Haagse Hogeschool, Den Haag Toets nieuwe opleiding Opleiding: Master in Risicomanagement, hbo-master; Variant: deeltijd Visitatiedatum:
8 november 2007
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, januari 2008
2/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Deel A: Onderwerpen 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp
5 7 9 10 11
Deel B: Facetten Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 19 26 29 31 33
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Condities voor continuïteit
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
35 36 41 45 47
3/47
4/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
5/47
6/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Master in Risicomanagement van de Haagse Hogeschool heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de toets nieuwe opleiding. Het onderzoek is feitelijk gestart in september 2007, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport (informatiedossier) bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 8 november 2007. Het panel bestond uit: De heer prof. dr. L. Paape RA RO CIA (voorzitter); De heer mr. drs. E.J. Emde CPP CISSP (domeinpanellid); Mevrouw drs. I.G.A. Smid (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over relevante ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een Hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de tweepuntsschaal (onvoldoende, voldoende) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De nieuw te starten hbo-masteropleiding Master in Risicomanagement (MRM) van de Haagse Hogeschool (verder aangeduid met HHS) zal worden aangeboden vanuit de afdeling Master Studies van de Academie voor Masters & Professional Courses. De HHS biedt in totaal 40 hbo-opleidingen, in voltijd, duaal en deeltijd varianten aan voor in totaal ongeveer 17.000 studenten. Momenteel biedt de HHS elf (inter-)nationale nietbekostigde masterprogramma’s aan vanuit de Academie voor Masters & Professional Courses. Vier van de elf masterprogramma’s zijn Engelstalig, de overige zeven zijn Nederlandstalig. De MRM zal worden aangeboden als Nederlandstalig programma.
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
7/47
Met de invoering van het bachelor-master stelsel heeft de HHS zich ten doel gesteld om voor elk bachelordomein een aansluitende hbo-masteropleiding (professionele master) te ontwikkelen. De professionele masteropleidingen zullen aansluiten bij de inrichting en onderwijsfilosofie zoals deze ook voor de bacheloropleidingen gelden. De werkwijze die wordt gehanteerd bij de uitvoering van het onderwijs en de mate van competentiegerichtheid zullen overeenkomen. Tevens ontwikkelt de HHS schakelprogramma’s voor haar afgestudeerde bachelorstudenten om de doorstroom van studenten naar universitaire masters te stroomlijnen. Hiervoor heeft de HHS met een aantal universiteiten, zoals de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Open Universiteit, structurele samenwerkingsverbanden. De afdeling Master Studies is onderdeel van de Academie voor Masters & Professional Courses en kent een eigen General Advisory Board (adviesraad) die de afdeling Master Studies voorziet van bevindingen over de bestaande en nieuw op te zetten masteropleidingen. Voor iedere opleiding binnen deze afdeling is een Course Manager aangesteld en is een opleidingsspecifieke Advisory Board actief. Het beroepenveld van de afdeling heeft aangegeven dat er behoefte is aan een masterprogramma op het gebied van risicomanagement. De Academie voor Masters & Professional Courses heeft een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd, waaruit blijkt dat diverse nationale en internationale ontwikkelingen en de door het beroepenveld voorziene structurele behoefte aan risicomanagers aantonen dat behoefte bestaat aan een masterprogramma op het gebied van generiek risicomanagement. De nieuwe opleiding MRM leidt op tot functionarissen die op seniorniveau de risico’s in de volle breedte van de organisatie of van een business unit inventariseren, deze transparant maken, vertalen naar financiële en/of gekwantificeerde gevolgen en preventiemaatregelen onderzoeken en communiceren. Afgestudeerden zullen starten als risicomanager in een staffunctie of als lid van een managementteam met als individuele opdracht risicomanagement. De MRM biedt een tweejarig deeltijdprogramma van in totaal 60 studiepunten. Instromende studenten dienen te beschikken over een relevante hbo-bacheloropleiding en minimaal drie jaar relevante werkervaring. De beoogde jaarlijkse instroom bedraagt minimaal 15 en maximaal 25 studenten. Het programma van de MRM is opgebouwd uit vier fasen welke gerelateerd zijn aan de fasen van het risicomanagementproces. Voor elke fase geldt dat deze voortbouwt op de vorige. Naarmate de student de fasen verder doorloopt, is sprake van steeds complexere situaties en vraagstukken. Voor de uitvoering van de nieuwe opleiding zijn zeventien docenten beschikbaar. Enkele daarvan zijn reeds werkzaam als docent binnen de HHS. Per cohort van maximaal 25 studenten is 1 fte beschikbaar. De opleiding streeft naar een docent-studentratio van 1:20.
8/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Begin oktober 2007 heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft het panel zich voorbereid op het visitatiebezoek. In diezelfde periode (oktober 2007) bereidden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek (november 2007). Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement. Verder is gesproken met mogelijke docenten en met enkele leden van de Advisory Board. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenoemde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. In het facetrapport (deel B) wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau.
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
9/47
De opleiding heeft in december 2007 een concept van dit rapport voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in januari 2008 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in januari 2008. Het visitatierapport is uiteindelijk in januari 2008 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport.
10/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
1.5
Oordelen per onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Toets Nieuwe Opleiding Master in Risicomanagement (dt) Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende 1.2 Niveau bachelor Voldoende 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende 2.4 Studielast Voldoende 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Voldoende 3.2 Kwantiteit personeel Voldoende 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Systematische aanpak Voldoende 5.2 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Condities voor continuïteit 6.1 Afstudeergarantie Voldoende 6.2 Investeringen Voldoende 6.3 Financiële voorzieningen Voldoende Totaaloordeel Positief
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
11/47
Doelstellingen opleiding Aan de drie facetten behorend bij het onderwerp Doelstellingen opleiding is het oordeel ‘voldoende’ toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma Aan de zes facetten behorend bij het onderwerp Programma is het oordeel ‘voldoende’ toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel Aan de drie facetten behorend bij het onderwerp Inzet van personeel is het oordeel ‘voldoende’ toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Aan de twee facetten behorend bij het onderwerp Voorzieningen is het oordeel ‘voldoende’ toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Aan de twee facetten behorend bij het onderwerp Interne kwaliteitszorg is het oordeel ‘voldoende’ toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Condities voor continuïteit Aan de drie facetten behorend bij het onderwerp Condities voor continuïteit is het oordeel ‘voldoende’ toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
12/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
13/47
14/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Voldoende
Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Uit het informatiedossier van de nieuwe opleiding Master in Risicomanagement (MRM) komt naar voren dat formeel vastgelegde en door vakgenoten en de beroepspraktijk geaccepteerde beroepsprofielen en eindkwalificaties voor het vakgebied Risicomanagement en de functie van risicomanager nog niet bestaan. De opleiding komt tot deze conclusie na raadpleging van nationale en internationale beroepsverengingen als het Genootschap voor Riskmanagement, Nederlandse Associatie van Risk en Insurance Managers (NARIM), Nederlandse Vereniging voor Risicoanalyse en Bedrijfszekerheid (NVRB), Nederlandse Risk en Insurance Managers Group (NRIMG), Federation of European Risk Management Associations (FERMA), Risk Management Association (RMA) en Global Association of Risk Professionals (GARP). De (internationale) beroepsorganisaties zijn, naar de mening van de opleiding, behulpzaam in de (globale) beschrijving van het werkveld van de generieke risicomanager, maar geven geen eindkwalificaties voor de generieke risicomanager op masterniveau. • Het ontbreken van eindkwalificaties voor de functie van risicomanager en daarmee het ontbreken van een basis voor het ontwikkelen van het programma MRM heeft de opleiding ertoe gezet de eindkwalificaties zelf te ontwikkelen. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van het programma MRM zijn de eindkwalificaties van het hbo-bachelorprogramma Management, Economie en Recht (MER). Het opleidingsmanagement geeft in het gesprek met het panel aan dat een hbo-masteropleiding gebaseerd dient te zijn op het niveau van de eindkwalificaties van een hbo-bacheloropleiding. Omdat een hbo-bacheloropleiding Risicomanagement, of een daarmee vergelijkbare opleiding, in Nederland niet bestaat, heeft de opleiding gekozen voor wat betreft de eindkwalificaties aansluiting te zoeken bij de meest generieke hbo-managementopleiding: MER. De MER biedt, naar de mening van de opleiding, als startniveau de voor de MRM noodzakelijke algemene kennis en vaardigheden van het managementvak (‘managing people, money, markets and operations’). De eindkwalificaties van de MER zijn door de opleiding vervolgens aangevuld en uitgebouwd met specifieke ‘risicomanagement’ componenten. De opleiding heeft dit gedaan door consultatie van het beroepen- en werkveld (nationaal en internationaal) en door bestudering van eindkwalificaties van aanpalende (internationale) bachelor- en masteropleidingen (MER, Master of Business Administration, Master in Accounting and Control en Master in Facility Management). Het panel heeft de interviewverslagen van deze consultatieronde ingezien en stelt vast dat de geïnterviewden vooraanstaand en representatief zijn voor het vakgebied van risicomanagement en dat zij op verschillende
