Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatiedienstverlening en Informatie management Voltijd en deeltijd De Haagse Hogeschool
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Informatiedienstverlening en informatie management Voltijd en deeltijd, Croho 34649 De Haagse Hogeschool
Hobéon® Certificering BV Datum: 2 november 2011 Auditpanel: W.L.M. Blomen Drs. G.C. Noordermeer H. van Soelen D. Simons Secretaris: Mr. J.A. Frederik CMC MBCS
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2.
MANAGEMENT SAMENVATTING INTEGRAAL ADVIES SAMENVATTENDE BEOORDELING
1 1 1
2.
INLEIDING
5
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
7
4.
KWALITEITSBEOORDELINGEN
9
DEEL 2
11
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
11 11 11 13 15 16 16 19 21 23 25 27 28 29 31 31 33 35 37 37 39 41 41 43 44 45 45 47
6.
OORDEELSCHEMA
49
7. 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5.
BIJLAGEN Werkwijze Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Beoordelingsprocedure en beslisregels Hobéon Geraadpleegde documenten
51 51 57 59 65 69
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo-bacheloropleiding Informatiedienstverlening en informatie management, verzorgd door De Haagse Hogeschool, Croho nummer 34649 in al haar varianten te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen:
De Haagse Hogeschool Informatiedienstverlening en informatie management voltijd en deeltijd Den Haag
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport
Hobéon Certificering B.V. 15 juni 2010 2 november 2011
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het „Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland‟ (14 februari 2003). Samenstelling auditpanel Het auditpanel bestond uit de volgende personen: De leadauditor, de heer W.L.M. Blomen, is directeur van de Hobéon Groep en heeft een groot aantal audits voorgezeten bij zowel bekostigde als aangewezen onderwijsinstellingen. De vakdeskundige, mevrouw G.C. Noordermeer is directeur van de bibliotheek van de Universiteit Antwerpen en voordien bibliothecaris geweest bij de Koninklijke Bibliotheek en hoofd van de bibliotheek bij de faculteit Sociale Wetenschappen van Universiteit Leiden. De werkvelddeskundige de heer H. van Soelen is projectleider documentaire informatie bij de gemeente Utrecht en voordien hoofd van de Utrechtse Bibliotheken. De student, mevrouw D. Simons, is student in haar afstudeerfase bij de opleiding Human Information Design & Strategy van Saxion Hogeschool Deventer. De secretaris en auditor onderwijs, de heer mr. J. A. Frederik is onderwijsadviseur bij ALEXIS bv, doet onderzoek naar de ontwikkeling van de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs en heeft een ruime ervaring als auditor.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Informatiedienstverlening en -management (IDM) op de volgende overwegingen: Algemeen beeld Het auditpanel trof bij de opleiding IDM van De Haagse Hogeschool een gemotiveerd team, dat een dynamisch en didactisch weldoordacht programma aanbiedt en dat gevolgd wordt door een groep enthousiaste en gemotiveerde studenten. De functie van de informatieprofessional is facilitair en ondersteunend van aard, maar is vooralsnog niet vanzelfsprekend en erkend door organisaties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 1
De rol van de informatieprofessional vraagt om een proactieve en kritische houding. Dat vraagt van (vooral) de jonge informatieprofessionals om extra aandacht voor de wijze waarop ze een vraagstuk benaderen, inschatten en afbakenen en vervolgens oplossen en implementeren. De opleiding is er mede op gericht om goed ontwikkelde interpersoonlijke vaardigheden te verwezenlijken. Dit is van groot belang om een informatieprobleem of oplossing te kunnen vertalen naar de gebruiker of de opdrachtgever. Onderwerp 1 Doelstellingen Opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De eindkwalificaties van de opleiding IDM zijn op landelijk niveau (HBO-I stichting) en door vertegenwoordigers van het werkveld gevalideerd. De opleiding heeft een relevante set eindkwalificaties die aansluit bij internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de eindkwalificaties. De opleiding heeft zichtbaar gemaakt dat de competenties aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor zoals beschreven in de Dublin Descriptoren. Beroepstaken zijn ontwikkeld in samenwerking met en vastgesteld door vertegenwoordigers uit het werkveld en geijkt aan deze descriptoren. De IDM opleiding heeft er in haar positionering voor gekozen om zich te richten op de transfer van genoemde competenties naar kennisintensieve organisaties. Onderwerp 2 Programma: voldoende Het auditpanel heeft een actueel, praktijkgericht programma gezien. In opdrachten wordt gebruik gemaakt van materiaal dat ontleend is aan de beroepspraktijk. De vakliteratuur is naar de mening van het auditpanel relevant en actueel. Studenten krijgen ruime mogelijkheden om beroepsvaardigheden te ontwikkelen en zich te specialiseren. Er is veel aandacht voor interactie met de beroepspraktijk in projecten, stages, excursies, en afstuderen. Studenten worden gedurende de opleiding stapsgewijs voorbereid op het uiteindelijke praktijkgerichte onderzoek in de afstudeerfase. Het auditpanel stelt vast dat de opleiding de studenten in staat stelt de competenties te behalen. Door het uitwerken van het opleidingsprofiel en de onderwijseenheden maakt de opleiding inzichtelijk op welke wijze de competenties terugkomen in het programma van de student. Het auditpanel heeft een consistente uitwerking van leerdoelen en competenties aangetroffen. Het auditpanel stelt vast dat de opleiding een sterk samenhangend curriculum heeft uitgewerkt. De thema´s in de eerste twee jaar dragen de horizontale samenhang. Verticale samenhang wordt bereikt door de toename in complexiteit en niveau in de programma´s. De leerlijnen praktijkgericht onderzoek en studieloopbaanbegeleiding lopen als een stevig lint door het programma en dragen bij aan de verticale samenhang. Op basis van gesprekken en materiaalbestudering blijkt dat de studielast realistisch is. De opleiding pakt belemmeringen in de studievoortgang aan door onder andere studieloopbaanbegeleiding. Het auditpanel stelt vast dat de inhoud en de didactiek van de opleiding in voldoende mate aansluit op de relevante vooropleidingen. Voorlichting en begeleiding zijn erop gericht de overstap zo soepel mogelijk te laten verlopen. Studenten tonen zich in het gesprek met het auditpanel tevreden over de aansluiting. Het programma van de opleiding heeft een omvang van 240 studiepunten voor alle varianten. Het didactisch concept van de opleiding is adequaat om de eindkwalificaties van de opleidingen te bereiken. Het onderwijs voldoet aan de centraal vastgestelde kaders en past bij de doelstellingen van de opleiding. De opleiding maakt gebruik van een breed palet aan werkvormen. Met het toetsplan heeft de opleiding een flinke slag gemaakt in het transparant maken van de toetsmethodiek. Er zijn heldere criteria en de leer- en toetsplannen zijn een adequate vertaling van de doelstellingen. De toetscommissie bewaakt de hantering van het toetshandboek. De examencommissie is verantwoordelijk voor het correcte verloop van de toetsen. Met deze twee commissies slaagt de opleiding er in de kwaliteit van de toetsing adequaat te borgen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 2
Het auditpanel heeft een goede indruk gekregen van de zorgvuldigheid waarmee de opleiding de toetsen opstelt en controleert. Onderwerp 3 Inzet van Personeel: voldoende1 Docenten beschikken over de juiste competenties en faciliteiten om het onderwijs uit te voeren. De docenten onderhouden een professioneel relatienetwerk binnen het voor de opleiding relevante beroepenveld. Dit netwerk wordt ingezet ten behoeve van de programma-uitvoering, de beoordeling en toetsing en de programma-evaluatie. Ze houden het vakgebied bij en zijn goed op de hoogte van relevante en nieuwste ontwikkelingen in het beroepenveld. Docenten ervaren een hoge werkdruk, maar geven daarbij ook aan dat er doeltreffende maatregelen genomen zijn om de werkdruk te verlagen. De effecten daarvan zijn voor docenten in voldoende mate merkbaar. Studenten zijn daarnaast positief over de bereikbaarheid van de docenten. De docenten zijn goed gekwalificeerd om het onderwijs te verzorgen. Docenten houden actuele ontwikkelingen bij door het lezen van vakliteratuur en deelname aan congressen. In de gesprekken bleken de docenten goed inzicht te hebben in de meest recente ontwikkelingen van het vakgebied. Ook de studenten zijn tevreden met de vakinhoudelijke en didactische kwaliteiten van de docenten. Onderwerp 4 Voorzieningen: voldoende Het auditpanel stelt vast dat de opleiding over voldoende voorzieningen beschikt om het onderwijs te verzorgen. Er zijn voldoende plekken waar studenten zelfstandig en in groepen kunnen werken. Het auditpanel stelt vast dat de studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten op orde is. De opleiding kent verschillende goed functionerende vormen van zowel begeleiding als informatievoorziening. Studenten zijn tevreden over de begeleiding en de SLB. Studenten kunnen via de (digitale) bibliotheek van De Haagse Hogeschool beschikken over (wetenschappelijke) vakliteratuur. Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg: voldoende2 Het auditpanel stelt vast dat de opleiding een breed scala aan relevante evaluatie-instrumenten hanteert. Op verschillende manieren krijgen docenten, studenten en het beroepenveld de mogelijkheid om hun input te geven. Uit de documenten die het auditpanel heeft bestudeerd en de gesprekken die zijn gevoerd, maakt het auditpanel op dat de opleiding goed aandacht schenkt aan het evalueren van de opleiding en het op structurele wijze verbeteren van de kwaliteit. Het auditpanel stelt op basis van gesprekken vast dat de opleiding verbeteringen goed doorvoert. Wel behoeft de vastlegging van de verbeteracties de aandacht van de opleiding. Studenten, docenten, alumni en het afnemend werkveld zijn via verschillende instrumenten goed betrokken bij de interne kwaliteitszorg. Het panel is met name onder de indruk van de reeks alumni-conferenties. Onderwerp 6 Resultaten: voldoende De opleiding beschikt over voldoende adequate mechanismen om de relevantie en het niveau van de gerealiseerde competenties van afgestudeerden te waarborgen. Uit de afstudeerverslagen blijkt dat de studenten beschikken over de kwalificaties waaraan een beginnend professional Bachelor of ICT moet voldoen. De opleiding heeft een sluitend systeem om de kwaliteit van de afstudeerwerkstukken te beoordelen. Naar het oordeel van het auditpanel hanteert de opleiding streefcijfers voor de lange termijn en leidt daar haalbare streefcijfers voor de korte termijn van af. De opleiding analyseert het gerealiseerde rendement t.o.v. de streefcijfers en verbindt aan haar analyse een aanpak tot realisering van de streefcijfers.
1 2
Het auditpanel kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening ‘goed’ toe. Het auditpanel kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening ‘goed’ toe.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 3
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 4
2.
INLEIDING
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo opleiding Informatiedienstverlening en –management (hierna ook wel aan te duiden als IDM), verzorgd door De Haagse Hogeschool Croho nummer 34649. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd en deeltijd. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest het „Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland‟ (14 februari 2003). De audit heeft plaatsgevonden op 15 juni 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage 7.1. Het auditpanel werd gevormd door de heren W.L.M. Blomen en H. van Soelen, de dames G.C. Noordermeer en D. Simons en de secretaris de heer J.A. Frederik. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar.
Werkvelddeskundige: H. van Soelen projectleider gemeente Utrecht
X
Vakdeskundige: drs. G.C. Noordermeer directeur bibliotheek Universiteit Antwerpen
X
X
X X
X
Student: D. Simons Saxion Hogeschool Deventer Secretaris: Mr. J.A. Frederik directeur ALEXIS bv
studentperspectief
kwaliteitszorg /audit
Voorzitter: W.L.M. Blomen directeur Hobéon
onderwijs
vak / discipline
Werkveld
Leden
X X
X
X
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 5
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 6
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Academie voor ICT & Media De opleiding Informatiedienstverlening en - management (hierna IDM) is een onderdeel van de Academie voor ICT & Media (hierna academie). De missie van de academie is: “Wij willen mensen opleiden tot professionals op hbo-niveau met innovatief vermogen, passie en creativiteit in de informatie- en communicatietechnologie en interactieve media. De academie verzorgt onderwijs voor circa 2400 studenten, in voltijd en deeltijd variant en heeft een totaal personeelsbestand van ca. 115 FTE. De belangstellende student kan kiezen uit zes opleidingen op het gebied van informatie- en mediatechnologie en de toepassingen daarvan, namelijk Bedrijfskundige Informatica (BI), Communication & Multimedia Design (CMD), Informatiedienstverlening en -management (IDM), Informatica (Inf), Information & Security Management (ISM) en Technische Informatica (TI).
Opleiding IDM Hoofddoelstelling van de opleiding IDM is Young informatieprofessionals af te leveren die hun competenties vooral inzetten ten behoeve van kennisintensieve organisaties om geïntegreerde informatie in de vorm van data, tekst, beeld en geluid voor verschillende gebruikerscategorieën op maat te kunnen leveren (van vinden en analyseren tot gebruiken en beheren). In de jaren ‟70 was de voorloper van de opleiding IDM (de toenmalige Tiele Academie) gericht op het bibliotheekberoep met een focus op de openbare en wetenschappelijke bibliotheken en archieven, met de bijbehorende publieke functies daarvan. De computer kwam op, velerlei bronnen van informatie werden toegankelijke en de hoeveelheid beschikbare informatie groeide enorm. Daarnaast was er de verminderde belangstelling voor scholing en vorming van de bevolking. Deze combinatie leidde er toe dat de op de openbare bibliotheek gerichte instelling van de Tiele Academie plaats moest maken voor de toegankelijkheid van documentaire informatie en bedrijfsbibliotheken. In 1994 leidde deze overgang naar een nieuw Croho nummer met bijbehorende naamswijziging: Informatiedienstverlening en –management (IDM). Het landelijk overleg van de zes academies heeft toentertijd besloten dat de nadruk moest liggen op het bedrijfsleven en de behoefte aan interne en externe informatie op maat. IDM wordt als opleiding in Groningen, Deventer, Amsterdam (onder een afwijkend Croho nummer) en Den Haag aangeboden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 7
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 8
4.
KWALITEITSBEOORDELINGEN
Visitatie 2004 De opleiding Informatiedienstverlening en - management is in 2004 gevisiteerd en in 2005 geaccrediteerd. De toegekende accreditatie loopt tot 1 januari 2012 en betreft alle varianten. Bij de accreditatie van 2005 scoorde de opleiding op alle onderdelen voldoende tot goed. De visitatiecommissie was van mening dat de opleiding het predicaat "goed" verdiende voor de volgende facetten: domeinspecifieke eisen; samenhang van het programma; afstemming tussen vormgeving en inhoud; materiële voorzieningen; evaluatie van resultaten; het betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. Als punten van aandacht noemde de commissie in haar verslag de toetsing, de benutting van het netwerk, de inzet van gastdocenten in de propedeuse en de aandacht voor het rendement. Dit heeft geleid tot het verbeteren van de toetsing, o.a. door het invoeren van een toetshandboek, waarin procedures worden beschreven en door het instellen van de toetscommissie, die een toezichthoudende en coachende rol heeft binnen de opleiding. Daarnaast is de systematische benutting van het netwerk verder uitgewerkt, o.a. door het instellen van een permanente beroepenveldcommissie en het inzetten van gastdocenten in de uitvoering van het onderwijsprogramma.
Interne audit 2009 In februari 2009 is een interne audit uitgevoerd door de dienst Onderwijs- en Studentzaken van De Haagse Hogeschool. De belangrijkste bevindingen van deze audit waren: De beroepenveldcommissie heeft zich regelmatig uitgesproken over het curriculum: dit betreft alleen het programma en niet een systematische bevraging van de doelstellingen; Een overzichtelijk beknopte geschiedbeschrijving van beroeps-en competentieprofielen ontbreekt; Er is geen keuze voor een eigen profiel gemaakt of dit wordt onvoldoende uitgedragen; De beschrijving van de niveau ‟s in de verschillende stadia van de opleiding is onduidelijk of ontbreekt; Inzicht in kwalificaties en kenmerken van instromende studenten (anders dan hun opleidingsniveau) ontbreekt, instroom blijft achter ondanks gebruik van voorzieningen. Dit heeft geleid tot een aantal verbeteractiviteiten, waarvan de belangrijkste zijn; het aangescherpte beroepsprofiel, het toevoegen van beoordelingscriteria aan beroepstaken, intensivering van de werkveldcontacten en het nader uitwerken van het monitoren van de studenten.
Landelijke beoordeling Bij externe, landelijke kwaliteitsbeoordelingen scoort de opleiding IDM ruim voldoende. Elseviers Beroepengids kende in oktober 2008 De Haagse Hogeschool een tweede plaats toe als beste hogeschool van Nederland in een onderzoek onder studenten in het hoger onderwijs. Tevens scoorde IDM Den Haag bij het eindoordeel een 7,3 (hoogste score van de IDMopleidingen in Nederland).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 9
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 10
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER
1.
Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Weging en oordeel: voldoende De eindkwalificaties van de opleiding IDM zijn, zo stelt het auditpanel vast, op landelijk niveau (HBO-I stichting) en door vertegenwoordigers van het werkveld gevalideerd. De opleiding heeft een relevante set eindkwalificaties die aansluit bij internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de eindkwalificaties. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 1.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Opleidingsprofiel De basis voor het opleidingsprofiel van IDM wordt gevormd door drie documenten: 1. Het competentieprofiel dat is gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel van de Bachelor of ICT, uitgegeven door de HBO-I stichting; 2. Het profiel is aangescherpt met de input van het Landelijke Overleg van IDM, dat in 2006 de Kerncompetenties voor de Informatieprofessional publiceerde, en aansluitend in september 2007 een werkveldconferentie organiseerde ; 3. Ten slotte zijn de competenties van de Haagse Bachelor in het profiel meegenomen. De opleiding is gericht op de kerncompetenties van de informatie dienstverlening: storage, retrieval en kennisdeling. Deze kerncompetenties werden (en worden nog steeds) ingezet in bedrijfsbibliotheken, documentatiecentra, wetenschappelijke bibliotheken en openbare bibliotheken. IDM Den Haag heeft gekozen om zich te richten op de transfer van de genoemde kerncompetenties naar kennisintensieve organisaties. De instrumenten voor storage, retrieval en kennisdeling zijn van grote meerwaarde bij het organiseren en beheren van informatie in zowel fysieke als digitale vorm. De Britse beroepsvereniging CILIP heeft deze instrumenten vertaald in een body of professional knowledge (Cilip, 2004) waarvan veel elementen in het IDM-curriculum zijn verwerkt. De keuze voor de juiste oplossing, de inzet van de juiste tools en de gestructureerde inrichting ervan vormen vaste componenten van de werkzaamheden. De inzet van een informatietaal als thesaurus, tagging of taxonomie maakt hier onderdeel van uit. Onderwijsvisie De Haagse Hogeschool hanteert een gemeenschappelijke onderwijsvisie voor alle opleidingen. Deze visie is verwoord in het document “De Haagse Bachelor”. Hierin zijn de eindtermen van elke opleiding beschreven in beroepstaken. Het ontwikkelen van zelfregie door de student is daarbij een belangrijk kenmerk. Om de ontwikkeling van zelfregie mogelijk te maken biedt elke opleiding in het onderwijsprogramma ruimte aan de student om binnen bepaalde kaders eigen keuzes te maken. Een breed minoraanbod en studieloopbaanbegeleiding ondersteunen dit proces. In dit document zijn drie kenmerken geformuleerd waaraan een Haagse bachelor moet voldoen: professionaliteit, internationale gerichtheid en aandacht voor zelfregie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 11
De opleiding IDM heeft deze thema‟s als volgt opgepakt: Professionaliteit blijkt uit uitvoering van geformuleerde beroepstaken en de verwerving hun onderliggende competenties. Aansluiting met de praktijk De opleiding zorgt dat de doelstellingen aansluiten op actuele ontwikkelingen in het beroep. Deze aansluiting is bereikt door contacten met landelijk gezaghebbende platforms enerzijds en het beroepenveld anderzijds. De validering door het werkveld vindt plaats door raadpleging van de beroepenveldcommissie IDM (BVC) en in de vorm van alumniconferenties die ook andere belangstellenden uit het beroepenveld trekken. Afstemming met de andere IDM opleidingen in Nederland verloopt via het Landelijk overleg van IDM-opleidingen en daarnaast in ruimere zin via de HBO-I stichting. Lissabon-proof De huidige opleiding levert als één van de weinige hbo-opleidingen informatiespecialisten af die “Lissabon-proof” zijn. In Lissabon zijn in 2000, door de Europese regeringsleiders, doelstellingen geformuleerd om Europa tot de meest competitieve en dynamische kennisgebaseerde economie van de wereld te maken. Voor informatieleverantie/informatiedienstverlening betekent dit dat de productiviteit van een bedrijf of een professionele organisatie in sterke mate bepaald wordt door de manier waarop de medewerkers kunnen omgaan met het verwerken van informatie tot kennis. In haar curriculum besteedt de opleiding expliciet aandacht aan de ontwikkeling van de vaardigheden die nodig zijn om kennis productief te maken. De afgestudeerde informatiespecialist van de opleiding IDM komt terecht in ondermeer de functies: (enterprise) contentmanager, webredacteur, internetresearcher, bibliothecaris, documentalist, documentair informatiespecialist, ICT-consultant, informatieanalist, kennismakelaar in zowel de media, het bedrijfsleven, bij de overheid en in de non-profit sector. Internationale referentie De internationale oriëntatie is op het niveau van het landelijk beroepsprofiel gewaarborgd door de brede vertegenwoordiging van het internationaal opererende beroepenveld. Internationaal gehanteerde standaarden, tools, methoden en technieken e.d., alsmede de internationaal gebruikte soft- en hardware staan centraal in de opleiding. De informatiespecialist/ informatiedienstverlener oefent zijn beroep per definitie in een internationale context uit. Voorbereiden van de student op werken in een internationale context maakt deel uit van de doelstellingen van de opleiding. In de opleiding IDM worden actuele internationaal aanvaarde methoden, technieken en tools gebruikt. Binnen het curriculum zijn diverse internationale thema‟s opgenomen, bijvoorbeeld: het werken met projectopdrachten afkomstig van internationaal georiënteerde bedrijven. Ook vindt de kennisontwikkeling voor een deel plaats door Engelstalige studiematerialen. In de propedeuse, tijdens het afsluitende assessment geven de deeltijdstudenten in het 2e blok een presentatie in het Engels.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 12
Facet 1.2. Niveau: Bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de competenties het bachelorniveau vertegenwoordigen zoals beschreven in de Dublin Descriptoren. Beroepstaken zijn ontwikkeld in samenwerking met en vastgesteld door vertegenwoordigers uit het werkveld en geijkt aan de Dublin Descriptoren. Op grond van de bevindingen en overwegingen komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 1.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op onderstaande bevindingen: Beroepstaken Het bachelorniveau wordt ontwikkeld binnen de context van de beroepstaken, die de complexiteit in de context van de organisatie, het vereiste vakmanschap en de professionele houding laten zien. Zij komen aan de orde in praktijkopdrachten en in stage- en afstudeeropdrachten. De afgestudeerde is op basis van deze kennis en verkregen inzichten in staat te komen tot oordeelsvorming en probleemoplossingen, zoals die aan de orde komen in praktijkopdrachten. Ook professioneel kunnen communiceren en beschikken over leervaardigheden komen in de praktijkopdrachten aan de orde. Deze onderdelen worden “vertaald” in de leerlijnen en in tutoring binnen de opleiding. Kennis en inzicht De beginnende informatieprofessional werkt zelfstandig en resultaatgericht samen in een multidisciplinair team, mogelijk in een internationale omgeving. Een goed functioneren vereist ondersteuning van gespecialiseerde handboeken en kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied. Toepassing van kennis en inzicht De beginnende informatieprofessional kan zelfstandig een probleem definiëren bij een (complexe) praktijksituatie of bij het uitvoeren van het beroep van informatieprofessional. Analyseert de gestelde eisen en mogelijkheden. Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten. Ontwikkelt en past (nieuwe) oplossingsstrategieën toe, kan deze beargumenteren en kan de effectiviteit hiervan beoordelen. Komt met ideeën, is creatief, heeft zicht op (on)mogelijkheden van nieuwe media, en denkt vanuit de gebruiker. Oordeelsvorming De beginnende informatieprofessional kan in een (multidisciplinaire) omgeving een onderzoekstraject, ontwikkeltraject en beheertraject (projectmatig) inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen, waarbij op basis van een opdracht een afbakening wordt gemaakt van het beschouwingsgebied, relevante aspecten binnen dit gebied worden gemodelleerd en alternatieven worden opgesteld. Communicatie De beginnende informatieprofessional communiceert op diverse manieren effectief met verschillende geledingen. Hij werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team en kan zowel luisteren naar de inbreng van een ander als een eigen standpunt inbrengen. Ook is hij in staat conflicten te hanteren en een verslag of rapport op te stellen voor zowel specialisten als leken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 13
Leervaardigheden De beginnende informatieprofessional bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om met succes een post hbo of universitaire vervolgstudie (met een hoog niveau van autonomie) aan te vangen. Het auditpanel heeft geconstateerd dat de kerncompetenties aansluiten bij het Bachelorniveau van de algemene, internationaal geaccepteerde Dublin Descriptoren. De competenties zijn geoperationaliseerd naar gedragsindicatoren en beroepsproducten. In het leerplan van de opleiding zijn de competenties verbonden met de beroepstaken (met bijbehorende kennisgebieden). Het beheersen van het bachelorniveau moet door de student bij de voltooiing van de afstudeeropdracht op alle competenties (integraal) kunnen worden aangetoond.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 14
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is
Weging en oordeel: voldoende Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 en 1.2 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 1.3.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 15
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen HBO
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel heeft een actueel, praktijkgericht programma gezien. In opdrachten wordt gebruik gemaakt van materiaal dat ontleend is aan de beroepspraktijk. De vakliteratuur is naar mening van het auditpanel relevant en actueel. Studenten krijgen ruime mogelijkheden om beroepsvaardigheden te ontwikkelen en zich te specialiseren. Er is veel aandacht voor interactie met de beroepspraktijk in projecten, stages, excursies, specialisaties en afstuderen. Studenten worden gedurende de opleiding stapsgewijs voorbereid op het uiteindelijke praktijkgerichte onderzoek in de afstudeerfase. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Interactie met de beroepspraktijk De Academie voor ICT & Media heeft de Haagse Bachelor uitgewerkt in het onderwijskader van de academie en in het competentiemodel van de academie. In het onderwijskader staan beroepsgerichtheid van de hele leeromgeving en de ontwikkeling van zelfregie bij de student centraal. Het panel heeft geconstateerd dat vernieuwingen en veranderingen in het beroepenveld hebben geresulteerd in consequenties voor het curriculum. De Haagse Hogeschool wil de kennisuitwisseling met de professionele domeinen intensiveren en daarin een proactieve rol spelen. De Academie voor ICT & Media conformeert zich aan deze benadering en geeft de opleiding ondersteuning bij het onderzoeken en duiden van ontwikkelingen en bij het vormgeven van de vernieuwingen. Het onderwijs is competentiegericht en beroepsgericht, doordat in elke fase van het programma een “praktijkopdracht”, die illustratief is voor de latere beroepspraktijk, centraal staat. De praktijkopdracht wordt gebruikt om de student in de gelegenheid te stellen taken en rollen van de Informatiespecialist te oefenen en te demonstreren. Om de praktijkopdracht te kunnen uitvoeren wordt een aantal onderwijsactiviteiten aangeboden: colleges over inhoudelijke onderwerpen, workshops en soms gastcolleges om de toepassing van het behandelde in de praktijk te laten zien. De nadruk bij dit onderwijs ligt op het verwerven van conceptuele kennis en (complexe) vaardigheden. Vakliteratuur In het opleidingsprofiel van de opleiding IDM staat per beroepstaak de te behandelen body of knowledge vermeld. De curriculumcommissie ontwerpt het onderwijsprogramma en bewaakt daarmee ook de implementatie van de body of knowledge in het curriculum. Hieruit vloeit voort dat zij verantwoordelijk is voor de inzet van de studiematerialen in het onderwijsprogramma. De curriculumcommissie laat zich door het docententeam adviseren over het in te zetten studiemateriaal, zoals nieuwe uitgaven. Onderzoek De opleidingen binnen de Academie voor ICT & Media gaan een gemeenschappelijke visie en gemeenschappelijk beleid ontwikkelen. Er wordt in dit kader gewerkt aan:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 16
intensiveren van samenwerking met de lectoraten; het ontwikkelen en uitbouwen van onderzoeksactiviteiten, samen met het bedrijfsleven en al dan niet in samenwerking met de lectoraten; het ontwikkelen van onderwijsactiviteiten samen met het bedrijfsleven. De opleiding IDM heeft in dit kader ter verdere oriëntatie voor het management van de academie een presentatie gegeven van haar leerlijn onderzoeks– en informatievaardigheden. De opleiding IDM heeft structureel contacten met het Institute of Social Studies en het Vredespaleis in Den Haag. Eveneens zijn er regelmatige contacten met de wetenschappelijke IDM-opleiding van de Universiteit Hacettepe (Turkije) en de Bibliotheek school in Gent (Graduaatopleiding). Docenten van de opleiding dragen in dit kader o.a. (in 2010 voor de 2e keer ) bij via lezingen en workshops aan het International Symposium on Information Management in a Changing World, georganiseerd door the Department of Information Management of Hacettepe University, Ankara, Turkey. De internationale gerichtheid is impliciet aanwezig in de body of knowledge, de Engelse literatuur en in het bevorderen van deze gerichtheid bij studenten in de vorm van stage, studieactiviteiten in het buitenland e.d. De zelfregie is binnen de opleiding IDM vormgegeven door studenten te laten werken met een toenemende mate van zelfsturing gedurende de opleiding in de keuze van minoren, stage, afstudeertraject e.d.
Actualiteit van het programma De opleiding IDM zet zich in om actuele en relevante ontwikkelingen in het werkveld tijdig te signaleren, te beoordelen en op te nemen in het opleidingsprogramma. Bij het vergaren van informatie maakt de curriculumcommissie gebruik van verschillende informatiebronnen: De beroepenveldcommissie geeft één maal per jaar haar oordeel over het opleidingsprofiel en het curriculum en daarmee over actualiteit en afstemming. Voorbeeld: In 2007 werd hier geconstateerd dat Recordmanagement een steeds belangrijker onderwerp werd. Vanaf dat jaar krijgt recordmanagement speciale aandacht. Bedrijven en instellingen worden betrokken bij de uitvoering van het programma; Voorbeeld: Excursies naar ISS (Institute of Social Studies) en naar het Instituut voor Beeld en Geluid in het kader van toepassing van metadata bij ontsluiting. Beroepsbeoefenaren treden op als gastspreker of gastdocent en leveren daardoor ook vaak waardevolle nieuwe denkbeelden aan Voorbeelden: Directeur TamTam en een medewerker van het Nationaal Archief. Docenten van de opleiding onderhouden contacten met diverse bedrijven en erfgoedinstellingen en met het Lectoraat “Informatie Technologie en Samenleving”. Actieve deelname aan de activiteiten van het Landelijk overleg van IDM opleidingen, de beroepsvereniging NVB3, DEN4, VOB5 en van de HBO-I Stichting. Betrokkenheid van het beroepenveld In de beroepenveldcommissie wordt input gevraagd voor de programmaontwikkeling. Ook is het werkveld betrokken bij de uitvoering van het onderwijs. Dit komt naar voren in onderwijsblokken waarin de studenten via hun praktijkopdrachten te maken hebben met externe opdrachtgevers of waarin externe gastsprekers optreden. Het zijn bedrijven als Atos Origin, TamTam, Trezorix, Maandag, Surfgroepen, verschillende gemeentearchieven (Gouda en Rotterdam) en openbare bibliotheken (Delft, Den Haag en Gouda) die bijdragen aan het onderwijs leveren in de vorm van het ter beschikking stellen van stage- en afstudeerplaatsen, projectopdrachten, gastcolleges, uitvoering van onderdelen van het onderwijs e.d. Verder nog: gastdocenten van o.a. Archivaris Streekarchief Midden Holland, Projectleider Ambtenaar 2.0 bij Ministerie LNV(Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit); projecten van Haags Informatienetwerk, Waterwolf Gouda; 3 4 5
Ned. Ver. Voor Beroepsbeoefenaren in de Bibliotheek-, Informatie- en Kennissector Digitaal Erfgoed Nederland, Nationaal kenniscentrum voor ICT in het cultureel erfgoed Branche organisatie van de Openbare Bibliotheken in Nederland
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 17
werkbezoeken bij Naturalis, Ministerie van Onderwijs, Logica, Ministerie van BZK; contacten met gecommitteerden, stagebegeleiders en bedrijven. In dit kader moet het project Waterwolf genoemd worden dat studenten IDM en burgers van Gouda met elkaar in contact brengt met betrekking tot de rol die “water” speelt in deze stad. Internationale context Voorbereiden van de student op werken in een internationale context maakt deel uit van de doelstellingen van de opleiding. Ook vindt de kennisontwikkeling voor een deel plaats door Engelstalige studiematerialen. In de propedeuse, tijdens het afsluitende assessment geven de deeltijdstudenten in het 2e blok een presentatie in het Engels. Buitenland ervaring De opleiding stelt (voltijd)studenten in de gelegenheid om stage in het buitenland te lopen. Sinds 2007 biedt de Academie voor ICT & Media een internationale minor aan, waarin studenten van alle opleidingen binnen de academie (dus ook studenten die van de opleiding IDM) zich voorbereiden op het functioneren in het buitenland of een internationale setting in eigen land. In de praktijkopdracht wordt aandacht geschonken aan internationale en multiculturele situaties, bijvoorbeeld door behandeling van onderwerpen als outsourcing van activiteiten naar het buitenland, intercultureel onderhandelen, e.d. Verder zijn er diverse contacten en activiteiten die bijdragen aan verhoging van de sensibiliteit in de docententeams, ook in internationaal perspectief, zoals: Overeenkomst met IDM-wo-bacheloropleiding University of Hacettepe Ankara (uitwisseling docenten en studenten opleiding IDM) studiereizen van individuele docenten via het HBO-I-platform (Japan, China) individuele contacten van docenten (Verenigde Staten, Zweden, Noorwegen ). Door uitwisseling van kennis en ervaring op internationaal niveau worden accenten en voorbeelden in het opleidingsprogramma opgenomen. Studenttevredenheid Onderstaande waarderingen opgenomen in de Reflector 2009 voor de twee opleidingsvarianten laten zien dat de opleiding een goede weg heeft ingeslagen met de plaatsing van beroepsgerichtheid in de opleiding (schaal is 1:5):
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 18
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Weging en oordeel: goed Het auditpanel stelt vast dat het programma de studenten in staat stelt de competenties te behalen. Door het uitwerken van het opleidingsprofiel en de onderwijseenheden maakt de opleiding inzichtelijk op welke wijze de competenties terugkomen in het programma van de student. Het auditpanel heeft een consistente uitwerking van leerdoelen en competenties aangetroffen. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 2.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Concretisering eindkwalificaties Aan de ontwikkeling van het programma liggen de opleidingsdoelstellingen ten grondslag. Met “opleidingsdoelstellingen” worden de algemene en specifieke beroepstaken bedoeld. Het opleidingsprofiel bevat een beschrijving van alle onderwijseenheden (blokken) en andere opleidingsactiviteiten (stage, afstuderen) waarvoor de opleiding verantwoordelijk is. Dit Opleidingsprofiel wordt beheerd door de curriculumcommissie van de opleiding IDM en vastgesteld door de teamleider van de opleiding. In onderstaand figuur is aangegeven hoe de verschillende documenten met elkaar samenhangen.
