Adviesrapport
‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’
Naam:
Rosa Herngreen
Studentnummer:
500616247
Opdrachtgever:
Sportservice Amsterdam
Opleiding:
Sport, Management & Ondernemen
Onderwijsinstelling:
Hogeschool van Amsterdam
Afstudeernummer:
1414-007
Datum:
17-06-2015
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
2
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Titel:
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’
Auteur:
Rosa Herngreen
Studentnummers:
500616247
Afstudeernummer:
1414-007
HvA email:
[email protected]
Opdrachtgever:
Sportservice Amsterdam, Lucinda Schuurman
Afstudeerdocent:
Henk Hille
Meelezer:
Matthijs van der Gugten
Datum:
17-06-2015
3
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
4
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Voorwoord Hierbij presenteer ik mijn adviesrapport aan Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam. Dit rapport is geschreven in het kader van mijn afstuderen voor de opleiding Sport, Management & Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam. Met veel plezier heb ik het afgelopen jaar gewerkt aan dit afstudeerproject.
Ik wil graag een aantal mensen bedanken. Ten eerste mijn afstudeerdocent Henk Hille, die kritisch en tot in detail mijn stukken van feedback voorzag. Ten tweede wil ik Lucinda Schuurman, mijn begeleider bij Sportservice Amsterdam, bedanken voor de hulp en input die zij mij heeft gegeven. Als laatste wil ik mijn ouders bedanken voor de ondersteuning die zij mij hebben geboden en dat zij mij hebben geholpen realistisch en positief te blijven.
Veel leesplezier!
Rosa Herngreen
5
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
6
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Samenvatting Het nijntje beweegdiploma is vanuit een initiatief van de KNGU gestart in 2013. Kinderen van twee tot en met zes jaar leren spelenderwijs bewegen in de periode dat hun lichaam motorisch een grote ontwikkeling doormaakt. Op jonge leeftijd bewegen is volgens de KNGU van belang om overgewicht tegen te gaan en het heeft grote invloed op de fysieke en mentale gesteldheid van ieder kind. Binnen Amsterdam bieden 13 van de 23 gymnastiekverenigingen het beweegdiploma reeds aan of zijn bezig het beweegdiploma op te starten binnen de vereniging.
In dit rapport worden aanbevelingen gedaan aan Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam. De volgende vraagstelling stond centraal: ‘Hoe kunnen Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam de gymnastiekverenigingen, andere sportverenigingen en andere organisaties in en rond Amsterdam zo effectief mogelijk ondersteunen bij het invoeren van het nijntje beweegdiploma?’
De activiteiten van Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam staan beschreven. In dit rapport is ingegaan op het sportbeleid in Nederland en Amsterdam. Daarnaast is verwerkt in hoeverre het beweegdiploma in Nederland is geïmplementeerd en welke gymnastiekverenigingen in Amsterdam met het beweegdiploma bezig zijn. Aan de hand van literatuuronderzoek komen evaluatiepunten aan het licht die het beweegdiploma in Amsterdam kunnen helpen ontwikkelen. Door middel van vele interviews met vertegenwoordigers van gymnastiekverenigingen, sportverenigingen en andere sportaanbieders, is gevraagd naar hun mening met betrekking tot het nijntje beweegdiploma. Ook is er een enquête verstuurd naar ruim 500 sportverenigingen in en rond Amsterdam. De gemeente Amsterdam heeft de prioriteit gesteld om meer Amsterdamse jeugd te laten sporten. Het beweegdiploma draagt bij om deze prioriteit te behalen. Stichting Turnstad Amsterdam wil de gymsport binnen Amsterdam promoten. In samenwerking met de gymnastiekverenigingen kan Stichting Turnstad Amsterdam met het beweegdiploma voor de gymsport meer bekendheid genereren. Landelijk is het beweegdiploma inmiddels door ruim 2.200 kinderen behaald en verspreid in Nederland zijn er ongeveer 200 gymnastiekverenigingen en andere organisaties die het beweegdiploma aanbieden. Vanuit literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat sportprojecten zoals het beweegdiploma moeten werken aan de bekendheid en promotie. Daarnaast is het belangrijk dat een dergelijk sportproject zich blijft ontwikkelen maar daarbij wel bij de kern van het project blijft. Uit de
7
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
interviews met gymnastiekverenigingen, sportverenigingen en andere sportaanbieders is als belangrijkste punt naar voren gekomen dat het beweegdiploma binnen Amsterdam nog minimaal bekend is. Slechts twee van de negen geïnterviewde sportaanbieders heeft wel eens van het beweegdiploma gehoord en maar 13 van de 145 responderende sportverenigingen op de enquête weet wat het beweegdiploma is. Van de 13 sportverenigingen bekend met het beweegdiploma zijn er 11 een gymnastiekvereniging. Naar aanleiding van het literatuuronderzoek, de gevoerde interviews en de resultaten uit de enquête, komen vier adviezen naar voren waar Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam aan kunnen werken om het beweegdiploma verder te ontwikkelen en uitbreiden in en rond Amsterdam: -
Zorg voor goede samenwerking tussen de gymnastiekverenigingen.
-
Blijf het nijntje beweegdiploma doorontwikkelen.
-
Zorg voor meer promotie en bekendheid over het nijntje beweegdiploma.
-
Zorg voor duidelijkheid met betrekking tot de steun van Sportservice Amsterdam.
Deze vier adviezen zijn vertaald tot een aantal concrete aanbevelingen.
8
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Management summary The ‘nijntje beweegdiploma’ started as an initiative of the Royal Dutch Gymnastics Union in 2013. Children aged between two and six years playfully learn how to move in the period their body undergoes a large motorial development. Doing sport at a young age is, according to the Royal Dutch Gymnastics Union, important to counteract overweight and according to them sport also has a big influence on the physical and mental condition of every child. Within Amsterdam there are 13 from a total of 23 gymnastics clubs who already offer the ‘nijntje beweegdiploma’ or are busy starting the project.
In this report there are recommendations made to Sportservice Amsterdam and the foundation Turnstad Amsterdam. The following question was the main headline: How can Sportservice Amsterdam and the foundation Turnstad Amsterdam effectively support the gymnastics clubs, other sport clubs and other sport providers in and around Amsterdam with starting-up and introducing the ‘nijntje beweegdiploma’?
The activities of Sportservice Amsterdam and the foundation Turnstad Amsterdam have been listed in this report. The sports policy in the Netherlands and Amsterdam is discussed. Also was processed to what extent the ‘nijntje beweegdiploma’ is implemented in the Netherlands and what gymnastics clubs are busy with starting the project. On the basis of a literature review there are relevant evaluation points found which can help develop the ‘nijntje beweegdiploma’ in Amsterdam. During many interviews with representatives of gymnastics clubs, other sport clubs and other sport providers were asked for their opinion about the ‘nijntje beweegdiploma’. Also a survey has been sent to over 500 sport clubs in and around Amsterdam. The local authority of Amsterdam has made it a priority to encourage more young people in Amsterdam to practice sport. The ‘nijntje beweegdiploma’ can help to fulfill this priority. The foundation Turnstad Amsterdam wants to promote gymnastics and similar sports within Amsterdam. In association with the gymnastics clubs the foundation Turnstad Amsterdam is able to generate more reputation. Country wide over 2.200 children achieved the ‘nijntje beweegdiploma’ and spread around the county there are approximately 200 gymnastics clubs and other sport providers which offer the ‘nijntje beweegdiploma’. Literature review has emerged that sport projects as the ‘nijntje beweegdiploma’ need to work on awareness and promotion. It is also important that such a sport project continues to evolve as well remembering what the main reasons and core of the project is. From the interviews, with
9
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
gymnastics clubs, other sport clubs and other sport providers, came forward that the ‘nijntje beweegdiploma’ in Amsterdam had minimum awareness. Only two of the nine interviewed sport providers has heard about the project. Even only 13 of the 145 responding sport clubs on the survey know what the ‘nijntje beweegdiploma’ is. Indeed 11 of the 13 sports clubs known with the ‘nijntje beweegdiploma’ are gymnastics clubs. As a result of the literature review, the conducted interviews and the outcome of the survey, four advices came forward where Sportservice Amsterdam and the foundation Turnstad Amsterdam possibly can work on to develop and further extend the ‘nijntje beweegdiploma’ in and around Amsterdam: -
Ensure good collaboration between the gymnastics clubs.
-
Keep developing the ‘nijntje beweegdiploma’.
-
Provide more promotion and publicity about the ‘nijntje beweegdiploma’.
-
Provide clarity regarding the support of Sportservice Amsterdam .
All four advices have been translated in to several recommendations.
10
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 5 Samenvatting........................................................................................................................................... 7 Management summary ........................................................................................................................... 9 1. Inleiding ............................................................................................................................................. 13 1.1 Aanleiding en vraagstelling ......................................................................................................... 13 1.2 Werkwijze .................................................................................................................................... 14 2. Sportservice Amsterdam ................................................................................................................... 17 2.1 Doel ............................................................................................................................................. 17 2.2 Organisatie .................................................................................................................................. 17 2.3 Activiteiten .................................................................................................................................. 18 2.4 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 19 3. Stichting Turnstad Amsterdam.......................................................................................................... 21 3.1 Doel ............................................................................................................................................. 21 3.2 Organisatie .................................................................................................................................. 21 3.3 Activiteiten .................................................................................................................................. 22 3.4 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 22 4. Beleidskader ...................................................................................................................................... 23 4.1 Landelijk sportbeleid ................................................................................................................... 23 4.2 Amsterdams sportbeleid ............................................................................................................. 24 4.3 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 26 5. nijntje beweegdiploma ...................................................................................................................... 27 5.1 Ontstaan en opzet ....................................................................................................................... 27 5.2 Landelijke implementatie ............................................................................................................ 30 5.3 Praktijkvoorbeelden .................................................................................................................... 30 5.4 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 31 6. Andere beweegdiploma’s in de sport ............................................................................................... 33 6.1 Traditionele zwemdiploma NPZ/NZR .......................................................................................... 33 6.2 SuperSpetters zwemdiploma KNZB ............................................................................................. 34 6.3 Oude versus nieuwe zwemlesmethode ...................................................................................... 35 6.4 Judo ............................................................................................................................................. 35 6.5 Bouwsteen voor het advies ......................................................................................................... 37 7. Implementatie van sport- en beweegprojecten ............................................................................... 39 7.1 Basisconcept ................................................................................................................................ 39 7.2 Doorontwikkelen ......................................................................................................................... 39 7.3 Betrokkenheid ouders ................................................................................................................. 40 7.4 Communicatie ............................................................................................................................. 40 7.5 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 40 8. Gymnastiekverenigingen in Amsterdam ........................................................................................... 41 8.1 Gymnastiekverenigingen ............................................................................................................. 41 8.2 Kansen voor het nijntje beweegdiploma in Amsterdam ............................................................. 47 8.3 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 49 9. Sportverenigingen in Amsterdam ..................................................................................................... 51 9.1 Enquête sportverenigingen ......................................................................................................... 51 9.2 Diepte-interviews sportverenigingen .......................................................................................... 58 9.3 Bouwstenen voor het advies ....................................................................................................... 60 10. Andere sportaanbieders .................................................................................................................. 61 10.1 Kinderdagverblijven................................................................................................................... 61 10.2 BSO’s.......................................................................................................................................... 63 10.3 Basisscholen .............................................................................................................................. 65
11
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
10.4 Bouwstenen voor het advies ..................................................................................................... 67 11. Advies nijntje beweegdiploma Amsterdam .................................................................................... 69 Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 75 Bijlage 1 ................................................................................................................................................. 79 Interviews .......................................................................................................................................... 79 Bijlage 2 ................................................................................................................................................. 81 Interviewvragen gymnastiekverenigingen ........................................................................................ 81 Interviewvragen kinderdagverblijven en BSO’s ................................................................................ 81 Interviewvragen basisscholen ........................................................................................................... 82 Interviewvragen overige sportverenigingen ..................................................................................... 84 Bijlage 3 ................................................................................................................................................. 85 Eisen traditionele zwemdiploma NPZ/NZR ....................................................................................... 85 Eindtermen SuperSpetters zwemdiploma KNZB ............................................................................... 87 Exameneisen Judo ............................................................................................................................. 88
12
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
1. Inleiding
1.1 Aanleiding en vraagstelling Het nijntje beweegdiploma is een initiatief van de KNGU en is in 2013 gestart tijdens het NK Turnen in Ahoy in Rotterdam. Als bekende kinderheld is het cartoonfiguur nijntje ambassadeur van het beweegdiploma. Het beweegdiploma is voor kinderen in de leeftijdsperiode van twee tot zes jaar. In deze leeftijdsperiode vindt bij kinderen de grootste ontwikkeling van de motoriek plaats. Volgens de KNGU heeft een goede motoriek grote invloed op de fysieke en mentale gesteldheid van een kind. Daarnaast is bewegen in deze leeftijdsperiode ook van groot belang om overgewicht tegen te gaan. Zodra het kind goed kan lopen, is het op speelse wijze leren van bewegen noodzakelijk. Met het beweegdiploma speelt de KNGU hier zo effectief mogelijk op in. De KNGU wil dat kinderen op jonge leeftijd niet alleen een zwemdiploma kunnen halen, maar óók een beweegdiploma. Door middel van een toegankelijk en speels beweegprogramma leren kinderen in 20 uur spelenderwijs alle basisbeginselen van bewegen. In heel Nederland zijn op dit moment ruim 2.200 beweegdiploma’s uitgedeeld waarvan een klein deel in Amsterdam. In en rond Amsterdam zijn vier gymnastiekverenigingen al in 2014 gestart met het aanbieden van beweegdiplomalessen. Verder zijn er van de in totaal 23 gymnastiekverenigingen nog eens zes verenigingen die in oktober 2014 aangaven interesse te hebben. Van deze zes verenigingen zijn er inmiddels vier gestart per januari 2015 en nog eens drie verenigingen willen in september 2015 gaan starten met het beweegdiploma. Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam hebben beide de wens de Amsterdamse gymnastiekverenigingen zo goed mogelijk te ondersteunen bij het invoeren van het beweegdiploma. Om deze reden is in opdracht van Sportservice Amsterdam onderzoek gedaan naar de wensen en behoeften van de gymnastiekverenigingen met betrekking tot het beweegdiploma. Naast Sportservice Amsterdam zal ook Stichting Turnstad Amsterdam met de resultaten en adviezen aan de slag gaan. Het beweegdiploma wordt inmiddels ook ingezet binnen sportstimuleringsprojecten van de gemeente. De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht is in samenwerking met Sportservice Amsterdam, Stichting Turnstad Amsterdam en enkele gymnastiekverenigingen bezig met de introductie van het beweegdiploma voor kinderen met overgewicht of obesitas. Dit zijn kinderen die in een zorgtraject zitten en door de zorgverlener worden doorgestuurd naar dit programma. Daarnaast is een Jump-In programma met betrekking tot het beweegdiploma opgezet voor komend schooljaar 2015-2016.
13
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Naast het faciliteren van beweegdiplomalessen bij de gymnastiekverenigingen en de inzet binnen de sportstimulering, liggen er voor Sportservice Amsterdam ook kansen om beweegdiplomalessen te stimuleren binnen andere sporten en bij organisaties zoals kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang (BSO).
Op basis van het voorafgaande is de volgende vraagstelling geformuleerd:
Hoe kunnen Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam de gymnastiekverenigingen, andere sportverenigingen en andere organisaties in en rond Amsterdam zo effectief mogelijk ondersteunen bij het invoeren van het nijntje beweegdiploma?
1.2 Werkwijze In hoofdstuk 2 staat Sportservice Amsterdam beschreven. Hiervoor is de leidinggevende van de organisatie geïnterviewd en zijn relevante documenten bestudeerd. Er wordt aandacht besteed aan het doel van de organisatie, de activiteiten, de manier waarop deze activiteiten worden uitgevoerd en de organisatiestructuur.
In hoofdstuk 3 wordt Stichting Turnstad Amsterdam beschreven. Informatie is verkregen uit een interview met de adviseur van de Stichting Turnstad Amsterdam en van de website. Er is gekeken naar wat het doel van de stichting is, welke activiteiten er plaatsvinden, hoe deze worden uitgevoerd en waar de stichting voor staat.
Hoofdstuk 4 staat in het teken van het beleid dat is gericht op sportstimulering van jonge kinderen. Het landelijk beleid en het beleid in Amsterdam met betrekking tot jonge kinderen komt aan de orde. Informatie is verzameld uit meerdere beleidsdocumenten, onder andere het Sportplan 2013-2016 van de gemeente Amsterdam.
Hoofdstuk 5 gaat over het nijntje beweegdiploma. Het hoofdstuk geeft inzicht in hoe het nijntje beweegdiploma is ontstaan en waarom. Bovendien wordt aandacht besteed aan in hoeverre het nijntje beweegdiploma landelijk is geïmplementeerd. Informatie is verkregen uit een interview met twee werknemers van de KNGU, een interview met een vertegenwoordiger van een gymnastiekvereniging die het nijntje beweegdiploma al heeft ingevoerd en een interview met de projectleider van het beweegdiploma in Apeldoorn en Almelo.
14
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
In hoofdstuk 6 worden drie andere diploma’s in de sport beschreven: het traditionele zwemdiploma, het zwemdiploma van SuperSpetters en het systeem met verschillende kleuren en banden van de Judobond. Informatie is verkregen via de websites van de verschillende diploma’s.
Hoofdstuk 7 richt zich op bestaand evaluatieonderzoek. Er worden relevante succesfactoren en aanbevelingen beschreven. Informatie is verkregen uit evaluatierapporten die zijn opgesteld door onder andere het Mulier Instituut, de NISB en de gemeente Haarlemmermeer.
In hoofdstuk 8 staan de gymnastiekverenigingen in Amsterdam centraal. Alle verenigingen staan beschreven en er is een overzicht gegeven in de kansen voor het nijntje beweegdiploma in Amsterdam. De informatie is verkregen via de betreffende websites en door middel van interviews met vertegenwoordigers van de verenigingen.
Hoofdstuk 9 beschrijft wat andere sportverenigingen van het nijntje beweegdiploma vinden. De resultaten van de online verstuurde enquête naar ongeveer 500 sportverenigingen in Amsterdam worden beschreven. Daarnaast zijn interviews afgenomen bij voetbalvereniging SC Buitenveldert, hockeyvereniging Xenios en zwemvereniging Berlage. In deze interviews is ingegaan op de wensen en behoeften van deze verenigingen met betrekking tot het nijntje beweegdiploma.
Hoofdstuk 10 gaat over de behoeften en indrukken met betrekking tot het beweegdiploma van kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen. De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit interviews met vertegenwoordigers van deze organisaties.
Hoofdstuk 11 sluit het rapport af met adviezen en concrete aanbevelingen voor Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam. Deze zijn gebaseerd op bouwstenen die in de voorgaande hoofdstukken zijn verzameld. Voor dit rapport zijn 29 interviews afgenomen met in totaal 33 personen. Een overzicht van de geïnterviewden is opgenomen als bijlage (zie bijlage 1). Voor de interviews met gymnastiekverenigingen, kinderdagverblijven en BSO's, basisscholen en overige sportverenigingen is een leidraad met vragen opgesteld (zie bijlage 2). Van de interviews zijn verslagen gemaakt. Deze kunnen op verzoek beschikbaar worden gesteld.
15
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
16
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
2. Sportservice Amsterdam In dit hoofdstuk staat de organisatie Sportservice Amsterdam beschreven. Paragraaf 2.1 beschrijft het doel van Sportservice Amsterdam. Paragraaf 2.2 gaat in op de organisatie, hoe Sportservice Amsterdam onderdeel is van de gemeente en met wie Sportservice Amsterdam samenwerkt. De volgende paragraaf 2.3 beschrijft de activiteiten en manier van werken in drie teams. In de laatste paragraaf 2.4 staan de bouwstenen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit een interview met de directeur van Sportservice Amsterdam, Molly Stam. Daarnaast zijn de websites van de gemeente Amsterdam en Sportservice Noord-Holland geraadpleegd.
