Adviezen aan de gemeente Woudenberg n.a.v. onderzoek d.d. mei 2013 betrekking hebbend op de taakvelden 7, 8 en 9 van de Wmo.
Titel notitie:
Adviezen aan de gemeente Woudenberg n.a.v. onderzoek d.d. mei 2013 betrekking hebbend op de taakvelden 7, 8 en 9 van de Wmo.
Auteurs:
Sophia Veldhuizen, Adriaan Bos, Elske van de Fliert.
Taakveld(en):
7, 8 en 9.
Vanuit de prestatievelden 7, 8 en 9 is een inventarisatie gemaakt met als doel inzicht te krijgen in dat wat er leeft m.b.t. de bij deze taakvelden, van de Wmo, behorende problematiek in Woudenberg. Hiervoor heeft een overleg met het Buurt maatschappelijk werk (BMW) en Diaconaal maatschappelijk werk (DMW) plaatsgevonden. Ook is een enquête uitgezet onder belanghebbenden. Onze bevindingen zijn vervolgens gerelateerd aan de beoogde resultaten en mogelijke actiepunten van de betreffende taakvelden uit de door het college van Burgemeester en Wethouders goedgekeurde Perspectiefnota WMO d.d. 15 maart 2010.
Toelichting: De notitie begint met de conclusies en aanbevelingen n.a.v. de gesprekken en de gehouden enquête. Vervolgens zijn korte weergaven van de gesprekken en een samenvatting van de enquête gegeven. De Adviesraad Wmo heeft in haar vergadering van 21 mei 2013 besloten de aanbevelingen in de vorm van adviezen te presenteren aan het college van burgemeester en Wethouders.
Vraag:
De Adviesraad Wmo verzoekt het college van Burgemeester en Wethouders uitvoering te geven aan de adviezen uit deze notitie
1
Inhoudsopgave Adviezen aan de gemeente Woudenberg n.a.v. onderzoek d.d. mei 2013 betrekking hebbend op de taakvelden 7, 8 en 9 van de Wmo............................................................................................................ 1 Inhoudsopgave......................................................................................................................................... 2 Inventarisatie prestatieveld 7, 8 en 9 in Woudenberg ............................................................................. 3 Conclusies en adviezen prestatievelden 7, 8 en 9.................................................................................... 4 Verslag bijeenkomst Buurt maatschappelijk werk .................................................................................. 6 Verslag van het gesprek Diaconaal maatschappelijk werk ..................................................................... 7 Resultaten enquête belanghebbenden...................................................................................................... 9 Vragen enquête belanghebbenden......................................................................................................... 17 Brief bij enquête belanghebbenden ....................................................................................................... 25 Aangeschreven organisaties enquête belanghebbenden ........................................................................ 27
2
Inventarisatie prestatieveld 7, 8 en 9 in Woudenberg In het kader van de inventarisatie van de stand van zaken rond de prestatievelden 7, 8 en 9 in Woudenberg is er in april een enquête uitgezet onder een aantal belanghebbenden in Woudenberg. De resultaten uit deze enquête zijn in dit document opgenomen. Daarnaast hebben we een interview gehouden met het Buurtmaatschappelijk werk (BMW) en het Diaconaal maatschappelijk werk (DMW). Hiervan treft u een kort verslag aan. Vervolgens zijn onze bevindingen gerelateerd aan de beoogde resultaten en mogelijke actiepunten van de betreffende taakvelden uit de door het college van Burgemeester en Wethouders goedgekeurde Perspectiefnota WMO d.d. 15 maart 2010. De conclusies en adviezen zijn allereerst genoemd.
