DE AGENDA VAN EU-BURGERS
Europeanen laten
hun stem horen
Justitie
Inhoudsopgave 02
DE AGENDA VAN EU-BURGERS
04 05 07 11 15 19 29 33 35
DE OPENBARE RAADPLEGING OVER HET EU-BURGERSCHAP Wie waren de deelnemers? Vrij bewegen binnen de EU Burgers als individuen Burgers als consumenten Burgers als studenten en beroepsbeoefenaars Burgers en democratie Informatie en hulp inzake EU-rechten EU-burgerschap en de toekomst van de EU
42 42 43
DE BURGERDIALOGEN Debat over de toekomst van Europa Eerste inzichten
Europese Commissie – Directoraat-generaal Justitie
http://ec.europa.eu/justice/citizen ISBN 978-92-79-27180-9 doi:10.2838/95690 © Europese Unie, 2013 Reproductie met bronvermelding is toegestaan. Printed in Belgium
Luisteren naar de burger In twintig jaar van EU-burgerschap is er veel bereikt. Het is daarom tijd om eens na te denken over waar wij nu staan en wat de toekomst moet gaan brengen. Burgers verwachten concrete resultaten van Europa en willen een krachtige stem hebben in het debat over de toekomst van Europa. Dat is waarom wij het hele jaar gaan wijden aan al diegenen die het hart van Europa uitmaken: de burgers. Het Europees Jaar van de burger 2013 is voor ons een gelegenheid ons oor eens goed te luisteren te leggen en te leren hoe wij gezamenlijk aan de toekomst van de Europese Unie kunnen bouwen. De Europese Commissie is reeds met de voorbereidingen begonnen: in 2012 hebben wij burgers uit geheel Europa opgeroepen ons in kennis te stellen van hun ervaringen met hun EU-rechten, en over hun verwachtingen voor de toekomst. Bijna 12 000 mensen en organisaties hebben aan deze oproep gehoor gegeven. Hierdoor is het de grootste openbare raadpleging van de Commissie ooit. Maar daar laten we het niet bij: we hebben ook een reeks openbare bijeenkomsten georganiseerd met burgers uit alle geledingen van de samenleving en uit alle hoeken van Europa, niet alleen uit de hoofdsteden maar ook uit de provinciesteden. Bij al die evenementen hebben burgers ons van de Commissie, maar ook parlementsleden en leden van nationale en regionale regeringen, verteld wat hun verwachtingen zijn. Het is mij een genoegen de belangrijkste bevindingen van deze raadpleging en de eerste trends van deze politieke dialoog te kunnen presenteren. De Commissie zal rekening houden met deze verslagen als zij het verslag over het EU-burgerschap 2013 opstelt en zich zal richten op de vormgeving voor de toekomst van Europa. Doe ook mee aan het debat!
VIVIANE REDING Vicevoorzitter van de Europese Commissie en eurocommissaris voor justitie, grondrechten en burgerschap
1
DE AGENDA VAN EU-BURGERS Mensen uit de hele Europese Unie willen hun stem laten horen over het EUburgerschap en inspraak hebben in de toekomst van de EU als geheel. Twee nauw verbonden initiatieven stellen hen daartoe in staat. Deze brochure bevat beknopte informatie over: • wat mensen de Europese Commissie hebben verteld in de online openbare raadpleging over het EU-burgerschap, die tussen 9 mei en 27 september 2012 is gehouden, en • de burgerdialogen die door de Commissie in 2012 zijn geïntroduceerd om burgers lokaal, in hun eigen leefomgeving, in een debat over hun zorgen te betrekken en suggesties te laten doen voor een beter Europa.
2
Als u een ingezetene bent van een EU-lidstaat, bent u een EU-burger. Het EUburgerschap verschaft u specifieke rechten op grond van de EU-wetgeving, die twintig jaar geleden zijn opgenomen in de EU-verdragen. Dit betreft onder meer: • het recht zich vrij te bewegen en vrij te verblijven binnen de EU • het recht om niet gediscrimineerd te worden op grond van uw nationaliteit • het recht om te stemmen en zich kandidaat te stellen voor het Europees Parlement en gemeenteraadsverkiezingen, ongeacht waar u leeft in de EU • het recht op ondersteuning buiten de EU door een ambassade of consulaat van iedere andere EU-lidstaat, in het geval uw lidstaat daar niet vertegenwoordigd is, onder dezelfde voorwaarden als een burger van die EU-lidstaat • het recht verzoekschriften te richten tot het Europees Parlement en het recht zich te richten tot de Europese ombudsman en de instellingen van de EU, en • het recht om samen met andere EU-burgers een burgerinitiatief te organiseren of ondersteunen om te vragen om nieuwe EU-wetgeving.
Van deze rechten kunt u gebruikmaken in het leven van alledag. De Europese Commissie doet er alles aan het leven van burgers gemakkelijker te maken. 2013 is het Europees jaar van de burger. Dit is een goede gelegenheid om de burgers centraal te stellen op de agenda van de EU. Om zo goed mogelijk in te gaan op de feedback die wij van burgers hebben ontvangen en die in deze brochure wordt opgesomd, wordt in mei 2013 een verslag over het EU-burgerschap gepresenteerd met nieuwe initiatieven ter bevordering van het EU-burgerschap. Deze zijn bedoeld om de resterende obstakels te overwinnen, die burgers ervaren bij de uitoefening van hun rechten overal in de EU. In de online openbare raadpleging geven burgers aan zeer te hechten aan hun EU-rechten, met name dat van vrij bewegen en de politieke rechten. Zij zouden graag een echte Europese ruimte willen zien waarin zij zonder administratieve rompslomp of discriminatie kunnen leven, werken, studeren en winkelen, en waarin zij zich vrij kunnen bewegen. Mensen wezen er echter ook op dat er nog een lange weg te gaan is. Er doen zich altijd problemen voor, met name wanneer men EU-rechten wil uitoefenen op lokaal niveau. Ook komen mensen met suggesties om dergelijke kwesties aan te pakken. In deze brochures worden de belangrijkste punten in dat opzicht besproken. Meer details over al deze onderwerpen zijn te vinden in het volledige verslag van de raadpleging, dat verkrijgbaar is op: http://ec.europa.eu/justice/report_eucitizenship_consultation.pdf De hoogtepunten van de burgerdialogen kunt u vinden in het tweede deel van deze brochure. Deze dialogen zullen worden voortgezet gedurende het Europees Jaar van de burger en tot en met de Europese verkiezingen in 2014. Zij vormen voor ons een gelegenheid ons oor te luisteren te leggen en te leren hoe wij gezamenlijk aan de toekomst van de Europese Unie kunnen bouwen.
