Agenda Euregioraadsvergadering op donderdag 28-05-2015, 14.00 uur Koninklijke Burgers’ Zoo, Antoon van Hooffplein 1, 6816 SH Arnhem
Punt 1
Opening en begroeting
Punt 2
Goedkeuring van het verslag van 26-11-2014
Punt 3
Arnhem in Euregionaal perspectief
Punt 4
Uitvoering Strategische Agenda
Punt 5
Tolheffing Duitse autosnelwegen
Punt 6
INTERREG V A a. Vermindering bureaucratie – nieuwe subsidierichtlijnen b. Hoe dien ik een aanvraag in? c. Nieuwe projectvoorstellen
Punt 7
Financiën • Jaarrekening 2014
Punt 8
Samenstelling Euregiocommissies
Punt 9
Terugblik
Punt 10
Rondvraag en sluiting
(toegestuurd op 18-12-2014)
Aansluitend “Informatietafels” over het nieuwe INTERREG VA programma en gelegenheid Burgers Zoo te bekijken.
Hubert Bruls voorzitter
Euregioraad 28-05-2015 Punt 4 Uitvoering Strategische Agenda 2020 „In 2020 is in de Rhein-Waal-Regio grensoverschrijdende samenwerking vanzelfsprekend. Er zijn nieuwe, duurzame sociaaleconomische grensallianties gelegd, waarin overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en het maatschappelijk middenveld informatie uitwisselen en nauw samenwerken. Zij weten elkaar in alle sectoren grensoverschrijdend te vinden. Zij profiteren van elkaars kennis en netwerken en beantwoorden samen de vraagstukken van de toekomst. Men ziet elkaar niet langer als concurrent maar als partner.” Met behulp van de Strategische Agenda 2020 wil de Euregio Rijn-Waal deze visie in de komende jaren verwezenlijken, samen met alle Euregioleden, samenwerkingspartners, INTERREG-partners en overige regionale stakeholders. De euregionale verankering, een duurzame euregionale economische ontwikkeling en de euregionale soft skills zijn hiervoor de drie thematische speerpunten. Er zijn diverse, in de Strategische Agenda genoemde, maatregelen, die reeds door externe stakeholders in overleg met het secretariaat opgepakt worden of die die Euregio Rijn-Waal zelf heeft opgepakt. Een overzicht: Euregionale verankering Een verankering van de visie en de doelen van de Strategische Agenda 2020 in de regio is een voorwaarde voor een succesvolle uitvoering van de agenda. De Strategische Agenda moet daarom verzekerd zijn van draagvlak in de regio, onder de leden en de stakeholders. Nieuwe en bestaande grensallianties spelen daarbij een centrale rol. De zeven gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Mook en Middelaar, Goch en Weeze hebben gezamenlijk de „Agenda grensoverschrijdende economische samenwerking – Goch, Land van Cuijk, Top van Noord-Limburg, Weeze“ opgesteld. De zeven gemeenten hebben afgesproken om de toekomstige samenwerking rond drie thema´s te concentreren, namelijk agro-food, recreatie en toerisme en ontgrenzing. Deze thema´s sluiten goed aan bij de thematische richting van de Strategische Agenda 2020 van de Euregio Rijn-Waal. Met de agenda van de zeven gemeenten worden de eerste concrete activiteiten van de Euregio-agenda, met name op het gebied van “smeden van nieuwe grensallianties” en “euregionale verankering” in de praktijk gebracht. De Stadt Rheinberg, vertegenwoordigers van de Hochschule Rhein-Waal en de gemeente Renkum zijn voornemens de grensoverschrijdende samenwerking op de terreinen klimaatbescherming, energie en CO2-arme economie te continueren. De basis hiervoor vormen de ervaringen van het INTERREG IV A project KliKER. De Euregio Rijn-Waal richt zich de komende jaren op een versterkte onlinepresentatie. Voor de zomer van dit jaar is de relaunch van de website van de Euregio Rijn-Waal gepland. Nieuw is o.a. een gedeelte speciaal voor leden. Verder wordt voor het Euregionale Forum Grensoverschrijdende gezondheidszorg een online-platform ontwikkeld, zodat het Euregionale forum zijn netwerkfunctie nog beter kan vervullen dan nu al het geval is. De Euregio Rijn-Waal vergroot haar zichtbaarheid in de regio: - Organisatie van symposia over o.a. arbeidsmarkt en gezondheidszorg - Activiteiten voor leden (o.a. Euregioraadsreis, contactpersonendag op 17 juni 2015) - Advies- en informatiegesprekken met lidorganisaties en stakeholders - Presentaties voor scholieren, studenten en diverse bezoekersgroepen - Deelname aan ondernemersbijeenkomsten aan weerszijden van de grens
Euregionale duurzame economische ontwikkeling
In het kader van de grensoverschrijdende samenwerking heeft de Rhein-Waal-Regio zich in de afgelopen 20 jaar ontwikkeld tot de mobielste regio langs de NederlandsDuitse grens. Sinds de jaren ´90 neem de stroom van werknemers, studenten en scholieren, die dagelijks de grens overgaan voor opleiding of beroep voortdurend toe. Inmiddels gaan ruim 20.000 mensen dagelijks de grens over. Het informatieaanbod voor grenspendelaars van de Euregio Rijn-Waal wordt in het nieuwe netwerk “GrensInfoPunten” geïntegreerd. Dit netwerk omvat de gehele Duits-NederlandsBelgische grensregio. Een beter persoonlijk advies voor grensgangers is daarbij het doel. Een gezamenlijke website en een gezamenlijk logo moeten het de grenspendelaars makkelijke maken om de benodigde informatie te vinden. De start van het GrensInfoPunt bij de Euregio Rijn-Waal is gepland voor 01-01-2016. Voor een functionerende arbeidsmarkt en een euregionaal opleidingslandschap zijn de erkenning en transparantie van de opleidingen en kwalificaties noodzakelijk. Initiatieven als de “Ler(n)ende Euregio” en “Grenzen bewegen” hebben tot doel de ontwikkeling van de euregionale arbeidsmarkt duurzaam te ondersteunen: − De projectpartners van de Ler(n)ende Euregio pakken in het kader van het project “De Ler(n)ende Euregio doet het!” de volgende onderwerpen aan: “competentieontwikkeling van de beroepsbevolking, “professionalisering van docenten en managers in het beroepsonderwijs”, “kennisuitwisseling op het gebied van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt” en “het wegnemen van obstakels veroorzaakt door de verschillende onderwijssystemen“. − Het Theodor-Brauer-Haus (Kleve) heeft samen met RSD de Liemers, de gemeente Overbetuwe en diverse andere partners het initiatief genomen om langdurig werklozen grensoverschrijdend uitzicht te bieden op een nieuwe baan. Taal-, cultuur- en sollicitatiecursussen en euregionale stages zijn hiervoor de belangrijkste instrumenten. Om dit initiatief te realiseren hebben bovengenoemde inrichtingen het project “Grenzen bewegen” ontwikkeld.
Euregionale soft skills Ook de inwoners van de Rhein-Waal-Regio moeten bij de grensoverschrijdende samenwerking betrokken worden. Daarom ontwikkelt de Euregio Rijn-Waal een follow-upproject voor “People to People”. Doel van dit nieuwe initiatief is het de contacten tussen Duitse en Nederlandse organisaties, gemeenten, verenigingen, bedrijven, scholen en sociale en culturele inrichtingen te stimuleren. De vorming van nieuwe grensallianties staat hierbij centraal. Met deze initiatieven investeert de Euregio Rijn-Waal versterkt in het informeren en inspireren van haar stakeholders en ontwikkelt ook zelf grensoverschrijdende innovatieve initiatieven, die er toe bijdragen, de doelen van de Strategische Agenda 2020 te realiseren. Het Dagelijks Bestuur zal tevens binnenkort in een extra vergadering discussiëren over de prioriteiten, die als eerste opgepakt dienen te worden.
Besluitvoorstel: Korte bespreking en ter kennisname
Euregioraad 28-05-2015 Punt 5 Tolheffing - Stand van Zaken De Duitse Bundestag heeft ingestemd met de tolheffing voor auto´s. Het wetsvoorstel is op 27 maart 2015 door het parlement goedgekeurd. De Bundesrat heeft op 8 mei ingestemd met het voorstel en ziet af van het instellen van een zgn. bemiddelingscomité. Daarom zal de wet waarschijnlijk in 2016 in werking treden. De heffing zal gelden voor alle gebruikers van de autosnelwegen en overige rijkswegen. Voor buitenlandse automobilisten zal de heffing voor de overige rijkswegen echter in de praktijk niet gehandhaafd worden om het kleine grensverkeer niet te belasten. Uitzonderingen zijn voor de grensregio´s niet voorzien. De mogelijkheid om de tolplannen in dit stadium te stoppen, kan slechts vorm aannemen door de drie onderstaande opties: 1. De Europese Commissie zal de Duitse plannen voor een tolheffing voor auto´s na goedkeuring van het wetsvoorstel preciezer beoordelen. Indien de wet niet conform het Europese recht blijkt te zijn, zou er een klacht ingediend kunnen worden bij het Europese Hof van Justitie (HvJ-EU). 2. Een EU-lidstaat dient een klacht in wegens discriminatie bij het HvJ-EU. 3. Particulieren dienen een klacht in bij het HvJ-EU. Enkele Euregioleden hebben zich recentelijk in een gezamenlijke verklaring nogmaals uitdrukkelijk tegen de tol uitgesproken. Er werd overwogen om te toetsen of een juridische procedure tegen de tol bij het Europese Hof van Justitie (HvJ-EU) mogelijk is. Hierover heeft het Dagelijks Bestuur tijdens de afgelopen vergadering op 8 mei intensief overlegd. Vastgesteld werd, dat het bewandelen van de gerechtelijke weg voor het HvJ-EU voor de Euregio zowel financieel als ook qua personeel niet haalbaar is. Wel dient de politieke opinie verder bewerkt te worden en dient men zich, rekening houdend met de gevolgen voor de grensoverschrijdende samenwerking, tegen de tol uit te spreken. Besluitvoorstel: De Euregio Rijn-Waal zal zich bij de relevante nationale instanties blijven inzetten om er via de Europese Commissie op aan te sturen de tolwet terug te draaien.
Euregioraad 28-05-2015 Punt 6 a. Vermindering bureaucratie – nieuwe subsidiebepalingen
Tijdens de vergadering van het Comité van Toezicht INTERREG VA op 27-03-2015 in Venlo werden de subsidiebepalingen voor het INTERREG V programma Deutschland Nederland vastgelegd in de “kaderrichtlijn INTERREG Deutschland Nederland” en de bijbehorende bijlagen (algemene aanvullende bepalingen INTERREG Deutschland Nederland en de overheadkostencatalogus), onder voorbehoud van de toestemming van de deelstaat Niedersachsen, goedgekeurd. Het actuele concept omvat wijzigingen in de regelingen die zullen leiden tot administratieve vereenvoudigingen voor de projectpartners en de programma instanties. Voorbeelden daarvan zijn de afrekening van personeelskosten en overheadkosten met standaardtarieven, de subsidiabiliteit van voorbereidingskosten en de vermindering van de controledruk. De actuele conceptversie van de kaderrichtlijn ontvangt u als bijlage.
De subsidiebepalingen zullen tijdens de vergadering worden toegelicht. Besluitvoorstel: Bespreking en kennisname
Euregioraad 28-05-2015 Punt 6 b. Hoe vraag ik een INTERREG-Project aan? Verantwoordelijk voor het INTERREG VA-Programma Deutschland-Nederland is het Wirtschaftsministerium des Landes Nordrhein-Westfalen als beheersautoriteit. Aanspreekpunt Programma-Management Euregio Rijn-Waal De Euregio Rijn-Waal is net als de Eems-Dollard Regio, de Euregio Gronau en de euregio rijn-maas-noord als Regionaal Programma-Management de verantwoordelijke aanspreekpartner voor de aanvrager. Vóór het indienen wordt geadviseerd een afspraak met het Regionale ProgrammaManagement bij de Euregio Rhein-Waal te maken. Opstart aanvraag Een projectconcept bevat: • • •
Grensoverschrijend projectidee Duitse en Nederlandse projectpartners Globaal NL / D kosten- en financieringsplan
Een conceptformulier staat op www.deutschland-nederland.eu of kan bij het Regionale Programma-Management bij de Euregio Rijn-Waal worden aangevraagd. Indien een projectconcept goed en samenhangend is uitgewerkt, kan een aanvraag worden ingediend, waarna de besluitvormingsprocedure in gang gezet kan worden. Inhoudelijke focus Het projectidee dient thematisch aan te sluiten bij: Prioriteit I „Innovatiekracht van het MKB versterken“ Bijvoorbeeld Agrobusiness/Food, Health & Life Sciences, High Tech Systems & Materials (HTSM), Logistiek en Energie/CO2-reductie en overige sectoren. Priorität II „sociaal-culturele en territoriale cohesie van het grensgebied“ Bijvoorbeeld arbeidsmarkt, toerisme, natuur en milieu, gezondheid, veiligheid en rampenbestrijding en netwerkvorming. Besluitvorming projecten Besluitvorming vindt plaats in de INTERREG-stuurgroep (leden zijn het Wirtschaftsministerium NRW, Ministerie EZ, Provincies Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, de Bezirksregierung Düsseldorf en de Euregio Rijn-Waal). Voordat de Euregio Rijn-Waal haar standpunt in de stuurgroep weergeeft wordt de projectaanvraag in verschillende euregionale gremia besproken en beoordeeld (Commissies, Dagelijks Bestuur en Euregioraad). Tegelijkertijd vinden gesprekken en onderhandelingen met de beoogde cofinanciers plaats, bijvoorbeeld ministeries en provincies. Na besluitvorming ontvangen de aanvragers één beschikking van het INTERREGprogramma.
Euregioraad 28-05-2015 Punt 6 c. INTERREG V A Nieuwe projectvoorstellen De eerste regionale INTERREG V A projectvoorstellen zijn ingediend en kunnen in de besluitvormingsprocedure worden opgenomen. 1. 2. 3. 4.
De Ler(n)ende Euregio doet het! People to People Grenzen bewegen Plug in
Resultaten van de advisering in de Commissies en het Dagelijks Bestuur Het projectvoorstel nr. 1 werd op 15-04-2015 in de Commissie Economische Aangelegenheden en op 16-04-2015 in de Commissie voor Financiën en Projecten gepresenteerd en positief geadviseerd. De projectvoorstellen nr. 2 – 4 werden op 13-04-2015 in de Commissie voor Grensoverschrijdende Verstandhouding en op 16-04-15 in de Commissie voor Financiën en Projecten gepresenteerd en positief geadviseerd. De projectvoorstellen 1 - 4 werden op 08-05-2015 in het Dagelijks Bestuur positief geadviseerd. De adviezen van de Commissies en het Dagelijks Bestuur werden in het betreffende bijgevoegde projectsheet opgenomen. De adviezen werden met de projectdrager besproken en zullen in het projectvoorstel worden verwerkt. Besluitvoorstel: De projecten met een positief advies aan de stuurgroep INTERREG VA voor te leggen.
Euregioraad 28-05-2015 Punt 6 c.1
INTERREG VA De Ler(n)ende Euregio doet het! Middels een meerjarig multi-activiteitenprogramma voor leerlingen en docenten werken 10 ROC’s en 34 Berufskolleg’s samen aan de structurele versterking en verbetering van het NL/D beroepsonderwijs in de grensregio. Leadpartner Projectpartner
ROC Nijmegen zie concept
Projectvolume Regionaal Bovenregionaal
3.996.800 €
Standpunt van het Regionale Programma-Management ERW Inhoudelijke toetsing
Kostentoetsing
Financiële toetsing
Het project past binnen het samenwerkingsprogramma DeutschlandNederland INTERREG VA 2014-2020 Prioriteit 2 - werk- Versterking van de sociaal-culturele en de territoriale cohesie. De plausibiliteit en de redelijkheid van de kosten kon nog niet worden vastgesteld omdat de subsidiegrondslagen nog niet zijn vastgesteld. Er wordt co-financiering aangevraagd bij het Wirtschaftsministerium NRW en bij de provincies in het werkgebied van de Euregio Rijn-Waal.
Strategische Agenda 2020 Euregio Rijn-Waal Euregionale duurzame economische ontwikkeling Euregionale soft skills Euregionale Verankering
Resultaat van de Commissies en het Dagelijks Bestuur Het project werd op 15-04-2015 in de Commissie voor Economische Aangelegenheden, op 16-04-2015 in de Commissie voor Financiën en Projecten en op 08.05.2015 in het Dagelijks Bestuur besproken en met een unaniem positief advies aan de Euregioraad doorgezonden. Besluitvoorstel: Het project aan de INTERREG VA-stuurgroep met een positief advies voor te leggen.
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
1:01
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
Datum X
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Volledige projectaanduiding (optioneel, max. 3 regels)
20-03-2015
RPM Eems Dollard Regio RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
De Ler(n)ende Euregio doet het!
