Nota lokale heffingen 2010-2014
Nota Lokale Heffingen 2010-2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding.................................................................................................................................... 3 2. Wettelijk kader.......................................................................................................................... 4 3. Samenstelling pakket gemeentelijke belastingen...................................................................... 6 3.1. Belastingen die door de gemeente Westvoorne worden geheven...................................... 6 3.1.1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB)............................................................................ 6 3.1.2. Toeristenbelasting....................................................................................................... 8 3.1.3. Hondenbelasting.......................................................................................................... 9 3.1.4. Precariobelasting....................................................................................................... 10 3.2. Belastingen die niet door de gemeente Westvoorne worden geheven............................. 11 3.2.1. Roerende-zaakbelastingen........................................................................................ 11 3.2.2. Baatbelastingen......................................................................................................... 11 3.2.3. Forensenbelasting..................................................................................................... 12 3.2.4. Parkeerbelastingen.................................................................................................... 12 3.2.5. Reclamebelasting...................................................................................................... 12 4. Retributies.............................................................................................................................. 14 4.1. Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten........................................................................... 14 4.2. Rioolheffing...................................................................................................................... 15 4.3. Leges............................................................................................................................... 16 4.4. Lijkbezorgingsrechten...................................................................................................... 18 4.5. Marktgelden..................................................................................................................... 18 5. Lokale lastendruk................................................................................................................... 20 5.1. Inkomsten en verhouding tussen de diverse heffingen..................................................... 20 5.2. Lastendruk....................................................................................................................... 20 6. Kwijtscheldingsbeleid.............................................................................................................. 22 7. Samenvatting.......................................................................................................................... 23 BIJLAGE A: Kostendekking leges............................................................................................... 24 BIJLAGE B: Kostendekking lijkbezorging................................................................................... 26 BIJLAGE C: Kostendekking markten.......................................................................................... 27 BIJLAGE D: Tarieven retributies 2008 in vergelijkbare gemeenten............................................ 28 BIJLAGE E: Tarieven omliggende gemeenten Voorne Putten.................................................... 31 BIJLAGE F: Vergelijking tarieven toeristenbelasting regio.......................................................... 32 BIJLAGE G: Vergelijking tarieven toeristenbelasting Nederland................................................. 33 BIJLAGE H: Vergelijking tarieven OZB Zuid-Holland.................................................................. 42
2
1. Inleiding In 2010 wordt naar verwachting voor een bedrag van € 6.934.390,- aan belastingen en leges ontvangen. Deze inkomstenbron beslaat daarmee 40% van de totale vrij besteedbare inkomsten. Lokale heffingen vormen daarmee een grote inkomstenpost. Anders dan met de algemene of doeluitkeringen het geval is, worden deze inkomsten door de burger gegenereerd. Gezien de grootte van de inkomstenpost en de samenhang met de burger, is het essentieel dat de processen, die aan deze inkomsten ten grondslag liggen, transparant zijn. Zodat verantwoording naar de burger kan worden afgelegd. Daarbij is in onze verordening 212, in artikel 9a, vastgelegd dat er eens in de vier jaar een nota lokale heffingen moet zijn. De eerste nota lokale heffingen wordt u hiermee aangeboden. In deze nota wordt behandeld: - Het wettelijke kader lokale heffingen (hoofdstuk 2); - De samenstelling van de gemeentelijke belastingen (hoofdstuk 3); - De samenstelling van de gemeentelijke heffingen (hoofdstuk 4); - De lokale lastendruk (hoofdstuk 5) - De kostendekkendheid van de leges (hoofdstuk 6) - Het kwijtscheldingsbeleid (hoofdstuk 7). Bij het vervaardigen van de nota lokale heffingen 2010-2014 is de begroting 2010 als uitgangspunt genomen. Naast deze nota lokale heffingen, wordt jaarlijks gerapporteerd over de ontwikkelingen binnen het gebied van de lokale lasten in de paragraaf lokale heffingen welke onderdeel uitmaakt van de programmabegroting en van de jaarrekening.
3
2. Wettelijk kader Verordening 212 In de financiële verordening 212, welke is vastgesteld op 4 maart 2008, is in artikel 9a met betrekking tot de lokale heffingen het volgende vastgesteld. Artikel 9a. Lokale heffingen 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan. Deze nota behandelt in ieder geval: - de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen; - de kostendekkendheid van de heffingen; - het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid. - een overzicht van de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd. 2. Het college behandelt in de paragraaf lokale heffingen van de begroting en van de jaarstukken in ieder geval: - de druk van de lokale belastingen en heffingen; - de wijzigingen in tarieven en heffingen; - de mate van kostendekking van gemeentelijke diensten. Belastingverordeningen In de Gemeentewet is opgenomen welke belastingen en rechten een gemeente mag heffen. Aan het heffen van de gemeentelijke heffingen ligt een gemeentelijke verordening ten grondslag die vastgesteld wordt door de gemeenteraad. In de belastingverordening zijn minimaal het belastbare feit, de belastingplichtige, het voorwerp van de belasting, de heffingsmaatstaf, het tarief en het tijdstip van ingang van de heffing opgenomen. Alle belastingverordeningen worden voor het begin van het belastingjaar door de gemeenteraad vastgesteld. In de regel gebeurt dit in de raadsvergadering van oktober bij de vaststelling van de begroting. In 2010 zijn in de gemeente Westvoorne de volgende belastingverordeningen van kracht. 1 • Verordening onroerende-zaakbelastingen 2010, 2e wijziging vastgesteld 29 december 2009. 2 • Verordening Afvalstoffenheffing 2010, 1e wijziging vastgesteld 15 december 2009. 3 • Verordening rioolheffing 2010, vastgesteld 2 december 2009. 4 • Verordening hondenbelasting 2010, 1e wijziging vastgesteld 2 december 2009. 5 • Legesverordening 2010, vastgesteld 15 december 2009. 6 • Verordening precariobelasting 2010, vastgesteld 27/29 oktober 2009. 7 • Verordening toeristenbelasting 2010, vastgesteld 27/29 oktober 2009. 8 • Verordening marktgeld 2010, vastgesteld 27/29 oktober 2009. 9 • Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010, vastgesteld 27/29 oktober 2009. Kostendekking leges Uit artikel 229b Gemeentewet blijkt dat de leges tarieven zodanig moeten worden vastgesteld dat de baten niet uitgaan boven de lasten. Het gaat hier om de geraamde opbrengsten en de geraamde kosten. Dit betekent dat voor het beoordelen van de kostendekkendheid moet worden uitgegaan van de gegevens van de begroting en niet die uit de jaarrekening. De Hoge Raad
4
heeft bepaald dat het daarbij niet gaat om de verhouding tussen de baten en de kosten voor een individuele legesaanslag of voor een bepaald type leges, maar dat het gaat om de verhouding tussen baten en lasten op het niveau van de titels in verordening. De verordening kent met ingang van 2010 namelijk 3 titels te weten: - Titel 1: Algemene dienstverlening - Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning - Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn. De gemeente heeft de plicht te zorgen voor een controleerbare wijze van vastleggen, zodat gereconstrueerd kan worden, welke uitgaven zij in welke mate door de verschillende leges wil dekken. Kruissubsidiëring: bij de beoordeling van de kostendekkendheid mogen de opbrengsten en kosten van de verschillende diensten en prestaties in zijn totaliteit worden beschouwd. Dat wil zeggen op het niveau van de titels in de verordening. Dit maakt het mogelijk om de legesopbrengsten van de ene dienst of prestatie aan te wenden voor de tekorten van een ander product (kruissubsidiëring). Het geheel van de inkomsten mag echter de kosten niet overstijgen.
5
3. Samenstelling pakket gemeentelijke belastingen Definitie Belasting: verplichte bijdragen van de burger aan de overheid (krachtens gegeven bevoegdheden) welke kunnen worden gevorderd zonder dat daartegenover aan de belastingbetaler een of meer bepaalde tegenprestaties worden geleverd. In hoofdstuk XV van de Gemeentewet staan allerlei bepalingen over de gemeentelijk belastingen. Het belangrijkste artikel in dat hoofdstuk is artikel 219. In dit artikel wordt een limitatieve opsomming gegeven van belastingsoorten die gemeenten mogen heffen, waarbij dwingend is voorgeschreven dat belastingheffing naar inkomen of vermogen is uitgesloten. Gemeenten mogen dus volgens de letter van dit artikel geen inkomenspolitiek bedrijven. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn leidend bij belastingheffing en dan vooral het gelijkheidsbeginsel. De belastingheffende instantie dient op grond van de wet en jurisprudentie objectief te handelen. Zoals gesteld, bevat de Gemeentewet een limitatieve opsomming van de belastingsoorten die gemeenten mogen heffen. In de onderstaande tabel is weergegeven welke belastingen dit zijn en welke in Westvoorne worden geheven. Wettelijke basis Art. 220 Gemeentewet Art. 221 Gemeentewet Art. 222 Gemeentewet Art. 223 Gemeentewet Art. 224 Gemeentewet Art. 225 Gemeentewet Art. 226 Gemeentewet Art. 227 Gemeentewet Art. 228 Gemeentewet Art. 229 Gemeentewet
Belastingsoort Onroerende-zaakbelasting Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen Baatbelasting Forensenbelasting Toeristenbelasting Parkeerbelastingen Hondenbelasting Reclamebelasting Precariobelasting Rechten
Art. 15.33 Wet milieubeheer
Afvalstoffenheffing
Gemeente Westvoorne Ja Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja: gemeentelijke leges, marktgeleden, rioolrecht, woonwagenrecht. Ja
In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de afzonderlijke belastingen en heffingen besproken die door de gemeente Westvoorne worden geïnd. Daarnaast worden ook belastingen en heffingen besproken die momenteel niet door de gemeente worden geheven.
3.1. Belastingen die door de gemeente Westvoorne worden geheven Binnen de gemeente Westvoorne worden de volgende belastingen geheven: onroerende zaak belasting, toeristenbelasting, hondenbelasting en precariobelasting.