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
15/47
•
•
•
onderwerpen, waaronder het geven van een beschrijving van het beroep risicomanager en het benoemen van competenties, zeer uitgebreid zijn bevraagd. Daarnaast blijkt uit de verslagen dat de geïnterviewden hun commitment uitspreken voor de nieuw te starten opleiding en voor de door de opleiding geformuleerde eindkwalificaties. Ook is een meerderheid bereid zitting te nemen in de Advisory Board (vergelijkbaar met Raad van Advies) van de MRM. De nieuwe opleiding MRM onderscheidt acht eindkwalificaties welke worden ‘opgehangen’ aan de vijf (theoretische) fasen van Risicomanagement (Annex IV Eindkwalificaties MRM, 2007). Deze fasen zijn: risico-identificatie (1), risicoanalyse en risicobeoordeling (2), maatregelen ontwerpen (3), implementeren (4) en evaluatie (5). De eindkwalificaties zijn door de opleiding gedefinieerd en voor iedere eindkwalificatie geldt dat deze is uitgewerkt en geconcretiseerd in meerdere leerdoelen. De leden van de Advisory Board (AB) van de MRM zijn betrokken geweest bij de ontwikkeling van de eindkwalificaties en onderschrijven deze. Het panel stelt op basis van het materiaal en de gesprekken die zij voerde met een aantal leden van de AB vast dat deze voldoende gezaghebbend zijn. Naast de eindkwalificaties worden door de opleiding zeven rollen/gedragseigenschappen onderscheiden, die belangrijk zijn voor het functioneren van de risicomanager. Deze rollen zijn: zendeling, ontwikkelaar, leider, luis in de pels, facilitator, coach en gesprekspartner zijn voor interne auditoren, interne controllers en accountantsdiensten. Van ieder van deze rollen is door de opleiding een inhoudelijke uitwerking gemaakt. De opleiding heeft ervoor gekozen de eindkwalificaties aan te vullen met deze rollen op nadrukkelijk advies van het beroepenveld. Deze is van mening dat het succes van het functioneren van een risicomanager bepaald wordt door hoe deze acteert in een organisatie. De onderscheiden rollen zijn hierbij essentieel volgens het beroepenveld. Het panel onderschrijft de keuze van de opleiding om de eindkwalificaties van de bacheloropleiding MER als basis te nemen voor de ontwikkeling van het masterprogramma MRM en deze verder te ontwikkelen en uit te breiden met bijdragen van het geconsulteerde beroepenveld, beroepsverenigingen en aanpalende bachelor- en masteropleidingen. Deze aanpak van de opleiding heeft erin geresulteerd dat de eindkwalificaties van de bacheloropleiding MER zijn verdiept en gecompleteerd tot, voor dit moment, actuele en representatieve opvattingen over het profiel van de risicomanager en de gewenste eindkwalificaties. Hierdoor is een specifiek profiel van de kwalificaties van de risicomanager ontstaan. Het feit dat de opleiding de eindkwalificaties verbonden heeft aan de vijf fasen van risicomanagement, heeft er naar de mening van het panel toe geleid dat, naast dat dit een kader biedt, een heldere set van eindkwalificaties tot stand is gekomen. De uitwerking van de eindkwalificaties in leerdoelen maakt op het panel een gedegen indruk en de samenhang tussen de eindkwalificaties en de leerdoelen is overtuigend. De leerdoelen zijn, naar het oordeel van het panel, een concrete, maar ook praktische vertaling van de eindkwalificaties. Ook in de keuze van de opleiding om de eindkwalificaties aan te vullen met de gekozen rollen kan het panel zich vinden. Het panel herkent en onderschrijft deze. Aangezien er geen sprake is van een landelijk vastgesteld beroepsprofiel, acht het panel het raadzaam dat de opleiding aandacht blijft schenken aan de contacten in de beroepspraktijk, zodat het profiel en de eindkwalificaties ook in de toekomst relevant blijven.
16/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Facet 1.2
Niveau master
Voldoende
Criterium: - De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het panel stelt vast dat de opleiding de acht eindkwalificaties op duidelijke wijze met de Dublin descriptoren vergelijkt in een matrix. De opleiding heeft dit gedaan door per descriptor aan te geven op welke wijze het masterniveau in het profiel en het programma wordt gewaarborgd. In de matrix maakt de opleiding onder andere inzichtelijk dat de Dublin descriptor Kennis en Inzicht is gekoppeld aan de eindkwalificaties van de MRM. Dit wil zeggen dat ontwikkelingen in het vakgebied worden verdiept en geïntegreerd door up-to-date specifieke vakliteratuur en onderzoek en door bestudering en reflectie van ondersteunende en meer specialistische informatie. Daarnaast is bijvoorbeeld de Dublin descriptor Leervaardigheden door de opleiding onder meer gekoppeld aan het zelfstandige hanteren en toepassen van het zevenstappenmodel voor toegepast onderzoek door de student. De overige Dublin descriptoren zijn voorts ook weer gekoppeld aan één of meerdere en ook wel dezelfde eindkwalificaties. • Het panel stelt vast dat de opleiding bij het opstellen van de functiebeschrijving en de eindkwalificaties van de MRM aansluiting heeft gezocht bij de doelstelling van het masteronderwijs zoals dat is vastgelegd in het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). • De opleiding geeft aan de competenties van bacheloropleiding MER als uitgangspunt te hebben gebruikt voor het instroomniveau. Deze acht het panel passend. • Het panel concludeert dat de beoogde eindkwalificaties aansluiten bij het HBOmasterniveau, gegeven de aantoonbare relatie met de Dublin descriptoren.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO master
Voldoende
Criteria: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Master in hbo: - zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties - een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Bij facet 1.1 is reeds naar voren gekomen dat de eindkwalificaties van de MRM mede zijn ontleend aan de, door het beroepenveld vastgestelde en geaccepteerde,
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
17/47
•
•
•
•
•
eindkwalificaties van de bacheloropleiding MER en aan de interpretatie van uiteenlopende bronnen (nationaal en internationaal) over het profiel en de gewenste kwalificaties van de risicomanager. Ook zijn ze afgestemd met de eisen van de beroepsgroep in de vorm van de Advisory Board (AB) van de opleiding. Hieruit blijkt dat de beoogde acht eindkwalificaties met een representatieve en gezaghebbende afvaardiging van het relevante beroepenveld zijn opgesteld. Het vakgebied Risicomanagement heeft zich vanaf het jaar 2002 als gevolg van diverse ontwikkelingen (o.a. Code Tabaksblat, corporate governance, Sarbanes Oxley) steeds verder ontwikkeld. De ontwikkelingen hebben met elkaar gemeen dat zij vragen om een professionele risicoaanpak op hoog en geaggregeerd niveau in de organisatie, waarbij alle risico’s, dus niet alleen financiële risico’s, die een organisatie loopt en die de stakeholders kunnen treffen duidelijk worden aangegeven en afgedekt. De MRM beoogt hierbij aan te sluiten door professionals op te leiden tot generieke riskmanagers. Dit is een functionaris die op seniorniveau de risico’s in de volle breedte van een organisatie of business unit inventariseert, deze transparant maakt, vertaalt naar financiële en/of gekwantificeerde gevolgen en die preventiemaatregelen onderzoekt en communiceert. De beginnende beroepsbeoefenaar MRM start de werkzaamheden als risicomanager in een staffunctie of als lid van een managementteam van een business unit met als individuele verantwoordelijkheid risicomanagement. De vraag naar een MRM blijkt in de eerste plaats uit bovengenoemde door de opleiding beschreven ontwikkelingen op het gebied van risicomanagement. De MRM geeft aan met de nieuwe opleiding een generieke nog niet in Nederland bestaande MRM te bieden. In de tweede plaats wordt de vraag naar een MRM bevestigd door de uitkomsten van een haalbaarheidsstudie die de MRM in het voorjaar van 2006 heeft laten uitvoeren: vertegenwoordigers uit het werk- en beroepenveld voorzien een pertinente behoefte aan MRM-afgestudeerden. Een inschatting van de te verwachten instroom loopt uiteen van vijftien studenten tot enkele tientallen studenten per jaar. Ook een door de HHS in maart 2007 georganiseerd symposium over Riskmanagement leverde soortgelijke aantallen op. Daarnaast duidt het aantal deelnemers van post-hbo cursussen Risicomanagement op een voldoende instroom. De leden van de AB geven in het gesprek met het panel aan dat zij de opleiding van belang achten vanwege de groeiende vraag van het bedrijfsleven naar generieke risicomanagers. De AB komt minimaal eenmaal per jaar bijeen om de opleiding te beoordelen op ‘current practice’ in het beroepenveld, het management MRM te adviseren over eventuele knelpunten en voor het bespreken van specifieke vraagstukken en ontwikkelingen in het domein in relatie tot het programma. Uit het materiaal blijkt dat de eerste bijeenkomst van de AB in september 2007 heeft plaatsgevonden. Het panel concludeert op grond van voorgaande dat de beoogde eindkwalificaties van de nieuwe opleiding aansluiten bij de criteria behorend bij het facet.