2.1 Doel Sportservice Amsterdam verzorgt de uitvoering van het Amsterdamse sportbeleid. Hierin staat de sportvereniging centraal, maar wordt ook gewerkt voor en met andere organisaties, zoals sportbonden e.d.. De organisatie staat voor een gezonde sportvereniging en werkt vanuit dat oogpunt aan een laagdrempelige sportomgeving voor alle Amsterdamse inwoners. Daarbij wil men voor iedereen een aanbod aan sport realiseren dat bij hem of haar past en waar zij plezier aan kunnen beleven. Met als doel dat sport onderdeel gaat uitmaken van de dagelijkse bezigheden van alle Amsterdamse inwoners van jong tot oud. De ondersteuning die Sportservice Amsterdam biedt, bestaat uit vaste programma’s en producten zoals Topscore, Jump-In, de inzet van combinatiefuncties, verenigingsadvies, de verhuur van sport- en spelmateriaal bij de Sport-O-Theek en de planning en verhuur van alle Amsterdamse sporthallen. De ontwikkeling van nieuw sportaanbod wordt gestimuleerd door adviezen en startsubsidies. Verder verzorgt Sportservice Amsterdam de exploitatie en het beheer van een groot aantal sportaccommodaties.
2.2 Organisatie Sportservice Amsterdam is onderdeel van de gemeente Amsterdam. Sinds 1 januari 2015 valt het onder de resultaat verantwoordelijke eenheid (rve) Sport en Bos, dat weer onderdeel is van het cluster Sociaal. Als onderdeel van Sport en Bos werkt Sportservice Amsterdam samen met de Amsterdamse stadsdelen en partnerorganisaties. Samen werken zij aan een positief sportklimaat in heel Amsterdam en aan de verhoging van de kwaliteit van de sport. Sportservice Amsterdam draagt
17
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
daarmee bij aan het behalen van een groot aantal maatschappelijke doelen zoals participatie, gezondheid en welzijn, integratie en veiligheid. Sportservice Amsterdam maakt gebruik van de diensten van de onafhankelijke Stichting Sportservice Amsterdam. Deze stichting is onderdeel van Sportservice Noord-Holland. Alle combinatiefunctionarissen zijn in dienst van de stichting. De stichting is verantwoordelijk voor het totale personeelsbeleid met betrekking tot de combinatiefunctionarissen. Via jaarlijkse subsidies vanuit de gemeente Amsterdam kan Stichting Sportservice Amsterdam het salaris van de combinatiefunctionarissen betalen.
2.3 Activiteiten De werkzaamheden van Sportservice Amsterdam worden uitgevoerd door drie teams: team Accommodatie, team Sportstimulering en team Verenigingssport. Het team Accommodatie verzorgt de verhuur van sportaccommodaties in Amsterdam op werkdagen na 17.00 uur en in de weekenden. Hieronder vallen onder andere de Sporthallen Zuid en de Europaboulevard. Voor 17.00 uur zijn de Amsterdamse stadsdelen zelfs verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van de sportaccommodaties binnen het stadsdeel. In die tijd worden de meeste sportaccommodaties door scholen en verenigingen gehuurd. In de toekomst wil men het beheer van álle sportaccommodaties in Amsterdam vanuit één centraal punt en systeem gaan doen. Team Sportstimulering zet zich in om beweegprogramma’s en sportactiviteiten op te zetten. Beweegprogramma’s worden onder andere gemaakt voor (speciaal) primaire onderwijsinstellingen en (speciaal) voortgezet onderwijsinstellingen. Voor elk programma wordt vanuit Sportservice Amsterdam een programmamanager verantwoordelijk gesteld voor de voorbereiding, planning en nazorg van het programma. Voor de uitvoering van de programma’s worden combinatiefunctionarissen ingezet. Soms ligt de uitvoering bij gymnastiekdocenten of verenigingstrainers. Binnen team Sportstimulering zijn verschillende afdelingen, waaronder gymsport, atletiek, meisjesvoetbal en jongensvoetbal. Voor de afdeling gymsport in het bijzonder is Lucinda Schuurman verantwoordelijk als gymsportcoördinator. Binnen deze afdeling valt het beweegdiploma en zijn zes combinatiefunctionarissen werkzaam. Zij zijn in het bezit van trainerslicenties op het gebied van turnen, ritmische gymnastiek, dansen en freerunning. Een aantal zijn ook in het bezit van een licentie om beweegdiplomalessen te geven. Deze combinatiefunctionarissen kunnen op scholen en verenigingen worden ingezet om beweegprogramma’s en/of sportactiviteiten te geven en ondersteuning te bieden aan het bestaande kader binnen de verenigingen.
18
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Een andere activiteit van team Sportstimulering is de organisatie van sportevenementen en side-events voor en in samenwerking met onder andere sportbonden en verenigingen. Voorbeelden van grote evenementen zijn het Amsterdams WK Meidenvoetbal voor primair en voortgezet onderwijs georganiseerd in samenwerking met AJAX en de KNVB, de Amsterdamse Olympische dagen en het WK Beachvolleybal. Het team Verenigingssport is verantwoordelijk voor kwalitatief goede sportverenigingen in Amsterdam. Sportservice Amsterdam organiseert daarom workshops en trainingen voor kader en bestuur van verenigingen. Voorbeelden hiervan zijn Besturen met een visie, Veilig sportklimaat en De gezonde sportkantine. Ook kunnen verenigingen bij een acuut of langdurig probleem een adviseur inschakelen die hen tijdelijk komt ondersteunen. Naast verenigingsadviseurs worden combinatiefunctionarissen ingezet om plannen te maken, kader te helpen ontwikkelen en ondersteuning te bieden aan het bestuur. De combinatiefunctionaris is de schakel tussen de school en sportvereniging. Op de scholen geeft hij introductielessen en na schooltijd geeft hij les op de sportvereniging.
2.4 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
Bij Sportservice Amsterdam zijn een gymsportcoördinator en meerdere combinatiefunctionarissen op dit gebied werkzaam. De combinatiefunctionarissen kunnen worden ingezet om introductielessen op basisscholen te geven met betrekking tot het nijntje beweegdiploma. Daarnaast kunnen zij de gymnastiekverenigingen in hun aanbod aan beweegdiplomalessen ondersteunen.
-
Sportservice Amsterdam zet zich onder andere in voor de organisatie van grote sportevenementen. Bij de organisatie van grote (gym)sportevenementen liggen kansen om op grote schaal promotie te maken voor het beweegdiploma.
19
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
20
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
3. Stichting Turnstad Amsterdam Dit hoofdstuk gaat over Stichting Turnstad Amsterdam. Paragraaf 3.1 beschrijft het doel van Stichting Turnstad Amsterdam. In paragraaf 3.2 staat de organisatie centraal. De volgende paragraaf 3.3 gaat over de activiteiten van Stichting Turnstad Amsterdam. In de laatste paragraaf 3.4 staan de bouwstenen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit een interview met Lucinda Schuurman. Zij is gymsportcoördinator bij Sportservice Amsterdam en is adviseur voor Stichting Turnstad Amsterdam. Verder is de website van Stichting Turnstad Amsterdam geraadpleegd.
3.1 Doel Stichting Turnstad Amsterdam is in 2007 opgericht door vijf Amsterdamse gymnastiekverenigingen. De stichting is opgezet met als doel het gezamenlijk uitvoeren van het door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie voor Wonen, Wijken en Integratie ingestelde programma ‘Meedoen’. Het doel van ‘Meedoen’ was om zoveel mogelijk inactieve jongeren naar sportverenigingen toe te leiden en hen op die manier te stimuleren om te sporten en te bewegen. Met een groei van ruim 60% voor de deelnemende verenigingen was de samenwerking een groot succes. Sinds 2007 is Stichting Turnstad Amsterdam gegroeid van vijf naar meer dan vijftien aangesloten verenigingen. Het doel van Stichting Turnstad Amsterdam is “De promotie van de Amsterdamse gymsport in de breedste zin van het woord”. Daarvoor wil Stichting Turnstad Amsterdam alle sporten die onder de gymsport vallen promoten. Dit zijn onder andere turnen, ritmische gymnastiek, trampolinespringen, freerunning en dans, maar ook peuter- en kleutergym, acrobatische gymnastiek, ouder- en kindgym en gymnastiek/bewegen voor ouderen. Samen met alle gymnastiekverenigingen aangesloten bij Stichting Turnstad Amsterdam wil men de gymsport in Amsterdam verspreiden, versterken en uitbreiden. Daarnaast wil men de sporten en de verenigingen promoten zodat er meer leden worden geworven en meer kader wordt aangetrokken.
3.2 Organisatie Stichting Turnstad Amsterdam bestaat uit een algemeen en een dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van de aangesloten verenigingen. Het dagelijks bestuur bestaat uit vier leden van het algemeen bestuur. Daarnaast is Lucinda Schuurman, die
21
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
werkzaam is bij Sportservice Amsterdam, sinds begin 2015 adviseur bij de Stichting Turnstad Amsterdam. Het werk bij Stichting Turnstad Amsterdam wordt op vrijwillige basis uitgevoerd. Budget voor evenementen en dergelijke komt uit subsidies van de gemeente Amsterdam en sponsorgelden.
3.3 Activiteiten Doordat de verenigingen met behulp van Stichting Turnstad Amsterdam hun krachten bundelen is er de afgelopen jaren meer mogelijk geweest. Belangrijke mijlpalen waren bijvoorbeeld de aanstelling van Schuurman als gymsportcoördinator bij de Sportservice Amsterdam en de groei in het aantal combinatiefunctionarissen op het gebied van gymsport. Voor de komende jaren heeft Stichting Turnstad Amsterdam meerdere speerpunten vastgesteld. Zo wil men de samenwerking binnen de stichting verder ontwikkelen. Dit houdt in dat men de samenwerking tussen de stichting en de verenigingen wil vergroten, maar daarnaast ook een goede samenwerking tussen de aangesloten verenigingen wil bewerkstelligen. Er is behoefte aan meer en betere gymsportaccommodaties verspreid in Amsterdam. In verband met de vraag naar en aanbod van gymsport is er behoefte aan een efficiëntere verdeling van verschillende gymsportdisciplines binnen Amsterdam. Veel aangesloten verenigingen hebben ruimte voor meer leden. De gymsport in het algemeen vraagt om niveauverhoging en een verbetering van het topsportklimaat. Als laatste wil men door middel van het organiseren van grote en kleine gymsportevenementen de gymsport en organiserende verenigingen promoten. Stichting Turnstad Amsterdam organiseert bijeenkomsten voor aangesloten verenigingen en nodigt dan gastsprekers uit om inspiratie op te doen en kennis te vergroten. Tijdens deze bijeenkomsten wil Stichting Turnstad Amsterdam de verenigingen de ruimte bieden om kennis met elkaar te delen en onderlinge samenwerkingen tot stand te laten komen.
3.4 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
Het doel van Stichting Turnstad Amsterdam is ‘de promotie van Amsterdamse gymsport in de breedste zin van het woord’.
-
Stichting Turnstad Amsterdam is een platform om alle aangesloten gymnastiekverenigingen te benaderen.
-
Stichting Turnstad Amsterdam is een platform om samenwerking tussen de aangesloten gymnastiekverenigingen te realiseren.
22
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
4. Beleidskader In dit hoofdstuk wordt het beleidskader van sport- en beweegprojecten zoals het nijntje beweegdiploma beschreven. Paragraaf 4.1 gaat over relevante beleidsthema’s op landelijk niveau. Vervolgens richt paragraaf 4.2 zich op het sportbeleid in Amsterdam. In paragraaf 4.3 staan de bouwstenen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit een beschrijving van het landelijk sportbeleid van Breedveld en Van der Poel (2015) in de Rapportage sport 2014. Verder is het Sportplan 2013-2016 van de gemeente Amsterdam en het beleids- en uitvoeringsprogramma van de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht geraadpleegd.
4.1 Landelijk sportbeleid Breedveld en Van der Poel (2015) onderscheiden een zestal thema’s in het landelijk sportbeleid: ‘Sport en Bewegen in de Buurt’, ‘Veilig Sport Klimaat’, ‘Topsportklimaat’, ‘Topsportevenementen’, ‘Gehandicaptensport’, ‘Kennisinfrastructuur’, ‘Wet- en regelgeving en Internationale ontwikkelingen’. Voor dit adviesrapport zijn alleen de beleidsthema’s ‘Sport en Bewegen in de Buurt’ en ‘Onderwijs en Sport’ relevant.
Sport en Bewegen in de Buurt Het programma Sport en Bewegen in de Buurt komt uit de beleidsbrief Sport en Bewegen in Olympisch Perspectief (VWS, 2011). Het programma loopt door tot 2016 en heeft twee centrale speerpunten. De inzet van buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen en daarnaast de Sportimpuls. De aanstelling van combinatiefunctionarissen in 2008 moest een verbeterde en intensievere samenwerking tot stand brengen tussen de school en sportvereniging. In 2010 heeft Minister Schippers deze regeling doorgezet en uitgebreid met de inzet van buurtsportcoaches en sinds 2012 heeft de regeling de titel ‘Brede impuls combinatiefuncties’. De Sportimpuls is een subsidieregeling die lokale sport- en beweegaanbieders financieel ondersteunt bij het realiseren van effectieve interventies om meer mensen in beweging te krijgen.
Onderwijs en Sport Net als bij het programma Sport en Bewegen in de Buurt zijn de buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen bij het programma Onderwijs en Sport een speerpunt (Breedveld & Van der Poel, 2015).
23
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Er is geld uitgetrokken voor de ontwikkeling van programma’s die betrekking hebben op sport en bewegen en voor professionals als vakleerkrachten, trainers, coaches en combinatiefunctionarissen. Daarnaast is er aandacht voor ontwikkelingen van accommodaties, talentontwikkeling en risicogroepen.
4.2 Amsterdams sportbeleid Amsterdam heeft de afgelopen jaren stappen gezet richting een sportievere en gezondere stad en inwoners. Daarnaast is er veel geïnvesteerd in sport. In het sportplan van de gemeente Amsterdam (2012) komt naar voren dat er een groep achterblijvers is. Om alle inwoners aan het bewegen te krijgen heeft Amsterdam een aantal doelen opgesteld die zij in 2016 wil hebben verwezenlijkt. De doelen die de stad Amsterdam heeft gesteld met betrekking tot volwassenen zijn onder andere dat 60% van de volwassen Amsterdamse inwoners voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond bewegen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat 60% dagelijks minstens 30 minuten beweegt. Daarnaast wil men dat 75% van de volwassen Amsterdammers wekelijks sport beoefent en moet 25% lid zijn van een sportvereniging. De doelen die Amsterdam heeft gesteld met betrekking tot kinderen en jeugd zijn onder andere dat alle Amsterdamse kinderen een uur per dag bewegen. Men wil dat 80% van de Amsterdamse kinderen wekelijks sport beoefent en dat minimaal 50% van de kinderen in ieder stadsdeel sport beoefent bij een sportvereniging of andere sportaanbieder. Daarnaast streeft Amsterdam ernaar dat 55% van de leerlingen op speciaal of voortgezet speciaal onderwijs lid zijn van een sportvereniging of andere sportaanbieder. Verder heeft Amsterdam nog een doel gesteld met betrekking tot de topsport. Men wil een zodanig topsportklimaat realiseren zodat er topprestaties kunnen worden behaald. Daarnaast wil Amsterdam de sportinfrastructuur kwalitatief en kwantitatief op orde hebben.
Amsterdam heeft vier prioriteiten gesteld om de doelen te bereiken: ‘Meer Amsterdamse jeugd laten sporten’, ‘Meer Amsterdamse volwassenen laten sporten’, ‘Sporten voor meer mensen mogelijk maken’ en ‘Topsport’ (Gemeente Amsterdam, 2012). Voor dit adviesrapport is alleen de prioriteit ‘Meer Amsterdamse jeugd laten sporten’ relevant. Verder is de gemeente Amsterdam met het Programma Aanpak Gezond Gewicht bezig om overgewicht bij kinderen in Amsterdam te verminderen.
24
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Meer Amsterdamse jeugd laten sporten Om meer kinderen en jeugd te laten sporten en bewegen moeten ze kunnen worden bereikt. De gemeente Amsterdam doet dit goed door de scholen hierbij te gebruiken. Zij stimuleren de scholen om sport en bewegen op te nemen in hun aanbod. Er zijn programma’s voor scholen ontwikkeld om kinderen kennis te laten maken met verschillende sporten. Door middel van deze programma’s wil men overgewicht verminderen en zo de kinderen leren hoe zij gezond kunnen leven. De gemeente Amsterdam wil dat kinderen en jeugd op een juiste wijze leren bewegen en volgens hen zijn hier vakleerkrachten voor nodig. Daarom wil de gemeente Amsterdam het aantal uren dat kinderen gymnastiek krijgen van een vakleerkracht verhogen. Ook willen zij dat scholen extra bijlessen gym -Motorisch Remedial Teaching (MRT)- aanbieden zodat kinderen de mogelijkheid krijgen achterstanden te verminderen of weg te werken. Met verschillende Jump-In programma’s en Topscore DOit wil de gemeente kinderen en hun ouders meer leren over gezonde voeding en het belang van bewegen. In dit kader past de gemeente in samenspraak met de school de omgeving en het uiterlijk van de school aan. Zo wordt het aanbod van de schoolkantine veranderd en worden regels opgesteld om het voor de kinderen makkelijker te maken gezond te eten en leven en de ‘verleiding’ te minimaliseren. Naast het mogelijk maken en stimuleren van sport en bewegen op school, vindt de gemeente Amsterdam het ook belangrijk dat kinderen en jeugd buiten school de juiste beslissingen nemen. Zo wordt getracht sport en bewegen in achterstandswijken te verbeteren. Dit probeert men met behulp van het aanstellen van buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen. Daarnaast worden kinderen en jeugd gestimuleerd te bewegen doordat de faciliteiten om te sporten en bewegen in de buurt worden verbeterd.
Programma Aanpak Gezond Gewicht Meer dan 23% van 0 tot 19 jarigen in Amsterdam zijn te zwaar, in heel Nederland is dit 15%. Hierbij is een significant verschil tussen verschillende etnische groepen. Ook komt naar voren dat overgewicht vaker voorkomt bij kinderen uit arme gezinnen met laag opgeleide ouders dan bij kinderen uit rijke gezinnen met hoog opgeleide ouders. Om dit probleem te bestrijden, werken de gemeente en professionele instanties samen. Vervolgens worden ook de ouders van de betreffende kinderen erbij betrokken om het probleem op te lossen. Het doel van De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht en de gemeente Amsterdam is ‘om ieder kind in staat te stellen om op een gezonder gewicht te komen en te blijven’ (Gemeente Amsterdam, 2012). De missie is ‘Alle Amsterdamse kinderen op gezond gewicht in 2033’ (Gemeente Amsterdam, 2013).
25
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
De aanpak bestaat uit verschillende programma’s waarin de activiteiten variëren van meer bewegen tot gezonder eten. Om de gestelde doelen te bereiken, zet de gemeente zoveel mogelijk middelen in. Uiteindelijk wordt ernaar gestreefd een structurele gedragsverandering bij kinderen te bewerkstelligen. Het nijntje beweegdiploma is in eerste instantie niet direct bedoeld voor kinderen met overgewicht, maar voor alle kinderen van twee tot zes jaar. Om het beweegdiploma ook toegankelijk te maken voor kinderen met overgewicht heeft Sportservice Amsterdam in samenwerking met Stichting Turnstad Amsterdam, een aantal gymnastiekverenigingen en het Programma Aanpak Gezond Gewicht een Jump-In programma ontwikkeld. Dit Jump-In programma staat in het teken van het nijntje beweegdiploma en biedt vanaf aankomend schooljaar kinderen met overgewicht de kans hun beweegdiploma halen.
