Preventie- en Handhavingsplan Jeugd, Alcohol, Tabak & Drugs 2014-2017
1
Inhoudsopgave Begrippenlijst Samenvatting
3 5
Hoofdstuk 1: Inleiding
6
Hoofdstuk 2: Ontwikkelingen
8
2.1 Landelijke gegevens
8
2.1.1 Rivm rapport
8
2.1.2 Landelijke campagne NIX
9
2.2 Provinciale ontwikkelingen
9
2.3 Lokale ontwikkelingen
10
2.3.1 Go Jeugd onderzoek GGD 2012
10
2.3.2 Onderzoek Veilig opgroeien in Leeuwarder Partoer 2012
11
2.3.3 Alcoholintoxicaties
13
2.4 Hokken- en Keten
13
2.5 Taskforce Jeugdoverlast
14
Hoofdstuk 3: Beleidsfocus
15
Hoofdstuk 4: Doelstellingen
16
4.1 Pijler Educatie/Preventie
16
4.2 Pijler Regelgeving
17
4.2.1 Toekomstige regelgeving
18
4.3 Pijler Handhaving
18
Hoofdstuk 5: Financiën
21
Bijlage 1 Terugblik Uitvoeringsprogramma 2013 Jeugd, Alcohol en Drugs Bijlage 2 Uitvoeringsprogramma 2014-2015 Jeugd, Alcohol en Drugs Bijlage 3 Aanvullende informatie Rapport RIVM; Gezond Opgroeien
21 23 28
2
Begrippenlijst
VNN
Verslavingszorg Noord Nederland.
Bingedrinken
Tijdens 1 gelegenheid minstens 5 glazen gedronken (comazuipen).
Alcoholintoxicatie
Ook wel alcoholvergiftiging genoemd, is een klinische conditie die optreedt na inname van een ‘grote’ hoeveelheid alcohol wat vaak leidt tot een ziekenhuisopname.
Hokken en Keten
Een hok of een keet is een verzamelbegrip voor uiteenlopende bouwsels en gebouwen, zoals (sta)caravans en schuren , waar jongeren veelal met medeweten van ouders samenkomen.
Softdrugs
Softdrugs zijn drugs waarvan de Nederlandse overheid vindt dat ze een toelaatbaar risico met zich meebrengen (bv. Cannabis/paddo’s).
Harddrugs
Harddrugs zijn middelen waarvan de overheid vindt dat ze een onaanvaardbaar risico met zich meebrengen (bv. Heroïne, Cocaïne, Amfetamine, LSD, XTC, GHB).
Paracommerciële verordening
Verordening die verantwoorde alcoholverstrekking in de paracommercie bevordert en het voorkomen van oneerlijke concurrentie met de reguliere horeca tegengaat.
Taskforce jeugdoverlast
Samenwerking tussen gemeente, politie, straatcoaches, jongerenwerk en Meldpunt Overlast en het Openbaar Ministerie gericht op het terugdringen van jeugdoverlast.
AHOJG
Over het al dan niet gedogen van coffeeshops zijn de zogenoemde AHOJG-criteria opgesteld. Deze criteria vinden hun oorsprong in de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop - een bij de wet verboden situatie - strafrechtelijk wordt opgetreden. De letters staan elk voor een bepaald criterium van belang voor het gedogen, te weten: (A) geen affichering; (H) geen harddrugs; (O) geen overlast; (J) geen verkoop aan jeugdigen onder de 18 jaar en 3
(G) hoeveelheden per transactie kleiner dan 5 gram. Onder deze voorwaarden worden in beginsel coffeeshops gedoogd en wordt niet strafrechtelijk opgetreden. Partoer
Bureau voor sociaal-economische vraagstukken.
4
Samenvatting Preventie- en Handhavingsplan Jeugd, Alcohol, Tabak & Drugs - Gemeente Leeuwarden 2014 -2017
Besluit: De gemeenteraad moet iedere vier jaar een preventie- en handhavingsplan vaststellen op basis van de drank- en horecawet. Het College stelt op basis van het preventie- en handhavingsplan het uitvoeringsprogramma vast. Doel: Het voorkomen en terugdringen van schadelijk alcohol-, tabak- en drugsgebruik onder jongeren.
