JEUGD, ALCOHOL EN REGELGEVING IN PURMEREND
JEUGD, ALCOHOL EN REGELGEVING IN PURMEREND
1
Colofon In opdracht van: Afdeling Stadsontwikkeling Contactpersoon opdrachtgever: Bea van Meerten Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Henk-Jaap Batelaan Met medewerking van: Anouschka Panka Publicatiedatum: April 2014 Verkrijgbaar bij: Gemeente Purmerend Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Purmersteenweg 42 Telefoon 0299 - 452 588 E-mail:
[email protected] Digitaal rapport: www.purmerend.nl/stadsgegevens
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ....................................................................................................................................... 3 Samenvatting .......................................................................................................................................... 4 1
Inleiding........................................................................................................................................... 5
1.1
Aanleiding voor dit onderzoek...................................................................................................... 5
1.2
Vraagstelling en afbakening van het onderzoek ......................................................................... 6
1.3
Aanpak en verantwoording ........................................................................................................... 6
2
Jeugd, alcohol en regelgeving...................................................................................................... 9
2.1
Leeftijd en alcoholgebruik ............................................................................................................. 9
2.2
Kennen de jongeren de regelgeving? ........................................................................................ 11
2.3
Wat vinden jongeren van de nieuwe regelgeving? ................................................................... 11
2.4
Gaan jongeren zich aan regelgeving houden? ......................................................................... 13
2.5
Welke handhavingsmaatregelen werken volgens jongeren het beste? ................................. 14
2.6
Wat voor soort voorlichting werkt volgens jongeren het beste? ............................................ 15
3
Conclusies ................................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3.1
Conclusie ...................................................................................................................................... 17
3.2
Beantwoording hoofdvragen ...................................................................................................... 17
3.3
Beleidsaanbevelingen ................................................................................................................. 19
3
Samenvatting
Leeftijdsgrenzen alcohol: weinig draagvlak, wel nalevingsbereidheid, impact op alcoholgebruik ongewis Dit rapport geeft antwoord op de vraag in hoeverre jongeren de nieuwe wettelijke leeftijdsgrenzen kennen over het kopen of in bezit hebben van alcohol in winkels, cafés of sportkantines (niet voor je 18e). Daarnaast is aan hen gevraagd of zij zich aan de leeftijdsregels gaan houden. De enquête is gehouden omdat de gemeente verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving van de nieuwe wet. De gemeente kan alcoholverkopers (supermarkten, slijterijen, horeca, sportverenigingen) en kopers onder de 18 jaar beboeten. Het is de vraag hoeveel toezicht de gemeente moet gaan inzetten. Als veel jongeren de regels niet kennen, of zich er niet aan willen houden, dan is er meer toezicht of voorlichting nodig.1 Daarnaast beantwoordt dit onderzoek de vraag of andere maatregelen, zoals leeftijdscontrole door verkopers, of voorlichting aan jongeren, er mogelijk voor zorgen dat meer jongeren zich aan de regels gaan houden.
Uit deze enquête trekken we de volgende conclusie: De jongeren kennen de nieuwe leeftijdsregels over alcohol. Het draagvlak voor deze regels onder jongeren is beperkt. Alcohol is een 'eigen verantwoordelijkheid' vinden ze. Toch zegt de grote meerderheid zich aan de regel te gaan houden dat je geen alcohol koopt of bij je hebt voordat je 18 jaar bent. Deze nalevingsbereidheid staat of valt met de mate waarin alcoholverkopers uitvoering geven aan de wet door middel van een leeftijdscontrole. De hoge nalevingsbereidheid betekent bovendien niet dat de wet haar doelstelling 'als vanzelfsprekend' bereikt: veel jongeren drinken thuis of bij vrienden, daar waar de leeftijdsregels niet gelden. Jongeren zijn gevoelig voor voorlichting over hersen- of gezondheidsschade.
We doen de volgende aanbevelingen: Bevorder de uitvoering van de leeftijdscontrole door alcoholverkopers Richt voorlichting niet alleen op jongeren, maar vooral ook op ouders Geef voorlichting over gezondheids- of hersenschade Boetes aan jongeren zijn sluitstuk van beleid
1
Voor supermarkten en horecagelegenheden geldt hetzelfde De afdeling Stadsontwikkeling heeft het draagvlak onder deze
ondernemers zelf verkend. Dit onderzoek doet geen uitspraken over de verkopers van alcohol.
