ADVIES Platform Jeugd en alcohol inzake de nieuwe Drank en Horecawet Mogelijkheden voor gemeenten inzake jeugd & alcohol Inleiding Momenteel ligt het wetsvoorstel voor wijziging van de huidige Drank- en Horecawet (hierna: DHW) ter behandeling bij de Eerste Kamer. Deze wijziging van de wet is voornamelijk gericht op terugdringing van het alcoholgebruik onder voornamelijk jongeren, de voorkoming van alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde, evenals ter reductie van de administratieve lasten. De belangrijkste wijziging van de wet is de overdracht van het toezicht van de nieuwe Voedsel & Warenautoriteit (nVWA) naar de gemeenten. De verwachting is, dat als de Eerste Kamer akkoord gaat met het voorstel, begin 2013 de nieuwe wet van kracht wordt. In het kader van deze wet krijgen de gemeenten en burgemeesters een aantal bevoegdheden. Het Platform Jeugd en alcohol wil in verband met deze voorgenomen wijziging een advies uitbrengen voor wat betreft de mogelijkheden die de gemeenten/de burgemeesters krijgen om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van alcoholgebruik door jongeren. Het Platform beperkt zich met dit advies nadrukkelijk tot de mogelijkheden en niet tot de verplichtingen, en tot jeugd, waar de DHW uiteraard voor alle doelgroepen van belang is. Probleemschets Een aanzienlijk deel van jongeren beneden de 16 jaar drinkt alcohol. Ze beginnen daar al op jonge leeftijd mee; startleeftijden van 12 a 13 jaar waren in bijvoorbeeld 2008 geen uitzondering. Onderzoek van het Trimbos-instituut in 2010 wijst uit dat de startleeftijd in Nederland omhoog is gegaan: jongeren beginnen in het algemeen minder jong met drinken. De grotere aandacht voor dit onderwerp zal hieraan debet zijn. Het drinken door jongeren van 16+ is echter niet verminderd. Algemeen bekend is dat het op jonge leeftijd drinken van (veel) alcohol een aantal grote risico’s met zich meebrengt. Eén van de bekendste nadelige gevolgen is de schade voor de hersenen en andere organen. Hersenen bijvoorbeeld zijn nog in ontwikkeling tot circa 24 jaar. Het drinken van (veel) alcohol kan deze ontwikkeling ernstig verstoren. Een andere vorm van gezondheidsschade is het risico van verslaving op latere leeftijd. In 2008 hebben alle gemeenten, de provincie Fryslân en een aantal andere organisaties een convenant ondertekend in verband met de aanpak van dit probleem. Partijen hebben hieromtrent een project ingericht met een looptijd van 4 jaren (2008 -2012). Zie www.ikpjeugd.nl Rol gemeente en burgemeester De burgemeester is voortaan - in medebewind - belast met de uitvoering van de DHW. Nu is deze bevoegdheid - conform het beginsel van collegiaal bestuur - nog toebedeeld aan het college van burgemeester en wethouders. Reden voor de wijziging is dat de burgemeester nu al vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid belast is met het toezicht op openbare vermakelijkheden en samenkomsten en de voor het publiek openstaande gebouwen. Adviezen •
Algemeen
1
In plaats van de nVWA worden gemeenten verantwoordelijk voor de handhaving van de DHW. De burgemeester krijgt de bevoegdheid om BOA’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) aan te wijzen die bevoegd zijn om binnen de gemeente te controleren en handhaven op de wet. Het platform Jeugd & Alcohol adviseert aan de gemeenten van Fryslân het volgende; 1. Stel gekwalificeerde (specifiek opgeleide) BOA’s aan voor de uitvoering van de handhavende bevoegdheden van deze wet. De gemeente heeft veel kennis omtrent de lokale situatie en kan die straks met behulp van de DHW adequaat benutten. BOA’s kunnen een uitermate nuttige functie hebben in deze. 2. Laat BOA’s vooral hun inzet plegen op jeugd (zie ook punt 4) 3. Maak BOA’s ook deskundig op het gebied van jeugd en alcohol. Breng ze in contact binnen uw organisatie met de betrokken medewerkers Jeugd & Welzijn en/of jongerenwerkers. 