Grenzeloos leren en werken in het middelbaar beroepsonderwijs heeft de toekomst
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01-05-2015
48 maanden
Lead Partner Naam organisatie
Adres, plaats
ROC Nijmegen
Postbus 6560, 6503 GB, Nijmegen, NL Contactpersoon
Telefoon | e-mail
Wilfrie Koekkoek
0031-6046016819;
[email protected]
Overige projectpartners (Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
1
Aan Duitse zijde:
Robert-Bosch-BK Duisburg Gertrud Bäumer BK Duisburg Sophie Scholl Duisburg BK Walter Rathenau Duisburg Schiffer BK Duisburg Friedrich Albert Lange BK Duisburg Heinrich Hertz BK Düsseldorf Franz Jürgens BK Düsseldorf BK Weingartstrasse Neuss BK Dinslaken BK Bocholt West BK Kleve Vera Beckers Krefeld BK Uerdingen/Krefeld Kaufmannschule Krefeld Mercator Berufskolleg Moers Hermann Gmeiner BK Moers BK Geldern Am Wasserturm Bocholt BBZ Dormagen BK Beckum Liebfrauenschule Coesfeld Hans-Böckler-Berufskolleg Oberhausen BK Ostvest Datteln BK Grevenbroich BK Viersen Oswald von Nell Breuning BK Coesfeld Ludwig Erhard BK Münster BK Ahaus BK Nixdorf Essen BK West Essen Hansa BK Münster BK Borken Aan Nederlandse zijde: Rijn IJssel: Arnhem en Wageningen Summa College: Eindhoven ROC A 12: Ede, Veenendaal en Arnhem ROC de Leijgraaf: Veghel, Uden, Boxmeer en Oss Sint Lucas: Boxtel en Eindhoven Koning Willem 1 College: ’s Hertogenbosch Aventus: Apeldoorn Graafschap College: Doetinchem Ter Aa College, Helmond ROC Nijmegen, Nijmegen en Boxmeer Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
2
1. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 3500 tekens) Pakket 1. Nieuwe activiteiten om 5000 leerlingen en 250 docenten voor te bereiden op de grensoverschrijdende arbeidsmarkt. • 2 Buurtaalprogramma’s( Nederlands én Duits) voor leerlingen in het beroepsonderwijs. Taaltrainingen met veel aansprekende opdrachten rond het beroep: durven spreken staat centraal. • 2 Buurtaalprogramma’s( Nederlands én Duits) speciaal voor docenten: zij wensen een actiever rol te spelen bij de activiteiten in het buurland. • 30 Beroepenwedstrijden. Spannende en effectieve manier om grensoverschrijdend te leren samenwerken. Leerlingen én bedrijven waarderen deze aanpak buitengewoon en komen zo intensief met elkaar in contact. • 25 Euregionale tweetalige “apps” (applicaties voor smartphones) met beroepsinhouden waardoor leerlingen en docenten altijd en overal met elkaar kunnen samenwerken. • 20 Cursussen voor Nederlandse en Duitse jongeren zonder werk of leerwerkplek. Speciaal voor deze groep maken we grensoverschrijdende programma’s gericht op het vergroten van zelfvertrouwen, motivatie en een verantwoorde beroepskeuze. • 40 Opleidingsprogramma’s euregionale beroepscompetenties: hierdoor leren jongeren in opleiding professioneel omgaan met klanten, collega’s en opdrachtbevers uit het buurland. • Deelname van 50 leerbedrijven aan een of meer van de bovengenoemde activiteiten door het openstellen van hun bedrijf en het delen van hun kennis. Pakket 2: Mobiliteitsprogramma om 4000 leerlingen en 200 docenten grensoverschrijdend met elkaar in contact te brengen. • Het aantal opleidingen, ROC’s (10, dat is ongeveer een kwart van de Nederlandse ROC’s) en BK’s (34) dat zich aansluit neemt zeer snel toe. De eerste grensoverschrijdende kennismaking tussen leerlingen en docenten vindt plaats door verkennende uitwisselingen. Voor elk nieuwe partnerschap is deze eerste stap van fundamenteel belang. Pas wanneer dit eerste contact succesvol blijkt kan de samenwerking intensiever worden. Daarom is het mobiliteitsprogramma essentieel voor de groei van het netwerk. Pakket 3: Duurzaamheid van het euregionale netwerk in het beroepsonderwijs • 20 Contracten tussen schoolleiders van ROC’s en BK’s. Ze maken meerjarige bindende afspraken over euregionale uitwisselingsprogramma’s. Dit is het fundament van duurzaam grensoverschrijdend beroepsonderwijs • 5 Euregionale bedrijfstakplatforms met in totaal 40 bijeenkomsten voor scholen en leerbedrijven gericht op de ontwikkeling van structurele grensoverschrijdende samenwerking en uitwisseling binnen hun branche. Deze platformbijeenkomsten staan open voor deelnemers uit het gehele grensgebied. De platforms zorgen onder meer voor eenduidigheid in euregionale opleidingsprogramma’s en certificaten. • 8 Trainingen voor docenten gericht op vaardigheden in het managen van euregionale projecten. Professionaliteit van docenten is voorwaarde voor duurzame ontwikkeling. • 4 Conferenties voor Nederlandse en Duitse schoolleiders en vertegenwoordigers van de betrokken Ministeries gericht op het realiseren van de voorwaarden voor een duurzaam scholennetwerk in het beroepsonderwijs in de gehele grensstreek. Pakket 4: Virtueel expertisecentrum van de ler(n)ende Euregio. Het virtueel expertisecentrum bestaat uit deskundigen van de betrokken partners in het netwerk van de Ler(n)ende Euregio. Het virtueel expertisecentrum levert: Producten: Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
3
•
Actualiseren van 25 bestaande geautoriseerde beschrijvingen en het ontwikkelen van 10 nieuwe beschrijvingen. Deze vergelijkende beroepsbeschrijvingen geven transparantie over de waarde en inhoud van de MBO - diploma’s van de belangrijkste beroepen op de euregionale arbeidsmarkt. Deze beschrijvingen worden in het hele grensgebied ingezet. • Uitvoeren van 4 euregionale arbeidsmarktmonitors in de Euregio Rijn Waal. Dit instrument maakt gebruik van bedrijvenpanels en zal zich richten op het verschaffen van strategische informatie over kansen op de grensoverschrijdende arbeidsmarkt. We stimuleren andere Euregio’s om ook daar - naar ons voorbeeld - euregiobarometers uit te voeren. • Certificering en kwaliteitsborging van 40 Euregionale opleidingsprogramma’s. Deze programma’s zullen ingezet kunnen worden in de hele grensstreek. • Een nulmeting en 2 effectmetingen van de kwaliteit en kwantiteit van de euregionale samenwerking in het beroepsonderwijs in de Euregio Rijn Waal • Een Businessplan als basis voor de duurzame ontwikkeling van het virtuele expertisecentrum als zelfstandig dienstverlenend centrum voor de gehele grensregio in de periode na 2020 Diensten: • Kennisdeling op het terrein van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt: Het centrum organiseert 4 grote en 12 kleine conferenties en werkbijeenkomsten. Thema’s zijn de problemen op de Euregionale arbeidsmarkt, vooral die welke gerelateerd zijn aan jongeren en beroepsonderwijs. Zo worden bijvoorbeeld in overleg met gemeentes in de Euregio Rijn Waal themabijeenkomsten georganiseerd over tekorten op de arbeidsmarkt, jeugdwerkloosheid, integratie en inclusie. • Stimuleren van samenwerking in de gehele grensstreek. Het centrum adviseert het beroepsonderwijs in de andere Euregio’s bij het organiseren van de euregionale samenwerking binnen het beroepsonderwijs in de Nederlands Duits grensstreek en draagt ervaringen, informatie en producten over. Daartoe staat 160 uur begeleiding en advies ter beschikking. • De website van de Ler(n)ende Euregio die frequent bezocht wordt en een unieke bron van informatie biedt voor de gehele Nederlandse Duits grensstreek zal worden ingebed in een digitaal platform. Dit platform ondersteunt scholen, bedrijven en andere betrokkenen bij hun werkzaamheden in het kader van de Ler(n)ende Euregio. Pakket 5: Programma management. Het programmamanagement voert de volgende taken uit: • Programmasturing en “spin in het web” op inhoud, kwaliteit, geld en tijd (planning) • Fungeert daarbij als regisseur tussen de diverse programmaonderdelen en betrokken partijen • Levert structuren en processen ter ondersteuning van het werk van uitvoerende partners • Coachen en opleiden van het groeiend aantal projectmedewerkers van de deelnemende scholen • Beheer website en digitaal platform • Marketing en Communicatie • Makelaar en relatiebeheer tussen de vele projectpartners
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? (maximaal 2000 tekens) A: Het overdragen van Euregiocompetenties aan jongeren in het beroepsonderwijs: Jongeren kunnen professioneel omgaan met klanten, collega’s en opdrachtgevers uit het buurland. De euregionale arbeidsmarkt kent voor hen geen grens meer. Doelgroep: Jongeren in alle beroepsopleidingen op MBO niveau aan beide kanten van de grens en hun docenten in de Euregio Rijn Waal. In 2009 waren 5 ROC’s en 14 Berufskollegs bij ons netwerk aangesloten, nu zijn het 10 ROC’s en 34 Berufskollegs. We richten ons op de gehele populatie: 180.000 leerlingen en 10.000 docenten in de Euregio Rijn Waal. B: Integratie van leerbedrijven in de activiteiten van de Ler(n)ende Euregio. In samenwerkingsprojecten wordt in de komende periode veel meer aandacht gegeven aan de aansluiting tussen de beide leerplaatFormulierversie 1.1 [11-04-2014]
4
sen school en bedrijf. Voor bedrijven dient de leerwinst van de grensoverschrijdende samenwerking een waardevolle aanvulling te zijn op de bedrijfsopleiding. De samenwerking tussen leerlingen in de grensoverschrijdend projecten geeft bedrijven de kans om zich te profileren: voor bepaalde bedrijfstakken blijken euregionale beroepenwedstrijden een interessant concept, voor andere bedrijfstakken is een aanpak waarbij innovatieve beroepswerkstukken en – producten door leerlingen worden ontwikkeld heel bruikbaar. Bedrijven kunnen innovatieve kennis en technologie uit hun bedrijfsinterne opleiding inbrengen. De leerling uit het eigen bedrijf kan daarbij in veel gevallen de mediator zijn. Doelgroep: bedrijven. C: Verduurzaming van het bestaande netwerk tot een euregionale opleidingsinfrastructuur van het beroepsonderwijs. Het netwerk heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een zeer intensieve uitwisseling en samenwerking van leerlingen en docenten. Tot op heden waren daarbij 11.000 jongeren en docenten betrokken. De contacten waren tot nu toe te weinig verankerd en worden structureel van aard. Scholen die al samenwerken gaan bindende meerjarige afspraken aan. Bedrijven worden intensiever bij de samenwerking betrokken. Aan opleidingsprogramma’s worden certificaten gekoppeld die door de bedrijven erkend en gewaardeerd worden. Euregionaal beroepsonderwijs wordt een vanzelfsprekendheid. Doelgroep: management van scholen, docenten en bedrijven. D: Kennisdeling op terrein van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt. Beleidsmakers werken samen bij het vinden van oplossingen voor vraagstukken rond beroepsonderwijs en arbeidsmarkt. De gemeentes Duisburg en Nijmegen hebben aangegeven dat ze daarbij vooral aandacht willen geven aan jongeren met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Doelgroep: Beleidsmakers van gemeentes, intermediaire organisaties, onderwijs, brancheorganisaties en bedrijven. E: Structurele randvoorwaarden voor een duurzame Euregionale samenwerking Doel: Verschaffen van transparantie en duidelijkheid van structuren binnen het beroepsonderwijs, het reduceren van belemmeringen voor grensoverschrijdend leren en lesgeven en het benutten van opleidingsfaciliteiten aan de andere kant van de grens. Het verschaffen van inzicht in trends op de Euregionale arbeidsmarkt. Doelgroep: Alle partijen die belang hebben bij Euregionaal beroepsonderwijs F. Uitbreiden van het netwerk van de Ler(n)ende Euregio over de gehele grensstreek. Een EIPA studie in opdracht van GROS adviseert om de Ler(n)ende Euregio uit te breiden en te ontwikkelen tot een merknaam voor de gehele Nederlands Duitse grens. Dit wordt ondersteund door partners uit verschillende Euregio’s. De Ler(n)ende Euregio neemt deze uitdaging aan. Doelgroep: Het virtuele expertisecentrum van de Ler(n)ende Euregio gaat de partners in andere Euregio’s ondersteunen bij het opzetten van grensoverschrijdende netwerken in het beroepsonderwijs
3. Ieder project moet onder één van de beiden prioriteiten “Verhoging van de grensoverschrijdende innovatiekracht van het programmagebied“ (proriteit 1) “Sociaal-culturele en territoriale cohesie van het programmagebied” (prioriteit 2) uit het Operationeel programma vallen. Elke prioriteit omvat een centrale doelstelling van het operationeel Programma: • Prioriteit 1: Meer product- en procesinnovaties • Prioriteit 2: Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties Kies eerst de prioriteit die bij uw project past. Aansluitend licht u toe, welke bijdrage het project aan de doelstelling van het programma levert. (maximaal 3000 tekens)
Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
5
Prioriteit 1 (Meer product- en procesinnovaties) X Prioriteit 2 (Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties)
Dit project draagt bij aan Prioriteit 2. Het netwerk De Ler(n)ende Euregio levert een fundamentele bijdrage
aan het slechten van de grens in de Euregio Rijn Waal voor burgers en instituties. Het accent ligt op het beroepsonderwijs en arbeidsmarkt. Daarmee draagt het beroepsonderwijs bij aan de wordt de groei van de grensoverschrijdende economie. Er zijn in dit project vijf zwaartepunten gericht op het afbreken van barrières: - Jongeren bij elkaar brengen in aantrekkelijk en innovatief euregionaal beroepsonderwijs. Het project is er vooral op gericht om jongeren in een beroepsopleiding voor te bereiden op een carrière in de grensoverschrijdende economie. Daartoe moet het beroepsonderwijs grensoverschrijdend worden vorm gegeven, aantrekkelijk en innovatief zijn. Innovatieve elementen in de opleidingen en bedrijven aan beide kanten van de grens zullen daartoe benut worden. Bedrijven zullen binnen de grensoverschrijdende samenwerking innovatieve kennis en technologie uit hun bedrijfsinterne opleiding inbrengen. - Realiseren van een duurzame euregionale opleidingsinfrastructuur. Er zullen vaste partnerschappen worden ontwikkeld tussen Nederlandse en Duitse opleidingen in de grensregio. Deze structurele inbedding van euregionale opleidingselementen in de leerplannen garandeert dat na de Interreg V periode de verworvenheden systematisch onderdeel blijven van het onderwijsprogramma. Er ontstaat zo een euregionale opleidingsinfrastructuur. - Participatie in de samenleving. In de gehele Euregio wordt de noodzaak ervaren om meer burgers actief deel te laten nemen aan de samenleving. Er is in dit project aandacht voor jongeren met een beperking of handicap. Zij worden gestimuleerd om deel te nemen aan opleiding en werk. Door de grote systeemverschillen in Nederland en Duitsland is de aanpak tot nu toe zeer verschillend geweest. De ervaringen leren dat grensoverschrijdende samenwerking en de uitwisseling van kennis voor beide buurlanden nieuwe inzichten opleveren, waarmee ieder zijn voordeel kan doen. - Versterken van de euregionale arbeidsmarkt. Jongeren zullen worden toegerust om zich te oriënteren op de arbeidsmarkt aan beide kanten van de grens. Doordat jongeren voorbereid zijn op het leren werken met klanten, collega’s en opdrachtgevers uit het buurland dragen zij bij aan omzetverbetering van de bedrijven waar zij gaan werken. Bedrijven en instellingen zullen beter worden geïnformeerd over de waarde van opleidingen en diploma’s aan de andere kant van de grens. Bestaande en vermeende belemmeringen op dit terrein zullen worden geïdentificeerd en waar mogelijk opgelost in samenwerking met de partijen in de regio. Door het in beeld brengen van trends en ontwikkelingen kan beter worden geanticipeerd op te verwachten tekorten en overschotten op de arbeidsmarkt. Op dit moment geldt dit onder andere voor de sectoren Zorg en Welzijn. - Versterken van de euregionale economie door grensoverschrijdende samenwerking in beloftevolle bedrijfstakken. Centraal staat de ontwikkeling van beloftevolle economische sectoren aan beide zijden van de grens, aangeduid als regionale topsectoren c.q. Exzellenz Cluster NRW. Bij de invoering van nieuwe ontwikkelingen is hoogwaardig en adaptief beroepsonderwijs aan de toekomstige vakkrachten van essentieel belang. In dit project zal vooral de samenwerking tussen opleidingen in deze bedrijfstakken worden gestimuleerd. De aandacht is gericht op: logistiek, handel, energie, Hightech, bouw en installatie.
4. Waarom is het project noodzakelijk in het licht van de huidige situatie in het programmagebied? (maximaal 2000 tekens)
Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
6
In de afgelopen jaren heeft de Ler(n)ende Euregio zich ontwikkeld tot een stabiel Nederlands – Duits netwerk van beroepsleidingen. Het netwerk is in de afgelopen jaren sterk gegroeid: steeds meer opleidingen binnen de Berufskollegs en ROC’s zijn actief geworden. De penvoerder ROC Nijmegen dient de aanvraag in namens alle 10 Nederlandse ROC’s in het gebied van de Euregio Rijn Waal (dat is bijna 25 % van alle Nederlandse ROC’s) en 34 Duitse BK’s. Tezamen verzorgen zij met ongeveer 10.000 docenten middelbaar beroepsonderwijs voor ongeveer 180.000 leerlingen. In de afgelopen jaren hebben meer dan 11.000 jongeren en docenten binnen het netwerk deelgenomen aan grensoverschrijdend leren en werken. Het netwerk wordt ondersteund door een toenemend aantal bedrijven en gemeentes. De gemeentes, de Kreise en provincies in de Euregio Rijn Waal onderkennen het grote belang van het verwerven van euregionale competenties door jongeren in beroepsopleidingen. Voor de bedrijven in techniek, horeca, detailhandel en dienstverlening die zich in de grensregio hebben gevestigd is grensoverschrijdend beroepsonderwijs van groot belang. In de visie van de grote steden Duisburg en Nijmegen, die partner zijn in dit project, is de samenwerking in het beroepsonderwijs een belangrijk bindmiddel voor de samenwerking op vitale economische terreinen. De euregio Rijn Waal heeft met de Ler(n)ende Euregio als enige een goed functionerend netwerk van spelers op het gebied van het beroepsonderwijs. Dit netwerk dient in toenemende mate als vraagbaak en voorbeeld voor andere regio’s. Met de verzamelde kennis, ervaringen en deskundigheden kunnen vragen vanuit andere regio’s maar ook vanuit andere organisaties als overheden (ministeries, gemeenten) en intermediairs (UWV, werkgevers en werknemersorganisaties) beantwoord worden.
5. Beschrijft u het innovatieve karakter van het project. Wat is nieuw/innovatief aan het project? Welke veranderingen brengt het project teweeg? (maximaal 2000 tekens) Nieuw en/of innovatief zijn de volgende elementen: 1. Het gebied van de Euregio Rijn Waal breidt zich uit; de Ler(n)ende Euregio ook. Alle ROC’s en een groot aantal BK’s die gevestigd zijn in het uitbreidingsgebied worden actief in het netwerk van de Ler(n)de euregio. 2. De Ler(n)ende Euregio is sinds 2009 uitgegroeid tot een toonaangevend grensoverschrijdend netwerk in het beroepsonderwijs dat thans in andere Euregio’s wordt gezien als een voorbeeld dat navolging verdient. De Ler(n)ende Euregio zal partners in andere Euregio’s ondersteunen om deze ambitie waar te maken. 3. In de komende projectperiode zal de Ler(n)ende Euregio de sprong maken van intensieve maar incidentele samenwerking naar een structurele duurzame samenwerking in het beroepsonderwijs. Euregionaal beroepsonderwijs wordt als een vanzelfsprekendheid opgenomen in de leerplannen. 4. Leerbedrijven systematisch opgenomen binnen de activiteiten van de Ler(n)ende Euregio. Zij zullen innovatieve kennis en technologie in de programma’s inbrengen. 5. Versterking van de beheersing van de taal van het buurland wordt een grote prioriteit. De Ler(n)ende Euregio ontwikkelt een unieke aanpak: “Moderne vreemde talenonderwijs in de beroepscontext” voor Nederlands én Duits. 6. De Ler(n)ende Euregio ontwikkelt een bijzondere aanpak gericht op integratie van kwetsbare leerlingen in reguliere beroepsopleidingen: empowermentprogramma’s 7. Een reeks applicaties voor smartphones worden ontwikkeld speciaal voor de euregionale opleidingsprogramma’s. 8. Er wordt een geheel nieuw instrumentarium ontwikkeld om trends op de arbeidsmarkt te onderkennen en hierop snel te kunnen anticiperen: de euregionale barometer. 9. De deskundigheid die binnen het netwerk is ontstaan wordt gebundeld in een euregionaal virtueel expertisecentrum. Dit unieke centrum stimuleert, adviseert en begeleidt bij een duurzame ontwikkeling van grensoverschrijdend beroepsonderwijs. 10. Inrichten van een Digitaal Platform (inclusief een verbeterde website) waardoor interactieve communicatie met en samenwerking tussen doelgroepen wordt versterkt. Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
7
6. Waarom moet het project grensoverschrijdend worden uitgevoerd (en niet nationaal)? (maximaal 2000 tekens)
Dit project heeft direct betrekking op het grensoverschrijdend middelbaar beroepsonderwijs. Het middelbaar beroepsonderwijs kwalificeert in beide landen een aanzienlijk aandeel van de beroepsbevolking, waardoor de economieën van beide landen kunnen blijven functioneren. Volgens de Nederlands Duitse Handelskamer was het handelsvolume tussen beide landen in 2013 het op één na grootste ter wereld. Alleen het volume van de handel tussen Canada en Noord Amerika was groter. Door in de voorbereiding van de toekomstige beroepsbevolking gericht aandacht te besteden aan diverse euregionale aspecten in hun beroep worden de economieën van en betrekkingen tussen beide landen positief gestimuleerd. Om die reden biedt het project studerenden de gelegenheid zich euregionale competenties te verwerven, waardoor zij beter ingevoerd zijn in de taal en vooral de bedrijfscultuur van het buurland. Alle doelen en activiteiten in dit project hebben per definitie een grensoverschrijdend karakter. Zonder samenwerking tussen Nederlandse en Duitse participanten en zonder elkaar te ontmoeten in elkaars land is de uitvoering onmogelijk. Deze betrokkenheid geldt zowel voor de deelnemende scholen, docenten, bedrijven en leerlingen als ook voor het projectmanagement dat uit Nederlanders en Duitsers is samengesteld.
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens) Een duurzame opleidingsinfrastructuur in de Euregio Rijn Waal. Een van de belangrijkste ambities is het realiseren van een duurzame opleidingsinfrastructuur. Dit is een wens van de managers van de scholen. Er komen bindende afspraken over meerjarige samenwerking tussen partnerscholen. Duurzaamheid vanuit een financieel oogpunt. Na deze projectperiode zullen scholen de grensoverschrijdende opleidingsmodules uitvoeren in het reguliere, door de nationale overheid gefinancierde onderwijs. Euregionale competentieontwikkeling wordt zo vast onderdeel van het kerncurriculum in de scholen in de Euregio Rijn Waal. Toegankelijkheid voor andere (Eu)regio’s. Het materiaal en de methodieken die door de Ler(n)ende Euregio in de afgelopen jaren werden ontwikkeld worden tot ver buiten de eigen Euregio benut: dit geldt vooral voor de onderwijsmodulen en voor de geautoriseerde beschrijvingen. In de periode Interreg V zal nog nadrukkelijker gekeken worden naar de bruikbaarheid van producten en methodieken voor andere (Eu)regio’s, aangezien via het Virtueel expertisecentrum een beter zicht zal worden gekregen op de vragen uit de gehele grensstreek. Dit geldt ook voor de Euregiobarometer die in samenwerking met partners uit andere Euregio’s zal worden beproefd en toegepast. Werkgebied en financiering Virtueel expertisecentrum. De deskundigen die de initiatieven van het netwerk de Ler(n)ende Euregio begeleiden en deel gaan uitmaken van het centrum worden frequent benaderd met vragen over grensoverschrijdend beroepsonderwijs. In de toekomst zal het centrum zorgen voor de verspreiding van de kennis en ervaringen die in de Euregio Rijn Waal worden opgedaan. En de transfer van opbrengsten die in en voor het initiële onderwijs zijn ontwikkeld naar gebruik voor het zittend personeel in de bedrijven. Daarnaast zal het centrum ook vragen op het terrein van onderzoek en advisering beantwoorden. Daardoor ontstaat een expertisecentrum dat in de komende decennia zelfstandig kan bestaan en een belangrijk rol kan spelen in de ontwikkeling van Euregionaal beroepsonderwijs in de gehele grensstreek.
Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
8
Geplande subsidiabele kosten van het project Personeelskosten
€ 1.795.000
Overige kosten
€ 2.201.800
(-) Inkomsten
€
Totaal
€ 3.996.800
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
Voorgestelde financiering Vult u in elk geval het totaalbedrag van de geplande eigen bijdrage van de projectpartners in! eigen bijdrage Totaal € 999.200 eigen bijdrage Totaal 0,00 € projectpartners Nederlandse scholen € 499.600 Publiek
Duitse scholen
Privaat
bijdragen van derden
Totaal
Publiek Privaat
INTERREGFinanciering (publiek)
Totaal EU (EFRO) Cofinanciering NL
Totaal
Cofinanciering De
Totaal
Som
Formulierversie 1.1 [11-04-2014]
9
€ 499.600 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 2.997.600 € € 1.998.400 € 499.600 0,00 € 0,00 € €499.600 0,00 € 0,00 € 3.996.800 €
25 % 0,00% 12,5 % 12,5 % 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 75% 50 % 12,5 % 0,00% 0,00% 12,5 % 0,00% 0,00%
100%
Euregioraad 28-05-2015 Punt 6 c.2
INTERREG VA People II People Kaderproject Stimulering grensoverschrijdende samenwerking. Het kaderproject omvat de uitvoering van ca. 1430 deelactiviteiten, die in hun totaliteit bijdragen aan de grensoverschrijdende verbindingen en daarmee aan het versterken van de sociaal-culturele en territoriale samenwerking.
Leadpartner Projectpartner
Euregio Rijn-Waal, de heer Kamps Zie concept
Projectvolume Regionaal Bovenregionaal
8.000.000,00 €
Standpuntbepaling Regionaal Programma-Management ERW Inhoudelijke toetsing
Kostentoetsing
Financieringstoetsing
Het project past in het Coöperatieprogramma DeutschlandNederland INTERREG VA 2014-2020 Prioriteit 2 – Versterking van de sociaalculturele en territoriale cohesie. De plausibiliteit en redelijkheid van de kosten kon nog niet worden afgesloten wegens de nog niet goedgekeurde subsidiegrondslagen. Er wordt cofinanciering aangevraagd bij het Wirtschaftsministerium NRW en de provincie Gelderland.
Strategische Agenda 2020 Euregio Rijn-Waal Euregionale duurzame economische ontwikkeling Euregionale Soft Skills Euregionale Verankering
Resultaat van de Commissies en het Dagelijks Bestuur Het project werd op 13-04-2015 in de Commissie voor Grensoverschrijdende Verstandhouding, op 16-04-2015 in de Commissie voor Financiën en Projecten en op 08-05-2015 in het Dagelijks Bestuur besproken en met een unaniem positief advies aan de Euregioraad doorgezonden. Besluitvoorstel: Het project aan de INTERREG VA-stuurgroep met een positief advies voor te leggen.
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
2
Datum
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
X
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Volledige projectaanduiding (optioneel, max. 3 regels))
14.11.2014
RPM Eems Dollard Regio RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
Kaderproject in prioriteit II
Kaderproject in prioriteit II (deelactiviteiten) voor het Euregio RijnWaal-gebied binnen het INTERREG V - Programma
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01.05.2015
30.09.2022 (89 Maanden)
Lead Partner Euregio Rhein-Waal
Emmericherstr. 24, 47533 Kleve
Herr Drs. J.P.M. Kamps
+49 2821-7930-0
[email protected]
Overige projectpartners (Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Publieke en private instanties (D en NL gemeentes, ondernemingen, samenwerkingsverbanden en organisaties, burgers) uit de invloedssfeer van de Stuurgroep voor het Euregio Rijn-Waal-gebied als deelnemer in de deelactiviteiten (behalve Euregio Rijn-Waal) Formularversion 1.1 [11.04.2014]
1
1. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 3500 tekens) Het “Kaderproject in prioriteit II” behelst de uitvoering van ca. 1430 deelactiviteiten (hierna “initiatief“ genoemd), die in hun geheel moeten bijdragen aan grensoverschrijdende netwerkvorming en daarmee tot versterking van de sociaal-culturele en territoriale cohesie van het grensgebied. De initiatieven worden met max. 50 % aan EU-middelen van de subsidiabele kosten gesubsidieerd, echter maximaal met € 25.000 EU-middelen. Bij activiteiten van bijzonder belang kan ook een nationale cofinanciering worden verleend.
Met het oog op het specifieke doel “vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instellingen“ ligt de focus van de grensoverschrijdende initiatieven in het bijzonder op het vormen en verstevigen van netwerken, uitwisseling, ontmoeting en gemeenschappelijke acties. Ook initiatieven als netwerkbijeenkomsten van ondernemingen en branche-organisaties of activiteiten ter voorbereiding van voor projecten in strategische initiatieven vormen daarbij een speerpunt. Met het kaderproject en de individuele initiatieven dienen – zoals in het Samenwerkingsprogramma uitdrukkelijk is beschreven – de effectiviteit van het programma en de ontwikkeling en uitvoering van projecten, ook binnen prioriteit I, te worden ondersteund. Aan de ca. 1430 initiatieven dienen min. 3.000 D en NL partners actief deel te nemen. In minstens de helft van alle initiatieven dienen aantoonbaar nieuwe netwerksamenwerkingsverbanden te ontstaan c.q. al bestaande netwerken verstevigd te worden.
De thema’s en inhoud van de initiatieven kunnen zijn: •
Onderwijs en beroepsonderwijs
•
Toerisme, cultuur, sport
•
Natuurbescherming en cultureel erfgoed
•
Sociale zaken en gezondheid
•
Risicopreventie en rampenbestrijding
•
Milieu, energie
•
Verkeer, ruimtelijke Ordening
•
Onderzoek en innovatie
De initiatieven worden bij de Euregio Rijn-Waal in haar functie als leadpartner voor het kaderproject aangevraagd. Met inachtneming van de subsidiedoelen van het programma Deutschland-Nederland INTERREG V A gelden de in het programma genoemde criteria. Over de doelstellingen van het kaderproject en de specifieke selectiecriteria zal in overleg met de Stuurgroep duidelijke communicatie plaatsvinden.
Voor het goedkeuren van de initiatieven is de positieve beoordeling en goedkeuring door de verant-
Formularversion 1.1 [11.04.2014]
2
woordelijke euregionale organen noodzakelijk. De subsidietoezegging voor de initiatieven vindt plaats door de Euregio Rijn-Waal. Een beschrijving van de aanvraag- en toekenningsprocedure en de manier van afrekenen van activiteiten is als bijlage bijgevoegd. Deze bijlage heeft bals inhoud de kaderregels voor het kaderproject prioriteit II, die door de voorbereidingsgroep INTERREG V op 27./28.03.2014 zijn vastgesteld.
De uitvoering van de initiatieven wordt in vergelijking met INTERREG IV A voor de aanvragers aanzienlijk vereenvoudigd (“verminderen van bureaucratie“), omdat alle administratieve taken, zoals bijv. monitoring, uitbetalingsaanvragen, de gehele afrekening, afstemming met de FLC, bij de Euregio Rijn-Waal als leadpartner voor het kaderproject geconcentreerd worden. Na afsluiting van het initiatief wordt door de aanvrager alleen nog een uitvoeringsverslag inclusief een afrekening van de uitgaven aan de Euregio Rijn-Waal voorgelegd. Het verslag beschrijft de inhoudelijke en financieel-technische uitvoering en geeft in een volledig overzicht inzicht in de resultaten van het initiatief. De Euregio RijnWaal stelt het daadwerkelijke subsidiebedrag en daarmee het uit te betalen bedrag aan de hand van het uitvoeringsverslag vast. Op basis van de ingediende afrekeningen van uitgaven en gecontroleerde uitvoeringsverslagen stelt de Euregio Rijn-Waal onder haar verantwoordelijkheid de uitbetalingsaanvragen samen. De Euregio Rijn-Waal houdt ook het monitoringsysteem bij en verantwoordt de voortgang van het kaderproject tegenover derden.
Er wordt in iedere vergadering van de Stuurgroep verslag gedaan van de uitvoering van het kaderproject.
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? (maximaal 2000 tekens) Doelen: De initiatieven binnen het kaderproject in prioriteit II richten zich in hun geheel op vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instellingen, zowel in psychologische zin, bijv. op het gebied van onderwijs en cultuur, echter ook door concrete samenwerkingsactiviteiten tussen burgers en instellingen bijv. bij de omgang met demografische veranderingen of op het gebied van natuur- en landschapsmanagement.
Doelgroepen: Duitse en Nederlandse gemeentes, burgers, ondernemingen, samenwerkingsverbanden en organisaties / verenigingen.
Formularversion 1.1 [11.04.2014]
3
3. Ieder project moet onder één van de beiden prioriteiten “Verhoging van de grensoverschrijdende innovatiekracht van het programmagebied“ (proriteit 1) “Sociaal-culturele en territoriale cohesie van het programmagebied” (prioriteit 2) uit het Operationeel programma vallen. Elke prioriteit omvat een centrale doelstelling van het operationeel Programma: • Prioriteit 1: Meer product- en procesinnovaties • Prioriteit 2: Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties Kies eerst de prioriteit die bij uw project past. Aansluitend licht u toe, welke bijdrage het project aan de doelstelling van het programma levert. (maximaal 3000 tekens) Prioriteit 1 (Meer product- en procesinnovaties) x Prioriteit 2 (Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties) Prioriteit 2 Een belangrijke prioriteit van het Programma Deutschland-Nederland is de versterking van het concurrentievermogen van wetenschap en bedrijfsleven in de grensregio. Om dit langdurig te kunnen waarborgen moet flankerend – in de geest van de doelstellingen van de Europese Territoriale Samenwerking – geïnvesteerd worden in de versterking van de sociaal-culturele en territoriale cohesie van het grensgebied.
In dit geval is de vermindering van de barrièrewerking van groot belang. Daartoe moeten in het bijzonder de grensoverschrijdende interacties tussen burgers en instellingen verder worden geïntensiveerd. Opdat burgers elkaar leren kennen en begrijpen en de uitdagingen van het grensgebied gemeenschappelijk aan kunnen gaan, mag de Duits-Nederlandse grens geen hindernis (meer) vormen. Dat kan o.a. worden bereikt door maatregelen ter versterking van kleinschalige grensoverschrijdende samenwerking op maatschappelijk en economisch gebied, ter ondersteuning van het integratieproces en voor het overwinnen van administratieve belemmeringen, taalbarrières en psychologische barrières in het grensgebied
De afgelopen subsidieperiodes hebben aangetoond dat hiertoe in het bijzonder ook de vele kleine activiteiten tussen burgers en instellingen binnen het kaderproject voor kleine projecten een wezenlijke bijdrage leveren.
4. Waarom is het project noodzakelijk in het licht van de huidige situatie in het programmagebied? (maximaal 2000 tekens) De strategische analyse van het programmagebied heeft in het kader van het uitwerken van het Operationele Programma INTERREG V Deutschland – Nederland opnieuw duidelijk aangetoond, dat “elkaar leren kennen“ als belangrijke behoefte c.q. uitdaging de basis vormt voor de grensoverschrijdende samenwerking en integratie. Daarom blijven uitwisseling en gezamenlijke activiteiten (gericht o.a. op jongeren, ondernemers, etc.) noodzakelijk. In het verleden fungeerde de uitwisseling op het gebied van cultuur, sport enz. al vaak een belangrijke “deuropener“ voor de grensoverschrijdende
Formularversion 1.1 [11.04.2014]
4
samenwerking. In dit verband werd verder duidelijk, dat “ondanks jarenlange inspanningen, de grensoverschrijdende talenkennis zich niet in de gewenste omvang ontwikkelt en een taak voor de toekomst blijft“.
De strategische analyse komt dan ook tot de slotsom, dat “grensoverschrijdend contact tussen burgers en ondernemingen noodzakelijk blijft. Dit kan niet alleen via economische en duurzaamheidsprojecten worden bereikt, maar vereist ook sociale, culturele, sportgerelateerde en andere uitwisselingsmogelijkheden“. Hiertoe leveren de „kleine“ initiatieven een onontbeerlijke bijdrage.
5. Beschrijft u het innovatieve karakter van het project. Wat is nieuw/innovatief aan het project? Welke veranderingen brengt het project teweeg? (maximaal 2000 tekens) Bij a) Het Kaderproject in prioriteit II behelst de uitvoering van kleine initiatieven, die – voor zover passend – ook nieuw / innovatief kunnen zijn. Voor de initiatieven worden na goedkeuring van het kaderproject een aanvraag ingediend, wat betekent dat op dit moment nog geen uitspraak mogelijk is over het innovatiegehalte. Nieuw ten opzichte van voorafgaande INTERREG-programma’s is de vereenvoudigde aanvraag- en uitvoeringsprocedure voor de aanvrager van initiatieven (vermindering van bureaucratie). De verantwoordelijkheid voor monitoring, uitbetalingsaanvragen en bestedingsbewijs, afstemming met FLC etc. ligt uitsluitend bij de Euregio Rijn-Waal als leadpartner voor het kaderproject. De aanvragers van de individuele deelactiviteiten (initiatieven) kunnen zich volledig concentreren op de uitvoering van de initiatieven. Daarmee kunnen ook de administratieve kosten van de individuele initiatieven bij de administratie bij de Euregio Rijn-Waal als leadpartner voor het kaderproject worden neergelegd (bijv. monitoring, financieel-technische controles, financiële lasten voor FLC.….).
Bij b) De initiatieven van het Kaderproject in prioriteit II dragen in hun geheel bij aan het verminderen van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instellingen in het Euregio Rijn-Waal -gebied. Door de terugdringing van de bureaucratie zijn er meer middelen voor de inhoudelijke uitvoering van het kaderproject beschikbaar, wat er uiteindelijk toe leidt, dat de subsidie leidt tot meer doelgerichte initiatieven c.q. activiteiten, resultaten en effecten.
Formularversion 1.1 [11.04.2014]
5
6. Waarom moet het project grensoverschrijdend worden uitgevoerd (en niet nationaal)? (maximaal 2000 tekens) Volgens de strategische analyse voor het programmagebied Deutschland – Nederland is het elkaar leren kennen de basis voor grensoverschrijdende samenwerking en integratie. Daartoe zijn vooral gemeenschappelijke grensoverschrijdende uitwisseling en activiteiten noodzakelijk, die (o.a.) via dit kaderproject worden gerealiseerd.
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens) De "kleine" initiatieven dragen er door hun doelstelling en hun regionale betekenis toe bij dat ondernemingen, instanties, organisaties en burgers aan beide zijden van de grens alsmede het bedrijfsleven wordt aangesproken en gestimuleerd. De uitbreiding van sociale en culturele betrekkingen over de grens leidt tot een verbetering van het regionale vestigingsklimaat. De mate van de regionale bekendheid van de regio in concurrentie met anderen wordt verhoogd. De betekenis van image, wonen en vrije tijd in het programmagebied wordt vergroot, wat direct en indirect economische effecten zal hebben. In het programmagebied worden direct en indirect arbeidsplaatsen gecreëerd, gegarandeerd c.q. niet geschrapt.
Formularversion 1.1 [11.04.2014]
6
Geplande subsidiabele kosten van het project Budget initiatief Personeelskosten
0,00
Overige kosten
6.046.796
(-) inkomsten
0,00
Totaal
6.046.796
Projectbeheer
Totaal
1.732.204,00
1.732.204,00
221.000,00
6.267.796,00
0,00 1.953.204,00
8.000,00
Toelichting op de kostenstructuur: 1. 20 % van het voor de Stuurgroep voor het EUREGIO-gebied beschikbaar gestelde EFRO-budget voor prioriteit II (= € 20 mln) wordt voor het kaderproject aangevraagd (= € 4 mln). 2. De administratieve (inhoudelijke, organisatorische en personele) begeleiding van het kaderproject wordt voor 100 % gesubsidieerd; de deelactiviteiten (initiatieven) met max. 50 % EU-aandeel bij een maximale hoogte van de subsidie van € 25.000. De taken van de administratie omvatten in het bijzonder: promotie van het kaderproject in de werkingssfeer van de Stuurgroep voor het Euregio Rijn-Waalgebied (in het bijzonder ook in de deelregio’s, die verder weg van de D-NL grens liggen), ondersteuning en advisering van de aanvrager bij het uitwerken en aanvragen van initiatieven (het betreft hier in het bijzonder de meestal onervaren kleine instellingen en verenigingen, die bij het uitwerken en aanvragen van initiatieven doorgaans ondersteuning nodig hebben), toetsing van subsidiabiliteit van initiatieven conform de eisen van het programma inclusief staatssteuntoets, begeleiding van de aanvrager bij de uitvoering van initiatieven, bewaken van de inhoudelijke voortgang monitoring, samenstellen uitbetalingsaanvragen en doorsturen aan FLC, uitbetaling subsidiemiddelen aan de aanvrager, PR om de resultaten en effecten van het kaderprogramma onder de aandacht te brengen, rapportage, opstellen bestedingsbewijs. 3. Voor de administratieve begeleiding worden 3,1 fte geraamd, 2,1 fte voor promotie, advisering, ondersteuning, controletaken en begeleiding van in totaal 1430 deelactiviteiten (initiatieven) inclusief PR, terwijl 1 fte zal worden ingezet voor de financieel-technische begeleiding van de initiatieven (ondersteuning van de aanvrager bij de samenstelling van de noodzakelijke bewijsstukken van uitgaven; samenstelling van uitbetalingsaanvragen en uitbetaling van subsidies aan de aanvrager).
Formularversion 1.1 [11.04.2014]
7
Voorgestelde financiering EU (EFRE) Nationale Co-Finanziering NL
4.000.000,00 € 488.301,07€
Ministerie
0,00 €
Provincie - Gelderland - Noord-Oost Brabant - Limburg
488.301,07
Nationale Co-Finanziering DE NRW
50,00 % 6,1%
6,1
488.301,07€
6,1
488.301,07€
6,1
Niedersachsen
0,00 €
Regionale Co-Finanziering NL
1.511.699€
18,9
Regionale Co-Finanziering DE
1.511.699€
18,9
Totaal
8.000.000,00 €
100,00 %
Formularversion 1.1 [11.04.2014]
8
Euregioraad 28-05-2015 Punt 6 c.3
INTERREG VA Grenzen bewegen Inrichten van een duurzaam netwerk van 10 gemeenten die actief zijn in de arbeidsmarktbemiddeling en een kwalificatieprogramma voor 360 werkzoekende voor de arbeidsmarkt in het desbetreffende buurland. Leadpartner Projectpartner
Theodor-Brauer-Haus, de heer Pastoors Zie concept
Projectvolume Regionaal Bovenregionaal
788.000,00 €
Standpuntbepaling Regionaal Programma-Management ERW Inhoudelijke toetsing
Kostentoetsing
Financieringstoetsing
Het project past in het Coöperatieprogramma DeutschlandNederland INTERREG VA 2014-2020 Prioriteit 2 – Versterking van de sociaalculturele en territoriale cohesie. De plausibiliteit en redelijkheid van de kosten kon nog niet worden afgesloten wegens de nog niet goedgekeurde subsidiegrondslagen. Er wordt cofinanciering aangevraagd bij het Wirtschaftsministerium NRW en de provincie Gelderland.
Strategische Agenda 2020 Euregio Rijn-Waal Euregionale duurzame economische ontwikkeling Euregionale Soft Skills Euregionale Verankering
Resultaat van de Commissies en het Dagelijks Bestuur Het project werd op 13-04-2015 in de Commissie voor Grensoverschrijdende Verstandhouding, op 16-04-2015 in de Commissie voor Financiën en Projecten en op 08-05-2015 in het Dagelijks Bestuur wordt met een unaniem positief advies aan de Euregioraad doorgezonden, met dien verstande dat het project wordt uitgebreid met geïnteresseerde regio's. Besluitvoorstel: Het project aan de INTERREG VA-stuurgroep met een positief advies voor te leggen.
