GEMEENTE
KORENDIJK *0010100120131150* KNDK/2013/1150
NOTA LOKALE HEFFINGEN 2013 GEMEENTE KORENDIJK
AFDELING MIDDELEN APRIL 2013
GEMEENTE
KORENDIJK
Inhoudsopgave
pagina
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.3.2.
Wet- en regelgeving gemeentelijke belastingen Wettelijke kaders Bevoegdheden Belasting en rechten Belastingen Rechten
2.
Het pakket aan gemeentelijke belastingen
2.1. 2.2. 2.3. 2.3.1. 2.3.2. 2,3,3 2.3.4 2.3.5. 2.3.6. 2.3.7 2.3.8.
Gemeentelijke heffingen De opbrengsten per belastingsoort Beschrijving van de gemeentelijke heffingen Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Roerende-zaakbelasting Afvalstoffenheffing Rioolheffing Hondenbelasting Toeristenbelasting Leges Overige heffingen - Reclamebelasting - Forensenbelasting - Parkeerbelastingen - Precariobelasting -Baatbelasting
3.
Lokale lastendruk
3.1. 3.2. 3.3. 3.4
Verdeling belastingdruk over de diverse bevolkingsgroepen Berekening lokale woonlasten per bevolkingsgroep Vergelijking woonlasten met omliggende gemeenten Vergelijking tarieven hondenbelasting Hoeksche Waard
4.
Kostendekkendheid van de heffingen
4.1. 4.2. 4.2.1. 4.2.2.
Welke kosten mogen toegerekend worden Kostendekkendheid van de diverse heffingen Rioolheffing Leges
4 4 4 5 5 5 6 6 7 7 7 8 9 9 10 11 12 13 13 13 14 14 14 15 15 15 16 17 18 18 18 19 19
5.
Het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid
5.1. 5.2.
Kwijtscheldingsbeleid Tarievenbeleid
20 20 21
6. 6.1
Belastingverordeningen Overzicht belastingverordeningen
22
GEMEENTE
KORENDIJK
Voorwoord Op grond van artikel 212 van de Gemeentewet heeft de gemeenteraad op 31 januari 2012 de Financiële verordening gemeente Korendijk vastgesteld. Artikel 9 punt 1.11 van deze verordening bepaalt dat het college periodiek, tenminste éénmaal in de vijf jaar, een nota lokale heffingen ter vaststelling aan de raad aanbiedt. Dit is de eerste nota lokale heffingen. Deze nota behandelt de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen. Naast een opsomming van de belastingen en heffingen die de gemeente kent, zijn de tarieven en is de opbrengst per belasting c.q. heffing weergegeven en tevens: a. de verdeling van de druk over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden. Hierbij wordt o.a. aandacht geschonken aan de verdeling van de belastingdruk tussen één- en meerpersoonhuishoudingen. Verder wordt er een vergelijking gemaakt met de belastingdruk en de tarieven van omliggende gemeenten b. de kostendekkendheid van de heffingen c. het te voeren beleid ten aanzien van de verschillende belastingen en heffingen d. het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid e. een overzicht van de verordeningen van de in de gemeente Korendijk te heffen belastingen en rechten
GEMEENTE
KORENDIJK
1. Wet- en regelgeving gemeentelijke belastingen 1.1. Wettelijke kaders Het gemeentelijk belastinggebied is begrensd. In de Grondwet is opgenomen, dat de wet bepaalt welke belastingen door een gemeente kunnen worden geheven. Deze wet is de Gemeentewet. Hoofdstuk XV van de Gemeentewet handelt over de gemeentelijke belastingen. In dit hoofdstuk zijn opgenomen: - algemene en bijzondere bepalingen omtrent de onroerende-zaakbelastingen - bijzondere bepalingen omtrent andere belastingen dan de onroerende-zaakbelastingen - bepalingen omtrent de heffing en invordering Andere dan in dit hoofdstuk genoemde belastingen kan een gemeente in beginsel niet heffen. Op grond van de Gemeentewet mag een gemeente de volgende belastingen en rechten heffen: - onroerende-zaakbelastingen; - roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting; - baatbelasting - forensenbelasting - toeristen- en watertoeristenbelasting - parkeerbelasting - hondenbelasting - reclamebelasting - precariobelasting - rioolheffing - retributies (o.a. reinigingsrecht en leges) Naast vorenstaande gemeentelijke belastingen kan een gemeente op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer ter bestrijding van de kosten, die zijn verbonden aan het ophalen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen, een afvalstoffenheffing instellen. In paragraaf 2.3 en volgende worden deze heffingen nader uitgewerkt. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Naast wet- en regelgeving zijn ook de algemene beginselen van bestuur van belang bij de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen. De belangrijkste beginselen van behoorlijk bestuur zijn: het zorgvuldigheidsbeginsel, het verbod op ‘détournement de pouvoir’ *, het evenredigheidsbeginsel, het rechtszekerheidbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. * het gebruik maken van een bevoegdheid voor een ander doel dan warvoor die bevoegdheid is gegeven. 1.2. Bevoegdheden In de algemene bepalingen van de Gemeentewet is opgenomen dat de gemeenteraad bevoegd is om besluiten te nemen tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting. Besluit de raad om een belasting te gaan heffen dan dient hiertoe een belastingverordening te worden vastgesteld. De raad heeft echter de bevoegdheid om het vaststellen van de verordeningen inzake de afvalstoffenheffing, de parkeerbelastingen, de precariobelasting en rechten over te dragen aan het college. In Korendijk is dit niet aan de orde. In de gemeenten in de Hoeksche Waard is alles betreffende de afvalstoffen, inclusief het vaststellen van de verordening, d.m.v. een gemeenschappelijke regeling, overgedragen aan de Regionale Afvalstoffendienst ( RAD).
