Gezonde samenwerking Gezondheidsbeleid 2015-2018
Gemeente Wierden Sectie Maatschappelijke ontwikkeling Afdeling beleid mei 2015
Gezonde samenwerking
2
INHOUDSOPGAVE Samenvatting ...................................................................................................................................4 Hoofdstuk 1 Maatschappelijke context .............................................................................................5 1.1 Inleiding .................................................................................................................................5 1.2 Wettelijk kader ......................................................................................................................6 1.3 Lokaal vertrekpunt .................................................................................................................9 Hoofdstuk 2 Gezondheidssituatie in Wierden..................................................................................12 2.1 Inleiding ...............................................................................................................................12 2.2 Gezondheid in Twente..........................................................................................................12 2.3 Lokale gegevens ...................................................................................................................13 2.4 Aandachtspunten .................................................................................................................18 Hoofdstuk 3 Verdieping van gezonde samenwerking .......................................................................19 3.1 Inleiding ...............................................................................................................................19 3.2 Welke voorbeelden van gezonde samenwerking zijn al zichtbaar? .......................................19 Sport en bewegen ..................................................................................................................19 Groen en milieu......................................................................................................................20 Maatschappelijke ondersteuning ...........................................................................................21 Inkomen en arbeid .................................................................................................................22 Jeugd .....................................................................................................................................22 Ouderen .................................................................................................................................24 Veiligheid ...............................................................................................................................24 3.3 Meer mogelijkheden van gezonde samenwerking ................................................................25 Groenbeleid ...........................................................................................................................26 Maatschappelijke ondersteuning ...........................................................................................26 Sport ......................................................................................................................................27 Jeugd .....................................................................................................................................27 Hoofdstuk 4 Uitvoering...................................................................................................................28 4.1 Inleiding ...............................................................................................................................28 4.2 Financieel kader ...................................................................................................................28 4.3 Uitvoeringsplan en evaluatie ................................................................................................29 Literatuurlijst .................................................................................................................................31 Bijlage I ..........................................................................................................................................32 Bijlage II .........................................................................................................................................33 3
Gezonde samenwerking
Samenvatting Een goede gezondheid is waardevol. Mensen met een goede gezondheid kunnen zich optimaal ontwikkelen en zo lang mogelijk actief deelnemen aan de maatschappij. Door in te zetten op een goede openbare gezondheidszorg wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud en de bevordering van de gezondheid van de burgers in onze gemeente. In deze notitie wordt vanuit de gedachte ‘gezonde samenwerking’ gezondheidsbeleid beschreven. Uitgezonderd biologische factoren beïnvloeden we met ons beleid direct of indirect de factoren die de gezondheid van een inwoner bepalen: de leefstijl , de gezondheidszorg en de fysieke en sociale omgeving. Andersom kan gezondheid een bijdrage leveren aan de doelstellingen van andere beleidsvelden: gezonde kinderen kunnen beter leren, meer gezondheid bij burgers betekent bijvoorbeeld minder uitkeringen en minder zorgvragen. Gedeelde belangen zijn belangrijke voorwaarden voor samenwerking binnen en buiten het gemeentehuis. Een groot deel van onze inwoners voelt zich gezond en redt zich prima. Dit wordt voor een belangrijk deel beïnvloed door een gezonde leefstijl. Echter, bepaalde groepen mensen hebben hierbij extra aandacht en ondersteuning nodig. Aanpalend aan het domein van de publieke gezondheidszorg krijgen we steeds meer onderdelen en verantwoordelijkheden vanuit de transities naar ons toe. Uitgangspunten hierbij zijn de integrale aanpak en eigen kracht als basis en aandacht voor preventie. Het domein van de publieke gezondheidszorg wordt belangrijker. We moeten nog meer de krachten bundelen. De oplossing ligt vooral in onze preventieve gezondheidstaak en het verder verbinden van de gemeentelijke beleidsvelden door het vormen van zogenaamde ‘vitale coalities’ oftewel gezonde samenwerking. Binnen en buiten het gemeentehuis. Met deze krachtenbundeling komen we tot meer gezonde jaren. Als er prioriteiten gesteld moeten worden, dan betekent dit via de ‘gezonde samenwerking’ inzet van middelen combineren c.q. verbinden met gezondheidsdoelen. Steeds vaker wordt in beleid de link met gezondheid gelegd. Investeren in gezondheid wordt, nu de gemeente meer zorgtaken heeft gekregen in het sociale domein, ook steeds lonender. Anno nu is de trend dat middelen voor de zwaar geïndiceerde zorg meer ingezet gaan worden ten gunste van preventieve lichte aanpak. Bij de evaluatie Transitie Sociaal Domein 2015-2018 wordt van (niet benutte) budgetten bekeken of deze middelen door substitutie kunnen worden ingezet ten behoeve van collectieve voorzieningen die voorliggend zijn zoals preventieprogramma’s op scholen en sport en bewegen voor ouderen en mensen met een beperking. Achtereenvolgens komen aan bod sport en bewegen, groen en milieu, maatschappelijke ondersteuning, inkomen en arbeid, jeugd, ouderen en veiligheid. Tot slot volgen enkele ideeën voor verdieping naar meer gezonde samenwerking.
------------------------------------------
4
Gezonde samenwerking Hoofdstuk 1 Maatschappelijke context 1.1 Inleiding Een goede gezondheid is waardevol voor het individu en de samenleving. Mensen met een goede gezondheid kunnen zich optimaal ontwikkelen en zo lang mogelijk actief deelnemen aan de maatschappij. Door in te zetten op een goede openbare gezondheidszorg wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud en de bevordering van de gezondheid van de burgers in onze gemeente. In deze notitie wordt vanuit de gedachte ‘gezonde samenwerking’ gezondheidsbeleid beschreven. Dit, vanuit de bestuurlijke1 wens om gezondheidsbeleid niet verkokerd te benaderen. Een goede gezondheid is een groot goed Wie gezond is, participeert makkelijker. Mensen doen mee op het werk, thuis en in de vrije tijd. De gezondheidstoestand van iemand wordt bepaald door persoonsgebonden factoren zoals persoonlijkheid, bloeddruk en cholesterol. Maar ook omgevingsfactoren spelen een rol zoals straling, geluid maar ook eenzaamheid. Tenslotte zijn er belangrijke leefstijlfactoren zoals lichaamsbeweging en genotsmiddelengebruik. Deze gedragsterminanten hangen nauw met elkaar samen. Zij kunnen elkaar direct of indirect beïnvloeden en zo dus ook de gezondheidstoestand. Wanneer iemand zijn leefstijl verbetert door meer te bewegen (leefstijlfactoren) zal de conditie van het hart (persoonsgebonden) worden bevorderd. Als er vrienden zijn die mee gaan sporten (omgeving), zal dit ook de gezondheidstoestand kunnen bevorderen. Het aloude, maar nog zeker actuele model van Lalonde2 brengt dit in beeld:
In de Wet Publieke Gezondheid is opgenomen, dat de gemeenteraad binnen twee jaar na openbaarmaking van de landelijke nota gezondheidsbeleid, een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vaststelt. De raad geeft hierin aan op welke wijze doelstellingen gehaald worden met de in deze Wet genoemde gemeentelijke uitvoerings- en bevorderingstaken. In Twente is deze opgave meegenomen in de Bestuursagenda Publieke Gezondheid 2012-2015 en de vertaling ervan in de Programmabegroting en de productenraming van GGD Twente. 2 Canadese minister van volksgezondheid Lalonde introduceerde een nieuw model voor gezondheidsbeleid. 1
5
Gezonde samenwerking Uitgezonderd biologische factoren beïnvloeden we met ons beleid direct of indirect de factoren die de gezondheid van een inwoner bepalen: de leefstijl (zoals bewegen, alcoholgebruik of voeding), de gezondheidszorg (beschikbaarheid en toegankelijkheid) en de fysieke (milieu, het groen, veiligheid, woonomgeving) en sociale omgeving (sociale ondersteuning en leefbaarheid). Het model maakt duidelijk dat veel van de factoren die van invloed zijn op gezondheid niet direct vanuit gezondheidsbeleid zijn te sturen. Andersom kan gezondheid een bijdrage leveren aan de doelstellingen van andere beleidsvelden: gezonde kinderen kunnen beter leren, gezonde inwoners kunnen aan het werk of op andere fronten ‘meedoen’ in de maatschappij. Gedeelde belangen zijn belangrijke voorwaarden voor samenwerking binnen en buiten het gemeentehuis. Het lokale gezondheidsbeleid moet zich richten op determinanten van gezondheid om de gezondheidstoestand te beïnvloeden. Daarbij is het van belang dat aandacht wordt besteed aan goede zorg (medicatie en zorgverlening) en preventie. Goede preventie(beleid) kan opleveren dat ouderen wel acht tot tien jaar langer leven3. Mensen met een lage sociaal economische status (SES) zijn minder gezond en leven daardoor korter4. De SES van mensen wordt beïnvloed door het opleidingsniveau, de beroepsstatus en de hoogte van het inkomen. Mensen met een lage SES maken relatief gezien meer gebruik van de gezondheidszorg en minder gebruik van preventieve voorzieningen en maatregelen.
