datum
3 februari 2009 Steller
I. van Montfoort Telefoonnummer
6396791 Email
[email protected] portefeuillehouder BC
J. Lavooi
Vergadernotitie
voor de Adviescommissie Werk, Zorg en Inkomen van 18 februari 2009
Onderwerp
Langdurigheidstoeslag Bijlagen Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Drechtsteden Status Met het voorstel is op 1 december 2008 door de Bestuurscommissie ingestemd en de verordening wordt u ter advisering voor besluitvorming in de Drechtraad van 18 maart aangeboden. Toelichting op het voorstel Bij wetswijziging van 30 december 2008 is de landelijke regeling voor de Langdurigheidstoeslag (LDT) met ingang van 1 januari 2009 gedecentraliseerd naar gemeenten. De essentie van het wetsontwerp dat de decentralisatie LDT regelt is: - de LDT wordt een specifiek onderdeel van de bijzondere bijstand - het criterium ‘geen perspectief op de arbeidsmarkt’ vervalt - gemeenten moeten een Verordening voor LDT opstellen - in deze verordening wordt de hoogte van de LDT geregeld, en worden de criteria vastgelegd - voor 2009 geldt een garantiebepaling inzake de voorwaarden en de hoogte van de toeslag voor mensen die ook in 2008 al recht op de LDT hadden In artikel 36 van de WWB, eerste lid wordt daartoe de basis voor de LDT opgenomen: “Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering”
pagina 2, agendapunt
Het aantal aanvragen LDT en de totale bestedingen zijn in de afgelopen jaren teruggelopen als gevolg van het dalend klantenbestand. Voor de nieuwe LDT geldt zoals vermeld een garantieregeling voor diegenen die ook in 2008 de toeslag hebben ontvangen. Nu de LDT onderdeel van de bijzondere bijstand is geworden geldt net als voor andere vormen van bijzondere bijstand c.q. minimaregelingen dat het gemeenten wel is toegestaan een bepaalde inkomensgrens als toegangscriterium te hanteren, maar dat geen voorwaarden mogen worden gesteld aan de aard van het inkomen. De ‘oude’ regeling kende als criterium dat de toeslag alleen mogelijk was voor mensen zonder perspectief op de arbeidsmarkt. Dit criterium is bij amendement tijdens de parlementaire behandeling vervallen. Overzicht van de LDT in Drechtsteden Jaar Aantal aanvragen 2007 2402
Bestedingen € 904.144
2008 2314 € 881.824 (prognose) 2009 2234 € 851.600 raming oude LDT (De raming voor 2009 is gebaseerd op ten opzichte van 2008 ongewijzigde uitvoering van de LDT) De overdracht van bevoegdheden gaat gepaard met het overhevelen van rijksgelden naar het Gemeentefonds. De regeling voor Langdurigheidstoeslag wordt op deze manier ondergebracht in de bijzondere bijstand. De extra algemene uitkering in het Gemeentefonds voor de zes Drechtsteden in verband met deze overheveling bedraagt circa € 674.000. De Bestuurscommissie heeft in haar vergadering van 1 december 2008 besloten te adviseren de toedeling van de kosten aan gemeenten te laten geschieden op basis van de gebruikelijke verdeelsleutel. (Solidariteitsbeginsel in Drechtsteden). De gemeentelijk coltrollers zijn geïnformeerd. Er is nog geen claim bij gemeenten ingediend. Verrekening van de meerkosten zal gebeuren bij de eerste marap 2009, of bij de afrekening (jaarrekening 2009). Gemeenten zijn in de meicirculaire Gemeentefonds 2008 geïnformeerd over de extra middelen in verband met de decentralisatie van de LDT. Hoogte van de toeslag berekend conform de verordening LDT 2009 2009 Alleenstaanden € 350
Oud 2008 € 341
Alleenstaande ouders
€ 450
€ 436
Gehuwden /samenwonenden
€ 500
€ 486
Naast de hoogte van de langdurigheidstoeslag behoort ook het vaststellen van de doelgroep voor de LDT (inkomensgrens) en de lengte van de referteperiode tot de gemeentelijke beleidsvrijheid. Nu de langdurigheidstoeslag overgeheveld wordt naar de bijzondere bijstand is de vraag aan de orde of ook hiervoor de inkomensgrens op 110% van het minimum moet worden gesteld. Een veel gehoord argument is dat bij een 110% doelgroep ook effectief een bijdrage wordt geleverd aan het bestrijden van de armoedeval, bijvoorbeeld als uitkeringgerechtigden aan het werk gaan. In haar advies benadrukt de Cliëntenraad WWB Drechtsteden het belang de LDT open te stellen voor alle inwoners met een inkomen tot 110%.