GEMEENTE
KORENDIJK
De Gemeentewet schrijft voor, dat voor de heffing respectievelijk invordering ambtenaren worden aangewezen, die bevoegd en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de betreffende werkzaamheden. Het college neemt een besluit waarin de heffingsambtenaar en/of invorderingsambtenaar worden aangewezen. In Korendijk is het afdelingshoofd Bedrijfsvoering aangewezen als heffings- en invorderingsambtenaar. Voor de verordeningen waarvoor het SVHW de werkzaamheden verricht is de directeur van het SVHW de heffings- en invorderingsambtenaar. 1.3. Belastingen en rechten De gemeentelijke heffingen worden onderscheiden in “belastingen” en “rechten” (retributies). Zowel gemeentelijke ‘belastingen’ als ‘rechten’ worden geheven op basis van gemeentelijke belastingverordeningen. 1.3.1. Belastingen Een “belasting” is een gedwongen betaling aan de overheid als zodanig, waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover staat en die krachtens algemene regels wordt geheven. De opbrengsten van de meeste belastingen gaan in de regel naar de algemene middelen van de gemeente. De geraamde opbrengsten bij belastingen mogen in tegenstelling tot rechten(retributies) wel hoger zijn dan de geraamde uitgaven. De gemeente Korendijk heft de navolgende belastingen: - onroerende-zaakbelastingen - roerende-zaakbelastingen - hondenbelasting - toeristenbelasting - dagtoeristenbelasting - watertoeristenbelasting De afvalstoffenheffing wordt geheven door de Regionale Afvalstoffendienst en komt niet in de financiën van de Gemeente Korendijk tot uiting. 1.3.2. Rechten (retributies) In tegenstelling tot belastingen zijn ‘rechten’ betalingen aan de overheid waar een individuele tegenprestatie van de overheid tegenover staat. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het rioolheffing en de gemeentelijke leges Korendijk heft de volgende rechten: - rioolheffing - lijkbezorgingsrechten - leges
GEMEENTE
KORENDIJK
2. Overzicht gemeentelijke heffingen in Korendijk. In dit hoofdstuk worden de verschillende heffingen (belastingen + rechten) beschreven. Daarnaast wordt per soort heffing aangegeven wat de tarieven zijn. Tenslotte wordt in een overzicht weergegeven wat de opbrengst van elke heffingen is. 2.1. Gemeentelijke heffingen De navolgende gemeentelijke heffingen worden in onze gemeente op één aanslagbiljet gecombineerd, tezamen met de W.O.Z.-beschikking: - de onroerende-zaakbelastingen - roerende-zaakbelasting - het rioolheffing - de hondenbelasting Voor de gemeente Korendijk zijn alle werkzaamheden omtrent de vaststelling van de WOZ waarde en de inning van de W.O.Z., hondenbelasting en rioolheffing uitbesteed aan het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en waardebepaling (SVHW). De W.O.Z.-beschikking, tevens gecombineerde aanslag gemeentelijke belastingen, wordt in principe met dagtekening 28 februari verzonden. Hiermee voldoet de gemeente aan de verplichting op grond van de Wet W.O.Z., waarin is bepaald dat de W.O.Z.-beschikking binnen 8 weken na aanvang van het kalenderjaar aan de doelgroep moet worden verzonden. Inning gecombineerde aanslag middels automatische incasso Een belastingplichtige kan, indien het totaalbedrag van de gecombineerde aanslag hoger is dan € 90,-- en lager is dan € 2.500,--, de gemeente machtigen om de aanslag middels automatische incasso te innen. De belasting wordt dan in tien maandelijkse termijnen van het opgegeven banknummer afgeschreven, mits er sprake is van voldoende saldo. Indien de belastingplichtige geen gebruik kan of wil maken van de automatische incasso dient de aanslag gemeentelijke belastingen uiterlijk op 31 mei betaald te zijn. Naast de hierboven vermelde heffingen kent de gemeente Korendijk nog de volgende heffingen: - toeristenbelasting - dagtoeristenbelasting - watertoeristenbelasting - leges - lijkbezorgingsrechten De werkzaamheden met betrekking tot de inning van leges en de lijkbezorgingsrechten worden door de afdeling Bedrijfsvoering verricht. De uitvoering van de toeristenbelastingen zijn uitbesteed aan het SVHW. Bovengenoemde heffingen kunnen niet middels automatische incasso voldaan worden.
GEMEENTE
KORENDIJK
2.2. De opbrengsten per soort heffing. Heffingen : belastingen en rechten Onroerende-zaakbelastingen:
2011 x € 1.000
2012 x € 1.000
2013* x € 1.000
1.501
1.569
1.642
Hondenbelasting
54
62
64
Toeristenbelasting
37
34
37
Precariobelasting
0
0
5
1.592
1.665
1.748
914
995
1.084
2.506
2.660
1.832
Totaal belastingen Rioolheffing Totaal belastingen en rechten * begroot.
2.3. Beschrijving van de gemeentelijke heffingen 2.3.1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Artikel 220 van de Gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid om onroerende-zaakbelastingen te heffen. De onroerende-zaakbelastingen bestaan uit een 2-tal belastingen, te weten: a. een gebruikersbelasting: uitsluitend ter zake van niet–woningen; b. een eigenarenbelasting: ter zake van zowel woningen als niet-woningen. Vóór 1 januari 2006 kende de onroerende-zaakbelastingen ook nog de gebruikersbelasting voor woningen respectievelijk voor woongedeelten in zogenaamde “gemengde objecten”. Deze gebruikersbelasting is echter afgeschaft. Belastingplichtige. De OZB is een tijdstipheffing. Belastingplichtig is degene, die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar en/of gebruiker is van een onroerende zaak. Veranderingen in de loop van het belastingjaar als gevolg van bijvoorbeeld verkoop of verhuizing hebben geen invloed op de belastingheffing. Wel is het gebruikelijk dat bij een verkoop van de onroerende zaak in de loop van het belastingjaar verrekening van de belasting plaats vindt met de nieuwe eigenaar door de notaris. Berekening van de O.Z.B.-aanslagen. De O.Z.B. wordt berekend naar een percentage van de vastgestelde waarde. Dit percentage kan pas worden berekend zodra de waardestijging of waardedaling van het totale onroerende goedbestand bekend is in vergelijking met het voorvorige jaar. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de gewenste opbrengststijging alsmede met areaaluitbreiding.
