INTERVENTIEBELEID ALCOHOL, DRANK- EN HORECAWET
1. DOEL Deze procedure beschrijft de lijn die door de gemeente Kaag en Braassem wordt toegepast om geconstateerde overtredingen van de Drank- en Horecawet tijdens controles te doen opheffen en herhaling ervan te doen voorkomen. De procedure beschrijft de methode of de werkwijze waarmee de toezichthouder Drank- en Horecawet de uiteindelijk toe te passen interventie vaststelt, gekoppeld aan de ernst van overtredingen en de risico’s die hieraan verbonden zijn.
2. DEFINITIES EN WETTELIJKE BASIS
2.1 Definities overtreding Overtredingen zijn ingedeeld in drie categorieën naar ernst van de overtreding, respectievelijk: ernstige overtreding, overtreding, geringe overtreding. Ernstige overtreding Een ernstige overtreding is een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er:
Een ernstig risico bestaat voor de gezondheid of veiligheid van de mens, en/of; Een ernstig risico is, dat snel ingrijpen van de overheid vereist, met inbegrip van risico’s waarvan de gevolgen zich niet onmiddellijk voordoen, waardoor direct of op lange termijn ernstig letsel / ernstige gezondheidsschade wordt veroorzaakt.
Overtreding Een overtreding is een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er weliswaar geen sprake is van een ernstige overtreding, maar dat de handeling of gedraging dusdanig ongewenst is dat herhaling van de overtreding moet worden voorkomen, mede ter voorkoming van het ontstaan van een ernstige overtreding. Geringe overtreding Handelingen of gedragingen, die niet in overeenstemming zijn met de wettelijke voorschriften en normen, maar welke niet - ook niet bij herhaalde handeling of gedrag - leiden tot een (ernstige) overtreding. Herhaalde overtreding Het tijdens een (her)controle opnieuw vaststellen van een zelfde of soortgelijke overtreding, waarvoor tegen de ondernemer in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar, reeds een interventie werd toegepast.
2.2 Gebruikte begrippen Boeterapport (BR) Het rapport waarin overtredingen worden vastgelegd. Overtredingen van de Drank- en Horecawet worden over het algemeen niet strafrechtelijk, maar bestuursrechtelijk afgehandeld. De bevoegde toezichthoudende ambtenaren kunnen een boeterapport opmaken, indien de betreffende regelgeving daarin voorziet. Handhaven Het toezicht houden op de naleving van wettelijke voorschriften en het opsporen van overtredingen van wettelijke voorschriften.
Hercontrole Een hercontrole is een controle die volgt op een officiële eerdere controle waarbij een overtreding is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om binnen een na de eerste controle aangegeven termijn middels een volgende controle na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen of om de omvang van een probleem vast te stellen. Inbeslagname Het door de opsporingsambtenaar onder zich nemen of gaan houden van daarvoor vatbare voorwerpen ten behoeve van de strafvordering. Toezichthouder Drank- en Horecawet Medewerker die controles uitvoert/toezicht uitoefent. Controle Het beoordelen van (bedrijfs)processen en/of zaken om vast te stellen of deze voldoen aan de gestelde wettelijke voorschriften. Controleresultaten De bevindingen van een uitgevoerde controle. Interventie Elk instrument dat de gemeente Kaag en Braassem gebruikt om naleving van wettelijke voorschriften te bevorderen. Interventiebeleid Het beleid dat de gemeente Kaag en Braassem toepast om geconstateerde overtredingen te doen opheffen en in de toekomst te voorkomen, rekening houdend met de ernst van de overtreding, houding en gedrag van de ondernemer en de risico’s die verbonden zijn met het proces en het product waarmee de desbetreffende ondernemer zich bezighoudt. Interventiegrens De interventiegrens is de grens waarop een overtreding is ingedeeld naar ernst van de overtreding. Is hetzelfde als de status in de controlemethodiek. Mededeling Een mededeling (mondeling of per brief) aan een ondernemer met daarin een door de gemeente Kaag en Braassem geconstateerde tekortkoming waarvoor geen interventie wordt genomen. Melding/klacht Informatie die voor de gemeente Kaag en Braassem relevant kan zijn in relatie tot het toezicht. Mondelinge waarschuwing Een mondelinge mededeling aan de ondernemer van een geconstateerde overtreding, zijnde geen geringe of ernstige overtreding. Een mondelinge waarschuwing wordt altijd door middel van een schriftelijke waarschuwing bevestigd. Nalevingshulp Het verstrekken van informatie en geven van ondersteuning aan de ondernemer om deze te helpen met het begrijpen en naleven van de regels. Het geven van uitleg over wettelijke voorschriften waarvan de handhaving aan de gemeente Kaag en Braassem is opgedragen. Informatieverstrekking is gericht op de bevordering van de naleving van de wettelijke voorschriften.