4
1 1.1
Inleiding
Aanleiding voor dit onderzoek
Nieuwe wetgeving De Drank- en Horecawet is aangepast. Per 1 januari 2013 is de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. Voorheen was dit de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Daarnaast werd het voor jongeren tot en met 16 jaar strafbaar om alcohol bij zich te hebben. Per 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens verhoogd naar 18 jaar. Deze wijzigingen leiden tot de volgende regelgeving per 1 januari 2014: Aan jongeren onder de 18 jaar mag geen alcohol worden verkocht. Jongeren onder de 18 jaar zijn strafbaar als ze alcohol bij zich hebben. Zowel op straat als op andere plekken toegankelijk voor het publiek, zoals een kroeg, winkelcentrum, stationshal of park. De wet maakt geen onderscheid meer tussen zwak alcoholische drank en sterke drank. Concreet betekent dit dat toezichthouders van de gemeente bijvoorbeeld supermarkten, slijterijen, horecagelegenheden en sportkantines kunnen controleren en sanctioneren, wanneer zij bier, wijn, 'breezers' of andere alcoholhoudende dranken verkopen aan jongeren onder de 18 jaar. Ook kunnen zij jongeren op straat controleren of beboeten. Deze boete bedraagt 45,-- of 90,--, afhankelijk van de leeftijd van de betrokkene.
Toezicht en nalevingsbereidheid De gemeente Purmerend heeft zich in 2013 voorbereid op de nieuwe taken. Het College heeft een ambtelijk projectteam, samengesteld uit de disciplines zoals gezondheids- en jeugdbeleid, juridische zaken, openbare orde, toezicht en handhaving, de bestuurlijke opdracht gegeven om per 1 januari 2014 een Integraal plan van aanpak van schadelijk alcoholgebruik gereed te hebben. Het projectteam heeft (onder veel meer) overleg gehad met de horeca, detailhandel en sportverenigingen, bedoeld om de nalevingsbereidheid van beide sectoren te vergroten. Hoe hoger die bereidheid, hoe minder inzet door toezichthouders van de gemeente nodig is, zo is de gedachte. Het projectteam heeft de nalevingsbereidheid van de supermarkten zelf in kaart gebracht. Uiteraard speelt ook de vraag in hoeverre jongeren bereid zijn de wet na te leven. Dat is medebepalend voor de mate van inzet van toezicht en handhaving door de gemeente. Hoe hoger de nalevingsbereidheid, hoe minder intensief het toezicht op de jongeren.
Doel van het onderzoek Het in beeld brengen van de kennis van jongeren over alcoholwetgeving, hun mogelijke reactie op deze wetgeving en hun opvattingen over de manier waarop de gemeente naleving van de wet kan bevorderen.
5
1.2
Vraagstelling en afbakening van het onderzoek
Hoofdvragen
1.
In welke mate zijn jongeren bekend met de wijzigingen in de alcoholwetgeving?
2.
In welke mate zijn jongeren bereid de nieuwe regels na te leven?
3.
Op welke manier kan de gemeente naleving van de wet bevorderen, volgens de jongeren?
Deelvragen
Zijn jongeren voldoende geïnformeerd? Wat is de mening van de jongeren over de gewijzigde regelgeving? In hoeverre gaan jongeren zich houden aan deze regels? In hoeverre gaan jongeren op zoek naar manieren om de regels te ontwijken? Wat voor soort sancties zijn volgens hen effectief? Geldboetes of taakstraffen? Wat voor soort voorlichting is volgens hen effectief? Door wie? Aan wie?
1.3
Aanpak en verantwoording
Onderzoekspopulatie De onderzoekspopulatie betreft Purmerendse jongeren die in 2014 nog geen 18 zijn en (dus) onder de nieuwe leeftijdsregels vallen. We hebben de populatie concreet afgebakend door jongeren van 14,5 jaar bij het onderzoek te betrekken. Zij worden immers 15 in 2014, een leeftijd waarop alcoholgebruik al regelmatig voorkomt.2 Verder hebben we het onderzoek beperkt tot jongeren die op het moment van onze enquête niet ouder waren dan 17,5 jaar. Dit betekent dat ook zij nog een half jaar onder de nieuwe leeftijdsregels vallen. Als we in dit rapport spreken over jongeren, dan bedoelen we jongeren tussen (iets te grof gezegd) tussen 15 en 17 jaar.
2
Onderzoek onder jongeren van GGD-Zaanstreek-Waterland: 38% van de scholieren onder de 16 jaar heeft minimaal één keer
alcohol gedronken in de 4 weken voorafgaand aan de GGD-enquête (bekend onder de naam: EMOVO onderzoek), 2010, p. 41
6
Steekproef We trokken steekproef van 1.000 jongeren uit de Gemeentelijke Basisadministratie. 3 Deze steekproef beslaat ongeveer een derde deel van alle 15 t/m 17-jarigen in Purmerend.4 De jongeren kregen de mogelijkheid om de vragenlijst schriftelijk in te vullen en met een gratis retourenvelop terug te sturen. Ook konden zij via een link de vragenlijst op Internet invullen. Bij de jongeren van 14 en 15 jaar hebben we de ouders om toestemming gevraagd voor het laten invullen van de enquête. Daarnaast hebben we onze jonge leden van het Internetpanel uitgenodigd om mee te doen aan deze enquête.
