Adviescommissie Werk, Zorg en Inkomen Datum:
20 januari 2010
Aanwezig: Voorzitter: Secretaris:
dhr. W. van der Kruijff, voorzitter. dhr. B.C.A. Poiesz
Leden Adviescommissie WZI: Alblasserdam: Dordrecht: Hendrik-Ido-Ambacht: Papendrecht: Sliedrecht: Zwijndrecht:
dhr. E. Boersma, mevr. J.L.M. van Benthem, mevr. M.C. Ruisch dhr. J.A. Buitendijk dhr. L. van Halm, dhr. H.A. Nieuwstraten mevr. L.P.M. Dekker-de Graaff, mevr. Y. Luijcx-Zuijdwegt, dhr. G. Slotema
Bestuurscommissie:
dhr. M. van der Vlies
Overige aanwezigen:
dhr. Evers, mevr. I.E. van Montfoort, dhr. S. Ramkhelawan (programmamanager IAW), dhr. C. de Jager (projectleider actieplan jeugdwerkloosheid)
Verslag:
mevr. C.L. Reijenga (Uitzendbureau IJsselmonde)
Afwezig met kennisgeving:
1.
Onderwerp (omschrijving) Opening
Adviescommissie: mevr. M.J.H. Barra-Leenheer, mevr. C. Galle-Prins, dhr. C.W. Timmers Bestuurscommissie: dhr. J.W. Spigt, dhr. A. Vogel hr. A. Cardon, , dhr. J. Lavooij, dhr. A. Vogel, mevr. Y.S.M. Bieshaar Opmerkingen/besluit/vervolg De voorzitter opent de vergadering om 20.05 uur en heet de aanwezigen welkom op de laatste vergadering van de adviescommissie in deze raadsperiode. Bericht van verhindering is ontvangen van de leden van de adviescommissie mevr. Galle, mevr. Barra en dhr. Timmers en van de leden van de bestuurscommissie dhr. Cardon, dhr. Lavooij, dhr. Spigt, dhr. Vogel en mevr. Bieshaar.
2.
Vaststellen van de agenda
De voorzitter: onder ingekomen stukken staat de Top 10 doelen. Als u daar behoefte aan heeft kunt u dat betrekken bij agendapunt 6. Realisatie geheel 2008 moet zijn: Realisatie geheel 2009. De voorliggende agenda wordt aldus vastgesteld.
3.
Vaststellen verslag adviescommissie d.d. 18 november 2009
Hierin worden de volgende wijzigingen aangebracht: - Op pag. 1 onder opening: “dhr. Ruisch” moet zijn “mevr. Ruisch”. - Op pag. 2, punt 5: “WMO betrekkingenbeleid” moet zijn “WMO verstrekkingenbeleid”. N.a.v. het verslag komen onderstaande punten ter sprake. e Dhr. Buitendijk: op pag. 7, 2 gedachtestreepje spreekt dhr. Spigt over ICT en het maken van afspraken. Deze week hebben we in H.I. Ambacht een informatieavond gehad over ICT en IPH. Daar heeft de nieuwe directeur van de SCD vragen beantwoord over de dienstverlening van de SCD op het gebied van ICT voor de SDD. Omdat dat een belangrijk punt is v.w.b. de ondersteunende dienstverlening aan de SDD vraag ik me af wat op dit moment de stand van zaken is. Graag schriftelijke beantwoording vóór de Drechtraad. Dhr. v/d Vlies: mij is niet bekend dat dat een probleem is maar ik zal daar schriftelijk op terugkomen vóór de e.v. vergadering van de Drechtraad. Vervolgens wordt de actielijst aan de orde gesteld.
-
Verordening inburgering is doorgeschoven naar juli. Presentatie Actieplan Jeugdwerkloosheid: is voor vanavond geagendeerd. Actualiseren doelstellingen Werkplein: daarover volgt binnen 2 weken een korte notitie met de beantwoording van uw vragen - Actuele informatie m.b.t. de doelen Top 10 hebben we ontvangen en blijven we zo doen. - Rol van de adviescommissie inzake het minimabeleid: is voor vanavond geagendeerd. - Rapportage resultaten reïntegratiebeleid: idem. De overige punten blijven staan voor de e.v. vergadering.
2
4.
Ingekomen stukken en mededelingen
De voorzitter: - Van de VVD-fractie uit Dordrecht heeft u per mail de antwoorden ontvangen op de inventariserende vragen m.b.t. een landelijke actie. - Vanuit de SDD is het verzoek gekomen informele gesprekken te hebben met enkele raadsleden over de ontwikkeling van het Zorgplein, waarover mevr. van Montfoort een nadere toelichting zal geven. Mevr. v. Montfoort: er is een aantal afdelingshoofden bezig met het uitwerken van een aantal thema’s m.b.t. het Zorgplein en servicenormen. Dat zit nu in de fase van ideeën ontwikkelen en informatie halen bij andere SD’en en bedrijven. Er wordt ook met de cliëntenraad over gesproken en het leek hen een goed idee ook raadsleden te consulteren. In overleg met de secretaris is een lijstje gemaakt waarop u kunt aangeven of u daar interesse in heeft. Het betreft een informeel gesprek en uitwisseling van ideeën en duurt ca. 1½ uur per thema. De gesprekken kunnen groepsgewijs plaatsvinden. Er worden door de afdelingshoofden rechtstreeks afspraken gemaakt met de raadsleden die daar interesse in hebben en het zal ook opengesteld worden voor andere raadsleden. Afgesproken wordt dat de gesprekken nog voor de verkiezingen van 3 maart zullen plaatsvinden.
5.
Presentatie Actieplan jeugdwerkloosheid
De voorzitter geeft hiervoor het woord aan dhr. Ramkhelawan, programmamanager IAM en dhr. de Jager, projectleider actieplan jeugdwerkloosheid van Stadsontwikkeling. Dhr. Ramkhelawan: ik ben verantwoordelijk geweest voor de periode mei t/m september. Het Landelijk Actieplan Jeugdwerkloosheid is de reactie van het kabinet op het advies dat Hans de Boer in mei heeft uitgebracht onder de titel “Tegen de stroom in”. De aanleiding daartoe waren de cijfers die toen geprognotiseerd zijn over de te verwachten jeugdwerkloosheid. De kabinetsreactie heeft ertoe geleid dat er een fors budget aan middelen beschikbaar is gesteld. Een groot gedeelte van die middelen, € 153 miljoen, is bestemd voor de regionale invulling van actieplannen. Vanuit 30 regio’s moeten er initiatieven ontwikkeld worden. Over arbeidsmarktbeleid onderwijs en over regio-indelingen zijn steeds discussies gaande. Er zijn RMCregio’s, regio’s waar voortijdig schoolverlaters aangepakt worden, regio’s waar andere indelingen worden gehanteerd op een aantal andere terreinen. Arbeidsmarktbeleid is er daar 1 van. De 30 regio’s zijn geclusterd + vestigingen van de UWV-werkbedrijven. Het kabinetsplan had 4 speerpunten (zie sheet). Langs die 4 thema’s moet gekomen worden tot de invulling van regionale plannen o.b.v. analyses van de regionale arbeidsmarktsituatie. Dat is gebeurd door een projectgroep, waarin de 2 SD’en, het onderwijs, werkgeversorganisaties en de gemeentelijke afdelingen vertegenwoordigd waren. In die 3 O’s hebben we zo breed mogelijk geïnventariseerd welke plannen er zijn en welk draagvlak er is voor welk plan. Aan de hand daarvan is een aantal procedurele stappen genomen. Het college van B&W van de centrumgemeenten waar de UWV+ vestigingen gevestigd zijn, in dit geval Dordrecht, is als convenantpartner voor het ministerie gaan fungeren. Rondom de opgestelde actieplannen die eind augustus zijn ingediend zijn er begin september convenanten afgesloten waaraan middelen verbonden zijn. Het was de opdracht aan de centrumgemeenten ervoor te zorgen dat het regionaal plan een zo breed mogelijk draagvlak kreeg. Niet alleen van onderwijs, overheid en ondernemers maar ook onder de gemeenten. Voorafgaand aan de indiening van het plan is een breed overleg onder portefeuillehouders geweest om de gemeenten in de Drechtsteden, Alblasserwaard, Vijfherenlanden en Land van Heusden en Altena commitment aan het plan te geven. Het werkingsgebied van dit regionale actieplan overstijgt de Drechtsteden, hoewel wij in de beeldvorming spreken over het actieplan voor de Drechtsteden. Het ministerie zit in dit geval de Drechtsteden als centrumgebied maar de gemeenten waarop het betrekking heeft zijn breedschalig (zie sheet), in totaal 15 gemeenten en 4 SD’en die betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van dit plan.