3
Conclusies en adviezen prestatievelden 7, 8 en 9. Algemeen In het algemeen kan gezegd worden dat het probleem van verslaving het meest bekend is bij belanghebbenden, c.q. het meest voorkomt. Bij de GGZ is veel onduidelijkheid, mensen weten niet waar ze moeten zijn, maar ook lijkt er slecht samen te worden gewerkt tussen instanties. Huiselijk geweld is niet het meest zichtbare probleem in Woudenberg, maar er wordt ook opgemerkt dat mensen meer geleerd moet worden hoe dit probleem te signaleren. Per onderwerp kan nog het volgende worden opgemerkt. Verslaving Er wordt veel doorverwezen, mits men weet waarheen. Voorlichting is gewenst. Het probleem wordt niet als groot ervaren en drank is de meest bekende verslaving. Qua overlast zien de belanghebbenden dat het vooral in het gezin en de directe omgeving overlast kan geven, hoewel men wel bang is voor overlast van dealers. Verslaving wordt wel gezien als een groot probleem voor de persoon zelf. Artsen kunnen een sleutelpositie innemen om dit probleem meer bespreekbaar te maken. Daarnaast is algemene voorlichting zeer gewenst om verslaving uit de taboesfeer te halen. Het is namelijk opmerkelijk dat aanmeldingen bij het DMW niet plaatsvinden, terwijl met weet dat verslaving een veel voorkomende problematiek is. Huiselijk geweld Er is weinig ervaring met huiselijk geweld en het probleem wordt niet als groot gezien. De kennis van instanties/overleggen zoals het Casusoverleg Amersfoort, het Veiligheidshuis en de ZAT is klein. Het Meldpunt Zorg en overlast van de Kleine Schans is beter bekend. Het is belangrijk voorlichting te geven op scholen, verenigingen en kerken. Ook kinderen mogen bewust gemaakt worden. Belangrijk is dat de omgeving kan signaleren dat er een probleem is en de wegen kent dit te melden. GGZ Hoewel problemen in relatie tot de GGZ niet veel worden gesignaleerd, wordt wel duidelijk dat als ze gesignaleerd worden, de betrokken instanties niet altijd goed samen werken. Mensen weten ook niet altijd goed waar ze heen moeten en er is weinig overleg mogelijk tussen hulpverleners. Er wordt ook hulp vermeden. Hier is niet zozeer de voorlichting als wel de professional de factor waar het nu wringt. Wat valt nog meer op: • Eenzaamheid is een belangrijk thema. • Zwaardere zorg komt al veel meer bij het maatschappelijk werk terecht, terwijl zij minder mogelijkheden krijgen om begeleiding te bieden. • Het lijkt alsof de focus van de instellingen teveel ligt op het – financieel - overleven, waardoor zwaardere indicaties worden afgegeven. Het voortbestaan van de organisatie lijkt dan belangrijker dat de zorg voor goede en betaalbare hulpverlening. • Woudenberg is gezegend met veel vrijwilligers/verenigingen, waardoor veel inwoners een sociaal netwerk hebben. • Het ontbreken van een sociaal netwerk beperkt inwoners in hun sociaal functioneren. • Er zullen in de nabije toekomst meer vrijwilligers en mantelzorgers nodig zijn. • De verslavingsproblematiek is nog onvoldoende bespreekbaar. • De concentratie van zorg- en dienstverlening versterkt de samenwerking, zoals blijkt uit de organisaties die zijn gelokaliseerd in de Schans. • De ‘harde kern’ weet elkaar wel te vinden, dus hulpverlening, huisartsen, DMW, BMW, dat soort partijen. Echter de schil hier om heen: de scholen, verenigingen, kerken, gewone burgers, weten
4
•
minder goed hoe met de problematiek van de drie prestatievelden om te gaan. Ook is de uitwisseling tussen de harde kern en de schil er om heen moeilijker voor alle betrokkenen. De gemeente, maar ook de Adviesraad Wmo kan hier een verbindende rol in spelen.