1.2 Wettelijk kader Deze paragraaf bevat een beschrijving van het wettelijk kader van het gezondheidsbeleid. Wet Publieke Gezondheid In de Wet Publieke Gezondheid (WPG) is vastgelegd dat gemeenten specifieke taken hebben op het gebied van gezondheidsbescherming, ziektepreventie en gezondheidsbevordering. De ambities moeten elke vier jaar in een gemeentelijke nota beschreven worden. Als onderlegger hiervoor is de regionale nota “Vitale coalities, betere gezondheid, meer participatie”, een coproductie van de Twentse gemeenten, in 2012 verschenen. Nationaal Preventie Programma Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in 2011 de nieuwe landelijke Nota Gezondheidsbeleid gepresenteerd. Opvallend is dat de speerpunten uit de voorgaande landelijke nota (2006) overeind zijn gebleven in deze landelijke nota. De speerpunten waren en blijven gericht op: - Inzetten op spelen, bewegen en sporten - Jeugd benoemen als belangrijke doelgroep voor het lokaal gezondheidsbeleid - Stimuleren van publiek private samenwerking op lokaal niveau - Verbindingen leggen tussen verschillende beleidsterreinen en gezondheid - Een bijdrage leveren aan het realiseren van ‘gezondheid in de buurt’ - Overgewicht - Diabetes - Depressie - Roken - Schadelijk alcoholgebruik Voortbordurend op de landelijke gezondheidsnota is een Nationaal Preventie Programma (NPP) ‘Alles is gezondheid’ 2014-2016 ontwikkeld. Dit programma is geïnspireerd door de Twentse aanpak 3 4
Wouterse, Wijk bij Duurstede, juni 2013 Twentse Gezondheidsverkenning, GGD Twente, Enschede, oktober 2013
6
Gezonde samenwerking van Vitale Coalities (zie hierna). Het NPP is er ook gekomen omdat de Tweede Kamer aandrong op meer initiatief en actie vanuit VWS op preventie. NPP gaat voor betrokkenheid van partners en verantwoordelijkheid oproepen rondom preventie. Daarom wordt een werkwijze gehanteerd met het ondertekenen van pledges (geloftes) met betrokken partners (GGD Twente heeft deze ook ondertekend, zie hierna bij ‘positieve gezondheid’). Centraal staat in het NPP de ambitie dat iedereen een goede kwaliteit van leven heeft, optimaal participeert en er op kan vertrouwen dat risico’s van buiten minimaal zijn. Doelstellingen hierbij zijn: 1. Preventie een prominente plek geven in de zorg geven 2. Gezondheid bevorderen door een integrale aanpak 3. Gezondheidsbescherming op peil houden. De gezonde levensverwachting van laagopgeleiden wil het NPP substantieel verbeteren. Verder wordt er werk gemaakt van de reductie van chronisch ziekten en de risicofactoren daarvoor: diabetes, depressie, overgewicht, roken, alcohol en onvoldoende bewegen. Dit zijn al langer de speerpunten van het landelijke gezondheidsbeleid. Duidelijk is geworden dat effect alleen behaald kan worden met langdurig volgehouden, en op veel terreinen gelijktijdig ingezette maatregelen. Deze maatregelen moeten dan wel dicht bij de leef- en belevingswereld staan van mensen en vraagt om een integrale aanpak. Belangrijke constatering is ook dat de landelijke speerpunten de ziekten en risicofactoren zijn waar de meeste zorgen om gemaakt worden, en waar de meeste gezondheidswinst valt te behalen. Beïnvloeding voor het maken van individuele keuzes en gedrag als op de omgeving spelen een belangrijke rol om gezond te kunnen en willen leven. Twentse nota Wij worden verantwoordelijk voor preventie en ondersteuning op het gebied van jeugd, werk en zorg. Een integrale aanpak in het sociale domein is van belang om deze omvangrijke opgave succesvol te kunnen uitvoeren. Al geruime tijd buigt de bestuurscommissie Publieke Gezondheid5 en het regionale bestuurlijk afstemmingsoverleg Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) zich over de vraag ‘wat is er nodig om het beter te doen?’. Hierop is de regionale notitie “Vitale coalities, betere gezondheid, meer participatie” in 2012 verschenen. Centraal hierin staan de door gemeentebestuurders gewenste effecten van gezondheidsbeleid: meer zelfredzaamheid, eigen kracht en participatie. Met slim organiseren en het bundelen van krachten zet Twente met de regionale notitie in op de volgende thema’s:
1. Beweging en voeding Bewegen op maat, afgestemd op doelgroep, behoefte burgers, gecombineerd met gezonde voeding.
2. Doegroen Inrichting en openbare ruimte en groen verzilveren voor welzijn en ontmoeten. Uitgenodigd worden voor bewegen en doen in de wijk.
5
Het bestuur van de regionale gemeenschappelijke gezondheidsdienst, GGD Twente
7
Gezonde samenwerking
3. Collectieve preventie GGZ Op tijd interveniëren (‘weerbaar maken’) met als doel ‘gezond meedoen’.
4. Verbinden 0e en 1e lijn Preventie (0e lijn) een eerstelijnszorg verbinden door benutten rol huisarts en praktijkondersteuners en voorliggende (preventie)voorzieningen om vooral risicogroepen en chronisch zieken (waaronder kwetsbare ouderen) te bereiken.
Een aantal onderwerpen rondom het terrein van gezondheid kan beter regionaal uitgevoerd worden dan lokaal. Voor deze onderwerpen wordt regionaal een uitvoeringsprogramma gemaakt in samenspraak met de private partners en aansluitend bij de bewegingen in het veld. Met de focus op ‘slim verbinden’ en ‘publieke gezondheidszorg nog meer richten op bestuurlijke effecten’ worden bovendien de volgende drie onderwerpen regionaal uitgewerkt: Afstemming en samenwerking tussen de 0de en1e-lijnszorg gericht op risicogroepen en kwetsbare ouderen. Inwoners met vraagstukken op meerdere levensgebieden, zoals wonen, werk, opvoeden, gezondheid en relatie komen al snel bij de huisarts en mogelijk bij andere eerstelijns voorzieningen terecht. De kans is dan groot dat de oplossing van het vraagstuk gezocht wordt in het medische circuit of door verdere verwijzing binnen het medische circuit. Oplossingen kunnen ook gevonden worden ‘dichtbij de inwoner’, in de eigen leefomgeving. Een nog betere afstemming tussen de eerstelijnszorg en voorzieningen op het brede terrein van welzijn en sport in de eigen omgeving (0de lijn) kan de redzaamheid van de inwoner vergroten. Doorontwikkeling van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De bestuurscommissie Publieke Gezondheid voert een discussie over de nieuwe gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden in het sociale domein en de daarvan af te leiden ambities en concrete bijdragen door de GGD Twente, in het bijzonder de Jeugdgezondheidszorg. Belangrijke ontwikkelingen in het beleidsveld van de Jeugdgezondheidszorg zijn het herformuleren en flexibiliseren van het wettelijk takenpakket. De commissie De Winter heeft hierover een standpunt ingenomen. Verwacht wordt dat voor de uitvoering van taken meer flexibiliteit en vrijheid ontstaat. Het idee is om de ruimte die hierdoor ontstaat in te zetten op pedagogische signalering, (bewaken van) toeleiding en registratie van twee risicogroepen: 1. zuigelingen/kleuters in een pedagogische risico situatie (bijvoorbeeld bij LVB6 ouders); 2. jongeren in de leeftijd van 10 tot 14 jaar met een risico op ontsporend gedrag.
Collectieve preventie GGZ
6
Lichte verstandelijke beperking
8
Gezonde samenwerking Gemeenten hebben inhoudelijk de krachten gebundeld op het terrein van collectieve preventie GGZ7, vooral vanuit het oogpunt van schaalvoordelen8. De financiële afwikkeling is niet gebundeld, maar loopt per individuele gemeente. De gemeente geven aan wat er moet gebeuren. De instellingen hebben in samenspraak aangegeven hoe de uitvoering vorm krijgt. De huidige regionale samenwerking en uitvoering ten aanzien van collectieve preventie GGZ wordt gezien als ‘going concern’. Wel dient een nieuwe gemeentelijke opdracht te worden opgesteld op basis waarvan preventiepartners aan de slag kunnen. Positieve gezondheid Het concept positieve gezondheid heeft meerdere dimensies en is er ook samenhang hiertussen. De werkwijze vitale coalities stimuleert, enthousiasmeert, entameert deze verschillende dimensies. Kortom: de werkwijze vitale coalities verbindt spelenderwijs en slim de dimensies van het concept Positieve gezondheid. (zie onderstaande illustratie). De GGD Twente heeft in april 2014 een pledge getekend waarin zij zich verbindt aan het NPP en het concept ‘positieve gezondheid’ gebruikt om (preventie)activiteiten te herijken en daarmee een versnelling te brengen in het verbeteren van de gezondheid in Twente.
1.3 Lokaal vertrekpunt Een groot deel van onze inwoners voelt zich gezond en redt zich prima (zie ook hoofdstuk 2). Dit wordt voor een belangrijk deel beïnvloed door een gezonde leefstijl. Echter, bepaalde groepen mensen hebben hierbij extra aandacht en ondersteuning nodig.
