NOTA LOKALE HEFFINGEN

NOTA LOKALE HEFFINGEN

(vastgesteld bij raadsbesluit van 6 september 2012)

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel.

Inhoudsopgave 1. Inleiding ................................................................................................................................. 3 2. De samenstelling van het pakket aan gemeentelijke heffingen.............................................. 5 3. De kostendekkendheid van de heffingen ............................................................................. 12 4. Het tarievenbeleid ................................................................................................................ 14 5. De lokale lastendruk............................................................................................................. 16 6. Het kwijtscheldingsbeleid .................................................................................................... 18 7. De invordering...................................................................................................................... 19 8. Toekomstige ontwikkelingen ............................................................................................... 21 9. Overzicht verordeningen ...................................................................................................... 22

2


1. Inleiding Het doel van deze nota is het weergeven van de stand van zaken rond de gemeentelijke belastingen, rechten en leges en vloeit voort uit artikel 13 van de "Financiële verordening gemeente Leeuwarderadeel", die daarvoor een aantal verplichte onderwerpen noemt. Op grond van artikel 16 biedt het College periodiek een "Nota lokale heffingen" aan de Raad. De nota behandelt volgens lid 1 van artikel 16 in ieder geval: a. de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen; b. de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden; c. de kostendekkendheid van de heffingen; d. de druk van de lokale belastingen en heffingen; e. het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid. De nota lokale lasten wordt voor de eerste keer aangeboden aan de raad en vormt de basis voor de gemeentelijke belastingheffing de komende periode. In de nota is een overzicht opgenomen van het eigen gemeentelijk pakket aan heffingen. Tevens is er een vergelijking gemaakt met de belastingdruk en vastgestelde tarieven van de omliggende gemeenten. Verder komen de kostendekkendheid, het tarievenbeleid, de belastingdruk, kwijtscheldingsbeleid en invordering aan bod. De raad stelt de nota vast. De raad kan met deze nota geen belastingen vaststellen, wijzigen of intrekken. Dat gebeurt bij het vaststellen van de jaarlijkse tarieven van de verschillende belastingverordeningen. De bestaande heffingen worden in hoofdstuk 2 uitgebreid belicht. In hoofdstuk 3 is de kostendekkendheid van de bestemmingsheffingen beschreven. In hoofdstuk 4 wordt het tarievenbeleid schematisch weergegeven aan de hand van het huidig beleid en de aspecten die een rol spelen bij het bepalen van de tarieven. Verder is aangegeven in hoeverre tariefdifferentiatie bij de verschillende heffingen een rol speelt. De lokale lastendruk in hoofdstuk 5 is berekend aan de hand van de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. De gegevens zijn ontleend aan de Coelo atlas. Ook is een vergelijk van de tarieven en de woonlasten van deze heffingen met de buurgemeenten gemeenten opgenomen. In vergelijking met andere gemeenten heeft Leeuwarderadeel een bovengemiddelde belastingdruk voor woningen. Dit wordt met name veroorzaakt door het tarief OZB. Het verschil in belastingdruk voor huurders, in vergelijking met de belastingdruk van huurders in de buurgemeenten, is minder groot. Het eind van het heffingstraject is het begin van het invorderingstraject. In hoofdstuk 6 komt het kwijtscheldingsbeleid aan de orde. Een beschrijving van de invordering is opgenomen in hoofdstuk 7. De invordering vindt voor het merendeel plaats middels automatische incasso. Dit heeft een positief effect op de invordering. In hoofdstuk 8 wordt aandacht besteed aan toekomstige ontwikkelingen. Tot slot zijn in hoofdstuk 9 de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata in een overzicht weergegeven.

3


In 2012 is ongeveer 30 % van de totale inkomsten van de gemeente afkomstig uit eigen belastingen, rechten en leges.

Inkomsten gemeente Leeuwarderadeel 2012 Algemene en specifieke uitkeringen Hondenbelasting Onroerende zaakbelasting Afvalstoffenheffing Woonforensenbelasting Rioolrechten Leges

0%

7%

€ 9.334.863 € 42.088 € 1.736.945 € 1.014.080 € 3.000 € 893.237 € 322.425

Algemene en specifieke uitkeringen

2%

Hondenbelasting

8%

Onroerende zaakbelasting 13%

Afvalstoffenheffing Woonforensenbelasting

0%

Rioolrechten

70%

Leges

4


2. De samenstelling van het pakket aan gemeentelijke heffingen In hoofdstuk XV van de Gemeentewet staan allerlei bepalingen over de gemeentelijke belastingen. Het belangrijkste artikel in dat hoofdstuk is artikel 219. Dit artikel bepaalt dat de Gemeentewet een limitatieve opsomming geeft van belastingsoorten die gemeenten mogen heffen en dat het verboden is te heffen naar inkomen of vermogen. Gemeenten mogen dus volgens de letter van dit artikel geen inkomenspolitiek voeren, dat is voorbehouden aan het Rijk. Daarnaast zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur belangrijk bij de belastingheffing en dan met name het gelijkheidsbeginsel. Op grond van de wet en jurisprudentie moet er bij de belastingheffing objectief worden gehandeld. Zoals hiervoor al gesteld, bevat de Gemeentewet een limitatieve opsomming van de belastingsoorten die gemeenten mogen heffen. In de onderstaande tabel is dat weergegeven. In de laatste kolom van de tabel ziet u wat Leeuwarderadeel aan heffingen/belastingen heeft.