Adviezen: 1. De verslavingsproblematiek vraagt om goede voorlichting met als doel preventie en versterking van de hulpverlening. Een voorlichtingsactie over preventie en de hulpverleningsmogelijkheden door wie en waar, wordt dan ook geadviseerd te organiseren. Wij verwijzen hierbij ook naar de actiepunten vermeld in de Perspectiefnota WMO. 2. De kwaliteit van de hulpverlening dient geborgd te worden. Omdat de gemeente hiervoor verantwoordelijk is, adviseren wij dat de gemeente de regie aan zichzelf houdt en niet overlaat aan de belanghebbende instellingen en organisaties. Dit om allerlei tegengestelde marktwerkingen en voor de hulpvrager niet gewenste concurrentie te voorkomen. 3. Wij adviseren de gemeente een goede balans te zoeken tussen de verantwoordelijkheid de hulpverlening optimaal vorm en inhoud te geven en de professionele ruimte die hulpverleners nodig hebben om de gewenste kwaliteit te kunnen leveren, waarbij de hulpvrager centraal staat en maatwerk geleverd kan worden. 4. Wij adviseren onder regie van de gemeente criteria te formuleren, die het goed en effectief samenwerken van instellingen bevorderen en formaliseren. Het is in het belang van de hulpvrager en de samenleving dat de verschillende hulpverlenende instanties hun hulpverlening optimaal op elkaar afstemmen. Dit vraagt gerichte actie, waarbij wij adviseren dat huisartsen hierin een sleutelrol krijgen vanwege hun sleutelpositie in de (geestelijke) gezondheidszorg. Zie de Perspectiefnota WMO, waarin dit punt reeds de nodige aandacht kreeg. 5. Professionalisering van vrijwilligers en mantelzorgers is steeds meer nodig vanwege het beroep dat op hen wordt gedaan. Het Diaconaal Maatschappelijk Werk heeft hiermee al ervaring. Wij adviseren zowel het Buurt Maatschappelijk Werk en het Diaconaal Maatschappelijk Werk deze professionalisering te laten aanbieden. 6. Het signaleren en bestrijden van de risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg vraagt meer aandacht. Huiselijk geweld, verslavingsproblematiek en zorgwekkende zorgmijders worden nog te weinig bereikt. Wij adviseren hierop actie te ondernemen door enerzijds hulpverleners handvaten aan te bieden hun functie van signalering en belangenbehartiging goed uit te voeren. Dit kan in samenwerking met de omringende gemeenten. Anderzijds door vrijwilligers en mantelzorgers te professionaliseren (zie ook punt 5). Daarnaast adviseren we actief de burgers voor te lichten over de hulpverleningsmogelijkheden en door wie de hulp kan worden geboden en wel zodanig dat de drempel naar de hulpverlening wordt verlaagd en de problematiek bespreekbaar wordt in de diverse vormen van de dorpsgemeenschap.
5
Verslag bijeenkomst Buurt maatschappelijk werk Datum:
donderdag 14 maart 2013
Aanwezig:
Madelon Zijffers (BMW/Albin Groep) & Tom Wittens (BMW/Actium) Adriaan Bos, Elske van de Fliert en Sophia Veldhuizen (Adviesraad Wmo)
Nadat iedereen zich kort heeft voorgesteld en welke rol hij/zij heeft, is gesproken over het BMW in Woudenberg. Iedere week (maandag) is er inloopspreekuur van 13.00 – 13.30 uur. Het BMW komt regelmatig eenzaamheid, schulden, scheiden, etc. tegen. Doorverwijzing naar de instanties die cliënten verder kunnen helpen vindt zo snel mogelijk plaats. Er is beperkt contact met Christine van Gemerden van het Diaconaal maatschappelijk werk (DMW). Het BMW is commercieel. De lijnen met het loket zijn kort. Verder is er regelmatig overleg met Plangroep en maatjesproject Kwintes en het Centrum Jeugd en Gezin (CJG). Sociale Zaken zit tijdelijk in bij het Loket, wil daar graag blijven. Ook BMW ziet dit graag. Ze zijn gestart met 24 uur p.w. nu 30-32 uur p.w. Het is op individu gericht. Wat valt het BMW op: • De kerken vinden het BMW minder vaak, ook ouderen. • Eenzaamheid onder ouderen • Meer import • Zorg om transitie van AWBZ naar WMO, is de gemeente zich er al genoeg van bewust? • Mantelzorg • Woudenbergers minder assertief over het algemeen Verslavingszorg • Verslaving onder de 20 komt meer voor • De verschillende potjes waarmee de gemeente de zorg inkoopt. Huiselijk geweld is binnen de kerken lastiger om open te breken. Bemoeizorg vindt plaats, BMW gaat op huisbezoek na signalen. Ook als iemand niet op afspraak verschijnt, gaan ze naar de persoon toe. Zorgmijders zijn moeilijker te traceren. Er is een verwijsindex landelijk, maar niet iedere gemeente werkt er nog aan mee, en vaak verhuizen zorgmijders weer snel. Eens per kwartaal wordt er gerapporteerd aan de gemeente. Wat kan adviesraad: Transitie AWBZ naar WMO Ontschotting van gelden, hierdoor hulp voor burger toegankelijker Samenwerking. Instellingen zijn vaak verder dan de hulpvrager. Eerst hulpvraag en dan pas financiering. De rol/zorg van de kerk en de professionals, kerken sneller de hulpverlening zoeken.