4. Maak een risicoanalyse en bepaal op grond hiervan de prioriteiten. Voorbeeld hiervan is het onderzoek van de Universiteit van Twente naar de handhaving van leeftijdscriteria bij verkoop van alcohol; controle van de sector “slijterijen” is volgens dit onderzoek minder zinvol dan van de sportkantines omdat de naleving in slijterijen veel beter is dan in sportkantines. 5. Tracht zoveel mogelijk uniformiteit (= eenduidigheid) in de gehele provincie te bewerkstelligen; voorbeelden hiervan zijn de nieuwe modelverordeningen, systematiek van handhaving, vergunningverlening, toegangs-, aanwezigheids- en sluitingstijden. Een uniform en consistent systeem hierin schept de nodige en meeste duidelijkheid voor jongeren en hun opvoeders. Natuurlijk hebben sommige gemeenten te maken met buurgemeenten in een andere provincie. Maar dat staat een grote mate van afstemming niet per definitie in de weg. En als het gaat om jeugdigen is de keuze voor duidelijkheid en een goed systeem van afspraken een keuze voor de gezondheid van deze kwetsbare groep. 6. Denk ook aan vergunningen e.d. voor eenmalige evenementen (bijv. dorps- en jaarfeesten); de naleving van leeftijdsgrenzen lijkt daar minimaal te zijn. Het STAP (Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid) heeft in verband hiermee een factsheet uitgebracht over de naleving van leeftijdsgrenzen bij evenementen. Bij het uitgeven van vergunningen kan goed gekeken worden naar het belang van een gezonde jeugd die op sommige gebieden tegen zichzelf beschermd dienen te worden. In de vergunningen kunnen bepalingen hieromtrent worden opgenomen. 7. De aan te stellen BOA's inzake kennis van middelen en herkennen en signaleren een beroep laten doen op de Afdeling Preventie VNN.
•
Specifiek
1. Strafbaarstelling jongeren voor bezit alcoholhoudende drank Het is degene die de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt. (M.a.w. de supermarkt maar ook de snackbar die zwakalcoholhoudende drank voor de "meeneemverkoop" verkoopt). Overtreding wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie (maximaal € 390). De wetgever hoopt dat de strafbaarstelling een afschrikkende werking op te jeugdige consumenten zal hebben. Advies Maak gebruik van de nieuwe wettelijke mogelijkheden en beboet naast de verstrekker van de alcohol ook de minderjarige die in het bezit is van alcoholhoudende drank. Denk hierbij ook aan de landelijk vastgestelde leerstraf alcohol. 2. Verordening 'paracommerciële' instellingen Bij de zogenaamde "paracommerciële" horecabedrijven kan er sprake zijn van oneerlijke concurrentie ten opzichte van de reguliere horeca. Het gaat hier om instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard en
2
daartoe tevens een kantine of buffet exploiteren. Te denken valt bijvoorbeeld aan dorpshuizen en sportkantines waar met vrijwilligers gewerkt wordt en de activiteiten doorgaans gesubsidieerd worden. Volgens de nieuwe wet moet bij gemeentelijke verordening - binnen de termijn van 1 jaar na vaststelling van de wet - regels worden opgesteld waaraan paracommerciële instellingen zich moeten houden als zij alcoholhoudende drank verstrekken. Dit ter voorkoming van oneerlijke mededinging jegens de reguliere horeca. Die regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de volgende onderwerpen: • de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcohol mag worden verstrekt; • de in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen; • de in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn. De burgemeester kan verder - met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard - voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de in de verordening gestelde regels. Die ontheffing, of een afschrift daarvan, moet in de inrichting aanwezig zijn. De regels mogen naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon verschillend zijn. Dit betekent dat aan studentenverenigingen door een gemeente andere regels kunnen worden opgelegd dan aan bijvoorbeeld sportverenigingen of buurthuizen. De overtreding van de gemeentelijke regels is in de nieuwe wet bestuurlijk beboetbaar. Advies De nieuwe mogelijkheden worden toegevoegd aan de al bestaande mogelijkheden. Met deze nieuwe mogelijkheden hebben de gemeenten meer handvatten om oneerlijke mededinging in de paracommercie tegen te gaan. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de VNG- of BEMmodelverordening. 3. Lokale "kan" verordeningen • Regulering prijsacties Veel gemeenten maken nu gebruik van het sluiten van convenanten met de lokale horeca om happy hours in het algemeen of happy hours gericht op jongeren tegen te gaan. Door een nieuwe bevoegdheid in de wet kan een gemeente - op basis van eigen afwegingen prijsacties, in de vorm van "happy hours" of stuntprijzen, in een verordening aan banden leggen. De achterliggende reden is om overmatig alcoholgebruik door jongeren en overlast te kunnen beteugelen. Het kan worden verboden, bedrijfsmatig of anders dan om niet, alcoholhoudende dranken: a. te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit gewoonlijk wordt gevraagd; b. aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt (zijnde retail of cafetaria) gewoonlijk wordt gevraagd. Een dergelijke verordening kan alleen uitgevaardigd worden als die dient ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde. Advies Breng de voor- en nadelen in kaart van een eventuele invoering van deze verordening en hanteer een demotiveren beleid. Het advies van het Platform Jeugd en Alcohol is een dergelijke verordening wel in te voeren. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de model VNG-verordening. Dit bevordert de uniformiteit. •
Toegangsleeftijden koppelen aan (sluitings)tijden horeca
3
In de nieuwe DHW wordt de gemeentelijke bevoegdheid om toegangsleeftijden voor bezoekers van de horeca vast te stellen (welke leeftijd niet hoger mag zijn dan 21 jaar) uitgebreid. Een gemeente kan de leeftijden voortaan koppelen aan de sluitingstijden van de horecabedrijven. Het koppelen van de consumentenleeftijd aan sluitingstijden betekent in de praktijk dat er een portiersverplichting ontstaat. Ook kan de toegangsleeftijd gekoppeld worden aan een tijdsruimte. De gemeenten hebben verschillende opties. Zo kunnen ze in een verordening vastleggen: a. dat na tijdstip x alleen horecalokaliteiten en terrassen open mogen zijn voor een vaste toegangsleeftijd van y jaar, maar ook b. dat na tijdstip x geen jongeren meer mogen worden toegelaten die jonger zijn dan y jaar. Advies Breng de voor- en nadelen in kaart van een eventuele invoering van deze verordening. Houdt daarbij rekening met eventuele nadelige consequenties inzake openbare orde en veiligheid. Draagt de invoering bij aan het terugdringen van overmatig alcoholgebruik bij jongeren in uw gemeente? 4. Nieuw sanctiebeleid voor Detailhandel De burgemeester kan bij de detailhandel (bijvoorbeeld supermarkten en slijterijen) de verkoop van alcoholhoudende drank tijdelijk verbieden als de betreffende ondernemer drie maal in één jaar artikel 20, lid 1 van de DHW overtreedt. Het gaat dan om de verkoop van alcohol aan minderjarigen. Het gaat hier om een zogenaamde discretionaire bevoegdheid. De burgemeester kan een dergelijke sanctie toepassen maar is daartoe niet verplicht. Het doel is niet om leed toe te voegen. Daarmee zou de sanctie al snel punitief van aard worden. Het opleggen is echter geen straf. Het doel van het opleggen van een dergelijke sanctie is namelijk het beletten van verder herhaald onrechtmatig gedrag en het niet onnodig blootstellen van jongeren aan gezondheidsrisico’s. De Memorie van Toelichting geeft aan dat de gemiddelde omzet aan alcoholhoudende drank van een gemiddelde supermarkt € 7.500,- per week bedraagt. De feitelijke winstderving is slechts een deel daarvan, de aanname is 25 %. De winstderving bij een tijdelijk