Dhr. de Jager: we zoeken af en toe wie we aan boord willen hebben. Voor de eerste bijeenkomst waren niet alle wethouders uitgenodigd. De vraag was: hoe groot is dat gebied? We dachten dat met de SDD en de RSD in Gorinchem het gebied gedekt was. Dat was niet juist. Aalburg is nog zelfstandig en Werkendam en Woudrichem hebben ook nog hun eigen kracht. Daar moesten we rekening mee houden. Zo zoek je de samenwerking op. In de adressering die ik gekregen heb staat daar ik programmaleider Drechtsteden ben. Dat moet zijn: ZuidHolland-Zuid. Het gaat niet alleen over Drechtsteden maar over de regio. Iedereen weet inmiddels dat iemand uit Linge Waal ook welkom is. Dhr. Ramkhelawan: dat maakt de reikwijdte van dit actieplan helder. V.w.b. de financiële middelen die met het actieplan gemoeid zijn: de plannen die voor 2009 ingediend zijn met onderdelen die een langere doorlooptijd hebben en waarover het convenant is afgesloten, daarmee is voor 2009 € 1,7 miljoen binnengehaald voor de regio Zuid-Holland-Zuid. Wat het ministerie inmiddels heeft toegezegd is dat de regio nu al kan rekenen op 50% van de middelen van 2009. Het resterende gedeelte wordt gekoppeld aan behaalde resultaten over de periode september 2009 t/m mei 2010. In totaal praten we over ruim € 2,5 miljoen. In het kader van Europese subsidies hebben we voor dit actieplan voor 2009 een aanvraag ingediend voor een bedrag van € 690.000,=. Dat geld is in de regeling geoormerkt voor deze regio. We hebben gekeken welke plannen daarvoor in aanmerking komen en op basis daarvan een aanvraag ingediend. Mevr. Ruisch: u zegt 2009 er staat 2010. Dhr. Ramkhelawan: de ESF-aanvraag moest vóór 31-12-2009 ingediend worden met een looptijd van 18 maanden. Er zou in 2010 een opening komen voor een nieuwe aanvraag. Dhr. de Jager: het boekje Geef Jongeren… is breed verspreid. Daar staat een bedrag in van € 8,8 miljoen. Dat is een eigen leven gaan leiden want dat is een stevig programma. Dit boekje is het gevolg van een aantal mensen die in de zomer van 2009 dachten: als we dat bij elkaar vegen hebben we iets moois maar het ministerie kent maar een bepaald bedrag toe. Toen ik aan deze klus begon dacht ik dat we € 8,8 miljoen konden uitdelen dus ik kan niet voldoende benadrukken dat dit een ‘wishfull thinking’-lijstje is. We kunnen dus niet alles doen wat in dit programma staat want daar zijn niet voldoende middelen voor. Dhr. Ramkhelawan: we hebben een brede inventarisatie gedaan in de regio van initiatieven en projecten die zowel in onderwijs, ondernemers als vanuit de overheid aangedragen werden. Daarin is een groot aantal projectvoorstellen terecht gekomen. Een aantal speerpunten waarop dit plan gebouwd is en waarop we gaan inzetten (zie sheet). Hiermee heb ik in vogelvlucht geschetst hoe het plan tot stand is gekomen. Dhr. de Jager zal de inhoud toelichten. De voorzitter: we hebben het over het plan en een boekje. Is het voor iedereen duidelijk over welk plan we het hebben? Er is geen boekje waarin staat waar het plan nu is. Dhr. de Jager: er komt binnenkort een nieuwsbrief waarin staat wat we nu aan het doen zijn. Dhr. Ramkhelawan: op 14 september heeft wethouder Spigt het regionale actieplan incl. het convenant gestuurd naar de wethouders arbeidsmarktbeleid, de directeuren van de SD’en de beleidsambtenaren. Het plan is in een select gezelschap maar wel over de hele regio verspreid. Daarbij is ook de aanbiedingsbrief aan het college van B&W Dordrecht als bijlage meegestuurd. Hierover is in oktober ook een raadsinformatiebrief uitgegaan aan de gemeenteraad van Dordrecht. Het plan is digitaal en schriftelijk beschikbaar. De voorzitter: ik verzoek u dat aan de secretaris te mailen zodat dit verspreid kan worden in deze commissie. Dhr. Boersma: als we het over jongeren hebben over welke leeftijd? Dhr. de Jager: van 16 tot 27 Mevr. v. Benthem: het actieplan heeft betrekking op het arbeidsmarktbeleid. Dat staat los van de uitkeringen die verstrekt worden? Dhr. de Jager: ja, deze middelen zijn niet geoormerkt. We kijken wel wat er gecombineerd kan worden. We zijn met partijen in onderhandeling over wat zij vragen, hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen en hoe we dat aan de ESF-regelgeving kunnen hangen. We kunnen geen carte blanche geven en die middelen opmaken maar proberen dat aan regelgevingen of eisen te koppelen. Delen van het programma kunnen we nergens kwijt maar willen we wel doen. Dat kan dan ook. Dhr. Boersma: ik keek met verbazing naar het kaartje Zuid-Holland-Zuid en kon me niet aan de indruk onttrekken dat er ook een gedeelte van Noord-Brabant aan toegevoegd was: Werkendam, Woudrichem, Aalburg is toch geen Zuid-Holland? Dhr. de Jager: ja, dat was ook de verwarring omdat die partijen niet aangeschreven waren.
3
Die 3 gemeenten zijn toegevoegd aan het werkgebied van het UWV-werkbedrijf + vestiging Drechtsteden. V.w.b. de resultaten: de beste resultaten zijn de matches en de plaatsingen en de jongeren weer terug naar school. Je moet echter ook een structuur hebben waarbinnen je met elkaar kunt werken dus ook één van de resultaten is dat we een structuur gevonden hebben waarin we denken met de jongeren, maar ook met andere doel-groepen zoals 45-plussers, een structuur gevonden hebben waarin we elkaar op het gebied van arbeidsmarkt goed kunnen vinden. Op verzoek van de 15 wethouders is dit aangepast door de kern aan te scherpen en de rest terug te brengen naar de achtergrond. Het werk moet gebeuren in een projectteam. We zijn nog bezig met de inrichting van de regionale stuur-groep maar dat moet een lichte werkvorm zijn. De vakbond heeft zich al gemeld en ook het RAB. Voor je het weet heb je een zware groep en daar zit niemand op te wachten. We kijken nu of het een aantal mensen zijn die een bepaalde status hebben in hun kolom. Het gaat over focussen. Waar de besluitvorming ligt is met de 15 wethouder besproken. We hebben een projectteam en daar omheen moet een aantal adviescellen komen die je, op het moment dat het nodig is, bij elkaar laat komen: onderwijs, ondernemers, de uitvoeringsinstanties, jeugd-beleid en gemeenten. e e Met de gemeenten hebben we de 1 bijeenkomst gehad en de 2 staat gepland. Onderwijs komt al bij elkaar. Ondernemers beginnen elkaar te vinden maar we zoeken naar een model om hen binnen een maand op een bredere manier aan ons te binden. De uitvoeringsinstanties hebben we al een aantal keren aan tafel gehad over de volle breedte van de regio ZuidHolland-Zuid. Het jeugdbeleid moet nog aanhaken en met de uitvoerings-route 23 hebben we de uitvoerders van het jeugdbeleid er al voor een deel bij. Daar moeten we nog een aantal mensen voor vinden zodat we ook die cel kunnen inrichten. Op verzoek van de organisatie zelf gaan we die bij elkaar roepen om het project-team te adviseren en te zorgen dat we de goede dingen doen. Daaronder hangt een aantal onderwerpen die gaan over de uitvoering. Daar zit een aantal deelcoördinatoren op, die normaal in functie zijn maar dit erbij doen, die verantwoordelijk zijn voor dit gebied. Dat betekent dat zij door de week heen af en toe vragen hoe het met jouw uitvoering zit. Daardoor zien we dat over de volle breedte van de regio er steeds meer mensen zijn die zich hiervoor verantwoordelijk voelen Dhr. Ramkhelawan: in het projectteam zit de SDD met een ambtenaar, de regionale SD uit Gorinchem, het Da Vinci college met 2 mensen, de sector maatschappelijke ontwikkeling van de gemeente Dordrecht en vanuit de ondernemers een vertegenwoordiger van de werkgevers. Daarmee hebben we de verschillende partijen binnen zo’n projectstructuur gekoppeld o.l.v. dhr. de Jager. Mevr. Ruisch: als ik het projectteam zie wordt alles op onderwerp neergezet: arbeidsmarkt, scholing enz. en Gorinchem specifiek als plaats. Betekent dat dat de vertegenwoordiger van Gorinchem al die onderwerpen voor Gorinchem doet? Dhr. de Jager: je zou kunnen zeggen: we koppelen het alleen aan de SD maar dat is onvoldoende. In Gorinchem zit ook een Werkplein. De persoon aldaar brengt ook de zaken e van het Werkplein in omdat je daar anders weer een 