Artikel

Heffing/belasting

220 Gemeentewet

222 Gemeentewet

Onroerende zaakbelasting (OZB) Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen Baatbelasting

223 Gemeentewet

Forensenbelasting

Ja

224 Gemeentewet

Toeristenbelasting

Nee

225 Gemeentewet

Parkeerbelasting

Nee

226 Gemeentewet

Hondenbelasting

Ja

227 Gemeentewet

Reclamebelasting

Nee

228 Gemeentewet

Precariorechten

Ja

228a Gemeentewet

Rioolheffing

Ja

229 Gemeentewet

Rechten - Reinigingsrechten - Lijkbezorging - Marktgelden - Leges - Brandweerrechten Afvalstoffenheffing

Ja Nee Ja Ja Nee Ja

221 Gemeentewet

15.33 Wet Milieubeheer

5

Gemeente Leeuwarderadeel Ja Nee Nee

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. Jaarlijks worden de diverse belastingverordeningen bij de begrotingsbehandeling vastgesteld. In eerste instantie zal het voorstel hiervoor als opiniërend op de agenda worden geplaatst. In een volgende raadsvergadering kan het als besluitvormend op de agenda worden geplaatst. De vigerende verordeningen zijn voor 2012 vastgesteld door de Raad op 8 december 2011. Van de verschillende heffingen treft u hierna een korte beschrijving aan. Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB wordt geheven van de eigenaren van alle in de gemeente gelegen woningen en nietwoningen (bedrijven). Daarnaast is voor de niet-woning een gebruikersbelasting OZB verschuldigd. Voor de woningen geldt een vrijstelling voor het gebruikersdeel-OZB. De gemeente Leeuwarderadeel kent één tarief voor de eigenaren van woningen en nietwoningen en een apart tarief voor de gebruikers van niet-woningen. De OZB wordt vanaf 2009 berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Het is mogelijk een tariefdifferentiatie toe te passen tussen de woningen en de niet-woningen In veel gemeenten wordt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Hierbij valt op dat het tarief voor de niet-woningen veelal hoger is dan het tarief voor de woningen. Het lijkt daardoor dat de belastingdruk van de bedrijven hoger is dan die van de woningen. De oorzaak ligt echter in het verleden toen de waarde van de woning aanzienlijk sneller steeg dan die van de nietwoningen. Het aantal niet-woningen in de gemeente Leeuwarderadeel is echter gering is. In het verleden is niet gekozen voor een tariefdifferentiatie. Het blijkt dat het tarief wat voor de niet-woningen in andere gemeenten wordt gehanteerd, in de meeste gevallen lager is dan het tarief OZB in de gemeente Leeuwarderadeel. Het ligt daarom niet voor de hand om het tarief in Leeuwarderadeel te differentiëren en de bedrijven extra te belasten. In Leeuwarden is tarief OZB voor bedrijven wel nog hoger dan het tarief in Leeuwarderadeel. In deze gemeente is echter een ondernemersfonds ingevoerd. De gemeente heeft geen bemoeienis met dit fonds. Uit dit fonds worden allerlei uitgaven bekostigd zoals beveiliging en parkmanagement. Macronorm De limitering van de OZB-tarieven is per 1 januari 2008 afgeschaft. In plaats hiervan heeft het kabinet het voorbehoud gemaakt dat de opbrengststijging voor de OZB landelijk bezien beperkt moet blijven. Daartoe is een zogenaamde macronorm ingesteld. Deze norm geeft een maximale opbrengststijging voor een bepaald jaar aan. Als de macronorm landelijk overschreden wordt, kan het Rijk als sanctie een korting op het Gemeentefonds toepassen. De macronorm is voor het jaar 2012 vastgesteld op 3,75%. Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten Sinds 1995 heeft de Gemeentewet de mogelijkheid een belasting te heffen op roerende woon- en verblijfsruimten. Van woon- en bedrijfsruimten die duurzaam aan een plaats zijn gebonden en worden gebruikt voor permanente bewoning kunnen twee belastingen worden geheven, nl. een gebruikers- en een eigenarenbelasting. Deze belasting heeft een groot aantal overeenkomsten met de ozb. In de Gemeentewet is zelfs opgenomen dat het toe te passen tarief hetzelfde moet zijn als dat voor de ozb. In de gemeente Leeuwarderadeel zijn geen woonschepen of caravans aanwezig, zodat deze belasting tot nog toe niet is ingevoerd.

6

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. Baatbelasting De baatbelasting is een bestemmingsbelasting, waarbij lasten van voorzieningen worden omgeslagen over de door die voorzieningen gebate onroerende zaken. De belasting kan niet worden geheven als de lasten via een andere weg worden verhaald, bijvoorbeeld door een privaatrechtelijke overeenkomst. De baatbelasting wordt in Nederland vaak gebruikt bij grote infrastructurele projecten, bijvoorbeeld: - riolering buitengebied; - herinrichting binnenstad. In de gemeente Leeuwarderadeel is op dit moment geen baatbelasting van toepassing. Gezien de complexiteit van deze belasting is bij de herinrichting van het centrum Stiens gekozen een vrijwillige bijdrage te vragen van het bedrijfsleven in plaats van baatbelasting te heffen. Forensenbelasting Via de forensenbelasting kunnen de recreatiewoningen en zogenaamde "tweede woningen" worden belast. De belasting wordt geheven van natuurlijke personen, die zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. De forensenbelasting heeft niets te maken met het woon-werkverkeer. Van belang is dat de recreatiewoning ter beschikking staat. Of ook daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van de woning en de eventuele duur van het verblijf, zijn niet van invloed op de forensenbelasting. De gedachte achter de forensenbelasting is dat de woonforens gebruik maakt van de gemeentelijke voorzieningen en hiervoor een bijdrage moet leveren aan de gemeentelijke kas. Dat geldt uiteraard voor iedere inwoner. Maar voor iedere inwoner die is ingeschreven in het bevolkingsregister krijgt de gemeente van het Rijk een bedrag uit het Gemeentefonds. Voor de woonforens - die doorgaans in het bevolkingsregister van een andere gemeente is ingeschreven - krijgt zij dit echter niet. De forensenbelasting is dus in beginsel een vorm van compensatie voor het missen van een uitkering uit het Gemeentefonds voor de forens. Er zijn slechts 5 woningen in de gemeente Leeuwarderadeel waarvoor woonforensenbelasting moet worden betaald. Toeristenbelasting Dit betreft een directe belasting voor het, tegen vergoeding in welke vorm dan ook, houden van verblijf met overnachtingen binnen de gemeente door personen die niet in het persoonsregister van de gemeente zijn opgenomen. Dit betref bij voorbeeld overnachtingen in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, maar ook niet beroepsmatig verhuurde ruimten en vaste standplaatsen. Mocht het toerisme zich in de gemeente Leeuwarderadeel in de toekomst ontwikkelen, kan worden overwogen de toeristenbelasting in te voeren. Parkeerbelasting Tot nu toe wordt in Leeuwarderadeel geen parkeerbelasting geheven. Wat de opbrengsten van parkeerbelastingen betreft geldt niet de eis dat deze de uitgaven niet te boven mogen gaan. In verband daarmee is er sprake van een niet-directe relatie tussen de opbrengsten en de kosten van het parkeerbeleid. De opbrengsten zijn dus eigenlijk algemene middelen, maar geven gemeenten wel de mogelijkheid om een efficiënt parkeerbeleid te voeren. Op dit moment zijn er geen parkeerproblemen in de gemeente. Met name om centrum Stiens aantrekkelijk te houden voor het winkelend publiek, dit ook met het oog op de concurrentiepositie ten opzichte van het nabijgelegen Leeuwarden, ligt het niet voor de hand een parkeerbelasting in te voeren.