Wat zeggen de uitkomsten? De enquête is door 277 jongeren ingevuld, netjes verdeeld over de beide seksen, de verschillende leeftijden en de diverse opleidingsniveaus. De uitkomsten zijn daarom representatief voor Purmerend. In tabel 1.2 staan de achtergrondkenmerken van de jongeren netjes op een rij:
Tabel 1.1: Achtergrondkenmerken van de jongeren die de enquête hebben ingevuld: Achtergrondkenmerk
Aantal
Percentage
Jongen
136
49%
Meisje
141
51%
Totaal
277
100%
14
31
11%
15
101
36%
16
74
27%
17
71
26%
277
100%
5
2%
VMBO
88
32%
HAVO
66
24%
VWO
61
22%
MBO
46
17%
Geen onderwijs meer, ik werk
1
0%
Geen onderwijs meer, ik zoek werk
0
0%
10
3%
277
100%
Jongen/Meisje
Leeftijd
Totaal Onderwijs Praktijkonderwijs
Anders, namelijk Totaal
Voor zover mogelijk en zinvol vullen we een aantal uitkomsten van ons onderzoek aan met het leefstijl
3
De respons op schriftelijke enquêtes is veelal laag, vandaar dit grote aantal. We hebben de aangeschreven jongeren
bovendien uitgenodigd om lid te worden van ons Internetpanel. Zo sneed het mes aan twee kanten. 4
Op 1 januari 2013 woonden er in Purmerend 2.944 jongeren van 15 t/m 17 jaar.
7
onderzoek van de GGD-Zaanstreek-Waterland onder jongeren: E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zaanstreek-Waterland. Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. In dit E-MOVO-onderzoek uit 2010 zijn tweede en vierdeklassers uit het voortgezet onderwijs geënquêteerd. Dit zijn jongeren tussen 13 en 17 jaar oud. De gegevens zijn drie jaar oud en beslaan een onderzoeksgroep die gemiddeld genomen iets jonger is dan de groep in ons onderzoek. De EMOVO-vraagstelling is specifieker én uitgebreider dan in ons onderzoek. Het EMOVO-onderzoek heeft ook een hogere respons dan dit onderzoek. Dit komt omdat de scholieren tijdens de reguliere lessen een enquête hebben kunnen invullen. Wij maken geen vergelijkingen met dit onderzoek, dat vergt te veel mitsen, maren en nuanceringen. Het EMOVO-onderzoek geeft een betrouwbaarder uitkomsten over het drinkgedrag van jongeren (want de respons is hoger). Wel zijn de gegevens op dit moment verouderd. Een actuele rapportage wordt in 2014 verwacht.
Dit onderzoek is een aanvulling op het EMOVO-onderzoek. Dit rapport geeft antwoord op vragen of jongeren de nieuwe regelgeving kennen, of ze zich eraan willen houden en hoe zij geïnformeerd willen worden over alcoholgebruik. Deze vragen worden in het EMOVO-onderzoek niet gesteld.
8
2 2.1
Jeugd, alcohol en regelgeving
Leeftijd en alcoholgebruik
Hoeveel jongeren drinken alcohol en hoe vaak? 5 Hierop geeft tabel 2.1 een antwoord: 4 op de 10 jongeren (39%) drinkt wel eens alcoholhoudende drank. Een minderheid (7%) drinkt elke week. Iets meer dan een kwart van de jongeren heeft nog nooit gedronken (28%).
Tabel 2.1: Drink je wel eens alcoholhoudende drank? Aantal
Percentage
ja, vaak (elke week of vaker)
20
7%
ja, wel eens (minder dan elke week)
89
32%
nee, bijna nooit
91
33%
nee, écht nog nooit gedronken
76
28%
276*
100%
totaal
* Eén van de jongeren heeft deze vraag niet beantwoord, vandaar 276 als totaal.