3
DE OPENBARE RAADPLEGING OVER HET EU-BURGERSCHAP
4
Verdeling van ondervraagden op nationaliteit
Schaal 0 %
18 %
Wie waren de deelnemers? Europeanen willen graag hun stem laten horen over het EU-burgerschap. Maar liefst 11 598 mensen hebben de online vragenlijst ingevuld. Ongeveer 98 % daarvan heeft geantwoord als individueel persoon. De andere 2 % heeft geantwoord namens een organisatie of vereniging. De Commissie heeft eveneens 115 bijdragen ontvangen via een specifiek e-mailadres. Een derde hiervan is afkomstig van organisaties die actief zijn op het gebied van EU-burgerschap. De overgrote meerderheid van de individuele deelnemers bestond uit EU-burgers die verbleven in de EU (94 %). Er was een uitgebreide mix van EU-nationaliteiten. De Poolse deelnemers vormde de grootste groep (18 %), gevolgd door de Fransen, de Italianen en de Duitsers (elk 8 %). Als wij kijken naar de landen van verblijf van de deelnemers, zien we een vergelijkbaar patroon. Het meest voorkomende land van verblijf was Polen (15 %), gevolgd door Frankrijk en Duitsland (elk 8 %). Jongeren hebben enthousiast meegedaan aan de enquête. Ongeveer 34 % van alle deelnemers was afkomstig uit de leeftijdscategorie 18-30, direct gevolgd door de leeftijdscategorie 31-45 met 33 %. Van alle ondervraagden bestond 61 % uit mannen en 35 % uit vrouwen, en liet 4 % zich niet uit over het geslacht. Al met al hebben 301 organisaties hun antwoorden ingediend. Sommige daarvan vertegenwoordigden een specifieke groep, zoals werknemers, studenten, jongeren of gehandicapten. Andere verwoordden de gezamenlijke zorgen en ideeën van hun plaatselijke of landelijke ledenverenigingen. De raadpleging trok ook de aandacht van EU-burgers die buiten de EU verbleven (149 antwoorden) en niet-EU-burgers (154) die ofwel in de EU verbleven (93, waarvan de meesten in het Verenigd Koninkrijk, België of Spanje) ofwel daarbuiten (61).
5
Hebt u ooit gebruikgemaakt van uw recht om vrij te bewegen binnen de EU?
Leeftijd
6
Ja
Nee
Totaal
87 %
13 %
Jonger dan 18 jaar
78 %
22 %
18-30 jaar
91 %
9 %
31-45 jaar
90 %
10 %
46-65 jaar
83 %
17 %
Ouder dan 65 jaar
80 %
20 %
Hebt u ooit verbleven in een andere EU-lidstaat dan het land waarvan u ingezetene bent?
Geslacht
Leeftijd
Ja
Nee
Geen antwoord
Totaal
48 %
49 %
3 %
Mannen
44 %
54 %
2 %
Vrouwen
55 %
43 %
2 %
Jonger dan 18 jaar
15 %
82 %
3 %
18-30 jaar
54 %
44 %
2 %
31-45 jaar
51 %
48 %
1 %
46-65 jaar
38 %
59 %
3 %
Ouder dan 65 jaar
48 %
50 %
2 %
Vrij bewegen binnen de EU Bijna negen van de tien ondervraagden maken gebruik van het recht om vrij te bewegen binnen de EU (87 %). De helft van de ondervraagden die deze reizen maakt, doet dat meer dan eens per jaar; 3 % reist op wekelijkse basis van de ene EU-lidstaat naar de andere, en 1 % elke dag. De belangrijkste redenen om in de EU rond te reizen zijn toerisme (87 %) en/of werk (45 %, met inbegrip van woon-werkverkeer). Consumenten (39 %), studenten (33 %), patiënten (4 %) en gepensioneerden (3 %) behoren ook tot degenen die dit recht uitoefenen. Tot de redenen voor het reizen in de EU behoren ook familiebezoeken, relaties en militaire dienst. Jongeren zijn het meest geneigd van hun recht om vrij te bewegen gebruik te maken, met name voor vrijwilligerswerk, banen, studies en stages. In het buitenland studeren kwam vaker voor onder vrouwen (61 %) dan mannen (44 %). Oudere mensen reizen voornamelijk vanwege familie of bezittingen. Alle EU-nationaliteiten maken gebruik van hun recht om vrij te bewegen, zij het niet altijd in dezelfde mate. De deelnemers uit België, Denemarken en Frankrijk waren de grootste EU-reizigers. Daarentegen had 32 % van de Oostenrijkse en Tsjechische ondervraagden nog nooit het recht om vrij te bewegen in de EU uitgeoefend.
„Ik heb mij in een ander land gevestigd omwille van financiële redenen. Toch speelde ook echt de wens mee om andere landen te zien en de Europese idealen te ervaren.” – Ingezetene van het Verenigd Koninkrijk
„A ndere mensen, en daarnaast mogelijk andere kansen en opvattingen over hoe je je leven beter kunt inrichten.” – Ingezetene van Slowakije
7
Bijna de helft van de deelnemers woont of heeft gewoond in een andere EU-lidstaat dan de eigen (48 %). Voor vrouwen is dat zelfs meer dan de helft (55 %). Bij de meeste mensen die in een andere EU-lidstaat hebben gewoond, was dit gedurende minder dan een jaar (39 %); bij een derde was het gedurende meer dan een jaar (33 %). Een kleiner percentage heeft gedurende meer dan vijf jaar in het buitenland gewoond (17 %) of gedurende meer dan tien jaar (14 %). De jongere deelnemers hebben vaker in een andere EU-lidstaat gewoond. Eén op de drie deelnemers heeft ooit gewoond buiten het land waarvan hij/zij ingezetene is (32 %). Binnen de EU als geheel komen de antwoorden min of meer overeen als het gaat om het aantal keren dat de deelnemers buiten hun eigen land hebben gewoond. Er is echter wel een relatief hoog aantal Fransen (39 %), Letten (34 %) en Slowaken (32 %) dat aangeeft bij meer dan één gelegenheid in een andere EU-lidstaat te hebben gewoond.
8
Al wordt het recht om vrij te bewegen door EU-burgers als een groot goed gezien, er worden nog wel obstakels gerapporteerd: bijna één op de vijf deelnemers rept wel van problemen die hij/zij heeft ervaren bij het verhuizen naar of verblijven in een andere EU-lidstaat. Met name mensen die in een ander land verblijven, ervaren deze moeilijkheden (27 %). De belangrijkste problemen die werden genoemd, zijn als volgt: • langdurige of onduidelijke administratieve procedures (62 %) • personeel bij lokale overheden dat niet op de hoogte van EU-rechten is (47 %) en • burgers die zelf te weinig kennis hebben van hun EU-rechten (19 %).
„In sommige gemeenten duurt het echt heel lang voordat je het document krijgt dat je nodig hebt. De procedures zijn veel te lang en moeten worden ingekort, met name voor EU burgers.” – Ingezetene van Italië
Er zijn met name klachten over gecompliceerde bureaucratische procedures, met inbegrip van kostbare vereisten voor vertalingen. Voor wie verblijft in een ander land, brengen civiele procedures (huwelijk, scheiding, registratie van verblijf, geboorten of namen) specifieke problemen met zich mee. Het komt zelfs voor dat mensen om
documenten worden gevraagd die niet eens in hun eigen land van herkomst worden verstrekt. Het erkend krijgen van diploma’s kan ook een probleem zijn. En er zijn vaak problemen met dubbele belasting, verschillende behandeling van binnenlandse en buitenlandse studenten bij het toewijzen van kamers, en ongelijke toegang tot financiering en beurzen voor binnenlandse studenten en studenten uit andere EU-lidstaten. Van alle mensen die binnen de EU verhuizen, doet slechts een kleine minderheid (12 %) melding van discriminatie op grond van nationaliteit. Dit komt overeen met de opvattingen van deelnemers over ingezetenen van andere EU-lidstaten die naar hun eigen land komen. De meeste mensen hebben hier een positieve opvatting over. Zij associëren vrij bewegen met culturele diversiteit (70 %), een ander gezichtspunt (56 %), de ontwikkeling van een EU-identiteit (55 %), wederzijds begrip (54 %) en economische groei (44 %). Sommigen geven ook aan dat de mobiliteit van EU-burgers ertoe bijdraagt ongelijkheden in de beroepsbevolking tussen EU-lidstaten weg te nemen, en nieuwe vaardigheden en nieuwe investeringsmogelijkheden te creëren. Slechts 27 % associeert de vrijheid om te bewegen echter met demografische groei. Minder dan een vijfde (18 %) is van oordeel dat de komst van mensen uit andere EU-lidstaten leidt tot problemen. De voornaamste zorgen die worden geuit, betreffen het delen van schaarse middelen, zoals onderwijs en gezondheidszorg.
