Adviescommissie Werk, Zorg en Inkomen Datum:
19 mei 2010
Aanwezig: Voorzitter: Secretaris:
dhr. W. van der Kruijff dhr. B.C.A. Poiesz
Leden Adviescommissie WZI: Alblasserdam: Dordrecht: Hendrik-Ido-Ambacht: Papendrecht: Sliedrecht: Zwijndrecht:
dhr. H. Boersma, mw. M.J.H. Barra-Leenheer mw. J.L.M. van Benthem, dhr. W. Schneider, mw. Burger-van Denzel (na19.00 uur) dhr. A. van der Stelt mw. G.J. Visser-Schlieker, dhr. T.C.C. den Braanker mw. Y. Luijcx-Zuijdwegt, dhr. G. Slotema (tot 18.15 uur)
Bestuurscommissie:
dhr. A.T. Kamsteeg (portefeuillehouder), mw. I.E. van Montfoort (adv. Soc. Dienst) mw. Y.S.M. Bieshaar (directeur Soc. Dienst), dhr. M. van der Vlies (na 19.00 uur)
Overige aanwezigen Verslag: Afwezig met kennisgeving:
mw. R.J. Schliessler (Uitzendbureau IJsselmonde) Adviescommissie: mw. M.C. Ruisch, Dhr. M. Huijzer Bestuurscommissie: P. Verheij, D. van Steensel, J. Lavooi
Onderwerp (omschrijving)
Opmerkingen/besluit/vervolg
1.
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 17.00 uur en heet de aanwezigen welkom. In verband met stemproblemen van de voorzitter zal de secretaris indien nodig operationeel bijspringen. Dhr. Poiesz: Van de adviescommissie zijn verhinderd Mw. Ruisch en dhr. Huijzer en van de bestuurscommissie zijn verhinderd de heren Lavooi, Van Steensel en Verheij. Dhr Van der e Vlies is eveneens verhinderd, maar gelukkig is dhr. Kamsteeg aanwezig. Het is de 1 vergadering van de adviescommissie in de nieuwe Drechtraad periode. Er zijn 6 nieuwe leden benoemd: Dhr. den Braanker en Mw. Visser-Schlieker uit Sliedrecht, Mw. Burger-van Denzel en dhr. Schneider uit Hendrik-Ido-Ambacht, en de heren Huijzer en Van der Stelt uit Papendrecht. De voorzitter: Vanwege de vele agendapunten en dankzij de naambordjes laten we een voorstelronde achterwege.
2.
Vaststellen van de agenda
De voorzitter: Herziene agenda 2 is de voorgestelde agenda. Dhr. Braanker: De bestuurscommissie stelde per brief voor om punt 10 van de agenda af te halen. De gemeenteraad van Sliedrecht verzoekt echter nadrukkelijk om dit punt wel te behandelen. De voorzitter: Het is duidelijk dat vanaf de publieke tribune wordt aangegeven dat men gebruik wil maken van de inspraakmogelijkheid betreffende de referteperiode. Namens de bestuurscommissie geeft dhr. Kamsteeg een toelichting waarna we kunnen beslissen of het vanavond op de agenda blijft. Dhr. Kamsteeg: De voorgeschiedenis van de discussie over de langdurigheidstoeslag zal ik voor de nieuwe leden kort schetsen. Het betreft een extra toeslag voor clienten die langdurig van de bijstand gebruik maken. In de Drechtsteden geldt dat men na 5 jaar bijstand in aanmerking komt voor deze toeslag. Landelijk speelt de vraag of 5 jaar niet wat lang is. In de
Drechtraad is in februari 2010 een motie ingediend waarin het Drechsteden bestuur werd opgedragen om met een voorstel te komen om de referteperiode van 5 jaar terug te brengen naar 3 jaar. Zodat men eerder in aanmerking zou komen voor deze toeslag en ook een grotere groep. Er is in die Drechtraadvergadering ook gediscussieerd over de € 80.000,- die dit gaat kosten. Het Drechtstedenbestuur reageerde op deze motie door aan te geven dat het verstandig leek dit mee te nemen in de evaluatie in het kader van het armoedebeleid in brede zin, maar de Drechtraad wilde toch graag de motie in stemming brengen. Deze werd aangenomen. Met de Sociale dienst is gewerkt aan een wijziging van de verordening om de langdurigheidstoeslag terug te brengen van 5 naar 3 jaar. Er is een discussie ontstaan of het verstandig is hierover nu te beslissen los van het financiële perspectief dat niet echt goed bekend is bij de leden van de Drechtraad. Het Drechtstedenbestuur gaf aan door de Drechtraad aangespoord te worden om vooral de gemeentelijke bijdrage niet te verhogen. Zeker niet nu de gemeenten veel moeten bezuinigen. De voorzitter: U houdt nu een inhoudelijk pleidooi over hoe het allemaal in elkaar zit en dan kunnen we het beter op de agenda zetten. Dhr. Kamsteeg: Ik dacht dat u het agendapunt naar voren had gehaald. Om gemeenten voldoende perspectief te geven over wat het in financiële zin betekent in samenhang met andere ontwikkelingen heeft het Drechtstedenbestuur gezegd dat het verstandiger lijkt om dat te doen op het moment dat die gegevens beschikbaar zijn en dat is na de vakantie en niet nu. Het is een argument om ook gemeenteraden zicht te geven op de consequenties van een eventueel besluit om dit te gaan doen. De voorzitter: Het advies van de Drechtstedenbestuur is om het niet nu te bespreken, maar na de vakantie omdat er dan meer duidelijk is en het in samenhang kan met het minimabeleid en daarmee consistent. Dhr. Kamsteeg: De Drechtraad kan besluiten dit punt zelf op te voeren. De voorzitter: Dat is de reden vanuit de Bestuurscommissie om het voorstel niet nu op de agenda te zetten, maar in samenhang na de vakantie. Wil de commissie het er nu toch over hebben? Dhr. Boersma: welk besluit er ook genomen gaat worden en hoe die regeling er ook uit komt te zien, is het de bedoeling om deze met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010 van kracht te laten zijn? De voorzitter: Het hele voorstel moet nog gemaakt worden. Dhr. Kamsteeg: Als het voor 1 november is besloten dan kan dat. Het is de keuze van de Drechtraad. Mw. Barra: agenderen Dhr. Slotema: agenderen De voorzitter: We brengen het in stemming of heeft iemand nog aanvullende informatie nodig? Mw. van Bentum: Daar ik wat later aanwezig was zou ik graag weten of het over punt 8 en/of punt 10 gaat. Wanneer wij het agenderen betekent dit dat wij een advies uitbrengen aan de Drechtraad. Dan lijkt het mij beter als de Drechtraad daar zelf een besluit over neemt. De voorzitter: agenderen? 6 voor en 4 tegen, dus agenderen we het. De agenda wordt verder ongewijzigd vastgesteld. Mw. van Loos krijgt de mogelijkheid om bij punt 10 in te spreken. 3.
2
Vaststellen verslag adviescommissie d.d. 20 januari 2010
De voorzitter: Het verslag wordt zowel tekstueel als inhoudelijk ongewijzigd vastgesteld. De actielijst wordt door dhr. Poiesz behandeld. - Het klanttevredenheidsonderzoek komt aan de orde in de Drechtraadcarousel afhankelijk van wat er uit het rapport van de commissie Scholten naar voren komt. - Verordening Inburgering staat op de agenda - Verordening WIJ staat op de agenda - Verordening IOAW en IOAZ staat op de agenda - Actualiseren doelstellingen Werkplein komt nog verder aan de orde - Actuele informatie m.b.t Doelen Top 10 is toegezonden, zit bij ingekomen stukken - Kaderstellende bespreking over minimabeleid is geagendeerd, maar de bestuurscommissie heeft verzocht het niet te agenderen - Notitie minimabeleid is toegezonden in februari - Antwoorden inzake dienstverlening SCD en SDD is toegezonden - Brief en beantwoording Stichting Leergeld inzake internetvergoedingen voor bijstandgerechtigden zijn u toegestuurd. Voor de nieuwe leden heb ik kopieën
beschikbaar. Dhr. Baanker: Is de internetvergoeding in stand gehouden? Dhr. Poiesz: Ja, die is in stand gehouden. De Stichting Leergeld verleende deze subsidie niet meer, maar men moest een beroep doen op de Sociale Dienst.
3
4.