2 vertegenwoordiger voor zou moeten e hebben. Het is met vallen en opstaan begonnen. Ik hoop volgende week voor de 1 keer het team volledig te hebben. De vraag is of je het georganiseerd krijgt en of de mensen het gevoel krijgen dat ze daar wat te doen hebben. Dhr. v. Halm: Kan dit niet door de bestaande organisaties uitgevoerd worden? Er wordt weer een nieuwe vorm van overleg georganiseerd. Dhr. de Jager: we willen het met alle bestaande partijen doen. Er worden geen nieuwe functies in het leven geroepen. We hebben het over de ketenaanpak maar het moet wel ergens georganiseerd worden. Dat vindt daar plaats. Dhr. v. Halm: het begrip ketenaanpak is niet nieuw. Schieten de huidige organisaties tekort? Dhr. de Jager: door de regio, de plaatsen en de indeling zie je dat men elkaar nog niet weet te vinden. Door het breed te organiseren maken we meer power. Vergelijkbare personen die het nu voor de Drechtsteden doen kunnen het nu voor de hele regio doen omdat ze de input kunnen leveren dus je maakt je bereik groter. Nadat in de zomer veel plannen ingediend werden was in het najaar de vraag of dat onderbouwd kon worden. Dat heeft veel tijd gekost. De plannen zijn bij elkaar gekomen in samenhang. De vraag is of een route 23, die gewend is om in de Drechtsteden te werken, dan ook breed aan de gang gaat. Gaat een meisje uit Linge-Waal die mee wil doen in het programma dat ook doen? Eenieder heeft vanuit zijn eigen beleving een aantal dingen ingediend. We hebben de tijd genomen ervoor te zorgen dat de onderlinge verwevenheid er komt. omdat we b.v. de zoektocht naar de jongeren met elkaar moeten doen. Het slechtste bereik
4
tot nu toe, ook in dit programma, is het bereik van jongeren. Op allerlei manieren moeten we kijken over welke aantallen het gaat. Degenen die in de WIW en bij de SD’en zitten kennen. We zien aan de cijfers van het CBS dat er veel meer moeten zijn maar waar zijn ze? In het T/m november werd er nog gezegd dat ze massaal terug naar school zijn maar in december kwam er weer een ander cijfer boven tafel waaruit geen groeicurve bij de scholen te zien was. Hebben we het over jongeren tot 23 of tot 27? We hebben CBS-cijfers, die van het UWV hier. Het is voor ons ook steeds weer een puzzel om zuiver te krijgen om welke jongeren het gaat. We hebben het over een kleine 500 bij jullie en 700 bij het UWV. Als we de cijfers van het UWV Dordrecht krijgen zitten daar ook de cijfers van het Werkplein Gorinchem in. Het zijn er veel maar de vervolgvraag, waar ik eind volgende week antwoord op hoop te krijgen, is: waarom wordt er voor de geregistreerde jongeren op dit moment niets gedaan? Als er een traject is, wat is de aard van het traject? Een sollicitatietraining is geen traject met de snelste weg naar buiten. Kunnen we dan nog meer doen? Welke jongeren moeten we iets gaan aanbieden? De voorzitter: in welke bandbreedte? Dhr. de Jager: als men landelijk zegt dat er bij het UWV maar 2% en bij de SDD 10% van de jongeren lopen, kun je daar nog een aantal bij optellen, maar ik geloof dat niet. Dhr. Ramkhelawan: de totale cijfers fluctueren rond 1100 geregistreerde niet werkende jongeren. Mevr. v. Benthem: zijn dat uitkeringsontvangende jongeren? Dhr. Ramkhelawan: niet allemaal. Ook NWW-ers (niet werkende werkzoekenden) die geregistreerd staan bij het UWV-werkbedrijf. Dhr. de Jager: NWW-ers zijn degenen in de black box waar we naar op zoek zijn, die nog steeds in het papa en mama hotel zitten. Dhr. v. Halm: hebben jullie zicht op nuggers onder de jongeren? Dhr. de Jager: nee, morgen hebben we een bijeenkomst met 15 jongeren om na te gaan waar zij naar op zoek zijn. 4 februari hebben we weer een bijeenkomst voor de hele regio waarin we ook die jongeren naar ons toe proberen te halen om na te gaan wat zij nog meer nodig hebben. Het is een struikelblok waarop ze uitgenodigd worden. Op de recente mailing van een e-kaart vanuit het UWV (200 uitnodigingen) kwamen 3 reacties. Dhr. de Jager: de wethouder heeft onlangs de website watdoejijnajeexamen.nl geopend. Dat is nu watdoejijindetoekomst.nl geworden. Dat is ook een vorm waarmee je jongeren vindt. Er wordt van alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat die grond niet verder wegzakt. Dhr. v/d Vlies: wat we vanuit route 23 gedaan hebben is dat we het jongerenwerk in de verschillende gemeenten actief geïnformeerd hebben over route 23. Ik heb onlangs ook nog met een jongerenwerker in Zwijndrecht een overeenkomst afgesloten. Dat helpt ook echt want dat zijn degenen op straat lopen en die jongeren ontmoeten die nog bij pa en ma op de bank zitten of geen behoeften hebben. Daar kunnen ook andere redenen achter zitten omdat ze wel een inkomen hebben maar dat op een manier vergaren die je niet wilt. Het helpt wel dat werkers op straat jongeren kunnen aanmelden want we hebben gemerkt dat er door route 23 meer jongeren aangemeld werden. Er belden ook ouders die hun kinderen aan wilden melden. Ouders weten ook vaak niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Zo’n situatie is soms gegroeid thuis. Dat soort intermediairs kunnen ook nuttig zijn maar je moet er continu in blijven investeren. Publiciteit zakt na enige tijd weer weg dus je moet ook bij jongerenwerkers tussen de oren hebben dat ze aan route 23 blijven denken om jongeren aan te melden. Dhr. de Jager: ik maak het probleem niet groter dan het is want ik ben ook een exponent van de verloren generatie. Ik ben in 1984 van school gekomen en het is mij ook gelukt om een baan te vinden. Ik zie ook wel het relatieve in wat je in de geschiedenisboeken ziet over wat er allemaal mis kan gaan. Ik reken ook op de rekbaarheid van de jongeren zelf maar we moeten ze voor een deel wel verleiden, de weg wijzen en programma’s voor hen maken. Mevr. v. Benthem: wat is de doelstelling? Als jongeren geen beroep doen op een uitkering gaan we ze dan thuis opzoeken? Dhr. de Jager: er zijn 2 doelgroepen. Er is een groep die een beroep doet op de uitkering. Daarvan zie je nu dat de toename niet drastisch is maar dat de uitstroom wel afneemt. Er wordt dus gestapeld. Dhr. Boersma: dat is een gedeelte van die 1100? Dhr. de Jager: dat zijn die gevonden jongeren. Dhr. Boersma: ik begreep dat van die 1100 jongeren niet iedereen een uitkering krijgt. Dhr. Ramkhelawan: er zijn ook jongeren die zich als werkzoekende bij het UWV laten registreren omdat ze net van school afkomen. Die zitten in die 1100.
5
Dhr. Boersma: dus buiten die 1100 zijn er niet meer die een uikering krijgen omdat ze anders geregistreerd zouden staan. Dus het aantal uitkeringtrekkers onder de jongeren is kleiner dan 1100? Dhr. Ramkhelawan: ja. Dhr. Boersma: dan hebben we het over de hele regio Zuid-Holland-Zuid? Dhr. de Jager: als we het hebben over 500 in de Drechtsteden en 700 bij het UWV heb ik daar het getal van de RSD Gorinchem niet bij dus dan zijn het er toch meer dan 1100. Mevr. v. Benthem: dat zijn als werkzoekende geregistreerden? Dhr. de Jager: dat is juist maar ze hebben niet allemaal een uitkering. Mevr. v. Benthem: maar ze staan wel allemaal geregistreerd als werkzoekende? Dhr. de Jager: ja. Mevr. v. Benthem: en dan heb je nog een deel die geen uitkering heeft en zich niet heeft laten registreren als werkzoekende. Dhr. de Jager: ja. U vraagt naar de doelstelling. Ik was op de nieuwjaarsborrel van de Werkgevers Drechtsteden. Daar zegt een aantal werkgevers dat ze jongeren zoeken maar ze niet kunnen vinden. Er zit ook een irritatie in de markt. Er wordt lacherig over gedaan door de man die beneden in het glazen hokje zit: dan is het eindelijk zover, dan komt er een bus met jongeren, dan vraag ik: wie heeft er een crimineel verleden en dan steekt 75% de hand op. Dan heeft hij nog maar 25% waar hij iets mee kan want de anderen komen niet in aanmerking voor een baan in de beveiliging. Mevr. Luijcx: Rotterdam heeft een succesformule waarbij je geen geld krijgt als je niet meer werkt. Dhr. de Jager: dat is een interessante wethouder die in het kader van de verkiezingen iets geroepen heeft. Dat noem ik geen succesformule. Als we het over de totale werkgelegenheid