Afstudeergids Academie Marketing & International Management 2011‐2012, 2de semester
• Commerciële Economie • International Business and Languages • International Business and Management Studies
Handelskade 75 7400 AM Deventer Secretariaat Stage & Afstuderen (D) Kamer B3.54, Deventer Tel. +31 (0)570 603173 E‐mail:
[email protected]
M.H. Tromplaan 28 7513 AB Enschede Secretariaat Afstuderen (E) Kamer H1.12, Enschede Tel. +31 (0)53 4871166 E‐mail:
[email protected]
Saxion – Academie Marketing & International Management
Inhoudsopgave
1
Inleiding................................................................................................................................................. 3
2
Doelstellingen ....................................................................................................................................... 4
3
Algemeen .............................................................................................................................................. 5 3.1 Toelatingseisen en vrijstellingen.......................................................................................................... 5 3.1.1 Toelatingseisen ............................................................................................................................... 5 3.1.2 Vrijstelling CE‐afstudeeropdracht ................................................................................................... 5 3.2 Belasting............................................................................................................................................... 5 3.2.1 Studiepunten................................................................................................................................... 5 3.2.2 Duur................................................................................................................................................. 5 3.2.3 Deadlines......................................................................................................................................... 5 3.3 Complicaties tijdens afstuderen .......................................................................................................... 5 3.4 Relatie tot het bedrijf........................................................................................................................... 6 3.4.1 Samenwerkingsovereenkomst ........................................................................................................ 6 3.4.2 Vergoeding ...................................................................................................................................... 6 3.4.3 Verzekering ..................................................................................................................................... 6 3.4.4 Toegang tot faciliteiten ................................................................................................................... 6 3.4.5 Veiligheid......................................................................................................................................... 6
4
De afstudeeropdracht in fasen.............................................................................................................. 7 4.1 De oriëntatiefase ................................................................................................................................. 7 4.1.1 Stap 1: De student oriënteert zich op het afstuderen..................................................................... 7 4.1.2 Stap 2: De student zoekt een afstudeeropdracht ........................................................................... 8 4.1.3 Stap 3: Solliciteren bij (mogelijk) afstudeerbedrijf.......................................................................... 8 4.1.4 Stap 4: De student stelt vast of met afstuderen begonnen mag worden ....................................... 8 4.1.5 Stap 5: De student dient een voorstel voor een afstudeeropdracht in .......................................... 9 4.2 De voorbereidingsfase ....................................................................................................................... 10 4.2.1 De student stelt een plan van aanpak op en dient deze in ........................................................... 10 4.3 De uitvoeringsfase ............................................................................................................................. 10 4.3.1 Begeleiding vanuit de opleiding .................................................................................................... 11 4.3.2 Begeleiding vanuit het bedrijf ....................................................................................................... 11 4.4 De toetsingsfase................................................................................................................................. 12 4.4.1 Toelaatbaarheid en herkansingsmogelijkheden ........................................................................... 12 4.4.2 Deadlines en toetsmomenten....................................................................................................... 13 4.4.3 Aantal exemplaren ........................................................................................................................ 13 4.4.4 Vertrouwelijk werk........................................................................................................................ 13 4.4.5 Auteursrechten ............................................................................................................................. 13 4.4.6 Bedrijfspresentatie........................................................................................................................ 13 4.4.7 De presentatie en verdediging ...................................................................................................... 14 4.4.8 Beoordeling ................................................................................................................................... 14 4.4.9 Evaluaties ...................................................................................................................................... 15 4.5 Samenvatting taken Afstudeerder ..................................................................................................... 15
Bijlage I – Hobeon Toetsingskader eindwerkstuk HBO Bachelor .......................................................................... 16 Bijlage II – Formele eisen scriptie.......................................................................................................................... 19
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
1
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
2
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
1
Inleiding
Het doel van deze afstudeergids is het verstrekken van informatie over de eisen die de opleiding stelt ten aanzien van het onderwerp van de afstudeeropdracht, de vorm, de procedure en de beoordelingscriteria. Elke eindexamenkandidaat moet een afstudeeropdracht vervullen in de vorm van een onderzoek, dat resulteert in een adviesrapport. De afstudeeropdracht wordt in principe door een externe organisatie verstrekt. In de afstudeeropdracht dient de student er blijk van te geven dat hij in staat is de theorie aan de praktijk te toetsen en over voldoende kennis te beschikken om het geheel goed te onderbouwen en te verdedigen. De afstudeergids is de leidraad voor de afstudeerfase voor studenten, docenten en de bij het afstuderen betrokken bedrijven en beschrijft de inhoud en organisatie van de afstudeerfase van de opleidingen Commerciële Economie (CE), International Business and Languages (IBL), International Business Management Studies (IBMS) en de deeltijdopleiding Economie Compact (EC) van de Academie Marketing & International Management van Saxion. In hoofdstuk 2 worden de doelstellingen gepresenteerd die bij het afstuderen behaald moeten worden. Aansluitend wordt in hoofdstuk 3 algemene informatie verstrekt over onder andere de toelatingseisen, duur en studiepunten voor de afstudeerperiode. Hoofdstuk 4 beschrijft de verschillende fases van de afstudeeropdracht. Daarnaast zijn in dit hoofdstuk de procedures rond toestemming en goedkeuring, de eisen te stellen aan de opdracht en de toetsing opgenomen. Op de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en op www.mim.saxion.nl/afstuderen vind je veel aanvullende informatie en alle benodigde formulieren waar in dit document naar wordt verwezen.
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
3
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
2
Doelstellingen
Afstuderen wordt gezien als de ultieme proeve van bekwaamheid. De student laat tijdens de afstudeerfase zien dat hij zelfstandig de kennis en vaardigheden die hij in de voorgaande leerjaren heeft verworven, op verschillende vakgebieden integraal kan toepassen in de context van een relevante beroepssituatie. Deze vaardigheden en kennis moeten worden getoond bij de uitvoering van de geformuleerde opdracht. Op basis van een onderzoek levert de student een concreet en haalbaar beroepsproduct op dat moet voldoen aan landelijk opgestelde criteria (Bijlage I). Voorbeelden van beroepsproducten voor de opleidingen Commerciële Economie en de deeltijdopleiding Economie Compact zijn: • een marketingbeleidsplan • een communicatieplan • een accountplan • een salesplan • een businessplan • een ondernemingsplan • een CRM campagne • een exportbeleidsplan Voorbeelden van beroepsproducten voor de opleiding International Business and Languages zijn: • een exportbeleidsplan • een marketingbeleidsplan • een communicatieplan • een salesplan Voorbeelden van beroepsproducten voor de opleiding International Business Management Studies zijn: • een exportbeleidsplan • een marketingbeleidsplan • een organisatie adviesrapport • een inkoopplan • een logistieke planning • een kwaliteitsplan • een businessplan • een CRM campagne • een communicatieplan • een salesplan
4
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
3
Algemeen
3.1
Toelatingseisen en vrijstellingen
3.1.1 Toelatingseisen De eisen waaraan een student moet voldoen, alvorens te beginnen aan de afstudeeropdracht (de zogenaamde afstudeerdrempel), staan vermeld in artikel 15 van de Onderwijs‐ en Examen Regeling. 3.1.2 Vrijstelling CE‐afstudeeropdracht Studenten die na hun IBL‐opleiding ook een CE‐diploma willen behalen, kunnen in aanmerking komen voor een vrijstelling voor wat betreft de CE‐afstudeeropdracht. De IBL‐afstudeeropdracht zal dan uiteraard over een commercieel onderwerp moeten gaan en tevens moeten voldoen aan de normen die gelden voor een CE‐ afstudeeropdracht. Studenten die hierin geïnteresseerd zijn dienen contact op te nemen met de opleidingscoördinator van de opleiding Commerciële Economie, te weten Edwin ten Dam (Enschede).
