Een gezonde koers voor Vaals! Lokale nota gezondheidsbeleid 2012-2015
1
Inhoudsopgave
2
1. Inleiding
3
2. Terugblik beleidsperiode 2008-2011
4
3. Uitgangspunten 2012-2015
6
4. Financiën
9
5. Koppeling met andere beleidsterreinen
10
1.
Inleiding
Dit document is de lokale nota gezondheidsbeleid van de gemeente Vaals. Deze lokale nota is een gecomprimeerde versie van de regionale nota gezondheidsbeleid ‘Een gezonde koers voor Zuid-Limburg!’. Deze regionale nota is vastgesteld door de raad in juni 2011 en daarmee heeft de gemeente Vaals zich gecommitteerd aan de doelstellingen en ambities in de regionale nota. De nu voorliggende lokale beleidsnota geeft richting aan de uitvoering van het gezondheidsbeleid voor de periode 2012-2015 in de gemeente Vaals. Nadere concretisering vindt plaats in het lokale uitvoeringsprogramma gezondheidsbeleid dat voorjaar 2012 wordt uitgewerkt. Dit uitvoeringsprogramma zal door het college worden vastgesteld nadat het is besproken in de commissie Mens & Voorzieningen en de Wmo-raad. In het uitvoeringsprogramma wordt aangegeven welke specifieke prioriteiten de gemeente Vaals stelt op basis van de eigen lokale gezondheidssituatie en welke instrumenten worden ingezet om de gezondheid te bevorderen.
2.
Terugblik beleidsperiode 2008-2011
In de beleidsperiode 2008-2011 hebben de Zuid-Limburgse gemeenten voor het eerst samengewerkt op het gebied van de publieke gezondheid. Aan de hand van een regionale prioriteitennota werden gezamenlijk doelstellingen geformuleerd voor vijf, door het Rijk vastgestelde, beleidsspeerpunten. Daarnaast werd een impuls gegeven aan een integrale aanpak van overgewicht en de implementatie van beleidsgestuurde contractfinanciering. In deze afgelopen beleidsperiode is de beschikbaarheid van actuele gezondheidsinformatie voor de doelgroepen jeugd en volwassenen gekoppeld aan het moment van de beleidsvorming en is de doelgroep ouderen aan de structurele gezondheidsmonitor toegevoegd. Hiermee is de beleidscyclus geoptimaliseerd. De gemeente Vaals heeft zich in de periode 2007-2011 gefocust op het gericht bereiken van de jeugd, mensen met een lage sociaaleconomische status, de beroepsbevolking en ouderen. De landelijke speerpunten (overgewicht, roken, schadelijk alcoholgebruik, depressie en diabetes), met als lokale aanvulling het thema COPD, waren hierbij prioriteit. Daarnaast was er specifiek aandacht voor het creëren van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor volksgezondheid door het onderdeel te maken van alle beleidsterreinen binnen de gemeente (integraal beleid) en samen met burgers en de partners in het veld het beleid vorm te geven en uit te voeren (dorps- en wijkgerichte aanpak). Tenslotte lag de focus op continuering van bestaande activiteiten en samenwerking met diverse organisaties en de eerstelijnsgezondheidszorg voor het verbinden van preventie en curatie. Via dienstverlening van de GGD en andere organisaties werd invulling gegeven aan de wettelijke verplichtingen op het gebied van volksgezondheid. Deze producten zijn conform planning uitgevoerd. Ieder half jaar is hierover door de GGD een verantwoording aan de gemeente afgelegd. De ambitie van de gemeente Vaals was conform de wettelijke taken. In tabel 1 staan de lokale doelstellingen voor de 5 benoemde gezondheidsthema’s en aanvullend voor het thema COPD weergegeven. Tabel 1: Doelstellingen en ambities volksgezondheid 2007/2008-2011 Doelstelling Regionale nota Zuid-Limburg Overgewicht percentage overgewicht neemt af bij de jeugd en blijft gelijk bij volwassenen Roken percentage rokers daalt Schadelijk probleemdrinken neemt af bij alcoholgebruik volwassenen van 9% naar 7%, percentage drinkers in klas 2 daalt van 42% naar 35% Depressie groter bereik van bewezen effectieve interventies Diabetes stijging niet meer dan 15% en in de pas lopen met landelijke cijfers COPD N.v.t.
