GEZONDHEIDSBELEID Inhoudstafel:
1.
Werken aan gezonde voeding en beweging op school. Waarom?
2.
Definitie gezondheid
3.
Definitie gezondheidsbevordering
4.
Opdracht van het onderwijs
5.
Gezonde school
6.
Een geïntegreerd voeding- en bewegingsbeleid op school: Wat is dat ?
7.
Ontwikkelingsaspecten voor de kleuterschool
8.
Ontwikkelingsdoelen leergebied lichamelijke opvoeding voor de kleuterschool
9.
Ontwikkelingsdoelen vanuit het leergebied wereldoriëntatie voor de kleuterschool
10.
Doelen leergebied bewegingsopvoeding voor de lagere school
11.
Leerplandoelen wereldoriëntatie voor de lagere school
12.
Werken aan gezondheid in Berkenboom Ankerstraat. (Schema van Olaf Moens)
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 1
1.Werken aan gezonde voeding en beweging op Waarom?
school.
De gezondheid van kinderen en jongeren in Vlaanderen Er zijn steeds meer aanwijzingen dat voeding en beweging een belangrijke rol spelen in het ontstaan van ziekten zoals kanker, hart- en vaatziekten, diabetes type 2 of hypertensie. De oorzaken van de huidige chronische aandoeningen hebben met meerdere factoren te maken, maar het aandeel van voeding en beweging en een gezonde leefstijl wordt alsmaar beter in kaart gebracht. Een gezonde leefstijl omvat naast een evenwichtige voeding en voldoende lichaamsbeweging: niet roken, leren omgaan met stress, 'social support', gezonde werkomstandigheden en veiligheid in de privésfeer en in het verkeer. • • • • • •
Meer dan de helft van de meisjes tussen 15 en 18 jaar voelt zich te dik. 1 op 6 jongeren ontbijt nooit. Slechts 1 op 10 jongeren neemt dagelijks een volwaardig ontbijt. Jongeren zitten dagelijks gemiddeld bijna 4 uur voor het scherm van de televisie of de computer. Nauwelijks 1 op 100 jongeren eet dagelijks voldoende groenten. Bij de jongeren zijn slechts 1 op 4 jongens en nauwelijks 1 op 6 meisjes voldoende fysiek actief. Bijna 1 op 6 adolescenten en jongvolwassenen lopen een gezondheidsrisico door een tekort aan beweging.
>>> 1 op 10 kinderen, 1 op 5 jongeren en 1 op 2 volwassenen is te zwaar. 'Jongeren, evenwichtige voeding en voldoende beweging’ is dus niet altijd een evidente combinatie. De langetermijngevolgen van ongezond eten en onvoldoende bewegen is voor jongeren vooralsnog een ’ver- van- mijn- bed- show’. Met ziekte zijn ze nog niet bezig, maar ondertussen kampen er wel heel wat kinderen en jongeren met overgewicht. Een goed eetpatroon en voldoende bewegen en sporten zijn goede gewoontes die van jongs af moeten aangeleerd worden. Scholen hebben een impact op het gedrag van kinderen en jongeren, voor hen is het dan ook een uitdaging om hierbij een handje te helpen.
2. Definitie gezondheid.
Via aandacht voor een ruime en duidelijk definitie van ‘gezondheid’, de gezondheid bevorderen, behouden …
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 2
Gezondheid is een toestand van emotioneel, fysiek, psychisch en sociaal welzijn, doch (eco - holistisch) met aandacht voor de anderen en de omgeving (dus niet enkel individuele gezondheid) Dus: Integratie van een degelijk gezondheidsbeleid: openheid naar het eigen ik gerichtheid naar de anderen verbondenheid met de natuur
3. Definitie gezondheidsbevordering.
Gezondheidsbevordering is “een omgeving creëren waarin individuen in staat worden gesteld meer controle te krijgen over hun gezondheid en deze te verbeteren”. De methodiek van gezondheidsbevordering vertalen naar het onderwijs komt hier op neer: om effectief te zijn, moet de gezondheidseducatie in de klas de steun krijgen van een gezondheidsbeleid op schoolniveau met aandacht voor schoolactiviteiten, schoolomgeving en regulerende afspraken.
4. Opdracht van het onderwijs.
Onderwijs geeft kinderen en jongeren de kans om op een volwaardige en kritische manier in het leven te staan door ze leerinhouden over te brengen. Binnen die leerinhoud is ook plaats voorzien voor gezondheidsthema’s. Onderwijs en gezondheid hebben overigens ook een sterke, wederzijdse relatie. Gezonde kinderen behalen goede studieresultaten (ongezonde kinderen minder goede) en goede studieresultaten (lees: hooggeschooldheid) garanderen een betere gezondheid (laaggeschooldheid een minder goede). Kinderen en jongeren die voldoende bewegen en evenwichtig eten blijken gemakkelijker goede studieresultaten neer te zetten dan bijvoorbeeld kinderen die niet ontbijten of weinig bewegen. Sociale verschillen veroorzaken een gezondheidskloof. Kansarmen vertonen duidelijk een ongezondere leefstijl, zijn op alle vlakken ‘ongezonder’ en kennen een lagere levenskwaliteit wat betreft gezondheid. Sociale ongelijkheid hangt in Vlaanderen zeer sterk samen met de scholingsgraad. De onderzoeksresultaten laten dus toe om te stellen dat onderwijs en gezondheid elkaar sterk beïnvloeden: de studieresultaten en de scholingsgraad bepalen sterk de (latere) gezondheidssituatie.