6
Verslag van het gesprek Diaconaal maatschappelijk werk Datum
22-04-2013
Aanwezig:
Christine van Gemerden en Harm Rebel van het DMW. Elske van de Fliert, Sophia Veldhuizen en Adriaan Bos van de Adviesraad Wmo.
Elske licht het doel van dit gesprek toe, namelijk kennismaking, wederzijdse informatie met de focus op de taak van de Adviesraad Wmo. We maken kort kennis met elkaar en Christine vertelt dat het DMW een identiteitsgebonden instelling is voor hulpverlening bij psychosociale problematiek. Sinds kort is het DMW ketenpartner van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG). Het DMW heeft vestigingen in Woudenberg, Staphorst, Ridderkerk en Sliedrecht en binnenkort ook in Scherpenzeel. Het DMW wordt in Woudenberg gefinancierd door de gemeente Woudenberg en de diaconieën van de PKN en de Hersteld Hervormde Gemeente. Het DMW is er voor alle inwoners van Woudenberg. De meeste cliënten hebben een kerkelijke achtergrond en kiezen bewust voor deze organisatie. Het DMW is voor 16 uur per week, inclusief 4 uur voor de samenwerking met het CJG, beschikbaar in Woudenberg. De locatie (het multifunctioneel centrum “de Schans”) van waaruit het DMW de werkzaamheden verricht, versterkt de samenwerking met andere dienstverleners, zoals het BMW, het CJG, de huisartsen (verwijzing). Het verschil met het BMW is dat het BMW vooral ook outreachend werkt en steunpunt is bij huiselijk geweld. Dit maakt dat beide instellingen aanvullend werken in plaats van concurrerend. Bij problematiek, waarvoor psychologische hulpverlening of 2e lijns-voorzieningen nodig zijn, wordt verwezen naar veelal verwante identiteitsgebonden collega hulpverleners. Toch zien we een verschuiving plaatsvinden dat cliënten die eigenlijk door de GGZ geholpen moeten worden, zich aanmelden bij het DMW. Wij zien dit ook gebeuren bij het BMW. Bezuinigingsmaatregelen en een hogere eigen bijdrage zijn mogelijke factoren van deze verschuiving. Trends binnen de hulpverlening van het DMW. Uit het jaarverslag van 2012 bleek dat de volgende problematiek het meest voorkomt: a. depressieve klachten; b. problemen op het gebied van emotieregulatie en c. problemen in de familierelatie; d. opvoedingsvragen; e. verwerkingsproblematiek m.b.t. verlies van o.a. gezondheid. Deze trend zet zich in 2013 voort met als aanvulling hulpverlening aan echtparen. Aanmeldingen en begeleiding in verband verslavingsproblematiek kwam in 2011 en 2012 niet voor. Het DMW blijft de ontwikkelingen m.b.t. de WMO op hoofdlijnen volgen. Gesproken is over de spanning tussen het ideaal van eigen kracht en ondersteuning vanuit het eigen netwerk en de realiteit van de haalbaarheid. Dit vraagt nadere doordenking omdat hiervoor ook een mentaliteitsverandering nodig is in de samenleving. Enkele constateringen: 1. Een sociaal netwerk is van groot belang. Dit versterkt de onderlinge solidariteit. Kerken,(sport)verenigingen vervullen deze functie vaak. 2. De huidige crisis veroorzaakt/versterkt ook financiële en relationele problemen. 