Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica Voltijd in Den Haag en Zoetermeer, Deeltijd in Den Haag De Haagse Hogeschool
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica Voltijd in Den Haag en Zoetermeer Deeltijd in Den Haag, Croho 34479 De Haagse Hogeschool
Hobéon® Certificering BV Datum: 2 november 2011 Auditteam: W.L.M. Blomen Prof dr. H.J. van den Herik Drs. K. Brongers S. Damen Secretaris: Mr. J.A. Frederik CMC MBCS
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2.
MANAGEMENT SAMENVATTING INTEGRAAL ADVIES SAMENVATTENDE BEOORDELING
1 1 1
2.
INLEIDING
5
3. 3.1. 3.2.
PROFIEL VAN DE OPLEIDING HISTORIE VAN DE OPLEIDING REGIONALE SETTING
7 7 7
4. 4.1. 4.2.
KWALITEITSBEOORDELINGEN VISITATIE 2004 INTERNE AUDIT 2009
9 9 9
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
11 11 11 13 14 15 15 18 20 21 23 24 25 26 28 28 29 31 33 33 35 38 38 40 41 43 43 45
6.
OORDEELSCHEMA
47
7. 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5.
BIJLAGEN WERKWIJZE KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS HOBÉON GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN
49 49 55 57 63 67
DEEL 1 1. 1.1.
MANAGEMENT SAMENVATTING Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo-bacheloropleiding Informatica, verzorgd door De Haagse Hogeschool , Croho nummer 34479 in al haar varianten en locaties te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleiding:
De Haagse Hogeschool Informatica voltijd en deeltijd voltijd en deeltijd in Den Haag, voltijd in Zoetermeer
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport
Hobéon Certificering BV 16 en 17 juni 2010 2 november 2011
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het „Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland‟ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: De leadauditor, de heer W.L.M. Blomen, is directeur van de Hobéon Groep en heeft een groot aantal audits voorgezeten bij zowel bekostigde als aangewezen onderwijsinstellingen. De vakdeskundige, professor dr. H.J. van den Herik, is hoogleraar Informatica bij de Universiteit van Tilburg en hoogleraar Recht en Informatica bij de Universiteit Leiden. De werkvelddeskundige drs. K. Brongers is directeur bij Solutions for You BV en voorzitter van de beroepsvereniging voor ICT professionals Ngi. De student, de heer S. Damen, is student in zijn afstudeerfase bij de opleiding ICT van Fontys Hogeschool in Eindhoven en maakt al vier jaar deel uit van de opleidingscommissie. De secretaris en auditor onderwijs, de mr. J. A. Frederik CMC MBCS doet onderzoek naar de ontwikkeling van de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs en heeft een ruime ervaring als auditor. De opleiding Informatica is beoordeeld als onderdeel van een clusterbeoordeling met de opleidingen Bedrijfskundige Informatica en Informatiedienstverlening en –management van de Haagse Hogeschool. Voor de werkwijze zie bijlage 7.3.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Informatica op de volgende bevindingen: Algemeen beeld Het auditteam trof bij de opleiding Informatica van de Haagse Hogeschool een gemotiveerd en kundig team, dat een dynamisch programma aanbiedt dat didactisch goed in elkaar zit en dat gevolgd wordt door een groep enthousiaste en gemotiveerde studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 1
Onderwerp 1 Doelstellingen Opleiding: voldoende Het auditpanel constateert dat de competenties van de opleiding overeen komen met de beroepscompetenties voor de bachelor of ICT, uitgegeven door de HBO-I stichting en voldoen aan de verwachtingen van het beroepenveld. Ook de internationale oriëntatie is volgens het panel adequaat terug te vinden in de eindkwalificaties. De eindcompetenties zijn op hbo-niveau en de opleidingscompetenties sluiten aan bij het bachelor niveau van de algemene, internationaal geaccepteerde Dublin Descriptoren. Dit is bevestigd door werkveldvertegenwoordigers en de beroepenveldcommissie. Onderwerp 2 Programma: voldoende Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding goed gebruik maakt van projecten die door bedrijven worden aangeleverd. Dit wordt versterkt door de manier waarop de opleiding de zelfregie bij de student gebruikt om de beroepsgerichtheid van het programma sterk te maken. Er wordt goed gebruik gemaakt van de competenties zoals die geformuleerd zijn in het HBO-I profiel en zijn toegepast op het beroepsdomein. In dit profiel staat expliciet op welke wijze de student zich de beoogde competenties eigen kan maken. Zowel de horizontale als de verticale samenhang van de opleiding is zichtbaar in het gebruik van thema‟s, projecten en opdrachten en de toenemende mate van beroepsgerichtheid en complexiteit van de opleiding gedurende de studiejaren. Evaluatieresultaten en gesprekken tijdens de audit bevestigen dat studenten dit ook als zodanig ervaren. De opleiding informeert de studenten over de studielast, maakt tijdig de roosters en toetsplanning bekend en zorgt ervoor dat via het studiebegeleidingssysteem eventuele studievoortgang belemmerende factoren in beeld gebracht worden. Ook in gesprekken met studenten werd aangegeven dat het programma goed studeerbaar is. De opleiding heeft naar het oordeel van het panel een gevarieerd systeem van werving, voorlichting en toelatingsgesprekken waardoor de aankomende student adequaat begeleid wordt in zijn studiekeuze en de aansluiting op het opleidingsprogramma Informatica. Het programma van de opleiding Informatica heeft een omvang van 240 studiepunten voor alle varianten. Het didactische concept is gebaseerd op het ontwikkelen van de eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces, waarbij de studenten zich ontwikkelen van junior medewerker tot beroepsbekwame professional. Het auditpanel is van oordeel dat dit model en de gebruikte werkvormen een stimulerend geheel vormt en leidt tot ontwikkeling van de benodigde competenties. De relatie tussen didactisch concept en toetsvormen is helder en adequaat. Naast assessment worden kennis- en vaardigheidstoetsen gebruikt om de student in zijn ontwikkeling van junior medewerker tot beroepsbekwame professional te testen en te volgen. Naar het oordeel van het auditpanel worden alle eindkwalificaties op deugdelijke wijze getoetst. Onderwerp 3 Inzet van Personeel: voldoende1 De opleiding heeft een docententeam met een goede kennis van de beroepspraktijk en veel ictberoepservaring. Docenten blijven goed op de hoogte door hun relaties met bedrijven. Dit wordt in Zoetermeer versterkt door het project Enter-priZe. Naar het oordeel van het auditpanel is de docentformatie voldoende om de programma‟s uit te voeren. Daarnaast zet de opleiding extra capaciteit in voor innovatie. De opleiding beschikt op beide locaties over gemotiveerde medewerkers die inhoudelijk en kwalitatief goed zijn toegerust om het programma op een verantwoord niveau uit te voeren. Het auditpanel heeft verder geconstateerd dat de betrokkenheid van het docententeam opvallend sterk is en dat de studenten zonder uitzondering vol lof zijn over de deskundigheid en goede bereikbaarheid van de staf.
1
Het auditteam kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening „goed‟ toe.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 2
Onderwerp 4 Voorzieningen: voldoende Naar het oordeel van het auditpanel zijn de ruimtelijke voorzieningen geschikt voor de uitvoering van het totale palet aan werkvormen (individueel, hoor- en werkcolleges, practica, groepswerk, praktijksimulaties, studieloopbaanbegeleiding e.d.). De materiële voorzieningen zijn up-to-date. Naar het oordeel van het auditpanel gebruikt de opleiding een adequaat volgsysteem om studievertraging te signaleren. Studiebegeleiding wordt uitgevoerd door deskundige docenten, met ondersteuning van peer-review. De studenttevredenheid is ruim voldoende, met uitzondering van de deeltijdopleiding. Het auditpanel heeft vertrouwen in de verbeterslag die daarvoor is ingezet. Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg: voldoende2 Naar het oordeel van het panel heeft de opleiding een duidelijke structuur voor integrale kwaliteitszorg en de borging daarvan. Diverse evaluatie-instrumenten worden ingezet om de kwaliteit van de onderwijsinhoud, het onderwijsleerproces en de onderwijsondersteuning te meten en te monitoren. Zij doet dit aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het auditpanel heeft geconstateerd dat, ten behoeve van een sluitende PDCA-cyclus, alle evaluaties en verbeteracties worden vastgelegd, gemonitord en bewaakt. De teamleiders zijn verantwoordelijk voor de interpretatie van de uitkomsten, de verbeterplannen en bespreken resultaten met belanghebbenden, docenten en de academiedirecteur. De effectiviteit van deze aanpak is in de vorm van concrete verbeterplannen zichtbaar. Naar het oordeel van het auditpanel zijn de medewerkers, studenten, alumni en de permanente beroepenveldcommissie actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Onderwerp 6 Resultaten: voldoende De opleiding beschikt over voldoende mechanismen om de relevantie en het niveau van de gerealiseerde competenties van afgestudeerden te borgen. Uit de afstudeerverslagen die het panel heeft bestudeerd blijkt dat de studenten beschikken over de kwalificaties waaraan een beginnend professional Bachelor of ICT moet voldoen. Dit wordt ook bevestigd door extern deskundigen die bij de beoordeling van het afstudeerwerk betrokken zijn. Naar het oordeel van het auditpanel hanteert de opleiding streefcijfers voor de lange termijn (zowel voor propedeuse- als voor hoofdfase) en leidt daar haalbare streefcijfers voor de korte termijn van af. De opleiding analyseert het gerealiseerde rendement ten opzichte van de streefcijfers en verbindt aan haar analyse een aanpak tot realisering van de streefcijfers. Zoetermeer Het oordeel van het auditpanel heeft eveneens betrekking op de uitvoeringslocatie Zoetermeer van de opleiding Informatica. Ook hier werden zeer enthousiaste docenten en studenten aangetroffen. Het onderwijsconcept Enter-priZe, waarin het zelfstandig ondernemerschap en het opleiden wordt gecombineerd, is hier een sterke aanvulling. Ook het initiatief om aandacht te geven aan het kennisgebied games wordt door het panel positief gewaardeerd.
2
Het auditteam kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening ‘goed’ toe.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 3
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 4
2.
INLEIDING
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo-bacheloropleiding Informatica, verzorgd door de Haagse Hogeschool, Croho nummer 34479. De opleiding wordt aangeboden in de variant voltijd in Den Haag en Zoetermeer en de variant deeltijd alleen in Den Haag. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest het „Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland‟ (14 februari 2003). De audit heeft plaatsgevonden op 16 en 17 juni 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage 7.3. Het auditteam werd gevormd door de heren W.L.M. Blomen, prof. dr. H.J. van den Herik, drs. K. Brongers, S. Damen en mr. J.A. Frederik CMC MBCS. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar.
Werkvelddeskundige: Drs. K. Brongers directeur Solutions for You bv
X
Vakdeskundige: Prof dr. H.J. van den Herik hoogleraar in Tilburg en Leiden
X
X
X
X
X X
Student: S. Damen Fontys Hogeschool Eindhoven Secretaris: Mr. J.A. Frederik CMC MBCS Vice President CEPIS
studentperspectief
kwaliteitszorg /audit
Voorzitter: W.L.M. Blomen directeur Hobéon
onderwijs
vak / discipline
Werkveld
Leden
X X
X
X
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 5
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 6
3.
PROFIEL VAN DE OPLEIDING
De opleiding Informatica leidt studenten op tot ICT-professionals die hun competenties vooral inzetten op het gebied van software engineering voor het ontwerpen, bouwen en implementeren van ICT-systemen. De opleiding Informatica heeft een duidelijke onderwijsvisie, gebaseerd op de onderwijskundige uitgangspunten van de Academie ICT & Media. Centraal staan de sleutelbegrippen beroepsgerichtheid en zelfregie. De opleiding heeft een competentiegericht curriculum, met onderwijs dat is opgebouwd vanuit beroepstaken en concentrische verdieping mogelijk maakt. De opleiding maakt deel uit van de Academie voor ICT & Media van De Haagse Hogeschool. De Haagse Hogeschool is met meer dan 20.000 studenten en bijna 1800 medewerkers een grote hogeschool. De hogeschool telt momenteel 44 bachelor- en 13 masteropleidingen. Aan de hogeschool zijn zestien lectoraten verbonden. De missie van de Academie voor ICT & Media is: “Wij willen mensen opleiden tot professionals op HBO-niveau met innovatief vermogen, passie en creativiteit in de informatie- en communicatietechnologie en interactieve media”. De Academie voor ICT & Media verzorgt onderwijs voor circa 2400 studenten, in voltijd en deeltijd en heeft een totaal personeelsbestand van ca. 115 FTE. De Academie voor ICT & Media telt zes opleidingen: Bedrijfskundige Informatica (BI), Communication and Multimedia Design (CMD), Informatica (I), Informatiedienstverlening en –Management (IDM), Information Security Management (ISM) en Technische Informatica (TI).
3.1.
Historie van de opleiding
De eerste Hogere Informaticaopleiding (HIO) in Den Haag startte in 1974. Vanaf 1973 was het mogelijk om binnen de opleiding HEAO in Den Haag af te studeren in de variant Bedrijfsinformatica. In 1980 ontstond een discussie over het nut van de twee informaticaopleidingen parallel aan elkaar. De start van de Haagse Hogeschool in 1988 werd aangegrepen om de stroom BI van de voormalige HEAO en de HIO (voormalige Gemeentelijke HTS) te integreren tot een brede opleiding Informatica en Informatiekunde (I&I). Binnen deze brede opleiding kon de student kiezen uit verschillende studiepaden. Begin van deze eeuw besloot de HBO-I Stichting, dat landelijk zou worden overgegaan tot inpassing van de bestaande ICT-opleidingen in de profielen Informatica, Bedrijfskundige Informatica en Technische Informatica, de zogenaamde “neutrale” conversie. De Haagse opleiding I&I is daarom per september 2003 vervangen door de opleidingen Informatica, Bedrijfskundige Informatica, Technische Informatica en Communication and Multimedia Design. De huidige opleiding Informatica bestaat dus sinds 2003. Leidend voor de opleidingsdoelen was de publicatie “Beroepsprofiel en Opleidingsprofiel” van de HBO-I Stichting (toen HBO-I Platform). In 2003 is ook gestart met het aanbieden van de opleiding Informatica op de nieuwe dependance, de Academie voor ICT Zoetermeer, in Zoetermeer.
3.2.
Regionale setting
In de regio Zuid-Holland wordt de opleiding Informatica ook verzorgd door de Hogeschool Rotterdam en de Hogeschool Leiden. De Informaticaopleiding aan de Hogeschool Leiden heeft een aantal specialisaties: Software Engineering, Forensisch ICT, IT Service Management, Innovatie Management en Media Technologie. De Rotterdamse Informatica opleiding heeft een vergelijkbaar programma als De Haagse Hogeschool, waarbij business skills iets meer aandacht krijgen en in het eerste jaar meer accent ligt op de theorie dan op de praktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 7
Bij de opleiding Informatica aan de Haagse Hogeschool kunnen studenten, zoals al aangegeven, verbredende en verdiepende accenten leggen in hun minorruimte. In vergelijking met de andere Informaticaopleidingen in Nederland heeft de opleiding Informatica van De Haagse Hogeschool een gemiddelde instroom. Op de peildatum 28 september 2009 waren er landelijk 2532 eerstejaars studenten bij de opleidingen met hetzelfde (Informatica-) Croho nummer (alle varianten) ingeschreven, waarvan 205 bij de Haagse Hogeschool. Dit is een marktaandeel van 8,1%. In de regio waren de marktaandelen op genoemde peildatum voor de Hogeschool Rotterdam 6,5% en voor de Hogeschool Leiden 5,1%. De opleiding wordt op twee locaties uitgevoerd. In Den Haag wordt naast het voltijdonderwijs ook deeltijdonderwijs aangeboden. Het team Zoetermeer verzorgt alleen de voltijdopleiding. Op beide opleidingslocaties wordt onderwijs aangeboden vanuit de visie van de Academie voor ICT & Media. Beide locaties leiden op tot dezelfde Bachelor of ICT, op basis van hetzelfde beroeps-/opleidingsprofiel en ze hebben hetzelfde Croho-nummer.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 8
4. 4.1.