Ingekomen stukken en mededelingen
Dhr. Poiesz: De volgende stukken zijn u toegezonden. - Top 10 SDD periode januari t/m maart 2010. - Brief cliëntenraad WWB Drechtsteden inzake de re-integratieagenda en het plan van aanpak Pilot persoonsgebonden Re-integratiebudget. Dit komt onder punt 13a op de agenda van vanavond aan de orde. Mw. Bieshaar zal hierover een toelichting geven. - De brief van de bestuurscommissie heeft u zojuist besproken en deze wordt geagendeerd. - Over het agendapunt Referteperiode langdurigheidstoeslag heeft de FNV-lokaal een brief geschreven die u vanochtend per mail is toegezonden. Deze brief zal hier uitgedeeld worden. De voorzitter: Hierbij nemen we de ingekomen stukken voor kennisgeving aan en waar van toepassing kunt u deze stukken in uw betoog betrekken.
5.
Jaarrekening GR Drechtsteden 2009, par. 2.3 Sociale Dienst Drechtsteden
De Voorzitter: U wordt gevraagd de Drechtraad te adviseren over par. 2.3 betreffende de Sociale Dienst van de jaarrekening want dat is het aandachtsgebied van deze commissie. De Drechtraad gaat uiteindelijk over het vaststellen van de jaarrekening. Dhr. Slotema: De Meeneemregeling participatiebudget is versoberd. We mogen minder geld meenemen naar volgend jaar. Gaan we het geld opmaken zodat er niets terug hoeft naar het ministerie? Welke maatregelen worden er getroffen om het op te maken? Dhr. Van der Stelt: Ik heb mij vooral gefocust op het deel van de doelstellingen in relatie tot 2008. De weg van doelstellingen naar beleid en de uiteindelijke realisatie is altijd interessant. In de rekening zitten financiële zaken waar we het nog eens over moeten hebben, maar mijn complimenten. We zijn druk en resultaatvol bezig geweest. Er wordt gestreefd naar een redelijke termijn van behandeling. Bij schuldbemiddeling zitten we ook aan de goede kant van de streep. We weten allemaal in welke economische situatie we zitten. Wellicht kan de directeur duidelijk maken of we in helder of troebel water terecht zijn gekomen. Wij kijken met enthousiasme naar de resultaten van 2010. Nogmaals onze complimenten. Dhr. Boersma: Ook Alblasserdam is in algemeenheid tevreden, maar t.a.v. doelstellingen 1 en 2 ziet het er rood uit. De doelstelling in 2009 was een daling van het aantal cliënten met 3%. Nu zeggen we dat de stijging iets minder is dan landelijk. Wellicht komen we er bij de begroting van 2011 nog op terug waar het gaat over de doelstellingen voor de toekomst. Ik begrijp de problematiek waar we mee te maken hebben, maar een daling is een afname en geen mindere toename. Graag een reactie hierop. Is het te ambitieus geweest en moeten we de doelstellingen bijstellen? Blz. 21: Goede actie om het woonplaatscriterium los te laten en de actie uit te breiden naar Drechtsteden breed. Bij de kinderopvang zijn er sterk oplopende wachtlijsten. Hoe wordt er omgegaan met cliënten die een verplicht traject zijn ingegaan, maar wachten op kinderopvang? Blz. 23: Kunt u tipje van de sluier betreffende de concrete voorstellen over het minimabeleid oplichten? Blz. 25: Voor de schuldhulpverlening liepen de wachtlijsten op. We hebben extra geld vanuit het Rijk gekregen. Is dit een blijvende bijdrage, ook in de toekomst of moeten we verwachten dat de wachtlijsten blijven oplopen? Blz. 30: Resultaat op de lasten huishoudelijke hulp. Er was een extra plus voorzien van 4 miljoen waarmee de reserve zou oplopen. Uitkering heeft plaatsgevonden richting gemeente. Daar wordt ook over gesproken op blz. 34. Op blz. 30 staat echter dat die toevoeging misschien te ruim was. Houdt dit in dat de gemeenten terug moeten gaan betalen of is er een andere uitleg. Eveneens staat op blz. 30 dat er een verschuiving is geweest van dure naar goedkopere zorg. Is hier kwaliteit voor ingeleverd? Lasten en baten zijn qua kinderopvang in evenwicht, maar we hebben te weinig capaciteit, dit kan ik niet rijmen. Mw. Visser: Blz. 22: Het debiteurenbestand staat op 4,5 miljoen. Dit blijft ongeveer gelijk en er staat als verklaring dat meer mensen terugbetalen, maar dat de bedragen minder worden en er een langere oprekperiode is. Is een gedeelte van deze 4,5 miljoen wellicht dubieus?
Komt dit bedrag daadwerkelijk binnen? De antwoorden over de kinderopvang wacht ik af. Verder is een punt van zorg of de verhouding inderdaad 1 staat tot 3 is waar het gaat om ingehuurd personeel (5 miljoen) ten opzichte van vast personeel (15 miljoen). Wij begrijpen dat in verband met de participatie er voor is gekozen om niet veel mensen in dienst te nemen, maar is daadwerkelijk 1 op de 4 mensen bezig met participatie? Dhr. Braanker: Mijn opmerking sluit aan op Mw. Visser en gaat over het inhuren van externe medewerkers. Er wordt een overschrijdingsbedrag genoemd van 2,5 miljoen. Dit zal wellicht onvermijdelijk zijn, maar ik vind dit een zorgpunt en voor het vervolgtraject moeten we hier goed naar kijken. Wij hebben een managementletter ontvangen, maar zouden ook graag de accountantsverklaring zien. Op blz. 19 staat dat de uitstroom stagneert dan wel deze zich niet verhoudt tot de doelstellingen. Dit is een zorgpunt omdat de dienst aangeeft naar de burger toe de dienstverlening aardig op orde te hebben. De Voorzitter: Over het geheel hoor ik waardering en een paar concrete vragen. Tevens wil men weten hoe we er nu voor staan en hoe het zich ontwikkelt. Het doorkijkje naar de toekomst behandelen we straks bij agendapunt 7 over de begroting nu beperken we ons tot de terugblik. Dhr. Kamsteeg: Betreffende de huishoudelijke hulp was de voorspelling dat de we 4 miljoen zouden overhouden. Aan het einde van het jaar bleek dat 5 miljoen te zijn. De reservepositie was 3,9 miljoen. De reservepot zou dan ver boven de 5 miljoen uitkomen. Er is besloten 3.9 miljoen aan de gemeenten uit te keren. Er bleken later nog rekeningen van in totaal 2,1 miljoen binnen te komen. Er is besloten de uitkeringen aan de gemeenten te handhaven en de rekeningen te betalen uit de reservepot van 5 miljoen. In de reservepositie rest een bedrag van 2,9 miljoen. Dit bedrag wordt voorlopig voldoende geacht omdat we bezig zijn met een operatie om de kosten te reduceren. Dit gaat structureel gebeuren. De verschuiving van dure (2) naar goedkopere (1) hulp was al jaren geleden voorgenomen, maar dit stagneerde. Wij zaten op een scheve verhouding, er werd veel dure hulp geboden. Uitgangspunt is altijd dat de klant krijgt wat er nodig is. Als de indicatie 1 is dan krijgt men nu ook 1. Mw. Visser: Vroeger kreeg men vaak hh2 terwijl men slechts hh1 nodig had. De scheve situatie waar u over sprak betrof dat alleen de Drechtsteden, is dat ge-benchmarket of is dit een vaststelling van u als bestuurscommissie. Dhr. Kamsteeg: Dit is aan de hand van landelijke cijfers geconstateerd. Bij de invoering van de WMO was het al het voornemen. We zaten op een verhouding van 2/3 hh2 en 1/3 hh1. Die verhouding lag landelijk bijna andersom. Dit is bij ons historisch gegroeid. Het is traceerbaar. AWBZ-uitkeringen keken hier niet naar. Als thuiszorginstellingen de dure hulp aanboden werd het betaald. Uitgangspunt is dat men krijgt wat nodig is, dit wordt bepaald bij de indicatiestelling. Dit levert een lager kostenniveau op. We denken dit jaar met gemeenten na over een structureel lager bedrag zodat er niet iedere keer geld terug vloeit vanuit het overschot van miljoenen. Over de Top 10 doelen 1 en 2 kan ik zeggen dat de doelstellingen niet gehaald worden, maar deze zijn een aantal jaren geleden geformuleerd toen we daadwerkelijk in een dalende situatie zaten. Er is nu veel meer fluctuatie en ik vind dat we erover na moeten denken om niet meer het woord daling te gebruiken maar ontwikkeling. Wij willen dan gunstiger zijn dan de landelijke ontwikkeling. Een mindere stijging en een grotere daling dan