemmingsplan is het perceel gelegen in een gebied met een hoge zijn alleen kosten dat verder toch niets brengt. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------105 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
verwachting en nabij de es van Orvelte. Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerkzaamheden. Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen voor het deel dat op basis van archeologisch onderzoek als verstoord is aangeduid. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aanpassen voor het deel dat op basis van archeologisch onderzoek als verstoord is aangeduid.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
106
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
107
52. [appellant sub 52], wonend te Wijster 52a. Bestemming Natuur wijzigen in agrarisch
Ik ben het niet eens met een aantal in de visie genoemde plannen. Daarvoor heb ik de volgende redenen: meer dan de helft van onze percelen (zie kaart 2) wordt bestempeld met de aanduiding natuur, dit zie ik als een grote belemmering voor onze bedrijfsvoering. Er worden allerlei beperkingen opgelegd zoals waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging, het graven of dempen of verbreden van sloten of andere watergangen.
Het gaat om het perceel kadastraal bekend Beilen U471, lokaal bekend [locatie GG] te Wijster. Een deel van het perceel is bebost, een groot deel niet. Een deel van het perceel heeft daar waar het bos is zeker, maar ook waar er geen bos is de bestemming Natuur. Aangezien het perceel in zijn geheel in eigendom is van de heer Kramer, en het gebruik voornamelijk is gericht op agrarisch gebruik, is het aanvaardbaar het hele perceel te bestemmen als agrarisch, behoudens het centrale gedeelte waar een bos groter dan 2 ha aanwezig is. Alleen dat bos houdt de bestemming Natuur. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het deel van het perceel Beilen U471 waar geen bos aanwezig is, wijzigen van N in agrarisch. Het overige deel niet wijzigen.
52b. Hydrologie
Bij de bestemmingsaanduiding es wordt beperkt in de vrijheid van draineren, hiervoor moet er dan een omgevingsvergunning worden aangevraagd, als je dieper dan 40 cm wilt draineren. De vergunning moet dan nog maar afgegeven worden.
Er is sprake van een misverstand, want voor dit perceel geldt niet de aanduiding ‘es’. Wel geldt hier de aanduiding ‘milieuzonehydrologische beïnvloeding’. Binnen deze aanduiding geldt inderdaad een vergunningsysteem voor het draineren van gronden vanaf 40 cm. Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
52c. Archeologie
Bij paragraaf 33.2 bouwregels worden er Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de beperkingen opgelegd bij een bouwaanvraag dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van waarvan de oppervlakte groter is dan 1000 m2 (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden en de graafactiviteit dieper is dan 30cm. Het aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige verbod op het graven van sloten dieper dan 30 versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming cm. Dit zie ik als een grote beperking op mijn archeologie. bedrijfsvoering vooral ook omdat onze ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
108
zuivelfabriek de eisen op diergezondheid, de ziektes para tbc, leverbot en salmonella gaat aanscherpen. Dit zijn ziektes die veelvuldig voorkomen op natte weide percelen. Dan komt er van de zuivelfabriek mogelijk nog een verplichting tot weidegang. Dit is dan niet meer mogelijk op deze percelen omdat ze dan zeer vertrappingsgevoelig zijn. Ik verzoek u de bestemmingsaanduiding es, waarde archeologie 2 maar vooral de aanduiding natuur uit dit gebied Hamstukken te verwijderen. Graag wil ik mijn bezwaar mondeling toelichten.
De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat u door de aanduiding archeologische waarde grote beperkingen ondervindt. Op de archeologische verwachtingskaart van het bestemmingsplan zijn de percelen grotendeels gelegen in een beekdalgebied.Op grond van de Omgevingsvisie Drenthe worden de beekdalen gekenmerkt als kernkwaliteit archeologie en zijn dus van provinciaal belang. Voor beekdalen geldt dat gezien hun lage ligging een lage verwachting geldt voor bewoning. Maar juist door de lage ligging wel aantrekkelijk zijn voor bepaalde activiteiten. Gezien hun minder voorspelbare ligging en ondanks de lage ligging zijn de archeologische resten vaak goed bewaard gebleven. De provincie Drenthe heeft in de Omgevingsvisie vastgelegd dat een bureauonderzoek moet worden verricht, om de exacte locatie vast te stellen waar veldonderzoek moet plaats vinden. Voor uw percelen is geen archeologisch onderzoek bekend en dus geen bewijs dat er sprake is van verstoring. Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerkzaamheden. Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
109
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
110
53. [appellant sub 53], wonend te Beilen Bij de ter inzage ligging van het ontwerp bestemmingsplan hebben wij geconstateerd dat het perceel [locatie HH] thans is aangemerkt als tuincentrum zoals huidig en een SR regeling ivm uitbreiding bedrijfsgebouwen. Dit is prima, helaas missen wij nu nog de vermelding van boomkwekerij, zoals deze in het verleden wel bij ons perceel hoorde. Wij zien de bestemming boomkwekerij zoals huidig graag terug in het bestemmingsplan. Eea willen wij graag mondeling toelichten alvorens een besluit wordt genomen.
In het vigerende plan heeft het perceel [locatie HH] de bestemming Tuincentrum. Voor het naast gelegen perceel nummer 12 is de bestemming Kwekerij opgenomen, niet voor nummer 10. Nummer 12 is overigens thans geen kwekerij meer, maar een licht industrieel bedrijf, vandaar de bedrijfsbestemming op dat perceel. Voor nummer 10 neemt het ontwerp plan dan ook ten opzichte van het huidige plan geen mogelijkheden weg die er eerder zouden zijn. Na overleg met de heer Brandsema is echter de wens gebleken om op nummer 10 een kwekerij van beperkte omvang behorende bij het tuincentrum te realiseren. De volgende afweging is hierover gemaakt. Binnen de bestemming Detailhandel-Tuincentrum is detailhandel in planten en struiken toegestaan. Deze mogen in het totale bestemmingsvlak worden geplaatst. Het (kleinschalig) kweken van planten en struiken voor verkoop ter plaatse wordt niet binnen de bestemmingsomschrijving genoemd maar is niet ongebruikelijk bij dit soort bedrijven (waarvan er overigens slechts 1 in dit hele bestemmingsplan voor het buitengebied aanwezig is). De zienswijze strekt niet tot vergroting van het bestemmingsvlak. De ruimtelijke uitstraling verandert dus in beginsel ook niet indien er bomen en struiken ter plaatse worden gekweekt voor verkoop in plaats van dat deze ter plaatse alleen worden geplaatst. Alleen wanneer de omvang van de kwekerij-activiteit de detailhandelsfunctie duidelijk overstijgt dan zou er aanleiding zijn de bestemming te heroverwegen. Dat is hier niet aan de orde. Aangezien de ruimtelijke uitstraling binnen het bestemmingsvlak niet wezenlijk verandert door de kwekerij-activiteiten en om onduidelijkheid met betrekking tot wat wel en niet is toegestaan voor de toekomst te voorkomen, is er aanleiding om de bestemmingsomschrijving aan te vullen met een tweede aandachtsstreepje onder 14.1 sub a: ‘- kwekerij ten behoeve van detailhandel ter plaatse’. Met deze aanvulling is duidelijk dat binnen deze bestemming ook het kweken van planten struiken en bomen is ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------111 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Vermelding boomkwekerij ontbreekt
toegestaan voor zover dit beperkt blijft voor het doel detailhandel. De omvang van de kwekerij blijft door deze omschrijving beperkt waardoor ook de ruimtebehoefte in de toekomst beperkt zal blijven. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemmingsomschrijving DH-TC aanvullen met een tweede aandachtsstreepje onder 14.1 sub a: ‘- kwekerij ten behoeve van detailhandel ter plaatse’ zodat dit gebruik alsnog is toegestaan.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
112
54. [appellant 54], wonend te Bovensmilde Bouwvlak vergroten
Het is de bedoeling om nieuwbouw te realiseren op perceel 2370. Deze kavel heeft reeds een bouwbestemming. Door de huidige vorm van deze kavel (lang en smal) stuiten we op nogal wat beperkingen met betrekking tot nieuwbouw. Onlangs hebben we grenzend aan dit perceel, een strook landbouwgrond aangekocht met nummer 2459. Verzoek is nu om aan dit perceel ook bouwbestemming toe te wijzen. Dat zou namelijk betekenen dat we de nieuwbouw verder van de weg af zouden kunnen realiseren en de woning zou gunstiger op de kavel kunnen worden gebouwd (rekening houdend met de afstand tot de kavelgrens). Verder van de weg af kunnen wonen zou voor ons de ‘overlast’ van zware landbouwmachines, bepaalde paarden en ander verkeer verminderen. Bij toewijzing van het verzoek zullen de kavels worden samengevoegd en zal de nieuwe woning 5 meter van de nieuwe ontstane kavelgrens worden gebouwd (zie bijlage).
Het betreft hier de percelen kadastraal bekend Smilde K2370 (reeds bestemd als wonen) en Smilde K2459 (bestemd als agrarisch). Het laatstgenoemde perceel is inderdaad in eigendom van indieners van de zienswijze en behoort derhalve bij [locatie II]. Er is geen dringende reden om niet tegemoet te komen aan de zienswijze, temeer daar dit voor de directe omgeving geen nadelige gevolgen oplevert en een verbetering in de ligging van de woning ten opzichte van de weg kan opleveren. De bestemming voor het perceel 2459 zal gewijzigd worden van “AW-1” naar “W”. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming agrarisch van het perceel SDE K2459 wijzigen in W.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
113
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
114
55. [appellant sub 55], wonend te Bovensmilde over [locatie JJ] 55a. Bestemming Natuur wijzigen in Agrarisch
Ik maak bezwaar tegen het feit dat de bestemming natuur op het aangrenzende perceel (locatie JJ) ligt. Dit ivm de belemmering die deze bestemming oplegt. Hierbij kan worden gedacht aan de aanplant van bomen met de daarbij behorende schaduwwerking of andere eventuele belemmeringen. Daarnaast is het betreffende nu in gebruik voor akkerbouw. Ik wil dat de bestemming natuur wordt gewijzigd in agrarisch met waarden-1. Dit ook omdat het in POPzone 1 ligt wat puur landbouw inhoudt.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Smilde K2277. Dit ligt naast het perceel van de [appellant sub 55] en ligt achter [locatie JJ]. Dit perceel is in eigendom van Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Het feitelijke gebruik van een deel van het perceel is landbouwgrond, en een deel is in gebruik als bos. Voor zover de percelen eigendom zijn van Natuurmonumenten en deel uitmaken van de Provinciale EHS, zal hier op termijn natuur worden gerealiseerd. Natuur is dus in dit geval de meest geëigende bestemming. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
55b. Hydrologie
Ik maak bezwaar tegen de gebiedsaanduiding milieuzone hydrologische beïnvloeding. In het kader van de ruilverkaveling is nadrukkelijk toegezegd dat er geen beperking zou zijn omdat landbouwzone 1 en natuur naast elkaar liggen. Door het opleggen van de gebiedsaanduiding worden er beperkingen opgelegd doordat er voor bepaalde werkzaamheden vergunningen aangevraagd moeten worden (en dus geweigerd zouden kunnen worden).
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
55c. Archeologie
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt Ik maak bezwaar tegen het gebied ten verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek noordwesten van [locatie KK] dat als van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op archeologie 2 is ingetekend (x:228374, onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde y:556089). Daarnaast huur ik het aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de naastliggende perceel waar eveneens dubbelbestemming archeologie. archeologie 2 op ligt en maak ik daar bezwaar ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------115 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
tegen. Beide percelen zijn in het verleden al gediepploegd. Ook voor het perceel achter [locatie LL] geldt dit bezwaar.
De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
116
56. [appellant sub 56], wonende te Drijber 56a. AW-2 wijzigen in AW-1
Ons perceel valt net buiten de grens van AW-1 en ik verzoek om ons bedrijf binnen AW-1 in plaats van AW-2 te laten vallen en de grens hiertoe 110 meter verder te leggen, richting Drijber. Ik ben 30 jaar en heb dit bedrijf net van mijn ouders overgenomen. Als ik niet kan uitbreiden heeft dit bedrijf voor mij als jonge ondernemer geen toekomstperspectief. Dit bedrijf zit dan aan de maximale grootte en ik kan investeringen moeilijk of niet rendabel maken om te vernieuwen en te verbeteren. Het bedrijf zal investeringen in milieu en welzijn niet kunnen betalen als een gelijktijdige stap in uitbreiding van dieraantallen achterwege blijft. De voorgestelde bestemmingsaanduiding maakt mijn bedrijf veel minder waard, de bank zal hier met financieringen in de executiewaarde rekening mee houden waardoor investeringen nog moeilijker te realiseren zijn. De waarde van mijn onroerend goed zal fors dalen, evenals mijn kansen om uit het bedrijf voldoende inkomen te genereren, indien nodig zal ik in de toekomst eventueel een planschadeprocedure starten. Zie bijlage met daarin de huidige en nieuwe lijn.
Het betreffende perceel ligt zeer nabij de grens tussen AW-1 en AW-2 bestemming. Het bouwblok ligt feitelijk in de bestemming AW-2 en de gronden direct ten zuiden van de bebouwing liggen in AW-1. De aanduiding ‘es’ loopt feitelijk vanuit het noorden van de huidige bebouwing tot in een steile punt aan de weg vlak voor het de bebouwing, doch niet over de huiskavel heen (zie bijgevoegde uitsnede van het ontwerp bestemmingsplan). Er is dan ook sprake van met name het landschapstype oude veldontginning. Echter, door de aanwezige bebouwing op het erf of de huiskavel is de landschappelijke waarde van de oude veldontginningen in deze verstoord. Mede gelet op de beperkte consequenties voor het landschap wegens de ligging van de grens tussen AW-1 en AW-2 welke op zeer korte afstand van de huiskavel is, de feitelijke ligging van de es (namelijk op grotere afstand) en de grote belangen van de agrarische bedrijfsvoering van heer Oort, is het in dit geval aanvaardbaar om de grens tussen AW-1 en AW-2 niet ten zuiden, maar ten noorden van de huiskavel te leggen. Daarbij zal de oostgrens de perceelsgrens direct ten oosten van de huiskavel zijn, om de gronden die ten oosten van de bebouwing liggen zoveel mogelijk te ontzien en in de bestemming AW-2 te laten. De bestemmingsgrens kan dan ook verschoven worden in noordelijke richting. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemmingsgrens tussen AW-1 en AW-2 verschuiven in noordelijke richting. De grens komt aan de noordzijde dan te liggen direct ten noorden van de huiskavel, aan de oostzijde komt deze (verticaal) te liggen direct ten oosten van de bebouwing. Hiermee valt de huiskavel geheel binnen AW-1.
56b. Bestemming [locatie MM] is aangeduid als woning, dit is De zienswijze is juist. Dit betreft een omissie welke hersteld zal wonen Berkenweg 5 echter een bedrijfswoning gekoppeld aan het worden. De bestemming wonen op [locatie MM] wijzigen in de wijzigen in tweede aanduiding ‘tweede bedrijfswoning toegestaan’. bedrijf op [locatie NN]. Wij verzoeken u de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
117
bedrijfswoning bij nr. 3
bestemming te wijzigen als zodanig.
De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: bestemming W wijzigen in aanduiding sb-tbw (behorende locatie MM]).
56c. Archeologie
Al onze gronden rondom ons bedrijf op [locatie NN] zijn aangeduid als archeologische grond. Rond 1985 zijn al deze gronden gemengwoeld (dit is diepploegen tot 1 meter) en daarnaast is het opnieuw gedraineerd. Ook wordt het land elk jaar losgetrokken tot 40cm diep. Er zal dus niets van archeologische waarde in de grond zitten. Bij de bouw van de woning op [locatie MM] heeft grondonderzoek plaatsgevonden, en er is niets aangetroffen. Wij verzoeken u de archeologische bestemming van onze gronden af te halen, zodat dit in de toekomst geen belemmeringen en onnodige kosten voor ons oplevert.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
118
Luchtfoto (onderste pijl huidige grens AW-1 en 2,) bovenste pijl nieuw grens AW-1/2):
In ontwerp 2011: (bestaande grens AW-1 en 2 met pijl aangegeven)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
119
57. mr. J.A. Hofsteenge, Willem de Zwijgerlaan 34, 2341 EK, Oegstgeest namens [appellant sub 57], gevestigd te Spier Permanente bewoning wordt in het ontwerp Het beleid is om geen nieuwe permanente bewoning van bestemmingsplan onder alle omstandigheden recreatiewoningen in het buitengebied toe te staan. Er is in dit geval geen noodzakelijke aanleiding om hierop een uitzondering te maken. uitgesloten. In de omgevingsvisie Drenthe Overigens wordt voor De Breistroeken momenteel nog onderzocht of daarentegen is vermeld dat in bepaalde omzetting naar permanente bewoning technisch gezien mogelijk dan omstandigheden wel degelijk medewerking wel lonend is, waardoor dit vooralsnog geen gegeven is. De omzetting kan worden verleend om permanente van de Breistroeken in Nieuw-Balinge van recreatiewoningen naar bewoning toe te staan, zoals genoemd in permanente bewoning kent een geheel andere aanleiding, artikel 3.10.4 van de Provinciale Verordening. omstandigheden en afweging en is niet vergelijkbaar met dit park. Zo Naar analogie van de omzetting van de zijn de bungalows op de Breistroeken gelegen direct grenzend aan en Breikstroeken zou dit ook voor [appellant sub feitelijk zelfs binnen de bebouwde kom van Nieuw Balinge. Onderhavig 57] moeten kunnen ook uit het oogpunt van geval ligt op minstens 600 meter van de bebouwde kom van Spier. De demografische ontwikkelingen. Het terrein is directe relatie tot permanente woonbebouwing is dan ook nihil in individueel verkaveld en kent geen tegenstelling tot de Breistroeken. [Locatie OO] ligt feitelijk in het bedrijfsmatige exploitatie. In zoverre voldoet buitengebied, waardoor een andere integrale afweging gemaakt moet het park dan ook niet aan de definitie van worden dan in een dorpskern. Door wel medewerking te verlenen aan bungalowpark zoals die is gegeven in de dit verzoek zou er ongewenste precedentwerking vanuit kunnen gaan. discussienota Ruimte voor toeristisch Daarbij is het voor het bepalen van de juiste bestemming niet relevant ondernemen van 16 september 2010. Het park hoe de beleving van het terrein is, maar wat planologisch de juiste heeft bijvoorbeeld geen recreatieve situatie is. Het feit dat het gaat om een bestaand bungalowpark, welke voorzieningen, er is in veel gevallen al sprake ook in het vigerende plan als zodanig is bestemd, levert voor het van permanente bewoning met een buitengebied een bepaald gegeven op. Dit park is dan ook terecht als gedoogbeschikking en zijn vele woningen te “R-VR2” bestemd, en niet als woonbestemming opgenomen. Vanuit de beschouwen als tweede woning die door de volkshuisvesting is het niet wenselijk dat in het buitengebied eigenaren zelf worden gebruikt en meestal niet recreatieve nachtverblijven omgezet worden in permanente worden verhuurd aan recreanten. Het park woonbestemmingen. Het feit dat voor een aantal recreatiewoningen heeft geasfalteerde wegen en straatverlichting gedoogd is en wordt dat hier vanuit het verleden permanent gewoond en de verschijningsvorm lijkt op een normale wordt, maakt dit niet anders. Nieuwe gevallen van permanente woonwijk. Er zou voor dit soort bewoning van recreatiewoningen zijn in beginsel niet wenselijk in het uitzonderingsgevallen een buitengebied. Dit is niet alleen het beleid van de gemeente Middenwijzigingsbevoegdheid opgenomen moeten Drenthe, ook veel andere gemeenten in Drenthe hanteren deze worden in het bestemmingsplan. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------120 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
57a. Permanente bewoning
beleidslijn. Overigens is ook het provinciale beleid hierop gericht. In het provinciale beleid is als uitzondering een drietal terreinen genoemd waar omzetting naar permanente bewoning onderzocht kan worden, de Breistroeken in Nieuw Balinge is hier één van. Het gaat dan ook om een uitzonderingssituatie die niet analoog toe te passen is voor [locatie OO] in Spier. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 57b. R-VR1
Opvallend is dat voor het exploiteren van reguliere campings (R-VR1) geen omgevingsvergunning is voorgeschreven. De vraag is of er ook voor het exploiteren van een dergelijk terrein een ontheffing in het kader van de APV vereist is en voor welke aspecten dan ontheffing vereist is.
In het ontwerp bestemmingsplan zijn de bestaande volwaardige campings (R-VR1 bestemming) opgenomen en bestemd. Het gebruik is dan ook gelet op de vergunde situatie al geregeld. Het opnemen van een omgevingsvergunning voor het gebruiken van een camping zou dubbelop zijn en is derhalve niet nodig. Voor het exploiteren van een camping is geen vergunning of ontheffing nodig in het kader van de APV, wel en alleen voor een minicamping is dat nodig. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
57c. Afstand tot woningen opnemen
Het ligt daarnaast voor de hand om niet alleen voor kleinschalig kamperen maar ook voor de R-VR1 bestemming een voorwaarde op te nemen dat het recreatieterrein en de bijbehorende parkeergelegenheid minstens 50 meter van de perceelgrens van buiten het bedrijf gelegen (bedrijfs)woningen is gesitueerd.
De systematiek in het ontwerp bestemmingsplan is zodanig dat alleen de bestaande (legale) campingterreinen zijn opgenomen en bestemd. Het kan voorkomen dat er terreinen op minder of meer dan 50 meter van percelen van (bedrijfs)woningen gelegen zijn. Aangezien het hier gaat om een bestaande situatie met bestaande rechten, levert het opnemen van eisen in die zin ongewenste situaties op wat betreft handhaving en het beperken van bestaande rechten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
57d. Minimale afstand tussen kampeerterreinen onderling opnemen
Verder zou ook de minimale afstand tussen het kampeerterrein en de perceelsgrens van het dichts bijzijnde andere kampeerterrein bepaald kunnen worden in de planvoorschriften. Ook tussen R-VR1 en RVR2 terreinen zou dit moeten. Dit wegens wederzijdse (dreiging van) overlast en openbare veiligheid, denk aan een gasexplosie.
In de systematiek van het ontwerp bestemmingsplan is er bewust voor gekozen om bij het kleinschalig kamperen geen onderlinge afstandsnorm op te nemen. Wel is de minimale afstandsnorm vanuit de landelijke milieuwet- en regelgeving ten aanzien van geluid en andere mogelijke vormen van overlast opgenomen, namelijk 50 meter tot een gevoelig object. Tezamen met de regels vanuit de APV waarin de veiligheid met name is geregeld, is daarmee voorzien in een voldoende waarborging van de betrokken belangen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
121
57e. Voorschriften voor erfscheiding
Verder ontbreken in de planvoorschriften bepalingen over groenvoorzieningen en een duidelijke erfafscheiding, zeker tussen campings en nabijgelegen woningen.
Groenvoorzieningen en groene erfscheiding zijn zaken die niet vallen onder een omgevingsvergunning voor het bouwen of het gebruik. In die zin is het niet mogelijk bij recht hier iets over te bepalen. Daar waar het gaat om een nadere procedure, zoals een binnenplanse afwijkings- of een wijzigingsprocedure kunnen wel nadere eisen gesteld worden. Middels een landschapsinpassingsplan kunnen vervolgens deze aspecten nader uitgewerkt worden. Dit is dan ook opgenomen in de betreffende artikelen in de regels van het bestemmingsplan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
57e. Uitbreiden R-VR1
In artikel 21.6 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het omzetten van R-VR1 in R-VR2. Hierbij geldt als voorwaarde dat de gronden voor het gebruik van recreatiewoningen een minimale oppervlakte van 5 ha moet hebben. Is het juist dat er geen bevoegdheid is opgenomen voor een uitbreiding van de bestemming R-VR1?
Het is juist dat er geen wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor het vergroten van de recreatieve bestemming. Indien er aanleiding is een bestaand recreatieterrein (R-VR1 of R-VR2) uit te breiden zal dit moeten gebeuren via een eigen bestemmingsplanprocedure. Hierdoor kan de gemeente optimaal de kwaliteit van de recreatiesector borgen en actief meedenken bij het ontwikkelen van uitbreidingsplannen. Dit zal de kwaliteit van de recreatiesector in het algemeen versterken. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
57f. Omzetten R-VR1 in R-VR2
Als dit wel kan, is het juist dat bij kleinere omvang van R-VR1 dan 5 ha, eerst een reguliere procedure tot wijziging van het bestemmingsplan moet worden doorlopen, waarna vervolgens B&W eventueel gebruik kunnen maken van de wijzigingsbevoegdheid tot omzetting naar een R-VR2 bestemming?
In het ontwerp plan is de systematiek zo dat het mogelijk is een bestaande volwaardige camping, die dus de bestemming R-VR1 heeft, om te vormen tot een recreatieterrein met bungalows en/of camping. Dit wordt dan een R-VR2 bestemming. Hiervoor zijn in artikel 21.6 wel een aantal voorwaarden opgenomen. Wil een R-VR1 terrein niet alleen een R-VR2 terrein worden, maar ook qua gebruik van gronden uitbreiden, dan zal een eigen bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarmee kan de omzetting en uitbreiding in één procedure samengevoegd worden hetgeen gelet op het juist toepassen van bestuursrechtelijke planologische procedures de juiste weg is. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
122
58. COG Drenthe, A. Velthuis, Postbus 167, 9400 AD, Assen over [locatie PP] te Drijber In het ontwerp bestemmingsplan staat voor [locatie PP] de bestemming ‘maatschappelijk’ opgenomen met aanduiding ‘onderwijs’. Daarmee wordt elke vorm van buitenschoolse opvang binnen het schoolgebouw onmogelijk gemaakt. De overgangsbepalingen bieden ons onvoldoende zekerheid hierover. Voor al onze basisscholen wordt gestreefd naar een combinatie van onderwijs en buitenschoolse opvang (voorschoolse-, tussenschoolse- en naschoolse opvang). De visie van GOC Drenthe is dat opvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs op één locatie essentieel is voor het waarborgen van een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Wij verzoeken u dan ook om de aanduiding onderwijs ruimer te interpreteren.
In het ontwerp is voor dit perceel de bestemming “Maatschappelijk” met de aanduiding ‘onderwijs’ opgenomen aangezien er op dit perceel een basisschool aanwezig is. Het beleid in de gemeente MiddenDrenthe is erop gericht de leefbaarheid van de dorpen te stimuleren en een goed voorzieningenniveau te bieden aan de inwoners. Onderdeel daarvan is het aanbieden van voldoende onderwijsmogelijkheden en mogelijkheden voor het opvangen van kinderen buiten de schooltijden. Het past in dit beleid om deze school in het buitengebied de ruimte te bieden om de school te combineren met peuterspeelzaalwerk en buitenschoolse opvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Ook het gebruik van het gebouw kan hiermee geoptimaliseerd worden. De verwachting is dat de belangen van omwonenden niet of minimaal hinder ondervinden van het uitbreiden van het toegestane gebruik. Dit omdat er op dit moment reeds een voorziening aanwezig is waar kinderen aanwezig zijn, de school, en het voorgestane gebruik planologisch gezien hierop goed aansluit. Het enige verschil is dat er gedurende meer uren per dag gebruik van de gebouwen zal worden gemaakt. Voor het overige kunnen de ondersteunende voorzieningen als het parkeerterrein en de speelvoorzieningen van de school ook gebruikt kunnen worden voor het andere gebruik, waardoor er geen toename van voorzieningen zal zijn. Als het al plaats zou vinden op dit moment, zal eventuele overlast dan ook niet toenemen ten opzichte van de bestaande situatie. Concluderend kan gesteld worden dat het wenselijk en aanvaardbaar is de bestemming Maatschappelijkonderwijs uit te breiden met het gebruik als kinderopvang en buitenschoolse opvang door de regels hierop aan te passen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: binnen de bestemmingsomschrijving en de gebruiksregels van de bestemming M-on opnemen dat toegestaan gebruik ook is het gebruik van gronden en bebouwing voor kinderopvang en buitenschoolse opvang. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------123 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Aanduiding bso toevoegen
59. [appellant sub 59], wonend te Orvelte Bestemming B-opslag [locatie QQ] wijzigen in B- lichte industrie, handel en opslag
Ik zag dat de bestemming van het perceel van de oude vlasfabriek [locatie QQ] gewijzigd is in alleen opslag. Dit moet echter zijn lichte industrie, handel en opslag. Tevens staat de schuur naast [locatie RR] niet op de kaart vermeld. Ik verzoek u een en ander aan te passen.
In het vigerende bestemmingsplan heeft dit perceel, dat destijds nog niet opgesplitst was, een agrarische bestemming. Het betreft hier hergebruik van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing. Op dit moment is aanwezig een opslag van goederen, zoals caravans en kachelmaterialen. Derhalve is dit gebruik positief bestemd en is de bestemming “Bedrijf” met de aanduiding ‘opslag’ op de bebouwing gelegd. Dit feitelijke gebruik is momenteel beperkt tot opslag en het is niet wenselijk dit uit te breiden tot industrie en handel. Dit is niet passend in de directe omgeving en zal de gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen te zeer beperken. In zoverre is de aanduiding opslag terecht aanwezig. Voor wat betreft de plek waar de aanduiding naar verwijst het volgende. Voor twee van de bestaande drie schuren is de aanduiding opgenomen. Dit had bij nader inzien voor alle drie de schuren binnen de bedrijfsbestemming moeten gebeuren. Dit levert een ambtshalve aanpassing van het plan op, en wel zodanig dat ook de derde schuur de aanduiding ‘opslag moet krijgen’. Aangezien daarmee alle bestaande bebouwing ‘opslag’ is, kan het hele perceel voorzien worden van deze aanduiding. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor [locatie QQ] het hele perceel waar de bedrijfsbestemming op ligt, voorzien van de aanduiding ‘opslag’ in plaats van op 2 van de 3 bestaande schuren.
Wat betreft de overige bebouwingsmogelijkheden voor dit perceel geldt dat nu niet is uitgesloten dat er een bedrijfswoning op het perceel mag komen. Op dit moment is er geen bedrijfswoning aanwezig en zou er derhalve een nieuwe bedrijfswoning gebouwd kunnen worden. Gelet op de feitelijke situatie is het lastig om aan de weg een bedrijfswoning te bouwen. Stedenbouwkundig gezien is het niet wenselijk achter de bedrijfsbebouwing een bedrijfswoning te bouwen. Op het moment dat er sprake zou zijn van sloop van bestaande gebouwen en het alsnog ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------124 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
bouwen van een bedrijfswoning kan hier in principe medewerking aan verleend worden middels een eigen planprocedure. Hierdoor kan de gemeente sturen en meedenken over de kwaliteit van de directe omgeving en de planologische inpassing in de omgeving. Derhalve zal toegevoegd worden aan deze bedrijfsbestemming dat er geen bedrijfswoning gebouwd mag worden. Deze aanduiding is overigens ook al aanwezig op het naastgelegen agrarische bedrijfsperceel, aangezien hier sprake is van een vergelijkbare situatie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: Voor [locatie QQ] opnemen de aanduiding ‘-bw’. De opmerking over de schuur die niet op de kaart vermeld staat kan kloppen. Echter, tegenwoordig moeten de bestemmingsplannen digitaal opgesteld worden. Hieraan zijn landelijke eisen gesteld. Daarbij is het niet de bedoeling dat het bestemmingsplan de ondergrond weergeeft. De landelijke website waarop het bestemmingsplan is te lezen zorgt hiervoor. Derhalve is het bestemmingsplan juist vormgegeven en opgesteld. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
125
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
126
60. [appellant sub 60], wonend te Beilen Archeologie
Ik wilde reageren op de archeologische bestemming op mijn land. Ik heb van 2 vorige bewoners op deze locatie (V.d. Veen en Lagting) documentatie gevonden waaruit blijkt dat hier allemaal grond met drainage ligt en ook dat er gemengwoeld is. Hierdoor vind ik dat de archeologische bestemming op Beilervaart niet terecht.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat de grond is verstoord en geen archeologische bestemming meer nodig heeft. Vermeld wordt ook dat er documentatie van de verstoring beschikbaar is. Op de archeologische verwachtingskaart zijn de percelen gelegen in een beekdalgebied. Op grond van de Omgevingsvisie Drenthe worden de beekdalen gekenmerkt als kernkwaliteit archeologie en zijn dus van provinciaal belang. Voor beekdalen geldt dat gezien hun lage ligging een lage verwachting geldt voor bewoning. Maar juist door de lage ligging wel aantrekkelijk zijn voor bepaalde activiteiten. Gezien hun minder voorspelbare ligging en ondanks de lage ligging zijn de archeologische resten vaak goed bewaard gebleven. De provincie Drenthe heeft in de Omgevingsvisie vastgelegd dat een bureauonderzoek moet worden verricht, om de exacte locatie vast te stellen waar veldonderzoek moet plaats vinden. De beschikbare gegevens hebben niet aangetoond dat er al onderzoek heeft plaats gevonden. Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerk-zaamheden. Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------127 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
61. [appellant sub 61], wonend te Smilde Archeologie
Ik heb grote moeite met het gegeven dat het aandachtspunt archeologische waarde is ingetekend op onze gronden. Na de ruilverkaveling Smilde in de jaren 1964-1970 zijn alle percelen gemengwoeld of diep geploegd. Aansluitend zijn de precelen voorzien van drainage. Alle gronden zijn geroerd tot veelal een diepte van 100 to 130 cm diep. Ik maak bezwaar tegen het principe dat de gemeente Midden-Drenthe uitgaat van archeologische waarden voor de gronden die wij exploiteren. Wij verzoeken u de in de meegeleverde meitelling 2010 wat betreft gegevens van onze percelen als zodanig als zodanig als uitgangspunt te nemen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
128
62. [appellant sub 62], wonend te Zuidveld Waardevol grasland
Perceel WTBOOR 0559, 0774, 0775, 0776 en 0777 zijn aangeduid als waardevol grasland. Hier wil ik bezwaar tegen indienen, omdat dit grasland intensief gebruikt wordt en zelfs 1x per 8 jaar maisteelt op plaatsvindt en vond. Ik wil het recht behouden om deze percelen te ploegen en opnieuw in te zaaien.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
129
63. Geene, Doornbosch, De Willigen, mevrouw M.B.W. Litjens, Postbus 622, 9400 AP, Assen, namens [appellant sub 63], gevestigd te Beilen 63a. Wijzigingsbevoegdheid naar natuur verwijderen
Cliënt maakt bezwaar tegen de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen onder artikel 13.6 van het ontwerp bestemmingsplan. Deze bevoegdheid is in strijd met de bestemming zandwinning en – opslag en deze moet worden geschrapt. Er ontbreekt een planologische onderbouwing voor de bestemming natuur. Ook is de bevoegdheid te onbepaald, want er is alleen als criterium opgenomen dat geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan ondermeer de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Clienten vinden dat ook geen afbreuk mag worden gedaan aan de bedrijfsbestemming en de bedrijfsuitoefening van of op de betreffende gronden. De onherroepelijk geworden vrijstelling voor de bestemming zandwinning is in dit verband relevant. In provinciaal beleid is De Musels aangewezen als centrale zandwinplaats voor ophoogzand. De provincie is voornemens de eerder vernietigde ontgrondingenvergunning alsnog te verlenen. Ook is er een onherroepelijke milieuvergunning. Eventuele andere functies moeten ondergeschikt zijn aan de zandwinning bestemming.
Men bedoelt waarschijnlijk de wijzigingsbevoegdheid in artikel 13.5, want 13.6 bestaat niet in het ontwerp plan. Deze wijzigingsbevoegdheid is opgenomen zodat de gemeente in nauw overleg met de exploitant van de zandwinning of diens opvolger kan voorzien in een bijpassend gebruik na beëindiging van de zandwinning. De gedachte is dat er op dit moment zandwinning plaatsvindt en dat dit ook gewoon de komende 10 jaar kan blijven plaatsvinden. Mocht het echter zo zijn dat binnen 10 jaar de zandwinning voor de betreffende percelen is afgerond, dan is het nuttig dat het bestemmingsplan nu al middels een wijzigingsbevoegdheid voorziet in nieuw gebruik van het gebied. Een gebruikelijke wijziging van het gebruik, zoals dat ook elders in de gemeente bij vergelijkbare (voormalige) zandwinterreinen heeft plaatsgevonden, is dat het terrein dat feitelijk een natuurterrein is door de aanwezigheid van water en begroeiing als Natuur bestemd wordt. Daarbinnen is het ook toegestaan het terrein mede als extensief dagrecreatief of educatief medegebruik te gebruiken. Bijvoorbeeld in de vorm van een natuurlijke zwemplas of wandelgebied. Benadrukt wordt dat de wijzigingsbevoegdheid een bevoegdheid is van het college, geen verplichting en dat dit altijd in goed overleg met de betrokkenen gerealiseerd zal worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
63b. Archeologie
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de Clienten maken bezwaar tegen de aanduiding dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. met kruisjes op de plankaart voor de gronden die zijn gelegen waar de uitbreiding van de Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden zandwinning zal plaatsvinden. Het is niet ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
130
duidelijk waar de kruisjes volgens de legenda voor zijn en wat de consequenties zijn. Clienten gaan ervan uit dat dit op een vergissing berust en verzoeken u deze aanduiding te verwijderen van de plankaart.
aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat voor de uitbreiding van de zandwinning geen dubbelbestemming archeologie meer nodig is. Voor de uitbreiding van de zandwinning in zuidelijke richting is een ontgrondingsvergunning verleend in 2010. Ter onderbouwing van de milieueffecten is een mer-beoordeling opgesteld. Een archeologisch onderzoek is verricht en het terrein vervolgens vrijgegeven. De vergunning is door de Raad van State 23 februari 2011 vernietigd. In juni 2011 heeft de provincie opnieuw een besluit genomen om zandwinning mogelijk te maken. In de zienswijze wordt verder aandacht gevraagd voor de betekenis van de aanduiding met +++ op de kaart van het bestemmingsplan. Op de legenda van de kaart worden specifiek de dubbelbestemming archeologische waarde aangegeven; Waarde-Archeologie 1,2 en 3. Voor onderhavige locatie is de aanduiding Waarde-Archeologie 2 van toepassing. Hiermee wordt een archeologische dubbelbestemming aangegeven voor terreinen onder andere gelegen in een beekdal en op een es. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachting op de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de archeologische verwachtingswaardenkaart aanpassen zodat binnen de uitbreidingslocatie van de zandwinning geen verwachting meer aanwezig is.
63c. Adres digitaal gezien onbekend
Clienten merken verder op dat het adres [locatie RR] waar het bedrijf gevestigd is, kennelijk niet bekend is in de digitale versie. Clienten verzoeken u dit aan te passen.
Het ligt formeel niet binnen de mogelijkheden van de gemeente om iets te wijzigen aan de (on)mogelijkheden van de brongegevens van de landelijke website, zoals straatnamen en huisnummers. De gemeente heeft alleen invloed op de gegevens van het bestemmingsplan zelf. Overigens deelt de gemeente de mening van indiener van de zienswijze dat het systeem op onderdelen niet optimaal functioneert.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
131
De gemeente bekijkt ook wat de mogelijkheden zijn toch enige invloed hierop uit te oefenen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
132
64. [appellant sub 64], wonend te Hooghalen Bestemming Bedrijf [locatie SS] niet passend in omgeving
Ik maak bezwaar tegen de bestemming van [locatie SS] (Bedrijf-opslag). Het betreft een doodlopende weg die veelvuldig gebruikt wordt voor dit perceel. Er wordt van alles opgeslagen zonder dat bekend is wat het is. De gemeente staat op deze manier bedrijvigheid toe, die thuis hoort op een industrieterrein. Dit is meermalen bij de Raad van State niet toegestaan. Het perceel moet agrarisch blijven. De omgeving leent zich niet voor deze of welke vorm van bedrijvigheid dan ook.
In de zienswijze spreekt men van nummer 6, dit is waarschijnlijk nummer 6a, waar de bestemming ‘Bedrijf’ aan is gegeven en waar zich de voormalige agrarische bebouwing met opslag bevindt. Er is voor dit perceel een onherroepelijke bouwvergunning verleend voor het opslaan van stro in de bestaande voormalige agrarische gebouwen passend binnen de toenmalige agrarische bestemming. Er is aansluitend op deze vergunning voor gekozen om het meest doelmatige gebruik ook voor de toekomst mogelijk te maken. Daarmee wil de gemeente het gebruik niet beperken tot de opslag van stro alleen, maar is een breder gebruik in de vorm van opslag van materialen, niet zijnde vuurwerk, toegestaan. Op het moment dat er ander materiaal dan stro wordt opgeslagen dient getoetst te worden aan de milieuregelgeving of dat gebruik passend is in deze omgeving. Hiermee is voldoende gewaarborgd dat er een passend gebruik in de omgeving is en is de verwachting dat er geen onevenredige aantasting van belangen van derden optreedt. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
133
65. Rijnvallei Adviesdienst Bedrijfsontwikkeling B.V., J.G.C. van Schaik, Postbus 610, 6700 AP, Wageningen, namens [appellant sub 65], wonend te Witteveen Intensieve neventak Cliënt exploiteert een akkerbouwbedrijf met ruimer maken daarnaast een intensieve pluimveehouderij met 58.000 legkippen. Het bebouwde oppervlak is 4.500 m². Er is vergunning verleend voor een tweede bedrijfswoning. Er is ook gesproken over een vierde pluimveestal te bouwen. Tot onze grote schrik staat in de voorschriften dan B&W maximaal 5.300 m² vloeroppervlak kunnen toestaan. Dit betekent dat wij nog maar ca. 800 m² kunnen bijbouwen. Voor een moderne pluimveestal is dit te weinig en de investering per dier is veel te hoog voor deze oppervlakte. Een tweeverdiepingenstal zou wel een optie zijn, maar wij hebben vernomen dat de provincie Drenthe dit niet wil toestaan. Is het raadzaam om volledig intensief aan te vragen in plaats van agrarisch gebonden met intensieve neventak? Wij verzoeken u een grotere neventak toe te staan, wij denken aan ca. 7.000 m², zodat wij de concurrentieslag in de legpluimveehouderij voorlopig weer aan kunnen.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming “AW-1” met de aanduiding ‘sa-gabi’. Dit betekent dat er een grondgebonden bedrijf met een intensieve neventak actief is. Uit de zienswijze blijkt dit terecht te zijn. Binnen de mogelijkheden van de intensieve neventak is bij recht 2.000 m2 aan oppervlakte van gebouwen voor intensieve neventak toegestaan, na afwijking 3.000 m2 en na een wijzigingsplan 5.300 m2. De norm voor wijziging stond eerst op 4.000 m2, dit is echter na overleg met diverse partijen waaronder de provincie en LTO opgerekt naar 5.300, omdat alle bestaande situaties in Midden-Drenthe binnen de 5.300 m2 norm vielen. Dit beleid biedt ruimte voor een intensieve neventak, zonder dat dit de hoofdtak is. In dit geval is er nog ruimte voor uitbreiding van de neventak tot 5.300 m2 nu er op dit moment 4.500 m2 aanwezig is. Indien het bedrijf van de heer Bouwhuis verder wil groeien met de intensieve neventak dan 5.300 m2 zou hij qua omvang in een vorm van intensieve hoofdtak terecht komen. In principe biedt het beleid in het ontwerp geen ruimte voor omzetting van een neventak naar een nieuwe hoofdtak, tenzij blijkt dat de huidige situatie dan wel de uit te breiden situatie op korte termijn, blijkend uit een lopend verzoek dan wel een verleende vergunning voor uitbreiding het noodzakelijk maakt de wijzing naar iv op te nemen. In dit geval is er echter binnen de norm van 5.300 m2 nog 800 m2 uitbreidingsruimte en zijn er geen concrete plannen bekend bij de gemeente. Dit wordt vooralsnog voldoende geacht. Indien hiertoe in de toekomst toch de noodzaak blijkt voor een uitbreiding boven de 5.300 m2 dan kan hiertoe een eigen planologische procedure aangevraagd worden. Daarom is er op dit moment geen reden het plan te wijzigen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. Overigens blijkt uit onderzoek dat hier een bouwvergunning voor een
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
134
tweede bedrijfswoning verleend is. Dit is niet opgenomen in het ontwerp en zal derhalve ambtshalve alsnog toegevoegd worden. Dit geeft aanleiding de aanduiding voor een tweede bedrijfswoning op te nemen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-tbw opnemen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
135
66. [appellant sub 66], wonend te Beilen Archeologie
Onlangs heb ik op een buurtavond van onze contactpersoon Bart van Dijk kunnen vernemen dat een bepaalde archeologische waarde is toegekend aan het volledige buitengebied. Dit zou inhouden dat wij ons land niet meer kunnen bewerken zonder hiervoor toestemming te vragen en een bepaald bedrag te moeten betalen. Ik dien er bezwaar tegen in dat onze grond betiteld wordt als archeologische waarde.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
136
67. [appellant sub 67], wonend te Beilen 67a. Kleinschalig kamperen wel jaarrond toestaan
Ik wil graag als kleinschalig kampeerterrein toch het hele jaar open zijn zonder volwaardige camping te worden en dus zonder dat het mijn hoofdinkomen wordt. Het is vooral om de kosten te dekken die wel het hele jaar doorlopen. De bezetting van mijn minicamping bestaat voornamelijk uit ouderen en gezinnen met jonge kinderen en/of met kinderen met een beperking met een minimaal inkomen. Om deze groepen juist de rust en ruimte te bieden en persoonlijk aandacht, zijn er bij mij meestal slechts 3 plaatsen op het kampeerterrein bezet. Dit is ook omdat ikzelf in onze privé situatie geen mogelijkheid zie om meer plaatsen bezet te houden want ik verzorg ook de dagelijkse begeleiding van mijn man met psychische beperkingen. Deze lage bezetting en de lage prijzen voor de gasten (ivm de minima) in een seizoen van maart tot oktober, dekken niet de kosten die het hele jaar doorgaan. Ook mensen met campers die ook graag de drukte en volle campings ontlopen kan ik dan ontvangen.
Het beleid is dat een minicamping niet jaarrond gebruikt mag worden juist om het onderscheid met een volwaardige camping te kunnen houden. Er is in dit geval geen aanleiding of dringende omstandigheid om van dit beleid af te wijken. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Het beleid is dat onder voorwaarden en na afwijking maximaal 3 B&B Daarnaast heb ik in de verblijfsruimte van de gerealiseerd mogen worden. Het gaat daarbij wel om recreatief camping twee kamers gecreëerd. Deze zou ik graag in gebruik nemen als bed en breakfast gebruik, het is niet mogelijk deze als vervangende woonruimte te gebruiken. Indien een recreatieve B&B gewenst is kan hiervoor een wat ook het hele jaar door kan. Ze moeten nog aanvraag ingediend worden en zal het college een afweging maken of wel bouwtechnisch gekeurd worden. Ik zou ze het verzoek mogelijk is. Overigens is het onder voorwaarden ook ook kunnen gebruiken voor de verhuur van mogelijk om 3 trekkershutten te realiseren bij een minicamping. tijdelijke kamerbewoning voor starters met een ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------137 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
67b. Toestaan gebruik 2 kamers als B&B of tijdelijke woningruimte
67c. Recreatieappartement gebruiken als permanente woning
lichte beperking en beperkt budget om ze te begeleiden met zelfstandig wonen en zelfredzaam worden (financiën voornamelijk). Ook kan ik de kamers gebruiken als noodwoning voor mensen met tijdelijke woningnood (bijvoorbeeld scheiding) en die op persoonlijke titel een tijdelijke ontheffing van de gemeente hebben om zich in te schrijven bij de gemeente.
De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Ik heb al een recreatieappartement die vergund is in een bestaand gebouw dat voorheen tot het agrarische bedrijf behoorde. Ik wil graag weten of het mogelijk is, eventueel met nog wat aanpassingen, om dit appartement om te zetten tot woning zoals bedoeld wordt bij het splitsen van gebouwen van voormalige agrarische gebouwen tot meerdere woningen. Als dit appartement dan in die vorm permanent bewoond mag worden, geeft dit meer rust voor mij en de omgeving omdat er minder wisselingen van bewoners nodig zijn. Ook kan het weer dienen als noodwoning maar dan voor een gezin.
De regeling voor het splitsen van voormalige agrarische bebouwing is bedoeld om het hergebruik van voormalige agrarische bebouwing te stimuleren en te voorkomen dat de gebouwen vervallen of onbruikbaar worden. Door een woongedeelte te splitsen is dit doel te bereiken. De regeling is zo bedoeld dat het altijd moet gaan om het gedeelte dat vroeger de bedrijfswoning (al dan niet met aangebouwde schuur) vormde. Het is niet de bedoeling van de regeling in het ontwerp plan dat vrijstaande bebouwing voor recreatieve of permanente bewoning gebruikt wordt en ook niet dat bestaande recreatieve bewoning in een bijgebouw bij een woning gesplitst wordt dan wel dat daar permanente bewoning van gemaakt wordt. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
138
68. [appellant sub 68], wwonend te Drijber Nokhoogte verhogen
Door nieuwe inzichten ten aanzien van dierenwelzijn en duurzaamheid is het zeer gewenst om de nokhoogte van 12 meter te verhogen naar ca. 15 meter.
Voor agrarische bedrijfsgebouwen is algemeen aanvaard een goothoogte van 4,5 meter. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het beleid van de provincie die 4,5 meter goothoogte als uitgangspunt hanteren. Om ook in de toekomst ontwikkelingsruimte te bieden is in dit bestemmingsplan van Midden-Drenthe de goot- en nokhoogte echter bewust op 5 meter (met afwijking maximaal 5,5 meter) en 12 meter bepaald. Dit is mede onderbouwd door een beeldkwaliteitplan op te nemen met aanvullende eisen hierover. Deze kunnen via de afwijkingsprocedure afgedwongen worden. Hierdoor is het enerzijds mogelijk om (bijvoorbeeld) vier kisten van 1,25 meter te stapelen, anderzijds blijft de relatie met het landschap gewaarborgd. Op het moment dat er hogere maten komen, gaat dit ten koste van het landschap. Grotere bouwwerken dan 12 nok- en 5,5 goothoogte moeten op een industrieterrein of in de polder gerealiseerd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
139
69. [appellant sub 69], wonend te Beilen Aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi
Ons bedrijf is weergegeven als sa-gab. Het betreft een bedrijf met intensieve neventak. De juiste bestemming is sa-gabi.
De zienswijze is juist, het betreft hier een omissie. De juiste aanduiding is niet sa-gab, maar sa-gabi wegens aanwezigheid van een vergunde neventak in de vorm van een varkensfokkerij. Aanduiding wijzigen van sa-gab naar sa-gabi. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi. Overigens is er ook een tweede bedrijfswoning vlakbij de weg aanwezig. Deze is in het ontwerp niet meegenomen. Aangezien het hier gaat om een vergunde situatie, zal deze ambtshalve alsnog opgenomen worden in het plan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-tbw opnemen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
140
70. [appellant sub 70], wonend te Nieuw Balinge Bestemming Wonen wijzigen in Natuur
In de beantwoording van zienswijze BW/11505 is de eigendomsgrens van [appellant sub 70] de grens van het woonperceel. Dit is niet doorgevoerd in het bestemmingsplan.
De zienswijze is juist. Een deel van het thans als woonbestemming aangegeven deel is in eigendom van Natuurmonumenten. Dit zal dan ook, zeker gelet op het gebruik ter plekke niet als woonbestemming maar als Natuur bestemd moeten worden. Het bestemmingsvlak wonen zal dan ook verkleind worden conform de eigendomssituatie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het bestemmingsvlak W-VB verkleinen zodat alleen het perceel kadastraal bekend Westerbork P1145 als W-VB bestemd blijft, de rest van de bestemming W-VB (dus op het perceel Westerbork P1146) wijzigen in N.
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
141
71. [appellant sub 71], wonend te Beilen Toilet in trekkershut op mini-camping
Wij zijn van mening dat er in een blokhut op een mini-camping een toilet aanwezig dient te zijn. Er komen veel oudere mensen bij ons die het vervelend vinden om ’s nachts over het kampeerterrein naar het toiletgebouw te moeten gaan. Als wij deze faciliteit niet kunnen bieden zou dit voor ons en de gemeente Midden-Drenthe een groot verlies zijn. Een aparte toilet naast een blokhut is ook geen optie. Het verschil in grote/kleine camping is met name de seizoensduur, dit zit hem niet in een blokhut met/zonder toilet.
In het beleid is het bij een minicamping of kleinschalig kampeerterrein toegestaan om maximaal drie trekkershutten na afwijking van het bestemmingsplan toe te staan. Daarbij mogen er volgens het ontwerp bestemmingsplan geen sanitaire voorzieningen in de trekkershut aanwezig zijn. Er mag wel een kookgelegenheid in de trekkershut zijn. De bedoeling hiervan is het tijdelijke en recreatieve karakter van de trekkershut te borgen, zodat er geen permanente bewoning in de trekkershut kan ontstaan. Het moet bovendien de kortstondigheid van het verblijf in de trekkershut benadrukken, alleen in het kampeerseizoen mag de trekkershut gebruikt worden, en het moet aansluiten op de beleving van andere tijdelijke recreatieve nachtverblijven op een minicamping zoals een tent. Dit kan door de noodzakelijke koppeling van de trekkershut met het hoofdgebouw of een los sanitair gebouw te behouden door geen sanitair toe te staan in de trekkershut. Ten tweede gaat het om voorzieningen in het kader van een kleinschalig kampeerterrein, niet van een bungalowpark. Het gebruik van de trekkershut beperkt zich tot het kampeerseizoen en behoeft dan ook in beperkte mate voorzieningen te hebben. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
142
72. [appellant sub 72], wonend te Bovensmilde Archeologie
Voor oranje gedeelte (zie bijlage) is al verstoord of vergraven. Kan de archeologische bestemming eraf?
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er op de percelen in en op de zandwinning de bodem al verstoord of vergraven is. De archeologische kan er dan ook wel van af. Op de archeologische verwachtingskaart behorend bij het bestemmingsplan is geen aanduiding van deze verstoring opgenomen. Archiefonderzoek heeft aangetoond dat er een groot aantal ontgrondingvergunningen zijn verleend door de provincie Drenthe. Op de archeologische verwachtingskaart zijn deze niet correct weergegeven. Gezien ook de ligging en hoogte van de percelen ten opzichte van omliggende percelen is het aannemelijk dat voor de betreffend percelen dan ook de grond is ontdaan van de zandlaag. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen conform het verzoek.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
143
73. Architectenbureau Van Ruth BV, de heer B. van Ruth, Postbus 24, 7990 AA, Dwingeloo, over [locatie TT] 73a. Bestemming Bedrijf vergroten
In reactie op het wijzigingsplan betreffende het bestemmingsplan Smilde, [locatie TT] verzoeken wij u het bestemmingsplanblok B enigszins aan te passen waardoor dit bouwblok loopt tot aan de weg richting de noordoostzijde (zie bijlage).
De betreffende (qua bedrijfsbestemming ontbrekende) percelen met kadastrale nummers SDE I2920 en 2921 zijn momenteel in eigendom van het bedrijf Koers b.v. De in het ontwerp bestemmingsplan opgenomen bestemmingen zijn respectievelijk agrarisch en wonen. Dit terwijl het gebruik momenteel al respectievelijk bedrijfsmatig en wonen is. Voor eerstgenoemd perceel is het juist om de bestemming te wijzigen naar bedrijfsmatig gelet op dit huidige gebruik en de eigendomssituatie. De huidige woning zal binnen afzienbare termijn gesloopt worden en door kantoorbebouwing vervangen worden. Hiervoor lopen reeds een overleg met de gemeente. Derhalve zal de bestemming van genoemde percelen wijzigen van agrarisch respectievelijk wonen naar ‘bedrijf zandwinning en –opslag’. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming en W wijzigen in bedrijfsbestemming B-ZO inclusief de aanduiding ‘sba-beb’ voor de percelen SDE I2920 en I2921.
73b. Bouwhoogte bouwwerken geen gebouw zijnde hoger
Ook verzoeken wij u om een clausule op te nemen tbv artikel 10 lid b2 om de zandhopen (bouwwerken geen gebouw zijnde) te verhogen van 12.00 meter naar 15 meter.
In artikel 13.1 lid a van de bestemmingsplanregels is opgenomen dat binnen deze bestemming de gronden zijn bestemd voor ‘de winning en de opslag van zand’. Het is daarmee toegestaan dat zand opgeslagen is binnen deze bestemming. Vervolgens zijn er geen nadere eisen over de opslag van zand opgenomen in de bestemming waardoor het mogelijk is een zandhoop van 15 meter (of hoger of lager) te realiseren. Het betreft hier overigens geen bouwwerk geen gebouw zijnde, maar een hoop zand. De aangehaalde hoogte van 12 meter of 15 meter is hierop derhalve niet van toepassing. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
144
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
145
74. [appellant sub 74], wonend te Smilde Archeologie
Wij hebben grote moeite met de aangeduide archeologische waarde op onze gronden. Na de ruilverkaveling Smilde in de jaren 19641970 zijn alle percelen dan wel gemengwoeld of gediepploegd en voorzien van drainage. Alle gronden zijn geroerd tot veelal een diepte van 100 tot 130 cm. Wij verzoeken u de gegevens van de meitelling van 2010 als uitgangspositie te nemen bij het bezwaar wat wij hiertegen maken.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
146
75. A. Middelburg-Smit, Stationsstraat 2b, 9414 TH, Hooghalen over [locatie UU] te Hijken Archeologie
Wij tekenen bezwaar aan tegen de voorgenomen beperkingen voor het bestemmingsplan buitengebied voor de percelen kadastraal bekend BLNOOR 608, 1566 en 1567, gelegen aan [locatie UU]. In de bestemmingsomschrijving staat de beperking dat percelen enkel dieper bewerkt mogen worden dan 30 cm en voor sommige delen 40cm, met een omgevingsvergunning. In het verleden zijn de percelen al regelmatig dieper bewerkt met diepploegen en cultiveren. Hierdoor zijn er geen archeologische waarden meer. Hetzelfde geldt voor aanbrengen van drainage dieper dan 40 cm. Wij vragen u genoemde percelen te ontzien van deze beperkingen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
147
76. [appellant sub 76], wonend te Wijster 76a. Bestemming Natuur wijzigen in Agrarisch
In het verleden is aangevraagd voor percelen 1,2, 3 en 5 (zie bijlage) als landgoed. Dit is nooit gerealiseerd, zodat dit nog steeds landbouw grond is. Wij willen deze percelen als landbouwgrond behouden met de mogelijkheid om in de toekomst alsnog een landgoed te realiseren (perceel 5 is nu al bos)
76b. Bestemming AW-4 wijzigen in AW-1
Perceel 4 viel onder AW-1, nu AW-4. Wij willen dat dit bedrijfsblok in AW-1 blijft, dit ivm de voortzetting van ons bedrijf.
Tot op heden is inderdaad geen landgoed gerealiseerd. De bedoelde percelen zijn de volgende: nummer 1 en 2 zijn één perceel, kadastraal bekend BLN U542, perceel 3 is bekend als BLN U417,en perceel nummer 5 als BLN U544. Perceel 1, 2 en 3 zijn agrarisch in gebruik en in eigendom van [appelant sub 76], waardoor deze bestemming gewijzigd kan worden van Natuur naar agrarisch. Perceel 5, U544, hierop is bos aanwezig en in eigendom van de maatschap Prins en zal als Natuur bestemd blijven. In de wijzigingsbevoegdheden binnen de agrarische bestemmingen AW-1 en AW-4 zit een mogelijkheid opgenomen om de bestemming te wijzigen van Agrarisch naar Natuur met de aanduiding ‘landgoed’. Hiervoor moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn, alvorens dit doorgevoerd kan worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor de percelen BLN U417 en U542 de bestemming N wijzigen naar agrarisch.
Het gaat hier om de gronden direct om de bedrijfskavel heen, ten noorden van de weg Hamveld, dit is het perceel kadastraal bekend BLN U545. Dit is van JVVO naar AW-1 naar AW-4 gewijzigd. De wijziging is ingegeven op basis van een eerdere zienswijze van de provincie. Het gebied kan worden gekarakteriseerd als een lager gelegen, grootschalig open gebied min of meer gerelateerd aan een beekdal. Vanwege de lagere ligging treedt op veel plaatsen kwel op en komen er plaatselijk waardevolle sloot- en oevervegetaties voor. Het gebied blijft voor grootschalige landbouw bedoeld. De ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijvigheid wijken nauwelijks af van AW-1. Slechts voor ingrepen in de waterhuishouding is een omgevingsvergunning vereist. De reguliere agrarische bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden worden dus niet onevenredig belemmerd. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------148 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
76a Luchtfoto: Perceel U 417 (onderste pijl), U542 (bovenste pijl (beide wel wijzigen) en 544 (bosje met middelste pijl, dit niet wijzigen)
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
149
76b: Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
150
77. [appellant sub 77], wonend te Zwiggelte Bestemming Natuur wijzigen in Agrarisch
Percelen bouwland moet natuurlijk geen natuurbestemming krijgen. Deze percelen zijn bij ons jarenlang gepacht van Staatsbosbeheer (aan de noordkant van het Oranjekanaal) (zie bijlage).
Het betreft delen van het perceel kadastraal bekend Westerbork R70, gelegen achter [locatie VV]. De percelen zijn in eigendom van Staatsbosbeheer. Het praktische gebruik is veelal landbouwgrond met een enkel bosje ertussen. Echter, nu de gronden in eigendom zijn van Staatsbosbeheer en het tijdelijk agrarisch gebruik is, hetgeen is toegestaan binnen de natuurbestemming, gelet op de ligging binnen EHS en de intentie van de provincie om hier natuur van te maken, is de natuurbestemming terecht opgenomen. De bestemming zal niet gewijzigd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
151
78. [appellant sub 78], wonend te Zuidveld 78a. Archeologie
Percelen die in de jaren 70 dmv ruilverkaveling zijn ontstaan moeten volgens ons niet onder artikel 33 vallen. Er zijn toen nieuwe sloten gegraven, drainage aangelegd en er is diepgeploegd. Van enige archeologische waarde kan dus geen sprake zijn.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
78b. Waardevol grasland
Al ons grasland is uitsluitend bestemd voor de voederwinning/beweiding van onze veestapel en wordt intensief gebruikt. Er is geen ruimte voor herstel en ontwikkeling van bestaande waarden (grasland ligt aan [locatie WW]).
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
152
79. Provincie Drenthe, De heer A. Anema, Postbus 122, 9400 AC, Assen 79a. Algemeen
79b. Bouwlaag bij intensieve veehouderij
Zoals bekend heeft het ontwerp bestemmingsplan begin vorig jaar ook al ter inzage gelegen. Het is toen teruggetrokken, onder meer door een zienswijze van ons college. De zienswijzen zijn gebruikt om een verbeterslag te maken. Hierdoor is het provinciale omgevingsbeleid en de omgevingsverordening reeds zijn doorwerking in het plan gekregen, hetgeen wij zeer waarderen, net als de constructieve wijze van samenwerking tussen uw gemeente en de provincie. Er is slechts op 2 onderdelen geen sprake van een adequate doorwerking.
De gemeente neemt hier met plezier kennis van.
De gemeente kan instemmen met genoemd aspect en zal dit in de het In het ontwerp bestemmingsplan ontbreekt in definitieve plan overnemen. Hiertoe zal aan de regels van AW-1 en de regeling voor intensieve veehouderij de eis AW-4 toegevoegd worden dat er bij de aanduiding ‘iv’ voor te bouwen in maximaal 1 bouwlaag. Dit geldt bedrijfsgebouwen maximaal 1 bouwlaag is toegestaan. voor schuren en stallen. Hoofdtak. Voor wat betreft de hoofdtak geldt De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: aan de regels van AW-1 en AW-4 toevoegen dat er bij de het volgende. Binnen AW-1 en AW-4 is het aanduiding ‘iv’ voor bedrijfsgebouwen maximaal 1 bouwlaag is mogelijk het gehele bouwperceel (maximaal 2 toegestaan. ha) te bebouwen met stallen voor intensieve veehouderij. Overigens zal dit in de praktijk netto minder zijn door erfverharding en erfbeplanting. Door het ontbreken van de eis van 1 bouwlaag geeft het bestemmingsplan de mogelijkheid het vloeroppervlakte binnen de grenzen van het bouwperceel te verdubbelen. Dit maakt een aanzienlijke groei van iv mogelijk. In de omgevingsvisie is aangegeven dat een te sterke groei van de iv de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------153 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
milieuruimte voor de landbouw in zijn totaliteit onder druk zet. Om deze reden wil de provincie de niet-grondgebonden landbouw slechts beperkt laten groeien en de eis van 1 bouwlaag draagt hiertoe bij. Alleen dit onderdeel valt onder de zienswijze. Neventak. Ook hier ontbreekt de eis van 1 bouwlaag. Wel is de oppervlakte gelimiteerd omdat het gebonden is aan een maximum oppervlakte maat zowel in AW-1, AW-2 als AW-4. Niettemin vinden wij het belangrijk hierin te voorzien mede gelet op het bepaalde inde omgevingsverordening. Wij geven in overweging hierin te voorzien (zienswijze geldt hierin niet). 79c. EHS gebieden niet in bestemming Natuur
Verder blijkt dat er in het ontwerp enkele kleinere gebieden die in de EHS zijn gelegen niet zijn voorzien van de bestemming Natuur. Het gaat hier om verworven gebieden gelegen in de EHS en deze hebben op grond van het natuurbeheerplan Drenthe een natuurdoel en zij als zodanig ook ingericht. Dit is voor ons echter geen aanleiding voor een zienswijze. Wij vertrouwen er echter wel op dat u hier ambtelijk op een adequate alsnog in voorziet.