verbod voor de duur van één week zou dan € 1800,- bedragen. Bij een ontneming gedurende de maximale 12 weken is de directe omzetderving € 90.000,- en dus een feitelijk direct financieel nadeel van een kwart daarvan, namelijk € 22.500,-. Ter vergelijking, de bestuurlijke boete voor de verkoop van alcohol aan minderjarigen bedraagt € 900,bij kleine ondernemers en € 1.800,- bij grote ondernemers. De (filialen) van landelijke supermarkten vallen onder de grote ondernemers. Advies Het advies aan de gemeenten is een belangrijk deel van hun controles te richten op supermarkten. Het verhogen van de verwachte pakkans vergroot namelijk de naleving. Dit in combinatie met de nieuwe mogelijkheid tot het tijdelijk verbieden van de totale alcoholverkoop zal sterk bijdragen aan de norm: geen drank aan jongeren. 5. Evenementen en de kenniseis Verklaring Sociale Hygiëne Het artikel dat toeziet op het verlenen van ontheffingen bij evenementen, is aangepast. De verstrekking van alcoholhoudende drank bij "bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard" hoeft voortaan niet meer te geschieden onder onmiddellijke leiding van iemand die in het bezit is van een Verklaring Sociale Hygiëne. Dit betekent dat burgers en ondernemers zonder horeca- of slijtersbedrijf gemakkelijker een dergelijke ontheffing aan kunnen vragen, bijvoorbeeld voor een eendaags kleinschalig evenement. De burgemeester kan aan een ontheffing voorwaarden en beperkingen verbinden. Eén van die voorwaarden zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat de persoon die leiding geeft aan de alcoholverstrekking bij een evenement toch moet beschikken over een Verklaring Sociale Hygiëne Advies Het advies van het Platform Jeugd en Alcohol is dat gemeenten - in het kader van terugdringen van alcoholmisbruik - het standaard opleggen van die voorwaarde, zeker bij meer grootschalig opgezette
4
evenementen in stand houden. Daarnaast heeft het STAP een factsheet uitgeschreven welke kan dienen ter ondersteuning van het opstellen van een evenementenbeleid.
Er zijn verschillende instanties die zich bezig houden met de ontwikkelingen aangaande de nieuwe Drank & Horeca wet. Voor meer informatie zie onder andere: nVWA (www.handhavingdhw.nl) Het expertisecentrum ondersteunt gemeenten bij de voorbereiding en uitvoering van het toezicht op de Drank- en Horecawet. Het expertisecentrum richt zich op medewerkers van gemeenten die zich bezig (gaan) houden met het toezicht of de vergunningverlening. VNG (www.vng.nl) KHN (www.khn.nl) Kenniscentrum voor horecaondernemers & hun partners, op lokaal, regionaal & landelijk niveau. STAP (www.stap.nl) Het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) is een landelijk kennisinstituut voor alcoholbeleid, opgericht in 1994. STAP wil ertoe bijdragen dat de schade als gevolg van alcoholgebruik aantoonbaar wordt teruggedrongen. Daarbij telt vooral het terugdringen van gezondheidschade naast andere vormen van alcoholgerelateerde schade zoals overlast, verkeersongevallen en huiselijk geweld VNN (www.vnn.nl) De zorg van Verslavingszorg Noord Nederland richt zich op alle stadia van middelengebruik. Het omvat zowel voorlichting en preventie, reclassering, behandeling en begeleiding, sociale verslavingszorg als palliatieve zorg. Het CCV (www.hetccv.nl) Het CCV is een maatschappelijke organisatie die Nederland veilig en leefbaar maakt. Het Trimbos (www.trimbos.nl) Het Trimbos-instituut zet zich in voor het verbeteren van de geestelijke gezondheid door het delen van kennis. CVGU (www.veiligengezonduitgaan.nl). Het Centrum Veilig en Gezond Uitgaan (CVGU) helpt het uitgaansleven gezellig te houden. Door in uitgaansgebieden maatregelen in te zetten die veiligheid vergroten en schadelijk alcohol- en drugsgebruik verminderen, wordt de kans op incidenten kleiner. Het CVGU is een initiatief van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en het Trimbos instituut.
5