Het lijkt er op dat het alcoholgebruik onder jongeren (enigszins) is afgenomen ten opzichte van 2010, het jaar van de EMOVO-meting, immers een meerderheid van 6 op de 10 jongeren drinkt niet of nauwelijks.6 Bijna alle ouders of verzorgers weten (91%) dat hun zoon of dochter wel eens of vaak alcohol drinkt. Dit betekent overigens niet dat al deze ouders het drinken van alcohol goedkeuren. Uit het EMOVOonderzoek van 2010 blijkt bijvoorbeeld dat 40% van de ouders het goedvindt, maar dat de anderen 'er niets van zeggen', 'het afraden' of 'zeggen dat het minder moet'. Slechts 4% van de ouders verbiedt het drinken van alcohol (EMOVO 2010, p. 41).7 Van de jongeren die drinken (109) is bijna driekwart (74%) hiermee begonnen op 15- of 16-jarige leeftijd. Een minderheid van 15% is op 13 of 14-jarige leeftijd begonnen:
5
Als we in dit rapport spreken over jongeren, dan bedoelen we jongeren tussen 15 en 17 jaar. Strikt genomen komen in dit
onderzoek jongeren tussen 14,5 en 17,5 jaar aan het woord. 6
In 2010 had bijna de helft van de geënquêteerde jongeren (48%) alcohol gedronken in de vier weken voorafgaand aan het
onderzoek (zie p. 39 in het EMOVO-rapport). Op p. 8 hierboven maakten we overigens duidelijk dat we de uitkomsten van ons onderzoek niet kunnen vergelijken met het EMOVO-onderzoek. In de EMOVO-rapportage van 2014 wordt duidelijk of de indruk dat jongeren minder drinken, juist is. 7
Ook deze cijfers, de opvattingen van ouders over het drankgebruik van hun kinderen, kunnen inmiddels zijn gewijzigd. Ook
hier verwijzen we naar de komende EMOVO-rapportage.
9
Tabel 2.2: Op welke leeftijd ben je begonnen met drinken? Leeftijd
Aantal
Percentage
13
8
7%
14
9
8%
15
38
35%
16
42
39%
17
1
1%
10
9%
108*
100%
weet niet totaal * Eén jongere heeft deze vraag niet beantwoord, vandaar het totaal van 108
Van de jongeren die (bijna) geen alcohol drinken (167) is 40% dit van plan, een even groot deel weet het nog niet en 20% is het niet van plan: Tabel 2.3: Ben jij van plan alcohol te gaan drinken? Aantal
Percentage
ja
67
40%
nee
34
20%
weet ik niet
66
40%
167
100%
totaal
De 67 jongeren die (bijna) geen alcohol drinken, maar dit wel van plan zijn (ooit) te gaan doen, antwoordt ongeveer een derde deel dat zij dit op 16 of 17-jarige leeftijd gaan doen. Een even groot deel weet het nog niet. En wederom een derde deel is van plan met alcohol te beginnen vanaf 18 jaar: Tabel 2.4: Vanaf welke leeftijd ben je dit van plan? Aantal 16
17
17
6
18 of ouder
22
weet ik niet
22
totaal
67
Op grond van de cijfers in tabel 2.3 en 2.4 ramen we de omvang van de groep jongeren op wie het toezicht zich in Purmerend zou moeten richten op maximaal 51% van de jongeren. Dit zijn ongeveer 1.500 mensen.8 Later in dit rapport blijkt echter dat de doelgroep waarvoor toezicht mogelijk noodzakelijk is, een stuk kleiner is.
8
De doelgroep betreft jongeren die al zijn begonnen met drinken (98 jongeren, tabel 2.2) en de groep die wil beginnen met e
e
alcohol voor hun 18 of nog niet weet of zij voor hun 18 gaan drinken (17+6+22), tabel 2.4).
10
2.2
Kennen de jongeren de regelgeving?
Ruim driekwart van de jongeren kent de nieuwe alcoholregels (78%) en één op de vijf zegt de regels enigszins te kennen (19%). Slechts 3% kende de regels niet voordat zij de enquête invulden:
Tabel 2.5: Leest eerst de alcoholregels hierboven. Kende je deze regels al?
ja, ik kende deze regels al hmmm, ik kende deze regels wel een beetje/ongeveer nee, ik kende deze regels niet (nu wel ;-) totaal
Aantal
Percentage
217
78%
51
19%
9
3%
277
100
De meeste jongeren hebben van de nieuwe regels gehoord via hun sociale contacten of door het nieuws op televisie:
Tabel 2.6 Hoe heb je van deze nieuwe regels gehoord?* Aantal
Percentage
van mijn vrienden, vriendinnen, klasgenoten
142
53%
door een televisieprogramma of reclame
116
43%
van mijn ouders
67
25%
via sociale media
66
25%
voorlichting op school
24
9%
door voorlichting van GGD of Brijder
6
2%
voorlichting jongerenwerker
3
1%
28
10%
267*
n.v.t**
anders namelijk totaal
* Eén respondent heeft deze vragen niet beantwoord, vandaar 267 respondenten i.p.v. 268 (217+51) ** Omdat de respondenten meer dan 1 antwoord mochten geven tellen de percentages op tot meer dan 100%
Ten slotte blijkt uit de enquête dat 74% vindt dat zij voldoende zijn geïnformeerd over de nieuwe regels. Iets meer dan een kwart (26%) vond informatie onvoldoende.
2.3
Wat vinden jongeren van de nieuwe regelgeving?