4.3 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
Combinatiefunctionarissen kunnen ingezet worden om de samenwerking tussen scholen en verenigingen te verbeteren.
-
De gemeente Amsterdam heeft de prioriteit gesteld om meer Amsterdamse jeugd te laten sporten. Met het beweegdiploma dat volop in ontwikkeling is binnen Amsterdam wordt aan deze prioriteit gewerkt.
-
Sportservice Amsterdam heeft in samenwerking met Stichting Turnstad Amsterdam, een aantal gymnastiekverenigingen en het Programma Aanpak Gezond Gewicht een Jump-In programma ontwikkeld met betrekking tot het nijntje beweegdiploma voor kinderen met overgewicht.
26
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
5. nijntje beweegdiploma Dit hoofdstuk gaat over het nijntje beweegdiploma. Eerst wordt in paragraaf 5.1 het ontstaan en de opzet van het beweegdiploma besproken. Paragraaf 5.2 gaat over in hoeverre het beweegdiploma op landelijk niveau al is geïmplementeerd. Vervolgens komen in paragraaf 5.3 een aantal praktijkvoorbeelden aan de orde. Als laatste staan in paragraaf 5.4 de bouwstenen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit een interview met twee medewerkers van de KNGU, Margo Cornelissen en Milou Weinans, een interview met Esther van Dijk, trainster bij SV Pax en combinatiefunctionaris bij Sportservice Haarlemmermeer en een interview met Harmen Jansen, projectleider van het beweegdiploma in Apeldoorn. Daarnaast is een intern document van de KNGU bestudeerd en zijn de websites van Gymsport en SV Pax geraadpleegd.
5.1 Ontstaan en opzet Het nijntje beweegdiploma is van start gegaan in 2013 vanuit een initiatief van de KNGU. Het beweegdiploma is voor kinderen van twee tot zes jaar en heeft als doel de motoriek van deze doelgroep positief te beïnvloeden. In deze leeftijdsperiode maken kinderen volgens de KNGU met betrekking tot hun motoriek een grote ontwikkeling door. Daarnaast is bewegen volgens hen belangrijk om overgewicht tegen te gaan. Met het nijntje beweegdiploma wil de KNGU kinderen spelenderwijs leren bewegen.
Afbeelding 5.1 Beweegdiploma 1 en 2 (KNGU, 2015)
27
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Binnen het beweegdiplomaproject kunnen kinderen twee diploma’s halen. Diploma 1 is voor kinderen van twee tot vier jaar en hierbij hoort een lessenreeks van minimaal 15 uren. Het tweede diploma is geschikt voor kinderen van vier tot zes jaar en hiervoor wordt minimaal 20 uren les gegeven. Kinderen die wat langzamer zijn wat betreft hun motorische ontwikkeling, kunnen om het diploma te behalen meer lessen volgen dan minimaal nodig is. Ook kunnen kinderen die motorisch al verder zijn ontwikkeld het beweegdiploma sneller halen. De inhoud van de lessen is afgestemd op de beweegnormen die passen bij de leeftijd van de kinderen. Voor het eerste diploma doen kinderen om die reden simpelere oefeningen dan bij het tweede diploma. Aan het eind van de lessenreeks en wanneer de kinderen er volgens de lesgever klaar voor zijn, volgt een afsluitmoment. Alle onderdelen worden uitgevoerd en beoordeeld. Wanneer de kinderen voldoende onderdelen op de juiste manier hebben laten zien, verdienen zij hun diploma. Kinderen die het eerste diploma hebben behaald kunnen doorgaan voor het tweede diploma. Kinderen die beide diploma’s of het tweede diploma hebben behaald zijn er volgens de KNGU motorisch klaar voor om door te gaan met een van de gymsporten of om een andere sport te kiezen. De KNGU is bezig om het nijntje beweegdiploma aan te passen zodat het beweegdiploma ook toegankelijk is voor kinderen met overgewicht. Verder zijn er aparte programma’s ontwikkeld om het aanbieden van het nijntje beweegdiploma mogelijk te maken voor kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen.
28
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Bewegingsthema
Kernactiviteiten Peuters
Beweegnorm behorende bij
Kernactiviteiten Kleuters
beweegdiploma 1 Rollen
Draaien om de lengteas
Rechts en linksom armen langs
Beweegnorm behorende bij beweegdiploma 2
Rollen op recht vlak tot hurkzit
Rolt recht, niet over het hoofd
Vanuit steun voorover duikelen
Niet belangrijk hoe ze tot steun
op duikelstang
komen.
de oren (boomstam) Duikelen
Duikelen tot hang. Raddraaien
Draaien op een laag gestelde
Rechts en linksom draaien en
Raddraaien met steun op de
Handen steunen op de bank en
schommel
zelfstandig indraaien
bank met afzet van een been
met een voet over de bank
Balanceren
Gaan over een recht en breed
Zelfstandig en zonder er vanaf
Gaan over een verhoogd schuin
Opstappen zonder handen te
Balanceer evenwicht
balanceervlak
te stappen
en smal balanceervlak
gebruiken en erover stappen zonder te vallen.
Kruipen
Onder iets door kruipen en over
Zelfstandig
Kruipen over een oneffen
Bij alle situaties in kruiphouding
landschap
blijven
Minimaal drie keer
Huppelen
Over een lengte van 5 meter
Op welke voet maakt nog niet
Hinkelen rechts en links
Over een lengte van 5 meter
een bank kruipen Huppelen
Op twee voeten vooruit springen
Hinkelen
Drie keer hinkelen
uit, omdat de voorkeur nog in ontwikkeling is. Tabel 5.1 Uitgangspunten beweegdiploma 1 en 2 (KNGU, 2015)
29
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
5.2 Landelijke implementatie De KNGU heeft het beweegdiploma in vijf provincies gelanceerd. Er werd gestart met samenwerkingen tussen gymnastiekverenigingen en basisscholen. Gaandeweg konden andere sportverenigingen, basisscholen en beweegaanbieders aansluiten. Inmiddels zijn verspreid in heel Nederland 167 verenigingen die het beweegdiploma aanbieden. Bij elkaar zijn ruim 2.200 diploma’s uitgereikt. Naast de verenigingen die het beweegdiploma aanbieden, zijn er ook 32 andere organisaties die dat doen, waaronder kinderopvang organisaties, BSO’s en basisscholen. Ook zijn er een aantal gemeenten die beweegdiplomalessen aanbieden met behulp van hun combinatiefunctionarissen. Deze kinderdagverblijf organisaties, BSO’s, basisscholen en gemeenten hebben een samenwerking met een gymnastiekvereniging of andere instantie zoals bijvoorbeeld de GGD, fysiotherapiepraktijken, consultatiebureaus, e.d.. In totaal zijn nu 200 keurmerken uitgereikt aan organisaties die het beweegdiploma mogen aanbieden. In het interview geeft Milou Weinans aan dat het beweegdiploma behoorlijk is verspreid met een kleine nadruk op het zuidwesten van Nederland. Zij vertelt dat het aantal geïnteresseerde verenigingen, basisscholen en andere organisaties groot is en dat de aantallen blijven stijgen. Ook merkt Weinans op dat een groot aantal gemeenten enthousiast is over het beweegdiploma.
5.3 Praktijkvoorbeelden Sportvereniging PAX in Hoofddorp is sinds september 2015 gestart met het aanbieden van beweegdiplomalessen. Hiervoor werkt de vereniging samen met Sportservice Haarlemmermeer. Esther van Dijk, trainster bij SV PAX en combinatiefunctionaris bij Sportservice Haarlemmermeer, vertelt in het interview dat de lessen bij de gymnastiekvereniging worden aangeboden tijdens de bestaande kleuteruren. Er worden per week op twee verschillende locaties zeven beweegdiplomalessen gegeven. Afgelopen december heeft SV PAX de eerste diploma’s kunnen uitreiken. Naast de lessen vanuit de vereniging worden vanuit Sportservice Haarlemmermeer ook promotielessen op basisscholen gegeven ter bevordering van het beweegdiploma. Kinderen volgen hierbij een aantal lessen na schooltijd en wanneer de kinderen en ouders enthousiast zijn, kunnen zij aansluiten bij een reguliere beweegdiplomales van SV PAX. Van Dijk geeft aan dat promotie van het beweegdiploma lastig is. Er zijn veel mensen die nog niet bekend zijn met het nijntje beweegdiploma. Daar valt nog veel te winnen.
30
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
In Apeldoorn zijn vanuit het initiatief van de KNGU drie gymnastiekverenigingen samen gaan werken aan het beweegdiploma: KDO, Novitas en NTK. Harmen Jansen is werkzaam bij Accres. Deze organisatie beheert en exploiteert onder andere sport- en beweegvoorzieningen in en rond Apeldoorn en Almelo. Jansen is aangesteld als projectleider van het beweegdiploma in Apeldoorn. Zijn taak is alles rondom de promotie van het beweegdiploma te verzorgen. In het interview vertelt Jansen dat hij ervoor heeft gezorgd dat de bekendheid van het beweegdiploma in heel Apeldoorn is verbeterd. Met name door het verspreiden van flyers bij basisscholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijf organisaties, consultatiebureaus en andere plaatsen waar mensen met jonge kinderen komen. Daarnaast is Jansen met meerdere partijen in gesprek gegaan over het initiatief. Volgens Jansen is het belangrijk dat er consequent en eenduidig wordt gecommuniceerd over het nijntje beweegdiploma. Goed voorbeeld hierbij is dat bij alle drie de verenigingen in Apeldoorn één en dezelfde naam wordt gebruikt voor het beweegdiploma, zodat er geen verwarring over het project ontstaat.
5.4 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
Het nijntje beweegdiploma is toegankelijk voor alle kinderen van twee tot en met zes jaar.
-
Vanuit de KNGU komt er een apart programma van het nijntje beweegdiploma voor kinderen met overgewicht en voor organisaties als kinderdagverblijven en BSO’s.
-
Betrokkenen bij de implementatie van het nijntje beweegdiploma geven aan dat de bekendheid van het nijntje beweegdiploma minimaal is.
-
Betrokkenen bij de implementatie van het nijntje beweegdiploma geven aan dat communicatie van en over het nijntje beweegdiploma bij alle organisaties en verenigingen eenduidig moet zijn.
31
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
32
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
6. Andere beweegdiploma’s in de sport Dit hoofdstuk 6 beschrijft andere beweegdiploma’s in de sport. Paragraaf 6.1 gaat over het traditionele zwemdiploma vanuit het Nationaal Platvorm Zwembaden. Paragraaf 6.2 richt zich op het nieuwe zwemdiploma SuperSpetters vanuit de Koninklijke Nederlandse Zwem Bond. Vervolgens beschrijft paragraaf 6.3 de verschillen tussen de oude en nieuwe zwemdiploma’s. Paragraaf 6.4 gaat over het systeem met de verschillende kleuren en banden van de Judobond. In paragraaf 6.5 staat een bouwsteen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen via de websites van het Nationaal Platform Zwembaden, De KNZB SuperSpetters, de Judobond en Judo vereniging IJsselmeer. Verder zijn interne documenten gebruikt van het Nationaal Platform Zwembaden, de Judobond en van Judo vereniging Anton Geesink. Ook is een artikel uit de Telegraaf geraadpleegd.
6.1 Traditionele zwemdiploma NPZ/NZR In 2005 is het Nationaal Platvorm Zwembaden gefuseerd met de stichting Nationale Raad Zwemdiploma’s tot het Nationaal Platvorm Zwembaden/NZR. Het platvorm is een initiatief van meerdere organisaties die samenwerken om de belangen van de zwemsport te beïnvloeden. Deze organisaties zijn Vereniging Sport en Gemeenten, Koninklijke Nederlandse Zwembond en Recron, de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland. Naast de uitgifte van zwemdiploma’s als belangrijkste activiteit voert het Nationaal Platvorm Zwembaden ook andere activiteiten uit. Voorbeeld hiervan is het toezicht houden op de kwaliteit van het diplomazwemmen en de beroepsgroep die hierbij hoort. Het traditionele zwemdiploma wordt sindsdien door het Nationaal Platvorm Zwembaden aangeboden voor elk jong kind dat moet leren zwemmen. Volgens het platform is het goed leren zwemmen voor kinderen van belang in een waterrijk land als Nederland. De Nederlandse bevolking woont namelijk vlak bij het water en zoekt het water ook vaak op.
Structuur Het Nationaal Platvorm Zwembaden biedt verschillende programma’s aan om te leren zwemmen. Voor hele jonge kinderen bestaat guppy- en puppyzwemmen, daarna kunnen kinderen gaan voor hun A-, B- en C- diploma. De diploma’s volgen elkaar op en de adviesleeftijd om te beginnen met het A-diploma is vier tot vijf jaar. Na een lessenreeks kan een kind dat klaar is om het diploma te halen eerst een keer proefzwemmen en daarna afzwemmen. Volgens het Nationaal Platvorm Zwembaden is het belangrijk dat er wordt proef gezwommen (NPZ, 2007). Op die manier kunnen de trainers goed
33
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
selecteren welke kinderen wel en niet klaar zijn om het diploma te halen. Wanneer het diploma wordt behaald, kan het kind doorgaan naar het volgende diploma. Na het behalen van het A-, B- en C-diploma krijgt het kind van het Nationaal Platvorm Zwembaden het ‘predicaat Zwemveilig’. Het kind kan zich dan in alle omstandigheden veilig en zelfstandig bewegen in het water.
Eisen Om een zwemdiploma te behalen, heeft het Nationaal Platvorm Zwembaden eisen vast gesteld. Zo moet een kind dat voor zijn of haar A-diploma gaat onder andere 50 meter schoolslag laten zien. Een kind dat voor diploma B gaat moet 75 meter schoolslag zwemmen en ondertussen een keer naar de bodem duiken en als een kind voor het C-diploma gaat, moet het 100 meter schoolslag laten zien en tussendoor een koprol voorover maken en naar beneden duiken. Per diploma gaat de moeilijkheidsgraad omhoog.
6.2 SuperSpetters zwemdiploma KNZB Sinds 2014 biedt de Koninklijke Nederlandse Zwembond de nieuwe zwemlesmethode SuperSpetters aan. Kinderen vanaf vijf jaar kunnen lessen volgen van goed opgeleide trainers op tot nu toe 25 locaties verspreid in Nederland. De KNZB stelt dat, wanneer een kind tweemaal per week zwemlessen volgt, hij of zij binnen 10 maanden het KNZB Zwemdiploma kan halen.
Structuur Het lessentraject van het KNZB-zwemdiploma bestaat uit verschillende fases. Als eerste worden de kinderen door de trainers aan het water gewend gemaakt. Daarna komen de eerste slagen, borstcrawl en rugcrawl, aan de orde. Vervolgens worden de schoolslag en rugslag aangeleerd. Naast de verschillende slagen leren de kinderen ook te springen en draaien in het water. Gedurende het traject wordt veel gebruik gemaakt van materialen als mutsen, brillen en flippers. Volgens de KNZB kunnen kinderen zich met behulp van deze materialen beter concentreren op wat zij doen en vinden de kinderen het ook leuk om hulpmiddelen te gebruiken.
Eindtermen Wanneer een kind volgens de KNZB goed genoeg kan zwemmen, mag hij of zij diplomazwemmen. Op dat moment worden drie onderdelen getoetst. Ten eerste is er een survivalbaan waarover de kinderen gekleed een parcours moeten afleggen. Ten tweede moeten de kinderen alle slagen laten
34
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
zien in het technische onderdeel. Als laatste is er een ‘fun’ onderdeel waarbij kinderen spelenderwijs laten zien wat zij kunnen. Tijdens het diplomazwemmen hoeven de kinderen niet te laten zien dat zij alle eisen onder de knie hebben. De KNZB wil dat het diplomazwemmen voor ieder kind leuk is en maakt er daarom een combinatie van een testmoment en een feestje van.
6.3 Oude versus nieuwe zwemlesmethode De KNZB is in 2014 gestart met de nieuwe methode SuperSpetters omdat de zwembond zich zorgen maakte over het niveau van de kinderen die klaar zijn met hun zwemlessen op de ‘oude’ traditionele wijze. Als Nederlandse zwembond voelt de bond zich verantwoordelijk vertelt de directeur van de KNZB Jan Kossen aan de Telegraaf in april 2014. Volgens hem moeten kinderen op een betere en snellere manier hun diploma kunnen behalen.
Verschillen De verschillen tussen de methodes zijn onder andere dat het traditionele zwemdiploma uit drie diploma’s bestaat en SuperSpetters uit één diploma. Ook is bij het traditionele zwemdiploma geen vaste volgorde waarin de verschillende zwemslagen worden aangeleerd. Terwijl kinderen bij SuperSpetters eerst de slagen leren die zij het snelst en makkelijkst onder de knie krijgen. Verder zijn de ouders bij de ‘oude’ methode vrij in hoe vaak en hoelang hun kind per week zwemles volgt. Bij SuperSpetters hebben kinderen gedurende 10 maanden twee keer per week driekwartier zwemles. Volgens de zwembond is SuperSpetters interessant en leuk voor kinderen omdat er gebruik wordt gemaakt van verschillende materialen. Zo zwemmen kinderen tijdens de les altijd met zwembril, badmuts en flippers. Volgens de KNZB vinden de kinderen het leuk om met materialen bezig te zijn. Daarnaast zorgt dat ervoor dat de kinderen zich volledig kunnen focussen op het leren van de zwemslagen en niet worden afgeleid door bijvoorbeeld prikkende ogen.
6.4 Judo Volgens de Judobond zijn veel sporten, waaronder judo, al geschikt voor kinderen van zes/zeven jaar, maar zij vinden dat judo ook zeer geschikt is voor kleuters. De Judobond vindt het van belang dat kinderen in die leeftijdsperiode op een goede manier leren hun evenwicht te bewaren, een val te breken en te rollen. Volgens de Judobond is judo goed voor de algemene ontwikkeling, maar onder andere ook voor het zelfvertrouwen van het kind.
35
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Structuur Bij de judovereniging kunnen kinderen als tuimelaar met judoën beginnen, zij starten dan met een witte band. In de daarop volgende periode leren de kinderen de basisbeginselen van het judo. In overleg met de leraar en vereniging worden kinderen uitgenodigd voor het afleggen van examen om de volgende kleur band te behalen. Hiervoor zijn exameneisen opgesteld naar leeftijd; afhankelijk van persoonlijke ontwikkeling kan hiervan afgeweken worden. Om een volgende band te behalen, zal tot en met de bruine band de leraar op de vereniging het examen afnemen. Daarna worden de examens afgenomen door de Judobond.
5e kyu
Geel
4e kyu
Oranje
Maximaal 2 jaar na startdatum op judo 6 jaar als gestart als tuimelaar met 4 jaar 7 jaar als gestart als tuimelaar met 5 jaar 9 jaar
3e kyu
Groen
11 jaar
2e kyu
Blauw
13 jaar
1e kyu
Bruin
15 jaar
1e dan
Zwart
16-18 jaar
Tabel 6.1 Kyu graad (kleur band) en leeftijd leerlingen (Geesink, 2009)
Exameneisen Per band zijn de exameneisen verschillend. Er worden drie niveaus onderscheiden: beginners, gevorderden en vakkundigen. Een judo-examen bestaat uit drie onderdelen. Elk niveau wordt de moeilijkheidsgraad van deze onderdelen zwaarder. Onderdeel één is het valbreken (ukemi waza). Beginners die dit examen doen moeten in staat zijn om de beweging in de juiste richting uit te voeren en ervoor zorgen dat de posities van het hoofd, armen en benen juist zijn, hierbij ligt de nadruk op de veiligheid. Gevorderden moeten de beweging onder andere vloeiend en vanuit meerdere verschillende posities kunnen uitvoeren. Hierbij ligt de nadruk op de uitvoering. Bij de vakkundigen gaat het vooral om de beheersing. Zij moeten de beweging volledig gecontroleerd en solide uitvoeren. Het tweede onderdeel van het examen is gericht op staande technieken en worpen (tachi waza). Ook hierbij gaat het bij de beginners erom dat de beweging in de juiste richting wordt uitgevoerd. Het accent ligt op de worp. Een gevorderde moet de techniek of worp in één vloeiende beweging laten zien en in staat zijn zich te verplaatsen over de mat. Vakkundigen moeten laten zien
36
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
dat zij de techniek gecontroleerd en op het juiste moment kunnen uitvoeren. Hierbij gaat het voornamelijk om de positie en balans. Het laatste onderdeel zijn de grond technieken. Voor de beginners zijn de eisen grotendeels hetzelfde als bij onderdeel één en twee. De nadruk ligt op de bewegingsrichting en eindpositie. Bij de gevorderde gaat het weer om de beweging die onder andere vloeiend moet worden uitgevoerd. Een vakkundige moet laten zien dat hij de juiste positie kan innemen en de techniek wederom gecontroleerd wordt uitgevoerd.