7

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. Hondenbelasting Hondenbelasting is een van de oudste van de thans bestaande belastingen in ons land. Anders dan vaak wordt gedacht behoort de opbrengst van de hondenbelasting tot de algemene middelen. De belasting wordt geheven van houders van honden. Via het aangiftebiljet hondenbelasting kan de burger wijzigingen van het aantal honden aan de gemeente door te geven. Voor het up to date houden van het bestand is het wenselijk om controles in het veld uit te voeren. In 2012 is gestart met een controle hondenbelasting. In 2013, 2014 en 2015 zijn reeds na-controles gepland. Burgers met een hond, die deze belasting betalen, ervaren de hondenbelasting vaak als onredelijk. Inderdaad lijkt de hondenbelasting niet meer van deze tijd en zou de afschaffing van deze belasting voor de hand liggen. De gederfde inkomsten zouden kunnen worden gecompenseerd uit een hoger tarief OZB. Omdat de belastingdruk van OZB reeds aanzienlijk is, lijkt dit geen optie. De inkomsten uit de hondenbelasting kunnen momenteel niet worden gemist. Om deze reden zal de hondenbelasting in de gemeente Leeuwarderadeel daarom niet (kunnen) worden afgeschaft. Binnen Friesland zijn 9 (2012) gemeenten die de deze belasting heffen. Overigens kennen van de 432 gemeenten 294 (2012) gemeenten een hondenbelasting. Reclamebelasting Voor reclame die vanaf de openbare weg zichtbaar is, kan de gemeente reclamebelasting heffen. Het gaat bijvoorbeeld om billboards of lichtbakken. Het maakt niet uit of de reclameobjecten boven particuliere of openbare grond zijn geplaatst. Leeuwarderadeel heft deze belasting niet. Precariorechten Precariobelasting wordt op basis van artikel 228 van de Gemeentewet geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Een voorbeeld is precario voor caféterrassen op gemeentegrond. Precario kan als regulerende heffing worden gebruikt. Hiermee kan worden getracht de vervuiling, toegankelijkheid en veiligheid van de openbare ruimte te sturen. Zoals te sturen op de mogelijke belemmeringen die er voor bijvoorbeeld gehandicapten zouden kunnen zijn als gevolg van het toelaten van uitstallingen. Andere onderwerpen van precario zouden kunnen zijn: Parkeren van bouwmaterialen, leidingen, buizen, terrassen, containers, steigers, groenstroken, stoepen en uithangborden. De precariobelasting kan worden gezien als een beleidsinstrument waarmee de gemeente invloed heeft op de inrichting van de openbare ruimte. De precariomiddelen zijn vrij te besteden. Zij worden dan ook onder de algemene dekkingsmiddelen geschaard. Het kan daarom ook worden gebruikt als middel om inkomsten te genereren. In de gemeente Leeuwarderadeel wordt een aanslag precariorechten opgelegd aan drie horeca ondernemingen. De verordening biedt mogelijkheden om de inkomsten precariorechten uit te breiden. De ondernemers in Stiens betalen ook een vrijwillige bijdrage voor de herinrichting centrum Stiens. Wanneer de ondernemers daarbovenop zouden worden belast met een aanslag precariorechten, worden de ondernemers wel erg zwaar belast. De verdere invoering en uitbreiding van de precariorechten moet daarom in ieder geval uitgesteld worden tot dat de vrijwillige bijdrage voor de herinrichting centrum Stiens. Daarna kan worden onderzocht of een uitbreiding van precario zinvol is. Hierbij zou in ieder geval

8

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. moeten worden gekeken naar draagvlak en de perceptiekosten, maar ook dient een aanslag precario geen economische verstoring te geven.

Rioolheffing Naar aanleiding van het in werking treden van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken, artikel 228a van de Gemeentewet, is de heffing van het rioolrecht in 2010 vervallen. In plaats van rioolrecht is de gemeente vanaf 1 januari 2010 overgaan tot invoering van de rioolheffing. Voorheen kon de gemeente alleen de kosten verband houdende met de taken voor afvalwater uit de heffing van het rioolrecht bekostigen. De wet maakt de verbrede rioolheffing mogelijk. Hierbinnen hebben gemeenten meer regie gekregen over hemelwater in bebouwd gebied. Daarnaast geeft de wet gemeenten ook een rol in de aanpak van grondwaterproblemen. Om het één en ander te kunnen financieren, zoals het treffen van maatregelen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering, maar ook overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater, is een nieuwe rioolheffing ingevoerd waarbij de hoogte van de heffing is gebaseerd op het Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan. De wetgever heeft het ook mogelijk gemaakt om in plaats van één rioolheffing twee rioolheffingen te heffen. Een rioolheffing afvalwater en een rioolheffing hemel- en grondwater. In uw Raadsvergadering van 29 november 2009 heeft uw Raad besloten om de drie zorgtaken via één heffing te verhalen. Hiermee is tevens aansluiting gevonden bij het voormalige bestand van belastingplichtigen. Dit hield in dat de burgers die voorheen een pand in gebruik hadden waarvoor zij een aanslag rioolrechten ontvingen, ook na de invoering van het V.G.R.P. een aanslag rioolheffing ontvangen. Het profijt beginsel wordt op deze manier echter niet volledig toegepast. Aangezien op dit moment nog geen financiële kostentoerekening naar zorgplicht bestaat, adviseer ik u ook de komende drie jaar de huidig gekozen systematiek te hanteren bij het aan wijzen van belastingplichtigen, in stand laat. Om in de toekomst wel een heffing naar zorgplicht realiseren zullen de kosten met betrekking tot de drie zorgtaken moeten worden ontvlecht. Rioolheffing eigenaar Rioolheffing worden geheven op basis van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan (VGRP) met als uitgangspunt 100% kostendekking. Op grond van het principe “de vervuiler betaalt” wordt het rioolrecht geheven van de gebruiker. Het invoeren van een rioolrecht heffing van de eigenaar betekent een overheveling van (een deel) van de gebruiker naar de eigenaar. Tot nu is er geen aanleiding om tot overheveling van de rioolheffing van de gebruiker naar de eigenaar over te gaan. Reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrechten) De gemeente heeft een wettelijke plicht tot de inzameling van huishoudelijk afval. De kosten die de gemeente daarvan heeft, kunnen óf door een afvalstoffenheffing óf door een reinigingsrecht verhaald worden op de aanbieder van het afval. In beide gevallen mogen de begrote opbrengsten de begrote kosten niet overschrijden. Elementair verschil is dat het reinigingsrecht een retributie is, die alleen geheven kan worden als de individuele dienst (inzameling) feitelijk wordt afgenomen. Als nooit afval wordt aangeboden, kan dus geen reinigingsrecht worden geheven. Reinigingsrecht kan worden geheven zowel voor de inzameling van huishoudelijk als van bedrijfsafval.