Uit tabel 2.7 blijkt dat de jongeren zeer van mening verschillen zijn de nieuwe regels. Het aandeel 'tegenstanders' van de nieuwe regels is groter (41%) dan het percentage voorstanders (32%). We concluderen dat er onder jongeren op dit moment beperkt draagvlak is voor de regels: 59% is het eens met deze regelgeving of staat er neutraal tegenover.
11
Tabel 2.7: Ben je het ermee eens dat je 18 jaar oud moet zijn om zelf alcohol te kunnen kopen of op straat bij je te hebben? Aantal
Percentage
zeer mee eens
37
13%
mee eens
52
19%
neutraal
76
27%
mee oneens
65
24%
zeer mee oneens
47
17%
277
100%
totaal
Op de vraag of de regels belangrijk zijn in verband met het zoveel mogelijk voorkomen van hersenschade bij jongeren, antwoordt 47% van de jongeren bevestigend (zie tabel 2.10). Slechts 15% vindt de regelgeving (heel erg) onbelangrijk, met deze achtergrondinformatie in het achterhoofd.
Tabel 2.8: De regels zijn ervoor om te zorgen dat de hersens van jonge mensen geen alcoholschade oplopen. Nu je dit weet, vind je de nieuwe regels belangrijk? Aantal
Percentage
ja, heel erg belangrijk
38
14%
ja, belangrijk
91
33%
104
38%
nee, onbelangrijk
29
10%
nee, heel erg onbelangrijk
15
5%
277
100%
neutraal
totaal
De volgende tabel laat zien in hoeverre het argument voor de openbare orde de jongeren aanspreekt: 39% van de jongeren vindt de regels (heel erg) belangrijk vanuit het oogpunt van het voorkomen van overlastgevend gedrag, bijvoorbeeld tijdens het uitgaan. Een minderheid, ongeveer een kwart (26%) vindt de nieuwe regels in dit opzicht (heel erg) onbelangrijk.
Tabel 2.9: Te veel alcohol drinken kan zorgen voor overlast op straat, zoals vernielingen of hard schreeuwen. Bijvoorbeeld bij het uitgaan. Nu je dit weet, vind je de nieuwe regels belangrijk? Aantal
Percentage
ja, heel erg belangrijk
30
11%
ja, belangrijk
79
28%
neutraal
97
35%
nee, onbelangrijk
49
18%
nee, heel erg onbelangrijk
22
8%
273
100%
totaal
12
Samengevat: In eerste instantie oordelen jongeren verdeeld over de komende wetgeving. Wanneer zij de argumenten voor de wetgeving lezen, raken ze iets meer overtuigd van de nieuwe leeftijdsregels. Het gezondheidsargument is telt voor de jongeren zwaarder dan het overlastargument.
2.4
Gaan jongeren zich aan regelgeving houden?
Het is interessant te weten in hoeverre jongeren zich aan de regels gaan houden. Het kan deel uitmaken van de afweging van het gemeentebestuur over de handhavingsinzet op deze wetgeving. Uit de enquête blijkt dat 52% zich aan de wet gaat houden en 12% niet. Ruim een derde deel weet het nog niet (36%):
Tabel 2.10: Ben je van plan om je aan de nieuwe regels te houden? Aantal
Percentage
144
52%
nee
34
12%
weet ik nog niet, misschien wel, misschien niet
99
36%
277
100%
ja
totaal
Uit deze vraag blijkt dat de doelgroep van gemeentelijk alcoholtoezicht maximaal op 48% moet worden geraamd. Dit is vergelijkbaar met de raming zoals gebaseerd op leeftijd en (voorgenomen) drinkgedrag, onder tabel 2.4. Uit de volgende tabel blijkt dat de jongeren niet weten dat de gemeente belast is met de handhaving van de regels en niet zozeer de politie:9
Tabel 2.11: Weet je wie de boetes geeft aan jongeren die de alcoholregels overtreden? Aantal
Percentage
152
55%
3
1%
ja, de politie en de gemeente
56
20%
nee, dat weet ik niet
66
24%
277
100%
ja, de politie ja, de gemeente
totaal
Aan de jongeren die zich niet gaan houden aan de nieuwe leeftijdsregel, of nog niet weten of ze zich hieraan willen houden (133, zie tabel 2.10) hebben we gevraagd op welke manier ze denken met de regels om te gaan. In tabel 2.12 kunnen we zien dat de overgrote meerderheid in de privésituatie alcohol wil gebruiken (60% tot 77%):
9
De politie heeft wel de (opsporings-)bevoegdheid deze wet te handhaven. De gemeente is echter de eerst aangewezen
uitvoerder van deze taak.