6.5 Bouwsteen voor het advies Op basis van het voorafgaande is de volgende bouwsteen voor het advies geformuleerd: -
Het aanbieden van nieuwe lesmethodes met onder andere gebruik van nieuwe materialen wekt interesse bij jonge kinderen en zorgt ervoor dat zij zich goed op de les kunnen richten.
37
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
38
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
7. Implementatie van sport- en beweegprojecten In dit hoofdstuk zijn bestaande evaluatieonderzoeken bestudeerd. Iedere paragraaf presenteert een aanbeveling of succesfactor die relevant is voor het nijntje beweegdiploma. Paragraaf 7.1 gaat over het behoud van het basisconcept. In paragraaf 7.2 wordt het doorontwikkelen van projecten besproken. Paragraaf 7.3 beschrijft de redenen waarom de betrokkenheid van ouders belangrijk is. Vervolgens gaat paragraaf 7.4 over de communicatie met betrekking tot projecten. In paragraaf 7.5 staan de bouwstenen voor het advies.
Dit hoofdstuk is gebaseerd op bestaande evaluatieonderzoeken. Hiervoor zijn de volgende evaluaties bestudeerd: Evaluatieonderzoek naar de interventie Beweegkriebels van het NISB, Ouderbetrokkenheid als basis van het Participatiehuis, Sportimpuls meting 2014 van het Mulier Instituut en de Kennispraktijk- voor sport, onderwijs en gezondheid, Evaluatieonderzoek naar netwerken rondom de beweegkuur en gecombineerde leefstijlinterventies van de Leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij (Duesmann, 2010, Participatiehuis, z.d., Boers, & Cevaal, 2014, Hartog, Wagemakers, Vaandrager & Koelen, 2012).
7.1 Basisconcept Wanneer een project goed is ontvangen en opgestart moet men daarna het project blijven doorontwikkelen. Echter is het belangrijk dat men zich daarbij aan het basisconcept houdt. Een projectleider moet daarom de basis waarmee en redenen waarom het project is gestart ten alle tijden onthouden en behouden. Dit is de reden waarom het project in eerste instantie succesvol is gebleken.
7.2 Doorontwikkelen Als een project goed loopt is het belangrijk voor het voortbestaan van het project dat de interesse ook na de opstartfase wordt vastgehouden en nieuwe interesse wordt opwekt. Daarom is het belangrijk een dergelijk sportproject als het nijntje beweegdiploma te blijven doorontwikkelen en aan te passen aan de vraag van de doelgroep. Door in te spelen op de wensen en behoeften van de doelgroep kan het project telkens weer nieuw leven in worden geblazen.
39
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
7.3 Betrokkenheid ouders Om een project succesvol te laten zijn is het belangrijk dat alle personen die iets met het project of de doelgroep te maken hebben hierbij worden betrokken. Zo ook de ouders van de kinderen die aan het project meedoen. Op die manier wordt draagvlak gecreëerd en weten alle betrokken ouders wat het project inhoudt en waarom hun kind eraan meedoet. Een project kan bijvoorbeeld activiteiten organiseren waarin ouders ook worden uitgenodigd om samen met hun kind mee te doen.
7.4 Communicatie Het is belangrijk dat een project zichtbaar is en blijft voor alle betrokkenen. Een project als het nijntje beweegdiploma kan bijvoorbeeld onder de aandacht worden gebracht tijdens lerarenvergaderingen en ouderbijeenkomsten op basisscholen. Het is belangrijk dat de doelgroep van het betreffende project bereikt wordt. Wanneer de doelgroep kinderen van twee tot en met zes jaar is, dan zijn kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen hiervoor de juiste plaatsen. Daar kunnen posters en flyers worden opgehangen en uitgedeeld aan de ouders en kinderen. De gemeente kan een belangrijke rol spelen als het gaat om het contact tussen zorg en sport. Zij kunnen bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten organiseren waarbij ouders, leerkrachten en dergelijke attent wordt gemaakt op de mogelijkheden en belangen van gezondheid en bewegen.
7.5 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
Bewaak de basis van het project.
-
Blijf het project doorontwikkelen.
-
Zorg ervoor dat ouders betrokken zijn.
-
Zorg dat het project zichtbaar is en blijft voor alle betrokkenen.
-
Benader de doelgroep van het project op plaatsen waar zij al zijn.
40
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
8. Gymnastiekverenigingen in Amsterdam Dit hoofdstuk gaat over de gymnastiekverenigingen in Amsterdam en omstreken. In paragraaf 8.1 worden alle verenigingen beschreven. Paragraaf 8.2 geeft een overzicht in de kansen voor het nijntje beweegdiploma in Amsterdam. In paragraaf 8.3 staan de bouwstenen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit 11 interviews met 15 vertegenwoordigers van de gymnastiekverenigingen in Amsterdam. De geïnterviewden zijn: Nicole van Groeningen (Amstels G.V.), Peter de Jong, Cor Mantel, Willy Pasman (DOS Amsterdam), Onno Peer, Karin Hermans, Etteke Mojet (GTV de Badhoeve), Willemijn Vriesekoop (GV F.D.O.), Greet Nieuwenhuijse (GV K.D.O.), Idaline Kastelijn (Ritmica), Marian van Wijk (SV Vriendschap), Tamara Kouwets (SV West), Astrid Geerts (TV ODIN), Fanny Kole (Turnz Amsterdam Gymnastics) en Andrea Alvarez (YouTurn). Daarnaast zijn de websites van alle beschreven gymnastiekverenigingen geraadpleegd.
8.1 Gymnastiekverenigingen Amstels Gymnastiek Vereeniging Amstels G.V. is een kleine gymnastiek vereniging in Amsterdam Zuid. De nadruk ligt bij deze vereniging op plezier in bewegen. Daarom wordt er alleen op recreatief niveau gesport en worden geen topprestaties nagestreefd. De vereniging is druk met het op orde stellen van het aantal leden en vooral het kaderprobleem. Wanneer deze punten zijn verbeterd, is Amstels geïnteresseerd in het nijntje beweegdiploma. Bij Amstels wordt op dit moment één keer per week een kleutergymles aangeboden. Wanneer zij zouden starten met het beweegdiploma, is dit de enige les waarin dit tot nu toe zou kunnen worden geïmplementeerd.
Diemer Gymnastiek Vereniging De Diemer Gymnastiek Vereniging biedt lessen aan voor kinderen vanaf drie jaar. De vereniging is in deze lessen bezig met Gymkids, het KNGU lesprogramma dat de basis vormt van het beweegdiploma. Of DGV in de toekomst aan de slag zal gaan met het beweegdiploma, is nog niet bekend.
DOS Amsterdam Gymnastiekvereniging DOS is een grote vereniging met ruim 670 leden en zij willen graag verder groeien. De vereniging geeft lessen op recreatief- en wedstrijdniveau. Om de groei door te kunnen zetten, heeft de vereniging meer kader nodig. De voorzitter van DOS, Peter de Jong, geeft in het interview aan dat de vereniging behoefte heeft aan een contactpersoon die beschikbaar is voor advies met betrekking tot het implementeren van het beweegdiploma en voornamelijk
41
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
ondersteuning bij promotieactiviteiten. Wat betreft promotie zal DOS beginnen bij de eigen website. Begin dit jaar was er nog niets over het beweegdiploma te lezen op de website van DOS. Inmiddels is er wel wat informatie over het beweegdiploma te vinden. Hier kan in de toekomst nog veel aan worden verbeterd. In september 2014 is DOS gestart met het beweegdiploma en in april 2015 zijn de eerste beweegdiploma’s uitgereikt. De beweegdiplomalessen zijn in de bestaande peuter- en kleuterlessen geïmplementeerd. DOS is actief op meerdere locaties: in West, Oost, Zuid en Oud-Zuid. Binnen de vereniging zijn twee lesgevers, Cor Mantel en Willy Pasman, die in bezit zijn van een licentie met betrekking tot het nijntje beweegdiploma. Zij zijn daarmee de enige twee lesgevers binnen de vereniging die deze lessen mogen geven. Er worden op dit moment vier beweegdiplomalessen gegeven bij DOS.
Fit 84 Met vereniging Fit 84 in Amstelveen is geen contact tot stand gekomen. Het is onduidelijk of de vereniging geïnteresseerd is in het beweegdiploma. Wel bieden zij lessen aan voor kinderen vanaf 4 jaar en staat op de website vermeld dat de lessen in het teken staan van onder andere klimmen, klauteren, springen, balanceren en rollen. Al deze bewegingsvormen komen bij het beweegdiploma ook nadrukkelijk naar voren. De inhoud van de bestaande lessen bij Fit 84 en het beweegdiploma komen gedeeltelijk overeen. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat Fit 84 geïnteresseerd zou kunnen zijn in het beweegdiploma.
Gymnastiek en Turn Vereniging de Badhoeve Uit een interview met een aantal leden van het bestuur van GTV de Badhoeve kwam naar voren dat het goed gaat met de vereniging. De vereniging biedt lessen aan op recreatief en wedstrijdgericht niveau. Op dit moment heeft de vereniging 168 leden en dit aantal is de afgelopen periode gestegen. Sinds kort geeft GTV de Badhoeve ook lessen in Amsterdam Nieuw-West. De vereniging heeft op het moment voldoende kader maar geeft aan meer kader binnen te willen halen. GTV de Badhoeve is nog niet gestart met het beweegdiploma. De vereniging is bezig met de voorbereidingen en streeft ernaar in september te starten met de eerste beweegdiplomalessen. Wel houdt de vereniging rekening met de andere gymnastiekverenigingen in Amsterdam Nieuw-West en gaat GTV de Badhoeve alleen in Badhoevedorp het beweegdiploma aanbieden. Het bestuur geeft aan Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam indien nodig om advies te willen vragen met betrekking tot het beweegdiploma. Daarnaast stelt het bestuur dat de vereniging behoefte heeft aan ondersteuning bij onder andere promotieactiviteiten. Ook wil het
42
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
bestuur van de vereniging graag gebruik maken van het bestaande netwerk van Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam.
Gymnastiek Vereniging F.D.O. GV F.D.O. is een vereniging die lessen aanbiedt voor jong en oud en op recreatief- en wedstrijdniveau. De lessen voor jonge kinderen zijn grotendeels vol en er zijn wachtlijsten voor nieuwe leden. De vereniging bestaat nu uit ongeveer 370 leden. De vereniging is op zoek naar meer kader zodat er meer lessen voor voornamelijk jonge kinderen kunnen worden aangeboden. Het bestuur van F.D.O. is er nog niet uit of zij het beweegdiploma binnen hun vereniging willen aanbieden. Zij laten de beslissing aan de lesgevers. Willemijn Vriesekoop is bevoegd om de lessen te geven. Voordat Vriesekoop de cursus had gevolgd om het beweegdiploma te mogen geven, was zij sceptisch over het initiatief. Volgens Vriesekoop was dit het zoveelste initiatief om kinderen te stimuleren en zij ziet voor- en nadelen. Na het volgen van de bijscholing gaat Vriesekoop het project een kans geven. De vereniging is bezig met het opstarten van beweegdiplomalessen.
Gymnastiek Vereniging Kracht Door Oefening GV K.D.O. is een relatief kleine vereniging met 180 leden in Amsterdam Noord. De vereniging biedt lessen aan voor recreatie- en wedstrijdniveau. Uit het interview met Greet Nieuwenhuijse komt naar voren dat de vereniging moeite heeft met het onderhouden van de communicatie via de website. Bij K.D.O. bestaat het grootste deel van het kader uit wat oudere gepensioneerde dames die er eigenlijk aan toe zijn hun aandeel in de vereniging over te dragen. Momenteel kan dit nog niet vanwege het grote gebrek aan kader. Vanwege het kadergebrek bij K.D.O. en bij Sport Vereniging Vriendschap, die ook in Amsterdam Noord is gevestigd, gaan deze twee verenigingen samenwerken om het beweegdiploma in Amsterdam Noord te implementeren. Op deze manier worden ook de kosten die gemaakt worden door de twee verenigingen gedeeld. Afgelopen februari is in Amsterdam Noord het beweegdiploma gestart met beweegdiplomalessen tijdens de bestaande kleutergymlessen bij K.D.O. en SV Vriendschap.
Gymnastiek Vereniging Salto De website van Salto vermeldt dat de vereniging lessen aanbiedt aan kinderen vanaf zes jaar. In de lesroosters daarentegen staat dat zij een aantal lessen geven voor kinderen vanaf 4 en 5 jaar. Salto is een kleine vereniging die gebruik maakt van twee locaties. Ondanks dat de vereniging twee geschikte lessen heeft om het beweegdiploma in te implementeren, hebben zij aangegeven hier nog niet mee te willen starten in verband met beperkte groeimogelijkheden. De zalen waarin Salto lessen geeft,
43
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
zijn maar beperkt beschikbaar en het kader geeft al het maximaal aantal uren dat zij kunnen. Salto zou ondersteuning kunnen gebruiken bij het zoeken naar nieuw kader en meer trainingslocaties.
NOS-Turnen Met deze vereniging is geen contact tot stand gekomen. Hierdoor is er weinig over hen bekend en is niet bekend of NOS-turnen geïnteresseerd is in het beweegdiploma. De vereniging heeft 285 leden en biedt meerdere lessen aan voor kinderen die binnen de doelgroep van het beweegdiploma vallen. Dat maakt de vereniging wel geschikt om met het beweegdiploma te starten.
Ritmica Ritmica is een kleine vereniging met ongeveer 40 leden. Voor het aantal leden zijn er op dit moment voldoende lesgevers. De vereniging wil verder groeien in aantal leden en kader. Ritmica biedt op dit moment twee lessen aan waarin het beweegdiploma kan worden geïmplementeerd. De vereniging is bezig met het opstarten van het project en zij bieden binnenkort beweegdiplomalessen aan. In het interview geeft Idaline Kastelijn, lesgever bij Ritmica en combinatiefunctionaris bij Sportservice Amsterdam, aan dat Ritmica behoefte heeft aan sturing. Met betrekking tot het beweegdiploma wil Kastelijn Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam kunnen raadplegen wanneer er vragen of onduidelijkheden zijn.
Sport Vereniging IVO Sport en ontspanningsvereniging IVO (In Vriendschap Opgericht) is een vereniging in Ouderkerk aan de Amstel. Zij bieden tot nu toe één uur per week het beweegdiploma aan. In de toekomst willen zij dit uitbreiden. Ook willen zij in de toekomst beweegdiplomalessen gaan aanbieden aan kinderdagverblijf organisaties. De vereniging heeft aangeven graag ondersteuning te krijgen voor de marketing en promotie van het beweegdiploma.
Sport Vereniging Vriendschap Sportvereniging Vriendschap biedt gymnastieklessen aan in Amsterdam Noord. De vereniging heeft 163 leden en dit aantal is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven. In het interview geeft Marian van Wijk aan dat de vereniging behoefte heeft aan ondersteuning met betrekking tot de promotie van het beweegdiploma. Daarnaast vindt zij het onderhouden van de communicatie via de website lastig. SV Vriendschap werkt samen met K.D.O. om het beweegdiploma in Amsterdam Noord op te starten. Afgelopen februari zijn zij van start gegaan met de eerste lessen en op 17 en 25 juni as zullen de eerste diploma’s worden uitgereikt.
44
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Sport Vereniging West Sport Vereniging West is een combinatievereniging met gymnastiek en volleybal. De vereniging heeft een goed draaiende gymnastiektak met 105 leden. In 2014 was de vereniging nog druk met het opzetten van een nieuw bestuur. Daardoor lagen de prioriteiten destijds daar en niet bij het opstarten van een nieuw programma als het beweegdiploma. Inmiddels is SV West afgelopen maart wel gestart met beweegdiplomalessen. De vereniging biedt in eerste instantie één lesuur per week aan, maar wil dit aantal in de toekomst uitbreiden. Op dit moment kan dat nog niet in verband met gebrek aan locaties. Uit het interview met Tamara Kouwets komt naar voren dat de vereniging op dit moment geen specifieke wensen of behoeften heeft met betrekking tot het beweegdiploma. Om op te starten heeft Kouwets naar eigen zeggen genoeg aan de beschikbare handleidingen. Wel geeft zij in het interview aan Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam te willen benaderen wanneer zij in de toekomst vragen heeft.
Tonido Deze vereniging heeft aangegeven niet te starten met het beweegdiploma. De redenen hiervan zijn niet bekend. Op de website komt naar voren dat Tonido ‘Gym-extra’ lessen aanbiedt. Deze lessen zijn speciaal voor kinderen met een motorische achterstand en andere kinderen die moeite hebben om wat betreft bewegen mee te komen met hun leeftijdsgenootjes. Tonido biedt deze lessen aan voor kinderen van 6 t/m 12 jaar. De vereniging is dus wel gericht bezig met de motoriek van kinderen; dit kan een reden zijn waarom Tonido niet met het beweegdiploma wil starten. De vereniging biedt wel geschikte lessen aan dus men kan in de toekomst het beweegdiploma binnen de vereniging gaan aanbieden.
Turnvereniging ODIN Turnvereniging ODIN is een middelgrote vereniging in Amstelveen. Op dit moment hebben zij ongeveer 400 leden. In het interview vertelde Astrid Geerts dat de vereniging een jaar geleden problemen had met een bestuurslid waarna ongeveer 100 leden de vereniging hebben verlaten en ODIN bijna failliet ging. Geerts geeft aan dat de vereniging nu weer aan het bijkomen is na die klap en op dit moment is ODIN ook financieel weer op orde. De vereniging biedt lessen voor kinderen en volwassenen aan en de nadruk ligt op het recreatieve bewegen. ODIN biedt op meerdere locaties in Amstelveen lessen aan voor kinderen. In de toekomst wil de vereniging uitbreiden naar nog een locatie en dan willen zij ook het aantal beweegdiplomalessen vergroten. Vanwege te weinig kader kan dit op dit moment nog niet. Geerts geeft aan dat de
45
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
vereniging graag advies en ondersteuning wil met het aantrekken van kader en bij promotieactiviteiten. De vereniging is op dit moment in vijf lessen actief met het beweegdiploma. De twee gecertificeerde lesgevers kunnen niet meer uren draaien en er zal dus moeten worden gewacht op het aantreden van een nieuwe lesgever. Zodra die er is, wil ODIN uitbreiden naar nog een locatie op de Groenelaan te Amstelveen en daar meerdere uren draaien. Op de website van ODIN wordt duidelijk en op meerdere plekken gecommuniceerd over het beweegdiploma.
Turn Vereniging Wilskracht Bij Turn Vereniging Wilskracht kunnen kinderen op recreatief- en wedstijdniveau turnen. De vereniging heeft ongeveer 295 leden. Vanaf vier jaar kunnen kinderen bij TV Wilskracht terecht. Zij bieden twee peuter- en kleuterlessen aan. De vereniging is op dit moment niet op zoek naar meer lesgevers, wel kunnen zij nog assistenten gebruiken. Wilskracht heeft weinig interesse getoond in het beweegdiploma en het is onbekend of zij in de toekomst hiermee aan de slag willen.