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
1
Datum
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
X
RPM Eems Dollard Regio RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Volledige projectaanduiding (optioneel, max. 3 regels)
15.12.2014
Grenzen bewegen
Grenzen bewegen
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
01.01.2015
36
Lead Partner Naam organisatie
Adres, plaats
Theodor-Brauer-Haus
Briener Straße 22, 47533
Contactpersoon
Telefoon | e-mail
Bernd Pastoors
0049 2821 993-22
[email protected]
Overige projectpartners
(Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Start People, de heer Lambert Weijs Perspektive Personal, de heer Heinrich Derks
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
1
Regionale Sociale Dienst de Liemers, de heer Bart Colsen Gemeente Overbetuwe, mevrouw Carolien Lanting Kreis Kleef, mevrouw Andrea Schwan Stad Kleef, de heer Marcel Erps Stad Goch, mevrouw Giepmann Stad Emmerik, de heer Harald Görtz Stad Rees, de heer Michael Becker Gemeente Montferland, mevrouw Carin Becker Gemeente Kranenburg, de heer Edgar Heinen Samenwerkingsverband gemeente Doetinchem-gemeente Oude IJsselstreek, de heer Michel Hendriksen
1. Welk probleem binnen het programmagebied wordt door het project opgelost/aangepakt of welke kansen worden benut? (maximaal 2000 tekens) De situatie op de euregionale arbeidsmarkt wordt op dit moment gekenmerkt door een groot aantal (langdurig) werkzoekenden. In het middendeel van het projectgebied (Kreis Kleef en de arbeidsmarktregio Midden-Gelderland) staan ongeveer 34.000 mannen en vrouwen als werkzoekend geregistreerd. Aan de duitse zijde van de grens ligt het werkloosheidspercentage op 7,1 %. De Kreis Kleef en zijn 16 “Kommunen”zijn in totaal voor 6.500 werkzoekenden verantwoordelijk. De gemeenten Overbetuwe, Montferland en de RSD de Liemers hebben gezamenlijk een klantenbestand van 4.000 personen. Zowel aan duitse als aan nederlandse zijde is er een toenemende behoefte aan personeel zichtbaar binnen de sectoren techniek en transport en logistiek. De deelnemers aan het project zijn (langdurig) werkzoekenden. Hun inspanningen om in eigen land aan het werk te komen, zijn tot nu toe niet succesvol geweest. De bijzondere geografische ligging van de deelnemende gemeenten zou zonder een actieve benadering van de arbeidsmarkt in het nabijgelegen buurland tot een aanhoudende verslechtering van de kansen op een nieuwe baan betekenen. De vergroting van het zoekgebied en de actieve benadering van de werkmogelijkheden in het betreffende buurland leiden tot een aanzienlijke verbetering van de uitgangspositie van de (langdurig) werkzoekenden. Het kennis nemen van nieuwe mogelijkheden en kansen zorgt voor een grotere motivatie. De directe contacten met mensen uit het voordien onbekende buurland (deelnemers uit Duitsland en Nederland, jobcoaches en werkgevers) helpen mee om drempels te verlagen en de arbeidsmarkt in het buurland actief tegemoet te treden. Op dit moment beschikken de gemeenten in de Euregio Rijn-Waal nog niet over instrumenten om (langdurig) werkzoekenden grensoverschrijdend te bemiddelen naar werk in het buurland. Dit project voorziet daarin en zal de kansen voor werkzoekenden om in onze Euregio aan het werk te komen daarom aanzienlijk verbeteren. In een eerder “People to people”-proefproject is ervaring opgedaan met het gezamenlijk voorbereiden van duitse en nederlandse werkzoekenden op het solliciteren en werken in het buurland. Het programma bestond uit een cursus over alle aspecten die te maken hebben met het solliciteren en werken in het buurland (taalvaardigheid , cultuur en praktische zaken) en een stage bij een werkgever in het buurland. Zowel de inhoudelijke aspecten van het programma als het feit dat de duitse en nederlandse groepen het programma deels gezamenlijk hebben doorlopen, zijn door de deelnemers als zeer positief ervaren. Het elkaar leren kennen, het uitwisselen van ervaringen en het over en weer geven van tips, blijken in zeer belangrijke mate bij te dragen aan de motivatie om ook echt actief op zoek te gaan naar een baan in het buurland. Hoewel het bemiddelen van werkzoekenden geen expliciet doel was van deze pilot, zijn toch drie deelnemers duurzaam naar werk bemiddeld. In een tweede pilot hebben medewerkers van de diverse grensgemeenten deelgenomen aan een Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
2
grensoverschrijdend netwerkprogramma. Elkaar en elkaars werkwijze leren kennen, stonden ook hierbij centraal. Ook bedrijfsbezoeken en het bezoeken van elkaars projecten en trainingen waren onderdeel van het programma. Daarnaast zijn ook cultuur op de werkvloer, belastingen en verzekeringen aan bod gekomen. Het is belangrijk dat de opgedane contacten worden bestandigd en worden verankerd in een grensoverschrijdend netwerk op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling.
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? Welke resultaten worden (uitgedrukt in indicatoren) behaald? (maximaal 2000 tekens) Het project heeft twee hoofddoelen. Het eerste hoofddoel is het voorbereiden van (langdurig) werkzoekenden op het solliciteren en werken in het buurland en het bemiddelen van de werkzoekenden naar banen op de Euregionale arbeidsmarkt. Het tweede hoofddoel is de opbouw en de duurzame verankering van een Euregionaal netwerk van grensoverschrijdende publieke arbeidsbemiddeling. Zowel aan duitse als aan nederlandse kant zijn gemeenten (en meer in het bijzonder gemeentelijke sociale diensten) verantwoordelijk voor de ondersteuning van (langdurig) werkzoekenden bij de re-integratie naar werk. Het project staat open voor (langdurig) werkzoekenden. Een groot deel van deze groep heeft een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Deelnemers volgen een cursus over alle aspecten die te maken hebben met het solliciteren en werken in het buurland (taalvaardigheid, cultuur en praktische zaken). Tevens worden werknemersvaardigheden bij de deelnemers opgefrist of zo nodig opnieuw getraind tijdens een werkstage bij een werkgever in het buurland. De eigen kracht van de deelnemers staat in het hele programma centraal. Om succesvolle bemiddeling mogelijk te maken, worden deelnemers al in een vroegtijdig stadium aan werkgevers voorgesteld. Het project is gericht op het halen van de volgende resultaten: a) de afstand tot de arbeidsmarkt van de deelnemers verkleinen, b) de mentale en de geografische mobiliteit van de deelnemers vergroten, c) deelnemers leren om de kansen op de Euregionale arbeidsmarkt te herkennen en te benutten en d) deelnemers duurzaam bemiddelen op de euregionale arbeidsmarkt. Daarnaast is het doel van het project om een duurzaam euregionaal netwerk van grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling te realiseren. Dit netwerk kan de bestaande Eures-dienstverlening op een structurele manier aanvullen en versterken.
3. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten of fases kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 3500 tekens) De projectopdracht bestaat uit vier verschillende werkpakketten: • • • •
Scholing van maximaal 360 werkzoekenden Bemiddeling van ongeveer 30-40% van de deelnemers Grensoverschrijdend klantmanagement met ten minste 15 klantmanagers per jaar met jaarlijks zes tot acht bijeenkomsten Netwerkactiviteiten met ten minste 10 gemeenten (duitse en nederlandse) (aan het begin van het project)
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
3
De deelnemers aan het project zijn (langdurig) werkzoekenden. Hun inspanningen om in eigen land aan het werk te komen, zijn tot nu toe niet succesvol geweest. Zij worden bij hun inspanningen om aan het werk te komen, ondersteund door gemeentelijke sociale diensten en regionale werkgeversservicepunten. Aan de duitse kant doen in ieder geval de steden en gemeenten Rees, Emmerik aan de Rijn, Kleef, Bedburg-Hau, Kranenburg en Goch mee. Aan de nederlandse kant gaat het om de gemeenten Montferland, Overbetuwe, de Regionale Sociale Dienst de Liemers en het samenwerkingsverband Doetinchem-Oude IJsselstreek. Het voornemen is om gedurende de looptijd van het project in totaal 360 personen te laten deelnemen. In het project doorlopen de deelnemers een opleidingsprogramma van meerdere weken waarin alle aspecten die te maken hebben met het solliciteren en werken in het buurland aan bod komen. Na deelname zijn deelnemers in staat om zelf stappen te zetten op de arbeidsmarkt in het buurland. Het programma zal worden afgestemd op de mogelijkheden en de behoeften van de deelnemers. Op deze manier kunnen bestaande drempels voor de onbekende arbeidsmarkt in het buurland verlaagd en in het ideale geval zelfs volledig weggenomen worden. Om succesvolle bemiddeling mogelijk te maken, zullen deelnemers al aan het begin van het project aan werkgevers uit het buurland worden voorgesteld. Dit zal gebeuren in afstemming met de regionale werkgeversservicepunten, waar onder het Werkgeversservicepunt Midden-Gelderland. De eigen kracht van de deelnemers staat in het hele project centraal. Bij de volgende stap hebben de deelnemers de mogelijkheid de tot dan toe opgedane kennis, vaardigheden en omgangsvormen in de praktijk te brengen tijdens een werkstage bij een werkgever in het buurland. De bedoeling is dat het geleerde hierdoor beklijfd. In de Euregio Rijn-Waal liggen in ieder geval kansen op werk bij (technische) productiebedrijven en in de sector Transport en logistiek.
4. Beschrijft u het innovatieve karakter van het project. Wat is nieuw/innovatief aan het project? Welke veranderingen brengt het project teweeg? (maximaal 2000 tekens) De gezamenlijke leer- en werkervaringen van de duitse en de nederlandse deelnemers bij het leren kennen en ervaren van alle relevante aspecten die te maken hebben met de arbeidsmarkt aan de andere kant van de grens, vormen de pilaren waarop het concept is gebouwd. Elkaar leren kennen, het uitwisselen van ervaringen en het over en weer geven van tips, blijken in zeer belangrijke mate bij te dragen aan de motivatie. Dit heeft tot gevolg dat het gebied van de Euregio Rijn-Waal door werkzoekenden voor het eerst als één geheel gezien wordt gezien en als één euregionale arbeidsmarkt wordt waargenomen. De (eigen) inspanningen om aan het werk te komen, stoppen niet meer bij de grens maar worden doelgericht en bewust naar de duitse of de nederlandse arbeidsmarkt uitgebreid.
5. Ieder project moet onder één van de beide prioriteiten “Verhoging van de grensoverschrijdende innovatiekracht van het programmagebied“ (proriteit 1) “Sociaal-culturele en territoriale cohesie van het programmagebied” (prioriteit 2) uit het samenwerkingsprogramma vallen. Elke prioriteit omvat een centrale doelstelling van het operationeel Programma: • Prioriteit 1: Meer product- en procesinnovaties • Prioriteit 2: Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties Kies eerst de prioriteit die bij uw project past. Aansluitend licht u toe, welke bijdrage het project aan de doelstelling van het programma levert. (maximaal 3000 tekens) Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
4
Prioriteit 1 (Meer product- en procesinnovaties) X Prioriteit 2 (Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties) Dit project is een aanvulling op het bestaande arbeidsmarktinstrumentarium met een programma op maat waarmee deelnemers hun kennis van taal en cultuur van het buurland op een innovatieve manier kunnen vergroten. Door een vergroting van de innerlijke en de geografische mobiliteit zal ook de bereidheid toenemen om actief op zoek te gaan naar een baan aan de andere kant van de grens. Door de opgedane kennis over de taal en de cultuur van het betreffende buurland, door het gezamenlijk optrekken met werkzoekenden uit het buurland en door de opgedane praktijkervaring zullen deelnemers in staat zijn om de arbeidsmarkt in het buurland met vertrouwen tegemoet te treden.
6. Waarom moet het project grensoverschrijdend worden uitgevoerd (en niet nationaal of op een ander niveau)? (maximaal 2000 tekens) Naast de concrete grensoverschrijdende leer- en praktijkervaring, zal het project ook bijdragen aan de mobiliteit van de deelnemende werkzoekende, in het bijzonder de grensoverschrijdende mobiliteit. Door de zorgvuldig uitgezochte en goed begeleide praktijkstages, krijgen de deelnemers de gelegenheid om de afwijkende aspecten van de andere arbeidsmarkt van het buurland zelf te ervaren en te leren daarmee om te gaan. Hierdoor worden drempels om ook zelf concrete stappen te zetten op de arbeidsmarkt in het buurland verlaagd of zelfs volledig weggenomen. Door de medewerkers van de deelnemende gemeenten actief bij het project te betrekken, zal tevens een grensoverschrijdend netwerk van professionals op het gebied van arbeidsbemiddeling ontstaan.
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens) Aan het eind van het project hebben veel (langdurig) werkzoekenden ervaringen opgedaan op de euregionale arbeidsmarkt. Specifieke kennis over de verschillen tussen de duitse en de nederlandse arbeidsmarkt worden herkend en deze verschillen worden niet langer als hindernis ervaren. Het beschikken over basisvaardigheden op het gebied van taal en cultuur ondersteunen dit proces. Hun mobiliteit is vergroot en een basis voor een breder netwerk is gelegd.
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
5
Geplande subsidiabele kosten van het project Personeelskosten
598.975,00 €
Overige kosten
189.025,00 €
(-) Inkomsten
0,00 €
Totaal
788.000,00 €
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
Voorgestelde financiering EU (EFRO)
358.776,40 €
45,53%
Nationale Co-financiering NL
0,00 €
0,00%
Ministerie
0,00 €
0,00%
Provincie
118.200,00 €
15 %
0,00 €
0,00%
NRW
118.200,00 €
15 %
Niedersachsen
0,00 €
0,00%
192.823,60 €
24,47 %
788.000,00 €
100,00%
Nationale Co-financiering DE
Regionale Co-financiering NL (o.a. Eigen bijdrage projectpartners) Regionale Co-financiering DE (o.a. Eigen bijdrage projectpartners) Totaal
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
6
Euregioraad 28-05-2015 Punt 6 c. 4
INTERREG VA plug|in _ start|up Inrichting van 84 pilotplattforms (try-outs) onder begeleiding van 6 NL-D tentoonstellingsinrichtingen en 60 NL-D kunstenaars met doel om een zichzelf dragende, ondernemende regionale infrastructuur voor beeldende kunst –producten op te zetten. Leadpartner Projectpartner
Stadt Hamminkeln, Burgemeester Schlierf Zie concept
Projectvolume Regionaal Bovenregionaal
717.672,00 €
Standpuntbepaling Regionaal Programma-Management ERW Inhoudelijke toetsing
Kostentoetsing
Financieringstoetsing
Het project past in het Coöperatieprogramma DeutschlandNederland INTERREG VA 2014-2020 Prioriteit 2 – Versterking van de sociaalculturele en territoriale cohesie. De plausibiliteit en redelijkheid van de kosten kon nog niet worden afgesloten wegens de nog niet goedgekeurde subsidiegrondslagen. Er wordt cofinanciering aangevraagd bij het Wirtschaftsministerium NRW en de provincie Gelderland en de provincie Overijssel.
Strategische Agenda 2020 Euregio Rijn-Waal Euregionale duurzame economische ontwikkeling Euregionale Soft Skills Euregionale Verankirung
Resultaat van de Commissies en het Dagelijks Bestuur Het project werd op 13-04-2015 in de Commissie voor Grensoverschrijdende Verstandhouding, op 16-04-2015 in de Commissie voor Financiën en Projecten en op 08-05-2015 in het Dagelijks Bestuur met een unaniem positief advies aan de Euregioraad doorgezonden, met dien verstande dat het duidelijk euregionaal wordt ingekaderd, een overtuigend PR-concept krijgt en gebruik maakt van bestaande euregionale marketingstructuren. Besluitvoorstel: Het project aan de INTERREG VA-stuurgroep met een positief advies voor te leggen.
Projectconcept voor een project in het kader van het programma INTERREG Deutschland-Nederland
Concept-nr. / versie
Datum
Begeleidend regionaal programmamanagement (RPM) (indien bekend)
RPM Eems Dollard Regio RPM EUREGIO RPM Euregio Rijn-Waal RPM euregio rijn-maas-noord
Projecttitel (evt. afkorting, max. 20 tekens)
Volledige projectaanduiding (optioneel, max. 3 regels)
plug|in _ start|up
plug|in - Het opbouwen van een zich zelf dragende, zakelijke, regionale infrastructuur voor producten uit de beeldende kunst.
Geplande projectstart
Geplande looptijd (in maanden)
1 juli 2015
48
Lead Partner Gemeente Hamminkeln, de burgemeester
Brüner Straße 9, 46499 Hamminkeln, Duitsland
Contactpersoon
Telefoon | e-mail
Holger Schlierf
0049-2852-88132 /
[email protected]
Overige projectpartners
(Naam organisatie, plaats | Indien mogelijk: contactpersoon, telefoon, e-mail)
Derik-Baegert-Gesellschaft e.V., Schlossstraße 8, 46499 Hamminkeln, Dr. Gudrun Bott, +49-2852-9229,
[email protected] Museum Kurhaus Kleve, Prof. Dr. Harald Kunde, Tiergartenstraße 41, 47533 Kleve, +49-2821-75010,
[email protected] Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
1
Museum Arnhem, Utrechtseweg 87 6812 AA Arnhem Museum Nijmegen, Kelfkensbos 59, 6511 TB Nijmegen ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem, Onderlangs 9, 6812 CE Arnhem, Westfälischer Kunstverein, Rotheburg 30, 48143 Münster, Kristina Scepanski, +49-251-46157,
[email protected] TETEM kunstruimte Enschede, Wilja Jurg, Stroinksbleekweg 16, 7523 ZL Enschede, +31-53-2308791,
[email protected]
1. Welk probleem binnen het programmagebied wordt door het project opgelost/aangepakt of welke kansen worden benut? (maximaal 2000 tekens) Kenmerk van de euregionale werkgebieden Rijn-Waal en Gronau/Enschede is het creatieve potentieel van talrijke instellingen en medespelers op het gebied van cultuur en creatieve ondernemingen (zakenlui), die tot nu toe afzonderlijk van elkaar werken alhoewel hun behoeftes en competenties elkaar perfect aanvullen. Het via gemeenschappelijke projecten en coöperaties transparent maken van deze afgrenzing belooft voor beide partijen een opening en uitwisseling van tot nu toe onuitgeputte capaciteiten van kennis, ideën en ervaringen. Het overnemen van het door het project op gang gebrachte in de eigen praktijk betekent een uitbreiding van het handelingsspectrum, ruimt deficiten uit de weg en draagt daardoor bij tot een verhoging van succes. Want: Aan de ene kant eisen nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en veranderde verwachtingen van de klant visionair denken, innovatie en creativiteit in de sector ondernemend handelen. Aan de andere kant zijn nieuwe economische strategieën, concepten en platformen onontbeerlijk als het gaat om de onafhankelijke productie en bemiddeling van beeldende kunst. ‚plug|in’ is een startup project voor het opbouwen van een tot nu toe ontbrekende, zich zelf dragende en zich zelf financierende infrastructuur voor het vermarkten van beeldende kunst. Kunstenaars, curatoren, creatieve ondernemers met winkelpanden, kunstverenigingen en musea in Düsseldorf, Arnhem, Kleve, Nijmegen, Hamminkeln, Enschede en Münster worden met marketing deskundigen (kunst&economie) van de hogescholen uit Düsseldorf, Arnhem/Nijmegen bijeen gebracht tot een grensoverschrijdende innovatiegenootschap. Gemeenschappelijk ontwikkelen en testen zij pilotformaten (tryout) in de tot nu toe unieke koppeling van kunsttentoonstelling en economische platform voor verrassende en tevens “betaalbare” kunstwerken: • ter verbetering van ondernemings kwaliteiten van jonge beeldende kunstenaars en curatoren • tot uitbreiding van creatieve denk- en handelsmodellen voor jonge ondernemers (zakenlui) en hun producten portfolio’s • tot ontsluiting van nieuwe markten en verzamelaars voor hedendaagse beeldende kunst • ter vergroting van de economische zelfstandigheid van tentoonstellingsinstituten • ter verlichting van de euregionale gemeenten in hun sociaal-culturele verantwoording. Creativiteit en economie gelden als beslissende drijfveren van onze hedendaagse tijd. Hieraan wordt de kracht van een regio en haar bewoners gemeten - in de zin van dynamiek en verscheidenheid. De met ‚plug|in’ beoogde kunst-creatief-economie-cluster presenteert de Euregio als initiator en motor van innovatieve economische modellen en strategieën.