Aanleiding: 1. Per 1 januari 2014 is er een wetswijziging doorgevoerd van de Drank- en Horeca wet (DHW) waarbij de leeftijdsgrens voor verstrekking en in bezit hebben van alcohol van 16 naar 18 jaar is verhoogd. Daarnaast is de tabakswet ook per 1 januari 2014 gewijzigd. Hiermee wordt de minimumleeftijd voor het verkopen van tabak aan jongeren ook verhoogd van 16 jaar naar 18 jaar. 2. Het beleidsplan jeugd, alcohol en drugs van de ‘oude’ gemeente Leeuwarden loopt af. 3. In verband met de toevoeging van dorpen/plattelands gebied per 1 januari 2014 (voormalig Boarnsterhim –Noord en in 2018 Leeuwarderadeel dient nieuw beleid ten aanzien van hokken en keten opgesteld te worden.
Ten aanzien van jeugd , alcohol,tabak en drugs zijn de volgende trends te benoemen: x
Sinds 2003 zijn er steeds minder jongeren die roken, alcohol drinken en soft-/harddrugs gebruiken *(bron rapport Partoer Veilig opgroeien in Leeuwarden 2012)
x
Jongens gebruiken relatief meer middelen dan meisjes ( zowel alcohol, tabak als drugs)*(bron go jeugd GGD)
x
In de leeftijd 15 tot 18 jaar neemt het middelengebruik toe *(bron rapport GGD go jeugd 2012)
x
In het VMBO en MBO onderwijs wordt het meest middelen gebruikt *(bron rapport GGD go jeugd 2012)
x
In éénoudergezinnen worden relatief meer middelen gebruikt *(bron rapport GGD go jeugd 2012)
x
De gemiddelde startleeftijd voor het drinken van alcohol is 15 jaar *(bron rapport Partoer Veilig opgroeien in Leeuwarden 2012)
x
Het rook, drink- en alcohol gebruik van ouders is bepalend voor jongeren *(bron RIVM rapport Gezond Opgroeien 2014)
x
De sociale omgeving van jongeren is bepalend voor middelengedrag *(bron RIVM rapport Gezond Opgroeien 2014)
x
Er is een daling in het bingedrinken van 6% in 2009 naar 4% in 2012 (*bron rapport Partoer Veilig opgroeien in Leeuwarden 2012)
x
Het aantal jongeren met alcoholintoxicaties die opgenomen zijn in het ziekenhuis (alcoholvergiftiging) is van 22 gevallen in 2012 naar 17 gevallen in 2013 gedaald (*bron MCL Ziekenhuis) In dit preventie- en handhavingsplan wordt in bijlage 2 het uitvoeringsprogramma jeugd, alcohol en drugs voor 2014 en 2015 toegelicht
5
Hoofdstuk 1: Inleiding Per 1 januari 2014 is een wetswijziging doorgevoerd van de Drank- en Horeca wet (DHW) waarbij de leeftijdsgrens voor verstrekking en in bezit hebben van alcohol van 16 naar 18 jaar is verhoogd. Daarnaast is de tabakswet ook per 1 januari 2014 gewijzigd. Hiermee wordt de minimumleeftijd voor het verkopen van tabak aan jongeren ook verhoogd van 16 jaar naar 18 jaar. De voornaamste doelen van de wetswijzigingen zijn: x
Voorkomen van alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde Terugdringen van het alcoholgebruik en tabaksgebruik door met name jongeren Afname alcoholgebruik en schadelijk gevolgen van alcoholgebruik met name gericht op jongeren onder de 18 jaar Afname dronkenschap
x x x
Reden hiervoor is dat jongeren beschermd moeten worden tegen de schadelijke gevolgen van alcohol en tabak. De hersenen van jongeren zijn nog in ontwikkeling. Drankgebruik in de puberteit kan de opbouw van de hersenen beschadigen en verhoogt de kans op problematisch alcoholgebruik in de toekomst. Tabak is schadelijk voor de gezondheid in zijn algemeenheid en voor de jongeren in het bijzonder. Per 1 januari 2014 mag aan jongeren onder de 18 jaar geen alcoholhoudende drank worden verkocht. Ook mogen jongeren onder de 18 dan geen drank meer in hun bezit hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen (straat, park, café etcetera). De maatregelen gelden voor iedereen die op of na 1 januari 2014 jonger is dan 18 jaar. Er komt geen overgangsregeling voor de jongeren die dan 16 of 17 jaar zijn en aan wie volgens de huidige wet wel alcohol mag worden verkocht. Voor toezichthouders betekent dit dat zij voor alle alcoholhoudende drank (zwak en sterk) een leeftijdsgrens van 18 jaar moeten hanteren bij de handhaving van de Drank- en Horeca wet. Zowel op juridisch, handhavings- en educatief vlak is de gemeente regisseur van het alcoholbeleid. De aanleiding om dit preventie- en handhavingsplan op te stellen is 3-ledig: x x x
De Drank- en Horecawet schrijft voor dat de gemeenteraad iedere 4 jaar een preventie- en handhavingsplan vaststelt. Het beleidsplan Jeugd, Alcohol & Drugs van de ‘oude ‘gemeente Leeuwarden 2008-2012 is afgelopen. De toevoeging van de dorpen Eagum, Idaerd, Friens, Jirnsum, Reduzum, Warstiens, Warten, Wergea en Grou per 1 januari 2014 en de verwachte toevoeging van Leeuwarderadeel aan Leeuwarden per 1 januari 2018 is aanleiding om beleid te formuleren voor hokken en keten.