Geestelijke gezondheidszorg Een cursus inkopen alleen voor burgers uit één gemeente is niet lonend. Krachtenbundeling levert een efficiënte uitvoering op van collectieve preventie GGZ. 7 8
9
Gezonde samenwerking Aanpalend aan het domein van de publieke gezondheidszorg zijn steeds meer onderdelen en verantwoordelijkheden vanuit de AWBZ naar ons toe gekomen. Evenals met de invoering van Passend Onderwijs en jeugdzorg . In ‘ Van DENKEN naar DOEN’9is de sociale visie van onze gemeente uitgewerkt. Uitgangspunten hiervan zijn de integrale aanpak, eigen kracht als basis en aandacht voor preventie. Het domein van de publieke gezondheidszorg wordt belangrijker. We moeten de krachten bundelen. Hoe kunnen we dit met slim organiseren bereiken? De oplossing ligt vooral in onze preventieve gezondheidstaak en het verder verbinden van de gemeentelijke beleidsvelden door het vormen van zogenaamde ‘vitale coalities’ oftewel gezonde samenwerking. Binnen en buiten het gemeentehuis. Met deze krachtenbundeling komen we tot meer gezonde jaren. Terugblik op eerdere lokale nota’s gezondheidsbeleid In 2004 hebben we de eerste nota volksgezondheid10 ontwikkeld. Hierin werd een brede visie op het gebied van volksgezondheid gepresenteerd en was het uitgangspunt dat gezondheidsbeleid facetbeleid is en onderdeel uitmaakt van verschillende beleidsterreinen binnen de gemeente zoals welzijn, veiligheid, wonen en zorg. In de vervolg nota11 ‘Samenwerken aan de gezondheid van Wierden’ is een update gegeven van het lokale gezondheidsbeleid voor de gemeente Wierden en zijn prioriteiten bepaald voor de jaren 2011 – 2013. Gefocust werd op uitvoeren van gezondheidsbeleid aan de hand van vier thema’s: Jeugd & alcohol; Sportieve & gezonde leefstijl; Gezondheid & voorlichting en tenslotte Gezondheid & ouderen. De nota is ook deels gebaseerd op landelijk vastgestelde thema’s, die vertaald zijn naar de lokale situatie in Wierden. Het ging om alcohol, roken, overgewicht en depressie. Een aantal lokale en Twentse actieprogramma’s zijn uitgevoerd. In de bijlage is een beknopt evaluatieverslag opgenomen. Transities en bezuinigingen We leven in een andere tijd dan de periode waarin de eerste gezondheidsnota’s werden ontwikkeld. We klimmen uit een economische crisis die vanaf 2008 zijn intrede deed. Door de drie transities in het sociale domein (Participatiewet, Jeugdzorg en begeleiding AWBZ naar Wmo) hebben gemeenten een steeds grotere verantwoordelijkheid gekregen voor de ondersteuning van inwoners. Preventief werken aan een goede gezondheid, kan ondersteunend zijn aan de uitvoering van deze nieuwe taken en gezondheidswinst opleveren: meer gezonde jaren, minder ziektelast en meer kwaliteit van leven. Samen voor meer gezonde jaren Gezondheid is van mensen zelf. Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor publieke gezondheid. Publieke gezondheid richt zich op zaken waar burgers niet snel om zullen vragen, maar die wel nodig zijn voor een gezonde samenleving. Inwoners die zich goed en gezond voelen, kunnen leren, werken en voor elkaar zorgen. Kortom: gezonde mensen doen mee aan de samenleving. Gemeenten hebben juist nu de mogelijkheid om taken op het terrein van maatschappelijke ondersteuning, de decentralisatietrajecten en publieke gezondheid met elkaar te verbinden. Het bevorderen van vitaliteit en welbevinden van burgers zal de eigen kracht, weerbaarheid en redzaamheid vergroten: gezondheid als middel.
‘Van Denken naar Doen’, uitwerking van de sociale visie, gemeente Wierden, februari 2014 Nota lokaal gezondheidsbeleid Wierden, ‘Een gezonde keuze!’, september 2004 11 Samenwerken aan de gezondheid van Wierden, Update lokaal gezondheidsbeleid Wierden 2011 – 2013, januari 2011 9
10
10
Gezonde samenwerking
Werken aan gezonde samenwerking ‘vitale coalities’ De doorbraak en grootste uitdaging ligt in de preventieve taak, maar zeker ook in het verbinden van de beleidsvelden door het aangaan van ‘vitale coalities’. De weg naar deze ‘gezonde samenwerking’ begint met het besef dat het behalen van gezondheidswinst niet alleen vanuit het gezondheidsdomein wordt bereikt. Ook andere beleidsvelden, maatschappelijke organisaties en vooral inwoners zijn nodig. Door samenhangende doelstellingen na te streven worden middelen efficiënter en effectiever ingezet. Er wordt meer resultaat met nagenoeg eenzelfde inspanning gehaald. Op deze wijze wordt een integrale aanpak in de lokale uitvoering gestimuleerd en resultaten op gezondheid behaald binnen andere beleidsvelden. Daarnaast kan gezondheid veel betekenen voor het andere beleidsveld: meer gezondheid bij burgers betekent bijvoorbeeld minder uitkeringen en minder zorgvragen. ‘Gezonde samenwerking’ ontstaat niet zomaar. Voor het sluiten van ‘vitale coalities’ is instemming en een positieve grondhouding op alle niveaus12 noodzakelijk. ‘Vitale coalities’ streven gemeenschappelijke doelen na. Partners liften mee op elkaars kennis en bereiken zo de gezamenlijke doelstelling. Onze ‘vitale coalities’ liggen onder meer op het terrein van het zelforganiserend vermogen van de samenleving binnen de beleidsvelden maatschappelijke ondersteuning, zorg, inkomen en arbeid, jeugdbeleid, onderwijs, sport en bewegen, integrale veiligheidszorg, groen, ruimtelijke ordening, verkeer, wonen en milieu. Afhankelijk van de situatie zijn andere beleidsvelden ook in beeld. Kernpartners Wij voeren gezondheidsbeleid uit met onze kernpartners. Via subsidie sturen we met prestatieafspraken gericht op gezondheidsbeleid. Dit gebeurt bij de GGD Twente (uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg en Algemene Gezondheidszorg), Algemeen maatschappelijk werk, Dimence, Tactus, welzijnswerk en in mindere mate het verenigingsleven. Andere partners zijn onder meer huisartsen, schoolbesturen, jeugdzorg en thuiszorgorganisaties. Hiermee worden vooral samenwerkingsafspraken gemaakt.
12
Op strategisch, tactisch en operationeel niveau, binnen en buiten de gemeentelijke organisatie.
11
Gezonde samenwerking Hoofdstuk 2 Gezondheidssituatie in Wierden 2.1 Inleiding Voor iedere gemeente in Twente heeft de GGD Twente een vertaalslag gemaakt van de “Twentse Gezondheidsverkenning”13 naar de lokale situatie. Zo ook voor onze gemeente. Hiervoor zijn ook diverse ander bronnen ingezet waaronder de volwassenmonitor, het rapport “Gezond ouder worden in Twente”, het E-MOVO onderzoek (klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs) en het onderzoek “Fit en Gezond in Overijssel”(uitgevoerd door Sportservice Overijssel).
2.2 Gezondheid in Twente In Twente zijn we ongezonder dan in de rest van Nederland. De levensverwachting is lager, er is meer sterfte aan hart- en vaatziekten, kanker, psychische stoornissen, COPD14 en diabetes. Er wordt in Twente meer gerookt, er zijn meer overmatige en zware drinkers en het percentage mensen met overgewicht is hoger dan het Nederlands gemiddelde. In Wierden valt binnen Twente het volgende op: de overgewichtcijfers van Wierden zijn vergelijkbaar met Twente. Het overmatig drankgebruik onder jongeren ligt in Wierden significant hoger dan het Twents gemiddelde.
Leefstijl kenmerken naar leeftijd en geslacht voor wierden en Twente (Bron: Twente in Balans 2012, E-MOVO 2011, Volwassenenonderzoek 2012, Ouderenonderzoek 2010)
13
www. Twentsegezondheidsverkenning.nl
14
Chronische longziekte
12
Gezonde samenwerking 2.3 Lokale gegevens De kernpunten uit de gezondheidsmonitor Twente voor onze gemeente worden hierna per onderwerp nader toegelicht. Sociaal economische status relatief hoog in Wierden Sociaaleconomische status (SES) en gezondheidstoestand zijn aan elkaar gerelateerd. Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid tussen verschillende SES-groepen. De SES wordt berekend uit vier gegevens: het gemiddelde inkomen in een wijk, het percentage mensen met een laag inkomen, het percentage laag opgeleiden en het percentage mensen dat niet werkt. Figuur 1.3 laat zien dat de SES in Wierden verschilt per postcodegebied, maar dat het bijna overal boven de 0 is, en daarmee hoger scoort dan gemiddeld in Nederland.
Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht Op 1 januari 2015 woonden in onze gemeente 23.860 mensen. Als we de verschillende kenmerken van de bevolking in Wierden vergelijken met Twente en Nederland, doet Wierden het relatief goed, maar ook is er een aantal punten dat aandacht behoeft. In Wierden is, net als in de rest van Twente en Nederland sprake van een sterke daling van jongeren en volwassenen en een sterke stijging van ouderen: het percentage ouderen stijgt van 18 % in 2013 naar 27% in 2040.
13
Gezonde samenwerking
De gezondheid in Wierden vergelijkbaar met Twente Gezondheid is op verschillende manieren te meten. Vaak wordt gekeken naar het voorkomen van ziekten en aandoeningen, de levensverwachting, sterfte en doodsoorzaken, maar daarnaast wordt ook de ervaren gezondheid als maat voor gezondheid gezien. Op de meeste maten scoort Wierden vergelijkbaar met Twente en Nederland: • De gemiddelde levensverwachting bij geboorte in Wierden is 79,8 jaar en hiermee vergelijkbaar met Nederland. • De sterfte in Wierden is vergelijkbaar met Nederland. Sterfte aan hart- en vaatziekten is in Wierden, net als in heel Twente, hoger dan in Nederland. • 74% van de ouderen geeft aan één of meerdere chronische aandoeningen te hebben. Hoge bloeddruk, gewrichtsslijtage aan heupen en knieën en diabetes zijn de meest voorkomende chronische aandoeningen en beperkingen bij ouderen. • Ervaren gezondheid in Wierden is vergelijkbaar met Twente. Ouderen ervaren hun gezondheid vaker als matig tot slecht. Ook laagopgeleiden ervaren hun eigen gezondheid vaker als slecht vergeleken met hoogopgeleiden. • Het voorkomen van depressieve gevoelens bij jongeren en een verhoogd risico op depressie of angststoornis bij ouderen is in Wierden vergelijkbaar met Twente. Door volwassenen in Wierden wordt minder vaak een matig tot hoog risico op depressie gerapporteerd dan in de rest van Twente. • Door de sterke vergrijzing in Wierden is de verwachting dat mobiliteitsbeperkingen en chronische aandoeningen, zoals hoge bloeddruk en suikerziekte, sterk zullen toenemen in de toekomst.