Inhoudelijke uitgangspunten
Didactische uitgangspunten
Beroepsprofiel
Hogeschool documenten
HBO-I / IDM beroepenveld
(HOP, Haagse bachelor)
Beroepstaken/competentieprofiel
Onderwijskader/Competentiemodel
Opleiding
Academie voor ICT & Media
Opleidingsprofiel Opleiding / Curriculum commissie
Curriculum
Leerplan A4-tjes
(uitwerking per blok) Ontwikkelaar + ontwikkelteam + blokwijzer Boekenlijst
Overzicht van de belangrijkste bij de totstandkoming en instandhouding van het curriculum betrokken documenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 19
Competentiemodel van de academie Alle opleidingen binnen de Academie voor ICT & Media, ook de opleiding IDM, werken met een gezamenlijk competentiemodel. Dit competentiemodel onderscheidt een viertal elementen: 1. algemene taken en activiteiten (algemene beroepstaken) 2. opleidingspecifieke beroepstaken 3. houding 4. niveau. Ad 1. Deze algemene taken zijn afgeleid uit de vaardigheden uit het competentiemodel van de academie en ontleend aan de genoemde algemene bouwstenen uit het HBO-I profiel. Ad 2. Op basis van het beroepsprofiel heeft de Opleiding IDM 24 specifieke beroepstaken geformuleerd. Per beroepstaak is bepaald op welk eindniveau de afgestudeerde informatiespecialist dient te kunnen functioneren. Ad 3. Houdingsaspecten zijn geïntegreerd in de beschrijvingen van de beroepstaken. De ontwikkeling van de beroepshouding wordt bewaakt bij de begeleiding en beoordeling van de uitvoering van praktijkopdrachten. Ad 4. Niveau is gerelateerd aan, enerzijds de complexiteit van de context en anderzijds aan de rol die de student inneemt. Bij de rol gaat het om de mate van zelfstandigheid van de student. Bij de context spelen o.a. zaken als de opdrachtsituatie, de impact die de opdracht heeft en de vaktechnische complexiteit. Beroepstaken De beroepstaken ontwikkelen zich van geleid via zelfstandig naar sturend, waarbij de context bij aanvang van de opleiding simpel is en deze zich door de jaren heen ontwikkelt via lastig naar complex. In het opleidingsprofiel wordt de verdeling van de algemene en specifieke beroepstaken over de programmaonderdelen (blokken, stage, afstuderen) beschreven, aangevuld met de bij de beroepstaak per niveau geïdentificeerde beroepsproducten, te gebruiken tools en technieken, bijbehorende body of knowledge, suggesties voor te gebruiken literatuur e.d. Elk blok bestaat uit drie componenten: een praktijk- , kennis- en studieloopbaancomponent: In de praktijkcomponent wordt het uitgangspunt dat de beroepspraktijk leidend is voor de inrichting van het competentiegerichte onderwijs, direct zichtbaar. De praktijkcomponent bestaat uit in- en extern uitgevoerde projecten en praktijkopdrachten die tijdens de stage en het afstuderen worden uitgevoerd. Het leren wordt gestuurd door aan de praktijk ontleende opdrachten. Studenten werken en leren alleen of in projectgroepen in wisselende grootte en samenstelling en worden (be)geleid door een docent in zijn rol van opdrachtgever of door externe bedrijfsbegeleider/opdrachtgever. In de kenniscomponent zoals die in het ondersteunende onderwijs vorm krijgt, ligt de nadruk op het verwerven van conceptuele kennis en (complexe) vaardigheden. Colleges, workshops en practica kunnen de gelijktijdig lopende praktijkopdracht direct ondersteunen. De body of knowledge van de informatiespecialist is bepalend voor de onderwerpen in het onderwijs. Deze body of knowledge is daardoor breder dan de probleemstelling die in een specifieke praktijkopdracht aan de orde komt. Dit geeft de mogelijkheid om moeilijke of abstracte onderdelen de benodigde “bezinkingstijd” te geven en deze te ontkoppelen van een project. In dat geval wordt de praktijkopdracht later gebruikt als middel om (een deel van) het eerder geleerde in praktijk te brengen. De studieloopbaancomponent loopt parallel aan de onderwijsblokken door de hele opleiding. Dit is een traject waarin de student in samenspraak met zijn studieloopbaanbegeleider reflecteert op de voortgang van het proces van competentieontwikkeling en op basis daarvan keuzes voor het vervolg maakt. In elk studiejaar heeft de begeleiding een eigen gezicht. In het eerste jaar is de begeleiding „leidend‟ en gericht op zowel (vak)inhoud als proces. Geleidelijk aan wordt in de loop van de jaren naarmate de zelfregie groeit, zelfstandigheid van de student verwacht, zowel inhoudelijk als procesmatig.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 20
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Weging en oordeel: goed Het auditpanel stelt vast dat de opleiding een sterk samenhangend curriculum heeft uitgewerkt. De thema´s in de eerste twee jaar dragen de horizontale samenhang. Verticale samenhang wordt bereikt door de toename in complexiteit en niveau in de programma´s. De leerlijnen praktijkgericht onderzoek en studieloopbaanbegeleiding lopen als een stevig lint door het programma en dragen bij aan de verticale samenhang. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 2.3. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Verticale samenhang Het programma stelt de student in staat zich stapsgewijs tot een professional te ontwikkelen. Het onderwijs is opgezet van concreet naar abstract, aansluitend bij de jonge student die graag “wil doen”, naar de rijpere student met meer aandacht en belangstelling voor het “waarom”, de theoretische achtergronden. In het verlengde daarvan veranderen ook de studieloopbaan begeleiding en de tutoring van aard in die zin dat zij zich terugtrekken ten gunste van de zelfregie van de student. In fase 1, de propedeuse, staat oriëntatie centraal. Met een oriëntatie op beroep en vakinhoud krijgt de student een brede basis en zicht op een toekomstperspectief. Tegelijk wordt zicht geboden op de benodigde kwaliteiten. Hiermee wordt de propedeuse oriënterend, selecterend en verwijzend. In fase 2, hoofdfase 1e deel plus stage, draait het om verdieping van de inhoudelijke aandachtsgebieden van IDM in relatie tot de beroepstaken in relevante contexten en verbreding van het persoonlijk competentieprofiel. In fase 3, hoofdfase 2e deel plus afstuderen, biedt het programma de student gelegenheid om zich verder professioneel te ontwikkelen. Bij het afstuderen ligt de focus op het zelfstandig demonstreren van de beroepstaken op het beoogde eindniveau. In het laatste blok voor het afstuderen verricht de student onderzoek. Zelfregie en horizontale samenhang De student volgt gedurende zijn opleidingstraject de domeinblokken (de major) die 75% van de studiepunten beslaan. Daarnaast vult de student de overige 25% ruimte in met profilering (de minor). Een volledig opleidingstraject beslaat twaalf blokken voor de major en vier minorblokken. De horizontale samenhang wordt bereikt doordat de blokken in principe – vanwege de concentrische verdieping die zichtbaar is in de verschillende niveaus van de vijf leerlijnen die in elk blok toegepast worden - opeenvolgend worden gevolgd. Eén van de mogelijkheden voor de student om zelfregie te verwerkelijken, ligt in het zelf invullen van de keuzeruimte binnen de major-minor structuur (waarvoor 60 van de 240 studiepunten ter beschikking staan). Minors worden aangeboden door de opleiding zelf of door andere opleidingen van de Academie voor ICT & Media of door De Haagse Hogeschool. Daarnaast kan de student met andere elementen de keuzeruimte inrichten, bijvoorbeeld door het uitvoeren van onderzoekswerk voor één van de lectoraten of het volgen van onderdelen op andere hogescholen of universiteiten. Ook het zelf invullen van de minorruimte (“vrije minor”) is mogelijk. Curriculum-deeltijd Deeltijd kent dezelfde blokken met dezelfde opbouw als het voltijdonderwijs, maar in een enigszins andere volgorde. De meeste deeltijdstudenten hebben in hun werkkring al intensief kennis gemaakt met het vakgebied. Relevante werkervaring kan leiden tot vrijstelling voor de stage, terwijl studenten die geen of een minder relevante werkkring hebben, een speciale
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 21
opdracht moeten uitvoeren. Deeltijdstudenten hebben vaak meer behoefte aan geconcentreerde vakgerichte colleges. De minorperiode volgt na afronding van de kern van de opleiding. Deeltijd studenten die reeds een hbo- of wo-diploma hebben, kunnen vrijstelling vragen voor (een deel van) de minorruimte. Vrijstellingen worden gegeven door de examencommissie. Studenttevredenheid Studenten gaven hun mening over de door hen ervaren samenhang in het curriculum 2007; het curriculum 2009 is op 1 september 2009 gestart. Studenten zijn tevreden en de opleiding verwacht dat de huidige aanpassingen van het curriculum met een versterking van de samenhang bij de volgende evaluatie zichtbaar zal zijn.
Samenhang opleiding IDM
VT
DT
HHs
Er is een goede samenhang tussen de verschillende programma onderdelen van mijn opleiding.
3,6
3,3
3,4
Bron: De Reflector 2009, 5-puntenschaal: 1 = geheel oneens, 5 = geheel eens
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 22
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel stelt op basis van gesprekken en materiaalbestudering vast dat de studielast bij de opleiding realistisch is. De opleiding pakt belemmeringen in de studievoortgang aan door onder andere studieloopbaanbegeleiding. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.4. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Studievoortgang De opleiding en de opleidingscommissie bewaken de studeerbaarheid van de programma‟s van beide varianten door middel van blokevaluaties en analyse van het rendement. Het aanspreekpunt Studieloopbaanbegeleiding binnen de opleiding IDM bewaakt de studievoortgang van de diverse cohorten, signaleert achterstanden en stelt zonodig het nemen van maatregelen voor aan de studieloopbaanbegeleiders in overleg met de teamleider. Ter bevordering van de voortgang zijn de volgende maatregelen van kracht: Elk blok kent twee toetsingsrondes (eerste maal en herkansing); elk blok wordt tenminste twee maal per studiejaar aangeboden, eenmaal in voltijd en eenmaal in deeltijd waardoor er tenminste vier kansen zijn. Blok IDM-7, de stage en het afstudeerproject kunnen elke tien weken worden begonnen (dus vier maal per jaar een start). Alle blokken die tot de major behoren worden twee maal per jaar aangeboden eenmaal in de voltijd, eenmaal in deeltijd. Voor studenten die de toetsing van blokken uit een vorig curriculum, die niet meer worden aangeboden, willen herkansen, worden extra maatregelen genomen in het jaar aansluitend op de curriculumwijziging (bijv. aangepaste toetsingsmomenten, toetsen en expertdocent spreekuren). Studiebelasting Elke periode wordt onderwijs aangeboden met een totale studielast van 15 studiepunten, te realiseren in 10 lesweken van ca. 40 (klok)uren. In de programma‟s vertegenwoordigt een studiepunt een studielast van ca 28 klokuren. De studiebelasting gaat uit van 40 studie-uren per week. In de blokwijzers en in de stage- en afstudeerwijzers staat de studielast aangegeven. Daarbij is 40 klokuren per week de norm. De opleiding bewaakt de studeerbaarheid door middel van blokevaluaties en analyse van het rendement. Het aantal contacturen in de Propedeuse bedraagt gemiddeld 14 uur per week en in de hoofdfase 11 uur per week. In de Propedeuse ligt het aantal contacturen hoger dan in de Hoofdfase, ondermeer vanwege de intensievere studieloopbaanbegeleiding. Voor stage en afstuderen zijn de contacturen lager omdat de student dan in een organisatie opdrachten uitvoert.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 23
Studenttevredenheid Studenten die geraadpleegd werden over de door hen ervaren studielast (via De Reflector) gaven unaniem aan dat die goed verdeeld is over het jaar. Daarmee steekt de opleiding IDM uit boven het gemiddelde van De Haagse Hogeschool:
VT
DT
HHs
Spreiding studielast
De studielast is voldoende gespreid over het jaar
2007
2008
2008
2007
2008
2009
2009
3,7
3,8
3,9
3,4
3,2
3,4
2,1
Bron: De Reflector 2009, 5-puntenschaal: 1 = geheel oneens, 5 = geheel eens
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 24
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende HBO-bachelor studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel stelt vast dat de inhoud en de didactiek van de opleiding in voldoende mate aansluit op de relevante vooropleidingen. Voorlichting en begeleiding zijn erop gericht de overstap zo soepel mogelijk te laten verlopen. Studenten tonen zich in het gesprek met het auditpanel tevreden over de aansluiting. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.5. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Toelating De voorwaarde voor toelating is een havo, vwo of mbo (niveau 4) diploma. Havisten en vwo‟ers zijn met alle profielen toelaatbaar. Studenten die niet voldoen aan de vooropleidingseisen en die ouder zijn dan 21 jaar kunnen worden toegelaten na het behalen van de 21+ toets. Het onderzoek toetst de kennis en vaardigheden van de kandidaat op de vakgebieden Nederlands, Engels en Maatschappijleer. Instroom In de afgelopen jaren hebben zich geen verschuivingen voorgedaan in de vooropleiding van de studenten. Havisten zijn verreweg in de meerderheid. Van de instroom is de verdeling naar vooropleiding havo (65 %) –mbo (25 %) en vwo 10%. Op basis van dit gegeven gaat de opleiding bij het vormgeven van het curriculum uit van de student met een afgeronde havoopleiding. Om een nieuwe start te maken na afronding van het voortgezet onderwijs, wordt in de propedeuse aandacht besteed aan de wijze waarop het onderwijs bij de opleiding IDM is vormgegeven. Zo wordt de student in het allereerste blok in de gelegenheid gesteld om een leerstijlentest te doen om er achter te komen welke stijl bij hem of haar past. Om de aansluiting tussen het voorbereidend onderwijs en de voltijdopleiding te optimaliseren wordt verder het volgende gedaan: De studenten kunnen zich in de propedeuse breder oriënteren dan alleen de gekozen opleiding. Dit gebeurt door middel van het eerste blok, dat voor alle opleidingen van de academie een gemeenschappelijke opzet heeft, en het z.g. oriëntatieblok in de derde lesperiode. Daardoor is tevens een eventuele majoroverstap mogelijk zonder studievertraging in de propedeuse. In de propedeuse wordt onder alle studenten een test op beheersing van het Nederlands uitgevoerd. Wie onvoldoende scoort moet een vervolgtraject Nederlands volgen. Voor de deeltijdstudenten wordt dit traject op vrijwillige basis aangeboden. Zo nodig is individuele begeleiding vanuit het bureau ondersteunend(theoretisch) onderwijs Nederlands mogelijk. Deeltijd Voor studenten die werken en leren willen combineren wordt een deeltijdvariant van het programma aangeboden. De deeltijdstudent volgt twee avonden per week onderwijs. Indien de student in een ICT & Media -functie werkzaam is wordt voor de stage een vrijstelling verleend. Voor toelating tot de deeltijdopleiding worden geen eisen aan de werkzaamheden en/of werkkring van de student gesteld. De programmaopzet is gelijk met de voltijdopleiding. Afhankelijk van de vooropleiding of elders verworven certificaten en getuigschriften kunnen deeltijdstudenten vrijstellingen vragen voor het oriëntatieblok, één of meer minorblokken en de stage. Verder sluiten de docenten bij de uitvoering van de studieonderdelen waar mogelijk aan
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 25
op de werkervaring van de deeltijd studenten door bijvoorbeeld voorafgaande aan een college te inventariseren waaraan studenten behoefte hebben. Elders verworven competenties Studenten die op basis van elders behaalde diploma‟s, certificaten, e.d. in aanmerking menen te komen voor vrijstelling van onderwijseenheden, kunnen hiertoe bij de examencommissie een verzoek indienen. Voor deeltijdstudenten bestaat er een afzonderlijke procedure, waarbij twee assessoren op basis van gewaarmerkte bewijsstukken en aan de hand van een protocol al dan niet vrijstellingen verlenen. Deze regeling is echter nog niet gericht op het vaststellen van eerder verworven competenties. Versterking voorlichtings- en wervingsbeleid Gezien het streven naar een grotere instroom en de continuïteit van de opleiding richting werkveld is een goede voorlichting cruciaal. Voorlichting is een speerpunt voor 2010-2011. De opleiding IDM voert haar voorlichtings- en wervingsbeleid uit in het kader van de hogeschool- en academieactiviteiten, maar kleurt deze zelf in. Hierbij speelt het PR-team van de opleiding IDM een belangrijke rol. Dit team bestaat uit enkele docenten die daarvoor taakuren krijgen. Het PR-team is zeer actief betrokken bij de verschillende voorlichtingsactiviteiten en komt regelmatig bijeen om strategie en praktische zaken te bespreken. Per 1 april 2010 is in dit kader de docentcapaciteit tijdelijk uitgebreid met 0,4 FTE, waarvan een deel aan de PR van de academie ten goede komt met wisselwerking op de opleiding IDM. Het voorlichtings- en wervingsbeleid is gericht op de twee doelgroepen van potentiële studenten: voltijders, deeltijders. In de wervings- en voorlichtingskanalen worden de verschillende doelgroepen op een eigen manier benaderd. De opleiding biedt (aankomend) studenten de mogelijkheid om op eigen verzoek gesprekken aan te vragen met de teamleider, waarbij studiekeuze centraal staat. Jaarlijks maken enkele potentiële deeltijdstudenten van deze mogelijkheid gebruik.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 26
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het HBO-bachelor curriculum: 240 studiepunten