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 3
5. Gezonde school.
1. de geïntegreerde werking: de verschillende niveaus Een efficiënte werking rond gezondheid vereist een geïntegreerd schoolbeleid waarvan de werking zich zowel op klas -, school- en omgevingsniveau situeert. • •
•
In de klas staat de gezondheidseducatie centraal. De gezondheidsthema’s komen binnen verschillende lessen aan bod of kunnen in verschillende vormen vakoverschrijdend, vakoverstijgend of via projectwerking worden aangepakt. Op schoolniveau wordt aan een gezondheidsbeleid gewerkt waarin de aandacht gaat naar de organisatie van de educatie doorheen de leerjaren, het opzetten van schoolactiviteiten, de uitbouw van een gezonde omgeving en het maken van afspraken. Een school staat niet op zich. Ze is ingeplant in een fysieke omgeving en is verbonden met externe partners en organisaties. Daarnaast leven de leerlingen (en het schoolpersoneel) niet in een vacuüm. De schoolomgeving gaat dus ook over de verschillende milieus en invloedssferen waarmee de school verbonden is: het thuismilieu, de vrijetijdsbesteding, de media, ...
2. de betrokkenheid van actoren en partners.
De teamgeest op school, de participatiecultuur van de leerlingen, het waardepatroon van de ouders en het engagement van schoolnabije diensten en externe partners zijn minstens even belangrijk voor een effectief gezondheidsbeleid als de concrete uitwerking van lessen en acties in de school. Bij het opzetten van een actie of het (verder) uitwerken van een gezondheidsbeleid is permanente samenspraak met het team, de leerlingen en de ouders nodig. Hiertoe dienen binnen de school overleg- en inspraakkanalen geactiveerd of opgezet te worden. Daarnaast wordt in de gezondheidswerking beroep gedaan op het aanbod van externe partners en worden een aantal partners, waaronder het CLB in het proces betrokken.
6. Een geïntegreerd voedings- en bewegingsbeleid op school: Wat is dat ? (naar “Fitte School: hoe begin je eraan?” door Olaf Moens en Erika Vanhauwaert.
Vanuit de algemene methodiek van gezondheidsbevordering en het Gezonde Schoolmodel betekent een geïntegreerd voedings- en bewegingsbeleid op school: •
De uitbouw van educatie met aandacht voor leerinhouden, een aangepaste didactiek en verschillende werkvormen.
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 4
• •
Aandacht voor structurele maatregelen die betrekking hebben op het aanbod van voeding op school, beweegmogelijkheden binnen de school en beweegmogelijkheden buiten de school. Het maken van afspraken.
1. Educatie Leerinhouden •
•
•
•
•
Voor een effectieve voedings- en bewegingseducatie zijn er voldoende inspanningen nodig om leerlingen bewust te maken. Over het algemeen overschatten jonge mensen hun ‘gezond gedrag’. Centraal hierin is de confrontatie van de leerlingen met hun eigen voedings- en beweeggedrag. De leerkracht kan hierbij ook gebruik maken van bestaande gezondheidstests (mijn actieve voedingsdriehoek, vet- en bewegingsadvies op maat, vochttest, groentenen fruittest, Coopertest, ...). De gezondheidstests kunnen zowel de bewustwording van hun eigen houding, ‘zelfeffectiviteit’ en contextfactoren stimuleren. Een klasgesprek of stellingenspel kan duidelijk maken welke sociale normen en meningen leven binnen de leeftijdsgroep, bij de ouders, ... De vorderingen van de leerlingen kunnen bijgehouden en eventueel gehanteerd worden als een leerlingvolgsysteem. Om het gedrag van de leerling te veranderen is het nodig dat kinderen en jongeren het belang van een goed voedings- en beweeggedrag inzien. Ze moeten dus weten wat een gezond voedings- en beweeggedrag inhoudt = kennis. Het voorlichtingsmodel van de actieve voedingsdriehoek is hiervoor de basis. Voedings- en bewegingseducatie moet ook (technische) vaardigheden aanbrengen die betrekking hebben op het samenstellen en (creatief) koken van maaltijden en op het correct uitvoeren van bewegingsoefeningen en sporten. Hier horen ook vaardigheden zoals het correct kunnen lezen van een etiket en het opzoeken van bewegings- en sportinitiatieven bij. Ook aandacht voor de context is nodig: de socio-culturele betekenis van voeding en beweging. Zowel de sociale functie van eten en bewegen als de heersende sociale normen (bijvoorbeeld in de media) en de verschillen tussen culturen ten aanzien van voeding en beweging worden hierin meegenomen. Een behoud van gedrag houdt tenslotte ook in dat de kinderen en jongeren een aantal sociale vaardigheden en attitudes meekrijgen. Die vaardigheden en attitudes zijn erop gericht zijn om een bewuste leefstijl mee te geven. Aandacht hebben en bewust kiezen voor gezond eten en voldoende bewegen en sporten staan hierin centraal.