OPVATTINGEN VAN BURGERS Suggesties van deelnemers zijn onder meer: • bevorderen van een tussen de EU-lidstaten geharmoniseerde vorm voor het verstrekken van Europese documenten in elk van de officiële talen • een gemeenschappelijke EU-identiteitskaart • betere ondersteuning van burgers op de plaats van aankomst • opleiding van personeel bij lokale overheden • een online hulpmiddel voor het uitwisselen van goede praktijken met medeburgers, en • betere informatie over tot wie burgers zich kunnen wenden in het geval van problemen.
„De mobiliteit van EU-burgers leidt tot ervaring op de arbeidsmarkt, en nieuwe kennis en vaardigheden. Dit kan ondernemingen helpen beter hun doelen te bereiken.” – Ingezetene van Cyprus
9
Moeten kinderen en kwetsbare volwassenen die van een misdaad worden beschuldigd, bescherming krijgen (de garantie op een eerlijk proces) die in elke lidstaat hetzelfde is?
Ja
73
%
10
Geen antwoord
Nee
10 %
17 %
Burgers als individuen 2 % van de deelnemers noemde problemen met de voogdij van kinderen in een andere EU-lidstaat; 57 % gaf aan daar geen problemen mee te hebben ervaren, maar een aanzienlijke grote minderheid (41 %) gaf geen antwoord. Bij deze problemen ging het vaak om de vraag welke nationale regels van toepassing zijn als de ouders verschillende nationaliteiten hebben. Een ander probleem is dat sommige EU-lidstaten bepaalde statussen niet erkennen, die door andere wel erkend worden, zoals de wettelijke status van partners van hetzelfde geslacht.
„Ik ben gescheiden en ik heb drie fantastische kinderen. Er bestaat echter geen gemeenschappelijke regel voor gedeelde voogdij. Het is een ramp.” – Ingezetene van Italië
„In het geval van internationale stellen is het erg moeilijk om tot een overeenkomst te komen vanwege de afstand, de taalkundige problemen, de vraag wie de overeenkomst moet handhaven, enz.” – Ingezetene van Frankrijk
Ongeveer 73 % was het ermee eens dat kinderen en kwetsbare volwassenen bescherming moeten krijgen (de garantie op een eerlijk proces). Dit zou voor elke EU-lidstaat moeten gelden. Onder de mensen die het hier niet mee eens waren, was het belangrijkste argument dat alle personen dezelfde behandeling moeten krijgen. Anders gezegd, rechten en bescherming moeten beschikbaar zijn voor iedereen en niet alleen voor een bepaalde groep. Ook waren er die vonden dat dit vraagstuk van land tot land moet worden opgelost. „Niet alleen kinderen en kwetsbare volwassenen, alle EU-burgers!” – Ingezetene van Nederland
„De meeste EU-lidstaten zullen een dergelijke bescherming al wel hebben, maar als dat niet zo is, dan moeten de beste praktijken worden geharmoniseerd.” – Ingezetene van Bulgarije
11
Ongeveer 71 % was van oordeel dat mensen die ergens in de EU het slachtoffer van criminaliteit worden, toegang moeten hebben tot financiële compensatie voor de schade die ze hebben geleden, ongeacht waar ze wonen. Over de vraag wie de kosten daarvan moet dragen (de staat, de dader of de particuliere verzekering) liepen de meningen echter uiteen.
„Mensen moeten zichzelf verzekeren tegen de gangbare vormen van criminaliteit in hun thuisland of in een andere EU-lidstaat.” – Ingezetene van het Verenigd Koninkrijk
12
„Ja, alle slachtoffers moeten gecompenseerd worden voor de schade die zij leiden, ongeacht waar en door wie het misdrijf plaatsvindt.” – Ingezetene van Portugal
„Wij zijn nog altijd ver verwijderd van een EU waarin alle lidstaten voldoende bescherming bieden voor verdachten en aangeklaagden. Wij zien honderden gevallen per jaar waarin EU-burgers de toegang wordt geweigerd tot een tolk of tot juridische bijstand, of niet worden geïnformeerd over hun rechten. Deze rechten zijn met name belangrijk als je niet in je eigen land verblijft. […] Wij hopen dat de Commissie samen met het Parlement en de Raad blijft werken aan krachtige richtlijnen voor de resterende maatregelen ter versterking van de rechten van de duizenden mensen die elk jaar in de EU worden gearresteerd.” – Organisatie
„Ik vind dat alle EU-burgers gelijk moeten worden behandeld in elke lidstaat van de EU.” – Ingezetene van Griekenland
OPVATTINGEN VAN BURGERS Hoewel de meeste mensen het ermee eens zijn dat er in de gehele EU gelijke behandeling moet zijn van slachtoffers van criminaliteit, en dat zij een vorm van compensatie moeten krijgen, was er toch geen echte consensus over hoe dit in zijn werk moest gaan: • sommigen vonden dat de staat verantwoordelijk was voor het betalen van compensatie • anderen vonden dat de compensatie moest komen van de kant van de dader of, in het geval van kleine overtredingen, van de particuliere verzekering.
13
Hebt u ooit problemen ervaren met het openen van een bankrekening in een ander land?
Ja
13 %
Geen antwoord
14
Nee
62
%
25 %
Burgers als consumenten Bijna één op de vier deelnemers (24 %) heeft wel eens problemen ondervonden bij het online winkelen in een andere EU-lidstaat. Sommige firma’s zijn bijvoorbeeld niet bereid hun artikelen naar bepaalde EU-lidstaten te verzenden, of accepteren geen buitenlandse betaalkaarten of creditcards. Ook zijn soms de verzendkosten gewoon veel te hoog. Daarnaast zijn er problemen met het gebruik van de garantie, vanwege de bijbehorende kosten. Sommige online verkopers vereisen een telefoonnummer of postadres in een specifieke nationale opmaak. Hierdoor wordt het moeilijk voor mensen in andere landen de vereiste gegevens in te vullen.
„Veel websites bieden niet de mogelijkheid om de goederen naar mijn verblijfsland te verzenden.” – Ingezetene van Portugal
15 „Het met een beveiligd betaalsysteem boeken van een hotel tegen een actieprijs (korting) was alleen mogelijk als je een rekening had bij een nationale bank in het bestemmingsland.” – Ingezetene van België
Verschillende nationale belastingstelsels kunnen ook problemen veroorzaken voor mensen die winkelen in een andere EU-lidstaat, met name in een bedrijfscontext. Eén op de tien mensen heeft problemen ervaren bij het openen van een bankrekening in een andere EU-lidstaat (13 %), omdat banken documenten en garanties vereisen die moeilijk en soms zelfs onmogelijk door pas aangekomen personen kunnen worden voorgelegd. Dit probleem kwam met name voor onder mensen die in een andere EU-lidstaat hebben verbleven (22 %).
Sommige banken vereisen dat potentiële klanten eerst een bepaalde periode in het land hebben verbleven en/of een kredietachtergrond hebben. Dit is een probleem voor mensen die een bankrekening nodig hebben om bezittingen in het buitenland te kopen of te beheren, maar die zich niet willen registreren als permanent ingezetene van het desbetreffende land.