KWALITEITSBEOORDELINGEN Visitatie 2004
De opleiding Informatica is in 2004 gevisiteerd en in 2005 geaccrediteerd. Bij de visitatie van 2004 scoorde de opleiding op alle onderdelen voldoende tot goed. De visitatiecommissie was van mening dat de opleiding het predicaat "goed" verdiende voor de volgende facetten: domeinspecifieke eisen samenhang van het programma afstemming tussen vormgeving en inhoud materiële voorzieningen evaluatie van resultaten het betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. Als punten van aandacht noemde de commissie in haar verslag: toetsen; benutting van het netwerk (structureren ten behoeve van een efficiënter en effectiever gebruik van de beroepspraktijk op programmaniveau) en uitvoering van het “Plan van aanpak externe inbreng en legitimering”; inzet van gastdocenten in de propedeuse; informatievoorziening aan studenten (locatie Zoetermeer). Dit heeft geleid tot: verbeteren van de toetsing, o.a. door het invoeren van een toets-handboek en de inrichting van de toetscommissie; verbetering van de informatievoorziening aan studenten in Zoetermeer; een verdere systematische benutting van het netwerk o.a. door het instellen van een permanente beroepenveldcommissie; het inzetten van gastdocenten (uit het veld) in de propedeuse.
4.2.
Interne audit 2009
In februari 2009 is een interne audit uitgevoerd door de dienst Onderwijs- en Studentzaken van de Haagse Hogeschool. De belangrijkste bevindingen van deze audit waren: 1. De externe samenwerking (beroepenveld, alumni) en internationale oriëntatie is versterkt. Vanaf begin 2009 komt de beroepenveldcommissie weer structureel bijeen en is er in najaar 2009 alumnionderzoek gedaan; 2. De studieloopbaanbegeleiding is verbeterd door de invoering van een vernieuwde SLB. Dit wordt verder gemonitord, zowel naar uitvoering als naar tevredenheid van studenten; 3. Informatievoorziening met behulp van blokwijzers en toetsing is aangescherpt (o.a. meer aandacht toetswijze en toetscriteria). Alle Blackboardsites die betrekking hebben op het onderwijs zijn doorgelicht.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 9
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 10
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER
1.
Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel constateert dat de competenties van de opleiding overeen komen met de beroepscompetenties voor de bachelor of ICT, uitgegeven door de HBO-I stichting en voldoen aan de verwachtingen van het beroepenveld. Ook de internationale oriëntatie is volgens het panel adequaat terug te vinden in de eindkwalificaties. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 1.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: HBO-I De HBO-I stichting is een platform waarin informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen alle ictopleidingen op vakinhoudelijk en onderwijskundig gebied. De HBO-I stichting onderhoudt relaties en werkt samen met het nationale en internationale beroepenveld in belang van de kwaliteit van het ict-onderwijs en het actueel houden van de beroeps- en opleidingsprofielen. De opleiding Informatica van de Haagse Hogeschool neemt actief deel aan de activiteiten van het HBO-I, onder andere door mee te werken aan het nieuwe beroepsprofiel 2009. Deze ervaringen zijn, tot genoegen van het auditpanel ook gebruikt bij het ontwikkelen en upto-date houden van het beroepsprofiel van de opleiding. Beroepsprofiel Het landelijk profiel is aangevuld met de competenties die de Haagse Hogeschool voor al haar bacheloropleidingen heeft geformuleerd in het document Hogeschool Ontwikkelingsplan 20092013 (HOP 7). Deze competenties geven aan waaraan een professional die aan de Hogeschool heeft gestudeerd dient te voldoen. De Haagse professional kent zijn vak goed en weet situaties te beoordelen, is besluitvaardig en handelt (pro)actief en resultaatgericht is een kritisch gebruiker van wetenschappelijke kennis is zelfbewust en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zichzelf als professional werkt samen over de grenzen van disciplines en weet mensen samen te brengen oefent het beroep uit in een internationaal en multicultureel perspectief. Internationale oriëntatie De internationale oriëntatie is op het niveau van het landelijk beroepsprofiel gewaarborgd door de brede vertegenwoordiging van het internationaal opererende beroepenveld. De informaticus oefent zijn beroep per definitie in een internationale context uit. Internationaal gehanteerde standaarden, tools, methoden en technieken e.d., alsmede de internationaal gebruikte soft- en hardware staan centraal in de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 11
Opleidingsprofiel Lag voorheen de nadruk op programmeertalen, in 2003 is bij de vormgeving van de opleiding Informatica een duidelijke keuze gemaakt voor software engineering en het beheren en onderhouden van complexe systemen. Een heldere keuze, die naar het oordeel van het panel aansluit bij de ontwikkelingen in het beroep. De kern van software engineering is het produceren van kwalitatief hoogwaardige software. De software engineer kan het productieproces vormgeven, moet het systeem kunnen ontwerpen en bouwen en de kwaliteit ervan kunnen vaststellen. Bovendien is hij zich continue bewust van het gevolg van zijn keuzes voor het onderhoud en beheer van het informatiesysteem in kwestie. Bij de beschrijving is aandacht besteed aan de bijbehorende body of knowledge. De beroepstaken vormen het uitgangspunt voor het Opleidingsprofiel van de opleiding Informatica. De beroepenveldcommissie van de opleiding Informatica heeft het nieuwe opleidingsprofiel uitvoerig besproken en goedgekeurd. Curriculum Bij de start van de opleiding Informatica in 2003 is het landelijke beroepsprofiel destijds uitgewerkt met behulp van het werk van „Op de Coul in 51 competenties‟, ontwikkeld door de beroepsvereniging van ICT-professionals, het NGI. In 2007 zijn de formuleringen van het opleidingsprofiel bijgewerkt en competenties die niet meer up-to-date bleken geschrapt. Dit was met name het geval vanwege verouderde methoden, tools en talen. In 2009 is voor nieuwe studenten het Curriculum 2009 ingevoerd en zijn de studenten die op basis van het Curriculum 2007 worden opgeleid ook overgegaan op het werken met de 17 beroepstaken die in het Curriculum 2009 zijn geformuleerd. De relatie tussen de 51 (oude) competenties en de 17 (nieuwe) beroepstaken is vastgelegd in een conversietabel.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 12
Facet 1.2. Niveau: Bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor
Weging en oordeel: voldoende De eindcompetenties zijn op hbo-niveau en de opleidingscompetenties sluiten zichtbaar aan bij het bachelor niveau van de algemene, internationaal geaccepteerde Dublin Descriptoren. Ook werkveldvertegenwoordigers en de beroepenveldcommissie herkennen het hbo-niveau in de eindkwalificaties. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 1.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Dublin Descriptoren De opleiding Informatica heeft de koppeling gemaakt tussen de Dublin Descriptoren, de hoofdgroepen van de bouwstenen uit Bachelor of ICT van het HBO-I en de opleidingseigen bouwstenen (hoofdgroepen van beroepstaken). Hiermee heeft de opleiding, naar het oordeel van het auditpanel, een competentieprofiel dat is gebaseerd op het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel en op actuele ontwikkelingen in het beroep. De opleiding heeft de bouwstenen uit het landelijke beroepsprofiel Bachelor of ICT vertaald naar beroepstaken, zowel specifieke als algemene beroepstaken. In de algemene beroepstaken zijn de bacheloreisen van de Haagse Hogeschool verwerkt. Deze beroepstaken zijn ontwikkeld in samenwerking met en vastgesteld door vertegenwoordigers uit het werkveld en geijkt aan de Dublin Descriptoren. De beroepstaken vormen de basis voor het eigen opleidingsprofiel. Het auditpanel ziet dit als een overtuigende verbinding tussen niveau-eisen en eindkwalificatie. In schema:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 13
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is
Weging en oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 en 1.2 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 1.3.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 14
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen HBO
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Weging en oordeel: goed Het auditpanel is van oordeel dat de opleiding goed gebruik maakt van projecten die door bedrijven zijn aangeleverd. Het panel ziet ook dat de zelfregie van de student als een belangrijk element van het leerproces is erkend. Hiermee is de beroepsgerichtheid zowel aan de kant van de werkgevers als aan de kant van de student geborgd. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 2.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Onderwijskader De Academie voor ICT & Media heeft de Haagse Bachelor uitgewerkt in het onderwijskader van de Academie en in het competentiemodel van de Academie. In het onderwijskader staan beroepsgerichtheid van de hele leeromgeving en de ontwikkeling van zelfregie bij de student centraal. Vernieuwingen en veranderingen in het beroepenveld hebben consequenties voor het curriculum. De Haagse Hogeschool wil de kennisuitwisseling met de professionele domeinen intensiveren en daarin een proactieve rol spelen. De Academie voor ICT & Media conformeert zich aan deze benadering en geeft de opleiding ondersteuning bij het onderzoeken en duiden van ontwikkelingen en bij het vormgeven van de vernieuwingen. Er wordt in dit kader gewerkt aan: intensiveren van samenwerking met de lectoraten het ontwikkelen en uitbouwen van onderzoeksactiviteiten, samen met het bedrijfsleven en al dan niet in samenwerking met de lectoraten het ontwikkelen van onderwijsactiviteiten samen met het bedrijfsleven. Competente beroepsuitoefening staat centraal. Voor het auditpanel is hierin helder zichtbaar dat in elke fase van het programma praktijk en kennisontwikkeling centraal staan. Uit de praktijk komt steeds een realistisch en uitdagend probleem, gericht op het samenwerken met medestudenten en de interactie met een opdrachtgever en verschillende experts. De praktijkopdracht wordt hierbij gebruikt om de student in de gelegenheid te stellen taken en rollen te oefenen en te demonstreren. Beroepspraktijk Door de hele studie heen is de beroepspraktijk gebruikt als bron van kennis. Bij de opdrachten in de propedeuse zijn de studenten vooral bezig zich de basisprincipes van software engineering eigen te maken. De praktijkopdrachten zijn in die fase didactisch aangepast aan het niveau van de student op dat moment in zijn studie. Naarmate de studie voortschrijdt worden beroepsproducten gebruikt, waarvan de opdracht van bedrijven afkomstig is. Door de mix van werkvormen sluit de opleiding aan bij de wensen en behoeften en de leerstijlen van een diverse studentenpopulatie. De nadruk bij dit onderwijs ligt op het verwerven van conceptuele kennis en (complexe) vaardigheden. Daarnaast worden studenten in de gelegenheid gesteld hun kennis in de vorm van een proeftoets te testen. In de uitwerking van deze pijler heeft de body of knowledge van de informaticus nadrukkelijk aandacht gekregen. Beroepsgerichtheid houdt niet alleen in dat de praktijk centraal staat maar ook dat theorie en
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 15
theorievorming een onlosmakelijk onderdeel vormen van het handelen van een informaticaprofessional. In het Opleidingsprofiel 2009 en de daarop gebaseerde curricula van de blokken wordt zichtbaar waaruit de body of knowledge bestaat. Het auditpanel herkent hierin een stevige koppeling tussen beroepspraktijk, programma en kennisontwikkeling. Ontwikkeling van zelfregie Onder zelfregie wordt verstaan dat de student zelf verantwoordelijkheid neemt voor de sturing van zijn eigen ontwikkeling, onder meer door: zijn talenten te ontdekken en maximaal te ontwikkelen zijn eigen leertraject binnen de gegeven kaders vorm te geven zijn eigen leertraject aan te laten sluiten op elders verworven competenties eventuele deficiënties uit het verleden weg te werken (bijv. op het gebied van de Nederlandse taal). De studieloopbaanbegeleider speelt een belangrijke rol in het bevorderen van zelfregie. Daarnaast worden binnen de opleiding momenten aangeboden waarbij zelfregie nodig is: bij het invullen van de keuzeruimte binnen de major-minor structuur (waarvoor 60 van de 240 studiepunten ter beschikking staan); bij de keuze van de stageplaats en de keuze van een afstudeerproject. Een tweede belangrijk element van zelfregie is reflectie door de student op zijn eigen leerproces. Daarom is reflectie een vast onderdeel van het werken aan de praktijkopdracht. Ontwikkelingen in het beroep De opleiding Informatica zet zich in om de ontwikkelingen in het werkveld tijdig te signaleren, te beoordelen en op te nemen in het opleidingsprogramma, onder andere in opdrachten en actuele literatuur. De curriculumcommissie speelt daarbij een belangrijke rol. Bij het vergaren van informatie maakt de commissie gebruik van diverse informatiebronnen: De beroepenveldcommissie geeft regelmatig haar oordeel over het opleidingsprofiel en het curriculum en daarmee over actualiteit en afstemming. Bedrijven en instellingen zijn betrokken bij de uitvoering van het programma vooral bij stages en afstudeerprojecten. De bedrijfsbegeleiders leveren een belangrijke bijdrage aan de beoordeling van het werk van de studenten. Beroepsbeoefenaren treden op als gastspreker of gastdocent en leveren daardoor vaak waardevolle nieuwe denkbeelden aan. Eigen docenten die signalen oppakken van toonaangevende bedrijven waar studenten aan projecten werken of hun (afstudeer)stage doen. Docenten van de opleiding Informatica onderhouden contacten met diverse bedrijven. Tevens bezoeken de eigen docenten seminars, congressen e.d. Overige bronnen, bijvoorbeeld tijdschriften van beroepsorganisaties, zoals het NGI. Uit de documenten en de gesprekken is het auditpanel gebleken dat het merendeel van de afgestudeerden een werkplek binnen Nederland vindt. De opleiding heeft een goed zicht op de behoeften en verwachtingen van het werkveld middels de beroepenveldcommissie en contacten met het regionale bedrijfsleven, zoals bij stage en afstudeertrajecten. Vakliteratuur Het auditpanel is goed te spreken over de wijze waarop de borging van de body of knowledge plaatsvindt. De curriculumcommissie ontwikkelt het opleidingsprofiel en bewaakt daarmee ook de implementatie van de body of knowledge. De curriculumcommissie laat zich door de leerlijngroepen (van de teams in Den Haag en Zoetermeer) adviseren over de inhoud van het programma en de in te zetten studiematerialen. Veel studiemateriaal is alleen in het Engels beschikbaar. Er is een criterialijst gemaakt die is gebruikt bij het selecteren van studiemateriaal. Aandachtspunten die hier worden gebruikt zijn: niveau, studeerbaarheid, bruikbaarheid in meer dan een blok, betrouwbaarheid, gezaghebbendheid e.d.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 16