Vaals idem idem idem
idem idem Nader onderzoek naar (risicofactoren) COPD
Via het gezondheidsbeleid is invulling gegeven aan deze speerpunten, waarbij de focus lag op de meest kwetsbare groepen in de gemeente. Ter realisatie van de doelstellingen heeft de GGD in opdracht van de gemeente invulling gegeven aan het Actieprogramma Gezonde Leefstijl, pestpreventie, Slimkids en Realfit.
Niet alleen vanuit het beleidsterrein volksgezondheid is een bijdrage geleverd aan de realisatie van de ambities, maar ook vanuit andere beleidsterreinen als sportbeleid en jeugden jongerenbeleid. 2.1 Beleidsprestaties Vaals In de beleidsperiode 2008-2011 zijn de doelstellingen in Vaals gedeeltelijk behaald. Het percentage jongeren met overgewicht is gedaald. Het alcoholgebruik onder jongeren en volwassenen is gedaald. Het aantal rokende jongeren is gestegen. Ook is er een stijging van het percentage volwassenen met diabetes. Overgewicht De doelstelling voor overgewicht bij de jongeren wordt gehaald; dit geldt ook voor de 5- en 6en de 9- en 10-jarigen. Bij de volwassenen wordt de doelstelling ook gehaald. Roken Voor roken wordt de doelstelling voor de jeugd, in tegenstelling tot de 13- en 14-jarigen, niet gehaald bij de 15- en 16-jarigen. Bij de volwassenen wordt de doelstelling niet gerealiseerd. Schadelijk alcoholgebruik De ambitie om het alcoholgebruik bij de 13- en 14-jarigen te laten dalen, is gehaald. De ambitie van probleemdrinken bij volwassenen is eveneens gerealiseerd. Depressie Er zijn geen specifieke interventies ingezet op regionaal of lokaal niveau. Dit speerpunt heeft weinig tot geen aandacht gekregen in deze beleidsperiode. Diabetes Er is sprake van een stijging van diabetes; de ambitie voor volwassenen wordt niet gehaald. COPD Het percentage 55- en 75-jarigen met COPD (en emfyseem, bronchitis of astma) is afgenomen in de gemeente. De percentages van Vaals verschillen in 2011 niet van de rest van gemeenten in Zuid-Limburg. Tabel 2: Resultaat doelstellingen 2007-2011 (in %) Zuid-Limburg en Vaals (Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008) Zuid-Limburg Vaals 2007 2011 Conclusie 2007 2011 Overgewicht jeugd1 15 15 stabiel 13 10 volwassenen3 43 43 stabiel 46 47 Roken jeugd2 22 21 stabiel 12 25 volwassenen3 34 29 daling 30 30 Alcohol jeugd1 42 27 daling 48 35 3 3 volwassenen 9,0 8,3 stabiel 11,6 6,6 Depressie volwassenen onbekend Diabetes volwassenen4 9,6 13,0 stijging 7,5 9,6 COPD volwassenen4 11 10 nvt 16 9 NB: groen = doelstelling gerealiseerd rood = doelstelling niet bereikt 1 Betreft de 13- en 14-jarigen 2 Betreft de 15- en 16-jarigen 3 Betreft de 20- tot en met 55-jarigen
Conclusie daling stabiel stijging stabiel daling daling onbekend stijging daling
Bij tabel 2 moet worden aangemerkt dat doelstellingen, ambities en uitgevoerde beleidsinspanningen moeilijk te evalueren zijn; er kan geen een-op-een relatie gelegd worden tussen de activiteiten en inspanningen van de afgelopen jaren en de realisatie van de voorgenomen ambities. Het gemeentelijk beleid levert een belangrijke bijdrage, maar ook andere factoren zijn van invloed geweest op het al dan niet behalen van de doelstellingen. Dit kunnen onder meer landelijke voorlichtingscampagnes zijn, maar ook aanpassingen in prijzen voor bijvoorbeeld rookwaren en groenten/fruit of de crisis die mensen voor andere keuzes stelt op het gebied van gezondheid. 3.