2. Welke doelen en doelgroepen bereikt het project? Welke resultaten worden (uitgedrukt in indicatoren) behaald? (maximaal 2000 tekens)
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
2
Gedurende het project kenmerken 4 in elkaar grijpende bouwstenen de procesgeoriënteerde doelstelling: 1. Doelstelling leerproces: Representanten van de projectgroepen leveren continu een bijdrage van hun bestaande, in de betreffende sector bewezen competenties en ervaringen in een op reflectie en verwerving gericht uitwisselingsproces om van elkaar te leren en hun competenties uit te breiden. 2. Doelstelling praktijktest: De projectdeelnemers werken nieuwe modellen uit voor de vermarkting van producten uit de beeldende kunst en zetten deze om in de praktijk (try-out), zodat hierdoor voor alle deelnemers een langdurige en meetbare verbetering van hun uitgangssituatie ontstaat. 3. Doelstelling structuurvorming: De gedurende het project bij wijze van proef uitgeprobeerde en geoptimeerde try-out modellen zijn de basis voor de acquisitie en uitbreiding van de kunst-creatiefeconomie-cluster aan het einde van het project. Het staat alle geïnteresseerde gemeenten vrij hieraan deel te nemen. 4. Doelstelling bemiddeling: In workshops leren scholieren en kunststudenten om via ‚plug|in’ creatieve en economische perspectieven te verbinden en tot basis van hun eigen economische bestaan te maken. ‚plug|in’ heeft 6 doelgroepen: 1. Kunstenaars en curatoren • 60 D/NL beeldende kunstenaars (stipendiaten/alumni Schloss Ringenberg, Hamminkeln) • 12 D/NL curatoren (stipendiaten Schloss Ringenberg, Hamminkeln) De kunstenaars ontsluiten met een alternatieve manier van marketing van hun werk een eigen groep van verzamelaars. De curatoren maken een ondernemingsgeest eigen en leveren met hun vakkundige competentie een bijdrage aan de nieuwe marketingsmodellen. 2. Creatieve ondernemers • 6 D/NL Ondernemers (zakenlui) uit de branche creatieve economie (winkelpanden in Arnhem, Nijmegen, Kleve, Enschede, Düsseldorf, Münster) De ondernemers (zakenlui) krijgen toegang tot nieuwe producenten (kunstenaars) en bemiddelaars (curatoren). Zij breiden hiermee hun specifiek op een bepaalde doelgroep gericht portfolio van producten uit. 3. Tentoonstellingsinstituten • NRW: K.I.T. Düsseldorf, Kurhaus Kleve, Westfälischer Kunstverein • NL: Museum Arnhem/ Gelderland Biënnale, Museum Het Valhof Nijmegen/ Gelderland Biënnale, TETEM kunstruimte Enschede • Centrum voor stipendiaten Schloss Ringenberg (Hamminkeln) De tentoonstellingsinstituten (kunstverenigingen, musea, biënnalen) koppelen met hun platform voor verspreiding hun tentoonstellingsprojecten aan de stedelijke context. Zij bereiken nieuwe groepen bezoekers in hun dagelijkse omgeving. Dit maakt de toegang vrij voor nieuwe belangstellenden, verzamelaars en ondersteuners – en daarmee een groei van de economische zelfstandigheid. 4. Studenten van kunstacademies • Hogeschool voor de kunsten ArtEZ (Arnhem) • Werkplaats Typografie Arnhem • Kunstakademie Düsseldorf • Kunstakademie Münster De kunststudenten leren in werkcolleges ‚plug|in’ kennen als een economisch model, om in de toekomst in een vrij beroep een zelfstandig bestaan op te kunnen bouwen. 5. Scholieren (14 – 17 jaar) • >80 D scholieren (Düsseldorf, Wesel, Kleve, Hamminkeln, Münster) • >80 NL scholieren (Arnhem, Nijmegen, Enschede) De jongeren ontdekken door de creatieve/economische vorming met kunstenaars en curatoren de zelfstandige en zakelijke facetten bij het zoeken naar een beroep. 6. Burgers uit de regio • Cultureel gebonden consumenten • Bezoekers van tentoonstellingshuizen De burgers worden in hun regio geconfronteerd met een uitgebreid, uniek aanbod van individuele producten, die niet alleen voorzien in een behoefte naar alternatieven van de massamarkt, maar hen tevens nieuwe wegen opent om deel te nemen aan het scheppen van culturele waarden.
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
3
3. Welke concrete maatregelen/activiteiten zijn in het kader van het project gepland? Tip: een indeling in verschillende werkpakketten of fases kan hier alvast nuttig zijn. (maximaal 3500 tekens) ‚plug|in’ is een op de praktijk gericht pilotproject met proces-achtige activiteiten: uitwisselen – ontwikkelen – testen – evalueren – verbeteren. Van 1 juli 2015 tot 30 juni 2019 worden in 9 in elkaar grijpende programmapunten in de werkgebieden Euregio Rijn-Waal en Gronau/Enschede voortdurend nieuwe coöperaties gemaakt tussen wisselende partners/deelnemers uit cultuur en economie. Kernpunt van deze veelvoudige coöperaties zijn de try-out platformen voor de commerciële verspreiding van producten uit de beeldende kunst (objecten, schilderijen). Geïnitieerd door een publiek trekkend tentoonsstellingsproject in samenwerking met 6 tentoonstellingshuizen worden deze platformen ingericht in het betreffende museum. Parallel verschijnen tegelijkertijd in alle 6 daarbij betrokkenen winkelpanden de platformen in een herkenbaar design. Voor deze platformen maken de uitgenodigde kunstenaars van het tentoonstellingsproject steeds weer nieuwe, verkoopbare werken in een prijsklasse tot 200 €. Productflyer en een groeiend monsterboek van deze werken, vervaardigd door Extrapool Nijmegen en Werkplaats Typografie Arnhem, bieden op alle locaties informaties over de kunstenaars alsmede hun aanbod. Beide documenteren geleidelijk de resultaten van het project in de zin van best-practice modellen voor toekomstige nieuwe partners van de kunst-creatief-economie-cluster. Het centrale coördinatie punt is Schloss Ringenberg in Hamminkeln. Sinds 2001 wonen en werken hier D/NL kunstenaars en curatoren met een extern gefinancierd stipendium (deelstaat NRW, Kunststiftung NRW, Mondriaan Fonds Amsterdam, ArtEZ Arnhem, Dullertsstichting Arnhem). De acteurs van ‚plug|in’ zijn op het gebied van de kunst de stipendiaten, alsmede geëtableerde tentoonstellingsinstituten (kunstverenigingen, musea, Gelderland Biënnale) met een hedendaags actueel programma, dat kenmerkend is voor het werkgebied van de jonge curatoren en kunstenaars. De acteurs op het zakelijke gebied zijn zakenlui met een innovatief platform voor de commerciële verspreiding van geïndividualiseerde producten, unikaten en kleine series. Deskundigen op het gebied van kunst&economie leveren een bijdrage aan het project van wetenschappelijke en op de praktijk gerichte expertise voor analyse, wetenschappelijke uitwisseling, structurele vorming en evaluatie. ‚plug|in’ programmapunten: 1. Structuurconferentie met deskundigen op het gebied van kunst&economie (Hogeschool Arnhem/Nijmegen en de kunstacademie Düsseldorf) (2015) 2. 12 tentoonstellingsprojecten van 12 curatoren in 6 tentoonstellingshuizen in NRW, NL en in Schloss Ringenberg met 60 kunstenaars, begeleid door 12 activiteiten voor het publiek (2016-2018) 3. 12 pilotplatformen (try-out) op locaties van de tentoonstellingsprojecten (2016-2018) 4. 72 pilotplatformen (try-out) in 6 winkelpanden van deelnemende ondernemingen (zakenlui) (2016-2018) 5. 12 productflyers en 1 monsterboek (2016-...) 6. Website/product-blog (2016-..) 7. 12 evaluatie-/ontwikkelingsconferenties voor platformen met keynotes van deskundigen op het gebied van kunst&economie op wisselende locaties (Arnhem, Nijmegen, Hamminkeln, Düsseldorf) (2016-2019) 8. 6 D/NL schoolworkshops met >160 scholieren (14 – 16 jaar) (2016-2018) 9. 6 workshops in de kunstacademie in Düsseldorf, Arnhem en Münster met deskundigen op het gebied van kunst&economie voor ca. 120 studenten (2016-2019)
4. Beschrijft u het innovatieve karakter van het project. Wat is nieuw/innovatief aan het project? Welke veranderingen brengt het project teweeg? (maximaal 2000 tekens)
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
4
‚plug|in’ doelt op het grensoverschrijdend verbinden van cultuurscheppers en ondernemingen in de creatieve sector in de Euregio-regio tot een innovatieve, binationale productie-bond. De voor de locatie typerende koppeling van kunsttentoonstelling en economische platform is tot nu toe uniek. Resultaten en netwerken uit het ‚plug|in’ programma vormen het geraamte van een uitgebreide, zich zelf dragende euregionale infrastructuur voor de vervaardiging en commerciële verspreiding van producten uit de beeldende kunst die voor alle belangstellende gemeenten toegankelijk is. Alle deelnemers van het project verbeteren hun competenties. Voor de grensregio worden op lange termijn geplande positieve effecten aangeboden: • De economische situatie van jonge beeldende kunstenaars en curatoren wordt verbeterd. • Ondernemingen staan open voor nieuwe producenten, markten en kopers. • Het alternatieve aanbod van beeldende kunst producten matcht met de wens van de klant naar nieuwe individuele producten en stimuleert een nieuwe vorm van verzamelen – en daarmee een nieuw interesse aan kunst en cultuur. • De economische onafhankelijkheid van tentoonstellingshuizen neemt toe. • Het verlicht Euregionale gemeenten van hun sociaal-culturele verantwoording. • De kunst-creatief-economie-cluster presenteert de Euregio Rijn-Waal als initiator en motor van innovatieve economische modellen en strategieën.
5. Ieder project moet onder één van de beide prioriteiten “Verhoging van de grensoverschrijdende innovatiekracht van het programmagebied“ (prioriteit 1) “Sociaal-culturele en territoriale cohesie van het programmagebied” (prioriteit 2) uit het samenwerkingsprogramma vallen. Elke prioriteit omvat een centrale doelstelling van het operationeel Programma: • Prioriteit 1: Meer product- en procesinnovaties • Prioriteit 2: Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties Kies eerst de prioriteit die bij uw project past. Aansluitend licht u toe, welke bijdrage het project aan de doelstelling van het programma levert. (maximaal 3000 tekens) Prioriteit 1 (Meer product- en procesinnovaties) x Prioriteit 2 (Vermindering van de barrièrewerking van de grens voor burgers en instituties) Het aanbod van alle aan het project deelnemende tentoonstellingshuizen is gericht op in cultuur geïnterreseerde bezoekers aan beide kanten van de grens. Tevens doelen de creatieve ondernemers met hun aanbod van waren op klanten in het buurland. Kunstenaars en curatoren willen de radius voor hun werk/dienstverlening buiten hun eigen land uitbreiden. Doordat ‚plug|in’ de drie groepen grensoverschrijdend in netwerken aan elkaar koppelt, schept het voor alle deelnemers voor ‘t eerst een grotere waarneming in het buurland en tevens een toegang tot strategieën en methodes, die gevormd door verschillende mentaliteiten en tradities de eigen praktijk verbeteren. Met uitwisseling, samenwerking en gemeenschappelijke presentatie naar buiten ontstaat een dynamisch gebonden structuur, waarin het wederzijds leren en de gemeenschappelijke doelstellingen boven de waarneming van scheidende grenzen staan. Voor de in cultuur geïnteresseerde burgers en bezoekers van steden biedt het samenwerkingsverband de mogelijkheid om ook buiten de musea te worden geconfronteerd met werken van Duitse en Nederlandse kunstenaars en zo eigen fascinatie voor de creatieve sector te ontdekken. De nieuwsgierigheid en de belangstelling om ook andere clusterlocaties van het ‚plug|in’ innovatieverband te bezoeken schept veelvuldige ongebruikelijke aanleidingen om de grens te overschrijden en daarmee steden in het buurland met hun culturele instanties en inkoop mogelijkheden beter te leren kennen. De aanwezigheid van op alle locaties herkenbare try-out platformen, meer dan drie jaar lang, met steeds weer nieuwe objecten nodigt niet slechts één keer maar herhaaldelijk uit tot een bezoek over de grens. Vele gemeente-afdelingen voor economische ondersteuning van de deelnemenden Euregio’s zijn er in geïnteresseerd om de grensoverschrijdende concepten voor creatieve economie op te bouwen en ook om van het Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
5
potentiaal en ervaringen van de buren op dit gebied te leren. Op lange termijn zoeken zij naar mogelijkheden om hun activiteiten met Nederland te coördineren om uiteindelijke de attractiviteit van hun stad zowel voor creatieven als ook voor bezoekers te verbeteren. ‚Plug|in’ wordt als pilotplan gezien en de evaluatie van de in het project gemaakte ervaringen en resultaten worden in de toekomstige planning geïntegreerd (aanbevelingsschrijven Düsseldorf, Münster, Arnhem, Enschede, Hamminkeln).
6. Waarom moet het project grensoverschrijdend worden uitgevoerd (en niet nationaal of op een ander niveau)? (maximaal 2000 tekens) De unieke meerwaarde van ‚plug|in’ ligt voor alle deelnemers aan het project in een op de praktijk gerichte en op toepassing georiënteerde uitwisseling van verschillende Duitse en Nederlandse tradities en mentaliteiten op raakpunten van creativiteit en economie. Zo bieden de individuele Duits- Nederlandse uitgangssituaties optimale voorwaarden voor de geplande opbouw van een grensoverschrijdende kunst-creatief-economie-cluster: Verschillende structuren, ervaringen en mentaliteiten in de twee landen brengen elkaar aanvullende behoeftes en potentialen teweeg. Wordt Nederland geprezen voor zijn angstvrije openhartigheid en een bereidwilligheid tot experimenteren in verbinding met creatieve en economische belangen, zo vindt men aan de Duitse kant het streven om de artistieke autonomie af te grenzen van het commerciële verzilveren buiten geëtableerde galeries. Dit wordt al zichtbaar in de verschillende zwaartepunten in de opleiding van academies/kunsthogescholen. Terwijl in Duitsland de studenten zich op slechts één vakrichting concentreren, blijven de creatieve studierichtingen in Nederland transparant en open voor een wisseling zoals tussen vrije en toegepaste kunst. Verschillen tussen de twee landen bestaan ook met betrekking tot het verzamelen van kunst. Juist in NRW bestaat de traditie, gebaseerd op het idee van kunstverenigingen, om met het kopen van kunstwerken – ook in klein formaat – jonge kunstenaars te stimuleren. In Nederland daarentegen komt het verzamelen van kunst en het bezit ervan als bestanddeel van een culturele levenskwaliteit tot nu toe weinig voor. De regionale, grensoverschrijdende koers van het project biedt zowel voor de projectdeelnemers als ook voor de bezoekers/klanten de kans om de verschillende nationale handelswijzen en tradities voor de eerste keer of op een geheel nieuwe wijze voor zichzelf te ontdekken en ervan te profiteren.
7. Hoe kunnen de projectactiviteiten en –resultaten en/of het ontstane grensoverschrijdende netwerk na de projectlooptijd verder worden benut en gefinancierd? Hoe worden activiteiten voortgezet? In hoeverre zijn de outputs en resultaten voor derden relevant en bruikbaar? (maximaal 2000 tekens) Uitgaand van het met ‚plug|in’ gewonnen profijt en ervaringen wordt de acquisitie van nieuwe leden van de kunst-creatief-economie-cluster aan het einde van het project door de coördinator Schloss Ringenberg (Hamminkeln) voortgezet. Dit komt de expansie van de door het project geschapen infrastructuur tot vermarkting van werken uit de beeldende kunst ten goede. Alle geïnteresseerde lid-gemeenten van de twee Euregio’s zijn met hun culturele en zakelijke medespelers uitgenodigd om aan dit voortdurende open-source-programma deel te nemen. Schloss Ringenberg wordt hierbij een cluster-agentschap voor regionale acteurs (kunstenaars, curatoren, zakenlui met winkelpanden, tentoonstellingsinstituten) in de gestaag groeiende innovatiebond van kunst en economie, die op lange termijn in het werkgebied van de Euregio Rijn-Waal en Gronau/Enschede het doel van het project vervult. Maatregelen en activiteiten ter bescherming en uitbreiding van de kunst-creatief-economie-cluster zijn: • een structuurplan tot voortzetting van de samenwerking tussen de projectdeelnemers en –partners. • de voortdurende aanvulling van het monsterboek, de website en het blog met nieuwe aanbiedingen van Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
6
werken uit de beeldende kunst. • de uitbreiding van de groep van samenwerkende kunstenaars en curatoren. • het onderzoek en de acquisitie van potentieel geïnteresseerde ondernemingen als gastheer van de marketing platformen. • de presentatie van het ‚plug|in’ concept in tentoonstellingshuizen als uitbreiding van de institutionele omlijsting in stedelijk verband. • de voortdurende evaluatie en verwerking van de ‚plug|in’ resultaten voor bemiddeling aan kunststudenten en start-up ondernemingen/oprichtingsinitiatieven in het werkgebied van Euregio. • de voortdurende implementatie van de ‚plug|in’ resultaten bij het stimuleren van een jonge generatie beeldende kunstenaars en curatoren uit Duitsland en Nederland in het stipendiumcentrum Schloss Ringenberg. • de overdracht van de ‚plug|in’ resultaten in de opleiding aan kunstacademies.
Geplande subsidiabele kosten van het project Personeelskosten
258819 €
Overige kosten
448853 €
(-) Inkomsten
0,00 €
Totaal
717672 €
Licht u a.u.b. kort toe wat deze kosten omvatten
Voorgestelde financiering Vult u in elk geval het totaalbedrag van de geplande eigen bijdrage van de projectpartners in! eigen bijdrage Totaal 179418 € eigen bijdrage Totaal 0,00 € projectpartners ArtEZ, Kurhaus Kleve, KIT, Het Valkhof
bijdragen van derden
Publiek
Nijmegen, Museum Arnhem
Privaat
Derik-Baegert-Ges., Kunstverein Münster, TETEM
Totaal
Publiek Privaat
INTERREGFinanciering Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
Totaal EU (EFRO)
7
25% 0,00%
0,00 €
0,00%
0,00 € 0,00 €
0,00% 0,00%
0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 538254€
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 50%
(publiek)
Co-financiering NL
Totaal
Co-financiering De
Totaal
89709 € 62796 € 26913 € 89709 € 0,00 € 0,00 €
Provincie Gelderland Provincie Overijssel
Som
Formulierversie 2.0 [10-10-2014]
8
12,5% 8,75% 3,75% 12,5% 0,00% 0,00%
Euregioraad 28-05-2015 Punt 7 Financiën jaarrekening 2014 Verslag van de financiële controlecommissie en verlening van decharge Volgens § 13.4 van de statuten van het openbaar lichaam Euregio Rijn-Waal, versie 1 maart 2007, benoemt de Euregioraad uit zijn midden een financiële controlecommissie, waarvan momenteel lid zijn: -
Burgemeester Peter Driessen, Gem. Bedburg-Hau Burgemeester Heiko Schmidt, Gem. Sonsbeck Burgemeester Manon Pelzer, Gem. Bergen Burgemeester Lex Roolvink, Gem. Grave
De financiële controlecommissie controleert de jaarrekening van de Euregio Rijn-Waal van 2014 en maakt hiervoor, conform § 13.4 van de statuten van het openbaar lichaam Euregio Rijn-Waal, versie 1 maart 2007, gebruik van de diensten van een extern accountantskantoor. Het accountantskantoor Concunia GmbH uit Münster heeft de jaarrekening voor het jaar 2014 gecontroleerd en hierover een controleverslag opgemaakt. Verslaggevingsperiode: april 2015 Accountants: de heer Trost en de heer Beyß Dit verslag is met schrijven van 24 april 2015 aan de leden van de financiële controlecommissie verstuurd. Het secretariaat heeft dit verslag op 24 april 2015 ontvangen. Op 24 april 2015 heeft de secretaris, de heer Kamps, een schriftelijk commentaar afgegeven, dat samen met het controleverslag werd verstuurd. Op 8 mei 2015 heeft de financiële controlecommissie dit verslag in aanwezigheid van de accountant van Concunia GmbH, de heer Trost, met de secretaris, de heer Kamps, de plaatsvervangend secretaris, dhr. Kochs, en de voor financiën verantwoordelijk medewerkers, mevr. Knoor en de heer Terporten, besproken. Op grond van de resultaten van de hierboven genoemde bespreking over het controleverslag van 24 april 2015 brengt de financiële controlecommissie aan de Euregioraad het volgende verslag uit: Het controleverslag van accountantskantoor Concunia GmbH uit Münster over de controle van de jaarrekening van 2014 bevat geen controlebevindingen. Toelichting op de jaarrekening van de Euregio Rijn-Waal 2014 Het resultaat van het jaar 2014 laat een positief resultaat zien ter hoogte van € 6.353,47. Het accountantskantoor Concunia GmbH heeft een accountantsverklaring zonder voorbehoud afgegeven. Ze bevestigt tegelijkertijd, dat de jaarrekening voldoet aan de wettelijke voorschriften en met inachtneming van de voorschriften voor correcte boekhouding een getrouw beeld geeft van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van het openbaar lichaam. Het situatieverslag is in overeenstemming met de jaarrekening en geeft over het geheel genomen een juist beeld van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van het openbaar lichaam en geeft de kansen en risico’s van de toekomstige ontwikkeling op juiste wijze weer.