„Banken erkennen de inkomens geschiedenis uit een ander land niet, accepteren geen bezittingen in andere landen als onderpand [en] verstrekken geen leningen om vastgoed te kopen in een ander land.”
„Heb je een baan, dan is er geen probleem. Heb je dat niet, dan wordt het lastig. Dat zou niet zo moeten zijn. Elke burger heeft het recht een bankrekening te openen.” – Ingezetene van Griekenland
– Ingezetene van Polen
16 Het merendeel van de ondervraagden (60 %) heeft geen problemen ervaren bij de aankoop van bezittingen, maar een aanzienlijk deel (37 %) gaf geen antwoord op deze vraag. Een kleine minderheid (3 %) bevestigde wel obstakels te hebben ondervonden. Sommigen daarvan zeiden te zijn gediscrimineerd, op grond van nationaliteit, toen ze probeerden in het buitenland bezittingen te kopen, met name in de mediterrane en Oost-Europese landen.
„Het valt allemaal niet mee als je niet bekend bent met de plaatselijke procedures van het land en je informatie daarover wilt vinden. […] Notarissen in sommige landen, in andere weer niet, soorten vergoedingen, belastingen, mysterieuze formulieren die moeten worden ondertekend, enz.” – Ingezetene van Zweden
Een ander obstakel is de moeilijkheid om een hypotheek te verkrijgen in de EUlidstaat waar de bezitting zich bevindt, wanneer men daar zelf niet woont of verblijft. Banken weigeren vaak inkomsten en overige voorzieningen te erkennen, die in een andere EU-lidstaat worden uitgekeerd. Ook ondervinden burgers moeilijkheden in hun eigen land als zij een hypotheek willen afsluiten op een bezitting in het buitenland. Dit gaat vaak gepaard met langdurige procedures, onduidelijke vereisten en communicatieproblemen als gevolg van de verschillende talen.
OPVATTINGEN VAN BURGERS • betere voorlichting en bescherming van online consumenten • betere dienstverlening in de gehele EU bij het online kopen in een andere EU-lidstaat • eenvoudiger toegang tot genoegdoening, zoals het verhogen van de drempel voor de Europese procedure voor geringe vorderingen • de mogelijkheid elke EU-bankkaart of creditcard te gebruiken voor online winkelen in de EU.
17
Hebt u ooit gestudeerd of studeert u momenteel in een andere EU-lidstaat?
Nee
67
%
18
%
Geen antwoord 2
Ja
31 %
Burgers als studenten en beroepsbeoefenaars Bijna één op de drie deelnemers studeert of heeft gestudeerd in een andere EU-lidstaat dan de eigen (31 %). Dit percentage ligt aanzienlijk hoger voor vrouwen (40 %) dan voor mannen (25 %). Ongeveer de helft van de jongeren in de leeftijdscategorie 18-30 jaar gaf aan ooit in het buitenland te hebben gestudeerd.
„Het was moeilijk om te zorgen voor goede communicatie tussen de twee universiteiten (Rome en Stockholm). Hierdoor was er maar minimale financiële ondersteuning en was het moeilijk om de studieprogramma’s op elkaar af te stemmen.” – Ingezetene van Italië
Op de vraag wat het effect was van studenten uit andere EU-lidstaten die naar hun land kwamen, was het meest gebezigde antwoord dat dit een culturele verrijking was (74 %), op enige afstand gevolgd door meertaligheid (65 %) en meer leermogelijkheden (39 %). Slechts 5 % van de deelnemers beweerde dat studenten uit andere EU-lidstaten een belemmering vormden voor hun opleiding (voornamelijk omdat ze de bestaande voorzieningen met een grote hoeveelheid studenten moesten delen).
19
Hebt u ooit problemen ervaren bij de erkenning van de in het buitenland verrichte studieonderdelen?
Nee
20
Ja
74
%
21 % Geen antwoord 5
%
Sommigen waren van oordeel dat het grote voordelen had om in aanraking te komen met andere gezichtspunten. Uitwisseling werd vaak gezien als een belangrijk en inspirerend aspect van het onderwijs, dat positieve ervaringen en nieuwe vaardigheden (talen, ontvankelijkheid, multiculturalisme) opleverde voor zowel de buitenlandse als de binnenlandse studenten.
„Als je de geschiedenis, geografie of mondiale gebeurtenissen maar uit één perspectief bekijkt, heb je niet het completere beeld van de dingen dat je door het contact met mensen uit het buitenland kunt krijgen.”
„Zij laten ons een deel van hun cultuur buiten hun eigen land zien, en komen op hun beurt in aan raking met een nieuwe cultuur.” – Ingezetene van Zweden
– Ingezetene van Ierland
21
Ongeveer een op de vijf huidige of voormalige studenten gaf aan moeilijkheden te hebben ervaren om de in een andere EU-lidstaat behaalde studieonderdelen erkend te krijgen (21 %). De voornaamste problemen waren administratieve rompslomp (zoals de verplichting om vertalingen voor te leggen van officiële documenten) en de korte deadlines voor het indienen van de relevante informatie.
„De deadline voor het doorgeven van de studiepunten aan mijn thuisuniversiteit stond in geen verhouding tot de hoeveelheid tijd die nodig was om mijn in het buitenland behaalde cijfers te verwerken.” – Ingezetene van Duitsland
Hebt u ooit naar werk gezocht in een andere EU-lidstaat?
Geen antwoord
8 %
Ja
22
Nee
52
%
40
%
Een aanzienlijk deel van de deelnemers heeft ooit gezocht naar werk in een andere EU-lidstaat (40 %). Bijna één op de vier (24 %) beweerde moeilijkheden te hebben ervaren bij het zoeken naar werk in de publieke sector van een andere EU-lidstaat. Dit was soms omdat men niet de nationaliteit had van het desbetreffende land, of er nog niet lang genoeg woonde. Anderen wezen juist weer op het gebrek aan informatie en de ondoorzichtige wervingsprocedures.
„Banen bij de Franse overheid worden verdeeld op basis van concurrerende examens die zeer cultureel gericht zijn. Daardoor hebben ingezetenen voordeel, terwijl deze examens lang niet altijd overeenkomen met de voor de functie vereiste vaardigheden.” – Ingezetene van het Verenigd Koninkrijk
23 „Er zijn investeringen nodig om naar sollicitatiegesprekken te gaan en om het zoeken naar werk te koppelen aan het zoeken naar huisvesting en scholen, kinderen moeten zich aanpassen aan een nieuwe taal, enz.” – Ingezetene van Spanje
Personen in de leeftijdscategorie 18-45 jaar hadden vaker naar werk in een andere EU-lidstaat gezocht (47 %) dan personen in de leeftijdscategorie 46-65 jaar (29 %) of ouder dan 65 jaar (20 %).
Hebt u een werkloosheidsuitkering genoten in uw thuisland terwijl u op zoek was naar een baan in een andere EU-lidstaat?
Nee
82
%
24
Ja
11 %
Geen antwoord
7 %
Meer dan een derde was van mening dat de administratieve moeilijkheden hen er waarschijnlijk van zullen weerhouden te zoeken naar werk in een andere EU-lidstaat (36 %). Andere veelgenoemde factoren waren: •o nzekerheid over hoe de belastingen worden berekend in de andere EU-lidstaat en in het thuisland en welk effect dat heeft op de financiële situatie • de taalbarrière • zorgen over loonverschillen en het gevaar na in het buitenland te hebben gewerkt bij thuiskomst een lager betaalde baan te moeten accepteren • toegang tot sociale zekerheid, en • achterlaten van familie/vrienden en het sociale netwerk.