Ondernemer De natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming exploiteert of beheert. Proces-verbaal (PV) Een proces-verbaal is een door de Opsporingsambtenaar of Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) ondertekend verslag van een handeling, bevinding of proces. Uitsluitend door de minister van Justitie aangewezen Buitengewoon Opsporingsambtenaren zijn bevoegd om overtredingen strafrechtelijk op te sporen (artikel 142, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 17, van de Wet op de economische delicten) en de daaraan verbonden maatregel, het opmaken van proces-verbaal, te nemen. Recidive Er is sprake van recidive wanneer er reeds wegens een soortgelijk feit een onherroepelijke boete of straf is opgelegd. Sanctionerende interventie Een interventie die beoogt bestraffend en afschrikwekkend te werken. Mogelijke sanctionerende interventies zijn:
Bestuurlijke boete (bestuursrecht); Straf opgelegd door de strafrechter; dit wordt gestart door middel van een procesverbaal, dat bij het Openbaar Ministerie (OM) wordt ingediend1.
Schriftelijke waarschuwing (SW) Een brief aan de ondernemer van een geconstateerde overtreding, of ernstige overtreding. Een mondelinge waarschuwing wordt altijd schriftelijk bevestigd. Een waarschuwing is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In de brief wordt vastgelegd: de overtreding + het wetsartikel, nalevingshulp, de eventuele termijn van opheffen van de overtreding en de verplichte schriftelijke melding door de ondernemer van het opheffen van de overtreding. Toezicht Een activiteit als omschreven in Hoofdstuk 5, Afdeling 5.2 Toezicht op naleving van de Algemene wet bestuursrecht. Toezicht bestaat uit het verzamelen van informatie, het nemen en onderzoeken van monsters en het beoordelen van de verzamelde informatie en de resultaten van monsteronderzoek, en op grond daarvan vaststellen of er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift en eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren. Toezicht wordt uitgevoerd op die plaatsen waar en waarvoor de aan de gemeente Kaag en Braassem opgedragen wettelijke voorschriften van toepassing zijn. Toezicht wordt uitgevoerd door toezichthouders die daartoe door de burgemeester zijn aangewezen. Toezichtcirkel met bijlage De toezichtcirkel van de toezichthouder Drank- en Horecawet is een cyclische weergave van het voorbereiden van het toezicht tot en met de voortgang bewaken en plannen in 8 stappen inclusief de kennis en vaardigheden die de toezichthouder Drank- en Horecawet hiervoor nodig heeft. In de bijlage is de door de gemeente Kaag en Braassem aan de toezichthouder Drank- en Horecawet opgedragen werkwijze om op een correcte wijze beslissingen te nemen bij de toepassing van het door de gemeente Kaag en Braassem vastgestelde interventiebeleid opgenomen. Doel van deze werkwijze is te bewerkstelligen dat de toezichthouder Drank- en Horecawet bij het constateren van overtredingen de juiste afwegingen in de juiste volgorde maakt. 1
De meeste zaken worden door een OM transactie afgedaan.
Voorgeschiedenis De controlegeschiedenis van de ondernemer. 2.3 Wettelijke Basis De wettelijke basis voor het interventiebeleid is: de Drank- en Horecawet.