Uitgangspunten 2012-2015
3.1 Ambities De scope van de regionale en dus ook de lokale nota is gekoppeld aan de Wet publieke gezondheid (Wpg). Op basis van de Wpg hebben gemeenten de bestuurlijke verantwoordelijkheid om de totstandkoming van gezondheidsbeschermende en – bevorderende maatregelen, inclusief het voorkomen en het vroegtijdig opsporen van ziekten, voor de bevolking of specifieke doelgroepen te regelen. De regionale nota gezondheidsbeleid 2012-2015 beschrijft op hoofdlijnen de Zuid-Limburgse gemeentelijke ambities en doelstellingen op het gebied van de publieke gezondheid. Met het vaststellen van de regionale nota in alle 18 gemeenten is ervoor gekozen om de ambities voor de lokale nota gezondheidsbeleid gelijk te laten zijn aan de ambities uit de regionale nota. De ambities worden nogmaals kort opgesomd in paragraaf 3.3. 3.2 Gezondheidssituatie in Vaals Wanneer we kijken naar de gezondheid van de inwoners van Vaals en die vergelijken met de gezondheid van de inwoners van de andere Zuid-Limburgse gemeenten, dan blijkt dat de inwoners van Vaals relatief gezond zijn. Wanneer we echter dieper inzoomen zien we wel een aantal aandachtspunten. Zo is er in Vaals spraken van overgewicht bij veel volwassenen en ouderen en wordt er te weinig groente en fruit gegeten. Er is onder de 15- en 16-jarigen een stijging te vinden in het roken en onveilig vrijen. Ook is onder de 13- en 14-jarigen het ‘binge-drinken’ toegenomen. Eenzaamheid is een groot probleem bij veel ouderen in Vaals. 3.3 Wat gaat Vaals doen? In de volgende paragrafen staan per wettelijke taak de ambities beschreven. Deze indeling correspondeert met de indeling in de regionale nota gezondheidsbeleid. De aanpak kent een divers karakter die zich op een geleidende schaal bevindt tussen enerzijds de uitvoering van het vaststaand en uitgekristalliseerd beleid (veelal uitvoering van wettelijke taken met een grote zichtbaarheid voor de burger, zoals vaccinaties, screening van jongeren op lengte en gewicht) en anderzijds de uitvoering van het beleidsvrije gedeelte binnen de Wet publieke gezondheid op het gebied van de gezondheidsbevordering. Binnen het beleid van de gemeente Vaals zal een focus liggen op sporten en bewegen. Vaals is een NASB-gemeente (zie paragraaf 5.2) en initieert en voert al sport- en beweegactiviteiten uit met cofinanciering van het Ministerie van VWS. Het Ministerie van VWS schrijft daarbij in haar landelijke nota gezondheidsbeleid dat het kabinet het accent legt op bewegen, wanneer het gaat om verbetering van de volksgezondheid middels de vijf landelijke speerpunten overgewicht, diabetes, depressie, roken en schadelijk alcoholgebruik. 3.3.1. Advisering aan gemeenten Wet publieke gezondheid
Advisering aan gemeenten. Het toetsen van bestuurlijke besluiten op gevolgen voor de publieke gezondheid. Regionale ambitie Gemeenten toetsen hun bestuurlijke besluiten op gevolgen voor de publieke gezondheid. De GGD geeft (on)gevraagd advies aan haar gemeenten op het vlak van de publieke gezondheid. 3.3.2. Infectieziektebestrijding Wet publieke gezondheid Het college van B&W draagt zorg voor de uitvoering van algemene infectieziektebestrijding: a. nemen van preventieve maatregelen b. bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing c. bron- en contactopsporing bij meldingen Regionale en lokale ambities 1. Het verbeteren van voorbereidingsmogelijkheden om uitbraken van infectieziekten in ZuidLimburg te beperken en te voorkomen. 2. Het ontwikkelen van aanvullend beleid om proactiever om te gaan met infectieziektebestrijding. 3.3.3. Jeugdgezondheidszorg Wet publieke gezondheid 1) Het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren; 2) Het ramen van de behoeften aan zorg; 3) De vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen; 4) het aanbieden van vaccinaties voorkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma; 5) Het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; 6) Het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. Regionale en lokale ambitie 1. Implementatie van de visie op de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. 2. Opstellen van een gemeentelijke visie op de integrale jeugd(gezondheids)zorg op de schaal van Zuid-Limburg. 3.3.4. Medische milieukunde Wet publieke gezondheid 1) Signaleren en onderzoeken van ongewenste situaties die mogelijk schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Hiervoor wordt voortdurend informatie verzameld en geanalyseerd. 2) Advies over het verbeteren van de volksgezondheid en het voorkómen van gezondheidschade bij de ontwikkeling en uitvoering van gemeentelijke beleid. 3) Adviseren over risico’s bij (dreigende) milieu-incidenten en samenwerken met de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). 4) Inwoners van Zuid-Limburg, scholen, huisartsen en gemeentelijke diensten kunnen terecht met vragen, klachten en meldingen. Soms volgt er dan aanvullend onderzoek. 5) Inwoners van Zuid-Limburg informeren over de mogelijke schadelijke gevolgen van het milieu en hoe mensen dit kunnen voorkómen. Regionale en lokale ambitie 1. De uitvoering van de wettelijke basistaken op het vlak van de medische milieukunde verder uitbreiden en aanscherpen. 2. Het (on)gevraagd adviseren van gemeenten op het gebied van de medische milieukunde.
