Adviesrapport
Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam
Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam Adviesrapport volgend op het onderzoeksrapport
In opdracht van Topscore Amsterdam SportService Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Auteur: Yannick Abath November 2011
Voorwoord Voor u ligt het adviesrapport over de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam. Het adviesrapport is het vervolgdocument van het onderzoeksrapport “kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” uit oktober 2011.
De bevindingen vanuit het onderzoeksrapport zijn in dit rapport onder de loep genomen, geanalyseerd en vervolgens vertaald naar aanbevelingen richting de gemeente Amsterdam. De keuzes die in dit rapport gemaakt zijn, zijn onderbouwd met theorie vanuit het onderzoeksrapport.
De aanbevelingen uit dit adviesrapport worden vertaald naar het plan van aanpak. Het plan van aanpak is het laatste document uit de “Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” reeks. In dit document worden de aanbevelingen vertaald naar concrete stappen die de gemeente Amsterdam moet nemen om alle aanbevelingen te implementeren.
Ik wens u wederom veel leesplezier.
Yannick Abath Amsterdam, november 2011
Verklarende woordenlijst
Fight Right keurmerk Keurmerk dat aangeeft dat een vechtsportorganisatie aan bepaalde criteria voldoet.
Koninklijke Nederlandse Krachtsport- en Fitnessfederatie (KNKF) Bond met oud vechtsportproject “Tijd voor sport”, door stopzetting van dit project is het NIVM ontstaan.
Nederlands Instituut voor Vechtsport & Maatschappij (NIVM) Organisatie die vechtsport als middel inzet om maatschappij te helpen. Tevens aanspreekpunt en kenniscentrum voor vechtsportscholen. Het NIVM zet zich in voor implementatie van Fight Right keurmerk.
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) Dienst van de gemeente Amsterdam die op verschillende vlakken bezig is met het ontwikkelen van de maatschappij. Een aantal vlakken, waarop DMO bezig is met ontwikkelingen, zijn: Sport, Jeugd en Onderwijs, Kunst en Cultuur.
SportService Amsterdam Uitvoerende organisatie van afdeling Sport van DMO.
Zelfstandige Zonder Personeel Iemand die werkt voor zichzelf, heeft geen personeel in dienst en verkoopt vooral zijn eigen arbeid, kan vergeleken worden met een ‘freelancer’.
Uitbesteden (Strategic outsourcing) Taken laten uitvoeren door externe partijen. De voordelen van strategic outsourcing zijn minder werk en de taken te laten uitvoeren door partijen met meer expertise. Het nadeel is verlies van controle over de uitvoerbare taken.
Agency theory Een theorie die de problemen in de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (agent) beschrijft. Problemen kunnen tussen beide partijen ontstaan wanneer beiden een ander doel nastreven. De opdrachtgever kan de activiteiten van de agent niet altijd controleren, dit komt door informatie asymmetrie. De agent beschikt over meer informatie en bronnen dan de opdrachtgever, dit omdat de agent dichter betrokken is bij het werkveld.
Samenvatting Het onderzoeksrapport heeft een aantal keuzemogelijkheden naar voren gebracht. De gemeente Amsterdam dient te kiezen tussen:
Het Fight Right keurmerk of het Gemeentelijk keurmerk.
De mogelijke wijzen waarop sportscholen gestimuleerd kunnen worden tot kwaliteitsverbeteringen.
Taken binnenhouden of taken uitbesteden aan externen.
De verschillende samenwerkingsmogelijkheden met de sportscholen.
De eisen die aan een ZZP’er gesteld kunnen worden.
Het advies is dat de gemeente Amsterdam samen dient te werken met het Fight Right keurmerk. Inmiddels zijn er ontwikkelingen gaande tussen DMO en het NIVM. Er wordt gesproken over de inzet van het NIVM en het uitrollen van het Fight Right keurmerk.
Er wordt van de sportscholen verwacht dat zij zich inzetten voor kwaliteitsverbeteringen. Vanuit alle ondervraagde partijen komt naar voren dat de gemeente Amsterdam een tegemoetkoming voor de sportscholen moet aanbieden. Het gegeven advies luidt: de gemeente Amsterdam dient gebruik te maken van overeenkomsten. Door gebruik te maken van overeenkomsten wordt de financiële controle verhoogd en kan de gemeente Amsterdam naderhand bepalen of de sportschool een deel van haar investeringen terugverdiend. Verder dient de gemeente Amsterdam de verplicht te volgen cursussen deels te financieren. Dit verlaagt de investeringskosten van de sportscholen. Wanneer er een vechtsporter binnen SportService Amsterdam in staat is om zelf de cursussen te geven, dan worden de cursussen vanuit SportService Amsterdam aangeboden. Hierdoor worden de kosten voor de vechtsportscholen gereduceerd.
Wanneer er wordt samengewerkt met het Fight Right keurmerk en het NIVM, zijn er een aantal taken die de gemeente Amsterdam uit handen van het NIVM kan nemen. Dit vergroot de controle en inspraak van de gemeente Amsterdam. De begeleiding van de sportscholen, tijdens het halen van het keurmerk, is één van de taken die de gemeente Amsterdam zelf kan uitvoeren. Het beslissen of de vechtsportschool “Fight Right” waardig is, blijft onder de verantwoording vallen van het NIVM.
Op zowel korte als op lange termijn moet er een aanpak gehanteerd worden met betrekking tot het samenwerken met de vechtsportscholen. Op korte termijn kan de sportschool met de gemeente Amsterdam samenwerken als een aanvraag voor het keurmerk bij het NIVM is ingediend en wanneer de sportschool een contract bij de gemeente Amsterdam heeft getekend. Op langere termijn zal de gemeente Amsterdam alleen nog samenwerken met vechtsportscholen die het Fight Right keurmerk hebben behaald. Dit kan alleen als het samenwerkingsverband tussen het NIVM en de gemeente Amsterdam in een verder stadium is.
Er is een aantal trainers binnen de vechtsport in Amsterdam die als ZZP’er lessen verzorgen voor de gemeente Amsterdam. Aan het handelen en de manier van lesgeven van deze trainers moeten ook eisen gesteld worden. De ZZP’ers dienen aan dezelfde eisen te voldoen als de reguliere trainers van vechtsportscholen. Dit betekent dat alle nodige papieren in orde moeten zijn en zij de cursus pedagogiek vanuit het NIVM moeten volgen. De enige eis die in eerste instantie niet verplicht is, is een niveau 3 opleiding. Deze eis is niet verplicht als zowel de gemeente Amsterdam als het NIVM van mening is dat de ZZP’er op het juiste niveau bezig is. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt de niveau 3 opleiding toch verplicht voor de ZZP’er wanneer deze wil samenwerken met de gemeente Amsterdam.
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................. 3 Verklarende woordenlijst....................................................................................................... 4 Samenvatting .......................................................................................................................... 5 Inhoudsopgave ....................................................................................................................... 7 Inleiding................................................................................................................................... 8 Inhoudelijke oriëntatie ........................................................................................................... 9 Afbakening onderzoeksrapport .......................................................................................... 12 Organisatiestructuur ............................................................................................................ 14
§1 §2 §3
Topscore Amsterdam .............................................................................. 14 SportService Amsterdam ........................................................................ 15 Organogram gemeente Amsterdam ....................................................... 16
Aanbevelingen ...................................................................................................................... 17
§1 1.1 1.2 1.3 §2 2.1 2.2 2.3 §3 3.1 3.2 3.3 §4 4.1 4.2 §5 5.1
Fight Right keurmerk vs. Gemeentelijk keurmerk ................................. 17 Informatie vanuit het onderzoeksrapport: ............................................... 17 Voor- en nadelen van beide keurmerken: ............................................... 18 Advies: .................................................................................................... 21 Stimulatiemogelijkheden ......................................................................... 23 informatie uit het onderzoeksrapport: ..................................................... 23 Voor- en nadelen van subsidies en overeenkomsten ............................. 24 Advies: .................................................................................................... 25 Taken binnenhouden vs. taken uitbesteden .......................................... 28 Omliggende informatie: ........................................................................... 28 Voor- en nadelen: ................................................................................... 28 Advies: .................................................................................................... 29 Samenwerking tussen gemeente Amsterdam en sportscholen........... 32 Informatie uit het onderzoeksrapport: ..................................................... 32 Advies: .................................................................................................... 33 ZZP en freelance....................................................................................... 35 Advies: .................................................................................................... 35
Conclusie .............................................................................................................................. 37 Evaluatie................................................................................................................................ 39 Literatuurlijst. ....................................................................................................................... 40
Inleiding Dit adviesrapport sluit aan op het onderzoek: “Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” van Yannick Abath, in opdracht van Topscore Amsterdam. De bevindingen vanuit dit onderzoek worden vertaald naar adviezen, die aan de gemeente Amsterdam worden gegeven.
Het adviesrapport vormt de basis voor een plan van aanpak. In dit plan van aanpak zullen de adviezen worden vervormd tot concrete handelingen, zodat de gemeente Amsterdam aan de slag kan gaan om alle gegeven adviezen te verwezenlijken.
De adviezen worden, zoals eerder genoemd, gegeven aan de hand van het onderzoeksrapport. De bevindingen uit het onderzoek worden onder de loep genomen en aan de hand van deze bevindingen zal Yannick Abath een advies geven richting de gemeente Amsterdam. Alle adviezen worden onderbouwd vanuit het onderzoeksrapport, zodat duidelijk wordt waarom de auteur voor een bepaald advies gekozen heeft. Er worden ook gesprekken gevoerd met betrokkenen vanuit de gemeente Amsterdam, zodat de wensen van deze ‘stakeholders’ mee worden genomen in het adviesrapport en later ook in het plan van aanpak.
Om een duidelijk advies te geven, moet eerst de organisatie waaraan het advies gegeven wordt, in kaart gebracht worden. Dit betekent dat de organisatiestructuur van Topscore Amsterdam en de gemeente Amsterdam overzichtelijk moet worden. Wanneer hier een duidelijk beeld over is ontstaan, kunnen er nauwkeurigere adviezen gegeven worden.
Inhoudelijke oriëntatie Om duidelijk te krijgen waar de adviezen in het adviesrapport op gebaseerd zijn, is ervoor gekozen om de samenvatting uit het onderzoeksrapport: “Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” in het adviesrapport toe te voegen. Zo heeft de lezer inzicht in de bevindingen vanuit het onderzoek en wordt het duidelijker waarop de bevindingen in het adviesrapport gebaseerd zijn. De bevindingen van het onderzoek worden later in het adviesrapport uitgebreider besproken.
Er wordt vaak gesproken over het onderzoeksrapport: “Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” hierna te noemen: onderzoeksrapport.
Samenvatting onderzoeksrapport: De hoofdvraag van het onderzoeksrapport luidt: Wat kan er vanuit de gemeente Amsterdam gebeuren om de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam te verbeteren en te controleren en welke rol kan het Fight Right keurmerk hierin spelen?
Om deze hoofdvraag te beantwoorden, zijn de volgende deelvragen opgesteld:
Wat is de huidige kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam?
Hoe kijkt het NIVM aan tegen het huidige vechtsportaanbod?
Hoe ziet de gemeente Amsterdam het huidige vechtsportaanbod?
Wat gebeurt er op dit moment aan verbetering van de kwaliteit van de vechtsport in Amsterdam?
Welke rol kan de gemeente Amsterdam spelen in stimulering van kwaliteitsverbetering en kwaliteitscontrole in het huidige vechtsportaanbod?
Welke rol kan de aanbieder van de vechtsport spelen in het stimuleren van kwaliteitsverbetering in het huidige vechtsportaanbod?
Welke rol kan het Fight Right keurmerk spelen bij het verbeteren van de kwaliteit binnen de vechtsport?
De nulmeting geeft antwoord op de eerste vier deelvragen. Vanuit de nulmeting is naar voren gekomen dat de kwaliteit van het vechtsportaanbod op redelijk niveau ligt. De technische kant van de vechtsport ligt op goed niveau, ruim 75% van de respondenten geeft aan dat de technieken beheerst worden. Aan de pedagogische kant kunnen verbeteringen worden gemaakt. De fysieke veiligheid is over het algemeen in goede staat, alleen over de EHBO zijn niet alle respondenten even tevreden. Dit kan nog niet gezegd worden over de sociale veiligheid binnen de sportscholen. Veel van de respondenten (±60%) hebben aangegeven dat er binnen verschillende vechtsportscholen een sociale spanning heerst.
Het NIVM vindt de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam goed opgebouwd. Dat de vechtsportwereld inziet dat een opleiding erg belangrijk is, is het grootste verbeterpunt dat de vechtsport de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Echter moet er transparantie komen in de vechtsportwereld, zodat de gemeente Amsterdam en het NIVM duidelijk kunnen zien waar de vechtsportscholen mee bezig zijn en wat de kwaliteit van deze sportscholen precies is. De gemeente Amsterdam vindt het vechtsportaanbod in Amsterdam erg divers. Er zijn sportscholen die goed presteren (60%) en een juiste kwaliteit uitdragen die de gemeente Amsterdam graag wil zien. Er zijn ook sportscholen die onder de maat presteren en daardoor het imago van de vechtsport aantasten(±20%). Ook de gemeente Amsterdam is van mening dat het besef van het belang van een opleiding de grootste verbetering binnen de vechtsport is.
De gemeente Amsterdam en de sportscholen verschillen van mening over de huidige kwaliteitsverbeteringen. De sportscholen ervaren dat er nog weinig gebeurt aan stimulatie van kwaliteitsverbeteringen. De gemeente Amsterdam is van mening dat er op dit moment al gewerkt wordt aan het verbeteren van de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam, door onder andere de inzet van combinatiefunctionarissen.
Om de kwaliteit van de vechtsport te verbeteren, wordt de gemeente Amsterdam geacht om een bepaalde rol in te nemen. De sportscholen en de gemeente Amsterdam hebben echter een andere visie op het invullen van deze rol. De sportscholen willen graag zien dat de gemeente Amsterdam subsidies verstrekt om de kosten van kwaliteitsverbeteringen te verminderen. De gemeente Amsterdam ziet graag dat het Fight Right keurmerk verplicht wordt.
De rol die voor de aanbieders van de vechtsport is weggelegd, is vooral het tonen van initiatief. Zij moeten laten zien dat zij bereid zijn te investeren om het kwaliteitsniveau naar een hoger niveau te tillen. Door middel van een proactieve houding kunnen de sportscholen hun wil tot verandering tonen.
Er is een potentiële rol weggelegd voor het Fight Right keurmerk, deze rol kan ook worden ingevuld door een alternatief keurmerk. Beide keurmerken kunnen een bepaalde invulling aan de kwaliteitsverbetering geven, welk keurmerk deze invulling gaat geven is tot dusver nog onbekend.
Afbakening onderzoeksrapport Niet iedereen heeft het onderzoeksrapport gelezen. Om deze reden wordt de afbakening van het onderzoek nog een keer beschreven, zodat er een beeld ontstaat van de onderzochte onderwerpen.
In het onderzoeksrapport zijn een aantal afbakeningen gemaakt om duidelijk te maken welke aspecten wel en niet onderzocht werden. De adviezen in dit rapport worden gegeven aan de hand van deze afbakeningen. In het adviesrapport wordt, met andere woorden, gebruik gemaakt van dezelfde afbakeningen.
Kwaliteit: in dit onderzoek wordt er bij kwaliteit gelet op het pedagogisch- en didactisch gehalte binnen de lessen van de trainers en op de fysieke en sociale veiligheid van de omgeving waar vechtsport wordt beoefend. Met andere woorden, welke factoren zijn nodig om verantwoord vechtsport te beoefenen? Verdere aspecten, die mogelijk naar boven komen bij het horen van het woord kwaliteit, worden buiten beschouwing gelaten.
Gemeente Amsterdam: onder gemeente Amsterdam worden de zeven stadsdelen van Amsterdam en SportService Amsterdam bedoeld. De zeven stadsdelen zijn: Noord, Oost, West, Zuid, Nieuw-West, Zuidoost en Centrum. Door het beantwoorden van de hoofdvraag wordt uiteindelijk duidelijk wat SportService Amsterdam, in samenwerking met de zeven stadsdelen kan ondernemen om de kwaliteit van de vechtsport te verbeteren. Binnen de gemeente Amsterdam wordt er alleen gekeken naar organisaties die actief betrokken zijn met het sportbeleid.
Vechtsportaanbod: binnen dit onderzoek wordt alleen gekeken naar het vechtsportaanbod van de jeugd. Dit zijn vechtsportgebruikers van 4 t/m 18 jaar. Alle uitspraken, adviezen en aanbevelingen zijn alleen gericht op deze doelgroep en zijn niet direct van toepassing op de gehele vechtsportwereld in Amsterdam. Het vechtsportaanbod wordt ook alleen onder de loep genomen bij sportscholen en welzijnsinstellingen die in opdracht of in het zicht van de stad of de stadsdelen opereren. Iedere andere instelling die vechtsport faciliteert wordt, binnen de analyse, buiten beschouwing gelaten. Echter gelden de conclusies van het onderzoek wel voor alle instellingen, die vechtsport faciliteren.
Fight Right keurmerk: het keurmerk dient, binnen dit onderzoek, als één van de potentiële instrumenten om de kwaliteit van de vechtsport te verbeteren. Aan het einde van het onderzoek moet duidelijk worden of het Fight Right keurmerk het middel wordt waarmee de gemeente Amsterdam de kwaliteit van de vechtsportscholen gaat controleren.
Organisatiestructuur De adviezen uit het adviesrapport zijn gericht op de gemeente Amsterdam1. Om zo duidelijk mogelijke adviezen te geven, is het van belang dat de organisatiestructuur van SportServiceen Topscore Amsterdam goed beschreven is. Wanneer dit gebeurd is, worden de adviezen overzichtelijk en is makkelijker te zien waar bijvoorbeeld nieuwe functies gecreëerd moeten worden.
§1
Topscore Amsterdam2
Topscore Amsterdam, een initiatief van de gemeente Amsterdam, is gericht op het stimuleren van actieve sportbeoefening door 12- tot 18-jarigen. Plezier in sporten moet daarbij voorop staan. Alleen als Topscore leuk is, zullen er meer jongeren mee willen doen. Sport is niet alleen maar leuk, het is belangrijk voor persoonlijke en sociale ontwikkeling en voor de ontwikkeling van een gezonde leefstijl. Achterliggende doelstellingen zijn daarom persoonlijke ontwikkeling, sociale ontwikkeling en het stimuleren van gezond gedrag. Topscore werkt samen met bestaande organisaties die betrokken zijn bij het sportaanbod voor de doelgroep, zoals: het buurt- en welzijnswerk, het onderwijs en de georganiseerde sport (BOS-driehoek). Topscore streeft ernaar dat verschillende partijen uit de BOS-driehoek samenwerken en aansprekende, gemeenschappelijke resultaten behalen. Voor de jongeren zelf is Topscore vooral een aantrekkelijke en uitdagende vorm van vrijetijdsbesteding.