3.2
Belasting
3.2.1 Studiepunten Indien men voor de afstudeeropdracht een voldoende eindcijfer heeft behaald dan worden 28/30 ECTS toegekend. 3.2.2 Duur De afstudeerfase beslaat het laatste semester (20 weken) van de opleiding en tijdens die periode verricht de student activiteiten die hem in staat stellen de afstudeerdoelen c.q. competenties te behalen. Het 8ste semester is dus in het geheel gereserveerd voor het voorbereiden en uitvoeren van werkzaamheden t.b.v. het schrijven van de scriptie in het kader van de afstudeeropdracht. De oriënterende werkzaamheden dien je daarvoor te verrichten (zie voor meer informatie het hoofdstuk 4, “De afstudeeropdracht in fasen”). 3.2.3 Deadlines 1. Studenten die aan de voorbereidingsfase willen beginnen dienen drie weken vóór aanvang van het afstuderen de formulieren “Inschrijving Afstudeerder” en “Beoordeling voorstel Afstudeeropdracht” in te dienen bij het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of Secretariaat Afstuderen (Enschede). 2. Drie weken na de officiële start van het afstuderen dient de student het Plan van Aanpak in te dienen bij de eerste begeleider. 3. Wanneer de student een conceptverslag indient en dit vervolgens beoordeeld wordt met een “toelaatbaar”, kan de student drie weken na deze beoordeling presenteren en verdedigen.
3.3
Complicaties tijdens afstuderen
In geval van ziekte en andere persoonlijke omstandigheden moet de student contact opnemen met het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of Secretariaat Afstuderen (Enschede). Bij inhoudelijke complicaties in de uitwerking of voortgang van de afstudeeropdracht dient behalve de eerste begeleider ook het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of Secretariaat Afstuderen (Enschede) in kennis gesteld te worden; in overleg met de eerste begeleider zal dan een advies worden geformuleerd over verdere voortzetting van het afstuderen. Een student die eenmaal toegewezen is aan een bepaalde begeleider blijft onder toezicht staan van die begeleider, ook bij uitloop. Slechts wanneer een student aan een nieuwe opdracht(gever) begint wordt er in overleg met de afstudeercoördinator(en) een nieuwe eerste en tweede begeleider toegewezen.
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
5
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
3.4
Relatie tot het bedrijf
3.4.1 Samenwerkingsovereenkomst De opleiding adviseert haar studenten om een overeenkomst met het bedrijf af te sluiten. In deze overeenkomst kunnen zaken als vertrouwelijkheid en vergoedingen worden geregeld. Op de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en op www.mim.saxion.nl/afstuderen vind je een voorbeeld model voor de afstudeerovereenkomst. Afstudeerders dienen zich te gedragen volgens de in het bedrijf geldende huisregels. Hieronder vallen werktijden, verlofregelingen, ziekmeldingregeling, etc. 3.4.2 Vergoeding De opleiding stelt de doelstellingen van de afstudeerperiode (zie hoofdstuk 2) op de eerste plaats. Het verdienen van geld tijdens het afstuderen komt op de tweede plaats. De vergoeding is principieel een zaak voor het bedrijf en de student. De opleiding bemiddelt daarin niet. Het is gebruikelijk dat minstens de gemaakte kosten (bijvoorbeeld reis‐ en verblijfskosten) worden vergoed door het bedrijf. Daarnaast kan bijvoorbeeld een vergoeding worden vastgesteld op basis van de geleverde prestatie. Een reiskosten‐, onkosten‐ en kilometervergoeding tellen voor de belastingdienst niet als loon. Betaalt de opdrachtgever een hogere vergoeding, (maar minder dan het minimumloon) dan is er sprake van een fictieve dienstbetrekking. Overheidsinstellingen hanteren als richtprijs de “adviesvergoeding” van € 13,60 per gewerkte dag; in het bedrijfsleven worden doorgaans iets hogere stage‐ en afstudeervergoedingen gehanteerd. Bij een fictieve dienstbetrekking (dus zonder arbeidsovereenkomst) is de afstudeerder alleen verzekerd voor de Wajong, WIA en de Ziektewet. Omdat er geen arbeidsovereenkomst is, hoeft de werkgevers geen WIA, Wajong en Ziektewet premies af te dragen. 3.4.3 Verzekering Afstudeerders vallen onder de Wet Flex en Zekerheid. Dit betekent dat de opdrachtgever aansprakelijk is wanneer de afstudeerder tijdens de uitvoering van zijn afstudeeropdracht gewond raakt. Saxion heeft ten behoeve van hun studenten een W.A.‐ en een ongevallenverzekering afgesloten. Een ziektekostenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering particulieren moeten door de student zelf worden afgesloten. Voor een afstudeerperiode in het buitenland is het aan te raden een aanvullende verzekering op de aanwezige verzekeringen af te sluiten via een “verzekeringspaspoort internationale studenten”. De student kan hierover contact opnemen met het International Office van Saxion (
[email protected]; Deventer: +31 570 603789; Enschede: +31 53 4871508). 3.4.4 Toegang tot faciliteiten De studenten kunnen vrij beschikken over de soft‐ en hardwarefaciliteiten die aanwezig zijn binnen Saxion. Briefpapier en enveloppen van de school mogen niet gebruikt worden. Bij de repro aangeleverd materiaal dient zelf contant afgerekend te worden. Alle kosten die gepaard gaan met het vervullen van de afstudeeropdracht (zoals kosten van een marktonderzoek, typen en vermenigvuldigen van de afstudeeropdracht of het verslag) zijn voor rekening van de student(en) c.q. bedrijf. Daarnaast verwacht de opleiding dat de student gebruik mag maken van de faciliteiten van het bedrijf zoals onder meer werkplekken en computerfaciliteiten. 3.4.5 Veiligheid Een afstudeerder moet zich voortdurend realiseren dat veilig werken voor hem van het grootste belang is. Hij moet zich strikt houden aan de ter plaatse geldende veiligheidsvoorschriften. Indien een opdracht of deel van de werkzaamheden onveilig lijkt te zijn of indien naar het inzicht van de student de nodige veiligheidsvoorschriften niet in acht zijn genomen, is hij gerechtigd hierover bezwaren kenbaar te maken en de opleiding te waarschuwen. Het afstudeerbedrijf moet zich tegenover de student houden aan de regels van de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet Flex en Zekerheid; de Arbeidstijdenwet en de Wet gelijke behandeling.
6
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
4
De afstudeeropdracht in fasen
De onderwijseenheid ‘Afstudeeropdracht’ bestaat uit vier fasen: • oriëntatie • voorbereiding • uitvoering • toetsing
4.1
De oriëntatiefase
In de oriëntatiefase oriënteert de student zich op het afstuderen, zoekt hij een afstudeerbedrijf en een afstudeeropdracht, dient hij een onderzoeksvoorstel in en schrijft hij een plan van aanpak. De oriëntatiefase vindt zoveel mogelijk plaats voorafgaand aan het 8ste semester. De oriëntatiefase bestaat uit vijf stappen die hierna worden toegelicht. 4.1.1 Stap 1: De student oriënteert zich op het afstuderen Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst geven de afstudeercoördinatoren informatie over het afstuderen en de wijze waarop de studenten zich daarop kunnen voorbereiden. Het spreekt voor zich dat vóór het daadwerkelijke zoeken van een bedrijf/opdracht, het voor studenten duidelijk moet zijn welk type afstudeerbedrijf en welke soort opdracht goed aansluit op het eigen ontwikkelingstraject/interesses. Algemene eisen aan de afstudeerplaats • de opdracht moet gerelateerd zijn aan de opleiding; • de organisatie biedt de mogelijkheid om te werken aan taken/problemen die representatief zijn voor het beroep waarvoor de student wordt opgeleid1; • er moet gekwalificeerde begeleiding voor de student zijn, dat wil zeggen dat de bedrijfsbegeleider moet functioneren op HBO‐niveau of hoger en verstand en/of ervaring moet hebben met het beroep1; • er moet tijdens het afstuderen ruimte gecreëerd worden voor begeleiding en reflectie (bijvoorbeeld doordat de student regelmatig kan overleggen met de opdrachtgever)1; • de bedrijfsbegeleider mag geen vriend of familielid van de student zijn1. Het is in principe niet toegestaan om een opdracht uit te voeren bij een bedrijf waarmee de student een persoonlijke relatie heeft. Dit in verband met mogelijke verstrengeling van belangen en problemen met de beoordeling. Het uitvoeren van een afstudeeropdracht in een eigen familiebedrijf komt alleen dan in aanmerking wanneer de student naast de begeleiding vanuit de opleiding een externe (bedrijfs)begeleider heeft vanuit het Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap (SKIO). Deze begeleider vanuit SKIO heeft alleen adviesrecht en geen invloed op het eindcijfer. Het is in principe niet toegestaan om af te studeren in het bedrijf waar de student stage heeft gelopen. De ervaring leert dat het voor studenten in dat geval moeilijk is om objectief te blijven en de positie als “onafhankelijk extern adviseur” te behouden. In voorkomende gevallen kan van deze regel worden afgeweken maar alleen na beoordeling van de examencommissie. Hiervoor dient de student een aanvraag in te dienen bij de examencommissie via een bij de afstudeercoördinatoren verkrijgbaar formulier. Het ontwikkelen van een ondernemingsplan voor een eigen bedrijf als afstudeeropdracht is alleen toegestaan wanneer de student naast de begeleiding vanuit de opleiding een (bedrijfs)begeleider heeft vanuit het Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap. Daarnaast zijn er strenge aanvullende eisen voor de toetsing van een dergelijk ondernemingsplan. Een medewerker van een bank zal gevraagd worden naar het potentieel van het ondernemingsplan. De bereidheid van de bank om te investeren in het plan zal zwaar meewegen in de beoordeling.
