NOTA LOKALE HEFFINGEN
2009 - 2012
Dienst Middelen, Taakgebied financiën Gemeente Slochteren, februari 2009
Inhoudsopgave INLEIDING ..................................................................................................................................................... 3 1. SAMENSTELLING PAKKET GEMEENTELIJKE BELASTINGEN ........................................................... 5 1.1 Belastingen die door de gemeente Slochteren worden geheven ...................................................... 5 1.1.1 Onroerende-zaakbelastingen................................................................................................................ 5 1.1.2 Roerende-zaakbelastingen ................................................................................................................... 6 1.1.3 Forensenbelasting................................................................................................................................. 6 1.1.4 Toeristenbelasting................................................................................................................................. 7 1.2 Belastingen die niet door de gemeente Slochteren wordt geheven.................................................. 8 1.2.1 Precariobelasting .................................................................................................................................. 8 1.2.2 Parkeerbelastingen ............................................................................................................................... 8 1.2.3 Baatbelastingen .................................................................................................................................... 8 1.2.4 Hondenbelasting ................................................................................................................................... 9 1.2.5 Reclamebelasting.................................................................................................................................. 9 1.3 Heffingen / Rechten ............................................................................................................................. 10 1.3.1 Rioolrechten........................................................................................................................................ 11 1.3.2 Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht ................................................................................................. 13 1.3.3 Leges (heffingen/rechten) ................................................................................................................... 15 1.3.4 Lijkbezorgingsrechten ......................................................................................................................... 17 1.3.5 Overige rechten................................................................................................................................... 18 1.4 Overzicht vastgestelde verordeningen met bijbehorende vaststellingsdata ........................................... 19 2. LASTENDRUK GEMEENTE SLOCHTEREN.......................................................................................... 20 2.1 Inkomsten en verhouding tussen de diverse heffingen .......................................................................... 20 2.2 Lastendruk bevolking en bedrijven......................................................................................................... 21 2.3 Kwijtscheldingsbeleid ............................................................................................................................. 22 2.3.1 Automatische kwijtschelding ............................................................................................................... 23 2.3.2 Automatische incasso ............................................................................................................................. 23 3. SAMENVATTING BESLISPUNTEN........................................................................................................ 24 3.1 Resumé ............................................................................................................................................... 24 3.2 Beslispunten ....................................................................................................................................... 24 Bijlage: Vergelijking gemeentelijke belastingen Slochteren t.o.v. andere gemeenten.................................. 26 Bijlage: Specificatie kosten Heffingen / Rechten.......................................................................................... 28 Bijlage: Lijkbezorgingsrechten ..................................................................................................................... 30 Bijlage: Bouwleges “Slochteren model”........................................................................................................ 31
2
INLEIDING Op basis van artikel 212 van de Gemeentewet heeft de gemeenteraad op 19 december 2005 de “Financiële beheersverordening gemeente Slochteren” vastgesteld. Artikel 16 van deze verordening voorziet in de vaststelling door de raad van een Nota Lokale Heffingen tenminste éénmaal in de vier jaar. De voorgaande nota lokale heffingen is vastgesteld in de raadsvergadering van 22 november 2004. Met, zoals bekend, enige vertraging wordt deze nota aan u voorgelegd. De reden hiervoor is, dat wij de uitkomsten van het rapport inzake onderzoek naar de rioolrechten van de Rekenkamercommissie en de uitkomsten van het onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges, hebben betrokken bij deze nota. De nota lokale heffingen behandelt: • De samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen (hoofdstuk 1); • De kostendekkendheid van de heffingen (paragraaf 1.3); • De druk van de lokale belastingen en heffingen (hoofdstuk 2): • Het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid (hoofdstuk 2.3). Daarnaast geeft het een overzicht van de verschillende belastingverordeningen met vaststellingdata (paragraaf 1.4). In de volgende hoofdstukken zal het bovenstaande aan de orde komen en voor zover van toepassing worden voorzien van een beslispunt.
Gemeentelijke belastingheffing: vrijheid in gebondenheid Het gemeentelijke belastinggebied is begrensd. De wettelijke regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven bij enkele heffingsmogelijkheden tot in detail voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Een sprekend voorbeeld daarvan is de onroerende zaakbelastingen (OZB). Andere voorschriften zijn dat het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen en dat het verboden is om met rechten winst te maken. Dit wil zeggen dat gemeenten niet aan inkomenspolitiek mogen doen en dat het niet is toegestaan om winst te maken. Gemeenten zijn overigens niet verplicht om van (al) hun heffingsmogelijkheden gebruik te maken.
Belastingsoorten en heffingen De gemeentelijke belastingen kunnen als volgt worden ingedeeld: • Belastingen: De echte belastingen, zoals onroerende zaakbelasting, de toeristenbelasting, de hondenbelasting en de forensenbelasting. De opbrengst daarvan gaat naar de algemene middelen van de gemeente. Deze opbrengst is dus vrij aanwendbaar door de gemeente. • Heffingen Daarnaast zijn er heffingen die neerkomen op het verhaal van bepaalde kosten die de gemeente maakt, de zogenaamde rechten en (bestemmings)heffingen. De opbrengst van een dergelijke heffing mag niet hoger zijn dan de kosten die zijn gemaakt. Voorbeelden van rechten zijn rioolrechten, afvalstoffenheffing, begrafenisrechten, baatbelasting en leges. Een gemeente is niet verplicht voor de volle honderd procent de gemaakte kosten te verhalen op degenen die daar van profiteren. De opbrengsten van heffingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor het doel waarvoor de heffing is ingesteld.
3
De gemeente Slochteren int de onderstaande belastingen en heffingen. Tevens is in het overzicht aangegeven wat de inkomsten zijn.
Omschrijving Onroerende zaakbelasting Afvalstoffenheffing Reinigingsrecht Rioolrechten Forensenbelasting Toeristenbelasting Brandweerrechten Leges Begrafenisrechten TOTAAL
Begroting 2009 2.222.000 1.418.880 26.350 1.542.835 6.500 40.000 15.000 727.964 722 6.000.251
Bevoegdheden De Grondwet schrijft voor dat belastingen alleen maar geheven kunnen worden uit kracht van een wet. Hiertoe is in de Gemeentewet vastgelegd welke heffingen door de gemeente kunnen worden geheven. Het is de gemeenteraad die, op grond van artikel 216 e.v. van de Gemeentewet, besluit tot invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. De raad heeft de mogelijkheid om haar bevoegdheid inzake het vaststellen van verordeningen van een aantal belastingen, waar onder parkeerbelastingen, precariobelasting en rechten, over te dragen aan het college. De uitvoering van de (belasting)verordeningen is een taak van het college. In de gemeentewet is geregeld dat de uitvoering van de heffing en invordering van belastingen bij de door het college aangestelde gemeenteambtenaar ligt. Voor het heffen (het opleggen van aanslagen) wordt een heffingsambtenaar aangesteld en voor de invordering van de belastingen een invorderingsambtenaar.
4
1. SAMENSTELLING PAKKET GEMEENTELIJKE BELASTINGEN In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de afzonderlijke belastingen en heffingen besproken die door de gemeente Slochteren worden geïnd. Indien van toepassing wordt er een voorstel gedaan. Daarnaast worden ook belastingen en heffingen besproken die momenteel niet door de gemeente worden geheven.
1.1 Belastingen die door de gemeente Slochteren worden geheven De gemeente Slochteren hanteert de volgende vier belastingen: onroerende zaakbelasting, roerende zaakbelasting, toeristenbelasting en forensenbelasting. In paragraaf 1.2 en volgende worden de belastingen besproken die niet door de gemeente Slochteren worden geheven.
1.1.1 Onroerende-zaakbelastingen Opbrengstraming 2009 € 2.222.000 Onder de naam ‘onroerende zaakbelastingen’ (ozb) worden twee soorten belastingen verstaan, namelijk, de eigenaren-belasting voor woningen en niet-woningen en de gebruikersbelasting voor niet-woningen. Tot en met belastingjaar 2008 gold een tarief per eenheden van € 2.500,- WOZ-waarde van de onroerende zaken. In de programmabegroting 2009 is aangekondigd dat er een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer lag om met ingang van 2009 het tarief per eenheid te vervangen door een percentage van de WOZ-waarde. Inmiddels is deze wetwijziging door de Eerste Kamer goedgekeurd. Dit betekent dat voortaan de OZB als percentage van de WOZ-waarde zal worden berekend. Deze WOZ-waarde staat vermeld op het aanslagbiljet van de gemeentelijke heffingen. De waarde van de onroerende zaken werd tot 2005 eenmaal per vier jaren vastgesteld. Vanaf 2005 werd dat eenmaal per twee jaren en vanaf 2007 moeten gemeenten de WOZ-waarde jaarlijks vaststellen. Met ingang van 2008 is de periode tussen peildatum en aanvang van het tijdvak (wettelijk) verkort naar een jaar. Belastingjaren Waardepeildatum Toestandspeildatum * 2001 1-1-1999 1-1-2001 2002 1-1-1999 1-1-2001 2003 1-1-1999 1-1-2001 2004 1-1-1999 1-1-2001 2005 1-1-2003 1-1-2005 2006 1-1-2003 1-1-2005 2007 1-1-2005 1-1-2007 2008 1-1-2007 1-1-2008 2009 1-1-2008 1-1-2009 * In geval van verbouw of nieuwbouw zal het begin van het belastingjaar als toestandspeildatum dienen
Tariefstelling OZB van woningen en niet-woningen Sinds het belastingjaar 2001 is door de gemeenteraad besloten om tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen in te voeren. Deze differentiatie dient het verschil in waardestijging tussen woningen en niet-woningen in een herwaarderingsronde op te vangen. De huidige belastingdruk voor bedrijven in de gemeente Slochteren is relatief laag ten opzichte van omliggende gemeenten. 5
Het voorstel luidt om de huidige verhouding in de tarieven voor woningen en niet-woningen te handhaven. Indien dat niet wordt gedaan en de tarieven van de niet-woningen gelijk worden getrokken met die van de woningen zal de ozb-opbrengst lager zijn. Om dezelfde opbrengst te kunnen generen moet de ozb-tarief van woningen worden verhoogd. Beslispunt: Handhaven tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen
1.1.2 Roerende-zaakbelastingen Deze opbrengst maakt deel uit van de onroerende-zaakbelastingen. Om het risico dat organisaties een procedure kunnen gaan voeren over het begrip onroerend, heeft de gemeente Slochteren met ingang van belastingjaar 2008 een verordening roerende zaakbelasting. Op deze manier zijn er geen discussies en procedures meer mogelijk over of iets roerend of onroerend is. Hiermee wordt voorkomen, dat organisaties c.q. bedrijven met technische installaties, zijnde roerende zaken, geen OZB meer zouden hoeven betalen. Zo heeft bijvoorbeeld de NAM veel technische installaties, (aanslagbedrag circa € 360.000,- op jaarbasis). De werking is hetzelfde als voor een verordening onroerende zaakbelasting, echter dan voor alle roerende zaken.