Missie: Topscore Amsterdam wil jongeren tussen de 12- en 18 jaar in Amsterdam vaker en regelmatig laten sporten. Dit wordt nagestreefd door samenwerkingen aan te gaan met stadsdelen, scholen en sportverenigingen. Op deze manier wordt een aantrekkelijk naschools sportaanbod gecreëerd.
Visie: Topscore Amsterdam wil de Amsterdamse jongeren een breed sportaanbod aanbieden, zodat de jongeren zich goed kunnen oriënteren op de verschillende sportmogelijkheden. Dit valt in het kader van het sportcontinuüm dat Topscore Amsterdam wil realiseren. Er moet een passend sportaanbod zijn voor jongeren van twaalf tot achttien jaar. Het sportaanbod moet toegankelijk en divers zijn, zodat de regelmatigheid van het sportgedrag van de jongeren toeneemt. 1 2
Zie hoofdstuk: Vraagstelling & Afbakening §2 Afbakening van de onderzoeksgrenzen Zie: Sportplan 2009-2012 van Gemeente Amsterdam & DMO
Doelstellingen: De hoofddoelstellingen van Topscore Amsterdam zijn:
Een X aantal leerlingen bereiken met kennismakingslessen: bij de start van ieder Topscore seizoen worden er kennismakingslessen georganiseerd. Het doel hiervan is om jongeren kennis te laten maken met verschillende sporten en met het programma van Topscore Amsterdam. De doelstelling voor 2012 is om 13.000 kinderen te bereiken met de kennismakingslessen.
Een X aantal leerlingen wekelijks te laten sporten: Topscore Amsterdam verzorgt naschoolse sportactiviteit om jongeren op een regelmatige basis te laten sporten. Er zijn verschillende sporten die op wekelijkse basis gegeven worden na de lessen op de middelbare school. Het doel voor 2012 is om 4.500 kinderen wekelijks in het naschoolse sportaanbod te laten sporten.
§2
SportService Amsterdam
SportService Amsterdam is onderdeel van DMO Amsterdam. De afdeling Sport binnen DMO Amsterdam is opgesplitst in tweeën. Aan de ene kant zit de afdeling Beleid; die verantwoordelijk is voor het vormen van het huidige sportbeleid. Welke kant gaat de gemeente Amsterdam op als het gaat om sport? Aan de andere kant is er uitvoerende afdeling, namelijk SportService Amsterdam. SportService Amsterdam is onderverdeeld in drie teams:
Accommodaties: het team accommodaties houdt zich bezig met het inplannen van verschillende activiteiten in de accommodaties van Amsterdam. Verder valt het financiële gedeelte van alle accommodaties ook voor hun rekening.
Verenigingssport: het team verenigingssport houdt zich bezig met het ondersteunen van de sportverenigingen van Amsterdam. Denk hierbij aan beleidsplannen schrijven, de organisatiestructuur van een vereniging aanpassen en het bestuur helpen met reorganisatie.
Sportstimulering: het derde team binnen SportService is sportstimulering. Binnen deze afdeling vallen alle sportstimuleringsprogramma’s. Voorbeelden hiervan zijn: Topscore Amsterdam en Jump-in. Door middel van verschillende sportactiviteiten proberen beide programma’s om de jeugd van Amsterdam regelmatiger en vaker te laten sporten.
§3
Organogram gemeente Amsterdam
In het onderstaande organogram is weergegeven hoe de hiërarchische structuur van de gemeente Amsterdam is opgebouwd. Er wordt getoond hoe de gemeente Amsterdam overgaat in DMO, DMO in SportService en hoe Topscore Amsterdam weer een onderdeel uitmaakt van SportService Amsterdam.
Aanbevelingen Uit het onderzoeksrapport werd duidelijk dat er verschillende factoren binnen de vechtsport veranderingen moeten ondervinden als de kwaliteit van het vechtsportaanbod verbeterd dient te worden. Per factor worden de bevindingen vanuit het onderzoeksrapport opgesomd. Na de bevindingen worden de meest toepasbare mogelijkheden benoemd met daarbij de grootste voordelen en nadelen van deze mogelijkheden. Nadat de voor- en nadelen tegen elkaar zijn afgewogen wordt de uiteindelijke keuze gemaakt. Bij de uiteindelijke keuze wordt een motivatie gegeven waarom deze keuze gemaakt is. Hoe de keuzes verder worden geïmplementeerd in Amsterdam wordt uitgewerkt in het plan van aanpak.
§1
Fight Right keurmerk vs. Gemeentelijk keurmerk
1.1
Informatie vanuit het onderzoeksrapport:
Vanuit het onderzoeksrapport is duidelijk geworden dat de betrokkenen binnen de vechtsport een keurmerk moet komen waarmee de kwaliteit van de vechtsport gecontroleerd en verbeterd kan worden. Momenteel is er geen manier om de kwaliteit van de vechtsportscholen mee te controleren. Er is geen gestandaardiseerde maatstaaf met kwaliteitseisen binnen de gemeente Amsterdam. Hier moet in de ogen van de ondervraagden uit het onderzoek verandering in komen. Hieronder is een citaat vanuit het onderzoeksrapport te lezen:
Het is duidelijk dat er een instrument moet komen waarmee de gemeente Amsterdam de kwaliteit van de vechtsportscholen in Amsterdam kan meten en waarborgen. Dit vinden de professionals vanuit gemeente Amsterdam en het NIVM en de sportscholen met- en zonder het Fight Right keurmerk. Welk instrument dit moet worden, is echter nog niet geheel duidelijk. Alle ondervraagden zijn van mening dat een keurmerk kan bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de vechtsport binnen Amsterdam. De meningen zijn echter verschillend over het feit of een landelijk keurmerk (Fight Right keurmerk) of een eigen keurmerk (gemeente Amsterdam) geïmplementeerd moet worden3.
3
Zie onderzoeksrapport: hoofdstuk resultaten; §3: welke rol kan het Fight Right keurmerk spelen bij het verbeteren van de kwaliteit van de vechtsport?
De gemeente Amsterdam en het NIVM zien graag dat de vechtsportscholen allemaal een keurmerk dragen waarmee zij bewijzen dat zij aan een bepaalde kwaliteit hebben voldaan. De visie is om in de toekomst alleen nog maar samenwerkingsverbanden aan te gaan met vechtsportscholen die in het bezit zijn van een bepaald keurmerk.
1.2
Voor- en nadelen van beide keurmerken:
Om een advies te geven over een keurmerk, moeten eerst de voor- en nadelen van beide keurmerken duidelijk zijn. Die voor- en nadelen kunnen gebruiken worden voor het maken van een afweging. De uitkomst van de afwegingen die gemaakt worden zullen uiteindelijk bepalend zijn voor het advies. Hieronder zijn de voor- en nadelen van beide keurmerk te lezen. Deze voor- en nadelen zijn afkomstig uit het onderzoeksrapport: Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam.4
Het Fight Right keurmerk Het Fight Right keurmerk is een initiatief van de KNKF en is ontstaan vanuit het project Tijd voor Vechtsport. Dit project is in 2010 stopgezet. Sindsdien houdt het NIVM zich bezig met het Fight Right keurmerk, dat overigens nog wel in het bezit is van de KNKF. Door te voldoen aan een serie van eisen wordt een vechtsportschool “Fight Right” benoemd. Dit betekent dat de vechtsportschool voldoet aan een bepaalde kwaliteit en via het keurmerk deze kwaliteit ook uit kan dragen richting de buitenwereld.
Voordelen Fight Right keurmerk: De voordelen, die de gemeente Amsterdam ervaart wanneer er gekozen wordt voor het Fight Right keurmerk, zijn:
Landelijke erkenning: het Fight Right keurmerk is een landelijk keurmerk, dat langzamerhand steeds meer aandacht ontvangt. Wanneer de gemeente Amsterdam dit keurmerk als meetinstrument gebruikt, is in ieder geval zeker dat het hele land het keurmerk erkent. Er is minder kans op twijfel over de kwaliteit van de vechtsportscholen in Amsterdam wanneer er een landelijk keurmerk wordt uitgedragen door Amsterdam. Doordat het keurmerk door het hele land bestaat, is het mogelijk voor vechtsportscholen of eventueel zelfs steden om informatie met elkaar uit te wisselen. Ook voor verschillende gemeenten is het informatie uitwisselen een voordeel. Gemeenten kunnen elkaar ondersteunen bij de implementatie van een keurmerk als meetinstrument van kwaliteit.
4
Zie onderzoeksrapport: hoofdstuk resultaten; §3: welke rol kan het Fight Right keurmerk spelen bij het verbeteren van de kwaliteit van de vechtsport
Minder werk voor gemeente Amsterdam: de eisen van het Fight Right keurmerk staan landelijk vast. Dit betekent dat de gemeente Amsterdam niet zelf achter alle eisen aan hoeft te gaan en alle bijkomende zaken hoeft te regelen. Denk hierbij aan: o
Cursussen organiseren
o
Controleurs opleiden
o
Ondersteuners voor de vechtsportscholen aannemen en opleiden
De bovenstaande aspecten hebben ook financiën nodig om te werken. De gemeente Amsterdam hoeft, wanneer er gekozen wordt voor het Fight Right keurmerk, geen middelen beschikbaar te stellen om een eigen keurmerk mogelijk te maken.
Expertise van NIVM gebruiken: door te kiezen voor het Fight Right keurmerk en een samenwerking aan te gaan met het NIVM, kan de gemeente Amsterdam de expertise van de medewerkers van het NIVM gebruiken. Op die manier kunnen er bijvoorbeeld combinatiefunctionarissen worden opgeleid tot aanbieder van bepaalde cursussen die het NIVM verplicht.
Nadelen Fight Right keurmerk: Er zitten niet alleen voordelen aan een potentiële samenwerking met het NIVM. De gemeente Amsterdam besteedt de kwaliteitscontrole uit aan externen en verliest hierdoor een deel controle en inspraak.
Risico tot stopzetten: in 2010 werd het project: Tijd voor Vechtsport stopgezet. Het was nog maar de vraag of het Fight Right keurmerk zou blijven bestaan. Het NIVM werd opgericht en nam de taken van de KNKF en Tijd voor Vechtsport over. De vraag is: wat gebeurt er met het Fight Right keurmerk, wanneer de stekker uit het NIVM wordt getrokken? Wordt het programma dan weer overgenomen door een andere instantie of houdt het keurmerk op te bestaan? De gemeente Amsterdam moet rekening houden met dit soort vragen wanneer zij een mogelijk samenwerkingsverband aangaat met het NIVM. Stel dat het samenwerkingsverband vast staat, de keuringen van de sportscholen zijn in volle gang en ineens wordt het NIVM opgeheven. Dan staat de gemeente Amsterdam ineens zonder partner en zonder instrument om de kwaliteit te meten. Hier moet rekening mee worden gehouden en er moet een mogelijk alternatief bedacht worden, mocht er toch gekozen worden voor een samenwerkingsverband met het NIVM.
Verlies van controle: doordat het NIVM de eisen en criteria voor het Fight Right keurmerk ontwikkelt, betekent dat de gemeente Amsterdam afhankelijk is van het NIVM. De inspraak over de eisen van het NIVM valt weg, aangezien de criteria landelijk staan vastgesteld.
De controle van het naleven van de eisen wordt gedaan door het NIVM. Het controleren zou eventueel wel in samenwerking met de gemeente Amsterdam kunnen plaatsvinden, maar de volledige controle voor de gemeente zal uitblijven.
Het Gemeentelijk keurmerk Het Fight Right keurmerk is niet het enige middel om kwaliteit mee te meten en uiteindelijk te waarborgen. Een andere mogelijke optie is het ontwikkelen van een eigen keurmerk, verder te noemen Gemeentelijk keurmerk. Dit keurmerk is geheel onder de verantwoording van de gemeente Amsterdam en eventuele partners.
Voordelen Gemeentelijk keurmerk: Het gebruiken van een Gemeentelijk keurmerk neemt de nodige voordelen met zich mee:
Uitbreiden van interne kennis: het keurmerk wordt in het leven geroepen om de kwaliteit van de vechtsportscholen te meten en te waarborgen. Om te kijken welke sportscholen er voor een keurmerk in aanmerking komen, moeten er controleurs en ondersteuners zijn. De gemeente Amsterdam kan hiervoor zorgen door verschillende betrokkenen bij de vechtsport op te leiden en kennis bij te brengen. Hierdoor wordt de expertise, van meerdere personen binnen de gemeente Amsterdam, vergroot. De betrokkenen, die opgeleid worden, kunnen zijn: o
Combinatiefunctionarissen
o
Sportcoördinatoren
o
Trainers in dienst van de gemeente Amsterdam
Een andere optie kan ook zijn om nieuwe functies te creëren binnen de gemeente Amsterdam. Een functie die zich richt op het ondersteunen van vechtsportscholen en het helpen met het behalen van de eisen van het keurmerk. Een andere potentiële functie is het geven van de cursussen die verplicht zijn voor het behalen van het Fight Right keurmerk. Bij het creëren van deze functies moet echter wel rekening gehouden worden met het opleiden van de cursisten. Dit brengt financiële investeringen met zich mee. Hier dient ook rekening mee gehouden te worden.
Volledige bevoegdheid: Met het Gemeentelijke keurmerk ligt alle bevoegdheid bij de gemeente Amsterdam. De gemeente is niet meer afhankelijk van externe partijen, alleen als het gaat om uitwisseling van expertises, kennis en ervaringen
Eigen invulling: de gemeente Amsterdam kan eigen invulling geven aan het Gemeentelijke keurmerk. Met het Fight Right keurmerk worden er een aantal eisen neergelegd, waar in principe niet van afgeweken kan worden. Er kunnen dus geen eisen toegevoegd worden en zeker niet worden geschrapt. Met het Gemeentelijke keurmerk heeft de gemeente de touwtjes geheel in eigen handen.
Nadelen Gemeentelijk keurmerk: Om een correcte afweging te maken, moeten ook de nadelen van het Gemeentelijk keurmerk in kaart worden gebracht.
Doelgroep NIVM: het Gemeentelijk keurmerk richt zich gedeeltelijk op dezelfde doelgroep als het Fight Right keurmerk en het NIVM. Er moet vermeden worden dat er een concurrentiestrijd gaat ontstaan.
Geen landelijke erkenning: het Gemeentelijk keurmerk is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam en wordt daarom ook niet landelijk erkend.
Veel ontwikkelingswerk: een keurmerk ontwikkelen kost erg veel tijd. Er moeten veel mensen vanuit de gemeente Amsterdam wordt opgeleid tot het geven van cursussen en het controleren van de kwaliteit. Er moeten nieuwe functies in het leven geroepen worden en veel geld worden besteed aan deze opleidingen.
1.3
Advies:
De gemeente Amsterdam dient gebruik te maken van een instrument waarmee de kwaliteit van de vechtsport gecontroleerd en verbeterd kan worden. Het Fight Right keurmerk komt dan als beste instrument naar voren. De voordelen wegen zwaarder dan de nadelen die aan het Fight Right keurmerk vastzitten. Het Fight Right keurmerk wordt landelijk erkend. Wanneer de gemeente Amsterdam gaat samenwerken met het NIVM, kunnen beide partners voordelen uit de samenwerking halen. Voor zowel het NIVM als de gemeente Amsterdam is dit een waardevolle aanwinst. Het Fight Right keurmerk bestaat al een aantal jaar en alle eisen staan al langere tijd vast. Dit betekent dat er voor de gemeente Amsterdam geen ontwikkelingskosten en opstartkosten gemaakt hoeven te worden. De organisatie achter het Fight Right keurmerk bestaal ook al geruime tijd. In deze tijd heeft het NIVM veel kennis opgedaan. Het NIVM is ongeveer twee jaar bezig met het keuren van de vechtsportscholen en het naleven van de kwaliteitseisen. Door die twee actieve jaren, weet het NIVM hoe de sportscholen benaderd moeten worden en welke begeleiding het beste aangeboden kan worden. De gemeente Amsterdam hoeft niet al te veel nieuwe kennis op te doen en kan de knowhow van het NIVM goed gebruiken om de kwaliteitsverbeteringen te realiseren.
Er zijn al sportscholen in Amsterdam die het Fight Right keurmerk in bezit hebben en dus al voldoen aan de vereiste kwaliteit vanuit de gemeente Amsterdam. Het zou zonde zijn als de gemeente Amsterdam de sportscholen met het Fight Right keurmerk niet als voorbeeld zou gebruiken. Het NIVM is bereid om een samenwerkingsverband aan te gaan met de gemeente Amsterdam. Dit heeft als gevolg dat de prijzen gedeeltelijk omlaag worden gebracht en het NIVM mensen binnen de gemeente Amsterdam kan opleiden tot kwaliteitsbewakers. Op deze manier houdt de gemeente Amsterdam een groot deel van de controle in eigen handen, maar de specifieke taken worden door het NIVM uitgevoerd.
§2
Stimulatiemogelijkheden
De gemeente Amsterdam verwacht dat de vechtsportscholen zich inzetten om de kwaliteit van het vechtsportaanbod te verbeteren. Dit betekent dat er een aantal aspecten binnen de vechtsportschool aan verandering toe zijn. Veranderingen gaan vaak gepaard met financiële kosten. Op welke manier kan de gemeente Amsterdam ervoor zorgen dat de vechtsportscholen niet voor alle verbeteringskosten op hoeven te draaien.
2.1
informatie uit het onderzoeksrapport:
De vechtsportscholen van Amsterdam en de professionals5 hebben een andere visie op het vergroten van de toegankelijkheid van kwaliteitsverbeteringen. Beide partijen willen dat de investeringskosten voor de sportscholen worden verminderd. Ze hebben wel beiden een andere motivatie om de investeringskosten te verlagen.