De gemeente Leeuwarden kiest er voor om in dit preventie- en handhavingsplan naast alcohol en tabak ook drugs mee te nemen aangezien dit ook schadelijke gevolgen heeft voor de ontwikkeling van jongeren. In bijlage 2 staat het uitvoeringsprogramma 2014-2015. Hierin wordt per twee jaar omschreven wat voor activiteiten er worden ingezet. De voortgang van het preventie- en handhavingsplan wordt door de interne werkgroep van de gemeente Leeuwarden één keer in de twee maanden besproken.
6
Leeswijzer In hoofdstuk 2 volgt een overzicht van de landelijke, provinciale en lokale ontwikkelingen omtrent jeugd, alcohol, tabak en drugs. Hoofdstuk 3 omschrijft de beleidsfocus. Hoofdstuk 4 richt zich op de doelstellingen van de drie pijlers: pijler educatie/preventie, pijler regelgeving en pijler handhaving. Hoofdstuk 5 omschrijft de financiën. In bijlage 1 wordt een terugblik op het uitvoeringsprogramma van 2013 omschreven. In bijlage 2 staat het uitvoeringsprogramma jeugd, alcohol tabak en drugs 2014-2015.
7
Hoofdstuk 2: Ontwikkelingen 2.1 Landelijke ontwikkelingen 2.1.1 RIVM-rapport: Gezond opgroeien In maart 2014 is een landelijk rapport verschenen van het RIVM*getiteld Gezond opgroeien. In het rapport wordt een overzicht gegeven van de gezondheid van de Nederlandse jeugd. Er wordt ook ingegaan op middelengebruik. Hieronder volgt een overzicht. Daarna volgt een overzicht van de provinciale en lokale ontwikkelingen. *bron RIVM Alcohol* Alcoholgedrag is afhankelijk van sociale omgeving, verkrijgbaarheid en prijs. Factoren die van invloed zijn op het alcoholgebruik van jongeren hebben te maken met de persoon zelf en de omgeving. Alcoholgebruik op jonge leeftijd en blootgesteld zijn aan alcohol tijdens de zwangerschap zijn risicofactoren voor problematisch alcoholgebruik op latere leeftijd. Alcoholgebruik gaat vaak samen met ander middelengebruik (Kuunders & Van Laar, 2009). Jongeren die alcohol drinken hebben een zeven keer grotere kans om te roken en een bijna negen keer grotere kans om cannabis te gebruiken in vergelijking met niet-drinkende jongeren (Schrijvers & Schoemaker, 2008). Zwaar alcoholgebruik en psychische stoornissen komen relatief vaak samen voor. Factoren die in de omgeving een rol spelen zijn de status van alcohol in de sociale omgeving, de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van alcohol (Kuunders & Van Laar, 2009).
Roken* Diverse factoren zijn van invloed op de kans dat jongeren (gaan) roken: omgevingsfactoren, zoals de verkrijgbaarheid van tabak, tabaksreclame en het rookgedrag van ouders en leeftijdsgenoten, en persoonsgebonden factoren, zoals de houding ten aanzien van roken, persoonlijkheidskenmerken, genetische aanleg en vaardigheden (waaronder weerbaarheid) (Willemsen et al., 2013). Het rookgedrag van jongeren maakt vaak deel uit van een breder leefpatroon. Rokende jongeren hebben een bijna zeven keer grotere kans om alcohol te drinken en een bijna 22 keer grotere kans op cannabisgebruik dan niet-rokende jongeren (Schrijvers & Schoemaker, 2008).