De kaarten zijn uitvoerig bekeken en er is een afweging gemaakt van de opmerkingen. De beantwoording van de percelen is opgenomen in bijlage D, aangezien het teveel tekst is om in de nota zienswijzen op te nemen. De algemene lijn die in het bestemmingsplan wordt gehanteerd is de volgende: Allereerst bepaalt in principe het huidige gebruik of functie de bestemming. Hierop gelden een enkele uitzonderingen. 1) Bos- of natuurpercelen en houtsingels die kleiner zijn dan 2 ha en in het agrarische gebied zijn gelegen (buiten EHS) zijn niet apart bestemd. In de eerste plaats wegens flexibiliteit: Er treden nog wel eens grondruilingen en grenswijzigingen op. Ten tweede zijn ze in de agrarische bestemming voldoende beschermd, de functie natuur is hier mogelijk. Ze zijn veelal eigendom van terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en daarmee voldoende beschermd. 2) Percelen met een tijdelijke natuurfunctie die bijvoorbeeld door een instantie zijn aangekocht met de bedoeling deze grond later weer te ruilen voor andere gronden met wellicht een hogere natuurpotentie krijgen in principe een agrarische bestemming. 3) Percelen die nu nog een agrarische functie hebben maar waarvan de eigenaar de intentie heeft om daar binnen enige jaren een natuurfunctie te realiseren krijgen in
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
154
principe een bestemming natuur. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. Een en ander houdt in dat de meeste eigendommen van terreinbeheerders, die binnen de EHS dan wel ecologische verbindingszone zijn gelegen, een natuurbestemming krijgen, tenzij de eigenaar anders aangeeft dan wel er een langjarig pachtcontract voor agrarisch gebruik op ligt (ca > 6 jaar, vanaf nu). De percelen die voldoen aan bovenstaande criteria en ten onrechte niet zijn bestemd als natuur zullen qua bestemming worden aangepast. Zie hiervoor de genoemde bijlage D met per perceel een afweging. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: Voor een aantal percelen de bestemming agrarisch wijzigen naar Natuur, zie bijlage D voor de te wijzigen percelen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
155
80. [appellant sub 80], wonend te Smilde Archeologie
Wij hebben grote moeite met de aangeduide archeologische waarde op onze gronden. Na de ruilverkaveling Smilde in de jaren 19641970 zijn alle percelen dan wel gemengwoeld of gediepploegd en voorzien van drainage. Alle gronden zijn geroerd tot veelal een diepte van 100 tot 130 cm. Wij verzoeken u de gegevens van de meitelling van 2010 als uitgangspositie te nemen bij het bezwaar wat wij hiertegen maken (zie bijlage).
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
156
81. Dorhout advocaten, K. Konings, Postbus 96, 9700 AB, Groningen namens [appellant sub 81], gevestigd te Hooghalen 81a. Rechtstreeks belang
[appellant sub 81] heeft ten doel het behartigen van de belangen van haar leden als eigenaren van recreatiewoningen (bungalow, stacaravan of chalet). Het ontwerp maakt toename van de bewoningsdichtheid, het aantal verkeersbewegingen en de parkeerdruk op het landgoed mogelijk en de VVE is daardoor rechtstreeks betrokken bij het ontwerp.
De gemeente neemt dit voor kennisgeving aan.
81b. Bewoningsdichtheid
[appellant sub 81] wil de bestaande bewoningsdichtheid handhaven en daarmee voorkomen een toename van verkeersbewegingen en parkeerdruk, het willen behouden van rust en ruimte. De toename wordt veroorzaakt door het bebouwen van de groene zone en het introduceren van nieuwe typen recreatiewoningen die geschikt zijn voor de bewoning van 8 personen of meer per woning. Dit zorgt voor een onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen en het parkeren. Dit leidt tot schade aan de erven en tuinen bij recreatiewoningen van onze leden.
In het ontwerp bestemmingsplan is meegenomen een ontwikkeling op [locatie XX]. De ontwikkeling houdt in dat van 2 stukken grond van het terrein de bestemming gewijzigd wordt. De bedoeling is dat er binnenin het terrein een stuk dat thans bestemd is als ‘stuifzand, bos, heide en natuurterrein’, de bestemming ‘R-VR2’ krijgt, waardoor er bebouwing mogelijk is. Tegelijkertijd zullen twee terreinen die aan de oostelijke kant van het terrein liggen en die nu de bestemming ‘RVR-2’ hebben, gewijzigd worden in ‘natuur’. De grootte van het eerste deel is ongeveer 1 ha, het tweede deel is bij elkaar 3 ha. Dit betekent dat er per saldo 2 ha natuur bij komt en er een afname is van bebouwingsdrukte. Wel wordt de mogelijke bebouwing op het totale terrein anders ingedeeld, maar over het geheel is er een verbetering van de planologische situatie. Uitgangspunt is en blijft dat parkeren op eigen erf moet gebeuren, dan wel op het centrale gedeelte, zodat dit niet op de openbare weg op het terrein hoeft plaats te vinden.
Wat betreft de aantallen huisjes en mogelijke bezetting per huisje en de daarmee gepaard gaande vraag naar parkeerruimte. Het vigerende bestemmingsplan biedt de ruimte voor het bouwen van een woning van 70 m2 op een perceel van minstens 300 m2. Een bepaalde toepassing van deze regels zou ertoe kunnen leiden dat er 4 huisjes aan elkaar ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------157 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
gebouwd worde. Hierdoor is het ook nu mogelijk dat er een verdichting van bebouwing optreedt op het park. In het vigerende bestemmingsplan voor de voormalige gemeenten Westerbork en Beilen is een minimale grootte van het perceel behorende bij een recreatiebungalow opgenomen. Die bestemmingsplannen bieden ruimte voor het bouwen van een woning van 70 m2 op een perceel van minstens 300 m2. Een bepaalde toepassing van deze regels zou ertoe kunnen leiden dat er 4 huisjes aan elkaar gebouwd worde. Hierdoor is het mogelijk dat er een verdichting van bebouwing optreedt op het park. In het ontwerp plan is het beleid zodanig dat er binnen een bestemming R-VR2 (bungalowparken) niet langer een minimale norm voor een perceel is opgenomen. De reden hiervan is dat de gemeente de markt ruimte wil bieden dit zelf in te vullen en het exploiteren van een park meer flexibiliteit wil bieden. De markt vraagt hier tegenwoordig ook om, met name gelet op de trend naar rust en ruimte. De markt is daarin zelfsturend. Daarbij is nadrukkelijk wel gekeken naar landelijke normen omtrent onder meer brandveiligheid. Derhalve is wel een minimale onderlinge afstandsnorm van 3 meter aangehouden, maar geen minimum perceelsoppervlakte meer. Overigens zal in het bestemmingsplan wel gewijzigd opgenomen worden dat er een afwijking van het bestemmingsplan mogelijk is voor het geschakeld bouwen van recreatiebungalows. Hierbinnen is wel een minimale perceelsoppervlakte opgenomen, om te voorkomen dat een ongewenste ruimtelijke uitstraling ontstaat. Het uitgangspunt is dat maximaal 3 recreatiewoningen aan elkaar geschakeld mogen worden, waarbij er een inpandige doorgang tussen de drie huisjes mogelijk, maar niet verplicht is. Om sturing te kunnen houden op de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving is dit alleen na afwijking van het bestemmingsplan en onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Deze uitgangspunten zijn: De maximale oppervlakte van een recreatiewoning zal 100 m2 zijn, Deze recreatiewoningen mogen geschakeld gebouwd worden tot een maximum van drie recreatiewoningen, waarbij de totale bebouwde oppervlakte maximaal 250 m2 zal zijn, De gemiddelde perceelsoppervlakte per recreatiewoning die 80 m2 of kleiner is, is 300 m2. De gemiddelde ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
158
perceelsoppervlakte per recreatiewoning die een oppervlakte heeft van meer dan 80 m2, is 400 m2. Minder wordt slechts toegestaan indien aangetoond kan worden dat per recreatiewoning het gewenste ruimtelijke effect op een andere wijze bereikt kan worden, Daarnaast gelden aanvullende eisen die met name zien op een goede afweging in de omgeving. Concluderend kan gesteld worden dat ook in het bestaande plan een zekere verdichting bij recht mogelijk was, dit komt niet zozeer door het nieuwe bestemmingsplan. Wel is bewust gekozen voor het vrijer laten van de invulling van een bungalowpark om de markt meer ruimte te bieden. Aan het plan is toegevoegd een afwijkingsbevoegdheid voor het aan elkaar bouwen van bungalows. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 81c. Vertrouwensbeginsel
[appellant sub 81] is van mening dat het ontwerp is strijd met het vertrouwensbeginsel is, niet zorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd. Na vaststelling overeenkomstig dit ontwerp worden onze belangen onevenredig benadeelt. Op dit moment loopt er nog een bezwaarprocedure tegen de verleende vrijstelling en bouwvergunning voor het bebouwen van de groene zone. Een van de bezwaren was het ontbreken van een goede ruimtelijke onderbouwing. Nu deze wel in het ontwerp bestemmingsplan ter inzage is gelegd, maar vooralsnog niet bij de bezwaarprocedure is betrokken, en te laat (nog niet besloten zelfs) beslist heeft over het bezwaarschrift, schendt het college hiermee de basisregel van hoor- en wederhoor in het bestuursprocesrecht.
Het is juist dat er momenteel een (inmiddels beroeps)procedure loopt tegen de verleende bouwvergunning voor de bungalows op het ‘middenterrein’ en dat er tegelijkertijd middels het bestemmingsplan buitengebied Midden-Drenthe meegewerkt wordt aan het ‘uitruilen’ van de twee bestemmingen. Echter, de onderlinge afstemming van deze twee procedures is zodanig dat er geen afwijkende standpunten tussen de twee procedures zijn ingenomen. Integendeel, bij de beslissing op bezwaar is nadrukkelijk betrokken de ruimtelijke onderbouwing voor het geheel zoals die is opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan. Overigens is de ingezette lijn uit het ontwerp dezelfde zoals die al in 2007 in het voorontwerp bestemmingsplan is opgenomen. Op grond van dit voorontwerp is juist deze bouwvergunning met vrijstellingsprocedure gestart. Daarnaast, wanneer de onderhavige ontwikkeling niet in het bestemmingsplan opgenomen wordt of helemaal niet doorgaat, zal dit per saldo een verslechtering betekenen voor de natuur in en om het gebied heen, aangezien er op dit moment voor het middengebied en de oostelijke helft van het terrein meer bestemd is voor bebouwing dan in het ontwerp het geval zal zijn. Tenslotte is er geen schending van bestuursprocesrechtelijke regels aangezien in beide procedures volop mogelijkheden voor inspraak, zienswijzen, bezwaar en/of beroep mogelijk zijn, welke elkaar niet hoeven uit te sluiten en er geen rechten ontnomen zijn.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
159
De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 81d. Toename bebouwingsmogelijkheden
Het geldende bestemmingsplan laat alleen bebouwing met recreatiewoningen toe op het gedeelte van het landgoed dat bekend staat als het chaletpark Hof van Haelen en slechts een beperkt gedeelte van het totale Landgoed (21 kavels) beslaat. Het overige deel van het terrein heeft de bestemming Stuifzand, bos, heide en natuurterrein dat geen bebouwing met recreatiewoningen toestaat. Door het ontwerp bestemmingsplan staat het college hier wel bebouwing toe, terwijl het beleid vanaf het begin in 2002 voor het Landgoed is geweest dat in de groene zone niet gebouwd mocht worden. Ook mocht niet voor meer dan 8 personen in een woning gebouwd worden. Het beleid van september 2010 voorziet evenmin in het uitbreiden van aanbod, maar juist in vernieuwing en sanering van bestaand aanbod. Wij vertrouwen er daarom op dat er geen medewerking wordt verleend aan het verdichten van de bebouwing in relatie tot de verkaveling die bij aanvang van de planontwikkeling was bepaald.
In de groene zone (in het midden van het totale landgoed) is in het vigerende bestemmingsplan inderdaad geen bebouwing toegestaan zoals hierboven omschreven. Daarom ook is er een bouwvergunning met vrijstelling artikel 19 lid 2 WRO verleend voor het bouwen van de recreatiebungalows op het middenterrein. Dit plan is tegelijkertijd met een motivatie in de vorm van een ruimtelijke onderbouwing bij recht in het bestemmingsplan meegenomen, zodat er uitruil van functies kan plaatsvinden. Zoals hierboven omschreven is er per saldo sprake van minder ruimte voor bebouwing dan in het geldende bestemmingsplan. Het voornemen was om onder de vigeur van het geldende plan 32 huisjes te realiseren. In het plan dat in 2010 verleend is, zijn in het middendeel van het terrein 20 bungalows verleend. Per saldo is dit dan ook een aanzienlijke vermindering van 12 huisjes. Waar het gaat om het beleid als verwoord in 2010 over vernieuwing en sanering, betreft dit toetsingscriteria voor nieuwe ontwikkelingen en niet zozeer voor bestaande terreinen. Nu het hier gaat om een bestaand park en het gaat om een uitbreiding van dit bestaande park binnenin het terrein met bungalows die qua vorm hier goed op aansluiten is het vereiste van sanering en vernieuwing niet van toepassing. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
81e. Gebrekkige ruimtelijke onderbouwing
In de ruimtelijke onderbouwing ontbreekt het aan onderzoek met betrekking tot verkeerstellingen en feitelijke gegevens over de wegcapaciteit om de verkeersdruk te bepalen. Daarom kan niet gesteld worden dat sprake is van een geringe toename van het aantal verkeersbewegingen. Verder ontbreken gegevens over de woningbezetting, het bijborende aantal voertuigen dat parkeert, de
Wat betreft het parkeren, de voertuigen en de vrees voor een nadeliger situatie kan het volgende gezegd worden. Er is in de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage bij het ontwerp plan is gevoegd ingegaan op dit punt. Op bladzijde 17 van de ruimtelijke onderbouwing plan is ingegaan op de parkeersituatie op het terrein. Zo is aangegeven dat het plan door het geringe aantal huisjes dat gebouwd gaat worden op basis van de verleende bouwvergunning niet of nauwelijks effect heeft op het aantal verkeersbewegingen, dat bij elk huisje 1 of meer parkeerplaatsen aanwezig zijn alsmede dat er op een centrale
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
160
schade van onze leden als gevolg van het buiten het wegprofiel en over tuinen rijden van voertuigen, of verkeerd parkeren. Het ontwerp bestemmingsplan biedt meer ruimte voor toename van de bewoningsdichtheid dan de ruimtelijke onderbouwing aangeeft. Het aantal te bouwen woningen is daarbij niet relevant. Van enig onderzoek naar alternatieven blijkt niet uit de onderbouwing. Ook zijn er geen stukken overlegd van de overeenkomst tussen Succesparken en de Stichting Drents Landschap over een grondruil in en buiten het park. De gemeente heeft overigens haar publiekrechtelijke verplichting niet nagekomen om het ontwerp zorgvuldig en gemotiveerd voor te bereiden wat dit aangaat. Er ontbreekt een belangenafweging van alle bij het proces betrokken belangen. Zo hadden ook de belangen van de VVE moeten worden meegewogen, dit klemt temeer daar de voornoemde bezwaarschriftprocedure reeds aanhangig was.
algemene parkeerplaats geparkeerd kan worden. Zeker nu er minder huisjes komen is er per saldo sprake van een verbeterde situatie ook qua parkeren. Daarmee is voldoende parkeerruimte aanwezig en zijn de belangen voldoende afgewogen. Tenslotte dienen de eigenaren van bungalows op het park zelf onderling te zorgen voor handhaven van de afspraken over parkeren op het park dan wel over eventuele overlast. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: aanpassen het aantal recreatiewoningen op blz 133 van de toelichting. Hier staat bij 1e streepje Grote Zand: 15 woningen, dit moet zijn 20. Wat de overeenkomst aangaat, in de ruimtelijke onderbouwing is genoemd dat er een overeenkomst is gesloten tussen de bij de bezwaarprocedure van de bouwvergunning voor 83 woningen betrokken partijen (uitgezonderd de gemeente). De inhoud van deze overeenkomst is inderdaad niet integraal bijgevoegd in de onderbouwing, maar aangezien de strekking van de overeenkomst wel praktisch verwerkt is in dit bestemmingsplan, is hiervan afgezien. Het alsnog toevoegen heeft onzes inziens weinig tot geen toegevoegde waarde. Voor zover er schade ontstaat voor tuinen en erven is ook dit punt met name een kwestie van handhaven van de tussen eigenaren onderling gemaakte afspraken over het gebruik van het gehele terrein. De gemeente acht hierin geen rol voor zichzelf aanwezig, aangezien er sprake is van een goede ruimtelijke ordening en de nadere invulling hiervan aan de eigenaren zelf is. Nu er goede afspraken met het park en natuurbeherende organisaties zijn gemaakt over de uitruil van de gronden en dit een planologisch goed inpasbaar plan is, waarbij de belangen van de VVE tijdig zijn meegewogen, is er geen noodzaak om tot het onderzoeken van alternatieven over te gaan. De argumenten van [appellant sub 81] zijn in de bouwvergunningprocedure voor de 20 recreatiewoningen wel degelijke meegenomen en afgewogen. Ook bij de beslissing op bezwaar is een afweging gemaakt. Aangezien dit ontwerp plan slechts de mogelijkheden die het bouwplan biedt bij recht opneemt is er geen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
161
sprake van nieuwe feiten of omstandigheden die een aanvullende afweging, meer dan nu gedaan is, noodzakelijk maken. Op blz. 16 van de ruimtelijke onderbouwing is hier wel degelijk op ingegaan. Zo staat er dat de uitbreiding relatief ondergeschikt is en het plan uit ruimtelijk oogpunt niet of nauwelijks gevolgen heeft omdat het gebied al omgeven wordt door recreatiewoningen. Tevens is telkenmale met de belangen van [appellant sub 81] rekening gehouden. Zo is hun zienswijze bij elke bouwvergunning voor een huisje van te voren meegewogen, zijn er gesprekken ter plaatse geweest met de parkeigenaar waaruit bleek dat er sprake is van zorgvuldig beheer van de groene ruimte, zijn er gesprekken met [appellant sub 81] geweest en met andere belanghebbenden op het terrein. Al met al is geen sprake van een situatie waarbij de belangen van [appellant sub 81] onevenredig benadeeld worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 81f. Planschade
[appellant sub 81] behoudt zich het recht voor om planschade of nadeelcompensatie te claimen bij de gemeente.
Dit neemt de gemeente voor kennisgeving aan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
81g. Overleg mogelijk
In aanvulling op bovenstaande wenst cliënt te benadrukken dat een dialoog tussen cliënt en de betrokken bouwvergunninghouder al dan niet met het bestuursorgaan daarbij de beste weg zou zijn naar een oplossing.
Daar waar dit bijdraagt aan een constructieve oplossing staat de gemeente altijd open voor een dialoog tussen partijen. Een gesprek tussen [appellant sub 81], de eigenaar van het park en de gemeente heeft plaatsgevonden op 5 september 2011. Hieruit bleek dat er met name tussen [appellant sub 81] en de eigenaar zaken uitgewerkt moeten worden en dat de gemeente de uitkomsten van een overleg tussen hen met interesse afwacht. De gemeente ziet vooralsnog, ondanks het nuttige en constructieve overleg, dan ook geen reden deze zaak anders te beschouwen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
162
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
163
82. K.J. van Weperen, Jaringa 3, 8431 RE, Oosterwolde over [locatie YY] te Wijster Bestemming Natuur wijzigen in recreatiewoning
De familie X woont aan [locatie YY] te Wijster en is ook eigenaar van [locatie YY] en de omliggende percelen. Uit de stukken uit het verleden en archief blijkt duidelijk dat de bestemming van de Vamweg 4 een recreatiewoning is, vallende onder de woningwet. Op 29/7/1960 is namelijk een bouwvergunning verleend voor het bouwen van een jachthuisje op het perceel Beilen I 4056 (zie bijlage). Dit gegeven is niet meegenomen in het bestemmingsplan VAMterrein en omgeving (27-6-1991) omdat het pand niet de speciale aanduiding recreatiewoning heeft gekregen maar als bouwwerk is opgenomen. Achteraf gezien is hier een serieuze fout gemaakt. Er is verder geen bestemmingswijziging geweest waardoor dit gewoon als woonbestemming moet worden bestemd. Ook in correspondentie komt dit terug omdat het adres Vanweg 4 gebruikt wordt, net als in hedendaagse plattegronden. Ook zijn alle nutsvoorzieningen aanwezig. De natuurbestemming is dan ook niet terecht.
De zienswijze is juist. Het betreft hier een omissie, in die zin dat een legale recreatiewoning niet bestemd is binnen de bestemming Natuur. Er zal een aanduiding recreatiewoning opgenomen worden voor dit gebouw, waardoor het gebruik als recreatiewoning voortgezet kan worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor dit gebouw een aanduiding recreatiewoning (binnen de bestemming N) opnemen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
164
83. Staatsbosbeheer Regio Noord, de heer W. Winter, Postbus 333, 9700 AH, Groningen over [locatie ZZ] te Laaghalen Wijzigen bestemming Natuur in agrarisch
Op het perceel Beilen W 51 ten westen van de Geelbroekerweg lag voor de verwerving door Staatsbosbeheer een agrarische bedrijfsbestemming. Deze bestemming is indertijd gewijzigd in de bestemming natuur en de bestaande bedrijfsgebouwen zijn gesloopt. Gelet op de plannen van Staatsbosbeheer zou het wenselijk zijn om de huidige functie natuur te wijzigen in een agrarische bedrijfsbestemming, gelet op de plannen met het gebied “Hart van Drenthe”.
In het vigerende plan is voor dit perceel een agrarische bestemming opgenomen. Vervolgens is de bestemming van dit perceel gewijzigd in Natuur en is de bebouwing gesloopt. Feitelijk is nu dus geen sprake meer van agrarische bedrijfsgebruik. Op dit moment zijn er ook geen plannen bekend bij de gemeente dan wel verleende vergunningen voor het oprichten van een agrarisch gebruik. Derhalve is het ook juist dat nu de bestemming Natuur is opgenomen. De bestemming hoeft dan ook niet gewijzigd te worden. Op het moment dat er concrete plannen zijn kan Staatsbosbeheer hiervoor een eigen planologische procedure aanvragen bij de gemeente. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
165
84. Architectenbureau D.B.L. Lunteren b.v, de heer G.J. van Grootheest, Meulunterseweg 34, 6741 HN, Lunteren namens [appellant 84], gevestigd te Hooghalen [locatie AAA] is bestemd met wonen en het 84a. Ruilen bestemming [locatie BBB] is bestemd met agrarische 2 percelen waarden 1 (zie bijlage). Maatschap De Jonge is eigenaar van beide percelen en zou in verband met de kalverenhouderij op 15a de bestemmingen willen ruilen. Deze wijziging is geen bezwaar voor uitbreidings-mogelijkheden van naastgelegen percelen en biedt voor cliënt uitbreidingsmogelijkheden.
84b. Bouwvlak vergroten
Het perceel 15a is bestemd als AW-1 dus met een bouwblok van 1,5 ha. Na vrijstelling is de mogelijkheid om 2 ha te krijgen. Wij wensen gelet op bijgevoegd bedrijfsplan van deze vrijstelling gebruik te maken en het bestemmingsplan alvast te wijzigen.
In dit geval is sprake van een situatie die aanleiding geeft tot een wijziging van het plan door de feitelijke situatie. Op [locatie BBB] is nu de agrarische bedrijfsvoering gevestigd. Dit betreft een relatief ruim en breed perceel. Tussen de bedrijfswoning en de bedrijfsbebouwing ligt echter een andere woning, met een woonbestemming. Op dit moment heeft [appellant sub 84] beide percelen in eigendom. Hierdoor is het voor de bedrijfsvoering gunstiger dat de woning en bedrijfswoning van bestemming wisselen. Dit levert voor de directe omgeving geen beperking van gebruiksmogelijkheden op. Derhalve zal de huidige als zodanig in het bestemmingsplan opgenomen bedrijfswoning (de meest zuidelijk gelegen woning) de bestemming Wonen krijgen, en de huidige bestemming voor wonen (de andere woning) bij het agrarische bedrijf betrokken worden. Hier zal ook de aanduiding sa-gab gevestigd worden in plaats van op de bedrijfsbebouwing. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W van [locatie AAA] wijzigen in agrarisch, waardoor dit de bedrijfswoning van het bedrijf wordt. Ook de bestemming agrarisch voor zover het betreft de huidige bedrijfswoning [locatie BBB] met enige grond eromheen wijzigen in W. In het ontwerp plan is voor dit perceel de bestemming “AW-1” met de aanduiding ‘iv’ opgenomen. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha grootte mogelijk. Na afwijking en onder voorwaarden kan dit eventueel vergroot worden tot 2 ha. De diepte wordt gemeten vanaf de voorgevel van de bedrijfswoning. Gelet op de wijziging als aangegeven bij 84a, verandert de berekening van het bouwblok ook enigszins, doordat de bedrijfswoning nu dichter bij de bedrijfsbebouwing komt te liggen. Hierdoor is op dit moment de aanwezige bebouwing zo’n 150 meter diep en de breedte ervan is zo’n 100 meter. Dit is derhalve 1,5 ha en past binnen de mogelijkheden bij recht van dit bedrijf. Indien er in
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
166
de toekomst een uitbreiding van het bedrijf aangevraagd wordt bij de gemeente kan na een afweging en indien aan de voorwaarden voldaan wordt 2 ha bouwblok toegekend worden. Het bij de zienswijze ingediend bedrijfsplank, waarin uitgegaan wordt van een uitbreiding van de stallen met 50 meter, geeft op dit moment onvoldoende inzicht in de haalbaarheid en inpasbaarheid van het plan, waardoor er op dit moment nog geen rechten aan ontleend kunnen worden. Wel spreekt de gemeente de bereidheid uit om constructief mee te denken zodra er een concreet verzoek ingediend wordt. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
167
85. Stichting DBF, de heer M. Cnossen, Biensma 34, 9001 ZZ, Grou, over [locatie CCC] Bijlage 2 wijzigen voor dit perceel.
Stichting DBF is eigenaar van [locatie CCC]. Het pand is op dit moment in gebruik door HLB (huurder). In het ontwerp bestemmingsplan wordt voor deze locatie het volgende weergegeven: Bestemming ‘Bedrijf’, aantekening categorie 1 en 2, speciale aantekening agrarisch bedrijfslaboratorium.
De zienswijze is juist, aangezien het een bedrijf betreft in categorie 2 van de SBI lijst en deze op zich al volgens de bestemming mogelijk is qua categorie, is de aanduiding op bijlage 2 een overbodige. De regel in bijlage 2 over dit pand kan dan ook verwijderd worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: dit perceel uit bijlage 2 van de regels verwijderen. Daarnaast alle andere cat. 2 bedrijven hier verwijderen.
De gewenste uitbreidingsruimte overstijgt de uitgangspunten zoals Volgens artikel 8.2 lid a1 geldt dat per opgenomen in het bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe”op bestemmingsvlak uitsluitend gebouwen en overkappingen tbv een bedrijf gerealiseerd dit punt. Daarom is het niet mogelijk binnen dit plan aan de zienswijze tegemoet te komen, temeer daar het nu gaat om toekomstige mogen worden. Beperkte ontwikkelingen. Hiervoor is het wel mogelijk een eigen planprocedure uitbreidingsmogelijkheden. Wij tekenen aan te vragen bij de gemeente, welke vervolgens een afweging bezwaar aan tegen deze stringente invulling. hiervoor zal maken. Bij vertrek van de huurder mag er geen ander De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. gebruik door andere bedrijfscategorieën gemaakt worden. Afhankelijk van de uitbreidingsruimte besluit HLB over de toekomstige locatie van het bedrijf. Wij hebben als doel de leefbaarheid van het platteland en wensen een mogelijk andere huurder ook ruimte bieden, dit is niet mogelijk met dit bestemmingplan. Wij denken aan een gebruik als bedrijfsverzamelgebouw en/of een invulling in de recreatieve sfeer. Wij verzoeken u daarom de bestemming te verruimen en als volgt te wijzigen: - bestemming bedrijf categorie 1.2 en 3.1, zonder specifieke aanduiding agrarisch bedrijfslaboratorium en zakelijke dienstverlening; - bestemming ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------168 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Wijzigen regels bedrijfsbestemming tbv vergroten gebruiksmogelijkheden pand
aanpassen tbv uitbreidingsplannen van HLB; het gebruik als bedrijfsverzamelgebouw toestaan; - eventueel recreatieve bestemming.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
169
86. [appellant sub 86], wonend te Smilde Archeologie
Wij kwamen erachter dat ons perceel [locatie DDD] nog steeds ingedeeld is als archeologische waarde II. Dit is onzes inziens onterecht, want de helft van de kavel is eind jaren 70 gemengwoeld tot 1,75 meter diep en is er drainage aangelegd. De andere helft is in het najaar van 1994 gemengwoeld tot 1,75 meter diepte en gedraineerd. De gemeente geeft in haar reactie van 2010 aan dat wijzelf middels archeologisch inventariserend veldonderzoek aan moeten tonen dat de grond geen voorwerpen met archeologische waarden bevat. Dit willen wij niet bekostigen. Wij willen ook toekomstige werkzaamheden zonder aanlegvergunning blijven doen. Als de werkzaamheden tot 50 cm diepte zonder vergunning mogen is dit in de praktijk beter werkbaar voor ons.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
170
87. [appellant sub 87], wonend te Drijber Bestemming Bedrijven wijzigen in Agrarisch
De bestemming voor [locatie DDD] is paars gekleurd, dus bedrijfsbestemming. Dit moet agrarisch zijn omdat het gaat om een melkveebedrijf.
De zienswijze is juist. Het betreft hier een omissie. De juiste bestemming is niet Bedrijfsbestemming, maar door de aanwezigheid van een melkrundveebedrijf agrarisch met aanduiding sa-sab. Bestemming wijzigen in agrarisch sa-gab. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming B wijzigen in agrarisch met aanduiding sagab.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
171
88. [appellant sub 88], wonend te Westerbork Waardevol grasland
Op de bijlagen bij de zienswijze zijn de percelen aangegeven. Het grasland wordt intensief gebruikt, hierdoor kan het niet aangemerkt worden als waardevol grasland. Bepaalde percelen zijn onterecht aangemerkt als natuur, deze percelen worden door de maatschap gepacht als landbouwgrond. Daarnaast ondervindt het bedrijf economische schade door de beperking van niet dieper ploegen dan 30 cm en het niet anders mogen betelen dan blijvend grasland. Het is een grondgebonden agrarisch bedrijf dat door de beperkingen van het ontwerp bestemmingsplan direct invloed heeft op de directe bedrijfsvoering en economische mogelijkheden.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
172
89. [appellant sub 89], wonend te Smilde Bestemming Bedrijf wijzigen in Bedrijf agrarisch aanverwant
[appellant sub 89] wil voor [locatie DDD] de aanduiding ‘manege’ laten opnemen, vanwege gewenste toekomstige mogelijkheden rondom het opzetten van een recreatief bedrijf voor de recreanten van de omliggende recreatie terreinen. Het huidige gebruik betreft het fokken van rijpaarden en het beleren van de paarden voor de handel.
Op dit moment is op het perceel een paardenfokkerij met leerschool aanwezig en derhalve is de bestemming Bedrijf- agrarisch aanverwant feitelijk juist. Er is geen aanleiding voor aanpassing naar manege. Op dit moment is er onvoldoende juridische basis om mogelijk toekomstig gebruik als reden te geven voor het wijzigen van de bestemming. Op het moment dat er wel zicht is op het toekomstige gebruik, bijvoorbeeld door een omgevingsvergunning, kan een eigen planprocedure aangevraagd worden. De gemeente zal op dat moment een afweging maken van het verzoek, dit past echter niet binnen de mogelijkheden van dit bestemmingsplan voor het buitengebied. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
173
90. [appellant sub 90], gevestigd te Groningen Aanduiding natuurkampeerterrein verwijderen
Luchtfoto:
Nabij [locatie EEE] staat een natuurkampeerterrein (NKT) ingetekend. Dit is niet juist en mag worden verwijderd.
Na overleg met [appellant sub 90], de eigenaar en gebruiker van de betrokken gronden nabij [locatie EEE] is gebleken dat dit kampeerterrein na het seizoen van 2011 gesloten zal worden, waarbij er overigens sprake was van groepskamperen, niet van natuurkampeerterrein. De aanduiding kampeerterrein kan dan ook vervallen van dit perceel. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding kampeerterrein verwijderen. Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
174
91. [appellant sub 91], wonend te Zwiggelte Vervallen, is zelfde als 49.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
175
92. [appellant sub 92], wonend te Spier 92a. Wijzigen natuurbestemming in agrarische bestemming met aanduiding sa-gab
[appellant sub 92] verzoekt om de agrarische bestemming zodanig te wijzigen dat agrarische bedrijfsgebouwen geplaatst kunnen worden in het als natuurgebied aangewezen terrein naast de aanduiding (sa-gab).
Het betreft het gebied ten oosten van het weggetje op het erf. Dit heeft in het vigerende plan en in het ontwerp plan een natuurbestemming. Hierbinnen is het niet toegestaan agrarische bebouwing te realiseren. Tevens betreft het hier EHS gronden. Vanuit die gedachte is het niet wenselijk de EHS te bebouwen dan wel de grens hiervan aan te passen zodat bouwmogelijkheden op dit stuk natuur gecreëerd worden, zeker nu er volop alternatieven zijn waar de agrarische bebouwing ook kan komen, zoals ten noorden van het natuurgebied. De natuurbestemming is dan ook de juiste bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
92b. Uitbreiding R-VR bestemming [locatie FFF] bezwaarlijk
[appellant sub 92] maakt bezwaar tegen de aanwijzing van het gehele gebied van [locatie FFF] als verblijfsrecreatiegebied. Aan beide zijden van dit gebied heeft de maatschap akkerbouwgronden liggen. Gevreesd wordt voor problemen door bemesting van de gronden, geluid tijdens beregening. Daarnaast zijn het stuifgevoelige gronden die voor de uitbreiding van de camping hinder kan ondervinden.
Voor de uitbreiding van [locatie FFF] is een aparte ruimtelijke onderbouwing opgesteld waarin ingegaan wordt op de planologische afweging (zie onder meer bladzijde 27 en 30 van de onderbouwing). De onderbouwing is als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd en met het bestemmingsplan bekendgemaakt. Gelet op de belangenafweging hierin is het wenselijk om de uitbreiding van de camping te realiseren, waarbij na afweging van alle belangen gebleken is dat er geen belangen van derden, waaronder de heer Paas, onevenredig geschaad worden. De campingactiviteiten liggen op (ruim) voldoende afstand van de inrichting (het agrarische bedrijf) waardoor er geen hinder voor de agrarische bedrijfsvoering optreedt. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
92c. Goothoogte hoger
Voor agrarische bedrijfsgebouwen is algemeen aanvaard een De maatschap zou graag zien dat de goothoogte van 4,5 meter. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het beleid van maximale goothoogte wordt gesteld op 6 de provincie die 4,5 meter goothoogte als uitgangspunt hanteren. Om meter. Hierdoor zijn de schuren efficiënter ook in de toekomst ontwikkelingsruimte te bieden is in dit indeelbaar en kan effectiever gebruikt worden bestemmingsplan van Midden-Drenthe de goot- en nokhoogte echter (kuubskisten). Hiermee verband houdende, bewust op 5 meter (met afwijking maximaal 5,5 meter) en 12 meter zou de nokhoogte naar 14,5 meter moeten bij bepaald. Dit is mede onderbouwd door een beeldkwaliteitplan op te afwijking. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------176 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
nemen met aanvullende eisen hierover. Deze kunnen via de afwijkingsprocedure afgedwongen worden. Hierdoor is het enerzijds mogelijk om (bijvoorbeeld) vier kisten van 1,25 meter te stapelen, anderzijds blijft de relatie met het landschap gewaarborgd. Op het moment dat er hogere maten komen, gaat dit ten koste van het landschap. Grotere bouwwerken dan 12 nok- en 5,5 goothoogte moeten op een industrieterrein of in de polder gerealiseerd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 92d. Recreatief nevengebruik bestemmen
Vanuit de gemeente zijn er toezeggingen gedaan over het toekennen van een recreatieve bestemming op het terrein rond de bedrijfsgebouwen. Dit is nog niet concreet vertaald in het bestemmingsplan. Graag deze bestemming opnemen, waarbij het agrarisch bouwperceel behouden dient te blijven.
Er is in 2010 een vrijstelling verleend voor het uitbreiden van de minicamping bij het agrarische bedrijf. Medio 2011 is deze onherroepelijk geworden. Derhalve is het nu mogelijk deze ontwikkeling over te nemen in het definitieve bestemmingsplan voor het buitengebied. Er zal een aparte regeling voor dit plan in het buitengebied opgenomen worden, omdat de vrijstelling afwijkt van de gebruikelijke manier van bestemmen van een kleinschalig kampeerterrein zijnde een ondergeschikte nevenactiviteit bij een grondgebonden agrarisch bedrijf. De vrijstelling zal opgenomen worden in het plan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de verleende vrijstelling voor uitbreiding van de minicamping bij het agrarische bedrijf van september 2011 wordt verwerkt in het plan.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
177
93. [appellant sub 93], wonend te Hijken Het ontwerp bestemmingsplan geeft aan dat spoelbassins en mestbassins binnen het bouwblok vallen en buiten het bouwblok ten hoogste 1.500 m3 mag bedragen. Dit is een wijziging t.o.v. het huidige bestemmingsplan, waardoor er geen uitbreidingsmogelijkheden meer zijn.
In de vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied is de algemene lijn dat het bij recht is toegestaan om mesilo’s en bassins binnen het bouwblok te bouwen. Er is daarbij geen oppervlakte maat binnen het bouwblok geboden, wel is de maximale goot- en nokhoogte opgenomen (3 en 6 meter hoog). Indien iemand buiten het bouwblok een mestsilo wil bouwen of hoger wil bouwen mag dit alleen na vrijstelling. Afhankelijk van het bestemmingsplan en de bestemming zijn de maximale maten na vrijstelling veelal 4 en 8 meter hoogte, en is de inhoud, echter altijd pas na vrijstelling, gesteld op 2.000 (voor Smilde) of 2.500 m3 (voor Westerbork en Beilen). Voor spoelbassins geldt dat alleen binnen het bouwblok gebouwd mag worden. In het ontwerp plan is het beleid dat mestopslag, voeropslag en spoelbassins zoveel mogelijk binnen het bouwblok komen. Derhalve mag er bij recht gebouwd worden binnen het bouwblok, met een maximale hoogte van 8 meter. Is er aantoonbaar geen plaats binnen het bouwblok voor genoemde zaken, dan kan de gemeente na afwijking medewerking verlenen het bouwen ervan aansluitend aan het bouwblok tot 1.500 m3 en een hoogte van 6 meter voor een mestsilo en 2 meter voor een sleufsilo mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. Eventueel kan mestopslag (waarvoor geen bouwvergunning nodig is) na afwijking op enige afstand van het bouwblok komen, mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. De regeling is daarmee voor bepaalde gebieden in de gemeente wat de vergelijking bij recht betreft hetzelfde, maar voor de situatie na vrijstelling inderdaad minder ruim dan nu het geval is. Dit geeft dan ook aanleiding de norm af te stemmen op de maximale norm binnen de vigerende bestemmingsplannen na vrijstelling, zijnde 2.500 m3. Het bestemmingsplan zal verruimd worden in die zin dat de maximale mogelijkheden voor mestsilo’s en spoelbassins buiten het bouwblok na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden. Voor mestsilo’s wordt gewijzigd dat de goothoogte maximaal 4 meter en ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------178 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
93a. Regeling spoelbassins en mestbassins
nokhoogte maximaal 8 meter zal zijn. Daarnaast zal de regeling voor bouwen van mestsilo’s binnen het bouwblok aangepast worden, aangezien dit niet een praktische regel is gebleken te zijn. Dit houdt in dat binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, en voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, de hoogte voor torensilo’s blijft staan op 12 meter. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de nokhoogte op 8 meter komt. 93b. Bestemming [locatie GGG] wijzigen van R-VR2 naar R-VR1 en Agrarisch
Op [locatie GGG] is de bestemming Verblijfsrecreatie 2 opgenomen. Dit zou verblijfsrecreatie 1 moeten zijn. Daarnaast zou de strook van 25 meter vanaf de perceelsgrens aan de westelijke zijde de agrarische bestemming moeten behouden
Voor dit perceel is een onherroepelijke bouwvergunning met vrijstelling aanwezig voor het realiseren van een aantal recreatiebungalows. Deze ontwikkeling is derhalve opgenomen in dit ontwerp plan. Nu het gaat om een onherroepelijk plan wordt hier inhoudelijk verder niet op ingegaan. Voor wat betreft de 25 meter strook, geldt dat dit bouwplan aangehouden is. De perceelsgrens van nummer 45 is overigens de grens van dit plan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
93c. Bestemming Natuur wijzigen in agrarisch.
De percelen gemeente Beilen sectie R556 en R2372 op de bijlage zijn door ons in gebruik als landbouwgrond en geen natuur.
De percelen die bestemd zijn als natuur zijn in eigendom van SBB. Ze vallen tevens in de EHS. De doelstelling voor dit gebied op termijn is natuur. Natuur is derhalve de juiste bestemming en past in het provinciaal beleid. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
93d. Archeologie
Op alle percelen ligt de dubbelbestemming
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
179
WA–AR2. Al deze percelen zijn al gedraineerd en gemengwoeld.
verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
93e. Bestemming [locatie HHH] W-VB wijzigen in AW-1
De bestemming van [locatie HHH] graag wijzigen in agrarisch met waarden 1.
[locatie HHH] heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming wonen-voormalige boerderij. Dit is in het ontwerp plan overgenomen. Het is in eigendom van de heer Veninga, maar niet bij het bedrijf in gebruik. Ook is er geen verzoek bekend om dit te wijzigen in tweede bedrijfswoning. Derhalve is de bestemming W-VB terecht opgenomen. Het achtergelegen deel is al AW-1. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
93f. Bestemming AW-2 [locatie III] en [locatie JJJ] wijzigen in AW-1
De bestemming van [locatie III] en [locatie JJJ] graag wijzigen in agrarisch met waarden 1, net als in het huidige bestemmingsplan.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Beilen R 4024 waar ondermeer de woning 33a zich bevindt en de huiskavel 51/53. Voor eerstgenoemde geldt dat dit perceel ligt in de bestemming AW-2. Op basis van historisch kaartmateriaal is deze bestemming bepaald en terecht aanwezig. Voor nummer 51/53 geldt dat een woonbestemming heeft gekregen omdat hier particuliere bewoning plaatsvindt. De bestemming hiervan zal derhalve niet gewijzigd worden in agrarisch. De gronden achter deze woonbestemming zijn thans ook AW-1, waardoor dit niet gewijzigd hoeft te worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
180
Luchtfoto: 93b linker pijl 93c. Beilen sectie R556 en R2372 (gestippeld) 93e meest rechtse pijl
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
181
94. [appellant sub 94], wonend te Zwiggelte De maatschap vindt het huidige bouwblok van 1,5 ha te klein. De maatschap ziet dit graag aangepast naar 2,5 ha om zo ook voor de toekomst een duurzaam en rendabel landbouwbedrijf te realiseren. Daarnaast moeten kuilplaten voor opslag van voer buiten het bouwblok gehouden worden, net als in het huidige bestemmingsplan.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-1”. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 2 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Groter dan 2 ha bouwblok is in het ontwerp plan niet opgenomen, hiervoor dient een individuele afweging met een eigen procedure gevolgd te worden. Het vergroten van het bouwblok tot 2 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier op dit moment niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Voor dit perceel is de feitelijke situatie dat er op dit moment minder dan 1,5 ha bouwblok benut is. Wel liggen de bestaande kuilplaten buiten de 1,5 ha vierhoek/bouwblok in geval deze in een vierhoek gerekend zou worden. Indien deze vergund zijn, kunnen deze blijven liggen en komen onder het overgangsrecht. Ook de verleende milieuvergunning voor een nieuwe ligboxenstal, welke is gesitueerd direct achter de tweede bedrijfswoning, valt binnen de 1,5 ha norm. Daarom is voor de bestaande bebouwing en gebruik 1,5 ha op dit moment voldoende. Wanneer er op termijn een vergroting tot maximaal 2 ha nodig zou zijn, kan de heer Van der Klippe hiertoe een aanvraag indienen. Ook het realiseren van kuilvoeropslag of mestopslag kan middels een afwijking bij gebleken noodzaak toegestaan worden. De gemeente zal op dat moment toetsen of deze uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gelet op de milieuwet- en regelgeving. Op dit moment is er nog geen concrete aanvraag hiertoe gedaan waardoor er op dit moment geen aanleiding is het bouwblok nu al te vergroten. In het vigerende plan is de regeling ook zodanig dat er buiten het bouwblok alleen na vrijstelling opslag van kuilvoer mag plaatsvinden. In die zin verandert het ontwerp plan dan ook niets aan de systematiek. Het feit dat er al een milieuvergunning voor een uitbreiding is verleend doet hier niets aan af, temeer omdat deze binnen de 1,5 ha bouwblok gerealiseerd kan worden en omdat er ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------182 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
94a. Grootte bouwblok naar 2,5 ha ipv 1,5 ha.
nog een omgevingsvergunning voor het bouwen van deze stal aangevraagd en eventueel verleend moet worden. Teven is (nog) geen Natuurbeschermingswet voor deze uitbreiding afgegeven, waardoor het op dit moment nog niet zeker is of de uitbreiding kan en zal plaatsvinden. Derhalve kunnen aan de milieuvergunning sec geen rechten ontleend worden. De gemeente is zeker bereid mee te denken als een dergelijke omgevingsvergunning wel ingediend wordt. Al met al is er geen reden het bouwblok bij recht tot 2 of zelfs tot 2,5 ha te verruimen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 94b. Opslag digestaat en coproducten in mestsilo’s
Verzoek om voor mestsilo’s de opslag van digestaat en coproducten ook toe te staan.
Nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf in de vorm van biomassavergistingsinstallaties of producten daarvan zijn bij recht niet toegestaan. Dit kan via wel via een afwijking als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De regels voorzien derhalve in een mogelijkheid voor het gebruik van biomassavergisting. Daarnaast is het gebruik van mestsilo’s juist bedoeld voor de opslag van mest en niet voor andere vloeibare stoffen. Het besluit mestbassins geeft hier overigens ook een definitie voor, namelijk dat een mestsilo alleen bedoeld is voor de bewaring van dunne mest. De gemeente wenst hierbij aan te sluiten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
94c. Hoogte bebouwing naar 14,5 m
Verzoek om de hoogte van gebouwen en mestsilo’s met een gasdak aan te passen naar 14,5 meter, dit in verband met dierenwelzijn tijdens warme zomerdagen.
Voor agrarische bedrijfsgebouwen is algemeen aanvaard een goothoogte van 4,5 meter. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het beleid van de provincie die 4,5 meter goothoogte als uitgangspunt hanteren. Om ook in de toekomst ontwikkelingsruimte te bieden is in dit bestemmingsplan van Midden-Drenthe de goot- en nokhoogte echter bewust op 5 meter (met afwijking maximaal 5,5 meter) en 12 meter bepaald. Dit is mede onderbouwd door een beeldkwaliteitplan op te nemen met aanvullende eisen hierover. Deze kunnen via de afwijkingsprocedure afgedwongen worden. Hierdoor is het enerzijds mogelijk om (bijvoorbeeld) vier kisten van 1,25 meter te stapelen, anderzijds blijft de relatie met het landschap gewaarborgd. Op het moment dat er hogere maten komen, gaat dit ten koste van het
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
183
landschap. Grotere bouwwerken dan 12 nok- en 5,5 goothoogte moeten op een industrieterrein of in de polder gerealiseerd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 94d. Archeologie, Hydrologie, Waardevol grasland verwijderen
94e. Tijdelijke opslag vaste mest
Geen extra aanduidingen opnemen op onze agrarische percelen, waaronder archeologie, hydrologische beïnvloeding, waardevol grasland e.d. Zij willen de gronden zonder beperkingen kunnen gebruiken t.b.v. een goede landbouwpraktijk. De percelen landbouwgrond behorend bij het bedrijf zijn vrijwel overal gedraineerd. Vanwege het klimaat en voor de oogstzekerheid en kwaliteitsbehoud blijft drainage noodzakelijk. Dit moet in de toekomst zonder beperkingen mogelijk zijn.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Graag in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied de tijdelijke opslag van vaste mest op percelen, voor het uitrijden op de betreffende percelen, zonder beperkingen mogelijk te maken, zoals in de huidige situatie.
In het ontwerp plan is het niet toegestaan tijdelijke mest op te slaan buiten het bouwblok. Er zijn voldoende mogelijkheden om mest binnen het bouwblok op te slaan. Indien er binnen het bouwblok hiervoor geen ruimte aanwezig is, en het noodzakelijk en aantoonbaar is, kan aansluitend op het bouwblok mest opgeslagen worden. Daar waar het betreft tijdelijke mestopslag kan het volgende gesteld worden. De regeling van opslag van mest buiten het bouwperceel is ingegeven vanuit de passende beoordeling. Op grond van de conclusies hieruit is de gedachte vorm gegeven dat opslag van mest zo veel mogelijk moet worden beperkt buiten de bouwpercelen. Het voert echter te ver om tijdelijke opslag voor verwerking op het land (zoals begrepen in het activiteitenbesluit) ook te verbieden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a van de regels schrappen.
De aanduidingen hydrologische beïnvloeding en waardevol grasland zijn hier niet van toepassing. Hierop zal dan ook niet nader ingegaan worden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
184
95. [appellant sub 95], wonend te Hijken 95a. Wijzigen bestemming AW-4 in AW-1
[locatie KKK] is bestemd als agrarische waarden 4. Dit betreft jonge veldontginning (ook in POP zo aangemerkt) waardoor het AW-1 moet zijn.
Het gebied kan worden gekarakteriseerd als een lager gelegen, grootschalig open gebied min of meer gerelateerd aan een beekdal. Vanwege de lagere ligging treedt op veel plaatsen kwel op en komen er plaatselijk waardevolle sloot- en oevervegetaties voor. Het gebied blijft voor grootschalige landbouw bedoeld. De ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijvigheid wijken nauwelijks af van AW-1. Slechts voor ingrepen in de waterhuishouding is een omgevingsvergunning vereist. De reguliere agrarische bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden worden dus niet onevenredig belemmerd. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
95b. Archeologie
Een gedeelte van het kavelpad wordt aangemerkt als SA-AW3. Tijdens de ontginning is het veen verwijderd en hiervoor is zand en steen in het pad gemaakt. Er kan hier geen sprake zijn van archeologische waarde. Alle percelen behorend bij het bedrijf moeten geen van allen aangemerkt worden als SAAW2, omdat deze na de ontginning zijn gemengwoeld of gediepploegd en er is bijna overal drainage toegepast. Dit geld ook voor perceel Beilen A 6907 met de dubbelbestemming SA-AW3.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er geen sprake is van een archeologische waarde voor het kavelpad en alle andere percelen behorende tot uw bedrijf. Op de archeologische verwachtingskaart behorend bij het bestemmingsplan is het kavelpad nog aangemerkt als archeologische waarde. Deels is dit gebaseerd op de aanwezigheid van een restant van een pingoruine. Uit archiefonderzoek blijkt dat er naast het kavelpad een ontgronding is verricht en dit perceel ook als verstoord op de archeologische verwachtingskaart is aangeduid. Voor het kavelpad en de overige percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------185 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
is gegaan door grondwerkzaamheden. Voor uw percelen is geen archeologisch onderzoek bekend en dus geen bewijs dat er sprake is van verstoring. Bij werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning vereist is moet éénmalig worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachting op de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 95c. Wijzigen bestemming [locatie LLL] van R-VR2 naar RVR1
Aan het perceel [locatie LLL is ‘verblijfsrecreatie 2’ toegekend. Dit zou verblijfsrecreatie 1 moeten zijn, aangezien het een kampeerterrein met een groepsaccommodatie betreft. Daarnaast staat in de regels niets over de afstand van bebouwing tot de erfgrens binnen deze bestemming en over het bouwen van maximaal 1 bouwlaag. Dit moet worden opgenomen bij deze bestemming.
Voor dit perceel is een onherroepelijke bouwvergunning met vrijstelling aanwezig voor het realiseren van een aantal recreatiebungalows. Deze ontwikkeling is derhalve opgenomen in dit ontwerp plan. Nu het gaat om een onherroepelijk plan wordt hier inhoudelijk verder niet op ingegaan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
186
96. [appellant sub 96], wonend te Bovensmilde 96a. Archeologie
Op alle gronden in mijn eigendom zijn willekeurige “cirkels” gezet met de aanduiding archeologische waarden. Nagenoeg alle grond zijn in het verleden gediepploegd (ca. 2 meter) of diepgespit. Graag deze aanduiding verwijderen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
96b. Wijzigen bestemming Natuur in Agrarisch
Achter op de Grietmanswijk heeft Natuurmonumenten veel grond in bezit. Dit wordt als landbouwgrond verhuurd. De bestemming natuur moet worden aangepast in agrarische gronden.
Bedoelde percelen zijn inderdaad eigendom van Natuurmonumenten. Ze maken echter deel uit van de Provinciale EHS. Op termijn zal hier natuur worden gerealiseerd. Natuur is dus de meest geëigende bestemming. Dat past in het provinciale beleid. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
96c. Hydrologie
De aanduiding ‘hydrologische beïnvloeding” parallel aan de grens van het Fochteloëerveen is overbodig. Uit onderzoek in opdracht van de provincie Drenthe en de waterschappen is gebleken dat er geen relatie is in de waterhuishouding tussen het Fochteloëerveen en het landbouwgebied. Graag aanduiding verwijderen.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
187
97. [appellant sub 97], wonend te Drijber 97a. Archeologie
Het plan verdient een compliment als het gaat om duidelijkheid en transparantie. Met name het schrappen van de waardevolle graslanden uit het voorontwerp en het vergroten van het bouwblok naar 1,5 ha verdient een pluim. Toch wat opmerkingen. Door omzetten van grond naar akkerbouw (varieert van eens in de 3 tot eens in de 7 jaar) is al de grond behorend tot het bedrijf tot op 45 cm al bewerkt. Graag de dubbelbestemming archeologie verwijderen en/of aanpassen naar een diepte van 50 a 60 cm.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
97b. Hydrologie
De ontwerper gaat verder dan de verplichting om aangrenzend aan de N2000 gebieden een zone van 1000 meter te hanteren. Een zone van 500 meter in en 500 meter buiten de natuurgebieden lijkt mij een beter idee. De gebieden die daarbuiten vallen kunnen dus vervallen. Zeker als het gaat om gebieden die doorsneden worden door bijvoorbeeld het Linthorst Homankanaal.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
188
98. [appellant sub 98], wonend te Beilen Opnemen campingmogelijkheden
Op mijn perceel is alleen de agrarische bestemming opgenomen, terwijl ik ook vrijstelling heb gekregen voor een camping van 240 recreatie-eenheden. Graag opnemen.
Voor het perceel [locatie MMM] is de bestemming “AW-1” opgenomen met een aanduiding ‘sa-gab’. Dit grondgebonden bedrijf is opgenomen op de verbeelding. Voor de bestaande mini-camping is dit niet het geval, dit is via de regels geregeld. Op dit moment is er een minicamping aanwezig op het perceel. De camping is een neventak bij het agrarische bedrijf. Onlangs, medio 2011, is echter een vrijstelling van het bestemmingsplan voor het uitbreiden van de camping onherroepelijk geworden. Omdat hiervoor nog een planologische procedure liep ten tijde van het opstellen van het ontwerp plan is deze bewust niet meegenomen. Nu het vrijstellingsbesluit onherroepelijk is geworden, zal het plan bij de vaststelling alsnog ingevoegd worden in het bestemmingsplan voor het buitengebied middels het opnemen van een campingbestemming (zonder bedrijfswoning). Een afweging in de vorm van een ruimtelijke onderbouwing ten aanzien van flora- en fauna waarden etc, zoals gedaan bij een aantal andere recreatieve plannen is in deze niet nodig, aangezien het gaat om een onherroepelijk planologisch besluit waarbinnen al een totale belangenafweging is gemaakt. Het besluit zal vertaald worden in het definitieve bestemmingsplan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming R-VR1 met de aanduiding ‘-bw’ opnemen in plaats van een witte vlek.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
189
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
190
99. [appellant sub 99], wonend te Hoogersmilde 99a. Wijzigen bestemming Natuur in agrarisch
Het perceel (zie bijlage) ten zuiden van de weg Emmen-Drachten en ter hoogte van het recreatieterrein Horrebieter, dit is het 2e perceel naast de weg N34, kadasternummer 3274, is onterecht als natuur bestemd. Dit moet landbouwgrond zijn.
99b Archeologie
Het perceel is ook meerdere malen dieper dan 50 cm bewerkt, waardoor er geen archeologische waarde meer inzit.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Smilde C3274. Dit is op dit moment in eigendom van de heer X. Het is in gebruik als agrarische grond. Hier is dan ook sprake van een omissie. Hetzelfde geldt voor de gronden links en rechts van dit perceel gelegen, ook deze zijn agrarisch in gebruik. Ook deze percelen, SDE C3273, 3280 en 3707, voor zover niet ten zuiden van het verlengde van de ondergrens van het perceel 3274 gelegen, van N wijzigen in agrarisch. De onderste smalle strook ten zuiden ervan is wel bos en kan N blijven. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor het perceel Smilde C3274 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Ook de percelen, Smilde C3273, 3280 en 3707, voor zover niet ten zuiden van het verlengde van de ondergrens van het perceel 3274 gelegen, van N wijzigen in agrarisch. Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
191
Luchtfoto: In blauw : perceel 3274 gronden links en rechts ervan ook wijzigen
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
192
100. [appellant sub 100], wonend te Hoogersmilde 100a. Wijzigen bestemming Natuur in agrarisch
[locatie NNN] dit is het 2e perceel naast de weg N34, kadasternummer 3274, is onterecht als natuur bestemd. Dit moet landbouwgrond zijn.
Zie reactie 99. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Smilde C 3274. Dit is op dit moment in eigendom van de heer X. Het is in gebruik als agrarische grond. Hier is dan ook sprake van een omissie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor het perceel Smilde C3274 de bestemming N wijzigen in agrarisch.
100b Archeologie
Het perceel is ook meerdere malen dieper dan 50 cm bewerkt, waardoor er geen archeologische waarde meer inzit.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
zie 99.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
193
101. [appellant sub 101], wonend te Westerbork 101a. Plankaart
In februari 2010 is namens onze advocaat een reactie over ontwerp bestemmingsplan buitengebied gegeven. Dat ontwerp is ingetrokken waardoor onze zienswijze van 2010 de status heeft verloren. Wij dienen deze zienswijze wederom in over het ontwerp van 2011. Voor zover niet aan onze bezwaren is tegemoetgekomen, beschouwt u de brief dan als ingelast. Bij het inzien van het plan via internet bleek de plankaart te ontbreken. De cliënten zijn van mening dat de digitale kaart alsnog ter inzage dient te worden gelegd en een nieuwe termijn moet worden gesteld (en gepubliceerd) om een reactie in te dienen.
Het is niet geheel duidelijk wat bedoeld wordt met hetgeen er ontbrak aan de publicatie van de kaart op internet. Desondanks is in het algemeen gesproken besloten het ontwerp bestemmingsplan in te trekken en na verbetering en aanvulling opnieuw ter inzage te leggen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
101b. Onduidelijke legenda
Op de papieren plankaart staan onduidelijke strepen en vierkantjes die niet in de legenda worden verklaard. Mede doordat bestaande gebouwen niet op de (papieren) plankaart zijn weergegeven, voldoet de kaart niet aan de eis dat deze op een duidelijke ondergrond is gebaseerd, hetgeen in strijd is met artikel 1.2.4 Bro.
Voor zover de gemeente bekend zijn alle aanduidingen juist en duidelijk opgenomen. Het is mogelijk dat de ondergrond niet de meest actuele is, aangezien dit een momentopname weergeeft. Dit leidt echter in onderhavig geval niet tot belemmeringen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
101c. Overgangsrecht
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is van mening In het plan is persoonsgebonden dat de startsituatie van het bedrijf, zoals nader aangegeven op de overgangsrecht opgenomen voor het situatietekening van bijlage 8 van de regels van het ontwerp uitoefenen van een stenenhandel. Cliënten bestemmingsplan, onder het overgangsrecht valt. In het ontwerp lijden als gevolg daarvan schade. Op grond bestemmingsplan is dit overgangsrecht als persoonsgebonden van het overgangsrecht in het vigerende plan overgangsrecht opgenomen, omdat het uit een oogpunt van goede is het mogelijk om het gebruik voort te zetten. ruimtelijke ordening niet gewenst is dat de stenenhandel ter plaatse Wij zijn van mening dat het afwijkende gebruik ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------194 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
(de stenenhandel) positief dient te worden bestemd. Enerzijds bestaan er geen plannen om te onteigenen, anderzijds is de grond in toenemende mate ongeschikt voor de gelegde bestemming (agrarisch). Bestaand gebruik dat afwijkt van de bestemming, behoort onder het overgangsrecht te vallen, indien de beëindiging van het afwijkende gebruik voorzienbaar is binnen de planperiode.
gelegaliseerd wordt. Hiertoe is binnen de regels van het overgangsrecht alsmede in bijlage 8 een aanvullende regeling opgenomen voor dit perceel. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
101d. Nieuwe ontwikkelingen woningbouw Gagelmaat
In de structuurvisie is in de ontwikkeling van woonpercelen aan de Gagelmaat, tegenover het perceel, voorzien. Feitelijk zou daardoor een verdere insluiting van het perceel plaatsvinden. Het bestemmen van deze grond tot ‘Agrarisch met waarden -1’ maakt deze grond onbruikbaar.
Het ontwerp bestemmingsplan is een actualiserend en conserverend bestemmingsplan. Het doel ervan is de huidige legale situatie zo goed mogelijk in beeld te brengen en hieraan een zo goed mogelijk systeem van bouw- en gebruiksregels op te nemen. Toekomstige ontwikkelingen als woningbouw zoals deze bijvoorbeeld uit een structuurvisie kan blijken, passen niet binnen een dergelijk bestemmingsplan. Hiervoor dient een aparte procedure doorlopen te worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
101e. Uitbreiding recreatie Gagelmaat
Cliënten hebben bezwaar tegen het uitbreiden van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de recreatieve bestemming aan de Gagelmaat. De mogelijkheden voor agrarisch grondgebruik nemen daardoor verder af, waardoor de resterende agrarische grond in waarde daalt. Voor een economisch haalbare agrarische bedrijfsvoering is het noodzakelijk om van schaalvergroting uit te gaan.
In het ontwerp bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt voor de recreatieve bestemming aan de Gagelmaat (Timmerholt). Indien Timmerholt verder wil ontwikkelen, zal hiervoor een apart bestemmingsplan gemaakt worden. In deze procedure kan betrokkene meedenken door een zienswijze in te dienen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
195
102. [appellant 102], wonend te Bovensmilde 102a. Wijzigen bestemming Natuur in agrarisch
Op 27/11/2010 heb ik 3,47 ha grond gekocht aan [locatie OOO], sectienummer K2362. De natuurbestemming moet landbouw zijn.
Dit perceel Smilde K2362 is inderdaad sinds eind 2010 in eigendom van [appellant 102]. Gelet op het beoogde doel, het betrekken van de grond bij zijn agrarische bedrijfsvoering op [locatie OOO] is het terecht dat de bestemming Natuur gewijzigd wordt in Agrarisch. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor het perceel Smilde K2362 de bestemming N wijzigen in agrarisch.