Multiculturele context In de algemene beroepstaken is uitvoerig aandacht besteed aan het functioneren in organisaties (zowel in binnen- als buitenland) en passen thema's als diversiteit en onderhandelen in een multiculturele context uitstekend in de opdracht om studenten in de gelegenheid te stellen hun competenties op dit vlak te verruimen. In het onderwijs werken studenten bij de uitvoering van praktijkopdrachten samen in groepen. Door het hoge percentage allochtone studenten bij Informatica in Den Haag komen studenten vanzelfsprekend met multiculturele aspecten van samenwerking in aanraking. De verschillen kunnen bijvoorbeeld blijken tijdens groepswerk. In geval er in dat kader problemen optreden, zal de tutor van de groep in kwestie multiculturele aspecten bespreekbaar maken en samen met de groep naar een oplossing zoeken. Stage- en afstudeeropdrachten zijn door de studenten voor het overgrote deel uitgevoerd bij bedrijven in de regio. Informatica is Internationaal Het beroep van informaticus kan niet anders dan internationaal georiënteerd zijn. Methoden, technieken en tools zijn internationaal. Veel studiemateriaal is alleen in het Engels beschikbaar. Het voorbereiden van de student op het werken in een internationale context maakt daarom vanzelfsprekend deel uit van de doelstellingen van de opleiding. Deze internationale setting is zowel voor in de beroepsspecifieke inhoud van het curriculum (bijv. door het gebruik van internationaal aanvaarde vakliteratuur) als in de algemene vaardigheden herkenbaar. Zo wordt bijv. bij het communiceren in een professionele omgeving aandacht geschonken aan culturele verschillen die bij bijvoorbeeld outsourcing een rol kunnen spelen. Ondersteuning voor internationale ervaring Voor studenten die extra internationaliseringservaring in hun studie willen, biedt de opleiding een aantal mogelijkheden: een internationale minor, waarin studenten van alle opleidingen binnen de academie (dus ook studenten die de opleiding Informatica volgen) zich kunnen voorbereiden op het functioneren in het buitenland of een internationale setting in eigen land; stage in het buitenland (alleen voor voltijdstudenten) afstudeerprojecten in het buitenland (incidenteel). In beide teams (Den Haag en Zoetermeer) is een docent belast met de ondersteuning van studenten die een studieactiviteit in het buitenland willen ondernemen. De Haagse Hogeschool stimuleert internationale activiteiten via het International Office en zorgt voor het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse universiteiten en hogescholen, waardoor uitwisseling wordt gefaciliteerd. Wat stage in het buitenland betreft, kent de opleiding een bijzonder buitenlandprogramma in samenwerking met een Chinese universiteit in Xiamen, het China Holland Educational Center of Knowledge on IT, kortweg CHECK-IT. Een aantal hogescholen heeft daartoe gezamenlijk een kantoor in die stad ingericht om stagiaires te begeleiden. In het schooljaar 2009-2010 namen twee studenten van de opleiding aan dit project deel; docenten van de opleiding (locatie Zoetermeer) zijn betrokken bij de begeleiding ter plaatse. Zoetermeer Het auditpanel is zeer positief over het bijzondere onderwijsprogramma dat in Zoetermeer wordt gegeven aan studenten die willen investeren in het opzetten van een eigen bedrijf. Deze studenten stromen na het behalen van hun propedeuse in, in het programma Enter-priZe en volgen het voltijd-programma. Doel van het Enter-priZe is het stimuleren en faciliteren van ondernemerschap bij studenten, zodat zij een reguliere ICT‐opleiding op hbo-niveau kunnen combineren met het leiden van een eigen bedrijf en zo in staat zijn na afloop van hun opleiding zich als zelfstandig ondernemer te vestigen. Voor het faciliteren van het ondernemerschap is subsidie verleend door de provincie Zuid-Holland.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 17
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel ziet een adequaat gebruik van de competenties zoals die geformuleerd zijn in het HBO-I profiel en zoals die zijn toegepast op het beroepsdomein. In dit competentieprofiel staat expliciet op welke wijze de student zich de beoogde competenties eigen kan maken. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Eindkwalificaties De opleiding heeft op basis van het landelijke beroepsprofiel (specifieke en algemene) beroepstaken geformuleerd, die kenmerkend zijn voor de software engineer. De beroepstaken zijn volgens de didactische uitgangspunten uit het onderwijskader en het competentiemodel uitgewerkt en beschreven in het opleidingsprofiel. Hiermee is, naar het oordeel van het auditpanel, sprake van een adequate concretisering van de eindkwalificaties. Het curriculum is concentrisch opgebouwd, dat wil zeggen dat een beroepstaak op een steeds hoger niveau wordt aangeboden. De verschillende programmaonderdelen (majorblokken, stage en afstuderen) zijn nader uitgewerkt in een curriculum per blok door een of meer blokontwikkelaars. Van opleidingsdoelen naar leerdoelen Bij het aantonen dat de criteria zijn gehaald is uitgegaan van de volgende interpretatie: Met opleidingsdoelstellingen wordt bedoeld de door de opleiding Informatica geformuleerde algemene en specifieke beroepstaken. Met einddoelstellingen wordt bedoeld de door de opleiding geformuleerde beroepstaken op eindniveau. Met programmaonderdelen wordt bedoeld blokken, stage en het afstuderen. Met leerdoelen wordt bedoeld de in een programmaonderdeel aan de orde komende beroepstaken op het voor dat blok bepaalde niveau. Naast de specifieke en algemene beroepstaken zijn houding en niveau van belang. Aspecten van de beroepshouding zijn geïntegreerd in de beschrijvingen van de beroepstaken. Aan de ontwikkeling van de beroepshouding wordt aandacht besteed bij de algemene beroepstaken en de toepassing wordt bewaakt bij de begeleiding en beoordeling van de uitvoering van praktijkopdrachten. Het niveau is gerelateerd aan enerzijds de complexiteit van de context en anderzijds aan de rol die de student inneemt. Bij de rol gaat het om de mate van zelfstandigheid van de student. Bij de context spelen o.a. zaken als de opdrachtsituatie, de impact die de opdracht heeft en de vaktechnische complexiteit. Groei naar zelfsturing De beroepstaken ontwikkelen zich hierbij van geleid via zelfstandig naar sturend, waarbij de context bij aanvang van de opleiding simpel is en deze zich door de jaren heen ontwikkeld via lastig naar complex. In het Opleidingsprofiel wordt de verdeling van de algemene en specifieke beroepstaken over de programmaonderdelen (blokken, stage, afstuderen) beschreven, aangevuld met de bij de beroepstaak per niveau geïdentificeerde beroepsproducten, te gebruiken tools en technieken, bijbehorende body of knowledge, suggesties voor te gebruiken literatuur e.d. Het competentiemodel werkt met illustraties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 18
Bij de opleiding Informatica hebben deze illustraties de vorm van een korte beschrijving van een mogelijke praktijkopdracht, waarbij de beroepscontext centraal staat. Vervolgens worden de beroepstaken opgesomd die op een bepaald niveau moeten worden beheerst om in de beschreven beroepscontext te kunnen functioneren en de beroepsproducten te kunnen vervaardigen die daarbij horen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 19
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Weging en oordeel: goed Het auditpanel heeft geconstateerd dat zowel de horizontale als de verticale samenhang van de opleiding is terug te zien in het consistent gebruik van thema‟s, projecten en opdrachten en de toenemende mate van beroepsgerichtheid en complexiteit van de opleiding gedurende de studiejaren. Evaluatieresultaten en gesprekken tijdens de audit bevestigen dat studenten dit ook als zodanig ervaren. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 2.3. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Horizontale samenhang Zoals bij facet 2.1 reeds als goed is beoordeeld door het auditpanel, is het studieprogramma erop gericht dat de student zich stapsgewijs ontwikkelt tot een professional, met toenemende beroepsgerichtheid en zelfregie. In de opleiding neemt het geworteld zijn in het schoolse (snel) af en de omgang met het professionele leven toe. Een kantelpunt hierbij is de stage. In de opbouw van het onderwijs is rekening gehouden met deze groei. Het onderwijs is opgezet van concreet naar abstract, aansluitend bij de jonge student die graag “wil doen”, naar de rijpere student die reflecteert en abstract nadenkt over de op te lossen problemen: Propedeuse: Oriëntatie op beroep, vakinhoud en opleiding, selectie en verwijzing Hoofdfase 1e helft: Inhoudelijke verdieping en verbreding competentieprofiel Hoofdfase 2e helft: Demonstreren van competentie(ontwikkeling) op eindniveau. Verticale samenhang De student kiest gedurende het gehele opleidingstraject een hoofdopleiding (de major) die 75% van de studiepunten beslaat. Daarnaast vult de student de overige 25% ruimte in met profilering (de minor). Een volledig opleidingstraject beslaat twaalf blokken (à 10 weken) voor de major en vier minorblokken. Het (major)programma is opgedeeld in blokken die elk een eigen thema hebben en in principe – vanwege de concentrische verdieping - opeenvolgend worden gevolgd. De thema‟s die voor de blokken zijn gekozen leiden de student van behandeling van onderwerpen van concreet naar meer abstract. Uitgangspunt is dat studenten vaak direct na de aanvang van hun studie praktisch aan de slag willen, terwijl - naarmate de studie vordert - meer aandacht en belangstelling komt voor het “waarom”, de theoretische achtergronden. Deze geleidelijke overgang weerspiegelt zich zowel in de thema‟s als in de praktijkopdrachten, de kenniscomponent (body of knowledge) en de literatuur. Curriculum 2007 & 2009-deeltijd Deeltijd kent dezelfde blokken met dezelfde opbouw als het voltijd onderwijs, maar in een enigszins andere volgorde. De meeste deeltijdstudenten hebben in hun werkkring meestal al intensief kennis gemaakt met het vakgebied. Relevante werkervaring kan leiden tot vrijstelling voor de stage. Studenten die geen of een minder relevante werkkring hebben, krijgen een speciale opdracht uit te voeren. Deeltijdstudenten hebben vaak meer behoefte aan geconcentreerde vakgerichte colleges. De minorperiode volgt pas na afronding van de kern van de eigen opleiding. Studenten zijn dan vaak beter in staat om gerichte minorblokken te kiezen die hun competentieprofiel verdiepen of verbreden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 20
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Weging en oordeel: voldoende De opleiding informeert de studenten over de studielast, maakt tijdig de roosters en toetsplanning bekend en zorgt ervoor dat via het studiebegeleidingssysteem eventuele studievoortgang belemmerende factoren in beeld gebracht worden en opgelost worden. Ook in gesprekken met studenten werd aangegeven dat het programma goed studeerbaar is. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.4. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Studiebelasting De studiebelasting gaat uit van 40 studie-uren per week. Per blok zijn er altijd 15 studiepunten te behalen, waarbij 1 punt staat voor 28 studiebelastinguren. In de blokwijzers en in de stageen afstudeerdocumentatie staat de (beoogde) studielast aangegeven. De opleiding bewaakt de studeerbaarheid van de programma‟s van alle varianten door middel van blokevaluaties en analyse van het rendement. Als de ervaren studielast niet overeenkomt met de begrote studielast, dan wordt dit onder andere besproken in de opleidingscommissie en worden er zo nodig maatregelen genomen. Het aantal contacturen per week wordt in de roosters weergegeven. Studielast De opleiding werkt met een jaarrooster. Bij de voltijd opleiding worden alle blokken tenminste eenmaal per jaar aangeboden, maar in een aantal gevallen vaker. Dit hangt samen met de verschillende startmomenten van voltijdstudenten (in september en februari). Blok I-1 wordt standaard tweemaal in een schooljaar aangeboden. Blok I-7 wordt elke tien weken aangeboden omdat studenten om allerlei redenen (herkansing, stages, studie in het buitenland e.d.) op verschillende momenten in hun voor-afstudeerfase zitten. Studenten kunnen na het tweede jaar op meerdere momenten per jaar aan de stage beginnen en tevens op vier momenten in het studiejaar beginnen met hun afstudeertraject. Bij deeltijd worden de blokken in principe eenmaal per jaar aangeboden. Het (minimaal) aantal contacturen is voor alle opleidingen van de Academie ICT & Media vastgelegd. Voor de opleiding Informatica bedraagt dit gemiddeld voor de propedeuse 12 uur per week en voor de hoofdfase 10 uur per week in de voltijd. Het aantal ingeroosterde contacturen ligt lager op basis van telling van het studentrooster. Dit is onderwerp van gesprek geweest tijdens de audit. Daarbij is door de opleiding aangegeven dat er in de praktijk meer contact is tussen docenten en studenten. Dit is dan op basis van studentbehoefte: tijdens groepswerk raadplegen studenten hun docenten (meestal in de rol van expert of tutor) ook tussentijds. Vanwege het niet te plannen karakter zijn deze uren niet ingeroosterd en dus niet terug te vinden op het rooster van de studenten. De ingeroosterde contacturen samen met niet ingeroosterde contacturen voldoen aan de genoemde minima, respectievelijk 12 uur en 10 uur per week. Studenttevredenheid In het schooljaar 2008 is een aanvang gemaakt studenten te vragen naar hun mening over studievoortgang (schaal 1:5). Voltijdstudenten beschouwden hun voortgang als zwak (resp. Voltijd 1,9 in 2008 en 2,0 in 2009), deeltijdstudenten scoorden zichzelf aanzienlijk beter (resp. 2,7 en 2,4) en voltijdstudenten in Zoetermeer waren redelijk tevreden over hun eigen voortgang (resp. 2,7 en 3,0). In de jaarlijkse evaluatieronde van de Reflector wordt aan studenten gevraagd hoe zij de studiebelasting ervaren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 21
De studenten geven aan dat de studielast voldoende is gespreid over het jaar. Ook de toetsing is goed over het jaar verdeeld vinden de studenten (score 4,0). Dit werd bevestigd in de gespreken met het auditpanel. De studenten gaven aan de opleiding niet als een zware opleiding te ervaren. De studenten studeren gemiddeld 29 uur per week. Vergeleken met andere opleidingen is dit aan de lage kant. Het auditpanel heeft hiervoor aandacht gevraagd. De inzet van studenten verschilt, waarbij sommige studenten koersen op het behalen van een minimaal eindresultaat door minimale inzet. In gesprekken met de tutor wordt aan dit element aandacht besteed en getracht de studenten zo nodig beter te motiveren, zowel voor het bestuderen van de theorie, als voor het maken van de praktijkopdracht.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 22
Facet 2.5. Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende hbo-bachelor studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek Weging en oordeel: voldoende De opleiding heeft naar het oordeel van het panel een gevarieerd systeem van werving, voorlichting en toelatingsgesprekken waardoor de aankomende student adequaat begeleid wordt in zijn studiekeuze en de aansluiting op het opleidingsprogramma Informatica. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.5. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Toelating De opleiding laat studenten toe met als vooropleiding minimaal havo, vwo of mbo (niveau 4) diploma. Voor havisten geldt daarbij dat aspirant studenten met het profiel C&M wiskunde B moeten hebben gedaan. Studenten die niet voldoen aan de vooropleidingseisen en ouder zijn dan 21 jaar kunnen worden toegelaten na het behalen van de 21+ toets voor de opleiding. Het onderzoek toetst de kennis en vaardigheden van de kandidaat op de vakgebieden Nederlands en Engels en bevat tevens een opleidingspecifieke opdracht. Instroom voltijd De instroom voor de voltijd opleiding bestaat voor het grootste deel uit havisten. Van de instroom is de verdeling naar vooropleiding havo-mbo-vwo ongeveer 65%, 25%, 10%. In de afgelopen jaren hebben zich geen verschuivingen voorgedaan in de vooropleiding van de studenten. Kennis met betrekking tot de instroom kwalificaties wordt verkregen door contacten met toeleverende scholen en door intakegesprekken met mbo-ers. De opleiding gaat bij de programmering van het voltijd onderwijs primair uit van de grootste studentengroep, namelijk de havisten die rechtstreeks van het voortgezet onderwijs komen. Voor mbo-ers is een verkorte route. Deficiënties worden zo nodig individueel aangepakt. Om de aansluiting te optimaliseren is het volgende gedaan: In de propedeuse wordt aandacht besteed aan de wijze waarop het onderwijs bij de opleiding Informatica is vormgegeven om de student aan nieuwe werkvormen te laten wennen. De student wordt in de gelegenheid gesteld om een leerstijlentest te doen. Tijdens de blokken wordt door de expert-docenten en tutoren tijdens (introductie) colleges resp. groepswerk zo nodig expliciet aandacht besteed aan hoe de stof het beste kan worden verworven. In de propedeuse wordt onder alle studenten een test op beheersing van het Nederlands afgenomen: wie onvoldoende scoort dient aan cursusactiviteiten Nederlands deel te nemen en krijgt individuele begeleiding vanuit het bureau Ondersteunend Onderwijs Nederlands. De studenten kunnen zich in de propedeuse breder oriënteren dan alleen de gekozen opleiding. Dit gebeurt door middel van het eerste blok, dat voor alle opleidingen van de academie een gemeenschappelijke opzet heeft, en het z.g. oriëntatieblok in de derde lesperiode. Daardoor is tevens een major-overstap mogelijk zonder studievertraging. Instroom deeltijd Voor toelating tot de deeltijdopleiding worden geen eisen aan de werkzaamheden en/of werkkring van de student gesteld. Wanneer studenten niet beschikken over een relevante werkkring, worden zij erop gewezen dat het lastiger is om de studie te volgen en wordt hen aangeraden om een functie op dit werkterrein te zoeken. Zo nodig worden zij in staat gesteld ontbrekende werkervaring te compenseren met het uitvoeren van een of meer extra opdrachten. Afhankelijk van de vooropleiding of certificaten kunnen deeltijdstudenten vrijstellingen krijgen voor het oriëntatieblok, één of meer minor-blokken en de stage. Verder sluiten de docenten bij de uitvoering van de studieonderdelen waar mogelijk aan op de werkervaring van de deeltijdstudenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 23