14
Gezonde samenwerking Gemiddelde levensverwachting bij geboorte (in jaren) per gemeente in Twente, 2007-2010:
Leefstijl in Wierden kan op een aantal aspecten nog beter Op landelijk niveau ontwikkelt een aantal leefstijlaspecten zich gunstig; (overmatig) alcoholgebruik neemt af bij jongeren en het ontbijt wordt minder vaak overgeslagen dan een aantal jaren geleden. Hoe staat het met de leefstijl in Wierden ten opzichte van Twente? • De helft van de volwassenen en bijna tweederde van de ouderen heeft overgewicht. Overgewicht komt in alle leeftijdsklassen vaker voor bij laagopgeleiden. Bij jongeren lijkt het overgewicht in 2012 voor het eerst te zijn afgenomen. • Het dagelijks eten van fruit en groenten wordt door jongeren en volwassenen in Wierden slechts door een ongeveer derde gedaan. Laagopgeleiden geven aan minder vaak groenten te eten dan hoogopgeleiden. • Zeventien procent van de jongeren uit Wierden geeft aan wel eens te roken, vergelijkbaar met de rest van Twente; vmbo-ers geven dit vaker aan dan havo/vwo-ers. Van de volwassenen rapporteert 22% te roken; dit is lager dan gemiddeld in Twente. Van de ouderen geeft 9% aan te roken, vergelijkbaar met Twente. Laagopgeleide volwassenen geven vaker aan te roken dan hoogopgeleiden. • Het alcoholgebruik in Wierden is hoog. Het alcoholgebruik door volwassenen in Wierden ligt met 84% hoger dan landelijk (81%). Ook onder jongeren is het alcoholgebruik hoog. Zevenendertig procent van de leerlingen uit klas 2 en klas 4 in Wierden geeft aan de afgelopen vier weken aan binge-drinken (vijf of meer alcoholische drankjes bij één gelegenheid) te hebben gedaan; dit wordt vaker gerapporteerd door vmbo-ers dan door havo/vwo-ers. Van de volwassen rapporteert 16% overmatig alcoholgebruik en bij ouderen is dat 8%, beide vergelijkbaar met Twente. • Van alle leerlingen uit klas 2 en klas 4 uit Wierden die hebben deelgenomen aan E-MOVO, geeft 6% aan wel eens softdrugs te gebruiken, vergelijkbaar met Twente. 15
Gezonde samenwerking • Van de leerlingen die ooit geslachtgemeenschap hebben gehad, zegt 44% altijd een condoom te gebruiken, in Twente is dit 50%.
Kenmerken (%) van de bewoners van gemeente Wierden, ten opzichte van Twente en Nederland (Bron: CBS Statline, 2013)
Aandacht voor sociale omgeving blijft belangrijk De sociale omgeving is een verzamelnaam voor de deelname, betrokkenheid en binding van mensen met het sociaal leven. Het hebben van voldoende en goede sociale relaties gaat gepaard met een gunstige lichamelijke en psychische gezondheid. Hoe is de situatie in Wierden? • Vier procent van de volwassen in Wierden geeft aan zich (zeer) ernstig eenzaam te voelen, lager dan in de rest van Twente. Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd. • Bijna de helft (43%) van de volwassen in Wierden doet vrijwilligerswerk, dit is hoger dan gemiddeld in Twente. Van de ouderen in Wierden rapporteert 17% vrijwilligerswerk te doen. • Van de volwassenen in Wierden geeft 17% aan het afgelopen jaar mantelzorg te hebben gegeven, vergelijkbaar met de rest van Twente. Bij ouderen in Wierden is dit 19% en dat is hoger dan gemiddeld in Twente (14%). Ruim de helft de volwassenen (58%) ziet het geven van mantelzorg niet of nauwelijks als belasting, bij ouderen was dit 50%. • Van de leerlingen uit Wierden geeft 14% aan de laatste 3 maanden wel eens gepest te zijn, in Twente is dit 12%. Drie procent van de leerlingen in Wierden geeft aan meerdere keren per week te zijn gepest.
16
Gezonde samenwerking
Gevoelens van eenzaamheid naar leeftijd in de gemeente Wierden (Bron: Volwassenenonderzoek 2012, Ouderenonderzoek 2010 Fysieke omgeving in Wierden goed Fysieke omgeving wordt bepaald door het milieu en de inrichting van de leefomgeving. De aanwezigheid van groen in de directe omgeving heeft een positief effect op verschillende aspecten van de gezondheid. Wierden scoort positief op belangrijke onderdelen van de fysieke omgeving; • In Nederland is de gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde bos 2,1 kilometer. Voor inwoners van Wierden is de gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde bos 1,4 kilometer. • De ruime meerderheid (96%) gaf aan tevreden te zijn over het groen in de omgeving, dit is hoger dan het landelijke gemiddelde. • Zevenenvijftig procent van de inwoners van Wierden vindt dat er goede speelplekken voor kinderen zijn, hoger dan in de rest van Twente (55%). • De leefbaarheid in de buurt en de woonomgeving in Wierden wordt beoordeeld met een 7,7; dit is vergelijkbaar met de rest van Twente Zorg- en voorzieningengebruik in Wierden vergelijkbaar met Twente • De gemiddelde contacttijd en het gemiddelde aantal contacten met de huisarts in Wierden is iets lager dan gemiddeld in Twente. • In Wierden is de zorgvraag voor chronische aandoeningen het hoogst, net als in de rest van Twente en Nederland. Toekomstramingen laten zien dat de zorgvraag voor chronische aandoeningen in 2016 met ongeveer 8% zal stijgen in Wierden. • Het medicijngebruik in Wierden is lager dan gemiddeld in Twente. Kalmeringsmiddelen waren de meest voorgeschreven geneesmiddelen, gevolgd door maagmiddelen, antibiotica en medicijnen voor astma of COPD. • De bekendheid van het Wmo/zorgloket is hoog onder ouderen in Wierden: 91% geeft aan bekend te zijn met deze voorziening, in Twente is dit 82%. • Ouderen maken vooral gebruik van hulp bij administratieve of financiële activiteiten en van recreatieve, culturele en sportieve activiteiten
17
Gezonde samenwerking
Behoefte en gebruik van voorzieningen door ouderen (Bron: Ouderenonderzoek 2010)
2.4 Aandachtspunten Als we onze gemeente vergelijken met de resultaten op Twents niveau dan kunnen een aantal aandachtspunten worden benoemd. De vergrijzing (en krimp van de bevolking): het aandeel ouderen stijgt tot 27 % in 2040. In Twente als geheel stijgt dit minder. Door de sterke vergrijzing in Wierden is de verwachting dat mobiliteitsbeperkingen en chronische aandoeningen, zoals hoge bloeddruk en suikerziekte, sterk zullen toenemen in de toekomst. Daarbij is ook relevant: eenzaamheid (bij ouderen) en belasting van mantelzorg en vrijwilligers. Verder moeten we aandacht blijven houden voor overgewicht. De sterfte in Wierden is weliswaar vergelijkbaar met Nederland. Sterfte aan hart- en vaatziekten echter, is in Wierden, net als in heel Twente, hoger dan in Nederland. Het alcoholgebruik in Wierden is hoog. Zowel onder volwassenen maar vooral ook onder jongeren.
18
Gezonde samenwerking Hoofdstuk 3 Verdieping van gezonde samenwerking 3.1 Inleiding Wij willen in de komende beleidsperiode samen met het maatschappelijk veld ‘gezonde samenwerking’ en het integrale werken verder gestalte geven. Waar mogelijk willen we vanuit publieke gezondheid aanhaken bij goede initiatieven binnen andere beleidsvelden om onze inwoners gezond te houden. Het gezondheidsbeleid wordt voornamelijk lokaal vorm gegeven. Steeds zal gezocht moeten worden naar bestaande en nieuwe ‘vitale coalities’ waarmee de doelstellingen van ons gezondheidsbeleid gerealiseerd worden. Het stimuleren van een gezonde leefstijl is een aspect wat in meerdere beleidsvelden meegenomen moet worden. Maar ook het belang om met elkaar in gesprek te gaan wordt gezien als noodzakelijke voorwaarde. ‘Dat zouden we veel vaker moeten doen’, is een veel gehoorde uitspraak.