3. Stimuleren van een gezond binnenmilieu in scholen, op het werk en in huis. 4. Samenwerking van de GGD met gemeentelijke afdelingen ruimtelijke ordening te versterken, zodat bij aanvang van allerlei bouwplannen het aspect gezond binnenmilieu vanaf de start wordt meegenomen. 3.3.5. Hygiëne en Inspectie Wet publieke gezondheid 1) Het bijhouden van een lijst met instellingen waar, gezien de aard van de doelgroep en de omstandigheden waaronder de activiteiten worden verricht, een verhoogd risico bestaat op de verspreiding van pathogene micro-organismen, 2) Het adviseren van de in het vorige punt bedoelde instellingen over de mogelijkheden op het gebied van bouw, inrichting en organisatie van de activiteiten om de risico’s op verspreiding van pathogene micro-organismen te verkleinen, 3) Het signaleren van ongewenste situaties, 4) Het beantwoorden van vragen uit de bevolking en het geven van voorlichting. 5) De uitvoering hiervan is door de Zuid-Limburgse gemeenten opgedragen aan de GGD. 6) Vanuit de Wet kinderopvang worden tevens structureel inspecties uitgevoerd bij kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus, peuterspeelzalen en basisscholen. Regionale en lokale ambitie De ambities is om inspecties in het kader van technische hygiënezorg uit te breiden bij organisaties met een verhoogd risico op verspreiding van infectieziekten. 3.3.6. Psychosociale hulp bij ongevallen en rampen Wet publieke gezondheid Bevorderen van psychosociale hulp bij rampen Regionale en lokale ambitie Het in stand houden en verder optimaliseren van een regionaal psychosociaal hulpverleningsnetwerk voor nazorg bij ongevallen en rampen. 3.3.7. Epidemiologie Wet publieke gezondheid 1) Verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking; 2) elke vier jaar verzamelen en analyseren van gegevens over de gezondheidssituatie Regionale en lokale ambitie De regionale Volksgezondheid Toekomst verkenning verder uitwerken en verdiepen zodat gemeenten hier mee beleidsinformatie uit kunnen halen. 3.3.8. Gezondheidsbevordering Wet publieke gezondheid Landelijke nota gezondheidsbeleid: Continuering van 5 speerpunten – depressie, schadelijk alcoholgebruik, roken, seksuele gezondheid en overgewicht. 3.3.8.1 Depressie Regionale en lokale ambitie 1. Verbetering van de tijdige signalering van depressie, angsten en eenzaamheid bij ouderen. 2. Verbetering van de doorverwijzing van ouderen naar preventie programma’s. 3.3.8.2 Schadelijk alcoholgebruik
Regionale en lokale ambitie 1. Verhoging van de beginleeftijd waarop jongeren beginnen met alcohol drinken. 2. Bevordering van een integrale ketenaanpak rondom alcoholpreventie bij jongeren 3.3.8.3 Roken Regionale en lokale ambitie 1. Het stimuleren van toeleiding van rokers met een lage ses naar ondersteuning bij het stoppen met roken. 2. Voorkomen dat jongeren met een lage ses gaan roken.