102b. Archeologie
Alle gronden zijn met ruilverkaveling al bewerkt tot zo’n 1,30 tot 2,10 meter diepte. Ook ligt er een gastransportleiding en zijn de eigen bewerkingen dieper dan 30 cm.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Individuele beantwoording: In de zienswijze wordt vermeld dat er een gasleiding aanwezig is uw percelen. De kaart behorende bij het bestemmingsplan vermeldt geen dubbelbestemming voor de gastransportleiding. Archiefonderzoek heeft aangetoond dat op 18 januari 1999 een aanlegvergunning is verleend voor het aanleggen van een HD gastransportleiding van de NAM voor het tracé Appelscha – Norg door de gemeente Midden-Drenthe. Bij de aanvraag zijn geen gegevens bekend over de effecten van de aanleg op de bodem en archeologie. In het bestemmingsplan “Buitengebied Smilde” was geen regel opgenomen over de uitvoering van een archeologisch onderzoek bij de aanvraag van een aanlegvergunning. Gezien de werkzaamheden die bij de aanleg worden uitgevoerd is de grond in en nabij de gasleiding is verstoord. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------196 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
passen op dit onderdeel. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen zodat er in de zone van en rondom de NAM-gasleiding geen verwachting meer is. Ook zal de NAM-leiding op de verbeelding verwerkt worden. Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
197
103. [appellant sub 103], wonend te Orvelte Rekening houdend met de ligging van voeropslagen en het feit dat in artikel 4.4 sub b onder 1 staat dat het bouwvlak een aaneengesloten vierhoek moet zijn, heeft het bouwvlak nu al een oppervlakte van 2,7 ha. Terwijl bij recht maar 1,5 ha en via afwijking dit 2 mag zijn. Dit betekent dat wij geen uitbreiding kunnen realiseren. Het zou beter zijn om de diverse opslagen buiten het bouwblok toe te staan, zodat er administratief minder rompslomp is. Graag toevoegen dat wij al 2,7 ha bouwblok hebben.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-1”. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 2 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Groter dan 2 ha bouwblok is in het ontwerp plan niet opgenomen, hiervoor dient een individuele afweging met een eigen procedure gevolgd te worden. Het vergroten van het bouwblok tot 2 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier op dit moment niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Voor dit perceel is de feitelijke situatie dat er op dit moment ongeveer 1 ha bouwblok benut is. Wel liggen de bestaande kuilplaten buiten de 1,5 ha vierhoek/bouwblok in geval deze in een vierhoek gerekend zou worden. Indien deze vergund zijn, kunnen deze blijven liggen en komen onder het overgangsrecht. Daarom is voor de bestaande bebouwing en gebruik 1,5 ha op dit moment voldoende. Wanneer er op termijn een vergroting tot maximaal 2 ha nodig zou zijn, kan de heer Baardink hiertoe een aanvraag indienen. Ook het realiseren van kuilvoeropslag of mestopslag kan middels een afwijking bij gebleken noodzaak toegestaan worden. De gemeente zal op dat moment toetsen of deze uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gelet op de milieuwet- en regelgeving. Op dit moment is er nog geen concrete aanvraag hiertoe gedaan waardoor er op dit moment geen aanleiding is het bouwblok nu al te vergroten. De gemeente is zeker bereid mee te denken als een dergelijke omgevingsvergunning wel ingediend wordt. In het vigerende plan is de regeling ook zodanig dat er buiten het bouwblok alleen na vrijstelling opslag van kuilvoer mag plaatsvinden. In die zin verandert het ontwerp plan dan ook niets aan de systematiek. Al met al is er geen reden het bouwblok bij recht tot 2 of zelfs tot 2,7 ha te verruimen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------198 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
103a. Bouwvlak vergroten
103b. Vorm bouwblok
Wij begrijpen niet dat voor de bestemming AW-2 de gebouwen rond een centrale ruimte gebouwd moeten worden. Het bevreemdt ons dat dit niet voor alle agrarische bouwvlakken geldt. Op onze locatie kan ook niet worden voldaan aan de eis van het aaneengesloten vierhoekige bouwvlak, alhoewel er van afgeweken kan worden. Wij verzoeken u de eis van vierhoek uit het bestemmingsplan te laten. Ook de maximale diepte en breedtematen zijn voor ons bedrijf niet toereikend. Hiermee kunnen wij ook niet uit de voeten.
Voor het onderhavige perceel (nr. 59) is de bestemming AW-1 van toepassing. De systematiek binnen de AW-2 bestemming (oude veldontginningen, en waar voorkomen de essen is erop gericht de landschappelijke waarden van het AW-2 gebied te bewaren en te versterken. Een van de ruimtelijke kenmerken van bebouwing op deze gronden is dat de erfopzet onregelmatig is. Van oudsher is de bebouwing op deze erven georganiseerd rond een (denkbeeldige) centrale ruimte. Aangezien dit niet geldt voor de overige bestemmingen, is deze gedachte daar niet verwerkt. Voor een verdere toelichting op dit onderdeel verwijst de gemeente naar het beeldkwaliteitplan, H3.2. Voor wat betreft de vierhoek: van de verplichting te bouwen in een vierhoek kan worden afgeweken middels een afwijking van het bestemmingsplan als de noodzaak daartoe aanwezig is. In casu is het mogelijk binnen een vierhoek te bouwen als de huidige kuilvoeropslag niet meegerekend is. Er is dan ook binnen de maximale diepte- en breedtemaat ruimte voor uitbreiding aanwezig. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
103c. Ammoniakdepositie
Alle artikelen met betrekking tot de toetsing op ammoniakdepositie moeten uit het bestemmingsplan worden verwijderd, aangezien die toetsing thuishoort bij de provincie vanwege de Natuurbeschermingswet en zij al een verklaring van geen bezwaar bij het aanvragen van een omgevingsvergunning dient te verlenen. Anders toevoegen dat ammoniakdepositie door een bedrijf veroorzaakt niet mag toenemen.
Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een planMER en een passende beoordeling gedaan. Daarmee is voldaan aan de vereiste van artikel 19 j van de Nbw. Uit de passende beoordeling volgt dat de mogelijkheid voor veel bedrijven bestaat om uit te breiden. Dit heeft er toe geleid dat de regels van het plan niet hoefden te worden ingeperkt. De gemeente is het met de indiener van de zienswijze eens dat de toetsing van artikel 19d Nbw daarnaast lijkt te volstaan. Vanwege het belang van deze toetsing en enige onzekerheid over de relatie tussen bestemmingsplan en natuurbeschermingswet/habitatrichtlijn, is er voor gekozen om het criterium desondanks op te nemen. Op die wijze zal de toetsing niet worden vergeten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
103d. Archeologie
U heeft de aanduiding opgenomen Waardearcheologie 2. Dit betekent dat er archeologische onderzoekskosten voor onze
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
199
103e. Waardevol grasland
rekening komen. Aangezien het gaat om algemeen belang lijkt het ons niet meer dan logisch dat deze kosten niet door ons betaald hoeven te worden. Ook is het gebied al verstoord. Hiernaar is vanwege onze inspraakreactie uit 2007 ook al samen met de gemeente onderzoek naar gedaan. De archeologische waarde staat echter nog steeds op de kaart en moet er eigenlijk af. Ook is de grond al ontgonnen en gemengwoeld (zie bijlage). Ook liggen er in de lengte van onze huiskavel vier hoofdgastransportleidingen van de Gasunie. dus is er op 3 meter diepte niets meer te vinden. Graag bestemming verwijderen van onze huiskavel. Ook drainage uitsluiten van onderzoek. Voorstel om pas vanaf 5.000 m2 en 1 meter diepte onderzoek verplicht te stellen.
(mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
De landbouwgrond tegenover onze locatie aan de overzijde van het kanaal is bestemd als “Waarde grasland”. De ze grond is echter normaal in gebruik als landbouwgrond. Wij hebben grote moeite met deze bestemming, want er zijn voorbeelden te over dat deze manier uiteindelijk de ontwikkeling van (agrarische) bedrijven in de omgeving onmogelijk wordt gemaakt. Wij verzoeken u deze bestemming eraf te halen, dan wel op te nemen dat deze geen beperkende invloed heeft op ons agrarische bedrijf.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Individuele beantwoording: In de zienswijze wordt vermeld dat uw percelen al zijn verstoord en u verwijst hierbij naar de inspraakreactie uit 2007. Eén onderdeel van de bijlagen van de archeologische verwachtingskaart is de veldtoets, die onder andere naar aanleiding van de zienswijzen in 2007 is uitgevoerd door adviesbureau Oranjewoud. Op de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan zijn de percelen gewaardeerd als terreinen met een hoge en middelhoge verwachting. Uit de veldtoets blijkt dat de bodem slechts gedeeltelijk is verstoord en grotendeels intact is. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. Ter aanvulling op de archeologische waarde zijn uw percelen gelegen in het invloedgebied van de Drentse Aa en op grond van de Omgevingsvisie aangemerkt als provinciaal belang. Bij planontwikkeling is vroegtijdig contact met de provincie vereist De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
200
104. [appellant sub 104], gevestigd te Orvelte 104a. Bestemming W-VB wijzigen in Agrarisch
Wij maken bezwaar tegen de grootte van de woonbestemming op [locatie PPP], naast ons pluimveebedrijf. Ook de later aangekochte agrarische grond, die nu ingeplant is als bos, staat in het ontwerp als woonbestemming. Dit is te dicht bij ons bedrijf.
Het bestemmingsvlak voor [locatie PPP], aan de oostkant van dit bedrijf ligt weliswaar op korte afstand van het bedrijf, maar belemmert dit bedrijf niet. Het bedrijf wordt nu al belemmerd door de woning op [locatie QQQ], aan de westkant van het bedrijf. Het is mogelijk dat de woning op nummer 51 gesloopt wordt en dat er een nieuwe woning gebouwd wordt aan de westkant van het bestemmingsvlak W/VB. Echter, dit levert volgens een berekening in V-stacks geen geurbelemmering op voor het bedrijf. Mede door de onlangs vastgestelde geurverordening van de gemeente is er geen beperking van het bedrijf door de woonbestemming aan de oostzijde. De belemmering zit hem nu al met name in de woning aan de westkant. Er is dan ook geen reden om het bestemmingsvlak W-VB te verkleinen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
104b. Natuurbestemming
Het grasland tegenover ons bedrijf aan de ZZ is nu ook ingetekend als natuur. Voorheen was de waterstroom de grens, maar nu het kanaal. In een eerdere aanvraag milieuvergunning was het van belang dat het natuurgebied niet dichtbij kwam. Wij maken ons zorgen dat we in de nabije toekomst last krijgen van dit natuurgebied als we bv. uitloop voor onze legkippen willen creëren (bv. door wetgeving).
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Westerbork S 324. Dit perceel is in eigendom van een particulier. Het is momenteel in gebruik als grasland. Het gebied maakt wel onderdeel uit van de Provinciale EHS. Gezien het huidige agrarische gebruik is een agrarische bestemming de meest geëigende. Via een wijzigingsbevoegdheid behoort omzetting naar een natuurbestemming dan wel tot de mogelijkheden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor het perceel Westerbork S324 de bestemming N wijzigen in agrarisch.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
201
Ontwerp 2011 104b:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
202
105. [appellant sub 105], wonend te Wijster Archeologie
Ik maak bezwaar tegen de verplichting van archeologisch onderzoek voor grond bewerkingen dieper dan 30 cm. De meeste percelen zijn al gedraineerd en sommigen diep geploegd. Drainage moet vrijgesteld worden van archeologisch onderzoek, net zoals het diepploegen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
203
106. [appellant sub 106], wonend te Bovensmilde Woonbestemming vergroten
Op de kaart, zoals getoond in het Kompas, is te zien dat ons perceel twee bestemmingen heeft: Wonen in voormalige boerderijen en agrarisch. Onze boerderij is gekocht van een uitgesaneerde boer met gevolg dat hernieuwde agrarische activiteiten verboden zijn. Dit op staffe van een dwangsom en als zodanig in een kettingbeding opgenomen in de akte. Het is daarom wenselijk dat het hele perceel aangemerkt wordt als ‘wonen in voormalige boerderij’. Ingekleurd in geel. Verder menen wij te weten dat één perceel geen twee verschillende bestemmingen kan hebben.
Het betreft het perceel kadastraal bekend SDE F1720. In het ontwerp is dit perceel opgenomen als wonen-voormalige boerderijen voor het westelijke deel, en agrarisch voor het oostelijke deel. In het algemeen sluit de maatvoering van een bestemmingsvlak voor wonen zoveel mogelijk aan bij de praktijksituatie. Wel zijn er in redelijkheid grenzen aan de diepte of breedte van een bestemmingsvlak, temeer nu er geen bouwblok voor een woning is voorzien in het plan en het plaatsen van de woning binnen de regels redelijk vrijelijk kan plaatsvinden. In onderhavig geval is het bestemmingsvlak voor wonen zo’n 40 meter breed terwijl het perceel zo’n 100 meter breed is. Achter de woning is nog zo’n 25 meter ruimte vrij op het perceel. Mogelijk wil men op termijn nog bijgebouwen bouwen, waardoor het redelijk is het bestemmingsvlak wat te vergroten. Binnen de bestemming W-VB zijn vrij ruime bouwmogelijkheden. kan Nu er in de directe omgeving geen ander gebruik aanwezig is dat door de vergroting van het bestemmingsvlak belemmerd kan worden is het redelijk om dit vlak te vergroten conform de perceelsgrens. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor het perceel SDE F1720 het bestemmingsvlak W-VB vergroten overeenkomstig de eigendomssituatie, dus zo’n 60 meter naar het oosten vergroten.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
204
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
205
107. [appellant sub 107], wonend te Drijber 107a. Archeologie
Het plan verdient een compliment als het gaat om duidelijkheid en transparantie. Met name het schrappen van de waardevolle graslanden uit het voorontwerp verdient een pluim. Toch wat opmerkingen. Door omzetten van grond naar akkerbouw (varieert van eens in de 3 tot eens in de 7 jaar) is al de grond behorend tot het bedrijf tot op 45 cm al bewerkt. Graag de dubbelbestemming archeologie verwijderen en/of aanpassen naar een diepte van 50 a 60 cm.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
107b. Hydrologie
De ontwerper gaat verder dan de verplichting om aangrenzend aan de N2000 gebieden een zone van 1000 meter te hanteren. Een zone van 500 meter in en 500 meter buiten de natuurgebieden lijkt mij een beter idee. De gebieden die daarbuiten vallen kunnen dus vervallen. Zeker als het gaat om gebieden die doorsneden worden door bijvoorbeeld het Linthorst Homankanaal. De gronden voor hydrologie kunnen aangrenzend aan het Oude Diep van het plan af.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
206
108. [appellant 108], wonend te Hijken Biologische legkippen als grondgebonden
Graag zou ik willen zien dat biologische grondgebonden legkippen ook werkelijk als grondgebonden worden gezien in het nieuwe plan. Vanuit de overheid wil men graag meer omschakeling naar biologisch. Dan moet er op gemeentelijk niveau ook de medewerking getoond worden om dit mogelijk te maken. Biolegkippen is een grondgebonden veehouderij. Graag hiermee rekening houden in het nieuwe bestemmingsplan.
Voor intensieve veehouderijbedrijven geldt in het ontwerp plan een andere regeling dan voor grondgebonden bedrijven. Met name in de bouwmogelijkheden voor intensieve neventakken in de landbouwontwikkelingsgebieden alsmede voor intensieve hoofd- of neventakken in de oude veldontginningen ligt er verschil. Onlangs heeft de provincie haar verordening vastgesteld, waarin is opgenomen dat een bedrijfsvoering met het biologisch houden van dieren overeenkomstig de Landbouwkwaliteitswet ook gezien wordt als een grondgebonden agrarisch bedrijf. Aangezien de provinciale verordening hierin bindend is ten opzichte van het bestemmingsplan, en het hier gaat om een aanvaardbare situatie, is het volgen hiervan geen probleem. Het plan zal dan ook gewijzigd worden in die zin dat de biologische IV-bedrijven overeenkomstig de Landbouwkwaliteitswet aangemerkt worden als grondgebonden bedrijfsvoering. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: definitie hhh aanpassen als volgt: Hhh. een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en die gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkveehouderij en het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet;
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
207
109. [appellant 109], wonend te Beilen 109a. Archeologie en Hydrologie
Ik heb bezwaar tegen de bestemming archeologie en hydrologie. De grond is volledig geroerd met diep grondbewerking tot 80 cm en ook aanleggen of herleggen van drainage moet te allen tijden kunnen zonder vergunning.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
109b. Goot- en nokhoogte
De goothoogte moet naar 6 meter en nokhoogte naar 14,5 meter wil je bij nieuwbouw genoeg inhoud in de stal krijgen.
Voor agrarische bedrijfsgebouwen is algemeen aanvaard een goothoogte van 4,5 meter. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het beleid van de provincie die 4,5 meter goothoogte als uitgangspunt hanteren. Om ook in de toekomst ontwikkelingsruimte te bieden is in dit bestemmingsplan van Midden-Drenthe de goot- en nokhoogte echter bewust op 5 meter (met afwijking maximaal 5,5 meter) en 12 meter bepaald. Dit is mede onderbouwd door een beeldkwaliteitplan op te nemen met aanvullende eisen hierover. Deze kunnen via de afwijkingsprocedure afgedwongen worden. Hierdoor is het enerzijds mogelijk om (bijvoorbeeld) vier kisten van 1,25 meter te stapelen, anderzijds blijft de relatie met het landschap gewaarborgd. Op het moment dat er hogere maten komen, gaat dit ten koste van het landschap. Grotere bouwwerken dan 12 nok- en 5,5 goothoogte moeten op een industrieterrein of in de polder gerealiseerd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
208
109c. Mestsilo’s
In mestsilo’s moet ook digestaat mogen en buiten bouwblok een 2.500 m3 inhoud mogen.
Nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf in de vorm van biomassavergistingsinstallaties of producten daarvan zijn bij recht niet toegestaan. Dit kan via wel via een afwijking als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De regels voorzien derhalve in een mogelijkheid voor het gebruik van biomassavergisting. Daarnaast is het gebruik van mestsilo’s juist bedoeld voor de opslag van mest en niet voor andere vloeibare stoffen. Het besluit mestbassins geeft hier overigens ook een definitie voor, namelijk dat een mestsilo alleen bedoeld is voor de bewaring van dunne mest. De gemeente wenst hierbij aan te sluiten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. In de vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied is de algemene lijn dat het bij recht is toegestaan om mesilo’s en bassins binnen het bouwblok te bouwen. Er is daarbij geen oppervlakte maat binnen het bouwblok geboden, wel is de maximale goot- en nokhoogte opgenomen (3 en 6 meter hoog). Indien iemand buiten het bouwblok een mestsilo wil bouwen of hoger wil bouwen mag dit alleen na vrijstelling. Afhankelijk van het bestemmingsplan en de bestemming zijn de maximale maten na vrijstelling veelal 4 en 8 meter hoogte, en is de inhoud, echter altijd pas na vrijstelling, gesteld op 2.000 (voor Smilde) of 2.500 m3 (voor Westerbork en Beilen). Voor spoelbassins geldt dat alleen binnen het bouwblok gebouwd mag worden. In het ontwerp plan is het beleid dat mestopslag, voeropslag en spoelbassins zoveel mogelijk binnen het bouwblok komen. Derhalve mag er bij recht gebouwd worden binnen het bouwblok, met een maximale hoogte van 8 meter. Is er aantoonbaar geen plaats binnen het bouwblok voor genoemde zaken, dan kan de gemeente na afwijking medewerking verlenen het bouwen ervan aansluitend aan het bouwblok tot 1.500 m3 en een hoogte van 6 meter voor een mestsilo en 2 meter voor een sleufsilo mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. Eventueel kan mestopslag (waarvoor geen bouwvergunning nodig is) na afwijking op enige afstand van het bouwblok komen, mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. De regeling is daarmee voor bepaalde gebieden in de gemeente wat
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
209
de vergelijking bij recht betreft hetzelfde, maar voor de situatie na vrijstelling inderdaad minder ruim dan nu het geval is. Dit geeft dan ook aanleiding de norm af te stemmen op de maximale norm binnen de vigerende bestemmingsplannen na vrijstelling, zijnde 2.500 m3. Het bestemmingsplan zal verruimd worden in die zin dat de maximale mogelijkheden voor mestsilo’s en spoelbassins buiten het bouwblok na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden. Voor mestsilo’s wordt gewijzigd dat de goothoogte maximaal 4 meter en nokhoogte maximaal 8 meter zal zijn. Daarnaast zal de regeling voor bouwen van mestsilo’s binnen het bouwblok aangepast worden, aangezien dit niet een praktische regel is gebleken te zijn. Dit houdt in dat binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, en voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, de hoogte voor torensilo’s blijft staan op 12 meter. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de nokhoogte op 8 meter komt. 109d. Tijdelijke opslag mest
Opslaan van agrarische product (mest) tijdelijk op je grond moet kunnen. Belangrijk is dat een agrarische ondernemer kan blijven ondernemen voor een vitaal buitengebied voor een financieel rooskleurige toekomst.
In het ontwerp plan is het niet toegestaan tijdelijke mest op te slaan buiten het bouwblok. Er zijn voldoende mogelijkheden om mest binnen het bouwblok op te slaan. Indien er binnen het bouwblok hiervoor geen ruimte aanwezig is, en het noodzakelijk en aantoonbaar is, kan aansluitend op het bouwblok mest opgeslagen worden. Daar waar het betreft tijdelijke mestopslag kan het volgende gesteld worden. De regeling van opslag van mest buiten het bouwperceel is ingegeven vanuit de passende beoordeling. Op grond van de conclusies hieruit is de gedachte vorm gegeven dat opslag van mest
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
210
zo veel mogelijk moet worden beperkt buiten de bouwpercelen. Het voert echter te ver om tijdelijke opslag voor verwerking op het land (zoals begrepen in het activiteitenbesluit) ook te verbieden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
211
110. [appellant 110], wonend te Zwiggelte 110a. Archeologie
Wij maken bezwaar tegen het aanwijzen van het archeologische gronden. Onze grond is allemaal al geroerd, dus onnodig om nu nog onderzoek te doen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
110b. Hydrologie
Ook maken we bezwaar tegen hydrologische aandachtsgebieden rond natuur, omdat wij geen last hebben van natuur en natuur geen last heeft van ons en ook geen beperking extra nodig wensen. Mocht dit wel nodig zijn dan stellen we voor de bomen bv. minimaal 5 meter uit de scheiding maar te kappen, hebben wij minder schaduwwerking en is slootonderhoud eenvoudiger (zie bijlage).
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
212
111. [appellant 111], wonend te Hijken 111a. Bestemming W [locatie QQQ] wijzigen in W-VB
[locatie QQQ] is abusievelijk aangemerkt als woning ipv enkelbestemming Wonen/voormalige boerderijen.
In het vigerende bestemmingsplan heeft dit perceel een woonbestemming. Echter, gelet op de bebouwingsoppervlakte van zo’n 25 bij 15 meter hoofdgebouw (inclusief voormalige aangebouwde schuur) is de bestemming Wonen-voormalige boerderijen hier beter op zijn plaats dan de bestemming Wonen. De bestemming zal gewijzigd worden van W naar W-VB. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W wijzigen in W-VB.
111b. Bestemming RVR2 [locatie RRR] wijzigen in R-VR1
[locatie RRR] is ten onrechte aangewezen als verblijfsrecreatie. Conform het oude bestemmingsplan dient dit perceel aangegeven te worden als kampeerterrein verblijfsrecreatie 1.
Voor dit perceel is een onherroepelijke bouwvergunning met vrijstelling aanwezig voor het realiseren van een aantal recreatiebungalows. Deze ontwikkeling is derhalve opgenomen in dit ontwerp plan. Nu het gaat om een onherroepelijk plan wordt hier inhoudelijk verder niet op ingegaan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
111c. Archeologie
De percelen bij [locatie QQQ] zijn in de ruilverkaveling gewoeld, in 1995 zijn de percelen gedraineerd en in de afgelopen jaren zijn ze geëgaliseerd. De waarde archeologie 2 kan door deze werkzaamheden niet meer van belang zijn. Er hebben reeds werkzaamheden dieper dan 30 cm. plaatsgevonden.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
213
112. CSVB, de heer B. Bakker, Postbus 257, 3440 AG, Woerden, namens [appellant sub 112], gevestigd te Hijken Aanduiding sa-gabi wijzigen in iv
Wij hebben op 8 maart 2011 met de gemeente gesproken over de aanduiding sa-gabi in het ontwerp bestemmingsplan. De intensieve veehouderij wordt beschouwd als neventak terwijl er sprake is van een hoofdtak. Vanuit de wijzigingsprocedure die in 2002 is gevolgd voor een agrarisch bedrijf is de pluimveetak uitgegroeid tot het belangrijkste bedrijfsonderdeel op dit perceel. Feitelijk is door de huidige marktsituatie geen akkerbouw meer aanwezig. Door verleende vergunning in 2010 is nu al 5000 m2 stalvloeroppervlakte vergund. Ook de norm van 5.300 m2 ha wijzigingsbevoegdheid voor een neventak biedt voor ons onvoldoende ruimte voor uitbreiding in de toekomst. Nu er geen sprake is van nieuwvestiging en er sprake is van een gelijktijdig ingediende zienswijze om de intensieve bestemming van [locatie SSS] te verwijderen, neemt per saldo het aantal intensieve bedrijven niet toe. Wij verzoeken u dan ook de bestemming IV toe te kennen om zo de huidige bestemming en de toekomstige uitbreidingsmogelijkheden te waarborgen.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming “AW4” met de aanduiding ‘sa-gabi’. Dit betekent dat er een grondgebonden bedrijf met een intensieve neventak actief is. Uit de zienswijze blijkt dit terecht te zijn. Binnen de mogelijkheden van de intensieve neventak is bij recht 2.000 m2 aan oppervlakte van gebouwen voor intensieve neventak toegestaan, na afwijking 3.000 m2 en na een wijzigingsplan 5.300 m2. De norm voor wijziging stond eerst op 4.000 m2, dit is echter na overleg met diverse partijen waaronder de provincie en LTO opgerekt naar 5.300, omdat alle bestaande situaties in Midden-Drenthe binnen de 5.300 m2 norm vielen. Dit beleid biedt ruimte voor een intensieve neventak, zonder dat dit de hoofdtak is. In dit geval is er nog maar beperkte ruimte voor uitbreiding van de neventak tot 5.300 m2 nu er op dit moment 5.000 m2 aanwezig is. Indien het bedrijf verder wil groeien met de intensieve neventak dan 5.300 m2 zou hij qua omvang in een vorm van intensieve hoofdtak terecht komen. In principe biedt het beleid in het ontwerp geen ruimte voor omzetting van een neventak naar een nieuwe hoofdtak, tenzij blijkt dat de huidige situatie dan wel de uit te breiden situatie op korte termijn, blijkend uit een lopend verzoek dan wel een verleende vergunning voor uitbreiding het noodzakelijk maakt de wijzing naar iv op te nemen. In dit geval is er binnen de norm van 5.300 m2 nog maar 300 m2 uitbreidingsruimte over, hetgeen praktisch geen uitbreidingsruimte betekent. Daarnaast is de grondgebonden agrarische bedrijfsvoering op dit perceel niet meer aanwezig en wil het bedrijf in de toekomst nog verder groeien. Alles overwegende is het in dit geval planologisch aanvaardbaar dat de aanduiding sa-gabi gewijzigd wordt in de aanduiding ‘iv’. Daarom is er reden het plan te wijzigen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gabi wijzigen in iv.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
214
113. CSVB, de heer B. Bakker, Postbus 257, 3440 AG, Woerden, namens [appellant sub 113], gevestigd te Beilen 113a. Aanduiding iv wijzigen in sa-gabi
Op onze zienswijze over het ontwerp 2010 heeft de gemeente verhelderend gereageerd, zodat wij geen reden zien hier weer op te ageren. Wel heeft het overleg van 8 maart 2010 er toe geleid dat we enkele zienswijzen in moeten dienen, wil de maatschap in de toekomst geen problemen ondervinden. In 2009 is milieuvergunning verleend voor het houden van 191 melkkoeien, 100 stuks jongvee en 22.365 leghennen. Het rundvee is de hoofdtak, waardoor de aanduiding iv niet de juiste is. De iv bestemming maakt een rundveeneventak niet mogelijk. Beter zou dus zijn sa-gabi.
De zienswijze is juist. Het betreft hier een omissie. De feitelijke bedrijfsvoering is in hoofdzaak grondgebonden met een intensieve neventak. De aanduiding ‘iv’ zal gewijzigd worden in sa-gabi. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding iv wijzigen in sa-gabi.
113b. Tweede bedrijfswoning opnemen
Vanaf de opbouw van dit agrarische bedrijf vormden twee bedrijfswoningen een onderdeel van de inrichting. Deze woningen hebben ook altijd weergegeven gestaan op de overlegde plattegrondtekeningen. De omissie in het ontwerp waarin de tweede bedrijfswoning niet voorkomt, moet dan ook hersteld worden.
De zienswijze is juist. Op dit moment is er een tweede bedrijfswoning in gebruik en als zodanig vergund. De aanduiding tweede bedrijfswoning zal als zodanig opgenomen worden ter hoogte van de woning aan de noordzijde van dit perceel. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding ‘tweede bedrijfswoning’ opnemen voor dit perceel ter hoogte van de woning aan de noordzijde van dit perceel.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
215
114. IPG, de heer B.M. Bijl, Postbus 43, 6640 AA, Beuningen, over [locatie TTT] Sinds 2009 hebben wij gesprekken met de Dit perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming “AW-2” met de gemeente om te voldoen aan het Besluit aanduiding ‘iv’. Nader onderzoek toont aan dat de bestemming AW-2 niet de juiste is, dit moet AW-1 zijn. Vanuit het vroegere POP was hier Huisvesting en over uitbreidingsplannen om een zone 1 aanduiding opgenomen, hetgeen nu zou corresponderen investeringen rendabel te maken. Het bedrijf met landbouwontwikkelingsgebied. Daarnaast is er gelet op de op het perceel heeft tot onze schrik de feitelijke situatie geen reden om de wijziging niet door te voeren. Zo bestemming Agrarisch met waarden-2 zijn de gronden direct om het bedrijf heen landschappelijk gezien door gekregen en daarmee een beperking tot 1 ha de bewerking ter plekke en de aanwezige forse bebouwing niet meer bouwblok. De beperking is nergens aan te merken als oude veldontginningen. Ook ligt het bedrijf tussen de onderbouwd, de term verwevingsgebied voor snelweg A28 en het bosje naast de N381 waardoor er beperkte dit perceel is onjuist. De milieuwetgeving, zichtlijnen op het perceel zijn. Tenslotte ligt het perceel wel nabij, maar ruimtelijke ordening en Natuurbeschermingsniet op de es en is de grond van de bedrijfskavel zodanig geroerd en wet bieden voldoende instrumenten om bewerkt dat de es ook niet in het geding is. Derhalve is het bedrijven op een goede manier te laten aanvaardbaar om in dit geval voor een deel van de gronden de uitbreiden binnen de wettelijke mogelijkheden. bestemming AW-2 te wijzigen AW-1. De bestemming zal gewijzigd Wij hebben ernstig bezwaar tegen de worden voor zover het gaat om de gronden ten westen van de es tot bestemming AW-2. Wij verzoeken u ons bedrijf aan de snelweg en parallel aan de bosbeplanting aan de noordzijde de bestemming AW-1 te geven. Het ligt buiten van het erf. het essengebied, ook is er een bosje naast het perceel voor uitbreiding gelegen waardoor het De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. zicht aan het bedrijf onttrokken is. Aan de Wijziging: de bestemming AW-2 wijzigen in AW-1 voor de gronden ten noord- en westzijde ligt het bedrijf open in het westen van de es tot aan de snelweg en parallel aan de bosbeplanting landschap, direct naast de A28 en tast de aan de noordzijde van het erf. omgeving dan ook niet aan. Een andere optie is om ook binnen AW-2 de 25% regeling te laten vervallen en om 1,5 ha bij recht mogelijk te maken om zo ontwikkelingen mogelijk te maken. Bestaande bedrijven moeten in principe volgens jurisprudentie voldoende gelegenheid krijgen om ook op termijn levensvatbaar te zijn. Er zal steeds een materiële aanleiding moeten zijn om ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------216 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Wijzigen bestemming AW-2 in AW-1
beperkingen op te leggen, dit punt is hier onvoldoende onderzocht. Al zou het wel zo zijn, dan moet ook de financiële kant van de veehouder bekeken worden. Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
217
115. Countus accountants-adviseurs, A. de Haan, Postbus 1, 7475 ZG, Markelo, namens [appellant sub 115], wonend te Orvelte 115a. Archeologie
U heeft een deel van een perceel landbouwgrond bestemd als Waardearcheologie 1 en de daaromheen gelegen landbouwgrond als Waarde-archeologie 2.Het perceel is al meerdere malen dieper dan 30 cm geroerd. Daarnaast ligt er drainage op een diepte van ongeveer 90 cm, welke grond ook al gemengwoeld is tot 60 cm diep. Ook heeft er in dit perceel een elektriciteitskabel gelegen die inmiddels weer is verwijderd. Daarnaast duidt het op rechtsongelijkheid dat u in deze bestemming opneemt dat binnen 5 meter van gasleidingen deze beperkingen niet gelden. Het behoud van archeologisch waarden is een algemeen belang, het lijkt dan ook dat de kosten niet door verstoorder betaald moeten worden. Het perceel WR-A1 is niet van zeer hoge waarde, maar hierin is binnen WR-A1 geen onderscheid gemaakt.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er geen sprake is van een zeer hoge archeologische waarde voor de percelen met aanduiding WR-A1. Op de archeologische verwachtingskaart van het bestemmingsplan is het landbouwperceel gelegen in een terrein van hoge archeologische waarde en geregistreerd als een AMKterrein. Het terrein staat bekend als Orvelterveen en kan sporen bevatten van bewoning uit de Middeleeuwen. Voor deze terreinen is de aanwezigheid van archeologische resten een zekerheid en kan elke bodemingreep leiden tot verstoring ervan. Voor uw percelen is geen archeologisch onderzoek bekend en dus geen bewijs dat er sprake is van verstoring Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerkzaamheden Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht en waarbij werkzaamheden worden verricht waarvoor een omgevingsvergunning vereist is. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
115b. AmmoniakdepoIn diverse artikelen is bepaald dat de Sinds juli 2008 geldt er een nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Bij deze sitie ammoniakdepositie niet mag toenemen in wet is uitdrukkelijk bepaald dat milieukwaliteitsnormen zijn toegestaan ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------218 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
bepaalde situaties. Wij zijn van mening dat deze regel niet in een bestemmingsplan thuishoort, aangezien dit geen betrekking heeft op een goede ruimtelijke ordening. Dit wordt geregeld door andere wetgeving zoals de Natuurbeschermingswet. het biedt ook geen flexibiliteit richting de toekomst. Ook bent u voor het nemen van passende maatregelen niet het bevoegde gezag, dit is voorbehouden aan provincie en ministerie EL&I. U zet het bestemmingsplan op slot en handelt in strijd met uw eigen uitgangspunten tav de plansystematiek. Ook zijn de gestelde regels met betrekking tot ammoniakdepositie geheel onduidelijk bijvoorbeeld ten aanzien van de veroorzaker van de depositie of wat de huidige situatie is die niet mag verslechteren. Wij verzoeken u dan ook de regels hierover uit het bestemmingsplan weg te laten.
in bestemmingsplannen voor zover deze ruimtelijk relevant zijn. Daarnaast is in de Wet milieubeheer bepaald dat het zelfs mogelijk is om andere maatregelen op te nemen indien die noodzakelijk zijn voor de bescherming van het milieu. In dit geval betreft het afstemmingsbepalingen op de natuurwetgeving en in zekere zin ook extra borging van in de MER aangegeven natuurbelangen. Voor wat betreft de bij ontheffing opgenomen afstemmingsregeling kan het volgende gesteld worden. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een planMER en een passende beoordeling gedaan. Daarmee is voldaan aan de vereiste van artikel 19 j van de Nbw. Uit de passende beoordeling volgt dat de mogelijkheid voor veel bedrijven bestaat om uit te breiden. Dit heeft er toe geleid dat de regels van het plan niet hoefden te worden ingeperkt. De gemeente is het met de indiener van de zienswijze eens dat de toetsing van artikel 19d Nbw daarnaast lijkt te volstaan. Vanwege het belang van deze toetsing en enige onzekerheid over de relatie tussen bestemmingsplan en natuurbeschermingswet/habitatrichtlijn, is er voor gekozen om het criterium desondanks op te nemen. Op die wijze zal de toetsing niet worden vergeten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
219
116. [appellant sub 116], wonend te Bovensmilde 116a. Archeologie
Hierbij maak ik bezwaar tegen de archeologische waarde (zie plattegrond). Alle grond is gemengwoeld tot een diepte van 1,2 meter en tevens zijn alle percelen gedraineerd op dezelfde diepte of dieper. Tevens is de grond regelmatig losgetrokken met driepoot, diepte ca. 1 meter. Ook is er een gasleiding aanwezig van 2 meter diepte.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze wordt vermeld dat er een gasleiding aanwezig is op uw percelen. De kaart behorende bij het bestemmingsplan vermeldt geen dubbelbestemming voor de gastransportleiding. Archiefonderzoek heeft aangetoond dat op 18 januari 1999 een aanlegvergunning is verleend voor het aanleggen van een HD gastransportleiding van de NAM voor het tracé Appelscha – Norg door de gemeente Midden-Drenthe. Bij de aanvraag zijn geen gegevens bekend over de effecten van de aanleg op de bodem en archeologie. In het bestemmingsplan “Buitengebied Smilde” was geen regel opgenomen over de uitvoering van een archeologisch onderzoek bij de aanvraag voor een aanlegvergunning. Gezien de werkzaamheden die bij de aanleg worden uitgevoerd is de grond in en nabij de gasleiding is verstoord. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen op dit onderdeel. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen zodat er in de zone van en rondom de NAM-gasleiding geen verwachting meer is. Ook zal de NAM-leiding op de verbeelding verwerkt worden.
116b. Bouwvlak Ik wil het bouwblok van het huis graag In het ontwerp bestemmingsplan heeft dit perceel de bestemming AWvergroten vergroten tot 2 ha voor uitbreiding van het 1. Hierbinnen is een bouwblok van maximaal 1,5 ha bij recht ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------220 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
116c. Wijzigen bestemming Natuur in agrarisch
bedrijf.
toegestaan. Na afwijking van het bestemmingsplan en onder voorwaarden kan dit tot 2 ha vergroot worden indien hiertoe noodzaak is. Op dit perceel is momenteel minder dan 1 ha bebouwing aanwezig. De verwachting is dat de heer De Groot binnen de 1,5 ha bouwmogelijkheid voldoende ruimte heeft voor toekomstige uitbreidingen. Er is dan ook geen aanleiding nu al bij recht 2 ha bouwblok toe te staan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
De gronden rondom mijn kavels ten oosten van [locatie UUU] zijn bestemd als natuur. In de ruilverkavelingsovereenkomst is aangegeven dat dit landbouwgrond zou blijven.
Het betreft hier ondermeer het perceel Smilde I2776. De bestemming in het ontwerp is Natuur. Dit perceel is in eigendom bij Natuurmonumenten, maar in de praktijk agrarisch in gebruik. Het perceel ligt echter in de Provinciale EHS. Op termijn zal hier natuur worden gerealiseerd. Natuur is dus de meest geëigende bestemming. Dat past in het provinciale beleid. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
221
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
222
117. [appellant sub 117], wonend te Nieuweroord Archeologie
[locatie VVV] heeft in de periode 1999-2002 ontgronding plaatsgevonden. Voor de ontgrondingsvergunning heeft een archeologisch onderzoek plaatsgevonden. In mijn optie is dus WR-A2 niet meer van toepassing. Dit geldt ook voor de aangrenzende percelen.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er op het perceel kadastraal bekend gemeente Westerbork sectie, K 3033 in de periode 1999-2002 een ontgronding is uitgevoerd. Op de archeologische verwachtingskaart behorend bij het bestemmingsplan is geen aanduiding van deze verstoring opgenomen. Archiefonderzoek heeft aangetoond dat er een ontgrondingsvergunning is verleend d.d. 30 november 1999. In 2005 heeft de provincie een afschrift gezonden waaruit blijkt dat de ontgronding in overeenstemming met de vergunning is afgewerkt en opgeleverd. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingplan aan te passen voor dat deel dat is ontgrond. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De archeologische verwachtingskaart aanpassen voor het deel van het perceel Westerbork K3033 waarvoor een ontgrondingsvergunning voor is verleend.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
223
118. [appellant sub 118], wonend te Bruntinge 118a. Archeologie
Onze percelen zijn net als bijna alle percelen in de wijde omgeving aangeduid met archeologisch waardevol met bijbehorende beperking. Dit is mijns inziens onzinnig aangezien de grond bij de ontginning tot meer dan een meter is gediepwoeld en omgespit. In zijn algemeenheid geldt dat een grens van 50 centimeter al beter werkbaarder is dan 30 cm.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
118b. Bouwmogelijkheden binnen AW-2
Ons bouwblok is dankzij de bestemming AW-2 beperkt tot 1 ha. Aangezien wij in een open agrarisch landschap gesitueerd zijn dat pas recent ontgonnen is en ons inziens ook tot jonge veldontginning zou moeten horen, vinden wij een bouwblok van 1,5 ha bij recht beter.
Het perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming AW-2 met aanduiding sa-gab. Gelet op de omgeving, de bestaande landschappelijke waarden en de bestemming in het vigerende plan (essen en oude veldontginningen 2) is AW-2 (oude veldontginningen) de juiste bestemming voor dit perceel. Het perceel ligt aan de rand van de Bruntinger es en is landschappelijk waardevol. In de regels is inderdaad bepaald dat bij recht een bouwblok tot 1 ha mogelijk is. Dit is ook in het vigerende plan de systematiek. Indien noodzakelijk voor de bedrijfsvoering en aantoonbaar is dat aan een aantal voorwaarden is voldaan, kan er een afwijking van het bestemmingsplan verleend worden voor het vergroten van het bouwblok tot 1,5 ha. Indien dit in de toekomst nodig blijkt te zijn kan hiertoe een omgevingsvergunning aangevraagd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
224
119. [appellant sub 119], wonend te Hooghalen 119a. Archeologie
Bezwaar tegen waarde archeologie 1 op [locatie WWW]. Betreft een jonge ontginning en aanleg snelweg in jaren 70.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
119b. Hydrologie
Bezwaar tegen bestemming natuur + hydrologische beïnvloeding percelen tussen provinciale weg (D13) en spoorweg ter hoogte Asserweg 16 (kaart 2). Argumenten: niet aangesloten gebied ivm spoorweg + landbouwgebruik.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
225
120. [appellant sub 120], wonend te Hooghalen
Zie ook 192.
120a. Koppelteken verwijderen bij Suermondsweg 30 en 31.
Graag koppelteken weghalen tussen [locatie XXX] en [locatie YYY]. Dit is nu ook niet opgenomen in de milieuvergunning en het zijn 2 bedrijven. Dit verzoek is ook omdat het overleg over bouwblok van [locatie XXX] niet vordert.
De onderlinge relatie tussen beide locaties is zodanig dat sprake is van één bedrijf of inrichting. Als één inrichting worden beschouwd de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen. Voorheen was de bebouwing op nummer 31 en 31 a behorende bij een en hetzelfde bedrijf. Later is de woning hiervan afgesplitst. Om te voorkomen dat er nadien nog een zelfstandig en volwaardig agrarisch bedrijf bij de schuren van het voormalige bedrijf op nummer [locatie XXX] kon komen is de koppeling gelegd met het bedrijf op nummer 30, waartoe de schuren ondertussen behoorden. Het is derhalve niet wenselijk de koppeling tussen beide percelen los te laten. Ook is er door de woning op [locatie XXX] (de voormalige agrarische bedrijfswoning van [locatie YYY]) een belemmering om [locatie YYY] een volwaardig bedrijf te laten worden. Concluderend kan gesteld worden dat de koppeling noodzakelijk blijft. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
120b. Wijzigen bestemming natuur in agrarisch
Graag bestemming natuur van de perceelnummers SDE01F02278 en SDE01F02042 af. Argumenten: in gebruik als landbouwgrond. Afspraak met Drents Landschap dat het nooit natuur zou worden. Aangeschaft als buffer tussen bos en landbouwgrond.
Dit zijn gronden/stroken achter [locatie ZZZ]. De gronden zijn in het bezit van SDL en in gebruik als landbouwgrond. In het vigerende bestemmingsplan heeft het de bestemming heide-ontginningsgebied. Derhalve is dit in het ontwerp plan ook als natuur bestemd. De gronden liggen in Provinciale EHS. Natuur is derhalve de meest geëigende bestemming. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------226 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
120c. Hydrologie
Milieuzone hydrologische beïnvloeding graag eraf halen, omdat het toch al op de grens ligt en de drainage er al in ligt. Voegt niets toe.
De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. 120d. Archeologie
Archeologische waarde 2 graag van [locatie AAAA] afhalen en gedeeltelijk van [locatie XXX] en [locatie YYY]. Waarde is laag en er werd eerder ook niet moeilijk over gedaan.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
120e. Aanduiding IV toevoegen aan [locatie XXX]
Graag intensieve bestemming op [locatie XXX].
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming “AW-1” met de aanduiding ‘sa-gabi’. Dit betekent dat er een grondgebonden bedrijf met een intensieve neventak actief is. Binnen de mogelijkheden van de intensieve neventak is bij recht 2.000 m2 aan oppervlakte van gebouwen voor intensieve neventak toegestaan, na afwijking 3.000 m2 en na een wijzigingsplan 5.300 m2. De norm voor wijziging stond eerst op 4.000 m2, dit is echter na overleg met diverse partijen waaronder de provincie en LTO opgerekt naar 5.300, omdat alle bestaande situaties in Midden-Drenthe binnen de 5.300 m2 norm vielen. Dit beleid biedt ruimte voor een intensieve neventak, zonder dat dit de hoofdtak is. In dit geval is er nog ruimte voor uitbreiding van de neventak tot 5.300 m2 nu er op dit moment zo’n 4.350 m2 aanwezig is. Indien het bedrijf verder wil groeien met de intensieve neventak dan 5.300 m2 zou hij qua omvang in een vorm van intensieve hoofdtak terecht komen. In principe biedt het beleid in het ontwerp geen ruimte voor omzetting van een neventak naar een nieuwe hoofdtak, tenzij blijkt dat de huidige situatie dan wel de uit te breiden situatie op korte termijn, blijkend uit een lopend verzoek dan wel een verleende vergunning voor uitbreiding het noodzakelijk maakt de wijzing naar iv op te nemen. In dit geval is er echter binnen de norm van 5.300 m2nog 950 m2 uitbreidingsruimte en zijn er geen concrete plannen bekend bij de gemeente. Dit wordt vooralsnog voldoende geacht. Indien hiertoe in de toekomst toch de noodzaak blijkt voor een uitbreiding boven de 5.300 m2 dan kan hiertoe een eigen planologische procedure aangevraagd worden. Daarom is er op dit moment geen reden het plan
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
227
te wijzigen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. Luchtfoto: 120a: horizontale pijlen
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
228
120b:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
229
121. [appellant sub 121], wonend te Smilde Archeologie
Bezwaar tegen aanduiding archeologie waarde 2 op de percelen ingesloten tussen N381 en Veldhuizerweg. Bezwaar tegen de beperking aangaande grondbewerking. Grond is al gedraineerd en dieper verstoord dan 30 cm.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
230
122. [appellant sub 122], gevestigd te Witteveen Archeologie
Bezwaar tegen archeologische waarde WRA2. De gronden (percelen) zijn in het begin van de vorige eeuw ontgonnen en aangelegd. Er is gedraineerd, met een diepwoeler (tot 1 mtr) gewerkt. Verder wordt er regelmatig met diepwoeler tot 60cm gewerkt en met spitmachine tot 30- 40cm gewerkt. Zit kaartje bij.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
231
123. [appellant sub 123], wonend te Beilen 123a. Bouwvlak vergroten
Betreft [locatie BBBB]. Graag bouwvlak van de bestemming W-vb vergroten ivm de mogelijkheid voor het aanleggen van een paardenbak en/ of bijgebouw. Bouwvlak ca. 30 meter noordelijk verplaatsen.
[locatie BBBB] heeft in het ontwerp plan de bestemming W-VB. De gronden ten noorden van het perceel hebben de bestemming AW-2. Hierbinnen is het mogelijk om na afwijking een paardrijbak te realiseren, mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. Om die manier kan de gemeente sturing geven aan de kwaliteit van het buitengebied en met name aan het al dan niet bebouwen of gebruiken van de oude veldontginningen ten behoeve van paardrijbakken. Indien aan de voorwaarden voldaan is, kan de gemeente een paardrijbak na afwijking toestaan. Dit systeem is hetzelfde als binnen de bestemming W-VB waardoor er geen directe noodzaak is om de agrarische bestemming van de percelen waar de beoogde paardrijbak is, te wijzigen in de bestemming W-VB. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
123b. Bij recht tweede woning
In het vigerende plan zit de mogelijkheid om binnen de bestaande bebouwing bij recht een tweede woning te creëren. In dit nieuwe bp niet meer mogelijk. Daarom graag deze mogelijkheid weer opnemen in de regels bij recht. Ook voor bijgebouwen.
Als het gaat om bebouwing ten dienste van voormalige agrarische bebouwing, geldt inderdaad dat er bij recht maximaal 2 woningen in die bebouwing mag zijn. In het ontwerp plan is het beleid zodanig dat er binnen de (hier ook beoogde) bestemming W-VB een mogelijkheid is tot het splitsen van voormalige agrarische bebouwing. Dit kan nadat een afwijking van het bestemmingsplan is verleend waarbij aan een aantal voorwaarden moet zijn voldaan. Daarmee behoudt de gemeente een mogelijkheid tot sturing op kwaliteit van het gebruik van gronden en de bebouwing in het buitengebied, terwijl er toch nog twee woningen in de bestaande hoofdbebouwing mogelijk is. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
232
124. [appellant sub 124], wonend te Hijken 124a. Wijzigen bestemming AW-2 in AW-1.
124b. Es
[locatie CCCC]. Zit momenteel in AW2. Wil qua bouwvlak dezelfde mogelijkheden als AW1, met het oog op toekomstige uitbreiding van het bedrijf. Anders lastig, aangezien bouwvlak bijna vol is.
Het betreft hier een grondgebonden bedrijf binnen een gebied waar in het ontwerp plan de bestemming AW-2 is en het perceel de nadere aanduiding ‘es’ heeft. In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” heeft dit perceel de bestemming “essen en oude veldontginningen I en II”. Tevens is de aanduiding ‘es’ aanwezig op en rond het perceel. Het betreft de es ten zuiden van Hijken. Dit is overgenomen in het voorontwerp en ontwerp bestemmingsplan. Het betreft hier een reeds lang bestaande es, welke landschappelijk waardevol is en als zodanig ook bewaard moet blijven. In de regels van het genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat het bouwblok voor een grondgebonden agrarisch bedrijf als onderhavig maximaal 1 ha groot is. Dit betekent een beperkte uitbreidingsmogelijkheid van het bedrijf, mede gelet op de ligging in de oude veldontginning en op de es. In het ontwerp bestemmingsplan is deze lijn voortgezet en enigszins aangescherpt met het oog op behoud van de landschappelijke waarden. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er voor dit grondgebonden bedrijf dat op een es ligt en dat minder dan 5.000 m2 bestaande bebouwing heeft, bij recht 500 m2 bebouwing tot een maximum van 1 ha bij mag komen. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het inderdaad beperkt vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. Het is derhalve niet wenselijk de aanduiding ´es´ voor de gronden welke zijn aangewezen als AW-2 zodanig aan te passen dan wel de bestemming te wijzigen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Bezwaar tegen aanduiding es rondom Voor een reactie hierop wordt verwezen naar het de reactie onder bestaande boerderij. In de jaren 30 is het 124a. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. grootste deel al ontgonnen en in cultuur gebracht. De oorspronkelijke es ligt aan de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
233
oostzijde van de Rietakkersweg. 124c. Bouwvlak vergroten
Beperking voor het uit te breiden oppervlakte is niet terecht. In huidig plan ook geen beperking. Beperking veroorzaakt ernstige problemen voor toekomst van bedrijf.
Voor de beantwoording wordt verwezen naar het antwoord op 124a. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
234
125. [appellant sub 125], wonend te Hijken 125a. Archeologie
Graag waarden archeologie 1 en 2 op mijn gronden heroverwegen. In het verleden zijn er veengaten gedicht tijdens ruilverkaveling, gediepploegd en drainage aangelegd. Is van mening dat de gemeente kosten voor onderzoek en eventuele waardedaling door deze beperking moet vergoeden. Is ook van mening dat drainage zonder vergunning moet kunnen worden vervangen
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Dit geval betreft qua bebouwingsvoorkomen een ietwat bijzondere situatie, doordat de bebouwing van het agrarische bedrijf wordt doorsneden door de weg Noordkamp. Hierdoor ligt de bedrijfswoning met een bijgebouw aan de ene zijde van de weg, de bedrijfsbebouwing ligt aan de andere zijde van de weg. In het vigerende bestemmingsplan is de aanduiding voor het agrarische bedrijf in het midden van deze bebouwing, oftewel op de weg geplaatst. In het ontwerp plan hebben deze percelen de bestemming AW-2 en gaat het om een grondgebonden agrarisch bedrijf. Om een duidelijker situatie te maken is er in het ontwerp voor gekozen om de aanduiding voor het agrarische bedrijf (het gestippelde rondje op de verbeelding) aan de zijde van de bedrijfsbebouwing te leggen en van daar uit een verbindingslijn te trekken naar de bedrijfswoning en bijgebouw. Hierdoor is de onderlinge relatie gewaarborgd, terwijl de bouwmogelijkheden via de regels ruimte bieden voor het bouwen van de bedrijfsgebouwen aan deze zijde van de weg. Zie ook artikel 5.2.6 waar staat dat bedrijfsbebouwing achter de voorgevel van de bedrijfswoning moeten komen, of overeenkomstig de bestaande situatie. Binnen de bestemming AW-2 is bij recht 1 ha bouwblok toegestaan, en indien de noodzaak aangetoond is, is na afwijking 1,5 ha bouwblok toegestaan. 2 ha is in dit ontwerp plan niet voorgestaan ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------235 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
125b. Bouwvlak vergroten
Graag een bouwblok van 2 ha bij recht, dan wel een maximale flexibilisering van het bouwblok aan beide zijden van de Noordkamp. Dit omdat de gebouwen aan weerszijden van de Noordkamp staan en ook niet recht tegenover elkaar (zie bijlagen met een kaartje met aanduiding veengaten erbij).
binnen AW-2. Er wordt middels de regels voor dit bedrijf dan ook voldoende flexibiliteit geboden, terwijl de uitbreiding tot 2 ha bij recht niet mogelijk is. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
236
126. [appellant sub 126], wonend te Westerbork over [locatie DDDD] Wijzigen bestemming W-VB in Agrarisch
Betreft [locatie DDDD]. Wij hebben een boerderij met agrarische bestemming in feb ’11 gekocht. Willen er vee gaan houden in een maatschap. In elk geval 5 paarden en 20 zoogkoeien. We willen een bijgebouw plaatsen van 300 m2. Als dit niet kan in dit bp, dan graag bp op dit punt wijzigen. In bijlage een situatietekening van de gewenste schuur gevoegd.
Het onderhavige perceel heeft in het vigerende bestemmingsplan een bestemming grondgebonden agrarisch bedrijf. Gelet op de eigendomssituatie en de concrete plannen (er loopt een procedure voor een omgevingsvergunning) van betrokkenen om een agrarisch grondgebonden bedrijf te starten is het in dit geval redelijk de geldende agrarische bestemming te continueren. Daarbij is door de directe omgeving het meest passend de gebiedsbestemming AW-4 op te nemen voor dit bedrijf, overeenkomstig de situatie op het perceel De Goorns 6, 8 en 14. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in agrarisch met de aanduiding sa-gab.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
237
127. J.G. Muntinga, Esweg 90, 9411 AK, Beilen namens [appellant sub 127], gevestigd te Zwiggelte Bouwvlak vergroten
Wil graag verruiming van het bouwblok naar 2,2 ha zoals aangegeven op meegestuurde tekening. Huidig bouwvlak van 1,5 ha biedt naar de toekomst toe onvoldoende uitbreidingsmogelijkheden. Wanneer dit niet mogelijk is graag alternatief van flexibel bouwblok (1,7 ha) opnemen, waarbij de tweede bedrijfswoning (vlakbij de weg) aangepaald is middels een koppeling. Zie ook meegestuurde tekening.
Over de grootte van het bouwblok het volgende. Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-1”. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 2 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Het vergroten van het bouwblok tot 2 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Daarnaast is het mogelijk indien de noodzaak hiervan is aangetoond dat er voor het bouwen van kuilvoeropslag en mestopslag buiten het bouwblok een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt. De feitelijke situatie is dat er op dit moment qua bebouwing, gerekend vanaf de voorgevel van de eerste bedrijfswoning nabij de bedrijfsgebouwen, minder dan 1,5 ha aanwezig is. Indien de kuilvoeropslag meegerekend wordt is er zo’n 1,6 ha bouwblok nodig. Het beleid van de gemeente is om de bebouwing zoveel mogelijk binnen het bouwblok te concentreren, inclusief de mest- en kuilvoeropslag. Daar waar de kuilvoer op dit moment buiten het bouwblok van 1,5 ha ligt, geldt dat deze gerespecteerd wordt en onder het overgangsrecht valt. Daarom is voor de bestaande bebouwing en gebruik 1,5 ha op dit moment voldoende. Wanneer er op termijn een vergroting tot maximaal 2 ha nodig zou zijn, kan de heer Brink hiertoe een aanvraag indienen. De gemeente zal op dat moment toetsen of deze uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gelet op de milieuwet- en regelgeving. Op dit moment is er nog geen concrete aanvraag hiertoe gedaan waardoor er op dit moment geen aanleiding is het bouwblok nu al te vergroten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Overigens heeft dit perceel in het ontwerp plan de bestemming AW-1 met de aanduiding grondgebonden agrarisch bedrijf. Er is echter ook ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
238
een tweede bedrijfswoning vlakbij de weg aanwezig. Deze is in het ontwerp niet meegenomen. Aangezien het hier gaat om een vergunde situatie, zal deze ambtshalve alsnog opgenomen worden in het plan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sb-tbw opnemen voor de woning die het dichtst bij de weg staat.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
239
128. [appellant sub 128], wonend te Hijken 128a. Archeologie
Maakt voor enkele percelen (zie zienswijze voor exacte percelen) bezwaar tegen archeologie 2 en 3. Deze laatste is een beperking in de bedrijfsvoering. Er zijn diepe grondbewerkingen uitgevoerd. Tevens zijn alle percelen gedraineerd en gemengwoeld.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
128b. Hydrologie
Ook tegen de gebiedsaanduiding milieuzonehydrologische beïnvloeding bezwaar.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
240
129. [appellant sub 129], wonend te Westerbork 129a. Bouwvlak vergroten
Graag verruiming van bouwblok naar 2 ha, vanwege 2 in de toekomst te bouwen ruwvoersilo’s.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-4”. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 2 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Het vergroten van het bouwblok tot 2 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Daarnaast is het mogelijk indien de noodzaak hiervan is aangetoond dat er voor het bouwen van kuilvoeropslag en mestopslag buiten het bouwblok een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt. De feitelijke situatie is dat er op dit moment ruim minder dan 1,5 ha bouwblok benut is. Daarom is voor de bestaande bebouwing en gebruik 1,5 ha op dit moment voldoende. Wanneer er op termijn een vergroting tot maximaal 2 ha nodig zou zijn, kan de heer Strijk hiertoe een aanvraag indienen. De gemeente zal op dat moment toetsen of deze uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gelet op de milieuwet- en regelgeving. Op dit moment is er nog geen concrete aanvraag hiertoe gedaan waardoor er op dit moment geen aanleiding is het bouwblok nu al te vergroten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
129b. Ruwvoersilo’s
Tevens graag ontheffing voor de ruwvoersilo’s die nu buiten het bouwblok liggen.
Het beleid van de gemeente is om de bebouwing zoveel mogelijk binnen het bouwblok te concentreren, inclusief de mest- en kuilvoeropslag. Daar waar de kuilvoer op dit moment buiten het bouwblok van 1,5 ha ligt, geldt dat deze gerespecteerd wordt en onder het overgangsrecht valt. Indien noodzakelijk kan er buiten het bouwblok gebouwd worden als er een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt en aan alle gestelde voorwaarden is voldaan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
241
129c. Archeologie
Ook bezwaar tegen aanmerking van percelen met archeologische waarde vanwege ruilverkaveling, drainage, diepwoelen. In perceel aan de Zwiggelterstraat liggen ook al een gas-, water en elektriciteitsleiding.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze wordt vermeld dat er een gasleiding aanwezig is op uw percelen. De kaart behorende bij het bestemmingsplan vermeldt geen dubbelbestemming voor de gastransportleiding. Archiefonderzoek heeft aangetoond dat er wel degelijk een gasleiding aanwezig is op uw perceel aan de Zwiggelterstraat. Gezien de werkzaamheden die bij de aanleg worden uitgevoerd is de grond in en nabij de gasleiding is verstoord. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen op dit onderdeel. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen zodat er in de zone van en rondom de bestaande gasleiding geen verwachting meer is. Ook zal de leiding op de verbeelding verwerkt worden.
129d. Hydrologie
Ook bezwaar tegen aanmerking van percelen aan Stukkenweg en Nevenweg als grond met hydrologische beïnvloeding. Kaarten bijgevoegd.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
242
130. [appellant sub 130], wonend te Hooghalen 130a. Wijzigen bestemming Natuur in Agrarisch
Bezwaar tegen bestemming natuur op de ingekleurde verbindingszone achter de boerderijen [locatie EEEE]. Ik ben van mening dat er geen bestemming is gegeven op basis van ligging en gebruik, maar obv eigendom alleen. Ik vind dat de huidige begrenzing van de strook niet spoort met het sinds 2010 bepaalde Rijksbeleid op het onderdeel dat robuuste verbindingszones tot het verleden behoren dan wel herijking dient plaats te vinden. Terwijl de gemeente zich er op beroept dat feiten van Rijks- en provinciaal beleid gerespecteerd dienen te worden. De gemeente heeft zich te gemakkelijk door het uitgangspunt ‘eigendom’ laten leiden. De gronden zijn nog in gebruik als agrarische grond. Bezwaar tegen (de breedte van) de verbindingszone. Dit is actueel in relatie met rijksbeleid / de landinrichtingscommissie van de ruilverkaveling Laaghalen. De ingetekende zone wordt niet maatschappelijk gedragen. Als optie zou zijn: creëer een smalle zone (max 10 meter) met een fietspad, voor gebruik door agrariërs en verbinding met TTbaan. Maar liever helemaal geen zone.
130b. Hydrologie
Vindt het aanvragen van een vergunning voor dempen sloot onwenselijk. De aanduiding hydrologische zone is te beperkend.
Zie 211 Ecologische verbindingszones zijn hier niet bestemd als natuur. Ten aanzien van agrarische percelen die in een Provinciale dan wel Rijksecologische verbindingszone zijn gelegen, geldt een wijzigingsbevoegdheid om eventueel, na verwerving van die gronden, de bestemmingen in natuur te kunnen wijzigen. Voor zover de gronden op deze plaats bestemd zijn als natuur maken ze deel uit van de Provinciale EHS. De natuurbestemming past derhalve in het Provinciale beleid. Eigendommen van terreinbeherende organisaties die binnen de EHS dan wel een ecologische verbindingszone vallen, worden daarom bestemd als natuur, tenzij de eigenaar aangeeft het agrarische gebruik op lange termijn te willen voortzetten. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------243 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. 130c. Archeologie
Bezwaar tegen archeologie, omdat dit veel te beperkend is voor de bedrijfsvoering van agrarische bedrijven.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
244
131. [appellant sub 131], wonend te Hooghalen 131a. Wijzigen bestemming Natuur in Agrarisch
Bezwaar tegen bestemming natuur op de ingekleurde grond naast het Drents Landschap, liggend aan De Streek. Argumenten: uitgangspunt sinds 2010 is: niet meer ontwikkelen van natuur, maar alleen onderhouden. Landbouw mag landbouw blijven. De gronden zijn nog in gebruik als agrarische grond. Is van mening dat het betreffende perceel alleen bedoeld is om het waterpeil hoger te krijgen. Dat kan ook met leem, ipv het opofferen van 1,5 ha grond voor het ophogen van het waterpeil van een gebied van 1200 ha.
Ecologische verbindingszones zijn hier niet bestemd als natuur. Ten aanzien van agrarische percelen die in een Provinciale dan wel Rijksecologische verbindingszone zijn gelegen, geldt een wijzigingsbevoegdheid om eventueel, na verwerving van die gronden, de bestemmingen in natuur te kunnen wijzigen. Voor zover de gronden op deze plaats bestemd zijn als natuur maken ze deel uit van de Provinciale EHS. De natuurbestemming past derhalve in het Provinciale beleid. Eigendommen van terreinbeherende organisaties die binnen de EHS dan wel een ecologische verbindingszone vallen, worden daarom bestemd als natuur, tenzij de eigenaar aangeeft het agrarische gebruik op lange termijn te willen voortzetten. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
131b. Nieuw bouwblok
In 2010 heeft de gemeente medewerking toegezegd aan een nieuwe locatie voor een agrarisch bedrijf tussen [locatie FFFF]. Graag bouwblok voor deze locatie meenemen in dit bp.