Drugsgebruik* Onderscheid in softdrugs en harddrugs: Er wordt onderscheid gemaakt in softdrugs (waaronder cannabis en paddo’s) en harddrugs (waaronder heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD, XTC en GHB). Er zijn verschillen in mate van gebruik: van gematigd gebruik naar overmatig gebruik, probleemgebruik, misbruik tot afhankelijkheid. De grenzen zijn niet altijd even duidelijk en het stadium van de afhankelijkheid (of verslaving) wordt lang niet altijd bereikt. Van zwaar gebruik van cannabis wordt gesproken als jongeren in het afgelopen jaar veertig keer of vaker cannabis hebben gebruikt (Van Dorsselaer et al., 2010). Omgevingsfactoren en persoonlijkheidskenmerken: Omgevingsfactoren, zoals de verkrijgbaarheid van drugs, het drugsgebruik van vrienden en de houding van ouders zijn van invloed op het drugsgebruik van jongeren. Persoonlijkheidskenmerken (zoals weerbaarheid of coping strategie; genetische aanleg en sociaaleconomische achtergrond spelen ook een rol (Van Laar, 2013). Cannabisgebruik gaat vaak samen met ander middelengebruik en gedragsproblemen en komt vaker voor in groepen met een lage sociaal-economische status
8
2.1.2 Landelijke campagne NIX18: De NIX18-campagne is een initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en een groot aantal partners (Koninklijke Horeca Nederland, KWF kankerbestrijding, Longfonds, Trimbosinstituut, NOC*NSF, supermarkten verenigd in het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, GGD Nederland, GGD’en, Thuiswinkel.org, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de ministeries van Veiligheid en Justitie en Algemene Zaken *(bron www.nix18.nl). Doel van de campagne is het versterken van de sociale norm : niet drinken en niet roken tot je 18 e . De campagne richt zich op de hele samenleving, meer in het bijzonder de omgeving van de jongeren.
2.2 Provinciale ontwikkelingen Platform Nuchtere Fries: Binnen het platform de Nuchtere Fries werken gemeenten, GGD Fryslân, Verslavingszorg Noord Nederland, Politie Fryslân, Koninklijke Horeca Nederland, en Provincie Fryslân samen. De doelgroep van Platform Nuchtere Fries bestaat uit jongeren in de leeftijd van 10 t/m 23 jaar. Er is een Fries programma Jeugd, Alcohol en Drugs voor de periode van 2014-2017 vastgesteld. In dit programma wordt ingezet op drie pijlers: beleid, handhaving en bewustwording. In de aanpak wordt zoveel mogelijk een integrale benadering gehanteerd, gericht op de beleidsterreinen Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid. Platform Nuchtere Fries geeft mede invulling aan alcoholpreventie in Friesland. Het provinciale programma kent de volgende doelstellingen voor de periode 2014 tot en met 2017: 1. Het tegengaan van alcohol- en drugsgebruik door jongeren tot en met 17 jaar 2. Het tegengaan van drugsgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar en het stimuleren van verantwoord alcoholgebruik door deze groep Platform de Nuchtere Fries zet daarbij onder andere in op de volgende onderdelen: x Pijler beleid: Opstellen van een format voor het preventie- en handhavingsplan. Leveren van een bijdrage aan alcoholvrije (genotmiddelvrije) feesten. Nalevingsonderzoek : bij een nalevingsonderzoek wordt een bedrijf of instelling dat alcohol verkoopt bezocht door een 17-jarige die zich voordoet als klant, zonder dat personeel op de hoogte is van het onderzoek. Daarnaast gaat de Nuchtere Fries ook een inventarisatie onder de VO- en MBO-scholen doen met betrekking tot hun genotmiddelenbeleid. x