3.1.1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Op grond van het artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten OZB heffen. De OZB is een zogenaamde algemene belasting: er is geen relatie tussen de belastingheffing en een bepaalde taak of verleende dienst van de gemeente. De opbrengsten van de OZB komen ten goede aan de algemene middelen. De OZB bestaat uit twee belastingen: een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. • De eigenarenbelasting wordt in beginsel opgelegd aan degene die op 1 januari van het belastingjaar als eigenaar van een onroerende zaak is geregistreerd in de registers van het Kadaster. • De gebruikersbelasting wordt opgelegd aan de gebruiker van een onroerende zaak. Als gebruiker van een woning wordt aangemerkt degene die in de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) als hoofdbewoner van een woning is aangemerkt. De gegevens voor het gebruik van een niet-woning worden verkregen via de eigenaar 6
van de niet-woning of via inschrijving in de Kamer van Koophandel. Gebruikers van woningen zijn bij wet vrijgesteld van OZB belasting. Indien iemand eigenaar én gebruiker is van een onroerende zaak wordt hij voor beide belastingen aangeslagen. In de Gemeentewet is bepaald dat het tarief van de eigenarenbelasting maximaal 125 procent mag zijn van het tarief van de gebruikersbelasting. In de gemeente Westvoorne is deze verhouding 117% en wordt binnen deze norm gebleven. De OZB is een zogenaamde tijdstipbelasting. Dat wil zeggen dat voor het bepalen van de belastingplicht, de situatie op 1 januari van een belastingjaar geldt. Veranderingen in deze situatie, zoals bijvoorbeeld de verkoop van een onroerende zaak of een verhuizing, hebben geen invloed op de belastingheffing. Dit houdt ook in dat voor een onroerende zaak die na 1 januari wordt gekocht of in gebruik genomen pas met ingang van het volgende jaar hoeft te worden betaald. Tarief In de Gemeentewet is bepaald dat het tarief van de belasting wordt uitgedrukt als een percentage van de WOZ-waarde. Bij de tariefbepaling wordt onderscheid gemaakt tussen een tarief voor onroerende zaken die in hoofdzaak dienen tot woning en een tarief voor niet-woningen. Omdat de waardeontwikkeling van woningen anders verloopt dan de waardeontwikkeling van niet-woningen is het toegestaan voor beide categorieën een ander tarief toe te passen. Tot op heden heeft de gemeente Westvoorne van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt en is er sprake van 1 tarief voor eigenaren van woningen en niet-woningen. Reden hiervan is, dat de WOZ waarde van niet-woningen waar OZB van geheven kan worden betrekkelijk laag is. Zo bedraagt 1% OZB opbrengst voor niet woningen voor 2010 afgerond € 3.440,--.Feit is wel dat de huidige belastingdruk voor bedrijven relatief laag is ten opzichte van omliggende gemeenten. Zie bijlage H. Uit efficiency overwegingen is vooralsnog niet voor differentiatie gekozen. Ontwikkeling tarief 2010-2014 Voor de periode 2010-2014 is in het collegeprogramma opgenomen dat de OZB niet meer dan trendmatig wordt verhoogd. Deze jaren zullen zich kenmerken door een forse bezuinigingstaakstelling om de begroting sluitend te houden. Herwaardering WOZ De grondslag van een aanslag OZB is de waarde van de onroerende zaak, zoals die op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) is bepaald. Op grond van deze wet stelt de gemeente met ingang van 2008 elk jaar de waarde van alle onroerende zaken vast. Door de manier van tariefstelling leidt een hogere WOZ-waarden tot een hogere OZB-opbrengst. Het tot nog toe gehanteerde uitgangspunt is dat de gevolgen van de herwaardering WOZ budgettair neutraal worden doorgevoerd. De werkwijze daarin is als volgt: omdat de totale WOZ-waarde één van de maatstaven is voor het berekenen van de gemeentefondsuitkering heeft een mutatie in de WOZ-waarde gevolgen voor de hoogte van de gemeentefondsuitkering, met deze mutatie wordt rekening gehouden bij het vaststellen van de OZB tarieven. Voorgesteld wordt dit beleid te handhaven. Besluitvorming tarief OZB Tot op heden was het gebruikelijk de verhoging van ozb welke noodzakelijk was voor het opvangen van de inflatie en eventueel voor investeringen in voorzieningen mee te nemen in de begrotingsbehandeling in oktober. De gevolgen van de herwaardering WOZ werden in de raad van december voorgelegd waarop een 1e aanpassing van de verordeningen en de tarieven volgde. Bij de behandeling in de commissie ABZM in december 2009 is geconcludeerd dat het proces meer transparant kan worden gemaakt als besluitvorming in een keer plaats vindt. Omdat de gevolgen van de herwaardering WOZ voor behandeling in de raad van oktober nog niet 7
helemaal bekend zijn wordt hier enig risico gelopen. Voorgesteld wordt dit risico op te vangen met een egalisatiereserve OZB. De werkwijze wordt dan als volgt: Bij de vaststelling van de begroting wordt het ozb tarief verhoogd met: - de inflatiecorrectie - correctie a.g.v. mutaties in de WOZ-waarde. Als de definitieve WOZ-waarde en OZB opbrengst bekend zijn vindt egalisatie plaats via de reserve OZB. Hierin wordt dan ook de mutatie algemene uitkering a.g.v. mutaties WOZ meegenomen. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten; • Vooralsnog geen gedifferentieerd tarief invoeren voor niet-woningen (e.e.a. te betrekken bij het te ontwikkelen economisch beleid); • De OZB tarieven in 2010-2014 in beginsel slechts trendmatig verhogen; • Wijzigingen in de WOZ-waarden worden budgettair neutraal doorgevoerd rekeninghoudend met de mutatie in het gemeentefonds; • Eén keer besluitvorming met betrekking het tarief OZB, overschotten storten of tekorten opvangen via een in te stellen egalisatiereserve OZB.
3.1.2. Toeristenbelasting De toeristenbelasting vindt zijn rechtsgrond in de omstandigheid dat een deel van de kosten van de gemeentelijke huishouding voortvloeit uit voorzieningen die (mede) in het belang van het toerisme worden getroffen of in stand worden gehouden. De opbrengsten uit deze belasting worden gerekend tot de algemene (vrij besteedbare) middelen die de gemeente ter beschikking staan. Vooral de recreatiesector maakt met verve bezwaar tegen deze belasting, maar de wetgever lijkt niet bereid deze belasting te laten vervallen of in te perken. De verordening toeristenbelasting is gebaseerd op artikel 224 van de gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Dit zijn dus veelal de recreatieondernemers. Voor toeristenbelasting wordt vrijgesteld: - degene die als verplegende of verzorgende in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft; - degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf forensenbelasting verschuldigd is; (Opmerking: m.i.v. 2009 is de forensenbelasting vervallen) - waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting; (Opmerking: deze verordening kent de gemeente Westvoorne niet) - een vreemdeling die verblijft in een asielzoekerscentrum. Het is mogelijk om voor vaste standplaatsen een forfaitair tarief te betalen. Dit is de standaard werkwijze. Hiervan mag worden afgeweken op verzoek van de belastingplichtige. De belastingaanslag wordt in dat geval gebaseerd op het werkelijk aantal overnachtingen. De administratielast hiervoor ligt bij de belastingplichtige recreatieondernemer. Ontwikkeling tarief 2010-2014 In 2007 heeft een onderzoek naar de toeristenbelasting plaatsgevonden. Naar aanleiding van 4 tellingen in het toeristenseizoen op de campings met vaste standplaatsen zijn de forfaits aangepast en onderbouwd. Als gevolg hiervan zijn de forfaits en het tarief met ingang van 2009 gewijzigd. Het tarief voor de toeristenbelasting per overnachting per persoon is het laagst in vergelijking met andere gemeenten op Voorne-Putten. Ook een vergelijking met andere recreatie gemeenten (Goedereede, Schouwen-Duiveland en Sluis) leert dat de tarieven van Westvoorne relatief laag zijn. Een landelijke ranglijst bevestigt dit beeld nogmaals (bijlagen F en G). 8
Daarbij komt dat de inkomsten uit de toeristenbelasting lager zijn dan de uitgaven in het kader van recreatie en toerisme. Er zijn dus argumenten om de toeristenbelasting te verhogen en de doelstelling het verkrijgen van algemene dekkingsmiddelen te versterken. Te meer nog daar de campings vanaf 2010 met een tariefsverlaging van het rioolrecht te maken hebben gekregen. In dit kader moet worden meegewogen dat in de toekomstvisie en het collegeprogramma een verdere ontwikkeling van het toerisme als speerpunt is opgenomen. Het zou goed zijn binnen de regio de hoogte van de tarieven bespreekbaar te maken. Voorgesteld wordt de tarieven 2010-2014 in beginsel alleen trendmatig te verhogen. Indien de tarieven boventrendmatig worden verhoogd, wordt voorgesteld de extra opbrengsten te bestemmen voor uitgaven in het kader van recreatie en toerisme. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten; • Gelet op de toekomstvisie, de tarieven 2010-2014 in beginsel slechts trendmatig verhogen; • Een eventuele boventrendmatige verhoging van de tarieven toeristenbelasting als optie open houden. • Indien de tarieven boventrendmatig worden verhoogd, de extra opbrengsten te bestemmen voor uitgaven in het kader van recreatie en toerisme. • Streven naar afspraken over de hoogte van de tarieven binnen de regio.
3.1.3. Hondenbelasting In de gemeente Westvoorne zijn 1.226 huishoudens met een hond. Daarbij hebben 148 gezinnen een 2e en 6 gezinnen een 3e hond. Er zijn 13 kennels. De totale opbrengst hondenbelasting in 2009 bedroeg € 59.738,-. De hondenbelasting dient als algemeen dekkingsmiddel en is daarom een zuiver fiscale heffing. De opbrengst vloeit rechtstreeks in de algemene middelen en er bestaat geen wettelijke plicht de opbrengst voor een ander dan dit fiscale doel te besteden. Hoewel er de nodige discussie bestaat over de ratio en rechtvaardigheid van de hondenbelasting is deze tot dusver gehandhaafd. De verordening hondenbelasting is gebaseerd op artikel 226 van de gemeentewet. In de verordening is bepaald dat de houder van een hond belastingplichtig is. De maatstaf is het aantal honden dat wordt gehouden. Vrijgesteld van hondenbelasting zijn houders van honden: - die dienen om blinde personen te leiden; - die door stichting hulphond Nederland als gehandicaptenhond beschikbaar zijn gesteld; - die verblijven in een hondenasiel; - die ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting; - die jonger zijn dan 3 maanden, voor zover zij samen met de moederhond worden gehouden. De hondenbelasting is een tijdvakbelasting. De aanslag hondenbelasting wordt per jaar opgelegd. Indien in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend. Met enige regelmaat doemt de vraag op waarom bijvoorbeeld geen paardenbelasting wordt ingevoerd. Het antwoord hierop is simpel. In de gemeentewet is limitatief aangegeven welke belastingen de gemeente kan heffen. Hierin is slechts de mogelijkheid tot hondenbelasting en niet die van paardenbelasting opgenomen. Ontwikkeling tarief 2010-2014 De hondenbelasting kent een progressief tarief. Dat wil zeggen dat voor de 2e hond een hoger tarief van toepassing is dan voor de eerste. De tarieven hondenbelasting zijn altijd zeer laag geweest. Vooral het tarief voor de 1e hond was bijzonder laag. De reden hiervoor was een sociale. 9
Mensen die het economisch minder goed hadden, moesten het zich kunnen veroorloven een hond te bezitten. Nadat het tarief zo’n 20 jaar lang alleen trendmatig is verhoogd is met ingang van 2010 het tarief hondenbelasting extra verhoogd (€ 20,- tarief 1e hond, € 10,- tarief 2e en 3e hond en € 40,kenneltarief) om de kosten van het hondenpoepbeleid te kunnen dekken. Na deze verhoging zijn de tarieven van de hondenbelasting nog steeds te karakteriseren als laag als deze worden vergeleken met de tarieven van andere gemeenten op Voorne Putten (zie bijlage E). Om de doelstelling “het creëren van algemene dekkingsmiddelen” te maximaliseren zou een verhoging van de tarieven nog in overwegingen kunnen worden genomen. Controle hondenbelasting Jaarlijks vindt de controle hondenbelasting plaats. Dit gebeurt overdag, steekproefsgewijs wordt 1 wijk gecontroleerd. Teneinde de doelmatigheid en doeltreffendheid van de controle te bevorderen, wordt deze vooraf aangekondigd. De doelstelling van de controle is het bevorderen van de aangiftebereidheid en heeft daarmee voornamelijk een preventief aspect. Er wordt inmiddels zo’n 12 jaar gecontroleerd. In de beginjaren van de controle is het aantal aanmeldingen met 200 toegenomen. Nu levert de controle nauwelijks extra aanmeldingen op en schommelt het aantal honden binnen de gemeente al jaren rond 1.400 bij een vrijwel stabiel inwonersaantal van ca. 14.000. Uit doelmatigheidsoverwegingen wordt voorgesteld de controle in frequentie terug te brengen naar 1 keer per 2 jaar. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten; • De tarieven 2010-2014 in beginsel slechts trendmatig verhogen; • De frequentie van de controle hondenbelasting terugbrengen naar eens in de 2 jaar.
3.1.4. Precariobelasting Bij precariobelasting gaat het om het belasten van het ‘genot’ dat iemand heeft van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond. Het is een gedwongen betaling, zonder aanwijsbare tegenprestatie van de overheid. De opbrengst van de precariobelasting gaat naar de algemene middelen van de gemeente. De wet geeft geen definitie van het begrip ‘voorwerp’, maar het ligt voor de hand om uit te gaan van het normale spraakgebruik. Dit houdt in dat het zal gaan om tastbare stoffelijke zaken die zowel roerend als onroerend kunnen zijn. Voorbeelden zijn bloembakken, balkons, terrassen, uithangborden, steigers, kabels en leidingen. Het blijkt dat precariobelasting onderhevig is aan zware juridische procedures. Eveneens is gebleken dat de kosten van het signaleren en controleren of iemand precariobelasting moet betalen behoorlijk hoog zijn. De gemeente Westvoorne heft precariobelasting voor de toeristische bewegwijzering. Dit levert jaarlijks een bedrag van € 2.534,- aan inkomsten op. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten; • De tarieven 2010-2014 slechts trendmatig verhogen;
10
3.2. Belastingen die niet door de gemeente Westvoorne worden geheven 3.2.1. Roerende-zaakbelastingen Een gemeente kan een roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting heffen over zaken die niet als onroerende zaak kunnen worden aangemerkt. In het verleden werd deze belasting gebruikt als aanvulling op de OZB om stacaravans, woonboten en woonwagens te betrekken in de belastingheffing. Sinds door jurisprudentie steeds meer zaken als onroerend worden aangemerkt is het belang van de roerende woon- en bedrijfsruimten sterk afgenomen. Gelet op het aantal roerende zaken in de gemeente Westvoorne en de kosten voor het waarderen hiervan, is het niet raadzaam een roerende-zaakbelasting in te voeren. Voorstel • Geen roerende-zaakbelasting invoeren.