hebben en het beleid dat daarop gericht zou moeten zijn houd ik even mijn mond want dan kijk ik naar het zittende gremium dat daar iets over mag zeggen. Mijn eerste reactie is dat het verhaal in Rotterdam geen succesformule is maar een brutale wethouder die iets roept. Mevr. Luijcx: als ondernemer zitten we te gillen om mensen maar ze zijn er niet. Ze moeten aan de slag. Dhr. de Jager: de doelstelling is dat we de mismatch oplossen en dat we jongeren die nog niet rijp zijn voor de arbeidsmarkt terug sturen naar school en dat we jongeren die met ondersteuning wel de markt op kunnen helpen. Degenen die gewoon goed zijn, zijn allang weg. Als we het hebben over extra instroom in de HBO zijn dat ook jongeren die extra ondersteuning nodig hebben of een vervolguitkering om uiteindelijk wel geschikt te zijn voor de arbeidsmarkt. Dat noem ik geen pamperen. Dat is iets eraan toevoegen zodat iemand beter gefaciliteerd wordt om zijn werk op de arbeidsmarkt te kunnen doen. Dhr. v. Halm: als je goed kan leren wil dat niet zeggen dat je goed kunt solliciteren. Dhr. de Jager: als je over bent uit de lichting van juli wil dat zeggen dat daar iets mis mee is. Dat hoeft geen multiproblematiek te zijn maar ten tijde van de ID-banen wemelde het in Groningen van de academici want die konden alleen iets leren en verder niet zo veel, dus ook op dat niveau kunnen we jongeren aan ons binden zodat ze na deze stap weer verder kunnen. Concreet gaan we vakken vullen in de zin van: een poppetje bij een werkgever: Daarvoor hebben we plekken bij Deltametaal en SSPB, de bouwopleider in deze regio, die veel jongeren in hun netwerk hebben die niet geschikt zijn voor de bouw maar wel in een andere branche aan de slag kunnen. Daarvan is gezegd: als je die jongeren toch al in beeld hebt en ook de werkgevers, dan heb je de 2 dingen waar het over gaat, dus zeg maar wat je nodig hebt en ga maar aan het werk. Er wordt dus ook concreet gewerkt. Zo is de Match voor de zorg in Sliedrecht er ook bijgekomen. In Sliedrecht zeggen de zorgaanbieders dat ze mensen nodig hebben maar ze niet kunnen vinden. Daarom willen ze hierop aanhaken. Als we de matching voor elkaar hebben, hebben we niets anders nodig dan de dingen die er boven staan: opleiden en detacheren via de bouwformule kan ook met mensen in de zorg. We hebben de structuur en we kunnen beginnen. Verder hebben we de arbeidspool. die is van de SDD maar ook voor de hele regio. Dat gaat ook om extra plaatsingen bij werkgevers. In het begin hebben we een discussie gehad met het ministerie omdat in de mail stond dat het additioneel en extra moest zijn. Ik heb de landelijke projectleider gevraagd wat er met dit programma bedoeld werd. Aangegeven werd dat het erbovenop moest. Dat is een derde begrip maar daar kunnen we wel wat mee. De SDD doet al van alles, ook heel veel goede dingen maar zit aan de rand van de middelen. Kan daar bovenop ook nog wat gebeuren? Kunnen we in het kader van dit programma extra plekken creëren? B.v. extra handen aan het bed op de Werkpleinen. Daarover zijn ook vragen gesteld bij de SDD. Er zijn meer mensen
6
nodig om de reductie van jongeren voor elkaar te krijgen. Daar stellen we ook formatie voor beschikbaar. We rekenen ook op alle gemeenten dat daar leer-werkbanen geregeld worden. Dat is ook een onderdeel van het programma. Vraag niet alleen aan werkgevers om allerlei plekken in te richten maar steek zelf ook je nek uit. Wij zullen op een ludieke manier proberen de eerste 5 aan 5 wethouders te slijten. De voorzitter: zijn er ook kwantitatieve doelen gesteld? Hoeveel wilt u er omscholen, hoeveel naar het HBO? Wanneer doe je het goed? Dhr. de Jager: dat is de vraag als je niet weet hoe groot de doelgroep is. Bij ieder project hebben we een kwantitatieve doelstelling gehanteerd en naar rato de middelen beschikbaar gesteld. Bij HBO gaat het om 50 man maar die moeten wel vóór 15 februari zijn ingestroomd. Als het er 35 zijn halen we de middelen voor die 15 terug. Er moet meer gebeuren. We geven mensen niet een jaar de tijd om de organisatie in te richten. V.w.b. mankracht: gaat het over 6 à 7 fte. Bij Deltametaal 20. SPPW heeft er 80 aangevraagd. Daar hebben we er eerst 30 aan gegeven. Als die vol zijn krijgen ze er weer 25 en als die vol zijn weer 25. We voeren daar de druk op het snel waar te maken. Dat geldt ook voor de arbeidspool. Achter elke opdracht zit een hard getal. Communicatie is ook een belangrijke zaak. Xander is in deze regio al bekend maar daar moet in Gorinchem nog flink aan getrokken worden. We hebben ook gekeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat werkgevers zich herkennen in de witte boordenmaffia die overheid heet en waar ze voor een deel liever omheen lopen. Ze bellen liever een uitzendbureau dan het arbeidsbureau. Werkgevers hebben gevraagd of dat niet anders kan. Kun je oude wijn in nieuwe zakken plaatsen? Daar is DreGo uit ontstaan. Die site gaat halverwege februari de lucht in en zal gekoppeld worden aan de site van de bedrijvenkringen omdat het iets is dat vanuit de werkgevers gepositioneerd wordt. Wat we daarmee beogen is dat we banen van werkgevers naar de reguliere kanalen krijgen. Waar werkgevers afhaken bij de site van het UWV werk.nl en waar ze de leer-werksites negeren gaan we DreGo neerzetten als die van hun. Op het moment dat ze zich melden komen de banen uit bij de regionale loketten. We gaan niets nieuws doen. Werk.nl heeft 2 vormen. De ene vorm is: gooi het er maar op. Die is niet geliefd omdat het er landelijk op komt te staan. De 2e versie is dat men persoonlijk bemiddeld wil worden. Die pagina willen we. Als een werkgever klikt op het aanmelden van een baan komt hij automatisch op de plek ‘ik wil bemiddeld worden’ en komt hij ook bij de juiste man of vrouw van één van de 2 werkpleinen uit. Gesprekken die ik voer gaan over de 72 uurs-dienstverlening. Is dat wanneer de klok gaat of kan dat met parttimers 2 weken duren? Ik wil weten of het dienstverleningsconcept past bij wat werkgevers willen. We geven nu wat geld ui aan Route 23, chatsessies, het lagerhuisdebat en banenmarkten, b.v. met muziek het moet er allemaal net even anders uitzien want op de laatste banenmarkten zijn bijna geen jogneren gesignaleerd. We doen van alles om het te laten lopen. We zijn aan het verbinden, vaak ook in een andere regio. De verborgen agenda van Hans Spigt bij het ministerie is dat we op de korte of middellange termijn meer vanuit de regio gaan werken. Het ministerie gaat er meer op sturen dat we rond die 30 regio’s 30 nieuwe RBA’s maken. We moeten aantonen dat dat werkt en dat die regionale structuur een toegevoegde waarde heeft. Plus dat je de verbindingen maakt in de kolommen. Jeugdzorg moet daar ook bij betrokken worden omdat mensen soms langs elkaar heen blijven lopen. De ketenaanpak werkt op veel plekken maar dat kan beter. Mevr. Ruisch: ik neem aan dat de routecoaches er een taak in hebben dat er niet meer langs elkaar heen gewerkt wordt. Dhr. de Jager: die worden breder ingezet. De volgende vraag is of die routecoaches bij die banen kunnen komen en zijn werkgevers bereid voor die groepen hun banen beschikbaar te stellen. Dat gaan we met DreGo aan elkaar koppelen. Vervolgens kijken we naar de situatie van november (zie sheet). Dhr. Nieuwstraten: zoekt u ook aansluiting bij de reïntegratiebedrijven want daar zitten ook veel van die jongeren? Dhr. de Jager: die zitten vaak op een traject. Dhr. Nieuwstraten: maar die komen ook weer uit dat traject en dan is er niets. Heel weinigen hebben daarna werk en stromen uit. Dhr. de Jager: op 2 of 3 februari hebben we het minitheater afgehuurd. Da is een kelder van het gemeentehuis. Daar komen geen stoelen maar statafels. Daar brengen we 30 à 40 werkers bij elkaar die op dit moment allemaal in dit programma actief zijn. De routecoaches moeten bij de banen van Deltametaal komen, van SPWW en van de bouw. De mensen die in de uitkering zitten laten we 2½ uur door elkaar heen lopen op een georganiseerde manier, zodat het bij elkaar komt. Dat is de meerwaarde van wat we aan het doen zijn: doorbreken.