1
Bron: Hogeschool Rotterdam (2010), Hogeschoolgids Instituut voor Commercieel Management, lid 10.1.3.m, versie augustus 2010.
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
7
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
4.1.2 Stap 2: De student zoekt een afstudeeropdracht Er zijn niet voldoende door school aangedragen afstudeeropdrachten om iedereen te kunnen bedienen. Studenten moeten daarom meestal zelf op zoek naar een geschikte opdracht. De academie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet kunnen vinden van een afstudeeropdracht. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte opdracht. Vacatures De school ontvangt regelmatig aanbiedingen van organisaties voor concrete afstudeeropdrachten. Zulke opdrachten worden door het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) en/of Secretariaat Afstuderen (Enschede) geregistreerd en opgeslagen, waar ze door studenten kunnen worden ingezien. Daarnaast kan de student op Centuri (zie https://centuriweb.saxion.nl) opdrachten inzien. Een student die belangstelling heeft voor één van deze opdrachten, neemt zelf contact op met het bedrijf. Hij houdt het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of Secretariaat Afstuderen (Enschede) op de hoogte van zijn vorderingen. Lijst van afstudeerbedrijven Het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) en het Secretariaat Afstuderen (Enschede) beschikken over een lijst met gegevens van bedrijven en organisaties waar eerdere studenten zijn afgestudeerd. Afstuderen in het buitenland Studenten die in het buitenland willen afstuderen, kunnen ter oriëntatie contact op nemen met de contactpersonen Internationalisering van onze Academie, mevrouw drs. Romy Smeding (Deventer;
[email protected]) of mevrouw Monique Perik (Enschede;
[email protected]). Afstuderen binnen een lectoraat Een student kan ook een afstudeeropdracht uitvoeren voor een van de lectoraten verbonden aan de Academie Marketing & International Management. Kijk voor meer informatie over of mogelijke afstudeeropdrachten binnen het lectoraat Identiteitsmarketing op http://www.saxion.nl/identiteitsmarketing/afstudeeropdrachten of neem contact op met mevrouw dr.ir. Lisanne Bouten (
[email protected]). Kijk voor meer informatie over het lectoraat Internationale Handel voor het MKB op http://www.saxion.nl/internationalehandelmkb/welkom of neem contact op met mevrouw drs. Louise van Weerden (
[email protected]). 4.1.3 Stap 3: Solliciteren bij (mogelijk) afstudeerbedrijf De student solliciteert rechtstreeks bij het bedrijf. De student schrijft hiervoor een sollicitatiebrief, maakt een CV en voert sollicitatiegesprekken. Ook informeert hij het bedrijf over aard, inhoud en organisatie van het afstuderen. Het is belangrijk dat de student op tijd begint met het zoeken naar een mogelijk afstudeerbedrijf. Een half jaar voor aanvang van het afstuderen is aan te raden. Het bedrijf moet aangeven wat de aanleiding van het onderzoek is. In overleg met de student wordt een voorlopige centrale onderzoeksvraag en doelstelling geformuleerd. Op voorhand moeten eventuele randvoorwaarden (zoals beschikbare tijd en financiële middelen) duidelijk geformuleerd worden. 4.1.4 Stap 4: De student stelt vast of met afstuderen begonnen mag worden Studenten hebben toegang tot het afstuderen als is voldaan aan de afstudeerdrempel (zie hiervoor artikel 15 Onderwijs‐ en Examenreglement). Wanneer de student voldoet aan deze afstudeerdrempel dient hij het formulier “Inschrijving Afstudeerder” (te vinden op de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en op www.mim.saxion.nl/afstuderen) samen met een schriftelijk bewijs dat de benodigde studiepunten zijn behaald in bij het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of het Secretariaat Afstuderen (Enschede).
8
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
4.1.5 Stap 5: De student dient een voorstel voor een afstudeeropdracht in Voordat de student aan de daadwerkelijke afstudeeropdracht kan beginnen moet een afstudeervoorstel worden ingediend en goedgekeurd. Deze goedkeuring betreft zowel de goedkeuring van het bedrijf als de eerste inhoudelijke goedkeuring van de opdracht door de afstudeercommissie. Algemene eisen aan de opdracht De opdracht… • vloeit voort uit een reële behoefte van de organisatie en is daarmee relevant voor de opdrachtgever2; • moet uitmonden in een professioneel advies en is daarmee betekenisvol voor de opdrachtgever2; • moet inhoudelijk gerelateerd zijn aan het beroepsprofiel, d.w.z. er moet een directe relatie zijn met de kennisdomeinen van de betreffende opleiding2, 3; • heeft actualiteitswaarde, het gaat om een bedrijfsprobleem dat actueel is 2,3; • moet gezien omvang en complexiteit haalbaar zijn in de beschikbare tijd van 20 weken2,3; • vereist een hoge mate van zelfstandigheid van de student4; • is voldoende complex (bachelorniveau)4; • is eenduidig gedefinieerd en geformuleerd, bevat een heldere vraagstelling en is scherp afgebakend5; • maakt gebruik van relevante onderzoeksresultaten en inzichten van anderen6; • moet de mogelijkheid bieden te komen tot een systematische analyse; er mag derhalve geen sprake zijn van louter een beschrijving of inventarisatie van het probleem7; • biedt een leerproces dat leidt tot het aanleren van nieuwe en verbetering van al aanwezige beroepsspecifieke competenties8; • vereist integraal denken; de student verbindt de opgedane kennis uit de opleiding en uit de praktijk met elkaar om het probleem te kunnen analyseren8. Aanvullende voorwaarden afstudeeropdracht voor tweetallen Het wordt aangeraden om een opdracht zelfstandig uit te voeren. Een opdracht die uitgevoerd wordt door een tweetal studenten moet gezien omvang en complexiteit groter zijn dan een opdracht die uitgevoerd wordt door een individuele student. Binnen het Plan van Aanpak dat opgesteld wordt door het tweetal moet zeer duidelijk worden aangegeven waarvoor elke student verantwoordelijk is. De individuele toetsing van het eindproduct zal hieraan gekoppeld worden. Het is daarom mogelijk dat beide studenten een verschillend eindoordeel ontvangen of zelfs dat één van beiden niet