landelijk gemiddeld. Mw. Bieshaar: We werden na Prinsjesdag overvallen met een maatregel van het rijk om de meeneemregeling ernstig te versoberen. We hadden toen nog 1,5 maand om zoveel mogelijk middelen goed te besteden, zoals aan de multiproblem- jongeren bij het Da Vinci College. Met pijn in het hart kan ik u verzekeren dat dit jaar, zowel het exploitatiebudget als wat er nog in de reserve van de meeneemregeling zat, volledig op zal gaan. Dank voor de complimenten uit Papendrecht. Over de afhandelingtermijn en de crisis spreken wij later nog bij de begroting, maar ook wij hebben de stukken in de krant gelezen over Key2Work die aangaf dat er honderden mensen zouden zijn die maanden hebben moeten wachten voor schuldhulpverlening. Dit is samen met Key2Work onderzocht en het blijkt niet zo te zijn. We zijn na de zomer van 2009 wel overspoeld door mensen met schuldenproblematiek. Dit was landelijk eveneens aan de orde, vandaar dat er extra middelen zijn gekomen. De langste wachtperiode die wij gekend hebben was 4 maanden en dat is lang als je in de schulden zit. De credits voor het loslaten van het woonplaatscriterium gaan naar minister Donner. Het biedt De SDD en de gemeenten onderling veel meer mogelijkheden. Hoe gaan we om met cliënten zonder kinderopvang. Vaak gaat het om alleenstaande
4
moeders die een traject moeten volgen, maar die verplichting leggen we ze niet op wanneer wij, doordat er geen plaatsen zijn, geen kinderopvang kunnen realiseren. Wij kijken dan wel naar de mogelijkheden die er zijn op de momenten dat de kinderen op de buitenschoolseopvang zitten of op school. Bij kinderopvang kan er een financieel evenwicht zijn terwijl er niet voldoende capaciteit is omdat het geen financieel verhaal is. Het realiseren van kindplaatsen moet aan veel wettelijke eisen zoals keuringen en dergelijke voldoen. De bijdrage van het rijk voor de wachtlijst schuldhulpverlening is tijdelijk en niet structureel. In de 6 gemeenten is verschillend met de debiteurenstanden om gegaan en dat maakt het waarderen van de debiteurenopbrengst van 4 miljoen lastig. We hebben eerst gekeken welke afspraken er met de debiteuren gemaakt kunnen worden en uiteindelijk zullen we een gedeelte van deze stand moeten afwaarderen, want we zijn nu 3 jaar verder. Mw. Visser: Het trekt de financiële positie scheef. Je staat dat je nog wat krijgt, maar in werkelijkheid komt dat niet meer binnen. Mw. Bieshaar: Er is ooit bij de oprichting van de SDD besloten dat debiteurenopbrengsten worden toegevoegd aan het minimabeleid. Wij hebben daarbij nooit gedacht dat er 4 miljoen zou binnenkomen. De jaarlijkse opbrengst is, dacht ik, rond de 9 ton. Het percentage van 25% tijdelijk personeel ziet er wat hoog uit, maar u zou schrikken wat u als gemeenten zou moeten bijdragen wanneer wij deze tijdelijke werknemers zouden vervangen door vast personeel. Wij kunnen vanuit veel tijdelijke middelen, tijdelijk personeel inzetten. Dit tijdelijke personeel is per uur inderdaad duurder dat vast personeel, maar het gevolg van het aanstellen van vast personeel met tijdelijke middelen is dat we geconfronteerd worden met wachtgeldregelingen na beëindiging van tijdelijke middelen. We zouden een enorm risicofonds moeten opbouwen om dit risico te kunnen dragen. Door inzet van het participatiebudget, tijdelijke middelen, subsidies en wat dies meer zij hebben wij in 2009 het personeelsbestand kunnen houden op een niveau waardoor wij de doorlooptijden kunnen halen. Kan dit niet dan moeten we bij de gemeenten aankloppen. Niet alle tijdelijke medewerkers die voor die 5 miljoen aan het werk zijn, werken in de participatie. Het participatiebudget is breed inzetbaar. Bijvoorbeeld bij schuldhulpverlening en kinderopvangrealisatie in relatie tot re-integratietraject mag je het ook inzetten. De roep van de Drechtraad om kritisch te kijken naar de inzet van tijdelijk personeel nemen wij zeer serieus. Er komt na de zomer een voorstel in de bestuurscommissie over hoe om te gaan met een betere normering van personeel en een betere inzet van tijdelijk personeel, maar ook over de risico’s van het aannemen van vast personeel vanuit tijdelijke financiering. Dhr. Baanker: Van belang is welke lijn we uit gaan zetten naar de toekomst. Als we vanuit allerlei tijdelijke maatregelen iets kunnen subsidiëren moeten we dat misschien juist doen. Graag krijg ik een beeld van waar we met elkaar naar toe gaan. Mw. Bieshaar: Dit zit in het voorstel om door het bestuur te laten vaststellen wat wij een normaal percentage vinden binnen zo’n organisatie qua tijdelijk personeel. Wij zijn in een uitzonderlijke situatie terechtgekomen die in de afgelopen 30 jaar of langer niet heeft plaatsgevonden. Tijdens de crisis zetten we meer personeel in om cliënten te kunnen bedienen. De accountantsverklaring zit bij de stukken voor de Drechtraad met het rapport van bevindingen van de accountant. De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. De Voorzitter: Het is besproken en naar tevredenheid beantwoord. De notulen worden naar de Drechtraad opgestuurd. Wij brengen positief advies uit. 6.
5
Begrotingswijzigingen 2010
De Voorzitter: Dit agendapunt kunnen we nog afhandelen voor het diner. Dhr. Braanker: Ik lees dat men de accountantskosten specifiek voor de SDD met € 54.000,opwaarts wil bijstellen. Dat lijkt een positieve zin, maar ook met factuurcontrole is € 250.000,gemoeid. Hoe kan men de controledruk beheersbaar houden. Maakt dit onderdeel uit van de brede doorlichting? Dhr. Boersma: Betreffende de Top 10 doelen valt mij op dat daar waar we vorig jaar tenminste 3% gunstiger waren ten opzichte van de landelijke trend wij nu zien dat we in de 1e maanden van 2010 achter lopen op de landelijke trend. Is hier een verklaring voor? Wat gaan we er aan doen om deze trend om te buigen? Op blz. 2 wordt opgemerkt dat er sprake is van 6,2 fte structurele formatiereductie. Hoe verhoudt zich dit tot de incidentele inhuur? Aan de ene kant structureel reduceren en aan de andere kant structureel incidenteel inhuren is wellicht geen goed beleid. Dat de frictiekosten incidenteel zijn en voor 2010 hoor ik graag mondeling bevestigd. Er is sprake van netto verdienste van € 246.000,- (tegenvallende resultaten 2010, blz. 3) door
het niet doorgaan van een detachering. Waarom ging deze detachering niet door? De Voorzitter: Graag beantwoording van de vragen en ingaan op de inkijk naar de toekomst e betreffende de 1 2 punten van de Top 10 Doelstellingen. Mw. Bieshaar: Waar staan we nu en wat verwachten wij in 2010. Wij zien dat de crisis nog veel grotere gevolgen heeft op de werkloosheid en de bijstand in de Drechtsteden dan in 2009. De belangrijkste instroom op dit moment komt door cliënten met een eindeWW-uitkering en mensen die ontslagen worden zonder dat ze voldoende WW rechten hebben opgebouwd. De grootste zorg is dat vanaf 1 januari het aantal jongeren in de bijstand enorm toeneemt. In 2009 waren er 495 jongeren in de bijstand en ook dat was al een stijging t.o.v. 2008. Op dit moment hebben we al een stijging van 250 jongeren extra in een paar maanden. Het gaat hier om ex-WW, maar ook om jongeren die een BBL of BOL opleiding volgen; een combinatie van werk en scholing. Wanneer deze jongeren ontslagen worden, door saneringen bij bedrijven, kunnen ze ook hun opleiding niet afmaken. We hebben extra maatregelen ingezet. De uitstroom naar werk gaat heel behoorlijk, beter dan vorig jaar, maar de instroom is enorm. Wij doen het slechter dan landelijk gemiddeld. Waarom is niet helemaal duidelijk. Wij zijn van oudsher een industrieel gebied waar je vaak dit soort effecten ziet optreden. Je ziet het ook rond Tilburg Enschede, maar dit dekt niet helemaal de lading. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden hebben wij gevraagd hier onderzoek naar te doen. Wat is er gaande dat we hier zo’n grote stijging hebben in de WW. De controledruk. Hoe we daar ooit van af komen? We hebben het contract met het WMOkantoor juist gesloten omdat wij zaken, als rekeningen voor 2,1 miljoen ontvangen na sluitingsdatum, willen voorkomen. Door het zorgkantoor in te zetten kun je veel sneller controleren dat wat je indiceert en inzet aan zorg ook daadwerkelijk in rekening kunt brengen en weten hoe je die controles moet uitvoeren. Een grotere omloopsnelheid en op kortere termijn waardoor we eerder kunnen zien of het aantal geïndiceerde en ingezette uren klopt met het aantal te betalen uren. Zelf zijn we een nieuw aanvraagproces voor de bijstand aan het ontwikkelen, waarbij wij uitgaan van vertrouwen in de cliënt en steekproefsgewijs achteraf gaan controleren. Daarmee kunnen we in ieder geval voor de burger wat controledruk wegnemen, maar zolang er met overheidsgeld gewerkt wordt zal men blijven controleren. De structurele 6,2 fte formatiereductie heeft te maken met de uitbesteding van de Sociale Recherche aan het SIOD. Dit staat ook in relatie tot de detachering. Er konden 2 mensen die boventallig waren worden overgenomen door het SIOD. Hiervoor zijn tijdelijke functiekosten nodig want boventallige mensen blijven nog een tijd op de loonlijst staan. De medewerkers van de Sociale Recherche hebben echter besloten hier geen gebruik van te maken en dan vervalt er een stukje van de inkomsten. Dhr. Braanker: Maar het werk blijft wel gedaan worden? Mw. Bieshaar: Jazeker, door het SIOD. Zij willen graag betaald worden en de boventallige personeelsleden willen graag hun salaris ontvangen. Dhr. Slotema: Ik neem aan dat de mensen die boventallig zijn wel andere werkzaamheden verrichten. Mw. Bieshaar: Uiteraard De Voorzitter: Nu de vragen voldoende zijn beantwoord en er voldoende toelichting is e gegeven op de 1 2 doelstellingen en de huidige stand van zaken besluiten we positief advies te geven. De notulen worden meegestuurd. Dhr. Boersma: Ik stel voor hier aan toe te voegen dat wij geconstateerd hebben dat wij achterlopen op de doelstellingen 1 en 2, dat er onderzoek naar zal plaatsvinden zoals Mw. Bieshaar zojuist zei met daaruit voortvloeiend te ondernemen acties. Belangrijk om mee te geven aan de leden van de Drechtraad. De Voorzitter: Dit graag meenemen in het advies. Bovendien werd er, in aanvulling op het e advies, voorgesteld om bij het 1 doel het woord daling te veranderen in het woord ontwikkeling. Gaan wij dat adviseren? Mw. Visser: Wij krijgen straks de begroting voor 2011 waarin de tekst staat dat het een redelijk beleidsarme begroting is omdat wij nu werken met de 10 doelstellingen zoals deze golden voor de Sociale Dienst periode 2006-2010. Ik ga er van uit dat wij voor de periode 2010-2014 nieuwe doelstellingen formuleren. Ook de adviescommissie zal daar wat in mee gaan geven. Dat is het moment om te praten over ontwikkeling i.p.v. daling en over andere doelstellingen dan de huidige 10. De Voorzitter: 2011 is wellicht beter, want 2010 is al vastgesteld. Als commissie kunnen we adviseren om in de toekomst het anders te formuleren. Dhr. Kamsteeg: Qua procedure is er in voorzien. Er komt een 4-jarig programma voor de
6
Drechtsteden waarin ook het onderdeel Sociale Dienst zit en het onderdeel speerpunten dus er vindt toch een herijking plaats. Hier wordt in de loop van het najaar over gedebatteerd. Mw. van Benthem: Ik sluit mij aan bij de suggestie om het woord daling in ontwikkeling te veranderen vanaf de begroting 2011 toe te passen. De Voorzitter: Het punt van Dhr. Boersma nemen we op in het advies, daling/ontwikkeling niet. Dan schors ik nu de vergadering tot 19.00 uur.
7.
7
Heropening
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Dhr. Slotema heeft de vergadering verlaten en Mw. Burger is aangesloten. Tevens is Dhr. Van der Vlies van de bestuurscommissie aangesloten.
Begroting Drechtsteden 2011, par. 2.3. Sociale Dienst Drechtsteden
De Voorzitter: U krijgt nu de kans om uitgebreid te spreken over punt 2.3 van de begroting. Dhr. Boersma: Er wordt gerefereerd aan de verkiezingen van 3 maart, het aantreden van een nieuwe Drechtraad en het feit dat er een nieuw meerjaren beleidsplan zal komen. De nieuwe begroting 2011 wordt gekenschetst als een beleidsarme waarin geen doelen worden genoemd. Wordt 2011 dan een verloren jaar? Een verloren jaar kunnen we ons eigenlijk niet permitteren. Is het wel verantwoord om nu te werken met een beleidsarme begroting en geen doelen te formuleren? Alblasserdam stelt voor vast te houden aan de doelen die we tot nu toe hebben geformuleerd zoals de Top 10 Doelen. Eerder vertelde Mw. Bieshaar over de instroom van jongeren en de moeilijkheden waarin bedrijven soms belanden waardoor de combinatie leren en werken in gevaar komt. In dit stuk wordt gesproken over de goede samenwerking die we hebben met partners waaronder de werkgevers. Hoe loopt de samenwerking precies met de bedrijven en hoe zorgen we ervoor dat die instroom zo laag mogelijk is. Terugkomend op het beleidsarme en geen doelen formuleren wil ik kwijt dat wij ervan uitgaan dat men ambtelijk blijft doordenken en er ideeën komen. Wat zijn de contouren van het minimabeleid? Dat zou dit jaar gestalte krijgen. Mw. Luijcx: Graag een huldiging voor de inspanning van de SCD om een besparing te realiseren, een alternatieve dekking en nieuwe inkomstenbronnen te zoeken en het beleid aan te passen en daarna pas de gemeente te vragen om bij te dragen. Goed te zien dat de apparaatskosten gehandhaafd blijven op ongeveer 15,5 %. Dhr. Van der Vlies: kan Mw. Luijcx haar vraag verduidelijken? Mw. Luijcx: Wij gaven alleen complimenten, met als enige vraag te kijken of u een potje heeft en niet naar de gemeente terugkomt. Mw. van Benthem: Graag sluit ik aan bij Dhr. Boersma. De doelen die we de afgelopen jaren voorbij hebben zien komen en de monitoring daarop is goed bevallen. Zeer inzichtelijk en geeft aanleiding om gericht te vragen naar nadere analyse en aanpassingen. Tot er een MJP is zouden wij graag vanuit Dordrecht de doelen die we hebben in 2010 te handhaven. Ook wij hebben gezien dat de begroting beleidsarm is en hebben daar gezien de verkiezingen begrip voor. Bij mijzelf constateer ik dat het verleidelijk is om politiek inhoudelijk te discussiëren en dat proef ik ook bij anderen. Belangrijk om te benoemen omdat wij ons als commissie serieus moeten nemen en onze adviezen in de Drechtraad straks serieus moeten worden genomen. De Drechtraad gaat over het politiek inhoudelijke en wij over technisch inhoudelijk en adviserend. Dhr. Braanker: Mijn complimenten voor de opzet van wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen, hoe gaan we dat meten en wat zijn de kosten. Een heldere opzet die goed aansluit bij de gemeentebegroting. Er staat dat er een beperkt aantal doelen zullen worden vastgesteld en dat veronderstelt dat het ambitieuzer zou kunnen. Wat laten we liggen? Wat zouden we meer willen realiseren dan wat hier staat wanneer we daar de middelen voor zouden hebben? De Voorzitter: Samengevat hoor ik complimenten, begrip voor het beleidsarme, behoefte aan het continueren van doelen en een vooruitblik op contouren van het minimabeleid. Ook werd er gevraagd wat we meer zouden kunnen doen. Mw. Burger: Op blz. 19 van de conceptbegroting staat dat de SDD de komende jaren een actievere rol gaat spelen op de arbeidsmarkt. Wat moeten wij ons daarbij voorstellen? Hoe kun je als SDD aan de onderkant van de arbeidsmarkt meer integraal sturen? Hoe wordt deze actievere rol en integrale sturing gemeten? Hoe kun je sturen als de rek er bij de SDD uit is? Blz. 27: Waarop is de overtuiging gebaseerd dat het vernieuwde re-integratiebeleid vanaf 2010 zal leiden tot een hogere uitstroom? Hoe kan het dat de inzetbare capaciteit van het personeel zich in kwantitatieve en kwalitatieve zin niet voldoende snel kan aanpassen aan de omvang van de maatschappelijke vragen die op de SDD afkomen? Is de opleiding te laag of