18/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Voldoende
Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De nieuwe opleiding MRM is een Nederlandstalige deeltijdopleiding die bestaat uit twee studiejaren. Het totale programma bestaat uit vier fasen (zie facet 2.3) en beoogt een wisselwerking tussen theorie en praktijk te realiseren. Iedere fase bestaat uit een deel waarin actuele kennis wordt overgedragen en een deel waarin de kennis wordt toegepast in een praktijksituatie. Het panel stelt op basis van het materiaal vast dat in elke fase van het programma door middel van vakliteratuur, thuisopdrachten, behandelde casuïstiek en faseopdrachten een verbinding wordt gelegd met de beroepspraktijk. • Kennisontwikkeling van de studenten vindt plaats aan de hand van vakliteratuur (verplicht en aanbevolen) en aanvullende literatuur in de vorm artikelen, casuïstieken en syllabi. Uit het studiemateriaal blijkt dat voor de 18 modulen waaruit het programma is opgebouwd, is vastgelegd welke literatuur wordt gehanteerd. De keuze voor bepaalde vakliteratuur en/of aanvullende literatuur is gemaakt door de docent die de betreffende module gaat uitvoeren, waarbij de opleiding de eis stelt dat het literatuur betreft die recent en praktisch bruikbaar is en wordt aanbevolen in de risicomanagementpraktijk. Het panel heeft de literatuurlijst bestudeerd en tijdens het bezoek de beschikbaar gestelde literatuur ingezien. Het panel vindt de verplichte en aanvullende literatuur relevant en actueel. Het panel stelt vast dat de opleiding ook gebruik maakt van Engelstalige literatuur, maar dat de nadruk ligt op Nederlandstalige literatuur. Voorafgaand aan de visitatie was het panel op basis van het beschikbaar gestelde materiaal van mening dat de literatuurlijst erg lang was. Op basis van gesprekken met het docententeam stelt zij vast dat in een aantal gevallen bepaalde delen of hoofdstukken van boeken worden gebruikt, waardoor de feitelijke omvang van de literatuur wordt beperkt. • Uitgangspunt van de opleiding is dat studenten vanaf de start van de opleiding in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk. De opleiding hanteert verschillende methoden om de band met actuele ontwikkelingen in het vak en in de beroepspraktijk te borgen. Zo komen studenten door middel van faseopdrachten, thuisopdrachten, de afstudeeropdracht en gastcolleges in aanraking met de beroepspraktijk. Daarnaast worden de lessen verzorgd door een docententeam dat werkzaam is in de beroepspraktijk van het vakgebied risicomanagement. Docenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij, naast actuele literatuur, ook gebruik zullen maken van actuele
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
19/47
•
•
•
en tot de verbeelding sprekende casuïstiek, zoals de gewijzigde wet- en regelgeving en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de modellering van risico’s, en eigen ervaringen die aansluiten bij de achtergrond van de studenten. Tevens verwacht de opleiding dat studenten zelf vanuit de eigen beroepspraktijk zullen bijdragen aan het actueel houden van het programma. Ook voor de leden van de Course & Review Board, Advisory Board en Examination Board van de opleiding geldt dat zij afkomstig zijn uit het werkveld of daar nauwe banden mee hebben. Aan het ontwikkelen van beroepsvaardigheden en gewenste gedragskenmerken wordt gewerkt in alle fasen van het programma. In een speciaal daarvoor ingerichte lessenserie wordt, onder leiding van een professioneel en gespecialiseerd bureau, aandacht besteed aan de in het beroep benodigde en gevraagde attitudes en rollen. De student dient vervolgens de opgedane kennis toe te passen en te integreren in praktijkopdrachten en de afstudeeropdracht. De praktijkopdrachten aan het eind van iedere fase en de afstudeeropdracht worden afgesloten met een evaluatie waarin de vaardigheden (o.a. advies- en onderzoeksvaardigheden) en de beleving van de verschillende attitudes en rollen in de praktijksituatie uitvoerig wordt besproken met begeleidende docenten. Studenten komen door middel van fase-opdrachten en de afstudeeropdracht in aanraking met toegepast onderzoek. Dit betekent dat studenten in alle vier fasen van het programma in aanraking komen met toegepast onderzoek. In de bijlagen bij het materiaal is door de opleiding, voor zowel de fase-opdrachten als de afstudeeropdracht, aangegeven wat de eisen zijn met betrekking tot de vormgeving en het inhoudelijk niveau van de opdrachten. Daarnaast wordt door de opleiding de module Toegepast Onderzoek verzorgd. In deze module verwerven studenten kennis en vaardigheden van methoden en technieken van (bedrijfs)onderzoek. De module wordt in de eerste fase van het programma aangeboden, zodat de opgedane kennis en vaardigheden gedurende het hele programma kunnen worden toegepast. Op grond van voorgaande stelt het panel vast dat het programma over de gehele linie voldoende actueel en beroepsgericht van opzet en inhoud is.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Voldoende
Criteria: - Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. - De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het tweejarige MRM programma is opgebouwd rondom de vijf fasen van het Risicomanagementproces (vergelijk facet 2.3), waarbij per fase door de opleiding inzichtelijk is gemaakt aan welke kwalificatie(s) in de betreffende fase aandacht wordt besteed. Het panel heeft het programma bestudeerd en stelt vast dat de opleiding de te bereiken eindkwalificaties op heldere en concrete wijze heeft vertaald in leerdoelen. Per eindkwalificatie (acht in totaal) is een operationalisering gemaakt in (meerdere)
20/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
•
•
•
•
•
•
leerdoelen. Door middel van een matrix is door de opleiding inzichtelijk gemaakt welke eindkwalificaties en leerdoelen in welke module(n) aan de orde komen. Het panel stelt op basis van de matrix vast dat de acht eindkwalificaties en de daaraan gerelateerde leerdoelen in het totale programma, meer dan eens, aan de orde komen. Het panel constateert dat alle modulen van het tweejarige programma zijn beschreven en volgens een vast stramien zijn vormgegeven. Per module is een beschrijving gegeven van het startniveau, de vervolgmodule, de betrokken docent(en), het leerproces, de te verwerven eindkwalificaties in relatie tot de leerdoelen, de thuisopdrachten, de gehanteerde literatuur, het lesschema, de toetsvorm, de minimumscore en de studielast. Het panel is van mening dat de modulebeschrijvingen goed zijn uitgewerkt, waarbij een duidelijke structuur en opzet zichtbaar is. Op basis van het bestudeerde materiaal en de gevoerde gesprekken constateert het panel dat het didactisch concept dat door de opleiding wordt gehanteerd aansluit bij de doelstelling van de masteropleidingen van HHS: Zet je aan het denken in theorie en praktijk. Met dit concept beogen de masteropleidingen in hun onderwijs kwalitatief goede leersituaties te bieden die de student aanzetten tot reflectie. Daarnaast, zo geeft de opleiding aan, legt iedere master van de HHS binnen dit concept zijn eigen accenten waar het gaat om de cultuur van het werkveld waar de master zich op richt en de ervaring en achtergrond van de deelnemers. De opleiding heeft in een aparte bijlage een uitgebreide uitwerking gemaakt van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het didactisch concept van de opleiding MRM. Zij heeft hiertoe doelstellingen en randvoorwaarden geformuleerd en een beschrijving opgesteld van de onderwijsvorm. Het didactisch concept dat de opleiding hanteert, is volgens het panel in lijn met de competenties en de doelen van de opleiding. Werkvormen die de opleiding hanteert zijn discussie- en instructiecolleges, onderwijsleergesprekken (groepsdiscussies) gericht op de verwerking van lesstof, praktische opdrachten, oefeningen en training van vaardigheden. Voor alle modulen geldt dat een combinatie van werkvormen van toepassing is. Het panel heeft het programma en de modulen bestudeerd en constateert dat de gehanteerde werkvormen goed aansluiten bij de inhoud van de modulen en het didactisch concept. Eisen met betrekking tot toetsing zijn opgenomen in het Studentenhandboek en het Onderwijs en Examen Reglement (OER). Voor alle masterprogramma’s van de HHS geldt dat de student een herkansing wordt geboden voor iedere module (of beoordeeld traject) met een onvoldoende resultaat. Wanneer de herkansing geen voldoende resultaat oplevert, moet de student het gehele als onvoldoende beoordeelde traject overdoen. Vanuit de Examination Board (EB) moet borging plaatsvinden op de uitvoering van de toetsing. Externe examinatoren beoordelen op gezette tijden de mate waarin de eindkwalificaties naar hun mening zijn getoetst en bespreken dit met het Course Management en de moduledocenten. In de modulebeschrijvingen wordt door de opleiding aangegeven welke (combinatie van) toetsvorm(en) wordt gehanteerd. De opleiding onderscheidt verschillende toetsvormen waaronder schriftelijke testen, individuele- of groepsopdrachten en individuele- of groepspresentaties.