3. Hoe beter de gemeente de regiefunctie vervult en sturing geeft aan de zorg, hoe beter de zorg functioneert. Wanneer de regie wordt overgelaten aan de zorgaanbieders, is de onderlinge concurrentie een risicofactor voor de kwaliteit van de hulpverlening. De onafhankelijkheid van de gemeente moest gewaarborgd blijven. Wel moet worden voorkomen dat de gemeente een te grote invloed
7
krijgt op de professionaliteit van de hulpverlener. De professionele ruimte van de hulpverlener moet ook bij bezuinigingen blijven bestaan om te voorkomen dat de hulpverlener qua loyaliteit klem komt te zitten tussen de gemeenten (financiën) en de cliënt (hulpvraag centraal). 4. Het huidige concept dat gehanteerd wordt in de jeugdzorg, verdient continuïteit. Bij de transitie van de jeugdzorg vraagt dit dus aandacht om te voorkomen dat de kwaliteit van de hulpverlening in het gedrang komt. 5. Christine wil graag op de hoogte blijven van de actiepunten die vanuit de lokale coalitie worden aangepakt tegen eenzaamheid.
8
Resultaten enquête belanghebbenden 1. Hoe vaak hebt U te maken met verslavingsproblematiek? Vraag 1 is niet meer van toepassing. 2. Welke hulp kunt u iemand met een verslavingsprobleem bieden. • Zo iemand heeft professionele hulp nodig. We verwijzen door naar bijv. het Diaconaal Maatschappelijk Werk in Woudenberg (DMW), st. Schuilplaats, st. de Hoop. • geen • Misschien kunnen we op onze school iemand als conciërge aanstellen? • Woon Zorgcentrum Groenewoude kan geen directe hulp bieden. Wel zouden wij externe mensen met een vraag aangaande verslavingsproblematiek kunnen doorverwijzen naar de juiste instanties, als deze bij ons bekend zijn. • Trainingsprogramma • "Doorverwijzing naar professionele hulpverlening. Daarnaast pastorale begeleiding." doorverwijzen • "Gesprek, inventarisatie problematiek. Verwijzing verslavingszorg, evt. maatschappelijk werk of psycholoog" 3. Met welke andere hulpverleners heeft u contact over iemand met een verslaving? • Inhoudelijk niet vanwege privacy • n.v.t. • Als het ouders van kinderen betreft, hebben we met div. instanties te maken. Maatschappelijk werkers, Eleos e.a. • Neen. • huisarts • "Geen, alleen bij doorverwijzing. Maar dan is het geen inhoudelijk contact." • Niet • Zie boven 4. Komen mensen via via bij u terecht met een verslavingsprobleem? Indien ja, door wie zijn zij dan doorverwezen? • Nee • neen • Nee. • Neen. • Bijna nooit • Nee • Nee • N.v.t.