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het HBO-bachelor curriculum: 240 studiepunten
Weging en oordeel: voldoende Het nominale programma van de opleiding Informatica duurt 4 studiejaren en heeft een omvang van 240 studiepunten voor alle varianten. Elk studiejaar is verdeeld in 4 perioden van 10 onderwijsweken en heeft een studielast van 60 studiepunten. Dit geldt voor zowel de voltijd- als deeltijdopleiding. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.6.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 24
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Weging en oordeel: voldoende Het didactische concept is gebaseerd op het ontwikkelen van de eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces, waarbij de studenten zich ontwikkelen van junior medewerker tot beroepsbekwame professional. Het auditpanel is van oordeel dat dit model en de gebruikte werkvormen een stimulerend geheel vormt en leidt tot ontwikkeling van de benodigde competenties. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.7. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Beroepsgericht onderwijs Het onderwijsprogramma is gevormd rond de praktijkopgave. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van blokken. Een blok beslaat een periode van tien aaneengesloten weken en een studielast van nominaal 40 uur per week (15 EC‟S). De inhoud van de blokken is afgeleid uit het Opleidingsprofiel en beschreven in de Leerplan A4-tjes. Ieder blok is opgebouwd uit twee componenten: praktijk en kennis. Per blok is de te behandelen body of knowledge geformuleerd en wordt een praktijkopgave als illustratie aangeboden. Daardoor wordt de samenhang van theorie en praktijk bereikt. De praktijkcomponent bestaat uit praktijkopgaven, in- en extern uitgevoerde projecten en praktijkopgaven die tijdens de stage en het afstuderen worden uitgevoerd. Studenten werken en leren alleen of in projectgroepen in wisselende grootte en samenstelling. In de voltijd zijn de praktijkopgaven noodzakelijk om studenten kennis te laten maken met aspecten van het functioneren in een beroepscontext. Bij deeltijdstudenten gebeurt dit vaak al bij hun werkgever. De kenniscomponent krijgt vorm in het theoretisch (ondersteunend) onderwijs. De nadruk ligt op het verwerven van conceptuele kennis en (complexe) vaardigheden, die voor een deel direct kunnen worden gebruikt bij de uitvoering van de praktijkopdracht. Dit gebeurt in de vorm van colleges, workshops en practica. De body of knowledge is bepalend voor de onderwerpen in het onderwijs, dat daardoor breder is dan de probleemstelling die in een specifieke praktijkopdracht aan de orde komt. De body of knowledge is hetzelfde voor alle varianten van de opleiding. De praktijkopdrachten in voltijd en deeltijd komen meestal overeen. De deeltijdvariant kan, omdat deeltijdstudenten vaak al over werkervaring beschikken, vaak compacter worden neergezet. Deeltijd Deeltijdstudenten worden in staat gesteld om de afstudeeropdracht in de eigen werkomgeving uit te voeren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 25
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Weging en oordeel: voldoende De relatie tussen didactisch concept en toetsvormen is naar het oordeel van het auditpanel helder en adequaat. Naast assessment worden kennis- en vaardigheidstoetsen gebruikt om de student in zijn ontwikkeling van junior medewerker tot beroepsbekwame professional te testen en te volgen. Naar het oordeel van het auditpanel worden alle eindkwalificaties op deugdelijke wijze getoetst dus valide, betrouwbaar, objectief en transparant. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 2.8. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Beroepsgerichtheid Beroepsopdrachten staan centraal in zowel de onderwijsblokken, de stage en het afstuderen. De toetsing is gericht op de toetsing van deze beroepstaken, namelijk de producten, het werkproces én de vakkennis die voor de uitvoering van de beroepstaak nodig is. Per blok is in de blokwijzer beschreven welke eisen gesteld worden en welke toetsvormen worden gehanteerd. De basisopzet voor toetsen van een blok is de combinatie van individuele toets en een assessment. De ITO, individuele toets is een schriftelijk tentamen waarmee de stof uit de colleges en de verplichte studiematerialen wordt getoetst en waarbij begrip en toepassing centraal staan. De ITO is voor voltijd- en deeltijdstudenten gelijk. In het assessment wordt het resultaat van het werken aan de beroepstaken beoordeeld. Dit bestaat uit producten zoals een ontwikkelrapport, opgeleverde software en dergelijke die met behulp van een presentatie aan de opdrachtgever worden aangeboden. Aan de hand van vooraf vastgestelde criteria wordt door docenten (in de rol van expert) de kwaliteit van deze producten vastgesteld. Ook het proces wordt beoordeeld, namelijk op de samenwerking en taakverdeling binnen de projectgroep. Om de kwaliteit daarvan vast te stellen speelt de tutor, die bij de beoordeling de uitvoering van het praktijkopdracht heeft begeleid een rol. Toetshandboek De uitgangspunten en procedures voor het toetsen zijn vastgelegd in een Toetshandboek. Bij elke vorm van toetsing wordt beschreven waarop wordt beoordeeld en met welke criteria. In alle programmavarianten is de toetsing gebaseerd op dezelfde beroepstaken (en de bijbehorende competenties) en op dezelfde competentieniveaus. De toetsen zijn op de locaties Den Haag en Zoetermeer identiek. Examencommissie De examencommissie is verantwoordelijk voor het op juiste wijze uitvoeren, respectievelijk doen uitvoeren van de in het Toetshandboek beschreven procedures. De examencommissie van de opleiding Informatica wordt gevormd door de Centrale Examencommissie van de Academie voor ICT & Media. De examencommissie bestaat uit de voorzitters van de toetscommissies van de verschillende opleidingen, aangevuld met een voorzitter en een secretaris en ondersteund door een stafmedewerker. De examencommissie komt minimaal vier maal per jaar bijeen. Jaarlijks evalueert zij de uitvoering van de toetsing en examinering en formuleert zonodig verbetermaatregelen in haar jaarverslag. De examencommissie vraagt hiertoe informatie aan de toetscommissie van de opleiding, die op hun beurt elke blokcoördinator enquêteert over de hantering van het Toetshandboek.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 26
Toetscommissie De toetscommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsing volgens de in het Toetshandboek beschreven procedures. De toetscommissie houdt toezicht op de naleving van de voorschriften en het interpreteren daarvan. De kwaliteitsborging van de toetsen wordt bereikt door de uitgebreide procedure waarbij meerdere toetsconstructeurs en een redacteur betrokken zijn. Jaarlijks verzamelt de toetscommissie de informatie voor het Jaaroverzicht toetsen van de examencommissie. Ook ondersteunt zij op verzoek de toetsconstructeurs bijvoorbeeld bij het opstellen van een toetsmatrijs. Op de auditdag waren de toetsen met beoordelingsformulieren voor het panel beschikbaar. De verschillende auditoren hebben at random toetsen beoordeeld en gekeken naar toepassing in een aantal afgelegde toetsen. Het geheel kwam als betrouwbaar en op niveau over en gaf geen aanleiding tot nader onderzoek door de auditoren. Bezwaar en beroep Hogeschoolbreed is geregeld dat studenten bezwaar kunnen aantekenen en in beroep kunnen gaan. De klachtenprocedure staat beschreven in het Studentenstatuut deel II Informatica en is beschikbaar op het intranet van de hogeschool. De meeste klachten worden rechtstreeks tussen docenten en studenten opgelost. Jaarlijks behandelt de examencommissie enkele klachten van Informaticastudenten. Studenttevredenheid Studenten waarderen het onderwerp toetsing met een voldoende. Over de snelheid waarmee uitslagen bekend worden gemaakt zijn alle studenten duidelijk positiever gestemd dan hun mede-Hogeschoolstudenten. Mijn algemene oordeel over de toetsing is het rapportcijfer
2007
2008
2009
Voltijd Den Haag
6,7
6,9
6,5
Voltijd Zoetermeer
7,0
6,7
6,6
Deeltijd Den Haag
5,8
6,3
6,2
Bron: De Reflector 2009
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 27
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen HBO
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Weging en oordeel: goed De opleiding heeft een docententeam met een goede kennis van de beroepspraktijk en veel ict-beroepservaring. Docenten blijven goed op de hoogte door hun relaties met bedrijven. Dit wordt in Zoetermeer versterkt door het project Enter-priZe. Het panel is van mening dat de docenten de juiste competenties bezitten en een goede band met het beroepenveld hebben. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 3.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Personeelsbeleid Op beide locaties is sprake van een laag verzuimpercentage en het ontbreken van personele knelpunten. De opleiding investeert met name in de personele ontwikkeling van medewerkers. In het Hogeschoolontwikkelingsplan staat de aansluiting bij internationale afspraken over de Europese Hoger Onderwijsruimte centraal: "het hoger onderwijs zal in staat moeten zijn om door het verrichten van onderzoek en het produceren van kennis de studenten op een hoog niveau op te leiden". De voortgezette professionele ontwikkeling van de medewerkers is daartoe een absolute noodzaak. De beoogde ontwikkeling en niveauverhoging ligt op het terrein van academic leadership, internationalisering (internationale kennisuitwisseling, samenwerking e.d.) en ontwikkeling e-learning (adequaat kunnen toepassen van digitale leermiddelen). Tevens geldt voor 2010 een eerste scholing op het gebied van onderzoekvaardigheden voor docenten. Verbinding met de beroepspraktijk De meeste docenten hebben beroepservaring in het ict-domein. Een aantal docenten van de deeltijdopleiding heeft tevens een functie in dit werkveld. De opleiding bevordert goede contacten tussen docenten en het werkveld door: het werkveld te betrekken bij het onderwijs (gastcolleges, opdrachten, excursies e.d.); docenten in te zetten bij stage- en afstudeerbegeleiding en bedrijfsbezoeken; samenwerking opleidingscentra als TopDesk en de Sogeti Academy; lid te zijn van de beroepsvereniging, het NGI, platform voor ict-professionals deel te nemen aan de activiteiten die worden georganiseerd door het HBO-I Stichting. In de curricula vitae houden docenten bij welke contacten zij onderhouden met het bedrijfsleven, netwerken en kennisinstellingen. Hiermee houdt de opleiding zicht op de externe netwerken van haar docenten. Op grond van deze professionele netwerken zijn in het verleden in Den Haag het test- en het architectuuronderwijs gestart. Daarnaast leveren externe deskundigen en gastdocenten een actieve bijdrage aan de genoemde onderwijsblokken. Lectoraten Een van de informaticadocenten neemt deel aan de activiteiten van het lectoraat Informatie, techniek en Samenleving (ITS). In het onderzoeksbeleid dat de opleidingen van de academie op dit moment aan het uitwerken zijn, spelen de relevante lectoraten (Informatie, techniek en Samenleving, Informatiebeveiliging, kennistransfer in Productinnovatie) een belangrijke rol. Het doel van de samenwerking tussen de lectoraten en de opleiding is nadrukkelijk te komen tot een opzet waarbij zowel docenten als studenten een rol gaan spelen bij het uitvoeren van onderzoek en projecten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 28
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Weging en oordeel: voldoende Naar het oordeel van het auditpanel is de docentformatie voldoende om de programma‟s uit te voeren. De totale personeelsformatie voorziet in ruim voldoende capaciteit ten behoeve van de onderwijsondersteunende processen en de opleiding heeft een personeelssysteem om de continuïteit van de programma-uitvoering en de daarvoor noodzakelijke ondersteuning te waarborgen. Daarnaast zet de opleiding extra capaciteit in voor innovatie. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 3.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Docent inzet De toegestane normformatie wordt jaarlijks vastgesteld in het kader van de begrotingscyclus van de academie en is onder meer afhankelijk van het aantal ingeschreven studenten en het onderwijsrendement. De docent/student ratio en de medewerker/student ratio zijn voor alle opleidingsvarianten en locaties gelijk en zijn 1:26, respectievelijk 1:22. De totale personeelsformatie omvat momenteel (1 januari 2010) 17,88 FTE , te weten 14,22 FTE in Den Haag en 3,66 FTE in Zoetermeer. Fluctuaties in de instroom zijn opgevangen door inleen van docenten uit andere opleidingen van de Academie ICT & Media, evenals inhuur van externe deskundigen. Naast de normformatie voor uitvoering en onderhoud van het onderwijs, is jaarlijks extra ruimte toegekend voor overige onderwijs-gebonden taken en projecttaken, zoals teamleiding, deelname aan examencommissie, toetscommissie, opleidingscommissie, curriculumcommissie, internationalisering, PR en voorlichting en dergelijke. De opleiding heeft goed zicht op de vakgebieden waar tekorten ontstaan en kan daardoor tijdig acties nemen door binnen de gegeven kaders nieuwe docenten te werven of zittende collega‟s in de gelegenheid te stellen zich om- en/of bij te scholen. Ontwikkeling studentenaantallen Elk voorjaar wordt een schatting gemaakt van de te verwachten studentenaantallen op middellange termijn, op basis van de realisatie van de afgelopen jaren en de trend in de aanmeldingsgegevens. Voor continuering van de opleiding op twee locaties is een minimale jaarlijkse instroom van circa 100 studenten per jaar voor beide locaties samen nodig. Dit leidt tot een minimaal benodigde studentenpopulatie van ongeveer 300 studenten. De gegevens op 5 oktober 2009 waren voor de beide locaties als volgt: Den Haag Zoetermeer Totaal
2008 315 85 400
2009 366 102 468
Op dit moment is er in de meerjarenramingen 2008-2010 geen knelpunt. Docenttevredenheid Het personeel van de Academie voor ICT & Media is tevreden over het werk, met een score van 7,1 op een schaal van 0-10. De interne communicatie binnen de eigen academie is significant verbeterd, met name de communicatie met de leidinggevende over werk, problemen of opmerkingen (van 3,5 op een 5-puntenschaal in 2005 naar 4,1 in 2009). Ook zijn de docenten in de Monitor van 2009 tevreden over het nakomen van tijdens het functioneringsgesprek gemaakte afspraken (3,9).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 29
De waardering voor het werk (4,0), het communicatieklimaat (3,9), de samenwerking (3,5) en het contact met collega‟s (4,3) scoren allemaal behoorlijk en zijn vergelijkbaar met het overall gemiddelde van de Haagse Hogeschool.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 30
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Weging en oordeel: goed De opleiding beschikt op beide locaties over gemotiveerde medewerkers die inhoudelijk en kwalitatief goed zijn toegerust om het programma op een verantwoord niveau uit te voeren. Het auditpanel heeft verder geconstateerd dat de betrokkenheid van het docententeam opvallend goed is en dat de studenten zonder uitzondering vol lof zijn over de deskundigheid en goede bereikbaarheid van de staf. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 3.3. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Vereiste docentkwalificaties Het opleidingsprofiel en de onderwijsblokken vormen de basis voor de inventarisatie van de benodigde competenties van expertises en rollen. Voor Informatica zijn de belangrijkste vakinhoudelijke expertisegebieden: analyse en adviseren databaseontwerp en ontwikkeling softwareontwerp en ontwikkeling invoering, beheer en onderhoud persoonlijke en professionele vaardigheden Het programma van Informatica vraagt ook om inzet van verschillende onderwijskundige rollen zoals tutor, studieloopbaanbegeleider, expert en assessor. Dit sluit aan bij de onderwijsvisie van de hogeschool, vastgelegd in De Haagse Bachelor. Alle docenten beschikken over een didactische aantekening, dan wel worden bij aantreden in de gelegenheid gesteld een dergelijke aantekening te behalen. Een uitzondering wordt gemaakt voor gastdocenten uit het bedrijfsleven. Met het oog op verdere internationalisering van het onderwijs, wordt van docenten verwacht dat men onderwijs in het Engels kan verzorgen. Op vrijwillige basis is in het schooljaar 20072008 voor de eerste maal een cursus Engels verzorgd. Dit traject wordt op hogeschoolniveau de komende jaren voortgezet. Aanwezige docentkwalificaties Docenten zijn vooral geselecteerd op grond van hun kennis over en praktijkervaring met het werkgebied van de informaticus/software engineer. Alle docenten hebben tenminste een opleiding op hbo-niveau voltooid. In het Haagse team zijn 16 van de 23 (70 %) docenten academisch (master, doctoraal of daaraan gelijkgesteld) geschoold. Twee docenten volgen een master opleiding (wordt dan 78 %). Van het gehele personeelsbestand in Zoetermeer beschikken op dit moment 5 van de 13 docenten (40 %) over een academische graad of een vergelijkbare opleiding. Een teamlid uit het team Den Haag is betrokken bij het werk van een van de lectoraten. Functioneren In de periode 2007-april 2008 is bij de Haagse Hogeschool een nieuw functieordeningssysteem ingevoerd. Per functie is een functieprofiel vastgesteld en zijn resultaatgebieden benoemd. Alle personeelsleden zijn op basis van criteria in het nieuwe functiehuis geplaatst. Elke functie is nader uitgewerkt in een competentieprofiel, waarmee de basis is gelegd voor een adequaat competentiemanagement binnen de hele hogeschool.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 31