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
21/47
•
•
•
Iedere fase van de opleiding wordt afgesloten met een faseopdracht (drie in totaal), waarbij de student de in de betreffende fase opgedane kennis en vaardigheden integreert/toepast in de praktijk. Op basis van de modulebeschrijvingen die het panel heeft ingezien, stelt zij vast dat de faseopdrachten inhoudelijk vergaand zijn uitgewerkt en dat iedere faseopdracht voorzien is van beoordelingscriteria. De opleiding wordt afgesloten met een afstudeeropdracht, het zogenoemde Meesterstuk. Deze bestaat uit twee onderdelen, het schrijven van een business report (in teamverband) en het schrijven van een publicabel artikel (individueel). In de bijlagen van het materiaal zijn het doel, de eisen, het proces, de procedures en de beoordelingscriteria voor beide onderdelen naar de mening van het panel helder beschreven en weerspiegelen zij het juiste (eind)niveau. Het panel heeft op basis van het bestudeerde materiaal en de gevoerde gesprekken voldoende vertrouwen in een goede uitvoering van het beoogde programma. Het panel herkent de eindkwalificaties in het programma, constateert dat de werkvormen passend zijn bij de inhoud van modulen en het didactisch concept en is van oordeel dat de opleiding in voldoende mate inzicht heeft gegeven in de wijze van toetsen en beoordelen. Het programma leidt naar de mening van het panel tot het juiste eindniveau.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Voldoende
Criterium: - Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het MRM programma volgt in sequentie de vijf (theoretische) fasen van het risicomanagementproces. Aan het begin van iedere fase wordt aan de studenten, door middel van een introductiemodule, duidelijk gemaakt wat de betreffende fase toevoegt aan het risicomanagementproces. De opleiding geeft aan dat hiermee de horizontale samenhang in het programma wordt geborgd. Het panel heeft het opleidingsmateriaal, waaronder het door de opleiding volledig uitgewerkte tweejarige programma, bestudeerd en herkent de vijf gehanteerde fasen. Het panel stelt vast dat deze vijf fasen de basis vormen voor het tweejarige programma. Iedere fase (waarvan 2 fasen zijn samengevoegd vanwege de onderlinge verwevenheid, dus in totaal vier fasen) bestaat uit een aantal modulen die inhoudelijk aansluiten op de betreffende fase van het risicomanagementproces. Tevens is er, naarmate de fasen verder worden doorlopen, naar de mening van het panel sprake van een opbouw in complexiteit. • Het panel constateert dat de verticale samenhang op twee manieren door de opleiding wordt bewaakt. Binnen de modules door het aanstellen van een moduledocent, welke de inhoudelijk samenhang bewaakt. Tussen modules door de faseopdracht, waarin de kennis en vaardigheden van iedere module (binnen een fase) worden geïntegreerd. • Het MRM programma kent een wisselwerking tussen theorie en praktijk. In vrijwel iedere les wordt door middel van de ‘thuisopdracht’ een verbinding gelegd met de praktijk. Daarnaast wordt iedere fase afgesloten met een praktijkopdracht, waarin de kennis en
22/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
•
•
vaardigheden uit de betreffende fase worden toegepast. De praktijkopdracht wordt, zo maakt het panel op uit het opleidingsmateriaal, bij voorkeur uitgevoerd binnen het bedrijf waar de student werkzaam is. Tot slot wordt door middel van de afstudeeropdracht de door de student opgedane kennis en vaardigheden in de praktijk toegepast. De opleiding heeft een relatief groot docententeam. De reden hiervoor is dat de kennis en kunde van het vakgebied risicomanagement verdeeld is over een groot aantal deskundigen. Om afstemmingsproblemen te voorkomen, heeft de opleiding moduledocenten aangesteld die inhoudelijk het overzicht bewaken over de lessen in een bepaalde module en die coördinerend optreden bij tentamens. Uit het materiaal blijkt dat de opleiding de moduledocenten reeds heeft benoemd. Daarnaast wordt door de opleiding minimaal eenmaal per jaar een Staff Development Seminar (SDS) voor de MRM docenten georganiseerd, waarbij deskundigheidsbevordering en informatieuitwisseling centraal staan. Het panel beoordeelt dit als positief. Het panel is op basis van het bestudeerde materiaal overtuigd van een voldoende inhoudelijke samenhang in het opleidingsprogramma.
Facet 2.4
Studielast
Voldoende
Criterium: - Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding MRM is een deeltijdopleiding met een studieduur van twee jaar. De opleiding heeft een totale omvang van 60 studiepunten (EC). De opleiding is opgebouwd uit vier fasen. Fase 1 kent een studiebelasting van 14 EC verdeeld over zes modulen en wordt in 88 lesuren aangeboden. Fase 2 heeft eveneens een studiebelasting van 14 EC, verdeeld over vijf modulen en wordt in 88 lesuren aangeboden. Fase 3 kent een studiebelasting van 4 EC, verdeeld over drie modulen en wordt in 20 lesuren aangeboden. Fase 4 heeft een studiebelasting van 28 EC, verdeeld over vier modulen en wordt in 64 lesuren aangeboden. De opleiding geeft aan dat hoewel de studielast niet evenredig is verdeeld over de vier fasen van het programma er geen sprake is van een onevenredige studielast: de fasen 1, 2 en 4 worden in meer studieweken aangeboden dan fase 3. • Uit het materiaal blijkt dat de beoogde studentgroepen relatief klein zijn, variërend van 15 studenten tot maximaal 25 studenten. Hierdoor kan de studievoortgang en dus de studielast, aldus de opleiding, scherp bewaakt worden. De Course Manager speelt hierin een belangrijke rol (zie ook facet 4.2). Op basis van het bestudeerde opleidingsmateriaal en de nagestuurde informatie, de gekozen opzet en de werkwijze voor de uitvoering van het programma, heeft het panel hier vertrouwen in.
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
23/47
•
•
•
•
•
Voor alle masterprogramma’s van de HHS geldt dat de student een herkansing wordt geboden voor iedere module (of beoordeeld traject) met een onvoldoende resultaat. Wanneer de herkansing geen voldoende resultaat oplevert, moet de student het gehele als onvoldoende beoordeelde traject overdoen. Aspirant-studenten worden tijdens het intakegesprek met de Course Manager nadrukkelijk gewezen op de gevolgen van studielast van de opleiding voor de sociale contacten. De opleiding gaat er echter vanuit, zo geeft zij in het gesprek met het panel aan, dat de deelnemers aan de opleiding op basis van hun achtergrond (werkkring, senioriteit en loopbaanontwikkeling) over een dusdanige motivatie en gevoel van verantwoordelijk beschikken, dat zij zich hiervan voldoende bewust zijn. De opleiding verwacht dat door de gedegenheid van de intakeprocedure minimaal 80% van de studenten de opleiding na twee jaar met goed gevolg zal voltooien. Studenten MRM worden door middel van het Studentenhandboek en de Modulebeschrijvingen geïnformeerd over de maximale omvang van opdrachten en/of examens. Uit het materiaal blijkt dat in alle module-evaluaties een vraag is opgenomen over het aantal studie-uren dat door de student daadwerkelijk is besteed aan de betreffende module. De opleiding geeft aan dat naar aanleiding hiervan aanpassingen in studielast moeten en kunnen worden gemaakt. Op grond van voorgaande beoordeelt het panel het facet als voldoende.
Facet 2.5
Instroom
Voldoende
Criterium: - Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectiecriteria. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Studenten worden toegelaten tot de MRM met een bachelor Management, Economie en Recht (MER) of een equivalent hiervan en tenminste drie jaar relevante werkervaring. Studenten die niet beschikken over een dergelijk bachelordiploma wordt de mogelijkheid geboden om een (verkorte) parttime MER-opleiding te volgen om het diploma te behalen. De instroomeis van tenminste drie jaar relevante werkervaring moet door de student worden aangetoond door het aan de opleiding verstrekken van drie referentiebrieven van voormalige en huidige werkgever(s). • Met elke student wordt een intakegesprek gevoerd. De uitkomsten hiervan zijn doorslaggevend voor de toelating van de student. In een diepte-interview met de Course Manager moet de aspirant-student academisch niveau, communicatieve vaardigheden en motivatie aantonen. De opleiding heeft ter beoordeling hiervan een aantal criteria geformuleerd. Tevens zijn studiehistorie, loopbaanontwikkeling, carrièreperspectief en leervragen van de student onderwerp van gesprek.