Er loopt inderdaad al enige tijd een verzoek voor het verplaatsen of realiseren van een nieuw agrarisch bouwblok rond de bestaande bebouwing op [locatie FFFF]. [appellant 131] en zijn adviseurs zijn nog met de gemeente in de overlegfase over de haalbaarheid van het plan. Aangezien er nog geen sprake is van een onherroepelijk besluit hieromtrent is het verzoek niet meegenomen in dit ontwerp bestemmingsplan voor het buitengebied. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
245
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
246
132. [appellant sub 132], gevestigd te Beilen 132a. Archeologie
Bezwaar tegen archeologie 2 en 3 op de percelen in het Brunstingerveld en aan de Beilervaart. Is van mening dat dit niet overeen komt met de gangbare landbouwpraktijk en zou minstens 50 cm moeten zijn. Is bovendien van mening dat het geen archeologische gebieden meer kunnen zijn omdat er sprake is van: mengwoelen ivm ruilverkaveling, drainage. Vindt het onterecht dat bewijslast en kosten voor rekening van de boer komen. Vinden het vreemd dat dit zomaar als archeologisch gebied is gekenmerkt terwijl iedereen in de omgeving weet dat er geen sprake van kan zijn. Daardoor ook twijfels over de gehele vaststelling van het plan.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding Bezwaar tegen aanduiding milieuzone‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage hydrologische beïnvloeding op grond Brunstingerveld, terwijl naastgelegen klein A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan natuurgebied niet als zodanig is aangeduid. De komt in de regels. overheid heeft aangegeven dat vernatting van natuur geen gevolgen zou hebben voor De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. naastgelegen landbouwgronden. Daarom zou alleen natuur deze aanduiding moeten hebben. Ook bezwaar tegen vergunning nodig voor drainage, eventueel nodig als gevolg van vernatting. Is van mening dat er bij verandering van natuur te weinig rekening wordt gehouden met gevolgen voor naastgelegen boeren. Verzoekt om aanpassing op bovenstaande punten omdat de boeren anders ernstig in de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------247 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
132b. Hydrologie
uitoefening van hun landbouwpraktijk worden geschaad. Situatiekaart percelen bijgevoegd.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
248
133. [appellant sub 133], wonend te Bovensmilde Archeologie
Maakt voor zijn percelen bezwaar tegen waarde archeologie. Er zijn diepe grondbewerkingen uitgevoerd (1,5 tot 2 meter diep). Tevens zijn alle percelen gedraineerd en gemengwoeld. Verzoekt de waarde archeologie van de gronden te verwijderen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
249
134 [appellant sub 134], wonend te Beilen Archeologie en hydrologie
Maakt voor zijn percelen bezwaar tegen dubbelbestemming waarde archeologie en aanduiding milieuzone-hydrologische beïnvloeding. Betreft jong ontginningsgebied en er heeft ruilverkaveling plaatsgevonden. Heeft bezwaar tegen uit te voeren archeologische onderzoeken en bijkomende vergunningen + kosten ervan als er werkzaamheden als ploegen en draineren uitgevoerd moeten worden. Is niet werkbaar en levert papieren rompslomp op. Verzoekt om aanpassing op deze punten.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
250
135. [appellant sub 135], wonend te Westerbork Archeologie
Maakt voor zijn percelen bezwaar tegen waarde archeologie. Vindt dit onwerkbaar en onnodig op kosten jagen. Diepe grondbewerkingen moeten vrij kunnen plaatsvinden. Alle percelen zijn gedraineerd en gemengwoeld (ruilverkaveling). Verzoekt de diepte van 30 cm te verruimen naar 1 meter diep.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
251
136. [appellant sub 136], wonend te Wijster 136a. Archeologie en hydrologie
136b. Aanduiding sagabi aanbrengen
Maakt bezwaar tegen waarden archeologie en aanduiding milieuzone-hydrologische beïnvloeding. Vindt dit onwerkbaar. Landbouwbewerking moet vrij kunnen plaatsvinden. Dit belemmert de bedrijfsuitoefening en verbouw van teelten. Wanneer er niet dieper geploegd mag worden dan 30 cm kunnen gewassen verdrogen. Tevens heeft het inkomensdaling tot gevolg. Gaat de gemeente dit tekort aanvullen? Werkt ook weer negatief door in economie en werkgelegenheid. Verder is het gebied in de jaren zestig tot een diepte van 1,5 omgeploegd. Tevens is de functie intensieve veehouderij verwijderd. Is het hier niet mee eens en wil dit teruggedraaid zien. Kuikenstal staat op de WOZ-lijst.
Zie ook 184 Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Het betreft hier een grondgebonden agrarisch bedrijf (melkrundveehouderij) met een intensieve neventak in de vorm van vleeskuikens. De huidige aanduiding sa-gab is derhalve onvolledig en zal gewijzigd worden in sa-gabi. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
252
137. [appellant 137], wonend te Zuidveld Wijzigen bestemming Wonen in R-VR1 (met wonen)
Graag bestemming wonen wijzigen in verblijfsrecreatie en wonen. Dit levert minder beperkingen op voor verdere ontwikkeling van (mini) camping.
Op dit perceel is het gebruik wonen. Daarbij is in het verleden vergund een minicamping te houden bij de woning. Op dit moment is er echter geen volwaardige camping aanwezig, waardoor de thans opgenomen woonbestemming juist is. Hierbij mag een bestaande minicamping aanwezig zijn. Er is geen reden om een volwaardige campingbestemming, oftewel R-VR1, op te nemen voor dit perceel. Wanneer dit in de toekomst wenselijk is, kan men hiervoor een wijzigingsprocedure aanvragen bij de gemeente. Op dat moment zal het college een afweging maken over de (on)mogelijkheden. Er is geen reden de bestemming op dit moment te wijzigen, dus de woonbestemming op het perceel laten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
253
138. [appellant sub 138], wonend te Beilen over [locatie GGGG] 138a. Digitale versie niet raadpleegbaar
Betreft [locatie GGGG]. Constateert verschil tussen papieren en digitale versie. Niet mogelijk om bovengenoemde locatie in beeld te krijgen. [locatie GGGG] wel, waar volgens [appellant sub 138] lichte industrie op rust.
De gestelde fouten kunnen niet bevestigd worden. Zowel de digitale verbeelding als op de analoge plankaart zijn prima leesbaar. De informatie verschilt onderling niet. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
138b. [locatie GGGG] bestemming Bedrijf en wonen van buren beperkt agrarisch bedrijfsvoering
Vraagt zich af of dit van invloed is op zijn agrarische bedrijfsvoering en of dat hem dit beperkingen oplegt? Het kan toch niet zo zijn dat burgers van [locatie HHHH], die er later zijn komen wonen, Enting beperken in de bedrijfsuitvoering, die er altijd al was?
Onderzocht zijn de beide schuren op het perceel kadastraal aangeduid als Westerbork, sectie S, nummer 899. Dit perceel grenst aan de linker zijde van het perceel van de voormalige vlasfabriek. Beide schuren maken deel uit van een akkerbouwbedrijf. Bij de schuren is geen (bedrijfs)-woning gebouwd. De schuren en het perceel zijn eigendom van [appellant sub 138]. Aan de hand van het Besluit landbouw milieubeheer is de omgekeerde werking toegepast. Vereist is dan een afstand van 25 meter. Gemeten dient dan te worden vanaf de perceelsgrens van het akkerbouwperceel tot aan het geluidsgevoelige object. Dit geluidsgevoelige object is dan de voormalige bedrijfswoning bij de vlasfabriek. De woning dus op [locatie GGGG]. Het blijkt dat vanaf de dichtstbijzijnde perceelsgrens van S 899 tot aan de woning [locatie GGGG]de afstand ongeveer 65 meter bedraagt. Aan de omgekeerde werking wordt dus voldaan. Waar het betreft de bebouwing op [locatie GGGG], geldt dat dit geen geluidsgevoelig object is. Daardoor kan de heer Enting niet in zijn bedrijfsvoering belemmerd worden en levert dit geen beperkingen op. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
138c. Waardevol grasland
Er zijn percelen ingetekend als waardevol grasland en/ of natuur, terwijl het nu als grasen bouwland in gebruik is.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------254 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
138d. Archeologie
Heeft bezwaar tegen waarde archeologie op percelen. Alle percelen zijn gedraineerd en grotendeels gemengwoeld. Tevens in de jaren 70 een gastransportleiding aangelegd (van noordwest naar zuidoost) met metersdiep graafwerk. Niet te zien op kaart. Is van mening dat 50 cm bewerkingsdiepte gangbaarder is dan 30 cm.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
138e. Hydrologie
Heeft zorgen over ruime hydrologische zone rondom Natura-2000 gebied Elperstroom. Constateert invloeden over en weer tussen natuur en landbouw. Kan Enting ook aanspraak maken op eventuele schadevergoeding en of schadeloosstelling?
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
138f. Term mestsilo
Vindt naam mestsilo misleidend, want deze mag zijns inziens voor alle mogelijke (vloeibare) opslag gebruikt worden. Niet alleen mest en water.
Nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf in de vorm van biomassavergistingsinstallaties of producten daarvan zijn bij recht niet toegestaan. Dit kan via wel via een afwijking als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De regels voorzien derhalve in een mogelijkheid voor het gebruik van biomassavergisting. Daarnaast is het gebruik van mestsilo’s juist bedoeld voor de opslag van mest en niet voor andere vloeibare stoffen. Het besluit mestbassins geeft hier overigens ook een definitie voor, namelijk dat een mestsilo alleen bedoeld is voor de bewaring van dunne mest. De gemeente wenst hierbij aan te sluiten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
138g. Verruimen opslag agrarische producten
Vindt dat de opslag van agrarisch gerelateerde producten niet beknopt en / of gekort mag worden.
Het opslaan van agrarisch gerelateerde producten is binnen het bouwblok van een agrarisch bedrijf mogelijk. Daar waar het gaat om opslag buiten het bouwblok al dan niet van tijdelijke aard is het beleid dat hier gepast mee omgegaan moet worden en dat dit afhankelijk is van de van toepassing zijnde (gebieds)bestemming. De tijdelijke opslag van landbouwproducten, niet zijnde mest, buiten het bouwblok
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
255
is toegestaan. Het opslaan van mest, bermmaaisel, producten die vrij komen bij het schoonmaken van sloten, hooibalen en/of andere agrarische producten buiten het bouwblok anders dan in de zin hiervoor, is niet toegestaan. Voor mestopslag en kuilopslag kan hiervan afgeweken worden middels een afwijking van het bestemmingsplan indien aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er is dan ook geen sprake van onevenredige beknotting. Tenslotte nog het volgende. In het ontwerp plan is het niet toegestaan tijdelijke mest op te slaan buiten het bouwblok. Er zijn voldoende mogelijkheden om mest binnen het bouwblok op te slaan. Indien er binnen het bouwblok hiervoor geen ruimte aanwezig is, en het noodzakelijk en aantoonbaar is, kan aansluitend op het bouwblok mest opgeslagen worden. Daar waar het betreft tijdelijke mestopslag kan het volgende gesteld worden. De regeling van opslag van mest buiten het bouwperceel is ingegeven vanuit de passende beoordeling. Op grond van de conclusies hieruit is de gedachte vorm gegeven dat opslag van mest zo veel mogelijk moet worden beperkt buiten de bouwpercelen. Het voert echter te ver om tijdelijke opslag voor verwerking op het land (zoals begrepen in het activiteitenbesluit) ook te verbieden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen. 138h. Mogelijkheid later aanvullen zienswijze
Vindt interpreteren van kaart en tekst gecompliceerd en wil de mogelijkheid hebben om eventueel punten toe te voegen aan de zienswijze.
De indiener van de zienswijze zal tijdig betrokken worden bij het behandelen van de (concept) beantwoording van de zienswijze en kan desgewenst de zienswijze nader toelichten bij de raadscommissie Ruimte en Groen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
256
Ontwerp 2011: 138b:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
257
139. [appellant sub 139], wonend te Hijken Archeologie
Heeft bezwaar tegen waarde archeologie. Er zijn diepe grondbewerkingen uitgevoerd. Alle percelen zijn gedraineerd, gediepploegd en gemengwoeld. Heeft een woelpoot-cultivator die 60 cm diepploegt. Wordt het land 1 x per 2 jaar mee bewerkt. Grond is jonge veldontginning, vorige eigenaar heeft het nog in cultuur gebracht destijds. Is van mening dat categorie 1 op de gronden van toepassing zou moeten zijn.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
258
140. [appellant sub 140], wonend te Beilen Archeologie
Maakt voor zijn percelen bezwaar tegen dubbelbestemming waarde archeologie. Heeft bezwaar tegen uit te voeren archeologische onderzoeken bij werkzaamheden dieper dan 30 cm en de kosten ervan. Deze kosten zouden ook niet voor rekening van de grondeigenaar moeten komen maar voor rekening van de overheid. Is van mening dat 30 cm ook geen gangbare bewerkingsdiepte is. Na de ruilverkaveling (1965) zijn op de gronden al diepe grondbewerkingen (60-100 cm) uitgevoerd. De percelen zijn gedraineerd, gediepploegd en geëgaliseerd.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
259
141. [appellant sub 141], gevestigd te Smilde Archeologie
Maakt bezwaar tegen dubbelbestemming waarde archeologie 2 (Boerenlaan, Veldhuizenweg en Kymmelswijk) en 3 (de Polle) op de percelen (zie meegestuurde kaarten) en alle beperkingen die daaruit voortvloeien. Op de gronden zijn al diepe grondbewerkingen (100 cm) uitgevoerd. De percelen zijn gedraineerd, gediepploegd en geëgaliseerd. Van mening dat 30 cm ook geen gangbare bewerkingsdiepte is, zou 1 mtr moeten zijn. Aanleggen of herleggen van drainage zou onbeperkt mogelijk moeten zijn.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
260
142. [appellanten sub 142], wonend te Westerbork Aanpassing bouwblok
Graag vergroting / aanpassing van het bouwblok van de percelen 346, 1169 en 2253, te weten [locatie HHHH] zoals aangegeven op een meegestuurd kaartje. Door verkoop/koop is gewijzigde situatie ontstaan en afstemming is handig in deze.
Het betreffende perceel, de percelen hebben de bestemming W-VB. De diepte van het bestemmingsvlak is, mede op basis van de eigendomssituatie ten tijde van het opmaken van het ontwerp plan, zo’n 50 meter. Gelet op de gewijzigde eigendomssituatie en het feit dat er bij de genoemde bestemming enige bebouwing niet ondenkbaar is, en deze ruimte een iets dieper bestemmingsvlak rechtvaardigt, kan dit bestemmingvlak verdiept worden. Het vlak zal dan ook conform het verzoek aan de meest oostelijke grens met maximaal zo’n 70 meter verdiept worden, waarbij de rest van het perceel hierop aansluit qua achtergrens. Hierdoor sluit de grens van het bestemmingsvlak aan bij de bossingel die haaks op het perceel staat op naastgelegen perceel. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: het bestemmingsvlak voor de percelen Westerbork T 346 en 2253 naar achteren toe verdiepen, zodat deze grenst aan de ernaast gelegen bossingel.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
261
Luchtfoto: gearceerd het toe te voegen bestemmingsvlak deel
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
262
143. [appellant sub 143], wonend te Westerbork Indieners zijn eigenaar van [locatie IIII]. Hebben in 2007 een inspraakreactie ingediend op het voorontwerpbestemmingsplan. Reactie had betrekking op aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van het chaletpark. Indieners geven aan dat de toezegging van de gemeente tot ‘aanpassing van het bestemmingsplan in die zin dat voor het chaletpark binnen [locatie IIII] een afzonderlijke regeling zal worden opgenomen’ niet is nagekomen. Van mening dat de ruimtelijke onderbouwing niet goed is gemotiveerd en gezien de niet nagekomen toezegging is er sprake van onzorgvuldige voorbereiding en schending van het vertrouwensbeginsel. Verzocht wordt de toegezegde regeling alsnog in het bestemmingsplan op te nemen en daarbij de bestaande stedenbouwkundige kwaliteit te handhaven. Dit betekent: toegestane nokhoogte niet meer dan 3,5 meter en de dakhelling niet meer dan 15%. De onderlinge afstand tussen de recreatiewoningen mag niet minder dan 6 meter bedragen. Verschillende bijlagen zijn toegevoegd.
Bedoeld is dat de meest noordelijk gelegen percelen op [locatie IIII] op dit moment in gebruik zijn als kleinschalig chaletpark. Dat wil zeggen dat ca 15 chalets onderscheiden zich qua bouwstijl van de overige chalets of bungalows op het totale park. De chalets maken onderdeel uit van het grotere Landgoed Het Grote Zand, waar naast recreatiebungalows ook stachalets en een kampeerterrein aanwezig zijn. Dit betekent dat er op het hele terrein diverse verschijningsvormen van nachtverblijven aanwezig zijn. In oktober 2010 heeft de raadscommissie Ruimte en Groen de beleidsnotitie Recreatie en toerisme besproken. Deze is vervolgens verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan voor het buitengebied. Een van de afwegingen was de volgende. Het komt voor dat er binnen een terrein een combinatie van recreatiebungalows en bijvoorbeeld stacaravans aanwezig is. Om de ondernemer de keuze te geven te bepalen welke soort nachtverblijven er komen, is besloten om binnen de bestemming voor recreatiebungalows (R-VR2) ook toe te staan dat er een volwaardig kampeerterrein, dus inclusief stacaravans en/of chalets zouden kunnen komen. Dit is het zogenaamde zwaarder=lichter principe. Hiermee wordt er ook voor de langere termijn een mate van flexibiliteit ingebed in het bestemmingsplan, wat gunstig zal zijn voor de algemene exploitatie van een recreatieterrein. In dat verband is het niet wenselijk om binnen een bepaald park een specifieke regeling op te nemen dit vervolgens weer beperkt indien de huidige situatie een bepaald soort bebouwing of gebruik kent voor dat deel van een park. Over de toezeggingen van het college zoals die verwoord zijn in het antwoord uit 2008 op de inspraakreactie uit 2007 het volgende. In de afweging staat vermeld: ‘Op dit punt wordt ook verwezen naar de discussie die de gemeenteraad momenteel voert over de te hanteren randvoorwaarden voor (kleinschalige) verblijfsrecreatie. De uitkomsten van deze discussie zullen worden betrokken bij het ontwerpbestemmingsplan. De beoogde discussie is hierboven ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------263 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Opnemen afzonderlijk regeling [locatie IIII] tav stedenbouwkundige inpassing
beschreven, dit is de discussie uit 2010. Verder staat er in de conclusie van het antwoord uit 2008 het wat specifieker omschreven: Het plan zal worden aangepast in die zin dat voor het chaletpark binnen het Hof van Haelen een afzonderlijke regeling zal worden opgenomen afgestemd op de Kadernota Kampeerbeleid. Aangezien het hele nadien kampeerbeleid heroverwogen is middels genoemde beleidsnota uit 2010, is er voortschrijdend inzicht ontstaan en is genoemde conclusie niet meer van toepassing. Ten overvloede zij nog het volgende genoemd. De vrees lijkt te zijn dat in de nabijheid van chalet nummer 15 andersoortige bebouwing komt dan de huidige voorkomende bebouwing. Een voorbeeld is een volwaardige recreatiebungalow, welke vooral een hogere goot- en/of nokhoogte zou kunnen krijgen dan de bestaande bebouwing. Het is juist dat hier volgens het ontwerp bestemmingsplan een recreatiebungalow gebouwd zou kunnen worden. Echter dat is op dit moment in het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” ook al mogelijk. Ook nu is het mogelijk dat op deze plek een recreatiebungalow gebouwd wordt van maximaal 70 m2, een nokhoogte van maximaal 8 meter en van maximaal 1 bouwlaag. Ter vergelijking: in het ontwerp plan zijn deze maten: maximaal 100 m2, ook maximaal 8 meter nokhoogte en een maximale goothoogte van 3 meter, waarbij de bepaling van één bouwlaag is vervallen. De in de zienswijze genoemde maten en hoogte worden overigens niet herkend in de vigerende regeling. Hierdoor is het planologische verschil tussen vigerende plan en nieuwe plan qua bouwhoogte marginaal. De verwachting is dan ook dat dit geen nadeliger situatie voor indieners van de zienswijze oplevert. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
264
Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
265
144. [appellant sub 144], gevestigd te Zwiggelte
Zie nr. 127
Archeologie
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Bezwaar tegen dubbelbestemming waarde archeologie op percelen en de ontheffing die bij grondbewerking dieper dan 30 cm aangevraagd moet worden. Op de gronden zijn al diepe grondbewerkingen uitgevoerd, oa door ruilverkaveling, drainage, diepploegen en diepwoelen. Archeologische waarden zullen niet gevonden worden en normaal agrarisch gebruik wordt beperkt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
266
145. Mr. R.H.A. ter Huurne, Stichting Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10.100, 5.000 JC Tilburg namens [appellant sub 145], wonend te Tiendeveen Verzoekt om bij vaststelling van het Uitsluiten dat natuur bestemmingsplan uit te sluiten dat de grond gebruikt kan worden als vochtige heide. rondom het perceel van de heer Boertien aan [locatie JJJJ], met de bestemming natuur kan worden ingericht als ‘vochtige heide’. Argumenten: [locatie JJJJ] ligt lager en bij vochtige heide is het grondwaterpeil hoog waardoor er wateroverlast en overlast door ongedierte (muggen) ontstaat wat het leefklimaat ernstig zal aantasten.
De provincie heeft het Natuurbeheerplan Drenthe vastgesteld. Hierin worden de natuurdoelstelling vastgelegd, zoals het realiseren of behouden van typen van natuur. Het bestemmingsplan regelt alleen de hoofdbestemming Natuur, niet welke variant van Natuur hierbinnen mogelijk is. Of dit drogere of nattere natuur is, wordt bepaald door het natuurbeheerplan van de provincie. Het waterschap maakt in het belang van de waterhuishouding haar beleid welke geldt naast het natuurbeheerplan. Zij ziet toe op een goede waterhuishouding in het totaal, dus inclusief de gronden die in of nabij het natuurgebied gelegen zijn. In die zin bestemt de gemeente alleen het bestaande gebruik in het bestemmingsplan en doet geen uitspraken over welke soort natuur mag worden gebruikt (of niet mag worden gebruikt). Overigens zijn er doeltypen vermeld in het Natuurbeheerplan van de provincie, zoals bijvoorbeeld 'vochtige heide' of 'bloemrijke graslanden'. Aan dit Natuurbeheerplan zijn geen inrichtingsmaatregelen verbonden, deze worden bepaald door de terreinbeherende instanties en het waterschap. De inrichtingsmaatregelen mogen geen nadelige effecten op de naastliggende particuliere terreinen teweeg brengen. Het waterbeheer ligt in handen van het waterschap. Tenslotte geldt voor elke burger wettelijk gezien dat hij/zij de verantwoordelijkheid heeft voor het inzamelen van overtollig grondwater op het eigen perceel. Al met al ziet de gemeente geen reden om aanvullende eisen of beperkingen op te nemen om veronderstelde overlast tegen te moeten gaan, nu hiervoor voldoende andere geschikte instrumenten zijn. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
267
146. [appellant sub 146], wonend te Zwiggelte Ingetrokken, niet meer van toepassing
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
268
147. [appellant sub 147], wonend te Drijber 147a. Wijzig aanduiding iv in sa-gab
Verzoekt om wijziging van aanduiding ‘IV intensieve veehouderij’. Koops heeft een melkveebedrijf. Graag een andere aanduiding die het melkveebedrijf mogelijk maakt.
De zienswijze is juist, het betreft hier een omissie. Op dit moment is een melkrundveehouderij op het perceel aanwezig, waardoor de aanduiding niet iv moet zijn, maar sa-gab. De aanduiding iv wijzigen in sa-gab. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding iv wijzigen in sa-gab.
147b. Hydrologie
Maakt voor zijn percelen bezwaar tegen aanduiding milieuzone-hydrologische beïnvloeding. Wil drainage in de toekomst zonder problemen kunnen vervangen en ziet geen meerwaarde in de aanduiding.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
147c. Archeologie
Heeft bezwaar tegen dubbelbestemming archeologische verwachtingswaarde. De gronden zijn ruilverkaveld, gemengwoeld en geëgaliseerd. Archeologische waarden zijn niet te verwachten en leiden alleen maar tot onnodige kosten voor de eigenaar.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
269
148. [appellant sub 148], gevestigd te Beilen Archeologie
Betreft percelen behorend bij Beilervaart 81 en 89. Bezwaar tegen dubbelbestemming archeologische waarde, ivm te verrichten grondwerken dieper dan 30 cm. Er zijn al diepe grondbewerkingen uitgevoerd, door ploegen en drainage. Wil drainage in de toekomst zonder belemmering kunnen vervangen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
270
149. [appellant sub 149], wonend te Beilen Archeologie
Bezwaar tegen dubbelbestemming archeologische waarde. Land is in de ruilverkaveling Dwingeloo-Smalbroek verkaveld. Sloten gegraven en gedicht. Is een beperking met het oog op toekomstige bedrijfsuitbreiding.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
271
150. [appellant sub 150], gevestigd te Orvelte 150a. Archeologie
150b. Hydrologie
Heeft een gemengd bedrijf met melkvee en leghennen. Bedrijf ligt voor groot gedeelte in verwachtingsgebied archeologische waarden. Heeft al jaren diepe grondbewerkingen uitgevoerd, minstens 50 cm diep. Volgens bestaand gebruik in de gangbare landbouwpraktijk. Verzoekt de gemeente het archeologische onderzoek te betalen, waardoor [appellant sub 150] deze niet kerende grondbewerking weer mag uitvoeren. Wil drainage in de toekomst zonder belemmering kunnen vervangen. Verzoekt de gemeente ook hiervoor de kosten voor onderzoek te vergoeden. Wil dat de archeologische waarde van het gebied waarin de gasleiding is aangelegd, verwijderd wordt. Breedte van de zone is volgens [appellant sub 150] 80 meter. Heeft in eerdere reactie op het plan kaarten meegestuurd die weergeven dat er onderzoek verricht is. Percelen zijn jonge veldontginningen en is wel tot 1.50 meter diep op de schop geweest. Documentatie moet bij gemeente bekend zijn en vindt dat de gemeente dit moet onderzoeken. Nu worden de kosten te makkelijk bij de grondeigenaar neergelegd en dat is onterecht.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: Nadere beschouwing van de zienswijze levert geen extra bijdrage voor een individuele afdoening ervan. De breedte is niet zodanig aan te geven. Verschilt per gasleiding en afhankelijk van het verstoorde profiel op basis van het archeologisch onderzoek. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding Bezwaar tegen aanduiding milieuzone‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage hydrologische beïnvloeding. Is van mening dat het natuurgebied geen enkele hydrologische A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan relatie heeft met omliggende landbouwgronden ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------272 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
150c. Ammoniakdepositie
liggende in het Orvelterveld. Het zijn 2 gesloten systemen. Vindt daarom dat de lijn van hydrologische beïnvloeding op de grens van natuur en landbouw zou moeten zitten.
komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Vindt het voorbarig om in het bestemmingsplan vast te leggen dat de ammoniakdepositie in relatie met nabij gelegen natuurgebieden niet significant hoger mag worden, aangezien de landelijke cq provinciale overheid hier nog over bezig is en er in de toekomst misschien mogelijkheden zijn om emissie op 1 boerderij te verhogen, terwijl het ergens anders stopt.
De mening dat dit voorbarig is wordt niet gedeeld. De nu geformuleerde regeling sluit de mogelijkheid zoals genoemd door reclamant overigens niet uit, zo lang de depositie op het betreffende Natura 2000 gebied (Speciale beschermingszone) maar niet significant toeneemt. Daarnaast kan gezegd worden dat ten behoeve van dit bestemmingsplan een planMER en een passende beoordeling zijn gedaan. Daarmee is voldaan aan de vereiste van artikel 19 j van de Nbw. Uit de passende beoordeling volgt dat de mogelijkheid voor veel bedrijven bestaat om uit te breiden. Dit heeft er toe geleid dat de regels van het plan niet hoefden te worden ingeperkt. De gemeente is het met de indiener van de zienswijze eens dat de toetsing van artikel 19d Nbw daarnaast lijkt te volstaan. Vanwege het belang van deze toetsing en enige onzekerheid over de relatie tussen bestemmingsplan en natuurbeschermingswet/habitatrichtlijn, is er voor gekozen om het criterium desondanks op te nemen. Op die wijze zal de toetsing niet worden vergeten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
273
151. [appellant sub 151], wonend te Smilde 151a. Archeologie
151b.Intrekken agrarische bestemming
Betreft perceel nr. 2239 aan [locatie KKKK]. Is van mening dat grondeigenaren beperkt worden in hun functioneren door de stempel archeologische waarde. Heeft bezwaar tegen dubbelbestemming archeologische waarde. Perceel is in de ruilverkaveling Jonkerswijk door diepwoelen samengevoegd en voorzien van drainage en geëgaliseerd. Sloten gegraven en gedicht. Er is nooit wat bijzonders aangetroffen. Vroeger stond er een boerderijtje op [locatie KKKK]. Misschien is een restant fundering aangezien voor een grafheuvel? Heeft ook bezwaar tegen kosten voor onderzoek en vergunningen.
Perceel heeft in dit bp agrarische bestemming. Bestemming agrarisch wonen is vervallen zonder daarover te zijn ingelicht.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele afweging: Nadere beschouwing van de zienswijze levert geen extra bijdrage voor een individuele afdoening ervan. Het voormalige boerderijtje wordt in de nota zienswijze al voldoende beantwoordt. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Smilde H2239. In het vigerende bestemmingsplan buitengebied is de betreffende woning al wegbestemd. Ook bij onbewoonbaar verklaarde woningen wordt de woonbestemming onttrokken. Een nieuwe woonbestemming is daarmee feitelijk niet meer mogelijk binnen het beleid van het ontwerp plan ten aanzien van het toevoegen van woningen in het buitengebied. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Perceel valt deels binnen en deels buiten de Gelet op het antwoord van 151b is er geen reden een bebouwde kom. Vroeger stond er een woning bouwmogelijkheid op te nemen. De noodzaak voor het aanpassen van de bestemmingsplangrens vervalt daarmee ook. (in deel buiten de bebouwde kom), maar is De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. afgebroken. Verzoekt nu om 30 meter van het perceel te wijzigen van bp buitengebied naar bp Smilde, omdat het in de bebouwde kom ligt ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------274 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
151c. Verzoek opname perceel in bp Smilde en dus (her)bouw woning mogelijk maken
en grenst aan woningen van Actium. Tevens het verzoek om een woning met schuur op het perceel op te richten.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
275
152. Countus Accountants+adviseurs, J. Steenhagen, Postbus 225, 7730 AE, Ommen namens [appellant sub 152], wonend te Orvelte 152a. Bouwvlak vergroten
Indieners hebben een melkrundveebedrijf. Houden 100 melkkoeien, 150 stuks jongvee en ca. 90 ha landbouwgrond in gebruik. Vallen in bestemming ‘agrarisch met waarden 2’. Verzoeken om aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan op de volgende punten: Vergroting van het bouwblok naar 1,5 ha bij recht, dan wel minimaal de nu gebruikte oppervlakte van 1,35 ha.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-2” waarbij sprake is van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 1,5 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Het vergroten van het bouwblok tot 1,5 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Daarnaast is het mogelijk indien de noodzaak hiervan is aangetoond dat er voor het bouwen van kuilvoeropslag en mestopslag buiten het bouwblok een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt. De feitelijke situatie is dat er op dit moment qua bebouwing, gerekend vanaf de voorgevel van de eerste bedrijfswoning nabij de bedrijfsgebouwen, 1,30 ha aanwezig is. Indien de kuilvoeropslag meegerekend wordt is dit nog wat groter. Daarom is voor de bestaande bebouwing en gebruik 1 ha op dit moment niet voldoende en is het redelijk hier bij recht een bouwblok tot 1,5 ha mogelijk te maken. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor dit perceel een aanduiding opnemen dat 1,5 ha bij recht mogelijk is. Hiertoe ook de regels hierop aanpassen.
152b. Vorm bouwvlak
Opnemen dat [locatie LLLL] nu al geen vierhoekig bouwvlak heeft en ook dat in het geval er een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor het bouwen van gebouwen of bouwwerken, hiervoor geen aparte toestemming hoeft te worden gevraagd en er niet hoeft worden voldaan aan de voorwaarden van artikel 5.4 sub c onder 2.
Wanneer in dit geval de kuilvoeropslagen niet bij de bepaling van de vorm van het bouwblok meegerekend worden, is er sprake van een (denkbeeldige) vierhoek. Daarmee wordt voldaan aan het gestelde in de planregels. Indien de noodzaak hiertoe aangetoond kan worden, is het na afwijking mogelijk om buiten het bouwblok opslag van mest en dergelijke te laten plaatsvinden. De gemeente heeft hier bewust voor gekozen om zo de kwaliteit van het landschap te kunnen sturen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
276
152c. Bouwregels
De verplichting om te bouwen binnen 50 meter van de voorgevel van de bedrijfswoning niet opnemen in het bestemmingsplan, danwel dusdanig wijzigen dat de afstand maximaal 25 meter tot een gevel van een (bedrijfs) gebouw dient te bedragen zodat er voldoende ruimte overblijft om met een vrachtauto tussen twee gebouwen te keren.
De bouwregels binnen de bestemming AW-2 zijn juist bewust opgenomen om zo binnen deze gebiedsbestemming het landschap van de oude veldontginningen te kunnen bewaren en te behouden. Inderdaad is er sprake van een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid voor het afwijken van het bouwen binnen 50 meter uit het hart van de gevel van een bedrijfswoning. Dit is opgenomen zodat er in uitzonderingsgevallen toch kan worden voorzien in voldoende uitbreidingsruimte. Aangezien dit landschappelijk inpasbaar moet zijn, zijn een viertal voorwaarden opgenomen om dit te bewerkstelligen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
152d. Ammoniakdepositie
Alle artikelen met betrekking tot de toetsing op ammoniakdepositie uit het bestemmingsplan te verwijderen, aangezien die toetsing thuishoort bij de provincie en zij al een verklaring van geen bezwaar bij het aanvragen van een omgevingsvergunning dient te verlenen.
Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een planMER en een passende beoordeling gedaan. Daarmee is voldaan aan de vereiste van artikel 19 j van de Nbw. Uit de passende beoordeling volgt dat de mogelijkheid voor veel bedrijven bestaat om uit te breiden. Dit heeft er toe geleid dat de regels van het plan niet hoefden te worden ingeperkt. De gemeente is het met de indiener van de zienswijze eens dat de toetsing van artikel 19d Nbw daarnaast lijkt te volstaan. Vanwege het belang van deze toetsing en enige onzekerheid over de relatie tussen bestemmingsplan en natuurbeschermingswet/habitatrichtlijn, is er voor gekozen om het criterium desondanks op te nemen. Op die wijze zal de toetsing niet worden vergeten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
152e. Archeologie
De archeologische bestemming van gronden van onze cliënten te verwijderen, danwel de kosten van archeologisch onderzoek voor rekening van de gemeente te nemen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
277
153. [appellant sub 153], wonend te Mantinge Archeologie en hydrologie
Ik vind het absurd dat voor een moderne agrarische bedrijfsvoering niet de mogelijkheid is de gewone grondwerken in eigen inzicht te mogen uitvoeren. Het is mooi dat we mogen uitbreiden qua bouwblok maar heeft er bezwaar tegen dat de natuur bepaald waar de landbouw kan komen. Dit moet andersom zijn. Dus maak ik bezwaar tegen dubbelbestemming waarde archeologie 2 en aanduiding milieuzone-hydrologische beïnvloeding en de beperkingen daarvan op de moderne agrarische bedrijfsvoering. Vindt dat agrariërs door milieuzonering en natura2000 beperkt worden. De natuurgebieden liggen tussen de landbouw en niet andersom. Geef de landbouw de ruimte.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
278
154. [appellant sub 154], gevestigd te Beilen 154a. Vorm bouwblok
Vraagt zich af wat de grootte en vorm van het bouwblok is, gezien doorkruising door een fietspad en naastgelegen es.
Het perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming “AW-4” met de aanduidingen ‘grondgebonden agrarisch bedrijf’ en ‘tweede bedrijfswoning’. Binnen deze bestemming is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Het feit dat er een fietspad over dit perceel heen loopt, maakt dit niet anders. In het ontwerp is geen aanduiding ‘es’ voor dit gedeelte opgenomen, en er zijn dan geen beperkingen hiervoor opgenomen. Uitgangspunt is dat er binnen een denkbeeldige vierhoek gebouwd moet worden, hetgeen ook mogelijk is voor dit bedrijf. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
154b. Mesttransportleiding
Hoe wordt omgegaan met de mesttransportleiding van de bedrijfsgebouwen richting het centrum van de huiskavel?
De zienswijze is juist indien bedoeld wordt dat een omgevingsvergunning voor transportleidingen op het bouwperceel te zwaar is in de bestemmingen Agrarisch met Waarden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen door de vergunningsplicht binnen het bouwvlak te schrappen. Deze wordt overigens niet geschrapt in de bestemming Water. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: binnen de regels van de agrarische bestemmingen de vergunningplicht voor het aanleggen van transportleidingen binnen het bouwvlak verwijderen.
154c. Archeologie
Waarde archeologie wordt zinloos geacht. De grond is al op meerdere manieren diep bewerkt (diepgeploegd, drainage).
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
154d. Hydrologie
Verzoekt om verwijderen van aanduiding Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding milieuzone-hydrologische beïnvloeding op ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------279 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
grond in Vorrelveen, aangezien dit gebied als hoofdfunctie landbouw heeft en de beperkingen van de aanduiding hiermee in strijd zijn.
A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
280
155. NMFD, mevrouw L. Harteveld, Hertenkamp 6, 9401 HL, Assen namens de Natuur en Milieufederatie Drenthe, en mede namens [appellanten sub 155] Wij zijn van mening dat met het goed 155a. Landschap, toepassen van de regels uit artikel 43 Elementen landschapselementen beschermd kunnen worden. Daarvoor is het wel van belang dat duidelijk inzichtelijk is welke landschapelementen in de gemeente aanwezig zijn en welke u in elk geval wilt beschermen. Is er bijvoorbeeld een actuele kaart waarop de landschapselementen zijn weergegeven en omschreven?
De bedoelde landschapselementen zijn juist expliciet opgenomen in bijlage 8 en 9 van de regels. Hiermee is bescherming van deze elementen via een omgevingsvergunningstelsel (voorheen aanlegvergunning) geborgd. Daarnaast is het zo dat het landschapsbeleidsplan momenteel geactualiseerd wordt. Een vervolg daarop is dat de gemeente een aangepast beheerplan wil hebben voor gemeentelijke landschappelijke elementen, bermen en sloten. Voorwaarde hiervoor is dat er financiële middelen beschikbaar zijn gesteld. Als dat het geval is, hebben we na uitvoering ervan ook een geactualiseerde kaart met landschapselementen. Deze zal op dat moment in het eerstvolgende actualiserende bestemmingsplan meegenomen worden, maar op dit moment is deze nieuwe kaart nog niet voorhanden, het ontwerp ligt ter inzage. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
155b. Landschap, inpassing
Wij vinden het bij alle verblijfsrecreatieve bestemmingen en niet alleen bij R-VR2 van groot belang dat er rekening gehouden wordt met het landschap. Wij verzoeken u dan ook om ook bij R-VR1 en 3 landschappelijke inpassing als onderdeel van de bestemming op te nemen in het definitieve plan.
De opmerking is terecht, dit betreft een omissie. Ook bij de bestemmingen R-VR1 en R-VR3 zal het volgende aan de aan de hoofdbestemming ondergeschikte bestemming toegevoegd worden: ‘het behoud en het versterken van een goede landschappelijke inpassing’. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: toevoegen aan de regels voor R-VR1 en R-VR3 binnen de doeleinden beschrijving: “het behoud en het versterken van een goede landschappelijke inpassing”.
155c. Intensieve neventak
Wij maken bezwaar tegen de omvang van de neventak bij AW-1 en AW-4 van maximaal 5.300 m2 omdat u binnen het nu voorliggende ontwerp-bestemmingsplan, middels omgevingsvergunning en wijziging, in feite
Er is geen sprake van nieuwvestiging aangezien het reeds bestaande situaties betreft. De omvang van 5.300 m2 betreft geaccepteerde en in overleg met diverse partijen, waaronder LTO-noord en de provincie, besproken maten van de omvang van een neventak. Nieuwvestiging van intensieve veehouderijen is in het ontwerp plan niet toegestaan, dit
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
281
nieuwvestiging van intensieve veehouderijen mogelijk maakt. Dit is ook niet in overeenstemming met het provinciale beleid hieromtrent. Wij verzoeken u deze te grootschalige uitbreidingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij in het definitieve plan zodanig aan te passen, dat geen volwaardige nieuwe intensieve veehouderijen mogelijk worden gemaakt.
in overeenstemming met het provinciaal beleid. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
155d. Recreatie, ontwikkelingsperspectief
Wij zijn ook nu nog van mening dat de gemeente een ontwikkelingsperspectief natuurlijke recreatie zou moeten laten opstellen en een integrale ruimtelijke visie voor recreatie en toerisme en landschap en natuur In Midden-Drenthe. Nu schept u volgens ons een onduidelijk kader voor zowel gemeente, burgers als recreatieondernemers. Wij hebben behoefte aan een ontwikkelingskader dat inzicht geeft in de wenselijkheid van het omzetten van kleinschalig kamperen naar R-VR1 en dan weer naar R-VR2 in de gemeente. Graag alle wijzigingen of uitbreidingen tav recreatie voorleggen aan het kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie.
Op dit moment is het al gebruikelijk en mogelijk dat het kwaliteitsteam wordt ingeschakeld bij voorkomende gevallen. Daarnaast is er in het verleden gekeken of er een ontwikkelvisie voor de gehele gemeente kan komen. Deze is echter alleen gericht op de combinatie van natuur en recreatie terwijl de gemeente juist beleid zouden willen vormgeven over de combinatie landbouw en recreatie. Een dergelijke ontwikkelvisie heeft pas zin als de factor landbouw ook meegenomen kan worden. Totdat die visie gemaakt is, beoordeelt de gemeente iedere aanvraag individueel en neemt het dus geen beperkingen op in het bestemmingsplan. Wel neemt de gemeente in overweging om een visie op alle drie de beleidsterreinen te maken. Daarnaast is het zo dat een afweging van diverse natuurbelangen via de reeds genoemde voorwaarden bij de wijzigingsmogelijkheden alsmede in artikel 43 van de regels plaatsvindt. Grootschalige wijzigingen voor recreatiegebieden zijn in dit bestemmingsplan niet mogelijk maar gaan via een eigen planologische procedure. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
155e. Recreatie, kleinschalig kamperen
Wij zijn van mening dat er geen blokhutten moeten worden toegestaan op kleinschalige kampeerterreinen. Wij maken bezwaar tegen de maximum oppervlakte van één hectare. Een kleinschalig kampeerterrein krijgt daarmee de mogelijkheid om erg veel kampeermiddelen op het terrein te plaatsen. Al met al vervaagt
Er is bewust gekozen voor het aantal van drie blokhutten in verband met milieuregelgeving. Hierdoor hoeft de blokhut bijvoorbeeld niet gezien te worden als geurgevoelig object. Daarnaast is het een verbreding van het kleinschalig kamperen begrip met een economische versteviging van de neventak tot gevolg. Dit is voor veel houders van een kleinschalig kampeerterrein van belang, aangezien het vaak een welkome aanvulling is op de (agrarische) bedrijfsvoering of als
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
282
155f. Recreatie, recreatiedruk
hierdoor het onderscheid tussen een kleinschalig en een regulier kampeerterrein. Wij onderschrijven het uitgangspunt niet om kleinschalig kamperen zowel bij de boer, bedrijven, als bij burgers toe te staan. Wij zijn daarom van mening dat kleinschalig kamperen gekoppeld zou moeten blijven aan het agrarische bedrijf.
neveninkomsten bij een woonfunctie. Door het gebruik ervan in de winter niet toe te staan, en doordat de rest van het terrein leeg moet zijn buiten het kampeerseizoen, en de trekkershutten buiten het kampeerseizoen niet gebruikt mogen worden, blijft het verschil met een regulier terrein juist wel duidelijk. De grens van 1 ha is daarbij gekozen, omdat dit het enerzijds mogelijk maakt dat een minicamping levensvatbaar is, terwijl als het terrein groter zou worden dit praktisch lastig is om als neventak te blijven beschouwen. De meeste volwaardige regulier campings kunnen eerst bestaan vanaf een bepaalde omvang, namelijk 1 ha. Het is inderdaad na afweging van de voorwaarden ook mogelijk om bij een niet-agrarische bedrijfswoning of woning een minicamping toe te staan. Dat hierdoor echter geen wildgroei ontstaat is onder meer geborgd door de voorwaarde dat het terrein minstens 2.000 m2 ha groot moet zijn. Dit zal in de praktijk lang niet bij alle (bedrijfs)woningen mogelijk blijken te zijn. Tevens kan een nieuwe minicamping alleen gerealiseerd worden na afwijking van het bestemmingsplan, waardoor voor het college een zekere sturing op de kwaliteit van het aanbod mogelijk blijft. De koppeling met het agrarische bedrijf blijft, maar kan ook bij andere functies komen. De gemeente heeft daarbij de keuze gemaakt dat de markt een zekere zelfsturing moet kunnen krijgen en wil zo het principe van vrije marktwerking meer ruimte geven. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Op pagina 133 van de toelichting schrijft u dat de ontwikkelingen van recreatie een toenemende recreatieve druk op de natuur- en bosgebieden in en aangrenzend aan het plangebied tot gevolg kunnen hebben, maar dat dat in Midden-Drenthe niet het geval is. Deze conclusie trekt u naar aanleiding van een overleg met de natuurbeherende instanties. Wij kunnen ons niet vinden in deze conclusie. Om belangentegenstellingen te voorkomen zou verblijfrecreatie bij voorkeur niet in de
In het bestemmingsplan worden bij recht geen nieuwe recreatieve ontwikkelingen meegenomen die nog niet onherroepelijk zijn op het moment van vaststellen van het bestemmingsplan. Voor zes terreinen is hiervoor een uitzondering gemaakt, deze hebben echter elk een eigen ruimtelijke onderbouwing welke is bijgevoegd in het plan. Nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen zijn alleen na een afwijking van het plan of via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk. Bij deze extra procedure is een van de voorwaarden zoals gesteld in de artikelen 21.6g en j, 43.2 en 43.3 dat er geen onevenredige afbreuk aan (onder meer) EHS en natuurbelangen mag optreden. Dit dient ook door elke initiatiefnemer aangetoond te zijn alvorens de gemeente medewerking aan een plan
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
283
randzones van de EHS moeten worden gevestigd.
zal verlenen. Hiermee is er voldoende waarborging dat de milieu- en natuurbelangen voldoende worden meegewogen in de belangenafweging van de gemeente. De tekst op bladzijde 133 van de toelichting is inderdaad zo interpreteerbaar dat het gelezen kan worden alsof de natuurbeherende organisaties hebben aangegeven geen problemen met de toenemende recreatieve druk te ervaren in de gemeente. Aangezien dit niet in alle gevallen de (huidige) mening van hen is, zal dit in de toelichting genuanceerd worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de toelichting op blz 133 (wat betreft de mening van natuurbeherende organisaties) nuanceren.
155g. Recreatie, verstening
Wat is binnen R-VR1, 2 en 3 het verschil tussen “bedrijfswoningen bij de recreatieve bestemmingen” en “de mogelijkheid voor wonen ten behoeve van de recreatievoorzieningen” en wordt hiermee nu een extra mogelijkheid geboden voor verstening van het landelijk gebied?
Er mag per recreatieve bestemming 1 bedrijfswoning gerealiseerd worden. Eerst wordt omschreven dat wonen mogelijk is, vervolgens dat het gaat om bedrijfswoningen bij een recreatieve bestemming. Dit is geen dubbele optie om een woning te bouwen, meer de systematiek van de opbouw van de regels. Hierdoor is er geen sprake van verstening. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
155h. Recreatie, Camping Sonnevanck
De uitbreiding van camping Sonnevanck wordt
Hier is waarschijnlijk sprake van een misverstand: er is geen EVZ meer in Provinciale omgevingsvisie of -Verordening voor deze percelen ten noorden van de EHS aan de noordzijde van de Wijsterseweg te Spier. Door het vervallen van de EVZ is er geen sprake van belemmering van de natuurwaarden. Daarnaast is er een uitgebreide ruimtelijke onderbouwing voor de uitbreiding van camping Sonnevanck gemaakt, welke ook ingaat op deze aspecten. Het vervallen van de EVZ is nog niet gewijzigd in de ruimtelijke onderbouwing voor de uitbreiding van de camping. Dit zal alsnog gedaan worden. Uit de afweging, welke ook is ingegaan op de flora en faunawaarden alsmede de natura2000 waarden, is gebleken dat de uitbreiding zonder nadelige gevolgen voor de omgeving te realiseren is. Tenslotte is er wel degelijk een relatie met de omgeving en aangrenzende bestemmingen. Namelijk dat het aansluit op de bestaande volwaardige camping, het terrein gelegen is in de nabijheid van andere recreatieve terreinen, waaronder campings
via het voorliggende bestemmingsplan in een ecologische verbindingszone (EVZ) mogelijk gemaakt. Door de aard van de uitbreiding, namelijk op een zeer langgerekt, smal perceel, vormt de rij van recreatiewoningen straks een fysieke barrière in de EVZ. Uit het oogpunt van Ruimtelijke ordening lijkt het ons ongewenst en onlogisch om een dergelijke smalle zone een recreatieve bestemming te geven, zonder dat er enige relatie is met de omgeving en aangrenzende bestemmingen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
284
en bungalowparken en dat het qua eigendomssituatie de enige mogelijkheid is tot uitbreiding van het bedrijf. Conclusie: De tekst in de ruimtelijke onderbouwing ten aanzien van de EVZ zal gewijzigd worden; aangezien de EVZ hier niet meer is, kan deze vervallen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De RO behorende bij de uitbreiding voor camping Sonnevanck waar het gaat over de EVZ aanpassen zodanig dat de tekst in H4 over de EVZ verwijderd wordt wegens het vervallen van de EVZ. 155i. Vestigingsmogelijkheden binnen Beekdal/AW-4
Volgens uw bestemmingsplan kan, wanneer daarmee een milieuknelpunt wordt opgelost, een agrarisch bedrijf gevestigd worden in een beekdal met de bestemming Agrarisch met waarden 4. Wij zijn van mening dat dit een ongewenste ontwikkeling is en wij vragen u deze mogelijkheid niet in het definitieve bestemmingsplan op te nemen.
Het provinciaal beleid geeft aan dat er in de landbouwontwikkelingsgebieden, waaronder de AW-4 terreinen (grotendeels) vallen, op zich bedrijfsvestigingen mogelijk zijn. De gemeente heeft het als zodanig opgenomen dat de grootschalige beekdalen vallen onder AW-4. Hierbinnen is nieuwvestiging alleen mogelijk als een intensief bedrijf omgezet wordt in een grondgebonden bedrijf en als het betreft nieuwvestiging ten gevolge van het oplossen van een knelpunt dat elders ontstaan is door bijvoorbeeld aanwezige EHS. De wijzigingsbevoegdheid is in artikel 7.9b onder een aantal voorwaarden opgenomen waaronder een goede landschappelijke inpassing. Al met al is het niet zomaar mogelijk dat binnen deze AW-4 bestemming een nieuw agrarische bedrijf gevestigd is. Daarnaast kan gezegd worden dat de bestemming AW-4 een gebied is dat al geherstructureerd is. Het heeft niet dusdanig landschappelijke waarde dat dit meer bescherming behoeft. De bestemming onderscheid zich met name vanwege bescherming van kwel. Om ook andere hydrologische belangen te beschermen is opgenomen in de voorwaarden dat er voor de waterhuishoudkundige situatie geen onevenredige verslechtering mag optreden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
155j. Natuur, voorwaarden in regels
Wij vragen ons af of de voorwaarden, gesteld in de agrarische bestemmingen om landbouwgrond te kunnen wijzigen in de bestemming Natuur, terecht worden gesteld.
De strekking is niet dat Natuurontwikkeling niet kan doorgaan als agrarische belangen daar hinder van ondervinden, maar dat hiertussen een goede afweging gemaakt moet worden. De vrees dat schade aan omliggende agrarische bedrijven de wijziging naar een
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
285
Het gaat om de voorwaarden zoals bijvoorbeeld genoemd in art. 4.9e4 en 5. (wijziging in bestemming Natuur) de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Natuur, met dien verstande dat - aangetoond moet zijn dat er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende agrarische bedrijven, in die zin dat de bedrijven onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt; - aangetoond moet zijn dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, in het bijzonder het open karakter van dit landschap, de geomorfologische en cultuurhistorische waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Met bovengenoemde formulering lijkt het of het bestemmingsplan mogelijkheden wil bieden om af te wijken van het Rijks- en Provinciale beleid. Dit lijkt ons hiermee in strijd en bovendien schept het onduidelijkheid in de richting van belanghebbenden. Naar onze mening zijn deze punten al afdoende opgenomen in het plan via artikel 43. Verder vinden wij de opmerkingen onder het tweede aandachtsstreepje onnodig, aangezien de functie natuur juist het doel heeft om deze waarden te behouden en te versterken. 155k. Natuur, EHS
In artikel 43.2 Algemene toetsingscriteria afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden staat de EHS vermeld bij de landschappelijke waarden. Dit klopt niet, de EHS hoort in het rijtje van de natuurlijke waarden te staan, wij vragen u om dit in het definitieve plan recht te
natuurbestemming blokkeert is niet terecht. Het gaat om onevenredige schade. De eerste voorwaarde kan dan ook in stand blijven. Wat betreft de tweede voorwaarde is de zienswijze op zich juist, in zoverre dat niet overal het open karakter van het landschap aanwezig en in het geding is. Bovendien is het van belang dat terreinbeheerders het provinciaal beleid uit kunnen voeren. Dit onderdeel van de voorwaarde dat gaat over het open landschap zal bij nader inzien dan ook geschrapt kunnen worden. De gemeente wil wel degelijk meewerken om het EHS beleid van de provincie te realiseren, maar er moet in het algemeen wel mede rekening gehouden worden met de overige belangen. In zekere zin komt dit inderdaad ook terug in de algemene wijzigingsvoorwaarden van artikel 43 van de planregels, en met name via de tekst geen onevenredige beperking van agrarische belangen. Het is echter niet onderling tegenstrijdig en zeker niet bedoeld om te kunnen afwijken van Rijks- en Provinciaal beleid. Hiermee dient het in overeenstemming te zijn. De verwachting is dat genoemde artikelen niet voor onduidelijkheid zorgen maar juist voor een duidelijker beeld. Conclusie: de zinsnede “in het bijzonder het open karakter van dit landschap” zal verwijderd worden uit de genoemde voorwaarde in artikel 4.9e onder 5. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zinsnede “in het bijzonder het open karakter van dit landschap” zal verwijderd worden uit de genoemde voorwaarde in artikel 4.9e onder 5.
Het EHS beleid komt inderdaad voort uit natuurbeleid. Het gaat om een verbinding tussen natuurgebieden, waardoor het mogelijk wordt voor diverse planten en dierensoorten om zich te verplaatsen tussen verschillende EHS gebieden. De zienswijze is juist. Artikel 43.2 zal gewijzigd worden in zoverre dat de EHS komt te staan in het rijtje van de natuurlijke waarden en niet in die over landschapswaarden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
286
155l. Kaarten
zetten.
De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: Artikel 43.2 wijzigen in zoverre dat de EHS komt te staan in het rijtje van de natuurlijke waarden en niet in die over landschapswaarden.
De terreinbeherende organisaties hebben op de kaarten zelf aangegeven welke percelen niet correct zijn weergegeven. Deze zijn als bijlage meegezonden. De schriftelijke opmerkingen die hiernaar verwijzen vindt u hieronder (nb hier niet overgenomen, zie zienswijze zelf). Wij verzoeken u de gevonden omissies recht te zetten in het definitieve plan.
De kaarten zijn uitvoerig bekeken en er is een afweging gemaakt van de opmerkingen. De beantwoording van de percelen is opgenomen in bijlage E, aangezien het teveel tekst is om in de nota zienswijzen op te nemen. Enkele aandachtspunten en algemene uitgangspunten hierbij zijn de volgende. Ten eerste. De opmerkingen over het gebied van het voormalige munitiedepot worden in dit bestemmingsplan niet verwerkt. Hiervoor loopt een aparte bestemmingsplanprocedure (de schetsschuit). Tot er een nieuw gebruik gevonden is voor het depot en dit planologisch rond is, zal de bestemming van het depot te Nieuw Balinge niet gewijzigd worden. Een en ander overigens geheel in overeenstemming met het lopende overleg hierover met onder meer Natuurmonumenten. Ten tweede. Een groot deel van de percelen welke genoemd zijn, betreffen kleinschalige landschapselementen. Deze hebben veelal een agrarische en niet een natuurbestemming. Dit is bewust zo opgenomen, omdat er, mede na overleg met de organisaties, is besloten deze apart te beschermen. Dit is vorm gegeven door bij de regels bijlage 9 en 10 op te nemen met daarin kaarten van de aanwezige elementen. Vervolgens zijn deze in de agrarische bestemmingen beschermd middels een omgevingsvergunning voor het plegen van werken (voorheen aanlegvergunning). Ten derde. De algemene lijn die in het bestemmingsplan wordt gehanteerd is de volgende: Allereerst bepaalt in principe het huidige gebruik of functie de bestemming. Hierop gelden een enkele uitzonderingen. 1) Bos- of natuurpercelen en houtsingels die kleiner zijn dan 2 ha en in het agrarische gebied zijn gelegen (buiten EHS) zijn niet apart bestemd. In de eerste plaats wegens flexibiliteit: Er treden nog wel eens grondruilingen en grenswijzigingen op. Ten tweede zijn ze in de agrarische bestemming voldoende beschermd, de functie natuur is hier mogelijk. Ze zijn veelal eigendom van terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en daarmee voldoende
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
287
beschermd. 2) Percelen met een tijdelijke natuurfunctie die bijvoorbeeld door een instantie zijn aangekocht met de bedoeling deze grond later weer te ruilen voor andere gronden met wellicht een hogere natuurpotentie krijgen in principe een agrarische bestemming. 3) Percelen die nu nog een agrarische functie hebben maar waarvan de eigenaar de intentie heeft om daar binnen enige jaren een natuurfunctie te realiseren krijgen in principe een bestemming natuur. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. Een en ander houdt in dat de meeste eigendommen van terreinbeheerders, die binnen de EHS dan wel ecologische verbindingszone zijn gelegen, een natuurbestemming krijgen, tenzij de eigenaar anders aangeeft dan wel er een langjarig pachtcontract voor agrarisch gebruik op ligt (ca > 6 jaar, vanaf nu). De percelen die voldoen aan bovenstaande criteria en ten onrechte niet zijn bestemd als natuur zullen qua bestemming worden aangepast. Zie hiervoor de genoemde bijlage E met per perceel een afweging. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: Voor een aantal percelen de bestemming agrarisch wijzigen naar Natuur of v.v., zie bijlage E voor de te wijzigen percelen. 155m. EHS vertaling
Wij zijn verheugd te constateren dat u de beleidsregels voor de EHS zo consequent heeft vertaald door al onze eigendommen op te nemen als natuurgebied. Daarnaast heeft de gemeente in de vorige ronde onze aangeleverde kaarten goed verwerkt.
De gemeente neemt hier met plezier kennis van. Mede door een mondelinge toelichting middels een gesprek begin augustus 2011 is de strekking van onderhavige zienswijzen duidelijker geworden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
288
156. Agra-Matic b.v., J. Bouwman, Postbus 396, 6710 BJ, Ede namens [appellant sub 156], wonend te Orvelte 156a. Aanduiding sagab wijzigen in iv
In het ontwerp bestemmingsplan heeft het perceel de aanduiding sa-gab gekregen terwijl het bedrijf reeds langere tijd een pluimveehouderij als activiteit heeft. Wij maken bezwaar tegen de aanduiding.
De zienswijze is juist. Hier is sprake van een omissie. Op dit perceel is een kippenhouderij vergund. De aanduiding ‘iv’ is hier dan ook juist. De aanduiding sa-gab zal gewijzigd worden in iv. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv.
156b. Bouwvlak vergroten
In het ontwerp is een maximaal bebouwingsoppervlakte toegestaan van 1 ha, terwijl in het geldende bestemmingsplan 1,25 ha is toegestaan. Wij maken bezwaar tegen deze verkleining.
In het vigerende bestemmingsplan is de bouwmogelijkheid geen 1,25 ha maar 1 ha. Bij het opstellen van het bestemmingsplan was 1,25 ha het uitgangspunt. Dit is echter niet goedgekeurd en er is bepaald dat dit 1 ha moet zijn. Het uitgangspunt is daarom 1 ha grootte van het bouwblok. Voor dit perceel is in het ontwerp plan de bestemming “AW1” met de nadere aanduiding ‘bouwblok van 1 ha toegestaan’. De reden om niet 1,5 bij 1 ha bouwblok toe te staan is terug te lezen op blz. 147 van de toelichting van het ontwerp plan: Op grond van het waterschapsadvies zijn ook enkele percelen aangemerkt als percelen met wat beperktere bouwmogelijkheden (in plaats van 1,5 ha slechts 1 ha). Dit betreft onder andere het perceel Oranjekanaal N.Z. 40a te Orvelte. Derhalve is er sprake van een uitzonderingssituatie. Overigens levert dit geen beperking ten opzichte van het vigerende plan op. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
156c. Neventak zorgactiviteit
Tevens wil [appellant sub 156] als neventak in gebouw 6 (zie bijlage) voorzieningen treffen voor een zorgactiviteit, waaronder een kantine, werkplaats en sanitaire voorzieningen.
Binnen het ontwerp plan zijn mogelijkheden voor het realiseren van een ondergeschikte deeltijdfunctie in de vorm van een zorgfunctie. Dit is mogelijk na afwijking en indien aan een aantal voorwaarden voldaan is. Op dit moment is er geen sprake van een dergelijke activiteit, maar als deze in beeld komt, is het mogelijk dat de heer Jansen hiertoe een aanvraag indient. De gemeente zal deze aanvraag in behandeling nemen een hiertoe op dat moment een afweging maken. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Aan de overzijde van de “Deurgangen” willen 156d. Uitbreiding Het betreft de gronden gelegen ten noorden van de bedrijfskavel, aan ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------289 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
mogelijk maken
wij graag een stal bouwen voor het houden van biologische leghennen, inclusief uitloop op omliggende gronden. Wij verzoeken om hier bouwmogelijkheden op te nemen.
de overzijde van de weg. Dit perceel is 3,3 ha groot en heeft de bestemming “AW-3” met de nadere aanduiding ‘waarde-grasland’. Hierbinnen is het niet toegestaan bedrijfsgebouwen te bouwen aangezien het hier gaat om het oude beekdallandschap. Tevens kan er binnen de aanduiding waarde-grasland slechts in uitzonderingsgevallen kleine bebouwing plaatsvinden. Nu er gevraagd wordt om een stal te mogen bouwen van circa 5.000 m2 is het verzoek in strijd met het beleid in dit ontwerp plan. Indien de heer Jansen een individuele afweging wenst op zijn perceelsniveau kan hij hiertoe een verzoek bij de gemeente indienen. Daarnaast ligt het perceel binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) waardoor het op voorhand lastig is om dit perceel te gebruiken voor bebouwing. Hierover dient eerst overleg met de provincie en gemeente gevoerd te worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Ontwerp 2011: (gewenste uitbreidingsplek met pijl aangegeven)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
290
157. [appellant sub 157], wonend te Beilen Archeologie
Ik wil bezwaar maken tegen het feit dat de grond behorende bij [locatie MMMM] is aangemerkt als archeologisch gebied. Dit klopt niet aangezien de grond in het verleden al een aantal keer geroerd is door middel van diepploegen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
291
158. [appellant sub 158], gevestigd te Beilen Wij zijn van mening dat spoelbassins buiten het bouwblok moeten vallen. Dit is geen directe bebouwing, het is noodzakelijk voor de bedrijfsvoering. Een mogelijke optie zou zijn om de spoelbassins te plaatsen aangrenzend aan het bouwblok.