„Wij hebben een gehandicapt kind en ik heb mijn twijfels over de zorg en de onderwijsmogelijk heden in het buitenland.” – Ingezetene van Nederland
25
Iets meer dan één op de tien van de mensen die hebben gezocht naar een baan in een andere EU-lidstaat, heeft een werkloosheidsuitkering genoten in het thuisland (11 %). De meesten gaven aan dat dit niet het geval was (82 %).
„Ik ontving een werkloosheidsuitkering in Frankrijk, maar die werd stopgezet toen ik ging zoeken naar een baan in Schotland. Ik kreeg geen enkele steun, niet hier en niet in het buitenland. Alsof ik staatloos was. Dat viel echt niet mee.” – Ingezetene van Frankrijk
Wat zou naar uw mening de juiste tijdsspanne zijn om een werkloosheidsuitkering te ontvangen van uw thuisland?
Geen antwoord
15 %
Langer
32 %
26
6 maanden
37
%
3 maanden
16 %
Sommigen vonden het onjuist dat ze belasting in de ene EU-lidstaat hadden betaald en vervolgens geen sociale uitkeringen meer ontvingen, alleen maar vanwege het feit dat ze naar een ander land verhuisden. Diegenen die hadden gezocht naar een baan in een andere EU-lidstaat, werden ook gevraagd hoe lang naar hun mening mensen een werkloosheidsuitkering moesten blijven ontvangen uit het thuisland. Iets meer dan een derde zei dat zes maanden de juiste duur hiervoor zou zijn (37 %); een iets kleiner deel vond dat het wat langer moest duren (32 %). Een kleine minderheid koos voor drie maanden (16 %).
„Ik was werkloos in mijn thuisland. Ik besloot naar een andere EU-lidstaat te gaan omdat ik de financiële steun van een werkloosheidsuitkering had. Helaas zijn deze voorzieningen slechts drie maanden beschikbaar als je buiten je thuisland verblijft. Gelukkig vond ik binnen die tijd een baan.” – Ingezetene van Spanje
27
Als EU-burger hebt u een aantal rechten op grond waarvan u uw stem kunt laten horen in de EU. Welke van de volgende rechten zou u het eerst gebruiken? Kies een of meer van de volgende mogelijkheden:
Deelnemen aan de verkiezingen van het Europees Parlement in uw land
Aanschrijven van EU-instellingen of -organen om ergens bezwaar tegen in te dienen
28
66 % 68 % 66 % 51 % 48 % 49 %
Een Europees burgerinitiatief ondertekenen of organiseren om de Europese Commissie te vragen wetgeving op een bepaald vlak voor te stellen
52 %
Deelnemen aan de verkiezingen van het Europees Parlement of aan lokale verkiezingen wanneer u in een andere EU-lidstaat verblijft
57 %
48 % 49 %
39 % 47 % 44 %
Een klacht indienen bij de Europese Ombudsman
41 % 41 %
Een verzoekschrift indienen bij het Europees Parlement
Deelnemen aan activiteiten van politieke partijen wanneer u in een andere EU-lidstaat verblijft
37 % 36 % 36 % 30 % 20 % 24 %
Ingezetenen Niet-ingezetenen Alle ondervraagden
Burgers en democratie De meeste mensen vinden dat zij het best hun mening over EU-aangelegenheden kunnen uiten door hun stem uit te brengen bij de verkiezingen van het Europees Parlement in hun land (66 %). Meer dan de helft denkt dat een politiek programma ter verbetering van het dagelijks leven van EU-burgers (58 %) of ter versterking van de economie van de EU (52 %) hen zou motiveren om te gaan stemmen bij de Europese verkiezingen. Bijna de helft zou zich gemotiveerd voelen door een programma voor het overwinnen van sociale ongelijkheden in de EU (47 %) en een programma om de EU een krachtiger stem te geven op internationaal niveau (46 %). Een op de vier geeft aan dat het hen zou motiveren als een interessante kandidaat zich verkiesbaar zou stellen als lid van het Europees Parlement (EP-lid) of als voorzitter van de Europese Commissie. Burgers maken het meest gebruik van een van de volgende manieren om hun stem te laten horen in de EU: • deelnemen aan de verkiezingen van het Europees Parlement in eigen land (66 %) • tekenen of organiseren van een Europees burgerinitiatief om de Europese Commissie te vragen op een bepaald vlak wetgeving voor te stellen (49 %) • aanschrijven van EU-organen om ergens bezwaar tegen in te dienen (49 %) • deelnemen aan de verkiezingen van het Europees Parlement of aan lokale verkiezingen wanneer u in een andere EU-lidstaat verblijft (47 %). Er werden ook andere manieren genoemd om de EU te beïnvloeden: • een klacht indienen bij de Europese Ombudsman (41 %) • een verzoekschrift indienen bij het Europees Parlement (36 %) • deelnemen aan activiteiten van politieke partijen wanneer u in een andere EU-lidstaat verblijft (24 %). Zoals uit de grafiek blijkt, zijn burgers die in een andere EU-lidstaat verbleven of hadden verbleven („ingezetenen”) eerder geneigd te zeggen dat zij van hun recht zullen gebruikmaken om deel te nemen aan de verkiezingen van het Europees Parlement of lokale verkiezingen in een andere EU-lidstaat (57 %) dan mensen die nog nooit in het buitenland hebben gewoond („niet-ingezetenen”) (47 %).
29
Als u zou verblijven in een andere EU-lidstaat, vindt u het dan gerecht vaardigd dat u deel kunt nemen aan de nationale verkiezingen in uw land van verblijf?
Nee
Als u zou verblijven in een andere EU-lidstaat, vindt u het dan gerecht vaardigd dat u uw recht verliest om deel te nemen aan de nationale verkiezingen in het land waarvan u ingezetene bent?
18 % Ja
30 Ja
72
Geen antwoord
%
10 %
Nee
31 %
62
Geen antwoord
%
7 %
Een meerderheid van de ondervraagden is van oordeel dat zij stemrecht moeten hebben bij nationale verkiezingen in hun EU-lidstaat van verblijf (72 %). Zij pleiten hiervoor op grond van betere integratie, niet-discriminatie tussen EU-burgers en het democratische recht om deel te nemen aan de nationale politiek die van invloed is op hun dagelijkse levens. Veel deelnemers vinden ook dat er geen belasting zonder politieke vertegenwoordiging mag zijn.