13
e
Tabel 2.12: Je gaat misschien (toch) alcohol drinken voor je 18 . Waar ga je dat (misschien) doen? Aantal
Percentage
101
77%
thuis
79
60%
in een café of sportkantine
33
25%
in een plantsoen of op straat
14
11%
in een schuur of keet
15
11%
6
5%
23
17%
132*
n.v.t.*
bij vrienden of vriendinnen
misschien doe ik het toch maar niet weet ik nog niet totaal
* Eén van de 133 jongeren heeft de vraag niet beantwoord; de jongeren mochten meer dan 1 antwoord geven, vandaar dat de percentages optellen tot meer dan 100%.
Op grond van deze tabel kunnen we de doelgroep van gemeentelijk toezicht beperken tot de jongeren die alcohol in de openbare ruimte (inclusief horecagelegenheden) willen gaan gebruiken. Dan betreft het maximaal 25% van de 15-17-jarigen die mogelijk alcohol drinken voor hun 18e (ruim 700 jongeren). Ongeveer 300 jongeren (11%) denkt alcohol in de openbare ruimte te gaan drinken. Dit aandeel doet vermoeden dat deze groep ongeveer overeenkomt met het aantal jongeren dat elkaar in Purmerend regelmatig op straat ontmoet ('hangjongeren'). Samengevat: In eerste instantie zegt een behoorlijk aandeel jongeren zich niet aan de regels te gaan houden of 'dit nog niet te weten'. Wanneer zij opmerkzaam gemaakt worden op de controles door supermarkten of cafés, dan zijn ze pragmatisch: thuis of bij vrienden kunnen ze alcohol drinken. Slechts een klein deel denkt op straat of in een plantsoen te gaan drinken.
2.5
Welke handhavingsmaatregelen werken volgens jongeren het beste?
Aan de 133 jongeren die zich niet of misschien niet aan de regels willen houden is gevraagd of zij zich aan de regels gaan houden wanneer zij hun identiteitsbewijs altijd moeten kunnen laten zien in café's of sportkantines. Uit tabel 2.13 blijkt dat een dergelijke maatregel naleving van de regels verder bevordert: bijna de helft zegt zich in die situatie aan de regels te gaan houden.
Tabel 2.13: Ben je van plan om je aan de nieuwe regels houden als je altijd je ID identiteitskaart, paspoort, rijbewijs) moet laten zien in cafés, sportkantines? Aantal
Percentage
ja
63
48%
nee
22
17%
weet ik nog niet, misschien wel, misschien niet
47
35%
132*
100%
totaal
* Eén van de 133 jongeren heeft deze vraag niet beantwoord
14
Aan hen is ook gevraagd of de boete hen voldoende aanzet om zich aan de regels te houden. Zo blijkt bijna twee derde deel de boete voldoende reden te vinden om zelf geen alcohol te kopen:
Tabel 2.14: Is een boete van
45,-- (als je 15 jaar of jonger bent) of van
90,-10
(als je 16 of 17 jaar bent) voor jou voldoende reden om géén alcohol te kopen? Aantal
Percentage
ja
85
64%
nee
46
35%
2
1%
133
100%
weet niet totaal
Verder is aan alle jongeren gevraagd welke straf ze beter vinden, een taakstraf (bijvoorbeeld koffieschenken in een verzorgingshuis of schoffelen een plantsoen), of een boete. Uit de volgende tabel blijkt dat de meningen hierover zijn verdeeld. Iets meer dan de helft kiest voor een boete, iets minder dan de helft voor een taakstraf:
Tabel 2.15: Wat voor straf vind je beter: een boete of een taakstraf door Halt? Totaal aantal respondenten
Aantal
Percentage
een boete
147
53%
een taakstraf door HALT
129
47%
1
0%
277
100%
anders, namelijk: geen straf totaal
2.6
Wat voor soort voorlichting werkt volgens jongeren het beste?
Ten slotte is aan alle jongeren gevraagd welke voorlichting volgens hen het beste helpt bij het verminderen van drankgebruik onder jongeren. Tabel 2.16 laat zien dat de meeste jongeren het gezondheidsaspect het belangrijkste vinden. Daarnaast geloven ze in de werking van een afspraak met hun ouders over een beloning:
10
Deze vraag is lastig te interpreteren. Het gaat uiteindelijk om de gepercipieerde kans op een boete. Voorbeeld:
automobilisten houden zich goed aan de snelheid op plekken waar camera's staan.