Turnz Amsterdam Gymnastics Turnz Amsterdam Gymnastics is een grote vereniging in Amsterdam West. Er zijn 865 recreatieve leden actief bij de vereniging en 163 leden die aan wedstrijden meedoen. In het afgenomen interview geeft één van de beweegdiploma-lesgevers van Turnz, Fanny Kole, aan dat de vereniging in de toekomst het beweegdiploma verder wil uitbreiden en meer wil doen aan de bekendheid, marketing en promotie. Indien mogelijk met ondersteuning van Sportservice Amsterdam en/of Stichting Turnstad Amsterdam. De vereniging geeft lessen op drie verschillende locaties: IJburg, Ookmeer en De Pijp. De vereniging biedt veel lessen aan voor kinderen van twee tot zes jaar. Op IJburg worden op dit moment nog geen peuter- en kleuterlessen gegeven. Op de locatie in Ookmeer zijn er vijf peuter- en kleuterlessen waarvan drie beweegdiplomalessen. In De Pijp zijn twee peuter- en kleuterlessen waarvan één beweegdiplomales. De lessen variëren wat betreft leeftijden, maar vallen allemaal binnen de doelgroep van het beweegdiploma. Afhankelijk van de leeftijdsgroep, tijd en locatie duren lessen drie kwartier of een uur. De lesgevers van de beweegdiplomalessen bepalen wanneer een kind klaar is om zijn diploma in ontvangst te nemen; de kinderen worden in dat geval uitgenodigd voor een afsluitmoment. Wat opvalt is dat op de website van Turnz bijna niets van het nijntje beweegdiploma wordt gecommuniceerd. Hier kan in de toekomst nog aan gewerkt worden.
46
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Vaardig & Vlug Zuid Met de vereniging Vaardig en Vlug Zuid is geen contact tot stand gekomen. Het is onbekend of de vereniging interesse heeft in het beweegdiploma. De vereniging is wel geschikt omdat zij al lessen aanbieden voor kinderen vanaf drie jaar.
Vlug en Vaardig Osdorp Vlug en Vaardig Osdorp is een middelgrote vereniging. Zij bieden lessen aan van jong tot oud, op recreatief- en selectieniveau. Op dit moment gaat de vereniging nog niet starten met het beweegdiploma. De redenen hiervan zijn niet bekend. Wel biedt de vereniging een aantal geschikte lessen waarin het beweegdiploma in de toekomst zou kunnen worden geïmplementeerd.
YouTurn Gymnastiekvereniging YouTurn heeft op dit moment ongeveer 100 leden. Daarnaast is er een wachtlijst voor de leeftijd van drie tot vijf jaar. De vereniging wil graag starten met beweegdiplomalessen. Deze kunnen worden geïmplementeerd in de bestaande peuter- en kleuterlessen. Andrea Alvarez, oprichtster van YouTurn en combinatiefunctionaris bij Sportservice Amsterdam, vertelt in het interview dat zij voornamelijk hulp kan gebruiken bij het huren van zalen (subsidiegelden), trainers/opleidingen, materialen en promotie. Verder is Sportservice Amsterdam fijn om te gebruiken als netwerk, daardoor zijn er meer mogelijkheden. YouTurn is inmiddels officieel lid van de KNGU, maar nog niet van Stichting Turnstad Amsterdam.
8.2 Kansen voor het nijntje beweegdiploma in Amsterdam In Amsterdam is het nijntje beweegdiploma volop in ontwikkeling. Op dit moment zijn er acht gymnastiekverenigingen in Amsterdam die het beweegdiploma al aanbieden. Drie gymnastiekverenigingen zijn bezig om in september 2015 met de beweegdiplomalessen te beginnen. Verder zijn er nog negen gymnastiekverenigingen die wel de mogelijkheid hebben om het beweegdiploma aan te bieden maar zij willen dit nog niet gaan doen of er is nog geen contact met de vereniging geweest over het beweegdiploma. Hier liggen kansen om meer verenigingen zover te krijgen dat zij het beweegdiploma gaan aanbieden. Verder heeft Sportservice Amsterdam het Keurmerk zelf ook aangevraagd om introductielessen op basisscholen te kunnen aanbieden. Op deze manier kunnen geschoolde combinatiefunctionarissen ook vanuit Sportservice Amsterdam met het beweegdiploma aan de slag bij basisscholen binnen Amsterdam.
47
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Vereniging
Leden
Kader
Amstels G.V. Diemer Gymnastiek Vereniging DOS Amsterdam
108 Onbekend
Nee Onbekend
Bestaande peuter- en kleuter lessen Ja Ja
679
Nee
Ja
Ja
FIT 84 GTV de Badhoeve
Onbekend 168
Nee Nee
Ja Ja
Nee Mee bezig
GV F.D.O. GV K.D.O.
372 180
Nee Nee
Ja Ja
Mee bezig Ja
GV Salto
166
Nee
Ja
Nee
NOS-turnen Ritmica
285 40
Onbekend Ja
Ja Ja
Nee Ja
SV IVO
Onbekend
Nee
Ja
Ja
SV Vriendschap
163
Nee
Ja
Ja
SV West
105
Nee
Ja
Ja
Tonido TV ODIN
260 400
Onbekend Nee
Ja Ja
Nee Ja
TV Wilskracht Turnz Amsterdam Gymnastics Vaardig en Vlug Zuid Vlug en Vaardig Osdorp YouTurn
295
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
1028
Bestaande beweegdiplomalessen
Wensen en behoeften
Nee Nee
Onbekend Onbekend
- Zalen - Promotie - Netwerk - Trainers - Algemene communicatie Onbekend - Promotie - Ondersteuning - Sturing - Netwerk Onbekend - Kader - Promotie - Samenwerking - Zalen - Kader Onbekend - Ondersteuning - Sturing - Promotie - Ondersteuning/informatie - Kader - Promotie - Samenwerking - Netwerk - Advies/ondersteuning Onbekend - Kader - Promotie Onbekend -
Marketing/promotie
100
Onbekend
Ja
Nee
Onbekend
42
Onbekend
Ja
Nee
Onbekend
100
Nee
Ja
Mee bezig
-
Zalen/materialen (subsidie) Kader/opleiding Promotie Netwerk
Tabel 8.1 Overzicht gymnastiekverenigingen
48
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
8.3 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
Veel gymnastiekverenigingen geven aan ondersteuning te kunnen gebruiken bij marketing en promotieactiviteiten met betrekking tot het beweegdiploma.
-
Een aantal gymnastiekverenigingen geeft aan Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam als netwerk te willen gebruiken.
-
Veel gymnastiekverenigingen geven aan tekort aan kader te hebben.
-
Negen gymnastiekverenigingen in Amsterdam hebben wel de mogelijkheid om het beweegdiploma aan te bieden maar willen dit nog niet of het is niet bekend wat zij van het beweegdiploma vinden.
49
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
50
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
9. Sportverenigingen in Amsterdam Dit hoofdstuk gaat over wat andere sportverenigingen vinden van het nijntje beweegdiploma. Paragraaf 9.1 geeft een overzicht in de resultaten van de enquête die is ingevuld door 145 sportverenigingen. In paragraaf 9.2 worden de interviews met SC Buitenveldert, Xenios en ZV Berlage beschreven. In de laatste paragraaf 9.3 staan de bouwstenen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen via een online verstuurde enquête en via interviews met vertegenwoordigers van sportverenigingen SC Buitenveldert, Xenios en ZV Berlage. Daarnaast zijn de websites van deze drie sportverenigingen geraadpleegd.
9.1 Enquête sportverenigingen De enquête is naar ruim 500 sportverenigingen in en rond Amsterdam verstuurd. Met een uiteindelijk aantal van 145 respondenten staat hieronder een overzicht van de belangrijkste resultaten.
Sporttak sportverenigingen Uit de enquête komt naar voren dat voornamelijk voetbalverenigingen, martial arts verenigingen, gymnastiekverenigingen en tennisverenigingen de enquête hebben ingevuld. Gevolgd door een behoorlijk aantal watersportverenigingen, honkbal-/softbalverenigingen en volleybalverenigingen. De variatie is groot, van vechtsport tot denksport en van een watersportvereniging tot een vereniging voor aangepast sporten. Het gaat hierbij om sporten die te beoefenen zijn door mensen van jong tot oud.
51
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
18 Voetbalverenigingen 15 Martial arts verenigingen 14 Gymnastiekverenigingen 14 Tennisverenigingen 10 Watersportverenigingen 8 Basketbalverenigingen 8 Volleybalverenigingen 18
5 Honk-/Softbalverenigingen 5 Denksportverenigingen
15
5 IJsverenigingen 4 Zwemverenigingen 4 Atletiekverenigingen
14
4 Badmintonverenigingen 4 Handbalverenigingen 4 Tafeltennisverenigingen 4 Ruitersportverenigingen
14 8
8
10
3 Hockeyverenigingen 3 Korfbalverenigingen 2 Rugbyverenigingen 2 Wielerverenigingen 2 Omnisportverenigingen 2 Schermverenigingen 2 Aangepast sporten verenigingen 1 Klimvereniging 1 Scouting organisatie 1 Overige vereniging Grafiek 9.1 Sporttak van sportverenigingen die de enquête hebben ingevuld.
52
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Bekendheid nijntje beweegdiploma Van de 145 responderende sportverenigingen slechts 13 verenigingen bekend zijn met het beweegdiploma. Ruim 90% van de respondenten geeft aan nog nooit van het beweegdiploma te hebben gehoord. Dit betekent dat minder dan 10% van de verenigingen met het beweegdiploma bekend is.
145 132
13
Ja
Nee
Totaal respondenten
Grafiek 9.2 Sportverenigingen bekend met nijntje beweegdiploma
53
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Verenigingen bekend met nijntje beweegdiploma Uit de enquête blijkt dat slechts 13 van de 145 responderende sportverenigingen bekend zijn met het beweegdiploma. Van de 13 verenigingen die bekend zijn met het beweegdiploma zijn er 11 een gymnastiekvereniging. Zij gaven aan het beweegdiploma te kennen via de KNGU, Stichting Turnstad Amsterdam en/of Sportservice Amsterdam. Deze instanties zijn de afgelopen periode samen met de gymnastiekverenigingen bezig het beweegdiploma op de starten binnen Amsterdam. De overige twee verenigingen die bekend zijn met het beweegdiploma, zijn een hockeyvereniging en een martial arts vereniging. Zij gaven beide in de enquête aan het project op internet te zijn tegen gekomen.
1 1
Gymnastiekverenigingen
Hockeyvereniging
Martial arts vereniging 11
Grafiek 9.3 Vereniging bekend met nijntje beweegdiploma
54
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Eerste indruk nijntje beweegdiploma In de enquête hebben de verenigingen een uitleg gekregen over het beweegdiploma. Hierin kwam naar voren waarom het beweegdiploma door de KNGU is opgestart, wat men wil bereiken en hoe men dit wil doen. Daarna is gevraagd hoe zij het beweegdiploma beoordelen op een 5-puntenschaal, waarbij 5 uitstekend is en 1 slecht. Ruim 84% van de 145 responderende verengingen geeft aan het beweegdiploma een drie, vier of zelfs een vijf te geven. Redenen waarom verenigingen het beweegdiploma hoog beoordelen, variëren. De meeste verenigingen zijn enthousiast over het project omdat zij inzien waarom het belangrijk is dat kinderen op jonge leeftijd beginnen met sporten. Een aantal verenigingen geeft aan dat zij in de afgelopen jaren steeds meer kinderen tegenkomen die moeite hebben met hun motoriek. Dit zijn volgens hen vaak kinderen die te zwaar zijn. De verenigingen zien het beweegdiploma als een mogelijkheid om hieraan aandacht te besteden. Andere verenigingen zien het beweegdiploma in het algemeen als start van het beweegleven van een kind. Een kleine 10% geeft na een eerste indruk het beweegdiploma een één of twee. Een aantal zegt dat het beweegdiploma naar hun mening geen zin heeft en dat het beweegdiploma het zoveelste initiatief is om overgewicht bij kinderen te verminderen. Andere verenigingen geven een lage beoordeling omdat het beweegdiploma niet de doelgroep van hun vereniging betreft. Ook is dit de reden waarom de overige 5% van de responderende verenigingen geen mening heeft gegeven.
55 47
21 11
8
3 1
2
3
4
5
Geen mening
Grafiek 9.4 Eerste indruk nijntje beweegdiploma
55
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Aanbieden nijntje beweegdiploma Acht procent van de responderende verenigingen geeft aan het beweegdiploma te willen aanbieden. Van deze in totaal 11 verenigingen zijn acht een gymnastiekvereniging. Deze gymnastiekverenigingen bieden het beweegdiploma al daadwerkelijk aan. De andere drie verenigingen hebben interesse getoond om in de toekomst het beweegdiploma aan te bieden. Dit zijn twee martial arts verenigingen en één handbalvereniging. De andere verenigingen geven in de enquête aan het beweegdiploma nog niet aan te willen bieden. Het grootste deel geeft aan dit niet te kunnen vanwege beperkte mogelijkheden. Sommige verenigingen zien het beweegdiploma sneller aangeboden bij gymnastiekverenigingen. Daarnaast is een deel van de verenigingen van mening dat het beweegdiploma bij basisscholen zou moeten worden aangeboden en niet bij sportverenigingen. Ook is er een aantal verenigingen die aangeeft niet de juiste doelgroep te hebben binnen hun vereniging.
8%
Ja Nee
92%
Grafiek 9.5 Aanbieden nijntje beweegdiploma
56
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Ondersteunen nijntje beweegdiploma Tweederde van de responderende verenigingen geeft in de enquête aan dat zij het beweegdiploma willen ondersteunen. De manier van ondersteunen is per vereniging verschillend. De ene vereniging heeft daadwerkelijk interesse om een samenwerking met een gymnastiekvereniging aan te gaan. Andere verenigingen willen alleen posters ophangen ter promotie van het beweegdiploma. De verenigingen die hebben aangegeven het beweegdiploma niet te ondersteunen, hebben hiervoor verschillende redenen. Een groot aantal biedt geen lessen binnen de vereniging aan die geschikt zijn voor de doelgroep van het beweegdiploma. Andere steunen al een soortgelijk project of hebben al een diploma binnen de vereniging. Ook is er een vereniging die het beweegdiploma niet wil ondersteunen vanwege eerdere slechte ervaringen met een ander soort diploma.
33% Ja Nee 67%
Grafiek 9.6 Ondersteunen nijntje beweegdiploma
Suggesties nijntje beweegdiploma Als laatste is in de enquête gevraagd naar suggesties. Hier kwamen verenigingen met verschillende punten. Als eerste komen veel verenigingen met het feit dat het beweegdiploma nog nauwelijks bekend is. Zowel bij de verenigingen als bij de doelgroep moet hier volgens hen nog aan gewerkt worden. Veel verenigingen geven aan dat het beweegdiploma beter op zijn plek is bij basisscholen. Volgens hen hebben basisscholen meer invloed op ouders en kinderen. Daarnaast stellen de verenigingen dat ouders en kinderen die al bij verenigingen komen niet de doelgroep zijn, want die kinderen bewegen al. Kinderen die nog niet bewegen moeten naar de vereniging toekomen terwijl alle kinderen op school zitten. Om deze reden is een aantal verenigingen van mening dat het
57
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
beweegdiploma standaard op school moet worden aangeboden in plaats van bij de gymnastiekvereniging. Sommige verenigingen denken hierdoor ook dat de leeftijd van het beweegdiploma moet worden verhoogd tot acht jaar. Of dat er voor de leeftijd van zes tot en met acht een vervolg moet komen op het beweegdiploma. Een aantal verenigingen is van mening dat het beweegdiploma nog algemener moet wat betreft het bewegen. Wat zij nu weten van het beweegdiploma doet hen erg denken aan gymnastiek en turnen. Om het beweegdiploma ook aantrekkelijk te maken voor andere sportverenigingen moet volgens die verenigingen het programma meer variëren en meer sporten benadrukken. Op die manier krijgen kinderen ook een brede basis van bewegen. Daarnaast kunnen kinderen na het beweegdiploma mogelijk gerichter een sport kiezen die zij leuk vinden. Als laatste is er nog een vereniging die van mening is dat er een goede combinatie kan worden gemaakt tussen gezonde voeding en bewegen.
9.2 Diepte-interviews sportverenigingen SC Buitenveldert SC Buitenveldert is een voetbalvereniging in Amsterdam Zuid. Bij de vereniging zijn kinderen vanaf vijf jaar welkom om bij de Jonge Sterren te komen voetballen. Op dit moment zit de groep met Jonge Sterren vol, daarom is een wachtlijst samengesteld. Dayenne L’abée vertelt in het interview dat het bij Buitenveldert niet nodig is om kinderen te stimuleren om te sporten. Kinderen en hun ouders komen hier vanzelf naar toe met de intentie te willen sporten en bewegen. De vereniging heeft veel leden en hoeft niet te werven. Van het nijntje beweegdiploma heeft L’abée nog niet eerder gehoord. Haar eerste reactie is positief. Op de vereniging en in haar eigen omgeving ziet L’abée de problemen met overgewicht bij kinderen steeds vaker. Wat zij heel mooi aan het beweegdiploma vindt, is dat het de kinderen de basis van bewegen leert en nog niet stuurt naar één bepaalde sport. Zodra de kinderen de basis beheersen, kunnen zij zelf met hun ouders beslissen welke sport zij willen beoefenen. Vanuit de vereniging wil L’abée om die redenen graag een samenwerking aangaan met een gymnastiekvereniging. Dit omdat er geen mogelijkheden bij Buitenveldert zijn om het beweegdiploma zelf aan te bieden. Wie weet dat hier in de toekomst verandering in komt. Vanuit Buitenveldert kunnen ouders worden geattendeerd op het beweegdiploma en kunnen kinderen voordat zij bij de vereniging mogen komen voetballen het beweegdiploma halen. Dit zal volgens L’abée voordelen hebben voor de kinderen en de vereniging omdat de kinderen door middel van het beweegdiploma motorisch verder zijn ontwikkeld.
58
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Volgens L’abée zijn ouders bij Buitenveldert goed te benaderen voor een dergelijk initiatief en staan zij open voor nieuwe sportactiviteiten. Daarnaast is L’abée van mening dat vele sportverenigingen, basisscholen en dergelijke organisaties open zullen staan voor het initiatief als zij op de hoogte worden gebracht van het bestaan van het beweegdiploma.
Xenios Xenios is een hockeyvereniging in Oud-Sloten Amsterdam. Bij de vereniging zijn kinderen vanaf zes jaar welkom om te komen hockeyen. Kinderen van drie tot zeven jaar kunnen af en toe komen kinder-hockeyen. Dit doet Xenios om kinderen te enthousiasmeren over het spelletje, vertelt Bernadette Splint in het interview. Vaak komen kinderen dan bij de club terug zodra zij oud genoeg zijn om echt te kunnen hockeyen. Splint heeft nog niet van het nijntje beweegdiploma gehoord. Zij reageert positief op het project en is het eens met de redenen en noodzaak van het project. Steeds vaker ziet Splint, af en toe op de vereniging maar vooral op straat, te dikke kinderen. Dit komt naar haar mening door verkeerde voeding én te weinig beweging op jonge leeftijd. Splint denkt dat het beweegdiploma goed op deze problematiek kan inspelen zodra het project bekender wordt. Bij Xenios zijn geen mogelijkheden om het beweegdiploma aan te bieden. Volgens Splint zou dit ook niet de juiste plaats zijn omdat er weinig kinderen van twee tot en met zes jaar bij Xenios zijn. Het beweegdiploma moet worden aangeboden op plaatsen waar die kinderen komen. Bijvoorbeeld bij de kinderopvang, BSO of basisschool.