1.1.3 Forensenbelasting Opbrengstraming 2009 € 6.500 Deze belasting wordt geheven van personen die niet binnen onze gemeente wonen, maar wel meer dan negentig dagen van het jaar een gemeubileerde woning voor zichzelf dan wel hun gezin ter beschikking houden. De gedachte achter deze belasting is dat forensen, niet-inwoners van een gemeente, profiteren van allerlei activiteiten en voorzieningen van een gemeente, zonder dat de gemeente hiervoor een tegemoetkoming uit het Gemeentefonds ontvangt. Voor inwoners van een gemeente is dat anders In de algemene uitkering wordt immers wel rekening gehouden met het aantal inwoners middels de maatstaf inwoners. De forensenbelasting is dus gebaseerd op de profijtgedachte, maar is niet bedoeld als instrument om kosten te verhalen. De opbrengst van de forensenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente en is dus vrij besteedbaar. De forensenbelasting wordt overigens naast de OZB geheven. Het kan dus voorkomen, dat een onroerende zaak zowel in de OZB als in de forensenbelasting wordt betrokken. Toekomstige ontwikkelingen De praktijk leert, dat het heffen van forensenbelasting een arbeidsintensief proces betreft. Alvorens belastingplichtigen te kunnen aanslaan, dient van ‘achter het bureau’ eerst te worden bekeken welke natuurlijke personen eigenaar zijn van dergelijke woningen in onze gemeenten. Dit kan een regulier huis zijn, maar een voorhuis bij een boerderij kan ook onder de forensenbelasting vallen. De eigenaren dienen allen ingeschreven te zijn op een woonadres buiten de gemeente Slochteren. Voorts dient gecontroleerd te worden of de woning wordt verhuurd of voor verhuur wordt aangeboden, want verhuur betekent dat de woning feitelijk niet meer beschikbaar wordt gehouden voor belastingplichtige, dan wel zijn gezin. Tot slot moeten de woningen die voldoen aan bovengenoemde eisen per stuk bekeken en beoordeeld worden op het aspect ‘gemeubileerd’. Dit betekent, dat elk van de desbetreffende woningen stuk voor stuk minimaal twee keer per jaar moeten worden bezocht (en voor de bewijsvoering worden gefotografeerd). Voor een opbrengst van circa € 6.500,- per jaar moet dus 6
nogal wat tijd geïnvesteerd worden. Het voorstel is dan ook deze belasting af te schaffen. Van de omliggende gemeenten heffen alleen Hoogezand-Sappemeer en Loppersum nog forensenbelasting. Beslispunt: Uit doelmatigheidsoverwegingen forensenbelasting per 1 januari 2010.
besluiten
tot
afschaffing
van
de
1.1.4 Toeristenbelasting Opbrengstraming 2009 € 40.000 Deze vorm van belasting lijkt veel op forensenbelasting en is gebaseerd op de profijtgedachte in ruime zin. Een gemeente maakt kosten voor voorzieningen die ook door niet-inwoners (toeristen en forensen) worden gebruikt, maar krijgt daarvoor geen vergoeding uit het Gemeentefonds. De opbrengst van de toeristenbelasting is niet bedoeld om de kosten van toeristische voorzieningen te dekken, maar komt ten gunste van de algemene middelen van de gemeente. Toekomstige ontwikkelingen en aandachtspunten. De Vereniging van Recreatieondernemers Nederland (Recron) heeft het kabinet gevraagd om de toeristenbelasting af te schaffen. Hieronder treft u beknopt een aantal redenen van Recron en de reactie van de VNG daarop. De volledige reactie is opgenomen op de site van VNG. Reden Recron 1. De toeristenbelasting werkt concurrentievervalsing in de hand. Sommige gemeenten heffen wel toeristenbelasting, anderen niet. Bovendien verschillen die tarieven per gemeente. Dat betekent dat de prijs voor hetzelfde product in aangrenzende gemeenten kan verschillen 2. De toeristenbelasting is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Één bedrijfstak wordt onevenredig zwaar belast met een belasting op haar product (overnachten). Musea, horeca, detailhandel en andere bedrijven genieten ook van het toerisme, maar hun producten worden niet extra belast. 3. In de praktijk gebruiken gemeenten de toeristenbelasting vaak om de gaten in de begroting te dichten. De recreant wordt als melkkoe gebruikt voor de algemene middelen van de gemeente. 4. De belasting is geen toonbeeld van onze gastvrijheid. Afschaffing van de belasting kan leiden, mits in de marketing goed gebruikt, tot een stijging van het aantal overnachtingen onder het motto: “ Nederland Gastvrij!, Nederland kent geen toeristenbelasting”.
Reactie VNG Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de toeristen zich niet laten leiden door de overnachtingsplaats maar door de omgeving. Toeristen zien de toeristenbelasting dan ook niet als belemmering. Voorts blijkt uit onderzoek van de ANWB dat het merendeel van de toeristen de toeristenbelasting acceptabel vindt. De toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf en wordt dus geheven van de gasten (de toeristen). Omdat het onmogelijk is iedere gast afzonderlijk te benaderen heeft de wetgever ervoor gekozen dat de ondernemer de aanslag krijgt. De ondernemer mag de aanslag echter doorberekenen en dat gebeurt in de praktijk ook. Het is inderdaad een feit dat de toeristenbelasting in de algemene pot van de gemeente terechtkomt. Dat neemt niet weg dat het geld in belangrijke mate wordt besteed aan zaken die (uiteindelijk) ook de toerist baten. De toeristenbelasting heeft geen invloed op de keuzes van toeristen. Voor een gastvrij Nederland is daarom meer nodig dan afschaffing van de toeristenbelasting. Belangrijker is dat de ondernemers en overheid investeren in een goed, klantvriendelijk en attractief product. De gemeenten doen daaraan al veel door te investeren in de kwaliteit van de lokale samenleving.
Als illustratie en aanvulling op de reactie van de VNG kan vermeld worden, dat we in de Toekomstvisie 2020 aangeven, dat het leggen van verbindingen tussen voorzieningen binnen en buiten de gemeente kansen biedt voor versterking van de sector recreatie en toerisme. De verbindingen, letterlijk over het water of de weg, dragen bij aan een aantrekkelijke gemeente. Zo investeert de gemeente in voorzieningen waar de burger, maar ook de recreatie profijt bij heeft. Hierbij kan worden gedacht aan o.a. de aanleg van fietspaden en aanlegsteigers. Op grootschalig toerisme wordt niet ingezet. Kleinschalig en wat daar tussen in zit, biedt de meeste kansen. Beslispunt: Toeristenbelasting handhaven 7
1.2 Belastingen die niet door de gemeente Slochteren wordt geheven In paragraaf 1.2.1 en volgende worden de belastingen besproken die niet door de gemeente Slochteren worden geheven. Het betreffen de precariobelasting, parkeerbelastingen, baatbelastingen, hondenbelasting en reclamebelasting.
1.2.1 Precariobelasting Bij precariobelasting gaat het om het belasten van het ‘genot’ dat iemand heeft van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond. Het is een gedwongen betaling, zonder aanwijsbare tegenprestatie van de overheid. De opbrengst van de precariobelasting gaat naar de algemene middelen van de gemeente. De wet geeft geen definitie van het begrip ‘voorwerp’, maar het ligt voor de hand om uit te gaan van het normale spraakgebruik. Dit houdt in dat het zal gaan om tastbare stoffelijke zaken die zowel roerend als onroerend kunnen zijn. Voorbeelden zijn bloembakken, balkons, terrassen, uithangborden, steigers, kabels en leidingen. Al in 2004 wilde de Tweede Kamer de precariobelasting op kabels en leidingen afschaffen. 1 De VNG heeft zich hiertegen verzet, aanvankelijk met succes, maar uit de meicirculaire 2008 blijkt dat het kabinet deze vrijstelling per 2010 in wetgeving wil omzetten. Afschaffing van de precariobelasting betekent voor gemeenten inkomstenverlies. Het kabinet geeft aan dat de compensatie gevonden moet worden in een verhoging van de OZB. Daarmee wordt het inkomstenverlies beperkt. De maatregel is dan echter een cosmetische maatregel die niet leidt tot verlaging van de belastingdruk, maar tot verschuiving van de belastingdruk. Uit navraag bij (buur-) gemeenten blijkt dat precariobelasting onderhevig is aan zware juridische procedures. Eveneens is gebleken dat de kosten van het signaleren en controleren of iemand precariobelasting moet betalen behoorlijk hoog zijn, waardoor het voor gemeente Slochteren niet wenselijk is om precariobelasting in te voeren. Gelet op het voornemen van het rijk om deze belasting per 2010 af te schaffen, luidt ons advies om geen precariobelasting te heffen. Beslispunt: geen precariobelasting invoeren.