slaagt. Voorbeelden van mogelijke opdrachten die door een tweetal kunnen worden uitgevoerd zijn opdrachten waar een grote hoeveelheid data verzameld dient te worden in verschillende landen of opdrachten waarbij voor verschillende, duidelijk te onderscheiden markten een salesplan moet worden opgezet. Aanvullende voorwaarden afstudeeropdracht opleiding Commerciële Economie en Economie Compact Het onderwerp moet betrekking hebben op een commercieel probleem en een praktisch (bedrijfs)probleem betreffen. Daarnaast is het raadzaam als het onderwerp aansluit bij de door de student gekozen afstudeerrichting. Aanvullende voorwaarden afstudeeropdracht opleiding International Business Languages Gegeven het deskundigheidsprofiel IBL en het daaruit afgeleide opleidingsprofiel dient het onderwerp van de afstudeeropdracht een internationaal karakter te hebben en betrekking hebben op een praktisch bedrijfsprobleem op één van de volgende terreinen: • Exportmanagement • Internationaal inkoop‐, verkoop‐ en accountmanagement 2
Bron: Hobéon Groep (datum onbekend), Hobéon Toetsingskader eindwerkstuk HBO Bachelor. Den Haag: Hobéon Groep Bron: Kempen, P. & Keizer, J. (2007), Competent afstuderen en stagelopen: een advieskundige benadering. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. 4 Bron: Bulthuis, P. (2011), Handleiding HBO‐niveau: Handleiding voor het onderzoeken, realiseren en verantwoorden van het HBO‐niveau, Saxion Afdeling Onderwijsontwikkeling & Kwaliteitszorg, Dienst Onderwijs & Student, versie 1.0, mei. 5 Bron: Losse, M.A. (2009), Onderzoeksvaardigheden voor docenten, Den Haag: Boom uitgevers. 6 Bron: De Jong, A., Gommans, E., v. d. Heuvel, C., van Herwaarde, H. & Marieke Schuurmans (2007), De ene bachelor is de andere niet: Over afstuderen binnen een faculteit gezondheidszorg, Onderwijs en Gezondheidszorg, Volume 30, Number 2, 59‐72. N.B. Onderzoeksvaardigheden die in ieder geval aanbod moeten komen zijn het raadplegen van schriftelijke bronnen (vakliteratuur, publicaties, e.d.), het opzetten van toegepast onderzoek, het verzamelen, analyseren en interpreteren van gegevens, het overzichtelijk presenteren van de resultaten en het trekken van goed onderbouwde conclusies die als basis dienen voor een advies. 7 Bron: Avans Hogeschool (2009), Afstudeerwijzer Bachelor of Business Administration, Opleiding Management, Economie & Recht (MER) & Opleiding Personeelsmanagement (PM), versie 11. 8 Bron: Hogeschool Rotterdam (2010), Hogeschoolgids Instituut voor Commercieel Management, lid 10.1.3.m, versie augustus 2010. 3
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
9
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
• Internationaal communicatiemanagement Uiteraard dient het onderwerp aan te sluiten bij de door de student gekozen afstudeerrichting. Aanvullende voorwaarden afstudeeropdracht opleiding International Business & Management Studies Gegeven het deskundigheidsprofiel IBMS en het daaruit afgeleide opleidingsprofiel dient het onderwerp van de afstudeeropdracht een internationaal karakter te hebben en betrekking hebben op een praktisch bedrijfsprobleem. Procedure 1. De student dient uiterlijk drie weken voor aanvang van het afstuderen een afstudeervoorstel in d.m.v. het formulier “Beoordeling Voorstel Afstudeeropdracht” (zie de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en op www.mim.saxion.nl/afstuderen), waarop hij informatie verstrekt over het bedrijf en de aard en inhoud van de opdracht. Dit volledig ingevulde formulier levert hij in bij het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of het Secretariaat Afstuderen (Enschede). 2. De afstudeercommissie beoordeelt het voorstel op basis van de doelstelling en centrale onderzoeksvraag en stelt een eerste en tweede begeleider aan. 3. Bij goedkeuring ontvangt de student het voorstel getekend en voorzien van de namen van de afstudeerbegeleiders retour. Bij afkeuring krijgt de student een toelichting waarna hij een aangepast, dan wel nieuw voorstel indient bij de afstudeercommissie. 4. Het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of het Secretariaat Afstuderen (Enschede) stuurt het bedrijf een formele bevestiging. 5. De student maakt zo snel mogelijk een afspraak met de eerste begeleider en bedrijfsbegeleider. De student regelt zelf de verdere details, zoals beloning, werkplek, huisvesting, en dergelijke met het afstudeerbedrijf. Zie voor advies op dit gebied hoofdstuk 3.
4.2
De voorbereidingsfase
4.2.1 De student stelt een plan van aanpak op en dient deze in Het Plan van Aanpak moet op alle punten voldoen aan de door de Academie vastgestelde instructie die te vinden is op de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en op www.mim.saxion.nl/afstuderen. Procedure 1. De student levert uiterlijk drie weken na aanvang van de afstudeeropdracht een Plan van Aanpak samen met het Formulier “Voorblad Plan van Aanpak Afstuderen” (zie de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en op www.mim.saxion.nl/afstuderen) in bij de eerste begeleider. 2. De eerste en tweede begeleider beoordelen in overleg en na contact met de bedrijfsbegeleider het Plan van Aanpak. 3. Bij goedkeuring van het Plan van Aanpak door de begeleiders stuurt de student het Plan van Aanpak en het ingevulde formulier “Voorblad Plan van Aanpak Afstuderen” naar het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of het Secretariaat Afstuderen (Enschede). Hij kan formeel beginnen met het uitvoeren van de afstudeeropdracht. 4. Bij afkeuring van het Plan van Aanpak heeft de student de mogelijkheid om binnen twee weken na afkeuring van het plan een herziene versie in te leveren. 5. Indien doel‐ en probleemstelling afwijken van de aanvraag (zie stap 1) overlegt de eerste begeleider met de afstudeercoördinatoren over de te volgen handelwijze. Nota Bene: Het Plan van Aanpak is een ‘drempeltoets’, dat wil zeggen dat formeel pas met de uitvoeringsfase mag worden begonnen als het Plan van Aanpak is goedgekeurd.
4.3
De uitvoeringsfase
Deze fase betreft het feitelijk uitvoeren van de afstudeeropdracht conform het Plan van Aanpak dat door de eerste begeleider en het bedrijf is goedgekeurd.