3.2 Welke voorbeelden van gezonde samenwerking zijn al zichtbaar? Het samen optrekken van ‘ruimtelijke ordening’ en ‘groen’ is een goed voorbeeld van een vitale coalitie. ‘Groen’ tijdig betrekken bij nieuwe plannen en laten meeliften in de ontwikkeling van de wijk. Op deze wijze is er ruimte om mee te denken. Het is een prima opmaat gebleken om te komen tot ‘doegroen’ in plaats van ‘kijkgroen’. Een ander voorbeeld is het Wierdens sportbeleid: speciale aandacht voor jongeren en groepen met een achterstand in sportdeelname (onder meer ouderen, allochtonen en gehandicapten). Een eerste reden waarom Wierden aan jongeren extra aandacht wil blijven geven, is dat het veel moeite kost om mensen die weinig of niet aan sport hebben gedaan op latere leeftijd sportief actief te krijgen. Een tweede reden is dat er onder jongeren een trend waarneembaar is van toenemend overgewicht. Achtereenvolgens komen aan bod sport en bewegen, groen en milieu, maatschappelijke ondersteuning, inkomen en arbeid, jeugd, ouderen en veiligheid. In paragraaf 3.3 komen enkele ideeën voor verkenning naar meer gezonde samenwerking. Sport en bewegen Onze gemeente is een vitale gemeente. Sport en bewegen is een belangrijk onderwerp op de gemeentelijke beleidsagenda. We stimuleren sport binnen faciliterende en regisserende mogelijkheden. Grotendeels door het beschikbaar stellen van (gesubsidieerde’ accommodaties (indirecte subsidie), maar ook via directe subsidies en sportstimuleringsprojecten. Sport wordt ingezet ter bevordering van gezondheid, sociale cohesie, bestrijding overgewicht en het bevorderen van een actieve leefstijl. De maatschappelijke waarde van sport en bewegen wordt onderschreven. Sportverenigingen organiseren vele activiteiten en vervullen daarmee een waardevolle maatschappelijke rol in onze samenleving. Bij het uitvoeren van de daaraan gerelateerde beleidsdoelen wordt in toenemende mate samengewerkt met andere sectoren. Vooral bij een onderwerp als ‘combinatiefuncties’ is deze trend zichtbaar. Kinderen het plezier van sporten laten ervaren en zo meer laten bewegen. Gezondheid en sociale ontwikkeling zijn hier de doelstellingen. De combinatiefunctionaris Sport is betrokken geweest bij diverse projecten en activiteiten die hieraan moeten bijdragen. De directe en indirecte subsidies komen met name ten goede aan de verenigingen en dat geeft aan dat onze gemeente verenigingen een belangrijke rol toekent. Uitgangspunt is de eigen kracht en zelfwerkzaamheid van verenigingen, omdat de sport anders onbetaalbaar wordt. 19
Gezonde samenwerking Naast zelfwerkzaamheid zijn sociale contacten en continuïteit binnen verenigingen waarden die ook van belang zijn voor maatschappelijke deelname in de gemeente. Speciale aandacht voor jeugd. In het Wierdens sportbeleid is speciale aandacht voor de doelgroep jongeren. De reden waarom we aan jongeren extra aandacht willen blijven geven, is te verduidelijken met het spreekwoord “jong geleerd is oud gedaan”. De praktijk leert dat het heel veel moeite kost om mensen die weinig of niet aan sport hebben gedaan op latere leeftijd sportief actief te krijgen. Een tweede reden is dat er onder jongeren een trend waarneembaar is van toenemend overgewicht. Eén op de zeven jongeren heeft overgewicht en dat aandeel neemt toe naarmate de leeftijd stijgt. Een punt van aandacht in de sportnota15 is het ontbreken van deelname van tieners bij sportverenigingen en de vraag wat de gemeente daar aan kan doen. Sinds eind jaren negentig (de introductie van de stimuleringsregeling breedtesportimpuls door VWS) wordt onderkend dat sport niet alleen heel leuk is om te doen (doel), maar ook een bijdrage kan leveren aan andere beleidsterreinen, met name gezondheid en leefbaarheid (middel). Voor onze gemeente heeft sport een duidelijke relatie met het gemeentelijk recreatie-, onderwijs-, jeugd-, welzijns- en gezondheidsbeleid. Groen en milieu Wij zijn een groene gemeente. Steeds meer blijkt dat groen gezondheidswaarde heeft. Mensen voelen zich prettig en gezonder in een groene omgeving. Een groene omgeving nodigt uit om te gaan wandelen, hardlopen en fietsen. Dat is weer goed voor de gezondheid. Daarnaast geeft groen ook geestelijk rust en zijn er minder psychische klachten in een groene omgeving. Bomen filteren stof uit de lucht die anders in onze longen komt. Fijnstof beperkt de levensduur. Bomen op goede plekken, nabij een vervuiling, filteren de lucht waardoor er minder gezondheidsklachten komen. We voeren een actief beleid door wandelpaden (ommetjes) in het buitengebied aan te leggen en te subsidiëren. Zo hebben we 60 km aan wandelommetje gerealiseerd de afgelopen vier jaar. In 2014 is er ook een mountainbike route gerealiseerd en is er 12 km aan recreatief fietspad aangelegd. De eerste ideeën om ook binnen de bebouwde kom wandelroutes aan te leggen zijn al gemaakt. Er is nog behoefte aan goede beschreven routes die goed toegankelijk zijn voor gehandicapten. Dit zal een speerpunt worden in het groenbeleid. De nieuw aangelegde fietssnelweg F35 bevordert ook het woon-werk verkeer met de fiets. Dat is gezonder dan de auto pakken. Participeren in het groen bevordert ook de sociale samenhang. Samen werken aan een mooie groene omgeving. Het werken in het groen en in de natuur is gezond. Bewoners ontmoeten elkaar en ouderen en jongeren komen in contact. Dit is goed voor het bestrijden van de eenzaamheid bij ouderen en draagt bij aan de geestelijke gezondheid. Onze gemeente laat het groenonderhoud voornamelijk uitvoeren door 35 mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Participatie is een speerpunt in ons beleid en zal de komende jaren meer vorm moeten krijgen. In onze gemeente kreeg ‘doegroen’ een extra impuls door de nominatie voor "Groenste dorp van Nederland" oftewel de Entente Florale 201216. In deze wedstrijd werd publieke gezondheid, bewegen en groen' expliciet met elkaar te verbonden. De eetbare tuin komt steeds meer in de belangstelling. Zelf groente verbouwen. In de gemeente Wierden planten we steeds meer fruitbomen aan in de plantsoenen of gesubsidieerd bij particulieren. Meer gazons worden omgevormd naar bloemrijke weides om ook de bijen de kans te geven. Sportnota Wierden, gemeente Wierden, 2010 De meerwaarde van groen is door Wierden in kaart gebracht in een speciaal boekje ‘Entente Florale 2012, samenvatting van het groenbeleid van de gemeente Wierden’. 15 16
20
Gezonde samenwerking Samen met de bijenvereniging is er gekozen voor bloeiende, nectar gevende bomen, die onder meer worden aangeplant langs de F35. De bij is essentieel voor ons voortbestaan omdat de bij onmisbaar is voor de landbouw. Met het oog op milieu is de tendens van de afgelopen decennia dat wettelijke normen steeds meer vertaald worden naar bijvoorbeeld gezondheidsschade (verloren levensjaren) en veilige fysieke leefomgeving (kans op doden en gewonden, zelfredzaamheid). Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de gezondheidseffectscreening (GES) waarbij bijvoorbeeld geluidsen luchtkwaliteitsnormen worden uitgedrukt in een bepaalde gezondheidsscore en -klasse. Voor gezondheidsschade valt het begrip YPLL ‘Years of potential life lost’ te hanteren. De GGD doet dat ook steeds meer. Het maakt wettelijke milieunormen meer sprekend. In algemeenheid: een GES verschaft beter inzicht in gezondheidskundige gevolgen door milieubelasting. Daarnaast geldt het Verdrag van Aarhus waarbij overheden verplicht zijn informatie te verstrekken aan hun inwoners over ‘Hoe gezond en veilig is mijn omgeving?’. Het digitale tijdperk verbetert voortdurend de mogelijkheden daarbij. Tot slot: wat ook steeds meer gemeengoed wordt in (milieu)overheidsopdrachten en – overeenkomsten is de eis van SROI (social return on investment). SROI is een meetmethodiek om (toekomstig) maatschappelijk rendement van investeringen in economische en sociale zin meetbaar en zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld de eis dat een minimum percentage van de opdracht/investering moet worden besteed aan re-integratie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Maatschappelijke ondersteuning “Aansluiten bij vitale coalities in de lokale samenleving”, daar draait het om. Vanuit de samenleving krachten bundelen in en met het gemeentehuis; van buiten naar binnen. Het maatschappelijk veld en daarbij behorende samenwerkingsverbanden zijn van belang voor het onderhouden en stimuleren van het welbevinden (gezondheid) van onze burgers. Deze ‘vitale schakels’ kennen het gebied, hun wijk en weten wat daar speelt. Zij weten waar de (gezondheids)problemen zitten. Woonservice “Door de decentralisaties krijgt de wijkgerichte aanpak een grote impuls. In de gemeente Wierden vormt woonservice op wijkniveau de basale aanpak, ze vormt de kern van de inzet in de directe woon- en leefomgeving van onze burgers17. Deze aanpak wordt gecoördineerd vanuit woonserviceteams; dat zijn samenwerkingsverbanden van burgers, instellingen en professionals in een gebied. Vanuit deze teams wordt ingezet op maatregelen, activiteiten en algemene voorzieningen die de eigen kracht van mensen en de netwerken in de wijk die daaraan bijdragen, versterken. Het woonserviceteam heeft in de wijk tevens scherpe antennes die vroegtijdig signalen oppakken over mogelijke probleemsituaties. Door aandacht te hebben voor de ‘vindplaatsen’ van problematiek, wordt tijdig en outreachend ingrijpen mogelijk. Met deze woonservicebenadering zijn preventie en vroegsignalering gewaarborgd. Woonservice initieert en ondersteunt tevens projecten en initiatieven van burgers onderling. Dat kunnen ook wijkoverstijgende initiatieven zijn. Daarbij wordt makkelijk contact gelegd met scholen in de buurt, wijk of dorps gebonden voorzieningen die op participatie en verbinding zijn gericht. Dit draagt bij aan het welzijn en de gezondheid van burgers. Vanaf 2016 wordt van start gegaan met het innovatieproject ‘Welzijn op recept’ in de woonservicewijken. 17
Beleidsnota woonservice Wierden 2015-2020, Een stevig fundament voor de toekomst, mei 2014
21
Gezonde samenwerking Op recept van de dokter vrijwilligerswerk gaan doen of samen met anderen leuke dingen ondernemen. In Nieuwegein gebeurt het, en met succes. Lichamelijke klachten verdwijnen. De dokter schrijft patiënten met klachten als hoofdpijn, somberheid of slecht slapen in plaats van een medicijn voor om bijvoorbeeld vrijwilliger te worden, te gaan bewegen of met een groepje te gaan wandelen in de natuur. Inkomen en arbeid Bekend is dat mensen met een laag inkomen of een lage sociaal-economische status (SES) zich vaker en langer ongezond voelen ten opzichte van mensen die een hoger inkomen hebben. Dat heeft enerzijds te maken met leefstijl (mensen met lagere inkomens blijken een ongezondere leefstijl te hebben) en anderzijds met het ontbreken van voldoende middelen om gezond leven als basisprioriteit te kunnen zien. Bij mensen met een bijstandsuitkering kan regelmatig gewezen worden op een gezonde leefstijl. Meer directe aandacht voor gezondheid en leefstijl is er vanuit het armoedebeleid. De gemeente Wierden neemt deel aan het Jeugdsportfonds: minima kunnen voor hun kinderen kosten vergoed krijgen voor sportkleding en contributie van de sportvereniging. Voor volwassenen is er het Declaratiefonds, waar men kosten om te kunnen deelnemen aan sport kan declareren. In het bestedingsvoorstel voor de Klijnsma-gelden18 (intensivering armoedebeleid) is een projectvoorstel opgenomen om een verbinding te leggen tussen een volkstuin, gezonde voeding voor minima en de inzet van bijstandsgerechtigden (tegenprestatie) in combinatie met vrijwilligers. Voor alle minima (niet alleen bijstandsgerechtigden) geldt dat zij via de gemeente kunnen deelnemen aan een voordelige collectieve ziektekostenverzekering. Al met al is er enige aandacht voor een gezonde leefstijl, al dan niet gerelateerd aan een specifieke hulp- of ondersteuningsvraag. Bij een gerichte inzet ten aanzien van minima is er een spanningsveld tussen de ‘goede bedoelingen’ van de lokale overheid en de eigen verantwoordelijkheid van burgers (betutteling, stigmatisering). Desondanks willen we gericht aandacht (blijven) geven aan een gezonde leefstijl, met name in het keukentafelgesprek en willen we minima (blijven) stimuleren om zo mogelijk deel te nemen aan sport. Jeugd Onderwijs Het onderwijs is een belangrijke vindplaats voor mogelijke problemen. Een vroege signalering hiervan kan zwaardere problematiek voorkomen. Ten aanzien van de jeugdgezondheidszorg zijn de wettelijk vastgelegde basistaken van belang met een focus op preventie, vroegsignalering en ondersteuning. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) is onderdeel van de publieke gezondheidszorg en heeft als doel het bevorderen, beschermen en bewaken van de gezondheid en de lichamelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. De taken kantelen steeds meer richting pedagogische ondersteuning en een goede opvoeding. In het kader van Passend Onderwijs zijn SchoolOndersteuningsteams ingevoerd per 1 augustus 2014. De verwachting is dat met name meer leerlingen met specifieke gedragsproblematiek en (licht) psychiatrische problemen op de reguliere school blijven. Hier is een direct raakvlak met de jeugdgezondheidszorg en de jeugdzorg. ‘Één gezin, één plan, één regisseur’ is het uitgangspunt. Alle scholen moeten een gezond binnenmilieu hebben. Landelijk is hier aandacht voor. De GGD adviseert basisscholen over zaken als ventilatie, stookgedrag, zonwering en schoonmaak van het schoolgebouw.