Bevindingen, weging en oordeel: voldoende Het nominale programma van de opleiding Informatiedienstverlening en -management duurt 4 studiejaren en heeft een omvang van 240 studiepunten voor alle varianten. Elk studiejaar is verdeeld in 4 perioden van 10 onderwijsweken en heeft een studielast van 60 studiepunten. Dit geldt voor zowel de voltijd- als deeltijdopleiding. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.6.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 27
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Weging en oordeel: voldoende Het didactisch concept van de opleiding is adequaat om de eindkwalificaties van de opleidingen te bereiken. Het onderwijs voldoet aan de centraal vastgestelde kaders en past bij de doelstellingen van de opleiding. De opleiding maakt gebruik van een breed palet aan werkvormen. Op basis hiervan komt het auditpanel tot voldoende voor facet 2.7. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Didactisch concept De Academie voor ICT & Media heeft de Haagse Bachelor uitgewerkt in het onderwijskader van de academie en in het competentiemodel van de academie. In het onderwijskader staan beroepsgerichtheid van de hele leeromgeving en de ontwikkeling van zelfregie bij de student centraal. Vernieuwingen en veranderingen in het beroepenveld hebben consequenties voor het curriculum. De Haagse Hogeschool wil de kennisuitwisseling met de professionele domeinen intensiveren en daarin een proactieve rol spelen. De Academie voor ICT & Media conformeert zich aan deze benadering en geeft de opleiding ondersteuning bij het onderzoeken en duiden van ontwikkelingen en bij het vormgeven van de vernieuwingen. Er wordt in dit kader gewerkt aan: intensiveren van samenwerking met de lectoraten het ontwikkelen en uitbouwen van onderzoeksactiviteiten, samen met het bedrijfsleven en al dan niet in samenwerking met de lectoraten het ontwikkelen van onderwijsactiviteiten samen met het bedrijfsleven. Beroepspraktijk Het onderwijsprogramma is gevormd rond de praktijkopgave. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van blokken. Een blok beslaat een periode van tien aaneengesloten weken en een studielast van nominaal 40 uur per week (15 ECTS). De inhoud van de blokken is afgeleid uit het Opleidingsprofiel en beschreven in de Leerplan A4-tjes. Ieder blok is opgebouwd uit twee componenten: praktijk en kennis. Per blok is de te behandelen body of knowledge geformuleerd en wordt een praktijkopgave als illustratie aangeboden. De praktijkcomponent bestaat uit de praktijkopgaven, in- en extern uitgevoerde projecten en praktijkopdrachten die tijdens de stage en het afstuderen worden uitgevoerd. Studenten werken en leren alleen of in projectgroepen in wisselende grootte en samenstelling. In de voltijd zijn de praktijkopgaven noodzakelijk om studenten kennis te laten maken met aspecten van het functioneren in een beroepscontext. Bij deeltijdstudenten gebeurt dit vaak al bij hun werkgever. De kenniscomponent krijgt vorm in het theoretisch (ondersteunend) onderwijs. De nadruk ligt op het verwerven van conceptuele kennis en (complexe) vaardigheden, die voor een deel direct kunnen worden gebruikt bij de uitvoering van de praktijkopdracht. Dit gebeurt in de vorm van colleges, workshops en practica. De body of knowledge is bepalend voor de onderwerpen in het onderwijs, dat daardoor breder is dan de probleemstelling die in een specifieke praktijkopdracht aan de orde komt. De body of knowledge is hetzelfde voor beide varianten van de opleiding. De praktijkopgave in voltijd en deeltijd komen meestal overeen. De deeltijdvariant kan, omdat deeltijdstudenten vaak al over werkervaring beschikken, vaak compacter worden neergezet.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 28
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Weging en oordeel: voldoende Met het toetsplan heeft de opleiding een flinke slag gemaakt in het transparant maken van de toetsmethodiek. Er zijn heldere criteria en de leer- en toetsplannen zijn een adequate vertaling van de doelstellingen. De toetscommissie bewaakt de hantering van het toetshandboek. De examencommissie is verantwoordelijk voor het correcte verloop van de toetsen. Met deze twee commissies slaagt de opleiding er in de kwaliteit van de toetsing adequaat te borgen. Het auditpanel heeft een goede indruk gekregen van de zorgvuldigheid waarmee de opleiding de toetsen opstelt en controleert. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.8. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Toetsvisie Beroepstaken staan centraal in zowel de onderwijsblokken, de stage en het afstuderen. De toetsing is gericht op de toetsing van deze beroepstaken, namelijk de producten, het werkproces en de vakkennis die voor de uitvoering van de beroepstaak nodig is. De uitgangspunten voor het toetsen van competenties, beschreven in het Onderwijskader zijn vastgelegd in het Toetshandboek. Voor alle varianten leidt competentiegerichte toetsing in het theoretisch (ondersteunend) onderwijs tot een focus op juist die onderdelen die later gebruikt kunnen worden in de beroepssituatie. Het is daar niet zozeer de toetsvorm maar juist de toetsinhoud die competentiegericht is. Toetsplan De opleiding IDM heeft een integraal toetsoverzicht dat fungeert als toetsplan. Per blok is in de blokwijzer beschreven welke eisen gesteld worden en welke toetsvormen worden gehanteerd. De basisopzet voor toetsen van een blok is als volgt: ITO (Individuele Toets): Een schriftelijk of mondeling tentamen waarmee de stof uit de colleges en de verplichte studiematerialen wordt getoetst. Assessment: Het resultaat van het werken aan de beroepstaken bestaat uit producten zoals een adviesrapport, opgeleverde tools of softwareproducten en dergelijke die met behulp van een presentatie aan de opdrachtgever worden aangeboden. Aan de hand van vooraf vastgestelde criteria wordt de kwaliteit van deze producten vastgesteld. Individuele reflectie: Het werkproces wordt op basis van de individuele reflectie getoetst. De gevolgde werkwijze wordt verantwoord in het procesverslag. Dit verslag waarin ook processtukken zijn opgenomen, wordt na afloop van de opdracht meegewogen in de uiteindelijke beoordeling. Toetshandboek Het Toetshandboek beschrijft de planning, procedures, methoden en criteria met betrekking tot de toetsing. Bij elke vorm van toetsing wordt beschreven waarop wordt beoordeeld en met welke criteria. In alle programma varianten is de toetsing gebaseerd op dezelfde competenties/ beroepstaken en op dezelfde definities van de competentieniveaus en de niveaumatrix.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 29
Examencommissie De examencommissie van de academie is verantwoordelijk voor het op juiste wijze uitvoeren, respectievelijk doen uitvoeren van de in het Toetshandboek beschreven procedures. De examencommissie bestaat uit de toetscoördinatoren van de verschillende opleidingen van de Academie, aangevuld met een voorzitter en secretaris. De examencommissie evalueert jaarlijks de uitvoering van de toetsing en examinering en formuleert zo nodig verbetermaatregelen in haar jaarverslag. Het „Jaaroverzicht toetsen‟ biedt inzicht in wat moet worden verbeterd. De examencommissie is het orgaan dat vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad (artikel 7.12 WHW). Toetscommissie De toetscommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsing volgens de in het Toetshandboek beschreven procedure en rapporteert aan de examencommissie. De voorzitter van de Toetscommissie Opleiding IDM heeft zitting in de examencommissie van de Academie voor ICT & Media. De Toetscommissie functioneert op opleidingsniveau en de examencommissie op academieniveau. Daarnaast brengt de toetscommissie in overleg met de afstudeercoördinator van de opleiding verbeteringen aan in de afstudeerprocedure. Er is een commissie ingesteld bestaande uit de afstudeercoördinatoren van alle opleidingen binnen de academie, die tot taak had verbetervoorstellen te doen. Deze voorstellen zijn in maart 2010 gepresenteerd. Een aantal organisatorische verbeterpunten kon direct worden geïmplementeerd ten gunste van de student; een aantal andere zal in het nieuwe collegejaar worden doorgevoerd. Bezwaar en beroep Hogeschoolbreed is standaard geregeld dat studenten bezwaar kunnen aantekenen en in beroep kunnen gaan tegen beslissingen in het kader van beoordeling en toetsing. De klachtenprocedure staat in leesbare vorm in het Studentenstatuut deel II Informatiedienstverlening en - management en is elektronisch beschikbaar op Blackboard. De meeste klachten worden binnen de opleiding tussen docenten en studenten opgelost. Jaarlijks behandelt de examencommissie van de Academie voor ICT & Media enkele (ongeveer 3) klachten van studenten IDM.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 30
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen HBO
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Weging en oordeel: goed Docenten beschikken over de juiste competenties en faciliteiten om het onderwijs uit te voeren. De docenten onderhouden een professioneel relatienetwerk binnen het voor de opleiding relevante beroepenveld. Dit netwerk wordt ingezet ten behoeve van de programma-uitvoering, de beoordeling en toetsing en de programma-evaluatie. Ze houden het vakgebied bij en zijn goed op de hoogte van relevante en nieuwste ontwikkelingen in het beroepenveld. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 3.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Relatie beroepspraktijk De docenten beschikken over recente kennis van de beroepspraktijk. Deze kennis is opgedaan door het ontwikkelen van praktijkopdrachten in samenwerking met het beroepenveld, het begeleiden bij stages en afstudeeropdrachten, en de actieve participatie in beroepsorganisaties. Nagenoeg alle docenten hebben relevante beroepservaring. Om te zorgen dat de praktijkervaring up-to-date blijft, worden docenten gestimuleerd om een docentstage te lopen. Tot nu toe heeft een docent hier gebruik van gemaakt door in 2004 bij de Koninklijke Bibliotheek (KB) een half jaar mee te werken aan de ontwikkelstrategie van het E-depot. Ook worden docenten ingezet op onderwijsprojecten (bijvoorbeeld het project NAP E-learning van de Netwerk Open Hogeschool Informatica NOH in oprichting) en zorgt de inhuur van docenten voor up-to-date praktijkkennis. De vele externe contacten van de docenten en de inzet van gastdocenten op actuele ontwikkelingen in het vakgebied geven het curriculum de nodige input om aantrekkelijk onderwijs te kunnen aanbieden. Bij het werven van nieuwe docenten is een behaalde master of andere academische titel een eis. Ervaring in de beroepspraktijk is voor nieuw aan te stellen docenten een belangrijk selectiecriterium, terwijl het versterken van contacten met het bedrijfsleven voor zittende docenten een structureel aandachtspunt is. Bijna alle docenten begeleiden studenten die aan een stage- of afstudeertraject bezig zijn en houden daarmee hun binding met het beroepenveld actueel. Voorbeeld Een voorbeeld van hoe (relevante) beroepservaring van docenten in de opleiding wordt gebruikt is het project Waterwolf in de hoofdfase (http://waterwolflab.nl). Sinds september 2006 heeft het lectoraat ITS van De Haagse Hogeschool, in samenwerking met Bibliotheek, streekArchief en Museum Gouda (BAM), een project ingericht waarbij burgers meer worden betrokken bij het in kaart brengen van de geschiedenis. Werkveld als opleider Samenwerking met de beroepspraktijk en kennisinstellingen bij de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs, alsmede de daarvoor benodigde kennisopbouw bij docenten, is en blijft één van de pijlers van de onderwijsvisie van de Academie voor ICT & Media. Dit onderdeel is bij de opleiding IDM aanwezig en zal de komende jaren extra aandacht krijgen. De opleiding wil bevorderen dat docenten in goed contact staan met het werkveld door de onderstaande, al gestarte, acties in 2010-2011 verder uit te breiden: het werkveld nog meer betrekken bij het onderwijs (gastcolleges, opdrachten uit de praktijk, excursies e.d.: aantal uitbreiden);
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 31
zo veel mogelijk docenten in te zetten bij stage- en afstudeerbegeleiding (is organisatorisch een aandachtspunt gezien de grootte van het team en de hoeveelheid taken die moeten worden verdeeld); bedrijfsbezoeken te stimuleren (juli 2009 Naturalis, november 2009 Logica, april 2010 Stadsarchief Amsterdam); lid te zijn van de beroepsvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Beroepsbeoefenaren in de bibliotheek-, informatie- en kennissector (NVB); Om te zorgen dat docenten op de hoogte blijven, zijn er goede relaties met lokaal en regionaal opererende bedrijven, zoals Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Ministerie van Economische Zaken, Gemeente Den Haag, Politie Coolsingel, Brandweer Zoetermeer, Addocs, Microsoft Hoofddorp etc.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 32
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel stelt vast dat de docenten het onderwijs kunnen uitvoeren in de tijd die ervoor staat. Docenten ervaren een hoge werkdruk, maar geven daarbij ook aan dat er doeltreffende maatregelen genomen zijn om de werkdruk te verlagen. De effecten daarvan zijn voor docenten in voldoende mate merkbaar. Studenten zijn daarnaast positief over de bereikbaarheid van de docenten. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 3.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Kwantitatieve gegevens De toegestane normformatie wordt jaarlijks vastgesteld in het kader van de begrotingscyclus van de academie en is onder meer afhankelijk van het aantal ingeschreven studenten. De totale personeelsformatie beslaat momenteel 6,8 FTE. In het collegejaar 2009-2010 was de docent-studentratio 1:26,6. Een docent bedient gemiddeld 26 studenten en een medewerker (inclusief docenten) heeft gemiddeld de zorg voor 22 studenten. De docent-student-ratio en de medewerker-student-ratio zijn voor alle varianten van de opleidingen binnen de academie voor ICT & Media gelijk. docent-student ratio
medewerker-student ratio
2007-2008
1:26,6
1:22,5
2008-2009
1:26,1
1:21,6
2009-2010
1:26,6
1:22,0
Naast de normformatie voor uitvoering en onderhoud van het onderwijs wordt jaarlijks per team extra ruimte toegekend voor overige onderwijsgebonden taken en projecttaken, zoals teamleiding, deelname aan examencommissie, opleidingscommissie, curriculumcommissie, internationalisering, PR en voorlichting e.d. Daarnaast geldt als hogeschoolstreven om de docenturen in te vullen volgens de verhouding 80 % in vaste dienst en 20 % op tijdelijke basis (Werkelijke verhouding is op dit moment 90% vast en 10 % tijdelijk). Fluctuaties in de instroom worden opgevangen door inleen van docenten uit andere opleidingen van de Academie ICT & Media, evenals inhuur van externe deskundigen. Het is een prettige bijkomstigheid dat de academiebrede inzet van het docententeam (met een naar verhouding groot aantal parttimers) mogelijkheden geeft om, daar waar nodig, tijdelijke financieel verantwoorde expertise in te zetten. De opleiding heeft zicht op de vakgebieden waar tekorten zullen ontstaan en kan daardoor tijdig acties nemen door binnen de gegeven kaders nieuwe docenten te werven of zittende collega‟s in de gelegenheid te stellen zich om- en/of bij te scholen. Studenttevredenheid Studenten benadrukken dat ze tevreden zijn over de docenten. Het vakinhoudelijk contact met de docenten wordt als goed beoordeeld. Dit is een bemoedigende constatering omdat de docenten en de teamleider zelf de kwantiteit van het personeel als een aandachtspunt ervaren. Kennelijk zijn ze naar beleving van de studenten toch voldoende in staat de begeleiding te geven die de studenten nodig hebben.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 33
Medewerker tevredenheid Door de grote betrokkenheid van het personeel bij het onderwijs en de onderwijsvernieuwingen konden de vernieuwingen van de laatste jaren voortvarend worden aangepakt en geïmplementeerd. Uit de gegevens van het Kompas, het tweejaarlijks medewerker tevredenheidonderzoek, blijkt bijvoorbeeld dat het arbeidsethos van de medewerkers zeer hoog is: meer dan 80%. Daarentegen scoren de aspecten die betrekking hebben op het uitwisselen van kennis en ervaring buiten de eigen organisatie-eenheid matig 37,8 %. De opleiding onderzoekt waar de oorzaak ligt, met name omdat het brede veld van contacten van docenten een ander resultaat doet verwachten. Capaciteit in de toekomst Punt van aandacht is het betrokken houden van de 55+ medewerker bij het onderwijsproces bij de opleiding IDM. Het management van de academie heeft dit ook hoog op de beleidsagenda staan voor het komende jaar. Door pensionering dreigen op middellange termijn lacunes te ontstaan. Met werving en tijdig bij- of omscholen van het zittende personeel tracht de opleiding in die lacunes te voorzien
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 34