15
Tabel 2.16: Wat voor soort voorlichting helpt jou om geen alcohol te drinken? Aantal
Percentage
Voorlichting over de invloed van alcohol op je gezondheid
162
58%
Een beloning met je ouders afspreken
118
43%
Voorlichting over de invloed van alcohol op je cijfers op school
64
23%
Jongeren een film, muziek of gadget laten maken
55
20%
FRIS-feesten organiseren samen met de horeca
45
16%
Ik heb een beter idee, namelijk
42
15%
Voorlichting aan je ouders
38
14%
Weet ik niet
36
13%
277
N.v.t.*
Totaal aantal respondenten
* Omdat elke jongere meer dan 1 antwoord mocht geven, tellen de afzonderlijke percentages op tot meer dan 100%
De 42 jongeren die "een beter idee" hebben opgeschreven, merken vooral op (13 keer) dat voorlichting de gevolgen van te veel alcoholgebruik moeten laten zien: "harde feiten en schokkende beelden", merkt één van hen op. Zeven jongeren denken dat vooral het bestraffen van jongeren helpt. Zes jongeren merken op dat "voorlichting niet werkt bij jongeren", want, "ze doen toch wel wat ze zelf willen". Vijf jongeren menen dat de wetgeving "geen zin heeft". Het aanbieden van activiteiten, bijvoorbeeld sport, wordt vier keer genoemd. Drie andere suggesties gaan over FRIS-feesten. Deze drie suggesties laten zien dat het idee "geen alcohol" hen aanspreekt, maar ook dat "Fris" mogelijk een te braaf imago heeft.
16
3
Conclusie
We openen dit hoofdstuk met de conclusie van dit onderzoek:
Weinig draagvlak voor de regels, hoge nalevingsbereidheid, maar
impact op drankgebruik ongewis
De jongeren kennen de nieuwe alcoholregels. Het draagvlak voor de nieuwe leeftijdsregels onder jongeren is beperkt. Alcohol is een 'eigen verantwoordelijkheid' volgens hen. Toch zegt de meerderheid zich aan de regel te gaan houden dat je geen alcohol koopt of bij je hebt voordat je 18 jaar bent. Dit geldt uiteraard alleen in de situatie dat alcoholverkopers uitvoering geven aan de wet door middel van een leeftijdscontrole. De hoge nalevingsbereidheid betekent bovendien niet dat de wet 'als vanzelfsprekend' haar doelstelling bereikt: veel jongeren drinken thuis of bij vrienden, daar waar de leeftijdsregels niet gelden. Jongeren zijn gevoelig voor voorlichting over hersen- of gezondheidsschade.
Daarnaast stippen we twee veronderstellingen aan: Het alcoholgebruik onder jongeren lijkt minder dan in 2010, nieuw onderzoek van GGDZaanstreek Waterland (EMOVO-onderzoek) moet hierover uitsluitsel bieden. Het kleine aandeel jongeren (11%) dat aangeeft alcohol op straat of in het plantsoen te gaan drinken doet vermoeden dat dit smaldeel ongeveer overeenkomt met het aandeel jongeren dat deel uitmaakt van de jongerengroepen op straat. Dit is een groep die waarschijnlijk bij de Jeugd NetwerkOverleggen (JNO's) en Team Buurttoezicht in beeld is. Hieronder beantwoorden achtereenvolgens de drie onderzoeksvragen. We sluiten af met vier aanbevelingen voor het beleid.
3.1 1.
Beantwoording hoofdvragen In welke mate zijn jongeren bekend met de wijzigingen in de alcoholwetgeving? Bijna alle jongeren hebben van de regelgeving gehoord (97%). Ruim driekwart zegt de inhoud van de regels te kennen. Bijna niemand weet echter dat de gemeente de wetgeving handhaaft, dat wil zeggen, de boetes oplegt aan de jongeren. Velen menen dat de politie hierin de belangrijkste taak heeft (55%) of weten het niet (24%). De jongeren blijken hun kennis van de regelgeving vooral op te doen via hun sociale contacten of door de aandacht op televisie voor dit onderwerp. Ouders en sociale media spelen daarna een belangrijke rol.
17
2.
In welke mate zijn jongeren bereid de nieuwe regels na te leven? Bijna 4 op de 10 jongeren tussen de 15 en 17 jaar drinkt wel eens of vaak alcohol (38%). Zes op de 10 drinkt daarentegen niet of nauwelijks. Bijna alle ouders/verzorgers (91%) weten dat hun zoon of dochter (wel eens) alcohol drinkt.11 De helft van de jongeren zegt de regels te gaan naleven (52%). De andere helft (48%) weet het nog niet (36%) of zegt de regels te gaan overtreden (12%). Dit komt redelijk overeen met de groep die alcohol gebruikt en jonger is dan 18, of wil gaan gebruiken voordat ze 18 zijn (samen 44%). Op deze manier bezien is de bereidheid tot naleving van de regels aan de magere kant. De conclusie moet echter worden genuanceerd. Zo blijkt het gros van deze groep alcohol te willen gebruiken in de privésituatie, dat wil zeggen, in het ouderlijk huis of bij vrienden of vriendinnen thuis. Hiermee ontwijken jongeren de leeftijdcontrole in supermarkt of café. Uit de vraag naar het 'ontwijkingsgedrag' van jongeren, blijkt dat ongeveer een kwart denkt alcohol te gaan drinken in de horeca of een sportkantine, en dat slechts 11% dit gaat doen in een plantsoen, op straat of in een keet. Dit betekent dat de grootste groep (75% tot 88%) zegt de wet te gaan naleven. Daartegenover staat dat de primaire doelstelling van de wet - het terugdringen van alcoholgebruik door jongeren, ongeacht of dit thuis dan wel in het café plaatsvindt - in mindere mate wordt bereikt. Immers: de helft (48%) van de jongeren drinkt alcohol voor hun 18e of heeft dit voornemen.