Sportscholen: De ondervraagde sportscholen zijn bereid mee te werken aan het verbeteren van de vechtsportkwaliteit. Zij zien echter wel dat de toegankelijkheid van het Fight Right keurmerk wordt vergroot. De investeringsdrempel moet lager, anders werkt een deel van de sportscholen niet mee. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het verstrekken van subsidies. Wanneer de sportschool financiële steun ontvangt vanuit de gemeente Amsterdam, dan zijn de sportscholen meer gemotiveerd om zich in te zetten voor kwaliteitsverbetering. Een andere manier om de investeringskosten te verlagen, is het aanbieden van cursussen vanuit de gemeente Amsterdam. Door het aanbod vanuit de gemeente kunnen de kosten voor deelname aan een dergelijke cursus laag gehouden worden.
Professionals: Om ervoor te zorgen dat sportscholen de kwaliteit van het vechtsportaanbod gaan verbeteren, moet de gemeente Amsterdam wel de investeringskosten verlagen. Het verbreden van kennis van de leraren, voldoen aan het pedagogische aspect van lesgeven en de accommodatie fysiek- en sociaal veilig maken, dit vraagt een grote investering vanuit de sportscholen. De gemeente Amsterdam moet subsidies beschikbaar stellen om de bovenstaande aspecten mogelijk te maken. De sportscholen investeren in het behalen van de verplichte eisen en kunnen na het behalen van een bepaald keurmerk deze kosten gedeeltelijk terugvorderen bij de gemeente Amsterdam. Dit kan alleen wanneer er van tevoren afspraken tussen beide partijen zijn gemaakt. 5
Professionals: de gemeente Amsterdam en het NIVM
De professionals zijn van mening dat er genoeg medewerkers binnen SportService Amsterdam aanwezig zijn, die in staat zijn om de verplichte cursussen te geven. Dit is echter nog niet aan het begin van het verbeteringsproject mogelijk. Verschillende vechtsportbetrokkenen vanuit de SportService Amsterdam6 kunnen leren hoe de verplichte cursussen gegeven moeten worden en op den duur zelf verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van deze cursussen.
2.2
Voor- en nadelen van subsidies en overeenkomsten
Aan beide manieren van toegankelijkheid vergroten zitten voor- en nadelen vast. Om uiteindelijk een goed advies te geven, worden de voor- en nadelen benoemd waarna een onderbouwd advies gegeven kan worden. Subsidies: Voordelen:
Minder controle voor gemeente Amsterdam
Vergroot toegankelijkheid voor kwaliteitsverbeteringen
Nadelen:
Commerciële sportscholen hebben geen recht op subsidies
Geen overzicht van wat er gebeurt met het subsidiegeld
Beschikbaarheid van bepaalde hoeveelheid geld.
De overeenkomsten met de sportscholen is een andere optie om de toegankelijkheid voor kwaliteitsverbeteringen te vergroten. Met een overeenkomst wordt bedoeld dat de sportscholen zelf alle investeringen maken om te voldoen aan de eisen van een bepaald keurmerk. Naderhand kunnen de sportscholen een bepaald percentage van die investeringen terugvorderen bij de gemeente Amsterdam. Er zitten ook weer voordelen en nadelen aan deze potentiële keuze:
6
Combinatiefunctionarissen, Sportcoördinator Kracht- en Vechtsport of trainers in dienst bij SportService Amsterdam
Overeenkomsten: Voordelen:
Overeenkomst is voor iedereen beschikbaar, ook voor commercieel ingestelde organisaties.
Duidelijk overzicht van de uitgaven van de sportscholen.
Naderhand een beslismogelijkheid of de uitgaven van de sportscholen nuttig geweest zijn en declareerbaar.
Nadelen:
Veel controle voor gemeente Amsterdam
Veel tijd kwijt in verdiepen in de financiële staat van de sportschool
Voor beide opties geldt dat er goede afspraken gemaakt moeten worden met de sportscholen, zodat beide partijen de randvoorwaarden voor vergoedingen of subsidies weten.
2.3
Advies:
De gemeente Amsterdam moet de sportscholen uit Amsterdam stimuleren de kwaliteit van hun scholen te verbeteren. Dit kan onder andere gebeuren door de drempel voor kwaliteitsverbeteringen te verlagen, met andere woorden een tegemoetkoming aan te bieden.
De gemeente Amsterdam kan het beste gebruik maken van overeenkomsten tussen de sportscholen en de gemeente Amsterdam. De overeenkomsten bieden veel meer controle mogelijkheden en zijn ook beschikbaar voor de commerciële vechtsport aanbieders. De gemeente Amsterdam dient wel een aantal eisen aan de sportscholen te geven, zodat de gemeente Amsterdam inzicht krijgt in de financiële status van de sportschool en in het uitgavenpatroon. De overeenkomst wordt opgesteld tussen twee partijen: de gemeente Amsterdam en een sportschool zonder het Fight Right keurmerk. De gemeente Amsterdam dient de volgende eisen te stellen aan een sportschool die kans wil maken op een gedeeltelijke vergoeding van de gemaakte investering:
Financieel inzicht: de gemeente Amsterdam wil inzicht hebben in de financiën van de sportschool. Zo kan gecontroleerd worden of de investering in de sportschool nuttig is. Als de sportschool zo goed als failliet is, heeft het weinig zin als deze zich inzet voor het behalen van het Fight Right keurmerk. Wanneer een overeenkomst
tussen de gemeente Amsterdam en een sportschool wordt afgesloten, dient deze sportschool de huidige financiële situatie te kunnen tonen.
Kosten verantwoorden: de sportscholen die het Fight Right keurmerk willen behalen, worden gedwongen een aantal uitgaven en investeringen te doen om zo aan de vereiste kwaliteit te voldoen. Wanneer een sportschool een deel van deze kosten vergoed wilt krijgen, dient deze sportschool alle gemaakte kosten te verantwoorden bij de gemeente Amsterdam. Voordat een bepaalde investering wordt gemaakt, dient de sportschool deze potentiële investering voor te leggen bij de gemeente Amsterdam. De gemeente beslist dan of deze investering noodzakelijk is voor het behalen van het Fight Right keurmerk. Wanneer de investering nuttig is bevonden, is de sportschool vrij om deze investering te maken. Als de sportschool het Fight Right keurmerk behaald heeft, kan deze een aanvraag indienen om een deel van de investeringen terug te vorderen. Bij deze aanvraag voegt de sportschool nog één keer een overzicht toe, waarin staat hoeveel de sportschool geïnvesteerd heeft. Indien het overzicht door de gemeente Amsterdam wordt goedgekeurd, krijgt de sportschool 30% van de investeringskosten vergoed.
Samenwerking tekenen met gemeente Amsterdam: de gemeente Amsterdam is bereid een deel van de investeringskosten van de sportscholen te vergoeden. De vergoeding wordt alleen aangeboden als de sportscholen ook iets voor de gemeente Amsterdam kunnen betekenen. De sportscholen dienen een contract te tekenen waarin wordt opgenomen dat zij ingezet kunnen worden bij gemeentelijke programma’s als onder andere: Topscore Amsterdam, Jump-in en Sport- en Funtoer. Op deze manier weet de gemeente Amsterdam zeker dat zij niet voor niets de sportscholen helpen, zonder er iets voor terug te krijgen.
Cursussen: De cursussen, die verplicht zijn voor het behalen van het Fight Right keurmerk, kunnen op korte termijn het beste deels door de gemeente Amsterdam en deels door de vechtsportscholen gefinancierd worden. Zo hoeft de vechtsportschool niet het volledige bedrag voor de twee verplichte cursussen betalen. Tijdens de korte termijn oplossing moet er gekeken worden welke persoon binnen SportService Amsterdam zich ontfermd over het leren geven van de cursussen. Wanneer SportService Amsterdam zelf de cursussen kan geven, betekent dit dat de prijzen van de cursussen ook kunnen afnemen. Op lange termijn is het advies dat de cursussen door SportService Amsterdam worden aangeboden. Op deze manier worden de prijzen van de cursussen laag gehouden en hebben de vechtsportscholen lagere investeringskosten.
§3
Taken binnenhouden vs. taken uitbesteden
3.1
Omliggende informatie:
Het is voor de gemeente Amsterdam het gunstigst als zij gaat samenwerken met het NIVM. Er moet nog gekeken worden naar de mate van taken uitbesteden en binnen de gemeente Amsterdam houden. Welke taken kunnen onder de verantwoording van de gemeente Amsterdam worden geplaatst en welke taken blijven bij het NIVM liggen? De gemeente Amsterdam kan niet alle taken van het NIVM uit handen nemen, daarvoor is er een tekort aan mankracht en specifieke kennis. Echter zijn er een aantal taken die de gemeente Amsterdam goed zelf kan uitvoeren. Hierdoor behoudt de gemeente Amsterdam een groot deel van de controle en is er minder kans dat één van beide partijen een andere doelstelling gaat nastreven (Agency Theory7).
3.2
Voor- en nadelen:
De vraag is of de taken worden uitbesteedt aan externen partijen (strategic outsourcing8) of blijven de taken binnen het beheer van de gemeente Amsterdam? De voor- en nadelen van beide opties worden beschreven, waardoor een duidelijk overzicht ontstaat en de juiste keuze makkelijker kan worden gekozen. Voordelen van taken binnenhouden: o
Betere beheersing en controle voor gemeente Amsterdam.
o
Taken worden precies uitgevoerd hoe de gemeente dit voor ogen heeft.
o
Netwerk opbouwen met betrokkenen binnen de vechtsport.
Nadelen: o
Veel werk voor gemeente Amsterdam.
o
Vereist nieuwe aanstelling binnen SportService Amsterdam.
o
Mogelijk gebrek aan kennis binnen gemeente en externe partij met meer knowhow.
7 8
Zie hoofdstuk: Verklarende woordenlijst Zie hoofdstuk: Verklarende woordenlijst
De taken uitbesteden, ook wel strategic outsourcing genoemd, aan externe partijen als het NIVM brengt ook een aantal voor- en nadelen met zich mee.
Voordelen: o
Organisatie met kennis voert taken uit binnen haar expertise kring.
o
Gemeente Amsterdam minder/geen tijd kwijt om taken uit te voeren.
o
Tijd om te focussen op een ander aspect binnen de vechtsport.
Nadelen:
3.3
o
Uitvoerende organisatie heeft mogelijk andere doelstellingen (agency theory9)
o
Minder controle op kwaliteit van de uitgevoerde taken.
o
Verlies van kennis en competenties
o
Grote afhankelijkheid van externen
Advies:
Om een optimale taakverdeling te realiseren dienen de taken te worden verdeeld. Een deel van de taken komen onder de verantwoording van de gemeente Amsterdam te liggen. Het NIVM blijft verantwoordelijk voor een aantal taken die de gemeente Amsterdam om bepaalde redenen niet kan uitvoeren. Een aantal taken die de gemeente Amsterdam (in de toekomst) zelf uit kan voeren zijn:
Begeleiding bieden aan sportscholen: de sportscholen die zich inzetten voor het behalen van het Fight Right keurmerk, leggen een bepaald traject af. Niet iedere trainer/eigenaar van een sportschool is in staat om aan alle eisen te voldoen, zonder ondersteuning van buitenaf. De gemeente Amsterdam kan steun bieden aan vechtsportorganisaties die niet aan alle eisen voldoen. Dit gebeurt op dit moment ook al gedeeltelijk door de combinatiefunctionarissen vanuit stichting SportService Amsterdam. Deze trend kan worden voortgezet en dit zou betekenen dat er minimaal twee combinatiefunctionarissen beschikbaar moeten zijn om vechtsportscholen te assisteren bij het behalen van het Fight Right keurmerk.
9
Zie hoofdstuk: Verklarende woordenlijst
Geven van verplichte pedagogische cursus: een eis van het Fight Right keurmerk is het volgen van een pedagogische cursus, die inzoomt op de manier van lesgeven binnen de vechtsport. Deze cursus wordt gegeven door verschillende trainers vanuit het NIVM. Er bestaat een mogelijkheid om deze training vanuit de gemeente Amsterdam te laten komen. Er moet wel een bekwame trainer zijn die deze cursus kan geven. Op dit moment is er binnen de gemeente Amsterdam geen bekwame vechtsporter te vinden die deze cursus kan leren geven. Op dit moment blijft het geven van de cursussen verantwoordelijkheid van het NIVM. Hier kan in de toekomst verandering in gebracht worden.
Organisatorische aspecten: een aantal organisatorische aspecten als het organiseren van bijeenkomsten, huren van de zalen, cursussen inplannen en informatieavonden kunnen bij de verantwoording van de gemeente Amsterdam komen te liggen. Zo hoeft het NIVM deze taken niet te verrichten en weet de gemeente Amsterdam dat de taken goed worden uitgevoerd. Dit zorgt tevens voor een verkleining van de span of control voor de gemeente Amsterdam.
Er zijn een aantal taken die onder de verantwoording van het NIVM blijven liggen. Dit vanwege het feit dat het NIVM meer verstand van zaken heeft of dat sommige taken niet door de gemeente Amsterdam uitgevoerd kunnen worden.
Beslissingsbevoegdheid: het NIVM houdt de bevoegdheid tot het beslissen of een vechtsportschool “Fight Right” is gekeurd of niet. Het NIVM opereert op landelijk niveau; het zou tegenstrijdig zijn als de kwaliteit van de vechtsport in Amsterdam niet overeenkomt met de kwaliteit van de rest van Nederland. De gemeente Amsterdam kan de vechtsportscholen in Amsterdam wel een indicatie geven of zij op de weg bezig zijn, de uiteindelijke beslissing ligt bij het NIVM.
Communicatie: de communicatie over het Fight Right keurmerk ligt voor het grootste gedeelte nog bij het NIVM. De gemeente Amsterdam geeft de kwaliteitseisen van het NIVM wel door richting alle sportscholen die zich gaan inzetten voor kwaliteitsverbeteringen. Verdere communicatie valt onder de verantwoording van het NIVM. Wanneer het NIVM aangeeft dat zij liever vanuit de gemeente Amsterdam richting de sportscholen communiceren, dan kan een deel van de communicatie bij de gemeente Amsterdam komen te liggen. Dit kan alleen wanneer er goede wederzijdse afspraken zijn gemaakt.
Registraties en aanmeldingen: het NIVM blijft de verantwoording dragen met betrekking tot registraties en aanmeldingen. Trainers die worden opgenomen in het kwaliteitsregister, aanmeldingen voor het behalen van het Fight Right keurmerk en aanmeldingen voor bepaalde cursussen zijn voorbeelden hiervan. De verantwoording blijft bij het NIVM aangezien zij hier op landelijk niveau ook mee bezig zijn. Het zou voor veel onduidelijkheid en extra werk zorgen als de gemeente Amsterdam hier ineens de verantwoording voor zou dragen.
§4 Samenwerking tussen gemeente Amsterdam en sportscholen De gemeente Amsterdam wil in de toekomst alleen trainers inzetten die bewezen hebben dat zij aan een bepaalde kwaliteit voldoen. Om dit in uitvoering te brengen, dienen de samenwerkingsverbanden tussen de gemeente Amsterdam en de vechtsportscholen te veranderen.
4.1
Informatie uit het onderzoeksrapport:
De vechtsportscholen die in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk en de professionals10 zijn beiden van mening dat de samenwerkingsverbanden aangescherpt moeten worden. De meningen van de sportscholen met het Fight Right keurmerk en van de professionals zijn hieronder weergegeven11:
Sportscholen met het Fight Right keurmerk: De sportscholen, die in het bezit van het Fight Right keurmerk zijn, zien graag dat de gemeente Amsterdam alleen samenwerkt met sportscholen die een bepaalde kwaliteit waarborgen. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat de lessen alleen gegeven worden door trainers die een bepaalde kwaliteit waarborgen. Dit voorkomt slechte lessen door gebrek aan pedagogische kennis en hierdoor wordt een vergroting van het negatieve imago van de vechtsport voorkomen. De vechtsportscholen zonder het Fight Right keurmerk zijn het hier niet mee eens. Wanneer deze regel wordt doorgevoerd, zou dit betekenen dat deze vechtsportscholen niet meer kunnen samenwerken met de gemeente Amsterdam en op die manier een groot gedeelte van hun werkveld verliezen. Wanneer de vechtsportschool het Fight Right keurmerk binnenhaalt, is het gewoon mogelijk om verder samen te werken met de gemeente Amsterdam.
Professionals: De gemeente Amsterdam dient de samenwerkingsverbanden met de sportscholen aanscherpen. Er wordt op dit moment al getracht om alle samenwerkingen te laten plaatsvinden met organisaties die bewezen hebben te voldoen aan een bepaalde kwaliteit. In de praktijk blijkt dat dit niet altijd haalbaar is. Om de kwaliteit van het vechtsportaanbod naar de sportdeelnemers te garanderen, is het van belang dat de sportstimuleringsprogramma’s 10 11
Professionals: de gemeente Amsterdam en het NIVM Afkomstig uit het onderzoeksrapport: kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam
en de activiteiten worden gegeven door trainers van sportscholen met een bepaald keurmerk.
4.2
Advies:
Zoals uit het onderzoeksrapport “kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” al naar voren is gekomen, is dat vrijwel alle ondervraagden12 willen dat de samenwerkingsverbanden van de gemeente Amsterdam worden aangescherpt. “De gemeente Amsterdam dient de samenwerkingen aan te scherpen en alleen samen te werken met sportscholen die bewezen hebben aan een bepaalde kwaliteit te voldoen13”. Dit citaat is niet direct haalbaar, aangezien er op dit moment te weinig sportscholen zijn die het Fight Right keurmerk dragen. Om ervoor te zorgen dat het bovenstaande citaat werkelijkheid wordt, moeten er korte en lange termijndoelen gesteld worden.
Samenwerking op korte termijn: Zoals eerder al genoemd is het niet mogelijk om alleen gekwalificeerde trainers in te zetten wanneer de gemeente Amsterdam en het NIVM gaan samenwerken. De reden hiervoor is dat er niet genoeg sportscholen zijn met het Fight Right keurmerk en daarom ook te weinig trainers die geregistreerd staan in het kwaliteitsregister van het NIVM. Op korte termijn moet er een andere samenwerkingsoptie worden ontwikkeld, om op die manier toch de kwaliteit van de trainers zo goed mogelijk te waarborgen. Op korte termijn dient de gemeente Amsterdam alleen trainers in te zetten die: o
een aanvraag hebben ingediend bij het NIVM om het Fight Right keurmerk te behalen.
o
een contract hebben getekend bij de Gemeente Amsterdam met hierin opgenomen de voorwaarden voor de samenwerking.