Pijler handhaving: Bijeenkomsten voor toezichthouders, horecaondernemers en paracommerciële instellingen over de risico’s van alcohol en middelen voor jongeren. x Pijler bewustwording: Inzet op bewustwording van ouders ten aanzien van het middelengebruik van hun kinderen. Nuchtere Fries stimuleert een interactieve educatieve werkvorm met theater en improvisatie voor leerlingen en ouders waarbinnen thema’s als weerbaarheid en omgaan met groepsdruk worden besproken. Er worden nieuwsbrieven voor primair- en voortgezet onderwijs verspreid. 9
Het platform benadert organisatoren van evenementen en adviseert en stimuleert een actief beleid op gebied van genotmiddelen door bijvoorbeeld blaastesten en polsbandjes aan te bieden. Er worden afspraken met sportverenigingen gemaakt als het gaat om verantwoord middelengebruik. Er worden activiteiten voor jongeren georganiseerd door het inzetten van educatief theater in het Basisonderwijs,- Voorgezet en MBO Onderwijs. Daarnaast wordt de zogeheten peer-voorlichting (jongeren informeren jongeren) ingezet bij alcoholvrije (school)feesten en evenementen, al dan niet in samenwerking met verslavingszorg en politie of gemeentelijke toezichthouder. Platform Nuchtere Fries monitort daarbij onder andere de volgende zaken de komende jaren: Startleeftijd van het drinken van alcohol , drinkgedrag jongeren, behandelingen van alcoholvergiftiging, softdrugsgebruik jongeren, attitude ouders, naleving leeftijdsgrenzen, alcohol en druggerelateerde incidenten. De uitkomst van deze onderzoeken vormen input voor lokaal beleid. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar het Fries programma Jeugd, Alcohol en Drugs 2014-2017 dat te vinden is op de website van het platform de Nuchtere Fries: http://platform.nuchterefries.nl/
2.3 Lokale ontwikkelingen 2.3.1 Go Jeugd GGD 2012
De GGD doet één keer in de vier jaar onderzoek naar de Friese jeugd. Vanuit dit onderzoek zijn een aantal trends te benoemen: %
x
Jongens gebruiken relatief meer middelen ( zowel drugs, alcohol als roken) dan meisjes
x
Naarmate de leeftijd omhoog gaat neemt het alcohol/tabak/drugsgebruik toe, met name in de leeftijd 15-18 jaar
x
Er is een daling in het alcoholgebruik in de leeftijd van 12 – 15 jaar
x
In het VMBO en MBO wordt het meeste alcohol/tabak en drugs gebruikt
x
Kinderen uit éénoudergezinnen gebruiken relatief meer alcohol/ tabak en drugs
x
Harddrugs, XTC en Cocaïne worden ten opzichte van andere harddrugs het meest gebruikt
10
2.3.2
Onderzoek Veilig opgroeien in Leeuwarden 2012 Partoer
Partoer doet één keer in de drie jaar onderzoek, onder jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. In 2012 heeft het laatste onderzoek plaatsgevonden en geresulteerd in het rapport ‘Veilig opgroeien in Leeuwarden’. In dit onderzoek wordt ingegaan op probleemgedragingen van jongeren waaronder roken, alcohol- en drugsgebruik. Het onderzoek geeft inzicht in deze problematiek per wijk. Daarbij zijn ook de 9 dorpen van Boarnsterhim meegenomen aangezien zij per 1 januari 2014 bij de gemeente Leeuwarden horen. Opvallend is dat jongeren uit de wijk Oud-Oost relatief het meeste roken, alcohol drinken en softdrugs gebruiken. Alcohol: 52% van de 12- tot 18-jarigen heeft wel eens alcohol gedronken, 48% nog nooit. In de wijk Oud-oost wonen de meeste jongeren die wel eens alcohol hebben gedronken (62%), in de wijken Bilgaard en Vrijheidswijk geven de meeste jongeren aan dat zij nog nooit alcohol hebben gedronken (56%). 