24/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
•
•
•
•
• •
Het opleidingsmanagement geeft in het gesprek met het panel aan dat de intakeprocedure deels is geformaliseerd en deels intuïtief plaatsvindt. Dit onderschrijft het panel, maar het panel vindt wel dat de intakecriteria, met name wat betreft de eis van drie jaar relevante werkervaring, scherper geformuleerd kunnen worden. Docenten geven in het gesprek met het panel aan de intakeprocedure te onderschrijven. Wel vinden zij dat tijdens de intake ook aandacht dient te zijn voor reeds aanwezige talenten en eigenschappen bij studenten(bijvoorbeeld out of the box-denken) en dat studenten de kans moet worden geboden om zich in de opleiding (door) te ontwikkelen. Uit het materiaal blijkt dat de studenten bij aanvang van de opleiding moeten beschikken over een relevante werkomgeving, waarbinnen het mogelijk is om studieopdrachten uit te voeren. Dit aspect komt aan de orde tijdens het intakegesprek met de Course Manager. De opleiding verleent vooralsnog geen vrijstellingen anders dan geformuleerd in het Studentenhandboek. Hierin is opgenomen dat wanneer de student van mening is dat hij/zij op basis van een eerder genoten opleiding in aanmerking komt voor een vrijstelling, hij/zij een inhoudelijk onderbouwd schriftelijk verzoek aan de Afdeling Master Studies kan richten. Deze beslist vervolgens, op advies van een panel, of de vrijstelling wordt verleend. Wel geeft de opleiding aan dat het denkbaar is dat studenten die een post-hbo cursus Register Risicomanagement hebben afgerond in de toekomst een beperkt aantal vrijstellingen kunnen krijgen. De opleiding heeft hierover nog geen definitieve beslissing genomen. Het opleidingsmanagement geeft aan dat de Afdeling Master Studies procedures met betrekking tot Elders Verworven Competenties (zogenoemde EVC procedures) niet toepast. Master Studies vereist het behalen van het formele bachelordiploma (in eventueel verkorte trajecten). De Afdeling Master Studies van de HHS heeft een Internationale Code of Conduct getekend. Deze zal ook van toepassing zijn op de nieuwe opleiding MRM. Het panel stelt vast dat de instroomcriteria voor de MRM helder zijn. De vrijstellingen zijn nog onderwerp van besluitvorming. Het panel heeft hier begrip voor gezien het feit dat de opleiding nog moet starten en verwacht dat dit op korte termijn gerealiseerd zal worden.
Facet 2.6
Duur
Voldoende
Criterium: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-master: minimaal 60 studiepunten (EC). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding MRM is een tweejarige hbo-master en heeft in totaal een omvang van 60 studiepunten (EC). Dit komt neer op een studielast van 1682 uur. In de documentatie van de opleiding is het programma beschreven waaruit de omvang van de opleiding blijkt. • Het panel concludeert dat de opleiding voldoet aan de formele eisen die worden gesteld aan een hbo-master.
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
25/47
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Voldoende
Criterium: De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel: - het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding MRM heeft zeventien docenten geselecteerd die de opleiding gaan uitvoeren. Op basis van de CV’s en het gesprek dat het panel voerde met een deel van het docententeam stelt het panel vast dat de docenten voldoen aan de eisen met betrekking tot academische achtergrond en professionele kwalificaties (zie facet 3.3). Voor alle docenten geldt dat zij ook thans werkzaam zijn in het bedrijfsleven. De docenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij, vanuit de werkkring waarin zij thans werkzaam zijn, actuele en eigen ervaringen, of gastdocenten, zullen inbrengen in het programma en de modulen. Uit het materiaal blijkt dat docenten door middel van de begeleiding van studenten bij fase-opdrachten en de afstudeeropdracht in aanraking komen met de beroepspraktijk (dit is over het algemeen het bedrijf waar de student werkzaam is). Uit door de opleiding nagestuurd materiaal blijkt dat het docententeam over gemiddeld 13 jaar ervaring op het gebied van Riskmanagement beschikt (variërend van 5 jaar tot 25 jaar ervaring). • Het opleidingsmanagement geeft in het gesprek met het panel aan gastdocentschappen te stimuleren. De verwachting is dat de gastdocenten veelal afkomstig zullen zijn uit het netwerk van de docenten. Gastcolleges bieden volgens de opleiding, naast de reguliere lessen/bijeenkomsten van de docenten, variatie en een frisse kijk op onderwerpen die in de modules aan de orde komen. • Het panel is van mening dat het masterprogramma wordt uitgevoerd en verzorgd door een docententeam dat de verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
Criteria: - Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. - Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Voor een beoogde instroom van maximaal 25 studenten per cohort is een team van zeventien docenten beschikbaar. De totale aanstellingsomvang voor de tweejarige opleiding bedraagt 1,0 fte per cohort van 25 studenten. Voor de Course Manager geldt
26/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
•
•
•
een aanstellingsomvang van 0,2 fte per jaar. De opleiding streeft naar een docentstudentratio van 1:20. Vanaf het moment van instroom in het eerste jaar van de opleiding is de Course Manager contactpersoon en aanspreekpunt voor de studenten als het gaat om studieresultaten, studiebelemmeringen en het voeren van studievoortganggesprekken (zie ook facet 4.2). Voor meer praktische aangelegenheden kunnen studenten terecht bij de supportdesk en de Master Studies frontoffice van de afdeling Master Studies (zie ook facet 4.1). Docenten concentreren zich op het verzorgen van lessen/bijeenkomsten en de inhoudelijke begeleiding van studenten (zie ook facet 4.2). Het panel vindt deze verdeling voldoende. Het panel stelt op basis van het opleidingsmateriaal en de gesprekken met het opleidingsmanagement vast dat voor de functie van Course Manager MRM een vacature openstaat. Het panel is van mening dat de Course Manager binnen de opleiding een zeer cruciale functie vervult en dat de vacature bij voorkeur vóór de start van de opleiding vervult zou moeten zijn. Het opleidingsmanagement deelt deze mening en geeft aan dat dit haar prioriteit heeft. Tot het moment dat de vacature is vervuld, zal de Manager Master Studies deze functie op zich nemen. De opleiding wordt uitgevoerd door uitsluitend externe docenten, zeventien in totaal. Uit het materiaal blijkt dat deze docenten op contractbasis verbonden zijn aan de HHS. Iedere docent ondertekent voor het begin van het collegejaar een contract met de HHS voor de jaarlijks te verrichten werkzaamheden. Voor veertien van de zeventien docenten geldt dat zij vier jaar of langer op contractbasis verbonden zijn aan de master en/of post-hbo-opleidingen van de HHS. De opleiding geeft aan dat zij in haar netwerk alert dient te blijven op mogelijke docenten, omdat het risico bestaat dat externe docenten van werkkring kunnen veranderen. De gesprekken die de Course Manager op regelmatige basis voert met de docenten zullen er naar de mening van het panel toe bijdragen dat de opleiding niet wordt ‘verrast’ door een plotseling vertrek van een docent en de tijd heeft om hierop te anticiperen. Het panel heeft er op basis van het gesprek met het opleidingsmanagement, waarin zij aangeeft te streven naar een zo laag mogelijk verloop in het docentencorps, vertrouwen in dat de opleiding alles in het werk zal stellen om de capaciteit en continuïteit te waarborgen.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Voldoende
Criterium: - Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft als uitgangspunt dat docenten minimaal over een academische opleiding beschikken en bij voorkeur een PhD. Daarnaast dienen zij te beschikken over minimaal drie jaar actuele werkervaring op seniormanagementniveau. Op basis van de CV’s en het gesprek dat het panel voerde met een deel van het docententeam stelt het panel vast dat de docenten voldoen aan de eisen met betrekking academische
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
27/47
•
•
•
•
•
•