pagina 3, agendapunt
Een juridische consequentie van verruiming van de doelgroep tot 110% is dat ouderen boven de 65 die aan deze inkomenseis voldoen, zelfs als zij in de verordening en de Wwb worden uitgesloten van het recht op de toeslag, toch aanspraak op deze voorziening kunnen maken. Dit is een gevolg van Europese non discriminatiebepalingen. Verruiming van de doelgroep tot 110% zou daarnaast betekenen dat ook veel meer inwoners onder de 65 aanspraak op de LDT krijgen. Onderstaande tabel geeft de aantallen huishoudens bij verschillende inkomensgrenzen. Ouderen boven de 65 zijn in deze cijfers inbegrepen. Huishoudens tot Huishoudens tot 100% *) 110% *) Alblasserdam 250 500 Dordrecht 3300 5600 Hendrik Ido Ambacht 300 550 Papendrecht 450 800 Sliedrecht 300 500 Zwijndrecht 800 1500 totaal Ca 5400 Ca 9500 *) ramingen berekend met Stimulansz Minima-site
Huishoudens tot 120% *) 900 8900 1000 1400 900 2700 Ca 15800
Veel maatschappelijke organisaties en ook de Cliëntenraad WWB Drechtsteden pleiten voor verkorting van de referteperiode tot 3 jaar. Onderzoeken van o.a. het Nibud geven aan dat in huishoudens met een minimuminkomen al veel eerder dan na 5 jaar de financiële rek is verdwenen om reserveringsuitgaven te kunnen doen. Indicatief voor de bedoeling van het Ministerie SZW op dit punt is dat de voorgestelde wetswijziging een langdurigheidstoeslag toestaat aan personen van 21 tot 65 jaar, en niet zoals in de oude regeling aan personen van 23 tot 65 jaar. De minimale leeftijdsgrens in de Wwb is verlaagd om de mogelijkheid te geven de referteperiode tot 3 jaar te verkorten. Zelfs de ongewijzigde uitvoering van de oude regeling leidt in 2009 tot meerkosten van € 177.000 bovenop de extra toevoeging in het Gemeentefonds van ca € 674.000. De Bestuurscommissie adviseert daarom in de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand zoveel mogelijk aan te sluiten bij oude landelijke regeling, en de doelgroep te bepalen op alle inwoners die al 5 jaar of langer een inkomen hebben tot 100% van de voor hen geldende wwb-norm (studerenden uitgezonderd). De Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Drechtsteden die u als bijlage aantreft is hiervan de concrete vertaling.
pagina 4, agendapunt
Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Drechtsteden De Drechtraad, gelezen het voorstel van de Bestuurscommissie Sociale Dienst van 6 november 2008, gelet op artikel 36 van de Wet werk en bijstand, gezien het advies van de Commissie Werk, Zorg en Inkomen van (datum), Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Drechtsteden Artikel 1 Begripsbepalingen In deze a. b. c. d. e.
verordening wordt verstaan onder: bestuurscommissie: de Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden wet: de wet Werk en bijstand WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten WSF 2000: Wet Studiefinanciering Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet, zoals deze per 1 januari van elk jaar wordt vastgesteld f. Uitkeringsgerechtigde: persoon als bedoeld in artikel 1 onder o van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen g. Peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat
Artikel 2 Voorwaarden 1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 60 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet. 2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als bedoeld in de WSF 2000. Artikel 3 Hoogte van de toeslag De langdurigheidstoeslag bedraagt 38.6 % van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm inclusief de maximale toeslag van 20% voor alleenstaanden en eenoudergezinnen, naar boven afgerond op het eerstvolgende veelvoud van € 5. Artikel 4 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden. Artikel 5 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009. Artikel 6 Citeertitel Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Drechtsteden. Aldus vastgesteld in de vergadering van de Drechtraad van 18 maart 2009 De voorzitter,
De griffier,
pagina 5, agendapunt