39% van de jongeren in de gemeente Leeuwarden heeft in de maand voorafgaand aan het onderzoek alcohol gedronken. In de wijken Oud-Oost (48%), overig Boarnsterhim (44%), Camminghaburen en Dorpen Leeuwarden (beide 41%) drinken de jongeren meer dan gemiddeld in de overige wijken en dorpen. In de wijken Bilgaard/Vrijheidswijk (32%) en Grou (34%) drinken jongeren relatief het minste alcohol. De meeste jongeren drinken op 15-jarige leeftijd voor het eerst alcohol, gevolgd door 14 en 13 jaar. In Oud-Oost en Grou wordt er het meest al op 14-jarige leeftijd gedronken, in de wijk HASW op 13jarige leeftijd. Sinds 2003 is het alcoholgebruik afgenomen , evenals het gemiddeld aantal glazen dat jongeren per maand nuttigen. De jongeren uit de Dorpen Leeuwarden drinken net als in 2009 het hoogste aantal glazen alcohol per maand (gemiddeld 12 glazen). Ook drinken zij in 2012 vaker alcohol per maand dan in 2009. De gemiddelde leeftijd van bingedrinken is 15,5 jaar. In 2012 is 4% van de onderzochte jongeren een bingedrinker, dit is een daling ten opzichte van 2009. In de meeste wijken is het percentage bingedrinkers dan ook afgenomen sinds 2009. De grootste daling is te zien in de wijk Aldlân-Nijlân (van 8% naar 2%). In de wijken Oud-Oost en de Dorpen Leeuwarden is het percentage bingedrinkers toegenomen (*bron onderzoek Veilig en gezond opgroeien van Partoer). x
Bingedrinken:
Alcoholgebruik wordt in verschillende maten uitgedrukt:
de hoeveelheid alcohol gedronken in de voorafgaande maand, bingedrinken (tijdens één gelegenheid minstens vijf glazen gedronken) en alcoholintoxicatie ook wel alcoholvergiftiging genoemd. Dit is een klinische conditie die optreedt na inname van een grote hoeveelheid alcohol wat eventueel tot ziekenhuisopname kan leiden. Een bingedrinker loopt grote risico’s. Mogelijke gevolgen van bingedrinken zijn: x x x x x x
Schade aan organen; Vergrote kans op black-out; Stijging van de bloeddruk; Alcoholvergiftiging; Vergrote kans hartinfarct; Overgewicht en verhoogde bloeddruk op latere leeftijd. 11
Roken Van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar in Leeuwarden en Boarnsterhim, heeft 16% in de maand voorafgaand aan het onderzoek gerookt. In de wijken Oud-Oost, Cammingaburen (beide 20%) en Overig Boarnsterhim (18%) wordt meer gerookt dan gemiddeld (16%). Drugs Naar verhouding ligt softdrugsgebruik lager dan alcoholgebruik en roken. Gemiddeld geeft 6% van de jongeren aan dat zij softdrugs hebben gebruikt. Het softdrugsgebruik is het hoogst in de wijk OudOost (11%), dit is bijna twee maal zo hoog als het gemiddelde. In Grou wordt met 1% relatief het minste softdrugs gebruikt. GHB, harddrugs en andere drugs worden relatief weinig gebruikt. Zo weinig dat het gemiddeld bijna 0% is. Toch zijn er een aantal wijken waar wel wordt gebruikt. Zo heeft 1 % van de jongeren in de wijken Aldlân-Nijlân en Overig Boarnsterhim in de maand voorafgaand aan het onderzoek GHB gebruikt. Ook harddrugs worden door enkele jongeren in Aldlân-Nijlân gebruikt, evenals in de wijken Vossepark &Helicon, Grou en Overig Boarnsterhim (allen 1 %). De andere soorten drugs worden het meeste gebruikt door jongeren in Aldlân-Nijlân (ruim 1 %) gevolgd door Overig Boarnsterhim, Oud-Oost en de wijk Vossepark & Helicon (allen 1%).Ook harddrugs worden relatief weinig gebruikt. Het valt wel op dat de jongeren uit Aldlân-Nijlân en Overig Boarnsterhim op elke drug scoren. In onderstaande tabel wordt per wijk aangegeven hoeveel jongeren een maand voorafgaand aan het onderzoek maand gerookt hebben, alcohol hebben gedronken of (soft)drugs hebben gebruikt (in percentages). 60