9

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. De afvalstoffenheffing wordt niet in de Gemeentewet geregeld, maar in artikel 15.33 Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing met een belastingkarakter. Hij kan alleen worden geheven voor de inzameling van huishoudelijk afval. Iedere gebruiker van een perceel waar regelmatig huishoudelijk afval kan ontstaan, is aan de heffing onderworpen. Ook als nooit afval wordt aangeboden, kan dus toch een afvalstoffenheffing worden geheven. Overigens geldt de inzamelingsplicht niet buiten de voor het openbaar rijverkeer openstaande en voor de ter plaatse gebruikte vuilniswagens ontoegankelijke wegen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen clusterplaatsen worden aangewezen, waar de containers opgesteld moeten worden om geleegd te worden. Eventueel kunnen nog op andere wijze voorzieningen worden getroffen voor het aanbieden van afval. Lijkbezorgingrechten (begraafrechten) Lijkbezorgingrechten kunnen worden geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. In de gemeente Leeuwarderadeel is geen gemeentelijk begraafplaats zodat deze rechten hier niet van toepassing zijn. Marktgelden Onder de naam marktgelden worden rechten geheven over het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen. Over de weekmarkt in Stiens kan nog worden opgemerkt dat het aantal standplaatshouders terug loopt. Leges Op grond van artikel 229 Gemeentewet worden leges geheven ter zake van, door of vanwege het gemeentebestuur, verstrekte diensten zoals onder andere bouwvergunningen, uittreksels, rijbewijzen en paspoorten. Leges omgevingsvergunning Doordat de opbrengst uit de leges omgevingsvergunning afhankelijk is van het aantal aanvragen en de omvang van de bouwplannen, varieert de feitelijke kostendekking van jaar tot jaar. Wanneer in een jaar vergunningen worden verstrekt voor grote bouwprojecten, kunnen de opbrengsten uit de leges omgevingsvergunning feitelijk meer dan kostendekkend zijn. Wanneer vooral aanvragen voor kleine projecten binnenkomen zijn de inkomsten niet altijd kostendekkend. Dit komt doordat er in verhouding veel tijd nodig is voor de verwerking van een aanvraag voor een klein project. Het is lastig om rekening te houden met fluctuaties wanneer de kosten worden geraamd. De feitelijke kostendekking zal bij deze leges vaak afwijken van de geraamde kostendekking. Het is van belang dat de gemeente wel een dossier kan overleggen waaruit blijkt dat de wettelijke grens van kostendekking niet is overschreden. Het beleid ten aanzien van de tarieven is hierdoor transparanter. De kosten voor de leges omgevingsvergunning in de gemeente Leeuwarderadeel zijn hoog. Om deze reden zijn alleen de leges omgevingsvergunning van de grotere projecten verhoogd en zijn deze leges van de overige aanvragen in 2012 niet opgehoogd. Secretarieleges Het geheel van de secretarieleges bestaat uit een uitgebreide lijst met tarieven. Deze worden ieder jaar trendmatig verhoogd, voor zover ze niet (deels) door het rijk worden vastgelegd. Net als bij de bouwvergunningen zijn de opbrengsten van de secretarieleges afhankelijk van

10

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. het aantal aanvragen. Het is daardoor ook voor de secretarieleges lastig te ramen wat de kosten en inkomsten zullen zijn. Wanneer tarieven niet kostendekkend zijn dan moet hier immers geld op worden toegelegd uit de algemene middelen. Dit hoeft geen probleem te zijn. Voor een aantal tarieven heeft de betaalbaarheid een grotere prioriteit dan de kostendekking. Voor de secretarieleges geldt net als voor de leges omgevingsvergunning dat de gemeente bij moet houden wat de feitelijke kostenontwikkeling is. Dit komt de transparantie ten goede en het maakt eventueel bijsturing mogelijk. De diverse diensten, en de daarbij verschuldigde leges, staan opgesomd in de tarieventabel van de legesverordening. Brandweerrechten Brandweerrechten kunnen worden geheven wanneer de brandweer dienstverlenend optreedt zoals bij voorbeeld bij de beveilig van grote evenementen of incidenteel bij incidenten bij bedrijven. In de praktijk komt het nauwelijks voor. De gemeente Leeuwarderadeel kent daarom geen verordening brandweerrechten. Voor repressief optreden bij brand en hulpverlening kunnen geen kosten in rekening worden gebracht.