de leeftijd te hoog? Blz. 49: Bij de risico’s wordt genoemd dat er voor 2011 nog geen inzicht is in de ontwikkeling van de inkomensondersteuning minimabeleid en de schuldhulpverlening. Daarnaast is er onzekerheid over het uitvoeren van de taakstellende bezuiniging voor 2009-2010. En zo ook voortschrijdend dan ook in 2011? Debiteuren en crediteuren behoren ook tot het risico. Door de accountant werden bezuinigingen noodzakelijk geacht daar het weerstandsvermogen niet voldoende is. Hoe die taakstelling invulling gaat krijgen kon ik niet terugvinden en daarover zou ik graag concrete informatie krijgen. Dhr. Van der Vlies: Diverse vragen over het beleidsarme karakter van de begroting 2011. Het meerjarenbeleidsprogramma wordt eind dit jaar door de Drechtraad vastgesteld, daar zullen ook de nieuwe beleidsambities voor de sociale agenda worden opgenomen. De huidige doelstellingen zijn nog steeds van kracht. In het overzicht dat u heeft ontvangen kunt u zien wat de stand van zaken is betreffende de huidige doelstellingen. Dhr. Boersma: Het gaat erom dat we voor 2011 geen doelstellingen hebben geformuleerd. Ik vind het een gemiste kans. We hebben tot en met 2010 doelstellingen geformuleerd, aan het einde van het jaar komen we met een programma voor de toekomst, maar dat kan eigenlijk niet meegenomen worden in de begroting en dan hebben we maar even geen doelstellingen? Laten we dan de doelstellingen die we hadden tot en met 2010 voortzetten tot we nieuwe hebben. Ik heb begrepen dat we tot en met 2010 doelstellingen hebben en niet voor 2011. Dhr. Van der Vlies: Ik begrijp uw punt, maar bij gemeenten werkt het zo dat je een beleidsarme begroting hebt tot er een nieuw coalitieprogramma is. Vertaald in een nieuw collegeprogramma kom je tot nieuwe beleidsopgave. In de Drechtsteden is afgesproken dat we het doen via een meerjarenbeleidsprogramma waarin nieuwe ambities voor de Sociale Dienst worden opgenomen .Het mag duidelijk zijn dat we ondertussen doorgaan met het waarmaken van ambities. Zoals in de cijfers te zien, Mw. Bieshaar zal in haar presentatie e.e.a. toelichten rondom de nieuwe re-integratieagenda/werken aan zelfstandigheid, is inzet keihard nodig om ambities ten aan zien van uitstroom waar te maken. Het kost anders èn veel geld èn het leidt er toe dat er erg veel mensen in de Drechtsteden buiten spel komen te staan. Ook dit jaar en volgend jaar pakken we hard door op de inzet die we bij de doelen hebben om deze tot uitvoer te brengen. Mw. Visser: Ik begrijp dat we gewerkt hebben met een programma voor 4 jaar en dat zullen we nu weer gaan doen, maar afgelopen jaren was de Drechtraad ook zoekende en zo langzamerhand worden we met elkaar volwassen. Een kaderstelling hoort, wat de doelen betreft, gedeeltelijk vanuit de Drechtraad te komen. Het is te makkelijk om het meerjarenbeleidsplan af te wachten. Ik denk dat er ook discussie over in de Drechtraad hoort te zijn over welke doelen centraal staan voor de komende 4 jaar. De Voorzitter: Dat is uw advies voor agendering. Ik weet dat in de nieuwe vergaderopzet het de bedoeling is om de raad volop te betrekken bij wat er hier op sociaal gebied allemaal op de agenda komt, dus ik verwacht niet anders dan dat dit na de zomer geagendeerd gaat worden. Er komt een agendacommissie als het doorgaat zoals voorgesteld en dan heeft u volop de mogelijkheid zaken geagendeerd te krijgen. Dat is ook de winst van de nieuwe manier van werken. Dhr. Van der Vlies: Voorzitter, dank voor deze toevoeging. Het kan nooit zo zijn dat wij een dichtgetimmerd programma neerleggen vanuit de Sociale Agenda, er zal gewoon ruimte zijn voor discussie. Uiteindelijk stelt u het ook vast dus zal er voldoende ruimte zijn om te sturen en te beïnvloeden. Betreffende de samenwerking met bedrijven zal Mw. Bieshaar reageren. Het minimabeleid zal na de zomer besproken worden. Aangezien het nog in het BC bediscussieerd gaat worden is het niet handig om hier in te gaan op de kaders van het minimabeleid. Dank voor de complimenten van verschillende kanten. Er wordt gerefereerd aan de beperkte omvang van doelen. We streven naar ongeveer hetzelfde aantal doelen als we nu hebben echter de inhoud is bepalend voor de doelstellingen en niet andersom. Als SDD hebben we afgelopen jaren grote ambities waargemaakt en dat is verwoord in die 10 doelen en de bedoeling is omdat op soort gelijke wijze te doen. Dit blijkt een goede opzet te zijn om helder te maken welke resultaten we boeken. Dhr. Braanker: Bij mij bestond de indruk dat we door de beleidsarme begroting zaken laten liggen en dan zou ik graag willen weten welke zaken dat zijn omdat daarin een keuze zit aangaande de koers. Nu is er een lijn die wordt doorgetrokken, maar ik zou graag horen welke zaken wenselijk zouden zijn als we daar de middelen voor zouden hebben. Dhr. Van der Vlies: Met elkaar komen tot een meerjarenbegroting is ongeveer wat u zegt, waarin keuzes gemaakt moeten worden en dat is voor u het moment om als Drechtraad
8
sturing en richting aan te geven. Het is wellicht handig om het antwoord betreffende actieve rol arbeidsmarkt en integraal sturen te betrekken in de presentatie van Mw. Bieshaar over het nieuwe re-integratiebeleid en dan kunnen deze aspecten vanzelf aan de orde komen. Mw. Bieshaar: De samenwerking met werkgevers is afgelopen jaar in projectvorm in praktische zin vormgegeven door het werkgevers servicepunt en de Social Return on Investment (het aanbestedingsbeleid van de Drechtsteden waarin afspraken gemaakt worden over het plaatsten van werkzoekenden bij aanbestedingen en gunningen). Er is gebleken dat dit werkt en met name de aanpak om met werkgevers arrangementen af te sluiten, bijvoorbeeld in de zorg, toerisme, vervoer en industrie, waarbij wij samen met werkgevers groepen werkzoekenden opleiden en werkervaring laten opdoen, willen we in de toekomst gaan uitbreiden. Daar ligt de intensivering van de samenwerking met werkgevers. Dat bedrijven op dit moment aan het reorganiseren zijn, dat ze te maken hebben mindere orders heeft natuurlijk gevolgen voor e hun personeelsbeleid en zorgt ervoor dat er mensen ontslagen worden. De bijstand is een 2 tranche daarin, omdat mensen eerst in de WW terecht komen vanuit een werkende situatie. Samen met het stoppen van een opleiding door jongeren zorgt de uitstroom vanuit de kortdurende WW voor een grotere instroom dan dat de uitstroom is en dan stijgt het bestand. Betreffende de taakstelling in de brede doorlichting hoop ik dat u ons niet verwart met het Service Centrum. De SDD heeft inderdaad een taakstelling als onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Wij zijn hiervoor plannen aan het ontwikkelen die na de zomer in het Drechtstedenbestuur terecht komen. Dan zal helder worden welk aandeel de Sociale Dienst hierin levert en ook alle andere dochters van de Drechtsteden. De kwantitatieve en kwalitatieve personeelscapaciteit betreft het risico waar wij mee te maken hebben aangaande niet functionerend personeel. Het afkopen daarvan is een financieel risico, maar het laten zitten van iemand die niet functioneert vinden wij een groter risico want dan hebben we niet de kwaliteit die wij nastreven. De Voorzitter: De commissie adviseert positief en kan instemmen met een beleidsarme begroting, maar vraagt aandacht voor continuering van de huidige doelen in 2010 en 2011 en dringt er sterk op aan vroegtijdig betrokken te worden bij de nadere concretisering van de doelen in 2011.
9
8.
Kaderstelling minimabeleid
Vervallen
9.