1.2.2 Parkeerbelastingen In het kader van parkeerregulering kan parkeerbelasting worden geheven voor het parkeren van een motorvoertuig (parkeerbelasting, parkeermeter) en voor een abonnement of vergunning op een daartoe aangewezen plaats (parkeervergunningbelasting). Belastingplichtig is degene die het voertuig heeft geparkeerd. De gemeenten mogen de opbrengst van de parkeerbelasting vrij besteden. Parkeerregulering is in de gemeente Slochteren niet noodzakelijk. Daarnaast willen we het aantrekkelijk houden om te winkelen binnen de gemeentegrenzen van Slochteren. Gelet hierop adviseren wij u om geen parkeerbelasting te gaan heffen. Beslispunt: geen parkeerbelasting invoeren.
1.2.3 Baatbelastingen De gemeente heeft de mogelijkheid tot het heffen van een baatbelasting, wanneer onroerende zaken door het tot stand brengen van voorzieningen zijn gebaat. De belasting heeft tot doel de kosten die een gemeente heeft gemaakt voor voorzieningen, te verhalen op degenen die er mee gebaat zijn. De belasting wordt geheven van de eigenaar van de baat hebbende onroerende zaak. De baatbelasting is een bestemmingsheffing, wat inhoudt, dat met de opbrengst ervan de kosten van bepaalde voorzieningen worden gedekt.
1
Kabinet wilt toch precariobelasting op kabels en leidingen afschaffen. (2008, juli 15). VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Opgehaald 07:58, oktober 28, 2008 van http://www.vng.nl/eCache/DEF/80/335.html. 8
Sommige gemeenten proberen eerst om via de privaatrechtelijke weg, door middel van een overeenkomst met de ‘gebaten’, om kosten van voorzieningen te verhalen. De kosten mogen voor maximaal 100% worden verhaald. Pas als dat niet lukt, benut een gemeente het fiscale instrument. Er kan geen baatbelasting worden geheven voor voorzieningen die niet in de openbare grond worden getroffen, maar bijvoorbeeld op grond die in particuliere handen is en niet openbaar toegankelijk. Verder mag een gemeente geen baatbelasting heffen om kosten van achterstallig onderhoud te dekken. Mogelijkheden om baatbelasting te heffen zijn onder andere: de aanleg van een riolering in het buitengebied, de herinrichting van een centrumgebied of winkelcentrum, de aanleg van wegen of groenvoorzieningen. Zulke voorzieningen worden doorgaans in een beperkt gedeelte van de gemeente tot stand gebracht. Toekomstige ontwikkelingen De minister van BZK overweegt niet om de baatbelasting af te schaffen. De minister is zich er wel van bewust dat de baatbelasting een complex instrument is. Er ligt daarom ook een wetsvoorstel in de Kamer voor een alternatief: bedrijfsgerichte gebiedsverbetering (BGV). Volgens dit voorstel kunnen gemeenten op initiatief van de ondernemers een heffing instellen om een bepaald gebied te verbeteren. De minister van BZK verwacht dat dit wetsvoorstel voorziet in een behoefte onder ondernemers om samen met de gemeente de omgeving van hun bedrijf aan te pakken. Gelet op het vorenstaande is baatbelasting voor gemeente Slochteren een minder goed te hanteren instrument. Het advies is derhalve om geen gebruik te maken van de mogelijkheden om baatbelasting te heffen. Beslispunt: geen baatbelasting invoeren.
1.2.4 Hondenbelasting Hoewel geregeld in discussie, is de hondenbelasting tot op de dag van vandaag wettelijk verankerd. Een veel gehoorde reden voor het heffen van hondenbelasting is de milieuvervuiling die honden veroorzaken (hondenpoep). Belasting heffen van de houder van een hond, past in de gedachte ‘de vervuiler betaalt’. Met de opbrengst van de hondenbelasting kunnen voorzieningen voor het bestrijden van hondenpoep worden bekostigd, noodzakelijk is dit echter niet. Gelet op de huidige inrichting van de gemeente behoeft geen verordening hondenbelasting te worden ontwikkeld. Omdat hondenbelasting veelal als instrument wordt gezien om vervuiling (hondenpoep) tegen te gaan, past deze vorm van belasting beter bij een verstedelijkt gebied. Beslispunt: geen hondenbelasting invoeren
1.2.5 Reclamebelasting Onder de naam reclamebelasting kan in Nederland door de gemeente een belasting worden geheven. De belasting wordt geheven op openbare aankondigingen, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, zoals billboards, lichtbakken en reclamebiljetten. Dat slechts is vereist, dat de reclame zichtbaar is van de openbare weg, brengt mee dat de belasting zowel is verschuldigd bij reclamevoorwerpen boven gemeentegrond als reclamevoorwerpen boven particuliere grond. Daarin verschilt de reclamebelasting van de zogenaamde precariobelasting.
9
Toekomstige ontwikkelingen Deze belasting kan gezien worden als een aanvulling op de precariobelasting. Zo kan een lichtbak die achter een etalageruit hangt, alleen worden belast met reclamebelasting. Wanneer de lichtbak aan een gevel boven gemeentegrond hangt, kan er ook precariobelasting worden geheven. Vaak wordt gewezen op het profijtkarakter van de reclamebelasting en het regelende effect ervan, zoals het terugdringen van storende of ontsierende aankondigingen. Evenals bij precariobelasting blijkt uit navraag bij (buur-) gemeenten dat reclamebelasting onderhevig is aan zware juridische procedures. Eveneens is gebleken dat de waarnemingskosten behoorlijk hoog zijn. Er moet fysiek gecontroleerd en geregistreerd worden door de ambtenaren. Deze controle vergt de nodige uren en daarmee kosten waardoor het voor gemeente Slochteren niet wenselijk is om reclamebelasting in te voeren. Beslispunt: geen reclamebelasting invoeren.
1.3 Heffingen / Rechten
In de inleiding staat beknopt beschreven wat heffingen c.q. rechten zijn. ‘Voor wat hoort wat’, zou de beschrijving kunnen zijn ten aanzien van heffingen c.q rechten. Heffingen of rechten kunnen worden geheven voor het verhaal van kosten die voortvloeien uit het gebruik van gemeentelijke bezittingen of gemeentelijke dienstverlening. Er is een rechtstreeks verband tussen de dienst en de heffing c.q. het recht. Het ophalen van huisvuil en het afvoeren van afvalwater zijn voorbeelden van diensten, waarvoor de gemeente een heffing in rekening brengt. De gemeente Slochteren hanteert met betrekking tot de bovengenoemde categorie de volgende rechten: afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, brandweerrechten, leges, lijkbezorgingsrechten en rioolrechten. Tegenover deze rechten staat een duidelijke aanwijsbare dienst. Kostendekkendheid van de rechten in het algemeen Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Slochteren hanteren wij een systeem van kostentoerekening. Bij de kostentoerekening betrekken wij naast de directe kosten ook de indirecte kosten, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten. Voor de diensten waar leges en andere kostendekkende tarieven als inkomsten tegenoverstaan is het wettelijk geoorloofd om maximaal 100% van de kosten in rekening te brengen. Het is belangrijk om te weten wat tot de kosten wordt gerekend. Naast de directe kosten, bijvoorbeeld het groot onderhoud aan een riolering door een derde, worden ook de indirecte kosten meegenomen. Gedacht moet worden aan directie en toezicht vanuit de gemeentelijke organisatie, maar ook de kosten van huisvesting van de ambtenaar die het toezicht houdt en de kosten voor materialen, kopieën etc. behoren tot de indirecte kosten. Kosten vanuit beleidstaken mogen niet toegerekend worden. De kostendekkendheid van de rechten is op basis van de begroting 2009 hieronder inzichtelijk gemaakt. Voor een specificatie van de lasten wordt verwezen naar de bijlage “Kosten Heffingen / Rechten”. Omschrijving Afvalstoffen/reinigingsrechten Rioolrechten Leges Lijkbezorgingsrechten
Lasten 1.418.880 1.542.835 774.181 9.417
baten kostendekkendheid 1.418.880 100 % 1.542.835 100 % 727.964 94 % 722 8% 10
1.3.1 Rioolrechten Opbrengstraming 2009 €1.542.835 Huidige situatie Tot en met 2009 heft de gemeente Slochteren rioolrecht van de eigenaar van een perceel dat is aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel. De eigenaar krijgt een aanslag. De belasting is niet afhankelijk van het aantal bewoners van het perceel en ook niet van leegstand van een pand. Met ingang van 2010 Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van de gemeentelijke watertaken in werking getreden.Op grond van deze wet is de zorgplicht van de gemeente uitgebreid met de volgende taken: - Een zorgplicht m.b.t. afvloeiend hemelwater - Een zorgplicht voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voorzover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. In de GRP, die in maart 2008 is vastgesteld door de raad, is al volledig rekening gehouden met de uitbreiding van de zorgplicht. Ook financieel is reeds rekening gehouden met de daaruit voortvloeiende kosten. Om de kosten voor deze nieuwe zorgplicht te kunnen verhalen, is door de wetgever een heffingsbevoegdheid, een zogenaamde rioolheffing, gecreëerd in artikel 228a van de gemeentewet. De rioolheffing treedt in de plaats van het huidige rioolrecht. Voor de periode 1 januari 2008 tot 1 januari 2010 heeft de gemeente de keuze tussen een rioolheffing of een rioolrecht. Met ingang van 2010 is de brede rioolheffing verplicht. In de GRP, zoals deze is vastgesteld, is aangegeven dat de jaren 2008 en 2009 worden gezien als een overgangsfase. Rioolheffing -> Model Op grond van de nieuwe wetgeving is de gemeente vrij in het kiezen van een heffingsgrondslag en het bepalen van de categorie belastingplichtigen aan wie de heffing zal worden opgelegd. De VNG laat aan de gemeente de keuze tussen twee modelverordeningen: één waarbij d.m.v. één rioolheffing alle kosten verhaald worden (Model A) en de andere d.m.v. van twee rioolheffingen, te weten één voor afvalwater en één voor hemel- en grondwater (Model B). Model A sluit goed aan op de heffingswijze, zoals deze momenteel geschiedt in de gemeente. Aansluiting op dit model bespaart veel administratieve handelingen, daarmee wordt tevens besparing in de kosten gerealiseerd welke, vanwege de kostendekkendheid van het tarief, ten gunste komen voor de belastingplichtige. Beslispunt: invoering van één rioolheffing (model A) Rioolheffing -> belastingplichtige Zowel de eigenaar als de gebruiker kunnen afzonderlijk in de heffing worden betrokken. De mogelijkheid is aanwezig om te heffen van: - de gebruiker - de eigenaar - de gebruiker en de eigenaar