10
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
De student maakt duidelijke afspraken met de eerste begeleider over bedrijfsbezoeken, tussentijdse reflecties en coachgesprekken. Hoewel in deze fase in veel gevallen aanwezigheid bij de opdrachtgever bevorderlijk is voor de kwaliteit van de afstudeeropdracht is aanwezigheid op het bedrijf geen dwingende regel. Wanneer de opdracht dit vereist kan een afstudeeropdracht ook deels buiten het bedrijf/organisatie geschieden. Hierin onderscheidt afstuderen zich van een stage. Uiteindelijk telt enkel het resultaat. De uitvoeringsfase resulteert uiteindelijk in een verslag, conform de eisen van de opleiding (zie Bijlage II). Het verslag wordt in eerste instantie in conceptvorm, in tweevoud ingeleverd bij de eerste begeleider. Begeleiding vanuit de opleiding 4.3.1 De student wordt begeleid door de eerste begeleider en een bedrijfsbegeleider. Toewijzing van begeleiders vindt plaats op basis van drie criteria genoteerd in volgorde van belangrijkheid: 1) expertise van de docent; 2) beschikbaarheid van de docent; 3) voorkeur van de student voor een bepaalde docent. De eerste begeleider: • fungeert als eerste aanspreekpunt tijdens het afstuderen over inhoudelijke zaken; • bewaakt het niveau van het afstuderen; • zorgt voor een goede afstemming tussen de school en het afstudeerbedrijf; • beoordeelt het Plan van Aanpak samen met de tweede begeleider; • beoordeelt het afstudeerwerk samen met de tweede begeleider; • is voorzitter bij de verdediging; • begeleidt student totdat het afstuderen is afgerond. De eerste begeleider draagt zorg voor inhoudelijke en methodische begeleiding. Een belangrijke taak van de eerste begeleider is om het proces te bewaken en te begeleiden. De eerste begeleider bezoekt ook het bedrijf voor het bespreken van de voortgang van het afstudeerproject. Naast de inhoudelijke en procesmatige begeleiding door de afstudeerbegeleider is het mogelijk‐ in overleg met de begeleiders‐ hulp van docenten uit andere disciplines binnen de Academie te vragen. De tweede begeleider heeft een rol bij de beoordeling van het Plan van Aanpak, (concept)verslagen en bij de verdediging. De student heeft recht op begeleiding gedurende vijf maanden. In de door Saxion vastgestelde zomervakantie vindt in principe geen begeleiding vanuit de opleiding plaats. Een student die een begeleider heeft toegewezen gekregen is verplicht om aan het eind van de vijf maanden zijn afstudeeropdracht te presenteren. In geval van herexamen voor de afstudeeropdracht kan een student verzoeken gedurende de periode tot aan de herkansing gebruik te mogen maken van begeleiding. Afspraken over de begeleiding (hoe vaak, wanneer) tijdens het traject worden tijdens het eerste gesprek gemaakt. Van de student wordt verwacht dat hij regelmatig (minimaal éénmaal per maand) zijn bedrijfsbegeleider en eerste begeleider op de hoogte brengt over de opzet en uitvoering van de afstudeeropdracht. Dit kan in de vorm van een email zijn, maar de voorkeur wordt gegeven aan persoonlijk danwel telefonisch overleg. De student is primair verantwoordelijk voor de communicatie tussen het bedrijf en de begeleider en neemt het initiatief tijdens het begeleidingsproces. Uit ervaring is gebleken dat het van het allergrootste belang is om gedurende het traject steeds terug te keren naar het Plan van Aanpak en ervoor te zorgen dat de door de student aan het eind aangedragen aanbevelingen ook een daadwerkelijk antwoord geven op het door de onderneming geformuleerde doel van het onderzoek. 4.3.2 Begeleiding vanuit het bedrijf Voor het bedrijf betekent afstuderen dat er op basis van het onderwerp daar waar nodig inhoudelijke ondersteuning en begeleiding plaatsvindt. De belasting die deze begeleiding voor het bedrijf met zich meebrengt zal verschillen; als richtlijn wordt een gemiddelde belasting van 1à 1 ½ uur per week gehanteerd.
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
11
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
Door het bedrijf wordt een bedrijfsbegeleider aangewezen. Deze begeleider begeleidt op inhoud. In principe dient deze begeleider op minimaal HBO‐niveau te functioneren. Als dit niet zo is en de opdracht is wel interessant, dan moet een passende oplossing worden gevonden. Ook is het nuttig als hij/zij een zeker draagvlak heeft binnen de organisatie en een gedegen kennis heeft van de afstudeerorganisatie. Ten aanzien van de begeleiding is de praktijkcoach gemotiveerd en bereid om gevraagd en ongevraagd feedback te geven, en hij heeft affiniteit met het leerproces van de student. De bedrijfsbegeleider mag geen vriend of familielid van de student zijn. Het bedrijf moet een duidelijk belang hebben bij de uitkomsten van het onderzoek. Het bedrijf moet ermee akkoord gaan dat normaliter de resultaten na een half jaar beschikbaar zullen komen. Het is in belang van alle partijen dat de opdrachtomschrijving in een vroeg stadium in detail wordt doorgesproken, zodat het duidelijk is wat de opleiding, student en het bedrijf verwachten. Dit om teleurstelling voor één van de partijen te voorkomen. Daarnaast moet het voor de student mogelijk zijn om de gekozen methodes van onderzoek ook uit te voeren. Hier zien wij voor het bedrijf, in het bijzonder de begeleiders, een voorwaardenscheppende rol. De bedrijfsbegeleider wordt uitgenodigd voor de afstudeerzitting. Aan het eind van de verdediging krijgt de bedrijfsbegeleider de gelegenheid enkele vragen te stellen aan de student. De bedrijfsbegeleider heeft de volgende rollen en taken bij het afstuderen9: • fungeert als dagelijkse leiding voor de student; • verzorgt de introductie van de student binnen de organisatie; • regelt afspraken / opent deuren voor de student; • staat budget toe, bijvoorbeeld voor marktonderzoek; • adviseert; • geeft een oordeel over het resultaat dat als advies wordt meegenomen bij de eindbeoordeling van de scriptie.
4.4
De toetsingsfase
4.4.1 Toelaatbaarheid en herkansingsmogelijkheden De toetsingsfase kan alleen dan starten indien het verslag door de eerste‐ én de tweede begeleider als ‘toelaatbaar’ is beoordeeld. De begeleiders kunnen een verslag als ‘niet‐toelaatbaar’ beoordelen op: a. Vormtechnische gronden: structuur, taalgebruik (stijl en spelling), notenapparaat, systeem van referenties, kortom die aspecten die niet wezenlijk afbreuk doen aan de kwaliteit van de inhoud van het verslag (zie ook bijlage II). b. Methodisch/inhoudelijke gronden: de gekozen methodiek is onvolledig beschreven, niet juist toegepast, niet onderbouwd, onjuiste analyses, inhoudelijke omissies, ontbrekende onderdelen onvoldoende diepgang, beperkte kwaliteit van conclusies, aanbevelingen of adviezen (zie ook bijlage I). De opdracht wordt te allen tijde als ‘niet‐toelaatbaar’ beoordeeld als de financiële onderbouwing ontbreekt. Afwijzing op vormtechnische gronden: Indien het concept afstudeerverslag wordt afgekeurd op vormtechnische gronden dan dient de student een week voor de geplande datum van presentatie en verdediging een herzien concept afstudeerverslag in te dienen. Afwijzing op methodisch/inhoudelijke gronden: Indien het concept afstudeerverslag wordt afgekeurd op methodisch/inhoudelijke gronden dan wordt de geplande datum van presentatie en verdediging met vier lesweken uitgesteld. Het gaat hier expliciet om lesweken, door Saxion vastgestelde vakantieperiodes tellen daarbij niet mee. Voor MIM‐Deventer zijn deze data vastgelegd (zie de G‐schijf; G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION). 9
Bron: Kempen, P. & Keizer, J. (2006). “Competent afstuderen en stagelopen: een advieskundige benadering.” Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
12
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
Wanneer het concept afstudeerverslag binnen vier weken voor het door Saxion vastgestelde officiële begin van de zomervakantie wordt afgekeurd dient de student zich in te schrijven voor het nieuwe studiejaar. De herkansing zal dan zeer waarschijnlijk plaats vinden in het nieuwe studiejaar. Dit kan studievertraging tot gevolg hebben en de student moet zich realiseren dat de meerkosten voor vertraging voor zijn/haar rekening komen. 4.4.2 Deadlines en toetsmomenten Toetsing van het werk van studenten die afstuderen bij MIM‐Deventer kan op vier momenten van het jaar plaatsvinden. De precieze data worden tijdig door het Secretariaat Stage en Afstuderen (D) aan alle betrokkenen bekend gemaakt en zijn te vinden op de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION). Toetsing van het werk van studenten die afstuderen bij MIM‐Enschede kan op elk moment van het jaar plaatsvinden. De lesweek waarin de toetsing plaats vindt, wordt vastgelegd in het Plan van Aanpak. De precieze datum voor de toetsing wordt bij goedkeuring van het concept afstudeerverslag in overleg met de eerste, tweede en bedrijfsbegeleider vastgesteld. 4.4.3 Aantal exemplaren De student levert een geprinte versie van het goedgekeurde verslag in bij het bedrijf en een digitale versie bij het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of het Secretariaat Afstuderen (Enschede). Naast de scriptie levert de student bij het Secretariaat Stage en Afstuderen (Deventer) of het Secretariaat Afstuderen (Enschede) in: o een losse, digitale samenvatting van de scriptie; o het ingevulde formulier “Toestemmingsformulier voor publicatie”; o het formulier “Eigen werk verklaring”; o het “Evaluatieformulier” (zie de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en www.mim.saxion.nl/afstuderen voor de formulieren). 4.4.4 Vertrouwelijk werk Er zijn afstudeeropdrachten die in opdracht van bedrijven of instellingen worden gemaakt en waarbij gebruik gemaakt wordt van gegevens die niet ter kennis van derden mogen komen. Ook in dat geval levert de student een digitale versie in, samen met een schriftelijke geheimhoudingsverklaring. Het formulier voor geheimhoudingsverklaring is te vinden in op de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en op www.mim.saxion.nl/afstuderen. Op het titelblad van de afstudeerscriptie dient duidelijk zichtbaar de zin "EMBARGO. Niet voor publicatie beschikbaar" toegevoegd te zijn. Er komt dan geen exemplaar van de afstudeeropdracht in de bibliotheek en HBO‐kennisbank en de school garandeert, zoveel mogelijk, dat ook niemand anders dan de examinatoren kennis kunnen nemen van de inhoud van de afstudeeropdracht. Wel kunnen (externe) instanties, die de kwaliteit van de opleiding moeten beoordelen, de onder embargo verschenen scripties in willen zien. De leden van deze commissie zijn gehouden aan een geheimhouding. 4.4.5 Auteursrechten Het auteursrecht van een afstudeerverslag rust in principe bij de student. Bij verslagen die het resultaat zijn van een onderzoek uitgevoerd bij een bedrijf, is het belangrijk vooraf duidelijke afspraken te maken over bij wie het auteursrecht berust10. Als Saxion c.q. MIM openbaar wil publiceren, dan dient de student daarvoor schriftelijke toestemming te verlenen. 4.4.6 Bedrijfspresentatie Het is inherent aan de opdracht, dat er ook gepresenteerd wordt in het bedrijf. De afstudeerbegeleider is hierbij zo mogelijk aanwezig.