Intensivering armoedebeleid gemeente Wierden, Bestedingsvoorstel Klijnsma middelen 2014 e.v. jaren, mei 2014 18
22
Gezonde samenwerking Opvoedondersteuning Met veruit de meeste kinderen gaat het goed. Sommige ouders zijn gebaat bij lichte ondersteuning, deze ondersteuning is voor iedereen bereikbaar en beschikbaar. Een enkele ouder heeft opvoedonmacht; in deze situatie kent de gemeente een vangnetconstructie. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een (o.a. fysieke) voorziening voor opvoed- en opgroeiondersteuning en biedt een onderling afgestemd, sluitend geheel van informatie, advies en ondersteuning. Het is een netwerkorganisatie, waarbinnen verschillende organisaties zoals jeugdgezondheidszorg (JGZ), algemeen maatschappelijk werk, bureau Jeugdzorg en MEE samenwerken. In het CJG is het Loesconcept de invulling van de functie ‘informatie en advies over opvoeden en opgroeien’. Het Loesconcept is opgezet vanuit een permanente public health benadering . De Loessite verbindt preventie en zorg voor jeugd. Vrije tijd Wierden kent een rijk verenigingsleven, heeft een eigen zwembad en doet veel aan cultuurbevordering. De sportdeelname onder kinderen en jongeren is groot. Door de inzet van de combinatiefunctionaris worden verbindingen gelegd tussen het onderwijs en de sportverenigingen met kennismakingslessen op scholen. Samenwerking tussen scholen en sportorganisaties stimuleert het bewegen (gezonde leefstijl) onder de jeugd. Via bewegingsonderwijs op scholen zijn alle jongeren goed te bereiken. Alcoholmatiging In 2014 is het ambitieuze preventie- en handhavingsplan19 opgesteld met daarin concrete acties in een uitvoeringskalender. De gemeenteraad heeft dit plan ten dele overgenomen. Het streven van de gemeente is dat jongeren onder de 18 jaar geen alcohol nuttigen. Met andere woorden: alcoholpreventie voor de leeftijdsgroep tot 18 jaar. Het jeugdbeleid loopt door tot 23 jaar en voor de doelgroep 18 tot 23 jaar is het vizier gericht op alcoholmatiging. We nemen deel in de regionale aanpak van alcoholmatiging in het kader van Happy Fris?! Happy Fris is een Twents project en heeft als structuur: een stuurgroep en een werkgroep Preventie. In deze structuur zijn de Twentse gemeenten vertegenwoordigd en de ketenpartners GGD Twente, Halt, Koninklijke Horeca Nederland, Openbaar Ministerie, Politie Twente, Sport Service Overijssel, Tactus Verslavingszorg. De voorlopige resultaten en effecten zijn: 1. Jongeren zijn beter geïnformeerd over de risico’s van te jong, te veel, te vaak drinken. 2. Het aantal jongeren dat later, minder of niet gaat drinken, is toegenomen. 3. De overlast als gevolg van drankgebruik is afgenomen. 4. Het draagvlak voor de noodzaak van alcoholmatiging is verder toegenomen. De samenleving (ouders, scholen, (sport)verenigingen, horeca etc.) voelt zich (mede)verantwoordelijk voor alcoholmatiging onder jongeren. 5. Beschikbare kennis en kunde is vastgelegd in overdraagbare documenten, draaiboeken e.d. Ook resultaten uit onderzoeken worden beschikbaar gesteld. Jeugdzorg In 2015 is de jeugdzorg volledig gedecentraliseerd naar de gemeenten. De verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd lag versnipperd over rijk, provincies, gemeenten, en zorgverzekeraars. Een integrale aanpak, met oog voor alle leefgebieden en gezinsleden, in de praktijk moeilijk tot stand te komen, moet nog blijken. De transitie van de gehele jeugdzorg naar gemeenten moet hierop een antwoord bieden.
19
Preventieplan Alcohol Jeugd & Handhavingsstrategie, Gemeente Wierden, 2015-2018, september 2014
23
Gezonde samenwerking Ouderen Het is voor het eerst in de geschiedenis dat zoveel mensen zo gezond en vitaal ouder worden. De laatste jaren wordt de relatie tussen aandacht voor gezonde leefstijl en vitaal ouder worden benadrukt. Zelfs op hoge leeftijd dragen gedragsveranderingen bij aan de gezondheid en daarmee aan de kwaliteit van leven. Aan de andere kant komt er door de vergrijzing een steeds grotere groep kwetsbare ouderen. Kwetsbaar door specifieke ouderdomsziekten als dementie of door vereenzaming. Daarnaast speelt bij de “oudere ouderen” (vanaf 75 jaar) een laag inkomen soms ook een rol. Wij stemmen ons beleid en aanbod van voorzieningen steeds meer af op de ontwikkelingen en op de wensen en behoeften van de nieuwe generatie ouderen. De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers speelt een belangrijke rol bij het gezond en vitaal ouder worden. De gemeente Wierden voert een actief beleid om haar vrijwilligers en mantelzorgers te faciliteren en waarderen. We hebben nauw contact opgebouwd met (informele) zorgorganisaties. Er vindt regelmatig (beleids)overleg plaats met de betreffende organisaties en daarnaast vindt onder voorzitterschap van de gemeente een zorgoverleg plaats voor afstemming, ontmoeting, knelpunten bespreken en gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen met meerdere organisaties. De gemeente financiert een project20 dat is bedoeld om eenzaamheid te signaleren en te voorkomen en zelfredzaamheid te stimuleren (Senioren op eigen kracht). Het project wordt uitgevoerd door seniorenvoorlichters die bij ouderen op huisbezoek gaan. Ze gaan met hen in gesprek over zaken die voor de mensen van belang zijn, bijvoorbeeld vrijetijdsbesteding, gezondheid en sociale contacten. Door de huisbezoeken kunnen problemen tijdig worden gesignaleerd, zodat erger wordt voorkomen. Diverse onderzoeken geven aan dat sportief actieve 50-plussers minder kans hebben op lichamelijke aandoeningen en minder snel in een sociaal isolement terechtkomen. Dit vraagt om structurele aandacht voor het sport- en beweegaanbod voor de Wierdense ouderen. In Wierden heeft 59% van de ouderen overgewicht. 13% heeft ernstig overgewicht en loopt daardoor direct risico op hart- en vaatziekten, diabetes en andere aandoeningen of heeft deze al. Ruim de helft van de Wierdense ouderen vindt dat zij voldoende bewegen. Beweging onder ouderen behoort in Nederland internationaal gezien nog tot de achterhoede. Het stimuleren van lichamelijke activiteit kan de levenskwaliteit, gezondheid en arbeidsparticipatie van ouderen bevorderen. Ons actieve aanbod van welzijnsactiviteiten en activiteiten op het terrein van sport, ontmoeting, cultuur en educatie, draagt bij aan de actieve participatie van onze ouderen. Veiligheid In het kader van een veilige woonomgeving kan gedacht worden aan gezondheidsklachten ten gevolge van bijvoorbeeld woonoverlast (burenruzies, verwarde personen) of woningvervuiling. Veiligheid is een breed containerbegrip, dat bezien vanuit de samenhang met gezondheid kan worden teruggebracht tot twee hoofdmoten: fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Bij fysieke veiligheid draait het om het beschermen van mensen tegen inbreuken vanuit de externe omgeving: zowel de natuurlijke omgeving (natuur & milieu) als de fysieke omgeving (gebouwen, infrastructuur, industrie). Het verband met gezondheid is duidelijk: fysieke veiligheidsrisico’s vormen een inbreuk daarop.