50
40
30
20
10
0 roken
alcohol
softdrugs (hasj, marihuana)
Gemiddelde
HASW
Oud-Oost
Aldlân-Nijlân
Bilgaard/Vrijheidswijk
Vossepark & Helicon
Zuiderburen ed
Dorpen Leeuwarden
Grou
Overig Boarnsterhim
Camminghaburen
12
x
Gehanteerde Wijkindeling:
*Vossepark& Helicon= Vogelwijk& Muziekwijk, Transvaalwijk& Rengerspark, Valeriuskwartier& Magere Weide, Westeinde en binnenstad *HASW= Huizum-Oost en Huizum- West , Schepenbuurt ,Wielenpôlle *Zuiderburen=Hempens Tearns, Zuiderburen, Goutum de Zuidlanden en Techum *Oud Oost= Oldegalileën en Bloemenbuurt. ’t Vliet, Tjerk Hiddes en Cambuursterhoek *Dorpen Leeuwarden= Wirdum, Swichum, Wytgaard, Lekkum en buitengebied Noord-Oost *Aldlân-Nijlân=Aldlân, Nijlân, bedrijventerrein-west en bedrijventerrein-oost *Grou= Grou *Bilgaard/Vrijheidswijk=Bilgaard&Havankpark , Vrijheidswijk *Overig Boarnsterhim=Eagum, Idaerd, Friens, Jirnsum, Reduzum, Warstiens, Warten en Wergea *Camminghaburen= Camminghaburen, Blitsaerd, Grote en Kleine Wielen
2.3.3
Alcoholintoxicatie
Alcoholintoxicatie wordt ook wel alcoholvergiftiging genoemd. Dit is een klinische conditie die optreedt na inname van een grote hoeveelheid alcohol. Vaak is er sprake van een ziekenhuisopname. Uit gegevens van het MCL Leeuwarden blijkt dat er in 2013 17 jongeren zijn opgenomen in het ziekenhuis met een alcoholintoxicatie. Dit gaat om een registratie van jongeren onder de 18 jaar. In 2012 waren het er 22. Dit kunnen echter ook jongeren zijn uit omringende gemeenten. Het ging hierbij om 9 mannen en 8 vrouwen. Het MCL schat in dat de maatregelen en voorlichting vanuit de overheid effect hebben. Ook uit de landelijke gegevens blijkt dat er sprake is van een daling. Uit gegevens van VNN blijkt het volgende: VNN heeft in 2013 met 36 jongeren in heel Friesland adviesgesprekken gevoerd over alcoholintoxicaties. Deze jongeren worden niet altijd in het ziekenhuis opgenomen. Ze kunnen via diverse instanties doorverwezen zijn naar VNN.
2.4 Hokken- en ketenbeleid Sinds 2014 vallen de dorpen Eagum, Idaerd, Friens, Jirnsum, Reduzum, Warstiens, Warten en Wergea en Grou onder de gemeente Leeuwarden. In deze dorpen is sprake van hokken en keten. Ook in de gemeente Leeuwarderadeel die na verwachting per 1 januari 2018 bij de gemeente Leeuwarden hoort, is waarschijnlijk sprake van de aanwezigheid van hokken en/of keten. Een hok of keet is een verzamelbegrip voor uiteenlopende bouwsels en gebouwen, zoals (sta)caravans en schuren, waar jongeren veelal met medeweten van ouders samenkomen. Keten bieden jongeren een vertrouwde, eigen plek en versterken de groepsbinding. Ondanks de sociale functie zijn er veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Zo is er vaak sprake van een bovengemiddeld alcoholgebruik, brandonveilige situaties, geluids- en afvaloverlast en soms zelfs vandalisme en vechtpartijen. De gemeente Leeuwarden kent nog geen hokken- en ketenbeleid aangezien dit in het verleden niet speelde. Ook in de voormalige gemeente Boarnsterhim was geen hokken- en ketenbeleid . Het fenomeen hokken en keten is al oud. Er moet een beleidslijn vast worden gesteld zodat het duidelijk is hoe hier in het vervolg mee moet worden omgegaan. Aangezien het onderwerp complex is en het beleid in overleg met betrokkenen moet worden opgesteld zal hiervoor in de loop van 2014 een apart voorstel ter besluitvorming worden voorgelegd. De voorbereiding van het hokken- en ketenbeleid is opgenomen in het uitvoeringsprogramma 20142015.