De financiële controlecommissie heeft zich bij deze opvatting aangesloten en geadviseerd, het controleverslag inclusief balans, het situatieverslag en de accountantsverklaring te overleggen aan de Euregioraad en de bijbehorende bijlagen op de internetsite van de Euregio Rijn-Waal ter beschikking te stellen. Bijlagen:
1. Accountantsverklaring Balans per 31-12-2014, aanhangsel met bijlagen en situatieverslag staan als download ter beschikking op www.euregio.org organisatie organisatiestructuur financiën van de Euregio Rijn-Waal 2. Verslag van de financiële controlecommissie
Besluitvoorstel: De Euregioraad neemt de verslag van de financiële controlecommissie ter kennisgeving aan. Opmerkingen op het controleverslag zijn niet noodzakelijk. De Euregioraad stelt het resultaat van de controle van de jaarrekening voor 2014 vast en besluit het positief saldo van het jaar 2014 ter hoogte van € 6.353,47 aan de verrekeningsreserve toe te voegen. De Euregioraad besluit voor het begrotingsjaar 2014 tot verlening van decharge aan het Dagelijks Bestuur en de secretaris.
Euregio Rhein-Waal
Emmericher Str. 24 47533 Kleve
I?4 1 ?l@.@@.
, W,
t(/R E G??a
JAHRESABSCHLUSS
zum 31 . Dezember 2014
Euregio Rhein-Waal Emmericher Straße 24 47533 Kleve
(O Q a) I'- (0 ö
<
> CQ CQ
< Ci
(0 (X)
C)'f Ö?
(T}
Ll)N
Ll)
CI)
N(D
Il)
'ö
Y-Cff
v co
OLI') Oa) Il')CI)
fa) C)f
C!i # ('i
: ü:?
CI) Ll') IJi (O (0 f(')kl')
py
ü 0 14) CO(N
Ö
a)+
€X)
?E-:) >
't S
@;10
a)
ö
CI)0) O)0
CiCÖl!'i
Ll)
K
a)C)Y CQS
S C')
I-
f
'(T ee.rYKtlü 'm:)
01)
Ll) (C)
C) S
'e K
(OLÖ
Nlj'i €') C'J
CQ
?iii
'OLu
Cl) (N N
(O a)
(')
U)
K
a)0 C')0
f
a) N
I'-
";r (D
O
a) (X) I; S (0 'e
Clü 00)
CI)
Ci) Cl)
C)(Q
*Cla:I Sl'-(Q
7 kl) (D
OY Ll)K #Ö
a)(N
SIJ)
(0(I)a) ü 'öCl)
'e
Ck: :) uu
S(Q ?l? CI)('l CI)(Q
COCI)
(Ö
(Da:)
CI)C)Ö
Ö SÖ
k:D*
oi N Cl) C
gffi ='i';z fö = ca) ,@(2
(n(?
n@(DkflBX U) 111@(DkflBX U) j . . j ? - t'M
Ü'a"a' :o'a';"a?!?a?' "(oaa' ä"?o f iEo 'Ea?'Li' ?o ":Na':o?":':E';"?a : ""'
'ö ff
v
ü N (')
0 N
P»
0 0
.
0 0l
i (,-?
?E-:)
i
(Q(')
00
i
'i
(Il-
J)
i
=:)
11)h
;5
?N
@i
(')€') 11)(') ö)(iJ
ö(ö (ON
('iCCi
?6i >
CI)
m.C%l €Q
üCsl
(%i
N:
'Fa
')
;5
.O a) (? C 111(? w z(3) Cl)(1) (» a)'- C? 0
üa'gia'
@7
C:
f O
(%i I': Ö
Öa) Ö
N
";r
CT) 11')
S
CQ
0 C)
J:
0
kl) C%I Cl)
'F cCf. :(O'ü :'o:)
N
-CHI
5B
a) 0
Cl) CI)
L€)N (')a)
(0
'e
Ll)
(Q
I.Ö
CI) €C) (0 üö
(0 (')
Cl) (N
€Q N
S
N C%I
o
'e
0
00
(t
CQ
('Q
Ll)
11') (0
* *
@il Cl)
I'-?
:) uu
Ö(I) 0l
a» 'Ö C
fö
:Ö
d i(111 1)
E
I
ai
U)
a)
-
J: o
?oa) t?o q, Wfö e.
Cl)
.!o,Tht"?W N
,a"' j, s Ot!l'VXJoJ <
>
Ea) ay?rqC i'0'
,!D
,, wQ CI)-'
Cl)
?B ,(1) O L? (y)s"-" ..o Tl 3 Ci:Nz c .vi
:ö
a'oC 'o€ A'o ß ?'a E '- " j: " U)
>
)? ??" E! ?ffl %:! z.?Cl) ?'i>. -a»q o. !' =
:;2
?? 2o,? 5"'a 5?=-? ?.'o?Ba (l) '0ät '. a) jp () C ( ' - 1 fö
s- fö ..sa ffl
- Bp0 E o, ':IQs-
h y
<
(D el)
'Cla
Cl)
E
CI) "
w(f1
(D
05
OT)
LLttl
(/) '5 Cr
(%J:J J)
N
N
0
<
> CQ C/)
<
CO
f k iJ')
z C,: !; ?E-:)
:" Ol Q 5?a'a ;?
(D I'-
CL
(')
j:
U)' i(11
a) N
0) N
a)
(X) I'-
S
C):-: :)a:i
'oOÜ
a) ('J
(%l
'e
0
Ce ) ut
v m
0 ?
CTI
(O'
m
(%l -fö
uȤ
";f C)
ß =:)
«nÄ 'z' 5a ?? ! j> E ,,,a'
V (f? 8 a E
nÖ ?-
m aEsi :
ffi fö
N
a) ü
I-
(Q
m
(')i!i
Ll) a)
Ll')C))
'e N
z ce ' = ?;;:)
m
C')(%J
Ol
CI) (0
(')
@i
(ON
00 ('1
Ll)CQ
a)
(Q'f
S
>'ILl <
J: (tl
(I)' :m f
0:
I':Y
Ö N
00
Ö
+
0
ü: :) uu
Ö
e
a) ffi
t:ri J:}
Cl) C
:5
O
ce a»
<
>
h y
<
iJ')
Ci)CI) Ll) 11)
CI)
11}'
;3 o ß
::) «4
GEWINN- UND VERLUSTRECHNUNG vom 01 .01 .2014 bis 31.12.2014 Euregio Rhein-Waal Kleve
EUR
1. Zuwendungen und allgemeine Umlagen 2. Sonstige ordentliche Erträge 3. Ordentliche Erträge 4. Personalaufwendungen 5. Aufwendungen für Sachund Dienstleistungen 6. Bilanzielle Abschreibungen 7. Sonstige ordentliche Aufwendungen 8. Ordentliche Aufwendungen
Vorjahr
EUR
EUR
2.636.527,07 44.885,88
2.681.412,95
2.512.796,68 15.114,07 2.527.91 o,-is
1.514.548,00
1 .424.269,84
831.217,06 72.434,72
773.867,68 71.813,33
259.217,82 2.677.41 7,60
9. Ergebnis der laufenden Verwaltungstätigkeit 10. Finanzerträge 11 . Zinsen und sonstige Finanzaufwendungen
Geschäftsjahr
3.995,35
259.757,27 2.529.708,12
1 .797,37-
11.470,81
17.297,88
g.ql2,69
9.937,43
12. Finanzergebnis
2.358,12
7.360,45
13. Ordentliches Ergebnis
6.353,47
5.563,08
14. Jahresergebnis
6.353,47
5.563,08
ERGEBNISRECHNuNG
Anlage l 2.
Produktber/Gesami: P MonatlicheWerte: 12/2014 BAB-Version: 58
Bezeichnung: Euregio Rhein-Waal Aufgelaufene Wer}e: 01/2014 - 12/2014 Auswertungswährung: EUR Verantwortlicher: Ansicht: Spaltenindividuell Ertrags- und Aufwandsarken
Ergebnis des Vorjahres
Fortgeschriebener Ansatz des Haushaltsjahres
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres
1
2
3
1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Umlagen
2.512.796.61
2.781.713,0( ' 2.636.527,0;
3 + Sonstige Trarisferemäge
4 + Öffentlich-rechtliche Leisfüngsentgelte 5 + Privatrechtliche Leistungsentgelte 6 + Kostenerstattungen und Kostenumlagen 7 + Sonstige ordentliche Erkräge
15.114,0;
25.700,OC
44.885,Be
10 = Ordentliche Erträge
2.527.910,7!
2.807.413,00
2.681.412,95
11 - Personalaufwendungen
1 .424.269,8<
1.599.372,00
1.514.548,00
773.867,68
817.439,(X)
831 .217,06
71.813,33
67.667,00
72.434,72
259.757,27
343.045,00
259.217,82
2.529.708,12
2.827.523,00
2.677.417,60
18 = OrdentlichesErgebnis (= Zeilen 10 und 17)
-1.797,37
-20.110,00
3.995,35
19 + Finanzerkräge
17.297,88
35.000,00
11.470,81
20 - Zinsen und sonstige Finanzaufwendungen
9.937,43
g.oio,oo
9.112,69
21 = Finanzergebnis (= Zeilen 19 und 20)
7.360,45
25.990,00
2.35812
22 = Ergebnis der laufenden Venivaltungstätigkeit
5.563,08
5.880,00
6.353,47
5.563,08
5.880,00
s.353,47
8 * Aktivierie Eigenleistungen
9 +/- Bestandsveränderungen
12 - Versorgungsaufwendungen 13 - Aufwendungen für Sach- und Dienstleistungen 14 - BilanzielleAbschreibungen
15 - Transferaufwendungen 16 - SonstigeordemlicheAufwendungen
17 = OrdentlicheAufwendungen
I
(= Zeilen 18 und 21)
23 + AußerordentlicheErträge
I
24 - Außerordentliche Aufwendungen 25 = AußerordentlichesErgebnis (= Zeilen 23 und 24) 26 = Jahresergebnis (= Zeilen 22 und 25)
Nachrichtlich: Verrechnung von Er}rägen und Aufwendungen mit der allgemeinen Rücklage 27 = Verrechnete Erkräge bei Vermögensgegenständen 28 = Verrechnete Erträge bei Finanzanlagen 29 = Verrechnete Aufwendungen bei Vermögensgegens(änden 30 = Verrechnete Aufwendungen bei Finanzanlagen 31 = Verrechnungssaldo (= Zeilen 27 bis 30)
] r
TEILERGEBNISRECHNUNG
Anlage l 2.
Produktber/Gesamt: PO1 MonatlicheWerte: 12/2014 BAB-Version: 58
Bezeichnung: Innere Verwaltung Aufgelaufene Werke: 01/2014 - 12/2014 Auswerkungswährung: EuR Verantwofüicher: Ansicht: Spaltenindividuell Erkrags- und Aufwandsar}en
Ergebnis des Voriahres
Forkgeschriebener Ansatz des Haushaltsjahres
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres
1
2
3
] l
1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Umlagen
2.089.271 ,68
;i.aaa.eqs,oo
:i.;iis.srr,or
15.114,07
25.7ü0,00
44.885,88
10 = Ordentliche Erträge
2.104.385,75
2.390.313,00
2.261.462,95
11 - Personalaufwendungen
1 .424.269,84
1 .599.372,00
1.514.548.00
773.867,68
817.439,00
831.217,08
71.813,33
67.667,00
72.434,72
259.757,27
343.045,00
259.217,82
2.529.708,12
2.827.623,00
z.srz.«iz,so
-425.322,37
-437.210,00
-415.954,66
19 + Finanzer}räge
2.272,05
o,oo
1.090,97
20 - Zinsen und sonstige Finanzaufwendungen
1.260,00
1.000,00
1.102,99
21 = Finanzergebnis (= Zeilen 19 und 20)
1.012,05
-i.ooo,oo
-12,02
-424.310,32
-438.210,00
-415.966,67
-424.310,32
-438.210,00
-415.966,67
27 + Erträge aus internen Leistungsbeziehungen
100.618,02
95.814,04
28 - Aufwendungen aus internen Leistungsbeziehungen
100.618,02
68.429,OCI 68.429,00 68.429,00
0,00
0,00
0,00
-424.310,32
-438.210,00
-415.966,67
3 + Sonstige Transfererträge
4 + Öffentlich-rechtliche Leistungsentgelte 5 + Privatrechtliche Leistungsentgelte 6 + Kostenerstattungen und Kostenumlagen 7 + Sonstige ordentliche Erträge 8 + Aktivier}e Eigenleisfüngen 9 +/- Bestandsveränderungen
12 - Versorgungsaufwendungen 13 - AufwendungenfürSach-undDienstleistungen 14 - BilanzielleAbschreibungen 15 - Transferaufwendungen 16 - Sonstige ordentliche Aufwendungen 17 ii OrdentlicheAufwendungen 18 = OrdentlichesErgebnis (= Zeilen 1 ü und 17)
22 = Ergebnis der laufenden Verwaltungstätigkeit (= Zeilen 18 und 21) 23 * AußerordentlicheErträge 24 - Außerordentliche Aufwendungen
I l [
26 = AußerordentlichesErgebnis (= Zeilen 23 und 24) 26 = Jahresergebnis (= Zeilen 22 und 25)
Ergebnis aus internen Leistungsbeziehungen
29 = Ergebnis (= Zeilen 26, 27, 28)
95.814,04
r
Anlage 12.
TEILERGEBNISRECHNUNG
Produktber/Gesamt: P16 MonatlicheWer}e: 12/2014 BAB-Version: 58
Bezeichnung: Allgemeine Finanzwirtschaft Aufgelaufene VJerte: 01/2014 - 12/2014 Auswertungswährung: EUR Verantwonlicher: Ansicht Spaltenindividuell Erkrags- und Aufwandsarken
Ergebnis des Vorjahres
For(geschriebener Ansatz des Haushal}sjahres
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres
1
2
3
1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Umlagen
423.525,00
417.100,00
«ig.gso,oo
423.626,00
m.ioo,oo
419.950,00
423.525,00
417.100,00
419.950,00
15.025,83
35.000,00
lCl.379,84
20 - Zinsen und sons}ige Finanzaufwendungen
8.677,43
8.010,00
8.009,70
21 = Finanzergebnis {= Zeilen 19 und 20)
6.348,40
26.990,00
2.370,14
429.873,40
444.090,00
422.320,14
429.873,40
444.090,00
422.320,14
429.873,40
444.090,00
422.320,14
3 + Sonstige Trarisfererträge
4 * Öffentlich-rechtliche Leisfüngsentgelte 5 + Privatrechtliche Leistungsentgelte 6 * Kostenerstattungen und Kostenumlagen 7 + Sonstige ordentliche (Jräge 8 + Aktivierke Eigenleistungen 9 +/- Bes}andsveränderungen tO = Ordentliche Erträge
1 j - Personalaufwendungen 12 - Versorgungsaufwendungen 13 - Aufwendungen für Sach- und Dienstleistungen 14 - BilanzielleAbschreibungen 15 - Transferaufwendungen 16 - SonstigeordentlicheAufwendungen 17 = OrdentlicheAufwendungen 18 = OrdentlichesErgebnis (=ZeilenlOundl7) 19 + Finanzer(räge
22 = Ergebnis der laufenden Verwaltungstätigkeit (= Zeilen 18 und 21) 23 + AußerordentlicheErkräge
l i l l
24 - Außerordentliche Aufwendungen 25 = AußerordentlichesErgebnis (= Zeilen 23 und 24) 26 = Jahresergebnis (= Zeilen 22 und 25) 27 + Erkräge aus internen Leistungsbeziehungen 28 - Aufwendungen aus internen Leistungsbeziehungen Ergebnis aus internen Leistungsbeziehungen
29 = Ergebnis (a Zeilen 26, 27, 28)
l J
Anlage 12.
TEILERGEBNISRECHNUNG
Produktber/Gesamt: P90 MonatlicheWer(e: 12/2014 BAB-Version: 68
Bezeichnung: Fremdproj.Durchlauf Aufgelaufene Werte: 01/2014 - 12/2014 Auswerkungswährung: EuR Verantwonlicher: Ansicht: Spaltenindividuell Erirags- und Aufwandsarken 1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Umlagen 3 * Sonstige Transferer}räge
4 + Öffen(lich-rechtliche Leistungsentgelte 5 + Privatrechtliche Leisfüngsentgelte 6 + Kostenerstattungen und Kostenumlagen 7 + Sonstige ordeniliche Er(räge 8 + Aktivierke Eigenleistungen 9 +/- Bestandsveränderungen 10 = Ordentliche Erträge
11 - Personalaufwendungen 12 - Versorgungsaufwendungen 13 - AufwendungenfürSach-undDienstleis(ungen 14 - BilanzielleAbschreibungen 15 - Transferaufwendungen 16 - SonstigeordentlicheAufwendungen 17 = OrdentlicheAufwendungen 18 = OrdentlichesErgebnis (= Zeilen 10 und 17) 19 + Finanzerkräge 20 - Zinsen und sonstige Finanzaufwendungen 21 = Finanzergebnis (= Zeilen 19 und 20) 22 = Ergebnis der laufenden Venivaltungstätigkeit (= Zeilen 18 und 21) 23 + AußerordentlicheErkräge 24 - Außerordentliche Aufwendungen 25 = AußerordentlichesErgebnis (= Zeilen 23 und 24) 26 = Jahresergebnis (= Zeilen 22 und 25) 27 + Er(räge aus internen Leistungsbeziehungen 28 - Aufwendungen aus internen Leistungsbeziehungen Ergebnis aus internen Leistungsbeziehungen
29 = Ergebnis (= Zeilen 26, 27, 28)
Ergebnis des Vorjahres
For}geschriebener Ansatz des Haushaltsjahres
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres
1
2
3
1
Anlage l 3.
FINANZRECHNUNG
Produktber/Gesamt P MonatlicheWer(e: 12/2014 BAB-Version: 61
Bezeichnung: Euregio Rhein-Waal Aufgelaufene Werke: 01/2014 - 12/2014 Auswer}ungswährung: EUR Verantwortlicher: Ansicht Spaltenindividuell Ein- und Auszahlungsarken
Ergebnis des Vorjahres
Forkgeschriebener Ansatz des Haushaltsjahres
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres
1
2
3
1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Umlagen
2.447.461,19
2.724.71 3.OC
2.396.936,25
232.532,84
55.700,OC
704.143,4B
3 * Sonstige Transfereinzahlungen
4 * Öffentlich-rechtliche Leistungsemgel}e 5 + Privatrechtliche Leisfüngsentgel}e 6 + Kostenerstattungen, Kostenumlagen 7 + Sonstige Einzahlungen 8 + Zlnsen und sonstige Finanzeinzahlungen
17.063,94
22.141,32
9 = Einzahlungen aus laufender Verwaltungstätigkeit
2.697.057,97
2,780,413,OC
3.123.221 ,03
10 - Personalauszahlungen
i .405.600.03
1 .594.372,OC
1 .480.820. 18
B27.B77,77
817.439,OC
814.512,11
9.883,81
9.010,OC
9.041 ,67
262.153,39
343.045,OC
263.519,63
2.305.51 s,oo
2.763.866,OC
2.567.893,59
391.542,97
16.547,0)
555.327,44
11 - Versorgungsauszahlungen 12 - AuszahlungenfürSach-undDienstleisfüngen 13 - Zinsen und sonstige Finanzauszahlungen 14 - Transferauszahlungen 15 - SonstigeAuszahlungen 16 = AuszahlungenauslaufenderVerwaltungstätigkeit 17 = SaldoauslaufenderVerwaltungstätigkeit (= Zeilen 9 und 16) 18 + Zuwendungenfürlnvesöitionsmaßnahmen 19 + EinzahlungenausderVeräußerungvonSachanlagen 20 + Einzahlungen aus der Veräußerung von Finanzanlagen 21 + Einzahlungen aus Beiträgen u.ä. Emgelten 22 * Sonstige Investitionseinzahlungen 23 = Einzahlungen aus Investitionstätigkeit 24 - Auszahlungen f. d. Erwerb v. Grunds(ücken u. Gebäuden 25 - Auszahlungen für Baumaßnahmen 26 - Auszahlungen f. d. Erwerb v. bewegl. Anlagevermögen 27 - Auszahlungen für den Erwerb von Finanzanlagen 28 - Auszahlungen von aktivierbaren Zuwendungen 29 - Sonstige Investitionsauszahlungen 30 = Auszahlungen aus Investiiionstätigkei( 31 = Saldo aus Investitionstätigkeit (= Zeilen 23 und 30) 32 = FinanzmittelOberschuss/-fehlbetrag (= Zeilen 17 und 31)
18.387,19
29.827,18
18.387,19
29.827,18
-18.387 19
-29.827,18
373.155,78
16.547,00
525.500,26
33 + Aufnahme und Rückflüsse von Darlehen
34 + Aufnahme von Krediten zur Liquiditätssicherung 35 - Tilgung und Gewährung von Darlehen 36 - Tilgung von Krediten zur Liquiditätssicherung 37 = Saldo aus Finanzierungstätigkeit
14.542,57
15.210,00
15.210,30
-14.542,57
-15.210,00
-15.210,30
38 = Änderung des Bestandes an eigenen Finanzmitteln
358.613,21
1.337,00
510.289,96
1 .845.372,29 -262.752,23 1.941.233,27
1 .837.151 ,00
1 .941 .233,27 -174.458,41 2.277.064,82
(= Zeilen 32 und 37) 39 + Anfangsbestand an Finanzmitteln 40 + Veränderung des Bestandes an fremden Finanzmitteln 41 = LiquideMittel (= Zeilen 38, 39 und 40)
1.838.488,00
TEILFINANZRECHNUNG
Anlage l 3.