9
7. Welke verslaving(en) geven de grootste problemen voor de omgeving en waarom? • Denk vooral aan drugs/drank vanwege invloed op gedrag naar buiten toe maar dat geldt ook voor de andere verslavingen. • Drugs, dit creëert dealer spots. • Als het ouders betreft, heeft het direct impact op de kinderen van onze school. Grootouders moeten dan vaak bijspringen, kinderen worden uit huis geplaatst en dat betekent sociaal emotionele zorgen die direct invloed hebben op het leerproces. Het 'thuisklimaat' moet een veilig klimaat zijn om ook op school positief te kunnen ontwikkelen. • In mijn beleving drank en drugs, vanwege kans op inbraak om geld te stelen om de verslaving in stand te houden en meeste kans op verstoren van de orde en rust. • geen professionele mening i.v.m. te weinig ervaring • "De mate van verslaving bepaalt voor een groot deel de overlast. Alle soorten verslaving hebben gevolgen in de relationele sfeer. Omdat de verslaafde steeds meer op de verslaving gericht raakt." • Alle verslaving is schadelijk voor de omgeving!!! • Alcohol: erg geaccepteerde gewoonte ->wordt niet snel als probleem gezien. Invloed op jongeren, verkeersveiligheid (rijden met alcohol) Verminderd sociaal functioneren 8. Welke verslaving(en) geven de grootste problemen voor de persoon zelf en waarom? • Hangt van de mate van verslaving af • Elke verslaving is ernstig, is het niet lichamelijk, dan is het wel geestelijk. • Iedere verslaving ontneemt ons een stuk vrijheid. Vrijheid en veiligheid waarin we - samen met onze omgeving - op een positieve wijze kunnen ontwikkelen. Verslaving zorgt voor gebondenheid aan een vijand die ons in beslag neemt! • Alle verslavingen zijn an sich een probleem voor de mens persoonlijk. Ook roken is een verslaving. • geen professionele mening i.v.m. te weinig ervaring • "De verslaving aan drank/drugs kan met name veel lichamelijke problematiek veroorzaken. • Omdat de verslaafde daadwerkelijk lichamelijk zaken tot zich neemt." "drank - slecht voor gezondheid/lever; Drugs - Zeer slecht voor gezondheid, je werk lijdt eronder gevolg ontslag; Games - Veroorzaakt afgesloten leven van de ""echte"" wereld". • Idem. 9. Als de Adviesraad Wmo het probleem van verslaving bespreekbaar wil maken, in uw opinie, waar zou zij moeten beginnen en wat is het belangrijkst? • Veel is verborgen. Wellicht dat de jeugd als groep een risicogroep is door dat ze meeste toegang hebben tot verslavende zaken. • Communiceren dat er problemen bestaan en de omvang er van duidelijk maken.
10
•
•
• • • •
Het bespreekbaar maken in eerste instantie met de verslaafde en vervolgens met de omgeving en allen die enige relatie hebben met de verslaafde. Ook de school waar kinderen van de verslaafde een plaats hebben gevonden. Het gaat hierbij om de gewaarborgde veiligheid van de kinderen. "Artsen betrekken > zij zijn vaak de eerste die het van de persoon te horen krijgen of van de directe (familie) omgeving als het een probleem gaat worden/wordt Scholen > projecten op zetten voor de jeugd (voorkomen) Buurtverenigingen > onderwerp verslaving bespreekbaar maken" geen professionele mening i.v.m. te weinig ervaring "Beginnen met een inventarisatie om duidelijkheid te krijgen over de omvang van het probleem. Belangrijkste daarna is voorlichting." geen idee Voorlichting via bv sportclubs, kerkclubs, scholen.
10. Hoe vaak hebt u te maken met huiselijk geweld? • Niet bij de hand gehad • niet • Helaas komt huiselijk geweld voor. Zodra wij er melding van krijgen en/of vermoeden dat er sprake is van huiselijk geweld, bewandelen we onze wegen o.a. AMK. • Niet. • weinig tot niet • Nooit. • Nooit
13. Bent u betrokken bij Casusoverleg Amersfoort? Zo ja, wat is u ervaring? • Nee • neen • Indien wenselijk worden we als 'school' betrokken bij het overleg van div. instanties. • Neen. • Nee
11
• • •
Nee Nee N.v.t.
18. Wat doet u als signalen ontvangt van huiselijk geweld? • Bespreekbaar maken. Slachtoffer spreken en doorverwijzen • ? • We hebben zo onze kanalen om te melden.