11
Nu wordt het rioolrecht van de eigenaar geheven. Voorgesteld wordt om het tot nu toe gehanteerde beleid te blijven handhaven, namelijk de eigenaar is belastingplichtige. Als we voortaan ook rioolheffing zouden gaan innen van de gebruiker (huurders), dan zou de belastingdruk voor deze groep gaan toenemen. Dit is naar onze mening geen gewenste ontwikkeling. Derhalve stellen wij u voor om het huidige beleid, de belastingplichtige is de eigenaar, te handhaven. Beslispunt: de belastingplichtige is de eigenaar Rioolheffing -> tarieven Met de brede rioolheffing zijn de volgende heffingsmaatstaven (tarieven) denkbaar: • een vast bedrag (bij eigendom en/of gebruik); • op basis van waterverbruik (bij gebruik). Niet bruikbaar bij afzonderlijke heffing hemelwater/ grondwater.; • aansluiting bij de WOZ-waarde; • combinatie van bovengenoemde mogelijkheden. Tot op heden is de heffingsmaatstaf een vast bedrag per eigendom. Dit is tot dusverre een bruikbare maatstaf geweest, die eenvoudig in de uitvoering is. Het geeft de belastingbetaler duidelijkheid vooraf wat er betaald moet worden. Rioolheffing op basis van waterverbruik is zeer bewerkelijk in de uitvoering. Bovendien ben je voor het berekenen van de aanslag afhankelijk van gegevens die het waterbedrijf dan (tijdig) moet aanleveren richting de gemeente. Beslispunt: heffingsmaatstaf: een vast bedrag per eigendom Vrijstellingen In het kader van het transport van afvalwater en behandeling en afvloeiend hemelwater kunnen met de nieuwe verordening meer percelen in de heffing worden betrokken dan voorheen het geval was. Niet alleen aansluiting op een riolering, maar ook (indirecte) afvoer van hemelwater kan reeds een belastingplicht opleveren. Met de brede rioolheffing is heffing onder meer ook mogelijk van: parkeerterreinen, garageboxen, bouwpercelen, landbouwgronden, boerderijen, elk afzonderlijk bedrijf in een bedrijfsverzamelgebouw. Wegens onevenredigheid in de belastingheffing is het echter wel wenselijk enkele vrijstellingen in de nieuwe rioolheffing op te nemen. Zo maken garage(boxen) en parkeerterreinen veelal deel uit van een woning en/of bedrijf. De eigenaar van de woning zal dan 2 aanslagen krijgen, één voor de woning en één voor de garage(box). Ten aanzien van landbouwgronden zou dit betekenen dat de eigenaar, afhankelijk van het aantal percelen, meerdere belastingaanslagen krijgen. Wij vinden dit niet wenselijk. Beslispunt: m.b.t. de invoering van brede rioolheffing in 2010 vrijstelling toe te passen voor: parkeerterreinen, garageboxen en landbouwgronden. Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) Er zijn eigenaren die in het verleden zelf een IBA hebben aangelegd en die niet op het riool zijn aangesloten. Het betreft vooral percelen in het buitengebied. Omdat de eigenaren niet op het riool zijn aangesloten, betalen ze nu ook geen rioolrecht. Echter met de invoering van de brede rioolheffing krijgen deze eigenaren ook een aanslag, omdat rioolheffing, op basis van afwatering van hemelwater, ook voor percelen in het buitengebied zal gaan gelden. 12
Wij willen deze eigenaren tegemoet komen door hen in de gelegenheid stellen om de IBA’s over te dragen aan de gemeente. De IBA’s worden door ons overgenomen tegen de restwaarde. Daarmee komt de verantwoordelijkheid en onderhoud van de IBA bij de gemeente te liggen. De hiermee gepaard gaande kosten worden gedekt door de egalisatiereserve rioolrechten. Beslispunt: voor percelen waarvoor tevens afwatering van hemelwater geldt i.c.m. door particulieren en bedrijven reeds aangeschafte IBA’s: • van de belastingplichtigen wordt de IBA door de gemeente overgenomen tegen de restwaarde; • deze belastingplichtigen krijgen een vergoeding van de stroomkosten van de geplaatste IBA wanneer deze op het netstroom is aangesloten van de belastingplichtige • deze maatregelen worden bekostigd middels onttrekking aan de egalisatiereserve rioolrechten Kostendekkendheid Sinds jaar en dag is het uitgangspunt, dat rioolrecht volledig kostendekkend is. Door gebruik te maken van een meerjarenplan GRP (Gemeentelijke RioleringsPlan) kunnen we met behulp van een voorziening in de vorm van een “egalisatiereserve rioolrechten” grote jaarlijkse tariefschommelingen voorkomen, waardoor de lastendruk voor de burger stabiel kan blijven.
1.3.2 Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht Opbrengstraming 2009 €1.418.880 Er zijn twee soorten reinigingsheffingen: de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten. Zowel de afvalstoffenheffing als de reinigingsrechten zijn retributies, dat wil zeggen dat de baten de lasten niet mogen overstijgen. De reinigingsrechten wordt geheven voor de ophaal- en verwerkingskosten van bedrijfsafval, terwijl de afvalstoffenheffing huisvuil betreft. Iedere woning binnen de gemeente wordt aangeslagen voor afvalstoffenheffing. Het wel of niet gebruikmaken van de gemeentelijke ophaaldienst, is hiervoor niet relevant. Kostendekkendheid Sinds jaar en dag hanteert de gemeente Slochteren het uitgangspunt dat afvalstoffenheffing 100% kostendekkend is. De gemeenten mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Lagere kostendekkendheid mag. Uit de bijlage “Vergelijking gemeentelijke belastingen Slochteren t.o.v. andere gemeenten” blijkt, dat de tarieven voor afvalstoffenheffing Slochteren ten opzichte van de overige Groninger gemeenten in de middenmoot zit. De gegevens in de bijlage zijn afkomstig uit de jaarlijks gepubliceerde COELO-atlas. Opgemerkt moet worden, dat niet bekend is in hoeverre (voor welke percentage) de overige gemeenten de kosten doorberekenen in de afvaltarieven. De gemeente Slochteren berekent alle kosten door. Van gemeente Eemsmond (laagste tarief) is bekend, dat zij de kosten van inzameling en verwijdering van de afvalstromen gedeeltelijk in de OZB-tarieven heeft verdisconteerd. Tariefdifferentiatie (Diftar) Het invoeren van tariefdifferentiatie bij gemeenten is veelal ingegeven, doordat men de afvalstromen wil terugdringen, scheiden en dat er wordt betaald voor wat de belastingplichtige aanbied aan afval. Dit is volgens ons een nobel streven. Momenteel hebben we in Slochteren al een gedifferentieerd systeem, dat rekening houdt met de grootte van huishoudens (éénpersoonshuishouden en meerpersoonshuishouden), bij het vaststellen van de afvalstoffenheffing. 13
Echter er zijn redenen, waarom we voorstellen de tariefdifferentiatie niet verder te verfijnen. Er zijn invalshoeken, namelijk uit milieu,- solidariteits-, technische - en financiële overwegingen, van waaruit een verdere tariefdifferentiatie niet gewenst is. Milieu-aspecten: Indien diftar wordt toegepast, leidt dit tot een toename van kosten voor het opruimen van zwerfvuil en illegale dumping. Inwoners van gemeenten met diftar zijn over het algemeen van mening, dat de hoeveelheid zwerfvuil en illegale afvaldumping fors toe neemt. Een sprekend voorbeeld daarvan is de gemeente Apeldoorn. (Zie de site: www.diftarmoe.nl). Praktijkervaring elders wijst uit, dat diftar leidt tot randproblemen in de vorm van een toename van het illegaal dumpen van afval en het anderszins op ‘creatieve’ wijze van het afval afkomen, zonder hiervoor te hoeven betalen. De invoering van diftar laat zien, dat de aangeboden hoeveelheid afval het sterkst afneemt in het eerste jaar van invoering. In de jaren erna is daling van de aangeboden hoeveelheid afval minder sterk en begint het in een aantal gemeenten zelfs weer te stijgen (bron: senternovem), terwijl het doel van diftar is het terugbrengen van de hoeveelheid afval De inzameling van kunststof vindt plaats op basis van nascheiding, hetgeen betekent, dat het kunststof in eerste aanleg in de grijze container terechtkomt om daarna gescheiden te worden. Deze werkwijze is voor de gemeente Slochteren effectiever en goedkoper dan voorscheiding, omdat bij voorscheiding het noodzakelijk is om opnieuw investeringen te plegen. Bij voorscheiding zullen er voor de burgers voorzieningen (o.a. extra container) moeten worden getroffen om te kunnen scheiden. Ook zal geïnvesteerd moeten worden in transport en logistiek.