7
Ook door data te stellen, ook al zijn die soms kort, dat is soms de enige manier om er beweging in te krijgen. Dan gebeurt er tenminste iets. V.w.b. de situatie prezen we ons in deze regio dat we minder werklozen hadden. Dat is nog steeds zo maar het neemt wel af. De toename is in deze regio de laatset tijd wel wat groter. Waar we over een paar maanden staan weet ik niet. We zien wel een toename van de inschrijvingen. In het begin ging wat erin kwam er net zo snel weer uit. Dat is inmiddels afgelopen. We gaan over op het stapelen, d.w.z. een relatieve afname van de uitstroom en er zijn ook minder vacatures. Aan de andere kant krijgen we de projecten niet gevuld. Er is dus nog steeds ruimte om dingen te doen. Er is een project in de beveiliging maar we kunnen de mensen niet vinden. Daar zit voortdurend onze aandacht. Het is soms wel makkelijk om te zeggen: er zitten er zoveel in de bak. Dat sluit niet altijd aan, daar moet je niet te lichtzinnig over doen maar dat het helemaal niet lukt om er nu versneld iets aan te doen daar geloof ik ook niet in. De voorzitter: wat is uw inschatting: dat er een mismatch is tussen vraag en aanbod of dat ze elkaar niet weten te vinden? Mensen kunnen A maar er wordt B gevraagd dus dat past niet of er wordt A gevraagd en er wordt ook A aangeboden maar die 2 vinden elkaar niet. Vinden ze elkaar niet? Dhr. de Jager: dat ligt vaak dicht bij elkaar. Van die meneer die zegt: 25% is maar geschikt voor mij vraag ik me af of hij die 25% wel heeft weten te hoeken. Dat is ook nog niet gebeurd. Hij heeft ook zijn beleving. Hij moet ook over zijn teleurstelling heen en zeggen: mijn glas is ¼ vol en ik ga ervoor maar hij zegt het is ¾ leeg. Dan hebben ze elkaar wel gevonden maar het matcht toch niet. Dat vraagt extra zorg. Mevr. Dekker: heeft het kwalificatieniveau nog een reden waarom het niet lukt? Dhr. de Jager: ja, daarom wordt er nog gekeken of we nog kunnen bij- of omscholen. Daar zit ook ruimte in, zoals bij het verhaal in Sliedrecht. T.a.v. het niveau dat er nu werkt wordt gekeken of dat versneld opgeschoold kan worden van niveau 3 naar 4 en van 2 naar 3 en dan komt er aan de onderkant weer ruimte waardoor we minder gekwalificeerden of mensen zonder startkwalificatie weer in een traject krijgen zodat die kunnen groeien naar de niveaus die gewenst zijn. Je kunt wel blijven zeggen dat de goede niveaus niet binnenkomen maar de partijen die erover gaan, de kenniscentra, spelen hier ook een belangrijke rol in, ook omdat ze nog steeds middelen hebben en omdat zij de bedrijven goed kennen. We zien meer jongens dan meisjes binnen blijven en meer allochtonen dan andere doelgroepen. Daar moeten we ook goed naar kijken. V.w.b. de aandachtsgebieden staat het bereiken van jongeren bovenaan. Bekeken moet worden voor welk deel van de doelgroep we iets extra’s kunnen betekenen. Met jullie collega Bert Moerkerk bekijken we welke jongeren met stip naar voren kunnen. Anderzijds is ook de vraag wanneer de jongeren die we niet in beeld hebben komen. In het kader van route 23 hebben we een paar weken geleden een bijeenkomst georganiseerd voor jongeren die uitgestroomd waren. We hebben een i-pod en bioscoopbonnen in de lucht gehangen maar er kwam niemand. Wat moeten we dan nog meer doen? Het bereiken van jongeren vraagt om een andere structuur. We hebben een contract gesloten met jongeren. Die moeten we vanuit het straatwerk zien op te sporen om hen de weg naar boven te laten vinden. De werkgevers moeten erbij gehaald worden. We hebben een beperkt aantal werkgevers die zeggen: we willen van alles. Daarnaast is er is nog een aantal bedrijfskringen die we erbij moeten slepen. De bereidheid is groot maar we moeten het nog verzilveren. DreGo is daarom een mooie testcase. Na de contacten die daarover zijn geweest denken we dat dat moet gaan lukken. Daar zetten we werkgevers voor in. Over welke jongeren hebben we het, hoe groot is de regio? We doen ons best om de goede cijfers boven tafel te krijgen maar dat is lastig. Voor de allochtone jongeren moeten we meer doen. Dat zal ook vanuit route 23 meer aandacht krijgen. De dark numbers zijn degenen die we nog niet kennen. Gemeenten moeten zich van hun beste kant laten zien. Nagegaan moet worden hoeveel banen zij in het kader van de actie jeugdbeleid ingezet hebben. Eerder werd aangegeven dat ze aan het bezuinigen zijn maar dat doen werkgevers ook dus dat kan niet het antwoord zijn. De voorzitter: bedoelt u met het bereiken van jongeren bovenop die 1100? Dhr. de Jager: ook binnen die 1100. Als het UWV 200 uitnodigingen verstuurt en er komen er 3, dat kan niet waar zijn. We moeten dus goed kijken wat we dan niet goed doen. Mevr. Ruisch: u zegt dat een werkgever liever naar een uitzendbureau dan naar het UWV gaat. We moeten er zien achter te komen waarom het zo weinig aantrekkelijk is om naar het UWV Werkplein te gaan. Als we zeggen: ze komen niet en de match is er niet moet er ook gekeken worden wat we bieden en hoe we dat aantrekkelijk kunnen maken. Dhr. de Jager: waarom het ene aantrekkelijker is dan het andere heeft ook met de aard van de dienstverlening te maken. Het concept is anders.
8
Mevr. v. Benthem: uitzendbureaus zijn commerciële organisaties. Die zijn veel klantgerichter dan UWV’s. Dhr. de Jager: een uitzendbureau houdt iemand zelf in dienst en levert ‘m dan. Dat is een ander belang dan dat je alleen als bemiddelaar actief bent. Mevr. Ruisch: het zou toch een mooie uitdaging zijn om het ook eens op die manier te proberen? Dhr. v/d Vlies: dat gebeurt ook. Via het werkgevers servicepunt proberen we actief naar bedrijven toe te gaan om banen binnen te halen. Dat lukt steeds beter. De ontwikkeling van het werkplein moet een omkeer bewerkstelligen waar het gaat om de integrale werkgeversbenadering. Je merkt bij gesprekken met werkgevers een bepaalde schroom. De SD is bang dat ze klanten binnen krijgen met een smetje. Sommigen hebben verkeerde ervaringen. Dat ligt ook aan onszelf. Wij hebben ook wel eens mensen uit laten stromen op banen waarbij ook niet altijd goed gekeken is of dat matcht. Als dat een keer tegenvalt vraagt zo’n werkgever zich af hij dat de volgende keer wel moet doen. Wat we nu vanuit het WSP doen is eerlijk aangeven dat de macht misschien niet optimaal is maar dat we ook het instrument loonkostensubsidie, scholing of opleiding hebben om ervoor te zorgen dat die match meer gaat ontstaan. Mevr. Ruisch: ik beweer niet dat er niets gebeurt maar ik vraag me af wat er dan nog meer gedaan worden. Misschien moeten we creatiever zijn. Dhr. de Jager: daarom komen we met DreGo in de lucht omdat we de belevingswerelden meer bij elkaar willen laten komen. Het concept van een uitzendbureau is anders omdat het e e e mensen zijn waar ze ervaring me hebben en die ze voor een 2 , 3 of 4 keer uitlenen. Dat is iets anders dan wanneer je iemand aan je bureau hebt gehad waarvan je moet inschatten of dat gaat lukken. Daarnaast heeft Stoof, de opleidingstak van de ABU, ook een landelijk convenant gesloten. Die zorgen ook voor 4500 banen in het land. Tot nu toe in deze regio 58. Daarbij zie je dat de wereld van het commerciële uitzendwezen moet matchen met de wereld van de SD’en en het UWV. Dat zal een hele kluif worden. Ik ben 8 jaar directeur geweest van een Melkertbanenorganisatie en heel veel pogingen gedaan om op een commerciële manier met uitzendbureaus samen te werken maar ook daar geldt het verhaal van mijn en dijn. Gisteren hebben we van de VNG een voorlichting gehad waarbij een directeur van Manpower een verhaal hield en de directeur van Stoof. Daar waren 24 van de 30 regio’s vertegenwoordigd die zeiden dat het een commercieel plaatje was waar ze niets mee konden. Het is ingewikkeld om die werelden bij elkaar te krijgen. Die 58 banen hopen we 4 februari te presenteren. Dan is de vraag of die uitzendbureaus bereid zijn om die namen bekend te maken. De jongeren komen pas als ze concrete namen van werkgevers te horen krijgen. Dhr. Nieuwstraten: een aantal jaren geleden heb ik in Sliedrecht met 100 jongeren een conferentie georganiseerd “Wij willen werk”. Dat hebben die jongeren zelf georganiseerd. Ze hebben alle werkgevers uit de buurt uitgenodigd en daar hebben we direct gematcht. Ik ontmoet nu nog jongeren die zeggen dat ze nog steeds bij die baas werken. Dus probeer ook de jongeren erbij te betrekken. Mevr. v. Benthem: dat is het juist het probleem. Als je de jongeren hebt kun je van alles doen om hen te faciliteren, maar het gaat juist om de jongeren die in die zwarte doos zitten. Vanuit welke doelstelling nemen wij daar als overheid verantwoordelijkheid voor als ze het gewoon niet willen? Dhr. Slotema: over 1 of 2 jaar willen ze waarschijnlijk wel en dan zijn ze op hetzelfde niveau als ze nu zijn dus we willen ze nu pakken zodat ze meteen aan de slag kunnen. Mevr. v. Benthem: da snap ik wel maar wiens verantwoordelijkheid is dat? Voor degenen die zich melden, en zich laten registreren en een uitkering aanvragen kan ik me voorstellen dat je daar overheidsinspanningen tegenover zet, maar degenen die in die zwarte doos zitten… Dhr. Slotema: misschien melden degenen nu in de zwarte doos zitten zich over 2 jaar wel aan. Mevr. v. Benthem: dan is het voor hen tijd. Ik vraag me of dat de verantwoordelijkheid van de overheid is of dat die bij de ouders ligt. Dhr. de Jager: als je wacht krijg je het klassieke beeld van de straatjes werkloosheid en alle sociale problematiek in zo’n omgeving en dat moeten we dan met elkaar oplossen. Dit is op allerlei plekken verspreid. Als je er niets aan doet krijg je maatschappelijk een groot probleem. Dat kun je die jongeren niet uitleggen. Mevr. v. Benhtem: elke jongere heeft zijn eigen tempo. Wij kunnen niet bepalen dat iemand van 18 jaar toe is aan een reguliere baan vanuit een bepaalde startkwalificatie. Er zijn mensen die dat pas een paar jaar later hebben maar dat is niet erg. Waarom moet iedereen in dat ene