In de vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied is de algemene lijn dat het bij recht is toegestaan om mesilo’s en bassins binnen het bouwblok te bouwen. Er is daarbij geen oppervlakte maat binnen het bouwblok geboden, wel is de maximale goot- en nokhoogte opgenomen (3 en 6 meter hoog). Indien iemand buiten het bouwblok een mestsilo wil bouwen of hoger wil bouwen mag dit alleen na vrijstelling. Afhankelijk van het bestemmingsplan en de bestemming zijn de maximale maten na vrijstelling veelal 4 en 8 meter hoogte, en is de inhoud, echter altijd pas na vrijstelling, gesteld op 2.000 (voor Smilde) of 2.500 m3 (voor Westerbork en Beilen). Voor spoelbassins geldt dat alleen binnen het bouwblok gebouwd mag worden. In het ontwerp plan is het beleid dat mestopslag, voeropslag en spoelbassins zoveel mogelijk binnen het bouwblok komen. Derhalve mag er bij recht gebouwd worden binnen het bouwblok, met een maximale hoogte van 8 meter. Is er aantoonbaar geen plaats binnen het bouwblok voor genoemde zaken, dan kan de gemeente na afwijking medewerking verlenen het bouwen ervan aansluitend aan het bouwblok tot 1.500 m3 en een hoogte van 6 meter voor een mestsilo en 2 meter voor een sleufsilo mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. Eventueel kan mestopslag (waarvoor geen bouwvergunning nodig is) na afwijking op enige afstand van het bouwblok komen, mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. De regeling is daarmee voor bepaalde gebieden in de gemeente wat de vergelijking bij recht betreft hetzelfde, maar voor de situatie na vrijstelling inderdaad minder ruim dan nu het geval is. Dit geeft dan ook aanleiding de norm af te stemmen op de maximale norm binnen de vigerende bestemmingsplannen na vrijstelling, zijnde 2.500 m3. Het bestemmingsplan zal verruimd worden in die zin dat de maximale mogelijkheden voor mestsilo’s en spoelbassins buiten het bouwblok na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden. Voor mestsilo’s wordt gewijzigd dat de goothoogte maximaal 4 meter en ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------292 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
158a. Spoelbassins buiten bouwblok
nokhoogte maximaal 8 meter zal zijn. Daarnaast zal de regeling voor bouwen van mestsilo’s binnen het bouwblok aangepast worden, aangezien dit niet een praktische regel is gebleken te zijn. Dit houdt in dat binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, en voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, de hoogte voor torensilo’s blijft staan op 12 meter. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de nokhoogte op 8 meter komt.
158b. Nok- en goothoogte hoger
De nok- en goothoogte van bedrijfsgebouwen voor opslag van agrarische producten in het buitengebied zijn te laag. Wij willen deze verruimen om zo de opslagcapaciteit te verhogen per m2.
Voor agrarische bedrijfsgebouwen is algemeen aanvaard een goothoogte van 4,5 meter. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het beleid van de provincie die 4,5 meter goothoogte als uitgangspunt hanteren. Om ook in de toekomst ontwikkelingsruimte te bieden is in dit bestemmingsplan van Midden-Drenthe de goot- en nokhoogte echter bewust op 5 meter (met afwijking maximaal 5,5 meter) en 12 meter bepaald. Dit is mede onderbouwd door een beeldkwaliteitplan op te nemen met aanvullende eisen hierover. Deze kunnen via de afwijkingsprocedure afgedwongen worden. Hierdoor is het enerzijds mogelijk om (bijvoorbeeld) vier kisten van 1,25 meter te stapelen, anderzijds blijft de relatie met het landschap gewaarborgd. Op het moment dat er hogere maten komen, gaat dit ten koste van het landschap. Grotere bouwwerken dan 12 nok- en 5,5 goothoogte moeten op een industrieterrein of in de polder gerealiseerd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
293
158c. Archeologie
Diverse percelen staan aangewezen als archeologisch gebied. Maar in het verleden zijn er al percelen gemengwoeld en ontgrond. Invoering van deze regel zal ingrijpende praktische en economische gevolgen kunnen hebben voor onze bedrijfsvoering. Een eventuele oplossing zou kunnen zijn om tot 60 cm bewerkingsdiepte en aanleg van drainage vrij te stellen van onderzoek. Bedrijfsbezoek is mogelijk om toe te lichten.
verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
158d. Hydrologie
Tevens hebben wij onze bedenkingen bij het intekenen van hydrologische aandachtsgebieden. Deze gebieden zijn zeer ruim opgezet. Is er onderzoek gedaan waarom deze gebieden op deze manier zijn ingetekend en zijn hier rapporten van beschikbaar?
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
294
159. [appellant sub 159], gevestigd te Hoogersmilde Archeologie
Wij maken bezwaar tegen de archeologische waarde op de percelen gemeente Smilde, sectie B, nummer 1694 en 1925. De genoemde percelen zijn in gebruik als bouwland en krijgen hierdoor een onwerkbare situatie (geen drainage en diepe grondbewerking) en zullen daardoor in waarde dalen! Ik vind natuur mooi maar men moet niet gaan overdrijven anders krijgen we een situatie dat dieren en planten het goed hebben en de mensen verhongeren. 1/3 van de wereld is ondervoed!
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
295
160. Schuurmans Advocaten & Adviseurs, mevrouw F. de Vries, Postbus 145, 9300 AC, Roden namens [appellant sub 160] wonend te Beilen over [locatie NNNN] Te grote bebouwing Het perceel van de heer Pastoor grenst aan mogelijk [locatie NNNN]. Beide percelen vallen in het ontwerp bestemmingsplan. Op dit gehele perceel is de bestemming wonen-voormalige boerderijen van toepassing, hetgeen een enorme uitbreiding inhoudt. Het gebied kan worden gekwalificeerd als agrarisch met waarden 2 (voorheen oude veldontginningen). Door de uitbreiding en wijziging van de huidige agrarische bestemming in W-VB leidt dit tot een grote inbreuk op landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Ook is de grootte van 250 m2 van een woning in dit gebied strijdig met maatschappelijke waarden, dit is ook in strijd met paragraaf 7.8.1 van de toelichting van het bestemmingsplan, waarin staat dat herbouw plaatsvindt op een schaal en maat die past bij de aanwezige bebouwing. Daar is hier geen sprake van. Het is ook in strijd met het beeldkwaliteitsplan (H4). Het bouwvlak zou dan ook kleiner moeten worden ingetekend. Nu kan overal op het perceel een woning gebouwd worden, dit is strijdig met een goede ruimtelijke ordening.
Voor dit perceel is een projectbesluitprocedure gevoerd, waardoor de bestemming van agrarisch naar Wonen onherroepelijk is geworden per eind juni 2011. Binnen dit bestemmingsplan voor het buitengebied is het niet passend opnieuw een afweging hierover te maken. De bestemming wordt overigens wel helemaal afgestemd op deze doorlopen procedure, waardoor de bestemming wordt gewijzigd van W-VB naar W. In zoverre is de zienswijze terecht. Bestemming W-VB wijzigen in W. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W-VB wijzigen in W.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
296
161. Remie fiscaal adviesbureau, Y. de Graaf, Postbus 779, 5400 AT, Uden namens [appellant sub 161], wonend te Zwiggelte 161a. Beperking door bestemming Natuur ongewenst
[appellant sub 161] heeft de percelen Westerbork R 73, 787 en 788 verkocht, maar de koper heeft deze maar gedeeltelijk betaald, waardoor hij de percelen weer in eigendom probeert te krijgen. Hij heeft dan ook belang bij de gronden. In het ontwerp plan hebben de genoemde percelen de bestemming Natuur gekregen. Hierbinnen is het obv artikel 20.4.2d niet toegestaan de gronden te gebruiken voor reguliere beweiding en akker- en tuinbouw. Dit terwijl in artikel 20.1c staat dat gebruik als cultuurgrond mogelijk is, misschien is de beperking onbedoeld in het artikel terecht gekomen? Ook behoud en herstel van natuurlijke- en landschappelijke waarden is niet wenselijk, omdat het bestaande productiebos dan behouden of bij kap hersteld moet worden. Wij willen regulier grondgebonden agrarisch gebruik anderszins
161b. Wijzigen bestemming N in AW-1
In het eerder ter inzage gelegde ontwerp plan kregen de gronden nog de bestemming AW-1. In het geldende bestemmingsplan gaat het ook om jonge veld- en veenontginningen. Wij willen deze AW-1 bestemming dan ook weer hier terug op zien.
In artikel 20.1d staat dat het mogelijk is gronden binnen de bestemming Natuur te gebruiken als cultuurgrond. Daar staat echter wel duidelijk bij vermeld: waarbij het behoud, het herstel en de ontwikkelingen van de landschappelijke waarden, zoals houtwallen, houtsingels en bosschages, worden nagestreefd. Indien de cultuurgrond niet als zodanig gebruikt wordt, is dat gebruik als cultuurgrond dan ook niet mogelijk. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
De percelen kadastraal bekend WTB R 73 en 787 zijn in gebruik als landbouwgrond en zijn in eigendom van particulieren (waaronder [appellant sub 161]). Derhalve is de opgenomen bestemming “Natuur” niet de juiste en kan deze gewijzigd worden in “agrarisch”. Het perceel 788 is in eigendom van Staatsbosbeheer en is als bosschage in gebruik. Hiervoor geldt dat de natuurbestemming wel de juiste is. Overigens vallen genoemde percelen wel binnen de EHS Eerstgenoemde percelen zullen een agrarische bestemming krijgen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor de percelen Westerbork R73 en 787 de bestemming N wijzigen in agrarisch. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------297 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Luchtfoto: WTB R73 bovenste pijl WTB R787 onderste pijl WTB R788 rechter pijl (smalle verticale strook)
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
298
162. GIBO Groep Emmen, de heer O. Meijerink, Postbus 114, 7800 AC, Emmen namens [appellant sub 162], wonend te Wezuperbrug 162a. Archeologie
Wij hebben een perceel landbouwgrond aan [locatie OOOO] en een melkveebedrijf/akkerbouwbedrijf in Wezuperbrug. De locatie en omgeving is aangeduid als waarde-archeologie 2. Dit betekent dat er bij graafwerkzaamheden groter dan 1.000 m2 en dieper dan 30 cm archeologisch onderzoek nodig is. Het lijkt ons logisch dat wij de kosten hiervoor niet betalen hoeven. In de lengte van ons perceel liggen vier hoofdtransportleidingen van de Gasunie. Hiervoor is de grond meer dan 3 meter geroerd en al archeologisch onderzoek gedaan. Wij verzoeken u dan ook de bestemming te verwijderen van de kavel. Het perceel is gedraineerd, bij vervanging willen wij geen duur onderzoek hoeven doen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
162b. Waardevol grasland
De landbouwgrond tegenover onze locatie aan de overzijde van het kanaal is bestemd als “Waarde grasland”. De ze grond is echter normaal in gebruik als landbouwgrond. Wij hebben moeite met deze bestemming, want er zijn voorbeelden te over dat deze manier uiteindelijk de ontwikkeling van (agrarische) bedrijven in de omgeving onmogelijk wordt gemaakt. Wij verzoeken u deze bestemming eraf te halen, dan wel op te nemen dat deze bestemming geen beperkende invloed heeft op ons agrarische bedrijf.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
299
163. KAVB, F. van Houts, Postbus 175, 2180 AD, Hillegom Archeologie
Een groot aantal leden van onze vereniging zijn tevens lid van LTO-Noord en wij ondersteunen dan ook de zienswijze van LTONoord en willen nog eens extra aandacht vragen voor het volgende. Een belangrijk deel van de gemeente is in het kader van de ruilverkaveling destijds op de schop gegaan en dit heeft invloed gehad om mogelijk aanwezige archeologische waarden. Het is dan ook niet voor de hand liggen om te veronderstellen dat deze waarden aanwezig zijn. Onduidelijk is of de gemeente van diepe grondbewerkingen door ruilverkaveling of door agrariërs registratie heeft bijgehouden zodat verondersteld kan worden dat deze waarden aanwezig zijn. Een 30 cm diepe grondbewerking is landbouwkundig gezien wel gangbaar, maar in het verleden kunnen door de zwaarder wordende mechanisatie verdichtingen dieper in de ondergrond zijn ontstaan die later middels normaal landbouwkundig gebruik hersteld zijn. Is dit in beeld? 50 cm diepte is niet onacceptabel in plaats van 30 cm. Wij stellen voor om in die gebieden waar een diepere grondbewerking heeft plaatsgevonden geen archeologisch onderzoek van toepassing te verklaren.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
300
164. [appellant sub 164], wonend te Witteveen 164a. Bouwvlak vergroten
164b. Archeologie
[appellant sub 164] maken bezwaar tegen de maximum bouwblok grootte in het bestemmingsplan. De bedrijven van beide heren liggen in AW-1 gebied. Daar geldt een maximum bouwblok grootte van 1,5 ha bij recht en 2 ha bij afwijking. Wij zijn van mening dat de 2ha nog steeds erg weinig is om een toekomstige bedrijfsontwikkeling mogelijk te maken. Zeker als binnen de bouwblok grootte ook de voersilo’s zijn opgenomen.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-1”. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 2 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Het vergroten van het bouwblok tot 2 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Daarnaast is het mogelijk indien de noodzaak hiervan is aangetoond dat er voor het bouwen van kuilvoeropslag en mestopslag buiten het bouwblok een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt. Wanneer er op termijn een vergroting tot maximaal 2 ha nodig zou zijn, kan iemand hiertoe een aanvraag indienen. De gemeente zal op dat moment toetsen of deze uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gelet op de milieuwet- en regelgeving. Op dit moment is er nog geen concrete aanvraag hiertoe gedaan waardoor er op dit moment geen aanleiding is het bouwblok nu al te vergroten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Wij maken bezwaar tegen de Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt dubbelbestemming archeologische verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op verwachtingswaarde. Volgens ons kan er van onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde een archeologische verwachtingswaarde geen aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de sprake zijn. De Gasunie heeft de afgelopen dubbelbestemming archeologie. jaren een gasleiding aangelegd. Het gehele tracé is hiervoor onderzocht op archeologische De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. waarden. er is echter niets gevonden het tracé zal van de kaart gehaald moeten worden. Ook is de regio Witteveen 85 jaar geleden met de hand ontgonnen en tot 1 meter diepte ontgonnen en dus is er geen verwachting dat ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------301 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
er waarden aanwezig zijn. Door de beperking dat maar tot 30 cm gewerkt mag worden leidt dit tot beperkingen voor onze bedrijven en onnodige kosten voor ons.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
302
165. [appellant sub 165], gevestigd te Beilen Archeologie
Er wordt gesproken over maximale diepte van grondbewerkingen tot 30 cm alvorens een omgevingsvergunning aan te vragen. Omdat onze grond al rond 1960 is ontgonnen, verwachten wij weinig tot geen archeologische vondsten. De diepte moet daarom naar 60 cm.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
303
166. en 167. en 169. [appellant 166 en 167 en 169], gevestigd te Hijken over [locatie PPPP] 166a, 167a, 169a Archeologie
Wij hebben het ontwerp bestemmingsplan ingezien en dienen met betrekking tot de grasen bouwlandpercelen van ons een zienswijze in en voegen hierbij bijlagen bij om aan te geven om welke percelen het gaat. Zoals wij zien liggen de genoemde percelen in waarde archeologie 2. Echter, deze gronden zijn al vanaf de jaren 60/70 gemengwoeld tot een diepte van 1,50 meter en gedraineerd tot ca. 1,20 a 1,50 meter. Na zo’n grondbewerking heeft de grond geen enkele archeologische waarde meer.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
166b, 167b, 169b Hydrologie
Tevens kunnen wij niet akkoord gaan met de hydrologische beïnvloeding in dit gebied. Voor onze bedrijfsvoering is het van belang om de mogelijkheid te hebben om het grasland te kunnen scheuren om wisselteelt met oa maïs en akkerbouw mogelijk te maken en ook graslandvernieuwing mogelijk te maken.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
304
167. is hetzelfde als 166.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
305
168. [appellant sub 168], wonend te Beilen Archeologie
Wij hebben het ontwerp bestemmingsplan ingezien en dienen met betrekking tot het perceel bouwland van ons een zienswijze in en voegen hierbij bijlagen bij om aan te geven om welke percelen het gaat. Zoals wij zien liggen de genoemde percelen in waarde archeologie 2. Echter, deze gronden zijn in de jaren 2000 gedraineerd tot ca. 1,20 a 1,50 meter. Na zo’n grondbewerking heeft de grond geen enkele archeologische waarde meer. Ik ben van mening dat ik gelet op mijn agrarische bedrijfsactiviteiten (wisselbouw akkerbouw) ik deze op een juiste wijze moet kunnen blijven uitoefenen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
306
169. is hetzelfde als 166.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
307
170. N.V. Nederlandse Gasunie, de heer E. Fredriks, Postbus 19, 9700 MA, Groningen 170a. Verbeelding
Op de verbeelding is de ligging van een van onze gastransportleidingen niet geheel overeenkomstig onze gegevens weergegeven. Het betreft de leiding A0661-KR-093 ten noordoosten van Nieuw Balinge. Op de bijgevoegde verbeelding is de juiste ligging weergegeven en wij verzoeken u de verbeelding aan te passen. Digitale informatie kunt u bij ons opvragen.
De zienswijze is juist. Voor een klein deel van de leiding is gebleken dat deze niet helemaal juist is ingetekend op de verbeelding. Deze omissie zal hersteld worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de verbeelding aanpassen conform de zienswijze. Daarnaast voor alle gasleidingen van de Gasunie de dubbelbestemming archeologie verwijderen.
170b. Planregels
In artikel 30.6 van de regels is bepaald dat de op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden primair bestemd zijn voor ondergrondse gastransportleiding. Wij verzoeken u hieraan enkele zaken toe te voegen (zie originele zienswijze voor de inhoud hiervan) om een veilig en bedrijfszeker gastransport te kunnen waarborgen en gevaar voor personen en goederen te beperken.
De gemeente kan instemmen met de voorgestelde tekstuele wijzigingen van het genoemde artikel. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: artikel 30.6 van de regels aanpassen conform de zienswijze.
170c. Toelichting
In dit plan wordt nog verwezen naar de circulaire van 1984. Wij wijzen u erop dat deze richtlijnen vanaf 1 januari 2011 niet meer van toepassing zijn.
De zienswijze is juist. De toelichting zal op dit punt geactualiseerd worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: in de toelichting verwijderen de verwijzing naar de circulaire van 1984 (is per januari 2011 niet meer van toepassing). Nieuwe tekst opnemen met daarin verwijzing naar het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB) dat per januari 2011 geldt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
308
171. [appellant sub 171], gevestigd te Beilen Bestemming Horeca of groepsaccommodatie
Op dit moment staat ons bedrijf aangeduid als groepsaccommodatie, dit hoeft geen probleem te zijn, mits dit geen probleem geeft met de bedrijfsvoering in de toekomst. Het bedrijf is in november 2007 begonnen als Hotel/Groepsaccommodatie. Op het terrein bevinden zich behalve de boerderij met 8 tweepersoonskamers een 5 persoons vakantiewoning en een minicamping. De minicamping heeft maximaal 4 toeristische plaatsen en wordt voornamelijk gebruikt door familie en vriend van het hotel/huisje. De accommodatie in de boerderij wordt verschillende manieren gebruikt (zie voor een uitleg ook de originele zienswijze zelf). Onze gasten kunnen bij ons eten in een grote gezamenlijke ruimte, zowel de individuele gasten als de groepsgasten. Achterin de accommodatie is een grote aangepaste keuken (zelfzorg) en we kunnen buffetten leveren. Als dit alles geen problemen oplevert onder de noemer groepsaccommodatie hoeft er niets gewijzigd te worden.
De zienswijze is juist. Bij nader inzien is het passender de bestemming ‘Horeca’ (lees hotel) op het perceel te leggen. Of de gebouwen aan individuen of aan grote of kleine groepen verhuurd wordt is in die zin niet relevant. Aangezien er op dit moment ook een mini-camping aanwezig is, zal deze voor dit bestaande geval ook binnen de bestemming Horeca mogelijk gemaakt worden. De regels zullen hiertoe aangevuld worden. Derhalve zal de bestemming ‘R-VR3’ gewijzigd worden in ‘Horeca’ en zal aan de regels van Horeca toegevoegd worden dat in geval van een bestaande situatie een minicamping is toegestaan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming R-VR3 wijzigen in H. In de regels van H opnemen dat een mini-camping is toegestaan, conform het systeem van (o.a.) R-VR3 aangezien het gaat om een bestaande minicamping.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
309
172. Exlan Consultants, L. Polinder, Glindeweg 19, 8085 SN, Doornspijk namens [appellant sub 172], wonend te Drijber 172a. 1 ha aanduiding
Over het ontwerp bestemmingsplan is mondeling overleg geweest met de gemeente. In de bijlage is een kaart opgenomen met de gronden van [appellant sub 172]. In de specifieke bouwaanduiding 1 ha kan de heer Koops zich niet vinden. De bouwaanduiding legt onevenredige beperkingen op aan het bedrijf, die mogelijk op termijn zelfs kunnen leiden tot een koude sanering. Dit wordt versterkt doordat de flexibiliteitsbepalingen voor dit perceel niet van toepassing zijn door de aanduiding 1 ha. De huidige (vergunde) bebouwing bedraagt zo’n 8.000 m² en bij uitbreiding wordt het maximum van 1 ha ruim overschreden. Ook de diepte van maximaal 150 wordt mogelijk overschreden. Op pagina 147 van de toelichting is opgenomen waarom deze bouwaanduiding is opgenomen. [appellant sub 172] vindt echter dat de weg (de Marsen) een harde grens is van het kwetsbare gebied en dat zijn bouwperceel hierop niet gelegen is en daarom de beperking niet nodig is.
172b. Bestemming AW3 wijzigen in AW-4
Ook vinden wij dat door de ruilverkaveling niet de bestemming AW-3 maar AW-4 juist zou zijn. Ook is het bedrijf niet meer gelegen in de kwetsbare zone van 250 meter rond een kwetsbaar gebied.
De beperking van 1 ha bebouwing voor dit perceel is, zoals opgenomen in de toelichting van het ontwerp plan, bewust en weloverwogen opgenomen wegens kwetsbaar landschap dat hier en in de directe omgeving aanwezig is. Indien [appellant sub 172] zijn agrarische bedrijf op termijn wenst uit te breiden en hij van mening is dat op dat moment er geen belemmeringen zijn vanwege het landschap kan hij op dat moment een eigen procedure aanvragen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Het betreft hier een vrij kleinschalig beekdal, ook in de Omgevingsvisie, als zodanig aangeduid. Tevens heeft de provincie specifiek een zienswijze ingediend, dit gebied als AW-3 (Beekdal I) te bestemmen. De gemeente is gehouden de provinciale verordening (met bijbehorend kaartmateriaal) aan te houden en kan hier niet zonder meer van afwijken. De bestemming AW-3 is terecht. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------310 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
172c. Hydrologie
Uit de toelichting blijkt dat de milieuzone hydrologische beïnvloeding rond natuurgebieden is opgenomen, waarbij een zone van 1.000 m is opgenomen rond Natura 2000 gebieden en een zone van 250 meter rond ander natuurgebied. Gronden van [appellant sub 172] liggen niet binnen 1000 meter van N2000 gebieden, toch zijn er veel grotere afstanden gehanteerd dan 250 meter. Het doelmatig agrarisch gebruik is belangrijker dan natuurbelangen, waardoor de aanduiding geschrapt moet worden.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
172d. Archeologie
Het bedrijf is een gemengd bedrijf en op de omliggen gronden verbouwt [appellant sub 172] diverse akkerbouwgewassen. De grondbewerkingen gaan dieper dan het maximum van 30 cm. De ploegdiepte waar hij naar streeft is 37 cm of zelfs 40 cm. De gronden zijn al bewerkt met een driepoot die zelfs 75 cm de grond in gaat, is er veelal al drainage aanwezig en heeft het gebied met de ruilverkaveling al op de kop gestaan. De archeologische waarde is dan ook niet zinvol meer om op te nemen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
311
173. Exlan Consultants, L. Polinder, Glindeweg 19, 8085 SN, Doornspijk namens [appellant sub 173], wonend te Drijber 173a. Aanduiding sagab wijzigen in iv
In de bijlage is opgenomen de betreffende percelen aan [locatie QQQQ] waar een intensieve veehouderij wordt gehouden. In het ontwerp is de nadere aanduiding sa-gab ten onrechte opgenomen, dit moet iv zijn. In het nu geldende bestemmingsplan is de aanduiding ‘niet grondgebonden agrarische bedrijven met uitbreidingsrichting’ opgenomen. Volgens de huidige milieuvergunning mogen er 1.390 vleesvarkens gehouden worden en er is een nieuwe aanvraag ingediend voor een uitbreiding tot 1.790 vleesvarkens. Op de gronden die horen bij het bedrijf worden met name voedergewassen voor de varkens geteeld. Graag de omissie herstellen door opnemen iv.
De zienswijze is juist, dit betreft een omissie. Op dit moment is een varkensfokkerij aanwezig, waardoor dit een intensief bedrijf is. De juiste aanduiding is niet sa-gab, maar iv. Aanduiding wijzigen van sagab naar iv. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in iv.
In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” heeft dit Het perceel heeft ook de bestemming AW-2 perceel de bestemming “essen en oude veldontginningen I en II”. Dit is gekregen waarbinnen in de regels is bepaald overgenomen in het voorontwerp en ontwerp bestemmingsplan. De dat gebouwen binnen een bouwblok van 1 ha bestemming AW2 is gestoeld op historische kaarten en onderzoek. Het gebouwd moeten worden. Ten aanzien van perceel maakt deel van de oude veldontginningen. In de regels van het intensieve veehouderij is bepaald dat niet genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat de meer dan het bestaande oppervlakte aanwezig gebouwen voor een intensieve veehouderij als onderhavig het mag zijn. Dit is een onacceptabele beperking, bestaande aantal vierkante meters mag zijn vermeerderd met 500 m2. vooral omdat door ontwikkelingen die spelen Dit betekent een beperkte uitbreiding van het bedrijf, mede gelet op de op het vlak van dierenwelzijn en milieu de ligging in een oude veldontginningsgebied. In het ontwerp maatschap al verplicht wordt tot aanpassingen. bestemmingsplan is deze lijn voortgezet met het oog op behoud van de Alleen door het aantal varkens uit te breiden is landschappelijke waarden. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er een goede bedrijfsvoering nog mogelijk, voor een intensieve veehouderij bij recht geen bebouwing bij mag hetgeen nu onmogelijk gemaakt wordt. In het komen. Hiervan kan wegens diergezondheidseisen van afgeweken geldende plan heeft het bedrijf nog wel de ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------312 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
173b. Bestemming AW-2 wijzigen in AW-1
mogelijkheid de intensieve tak uit te breiden. De ruimtelijke impact van een bouwwerk van bepaalde afmetingen is niet anders voor het houden van varkens of voor koeien, het is dus geen ruimtelijk relevant argument. Het bedrijf grenst aan de gronden AW-1 en ik verzoek u de grenzen zodanig te verleggen dat de bedrijfsgronden ook binnen 1 komen te liggen.
worden middels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. In dat geval is maximaal 25% extra bebouwing toegestaan als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het beperkt vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
173c. Hydrologie
Uit de toelichting blijkt dat de milieuzone hydrologische beïnvloeding rond natuurgebieden is opgenomen, waarbij een zone van 1.000 m is opgenomen rond Natura 2000 gebieden en een zone van 250 meter rond ander natuurgebied. Gronden van de heer Koops liggen niet binnen 1000 meter van N2000 gebieden, toch zijn er veel grotere afstanden gehanteerd dan 250 meter. Het doelmatig agrarisch gebruik is belangrijker dan natuurbelangen, waardoor de aanduiding voor de percelen I en IV geschrapt moet worden.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
173d. Archeologie
Alle gronden hebben de dubbelbestemming waarde archeologie 2. Gevolg daarvan is dat een vergunningplicht geldt voor diverse werkzaamheden die is gekoppeld aan verplichting tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek. De gronden worden gebruikt voor het telen van akkerbouwgewassen en zijn normaal agrarisch gebruikt waarbij grondbewerkingen tot 75 cm diepte gedaan. Ook is drainage aangelegd. Daarom zijn er geen waarden meer te verwachten.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
313
174. Exlan Consultants, L. Polinder, Glindeweg 19, 8085 SN, Doornspijk namens [appellant sub 174], wonend te Smilde Bouwaanduiding opnemen
Cliënt exploiteert een varkenshouderij. In de huidige omvang is een gebrek aan plaatsen voor gespeende biggen. De gebouwen van het bedrijf liggen niet in het bestemmingsplan voor het buitengebied, maar grenzen wel direct daar aan. Het erf en enkele bouwwerken liggen echter wel binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan. Deze gronden hebben de bestemming AW-1 en gedeeltelijk de dubbelbestemming Leiding-gas. Er is echter geen nadere bouwaanduiding opgenomen. Graag opnemen. Er staan op bedoelde percelen al wel bouwwerken, waardoor deze nu onder het overgangsrecht komen, dit is niet terecht. Gelet op de eigendomssituatie en de milieusituatie moet cliënt de gronden in het ontwerp plan wel gebruiken voor uitbreiding. Graag hier een bouwmogelijkheid opnemen.
De gewenste uitbreidingsruimte overstijgt op dit punt de uitgangspunten zoals opgenomen in het bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe”. Het bouwblok ligt op dit moment geheel in het bestemmingsplan “Drentsche Hoofdvaart”. Dit is tevens de bestemmingsplangrens met het buitengebied. Wanneer dit verzoek gehonoreerd zou worden, zou het bouwblok dieper dan 200 meter worden. Op dat moment wordt de landschappelijke indeling rond de Drentsche Hoofdvaart doorbroken, die namelijk overal maximaal 200 meter diep is (gemeten vanaf hart van de Vaart) en dient een nieuw agrarisch bouwblok in het Buitengebied opgenomen te worden. Hiermee worden 2 bouwblokken gecreëerd, 1 in Drentsche Hoofdvaart en 1 in het buitengebied, met alle bouwmogelijkheden van dien, hetgeen niet wenselijk is. Een andere optie is om het bestemmingsplan te vergroten/verdiepen voor dit geval en buitengebied te verkleinen. Het is echter wenselijk pas bij het actualiseren van het bestemmingsplan voor de Drentsche Hoofdvaart een standpunt in te nemen over het al dan niet doorbreken van de 200 meter diepte van alle bouwblokken in Drentsche Hoofdvaart. Tenslotte is het niet mogelijk binnen dit plan aan de zienswijze tegemoet te komen, temeer daar het nu gaat om toekomstige ontwikkelingen. Het is echter wel mogelijk een eigen planprocedure aan te vragen bij de gemeente, welke vervolgens een afweging hiervoor zal maken. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
314
175. [appellant sub 175], wonend te Witteveen 175a. Archeologie
De meeste percelen zijn ontgonnen/gewoeld en gedraineerd. Waarom dan archeologische waarde? Dit is onwenselijk en geeft enorm veel papieren rompslomp.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
175b. Bouwvlak vergroten
Het bouwblok moet naar wens aangepast kunnen worden en zonder problemen naar 2 ha kunnen.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp bestemmingsplan de bestemming “AW-1”. Hierbinnen is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Middels een afwijking van het bestemmingsplan kan dit tot 2 ha vergroot worden, echter alleen als aan een aantal voorwaarden voldaan is. Het vergroten van het bouwblok tot 2 ha is in het algemeen bewust niet bij recht al opgenomen, aangezien hier niet altijd behoefte aan is maar ook niet altijd mogelijk is gelet op een aantal feiten en omstandigheden. Daarnaast is het mogelijk indien de noodzaak hiervan is aangetoond dat er voor het bouwen van kuilvoeropslag en mestopslag buiten het bouwblok een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt. Wanneer er op termijn een vergroting tot maximaal 2 ha nodig zou zijn, kan iemand hiertoe een aanvraag indienen. De gemeente zal op dat moment toetsen of deze uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gelet op de milieuwet- en regelgeving. Op dit moment is er nog geen concrete aanvraag hiertoe gedaan waardoor er op dit moment geen aanleiding is het bouwblok nu al te vergroten. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
175c. Mestopslag
Er moet geen maximum worden gegeven aan Het beleid van de gemeente is om de bebouwing zoveel mogelijk het opslaan van mest in het buitengebied. Dit binnen het bouwblok te concentreren, inclusief de mest- en kuilvoeropslag. Daar waar de kuilvoer op dit moment buiten het moet aangepast kunnen worden aan de bouwblok van 1,5 ha ligt, geldt dat deze gerespecteerd wordt en onder wensen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------315 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
het overgangsrecht valt. Indien nodig kan na afwijking mestopslag buiten het bouwblok toegestaan worden. In verband met een goede landschappelijke inpassing en planologisch aanvaardbare situatie is bepaald dat de maximale inhoud van een silo of bassin ten hoogste 1.500 m3 zal bedragen. Dit zal overigens waarschijnlijk naar 2.500 m3 verhoogd worden. Hiermee is er voldoende ruimte voor de opslag van mest terwijl dit middels de afwijkingsprocedure te sturen valt. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
316
176. [appellant sub 176], gevestigd te Beilen over [locatie RRRR] 176a. Hydrologie
176b. Archeologie
In het ontwerp staat een gedeelte van onze percelen aangeduid als milieuzone hydrologische beïnvloeding. Ook staan een aantal (natuur) gebieden genoemd waar hydrologische beïnvloeding van buitenaf beperkt mag zijn. Er is volgens ons geen relatie tussen onze percelen en de genoemde gebieden op hydrologisch vlak. Onze percelen wateren af door natuurlijke afwatering, er is geen sprake van uitmalen of ondermalen. Ook wordt er nihil aan water opgepompt uit de bodem. Wij vinden het niet terecht dat er een milieuzone op onze gronden wordt gelegd. Ook is het bezwaarlijk dat er een omgevingsvergunning nodig is voor deze percelen voor zaken als drainage en herdrainage. Voor ons kostprijsverhogend en het vertraagt de bedrijfsmatige werkzaamheden, wij verzoeken u de geplande zone van onze percelen af te halen.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt Op een aanzienlijk deel van onze percelen verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek geldt in het ontwerp de aanduiding archeologie van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op waarde 2. Onzes inziens een maatregel die is onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aangebracht omdat de planmaker geen idee aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de heeft van de situatie ter plaatse over deze dubbelbestemming archeologie. materie. De percelen zijn jonge veldontginningen en bovendien in de De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. ruilverkaveling al over de kop gegaan, ook gediepploegd, gedraineerd of gemengwoeld. Het lijkt erop dat de planmaker verzuimd heeft ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------317 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
om gedegen onderzoek te doen en dit nu afwentelt op de eigenaren van de grond. Wij verzoeken u de onderzoeksplicht te schrappen en in ieder geval drainage en herdrainage en grondbewerkingen tot 50 cm zonder beperkingen uit kunnen voeren (zie bijlage). 176c. (Tijdelijke) opslag voer en mest buiten bouwblok
Graag zouden wij meer ruimte zien in het bestemmingsplan om opslag van voer en mest (tijdelijk) buiten het bouwblok te kunnen toestaan. Het komt nog wel eens voor dat er voor een partij voer beperkte ruimte is in het bouwblok.
Binnen het ontwerp plan is het beleid zodanig dat het uitgangspunt is dat opslag van voer en mest binnen het bouwblok dient te gebeuren. Is dit aantoonbaar niet mogelijk en is het noodzakelijk voor de bedrijfsvoering, dan is het onder voorwaarden mogelijk dat een afwijking van het bestemmingsplan verleend wordt voor de opslag buiten het bouwblok. Het plan voorziet derhalve in de gevraagd flexibiliteit. De regeling van opslag van mest buiten het bouwperceel is ingegeven vanuit de passende beoordeling. Op grond van de conclusies hieruit is de gedachte vorm gegeven dat opslag van mest zo veel mogelijk moet worden beperkt buiten de bouwpercelen. Het voert echter te ver om tijdelijke opslag voor verwerking op het land (zoals begrepen in het activiteitenbesluit) ook te verbieden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
318
177. Arcadis Nederland b.v., A. Blok, Postbus 63, 9400 AB, Assen namens [appellant sub 177], wonend te Zwiggelte Bouwblok verschuiven
Namens [appellant sub 177] maken wij bezwaar tegen het bouwblok voor het perceel Halerweg 10 te Zwiggelte, WST A 3055. De oppervlakte is ruim 6 ha. Gelet op gevoerde correspondentie dd 29/6/2006 (R—6-5124) en 8/5/2007 111001/NA7/OL5/11121 en gesprekken over dit perceel hadden wij gehoopt en verwacht hiervan iets terug te zien in het ontwerp bestemmingsplan. Met name het vergroten van het huidige bouwblok tot ca. 2.800 m² en te verschuiven naar het midden van het landbouwperceel, zodat er een woning ‘van allure’ kan worden herbouwd dat rangschikkingswaardig is voor de Natuurschoonwet. Daarnaast de toevoeging SN-lg (landgoed) op te nemen.
[appellant sub 177] heeft in 2007 een inspraakreactie ingediend over hetzelfde onderwerp als in deze zienswijze staat. Hierop werd in 2008 als antwoord het volgende geschreven: Er bestaat geen bezwaar tegen het verplaatsen van het huidige bestemmingsvlak. Op dit moment kan echter nog niet vooruit worden gelopen op de plannen die bestaan voor het oprichten van een landgoed en de bijbehorende vergroting van het bouwvlak. Indien de plannen hiervoor concreet worden, zal een afzonderlijke onderbouwing en afweging kunnen worden gemaakt. Bij voorbaat moet wel worden opgemerkt dat de plannen moeten sporen met het karakter van open gebied. De aanleg van bos is in dit geval dan ook niet gewenst.” In 2011 heeft [appellant sub 177] over hetzelfde onderwerp weer een zienswijze ingediend. Feitelijk is de situatie niet veranderd, de gemeente is nog steeds bereid mee te denken over mogelijkheden ten aanzien van het bouwen van een landgoed. Hiertoe kan [appellant sub 177] een eigen procedure aanvragen, zodat hierover een individuele afweging kan komen en inspraak en zienswijzen indienen hierover mogelijk is. Mogelijk zei ten overvloede nog vermeld dat het gaat om twee verschillende wetstoepassingen. De Natuurschoonwet (NSW) en de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) bieden beiden een ander afwegingskader voor het begrip landgoed. Daar waar de NSW spreekt over landgoed ten behoeve van subsidiestromen toekennen of niet, spreekt de WRO via het bestemmingsplan over het bouwen van een landgoed. Het een heeft niets met het ander te maken en moet los van elkaar gezien worden. Als in de NSW een en ander geregeld is, betekent dit nog niet dat er via de WRO ook iets geregeld/rond is. De daarbij behorende procedure moet ook nog doorlopen worden voordat sprake is van een landgoedbestemming. Vooralsnog is zo’n individuele aanvraag nog niet ingediend. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
319
178. LTO noord, de heer R. Visser, Postbus 186, 9200 AD, Drachten Mede door een mondelinge toelichting middels een gesprek eind juli Als het kaartbeeld van de Provinciale 2011 is de strekking van onderhavige zienswijzen duidelijker Omgevingsvisie over de bestemmingsplankaart wordt gelegd, dan zie geworden. De AW-2 gebieden zijn gebaseerd op historische kaarten en het betreft in alle gevallen de oude veldontginningen. Deze je een discrepantie in de manier waarop correspondeert niet 1 op 1 met de omgevingsvisiekaart van de belangen worden gepositioneerd. Dit uit zich provincie omdat dit een functiekaart betreft en niet een waardenkaart. onder meer in gebieden die op de Deze bestemming evenals de aanduiding essen is tevens afgestemd bestemmingsplankaart een Agrarisch met met de provincie. Het kan zijn dat plaatselijk bestaande waarden reeds Waarden – 2 (AW2) duiding hebben gekregen, aangetast zijn, landschappelijk herstel is dan op deze locaties wel terwijl ze op de kaart van de Omgevingsvisie kansrijk, daarom is de bestemming AW-2 (oude veldontginningen) in als landbouwgebied zijn weergegeven. Duiding stand gelaten. Op enkele onderdelen is de bestemming AW 2 echter als AW2 leidt tot beperking van wel gewijzigd in AW-1 (Jonge veldontginningen) dan wel AW-4 ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische (Beekdalen). Hier betrof het duidelijke grensgevallen. Dit is in het bedrijven door een kleiner bouwblok bij recht algemeen zijn deze tijdens het opstellen van het ontwerp plan in en een zeer beperkte uitbreiding van bedrijven overleg met de provincie tot stand gekomen. Het beleid om in deze bij een es. LTO Noord is van mening dat gebiedsbestemming terughoudend om te gaan met het toekennen van gebieden die in de Provinciale Omgevingsvisie uitbreidingsruimte ten opzichte van het bestemmingsplan heeft te als landbouwgebied zijn geduid, een AW1 maken met de landschappelijke waarden die de gemeente wenst te (nieuwe naam “ontginningen en Essen”) behouden, te herstellen en te ontwikkelen. Als het gaat om de zouden moeten krijgen. Landbouwgebieden uit bouwmogelijkheden binnen AW-2, dan dient opgemerkt te worden dat de Provinciale Omgevingsvisie, die ook in de bij recht 1 ha bouwblok mogelijk is en na afwijking 1,5 ha bouwblok actuele situatie nog als een herkenbaar mogelijk is. Dit betekent al met al ten opzichte van het vigerende “beekdal” te boek staan, zouden in gebiedsbestemmingsplan nog steeds een uitbreiding met 0,5 ha. bestemming Agrarisch met Waarden 4 (AW4) kunnen passen. Praktisch gezien zou LTODe zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. Noord zich kunnen voorstellen dat voor het toekennen van het AW2 stempel uitgegaan wordt van de globale begrenzing van multifunctionele gebieden zoals geduid op de kaart van de Provinciale Omgevingsvisie. Voor agrarische bedrijven in deze AW2- gebieden is in lijn met de provinciale uitgangspunten een ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------320 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
178a. Afstemming provinciaal kaartmateriaal en bestemmingen
bouwblok van 1,5 ha bij recht in onze ogen een goede en logische basis. 178b. Es
Ten aanzien van de gebieden die als belangrijke Es moeten worden gezien kan binnen de twee gebiedsbestemmingen (AW1 en AW2), waarin ze in de nieuwe benadering zouden voorkomen, apart beleid worden gehanteerd ter bescherming van ruimtelijke waarden die hier in het geding zijn. Dit beleid moet echter niet uitgaan van kwantitatieve regels in de vorm van een beperkt aantal vierkante meters, maar in een benadering die de kwaliteit van bouwen in relatie tot de es centraal stelt.
De aanduiding ‘es’ is alleen terug te vinden binnen de gebiedsbestemming AW-2. Ten aanzien van de essen is het provinciale beleid gevolgd. Ook hier is met de provincie nog eens nader overleg over gevoerd. De essen worden allen ook in de Provinciale Omgevingsvisie nader aangeduid. Ook hier kiest de provincie ervoor om ook in kwantitatieve zin, de bebouwing te beperken. De gemeente is in die zin gehouden deze werkwijze te volgen. Daarnaast is qua bestemming AW-2 veelal de lijn overgenomen zoals die ook in het vigerende plan aanwezig is. Slechts op onderdelen is sprake van een andere situatie met minder mogelijkheden. Dit is echter te verklaren vanuit landschappelijke motieven. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
178c. Robuuste landbouwgebieden
Het zou goed zijn om als gemeente in lijn met de provinciale gedachte ter plekke van de aanduiding robuuste landbouwgebieden extra ruimte geeft voor ontwikkeling, bijvoorbeeld door bij recht een bouwblok toe te kennen van 2,0 ha.
De gemeente wenst enige sturing te behouden ten aanzien van uitbreiding van de bedrijven tussen de 1,5 en 2 ha. Daarom is niet bij recht altijd al 2 ha mogelijk gemaakt, maar eerst na afwijking van het bestemmingsplan. Zo is er ook een nadere afweging mogelijk ten aanzien van de natuurgebieden en het aspect van ammoniak. Het standaard bij recht mogelijk maken van 2 ha uitbreidingsruimte staat dit in de weg en is landschappelijk ook niet altijd wenselijk. In het geval er meer dan 2 ha bouwblok nodig is, staat de gemeente hier op zich niet onwelwillend tegenover, maar de afweging hierover moet plaatsvinden in een eigen planologische procedure. Hierdoor is maatwerk mogelijk. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
178d. Kaart verbeteren tav Natuur en AW-4 bestemmingen
Op de bestemmingsplankaart zijn verschillende gebieden niet goed geduid. In het bijzonder is op diverse plaatsen een natuurfunctie toegekend terwijl er in de feitelijke situatie sprake is van grond die als landbouwgrond in gebruik is. In een aantal
Een AW-4 gebied kan worden gekarakteriseerd als een lager gelegen, grootschalig open gebied min of meer gerelateerd aan een beekdal. Vanwege de lagere ligging treedt op veel plaatsen kwel op en komen er plaatselijk waardevolle sloot- en oevervegetaties voor. Het gebied blijft voor grootschalige landbouw bedoeld. De ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijvigheid wijken
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
321
gevallen lijkt er sprake van het volgen van de bestemming op eigendom. Dit lijkt ons geen zuivere benadering. Een andere categorie die vragen oproept, is de categorie AW4 (zeg maar grootschalige beekdelen met landbouw als hoofdfunctie). Ook hier zijn op de kaart gebieden te duiden die in onze ogen niet als Beekdal gezien worden en dus eigenlijk een AW1 duiding moeten krijgen (voor voorbeelden zie zienswijze zelf).
nauwelijks af van AW-1. Slechts voor ingrepen in de waterhuishouding is een omgevingsvergunning vereist. De reguliere agrarische bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden worden dus niet onevenredig belemmerd. Deze gebiedsbestemming is in nauw overleg met de provincie tot stand gekomen in het kader van hun zienswijze. De verbeelding is nogmaals bekeken en daar waar nodig verbeterd ten aanzien van de bestemmingen Natuur en agrarisch. Ook ten gevolge van een aantal zienswijzen voor concrete percelen is hier nader naar gekeken. Dit heeft voor een aantal percelen geleid tot wijzigingen op de verbeelding. De algemene lijn die in het bestemmingsplan wordt gehanteerd is de volgende: Allereerst bepaalt in principe het huidige gebruik of functie de bestemming. Hierop gelden een enkele uitzonderingen. 1) Bos- of natuurpercelen en houtsingels die kleiner zijn dan 2 ha en in het agrarische gebied zijn gelegen (buiten EHS) zijn niet apart bestemd. In de eerste plaats wegens flexibiliteit: Er treden nog wel eens grondruilingen en grenswijzigingen op. Ten tweede zijn ze in de agrarische bestemming voldoende beschermd, de functie natuur is hier mogelijk. Ze zijn veelal eigendom van terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en daarmee voldoende beschermd. 2) Percelen met een tijdelijke natuurfunctie die bijvoorbeeld door een instantie zijn aangekocht met de bedoeling deze grond later weer te ruilen voor andere gronden met wellicht een hogere natuurpotentie krijgen in principe een agrarische bestemming. 3) Percelen die nu nog een agrarische functie hebben maar waarvan de eigenaar de intentie heeft om daar binnen enige jaren een natuurfunctie te realiseren krijgen in principe een bestemming natuur. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. Een en ander houdt in dat de meeste eigendommen van terreinbeheerders, die binnen de EHS dan wel ecologische verbindingszone zijn gelegen, een natuurbestemming krijgen, tenzij de eigenaar anders aangeeft dan wel er een langjarig pachtcontract voor agrarisch gebruik op ligt (ca > 6 jaar, vanaf nu). De percelen die voldoen aan bovenstaande criteria en ten onrechte niet zijn bestemd als natuur zullen qua bestemming worden aangepast. Voor de meeste gebieden die in de zienswijze van LTO worden aangehaald is het derde hierboven genoemde punt van toepassing.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
322
Deze gebieden zijn in eigendom van een natuurbeherende instantie en liggen in de Provinciale EHS. In dat geval is een natuurfunctie de meest geëigende bestemming. Dit past in het provinciaal beleid en het is de intentie van de beheerder om het gebied op termijn als natuur in te richten. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. In sommige andere gevallen is de natuurbestemming gewijzigd in agrarisch. Bijvoorbeeld in het geval van particulier eigendom waarbij de eigenaar de intentie heeft om het gebied agrarisch te gebruiken. Zo is voor enkele bospercelen de bestemming naar agrarisch gewijzigd. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: Het kaartmateriaal wordt op diverse onderdelen, met name naar aanleiding van de zienswijzen en overleg met de provincie op een aantal onderdelen aangepast wat betreft de bestemmingen Natuur en Agrarisch. 178e. Aanduidingen voor agrarische bedrijven verbeteren
Op de bestemmingsplankaarten is niet overal sprake van een duiding die past bij de aard van het bedrijf. Er is een gerede kans dat elders in de gemeente vergelijkbare fouten in de duiding van agrarische bedrijven zitten.
De verbeelding is nogmaals bekeken en daar waar nodig verbeterd ten aanzien van de bestemmingen Natuur en agrarisch. Ook ten gevolge van een aantal zienswijzen voor concrete percelen is hier nader naar gekeken. Dit heeft voor een aantal percelen geleid tot wijzigingen op de verbeelding. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: Het kaartmateriaal wordt op diverse onderdelen, met name naar aanleiding van de zienswijzen op een aantal onderdelen aangepast wat betreft de aanduidingen bij de agrarisch bedrijven.
178f. Bouwregels binnen AW-2 en Essen te zwaar
De bouwblokgroottes binnen AW-2 zijn met 1,0 bij recht en 1,5 bij afwijking beperkter dan provinciaal beleid dat ook in multifunctioneel gebied ruimte laat voor 1,5 ha bij recht. Ook zijn de bebouwingsmogelijkheden binnen Es zodanig klein dat bedrijven op slot komen. Het is wenselijk dat er voor de toekomstgerichte bedrijven die op of bij een Es zitten, nog eens kritisch wordt gekeken of de betrokken Es een grote waarde vertegenwoordigd die het nodig
Voor het antwoord op deze zienswijze wordt ten eerste verwezen naar 178b. Daarnaast kan gesteld worden dat de regel voor het bouwen van gebouwen op een afstand van maximaal 50 meter uit het hart van de gevel van de bedrijfswoning met name is ingegeven door de wens bestaande landschappelijke waarden te beschermen. Door de bebouwing te concentreren op een centrale ruimte rondom de bedrijfswoning is het mogelijk om het oude veldontginningengebied en dan met name de essen te bewaren. Om praktische redenen kan het echter nodig zijn hiervan af te wijken. Daarom is een afwijking van deze regel onder voorwaardenin het plan opgenomen. Voor een
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
323
178g. Voorwaarden in regels tav ammoniak
maakt om absolute blokkades te hanteren. Daar waar dit gerechtvaardigd lijkt, moet worden bezien in hoeverre er met maatwerk toch ontwikkeling van het bedrijf kan worden gefaciliteerd. Een nadere beschouwing van de situatie met een doordacht plan omtrent beeldkwaliteit en inpassing ligt hier in de rede. Ook verzoeken wij u te schrappen de beperkende regel dat gebouwen ten hoogste 50 meter uit de gevel van de woning moeten worden gesitueerd.
nadere uitleg verwijst de gemeente ook naar het beeldkwaliteitsplan voor het buitengebied, waar op de landschappelijke waarden en bouwregels is ingegaan. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
In diverse criteria bij de afwijkingsmogelijkheid om het bouwblok in een bestemming te vergroten, geldt een mits. Deze luidt: “Maatregelen worden getroffen waardoor de ammoniakdepositie op nabijgelegen natuurbeschermingsgebieden, ter plaatse van de aanduiding ‘speciale beschermingszone’ gelet op de instandhoudingsdoelen niet significant zal toenemen.” Dit criterium moet verbijzonderd worden met de opmerking dat het moet gaan om de specifieke voor verzuring gevoelige habitats die binnen het Natura 2000 gebied zijn gelegen en waarvoor instandhoudingsdoelen gelden. Voorstel voor een redactie van het criterium zou kunnen zijn: “Maatregelen worden getroffen waardoor voldaan wordt aan de afspraken en het beleid dat is geformuleerd op het vlak van de ammoniakemissie uit agrarische bedrijven gerelateerd aan de ammoniakdepositie op daarvoor kwetsbare habitats binnen Natura 2000 gebieden. Dit alles om een bijdrage te leveren aan het dichterbij brengen van
Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een planMER en een passende beoordeling gedaan. Daarmee is voldaan aan de vereiste van artikel 19 j van de Nbw. Uit de passende beoordeling volgt dat de mogelijkheid voor veel bedrijven bestaat om uit te breiden. Dit heeft er toe geleid dat de regels van het plan niet hoefden te worden ingeperkt. De gemeente is het met de indiener van de zienswijze eens dat de toetsing van artikel 19d Nbw daarnaast lijkt te volstaan. Vanwege het belang van deze toetsing en enige onzekerheid over de relatie tussen bestemmingsplan en natuurbeschermingswet/habitatrichtlijn, is er voor gekozen om het criterium desondanks op te nemen. Op die wijze zal de toetsing niet worden vergeten. Daarnaast geldt dat het Groenmanifest van de provincie Drenthe ook een (voorlopig) toetsingskader biedt en hiermee voorzien is in een tijdelijke oplossing voor het onderwerp ammoniakdepositie. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
324
afgewogen instandhoudingsdoelen binnen de aanduiding ‘speciale beschermingszone’. Overigens wordt ook in relatie tot de ontwikkeling van bedrijven met intensieve veehouderij, mestopslag buiten het bouwblok en co-vergisting voornoemd criterium toegepast. Ook hier stellen wij voor de door ons aangedragen redactie te hanteren. 178h. Bouweisen, dakvorm
In diverse artikelen zijn in tabelvorm eisen ten aanzien van bouwen weergegeven. Een aantal punten uit deze tabellen geeft ons aanleiding tot vragen/opmerkingen. Bij bedrijfsgebouwen wordt gesproken over een dakhelling die kan liggen tussen de 20 en de 60 graden. Op zich is dit werkbaar, ware het niet dat deze regel suggereert dat je altijd moet werken met een schuin dak. Dit betekent dat impliciet geen ruimte wordt gelaten voor bouwvormen met een ronde dakvorm. Bijvoorbeeld bij serrestallen en boogstallen is sprake van een dergelijke verschijningsvorm. LTO Noord acht het van belang dat in het bestemmingsplan Buitengebied ruimte wordt gelaten voor het hanteren van dergelijk bouwmethoden. Wellicht als uitzondering opnemen.
Het beleid van de gemeente is zo bepaald dat goothoogte van bedrijfsgebouwen op 5 meter hoogte staat. Eventueel kan hiervan afgeweken worden middels omgevingsvergunning voor een hoogte van 5,5 meter. De nokhoogte is bepaald op maximaal 12 meter, hiervoor is geen afwijking mogelijk. De dakhelling moet zijn tussen de 20 en 60 graden, zodat er een bepaalde dakvorm aanwezig is (hellend). In geval van een ronde dakvorm kan hieraan niet voldaan worden. De boogdaken zijn naar onze mening in beginsel niet passend binnen het Drentse landschap. Derhalve wensen we hieraan geen medewerking te verlenen. Wat serrestallen betreft, deze zijn bij recht mogelijk als ze voldoende aan de hierboven omschreven bouwregels. Echter, in de praktijk is bij een serrestal sprake van een (nagenoeg) plat dak waardoor dit niet mogelijk is. Om hier toch tegemoet te komen aan de praktijk van de agrariërs en de ontwikkelingen op de markt is besloten om voor deze afwijkende serrestallen een afwijking van de bouwregel op te nemen zodat er een plat dak op de bedrijfsgebouwen kan komen. Daarbij dient wel onder meer aan de voorwaarde te zijn voldaan dat een goede landschappelijke inpassing geregeld is. Een afwijkingsmogelijkheid voor serrestallen zal dan ook opgenomen worden in de regels, onder de voorwaarden dat een stal landschappelijk goed ingepast moet zijn. Tevens zal de tekst van het Beeldkwaliteitplan hierop worden aangepast/uitgebreid. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: afwijkingsbevoegdheid opnemen voor realiseren van serrestallen door afwijking toe te staan van de bouwregel dat er een schuin dak moet zijn, onder de voorwaarde dat het landschappelijk
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
325
goed ingepast moet zijn. Ook het Beeldkwaliteitsplan aanpassen over dit punt, met name op blz. 41 en verder aanvulling op tekst over serrestallen opnemen. 178i. Bouweisen, gooten nokhoogte
Voor de nokhoogte wordt uitgegaan van een maximum van 12,0 meter. Gelet op de ontwikkeling in bouwstijlen, zeker bij de bredere melkveestallen is het denkbaar dat stalconcepten vragen om meer ruimte. Graag 14,0 meter hoogte. Zeker vanuit de akkerbouw (opstapelen kuubskisten), maar ook vanuit de veehouderij (bijvoorbeeld bij serrestallen) is de 5,5 meter soms te beperkend. Omdat toch per geval een afweging wordt gemaakt rond de afwijking, lijkt het ons wenselijk om de maximale maat bij afwijking omhoog te brengen naar 6,0 meter.
Voor agrarische bedrijfsgebouwen is algemeen aanvaard een goothoogte van 4,5 meter. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit het beleid van de provincie die 4,5 meter goothoogte als uitgangspunt hanteren. Om ook in de toekomst ontwikkelingsruimte te bieden is in dit bestemmingsplan van Midden-Drenthe de goot- en nokhoogte echter bewust op 5 meter (met afwijking maximaal 5,5 meter) en 12 meter bepaald. Dit is mede onderbouwd door een beeldkwaliteitplan op te nemen met aanvullende eisen hierover. Deze kunnen via de afwijkingsprocedure afgedwongen worden. Hierdoor is het enerzijds mogelijk om (bijvoorbeeld) vier kisten van 1,25 meter te stapelen, anderzijds blijft de relatie met het landschap gewaarborgd. Op het moment dat er hogere maten komen, gaat dit ten koste van het landschap. Grotere bouwwerken dan 12 nok- en 5,5 goothoogte moeten op een industrieterrein of in de polder gerealiseerd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
178j. Gebruik (toren) silo’s en bassins
Onder artikel 1 lid q wordt een “bassin” gedefinieerd. Hierbij wordt alleen gesproken over de opslag van mest of water. Hier zou in onze ogen digestaat als optie moeten worden toegevoegd. Onder artikel 1 lid YYY wordt een mestsilo gedefinieerd. Ook hier zou moeten worden toegevoegd dat ook digestaat in een dergelijke silo, kan en mag worden opgeslagen. Ook lijkt het ons een onwerkbaar uitgangspunt dat indien een silo met een hoogte van 8,5 meter binnen het bouwblok wordt geplaatst, deze silo een maximaal oppervlak van 85 m² mag hebben.
Nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf in de vorm van biomassavergistingsinstallaties of producten daarvan zijn bij recht niet toegestaan. Dit kan via wel via een afwijking als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De regels voorzien derhalve in een mogelijkheid voor het gebruik van biomassavergisting. Daarnaast is het gebruik van mestsilo’s juist bedoeld voor de opslag van mest en niet voor andere vloeibare stoffen. Het besluit mestbassins geeft hier overigens ook een definitie voor, namelijk dat een mestsilo alleen bedoeld is voor de bewaring van dunne mest. De gemeente wenst hierbij aan te sluiten. Voor het punt van de mestsilo hoogte wordt verwezen naar de beantwoording van zienswijze 178k. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
178k. Afwijking voor
De voorwaarden waaronder afwijking verleend
In de vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied is de
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
326
opslag buiten bouwblok
wordt voor het plaatsen van een silo, plaat of bassin buiten het bouwblok zijn te strikt. Zo is het wenselijk dat ipv 1.500 m3 er 2.500 m3 is en geen 6 maar 8 meter als bouwhoogte is. Voor spoelbassins is het onduidelijk wat de mogelijkheden zijn, binnen en/of buiten het bouwblok, temeer omdat de omvang vaak veel meer is dan 1.500 of 2.500 m3.
algemene lijn dat het bij recht is toegestaan om mesilo’s en bassins binnen het bouwblok te bouwen. Er is daarbij geen oppervlakte maat binnen het bouwblok geboden, wel is de maximale goot- en nokhoogte opgenomen (3 en 6 meter hoog). Indien iemand buiten het bouwblok een mestsilo wil bouwen of hoger wil bouwen mag dit alleen na vrijstelling. Afhankelijk van het bestemmingsplan en de bestemming zijn de maximale maten na vrijstelling veelal 4 en 8 meter hoogte, en is de inhoud, echter altijd pas na vrijstelling, gesteld op 2.000 (voor Smilde) of 2.500 m3 (voor Westerbork en Beilen). Voor spoelbassins geldt dat alleen binnen het bouwblok gebouwd mag worden. In het ontwerp plan is het beleid dat mestopslag, voeropslag en spoelbassins zoveel mogelijk binnen het bouwblok komen. Derhalve mag er bij recht gebouwd worden binnen het bouwblok, met een maximale hoogte van 8 meter. Is er aantoonbaar geen plaats binnen het bouwblok voor genoemde zaken, dan kan de gemeente na afwijking medewerking verlenen het bouwen ervan aansluitend aan het bouwblok tot 1.500 m3 en een hoogte van 6 meter voor een mestsilo en 2 meter voor een sleufsilo mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. Eventueel kan mestopslag (waarvoor geen bouwvergunning nodig is) na afwijking op enige afstand van het bouwblok komen, mits aan een aantal voorwaarden voldaan is. De regeling is daarmee voor bepaalde gebieden in de gemeente wat de vergelijking bij recht betreft hetzelfde, maar voor de situatie na vrijstelling inderdaad minder ruim dan nu het geval is. Dit geeft dan ook aanleiding de norm af te stemmen op de maximale norm binnen de vigerende bestemmingsplannen na vrijstelling, zijnde 2.500 m3. Het bestemmingsplan zal verruimd worden in die zin dat de maximale mogelijkheden voor mestsilo’s en spoelbassins buiten het bouwblok na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden. Voor mestsilo’s wordt gewijzigd dat de goothoogte maximaal 4 meter en nokhoogte maximaal 8 meter zal zijn. Daarnaast zal de regeling voor bouwen van mestsilo’s binnen het bouwblok aangepast worden, aangezien dit niet een praktische regel is gebleken te zijn. Dit houdt in dat binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, en voor mestsilo’s
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
327
de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, de hoogte voor torensilo’s blijft staan op 12 meter. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: 1) binnen het bouwblok torensilo’s en mestsilo’s niet meer beperkt worden in aantal m2, 2) binnen het bouwblok de hoogte van torensilo’s op 12 meter komt, 3) binnen het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 6 meter en de nokhoogte op 12 meter komt, 4) buiten het bouwblok de maximale mogelijkheden na afwijking niet op 1.500 m3 maar op 2.500 m3 gesteld worden, 5) buiten het bouwblok de oppervlaktenorm van 300 m2 verhoogd worden tot 750 m2, 6) buiten het bouwblok voor mestsilo’s de goothoogte op 4 meter en de nokhoogte op 8 meter komt. 178l. Opslag tijdelijke mest en kuilvoer
De gebruiksregels omtrent (tijdelijk) opslaan van landbouwproducten lijkt een verwarrende constructie van regels, onder andere door de onduidelijkheid over het begrip tijdelijkheid. Uit de voorschriften wordt impliciet duidelijk dat tijdelijke mestopslag, in de zin van gebruik van grond (of ruimte) buiten het bouwblok voor dit doel, verboden is. De afwijkingsprocedure lijkt ons namelijk niet bedoeld voor een tijdelijk opslag van vaste mest zonder dat er sprake is van een inrichting. Graag heroverwegen het systeem van (tijdelijke) opslag. Het verbod is opmerkelijk, ook omdat er vanuit algemeen milieukundig oogpunt (Besluit Landbouw) wel mogelijkheden zijn om vaste mest (vooral pluimveemest) op de akker te parkeren, met als doel om deze mest daar binnen 6 maand in te zetten als bemesting. Dat wordt met dit bestemmingsplan schijnbaar verboden. Dit lijkt ons niet wenselijk. Beter is het ook gelet op oa artikel 4.6a onder 7 uit te gaan van de voorschriften uit het activiteitenbesluit.
In het ontwerp plan is het niet toegestaan tijdelijke mest op te slaan buiten het bouwblok. Er zijn voldoende mogelijkheden om mest binnen het bouwblok op te slaan. Indien er binnen het bouwblok hiervoor geen ruimte aanwezig is, en het noodzakelijk en aantoonbaar is, kan aansluitend op het bouwblok mest opgeslagen worden. Daar waar het betreft tijdelijke mestopslag kan het volgende gesteld worden. De regeling van opslag van mest buiten het bouwperceel is ingegeven vanuit de passende beoordeling. Op grond van de conclusies hieruit is de gedachte vorm gegeven dat opslag van mest zo veel mogelijk moet worden beperkt buiten de bouwpercelen. Het voert echter te ver om tijdelijke opslag voor verwerking op het land (zoals begrepen in het activiteitenbesluit) ook te verbieden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De woorden ‘niet zijnde mest’ uit artikel 4.5.1.a, 5.5.1.a, 6.4.1a en 7.5.1a schrappen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
328
178m. Teeltvoorschriften
Waar staat dat met uitzondering van bestaande sierteelt, het aanplanten van bebossing en/of opgaande beplanting en sierteelt als strijdig gebruik wordt gezien. Allereerst moet worden opgemerkt dat sierteelt in de begripsbepalingen niet is gedefinieerd. Voor het overige wordt een aantal termen door elkaar gebruikt. Analyse van de voorschriften levert het beeld op dat bestaande sierteelt mag blijven bestaan, en dat voor nieuwe sierteelt in geen enkele bestemming ruimte wordt gelaten. Uit de regels kan ook worden afgeleid dat in AW3 en AW4 geen opgaande agrarische teelten kunnen worden toegestaan. LTO Noord acht de voorschriften op dit punt volstrekt onwerkbaar. De regeling zou zodanig moeten worden aangepast dat alleen meerjarige hoogopgaande teelten (denk aan laan- en parkbomen) vanwege hun ruimtelijke impact aan een afwegingsregime onderhevig zijn. Ook voor gebieden met waarde archeologie of milieuzone-hydrologische beïnvloeding is er geen reden tot een verbod.