GEMEENTE
KORENDIJK
Verschillen in waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen. Sedert de invoering van de Wet WOZ blijkt, dat de wijzigingen van de economische waarden van de categorie woningen aanzienlijk verschilt van de waardewijzigingen van niet-woningen. Zonder compenserende maatregelen zou hierdoor de lastendruk worden verschoven van de categorie niet-woningen naar de categorie woningen. Om dit te voorkomen wordt gebruik gemaakt van tariefdifferentiatie. Door hogere tarieven voor niet-woningen vast te stellen wordt deze ongewenste lastenverschuiving ongedaan gemaakt. Macronorm. De limitering van de OZB.-tarieven is per 1 januari 2008 afgeschaft. Het Kabinet heeft wel het voorbehoud gemaakt dat de opbrengststijging voor de OZB landelijk bezien beperkt moet blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld, die de maximale opbrengststijging voor een bepaald jaar aangeeft. Deze macronorm was voor het jaar 2011 3,5%, voor het 2012 3,75% en voor 2013 3 %. De opbrengst van de OZB 2013 van alle gemeenten samen, mag dus niet meer stijgen dan de reële trendmatige groei van het bruto binnenlands product ( …%)plus de prijsontwikkeling ( …%). Voor 2013 stijgt de opbrengst OZB van alle gemeenten samen met 4 procent., dus teveel. Momenteel wordt door de landelijke politiek en de VNG bekeken of dit gevolgen moet hebben en zo ja, welke. In Korendijk bedroeg de stijging in 2013 ook 4%. De tarieven van de OZB worden jaarlijks bij het vaststellen van de begroting bepaald. Tarief onroerende-zaakbelastingen
2011 2012 2013 % van de % van de % van de waarde waarde waarde
Tarief woningen eigenaren 0,0993%
0,1048 %
0,1133%
0,1347%
0,1444 %
0,1577%
0,1662%
0,1782 %
0,1922 %
Tarief niet-woningen gebruikers Tarief niet-woningen eigenaren
Bezwaar: Met ingang van het belastingjaar 2008 is het mogelijk om digitaal bezwaar te maken tegen de aanslag onroerende-zaakbelastingen. 2.3.2. Roerende zaakbelastingen. Sinds 1 januari 1995 kunnen gemeenten een belasting heffen op roerende woon- en bedrijfsruimten. De belasting is qua systematiek vergelijkbaar met de onroerende zaakbelastingen en maakt het mogelijk om belasting te heffen over roerende objecten, die als woon- of bedrijfsruimten worden gebruikt en die duurzaam aan een plaats gebonden zijn. Hiermee worden vooral woonboten en woonschepen bedoeld, alsmede jachten, stacaravans of woonwagens. De gemeente Korendijk heeft ook een verordening roerende-zaakbelasting. De tarieven zijn hetzelfde als de tarieven van de onroerende-zaakbelasting.
GEMEENTE
KORENDIJK
2.3.3. Afvalstoffenheffing Binnen de Hoeksche Waard is de afvalstoffenheffing d.m.v. een gemeenschappelijke regeling uitbesteed aan de Regionale AfvalstoffenDienst (RAD). Voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen zijn per perceel twee afvalcontainers ter beschikking gesteld. Eén afvalbak voor restafval (grijs) en één afvalbak voor groente-, fruit- en tuinafval (GFT). De inzamelfrequentie is wekelijks: de ene week de grijze bak (restafval) en de andere week de groene. Daarnaast vindt bij bepaalde complexen van grotere omvang in onze gemeente inzameling plaats door middel van ondergrondse of bovengrondse verzamelcontainers. Denk hierbij bijvoorbeeld aan wooncomplexen voor diverse doelgroepen. Ook heeft men in sommige gevallen de keuze voor een papiercontainer, welke 1 maal per 4 weken wordt geleegd. Het plasticafval wordt opgehaald in de door de RAD verspreidde afvalzakken. Vanaf 2013 worden deze zakken 2 maal in de 4 weken opgehaald. In de Wet Milieubeheer is geen voorschrift opgenomen met betrekking tot het vaststellen van de tarieven voor de afvalstoffenheffing. Mede op basis van jurisprudentie kunnen gemeenten kiezen voor wat betreft tariefsoorten uit de navolgende mogelijkheden: - een vast bedrag per perceel - een bedrag naar gewicht van de werkelijk aangeboden hoeveelheid afval (zgn. “Diftar”) - een bedrag naar grootte van de afvalbak - een bedrag naar inzamelfrequentie Voor de gehele Hoeksche Waard is gekozen voor een vast bedrag per perceel met dien verstande, dat er een tariefsdifferentiatie naar het aantal personen per perceel van toepassing is. Er geldt een tarief voor een éénpersoonshuishouden (eph) en een tarief voor een meer-persoonshuishouden (mph). Beleid van de RAD tot dusverre is dat het tarief voor een éénpersoonshuishouden lager is dan dat voor een meerpersoonshuishouden. Desgewenst kunnen huishoudens gebruik maken van de mogelijkheid om maximaal één extra grijze en/of één extra groene container te gebruiken. Voor de tarieven daarvan wordt verwezen naar onderstaande tabel. De gemeenten mogen ter zake tarieven heffen, die maximaal kostendekkend mogen zijn. In de Hoeksche Waard geldt als uitgangspunt dat de vervuiler betaalt en dus worden de kosten van afvalinzameling en verwerking volledig via de afvalstoffenheffing verhaald. Tarieven afvalstoffenheffing Éénpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden
2011
2012
2013
€ 169,00 € 205,00
€ 149,00 € 182,00
€ 152,00 € 184,00
Bezwaar: Met ingang van het belastingjaar 2008 is het mogelijk om digitaal bezwaar te maken tegen de aanslag afvalstoffenheffing en reinigingrecht. 2.3.4. Rioolheffing
Bij de rioolheffing dient sprake te zijn van kostenverhaal terzake van het gebruik en/of genot van de gemeentelijke riolering ten behoeve van een perceel van waaruit afvalwater direct of indirect op het gemeentelijk riool wordt afgevoerd. Evenals bij de afvalstoffenheffing mogen de kosten van de rioolheffing maximaal tot 100% worden verhaald.