De oude systematiek van functioneringsgesprekken is met ingang van 2008 vervangen door een resultaat- en ontwikkelingscyclus (R&O-cyclus). De hogeschool beoogt daarmee de algehele kwaliteitsverbetering van het personeel en de professionele ontwikkeling van de medewerkers te bevorderen. Binnen deze cyclus zijn jaarlijks voortgangs- en beoordelingsgespreken gevoerd. Team Zoetermeer Terwijl het team Den Haag door zijn omvang een zekere specialisatie in het docententeam kan nastreven, steekt Zoetermeer in op het in standhouden van een team van breder georiënteerde docenten. De meesten kunnen over meerdere onderwerpen onderwijs verzorgen, vaak ook in andere opleidingen dan alleen Informatica. Waar vanwege de behoefte aan specialisten nodig, zijn gastdocenten en tijdelijke docenten ingezet of zijn collega‟s uit het team Den Haag “geleend”. De teamleiders van beide locaties hebben begin 2010 afgesproken te werken aan meer uitwisseling van docenten. Dat is niet alleen gewenst vanuit het oogpunt van specialisatie, maar ook om de onderlinge betrokkenheid en uitwisselbaarheid te vergroten. Het tijdelijk detacheren zal vooralsnog op vrijwillige basis gebeuren. Kwalificaties ingezette externen De ingezette gastdocenten komen uit het eigen netwerk. Nagenoeg alle gastdocenten hebben hun sporen in hun bedrijf en/of vakgebied verdiend. Om die reden worden zij uitgenodigd om een bijdrage aan het onderwijs te leveren. Hun optreden wordt in de blokevaluaties gemeten. Aan de stage- en afstudeerbegeleiders wordt de eis gesteld dat ze tenminste een hbo-diploma of gelijkwaardig bezitten. Studenttevredenheid In het studenttevredenheidsonderzoek De Reflector 2009 wordt de kwaliteit van docenten over het algemeen voldoende tot ruim voldoende beoordeeld, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. Vooral de locatie Zoetermeer scoort goed bij de studenten. Oordeel over de kwaliteit van de docenten:
2009
Voltijd Den Haag
6,7
Voltijd Zoetermeer
7,4
Deeltijd Den Haag
6,5
Bron: De Reflector 2009
Het auditpanel is van oordeel, ondanks de waardering van de studenten (voldoende tot ruim voldoende, 6,5 tot 7,4), dat het docententeam goed gekwalificeerd is voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 32
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Weging en oordeel: voldoende Naar het oordeel van het auditpanel zijn de ruimtelijke voorzieningen geschikt voor de uitvoering van het totale palet aan werkvormen (individueel, hoor- en werkcolleges, practica, groepswerk, praktijksimulaties, studieloopbaanbegeleiding e.d.). De materiële voorzieningen zijn up-to-date. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 4.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Huisvesting Er is hogeschoolbreed beleid inzake de ruimteverdeling en de ICT-faciliteiten. De opleiding Informatica krijgt ook ondersteuning van centrale diensten waar het gaat om facilitaire zaken als ruimtes, bibliotheek e.d. De Haagse locatie is sinds 1996 in gebruik. Een modern gebouw dat zich goed laat aanpassen aan de veranderende eisen die het beroepsonderwijs stelt. De locatie Zoetermeer bestaat uit een tweede en derde verdieping aan Bredewater 24 in Zoetermeer. In het pand bevindt zich ook een deel van het ROC ID College, afdeling ICT. Het Facilitair Bedrijf van de Haagse Hogeschool is verantwoordelijk voor de huisvesting van de opleiding. De verdeling van de ruimte voor zowel de uitvoering van het onderwijs als de huisvesting van docenten en andere medewerkers, geschiedt op basis van de uitgangspunten van genoemd Bedrijf. In overleg met de betreffende functionarissen van de Academie voor ICT & Media en de opleiding Informatica vindt inrichting en aanpassing van de ruimten plaats. Deze werkwijze geldt ook voor de vestiging in Zoetermeer. Studenttevredenheid Volgens de relevante onderzoeken (De Reflector, Keuzegids Hoger Onderwijs) zijn huisvesting en materiële voorzieningen naar het oordeel van de studenten op beide locaties toereikend voor de uitvoering van het onderwijs. Mijn algemene oordeel over de voorzieningen is het rapportcijfer
2007
2008
2009
Voltijd Den Haag
6,6
6,8
6,8
Voltijd Zoetermeer
6,9
7,4
7,0
Deeltijd Den Haag
6,7
7,0
6,7
Bron: De Reflector 2009
ICT-voorzieningen Om ervoor te zorgen dat de opleiding Informatica op tijd is voorzien van de benodigde specifieke soft- en hardware is een aparte functionaris bij de locatie Den Haag belast met de contacten tussen opleiding en Dienst ICT. De locatiemanager Zoetermeer onderhoudt rechtstreeks contact met de diensten inzake het lokale computernetwerk. De academie en de opleiding beschikken over toereikende computer- en netwerkfaciliteiten. In het voorjaar van 2009 is in Den Haag een studielandschap ingericht (lokaal Slinger 6.40) dat speciaal bestemd is om te worden toegesneden op de specifieke eisen van de opleiding Informatica. Op alle studentenwerkplekken van de Academie voor ICT & Media is speciale software aanwezig ter ondersteuning van het propedeuseonderwijs. Daarnaast is er genoeg ruimte om te werken met een laptop, waarop de student zelf de benodigde software heeft geïnstalleerd. Omdat de
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 33
opleiding er bewust voor heeft gekozen om in de propedeuse uitsluitend te werken met open source software, kan een student zijn eigen laptop of computer thuis inrichten als een professionele programmeeromgeving ter ondersteuning van zijn studie. In de hoofdfase wordt tevens gewerkt met speciale software, waarvoor in Den Haag computers in bepaalde ruimtes zijn uitgerust. In Zoetermeer is er een speciaal laboratoriumlokaal waar specifieke software en hardware geïnstalleerd is. Daarnaast zijn alle werkplekken, waar studenten met laptops werken, uitgerust met internetvoorzieningen. Laptops kunnen geleend worden en door het gehele gebouw is tevens draadloos internet beschikbaar. In een ander lokaal staan vaste PC‟s met de standaardsoftware, zoals die ook gebruikt wordt bij de opleiding in Den Haag. Studenten kunnen daarnaast gebruik maken van diverse apparatuur, zoals PC‟s, beamers, videocamera‟s, fototoestellen etc. Studenttevredenheid Rapportcijfer over computervoorzieningen in 2009
Computer ruimten
Beschikbare computers
Aanbod software
Voltijd Den Haag
6,1
5,1
5,2
Voltijd Zoetermeer
6,5
5,9
5,7
Deeltijd Den Haag
6,7
7,6
7,0
Bron: De Reflector 2009
De waardering van de studenten is matig, en verschilt per variant. Voltijdstudenten van de locatie Den Haag gaven in De Reflector 2009 lage cijfers aan de beschikbaarheid van computers en laptopaansluitingen. Het verschil tussen voltijd en deeltijd is te verklaren door het feit dat de vraag naar computers ‟s avonds beduidend lager is. Wat software betreft beschikken deeltijdstudenten vaak op hun werk over de benodigde software of kunnen zij deze downloaden op hun eigen laptops. De opleiding heeft maatregelen getroffen door in 2009 in het informaticaspecifieke studielandschap (lokaal Slinger 6.40) te zorgen voor extra laptopaansluitingen en stopcontacten. Daarnaast zal medio 2010 een deel van het computerpark vervangen worden. Als beleid heeft de Haagse Hogeschool ervoor gekozen de komende jaren vooral te investeren in zaken die laptopgebruik op grote schaal mogelijk moeten maken, inclusief downloadbare software. Bibliotheek Studenten beschikken op beide locaties over bibliotheekfaciliteiten en kunnen via intranet van het digitale informatieaanbod van de hogeschool gebruik worden gemaakt. Eveneens is de bibliotheekcatalogus online raadpleegbaar. De studenten op beide locaties vinden de voorzieningen toereikend. In Den Haag hebben de studenten de beschikking over de hogeschoolbibliotheek. De collectie sluit aan bij de behoefte van de opleiding. De resultaten van De Reflector 2009 laten zien dat de studenten de bibliotheek waarderen (Voltijd Den Haag: 7,8, deeltijd: 7,1). In Zoetermeer is een kleine, maar vakspecifieke bibliotheek ingericht waarvan studenten en docenten gebruik kunnen maken. Waardering vestiging Zoetermeer volgens De Reflector 2009: 7,6.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 34
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Weging en oordeel: voldoende Naar het oordeel van het auditpanel gebruikt de opleiding een adequaat volgsysteem om studievertraging te signaleren. Studiebegeleiding wordt uitgevoerd door deskundigen docenten, met ondersteuning van peer-review. De studenttevredenheid is ruim voldoende, met uitzondering van de deeltijdopleiding. Het auditpanel heeft vertrouwen in de verbeterslag die daarvoor is ingezet. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 4.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Studiebegeleidingsbeleid Doel van studieloopbaanbegeleiding is de student te leren om zelfstandig vorm te geven aan zijn professionele ontwikkeling en aldus bij te dragen aan het studiesucces. Belangrijke aandachtspunten zijn: de student ontwikkelt een duidelijk beeld van het beroep, het werkveld en toekomstige ontwikkelingen daarin; de student stelt zich op de hoogte wat er binnen en buiten de opleiding te kiezen en te leren valt; de student krijgt adequate feedback op zijn/haar (professionele) functioneren binnen de context van het toekomstige beroep; de student verwerft inzicht in zijn studievoortgang, zijn leerstrategie en de omstandigheden en hulpmiddelen die zijn studiesucces kunnen bevorderen. De aanpak beoogt dat de ondersteuning door de studieloopbaanbegeleider aansluit bij de behoeften van de student, dat de voorlichting over onderwijsorganisatie en keuzemogelijkheden efficiënt plaatsvindt en het gehele team aandacht heeft voor de studieloopbaan van de studenten. Vernieuwd studiebegeleidingsbeleid In het schooljaar 2008-2009 is studieloopbaanbegeleiding binnen de Academie ICT & Media opnieuw vormgegeven, rekening houdend met de uitgangspunten van de hogeschool. Deze nieuwe vorm is het antwoord op een onderzoek naar de effectiviteit van studieloopbaan begeleiding zoals dat in het schooljaar 2006-2007 werd uitgevoerd. Bij de invoering van de algemene beroepstaken (persoonlijke vaardigheden) in 2003 was er voor gekozen de ontwikkeling van deze beroepstaken door de individuele student te beleggen bij zijn studieloopbaanbegeleider. In 2008 is echter op academieniveau besloten dat de ontwikkeling van dergelijke vaardigheden het beste tot hun recht zouden kunnen komen in het onderwijs zelf. De opleiding Informatica heeft de aandacht voor het ontwikkelen van de algemene competenties belegd in een afzonderlijke leerlijn. Uitgangspunt is dat de aandacht voor een algemene beroepstaak in principe direct aan dient te sluiten bij de in een onderwijseenheid aangeboden specifieke beroepstaken. Er worden in de nieuwe vorm twee gebieden van studieloopbaanbegeleiding onderscheiden: 1. aandacht voor studie en loopbaan als onderdeel van het onderwijs (verzorgd door het opleidingsteam Informatica in Den Haag, resp. Zoetermeer) en 2. studieloopbaanbegeleiding als voorziening (verzorgd door de studieloopbaanbegeleider afkomstig uit hetzelfde team). Momenteel (april 2010) zijn er 16 docenten werkzaam in de rol van studieloopbaanbegeleider. Binnen de opleiding Informatica (team Den Haag) is een van de studieloopbaanbegeleiders belast met de coördinatie van activiteiten die de individuele studieloopbaanbegeleider
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 35
overstijgen. Deze coördinator bewaakt de studievoortgang van de diverse cohorten, signaleert achterstanden en stelt zo nodig het nemen van maatregelen voor aan de studieloopbaan begeleiders. In Zoetermeer, waar de situatie door de omvang van het aantal studenten overzichtelijk is, hebben de studieloopbaanbegeleiders regelmatig overleg en bespreken gezamenlijk waargenomen problemen met elkaar. Studenttevredenheid De studieloopbaanbegeleiding wordt door de voltijdstudenten als voldoende beoordeeld. Uit gesprekken blijkt dat deeltijdstudenten studieloopbaanbegeleiding regelmatig als overbodig ervaren. Als verbeterpunt neemt de opleiding zich voor de behoeften van deeltijdstudenten in 2010 nader in kaart te brengen om aanpassingen te kunnen ontwerpen. Over de vernieuwde studieloopbaan begeleiding die in 2009-2010 wordt geïmplementeerd, zijn nog geen evaluatiegegevens bekend (verschijnen pas in De Reflector 2010). Algemene oordeel over studieloopbaanbegeleiding
2007
2008
2009
Voltijd Den Haag
7,2
7,6
7,3
Voltijd Zoetermeer
6,1
6,5
6,5
Deeltijd Den Haag
5,2
5,6
5,5
Bron: De Reflector 2009
Voorlichting en werving De hogeschool heeft er voor gekozen voorlichtings- en wervingsactiviteiten centraal te coördineren in de Dienst Communicatie & Marketing. De rol die de afzonderlijke opleidingen bij de uitvoering hebben is beperkt. De opleiding Informatica voert haar voorlichtings- en wervingsbeleid dus uit binnen het door deze dienst gestelde kader. Zowel in Zoetermeer als in Den Haag zijn eigen speerpunten bepaald, passend bij de gewenste informatica-instroom. Beide locaties hebben een eigen PR-team, bestaande uit docenten. Veel activiteiten lopen voor de zes opleidingen binnen de Academie voor ICT&Media gelijk. Dat is zichtbaar bij de Open Dagen en bij het proefstuderen. Bij de uitvoering spelen teamleden en studenten van de opleiding Informatica op beide locaties een rol. Het auditpanel heeft in de gesprekken aangegeven dat het in de voorlichting aan en werving van aankomende studenten van belang is om de specifieke kenmerken van de locaties duidelijk te benadrukken. Informatievoorziening Voor de informatievoorziening maakt de opleiding gebruik van diverse kanalen. Curriculuminformatie Voor elk blok en andere onderwijsactiviteiten wordt een Blackboardsite (elektronische leeromgeving) ten behoeve van de studenten ingericht. Kerndocument is de Blokwijzer (resp. Stage- en Afstudeerwijzer) waarin voor de student o.a. praktische informatie over de organisatie en inhoud van het blok, de praktijkopdracht, de te bestuderen body of knowledge en de samenhang tussen de verschillende activiteiten binnen een blok, alsmede de wijze van toetsing en de toetsingscriteria zijn opgenomen. Studievoortgang en studieloopbaan De studievoortganginformatie is voor iedere student online toegankelijk via het hogeschoolbrede OSIRIS-systeem. Daarnaast krijgt elke student twee maal per schooljaar schriftelijk een overzicht toegestuurd. Door middel van OSIRIS kan het keuzeproces van de student gedurende de hele opleiding worden geregistreerd en gemonitord en op meerdere niveaus overzichten worden opgeleverd. De studieloopbaanbegeleider bespreekt de voortgang met de student in individuele gesprekken. Overige informatiekanalen: Daarnaast staan de student van de opleiding Informatica binnen de Academie voor ICT & Media nog andere faciliteiten ter beschikking:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 36
Informatiebalie Een centraal gelegen informatiebalie, die op de locatie Den Haag ook ‟s avonds tot 20.00 uur geopend is. Intranet Een portal voor studenten (intranet) voor mededelingen, bijv. over roosterwijzigingen, ziekte van docenten, uitvallende lessen e.d. roosterinformatie is online beschikbaar; daarnaast is het roosterbureau overdag en in Den Haag ook ‟s avonds (beperkt) open voor studenten Blackboard De digitale leeromgeving Blackboard met informatie over onderwijsactiviteiten en ondersteunend materiaal bij de studie.