3.2.2. Baatbelastingen De gemeente heeft de mogelijkheid tot het heffen van een baatbelasting, wanneer onroerende zaken door het tot stand brengen van voorzieningen zijn gebaat. De belasting heeft tot doel de kosten die een gemeente heeft gemaakt voor voorzieningen, te verhalen op degenen die er mee gebaat zijn. De belasting wordt geheven van de eigenaar van de baat hebbende onroerende zaak. De baatbelasting is een bestemmingsheffing, wat inhoudt, dat met de opbrengst ervan de kosten van bepaalde voorzieningen worden gedekt. Sommige gemeenten proberen eerst om via de privaatrechtelijke weg, door middel van een overeenkomst met de ‘gebaten’, om kosten van voorzieningen te verhalen. De kosten mogen voor maximaal 100% worden verhaald. Pas als dat niet lukt, benut een gemeente het fiscale instrument. Er kan geen baatbelasting worden geheven voor voorzieningen die niet in de openbare grond worden getroffen, maar bijvoorbeeld op grond die in particuliere handen is en niet openbaar toegankelijk. Verder mag een gemeente geen baatbelasting heffen om kosten van achterstallig onderhoud te dekken. Mogelijkheden om baatbelasting te heffen zijn onder andere: - de aanleg van een riolering in het buitengebied - de herinrichting van een centrumgebied of winkelcentrum - de aanleg van wegen of groenvoorzieningen. Toekomstige ontwikkelingen De minister van BZK overweegt niet om de baatbelasting af te schaffen. De minister is zich er wel van bewust dat de baatbelasting een complex instrument is. Er ligt daarom ook een wetsvoorstel in de Kamer voor een alternatief: bedrijfsgerichte gebiedsverbetering (BGV). Volgens dit voorstel kunnen gemeenten op initiatief van de ondernemers een heffing instellen om een bepaald gebied te verbeteren. De minister van BZK verwacht dat dit wetsvoorstel voorziet in een behoefte onder ondernemers om samen met de gemeente de omgeving van hun bedrijf aan te pakken. Gelet op het vorenstaande is baatbelasting voor gemeente Westvoorne een minder goed te hanteren instrument. Het advies is daarom om geen gebruik te maken van de mogelijkheden om baatbelasting te heffen. Voorstel • Geen baatbelasting invoeren. 11
3.2.3. Forensenbelasting Deze belasting wordt geheven van personen die niet binnen onze gemeente wonen, maar wel meer dan negentig dagen van het jaar een gemeubileerde woning voor zichzelf dan wel hun gezin ter beschikking houden. De gedachte achter deze belasting is dat forensen, niet-inwoners van een gemeente, profiteren van allerlei activiteiten en voorzieningen van een gemeente, zonder dat de gemeente hiervoor een tegemoetkoming uit het Gemeentefonds ontvangt. Voor inwoners van een gemeente is dat anders. In de algemene uitkering wordt immers wel rekening gehouden met het aantal inwoners middels de maatstaf inwoners. De forensenbelasting is dus gebaseerd op de profijtgedachte, maar is niet bedoeld als instrument om kosten te verhalen. De opbrengst van de forensenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente en is dus vrij besteedbaar. De forensenbelasting wordt overigens naast de OZB geheven. Het kan dus voorkomen, dat een onroerende zaak zowel in de OZB als in de forensenbelasting wordt betrokken. In het onderzoek naar de toeristenbelasting welke in 2007 is gedaan is de samenloop tussen de toeristenbelasting en de forensenbelasting bekeken. Daarbij is gebleken dat de gemeente het risico loopt dat aanslagen forensenbelasting en toeristenbelasting wegens strijd met het gelijkheidsbeginsel worden vernietigd, aangezien een deel van de in het onderzoek betrokken onderkomens wellicht op basis van de verkeerde verordening worden aangeslagen. Om dit risico uit te sluiten is besloten de forensenbelasting met ingang van 2009 af te schaffen en om met de gemiste opbrengst daarvan (slechts € 2.500,-) rekening te houden bij het bepalen het tarief toeristenbelasting 2009. Voorstel • Geen forensenbelasting invoeren.
3.2.4. Parkeerbelastingen In het kader van parkeerregulering kan parkeerbelasting worden geheven voor het parkeren van een motorvoertuig (parkeerbelasting, parkeermeter) en voor een abonnement of vergunning op een daartoe aangewezen plaats (parkeervergunningbelasting). Belastingplichtig is degene die het voertuig heeft geparkeerd. De gemeenten mogen de opbrengst van de parkeerbelasting vrij besteden. Parkeerregulering is in de gemeente Westvoorne niet noodzakelijk. Daarnaast willen we het aantrekkelijk houden om te winkelen en recreëren binnen de gemeentegrenzen van Westvoorne. Gelet hierop wordt geadviseerd om geen parkeerbelasting te gaan heffen. Voorstel • Geen parkeerbelasting invoeren.
3.2.5. Reclamebelasting Onder de naam reclamebelasting kan in Nederland door de gemeente een belasting worden geheven. De belasting wordt geheven op openbare aankondigingen, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, zoals billboards, lichtbakken en reclamebiljetten. Dit brengt met zich mee dat de belasting verschuldigd is zowel reclamevoorwerpen boven gemeentegrond als voor reclamevoorwerpen boven particuliere grond. Daarin verschilt de reclamebelasting van de zogenaamde precariobelasting. Toekomstige ontwikkelingen 12
Deze belasting kan gezien worden als een aanvulling op de precariobelasting. Zo kan een lichtbak die achter een etalageruit hangt, alleen worden belast met reclamebelasting. Wanneer de lichtbak aan een gevel boven gemeentegrond hangt, kan er ook precariobelasting worden geheven. Vaak wordt gewezen op het profijtkarakter van de reclamebelasting en het regelende effect ervan, zoals het terugdringen van storende of ontsierende aankondigingen. Evenals bij precariobelasting blijkt dat reclamebelasting onderhevig is aan zware juridische procedures. Eveneens is gebleken dat de perceptiekosten behoorlijk hoog zijn. Er moet fysiek gecontroleerd en geregistreerd worden door de ambtenaren. Deze controle vergt de nodige uren en daarmee kosten waardoor het voor gemeente Westvoorne niet wenselijk is om reclamebelasting in te voeren. Voorstel • Geen reclamebelasting invoeren.
13
4. Retributies Definitie Retributie: retributies worden door de overheid geheven als tegenprestatie van een, aan een individu, geleverde dienst. Voorbeelden in geval van de gemeente zijn leges voor een rijbewijs, een paspoort, voor de bouwvergunning of een kapvergunning. Het essentiële verschil tussen een belasting en een retributie is dus de vraag of er al dan niet een tegenprestatie wordt geleverd. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de afzonderlijke retributies besproken die door de gemeente worden geïnd. De gemeente Westvoorne heft de volgende retributies: afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, rioolheffing, leges, lijkbezorgingsrechten en marktgelden. Bij de belangrijkste heffingen, te weten afvalstoffenheffing en rioolheffing, is sprake van 100% kostendekking. Bij een aantal andere vormen van dienstverlening is het niveau van 100% kostendekking nog niet bereikt. In 2007 is voor deze vormen van dienstverlening nagegaan of en in hoeverre, verhoging naar een niveau van 100% mogelijk is. Besloten is toen de kostendekking van de leges op te trekken. Concreet betekende dit dat een hogere opbrengst werd geraamd in de begroting, zonder dat het tarief naar boven werd bijgesteld. Het verschil tussen geraamde en werkelijke opbrengst wordt geëgaliseerd in de reserve bouwleges. Naderhand is deze werkwijze bijgesteld omdat de opbrengst van de bouwleges sterk terugliep.
4.1. Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Er zijn twee soorten reinigingsheffingen: de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten. Zowel de afvalstoffenheffing als de reinigingsrechten zijn retributies, dat wil zeggen dat de baten de lasten niet mogen overstijgen. De reinigingsrechten wordt geheven voor de ophaal- en verwerkingskosten van bedrijfsafval, terwijl de afvalstoffenheffing huisvuil betreft. Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de gemeente verplicht is tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Bij reinigingsrechten is belastingplichtig degene op wiens verzoek dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht. De gemeente Westvoorne heeft een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing dat rekening houdt met de grootte van huishoudens: éénpersoonshuishouden en meerpersoonshuishouden. Daarnaast is het mogelijk dat tegen betaling een extra grijze of groene minicontainer wordt verstrekt. Kwijtschelding van de afvalstoffenheffing, indien aan de hiervoor gestelde eisen wordt voldaan, is alleen mogelijk voor het basispakket (dus m.u.v. de eventuele 2e container). De 2e container kan alleen dan worden kwijtgescholden als kan worden aangetoond dat er een medische urgentie bestaat waarvoor een 2e container noodzakelijk is. Het tarief afvalstoffenheffing kan worden beschouwd als een “all-in-tarief” omdat hierbij ook is inbegrepen het aanbieden van grof afval 1 keer per 2 weken aan de straat en het onbeperkt kunnen aanbieden op de gemeentewerf. Tevens zijn hierin de kosten van de milieustraat volledig verwerkt. Er zijn verschillende gemeenten die ervoor hebben gekozen verdere tariefsdifferentiatie toe te passen echter in veel gevallen leidt dit tot een toename van kosten, zowel a.g.v. extra administratie, dan wel a.g.v. het opruimen van zwerfvuil en illegale dumping. Uit onderzoek blijkt dat er onder de burgers van Westvoorne een grote tevredenheid bestaat over de manier waarop afval wordt ingezameld. Kostendekking verwerking afvalstoffen De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing. Dat wil zeggen dat de opbrengst van de afvalstoffenheffing de kosten welke aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen zijn verbonden, niet mag overschrijden. De gemeente Westvoorne hanteert het uitgangspunt dat afvalstoffenheffing 100% kostendekkend is. Hierbij is er tevens voor gekozen de omzetbelasting in het tarief door te rekenen. Door middel van een egalisatie reserve afvalstoffenheffing wordt het saldo tussen de inkomsten en uitgaven zowel in de begroting als in de jaarrekening verrekend. Voor de optie om de kosten van straatreiniging door te berekenen in de afvalstoffenheffing heeft 14
de gemeente Westvoorne tot op heden nooit gekozen. De kosten van straatreiniging bedragen op jaarbasis circa € 2,1 à € 2,5 ton. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten.