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Weging en oordeel: goed Het auditpanel stelt op basis van bestudering van cv‟s van docenten en gesprekken met studenten en de docenten vast dat docenten goed gekwalificeerd zijn om het onderwijs te verzorgen. Docenten houden actuele ontwikkelingen bij door het lezen van vakliteratuur en deelname aan congressen. In de gesprekken bleken de docenten goed inzicht te hebben in de meest recente ontwikkelingen van het vakgebied. Ook de studenten zijn tevreden met de vakinhoudelijke en didactische kwaliteiten van de docenten. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 3.3. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Centraal personeelsbeleid De opleiding IDM volgt het personeelsbeleid van De Haagse Hogeschool. Eén van doelstellingen van De Haagse Hogeschool is om meer docenten met een mastertitel in dienst te hebben. In 2013 moet 90% van de docenten in het bezit zijn van een diploma van een geaccrediteerde master opleiding. En het percentage gepromoveerden in het docenten- en lectorenbestand moet groeien naar 6% in 2013. Deze ambitie wordt op academieniveau vertaald naar scholings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor het personeel. Bij nieuwe aanstellingen wordt er al opgelet of kandidaten aan deze target bijdragen. Scholing en training De beoogde ontwikkeling naar kennisinstelling houdt in dat het kwalificatieniveau van de docenten de komende jaren fors zal stijgen. De niveauverhoging ligt de volgende terreinen: onderzoeksvaardigheden academic leadership (leidende en coachende rol voor docenten) internationalisering (internationale kennisuitwisseling, samenwerking, Engelse taalvaardigheid, interculturele competenties) ontwikkeling e-learning (adequaat kunnen toepassen van digitale leermiddelen). De praktische omzetting naar scholingstrajecten wordt op academieniveau aangepakt. Docent kwalificaties Voor de opleiding IDM zijn de belangrijkste vakinhoudelijke expertisegebieden: Content en toegankelijkheid (Storage en retrieval) ICT-Tools Management Onderzoeks- en informatievaardigheden Communicatie (incl. Persoonlijke en professionele vaardigheden) De teamleider heeft goed zicht op de benodigde kwalificaties om het programma uit te voeren en wordt ondersteund door de curriculumcommissie. Docenten worden ingezet in verschillende onderwijskundige rollen zoals tutor, studieloopbaanbegeleider, expert en assessor De opleiding heeft hiervoor flexibele docenten met een breed repertoire aan communicatieve vaardigheden. Alle docenten beschikken over een didactische aantekening. Een beginnend docent wordt desgewenst gecoacht door een senior-collega. Actuele kwalificaties Docenten zijn vooral geselecteerd op grond van hun kennis en praktijkervaring met het werkgebied van de informatiespecialist. Twee docenten combineren hun parttime aanstelling bij de hogeschool met een parttime aanstelling in het werkveld en een docent participeert in een Lectoraat (ITS).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 35
Alle docenten hebben tenminste een opleiding op hbo-niveau voltooid. In het team zijn zes van de tien docenten academisch (master, doctoraal) geschoold (60 % master-opgeleid) en twee docenten volgen op dit moment een master (leidt tot 80 % master-opgeleid). Hiermee werkt de opleiding aan het streven van de hogeschool dat in 2013 90% een geaccrediteerde master opleiding moet hebben gevolgd. Permanente educatie Van de aanstellingsomvang van de docent is 10% gereserveerd voor scholing, congresbezoek, zelfstudie en dergelijke en daarnaast is er totaal een scholingsbudget van 2,5% van de loonkosten beschikbaar. Bij het goedkeuren van individuele bijscholingsactiviteiten wordt door de teamleider gekeken naar de behoeften van de opleiding. Jaarlijks wordt een scholingsplan gemaakt waarin de scholingsafspraken die elke teamleider met zijn teamleden maakt zijn opgenomen. Docenten nemen actief deel aan de activiteiten van het HBO-I, bijeenkomsten van de NVB e.d. Naast de individuele (bij)scholingsmogelijkheden worden regelmatig teambijscholingsactiviteiten georganiseerd, gericht op teamontwikkeling, in de vorm van zogenaamde Onderwijsdagen, waarvan er vier per jaar worden aangeboden. In 2009 heeft het team IDM de Onderwijsdagen benut om gezamenlijk te werken aan de nieuwe profilering van de opleiding onder begeleiding van een externe deskundige. Daarnaast vindt zesmaal per jaar een “innovathee” plaats waarin een onderwijskundig onderwerp nader besproken wordt: voorbeelden in 2009 zijn het nieuwe afstuderen en een nadere afbakening van tutoring in de opleiding. Het auditpanel was positief verrast over de inhoudelijk kennis van de docenten, met name inzake nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied. Studenttevredenheid De waardering voor de kwaliteit van docenten door studenten is over het algemeen ruim voldoende. Deeltijdstudenten oordelen soms kritischer op punten als didactische vaardigheden, bereikbaarheid van docenten en het gebruik van Blackboard. De curriculumcommissie van IDM heeft wat betreft het gebruik van Blackboard (score 3,0 deeltijd en 3,1 voltijd) aan het team dringend aangeraden hier uniforme afspraken over te maken. Medewerkertevredenheid Het personeel van de Academie voor ICT&M is tevreden over het werk. Met een 4,3 op een 5-puntenschaal doet de academie niet onder voor de gehele hogeschool. De interne communicatie binnen de eigen eenheid is significant verbeterd, met name de communicatie met de leidinggevende over werk, problemen of opmerkingen (van 3,8 naar 4,4). Ook zijn de docenten tevreden over het nakomen van tijdens het functioneringsgesprek gemaakte afspraken (3,9). De waardering voor het werk (3,8), het communicatieklimaat (3,8), de samenwerking (3,5) en het contact met collega‟s (4,2) scoren allemaal behoorlijk en zijn vergelijkbaar met het overall gemiddelde van De Haagse Hogeschool.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 36
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel stelt vast dat de opleiding over voldoende voorzieningen beschikt om het onderwijs te verzorgen. Er zijn voldoende plekken waar studenten zelfstandig en in groepen kunnen werken. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 4.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Faciliteiten Er is hogeschoolbreed beleid inzake de ruimteverdeling en de ICT-faciliteiten. De hogeschool hanteert het uitgangspunt dat het aanbod van voorzieningen zo veel mogelijk ondersteunend moet zijn aan het leerproces van de student. Er is een afgesproken niveau van voorzieningen zoals onderwijsruimten, de bibliotheek, vrij beschikbare werkplekken, studielandschappen, stilte studieruimten, restaurants en audiovisuele hulpmiddelen. De opleiding IDM krijgt ook ondersteuning van centrale diensten waar het gaat het om facilitaire zaken als ruimtes, bibliotheek e.d. In de studiegids staat een overzicht van de centrale voorzieningen. Huisvesting Belangrijk uitgangspunt van de Academie voor ICT & Media is dat de voorzieningen, met name ICT en onderwijsruimten, bijdragen aan de binding van de student met de opleiding. De student moet graag op de academie willen werken. Daarom heeft de opleiding IDM sinds december 2008 een eigen studielandschap tot haar beschikking. In overleg met de facilitaire dienst vindt inrichting en aanpassing van de ruimten plaats. ICT-voorzieningen De academie en de opleiding beschikken over state of the art computer- en netwerkfaciliteiten. In het voor de opleiding bestemde studielandschap wordt de studenten een moderne leeromgeving geboden die in principe aansluit bij de actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Zowel studenten als docenten zijn positief over deze voorzieningen, die voor een opleiding als IDM essentieel zijn. Op alle studentenwerkplekken van de Academie voor ICT & Media is speciale software aanwezig ter ondersteuning van het propedeuseonderwijs. Voltijdstudenten gaven in De Reflector 2009 lagere cijfers aan de beschikbaarheid van computers (5,8) en laptopaansluitingen (5,3). Deze lage scores hebben geresulteerd in oplossingen en aanpassingen met als resultaat een nog betere infrastructuur. Bibliotheek In het kader van verschillende praktijkopgaven en het leren opzetten van een onderzoek, maken de studenten gebruik van de hogeschoolbibliotheek. De collectie sluit aan bij de behoefte van de opleiding en heeft een speciale collectie gezien het domein van de opleiding, (verwant als een van de mogelijke toekomstige werkplekken van een informatiespecialist). Diverse functionarissen werkzaam in de bibliotheek hebben het getuigschrift van de opleiding IDM. Propedeuse studenten participeren in de contacten die de bibliotheek heeft met het voortgezet onderwijs in het kader van het profielwerkstuk (zij geven instructie en begeleiden de scholieren).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 37
Studenttevredenheid In de Reflector 2009 is het totaal oordeel van de IDM-studenten:
Mijn algemene oordeel over de voorzieningen is het rapportcijfer
VT
DT
academie
7,2
6,9
6,7
Bron: De Reflector 2009
De resultaten van De Reflector laten zien dat de studenten de bibliotheek waarderen (voltijdstudenten geven 8.2, deeltijdstudenten 7.2) In de propedeuse maken de studenten kennis met de dienstverlening van de bibliotheek door het ter plaatse doorlopen van een aantal instructieprogramma‟s (Bibliotheekinstructieprogramma BIBITS, Informatievaardigheden HIT). Tevens leren zij het programma Refworks (beheren van literatuurverwijzingen) goed te gebruiken (maakt deel uit van een van de beroepstaken van de informatiespecialist). Initiatieven van het Centrum voor Lectoraten en Onderzoek (in samenwerking met de bibliotheek) tot het inrichten van een interactieve onderzoeksdatabase zijn door de opleiding IDM ondersteund door deelname aan een klankbordgroep.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 38
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel stelt vast dat de studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten op orde is. De opleiding kent verschillende goed functionerende vormen van zowel begeleiding als informatievoorziening. Studenten zijn tevreden over de begeleiding en de SLB. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 4.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Studieloopbaanbegeleiding Doel van studieloopbaanbegeleiding is de student te leren om zelfstandig vorm te geven aan zijn professionele ontwikkeling en aldus bij te dragen aan het studiesucces. Belangrijke aandachtspunten zijn: de student ontwikkelt een duidelijk beeld van het beroep, het werkveld en toekomstige ontwikkelingen daarin; de student stelt zich op de hoogte wat er binnen en buiten de opleiding te kiezen en te leren valt; de student krijgt adequate feedback op zijn/haar (professionele) functioneren binnen de context van het toekomstige beroep; de student verwerft inzicht in zijn studievoortgang, zijn leerstrategie en de omstandigheden en hulpmiddelen die zijn studiesucces kunnen bevorderen. Deze aanpak gaat er vanuit dat: de ondersteuning aansluit bij de behoeften van de student; voorlichting over onderwijsorganisatie en keuzemogelijkheden efficiënt plaatsvindt; het gehele team aandacht heeft voor de studieloopbaan van de studenten. Gecombineerde begeleiding Vanaf 2008 is er gekozen voor een gecombineerde begeleiding bij de ontwikkeling van beroepstaken. Er worden twee gebieden van studieloopbaanbegeleiding onderscheiden: 1. aandacht voor studie en loopbaan als onderdeel van het onderwijs (verzorgd door het opleidingsteam IDM) Het team geeft aandacht aan de studieloopbaan van de student. Allereerst door (praktijk) onderwijs aan te bieden dat een afspiegeling is van het toekomstige beroep. Binnen dat onderwijs extra aandacht te geven aan het persoonlijk functioneren van elke student. Concreet heeft het team aspecten van het toekomstig beroep vertaald in het introduceren van colleges beroepsoriëntatie bij het G-Blok Intromedia. In de leerlijn communicatie en tutoring is bovendien aandacht voor de persoonlijke en professionele vaardigheden. 2. studieloopbaanbegeleiding als voorziening (verzorgd door de studieloopbaanbegeleider afkomstig uit hetzelfde team). De studieloopbaanbegeleider ondersteunt de student bij de studievoortgang en studieplanning en door doorverwijzing naar voorzieningen bij studieproblemen. In de propedeuse van de voltijd wordt een programma uitgevoerd dat is gericht op bovengenoemde aandachtspunten. Studieplanning, keuzeproces en evaluatie wordt bij elke student ondersteund door een studieloopbaanbegeleider. Deze geeft op grond van de resultaten van de student regelmatig feedback en adviseert de student over de voortgang en de voorgenomen keuzes. Studieloopbaanbegeleiding neemt in de propedeuse een belangrijke plaats in, de gesprekken nemen gedurende de studie in aantal maar niet in intensiteit af. In de hoofdfase worden spreekuren ingeroosterd om de voortgang te bespreken met de student.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 39
Het initiatief voor contacten met de studieloopbaanbegeleider ligt in de hoofdfase bij de student, tenzij de studieloopbaanbegeleider aanleiding heeft om de student voor een gesprek uit te nodigen, bijv. omdat de studieresultaten onvoldoende zijn of de student geen keuzes heeft gemaakt voor onderwijsactiviteiten in een bepaalde periode (bijv. de student schrijft zich wel in voor een bepaald blok, maar volgt de colleges niet en neemt niet deel aan groepswerk). Studieloopbaanbegeleiding in deeltijd is gericht op bevordering van de studievoortgang. Dit sluit aan bij de behoeftes van deze doelgroepen. Tutoring Tutoring heeft tot doel het studieproces van de individuele student en in groepsverband te stimuleren en heeft zowel betrekking op de inhoud (bijv. hoe een ingewikkeld onderdeel van een praktijkopdracht het meest efficiënt aan te pakken) als op groepsprocessen (hoe om te gaan met verschillende werk- en leerstijlen in een groep, conflicthantering, motivatie e.d.) in de vorm van coaching. De opleiding is zoekende om hier een juiste invulling aan te geven. Er was onvrede over de plaats die tutoring innam en in sommige onderwijsblokken werd overlap ervaren met de studieloopbaangesprekken. Tevens bestond de behoefte om voor minorstudenten de coach activiteiten aangepast uit te voeren (voor minorstudenten is de verbinding met de specifieke beroepscompetenties immers maar tijdelijk). Het docententeam van de opleiding IDM is van mening dat de nadruk bij de tutoring meer moet komen te liggen op ”leren leren” aspecten, voortgang van het project en groepsprocessen. De belangrijkste argumenten voor deze keuze: Inhoudelijk wordt voldoende begeleiding geboden door expertdocenten en opdrachtgevers. Studenten blijken keer op keer moeite te hebben met zaken als planning, samenwerking, reflectie op het eigen leerproces, formulering van persoonlijke leerdoelen enz. Evaluatie zal moeten uitwijzen of de nieuwe aanpak daadwerkelijk tot verbetering heeft geleid. Studenttevredenheid In de Reflector van 2009 geeft de student op academieniveau het rapportcijfer 6,4 (Gemiddeld De Haagse Hogeschool 6,2) bij het algemene oordeel over studieloopbaan begeleiding en bij de opleiding IDM het rapportcijfer 6,9. Voor de IDM-voltijd variant bedraagt het rapportcijfer een 7,3 (academie voltijd totaal 6,6) en bij IDM-deeltijd 6,8 (academie deeltijd totaal 5,8) Ten opzichte van de voorafgaande jaren ziet dit er als volgt uit:
Mijn algemene oordeel over de studieloopbaanbegeleiding is het rapportcijfer:
2006
2007
2008
2009
Voltijd
6,1
6,7
7,0
7,3
Deeltijd
4,7
4,4
5,6
6,8
In beide varianten (meer in deeltijd dan in voltijd) is een duidelijke verhoging waarneembaar van de tevredenheid met studieloopbaanbegeleiding. Studieloopbaanbegeleiding is een sterk punt binnen de opleiding IDM. Verbetering is nodig op het onderdeel van de professionele ontwikkeling van de student die sinds twee jaar meer bij het totale opleidingsteam is komen te liggen. Uiteindelijk moeten de tutor-activiteiten leiden tot een proces van zelfstandige ontwikkeling door de student. Dit is een belangrijk speerpunt voor het collegejaar 2010-2011. Er zijn nog geen ervaringen en evaluatieresultaten voorhanden van deze nieuwe aanpak.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 40
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Weging en oordeel: goed Het auditpanel stelt vast dat de opleiding een breed scala aan relevante evaluatie-instrumenten hanteert. Op verschillende manieren krijgen docenten, studenten en het beroepenveld de mogelijkheid om hun input te geven. Uit de documenten die het auditpanel heeft bestudeerd en uit de gesprekken die zijn gevoerd, maakt het auditpanel op dat de opleiding goed aandacht schenkt aan het evalueren van de opleiding en het op structurele wijze verbeteren van de kwaliteit. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 5.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Doelstelling kwaliteitsbeleid De Academie voor ICT & Media wil een innovatieve academie zijn waarin kwaliteit staat voor het cyclisch zoeken naar nieuwe verbetermogelijkheden. In 2009 heeft de academie een nieuwe academie brede evaluatiesystematiek opgezet. Voor de kwaliteit van het functioneren van het onderwijs vormen studenten-, docenten- en werkveldenquêtes een belangrijke bron van informatie. De opleidingen worden gestuurd middels de Planning & Control-cyclus van de Academie voor ICT & Media, die weer ingepast is in de Planning & Control-cyclus van De Haagse Hogeschool. Onderstaand overzicht laat de documenten zien die in de Planning & Control-cyclus een rol spelen. De Haagse Hogeschool Academie voor ICT & Media Opleiding IDM
HOP (4-jaarlijks) Kaderbrief (jaarlijks) Strategisch Personeelsplan Beleidsplan / Begroting Managementovereenkomst Directeur-College van Bestuur Teamplan