Studenttevredenheid Het beeld dat uit De Reflector 2009 ten aanzien van de informatievoorziening wordt verkregen, wijkt niet af van het algemene beeld van de Haagse Hogeschool (gemiddelde cijfer op Hogeschoolbasis: 6,2). Uit evaluatiegesprekken gevoerd door de teamleider Den Haag is niet eenduidig af te leiden op welke punten de informatie voorziening tekort schiet. Soms is de informatie wel degelijk beschikbaar, maar door de studenten niet waargenomen of genegeerd. Bovendien geven studenten aan zelf ook wel wat meer actie te mogen ondernemen om informatie te achterhalen die voor hen van belang is. Voor de deeltijdopleiding wordt verder onderzoek gedaan naar de specifieke verwachtingen van de deeltijdstudent. Zoals eerder gemeld wordt dit onderzoek in 2010 uitgevoerd. Het auditpanel heeft vertrouwen in de verbeterslag die daarvoor is ingezet.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 37
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Weging en oordeel: goed Naar het oordeel van het panel heeft de opleiding een duidelijke structuur voor integrale kwaliteitszorg en de borging daarvan. Diverse evaluatie-instrumenten worden ingezet om de kwaliteit van de onderwijsinhoud, het onderwijsleerproces en de onderwijsondersteuning te meten en te monitoren. De opleiding doet dit aan de hand van toetsbare streefdoelen. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 5.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Kwaliteitsbeleid De Academie voor ICT&Media wil een innovatieve academie zijn waarin kwaliteit staat voor het cyclisch zoeken naar nieuwe verbetermogelijkheden. In 2009 en 2010 is het vergroten van het studiesucces tot hogeschoolbreed speerpunt benoemd. Alle opleidingsteams van de academie, dus ook de beide teams van de opleiding Informatica, hebben dit geconcretiseerd in eigen acties ten behoeve van de studeerbaarheid. Dit is uitgewerkt, aansluitend aan het hogeschool kwaliteitssysteem. De opleiding maakt jaarlijks een beknopte review op alle punten van het “Haags Kader”, waarbij wordt aangegeven in hoeverre beoogde verbeteringen zijn geëffectueerd. Hiermee is er, naar het oordeel van het auditpanel, een goede samenhang tussen het evaluatieproces en het bestuurlijke proces. Planning cycli De opleiding wordt gestuurd middels de Planning & Control-cyclus van de Academie voor ICT&Media, die weer ingepast is in de Planning & Control-cyclus van de Haagse Hogeschool. Onderstaand overzicht laat de documenten zien die in de Planning & Control-cyclus een rol spelen. Managementcyclus De Haagse Hogeschool HOP (4-jaarlijks) en Kaderbrief (jaarlijks) Academie voor ICT & Media Strategisch Personeelsplan, Beleidsplan / Begroting, Managementovereenkomst Directeur-College van bestuur Opleiding Informatica Teamplan Den Haag en Teamplan Zoetermeer Op basis van het hogeschoolbeleid formuleert de academie haar beleidsdoelen in een beleidsplan, dat jaarlijks wordt opgesteld in samenhang met de begroting. Naast de doelen die ingegeven worden op hogeschoolniveau, komen er ook doelen voor het beleidsplan voort uit uitdagingen die samenhangen met kwaliteitszorg en accreditatie, alsmede met landelijke en internationale ontwikkelingen in het eigen domein. Eigen keuzes spelen eveneens een rol, bijv. door de instroom op peil te willen houden, studiesucces breed aan te pakken e.d. Evaluaties De indicatoren voor de kwaliteitsmeting zijn leidend voor de kwaliteitsmeting van de opleiding. Jaarlijks wordt bij studenten gepeild hoe hun waardering is voor verschillende aspecten van het onderwijs op de Haagse Hogeschool. Evaluatie van de indicatoren vindt plaats door enquêtes op basis van vragenlijsten of op basis van evaluatiegesprekken tussen docenten en studenten na afloop van de uitvoering van een onderwijseenheid.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 38
De volgende evaluaties zijn hogeschoolbreed uitgevoerd: Studenten o De Reflector: meting studenttevredenheid o HBO-instroom-monitor: meting tevredenheid eerstejaars-studenten over aansluiting vo/mbo op hbo o HBO-keuzegids: meting populariteit opleiding Alumni o HBO-monitor: meten tevredenheid aansluiting hbo op het werkveld Medewerkers o Kompas: meten bekendheid en draagvlak strategie en beleid hogeschool en meten tevredenheid medewerkers Bestuur o Interne audit: monitoren activiteiten in kader accreditatieprocessen bij opleiding, drie jaar na afloop van accreditatie Opleidingsevaluaties De opleiding voert blokevaluaties en evaluaties per onderwijsfase uit. Deze evaluaties vinden plaats na afloop van de onderwijsperiode en aan het eind van een opleidingsfase. De evaluatievragen zijn in samenwerking met de teamleiders en betrokken blokcoördinatoren opgesteld door de beleidsmedewerker die verantwoordelijk is voor de evaluaties. Voor de blokevaluaties werkt de academie vanaf 2010 met een nieuwe procedure: digitaal afgenomen evaluaties, direct gevolgd door een groepsgesprek. Deze dubbele evaluatie geeft een goede indicatie van evaluatie- en verbeterpunten. Het auditpanel herkent dit en ziet dit bevestigd in de gesprekken met studenten en docenten. De blokevaluaties worden in week 9 of 10 afgenomen tijdens een bijeenkomst met studenten. De studenten krijgen de tijd om tegelijkertijd de vragenlijst digitaal in te vullen via hun laptop of een computer. De evaluatieresultaten zijn hiermee direct beschikbaar.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 39
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Weging en oordeel: voldoende Het auditpanel heeft geconstateerd dat, ten behoeve van een sluitende PDCA-cyclus, alle evaluaties en verbeteracties worden vastgelegd, gemonitord en bewaakt. De teamleiders zijn verantwoordelijk voor de interpretatie van de uitkomsten, de verbeterplannen en bespreken resultaten met belanghebbenden, docenten en de academiedirecteur. De effectiviteit van deze aanpak is in de vorm van concrete verbeterplannen zichtbaar. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 5.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Verantwoordelijkheden In de evaluatiesystematiek is voor iedere evaluatie vastgesteld wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de evaluatie en aan wie gerapporteerd wordt. Van alle onderzoeken is een analyse gemaakt. Dat gebeurt door de staffunctionaris van de academie of de teamleider of– in het geval van het team Den Haag – door de commissie Kwaliteitszorg. Deze commissie analyseert ook nog andere evaluatiegegevens zoals de HBO-monitor, alumni-enquête, verslagen van de beroepenveldcommissie. In Zoetermeer analyseert de teamleider deze gegevens met de locatiecoördinator van de opleiding. De teamleiders zijn verantwoordelijk voor de interpretatie van de uitkomsten, de verbeterplannen en hun uitvoering. De commissie Kwaliteitszorg in Den Haag heeft een belangrijke taak binnen de kwaliteitszorg: zij analyseert (eventueel ondersteund door de kwaliteitszorgfunctionaris) onderwijsevaluatiegegevens van de onderwijsevaluaties op academie-, opleidings- en hogeschoolniveau zij formuleert verbeteracties voor de onderwijsinhoud en organisatie op mesoniveau (onderwijslijnen) waar zij verantwoordelijk voor zijn en implementeren deze in samenwerking met de teams als het onderwerpen betreft waarbij de Curriculumcommissie is betrokken, wordt deze commissie om medewerking gevraagd bij het vaststellen van verbeteringen. De teamleider van elke locatie zorgt ervoor dat de voorstellen worden besproken met de desbetreffende docenten of academiefunctionarissen en in het betreffende Teamplan worden opgenomen. Daarnaast bespreekt hij de verbetervoorstellen met de academiedirecteur. Uitvoering van de plannen geschiedt binnen het team onder toezicht van de betreffende teamleider, die over de voortgang en uitkomst aan de academiedirecteur rapporteert. Evaluatiegegevens die op individuele personen betrekking hebben worden door de teamleider met betrokkene besproken, in ieder geval in het kader van de jaarlijkse R&O cyclus. Eventuele verbeterpunten met betrekking tot het functioneren van de betrokkene komen hier aan de orde. Voorbeeld Bij evaluatiegesprekken bleek dat studenten klachten hebben over de gebrekkige informatiestromen van de opleiding naar de student. Aan de opleidingscommissie is daarop gevraagd welk kanaal hiervoor het meest geschikt is en welke soort informatie deze moet bevatten. Het beste communicatiekanaal bleek Blackboard te zijn waaraan alle studenten automatisch verbonden zijn. De OC heeft aangegeven dat de informatie die hierop zou moeten komen de beroepstakenfolder, stage- en afstudeerinformatie zou moeten zijn. Deze aanvullingen in Blackboard zijn toen aangebracht.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 40
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Weging en oordeel: goed Medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld zijn actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Het auditteam heeft geconstateerd dat er sprake is van een goede systematiek, waarbij alle stakeholders zijn betrokken. Wat het auditpanel in het bijzonder waardeert is de wijze waarop de opleiding de relatie met het beroepenveld gebruikt om continue de opleiding te evalueren. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel goed voor facet 5.3. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Evaluaties Zoals in facet 5.1 reeds is beschreven voert de opleiding blokevaluaties en evaluaties per onderwijsfase uit. Deze evaluaties vinden plaats na afloop van de onderwijsperiode en aan het eind van een opleidingsfase. De evaluatievragen zijn in samenwerking met de teamleiders en betrokken blokcoördinatoren opgesteld door de beleidsmedewerker die verantwoordelijk is voor de evaluaties. De verwerking vindt onder toezicht van deze functionaris plaats, evenals de rapportage aan de betrokken teamleiders en docenten. Bijstelling van het programma is (mede) gebaseerd op deze bevindingen. Op beide locaties worden de uitkomsten van de blokevaluaties door de teamleiders gebruikt voor verbeteracties, die hetzij in teamplan worden opgenomen, hetzij rechtstreeks – ter afhandeling - met de betrokken docenten worden besproken. Aspirant-studenten Evaluatie onder aspirant-studenten vindt plaats tijdens de OpenDagen. Proefstudeerdagen en meeloopdagen worden in samenwerking met de dienst Communicatie & Marketing uitgevoerd. De uitkomsten worden door de teamleiders gebruikt voor bijstelling van het werving- en voorlichtingsbeleid. Docenten Docenten en andere medewerkers worden tweejaarlijks uitgenodigd hun mening te geven in het hogeschoolonderzoek Kompas. De uitkomsten van het Kompas worden aan alle medewerkers bekend gemaakt. Alumni In 2009 is een enquête uitgezet onder alumni van de gehele academie. De resultaten daarvan zijn vanwege de zeer geringe respons helaas weinig bruikbaar. De HBO-Monitor levert periodiek informatie op over de mening van alumni ten aanzien van de opleiding. Beroepenveld De opleiding schakelt de permanente beroepenveldcommissie in bij de ontwikkeling en validatie van het opleidingsprofiel en de opzet van het programma. De opleiding raadpleegt de beroepenveldcommissie tenminste tweemaal per jaar. De beroepenveldcommissie zorgt met name voor: kennisuitwisseling met betrekking tot curriculumontwerp, curriculumuitvoering, evaluatie van het curriculum, aanpassing van het curriculum; advies inzake beleidsplannen en overige kwesties met betrekking tot de opleiding; het jaarlijkse evalueren van de kwaliteit van de opleiding. De BVC is gemengd samengesteld om recht te doen aan het werkveld. Vertegenwoordiging uit bedrijven, zowel als uit een ministerie maken deel uit van de beroepenveldcommissie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 41
Daarnaast organiseert de opleiding werkveldconferenties. In december 2009 is een regionale werkveldconferentie georganiseerd waaruit voor de opleiding goed bruikbare informatie is voortgekomen. Er is van gedachten gewisseld over richting en ontwikkeling van het vakgebied en de mogelijke gevolgen voor het opleiden van jonge professionals. De volgende inhoudelijke onderwerpen zijn op deze conferentie besproken: Sociale toepassingen van de ICT zoals Twitter, web2.0, semantisch web, social media, online toegang tot documenten, alles online (geen windows software meer), werken 2.0, email marketing. Cloud computing Globalisering, SAAS Softwareontwikkelmethoden zoals Agile/SCRUM; test-first approach, test-driven development, domain driven design. Duidelijk is voor het auditpanel dat er up-to-date feedback uit het beroepenveld gebruikt wordt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 42
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Weging en oordeel: voldoende Naar het oordeel van het auditpanel beschikt de opleiding over voldoende mechanismen om de relevantie en het niveau van de gerealiseerde competenties van afgestudeerden te borgen. Uit de afstudeerverslagen en mondelinge presentaties blijkt dat de studenten beschikken over de kwalificaties waaraan een beginnend professional Bachelor of ICT moet voldoen. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 6.1. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Studieprogramma De opleiding waarborgt het niveau van de afgestudeerden door middel van de majoronderdelen van het onderwijsprogramma en door middel van het afstuderen. De doelstellingen van de opleiding zijn vertaald in 17 beroepstaken op een bepaald niveau. De beroepstaken komen als onderwijsactiviteiten terug in een of meer blokken (zie onderwerp 2 Programma). In de majorblokken zijn de beroepstaken getoetst aan de hand van vooraf opgestelde beoordelingscriteria. Na nominaal 3,5 jaar heeft de student alle onderdelen van het onderwijsprogramma (major en minor) met een voldoende afgerond, op het afstuderen na. Borging eindniveau Wanneer de student alle onderdelen van zijn major (Informatica) en zijn minor met een voldoende heeft afgesloten dan heeft hij aangetoond de beroepstaken en de bijbehorende competenties zoals vastgelegd in het opleidingsprofiel te beheersen. Dat de student het gewenste eindniveau van de opleiding heeft verworven, bewijst de student door het individueel uitvoeren van een opdracht met een omvang van 30 EC‟S (800 uur) bij een externe organisatie. Het niveau van de opdracht is gelijk aan het niveau van een beginnend beroepsoefenaar in een externe organisatie. Afstuderen, de afsluiting van het onderwijsprogramma, is in die zin het afleggen van een „meesterproef‟ voor een externe opdrachtgever in een bedrijfskundige context. Drie criteria zijn van belang voor een afstudeeropdracht: 1. De afstudeeropdracht is integrerend, dat wil zeggen dat meerdere beroepstaken (minimaal 3) uit het majorprogramma al dan niet aangevuld met beroepstaken en/of competenties uit een ander domein onderdeel uitmaken van de opdracht. 2. De student is in staat tot gebruik van zijn kennis in nieuwe en complexere situaties. Dat wil zeggen dat de student aantoont over de kennis en vaardigheden op niveau 3 of 4 te beschikken. 3. De student voert de opdracht individueel uit. Indien de opdracht deel uitmaakt van een grotere opdracht dan moet het deel dat door de student wordt uitgevoerd duidelijk zijn ingekaderd en natuurlijk voldoen aan de criteria uit 1 en 2. Bovengeschetste situatie heeft betrekking op zowel voltijd- als deeltijd, met dien verstande dat bij deeltijd het programma in volgorde iets afwijkt en sommige programmaonderdelen op een iets andere wijze zijn vormgegeven (zie Onderwerp 2 Programma); de afstudeerfase is echter voor vol- en deeltijd exact dezelfde. Betrokkenheid werkveld Het werkveld is als opdrachtgever / bedrijfsbegeleider en als gecommitteerde betrokken bij het niveau van het afstuderen. Ook de opdrachtgever van een afstudeeropdracht stelt eisen aan het einddoel: de kwaliteit van de op te leveren producten. Achteraf vraagt de opleiding een oordeel over de kwaliteit van de tussen- en eindproducten en de manier waarop de student te
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 43
werk is gegaan. Het oordeel van de opdrachtgever/bedrijfsbegeleider wordt meegewogen in het eindoordeel. De opleiding maakt daarnaast gebruik van een vaste groep van ongeveer 100 gecommitteerden van de Academie voor ICT & Media. De gecommitteerden als groep zorgen voor een brede externe expertise uit het werkveld en onderwijsdomein van ICT & Media. Uit de jaarlijkse rapportages en de individuele oordelen blijkt dat de opleiding Informatica haar studenten op het door de gecommitteerden gewenste hbo niveau weet te brengen. Afstudeerscripties Het auditpanel heeft uit de lijst met afstudeerscripties van de jaren 2007 tot en met 2009 twaalf scripties geselecteerd om niveau en de beoordelingssystematiek te analyseren. Daarbij is bij deze selectie gezocht naar zeer goed beoordeelde scripties (een negen of een tien), middelmatig beoordeelde (zevens) en scripties die als nog net voldoende zijn beoordeeld (zesjes). Het panel heeft zich hierdoor een oordeel kunnen vormen over de kwaliteit van de goede studenten, maar ook over de cesuur voldoende-onvoldoende. Het auditpanel onderschrijft de oordelen en ziet een heldere cesuur. Het panel heeft geconstateerd dat goede scripties ook echt goed zijn. Bij de minder beoordeelde scripties was er sprake van met name wat zwakkere theoretische onderbouwing, maar waarbij de auditoren zich konden vinden in de eindbeoordeling zoals de opleiding deze heeft gegeven.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 44