11


3. De kostendekkendheid van de heffingen In artikel 229b van de Gemeentewet wordt de kostendekking nader toegelicht. De laatste volzin van het eerst lid bevat de belangrijkste eis omtrent de kostendekking. 1. In verordeningen op grond waarvan rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, worden geheven, worden de tarieven zodanig vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. 2. Onder de in het eerste lid bedoelde lasten worden mede verstaan: a. bijdragen aan bestemmingsreserves en voorzieningen voor noodzakelijke vervanging van de betrokken activa; b. de omzetbelasting die ingevolge de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit het fonds. Er zijn twee soorten gemeentelijke heffingen: belastingen en bestemmingsheffingen, ook wel retributies of rechten genoemd. De opbrengst uit belastingen komt terecht in de algemene middelen van de gemeenten en is vrij besteedbaar. Het vaststellen van de (belasting)tarieven is vooral een bestuurlijk proces. De opbrengst uit een bestemmingsheffing wordt gebruikt om de kosten te dekken van de voorziening waarvoor de heffing bestaat. De Gemeentewet bepaalt dus dat de geraamde baten van bestemmingsheffingen niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten. Er mag dus geen winst worden gemaakt. Deze eis geldt voor de geraamde baten en lasten. De feitelijke kostendekking kan - achteraf gezien - incidenteel wel hoger zijn dan honderd procent. Er kan om verschillende redenen verschil ontstaan tussen ramingen en de werkelijke kosten en inkomsten. De opbrengst uit een bestemmingsheffing kan bijvoorbeeld fluctueren. Hier kan in ramingen maar beperkt rekening mee worden gehouden. De wettelijke eis van maximaal kostendekkende tarieven geldt alleen voor ramingen. De gemeente moet wel kunnen aantonen dat ramingen realistisch zijn. Hiervoor kan de feitelijke kostendekking worden gebruikt. De geraamde kostendekking is dus van belang wegens de Gemeentewet, de feitelijke kostendekking is van belang omdat daarmee wordt aangegeven hoeveel algemene middelen worden ingezet om de kosten te dekken. Hiernaast stelt de rijksoverheid steeds vaker wel maximumtarieven vast voor de dienstverlening aan de burger. Voorbeelden hiervan zijn de tarieven voor het verstrekken van paspoorten en rijbewijzen. De gemeente Leeuwarderadeel hanteert de volgende bestemmingsheffingen: • Reinigingsheffing (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) • Rioolheffing • Marktgelden • Leges (leges omgevingsvergunning en secretarieleges) Reinigingsheffing en rioolheffing De bestemmingsheffingen met een hoge opbrengst worden jaarlijks vastgesteld op basis van geraamde kosten. Tarieven van bestemmingsheffingen met een lage opbrengst worden trendmatig verhoogd. Reinigingsheffingen en rioolrecht zijn bijvoorbeeld bestemmingsheffingen met een hoge opbrengst. Voor deze heffingen geldt als uitgangspunt kostendekkendheid. Momenteel wordt 100% kostendekking gerealiseerd. Leges omgevingsvergunning Voor de leges omgevingsvergunning is dit eveneens het uitgangspunt. Doordat de opbrengst uit de leges omgevingsvergunning afhankelijk is van het aantal aanvragen en de omvang van de bouwplannen, varieert de feitelijke kostendekking van jaar tot jaar. Wanneer in een jaar

12

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. vergunningen worden verstrekt voor grote bouwprojecten, kunnen de opbrengsten uit de leges omgevingsvergunning feitelijk meer (dan) kostendekkend zijn. Wanneer vooral aanvragen voor kleine projecten binnenkomen zijn de inkomsten niet kostendekkend. Dit komt doordat er relatief veel tijd nodig is voor de verwerking van een aanvraag voor een klein project. Het is lastig om rekening te houden met fluctuaties wanneer de kosten worden geraamd. De feitelijke kostendekking zal bij leges omgevingsvergunning vaak afwijken van de geraamde kostendekking. Omdat de opbrengst relatief laag is, is het efficiënt om de tarieven jaarlijks trendmatig te verhogen, zoals de gemeente in het verleden vaak deed. Momenteel wordt deze regel niet gehanteerd. Het is uit onderzoek gebleken dat de leges omgevingsvergunning in Leeuwarderadeel in vergelijking met de omliggende gemeenten hoog zijn. Voorgesteld wordt om jaarlijks een inflatiecorrectie op de leges omgevingsvergunningen mee te nemen. Uiteraard is dit afhankelijk van de mogelijke ruimte binnen het kostendekkingspercentage en de werkelijke kosten van het verstrekken van omgevingsvergunningen. Het is van belang dat de gemeente wel een dossier kan overleggen waaruit blijkt dat de wettelijke grens van kostendekking niet is overschreden. Het beleid ten aanzien van de tarieven wordt dan transparanter. De VNG heeft hiertoe een handreiking kostentoerekening leges en tarieven opgesteld. Deze handreiking wordt als leidraad gebruikt bij de berekening van leges en tarieven in Leeuwarderadeel. Ook de wet Wabo heeft invloed op de samenstelling van de kosten van de vergunningverstrekking. In een aanvraag worden meerdere aspecten behandeld. Er zal onderzoek moeten worden verricht naar de werkelijke invloed op de samenstelling van tarieven in het kader van de invoering van de Wabo. Secretarieleges Het geheel van de secretarieleges bestaat uit een uitgebreide lijst met tarieven. Deze worden ieder jaar trendmatig verhoogd, voor zover ze niet (deels) door het rijk worden vastgelegd. Net als bij de bouwvergunningen zijn de opbrengsten van de secretarieleges afhankelijk van het aantal aanvragen. Het is daardoor ook voor de secretarieleges lastig te ramen wat de kosten en inkomsten zullen zijn. Wanneer tarieven niet kostendekkend zijn dan moet hier immers geld op worden toegelegd uit de algemene middelen. Dit hoeft geen probleem te zijn. Voor een aantal tarieven heeft de betaalbaarheid een grotere prioriteit dan de kostendekkendheid. Bij de secretarieleges geldt daarnaast dat het effect van het instellen van nieuwe tarieven op de kostendekking bekeken moet worden. De opbrengsten kunnen hierdoor immers stijgen.. De VNG heeft een handreiking kostentoerekening leges en tarieven opgesteld. Deze handreiking wordt als leidraad gebruikt bij de berekening van leges en tarieven in Leeuwarderadeel. Marktgelden Met de marktgelden worden de kosten van weekmarkten en jaarmarkten gedekt. De tarieven worden jaarlijks trendmatig verhoogd. De opbrengsten uit de marktgelden dekken de kosten echter niet. Het streven is wel gericht op kostendekking. Wanneer de tarieven te hoog worden vastgesteld bestaat de kans echter dat standhouders uitwijken naar andere markten. Bij het vaststellen van de markttarieven weegt de gemeente daarom de tarieven in andere gemeenten mee. De instandhouding van de weekmarkt staat voorop. Ook hier geldt dat de betaalbaarheid een grotere prioriteit heeft dan de kostendekking.