Sierteelt valt in dit bestemmingsplan onder de bestemming AgrarischTuinbouw. Daarnaast is ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch-sierteelt’ sierteelt mogelijk en zijn bestaande activiteiten ook toegestaan. Binnen de agrarische bestemmingen wordt nieuwe sierteelt vanuit landschappelijk oogpunt niet toegestaan. Een definitie van sierteelt is in o.a. artikel 4.5.1. sub g verwoord maar zal aanvullend als volgt in artikel 1 worden opgenomen: Sierteelt: meerjarige teelt van vaak niet inheemse gewassen, hoofdzakelijk bedoeld als tuinbeplanting. Artikel 4.5.1.g en dezelfde artikelen in artikel 5, 6 en 7 zullen hierop worden aangepast. Boomteelt is wel toegestaan na een afweging. De uitsluiting van het gebied Waarde-archeologie-1 lijkt in deze bepaling inderdaad niet noodzakelijk omdat de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie voldoende bescherming geeft. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: aanpassen de definitie sierteelt en wijzigen van enkele artikelen die hierover gaan, te weten: Sierteelt : meerjarige teelt van vaak niet inheemse gewassen, hoofdzakelijk bedoeld als tuinbeplanting. Artikel 4.5.1.g en dezelfde artikelen in artikel 5, 6 en 7 zullen hierop worden aangepast. Tevens verwijderen de voorwaarden in geval van archeologie 1.
178n. Voorwaarde bij aanlegvergunning
In onderdeel b van de artikelen die beschrijven welke uitzonderingen gelden in relatie tot de “Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden” staat een onterechte nuance. Er staat: het verbod is niet van toepassing op werkzaamheden die het normale onderhoud en/of het normale agrarische gebruik (ten behoeve van natuurbeheer) betreffen; met name de
De woorden tussen haakjes zijn bij nader inzien inderdaad niet correct. De woorden ‘(ten behoeve van natuurbeheer)’ zullen worden geschrapt in alle betreffende bepalingen die beschrijven welke uitzonderingen gelden in relatie tot de “Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden”. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: verwijderen de woorden ‘(ten behoeve van natuurbeheer)’ in de artikelen die beschrijven welke uitzonderingen gelden in relatie tot de “Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden”.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
329
woorden tussen haakjes suggereren dat er een natuurbelang gediend moet worden om ook normaal agrarisch gebruik zonder vergunning te mogen uitvoeren. Dit lijkt ons niet de bedoeling 178o. Archeologie
Archeologie werkt te beperkend op de gangbare bedrijfsvoering van de landbouw. Nog even afgezien van de spelregels stuit het de agrariërs in Midden-Drenthe tegen de borst dat 70% van het agrarisch cultuurgebied is bedekt met plusjes die een verwachting omtrent aanwezigheid van waarden moeten beschrijven. Stelling van de agrarische sector is dat verreweg de meeste gronden bij ontginning en ruilverkavelingen zodanig gestoord zijn dat in de bovenste meter niet of nauwelijks onverstoord archeologisch bodemarchief is te vinden. Afgezien van de discussie over de aanwezigheid van waarden is uitvoering van voorgestelde regels onredelijk en onwerkbaar. Voorstel hoe het wel te doen: geen aanlegvergunning nodig voor normaal landbouwkundig gebruik, 30 cm naar 50 cm brengen, aanbrengen van drainage vrijstellen van vergunning, excessieve kosten voor onderzoek voor rekening van de gemeente.
Mede naar aanleiding van de zienswijze van LTO over archeologie is uitgebreid overlegd over dit onderwerp, zowel met belangenverenigingen als met andere overheden. Uiteindelijk is er een voorstel geformuleerd waar alle partijen zich in kunnen vinden. Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
178p. Karakteristiek
In het bestemmingsplan zijn vele panden, met name agrarische bedrijfsgebouwen, als 'karakteristiek' aangemerkt. Gelet op de doorwerking kan dit van grote invloed zijn op de mogelijkheden om dit gebouw als onderdeel van een efficiënt ingericht agrarisch bedrijf te blijven gebruiken. Consequenties:
In het plan zijn een aantal panden of percelen aangeduid als ‘karakteristiek’. Dit betekent dat er om cultuurhistorische redenen een extra bescherming waardevol geacht wordt. Het betreft hier de rijksmonumenten en de karakteristieke boerderijen met rieten daken, alsmede enkele percelen in hun geheel. Het systeem is als volgt opgezet (voor zover het gaat om agrarisch gebruik en agrarische bestemmingen). Indien er een aanduiding karakteristiek is geldt dat dat
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
330
178q. Hydrologie
Beperkingen t.a.v. toekomstige (bouwkundige) aanpassingen en financiële consequenties door verplichte instandhouding. Dit levert kostprijsverhogende werking op. LTO wil gemeentefonds voor betalen extra kosten.
perceel extra bescherming behoeft, tenzij de aanduiding slaat op een pand dat is opgenomen op de lijst als in bijlage 4 van de regels. In dat geval geldt de bescherming alleen voor het pand, niet voor het perceel. In dat geval is er eerst een omgevingsvergunning voor het slopen vereist, alvorens een karakteristiek pand gesloopt mag worden. Dit is voor de rijksmonumenten geen vreemde regeling, en ook voor de overige karakteristieke panden is het in principe een bestaand systeem dat overgenomen is vanuit het welstandsbeleid. Ook kunnen nadere eisen gesteld worden aan nieuwe bebouwing op een perceel. Het betreft hier dan ook geen absoluut verbod of instandhoudingsverplichting, maar een mogelijkheid voor de gemeente tot nadere sturing, waarbij de vergunning ook wel vergund kan worden. Tenslotte is opgenomen de wijzigingbevoegdheid voor het verwijderen van de aanduiding indien blijkt dat een karakteristieke hoofdvorm niet is te handhaven in relatie tot de functie die het pand moet vervullen. Daarmee is het een instrument dat op zich niet kostenverhogend hoeft te werken en is er geen reden tot een gemeentefonds hiervoor. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Onduidelijkheid tav de hydrologische aandachtszone ontstaat als men in de tekst enkel spreekt over de belangen van de Natura 2000 gebieden en vervolgens ziet dat op de kaart nog veel meer gebieden met een “zone van hydrologische beïnvloeding” zijn omgeven. Deze discrepantie wordt nog versterkt door het feit dat voor veel gebieden de zone van hydrologische beïnvloeding ernstig ter discussie staat. LTO Noord wil pleiten voor een beperking van de zones op kaartbeelden tot de in de tekst genoemde gebieden. Daarenboven zal per gebied moeten worden getoetst of de kaartbeelden nog sporen met de actuele inzichten op basis van de discussie zoals gevoerd tijdens het opstellen van
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
331
beheerplannen in het kader van Natura 2000. Overigens wordt in het plan verzuimd om de gevolgen van ingrepen in de waterhuishouding binnen natuurgebieden te toetsen op hun gevolgen voor de omliggende landbouw. Dit zou alsnog moeten worden ingevoegd. 178r. Waardevol grasland
Ondanks het feit dat ten opzichte van eerdere kaartbeelden een verbetering heeft plaatsgevonden, is er nog steeds sprake van onzorgvuldigheden. Nog steeds staan percelen op de kaart waar sprake is van intensief graslandgebruik dan wel akkerbouwland. Er is in onze ogen echter geen reden om beperkingen op te leggen als het gaat om het gebruiksgedeelte van percelen. LTO Noord is van mening dat het normaal agrarisch gebruik van dergelijke percelen niet gefrustreerd mag worden.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
178s. Agrarisch aanverwante bedrijven
Buiten de primaire sector zijn in het bestemmingsplan een aantal bestemmingen beschreven die een sterke samenhang hebben met de agrarische sector. De in de tekst gehanteerde 120% regel is hierbij volstrekt onvoldoende. Een aanpassing (desnoods een binnenplanse afwijking) waarmee meer ruimte voor ontwikkeling kan worden gerealiseerd, is wenselijk.
Het beleid voor het buitengebied in Midden-Drenthe is zodanig opgesteld dat de primaire functies, te weten de landbouw, de natuur en het landschap, de nodige ruimte geboden wordt zich te ontwikkelen. De niet-agrarische functies in het buitengebied zijn ondergeschikt aan de hoofdfuncties en met name niet-agrarische bedrijvigheid wordt weliswaar gerespecteerd, maar slechts beperkte uitbreiding geboden. Indien deze substantieel wenst te groeien, is verplaatsing naar een bedrijventerrein gewenst. Daarom is er bijvoorbeeld nadrukkelijk voor gekozen om de agrarische bouwblokken in de landbouwontwikkelingsgebieden wel bij recht te vergroten van 1 naar 1,5 ha en na afwijking zelfs de mogelijkheid te bieden om te verdubbelen naar 2 ha, maar om de niet-agrarische bedrijvigheid met 10% of in sommige gevallen met 20% te laten groeien. Een uitzondering hierop is de zone tussen Beilen en het Oranjekanaal waar in een aantal gevallen uitbreiding met 50% mogelijk is ingevolge het
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
332
beleid voor het Routelandschap. Deze prioritering heeft inderdaad gevolgen voor de overige functies, ook de agrarisch aanverwante functies, maar hiermee is onder meer juist aan de landbouw de nodige ruimte gegeven zich te ontwikkelen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
333
179. [appellant sub 179], gevestigd te Witteveen 179a. Archeologie
In het verleden zijn gronden die bij mij in gebruik zijn [locatie SSSS] ontgonnen, gedraineerd en diverse percelen op een diepte van 80cm. gediepploegd en hergedraineerd.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
179b. Hydrologie
Ons bedrijf ligt in een hydrologische beïnvloedingszone maar niet in een van de vijf gebieden die u genoemd heeft in artikel 40.5. Daarbij is dit gebeid te noorden van de N381 ook nog eens productiebos. Wij kunnen in de problemen komen met eventuele afvoer van oppervlakte- en hemelwater.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
334
180. [appellant sub 180], gevestigd te Beilen 180a. Archeologie
Voor [locatie TTTT] en onze omliggende gronden maken wij bezwaar tegen de archeologische bestemming. Het is door ruilverkaveling in het Vorrelveen niet meer aannemelijk dat er nog archeologische waarden zijn. Er is minimaal 50cm nodig vergunningvrij en drainage moet minstens vrijgesteld zijn. Wij verhalen anders de kosten op de gemeente.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
180b. Hydrologie
De aanduiding hydrologie is klakkeloos neergezet rondom het natuurgebied, zonder dat er onderzoek is gedaan. De beïnvloeding is nihil. De natuur moet intern maar ervoor zorgen dat ze hun hydrologie op orde hebben en de werking van de natuur op de landbouw moet ook bekeken worden.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
335
181. [appellant sub 181], wonend te Smilde 181a. Hydrologie
Ik ben eigenaar van de percelen recht tegenover de Smelthehal in Smilde, verder gelegen percelen links en rechts van de Boerenlaan ter hoogte van Vaartweg 32 (zie bijlage). Ik vind dat de grens van de hydrologische beïnvloedingszone te ver naar mijn perceel is ingetekend. Het perceel blijft altijd in gebruik als landbouwgrond dus ga ik hier niet mee akkoord.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
181b. Archeologie
Alle percelen zijn volledig geroerd. Alle percelen zijn meerdere malen dieper bewerkt als 50 cm. De 30 cm is dan ook totaal geen praktische benadering.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
336
182. zelfde als 239, vervalt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
337
183. zelfde als 163, vervalt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
338
184. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 184], wonend te Wijster Intensieve neventak opnemen
Voor [locatie TTTT] is de reeds lang aanwezige intensieve neventak niet opgenomen. Er is in 2007 een vergunning Wet milieubeheer afgegeven voor het houden van 246 stuks melkrundvee en 13.000 vleeskuikens.
184 gaat over zelfde perceel als 136 Het betreft hier een grondgebonden agrarisch bedrijf (melkrundveehouderij) met een intensieve neventak in de vorm van vleeskuikens. De huidige aanduiding sa-gab is derhalve onvolledig en zal gewijzigd worden in sa-gabi. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gab wijzigen in sa-gabi.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
339
185. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 185], wonend te Hijken Bouwperceel opnemen in buitengebied en gebiedsbestemming AW-2 wijzigen in AW-1
[locatie UUUU] is niet opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied MiddenDrenthe, waardoor het vigerende bestemmingsplan van kracht blijft. Cliënt krijgt hierdoor bij bepaalde ontwikkelingen met meerdere bestemmingsplannen te maken. Dit leidt tot ongewenste situaties. Ook het afwijken van het plan wordt beperkt tot het vigerende bestemmingsplan, het bouwblok is immers op dit moment volledig benut. Daarom moet de niet de huidige 1,5 ha worden opgenomen maar 2 ha, zoals dit ook door de provincie wordt voorgestaan voor dit bedrijf in deze gebiedsbestemming. In de omgevingsvisie is het gebied gelegen in de jonge veld- en veenontginningen en biedt het ontwikkelingsruimte. De omgeving heeft in uw plan de bestemming AW-2, waardoor uitbreiding niet verder mogelijk is. Dit is niet wenselijk en kunt de grens beter vaststellen op het gebied langs de Middenlinie, direct ten westen van de veehouderij [locatie UUUU]. Mocht u toch de bestemming AW-2 erop houden, dan verzoeken wij u de regels ruimer op te nemen en de voorgestelde afwijkingsmogelijkheden voor AW-1 in artikel 4.4 lid b onder de nummers 1 t/m 9 over te nemen voor artikel 5.4 lid b.
Het bouwblok voor [locatie UUUU] is niet opgenomen in het bestemmingsplan voor het buitengebied, omdat hiervoor een separate planologische procedure voor doorlopen is. Deze is dan ook tegelijk met het plan voor het buitengebied werkzaam. Nu het bouwbok buiten dit plan valt en een eigen plan kent met voldoende ontwikkelingsruimte, hebben de regels geen beperkende werking voor dit bedrijf. De AW-2 gebieden zijn gebaseerd op historische kaarten en betreft in alle gevallen de oude veldontginningen. Het kan zijn dat plaatselijk bestaande waarden reeds aangetast zijn, landschappelijk herstel is dan op deze locaties wel kansrijk. Mede naar aanleiding van overleg met de provincie is dit deel als AW-2 bestemd. De gemeente dient in zoverre de belangen vanuit de provinciale omgevingsverordening over te nemen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
340
186. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 186], wonend te Hijken Gebiedsbestemming AW-2 wijzigen in AW-1
Namens [appellant sub 186] dienen wij een zienswijze in over het ontwerp plan. Het perceel heeft de bestemming AW-2 met aanduiding iv. In de omgevingsvisie is het gebied gelegen in de jonge veld- en veenontginningen en biedt het ontwikkelingsruimte. De omgeving heeft in uw plan de bestemming AW-2, waardoor uitbreiding niet verder mogelijk is. Dit is niet wenselijk en kunt de grens beter vaststellen op het gebied langs de Middenlinie, direct ten westen van de veehouderij Meerweg 30. Mocht u toch de bestemming AW-2 erop houden, dan verzoeken wij u de regels ruimer op te nemen en de voorgestelde afwijkingsmogelijkheden voor AW-1 in artikel 4.4 lid b onder de nummers 1 t/m 9 over te nemen voor artikel 5.4 lid b.
Zie ook 224 In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” heeft dit perceel de bestemming “Jonge veldontginningen”. Dit is overgenomen in het voorontwerp. Echter mede naar aanleiding van overleg met de provincie is dit inderdaad in het ontwerp gewijzigd naar Oude Veldontginningen (AW-2). De bestemming AW2 is gestoeld op historische kaarten en onderzoek. In de regels van het genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat de gebouwen voor een intensieve veehouderij als onderhavig het bestaande aantal vierkante meters mag zijn vermeerderd met 500 m2 of met 10% van de bestaande oppervlakte. Dit betekent een beperkte uitbreiding van het bedrijf. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er voor een intensieve veehouderij binnen de bestemming AW-2 bij recht geen bebouwing bij mag komen. Hiervan kan wegens diergezondheidseisen van afgeweken worden middels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. In dat geval is maximaal 25% extra bebouwing toegestaan als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het beperkt vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
341
187. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 187], wonend te Hijken Aanduiding sa-gab uitbreiden met neventak voor loonbedrijf
[appellant sub 187] heeft al jaren een akkerbouwbedrijf met een neventak voor loonwerk van derden (ongeveer 25%). Wij verzoeken u de aanduiding sa-gab uit te breiden zodanig dat ook deze neventak mogelijk is.
In het ontwerp plan heeft het perceel de bestemming “AW-1” met de aanduiding sa-gab (grondgebonden agrarisch bedrijf). Binnen deze bestemming is het mogelijk om een afwijking van het bestemmingsplan toe te staan voor gebruik van een aan de agrarische functie ondergeschikte deeltijdfunctie agrarische bedrijf in de vorm van lichte bedrijvigheid. Daarbij dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan, voordat medewerking verleend wordt. Een loonbedrijf als in onderhavig geval zou hierbinnen op zich passen qua bedrijfscategorie. Nu het echter niet gaat om een nieuwe, maar een bestaande legale situatie dient dit ook toegestaan te zijn binnen de regels. Dit kan verduidelijkt worden. De regels worden hierop aangepast. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de regels aanvullen zodanig dat binnen de agrarische bedrijfsbestemmingen bij toegestaan gebruik wordt opgenomen dat bestaand legaal gebruik in de vorm van een aan de agrarische functie ondergeschikte deeltijdfunctie in de vorm van lichte bedrijvigheid is toegestaan.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
342
188. [appellant sub 188], wonend te Orvelte Toevoegen mogelijkheden tav recreatie, uitbreiding en woonmogelijkheid
Voor [locatie VVVV] dien ik een zienswijze in. Het gaat om het voormalige informatiecentrum De Wenning. Dit pand op perceel 3200 is inmiddels kadastraal gesplitst van De Wenning, biologisch bedrijf. [locatie VVVV] is in gebruik als kantoorpand voor een psychologische praktijk en voor trainingen en vergaderingen voor ongeveer maximaal 20 bezoekers. Ik verzoek om voldoende mogelijkheden het bedrijfspand rendabel te krijgen en te houden. Door de vraag naar deze functie is de mogelijke uitbreiding wenselijk. Op het pand rust momenteel een zakelijke bestemming. Ik heb echter ook nodig een recreatieve bestemming voor kleine groepen om overnachtingen aan de groep te kunnen bieden. Ook is een bedrijfswoning op het perceel gewenst voor de kwaliteit en veiligheid op het terrein.
In dit geval is sprake van een nieuwe situatie die feitelijk niet overeenkomt met het vigerende bestemmingsplan en ontwerp bestemmingsplan. Derhalve heeft de gemeente onderzocht 1) of de feitelijke situatie alsnog in te passen is en 2) of het verzoek uit de zienswijze voor uitbreiding van de activiteiten mogelijk is. Wat betreft het eerste het volgende. In het vigerende bestemmingsplan is voor dit perceel een grondgebonden agrarisch bedrijf opgenomen. In het ontwerp bestemmingsplan is opgenomen een grondgebonden agrarisch bedrijf met de aanduiding groepsaccommodatie. Deze laatste is opgenomen omdat er in het verleden een vrijstelling ex artikel 19 is verleend voor een informatiecentrum. Bij nader inzien blijkt deze aanduiding groepsaccommodatie niet helemaal juist te zijn, aangezien er geen recreatief nachtverblijf in het centrum aanwezig is. Een aanduiding in de zin van informatiecentrum zou juister geweest zijn. Door de zienswijze is de feitelijke situatie nogmaals goed bekeken en er zijn gesprekken met betrokkenen in augustus en september 2011 gevoerd. Hieruit is het volgende gebleken.
Door een gesplitste verkoop in 2010 van de gronden en opstallen zijn er nu 2 verschillende bedrijfsactiviteiten en eigenaren voor [locatie WWWW] en [locatie VVVV]. [locatie WWWW], kadastraal bekend WTB C3219 is, net als percelen C3220 en 3222, in eigendom van mevrouw X. Hier zit het volwaardige grondgebonden agrarische bedrijf. [locatie VVVV], kadastraal bekend WTB C3221 is net als het ten westen ervan gelegen perceel C 3217, in eigendom [appellant sub 188]. Hier zit het informatiecentrum en het gebouw wordt gebruikt als trainings- , vergaderruimte en kantoorruimte. Hiervoor is in het verleden een vrijstelling ex artikel 19 WRO verleend. Nu dit losgekoppeld is van [locatie VVVV] dient hier of handhavend opgetreden te worden, of dient het gebruik positief bestemd te worden. Het voorstel is om het laatste te doen. In dit geval is het mogelijk het bestaande gebruik te ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------343 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
legaliseren, onder meer gelet op de verleende vrijstelling voor een informatiecentrum en de milieutechnische wet- en regelgeving die dit gebruik naast het agrarische gebruik op [locatie VVVV] toestaan. Gelet op het feit dat er overigens naar verwachting geen andere belangen geschaad worden door dit huidige gebruik is de gemeente van mening dat dit gebruik gelegaliseerd kan worden. Een maatschappelijke bestemming is het meest passend. Daartoe zal een nieuwe aanduiding sm-6 binnen deze bestemming gemaakt worden. Hierbinnen wordt het bestaande gebruik toegestaan. Er is ook gevraagd of een bedrijfswoning bij het trainingscentrum gebouwd mag worden, zodat men toezicht op het terrein kan houden en men dichterbij de locatie wonen kan. Het beleid voor het buitengebied geeft aan dat de gemeente terughoudend wil omgaan met nieuwe bebouwing in het buitengebied, zeker als het gaat om nietagrarische bedrijvigheid. In dit geval is er, uitgaande van de vigerende agrarische bestemming, al een bedrijfswoning aanwezig op [locatie VVVV]. Het toevoegen van een bedrijfswoning voor [locatie WWWW] zou een ongewenste verstening betekenen. Daarnaast zijn er twee praktische aspecten om (vooralsnog) geen bedrijfswoning toe te staan, zeker niet op de plek waar deze is aangevraagd, namelijk de verplichte afstandsnormen tot naastgelegen activiteiten op [locatie WWWW] en het voldoen aan redelijke eisen van welstand. De bedrijfswoning dient minimaal 25 meter uit de kadastrale grens tussen [locatie WWWW] en [locatie VVVV] te worden geplaatst als gevolgen van milieueisen. Dit levert een zodanig beperking op, dat het feitelijk moeilijk zal zijn de bedrijfswoning op een plek op het perceel te realiseren die stedenbouwkundig aanvaardbaar is. Wat betreft het verzoek om nieuw recreatief gebruik toe te staan, kan het volgende gezegd worden. Het beleid voor het buitengebied ten aanzien van recreatief gebruik is dat bestaand recreatief hoofdgebruik in de vorm van een camping, een bungalowpark of een groepsaccommodatie positief bestemd is. Hiervoor zijn de recreatieve bestemmingen R-VR1, 2 en 3 gemaakt. Bestaand ondergeschikt ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
344
recreatief gebruik, bijvoorbeeld in de vorm van een bed&breakfast of minicamping wordt gerespecteerd. Nieuwe ondergeschikte zaken zullen via een individuele afweging al dan niet worden toegestaan na afwijking van het bestemmingsplan. In casu is er op [locatie WWWW] een bestaande minicaming, en op [locatie VVVV] zijn er naast het infocentrum geen activiteiten. Derhalve moet voor elk nieuw recreatief gebruik voor [locatie VVVV] een eigen afweging gemaakt worden. Elk (ondergeschikt) recreatief gebruik is echter altijd gekoppeld aan een (bedrijfs)woning die op hetzelfde terrein gelegen moet zijn. In dit geval is er op het perceel geen bedrijfswoning en zal deze zoals hierboven gemotiveerd is, er in de toekomst ook niet komen. Daarmee is er geen mogelijkheid kleinschalige recreatieve activiteiten op het perceel te houden. Conclusie: de bestemming zal afgestemd worden op de huidige situatie. Hiertoe zal [locatie WWWW ]de agrarische bestemming behouden, zonder de aanduiding groepsaccommodatie. [locatie VVVV] krijgt een Maatschappelijke bestemming. Een nieuwe aanduiding Msm6 zal gemaakt worden met daarin het toegestane gebruik als informatiecentrum met vergaderruimte. Hierbij is geen bedrijfswoning mogelijk. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding groepsaccommodatie voor [locatie WWWW] verwijderen. Voor [locatie VVVV], kadastraal bekend WTB C3221 en C3217, de bestemming wijzigen in M-sm6 waarbij geen bedrijfswoning mogelijk is.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
345
189. [appellant sub 189], wonend te Beilen Archeologie
Een deel van de huiskavel [locatie XXXX] is vastgelegd als archeologisch waardevol. Door ruilverkaveling, diepploegen en draineren is dit niet meer van toepassing vinden wij. Wij verzoeken u de diverse beperkingen en vergunningsplichten te verwijderen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
346
190. [appellant sub 190], gevestigd te Westerbork Na het doornemen van het ontwerp komen we tot de conclusie dat veel van de waarden voor landschap, cultuurhistorie en recreatief medegebruik onvoldoende bescherming wordt geboden. Op de kaart zijn namelijk de waarden en begrenzing van de kleinere elementen van het landschap niet afzonderlijk vermeld maar maken deel uit van de omringende agrarische hoofdbestemming. De gebruiksregels voor de agrarische hoofdbestemming zijn eveneens van toepassing voor elementen die feitelijk helemaal niet landbouwkundig in gebruik zijn, zoals bos en natuur. Een normaal agrarisch gebruik is toegestaan terwijl dat zelfde normaal gebruik per definitie de waarden aantast. Ook ontbreekt een criterium samenhang van de waarden onderling en op meer dan lokaal niveau. De nadere uitwerking van bovengenoemde volgt binnen enkele weken.
Een groot deel van de percelen welke genoemd zijn, betreffen kleinschalige landschapselementen. Deze hebben veelal een agrarische en niet een natuurbestemming. Dit is bewust zo opgenomen, omdat er, mede na overleg met de natuurbeherende organisaties, is besloten deze apart te beschermen. Dit is vorm gegeven door bij de regels bijlage 9 en 10 op te nemen met daarin kaarten van de aanwezige elementen. Vervolgens zijn deze in de agrarische bestemmingen beschermd middels een omgevingsvergunning voor het plegen van werken (voorheen aanlegvergunning). Overigens is de algemene lijn die in het bestemmingsplan wordt gehanteerd de volgende: Allereerst bepaalt in principe het huidige gebruik of functie de bestemming. Hierop gelden een enkele uitzonderingen. 1) Bos- of natuurpercelen en houtsingels die kleiner zijn dan 2 ha en in het agrarische gebied zijn gelegen (buiten EHS) zijn niet apart bestemd. In de eerste plaats wegens flexibiliteit: Er treden nog wel eens grondruilingen en grenswijzigingen op. Ten tweede zijn ze in de agrarische bestemming voldoende beschermd, de functie natuur is hier mogelijk. Ze zijn veelal eigendom van terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en daarmee voldoende beschermd. 2) Percelen met een tijdelijke natuurfunctie die bijvoorbeeld door een instantie zijn aangekocht met de bedoeling deze grond later weer te ruilen voor Nadere uitwerking (brief nummer 11/1360): Elementen van natuur, landschap en andere gronden met wellicht een hogere natuurpotentie krijgen in principe een agrarische bestemming. 3) Percelen die nu nog een cultuurhistorie met de hoofdbestemming agrarische functie hebben maar waarvan de eigenaar de intentie heeft landbouw zijn onvoldoende beschermd omdat om daar binnen enige jaren een natuurfunctie te realiseren krijgen in in de belangenafweging van principe een bestemming natuur. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar vergunningverlening voor landbouw, recreatie in deze bestemming. Een en ander houdt in dat de meeste of andere hoofdfunctie alleen de waarde van eigendommen van terreinbeheerders, die binnen de EHS dan wel het afzonderlijke element wordt ingebracht. ecologische verbindingszone zijn gelegen, een natuurbestemming kleine bestaande elementen verliezen het per krijgen, tenzij de eigenaar anders aangeeft dan wel er een langjarig definitie van de grotere economische belangen ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------347 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Natuur te weinig beschermd
van ontwikkeling landbouw, recreatie, verkeer etc. Met aantasting of verdwijning van deze elementen gaan de samenhangende structuren van natuur, landschap en cultuurhistorie verloren. De afzonderlijke elementen staan niet op zichzelf, maar vormen in hun gezamenlijk en onderling verband de waarden in Midden-Drenthe. Het is juist de samenhang en structuur van de elementen die de waarde van het landschap en de cultuurhistorie van Midden-Drenthe bepalen en de geschiedenis van het landschap en bewoning laten lezen (vb-en in zienswijze). Het risico is dat er gaten gaan vallen in de nu nog redelijk gave en herkenbare landschappelijke en cultuurhistorische structuren. IVN pleit ervoor om belangrijke structuren op een kaart te zetten en die kaart te gebruiken als toetskaart, of een ruimer beeldkwaliteitplan. De ontwikkeling van landbouw en ook van recreatie betekenen een intensiever landgebruik met groei van steeds grotere locaties en verstening van erven en recreatieterreinen. Bescherm de samenhang en breng die in kaart en betrek de kaart bij de toetsing van vergunningen. Bij onontkoombare aantasting willen wij een kwalitatief goede compensatie. Beschouw de afzonderlijke elementen in hun samenhangende waarde en zorg, indien onvermijdelijk voor een goede compensatie die recht doet aan de samenhang.
pachtcontract voor agrarisch gebruik op ligt (ca > 6 jaar, vanaf nu). De percelen die voldoen aan bovenstaande criteria en ten onrechte niet zijn bestemd als natuur zullen qua bestemming worden aangepast. Voor het natuurbeleid is het provinciaal beleid leidend. Met de provincie is tijdens het opstellen en vaststellen van het plan intensief overleg gevoerd. De Ecologische hoofdstructuur is grotendeels als natuur bestemd. De elementen die nog niet verworven zijn blijven in agrarisch gebruik: verwerving of de regeling voor particulier natuurbeheer geschied op basis van vrijwilligheid. In de planregels zijn voor de bestemming natuur de natuurwaarden planologisch voldoende geborgd. De verantwoording voor het beheer ligt bij de terreinbeheerders. Elementen die buiten de EHS liggen zijn ook als natuur bestemd tenzij ze kleiner zijn dan 2 ha. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
348
191. [appellant sub 191], wonend te Beilen over [locatie YYYY] Opnemen recreatieve ontwikkeling
Op [locatie YYYY] is camping Zwaluwlust gevestigd. Het bevreemdt mij ten zeerste dat er in het ontwerp bestemmingsplan geen enkele bestemming voor dit perceel is opgenomen.
Voor [locatie YYYY] is de bestemming “AW-1” opgenomen met een aanduiding ‘sa-gab’. Dit grondgebonden bedrijf is opgenomen op de verbeelding. Voor de bestaande mini-camping is dit niet het geval, dit is via de regels geregeld. Op dit moment is er een mini-camping aanwezig op het perceel. De camping is een neventak bij het agrarische bedrijf. Onlangs, medio 2011, is echter een vrijstelling van het bestemmingsplan voor het uitbreiden van de camping onherroepelijk geworden. Omdat hiervoor nog een planologische procedure liep ten tijde van het opstellen van het ontwerp plan is deze bewust niet meegenomen. Nu het vrijstellingsbesluit onherroepelijk is geworden, zal het plan bij de vaststelling alsnog ingevoegd worden in het bestemmingsplan voor het buitengebied middels het opnemen van een campingbestemming (zonder bedrijfswoning). Een afweging in de vorm van een ruimtelijke onderbouwing ten aanzien van flora- en fauna waarden etc, zoals gedaan bij een aantal andere recreatieve plannen is in deze niet nodig, aangezien het gaat om een onherroepelijk planologisch besluit waarbinnen al een totale belangenafweging is gemaakt. Het besluit zal vertaald worden in het definitieve bestemmingsplan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor [locatie YYYY] de bestemming R-VR1 met de aanduiding ‘-bw’ opnemen in plaats van een witte vlek.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
349
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
350
192. Van Westreenen, B.H. Wopereis, Varsseveldseweg 65d, 7131 JA, Lichtenvoorde namens [appellant sub 192], wonend te Hooghalen over [locatie ZZZZ] Namens [appellant sub 192] dienen wij een 192a. Aanduidingen zienswijze in. Voor [locatie ZZZZ] geldt dat hier wijzigen een akkerbouwbedrijf is met een areaal van ruim 120 ha. In het verleden is door de voormalige eigenaar de bedrijfswoning nr 31 afgesplitst en in gebruik als woning. [locatie ZZZZ] exploiteert op nummer 30 een agrarisch bedrijf in de vorm van een vleeskuikenbedrijf, nu aanwezig zijn 2 stallen voor ruim 80.000 vleeskuikens. De twee bedrijfslocaties zijn in het ontwerp plan gekoppeld als 1 bedrijf en de woning is bestemd als wonen. Wij wensen dat u in plaats van de bestemming sa-gabi voor nrs. 31 en 30 het nr. 31 als AW-1 met de aanduiding sa-gab bestemd en nummer 30 als AW-1 met de aanduiding iv.
192b. Biogasinstallatie mogelijk maken
Wij wensen een toekomstige biogasinstallatie als nevenactiviteit bij het bedrijf nr. 30 te
Zie ook 120.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming “AW-1” met de aanduiding ‘sa-gabi’. Dit betekent dat er een grondgebonden bedrijf met een intensieve neventak actief is. Binnen de mogelijkheden van de intensieve neventak is bij recht 2.000 m2 aan oppervlakte van gebouwen voor intensieve neventak toegestaan, na afwijking 3.000 m2 en na een wijzigingsplan 5.300 m2. De norm voor wijziging stond eerst op 4.000 m2, dit is echter na overleg met diverse partijen waaronder de provincie en LTO opgerekt naar 5.300, omdat alle bestaande situaties in Midden-Drenthe binnen de 5.300 m2 norm vielen. Dit beleid biedt ruimte voor een intensieve neventak, zonder dat dit de hoofdtak is. In dit geval is er nog ruimte voor uitbreiding van de neventak tot 5.300 m2 nu er op dit moment zo’n 4.350 m2 aanwezig is. Indien het bedrijf verder wil groeien met de intensieve neventak dan 5.300 m2 zou hij qua omvang in een vorm van intensieve hoofdtak terecht komen. In principe biedt het beleid in het ontwerp geen ruimte voor omzetting van een neventak naar een nieuwe hoofdtak, tenzij blijkt dat de huidige situatie dan wel de uit te breiden situatie op korte termijn, blijkend uit een lopend verzoek dan wel een verleende vergunning voor uitbreiding het noodzakelijk maakt de wijzing naar iv op te nemen. In dit geval is er echter binnen de norm van 5.300 m2nog 950 m2 uitbreidingsruimte en zijn er geen concrete plannen bekend bij de gemeente. Dit wordt vooralsnog voldoende geacht. Indien hiertoe in de toekomst toch de noodzaak blijkt voor een uitbreiding boven de 5.300 m2 dan kan hiertoe een eigen planologische procedure aangevraagd worden. Daarom is er op dit moment geen reden het plan te wijzigen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. In het ontwerp plan is het beleid voor biomassavergisting zodanig dat dit na afwijking kan worden toegestaan als neventak bij een agrarisch
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
351
ontwikkelen en wel ten noorden van de [locatie ZZZZ].
bedrijf. Indien aan een aantal voorwaarden is voldaan, kan het college besluiten hieraan medewerking te verlenen. Op dit moment is er nog geen aanvraag voor een dergelijke activiteit ingediend. Wanneer dat alsnog gebeurd, zal er op dat moment een afweging gemaakt worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
192c. Loskoppelen 2 bedrijven
Op nummer 30 is sprake van een bestaand en volwaardig intensief bedrijf welke niet gekoppeld moet worden aan nummer 31a. cliënt wenst het bedrijf in de toekomst te ontwikkelen en uit te breiden. Wij verzoeken u de koppeling te verwijderen tussen de twee locaties.
De onderlinge relatie tussen beide locaties is zodanig dat sprake is van één bedrijf of inrichting. Als één inrichting worden beschouwd de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen. Voorheen was de bebouwing op nummer 31 en 31 a behorende bij een en hetzelfde bedrijf. Later is de woning hiervan afgesplitst. Om te voorkomen dat er nadien nog een zelfstandig en volwaardig agrarisch bedrijf bij de schuren van het voormalige bedrijf op nummer 31/31a kon komen is de koppeling gelegd met het bedrijf op nummer 30, waartoe de schuren ondertussen behoorden. Het is derhalve niet wenselijk de koppeling tussen beide percelen los te laten. Ook is er door de woning op nummer 31 (de voormalige agrarische bedrijfswoning van nummer 31a) een belemmering om nummer 31a een volwaardig bedrijf te laten worden. Concluderend kan gesteld worden dat de koppeling noodzakelijk blijft. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
192b. Volwaardig eigen bedrijf op nr 30
Op de locatie nr 30 wordt een pluimveebedrijf g gehouden in de vorm van het houden van vleeskuikens geëxploiteerd. Binnen het bedrijf worden ongeveer 78.000 vleeskuikens gehouden in twee stallen. Voor het houden is een milieuvergunning verleend, waarin nr. 30 niet gekoppeld is aan het akkerbouwbedrijf op nr. 31a. Het bedrijf wordt dan ook zelfstandig gehouden. De bedrijfsomvang is ongeveer 105 NGE waardoor het gaat om een bestaande en volwaardige intensieve veehouderij.
Zie hiervoor de beantwoording onder 192a. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
352
Uitbreiding is wenselijk. Luchtfoto:
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
353
193. [appellant sub 193], wonend te Smilde 193a. Bestemming agrarisch wijzigen in Natuur
Op de bestemmingsplankaart ontbreken bospercelen (Natuur) ten noorden van de Suermondsweg. Zie figuur 1, nr. 1 t/m 4 van de brief.
Het betreft hier de percelen kadastraal bekend Smilde F1705, 2066, en een aantal percelen ten zuiden van het Hardersbos. Deze percelen zijn allen in eigendom van particulieren. Bedoelde bospercelen liggen echter wel in de EHS en dienen derhalve een natuurbestemming te krijgen. De verbeelding zal op deze onderdelen worden aangepast zodat de genoemde percelen geen agrarische maar een natuurbestemming krijgen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor de percelen Smilde F1705 en 2066 en een aantal percelen ten zuiden van het Hardersbos zoals genoemd in de zienswijze de bestemming agrarisch wijzigen in N.
193b. Archeologie
Ter plaatste van aanduiding P (figuur 2 van de brief) bevindt zich een voormalige pingoruïne. De ronde (wal) verhoging eromheen is significant. Pingoruïne ontbreekt op de kaart. Niet helder welke criteria ten grondslag liggen aan de contour met de ++++ (zie figuur 2 van de brief). De twee veenbruggen (zie figuur 2 van de brief) dienen binnen de +++ A-2 contour te vallen. Bij de voorbereiding van de toenmalige ruilverkaveling is afgesproken dat alleen het westelijke puntje gedeeltelijk in te planten. Onderhoud is uitgebleven en begroeiing doorgeschoten.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Individuele beantwoording: In de zienswijze vermeldt u dat er in de omgeving van Smilde veenbruggen zijn opgegraven en geen aantekening op de archeologische kaart aanwezig is. Verder geeft u aan dat er nog een pingoruine ontbreekt op de archeologische verwachtingskaart. Op de archeologische verwachtings- en beleidskaart ontbreekt de pingoruine die u aangeeft. Door adviesbureau Oranjewoud is zorgvuldig onderzoek verricht naar de aanwezige archeologische waarden in de gemeente. Op basis van de beschikbare gegevens is geen pingoruine getraceerd. Oranjewoud is gevraagd om de locatie te analyseren op basis van de AHN. Als blijkt ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------354 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
dat er sprake is van een pingoruine dan zal dit op de archeologische verwachtingskaart worden aangepast. Op de archeologische verwachtings- en beleidskaart is geen aantekening van de veenbruggen voorzien. In de rapportage behorende bij de kaart is wel de bijzondere vindplaats uit de ijzertijd vermeld. Voor de opgegraven veenbruggen kan geen vermelding op de kaart worden gemaakt. De veenbruggen zijn namelijk verdwenen en allen door reconstructie zichtbaar gemaakt. De veenbruggen hebben wel een toeristische status waarvoor u zich hebt ingezet. In de gemeente is er bij de samenstelling van de archeologische kaart voor gekozen om een bronnenkaart te integreren in de verwachtings- en beleidskaart. Dit betekent dat de kaart alleen de aanwezige monumenten en de terreinen van een archeologische verwachting weergeeft. Om de veenbruggen toch een bepaalde status te geven wordt er op de archeologische verwachtings- en beleidskaart een aantekening gemaakt van de aanwezigheid. De kaart behorende bij het bestemmingsplan zal niet worden aangepast. In de zienswijze wordt verder aandacht gevraagd voor de betekenis van de aanduiding met +++ aangegeven op de kaart van het bestemmingsplan. Op de legenda van de kaart worden specifiek de dubbelbestemming archeologische waarde aangegeven; WaardeArcheologie 1,2 en 3. Voor onderhavige locatie is de aanduiding Waarde-archeologie 2 van toepassing. Hiermee wordt een archeologische dubbelbestemming aangegeven voor terreinen met een middelhoge en hoge verwachting. Tevens worden hiermee terreinen gelegen in een beekdal en op een es aangeduid. In de zienswijze wordt ook nog melding gemaakt van het ontbreken van de +++ aanduiding op de kaart behorende bij het bestemmingsplan voor een deel van de zuidelijke veenbrug in het Kyllotsbos. Op de archeologische verwachtings- en beleidskaart wordt dit gebied als een terrein met een lage verwachting aangegeven. Terreinen met een lage verwachting worden op de kaart bij het bestemmingsplan niet beschermd door een dubbelbestemming ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
355
archeologie. Er is thans geen archeologisch onderzoek bekend en de kans op aantreffen van archeologische resten nihil is. Bij planontwikkeling en werkzaamheden is er geen omgevingsvergunning vereist en is er vrijstelling van archeologisch onderzoek. Bij toevalsvondsten op deze terreinen dient wel melding te worden gedaan bij de provinciaal archeoloog. Conclusie: De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart- en beleidskaart aan te passen voor de veenbruggen. Voor de status van de pingoruine zal nader beschouwing van de AHN plaats vinden. De zienswijze geeft geen aanleiding om de lage verwachting in het Kyllotsbos aan te passen op de archeologische verwachtings- en beleidskaart. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de archeologische verwachtingskaart aanpassen voor de genoemde veenbruggen. 193c. Bestemming agrarisch wijzigen in Natuur
In 2008 is het projectvoorstel ‘Revitalisering Veenbrug Smilde’ ingediend. Dit behelst een toeristische ontsluiting en uitbreiding van de gereconstrueerde veenbrug. Vanwege toenmalige kostenraming is dit niet doorgegaan. Omdat voor de Drentse Fiets4daags nu ook half verharde paden acceptabel zijn, is de financiële drempel voor toekomstige realisatie aanzienlijk verlaagd. Met lager ambitieniveau en zonder aankoop gronden ligt uitvoering eerder binnen het bereik. Om een mogelijk toekomstgerichte uitvoering niet te frustreren is het ondenkbaar dat betrokken bosperceel tot landbouwgrond getransformeerd zou kunnen worden.
Voor beantwoording van dit onderdeel wordt verwezen naar het antwoord op 193a.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
356
Figuur 1:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
357
194. Countus accountants-adviseurs, De heer J. Steenhagen, Postbus 225, 7730 AE, Ommen namens [appellant sub 194], gevestigd te Wijster Wijzigen bestemming AW-2 in AW-4
Direct omliggende perceel ook AW-4. Logisch om typering aan te laten sluiten bij omliggende gronden. Het behoort tot de wensen om nieuwe, deels vervangende melkveestal te realiseren. AW-2 heeft beperkende bouwbepalingen voor het landbouwbedrijf. Verzoek om AW-2 te wijzingen in AW-4.
In het vigerende bestemmingsplan “landelijk gebied Beilen” heeft dit perceel de bestemming “essen en oude veldontginningen I en II”. Dit is overgenomen in het voorontwerp en ontwerp bestemmingsplan. De bestemming is gebaseerd op historische kaarten. In de regels van het genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat de gebouwen voor een intensieve veehouderij als onderhavig het bestaande aantal vierkante meters mag zijn vermeerderd met 500 m2. Dit betekent een beperkte uitbreiding van het bedrijf, mede gelet op de ligging in een waardevol landschap. In het ontwerp bestemmingsplan is deze lijn voortgezet met het oog op behoud van de landschappelijke waarden. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er voor een intensieve veehouderij bij recht geen bebouwing bij mag komen. Hiervan kan wegens diergezondheidseisen van afgeweken worden middels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. In dat geval is maximaal 25% extra bebouwing toegestaan als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het beperkt vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
358
195. Zienswijze 195 is zienswijze 185
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
359
196. Zienswijze 196 is zienswijze 186
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
360
197. Zienswijze 197 is zienswijze 187
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
361
198. BMD Advies Rijndelta B.V., L. Glimmerveen, Ebweg 18, 2991 LT Barendrecht, namens [appellant sub 198], over [locatie AAAAA] Opnemen bouwvrije zone rondom zendmast
Zendmast is met tuidraden en tuilblokken verankerd aan de bodem. Ivm onderhoud aan de tuidraden is het van belang dat er geen bouwwerken in de nabijheid van de tuiblokken en de toren kunnen worden gebouwd. Onderhoud wordt hierdoor onmogelijk en er is een valgevaar van objecten. Tuidraden en tuiblokken zijn niet inbegrepen in bedrijfsbestemming ‘zendmast’ maar vallen onder de bestemming AW-1. Laatstgenoemde bestemming bevat bouwregels. Verzoek om gebied rondom de tuiblokken en tussen de tuiblokken te bestemmen als ‘bouwvrije zone’ (zie figuur 3 brief).
Voor de zendmast in Hoogersmilde is de bestemming Bedrijf-openbaar nut opgenomen. Daar waar de tuiblokken staan, op zo’n 200 meter van de mast zelf, is een agrarische bestemming van kracht. Er zijn op die drie plekken en in de directe omgeving ervan geen bedrijfslocaties, waardoor er geen agrarische bedrijfsgebouwen mogelijk zijn. Eventueel is het mogelijk dat er buiten het bouwblok enige bebouwing voorkomt in de vorm van schuilstallen voor dieren of bouwwerken geen gebouwen zijnde. NOVEC wenst geen bebouwing of bouwwerken in de nabijheid van de tuiblokken en in een bepaald gebied rondom de mast te hebben omdat men de veiligheid van het gebied wil borgen en omdat men het terrein voor onderhoud goed moet kunnen bereiken. In principe is hiermee het belang van NOVEC voldoende geborgd. Om eventuele problemen te voorkomen is het in deze aanvaardbaar een bebouwingsvrije zone op te nemen, conform het verzoek van NOVEC. Hiertoe zal het bestemmingsplan een dergelijke zone opnemen in dit gebied. Overigens is nagevraagd of dit niet via privaatrechtelijke overeenkomst reeds bedongen is, maar dit blijkt niet het geval te zijn. Het is wel door de gemeente als optie aangedragen bij NOVEC. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: in de verbeelding opnemen dat er een bouwvrije zone in een driehoek met zijden van zo’n 200 meter in een gebied rond de zendmast komt. In de regels vastleggen dat er in de zone niet gebouwd mag worden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
362
199. [appellant sub 199], wonend te Drijber
Is ook 217, 218
199a. Ontheffing voor mestopslag
Op perceel ligt bestemming AW-3. Het houden van paarden valt onder toegestaan gebruik en levert daarmee ook ruwe stalmest. In de specifieke gebruiksregels binnen de bestemming AW-3 wordt het opslaan van stalmest niet toegestaan. Ontheffing voor mestopslag is gewenst.
[locatie BBBBB] heeft de bestemming “Wonen”. De gronden eromheen, aan de achter- en zijkant hebben de bestemming “AW-3”. Binnen deze laatste is het toegestane gebruik een bestaande paardrijbak. Hierbinnen is de tijdelijke opslag van mest alsnog toegestaan, mede door gewijzigde inzichten door de ingediende zienswijzen. Daarnaast betreft het hier een hobbymatige paardrijbak. De eventuele opslag van de hierbij vrijkomende mest kan binnen het woonperceel gebeuren. Aangezien dit ondergeschikt is aan het woongebruik past dit binnen de woonbestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
199b. Archeologie
Gezien het historisch gebruik van ons agrarisch perceel is de grond meerdere malen gekeerd. Het is onwaarschijnlijk hier archeologisch waardevolle elementen in terug te vinden. Dit is duidelijk te zien wanneer met een grondboor enkele gaten worden gemaakt in het perceel; er is geen duidelijk bodemprofiel te onderscheiden maar het bestaat uit een mengeling van de oorspronkelijke gelaagdheid die van plek tot plek verschilt.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
199c. Hydrologie
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding Ons agrarisch perceel is gelegen tegen het ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage Oude Diep waar het uitmondt in het Linthorst Homankanaal. In paragraaf 40.5 van het A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan bestemmingsplan wordt gesproken van komt in de regels. natuurlijke waarden van het Mantingerzand, de Elperstroom, De Drentse Aa, het Mantingerbos De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. en het Witterveld en rondom gelegen aandachtsgebieden. Ten eerste: Het Oude ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------363 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Diep valt ver buiten de invloedssferen van de genoemde gebieden. Ten tweede: Het Oude Diep dient de afvoer van water van ook andere aangrenzende agrarische percelen (zowel in de boven- als middenloop van het Oude Diep). Deze belangen kunnen niet worden verenigd met herstel van natuurlijke waarden. Het verantwoord weiden van paarden op natte weides is niet mogelijk.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
364
200. [appellant sub 200], wonend te Beilen 200a. Wijziging bestemming ‘Wonen’ in ‘Wonen-voormalige boerderijen’
In 2005/2006 is middels een art. 19 huidig woonhuis gerealiseerd. In ontwerpplan de bestemming ‘Wonen’. Omliggende woonboerderijen hebben de bestemming ‘Wonen-voormalige boerderij’. Andere voorbeelden van herbouw opstallen die wel de bestemming ‘Wonen-voormalige boerderij’ hebben gekregen zijn Smalbroek 19, Holthe 52 en 57 en Alting 26. Nieuwbouw vertoont sterkere band met de vroeg-saksische boerderijen dan gesloopte boerderij. Omdat de verwijzing naar een kader van het Drents Plateau (perceelsgewijze beoordeling met het onderscheid ‘Wonen’ of ‘Wonen-voormalige boerderij’) niet is opgenomen in de toelichting kan men zich hier niet op richten. Ook andere (zelfs Rijksmonumentale) boerderijen die op de bijlage met ‘Karakteristieke bouwwerken’ staan zijn onterecht niet als ‘Wonenvoormalige boerderij’ bestemd. Er mist een helder kader. Graag inzichtelijk maken en de bestemming wijzigen naar Wonen-voormalige boerderijen.
In het vigerende bestemmingsplan is voor dit perceel opgenomen een agrarische bedrijfsbestemming. Dit betekent echter niet automatisch dat bij beëindiging van het agrarische bedrijf in het nieuwe plan de bestemming “Wonen-VB” wordt opgenomen. In dit geval is de voormalige agrarische bebouwing gesloopt. Vervolgens is er enige jaren geleden totale nieuwbouw gepleegd. Hiermee is de relatie met voormalige bebouwing niet meer aanwezig. De bestemming Wonen is hier dan ook passend. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
200b. Bestemmingsvlak voor wonen vergroten
Zie rode omkadering in afbeelding brief. Bij andere woonboerderijen is het gehele kadastrale perceel bestemd. Ik wil graag mijn bestemmingsvlak vergroot hebben tot aan de aanwezige dwarssloot en het verlengde daarvan achter de boerderij.
Het gaat hier om een geringe uitbreiding van het bestemmingsvlak voor wonen over een deel van het eigen perceel. Het is alleszins redelijk dit vlak te vergroten conform het verzoek. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: bestemmingsvlak voor W vergroten door het vlak naar het noorden en oosten toe zo’n 50 meter te verbreden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
365
201. [appellant sub 201], wonend te Bruntinge 201a. Uitbreidingsmogelijkheden tot 2 ha en mestopslag in bouwblok
Archeologie
Huidige bouwblok overschrijdt de 1,5 hectare omdat kuilplaten op huidige locatie liggen en in de loop der jaren zijn vergroot en uitgebreid. Daarnaast vragen wij ons af worden kuilplaten meegenomen in de berekening van het bouwblok? Mag het bouwblok Holtherstraat 6 worden vergroot naar maximaal 2ha obv de huidige situatie? De huidige ligboxenstal is sterk verouderd. Mag een nieuwe stal in dezelfde richting als huidige gebouwen worden geplaatst (lengterichting punt a) waarbij huidig bouwblok wordt overschreden of moet deze binnen bouwblok vallen c.q. op punten b gesitueerd gaan worden (zie tekening).
Op dit perceel is sprake van een grondgebonden agrarisch bedrijf. De huidige bedrijfsgebouwen vallen binnen een ruimte van ongeveer 0,5 ha. Daarnaast liggen er evenwijdig aan de weg een aantal kuilplaten, bij elkaar ongeveer 0,3 ha groot. Als er om deze bestaande bebouwing een vierhoek getrokken zou worden zou dit ongeveer 3 ha groot zijn, en niet voldoen aan de norm van 1,5 ha. Echter, de kuilplaten liggen niet binnen een denkbeeldige vierhoek gemeten vanaf de voorgevel van de bedrijfswoning. Ook liggen ze niet achter maar voor de voorgevel van de woning, direct aan de weg. De bestemmingsplanregels geven aan dat alle bebouwing en bouwwerken geen gebouw zijnde achter de voorgevel gesitueerd moet zijn. Daarmee is de feitelijke situatie niet in overeenstemming met de regels. Aangezien de platen nu aanwezig zijn, worden deze gerespecteerd en vallen ze onder het overgangsrecht waardoor ze kunnen blijven bestaan. Nieuwe platen moeten echter binnen de denkbeeldige vierhoek geplaatst worden. Geconstateerd kan worden dat de bedrijfsgebouwen en kuilplaten tezamen weliswaar niet in een vierhoek liggen maar wel minder zijn dan 1,5 ha grootte. Hiermee is voldaan aan de maximale bouwblok grootte van 1,5 ha en is er geen aanleiding een aanduiding op te nemen voor een bouwblok van 2 ha. Dat de kuilplaten ervoor zorgen dat de 1,5 ha niet gehaald kan worden als deze ook binnen de denkbeeldige vierhoek zouden moeten liggen, doet hieraan niet af. Voor wat betreft een nieuw te bouwen ligboxenstal geldt dat de gemeente graag in vooroverleg met aanvrager gaat over een juiste invulling van de situatie op basis van de planregels. In beginsel is het de bedoeling dat mest- en kuilvoeropslag plaatsvindt binnen het bouwblok. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt We kunnen ons niet vinden in art. 33.4 verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek omgevingsvergunning. Diverse percelen zijn al ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------366 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
gedraineerd en gediepploegd. Verzoek om voor de percelen van [appellant sub 201] de classificatie WA-R2 te herzien en een lagere classificatie toe te kennen.
van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
367
202. [appellant sub 202], wonend te Beilen 202a. Archeologie
Nagenoeg alle grond zijn in het verleden gediepploegd (ca. 1,20 meter) of diepgespit. De aanduidingen zijn erop gelegd op basis van een deskstudie, als er veldstudie gedaan wordt houdt deze aanduiding absoluut geen stand. Graag deze aanduiding verwijderen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
202b. Hydrologie
De gronden bevinden zich in de zone Agrarisch met waarden 1. Hierbij heeft landbouw de hoofdfunctie. Waterpeil en grondwaterpeil moeten zijn afgesteld voor landbouw acceptabel peil (AW-1). Bufferzones of andere beperkende maatregelen horen hier niet thuis maar in natuurgebieden. Graag verwijderen (zie bijlagen).
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
368
203. [appellant sub 203], wonend te Mantinge 203a. Archeologie
Tijdens bouwblokprocedure is archeologisch onderzoek uitgevoerd. Er zit niets waardevols in de grond. Onderzochte gedeelte is verkeerd ingetekend in ontwerpplan. Graag aanpassen. Wij hebben in het algemeen bezwaar tegen aanduiding Archeologie -2. Vaak omgevingsvergunning nodig. Dit is onbetaalbaar en onuitvoerbaar.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
203b. Hydrologie
In de gebieden met hydrologische beïnvloeding is een omgevingsvergunning nodig. Dit is onbetaalbaar en onuitvoerbaar. Aanduiding mag geen beperking opleveren voor uitoefen agrarisch bedrijf. Zonering verwijderen.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
203c. Bestemming AW-4 wijzigen in AW-1
Tot onze verbazing is de driehoek Mantinge, Steendervalsweg en Hoogeveenseweg aangemerkt als AW-4. Gebied staat al jarenlang aangemerkt als jonge veldontginning (zie ook beeldkwaliteitsplan). Graag wijzigen in AW-1 bestemming.
Het gebied maakt deel uit van de jonge veldontginningen en dat blijft ook zo, echter het volgende moet gesteld worden. Het gebied kan tevens worden gekarakteriseerd als een lager gelegen, grootschalig open gebied min of meer gerelateerd aan een beekdal. Vanwege de lagere ligging treedt op sommige plaatsen kwel op en komen er plaatselijk waardevolle sloot- en oevervegetaties voor. Het gebied is en blijft voor grootschalige landbouw bedoeld. De ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijvigheid wijken nauwelijks af van AW-1. Slechts voor ingrepen in de waterhuishouding is een omgevingsvergunning vereist. De reguliere agrarische bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden worden dus niet onevenredig belemmerd. Er is geen reden het bestemmingsplan te wijzigen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
369
204. [appellant 204], gevestigd te Mantinge 204a. Archeologie
Wij maken in het algemeen bezwaar tegen de grote gebieden waar archeologisch onderzoek vereist is voor landbouwkundige ingrepen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
204b. Wijzigingsbevoegdheid naar natuur verwijderen
Wij maken bezwaar tegen de wijzigingsbevoegdheid naar Natuur voor percelen tussen de Marsweg en de Nieuwe Es te Wijster. Deze gronden zijn in het bezit van boeren en kan dus niet gewijzigd worden naar natuur.
De bedoelde gronden hebben de bestemming “AW-2” en “AW-1”. Binnen deze bestemming is het mogelijk het bestemmingsplan te wijzigen naar de bestemming “Natuur” in artikel 4.9 en 5.9 van de regels. De bestemmingswijziging agrarisch naar Natuur mag alleen onder een aantal voorwaarden doorgevoerd worden. Zo moet het gaan om gronden die in het provinciale beleid zijn opgenomen als behorend tot de EHS of als ecologische verbindingszones. Daarnaast moeten de gronden ook in eigendom verworven zijn. Het is dus niet mogelijk dat zonder medewerking van de grondeigenaren de bestemming van agrarisch naar natuur gewijzigd wordt. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
370
205. [appellant 205], wonend te Elp Archeologie
Bezwaar tegen groot aantal archeologische gebieden. Graag mogelijkheid behouden om percelen te draineren zonder dure vergunningsprocedure. Gronden zijn na ruilverkaveling geploegd of er lopen gasbuizen. Het is opvallend dat de gronden van Staatsbosbeheer (buurpercelen, dezelfde grond(soort)) buiten archeologisch gebied vallen. Graag plannen bijstellen.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze wordt opgemerkt dat de aanliggende percelen van Staatsbosbeheer geen dubbelbestemming hebben in tegenstelling tot de percelen van de heer Boer. De kaart behorende bij het bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” geeft aan waar sprake is van een dubbelbestemming archeologie. Deze kaart is gerelateerd aan de archeologische verwachtings- en beleidskaart. Op de archeologische verwachtingskaart worden naast terreinen van archeologische waarde ook gebieden vermeld die door archeologisch onderzoek of ander bewijsmiddel als verstoord worden aangemerkt. De percelen van Staatsbosbeheer zijn verstoord gebleken op basis van archeologisch onderzoek. Voor uw percelen is geen archeologisch onderzoek bekend en dus geen bewijs dat er sprake is van verstoring. Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerkzaamheden. Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht en waarbij werkzaamheden worden verricht waarvoor een omgevingsvergunning vereist is. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
371
206.Vervallen, is zelfde als nr. 95.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
372
207. [appellant sub 207], wonend te Hooghalen Archeologie
Ik maak bezwaar tegen archeologie-2 op al mijn percelen. Dit levert beperkingen op voor uitvoering agrarisch bedrijf en bij mogelijke toekomstige verkoop. Er is al eens archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het is moeilijk te bepalen hoe diep je bewerkt en wanneer je een vergunning moet aanvragen. Brengt alleen extra kosten met zich mee.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze geeft u aan dat er in het verleden al archeologisch onderzoek is uitgevoerd op de percelen. Op grond van de archeologische verwachtingskaart is een deel van de percelen aangemerkt als een terrein van archeologische waarde en geregistreerd als een AMK-terrein. Voor deze terreinen is de aanwezigheid van archeologische resten een zekerheid en kan elke bodemingreep leiden tot verstoring ervan. Voor uw percelen geldt dat de archeologische informatie wellicht deels verloren is gegaan door grondwerkzaamheden. Toch moet éénmalig nog worden vastgesteld of er nog belangrijke archeologische resten aanwezig zijn op de percelen die nog niet zijn onderzocht en waarbij werkzaamheden worden verricht waarvoor een omgevingsvergunning vereist is. Er is nog geen archeologisch onderzoek bij de gemeente bekend voor uw percelen. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
373
208. LBP Sight, de heer G. Sigmond, Postbus 52, 6670 AB, Zetten namens [appellant sub 208], gevestigd te Hoogersmilde 208a. Begrenzing bedrijfsbestemming aanpassen
Wij moeten constateren dat de begrenzingen van het bedrijventerrein nog niet helemaal goed zijn opgenomen, zo missen wij een stuk aan de noordzijde en aan de oostzijde (zie bijlage 1, 2). De basis is het geldende bestemmingsplan. Graag aanpassen.
De zienswijze is juist. Hier is sprake van een omissie, aangezien in het vigerende bestemmingsplan hier ook een bestemming kalkzandsteenfabriek op ligt. Het gaat hier om het perceel kadastraal bekend Smilde B 1667 (ten noorden van de huidige bestemming) en deels de percelen Smilde B503 en B1391. Dit zal hersteld worden zodanig dat ook hier een aanduiding kalkzandsteenfabriek op gelegd wordt, een en ander zoals aangegeven in de zienswijze. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor de percelen Smilde B1667 (ten noorden van de huidige bestemming) en deels de percelen Smilde B503 en B1391de bestemming agrarisch wijzigen in B met de aanduiding ‘kf’.
208b. Begrenzing zandwinning aanpassen
Wij moeten constateren dat nog niet alle percelen waar zandwinning plaatsvindt als zodanig bestemd zijn. De basis is het geldende bestemmingsplan (zie bijlage 3). Graag aanpassen.
De zienswijze is juist. Hier is sprake van een omissie, aangezien in het vigerende bestemmingsplan hier ook een bestemming “Zandwinning” op ligt. Het gaat hier om een deel van het perceel kadastraal bekend Smilde B1572. Dit zal hersteld worden zodanig dat ook hier de bestemming “Zandwinning en opslag” op gelegd wordt, een en ander zoals aangegeven in de zienswijze. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor een deel van het perceel Smilde B1572 de bestemming agrarisch wijzigen in B-ZO.
208c. Verbreden bestemming tbv opslag
Wij verzoeken u de beschrijving van de bestemming iets anders te verwoorden zodat ook opslag van kalkzandsteenpuin mogelijk is. Graag opnemen: bestemd voor winning van zand en opslag van zand en grondstoffen voor de kalkzandsteenproductie.
De zienswijze kan overgenomen worden nu dit iets beter formuleert hoe de regels ten aanzien van gebruik kunnen zijn. Het opslaan van kalkzandsteenpuin past binnen de bestemming Bedrijf ter plekke van de aanduiding kalkzandsteenfabriek. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: toevoegen aan artikel 13.1a ‘en grondstoffen voor de kalkzandsteenproductie’.
De zienswijze kan overgenomen worden omdat hiermee de Vanwege de flexibele hoogte van het depot 208d. Hoogte ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
374
zanddepot
maakt de bepaling in het bestemmingsplan het onzeker wat nu de bestaande bouwhoogte is. Verzoek opnemen maximum hoogte van 25 meter of zanddepot uit te sluiten van maximale hoogtebepaling.
duidelijkheid van het plan vergroot wordt. Het hebben van een zanddepot behoort bij de normale bedrijfsuitvoering van de kalkzandsteenfabriek. Derhalve zal ook bij het gebruik opgenomen worden dat toegestaan is een zanddepot van maximaal 25 meter hoogte ter plekke van de aanduiding kalkzandsteenfabriek. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: opnemen bij het gebruik dat toegestaan is een zanddepot van maximaal 25 meter hoogte ter plekke van de aanduiding ‘kf’.