achtergrond en professionele kwalificaties. Daarnaast hebben allen ervaring met lesgeven op master- en/of post-hbo-niveau. Er zijn zeventien docenten beschikbaar voor de uitvoering van de MRM. Uit de CV’s blijkt dat het docententeam bestaat uit 4 PhD, 1 RA en RC, 6 doctorandi, 4 ingenieurs, 2 masters en 2 registeropgeleiden. Veel docenten hebben meer dan één academische titel en allen hebben ervaring met het verzorgen van onderwijs op master-en/of post-hbo-niveau. Daarnaast hebben vrijwel alle docenten publicaties uitgebracht en hebben enkele docenten internationale publicaties op hun naam staan. Het HRM-beleid is opgenomen in De Haagse medewerker, HRM-beleidsplan 2005-2008 van de HHS. In het plan zijn de beleidsdoelen van de hogeschool geformuleerd, welke het uitgangspunt vormen voor het HRM-beleid voor de periode 2005-2008. In het plan zijn onder meer eisen met betrekking tot de kwaliteit van docenten opgenomen. Op basis van de CV’s stelt het panel vast dat de docenten aan deze eisen voldoen. In het plan is tevens een uitwerking van het profiel van de Haagse medewerker opgenomen. Aspecten van dit profiel zijn onder meer de bereidheid om kennis en ervaringen te delen, een professionele en studentgerichte attitude en de bereidheid tot samenwerking. Op grond van het materiaal en de gesprekken met het opleidingsmanagement concludeert het panel dat het HRM-beleid van de HHS ook van toepassing zal zijn op de staf van de MRM. Het panel heeft gesproken met een deel van het docententeam en stelt vast dat deze, naast haar enthousiasme om een aandeel te leveren aan de nieuwe opleiding, een duidelijk en realistisch beeld heeft over de uitvoering van de course en haar individuele bijdrage daarin. Dit blijkt ook uit het door de opleiding samengestelde programma waaraan de docenten een belangrijke bijdrage hebben geleverd. Zo is met iedere docent afzonderlijk een gesprek gevoerd over de doelstellingen van de opleiding MRM, het concept-programma en de modulebeschrijvingen. Daarnaast hebben docenten een bijdrage geleverd aan de verfijning van de modulebeschrijvingen en hebben zij getoetst of de modulen aan de vereiste kwalificaties voldoen. Voor alle docenten in dienst van de HHS geldt dat zij 10% van hun aanstellingstijd kunnen besteden aan deskundigheidsbevordering. Minimaal eenmaal per jaar is een Staff Development Seminar (SDS) gepland voor deskundigheidsbevordering- en uitwisseling. Van docenten die niet in dienst zijn van de HHS wordt verwacht dat zij via hun hoofdwerkgever up-to-date blijven in hun vakgebied. Door het jaarlijks opnieuw aanleveren door docenten van het CV wordt door de opleiding bijgehouden op welke wijze zij zich bijscholen binnen hun vakgebied. Wanneer blijkt dat docenten onvoldoende doen om hun vakkennis actueel te houden of weinig tot geen vernieuwingen doorvoeren in de lesstof, dan kan dit aanleiding geven om het contract met de desbetreffende docent niet te vernieuwen. De MRM kent geen structuur voor functioneringsgesprekken met externe docenten. Als evaluaties daartoe aanleiding geven zal een gesprek volgen met de Course Manager. Deze kan naar aanleiding van het gesprek adviseren tot scholing of besluiten de betreffende docent niet meer te contracteren. Het panel constateert dat vier van de zeventien docenten beschikken over een PhD, terwijl het de voorkeur van de opleiding heeft dat het merendeel van de docenten in het bezit is van een PhD. Dit doet aldus het panel niets af aan de totale gepresenteerde
28/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
kwaliteit van de zeventien beschikbare docenten. Het panel concludeert op basis van het materiaal en de gevoerde gesprekken met het opleidingsmanagement en een deel van het docententeam dat de beschikbare docenten voldoende gekwalificeerd zijn voor de realisatie van het programma.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Voldoende
Criterium: - De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De nieuwe opleiding wordt gehuisvest in het gebouw van de HHS, gelegen nabij het station Den Haag Hollands Spoor. De lessen vinden plaats in een apart deel van het gebouw dat speciaal is gereserveerd voor de uitvoering van de Master Studies. Binnen deze afdeling is een supportdesk aanwezig, waar studenten terecht kunnen met praktische vragen. De supportdesk is geopend op werkdagen tussen 9.00 en 22.00 uur en fungeert als eerste aanspreekpunt binnen de academie. Voor studievoorlichting en studieproblemen kunnen studenten terecht bij de Master Studies frontoffice (dagelijks geopend) of de Course Manager MRM (op afspraak). • De opleiding maakt verder gebruik van alle voorzieningen van de HHS: klaslokalen, ict voorzieningen, bibliotheek, international office, catering, sport & fitness. De klaslokalen zijn goed geoutilleerde lokalen die op werkdagen ook ’s avonds beschikbaar zijn voor studenten. Verder beschikken de studenten over een eigen e-mailaccount en toegang tot het intranet van de hogeschool en Blackboard. In de bibliotheek kunnen studenten relevante vakliteratuur (boeken en vakbladen, nationaal en internationaal) raadplegen. Daarnaast kunnen de studenten via het Library Loan Systeem gebruik maken van de bibliotheekfaciliteiten van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en van alle dertien Universiteiten in Nederland. • Het panel stelt vast dat de voorzieningen toereikend zijn voor de uitvoering van het programma.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criterium: - Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten, die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang.
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
29/47
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De studiebegeleiding vindt plaats vanaf het moment van de intake van de aspirantstudent. De Course Manager MRM is verantwoordelijk voor de intake en vraagt de student in een persoonlijk gesprek naar zijn/haar motivatie voor de opleiding. Tevens wordt de student in dit gesprek geattendeerd op de studielast en geconfronteerd met de beroepshouding. Van het gesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt voor latere referentie. • De Course Manager MRM fungeert gedurende de hele opleiding als contactpersoon en aanspreekpunt voor de studenten MRM. Hiermee wordt door de opleiding intensieve begeleiding, korte lijnen en een persoonlijke benadering beoogd. De Course Manager adviseert studenten gevraagd en ongevraagd over studieresultaten en studiebelemmeringen en onderneemt, indien nodig, actie om deze te verhelpen. Tevens voert hij, op verzoek van de examination board, studievoortganggesprekken met studenten. De Course Manager is met regelmaat tijdens lestijden aanwezig en aanspreekbaar en is dagelijks bereikbaar via e-mail voor vragen of voor het maken van een afspraak. • Uit het gesprek met het opleidingsmanagement en docenten komt naar voren dat studiebegeleiding een hoofdtaak is van de MRM docenten. Gedurende de opleiding heeft de student tijdens lesavonden interactief contact met en begeleiding van docenten. Tevens kunnen studenten tijdens kantooruren telefonisch of per e-mail contactleggen met docenten en coursemanagement. • De faseopdrachten en de afstudeeropdracht worden afgesloten met een evaluatief slotgesprek tussen docent en student. In het gesprek wordt de voortgang van de prestaties en de verbeterpunten van de individuele student besproken. • Tijdens de afstudeeropdracht, het schrijven van een business report en een artikel, wordt de student inhoudelijk begeleid door een supervisor (i.c. een docent van de opleiding MRM). De begeleidingstaken van de supervisor zijn door de opleiding duidelijk beschreven in bijlage D bij het zelfevaluatierapport. • Studenten hebben voor het opvragen van studieresultaten selectief toegang tot het onlangs bij de HHS ingevoerde studentenvoortgangssysteem Osiris. De studievoortgangsregistratie- en publicatie zal worden beheerd door het MRMsecretariaat. • Studenten worden via lesavonden, Black Board, e-mail en nieuwsbrieven geïnformeerd over actuele ontwikkelingen en/of wijzigingen in het programma. • Bij de start van de opleiding volgen de studenten een avonddurende introductiebijeenkomst. Tijdens de bijeenkomst maken de studenten kennis met de onderwijsondersteunende diensten (o.a. MRM-secretariaat en MRM-helpdesk), krijgen zij het studentenhandboek uitgereikt, worden zij geïnformeerd over de belangrijkste regels en procedures en maken zij kennis met het coursemanagement en de docenten. • Het panel stelt vast dat de studiebegeleiding en de informatievoorziening adequaat zijn met het oog op de studievoortgang van studenten.
30/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Systematische aanpak
Voldoende
Criterium: - Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De interne kwaliteitszorg van de opleiding sluit aan bij het kwaliteitsbeleid van de HHS en is gebaseerd op de Plan-Do-Check-Act-cyclus. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het kwaliteitsbeleid ligt bij het management van de Master Studies. Uit het materiaal dat het panel heeft ingezien, blijkt dat verschillende partijen betrokken worden bij de kwaliteit van de opleiding: studenten, werkveld, front- en backoffice van de academie en de staf. • In lijn met het beleid van de HHS wordt een zogenoemde evaluatiestrategie gehanteerd. De evaluatiestrategie houdt in dat programmaonderdelen worden geëvalueerd tijdens de uitvoering en dat op basis van de uitkomsten verbeteringen worden uitgevoerd. Daarbij heeft het management van de Master Studies als voorwaarde gesteld dat alle evaluaties van alle masterprogramma’s met minimaal een acht worden gewaardeerd op een schaal van tien. De Course Manager MRM is verantwoordelijkheid voor de planning en uitvoering van de evaluatiestrategie. De academie beschikt over een medewerker kwaliteitszorg die de opleiding ondersteunt bij de integrale kwaliteitszorg. • Minimaal eenmaal per jaar wordt het MRM-programma besproken in de Course & Review Board. Dit orgaan heeft als opdracht de kwaliteit en relevantie van alle modules in het MRM-programma te waarborgen. In de Course & Review Board hebben de Course Manager MRM, docenten, externe examinatoren en de academisch adviseur zitting. Externe adviseurs nemen op uitnodiging van de opleiding zitting in de Course & Review Board. • Uit het materiaal dat het panel heeft ingezien, blijkt dat de opleiding gebruik maakt van diverse evaluatie-instrumenten, waaronder module-evaluaties, Focus groups en de end-of-study evaluatie. Naast de module-evaluaties vinden na afloop van elk semester en per cohort gesprekken plaats met een groep studenten om het semester te evalueren. Dit zijn de zogenoemde Focus groups. De resultaten uit de Focus groups worden in de Course & Review Board besproken en waar nodig worden afspraken ter verbetering gemaakt. De uitvoering van de verbeteracties is de verantwoordelijkheid van de Course Manager. Verder wordt het gehele programma na afloop onder studenten geëvalueerd (end-of-study evaluatie).