4.2. Rioolheffing Op grond van artikel 228a van de Gemeentewet heeft een gemeente de mogelijkheid om een bijdrage in de rioleringskosten te vragen in de vorm van een rioolheffing. De opbrengsten van de rioolheffing dienen voor het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor het onderhouden en vernieuwen van het gemeentelijk rioolstelsel. Het gemeentelijk rioolstelsel omvat alle met elkaar in verbinding staande open en gesloten riolen, opvangputten, kolken, reservoirs, rioolgemalen enzovoort waarvan de gemeente de zorg heeft voor de aanleg, het onderhoud en het functioneren. Het tarief in de gemeente Westvoorne is in vergelijking met andere gemeenten relatief hoog. Dit wordt veroorzaakt door het grote buitengebied, de nieuwe aanleg in het buitengebied en de uitvoering van de watertaken. Elke gemeente is verplicht om een Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) vast te stellen. In een GRP staan de kosten vermeld die gemaakt worden voor de instandhouding van het gemeentelijke rioolstelsel. Tevens is opgenomen wat de tarieven van het rioolrecht moeten zijn gedurende de looptijd van het GRP. In 2009 is het nieuwe GRP 2010-2014 voor Westvoorne vastgesteld. Het gebruikersdeel van het rioolrecht is een tijdvakheffing. Een aanslag rioolrechten wordt per jaar opgelegd. Indien in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. Artikel 228a van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid om 1 of 2 heffingen in te stellen, één heffing voor het vuilwaterdeel en één heffing voor het hemelwater- en grondwaterdeel. Dit nieuwe beleid is gericht op het nastreven van een financiële ontvlechting van de waterketen en het watersysteem. Om dit te kunnen bereiken moeten alle in dit GRP genoemde kosten worden toebedeeld aan één van deze twee posten. De gemeente is vrij om te kiezen of ze 1 of 2 heffingen willen instellen. In het GRP 2009 is uitgegaan van de berekening van 1 rioolheffing. Dit is gedaan omdat deze het beste aansluit bij de huidige situatie. Op die manier wordt voorkomen dat de gemeente extra kosten moet maken om de verschillende heffingen te innen en te controleren. Wel is in 2010 gestart met het voeren van een gescheiden administratie van de kosten in het kader van vuilwater, hemelwater en grondwater. Er zijn verschillende maatstaven voor rioolheffing mogelijk. Met ingang van 2010 heeft de gemeente Westvoorne ervoor gekozen te heffen onder het motto “de vervuiler betaalt”. Het eigenarentarief blijft gehandhaafd, het gebruikerstarief is gedifferentieerd in éénpersoons-en meerpersoonshuishoudens. Daarnaast wordt het waterverbruik boven de 300 m3 als grootverbruik aangemerkt, er geldt een apart tarief (per 300m3 of gedeelte daarvan) voor verbruik tussen 300 m3 en 50.000 m3 en een apart tarief boven 50.000 m3. Omdat campings in het grootverbruikerstarief vallen, is het aparte campingtarief vervallen. Met de invoering van de brede rioolheffing is het vanaf 2010 mogelijk om in het kader van transport van afvloeiend hemelwater meer percelen in de heffingen te betrekken dan voorheen het geval was. Niet alleen aansluiting op een riolering, maar ook (indirecte) afvoer van hemelwater kan een belastingplicht opleveren. Omdat het niet evenredig is garageboxen voor eenzelfde tarief aan te slaan als een woning (€190,-), was voorgesteld hiervoor een gereduceerd tarief te hanteren van 25% van het “tarief eigenaar”. In de vergadering van de gemeenteraad van 26/28 oktober 2010 is door middel van een amendement dit tarief vastgesteld op € 0,00. 15
Kostendekking rioolheffing Net als de afvalstoffenheffing is de rioolheffing een bestemmingsheffing. Dat wil zeggen dat de opbrengsten de kosten niet mogen overschrijden. De gemeente Westvoorne hanteert het uitgangspunt dat rioolheffing 100% kostendekkend is. Algemeen uitgangspunt voor de berekening van de kostendekkende tarieven is dat de omzetbelasting in het tarief wordt door gerekend. Door middel van een egalisatie reserve rioolheffing wordt het saldo tussen de inkomsten en uitgaven zowel in de begroting als in de jaarrekening verrekend.
Prijspeil 2010, meerjaren tarieven zijn exclusief inflatiecorrectie.
Om in de periode 2010-2014 voor 100% kostendekkend te blijven is in het GRP 2009 is becijferd dat het tarief van de rioolheffing zich in de periode 2010-2014 moet ontwikkelen zoals in bovenstaand overzicht is weergegeven. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten. • Voor percelen met een indirecte aansluiting een tarief hanteren van € 0,00.
4.3. Leges Onder de naam “leges” worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in de legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel. Een opsomming van de diensten waarvoor in de legesverordening een vergoeding wordt gevraagd, voert in het kader van deze nota te ver, daarvoor wordt verwezen naar de legesverordening. Bekend zijn vooral de dienstverlening voor de burgerlijke stand en de gemeentelijke basisadministratie, evenals afgifte van reisdocumenten en de verlening van vele soorten vergunningen, waaronder bouwvergunningen. Kostendekking legesverordening Het dekkingspercentage van de leges was in 2009: 77%, in 2008: 78% en in 2007: 76%. Het dekkingspercentage geeft in deze jaren een stabiel beeld. Echter als gevolg van de economische teruggang zijn de verwachte inkomsten voor bouwvergunningen aanzienlijk teruggelopen. Tot en met 2009 was het mogelijk binnen de gehele verordening kruissubsidiëring toe te passen. Met ingang van 2010 worden door de komst van de Wabo en de Europese Dienstenrichtlijn (EDR) de mogelijkheden tot kruissubsidiëring beperkt. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. De verordening kent met ingang van 2010 3 titels te weten: - Titel 1: Algemene dienstverlening - Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning - Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn. Zie bijlage A. Binnen titel 1 is kruissubsidiëring mogelijk tussen de verschillende hoofdstukken. Hetzelfde geldt voor titel 2. Voor titel 3 geldt dat slechts kruissubsidiëring binnen elk hoofdstuk mogelijk is. Elke titel en voor wat betreft titel 3 elk hoofdstuk zal jaarlijks moeten worden getoetst op kostendekkendheid. Indien uit de controle blijkt dat er winst wordt gemaakt op de totale titel of in het geval van titel 3 op de afzonderlijke hoofdstukken, dienen de tarieven te worden aangepast tot 16
of onder 100% kostendekkendheid. Dit vereist dat een nauwkeurige en controleerbare kostentoerekening nodig is. Gebaseerd op de kosten en baten opgenomen in de begroting 2010 komt de kostendekkendheid van de titels als volgt uit: - Titel 1: Algemene dienstverlening 66% - Titel 2: Diensten i.h.k.v. Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning 52% - Titel 3: Diensten i.h.k.v. Europese dienstenrichtlijn. 4% In de kadernota 2010 is in het dekkingsplan vastgesteld € 50.000,- te onttrekken aan de reserve bouwleges. Daarnaast is er gelet op de begrotingsuitkomst voor 2010 voor gekozen de teruglopende inkomsten bouwleges op te vangen binnen de reserve egalisatie bouwleges. In totaal wordt in 2010 voor € 440.842,- uit de reserve onttrokken. Uit bovengenoemde dekkingspercentages kan worden geconcludeerd dat er tariefsruimte bestaat. Deze uitkomst kan in hoofdzaak op twee verschillende wijzen worden geïnterpreteerd. De eerste benadering gaat uit van een gewenste 100% kostendekking van de leges. Op basis van de uitkomsten worden tarieven verhoogd totdat de opbrengstnorm (100%) wordt bereikt. Om tot 100% kostendekking te komen moeten de opbrengsten in titel 1 met € 149.986,-, titel 2 met € 376.656,- en in titel 3 met € 171.601,- worden verhoogd. Dit heeft voor bijvoorbeeld de kapvergunningen het effect dat de kostendekkende tarieven leiden tot zeer hoge tarieven die wellicht maatschappelijk onaanvaardbaar zijn. Daarbij gelden er voor verschillende tarieven politieke motieven om deze laag te houden. Uit het doelmatigheidsonderzoek wat in 2008 naar de leges is gedaan is gebleken dat de legestarieven voor rijbewijs, huwelijksvoltrekkingen en bouwleges op gemiddeld niveau liggen (zie bijlage D). Dit zegt overigens nog niets over de kostendekking van de vergeleken gemeenten. De tweede benadering gaat uit van een verlaging van de lasten via efficiency, om tot een kostendekking van 100% te komen. In de analyse van de kosten dienen dan de volgende vragen te worden beantwoord. Klopt het dat de kosten op dit legesproduct worden verantwoord? Is het kostenniveau (aantal geboekte uren) op dit product aanvaardbaar? Uit onderzoek het onderzoek “leges en rechten gemeente Westvoorne 2007” verricht door Involon en uit het doelmatigheidsonderzoek van retributies “mensen, cijfers en tarieven in formatie” is gebleken dat aan de vereisten van een goede kostentoerekening wordt voldaan. De nadruk zal dus moeten worden gelegd op de tweede vraag: is het kostenniveau op dit product aanvaardbaar? Momenteel zijn er op het gebied van de bouwleges vele ontwikkelingen. Landelijk wordt een discussie gevoerd over de hoogte van deze leges bij de verschillende gemeenten. In de praktijk blijken zich aanzienlijke verschillen voor te doen. Mede in verband hiermee heeft de VNG een Model kostenonderbouwing omgevingsvergunning gepubliceerd. Met dit model wordt duidelijk waarvoor en hoeveel leges in rekening worden gebracht. Een discussie of deze VNG leidraad moet worden omgezet in een verplichting of dat er vaste tarieven moeten worden gehanteerd, wordt nu gevoerd. Het kostenniveau van het product en de kwaliteit van de dienstverlening zullen ongetwijfeld onderdeel van de discussie zijn. Daarnaast staat de opbrengst aan leges onder druk door de economische crisis. Het aantal bouwplannen waarvoor leges worden ontvangen is aanzienlijk terug gelopen. Uitgangspunt bij de heffing van bouwleges blijft de 100% kostendekking. Gelet op de bovenstaande ontwikkelingen is het wenselijk de resultaten hiervan af te wachten en het huidige beleid voort te zetten. Hierbij wordt ook in ogenschouw genomen, dat de huidige tarieven in lijn liggen met die, welke de omliggende gemeenten hanteren (zie bijlage D). Voorstel • Het huidige beleid voortzetten; • De tarieven 2010-2014 in beginsel slechts trendmatig verhogen. 17
4.4. Lijkbezorgingsrechten De Wet op de Lijkbezorging verplicht gemeenten zorg te dragen voor de aanwezigheid van algemene begraafplaatsen. Op basis van de verordening lijkbezorging rechten worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Kostendekking verordening lijkbezorging Het dekkingspercentage lijkbezorging komt in 2010 uit op 76% (2009: 79%). In de meerjarenbegroting loopt dit percentage op. In 2011 is het dekkingspercentage 79%, in 2012 81% en in 2013 83%. In 2007 en 2008 lag het dekkingspercentage van de verordening lijkbezorging nog op 100% respectievelijk 96%. Tot en met 2008 was er geen sprake van enige tariefsruimte. De daling van het dekkingspercentage welke in 2009 is ingezet wordt veroorzaakt door het feit dat er meer uren worden geraamd op het product lijkbezorging. Na afloop van het jaar 2009 is gebleken dat deze raming te hoog was, er zijn veel minder uren gerealiseerd dan begroot. Een andere ontwikkeling is dat er met ingang van 2009 is gestart met het ruimen van graven. Hierdoor zijn de kosten toegenomen en door de gelijk blijvende opbrengsten het dekkingspercentage gedaald. Onduidelijk is nog of bovengenoemde ontwikkeling structureel is. In de toegerekende kosten zijn kosten opgenomen voor de oude begraafplaats te Rockanje. Hier vinden geen nieuwe uitgiftes van graven plaats. Van een deel van de graven worden geen inkomsten meer genoten, wegens het verstrijken van de termijnen. Deze graven zouden kunnen worden geruimd. De kosten van de oude begraafplaats worden in de huidige situatie toegerekend aan de lopende en nieuwe uitgegeven graven, hetgeen bij het uitgangspunt van 100% kostendekking een tariefsverhogend effect tot gevolg heeft. Dit geldt tevens voor de graven op de twee andere begraafplaatsen waarvan de termijnen verstreken zijn, of waar sprake is van verlengingen zonder dat wordt bijgedragen in de onderhoudskosten. Voorgesteld wordt de tarieven lijkbezorging in afwachting van de ontwikkelingen (met name in de toegerekende uren) slechts trendmatig te verhogen. Het risico bestaat dat boven 100% kostendekking wordt uitgekomen als de tarieven extra worden verhoogd en het aantal toegerekende uren weer terugloopt. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten; • De tarieven 2010-2014 slechts trendmatig verhogen;
4.5. Marktgelden Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een belasting geheven voor het innemen van een standplaats op de voor het houden van een markt aangewezen openbare wegen of gedeelten daarvan. De belasting wordt geheven van degene, die een standplaats is toegekend op de als markt aangewezen terreinen. Het marktgeld bedraagt voor kramen, tenten, tafels, voertuigen of andere voor het uitstallen of verkopen van waren, alsmede voor de op de grond uitgestelde waren en/of ingenomen verkoopruimte, per standplaats (standaard kraambreedte 4 meter), gemeten in de lengterichting van de straat: a. per dag of gedeelte daarvan € 4,47 b. per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan € 44,28
18
Degene die voor de eerste maal een standplaats inneemt en in de afgelopen drie kalenderjaren geen standplaats heeft ingenomen, is voor de eerste twee kwartalen geen marktgeld verschuldigd. Kostendekking verordening markten Het dekkingspercentage markten is in 2010 43% (2009: 48%). Meerjarig blijft dit percentage gelijk. Er zijn weinig mutaties op de opbrengsten en kosten op dit product. Er is sprake van een tariefsruimte van € 14.046,-. In de raadsvergadering van 2008 is echter besloten de tariefsruimte niet te benutten en om de marktgelden te verlagen. De reden om de marktgelden laag te houden, en dus een laag dekkingspercentage te hanteren, is om de concurrentiepositie van de woensdagmarkt in Oostvoorne te bevorderen. Voorstel • Het huidige beleid voortzetten; • De tarieven 2010-2014 slechts trendmatig verhogen;
19
5. Lokale lastendruk In dit hoofdstuk wordt de huidige lastendruk voor de inwoners en bedrijven van de gemeente in kaart gebracht. De inkomsten en verhouding tussen de diverse heffingen zullen aan de orde komen. Eveneens zal een overzicht worden gegeven van de lastendruk van de éénpersoons en meerpersoonshuishoudens en de bedrijven.