3. WERKWIJZE 3.1 Uitgangspunten:
Het interventiebeleid is er op gericht overtredingen op te heffen en herhaling te voorkomen. Het interventiebeleid is er tevens op gericht risicovolle situaties op te heffen; Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste interventie wordt rekening gehouden met: a) De mogelijke gevolgen van die overtreding, en; b) De omstandigheden waaronder die overtreding is begaan, en; c) Het gedrag van de overtreder. Het gaat hier om gedragingen die nagelaten worden of worden gedaan om naleving van het wettelijk voorschrift mogelijk te maken, en; d) De voorgeschiedenis, en; e) Het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel: De interventie dient te worden toegepast die het minst ingrijpend is en het best passend is om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is maar bepaald dient te worden welke interventie in de specifieke situatie de beste is; daarbij wordt corrigerend opgetreden en eventueel ook sanctionerend; De toezichthouder Drank- en Horecawet gaat uit van vertrouwen in zijn contacten met de ondernemer; In principe wordt het bestuursrecht toegepast tenzij wettelijke bepalingen aangeven dat het Strafrecht moet worden toegepast of bestuursrechtelijke handhaving niet mogelijk is. Indien dit het geval is wordt uiteraard het Strafrecht toegepast.
3.2 Werkwijze toezichthouder Drank- en Horecawet De toezichthouder Drank- en Horecawet heeft de taak om bij (een) geconstateerde overtreding(en) de ernst van de overtreding(en) te beoordelen in het licht van de totale bedrijfsvoering in de gecontroleerde onderneming. Deze beoordeling doet de toezichthouder Drank- en Horecawet op basis van zijn technisch inhoudelijke kennis, zijn kennis van de op bedoeld feit van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en zijn kennis van het interventiebeleid. De volgende werkwijze, opgenomen in de bijlage Toezichtcirkel, dient door de toezichthouder Drank- en Horecawet gevolgd te worden als algemene lijn ter beoordeling van overtredingen/afwijkingen tijdens controle en bij monsters.
Tijdens de controle bepaalt de toezichthouder Drank- en Horecawet de relevante wettelijke voorschriften. Zowel op het gebied van basis als systeemeisen. Hiertoe worden relevante wettelijke voorschriften doorzien/doorgrond en opgedeeld in bestanddelen. Dit gebeurt op basis van de letterlijke tekst van de wet (stap 1). De toezichthouder Drank- en Horecawet verzamelt op basis van zijn kennis van zaken relevante feiten en omstandigheden en onderscheid feiten en omstandigheden. (stap 2). Feiten zijn daden, handelingen e.d. die werkelijk plaatsgevonden hebben. Omstandigheden zijn bijzonderheden die verband houden met de vastgestelde feiten. Hij vraagt door bij ‘open norm situaties’; is het voorschrift bekend bij de gecontroleerde, past deze het toe, wordt er controle op uitgeoefend en wordt ter registratie bijgehouden. Wordt het doel van het voorschrift bereikt.