In de beleidscyclus en de beleidskalender van de academie wordt aangegeven hoe en wanneer welke onderdelen van de opleiding en/of academie worden geëvalueerd. Dit betreffen zowel hogeschool brede evaluaties als evaluaties die zijn afgesproken binnen de Academie ICT & Media. De kwaliteitscoördinator van de academie bewaakt de uitvoering van de cyclus. In 2009 is het document Evaluatiesystematiek gebaseerd op het kwaliteitsbeleid van De Haagse Hogeschool goedgekeurd door het academieoverleg van de academie. De academie zet de komende jaren in op het versterken van haar kwaliteit. Met behulp van deze evaluatiesystematiek zorgt zij ervoor dat de kwaliteit van het onderwijs telkens gemeten wordt en daar waar nodig verbeterd. De kwaliteitszorg zal een balans moeten bieden tussen regels en ruimte. De kwaliteitszorg: staat ten dienste van het onderwijs, laat ruimte voor ontwikkelen, is toekomstgericht. Per opleiding worden de uitvoering van de eigen onderwijsevaluaties (blokevaluaties, SLB etc.) en de verbeteracties aangestuurd en bewaakt. De academie maakt gebruik van een groot aantal evaluatie-instrumenten. Om een teveel aan evaluaties en overlap te voorkomen hanteert de academie de volgende richtlijnen: 1. de hogeschoolonderzoeken zijn leidend bij de evaluaties. Vragen die daar zijn gesteld, worden in principe niet opnieuw in de evaluaties van de academie gesteld; 2. er worden in principe alleen evaluatievragen gesteld die betrekking hebben op enerzijds beleidsvoornemens en anderzijds kwaliteitseisen van de academie of opleiding;
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 41
3. de uitkomsten van alle evaluaties (schriftelijk of mondeling afgenomen) worden door de academie, respectievelijk de opleiding vastgelegd; 4. betrokkenen worden over de uitkomsten geïnformeerd. Studenten evaluaties De opleiding voert blokevaluaties uit. Deze evaluaties vinden plaats na afloop van elke onderwijsperiode en jaarlijks aan het eind van een opleidingsfase. De resultaten van de evaluaties worden met de betrokken teamleiders en docenten en met de opleidingscommissie IDM besproken. Blokevaluaties worden in week 9 of 10 afgenomen tijdens een bijeenkomst met studenten. De studenten krijgen de tijd om tegelijkertijd de vragenlijst digitaal in te vullen via hun laptop of een computer. De evaluatieresultaten zijn direct beschikbaar. De blokcoördinator van de opleiding IDM organiseert daarnaast een mondelinge evaluatie. Hij maakt een kort verslagje van de mondelinge sessie. De evaluatie dient als uitgangspunt voor het bijstellen van het onderwijs van een blok. Het grote voordeel van deze manier van schriftelijk en mondeling evalueren is dat er een genuanceerder beeld van de sterke en zwakke punten van een blok en over het functioneren van de docenten binnen een blok ontstaat. Daarnaast kunnen studenten direct hun eigen visie over het blok toetsen aan de gemiddelde opvatting onder groepsgenoten bij een mondelinge evaluatie. Reflector Naast de eigen evaluatiesystematiek van de academie voert De Haagse Hogeschool jaarlijks een tevredenheidmeting uit in de vorm van de Reflector. De uitkomsten van de Reflector vormen voor de opleiding en de academie een belangrijke bron van informatie. De Reflector uitkomsten worden na publicatie geanalyseerd en verbeterpunten worden opgenomen in het Teamplan van het daaropvolgende jaar; tenzij spoed geboden is, dan worden verbeterpunten onmiddellijk geëffectueerd in het nog lopende teamplan. Conclusie De Reflector levert voor IDM het volgende beeld op van tevreden studenten: 2007
2008
2009
VT
DT
ICTM
HHs
VT
DT
ICTM
HHs
VT
DT
ICTM
HHs
Sfeer
7,3
6,9
7,5
7,5
7,3
7,2
7,4
7,5
7,7
6,9
7,4
7,4
Inhoud
6,7
6,1
6,3
6,6
6,9
6,3
6,4
6,7
7,4
6,6
6,4
6,8
Toetsing
7,3
7,1
6,6
6,4
6,9
7,2
6,6
6,4
7,6
6,5
6,4
6,4
SLB
6,7
4,5
6,3
6,2
7,0
5,6
6,4
6,0
7,3
6,8
6,4
6,2
Docenten
7,6
7,3
6,7
6,9
7,5
7,4
6,7
6,9
7,8
7,0
6,7
6,9
Organisatie
6,5
6,3
6,3
6,3
6,9
6,4
6,4
6,2
6,8
6,6
6,1
6,2
Informatie
6,4
6,6
6,1
6,3
7,0
6,3
6,3
6,3
6,5
6,1
6,0
6,3
Aspirant-studenten De opleiding participeert in de hogeschool brede jaarlijkse onderzoeken onder aspirantstudenten tijdens de Open Dagen. Proefstudeerdagen en meeloopdagen worden in samenwerking met de dienst Communicatie & Marketing geëvalueerd. De uitkomsten worden door de teamleiders gebruikt voor bijstelling van het wervings- en voorlichtingsbeleid.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 42
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel stelt op basis van gesprekken vast dat de opleiding verbeteringen goed doorvoert. Wel behoeft de vastlegging van de verbeteracties de aandacht van de opleiding. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 5.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Verantwoordelijken In de evaluatiesystematiek is voor iedere evaluatie vastgesteld wie de verantwoordelijke is voor de uitvoering en aan wie gerapporteerd wordt. Dat kan geschieden door een staffunctionaris van de academie, de teamleider zelf of een of meer teamleden die door hem daartoe zijn aangewezen of zoals bij de opleiding IDM door de curriculumcommissie. De taken met betrekking tot de kwaliteitszorg op opleidingsniveau betreffen: analyseren onderwijsevaluatie; formuleren verbeteracties en deze implementeren in samenwerking met het team; analyseren van evaluatiegegevens zoals de HBO-monitor, alumni enquête en BVC; de teamleider zorgt dat de voorstellen worden besproken met de desbetreffende docenten of academiefunctionarissen en in het teamplan worden opgenomen. Evaluatiegegevens die op individuele personen betrekking hebben worden door de teamleider met betrokkene besproken. Eventuele verbeterpunten met betrekking tot het functioneren van de betrokkene komen hier aan de orde. Ook de opleidingscommissie bespreekt alle evaluaties. Kwaliteitscultuur Zoals uit voorgaande paragrafen blijkt, wordt er veel gemeten, met name de waardering van de student voor het IDM-onderwijs. De opleiding heeft het collegejaar 2009-2010 deelgenomen aan de pilotfase digitale evaluatiecyclus van het blokkenonderwijs richting studenten dat door de academie in gang is gezet. Op basis van deze metingen zijn verbeteringen doorgevoerd. Bijvoorbeeld is op het gebied van de informatieverstrekking aan studenten, in overleg met de opleidingscommissie besloten hiervoor een specifieke pagina op Blackboard in te richten. Evaluaties leveren veel informatie over knelpunten en verbetermogelijkheden. Het docententeam kiest daarbij intuïtief, leunend op hun ontwikkeld gevoel voor aanpassing en verbetering van het onderwijs, welke actief worden ingezet. Het auditpanel heeft aangegeven dat een versterking van de vastlegging tot een beter verifieerbare PDCA-cyclus leidt. Dit wordt ondersteund door de bevindingen van de verschillende onderzoeken. De opleiding is trots op datgene wat „op de rails is gezet‟ met de alumni (conferenties + inbreng in gastcolleges etc.) maar wil intensiveren. Verbetermaatregelen Specifieke verbetermaatregelen voor de opleiding IDM: In opdracht van de curriculumcommissie gaan blokcoördinatoren, via een afgesproken (nader te bepalen) systematiek, verbetervoorstellen indienen voor onderwijsblokken waarvoor zij verantwoordelijk zijn. De blokcoördinatoren moeten de dit collegejaar gestarte nieuwe evaluatiesystematiek verder uitrollen. De opleidingscommissie zal nadrukkelijker dan nu het geval is bij kwaliteitszorg worden betrokken. Actie moet op korte termijn (collegejaar 2010-2011) plaatsvinden. De evaluatie die van belang is voor stage en afstuderen heeft komend collegejaar extra aandacht nodig om doeltreffende wijzigingen te kunnen doorvoeren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 43
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Weging en oordeel: goed Het auditpanel constateert dat studenten, docenten, alumni en het afnemend werkveld via verschillende instrumenten goed betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg. Het panel is met name onder de indruk van de reeks alumni-conferenties. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 5.3. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Studenten evaluaties Blokevaluaties worden in week 9 of 10 afgenomen tijdens een bijeenkomst met studenten. De studenten krijgen de tijd om tegelijkertijd de vragenlijst digitaal in te vullen via hun laptop of een computer. De evaluatieresultaten zijn direct beschikbaar. Deze evaluaties vinden plaats na afloop van elke onderwijsperiode en jaarlijks aan het eind van een opleidingsfase. De resultaten van de evaluaties worden met de opleidingscommissie IDM besproken. Hierdoor kunnen studenten direct hun visie over het blok toetsen aan de gemiddelde opvatting onder groepsgenoten bij een mondelinge evaluatie. Docenten Docenten en niet onderwijzend personeel worden tweejaarlijks uitgenodigd hun mening te geven in het hogeschoolonderzoek Kompas. De uitkomsten van het Kompas worden aan alle medewerkers bekend gemaakt. Vastgesteld kan worden dat de docenten van de opleiding IDM tevreden zijn voor zover het aspecten betreft binnen opleiding en academie. Vanuit het management van de Academie voor ICT & Media is mede als reactie op deze uitkomsten, aan de orde gesteld hoe de medewerkers beter en meer kunnen participeren in initiatieven buiten de academie (denk hierbij aan lectoraten, kenniskringen etc.). Alumni In 2009 is voor het eerst een enquête uitgezet onder alumni van de gehele academie (IDM voerde al eerder evaluaties uit onder haar alumni). Jaarlijks organiseert de opleiding IDM een alumniconferentie in het licht van een actueel thema dat ook inspirerend is voor de huidige studenten en het werkveld: februari 2007 betrof het “Kennis Delen” maart 2008 “Tagging”, de gebruiker koning op eigen domein met de internationale spreker Jenny Levine (The shifted librarian). maart 2009 “Beyond media literacy” en was de Turkse relatie van de IDM opleiding Universiteit Haceteppe, Serap Kurbanoglu, de keynote speaker. april 2010 “geo-informatie” Indrukwekkende interfaces van informatie. Naar het oordeel van het auditpanel een indrukwekkend geheel van interactie met alumni, werkveld en studenten. Beroepenveld De opleiding is verankerd in het werkveld en voert op structurele basis overleg met een bij de opleiding behorende beroepenveldcommissie, waarin verschillende werkgebieden vertegenwoordigd zijn. De opleiding IDM schakelt de beroepenveldcommissie ook in bij de ontwikkeling en validatie van het opleidingsprofiel en de opzet van het programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 44
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Weging en oordeel: voldoende De opleiding beschikt over voldoende adequate mechanismen om de relevantie en het niveau van de gerealiseerde competenties van afgestudeerden te waarborgen. Uit de afstudeerverslagen blijkt dat de studenten beschikken over de kwalificaties waaraan een beginnend professional Bachelor of ICT moet voldoen. De opleiding heeft een sluitend systeem om de kwaliteit van de afstudeerwerkstukken te beoordelen. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 6.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Borging eindniveau Wanneer de student alle onderdelen van zijn major IDM en zijn minor met een voldoende heeft afgesloten dan heeft hij aangetoond de beroepstaken en de bijbehorende competenties zoals vastgelegd in het opleidingsprofiel te beheersen. In de deeltijdvariant worden dezelfde uitgangspunten gevolgd. Een deeltijdstudent die start met afstuderen moet 100 dagen werkervaring hebben in het werkveld. Afstuderen Dat de student het gewenste eindniveau van de opleiding heeft verworven, bewijst de student door het individueel uitvoeren van een opdracht met een omvang van 30 ECTS (800 uur) bij een externe organisatie. Het niveau van de opdracht is gelijk aan het niveau van een beginnend beroepsoefenaar in een externe organisatie. Afstuderen, de afsluiting van het onderwijsprogramma, is in die zin het afleggen van een „meesterproef‟ voor een externe opdrachtgever in een bedrijfskundige context. Drie criteria zijn van belang voor een afstudeeropdracht: 1. De afstudeeropdracht is integrerend, dat wil zeggen dat meerdere beroepstaken (minimaal 3) uit het majorprogramma al dan niet aangevuld met beroepstaken en/of competenties uit een ander domein onderdeel uitmaken van de opdracht. 2. De student is in staat tot transfer. Dat wil zeggen dat de student aantoont over de kennis en vaardigheden op niveau 3 of 4 te beschikken. 3. De student voert de opdracht individueel uit. Indien de opdracht deel uitmaakt van een grotere opdracht dan moet het deel dat door de student wordt uitgevoerd duidelijk zijn ingekaderd en natuurlijk voldoen aan de criteria uit 1 en 2. Examinatoren De opleiding wijst voor elk individueel afstudeertraject twee examinatoren aan: een begeleiderexaminator en een expert-examinator. De begeleider-examinator ziet toe op de voortgang van het afstuderen en maakt gebruik van de planning door de student en de groei van het dossier. De expert-examinator ziet toe op de kwaliteit van het afstudeerwerk: de kwaliteit van de tussen- en eindproducten en de methodisch verantwoorde toepassing van kennis en vaardigheden. Een begeleider-examinator is vrijwel altijd een docent van de opleiding. Afstudeerplan De student stelt aan het begin een afstudeerplan op. In het afstudeerplan worden de inhoud van de opdracht (probleemstelling, doelstelling en op te leveren producten) en de aanpak (te gebruiken methodiek en activiteitenplanning) beschreven. Het afstudeerplan moet worden goedgekeurd door de opdrachtgever en beide examinatoren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 45
Ten behoeve van de beoordeling door de opleiding werkt de student aan een afstudeerdossier met daarin: - het goedgekeurde afstudeerplan, - de opgeleverde deel- en eindproducten voor de opdrachtgever en - een verantwoording op basis waarvan beoordeeld kan worden (inclusief persoonlijke reflectie). De eindbeoordeling vindt plaats op basis van het afstudeerplan en de opgeleverde deel- en eindproducten plus de verantwoording met een reflectie op het persoonlijk functioneren. De examencommissie controleert de uitvoering van de beoordeling en rapporteert haar bevindingen en aanbevelingen in haar jaarverslag. Daaruit blijkt de uitvoeringspraktijk van de toetsing van het eindniveau, inclusief het afstuderen, te voldoen aan de gestelde eisen. Betrokkenheid beroepenveld Het werkveld is als opdrachtgever / bedrijfsbegeleider en als gecommitteerde betrokken bij het niveau van het afstuderen. De opdrachtgever van een afstudeeropdracht stelt eisen aan het einddoel: de kwaliteit van de op te leveren producten. Het werkveld bepaalt dus in elk individueel afstudeertraject vooraf de eisen. Achteraf vraagt de opleiding een oordeel over de kwaliteit van de tussen- en eindproducten en de manier waarop de student te werk is gegaan. Het oordeel van de opdrachtgever/bedrijfsbegeleider wordt meegewogen in het eindoordeel. Opdrachtgevers/bedrijfsbegeleiders zijn gekoppeld aan een afstudeeropdracht. In die zin treden zij incidenteel op. Gecommitteerden uit het beroepenveld zijn structureel betrokken bij de beoordeling van afstudeeropdrachten. Op deze wijze wordt de externe borging van het eindniveau gerealiseerd. Alumni De signalen vanuit de arbeidsmarkt afkomstig van stage- en afstudeerbedrijven die afgestudeerden van de opleiding in dienst hebben genomen zijn positief waar het de waardering van het eindniveau betreft. Veel afstudeerders krijgen een baan aangeboden in het bedrijf waar zij afstuderen. Bovendien doen sommige bedrijven studenten zelfs al voor het afstuderen een aanbod. Ook de beroepenveldcommissie van de opleiding IDM heeft zich positief uitgesproken over het behaalde eindniveau. Enkele studenten van de opleiding IDM vervolgen hun studie met een master Culturele Informatiewetenschappen bij de Universiteit van Amsterdam. Afstudeerscripties Het auditpanel heeft uit de lijst met afstudeerscripties van de jaren 2007 tot en met 2009 twaalf scripties geselecteerd om niveau en de beoordelingssystematiek te analyseren. Daarbij is bij deze selectie gezocht naar zeer goed beoordeelde scripties (een negen of een tien), middelmatig beoordeelde (zevens) en scripties die als nog net voldoende zijn beoordeeld (zesjes). Het panel heeft zich hierdoor een oordeel kunnen vormen over de kwaliteit van de goede studenten, maar ook over de cesuur voldoende-onvoldoende. Het panel heeft geconstateerd dat goede scripties ook echt goed zijn. Bij de minder beoordeelde scripties was er sprake van met name wat zwakkere theoretische onderbouwing, maar waarbij de auditoren zich konden vinden in de eindbeoordeling zoals de opleiding deze heeft gegeven.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 46
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Weging en oordeel: voldoende Naar het oordeel van het auditpanel hanteert de opleiding streefcijfers voor de lange termijn (zowel voor propedeuse- als voor hoofdfase) en leidt daar streefcijfers voor de korte termijn van af. De opleiding analyseert het gerealiseerde rendement t.o.v. de streefcijfers en verbindt aan haar analyse een aanpak tot realisering van de streefcijfers. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 6.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Uitkomsten voltijd In onderstaand overzicht staan de opleidingsrendementen van de verschillende opleidingsvarianten voor de cohorten 2003 t/m 2009. De opleiding is gestart in 2003 in voltijd Den Haag en er zijn twee instroommomenten: september en februari. In onderstaande figuur staan de kwantitatieve gegevens over de instroom, uitstroom en de rendementsgegevens van de Propedeuse en de Bachelor.