5.1. Inkomsten en verhouding tussen de diverse heffingen In 2010 wordt naar verwachting voor een bedrag van € 6.934.390,- aan gemeentelijke belastingen en leges ontvangen. Deze inkomstenbron beslaat daarmee 40% van de totale vrij besteedbare inkomsten. Lokale heffingen vormen daarmee een grote inkomstenpost. Anders dan met de algemene of doeluitkeringen het geval is, worden deze inkomsten door de burger gegenereerd. Onderstaand is inzichtelijk gemaakt wat de geraamde opbrengsten van de gemeentelijke heffingen in 2010 zijn. Heffing Onroerende zaakbelastingen Rioolrecht Afvalstoffenheffing Reinigingsrechten bedrijven Hondenbelasting Toeristenbelasting Bouwleges Leges burgerzaken TOTAAL
Begroting 2010 2.200.001 1.675.242 1.735.000 61.000 60.600 525.200 400.000 277.347 6.934.390
% 32 24 25 1 1 8 6 4
De onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing nemen 81% van de opbrengsten uit belastingen en heffingen voor hun rekening. Onroerende zaakbelastingen Rioolheffing Afvalstoffenheffing Reinigingrechten bedrijven Hondenbelasting Toeristenbelasting Bouwleges Leges burgerzaken
5.2. Lastendruk Paragraaf 2.1 laat zien hoeveel de inkomsten bedragen van de belastingen en heffingen. Niet tot uitdrukking komt echter hoe deze heffingen ‘drukken’ op het inkomen van een gemiddeld huishouden. Daarom zal in deze paragraaf een beeld geschetst worden van de gemiddelde lasten van de diverse doelgroepen. Artikel 16 van de Financiële verordening stelt, dat inzichtelijk moet zijn wat de lastendruk is voor bedrijven, éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Met betrekking tot deze doelgroepen worden verschillende tarieven gehanteerd voor de onroerendzaak-belastingen, afvalstoffenheffingen en rioolheffing. 20
In het onderstaand overzicht worden de verschillende lasten tot uitdrukking gebracht voor 2010:
2010 Bedrijven Meerpersoons huishoudens Eenpersoons huishoudens
OZB gebruiker% van de wozwaarde 0,0676
OZB TOTAAL eigenaar % Rioolheffing Afvalstoffenheffing / (bij gem van de WOZ Gemiddelde (gebruik tot Reinigingsrecht woz waarde WOZ waarde 300m3) (basispakket) waarde) 0,0788 270.000 270 340,89 1.006 0,0788 377.000 270 303,05 870 0,0788 377.000 260 212,25 769
Een vergelijk tussen de diverse bevolkingsgroepen geschiedt door het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden). Jaarlijks worden door het COELO de lokale lasten van alle gemeenten berekend en met elkaar vergeleken, de zogenaamde COELOatlas. De rangschikking in de atlas is van laag naar hoog. Naast de gemeentelijke heffingen worden ook de provinciale en de waterschapsbelastingen behandeld. Het geeft een globale indruk, waar je staat als gemeente met betrekking tot de belastingdruk. Voor de berekening van de lokale lastendruk worden de tarieven voor de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en de onroerend zaakbelastingen (o.b.v. de gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente) bij elkaar opgeteld. Vervolgens kan met het gebruik van dezelfde veronderstellingen een vergelijking worden gemaakt met andere gemeenten. Vergelijking gemeentelijke woonlasten Westvoorne Brielle Bernisse Hellevoetsluis Spijkenisse Gemiddelde WOZ waarde woningen 377.000 265.200 259.600 213.200 173.500 Gemeentelijke woonlasten 2010 (berekend naar gemiddelde WOZ waarde woningen) Eenpersoons huishoudens 769 591 617 490 662 Meerpersoons huishoudens 870 591 768 490 662 Volgorde goedkoopste gemeente Rangnummer meerpersoonshuishouden Nederland 446 49 386 4 201 Rangnummer Voorne Putten 5 2 4 1 3 OZB Tarief eigenaren woningen 0,0788 0,0758 0,0986 0,0788 0,1130 Tarief gebruikers niet-woningen 0,0676 0,0719 0,1417 0,1160 0,1619 Tarief eigenaren niet-woningen 0,0788 0,0888 0,1783 0,1664 0,2005 Afvalstoffenheffing Eenpersoons huishoudens 212 201 213 236 365 Meerpersoons huishoudens 303 201 255 236 365 Rioolheffing Eenpersoons huishoudens 260 189 148 86 101 Meerpersoons huishoudens 270 189 257 86 101
Voor het interpreteren van deze gegevens geldt een belangrijk devies: ‘Weet wat u meet, maar weet ook wat u niet meet’. De eigenheid van de gemeente in het vaststellen van de tarieven speelt nu eenmaal een belangrijke rol. Sommige factoren brengen met zich mee, dat een hogere tariefstelling ‘gerechtvaardigd’ kan zijn.
21
6. Kwijtscheldingsbeleid Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen kan onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige kwijtschelding worden verleend. Het beleid met betrekking tot kwijtschelding is landelijk ontwikkeld en vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Bij het bepalen van de belastingcapaciteit is één van de criteria kosten van bestaan. Een gemeente mag zelf bepalen hoe hoog deze kosten zijn. De kosten bedragen echter minimaal 80% en maximaal 100% van het bijstandsniveau. Het kwijtscheldingspercentage dat in Westvoorne wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager bedraagt in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding kan alleen worden verleend indien het een aanslag betreft voor een natuurlijk persoon inzake: - onroerende zaakbelasting; - afvalstoffenheffing voor het basispakket (dus m.u.v. de eventuele 2e container); - hondenbelasting van de 1e hond; - rioolrechten. Bij de invordering van de volgende belastingen (zoals bepaald in de betreffende belastingverordeningen) wordt geen kwijtschelding verleend: - aanslagen inzake leges; - hondenbelasting vanaf de 2e hond; - marktgeld; - toeristenbelasting; - rechten op het gebruik van de algemene begraafplaatsen; - precariorechten; - standplaatsgelden op het woonwagenkamp; - afvalstoffenheffing voor een extra groene of grijze container. Een geactualiseerde verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen is in december 2009 door de raad vastgesteld. Indien een belastingplichtige denkt in aanmerking te komen voor kwijtschelding kan hij daartoe binnen 30 dagen na dagtekening van de aanslag een verzoek indienen. Dit gebeurt middels een aanvraagformulier waarop vragen zijn vermeld met betrekking tot inkomsten, vermogen, bijzondere kosten en gezinssamenstelling. In 2009 ontvingen circa 122 personen kwijtschelding, hiervan kregen 83 personen automatische kwijtschelding omdat zij al meerdere jaren kwijtschelding ontvangen. Deze personen hoeven daarom geen jaarlijks verzoek meer in te dienen.
22
7. Samenvatting Belastingen OZB • • • • •
Het huidige beleid voortzetten; Vooralsnog geen gedifferentieerd tarief invoeren voor niet-woningen (e.e.a. te betrekken bij het te ontwikkelen economisch beleid); De OZB tarieven in 2010-2014 in beginsel slechts trendmatig verhogen; Wijzigingen in de WOZ-waarden worden budgettair neutraal doorgevoerd rekeninghoudend met de mutatie in het gemeentefonds; Eén keer besluitvorming met betrekking het tarief OZB, overschotten storten of tekorten opvangen via een in te stellen egalisatiereserve OZB.
Toeristenbelasting • Het huidige beleid voortzetten; • Gelet op de toekomstvisie, de tarieven 2010-2014 in beginsel slechts trendmatig verhogen; • Een eventuele boventrendmatige verhoging van de tarieven toeristenbelasting als optie open houden. • Indien de tarieven boventrendmatig worden verhoogd, de extra opbrengsten bestemmen voor uitgaven in het kader van recreatie en toerisme. • Streven naar afspraken over de hoogte van de tarieven binnen de regio. Hondenbelasting • Het huidige beleid voortzetten; • De tarieven 2010-2014 in beginsel slechts trendmatig verhogen; • De frequentie van de controle hondenbelasting terugbrengen naar eens in de 2 jaar. Precariobelasting • Het huidige beleid voortzetten; • De tarieven 2010-2014 slechts trendmatig verhogen; Besluiten niet over te gaan tot de invoering van roerende-zaakbelasting, baatbelasting, forensenbelasting, parkeerbelasting en reclamebelasting. Retributies/leges Met betrekking tot: • Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten • Rioolheffing • Voor percelen met een indirecte aansluiting een tarief rioolheffing hanteren van € 0,00. Het huidige beleid voortzetten. De tarieven blijven 100% kostendekkend. Met betrekking tot: • Leges • Lijkbezorgingsrechten • Marktgelden Het huidige beleid voortzetten. De tarieven in 2010-2014 slechts trendmatig verhogen.
23
BIJLAGE A: Kostendekking leges Productnaam LEGES TITEL 1 Bestuursorganen Opbrengsten leges best. stukken Burgerzaken Deeladministraties Burgerlijke stand Akten geboorte en erkenning Akten overlijden Akten ondertrouw en huwelijk Akten echtscheidingen Persoonsdocumentatie Paspoorten en identiteitskaarten Rijbewijzen Verklaringen omtrent gedrag Gehandicaptenparkeerkaart Informatieverstrekking Informatieverstrekking burgerzaken Overige (ondersteuning afdelingen / derden) Overige lasten burgerzaken Vreemdelingenzaken Naturalisatie Bijzondere wetten Vergunningen APV Vergunningverlening APV Overige vergunningen Vergunningverlening bijzondere wetten Wegen en verlichting Nutsbedrijven Torens, klokken en uurwerken Torens, klokken en uurwerken Kadaster/GBKN Kaarten e.d. Kaarten Kadaster Totaal, titel 1 Percentage kostendekking leges titel 1 (excl. mutatie reserve)
Kosten
Baten
3.153 55.798
943
7.409 7.978 22.470 4.314
1.194 977 24.516 238
109.125 59.797 10.779 3.141
154.530 81.586 5.812
7.778 1.207 8.682
1.593
19.564
550
96.764
6.496
12.127
2.637
5.882
1.099
2.496 435.310
285.324 66%
24
LEGES TITEL 2 Overige vergunningen Kapvergunningen Wegen en verlichting Inritvergunningen/invalidenparkeerplaatsen Ruimtelijke Ordening beleid Aanlegvergunningen Bouwzaken Bouwvergunningen Bouwvergunningen, meldingen Bouw- en woningcontroles Welstandstoezicht Informatieverstrekking Invordering bouwleges Administratiekosten bouwvergunningen Administratie bouwvergunningen Totaal, titel 2 Percentage kostendekking leges titel 2 (excl. mutatie reserve) LEGES TITEL 3 Bijzondere wetten Vergunningen APV Vergunningverlening APV Overige vergunningen Vergunningverlening bijzondere wetten Evenementen/bevorderen organisaties Evenementen diversen Totaal Percentage kostendekking leges titel 3 (excl. mutatie reserve)
22.093
4.171
9.080
3.500
4.420
280.721 313.540 54.645 45.270 12.052 42.506 784.327
400.000
407.671 52%
19.564
550
96.764
6.496
62.319 178.647
7.046 4%
25
BIJLAGE B: Kostendekking lijkbezorging Lijkbezorging Lijkbezorging algemeen Administratie begravingen Begravingen Aanslagoplegging en invordering/lijkschouw Algemene begraafplaatsen Gebouwen Gebouw begraafplaats Oostvoorne Gebouw begraafplaats Rockanje Verharding en hekwerken Verharding/hekwerk Oostvoorne Verharding/hekwerk Rockanje Verharding/hekwerk oude begraafplaats Rockanje Beplantingen Oostvoorne Beplantingen Rockanje Beplantingen oude begraafplaats Rockanje Totaal Percentage kostendekking lijkbezorgingsrechten
Kosten
Baten
32.592 55.582 1.543
269.657
50.164 37.588
19.909 17.744
21.985 18.047 3.542 78.288 71.574 33.567 404.472
307.310 76%
26
BIJLAGE C: Kostendekking markten Markten/standplaatsen Vergunningverlening Week- en zomermarkten BATEN Opbrengst Totaal Percentage kostendekking markten
Kosten 120 24.598
24.718
Baten 1.016 9.656 10.672 43%
27
BIJLAGE D: Tarieven retributies 2008 in vergelijkbare gemeenten In onderstaand overzicht zijn de tarieven nieuw rijbewijs, reguliere bouwvergunning en huwelijk in Westvoorne vergeleken met vergelijkbare gemeenten in de regio: Brielle en Bernisse en Middelharnis .