De toezichthouder Drank- en Horecawet beoordeelt de tekortkomingen en bepaalt of er wel of geen overtreding is van de wettelijke voorschriften. Indien het geen overtreding is, dan zijn de verzamelde feiten overeenkomstig het wettelijk voorschrift. Indien het wel een overtreding is, destilleert de toezichthouder Drank- en Horecawet de beboetbare/strafbare feiten (stap 3). Als er een overtreding is van de wettelijke voorschriften, bepaalt de toezichthouder Drank- en Horecawet de ‘status’ van de overtreding op basis van de ernst van deze overtreding; hij maakt op basis van het interventiebeleid en het specifiek interventiebeleid de afweging of het een geringe overtreding, een overtreding of een ernstige overtreding betreft. Hij maakt daarbij gebruik van de definities van overtredingen uit het algemene interventiebeleid, de beschrijving van de overtredingen met bijbehorende interventiegrenzen in het specifiek interventiebeleid en of het een incidentele of structurele afwijking betreft; waar nodig stemt de toezichthouder Drank- en Horecawet af met zijn collega of leidinggevende (stap 4). De toezichthouder Drank- en Horecawet hanteert het interventiebeleid dat van toepassing is en stelt vast welke corrigerende en/of sanctionerende interventie(s) de meest geschikte is op basis van zijn oordeel over: de status van de overtreding, de verwijtbaarheid, recidive/onwil, economisch voordeel en de voorgeschiedenis; De toezichthouder Drank- en Horecawet kan op basis van zijn risicobeoordeling een besluit nemen. Indien op basis van de verzamelde omstandigheden er redenen zijn om af te wijken van het vastgestelde interventiebeleid kan de toezichthouder Dranken Horecawet - zo nodig in overleg met de leidinggevende - gemotiveerd en beargumenteerd afwijken van dat vastgestelde interventiebeleid. De toezichthouder Drank- en Horecawet past die interventie(s) toe die nodig is(zijn) en maakt afspraken over de termijn van opheffen van de overtreding (stap 5) De toezichthouder Drank- en Horecawet bepaalt de overige stappen, welke bestaan uit: het bieden van nalevingshulp om de betreffende overtreding te doen opheffen of om herhaling van de overtreding te voorkomen, het afspreken van een termijn voor de hercontrole of herbemonstering (stap 6); De toezichthouder Drank- en Horecawet registreert de controle (stap 7); De toezichthouder Drank- en Horecawet bewaakt de termijn en neemt de noodzakelijke vervolgstappen zoals in het gehanteerde interventiebeleid is beschreven (stap 8).
Bovenstaande is schematisch weergegeven in bijlage 2.
3.3 Interventiebeleid De uitwerking van de interventiegrenzen zijn per artikel van de Drank- en Horecawet opgenomen in de tabel in bijlage 1. De volgende uitgangspunten gelden voor de keuze van interventies op basis van de ernst van de overtredingen: Bij ernstige overtreding: Er wordt een boeterapport/proces-verbaal opgemaakt en zonodig een afdoende corrigerende interventie om de gevolgen van de ernstige overtreding te doen opheffen en het daadwerkelijke risico weg te nemen (bijvoorbeeld inbeslagname). Er wordt passende nalevingshulp geboden. Er wordt een hercontrole uitgevoerd. Indien bij hercontrole dezelfde of soortgelijke overtreding wordt vastgesteld, wordt op dezelfde wijze gehandeld. Daarnaast kan bij herhaling van ernstige overtredingen worden gekozen voor overgang naar het strafrecht of mogelijkheid tot aanvragen van intrekken van de vergunning door de gemeente. Bij overtreding: Er wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven. Zo nodig wordt nog een verdere corrigerende interventie opgelegd om de gevolgen van de overtreding te doen opheffen en het daadwerkelijke risico weg te nemen. Er wordt passende nalevingshulp geboden. Er wordt een hercontrole uitgevoerd. Indien bij een hercontrole dezelfde of soortgelijke overtreding wordt vastgesteld, wordt een boeterapport opgemaakt. Daarnaast wordt nalevingshulp geboden; Bij geringe overtreding: Er wordt alleen ter plekke een mededeling gedaan, die schriftelijk wordt vastgelegd in het controlerapport; er wordt nalevingshulp geboden. Er wordt geen hercontrole uitgevoerd; Bij een overtreding of een ernstige overtreding maakt de toezichthouder Drank- en Horecawet een afspraak over het opheffen van de overtreding. Er wordt een hercontrole uitgevoerd. Bij ernstige overtredinge zal de hercontroletermijn zo kort mogelijk zijn. Op evenementen zal, indien mogelijk, tijdens het evenement (zelfde dag, volgende dag), anders tijdens de volgende editie van het evenement een hercontrole worden uitgevoerd. Het bovenstaand maatregelbeleid wordt niet gevolgd indien de burgemeester een traject voor bestuurlijke handhaving heeft aangekondigd, namelijk:
bij voornemen tot intrekken van vergunning (ex art 31) -> geen maatregel op artikel waarvoor de intrekking geldt;
Bij de bepaling van de interventie op basis van de ernst van de overtreding (status van de overtreding), dienen de omstandigheden te worden meegewogen. De omstandigheden kunnen leiden tot een andere interventie dan de hierboven beschreven algemene uitgangspunten. In onderstaand schema is per type overtreding schematisch aangegeven welke interventies opgelegd worden.