12
• • • • •
Dat heb ik nog niet bij de hand gehad. niet meegemaakt N.v.t. niet mee gemaakt Proberen met betreffende personen in contact te komen, verdere probleemanalyse
21. Als de Adviesraad Wmo het probleem van huiselijk geweld bespreekbaar wil maken, waar zou zij moeten beginnen en wat is het belangrijkst? • Scholen, verenigingen, kerken • Communiceren, de plaatselijke omvang van het probleem duidelijk maken. Het meldpunt hiervoor goed bekend maken. • Het is goed om een dergelijk probleem ook met kinderen bespreekbaar te maken. Niet om alles tot huiselijk geweld te bestempelen, maar meer om kinderen de ruimte te geven om melding te maken van misstanden. Kinderen moeten weten dat er oog voor is. • Zie 9. • geen professionele mening i.v.m. te weinig ervaring • "Beginnen met een inventarisatie om duidelijkheid te krijgen over de omvang van het probleem. Belangrijkste daarna is voorlichting." • Duidelijk maken dat het werkelijk bestaat, en mensen wijzen op hun verantwoordelijkheid. Om bij signalen gelijk alarm te slaan. • Weet niet, in ieder geval op scholen voorlichting: geweld is niet normaal
13
24a. Bent u op de hoogte bij welke instantie(s) u uw signalen kunt melden?
24b. Indien u de vorige vraag met 'Ja' hebt beantwoord: bij welke instanties meldt u dan wel eens wat? • N.v.t. • Zorgloket van de gemeente Woudenberg • AMK, vertrouwenspersoon van school / IB, schoolverpleegkundige / arts. • Wij melden problemen vaak bij de huisarts die dan doorverwijst • vertrouwensarts?
14
27. Welke wensen heeft u die leiden tot bevordering van de openbare geestelijke gezondheidszorg? • geen idee • Het lijkt me dat dit afhankelijk is van de aard van de geconstateerde problemen op dit gebied. Ik heb hier geen inzicht in, daarom is het oor mij niet mogelijk deze vraag goed te beantwoorden. • Organisaties en scholen moeten vooral samen optrekken en ter bescherming van de kinderen een route uitstippelen. Van groot belang: bespreekbaar maken! • Geen • geen professionele mening i.v.m. te weinig ervaring • Voorlichting. • "wensen: Elk mens wenst GEEN VERSLAVING meer. Verder dat verslaving bespreekbaar word, en wordt beschouwd als een ziekte/probleem. En niet als eigen schuld!" • Uitbreiding maatschappelijk werk 28. Hoe ervaart u de samenwerking met dan wel tussen de instanties die zich bezighouden met openbare geestelijke gezondheidszorg? • n.v.t. • Goed. • "Vaak zijn er teveel hulpverleningsinstanties bij een probleemsituatie betrokken, waardoor we niet van elkaar weten wat er is gebeurd en welke acties er worden ondernomen. Schept verwarring. Ook in het gezin en voor het kind / de kinderen is er geen duidelijkheid. Wie doet wat en wanneer? " • Als goed • Er is weinig tot geen overleg mogelijk tussen hulpverleners met de GGZ
15
• • •
N.v.t. wij hebben geen samenwerking. Wisselend. Slechte bereikbaarheid
29. Tot welke groep behoort u? • Kerk / Diaconie • R.K Kerk • Scholen • Gezondheidscentra • Gezondheidscentra • Kerk • kerkenraad • Huisartsen 30. Hebt u verder nog op- of aanmerkingen, tips of anderszins? • Zie antwoord op vraag 28. • Bij vraag 14 heb ik "neen" ingevuld, ik moest echter bij vraag 15 toch aangeven wat ik van het veiligheidshuis vond, dat is in mijn optiek raar. Omdat ik anders niet op verzenden kan drukken, heb ik het gemiddelde antwoord '3' ingetoetst. • "Wij komen zelden of nooit verslaving tegen. al zal ik zeker niet zeggen dat het er niet is. • Maar nog nooit signalen opgemerkt die wijzen naar een verslaving van het een dan wel het ander,"
16
Vragen enquête belanghebbenden Op de volgende pagina’s is een print van de online enquête weergegeven.