3.
Op welke manier kan de gemeente naleving van de wet bevorderen, volgens de jongeren? De groep 'tegenstanders' van de nieuwe leeftijdsgrens (41%) is groter dan het aantal 'voorstanders' (32%). Het 'spontane draagvlak' onder jongeren is beperkt. Wanneer we in de vraagstelling argumenten als 'hersenschade' of 'jeugd- of uitgaansoverlast' introduceren, dan blijkt het draagvlak voor de nieuwe regels een stuk groter. Het uitvoeren van een leeftijdscontrole in supermarkten, horecagelegenheden en sportkantines bevordert de naleving van de regels: de helft van de mensen die zich mogelijk niet aan de regels wil houden, wordt door deze maatregel over de streep getrokken. Ook het bekendmaken van de hoogte van de boete bevordert de naleving onder jongeren volgens henzelf. De media-aandacht en voorlichting tot nu toe, hebben bewerkstelligd dat nagenoeg alle jongeren de regels kennen. Voorlichting die de schadelijke invloed van alcohol op de gezondheid van jongeren benadrukt, is volgens de jeugd het meest effectief. De jongeren menen dat een beloning van hun ouders voor het niet gebruiken van alcohol voordat zij 18 zijn, het beste werkt. Voorlichting moet zich volgens de jongeren echter niet richten op hun ouders. Omdat ruim de helft tot driekwart thuis of bij vrienden drinkt, is dit vanuit de jongeren begrijpelijk. Wie alcoholgebruik wil tegengaan, ziet in het gegeven dat jongeren thuis of bij vrienden drinken, juist aanleiding om voorlichting wel degelijk op ouders te richten.
11
Dit betekent overigens niet dat alle ouders dit goedkeuren (uit eerder aangehaald EMOVO onderzoek blijkt dat veel ouders 'er
niks van zeggen' of 'het afraden'.
18
3.2
Beleidsaanbevelingen
De onderstaande beleidsaanbeveling zijn gebaseerd op een enquête onder jongeren. Voor een goede toezichts- en handhavingspraktijk zijn uiteraard ook de opvattingen van horecagelegenheden, supermarkten, handhavers en vele anderen van belang. De leeftijdscontrole in supermarkten en horecagelegenheden en de rol van ouders en opvoeders spelen een cruciale rol in de naleving de regels en het hierdoor mogelijk terugdringen van alcoholgebruik onder de jeugd. Op basis van dit enquêteonderzoek zijn de volgende vier aanbevelingen mogelijk:
1. Bevorder de uitvoering van de leeftijdscontrole door alcoholverkopers De hoge nalevingsbereidheid onder jongeren is gebaseerd op het idee dat verkopers hun leeftijd controleren. Steek daarom de meeste tijd in het stimuleren van het uitvoeren van een leeftijdscontrole door horecagelegenheden, supermarkten en sportkantines, bij de verkoop van alcohol aan jongeren. Als de alcoholverkopers de leeftijdcontrole uitvoeren, dan is nauwelijks toezicht op straat nodig, behalve de reguliere inzet op (overlastgevende) jeugdgroepen op straat, groepen waar alcoholgebruik onder 18 jaar zeker voorkomt.
2. Richt voorlichting niet alleen op jongeren, maar vooral ook op ouders Een groot deel van de jongeren drinkt alcohol thuis of bij vrienden, of denkt dat te gaan doen.
3. Geef voorlichting over gezondheids- of hersenschade Het 'spontane draagvlak' voor de nieuwe regelgeving is beperkt. Veel jongeren beschouwen hun drankgebruik als een privékwestie - hun eigen verantwoordelijkheid. Voorlichting over het waarom van de regelgeving lijkt het meest effectief. Jongeren zijn gevoelig voor het argument van gezondheids- of hersenschade.
4. Boetes aan jongeren zijn sluitstuk van beleid Boetes aan jongeren zijn het sluitstuk van handhaving en slechts van toepassing op een kleine groep (25% in de horeca, 11% op straat) die zich niet aan de regels (denkt te gaan) houden.
19