3.3.8.4 Seksuele gezondheid Regionale en lokale ambitie 1. Jongeren beschikken over de noodzakelijke kennis en (communicatieve/interactie) vaardigheden over seksualiteit en worden gestimuleerd tot gezond seksueel gedrag en seksuele weerbaarheid. 2. Het aantal jongeren dat risico loopt op een soa en/of onbedoelde zwangerschap wordt gereduceerd. 3. Het aantal jongeren dat slachtoffer is van seksueel geweld wordt gereduceerd. 3.3.8.5 Overgewicht Regionale en lokale ambitie 1. Bevordering van een gezonde leefstijl: meer beweging en gezondere voeding. 2. Betere vroegtijdige signalering en bespreking van beginnend overgewicht door professionals. 3.3.9. Ouderengezondheidszorg Wet publieke gezondheid 1) Het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren; 2) Het ramen van de behoeften aan zorg; 3) De vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen als comorbiditeit; 4) Het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; 5) Het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. Regionale en lokale ambitie 1. Het tijdig signaleren van kwetsbaarheid bij ouderen. 2. Het bevorderen van het duurzaam zelfstandig blijven wonen van ouderen. 3. Verbinden van ouderengezondheidsbeleid vanuit de Wpg met het Wmo-beleid. 4.
Financiën
De uitvoering van de wettelijke taken op het vlak van de publieke gezondheid hebben de 18 Zuid-Limburgse gemeenten ingeregeld via een gemeenschappelijke regeling: de GGD. Via de begroting van de GGD ZL en de begrotingen van de drie Zuid-Limburgse thuiszorgorganisaties (jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar) wordt budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de wettelijke taken uit de Wpg. Eind 2009 heeft het Algemeen Bestuur van de GGD Zuid Limburg een opdracht gegeven aan de directie van de GGD ZL om de mogelijkheden voor bezuinigingen te onderzoeken en een veranderproces binnen de GGD ZL vorm te geven. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een aantal toekomstscenario's, waarbij bezuinigingspercentages oplopend tot 20% werden
gepresenteerd. In juni 2011 is door de 18 Zuid-Limburgse gemeenten unaniem gekozen voor toekomstscenario 2. De keuze voor dit scenario betekent dat er gemiddeld een bezuiniging van 11% wordt gerealiseerd. Tegelijkertijd blijft in dit scenario de focus op de ambities uit de regionale Gezondheidsnota, maar dan geprioriteerd en gefaseerd ingevoerd. De GGD ZL heeft tot 2015 de tijd om deze bestuursopdracht te realiseren. Nu de regionale nota in juni 2011 is vastgesteld, werkt de GGD ZL in opdracht van haar bestuur een dienstverleningspakket uit voor de beleidsperiode 2012-2015 dat aansluit bij de (financiële) uitgangspunten van de regionale nota en toekomstscenario 2. De gemeente Vaals heeft al diverse bezuinigingsronden achter de rug, waarbij onder meer met ingang van begrotingsjaar 2011 het budget van € 20.000 voor de uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid is beëindigd. Bij de begroting van 2011 heeft de gemeenteraad een structurele, taakstellende bezuiniging voor de uitvoering van het basistakenpakket van de GGD van 10% opgenomen. In de begroting 2012 is op basis van bezuinigingsscenario 2 €135.000 opgenomen voor GGD-taken. Dit bedrag zal naar verwachting volledig opgesoupeerd worden t.b.v. de wettelijk verplichte bijdrage voor het takenpakket van de GGD, zodat voor lokale ambities geen of nauwelijks extra financiële middelen zijn binnen het gezondheidsbeleid. 5.
Koppeling met andere beleidsterreinen
In veel onderzoeken komt naar voren dat 'gezondheid' heel belangrijk of zelfs het belangrijkste is voor het levensgeluk van mensen. Maar wat is dan gezondheid? Vaak wordt gezondheid gezien als 'de afwezigheid van ziekten of van een gebrek'. Dus niet ziek of gebrekkig staat gelijk aan gezond. Met deze definitie kunnen sommige zaken niet verklaard worden. Bijvoorbeeld hoe sommigen met een ernstige ziekte of gebrek zich toch gezond of vitaal voelen. Of hoe anderen zich juist niet gezond of vitaal voelen, terwijl er geen aanwezigheid van ziekte of gebrek vast te stellen is. Dat vraagt om een bredere definitie van gezondheid, waarvan er inmiddels verschillende zijn verschenen. Wat ze allemaal gemeen hebben is dat er niet slechts wordt uitgegaan van de mens als een fysiek organisme, maar vanuit de totale mens. Daaruit volgt een beschrijving van gezondheid als 'een lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden', waarbij de invulling van wat welbevinden is voor iedereen anders zal zijn. In deze lokale nota gezondheidsbeleid wordt gezondheid breed gezien, als een toestand van (subjectief) lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden. Dat betekent dat gezondheid bevorderen op vele manieren uitgevoerd kan worden en dat gezondheidsbeleid via vele beleidsterreinen vorm gegeven kan worden. Hieronder worden een aantal beleidsterreinen genoemd, die een koppeling hebben met gezondheidsbeleid.