9
kader geperst worden? Dhr. Nieuwstraten: als ze zichzelf bedruipen niet. Mevr. v. Benhtem: als ze om een uitkering komen snap ik dat daar een overheidsinspanning tegenover staat maar zolang ze dat niet doen…. Mevr. Dekker: ik ben het ten dele met u eens. We hoorden net al van die bus vol waarvan 75% in het criminele circuit terecht gekomen is. Jongeren hebben veel behoefte aan geld. Mevr. v. Benthem: sociale voorzieningen zijn er niet ter bestrijding van criminaliteit. Mevr. Dekker: nee, maar wat krijgen we als ze geen werk hebben en geen inkomen? Dan gaan ze het op een andere manier vergaren. Mevr. v. Benthem: dan komen ze op een bepaald moment op die manier boven drijven. Maar zolang ze niet boven komen drijven vraag ik me af tot hoe ver je verantwoordelijkheid als overheid gaat en hoeveel geld wil je daar tegenover stellen als je het hebt over een periode met schaarse middelen en je keuzes moet maken. Mevr. Ruisch: ik zie ook wel die mismatch en het gedoe eromheen maar het lijkt er in eerste instantie op dat ze het maar uit moeten zoeken maar via een andere weg kosten ze ons ook bakken met geld. Mevr. Dekker: wanneer ze bekend zijn en een uitkering krijgen dwing ze dan tot een bepaalde prestatie. Dhr. de Jager: de behoefte van werkgevers kan vandaag minder zijn maar op het moment dat ze wat nodig hebben verwijten ze de overheden dat we niets aan die jongeren gedaan hebben omdat we geen geschikte mensen hebben. We willen ze morgen hebben maar ze zijn niet klaar. Als we de jongeren die nu niet veel uitvoeren niet klaar maken voor de arbeidsmarkt kunnen we straks allerlei banen niet invullen. Vanuit economisch rendement geredeneerd, vanuit de blik van de werkgever kunnen we het ons niet veroorloven om niets te doen. Mevr. v. Benthem: werkgevers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Die hoeven niet altijd, als het niet mee zit, naar de overheid te wijzen. De voorzitter: we hebben het nu over politieke opvattingen. Het is goed dat die verschillend zijn. Ik herken het liberale geluid. Het verbaast me ook niet dat niet iedereen dat is toegedaan. Dhr. v. Halm: bij de aandachtsgebieden zie ik er 4 die op werkzoekenden gericht zijn, 1 op de gemeenten en 1 op werkgevers. Heeft het project niet de klassieke fout door te zeggen: als de werkloosheid stijgt gaat men alle aandacht op de werkzoekenden richten terwijl het juist effectiever zou zijn om de aandacht op werkgevers te richten omdat je die veel meer nodig hebt om de werkloosheid op te lossen. Dhr. de Jager: moet ik dan 2 bolletjes bij de werkgevers neerzetten? Dhr. v. Halm: dat maakt mij niet uit. Ik weet niet waar de intensiteit van de activiteiten ligt. Ik heb het idee dat die m.n. aan de werkzoekendenkant ligt. De vraag is of dat, in een tijd waarin er grote werkloosheid is, de meest effectieve benadering is. Dhr. Ramkhelawan: het blok communicatie hebben we als 1 blok de revue laten passeren. Het gaat erom dat een aantal netwerken in deze regio actief bewerkt wordt, specifiek gericht op het werkgeversdoel: meld leerbanen, stageplaatsen, leer-arbeidsplaatsen zoveel mogelijk aan. De inzet van die website om werkgevers te verleiden is ook voor een deel bedoeld om de beeldvorming te beïnvloeden en de dienstverlening van de publieke instanties te promoten sec geadresseerd aan werkgevers. Er is ook gebrainstormd over het wel of niet instellen van taskforces. Daar waren we nog niet klaar voor. Laten we gebruik maken van de mensen die gezag hebben. Er zit in het programma wel een forse investering om de vraagzijde van de arbeidsmarkt te bewerken en erbij te betrekken. Ik begrijp de vraag maar er is aandacht aan besteed. Mevr. Luijcx: krijgt die werkgever ook een bonus? Dhr. de Jager: als je voor een half jaar een kracht krijgt voor € 6,= krijgt hij een vette bonus. Dhr. Boersma: zijn er afspraken over de koppeling tussen subsidies en de prestaties in 2010 om ook die andere 50% te krijgen? Dhr. de Jager: het ministerie heeft gezegd: o.b.v. de cijfers die je gerealiseerd hebt in combinatie met het onderwijs krijg je weer nieuw geld. Het onderwijscijfers kunnen we niet beïnvloeden. Dat er iets staat kunnen we wel beïnvloeden. We hebben geen spreadsheet als we dat bereikt hebben krijgen we dat erbij. Dat betekent dat ik naar alle partijen veel druk op de ketel zet door te zeggen: nu is het afgelopen, nu ga je vullen, anders krijgen we geen extra middelen. Dhr. Boersma; het is dus voor u ook niet duidelijk welke prestaties u moet leveren om die andere 50% te krijgen? Komt die helderheid er of niet?
10
Dhr. de Jager: in juli 2010. Dhr. Boersma: maar dan wordt pas de norm bekend. Dhr. de Jager: dan ga je het merken. Als ze zeggen: het is een lichte vorm van verantwoording mag je gissen naar hoe dat gaat lopen. Ze hebben niet gezegd: als je dat percentage haalt van wat je bedacht hebt krijg je meer. Ook de staatssecretaris staat in de kamer onder druk: stop je niet onvoldoende onderbouwd veel geld in de regio’s. als ze zeggen: we zien niets gebeuren zal mevr. Kleinsma waarschijnlijk roepen: er komt niets meer. We stellen geen geld beschikbaar verder dan 2010. we willen de effecten zien, de groei of de afname van de werkloosheid. We stellen geen middelen beschikbaar die we niet hebben. De voorzitter: ik sluit hiermee de besprekingen over dit actieplan af en bedank de heren voor de toelichting. Komt er nog een uitgebreid plan op papier? Dhr. Ramkhelawan: van de projecten die hier genoemd zijn is een schematisch overzicht van welke er opgestart zijn en welke middelen en prestaties daaraan verbonden zijn. Per 15 e februari maken we een eerste rapportage en in juni de 2 , waarbij de onderhandelingen gevoerd worden. Het lijkte me goed om er later in het jaar nog eens op terug te komen. Dhr. de Jager: ik heb om 6 uur een nieuwsbrief aangeboden aan Spigt. Als die goedgekeurd wordt kan die ook naar de griffiers gestuurd worden zodat die onder de raden wordt uitgezet. De voorzitter: het lijkt mij goed als de informatie wat breder bekend gemaakt wordt. Als er op enig moment een rapportage uitgebracht wordt is die ook interessant voor deze commissie om te weten wat er leeft. 6.
11
Rapportage resultaten reïntegratiebeleid
Dhr. Nieuwstraten: verzocht is dit onderwerp te agenderen onder de noemer wie wordt er beter van: het reïntegratiebedrijf of degene die op traject zit? We krijgen er een brief over en een aantal onderzoeken waaruit blijkt dat we niet veel zicht hebben op hoe we het doen. De cijfers zijn niet snel boven tafel te krijgen er is dus niet veel controle op. Over reïntegratie staat dat in de bovenste 3 van de top 10 doelen wordt aangegeven hoe het gaat met de reïntegratie. Die zijn allemaal rood dus ik denk dat we het niet zo goed doen. Ik wil het dus wel graag op de agenda houden zodat we daar meer informatie over krijgen want er komen nieuwe aanbestedingen aan. Mevr. v. Benthem: welke informatie wilt u nog meer? Dhr. Nieuwstraten: gegevens over hoe we het hier doen. We hebben veel informatie gekregen maar veel daarvan is landelijk. Hierin wordt ook gezegd dat we niet zoveel informatie hebben, dat is ook niet te krijgen en we vinden het niet zo belangrijk om aan u te geven want het is erg gedetailleerd. De voorzitter: er staat dat actuele informatie niet snel te krijgen is en inzoomt op een niveau dat te gedetailleerd is om aan de commissie te presenteren. Dat is geen onwil maar de inschatting dat da geen zin heeft. Als u dat desalniettemin wilt zien stel ik voor dat een keer met dhr. Spigt of mevr. Bieshaar door te nemen om te kijken hoe dat dan wel zou moeten. Dhr. v/d Vlies: wij hebben veel informatie en kunnen dat ook geven. We rapporteren over de doelstellingen uit de resultaten top 10 die we nastreven. Daar zit veel informatie onder. Als daar behoefte aan is kan dat ook plenair. De resultaten onder punt 1 en 2 moeten enigszins genuanceerd worden. Bij 1 weten we nog niet wat de eindstand van de landelijke ontwikkeling is omdat die gegevens pas over 2 maanden beschikbaar zijn. Dan pas kunnen we definitief een uitspraak doen t.a.v. doelstelling 1. T.a.v. doelstelling 2 is een aantal effecten , de uitstroom van een aantal nieuwe instrumenten zoals de workshops en de verloningstrajecten, e nog niet meegeteld. Het lijkt erop dat de 2 doelstelling in de definitieve verantwoording op groen gaat. De definitieve verantwoording komt op het moment dat de jaarrekening wordt opgemaakt omdat daarover in het jaarverslag wordt gerapporteerd. Het lijkt me goed u daarover te informeren hoe we het in 2009 hebben gedaan. De voorzitter: als we dergelijke rapportages krijgen met slagen om de arm en een aantal kanttekeningen had dat erop moeten staan. Dhr. v/d Vlies: dat ben ik met u eens. Dat moet in het vervolg beter. Die nuancering plaatst dit wel in een ander perspectief maar het leek me toch goed om dat mee te geven. Dhr. Nieuwstraten: dan is mijn verzoek om het op de agenda te houden dus niet zo gek? De voorzitter: het is zo-wie-zo de afspraak dat we dit overzicht elke vergadering krijgen dus dat blijft op de agenda. Er zit een leercurve in en het zal de volgende keer beter gaan v.w.b. het feit hoe voorlopig of definitief de cijfers zijn. Hoe groot is de behoefte aan meer details commissiebreed? Die zie ik bij 2 personen. Dat moeten we dat niet commissiebreed doen maar dan verzoek ik u dat in kleiner verband door te spreken. Die bereidheid zal er zeker zijn bij degenen die daar op dat niveau mee bezig zijn om dat buiten deze commissie om te doen.