Uit de cijfers valt op te maken dat er na een dalende instroom in 2004 en 2005 een stijging plaatsvond in 2006, opnieuw een daling in 2007 en 2008 en nu een stijging in 2009. Studenten die stoppen in een hoger jaar, stappen vaak over naar de deeltijdvariant. De opleiding Informatiedienstverlening en –management gaat ervan uit dat 70 % rendement haalbaar moet zijn door meer aandacht te schenken aan de studiekeuze van de student en daar in het kader van studiesucces en de bijbehorende instroombevorderende maatregelen ook op in te zetten. Gebleken is dat veel studenten in het eerste jaar nog niet zo zeker zijn van hun studiekeuze. Uitkomsten deeltijd De deeltijdvariant van de opleiding is eveneens gestart in september 2003. De deeltijdvariant heeft een hoog propedeuserendement ten opzichte van andere opleidingen van de academie en scoort in dit opzicht beter dan de voltijd variant. De opleiding constateert wel dat afstuderen in deeltijd een bottleneck vormt voor het rendement. Veel afstudeertrajecten in deeltijd lopen uit in de tijd ( zowel privé- als werkomstandigheden kunnen hieraan debet zijn).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 47
Analyse De voltijdopleiding onttrekt zich niet aan het algemene beeld van een grotestad-hogeschool: een hoge uitval vooral in het eerste jaar, die aan de basis ligt van een tamelijk laag opleidingsrendement. Uit onderzoek van o.a. het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming blijkt dat er verschillende oorzaken zijn voor deze uitval, waarvan de belangrijkst een geringe motivatie, die deels wordt veroorzaakt door een verkeerde studie- en/of beroepskeuze (Elmers, 2006). Het auditpanel heeft waardering voor de remediërende maatregelen die door de opleiding IDM zijn ontwikkeld zoals de herinrichting van studieloopbaanbegeleiding (met speciale aandacht voor motivatie) en de monitoring van studenten door het gehele docententeam. Verbetermaatregelen De rendementen van de instroomcohorten van verschillende opleidingsvarianten worden geanalyseerd uit de studievoortganggegevens. Het beleid ten aanzien van het verbeteren van het opleidingsrendement wordt vervolgens, aansluitend op de prioriteiten in het Beleidsplan van de academie, opgenomen in het Teamplan. Met de in 2007 gestarte hogeschoolactie Studiesucces is de focus op rendement verschoven naar factoren die van invloed zijn op studiesucces. Vanaf 2006 heeft de opleiding de problemen m.b.t. verkeerde studiekeuze en te lage studie-intensiteit geanalyseerd en verbeteracties vastgesteld. Enkele van de maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen om het studiesucces te vergroten: Oriëntatie in de propedeuse Studenten kunnen eerder en beter bepalen of de opleiding voldoet aan hun verwachtingen en of zij zelf geschikt zijn om de opleiding succesvol te volgen. Onderwijsruimten aantrekkelijker Eind 2008 is een vaklokaal door de opleiding IDM in gebruik genomen met zowel mogelijkheden voor frontaal lesgeven als werken in groepen. Het lokaal is uitgerust met 20 pc-werkplekken en een grote vergadertafel. Vereenvoudigen overstapmogelijkheden Behoud binnen de Academie voor ICT & Media van studenten die uit willen stappen bij de opleiding van hun eerste keuze. Volgen studentcohorten Eerder zicht op haperingen van studenten bij de doorstroom van het onderwijsprogramma. Project studiesucces niet-westerse studenten De opleiding bekijkt dit jaar of en zo ja welke activiteiten er kunnen worden uitgevoerd om het studiesucces onder niet-westerse studenten extra te stimuleren. Verhogen aantal contacturen In de propedeuseblokken vinden per week 15 directe contacturen plaats en in de hoofdfase bedraagt dit circa 12 uur.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 48
6.
OORDEELSCHEMA hbo-bacheloropleiding Informatiedienstverlening en -management Voltijd en deeltijd, Croho 34649, van De Haagse Hogeschool
Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
V V V
V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V G G V V V V V
V
V6
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
G V G
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
V7
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
G V G
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
V
V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo bacheloropleiding Informatiedienstverlening en –management, voltijd en deeltijd, Croho 34649, verzorgd door De Haagse Hogeschool, in al haar varianten en locaties te accrediteren.
6 7
Het auditpanel kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening ‘goed’ toe. Het auditpanel kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening ‘goed’ toe.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 49
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 50
7.
BIJLAGEN
7.1.
Werkwijze
De opleiding Informatiedienstverlening en -Management is beoordeeld in het kader van een clusterbeoordeling van de opleidingen Informatica, Bedrijfskundige Informatica en Informatiedienstverlening en –Management van de Academie voor ICT & Media van De Haagse Hogeschool in Den Haag en Zoetermeer. Deze beoordeling is als volgt opgebouwd: Selectie auditoren Vier maanden voor de beoogde auditdag heeft Hobéon auditoren benaderd. Voor iedere opleiding is gezocht naar een werkvelddeskundige, een vakdeskundige, een (hbo) onderwijsdeskundige, een student en een voorzitter en een secretaris. De voorzitter en secretaris komen daarbij van Hobéon en zijn ervaren auditoren. Gezien de onderwijskundige expertise van de secretaris fungeert de secretaris tevens als onderwijskundig-deskundige in het auditpanel. Voor de beoordeling van onderhavige drie ICT en media-opleidingen van De Haagse Hogeschool zijn de volgende auditoren aangetrokken: Prof. Dr. H.J. van den Herik (vakdeskundige Informatica)
Drs. K. Brongers (werkvelddeskundige Informatica)
S. Damen (student Informatica)
Drs. G.C. Noordermeer (vakdeskundige IDM)
H. van Soelen (werkvelddeskundige IDM)
D. Simons (student IDM)
H. Tesselaar (werkvelddeskundige BI)
Dr. M.R.V. Chaudron (vakdeskundige BI)
M. Mol (student BI)
Voor alle drie de opleidingen:
W.L.M Blomen (voorzitter)
Mr. J.A. Frederik (onderwijskundige en secretaris) De werving en selectie is gebeurd op basis van een CV en een eerste controle via internet. Wanneer een auditor aangaf bereid en in staat te zijn aan een audit deel te nemen volgde een voorgesprek met de secretaris van het auditpanel. In dit gesprek werd toegelicht wat de taak en rol van de auditor in het beoordelingsproces is. Daarbij wordt tevens de deskundigheid op het vakgebied en de onafhankelijkheid van de auditor getoetst. Voorbereiding De inhoudelijke voorbereiding bestond uit een viertal delen: 1. afstudeerwerken/scripties Hobéon hecht groot belang aan het voor de auditdag beschikbaar hebben van afstudeerwerken /scripties. Op verzoek van Hobéon stelt de opleiding een lijst beschikbaar met de afstudeerders van de laatste vijf jaar, met vermelding van het cijfer voor het afstudeerwerk/scriptie. Hobéon selecteert hier per opleiding at random twaalf werkstukken uit: vier scripties die als netvoldoende zijn gewaardeerd (zesjes), vier zeer-goede scripties (tienen) en vier “gemiddeld” (zeven/acht). Iedere auditor, met uitzondering van de student-auditor, ontvangt drie afstudeerwerken van de te beoordelen opleiding: een zes, een tien en een zeven/acht. 2. management review Ter voorbereiding ontvangen de auditoren vier weken voor de auditdag, naast de bovengenoemde scripties, de Management Review inclusief de bijlagen. In de begeleidende brief verzoekt Hobéon de auditoren om de scripties en deze review te bestuderen en waar nodig of nuttig, de bijlagen door te nemen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 51
3. aandachtspuntenlijst Hobéon Ondertussen maakt de secretaris van het auditpanel, in overleg met de voorzitter, een eigen analyse van de Management Review. Dit leidt tot een lijst met aandachtspunten die op de auditdag ter tafel moeten komen. 4. vragen panelleden Aan de auditoren is gevraagd vragen aan te dragen die zij, vanuit hun perspectief, besproken zouden willen hebben op de auditdag. Auditdag Gezien het feit dat het een beoordeling betrof van drie verschillende opleidingen met twee verschillende onderwijslocaties zijn er vier dagen van gesprekken georganiseerd, zodat steeds het meest deskundige deel van het auditpanel aanwezig is. Voor het programma zie hierna. Iedere auditdag begint met een voorbespreking, waarbij de kernvragen die de auditoren en de secretaris hebben ingebracht op een rij worden gezet en afspraken worden gemaakt over wie welke onderwerpen zal aankaarten. Vragen en reacties naar aanleiding van de bestudeerde eindwerkstukken/scripties zijn daarbij heel belangrijk. Omdat het een cyclus van vier dagen betrof werd deze voorbespreking ook steeds gebruikt om, voor zover relevant, een samenvatting te geven van hetgeen reeds aan de orde was geweest. Speciale aandacht krijgen de toetsing en beoordelingssystematiek en de werking van de examencommissie. Hoewel het hier gaat om een audit in juni 2010, enkele maanden voor de wetswijziging WHW inzake versterking besturing, stond dit onderwerp hoog op de lijst met aandachtspunten. Bij alle drie de opleidingen en op beide locaties zijn toetsen bestudeerd. Rapportage Het beoordelingsrapport is tot stand gekomen op basis van input van de auditoren, waarbij de secretaris zorgt draagt voor het verzamelen en op elkaar afstemmen van commentaren en opmerkingen. Iedere auditor heeft binnen drie weken na de audit zijn of haar bevindingen naar de secretaris opgestuurd. Ook is aan de opleiding gevraagd om nog een aantal aanvullingen in documentatie en dergelijke op te sturen. Het betreft hier antwoorden en opmerkingen die tijdens de auditdag zijn gemaakt en niet al in de Management Review waren opgenomen. Op basis van de commentaren en opmerkingen van de auditoren, de antwoorden en opmerkingen die tijdens de auditdag zijn gegeven en de door opleiding aangeleverde aanvullende documenten, concipieert de secretaris een voorlopig concept beoordelingsrapport. Dit voorlopig concept wordt naar de auditoren gezonden met het verzoek hier (binnen tien dagen) kritisch naar te kijken en aan te vullen, dan wel te corrigeren. De secretaris verzamelt de aanvullingen en correcties van het auditpanel en verwerkt deze in het rapport. Bij twijfel of tegenstrijdigheid stemt de secretaris dit af met de betreffende auditor(en). Dit resulteert in een concept beoordelingsrapport. Zo nodig wordt deze procedure nog een keer herhaald. Dit concept beoordelingsrapport wordt tenslotte opgestuurd naar de beoordeelde opleiding ter beoordeling of er geen feitelijke onjuistheden in het rapport zijn terecht gekomen. Na verwerking van de mogelijke feitelijke onjuistheden vindt er nog een eindredactie plaats door het secretariaat van Hobéon. Na deze controle wordt het rapport in de voorgeschreven aantal exemplaren opgestuurd naar de opleiding, die het dan volgens NVAO-procedures inlevert bij de NVAO.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 52
Auditdagen Maandag 14 juni 2010, Den Haag Hogeschoolbeleid en beleid Academie centraal, alsmede de opleiding BI, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Hans Tesselaar, Michel Chaudron, Mitchel Mol Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners 09.00 – 10.00
Directie / Management Gert de Ruiter, directeur Academie Willy van der Kwaak, docentteamleider IDM Kees van Diest, docentteamleider Zoetermeer Ron Mantel, docentteamleider BI René de Winter, docentteamleider Inf
10.15 – 11.00
Examen- en toetscommissie Jos van Helvoort, voorzitter Ex. Comm. Henriette Joosten, secretaris Ex. Comm. Riet van Putten, ambtelijk secretaris Ex. Comm. Loes Tromp, voorzitter toets commissie BI Peter Becker, voorzitter toets commissie IDM Rianne Bechet, voorzitter toets commissie I A.M. Schipper, coördinator afstuderen Management opleiding BI Gert de Ruiter, directeur Academie Kees van Diest, docentteamleider Zoetermeer Ron Mantel, docentteamleider BI
11.0012.00
12.00 – 13.00
Onderwerpen Kennismaking Definitieve vaststelling programma Strategisch beleid, visie en missie Internationalisering, Lectoraat, innovatie, kwaliteitszorg Personeel en scholing Resultaten en rendementen Toetsen en beoordelen Studeerbaarheid, studielast Rendement Afstuderen Bezwaar en beroep
Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg Personeel en scholing Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling / curriculum Instroom / propedeuse Samenhang programma
Lunch en beoordeling faciliteiten
13.00 – 13.45
Coördinatoren BI Den Haag Berry Pieters, coördinator BI-1 Paul de Vries, coördinator BI-3 Jeroen Vurens, voorzitter curriculum commissie en coördinator BI-5 Frans Bögels, coördinator stage en afstuderen
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Studiebegeleiding Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen
13.45 – 14.45
Docenten BI Den Haag Willy Bervoets Theo van Gerwen Tim Goes Klaas Groot Johan Verhage Regilio Winter Studenten BI Den Haag Sakine Arpaçay, derdejaars vt Arjan de Brabander, derdejaars dt Wouter Nijhof, alumnus vt 2007 Alexander Plooij, tweedejaars vt Joey van de Poel, eerstejaars vt Hamza Soekhai, alumnus vt 2007 Mark Vergroesen, tweedejaars vt Semih Yilmaz, eerstejaars vt Pater van der Zwet, eerstejaars dt
Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast
15.00 – 16.00
16.00-17.30
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep
Bestudering documenten en intern overleg auditpanel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 53
Dinsdag 15 juni 2010, Den Haag Opleiding IDM staat centraal, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Trudi Noordermeer Hans van Soelen Dilyana Simons Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners
Onderwerpen
09.00 – 10.00
Directie / Management Gert de Ruiter, directeur Academie Willy van der Kwaak, teamleider IDM
10.15 – 11.00
Coördinatoren IDM Den Haag Peter Becker, voorz. curriculum commissie René Vogels, coördinator stage Jos van Helvoort, blok coördinator Jos van Dijk, coördinator afstuderen Willy van der Kwaak, coördinator SLB Klaas Jan Mollema, coördinator instroom Docenten IDM Den Haag Henriette Ruigt Peter Becker Grada Schadee Eddie Kips Klaas Jan Mollema Joyce Vredenburg van der Horst
Kennismaking Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg, Personeel en scholing Resultaten en rendementen Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast
11.0012.00
12.00 – 13.00 13.00 – 14.00
Lunch en beoordeling faciliteiten, in het bijzonder de bibliotheek
Studenten IDM Den Haag Peter Beekhuis, eerstejaars vt Sarah Marchand, tweedejaars vt en lid OC Simonette van Doren, vierdejaars dt en lid OC Bryan Diender, tweedejaars vt Alex van Heteren, vierdejaars vt
14.00-15.30
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen
Bestudering documenten en intern overleg auditpanel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 54
Woensdag 16 juni 2010, Den Haag Opleiding I centraal, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Jaap van den Herik Klaas Brongers Stan Damen Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners 09.00 – 10.00
Directie / Management G. de Ruiter, directeur Academie R. de Winter, docentteamleider Informatica
10.15 – 11.00
Coördinatoren Informatica Den Haag Rianne Becket, coördinator I-3 Brigitte Derks, coördinator stage en SLB Alwine Lousberg, coör. I-2 en voorz curr comm. Martin Reijnhoudt, coördinator afstuderen Frist Teule, coördinator deeltijd Hélène Weenink, coör. I-1 en mbo-instroom
11.0012.00
Docenten Informatica Den Haag Paul Breukel Merie Heijne Gerard Mijnarends Arie Toet (dt) Willem van Vliet Anneke Wieman 12.00 – 13.00 Lunch en beoordeling faciliteiten 13.00 – 14.00
Studenten Informatica Den Haag Nicky Tellekamp, eerstejaars vt Roy van Wensen, eerstejaars mbo-instroom Joyce Kronemeijer, tweedejaars vt, lid OC René Lux, derdejaars vt Jop van der Lelie, vierdejaars vt Omar Akrawy, tweedejaars dt, lid OC Peter van Logchem, alumnus dt 2009
14.00-15.45
Onderwerpen Kennismaking Beleid, visie en missie Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg, Personeel en scholing Resultaten en rendementen Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep
Bestudering documenten en intern overleg auditpanel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 55
Donderdag 17 juni 2010, Zoetermeer Opleiding I en BI, locatie Zoetermeer staan hier centraal, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Jaap van den Herik Michel Chaudron Mitchel Mol Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners
Onderwerpen
09.00 – 10.00
Directie / Management Gert de Ruiter, directeur Academie Cees van Diest, docentteamleider Zoetermeer Arno Nederend, coördinator I Zoetermeer Peter Ritman, coördinator BI Zoetermeer
10.00 – 11.00
Docenten Zoetermeer Arno Nederend, runcoördinator Peter Ritman, runcoördinator Ed Meijer, runcoördinator Vincent Broeren, coördinator I en 3-D minoren Arianne Luik, coördinator Enter-priZe
11.1512.15
Studenten Zoetermeer Hessel Winkelman, eerstejaars BI Tristan Koch, tweedejaars BI Michiel Sikkes, derdejaars Enter-priZe Serge Juchko, derdejaars I Kay Smits, vierdejaars I Youri van der Lans, derdejaars I, Enter-priZe Jeroen Niessen, derdejaars BI, Enter-priZe
Kennismaking Zo nodig bijstelling programma Beleid, visie en missie Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg, Personeel en scholing Resultaten en rendementen Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep Informatievoorziening Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding (EnterPrize) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen
12.15-13. 45
Bestudering documenten, intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling 13.45 uur: voorlopige terugkoppeling
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 56
7.2.