GEMEENTE
KORENDIJK
Voor de rioolheffing kan - afhankelijk van de omschrijving in de verordening – als belastingplichtige worden aangewezen: a. de zakelijk gerechtigde van een aangesloten perceel en/of b. de feitelijke gebruiker van een aangesloten perceel. Sinds 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken in werking getreden. Gemeenten hebben vanaf die datum de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.. In de gemeente Korendijk wordt het rioolheffing alleen geheven van de gebruiker. Sinds 2012 heft de gemeente Korendijk de zogenaamde brede rioolheffing. Dit betekent dat dus ook objecten in het buitengebied welke (nog) niet zijn aangesloten op de riolering worden aangeslagen voor de rioolheffing. Dit op basis van 10% van het tarief dat betaald wordt voor woningen die op het riool zijn aangesloten Artikel 229 van de Gemeentewet bevat bepalingen, die betrekking hebben op de heffing van rechten. Hiertoe behoort ook het rioolheffing. In artikel 229 b van deze wet is bepaald dat de tarieven zodanig worden vastgesteld, dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. De tarieven kunnen dus per gemeente verschillen. Tarieven rioolheffing Bedragen x € 1 woningen eigenaren gebruikers niet-woningen eigenaren gebruikers objecten buitengebied niet op riool aangesloten
Korendijk 2011
Korendijk 2012
Korendijk 2013
n.v.t. 203,76
n.v.t. 221,16
n.v.t. 239,96
n.v.t. 507,60
n.v.t. 550,80
n.v.t. 597,72
0,00
22,12
24,00
Bezwaar: Met ingang van het belastingjaar 2008 is het mogelijk om digitaal bezwaar te maken tegen de aanslag rioolheffing. 2.3.5. Hondenbelasting Artikel 226 van de Gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid om hondenbelasting te heffen. Hondenbelasting wordt geheven voor het houden van één of meer honden binnen de gemeente. Daarbij is het aantal honden bepalend voor de hoogte van de belasting. Hoewel de Gemeentewet ter zake geen bepaling bevat is het mogelijk om in de verordening hondenbelasting een vrijstellingsbepaling op te nemen. Deze vrijstellingsbepaling heeft in de regel betrekking op honden, die: a. worden gebruikt voor de begeleiding van blinden en gehandicapten b. verblijven in een geregistreerd asiel c. voor politietaken worden gebruik In de verordening hondenbelasting van de gemeente Korendijk zijn deze vrijstellingen opgenomen.
GEMEENTE
KORENDIJK
Ofschoon het ook mogelijk is om honden in het buitengebied van de gemeente vrij te stellen heeft Korendijk hier niet voor gekozen. Wordt hier wel voor gekozen dan moet deze belasting worden aangemerkt als een bestemmingsbelasting, waarvan de opbrengst bestemd is voor o.a. aanleg en onderhoud van voorzieningen, die verband houden met het uitlaten van deze honden (hondentoiletten, uitlaatterreinen, waar honden onaangelijnd mogen lopen, e.d.). Bovendien brengt een dergelijk onderscheid uitvoeringsproblemen met zich mee, zoals een nauwkeurige begrenzing van de bebouwde kom, buurtbewoners, waarvan de één wel en de ander (net) niet in de bebouwde kom woont, etc. In een rechtszaak, aangespannen tegen de gemeente Sittard-Geleen, heeft het gerechtshof van ‘s-Hertogenbosch uitgesproken dat deze gemeente het gelijkheidsbeginsel schendt als alleen hondenbezitters worden aangeslagen terwijl de opbrengst gewoon in de gemeentekas terecht komt. De gemeente SittardGeleen gaat in cassatie bij de Hoge Raad tegen de uitspraak van het gerechtshof, dus er is nog geen definitief oordeel. Gemeenten mogen in ieder geval tot de uitspraak hondenbelasting heffen ter dekking van de algemene middelen. De gemeente Korendijk kent een progressieve tariefstelling. Voor de eerste hond geldt een basistarief; elke volgende hond is flink duurder. Daarnaast bestaat er een afzonderlijk tarief voor kennels. Tarieven hondenbelasting eerste hond tweede hond elke volgende hond kenneltarief
2011 € + € + € €
55,32 128,52 171,24 428,16
2012 € € € €
60,96 141,48 188,40 471,00
2013 € 67,08 € 155,64 € 207,24 € 518,16
Alle werkzaamheden betreffende de hondenbelasting worden uitgevoerd door het SVHW. Aan- en afmelding van de hond kan geschieden d.m.v. de website van het SVHW of een briefje naar het SVHW. Door het SVHW worden er steekproefsgewijs controles op de aangifteplicht uitgevoerd. Bezwaar Met ingang van het belastingjaar 2008 is het mogelijk om digitaal bezwaar te maken tegen de aanslag hondenbelasting. 2.3.6. Toeristenbelasting Artikel 224 van de Gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid om een toeristenbelasting te heffen. De toeristenbelasting is een directe belasting, die wordt geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente door personen, die niet als ingezetene in de basisregistratie persoonsgegevens zijn ingeschreven. Degene, die gelegenheid tot verblijf biedt, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter wiens verblijf de belasting verschuldigd is. M.a.w. de exploitant van de voorziening int de toeristenbelasting van degene, die bij hem overnacht en draagt deze ontvangsten af aan de gemeente. Overigens hoeft er niet altijd sprake te zijn van toeristen om een toeristenbelasting te heffen. Het gaat om het begrip verblijf. Ook voor zakelijke overnachtingen (hotels) kan dus toeristenbelasting geheven worden.