13


4. Het tarievenbeleid Jaarlijks stelt de Raad de belastingverordeningen met daarin opgenomen de tarieven voor het volgende begrotingsjaar vast. In onderstaande tabel staan het huidige beleid en de aspecten die een rol spelen bij het bepalen van de verschillende tarieven. Heffing

Huidige kostendekking 100% kostendekkend vrij in te vullen vrij in te vullen 100% kostendekkend

Afvalstoffenheffing Forensenbelasting Hondenbelasting Leges (leges omgevingsvergunning) Leges (secretarieleges) Niet kostendekkend

Marktgelden

Niet kostendekkend

OZB Rioolrechten Precariorechten

vrij in te vullen 100% kostendekkend vrij in te vullen

Doelstelling kostendekking Maximaal 100% kostendekkend Inflatie Inflatie Maximaal 100% kostendekkend Maximaal 100% kostendekkend, of maximum door het Rijk voorgeschreven Maximaal 100% kostendekking, betaalbaarheid Inflatie, macronorm Maximaal 100% kostendekkend, VGRP Inflatie

Inflatie De inflatiecorrectie waarmee gewerkt wordt, is een correctie die jaarlijks in de begroting wordt doorgevoerd op de baten en lasten en vindt zijn oorsprong in het te verwachten loon- en prijspeil. Kostendekking In het algemeen mogen de tarieven maximaal 100% kostendekkend zijn. De mate van kostendekking is een politieke keuze. Rijksbeleid Het Rijk schrijft voor bepaalde gemeentelijke diensten een vastgesteld of maximum tarief voor. Dat geldt met name voor ID-kaarten, paspoorten en dergelijke. De VNG heeft recentelijk een viertal modellen kostenonderbouwingen voor de bepaling van tarieven ontwikkeld. Bij het berekenen en het vaststellen van de tarieven Riool- en Afvalstoffenheffing en de Leges omgevingsvergunning zullen deze modellen worden gehanteerd. Voor de overige legesheffing is een dergelijk model nog niet door de VNG opgesteld. Speciale doelen Officieel is de hondenbelasting een zogenaamde algemene belastingen. De belastingopbrengsten komen ten goede van de algemene middelen. De opbrengsten worden niet aangewend voor specifiek deze begrotingsposten of speciale doelen. Dat is een politieke keuze. Algemeen Jaarlijks worden in de kadernota voorstellen gedaan over trendmatige verhogingen en

14

Nota lokale heffingen gemeente Leeuwarderadeel. eventuele andere wijzigingen in de tarieven. De lokale heffingen worden zoveel mogelijk 100% kostendekkend geheven. Voor de berekening van het kostendekkende tarief mag (moet) worden uitgegaan van de kosten inclusief BTW. De gemeente krijgt de betaalde BTW weliswaar terug uit het BTW compensatiefonds, maar hier staat tegenover dat de algemene uitkering is verlaagd. Opdat voor de gemeenten bovenstaande macro-economisch gezien budgettair-neutraal verloopt, mogen (moeten) gemeenten de tarieven voor de reinigingsrechten, afvalstoffenheffing en de rioolheffing dus inclusief BTW-kosten blijven berekenen. Voor die leges waarvoor wettelijke maxima gelden en de kostprijsberekening hoger ligt, zullen de tarieven worden vastgesteld op de wettelijk maxima. De tarieven voor de rioolheffing zijn gebaseerd op het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP), welke periodiek wordt geactualiseerd. De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op de geschatte kosten van het komende jaar. Indien en voor zover de totale opbrengsten van de rioolheffing respectievelijk de afvalstoffenheffing hoger zijn dan de totale kosten (verhoogd met de bijbehorende BTW) zal het meerdere worden toegevoegd aan de reserve rioolrechten respectievelijk de reserve afvalstoffenheffing. Indien de opbrengsten lager zijn dan de kosten zal het verschil worden onttrokken aan de betreffende reserve. Tariefdifferentiatie Dit onderwerp staat niet apart vermeld in de voorgaande tabel, maar speelt toch een rol bij een aantal heffingen van de gemeente Leeuwarderadeel. In het volgende overzicht is dit weergegeven. Heffing Afvalstoffenheffing Rioolrechten Forensenbelasting Hondenbelasting Marktgelden Reinigingsrechten Leges (leges omgevingsvergunning) Leges (secretarie leges)

Tariefdifferentiatie Één- en meerpersoonshuishouden Één- en meerpersoonshuishouden Afhankelijk van de WOZ-waarde Eerste, tweede en volgende hond Strekkende, vierkante meter Per container Bouwkosten Soort dienstverlening

15


5. De lokale lastendruk De lokale lastendruk wordt bepaald aan de hand van de tarieven OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten en is gebaseerd op door de gemeenteraad voor 2012 vastgestelde tarieven. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen brengt jaarlijks de lokale lasten van gemeenten in kaart. Woonlasten 2012 gemeente Leeuwarderadeel Eénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Rangnummer meerpersoonshuishouden Coelo OZB Tarief eigenaren woningen Tarief gebruikers niet-woningen Tarief eigenaren niet-woningen Afvalstoffenheffing woningen Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden Kwijtschelding Kwijtscheldingsnorm Rioolheffing woningen Tarief gebr. éénpersoonshuishouden Tarief gebr. meerpersoonshuishouden Kwijtschelding gebruiker Kwijtscheldingsnorm

€ 716,00 € 825,00 392 (van de 432 gemeenten) 0,1850% 0,1550% 0,1850% € 204,00 € 257,00 ja 100% € 177,00 € 233,00 ja 100%

