Advies van de Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam over Concept Uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet Datum: 2 september 2010 Algemeen Allereerst willen we als Wmo-Adviesraad opmerken dat het uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet een ambitieus programma is. De kern lijkt een poging van de gemeente om de activiteiten van verschillende gemeentelijke diensten beter op elkaar af te stemmen. Dat is een positief punt. Wij zijn het echter niet eens met de wijze waarop de gemeente een impuls wil geven aan het huidige ondersteuningsaanbod en de activiteiten. Wij vinden de benadering van de gemeente hierin te globaal en te stedelijk. Wij denken dat er meer resultaat bereikt kan worden als de inzet van middelen voor het werven van vrijwilligers dicht bij de burger plaats vindt. Wij zien dan ook liever dat de geldstromen anders verdeeld worden en er voor bepaalde taken meer geld naar de stadsdelen gaat. Ook is het positief om de doelgroepen van actieve burgers te verbreden, zodat meer mensen zich voor het vrijwilligerswerk gaan inzetten. Zo wordt er bijvoorbeeld ingezet op het ondersteunen van vrijwilligers met een beperking en op het makelen van nieuwe groepen. We vinden het jammer dat er niet speciaal aandacht wordt besteed aan het bereiken van migranten en nog specifieker migrantenvrouwen. Wij denken dat in deze doelgroep nog zeker een potentieel aan vrijwilligers zit. Visie We missen in dit stuk een visie op de mogelijkheden en behoeften van bestaande- en aspirant vrijwilligers en van verschillende vrijwilligersorganisaties. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn voor dit programma. Zoals het nu is beschreven wekt het de indruk dat de behoeften van gemeente en stadsdelen aan vrijwilligers het uitgangspunt is. Actief Burgerschap De visie zou volgens ons ook moeten gaan over „actief burgerschap‟. Bij „actief burgerschap‟ denkt de gemeente te eenzijdig aan vrijwilligerswerk in de informele zorg. Hoe belangrijk wij dit ook vinden, volgens ons onderschatten gemeente en stadsdelen de kracht van welzijns- en ontmoetingsactiviteiten. De gemeente voert geen goede argumenten aan om activiteiten in het welzijnswerk met een ontmoetingkarakter laag te waarderen. Dit is ook niet gebaseerd op een goed onderzoek naar de effecten bij gebruikers aan deze activiteiten. Juist sociale ontmoetingsactiviteiten met een open en wervend karakter kunnen de betrokkenheid van mensen bij elkaar en hun wijk vergroten. Daarom vinden wij dat de gemeente welzijns- en ontmoetingsactiviteiten die bijdragen aan behoud van eigen regie en die sociaal isolement voorkomen moeten blijven ondersteunen.
Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam, Plantage Middenlaan 14-1, 1018 DD, Amsterdam
1
Gemeente en stadsdelen moeten een stimulerende, ontwikkelende en faciliterende rol blijven vervullen naar vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties die met deze welzijns- en ontmoetingsactiviteiten bezig zijn. Versterking stedelijk vrijwilligersbeleid De gemeente wil komen tot “een stadsbreed, eenduidig en laagdrempelig aanbod aan ondersteuning van vrijwilligerswerk en actief burgerschap.” Maar bij de invulling zet de gemeente vrijwel alle kaarten op het VCA en het gemeentelijk platform stad en stadsdelen. De gemeente gaat hiermee voorbij aan de diversiteit van vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties. In het sociaal strategisch platform georganiseerd door het Rode Kruis gaan vrijwilligersorganisaties meer in gesprek over samenhang en betere samenwerking. Er is inmiddels een convenant. Dit is voor de gemeente een voorbeeld. Laat meer uit vrijwilligersorganisaties zelf voortkomen en geef deze de middelen die hen in staat stellen hun werk goed te doen. Onafhankelijke expertisecentrum Het valt ons op dat de gemeente veel taken naar de Vrijwilligers Centrale Amsterdam (VCA) schuift. Dit wordt een „onafhankelijk‟ expertisecentrum genoemd, alleen krijgt het VCA alle opdrachten van de gemeente. Daarmee is het feitelijk een uitvoeringsorgaan van de gemeente. De vraag is of het wel efficiënt en effectief is dat de gemeente haast alle ondersteuningstaken aan VCA toebedeelt. VCA mist de specifieke expertise van belangrijke doelgroepen en sectoren, bijvoorbeeld: patiënten- en cliëntenorganisaties, vrijwilligersorganisaties van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, ouderenorganisaties en migrantenorganisaties. Wij vinden dat een expertisecentrum deze specifieke expertise in huis moet hebben. Ook zal een expertisecentrum in staat moeten zijn om ondersteuning, training en bemiddeling aan alle vrijwilligersorganisaties te bieden. Wij zijn van mening dat de gemeente in dit uitvoeringsprogramma voorbij gaat aan de diversiteit van vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties. Bij de stedelijke ondersteuning van het vrijwilligerswerk blijven op deze manier de genoemde belangrijke doelgroepen en sectoren buiten beeld, terwijl de gemeente ondermeer in het Wmo beleid zegt hun participatie mogelijk te willen maken. Er zijn ook andere stedelijke organisaties, zoals Humanitas, het Rode Kruis en Het Gilde die een belangrijke makelaarsfunctie vervullen ten opzichte van vrijwilligers. Deze organisaties hebben meer expertise op het terrein van deze doelgroepen en zijn beter op de hoogte van de wijze waarop deze doelgroepen benaderd moeten worden. Op lokaal niveau vervullen wijkopbouworganen, welzijns- en zorginstellingen een belangrijke ondersteunende rol naar vrijwilligers. In dit Uitvoeringsprogramma krijgen zij nergens een rol toebedeeld. Communicatie De gemeente zegt het aantal actieve burgers te willen vergroten door middel van een stedelijke wervingscampagne. Hiervoor wordt veel geld uitgetrokken: in 2010 €100.000,- en in 2011 €150.000,-. Wij denken niet dat dit geld op deze manier goed wordt besteed. Wij vinden dat de gemeente teveel een globale, stedelijke en top-down benadering kiest. Wij denken dat dit niet gaat werken. Ook vragen wij ons af of niet het meeste geld bij de gemeentelijke diensten en bij het platform voor afstemming tussen stad en stadsdelen blijft steken. Natuurlijk is het heel belangrijk nieuwe
Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam, Plantage Middenlaan 14-1, 1018 DD, Amsterdam
2
vrijwilligers te werven; tegelijkertijd is het nodig huidige vrijwilligers vast te houden. Dit laatste kan het best door hun positie te erkennen en te versterken. In dit Uitvoeringsprogramma missen wij voorstellen die dit bevorderen. Werving en waardering van vrijwilligers kan het beste in samenwerking met de verschillende ondersteuningsorganisaties door de vrijwilligersorganisaties zelf worden gedaan en de gemeente kan beter deze organisaties faciliteren waarmee zij zelf hun werving en publiciteit kunnen uitvoeren. Digital portal Wij vinden op zichzelf de ontwikkeling van een digital portal een goede zaak. Alleen wordt ook hiervoor te weinig geld uitgetrokken. De website moet ontwikkeld worden. Een website kost minstens € 40.000,- Niet duidelijk is hoe wordt gezorgd voor structurele inbedding. De € 5000,- hiervoor zijn te weinig. Bij communicatie ook op persoonlijk contact inzetten Internet dreigt teveel het enige communicatiemiddel te worden voor mensen die erover denken vrijwilligerswerk te gaan doen. Voor veel mensen in een kwetsbare positie is internet geen hulpmiddel waarover zij beschikken. Daarom adviseren wij: wed niet alleen op het internet, maar investeer vooral in persoonlijk contact op wijkniveau om mensen die vrijwilligerswerk willen doen de weg te wijzen. Ontwikkeling steunpunten in de stadsdelen Wij vinden het heel belangrijk dat de stadsdelen veel ruimer van financiële middelen voorzien worden om te werken aan de ontwikkeling en opzet van de steunpunten vrijwilligerswerk die de gemeente in het vooruitzicht heeft gesteld. Nu lijkt het dat de gemeente dit in principe goede plan niet serieus neemt doordat zij de stadsdelen niet voldoende middelen erbij levert. Op deze manier is dit plan gedoemd te mislukken en komt dit niet van de grond. De gemeente zegt te willen komen tot een betere ondersteuningstructuur voor het vrijwilligerswerk, maar biedt in dit programma geen concrete faciliteiten om de ondersteuning op wijkniveau gestalte te geven. Steunpunten kunnen alleen ontwikkeld, uitgedacht en opgezet worden in nauwe samenspraak met de wmo-podia en betrokken vrijwilligers- en bewonersorganisaties in de stadsdelen. Wij pleiten voor een steunpunt vrijwilligerswerk in elke wijk. Graag willen wij dat daarin wordt geïnvesteerd. Wij sturen met dit advies gelijk ook een ongevraagd advies mee waarin we een verdere uitwerking geven aan dit idee. Standpunt vrijwilligersvergoeding Het is een goede zaak meer eenduidigheid te brengen in het gemeentelijk beleid bij de subsidiering van vrijwilligersvergoedingen. Een duidelijke regeling van onkostenvergoedingen kan het vrijwilligerswerk versterken. De gemeente geeft aan dat het verlenen van onkostenvergoedingen primair de verantwoordelijkheid is van de organisatie waarvoor de vrijwilliger zich inzet. Toch verzoeken we de gemeente organisaties te stimuleren om onkosten van vrijwilligers te vergoeden en dit zelf ook te doen en aan te geven dat ze daarvoor subsidie kunnen aanvragen bij de gemeente. Onze ervaring is dat het geven van een onkostenvergoeding zeer gewaardeerd wordt door vrijwilligers. Zo wordt de inzet van iemand erkend. Het moeten bijleggen van geld om vrijwilligerswerk te kunnen doen kan ook een reden zijn om te stoppen.
Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam, Plantage Middenlaan 14-1, 1018 DD, Amsterdam
3
Stedelijke coördinatie van de makelaarsfunctie Mensen die op zoek zijn naar passend vrijwilligerswerk zullen profijt hebben van een goede afstemming en samenwerking tussen verschillende organisaties. Ook goede bemiddeling stedelijk of via vrijwilligersorganisaties kan stimulerend werken. Hoe goed de ontwikkeling van een digitaal portal ook is, hiermee worden zeker niet alle potentiële vrijwilligers bereikt. Daarom pleiten wij ervoor dat er ook stedelijk een telefonisch bereikbaar informatiepunt voor vrijwilligers blijft. Pas op met incidentele subsidie voor kortlopende projecten die geen vervolg krijgen Dreigende versnippering: Het programma bestaat uit veel projecten. Hierdoor dreigt versnippering. Vraag is wat gebeurt er met de uitkomsten? Ook is het onduidelijk wat het vervolg is en of er middelen zijn om het in stand te houden. Na twee jaar loopt dit af. Wij willen duidelijker keuzes voor onderdelen waarvan de kans groot is dat er ook een structureel vervolg aan gegeven wordt. Is er nagedacht over de periode na 2011? We maken ons zorgen over de continuïteit van een aantal projecten op langere termijn. De positie van vrijwilligers ten opzicht van professionals Sommige vrijwilligers werken met professionals. In deze relatie zijn vaak spanningen en speelt gebrek aan vertrouwen. De positie van vrijwilligers moet heel duidelijk worden versterkt, ook in de juridische positie. De suggestie zou kunnen zijn om een code voor vrijwilligers te maken waarin hun rechten en plichten zijn vastgelegd. Vrijwilligersverzekering De vrijwilligersverzekering is nog niet bekend bij iedereen bleek bij het bespreken van dit onderwerp. De vraag is dan ook wat er aan gedaan is om hier bekendheid aan te geven en of nog meer bekendheid aan gegeven kan worden. Taak Projectleider Vrijwillige inzet: Op bladzijde 3 van de begroting is sprake van een “projectleider vrijwillige inzet”. Wij pleiten ervoor dat deze functionaris zich speciaal ook voor de steunpunten in de stadsdelen gaat inzetten. Evaluatie best practices en innovatieve projecten: Bij het onderzoek naar „succesvolle projecten‟ willen wij graag bijdragen aan de uitwerking van de criteria waaraan deze projecten worden getoetst. De vraag is hoe wordt geëvalueerd of de projecten goed werken en hoe deze ervaring overdraagbaar wordt gemaakt. In het vervolgtraject willen we hier graag in meedenken. Over de “uitleenpool” voor vrijwilligers met een beperking: 1. Wij stellen voor dat Cliëntenbelang Amsterdam dit haalbaarheidsonderzoek zelf uitvoert, omdat zij hiervoor de vereiste expertise in huis hebben en een goede begeleidingscommissie van belanghebbenden kan samenstellen; 2. Wij vinden dat onderzocht moet worden of het idee van een “uitleenpool” wel een goed instrument is om mensen met een beperking te stimuleren vrijwilligerswerk te gaan doen; sommige hulpmiddelen zijn niet uit te lenen, bijvoorbeeld een computerprogramma, dat moet worden geïnstalleerd.
Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam, Plantage Middenlaan 14-1, 1018 DD, Amsterdam
4
Tot slot De gemeente zegt vrijwilligersorganisaties meer te willen ondersteunen. Tegelijkertijd moeten wij constateren dat de Anbo met 7000 leden de grootste ouderenorganisatie in Amsterdam, met allemaal activiteiten door vrijwilligers voor Amsterdammers zoals de leesgroepen, wandelgroepen en levenskunst, op dit moment een bittere strijd moet voeren met de gemeente om het voortbestaan van de ondersteuning van het stedelijke secretariaat. Wij kunnen dit niet goed rijmen met dit stuk waarbij juist ingezet wordt op het bereiken van meer vrijwilligers. -0-0-0-
Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam, Plantage Middenlaan 14-1, 1018 DD, Amsterdam
5