De aanvraag voor het keurmerk dient bij het NIVM in behandeling te zijn genomen, voordat de trainer kan samenwerken met de gemeente Amsterdam. Zo weet de gemeente Amsterdam dat de desbetreffende vechtsportschool actie heeft ondernomen om de kwaliteit van de sportschool te verbeteren. Tevens kan de gemeente Amsterdam bij het NIVM controleren of de vechtsportschool ook daadwerkelijk verdere stappen onderneemt om het keurmerk te behalen. Wanneer dit niet het geval is, kan de gemeente Amsterdam het samenwerkingsverband stopzetten.
12 13
Sportscholen met het Fight Right keurmerk, het NIVM en de Gemeente Amsterdam Citaat uit onderzoeksrapport: Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam.
De vechtsportscholen dienen ook een contract te tekenen, waarmee zij laten blijken dat zij akkoord gaan met de voorwaarden die de gemeente Amsterdam stelt aan de samenwerking. Een aantal voorwaarden, die de gemeente Amsterdam aan de samenwerking stelt, zijn: o
Dat de aanvraag bij NIVM is ingediend.
o
Dat binnen een bepaald termijn (bijv. 4 maanden) het Fight Right keurmerk is behaald.
o
Dat de vechtsportschool voor bepaalde tijd samenwerkt met de gemeente Amsterdam en inzetbaar is bij verschillende projecten.
Wanneer de vechtsportschool niet aan de voorwaarden van de gemeente Amsterdam kan voldoen, verliest deze het recht om een deel van de investeringskosten vergoed te krijgen die afgesproken zijn in de overeenkomst. Tevens wordt de vechtsportschool niet meer ingezet op activiteiten van de gemeente Amsterdam.
Samenwerking op lange termijn: als het samenwerkingsproject tussen het NIVM en de gemeente Amsterdam in een verder stadium is, worden de samenwerkingseisen tussen de gemeente Amsterdam en de vechtsportscholen veranderd. De vechtsportscholen kunnen dan alleen nog met de gemeente Amsterdam samenwerken als zij bewezen hebben te voldoen aan de vereiste kwaliteit. Met andere woorden als de vechtsportschool het Fight Right keurmerk dragen. Wanneer de gemeente Amsterdam begint met deze aanpak, zal het samenwerkingsverband op korte termijn niet meer van toepassing zijn.
§5
ZZP en freelance
Binnen de vechtsport in Amsterdam zijn er veel trainers die als ZZP’er werkzaam zijn. Deze trainers zijn niet aangesloten bij een vechtsportschool. Dit betekent dat de kwaliteit van deze trainers niet gecontroleerd kan worden met het Fight Right keurmerk.
Vanuit het onderzoeksrapport is naar voren gekomen dat de professionals graag zien dat de ZZP’er ook aan bepaalde kwaliteitseisen wordt onderworpen. Hieronder is een citaat uit het onderzoeksrapport weergegeven wat gaat over de kwaliteitseisen van een ZZP’er.
”Een ZZP’er moet in het vervolg ook kunnen bewijzen dat hij/zij beschikt over een bepaalde kwaliteit, wanneer er een mogelijke samenwerking plaatsvindt met de gemeente Amsterdam. Dit kan door middel van: o
Verschillende vechtsportdiploma’s, ook gericht op het pedagogische aspect van lesgeven, niet alleen de techniek.
o
5.1
Registratie in het kwaliteitsregister van het NIVM.”
Advies:
Binnen de gemeente Amsterdam zijn er veel vechtsporttrainers die als ZZP’er14 werken. De gemeente Amsterdam moet ook eisen stellen aan deze trainers. Deze trainers zijn uiteindelijk ook mede bepalend over de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam.
De ZZP’er is niet altijd aangesloten bij een vechtsportschool, dit betekent dat de trainer niet automatisch is opgenomen in het kwaliteitsregister van het NIVM. Dit betekent voor de gemeente Amsterdam dat zij niet kan controleren of de ZZP’er over de gewenste kwaliteit beschikt. Om ervoor te zorgen dat de gemeente Amsterdam deze controle wel kan uitvoeren, zijn er een aantal eisen ontwikkeld waar de ZZP’ers aan moeten voldoen.
Cursus pedagogiek: de cursus over pedagogisch lesgeven vanuit het NIVM is verplicht om te volgen. Op die manier weet de gemeente Amsterdam zeker dat de ZZP’ers informatie over de pedagogische manier van lesgeven hebben meegekregen. De cursus kan gevolgd worden vanuit de gemeente Amsterdam waar ook de sportscholen aan deelnemen.
14
Zie adviesrapport: hoofdstuk: bijlagen; §1: verklarende woordenlijst
Papieren in orde: de trainers van de vechtsportscholen zijn verplicht om een aantal papieren aan te leveren, wanneer zij in het kwaliteitsregister opgenomen willen worden. Onder deze papieren vallen: o
Een geldige VOG verklaring
o
Een geldig EHBO diploma
o
Leservaring van 270 uur, in en buiten clubverband.
De ZZP’ers dienen dezelfde papieren op orde te hebben wanneer zij in aanmerking willen komen voor een samenwerkingsverband met de gemeente Amsterdam. De leservaring moet minimaal 270 aan ervaring zijn, dit mag echter ook buiten clubverband gegeven zijn.
Bondsopleiding niveau 3: voor de vechtsportscholen die het Fight Right keurmerk willen halen, is één van de verplichte eisen om een bondsopleiding op niveau 3 te behalen. Voor de ZZP’ers is dit niet een vereiste. Niet elke bond heeft een erkende opleiding. Hier lopen de sportscholen ook tegen aan, dit is geen direct probleem. Niet iedere ZZP’er is bij een vechtsportbond aangesloten. Dit maakt het wel lastig om aan deze eis van het Fight Right keurmerk te voldoen. Om deze reden is het in eerste instantie voor de ZZP’er niet verplicht om aan deze eis te voldoen. Er moet echter wel een andere manier komen waarmee de ZZP’ers kunnen aantonen dat zij op niveau 3 met de sport bezig kunnen zijn. In plaats van het behalen van een niveau 3 opleiding, zal er iemand van het NIVM en van de gemeente Amsterdam de ZZP’er komen observeren. Aan de hand van vooraf vastgestelde eisen zullen beide partijen een oordeel kunnen vellen over de ZZP’er en zijn/haar manier van lesgeven. Naderhand zullen de oordelen van beide partijen worden besproken en kan er bepaald worden of de ZZP’er op een niveau 3 kan handelen of dat hij nog niet op het juiste niveau presteert. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet ervoor gezorgd worden dat de ZZP’er wel op het juiste niveau terecht komt. Wanneer de ZZP’er niet op het juiste niveau opereert, dan wordt er verwacht dat de ZZP’er alsnog een niveau 3 opleiding haalt.
Conclusie Vanuit het onderzoeksrapport zijn een aantal mogelijke adviezen ontstaan. Deze adviezen zijn vervormd naar aanbevelingen. De volgende aanbevelingen zijn gemaakt:
De gemeente Amsterdam dient samen te werken met het Fight Right keurmerk. Dit keurmerk wordt landelijk erkend en de gemeente Amsterdam is niet zoveel tijd kwijt met het ontwikkelen van een eigen Gemeentelijk keurmerk.
Om de investeringskosten van kwaliteitsverbeteringen te verlagen, dient de gemeente Amsterdam gebruik te maken van overeenkomsten. Door inzage in de financiële situatie van de vechtsportschool en door het analyseren van het uitgavenpatroon, kan de gemeente Amsterdam bepalen of een sportschool recht heeft op vergoeding van de gemaakte investering. Een andere manier om de investeringskosten van de vechtsportscholen te verlagen, is door gedeeltelijke financiering van de verplichte cursussen. Op korte termijn dient de gemeente Amsterdam een gedeelte van de cursussen te financieren, zodat de sportscholen niet de volledige prijs voor beide cursussen hoeft te betalen. Op langere termijn is het de bedoeling dat de cursussen door SportService Amsterdam zelf verzorgd worden. Dit betekent dat de prijzen voor de cursussen verlaagd kunnen worden. Dit vergroot de toegankelijkheid van de cursussen.
Wanneer er gebruikt gemaakt wordt van het Fight Right keurmerk, zijn er een aantal taken die uitgevoerd moeten worden om de kwaliteitsverbeteringen haalbaar te maken. De gemeente Amsterdam zal een deel van de taken uitvoeren. Er zijn een aantal taken die onder de verantwoording van het NIVM blijven vallen15.
De samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en de vechtsportscholen van Amsterdam verloopt op de volgende manier. Op korte termijn moet de sportschool een aanvraag voor het Fight Right keurmerk bij het NIVM hebben ingediend en een contract getekend hebben bij de gemeente Amsterdam. Op de langere termijn werkt de gemeente Amsterdam alleen nog samen met vechtsportscholen die in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk16.
15
Zie: adviesrapport; hoofdstuk aanbevelingen; § 4.3; taken binnenhouden vs. taken uitbesteden Zie: adviesrapport; hoofdstuk aanbevelingen; § 4.4; samenwerking tussen gemeente Amsterdam en sportscholen
16
Binnen de vechtsport zijn er trainers die als ZZP’er werken. Voor deze trainers moeten ook kwaliteitseisen worden opgesteld. De meeste eisen vanuit het kwaliteitsregister van het NIVM17 zijn ook van toepassing op de ZZP’ers. Alleen de bondsopleiding niveau 3 is in eerste instantie niet verplicht. Wanneer het NIVM en de gemeente Amsterdam van mening zijn dat de ZZP’er niet op het juiste niveau bezig is, zal de niveau 3 opleiding toch een vereiste worden.
De aanbevelingen richting de gemeente Amsterdam zijn duidelijk, er kunnen nieuwe stappen ondernomen worden. Er moet nu gekeken worden hoe alle aanbevelingen uiteindelijk door de gemeente Amsterdam uitgevoerd gaan worden. Dit wordt beschreven in het opvolgende plan van aanpak.
17
Zie: onderzoeksrapport; hoofdstuk bijlagen; bijlage 1: Fight Right keurmerk criteria door het NIVM
Evaluatie Bij het opstellen van het adviesrapport zijn weinig problemen ondervonden. Het was niet nodig om veel afspraken te maken en hierdoor was ik niet afhankelijk van derden. Vanuit SportService Amsterdam is wederom goede ondersteuning geboden. Nu het onderzoeksrapport en het adviesrapport beiden afgerond zijn, kunnen deze rapporten de basis vormen voor het plan van aanpak. In het plan van aanpak worden de aanbevelingen uit dit rapport omgezet in concreet neembare stappen voor de gemeente Amsterdam. Het plan van aanpak is voorlopig het laatste rapport wat vanuit SportService Amsterdam wordt voortgebracht met betrekking tot het verbeteren van de kwaliteit van het vechtsportaanbod.
Yannick Abath Amsterdam, november 2011.
Literatuurlijst. Boeken & rapporten:
Yannick Abath (2011)
Onderzoeksrapport: Kwaliteit vechtsportaanbod
Ashley van den Dungen (2010)
Adviesrapport FC Den Bosch
Bonnie Hartog & Marte Schipper (2008) Adviesrapport SPH
R. Kooiker (2003)
Marktonderzoek
Hill & Jones (2009)
Strategic management theory
Fred R. David (2010)
Strategic management concepts & cases
C. Szerkowski (2006)
Strategische planning marketing NIMA-A
Internet:
HBO kennisbank: voorbeeld adviesrapport
http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/hh/show.cgi?fid=1811 Bezocht op 04-11-2011
Dienst Maatschappelijke ontwikkeling: Organogram DMO
http://intranet.dmo.amsterdam.nl/ Bezocht op 07-11-2011
Bache: Strategic outsourcing
http://www.bache.nl/index.php/FAQ/Wat-zijn-de-voordelen-en-de-nadelen-vanoutsourcing.html Bezocht op 11-11-2011
Plan van aanpak
Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam
Kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam Plan van aanpak als gevolg van onderzoeksrapport & adviesrapport
In opdracht van Topscore Amsterdam SportService Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Auteur: Yannick Abath Januari 2012
Voorwoord Voor u ligt het laatste document uit de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam reeks, namelijk het plan van aanpak. Het plan van aanpak is een vervolg van het onderzoeksrapport van oktober 2011 en het adviesrapport van november 2011.
De aanbevelingen vanuit het adviesrapport zijn in dit rapport uitgewerkt en er is duidelijk geworden wie verantwoordelijkheid draagt voor deze aanbevelingen. Ook de gevolgen van het uitvoeren van de aanbevelingen worden in dit rapport beschreven.
Het plan van aanpak is geschreven voor de medewerkers van de gemeente Amsterdam die betrokken zijn bij de kwaliteitscontrole van het vechtsportaanbod. Met behulp van het plan van aanpak kunnen deze medewerkers aan de slag om alle aanbevelingen te implementeren.
Ook wens ik u bij het laatste document wederom veel leesplezier.
Yannick Abath Amsterdam, januari 2012.
Verklarende woordenlijst
Fight Right keurmerk Keurmerk dat aangeeft dat een vechtsportorganisatie aan bepaalde criteria voldoet.
Koninklijke Nederlandse Krachtsport- en Fitnessfederatie (KNKF) Bond met oud vechtsportproject “Tijd voor sport”, door stopzetting van dit project is het NIVM ontstaan.
Nederlands Instituut voor vechtsport & maatschappij (NIVM) Organisatie die vechtsport als middel inzet om maatschappij te helpen. Tevens aanspreekpunt en kenniscentrum voor vechtsportscholen. Zet zich in voor implementatie van Fight Right keurmerk.
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) Dienst van de Gemeente Amsterdam die op verschillende vlakken bezig is met het ontwikkelen van de maatschappij. Een aantal vlakken, waarop DMO bezig is met ontwikkelingen, zijn: Sport, Jeugd & onderwijs en kunst en cultuur.
SportService Amsterdam Uitvoerende organisatie van afdeling Sport van DMO.
Topscore Amsterdam Sportstimulatie programma van de gemeente Amsterdam, gericht op jongeren van 12 t/m 18 jaar. Topscore Amsterdam is onderdeel van SportService Amsterdam.
Stichting SportService (Combifuncties) Stichting Sportservice Amsterdam is de werkgeversorganisatie voor combinatiefunctionarissen in Amsterdam. De combinatiefunctionarissen worden ingezet bij Amsterdamse sportverenigingen en op Amsterdamse scholen.
Zelfstandige Zonder Personeel Iemand die werkt voor zichzelf, heeft geen personeel in dienst en verkoopt vooral zijn eigen arbeid, kan vergeleken worden met een “freelancer”.
Samenvatting Het plan van aanpak is opgesteld om de aanbevelingen uit het adviesrapport te vertalen naar concreet neembare stappen voor de gemeente Amsterdam. SportService Amsterdam is de organisatie die zich gaat inzetten voor de kwaliteitsverbeteringen van de vechtsport in Amsterdam. Binnen SportService Amsterdam dient een contactpersoon te worden aangesteld. Deze contactpersoon is verantwoordelijk voor onder andere:
Communicatie tussen de verschillende betrokken partijen.
Organisatorische aspecten regelen.
De gemeente Amsterdam dient middelen in te zetten om de investeringskosten voor de vechtsportscholen te verlagen. Dit kan gebeuren door het inzetten van overeenkomsten. Met behulp van een overeenkomst kunnen de vechtsportscholen 30% van de geïnvesteerde kosten terugvorderen bij de gemeente Amsterdam. Dit kan echter alleen wanneer de vechtsportschool zich aan bepaalde voorwaarden houdt. Een andere manier om de investeringskosten laag te houden is door de cursuskosten laag te houden. De cursussen worden gegeven door het NIVM. Op korte termijn kunnen de vechtsportscholen en de gemeente Amsterdam de kosten voor de cursussen opsplitsen. Tijdens de korte termijn oplossing dient de contactpersoon te kijken welke vechtsporter, binnen SportService Amsterdam, in staat kan zijn om de verplichte cursussen te geven. De lange termijn oplossing luidt ook dat de gemeente Amsterdam zelf de verplichte cursussen aanbiedt. De gemeente Amsterdam kan de prijs dan nog meer verlagen, zodat de cursussen toegankelijker worden voor de vechtsporttrainers. Het NIVM is in principe verantwoordelijk voor het begeleiden van de vechtsportscholen tijdens het kwaliteitsverbeteringproces. Combifuncties doet hetzelfde met behulp van de combinatiefunctionarissen van Amsterdam. Om deze reden kan Combifuncties verantwoordelijk gesteld worden voor het begeleiden van de sportscholen. De contactpersoon dient in overleg met Combifuncties te beslissen welke combinatiefunctionaris verantwoordelijk wordt voor welke sportschool. De gemeente Amsterdam dient bepaalde eisen te stellen aan de samenwerkingsverbanden met de verschillende vechtsportscholen. Op korte termijn kan een vechtsportschool met de gemeente Amsterdam samenwerken als de sportschool een aanvraag voor het Fight Right keurmerk heeft ingediend en wanneer een contract getekend is met de samenwerkingsvoorwaarden.
Op lange termijn kan een vechtsportschool alleen nog samenwerken met de gemeente Amsterdam wanneer zij in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk. De lange termijn aanpak dient pas te worden gehanteerd wanneer alle huidige samenwerkingspartners in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk. Ook aan de ZZP trainers dienen eisen gesteld worden. Voor deze trainers gelden dezelfde eisen als de andere vechtsporttrainers. Alleen de bondsopleiding niveau 3 is niet een vereiste. De contactpersoon kan, in samenwerking met de keurmeester van het NIVM, door middel van observatie bepalen of de ZZP’er op gewenst niveau zijn/haar lessen opbouwt. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt de bondsopleiding alsnog een vereiste voor de ZZP trainer. De ZZP trainer kan nog wel samenwerken met de gemeente Amsterdam, mits deze trainer aangeeft wanneer deze de verplichte opleidingen heeft afgerond.