Solidariteitsaspect: De gemeente heeft in het kader van de volksgezondheid de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een adequate afvalverwijdering op haar grondgebied. Hierbij staat centraal, dat niemand kan worden uitgesloten van de afvalverwijdering. Er is immers sprake van een collectief goed (inzameling van restafval en van GFT), waarbij sprake is van één tarief ongeacht de mate waarin gebruik gemaakt wordt van het collectief goed. De gemeente Slochteren heeft een differentiatie aangebracht naar éénpersoonshuishouden en meerpersoonshuishouden. Het verder individualiseren (diftar) van dit collectief komt naar onze mening de onderlinge solidariteit niet ten goede. Gedacht kan hierbij worden aan de gezinnen met kleine kinderen die veel luiers gebruiken en die vervolgens bij het afval terechtkomen. Bij individualisering heeft dit financiële gevolgen voor deze gezinnen. Solidariteit is ons beleid en dat dragen wij ook uit in ons motto ‘Samen doen, samen verantwoordelijk”. Derhalve vinden we het niet consistent om diftar verder te verfijnen. Technische en financiële aspecten: In het kader van SOZOG (samenwerkingsverband met 10 andere gemeenten) is er met de GFTafvalverwerker (OGAR) een contract afgesloten tot 2014. Dit betekent, dat de gemeente Slochteren een verplichting heeft met betrekking tot het GFT-afval. Het verwerkingstarief bestaat uit een vast gedeelte, dat wordt verdeeld op basis van het aantal inwoners en een degressief variabel tarief, dat wordt verrekend op grond van het per gemeente ingezameld tonnage GFTafval. Dit betekent, dat ongeacht diftar wij tot 2014 de vaste kosten moeten betalen, ongeacht of wel of geen GFT naar OGAR gebracht wordt. Uit dit oogpunt is het financieel niet aantrekkelijk om diftar in te voeren. Momenteel vindt samen met de gemeente Groningen de ontwikkeling van Meerstad plaats. De gemeente Groningen kent geen diftar. Om in de toekomst de uniformiteit binnen Meerstad 14
tussen beide gemeenten te behouden en het voor de burger in Meerstad overzichtelijk te houden, geniet diftar uit dat oogpunt geen voorkeur. Het verder verfijnen van diftar brengt ook extra kosten met zich mee. Zo moet er extra worden geïnvesteerd in het diftarsysteem. Er moeten allerlei technische aanpassingen komen aan o.a. de inzamelvoertuigen, maar ook aan de containers . Ook zal er sprake zijn vervroegde extra afschrijving van oude apparatuur. Daarnaast zullen de handhavingkosten en de uitvoeringskosten (administratie/facturering) gaan toenemen. De facturatie van de afvalstoffen dient frequenter te gebeuren, zodat burgers de kosten aan hun aanbiedingsgedrag kunnen relateren. Ook zal het nodige geïnvesteerd (geld en tijd) moeten worden in voorlichting en communicatie Bovendien is een substantieel deel van de afvalinzamelingkosten (personeelskosten, kapitaallasten van investeringen) niet afhankelijk van de hoeveelheid aangeboden afval en daarmee ook niet direct beïnvloedbaar door de burger. Gezien het vorenstaande zijn wij geen voorstander om diftar (gedifferentieerde tarieven) nog verdergaand te verfijnen. Beslispunt: tariefdifferentiatie niet verder verfijnen.
1.3.3 Leges (heffingen/rechten) Opbrengstraming 2009 € 727.964 Onder de naam “leges” worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in de legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel. Een opsomming van de diensten waarvoor in de legesverordening een vergoeding wordt gevraagd, voert in het kader van deze nota te ver, daarvoor verwijzen wij u naar de legesverordening. Bekend zijn met name de dienstverlening voor de burgerlijke stand en de gemeentelijke basisadministratie, alsmede afgifte van reisdocumenten en de verlening van vele soorten vergunningen, waaronder bouwvergunningen. De “verordening op de heffing en invoering van leges 2009” bevat een uitgebreide tarieventabel. Kostendekkendheid De wetgever heeft aan de gemeenten overgelaten, welke diensten in één (leges)verordening worden geregeld. Gezien de verscheidenheid in diensten, is het voor de wetgever niet mogelijk geweest daarvoor voorschriften te geven zonder te vervallen in zeer gedetailleerde regelgeving. Derhalve heeft de wetgever onder ogen gezien, dat het onmogelijk is om te bepalen dat er per individuele dienstverlening evenwicht moet zijn tussen de geraamde baten en geraamde lasten. De mogelijkheid van kruissubsidiëring (subsidiëring van onrendabele activiteiten met winst uit rendabele activiteiten) binnen de verordening is daarmee door de wetgever onder ogen gezien en bewust aanvaard. De wetgeving leert, dat de kostendekkendheid op het niveau van de verordening moet worden bepaald. Er kan en mag dus compensatie plaatsvinden tussen de verschillende diensten. In principe mogen de geheven leges niet meer dan kostendekkend zijn, maar dit geldt niet voor elk tarief afzonderlijk, waardoor kruissubsidiëring mogelijk wordt. Zo mag bijvoorbeeld, een tekort op de paspoorten en rijbewijzen grotendeels worden gecompenseerd door de opbrengsten van de bouwleges. Aangezien wij inzicht willen hebben in de kosten, maar ook de belastingrechter dit in geval van bezwaar- en beroepsprocedures wil hebben, is het goed om in elk geval per categorie diensten 15
(bijv. bouwvergunningen) een analyse beschikbaar te hebben van de kosten en de opbrengsten, waarmee de tarieven tevens transparant worden. In 2008 heeft de gemeente Slochteren door het IGG bouwkostenadvies BV een onderzoek laten doen naar de kostendekkendheid van de leges. Aangezien er sprake is van een behoorlijk aantal diensten (tarieven) en met het oog op de overzichtelijkheid, zijn gelijksoortige diensten gegroepeerd in een vijftal hoofdgroepen, namelijk: burgerlijke stand, bouwvergunningen, reisdocumenten, rijbewijzen en overige loketfuncties. In onderstaande tabel zijn de geraamde baten en lasten voor 2009 weergegeven. Kostendekkendheid per hoofdgroep 2009: Onderdeel Burgerlijke stand Bouwvergunningen Reisdocumenten Rijbewijzen Overige loketfuncties TOTAAL
Baten 60.000 534.731 50.400 44.700 38.133 727.964
Lasten 109.564 340.579 94.192 68.040 162.410 779.418
Dekking 55% 157% 54% 66% 23% 94%*
* De 94% is het gemiddelde aan kostendekkendheid van alle op ons van toepassing zijnde legesgroepen.
De meest voorkomende en afgenomen diensten (burgerlijke stand, reisdocumenten en rijbewijzen) door de burgers laten een gemiddelde kostendekkendheid zien van bijna 60%. Daarentegen laten de minder door de burgers afgenomen diensten (bouwvergunningen) een hogere kostendekkendheid zien. Wij vinden het acceptabel, dat de veelvoorkomende - door de burger afgenomen - diensten een lagere kostendekkendheid hebben, aangezien wij de burger niet onnodig op willen zadelen met hogere lasten. De hoofdgroep “overige loketfuncties” (o.a. inritvergunningen, drank – en horecavergunningen en kapvergunningen) laten een lage kostendekkendheid zien. Wat hiervan direct de oorzaak van is, is niet bekend. Dit vergt een nadere bestudering en onderzoek. Zodra het e.e.a. hieromtrent nader bekend is, komen wij hierop terug bij de begroting (paragraaf lokale heffingen). In het kader van verdergaande E-dienstverlening wordt er momenteel aan gewerkt om diverse producten (vergunningen, uittreksel bevolkingsregister e.d.) via het internet aan te bieden. Het aantal producten en diensten wat via het internet wordt aangeboden, zal de komende jaren alleen maar toenemen. Wij zullen hier ook bewust op sturen, mogelijk middels lagere tarieven, zodat er meer gebruik wordt gemaakt van deze diensten. In het kader van het terugdringen van administratieve lasten en het versimpelen van procedures voor de burger en het bedrijfsleven is de verwachting, dat hier wellicht een kostenbesparing kan worden gerealiseerd. Op het moment dat het merendeel van de diensten wordt afgenomen via het internet zullen we nader onderzoeken hoe het staat met de kostendekkendheid. Wellicht dat de kostenbesparing (gedeeltelijk) terug gegeven kan worden aan de burger door een tariefaanpassing. Uit bovenstaand overzicht blijkt, dat de kostendekkendheid van de legesverordening gemiddeld 94% is. Gezien een uitspraak van de Hoge Raad van 2005 is dit geen probleem. Volgens deze uitspraak wordt de kostendekkendheid op het niveau van de verordening bepaald en er kan en mag dus compensatie plaatsvinden tussen de verschillende diensten.
16
Wel is er een tendens waarneembaar ten aanzien van bouwleges. De rechterlijke macht heeft enkele uitspraken gedaan in zaken van aanvragers van bouwvergunningen, die bezwaar maakten tegen de hoogte van de leges. Uit de uitspraken blijkt, dat de rechtelijke macht van mening is, dat de tarieventabel in ieder geval aan twee uitgangspunten dient te voldoen om leges op een rechtvaardige wijze te kunnen heffen: 1. Het tarievenstelsel dient een redelijke mate van degressief karakter (het naar verhouding laten afnemen van de legeskosten bij toenemende bouwkosten) te hebben en/of op een enige wijze te worden gemaximeerd. 2. Bij het vaststellen van de legestarieven mag de mate van kostendekkendheid voor uiteenlopende diensten als huwelijken, bouwvergunningen, gemeentearchief e.d. onderling niet teveel verschillen. Ten aanzien van punt 1. hebben wij dit geregeld in de legesverordening. Bovendien baseren wij de bouwleges niet op de bouwsom, maar op m3. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de bijlage inzake “Bouwleges Slochteren model”. Wat punt 2. betreft, uit het overzicht kostendekkendheid 2009 blijkt, dat de kostendekkendheid varieert van 23% tot 156%. Rekening houdende met de uitspraak van de Hoge Raad van 2005, waarin de kostendekkendheid minder van 0,5% was, voorzien wij hiermee geen problemen. De afgelopen jaren is het overgrote deel van de legestarieven niet gestegen. Wij adviseren om de tarieven van de legesverordening jaarlijks minimaal aan te passen met het inflatiepercentage om daarmee te voorkomen, dat de kostendekkendheid terug loopt. Beslispunt: Jaarlijks de tarieven met het inflatiepercentage aan te passen
1.3.4 Lijkbezorgingsrechten Opbrengstraming 2009 € 722 Op basis van de lijkbezorgingsrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor door de gemeente verleende diensten ten aanzien van de begraafplaats. De gemeente is wettelijk verplicht om tenminste één algemene begraafplaats te hebben. In de gemeente Slochteren is dat de algemene begraafplaats te Froombosch. De afgelopen jaren zijn er bijna geen graven verkocht (2007 0, 2008 4). De inschatting is, dat er nog voor plusminus tien jaren voldoende graven beschikbaar zijn. Kostendekkendheid Lijkbezorgingsrechten De kostendekkendheid van de Lijkbezorgingsrechten in gemeente Slochteren is ongeveer 10%. Landelijk komen de tarieven grafkosten geregeld in het nieuws en dan vooral de grote tariefstijgingen en onduidelijke grafkostenstructuur. In zijn algemeenheid kan worden gezegd, dat de kosten voor een graf bij gemeenten de laatste jaren flink gestegen zijn. 2 Dit meldde de media naar aanleiding van een onderzoek uit april 2007. Het klopt, dat de grafkosten hoger zijn geworden, maar dit komt vooral omdat gemeenten kostendekkend zijn gaan werken. Gemeenten mogen grafrechten heffen, maar daarbij geen winst maken. Het verwijt, dat gemeenten de grafrechten ontdekt hebben als 'melkkoe' is dus onterecht.