„Belasting en vertegenwoordiging zijn cruciaal. Als je belasting betaalt in een land dan moet je ook het recht hebben deel te nemen aan de parlements verkiezingen van dat land. Betaal je in twee landen belasting, dan moet je ook twee stemmen hebben.” – Ingezetene van het Verenigd Koninkrijk
31 Meer dan zes op de tien (62 %) vindt dat er geen rechtvaardiging is om mensen hun stemrecht voor nationale verkiezingen in hun thuisland af te nemen, alleen maar omdat ze in een andere EU-lidstaat verblijven. Een aanzienlijke minderheid vindt echter dat dit onder bepaalde omstandigheden gerechtvaardigd is (31 %). Mannen en personen die nog nooit in een andere EU-lidstaat hebben gewoond, waren het meest hiertoe geneigd. Personen die buiten de EU verblijven waren juist minder daartoe geneigd. Sommigen vonden dat mensen die naar een ander land verhuizen, nog altijd te maken hebben met tal van beslissingen in hun land van herkomst, zoals fiscale wetgeving, pensioenen en sociale zekerheid. Ook maken de moderne communicatiemiddelen het gemakkelijker voor hen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen „thuis”. „Het is alleen gerechtvaardigd als je het stemrecht in het nieuwe land van verblijf verwerft, en het hangt tevens af van de periode van verblijf. Als het niet langer dan een jaar is, zou ik het niet terecht vinden dat iemand zijn stemrecht verliest.” – Ingezetene van Duitsland
Slechts een kleine minderheid van de ondervraagden heeft praktische nadelen ervaren als gevolg van de nationaliteit bij de uitoefening van de politieke rechten als EU-burger. De meerderheid is hier nooit mee in aanraking gekomen (69 %) en een klein kwart van de ondervraagden gaf hierop geen antwoord (23 %). Dit zijn de meest genoemde barrières voor democratische participatie: • verlies van stemrecht in het land van herkomst, zonder stemrecht te verwerven in het nieuwe land van verblijf • langdurige procedures voor het verkrijgen van de vereiste documenten om te stemmen • gebrek aan kennis bij het personeel van lokale overheden • gebrek aan informatie in andere talen dan de plaatselijke •g ebrek aan informatie over het recht om deel te nemen aan de verkiezingen van het Europees Parlement wanneer men in een andere EU-lidstaat verblijft.
32
EU-burgers die buiten de EU verblijven gaven ook aan dat het moeilijk voor hen was deel te nemen aan verkiezingen van het Europees Parlement omdat in hun EUthuisland de technische middelen niet geïnstalleerd waren.
OPVATTINGEN VAN BURGERS Om de barrières voor democratische deelname van burgers te overwinnen, worden diverse suggesties gedaan: • afschaffen van de bestaande nationale regels die burgers het stemrecht voor hun land van herkomst ontnemen als zij in het buitenland verblijven • bieden van meer en betere informatie over kiesrechten • ontwikkelen van methoden voor elektronisch stemmen.
Informatie en hulp inzake EU-rechten Om de nodige informatie over EU-rechten te verkrijgen, heeft ongeveer de helft van de deelnemers een voorkeur voor de tv (52 %) of voor sociale-netwerksites (49 %). Dit verschilt echter wel per land. In dertien EU-lidstaten noemt een meerderheid van de deelnemers als eerste de tv, variërend van 42 % in Luxemburg tot 64 % in Malta. In dertien andere lidstaten zijn sociale-netwerksites echter de eerste optie, variërend van 34 % in het Verenigd Koninkrijk tot 68 % in Griekenland. Ongeveer 34 % vindt het een goed idee om een online discussieforum („Europedia”) op te zetten om ervaringen uit te wisselen en EU-rechten met andere mensen te bespreken. Een vrij grote minderheid noemt de radio (28 %) en brochures (24 %). Minder dan een vijfde is voorstander van het gebruik van posters (17 %). Eén op de tien deel nemers zei geen behoefte aan informatie te hebben (10 %).
33
De Europese Commissie onderhoudt een website (Uw Europa) met informatie over uw rechten en over nationale voorschriften en procedures. Deze website heeft als doel u te helpen om op nationaal niveau van uw rechten te profiteren. Hoe zou u verder de nodige informatie willen verkrijgen over uw rechten als EU-burger? TV
52 %
Sociale-netwerksites Online discussieforum („Europedia”) waar mensen ervaringen kunnen uitwisselen en de EU-rechten met overige mensen kunnen bespreken Radio
49 % 34 % 28 %
Brochures
24 %
Posters Geen behoefte aan meer informatie Overig
17 % 10 % 8 %
Meer dan zes op de tien ondervraagden verwelkomde het idee van een online faciliteit waar men kan vragen of een probleem het beste kan worden opgelost op lokaal, nationaal of Europees niveau (63 %). De helft was voorstander van een nationaal contactpunt dat burgers kan helpen wanneer ze in een ander land verblijven (50 %). Gevraagd naar de bestaande hulp- en informatiediensten, zoals SOLVIT, het Europe Direct Contact Centre en Uw Europa, bleken veel deelnemers niet van het bestaan af te weten. Ook werd het gebrek aan feedback na het indienen van vragen en klachten bij deze organen genoemd. Sommige deelnemers gaven aan zich geen raad te weten met problemen met betrekking tot EU-rechten, en niet te weten of ze zich moesten wenden tot de lokale of nationale instanties of EU-instellingen.
„De media zouden meer informatie moeten verstrekken over deze rechten voor EU-burgers, onder andere door frequent te berichten over het werk dat verricht wordt op EU-niveau.”
34
– Ingezetene van Spanje
„Een EU-krant zou een goed idee zijn.” – Ingezetene van Oostenrijk
„Het zou voor burgers prettig zijn als er adviesbureaus voor Europese burgers in middelgrote en grote Europese steden werden gevestigd. Daardoor zou het Europese bestuurlijke en rechtssysteem dichter bij de mensen komen te staan.” – Ingezetene van Roemenië
EU-burgerschap en de toekomst van de EU Voor bijna zeven op de tien deelnemers aan de raadpleging betekende het EU-burgerschap boven alles het gevoel deel uit te maken van de Europese Unie (67 %). Er waren echter wel aanzienlijke verschillen tussen de landen. Zo kwam deze gedachte als eerste op bij 79 % van de Griekse deelnemers, maar bij slechts 39 % van de Tsjechische deelnemers. Net iets meer dan de helft van de deelnemers associeerde het EU-burgerschap met gemeenschappelijke waarden en een gemeenschappelijke geschiedenis (51 %). Ook hier liepen de resultaten zeer uiteen tussen de landen: maar liefst 64 % van alle Oostenrijkers, Fransen en Roemenen gaf dit antwoord, afgezet tegen slechts 31 % van de Zweden. Eveneens veelgenoemde antwoorden waren de aanvullende rechten (43 %), deelname aan het gemeenschapsleven/maatschappelijke leven (40 %) en deelname aan het politieke leven (26 %).
35
Wat betekent het EU-burgerschap voor u? Waarmee zou u het associëren (meerdere antwoorden mogelijk): 73 %
Het gevoel deel uit te maken van de Europese Unie
65 % 67 % 56 %
Gemeenschappelijke waarden en een gemeenschappelijk geschiedenis
50 % 51 % 46 %
Aanvullende rechten
43 % 43 % 44 %
Deelname aan het gemeenschapsleven/ maatschappelijke leven
39 % 40 % 28 %
Deelname aan het politieke leven
25 % 26 % 9 %
Overig
13 % 12 %
Ingezetenen Niet-ingezetenen Alle ondervraagden
Tot slot werd de deelnemers gevraagd in hun eigen woorden te omschrijven hoe zij zouden willen dat de Europese Unie zich in de nabije toekomst ontwikkelde en in wat voor Europese Unie zij in 2020 zouden willen leven. De belangrijkste thema’s die door de deelnemers naar voren werden gebracht, waren politieke en economische integratie, bevordering van de ontwikkeling van een Sociale Unie met een gemeenschappelijk beleid, de strijd tegen discriminatie en ongelijkheid, en het opbouwen van een welvarende Unie. Veel van de organisaties benadrukten juist het belang van EU-burgerschap en de noodzaak om het bewustzijn en de handhaving van bepaalde rechten te vergroten.