Kwantitatieve gegevens van de opleiding Studenten Voltijd
deeltijd
Aantal studenten 2010 64
59
2010
27
19
2009
25
22
2008
15
14
2007
20
32
(bij meerdere lesplaatsen hier alle lesplaatsen noemen) Instroom studenten
2006 Vooropleiding studenten
32
17
mbo-4:
mbo-4:
havo:
havo:
vwo:
vwo:
ho:
ho:
overig:
overig:
Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten
10 docenten (6,8 FTE)
Voltijd
Deeltijd
3,5 FTE
3,3 FTE
1-26,6
1-26,6
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
1
1
Aantal docenten met een master opleiding
3
3
Aantal docenten met een Phd
0
0
Aantal fte per variant
Docent – student ratio per variant
Aantal fte in kenniskringen
0,8
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 57
Rendementsgegevens Diplomarendement in aantallen en %
Voltijd
deeltijd
aantal
%
aantal
%
cohort 2003
11
50
7
47
cohort 2004
5
25
5
33
cohort 2005
4
19
2
10
cohort 2006
2
6
4
21
Propedeuserendement in aantallen en %
Voltijd
Deeltijd
aantal
%
aantal
%
cohort 2005
9
43
13
93
cohort 2006
24
75
16
84
cohort 2007
9
45
18
55
cohort 2008
8
53
11
79
Contacturen Een (1) contactuur is een (1) klokuur contact tussen docent en student in de vorm van hoorcollege, workshop (maximaal 16 studenten), groepsbesprekingen (maximaal 8 of 4 studenten) of individuele begeleiding (expert / tutor, SLB). contacturen
voltijd
deeltijd
e
14
8
e
11
8
e
11
8
e
9
5
1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 58
7.3.
Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren
W.L.M Blomen De heer Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plaatsvervangend secretarisdirecteur, en sinds 1992 als senioradviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Drs. G.C. Noordermeer Mevrouw Noordermeer is algemeen directeur van de universiteitsbibliotheek van Universiteit Antwerpen. Voordien heeft zij gewerkt als hoofd van de bibliotheek van de faculteit Sociale Wetenschappen, Universiteit Leiden en betrokken bij de ontwikkeling van digitale bibliotheken en het beschrijven van Informatie-vaardigheden van staf en studenten. H. van Soelen De heer Van Soelen is programmamanager bij de Bestuurs- en Concerndienst van de Gemeente Utrecht. Voordien was hij directeur Bibliotheek Utrecht en gaf daar leiding aan 15 bibliotheken in de stad Utrecht. Tevens was hij directeur van Kunstuitleen Utrecht en voorzitter van de Samenwerkende Utrechtse Bibliotheken (provincie Utrecht), lid van de strategiegroep van de Vereniging Openbare Bibliotheken (Agenda voor de Toekomst) en lid van de landelijke adviescommissie voor bibliotheekinnovatie "Calff" (adviesrapport Innovatie met effect). D. Simons Mevrouw Simons is laatstejaars student van de hb- bacheloropleiding Informatiedienstverlening en- management (IDM) van Saxion Hogeschool te Deventer. Mr. J.A. Frederik CMC MBCS De heer Frederik studeerde Nederlands Recht en Organisatiekunde en volgde onder andere de masteropleiding in projectmanagement bij CapGemini Ernst & Young. Van 1990 – ‟99 was hij als beleidsadviseur verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en aansluitend programmaleider opleiden ITO-C2000 bij ITO, een agentschap van het Ministerie BZK. Vervolgens was hij interim directeur van een stafdienst ICT van Hogeschool Leiden, opleidingsdirecteur ROC Leiden, begeleidde hij de fusie van ICT-onderwijs in de Leidse regio, was hij interim directeur van Pabo Thomas More en heeft hij de reorganisatie geleid van een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. Aansluitend is hij adviseur hoger onderwijs geweest van de gemeente Dordrecht, waar hij zich heeft bezig gehouden met de versterking van de kennisinfrastructuur in die regio.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 59
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 60
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 61
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 62
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 63
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 64
7.4.
Beoordelingsprocedure en beslisregels Hobéon
Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijd en deeltijdopleidingen is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De voltijd en deeltijdopleidingen hebben zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals beschreven door de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van ICT-opleidingen in het hoger beroepsonderwijs in Nederland. Als koepelorganisatie is het HBO-I gesprekspartner van hogescholen, bedrijven, brancheorganisaties en andere belanghebbende instanties in binnen- en buitenland. Het auditpanel heeft dit opleiding specifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Informatie Dienstverlening en -Management op hbo-niveau. Het auditpanel heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: 1 Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door De Haagse Hogeschool aangeleverde schriftelijke informatie: (zie bijlage 7.5). Op basis van de door opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditpanel zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditpanel heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditpanel op basis van zijn documentanalyse. 2 Audit De audit was gericht op een actieve „controle‟ door middel van een visitatie, uitgevoerd door een auditpanel bestaande uit een kernteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder „controle‟ moet hier worden verstaan, dat het auditpanel op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditpanel geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 65
De
additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV‟s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de „beroepsproducten‟ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de „eindproducten‟ van studenten.
Aldus had het auditpanel voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditpanel heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts „onvoldoende‟ of „voldoende‟ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, „onvoldoende‟, „voldoende‟, „goed‟ of „excellent‟ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort „voldoende‟, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste „voldoende‟ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp „onvoldoende‟ en de overige ten minste „voldoende‟ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score „onvoldoende‟. B. Een onderwerp scoort „onvoldoende‟, indien één facet van dat onderwerp „onvoldoende‟ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort „onvoldoende‟, indien meer dan één facet van dat onderwerp „onvoldoende‟ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditpanel: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 66
Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan „voldoende‟ gerechtvaardigd is, wordt dat als „extra aantekening‟ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening „goed‟, indien alle facetten van dat onderwerp „goed‟ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp „voldoende‟ en de overige facetten „goed‟ of „excellent‟ hebben gescoord;8 een onderwerp krijgt de extra aantekening „excellent‟, indien alle facetten van dat onderwerp „excellent‟ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp „goed‟ en de overige facetten „excellent‟ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp „onvoldoende‟ heeft gescoord.
8
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo Bachelor accreditatie. „Duur‟ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- „Kwaliteit Personeel‟ of „Onderwijsrendement‟. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening „goed‟ dan wel „excellent‟ verdient, wordt het facet „Duur‟ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 67
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 68
7.5.
Geraadpleegde documenten
MANAGEMENT REVIEW van de opleiding Informatiedienstverlening en –Management, juni 2010 H1-0 H1-1 H2-13 H2-15 H2-18 H2-23 H2-2
Hogeschool Ontwikkelingsplan 2005-2008 (HOP 6), 2005 Hogeschool Ontwikkelingsplan 2009-2013 (HOP 7), 2009 Kaders voor de Haagse Bachelor, april 2005 Studentenstatuut deel 1, 2009/2010 Enquêteresultaten open dag 19 juni 2009 op medewerkersportal De Haagse Hogeschool Wereldburger in wording: beleidsplan Internationalisering, 2006 De Haagse Hogeschool: een kennisinstelling voor Beroepsgericht Hoger Onderwijs. – Strategienotitie Onderzoek en Lectoraten: verbindingen versterken, februari 2009 H3-2 De Haagse medewerker, 5 april 2005 H3-6 De Haagse Competenties vastgestelde functies HA, maart 2007 H3-8 In gesprek over Resultaat & Ontwikkeling, 2008 H4-6 “SLB – uitgangspunten voor SLB binnen de kaders van het Haagse Bachelorbeleid‟ september 2005 H5-1 De Reflector 2009, resultaten (tabellen) academies en opleidingen H5-2 Kompas 2009, Medewerkersmonitor van De Haagse Hogeschool H5-4 Basiskwaliteitszorgsysteem, handreiking ten behoeve van de academies van De Haagse Hogeschool, 2008 H6-1 “Het Haagse Studiesucces”, aanpak 2007-2008 H6-2 Krijnen, Zijlstra & Verhoef 2007, Het Haags Peil AC1 Onderwijskader Academie ICT & Media AC2 Het competentiemodel van de Academie ICT & Media, september 2006 AC3 Visie op competentiegericht toetsen Academie ICT & Media 2006 AC4 Beleidsplan en Begroting Academie ICT & Media 2009 AC5 Strategisch Personeelsplan Academie ICT & Media 2007 – 2010 AC6 Afstudeerkader, Academie ICT & Media AC7 Toetshandboek Academie ICT & Media 2009 AC8 Beleidnotitie internationalisering AC9 Docentenhandleiding SLB Academie voor ICT & Media 2008 AC10 Rollen en taken SLB, Academie ICT & Media AC11 Jaarverslag internationalisering Academie ICT & Media 2009 AC12 Criteria voor de teamorganisatie: memo Academieoverleg 2007 AC13 Startdocument Studiesucces Academie ICT & Media 2008 AC14 Evaluatie implementatie kwaliteitsbeleid 2004-2007, Memo AO 2008 AC15 Rendementsgegevens ICT & Media 2009 AC16 Procedure aanvraag vrije minor 2009-2010 AC17 Managementovereenkomst/beleidsplan 2008-2009-2010 AC18 Reglement beroepenveldcommissies Academie ICT & Media 2009 AC19 Jaarverslag Examencommissie ICT & Media 2007-2008 AC20 Handleiding studieloopbaanbegeleiding voor de student 2005 AC21 Voorwaarden voor zelfregie, notitie SLB 2008-2009 AC 22 Beleidskalender Academie ICT & Media 2009 AC24 Vrijstellingsregeling AC25 Overzicht rendement Opleidingen Academie voor ICT en Media, 2009 AC26 EVC procedures en EVC Handleiding AC27 De Evaluatiesystematiek Academie ICT & Media vanaf 2009 AC28 Stagevrijstellingsprocedure Deeltijd 2009 AC29 Scholingsplan 2010 AC32 Resultaten Alumnionderzoek AICTM 2009 AC33 Minor International Semester IDM1 Opleidingsprofiel Informatiedienstverlening en – management, 2010
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 69
IDM2 IDM3 IDM4 IDM5 IDM6 IDM7 IDM8 IDM9 IDM10 IDM11 IDM12 IDM13 IDM14 IDM16 IDM17 IDM18 IDM19 IDM20 IDM21 IDM22 IDM23 IDM24 IDM25 IDM26 IDM27 IDM28 IDM29 IDM30 IDM31 IDM32 IDM33 IDM34
Kerncompetenties voor de informatieprofessional: zestien illustraties, november 2006 Uitnodigingsbrief Werkveldconferentie Landelijk overleg, juli 2007 Beroepstaken Opleiding Informatiedienstverlening en –management, versie 07052009 Studentenstatuut deel II, Informatiedienstverlening en –management, voltijd 09-10 Studentenstatuut deel II, Informatiedienstverlening en –management, deeltijd 09-10 Studentenstatuut deel II, Informatiedienstverlening en –management, duaal 09-10 Verslag werkveldraadplegingen, december 2009 Notulen Beroepenveldcommissie IDM, 2009 Resultaten interne audit opleiding IDM februari 2009 Teamplan opleiding IDM 2009 Teamplan opleiding IDM 2010 Verslag teambijeenkomst IDM onderwijsdag november 2009 Opdrachten met leerlijnen, oktober 2009 Ckecklist beoordeling vakliteratuur Illustratie op het vakgebied van IM bij Content Strategy, januari 2009 IDM Blokwijzers Docentprofielen. Inventarisatie van aanwezige competenties bij team IDM Overzicht taken, aanspreekpunten ,commissies, IDM, collegejaar 2009-2010 Profielen/Curricula Vitae van docenten Scholingsplan IDM Gastdocenten IDM 2009-2010 Stagewijzer IDM 2010 Formatieplan 2009, oktober 2008 Notitie Tutoring IDM, november 2009 PR Plan IDM, maart 2010 Verslagen overleg met opleidingscommissie Overzicht afstudeeropdrachten Opleiding IDM 2005-2010 Profiel beroepenveldcommissie IDM Voorbeelden feedback opdrachtgever afstuderen IDM studenten Leerplannen Toetsplan: Beroepstaken en toetsing in de blokken Evaluatiegegevens Blokken IDM
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding IDM, De Haagse Hogeschool, versie 2.0 70