Aandachtspunten didactiek •
•
We mogen het belang van gezondheidsoverwegingen bij kinderen en jongeren niet overschatten. Gezondheidsmotieven wegen vaak niet zwaar door bij het kiezen voor een bepaalde leefstijl. Willen we hen overtuigen om evenwichtiger te eten en meer te bewegen en te sporten dan zullen we in onze motivatie ook redenen moeten aanhalen zoals er goed uitzien, plezier hebben en gemakkelijk vrienden maken. De specifieke motivatie bij kinderen en jongeren wordt sterk bepaald door de leeftijd en het geslacht. Niet zozeer het gedrag, maar de factoren die het gedrag bepalen van de leerling, de peer group en de omgeving moeten aansturing geven aan de invulling van de educatie en acties rond voeding en beweging. Dat kinderen en jongeren ongezond
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 5
•
•
• •
•
eten kan zowel te maken hebben met een gebrek aan kennis van wat gezond is als met de attitudes binnen het thuismilieu. Dat kinderen en jongeren te weinig bewegen en sporten kan zowel liggen aan de onzekerheid over het eigen kunnen als aan het tekort aan open ruimte in de grootstad. Negatieve gezondheidsboodschappen en een vermanende toon worden best vermeden. Ze roepen vaak weerstanden op en lokken niet-gewenst gedrag uit. Bij positieve boodschappen ligt de klemtoon op de voordelen en de winst van ‘gezond’ eten en voldoende bewegen. Hiervoor is in het bijzonder aandacht nodig bij competitiegerichte activiteiten. Bij de uitbouw van de educatie op school moetende verschillende leerinhouden voldoende op mekaar afgestemd zijn en in de juiste verhoudingen aan bod komen: naast kennisoverdracht ook voldoende aandacht hebben voor het overbrengen van noodzakelijke vaardigheden en het aansturen van juiste attitudes. Voeding en beweging zijn thema’s bij uitstek om leerinhouden over te brengen via praktijkervaringen en doeactiviteiten. Conform de eindtermen en ontwikkelingsdoelen zijn binnen de school voor de voedings- en bewegingseducatie leerlijnen nodig zodat een curriculumopbouw en de nodige garanties voor ‘interiorisatie’ bij de leerlingen mogelijk zijn. Een voorbeeld is de organisatie van het zwemonderwijs in het basisonderwijs (van watergewenning tot kunnen zwemmen). In de gezondheidseducatie en -acties moeten we rekening houden met de verschillende invloedssferen (thuis, vrije tijd, media, ...) waardoor leerlingen beïnvloed en bepaald worden. Werken we rond gezonde voeding, dan moeten we bijvoorbeeld uitdrukkelijk rekening houden met het aspect kansarmoede.
Verschillende organisatievormen Voedings- en bewegingseducatie komt op verschillende momenten tijdens de schooldag en in verschillende vormen aan bod. •
•
• • • • •
De les L.O. vormt een geschikte gelegenheid om ‘beweging en sport’ te linken aan voedingseducatie (bijvoorbeeld: leerboodschappen omtrent het drinken van voldoende water). In de les L.O. dient ook gezocht te worden naar een maximale bewegingsactieve invulling van de lestijd voor alle leerlingen. In verschillende vakken kunnen de leerinhouden met betrekking tot voeding en beweging vakoverschrijdend aan bod komen doorheen het schooljaar. Voor de programmaopbouw van deze leerinhouden zijn afspraken nodig binnen het schoolteam en dienen alle leerkrachten betrokken te worden (i.e. voor de uitbouw van leerlijnen en een spiraalcurriculum). Binnen een bepaalde tijdsperiode (week, maand, trimester, ...) kan binnen de klas door één (of soms enkele) leerkracht(en) een lesprogramma rond voeding en beweging afgewerkt worden (bijvoorbeeld lessenreeks bewegingsopvoeding). Tijdens de schooldag worden binnen de klas tussen de lestijden enkele minuten voorzien voor bewegingstussendoortjes of het eten van een stuk fruit gekoppeld aan een korte instructie. De leerlingen van één of meerdere klassen werken gedurende een dag of week aan een project rond gezonde voeding en beweging in verschillende lessen. De school maakt eventueel gebruik van externe deskundigen (bijvoorbeeld diëtist, kinesist, ...) om in een klas of op verplaatsing (bijvoorbeeld in sportclub, in leerkeuken) één of meerdere gastlessen te geven. De school organiseert schoolactiviteiten binnen (bijvoorbeeld bezoek aan voedingsbedrijf, gezond ontbijt, ...) en buiten de lesuren (bijvoorbeeld middagsport, naschoolse sportactiviteiten, ...).
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 6
2. Structurele maatregelen Aanbod van voeding Een schoolbeleid rond het aanbod van voeding bevat volgende onderdelen: • • • •
Aandacht voor een ‘gezond’ weekmenu of een evenwichtige keuze van schoolmaaltijden Permanente beschikbaarheid van gratis (leiding)water en het promoten ervan bij leerlingen en personeel. (Her)oriëntering van het aanbod van dranken met nadruk op een aanbod van ‘gezonde’ alternatieven voor frisdrank (water, melkdranken en fruitsappen). Stimuleren van meebrengen van vers fruit, yoghurt en vetarme koeken als tussendoortjes in plaats van vetrijke chocoladekoeken e.d.
Concrete aandachtspunten in de school zijn:
Schoolmaaltijden: •
• • •
Als de school een aanbod van warme schoolmaaltijden heeft, bekijk dan het weekmenu. Een bevraging bij leerlingen en personeel kunnen een beeld geven wat de bevindingen of eventuele knelpunten zijn. Heel wat scholen bestellen hun maaltijden bij een cateraar met regionale keuken, eventuele bijsturingen moeten vaak op het bovenschoolse niveau opgenomen worden. Serveert de school broodjes (eventueel bij een gezonde lunch) dan kan een aanbod van bruine broodjes of boterhammen met mager beleg en groenten gepromoot worden. Voor de leerlingen die hun brooddoos van thuis meebrengen kan soep of melk voorzien worden. De ‘gezonde’ refter heeft niet enkel een evenwichtig voedingsaanbod, maar besteedt ook extra aandacht aan hygiëne en het welbevinden van zijn gebruikers.
Vijf tips voor een ‘gezonde’ refter • • • • • •
Een evenwichtig aanbod van warme schoolmaaltijden of brood (bruin brood met groenten). Promoot de ‘gezonde’ producten. Soep is beschikbaar voor de ‘broodeters’. Gratis water op de tafels. Er is ook halfvolle melk (goedkoop of gratis). Let op propere borden, een zuiver bestek, nette tafels en stoelen en een zuivere vloer. In een rustige en sfeervolle ruimte - eventueel met een beetje
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 7
•
muziek op de achtergrond - eet je veel smakelijker dan in een rumoerige en overvolle refter. Voorzie voldoende ‘maal-tijd’ voor de leerlingen en het personeel.