rijbewijs
bouwvergunningen
huwelijk
rangorde nati- maandag t/m vrij- zaterdag en zon€10.000,00 € 45.500,00 € 130.000,00 onaal dag dag Gemeentehuis Westvoorne € 38,40 € 307,42 € 1.350,02 € 3.373,65 133 € 307,90 € 929,30 14034 inwoOudheidskamer ners € 418,50
Bernisse 12541 inwoners
€ 35,00
Briel e 15601 inwoners
€ 35,70
€ 246,00 € 1.148,55
Abbenbroek € 4.241,00 34 € 217,50
€ 915,00
Geervliet € 457,50 € 206,85
€ 720,50
€ 1.926,95 436 Stadskantoor € 295,60 Zwartewaal € 350,40 € 591,00 Vierpolders € 350,40
Middelharnis 17991 inwoners
€ 42,00
€ 510,00 € 1.750,00
De Doele € 4.095,00 42 € 300,00 Gemeentehuis € 206,00 Oude Raadhuis € 474,00
€ 536,00 € 536,00 € 536,00
28
Rijbewijzen rijbewijs € 44,00 € 42,00 € 40,00 € 38,00 rijbewijs € 36,00 € 34,00 € 32,00
M id 17 del 99 ha rn 1 is in w on er s
15 60 Bri e 1 in lle w on er s
12 Be 54 rni ss 1 e in w on er s
W es 14 t 03 voo rn 4 e in w on er s
€ 30,00
Het tarief voor een nieuw rijbewijs is iets duurder dan in de andere 2 gemeenten op VoornePutten, maar goedkoper dan in Middelharnis op Goeree-Overflakkee. Het tarief ligt overigens maar iets boven het landelijk gemiddelde. Tarieven huwelijksvoltrekkingen op zaterdag of zondag 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 ar ni s M id de lh
B rie lle
is se B er n
W e
st vo o
rn e
0
Alle gemeenten zijn wettelijk verplicht huwelijken op bepaalde momenten van de week kosteloos mogelijk te maken. Buiten de uren die voor de kosteloze huwelijken zijn gereserveerd mag de gemeente leges heffen voor het sluiten van een huwelijk in het gemeentehuis. Huwelijken kunnen gesloten worden op werkdagen en in het weekend. Het bruidspaar kan daarnaast vaak kiezen tussen een huwelijk in het gemeentehuis en het huwelijk op een alternatieve, vaak bijzondere, locatie. De tarieven voor huwelijksvoltrekking zijn in alle gemeenten sterk afhankelijk van de gekozen locatie en de gekozen dag. De goedkoopste locaties in de verschillende gemeenten laten slechts kleine verschillen zien op doordeweekse dagen. In het weekend trouwen is een stuk duurder: voor een huwelijksvoltrekking op zaterdag of zondag blijkt Westvoorne het hoogste tarief te berekenen. Het verschil met Bernisse is slechts €14,30, maar het verschil met Brielle en Middelharnis is aanzienlijk:ruim €300.
29
Bouwvergunningen. Euro4500 4000
Tarieven bouwvergunningen voor projecten van:
3500 3000 2500
€ 10.000,00
2000
€ 45.500,00
1500 € 130.000,00
1000 500
M id de lh ar ni s
Br ie lle
e is s Be rn
W es tv o
or ne
0
Bij de vergelijking van de bouwvergunningen valt op dat Westvoorne fors lagere tarieven hanteert dan Middelharnis, maar hogere tarieven dan Brielle. Daar blijkt het tarief gebaseerd op de gemiddelde tijdsbesteding voor een vergunning, terwijl in Westvoorne ook indirecte kosten zijn meegerekend. Vergeleken met Bernisse is Westvoorne goedkoop met de bouwvergunning voor duurdere bouwprojecten, duurder met de vergunningen voor bouwplannen van €10.000 en €45.500. In Westvoorne en Brielle is een degressief tarief (wat wil zeggen dat het te betalen tarief als percentage van de totale bouwsom afneemt naarmate dat de bouwsom hoger wordt) van toepassing, in Bernisse en Middelharnis niet.
30
BIJLAGE E: Tarieven omliggende gemeenten Voorne Putten Belastingtarieven voor 2010, vergeleken omliggende gemeenten Westvoorne
Bernisse
Brielle
Hellevoetsluis
Spijkenisse
OZB (in % van de WOZ waarde): eigenaar woningen eigenaar niet woningen gebruiker niet woningen
Heffing:
0,0788 0,0788 0,6760
0,0986 0,1780 0,1417
0,0758 0,0888 0,0719
0,0778 0,1664 0,1160
0,113000 0,200500 0,161900
Rioolrecht: - eigenaar - gebruiker *
190,00 70/80
189,00
52,00 34,00
101,00
148/257
Afvalstoffenheffing: - gezinstarief - 1 persoonstarief
303,05 212,25
255,00 213,00
201,00 201,00
236,00 236,00
365,00 365,00
Hondenbelasting: - 1e hond - 2e hond - kennel
54,92 109,82 239,63
92,53 116,30 842,05
75,48 114,24 418,20
55,73 78,35 238,17
67,40 160,53 478,85
81,35 1.482,00 741,00
1.559,20 656,35
1.057,00 515,00
26,79 1.343,58
116,19 2.323,80 926,20
Lijkbezorgingsrechten, onderhoud: - jaarbetaling - afkoopsom graf - afkoopsom urn
Reinigingsrechten bedrijven: niet gev. 340,89 - basispakket 682,72 - basispakket + 1 extra 1.119,86 - basispakket + 2 extra bedragen zijn excl. BTW ** Toeristenbelasting: niet gev. - overnachtingen per persoon
0,58
255,00 400,00 511,00
-
0,64
0,67
0,71
* M.b.t. het gebruikersdeel rioolrecht wordt in verschillende gemeenten onderscheid gemaakt tussen eenpersoons/meerpersoonshuishoudens ** Gemeente Brielle laat deze aspecten door particuliere instanties verzorgen
31
BIJLAGE F: Vergelijking tarieven toeristenbelasting regio Westvoorne € 0,57
Goedereede
Bedrag vakantiewoning 2 slaapplaatsen t/m 7 maanden
€ 115,--
Bedrag vakantiewoning 4 slaapplaatsen t/m 7 maanden
€ 172,--
Bedrag mobiele onderkomen/stacaravan 2 slaapplaatsen /m 7 maanden Bedrag mobiele onderkomen/stacaravan 4 slaapplaatsen t/m 7 maanden Bedrag vakantiewoning 2 slaapplaatsen > 7 maanden
€ 115,--
€ 97,60 niet beroepsmatig € 85,40 vaste plaats € 378,20 beroepsmatig € 195,20 niet beroepsmatig € 170,80 vaste plaats € 756,40 beroepsmatig € 85,40
€ 172,--
€ 170,80
€ 144,--
Bedrag vakantiewoning 4 slaapplaatsen > 7 maanden
€ 215,--
Bedrag mobiele onderkomen/stacaravan 2 slaapplaatsen >7 maanden Bedrag mobiele onderkomen/stacaravan 4 slaapplaatsen > 7 maanden
€ 144,--
€ 97,60 niet beroepsmatig € 85,40 vaste plaats € 378,20 beroepsmatig € 195,20 niet beroepsmatig € 170,80 vaste plaats € 756,40 beroepsmatig € 85,40
€ 215,--
€ 170,80
Tarief per overnachting
€ 0,61
Schouwen-Duiveland € 0,88
Sluis
Feitelijk aantal overnachtingen
€ 1,00 mobiele onderkomens + vaste plaatsen € 1,07 hotels+pensions + niet beroepsmatig verhuurde onderkomens Feitelijk aantal overnachtingen
Feitelijk aantal overnachtingen
Feitelijk aantal overnachtingen
€ 180,58 (€ 264,00 beroepsmatig) € 180,58 (€ 264,00 beroepsmatig) Feitelijk aantal overnachtingen
€ 168,--
Feitelijk aantal overnachtingen
Feitelijk aantal overnachtingen
€ 180,58 (€ 264,00 beroepsmatig) € 180,58 (€ 264,00 beroepsmatig)
€ 196,--
€ 192,-Feitelijk aantal overnachtingen
€ 224,--
32
BIJLAGE G: Vergelijking tarieven toeristenbelasting Nederland plaats
2009
2008
2007
1#
Haarlemmermeer
6%
6%
6%
2#
Amsterdam
5%
5%
5%
2#
Utrecht
5%
5%
5%
4
Den Haag
4,76-1,27
4,76-1,27
4,76-1,27
5
Maastricht
3,73-0,91
3,56-0,87
2,54-0,62
6
Noordwijk
3,64-1,30
3,64-1,30
3,64-1,30
7
Eindhoven
3,50
3,50
3,50
8
Groningen
3,00-1,50
3,00-1,50
3,00-1,50
9
Zoetermeer
2,80-0,55
2,75-0,54
2,68-0,53
10
Nuenen
2,54
2,54
2,54
11
Zaltbommel
2,47-0,64
2,41-0,62
2,36-0,61
12
Westland
2,21-1,13
2,14-1,09
2,10
13
Den Bosch
2,16-0,62
2,06-0,59
2,01-0,58
14
Wassenaar
2,14-0,86
2,08-0,84
2,05-0,83
15
Rijswijk
2,13
2,09
2,06
16
Lochem
2,10-0,80
2,05-0,75
2,00-0,70
17
Delft
2,10-0,55
2,00-0,55
2,00-0,55
18 #
Cuijk
3,5 %
3,5 %
3,5 %
19
Zaanstad
2,00
2,00
2,00
20
Haarlem
2,00-0,90
1,95-0,85
1,90-0,80
21
Muiden
2,00-0,75
2,00-0,75
2,00-0,50
22
Zeist
1,98-0,56
1,93-0,55
1,33-0,37
23
Lisse
1,95
1,90
1,57
24 #
Alphen-Chaam
3,1 %
3,1 %
3,1 %
25
Leiden
1,85-0,50
1,85-0,50
1,85-0,50
26
Schiermonnikoog**
1,32+1,16
1,30+1,14
1,27+1,12
27
Pijnacker-Nootdorp
1,81-0,78
1,75-0,75
-
28
Bodegraven
1,79-0,84
1,75-0,82
1,72-0,81
29
Nijmegen
1,76-0,52
1,70-0,50
1,51-0,42
30