GEMEENTE
KORENDIJK
Vanaf 2011 heft de Gemeente Korendijk drie soorten toeristenbelasting, nl: dagtoeristenbelasting, toeristenbelasting en watertoeristenbelasting. - de dagtoeristenbelasting wordt geheven van personen die verblijf houden op het eiland Tiengemeten - de watertoeristenbelasting wordt geheven van personen die verblijf houden op een vaartuig met een ligplaats binnen de gemeente - de toeristenbelasting wordt geheven van personen die overnachten binnen de gemeente Voor alle drie de belastingen geldt dat de personen niet staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente. Tarief toeristenbelasting p.p. per nacht of verblijf Dagtoeristenbelasting Toeristenbelasting Watertoeristenbelasting
2011 € 0,75 € 0,75 € 0,75
2012 € 0,75 € 0,75 € 0,75.
2013 € 0,75 € 0,75 € 0,75
2.3.7. Leges Bij de heffing van leges is er sprake van kostenverhaal ter zake van een door de gemeente of vanwege de gemeente verstrekte dienst. Als belastingplichtige voor de heffing van leges wordt aangemerkt degene voor wie de dienst wordt verricht. In de praktijk is dat meestal de aanvrager van de dienst. Bij leges ontstaat het belastbaar feit doorgaans op het moment waarop een aanvraag in behandeling wordt genomen. Zo’n aanvraag is bijvoorbeeld een verzoek om een vergunning of een dienst (rijbewijs, reisdocument of een bouwvergunning). Leges behoren tot de zogenaamde ‘rechten’. In artikel 229b lid 1 van de Gemeentewet is bepaald, dat de tarieven in de verordening op grond waarvan rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, worden geheven zodanig worden vastgesteld dat de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten. In de tarieventabel behorende bij de Legesverordening is opgenomen voor welke diensten leges verschuldigd zijn. Het gaat hier om de volgende diensten: - algemene zaken - bestuursstukken - stukken met betrekking tot de burgerlijke stand - verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie - verlening van bouwvergunningen c.a., zoals bestemmingsplanwijzigingen - verstrekkingen uit het gemeentearchief - verstrekkingen uit de vastgoedregistratie - afgifte van reisdocumenten - afgifte van rijbewijzen - afgifte van vergunningen in het kader van de algemene plaatselijke verordening - vergunningen op basis van de Winkeltijdenwet - vergunningen inzake verkeer en vervoer - vergunningen inzake de Drank- en Horecawet. - vergunningen inzake Wet op de kansspelen - vergunningen of ontheffingen betrekking hebbende de APV De opbrengsten van de belangrijkste leges bedroegen voor 2012: - leges omgevingsvergunning - leges Burgerlijke Stand - marktgelden
€ 209,303,-€ 165.600,-€ 14.000,--
GEMEENTE
KORENDIJK
Tarief De opbrengsten van de legestarieven mogen niet meer dan kostendekkend zijn. Een aantal tarieven worden jaarlijks geïndexeerd met de ontwikkeling van de inflatie. Daarnaast is de gemeente niet in alle gevallen vrij in het bepalen van de hoogte van de tarief. Het Rijk stelt hiervoor maximum bedragen vast. Zo gelden er o.a. maximum bedragen voor paspoorten, voor identiteitskaarten, vergunningen op grond van de Wet op de kansspelen en voor bepaalde akten die worden afgegeven op basis van het Legesbesluit burgerlijke stand. Ook wordt bij de bepaling van de hoogte van de bepaalde tarieven gekeken naar het tarief van omliggende gemeenten. De gemeente Korendijk streeft naar een dekkingspercentage van 100%. 2.3.8. Overige heffingen Reclamebelasting Artikel 227 van de Gemeentewet maakt het mogelijk voor gemeenten om een belasting te heffen ter zake van openbare aankondigingen, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Het begrip ‘reclame’ is ruimer dan alleen handelsreclame. Aankondigingen van zuiver logistieke aard, zoals een overzicht van openingstijden/spreekuren en dergelijke, vallen hier niet onder. Vanwege de hoge perceptiekosten (veelvuldige mutaties, regelmatige controle, e.d.) is invoering van deze belasting vooralsnog niet overwogen. Wel zijn leges verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van reclameborden. Forensenbelasting Artikel 223 van de Gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid om forensenbelasting te heffen. De belasting kan worden geheven van natuurlijke personen, die zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Het is niet van belang hoeveel dagen in het jaar daadwerkelijk van een object gebruik wordt gemaakt. Maatgevend is dat in één belastingjaar voor 90 dagen of meer de mogelijkheid heeft bestaan om binnen de gemeente van een “gemeubileerde woning” gebruik te maken. Gemeubileerde woning. Het begrip “gemeubileerde woning” is voor ruime uitleg vatbaar, waarbij beslist niet aan een volledig ingerichte woning gedacht hoeft te worden. Voldoende is dat de woning zowel bestemd als geschikt is om enigszins duurzaam, zij het niet in alle jaargetijden, voor bewoning te dienen. Onder het begrip “gemeubileerde woning” kunnen worden gerekend alle vakantie- en zomerhuisjes, doch ook stacaravans. Tarief forensenbelasting. De Gemeentewet laat de gemeenten vrij in tariefkeuze en –hoogte. Veel gemeenten kiezen voor een vast tarief, ofschoon ook een gedifferentieerd tarief mogelijk is. Een en ander is afhankelijk van het vertrekpunt dat men kiest. Wordt het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur als vertrekpunt genomen dan ligt een tarief, onafhankelijk van het verblijfsobject voor de hand. Wordt de kwaliteit van de gemeubileerde woning als vertrekpunt gehanteerd dan ligt een gedifferentieerd tarief (bijv. WOZ-waarde) meer voor de hand. De Gemeente Korendijk heft geen forensenbelasting. Dit omdat er geen of weing gemeubileerde woningen voor eigen gebruik zijn. Op het moment dat Swaneblake door zou gaan en er recreatiewoningen gebouwd gaan worden, kan men overwegen om forensenbelasting in te voeren.