10
Bron: http://www.leerwiki.nl/Auteursrecht_voor_elke_schrijver_en_in_het_bijzonder_voor_studenten!
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
13
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
4.4.7 De presentatie en verdediging De presentatie en de aansluitende verdediging vormen de laatste onderwijsactiviteit. Presentatie en verdediging zijn in formele zin een mondeling examen en vinden in principe plaats bij de opleiding. In samenspraak met de eerste en tweede begeleider kan besloten worden de presentatie en verdediging plaats te laten vinden bij het bedrijf. De beoordelingssessie begint met een korte presentatie (maximaal 20 minuten). Deze presentatie is openbaar. Van de kandidaten wordt met betrekking tot de presentatie verwacht dat zij de volgende zaken kunnen aangeven: ‐ de uitgewerkte centrale onderzoeksvraag; ‐ de methode van onderzoek; ‐ de oplossing voor het onderzochte probleem; ‐ een onderbouwing van de conclusies en aanbevelingen. Elke student afzonderlijk verdedigt daarna individueel het verslag. Door de afstudeerbegeleider en de tweede begeleider zullen vragen gesteld worden naar aanleiding van het verslag. De bedrijfsbegeleider wordt uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. Per student zal deze verdediging maximaal 30 minuten duren. In een aantal gevallen is bij de presentatie en verdediging een externe deskundige aanwezig of treedt de bedrijfsbegeleider op als externe deskundige. De externe deskundige is iemand vanuit de praktijk die door kennis en ervaring in staat is tot het stellen van kritische vragen tijdens de verdediging. Daarnaast is de externe deskundige in staat het verslag op zijn juiste waarde te schatten en te beoordelen of de student met de afstudeeropdracht heeft laten zien dat hij HBO‐niveau heeft gerealiseerd. De externe deskundige heeft adviesrecht betreffende de beoordeling. De verdediging dient om te toetsen of de kandidaten goed in staat zijn de in de opleiding opgedane kennis te gebruiken in de praktijk. Vragen kunnen betrekking hebben op de presentatie, de inhoud van het verslag en recente ontwikkelingen welke het onderzoeksterrein of zijn omgeving betreffen (het product, de branche, overheidsbeleid, internationale ontwikkelingen etc.). De vragen die tijdens de verdediging over het verslag worden gesteld zijn afgeleid van de competenties behorende tot de opleiding waarbinnen de student afstudeert en het Hobeon‐model (zie Bijlage I). Verantwoording en onderbouwing van gemaakte keuzes en resultaat, en overtuigingskracht zijn belangrijke aspecten tijdens de verdediging. De verdediging is, in tegenstelling tot de presentatie niet openbaar. Het betreft een examen dat beoordeeld wordt. Alles wat daarbij niet functioneel is, kan mogelijk een negatief effect hebben op het eindoordeel. 4.4.8 Beoordeling Het cijfer voor de afstudeeropdracht en de afstudeeropdrachtverdediging wordt in gezamenlijk overleg tussen de examinatoren bepaald in het bijzijn van de deskundige of opdrachtgever. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, zal het gemiddelde van de door de examinatoren toegekende cijfers worden genomen. De beoordeling wordt uitgedrukt in een (afgerond) cijfer. Verslag, presentatie en verdediging zijn ondeelbaar en worden gezamenlijk beoordeeld. De beoordeling vindt op de volgende wijze plaats: 1. Na presentatie en verdediging vindt de eindbeoordeling plaats in de vorm van een cijfer aan de hand van het “Beoordelingsformulier Afstuderen” (zie de G‐schijf (G:\MIMLesstud\1. AFSTUDEREN ‐ GRADUATION) en www.mim.saxion.nl/afstuderen); 2. De opleiding (vertegenwoordigd door de eerste‐ en tweede begeleider) is eindverantwoordelijk voor de beoordeling en stelt dus het eindcijfer vast; 3. De bedrijfsbegeleider heeft adviesrecht; 4. De eindbeoordeling is niet openbaar. Alle aanwezigen hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de totstandkoming van de beoordeling; 5. De eerste begeleider deelt de student(en) de waardering voor de verschillende deelaspecten (verslag, presentatie en verdediging) EN het eindcijfer mee.
14
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
4.4.9 Evaluaties Na afloop van de afstudeerperiode zal het bedrijf, de studenten en de afstudeerbegeleiders gevraagd worden een evaluatieformulier in te vullen. De informatie uit deze evaluaties wordt gebruikt om het functioneren van zowel afstudeerbegeleiders als de organisatie van afstuderen te verbeteren.
4.5
Samenvatting taken Afstudeerder
Een student heeft de volgende taken: Oriëntatie (vindt plaats ruim voor aanvang van het 8ste semester) • afstudeerplek verwerven. Voorbereiding (vindt plaats voor aanvang van het 8ste semester) • inleveren cijferlijst en formulier “Inschrijving Afstudeerder” bij Secretariaat (Stage &) Afstuderen; • een afstudeervoorstel formuleren dat voldoet aan de eisen van de opleiding; • inleveren formulier “Beoordeling voorstel Afstudeeropdracht” bij Secretariaat (Stage &) Afstuderen. Start afstuderen (vindt plaats de eerste drie weken van het 8ste semester) • opstellen eerste versie van Plan van Aanpak (PvA) dat voldoet aan de eisen van de opleiding; • een afspraak maken met de eerste begeleider en bedrijfsbegeleider voor een gezamenlijk gesprek over PvA; • Plan van Aanpak naar aanleiding van dit gesprek eventueel aanpassen en voorleggen aan eerste en tweede begeleider en bedrijfsbegeleider ter goedkeuring; • bij goedkeuring PvA, een kopie van het PvA samen met formulier “Voorblad Plan van Aanpak Afstuderen” inleveren bij Secretariaat (Stage &) Afstuderen. Uitvoering afstuderen (vindt plaats in het 8ste semester) • afstudeeropdracht uitvoeren conform de eisen van de opleiding; • initiatief nemen voor de communicatie met allen die bij het afstudeerproces zijn betrokken; • minimaal eenmaal per maand voortgang rapporteren aan de eerste begeleider en in dit kader relevante (tussen)resultaten voorleggen aan de eerste begeleider en bedrijfsbegeleider; • spreekt de afstudeerbegeleider tijdens het proces minimaal vijf keer persoonlijk (incl. bijeenkomst over PvA en presentatie/verdediging); • concept afstudeerverslag schrijven en indienen bij eerste‐ en tweede begeleider en bedrijfsbegeleider. Afronding afstuderen (vindt plaats 20 weken na aanvang van het afstuderen) • eindverslag indienen bij eerste‐ en tweede begeleider en bedrijfsbegeleider; • één digitaal exemplaar van het eindverslag samen met een digitale samenvatting, het formulier “Toestemming voor publicatie”, het formulier “Eigenwerkverklaring” en het formulier “Evaluatieformulier” inleveren bij Secretariaat (Stage &) Afstuderen; • afstudeeropdracht presenteren en verdedigen; • aanvragen diploma; • bijwonen diploma‐uitreiking.