Verordening Werk en inkomen Drechtsteden
De Voorzitter: Graag kort en bondig. Mw. van Benthem: Het volgende geldt voor alle verordeningen die nog komen. De verleiding om ons politiek inhoudelijk en daarmee bedoel ik fractiegerelateerd uit te spreken over voorliggende agendapunten is groot. Ik constateer bij alle verordeningen dat er ook sprake is van aanpassingen gerelateerd aan beleid. Er is nog geen nieuw beleid, maar dat gaat wel komen en om te voorkomen dat we de Drechtraad gaan adviseren verordeningen te wijzigen op basis van beleid is het wellicht handig te wachten tot het MJP er is, de MJP proef te doen en dan de verordeningen definitief vast te stellen. Komt er bloed uit als we ze nu niet vaststellen? Hier kunnen ook fractiegerelateerde politiek inhoudelijke overwegingen aan ten grondslag liggen. Is het handig om een algemeen advies eruit te doen terwijl wanneer de consequenties duidelijk zijn er uitstel mogelijk zou zijn tot de MJP proef. De Voorzitter: Laten we zo aanhoren wat de consequenties zijn wanneer we het uitstellen. Mw. Visser: In tegenstelling tot Mw. van Benthem ben ik geen voorstander van uitstel, want we moeten ons ook juridisch juist gedragen. Er zijn verordeningen die moeten per 1-1-2010 of 1-7-2010 ingaan en om het over de zomer heen te tillen lijkt mij geen goed idee. Ik neem niet aan dat we voor de zomer nog een meerjarenbeleidsplan van het Drechtsteden bestuur tegemoet kunnen zien. Bij alle verordeningen die vanavond voorliggen wordt er bij begrippen nog steeds uitgegaan van bestuurscommissie in artikel 1. Ik kom dan wel weer een beetje in de richting van Mw. van Benthum want als het meerjarenprogramma aangenomen wordt hebben we deze hele serie weer op ons bureau want dan krijgen we portefeuillehoudersoverleg of Drechtraad of wat dan ook. Mw. van Benthum: Ik begrijp uw punt dat we daadkrachtig en slagvaardig moeten zijn en dat u tegen vertraging bent en dat wil ik ook als het mogelijk is, maar als we onszelf serieus nemen en serieus genomen willen worden door de Drechtraad in ons advies straks en de Drechtraad om inhoudelijke reden afwijkend van ons advies besluiten gaat nemen dan is dat ook niet handig.
Mw. Visser: U zegt dat er keuzes zijn, maar met uitzondering van de verordening Langdurigheidstoeslag, heb ik de stukken gelezen als verordeningen die we wettelijk moeten aanpassen en niet met een beleidswijziging. Mw. van Benthum: Ik heb dat onderscheid ook duidelijk gemaakt en daar heeft u gelijk in. Er is een aantal dat van rechtswege moet, dat heeft niets met oud/nieuw of gewenst/ongewenst beleid te maken. Ons advies kan zijn om op die punten waar het wettelijk onontkoombaar is aan te passen en waar het gerelateerd is aan een beleid wat voorgestaan wordt nog even af te wachten. De Voorzitter: We wachten de toelichting af en dan komen we tot een formulering van een advies. Dhr. Schneider: Hoe groot is het aantal jongeren dat in het kader van de WIJ nu onder deze verordening valt? Er bestaat volgens deze verordening een zorgplicht voor de jongeren. In hoeverre kan deze zorgplicht worden ingeperkt door budgettaire beperkingen? Hoe verhoudt zicht de zorgplicht tot het recht van de jongeren op een bepaalde voorziening? Als op basis van deze beperking wordt geschoven naar andere voorzieningen in hoeverre vindt hierbij afstemming met de betrokkene plaats? Wat wordt verstaan onder algemeen geaccepteerde arbeid? Dit wordt niet in artikel 1.1 vermeld. In artikel 4.4 en 4.5 gaat het over weging van gedrag. Wie beoordeelt of gerechtigden niet naar behoren handelen of zich gedragen en is hier sprake van hoor of wederhoor door een afzonderlijk ingestelde commissie? In artikel 2.1.7 gaat het over waarborgsom of geldlening. Wordt hier rekening gehouden met draagkracht? De Voorzitter: Feitelijke vragen, maar daaronder ligt de vraag in hoeverre er de noodzaak is het op deze manier te doen, technisch dan wel beleidsinhoudelijk, op dit moment. Dhr. Van der Vlies: De noodzaak is er echt om de verordeningen voor 1 juli vast te stellen omdat wij anders, bijvoorbeeld op het gebied van de WIJ, onrechtmatig zouden handelen. Daarnaast zijn het deels technische correcties en wijzigingen die voortkomen uit veranderende wetgeving. We ontkomen er niet aan om die verordeningen nu vaststellen om in ieder geval de Sociale Dienst een juridisch rechtmatige basis te geven om hun werkzaamheden te kunnen verrichten. Als het advies van de commissie Scholten wordt aangenomen betekent dit dat er veel verordeningen, maar ook andere zaken, aangepast moeten worden, maar daar kunnen we niet op gaan zitten wachten. Zaken die wellicht een meer beleidsmatig karakter hebben, zoals bijvoorbeeld het werken aan zelfstandigheid of de herziening van ons reintegratie-instrumentarium, zijn een vertaling die behoren bij de bevoegdheden van de bestuurscommissie op basis van de vastgestelde beleidslijnen en de jaarplannen opgenomen in de begroting. Ook hier zou ik willen adviseren niet uit te stellen omdat we bezig zijn met een aanbesteding van ons nieuwe re-integratie-instrumentarium. Het is hard nodig om daar zo snel mogelijk mee aan de slag te gaan om de uitstroom te verhogen. Mw. van Benthem: Het is nogal een implicatie. Het gaat bij de aanbesteding om veel geld en wellicht niet conform het nieuw voorgestane beleid. Ik heb hier moeite mee. Dhr. Van der Vlies: De Drechtraad heeft in hun jaarplan de richting van het beleid aangegeven. Vervolgens heeft de bestuurscommissie, binnen zijn bevoegdheden, een besluit genomen over het beleidskader werken aan zelfstandigheid. Nu is het nodig dat de verordening op het punt van herziening van de instrumenten die we hebben om mensen aan het werk te helpen, wordt aangepast. Er is anders geen basis als de aanbesteding is afgerond. De Voorzitter: U zegt dat er geen sprake is van nieuw beleid, maar vaststelling van implementatie van wat er door de Drechtraad is vastgesteld. Dhr. Van der Vlies: Het staat in het jaarplan en het is verder uitgewerkt in de agenda werken aan zelfstandigheid en moet nu juridisch verankerd worden in de verordening. Dat is de lijn die we met de start van de SDD hebben afgesproken. De Voorzitter: Kunt u positief adviseren met de aantekening dat de verordening vastgesteld kan worden met de wijzigingen maar dat deze aangepast moet worden om rechtmatig te kunnen handelen gezien alle gewijzigde regelgeving dan wel door de Drechtraad eerder vastgesteld beleid? Mw. van Benthem: Ik neig er naar ermee uit de voeten te kunnen, maar ik heb nog niet voldoende zekerheid over het nieuwe MJP-proof zijn want ik heb ook horen zeggen dat we er niet aan kunnen ontkomen om het hele circus van aanpassingen van de verordeningen over een half jaar weer op ons bord te krijgen. Dhr. Braanker: Het hoeft geen circus te zijn. Dhr. Van der Vlies: Bestuurscommissie zal in de verordening veranderd moeten worden in Drechtstedenbestuur en dat geldt voor alle verordeningen waar de SDD in voorkomt.
10
10.