208e. Archeologie
Uit de kaart volgt dat het bedrijfsterrein van de kalkzandsteenfabriek eveneens voor een groot deel is aangeduid met archeologische waarden. Het terrein is bodemkundig gezien verstoord. Graag archeologische waarden eraf halen.
Algemene beantwoording: Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Individuele beantwoording: In de zienswijze vermeldt u dat het bedrijfsterrein bodemkundig is verstoord. De archeologische waarde kan worden verwijderd. Op de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan is het bedrijfsterrein gewaardeerd als een terrein met een hoge verwachting. Het bedrijfsterrein met de kalkzandsteenfabriek is in 1905 gestart en gedurende de afgelopen decennia gewijzigd en uitgebreid. Voor het bedrijfsterrein is geen archeologisch onderzoek bekend en dus geen bewijs dat er sprake is van verstoring voor het gehele (on)bebouwde deel. De zienswijze geeft geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
208f. Verwijderen plicht vergunning voor kappen bomen
Ten noorden van de zandwinning ligt het natuurgebied Aalenburg, onderdeel uitmakend van het Natura 2000 gebied Drents Friese Wold & Leggederveld. Nu staat in artikel 20.5
In de bestemming Natuur is bewust opgenomen een plicht tot het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het kappen van bomen en dergelijke. In het algemeen is dit binnen deze bestemming gewenst. In dit zeer specifieke geval zou er minder dringende redenen kunnen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
375
onder 2 dat een vergunning nodig is. Wij verzoeken u in het kader van natuurbeheer en een goed hydrologisch beheer, het kappen van bomen en houtgewas omgevingsvergunningvrij te maken.
zijn dit te eisen, maar voor de algemene bestemming is het niet wenselijk een uitzondering voor dit geval te maken. Ook voor de genoemde doeleinden is het van belang dat er een afweging op individudeel niveau gemaakt kan worden nu het perceel in of nabij het natuurgebied Aalenburg ligt (Natura 2000 gebied). De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
376
Voorstel uit zienswijze, over te nemen. 208a (noordzijde)
208a oostzijde:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
377
208b:
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
378
209. [appellant sub 209], wonend te Wijster Archeologie
Hierbij onze reactie op dit waanzinnige plan. Dit plan houdt dus in dat wij niet mogen draineren, of grondbewerkingen dieper dan 30 cm mogen uitvoeren. Bij bepaalde teelten breken wij de storende lagen in onze gronden zeker dieper dan 30 cm op om groei van onze gewassen te verzekeren. Wij protesteren dan ook met klem tegen alle waarde en waarden die betrekking hebben op archeologische of hydrologische plannen in de ruimste zin van het woord. In tijden van de ruilverkaveling is heel veel land al gediepploegd (1,50 meter).
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
379
210. [appellant sub 210], gevestigd te Nieuweroord Archeologie
Ons bezwaar is dat een groot gedeelte van onze percelen zijn ingetekend als archeologische vindplaats. Dit is niet juist, zie bijgevoegde kaarten (zie bijlagen). De percelen Westerbork K 3264, 3265, 3127 en 3126 zijn in het verleden gediepwoeld (60 cm), waardoor archeologische waarden niet meer verwacht mogen worden. Op de percelen Westerbork K 2954 en 3252 heeft vorig jaar een zandwinning plaatsgevonden, waarvoor al archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en een ontgrondingsvergunning is afgegeven. Door de bijbehorende werkzaamheden is het uit te sluiten dat hier nog archeologie zit.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
380
211. [appellant sub 211], wonend te Hooghalen
Zie ook 130, 131
211a. Bestemming Natuur wijzigen in Agrarisch
Ingekleurde verbindingszone achter de boerderijen [locatie CCCCC]. Ogenschijnlijk is hier een bestemming natuur gegeven op basis van via de ruilverkaveling Laaghalen aan BBL in eigendom toegewezen percelen. Hier maak ik bezwaar tegen omdat de huidige bestemming niet spoort met het sedert 2010 bepaalde Rijksbeleid omdat robuuste verbindingszones tot het verleden behoren of herijkt worden. Omdat de gemeente zich te makkelijk door het punt eigendom heeft laten leiden en omdat de gronden nog in agrarisch gebruik zijn.
Ecologische verbindingszones zijn hier niet bestemd als natuur. Ten aanzien van agrarische percelen die in een Provinciale dan wel Rijksecologische verbindingszone zijn gelegen, geldt een wijzigingsbevoegdheid om eventueel, na verwerving van die gronden, de bestemmingen in natuur te kunnen wijzigen. Voor zover de gronden op deze plaats bestemd zijn als natuur maken ze deel uit van de Provinciale EHS. De natuurbestemming past derhalve in het Provinciale beleid. Eigendommen van terreinbeherende organisaties die binnen de EHS dan wel een ecologische verbindingszone vallen, worden daarom bestemd als natuur, tenzij de eigenaar aangeeft het agrarische gebruik op lange termijn te willen voortzetten. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
211b. Hydrologie
Ik maak bezwaar tegen de groene arcering De Streek-zuidzijde/Hijkerveld (zie art. 40.5), in die zin dat er een verbodsbepaling is voor drainage. Dit brengt mogelijk een waardedaling van het land als de vergunning niet gehonoreerd wordt. Dit is onacceptabel.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
211c. Geluidszone industrie
Ik maak bezwaar tegen de oranje arcering achter [locatie CCCCC] (zie art. 40.2). Dit is een lange zin met abstracte informatie. Ik wil graag weten wat bepalend is geweest om de buitenkant van deze arcering te bepalen om te bepalen wat de negatieve invloed op de toekomstige bedrijfsvoering is.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie’ geldt dat een op grond van de bestemming toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw, of de uitbreiding daarvan, slechts mag worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege de geluidszoneringplichtige inrichtingen van de gevels van dit geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde. De oranje arcering bij het genoemd adres is de geluidscontour(zone) van het TT-circuit. Deze is wettelijk verplicht opgenomen in het bestemmingsplan. Buiten deze arcering is de geluidbelasting vanwege het circuit lager dan 50 dB(A) en zijn geen ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------381 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
belemmeringen ten aanzien van het bouwen/uitbreiden van woningen of in de wet geluidhinder vastgelegde andere geluidgevoelige bestemmingen. Binnen het oranje gearceerde gebied kan niet zonder meer een woning worden gebouwd of uitgebreid. Voor het perceel Boermarkeweg 29 geldt dat alleen de huidige of een eventuele tweede bedrijfswoning een geluidsgevoelig object is, de bedrijfsgebouwen niet. Aangezien het bouwblok en dus de bebouwing en zeker de bedrijfswoning niet binnen de oranje zonering valt en hier op ruim 100 meter afstand van ligt, is er geen belemmering te verwachten door deze oranje zonering. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 211d. Archeologie
De bestemming waarde archeologie 1 achterop het bedrijf Boermarkeweg 29 is nieuw en daarom maak ik er bezwaar tegen. De gemeente moet aantonen waarom de kwalificatie erop moet, niet degene die het er niet op wil hebben waarom het er niet op moet zitten. Navraag bij de vorige eigenaar geeft aan dat er geen indicatie aanwezig is waarom dit stukje eruit gelicht moet worden. Daarnaast bezwaar tegen archeologie 2 voor alle percelen ten westen van de A28. De regeling levert een onwerkbare beperking van het efficiënt gebruik op. Zelfs binnen de bouwblokken is deze kwalificatie aangebracht. De enorme hoeveelheid oppervlakte grond, welke is belast met deze aanduiding, rechtvaardigt geen objectieve benadering van het gebied en kan slechts worden uitgelegd als een suggestieve keuze met beperking.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
382
Ontwerp 2011: oranje arcering is geluidszone industrie
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
383
212. Agra-Matic b.v., J. Bouwman, Postbus 396, 6710 BJ, Ede namens [appellant sub 212], wonend te Hooghalen Aanduiding sa-gab wijzigen in iv
Voor de locatie [locatie DDDDD] is in het ontwerp een bouwperceel aangegeven met de aanduiding sa-gab. Op het bedrijf zijn reeds langere tijd akkerbouw en vleeskuikenhouderij als bedrijfsactiviteit aanwezig. De specialisatie van het bedrijf is steeds meer komen te liggen op de vleeskuikenhouderij waar dierwelzijn en emissiebeperking hoog in het vaandel staan. In het ontwerp kunnen gebouwen gebouwd worden binnen een vierhoek van 1,5 ha. De huidige, ongunstig van elkaar gelegen gebouwen, liggen al binnen 1,5 ha. Voor een intensieve neventak geeft het ontwerp een maximum van 5.300 m² na wijziging aan, terwijl er op dit moment al 4.224 m² vleeskuikens is. Hiermee is een verdere ontwikkeling onmogelijk, omdat dit economisch onrendabel is en de overgebleven ruimte al is benut voor een opslagloods. De 5.300 m² is te weinig en legt veel beperkingen op voor een duurzame ontwikkeling. Overigens is er geen Natuurbeschermingswetvergunning vereist volgens de provincie. Wij verzoeken dan ook de aanduiding sa-gab te wijzigen in iv zodat het bedrijf kan voldoen aan regelgeving en kan uitbreiden. Als u meewerkt kan ook de akkerbouwtak binnen de inrichting beëindigd worden en komt er specialisatie van pluimvee.
Het betreffende perceel heeft in het ontwerp plan de bestemming “AW-1” met de aanduiding ‘sa-gabi’. Dit betekent dat er een grondgebonden bedrijf met een intensieve neventak actief is. Uit de zienswijze blijkt dit terecht te zijn. Binnen de mogelijkheden van de intensieve neventak is bij recht 2.000 m2 aan oppervlakte van gebouwen voor intensieve neventak toegestaan, na afwijking 3.000 m2 en na een wijzigingsplan 5.300 m2. De norm voor wijziging stond eerst op 4.000 m2, dit is echter na overleg met diverse partijen waaronder de provincie en LTO opgerekt naar 5.300, omdat alle bestaande situaties in Midden-Drenthe binnen de 5.300 m2 norm vielen. Dit beleid biedt ruimte voor een intensieve neventak, zonder dat dit de hoofdtak is. In dit geval is er nog maar beperkte ruimte voor uitbreiding van de neventak tot 5.300 m2 nu er op dit moment 5.000 m2 aanwezig is. Indien het bedrijf verder wil groeien met de intensieve neventak dan 5.300 m2 zou hij qua omvang in een vorm van intensieve hoofdtak terecht komen. In principe biedt het beleid in het ontwerp geen ruimte voor omzetting van een neventak naar een nieuwe hoofdtak, tenzij blijkt dat de huidige situatie dan wel de uit te breiden situatie op korte termijn, blijkend uit een lopend verzoek dan wel een verleende vergunning voor uitbreiding het noodzakelijk maakt de wijzing naar iv op te nemen. In dit geval is er binnen de norm van 5.300 m2 nog maar 300 m2 uitbreidingsruimte over, hetgeen praktisch geen uitbreidingsruimte betekent. Het bedrijf in de toekomst nog verder groeien. Alles overwegende is het in dit geval planologisch aanvaardbaar dat de aanduiding sa-gabi gewijzigd wordt in de aanduiding ‘iv’. Daarom is er reden het plan te wijzigen en de aanduiding iv op te nemen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-gabi wijzigen in iv.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
384
213. is zelfde als 193, vervalt dus.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
385
214. [appellant sub 214], gevestigd te Beilen over [locatie EEEEE] 214a. Bestemming Wonen wijzigen in Agrarisch
Wij verzoeken u de bestemming van de bedrijfsgebouwen te wijzigen in bestemming agrarische bedrijfsgebouwen zijnde grondgebonden.
Bij de gemeente is voor [locatie EEEEE] geen agrarisch bedrijf bekend. De woonbestemming is dan ook terecht op dit perceel gelegd. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
214b. Archeologie
Tevens maken wij u erop attent dat de benaming ‘archeologisch‘ voor de percelen behorende bij Beilervaart 57 en 95 niet zinvol meer is omdat deze percelen meer dan 1 meter mechanisch doorgespit, gemengwoeld en gedraineerd zijn.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
386
215. [appellant sub 215], gevestigd te Amsterdam over het [locatie FFFFF] Bestemming Natuur wijzigen in W-VB
[appellant sub 215] bezit sinds 1962 een huisje (voormalige boerderij) op [locatie FFFFF]. In het vigerende bestemmingsplan staat dit huis vermeld als woning in voormalig agrarisch bedrijfsgebouw. In het ontwerp is dit per abuis niet opgenomen met een woonfunctie. Wij verzoeken u om het huis met woonfunctie in het plan op te nemen. Het huis is gelegen in een natuurgebiedje genaamd Holtherzand. Coördinaten zijn (volgens topografische kaart) 234,0 en 539,7.
De zienswijze is juist, hier is sprake van een omissie. Het betreft het perceel kadastraal bekend Beilen T950. In het vigerende bestemmingsplan heeft dit pand de aanduiding “Wonen in voormalig agrarisch bedrijfsgebouw”. Op dit moment is het pand in gebruik als woning en in eigendom van de heer Van Norden. Derhalve kan de bestemming “Natuur” voor dit pand en een deel van de directe omgeving gewijzigd worden in “Wonen-voormalige boerderijen”. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: De bestemming voor dit pand wijzigen van N naar W-VB ter grootte van het pand en enige ruimte eromheen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
387
Luchtfoto met voorstel bestemmingsvlak
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
388
216. is zelfde als nummer 192, vervalt dus.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
389
217. zie 199, zelfde afzender
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
390
218. zelfde naam als 217 dus samengevoegd met 217.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
391
219. LTO Noord, de heer J.P. Smit, Postbus 186, 9200 AD, Drachten namens [appellant sub 219], gevestigd te Spier [appellant sub 219] exploiteert een gespecialiseerd melkveehouderij. Het bouwvlak is gelegen in AW-2, waarschijnlijk vanwege de nabije ligging van de es van Spier. Toch klopt het niet, want het bouwvlak ligt buiten de es. Door AW-2 is nu wel een zwaardere aanduiding opgenomen. De esgronden liggen zodanig ver van het bedrijf af dat er geen landschappelijke waarden verloren gaan door nieuwbouw, de beperking tot 1 ha heeft dan ook geen nut. Ook volgens kaart 1 van de POV ligt het bedrijf in puur Landbouwgebied en volgens kaart 2b is er ook geen sprake van een waardevolle es. De gebouwen liggen nu precies binnen 1 ha, uitbreiding is dan ook onmogelijk. Graag bij recht de uitbreidingsruimte tot 1,5 ha opnemen.
In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” heeft dit perceel de bestemming “Essen en Oude Veldontginningen I en II” met de aanduiding ‘es’. Dit is overgenomen in het voorontwerp en ontwerp bestemmingsplan, waarbij (een deel van) de bedrijfskavel van de aanduiding ´es´ is uitgezonderd wegens de verstoring die al heeft plaatsgevonden. Het betreft hier een reeds lang bestaande es ten zuiden van Spier, welke landschappelijk waardevol is en als zodanig ook bewaard moet blijven. In de regels van het genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat het bouwblok voor een grondgebonden agrarisch bedrijf als onderhavig maximaal 1 ha groot is. Stel dat een vierhoek als bouwblok aangehouden wordt, dan is het bouwblok op dit perceel inclusief kuilvoeropslag momenteel ca. 0,8 ha en exclusief opslag zo’n 0,6 ha. Dit betekent dus in de huidige situatie dat er enige uitbreiding van het bedrijf mogelijk is, ondanks de ligging in een oud veenontginningslandschap. In het ontwerp bestemmingsplan is deze lijn voortgezet en enigszins aangescherpt met het oog op behoud van de landschappelijke waarden. In het ontwerp heeft het perceel de bestemming AW-2 en voor een deel van het bouwblok en de gronden ten westen en noordwesten van de bedrijfskavel de aanduiding ‘es’. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er voor een grondgebonden bedrijf binnen AW-2 bij recht maximaal 1 ha bebouwing mag komen en na afwijking en mits aan een aantal voorwaarden is voldaan, mag dit voor een grondgebonden bedrijf naar 1,5 ha vergroot worden. Voor zover het betreft de gronden gelegen op een es geldt dat er ingeval er minder dan 5.000 m2 bestaande bebouwing is, zoals hier het geval is, bij recht 500 m2 bebouwing tot een maximum van 1 ha bij mag komen. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het waar het de es betreft, beperkt vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. Het is derhalve niet wenselijk de grens van deze es en de gronden ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------392 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Bestemming AW-2 wijzigen in AW-1 en aanduiding es verwijderen.
welke zijn aangewezen als AW-2 zodanig aan te passen dan wel de aanduiding es te wijzigen zodanig dat de bedrijfsbebouwing buiten de es of bestemming AW-2 zou vallen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
393
220. [appellant sub 220], gevestigd te Wijster 220a. Hydrologie
220b. Archeologie
Wij maken bezwaar tegen de hydrologische aandachtsgebieden. De cultuurgrond mag niet belast worden met de waterstanden van natuurgebieden. De groenland en akkerbouwgebieden hebben hun eigen waterhuishouding welke keurig gereguleerd wordt middels een uitstekende samenwerking tussen boerderijstand en waterschap. Als naastgelegen natuurgebieden gebruikt worden als hydrologisch aandachtsgebied dan betekent dat in de praktijk gewerkt wordt aan buffercapaciteit van water/grondwater ten dienste van de natuurgebieden. In de toekomst zijn fluctuerende waterstanden een bedreiging voor de oogst en brengen de bedrijfsvoering in gevaar (net als in 2008).
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt De gronden ten N en O van Wijster zijn verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek aangeduid als gronden met archeologische van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op waarden, dit is niet aanvaardbaar voor ons. onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde Onze boerderij is productief vanaf ca. 1860. aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de De ruilverkaveling Spier/Wijster/Drijber startte dubbelbestemming archeologie. in 1954 en werd voltooid in 1961. Het hele gebied is op de schop geweest en is opnieuw De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. ingericht. De bepaling in het plan dat een Individuele beantwoording: Nadere beschouwing van de zienswijze bewerkingsdiepte van 30 cm toegestaan is en levert geen extra bijdrage voor een individuele afdoening ervan. voor diepere bewerkingen een aanlegvergunning nodig is, vinden wij niet aanvaardbaar. Hier wordt al jaren de grond los gemaakt en geploegd op 50 a 60 cm diepte. Graag wil ik een en ander mondeling toelichten. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------394 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
221. [appellant sub 221], gevestigd te Elp 221a. Waardevol grasland
In het ontwerp zijn meerdere van onze percelen onjuist bestemd (zie bijlagen) en we vragen u dan ook de bestemming te herzien. Het gaat om de volgende zaken. Waardevol grasland, het grasland wordt binnen de bedrijfsvoering intensief gebruikt als grasland (intensief beweiden en/of maaien). Hierdoor kan het niet aangemerkt worden als waardevol grasland. Ook worden ze wel eens gebruikt voor het verbouwen van akkerbouwgewassen en kan niet aangemerkt worden als grasland.
Het betreft hier de percelen Westerbork R 712, 721, 781, 782, 783, en 784. Voor de beantwoording van dit onderdeel over de dubbelbestemming Waardevol grasland wordt verwezen naar bijlage B. Samengevat: De dubbelbestemming biedt de gemeente een nader toetsingskader, welke echter niet per definitie een beperking oplevert voor de gebruiker. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
221b. Bestemming Natuur wijzigen in agrarisch
De percelen die zijn aangemerkt als Natuur worden intensief gebruikt voor de voederwinning. Hierdoor kan dit niet aangemerkt worden als natuur. Wij zijn geen eigenaar van deze percelen maar hebben hier echter wel een (meerjarig) pachtcontract en zijn daardoor belanghebbende voor de bestemming van de percelen.
Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Westerbork R916 gelegen aan Westerbroeken te Elp. Dit perceel is in eigendom van Staatsbosbeheer en nu nog in gebruik als landbouwgrond. Het gebied ligt in de EHS. Een natuurbestemming past in het provinciaal beleid. Het is de intentie van de eigenaar om hier te zijner tijd natuurgebied van te maken. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
395
Luchtfoto: 221b aan de Westerbroeken, WTB R916
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
396
222. [appellant sub 222], gevestigd te Hooghalen 222a. Bestemming M-2 en M-5 samenvoegen tot 1 voor centrum en terrein
Het herinneringscentrum en het voormalige kampterrein zijn in het ontwerp plan aangeduid met twee verschillende functieaanduidingen (specifieke vorm van Maatschappelijk -2 en 5).Vanuit een goede ruimtelijke ordening is het logisch om de historische en functionele samenhang tussen beide onderdelen tot uitdrukking te laten komen in het bestemmingsplan. Dus graag een gezamenlijke aanduiding binnen de bestemming Maatschappelijk.
De hoofdbestemming voor beide percelen/gebruik is Maatschappelijk. In die zin is er een eenduidige bestemming. Voor de twee genoemde terreinen, het bezoekerscentrum en het voormalige kampterrein, zijn wel twee verschillende aanduidingen binnen de maatschappelijke bestemming opgenomen. De reden hiervoor is dat het specifieke gebruik maar ook de specifieke bebouwingssituatie zodanig verschillend zijn dat het nodig was onderscheidende regels te maken. Er is dan ook voldoende onderlinge samenhang. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
222b. Functieaanduiding opnemen voor spoortracé binnen de Natuurbestemming
Het voormalig spoortracé is gelegen binnen de bestemming Natuur. Om geen misverstanden te laten bestaan over de historische waarde van het spoortracé en historische en functionele samenhang met het Herinneringscentrum en het voormalig kampterrein is het wenselijk om het spoortracé op te nemen in het bestemmingsplan. Graag een passende functieaanduiding binnen de bestemming Natuur opnemen (bijvoorbeeld cultuurhistorisch waarde).
Het hoofdgebruik van de bedoelde terreinen is natuur. Derhalve is de bestemming Natuur toegekend aan de percelen. Voor ondergeschikt ander gebruik is binnen de bestemming Natuur opgenomen dat ook is toegestaan extensief dagrecreatief medegebruik en educatief gebruik. In zoverre zou het genoemde gebruik hier onder kunnen vallen, met name omdat het gaat om extensief medegebruik. Het benadrukken van het voormalige spoortracé bijvoorbeeld door middel van het plaatsen van borden, vergelijkbaar met de informatieve borden van de sterrenwacht te Hooghalen, is daarmee mogelijk. Het voert te ver om hiervoor een aparte functieaanduiding binnen de Natuurbestemming op te nemen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
222c. Uitbreidingsruimte centrum mogelijk maken
Er is voor het herinneringscentrum geen rekening gehouden met uitbreidingsruimte. Het is wenselijk hier wel in te voorzien door middel van een wijzigingsbevoegdheid.
In het ontwerp plan is de beleidslijn dat er in het buitengebied terughoudend wordt omgegaan met niet-agrarische bedrijfsmatigheid. Aanwezige activiteiten worden gerespecteerd, en mogen om enige toekomstige bestaansrechten te geven beperkt uitgebreid worden. Nieuwvestiging is niet de bedoeling, tenzij dit kleinschalig is als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of een woning in voormalige ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------397 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
agrarische bebouwing. De uitbreidingsruimte voor bedrijfsvormen is 10% extra bebouwing bovenop bestaande situatie. Voor overig gebruik, zoals een maatschappelijke bestemming, is het passend dit tot 120% te laten groeien ten opzichte van de bestaande situatie. In dit geval is de laatste categorie van toepassing. In het vigerende bestemmingsplan is voor het herinneringscentrum opgenomen dat er maximaal 3.000 m2 bebouwing mag zijn. In het ontwerp plan is opgenomen dat dit mag zijn 120% van de bestaande bebouwing. Op dit moment is aanwezig zo’n 2.500 m2 bebouwing. Als hier nog 20% bij mag komen, mag er dus tot 3.000 m2 bebouwd worden. Feitelijk is er dan ook nog ruimte voor uitbreiding met ca. 20%, daar waar er planologisch gezien ook geen nadeliger situatie ontstaat. Hiermee is er geen dringende reden om meer uitbreidingsruimte te bieden dan nu het geval is. De bestemmingsregels zullen dan ook niet gewijzigd worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. 222d. Bestemmingsvlak voormalig kampterrein vergroten
De begrenzing van het voormalig kampterrein in onjuist aangegeven op de verbeelding van het ontwerp. Aan de westzijde is dit relevant vanwege de woning van de kampcommandant en het duurzaam veilig stellen daarvan. Het terrein is bestemd als Natuur en Wonen terwijl het deel is van het voormalig kampterrein.
De zienswijze is deels juist. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend Westerbork A3127 (ten zuiden van de weg Hemeloor gelegen), A3157 (perceel met vm. commandantswoning) en het meest oostelijk gelegen deel van het perceel 3154 (bebost) ten noorden van de voormalige commandantswoning. Voor het eerste perceel geldt dat er op dit moment relatief weinig bos aanwezig is, en de structuur van het voormalige kampterrein nog zichtbaar is. Derhalve zal dit perceel aan de bestemming Maatschappelijk –sm5 toegevoegd worden. Voor het perceel 3154 geldt dit niet, waardoor dit Natuur zal blijven. Perceel A3157 zal de bestemming M (ipv W zoals hieronder bij 222g) krijgen en conform de perceelsgrens vergroot worden. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor voor perceel WTB A3127 de bestemming Natuur naar M-sm5 wijzigen (aansluitend op overige sm-5 terrein) en voor het perceel WTB A3157 de bestemming W in M-sm5 wijzigen en het bestemmingsvlak in overeenstemming brengen met de perceelsgrens (zie ook 222g).
222e. Mogelijk maken
In het bestemming dient daarnaast het
Gelet op de aard van het verzoek, namelijk toevoeging van nieuwe
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
398
bouw barakdelen
plaatsen van originele barakdelen op de oorspronkelijke plek op het voormalige kampterrein bij recht mogelijk te worden gemaakt rekening houdend met de maatvoering.
bebouwing, en de relatief niet geringe gewenste omvang van de gewenste bebouwing, is een afweging hierover passender in een eigen planologische procedure. Daarbij kan dan gelijk een totaal plan uitgewerkt worden met eventuele andere te wijzigen of te ontwikkelen zaken. Het college zal hierover op dat moment een afweging over de wenselijkheid maken. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
222f. Mogelijk maken bouw paviljoen om woning kampcommandant heen
In het bestemmingsplan dient te worden voorzien in de bouw en het gebruik van een paviljoen om de voormalige woning van de kampcommandant heen. Dit paviljoen, dat meer is dan alleen maar een bescherming van de woning, kan dan ook dienen voor groepsontvangsten, educatieve programma’s en verbeeldende activiteiten voor het herinneringscentrum.
De zienswijze is juist. Om de monumentale waarde van het pand te behouden is er in principe bereidheid tot het realiseren van een glazen stulp of paviljoen om de voormalige woning heen. Vooruitlopend op een in te dienen aanvraag omgevingsvergunning zal dan ook een bouwmogelijkheid aan de bouwregels toegevoegd worden. Als het gaat om uitbreiding van de activiteiten en/of bebouwing ten behoeve van educatieve programma’s dan zal dit met een eigen planologische procedure moeten gebeuren, omdat hiervoor nog geen integrale afweging is gemaakt. Het is juister dit in een eigen planologische procedure te behandelen, zoals hierboven reeds aangegeven. Concluderend: het realiseren van de ‘glazen stulp’ om de woning heen zal in de bouwregels meegenomen worden, maar het uitgebreide gebruik en bebouwing ten behoeve van educatieve doeleinden niet. De verwachting is dat de ‘glazen stulp’ maximaal 12 meter hoog zal zijn en maximaal 1.000 m2 zal bedragen (er is wat ruimte tussen de woning en de buitenkant van de stulp nodig voor loopruimte, werkruimte etc). Derhalve zullen deze maten opgenomen worden. Hiertoe zal ook een aanduiding voor perceel 3157 opgenomen worden dat hierbinnen een paviljoen mogelijk is. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: aanpassen bouwregels voor M-sm5 zodat het bouwen van een glazen stulp om de voormalige commandantswoning mogelijk is. Hiertoe een aanduiding opnemen voor de vm. woning en in de bouwregels opnemen dat alleen ter plekke van deze aanduiding een dergelijk bouwwerk mogelijk is. De bijbehorende oppervlaktemaat is maximaal 1.000 m2 en de bouwhoogte is maximaal 12 meter.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
399
222g. Bestemming Wonen wijzigen in Maatschappelijk
De bestemming van de voormalige commandantswoning (perceel WTB A3157) moet gewijzigd worden van Wonen in Maatschappelijk.
Luchtfoto: bovenste pijl: het perceel WTB A3157 onderste pijl: het perceel WTB A3127
Ten tijde van het opstellen van het ontwerp plan had dit pand op het perceel kadastraal bekend Westerbork A3157 de bestemming Wonen gekregen. De reden hiervan is dat er op dat moment iemand in woonde die verder geen binding met de maatschappelijke functie had. Dit is in de tussentijd veranderd. Het pand wordt niet meer bewoond en is nu in gebruik als museumstuk (voormalige kampcommandantwoning) bij het voormalige kampterrein. Hierdoor is het juister dit perceel aansluitend aan het voormalig kampterrein de bestemming “Maatschappelijk” met de aanduiding ‘sm-5’ te geven. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor het perceel WTB A3157 de bestemming W wijzigen in M-sm5. Ook opnemen bouwmogelijkheden voor de woning zelf (bestaande maten), zie ook 222d. Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
400
223. is 194 en dus 152. dus vervalt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
401
224. [appellant sub 224], wonend te Hijken
zie ook 186.
Bestemming AW-2 wijzigen in AW-1
In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk gebied Beilen” heeft dit perceel de bestemming “Jonge veldontginningen”. Dit is overgenomen in het voorontwerp. Echter mede naar aanleiding van overleg met de provincie is dit inderdaad in het ontwerp gewijzigd naar Oude Veldontginningen (AW-2). De bestemming AW2 is gestoeld op historische kaarten en onderzoek. In de regels van het genoemde vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat de gebouwen voor een intensieve veehouderij als onderhavig het bestaande aantal vierkante meters mag zijn vermeerderd met 500 m2 of met 10% van de bestaande oppervlakte. Dit betekent een beperkte uitbreiding van het bedrijf. In het ontwerp is de opzet zodanig dat er voor een intensieve veehouderij binnen de bestemming AW-2 bij recht geen bebouwing bij mag komen. Hiervan kan wegens diergezondheidseisen van afgeweken worden middels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. In dat geval is maximaal 25% extra bebouwing toegestaan als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er is derhalve wel sprake van bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden, zij het beperkt vanwege de hoge landschappelijke waarden van het betreffende gebied. De gemeente wenst deze waarde te beschermen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Mijn bedrijf, liggende aan [locatie GGGGG], staat in het vorige bestemmingsplan als AW-1 ingetekend. In het huidige bestemmingsplan buitengebied is de lijn een klein stukje verplaatst waardoor ik en mijn achterbuurman in AW-2 terecht komen. Door deze verandering word ik gehinderd in eventuele uitbreidingsmogelijkheden. Niet alleen is de bouwkavel kleiner in waarde 2 dan in 1, maar ook uitbreiding in vierkante meters geeft beperking in waarde 2 terwijl die niet of in mindere mate gelden in 1. Aangezien een groot deel van de omgeving AW-1 heeft gekregen verzoek ik u deze beslissing terug te draaien zodat mijn bedrijf weer in AW-1 komt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
402
225. [appellant sub 225], gevestigd te Beilen over [locatie HHHHH] Bestemming camping voor [locatie HHHHH] opnemen
Op [locatie HHHHH] is camping Zwaluwlust gevestigd. Het bevreemdt ons dat er in het ontwerp geen enkele bestemming voor dit bedrijf is opgenomen, zelfs niet de bestemming agrarisch. Ook is het bedrijf niet opgenomen bij de zes bedrijven die wel een planontwikkeling in gang hebben gezet. Het handhavingsbeleid voor camping Zwaluwlust is al jaren onvoldoende en bij deze vragen wij u nogmaals nadrukkelijk het handhavingsbeleid daadwerkelijk ter hand te nemen. Mocht het op nummer 36 tot een camping komen dan moet deze ook rekening houden met flora- en faunaonderzoek, archeologisch, licht- en geluidonderzoek, verkeersaantrekkende werking, A28 als gevaarlijke stoffenroute, economisch bedrijfsplan, etc. Wij kunnen op dit moment geen zienswijze indienen tegen de camping omdat er geen bestemming vermeldt staat. Graag ons duidelijk maken waarom.
Voor [locatie HHHHH] is de bestemming “AW-1” opgenomen met een aanduiding ‘sa-gab’. Dit grondgebonden bedrijf is opgenomen op de verbeelding. Voor de bestaande mini-camping is dit niet het geval, dit is via de regels geregeld. Op dit moment is er een mini-camping aanwezig op het perceel. De camping is een neventak bij het agrarische bedrijf. Onlangs, medio 2011, is echter een vrijstelling van het bestemmingsplan voor het uitbreiden van de camping onherroepelijk geworden. Omdat hiervoor nog een planologische procedure liep ten tijde van het opstellen van het ontwerp plan is deze bewust niet meegenomen. Nu het vrijstellingsbesluit onherroepelijk is geworden, zal het plan bij de vaststelling alsnog ingevoegd worden in het bestemmingsplan voor het buitengebied middels het opnemen van een campingbestemming (zonder bedrijfswoning). Een afweging in de vorm van een ruimtelijke onderbouwing ten aanzien van flora- en fauna waarden etc, zoals gedaan bij een aantal andere recreatieve plannen is in deze niet nodig, aangezien het gaat om een onherroepelijk planologisch besluit waarbinnen al een totale belangenafweging is gemaakt. Het besluit zal vertaald worden in het definitieve bestemmingsplan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: voor [locatie HHHHH] de bestemming R-VR1 met de aanduiding ‘-bw’ opnemen in plaats van een witte vlek.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
403
In ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
404
226. [appellant sub 226], wonend te Orvelte Archeologie
Archeologisch onderzoek is voor ons een onwerkbare situatie om de grond goed te kunnen bewerken moet dit tot minstens 50 cm kunnen. Ook moeten wij vrij kunnen draineren, in alle percelen 1/8 (zie bijlage) liggen drains. in perceel 2 liggen bovendien 4 gasleidingen. Ook is alle grond geroerd in verband met een eerdere ruilverkaveling.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
405
227. is zelfde als 160. vervallen dus.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
406
228. ARAG rechtsbijstand, G.G. Kranendonk, Postbus 230 AE, Leusden namens [appellant sub 228] gevestigd te Beilen 228a. Beleid paardenhouderijen
228b. Archeologie
Clienten exploiteren een paarden- en ponyfokbedrijf aan [locatie IIIII]en hebben nog land bij Hijken ten noordwesten van Beilen. Zonder voorafgaand overleg heeft u tegelijkertijd een ontwerp beleidsnota voor paardenhouderijen ter inzage gelegd. De consequenties hiervan zijn zeer ingrijpend voor de bedrijfsvoering van het bedrijf van cliënt. Ik verzoek u rekening te houden met de belangen van cliënten op dit punt, door het alsnog te bespreken met hen en aan te geven op welke wijze u met hun belangen heeft rekening gehouden. Een voorbeeld is de maximale hoogte van 4 meter voor verlichting. Dit is te laag, bovendien zullen er bij lage(re) lampen meer lampen aanwezig moeten zijn. Ik verzoek u ook om dit beleid beter af te stemmen met uw welstandsnota en de algemene regels voor paardenhouderijen in het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer.
Het onderhavige bedrijf is een paarden- en ponyfokbedrijf en derhalve een grondgebonden agrarisch bedrijf. Binnen deze bestemming is het onder voorwaarden mogelijk paardenbakken aan te leggen en lichtmasten te plaatsen. De zienswijze geeft met name aan dat er onvoldoende van tevoren overleg gevoerd is over het voorgestane beleid over paardenhouderijen. In het algemeen kan hierover gezegd worden dat er aan de formele eisen van publicatie en bekendmaking is voldaan door het ontwerp plan te publiceren op internet, de gemeentelijke website en in de locale krant. Daarentegen heeft de gemeente gemeend er meer publiciteit aan te geven dan normaal en om extra informatie- en inloopmomenten te organiseren. In al die gevallen heeft men kennis kunnen nemen van de beleidsnotitie paardenhouderijen en hierover met de gemeente kunnen spreken. Het is niet bekend of indiener van de zienswijze hiervan gebruik heeft gemaakt. Al met al is de gemeente van mening dat er voldoende ruchtbaarheid aan de notitie is gegeven en wel op zo’n moment dat een belangenafweging nog mogelijk is. In dit geval is er overleg geweest met indieners van de zienswijze. Hieruit is duidelijk geworden dat een masthoogte van 4 meter op zich wel voldoende is en het ontwerp plan niet aangepast hoeft te worden. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt U introduceert in uw plan voor een groot verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek gebied een omgevingsvergunningplicht voor van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op het graven in de grond van dieper dan 30 cm. onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde Mijn cliënten hebben percelen aan de aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de Beilervaart, tussen het Oranjekanaal en de dubbelbestemming archeologie. Noordkamp, aansluitend daaraan ten noorden van de Noordkamp en krijgen allen de De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. bestemming WA-1 en 2. Doordat de gronden grenzen aan de zandwinning, waar ook geen ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------407 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
archeologische bestemming op ligt, en doordat de ruilverkaveling is geweest met de nodige drainage en diepploegen is er geen verwachting meer van archeologische waarden. U dient zorgvuldig onderzoek te doen voordat u het bestemmingsplan vaststelt. Ik verzoek u de gronden met zekerheid uit te sluiten van de vergunningplicht en de archeologische bestemming eraf te halen. Nu u geen onderzoek gedaan heeft kunt u niet mijn cliënten verplichten onderzoek te moeten betalen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
408
229. is zelfde als 184, vervalt dus.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
409
230. is zelfde als 145, vervalt dus.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
410
231. is zelfde als 165, vervalt dus.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
411
232. [appellant sub 232], wonend te Bovensmilde 232a. Opnemen groenstrook
[appellant sub 232] heeft een advies uitgebracht ten aanzien van 2 bijzondere onderdelen in het Groenplan Bovensmilde en betreft oa Groenstrook noordzijde Bovensmilde in ontwerp bestemmingsplan. Wij verzoeken u de groenstrook toch nog op te nemen in het bestemmingsplan. Bij besluitvorming zal nog voorlichting/afstemming met de bevolking nodig zijn. Wij verzochten u eerder om in het plan op te nemen een groenstrook langs de noordkant van de kom Bovensmilde. Dit nav overeenstemming die was bereikt in de Werkgroep Groenplan Bovensmilde. Wij vernamen destijds dat er eerst meer zekerheid over de wenselijkheid van de groenstrook nodig was, alvorens opname in het bestemmingsplan mogelijk zou zijn. Inmiddels heeft u het Groenplan vastgesteld waarin in u onder voorbehoud de wens heeft opgenomen de groenstrook te realiseren. De bestemmingsplan is de juridische procedure om tot realisatie van de groenstrook te komen. Ook al moet er nog een afweging van alle belangen komen. Wij vragen u dan ook op te nemen een strook van 50 meter breed, langs de hele noordzijde van de bebouwde kom van Bovensmilde met de bestemming openbaar groen.
In 2009 is overleg gevoerd over het groenplan voor de kern Bovensmilde. Een onderdeel van gedachtewisseling daarbij was de groenstrook in parkachtige vorm ten noorden van de kern. Hierover is overleg gevoerd met eigenaren van de betreffende gronden. De uitkomst hiervan was dat deze niet direct enthousiast over het idee waren. Vervolgens is het groenplan voor Bovensmilde in 2010 vastgesteld. De onderhavige groenstrook is hier uiteindelijk niet op het kaartmateriaal opgenomen. Wel is in de begeleidende tekst opgenomen dat er op lange termijn mogelijk een parkachtige setting aan de noordzijde van het dorp kon komen. Dit zal meegenomen worden in de structuurvisie. Dit is tot op heden nog niet opgesteld. Onder meer gelet op de benodigde middelen die hiervoor nodig zijn heeft dit op dit moment geen hoge prioriteit vanuit de gemeente. Daarnaast geldt het volgende. De betrokken gronden hebben op dit moment een agrarische bestemming. Voor het realiseren van de groenstrook is dan ook een eigen planologische procedure, lees bestemmingsplanwijziging, nodig. Deze is nog niet gestart en dus nog niet onherroepelijk. Uitgangspunt in het bestemmingsplan voor het buitengebied is dat er in principe geen verzoeken meegenomen worden die een eigen procedure volgen of moeten gaan volgen. Dit geldt ook voor dit verzoek. Daarom wordt deze groenstrook nu niet meegenomen. Hiervoor kan op termijn wel een eigen procedure gestart worden met de nodige momenten van hoor en wederhoor. De zienswijze wordt dan ook niet overgenomen. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
232b. Renovatie
Geen reactie nodig. (Na overleg met de opsteller van de brief is dit onderdeel niet opgenomen omdat dit niet gaat ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
412
om het buitengebied, maar om de kern Bovensmilde)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
413
233. [appellant sub 233], wonend te Bovensmilde 233a. Hydrologie
De gebiedsaanduiding milieuzone hydrologische beïnvloeding ligt over eigen veenrijk grondgebied. Hierdoor is drainage onder de landbouwgrond dieper dan 40 cm onmisbaar. In het POP 1 van 2003 is de voorgestelde milieuzone niet aanwezig. Daarnaast is bij de ruilverkaveling de belofte gedaan dat er in zone 1 gebied geen beperkingen zouden gaan gelden.
233b. Bestemming natuur wijzigen in agrarisch
Daarnaast worden verschillende landbouwgrondbestemmingen omgezet in natuur bestemmingen. Op grond van eerdere afspraken bepleit ik dat deze veranderingen niet doorgevoerd worden.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. Het betreft hier enkele percelen die grenzen aan gronden van de heer Smit. Het zijn: het perceel kadastraal bekend Smilde K2277. Dit ligt naast [locatie JJJJJ]. Ten tweede het perceel Smilde K2409 gelegen achter nr 11. Deze twee percelen zijn in eigendom van Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Het feitelijke gebruik van een deel van het perceel is landbouwgrond, en een deel is in gebruik als bos. Voor zover de percelen eigendom zijn van Natuurmonumenten en deel uitmaken van de Provinciale EHS, zal hier op termijn natuur worden gerealiseerd. Natuur is dus in dit geval de meest geëigende bestemming. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. Ten derde het perceel ten westen van nr. 8, Smilde K2362. Zoals in de zienswijze nummer 102 is aangegeven zal de bestemming hiervan gewijzigd worden van Natuur in agrarisch. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------414 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
voorgesteld worden. Voor het perceel Smilde K2362 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Luchtfoto: onderste pijl: het perceel Smilde K2362 (wijzigen naar Agrarisch)
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
415
234. [appellant sub 234], wonend te Bovensmilde 234a. Hydrologie
De gebiedsaanduiding milieuzone hydrologische beïnvloeding ligt over eigen veenrijk grondgebied. Hierdoor is drainage onder de landbouwgrond dieper dan 40 cm onmisbaar. In het POP 1 van 2003 is de voorgestelde milieuzone niet aanwezig. Daarnaast is bij de ruilverkaveling de belofte gedaan dat er in zone 1 gebied geen beperkingen zouden gaan gelden.
234b. Bestemming natuur wijzigen in agrarisch
Daarnaast worden verschillende landbouwgrondbestemmingen omgezet in natuur bestemmingen. Op grond van eerdere afspraken bepleit ik dat deze veranderingen niet doorgevoerd worden.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. Het betreft hier enkele percelen die grenzen aan gronden van de heer Wildeboer. Het zijn: het perceel kadastraal bekend Smilde K2277. Dit ligt [locatie JJJJJ]. Ten tweede het perceel Smilde K2409 gelegen achter nr 11. Deze twee percelen zijn in eigendom van Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Het feitelijke gebruik van een deel van het perceel is landbouwgrond, en een deel is in gebruik als bos. Voor zover de percelen eigendom zijn van Natuurmonumenten en deel uitmaken van de Provinciale EHS, zal hier op termijn natuur worden gerealiseerd. Natuur is dus in dit geval de meest geëigende bestemming. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. Ten derde het perceel ten westen van nr. 8, Smilde K2362. Zoals in de zienswijze nummer 102 is aangegeven zal de bestemming hiervan gewijzigd worden van Natuur in agrarisch. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------416 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
voorgesteld worden. Voor het perceel Smilde K2362 de bestemming N wijzigen in agrarisch. Luchtfoto: onderste pijl: het perceel Smilde K2362 (wijzigen naar Agrarisch)
Ontwerp 2011:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
417
235. Stichting Astron, de heer P. Bennema, Postbus 2, 7990 AA, Dwingeloo De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het Het is goed om te zien dat in het nieuwe plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden bestemmingsplan de zonering is opgenomen oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat die al jaren gehanteerd is in streekplannen, om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve omgevingsplannen en omgevingsvisie van wijzigingen meegenomen worden. vorig jaar. Ook in de provinciale De gemeente kan instemmen met genoemd voorstel. Het zal de tekst omgevingsverordening Drenthe zijn of worden wel enigszins redigeren in lijn met de lijn van het buitengebied, met storingsvrije zones rond de verschillende radiotelescopen specifiek genoemd. ASTRON name als het gaat om de schrijfwijze van de regels. is content met het feit dat er aandacht in het De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. bestemmingsplan is voor de bescherming van Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet de radiotelescoop. De tekst die gehanteerd ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende wordt is echter achterhaald nu de provincie voorgesteld worden. Artikel 40.8 van de regels wijzigen conform het een visie en verordening heeft vastgesteld met voorstel van Astron met dien verstande dat deze qua schrijfwijze aan nieuwe provinciale teksten. Voorstel is als zal sluiten op de manier van zinsopbouw in het ontwerp plan. volgt: Voor bouwwerken, andere werken en activiteiten, die zijn toegestaan op grond van de bestemmingsregels en die mogelijk storing voor de Westerbork Synthese Radiotelescoop met bijbehorende instrumenten kunnen veroorzaken, zijn gelegen binnen de als zodanig aangegeven zonering van de radiotelescoop, zal met het oog op de mogelijke storingsgevolgen bij het vergunning verlenen, dan wel het toestemming verlenen vooraf overleg worden gepleegd met, cq advies gevraagd worden aan de Stichting ASTRON teneinde een beeld te krijgen van die mogelijke storing. Het college van BenW neemt aan de hand van dat beeld cq advies een besluit over het al dan niet verlenen van een vergunning dan wel toestemming inzake ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------418 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Actualiseren regels mbt radiosterrenwacht
dat bouwwerk, ander werk en/of activiteit, zo dat er sprake blijft van een zoveel mogelijk ongestoord functioneren van de waarnemingsinstrumenten.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
419
236. [appellant sub 236], wonend te Mantinge Bestemming Wonen wijzigen in agrarisch
Verzoek om de beoogde bestemming Woondoeleinden in het ontwerp te wijzigen in de bestemming agrarisch met waarden 1. mede gezien het feit dat er momenteel op het betreffende perceel de bestemming jonge veldontginning met aanduiding grondgebonden agrarisch bedrijf van toepassing is.
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. De zienswijze is juist, het betreft hier een omissie. Op dit moment is een rundveehouderij met paarden aanwezig op het perceel. Hiervoor is ook een melding gedaan in het kader van het Besluit landbouw in maart 2008. Derhalve is de juiste bestemming niet Wonen maar grondgebonden agrarisch bedrijf. Bestemming W wijzigen in Agrarisch met aanduiding sa-gab. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bestemming W wijzigen in agrarisch met de aanduiding sa-gab.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
420
237. [appellant sub 237], gevestigd te Drijber Kuilplaten buiten bouwblok
Wij zouden graag zien dat we de kuilplaten mogen verplaatsen naar buiten of achter de plek waar ze nu liggen zodat er ruimte op het erf komt om eventueel in de toekomst de stal uit te breiden of nieuw te bouwen. We willen graag een grotere bouwkavel.
Het betreft hier de percelen kadastraal bekend Beilen L2690 en 2759. De percelen hebben in het ontwerp plan de bestemming AW-1 met de aanduiding ‘sa-gab’. Hier is dan ook binnen de jonge veldontginningen een agrarisch grondgebonden bedrijf mogelijk. De huidige bebouwing ligt op een terrein van zo’n 50 bij 75 meter. Hierachter liggen diverse kuilvoeropslagen van zo’n 75 bij 70 meter. Al met al dus zo’n 125 bij 75 meter, oftewel nagenoeg 1 ha grootte. Binnen AW-1 is bij recht een bouwblok van 1,5 ha mogelijk. Hierbinnen is derhalve nog voldoende ruimte voor uitbreiding en voor kuilvoeropslag. Indien noodzakelijk en als voldaan is aan een aantal voorwaarden is het na een afwijking van het bestemmingsplan mogelijk om het bouwblok tot 2 ha te vergroten. Hiermee is naar de toekomst toe voldoende ruimte voor uitbreiding waardoor er geen grotere bouwkavel dan al toebedeeld is, nodig is. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen. In het plan is overigens abusievelijk niet opgenomen een aanduiding voor de bestaande tweede bedrijfswoning. Deze zal alsnog toegevoegd worden op de verbeelding. Voor perceel Beilen L2759 is er namelijk een bedrijfswoning aanwezig. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de aanduiding sa-tbw opnemen voor het perceel Beilen L2759.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
421
D 238. [appellant sub 238], wonend te Beilen Archeologie
Hierbij maak ik bezwaar tegen de zienswijze dat al mijn gronden onder archeologische waarde twee vallen. Ik zie dit als een ernstige vorm van belemmering in mijn bedrijfsvoering. Met het oog op eventuele bouwplannen, grondverbetering en drainage is een werkdiepte van 30 cm bij lange na niet genoeg. Ook vind ik dat de kosten van eventuele archeologisch onderzoek bij de belanghebbende komt te liggen en niet bij de grondeigenaar.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
422
239. [appellant sub 239], wonend te Hooghalen over [locatie KKKKK] Bestemming W-VB wijzigen in sa-gab
In het ontwerp is de boerderij [locatie KKKKK] opgenomen als woonbestemming voormalige boerderijen (zie bijlage). Dit is niet conform de werkelijkheid, de betreffende locatie is in feite op 2 verschillende manieren in gebruik. Het perceel met kadastrale nummer 2738 is verhuurd aan derden en dient wel de woonbestemming voormalige boerderij te houden. Echter, de kavel met nr. 3967 dient agrarische bedrijfsbestemming sa-gab te krijgen. In 1996 is door mij gereageerd op het toenmalige in de maak zijnde bestemmingsplan landelijk gebied Beilen. Mijn verzoek is door de raad gehonoreerd, hierdoor was het ook mogelijk om in 2006 een nieuwe landbouwschuur te plaatsen. Derhalve vraag ik u hierbij de schuren te bestemmen als sa-gab, zodat ik ook in de toekomst legaal mijn agrarische bedrijf kan uitoefenen.
Op het perceel kadastraal bekend Beilen R2738 staat het perceel met de voormalige agrarische bedrijfswoning en een bijbehorende schuur. Het ernaast gelegen perceel kadastraal bekend Beilen R3967 is agrarisch in gebruik en hier staan twee schuren. In het vigerende plan is de bebouwing één geheel en heeft het de bestemming wonenvoormalige agrarische bebouwing. Dit is zo gecontinueerd in het ontwerp plan. [appellant sub 239] geeft nu aan dat hij de percelen als agrarisch bedrijf gekocht heeft in 1986 en vanaf 1999 de bedrijfswoning met schuur verhuurt aan derden. De overige bebouwing, dus perceel 3967, (hierop stond destijds 1 schuur) is door hem agrarisch in gebruik. De tweede schuur is er later bijgebouwd. Hij is zelf in Hooghalen gaan wonen. Op dit moment zijn er dus nog wel degelijk agrarische bedrijfsactiviteiten in de bebouwing op het perceel 3967 (akkerbouwactiviteiten). Eigenlijk had dit moeten worden meegenomen in de besluitvorming in 1996. De gemeenteraad van Beilen had dit ook toegezegd in haar reactie op de destijds ingediende zienswijze. Om een of andere reden is dit niet gehonoreerd in het vigerende plan, waardoor de bestemming wonen voormalige agrarische bebouwing erop bleef liggen. Daarnaast is het bedrijf bij de gemeente wat milieuvergunningen niet bekend. In 2006 is een poging gedaan het bedrijf ertoe aan te zetten een melding te laten doen in het kader van het Besluit landbouw milieubeheer zodat de situatie ook qua milieu vastgelegd kon worden. De melding is tot op heden niet ingeleverd waaruit de conclusie getrokken kon worden dat er geen bedrijf actief meer was. In zoverre is de in het ontwerp plan opgenomen woonbestemming juist. Het huidige gebruik blijkt dus niet geheel met de opgenomen bestemming overeen te stemmen nu dit feitelijk burgerwonen en agrarische bedrijfsvoering is. In de afweging in hoeverre dit gebruik alsnog geformaliseerd kan worden is het volgende afgewogen. De wettelijke minimale afstandsnorm vanuit de Wet milieubeheer tussen een agrarisch bedrijf en de gevel van een ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------423 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
burgerwoning is 25 meter. De kapschuur maakt geen deel uit van de inrichting, waardoor aan de minimale afstand van 25 meter voldaan wordt. De afstand is nu 32 meter. [appellant sub 239] heeft een melding Besluit landbouw ingediend voor het akkerbouwbedrijf met 2 loodsen. Deze is geaccepteerd. Het bedrijf voldoet aan de afstandseisen van het Besluit Landbouw milieubeheer. Echter, nu het gaat om een bestaande situatie welke geen klachten voor de directe omgeving heeft opgeleverd en de situatie kansen biedt voor [appellant sub 239] om zijn agrarische bedrijfsvoering voort te zetten, alsmede gelet op de nalatigheid van de gemeente in 1996 is er reden de situatie positief te bestemmen. Kanttekening daarbij is wel dat er geen bedrijfswoning bij de agrarische bedrijfsbebouwing mag worden gerealiseerd, voor zover dit al mogelijk is op het nagenoeg volgebouwde perceel 3967, omdat de bedrijfswoning reeds (in de hoedanigheid van de woning die naast de bebouwing staat) aanwezig is. Derhalve zal de bestemming W-VB gewijzigd worden in deels W-VB en deels “AW-2” met de aanduiding ‘bedrijfswoning uitgesloten’. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de bestemming W-VB deels wijzigen in W-VB (voor het perceel Beilen R 2738) en deels agrarisch met de aanduiding ‘-bw’ (voor het perceel Beilen R3967).
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
424
240. [appellant sub 240], wonend te Witteveen 240a. Opnemen aanduiding 2 ha
Specifieke bouwaanduiding ontbreekt op de plankaart. Op 9 juli 2010 zijn afspraken gemaakt (zie mail) huidige inclusief maisplaats is reeds 2,07 ha. Dus graag aanduiding 2 ha opnemen zodat het bouwvlak bij recht 2 ha is.
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. De zienswijze is juist, het betreft hier een omissie. Gezien de bestaande maisplaat met behoorlijke omvang welke aanwezig is voor de bestaande biogasinstallatie (neventak) en de kuilvoerplaten is er sprake van een bestaand bouwblok dat groter is dan 1,5 ha, namelijk 2 ha. Er zal dan ook een bouwaanduiding opgenomen worden dat in dit geval bij recht 2 ha mogelijk is. Aanduiding ‘2 ha’ opnemen. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bouwaanduiding ‘2ha’ toevoegen.
240b. Hydrologie
Ik ben het niet eens met de aanduiding hydrologie.
Voor de beantwoording van dit onderdeel over de aanduiding ‘milieuzone – hydrologische beïnvloeding’ wordt verwezen naar bijlage A. Samengevat: De systematiek van hydrologische beïnvloeding zal worden aangepast, en wel zodanig dat er enige versoepeling hiervan komt in de regels. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
240c. Archeologie
De archeologische aanduiding is niet van toepassing, het gaat om jong ontgonnen gebied.
Voor de beantwoording over de dubbelbestemming Archeologie wordt verwezen naar bijlage C. Samengevat staat daarin: De systematiek van de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden zal op onderdelen worden aangepast, en wel zodanig dat er voor bepaalde aspecten enige versoepeling hiervan komt in de regels van de dubbelbestemming archeologie. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
425
241. [appellant sub 241], wonend te Hooghalen over [locatie LLLLL] De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. Vigerend bestemmingsplan In het geldende bestemmingsplan “Landelijk gebied Westerbork” is op dit moment de regeling dat een recreatiebungalow 75 m2 mag zijn inclusief een in- of aangebouwde berging. Dit mag geen vrijstaande berging zijn. Voor Beilen geldt dat er 6 m2 bijgebouw mogelijk is van 2 meter hoog. In Smilde geldt dat er 1 bijgebouw van max 6 m2 en 3 meter hoog met een dakhelling van 60 graden of meer is toegestaan. In het ontwerp bestemmingsplan voor het buitengebied is de regeling als volgt. Binnen de campingbestemming (R-VR1) is een recreatiewoning toegestaan van maximaal 70 m2 (deze is vervolgens ook vrij van omgevingsvergunning). Hierbij is een vrijstaande berging mogelijk, alleen is dit niet echt goed omschreven. Het plan dient dan ook verduidelijkt te worden ten aanzien van dit punt. Binnen de R-VR2 bestemming is de norm van een recreatiewoning van 75 m2 naar 100 m2 verhoogd. Hiermee zijn de bouwmogelijkheden behoorlijk verruimd. Voor zover de recreatiewoningen maximaal 70 m2 groot zijn, kan het zelfs betekenen dat die zonder omgevingsvergunning gebouwd kunnen worden. Tussen de 70 en 100 m2 is altijd een omgevingsvergunning nodig. Wat betreft het bijgebouw is er voor gekozen om alleen een vrijstaand bijgebouw/berging toe te staan bij recreatiewoningen tot 70 m2. De norm van 70 m2 vloeit voort uit de landelijke norm (Wabo) voor vergunningvrije bouwwerken op een recreatief terrein: 70 m2. Deze norm is overgenomen en verwerkt in het bestemmingsplan. Meestal gaat het bij deze vergunningvrije bouwwerken om een voorgefabriceerde stacaravan of chalet, waarin geen bergruimte voor fietsen e.d. aanwezig is. Dit maakt een aparte ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------426 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
Bijgebouwen bij recreatiewoningen
Er ontstaat nu een mogelijkheid dat er allerlei rechtsongelijkheid in werking treedt voor het bouwen van losse bergingen bij de landhuizen op [locatie LLLLL]. Voor drie gevallen heeft u instemmend gereageerd, waar we blij mee zijn. U zou nu nog slechts willen meewerken aan het plaatsen van losse bijgebouwen als het hoofdvertrek niet groter is dan 70 vierkante meter, vanwaar dit getal. Op het gebied van Timmerholt-III staan er woningen die kleiner zijn en wellicht ook die net weer groter zijn. Deze laatsten staan juist ook op een grotere kavel. Deze benaderen echter bij lange na niet het thans aangegeven maximum van honderd vierkante meter te bebouwen ruimte. Op een kleinere kavel vallen deze bergingen ook weer veel sneller in het zicht en zullen dan sneller als hinder worden ervaren. Wij verzoeken of het getal te verhogen tot bv. 85 m2 of voor deze recent ontstane specifieke situaties overgangsregels te ontwikkelen die meer een vervolg bieden op het enkele jaren geleden ingezette beleid.
vrijstaande berging wenselijk. Boven de 70 m2 van een recreatiewoning is het beleid dat de berging/bijgebouw inpandig kan en moet zijn binnen de norm van maximaal 100 m2. Als een verblijf groter is dan 70 m2 is een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig. In zo’n geval is het aannemelijk dat niet snel een eigen indeling of bouwversie mogelijk is. Daarnaast is het vanwege het grotere oppervlakte ook goed mogelijk een inpandige ruimte voor berging te gebruiken, zonder het overige gebruik (als slapen of woonkamer) onnodig te beperken. Hierdoor is een inpandige berging een goede oplossing en bij kleinere verblijven niet. De bijgebouwen die vergund zijn, vallen uiteraard onder het overgangsrecht en behouden daarmee hun mogelijkheden. Nadere afweging Naar aanleiding van de zienswijze is nogmaals een overweging ten aanzien van dit punt gemaakt. Op dit moment is er voor meerdere recreatieparken met een bestemming R-VR2, dus vergelijkbaar met de bestemming voor [locatie LLLLL], al een losse berging/bijgebouw van maximaal 6 m2 bij een recreatiewoning van meer dan 70 m2 toegestaan. Ook zijn er binnen [locatie LLLLL] zelf de laatste jaren enkele bouwvergunningen met vrijstelling verleend voor het realiseren van een losse berging/bijgebouw bij een recreatiewoning. Al met al geeft dit zodanige verwachtingen en te respecteren rechten dat het redelijk is dit voor de gehele gemeente binnen de bestemming R-VR2 gelijk te trekken. Voorwaarde is wel dat er in totaal per perceel niet meer dan 70 of 100 m2 bebouwing mag komen, hetgeen dus inclusief de berging/bijgebouw van maximaal 6 m2 is. Tevens wenst de gemeente de recreatiesector niet teveel beperkingen op te leggen en daarmee de bedrijfsmatige exploitatie te kunnen stimuleren. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Binnen de bestemming R-VR 1 en 2 toestaan dat er bij een recreatiewoning een vrijstaande berging/bijgebouw mag komen, ongeacht de grootte van de recreatiewoning. De totale bebouwde oppervlakte per nachtverblijf dan wel per recreatiebungalow ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
427
mag 70 m2 respectievelijk 100 m2 zijn, inclusief de berging/bijgebouw. De regels van R-VR1 en R-VR2 hierover verduidelijken.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
428
242. [appellant sub 242], wonend te Nieuw Balinge Bestemming Wonen wijzigen in W-VB
Gaarne zouden wij zien dat [locatie MMMMM] waar wij thans woonachtig zijn, de bestemming van woonboerderij krijgt. Wij hebben deze woning ook als zijnde woonboerderij gekocht, zie bijgevoegde voorpagina van de brochure en foto’s. Er is niets veranderd sindsdien.
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. In het vigerende bestemmingsplan is voor dit perceel opgenomen een agrarische bedrijfsbestemming. Dit betekent echter niet automatisch dat bij beëindiging van het agrarische bedrijf in het nieuwe plan de bestemming “Wonen-VB” wordt opgenomen. In dit geval echter is het aanvaardbaar om niet de bestemming ‘wonen’ maar ‘wonenvoormalige boerderijen’ op te nemen gelet op de relatief grote omvang van de bestaande bebouwing op het perceel, het voorkomen als voormalig agrarische bebouwing, het feit dat de bebouwing feitelijk bestaat uit voormalige agrarische bebouwing, en omdat dit perceel en bebouwing het meest past bij deze bestemming als het gaat om de bouw- en gebruiksmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan. De bestemming ‘Wonen’ zal gewijzigd worden in “Wonen voormalige boerderijen’. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bestemming W wijzigen in W-VB.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
429
243. [appellant sub 243], wonend te Orvelte Bestemming Wonen wijzigen in W-VB
Pand is nu bestemd als wonen, dit moet feitelijk zijn wonen in voormalige agrarische bedrijfsbebouwing aangezien ca. 30 jaar terug het pand een agrarische functie had.
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. In het vigerende bestemmingsplan is voor dit perceel de bestemming “Wonen” opgenomen. In het buitengebied Westerbork is geen onderscheid gemaakt tussen wonen en wonen-voormalige boerderijen. Daarmee is er in dit geval interpretatie mogelijk. In dit geval is het aanvaardbaar om niet de bestemming ‘wonen’ maar ‘wonenvoormalige boerderijen’ op te nemen gelet op de relatief grote omvang van de bestaande bebouwing op het perceel, het voorkomen als voormalig agrarische bebouwing, het feit dat de bebouwing feitelijk bestaat uit voormalige agrarische bebouwing, en omdat dit perceel en bebouwing het meest past bij deze bestemming als het gaat om de bouw- en gebruiksmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan. De bestemming ‘Wonen’ zal gewijzigd worden in “Wonen voormalige boerderijen’. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. De bestemming W wijzigen in W-VB.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
430
244. [appellant sub 244], wonend te Beilen Bestemming Agrarisch wijzigen in Wonen
Graag zien wij beide percelen met dezelfde bestemming (wonen), omdat de bestaande schuur op beide percelen staat. Het geheel is nu dus ook 1 perceel geworden (zie tekening).