GEMEENTE
KORENDIJK
Parkeerbelastingen Artikel 225 van de Gemeentewet biedt de gemeenten de mogelijkheid om parkeerbelastingen te heffen. Doel van een parkeerheffing is om de schaarse parkeerruimte op een evenwichtige, effectieve en efficiënte wijze te benutten, ofwel parkeerregulering. De gemeente Korendijk heft geen parkeerbelasting. Precariobelasting Artikel 228 van de Gemeentewet biedt de gemeente de mogelijkheid om precariobelasting te heffen. Precario is een directe belasting, die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De gemeente Korendijk heft geen precariobelasting. Er is voor gekozen om met diegene waarvan precariobelasting geheven zou kunnen worden, dit via privaatrechtelijke afspraken te gaan belasten. Baatbelasting Onder de naam baatbelasting kan in Nederland door de gemeente een belasting worden geheven van de eigenaar, bezitter of beperkt gerechtigde van een onroerende zaak, indien een in een bepaald gedeelte van de gemeente gelegen onroerende zaak, is gebaat door voorzieningen die tot stand worden of zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. In dat geval worden de aan de voorzieningen verbonden lasten geheel of gedeeltelijk omgeslagen over de eigenaren, bezitters en beperkt gerechtigden van de onroerende zaak (artikel 222 Gemeentewet). De gemeente Korendijk heft geen baatbelasting.
GEMEENTE
KORENDIJK
3. Lokale lastendruk 3.1. Verdeling belastingdruk over de diverse bevolkingsgroepen Tot de woonlasten worden gerekend de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze woonlasten kunnen per bevolkingsgroep variëren. De volgende factoren c.q. omstandigheden zijn daarop van invloed: de (gemiddelde) waarde van de woning (O.Z.B.) sprake van één- of meerpersoonshuishouding (afvalstoffenheffing) is de belastingplichtige eigenaar en/of gebruiker (O.Z.B. / afvalstoffeneheffing / rioolheffing) is een perceel al dan niet aangesloten op het riool (rioolheffing) komt iemand wel of niet in aanmerking voor kwijtschelding (afhankelijk van een inkomens- en vermogenstoets) 3.2. Berekening lokale woonlasten per bevolkingsgroep Voor de berekening van de woonlasten worden de tarieven van de de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en het rioolheffing bij elkaar opgeteld. Tezamen vormen ze dus de ‘lokale woonlasten’. Jaarlijks wordt door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) de lokale heffingen van alle gemeenten berekend en met elkaar vergeleken. Om de gemiddelde woonlasten in de gemeente te kunnen berekenen wordt voor wat betreft de onroerende-zaakbelastingen uitgegaan van de gemiddelde woning-waarde in de gemeente. Volgens gegevens van het SVHW is de gemiddelde woningwaarde in Korendijk voor 2013 (peildatum 1 januari 2012) gesteld op € 248.000. De laatste jaren daalt deze waarde. In onderstaand overzicht is weergegeven wat de lastendruk in de gemeente Korendijk als gevolg van het tarievenbeleid voor 2013 is: - voor een éénpersoonshuishouding - voor een meerpersoonshuishouding zowel met als zonder eigen woning. Soort huishouden
OZB gemiddelde woningwaarde € 248.000
afvalstoffenheffing
Rioolheffing basistarief
Totaal 2013
Eenpersoonshuishouding - gebruiker - eigenaar + gebruiker
n.v.t. € 280,98
€ 152,00 € 152,00
€ 239,96 € 239,96
€ 391,96 € 672,94
Meerpersoonshuishouding - gebruiker - eigenaar + gebruiker
n.v.t € 280,98
€ 184,00 € 184,00
€ 239,96 € 239,96
€ 423,96 € 704,94
GEMEENTE
KORENDIJK
3.3. Vergelijking woonlasten met omliggende gemeenten Uit onderstaande overzichten blijkt hoeveel een gezin in de Hoeksche Waard gemiddeld kwijt is aan de afvalstoffenheffing, rioolheffing en de onroerende-zaakbelastingen. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: voor de berekening van de OZB-heffing is in het eerste overzicht uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde per woning per gemeente voor het belastingjaar 2013 en in het tweede overzicht is uitgegaan van een standaard WOZ-waarde (gemiddelde WOZ-waarde van alle woningen in de Hoeksche Waard); bij afvalstoffenheffing is in beide overzichten uitgegaan van meerpersoonshuishoudentarief. Bij eigenaren-gebruikers van woningen: Gemeente gemiddel OZB-tarief de Woningen woning- Eigenaren waarde in %
OZBbedrag
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totale bruto woonlasten 2013
Binnenmaas
249.000
0,08590
213,98
184,00
217,12
615,01
Cromstrijen
252.000
0,09880
249,24
184,00
179,60
612,84
Korendijk
248.000
0,11330
280,98
184,00
239,96
704,94
Oud-Beijerland
243.000
0,11869
288,42
184,00
150,30
622,72
Strijen
236.000
0,07830
184,79
184,00
234,96
603,75
Bij gebruikers van huurwoningen: Gemeente gemiddel OZB-tarief de Woningen woning- Gebruikers waarde in %
OZBbedrag
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totale bruto woonlasten 2013
Binnenmaas
249.000
0
0
184,00
108,56
292,56
Cromstrijen
252.000
0
0
184,00
115,80
299,80
Korendijk
248.000
0
0
184,00
239,96
423,96
Oud-Beijerland
243.000
0
0
184,00
70,75
224,75
Strijen
236.000
0
0
184,00
140,82
324,82
Uit vorenstaand overzichten blijkt dat de huurders van Korendijk de hoogste lokale heffingen betalen. Het verschil is te verklaren, doordat de gemeente Korendijk de rioolheffing alleen bij de gebruiker heft. De andere gemeenten heffen rioolbelasting op de eigenaar en de verhuurder.