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
31/47
Facet 5.2
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criterium: - Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het uitgangspunt van de opleiding is dat verschillende partijen betrokken worden bij de kwaliteitszorg op een zelfde wijze als waarop dit voor bestaande opleidingen gebeurt. In het materiaal heeft de opleiding aangegeven op welke wijze verschillende partijen bij de kwaliteitszorg van de opleiding betrokken zullen worden: - Studenten evalueren modules, course (programma) en docenten; - De Course & Review Board en de Examiniation Board leveren evaluatieve gegevens, dragen verbetermaatregelen aan of adviseren hierover; - De Advisory Board geeft advies in hun bijeenkomsten, minimaal één en maximaal tweemaal per jaar; - Onder alumni wordt twee jaar na afloop van de opleiding een exit-evaluatie uitgevoerd; - Docenten leveren evaluatiegegevens aan en voeren, in overleg met de Course Manager, geformuleerde verbeteringen door; - De Course Manager MRM is verantwoordelijk voor het verzamelen van evaluatiegegevens over de opleiding, het voorlegen van gegevens aan de verschillende Boards, het formuleren (daar waar nodig in afstemming met de directeur Mater Studies) van verbetermaatregelen en het toezien op deze verbetermaatregelen. • De opleiding geeft aan te onderzoeken of een Opleidingscommissie in het commercieel Master onderwijs een verplichting is en of de relatief kleine studentenaantallen een dergelijke commissie zinvol maken. De afdeling Masters Studies onderzoekt de mogelijkheid om één Opleidingscommissie op te richten die alle masteropleidingen van de HHS kan dienen. • Het panel stelt op basis van gesprekken met het opleidingsmanagement en op basis van het ter inzage gelegde materiaal vast dat de opleiding voldoende heeft aangetoond dat zij voornemens is om voor de opleiding relevante partijen te betrekken bij de interne kwaliteitszorg.
32/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Onderwerp 6
Facet 6.1
Condities voor continuïteit
Afstudeergarantie
Voldoende
Criterium: - De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding garandeert in het Studentenhandboek dat studenten die een masteropleiding zijn gestart, kunnen afstuderen tot 2 jaar na de officiële afstudeerdatum van het betreffende cohort. Daarnaast wordt voor 1 juli 2008 het nieuwe OER voor de Master Studies door het College van Bestuur ondertekend. Hierin is een bepaling met betrekking tot de afstudeergarantie opgenomen. • In het materiaal en uit de gevoerde gesprekken komt naar voren dat de HHS financieel garant staat voor de te starten opleiding MRM. Daarnaast is de opleiding organisatorisch en fysiek gehuisvest in het gebouw van de HHS. De MRM kan gebruik maken van de voorzieningen van de HHS (zie facet 4.1). • Aspecten die de te starten opleiding in samenspraak met de HHS uitvoert, hebben betrekking op de continuïteit van de opleiding, accreditatie, kwaliteitszorg en de bijdrage van de (zittende) staf.
Facet 6.2
Investeringen
Voldoende
Criterium: - De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Bij dit facet worden de argumenten van facet 6.1 meegenomen. Daarin wordt duidelijk gemaakt dat naast de gegeven afstudeergarantie de opleiding beschikt over docenten, huisvesting en voorzieningen. • Het Businessplan en het Marketingplan van de HHS onderbouwen inhoudelijk en financieel dat de voorziene investeringen toereikend zijn om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. De meerjarenbegroting in het informatiedossier geeft weer dat wordt voorzien in de organisatorische capaciteit voor de uitvoering van de MRM. Hierbij wordt uitgegaan van een instroom oplopend van 12 studenten in 2008 tot 17 studenten in 2011. Ontwikkelkosten zijn eveneens weergegeven. Deze betreffen accreditatiekosten, ontwerpkosten en onvoorziene kosten (totaal € 70.000) • Het panel stelt vast dat de opleiding een (financiële) infrastructuur heeft die toereikend is om de opleiding tot stand te brengen.
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
33/47
Facet 6.3
Financiële voorzieningen
Voldoende
Criterium: - De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De HHS staat garant voor de financiële verplichtingen van de Master Studies (zie facet 6.1). Eventuele tegenvallende inkomsten met betrekking tot de master kunnen waar nodig worden afgedekt vanuit andere activiteiten (hbo-masteropleidingen) van de academie. • De HHS heeft financiële reserve opgebouwd met de internationale hbo-masteropleidingen. De ontwikkeling van MRM past in het beleid van het College van Bestuur. De MRM is dus ook beleidsmatig verankerd.
34/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
35/47
Bijlage 1:
36/47
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
37/47
38/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
39/47
40/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Panellid domein: De heer prof. L. Paape PhD RA RO CIA
Panellid domein: De heerr. E.J. Emde PhD MA CISSP CPP RSA RSE
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
Visitatiedeskundigheid
X
Panellid NQA: Mevrouw drs. I. Smid
Toets nieuwe opleiding Master Risicomanagement, Haagse Hogeschool
X X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
De heer prof. L. Paape PhD RA RO CIA De heer Paape is ingezet als panellid vanwege zijn grote deskundigheid op het gebied van risicomanagement, governance & compliance en internal audit. Hij heeft als partner bij PricewaterhouseCoopers diverse projecten geleid op het gebied van de ontwikkeling van de dienstverlening op deze terreinen in Nederland. Daarbij was hij lid van het Global Leadership Team Internal Audit Services en verantwoordelijk voor het Basel II team (ontwikkeling van een internationale richtlijn voor bankkredieten). De heer Paape heeft een ruime ervaring met lesgeven, toetsen en beoordelen op het niveau van postdoctorale opleidingen, in casu Internal/Operational Auditing en IT Auditing aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam en was tevens verantwoordelijk voor AO/IC onderwijs aan de accountantsopleiding. Daarnaast treedt hij vaak op in universitaire programma’s in
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
41/47
binnen- en buitenland. Hij is vertrouwd met de meest recente internationale ontwikkelingen op het gebied van auditing, accounting information systems en risicomanagement. Hij publiceerde diverse artikelen en boeken op het gebied van auditing, risicomanagement en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De heer Paape treedt vaak op als spreker en dagvoorzitter bij seminars en conferenties. Hij is sinds februari 2007 Executive Director van Proviti Independent Risk Consulting en sinds 1 september 2007 benoemd tot Hoogleraar Bestuurlijke Informatieverzorging aan de Business Universiteit Nyenrode. Hij heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek, daarnaast is hij voor deze visitatie aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1975 – 1980 1976 – 1984 1990 1990 – 1991 2001 2001 2001 – 2007 2007
Koninklijke Militaire Academie Koninklijke Nivra SIOO kernprogramma, Management Consultant American Management Association, Management Course PricewaterhouseCoopers, professioneel ontwikkelingsprogramma partners Rotterdam School of Management, module Strategisch Management MBA Diverse cursussen en trainingen op het gebied van auditing, informatietechnologie, controlling en aanverwante vaardigheden Erasmus Universiteit Rotterdam PhD
Werkervaring: 1997 – 2007 Coopers & Lybrand/PricewaterhouseCoopers, Partner, verantwoordelijk voor de afdelingen ‘Strategic Risk Services’ en ‘In Control’ 1988 – 1996 KLM, Controller KLM Pensioenfonds, Senior Management consultant, Manager Operational Audit en plaatsvervangend Hoofd Interne Accountantsdienst 1986 – 1988 KPMG Klynveld Den Haag, Manager en Senior Manager, verantwoordelijk voor de accountantscontrole van diverse grote klanten 1980 – 1986 Ministerie van Defensie; militaire administratie. Rang: majoor en gecertificeerd auditor. Diversen (selectie recent) 2005 – 2007 Lid van het international research team voor de ontwikkeling van een algemeen kennisdomein voor Internal Auditing, IIA Inc 1998 – 2006 Lid van het Professional Education Committee IIA Nederland 2001 – heden Lid van de Adviesraad van een MSc programma aan de Cass Business School te London