20
Zorg voor ouderen, Beleidsnota voor het ouderenbeleid in de gemeente Wierden 2014-2020, mei 2013
24
Gezonde samenwerking
Het voorkomen, beperken en bestrijden van deze risico’s vergt dus een gedeelde inspanning van zowel het domein van de gezondheid als dat van de veiligheid. Afgelopen juni is een projectgroep gestart om in Wierden te onderzoeken hoe voorbereid te zijn op incidenten met gevaarlijke stoffen op het spoor voor nabijgelegen zorginstellingen. Op Twents niveau wordt een risico-inventarisatie gemaakt met een overzicht van de aanwezige risicovolle situaties en de soorten incidenten die zich daardoor kunnen voordoen. Bij sociale veiligheid gaat het om het beschermen van mensen ‘tegen elkaar’. Het gaat hierbij om zaken als criminaliteit, overlast en huiselijk geweld. Ook dit veld heeft een belangrijk raakvlak met gezondheid. Bijvoorbeeld mishandeling en huiselijk geweld hebben een directe impact op de gezondheid, zowel fysiek als psychisch. Ook indirect kunnen onveiligheidsgevoelens door overlast en criminaliteit leiden tot psychische en lichamelijke klachten. Hiervoor is nauwe samenwerking tussen veiligheids- en zorgprofessionals noodzakelijk, zodat risico’s zoveel mogelijk worden voorkomen, problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en slachtoffers optimale zorg wordt geboden. Tegelijkertijd is samenwerking ook noodzakelijk, omdat daders in veel gevallen onderliggende psychiatrische problematiek hebben. Ook wordt de kans op overlast en criminaliteit vaak vergroot door een combinatie van gezondheidsproblemen en werkeloosheid. Het bestrijden van overlast en criminaliteit vraagt dan ook een integrale aanpak waarin de partners in veiligheid, gezondheid en ook maatschappelijke participatie en werk nauw met elkaar samenwerken. Zo werkt de gemeente Wierden in de aanpak van drugs mee door het tekenen van een convenant Hennepteelt wat voor de hele politie eenheid Oost (81 gemeenten) wordt opgesteld. Daarnaast zullen beleidsregels worden opgesteld voor Grow-, Smart- en Headshops. In regionaal verband worden de mogelijkheden onderzocht voor een meer gestructureerde aanpak van woonoverlastsituaties door psychisch kwetsbaren. Een georganiseerde samenwerking is hierbij erg belangrijk. Woonoverlast doet afbreuk aan het welbevinden van burgers in hun woonomgeving. Botsende levensstijlen (bijv. jongeren tegenover ouderen), probleemgezinnen, psychiatrische gevallen (al dan niet in combinatie met drugs- of alcoholgebruik) of de aanwezigheid van huisdieren zijn in de meeste gevallen de aanleiding voor overlast. Ons AED-beleid draagt indirect bij aan de gevoelens van veiligheid. Direct is er een relatie met de gezondheid omdat de levensverwachting van mensen met een hartfalen aanzienlijk kan worden verlengd. De gemeente heeft in samenwerking met Ambulance Oost en lokale verenigingen een uitgebreid traject uitgezet van burgerhulpverlening waarbij burgers getraind worden in reanimatie en bediening van een defibrillator.
3.3 Meer mogelijkheden van gezonde samenwerking Burgers betrekken! Om samenwerking tot stand te brengen moeten gesprekken georganiseerd worden tussen betrokkenen van verschillende beleidsvelden en externe partners. Daarbij is het noodzakelijk om tijdig – aan de voorkant – onze burgers mee te nemen in het uitvoeren van het geformuleerde beleid. Uiteindelijk zijn zij de doelgroep waar we het mee en voor willen doen!
25
Gezonde samenwerking Onderstaand volgen ideeën om meer mogelijkheden van gezonde samenwerking te creëren. Bij het verder uitwerken van deze ideeën in concrete plannen, is het goed denkbaar dat creativiteit uitmondt in nog meer mogelijkheden! Groenbeleid a. Ruimtelijke ordening ‘Groen’ tijdig betrekken bij nieuwe plannen en laten meeliften in de ontwikkeling van de wijk. Op deze wijze is er ruimte om mee te denken. Het is een prima opmaat om te komen tot ‘doegroen’ in plaats van ‘kijkgroen’. Voorgesteld wordt om ‘doegroen’ als vast item op te nemen in het groenbeleid van onze gemeente. b. Jong en oud Het contact tussen ‘groen’ en ‘jong en oud’ bevorderen om te komen tot ‘ontmoeten’ in de wijk. Bijvoorbeeld door samen aan de slag te gaan en met ‘speels ontmoeten’ te komen tot ontmoetingsplekken voor ouders met hun spelende kinderen. Zo ook wordt de Generatietuin Wierden een feit: een ontmoetingsplek voor jong en oud, kwetsbare en weerbare burgers. Buurtbewoners en kinderen (schoolklassen) kweken groente, fruit en snijbloemen voor bijvoorbeeld een zorgcentrum. Oudere bewoners van een zorgcentrum maken een uitstapje naar de tuin; jongere bewoners voeren lichte werkzaamheden in de tuin uit. Voorgesteld wordt deze gezonde samenwerking op het gebied van ‘bewegen en ontmoeten’ in samenspraak met onze burgers voort te zetten. c. Mensen met een beperking De eerste ideeën om ook binnen de bebouwde kom wandelroutes (met aandacht voor het plaatsen van bankjes) aan te leggen zijn al gemaakt. Er is nog behoefte aan goede beschreven routes die goed toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dit moet een speerpunt worden in het groenbeleid. Maatschappelijke ondersteuning d. Werk, Inkomen en Zorg Voorgesteld wordt om gezonde leefstijl onder de aandacht te brengen bij mensen met een ondersteuningsvraag of maatwerk. Dat kan bijvoorbeeld als (geformaliseerd) onderdeel van een ‘keukentafelgesprek’. e. Woonservice Het instrument dat we vanaf 2015 meer inzetten is het ‘belonen’ van goede burgerinitiatieven. Een voorbeeld om wijkbewoners te inspireren is een prijsvraag bedenken zodat burgers met nieuwe ideeën komen. Voorgesteld wordt om ook burgerinitiatieven te belonen die zich inzetten voor het bevorderen van een gezonde leefstijl. f. Woonservice Vanaf 2016 wordt gewerkt aan het realiseren van het innovatieproject ‘Welzijn op recept’ in de woonservicewijken. Op recept van de dokter vrijwilligerswerk gaan doen of samen met anderen leuke dingen ondernemen. g. Woonservice/ouderen Thema gezondheid komt aan de orde bij de huisbezoeken die in het kader van Senioren op eigen kracht, worden afgelegd. Sinds september 2014 heeft een tijdelijke uitbreiding plaatsgevonden waardoor niet alleen 75-jarigen eens per vijf jaar worden bezocht. Vanaf 87 jaar worden mensen jaarlijks bezocht. Van belang is deze tijdelijke uitbreiding structureel te verankeren in Senioren op eigen kracht. 26
Gezonde samenwerking h. Volksgezondheid Een prima initiatief om diverse doelgroepen te bereiken om het thema Gezondheid onder de aandacht te brengen is het organiseren van een ‘Zorgmarkt’ en te integreren in bestaande initiatieven. Sport i. Woonservice Integraal en vraaggericht zijn uitgangspunten in de nieuwe aanpak van sportstimulering. Binnen woonservice zal dit vooral gestalte krijgen door de opzet van beweeginitiatieven voor jong en oud: sportbuurtwerk, voor de jongere senior een nulmeting fysiotest en mogelijk valpreventie, mantelsporters, lifestyle-coaching. Jeugd j. Voorlichting De Loeswebsite geeft informatie en advies over opvoeden en opgroeien. Het Loesconcept is opgezet vanuit een permanente public health benadering . Voorgesteld wordt dit medium meer in te gaan zetten op het thema gezondheid. k. Alcoholvrije jongeren onder de 18 in onze gemeente De ambitie is om in 2018 te bereiken dat geen enkele jongere uit Wierden onder de 18 alcohol nuttigt. In het alcoholmatigingsbeleid zijn concrete acties opgenomen in een uitvoeringskalender.
27
Gezonde samenwerking Hoofdstuk 4 Uitvoering 4.1 Inleiding Ten aanzien van de lokale uitvoering moeten we rekening houden met beperkte middelen. Daarom zijn we ervan overtuigd dat de komende jaren, naast de preventie taken, de ‘gezonde samenwerking’ en daaruit voortkomende kansen voor gezondheidsbeleid ook vooral uit het lokale krachtenveld naar voren moeten (blijven) komen. Belangrijk om hierbij op te merken is dat onze gemeente als regievoerder van het gezondheidsbeleid maar een beperkte invloed uit kan oefenen op de gezondheid en leefstijl van haar burgers. De gezondheidsbevordering is gericht op het bevorderen van het maken van een ‘gezonde keuze’. Onze burgers zijn echter, zoals ook het rijk zegt, zelf verantwoordelijk voor de keuze die ze maken.