Een permanente beschikbaarheid van water vereist aandacht voor de nodige voorzieningen en integratie. • •
Er dient gekeken te worden of er voldoende (in verhouding tot het leerlingenaantal) watervoorzieningen beschikbaar zijn en of deze aangepast zijn (plaatsing, hygiëne, hoogte, ...) aan de leerlingenpopulatie. De permanente bereikbaarheid van water voor de leerlingen dient voldoende aandacht te krijgen binnen de schoolpraktijk en klasorganisatie: hoe gemakkelijk, wanneer, ... kunnen leerlingen gebruik maken van het aanbod gratis water; staan er ’s middags in de refter kannen water op tafel; hebben leerlingen de mogelijkheid om tussen de lessen water te drinken, ...?
Het aanbod van dranken en tussendoortjes: aanpak op schoolniveau met de nadruk op: •
• •
In de basisschool is het geven van schoolmelk een belangrijke interventie om kinderen dagelijks melk te laten drinken. Wekelijks een stuk fruit voor elke leerling (bijvoorbeeld via een Schoolfruitproject), of afspraken maken met de ouders om op bepaalde dagen fruit in de boekentas mee te geven is een belangrijke stimulans om kinderen en jongeren fruit te leren eten. Diversificatie van het aanbod (gezonde) alternatieven met aandacht voor water en melkdranken en voor vers fruit en vetarme tussendoortjes. Beperkende maatregelen (vanuit de school!) naar het eventuele ‘ongezonde’ aanbod (bijvoorbeeld: geen automaten beschikbaar.)
Bewegingsmogelijkheden op school Een beweeg- en schoolsportprogramma op school richt zich tot alle leerlingen en voorziet: • • • •
De uitbouw van een bewegingsrijke omgeving in de klas en op school. De organisatie van bewegingsmomenten tijdens en tussen de lessen. Het stimuleren en aanbieden van spel- en sportactiviteiten tijdens de speeltijden en de middagpauze. Naschoolse spel- en sportinitiatieven (op woensdagnamiddag, vrijdagavond, ...) opzetten.
Bewegingsmogelijkheden buiten de school Het stimuleren van beweging buiten de school houdt in dat:
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 8
• •
De school actief transport stimuleert. De school sensibiliseert en aansluiting zoekt met buitenschoolse spel- en sportinitiatieven.
Concrete aandachtspunten binnen de werking rond bewegingsmogelijkheden buiten de school: Leerlingen worden aangespoord om te voet of met de fiets naar school te komen. • • •
In de basisschool wordt binnen de verkeersopvoeding voldoende aandacht besteed aan fietsbehendigheid. De school zoekt actief naar extra muros-activiteiten (bijvoorbeeld schoolzwemmen) en uitstappen (bijvoorbeeld naar aanleiding van onthaaldagen) waarbij de leerlingen zich te voet of met de fiets kunnen verplaatsen. In de school wordt een overdekte fietsenstalling voorzien waar het veilig is om je fiets te plaatsen.
Vanuit de school wordt op verschillende manieren aansluiting gezocht met buitenschoolse spel- en sportmogelijkheden.
3. Reglementering Met behulp van afspraken en een reglementering kan de school invloed uitoefenen op het gedrag van de leerlingen (en het personeel en de bezoekers). •
•
Er wordt met de leerlingen afspraken gemaakt in verband met snoep op school. Zo wordt er afgesproken dat er als tussendoortje enkel ‘droge’ koeken of fruit mee naar school mogen gebracht worden en dat traktaties met verjaardagen niet uit snoep mogen bestaan. Ook het gebruik van dranken op school komt in de reglementering.
7. Ontwikkelingsaspecten voor de kleuterschool. Positieve ingesteldheid
1. zich emotioneel goed voelen 5. zich vitaal en gezond voelen. 7. tot rust komen
Emotionele ontwikkeling
15. gevoelens bij zichzelf en anderen herkennen 16. gevoelens uitdrukken en verwerken
Sociale ontwikkeling
18. de eigen wijze van omgaan met anderen aanvoelen en verfijnen 21. samenwerken
Morele ontwikkeling
24. regels en afspraken naleven en waarderen
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 9
28. evalueren of gedragingen goed zijn
Godsdienstige ontwikkeling
29. verwonderd zijn over de schepping
Motorische ontwikkeling 52. fysieke fitheid verwerven
Denkontwikkeling
63. kennis en ervaringen integreren
Zelfsturing
78. zichzelf behelpen (zelfredzaamheid)
8.Ontwikkelingsdoelen leergebied lichamelijke opvoeding voor de kleuterschool.
Hieronder vallen de doelen in verband met ‘gezonde, veilige levensstijl’ én ‘zelfconcept en het sociaal functioneren’: Gezonde en veilige levensstijl De kleuters • behouden de natuurlijke vitaliteit en bereidheid om fysieke inspanningen te leveren. • nemen zelf initiatief om groot- motorisch te bewegen. • beleven zichtbaar plezier aan fysieke inspanningen. • ontwikkelen een correcte lichaamshouding. • behouden hun natuurlijke lenigheid. • kunnen in diverse spelsituaties de nodige kracht tonen om het eigen • lichaamsgewicht en kleuter -aangepast spelmateriaal te verplaatsen en te dragen. • kunnen een fysieke inspanning een tijdlang volhouden. • kunnen eenvoudige verplaatsingsvormen op snelheid uitvoeren. • herkennen effecten van fysieke activiteit op het eigen lichaam en kunnen dat op hun manier verwoorden. • ontwikkelen een goed hygiënische gewoonte en weten dat zij schoeisel en kledij • moeten aanpassen aan de omstandigheden. Zelfconcept en het sociaal functioneren De kleuters • tonen een intrinsieke belangstelling om diverse nieuwe bewegingssituaties te verkennen. • kunnen speels bezig zijn met de eigen beweging en lichamelijkheid. • tonen in het experimenteergedrag dat ze de eigen mogelijkheden en begrenzingen aanvoelen. • tonen een rustige aanwezigheid in het eigen lichaam, voelen de eigen grenzen en tonen een vertrouwdheid met de eigenheid van het lichaam.