In de Coelo Atlas is zijn de woonlasten per gemeente weergegeven. In totaal zijn 432 gemeenten waaronder een aantal stadsdelen met elkaar vergeleken. Het rangnummer meerpersoonshuishouden geeft aan welke positie een gemeente landelijk inneemt. De gemeente Leeuwarderadeel staat op deze lijst op rangnummer 392. Hiermee behoort de gemeente Leeuwarderadeel bij de duurste gemeenten van Nederland. In Friesland is Leeuwarderadeel zelfs de duurste gemeente. In de navolgende tabellen worden de tarieven en de belastingdruk in onze gemeente vergeleken met de andere buurgemeenten. Overzicht tarieven en percentages (OZB) 2012 buurgemeenten gemeenten. Gemeente OZB OZB nietAfvalstoffenheffing Rioolheffing woning woning meerpers. hh. meerpers. hh. Leeuwarderadeel 0,18500% 0,34000% € 257,00 € 233,00 Het Bildt 0,15270% 0,30500% € 261,00 € 181,00 Ferwerderadiel 0,13985% 0,25297% € 281,00 € 190,00 Leeuwarden 0,13970% 0,54000% € 263,28 € 90,08 + 0,0612% van de WOZ-waarde Franekeradeel 0,12690% 0,26540% € 229,01 € 234,90 Littenseradiel 0,12300% 0,23900% € 237,00 € 221,40 Menameradiel 0,11910% 0,29950% € 249,00 € 240,00 Harlingen 0,09880% 0,35560% € 247,92 € 157,68 16


Overzicht woonlasten 2012 buurgemeenten gemeenten (bron: Coelo atlas 2012) Gemeente Woonlasten incl. Vergelijk Vergelijk landelijk (omgekeerde volgorde) OZB buurgemeenten (met eigen woning) Leeuwarderadeel € 825,00 1 392 Menameradiel € 718,00 2 265 Littenseradiel € 711,00 3 251 Ferwerderadiel € 704,00 4 236 Het Bildt € 690,00 5 202 Franekeradeel € 684,00 6 184 Leeuwarden € 652,00 7 114 Harlingen € 578,00 8 23 Gemiddeld € 689,12 Overzicht woonlasten 2012 buurgemeenten gemeenten excl. OZB Gemeente Woonlasten excl. Vergelijk OZB buurgemeenten (huurwoningen) Leeuwarderadeel € 490,00 1 Menameradiel € 489,00 2 Ferwerderadiel € 471,00 3 Franekeradeel € 463,91 4 Littenseradiel € 458,40 5 Leeuwarden € 453,36 6 Het Bildt € 442,00 7 Harlingen € 405,60 8 Gemiddeld € 446,65

17


6. Het kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding algemeen Op grond van artikel 26 van de Invorderingswet 1990 is mogelijk om gehele of gedeeltelijke kwijtschelding te verlenen aan de belastingschuldige die niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar, de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. Van buitengewoon bezwaar is in het algemeen sprake indien de middelen om een belastingaanslag te betalen ontbreken en ook niet binnen afzienbare tijd kunnen worden verwacht. Kwijtschelding kan worden verleend voor de Afvalstoffenheffing, rioolheffing en de Hondenbelasting (alleen voor de 1e hond). Kwijtschelding dient volgens de wet te worden verleend op verzoek. Sinds het jaar 2007 voert het Hefpunt te Groningen de toetsing van deze verzoeken uit voor de gemeente Leeuwarderadeel. Voor kwijtschelding is van belang wat de betalingscapaciteit van de belastingschuldige is op het moment van het indienen van het verzoek. Voor het bepalen van de betalingscapaciteit worden de regels gevolgd zoals die zijn vastgelegd in de Leidraad Invordering 2008, met dien verstande dat voor de kosten van bestaan wordt gerekend met het maximaal toegestane percentage, namelijk 100% van de bijstandsnorm. Automatische kwijtschelding Om de administratieve lastendruk te verlagen bestaat sinds een aantal jaren het Inlichtingenbureau, waar toetsing kan plaatsvinden of belastingschuldigen voor automatische kwijtschelding in aanmerking komen. Om in 2011 automatische kwijtscheldingen te generen, is in dat jaar voor het eerst met een toetsing via het Inlichtingenbureau gewerkt. In deze toetsing zijn de verleende kwijtscheldingen uit 2010 meegenomen. De belastingplichtigen die ook in 2010 kwijtschelding hebben ontvangen, hoefden in 2011 dan niet opnieuw een aanvraag in te dienen. Wanneer aan de normen wordt voldaan waarop wordt getoetst, wordt automatisch kwijtschelding verleend. Getoetst wordt op vermogen, inkomen en voertuigenbezit. Bij afwijzing kan de belastingschuldige alsnog een verzoek indienen om voor kwijtschelding in aanmerking te komen. De toetsing via het Inlichtingenbureau is een momentopname en er kunnen zich wijzigingen in de omstandigheden voordoen die de belastingschuldige toch recht geeft op kwijtschelding. Deze automatische kwijtschelding sluit nauw aan bij de intentie van de gemeenteraad om de inwoners van de gemeente Leeuwarderadeel die een minimuminkomen hebben, geen aanslag gemeentelijke belastingen op te leggen. Echter een volledige koppeling tussen de gegevens van het Inlichtingenbureau en de belastinggegevens is niet haalbaar, omdat de normen onderling verschillen. Hierdoor ontstaan enkele afwijkingen, welke niet volledig kunnen worden opgelost in de huidige systematiek. Wij stellen u dan ook voor om de huidige werkwijze (vooralsnog) te handhaven. Deze sluit grotendeels aan bij de wens van de Raad. Aantal kwijtscheldingen 2011 Totaal zijn 237 aanvragen beoordeeld, inclusief 108 stuks via de automatische toetsing. Van deze beoordelingen zijn 139 volledig toegekend en 98 afgewezen Van de 139 toekenningen zijn 54 automatisch toegekend en 85 op basis van een verzoek.