De heer E.J. Emde De heer Emde is ingezet als panellid domein vanwege zijn deskundigheid als adviseur en manager op het gebied van (operationeel) risicomanagement en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. Door zijn ervaring als hoofd Veiligheid en Beveiliging en Personeelsgezondheid (arbodienst) bij ESTEC in Noordwijk heeft de heer Emde een brede expertise op het gebied van alle aspecten van beveiliging en veiligheidsoperaties. De heer Emde heeft daarnaast ervaring in het opzetten en bepalen van het bedrijfsbeveiligingbeleid, het adviseren inzake criminaliteitsrisico’s, interne en externe fraude, vertrouwelijkheid van informatie, persoonlijke fysieke veiligheidsrisico’s, crisismanagement en continuïteit en het nemen van preventiemaatregelen in verschillende sectoren, zoals bij een grote bank, multinationals, museums en luchtvaart. Tevens heeft
42/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
de heer Emde ervaring met fraudeonderzoek en fraudepreventie, integriteitanalyse en zakelijke ethiek en integriteit. Voor deze visitatie is de heer Emde individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1987,’88 &’92 SVPB (Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties), Houten, basisdiploma, professioneel diploma en management diploma Beveiliging 1992 Lancaster University, Management school, UK, MA degree in Organisational analysis and behaviour 1994 Rechten, Erasmus Universiteit Rotterdam, strafrecht en zakelijk recht 1994 Bedrijfskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam, Strategisch Management 1995 KPMG Management Training Utrecht, Cursus Administratieve Organisatie 1995 Rechercheschool Zutphen, Interviewtechnieken 1996 KPMG Amsterdam, Marketing en verkooptechnieken 1997 en 1998 Politie Trainings Centrum, Vaassen, persoonlijk beveiliging, onderzoek en privacy 1999 – 2005 Diverse trainingen en cursussen op het gebied van risicomanagement, handhaving, integriteit, management en leiderschap Werkervaring 1988 – 1991 1991 1992 – 1994 1994 – 1999 1999 – 2002 2002 – 2004 2004 – 2007 2007
Beveiligingsdienst Nederland BV, Vianen, beveiligingsmedewerker Centocor B.V. Leiden: Management Assistent Facility- en Beveiligingsmanager Erasmus Universiteit Rotterdam; assistent vakgroep Strategie en Omgeving KPMG Holding NV Amsterdam AMRO Bank NV, Amsterdam, Teamleider risicoanalyse en security auditing AMRO Bank NV, Amsterdam, Vice President (Afdelingsdirecteur) European Space Agency ESA, ESTEC Noordwijk, Hoofd Veiligheid en Beveiliging, ESA Informatica en Facility Management Interseco Den Haag, manager Consultancy Services
Diversen (selectie): Lid van vele organisaties in het vakgebied van veiligheid, (informatie-)beveiliging en risicomanagement, onder meer: 1990 – heden Diverse functies binnen ASIS International, ’s werelds grootste en meest invloedrijke organisatie van en voor security professionals 1995 – heden Lid van de ACFE, the Association of Certified Fraud Examiners, sinds maart 2006 ook een Nederlandse afdeling: Vereniging van Fraudeonderzoekers Spreker en trainer op verschillende conferenties, cursusdagen, congressen en dergelijke, onder andere: Juni 2007 Beveiligingsdag 2007, Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid, WTC Rotterdam; ‘Aanbesteding en outsourcing van Security’ Juni 2006 TAPA, Noordwijk; ‘Personal & professional development in Security management’ Maart 2006 Bijeenkomst Afdeling Zwitserland ASIS International, Zurich, ‘Personal Development voor Security managers and certification’ Juni 2005 Trainer Asset Protection Course Europe, segments ‘Ethics’ en ‘Professional security management’, Brussel Sept.2003
Spreker, met M. Cummings, ‘Understanding Cultural Diversity’, sessie tijdens de 49ste jaarlijkse ASIS congres en tentoonstelling, New Orleans
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
43/47
2002 & 2004 Sept. 1998 Mei 1998
Trainer CPP Review Course, segments ‘Investigations’, ‘Security management’, ‘Liaison’ and ‘Loss Prevention’, te Brussel en Louvain Spreker ‘Measuring and improving security awareness’, 44ste jaarlijkse ASIS International congres en tentoonstelling, Dallas, USA Spreker ‘Keeping honest people honest at department stores’, 9th Risicomanagement conferentie, Intercontinental Group of Department Stores IGDS, Madrid
Publicaties op het gebied van fraude, integriteit en beveiling, waaronder: - E.J. Emde, ‘Het frauderisico van de afdeling Inkoop’, Beveiliging, volume 10, issue 3, March 1997, pp. 23-25. - R. Rozekrans en E.J. Emde, ‘Organized crime. Towards the preventive screening of industries: a conceptual model’, Security Journal, issue 7/1996, October 1996, pp. 169-176. - E.J. Emde, ‘Ziekenhuis en criminaliteit’, Management interne en civiele diensten, Samsom, Juni 1996, pp. 50001/1-5000/15.
Panellid NQA mevrouw drs. I.G.A. Smid Mevrouw Smid is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft een ruime ervaring met visitaties in het hoger onderwijs. Vanuit haar functie als adviseur heeft zij ruime kennis van het onderwijsveld en ontwikkelingen die daar spelen. Opleiding: 1994 – 1998 1998 – 2001
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Overheidsmanagement Universiteit Twente, Bestuurskunde, Organisatie en Financieel Management
Werkervaring: 1998 – 2000 Universiteit Twente, beleidsadvies Centrum Onderzoek Gezondheidszorg 2001 – 2007 Cap Gemini Nederland B.V., organisatieadviseur Rijksoverheid & Onderwijs 2007 – heden Zelfstandig adviseur voor profit en non-profit organisaties (onderwijs en bedrijfsvoering)
44/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Programma TNO Master in Risicomanagement op 8 november 2007 Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers 09.00 – 09.15 uur
Ontvangst en korte uiteenzetting over opzet opleiding en toelichting op ter inzage gelegd materiaal
Dhr. M.P. Wiersma Dhr. drs. N.F. Dijkstra Dhr. drs. L. Kroon PhD
09.15 – 11.00 uur
Materiaalbestudering en rondleiding
Dhr. prof. dr. L. Paape RA RO CIA Dhr. mr. drs. E.J. Emde CPP CISSP Mevr. drs. I.G.A. Smid
11.00 – 12.00 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Dhr. M.P. Wiersma Dhr. drs. N.F. Dijkstra Dhr. drs. L. Kroon PhD
12.00 – 13.00 uur
Gesprek met werkveld
Dhr. drs. P. van Donk Dhr. drs. J. Aartman Dhr. R. Lee RRM Dhr. mr. J. Lobbezoo
13.00 – 14.00 uur
Lunchpauze Intern paneloverleg
Dhr. prof. dr. L. Paape RA RO CIA Dhr. mr. drs. E.J. Emde CPP CISSP Mevr. drs. I.G.A. Smid
14.00 – 15.00 uur
Gesprek met docenten
Dhr. J.J.R. Emmerich RRM Dhr. ing. R. van der Ham Dhr. drs. J.J. Hogetoorn Dhr. prof. R. Oedit Doebé MBA MSc PhD Dhr. ir. J.A.C. Snijders Dhr. dr. A.C.N. van de Ven RA Dhr. F. Witlam MBA PhD
15.00 – 15.45 uur
Intern panel overleg
Dhr. prof. dr. L. Paape RA RO CIA Dhr. mr. drs. E.J. Emde CPP CISSP Mevr. drs. I.G.A. Smid
15.45 – 16.30 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Dhr. M.P. Wiersma Dhr. drs. N.F. Dijkstra Dhr. drs. L. Kroon PhD
16.30 – 17.00 uur
Afsluitend paneloverleg
Dhr. prof. dr. L. Paape RA RO CIA Dhr. mr. drs. E.J. Emde CPP CISSP Mevr. drs. I.G.A. Smid
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
45/47
46/47
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Zelfevaluatiedossier Master in Risicomanagement, met daarin: Uitwerking van alle modulen van de tweejarige opleiding Annex I Haalbaarheidsonderzoek Master Risicomanagement Annex II Interviews beroepenveld Annex III Eindkwalificaties MER Annex IV Eindkwalificaties MRM Annex V Internationaal onderzoek Annex VI Gesprekken met potentiële docenten Annex VII Eindkwalificaties-Matrix Annex VIII Literatuurlijst (verplicht en aanbevolen) Annex IX Notulen Adviesraad Annex X Didactisch concept MRM Bijlage a Onderwijsstaf CV’s Bijlage b Studiefaciliteiten Bijlage c Modulebeschrijvingen/sylabbi (voor totale tweejarige programma) Bijlage d Afstudeeropdracht Bijlage e Fase-opdrachten en toetsing Bijlage f Examination Board Bijlage g Evaluatie-instrumenten Bijlage h CV’s Advisory Board Bijlage i Studentenhandboek Ter inzage gelegd materiaal: Functiehuis Academie Masters & Professional Courses HRM beleid Hogeschool docenten Jaarrekening 2006 Masterbeleid Haagse Hogeschool Hogeschool Ontwikkelingsplan (HOP) 2006 Businessplan Academie Masters en Professional Courses 2006-2009 Marketingplan Haagse Hogeschool Masters 2006 Onderwijs Examenreglement (concept) Procedure totstandkoming nieuwe Masters Evaluatie-instrumenten Brochures andere HHS Masters
© NQA - visitatie Haagse Hogeschool, toets nieuwe opleiding: HBO Master in Risicomanagement (dt)
47/47