36
Van de deelnemers die in hun eigen woorden omschreven hoe zij zouden willen dat de Europese Unie zich in de nabije toekomst ontwikkelde en hoe deze er in 2020 zou moeten uitzien, zag één derde (31 %, 3 286 antwoorden) de EU voor zich als Politieke Unie. Ruim één op de tien omschreef de EU als Sociale Unie (13 %, 1 360 antwoorden) en als sterkere, meer geïntegreerde Economische Unie (13 %, 1 333 antwoorden). Er werden ideeën geuit over het versterken van de EU-identiteit en van de EU-rechten, en over meer aandacht voor burgers (12 %, 1 227 antwoorden). Minder dan één op de tien gaf blijk van een negatief beeld van de Europese Unie (9 %, 929 antwoorden), bijvoorbeeld door de wens uit te spreken dat EU-lidstaten zouden terugkeren naar uitsluitend een vorm van intergouvernementele samenwerking. Voornaamste thema’s die werden genoemd: Een Politieke Unie
31 %
Een Sociale Unie
13 %
Een sterkere, meer geïntegreerde Economische Unie
13 %
Naar een Europese identiteit Negatieve verklaringen
12 % 9 %
„Dezelfde rechten in verschillende landen, en weten wat je rechten zijn in elke EU-lidstaat. Dat zou het leven een stuk eenvoudiger maken.”
„A anvullende rechten en verantwoordelijkheden.” – Ingezetene van Litouwen
– Ingezetene van Spanje
„De mogelijkheid om op internationaal niveau invloed uit te oefenen en bijvoorbeeld op het gebied van klimaatverandering het voortouw te nemen. Multiculturalisme en de mogelijkheid om meerdere talen te leren en opvattingen uit te wisselen.” – Ingezetene van Finland
37
„Gemeenschappelijke waarden, gemeenschappelijke rechten.” – Ingezetene van België
„Wij ondersteunen, net als veel andere maatschappelijke organisaties, actief het nieuwe instrument van het Europees burgerinitiatief om de Europese politiek te voorzien van verse ideeën, en om het Europese democratische proces vorm te geven…” – Organisatie
Verdere ideeën die door deelnemers onder het kopje Een Politieke Unie werden genoemd, waren politieke integratie (46 %), een Federale Unie (29 %), bevordering van de democratie (17 %) en directe deelname van de burger (8 %).
Verdeling van de subthema’s van „Een Politieke Unie”:
8 % Verdere politieke integratie
17 %
46 %
Federale EU
Een Politieke Unie
Bevordering van de democratie Verbeteren en bevorderen van de ontwikkeling van directe deelname van burgers
29 %
„Ik hoop tijdens mijn leven nog de Verenigde Staten van Europa mee te mogen maken.”
Onder de deelnemers die van oordeel waren dat een Politieke Unie de weg voorwaarts was, bestonden behoorlijke onderlinge verschillen. In Oostenrijk, Spanje en Italië waren de ondervraagden het meeste geneigd om verdere politieke integratie te noemen, met percentages van respectievelijk 96 %, 84 % en 80 %. De minste waarde aan een Politieke Unie werd gehecht in het Verenigd Koninkrijk en Zweden (22 %), Hongarije (21 %) en Slovenië (20 %).
– Ingezetene van Cyprus
38
Een Politieke Unie: opvattingen per nationaliteit 96 % 84 % 80 % 68 % 67 % 67 % 66 % 66 % 65 %
AT
ES
IT
EL
DK
CZ
RO
CY
DE
60 % 58 % 56 % 55 %
BG
FR
FI
NL
48 %
BE
41 % 40 % 40 %
LU
IE
PT
34 % 31 % 29 % 27 % 26 % 26 % 22 % 22 % 21 % 20 %
PL
LV
SK
MT
LT
EE
UK
SE
HU
SI
De suggesties van burgers ten aanzien van een Sociale Unie omvatten onder meer de oproep tot een gelijkgeschakeld Europees zorg-, sociaal en veiligheidsstelsel (44 %), de strijd tegen discriminatie en/of de strijd tegen ongelijkheden (respectievelijk 28 % en 27 %).
Verdeling van de subthema’s van „Een Sociale Unie”:
Een enkel, gelijkgeschakeld Europees zorg-, sociaal en veiligheidsstelsel
28 % 44 %
„In 2020 zou ik willen leven in een EU die meer geharmoniseerd is in de zin van bestuurlijke procedures en die consistenter is ten aanzien van het aanbod van gezondheidszorgdiensten en de erkenning van diploma’s en beroepskwalificaties.”
Een Sociale Unie
De strijd tegen discriminatie De strijd tegen ongelijkheden
– Ingezetene van Bulgarije 27 %
De steun voor een Sociale Unie was met name terug te lezen in de antwoorden van Denen (55 %), Bulgaren en Cyprioten (elk 45 %), maar was weinig terug te vinden in de antwoorden van ingezetenen van het Verenigd Koninkrijk (8 %), Luxemburg en Letland (elk 6 %).
39
Een Sociale Unie: opvattingen per nationaliteit 55 %
DK
45 % 45 % 41 % 40 % 40 % 38 %
BG
CY
ES
EL
EE
IE
32 % 32 % 28 % 27 % 24 % 24 % 23 % 22 % 20 % 19 % 19 % 18 % 18 % 17 % 15 % 13 % 11 % 8 %
AT
RO
PT
SI
SE
DE
BE
LT
IT
FR
MT
FI
CZ
Een absolute meerderheid van de deelnemers die zich uitspraken voor een sterkere Economische Unie, riep op tot economische integratie (67 %), door een enkele Financiële en Economische Unie met overdracht van soevereiniteit op Europees niveau te creëren. Sommigen richten zich op een sterke, stabiele Financiële Unie die in haar dagelijkse praktijk zou uitgaan van duurzame ontwikkeling, democratische waarden en het streven naar welzijn voor haar burgers (23 %), terwijl één op de tien deelnemers graag zag dat er meer bevoegdheden worden gedelegeerd aan de EU om de financiële sector te controleren (10 %).
SK
NL
PL
HU
UK
6 %
6 %
LU
LV
Verdeling van de subthema’s van „Een sterkere, meer geïntegreerde Economische Unie”:
23 %
67 %
Een Economische Unie
Economische integratie Een welvarende EU Meer bevoegdheden om de financiële sector te controleren
10 %
De steun voor een sterkere, meer geïntegreerde Economische Unie was met name terug te lezen in de antwoorden van deelnemers uit Cyprus (61 %), Letland (46 %), Litouwen (37 %) en Denemarken (36 %), maar was weinig terug te vinden in de antwoorden van deelnemers uit het Verenigd Koninkrijk en Zweden (elk 13 %), Hongarije (12 %) en Estland (minder dan 11 %).