Produktber/Gesamt: PO1 MonatlicheWerte: 12/2014 BAB-Version: 61
Bezeichnung: InnereVerwaltung AufgelaufeneWerte:01/2014-12/2014 Auswer}ungswährung:EUR Verantwortli(,h(,r Ansicht: Spaltenindividuell Ergebnis des Forkgeschriebener Ansatz des Ein- und Auszahlungsarken Vorjahres Haushaltsjahres 1
2
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres 3
Laufende Verwaltungstätigkeit 1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Umlagen 3 + Sonstige Transfereinzahlungen
2.023.936, 19
2.307.613.00
1.983.411,25
148.358,21 2.272,05 2.174.566,45
20.700,00 2.328.313.00
176.4ü0,45 1.090,97 2.160.902,67
10 - Personalauszahlungen 11 - Versorgungsauszahlungen 12 - AuszahlungenfürSach-undDienstleistungen 13 - Zinsen und sonstige Finanzauszahlungen 14 - Transferauszahlungen 15 - SonstigeAuszahlungen
1 .405.600.03
1 .594.372,üC
1.480.820,18
B27.B77,77 1.206,38
817.439,OC i .ooo,oc
814.512,11 1.031,97
262. 153,39
16 = AuszahlungenauslaufenderVerwaltungsiätigkeit
2.296.837.57
sas.oos,oo 2.755,856,00
263.519,63 2.559.883,89
-122.271 12
-427.543,00
-398.9Ell ,22
4 + Öffentlich-rechtliche Leistungsentgelte 5 + Privatrechtliche Leistungsentgelte 6 + Kostenerstattungen, Kostenumlagen 7 + Sonstige Einzahlungen
8 + Zinsen und sünstige Finanzeinzahlungen 9 = EinzahlungenauslaufenderVerwaltungstätigkeii
17 = SaldoauslaufenderVeriivaltungstätigkeit (= Zeilen 9 und 16)
Investitionstätigkeit Einzahlungen 18 + ausZuwendungenfürlnvestitionsmaßnahmen 19 + ausderVeräußerungvonSachanlagen 20 + aus der Veräußerung von Finanzanlagen 21 + ausBeiträgenu.ä.Entgel(en 22 + Sonstige Investitionseinzahlungen 23 Summe:
(invest. Einzahlungen) Auszahlungen 24 - für den Erwerb von Grundsiücken und Gebäuden 25 - für Baumaßnahmen
26 - für den Eerb von beweglichem Anlagevermögen 27 - für den Erwerb von Finanzanlagen 28 - von aktivierbaren Zuwendungen 29 - Sonstige Investitionsauszahlungen
18.387,19
29.827,18
30 Summe:
18.387,19
29.827,18
-18.387,19
-29.827,18
(invest. Auszahlungen) 31 Saldo der Investitionstätigkeit (Einzahlungen ./. Auszahlungen))
i
r
Anlage 13.
TEILFINANZRECHNUNG
Produktber/Gesamt: P16 Mona}licheWerte: 12/2014 BAB-Version: 61
Bezeichnung: AllgemeineFinanzwirtschaft AufgelaufeneWerte:01/2014-12/2014 Auswertungswährung:EUR Verantwortlicher: Ansich(: Spaltenindividuell Ein- und Auszahlungsarten
Ergebnis des Vorjahres
Forkgeschriebener Ansatz des Haushaltsjahres
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres
1
2
3
Laufende Verwalfüngstätigkeit 1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Umlagen 3 + Sons}ige Transfereinzahlungen
423.525,00
417 100,00
413.525 00
4 + Öffentlich-rechtliche Leistungsentgelte 5 + Privatrechtliche Leistungsentgelte e + Kostenerstattungen, Kosienumlagen 7 + Sünstige Einzahlungen
8 + Zinsen und sonstige Finanzeinzahlungen g = Einzahlungen aus laufender Verwaltungs}ätigkeit 10 11 12 13 14 15
- Personalauszahlungen - Versorgungsauszahlungen - AuszahlungenfürSach-undDienstleistungen - ZinsenundsonstigeFinanzauszahlungen - Transferauszahlungen - SonstigeAuszahlungen
16 = AuszahlungenauslaufenderVerwaltungstätigkeit 17 = SaldoauslaufenderVerwaltungstätigkeit (= Zeilen 9 und 16) Investitionstätigkeit Einzahlungen 18 + ausZuwendungenfürlnvestitionsmaßnahmen 19 + ausderVeräußerungvonSachanlagen 20 + ausderVeräußerungvonFinanzanlagen 21 + ausBeiträgenu.ä.Entgelten 22 + Sonstige Investitionseinzahlungen 23 Summe:
(inves(. Einzahlungen) Auszahlungen 24 - für den Erwerb von Grundstücken und Gebäuden 25 - für Baumaßnahmen
26 - für den Erwerb von beweglichem Anlagevermögen 27 - für den Erwerb von Finanzanlagen 28 - von aköivierbaren Zuwendungen 29 - Sonstige Investitionsauszahlungen 30 Summe:
(invest. Auszahlungen) 31 Saldo der Investitionstätigkeit (Einzahlungen ./. Auszahlungen))
35.0ü0,00 14.791,89 438.316,89
452.100,00
21.050,35 434.575,35
8.677,43
8.010,OC
8.009,70
8.677,43
8.010,00
8.009,70
429.639,46
444.090,00
426.565,65
l r
Anlage l 3.
TEILFINANZRECHNUNG
Produktber/Gesamt: P90 MonatlicheWerte: 12/2014 BAB-Version: 81
Bezeichnung: Fremdproj.Durchlauf AufgelaufeneWerie: 01/2014-12/2014 Auswertungswährung: EUR Verantworllicher: AnSiCht: Spaltenindividuell Ein- und Auszahlungsarten
Ergebnis des Vorjahres
Forkgeschriebener Ansatz des Haushaltsjahres
1st-Ergebnis des Haushaltsjahres
1
2
3
Laufende Verwaltungstätigkei} 1 Steuern und ähnliche Abgaben 2 + Zuwendungen und allgemeine Llmlagen 3 + Sünsöige Transfereinzahlungen
4 + Öffentlich-rechtliche Leistungsentgelte 5 + Privatrechtliche Leistungsentgelte 6 + Kostenerstattungen, Kostenumlagen 7 + Sonstige Einzahlungen
84.174,63
527.743,01
84.174,63
527.743,01
84.174,63
527.743,01
8 + Zinsen und sonsöige Finanzeinzahlungen 9 = EinzahlungenauslaufenderVerwaltungstätigkeit 10 - Personalauszahlungen 11 - Versorgungsauszahlungen 12 - AuszahlungenfürSach-undDienstleistungen 13 - Zinsen und sonstige Finanzauszahlungen 14 - Transferauszahlungen 15 - SonstigeAuszahlungen 16 = AuszahlungenauslaufenderVerwaltungstätigkeit 17 = SaldoauslaufenderVerwaltungstätigkeit (= Zeilen 9 und 16) Investitionstä(igkeit Einzahlungen 18 + ausZuwendungenfürlnvestitionsmaßnahmen 19 + ausderVeräußerungvonSachanlagen 20 + ausderVeräußerungvonFinanzanlagen 21 + ausBeiträgenu.ä.Entgel(en 22 + Sonstige Investitionseinzahlungen 23 Summe:
(invest. Einzahlungen) Auszahlungen 24 - für den Erwerb von Grundstücken und Gebäuden 25 - für Baumaßnahmen
26 - für den Erwerb von beweglichem Anlagevermögen 27 - für den Erwerb von Finanzanlagen 28 - von aktivierbaren Zuwendungen 29 - Sonstige Investitionsauszahlungen 30 Summe:
(invest. Auszahlungen) :ll Saldo der Investitionstätigkeit (Einzahlungen ./. Auszahlungen))
I r
Vertaling Accountantsverklaring
Wij hebben de jaarrekening - bestaande uit balans, resultatenrekening, financiäle rekening, gedeeltelijke resultatenrekeningen, gedeeltelijke financiäle rekeningen alsmede de bijlage - rekening houdend met de boekhouding, de inventarisatie, de inventaris, het overzicht van plaatselijk vastgelegde resterende gebruiksduur van de eigendommen en het situatieverslag van het openbaar lichaam Euregio Rijn-Waal, Kleve, voor het begrotingsjaar van 1 januari tot 31 december 2014 gecontroleerd.
De boekhouding en het opstellen van deze documenten volgens de gemeenterechtelijke voorschriffen van Noordrijn-Westfalen liggen onder de verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam. Het is onze taak om op basis van de door ons uitgevoerde controle een beoordeling over de jaarrekening af te geven, rekening houdend met de boekhouding, de inventarisatie, de inventaris en het overzicht van de plaatselijk vastgelegde resterende gebruiksduur van de eigendommen alsmede het situatieverslag. Wij hebben onze controle van de jaarrekening uitgevoerd volgens de § 101 alinea I GO NRW en volgens § 317 HGB, met inachtneming van de door het Institut der Wirtschaftsprüfer (IDW) (Duitse Instituut voor Accountants) vastgestelde Duitse voorschriften ten aanzien van een correcte
balanscontrole. De controle moet zodanig worden gepland en uitgevoerd, dat onjuistheden en overtredingen, die een wezenlijk effect hebben op de weergave van het door de jaarrekening, met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van een correcte boekhouding, en het situatieverslag geschetste beeld van het vermogen, de financiäle positie en de resultaten met voldoende zekerheid worden herkend.
Bij de vastlegging van de controlehandelingen wordt rekening gehouden met de kennis van de werkzaamheden en van de economische en juridische omgeving van het openbaar lichaam alsmede de verwachtingen van mogelijke fouten. In het kader van de controle worden rechtsgeldigheid van het interne controlesysteem met betrekking tot de rekening en verantwoording alsmede bewijzen voor de gegevens in de boekhouding, inventaris, overzicht over plaatselijk vastgelegde gebruiksduren van de eigendommen, jaarrekening en situatieverslag overwegend op basis van steekproeven beoordeeld. De controle omvat de beoordeling van de toegepaste grondslagen voor financiäle verslaggeving en van de belangrijke schattingen van het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam, alsmede de beoordeling van het globale overzicht van de jaarrekening en het situatieverslag. Wij zijn van mening, dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor onze beoordeling. Onze controle heeft niet tot bedenkingen geleid.
Op basis van de bij de controle verworven inzichten voldoet de jaarafsluiting aan de wettelijke voorschriften en verschaft met inachtneming van de principes van boekhouden volgens goed koopmanschap een beeld van de vermogenspositie, schuldenpositie, rentabiliteit en financiäle positie van het openbaar lichaam dat in overeenstemming is met de daadwerkelijke situatie. Het situatieverslag is in overeenstemming met de jaarafsluiting, verschaft in zijn totaliteit een juist beeld van de vermogenspositie, schuldenpositie, rentabiliteit en financiäle positie van het openbaar lichaam en geeft de mogelijkheden en risico's voor de toekomstige ontwikkeling op de juiste wijze weer.
Münster, op 15-04-2015
Concunia GmbH
Wirtschaftsprüfungsgesellschaft Jürgens Accountant
Verslag van de financiäle controlecommissie van de Euregio Rijn-Waaj d.d. 08. Mei 2016
Op grond van §13.4 van de statuten van het openbaar lichaam Euregio Rijn-Waal van 1 maart 2007 benoemt de Euregioraad uit haar midden een financiäle controlecommissie. De commissie bestaat thans uit: *
. Peter Driessen, Burgemeester Gemeente Bedburg-Hau
*
. Heiko Schmidt, Burgemeester Gemeente Sonsbeck
@
. Manon Pelzer, Burgemeester Gemeente Bergen (L.)
*
. Lex Roofüink, Burgemeester Gemeente Grave
De financiäle controlecommissie controleert de jaarrekening van de Euregio Rijn-Waal van 2014 en heeff daarbij overeenkomstig §13.4 van de statuten van het openbaar lichaam Euregio Rijn-Waal in de versie van 1 maart 2007 gebruik gemaakt van een extern accountantskantoor.
Het accountantskantoor Concunia GmbH uit Münster heeft de jaarrekening over het jaar
2014 gecontroleerd en hiervan een controlerapport opgemaakt.
Periode waarin de controle is uitgevoerd: 13 april Um 24 april 2015 Controleurs: de heer Trost, de heer Schlottbom en de heer Beyß
Het controlerapport is toegezonden aan de leden van de financiäle controlecommissie per schrijven van 24 april 2015. Het secretariaat van de Euregio Rijn-Waal heefl het rapport op 24 april 2015 ontvangen. Op 24 april 2015 heeft de secretaris van de Euregio Rijn-Waal, de heer Kamps, schriftelijk gereageerd op de inhoud van het controlerapport. Deze reactie is samen met het controlerapport verstuurd.
Op 08 mei 2015 heeft de financiäle controlecommissie dit rapport in aanwezigheid van de heer Kamps, secretaris, de heer Kochs, plaatsvervangend secretaris, mevrouw Knoor, de voor financiän verantwoordelijke medewerker en de heer Trost, belastingadviseur van accountantskantoor Concunia GmbH, besproken.
Naar aanleiding van de resultaten van de bespreking van 08 mei 2015 brengt de financiäle
controlecommissie aan de Euregioraad het volgende rapporl uit:
Het controlerapport van accountantskantoor Concunia GmbH uit Münster betreffende de controle van de jaarrekening 20'l4 bevat geen controlevaststellingen. De jaarrekening 2014 vertoont een overschot ter hoogte van € 6.353,47.
Het accountantskantoor Concunia GmbH heeft een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Het accountantskantoor bevestigt tegelijkertijd dat de jaarafsluiting aan de wettelijke voorschriften voldoet en met inachtneming van de principes van boekhouden volgens goed koopmanschap een beeld verschaft van de vermogenspositie, schuldenpositie, rentabiliteit en financiäle positie van het openbaar Itchaam dat in overeenstemming is met de daadwerkelijke situatie. Het jaarverslag is in overeenstemming met de jaarafsluiting, verschaft in zijn totaliteit een juist beeld van de vermogenspositie,
schuldenpositie, rentabiliteit en financiäle positie van het openbaar lichaam en geeft mogelijkheden en risico's voor de toekomstige ontwikkeling op de juiste wijze weer. De financiäle controlecommissie sluit zich bij deze conclusie aan en adviseert tegelijkertijd het controlerapport inclusief balans, de totale winst- en verliesrekening en de totale liquiditeitsrekening aan de Euregioraad voor te leggen en de bijbehorende bijlagen op de website van de Euregio Rijn-Waal ter inzage ter beschikking te stellen.
Besluifüoorstel:
De Euregioraad neemt kennis van de rapporten van de financiäle controlecommissie. Kanttekeningen bij het controlerapport zijn niet noodzakelijk.
De Euregioraad stelt de jaarrekening 2014 vast en besluit het overschot over 2014 ter hoogte van € 6.353,47 aan de bijzondere reserve toe te voeren. De Euregioraad besluit over het begrotingsjaar 2014 aan het dagelijks bestuur en aan de secretaris decharge te
verlenen.
Kleef, Oß?mei2Qj,5.
,!);s.-
+%
'1
'y
'%
"l %
. a's ),
(P. Driessen J Gemeente Bedburg-Hau
Gemeente Sonspeck
1 1 ) l
(L. Roolvink) ( Gemeente Grave
<
'y %
(M.H.E. F,elzer) Gemöente Bö@ei
Euregioraad 28-05-2015 Punt 8
Samenstelling Euregiocommissies Conform § 12 van de statuten kent de Euregio Rijn-Waal de volgende commissies: 1. Commissie voor financiën en projecten, bevoegd voor de financiële planning, projecten en projectfinanciering 2. Commissie voor economische aangelegenheden, bevoegd voor ruimtelijke ordening etc. 3. Commissie voor grensoverschrijdende verstandhouding, bevoegd voor sociale aangelegenheden, sport en cultuur, etc. De commissies bestaan elk uit 16 leden plus voorzitter en plaatsvervangend voorzitter. De samenstelling van de commissies is als volgt geregeld: -
Stadt Duisburg, Kreis Wesel en Kreis Kleve en IHK elk 1 lid Gemeenten in de Kreis Wesel en de Kreis Kleve – elk 2 leden Nederlandse gemeenten >100.000 inwoners – 2 leden Nederlandse gemeenten <100.000 inwoners – 4 leden Kamer van Koophandel 1 lid en 1 vrij te benoemen lid
Het Dagelijks Bestuur benoemt de commissieleden op voorstel van de commissievoorzitters en in overeenstemming met de af te vaardigen lidorganisaties. De Euregioraad bevestigt de benoemingen. Het Dagelijks Bestuur heeft in zijn vergadering van 13 maart jl. de samenstelling van de Euregiocommissies vastgesteld. De tot nu toe geldende gang van zaken, waarbij de INTERREG-projecten in de commissies worden besproken, zal ook in de nieuwe INTERREG V periode voortgezet worden. Daarbij concentreren de commissies zich op het euregionale draagvlak van de projecten en formuleren dienovereenkomstig adviezen en suggesties. De uiteindelijke besluitvorming over projecten vindt plaats in de INTERREG-stuurgroep. Een overzicht van de actuele samenstelling van de commissies is bijgevoegd.
Besluitvoorstel: Bevestiging van de benoeming van de commissieleden.
Euregioraad 28-05-2015 Punt 8 bijlage
Samenstelling Euregiocommissies
Commissie voor financiën en projecten In de vergadering van de Euregioraad van 26-11-2014 werd de heer Thomas Ahls (burgemeester van de gemeente Alpen) tot voorzitter en mevrouw Willemien Vreugdenhil (wethouder in de gemeente Ede) tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie voor financiën en projecten benoemd. Het Dagelijks Bestuur heeft de volgende leden voor de commissie voor financiën en projecten benoemd: Lidorganisatie Gemeenten in de Kreis Wesel
2
Gemeenten in de Kreis Kleve
2
Kreis Wesel Kreis Kleve Stadt Duisburg Industrie- und Handelskammer
1 1 1 1
Gemeente Arnhem Gemeente Boxmeer Gemeente Ede Gemeente Nijmegen Gemeente Oude IJsselstreek Gemeente Ubbergen Gemeente Rheden Gemeente Wijchen KvK
1 1 1 1 1 1 1 1
(voorzitter)
Alpen Moers Stadt Wesel Bedburg-Hau Goch Kreis Wesel Kreis Kleve Duisburg IHK Duisburg
Arnhem Boxmeer (plv. voorz.) Ede Nijmegen Oude IJsselstreek (nieuw ipv Ubbergen) Overbetuwe Rheden Wijchen KvK
Commissie voor economische aangelegenheden In de vergadering van de Euregioraad van 26-11-2014 werd de heer Dr. Stefan Dietzfelbinger (Hauptgeschäftsführer van de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer) tot voorzitter en de heer Harry Keereweer (burgemeester van de gemeente Groebeek) tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie voor economische aangelegenheden benoemd. Het Dagelijks Bestuur heeft de volgende leden voor de commissie voor economische aangelegenheden benoemd: Lidorganisatie Gemeenten in de Kreis Wesel
2
Gemeenten in de Kreis Kleve
2
(nieuw i.p.v. Alpen)
Sonsbeck Rheinberg Kleve
Kreis Wesel Kreis Kleve Stadt Duisburg IHK Duisburg IHK Duisburg
1 1 1
Gemeente Arnhem Gemeente Cuijk Gemeente Druten Gemeente Ede Gemeente Groesbeek Gemeente Nijmegen Gemeente Wageningen Gemeente Zevenaar KvK
1 1 1 1
(voorzitter) 1
(plv. voorz.) 1 1 1 1
Emmerich Kreis Wesel Kreis Kleve Duisburg IHK Duisburg IHK Duisburg Arnhem Cuijk Druten Ede Groesbeek Nijmegen Wageningen Zevenaar KvK
Commissie voor grensoverschrijdende verstandhouding In de vergadering van de Euregioraad van 26-11-2014 werd de heer Karel van Soest (burgemeester van de gemeente Boxmeer) tot voorzitter en de heer Günter Steins (burgemeester van de gemeente Kranenburg) tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie voor grensoverschrijdende verstandhouding herbenoemd. Het Dagelijks Bestuur heeft de volgende leden voor de commissie voor grensoverschrijdende verstandhouding benoemd: Lidorganisatie
Voorstel
Gemeenten in de Kreis Wesel
2
Gemeenten in de Kreis Kleve
2
Kreis Wesel Kreis Kleve Stadt Duisburg Industrie- und Handelskammer Landschaftsverband Rheinland
1 1 1 1 1
Gemeente Arnhem Gemeente Bergen (L.) Gemeente Boxmeer Gemeente Lingewaard Gemeente Montferland Gemeente Nijmegen Gemeente Renkum Gemeente Rijnwaarden KvK
1 1
(plv. voorz.)