5.1 Wmo-beleid/Vaals Helpt Het devies van de Wmo is meedoen voor iedereen. Veel mensen kunnen dit prima zelf of met een steuntje in de rug van hun omgeving. Maar sommigen hebben meer ondersteuning nodig, omdat ze vanwege beperkingen het niet zelf kunnen. Dan is de gemeente aan zet om de inwoners te compenseren en te ondersteunen. In de nieuwe Wmo-beleidsperiode 2012-2015 wordt de compensatieplicht vorm gegeven via het Kantelingsprincipe (zie Beleidsplan Wmo 2012-2015). Met name op de eerste twee stappen van de Kanteling – 1. zorg door preventie dat zorgvragen beheersbaar blijven en 2. onderzoek de eigen kracht van burgers zodat men, ondanks individuele beperkingen, toch zelfstandig kan participeren- zit veel overlap met het volksgezondheidsbeleid binnen de Wpg. De Wpg heeft de rol van preventiebeleid, dat kan voorkomen dat mensen ziek worden of met
beperkingen te maken krijgen. Voor de Wmo betekent dat kostenbesparingen en meer participatie en zelfredzaamheid. In het beleidsplan Wmo 2012-2015 wordt gekozen voor een projectmatige aanpak, die de afzonderlijke prestatievelden overstijgt. Een van deze projecten is Vaals Helpt. Vaals Helpt is gericht op het versterken en uitbreiden van het hulp bieden aan elkaar en helpt vorm te geven aan de Kanteling van de Wmo door actief burgerschap te stimuleren. Er zullen naar verwachting veel ouderen gebruik maken van de mogelijkheden binnen Vaals Helpt. Wanneer ouderen ondersteuning kunnen krijgen op een aantal vlakken, zullen ze naar verwachting langer zelfstandig kunnen blijven wonen en blijven participeren. Maar ook voor jongeren biedt Vaals Helpt mogelijkheden, bijvoorbeeld op het terrein van de pedagogische civil society. Vaals Helpt is een kapstok waar diverse activiteiten/producten/diensten aanhangen en waar telkens nieuwe producten aan toegevoegd kunnen worden. Er zijn 3 onderdelen: Vaals helpt handig: projecten die organiek ingeregeld kunnen worden, vanwege hun structurele aard en omdat ze geschikt zijn voor WWB-ers. Het gaat hier bijvoorbeeld om onderhouds- en huishoudelijke klussen, tuinklussen. Vaals helpt mobiel: een rolstoel/scootmobielpool Vaals helpt sociaal: projecten waarbij een-op-een contact cruciaal is, bijvoorbeeld ter voorkoming van eenzaamheid en ter vergroting van het eigen sociale netwerk, ondersteuning bieden aan jeugd, maar ook een boodschappendienst. 5.2 Vaals beweegt! In Vaals wordt onder de noemer Vaals beweegt! van medio 2010 tot medio 2014 een sporten beweegprogramma ontwikkeld en uitgevoerd met gelden vanuit het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB). De gemeente Vaals komt voor deze gelden in aanmerking, omdat het een van de honderd gemeenten is met de grootste gezondheidsachterstand. Doel van het NASB- programma is om mensen voldoende en regelmatig te laten bewegen, ter voorkoming en/of vermindering van overgewicht en daarmee samenhangende gezondheidsproblemen als diabetes, hart- en vaatziekten en depressie. De meest kwetsbare groepen in de samenleving bewegen het minst: ouderen, gehandicapten, chronisch zieken, allochtonen, bewoners van achterstandwijken. En juist voor deze groepen is de toegevoegde waarde van bewegen groot, zowel met het oog op een actieve, gezonde levensstijl, maar ook vanwege de integratie- en participatiemogelijkheden die beweegactiviteiten bieden. Daarnaast draagt (gezamenlijk) sporten en bewegen ook bij aan de sociale cohesie in de wijken. Wanneer mensen gezonder zijn, kunnen ze zelf beter meedoen en zich inzetten voor anderen in de samenleving. De aanpak in Vaals is als volgt: - de activiteiten sluiten aan bij de wensen van de inwoners; - de activiteiten zijn gemakkelijk en voor iedereen bereikbaar wat betreft niveau, beschikbaarheid en kosten; - de activiteiten zijn wijkgericht; - de activiteiten sluiten bij voorkeur aan bij wat al aanwezig is en - de activiteiten zijn integraal Bij de start van Vaals beweegt! is met name gefocust op de groep van 55-plussers. Er was op dat moment geen specifieke informatie beschikbaar over het feitelijke beweeggedrag van de verschillende groepen, maar er zijn wel landelijke risicogroepen bekend met een hoog percentage in-actieven: tieners, senioren, mensen met een lage sociaal economische status, mensen met een beperking/chronische aandoeningen, mensen met overgewicht en allochtonen.