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
15
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
Bijlage I – Hobeon Toetsingskader eindwerkstuk HBO Bachelor
Ten geleide Onder ‘onderzoek’ wordt hier verstaan een planmatig opgezette reeks onderling samenhangende explorerende en analyserende (studie)activiteiten gericht op de oplossing van een van tevoren gedefinieerd probleem dan wel gericht op het verklaren van een van te voren gedefinieerd fenomeen. Als in het hiernavolgende ten behoeve van de leesbaarheid uitsluitend gesproken wordt over een ‘probleem’, dan moet daar uitdrukkelijk ook ‘het verklaren van een fenomeen’ onder worden begrepen. Algemeen Het onderwerp – het object – van het onderzoek refereert aan een probleem. De oplossing van dat probleem vereist van de student algemene en beroepspecifieke competenties op HBO‐niveau. Ergo: 1. Probleem o complex meerdere facetten en/of diepgang en/of breedte o relevant beroeps(domein)gerelateerd o substantieel belangwekkend, betekenisvol o actueel aansluitend bij huidige realiteit binnen de beroepspraktijk. Specifiek 2. Probleemstelling o strategische, professionele, maatschappelijke context: waarom is het gedefinieerde probleem een probleem probleemeigenaar reikwijdte urgentie o analytisch beschreven: ontleding in deelproblemen en/of facetten o vertaald naar een centrale onderzoeksvraag. 3. Doelstelling o het beoogde effect van de onderzoeksuitkomst. 4. Centrale onderzoeksvraag o rechtstreeks afgeleid van de probleemanalyse o gedifferentieerd in deelvragen o helder afgebakend en specifiek: kernbegrippen uit probleemstelling geoperationaliseerd11 o toetsbaar o haalbaar binnen de vastgestelde tijdsperiode. 5. Onderzoeksopzet o onderzoeksopzet is ‘logisch’ o onderzoeksplanning is realistisch o bij de oplossingsstrategie is gebruik gemaakt van actuele theorieën en/of theoretische modellen mogelijke theorieën en/of theoretisch modellen zijn op relevantie en bruikbaarheid beoordeeld en ten opzichte van elkaar afgewogen de keuze voor een of meer oplossingsstrategieën is gemotiveerd. 6. Onderzoeksmethode o gebruik van helder afgebakende, gespecificeerde hypothese(n)10 o mogelijke onderzoeksinstrumenten zijn op bruikbaarheid beoordeeld en ten opzichte van elkaar afgewogen en de keuze voor een of meer onderzoeksinstrumenten is gemotiveerd o gebruik van een duidelijk analysekader o gebruik van standaardanalyse o correcte dataverwerking o correcte weergave van resultaten 11
Ter vermijding van post hoc ‐redeneringen.
16
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
o transparant gebruik van informatiebronnen o afwezigheid van cirkelredeneringen o onderzoeksmethode is reproduceerbaar. 7. Onderzoeksuitkomst12 o antwoord op de onderzoeksvraag o (indien van toepassing) meetbaar o bruikbaar, toepasbaar o valide: niet ruimer dan de onderzoeksresultaten toelaten o reproduceerbaar. o NB: een onderzoeksuitkomst kan ook negatief zijn. In dat geval geldt: ‐ antwoord op de onderzoeksvraag ‐ valide ‐ reproduceerbaar. 8. Informatiebronnen o gebruikte literatuur omvat actuele artikelen uit (internationale) vaktijdschriften en boeken o gebruikte literatuur is in relatie tot de probleemstelling relevant en van voldoende niveau. Criteria m.b.t. de rapportage 9. Format is zakelijk, helder en inzichtelijk, bijvoorbeeld als volgt: o ten geleide: opleidingsfunctie van het onderzoek: de eigen leerdoelen o voorwoord ‐ bedrijfscontext13 waarbinnen het onderzoek heeft plaatsgevonden ‐ ‘acknowledgement’ o inhoudsopgave o samenvatting: probleemstelling en belangrijkste onderzoeksuitkomst in ’t kort o inleiding ‐ context probleemstelling ‐ uitgangspunten (hypothesen) van waaruit het onderzoek is gestart ‐ verantwoording gekozen aanpak + eigen verwachtingen o onderzoeksvraag/presentatie centrale vraag en deelvragen o onderzoek ‐ onderzoeksopzet en ‐planning ‐ oplossingsstrategie, keuzen, methoden, instrumenten o uitkomst: oplossingen, adviezen, aanbevelingen (+ condities waaronder e.e.a. realiseerbaar is) o nawoord ‐ waardering van opdrachtgever over kwaliteit/bruikbaarheid van de onderzoeksuitkomst ‐ retrospectie met eigen oordeel over: . onderzoeksaanpak, ‐planning en ‐uitkomst . onafhankelijkheid van het onderzoek . gerealiseerde leerdoelen . begeleiding/ondersteuning door (stage)bedrijf . begeleiding/ondersteuning door opleiding. 10. Informatie is volledig, zakelijk, correct en verifieerbaar: o geen redundante informatie (zie ook onder ‘Volume’) o consistent begrippenapparaat o bronverwijzing is transparant en eenduidig ‐ specifiek en, daardoor, traceerbaar ‐ consistent o bibliografie is functioneel - relatie met de in het onderzoek gebruikte informatie is aantoonbaar 12
Resultaten: oplossingen, adviezen, aanbevelingen, (nieuwe) toepassingen en/of ‐zie het Ten Geleide‐ (nieuwe) inzichten en verklaringen. In plaats van ‘bedrijf’ kan worden gelezen: ‘instelling’, ‘organisatie’, ‘instituut’ e.d.
13
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
17
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
o
bijlagen zijn functioneel ‐ ter verificatie ‐ ter illustratie.
11. Lay‐out is functioneel o ondersteunt opbouw van het rapport o ondersteunt toegankelijkheid/leesbaarheid van het rapport o zakelijk o consistent. 12. Taalgebruik is correct en zakelijk. 13. Spelling is correct en ‐dus‐ consistent.