Overtreding Interventies
Follow Up
Interventies bij herhaalde (dezelfde of soortgelijke) overtreding
Ernstige
BR of PV
hercontrole
corrigerende interventie
overtreding
Corrigerende interventie
BR of PV
nalevingshulp
verzoek intrekken DHW vergunning nalevingshulp
Overtreding
schriftelijke waarschuwing
hercontrole
zo nodig afdoende corigerende interventie
zo nodig corrigerende interventie
(binnen 3 maanden) schriftelijke waarschuwing of sanctionerende interventie (BR of PV) nalevingshulp
Geringe
mededeling ter plaatse
Overtreding
nalevingshulp
geen actie
mededeling ter plaatse nalevingshulp
4. VERANTWOORDELIJKHEDEN De medewerker van de gemeente Kaag en Brassem met een BOA bevoegdheid is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de procedure. 5. DIVERSEN Bijlage 1: Stappenplan overtredingen Drank- en horecawet Bijlage 2: Toezichtscirkel van de toezichthouder Drank- en Horecawet met Bijlage (gemeente Kaag en Braassem controlemethodiek)
Toezichtscirkel van de toezichthouder
1. Voorbereiden toezicht
7.-Voortgang bewaken - Plannen
6. - Rapporteren - Dossier opbouwen
2. Waarnemen (feiten en omstandigheden)
Algemene organisatiekennis en gedragsvaardigheden Vakspecifieke expertise Wet– en regelgeving Bevoegdheden Kwaliteitssysteem Algemeen en specifiek Interventiebeleid
5. Afspraken maken
4. Interveniëren (corrigeren betrokkene en nemen maatregelen)
3. Oordeelsvorming en vaststellen naleving
Bijlage toezichtcirkel activiteiten
Doorzie/ doorgrond (wet)teksten en deel op in bestanddelen
aspecten
STAP 1 Bepaal relevante wettelijke voorschriften (basis-/systeemeisen)
- Verzamel relevante feiten en omstandigheden - Is het voorschrift bekend bij gecontroleerde -Past deze het toe STAP 2 -Wordt er controle op uitgeoefend Verzamel relevante -Wordt er registratie bijgehouden feiten/omstandigheden -Wordt het doel van het voorschrift bereikt -Onderscheid feiten en omstandigheden STAP 3 Overtred-
GEEN
Obv letterlijke tekst van de wet
-feiten: daden, handelingen hebben werkelijk plaatsgevonden -omstandigheden: bijzonderen die verband houden met vastgesteld feit FEITEN OVEREENKOMSTIG WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
WEL Destilleer beboetbare strafbare feiten
-Weeg feiten obv deskundigheid -Stel ernst vast
-Weeg de omstandigheden -Bepaal de juiste interventie(s) Obv interventiebeleid
-Geef passende nalevingshulp -Spreek herinspectie af -Geef bij SW de mogelijkheid aan voor
STAP 4 Bepaal status overtreding
STAP 5 Bepaal interventie (s) (corrigerend/ Sanctionerend)
STAP 6 Overige stappen
STAP 7 Registreer inspectie STAP 8 Plan herinspectie
Bij de statusbepaling van een overtreding wordt bezien: -de overschrijding van de norm -het risico -betreft het een incidentele of structurele afwijking Op basis van: -Status overtreding -Verwijtbaarheid -Recidive/onwil -Economisch voordeel -Voorgeschiedenis Op basis van risicobeoordeling: -publiekswaarschuwing
-Nalevingshulp -Herinspectie -Herbemonstering