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 10
• • • • • • • • •
tonen in diverse bewegingssituaties een variatie aan innerlijk beleven. tonen een persoonlijke stijl in spontane expressie. durven de eigen bewegingsvormen en behendigheden tonen. kunnen zich emotioneel uiten binnen aanvaardbare grenzen. kunnen in bewegingssituaties respectvol rekening houden met de veiligheid en de vermogens van andere kleuters en passen hun handelingen aan. kunnen kleuter- aangepast materiaal uithalen en weer opbergen op de afgesproken plaats. kunnen materiaal op de geëigende manier gebruiken. kunnen binnen een eenvoudige spelvorm één tot twee spelregels opvolgen. gaan spontaan over tot het maken van eenvoudige afspraken binnen het functioneren in subgroepjes.
9. Ontwikkelingsdoelen vanuit het leergebied wereldoriëntatie voor de kleuterschool.
Levende natuur De kleuters 1.1 kunnen mensen, dieren en planten ordenen aan de hand van eenvoudige, zelfgevonden criteria. 1.2 kunnen in verband met voortplanting van mensen en dieren, getuigenis geven van het inzicht dat: 0 een levend wezen steeds voortkomt uit een ander levend wezen van dezelfde soort 0 dat de geboorte wordt voorafgegaan door een periode van gedragen worden door de moeder of door de ontwikkeling van het jong in een ei dat de geboorte het verlaten van het moederlichaam of van het ei betekent Niet-levende natuur De kleuters 1.3 kunnen verschillende weersomstandigheden gericht waarnemen, vergelijken en benoemen ze kunnen voorbeelden geven van de gevolgen voor zichzelf (vb kledij…) Algemene vaardigheden natuur De kleuters 1.6 kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen kunnen de verschillen in de vorm, de geur, de smaak, het geluid, de kleur en in aanvoelen onderscheiden Gezondheidseducatie De kleuters 1.9 kunnen bij zichzelf en bij anderen het verschil tussen ziek, gezond en gewond zijn herkennen
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 11
kunnen in concrete situaties gedragingen herkennen die bevorderlijk of schadelijk zijn voor hun gezondheid 1.10 tonen goede gewoonten inzake dagelijkse hygiëne. 1.11 weten dat ze door de inname van sommige producten en planten ziek kunnen worden.
Milieueducatie De kleuters 1.12 tonen een houding van zorg en respect voor de natuur Verkeer – mobiliteit De kleuters 6.10 herkennen in hun omgeving plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet. 6.11 beseffen dat het verkeer risico's inhoudt. 6.12 unnen onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen.
10. Doelen leergebied bewegingsopvoeding voor de lagere school. Motorisch vlak: Conditionele activiteiten: 1.14 De leerlingen kunnen bewegingen uitvoeren waaruit blijkt dat bepaalde conditionele aspecten op peil zijn: - loopspelen (Uithouding) 1.14.1 - trekken, duwen, heffen en dragen (kracht) 1.14.2 - tussen, over en onder klauteren (lenigheid) 1.14.3 De leerlingen kunnen bewegingen uitvoeren waaruit blijkt dat hun conditie op een systematische wijze op peil gehouden wordt: - uithouding en snelheid: loopspelen en loopoefeningen 1.14.4 - kracht: trekken, duwen, heffen, werpen, slaan, springen 1.14.5 - lenigheid: klauterpartijen, lenigheidsoefeningen 1.14.6 In het domein van gezond en veilig fysiek ontwikkelen, d.i. het conditionele domein, ontwikkelen de leerlingen een fitte levensstijl. 1.14.7 De leerlingen beschikken over voldoende uithouding, lenigheid, kracht, snelheid en spierspanning, om de motorische competenties te bereiken 1.14.8 Cognitief vlak: Afspraken en veiligheid 2.5 De leerlingen functioneren zelfredzaam in voor hen aangepaste bewegingssituaties: - het gevaar inzien 2.5.1 - afspraken naleven 2.5.2
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 12
De leerlingen zijn bewust van de nood aan veiligheid, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor die van anderen 2.5.3 De leerlingen weten dat er met afspraken gewerkt moet worden: - afspraken kunnen herhalen 2.5.4 - veiligheidsnormen kennen 2.5.5 De leerlingen kennen de elementaire veiligheidsregels en passen ze ook toe om zichzelf en anderen te beschermen 2.6.10 De leerlingen kennen de gevaren en de risico’s van bewegingssituaties; ze kunnen die risico’s inschatten en signaleren 2.5.11 De leerlingen kennen elementaire middelen voor eerste hulp bij ongevallen en kunnen ze ook toepassen 2.5.12 Zelfkennis 2.7 De leerlingen weten, via vergelijkende beelden, wat een correcte houding is: fantasiebeelden die een goede houding uitlokken 2.7.4 De leerlingen weten uit ervaring dat motorisch erg actief zijn, gevolgd moet worden door rust: even uitblazen na inspanning 2.7.5 De leerlingen zijn zich bewust van hun eventuele houdingstekorten. Ze weten hoe ze bepaalde acties moeten uitvoeren: 2.7.8 - oefeningen op vormspanning - hoe tillen en dragen? De leerlingen hebben, in verband met hun motorische vermogens, voldoende en juiste zelfkennis: - weten wat ze wel of niet kunnen 2.7.9 De leerlingen hebben noties over eigen constitutie (houdings- en bewegingsbewustzijn) en eventuele houdingsfouten 2.7.13 De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten 2.7.14 De leerlingen hebben inzicht in het belang van gezondheid en veiligheid. Ze kennen de basisregels voor en het belang van een goed hygiëne 2.7.15 De leerlingen kennen de mogelijkheden om buiten de les BO een voorkeursport te beoefenen. 2.7.16 Dynamisch-affectief vlak: Verantwoordelijkheid 3.4 De leerlingen ontwikkelen verantwoordelijkheidszin 3.4.5 Sociale integratie 3.5 De leerlingen nemen deel aan de bewegingsactiviteiten in een geest van fair-play met respect en begrip en waardering voor de inspanning
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 13
en de mogelijkheden van zichzelf en van de anderen 3.5.5 Positieve bewegingsgezindheid 3.6 De leerlingen ervaren mogen bewegen als aangenaam: mogen bewegen als motivering 3.6.2 De leerlingen beleven plezier aan zinvolle fysieke inspanningen: spelen met hogere fysieke inzet 3.6.3 De leerlingen beleven vreugde aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn-effect ervan 3.6.5 De leerlingen kunnen zich uitleven in spel en beweging en vinden er plezier in. Ze zijn bovendien bereid om een sfeer van rust te creëren. Ze ontwikkelen aldus een positieve bewegingsgezindheid.