(voorzitter) 1 1 1 1 1 1
Hamminkeln Xanten Weeze Kranenburg Wesel Kreis Kleve Duisburg IHK Duisburg Landschaftsverband Arnhem Bergen Boxmeer Lingewaard Montferland Nijmegen Renkum Rijnwaarden KvK
Bovendien zijn de volgende adviserende leden benoemd:
Commissie voor financiën en projecten – adviserende leden Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Limburg Bezirksregierung Düsseldorf Stadt Düsseldorf (nieuw) Commissie voor economische aangelegenheden – adviserende leden Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Limburg Bezirksregierung Düsseldorf Stadt Düsseldorf (nieuw) Commissie voor grensoverschrijdende verstandhouding – adviserende leden Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Limburg Bezirksregierung Düsseldorf Stadt Düsseldorf (nieuw)
Euregioraad 28-05-2015 Punt 9 Mededelingen / Terugblik Slotevent DIAMANT op 19 mei 2015 Na meer dan vier jaar succesvol grensoverschrijdende R&D binnen het INTERREG IV Aproject DIAMANT (Development and Innovations in Advanced Microsystems and NanoTechnology) wordt het project binnenkort afgerond. De Duits-Nederlandse grensoverschrijdende samenwerking met zes subprojecten op het gebied van nanotechnologie en microsystemen heeft geleid tot de ontwikkeling van zes state-of-the-art producten en prototypes die binnenkort commercieel worden gelanceerd. De projectpartners van DIAMANT Oost NV, NanoMicroMaterialsPhotonics.NRW en Nano- und MaterialInnovationen Niedersachsen organiseren op dinsdag 19 mei op de Novio Tech Campus in Nijmegen van 12.00-19.00 uur het slotevenement. De grensoverschrijdende consortia van de zes DIAMANT-subprojecten presenteren hun projecten en demonstreren wat er uit deze projecten is voortgekomen. Dit is dus een uitgelezen gelegenheid om in een keer veel bedrijven en onderzoeksinstituten op het gebied van micro- en nanotechnologie in het grensgebied te ontmoeten. Ook zijn er interactieve creatieve sessies met als doel om nieuwe projectconsortia te ontwikkelen. Bovendien wordt er een voorproefje van de aanstaande INTERREG V A financieringsperiode en toekomstige project- en financieringsmogelijkheden gegeven. Het evenement start met een lunch en wordt afgesloten met “Drinks & Bites”, waarbij aanwezigen de mogelijkheid hebben om nog meer te netwerken. Waalvariant van de Rijnfietsroute geopend Op woensdagmiddag 13 mei 2015 werd de Waalvariant van de internationale Rijnfietsroute feestelijk in gebruik genomen. De gemeente Druten ontwikkelde de Waalvariant in samenwerking met het Landelijk Fietsplatform en Uit®waarde. De Waalvariant maakt onderdeel uit van de internationale Rijnfietsroute (EuroVelo 15) en is in het kader van het INTERREG IV B project “DEMARRAGE – Rijnfietsroute van de bron tot aan de monding” tot stand gekomen. De 1233 km lange Rijnfietsroute komt bij Millingen aan de Rijn het land binnen. Fietsers kunnen voortaan vanaf dit punt kiezen voor de noordelijke variant langs de Neder-Rijn of voor de zuidelijke variant langs de Waal. In Vuren komen de twee Rijnfietsroutes weer bij elkaar. Symposium „INTERREG resultaten grensoverschrijdende gezondheidszorg in de Euregio Rijn-Waal: 1995 – 2015 – 2035 De zorg van de toekomst vraagt om nieuwe technologieën en behoud van persoonlijk contact tussen zorgverleners en zorgvragers. Tijdens het symposium “Resultaten grensoverschrijdende Gezondheidsverzorging INTERREG in de Euregio Rijn-Waal” werd niet alleen teruggeblikt op de Nederlands-Duitse samenwerking in de Euregio Rijn-Waal, maar ook vooruit gekeken naar toekomstige uitdagingen in de gezondheidszorg. Bij het congres op 15 april in Nijmegen waren een kleine honderd regionale zorgprofessionals aanwezig. Van artsen en specialisten tot vertegenwoordigers van ziekenhuizen en overheden, zorgverzekeraars en beroepsverenigingen aan beide zijden van de grens. De deelnemers en sprekers discussieerden over de technologische mogelijkheden en zorgbehoeften van de toekomst. Duidelijk werd dat er op het gebied van grensoverschrijdende gezondheidzorg al veel is bereikt, maar dat verdere samenwerking en kennisuitwisseling noodzakelijk blijft. Met name door technologische ontwikkelingen zoals Ehealth kunnen zorgverleners worden ondersteund bij de uitvoering van hun taken en in het contact met hun patiënten. Het congres werd georganiseerd door het Netwerk Euregionaal Forum Grensoverschrijdende gezondheidszorg van de Euregio Rijn-Waal in het kader van
haar 20 jarig jubileum en de afsluiting van het Europees gesubsidieerde INTERREG IVAproject Grensoverschrijdende gezondheidszorg. Online platform voor alle euregionale activiteiten in het kader van „70 jaar vrijheid“ Vanaf medio april zijn alle euregionale herdenkingen en bevrijdingsactiviteiten in het kader an „70 jaar vrijheid“ op www.facebook.com/euregiokalender te vinden. Het online informatieplatform is op initiatief van het Dagelijks Bestuur van de Euregio Rijn-Waal ontwikkeld. Aan weerszijden van de grens wordt dit bijzonder veel aandacht besteed aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, dit jaar 70 jaar geleden. Meer dan 60 verenigingen, organisaties en gemeenten in de Euregio Rijn-Waal hebben er dit jaar bewust voor gekozen om contact te zoeken met partners aan de andere kant van de grens, om gezamenlijk te herdenken en te vieren. De Euregio Rijn-Waal wil deze bijzondere activiteiten, gezien het belangrijke signaal dat van dergelijke activiteiten uitgaat voor de grensoverschrijdende samenwerking. Het nieuwe informatieplatform biedt inwoners van de Euregio Rijn-Waal de mogelijkheid om zich te informeren over deze activiteiten, zodat men de activiteiten ook kan bezoeken. Euregioraad laat zich inspireren door Euregio Scheldemond en Brainport Eindhoven Op 26 en 27 maart brachten ca. 60 Euregioraadsleden een werkbezoek aan de Euregio Scheldemond en Brainport Eindhoven. Thema´s die in de Nederlands-Belgische Euregio Scheldemond aan bod kwamen waren o.a. de strategische visies van beide Euregio´s en de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van openbare orde en veiligheid. De regio Eindhoven behoort met ingang van de nieuwe subsidieperiode ook tot het INTERREGwerkgebied van de Euregio Rijn-Waal. In het auditorium van de Technische Universiteit Eindhoven stond dan ook de uitwisseling over nieuwe vormen van grensoverschrijdende samenwerking tussen Eindhoven en Duitsland centraal. Aanleiding voor deze netwerk- en studiereis was de sterk gewijzigde samenstelling van de Euregioraad na de gemeenteraadsverkiezingen van vorig in Nederland en Nordrhein-Westfalen. De deelnemers hebben tijdens de reis veel nieuwe indrukken en inspiratie opgedaan voor hun werk als Euregioraadslid. Euregio Rijn-Waal aanwezig bij „Ondernemen zonder grenzen“ Op 27 maart organiseerde het Bureau voor Duitse Zaken in Eindhoven een congres met als thema „Ondernemen zonder grenzen“. Doelgroep waren zowel werkgevers als werknemers. Ook waren er veel zzp-ers aanwezig. De Euregio Rijn-Waal was met een informatiestand aanwezig en informeerde de bijna 100 deelnemers over werken en wonen in Duitsland. Tour met de Lady Liberty indrukwekkende afsluiting van het project “Op weg naar de vrijheid” Op woensdag 25 maart vond de afsluiting van het INTERREG IV A project “Op weg naar de vrijheid” plaats. Lead partner Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 heeft daarvoor samen met de Nederlandse en Duitse projectpartners een grensoverschrijdende bustocht georganiseerd. Inwoners, bestuurders en journalisten reisden met de bus mee, die voor de gelegenheid “Lady Liberty” gedoopt was. In Kranenburg, Kleve en Wesel werden luisterkeien onthuld. Deze luisterkeien vertellen elk een indrukwekkend verhaal over de oorlog en maken deel uit van de Liberation Route Europe. In Weeze werd bovendien de tentoonstelling “1945 – 70 Jahre B.100 – 2015” in het Royal Air Force Museum geopend. In Wesel luisterden de deelnemers naar een lezing over de Rijnoversteek. In totaal hebben op de verschillende locaties enkele honderden mensen deze bijzondere projectafsluiting bijgewoond. Grote belangstelling voor de Euregio Rijn-Waal en de Kennisalliantie Rijn-Waal op het Ondernemersplaza 2015 in Kalkar De Euregio Rijn-Waal nam met het project Kennisalliantie Rijn-Waal deel aan het Ondernemersplaza 2015, dat op 24 maart in het Messe- und Kongresszentrum Kalkar plaatsvond. Naast de Kennisalliantie-partners Euregio Rijn-Waal, Universität Duisburg/Essen, Radboud Universiteit, Hochschule Rhein-Waal, Hogeschool Arnhem en
Nijmegen, Kamer van Koophandel en de Niederrheinischen Industrie- und Handelskammer, waren ook enkele van de ondersteunde innovatieve projecten en partnerorganisaties aanwezig, waaronder QConcepts, MINERALSIGNS, Caveor en IMST GmbH. Onder het motto “Voor een grenzeloos succes in de regio Niederrhein” organiseerde het Wirtschaftsforum Kleverland samen met de Nederlands-Duitse Businessclub en de Wirtschaftsförderung Kreis Kleve GmbH dit Ondernemersplaza. Er waren ca. 600 ondernemers en bedrijven uit de Nederlands-Duitse grensregio aanwezig. Euregio Rijn-Waal stelt zich voor tijdens de „Innovatiepitch Wijchen“ De gemeente Wijchen organiseerde op 23 maart een innovatiepitch voor ondernemers uit Wijchen. Tijdens de bijeenkomst kregen de bedrijven de mogelijkheid om hun innovaties te presenteren. Daarnaast konden de ondernemers zich over diverse subsidiemogelijkheden informeren. In dit kader waren ook de Euregio Rijn-Waal en de Kennisalliantie Rijn-Waal aanwezig. Eveneens op 23 maart vond een informatiebijeenkomst over subsidiemogelijkheden voor de medewerkers van de gemeente Wijchen plaats. Andreas Kochs en Sjoerd Zoete lichten hier de mogelijkheden binnen het INTERREG-programma Deutschland-Nederland en de Strategische Agenda 2020 toe. Nederlandse en Duitse senioren bezoeken Oorlogsmuseum Overloon De laatste jaren vinden er regelmatig ontmoetingen plaats tussen de senioren uit VenZelderheide en Kessel. Op 19 maart stond het verleden centraal. Aanleiding was de bevrijding van het naziregime en het einde van de Tweede Wereldoorlog, dit jaar 70 jaar geleden. Daartoe bezochten de ca. 70 senioren (53 Nederlanders en 17 Duitsers) het Oorlogsmuseum in Overloon. Initiatiefnemer Chris van Dinther gaf na afloop aan, dat hij hoopt, dat “deze bijeenkomst er toe bijdraagt, dat de inwoners van beide landen nader tot elkaar komen, omdat wij nu gezamenlijk aandacht hebben besteed aan een donker hoofdstuk van onze geschiedenis”. De Euregio Rijn-Waal heeft dit bezoek in het kader van de mini-projecten met middelen uit het EU-subsidieprogramma INTERREG IV A Deutschland-Nederland ondersteund. Nederlandse en Duitse kinderen planten samen 1000 bomen Ca. 90 leerlingen van Basisschool ´t Diekske uit Afferden en de Gesamtschule Kleve hebben op 18 maart samen 1000 bomen en struiken geplant bij de grindafgraving Meershof in Kevelaer-Twisteden. Voordat de kinderen aan de slag konden gaan, moest er een herinneringsboom geplant worden door de partners van de 16de internationale boomfeestdag. Hierbij waren o.a. aanwezig de burgemeester van Bergen, Manon Pelzer en Landrat Wolfgang Spreen van de Kreis Kleve. Onder het motto “bomen kennen geen grenzen” organiseren het nationaal park Maasduinen en het Regionalforstamt Niederrhein in samenwerking met de Kreis Kleve en de Euregio Rijn-Waal elk jaar een boomplantactie. Deze actie heeft tot doel de jongeren bewust te maken van de natuur en het feit dat ieder individu actief aan de verbetering van natuur en milieu kan meewerken. In de afgelopen jaren zijn zo duizenden bomen en struiken op Nederlands en Duits grondgebied geplant. Euregio’s willen kansen arbeidsmarkt beter benutten Ongeveer 220 Nederlandse en Duitse politieke en ambtelijke vertegenwoordigers kwamen op 13 maart in Ulft bijeen ter gelegenheid van de conferentie “Taal – Advies – Werk”. De conferentie was georganiseerd door de vier Euregio’s langs de Nederlands-Duitse grens om de resultaten van het INTERREG IV A-project “GROS Impuls A&O”, bedoeld om de grensoverschrijdende arbeidsmarkt te bevorderen, te presenteren. In het kader van het project zijn maatregelen uitgewerkt om de onderwijs- en arbeidsmarktmobiliteit in het grensgebied te stimuleren zodat het economische potentieel van het grensgebied beter wordt benut. Thema’s, die aan de orde kwamen, waren onder meer de opname van onderwijs in de buurtaal in de lesplannen, wederzijdse erkenning van vakdiploma’s en adviesverlening aan grenspendelaars. De projectresultaten zijn ter afsluiting van de conferentie besproken in een paneldiscussie waaraan werd deelgenomen door mevrouw Angelica Schwall-Düren (Ministerin für Bundesangelegenheiten, Europa und Medien van de
deelstaat Nordrhein-Westfalen), de heer Ton Lansink (consul-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden in Düsseldorf) en de heer Bert van Delden (plaatsvervangend directeurgeneraal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Alle deelnemers waren het erover eens dat het leren van de buurtaal en sociaal-culturele ontmoetingen de basis zijn voor de economische groei van de grensregio´s. Daarnaast is een goede adviesstructuur voor werknemers en werkgevers noodzakelijk. Studenten CAH Dronten bezoeken Euregio Rijn-Waal Op 12 maart waren 10 internationale studenten van de Christelijke Agrarische Hogeschool (CAH) Vilentum uit Dronten in het Euregio-Forum te gast. Andreas Kochs lichte de organisatie, structuur en taken van de Euregio Rijn-Waal toe. Het bezoek aan de Euregio Rijn-Waal vond plaats in het kader van de bachelorcursus EU Structural Funds Management. Het accent lag dan ook op de subsidiemogelijkheden in het kader van het INTERREG V A programma Deutschland-Nederland. Internationale recreatieve fietsverbinding Bergen - Twisteden gereed Sinds kort is een doorlopende fietsverbinding tussen de Hamert in de gemeente Bergen (L) en Twisteden in Duitsland mogelijk. De aanleg van het fietspad aan de Twistedenerweg nabij Wellerlooi is afgerond. Het huidige fietskooppuntennetwerk krijgt hiermee een internationale uitbreiding van Nederland richting Duitsland. In 2014 besloot het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen (L) tot de aanleg van een vrij liggend fietspad gelegen aan de Twistedenerweg. Naast een internationale fietsverbinding, zorgt de aanleg van een vrij liggend fietspad in twee richtingen aan de zuidoostzijde van de Twistedenerweg voor een verbeterde verkeersveiligheid. De aanleg van een fietspad is mede mogelijk gemaakt door het INTERREG IV A programma Deutschland-Nederland. Groesbeek en Donsbrüggen herdenken samen Operation Veritable De Stichting Groesbeek Airborne Vrienden en de Heimat- und Verkehrsverein 1898 Donsbrüggen e.V. hebben dit jaar voor het eerst gezamenlijk twee herdenkingen van Operation Veritable georganiseerd. Op 8 januari vond in Groesbeek op de Canadeese Erebegraafplaats de eerste herdenkingsbijeenkomst plaats in aanwezigheid van de Canadeese, Britse, Amerikaanse en Duitse ambassades. Op 22 januari vond op de oorlogsbegraafsplaats in Donsbrüggen de tweede herdenking plaats. De Duitse minister Barbara Hendricks, Landrat Wolfgang Spreen, burgemeester de Koning (Gennep) en burgemeester Steins (Kranenburg) hielden indrukwekkende toespraken. Beide bijeenkomsten werden bijgewoond door ca. 150 mensen. De herdenkingen werden elk voorafgegaan door een oecumenische kerkdienst met Nederlandse en Duitse voorgangers van verschillende geloofsrichtingen. Afsluitend werd in Donsbrüggen een luistersteen onthuld. De luistersteen maakt deel uit van de Liberation Route Europe en informeert over het Reichswald in de laatste oorlogsmaanden. De luistersteen werd in het kader van het INTERREG IV A project “Op weg naar de vrijheid” geplaatst. De Euregio Rijn-Waal heeft de herdenkingen in het kader van de mini-projecten ondersteund. Leerlingen van het Berufskolleg Geldern te gast bij de gemeente Nijmegen Op 5 februari brachten twee schoolklassen van het Berufskolleg Geldern een bezoek aan de gemeente Nijmegen. De leerlingen volgen een opleiding die hen voorbereid op het werk als gemeenteambtenaar. Het bezoek is georganiseerd door Euregioraadslid Josef Gietemann. De leerlingen van de Duitse gemeenten werden door vertegenwoordigers van Nijmegen hartelijk begroet en burgemeester Bruls gaf hen een eerste uitleg over de taken en werkzaamheden van een grote Nederlandse gemeente. Met name het concept “het nieuwe werken” vonden de leerlingen zeer interessant. Na een korte bezichtiging van de Nijmeegse binnenstad, was er gelegenheid om met jonge Nijmeegse ambtenaren in gesprek te gaan. Aan bod kwamen de onderwerpen opleiding, werkzaamheden en de onderlinge verschillen. Dit was voor iedereen erg interessant. De Euregio Rijn-Waal heeft deze dag in het kader van de Mini-Projecten met middelen uit het EU-subsidieprogramma INTERREG IV A Deutschland-Nederland ondersteund.
Project ‘Duurzaam gezond’ sluit af met indrukwekkende resultaten Dit voorjaar vond in het Radboudumc in Nijmegen het seminar ‘Slimmer eten en drinken in de zorg’ plaats. Deze bijeenkomst markeerde het einde van het succesvolle INTERREG IV A project ‘Duurzaam Gezond’. Het project heeft onder meer bewezen, is dat slimmer eten en drinken in de zorg veel winst oplevert. Tijdens het ruim één jaar durende traject brachten de deelnemende zorginstellingen - het St. Antonius Hospital in Kleve, het Radboudumc, het Regina-Pacis Haus in Kevelaer en Insula Dei Huize Kohlmann in Arnhem - hun voedselverspilling met bijna de helft terug. Zij gooiden minder voedsel weg, kochten minder voedsel in en waren minder geld kwijt aan afvalverwerking. Daarnaast waren de patiënten positiever over de kwaliteit en de smaak van het eten. Het doel van het project was om goede, smakelijke maaltijden te serveren met streekproducten. Groente, vlees, fruit en zuivel werden afgenomen van leveranciers uit de regio. Bijzonder aan ‘Duurzaam Gezond’ is de integrale kijk op de relatie tussen duurzaamheid en kosten. Van het inkoopproces en de manier van maaltijdbereiding tot de communicatie tussen zorg- en keukenmedewerkers werkt iedereen nauw samen om de kwaliteit te verbeteren en de verspilling tegen te gaan.
Besluitvoorstel: Ter Kennisneming