GEMEENTE
KORENDIJK
Wordt bij de berekening niet uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde per gemeente maar van een standaard woningwaarde van € 246.000,-- (gemiddelde woningwaarde 2012 in de Hoeksche Waard) dan ziet het overzicht er als volgt uit. Gemeente
gemiddel de woningwaarde
OZB-tarief Woningen Eigenaren in %
OZBbedrag
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totale bruto woonlasten 2013
Binnenmaas
246.000
0,08590
211,31
184,00
217,12
612,43
Cromstrijen
246.000
0,09880
243,05
184,00
179,60
606,65
Korendijk
246.000
0,11330
278,72
184,00
239,96
702,68
Oud-Beijerland
246.000
0,11869
291,98
184,00
150,30
626,28
Strijen
246.000
0,07830
192,62
184,00
234,96
611,58
Uit bovenstaande overzichten blijkt dat de inwoners van de gemeente Korendijk de hoogste woonlasten hebben. 3.4 Vergelijking tarieven hondenbelasting Onderstaand overzicht laat de tarieven voor de hondenbelasting per gemeente in de Hoeksche Waard zien. Hieruit blijkt dat het tarief voor 1 hond in Oud-Beijerland het hoogst is. Als men 2 honden heeft, betaalt men in Korendijk € 222,72 en in Oud-Beijerland € 254,40. Het tarief voor een kennel is in Korendijk wel het hoogst. Gemeente
1e hond
2e hond
Iedere hond >2
kennel
Binnenmaas
94,95
142,45
142,45
284,90
Cromstrijen
53,70
107,40
107,40
483,40
Korendijk
67,08
155,64
207,24
518,16
100,68
153,72
153,72
302,04
64,31
96,49
128,60
300,63
Oud-Beijerland Strijen
GEMEENTE
KORENDIJK
4. Kostendekkendheid van de heffingen 4.1. Welke kosten mogen toegerekend worden In de Gemeentewet is aangegeven dat bij de bepaling van kostendekking van de publiekrechtelijke tarieven moet worden uitgegaan van de geraamde kosten en geraamde opbrengsten. Dit betekent, dat de gegevens, zoals die in de gemeentebegroting zijn opgenomen, de basis vormen voor de toetsing en dus niet de gegevens in de gemeenterekening. Alleen de direct of indirect met de gemeentelijke dienstverlening samenhangende kosten mogen in het kader van de kostendekkendheid worden meegenomen. De directe kosten hangen rechtstreeks samen met de door de gemeente verleende dienstverlening. De indirecte kosten, zoals bijvoorbeeld de kosten van huisvesting van de ambtenaren, doen dit in mindere mate. De indirecte kosten mogen worden toegerekend als ze in enig verband staan met een door de gemeente verleende dienst. Kosten, die niet mogen worden toegerekend, zijn: - kosten van beleidsvoorbereiding - kosten van handhaving, toezicht en controle (behoudens de eerste controle na de vergunningverlening) - kosten van inspraak-, respectievelijk van bezwaar- en/of beroepsprocedures Deze kosten worden geacht ten laste van de algemene middelen te komen. 4.2. Kostendekkendheid van de diverse heffingen Voor wat betreft de kostendekkendheid van de heffingen moet er een onderscheid gemaakt worden tussen de belastingen enerzijds en de retributies anderzijds. Zoals reeds eerder gemeld kennen retributies een maximale opbrengstnorm van 100% van de geraamde kosten. Deze opbrengstnorm geldt op verordeningniveau, dus bij leges niet per (soort) dienst. Belastingen daarentegen kennen enkel een maatschappelijke/politieke maximale opbrengstnorm. Wat vindt de politiek in het algemeen en dan hier in het bijzonder de gemeenteraad aanvaardbaar. Er mag echter bij belastingen geen sprake zijn van onredelijke en willekeurige belastingheffing. In de gemeente Korendijk wordt bij een deel van de retributies, rioolheffing, lijkbezorgingsrechten en bouwleges de maximale norm (100% kostendekkendheid) als beleidsuitgangspunt gehanteerd voor de berekening van de tarieven. Voor andere retributies (diverse legesbedragen) geldt, dat deze worden berekend vanuit een in het verleden bepaald kostendekkend tarief, dat jaarlijks wordt gecorrigeerd met het inflatiecijfer.
GEMEENTE
KORENDIJK
4.2.1 Rioolheffing Sinds 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken in werking getreden. Gemeenten hebben vanaf die datum de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Vanaf 2012 heft de Gemeente Korendijk de zogenaamde brede rioolheffing. Dit betekent dat dus ook objecten in het buitengebied welke (nog) niet zijn aangesloten op de riolering worden aangeslagen voor de rioolheffing. Dit op basis van 10% van het tarief dat betaald wordt voor woningen die op het riool zijn aangesloten. Ten aanzien van de exploitatielasten van gemeentelijke rioleringsvoorzieningen is een kostendekking via het rioolheffing van 100% eveneens uitgangspunt. Kostendekkendheid rioolexploitatie Totale lasten Totale baten Kostendekkingspercentage
Jaar 2011 werkelijk
Jaar 2012 begroting
Jaar 2013 begroting
€ 862.200,-€ 907.300,--
€ 1.006.500,-€ 990.000,--
€ 1.100.200,-€ 1.083.800,--
105,9 %
98,3 %
98,5 %
4.2.2. Leges In artikel 229 van de Gemeentewet is bepaald, dat de tarieven in de legesverordening niet zodanig mogen worden vastgesteld dat de baten de lasten overtreffen en er dus feitelijk winst op deze producten wordt gemaakt. Uit de jurisprudentie mag geconcludeerd worden dat het niet noodzakelijk is dat elk tarief niet meer dan kostendekkend is. Echter de belastingrechter acht in bepaalde situaties toch een specifieker inzicht met betrekking tot de lasten en baten per soort leges noodzakelijk. In verband hiermede is het gewenst om in elk geval per categorie dienst (bijvoorbeeld bouwvergunningen) een analyse te vervaardigen van de kosten en de opbrengsten, zodat de tarieven transparant worden. De gemeente Korendijk kent een dergelijke kosten/baten analyse per legesonderdeel nog niet. Het streven is er dan ook op gericht om meer inzicht te krijgen in de samenstelling van de tarief- en opbrengstenberekening bij de diverse legessoorten. Hiervoor hebben wij bij de VNG de onderzoeksvraag neergelegd, waar we eind april 2013 een antwoord op verwachten.