17
18
19
20
21
22
23
24
Brief bij enquête belanghebbenden Op 3 april is onderstaande e-mail uitgegaan:
Geachte mevrouw/heer Zoals u bekend zal zijn, vindt de overheid het van groot belang dat iedereen kan meedoen aan het maatschappelijk leven en haar of zijn bijdrage daaraan kan leveren en optimaal zelfstandig kan blijven wonen en functioneren. Dit geldt vooral ook voor mensen met een beperking. De wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) regelt dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen. De gemeenten zijn aangewezen de WMO uit te voeren en dragen hiervoor ook de financiële verantwoordelijkheid. De Wmo-adviesraad, waarvan ondergetekenden lid zijn, adviseert het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd over alle mogelijke vraagstukken op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning. De leden van de Wmo-adviesraad zijn ieder verantwoordelijk voor een eigen taakveld. Wij zijn respectievelijk eerstverantwoordelijk voor de volgende taakvelden: Taakveld 7: Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang. Taakveld 8: Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. Taakveld 9: Het bevorderen van verslavingsbeleid. Vanwege de samenhang van deze taakvelden hebben wij gezamenlijk o.a. een vragenlijst opgesteld met als doel: 1. Meer inzicht te krijgen in dat wat er op deze terreinen speelt in Woudenberg. 2. U d.m.v. dit instrument op de hoogte te brengen van onze verantwoordelijkheid, zodat u ons weet te vinden. 3. En uiteraard om onze adviesrol goed te kunnen vervullen. Omdat u een sleutelpositie inneemt in Woudenberg, verzoeken wij u vriendelijk de digitale vragenlijst te willen invullen (de kink naar deze lijst treft U onderstaand aan) en dit uiterlijk vóór 22 april 2013 uit te voeren en te verzenden. U bewijst ons hiermee een grote dienst omdat wij niet kunnen bijhouden wie de lijst wel of niet heeft ingevuld. We kunnen dus ook niet gericht een herinnering sturen. Medio mei 2013 willen we de uitkomsten in een notitie verwoorden en onze conclusies presenteren aan de voltallige Adviesraad. Tenslotte, wij hebben er belang bij dat zoveel mogelijk medewerkers/collega’s van uw instelling (dus alle leerkrachten, artsen, pastores, hulpverleners enz.) de vragenlijst invullen. In verband hiermee verzoeken wij aan degene die deze mail opent het verzoek intern aan allen door te sturen. Wij willen u bij voorbaat heel hartelijk bedanken voor uw medewerking. Door Ctrl + klikken op onderstaande komt rechtstreeks op de vragenlijst. https://docs.google.com/forms/d/1ul360tyRFs-6hTRAWpQVB_3Ng6C5U7pD_dZ0E1cQ1w/edit?usp=sharing Met hartelijke groet, Sophia Veldhuizen, (taakveld 7). Adriaan Bos, (taakveld 8). Elske van de Fliert, (taakveld 9).
25
Omdat niet de goede link gebruikt bleek te zijn, is 4 april de volgende e-mail uitgegaan.
Geachte mevrouw/heer, Gisteren heb ik u een e-mail gestuurd met het verzoek mee te willen werken aan het invullen van een vragenlijst in het kader van de WMO. De link naar de vragenlijst bleek niet de juiste te zijn omdat deze kon worden bewerkt. Dit was uiteraard niet de bedoeling. Mijn excuus hiervoor. Hieronder treft U de juiste link aan. https://docs.google.com/forms/d/1ul360tyRFs-6hTRAWpQVB_3Ng6C5U7pD_dZ0E1cQ1w/viewform Ik verzoek u vriendelijk deze mail weer door te sturen naar uw collega’s/medewerkers. Met hartelijke groet, Adriaan Bos, Lid Adviesraad WMO.
26
Aangeschreven organisaties enquête belanghebbenden Koningin Julianaschool De Wartburgschool Rehobothschool Willem van Oranjeschool De Prangelaarschool De Griftschool Jan Ligthartschool Evangeliegemeente Nieuw Leven Oud Gereformeerde Gemeente PKN Dorpskerk PKN De Voorhof Hersteld Hervormde Gemeente Jehova's Getuigen Woudenberg Rooms Katholieke kerk Fysiotherapie/manuele therapie De Schans Praktijk Broederschapsland Sport en Paramedisch Centrum Geerestein Huisartsenpraktijk Christinastraat Huisartsenpraktijk de Schans Buurtzorg Woudenberg Charim thuiszorg Curadomi Van de Lagemaat thuiszorg NPV patiëntenvereniging Wijkteam politie Woudenberg
27