11
Verkorting referteperiode Langdurigheidstoeslag tot 3 jr. en aangep. Verordening Langdurigheids toeslag Drechtsteden
Mw. van Benthem: Dat begrijp ik wel, maar het gaat over beleidsinhoud. Dhr. Van der Vlies: Ik refereer bij aanpassing van de verordening alleen naar het wijzigen van de bestuurlijke ophanging bestuurscommissie naar Drechtstedenbestuur. Op dat punt zullen alle verordeningen aangepast moeten worden. De Voorzitter: Mw. Van Benthem heeft gelijk dat op het moment dat jaarplan 2011 er anders uitziet dan jaarplan 2010 verordeningen moeten worden aangepast en zo zal het alle jaren blijven. Dhr. Van der Vlies: Dat kan. Een dynamisch beleidsproces. Mw. Van Benthem: Ik zou het op prijs stellen wanneer hierover iets wordt opgenomen in het advies. De Voorzitter: We kunnen instemmen met deze verordeningen waarbij wij ons realiseren dat het een aanpassing op de gewijzigde regelgeving en de implementatie van vastgesteld beleid door de Drechtraad betreft. Dhr. Schneider: Er staan nog vragen van ons open. Mw. Burger: Met alle respect, maar die vragen zijn ook door onze portefeuillehouder doorgesluisd en niet beantwoord. Het is handig als het voor de commissie plaatsvindt. Dhr. Van der Vlies: Toen ik onder ogen kreeg welke vragen vanuit onze raad gesteld waren heb ik ze doorgestuurd. Mw. Bieshaar: V: Aantal jongeren in de WIJ. A: op dit moment 630. V: Inperking zorgplicht voor jongeren door budgettaire beperkingen? A: Voor 2010 zien wij nog geen problemen, maar als deze stijging zich voortzet voor 2011 wel. Dit komt uiteraard in een jaarplan en de beleidsrijke begroting aan de orde in de Drechtraad. V: Hoe verhoudt de zorgplicht zich tot het recht van een jongere op een bepaalde voorziening. A: De zorgplicht is in de WIJ vervangen door een opleiding of werkvoorziening. Wanneer beide tijdelijk niet kunnen kan er een WIJ uitkering verstrekt worden. Jongeren krijgen geen bijstandsuitkering. Op het moment dat de jongere weigert mee te werken aan het werk- of leeraanbod krijgt men geen uitkering. Als er wordt geschoven naar een andere voorziening dan vindt er overleg met de jongere plaats. V: Wat wordt er verstaan onder algemeen geaccepteerde arbeid? A: Dit is een term uit de WIJ en de DBB. Alle arbeid die in Nederland legaal beschikbaar is, behalve prostitutie, dit is er door jurisprudentie uitgevallen. V: Wie beoordeelt of iemand zich gedraagt of naar behoren handelt? A: Dit beoordeelt de Sociale Dienst op basis van verordeningen zoals waar u net een advies over hebt uitgebracht. Wanneer de persoon in kwestie het er niet mee eens is, kan men een bezwaar indienen en indien gewenst dit bezwaar toelichten bij de bezwarencommissie van de SDD. V: Wordt er bij een waarborgsom rekening gehouden met draagkracht? A: Ja, wanneer deze verstrekt wordt door de Sociale Dienst. Over wat banken doen, kan ik niet oordelen. De Voorzitter: de vragen zijn naar tevredenheid beantwoord. De Voorzitter: Mw. Loos krijgt nu de mogelijkheid in te spreken. Mw. Loos: Alle argumenten zijn al naar voren gekomen. Ik zal het kort houden. De Cliëntenraad hoopt dat u positief adviseert. Dhr. Boersma: Dit is typisch zo’n onderwerp waarover politiek inhoudelijk een discussie gevoerd zou kunnen worden. Het gaat hier over betrouwbaarheid van bestuur. De Drechtraad heeft een motie aangenomen om de referteperiode te verkorten van 5 naar 3 jaar. Nu komt de bestuurscommissie met het voorstel toch te heroverwegen, maar wij vinden het argument van betrouwbaarheid van bestuur erg zwaar wegen en zijn benieuwd naar de reactie hierover van de bestuurscommissie. Natuurlijk hebben wij oog voor de inhoudelijke afweging gezien de economische en financiële ontwikkeling. Ieder dubbeltje telt mee, maar het gaat hier over € 100.000,- Kortom, wij adviseren vanuit het Alblasserdamse positief te adviseren, maar wij kunnen ons ook voorstellen dat hierover nog een politiek inhoudelijke discussie binnen de Drechtraad volgt. Mw. Barra: Ik kan mij grotendeels aansluiten bij Dhr. Boersma. We bedanken Mw. Loos voor haar bijdrage en vinden dat het nu tijd wordt dat we doen wat we besloten hebben. We hebben eigenlijk al besloten om de referteperiode te verkorten. De genoemde € 100.000,krijgen we alleen al in Alblasserdam terug van de WMO. De WMO is bedoeld om iedereen mee te laten doen. Ik denk dat dit met een positief advies door moet naar de Drechtraad en niet meer uitstellen. Het heeft lang genoeg geduurd. Mw. Luijcx: Het is een motie en er moet over gestemd worden. Het duurt al veel te lang. Mw. Van Benthem: Er is brede sympathie over het terugdraaien van de referteperiode, maar ook binnen Dordrecht is er in diversiteit verschil van mening over het moment waarop. Dit
heeft met de procedure te maken en de relatie met het minimabeleid, dus ook de relatie met vervallen punt 8 van deze agenda. Het is een politiek beladen onderwerp en er wordt door de verschillende fracties verschillend over gedacht. Ik denk dat de Drechtraad hier zelf over moet stemmen en dat wij er geen waardeadvies over moeten geven. De Voorzitter: Uw advies is om het op de agenda van de Drechtraad te zetten zodat zij er over kunnen stemmen? Mw. Van Benthem: Ik ben wel benieuwd naar de consequenties wanneer wij deze verordening nog even laten hangen en dus niet 16 juni vaststellen. Afhankelijk daarvan zou ik willen voorstellen om de Drechtraad zelf te laten beslissen of ze het vaststellen of uitstellen. Dhr. Braanker: Ik sluit mij grotendeels aan bij de argumentatie van Dhr. Boersma. Van de Gemeenteraad van Sliedrecht heb ik meegekregen dat dit vooral geagendeerd zou moeten worden en daaruit concludeer ik dat zij het eens zijn met het voorstel wat er voorligt. Het heeft onze instemming. Die langdurigheidstoeslag maakte voorheen geen onderdeel uit van het minimabeleid, om het nu toch te koppelen vind ik geen juiste beslissing. De meerkosten zijn in onze optiek vrij beperkt en kunnen we wel behappen. Elders is het een hamerstuk en vind ik dat we er nu lang genoeg over gediscussieerd hebben. De Voorzitter: Los van de politieke voorkeur en het opnieuw voeren van de discussie die feitelijk inhoudelijk in de Drechtraad is gevoerd, kijken we naar het proces van wat er voor of op tegen is om het in juni dan wel in september te agenderen. Dhr. Kamsteeg: Een brede opvatting hier vanavond dat het ter besluitvorming naar de Drechtraad van juni moet. Dit is iets anders dan wat vanuit het Drechtstedenbestuur gewenst is, namelijk het aanhouden van dit voorstel tot er meer duidelijkheid is over de financiën op lange termijn. Uiteindelijk gaat de Drechtraad zelf over de agendering van stukken. Wanneer het bestuur iets niet agendeert, staat het u vrij om middels moties of amendementen dit te agenderen. Een amendement kan zelfs gebruikt worden voor een wijziging op de begroting 2010 en volgende jaren. Mw. Visser: De Drechtraad heeft gewoon recht van initiatief. Dhr. Kamsteeg: Dat is inderdaad een andere mogelijkheid. Het is hoe dan ook mogelijk, wie het dan ook doet, om het op de agenda te krijgen. Als je daar in juni over zou willen besluiten dan kan de Drechtraad dat doen, ik zie niet welke ingewikkelde consequenties dat zou hebben. Je besluit dan dat de begroting structureel met € 100.000,- bezwaard wordt. Je kunt daar luchthartig of zwaar over doen, maar het is een afweging van de Drechtraad. Betreffende het armoedebeleid: we hebben jaren onderbestedingen gehad en hebben nu overbesteding en die neemt toe wanneer we dit doen want we hadden in 2009 ook al een tekort en de reserve is bijna op. Die consequentie moet je voor lief nemen. Kun je dit niet meer uit de reserve halen, betekent dit dat je wellicht een rekening naar de gemeente stuurt. Sommigen van u zeiden dat niet erg te vinden omdat men de inhoud voor het vraagstuk rondom de discussie met de gemeenteraad vindt gaan. Een ieder zal dit inhoudelijk moeten afwegen. Zo simpel is het. De Voorzitter: Als het zo simpel is en daarin voel ik met u, dan voel ik ook dat het advies vanuit deze commissie aan de Drechtraad is dit stuk te agenderen in juni zodat de Drechtraad zich hierover zelf kan uitspreken. Dhr. Braanker: Wat omslachtig! De Voorzitter: Nee, juist zeer rechtlijnig. Dhr. Braanker: Je adviseert de Drechtraad maar in zeker zin ook de bestuurscommissie en als het punt breed gedragen wordt dat dit punt behandeld moet worden, kan het in mijn optiek alleen maar geagendeerd worden. De voorzitter: Dat is ook zo. Dhr. Braanker: Ik dacht even dat er weer een motie zou komen. De Voorzitter: Nee hoor. Daarmee komt het advies vanuit de commissie WZI om dit stuk te agenderen op de volgende vergadering van de Drechtraad zodat de Drechtraad zich kan uitspreken over de wenselijkheid of de onwenselijkheid van het voorliggend voorstel en we laten dat niet vergezeld gaan van een positief of negatief stemadvies want dat lijkt mij, gezien de samenstelling van deze commissie, niet verstandig. 11.
12
Verordening Inburgering Drechtsteden
De Voorzitter: Heeft er, los van de generieke discussie die we bij punt 9 hadden, want die geldt ook voor dit punt, iemand inhoudelijke vragen of opmerkingen? Nee? Dan adviseren wij positief met dezelfde tekst als bij punt 9 over hoe wij het zien over voldoen aan wettelijke regelingen en vastgesteld beleid.
12.
Verordening Tegemoetkoming kosten Kinderopvang Drechtsteden
De Voorzitter: Daar niemand vragen en/of opmerkingen heeft besluiten we positief te adviseren met dezelfde aantekening als bij punt 9.
13.