2
Grafkosten zijn maximaal kostendekkend. (2008, april 11). VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Opgehaald 10:37, oktober 28, 2008 van http://www.vng.nl/eCache/DEF/77/547.html. 17
Bij aangrenzende gemeenten (o.a. Groningen, Hoogezand-Sappemeer en Ten Boer) moet betaald moet worden voor een graf voor een bepaalde tijd (meestal 30 jaar met een mogelijkheid tot verlenging). Dit wijkt af van de door de door ons gehanteerde lijn, namelijk de graven worden verkocht voor onbepaalde tijd. Gezien het feit, dat er voor nog ca. tien jaren voldoende graven zijn en dat er minimaal graven worden verkocht, is het nu niet zinvol om het beleid ten aanzien van de lijkbezorgingsrechten te wijzigen. Een geijkte moment om het beleid te herzien, is bij aanpassingen c.q. investeringen in de algemene begraafplaats Froombosch. Wij stellen u wel voor om jaarlijks de tarieven met het inflatiepercentage te verhogen.
Beslispunt: de tarieven jaarlijks met het inflatiepercentage te verhogen
1.3.5 Overige rechten Naast de hiervoor genoemde rechten zijn er ook andersoortige heffingen die, vanwege het geringe financieel belang, in het kort in deze paragraaf zullen worden besproken. De brandweerrechten zijn diensten verleend aan degene die een dienst aanvraagt dan wel degene aan wie de dienst is verleend. Voor deze rechten worden jaarlijks kosten gemaakt welke middels vastgestelde vergoedingen gedeeltelijk worden gecompenseerd. Liggelden, kadegelden of havengelden zijn rechten die geheven worden voor het gebruik van een gemeentelijke haven. Overigens betreft dit niet uitsluitend recreatievaart. Voor een groot deel van de verleende rechten zal dit echter wel de praktijk zijn. Wij, als gemeente, heffen geen liggelden. Degene die een standplaats inneemt, dan wel koopwaar op de markt uitstalt, kan tegenover de gemeente een plicht hebben tot afdracht van marktgeld. Voor de tariefberekening wordt veelal gebruik gemaakt van de frontbreedte en geldt de strekkende meter als maatstaf. Wij kennen geen marktplaatsverordening en heffen als gevolg daarvan ook geen marktgelden. De ondernemers hebben een vergunning en voor de vergunning wordt leges betaald. Sinds december 1970 biedt de gemeentewet de mogelijkheid om een vermakelijkhedenretributie te heffen. Daarvan is nog niet veel gebruik gemaakt. In 1997 hief naar schatting 1 procent van alle gemeenten deze retributie. De vermakelijkhedenretributie is in de plaats gekomen van de vermakelijkhedenbelasting. Er moet een prestatie van de gemeente tegenover staan. De gemeente zal daarom moeten kunnen aantonen, dat er in verband met die vermakelijkheid speciale voorzieningen zijn aangebracht of extra kosten van gemeentelijk toezicht (bijvoorbeeld politietoezicht) zijn gemaakt. Voor de vermakelijkhedenretributie geldt echter niet het verbod op het maken van winst. De exploitant van de vermakelijkheid is de belastingplichtige.
18
1.4 Overzicht vastgestelde verordeningen met bijbehorende vaststellingsdata In artikel 16 van de Financiële verordening is vastgelegd, dat de nota lokale heffingen tevens een overzicht van de in de gemeente Slochteren te heffen belastingen en rechten dient te bevatten. Bij gemeente Slochteren zijn momenteel de navolgende verordeningen (met bijbehorende vaststellingsdata) inwerking: • Verordening reinigingsheffingen 2009, vastgesteld op 18 december 2008; • Legesverordening 2009, vastgesteld 18 december 2008; • Verordening onroerende-zaakbelastingen 2009, vastgesteld op18 december 2008; • Verordening roerende woon- en bedrijfruimten 2009, vastgesteld op 18 december 2008; • Verordening rioolrechten 2009, vastgesteld op 18 december 2008; • Verordening forensenbelasting 2007, 16 november 2006; • Verordening toeristenbelasting 2009, vastgesteld op 18 december 2008; • Verordening brandweerrechten 2007, 16 november 2006; • Verordening lijkbezorgingsrechten algemene begraafplaats Froombosch 2006 eerste wijziging, 27 april 2006.
19
2. LASTENDRUK GEMEENTE SLOCHTEREN In dit hoofdstuk wordt de huidige lastendruk voor de inwoners en bedrijven van de gemeente in kaart gebracht. De inkomsten en verhouding tussen de diverse heffingen zullen aan de orde komen. Eveneens zal een overzicht worden gegeven van de lastendruk van de éénpersoons-, meerpersoons huishoudens en bedrijven. Voorts komt het kwijtscheldingsbeleid aan bod.
2.1 Inkomsten en verhouding tussen de diverse heffingen In deze paragraaf wordt inzichtelijk gemaakt wat de diverse belastingen opbrengen en welk percentage van de geraamde opbrengst deze voor hun rekening nemen. Onderstaand treft u een tabel met de geraamde opbrengsten voor 2009 aan. Een ander is tevens grafisch weergegeven. Opbrengst belastingen en heffingen: Omschrijving begroting 2009 Onroerende zaakbelasting 2.222.000 Toeristenbelasting 40.000 Forensenbelasting 6.500 Afvalstoffen/reinigingsrechten 1.445.230 Rioolrechten 1.542.835 Brandweerrechten 15.000 Leges 727.964 Lijkbezorgingsrechten 722 TOTAAL 6.000.251
De totale gemeentelijke inkomsten voor 2009 zijn begroot op ongeveer op € 29,5 mln. De opbrengsten uit belastingen en heffingen maken voor ca. 20% (€ 6 mln.) hiervan deel uit.
De onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolrechten nemen afgerond 87% van de opbrengsten uit belastingen en heffingen voor hun rekening.
opbrengst belastingen en heffingen
0%
12%
0% 37%
26% 1% 24%
0%
Onroerende zaakbelasting
Toeristenbelasting
Forensenbelasting
Afvalstoffen/reinigingsrechten
Rioolrechten
Brandweerrechten
Leges
Lijkbezorgingsrechten
20
2.2 Lastendruk bevolking en bedrijven Paragraaf 2.1 laat zien hoeveel de inkomsten bedragen van de belastingen en heffingen. Niet tot uitdrukking komt echter hoe deze heffingen ‘drukken’ op het inkomen van een gemiddelde huishouden. Daarom zal in deze paragraaf een beeld geschetst worden van de gemiddelde lasten van de diverse doelgroepen. Artikel 16 van de Financiële verordening stelt, dat inzichtelijk moet zijn wat de lastendruk is voor bedrijven, éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Met betrekking tot deze doelgroepen worden verschillende tarieven gehanteerd voor de onroerendzaak-belastingen, afvalstoffenheffingen en rioolrechten. In het onderstaand overzicht worden de verschillende lasten tot uitdrukking gebracht voor 2009: OZB gebruiker OZB eigenaar Rioolrechten Afval/reinigingsrechten % van de woz% van de wozwaarde waardeBedrijven 0,2456 % 0,3072 % € 259,30 € 230,55 Meerpersoons h.h. 0,2016 % € 259,30 € 230,55 Eenpersoons h.h. 0,2016 % € 259,30 € 208,16
De genoemde percentages voor OZB zijn nog voorlopige percentages voor het begrotingsjaar 2009. De definitieve percentages zullen uiterlijk maart 2009 bekend zijn. Het vergelijk tussen de diverse bevolkingsgroepen geschiedt door het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden). Jaarlijks worden door het COELO de lokale lasten van alle gemeenten berekend en met elkaar vergeleken, de zogenaamde COELOatlas. De rangschikking in de atlas is van laag naar hoog. Naast de gemeentelijke heffingen worden ook de provinciale en de waterschapsbelastingen behandeld. Het geeft een globale indruk, waar je staat als gemeente met betrekking tot de belastingdruk. Voor het overzicht van omliggende gemeenten wordt verwezen naar de bijlage “Benchmark gemeentelijke belastingen Slochteren t.o.v. andere gemeenten”. Voor de berekening van de lokale lastendruk worden de tarieven voor de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en de onroerend zaakbelastingen (o.b.v. de gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente) bij elkaar opgeteld. Vervolgens kan met het gebruik van dezelfde veronderstellingen een vergelijking worden gemaakt met andere gemeenten. Voor het interpreteren van deze gegevens geldt een belangrijk devies: ‘Weet wat u meet, maar weet ook wat u niet meet’. De eigenheid van de gemeente in het vaststellen van de tarieven speelt nu eenmaal een belangrijke rol. Sommige factoren brengen met zich mee, dat een hogere tariefstelling ‘gerechtvaardigd’ kan zijn. Een belastingverordening mag niet worden ingericht naar inkomen, winst of vermogen en dat betekent feitelijk dat elke discussie hieromtrent buiten beschouwing wordt gelaten. Opvallend is, dat de tarieven voor rioolrecht in sommige gemeenten ongeveer € 100,- per aansluiting goedkoper zijn dan een aansluiting in de gemeente Slochteren. Maar daar staat weer tegenover dat de gemeente Slochteren met de OZB goedkoper is. Op basis van de ons ter beschikking staande gegevens is daar geen éénduidige antwoord op te geven. Dit heeft onder andere te maken met de eigenheid van de gemeenten met de daarbij behorende beleidsterreinen, die financieel en inhoudelijk niet te reconstrueren, respectievelijk transparant te maken is. Hierbij moet worden gedacht aan de grootte van de gemeente, aantal 21
kernen, de bodemgesteldheid, voorzieningenniveau en ambitieniveau. Maar ook in hoeverre de gemeenten de kosten met betrekking tot afval en riool doorberekenen aan de belastingbetaler. Het beleid van de gemeente Slochteren is om de kosten 100% door te berekenen aan de belastingbetaler.