De focus op senioren van 55 jaar en ouder kwam voort uit de wetenschap dat dit in Vaals een relatief grote groep is, die de komende jaren alleen maar zal toenemen en uit het feit dat er vrij weinig specifiek aanbod voor deze groep leek te zijn. De focus voor de senioren blijft voor de beleidsperiode van 2012-2015 gehandhaafd, ook omdat uit inmiddels beschikbare gegevens duidelijk wordt dat bij deze groep gezondheidswinst behaald kan worden en de zelfredzaamheid vergroot kan worden door (meer) te bewegen. Maar vanaf 2012 worden ook voor de jeugd activiteiten ontwikkeld, onder meer binnen het principe van de combinatiefunctionaris (zie paragraaf 5.3), en worden activiteiten ontwikkeld voor mensen met overgewicht. 5.3 Vaals beweegt!: Combinatiefunctionaris Er wordt in 2012 gestart met de combinatiefunctionaris onderwijs/sport. Vanuit de regeling 'Impuls brede scholen, sport en cultuur' worden meer brede scholen gerealiseerd, sport- en cultuuraanbod voor de jeugd uitgebreid en sportverenigingen versterkt. Daarnaast is het doel om sociale samenhang, integratie en participatie in de buurt te creëren en achterstanden bij de jeugd te verminderen. Deze functionaris gaat o.a. een impuls geven aan het bewegingsonderwijs op de basisscholen in Vaals, voorbeeldlessen, specifieke beweegprogramma’s en/of sportkennismakingslessen geven, naschools sportaanbod opzetten en uitvoeren, sportverenigingen versterken en met hen samenwerken. Dit wordt onder de noemer van Vaals beweegt! uitgevoerd. 5.4 Jeugdbeleid - Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het inlooppunt van het CJG Heuvelland in Vaals is officieel geopend in mei 2011. Het CJG is voor iedereen die te maken heeft met opvoeden en opgroeien: kinderen, jongeren tot 23 jaar, hun ouders, opvoeders en de professionals en organisaties die een rol spelen in hun leven. Op deze plek kan op een laagdrempelige manier informatie, advies en ondersteuning gegeven worden. De nadruk ligt op preventie en op ondersteuning in een vroeg stadium om daarmee zwaardere problemen en zorg te voorkomen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de gehele uitvoering van de zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Alle jeugdzorg die onder het Rijk, provincie, AWBZ en Zvw valt , wordt overgeheveld naar de gemeente. Het transitieproces is inmiddels gestart. Het uitgangspunt is: zorg dicht bij huis. 5.5 Arbeidsmarkt- en uitstroombeleid/minimabeleid De relatie tussen een lage sociaaleconomische status (ses) (o.a. een laag inkomen en laag opleidingsniveau) en een laag gezondheidsniveau is vaak aangetoond. Kenmerkend zijn de duidelijk lagere levensverwachting en hogere sterftekans van mensen met een lage ses. Ook doen zich veel eerder gezondheidsbeperkingen voor bij deze groep. Vanuit de Wet werk en bijstand (Wwb) werken gemeenten en het Rijk aan het verbeteren van de sociaaleconomische omstandigheden van deze groep. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het verstrekken van bijstandsuitkeringen, het begeleiden van mensen naar een betaalde baan, instellen van minimaregelingen om mensen in staat te stellen om deel te nemen aan verenigingsleven,sport en bewegen, cultuur etc. Een ander belangrijk onderdeel is schuldhulpverlening (bijvoorbeeld schuldbemiddeling, schuldsanering en budgetbegeleiding) waarmee mensen met schulden worden ondersteund. Op dit terrein liggen duidelijk kansen om sociaaleconomische, welzijns- en gezondheidsdoelen te combineren. De gemeente Vaals voert een actief arbeidsmarkt- en uitstroombeleid en een actief gemeentelijk minimabeleid en zal dit in de komende beleidsperiode voortzetten. Activiteiten op arbeidsmarkt- en uitstroombeleid zijn: Inzet van bijstandsgerechtigden in vrijwilligerswerk m.b.v. een jobcoach