11. Leerplandoelen wereldoriëntatie voor de lagere school.
1. Wereldoriëntatie natuur: Levende natuur de lln. kunnen de functie van belangrijke organen die betrokken zijn bij de levensprocessen van de mens en de functie van de zintuigen, het skelet en de spieren op een eenvoudige wijze verwoorden de lln. kunnen lichamelijke veranderingen die ze bij zichzelf en leeftijdgenoten waarnemen, herkennen als normale aspecten in hun ontwikkeling Algemene vaardigheden natuur 1.12. de lln. kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren Gezondheidseducatie 1.14. de lln. kunnen gezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam en ze weten dat bepaalde ziekteverschijnselen of handicaps niet altijd kunnen worden vermeden 1.15. de lln. beseffen dat het nemen van voorzorgen de kans op besmettelijke ziekten, parasieten of schimmels vermindert of uitsluit 1.16. de lln. kunnen passende elementaire hulp toedienen bij lichte schaafwonden en Brandwonden Milieu-educatie 1.18. de lln. tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met papier, water, afval en energie 2. Wereldoriëntatie mens Ik en mezelf •
de lln. drukken in een niet- conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens,
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 14
• •
verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit de lln. kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie de lln. tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen
Ik en de ander • • •
de lln. kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen, erover praten en aangeven dat deze op elkaar inspelen de lln. tonen bereidheid zich te oefenen in omgangswijzen met anderen waarin ze minder sterk zijn de lln. tonen in een eenvoudige conflictsituatie in de omgang met leeftijdgenoten de bereidheid om te zoeken naar een geweldloze oplossing
Ik en de anderen : in groep •
de lln. hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden
3.Wereldorïentatie maatschappij Sociaal-economische verschijnselen 4.5. de lln. beseffen dat hun gedrag beïnvloed wordt door de reclame en de media 4.6. de lln. tonen zich bereid om actieve en passieve vormen van vrijetijdsbesteding te onderzoeken en te evalueren Sociaal-culturele verschijnselen 4.7. de lln. kunnen er in hun omgang met leeftijdsgenoten op discrete wijze rekening mee houden dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf 4.8. de lln. kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten 6. Wereldoriëntatie ruimte Verkeer en mobiliteit 6.12. de lln. kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren 6.13. de lln. beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie en ze kennen de verkeersregels voor fietsers en voetgangers, om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertouwde route 6.14. de lln. tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers 6.15. de lln. kennen de belangrijkste gevolgen van het groeiende autogebruik en kunnen de voor-en nadelen van mogelijke alternatieven vergelijken 6.16. de lln. kunnen een eenvoudige route uitstippelen met het openbaar vervoer
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 15
7. Brongebruik 7.1. de lln. kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen Aanvullend kunnen we meewerken aan de leerplandoelen in verband met -mens en zingeving : LP pg. 52-55 -overkoepelende doelen : LP pg. 34-38
12.Werken aan gezondheid in Berkenboom Ankerstraat. (Schema van Olaf Moens)
We werken op 4 niveaus: -
leerling-niveau klasniveau schoolniveau lokale omgeving
We maken gebruik van 3 strategieën: -
educatief luik (boodschap geven) structureel luik (aanpassingen doen om het gedrag te sturen) regulerend luik (afspraken maken en naleven (attitudes))
In het gezondheidbeleid van onze school hebben we aandacht voor • • •
de lichamelijke gezondheid de psychische gezondheid de socio-emotionele gezondheid
1.In de klas en individueel,leerlingenniveau. - Aanbreng van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes staan centraal - Thema “gezondheid” komt in verschillende lessen aan bod (mogelijk via aparte lessen, vakoverstijgend of via projectwerking) - Horizontale en verticale samenhang wordt bewaakt via leerlijnen (WERO en LO)
• • •
Kleuters Aandacht voor neusjes snuiten. Handen wassen Op tijd naar het toilet
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 16
• • • • • • • • • •
Zindelijkheidstraining Afval in vuilbakjes Hygiëne: opruimen, helpen poetsen,… Jasjes zelfstandig aandoen Fruitdag Thema “fruit” Thema “mijn lichaam” en “ziek zijn” Thema “gezonde voeding” Gezond ontbijt …
• • • • • • • • • • •
1ste leerjaar (aanvullend) Schrijfhouding Leeshouding Thema’s “fruit en groenten” Bewegingstussendoortjes Ochtendritueel: wassen, kleren aan, ontbijt, tanden poetsen,… Kleding passen voor de verschillende seizoenen Aantal uur slapen Hygiëne rond koken Ziek zijn. Wat te doen ? Maaltijden: ontbijt, lunch, avond,… …