2.3 Kwijtscheldingsbeleid In artikel 16 van de Financiële verordening staat vermeld, dat het kwijtscheldingsbeleid onderdeel dient te zijn van de nota. In artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt aangegeven, dat kwijtschelding van belastingschuld wordt verleend aan diegenen die niet anders dan met buitengewoon bezwaar hun belastingschuld kunnen voldoen. Allereerst wordt vastgesteld wat het vermogen (bijv. een woning of een auto) van de aanvrager is. Dit wordt berekend volgens de Uitvoeringsregeling. Als iemand vermogen heeft, komt hij in principe niet voor kwijtschelding in aanmerking. Als iemand geen vermogen heeft, wordt vervolgens gekeken naar de ‘betalingscapaciteit’. Dat is het netto-besteedbare inkomen, verminderd met de ‘kosten van bestaan’. De belastingschuldige mag 20 procent van die betalingscapaciteit houden en moet met de overige 80 procent z’n belastingschuld betalen. Als de 80 procent niet voldoende is om de gehele belastingschuld te voldoen, dan wordt voor het resterende bedrag kwijtschelding verleend. Zowel het netto-besteedbare inkomen als de kosten van bestaan zijn nader gedefinieerd in de Uitvoeringsregeling. Dat is een vrij gedetailleerde regeling, die op hoofdlijnen als volgt werkt: het netto-besteedbare inkomen minus bepaalde uitgaven. Als inkomen gelden alle inkomsten die aan loonbelasting zijn onderworpen, evenals alimentatie-uitkeringen, met uitzondering van de kinderbijslag. Als uitgaven worden afgetrokken: betalingen op belastingschulden en eventuele nog te betalen ziektekostenpremies evenals, binnen grenzen, de woonlasten. Op dit punt mogen de gemeenten niet afwijken van het Rijksbeleid. Betalingscapaciteit Inkomen Uitgaven Netto-inkomen Kosten van bestaan Betalingscapaciteit
-
De kosten van bestaan worden in de Uitvoeringsregeling gesteld op 90 procent van de bijstandsnorm. Op dat punt kan de gemeenteraad echter besluiten een ruimer beleid te voeren dan het Rijk. De gemeente is bevoegd het percentage bij te stellen op ten hoogste 100 procent van de bijstandsnorm. De gemeente Slochteren hanteert de maximale variant. Als een gemeente de kosten van bestaan heeft gesteld op 100 procent van de bijstandsnorm en iemand heeft als inkomen uitsluitend een bijstandsuitkering, dan zal zijn betalingscapaciteit normaal gesproken nul zijn. Betrokkene komt dan ook voor kwijtschelding in aanmerking tenzij, uiteraard, op grond van zijn vermogenspositie al is geconcludeerd, dat hij niet voor kwijtschelding in aanmerking komt. Het bedrag wat de gemeente Slochteren jaarlijks aan kwijtschelding verleent, bedraagt ca. € 40.000. Het overzicht op de volgende pagina geeft inzicht in het bedrag aan kwijtschelding voor 2006 en volgende jaren. 22
Jaar 2006 werkelijk 2007 werkelijk 2008 raming 2009 raming
kwijtschelding € 40.777 € 40.438 € 43.000 € 43.000
2.3.1 Automatische kwijtschelding De belastingplichtige moet zelf actief, eventueel met hulp van de gemeente, een kwijtscheldingformulier invullen. Vervolgens worden de kwijtscheldingsaanvragen beoordeeld door het Hefpunt. Op basis van het advies wat het Hefpunt geeft, wordt er wel/geen kwijtschelding verleend. Uit het oogpunt van doelmatigheid en klantgerichtheid is het zinvol om aan een belastingplichtige geen aanslag op te leggen als aan deze persoon reeds meerdere jaren kwijtschelding is verleend en er geen verbetering van de financiële positie is, of op korte termijn te verwachten valt. Wij willen daarom met ingang van 2010 automatisch kwijtschelding invoeren/verlenen. Daarvoor is het noodzakelijk, dat bestanden van andere organisatie met de gemeentelijke bestanden wordt vergeleken. Hiervoor moeten o.a. automatiseringstechnisch, organisatorisch en ook uit oogpunt van communicatie nadere afspraken worden gemaakt en maatregelen worden getroffen. De voordelen van deze werkwijze zijn onder andere minder administratieve rompslomp voor de burgers en een snellere afhandeling van kwijtscheldingverzoeken 2.3.2 Automatische incasso De gemeente Slochteren biedt de belastingplichtige de mogelijkheid van gespreide betaling aan. Door middel van de zogenaamde automatische incasso kan de belastingplichtige zijn belastingsom in 9 maandelijkse termijnen betalen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens van gespreide betalingen.
23
3. SAMENVATTING BESLISPUNTEN 3.1 Resumé Het gemeentelijke belastinggebied blijft voortdurend in ontwikkeling en wij zullen ons dan ook steeds pro-actiever op moeten stellen om binnen de geboden mogelijkheden een afgewogen belastingmix tot stand te brengen. Onze steeds meer beperkte belastingautonomie gebruiken wij enerzijds om voldoende inkomsten te kunnen genereren om eigen beleid te kunnen uitvoeren. Aan de andere kant stellen wij ons tot doel, dat de lokale belastingdruk binnen aanvaardbare grenzen blijft. Binnen dit spanningsveld maken wij jaarlijks afgewogen keuzes die wij telkens aan uw raad voor leggen. 3.2 Beslispunten Hieronder treft u de opsomming van de beslispunten die in voorgaande hoofdstukken zijn vermeld. Paragraaf 1.1.1 Onroerende-zaakbelasting •
Handhaven tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen
Paragraaf 1.1.3 Forensenbelasting •
Uit doelmatigheidsoverwegingen besluiten tot afschaffing van de forensenbelasting
Paragraaf 1.1.4 Toeristenbelasting •
Toeristenbelasting handhaven
Paragraaf 1.2.1 Precariobelasting •
Geen precariobelasting invoeren
Paragraaf 1.2.2 Parkeerbelastingen •
Geen parkeerbelasting invoeren
Paragraaf 1.2.3 Baatbelasting •
Geen baatbelasting invoeren
Paragraaf 1.2.4 Hondenbelasting •
Geen hondenbelasting invoeren
Paragraaf 1.2.5 Reclamebelasting •
Geen reclamebelasting invoeren
Paragraaf 1.3.1 Rioolrechten • • • •
Invoeren van één rioolheffing (model A) De belastingplichtige is de eigenaar M.b.t. de invoering van brede rioolheffing in 2010 vrijstelling toe te passen voor: parkeerterreinen, garageboxen en landbouwgronden. Voor percelen waarvoor tevens afwatering van hemelwater geldt i.c.m. door particulieren en bedrijven reeds aangeschafte IBA’s: - van de belastingplichtigen wordt de IBA door de gemeente overgenomen tegen de restwaarde; - deze belastingplichtigen krijgen een vergoeding van de stroomkosten van de geplaatste IBA 24
wanneer deze op het netstroom is aangesloten van de belastingplichtige; - deze maatregelen worden bekostigd middels onttrekking aan de egalisatiereserve rioolrechten.