Bunnik
1,74-0,58
1,70-0,57
1,68-0,56
31
Vlieland
1,15**
1,15**
1,10**
32
Maasdonk
1,65-1,15
1,65-1,15
1,55-1,05
33
Leidschendam-Voorburg
1,65-0,20
1,65-0,20
1,63-0,20
34 #
Bergeijk
2,75 %
2,75 %
2,75 %
35
Lith
1,60
1,55
1,50
35
Oegstgeest
1,60
1,57
1,55
37
Renkum
1,60-0,90
1,55-0,85
1,45-0,80
33
38
Stein
1,57
1,54
1,50
39
Sittard-Geleen
1,56-0,60
1,50-0,58
1,46-0,56
40
Bloemendaal
1,55
1,52
1,49
40
Vlist
1,55
1,55
1,55
42
Waalwijk
1,53
0,60
0,60
43
Amstelveen
1,53-0,41
1,45-0,39
1,40-0,38
44
Apeldoorn
1,53-0,30
1,50-0,29
1,46-0,28
45
Texel ***
1,50
0,85
0,80
46
Ameland**
1,00**
1,00**
0,67**
47
Vught
1,50-1,25
0,83
0,83
48 #
Eersel
6,5-2,5 %
6,5-2,5 %
6,5-2,5 %
49 #
Schinnen
2,5 %
+ 2,- %
0,87-0,21
50
Nijkerk
1,50-0,85
1,40-0,80
1,40-0,80
51
Loon op Zand
1,46-0,92
1,29-0,89
1,15-0,87
52
Waterland
1,45
1,20
1,13
53
Edam-Volendam
1,43
1,43
1,43
54
Baarn
1,42-0,79
1,37-0,77
1,34-0,75
55
Ede
1,35-1,00
1,35-1,00
0,90
56
Castricum
1,31-0,78
1,28-0,76
1,01
57
Bronckhorst
1,31-0,63
1,28-0,62
1,26-0,61
58
Ouder-Amstel
1,30
1,30
-
59
Valkenburg aan de Geul
1,27-1,13
1,27-1,13
1,27-1,13
60
Leiderdorp
1,25
1,25
1,25
60
Maasdriel
1,25
1,00
0,83
62
Winterswijk
1,25-0,85
1,25-0,80
1,25-0,75
63
Geldrop-Mierlo
1,24
1,16
1,00
64
Landgraaf
1,24-0,83
1,21-0,81
1,20-0,80
65
Noordwijkerhout
1,23
1,20
1,00
66 #
Huizen
2 % - 1,00
2 % -1,00
2 % - 1,00
67
Bergen NH
1,20
1,20
1,00
67
Nuth
1,20
1,20
1,15
67
Oisterwijk
1,20
1,17
1,15
67
Zandvoort
1,20
1,20
1,20
71
Kerkrade
1,15
1,10
1,10
71
Schoonhoven
1,15
1,10
nb
73
Horst aan de Maas
1,15-0,90
1,12-0,90
1,10-0,90
74
Hellendoorn
1,15-0,47
1,13-0,41
1,13-0,41
75
Naarden
1,14
1,11
1,08
76
Haren
1,12
1,07
1,04
76
Vaals
1,12
1,10
1,08
34
78
Sluis
1,12-1,05
1,12-1,05
1,07-1,00
79
Bergen op Zoom
1,10
1,00
0,39
79
Valkenswaard
1,10
1,10
1,10
81
Losser
1,10-0,66
1,10-0,66
1,00-0,60
82
Den Helder
1,08
1,05
0,90
82
Oirschot
1,08
1,05
1,05
84
Breukelen
1,06
1,03
1,01
84
Zeevang
1,06
1,04
1,02
86
Arcen en Velden
1,05
1,02
1,00
86
Capelle aan de IJssel
1,05
1,05
1,00
86
Eemnes
1,05
1,00
0,80
86
Graft-De Rijp
1,05
1,00
1,00
86
Heerlen
1,05
1,02
1,01
86
Venlo
1,05
0,97-0,80
0,97-0,80
86
Woudrichem
1,05
1,00
1,00
93
Wijdemeren
1,04
0,87
0,86
94
Vianen
1,03
1,00
0,177
95
Voerendaal
1,03-0,51
1,00-0,50
0,64-0,32
96
Weert
1,01-0,76
1,01-0,76
1,01-0,76
97
Berkelland
1,00
1,00
0,70
97
Blaricum
1,00
1,00
1,00
97
Brunssum
1,00
1,00
0,70
97
Coevorden
1,00
0,59
0,58
97
Delfzijl
1,00
0,50
0,50
97
Drimmelen
1,00
0,85
0,85
97
Echt-Susteren
1,00
0,75
0,75
97
Eijsden
1,00
1,00
1,00
97
Enkhuizen
1,00
0,86
0,85
97
Gaasterland-Sloten
1,00
1,00
1,00
97
Gulpen-Wittem
1,00
1,00
1,00
97
Gennep
1,00
1,00
1,00
97
Heusden
1,00
1,00
-
97
Roerdalen
1,00
1,00
1,00
97
Simpelveld
1,00
1,00
0,80
97
Landerd
1,00
1,00
0,85
97
Margraten
1,00
1,00
1,00
97
Meerssen
1,00
1,00
0,63
97
Nijefurd
1,00
1,00
1,00
97
Westerveld
1,00
1,00
1,00
97
Veere
1,00
0,92
0,90
118
Voorst
1,00-0,70
1,00-0,70
0,61
35
119
Ubbergen
1,00-0,65
1,00-0,65
1,00-0,65
120
Alphen aan de Rijn
1,00-0,50
1,00-0,50
1,00-0,50
121
Buren
0,98
0,95
0,85
122
Heeze-Leende
0,97
0,85
0,75
123
Voorschoten
0,95
0,92
0,91
123
Leusden
0,95
0,93
0,92
123
Schouwen-Duivenland
0,95
0,92
0,88
126
Werkendam
0,94
0,93
0,92
127
Roermond
0,93-0,53
0,90-0,51
0,90-0,51
128
Goes
0,92-0,67
0,89-0,65
0,87-0,64
129
Reeuwijk
0,91
0,90
0,89
129
Bernheze
0,91
0,91
0,91
129
Boekel
0,91
0,90
0,89
132
Asten
0,90
0,80
0,70
132
Bergen Limburg
0,90
0,87
0,83
132
Diemen
0,90
-
-
132
Gemert-Bakel
0,90
0,34
0,34
132
Haarlemmerliede
0,90
0,84
0,82
132
Heerde
0,90
0,75
0,71
132
Helden
0,90
0,80
0,70
132
Middelburg
0,90
0,90
0,90
132
Noord-Beveland
0,90
0,85
0,81
132
Urk
0,90
0,80
0,80
132
Velsen
0,90
0,85
0,85
132
Woensdrecht
0,90
1,16-1,08
1,16-1,08
144
Katwijk
0,90-0,60
0,90-0,60
0,90-0,60
145
Beek
0,90-0,35
0,88-0,34
0,84-0,32
146
Dinkelland
0,90-0,34
0,88-0,33
0,86-0,32
147
Rijssen-Holten
0,89
0,79
0,77
147
Sint-Michielsgestel
0,89
0,87
0,86
149
Barneveld
0,88
0,86
0,84
149
Bladel
0,88
0,85
0,82
149
Sint-Oedenrode
0,88
0,80
0,73
152
Sevenum
0,87
0,84
0,81
153
Rheden
0,86
0,84
0,82
154
Schagen
0,85
0,84
0,83
154
Woudenberg
0,85
0,83
0,82
154
Elburg
0,85
0,80
0,80
154
Putten
0,85
0,83
0,82
154
Steenwijkerland
0,85
0,82
0,80
159
Rucphen
0,85-0,65
0,85-0,65
0,81-0,61
36
160
Andijk
0,84
0,84
0,81
160
Maasgouw
0,84
0,82
0,79
160
Schermer
0,84
0,82
0,80
160
Haaren
0,84
0,83
0,82
160
Harenkarspel
0,84
0,82
0,81
165
Nieuwerkerk aan de IJssel
0,83
0,82
0,81
165
Zijpe
0,83
0,82
0,81
165
Beemster
0,83
0,81
0,80
165
Moerdijk
0,83
0,80
0,79
169
Halderberge
0,82
0,82
0,81
169
Hilvarenbeek
0,82
0,82
0,82
169
Zeewolde
0,82
0,80
0,73
172
Ermelo
0,81
0,81
0,81
172
Meerlo-Wanssum
0,81
0,81
0,81
174
Lemsterland
0,80
0,80
0,55
174
Emmen
0,80
0,75
0,70
174
Epe
0,80
0,75
0,75
174
Tynaarlo
0,80
0,75
0,62
174
Hoogeveen
0,80
0,75
0,70
174
Midden-Drenthe
0,80
0,75
0,62
174
Terschelling
0,80
0,80
0,78
174
Aa en Hunze
0,80
0,75
0,70
174
Uitgeest
0,80
0,78
nb
174
Hattem
0,80
0,78
0,76
174
Scherpenzeel
0,80
0,78
0,77
174
Dronten
0,80
0,75
0,75
174
Noordenveld
0,80
0,75
0,70
174
Borger-Odoorn
0,80
0,75
0,70
174
De Wolden
0,80
0,75
0,70
189
Ommen
0,79
0,77
0,76
189
Neerijnen
0,79
0,77
0,75
189
Neder-Betuwe
0,79
0,76
0,75
189
Graafstroom
0,79
0,74
0,69
193
Boxtel
0,78
0,76
0,74
193
Reusel-De Mierden
0,78
0,75
0,75
193
Wageningen
0,78
0,75
0,37
193
Wieringen
0,78
0,75
0,73
197 #
Oostflakkee
4,5-1,3 %
4,5-1,3 %
4,5-1,3 %
198
Assen
0,77
0,70
0,65
198
Doesburg
0,77
0,75
0,49
200
Oldebroek
0,76
0,74
0,72
37
201
Aalten
0,75
0,45
0,50
201
Boarnsterhim
0,75
0,75
0,75
201
Cranendonck
0,75
0,67
nb
201
Goedereede
0,75
0,63
0,61
201
Harderwijk
0,75
0,72
0,71
201
Montferland
0,75
0,75
0,65
201
Leudal
0,75
0,70
0,70
201
Medemblik
0,75
0,70
0,70
201
Mook en Middelaar
0,75
0,74
0,73
201
Slochteren
0,75
0,75
0,75
201
Stadskanaal
0,75
0,65
0,65
201
Vlagtwedde
0,75
0,66
0,65
201
Wonseradeel
0,75
0,75
0,75
214
Tubbergen
0,75-0,50
0,75-0,50
0,75-0,50
215
Groesbeek
0,75-0,40
0,70-0,38
0,70-0,38
216
Abcoude
0,73
0,71
0,70
216
Gilze en Rijen
0,73
0,72
0,71
216
Haaksbergen
0,73
0,71
0,70
216
Maasbree
0,73
0,71
0,70
220
Beuningen
0,73-0,48
0,72-0,47
0,71-0,46
221
Aalsmeer
0,72
0,70
0,65
221
Boxmeer
0,72
0,70
0,68
221
Onderbanken
0,72
0,59
0,59
224
Comstrijen
0,71
0,70
0,69
224
Meijel
0,71
0,71
0,71
226
Nunspeet
0,70
0,65
0,65
226
Sint Anthonis
0,70
0,70
0,70
226
Utrechtse Heuvelrug
0,70
0,70
0,55
226
Venray
0,70
0,70
0,70
226
Zevenaar
0,70
0,65
0,55
226
Wervershoof
0,70
0,60
0,60
232
Maarssen
0,69
0,67
0,66
232
Oldenzaal
0,69
0,67
0,66
232
Spijkenisse
0,69
0,66
0,64
235
Oost Gelre
0,68
0,67
0,51
235
Tholen
0,68
0,68
0,68
237
Binnenmaas
0,67
0,65
0,64
237
Heiloo
0,67
0,65
0,64
237
Millingen aan de Rijn
0,67
0,65
0,65
237
Zundert
0,67
0,65
0,63
241
Hellevoetsluis
0,66
0,65
0,64
242
Brummen
0,65
0,65
0,58
38
242
Hof van Twente
0,65
0,65
0,65
242
Deurne
0,65
0,65
0,60
242
Lopik
0,65
0,65
0,65
242
Rijnwaarden
0,65
0,60
0,55
242
Ooststellingerwerf
0,65
0,55
0,55
242
Tietjerkstradeel
0,65
0,55
0,55
242
Wymbritseradeel
0,65
0,65
0,65
250
Wijchen
0,65-0,40
0,55-0,30
0,55-0,30
251
Brielle
0,64
0,64
0,64
251
De Ronde Venen
0,64
0,62
0,61
251
Hoorn
0,64
0,62
0,61
251
Oude IJsselstreek
0,64
0,62
0,60
251
Oosterhout
0,64
0,61
0,60
256
Beverwijk
0,62
0,60
0,60
256
Kessel
0,62