Mevr. Dekker: in de rapporten van de benchmark staan andere cijfers dan bij de 10 te realiseren doelen. Wat is de verklaring voor die verschillen? Er wordt gesproken over 17/55% in punt 2 van de top 10 doelen en in de uitstroom worden er hele andere getallen gebruikt op pag. 12 tabel 4.3. Dhr. v/d Vlies:dat is de rapportage per 1-1-2008. We hebben het hier over 2009. Daar zou het verschil in kunnen zitten. Mevr. Dekker: het is bijgesteld naar beneden en wijkt wel heel erg van elkaar af. Dhr. v/d Vlies: als u wilt kan ik daar nog even naar kijken. We hebben geen invloed op het feit hoe getallen in de landelijke benchmark toegerekend worden. De voorzitter: dat krijgen we nog te horen. Ik stel voor dat dhr. Nieuwstraten een afspraak maakt met v/d Vlies om dat nader te bekijken. Dhr. Nieuwstraten gaat daarmee akkoord. De voorzitter: als u n.a.v. die bespreking met dhr. v/d Vlies iets vindt komt dat hier vanzelf terug. Mevr. Ruisch: we hebben ook de management samenvatting van ISD Drechtsteden in vergelijking met landelijk gekregen. Die heb ik bekeken en daarin zie je op pag. 7 de instroom tussen 18 en 65-jarigen van 2007 naar 2008 stijgen van 370 naar 494. Het aantal fte’s in totaal is gezakt van 200 naar 182 en ik zie dat het ziekteverzuim is gestegen en als we naar landelijk kijken zie ik dat de inspanning die wordt geleverd in de Drechtsteden 27,7 per fte is en landelijk maar 20. Wat heeft het feit dat de mensen kennelijk veel harder moeten werken, op het moment dat het aantal stijgt het personeel wel afneemt te maken met het feit dat het ziekteverzuim stijgt? Waar zitten die verbanden? Mevr. Luijcx: het gaat over 2008. Mevr. Ruisch: als er recentere cijfers zijn wil ik die graag zien misschien zijn die nog wel slechter. De voorzitter: we moeten met mevr. Bieshaar opnemen hoe het met druk gaat en hoe het met het ziekteverzuim gaat. Mevr. Ruisch: ja, want dat is relatief hoog en is aardig gestegen. Dhr. v/d Vlies: dat is op dit moment zit het ziekteverzuim op 4,9. Daarvoor is de directeur verantwoordelijk, dus het lijkt me verstandig daar met haar verder over te spreken. De voorzitter: er komt binnenkort een jaarverslag van de SDD naar aanleiding waarvan we ook dit soort vragen kunnen stellen. 7.
12
Rol van de adviescommissie inzake het minimabeleid
De voorzitter: dhr. Drijver zal inspreken n.a.v. de notitie. Dhr. Drijver: wij hebben de afgelopen 1½ jaar vanuit FNV Lokaal het minimabeleid gevolgd. N.a.v. deze notitie heb ik een paar opmerkingen die niet op de inhoud ingaan maar op de procedure en de niveaus waarop beslissingen genomen worden. Gevoelsmatig hebben we de indruk dat er in de gemeenten zelf geen discussies meer plaatsvinden over dit onderwerp of te weinig. Het feit dat de bevoegdheden zijn overgedragen is belemmerend voor de lokale discussie. Er is ook verwarring over wie wat doet. Ik heb wat stukken doorgespit en op internet gekeken. De taken van de Drechtraad zijn kaderstellend. Ik vind van de kadestellende opdracht in deze notitie weinig terug. Er is een nota minimabeleid geweest. Dat geldt niet meer voor 2010 en er is niets nieuws voor in de plaats gekomen. Dat ging m.n. over beslissingen t.a.v. het ongewijzigd voortzetten van het minimabeleid, niets veranderen in de langdurigheidtoeslag. Die beslissing is genomen in de bestuurscommissie. Had dat geen discussie in de Drechtraad moeten zijn? Dat had men kunnen doen bij de behandeling van de brief van de bestuurscommissie. Als ik nu kijk naar deze notitie staat er b.v. onder besluitvormingsproces: beleidsregels worden vastgesteld door de bestuurscommissie. Er staat ergens dat deze commissie in elk geval advies uitbrengt voor door de Drechtraad uit te brengen beleidsnota’s. Zou er geen verwarring kunnen zijn dat er hier beleidsnota’s worden vastgesteld die in de Drechtraad genomen hadden moeten worden? Zeker als ik lees dat ze alles mogen doen behalve vorderingen vaststellen. Er staat dat beleidsregels worden vastgesteld door de bestuurscommissie. Het gebrek aan meewerken van de gemeenten op dit terrein heeft ook gevolgen voor de mensen die in de bestuurscommissie zitten en wethouder zijn in bepaalde gemeenten. De gemeente Dordrecht heeft daar wel eens een stuk over geschreven. Er staat: er kunnen verzoeken worden meegegeven. In het stuk van Dordrecht stond: ze kunnen de wethouder opdracht geven bepaalde dingen te bevorderen. Er zijn een paar onduidelijkheden: hoe ver gaat het vaststellen van beleidsregels binnen de bestuurscommissie en hoe staat dat i.r.t.. de kaderstellende taak van de Drechtraad? Ik veronderstel een regelmatige discussie in de Drechtraad of die kaders zo blijven of moeten we met de ontwikkelingen mee? Als ik naar
dit schema kijk mis ik een voorafgaande discussie in de Drechtraad om die kaders vast te stellen. De bestuurscommissie moet weten binnen welke kaders zij haar dingen mag doen. De voorzitter: uw vraag betreft de verhouding tussen Drechtraad en adviescommissie? Dhr. Drijver: dat is juist. Mevr. Ruisch: ik zou daar vanuit Dordrecht graag op willen reageren met als voorbeeld de langdurigheidstoeslag. We kunnen er op 2 manieren voor zorgen dat de Drechtraad iets meekrijgt. We kunnen het tegen dhr. Spigt zeggen. Een andere weg is het plan via de fractievorming in te laten brengen. Dat is een lastige. Daar kwamen we in de lokale samenstelling niet uit. Daarom is het toen besproken in de eigen fractie. Dan moet je toch nog een meerderheid zien te creëren. Dhr. Drijver: ik heb niet over het resultaat gesproken. Mevr. Ruisch: die manier van beïnvloeding is niet makkelijk. Mevr. v. Benthem: per gemeente zijn er regionale voor- of nabesprekingen van de Drechtraad waarin ook dit soort onderwerpen aan de orde komen en we ook opdrachten meekrijgen. De voorzitter: het staat iedereen vrij in de lokale gemeenteraad deze discussie te voeren. De adviescommissie van de Drechtraad heeft gevraagd: doe dat namens ons. Als het een goed advies is doen ze daar wat mee. Dhr. Buitendijk: vanuit H.I. Ambacht heb ik deze week het voorstel gedaan het minimabeleid op lokaal niveau te bespreken. Dat is door de commissie WOS omarmd en wordt meegenomen naar het presidium, waar de agenda wordt vastgesteld. In dit geval, gezien de planning, zal dat met de nieuwe raad en commissie WOS gebeuren. Dhr. Slotema: waar dhr. Drijver gelijk in heeft is dat we geen kaders en rollen hebben neergezet. We hebben gesteld dat er een nieuw minimabeleid moet komen. Daar zitten we er niet genoeg voor in. We laten eerst het voorstel komen vanuit de ISD waaraan we evt. nog toevoegingen of correcties kunnen doen. De voorzitter: we hebben het minimabeleid in een workshopverband aan de orde gehad. We hebben het procesmatig gedaan. In het voorstel staat dat we tot 19 mei oriënterende besprekingen kunnen voeren. Dat moet zijn kaderstellende besprekingen. Dat is de bedoeling van wat we op 19 mei gaan doen. Dhr. v. Halm: daar zou nadrukkelijk de langdurigheidstoeslag in meegenomen worden. De voorzitter: ik geef nu ter bespreking: vinden wij dit een goed proces? Mevr. v. Benthem: ik ben blij met het voorstel om oriënterend in kaderstellend te veranderen. De bestuurscommissie is niet goed bezig als ze zelf een besluit gaat vaststellen waar de adviescommissie het niet mee eens is en daar een negatief over advies uitbrengt aan de Drechtraad. Ik ben zelf ook op zoek naar wat mij stoort. Ik ben te weinig op de hoogte van de gemeenschappelijke regeling. Wij worden slecht geïnformeerd in Drechtraadverband over de genomen besluiten in de bestuurscommissie. Het is de taak van de bestuurscommissie goed te luisteren naar wat er leeft en welke kaders meegegeven worden. anders loop je vertraging op. De voorzitter: wat er procesmatig hoort te komen is dat de bestuurscommissie een voorstel voorbereidt, dat voor advies aan deze commissie voorgelegd wordt en dan ter besluitvorming aan de Drechtraad wordt voorgelegd. Dhr. v/d Vlies: op dit moment is het zo geregeld als het om een verordening, jaarplan, begroting gaat is dat de bevoegdheid van de Drechtraad. Als het om een beleidsplan gaat is dat gemandateerd aan de bestuurscommissie. Wat mij betreft zie ik 19 mei als een kaderstellende bespreking. Het zou raar zijn als daar beleid geregeld wordt waar een besluit over genomen wordt dat niet op uw steun kan rekenen. Waar het gaat om de langdurigheidstoeslag bent u altijd aan zet. Ook als het gaat over financiën. Als blijkt dat voor het minimabeleid de huidige budgettaire kaders veranderd moeten worden bent u als Drechtraad aan zet want u stelt voor het budget de kaders vast. De intentie is hetzelfde. We moeten een gedragen minimabeleid hebben dat op brede steun kan rekenen. Daarom moeten we daarover aan de voorkant het gesprek aangaan. De bestuurscommissie moet aan de voorkant aan de bestuurscommissie kaders op inhoud meegeven. De voorzitter: het is aan de adviescommissie om te adviseren over en aan de Drechtraad om te besluiten over de verordening. Mevr. v. Benthem: zitten er nog meer verordeningen gekoppeld aan het minimabeleid? Dhr. v/d Vlies: nee, alleen de langdurigheidstoeslag. De voorzitter: procedureel is het een stuk van de bestuurscommissie. In overleg met de secretaris zal het stuk aangepast worden. De aangepaste tekst willen we graag nog een keer ontvangen.