18


7. De invordering Betaling via acceptgirokaarten en automatische incasso Het bedrag van het aanslagbiljet van de gemeente Leeuwarderadeel kan op twee manieren worden betaald. Op basis van een verleende machtiging via automatische incasso in acht maandelijkse termijnen. Ook kan men er voor kiezen om door middel van acceptgirokaarten of via internet te betalen. De belasting dient dan in twee termijnen te worden betaald. In Leeuwarderadeel heeft 70% van de belastingplichtigen een machtiging tot automatische incasso afgegeven. Deze manier van betalen wordt kennelijk zeer gewaardeerd. Betaling na aanmaning Indien na het verstrijken van de betalingstermijn het verschuldigde bedrag niet of niet volledig is betaald, volgt er een schriftelijke aanmaning. De aanmaning geeft de belastingschuldige veertien dagen om alsnog de aanslag, inclusief aanmaningskosten, te betalen. Per jaar worden er ruim 300 aanmaningen verzonden. Betaling na dwangbevel Als er ook na een aanmaning niet wordt betaald, volgt er een dwangbevel. De belastingschuldige moet het verschuldigde bedrag, inclusief dwangbevelkosten, binnen twee dagen betalen. Per jaar worden er ongeveer 125 dwangbevelen betekend. Indien er ook na een dwangbevel niet wordt betaald, dan kan er beslag worden gelegd op salaris, uitkering, roerende of onroerende zaken. Op jaarbasis is dat ongeveer 25 keer het geval. Betalingsregeling Als een belastingschuldige de aanslag niet op tijd kan betalen, kan hij/zij vragen om een betalingsregeling. De aanvrager moet de reden aangeven en moet eventueel financiële gegevens overleggen. Jaarlijks wordt voor ongeveer 25 personen een betalingsregeling getroffen. Niet verder bemoeilijken Het komt voor dat de belastingschuldige niet voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar dat de invordering niet in alle redelijkheid kan worden voortgezet. In deze situatie bestaat de mogelijkheid de belastingschuldige niet verder te bemoeilijken voor de betreffende schuld(en). Het niet verder bemoeilijken zal slechts incidenteel en ingegeven door individuele situaties worden gedaan. Er is in feite sprake van een soort hardheidsclausule. Gemiddeld komt een dergelijke situatie een paar keer per jaar voor. Oninbaar verklaren Indien bij de invordering blijkt dat er voor de belastingschuld geen verhaalsmogelijkheden zijn, wordt de vordering oninbaar verklaard. Dit besluit wordt niet aan de belastingschuldige medegedeeld en hij/zij kan aan deze administratieve handeling geen rechten ontlenen, aangezien bij gewijzigde omstandigheden de invorderingsactiviteiten weer kunnen worden opgepakt. Gemiddeld wordt 0,2% van de totale belastingopbrengst oninbaar verklaard. Algemeen Bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2003 is de Leidraad Invordering Gemeentelijke Heffingen vastgesteld. Binnenkort zal een geactualiseerde versie van deze Leidraad in het college worden behandeld.

19


Verloop aantal kwijtscheldingsverzoeken en de kwijtgescholden bedragen in de gemeente Leeuwarderadeel. 250

70.000

60.000 200 50.000 150

x€1

Aantal

40.000

30.000

100

20.000 50 10.000

0

0

2004

2005

2006

2007

2008

aantal kwijtscheldingsverzoeken

20

2009

2010

2011

kwijtgescholden bedrag


8. Toekomstige ontwikkelingen 8.1 Basisregistratie WOZ De overgang naar jaarlijkse waardebepaling sluit goed aan op de ontwikkelingen van elektronische dienstverlening en het stelsel van basisregistraties. Er is een wetsvoorstel aanvaard waarmee de WOZ als basisregistratie wordt ingesteld. Voor de uitvoering van de WOZ en het gebruik van de WOZ-waarden zijn de gevolgen van de basisregistratie WOZ beperkt. Wat wel verandert, is de verplichting om eventuele, door de afnemers geconstateerde, fouten terug te melden en de verplichting voor gemeenten om deze meldingen te onderzoeken. Verder verandert de gegevensuitwisseling tussen gemeenten, waterschappen en Belastingdienst. Voor deze gegevensuitwisseling wordt een landelijke voorziening WOZ georganiseerd. De gemeenten gaan leveren aan deze landelijke voorziening. De afnemers verkrijgen dan hun gegevens van deze landelijke voorziening. 8.2 Tariefsdifferentiatie rioolheffing Door een stijging van de tarieven als gevolg van de invoering van de verbrede rioolheffing, neemt de politieke aandacht voor een rechtvaardige verdeling van de lastendruk toe. Een evaluatie van de invoering van de verbrede rioolheffing is een goed moment om de huidige lastendrukverdeling te heroverwegen. In 2016 dient de gemeente een nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) vast te stellen. De vaststelling van het nieuwe VGRP kan daarom een geschikt moment zijn de verdeling van de lasten over de belastingplichtigen te heroverwegen. De lastendrukverdeling wordt bepaald door de te kiezen heffingsmaatstaf, tariefdifferentiatie en de groep(en) belastingplichtigen waarvan wordt geheven. De keuzemogelijkheden zijn groot: de rioolheffingen kunnen worden geheven van gebruikers, eigenaren of van beiden; toelaatbare heffingsmaatstaven zijn bijvoorbeeld; een vast bedrag, het waterverbruik, deWOZ-waarde en de oppervlakte. (Niet elke heffingsmaatstaf is toelaatbaar of geëigend voor elke type rioolheffing); mogelijkheid van tariefdifferentiaties tussen bijvoorbeeld woningen en niet-woningen; De betrokken vakafdeling zal hiervoor een gespecificeerde financiële kostentoerekening naar zorgplicht moeten opmaken om eventueel een tariefdifferentiatie te kunnen toepassen. De vakafdeling en het college zullen de voor- en nadelen goed in beeld brengen zodat de gemeenteraad hierover een afgewogen besluit kan nemen.

21


9. Overzicht verordeningen De hieronder vermelde verordeningen zijn vastgesteld in raadsvergadering van 8 december 2011: Verordening op de heffing en de invordering van de onroerende zaakbelasting 2012. Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2012 en de reinigingsrechten 2012. Tarieventabel reinigingsrechten 2012. Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2012. Verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2012. Verordening op de heffing en invordering van de woonforensenbelasting. Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2012. Tarieventabel leges 2012. Verordening precariorechten 2012. Verordening op de heffing en de invordering van de marktgelden 2012.

22

NOTA LOKALE HEFFINGEN

Recommend Documents