ZV Berlage Zwemvereniging Berlage is een kleine vereniging in Amsterdam Noord. Bij de vereniging komen per week ongeveer 50 kinderen van twee tot en met zes zwemmen. Berthe Volbeda vertelt in het interview dat de vereniging zich alleen bezig houdt met zwemmen en dat kinderen en ouders vanzelf komen en niet hoeven worden geworven. Volbeda geeft aan dat de kinderen van twee tot en met zes jaar bij de vereniging komen om hun zwemdiploma te behalen. Daarna gaat een groot deel, zodra ze oud genoeg zijn, een andere sport beoefenen. Het nijntje beweegdiploma is nieuw voor Volbeda. Haar eerste reactie is positief, maar Volbeda is van mening dat het probleem van overgewicht bij kinderen maar gedeeltelijk komt door een gebrek aan bewegen. Volgens Volbeda is het probleem ook te wijten aan de verkeerde voeding die kinderen voorgeschoteld krijgen. Volbeda geeft in het interview aan dat zij het initiatief van een beweegdiploma naast het zwemdiploma heel goed vindt. Op die manier leren kinderen in het water en ook op de grond het
59
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
best bewegen. Het beweegdiploma wordt door Volbeda niet als bedreiging ervaren omdat het twee heel verschillende diploma’s zijn. Kinderen halen vaak wanneer zij vier of vijf jaar zijn hun eerste zwemdiploma vertelt Volbeda. Wanneer deze kinderen voor die tijd al bezig zijn met het beweegdiploma kan dit naar haar mening voordelen opleveren, omdat kinderen hierdoor motorisch al verder zijn ontwikkeld.
9.3 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
De meeste respondenten op de enquête en de geïnterviewde vertegenwoordigers van sportverenigingen zijn enthousiast over het beweegdiploma, maar zij weten niet dat het beweegdiploma bestaat en wat het project is.
-
De respondenten op de enquête en geïnterviewde vertegenwoordigers van sportverenigingen geven aan dat het beweegdiploma het beste kan worden aangeboden op plaatsen waar de doelgroep al is bijvoorbeeld bij de kinderopvang, BSO en basisschool.
-
De respondenten op de enquête en geïnterviewde vertegenwoordigers van sportverenigingen zien voordelen voor sportverenigingen omdat kinderen door middel van het beweegdiploma motorisch verder zijn ontwikkeld wanneer zij bij de vereniging komen.
-
De drie geïnterviewde vertegenwoordigers van sportverenigingen zijn allen niet op de hoogte van het bestaan van het beweegdiploma.
-
90% van de respondenten had nog nooit gehoord van het beweegdiploma.
-
De respondenten op de enquête en geïnterviewde vertegenwoordigers van sportverenigingen geven aan dat er meer promotie van het beweegdiploma moet komen.
-
Een aantal respondenten op de enquête geeft aan interesse te hebben in een vervolg op het basisconcept van het beweegdiploma voor kinderen van zes tot en met acht jaar.
-
84% van de respondenten op de enquête en de drie geïnterviewde vertegenwoordigers van sportverenigingen zijn positief over het beweegdiploma.
60
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
10. Andere sportaanbieders In dit hoofdstuk komen verschillende organisaties aan de orde. Wat doen de organisaties aan sport en sportstimulering en wat vinden zij van het nijntje beweegdiploma. In paragraaf 10.1 worden kinderdagverblijf organisaties besproken. Paragraaf 10.2 gaat over BSO’s en paragraaf 10.3 over basisscholen. In de laatste paragraaf 10.4 staan de bouwstenen voor het advies.
De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit interviews met vertegenwoordigers van kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen. Namelijk: Anna Jonkman (Kinderrijk), Willy Fenne (Het Strand), Oya Yavuz (Oya’s Childcare), Roy Lebbe (De Bengel), Karin van Essen (De Wildenhorst), Tom Sloetjes (Dynamo), Eva Foppes (OBS de Horizon), Gerben Donker (G.Th. Rietveldschool) en Saskia Gal (Cornelis Vrijschool). Daarnaast zijn de websites van al deze organisaties geraadpleegd.
10.1 Kinderdagverblijven Kinderrijk Kinderrijk is een grote organisatie met meerdere vestigingen in Amstelveen en Amsterdam voor kinderdagopvang en BSO. Bij de kinderdagopvang zijn kinderen van nul tot vier jaar welkom. De wat oudere kinderen van vier tot en met twaalf kunnen bij de BSO terecht. Per week verblijven 3.000 tot 3.500 kinderen één of meer dagdelen bij Kinderrijk. De leeftijd van de kinderen varieert van nul tot en met twaalf jaar. Zeker 1.500 kinderen vallen binnen de doelgroep van het beweegdiploma, twee tot en met zes jaar. In het interview vertelt Anna Jonkman dat ongeveer 80% van de kinderen die bij Kinderrijk verblijven een sport beoefent. De jongste kinderen zitten meestal op zwemles en de oudere kinderen doen voornamelijk aan voetbal, hockey en tennis. Bij de BSO van Kinderrijk zijn medewerkers met een sportopleiding in dienst. Zij doen sport- en spelactiviteiten met de kinderen. Op de momenten van de activiteiten worden de kinderen door de begeleider gestimuleerd om mee te doen. Aan wat de kinderen buiten de opvang aan sport doen, wordt minder aandacht besteed. Het nijntje beweegdiploma is bij Jonkman nog niet bekend. Na een toelichting geeft zij aan een positieve eerste indruk van het beweegdiploma te hebben. Zij kan zich vinden in de redenen waarom het beweegdiploma is opgezet, namelijk ter bevordering van de motorische ontwikkeling en het voorkomen van overgewicht.
61
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Mogelijkheden om het project bij Kinderrijk op te starten ziet Jonkman op dit moment niet. Wel ziet zij een samenwerking met een gymnastiekvereniging zitten. Voor Kinderrijk liggen daarom kansen in een samenwerking met gymnastiekvereniging ODIN in Amstelveen. Als laatste geeft Jonkman nog antwoord op de vraag hoe ouders het beste kunnen worden geïnformeerd over het beweegdiploma. Volgens Jonkman kunnen de ouders via de opvang simpel op de hoogte worden gesteld van het project. De opvang kan folders uitdelen en meegeven aan de kinderen. Daarnaast kunnen de medewerkers met een sportopleiding ook gericht de ouders benaderen en hen op het bestaan van het beweegdiploma wijzen.
Het Strand Het Strand is een klein kinderdagverblijf en BSO in Badhoevedorp. Bij Het Strand zijn kinderen van nul tot twaalf jaar welkom. Er zijn twee locaties en de kinderen worden verdeeld per leeftijdsgroep. Bij Het Strand komen wekelijks ongeveer 250 kinderen; van deze kinderen zijn er zeker 150 tussen de twee en zes jaar. Het grootste deel van deze kinderen zit op voetbal, hockey of ballet en de meeste oudere kinderen hebben hun zwemdiploma al gehaald. Tijdens het interview vertelt Willy Fenne dat Het Strand behoorlijk veel doet aan sportstimulering. Er zijn regelmatig themaweken in het teken van sport. Daarnaast zijn er wekelijks yogalessen en worden regelmatig sport- en spelactiviteiten met de kinderen in de sporthal van de naastgelegen school georganiseerd. Ook hebben ouders de mogelijkheid om hun kind in te schrijven voor sport-mix. Hierbij maken kinderen gedurende een aantal weken kennis met verschillende sporten. Het Strand maakt dit mogelijk door met de kinderen naar de sportlocatie te gaan. Fenne vertelt dat dit soort activiteiten er de afgelopen jaren voor hebben gezorgd dat steeds meer kinderen wekelijks een sport beoefenen. Deze activiteiten zijn echter vooral gericht op de wat oudere kinderen vanaf zes jaar. Voor de jongste kinderen en dus de doelgroep van het beweegdiploma is op dit moment weinig mogelijk naast het bewegen dat al wordt gedaan bij Het Strand. Fenne geeft tijdens het interview aan dat zij nog niet eerder van het nijntje beweegdiploma heeft gehoord. Na een uitleg over het project is zij erg enthousiast over het beweegdiploma en ziet zij mogelijkheden om met het project binnen de organisatie aan de slag te gaan. Bij Het Strand zijn de ouders gemakkelijk te benaderen. Ze zijn vaak enthousiast over sportactiviteiten en bereid hiervoor een extra bijdrage te betalen. Als laatste merkte Fenne nog op dat zij het vreemd vindt dat er maar weinig steun vanuit de overheid komt voor goede initiatieven als deze.
62
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Oya’s Childcare Oya’s Childcare is een kinderopvang en BSO in Amsterdam Zuid. Kinderen van nul tot 12 jaar kunnen in verschillende groepen een dag of dagdeel bij Oya’s verblijven. Hoeveel kinderen van twee tot en met zes jaar er bij Oya’s verblijven kon Oya Yavuz tijdens het interview niet precies vertellen. Aan sportstimulering doet Oya’s wel. Met de peuters en kleuters worden regelmatig onder professionele begeleiding sport- en beweegactiviteiten gedaan. Daarnaast probeert Oya’s ook voor de oudere kinderen zoveel mogelijk verschillende sporten te organiseren. Met een externe partner organiseert Oya’s zwemlessen voor kinderen van drie tot tien jaar. Volgens Yavuz zijn het voornamelijk de oudere kinderen vanaf zes jaar die een sport bij een sportvereniging beoefenen. Van het nijntje beweegdiploma heeft Yavuz nog niet gehoord. Zij geeft aan het een heel mooi initiatief te vinden en enthousiast te zijn dat er iets is voor kinderen vanaf twee jaar. Bij Oya’s Childcare zijn weinig kinderen die te zwaar zijn of moeizaam bewegen, maar Yavuz ziet het probleem wel in haar dagelijks leven. Op dit moment wil Yavuz het beweegdiploma zelf nog niet gaan aanbieden. Haar redenen hiervoor zijn dat het beweegdiploma nog maar weinig bekend is en dat het project zijn effect nog moet bewijzen. Yavuz geeft aan misschien in de toekomst iets met het beweegdiploma te willen ondernemen. Zij vindt het leuk dat Oya’s Childcare wordt ingelicht over het bestaan van het beweegdiploma. Op deze manier kan zij er misschien iets mee in de toekomst en anders wist zij nog niets over het beweegdiploma. Bij Oya’s Childcare staan ouders volgens Yavuz open voor sportactiviteiten. Dat het beweegdiploma voor kinderen vanaf twee jaar is zal ook voor de ouders nieuw zijn. Maar volgens Yavuz zal dat de ouders niet tegenhouden. Daarnaast zijn ouders bij Oya’s tot nu toe altijd bereid geweest een aanvullende bijdrage te betalen voor extra activiteiten.
10.2 BSO’s De Bengel De Bengel is een BSO met twee locaties in Amsterdam. Op beide locaties is ruimte voor 30 kinderen; de ene locatie is voor kinderen van vier tot en met acht jaar en de andere voor kinderen van acht tot en met twaalf jaar. In de leeftijd van vier tot en met acht jaar komen er per dag ongeveer 22 kinderen. Hiervan valt zeker de helft binnen de doelgroep van het beweegdiploma. Roy Lebbe vertelt in het interview dat de meeste kinderen wel een sport beoefenen maar te veel nog niet. Dat komt volgens Lebbe voornamelijk doordat ouders geen tijd hebben. Vanuit De Bengel wordt sport gestimuleerd. Wekelijks zijn er sportactiviteiten en regelmatig zijn er uitstapjes naar een sportzaal voor kennismakingslessen met verschillende soorten sporten als karate, yoga,
63
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
dansen en dergelijke. Wat Lebbe opvalt, is dat naar aanleiding van kennismakingslessen steeds meer ouders ervoor kiezen om hun kind bij een sportvereniging in te schrijven. Lebbe is nog niet op de hoogte van het bestaan van het nijntje beweegdiploma. Na een korte introductie is hij wel geïnteresseerd in het project. Zijn eerste indruk is positief en ook ziet hij mogelijkheden om in de toekomst het beweegdiploma bij De Bengel aan te bieden. Lebbe vertelt dat ouders openstaan voor nieuwe sportactiviteiten en ook bereid zijn hiervoor een extra bijdrage te betalen.
De Wildenhorst BSO De Wildenhorst in Badhoevedorp heeft wekelijks ongeveer 300 kinderen over de vloer. Naast de BSO voor kinderen van vier tot en met twaalf jaar heeft De Wildenhorst ook een kinderdagverblijf waar kinderen van twee tot en met vier jaar welkom zijn. Karin van Essen vertelt in het interview dat alle kinderen van zes jaar hun zwemdiploma hebben en dat ongeveer 75% een sport beoefent. De meeste kinderen zitten op voetbal, hockey of turnen. Om sport te stimuleren, heeft De Wildenhorst veel mogelijkheden. De BSO is in hetzelfde gebouw als een sportschool, squash- en tennisvereniging. Van al deze faciliteiten kan De Wildenhorst regelmatig gebruik maken. Van Essen vertelt dat er twee sportdocenten in dienst zijn die regelmatig met de kinderen aan de slag gaan. Van het nijntje beweegdiploma heeft Van Essen nog niet gehoord. Na een korte toelichting over het project is Van Essen enthousiast. Zij ziet de voordelen van het project en is geïnteresseerd om het beweegdiploma bij De Wildenhorst aan te gaan bieden. Een samenwerking met een vereniging ziet Van Essen niet zitten; naar haar mening heeft dat geen zin. Je kunt de doelgroep het beste bereiken op plaatsten waar zij al zijn. In dit geval is dat volgens Van Essen bij de BSO en basisscholen. Bij De Wildenhorst worden de ouders snel en makkelijk bereikt via de ouderraad. In het verleden zijn ouders bereid geweest om meer te betalen voor extra (sport-) activiteiten, vertelt Van Essen. Volgens haar zal dat bij dit project niet anders zijn.
Dynamo Dynamo is een welzijnsinstelling die samenwerkt met het stadsdeel Zuid en Combiwel. De organisatie biedt naschoolse sportstimuleringsactiviteiten aan op scholen. Per jaar komen er ongeveer 200 kinderen in de leeftijd van vier tot zes naar deze activiteiten. Veel van deze kinderen beoefenen nog geen sport bij een vereniging. Van de kinderen die dit wel doen, zitten de meeste op voetbal, turnen of judo. Tijdens het interview geeft Tom Sloetjes aan nog niet op de hoogte te zijn van het nijntje beweegdiploma. Nadat hij een korte introductie heeft gehad, was hij wel te spreken over het project.
64
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Hij ziet voor- en nadelen. Sloetjes vertelt dat er mogelijkheden zijn om het beweegdiploma in de toekomst vanuit Dynamo aan te bieden in de vorm van kennismakingslessen bij scholen. Hij is alleen niet overtuigd dat dit ook zal gebeuren omdat Sportservice Amsterdam daar ook mee bezig is. Volgens Sloetjes zijn ouders tegenwoordig het beste te bereiken via internet, facebook en twitter. Verder werken folders en nieuwsbrieven naar zijn mening ook.
10.3 Basisscholen OBS De Horizon De Openbare Basisschool de Horizon heeft ongeveer 180 kinderen van vier tot en met zes rondlopen. Deze kinderen krijgen geen gymles van een vakdocent. Eva Foppes, gymnastiekdocent bij OBS de Horizon, geeft in het interview aan dat dit wel zou moeten. Dit kost alleen te veel tijd en geld. Foppes vertelt dat de motoriek van de kinderen verschilt; het ene kind is verder dan het andere kind. Het verschil wat betreft de motoriek van jonge kinderen tien jaar geleden en nu is niet schokkend, maar wel zichtbaar. Voornamelijk omdat veel kinderen te zwaar zijn. De meeste kinderen zijn pas vanaf zes jaar welkom bij een sportvereniging. Voor die tijd halen veel kinderen hun zwemdiploma en daarnaast beoefenen niet veel kinderen een sport. Introductielessen worden bij OBS de Horizon aangeboden voor kinderen vanaf groep drie. De groepen drie en vier volgen dit jaar introductielessen dans, groepen vijf en zes doen atletiek en de oudste klassen zeven en acht voetbal. Aan sportstimulering wordt bij de Horizon wel gedaan, alleen bij de jongste groepen nog niet. Van het nijntje beweegdiploma heeft Foppes nog niet eerder gehoord. Haar eerste reactie op het project is zeer positief. De noodzaak is duidelijk, zegt Foppes en die ziet zij ook terug op de school. De mogelijkheden om het beweegdiploma op de school aan te bieden, zijn beperkt; daarentegen staat de school volgens Foppes wel open voor een samenwerking met een vereniging in de buurt. In de toekomst heeft Foppes zelf wel interesse om het beweegdiploma te mogen geven. Ouders zijn via de school gemakkelijk te bereiken. Er kunnen folders worden meegenomen en ouders kunnen op het project gewezen worden door de leerkrachten.
G.Th. Rietveldschool De openbare basisschool voor dalton onderwijs G.Th. Rietveldschool in Badhoevedorp heeft ongeveer 120 kinderen van vier tot en met zes jaar. Gerben Donker, gymnastiekdocent bij de Rietveldschool, vertelt in het interview dat de school gericht bezig is om de motoriek van de kinderen te verbeteren. Bij de kleuters wordt een test afgenomen om inzicht te krijgen in de motoriek van ieder individueel kind. Wanneer een kind een achterstand heeft of dreigt te krijgen, worden de
65
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
ouders op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot MRT. De noodzaak van de extra begeleiding is na vier jaar testen zichtbaar. Waar vier jaar geleden twee kinderen van de 700 extra begeleiding nodig had, zijn dat er nu twintig van de 600. Kinderen van vier tot en met zes jaar krijgen op de Rietveldschool geen gymles van een vakdocent. Wel worden de gymlessen in overleg met de vakdocent samengesteld. Donker is van mening dat in de toekomst ook deze kinderen gymles moeten krijgen van een vakdocent. Op die manier kan in een eerder stadium worden herkend dat een kind extra begeleiding nodig heeft. De school probeert kinderen te stimuleren om te sporten en bewegen. Sportservice Haarlemmermeer maakt het door middel van materialenverhuur mogelijk dat vele verschillende sporten kunnen worden beoefend. Verder probeert de Rietveldschool zoveel mogelijk sportaanbod in de buurt te verzamelen zodat ouders een goed overzicht krijgen in de mogelijkheden. Donker heeft wel eens de naam nijntje beweegdiploma gehoord, maar wist nog niet exact wat het project inhield. Nu hij meer over het project weet, is hij erg enthousiast. Dat kinderen met het nijntje beweegdiploma eerst in het algemeen leren bewegen, vindt hij erg positief. Daarna kunnen kinderen kiezen welke sport zij leuk vinden en aanleg voor hebben. Een samenwerking met een vereniging om folders en dergelijke uit te delen en ouders door te sturen, ziet Donker wel zitten. De school is zelf doelgericht bezig met het bevorderen van de motoriek van de kinderen; daarom is het nu niet mogelijk zelf het beweegdiploma aan te bieden. Wie weet kan dat in de toekomst wel.
Cornelis Vrijschool De Cornelis Vrijschool is een basisschool in Amsterdam Zuid. Op de school zitten ongeveer 120 kinderen van vier tot en met zes jaar. Deze kinderen krijgen geen gymnastieklessen van een vakdocent, vertelt Saskia Gal in het interview. Zij is de sportdocent van de Cornelis Vrijschool. Wel ondersteunt zij de leerkrachten bij het voorbereiden van de lessen. Gal stelt dat met de motoriek van de kinderen niets mis is. Zij ziet wel verschillen in motoriek van kinderen binnen culturen en woonplaatsen in Amsterdam. Hoeveel kinderen buiten school een sport beoefenen bij een vereniging kan Gal niet zeggen. Bijna alle kinderen sporten wel en wisselen vaak van voorkeur. Echte sportstimulering is op de Cornelis Vrijschool niet nodig, volgens Gal. De kinderen bewegen voldoende en op de school zijn weinig kinderen met een motorische achterstand of kinderen die te zwaar zijn. Vroeger was er schoolzwemmen bij de Cornelis Vrijschool. Tegenwoordig is dit afgeschaft omdat bijna alle kinderen al hun zwemdiploma hebben of bezig zijn deze te behalen. Sporten die het meeste worden beoefend door de kinderen zijn tennis, hockey en voetbal.