13
Mevr. Dekker: ik zou het fijn vinden dat de andere gemeenten ook op tijd geïnformeerd worden. De raad van Dordrecht had al voorinformatie gekregen over de plannen betreffende de jeugdwerkloosheid. Dhr. v/d Vlies: in H.I. Ambacht heb ik nog niets doorgestuurd omdat alles nog onder voorbehoud was. Het was eerst belangrijk zekerheid te krijgen over het geld en de daadwerkelijke acties. Ik weet dat anderen ook niet actief geweest zijn om dat door te geleiden naar de raad omdat het nog in ontwikkelstadium zit. De voorzitter: we passen de tekst overeenkomstig het besprokene aan. 8.
Besluitenlijsten en agendavoorraad bestuurscommissie SDD
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
9.
Vergaderschema 2010
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
10.
Agendapunten volgende vergadering (19 mei 2010)
Dhr. Poiesz: de verschillende actiepunten. 19 mei is ter voorbereiding op de Drechtraad van 16 juni. De punten waar staat 21 april verhuizen naar 19 mei De voorzitter: advies inzake minimabeleid is zojuist vastgesteld. Als u de oriënterende bespreking lokaal wenst te bespreken adviseer ik u dat vóór die tijd doen.
11.
Rondvraag
Mevr. Dekker: betreffende het minimabeleid heb ik in de krant gelezen dat de Stichting Leergeld de internetverbindingen niet meer uitkeert. We hebben afgesproken dat, zolang we geen nieuw minimabeleid vastgesteld hebben, het oude beleid voortgezet zou worden. Het gaat om ca.€ 20 per maand. Mevr. v. Benthem: het signaal dat wij kregen is dat de subsidie-uitkering niet evenredig stijgt met het aantal kinderen dat een beroep doet op dat leergeld. Dhr. v/d Vlies: er is een brief uitgegaan waarin staat dat een aantal problemen die er waren t.a.v. leergeld gecorrigeerd is. in de BC is dat recent aan de orde geweest, m.n. v.w.b. de problematiek van de subsidies. Er is een gesprek geweest met de Stichting Leergeld omdat daar wat misverstand over was. Er is een brief uitgegaan waarin de afspraken bevestigd zijn. Die brief is ook aan de commissie WOS toegestuurd of zal alsnog toegestuurd worden. De vraag over de € 20 voor de internetverbinding kijk ik na of die beantwoord is of laat dat alsnog beantwoorden. Mevr. Dekker: hoe krijgen wij daar antwoord op? Dhr. v/d Vlies: via de secretaris. Als dat antwoord niet in die brief staat krijgt u een aanvullend antwoord. De voorzitter: dit zal via de griffiers aan de commissies verspreid worden. Mevr. v. Benthem: in de gemeenteraad in Dordrecht is de situatie rond het buurtserviceteam aan de orde geweest. Ik heb begrepen dat er een samenwerkingsrelatie bestaat tussen de SDD en het buurtserviceteam In hoeverre wordt er vanuit die samenwerkingsrelatie naar een oplossing gezocht voor de mensen ontslagen worden? Dhr. v/d Vlies: dhr. Evers kan mij aanvullen. Wat er met de BST aan de hand is ,is dat één van de opdrachtgevers, Netwerk, een deel van zijn werk niet meer aan de BST heeft gegund. Een deel van het werk is dus weggevallen. Het gaat om een kwetsbare groep mensen. Als gemeente hebben we allerlei werkzaamheden die door zo’n BST gedaan zouden kunnen worden. Dat zou een deel van de problematiek verminderen want we willen ervoor zorgen dat die mensen aan het werk blijven. We hebben er belang bij want het is een kwetsbare groep. Het is niet zo dat we er zonder meer extra geld in gaan pompen. Dat is het probleem niet. Het belangrijkste is dat er werkzaamheden zijn, zoals straten vegen of andere werkzaamheden in de openbare ruimte vanuit gemeenten of corporaties waarvoor de BST ingezet zou kunnen worden. Het is belangrijk dat die kwetsbare groep niet aan de kant komt te zitten. Mevr. v. Benthem: dat begrijp ik en dat dat het gevolg is van marktwerking. Er is nu dus een groep kwetsbare mensen die instroomt bij de SDD. Ik kan me voorstellen dat je dat als SDD projectmatig wilt oppakken. Dhr. v/d Vlies: we willen kijken hoe we de SDD daarbij kunnen ondersteunen bij het zoeken naar werkzaamheden. Daarom hebben we de oproep gedaan om ook binnen gemeenten te
14
kijken of er werkzaamheden zijn die het BST zou kunnen doen, om te voorkomen dat die mensen aan de kant komen te staan en met een uitkering thuis komen te zitten. Mevr. v. Benthem: mijn laatste vraag gaat over de signalen die er landelijk en lokaal zijn m.b.t. de schuldhulpverlening. Wij zijn d.m.v. die 10 punten op de hoogte gebracht maar waar de signalen vooral over gaan is dat dat binnen afzienbare tijd uit de hand gaat lopen en dat SD’en het niet meer aan zouden kunnen. Geldt dat ook voor de SDD? Dhr. v/d Vlies: we hadden een oplopende wachtlijst. Uit de extra middelen die vanuit het rijk zijn gekomen is extra formatie aangenomen. Daardoor is het op dit moment mogelijk om de aanvragen binnen de termijnen te behandelen. Het is op dit moment nog niet zo dat er bij ons problemen ontstaan. De extra capaciteit maakt het alleen maar mogelijk een versnelling aan te brengen in de aanpak van de wachtlijst. De maximale wachtlijst wordt 4 weken. Dat is binnen de norm die wij daarvoor hebben afgesproken. 12.
Sluiting
De voorzitter bedankt voor de afgelopen 4 jaar die we met elkaar als adviescommissie hebben vergaderd. We zullen zien in welke samenstelling we elkaar terug zien. Ik sluit hierbij de vergadering.
Actielijst Adviescommissie WZI 20 januari 2010 Datum afspraak
Onderwerp
Actie door
Uiterlijk
23 -09-09
Aangeven aandachtspunten t.b.v.. klanttevredenheidsonderzoek. Adviescommissie kan hier dan advies uitbrengen.
Bestuurscom missie
Tijdig voor het volgende kto.
18-11-09
Verordening Inburgering.
18-11- 09 18-11-09 18-11-09 18-11-09 20-01-10 20-01-10 20-01-10 20- 01-10
15
Verordening Wet Investeren in Jongeren (Drechtraad 19 mei 2010). Verordeningen IOAW en IOAZ (Drechtraad 19 mei 2010). Actualiseren doelstellingen Werkplein. Actuele informatie m.b.t. doelen Top 10 een week voor de vergadering van de adviescommissie. Agenderen kaderstellende bespreking over het minimabeleid. Aanpassen notitie minimabeleid en toezenden. Schriftelijke beantwoording van vraag inzake dienstverlening SCD aan SDD Brief en beantwoording Stichting Leergeld toezenden.
Bestuurscom missie Bestuurscom missie Bestuurscom missie Bestuurscom missie
19 mei 2010 19 mei 2010 19 mei 2010 n.t.b.
Bestuurscom missie
Een week voor de vergadering.
Secretaris
19 mei 2010
Secretaris
Februari 2010
Bestuurscom missie
z.s.m.
Secretaris
z.s.m.