40
Een sterkere, meer geïntegreerde Economische Unie: opvattingen per nationaliteit
61 % 46 %
CY
LV
37 % 36 % 35 % 34 % 30 % 29 % 28 % 28 % 27 % 27 % 26 % 25 % 23 % 21 % 18 % 17 % 17 % 16 % 16 % 15 % 15 % 13 % 13 % 12 % 11 %
LT
DK
MT
FI
NL
AT
RO
IT
ES
EL
LU
CZ
DE
BG
IE
PL
BE
SI
FR
SK
PT
UK
SE
HU
EE
„Het EU-burgerschap zou de echte fundamentele status van ingezetenen van de lidstaten moeten worden…” – Ingezetene van Polen
„Er moet dringend actie worden ondernomen en er moet een serieus en toegewijd beleid voor economische groei worden geformuleerd.” – Ingezetene van Portugal
„Gemeenschappelijke waarden ten aanzien van de rechtstaat. Vrije handel tussen landen, maar minder globalisering om het milieu te beschermen. Producten moeten niet de hele wereld over worden gesleept gedurende hun productieproces. Dit brengt zoveel schade met zich mee.” – Ingezetene van het Verenigd Koninkrijk
„Burgers moeten de bevoegdheid krijgen rechtstreeks een Commissie voorzitter te kiezen […].” – Ingezetene van Spanje
„Een democratischere Unie en een rechtstreeks gekozen Europese Commissie. Fiscale integratie en politieke ondersteuning. Meer mobiliteit van sociale rechten en bevordering van arbeidsmobiliteit. Minder administratieve rompslomp op alle vlakken, minder beperkingen. Een aanhoudende strijd tegen de georganiseerde misdaad, door middel van harmonisatie van de strafmaatregelen en de organisatorische versterking van de bestaande instellingen (Eurojust, Europol, Frontex, CEPOL).” – Ingezetene van België
41
DE BURGERDIALOGEN
Debat over de toekomst van Europa Als onderdeel van het „debat over de toekomst van Europa” organiseert de Europese Commissie ook „burgerdialogen” overal in de EU en op internet. Euro commissaris en vicevoorzitter Viviane Reding, verantwoordelijk voor justitie, grondrechten en burgerschap, en vele overige leden van de Commissie brengen regelmatig bezoeken aan kleine en grote steden in de gehele Unie om te luisteren naar de zorgen van burgers.
42
Vicevoorzitter van de Europese Commissie Viviane Reding organiseert in geheel Europa burgerdialogen. „Het EU-burgerschap moet meer zijn dan alleen maar een concept”, aldus Reding: „Het moet voor onze 500 miljoen burgers een realiteit worden. Bij de bouw van ons nieuwe Europese huis moeten wij de burgers zo veel mogelijk betrekken.”
De dialogen zijn open fora van 200 à 500 burgers uit alle geledingen van de samenleving. Bij veel gelegenheden zijn ook nationale of regionale regeringsvertegenwoordigers of parlementsleden aanwezig. Al zijn deze dialogen niet bedoeld als vervanging van de formele raadplegings- en besluitvormingsprocessen, zij zijn wel gericht op bevordering van een echte Europese publieke ruimte waar burgers hun opvattingen over het EU-burgerschap en de toekomst van de EU kunnen delen.
Eerste inzichten De eerste burgerdialogen werden gehouden in Cádiz (Spanje, 27 september 2012), Graz (Oostenrijk, 5 november 2012) en Berlijn (Duitsland, 10 november 2012), en hebben waardevolle inzichten in de opvattingen van burgers over Europese rechten, beleidsmaatregelen en bestuur, en daarnaast tal van andere ideeën opgeleverd. De economische crisis speelde in deze dialogen een belangrijke rol. Burgers hebben hun zorgen geuit over het directe effect daarvan op ondernemingen en individuele personen, met name jongeren. Velen van de aanwezigen hebben de verantwoordelijkheid van banken benadrukt en gevraagd om strenger toezicht, evenals een financiële bijdrage van de sector om weer tot herstel te komen. Tegelijkertijd was er unanieme steun voor het standpunt dat grotere investeringen in onderwijs en onderzoek essentieel zijn voor duurzame groei. Deelnemers benadrukten het belang van krachtiger EU-actie om de werkgelegenheid een impuls te geven, met name door de mobiliteit van werknemers en studenten binnen de Europese Unie te bevorderen.
In debat met burgers in Cádiz: Hoe kunnen Spanje en de EU van de economische crisis herstellen?
43
Ook waren er mensen die wezen op het brede bereik aan beleidsterreinen waarop naar hun mening meer op EU-niveau moest worden gedaan om de rechten die zij als EUburgers in het dagelijks leven genieten, te versterken. Daarbij ging het onder meer om vrijheid om te bewegen, kiesrechten, het Europees burgerinitiatief, de toestand van kwetsbare groepen, de verscheidenheid van taal en gendergelijkheid. Concrete ideeën die tijdens deze gesprekken naar voren kwamen, zijn onder meer: • een Europese identiteitskaart om administratief gedoe te voorkomen wanneer men in een andere lidstaat verblijft • maatregelen om gehandicapten te helpen om de diverse problemen waarmee ze te kampen hebben, te overwinnen, en • stappen om de fiscale problemen te overwinnen bij grensoverschrijdende situaties. Tijdens deze burgerdialogen werd ook het belang van betere voorlichting over EUrechten bevestigd. Mensen willen meer informatie over wat hun rechten inhouden, maar ook over hoe ze die in de praktijk kunnen gebruiken en tot wie ze zich moeten wenden als ze de indruk hebben dat hun rechten niet worden gerespecteerd.
László Andor, commissaris voor werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie tijdens de burgerdialoog in Napels, Italië.
Een ander terugkerend thema was de deelname van EU-burgers aan de democratische processen van de EU. De gesprekken waren gericht op de vraag hoe de politieke apathie kan worden bestreden en de volledige inclusie van burgers die wonen in een andere EU-lidstaat, kan worden bevorderd. Daarbij werd onder meer geopperd dat deze personen stemrecht bij nationale verkiezingen zouden moeten hebben.
Europarlementariër Dagmar Roth-Behrendt tezamen met vicevoorzitter van de Commissie Reding bij de burgerdialoog te Berlijn.
44
De burgerdialogen bevestigden de behoefte aan publieke ruimten waar de toekomst van Europa kan worden besproken. Deelnemers gingen een pittige discussie aan over de toekomst van het Europese project. Er werd met name gepleit voor een grotere transparantie van het EU-besluitvormingsproces en de bevordering van een sterke Europese identiteit. Het Europees burgerschap moet voor de Politieke Unie worden wat de euro is voor de Monetaire Unie. Benadrukt werd dat de nominatie van kandidaten voor het voorzitterschap van de Commissie door de Europese politieke partijen in de verkiezingen van 2014 al een stap op weg zou zijn naar een meer Politieke Unie met meer democratische instellingen. Deelnemers bespraken ook de doelstellingen op de lange termijn, zoals een federaler Europa, en riepen op tot een direct gekozen voorzitter van de Commissie en een Europees Parlement met sterke wetgevende bevoegdheden. Meer informatie over de burgerdialogen kunt u vinden op de website van het debat over de toekomst van Europa op: http://ec.europa.eu/european-debate/ De bevindingen hiervan worden ook meegenomen bij de beleidswerkzaamheden van de Commissie.
„Hoe kunnen wij in contact komen metal die gewone burgers die geen gebruikmaken van hun recht om vrij te bewegen en het gevoel hebben dat de EU-initiatieven hen niet betreffen?” – Ingezetene van Graz, Oostenrijk
„Wij willen niet een EU op twee verschillende snelheden. Wij willen gewoon op hetzelfde niveau deel uitmaken van de EU.” – Ingezetene van Cádiz, Spanje
„Moeten er meer van dit soort burgerdialogen komen?” 92,1 % Ja, 7,9 % Nee. – Deelnemersenquête, Berlijn, Duitsland
Het Europees jaar van de burger heeft tot doel: • burgers bewuster te maken van hun EU-rechten en met name van hun recht om vrij te bewegen en te verblijven binnen de Europese Unie • burgers bewuster te maken van hoe zij kunnen profiteren van EU-rechten en -beleid • actieve deelname aan de EU-besluitvorming te stimuleren • een breed debat te stimuleren over het effect en het potentieel van EU-rechten, met name het recht om vrij te bewegen, van EU-burgerschap en van de ontwikkeling van de EU als geheel.
Als u ook wilt deelnemen, bezoek dan de website van het Europees jaar van de burger op:
europa.eu/citizens-2013
DS-31-12-272-NL-C