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................ 43 Verklarende woordenlijst..................................................................................................... 44 Samenvatting ........................................................................................................................ 45 Inhoudsopgave ..................................................................................................................... 47 Inleiding................................................................................................................................. 48 Inhoudelijke oriëntatie ......................................................................................................... 49 Projectopdracht .................................................................................................................... 51
§1 §2 §3
Project omgeving ..................................................................................... 52 Doelstelling project .................................................................................. 52 Resultaat project ...................................................................................... 56
Aanpak .................................................................................................................................. 57
§1 Aanbevelingen .......................................................................................... 57 §2 Realisatie van de aanbevelingen ............................................................ 59 2.1 Het Fight Right keurmerk ........................................................................ 59 2.2 Stimulatiemogelijkheden ......................................................................... 62 2.3 Taken binnenhouden vs. taken uitbesteden ........................................... 66 2.4 Samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en sportscholen ......... 70 2.5 ZZP en freelance .................................................................................... 73 Gevolgen van de aanbevelingen......................................................................................... 75
§1 §2
Organisatorische gevolgen: .................................................................... 75 Financiële gevolgen: ................................................................................ 78
Conclusie .............................................................................................................................. 80 Evaluatie................................................................................................................................ 82 Literatuurlijst ........................................................................................................................ 83
Inleiding Het plan van aanpak is het laatste document uit de reeks kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam. Met dit document kan de gemeente Amsterdam aan de slag om de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam te verbeteren.
Het onderzoeksrapport is de basis geweest voor het adviesrapport en het plan van aanpak. In het adviesrapport zijn de meningen van betrokkenen binnen de vechtsport onderzocht en is gekeken hoe de huidige kwaliteit van het vechtsportaanbod is opgebouwd.
In het plan van aanpak worden de aanbevelingen uit het adviesrapport omgezet tot concrete handelbare stappen. Er komt in het plan van aanpak terecht welke personen er voor een aanbeveling verantwoordelijk zijn en hoe de aanbeveling het beste in praktijk gebracht kan worden. De aanbevelingen hebben hoogstwaarschijnlijk gevolgen voor de gemeente Amsterdam. De mogelijke gevolgen van het implementeren van de aanbevelingen worden ook in het plan van aanpak beschreven.
Inhoudelijke oriëntatie Om een duidelijk overzicht te krijgen over de inhoud van het plan van aanpak, is ervoor gekozen om de samenvatting uit het adviesrapport: “kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” toe te voegen in het plan van aanpak. Deze toevoeging zorgt ervoor dat de lezer goed georiënteerd is en staan de aanbevelingen nog een keer goed op een rijtje.
In het plan van aanpak wordt er zowel over het onderzoeksrapport “kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” als het adviesrapport “kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam” gesproken. Beide documenten komen in het plan van aanpak terug als: onderzoeksrapport en adviesrapport.
In het plan van aanpak wordt gesproken over SportService Amsterdam en stichting SportService Amsterdam18. Dit zijn twee verschillende organisaties. Om onduidelijkheden te voorkomen wordt stichting SportService Amsterdam verder beschreven als Combifuncties.
Samenvatting adviesrapport: Het onderzoeksrapport heeft een aantal keuzemogelijkheden naar voren gebracht. De gemeente Amsterdam dient te kiezen tussen:
Het Fight Right keurmerk of het Gemeentelijk keurmerk.
De mogelijke wijze waarop sportscholen gestimuleerd kunnen worden tot kwaliteitsverbeteringen.
Taken binnenhouden of taken uitbesteden aan externen.
De verschillende samenwerkingsmogelijkheden met de sportscholen.
De eisen die aan een ZZP’er gesteld kunnen worden.
Het advies is dat de gemeente Amsterdam samen dient te werken met het Fight Right keurmerk. Inmiddels zijn er ontwikkelingen gaande tussen DMO en het NIVM. Er wordt gesproken over de inzet van het NIVM en het uitrollen van het Fight Right keurmerk.
Er wordt van de sportscholen verwacht dat zij zich inzetten voor kwaliteitsverbeteringen. Vanuit alle ondervraagde partijen komt naar voren dat de gemeente Amsterdam een tegemoetkoming voor de sportscholen moet aanbieden. Het gegeven advies luidt: de gemeente Amsterdam dient gebruik te maken van overeenkomsten.
18
Zie hoofdstuk: Verklarende woordenlijst
Door gebruik te maken van overeenkomsten wordt de financiële controle verhoogd en kan de gemeente Amsterdam naderhand bepalen of de sportschool een deel van haar investeringen terugverdiend. Verder dient de gemeente Amsterdam de verplicht te volgen cursussen deels te financieren. Dit verlaagt de investeringskosten van de sportscholen. Wanneer er een vechtsporter binnen SportService Amsterdam in staat is om zelf de cursussen te geven, dan worden de cursussen vanuit SportService Amsterdam aangeboden. Hierdoor worden de kosten voor de vechtsportscholen gereduceerd.
Wanneer er wordt samengewerkt met het Fight Right keurmerk en het NIVM, zijn er een aantal taken die de gemeente Amsterdam uit handen van het NIVM kan nemen. Dit vergroot de controle en inspraak van de gemeente Amsterdam. De begeleiding van de sportscholen, tijdens het halen van het keurmerk, is één van de taken die de gemeente Amsterdam zelf kan uitvoeren. Het beslissen of de vechtsportschool “Fight Right” waardig is, blijft onder de verantwoording vallen van het NIVM.
Op zowel korte als op lange termijn moet er een aanpak gehanteerd worden met betrekking tot het samenwerken met de vechtsportscholen. Op korte termijn kan de sportschool met de gemeente Amsterdam samenwerken als een aanvraag voor het keurmerk bij het NIVM is ingediend en wanneer de sportschool een contract bij de gemeente Amsterdam heeft getekend. Op langere termijn zal de gemeente Amsterdam alleen nog samenwerken met vechtsportscholen die het Fight Right keurmerk hebben behaald. Dit kan alleen als het samenwerkingsverband tussen het NIVM en de gemeente Amsterdam in een verder stadium is.
Er is een aantal trainers binnen de vechtsport in Amsterdam die als ZZP’er lessen verzorgen voor de gemeente Amsterdam. Aan het handelen en de manier van lesgeven van deze trainers moeten ook eisen gesteld worden. De ZZP’ers dienen aan dezelfde eisen te voldoen als de reguliere trainers van vechtsportscholen. Dit betekent dat alle nodige papieren in orde moeten zijn en zij de cursus pedagogiek vanuit het NIVM moeten volgen. De enige eis die in eerste instantie niet verplicht is, is een niveau 3 opleiding. Deze eis is niet verplicht als zowel de gemeente Amsterdam als het NIVM van mening is dat de ZZP’er op het juiste niveau bezig is. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt de niveau 3 opleiding toch verplicht voor de ZZP’er wanneer deze wil samenwerken met de gemeente Amsterdam.
Projectopdracht Dit plan van aanpak is opgesteld om te functioneren als handleiding bij het verbeteren en controleren van de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam. De gemeente Amsterdam wil dat de vechtsportscholen in Amsterdam voldoen aan een bepaalde kwaliteit. Deze kwaliteit bestaat uit verschillende onderdelen.
De lessen van de vechtsportscholen dienen pedagogisch en didactisch te zijn opgebouwd. Dit betekent dat de trainers goed inzicht hebben over het opbouwen van vechtsportlessen en dat de trainers sport als middel kunnen inzetten om de sporters doelstellingen buiten de sport te laten behalen.
De accommodatie dient fysiek en sociaal veilig te zijn. De fysieke veiligheid is vooral gericht op voldoende ruimte, veilig opgeborgen materiaal, aanwezige EHBO pakketten en aanwezige vluchtplannen. Sociale veiligheid heeft te maken met de cultuur die aanwezig is binnen de sportschool. Bij een aantal vechtsportscholen hangt een gespannen, bijna dreigende sfeer wanneer vechtsport wordt beoefend. Niet iedere vechtsporter voelt zich prettig in deze sfeer en kan zelfs een gevoel van bedreiging waarnemen. Een aantal trainers heeft de visie dat die sfeer past binnen de vechtsport. Deze visie moet verdwijnen en het is de taak van de trainer om een goede sfeer binnen de sportschool te creëren. Op die manier kan iedereen op een goede en comfortabele manier vechtsport beoefenen.
De trainers dienen in het bezit te zijn van: een geldige VOG, een geldig EHBO diploma en minimale leservaring van 270 uur. Wanneer trainers in het bezit zijn van de bovengenoemde aspecten, is het mogelijk om te controleren wie er lesgeeft en kan deze trainer de veiligheid binnen de school op een bepaald gebied al waarborgen.
§1
Project omgeving
De aanleiding voor de kwaliteit van het vechtsportaanbod van Amsterdam reeks is het advies van de Sportraad Amsterdam van juli 2011. In dit advies wordt aangeraden dat de gemeente Amsterdam alleen nog maar samenwerkt met partijen die aan kunnen tonen dat zij beschikken over een bepaalde kwaliteit. Ook werd in het advies benoemd dat het negatieve imago van de vechtsporten moet verdwijnen en dit voor een deel gebeurt als de vechtsportscholen, waarmee de gemeente Amsterdam samenwerkt, hun kwaliteit verhogen19. Door de dreiging van het afschaffen van de vechtsportevenementen, het negatieve beeld van vechtsport en mede dankzij het advies van de Sportraad is er een opdracht bij SportService Amsterdam uitgezet om de kwaliteit van het vechtsportaanbod te verbeteren. De opdracht is gericht op de vechtsportscholen van Amsterdam. De vechtsportscholen dienen de kwaliteit van hun vechtsportschool te verbeteren als zij een samenwerkingsverband met de gemeente Amsterdam nastreven. Om deze kwaliteitsverbeteringen meetbaar te maken, is er een instrument nodig om de ontwikkelingen van de vechtsportscholen te monitoren.
§2
Doelstelling project
Het plan van aanpak is voor een aantal redenen opgesteld. Door middel van uitvoering van het plan van aanpak kunnen een aantal doelstellingen worden gerealiseerd. De hoofddoelstelling is:
Kwaliteit van het vechtsportaanbod verbeteren: de uiteindelijke doelstelling van het plan van aanpak is om de kwaliteit van het vechtsportaanbod te verbeteren. Door uitvoering van het plan van aanpak zou iedere vechtsportschool het Fight Right keurmerk moeten dragen. Wanneer dit het geval is, zou het betekenen dat het vechtsportaanbod van Amsterdam aan een bepaalde kwaliteit voldoet. Deze kwaliteit kan door de gemeente Amsterdam worden gemeten en gecontroleerd worden. Wanneer de kwaliteit van het vechtsportaanbod wordt verbeterd, zal dit een aantal positieve effecten voor de gemeente Amsterdam met zich meebrengen.
19
Zie advies: vechten voor Ringsporten van Sportraad Amsterdam (juli 2011)
1. Betrouwbare samenwerkingspartners: op dit moment heeft de gemeente Amsterdam geen goed overzicht van wat er allemaal binnen de vechtsportscholen gebeurt, wie er les geeft en hoe de financiële situatie van de sportschool is.
Door het verbeteren van de kwaliteit en het behalen van het Fight Right keurmerk krijgt de gemeente Amsterdam een overzicht van de financiële situatie en wordt via het NIVM duidelijk dat de trainers binnen de sportschool een VOG hebben. Dit betekent dat er voor de gemeente Amsterdam een makkelijke manier van controle ontstaat. Wanneer een vechtsportschool aan alle kwaliteitseisen voldoet, kan de gemeente Amsterdam ervan uitgaan dat de sportschool een betrouwbare samenwerkingspartner is. 2. veilige doorstroom voor sportstimulering: vanuit onder andere het Topscore sportseizoen kunnen deelnemers doorstromen naar verenigingen of sportscholen om de sport bij Topscore in verenigingsverband te beoefenen. Dit geldt hetzelfde voor de Topscore sport Kracht- en vechtsport. De gemeente Amsterdam moet echter wel weten of de sportschool, waar de kinderen naartoe doorstromen, aan een bepaalde kwaliteit voldoet. Een veilige doorstroom kan alleen gegarandeerd worden als de gemeente Amsterdam duidelijk heeft naar welke scholen de sporters het beste kunnen doorstromen. Wanneer de kwaliteit van het vechtsportaanbod verbeterd en meerdere sportscholen het Fight Right keurmerk dragen, is het voor de gemeente Amsterdam overzichtelijk welke vechtsportscholen wel aan de vereiste kwaliteit voldoen. De gemeente Amsterdam kan de deelnemers van het Topscore programma door laten stromen bij de sportscholen met het Fight Right keurmerk. Zo weten zowel de deelnemers als de Topscore medewerkers dat de sporters worden verwezen naar een vechtsportschool die een bepaalde kwaliteit waarborgt. 3. Stimulatie van het positieve imago: zoals in het onderzoeks- en het adviesrapport al eerder aan de orde is gekomen, dragen de vechtsporten nog een negatief imago met zich mee. Dit imago wordt deels veroorzaakt door sportscholen die op de verkeerde manier bezig zijn met het beoefenen van vechtsport. Denk hierbij bijvoorbeeld aan trainers die op de verkeerde manier lesgeven of op een harde en bijna intimiderende manier technieken of disciplines proberen over te dragen. Een andere oorzaak van het negatieve imago is negatieve publiciteit20. Wanneer de gemeente Amsterdam zich inzet om de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam te verbeteren, wordt het langzamerhand voor de bevolking duidelijk dat de vechtsport verschillende kwaliteitsverbeteringen ondergaat. Dit kan tot gevolg hebben dat de bevolking inziet dat vechtsport meer inhoudt dan alleen de beelden die op televisie gezien worden waarin de sporters elkaar knock-out proberen te krijgen. Vechtsport houdt meer in dan alleen maar elkaar “verwonden” en is een sport waarbij veel discipline en respect komt kijken.
20
Zie onderzoeksrapport: hoofdstuk bijlagen; bijlage 4: voorbeeld negatieve publiciteit
Wanneer dit inzicht bereikt wordt, zullen de gedachten over vechtsport voor een deel een positiever karakter aannemen. Als de vechtsportscholen van Amsterdam het Fight Right keurmerk dragen, heeft dit als gevolg dat de sportscholen meer op dezelfde (pedagogische) manier te werk gaan. Zo zullen er (vrijwel) geen sportscholen meer zijn die dusdanig onder de maat presteren zodat het imago van de vechtsport beschadigd wordt. Dit beperkt echter niet de kans tot verslechtering van het negatieve imago van de vechtsport. De kans op negatieve publiciteit over de vechtsport blijft bestaan.
Om de hoofddoelstelling te bereiken, zijn er een aantal subdoelstellingen ontwikkeld. Deze subdoelstellingen helpen bij het realiseren van de hoofddoelstelling.
Draagvlak creëren: door het naar buiten brengen van het plan van aanpak wordt er aangetoond dat het verbeteren van de kwaliteit van het vechtsportaanbod een belangrijk actiepunt is. Binnen SportService Amsterdam is de urgentie van kwaliteitsverbeteringen al duidelijk en binnen DMO Sport is de urgentie van kwaliteitsverbeteringen ook in een stijgende lijn. Het beleidsteam van DMO is al in gesprek gegaan met het NIVM om te kijken op welke manier beide partijen kunnen samenwerken en de kwaliteit van het vechtsportaanbod kunnen verbeteren. Dit betekent dat de urgentie om de kwaliteit van het vechtsportaanbod te verbeteren op verschillende niveaus binnen de gemeente Amsterdam tot leven begint te komen. Het plan van aanpak heeft als één van de doelen om meerdere betrokken partijen op de hoogte te stellen van de veranderingen die het vechtsportaanbod gaat doormaken. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de stadsdelen en de vechtsportscholen.
Stappenplan voor betrokkenen: het plan van aanpak kan dienen als stappenplan voor alle betrokken partijen bij het verbeteren van de kwaliteit van het vechtsportaanbod. In het plan van aanpak staat concrete stappen die genomen moeten worden wanneer de aanbevelingen uit het adviesrapport uitgevoerd worden. Door de handleiding te volgen, worden de aanbevelingen op de juiste manier geïmplementeerd.
§3
Resultaat project
In het plan van aanpak worden stappen beschreven die de gemeente Amsterdam dient te nemen om de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam te verbeteren. Wanneer deze stappen worden uitgevoerd, zullen deze effect hebben op onder andere de organisatiestructuur van de gemeente Amsterdam. Om de gevolgen van de stappen te voorzien, wordt in het plan van aanpak beschreven welke aspecten mogelijk worden veranderd door de aanbevelingen. Op verschillende niveaus kunnen er veranderingen plaatsvinden:
Organisatorisch
Financieel
De uitvoering van het plan van aanpak moet leiden tot het verkrijgen van inzicht in de plannen van de gemeente Amsterdam om de kwaliteit van het vechtsportaanbod te verbeteren. Het plan van aanpak zal de gemeente Amsterdam inzicht geven in de stappen die ondernomen gaan worden. De gemeente Amsterdam krijgt een overzicht van de te nemen stappen en kan zich hierop voorbereiden en eventueel bijspringen waar het nodig is.
Aanpak Nu de projectomgeving, doelstellingen en het resultaat duidelijk zijn, moet er gekeken worden naar de aanbevelingen21 en op welke manier deze aanbevelingen gerealiseerd kunnen worden. Om te weten welke stappen er gezet moeten worden om alle aanbevelingen te implementeren, worden de aanbevelingen eerst nog een keer op een rijtje gezet. Vanuit daar wordt per aanbeveling aangegeven op welke manier de aanbeveling gerealiseerd kan worden.
§1
Aanbevelingen
De aanbevelingen uit het adviesrapport worden hieronder nog een keer beschreven. Verder wordt er besproken op welke manier iedere aanbeveling gerealiseerd kan worden en welke mogelijke gevolgen deze realisatie met zich mee kunnen dragen.
De eerste keuze die gemaakt diende te worden, was de keuze tussen het Fight Right keurmerk of een Gemeentelijk keurmerk. Het Fight Right keurmerk is het keurmerk geworden waar de gemeente Amsterdam mee samen dient te werken. Dit keurmerk wordt landelijk erkend en beschikt over een hoop kennis met betrekking tot de vechtsportwereld. De gemeente Amsterdam kan de expertise van het NIVM en het keurmerk gebruiken en hoeft niet zelf een eigen keurmerk te ontwikkelen, met alle extra kosten van dien.
Om de toegankelijkheid van kwaliteitsverbetering te vergroten waren meerdere mogelijkheden. Het verstrekken van een subsidie of het aangaan van een overeenkomst, wat inhoudt dat de sportscholen een deel van de investeringskosten kunnen terugvorderen. Er is gekozen voor een overeenkomst. Een overeenkomst brengt de mogelijkheid met zich mee om financiële controle te verrichten en te controleren of de investeringen die de sportschool heeft gemaakt nuttig worden bevonden. De cursussen, die verplicht zijn voor het behalen van het Fight Right keurmerk, kunnen ook voor een gereduceerde prijs gevolgd worden. Dit kan alleen als de gemeente Amsterdam besluit de kosten voor de cursussen te splitsen. Op langere termijn dient SportService Amsterdam een vechtsporter in bezit te hebben die in staat is zelf de verplichte cursussen te geven. Hierdoor kunnen de kosten voor de sportscholen nog lager gehouden worden.