Verordening Cliëntenparticipatie werk en bijstand t.b.v. de Sociale Dienst Drechtsteden
De Voorzitter: Ook hier besluiten we positief te adviseren met dezelfde clausule. Mw. Visser: Als ik het uit de stukken goed begrijp, hebben wij cliëntenparticipatie via de cliëntenadviesraad en deze cliëntenadviesraad wordt nu ook de adviesraad voor de WIJ. Wordt er door de cliëntenraad nog actieve werving verricht onder de jongeren om er 1 of 2 binnen te krijgen? Voorheen vielen de jongeren binnen de Werk en Bijstand daaronder en was de cliëntenraad automatisch hun vertegenwoordiger, maar dit is de kans om te proberen enkele jongeren binnen te krijgen. Maar ik weet niet of dit ondersteund wordt door de Sociale Dienst of dat dit een taak is van de cliëntenraad. Mw. Bieshaar: Het is een goede zaak, zoals het in de verordening staat geschreven, dat er verantwoordelijkheden zijn voor een cliëntenraad en de Sociale Dienst en de bestuurscommissie. De voorzitter van de cliëntenraad is aanwezig en zij wil daar ook vast nog wat over zeggen. We hebben er met de cliëntenraad over gesproken dat het wellicht interessant of wenselijk zou zijn, nu de WIJ expliciet onder de cliëntenraad valt ter advisering, om te kijken of er jongeren kunnen toetreden, maar ook toen de WIJ nog niet bestond ging de cliëntenraad over jongeren die in de bijstand zaten. Mw. Loos: We hebben er inderdaad onlangs over gesproken n.a.v. deze verordening. Het is lastig om mensen te vinden die in de structuur passen. We zijn echte vergadertijgers. We proberen een vorm te vinden om er jongeren bij te betrekken, ook omdat dit goed is voor de breedte en de diepte van onze beleidsadvisering, maar het is een puzzel. Graag mee zoeken.. Als het jongeren zijn die het plezierig vinden om af en toe een vergadering bij te wonen, prima, maar anders moeten we een andere vorm vinden om op de hoogte te raken van de kennis, de wensen en de moeilijkheden van de jongeren. We zijn er nog niet uit, staan open voor suggesties en zouden er graag met een deel van u over van gedachten wisselen. De Voorzitter: Ook over deze verordening kunnen we positief adviseren met dezelfde aantekening als bij punt 9. Tevens voegen wij daar aan toe dat we aandacht vragen voor de betrokkenheid van jongeren.
13a.
Re-integratie agenda 2010 – 2013: “werken aan zelfstandigheid”. Plan van aanpak Pilot Persoonsgebon den Re-integratiebudget
Mw. Bieshaar: Op basis van wat in Jaarkrant 2010 is aangekondigd, hebben wij een nieuw re-integratiebeleid ontwikkeld. Dit is ook vastgesteld door de bestuurscommissie. Dit hebben wij gedaan omdat wij jaar na jaar merkten dat, nog los van de crisis, dat de uitstroom uit de huidige projecten daalde. Dit zal u niet verbazen, want ook landelijk loopt er een discussie over de effectiviteit van re-integratietrajecten. Aangezien re-integratie een van de belangrijkste manieren is om er voor te zorgen dat mensen weer terugkomen op de arbeidsmarkt of weer zelfstandig worden, vonden wij het noodzakelijk om hier goed over na te denken. We hebben met werkgevers, andere gemeenten, klanten, de cliëntenraad, medewerkers, reintegratiebedrijven, het bestuur enz. gesproken. Een uitgebreid traject. Hier is werken aan zelfstandigheid uit gekomen. Kenmerken van werken aan zelfstandigheid zijn: 1) Uitgaan van de kracht van mensen. Uitgaan van wat mensen wel kunnen en niet wat ze niet kunnen. 2) Geen grote totaal trajecten meer inkopen zoals de Werkplaatstrajecten en de Workfirsttrajecten maar maatwerk. Het Warehousemodel. Dit houdt in dat wij veel verschillende producten inkopen omdat wij veel verschillende klanten hebben. Onze klantmanagers kunnen dan een pakket samenstellen dat bij een specifieke klant past. We gaan een pilot starten met een persoonsgebonden re-integratiebudget. De klantmanager gaat met de klant in gesprek om te bekijken of de klant zijn eigen re-integratietraject kan ontwerpen. Waarbij de klantmanager de vraag formuleerde: “waar zit de droom, wat zou je eigenlijk het liefste willen?” Op basis van dit plan stellen we er een budget voor vrij en daar kan de klant mee aan de slag om er voor te zorgen dat hij aan het werk komt. Dit is een klein, maar interessant onderdeel van het nieuwe re-integratiebeleid. Wij zijn het momenteel aan het aanbesteden. Zowel lokale, regionale als landelijke partijen kunnen hier op intekenen. De aanbesteding staat op de site www.aanbestedingskalender.nl Ik denk dat het goed is om in de bestuurlijke rapportages die wij maken en ook in het jaarverslag te rapporteren hoe het werken aan zelfstandigheid zich ontwikkelt. Als alles goed gaat hopen wij op 1 oktober met dit nieuwe beleid en de nieuwe instrumenten te gaan werken. Dhr. Braanker: Komt het persoonsgebonden budget in handen van de cliënt of wordt dat in
13
beheer gehouden door de Sociale Dienst. Mw. Bieshaar: Het wordt in beheer gehouden door de Sociale Dienst, maar het wordt wel per beschikking toegezegd aan de cliënt. Het wordt niet cash overgemaakt maar de rekeningen van de scholing of coaching kunnen naar ons worden opgestuurd. De cliënt weet over welk bedrag het de beschikking heeft. Mw. Barra: Fijn dat er een budget beschikbaar komt, maar Is er ook controle op de opleiding die de cliënt gaat volgen. In het verleden is het gebeurd dat er een verouderde cursus is gesubsidieerd. We kunnen ervan op aan dat hier controle op komt? Mw. Bieshaar: De essentie van deze nieuwe experimentele aanpak bij bijstandklanten is dat de klant een eigen plan maakt. De klantmanager geeft akkoord en weet welke opleiding het betreft. Of de opleiding baangarantie geeft, weten we natuurlijk nooit. Bij een bijzondere opleiding laten we de cliënt alvast een werkgever zoeken voor na de opleiding. Mw. Barra: Dit bedoelde ik niet. Wordt er gekeken of de scholen of instellingen die een cursus aanbieden ook daadwerkelijk een behoorlijke cursus leveren ? De Voorzitter: U bedoelt de kwaliteit en actualiteit van de opleidingen Mw. Bieshaar: Er vinden tussentijds gesprekken plaats en bezoeken van de klantmanager. Ook de tussentijdse rapportages van de school moeten overlegd worden. Mw. Barra: Wordt er de nieuwe subsidie voor her- en bijscholing vanuit Europa voor gebruikt? Mw. Bieshaar: Neen, dit wordt gesubsidieerd vanuit het participatiebudget. De Voorzitter: Hiermee ronden we dit agendapunt af. 14.
Besluitenlijsten en agendavoorraad Bestuurscommissie SDD
De Voorzitter: Voor kennisgeving aangenomen.
15.
Rondvraag
Geen meldingen.
16.
Memoreren laatste vergadering van de Adviesommissie WZI
De Voorzitter: Een melancholiek agendapunt. Het is nog onder voorbehoud want we moeten er nog mee gaan instemmen dat we na de zomer op een andere manier gaan vergaderen. Met velen van u heb ik de afgelopen 4 jaar opgetrokken en het is mij een waar genoegen geweest. Wellicht ontmoeten wij elkaar weer in de nieuwe structuur waar er vast een commissie gaat ontstaan waarin sociale zaken, de Sociale Dienst, inburgering en alle onderwerpen waar we het hier over weer aan de orde komen. Commissieleden, allen hartelijk bedankt, ook de bestuurscommissie, de adviseurs en de directeur. Dhr. Van der Vlies: Ook namens de ambtelijke adviseurs en de bestuurscommissie dank voor de prettige samenwerking. Mw. van Benthem: Dank aan de voorzitter, secretaris en notuliste.
17.
Sluiting
De Voorzitter: Hierbij sluit ik de vergadering om 20.15 uur.
Actielijst Adviescommissie WZI Datum Onderwerp afspraak Aangeven aandachtspunten t.b.v.. klanttevredenheidsonderzoek. 23 -09-09 Adviescommissie kan hier dan advies uitbrengen. 18-11-09 18-11-09 20-01-10
14
Actualiseren doelstellingen Werkplein. Actuele informatie m.b.t. doelen Top 10 een week voor de vergadering van de adviescommissie. Agenderen kaderstellende bespreking over het minimabeleid.
Actie door
Uiterlijk
Bestuurscom missie
Tijdig voor het volgende kto.
Bestuurscom missie
n.t.b.
Bestuurscom missie
Een week voor de vergadering.
Secretaris
n.t.b.
15