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. De zienswijze is juist. Hier is sprake van een omissie. De situatie is als volgt. Op het perceel kadastraal bekend Beilen R2825 staat de woning [locatie NNNNN] en de helft van het bijgebouw ligt op dit perceel. Dit is ook als wonen bestemd. Op het perceel erachter staat een bijgebouw behorende bij de woning, het perceel is als tuin in gebruik. Dit is het perceel kadastraal bekend Beilen R4074. Het is bestemd als AW-4 (agrarisch). Dit zal dan ook gewijzigd worden van de bestemming “AW4” in “Wonen”. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Voor het perceel Beilen R4074 de bestemming agrarisch wijzigen in W.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
431
245. [appellant sub 245], gevestigd te Smilde over [locatie OOOOO] Meer bouwruimte nodig
Door invoering van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied worden wij gekort in de nog uit te breiden oppervlakte aan clubgebouwen. Nu mogen wij maximaal 300 m2 bouwen. Wij hebben nu 216 m2. Op basis van de nieuwe voorschriften zouden wij slechts 259 m2 mogen oprichten dit is dus 41 m2 minder dan wij op basis van het huidige bestemmingsplan mogen. Graag de voorschriften aanpassen van 120% naar 150%. Overigens moet artikel 24.2 sub a3 lid 23.1 moet zijn 24.1
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan. Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. Omdat het in dit geval gaat om een aanvaardbare wijziging zal de opmerking onder de ambtshalve wijzigingen meegenomen worden. Het betreft hier [locatie OOOOO]. In het ontwerp plan heeft het perceel de bestemming “Sport-recreatie”, met de aanduidingen ‘bedrijfswoning uitgesloten’ en ‘sportveld’. Hierbinnen is het voor deze aanduiding inderdaad mogelijk de bebouwing uit te breiden tot 120% van de bestaande bebouwing. In dit geval zou dat opleveren minder dan het huidige bestemmingsplan toestaat, namelijk 300 m2. De enige andere locatie waar de bestemming sportveld van toepassing is, zijn de voetbalvelden bij Hijken. Hier is al meer dan 300 m2 bebouwing aanwezig, waardoor hier wel de 120% regeling kan gelden. In dit geval van de tennisclub is het redelijk 120% van bestaand te nemen maar dan toegevoegd: met een minimum van 300 m2. Hiermee verlies het geen bouwmogelijkheden, terwijl er voor derden of het gebruik van aangrenzende percelen geen onevenredige nadelige werking zal optreden. Het plan wordt aangevuld in die zin dat in de regels zal worden opgenomen dat aan bebouwing is toegestaan maximaal 300 m2 bebouwing, tenzij de bestaande situatie meer is. In dat geval is 120% van de bestaande oppervlakte toegestaan. De zienswijze geeft aanleiding het plan te wijzigen. Wijziging: de zienswijze is te laat ingediend en daarmee niet ontvankelijk. Via de ambtshalve wijzigingen zal evenwel het volgende voorgesteld worden. Binnen de bestemming “S-R“ opnemen in de regels dat ter plaatse van de aanduiding ‘sportveld’ de toegestane bebouwing 300 m2 bedraagt, tenzij de bestaande situatie meer is. In dat laatste geval geldt dat de maximale oppervlakte voor bebouwing 120% van de bestaande situatie is.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
432
246. Plas Bossinade Advocaten N.V., de heer W. van der Velde, Postbus 1100, 9701 BC, Groningen namens [appellant sub 246], te Assen over [locatie PPPPP] Namens client is op 24 februari 2010 een 246a. Ontvankelijkheid inspraakreactie ingediend op het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied. Per brief van 4 februari 2010 heeft u ons geinformeerd over het ter inzage liggen van het ontwerp bestemmingsplan. U heeft in maart 2010 aangegeven dat het plan wordt ingetrokken en te zijner tijd een verbeterd ontwerp opnieuw ter inzage gelegd wordt. U zou ons op de hoogte gaan houden. Per brief van juni 2010 heeft u aangegeven ons op de hoogte te houden van het ter inzage komen liggen van het nieuwe ontwerp plan. Op 9 mei 2011 heeft client een gesprek gehad op het gemeentehuis waarbij bleek dat het ontwerp tot ongeveer eind maart 2011 ter inzage heeft gelegen. Client was daarvan niet op de hoogte en er is geen bericht van uw zijde ontvangen hierover. Daarom kan client niet redelijkerwijs verweten wroden dat hij niet tijdig een zienswijze heeft ingediend en ik verzoek u de termijn verschoonbaar te achten. 246b. Inhoudelijk bezwaar
De zienswijze heeft betrekking op [locatie PPPPP], waarvan client eigenaar is. Verwezen wordt naar de zienswijze van 2010 welke als herhaald en ingelast beschouwd wordt. Client verzoekt de gemeenteraad het bestemmingsplan zodanig vast te stellen, dat de daarin u bekende plannen van client voor
De zienswijze is ingediend na de termijn van ter inzage liggen van het plan (op 23 mei, dus 2 maanden na sluiting van de termijn). Derhalve kan de zienswijze niet in behandeling genomen worden oftewel niet ontvankelijk verklaard worden. De afweging daartoe is de volgende. De gemeente heeft client wel degelijk op de hoogte gehouden over het ter inzage komen te liggen van het nieuwe ontwerp plan. Per brief van 4 februari 2011 heeft de gemeente betrokken partij geinformeerd over het ter inzage komen van het plan. Daarnaast had zowel de advocaat als client zelfstandig kennis kunnen nemen van het ter inzage liggen van de stukken. Op diverse manieren is ruchtbaarheid gegeven aan het ter inzage liggen, namelijk via de verplichte pubicatie in de Staatscourant, op de landelijke website ruimtelijkeplannen.nl en in het regionale weekblad. Daarnaast heeft de tekst ook op de gemeentelijke website gestaan en zijn er diverse informatieavonden en inloopmomenten geweest, welke allen diverse malen aangekondigd zijn. Er rust een actieve informatieplicht op betrokken burgers/partijen om kennis te nemen van deze zaken. De gemeente acht dan ook dat de termijnoverschrijding van zo’n 2 maanden niet verschoonbaar is. De zienswijze wordt niet-ontvankelijk verklaard en geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
Overigens zij het volgende ten overvloede vermeld. Er ligt momenteel een rechterlijke uitspraak waarin het bestreden besluit over dit perceel bevestigd wordt. Hiertegen loopt nog een beroepszaak, waardoor dit besluit nog niet onherroepelijk is. In principe is het niet gebruikelijk om in die tijd met partijen in gesprek te gaan. Aangezien het hier gaat om een voor de indiener van de zienswijze belangrijke zaak gaat is toch een gesprek/dialoog lopende over wat wel tot de mogelijkheden
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
433
dit perceel gerealiseerd kunnen worden. Het gaat dan om een woonfunctie te realiseren, bestaande uit bewoning door een beheerdersechtpaar en 10 a 12 personen die bij hun dagelijkse behoefte hebben aan ondersteuning. De bewoners wonen niet alleen op [locatie PPPPP], maar verrichten daar ook lichte werkzaamheden bij wijze van dagbesteding. Client behoudt zich het recht voor de zienswijze aan te vullen en nader te motiveren en zou het op prijs stellen om met het gemeentebestuur in overleg te treden over de inhoud van de zienswijze.
behoort, afwijkende van het bestreden besluit. Gelet op dit alles, en op het feit dat de gemeente van mening is dat de gegeven bestemming in het ontwerp juist is, zal geen gehoor worden gegeven aan de zienswijze. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
434
even lege blz laten.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
435
Bijlage A algemene beantwoording over onderwerp ‘Hydrologie’. Milieuzone - hydrologische beïnvloeding
Achtergronden Het waterschap heeft in zijn waterbeheerplan zones van hydrologische beïnvloeding opgenomen. Deze zones zijn een nadere uitwerking van de hydrologische aandachtsgebieden van de provincie Drenthe. Maatregelen in een bepaald gebied kunnen invloed hebben op het naastliggende gebied. Als tegenstrijdige belangen naast elkaar voorkomen, kan de invloed ongewenst zijn. Zo kan door vernattingsmaatregelen in het natuurgebied vernattingsschade ontstaan in het naastgelegen landbouwgebied of kunnen wegen of woningen in het natuurgebied grondwateroverlast krijgen. Ook kan de aanleg van drainage in een landbouwperceel leiden tot ongewenste verlaging van de grondwaterstand in het naastgelegen natuurgebied. Dit wordt hydrologische beïnvloeding genoemd.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
436
De gebiedsaanduiding 'milieuzone - hydrologische beïnvloeding' komt voor rond de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in en grenzend aan het plangebied 1 . Deze zone komt daarnaast voor rond een aantal natuurgebieden die geen Vogel- en Habitatrichtlijngebieden zijn, maar is hier smaller (0ca 500 m in plaats van 1.000 m). Waterhuishoudkundige ingrepen in dit gebied mogen geen negatief effect hebben op de natuurfunctie van het aangrenzende gebied. Anderzijds mogen inrichtingsmaatregelen ten behoeve van de natuurwaarden ook geen nadelige invloed (vernatting) hebben op het aangrenzende landbouwgebied. Met betrekking tot deze gebieden geldt een extra omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, voor wat betreft het aanbrengen van drainage en het wijzigen van greppelsystemen. In de zone van hydrologische beïnvloeding is verder -met het oog op verdroging- geen houtteelt en bosbouw toegestaan. Tevens zijn in de zone van hydrologische beïnvloeding geen nieuwe landgoederen mogelijk, is mestopslag alleen toegestaan op het bouwperceel en zijn nieuwe bouwpercelen uitgesloten. Normale ontwikkelingen, waaronder de uitbreiding van de bestaande bedrijven (bouwvlak van 1 ha naar 1,5 ha) in deze zone zijn wél mogelijk. Het waterschap is uiteindelijk verantwoordelijk is voor een vergunningenstelsel. De breedte van het deel van de zone van hydrologische beïnvloeding dat ligt buiten de natuurfunctie is zodanig gekozen dat aan de rand van de zone de invloed van een peilverhoging in het natuurgebied met 50% is afgenomen. Dit is berekend met behulp van de geohydrologische kenmerken van de ondergrond. Het waterschap is beheerder van het oppervlaktewater en het ondiepe grondwater. Vanuit die rol wil het waterschap voorkomen dat eenzijdig voorgenomen maatregelen ertoe leiden dat andere belangen worden geschaad. Het waterschap vindt dat het nodig is om nadere eisen te kunnen stellen
1
Het betreft de volgende acht gebieden: Mantingerzand, Mantingerbos, Elperstroom, Fochteloërveen, Drentsche Aa-gebied, Drents-Friese Wold, Dwingelderveld en Witterveld.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
437
voor alle hydrologische maatregelen die worden uitgevoerd in de zone van hydrologische beïnvloeding. In de praktijk gaat het vooral om de aanleg van drainage en het graven en dempen van sloten. Over het algemeen is voor deze zone in het bestemmingsplan het beleid van het waterschap gevolgd. Ten aanzien van de Natura 2000 gebieden is 1000 meter genomen op basis van toenmalig beleid. Om in de beïnvloedingszones naast het tegengaan van verdroging tevens verstoring te voorkomen, is een aantal aanvullende regelingen van toepassing. Het gaat hier om zaken die niet de hydrologie betreffen maar op een andere wijze verstoring op het Natura 2000 gebied kunnen veroorzaken. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan effecten van stikstof, licht, geluid, menselijke aanwezigheid die negatief kunnen zijn voor kwetsbare flora (stikstof) of fauna in het Natura 2000 gebied. Zo zijn in de zones van hydrologische beïnvloeding rondom de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in en rondom het plangebied bijvoorbeeld geen nieuwe landgoederen mogelijk, is mestopslag alleen toegestaan op het bouwperceel en zijn nieuwe agrarische bouwpercelen uitgesloten. Nadere afweging op basis van zienswijzen Ten aanzien van de hydrologische beïnvloedingszones is een groot aantal zienswijzen binnengekomen. In zijn algemeenheid onderschrijft de gemeente het beleid van waterschap en provincie ten aanzien van de noodzaak van dergelijke zones. Ten aanzien van de Natura 2000 gebieden is echter recent het een en ander veranderd. In het kader van het opstellen van de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden had de provincie op basis van onderzoeken en adviezen als beleid in overweging dat diepe grondwerkzaamheden buiten het Natura 2000-gebied zoals drainage en beregening invloed kunnen hebben op de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied. De provincie had daarom als beleid, dat deze werkzaamheden tot 1.000 m rond een Natura 2000-gebied Natuurbeschermingswetvergunningplichtig zijn. Daarom is in dit bestemmingsplan bij alle relevante bestemmingen opgenomen dat deze werkzaamheden onder een omgevingsvergunningsstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vallen. Het college van burgemeester en wethouders kan de benodigde vergunning slechts verlenen wanneer uit vooronderzoek blijkt dat de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 door het bevoegd gezag, het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, kan worden verleend. Overigens komen ook deze zones vrijwel overeen met de door het waterschap gehanteerde zones. Inmiddels heeft de provincie de waterschappen opdracht gegeven de breedte van de betreffende zones rond Natura 2000 gebieden nader te onderzoeken en vervolgens te regelen in de Keur. De nadere onderzoeken zijn inmiddels volop gaande. Zodra de zones door de waterschappen definitief zijn geregeld in de Keur, kan de regeling ten aanzien van hydrologie in het bestemmingsplan via een wijzigingsbevoegdheid verwijderd worden, teneinde dubbele regelgeving te voorkomen. Enkele zienswijzen gingen in op het feit dat reeds diepe grondbewerking of aanleg van drainage heeft plaatsgevonden. Dit mag zo zijn, echter nieuwe ingrepen kunnen te allen tijde nieuwe effecten genereren. Andere personen waren van mening dat de grenzen van de zones aan moeten sluiten bij bestaande waterlopen. Echter de werkelijke begrenzing van hydrologische beïnvloeding loopt niet altijd via bestaande watergangen. Anders gezegd: het ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
438
verlagen of verhogen van het grondwaterpeil kan ook aan de overzijde van een watergang nog effecten hebben. Exacte vormen van hydrologische beïnvloeding zijn pas na gedegen onderzoek vast te stellen. De samenstelling van de bodem, ligging van keileemlagen bijvoorbeeld spelen, daarbij een belangrijke rol. Momenteel onderzoekt het waterschap hoe de zones moeten komen te liggen. Zolang het waterschap nog geen regeling heeft opgenomen in de Keur, is een omgevingsvergunningstelsel met betrekking tot de zone van hydrologische beïnvloeding noodzakelijk in het bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe. Zoals hierboven is uiteengezet, kan dit voor zover deze betrekking heeft op de zone van hydrologische beïnvloeding uit het bestemmingsplan worden gehaald, zodra het waterschap een vergunning heeft geregeld in de Keur. Zoals in de inleiding is gesteld was in de zone van hydrologische beïnvloeding ook een aantal aanvullende regelingen van toepassing. Het ging hier om zaken die niet de hydrologie betreffen maar op een andere wijze verstoring op het Natura 2000 gebied kunnen veroorzaken. De zones van hydrologische beïnvloeding worden daarmee tevens beschouwd als begrenzing van de externe werking. Deze begrenzing was met 1000 meter erg ruim. Bovendien is hier hooguit een nadere afweging noodzakelijk en geen absoluut verbod. Deze ontwikkelingen betreffen onder meer de vestiging van nieuwe bouwpercelen, nieuwe landgoederen, mestopslag buiten het bouwperceel, lichtmasten buiten het bouwperceel en aanleg van nieuwe paardrijbakken. Deze ontwikkelingen zijn niet bij recht mogelijk maar na afwijking dan wel wijziging. Omdat via artikel 43 van de regels in de randvoorwaarden toch al toetsing aan de Nb-wet en natuurwaarden is opgenomen hoeven deze ontwikkelingen niet ook nog eens gekoppeld te worden aan een zone. Vorenstaande in aanmerking nemende, zal het plan worden aangepast op de volgende punten:
1 2 3
Er wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het bestemmingsplan waarmee de hydrologische beïnvloedingszones rond Natura 2000 gebieden in het bestemmingsplan kan komen te vervallen, zodra het waterschap de zones geregeld heeft in de Keur; In het bestemmingsplan wordt een bepaling opgenomen waarin verhoging van het waterpeil in natuurgebieden niet tot negatieve gevolgen mag leiden voor de landbouwfunctie in de beïnvloedingszones; Ten aanzien van onder meer landgoederen, nieuwe bouwpercelen, paardrijbakken, mestopslag, en lichtmasten buiten het bouwperceel is geen aparte zonering nodig: Deze kunnen nu al alleen worden gerealiseerd via afwijking dan wel wijziging en hierbij is via artikel 43 van de regels (de algemene randvoorwaarden) al toetsing aan natuurwaarden en Nb-wet opgenomen. Deze ontwikkelingen (en bijbehorende randvoorwaarden) worden dus niet langer gekoppeld aan de hydrologische beïnvloedingszones.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
439
Bijlage B algemene beantwoording over onderwerp ‘Waardevol grasland’. Waardevol grasland In het bestemmingsplan zijn waardevolle graslanden als zodanig aangeduid vanwege hun botanische waarden. Omdat deze graslanden lastig exact op perceelsniveau zijn te begrenzen, worden deze aanduidingen omschreven als ‘gebieden met waardevol grasland’. Soms zijn ze ook waardevol voor weidevogels. De botanisch waardevolle graslanden zijn overgenomen uit het ‘ontwerp natuurbeheerplan 2011 provincie Drenthe’ en lokaal aangevuld met gegevens gebaseerd op de veldinventarisatie Midden-Drenthe 2008. Het provinciaal beleid is erop gericht deze waarden te beschermen. Binnen de gebieden onder de aanduiding ‘waardevol grasland’ geldt voor het scheuren en frezen van grasland, anders dan ten behoeve van graslandverbetering en herinzaai, een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. In de afweging worden de botanische waarden betrokken. In die gevallen waar geen waarden aanwezig zijn of door de activiteit niet geschaad worden, kan de vergunning gewoon worden verleend. In andere gevallen zal er een nader toetsingsmoment moeten plaatsvinden voor het al dan niet verlenen van een vergunning. Daarbij is het actuele provinciale beleid ten aanzien van waardevolle graslanden richtinggevend. De zienswijze geeft geen aanleiding het plan te wijzigen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
440
Bijlage C algemene beantwoording over onderwerp ‘Archeologie’. Reacties op zienswijzen over archeologische dubbelbestemming in het bestemmingplan “Buitengebied Midden-Drenthe” Inleiding Over het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied zijn 108 zienswijzen ingediend die geheel of gedeeltelijk gaan over het onderwerp archeologie. In deze bijlage geeft de gemeente aan hoe met deze zienswijzen is omgegaan. De zienswijzen zijn met name gericht op de dubbelbestemming die gaat over de archeologische verwachtingen, welke onder meer is verwerkt in een bestemming op de kaart (de zogenaamde plusjes). Dit is de bestemming “waarde archeologie 2” (WR-A2). Over de andere twee dubbelbestemmingen voor archeologie, de bekende archeologische terreinen (WR-A1) en de pingoruines en historische kernen (WR-A3) is in principe geen zienswijze ingediend, althans dat is niet als zodanig genoemd in de zienswijzen. Deze bijlage gaat dan ook voornamelijk over de bestemming voor de verwachtingen van de archeologische waarden. Conclusie Naar aanleiding van de zienswijzen is onderzocht in hoeverre de systematiek van beschermen van de (mogelijke) archeologische waarden versoepeld kan worden. Hiertoe is onder meer overleg gepleegd met diverse organisaties en is nader onderzoek gedaan in diverse beschikbare bronnen. Hieronder is dit nader uitgewerkt. Kort samengevat komen de conclusies neer op het volgende. 1. Het is mogelijk om het aanleggen en vervangen van drainage buiten het archeologische vergunningensysteem te laten. Uitzondering hierop zijn de essen en de archeologische gebieden in de dubbelbestemming WR-A1, de zogenaamde bekende archeologische terreinen. 2. De vrijstelling van een vergunning wegens normaal agrarisch gebruik is verruimd. Met name wat valt onder normaal agrarisch gebruik is na overleg met onder meer de agrarische sector opnieuw bepaald. Bepaald was al dat tot 30 cm diepte geen vergunning nodig is. Het voorstel is om ook ‘niet bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van de verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 10 cm onder de bouwvoor’ vrij te stellen van vergunning. Voor diepere grondbewerking dan deze 10 cm onder de bouwvoor door o.a diepploegen en mengwoelen moet nog wel een vergunning aangevraagd worden. 3. In diverse zienswijzen is aangegeven dat er in het verleden ruilverkaveling heeft plaatsgevonden en dat er daardoor geen archeologische waarden meer te verwachten zijn. Dit is nogmaals nader onderzocht, maar heeft geen nieuwe inzichten opgeleverd. Derhalve kan hiervoor geen uitzondering gemaakt worden. Nadere uitwerking zienswijzen en beantwoording De volgende onderwerpen zijn in de zienswijzen genoemd en worden hieronder behandeld en voorzien van commentaar: 1. Archeologie in het algemeen in het bestemmingsplan; 2. Kosten voor onderzoek; 3. Al verstoorde terreinen toch opgenomen; ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
441
4. normaal agrarisch gebruik; 5. rapportages zijn niet verwerkt De hierboven genoemde punten zullen hieronder uitgewerkt worden. Het is mogelijk dat uw zienswijze op een of meerdere onderwerpen betrekking heeft. ad 1) Archeologische verwachtingen in het algemeen Een aantal zienswijzen geven in het algemeen aan dat het archeologische systeem ten aanzien van verwachte waarden onterecht is opgenomen in het plan. Ter toelichting hierop het volgende. In het bestemmingsplan ‘Buitengebied Midden-Drenthe’ is een systeem opgenomen om (mogelijke) archeologische waarden te beschermen. Voorheen (voordat dit het nieuwe beleid werd vastgesteld) werd de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) gebruikt voor archeologische vraagstukken. De IKAW geeft een globaal beeld van de archeologische verwachtingsgebieden, en daarmee ook van de archeologische waarden in gemeente Midden-Drenthe. Ook in het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe is gebruik gemaakt van de IKAW. Over het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe zijn verscheidene inspraak- en overlegreacties ontvangen over de archeologie in zijn algemeenheid. De IKAW bleek te onnauwkeurig om in het bestemmingsplan toe te passen. Het geeft daarnaast alleen inzicht op het aantreffen van o.a. nederzettingen weer en niet op andere via beleidsregels toegevoegde gebieden zoals bv. beekdalen. De IKAW houdt geen rekening met bestaande verstoringen en wijst verstoorde gebieden soms onterecht aan als archeologisch waardevol. De gemeente Midden-Drenthe heeft daarom besloten de IKAW nader te specificeren en te verwerken in het bestemmingsplan voor het buitengebied. De gemeente heeft Ingenieursbureau Oranjewoud opdracht gegeven om nader onderzoek te verrichten. Voor het buitengebied van de gemeente Midden-Drenthe is in 2010 een gespecificeerde archeologische verwachtingskaart opgesteld, welke gebruikt is voor het opstellen van het ontwerp bestemmingsplan voor het buitengebied. Op de gespecificeerde archeologische verwachtingskaart wordt, zoals de naam al zegt, alleen de verwachting ten aanzien van het wel/niet aanwezig zijn van archeologische vindplaatsen weergegeven. Deze verwachting is op basis van archeologisch bureauonderzoek (bronnenonderzoek) in beeld gebracht. Om zeker te weten of in een gebied met een hoge archeologische verwachting ook daadwerkelijk archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, is altijd toetsing door veldonderzoek nodig. Het is voor de gemeente niet uitvoerbaar, en tevens niet wenselijk, om de feitelijke situatie voor alle gebieden met een archeologische verwachting binnen de gemeente, via veldonderzoek in beeld te brengen. Het doen van archeologisch onderzoek is, zoals verwoord in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz 2007), alleen toegestaan bij daadwerkelijke bedreigingen van het Nederlandse bodemarchief. In het kader van het maken van de gespecificeerde archeologische verwachtingskaart is wel een beperkte veldtoets uitgevoerd. Dit ter verificatie van de gehanteerde wetenschappelijke verwachtingsmodellen. Door middel van deze veldtoets is de juistheid van de gedane landschappelijke en bodemkundige aannames, bijvoorbeeld van aanwezige bodems, gecontroleerd. De verwachtingskaart is daarmee verder gespecificeerd en waar nodig op basis van de resultaten vervolgens aangepast. Deze nieuwe, veel nauwkeurigere archeologische verwachtingskaart is verwerkt in het (nieuwe) ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe”. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
442
De zienswijze geeft aan dat het opnemen van een aanwijzing “archeologische interessant” niet correct is. Gezien bovenstaande onderbouwing is de gemeente het hier niet mee eens en is terecht opgenomen een bescherming van archeologische waarden. Dit is overigens ook een landelijke, wettelijke verplichting. In elk bestemmingsplan moet rekening gehouden worden met (mogelijke) archeologische waarden. Ad 2) Kosten voor onderzoek De kosten van noodzakelijke archeologische werkzaamheden komen ten laste van de initiatiefnemer van de bodemverstorende activiteit. Zo is dat geregeld in de Monumentenwet (1988). Hij of zij is immers degene die baat heeft bij de ontwikkeling concreet waardoor eventueel aanwezige archeologische waarden worden bedreigd. Dit geldt voor alle kosten van het archeologisch onderzoek, zoals bureauonderzoek, veldonderzoek, de verslaglegging van het onderzoek en de kosten voor conservering van opgegraven materiaal. Ook kosten (leges) gemaakt door de overheid ten behoeve van advisering en/of beoordeling van ingebrachte stukken komen voor rekening van de initiatiefnemer. De kosten van archeologisch onderzoek kunnen per locatie en procesfase, maar ook qua type archeologische vindplaats sterk verschillen. Veelal kan tijdig (voor)onderzoek grote kostenposten later in de planvorming voorkomen of aanvullende kosten waarin in de exploitatie niet is voorzien tijdig signaleren. Belangrijke bepalende factoren in het kostenplaatje zijn de omvang van het onderzoek, de ligging en het karakter van het plangebied (bebouwde kom of buitengebied), bodemsoort en de archeologische verwachting. De gemeente vindt dat de kosten voor onderzoek toebehoren aan de initiatiefnemer zoals de wetgever dat heeft bedoeld en landelijk ook wordt gehanteerd. De kosten voor onderzoek komen ook pas naar voren indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend. Wij zijn van mening dat de kosten voor onderzoek bij de initiatiefnemer liggen. Uw zienswijze geeft geen aanleiding om de kosten voor onderzoek ten laste te brengen van de gemeente Midden-Drenthe. Ad 3) Wat te doen wanneer een grondeigenaar aangeeft dat zijn terrein is verstoord door diverse oorzaken De zienswijze geeft aan dat er geen archeologische waarden meer verwacht hoeven te worden op een bepaald perceel gelet op de verstoring door ruilverkaveling, door diepploegen of door het al aangebracht hebben van drainage. Dit is uiteraard mogelijk, maar zal moeten worden aangetoond door middel van administratieve gegevens (bijv. rekeningen van loonwerkers waaruit locatie en diepte van grondbewerking valt af te leiden) of door middel van een archeologisch veldonderzoek conform de landelijke norm van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie in haar vigerende versie. De praktijk wijst uit dat administratieve gegevens meestal niet overlegd kunnen worden en dat een veldtoets noodzakelijk is. Hieronder gaan we in op de diverse vormen van verstoring: • Perceel is ruilverkaveld/ontgonnen U hebt aangegeven dat uw perceel al bewerkt is bij de ruilverkaveling of het ontginnen van het gebied en daardoor het archeologische bodemarchief geheel of ten dele is vernietigd. Indien het perceel is ruilverkaveld/ontgonnen, wil dit niet per definitie zeggen dat er ook grondbewerkingen hebben plaatsgevonden. In geval van ondiepe grondbewerking kunnen wellicht ondiepe sporen zijn geraakt maar de diepere sporen zoals kuilen, paalsporen van boerderijen en opslagschuren, greppels en waterputten zijn nog steeds intact. Er zijn ruilverkavelingen geweest waarbij weinig of slechts plaatselijk ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
443
grondbewerkingen hebben plaatsgevonden. Dat een perceel onderdeel uitmaakt van een ruilverkaveld gebied, betekent dus niet bij voorbaat dat het perceel ook dusdanig is verstoord dat er geen archeologische waarden meer aanwezig zijn. In het kader van het opstellen van de archeologische verwachtingskaart, zijn tevens ruilverkavelingdossiers geraadpleegd, voor zover nog aanwezig. Hiervoor zijn dossiers in het archief van Dienst Landelijk Gebied in Tynaarlo, het gemeentelijke archief en gegevens van Alterra bestudeert. Percelen die op de bij deze dossiers behorende kaarten zijn aangegeven als "vergraven" zijn al als verstoord op de verwachtingskaart aangegeven (steekproefsgewijs getest middels veldtoets) en uitgesloten van bescherming. Ook is zeer recent, juli 2011 nog onderzocht of bepaalde verwachtingswaarden niet verwijderd kunnen worden van de kaarten omdat hier al ruilverkaveling zou hebben plaatsgevonden. De beschikbare informatie bleek echter onvoldoende tot geen zekerheid te bieden dat verstoring heeft plaatsgevonden. Het kaartmateriaal is daarom niet aangepast. Vooralsnog is niet gebleken dat er dusdanige verstoring van uw perceel is opgetreden door de werkzaamheden t.b.v. de ruilverkaveling. De verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek bij bepaalde werkzaamheden blijft dan ook in stand. Op het moment dat u daadwerkelijk werkzaamheden gaat verrichten die vallen onder de vergunningplicht, dient u inzicht te geven in de mate van verstoring voor terreinen met een middelhoge en hoge verwachting binnen ruilverkavelingsgebieden. U kunt daarbij volstaan met een controlerend booronderzoek (alleen verrichten van 3 boringen per ha). Als blijkt dat de bodem inderdaad verstoord is, dan is verder archeologisch onderzoek niet meer nodig. Daar waar de bodem onverstoord is moet nog wel een verkennend onderzoek (bureauonderzoek en 6 boringen per hectare) worden uitgevoerd. De zienswijze geeft dan ook geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. • Perceel is diepgeploegd/gemengwoeld U heeft aangegeven dat uw perceel al gediepploegd en/of gemengwoeld is en dat daardoor geen archeologische waarden meer aanwezig zullen zijn. Het is mogelijk dat uw perceel is diepgeploegd of gemengwoeld, zodanig dat eventuele archeologische resten hierbij verloren zijn gegaan. Dit dient echter aangetoond te zijn voordat wij de verwachtingen hiervan van het kaartmateriaal kunnen verwijderen. Op het moment dat u daadwerkelijk werkzaamheden gaat verrichten die vallen onder de vergunningplicht, dient u inzicht te geven in de mate van verstoring voor terreinen met een middelhoge en hoge verwachting. Dit kan bijvoorbeeld door een bewijs aan te leveren (bijvoorbeeld een nota van een loonbedrijf) dat de werkzaamheden hebben plaatsgevonden (waar mogelijk met fotomateriaal). Dit in samenspraak met de gemeente. Indien er geen administratieve gegevens zijn, zal door middel van veldonderzoek de mate van verstoring van het perceel moeten worden vastgesteld. Dit is een voor de archeologie gebruikelijke voorgeschreven wijze. Voor percelen met een hoge en middelhoge verwachting, waar in het kader van ruilverkaveling mogelijk verstoring door diepe grondbewerking(denk daarbij aan diepploegen, mengwoelen) tot 1 m beneden maaiveld is opgetreden, kan met een controlerend booronderzoek (3 boringen per ha) de mate van verstoring worden onderzocht. Als blijkt dat de bodem inderdaad verstoord is, dan is verder archeologisch onderzoek niet meer nodig. Daar waar de bodem onverstoord is moet nog wel een Inventariserend veldonderzoek worden uitgevoerd.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
444
Voor uw perceel is een dergelijk bewijs of onderzoek bij de gemeente niet bekend of uitgevoerd. Wij kunnen het beleid dan ook niet wijzigen. De zienswijze geeft dan ook geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. • Perceel is gedraineerd U heeft aangegeven dat uw perceel al gedraineerd is en dat daardoor geen archeologische waarden meer aanwezig zullen zijn. Het is mogelijk dat uw perceel is gedraineerd. Drainagebuizen verstoren echter niet een geheel perceel, maar verstoren de bodem slechts zeer plaatselijk. Dit betekent dat een eventuele archeologische vindplaats nog grotendeels intact kan zijn. De aanwezigheid van drainagebuizen op uw perceel is daarom geen reden om de verwachtingswaarde van uw perceel aan te passen. Wel is er na overleg met diverse partijen, zoals de LTO-noord en de provincie voor gekozen om voor middelhoge en hoge verwachtingsgebieden de aanleg en vervanging van drainage vergunningsvrij te stellen. Uitzondering hierop zijn de essen en AMK-terreinen (WR-A1), vanwege de hoge landschappelijke en archeologische waarden blijft hier een vergunningplicht van kracht. Uw zienswijze geeft aanleiding om het algemene beleid ten aanzien van drainage te versoepelen. De gemeente adviseert u wel om bij nieuwe drainagewerkzaamheden vooraf contact op te nemen met de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente Midden-Drenthe, de heer S. van Veen. • Op perceel ligt een (gas)leiding U hebt aangegeven dat uw perceel al bewerkt is door het aanwezig zijn van een (gas)leiding en dat daardoor geen archeologische waarden meer aanwezig zullen zijn. Het is mogelijk dat op uw perceel een gasleiding of andere leiding (drinkwater/riool e.d.) ligt. Het leggen van een dergelijke leiding brengt een zekere mate van verstoring met zich mee. Over het algemeen wordt de bodem over enkele tot tientallen meters verstoord (ter plaatse van de leidingsleuf maar ook ter plaatse van de leidingstraat, die ten behoeve van de aanleg van een dergelijke leiding wordt aangelegd. Deze gebieden kunnen mogelijk als verstoord worden beschouwd. In de gemeente liggen vele leidingen. Er is niet voor gekozen om al deze leidingen op de archeologische verwachtingskaart inzichtelijk te maken. Dat is bijvoorbeeld ook niet gedaan voor bouwwerken en infrastructurele werken. Het is ook niet gebruikelijk om op een dergelijk detailniveau verstoringen op te nemen op een archeologische verwachtingskaart. Uitzondering hierop zijn de ondergrondse gasleidingen, deze dienen namelijk ook als dubbelbestemming gasleiding opgenomen te worden. In de regels en op de verbeelding is aangegeven dat er geen archeologische verwachtingen zijn. Vaak is in het kader van de aanleg van gasleidingen al archeologische onderzoek verricht. In hoeverre dit ook geld voor de oude leidingen in het buitengebied is niet bij ons bekend. Bij werkzaamheden of planontwikkeling op een perceel met een gasleiding kunt u het beste vooraf contact opnemen met de gemeente. Ad 4) Grondbewerking (diepte) en normaal agrarische grondbewerking De zienswijze geeft aan dat normaal agrarische grondbewerkingen vrijgesteld moeten worden van een archeologische onderzoeksverplichting. Onder normaal agrarische grondbewerking wordt verstaan grondbewerking die niet dieper gaat dan de bouwvoor. Binnen deze diepte zullen over het algemeen weinig tot geen archeologische vindplaatsen worden verstoord die in het verleden niet al geroerd zijn. Bij diepere grondbewerkingen is dit wel het geval. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
445
Aangezien archeologische vindplaatsen in de gemeente Midden-Drenthe, net als elders in Drenthe aan het oppervlak liggen, is een diepere verticale vrijstelling dan 30 cm op voorhand niet mogelijk. Dit is ook als zodanig opgenomen in het bestemmingsplan. Naar aanleiding van de zienswijzen is met provincie, Drentse gemeenten en LTO-Noord uitvoerig overleg gevoerd over de invulling van aspecten die onder normaal agrarisch grondgebruik worden verstaan. Als uitkomst hiervan is de volgende aanvulling op de definitie van normaal agrarisch gebruik geformuleerd: Een uitzondering hierop zijn niet bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van de verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 10 cm onder de bouwvoor. Diepere grondbewerking dan deze 10 cm onder de bouwvoor door o.a diepploegen en mengwoelen behoren hier echter in ieder geval niet toe. De zienswijze geeft dan ook aanleiding het plan te herzien op onderdelen. Ad 5) Rapportage aanwezig De zienswijze geeft aan dat er in het verleden al in uw of andermans opdracht een archeologisch onderzoek is uitgevoerd voor het door u naar voren gebracht perceel en dat er geen archeologische waarden aangetroffen zijn. Uit de rapportage blijkt dat er sprake is van een verstoorde bodem. De kans op het nog aantreffen van onverstoorde archeologische grondsporen is dan ook zeer klein. De gemeente Midden-Drenthe heeft het perceel vrijgegeven. Het kan echter voorkomen dat er wel archeologische vondsten worden gedaan bij de uitvoering van grondbewerking. Indien dit voorkomt dient direct gemeld te worden bij de provinciale archeoloog van het Drents Plateau in Assen. De zienswijze geeft aanleiding om de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan aan te passen. Hieronder nog twee aspecten die niet direct zijn genoemd in de zienswijzen, maar wel doorwerken in de vertaling van archeologie in het bestemmingsplan voor het buitengebied. Ad 6) Agrarisch bouwblok De percelen binnen agrarische bouwblokken hebben een archeologische dubbelbestemming. De gemeente heeft onderzocht in hoeverre de bouwblokken vrijgesteld kunnen worden van archeologisch onderzoek, aangezien hier mogelijk al enige verstoring opgetreden is door het gebruik. Verwacht mag worden dat de ondergrond in ruime mate is verstoord op het bebouwde gedeelte en archeologische sporen niet meer aanwezig zijn. Echter, voor het onbebouwde of nog niet gebruikte deel van een bouwblok kan niet zonder onderzoek bepaald worden of de archeologische waarden zijn verstoord. Derhalve is ook hier archeologisch onderzoek nodig om de waarden uit te sluiten. De Raad van State heeft dit bevestigd in haar uitspraak van 6 juli 2011 waarbij een gemeente een vrijstelling voor het doen van archeologisch onderzoek binnen de agrarische bouwblokken had opgenomen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
446
De gemeente kan dan ook niet de dubbelbestemming voor deze percelen in het bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” uitsluiten van archeologische verwachtingen. Ad 7) Terreinen van provinciaal belang (beekdalen en essen) De provincie Drenthe heeft in 2010 de omgevingsvisie vastgesteld, waarin onder andere de verantwoordelijkheid voor het archeologische verhaal van Drenthe wordt beschreven. Zo worden ook beekdalen en essen met een archeologische verwachting, als provinciaal belang aangemerkt. Op de archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan hebben deze gebieden een aanmerkelijk aandeel in de dubbelbestemming WR-A2 gekregen. •
beekdalen Beekdalen zijn door de ligging veelal gebieden met een lage archeologische verwachting. Door de mogelijke aanwezigheid van diverse archeologische interessante resten zoals bruggen, voorden en molens heeft de provincie hier een hogere verwachting aan toegekend. Gezien de ontstaansgeschiedenis van de jonge veldontginningen is echter wel aannemelijk dat er een lagere verwachting is dan bij de beekdalen in oude veldontginningen. Echter de haalbaarheid om de beekdalen van enig archeologisch onderzoek vrij te stellen zal geen instemming van de provincie kunnen krijgen.
•
essen De essen in Drenthe zijn uniek en er is een duidelijke relatie met archeologie. In de gemeente Midden-Drenthe ligt zelfs een es van zeer hoge archeologische waarde, de Orvelter Esch, en deze is op grond van de Monumentenwet wettelijk beschermd. De ligging van de essen is dusdanig dat bewoning hier vroegtijdig al heeft plaats gevonden en archeologische sporen direct onder het maaiveld aanwezig kunnen zijn. Specifiek ook de essen die direct aan beekdalen zijn gelegen hebben een hoge archeologische verwachting.
De gemeente kan niet anders dan de gebieden van provinciaal belang opnemen op de archeologische verwachtingskaart behorende bij het bestemmingsplan voor het buitengebied. De gemeente kan het beleid dan ook niet wijzigen. Bovenstaande geeft dan ook geen aanleiding om de archeologische verwachtingskaart en daarmee de dubbelbestemming hierop aan te passen. Eindconclusie Voor een eindconclusie verwijzen wij naar de eerste bladzijde van deze bijlage, waarin een conclusie is opgenomen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
447
Bijlage D. overzicht wijzigingen nav reactie provincie Overzicht van de opmerkingen van de provincie over de verbeelding van het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe”. De algemene lijn voor beantwoording van de zienswijzen als het gaat om de vraag of een perceel een natuur- of een agrarische bestemming moet krijgen is als volgt: Allereerst bepaalt in principe het huidige gebruik of functie de bestemming. Hierop gelden enkele uitzonderingen. 1. Bos- of natuurpercelen en houtsingels die kleiner zijn dan 2 ha en in het agrarische gebied zijn gelegen (buiten EHS) zijn niet apart bestemd. In de eerste plaats wegens flexibiliteit: Er treden nog wel eens grondruilingen en grenswijzigingen op. Ten tweede zijn ze in de agrarische bestemming voldoende beschermd, de functie natuur is hier mogelijk. Ze zijn veelal eigendom van terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en daarmee voldoende beschermd. 2. Percelen met een tijdelijke natuurfunctie die bijvoorbeeld door een instantie zijn aangekocht met de bedoeling deze grond later weer te ruilen voor andere gronden met wellicht een hogere natuurpotentie krijgen in principe een agrarische bestemming. 3. Percelen die nu nog een agrarische functie hebben maar waarvan de eigenaar de intentie heeft om daar binnen enige jaren een natuurfunctie te realiseren krijgen in principe een bestemming natuur. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. Een en ander houdt in dat de meeste eigendommen van terreinbeheerders, die binnen de EHS dan wel ecologische verbindingszone zijn gelegen, een natuurbestemming krijgen, tenzij de eigenaar anders aangeeft dan wel er een langjarig pachtcontract voor agrarisch gebruik op ligt (ca > 6 jaar, vanaf nu). De percelen die voldoen aan bovenstaande criteria en ten onrechte niet zijn bestemd als natuur zullen qua bestemming worden aangepast. Het gaat daarbij om de volgende percelen. Algemene conclusie Een overzicht van de betreffende kadastrale percelen zoals de provincie dit heeft aangegeven in haar zienswijze is hier opgenomen. Daar waar een voorstel tot wijziging van de kaart komt, is dit aangegeven en is aangegeven welk kadastraal perceel het betreft, anders is de omschrijving als hieronder voldoende voor de beantwoording. Percelen bestaande natuur in EHS (lichtgroen / geel ingetekend door provincie) • Helemaal bovenin, tegen gemeente Assen aan, heeft de provincie een strookje ingetekend als bestaande natuur. Op de luchtfoto is dit agrarisch gebruikt. De grond is eigendom van particulier. Nu eigendom is van particulier en agrarisch in gebruik, niet wijzigen. Is wel EHS. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
448
• •
• • • • •
• •
• •
Strookje (bestaande uit 3 kleine perceeltjes) ten zuiden van buurtschap Norgerbrug. Op de luchtfoto is dit agrarisch gebruikt. De grond is eigendom van particulieren. Nu eigendom is van particulier en agrarisch in gebruik, niet wijzigen. Staat op EHS kaart van de provincie. Kleine stipje ter hoogte van bovenvermeld punt, maar dan aan westkant van Drentse Hoofdvaart moet inderdaad bestemming natuur hebben. Is in Geoweb ook opgenomen als natuur. Staat ook op EHS kaart van de provincie. Het betreft hier perceel kadastraal bekend SDE K2291 Hele kleine vlekje ten NO van Smilde, tegen het Hardersbos. Dit is in Geoweb terug te vinden als akkerbouw, eigenaren zijn particulieren. Staat wel op EHS kaart provincie, dus natuur. NB ook zienswijze 193 hierover (gehonoreerd). Het betreft hier perceel kadastraal bekend SDE F1705. Dit wordt gewijzigd in Natuur. Voor het grotere vlak ten oosten van Smilde, geldt hetzelfde. Is in Geoweb ook opgenomen als akkerbouw, ook eigendom van particulieren. Staat wel op EHS kaart provincie, dus ook natuur Het betreft hier perceel kadastraal bekend SDE F2059. Dit wordt gewijzigd in Natuur. Het blokje daar schuin onder, is hetzelfde als MFD in haar zienswijze heeft aangegeven. Daarbij hebben we vermeld: L01.04 (bossingels en bosjes) ten O / ZO van Bovensmilde, 1,2 ha van SBB. Is opgenomen in bijlage 9, met vermelding dat zich daar een poel bevindt. NB: is op EHS kaart van provincie wél ingetekend als EHS. Hoeft dus niet als natuur bestemd te worden in het bestemmingsplan. Die twee rondjes in het Hijkerveld maken onderdeel uit van grotere percelen (in het Kortewegsebos), die inderdaad zijn bestemd als natuur. (ook op EHS kaart provincie). Echter, omdat dit nog particulier eigendom is en agrarisch in gebruik, blijft dit agrarisch. Het kleine driehoekje ten noorden van de N381 en tegen het Zuid Hijkerzand aan, is in Geoweb ook weergegeven als natuur. Is in eigenom bij een particulier. Het is 0,74 ha, dus kleiner dan 2 ha, maar maakt wel deel uit van het Zuid Hijkerzand. Staat op EHS kaart provincie aangegeven, dus natuur bestemming. Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN R1787. Dit wordt gewijzigd in Natuur. Dat kleine groen vlakje ten oosten van bovenstaand punt, maakt deel uit van een perceel van ruim 17 ha. Dat is in gebruik als akkerbouw. Op de luchtfoto’s is te zien dat, dat kleine hoekje is ingeplant met bomen (of iets dergelijks). Afhankelijk van leeftijd van de bomen (15 jaar) zou dat natuur / landbouw bestemming moeten krijgen. Staat ook op EHS kaart provincie. Gelet op huidige gebruik en eigendom agrarisch laten. Verder naar het zuiden is een heel klein groen/geel strookje aangegeven, binnen een groter natuurgebied. In Geoweb is aangegeven dat dit akkerbouw is, maar op de luchtfoto’s is te zien, dat dit onderdeel uitmaakt van natuurgebied het Brunstingerveld. Het perceel bestaat grotendeels uit water. Dus bestemmen als natuur. (staat ook op EHS kaart). Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN R1214. Dit wordt gewijzigd in Natuur. Ten Z/Zo van Hooghalen is een klein stukje ingetekend door de provincie. Dit is ruim 1 ha, in eigendom bij particulier. Het maakt onderdeel uit van het Heuvingerzand, dus bestemmen als natuur. Staat ook op EHS kaart provincie). Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN C3157. Dit wordt gewijzigd in Natuur. Verder naar het oosten is een langwerpige strook ingetekend tussen bestaande natuur. Dit was ook opgemerkt door de MFD. Dit klopt. Het perceel kan bestemd worden als natuur. Het betreft hier perceel kadastraal bekend WTB A2999. Dit wordt gewijzigd in Natuur.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
449
•
Het strookje bij het VAM MERA terrein is in eigendom bij Essent Milieu en maakt deel uit van een groter perceel van ca. 20 ha. Met de cyclorama’s is te zien, dat dit stuk inderdaad is ingeplant met bosplantsoen. Kan bestemd worden als natuur. Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN S602. Dit wordt gewijzigd in Natuur.
Nieuwe natuur eigendom terreinbeheerders (rood) • Percelen tegen Zuid Hijkerzand had NMFD ook aangegeven. Ten Z van Oranje N12.02 (kruidenrijk en faunarijk grasland) 12,9 ha van SBB. In Geoweb (cyclorama) is het in gebruik als akkerbouw. Staat op kaart EHS van de provincie wél aangegeven, dus dan als natuur bestemmen. Ten Z van Oranje N12.02 (kruidenrijk en faunarijk grasland) 12,9 ha van SBB, niet meer van agrariër. In Geoweb (cyclorama) is het in gebruik als akkerbouw. Gelet op de eigendomssituatie is in 2010 naar aanleiding van een zienswijze besloten de Natuur bestemming om te zetten in een agrarische bestemming. Op basis van de huidige eigendomssituatie (het is nu in eigendom van Staatsbosbeheer) en omdat dit terrein aangewezen is voor EHS, zal de bestemming in Natuur gewijzigd worden. Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN R590. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Perceel direct ten zuiden van de N381 had NMFD ook aangegeven. Ten ZW van Hijken N12.02 (BLN OOR 04697). 5,8 ha eigendom SBB, maar op Geoweb te zien dat het in gebruik is als akkerbouw. Staat niet op de kaart in bijlage 9. Staat op EHS kaart provincie wél aangegeven, dus natuurbestemming geven. Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN R4697. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Perceel ten ZO van Elp had NMFD ook aangegeven. Ten ZO van Elp tussen natuur ingeklemd is een stuk AW3 ingetekend als N12.02 (kruidenrijk en faunarijk grasland). Dit is in eigendom van SBB, bestaat uit twee stukken van 8,1 en 1,7 ha grond. Uit geoweb (cyclorama) blijkt, dat het in gebruik is als akkerbouwgrond. Staat op EHS kaart provincie. De percelen er omheen die in het bestemmingsplan agrarisch zijn bestemd staan ook op de EHS kaart van de provincie. Waarschijnlijk zijn deze dan nog in handen van particulieren, waardoor er daar geen opmerking over wordt gemaakt. Het betreft hier de percelen kadastraal bekend WTB S5 en S6. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Klein perceeltje ten NW van Nieuw Balinge, Westerbork P274. Wijzigen naar Natuur. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB P274. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • 2 percelen ten N van Nieuw Balinge zijn in eigendom bij NM, en met intentie om natuur te worden op korte termijn. Kan natuurbestemming worden, dit zijn gronden die onlangs van een agrariër gekocht zijn tbv realisatie EHS. Het betreft hier de percelen kadastraal bekend WTB P240 en 441. Dit wordt gewijzigd in Natuur.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
450
Zienswijze provincie (met * betreft die gevallen waar ook NMFD opmerking maakte). De betrokken te wijzigen percelen (aangegeven met kadastrale aanduiding), overige percelen niet in tabel opgenomen, wel in tekst hierboven.
BLN BLN* BLN BLN BLN* BLN SDE SDE SDE WTB* WTB* WTB WTB* WTB* WTB*
C R R R R S F F K A P P P S S
3157 590 1214 1787 4697 602 1705 2059 2291 2999 240 274 441 5 6
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
451
Bijlage E: overzicht wijzigingen nav reactie NMFD Overzicht van de zienswijzeonderdelen van NMFD op de verbeelding die gaan over de bestemming van percelen in het buitengebied. De algemene lijn voor beantwoording van de zienswijzen als het gaat om de vraag of een perceel een natuur- of een agrarische bestemming moet krijgen is als volgt: Allereerst bepaalt in principe het huidige gebruik of functie de bestemming. Hierop gelden enkele uitzonderingen. 4. Bos- of natuurpercelen en houtsingels die kleiner zijn dan 2 ha en in het agrarische gebied zijn gelegen (buiten EHS) zijn niet apart bestemd. In de eerste plaats wegens flexibiliteit: Er treden nog wel eens grondruilingen en grenswijzigingen op. Ten tweede zijn ze in de agrarische bestemming voldoende beschermd, de functie natuur is hier mogelijk. Ze zijn veelal eigendom van terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en daarmee voldoende beschermd. 5. Percelen met een tijdelijke natuurfunctie die bijvoorbeeld door een instantie zijn aangekocht met de bedoeling deze grond later weer te ruilen voor andere gronden met wellicht een hogere natuurpotentie krijgen in principe een agrarische bestemming. 6. Percelen die nu nog een agrarische functie hebben maar waarvan de eigenaar de intentie heeft om daar binnen enige jaren een natuurfunctie te realiseren krijgen in principe een bestemming natuur. Ook agrarisch gebruik is toelaatbaar in deze bestemming. Een en ander houdt in dat de meeste eigendommen van terreinbeheerders, die binnen de EHS dan wel ecologische verbindingszone zijn gelegen, een natuurbestemming krijgen, tenzij de eigenaar anders aangeeft dan wel er een langjarig pachtcontract voor agrarisch gebruik op ligt (ca > 6 jaar, vanaf nu). De percelen die voldoen aan bovenstaande criteria en ten onrechte niet zijn bestemd als natuur zullen qua bestemming worden aangepast. Het gaat daarbij om de volgende percelen. Algemene conclusie Een overzicht van de betreffende kadastrale percelen zoals de NMFD dit heeft aangegeven in haar zienswijze is hier opgenomen. Daar waar een voorstel tot wijziging van de kaart komt, is dit aangegeven en is aangegeven welk kadastraal perceel het betreft, anders is de omschrijving als hieronder voldoende voor de beantwoording. Alle elementen die NMFD heeft ingetekend op kaart zijn gecontroleerd. Nagenoeg alle ingetekende elementen zijn kleiner dan 2 ha en staan wel op de kaart in bijlage 9 of 10, waarmee ze een aanlegvergunningsysteem binnen de agrarische bestemming voldoende gewaardborgd zijn als natuurelement. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
452
Kaart 1 • L01.04 (bossingels en bosjes) ten ZW van Smilde = 0,678 ha. Dit is van SBB (ligt onder 2 ha, dus niet apart bestemmen). Is in bijlage 9 Kleine natuur Noord wel opgenomen. • N99.08 ten O van Smilde. Op Geoweb bekeken, is een houtwal welke deeluitmaakt van een groter perceel (6,5 ha) Natuur. Het element staat ook op de lijst in bijlage 9 als houtsingels. • L01.04 (bossingels en bosjes) ten O / ZO van Bovensmilde, 1,2 ha van SBB. Is opgenomen in bijlage 9, met vermelding dat zich daar een poel bevindt. Kaart 2 L01.04 is zelfde als die op kaart 1 ten O/ZO van Bovensmilde. Kaart 3 • L01.04 ten ZW van Hijkersmilde (vlakboven de afrit van de N381) Meest rechterstuk is 1,1 ha van SBB. Middelste stuk is 0,47 ha van SBB Meest linker stuk is 1,1 ha van SBB Staan allemaal op de kaart in bijlage 9 • Ten Z van Oranje N12.02 (kruidenrijk en faunarijk grasland) 12,9 ha van SBB, niet meer van agrariër. In Geoweb (cyclorama) is het in gebruik als akkerbouw. Gelet op de eigendomssituatie is in 2010 naar aanleiding van een zienswijze besloten de Natuur bestemming om te zetten in een agrarische bestemming. Op basis van de huidige eigendomssituatie (het is nu in eigendom van Staatsbosbeheer) en omdat dit terrein aangewezen is voor EHS, zal de bestemming in Natuur gewijzigd worden. Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN R590. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Ten ZW van Hijken N12.02 (BLN OOR 04697) 5,8 ha eigendom SBB, maar op Geoweb te zien dat het in gebruik is als akkerbouw. Staat niet op de kaart in bijlage 9. Op basis van de huidige eigendomssituatie (het is nu in eigendom van Staatsbosbeheer) en omdat dit terrein aangewezen is voor EHS, zal de bestemming in Natuur gewijzigd worden. Het betreft hier perceel kadastraal bekend BLN R4697. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Ten ZW tegen Hijken aan (BLN 00R 00508) N14.02 hoog- en laagveenbos, 1,27 ha van SBB, In bijlage 9 opgenomen als bos en elementen. • Ten W van Hijken heel veel singels aangegeven op de kaart (L1.04) allemaal van SBB, kleiner dan 2 ha. Staan allemaal op de kaart in bijlage 9. • Rondom Beilervaart / Brunsting staan heel veel singels aangegeven, deze zijn allemaal kleiner dan 2 ha en staan allemaal op de kaart in bijlage 9. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
453
Kaart 4 • Ten N en O van Hijken Staan heel veel kleine elementen op de kaart aangegeven L1.04 / N99.08. Deze zijn allemaal kleiner dan 2 ha en staan allemaal op de kaart van bijlage 9. • Ten N van Oranjekanaal, direct ten oosten van de Halerbrug. MFD heeft aangegeven dat een stuk natuur zou moeten zijn, maar staan vooral kerstbomen (dus agrarisch gebruik). Dit blijft agrarisch dus. • Ten N van Halerweg ligt een strook agrarische grond tussen natuurgebieden in. Hier staat een vraagteken in. In geoweb staat dit aangegeven als natuur, is praktisch ook in gebruik als natuur, wel van particulier. Dus dat kan worden aangepast naar Natuur. De strook kan natuur worden, dat vierkantje erboven is wel agrarisch. Het betreft hier perceel kadastraal bekend WTB A2999. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Direct ten Z van Oranjekanaal en ten NW van Zwiggelte zijn allerlei elementen ingetekend op kaart. Het zijn bijna allemaal kleine elementjes (kleiner dan 2 ha), die ook op de kaart in bijlage 9 staan. • De twee strookjes die zijn aangegeven op de kaart, direct boven de Zwiggelterweg (helemaal rechts op de kaart) staan niet op de bijlage 9 of 10. Ze zijn in gebruik als natuur, en in eigendom van SBB, dus bestemming Natuur aangeven. Het tussenliggende strookje is van een particulier, maar is wel als natuur in gebruik. Bestemming ook hiervan wijzigen in Natuur (WTB R247). Het betreft hier de percelen kadastraal bekend WTB R246, 247 en 248. Dit wordt gewijzigd in Natuur. Kaart 5 • Ten NO van Elp, tegen natuurgebied aan. Is stukje gearceerd met vermelding 12.02. (kruidenrijk en faunarijk grasland). Het is 2,4 ha in eigendom bij SBB, maar met cyclorama gezien, dat het in gebruik is voor akkerbouw. Echter, is EHS dus wijzigen in natuur (categorie 3 geval). Staat niet op kaart bijlage 9. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB R381. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Ten N van Elp stukje aangegeven als L01.04. Is van SBB, kleiner dan 2 ha en staat op bijlage 9. • Ten ZO van Elp tussen natuur ingeklemd is een stuk AW3 ingetekend als N12.02 (kruidenrijk en faunarijk grasland). Dit is in eigendom van SBB, bestaat uit twee stukken van 8,1 en 1,7 ha grond. Uit geoweb (cyclorama) blijkt, dat het in gebruik is als akkerbouwgrond. Echter, is EHS dus wijzigen in natuur (categorie 3 geval). Het betreft hier de percelen kadastraal bekend WTB S5 en S6. Dit wordt gewijzigd in Natuur. Kaart 6 • Alle elementen L01.04 en L 01.02 rondom / ten zuiden van Beilervaart zijn kleiner dan 2 ha en staan op de kaart in bijlage 10. • R-VR1 ten Noorden van Spier. Het strookje wat op de kaart is ingetekend als N15.02 klopt, is van SBB. Is in gebruik als natuur. Wijzigen in Natuur. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend BLN G2008. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Het stukje ten oosten daarvan is in Geoweb terug te zien als grasland en is in eigendom van de camping (BLN G1904). ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
454
Kaart 7 • Ten Z van Beilen alle elementen zijn kleiner dan 2 ha en staan op kaart bijlage 10. • Ten Z van Wijster element N 99.08 (mij onbekend). Is kleiner dan 2 ha, in eigendom bij Drents Landschap en in bijlage 10 aangegeven (omkaderd, geen arcering). • Tussen de twee wegen die allebei Holthe heten ligt een stuk AW2 wat gearceerd is met vermelding 99.08. Dit is van Drents Landschap, kleiner dan 2 ha (1,1) en staat weergegeven op kaart in bijlage 10. • Ten Z van bovenstaande liggen nog meer landschapselementjes. Deze zijn allemaal kleiner dan 2 ha en staan op de kaart in bijlage 10. • Percelen boven Mantinge, ingetekend als natuur. Het betreft de volgende percelen: 1. WTB O1160. NM eigenaar, geen EHS, zo laten. 2. en 3. WTB O490. NM eigenaar, is EHS, 2 onderdelen zijn nog niet Natuur bestemd. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB O490. Dit wordt gewijzigd in Natuur. 4. WTB O525. NM eigenaar, geen EHS, (akkerbouw). 5. WTB O5215. NM eigenaar, geen EHS, (grasland). 6. WTB O648. NM eigenaar, geen EHS, (akkerbouw). 7. WTB O559. NM eigenaar, is EHS, (grasland) Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB O559. Dit wordt gewijzigd in Natuur. 8. WTB O045. NM eigenaar, geen EHS, (akkerbouw). 9. WTB P158. NM eigenaar, is EHS (akkerbouw) dit strookje maakt onderdeel uit van een groter perceel. Rest van het perceel is wel juist weergegeven. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB P158. Dit wordt gewijzigd in Natuur. 10. WTB P176. NM eigenaar, is EHS, (natuur). Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB P176. Dit wordt gewijzigd in Natuur. 11. WTB P712. NM eigenaar, is EHS, (akkerbouw). Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB P712. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Ten W van Garminge allemaal elementen ingetekend, zijn allemaal kleiner dan 2 ha en staan aangegeven op bijlage kaart 10. Kaart 8 • Elementjes ten NW van Orvelte, onder het Oranjekanaal zijn allemaal kleiner dan 2 ha en staan op kaart 10. • Ten ZW van Orvelte twee singels L01.04, beide op kaart in bijlage 10 en kleiner dan 2 ha. • Ten N / NO van Orvelte singels ingetekend L 01.04 staan ook allemaal op kaart bijlage 10. • Ten ZO van Orvelte, onder Wezuperweg is een perceel ingetekend als N12.05. Dat klopt. Zoals het in het bestemmingsplan was ingetekend was een deel van het perceel geen Natuur. Moet dus in zijn geheel als Natuur worden ingetekend. Het betreft hier het perceel kadastraal bekend WTB S202. Dit wordt gewijzigd in Natuur. • Singels ten O en W van Orvelterveld (haaks op weg) zijn kleiner dan 2 ha en staan op kaart bijlage 10. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------455 - Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
•
Stukje ten Z daarvan is een singel aangegeven als 16.01. Staat ook op kaart in bijlage 10.
Kaart 9 • Ten oosten van de Hullen staan elementen aangegeven met L1.04 en 99.8. Beiden zijn kleiner dan 2 ha en staan op de kaart in bijlage 10. Zienswijze Natuur en Milieufederatie, ook namens Natuurmonumenten, Stichting Drents Landschap en Staatsbosbeheer. De betrokken percelen (aangegeven met kadastrale aanduiding). In vet de te wijzigen percelen. Nat mon WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB
O O O O O O O O O O O
249 255 278 287 490 521 559 599 648 945 1049
WTB
O
1057
A O
7042 1097
R R R R
4 35 84 91
WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB BLN
O O O O O P P P P P G is onderdeel van Nat mon (onderdeel van heel groot perceel), ipv R-VR2 dus N
1063 1068 1069 1077 1160 158 176 240 441 712 2008
BLN BLN
U U
109 110
BLN BLN BLN BLN
R R R R
816 826 845 1071
SDL
BLN WTB SBB
BLN BLN BLN BLN
BLN BLN BLN BLN
T T T T
461 468 470 511
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
456
BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN
R R R R R R R R R R R R
119 135 257 255 262 282 283 284 297 304 485 492
R R R
502 508 575
R R R R R R R R R V V V V V V
590 612 654 727 734 739 758 771 815 168 169 181 224 227 295
BLN BLN BLN00 BLN00 BLN00 BLN00
BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN WTB WTB WTB WTB WTB WTB
R R R R R R R R R R R R
1118 1131 1141 1149 1185 1187 1198 1231 1283 1352 1507 1899
R S S
4697 73 223
S S T T T T T T T R R R R R R
209 241 112 125 190 238 322 417 434 381 547 700 701 793 791
BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN WTB WTB WTB WTB WTB WTB
T T T T T T T T U U U U
512 513 519 521 528 769 772 852 2 8 114 119 ged.niet op kaart
U U U
136 144 149
U U V V V V V V V U U U U U U
521 537 34 43 55 64 119 156 164 21 23 27 35 38 77
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
457
BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN BLN SDE SDE SDE SDE SDE SDE SDE SDE SDE WTB WTB
V V V V V V V V V V V V V V V V V V W N F D F A A E C C C A H
365 445 455 456 466 530 538 543 551 560 570 572 576 580 584 603 613 629 100 198 2151 1791 2070 1450 1449 2703 3167 3166 3200 2999 2165
WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB
S S S S S S S S S S S S S S S S S S S T T T T T T T T T T T T
5 6 36 98 107 202 245 250 252 255 259 430 432 472 528 599 604 605 607 100 126 144 146 152 153 157 159 167 171 173 178
WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB
U U U U U U U U U U U U U U U U U U
135 177 201 227 229 231 232 238 240 243 ged.niet op kaart 277 ged.niet op kaart 284 294 312 389 396 409 437
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
458
WTB WTB WTB WTB WTB
WTB WTB
WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB
H O O O O
1356 35 44 228 786
WTB WTB WTB WTB WTB
T T T T T
387 392 394 398 401
O P
ged.niet op WTB 1025 kaart 280 WTB
T T
408 580
T T T T T U U U
ged.niet op 629 kaart 649 651 652 659 9 10 17
R R R R R R R R
80 81 148 151 179 246 248 287
WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB WTB
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
459
even lege blz laten ivm kaftje
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Nota zienswijze en commentaar over het ontwerp bestemmingsplan “Buitengebied Midden-Drenthe” (d.d. 28 januari 2011) versie 26 januari 2012
460