4.2 Financieel kader Vanuit ‘gezonde samenwerking’ worden middelen doorgaans gezonder ingezet. Er wordt meer resultaat met nagenoeg eenzelfde inspanning gehaald. De budgetten die voor uitvoering van deze nota nodig zijn, vallen onder de diverse programma’s in de gemeentebegroting. Dit doet recht aan het integrale karakter van het onderwerp. Zorg en volksgezondheid vallen in programma’s zoals: maatschappelijke ondersteuning, sport en cultuur, jeugd en onderwijs, werk en inkomen en openbare orde en veiligheid. Daar gaan in verhouding, gezien de vele taken, veel middelen in om en veel ligt ook vast. Het is daarbij niet gemakkelijk om te definiëren wat nu wel of niet onder zorg en volksgezondheid valt. Een groot deel van de middelen gaat bijvoorbeeld naar de Wmo-voorzieningen. Werk en inkomen (bijstand, WSW, participatie, kwijtschelding, minimabeleid, inburgering) en onderwijs, peuterspeelzaalwerk/kinderopvang, sport en cultuur vormen ook een belangrijk deel van de begroting. Maar ook de openbare gezondheidszorg (onder meer GGD Twente, jeugdgezondheidszorg en preventief jeugdbeleid met daarbij inbegrepen het Centrum voor Jeugd en Gezin), maatschappelijk werk en ouderen en gehandicapten zijn hierbij in beeld. Voor een compleet overzicht van uitgaven van projecten die in deze nota worden genoemd, wordt verwezen naar de in de literatuurlijst genoemde nota’s en de gemeentebegroting. Hieronder staat een overzicht van enkele huidige uitgaven (2015) die direct betrekking hebben op het lokaal gezondheidsbeleid. In de bijlage staan de werkzaamheden die we afnemen van de GGD Twente nader uitgewerkt. Collectieve preventie volksgezondheid: - Openbare gezondheidszorg € 214.138 (waaronder algemene Gezondheidszorg GGD Twente ad. € 160.806,--) - Jeugdgezondheidszorg algemeen € 570.456 (excl. CJG en preventief jeugdbeleid € 119.401). Collectieve GGZ-preventie (Geestelijke Gezondheidszorg), waaronder Dimence en Tactus € 12.668. Vrijwillige thuiszorg en mantelzorg (waaronder SVTO en NPV) € 39.500. Als er prioriteiten gesteld moeten worden, dan betekent dit via de ‘gezonde samenwerking’ inzet van middelen combineren c.q. verbinden met gezondheidsdoelen. Steeds vaker wordt in beleid de link met gezondheid gelegd. Investeren in gezondheid wordt, nu de gemeente meer zorgtaken heeft gekregen in het sociale domein, ook steeds lonender. Anno nu is de trend dat middelen voor de zwaar geïndiceerde zorg meer ingezet gaan worden ten gunste van preventieve lichte aanpak. Bij de evaluatie Transitie Sociaal Domein 2015-2018 wordt van (niet benutte) budgetten bekeken of deze middelen door substitutie kunnen worden ingezet ten behoeve van collectieve voorzieningen die voorliggend zijn zoals preventieprogramma’s op scholen en sport en bewegen voor ouderen en mensen met een beperking. 28
Gezonde samenwerking
4.3 Uitvoeringsplan en evaluatie Begin 2017 wordt aan de hand van een voortgangsrapportage de stand van zaken van het uitvoeringsplan weergegeven. Eind 2018 volgt een eindevaluatie van deze nota. Gezonde samenwerking a. Doegroen in groenbeleid opnemen ‘doegroen’ in plaats van ‘kijkgroen’ b. Contact tussen ‘groen’ en jeugd bevorderen, speels ontmoeten’ en de Generatietuin Wierden c. Beschreven wandelroutes voor mensen met een beperking, goede toegankelijkheid d. Items over gezonde leefstijl bij ondersteuningsvraag opnemen e. Belonen burgerinitiatieven voor het bevorderen van een gezonde leefstijl f. Welzijn op recept, op recept van de dokter vrijwilligerswerk gaan doen g. Uitbreiding huisbezoeken 87+, daarin is aandacht voor thema gezondheid h. Organiseren van een zorgmarkt met daarin o.a. aandacht voor gezondheid i. Nieuwe aanpak sportstimulering, integraal en vraaggericht. O.a. sportbuurtwerk, fysiotesten en mogelijk valpreventie, mantelsporters, lifestyle-coaching. j. In het Loesconcept meer aandacht voor thema gezondheid k. Alcoholmatigingsbeleid effectueren
Met afdeling/beleid Tijdspad Ruimtelijke ordening en 2015/2016 groenbeleid Ruimtelijke ordening, Najaar 2015 e.v. jeugd- en groenbeleid Ruimtelijke ordening en 2015/2016 gehandicaptenbeleid Werk en inkomen
Najaar 2015 e.v.
Woonservice
2015 e.v.
Woonservice
2016 e.v.
Woonservice en ouderenbeleid
2016
Woonservice en ouderenbeleid
Najaar 2015
Woonservice en sportbeleid
Najaar 2015 e.v.
Jeugd en communicatie
2016 e.v.
Jeugd
2015 e.v.
Monitoring van gezondheidssituaties en effecten De effecten van gezondheidsbeleid worden op verschillende manieren gemonitord, zoals: - EMOVO: sinds 2003 voert de GGD Twente onder jongeren in de 2e en 4e klas van het voortgezet onderwijs het elektronisch onderzoek EMOVO uit. - Gezondheidsmonitor: de gezondheidsmonitor is een 4-jaarlijkse gezondheidsenquête onder inwoners van Twente van 20 tot 65 jaar, om informatie te verzamelen met betrekking tot de gezondheid, het zorggebruik en de zorgbehoefte. Het laten uitvoeren van een gezondheidsmonitor is een wettelijke verplichting voor de gemeente vanuit de Wet publieke Gezondheid. - Ouderenonderzoek: periodiek vindt er een grootschalig onderzoek plaats naar de gezondheid van Twentse ouderen vanaf 65 jaar. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de gezondheidssituatie van ouderen. 29
Gezonde samenwerking - Via evaluatiegesprekken met verschillende betrokken partners (zoals Wmo-cliëntenraad, GGD Twente, Dimence, Tactus, huisartsen, scholen, wijkverenigingen, sportverenigingen) evalueren wij de voortgang en effecten.
30
Gezonde samenwerking Literatuurlijst Boekje ‘Entente Florale 2012, samenvatting van het groenbeleid van de gemeente Wierden’. Intensivering armoedebeleid gemeente Wierden, Bestedingsvoorstel Klijnsma middelen 2014 e.v. jaren, mei 2014 Nota lokaal gezondheidsbeleid Wierden, ‘Een gezonde keuze!’, september 2004 Samenwerken aan de gezondheid van Wierden, Update lokaal gezondheidsbeleid Wierden 2011 – 2013, januari 2011 Sportnota Wierden, gemeente Wierden, 2010 Twentse Gezondheidsverkenning, GGD Twente, Enschede, oktober 2013 ‘Van Denken naar Doen’, uitwerking van de sociale visie, gemeente Wierden, februari 2014 Wouterse, Wijk bij Duurstede, juni 2013 Zorg voor ouderen, Beleidsnota voor het ouderenbeleid in de gemeente Wierden 2014-2020, mei 2013
31
Gezonde samenwerking Bijlage I Collectieve preventie volksgezondheid GGD Twente Algemene Gezondheidszorg infectieziektebestrijding seksuele gezondheid tbc bestrijding en preventie inspectie en hygiëne: toezichthoudende inspecties kinderopvang inspectie en hygiëne: peuterspeelzalen inspectie en hygiëne: prostitutie-inrichtingen inspectie en hygiëne: tattoo en piercing inspectie en hygiëne: overige wpg milieu en gezondheid: voorlichting/behandeling/vragen en gezondheidsklachten milieu en gezondheid: onderzoek en advisering milieu en gezondheid: advisering milieu incidenten oggz meldpunt woningvervuiling forensische dienst ggd rampen opvang
Jeugdgezondheidszorg algemeen Werkzaamheden per ontwikkelingsfase van het kind 4e tot 7e dag contactmoment 4e tot 7e dag 2e week – 6 maanden 3e neonatale gehoorscreening, contactmoment 2e week – 6 maanden 6 – 12 maanden contactmoment 7,5 maand – 11 maanden peuter 1-4 jaar contactmoment 14 maanden – 3 jaar en 9 maanden schoolkind 4-12 jaar triage methode regio twente groep 2 en 7 basis onderwijs, preventief gezondheidsonderzoek nieuwkomers en rijksvaccinatieprogramma 0-19 adolescent 12 - 18 jaar triage methode regio twente klas 2 havo/vwo/vmbo t en vmbo b/k contactmoment adolescenten vanaf 14 jaar speciaal onderwijs 0 – 18 jaar instroomonderzoek speciaal onderwijs en herhalingsonderzoek speciaal onderwijs individuele preventieve activiteiten jgz onderzoeken op indicatie (0-4 jarigen) onderzoek op indicatie schoolkind en adolescent (4-19 jaar) inloopspreekuur vpk indirect cliëntgebonden zorg jgz 0-19 observatie, consultatie en advies voorkoming schoolverzuim collectieve preventieve activiteiten jgz zorggebonden netwerken 0-19 integraal dossier jgz 0-19 groepsgerichte monitoring coördinatie grootschalige incidenten rondom jeugd individuele en groepsgerichte voorlichting en advies jgz 0-19
32
Gezonde samenwerking Bijlage II Beknopte evaluatie Samenwerken aan de gezondheid van Wierden, update lokaal gezondheidsbeleid Wierden 2011 – 2013 Speerpunten vormen het beleid rond alcoholmatiging en het tegengaan van overgewicht. In plaats van veel nieuwe middelen beschikbaar te stellen is er getracht winst te boeken door integraal (en intersectoraal) samenwerken. Dit geldt zowel binnen de gemeente zelf (tussen de beleidsadviseurs) als tussen samenwerkingspartners op het gebied van zorg, welzijn en sport. Aan de hand van vier thema’s is richting gegeven aan deze integrale samenwerking. I. Jeugd & alcohol Zowel in het jeugdbeleid, het Wmo-beleid en het lokaal gezondheidsbeleid staat alcoholmatiging onder jeugd centraal. Voor de periode 2011 – 2013 heeft dit thema daarom de hoogste prioriteit gekregen. De afgelopen jaren is er wel een verandering opgetreden in het bewustzijn dat alcoholgebruik schadelijk is voor jongeren. Maar daadwerkelijk het gebruik verminderen is een lastige opgave. Dit vraagt om een nog groter besef ook bij ouders. Het (regionale) beleid onder de naam ‘Happy Fris’ is voortgezet en lokaal zijn vier informatieavonden georganiseerd. Er zijn met sportverenigingen gesprekken gevoerd over het alcoholgebruik in kantines en de handhaving van de regels rond alcoholgebruik is onder de loep genomen. II. Sportieve & gezonde leefstijl Behalve door meer sporten kan bereikt worden door een gezond eetpatroon, thuis en op school dat overgewicht bij kinderen vermindert. Dit vraagt om een bewustwording bij kinderen, ouders en leerkrachten. Bewustwording wordt bijvoorbeeld bereikt via deelname aan het landelijk schoolontbijt, maar ook door voorlichting vanuit de consultatiebureaus, GGD en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ook voor de oudere jeugd is het motto goed en gezond ontbijten, veel blijven bewegen (deelname is nu al hoog) en minder ongezonde snacks thuis en op school. Dit beleid is uitgevoerd via sportief Wierden. Daarnaast is sportstimulatie en daarmee het verminderen van overgewicht geïntensiveerd. De beleidsadviseur Sport is hiervan de kartrekker. III. Gezondheid & voorlichting Het CJG-Loket (LOES) verstrekt nu ook informatie over de thema’s van het preventieve gezondheidsbeleid: alcohol, roken, overgewicht en depressie. Voor de jongeren gebeurt dit via internet. Voorlichtingsavonden zijn gecontinueerd. IV. Gezondheid & ouderen Voor ouderen is het motto veel bewegen en gezond eten, maar ook aandacht voor eenzaamheid en depressie. Het ingezette beleid met huisbezoeken Senioren eigen kracht, Meer bewegen voor ouderen is vervolgd.
33