• • • • • • •
2de leerjaar (aanvullend) Thema “gezondheid” CM-map: voeding, beweging en rust, hygiëne,…) Gezond met melk (i.f.v. de boerderijklas) Thema “tanden” Veiligheid Groenten en fruit: “uitstap naar de markt” Soep maken …
• • •
3de leerjaar (aanvullend) Fietsproject (om de 2 jaar) Project “lekker fris” Luchtkwaliteit in de klas. …
• • •
4de leerjaar (aanvullend) Fietsproject (om de 2 jaar) Project “lekker fris” Luchtkwaliteit in de klas. …
• •
5de leerjaar (aanvullend) Natuurklassen (om de 2 jaar) Thema gezondheid, mijn lichaam
• •
6de leerjaar (aanvullend) Natuurklassen (om de 2 jaar) Thema gezondheid, voeding
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 17
• • • • •
Tafelmanieren Voedingsgewoonten in de wereld Preventie (mega-project) Het wonder van het leven (seksuele voorlichting) …
2. Op school. Structureel • •
• • • • • •
uitbouw van het gezondheidsbeleid infrastructuur op school voldoende sanitaire voorzieningen ruimte om te spelen ( onder- en bovenbouw apart om 10 uur en om 14.40uur) Volledig vernieuwde kleuterspeeltuin Overdekte speelruimte voor de kleuters bij koude en regen. Aparte eetruimte voor kleuters Schooljaar 2010-2011 vernieuwing van de turnzaal en kleedruimte (volgens planning zie SB) CPBW (verg. waarin de veiligheid op school wordt besproken) Dagelijkse controle hygiëne toiletten. Beurtrol orde op de speelplaats. Rookvrije school (ook tijdens vergaderingen buiten schooluren) Preventie hoofdluizen. Aanbieden papieren zakdoekjes, keukenrol om neuzen te snuiten.
Voeding •
• •
• • • •
Wekelijkse fruitdag (woe.) Tutti Frutti in de boekentas. Wedstrijd op school. Mogelijks in schooljaar 2010-2011 invoeren van 2de fruitdag. Waterbeleid: De school biedt de mogelijkheid om kraantjeswater te drinken ( na pauzes) Ook in de refters is er en aanbod van water. Vrijblijvende keuze tussen melk, chocomelk en fruitsap als drank om 10.00 uur. Er wordt geen eigen drank meegebracht om ’s ochtends te drinken. Bij de lunch hebben de kinderen de keuze tussen eigen drank, soep, witte melk of kraantjeswater. Eigen drank = gezonde drank ( geen frisdranken, sportdranken,…, geen blik of glas) Op de speelplaats is er een drankfontein aanwezig. Kinderen kunnen dagelijks intekenen op een warme maaltijd. De traiteur “Vicora”(www.vicora.be) biedt evenwichtige maaltijden+dessert aan. De school dringt er bij Vicora op aan om gezonde desserts te geven (fruit, yoghurt,…)
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 18
•
• • • • •
Snoep is niet toegelaten op school. Verjaardagen worden gevierd met een gezonde traktatie voor de ganse klas. ( het trakteren op zich is volledig vrijblijvend) In de refter wordt er gewezen op tafelmanieren en het rustig eten. Frisdrank automaten worden bewust geweerd van de speelplaatsen van de basisscholen Berkenboom Spaghettiavond voor ouders, grootouders van kleuters (voorbereiding in klas: groenten, voedingsdriehoek,…) Kans om in te tekenen op “Kom op appels” Dikketruiendag
Beweging
•
• • • • • • • • • • •
•
•
•
Schooljaar 2009-2010 aanbod van verschillende workshops rond beweging via de Stadsschouwburg Sint-Niklaas (D3D) vaak gelinkt aan een toneelvoorstelling Bewegingsonderricht in KS en LS Speelgoedkoffers voor de speeltijden. (kleuters en lagere school) Voetbal van L1 tot L6 (beurtsysteem) Afgebakende ruimte voor ander balspel (beurtsysteem) Voetbalcompetitie (L5L6 1ste jaar Hum) SVS activiteiten op woensdagmiddag (vrijblijvend) Dans voor L1 L2 L3 en L4 op vrijdagmiddag Muziek op de speelplaats (+vrij dansen) op donderdag Sportdag voor kleuters en lagere school (mei/juni) Speldag voor de kleuters (juni) SVS activiteiten tijdens lesuren:indoor: 1. Alles met de bal (L4) 2. Rollebolle (K2) 3. Kleuterboemeldag 4. Meester op fiets (L3 en L4) 5. Spelcarrousel (L2 en L3) 6. Kronkeldiedoe (L1) SVS activiteiten tijdens de lesuren: natuurgebonden sporten: 1. Orïentatielopen (L5) 2. Robinsonday (L4) 3. Survivalmix (L5 en L6)
De kleuters kunnen bij mooi weer in de speeltuin spelen. De verschillende toestellen nodigen uit tot bewegen, behendigheid, durf,… Openluchtklassen ( om de 2 jaar) L2 en L3 plattelandsklas met 2 overnachtingen en L5 en L6 bosklas met 4 overnachtingen
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 19
•
• • • • • •
Jaarlijkse vastentocht waarbij de kinderen stappen en hiervoor worden gesponsord. De lengte van het parcours is afhankelijk van de leeftijd. Fietsen: parcours, behendigheid,… (L3 en L4) Indien mogelijk gaan leerlingen van L4 L5 en L6 met de fiets naar De Ster. Bewegingstussendoortjes. Om de 14 dagen zwemmen voor de lagere school. Kinderen gaan te voet naar zwembad. Maandelijks watergewenning K3 (ouders brengen de kinderen) Sportmarkt op de Grote Markt van Sint-Niklaas: aanbod van verschillende sporten.