Scholingsaanbod beter laten aansluiten bij lopend beleid Betere activering d.m.v. het koppelen en linken van de bestanden van Pentasz Via het minimabeleid kunnen inwoners met een minimuminkomen ondersteund worden bij maatschappelijke participatie door bijvoorbeeld de participatiebijdrage. Een belangrijke preventieve component van dit beleid is schuldenpreventie en schulphulpverlening. Daarnaast wordt de al aanwezige voorlichting over inkomensondersteunende maatregelen verder verbeterd. 5.6 Recreatief gebruik buitengebied/kwaliteitsverbetering stiltegebieden We leven in een dynamische en drukke maatschappij. Iedereen heeft van tijd tot tijd behoefte aan rust en stilte, ontspanning en verwerking van ervaringen en indrukken, reflectie op wat echt belangrijk is in het leven. Het ervaren van stilte buiten en in ons heeft een positief effect op de psychische en fysieke gezondheid. Vanaf 2012 wordt, samen met inwoners en gebruikers van het buitengebied, invulling gegeven aan een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering van de stiltegebieden. Dit, vanuit een gesprek en bewustzijn over de waarde van stilte, rust en ruimte als hefboom tot de leefkwaliteit. Individuen (vanuit verschillende organisaties als terreinbeheerders, gebruikers, bewoners, bedrijven in/om stiltegebied, natuur- en milieuorganisaties) geven aan wat deze begrippen voor hen betekenen. Dit wordt vertaald naar de maatschappelijke betekenis en vervolgens weer vertaald naar gevolgen en mogelijkheden voor de (inrichting van de) buitenruimte. Naast dit onderzoek zijn voor 2012 de volgende activiteiten opgenomen: Opstellen van een verkeersplan met parkeren aan de raden, groene haltes, handhaving en selectieve bereikbaarheid Uitzetten verkeersluwe experimenten. Deze activiteiten zullen naar verwachting een positieve stimulans zijn voor inwoners van Vaals om meer en/of op een andere manier (bijvoorbeeld via wandelen en fietsen) te recreëren in de buitengebied van Vaals. 5.7 Ruimtelijke ontwikkeling Het gaat hierbij om een openbare ruimte die bereikbaar, bruikbaar, toegankelijk, en veilig is, met voldoende voorzieningen in de buurt. Een beweegvriendelijke openbare ruimte ook, die uitnodigt tot een gezonde manier van verplaatsen en recreëren. 5.8 Beleid op het gebied van verenigingen/gemeenschapsleven Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de sociale samenhang, leefbaarheid en bestrijding van eenzaamheid. Ook kan het verenigingsleven een omgeving zijn waar voorbeelden worden gegeven op het gebied van een gezonde leefstijl en leefomgeving en van waaruit signalen kunnen worden afgegeven over mogelijke risico's. 5.9 Gemeente Vaals Cittaslow In juni 2011 heeft de gemeente het Cittaslow-keurmerk gekregen. Dit keurmerk wordt uitgereikt aan gemeenten met minder dan 50.000 inwoners die op het gebied van leefomgeving, landschap, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. Het blijkt dat het keurmerk inwoners, ondernemers, beleidsmakers en instellingen meer bewust maakt van de kwaliteiten in hun leefomgeving en hen stimuleert om deze kwaliteiten uit te dragen en verder te ontwikkelen. Leven en wonen in een omgeving die oog heeft voor leefkwaliteiten, heeft een positieve bijdrage op het fysieke, psychische en sociale welbevinden van de inwoners van deze leefomgeving.