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Weging en oordeel: voldoende Naar het oordeel van het auditpanel hanteert de opleiding streefcijfers voor de lange termijn (zowel voor propedeuse- als voor hoofdfase) en leidt daar haalbare streefcijfers voor de korte termijn van af. De opleiding analyseert het gerealiseerde rendement t.o.v. de streefcijfers en verbindt aan haar analyse een aanpak tot realisering van de streefcijfers. Op basis hiervan komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor facet 6.2. Het oordeel van het auditpanel is gebaseerd op de volgende bevindingen: Rendement In onderstaand overzicht staan de opleidingsrendementen van de verschillende opleidingsvarianten voor de cohorten 2003 t/m 2009. De voltijdopleiding is in 2003 gestart in Den Haag. In onderstaande tabellen staan de gegevens over de instroom, uitstroom en de rendementsgegevens van de Propedeuse en de Bachelor sinds de start van de opleiding. Uit het overzicht blijkt dat een behoorlijk percentage studenten dat uitvalt, overstapt naar een andere opleiding binnen de Academie voor ICT & Media (“in ICTM”). Informatica Den Haag, voltijd:
Informatica Zoetermeer Haag, voltijd:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 45
Informatica Den Haag, deeltijd:
De deeltijdvariant van de opleiding is gestart in september 2004. De deeltijd heeft een hoog propedeuse rendement ten opzichte van andere opleidingen van de academie en scoort in dit opzicht beter dan de voltijd variant. De opleiding constateert daarbij wel dat afstuderen in deeltijd een „bottleneck‟ vormt voor het rendement. Veel afstudeertrajecten in deeltijd lopen uit in de tijd. Studiesucces De Haagse Hogeschool heeft in 2005 het thema "studiesucces" op de agenda gezet. De doelstelling voor het rendement van alle opleidingen van de HHS is in 2006 vastgesteld op de normen 70% van de studenten haalt het propedeusediploma en 90% van de studenten die de propedeuse hebben behaald, haalt binnen 4,5 jaar het bachelor diploma. Uit de tabellen blijkt dat de norm voor het propedeusediploma voor de variant voltijd niet is gehaald en dat ook voor de variant deeltijd de norm voor de propedeuse de laatste jaren niet is gehaald, met uitzondering van het cohort 2008. Er zijn nog onvoldoende resultaten om te staven dat de tweede norm : 90% van studenten met propedeuse diploma haalt einddiploma ook daadwerkelijk wordt gehaald. Het auditpanel heeft dit in de gesprekken aangekaart. Er ligt een stevige aanpak die het vertrouwen van het auditpanel heeft. Enkele van de maatregelen zijn: Oriëntatie in de propedeuse. Studenten kunnen eerder en beter bepalen of de opleiding voldoet aan hun verwachtingen. Vereenvoudigen overstapmogelijkheden binnen de Academie voor ICT & Media van studenten die uit willen stappen bij de opleiding van hun eerste keuze. Volgen studentcohorten om eerder zicht te krijgen op haperingen bij de doorstroom. Project studiesucces niet-westerse allochtonen De minister van OC&W heeft geld vrijgemaakt om hogescholen die relatief veel niet-westerse allochtone studenten zien instromen in de gelegenheid te stellen om deze groep beter te begeleiden. De academie heeft besloten zoveel mogelijk aan de initiatieven in het kader van dit project deel te nemen. Doelstelling: tenminste hetzelfde percentage als de westerse allochtone en autochtone studenten behaalt in de groep niet-westerse allochtone studenten het diploma. Hiermee herkent het auditpanel een breed scala van initiatieven en maatregelen om het onderwijsrendement te optimaliseren en is tevens benieuwd naar het effect van deze maatregelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 46
6.
OORDEELSCHEMA hbo-bacheloropleiding Informatica Voltijd in Den Haag en Zoetermeer, deeltijd in Den Haag, Croho 34479 Haagse Hogeschool / TH Rijswijk
Onderwerp
/
Facet
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Oordeel V V V V V G V G V V V V V
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
V G V G
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
G V G
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
3
V
4
V
V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo bacheloropleiding Informatica, voltijd in Den Haag en Zoetermeer, deeltijd in Den Haag verzorgd door de Haagse Hogeschool, Croho nummer 34479 in al haar varianten en locaties te accrediteren.
3 4
Het auditteam kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening ‘goed’ toe. Het auditteam kent op basis van de beslisregels, opgenomen in de bijlage de extra aantekening ‘goed’ toe.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 47
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 48
7.
BIJLAGEN
7.1.
Werkwijze
Deze opleiding is beoordeeld in het kader van een clusterbeoordeling van de opleidingen Informatica, Bedrijfskundige Informatica en Informatiedienstverlening en –Management van de Academie voor ICT & Media van de Haagse Hogeschool in Den Haag en Zoetermeer. Deze beoordeling is als volgt opgebouwd: Selectie auditoren Vier maanden voor de beoogde auditdag heeft Hobéon auditoren benaderd. Voor iedere opleiding is gezocht naar een werkvelddeskundige, een vakdeskundige, een (hbo) onderwijsdeskundige, een student en een voorzitter en een secretaris. De voorzitter en secretaris komen daarbij van Hobéon en zijn ervaren auditoren. Gezien de onderwijskundige expertise van de secretaris fungeert de secretaris tevens als onderwijskundig-deskundige in het auditpanel. Voor de beoordeling van onderhavige drie informatica-opleidingen van de Haagse Hogeschool zijn de volgende auditoren aangetrokken: Prof. Dr. H.J. van den Herik (vakdeskundige Informatica)
Drs. K. Brongers (werkvelddeskundige Informatica)
S. Damen (student Informatica)
Drs. G.C. Noordermeer (vakdeskundige IDM)
H. van Soelen (werkvelddeskundige IDM)
D. Simons (student IDM)
H. Tesselaar (werkvelddeskundige BI)
Dr. M.R.V. Chaudron (vakdeskundige BI)
M. Mol (student BI)
Voor alle drie de opleidingen:
W.L.M Blomen (voorzitter)
Mr. J.A. Frederik (onderwijskundige en secretaris) De werving en selectie is gebeurd op basis van een CV en een eerste controle via internet. Wanneer een auditor aangaf bereid en in staat te zijn aan een audit deel te nemen volgde een voorgesprek met de secretaris van het auditpanel. In dit gesprek werd toegelicht wat de taak en rol van de auditor in het beoordelingsproces is. Daarbij wordt tevens de deskundigheid op het vakgebied en de onafhankelijkheid van de auditor getoetst. Voorbereiding De inhoudelijke voorbereiding bestond uit een viertal delen: 1. afstudeerwerken/scripties Hobéon hecht groot belang aan het voor de auditdag beschikbaar hebben van afstudeerwerken /scripties. Op verzoek van Hobéon stelt de opleiding een lijst beschikbaar met de afstudeerders van de laatste vijf jaar, met vermelding van het cijfer voor het afstudeerwerk/scriptie. Hobéon selecteert hier per opleiding at random twaalf werkstukken uit: vier scripties die als netvoldoende zijn gewaardeerd (zesjes), vier zeer-goede scripties (tienen) en vier “gemiddeld” (zeven/acht). Iedere auditor, met uitzondering van de student-auditor, ontvangt drie afstudeerwerken van de te beoordelen opleiding: een zes, een tien en een zeven/acht. 2. management review Ter voorbereiding ontvangen de auditoren vier weken voor de auditdag, naast de bovengenoemde scripties, de Management Review inclusief de bijlagen. In de begeleidende brief vraagt Hobéon de auditoren de scripties en de review te bestuderen en waar nodig of nuttig, de bijlagen door te nemen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 49
3. aandachtspuntenlijst Hobéon Ondertussen maakt de secretaris van het auditpanel, in overleg met de voorzitter, een eigen analyse van de Management Review. Dit leidt tot een lijst met aandachtspunten die op de auditdag ter tafel moeten komen. 4. vragen panelleden Aan de auditoren is gevraagd vragen aan te dragen die zij, vanuit hun perspectief, besproken zouden willen hebben op de auditdag. Auditdag Gezien het feit dat het een beoordeling betrof van drie verschillende opleidingen met twee verschillende onderwijslocaties zijn er vier dagen van gesprekken georganiseerd, zodat steeds het meest deskundige deel van het auditpanel aanwezig is. Voor het programma zie hierna. Iedere auditdag begint met een voorbespreking, waarbij de kernvragen die de auditoren en de secretaris hebben ingebracht op een rij worden gezet en afspraken worden gemaakt over wie welke onderwerpen zal aankaarten. Vragen en reacties naar aanleiding van de bestudeerde eindwerkstukken/scripties zijn daarbij heel belangrijk. Omdat het een cyclus van vier dagen betrof werd deze voorbespreking ook steeds gebruikt om, voor zover relevant, een samenvatting te geven van hetgeen reeds aan de orde was geweest. Speciale aandacht krijgen de toetsing en beoordelingssystematiek en de werking van de examencommissie. Hoewel het hier gaat om een audit in juni 2010, enkele maanden voor de wetswijziging WHW inzake versterking besturing, stond dit onderwerp hoog op de lijst met aandachtspunten. Bij alle drie de opleidingen en op beide locaties zijn toetsen bestudeerd. Rapportage Het beoordelingsrapport is tot stand gekomen op basis van input van de auditoren, waarbij de secretaris zorgt draagt voor het verzamelen en op elkaar afstemmen van commentaren en opmerkingen. Iedere auditor heeft binnen drie weken na de audit zijn of haar bevindingen naar de secretaris opgestuurd. Ook is aan de opleiding gevraagd om nog een aantal aanvullingen in documentatie en dergelijke op te sturen. Het betreft hier antwoorden en opmerkingen die tijdens de auditdag zijn gemaakt en niet al in de Management Review waren opgenomen. Op basis van de commentaren en opmerkingen van de auditoren, de antwoorden en opmerkingen die tijdens de auditdag zijn gegeven en de door opleiding aangeleverde aanvullende documenten, concipieert de secretaris een voorlopig concept beoordelingsrapport. Dit voorlopig concept wordt naar de auditoren gezonden met het verzoek hier (binnen tien dagen) kritisch naar te kijken en aan te vullen, dan wel te corrigeren. De secretaris verzamelt de aanvullingen en correcties van het auditpanel en verwerkt deze in het rapport. Bij twijfel of tegenstrijdigheid stemt de secretaris dit af met de betreffende auditor(en). Dit resulteert in een concept beoordelingsrapport (zonodig wordt deze procedure nog een keer herhaald). Dit concept beoordelingsrapport wordt tenslotte opgestuurd naar de beoordeelde opleiding ter beoordeling of er geen feitelijke onjuistheden in het rapport zijn terecht gekomen. Na verwerking van de mogelijke feitelijke onjuistheden vindt er nog een eindredactie plaats door het secretariaat van Hobéon. Na deze controle wordt het rapport in de voorgeschreven aantal exemplaren opgestuurd naar de opleiding, die het dan volgens NVAO-procedures inlevert bij de NVAO.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 50
Auditdagen
Maandag 14 juni 2010, Den Haag Hogeschoolbeleid en beleid Academie centraal, alsmede de opleiding BI, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Hans Tesselaar, Michel Chaudron, Mitchel Mol Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners 09.00 – 10.00
Directie / Management Gert de Ruiter, directeur Academie Willy van der Kwaak, docentteamleider IDM Kees van Diest, docentteamleider Zoetermeer Ron Mantel, docentteamleider BI René de Winter, docentteamleider Inf
10.15 – 11.00
Examen- en toetscommissie Jos van Helvoort, voorzitter Ex. Comm. Henriette Joosten, secretaris Ex. Comm. Riet van Putten, ambtelijk secretaris Ex. Comm. Loes Tromp, voorzitter toets commissie BI Peter Becker, voorzitter toets commissie IDM Rianne Bechet, voorzitter toets commissie I A.M. Schipper, coördinator afstuderen Management opleiding BI Gert de Ruiter, directeur Academie Kees van Diest, docentteamleider Zoetermeer Ron Mantel, docentteamleider BI
11.0012.00
12.00 – 13.00
Onderwerpen Kennismaking Definitieve vaststelling programma Strategisch beleid, visie en missie Internationalisering, Lectoraat, innovatie, kwaliteitszorg Personeel en scholing Resultaten en rendementen Toetsen en beoordelen Studeerbaarheid, studielast Rendement Afstuderen Bezwaar en beroep
Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg Personeel en scholing Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling / curriculum Instroom / propedeuse Samenhang programma
Lunch en beoordeling faciliteiten
13.00 – 13.45
Coördinatoren BI Den Haag Berry Pieters, coördinator BI-1 Paul de Vries, coördinator BI-3 Jeroen Vurens, voorzitter curriculum commissie en coördinator BI-5 Frans Bögels, coördinator stage en afstuderen
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Studiebegeleiding Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen
13.45 – 14.45
Docenten BI Den Haag Willy Bervoets Theo van Gerwen Tim Goes Klaas Groot Johan Verhage Regilio Winter Studenten BI Den Haag Sakine Arpaçay, derdejaars vt Arjan de Brabander, derdejaars dt Wouter Nijhof, alumnus vt 2007 Alexander Plooij, tweedejaars vt Joey van de Poel, eerstejaars vt Hamza Soekhai, alumnus vt 2007 Mark Vergroesen, tweedejaars vt Semih Yilmaz, eerstejaars vt Pater van der Zwet, eerstejaars dt
Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast
15.00 – 16.00
16.00-17.30
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep
Bestudering documenten en intern overleg auditpanel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 51
Dinsdag 15 juni 2010, Den Haag Opleiding IDM staat centraal, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Trudi Noordermeer Hans van Soelen Dilyana Simons Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners
Onderwerpen
09.00 – 10.00
Directie / Management Gert de Ruiter, directeur Academie Willy van der Kwaak, teamleider IDM
10.15 – 11.00
Coördinatoren IDM Den Haag Peter Becker, voorz. curriculum commissie René Vogels, coördinator stage Jos van Helvoort, blok coördinator Jos van Dijk, coördinator afstuderen Willy van der Kwaak, coördinator SLB Klaas Jan Mollema, coördinator instroom Docenten IDM Den Haag Henriette Ruigt Peter Becker Grada Schadee Eddie Kips Klaas Jan Mollema Joyce Vredenburg van der Horst
Kennismaking Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg, Personeel en scholing Resultaten en rendementen Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast
11.0012.00
12.00 – 13.00 13.00 – 14.00
Lunch en beoordeling faciliteiten, in het bijzonder de bibliotheek
Studenten IDM Den Haag Peter Beekhuis, eerstejaars vt Sarah Marchand, tweedejaars vt en lid OC Simonette van Doren, vierdejaars dt en lid OC Bryan Diender, tweedejaars vt Alex van Heteren, vierdejaars vt
14.00-15.30
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen
Bestudering documenten en intern overleg auditpanel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 52
Woensdag 16 juni 2010, Den Haag Opleiding I centraal, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Jaap van den Herik Klaas Brongers Stan Damen Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners 09.00 – 10.00
Directie / Management G. de Ruiter, directeur Academie R. de Winter, docentteamleider Informatica
10.15 – 11.00
Coördinatoren Informatica Den Haag Rianne Becket, coördinator I-3 Brigitte Derks, coördinator stage en SLB Alwine Lousberg, coör. I-2 en voorz curr comm. Martin Reijnhoudt, coördinator afstuderen Frist Teule, coördinator deeltijd Hélène Weenink, coör. I-1 en mbo-instroom
11.0012.00
Docenten Informatica Den Haag Paul Breukel Merie Heijne Gerard Mijnarends Arie Toet (dt) Willem van Vliet Anneke Wieman 12.00 – 13.00 Lunch en beoordeling faciliteiten 13.00 – 14.00
Studenten Informatica Den Haag Nicky Tellekamp, eerstejaars vt Roy van Wensen, eerstejaars mbo-instroom Joyce Kronemeijer, tweedejaars vt, lid OC René Lux, derdejaars vt Jop van der Lelie, vierdejaars vt Omar Akrawy, tweedejaars dt, lid OC Peter van Logchem, alumnus dt 2009
14.00-15.45
Onderwerpen Kennismaking Beleid, visie en missie Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg, Personeel en scholing Resultaten en rendementen Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep
Bestudering documenten en intern overleg auditpanel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 53
Donderdag 17 juni 2010, Zoetermeer Opleiding I en BI, locatie Zoetermeer staan hier centraal, met auditpanel bestaande uit: Wienke Blomen (voorzitter), Jaap van den Herik Michel Chaudron Mitchel Mol Hans A. Frederik 08.30 – 09.00 Voorbespreking auditpanel Gesprekspartners
Onderwerpen
09.00 – 10.00
Directie / Management Gert de Ruiter, directeur Academie Cees van Diest, docentteamleider Zoetermeer Arno Nederend, coördinator I Zoetermeer Peter Ritman, coördinator BI Zoetermeer
10.00 – 11.00
Docenten Zoetermeer Arno Nederend, runcoördinator Peter Ritman, runcoördinator Ed Meijer, runcoördinator Vincent Broeren, coördinator I en 3-D minoren Arianne Luik, coördinator Enter-priZe
11.1512.15
Studenten Zoetermeer Hessel Winkelman, eerstejaars BI Tristan Koch, tweedejaars BI Michiel Sikkes, derdejaars Enter-priZe Serge Juchko, derdejaars I Kay Smits, vierdejaars I Youri van der Lans, derdejaars I, Enter-priZe Jeroen Niessen, derdejaars BI, Enter-priZe
Kennismaking Zo nodig bijstelling programma Beleid, visie en missie Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Kwaliteitszorg, Personeel en scholing Resultaten en rendementen Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep Informatievoorziening Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding (EnterPrize) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen
12.15-13. 45
Bestudering documenten, intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling 13.45 uur: voorlopige terugkoppeling
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 54
7.2.