18
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
Bijlage II – Formele eisen scriptie Typografische verzorging Voor afstudeeropdrachten die een afwijkende typografische verzorging/lettertype hebben, dient toestemming te zijn verleend door de coördinator afstuderen, op voordracht van de afstudeerbegeleider. Opmaak De afstudeeropdracht wordt slechts op één zijde van het vel getypt, uitsluitend op papier van het formaat A4. De marge, links en rechts, bedraagt 2,5 centimeter. Maximaal 40 regels op een pagina. De bladzijden van de scriptie worden doorlopend genummerd. Eigennamen worden in hoofdletters getypt. Aanbevolen wordt een lettertype te gebruiken met een puntgrootte 10/12. Regelafstand: enkel. Zorg voor een duidelijk titelblad; besteed aandacht aan de lay‐out. Denk aan voldoende ruimte boven en onder de pagina en zorg voor een ruime kantlijn. Nummer alle pagina's. Voeg uitsluitend grafieken, tabellen en illustraties toe die meerwaarde hebben voor de tekst; die de tekst dus begrijpelijker maken! Alle grafieken, tabellen en illustraties moeten voorzien zijn van een nummer, titel en een legenda. TIP: Bespaar tijd en gebruik een opmaakprofiel van Word voor een consequente opmaak van hoofdstuk‐ en paragraaftitels. Richtlijnen aantal pagina's Let op: het gaat om niet opgemaakte tekst, zonder grafieken en tabellen. Dus grotendeels lege pagina's ten gevolge van overgang naar volgend hoofdstuk tellen niet als een hele pagina mee. Het verslag mag uit max. 40 pagina’s bestaan, titelpagina, samenvatting, voorwoord en inhoudsopgave tellen niet mee. Afkortingen Weinig gangbare afkortingen in de tekst, zoals a.h.w., i.h.a., t.o. dienen vermeden te worden. Men vervangt geen woorden in de tekst door een letter of lettercombinatie, al moeten ze nog zo vaak worden getypt (bijvoorbeeld Kp voor kostprijs). Ingeburgerde lettercombinaties voor namen van organisaties kunnen wel gebruikt worden, bijvoorbeeld SER, EU, IMF. Er worden geen punten tussen geplaatst. Voor de namen van minder bekende organisaties mogen ook afkortingen worden gebruikt, mits ze in een lijst van afkortingen volledig worden vermeld. Voorbeeld: ECLA = Economic Commission for Latin America. Men gebruikt bij afkortingen van boek‐ en tijdschrifttitels leesbare, uniforme afkortingen. Taalgebruik Schrijf je afstudeeropdracht in verzorgd en correct Nederlands. Taalfouten doen afbreuk aan je geloofwaardigheid en deskundigheid. Stem het taalgebruik af op de begeleider van de afstudeeropdracht. Gebruik de voorkeurspelling. Het verslag wordt streng beoordeeld op het correct gebruik van de Nederlandse taal. Het gebeurt zelden dat er geen aanmerkingen gemaakt kunnen worden op een verslag. Laat het conceptverslag vóór indiening door iemand anders lezen en becommentariëren, zodat de meeste fouten er in ieder geval uitgehaald zijn. Adviezen: ‐ Schrijf voor je begeleiders! ‐ Wissel zinslengte af, vermijd lange zinnen (niet meer dan 40 woorden) ‐ Gebruik consistente terminologie en precieze verwijzingen ‐ Zorg voor een consistente schrijfstijl, gebruik je eigen woorden ‐ Gebruik NOOIT spreektaal of gortdroog ambtenarenproza ‐ Formuleer zakelijk, vermijd ’ik’, ‘wij’,’ zij,’men’, ‐ Pas op met lijdende vormen (maken de stijl erg formeel en ingewikkeld) ‐ Vermijd de naamwoordstijl (maakt de tekst erg stijf)
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
19
Saxion – Academie Marketing & International Management, locaties Deventer en Enschede
‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Vermijd ‘passieve‐constructies’ als ‘worden …door’ Vermijd hulpwerkwoorden als ‘zullen’, ‘zouden’, ‘moeten’, ‘kunnen’ Vermijd bijwoorden als ‘mogelijk’, ‘eventueel’, ‘misschien’ Vermijd stoplappen als ‘in principe’, ‘in wezen’, ‘uiteraard’, ‘best wel’, ‘eigenlijk’ Vermijd vage begrippen als ‘redelijk’, ‘behoorlijk’, ‘effectief’, ‘efficiënt’, ‘beter’ Vermijd voorzetseluitdrukkingen als ‘met betrekking tot’, ‘ten aanzien van’, ‘in het kader van’ (deze uitdrukkingen klinken duur, maar maken een zin erg omslachtig) Beperk het gebruik van beeldspraak ('deze afdeling is de kurk waarop het bedrijf drijft','het probleem werd handen en voeten gegeven') tot het uiterste Citeer alleen als dat relevant is Als je letterlijk stukken tekst uit boeken, artikelen enz. over neemt, zorg dan voor een goede bronvermelding (alleen bij citaten moet je de oorspronkelijke tekst letterlijk weergeven) Maak overige referenties herkenbaar en vermeld de bron(nen) Structureer je tekst logisch in alinea’s en paragrafen Controleer de spelling! Raadpleeg in twijfelgevallen altijd een woordenboek. Een goede schrijver krijgt nooit in één keer zijn versie gereed; zeker nog enkele keren moeten er wijzigingen aangebracht worden (reserveer daarvoor dus tijd!)
Refereren Neem nooit gedachten, letterlijke tekst, feiten van derden uit boeken, tijdschriften, websites over ZONDER vermelding van de bron. Voorkom plagiaat en vermeld te allen tijde en in alle gevallen bronnen op de juiste plaats en juiste wijze. Neem in elk verslag een volledig ingevulde en ondertekende ‘eigenwerkverklaring’ op. Een Nederlands‐ en Engelstalige versie ervan is te vinden op het intranet van de academie. Nota Bene: Het achterwege laten van de bronvermelding of het onjuist vermelden van de bron is plagiaat en wordt altijd en zonder voorbehoud aangemerkt als fraude als bedoeld in artikel 14 van de Onderwijs‐en examenregeling. Volg voor de juiste wijze van citeren en refereren exact de hierna volgende instructies. APA‐stijl Titelbeschrijvingen uitsluitend volgens de APA‐normen. Zie: Saunders, Mark, Lewis, Philip en Thornhill, Adrian (2009), Methoden en technieken van onderzoek, vierde editie, Amsterdam: Pearson Education Benelux. Maak een referentielijst met behulp van: www.citefast.com Een referentielijst opstellen Een referentielijst is een geordende lijst van publicaties, die geraadpleegd zijn bij het uitvoeren van het onderzoek en het tot stand komen van het verslag. Geraadpleegd betekent dat de onderzoekers kennis hebben genomen van bepaalde ideeën, opvattingen van een bepaalde auteur of dat zij de informatie uit publicaties onbewerkt of bewerkt hebben opgenomen in het verslag. Neem geen algemene werken zoals woordenboeken in de referentielijst op. Alle publicaties, boeken, artikelen, websites staan in één lijst. Alfabetiseren geschiedt op ACHTERNAAM van de eerste auteur. Bij het opnemen van meer titels van dezelfde auteur, bepaalt de chronologie de volgorde. Citeren, parafraseren, noten Ideeën van anderen verwerken Een deel van het verslag, artikel, werkstuk, hoofdstuk, paragraaf baseren op opvattingen van een bepaalde auteur. Vermeld altijd de bron. Voorbeeld: Deze uitgangspunten voor een vernieuwing van het taalkundeonderwijs zijn gebaseerd op het artikel van Donaldson over de Nederlandse grammatica (Donaldson 1981).
20
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
Saxion – Academie Marketing & International Management
Citeren Een deel van een tekst van enig werk ‐ dus ook van een website ‐ van een auteur letterlijk overnemen. Plaats de tekst tussen Engelse komma’s, vermeld na het citaat de bron en de pagina(‘s). Voorbeeld: ‘When Antwerp finally fell to the Spaniards in 1585 and the mouth of the river Scheldt (…) was blocked, the bell had tolled for the trend‐setting dialect of Brabant.’ (Donaldson 1983: 101). (…) betekent dat een deel van de tekst weggelaten wordt Parafraseren Een deel van een tekst in eigen woorden weergeven, parafraseren. Vermeld na de parafrase de bron en de pagina (‘s). Voorbeeld: Het dialect dat in Brabant werd gesproken, begon na de Val van Antwerpen in 1585 aan een zegetocht (Donaldson 1983: 101). Noten Verklaringen, toelichtingen op begrippen, termen uit de tekst, onder aan de pagina heten voetnoten; aan het eind van het hoofdstuk of aan het eind van de gehele publicatie heten het eindnoten. Maak gebruik van de functie ‘voetnoot’ in het menu ‘Invoegen’ in MS Word. Voetnoten hebben de voorkeur boven eindnoten. Bij eindnoten moet de lezen steeds bladeren, terwijl hij bij voetnoten direct de gewenste informatie tot zich kan nemen. Gebruik voetnoten slechts voor een eenmalige verklaringen van een woord, term of begrip. Bijlagen Neem uitsluitend bijlagen op die relevant zijn voor het verslag. Het is beslist NIET de bedoeling dat bijlagen dienen om de omvang van het verslag te vergroten. SPSS output NIET als bijlage opnemen. Voorzie de bijlagen van een volgnummer, titel en paginanummer. Vermeld de bijlagen in de inhoudsopgave. Indien het aantal bijlagen zodanig groot is dat deze apart worden gebundeld, gebruik dan een duidelijk afwijkende kaft.
Afstudeergids – versie 23 januari 2012
21