Paragraaf 1.3.2. Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht •
Tariefdifferentiatie niet verder verfijnen
Paragraaf 1.3.3 Leges (heffingen/rechten) •
Jaarlijks de tarieven met het inflatiepercentage aan te passen
Paragraaf 1.3.4 Lijkbezorgingsrechten •
Jaarlijks de tarieven met het inflatiepercentage aan te passen
25
Bijlage: Vergelijking gemeentelijke belastingen Slochteren t.o.v. andere gemeenten Gemeentelijke woonlasten 2008
Eemsmond
Stadskanaal
H-S
Veendam
Zuidhorn Menterwolde
Bedum
Reiderland
Grootegast
Leek Bellingwedde Groningen
Eénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Rangnummer meerpersoonshuishouden Rangvolgorde Groninger gemeenten OZB Tarief eigenaren woningen Tarief gebruikers niet-woningen Tarief eigenaren niet-woningen
513 525 29 1
484 543 38 2
486 551 49 3
524 579 88 4
529 582 92 5
579 599 128 6
616 616 165 7
578 619 174 8
559 621 184 9
471 634 211 10
593 645 240 11
618 653 258 12
4,58 6,31 7,87
2,66 4,1 5,13
2,94 5,39 6,73
2,69 3,56 4,45
2,24 2,75 3,47
3,3 4,65 5,85
2,61 3,93 4,97
3,84 6,39 7,98
2,43 3,46 4,39
2,56 2,36 2,56
2,79 2,26 2,79
3,04 5,71 7,2
Reinigingsheffing woningen Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden Kwijtschelding Kwijtscheldingsnorm (%)
12 24 ja 100
156 215 deel 100
174 239 deel 100
232 288 ja 100
164 217 nvt nvt
175 195 ja 100
263 263 ja 100
177 218 ja 95
161 224 deel 100
155 224 nvt nvt
165 217 ja 100
297 332 deel 100
Rioolrecht/heffing woningen Tarief gebr. éénpers.huishouden Tarief gebr. meerpers.huishouden Tarief eigenaar Kwijtschelding gebruiker Kwijtscheldingsnorm (%)
113 113 113 ja 100
0 0 154 nvt nvt
68 68 70 ja 100
125 125 0 ja 100
184 184 0 nvt nvt
0 0 180 nvt nvt
155 155 0 ja 100
0 0 196 nvt nvt
0 0 194 nvt nvt
94 188 0 nvt nvt
0 0 225 nvt nvt
0 0 119 nvt nvt
Gemeentelijke woonlasten 2008
Marum
De Marne Slochteren Appingedam Vlagtwedde
Ten Boer
Haren
Delfzijl
Pekela Loppersum
Scheemda
Winsum
Eénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Rangnummer meerpersoonshuishouden Rangvolgorde Groninger gemeenten OZB Tarief eigenaren woningen Tarief gebruikers niet-woningen Tarief eigenaren niet-woningen
609 672 300 13
619 674 302 14
654 676 306 15
656 682 317 16
687 687 330 17
695 695 351 18
630 696 352 19
636 698 356 20
645 700 360 21
661 708 370 22
721 721 381 23
704 727 394 24
2,18 2,76 3,45
2,3 2,95 3,67
2,52 3,07 3,84
4,22 4,27 5,55
2,22 1,86 2,22
3,04 4,62 5,66
2,62 2,1 2,62
3,64 6,16 7,7
3,25 4,36 5,56
2,91 3,07 3,91
3,74 5,94 7,4
3,5 4,17 5,27
Reinigingsheffing woningen Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden Kwijtschelding Kwijtscheldingsnorm (%)
197 259 deel 100
177 232 deel 100
205 227 ja 100
265 290 ja 100
244 244 ja 100
236 236 nvt nvt
153 219 nvt nvt
236 298 ja 100
190 245 ja 100
228 275 ja 100
252 252 ja 100
265 288 ja 100
Rioolrecht/heffing woningen Tarief gebr. éénpers.huishouden Tarief gebr. meerpers.huishouden Tarief eigenaar Kwijtschelding gebruiker Kwijtscheldingsnorm (%)
192 192 0 ja 100
0 0 299 nvt nvt
0 0 259 nvt nvt
166 166 0 ja 100
0 0 286 nvt nvt
0 0 233 nvt nvt
0 0 168 nvt nvt
182 182 0 ja 100
0 0 271 nvt nvt
0 0 232 nvt nvt
0 0 226 nvt nvt
0 0 193 nvt nvt
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Heffingskorting Bedrag
Gemeentelijke woonlasten 2008
Winschoten
Eénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Rangnummer meerpersoonshuishouden Rangvolgorde Groninger gemeenten OZB Tarief eigenaren woningen Tarief gebruikers niet-woningen Tarief eigenaren niet-woningen
4,06 6,02 7,53
Reinigingsheffing woningen Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden Kwijtschelding Kwijtscheldingsnorm (%)
259 259 ja 100
Rioolrecht/heffing woningen Tarief gebr. éénpers.huishouden Tarief gebr. meerpers.huishouden Tarief eigenaar Kwijtschelding gebruiker Kwijtscheldingsnorm (%)
0 0 227 nvt nvt
733 733 400 25
Op basis van het Coelo-rapport 2008 staat Slochteren landelijk op positie 306 en op provinciaal niveau op positie 15. Over 2007 was de landelijke rangschikking van Slochteren nog nummer 357 en provinciaal nummer 20. Dus ten opzicht van 2007 een stijging van 5 plaatsen. De site www.waarstaatjegemeente.nl geeft ook inzicht hoe de gemeente ten opzichte van anderen staat. Deze site gebruikt de coelo-gegevens ook als bron.
Bijlage: Specificatie kosten Heffingen / Rechten Afvalstoffenheffing: AFVAL
raming 2009
bijdragen overige inkomensoverdrachten overige goederen en diensten btw kapitaallasten organisatiekosten kwijtschelding Totale lasten 2009 vergoeding verrichte diensten Totale baten 2009
-58.100 -58.100
Netto lasten 2009
eenpersoonshuishouding meerpersoonshuishouding
2.000 12.500 824.873 156.821 55.000 382.786 43.000 1.476.980
1.418.880
aantal aanslagen 1500 4800 6300
tarief 2009 Opbrengst 208,16 312.240 230,55 1.106.617 1.418.857
Rioolrecht: RIOOL
raming 2009
energie overige goederen en diensten btw kapitaallasten organisatiekosten storting egalisatiereserve riool Totale lasten 2009
60.300 273.801 60.300 891.000 188.006 73.000 1.546.407
vergoeding verrichte diensten Totale baten 2009
-3.572 -3.572
Netto lasten 2009
rioolrechten
1.542.835
aantal aanslagen 5950
tarief 2009 Opbrengst 259,30 1.542.835
28
Legesverordening Kosten leges personeelskosten huisvestingskosten automatiseringskosten algemene kosten overige kosten Totale lasten 2009
raming 2009 489.675 60.022 68.944 24.775 130.764 774.180
leges Totale baten 2009
-727.964 -727.964
Netto lasten 2009
46.216
29
Bijlage: Lijkbezorgingsrechten Met betrekking tot de lijkbezorgingsrechten wordt voor het overzicht van omliggende gemeenten verwezen naar het onderstaand overzicht. Voor het kostenoverzicht is gebruik gemaakt van het grafkosten-onderzoek door uitvaartverzekeraar Monuta 3. De bedragen zijn gebaseerd op onderzoek in het eerste kwartaal van 2007 en geven een indicatie van de kosten. Gemeente
Bedum
Begraafplaats
Gem. begr. Plts Gem. begr. Plts Gem. begr. Plts R.K. Kerkhof
Rangnummer grafkosten
Delfzijl
12
Eemsmond 4
Algemeen graf
Groningen
6
H-S
9
Pekela
De stille hof
St. Bonifacius
11
1
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Eigen graf voor 1 persoon
2.687,00
1.000,00
1.278,00
1.635,00
1.892,00
375,00
Eigen graf voor 2 personen
5.315,00
0,00
0,00
2.635,00
2.335,00
750,00
830,00
830,00
830,00
830,00
830,00
830,00
Crematiekosten
Gemeente
Scheemda
Begraafplaats
Gem. begr. Plts Gem. begr. Plts Gem. begr. Plts Gem. begr. Plts Gem. begr. Plts Gem. begr. Plts
Rangnummer grafkosten Algemeen graf
Slochteren
5
Stadskanaal
3
7
Veendam 10
Vlagtwedde
Winschoten
2
8
0,00
0,00
0,00
474,00
0,00
0,00
Eigen graf voor 1 persoon
1.065,00
965,00
1.279,00
1.799,00
818,00
1.372,00
Eigen graf voor 2 personen
1.701,00
965,00
2.458,00
2.139,00
1.137,00
2.175,00
830,00
830,00
830,00
830,00
830,00
830,00
Crematiekosten
3
Uitvaartkostenmeter Monuta. Opgehaald 8:42, oktober 29, 2008 van http://modules.monuta.nl/Print/?p=193. 30
Bijlage: Bouwleges “Slochteren model” Het `Slochterenmodel´ is vanaf belastingjaar 2008 in de legesverordening (bouwvergunningen) opgenomen. De VNG, Vereniging Eigen Huis, Vereniging Bouw- en Woningtoezicht NL, alsmede een aantal grote gemeenten hebben interesse in het model dat door onze gemeente is ontwikkeld 4. Met betrekking tot het model is de uitleg als volgt. Onze gemeente berekende voorheen, net als andere gemeenten, de leges voor bouwvergunningen volgens de modelverordening van de VNG. De aanneemsom wordt gebruikt als uitgangspunt en de standaarden volgens bijvoorbeeld de taxatieboekjes van Elsevier worden gebruikt als referentie. Steeds vaker ontving onze gemeente bezwaren tegen de hoogte van de door ons berekende aanneemsom. Het blijkt dat, mede door de marktwerking binnen Europa, steeds scherpere prijzen werden gehanteerd door aannemers. De invloed van onder andere Duitse, Poolse en andere buitenlandse bouwers is daarbij onmiskenbaar. De bezwarenafhandeling kost veel tijd. Bovendien was discutabel of het systeem dat gehanteerd werd binnen de modelverordening van de VNG wel toereikend is. Degene die voor een lagere prijs een woning of andersoortig pand kan bouwen, heeft behalve van de scherpere bouwsom eveneens voordeel bij de heffing van de leges bouwvergunning. Dit terwijl het uitgangspunt het beoordelen van een bouwaanvraag zou moeten zijn. Het zou in feite niet uit mogen maken of degene die het bouwwerk laat bouwen duurder danwel goedkoper uit is dan zijn buurman, die bijvoorbeeld een andere aannemer in dienst neemt en/of andere materialen gebruikt. Om deze reden heeft onze gemeente een model leges bouwvergunning ontwikkeld, welke het soort object en objectgrootte als uitgangspunt neemt. De intentie was om te komen tot een zelfde legesopbrengst. Het is evenwel van belang dat de totale bouwsom op geen enkele wijze in beeld is bij het aanvragen van een bouwvergunning. Dat belang geldt ook bij de leges welstandszorg. Deze laatste worden overigens in het kader van administratieve lastenverlichting afgeschaft. Zoals eerder genoemd is het `Slochterenmodel´ vanaf belastingjaar 2008 in de legesverordening opgenomen. Het model is door onze gemeente bedacht en bevat behoorlijk veel pionierswerk. Daarom zijn gedurende belastingjaar 2008 aanpassingen verricht in het model. De wijzigingen hielden ondermeer verband met de definitieve tariefstelling van de leges welstandszorg en maximum tarieven voor de te heffen bouwleges. Uitgangspunt voor de berekening van de leges bouwvergunning voor woningen is echter overeind blijven staan en daarmee heeft Slochteren een model ontwikkeld, welke door meer gemeenten wordt overgenomen.
4
VNG kiest voor transparantie bij de bouwleges. (2008, april 11). VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Opgehaald 15:02, oktober 31, 2008 van http://www.vng.nl/smartsite.dws?ch=def&id=60030&it=2. 31