0,62
0,62
258
Dirksland
0,61
0,59
0,58
259
Loenen
0,60
0,60
0,55
259
Zederik
0,60
0,60
0,60
259
Sneek
0,60
0,50
0,50
259
Terneuzen
0,60
0,58
0,55
263
Reiderland
0,59
0,58
0,56
263
Bussum
0,59
0,59
0,59
263
Zwartewaterland
0,59
0,58
0,57
263
Hengelo
0,59
0,57
0,57
267
Kapelle
0,58
0,57
0,56
267
Middelharnis
0,58
0,57
0,56
267
West Maas en Waal
0,58
0,56
0,56
270
Staphorst
0,57
0,56
0,51
270
Vlissingen
0,57
0,56
0,52
270
Westvoorne
0,57
0,61
0,60
273
Beesel
0,55
0,50
0,50
273
Bellingwedde
0,55
0,55
0,50
273
Dongeradeel
0,55
0,55
-
273
Hoogezand-Sappemeer
0,55
0,55
0,55
273
Landsmeer
0,55
0,55
0,55
273
Nieuw-Lekkerland
0,55
0,55
0,55
273
Someren
0,55
0,55
0,55
273
Zutphen
0,55
0,55
0,55
273
Rhenen
0,55
0,53
nb
273
Scharsterland
0,55
0,53
0,53
283
Dalfsen
0,53
0,52
0,51
39
283
Twenterand
0,53
0,52
0,51
283
Hardenberg
0,53
0,51
0,51
286
Arnhem
0,52
0,50
0,50
286
Bergambacht
0,52
0,51
nb
286
Geldermalsen
0,52
0,51
0,50
289
Baarle-Nassau
0,51
0,51
0,51
290
Best
0,50
0,50
0,50
290
Culemborg
0,50
0,50
0,50
290
Ferwerderadeel
0,50
0,50
0,50
290
Hulst
0,50
0,50
0,50
290
Lingewaal
0,50
0,50
0,50
290
Menterwolde
0,50
0,50
0,50
290
Noordoostpolder
0,50
0,50
0,50
290
Wierden
0,50
0,50
0,50
290
Zwolle
0,50
0,50
0,50
290
Reimerswaal
0,50
0,50
0,50
290
Renswoude
0,50
0,45
0,40
301
Waddinxveen
0,47
0,45
0,44
302
Nederweert
0,46
0,46
0,45
303
De Marne
0,45
0,45
0,45
303
Harlingen
0,45
0,45
0,45
303
Raalte
0,45
0,44
0,43
303
Roosendaal
0,45
0,44
nb
303
Veldhoven
0,45
0,45
0,45
303
Wieringermeer
0,45
0,44
0,43
309
Tiel
0,45-0,23
0,45-0,23
0,45-0,23
310
Drechterland
0,43
0,42
0,41
310
Strijen
0,43
0,42
0,41
312
Langedijk
0,42
0,42
nb
312
Bunschoten
0,42
0,41
0,40
314
Opmeer
0,41
0,40
0,39
314
Oss
0,41
0,40
0,38
316
Heemskerk
0,40
0,40
0,40
316
Winschoten
0,40
0,39
0,38
Bedragen zijn in euro's, tenzij er een '%'-teken achter staat. Ingeval van een '%'-teken is de belasting een percentage van de overnachtingsprijs. Voorbeeld: in Amsterdam is de belasting 5 %. Is de overnachtingsprijs 100 euro, dan komt er 5 euro toeristenbelasting bij.
* CijferNieuws.nl heeft alle 441 gemeenten onderzocht. 320 hiervan heffen directe toeristenbelasting en/ of vermakelijkheidsretributie. In Borsele en Soest is een indirecte heffing. Recreatieondernemers betalen daar een bepaald bedrag aan de gemeente zonder dat er sprake is van een officiële toeristenbelasting. ** tarief per aankomst en per nacht; de positie op deze ranglijst is gebaseerd op een weekend.
40
*** vakantiegangers betalen maximaal 5 nachten; positie in ranglijst is gebaseerd op een weekend.
# LET OP : positie in deze ranglijst van gemeenten met een '#' is arbitrair. Deze gemeenten heffen immers een belasting per percentage van de overnachtingsprijs. In de kleinere gemeenten is de rangpositie bepaald op basis van een 1-persoonskamer van 60 euro. In de grotere gemeenten met veel duurdere hotels op basis van een 1-persoonskamer van 100 euro.
41
BIJLAGE H: Vergelijking tarieven OZB Zuid-Holland ZUID-HOLLAND
OZB
OZB
OZB
OZB
Rijbew.
rijbewijs
2007
2008
2009
2010
2008
2009
Alblasserdam
2,48
2,48
0,1039
0,1052
46,10
47,35
Albrandswaard
2,56
2,44
0,0968
0,0968
33,74
34,75
Alkemade*
2,15
2,35
0,0892
0,0909
41
41
Alphen aan de Rijn
2,26
2,17
0,0866
0,0834
33,15
34,05
Barendrecht
2,42
2,34
0,0928
0,094
47
41,75
Bergambacht
2,50
2,38
0,0966
0,094
40,70
41,75
Bernisse
2,42
2,49
0,0980
0,0986
35
35,70
Binnenmaas
1,97
1,88
0,0748
0,0737
35
40,90
Bodegraven
2,28
2,23
0,0882
0,0882
36,10
37,10
Boskoop
3,00
2,92
0,1197
0,1216
31,40
32,25
Brielle
2,12
1,98
0,0758
0,0758
35,70
36
Capelle aan de IJssel
2,34
2,26
0,0917
0,0931
36
36,50
Comstrijen
2,38
2,26
0,0874
0,087
26,65
27,05
Delft
2,87
2,76
0,11111
0,11332
36,10
37,50
Den Haag
1,86
1,73
0,0659
0,0619
43
44,25
Dirksland
1,92
2,10
0,0882
0,09173
31,20
32,15
Dordrecht
2,68
2,53
0,1005
0,0995
51,62
53,20
Giessenlanden
1,91
1,93
0,0807
0,1211
37,15
38,35
Goedereede
1,98
1,95
0,0796
0,0824
40
41,50
Gorinchem
1,93
1,88
0,0756
0,0823
35
36,25
Gouda
2,73
2,55
0,1009
0,0999
41,80
42,95
Graafstroom
1,92
1,86
0,0720
0,0683
40,50
40,50
Hardinxveld-Giessendam
2,20
2,09
0,09196
0,0882
33,60
34,45
Hellevoetsluis
2,14
1,94
0,0770
0,0778
36,27
36,89
Hendrik-Ido-Ambacht
2,89
2,75
0,1057
0,1048
37,40
39
Hillegom
1,96
1,88
0,0752
0,076
38,25
38,75
Jacobswoude*
2,34
2,26
0,0892
0,0909
40,50
41
Kaag en Braassem
-
-
0,0892
0,0909
-
41
Katwijk
1,96
1,85
0,0724
0,0718
36,50
38,50
Korendijk
1,92
2,13
0,08776
0,0891
34
35
Krimpen aan de IJssel
2,83
2,67
0,108
0,1097
46,90
47,85
Lansingerland
2,40
2,35
0,0932
0,0934
38,50
39,80
Leerdam
2,74
2,62
0,1048
0,1077
43,25
43,25
Leiden
4,20
4,00
0,15619
0,15541
48,65
48,65
Leiderdorp
2,38
2,28
0,1262
0,1277
36,80
36,80
Leidschendam-Voorburg
2,06
1,99
0,07642
0,07668
22,25
22,80
Liesveld
2,11
2,36
0,097
0,0988
50
51
Lisse
1,75
1,68
0,07
0,072
33
36,75
42
Maassluis
2,29
2,26
0,0918
0,0948
36,65
37,70
Middelharnis
1,85
1,88
0,0740
0,0742
41
42
Midden-Delfland
2,33
2,24
0,0875
0,0891
34,50
35,10
Moordrecht**
3,38
3,44
0,1332
0,0932
34
34,50
Nederlek
2,48
2,41
0,0911
0,0985
33,50
34
Nieuw-Lekkerland
2,65
2,61
0,1034
0,1058
35,60
36,50
Nieuwerkerk ad IJssel**
2,29
2,27
0,0884
0,0932
29,25
30
Nieuwkoop
2,99
2,82
0,112964
0,1164
37,40
38,40
Noordwijk
2,40
2,36
0,094
0,0972
38
39
Noordwijkerhout
1,56
1,48
0,06
0,0612
37,70
37,05
Oegstgeest
2,11
2,11
0,0844
0,0844
38
38,60
Oostflakkee
2,74
2,77
0,1129
0,116
32
32,50
Oud-Beijerland
2,68
2,59
0,10286
0,10336
41
42,10
Ouderkerk
2,82
2,70
0,1075
0,1082
37,50
38,75
Papendrecht
2,24
2,23
0,1021
0,1125
41
41,50
Pijnacker-Nootdorp
2,34
2,25
0,09
0,0889
33,50
34,25
Reeuwijk
2,44
2,48
0,0986
0,1016
35
35,25
Ridderkerk
2,07
1,98
0,0804
0,0825
46,90
48,50
Rijnwoude
2,48
2,19
0,086
0,092
41,50
40,50
Rijswijk
2,24
2,19
0,091
0,0919
33,50
33,50
Rotterdam
2,89
2,68
0,1103
0,1103
45,45
47
Rozenburg
2,69
2,58
0,1012
0,0929
40
40
Schiedam
2,53
2,43
0,0956
0,1
33,15
34
Schoonhoven
2,09
1,98
0,07902
0,0814
31,60
32,50
Sliedrecht
2,01
2,03
0,0818
0,0821
31,10
32
Spijkenisse
2,71
2,69
0,109425
0,112965
34,13
35,50
Strijen
1,93
1,54
0,0667
0,0687
29,50
30,45
Teylingen
1,85
1,76
0,0697
0,0697
35
35
Vlaardingen
2,94
2,89
0,1145
0,1106
36,90
38,05
Vlist
2,42
2,31
0,0925
0,0935
37,25
37,50
Voorschoten
2,47
2,34
0,0928
0,0947
33,60
34,45
Waddinxveen
2,29
2,63
0,1195
0,117
36,50
38,35
Wassenaar
2,36
2,28
0,0908
0,0914
37,80
38,85
Westland
2,34
2,21
0,0905
0,089
36,40
36,50
Westvoorne
2,19
2,01
0,0822
0,09173
38,40
38,40
Zederik
1,86
1,81
0,0722
0,0733
35
35
Zevenhuizen-Moerkap.**
2,35
2,33
0,0932
0,0932
39,90
40,50
Zoetermeer
3,80
3,74
0,1496
0,1512
41
41,80
Zoeterwoude
2,38
2,30
0,0929
0,0938
28,70
30
Zuidplas**
-
-
-
0,0932
-
-
Zwijndrecht
2,74
2,61
0,1049
0,1065
47,50
48,70
43
gemiddeld ZH
2,39
2,32
0,0937
0,0948
37,35
38,11
hoogste tarief
4,20
4,00
0,15619
0,15541
51,62
53,20
laagste tarief
1,56
1,48
0,0600
0,0612
22,25
22,80
Let op: per 2009 zijn de OZB-tarieven een percentage van de WOZ-waarde. Een tarief van 0,1000 wil zeggen 0,1 % van de WOZ-waarde van het huis. Bij een huis van 250.000 euro betaalt u in zo'n geval 250 euro OZB-belasting. * Kaag en Braassem is de nieuwe naam van de gefuseerde gemeenten Alkemade & Jacobswoude. ** Zuidplas is de nieuwe naam van de gefuseerde gemeenten Moordrecht, Nieuwerkerk & Zevenhuizen
44