GEMEENTE
KORENDIJK
5. Het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid 5.1. Kwijtscheldingsbeleid Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet hebben de gemeenten de mogelijkheid om belastingplichtigen wegens on- of minvermogen kwijtschelding te verlenen van hun belastingschuld. Kwijtschelding is één van de wijzen waarop een schuld tenietgaat. Kenmerk van kwijtschelding is dat het gaat om belastingschuldigen, die niet in staat zijn anders dan met buitengewoon bezwaar, de belasting te betalen. Aan een schuldenaar kan geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend. Het verzoek dient op een daarop ingericht formulier te worden gedaan, voorzien van bijlagen waaruit de feitelijke financiële situatie blijkt. Daarna vindt er een individuele beoordeling plaats. Deze beoordeling bestaat uit een vermogenstoets en uit een inkomenstoets. Eerst wordt dus getoetst of iemand een eigen vermogen heeft in de vorm van: - overwaarde op een eigen woning - (spaar-)geld dat hoger is dan de voor de aanvrager geldende bestaanskosten - een eigen auto met een waarde van meer dan € 2.269,--(ANWB-koerslijst) Pas als dit vermogen ontoereikend is om hieruit de aanslag geheel of gedeeltelijk te betalen wordt overgegaan tot de bepaling van de belastingcapaciteit op basis van netto besteedbaar inkomen. Bij de bepaling van de belastingcapaciteit mogen de gemeenten besluiten om (deels) een soepeler kwijtscheldingsbeleid te voeren dan de Rijksbelastingdienst. De Rijksbelastingdienst hanteert bij een verzoek om kwijtschelding 90% van de bijstandsnorm als inkomensnorm. Is het inkomen lager dan de norm dan wordt kwijtschelding verleend. De meeste gemeenten, waaronder Korendijk, voeren echter een ruimer beleid en hanteren een inkomensnorm dat gelijk is aan 100% van de bijstandsnorm. Bij het bepalen van de belastingcapaciteit is, zoals hiervoor reeds is opgemerkt, het netto- besteedbaar inkomen van belang. Het netto besteedbaar inkomen wordt gevormd door alle inkomsten (loon e.d.) te verminderen met bepaalde uitgaven, zoals huur van de woning, hypotheekrente en zorgpremie. Is het netto besteedbaar inkomen per maand lager dan het normbedrag (100% bijstandsnorm) dan wordt in principe volledige kwijtschelding verleend. Gemeenten mogen zelf bepalen welke belastingsoorten in aanmerking komen voor kwijt-schelding. In de gemeente Korendijk wordt kwijtschelding verleend voor de: afvalstoffenheffing, rioolheffing en onroerende-zaakbelastingen. Geen kwijtschelding wordt dus verleend voor de: hondenbelasting reinigingsrechten leges toeristenbelasting In het belastingjaar 2012 zijn er 109 kwijtscheldingsverzoeken binnengekomen, waarvan er 86 geheel of gedeeltelijk zijn gehonoreerd. In totaal is een bedrag van € 20.000,-- aan belastingschulden kwijtgescholden. Dit was € 2.000,-- meer dan begroot. Voor 2013 is in de begroting voor kwijtschelding een bedrag van € 18.000,-- opgenomen.
GEMEENTE
KORENDIJK
5.2. Tarievenbeleid In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het principe om te komen tot kostendekkende tarieven als vaststaand beleid wordt gehanteerd. Dit geldt met name voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en voor de diverse leges. Met betrekking tot een aantal legestarieven is de gemeente niet vrij om de hoogte ervan zelf te bepalen, bijvoorbeeld de afgifte van reisdocumenten is aan een wettelijk maximum gebonden. Het doel van de raad en het college is, indien mogelijk, de lastenstijging van de OZB met maximaal ongeveer de inflatie te laten stijgen. Dit wel in afweging met de uitgaven, nodige bezuinigingen, etc. De hondenbelasting, toeristenbelasting kennen enkel een maatschappelijk/politiek maximale hoogte c.q. stijging van het tarief. Dit betekent, dat de gemeenten vrij zijn om hierin een eigen beleid te voeren. Dit beleid mag echter niet ontaarden in een onredelijke en willekeurige belastingheffing. In de “Richtlijnen voor de programma- en (meerjaren-)productenbegroting” van de gemeente Korendijk is een aantal uitgangspunten met betrekking tot de tarieven van de diverse belastingen voor de komende jaren vastgelegd. Kort samengevat luiden deze uitgangpunten als volgt: de tarieven van de leges indexeren met plm. 2% de tarieven voor rioolheffing worden jaarlijks verhoogd met 8,5%, waarbij uitgangspunt 100% kostendekkendheid blijft de opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen stijgt met 2%. De tarieven worden gecorrigeerd voor waardeschommelingen en areaalontwikkelingen de tarieven van de hondenbelasting worden met 10% verhoogd de tarieven voor de toeristenbelasting zijn tot nu toe gelijk gebleven. Er is geen richtlijn voor een tariefswijziging opgenomen
GEMEENTE
KORENDIJK
6. Belastingverordeningen 6.1 Overzicht belastingverordeningen In onderstaand overzicht staan alle belastingverordeningen met de laatste vaststeldata en data van inwerkingtreding. Naam verordening Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013 Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2013 Verordening op de heffing en de invordering van roerende-zaakbelastingen 2013 Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013 Verordening op de heffing en invordering van leges 12 maart 2013 Tarieventabel 12 maart 2013 behorende bij de legesverordening 12 maart2013 Verordening toeristenbelasting Korendijk 2011 Verordening watertoeristenbelasting Korendijk 2011 Verordening dagtoeristenbelasting Korendijk 2011 Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2013
Datum vaststelling 11 december 2012
Datum inwerkingtreding 1 januari 2013
11 december 2012
1 januari 2013
11 december 2012
1 januari 2013
11 december 2012
1 januari2013
12 maart 2013
12 maart 2013
12 maart 2013
12 maart 2013
14 december 2010 14 december 2010
1 januari 2011 1 januari 2011
14 december 2010 11 december 2012
1 januari 2011 1 januari 2013