21
Zie adviesrapport; hoofdstuk advies; §4 aanbevelingen
Nu het plan is dat de gemeente Amsterdam gaat samenwerken met het NIVM, betekent dit dat er nagedacht moet worden of de taken van de gemeente Amsterdam worden uitbesteed of deze taken intern worden uitgevoerd. Hier wordt een middenweg in gekozen. De gemeente Amsterdam kan een aantal taken van het NIVM overnemen en in eigen beheer houden. Er zijn echter ook een aantal taken die onder de verantwoordelijkheid van het NIVM blijven liggen. Dit betreft onder andere: het maken van de keuze of een vechtsportschool de titel “Fight Right” verdient. De gemeente Amsterdam kan hier geen uitspraken over doen, aangezien het NIVM landelijk opereert en de kwaliteit op landelijk niveau wel overeen moet komen.
De gemeente Amsterdam moet nadenken over het samenwerkingsverband met de sportscholen. Op korte termijn kan een vechtsportschool alleen met de gemeente Amsterdam samenwerken als:
Een aanvraag voor het Fight Right keurmerk is ingediend.
Een contract is getekend bij de gemeente Amsterdam, met hierin de samenwerkingsvoorwaarden opgenomen.
Binnen de vechtsport in Amsterdam zijn er trainers die als ZZP’er samenwerken met de gemeente Amsterdam. Voor de ZZP’ers gelden dezelfde regels als de trainers in het kwaliteitsregister van het NIVM. Dit betekent dat de ZZP’ers:
De cursus pedagogiek van het NIVM moeten volgen
De papieren, als VOG verklaring etc. op orde moeten hebben.
De bondsopleiding niveau 3 is niet direct van toepassing. Door controles vanuit de gemeente Amsterdam en het NIVM zal bepaald worden of de trainer op het juiste niveau lesgeeft. Wanneer dit niet het geval is, dan zal de niveau 3 opleiding alsnog verplicht worden.
§2
Realisatie van de aanbevelingen
Per aanbeveling wordt gekeken wat er binnen de gemeente Amsterdam moet gebeuren om de aanbeveling te realiseren. In dit hoofdstuk worden de aanbevelingen benoemd en wordt beschreven welke stappen ondernomen dienen te worden.
2.1
Het Fight Right keurmerk
Het advies uit het adviesrapport is dat de gemeente Amsterdam het Fight Right keurmerk gebruikt als instrument om kwaliteitsverbeteringen mee te realiseren.
SportService Amsterdam dient een contactpersoon aan te stellen die zorgt voor de communicatie tussen het NIVM en de gemeente Amsterdam. Op dit moment is er binnen SportService een coördinator “kracht- en vechtsport”. De coördinator is, in mijn ogen, de geschikte persoon om te functioneren als contactpersoon wegens de kennis die hij/zij beschikt over het vechtsportaanbod in Amsterdam. De contactpersoon vanuit SportService Amsterdam houdt zich bezig met een aantal zaken. De contactpersoon zal overzichten van het NIVM ontvangen met daarin opgenomen:
Welke vechtsportscholen zich hebben aangemeld om het Fight Right keurmerk te halen.
Welke vechtsportscholen het Fight Right keurmerk hebben behaald.
Wanneer de verschillende cursussen van het NIVM worden gegeven.
Welke voortgang de sportscholen doormaken.
Mochten er klachten zijn vanuit het NIVM of vanuit de sportscholen, dan is de contactpersoon degene die deze klachten in behandeling neemt. De partij die niet handelt volgens de afgesproken manier zal hierover aangesproken worden en indien nodig is de contactpersoon bevoegd om passende maatregelen te nemen. Voor het behalen van het Fight Right keurmerk is het voor de trainers verplicht om een aantal cursussen te volgen. De cursussen zijn niet verplicht als de trainer kan aantonen dat hij/zij voldoet aan de competenties die in de cursussen aan de orde komen of als hij/zij vergelijkbare cursussen al gevolgd heeft. In overleg met de contactpersoon en een specialist van het NIVM kan ervoor worden gekozen om een trainer vrijstellingen te geven voor één of beide cursussen. Om kans te maken op de vrijstelling dient de trainer de behaalde diploma’s te tonen aan de contactpersoon van SportService en de keurmeester van het NIVM.
De onderstaande cursussen zijn verplicht wanneer een sportschool het Fight Right keurmerk wil binnenhalen:
FUNdamentals: een cursus die ingaat op het belang van een plezierige aanpak en hoe deze aanpak effect kan hebben op een positief pedagogisch leerklimaat voor de sporters.
Docent Weerbaarheid en Agressieregulatie: de maatschappij wordt geconfronteerd met verschillende facetten van problematische vormen van agressie en geweld. In de cursus wordt ingezoomd op overeenkomende facetten en hoe je als trainer deze facetten het beste te lijf kan gaan. De gemeente Amsterdam dient een organisatie te vinden die in staat is om beide cursussen aan te bieden. Het NIVM is de organisatie die uiteindelijk verantwoordelijk wordt gesteld om beide cursussen bij de gemeente Amsterdam aan te bieden. De cursus FUNdamentals kan alleen gevolgd worden bij het NIVM. Er zijn wel andere organisaties die de cursus weerbaarheid en agressieregulatie kunnen geven, deze zijn echter niet allemaal in de buurt van Amsterdam of zitten qua prijs in dezelfde categorie als het NIVM. Het NIVM is de beste samenwerkingspartner omdat SportService Amsterdam maar met één partij afspraken hoeft te maken en zeker weet dat de cursussen die juiste aspecten voor het Fight Right keurmerk bevatten.
Meer dan 70% van de trainers heeft deze cursussen niet gevolgd en voldoen daardoor niet direct aan de gewenste competenties, wat wel moet gebeuren als zij Fight Right gekeurd willen worden. Dit geldt niet als de trainer al aan de competenties voldoet die tijdens de cursussen aan de orde komen. Er dienen afspraken gemaakt te worden met het NIVM over het aanbod van de cursussen. De cursussen kunnen het beste ieder kwartaal worden aangeboden. Zo krijgen de trainers vier keer per jaar de kans om deel te nemen aan de cursus en is het minder cruciaal als de trainer een keer verhinderd is om deel te nemen. Door de vergroting van het aanbod is het makkelijker om het Fight Right keurmerk op kortere termijn binnen te halen. De cursussen kunnen het beste in de volgende maanden gegeven worden:
Februari
Mei
September
December
De keuze om de cursussen in deze maanden te geven is gemaakt omdat er weinig rekening gehouden hoeft te worden met langere vakanties. In februari is er wel één week krokusvakantie waar het beste omheen gepland kan worden. In mei is de meivakantie van één of twee weken. Niet alle trainers gaan die week op vakantie, maar het makkelijkst is hier ook omheen te plannen. Het mooiste is eind mei. In september zijn alle scholen weer begonnen dus hier zitten geen vakanties meer in de weg. Dit in tegenstelling tot juli en augustus uit kwartaal drie. In december zitten een aantal feestdagen. Daarom is het verstandig om de cursussen rond half december aan te bieden, precies tussen de feestdagen in.
In het hoofdstuk Aanpak §2.2 wordt besproken hoe het cursusbeleid op korte- en op lange termijn tot stand dient te komen.
Het Fight Right keurmerk draagt een geldigheid van drie jaar. Na deze drie jaar is het noodzakelijk om opnieuw een keuring te ondergaan, waarna het Fight Right keurmerk opnieuw uitgereikt kan worden. Dit betekent wel dat de sportschool nog steeds dient te beschikken over de gewenste kwaliteit. Het NIVM dient na drie jaar weer een keuring te verrichten bij de verschillende sportscholen om te controleren of zij nog steeds over de juiste kwaliteit beschikken en “Fight Right” waardig zijn. Het NIVM wordt geacht tijdig (± drie maanden van tevoren) aan te geven aan de contactpersoon van SportService Amsterdam wanneer een vechtsportschool opnieuw gekeurd moet worden. De contactpersoon dient zelf ook een overzicht te hebben waarin staat welke vechtsportschool op welke datum opnieuw een keuring nodig heeft. In overleg met de contactpersoon van SportService kan de keurmeester afspraken maken met de sportscholen om de keuring af te nemen. De vechtsportscholen zijn vrij om aan te geven of zij een herkeuring voor het Fight Right keurmerk willen. Mocht de sportschool aangeven dit niet te willen, dan verliest de sportschool wel het recht om samen te werken met de gemeente Amsterdam.
2.2
Stimulatiemogelijkheden
Overeenkomst: Een overeenkomst wordt het middel waarmee de investeringskosten voor de sportscholen naar beneden wordt gebracht. De sportschool gaat een overeenkomst aan met de gemeente Amsterdam. Door middel van een overeenkomst kan een sportschool kans maken op een gedeeltelijke terugvordering van de investeringskosten. De sportschool dient echter wel aan een aantal aspecten te voldoen. Allereerst dient de sportschool inzicht te geven in de financiële status van de sportschool. Hoe staat het financieel gezien met de sportschool? Ten tweede wordt van de sportschool verwacht dat alle investeringskosten, die gemaakt worden bij het behalen van het Fight Right keurmerk, verantwoord worden bij de contactpersoon. De contactpersoon kan aangeven of deze kosten essentieel zijn voor het behalen van het Fight Right keurmerk. De gemeente Amsterdam vindt het niet nodig om te betalen voor andere kosten dan de Fight Right kosten. Als laatste voorwaarde voor een overeenkomst is dat de sportschool een samenwerkingsverband tekent bij SportService Amsterdam. In dit samenwerkingsverband staat opgenomen dat de sportschool bereid is zich in te zetten voor bepaalde sportstimuleringsprogramma’s.
De sportscholen moeten zich realiseren dat de kosten die zij maken ten goede komt van de eigen sportschool. De sportscholen investeren in hun eigen succes. Om deze reden is de gemeente Amsterdam van mening dat de investering voor het grootste gedeelte voor de rekening van de sportschool dient te komen. De sportscholen hebben het recht om 30% van de gemaakte investeringskosten terug te vorderen bij de gemeente Amsterdam. Zo wordt er een tegemoetkoming voor de sportscholen gerealiseerd zonder dat de gemeente Amsterdam alles op een presenteerblaadje aanreikt.
De vechtsportscholen kunnen 30% van de investeringskosten terugvorderen bij de gemeente Amsterdam. De kosten van het Fight Right keurmerk kunnen echter per sportschool verschillen. Het Fight Right keurmerk kost minimaal €999,-. De kosten kunnen per sportschool verschillen, afhankelijk van de werkzaamheden die de sportschool moet verrichten om aan de kwaliteitseisen van het NIVM te voldoen. Om deze reden is er een maximum terug te vorderen bedrag ingesteld. De sportschool kan tot €2500, - investeren en nog kans maken op een gedeeltelijke terugvordering. Dit betekent dat de vechtsportscholen €750, – van de gemeente Amsterdam kunnen terugvorderen.
De kosten, die vergoed worden door SportService Amsterdam, zijn de kosten die een vechtsportschool maakt wanneer er verbetering van het technisch kader wordt gerealiseerd. Denk hierbij aan het verbeteren van de opleidingen van de trainers, het voldoen aan alle gevraagde competenties en het verbeteren van het lesgeven van de trainers. De kosten die gemaakt worden bij verbeteren van de accommodatie, kunnen niet bij SportService Amsterdam worden teruggevorderd. Veel vechtsportscholen bevinden zich in een locatie van de gemeente Amsterdam, die al aan bepaalde veiligheidsvoorschriften voldoen. De vechtsportscholen met een eigen accommodatie zijn verantwoordelijk voor de verbetering van deze accommodatie op eigen kosten.
Binnen SportService Amsterdam dient een contract te liggen waarin een samenwerkingsverband met de sportscholen in wordt beschreven. De voorwaarden voor het ontvangen van een terugvordering staan in dit contract beschreven. Wanneer de sportscholen zich houden aan alle samenwerkingsvoorwaarden22, dan hebben zij recht op de terugvordering. De contactpersoon is verantwoordelijk voor het laten tekenen van het contract. De eigenaar/hoofdtrainer van de sportschool dient naar het gebouw van SportService Amsterdam te komen en te kijken of hij/zij akkoord gaat met de voorwaarden die in het contract zijn opgenomen. Bij het tekenen van het contract is de contactpersoon verantwoordelijk voor het uitleggen van de terugvorderprocedure. Het moet voor de sportscholen helder zijn aan welke voorwaarden zij zich moeten houden.
Het kan voorkomen dat een vechtsportschool zich niet houdt aan de afgesproken voorwaarden. Wanneer de sportschool op tijd van tevoren aangeeft dat de voorwaarden niet realiseerbaar zijn voor het gestelde termijn, kunnen er nieuwe afspraken gemaakt worden. Dit kan echter één keer voorkomen, daarna dient de sportschool zich wel aan het realisatietermijn te houden. Mocht er geen terugkoppeling zijn vanuit de sportschool en de contactpersoon ziet dat het realisatietermijn niet behaald gaat worden, dan dient de contactpersoon contact op te nemen met de sportschool en aan te geven dat zij nog bepaalde tijd hebben om het realisatietermijn te behalen.
22
Zie hoofdstuk: Aanpak; §2.4: Samenwerking tussen gemeente Amsterdam en sportscholen.
Wanneer duidelijk wordt dat de sportschool geen verdere moeite doet om het realisatietermijn te behalen, dan is het aan de contactpersoon om aan te geven dat alle terugvordermogelijkheden zijn verdwenen en dat de sportschool niet meer met de gemeente Amsterdam kan samenwerken tenzij het Fight Right keurmerk alsnog wordt behaald. Dit betekent wel dat de sportschool geen recht meer heeft op financiële steun vanuit de gemeente Amsterdam.
Cursussen: Zoals in het adviesrapport al naar voren is gekomen, dient de gemeente Amsterdam een manier te vinden om de bedragen voor de cursussen voor de vechtsportscholen te beperken. Door beperking van de kosten is het aantrekkelijker voor sportscholen om te werken aan kwaliteitsverbeteringen en bijvoorbeeld ieder half jaar een bijscholing te volgen. Er zijn twee verschillende aanpakken: een aanpak voor korte termijn en een aanpak voor lange termijn. Op korte termijn dienen de kosten van de cursussen gesplitst te worden. Een deel van de cursuskosten wordt betaald door de gemeente Amsterdam, het andere deel door de sportscholen zelf. De sportscholen betalen 60% van de cursusprijzen en de gemeente Amsterdam 40%. De prijzen voor beide cursussen zijn:
Cursus FUNdamentals
€125,-
Docent weerbaarheid en agressieregulatie
€1000,-23
De totale kosten voor het volgen van beide cursussen is €1125. Dit betekent dat de gemeente Amsterdam €450 per sportschool betaalt voor het volgen van beide cursussen.
De sportscholen dienen eerst de investeringen te maken voor de cursussen. Wanneer de trainer beide diploma’s heeft behaald, kan de trainer contact opnemen met de contactpersoon van SportService Amsterdam. De contactpersoon zal dan in werking zetten dat de sportschool de €450,- van beide cursussen teruggevorderd krijgt.
Voor het behalen van het Fight Right keurmerk is het noodzakelijk dat de hoofdtrainer beide cursussen heeft gevolgd. Voor de rest van de trainers is het niet vereist dat zij deze cursussen hebben gevolgd. De gemeente Amsterdam vergoedt ook per sportschool één keer het tarief van beide cursussen. Meerdere trainers van één sportschool zijn welkom om deel te nemen aan de cursussen, alleen vraagt dit wel een eigen investering.
23
Zie offerte NIVM naar DMO Sport
Tijdens de aanpak op korte termijn dient de contactpersoon van SportService Amsterdam op zoek te gaan naar een vechtsporter binnen SportService Amsterdam die in staat is de cursussen zelf te geven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan één van de combinatiefunctionarissen vechtsport. Deze vechtsporters zijn in het bezit van de juiste diploma’s en dragen de nodige vechtsportkennis met zich mee. De contactpersoon kan, in overleg met de combinatiefunctionaris en Combifuncties, besluiten dat één van de combinatiefunctionarissen verantwoordelijk wordt voor het geven van de cursussen.
Wanneer de cursussen door de gemeente Amsterdam verzorgt kunnen worden, zal dit betekenen dat de prijzen van de cursussen verlaagd kunnen worden. Dit heeft als gevolg dat zowel de sportscholen als de gemeente Amsterdam minder kosten maakt aan de cursussen.
De contactpersoon dient aan het begin van de korte termijn aanpak te beginnen met de selectie van mogelijke cursusleiders. Welke combinatiefunctionaris kan ingezet worden om de cursussen te geven? Zodra de cursusleider gevonden is, kan de contactpersoon besluiten om de korte termijn aanpak stop te zetten en over te gaan op de lange termijn aanpak. De lange termijn aanpak bespaart namelijk voor beide partijen meer investeringskosten. De beide cursussen kunnen zelfs kosteloos worden aangeboden, als de contactpersoon dit besluit. Het zal ± zes maanden duren voordat de korte termijn aanpak kan overgaan op de lange termijn aanpak.
Voor de start van de lange termijn aanpak dient de contactpersoon van SportService Amsterdam in gesprek te gaan met het NIVM. De cursussen, die aangeboden worden door SportService Amsterdam, dienen wel erkend te worden door het NIVM. Na het gesprek kunnen er twee scenario’s zich voordoen:
Het NIVM erkent de cursussen die door een vechtsporter van SportService Amsterdam gegeven worden. Dan hoeft er geen verdere actie ondernomen te worden.
Het kan ook gebeuren dat het NIVM de cursussen van SportService Amsterdam niet erkend. Dit zou betekenen dat de trainers die deze cursussen hebben gevolgd alsnog niet aan de eisen van het Fight Right keurmerk voldoen. De contactpersoon van SportService Amsterdam dient dan met een contactpersoon van het NIVM in overleg te gaan om de erkenning van de cursussen te realiseren. Een manier om de erkenning te realiseren is om een licentie af te nemen bij het NIVM. Hiermee is een vechtsporter van SportService bevoegd om de cursussen te geven en deze cursussen worden ook erkend door het NIVM.