Kwantitatieve gegevens van de opleiding
Studenten Voltijd
deeltijd
Zoetermeer
Aantal studenten 2010 320
120
100
2010
60
23
37
2009
133
44
45
2008
89
31
32
2007
94
37
35
(bij meerdere lesplaatsen hier alle lesplaatsen noemen) Instroom studenten
2006 Vooropleiding studenten
114
37
29
mbo-4:
mbo-4:
mbo-4:
havo:
havo:
havo:
vwo:
vwo:
vwo:
ho:
ho:
ho:
overig:
overig:
overig:
Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten
20 docenten ( 14 FTE)
Voltijd
Deeltijd
Zoetermeer
10
4
3,05
1-26,6
1-26,6
1-26,6
0
5
1
12
5
2
0
0
0
Aantal fte per variant
Docent – student ratio per variant
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
Aantal docenten met een master opleiding
Aantal docenten met een Phd
Aantal fte in kenniskringen
0,8
0.4
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 55
Rendementsgegevens Diplomarendement in aantallen en %
Voltijd
deeltijd
Zoetermeer
aantal
%
aantal
%
aantal
%
cohort 2003
40
45
-
-
8
36
cohort 2004
25
32
5
7
7
37
cohort 2005
26
37
13
35
6
32
cohort 2006
17
15
2
6
4
14
Propedeuserendement in aantallen en %
Voltijd
Deeltijd
Zoetermeer
aantal
%
aantal
%
aantal
%
cohort 2004
41
50
26
63
9
47
cohort 2005
49
69
24
65
8
42
cohort 2006
53
46
20
57
24
83
cohort 2007
46
49
13
38
16
46
Contacturen Een (1) contactuur is een (1) klokuur contact tussen docent en student in de vorm van hoorcollege, workshop (maximaal 16 studenten), groepsbesprekingen (maximaal 8 of 4 studenten) of individuele begeleiding (expert / tutor, SLB). contacturen
voltijd
deeltijd
ZM
e
12
8
12
e
10
8
10
e
10
8
10
e
9
5
9
1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 56
7.3.
Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren
W.L.M Blomen De heer Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plaatsvervangend secretarisdirecteur, en sinds 1992 als senioradviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Prof. Dr. H.J. van den Herik Professor Van den Herik is hoogleraar Informatica aan de Faculteit voor Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg en directeur van het Tilburgs centrum voor Creative Computing en tevens hoogleraar Recht en Informatica bij de Universiteit Leiden. Van den Herik was in 1980 samen met een aantal schaakliefhebbers, daaronder Max Euwe, medeoprichter van de Computer Schaak Vereniging Nederland (CSVN). Hij is verder medeoprichter van de NVKI (Nederlandse Vereniging voor Kunstmatige Intelligentie) en was haar voorzitter van 1990 tot 1995. Van 1991 tot 1999 was hij tevens president van de JURIX, de internationale "Foundation for Legal Knowledge-Based Systems". Sinds 1983 is Van den Herik hoofdredacteur van het Journal of the International Computer Games Association (ICGA Journal). Drs. K. Brongers De heer Brongers is directeur bij Solutions for You BV en voorzitter van de beroepsvereniging voor ICT professionals Ngi en heeft een langjarige ervaring als consultant en interim-manager bij diverse organisatie in de ICT. Hij heeft veel ervaring met problematiek op het grensvlak van business en ICT en de inrichting van informatiemanagement. S. Damen De heer Damen is vierdejaars student bij Fontys Hogeschool ICT te Eindhoven en is bezig aan zijn afstudeeronderzoek bij Vanderlande Industries BV te Veghel. Mr. J.A. Frederik CMC MBCS De heer Frederik studeerde Nederlands Recht en Organisatiekunde en volgde onder andere de masteropleiding in projectmanagement bij CapGemini Ernst & Young. Van 1990 – ‟99 was hij als beleidsadviseur verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en aansluitend programmaleider opleiden ITO-C2000 bij ITO, een agentschap van het Ministerie BZK. Vervolgens was hij interim directeur van een stafdienst ICT van Hogeschool Leiden, opleidingsdirecteur ROC Leiden, begeleidde hij de fusie van ICT-onderwijs in de Leidse regio, was hij interim directeur van Pabo Thomas More en heeft hij de reorganisatie geleid van een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. Aansluitend is hij adviseur hoger onderwijs geweest van de gemeente Dordrecht, waar hij zich heeft bezig gehouden met de versterking van de kennisinfrastructuur in die regio.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 57
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 58
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 59
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 60
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 61
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 62
7.4.
Beoordelingsprocedure en beslisregels Hobéon
Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijd en deeltijdopleidingen is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De voltijd en deeltijdopleidingen hebben zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals beschreven door de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van ict-opleidingen in het hoger beroepsonderwijs in Nederland. Als koepelorganisatie is het HBO-I gesprekspartner van hogescholen, bedrijven, brancheorganisaties en andere belanghebbende instanties in binnen- en buitenland. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Informatica op hbo-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: 1 Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de Haagse Hogeschool aangeleverde schriftelijke informatie, waarvoor wij verwijzen naar Bijlage 7.5: Op basis van de door opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. 2 Audit De audit was gericht op een actieve „controle‟ door middel van een visitatie, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een kernteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder „controle‟ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 63
De
additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV‟s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de „beroepsproducten‟ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de „eindproducten‟ van studenten.
Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts „onvoldoende‟ of „voldoende‟ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, „onvoldoende‟, „voldoende‟, „goed‟ of „excellent‟ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort „voldoende‟, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste „voldoende‟ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp „onvoldoende‟ en de overige ten minste „voldoende‟ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score „onvoldoende‟. B. Een onderwerp scoort „onvoldoende‟, indien één facet van dat onderwerp „onvoldoende‟ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort „onvoldoende‟, indien meer dan één facet van dat onderwerp „onvoldoende‟ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 64
Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan „voldoende‟ gerechtvaardigd is, wordt dat als „extra aantekening‟ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening „goed‟, indien alle facetten van dat onderwerp „goed‟ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp „voldoende‟ en de overige facetten „goed‟ of „excellent‟ hebben gescoord;5 een onderwerp krijgt de extra aantekening „excellent‟, indien alle facetten van dat onderwerp „excellent‟ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp „goed‟ en de overige facetten „excellent‟ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp „onvoldoende‟ heeft gescoord.
5
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 EC‟S) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. „Duur‟ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- „Kwaliteit Personeel‟ of „Onderwijsrendement‟. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening „goed‟ dan wel „excellent‟ verdient, wordt het facet „Duur‟ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 65
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 66
7.5.
Geraadpleegde documenten
Management Review 2010 van de Opleiding Informatica, Locaties Den Haag en Zoetermeer De Haagse Hogeschool, Academie voor ICT & Media. En de volgende documenten:
H1-1 H2-13 H2-15 H2-23 H3-2 H3-6 H3-8 H5-1 H5-2 H5-4
Verslag Werkveldconferentie 03-12-2009 Reglement BVC d.d. 18-12-2008 Notulen BVC 10-03-2009, 08-10-2009, 09-03-2010 Teamovereenkomst Zoetermeer Teamplan Den Haag Opleidingsprofiel Keuzeblok internationale minor Stagewijzer Notitie Internationalisering 2010-2011 Overzicht gastdocenten Rooster 2010-2011 Rooster 2009-2010 Studentenstatuut deel B deeltijd 2009-2010 Studentenstatuut deel B voltijd 2009-2010 Blokwijzers Activiteiten doorstroom Mbo-Hbo 2009 Activiteiten doorstroom Mbo-Hbo 2008 Toetsplan 2009-2010 Blanco overeenkomst Enter-priZe 2008-2009 Enter-priZe accreditatie Enter-priZe intake formulier Beroepstaken Beroepstaken_ormatica_1.1 Managementreview 2009 profiel_ormatica_1.0 Opleidingsprofiel en curriculum Schema curriculum 2007 Toewijzing van taken aan docenten Formatieplan 2009 PR-plan 2010 Dossier opleidingscommissie Dossier kwaliteitszorgcommissie Overzicht afstudeerrapporten 2005-2010 Haagse Hogeschool Hogeschool Ontwikkelingsplan 2009-2013 (HOP 7), 2009 Kaders voor de Haagse Bachelor, april 2005 Studentenstatuut deel 1, 2009/2010 Wereldburger in wording: beleidsplan Internationalisering, 2006 De Haagse medewerker, 5 april 2005 De Haagse Competenties vastgestelde functies HA, maart 2007 In gesprek over Resultaat & Ontwikkeling, 2008 De Reflector 2009, resultaten (tabellen) academies en opleidingen Kompas 2009, Medewerkersmonitor van de Haagse Hogeschool Basiskwaliteitszorgsysteem, handreiking ten behoeve van de academies van De Haagse Hogeschool, 2008
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 67
AC1 AC2 AC3 AC4 AC5 AC6 AC7 AC8 AC9 AC10 AC11 AC12 AC13 AC14 AC15 AC16 AC17 AC18 AC19 AC20 AC21 AC 22 AC24 AC26 AC27 AC28 AC29 INF001 INF002 INF003 INF004 INF005 INF006 INF101 INF102 INF201 INF202 INF204 INF205 INF209 INF212 INF215 INF216 INF217 INF218 INF301 INF302 INF303 INF401 INF503 INF504 INF601
Academie voor ICT & Media Onderwijskader Academie ICT & Media Het competentiemodel van de Academie ICT & Media, september 2006 Visie op competentiegericht toetsen Academie ICT & Media 2006 Beleidsplan en Begroting Academie ICT & Media 2009 Strategisch Personeelsplan Academie ICT & Media 2007 – 2010 Afstudeerkader, Academie ICT & Media Toetshandboek Academie ICT & Media 2009 Beleidnotitie internationalisering Docentenhandleiding SLB Academie voor ICT & Media 2008 Rollen en taken SLB, Academie ICT & Media Jaarverslag internationalisering Academie ICT & Media 2009 Criteria voor de teamorganisatie: memo Academieoverleg 2007 Startdocument Studiesucces Academie ICT & Media 2008 Evaluatie implementatie kwaliteitsbeleid 2004-2007, Memo AO 2008 Rendementsgegevens ICT & Media 2009 Procedure aanvraag vrije minor 2009-2010 Managementovereenkomst/beleidsplan 2008-2009-2010 Reglement beroepenveldcommissies Academie ICT & Media 2009 Jaarverslag Examencommissie ICT & Media 2007-2008 Handleiding studieloopbaanbegeleiding voor de student 2005 Voorwaarden voor zelfregie, notitie SLB 2008-2009 Beleidskalender Academie ICT & Media 2009 Vrijstellingsregeling EVC procedures De Evaluatiesystematiek Academie ICT & Media vanaf 2009 Stagevrijstellingsprocedure Deeltijd 2009 Scholingsplan 2010 Opleiding Informatica Teamplannen 2010 Informatica Den Haag en Zoetermeer Opleidingsprofiel Opleiding Informatica Auditrapport Dienst OSZ, maart 2009 Aanspreekpunten Opleiding Informatica, april 2010 Het project Enter-priZe in Zoetermeer Beroepstaken Opleidingsprofiel en curriculum Informatica 2007 Dossier Beroepenveldcommissie Opleiding Informatica (1) Overzicht gastdocenten Notitie Internationalisering bij de Opleiding Informatica 2009 – 2011 Studentenstatuut deel II, Informatica, voltijd 2009-20010 (Den Haag en Zoetermeer) Studentenstatuut deel II, Informatica, deeltijd 2009-20010 Stagewijzer Jaarrooster Informatica Dossier blokwijzers Leerplan Internationale minor Toetsplan 2009 – 2010 Activiteiten doorstroming mbo-hbo Profielen/Curricula Vitae van docenten (niet op Blackboard, wel in dossier op auditdag beschikbaar) Toewijzing taken aan docenten, september 2008 Formatieplan 2009 PR Plan 2010 Dossier opleidingscommissie (2) Dossier kwaliteitszorgcommissie (3) Overzicht afstudeeropdrachten Opleiding Informatica 2005-2010
©Hobéon® Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Informatica, De Haagse Hogeschool, versie. 2.0 68