66
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Met het nijntje beweegdiploma is Gal nog niet bekend. Nadat zij meer erover weet is zij positief gesteld. Gal geeft aan de noodzaak in te zien en vertelt dat zij het zeer geschikt vindt voor bepaalde basisscholen. Hierbij doelt zij op basisscholen waar het probleem van overgewicht groter en duidelijker is en waar daadwerkelijk kinderen met een motorische achterstand zijn. Gal is van mening dat die basisscholen als eerste moeten starten met het beweegdiploma. Dit is ook de reden waarom Gal het niet nodig vindt om het beweegdiploma binnen de Cornelius Vrijschool aan te gaan bieden. Ouders kunnen volgens Gal tegenwoordig het best worden benaderd via internet, per mail met een nieuwsbrief of iets dergelijks. Ook stelt Gal dat het beweegdiploma naar de doelgroep moet gaan in plaats van de doelgroep naar het beweegdiploma. Hiermee bedoelt zij dat kinderen en ouders het snelst kunnen worden bereikt via basisscholen en dagopvang. Als laatste geeft Gal nog aan dat basisscholen en opvangorganisaties beter moeten worden ingelicht over projecten als deze. De organisaties staan volgens Gal namelijk open voor dergelijke projecten, maar zijn niet op de hoogte over het bestaan van bijvoorbeeld het beweegdiploma.
10.4 Bouwstenen voor het advies Op basis van het voorafgaande zijn de volgende bouwstenen voor het advies geformuleerd: -
De geïnterviewde vertegenwoordigers van de organisaties geven aan dat ouders het beste kunnen worden benaderd via kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen.
-
De geïnterviewde vertegenwoordigers van de organisaties geven aan dat zij ervoor open staan om benaderd te worden over het beweegdiploma.
-
Volgens een aantal geïnterviewde vertegenwoordigers van de organisaties moeten basisscholen waar de noodzaak van het beweegdiploma groot is als eerste worden benaderd.
-
Een aantal van de geïnterviewde vertegenwoordigers van de organisaties geeft aan dat kennismakingslessen bij kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen ervoor zorgen dat steeds meer kinderen wekelijks sport beoefenen bij een sportvereniging.
-
Een aantal van de geïnterviewde vertegenwoordigers van de organisaties geeft aan dat er voor kinderen van twee tot en met zes jaar weinig mogelijkheden voor sportaanbod en sportstimulering zijn.
-
Voor het grootste deel van de geïnterviewde vertegenwoordigers van de organisaties was het nijntje beweegdiploma nog onbekend.
67
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
-
Alle geïnterviewde vertegenwoordigers van de organisaties hebben het beweegdiploma positief ontvangen, reageren enthousiast en denken na over mogelijkheden voor in de toekomst.
68
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
11. Advies nijntje beweegdiploma Amsterdam In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vraagstelling van dit rapport. Deze vraagstelling luidt: ‘Hoe kunnen Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam de gymnastiekverenigingen, andere sportverenigingen en andere organisaties in en rond Amsterdam zo effectief mogelijk ondersteunen bij het invoeren van het nijntje beweegdiploma?’
Het antwoord op de vraagstelling bestaat uit een viertal adviezen: -
Zorg voor goede samenwerking tussen de gymnastiekverenigingen.
-
Blijf het nijntje beweegdiploma doorontwikkelen.
-
Zorg voor meer promotie en bekendheid over het nijntje beweegdiploma.
-
Zorg voor duidelijkheid met betrekking tot de steun van Sportservice Amsterdam.
Onderstaand zijn de adviezen beargumenteerd, uitgewerkt en vertaald naar concrete aanbevelingen.
Zorg voor goede samenwerking tussen de gymnastiekverenigingen. Op dit moment is er een goede samenwerking met betrekking tot het beweegdiploma tot stand gekomen tussen twee gymnastiekverenigingen in Amsterdam Noord, KDO en SV Vriendschap. Veel gymnastiekverenigingen geven aan een tekort aan kader te hebben. Hier liggen voor de verenigingen kansen dit probleem gezamenlijk op te pakken. Ook voor de promotie en bekendheid van het beweegdiploma kunnen verenigingen veel winst boeken door dit gezamenlijk binnen Amsterdam op te zetten. Een aantal gymnastiekverenigingen geeft in de gevoerde interviews aan Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam te willen gebruiken als netwerk en mogelijkheid om advies te vragen. Op die manier weten Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam beter wat er speelt binnen de verenigingen en kan hierop worden ingespeeld. Om het beweegdiploma binnen Amsterdam op een goede manier op de kaart te zetten is het van belang dat de gymnastiekverenigingen gaan samenwerken. Vanuit Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam worden veel verenigingen hier reeds toe gezet en gestimuleerd.
Het advies kan worden vertaald naar de volgende concrete aanbevelingen: -
Wijs de gymnastiekverenigingen op de kansen en mogelijkheden die samenwerking biedt op het gebied van promotie, aanbod en delen van kader.
-
Stimuleer de gymnastiekverenigingen om Sportservice Amsterdam en Stichting Turnstad Amsterdam als netwerk te gebruiken en te benaderen voor vragen en dergelijke.
69
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Blijf het nijntje beweegdiploma doorontwikkelen. Uit onderzoek komt naar voren dat men projecten moeten door ontwikkelen om succesvol te blijven. Aan de andere kant wordt wel aangeraden om het basisconcept in gedachten te houden. Ook andere sportbonden, naast de KNGU, zien het belang van een goede basis op het gebied van bewegen. Uit de resultaten van de enquête komt naar voren dat veel sportverenigingen het beweegdiploma een interessant en goed initiatief vinden. Veel van de responderende verenigingen zijn van mening dat het beweegdiploma wat betreft de sportinhoud algemener moet. Nu staat het beweegdiploma volgens hen nog teveel in het teken van gymnastiek en turnen. Naast het bestaande programma van het beweegdiploma voor gymnastiekverenigingen geven kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen aan interesse te hebben in het beweegdiploma. Hiervoor is de KNGU bezig een aangepast programma te ontwikkelen. Volgens deze organisaties zijn kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen de juiste plaats om het beweegdiploma aan te bieden. De doelgroep is daar namelijk al aanwezig. Het beweegdiploma kan verder worden ontwikkeld naar ander soort programma’s met hetzelfde doel maar voor een ander soort doelgroep. Met het Jump-In programma is men al bezig met het doorontwikkelen van het beweegdiploma. Ook dit programma kan in de toekomst nog worden verbeterd, vergroot en verder ontwikkeld. Daarnaast kan met meer verenigingen worden samengewerkt om het aanbod te vergroten. Ook kunnen nog meer programma’s gebaseerd op het beweegdiploma worden ontwikkeld. Zo kunnen op scholen kennismakingslessen worden gegeven en ander soort lessen in het teken van het beweegdiploma. Een aantal sportverenigingen is benieuwd naar een uitbreiding voor kinderen van zes tot en met acht jaar.
Het advies kan worden vertaald naar de volgende concrete aanbevelingen: -
Ontwikkel het Jump-In programma verder door met meer gymnastiekverenigingen samen te werken.
-
Realiseer in samenwerking met de gymnastiekverenigingen kennismakingslessen bij basisscholen ter introductie van het beweegdiploma.
-
Zoek naar mogelijkheden om de interesse en vraag naar een vervolg op het beweegdiploma, voor kinderen van zes tot acht jaar, te realiseren.
-
Zoek contact met andere geïnteresseerde sportbonden. Ook ter bevordering van de topsport.
-
Kijk naar mogelijkheden om het beweegdiploma interessanter te maken voor andere sportverenigingen met betrekking tot de sportinhoud van het beweegdiploma.
-
In de toekomst zijn kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen de juiste plaats om het beweegdiploma aan te bieden naast de gymnastiekverenigingen.
70
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
-
Blijf bij de ontwikkelingen de basis van het beweegdiploma in gedachten houden.
Zorg voor meer promotie en bekendheid over het nijntje beweegdiploma. De promotie en bekendheid van het beweegdiploma is nog onvoldoende. Dit blijkt uit de resultaten van de enquête en de afgenomen interviews met sportverenigingen, kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen. Veel van deze gymnastiekverenigingen willen hieraan werken en vragen daarom om ondersteuning en mogelijke samenwerking met andere sportverenigingen en organisaties. Meerdere organisaties geven aan geïnformeerd te willen worden over dergelijke projecten. Zij staan dus open voor benadering en promotie. Sportservice Amsterdam heeft een groot aandeel in de organisatie van grote sportevenementen in Amsterdam. Hier liggen kansen voor gezamenlijke promotie van het beweegdiploma. Dit drukt de kosten en op deze manier worden meer mensen binnen heel Amsterdam bereikt. Stichting Turnstad Amsterdam heeft als doel de Amsterdamse gymsport, waar het beweegdiploma onder valt, te promoten. Vanuit Stichting Turnstad Amsterdam zijn er mogelijkheden om in samenwerking met de Amsterdamse gymnastiekverenigingen promotie te maken. Er komt naar voren dat het belangrijk is dat alle communicatie met betrekking tot het beweegdiploma hetzelfde is, om verwarring en miscommunicatie te voorkomen. Daarnaast is het van belang dat het beweegdiploma zichtbaar is voor alle betrokkenen. Voor deelnemers en ouders en voor de leraren op basisscholen. Ook binnen de gymnastiekverenigingen die het beweegdiploma aanbieden, moet al het kader en bestuur op de hoogte zijn van het aanbod en is het goed om ouders bij de lessen te betrekken. Op die manier krijgt het beweegdiploma meer draagvlak binnen en buiten de sportverenigingen, kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen. Volgens meerdere geïnterviewde organisaties en vanuit literatuuronderzoek blijkt dat deelnemers voor het beweegdiploma het beste kunnen worden benaderd op plaatsen waar de betreffende doelgroep zich reeds bevindt. Daarom kan men het meest doelgericht reclame maken voor het beweegdiploma op kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen. Met behulp van het beweegdiploma wil men overgewicht bij kinderen verminderen en tegengaan. Tijdens meerdere interviews wordt benadrukt dat het per school verschilt hoe groot de noodzaak is om daadwerkelijk overgewicht te bestrijden en de motoriek van kinderen te verbeteren. Men kan daarom het beweegdiploma het beste gaan aanbieden op basisscholen waar meer kinderen met overgewicht zijn. Met het Jump-In programma, dat Sportservice Amsterdam in samenwerking met Stichting Turnstad Amsterdam, een aantal gymnastiekverenigingen en het Programma Aanpak Gezond Gewicht heeft ontwikkeld, wordt goed op die behoefte ingespeeld. Echter kan hier meer promotie voor worden gemaakt.
71
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
De promotie van het beweegdiploma zal in Amsterdam gezamenlijk en vanuit één lijn op moeten worden gepakt door de gymnastiekverenigingen. Daarnaast moet men voornamelijk organisaties benaderen waar de doelgroep van het beweegdiploma in grote getale aanwezig is.
Het advies kan worden vertaald naar de volgende concrete aanbevelingen: -
Bied ondersteuning en sturing aan gymnastiekverenigingen om de promotie van het beweegdiploma op gang te brengen, bijvoorbeeld tijdens sportevenementen die Sportservice Amsterdam organiseert.
-
Stuur de gymnastiekverenigingen aan om gezamenlijk de promotie van het beweegdiploma binnen Amsterdam aan te pakken.
-
Wijs de gymnastiekverenigingen erop dat communicatie over het beweegdiploma eenduidig moet zijn.
-
Stuur bij de gymnastiekverenigingen erop aan reclame te maken voor het beweegdiploma op plaatsen waar de doelgroep voornamelijk is. Bij kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen.
-
Stimuleer de gymnastiekverenigingen om draagvlak te creëren voor het beweegdiploma binnen sportverenigingen, kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen door alle betrokkenen op de hoogte te stellen en te betrekken.
-
Bied het Jump-In programma alleen aan op basisscholen waar dit ook daadwerkelijk nodig is.
Zorg voor duidelijkheid met betrekking tot de steun van Sportservice Amsterdam. De gemeente Amsterdam heeft als prioriteit gesteld om meer Amsterdamse jeugd te laten sporten. Met het beweegdiploma wordt aan het behalen van deze prioriteit gewerkt. Bij Sportservice Amsterdam is een gymsportcoördinator aangesteld en is het aantal combinatiefunctionarissen binnen de gymsport gestegen. De wensen en behoeften van de gymnastiekverenigingen op het gebied van ondersteuning van Sportservice Amsterdam zijn wisselend. Ook zijn de verwachtingen bij de ene vereniging hoger dan bij de andere vereniging. Sportservice Amsterdam kan gymnastiekverenigingen ondersteunen bij het opzetten van kennismakingslessen bijvoorbeeld door middel van het inzetten van combinatiefunctionarissen. Veel geïnterviewde kinderdagverblijf organisaties, BSO’s en basisscholen geven aan dat het sportaanbod voor kinderen van twee tot zes jaar minimaal is. Met het beweegdiploma komt men dus met een aanbod van sportstimulering voor een doelgroep die nog nauwelijks wordt bereikt.
72
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Er moet duidelijkheid komen in de mate waarin Sportservice Amsterdam de gymnastiekverenigingen en andere organisaties kan ondersteunen.
Het advies kan worden vertaald naar de volgende concrete aanbevelingen: -
Bied duidelijkheid over de mate van steun die het beweegdiploma krijgt vanuit Sportservice Amsterdam.
-
Bied de gymnastiekverenigingen en andere organisaties ondersteuning bij het opzetten en aanbieden van het beweegdiploma.
73
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
74
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Literatuurlijst Accres (2015). Beweegdiploma. Verkregen op 28 november 2014, via: http://sporten.accres.nl/sportstimulering/beweegdiploma Amstels Gymnastiek Vereeniging (2015). [zonder titel]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://www.verenigingen.sport.nl/sportnl/agv/ Boers, E. & Cevaal, A. (2014). Sportimpuls, meting 2014. Utrecht: Mulier Instituut & Ede: Kennispraktijk- voor sport, onderwijs en gezondheid. Breedveld, K. & Poel, H. van der (2015). Hoofdstuk 3 uit de rapportage sport 2014: Sportbeleid. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Cornelis Vrijschool (2015). [zonder titel]. Verkregen op 7 april 2015, via: http://www.cornelisvrij.nl/ De Bengel (2015). [zonder titel]. Verkregen op 5 december 2014, via: http://naschoolseopvangamsterdam.nl/ De Wildenhorst (2015). [zonder titel]. Verkregen op 7 april 2015, via: http://www.bsodewildenhorst.nl/index.php/en/ Diemer Gymnastiek Vereniging (2015). [zonder titel]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://web.dgv-turnen.nl/ DOS Amsterdam (2015). [zonder titel]. Verkregen op 7 november 2014, via: http://dosamsterdam.nl Duesmann, B. (2010). Evaluatieonderzoek naar de interventie Beweegkriebels van het NISB. Houten: Grontmij. Dynamo (2015). [zonder titel]. Verkregen op 19 december 2014, via: http://www.dynamoamsterdam.nl/ Fit 84 (2015). [zonder titel]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://www.fit-amstelveen.nl/wp/ G.Th. Rietveldschool (2015). [zonder titel]. Verkregen op 19 december 2014, via: http://www.rietveldschool.nl/G.Th.Rietveldschool/Home.html Geesink, A. (2009). Judo kyu gradueringbeleid. Culemborg: Judovereniging Anton Geesink. Gemeente Amsterdam (2012). Sportplan 2013-2016. Amsterdam: Afdeling Sport. Gemeente Amsterdam (2013). Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht: Beleids- en uitvoeringsprogramma. Amsterdam, 2013. Gemeente Amsterdam (2015). [zonder titel]. Verkregen op 17 februari 2015, via: http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/sociaal/sport-bos/sportbeleid/beleid- nota’/ Gymnastiek en Turn Vereniging de Badhoeve (2015). [zonder titel]. Verkregen op 21 november 2014, via: http://www.gtvdebadhoeve.nl/
75
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Gymnastiekvereniging F.D.O. (2015). [zonder titel]. Verkregen op 21 november 2014, via: http://www.gvfdo.nl/home/1 Gymnastiekvereniging K.D.O. (2015). [zonder titel]. Verkregen op 11 november 2014, via: http://www.gv- kdo.nl/ Gymnastiekvereniging Salto (2015). [zonder titel]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://www.gvsalto.nl/ Gymsport (2015). Nijntje beweegdiploma. Verkregen op 5 november 2014, via: http://www.gymsport.nl/sportparticipatie/nijntje-beweegdiploma Hartog, F. den, Wagemakers, A., Vaandrager, L. & Koelen, K. (2012). Evaluatieonderzoek naar netwerken rondom de beweegkuur en gecombineerde leefstijl interventies. Wageningen University: Leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij. Het Strand (2015). [zonder titel]. Verkregen op 7 april 2015, via: http://www.hetstrand.net/ http://www.gymsport.nl/sportparticipatie/nijntje-beweegdiploma Judo Bond Nederland (2012). Meerjarenbeleidsplan 2013-2016. Nieuwegein: JBN. Judo Bond Nederland (2015). [zonder titel]. Verkregen op 10 maart 2015, via: http://www.jbn.nl/ Judo vereniging IJsselmeer (2015). [zonder titel]. Verkregen op 10 maart 2015, via: http://www.jvij.nl/ Kinderrijk (2015). [zonder titel]. Verkregen op 19 december 2014, via: http://www.kinderrijk.nl/nl Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (2015). Informatie Beweegdiploma’s 1 en 2. Beekbergen: KNGU. Koninklijke Nederlandse Zwem Bond (2015). SuperSpetters. Verkregen op 6 maart 2015, via: http://www.superspetters.nl/ Nationaal Platvorm Zwembaden (2007). Het belang van proefzwemmen en diplomazwemmen. Verkregen op 6 maart 2015, via: http://npz-nrz.nl/index.php?sid=97&l=ned Nationaal Platvorm Zwembaden (2015). [zonder titel]. Verkregen op 6 maart 2015, via: http://www.npz-nrz.nl/ NOS-turnen (2015). [zonder titel]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://www.nosturnen.nl/index.htm OBS de Horizon (2015). [zonder titel]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://www.horizondalton.nl/ Oya’s Childcare (2015). [zonder titel]. Verkregen op 7 april 2015, via: http://www.oyas.nl/ Participatiehuis (z.d.). Ouderbetrokkenheid als basis. Verkregen op 29 mei 2015, via: http://www.ouderbetrokkenheid.be/
76
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Ritmica (2015). [zonder titel]. Verkregen op 8 december 2014, via: http://ritmischegymnastiekamsterdam.com/ Sport Vereniging IVO (2015). [zonder titel]. Verkregen op 29 oktober 2014, via: http://sv-ivo.nl/ Sport Vereniging Vriendschap (2015). [zonder titel]. Verkregen op 11 november 2014, via: http://svvriendschap.nl// Sport Vereniging West (2015). [zonder titel]. Verkregen op 8 december 2014, via: http://svwest.nl/ Sportclub Buitenveldert (2015). [zonder titel]. Verkregen op 21 november 2014, via: http://www.buitenveldert.com/ Sportservice Noord-Holland (2015). [zonder titel]. Verkregen op 17 februari 2015, via: http://www.sportservicenoordholland.nl/region_page.php?id=73 Stichting Turnstad Amsterdam (2015). [zonder titel]. Verkregen op 20 februari 2015, via: http://www.turnstadamsterdam.nl/ SV PAX (2015). [zonder titel]. Verkregen op 11 november 2014, via: http://www.svpax.info/pax/ Tonido (2015). [zonder titel]. Verkregen op 8 december 2014, via: http://tonidoamsterdamnoord.nl/welkom.php Turnvereniging ODIN (2015). [zonder titel]. Verkregen op 24 oktober 2014, via: http://www.tvodin.nl/ Turnvereniging Wilskracht (2015). [zonder datum]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://www.tvwilskracht.nl/ Turnz Amsterdam Gymnastics (2015). [zonder titel]. Verkregen op 24 oktober 2014, via: http://turnz.nl/ Vaardig en Vlug Zuid (2015). [zonder titel]. Verkregen op 28 november 2014, via: http://www.vaardigenvlugzuid.nl/ Vlug en Vaardig Osdorp (2015). [zonder titel]. Verkregen op 8 december 2014, via: http://www.vlugenvaardigosdorp.nl/page/home VWS (2011). Beleidsbrief sport: Sport en bewegen in Olympisch perspectief. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. VWS (2014). Voortgangsrapportage: Naar een veiliger sportklimaat. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Xenios (2015). [zonder titel]. Verkregen op 10 april 2015, via: http://www.xenios.nl/site/default.asp YouTurn (2015). [zonder titel]. Verkregen op 21 november 2014, via: http://www.youturnamsterdam.nl/ Zwemvereniging Berlage(2015). [zonder titel]. Verkregen op 10 april 2015, via: http://www.zvberlage.nl/
77
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
78
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Bijlage 1 Interviews Naam
Functie
Geïnterviewd op
Alvarez, Andrea
Combinatiefunctionaris Sportservice Amsterdam &
25-12-2014
Oprichtster YouTurn Cornelissen, Margo
Medewerker Sportparticipatie KNGU
26-11-2015
Dijk, Esther van
Combinatiefunctionaris Sportservice Haarlemmermeer
19-11-2014
& Trainster SV Pax Donker, Gerben
Gymnastiekdocent G.Th. Rietveldschool
05-01-2015
Essen, Karin van
Directeur BSO de Wildenhorst
28-04-2015
Fenne, Willy
Medewerker en praktijkopleider Het Strand
28-04-2015
Foppes, Eva
Gymnastiekdocent OBS de Horizon
12-12-2014
Gal, Saskia
Gymnastiekdocent Cornelis Vrijschool
24-04-2015
Geerts, Astrid
Trainster TV ODIN Amstelveen
28-10-2014
Groeningen, Nicole
Amstels G.V.