2.3
Taken binnenhouden vs. taken uitbesteden
In de aanbevelingen van het adviesrapport is naar voren gekomen dat de gemeente Amsterdam een aantal taken van het NIVM kan overnemen wanneer beide partijen een samenwerkingsverband aangaan en wanneer beide partijen toestemming geven. Op deze manier behoudt de gemeente Amsterdam meer controle over de uit te voeren werkzaamheden. De contactpersoon kan richting het NIVM aangeven wat de wensen vanuit de gemeente Amsterdam zijn en wat er op korte termijn moet gebeuren. SportService Amsterdam is de organisatie die een aantal taken van het NIVM gaat overnemen. Deze taken zijn:
Begeleiding aan de sportscholen bieden.
Het aanbieden van de cursussen.
Organisatorische aspecten regelen.
Er dienen afspraken gemaakt te worden over de uren begeleiding die per sportschool gegeven worden en welke partij verantwoordelijk is voor de begeleiding? Nadat het NIVM een sportschool gekeurd heeft, dient de sportschool haar kwaliteit aan te passen totdat het NIVM de sportschool “Fight Right” waardig benoemd. Het aanpassen van de kwaliteit is niet voor iedere sportschool even eenvoudig en een aantal sportscholen hebben begeleiding nodig bij het verbeteren van de kwaliteit. Welke partij is verantwoordelijk voor de begeleiding van de sportscholen tijdens de kwaliteitsverbeteringen?
Voor SportService Amsterdam is het de beste optie om de begeleiding van de sportscholen zoveel mogelijk in eigen beheer te houden. Op die manier weet SportService Amsterdam zeker dat de sportscholen op de juiste manier begeleidt worden. Ook kost het SportService Amsterdam minder geld richting het NIVM omdat zij niet langer verantwoordelijk zijn voor het begeleiden van de sportscholen. Dit betekent dat het NIVM alleen de controlerende partij is, Combifuncties de begeleidende partij is en SportService Amsterdam de uitvoerende partij zal zijn. Het begeleiden van de sportscholen kan uitgevoerd worden door de combinatiefunctionarissen van vechtsport, in opdracht van Combifuncties. Op dit moment is er al een combinatiefunctionaris bezig om een vechtsportschool in stadsdeel Nieuw-West “Fight Right” te maken. Wanneer een combinatiefunctionaris minimaal drie uur per week investeert in het begeleiden van een sportschool, dan kunnen meerdere sportscholen wekelijks begeleiding vanuit Combifuncties krijgen.
Wanneer SportService Amsterdam wilt werken met de combinatiefunctionarissen, is het wel van belang dat de stadsdelen van Amsterdam dezelfde doelstelling nastreeft. De stadsdelen kunnen namelijk een combinatiefunctionaris aanvragen voor verschillende doeleinden. Eén van deze doeleinden kan zijn: het verbeteren van de kwaliteit van vechtsportscholen in Amsterdam. Wanneer de stadsdelen dit doeleinde ook na wilt streven, dan kunnen de stadsdelen combinatiefunctionarissen aanvragen bij Combifuncties.
Wanneer de stadsdelen niet dezelfde doelstellingen willen nastreven als SportService Amsterdam, dan moet er een andere partij komen die de begeleiding van de vechtsportscholen realiseert. Als dit de toekomstige situatie wordt, dan wordt het NIVM verantwoordelijk gesteld voor de begeleiding van de sportscholen. Dit heeft als gevolg dat het NIVM de begeleidende en controlerende partij is bij het verbeteren van de kwaliteit van het vechtsportaanbod. Het voordeel hiervan is dat de contactpersoon van SportService Amsterdam maar met één partij afspraken hoeft te maken. Ook is het NIVM al ruime tijd bezig met het begeleiden van sportscholen die het Fight Right keurmerk willen behalen. Het nadeel is wel wat het NIVM nu voor zowel de begeleiding als de controle verantwoordelijk is. De contactpersoon van SportService dient er goed op te letten dat er geen belangenverstrengeling ontstaat. Het NIVM kan namelijk ervoor kiezen om de sportscholen langere begeleiding te geven dan nodig, waardoor het NIVM ook meer geld ontvangt.
Voor het behalen van het Fight Right keurmerk is het verplicht dat de trainers aan vereiste competenties voldoen. Deze competenties kunnen door de trainers al eerder behaald zijn, bijvoorbeeld door het volgen van verschillende cursussen. Mochten de trainers nog niet aan de competenties voldoen, dan worden zij geacht de twee cursussen van het NIVM te volgen. Dit zijn de cursussen: FUNdamentals en docent weerbaarheid en agressieregulatie24. Ook het termijn waarin deze cursussen aangeboden dienen te worden, is eerder in dit hoofdstuk al besproken25. De cursussen dienen één keer per kwartaal aangeboden te worden. Zo krijgen de trainers ieder kwartaal de kans om deel te nemen aan de verplichte cursussen.
Er zijn een aantal taken die het van het NIVM overgenomen kunnen worden. Op deze manier wordt de controle en de invloed van de gemeente Amsterdam vergroot. De contactpersoon is verantwoordelijk voor:
Het vastleggen van beschikbare accommodaties voor de cursussen
Communicatie naar de sportscholen omtrent de cursussen en verplichte kwaliteitseisen.
24 25
Zie hoofdstuk: Aanpak §2.1: het Fight Right keurmerk Zie hoofdstuk: Aanpak §2.1: het Fight Right keurmerk
In eerste instantie is de contactpersoon verantwoordelijk voor het uitvoeren van de bovenstaande acties. Via het team Accommodaties van SportService Amsterdam kan de contactpersoon zorgen dat er een accommodatie wordt vastgelegd om de cursussen te laten plaatsvinden. De contactpersoon kan het best één vaste locatie gebruiken waar de cursussen per kwartaal gegeven worden. Denk hierbij aan een centraal liggende locatie in Amsterdam die zowel met de auto als met het openbaar vervoer goed te bereiken is. Een goed liggende locatie is bijvoorbeeld de Sporthallen Zuid. Deze sporthal ligt aan de Ring van Amsterdam en is met het openbaar vervoer goed te bereiken. Ook zijn er meerdere zalen waar de cursus kan plaatsvinden. De contactpersoon dient aan het begin van het nieuwe seizoen direct alle data aan team Accommodaties van SportService Amsterdam door te geven. Zo kunnen deze data worden vastgelegd voor de cursus. Voor de communicatie naar de trainers is het makkelijker als alle data van de cursussen bekend zijn. De trainers kunnen één van deze data vrij houden voor het volgen van de cursussen en de contactpersoon kan van tevoren duidelijk hebben hoeveel deelnemers er gemiddeld op de cursus aanwezig zullen zijn.
De contactpersoon is verantwoordelijk om de verplichte eisen voor het behalen van het Fight Right keurmerk door te communiceren richting de sportscholen. Dit kan heel gemakkelijk gedaan worden. Wanneer de eigenaar/trainer van een vechtsportschool naar SportService Amsterdam komt om een overeenkomst26 te tekenen, krijgt de eigenaar/trainer een formulier mee met alle eisen voor het Fight Right keurmerk erop. Indien nodig kan de contactpersoon uitleggen wat er verwacht wordt bij een bepaalde eis. Ook wordt uitgelegd hoe de begeleiding bij het behalen van deze eisen in zijn werk gaat. Bij de start van de samenwerking tussen SportService Amsterdam dient het NIVM de formulieren met de kwaliteitseisen aan te leveren bij SportService Amsterdam.
Wanneer de begeleiding door Combifuncties verzorgd kan worden, dan is de contactpersoon verantwoordelijk voor het uitleggen aan de combinatiefunctionarissen wat het doel van de kwaliteitsverbeteringen is. Dit kan door een vergadering met de combinatiefunctionarissen en iemand van Combifuncties. In deze vergadering wordt uitgelegd waarom de kwaliteitsverbeteringen nodig zijn en op welke manier deze verbeteringen gerealiseerd gaan worden.
26
Zie hoofdstuk: Aanpak: §2.2: Stimulatiemogelijkheden
Combifuncties blijft verantwoordelijk voor het aansturen van de combinatiefunctionarissen. De contactpersoon dient ervoor te zorgen dat de vechtsportscholen uiteindelijk alle verplichte kwaliteitseisen halen en dat de combinatiefunctionarissen op de juiste wijze de sportscholen aansturen. Dit kan tevens door een overleg met de combinatiefunctionarissen of met iemand van Combifuncties.
Wanneer het NIVM verantwoordelijk gesteld wordt voor de begeleiding van de sportscholen, dan is het de taak van de contactpersoon om, samen met het NIVM, afspraken te maken over de begeleiding. Een aantal vragen die beantwoordt dienen te worden, zijn:
Hoeveel uur dient er per sportschool aan begeleiding geboden?
Hoeveel sportscholen kunnen er per week begeleiding krijgen?
Hoeveel keurmeesters/begeleiders kunnen er voor de gemeente Amsterdam worden ingezet?
De contactpersoon van SportService Amsterdam dient een overzicht te ontvangen van het NIVM met daarin opgenomen welke sportscholen zij per week hebben begeleid en voor hoeveel uur. Zijn de werkzaamheden van het NIVM in de ogen van de contactpersoon niet voldoende, dan kan hij/zij aangeven dat de huidige manier van werken niet is zoals de gemeente Amsterdam dit voor ogen heeft?
2.4
Samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en sportscholen
Het doel van het verbeteren van de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam is dat alle vechtsportscholen in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk en daarmee bewijzen dat zij aan een bepaalde kwaliteit voldoen. Een ander doel is dat alle sportstimuleringslessen van o.a. Topscore Amsterdam en Jump-in worden gegeven door trainers die aan een bepaalde kwaliteit voldoen. Aan het begin van de samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en de vechtsportscholen van Amsterdam is dit echter nog niet haalbaar. Er zijn op dit moment nog te weinig sportscholen met een Fight Right keurmerk om de bovenstaande doelen te realiseren. Er dient een samenwerkingsverband op korte termijn te komen totdat er genoeg sportscholen zijn die het Fight Right keurmerk dragen.
Op korte termijn kan een vechtsportschool met de gemeente Amsterdam samenwerken als:
Een sportschool in bezit is van het Fight Right keurmerk.
Een aanvraag voor het Fight Right keurmerk is ingediend bij het NIVM. De sportschool kan pas samenwerken met de gemeente Amsterdam als zij een schriftelijke bevestiging hebben ontvangen van het NIVM. Hier dient in te staan dat de aanvraag is geaccepteerd en goedgekeurd.
De vechtsportschool een contract heeft getekend waarin de samenwerkingsvoorwaarden staan beschreven: o
De aanvraag is bij het NIVM ingediend en goedgekeurd.
o
Binnen een bepaald termijn (bijv. 4 maanden) is het Fight Right keurmerk behaald.
o De vechtsportschool werkt voor bepaalde tijd samen met de gemeente Amsterdam en inzetbaar is bij verschillende projecten.
Het contract dient tegelijkertijd getekend te worden met de overeenkomst, waarmee de sportscholen een deel van de investeringskosten terug kunnen vorderen. Dit contract dient ook bij SportService Amsterdam aanwezig te zijn. De contactpersoon heeft de taak ervoor te zorgen dat de vechtsportschool dit contract ondertekent en de samenwerkingsvoorwaarden naleeft.
Tijdens de samenwerking op korte termijn dienen bij sportstimuleringsactiviteiten alleen trainers ingezet te worden die werken/gewerkt hebben aan de kwaliteit van het lesgeven. Dit betekent dat dit trainers dienen te zijn die:
Al voldoen aan de kwaliteitseisen en competenties die het NIVM stelt aan de vechtsporttrainers.
Op korte termijn (± twee maanden) gaat werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het lesgeven. Bijvoorbeeld door middel van het volgen van beide cursussen van het NIVM.
Al bezig zijn met het verbeteren van de kwaliteit van het lesgeven, maar nog niet voldoen aan alle kwaliteitseisen en competenties.
Op een gegeven moment dient het samenwerkingsverband op korte termijn te verdwijnen. Het samenwerkingsverband op korte termijn wordt vervangen door een samenwerkingsverband op lange termijn. Dit houdt in dat een vechtsportschool alleen samen kan werken met de gemeente Amsterdam als zij in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk. Het samenwerkingsverband op lange termijn kan alleen in gang worden gezet als er genoeg samenwerkingspartners van de gemeente Amsterdam in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk of zijn opgenomen in het kwaliteitsregister van het NIVM (geldend voor de ZZP’ers en freelancers).
Op dit moment zijn er ± 30 vechtsportscholen die een vast samenwerkingsverband met de gemeente Amsterdam hebben27. Zeven van de 30 sportscholen zijn in het bezit van het Fight Right keurmerk. 23 vechtsportscholen werken samen met de gemeente Amsterdam, zonder bewezen te hebben aan een bepaalde kwaliteit te voldoen. Het samenwerkingsverband op lange termijn kan pas worden ingezet wanneer de huidige samenwerkingspartners in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk. Als alle huidige samenwerkingspartners het Fight Right keurmerk dragen, zijn er genoeg goedgekeurde vechtsportscholen voor de gemeente Amsterdam om alle huidige vechtsportactiviteiten voort te zetten.
27
Informatie afkomstig van: P. Goncalves (Sportcoördinator kracht- en vechtsport Topscore Amsterdam) & S. Munter (Adviseur NIVM)
De contactpersoon bij SportService Amsterdam is verantwoordelijk voor het zorgen dat de vechtsportscholen, die samenwerken met de gemeente Amsterdam, op korte termijn het Fight Right keurmerk dragen. Dit betekent dat de contactpersoon een overleg moet plannen met Combifuncties om te overleggen welke combinatiefunctionaris welke sportschool/sportscholen gaat begeleiden.
Iedere vechtsportschool in Amsterdam heeft recht om samen met de gemeente Amsterdam zich in te zetten voor het behalen van het Fight Right keurmerk. De samenwerkingseisen die gesteld worden aan de sportscholen zullen wel veranderen zodra alle huidige samenwerkingspartners van de gemeente Amsterdam in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk.
2.5
ZZP en freelance
Binnen de vechtsport in Amsterdam zijn een aantal trainers die als ZZP’er een aantal sportstimuleringsactiviteiten verzorgen voor de gemeente Amsterdam. Ook deze trainers moeten kunnen aantonen te beschikken over een bepaalde kwaliteit. Niet iedere ZZP’er is aangesloten bij een vechtsportschool. Om deze reden kan een ZZP’er niet het Fight Right keurmerk dragen. Voor deze trainers dient er een ander meetinstrument voor kwaliteit te komen. De ZZP’ers kunnen wel worden opgenomen in het kwaliteitsregister van het NIVM. Dit is een register waar alle trainers van een vechtsportschool in worden opgenomen wanneer zij over bepaalde kwaliteit beschikken. Om in het kwaliteitsregister opgenomen te worden, dienen de trainers aan de volgende eisen te voldoen:
De cursussen FUNdamentals en docent weerbaarheid en agressieregulatie gevolgd hebben.
De verplichte papieren in orde te hebben: o Een geldige VOG verklaring. o Een geldig EHBO diploma. o Leservaring van 270 uur hebben opgedaan.
Trainers die bij een vechtsportschool actief zijn, dienen in het bezit te zijn van een bondsopleiding van niveau 3. Niet alle ZZP’ers zijn aangesloten bij een vechtsportbond. Hierdoor wordt het lastig om een bondsopleiding te halen. Om deze reden is ervoor gekozen om de bondsopleiding niet als verplicht te zien voor een ZZP’er. Dit betekent niet dat de ZZP’er niet op dit niveau met vechtsport bezig dient te zijn. De ZZP’er zal geobserveerd worden tijdens een aantal lessen om op die manier een beeld te krijgen of de trainer kan functioneren op niveau 3.
De contactpersoon van SportService Amsterdam dient afspraken te maken met het NIVM over de eisen die gesteld gaan worden aan de ZZP’er. Om eventuele belangenverstrengelingen te voorkomen, moet wel duidelijk zijn wie uiteindelijk bepaald of de ZZP’er voldoet aan de vereiste competenties. Wanneer de ZZP’er op papier kan aantonen dat hij/zij aan de competenties voldoet, dient deze opgenomen te worden in het kwaliteitsregister van het NIVM. De contactpersoon van SportService Amsterdam kan, bij onenigheid, beroep doen op zijn/haar kennis en ervaring met de ZZP trainer. Wanneer de contactpersoon aangeeft dat hij/zij van mening is dat de trainer over de juiste kwaliteit beschikt, dient deze trainer ook opgenomen te worden in het kwaliteitsregister.
De contactpersoon van SportService Amsterdam dient contact op te nemen met het NIVM en de ZZP’er om een afspraak te maken over een keuring. De contactpersoon zal, samen met een keurmeester van het NIVM, de ZZP’er observeren. Na de observatie kunnen de contactpersoon en de keurmeester overleggen of de ZZP’er over het gewenste niveau beschikt. Mocht dit het geval zijn, dan dient de ZZP’er te voldoen aan de andere voorwaarden van het kwaliteitsregister, indien de ZZP’er hier nog niet over beschikt. Mochten de contactpersoon en de keurmeester van mening zijn dat de ZZP’er niet over de juiste kwaliteit beschikt, dan wordt de ZZP’er geacht om alsnog een bondsopleiding te volgen. Voldoet de ZZP’er wel aan de andere eisen van het kwaliteitsregister, dan mag de ZZP’er wel werkzaam blijven als trainer voor de gemeente Amsterdam. Dit geldt alleen als er afspraken gemaakt worden tussen SportService Amsterdam en de ZZP’ers, waarin hij/zij aangeeft de bondsopleiding binnen een vooraf vastgesteld termijn te behalen.
Het termijn wat gesteld wordt om de bondsopleiding te voltooien is ± zes maanden. Voor dit termijn is gekozen omdat een bondsopleiding gemiddeld vier a vijf maanden duurt. Het is de taak van de contactpersoon om, net als bij de overeenkomsten tussen SportService Amsterdam en de vechtsportscholen28, de tijdslijn te bewaken. Wanneer de ZZP’er aangeeft dat het vastgestelde termijn niet haalbaar is, dient de contactpersoon te achterhalen waarom het termijn niet behaald kan worden. Met een geldige reden kan de ZZP’er het termijn uitstellen. Dit kan echter alleen in overleg met de contactpersoon. Hij/zij is degene die uiteindelijk beslist of de ZZP’er hiervoor toestemming heeft.