Socio-emotioneel welbevinden •
LIFT in K3 (linking the interests of family and teathers) Deze principes worden intensief ingeoefend in K3. Ook ouders krijgen hierover info. Rode draad is het positief benadrukken van wat kinderen goed doen.
•
De LIFT-principes worden in de ganse school toegepast:
1. Het positieve benadrukken, een pluim geven hiervoor. 2. Negatief gedrag niet in de kijker zetten , maar het positieve benadrukken. 3. Probleemoplossend denken (op het principe van de beertjes van Meichenbaum) Op school werken we met Kwakkie die instructies geeft aan de kinderen. 4. Stopplaats op de 2 speelplaatsen voor kinderen die het moeilijk hebben tijdens de speeltijd en gedrag stellen dat niet aanvaardbaar is. 5. De school is tijdens het schooljaar 2009-2010 ingestapt in het project “Relationele Vorming in de katholieke basisschool” VSKO. Dit is een totaalconcept dat kan worden geïntegreerd in de verschillende vakken. (het is geen methode) 6. Op school heerst een “praatcultuur”, d.w.z. dat kinderen bij problemen steeds terecht kunnen bij de zorgcoördinator en de directie met hun probleem. 7. Totale Muzische ontwikkeling (ondersteuning vanuit nascholing Pedic, samenwerking met muziekacademie Hamme (L5 en L6), samenwerking met stadsschouwburg en Vrije ateliers, vanaf 2010-2011 uitproberen methode Mikado (lagere school) 8. Op regelmatige tijdstippen eten de kinderen samen met de leerkracht hun lunch in de klas. Dit stimuleert het samenhorigheidsgevoel.
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 20
•
De leerlingenraad ( K3 tot L6) 2 verkozenen per klas komen een 5 tal keer per schooljaar samen om voorstellen te doen i.v.m. speelplaats, infrastructuur,… Haalbare voorstellen worden door de werkgroep(aantal leerkrachten ) bekeken en voorgelegd aan de directie. Middagactiviteiten (PZW) leerlingen Humaniora. Aanbod in beurtsysteem voor kinderen uit de lagere school. Dit breekt de middagpauze even. Koor: kinderen kunnen wekelijks meezingen in het schoolkoor.
•
•
Sensibilisering
• • • • • • • • • • •
Gezond ontbijt: Via een gezond ontbijt voor de ganse school kinderen en ouders sensibiliseren. ( zie ook Berkenboompje) Gezonde lunch: Via een gezonde lunch voor de ganse school kinderen en ouders sensibiliseren. ( zie ook Berkenboompje) Gezond koken: soep maken, spaghetti maken,… ook de ouders worden hierin betrokken. MEGA-project(L6) Drugs- en alcoholpreventie, kinderen leren de juiste keuzes maken. Stimuleren om met de fiets naar school te gaan. Veiligheid op de weg (fluo-hesje) bij elke uitstap te voet of met de fiets. Schooljaar 2007-2008 stond volledig in het teken van “gezondheid” Fietsen: onderhoud (L3 en L4) Muziek in de gang (klassiek, relaxatie) creëert rust. Brooddooscontrole in de refter telkens door dezelfde leerkrachten. Lekker Fris( L3 en L4) Meten van de kwaliteit van de lucht in de klas.
3 . Samenwerking, partner met…
o o o o
o o
SVS ( zie bovenvermelde activiteiten “beweging” ) CLB gezondheidseducatie in bijz. bepalingen interventie bij luizenproblematiek (tot huisbezoeken) LOGO Samenwerking Tutti Frutti en Lekker Fris en “Open je mond voor gezond” (interventies voor een gezondheidsbeleid op school) CM Lessenreeks “Aan tafel”, educatief materiaal, folders gezond ontbijt, placemats voor gezond ontbijt (voedingsdriehoek), sponsoring 1 klas ontbijt, gratis brooddozen. Politie: MEGA-project, verkeerseducatie Colruyt, Delhaize, Vermeiren speculoos, INEX voor sponsoring gezond ontbijt.
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 21
o o o o
Muziekacademie Hamme: project 3de graad schooljaar 2009-2010 Muziekacademie Sint-Niklaas Stadsschouwburg Sint-Niklaas: aanbod muzische workshops Stad Sint-Niklaas (aanbod info gezondheidsbeleid op school)
Schooljaar 2010-2011. De werkgroep gezondheid wil dit schooljaar vanaf oktober maandelijks een gezondheidsitem in de kijker zetten. Oktober: Naast woensdag wordt ook vrijdag fruitdag November: Toiletgebruik/ handen wassen December: Frisse lucht in de klas. Januari: Goede houding, voldoende lichaamsbeweging. Februari: Lichaamshygiëne Maart: Tutti Frutti April: Gezonde Lunch Mei: Gezond naar school: te voet, met de fiets,… Juni: Zon… is niet altijd wauw! Bescherm je tegen weersperikelen.
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 22
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 23
individuele leerling EDUCATIEF(boodschap geven, info doorgeven)
Klas
school
omgeving
Kleuters: L1 L2 L3 L4 L5 L6
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 24
Gezondheidsbeleid Berkenboom Ankerstraat.
Pagina 25