14-11-2014
Hermans, Karin
Penningmeester en trainster GTV de Badhoeve
02-12-2014
Jansen, Harmen
Projectcoördinator Beweegdiploma Apeldoorn bij
19-12-2014
van
Accres Jong, Peter de
Voorzitter DOS Amsterdam
12-11-2014
Jonkman, Anna
Scholings- en opleidingscoördinator Kinderrijk
24-04-2015
Kastelijn, Idaline
Combinatiefunctionaris Sportservice Amsterdam &
15-12-2014
Trainster Ritmica Koole, Fanny
Trainster Turnz
31-10-2014
Kouwets, Tamara
Trainster SV West
17-12-2014
L’abée, Dayenne
Coördinator Jonge Sterren SC Buitenveldert
03-12-2014
Lebbe, Roy
Management De Bengel
17-12-2014
Mantel, Cor
Trainer DOS Amsterdam
12-11-2014
Mojet, Etteke
Secretariaat en trainster GTV de Badhoeve
02-12-2014
Nieuwenhuijse,
Bestuurslid en trainster GV KDO
17-11-2014
Trainster DOS Amsterdam
12-11-2014
Greet Pasman, Willy
79
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Naam
Functie
Geïnterviewd op
Peer, Onno
Voorzitter GTV de Badhoeve
02-12-2014
Schuurman,
Gymsportcoördinator Sportservice Amsterdam &
10-02-2015
Lucinda
Programmamanager Stichting Turnstad Amsterdam
Sloetjes, Tom
Projectmanager Dynamo Amsterdam
07-01-2015
Splint, Bernadette
Jeugdcoördinator Xenios
22-04-2015
Stam, Molly
Directeur Sportservice Amsterdam
09-12-2014
Volbeda, Berthe
Voorzitter Zwemvereniging Berlage
22-04-2015
Vriesekoop,
Trainster GV F.D.O
26-11-2014
Medewerker Sportparticipatie KNGU
26-11-2015 &
Willemijn Weinans, Milou
13-3-2015 Wijk, Marian van
Bestuurslid en trainster SV Vriendschap
17-11-2014
Yavuz, Oya
Eigenaar Oya’s Childcare
01-05-2015
80
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Bijlage 2 Interviewvragen gymnastiekverenigingen
1. Hoe is het gesteld met de vereniging? Leden, groei, trainers, financiën. 2. Zijn er binnen de vereniging al peuter- en kleuterlessen? Zo nee, wil de vereniging in de toekomst peuter- en/of kleuterlessen? Zo nee, waarom niet?
3. Bent u bekend met het nijntje beweegdiploma? Hoe bent u bekend geraakt met het beweegdiploma?
4. Ziet u kansen in het beweegdiploma? Zo ja, welke? 5. Zou het beweegdiploma binnen jullie vereniging kunnen worden gestart? 6. Waarom bent u nu nog niet bezig met het opstarten van het beweegdiploma? In welke periode wil u opstarten?
7. Zijn er trainers die het beweegdiploma certificaat willen halen? Zo ja, wat zijn de namen van deze trainers? Of zijn er al trainers met het certificaat?
8. Wat zou sportservice voor jullie of andere verenigingen kunnen doen ter ondersteuning? Nu en in de toekomst?
Interviewvragen kinderdagverblijven en BSO’s 1. Hoeveel kinderen van 2 tot 6 jaar komen bij jullie? 2. Hoeveel van die kinderen beoefenen een sport? Zo ja welke? 3. Wat doet uw organisatie om kinderen te stimuleren om te bewegen? 4. Heeft u al eens gehoord over het nijntje beweegdiploma? Weet u wat het beweegdiplomaproject inhoudt?
Het beweegdiploma is een initiatief van de KNGU en is in juni 2013 gestart tijdens het NK Turnen in Ahoy Rotterdam. Het beweegdiploma is voor kinderen in de leeftijdsperiode van twee tot zes jaar. In deze leeftijdsperiode vindt bij kinderen de grootste ontwikkeling van de motoriek plaats. Een goede
81
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
motoriek heeft sterke invloed op de fysieke en mentale gesteldheid van een kind. Het is voor de KNGU dan ook belangrijk om hierop in te spelen. Naast de ontwikkeling is bewegen voor een jong kind van groot belang om overgewicht tegen te gaan. Zodra het kind goed kan lopen zijn speelse manieren van bewegen volgens de KNGU noodzakelijk. De KNGU zorgt ervoor dat kinderen op jonge leeftijd niet alleen een zwemdiploma maar óók een beweegdiploma kunnen halen. In een toegankelijk en speels beweegprogramma leren kinderen in 20 uur spelenderwijs alle basisbeginselen van bewegen. Tot nu toe is het voornamelijk alleen mogelijk om het beweegdiploma bij gymnastiekverenigingen te halen. Daarnaast wil Sportservice Amsterdam organisaties als kinderdagverblijven, naschoolsopvangorganisaties, basisscholen en andere sportverenigingen stimuleren en ondersteunen om het project ook aan de bieden.
5. Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit verhaal? 6. Wat vindt u van dit project? Positieve punten/negatief of verbeterpunten. 7. Ziet u mogelijkheden om een dergelijk project bij uw organisatie op te starten? Of een samenwerking aan te gaan met bijvoorbeeld een gymnastiekvereniging in de buurt? Kan je hiervoor een bijdrage vragen aan de ouders?
8. Hoe denkt u dat de ouders het beste kunnen worden geïnformeerd/overtuigd over het belang van het beweegdiploma voor het kind?
9. Zou u of ander personeel binnen de organisatie interesse hebben zelf beweegdiplomalessen te mogen geven?
Interviewvragen basisscholen 1. Hoeveel kinderen in de leeftijd van vier tot zes krijgen les van u? Hoeveel klassen groep 1 en 2 hebben jullie?
2. Krijgen de groepen 1 en 2 gymlessen van een vakdocent? (Toegevoegde waarde voor groepsleerkracht?)
3. Hoe is de motoriek van de kinderen? 4. Verschil vroeger en nu op gebied van motoriek? 5. Hoeveel kinderen beoefenen een sport (ongeveer)? Zo ja welke sporten? Vanaf welke leeftijd gaan kinderen naar u idee een sport beoefenen?
82
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
6. Wat doet uw organisatie extra om kinderen te stimuleren om te bewegen? 7. Heeft u al eens gehoord over het nijntje beweegdiploma? Weet u wat het beweegdiplomaproject inhoudt?
Het beweegdiploma is een initiatief van de KNGU en is in juni 2013 gestart tijdens het NK Turnen in Ahoy Rotterdam. Het beweegdiploma is voor kinderen in de leeftijdsperiode van twee tot zes jaar. In deze leeftijdsperiode vindt bij kinderen de grootste ontwikkeling van de motoriek plaats. Een goede motoriek heeft sterke invloed op de fysieke en mentale gesteldheid van een kind. Het is voor de KNGU dan ook belangrijk om hierop in te spelen. Naast de ontwikkeling is bewegen voor een jong kind van groot belang om overgewicht tegen te gaan. Zodra het kind goed kan lopen zijn speelse manieren van bewegen volgens de KNGU noodzakelijk. De KNGU zorgt ervoor dat kinderen op jonge leeftijd niet alleen een zwemdiploma maar óók een beweegdiploma kunnen halen. In een toegankelijk en speels beweegprogramma leren kinderen in 20 uur spelenderwijs alle basisbeginselen van bewegen. Tot nu toe is het voornamelijk alleen mogelijk om het beweegdiploma bij gymnastiekverenigingen te halen. Daarnaast wil Sportservice Amsterdam organisaties als kinderdagverblijven, naschoolsopvangorganisaties, basisscholen en andere sportverenigingen stimuleren en ondersteunen om het project ook aan de bieden.
8. Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit verhaal? 9. Wat vindt u van dit project? Positieve punten/negatief of verbeterpunten. Ziet u mogelijkheden binnen de basisscholen?
10. Ziet u mogelijkheden om een samenwerking aan te gaan met bijv. een gymnastiekvereniging in de buurt? (folders/doorsturen) Of introductie lessen te geven op school?
11. Hoe denkt u dat de ouders het beste kunnen worden geïnformeerd/overtuigd over het belang van het beweegdiploma voor het kind?
12. Er zijn mogelijkheden voor leerkrachten om deze lessen zelf te kunnen geven. Zou u of ander personeel binnen de organisatie interesse hebben zelf beweegdiploma lessen te mogen geven?
83
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Interviewvragen overige sportverenigingen 1. Kunnen kinderen van 2 tot 6 jaar bij jullie terecht om te sporten? 2. Hoeveel van die kinderen hebben jullie ongeveer binnen de vereniging? 3. Wat doet de vereniging om kinderen te stimuleren om te bewegen? 4. Heeft u al eens gehoord over het nijntje beweegdiploma? Weet u wat het beweegdiplomaproject inhoudt?
Het beweegdiploma is een initiatief van de KNGU en is in juni 2013 gestart tijdens het NK Turnen in Ahoy Rotterdam. Het beweegdiploma is voor kinderen in de leeftijdsperiode van twee tot zes jaar. In deze leeftijdsperiode vindt bij kinderen de grootste ontwikkeling van de motoriek plaats. Een goede motoriek heeft sterke invloed op de fysieke en mentale gesteldheid van een kind. Het is voor de KNGU dan ook belangrijk om hierop in te spelen. Naast de ontwikkeling is bewegen voor een jong kind van groot belang om overgewicht tegen te gaan. Zodra het kind goed kan lopen zijn speelse manieren van bewegen volgens de KNGU noodzakelijk. De KNGU zorgt ervoor dat kinderen op jonge leeftijd niet alleen een zwemdiploma maar óók een beweegdiploma kunnen halen. In een toegankelijk en speels beweegprogramma leren kinderen in 20 uur spelenderwijs alle basisbeginselen van bewegen. Tot nu toe is het voornamelijk alleen mogelijk om het beweegdiploma bij gymnastiekverenigingen te halen. Daarnaast wil Sportservice Amsterdam organisaties als kinderdagverblijven, naschoolsopvangorganisaties, basisscholen en andere sportverenigingen stimuleren en ondersteunen om het project ook aan de bieden.
5. Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit verhaal? 6. Wat vind u van dit project? Positieve punten/negatief of verbeterpunten. 7. Ziet u mogelijkheden en interesse om een dergelijk project bij uw organisatie op te starten? Of een samenwerking aan te gaan met bijv. een gymnastiekvereniging in de buurt?
8. Hoe denkt u dat de ouders het beste kunnen worden geïnformeerd/overtuigd over het belang van het beweegdiploma voor het kind?
9. Zou u of ander personeel binnen de organisatie interesse hebben zelf beweegdiploma lessen te mogen geven? (SPH/SPW)
84
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Bijlage 3 Eisen traditionele zwemdiploma NPZ/NZR Eisen per zwemdiploma Zwemdiploma A Gekleed: 1. Vanaf enige hoogte te water gaan met een voetsprong voorwaarts; na het bovenkomen aansluitend 2. 15 seconden watertrappen, gevolgd door 3. 12,5 meter schoolslag, onder een lijn door duiken, een halve draai om de lengteas en 4. 12,5 meter enkelvoudige rugslag; proef afronden met 5. zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
Zwemdiploma B Gekleed:
Zwemdiploma C Gekleed:
1. Vanaf enige hoogte te water gaan met een voetsprong voorwaarts, onder water een halve draai om lengte-as maken; na het boven komen aansluitend 2. 15 seconden watertrappen, gevolgd door 3. 25 meter schoolslag, onderbroken door 1 keer onder een vlot door zwemmen en 1 keer een hele draai om de lengte-as, en 4. 25 meter enkelvoudige rugslag; proef afronden met 5. zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
1. Van de kant te water gaan met een rol voorover, aansluitend 2. 15 seconden watertrappen, gevolgd door 3. 30 seconden blijven drijven (HELP-houding) met gebruik van een hulpmiddel. 4. Van de kant te water gaan met een sprong naar keuze, aansluitend 50 meter schoolslag, onderbroken door 1 keer onder een vlot door zwemmen en 1 keer over een vlot heen klimmen en 5. 50 meter enkelvoudige rugslag; proef afronden met 6. zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
85
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Badkleding:
Badkleding:
Badkleding:
1. Van de kant te water gaan met een sprong (een kopsprong heeft de voorkeur), direct gevolgd door (zonder boven te komen) 2. onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 3 meter van de (start-)kant bevindt. 3.1. 50 meter schoolslag, proef afmaken met 3.2. 50 meter enkelvoudige rugslag. 4.1. In het water afzetten van de wand, direct gevolgd door 4.2. 5 seconden uitdrijven op de borst, aansluitend enkele meters schoolslag, waarna 4.3. 5 seconden drijven op de borst. 5.1. In het water afzetten van de wand, direct gevolgd door 5.2. 5 seconden uitdrijven op de rug, aansluitend enkele meters enkelvoudige rugslag, waarna 10 seconden drijven op de rug. 6. In het water afzetten van de wand, aansluitend 5 meter borstcrawl. 7. In het water afzetten van de wand, aansluitend 5 meter rugcrawl. 8. Van de kant te water gaan met een sprong naar keuze, gevolgd door 60 seconden watertrappen met gebruik van armen en benen, waarin 2 keer, al watertrappend een hele draai om de lengte-as gemaakt wordt.
1. Van de kant te water gaan met een kopsprong, direct gevolgd door (zonder boven te komen) 2. onder water zwemmen door een gat in een verticaal, in het water hangend zeil, dat zich op 6 meter van de (start-)kant bevindt. 3.1. 75 meter schoolslag, onderbroken door 1 keer voetwaarts richting de bodem zakken; proef afmaken met 3.2. 75 meter enkelvoudige rugslag. 4.1. In het water afzetten van de wand, direct gevolgd door 4.2. 5 seconden uitdrijven op de borst, aansluitend enkele meters schoolslag, waarna 7 seconden drijven op de borst. 5. In het water afzetten van de wand, direct gevolgd door 5 seconden uitdrijven op de rug, aansluitend enkele meters enkelvoudige rugslag, waarna 15 seconden drijven op de rug. 6. In het water afzetten van de wand, aansluitend 10 meter borstcrawl. 7. In het water afzetten van de wand, aansluitend 10 meter rugcrawl. 8. Van de kant te water gaan met een sprong naar keuze, gevolgd door 30 seconden watertrappen met gebruik van armen en benen, aansluitend 30 seconden watertrappen met de benen.
1. Van de kant te water gaan met een kopsprong, direct gevolgd door (zonder boven te komen) 2. onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 9 meter van de (start-)kant bevindt. 3.1. 100 meter schoolslag, onderbroken door 1 keer koprol voorover en 1 keer een hoekduik richting bodem maken; proef afronden met 3.2. 100 meter enkelvoudige rugslag. 4.1. Van de kant te water gaan met een kopsprong (een startsprong heeft de voorkeur), direct gevolgd door 4.2. 5 seconden uitdrijven op de borst, aansluitend enkele meters schoolslag, waarna 10 seconden drijven op de borst. 5.In het water afzetten van de wand, direct gevolgd door 5 seconden uitdrijven op de rug, aansluitend enkele meters enkelvoudige rugslag, waarna 6. 20 seconden drijven op de rug, gevolgd door 5 meter hoofdwaarts voortbewegen op de rug met gebruik van armen. 7. In het water afzetten van de wand, aansluitend 15 meter borstcrawl. 8. In het water afzetten van de wand, aansluitend 15 meter rugcrawl. 9. Van de kant te water gaan met een hurksprong, gevolgd door 30 seconden watertrappen met verplaatsen in meerdere richtingen, met gebruik van armen en benen, en 30 seconden (verticaal) blijven drijven met gebruik van armen.
Eisen per zwemdiploma (NPZ, 2015)
86
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Eindtermen SuperSpetters zwemdiploma KNZB Eindtermen KNZB zwemdiploma Gekleed:
Badkleding:
- Voetsprong
- 150 meter achter elkaar in slag naar keuze
- 50 meter zwemmen, met slag naar keuze
- 25 meter borstcrawl
- Onder mat door zwemmen en over mat heen
- 25 meter rugcrawl
klimmen
- 50 meter enkelvoudige rugslag
- Hoekduik gevolgd door voorwerp aantikken
- 50 meter schoolslag
op 1.5m onder wateroppervlakte
- Afzetten vanaf de waterlijn en uitdrijven in
- 30 sec. HELP-houding uitvoeren
borstligging (10 sec.)
- 30 sec. watertrappen
- Afzetten vanaf de waterlijn en uitdrijven in
- Zelfstandig op de kant klimmen
rugligging (10 sec.) - Kopsprong gevolgd door zwemmen door een gat in zeil op 6 meter
Slagen kunnen zowel met als zonder zwembril
- Draai om lengte-as en draai om breedte-as
uitgevoerd worden. Alle vaardigheden waarbij
- Wrikken (3 meter voorwaarts, draaien, 3 meter
oriëntatie onder water centraal staat, zijn
achterwaarts)
zonder zwembril uitgevoerd.
- Hurksprong - Met een koprol te water
Eindtermen KNZB Zwemdiploma (KNZB, 2015)
87
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Exameneisen Judo Deel 1 Valbreken (ukemi waza)
Richtlijnen examen deel 1 (Geesink, 2009)
88
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Deel 2 Staande technieken/worpen (tachi waza)
Richtlijnen examen deel 2 (Geesink, 2009)
89
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
Deel 3 Grond technieken/controleren (ne waza)
Richtlijnen examen deel 3 (Geesink, 2009)
90
Adviesrapport ‘nijntje beweegdiploma Amsterdam’ – Rosa Herngreen – Sportservice Amsterdam/Stichting Turnstad Amsterdam
91