28
Zie hoofdstuk Aanpak: §2.2 Stimulatiemogelijkheden
Gevolgen van de aanbevelingen Het naleven van de aanbevelingen en het plan van aanpak heeft verschillende gevolgen voor de organisatie SportService Amsterdam. De gevolgen van de aanbevelingen worden beschreven onder de volgende onderwerpen:
§1
Organisatorische gevolgen:
Om alle eerder beschreven aanbevelingen uit te voeren is het noodzakelijk dat er een contactpersoon wordt aangesteld die het contact met de sportscholen en het NIVM verzorgd. Ook zal deze contactpersoon verantwoordelijk zijn voor het monitoren van de voortgang die een sportschool maakt en het inlichten van de combinatiefunctionarissen. De contactpersoon dient aangesteld te worden voor ±24 uur per week. Dit betekent dat de contactpersoon drie dagen bezig kan zijn om ervoor te zorgen dat alle werkzaamheden verricht kunnen worden. In de opstartfase kan het zijn dat de contactpersoon vaak in gesprekken is en vaak gebeld kan worden door verschillende betrokken partijen om de stand van zaken duidelijk te krijgen. De contactpersoon zal werkzaam zijn binnen SportService Amsterdam. Op die manier kan de contactpersoon makkelijk overleg plegen met Combifuncties en binnen SportService Amsterdam komen de overeenkomsten te liggen, die binnen handbereik voor de contactpersoon liggen. Verder verandert er organisatorisch gezien niet veel. Combifuncties blijven op dezelfde manier opereren. Het enige wat kan veranderen is dat Combifuncties een aantal gesprekken zal voeren met de contactpersoon, om de wensen en richtlijnen te bespreken. Combifuncties blijft verantwoordelijk voor het aansturen van de combinatiefunctionarissen die de begeleiding van de sportscholen voor hun rekening nemen. Het NIVM zal verantwoordelijk zijn voor het keuren van de sportscholen en het aanbieden van de verplichte cursussen. De contactpersoon zal contact hebben met een aangewezen persoon van het NIVM en zij zullen samen de wensen van de gemeente Amsterdam doorspreken. Beide contactpersonen dienen overeen te komen wanneer de verplichte cursussen worden gegeven.
Wanneer de begeleiding van de vechtsportscholen onder de verantwoording van Combifuncties valt, dan zal de gemeente Amsterdam alsvolgt te werk gaan om de kwaliteitsverbeteringen te realiseren.
Figuur 1
De contactpersoon van SportService Amsterdam houdt contact met de leidinggevende van de verschillende organisaties. Het is de taak van de verschillende organisaties om de medewerkers aan te sturen en de toegewezen taken uit te voeren en te realiseren.
Wanneer de stadsdelen niet dezelfde doelstellingen als SportService Amsterdam nastreven, dan dient de begeleiding in handen te vallen van het NIVM29. Dit betekent dat het organisatieschema van de huidige werkwijze van SportService Amsterdam verandert. Deze ziet er dan alsvolgt uit.
Figuur 2
29
Zie hoofdstuk: Aanpak §2.3: Taken binnenhouden vs. taken uitbesteden
§2
Financiële gevolgen:
De aanbevelingen vanuit het plan van aanpak dragen ook financiële gevolgen met zich mee. Er zijn meerdere factoren die financiële gevolgen dragen. De contactpersoon dient een aanstelling van 24 uur te verkrijgen. Dit is een nieuwe aanstelling of een uitbreiding van de uren; met als gevolg dat de aanstelling nieuwe kosten genereert bij SportService Amsterdam. Een andere factor die zorgt voor financiële gevolgen is de overeenkomst. De sportscholen kunnen 30% van de investeringskosten terugvorderen, mits zij zich aan de samenwerkingsvoorwaarden hebben gehouden. Het gehele keuringsproces kost €999, -30. Dit zijn de kosten die elke vechtsportschool minimaal dient te maken om het Fight Right keurmerk te behalen. Er kunnen extra kosten bijkomen voor de sportscholen voor onder andere:
De verplichte cursussen ‘FUNdamentals’ en ‘Docent weerbaarheid en agressieregulatie’.
Het renoveren en veilig maken van de sportaccommodatie.
Het behalen van een EHBO diploma.
Dit betekent dat de kosten voor het Fight Right keurmerk per sportschool kunnen verschillen. Voor de gemeente Amsterdam is het dan moeilijk in te schatten wat de kosten per sportschool bedragen. Om deze reden is het voor de gemeente Amsterdam handig als er een maximum terugvorderbedrag wordt ingesteld. Zo ontstaat er een overzicht wat de gemeente Amsterdam maximaal aan een sportschool kwijt is. Dit is €750, - per sportschool. De sportscholen kunnen maximaal €2500, - opgeven als gemaakte investeringskosten. Van het maximaal terug te vorderen bedrag kan 30% worden teruggevorderd. Mocht de sportschool voor een hoger bedrag geïnvesteerd hebben, dan wordt er gekeken wat de reden voor de hoge investeringskosten zijn. De contactpersoon van SportService Amsterdam heeft de bevoegdheid om het maximaal terug te vorderen bedrag te verhogen naar €3000, -. Het terug te vorderen bedrag voor de sportscholen bedraagt dan €1000, -. Dit kan alleen als de sportschool een goede reden heeft voor de hoge investeringskosten.
30
Zie website NIVM: http://www.vechtsportenmaatschappij.nl/producten/fight-right/keuring.aspx
De cursussen worden ook deels vergoed vanuit de gemeente Amsterdam. Zoals eerder al genoemd, dient de gemeente Amsterdam €450,- per sportschool te vergoeden. Het is niet geheel duidelijk hoeveel sportscholen in eerste instantie deelnemen aan de cursussen tijdens de korte termijn aanpak. Wanneer er wordt uitgegaan dat alleen de huidige samenwerkingspartners van de gemeente Amsterdam31 de cursussen volgen tijdens de korte termijn aanpak, dan betekent dat het volgende voor de gemeente Amsterdam. Er zijn 23 sportscholen, die samenwerken met de gemeente Amsterdam, zonder Fight Right keurmerk. Wanneer elk van deze sportscholen een terugvordering van €450 krijgt, betekent dit dat de gemeente Amsterdam €10.350 dient te vergoeden aan de sportscholen voor een gedeeltelijke tegemoetkoming van de cursuskosten. Het is van belang dat de lange termijn aanpak zo snel mogelijk van start gaat, zodat de gemeente Amsterdam de terugvorderkosten kan verlagen.
Wanneer de lange termijn aanpak gehanteerd wordt, is het handig als de gemeente Amsterdam wel een prijs hanteert voor het volgen van de cursussen. Op die manier kunnen de kosten, die de gemeente Amsterdam al heeft gemaakt, gedeeltelijk worden terugverdiend. Hieronder zijn de streefprijzen van de cursussen te zien, wanneer de lange termijn aanpak gerealiseerd wordt:
Cursus FUNdamentals
€50,-
Docent weerbaarheid en agressieregulatie
€250,-
De trainers betalen €300,- voor deelname aan twee verplichte cursussen voor het behalen van het Fight Right keurmerk. Voor de sportscholen is dit een kleine investering om de kwaliteit van het lesgeven. Voor de gemeente Amsterdam is dit een kleine inkomstenbron waarmee een deel van de terugvorderkosten worden gedekt.
31
Zie hoofdstuk: Aanpak; §2.4: samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en sportscholen
Conclusie In het adviesrapport zijn een aantal aanbevelingen gedaan richting de gemeente Amsterdam. Deze aanbevelingen zijn vertaald naar concrete acties in het plan van aanpak. De belangrijkste actiepunten zijn:
Dat SportService Amsterdam verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de kwaliteitsverbeteringen in Amsterdam. Binnen SportService Amsterdam dient een contactpersoon aangesteld te worden die zich bezighoudt met de contacten tussen de betrokken partijen. Dit zijn: het NIVM, Combifuncties (afhankelijk van de stadsdelen32) en de vechtsportscholen in Amsterdam.
Dat de gemeente Amsterdam zorgt voor middelen waardoor de investeringskosten voor de vechtsportscholen in Amsterdam verlaagd worden. Het verlagen van de investeringskosten kan gebeuren door middel van het gebruik van overeenkomsten en het splitsen van de kosten voor de verplichte cursussen. Wanneer iemand van SportService Amsterdam in staat is om beide cursussen te geven, dan dient de lange termijn aanpak van start te gaan. Dit betekent dat de trainers €300,- dienen te betalen om beide cursussen te kunnen volgen.
Dat de contactpersoon van SportService Amsterdam zich bezighoudt met de taken die overgenomen kunnen worden van het NIVM. Hieronder valt:
o
Het begeleiden van de sportscholen (Combifuncties)
o
Het organiseren van de verplichte cursussen
o
Organisatorische aspecten regelen
Dat de samenwerkingsverbanden tussen de gemeente Amsterdam en de vechtsportscholen voor alle betrokken partijen duidelijk zijn en worden nageleefd. Op korte termijn kan een vechtsportschool met de gemeente Amsterdam samenwerken als de sportschool een aanvraag voor het Fight Right keurmerk heeft ingediend en wanneer een contract getekend is met de samenwerkingsvoorwaarden. Op lange termijn kan een vechtsportschool alleen nog samenwerken met de gemeente Amsterdam wanneer zij in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk. De lange termijn aanpak dient pas te worden gehanteerd wanneer alle huidige samenwerkingspartners in het bezit zijn van het Fight Right keurmerk.
32
Zie hoofdstuk: Aanpak; §2.3: Taken binnenhouden vs. taken uitbesteden
Dat de contactpersoon van SportService Amsterdam in samenwerking met de keurmeester van het NIVM verantwoordelijk is voor het observeren van de ZZP trainers in Amsterdam. Dit is ter vervanging van de bondsopleiding niveau 3. Deze opleiding is niet verplicht als de ZZP’er op gewenst niveau presteert. Mocht het niveau van onvoldoende kwaliteit zijn, dan is het wel verplicht om alsnog een bondsopleiding van niveau 3 te voltooien.
De belangrijkste taken van de contactpersoon van SportService Amsterdam zijn:
Communicatie: het is erg belangrijk dat de contactpersoon van SportService Amsterdam regelmatig communiceert met de betrokken partijen: het NIVM, de vechtsportscholen van Amsterdam en Combifuncties. Alle partijen moeten weten wat er van hen verwacht wordt en naar welke deadlines toegewerkt wordt. De vechtsportscholen worden geacht de kwaliteitseisen van het NIVM te realiseren. Combifuncties wordt in eerste instantie verantwoordelijk gesteld voor het aansturen van de combinatiefunctionarissen vechtsport, die de sportscholen ondersteunen met de kwaliteitsverbeteringen33. Het NIVM dient de controles uitvoeren bij de verschillende sportscholen en de contactpersoon van SportService Amsterdam op de hoogte te houden van de vorderingen. Wanneer de stadsdelen andere doelen willen nastreven omtrent vechtsport, dan komt de verantwoordelijkheid van het begeleiden van de sportscholen in handen van het NIVM34.
Monitoren: de contactpersoon dient, naast goed communiceren, ook goed monitoren of alle betrokken partijen wel uitvoeren wat er is afgesproken. Worden alle afspraken nageleefd en is iedere partij wel op de juiste manier de werkzaamheden aan het uitvoeren? Aan het begin van de samenwerkingsperiode spreekt de contactpersoon met iedere partij af wat de verwachtingen zijn en waar de partijen verantwoordelijk voor gesteld worden. Wanneer een partij niet te werk gaat zoals is afgesproken, dan is de contactpersoon bevoegd hier adequaat op te reageren.
33 34
Zie hoofdstuk: Gevolgen van de aanbevelingen; §1.1: Organisatorische gevolgen; Figuur 1 Zie hoofdstuk: Gevolgen van de aanbevelingen; §1.1: Organisatorische gevolgen; Figuur 2
Evaluatie Het opstellen van het plan van aanpak was zonder twijfel het moeilijkste rapport om op te stellen. Het was moeilijk om alle adviezen om te zetten in concrete acties en het was moeilijk om alle stappen op te nemen. Het was vaak het geval dat ik achteraf nieuwe acties had bedacht die toegevoegd moesten worden. Het was vooral moeilijk om de taken van de contactpersoon te visualiseren. Waar moet de contactpersoon zich mee bezig houden en wat gaat er onder de verantwoordelijkheid van de contactpersoon vallen? Na een aantal gesprekken met Niels en Paulo werd stukje bij beetje duidelijk wat er allemaal van de contactpersoon verwacht werd. Langzamerhand werd het steeds gemakkelijker om het plan van aanpak af te ronden.
Nu alle drie de plannen zijn afgerond, betekent dit ook het einde van mijn stageperiode. Ik heb een hele fijne tijd gehad bij Topscore Amsterdam en heel veel geleerd. Ook heb ik heel veel kansen gekregen om mezelf te ontwikkelen en nieuwe kennis op te doen. Na mijn stageperiode kan ik aan de slag bij Topscore Amsterdam als projectmanager voor de Topscore Finals. Dit is een mooi begin voor mij sportmanager carrière en een ultiem moment om ervaring op te doen.
Yannick Abath Amsterdam, januari 2012
Literatuurlijst Boeken & rapporten:
Yannick Abath (2011)
Onderzoeksrapport: Kwaliteit van het
vechtsportaanbod in Amsterdam
Yannick Abath (2011)
Adviesrapport: Kwaliteit van het
vechtsportaanbod in Amsterdam
Hill & Jones (2009)
Strategic management theory
Fred R. David (2010)
Strategic management concepts & cases
Roel Grit (2011)
Projectmanagement
Deesiree Te Nuijl (2011)
Handboek voor productieleiders
D.B. Baarda & M.P.M. Goede (2006)
Basisboek methoden en technieken
Internet:
HBO Kennisbank: voorbeeld plan van aanpak http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/hh/show.cgi?fid=1811 Bezocht op 18-11-2011
ZBC Kennisbank: voorbeeld plan van aanpak http://zbc.nu/ict/project-management/standaard-plan-van-aanpak/ Bezocht op 23-11-2011
NIVM: Fight Right keurmerk http://www.vechtsportenmaatschappij.nl/producten/fight-right/keuring.aspx Bezocht op 28-12-2011
Algemene evaluatie Dit is de afsluiting van mijn scriptie. Als laatst wil ik bespreken wat ik geleerd heb van mijn stageperiode en het opstellen van de drie documenten. Aan het begin van mijn stageperiode werd mijn afstudeeropdracht voorgelegd. Ik zou onderzoek gaan doen naar de kwaliteit van de vechtsport in Amsterdam en vanuit die resultaten en bevindingen aanbevelingen doen richting de gemeente Amsterdam. De aanbevelingen moesten aangeven wat de gemeente Amsterdam moet ondernemen om de kwaliteit van het vechtsportaanbod in Amsterdam te verbeteren. Vanwege mijn affiniteit met vechtsport was ik direct erg enthousiast over de stageopdracht. Ik wilde direct aan de slag gaan met de opdracht. Als eerste het opstellen van de interviewvragen en het uitnodigen van de mensen die ik wilde ondervragen. Aan het begin vond ik dit erg lastig aangezien ik niet zo goed wist hoe ik het gesprek moest beginnen en of de geïnterviewden mij serieus zouden nemen. Hoe meer interviews ik had afgenomen, hoe meer vertrouwen ik kreeg en hoe beter die interviews verliepen. Het schrijven van het onderzoek vond ik niet heel lastig. De feedback vanuit SM&O dat er een aantal onderbouwingen diepgaander uitgewerkt moesten worden, heb ik als erg nuttig bevonden. Met behulp van het onderzoeksrapport van H.L Duijvenstijn en F. Schipper kon ik de bevonden informatie onderbouwen. Het adviesrapport werd al een stuk lastiger. De bevindingen van het onderzoeksrapport moesten worden vertaald naar aanbevelingen richting de gemeente Amsterdam. Bij het opstellen van het adviesrapport heb ik een tijd vastgezeten. Dankzij de gesprekken met Niels Balke en Paulo Goncalves werd stukje bij beetje duidelijk wat er verwacht werd en op welke manieren ik de bevindingen kon gebruiken. De aanbevelingen werden gemaakt en ik heb deze naderhand wel nog besproken met Niels Balke en Paulo Goncalves. Was Topscore Amsterdam wel tevreden met de aanbevelingen? Gelukkig konden zij mijn aanbevelingen begrijpen en accepteren. Daarna het plan van aanpak, zonder twijfels het moeilijkste document om op te stellen. De aanbevelingen richting de gemeente Amsterdam waren duidelijk. Nu was het tijd om de aanbevelingen te vertalen naar concreet te ondernemen acties. Wie wordt verantwoordelijk gesteld voor welke acties en met welke partijen moet samengewerkt worden? Het was erg moeilijk om te visualiseren wie ik het beste vond passen binnen de opdracht om de kwaliteit te verbeteren en welke samenwerkingspartners het beste zouden zijn voor de gemeente Amsterdam.
Ik ben gaan schrijven en na een tijd was het plan van aanpak afgerond. Samen met Niels Balke ben ik gaan kijken of de acties volledig en duidelijk waren geformuleerd. Door middel van deze feedback was ik in staat om ook het laatste document af te ronden.
Ik heb erg veel geleerd van mijn stageperiode bij Topscore Amsterdam. Ik ben veel wijzer en handiger geworden in het doen van onderzoek en het opstellen van een adviesrapport en plan van aanpak.
Naast mijn stageopdracht heb ik me veel bezig gehouden met de organisatie van de Topscore Finals, het evenement dat het einde van het Topscore seizoen aangeeft. Ik heb me onder andere beziggehouden met: het zoeken en vastleggen van accommodaties, het bedenken en uitvoeren van het genodigden programma en de afsluiting van de Finals en de wensen van de betrokken partijen meten.
Na mijn stageperiode kan ik terugkomen bij Topscore Amsterdam als projectmanager voor de Topscore Finals. Dit houdt in dat ik verder aan de slag mag gaan om de tiende editie van de Topscore Finals een succesvol evenement te maken. Met veel enthousiasme en een proactieve werkhouding ga ik deze kans benutten. Mijn eerste baan na mijn studie, als afgestudeerd sport manager. Hopelijk kan ik mijzelf nog meer ontwikkelen, zoals ik tijdens mijn stageperiode ook heb kunnen doen.
Ik hoop dat u dit rapport met veel plezier heeft gelezen en als interessant heeft beschouwd.
Yannick Abath Amsterdam, januari 2012.