13
2.5 Taskforce Jeugdoverlast: De Taskforce Jeugdoverlast pakt de jeugdoverlast en -criminaliteit in de gemeente Leeuwarden gericht aan. De Taskforce Jeugdoverlast wordt gevormd door mensen van de gemeente, de politie, de stichting Aanpak Overlast Leeuwarden (straatcoaches), het jongerenwerk, het Meldpunt Overlast en het Openbaar Ministerie. Bij de aanpak van Jeugdoverlast staat samenwerking centraal. In de Taskforce Jeugdoverlast, waar wordt bepaald welke inzet, op welke wijze, op welke jeugdgroepen wordt gepleegd. De overlast is in veel gevallen alcohol- en/of drugsgerelateerd. De Taskforce houdt een overzicht bij van groepen jongeren die overlast geven of crimineel zijn. Per groep maakt de Taskforce een aanpak. Straatcoaches zoeken de overlastgevende en hinderlijke jeugd actief op. Zij spreken jongeren en wijkbewoners aan op hun gedrag. Ook benaderen zij de ouders. De straatcoaches werken nauw samen met het Veiligheidshuis Fryslân in de persoonsgerichte aanpak van jeugd en jongeren. Trends: Er is een dalende tendens in het aantal jeugdgroepen te merken; deze heeft zich in 2013 verder voortgezet. De aanpak van de Taskforce Jeugdoverlast blijft zijn vruchten afwerpen. Gebleken is dat een aantal jeugdoverlastplekken hardnekkig is en dat er sprake is van behoorlijk alcoholgebruik. Om het alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan is het noodzakelijk om op zowel preventie als handhaving in te zetten. Daarom heeft de komende jaren de handhaving van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar een blijvende prioriteit van zowel politie als Stadstoezicht. Het aantal incidenten jeugdoverlast blijft stabiel: van 567 incidenten in 2012 naar 577 in 2013. Inzet op de aanpak van jeugdoverlast blijft dus noodzakelijk. Ook worden meer en meer bestuurlijke maatregelen opgelegd aan jeugdigen die niet voor rede vatbaar zijn. De overlast concentreert zich vooral op donderdag tot en met zaterdag van 20.00 uur tot diep in de nacht. Een specifieke locatie is niet te geven, maar als hotspots kunnen we de Prinsentuin, Simon de Vliegerpark, skatebaan Huizum, Vossepark, speeltuin Fruitstraat en de skatebaan in Cammingaburen benoemen. De overlast bestaat uit het drinken in de parken, achterlaten van rotzooi, geluids- en muziekoverlast.
14
Hoofdstuk 3: Beleidsfocus Het doel van dit preventie- en handhavingsplan is: x
Het voorkomen en terugdringen van schadelijk alcohol-, tabak- en drugsgebruik onder jongeren in Leeuwarden.
Concreet: In de periode van 2014-2017 zetten we in op ondergenoemde resultaten die echter niet direct de effecten van een interventie of maatregel zijn. Het drink-, rook- en drugsgedrag van jongeren wordt door verschillende factoren beïnvloed. Ook algemene aandacht in de media, wijzigingen in landelijke wetgeving, lokale initiatieven en andere omstandigheden kunnen bijdragen aan veranderingen in het drink- rook en drugsgedrag van jongeren. Dat is ook de reden van het niet benoemen van eindresultaten in termen van percentages, maar in termen van ‘verder toegenomen’ of ‘verder afgenomen’. Dit betekent een substantiële verandering ten opzichte van de huidige situatie. x x x x x x x x
De gemiddelde startleeftijd van jongeren voor het drinken van alcohol is verder toegenomen (gemiddeld 15 jaar in 2012) Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand alcohol heeft gedronken, is verder afgenomen (39% in 2012) Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand 5 of meer drankjes bij één gelegenheid drinkt, is verder afgenomen (4% in 2012) Het aantal jongeren van 12 t/m 17 jaar dat met alcoholvergiftiging wordt behandeld in het ziekenhuis is verder afgenomen (17 in 2013) Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand softdrugs heeft gebruikt, is afgenomen (6% in 2012) Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand harddrugs gebruikt , is afgenomen (in 2012 1%) Het percentage ouders dat aangeeft dat zijn of haar kind geen alcohol, tabak en drugs mag gebruiken voor het 18e levensjaar is verder toegenomen Het percentage jongeren van 12 tot en met 17 jaar die roken, is gedaald (16% in 2012)
Dit plan is gebaseerd op een integrale visie. Er is immers sprake van preventie én handhaving. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeente en meerdere organisaties buiten de gemeente en dus ook meerdere type maatregelen worden ingezet bij de aanpak van alcohol, tabak en drugsgebruik. Verschillende onderzoeken laten zien dat een integrale benadering van de problematiek rondom alcohol, roken en drugs een cruciaal kenmerk is van effectief beleid (Reynolds, 2003). De belangrijkste pijlers waarop beleid gebaseerd moet worden: x
Educatie/Preventie (grenzen benoemen)
x
Regelgeving (grenzen stellen)
x
Handhaving (grenzen bewaken)
Zowel landelijk, provinciaal als lokaal zijn deze pijlers het uitgangspunt voor beleid. Vanuit deze pijlers zal het beleid worden vormgegeven.
15
Hoofdstuk 4: Doelstellingen Preventie- en Handhavingsplan In dit hoofdstuk wordt per pijler aangegeven wat de doelstellingen zijn en welke instrumenten worden ingezet om de doelstellingen te behalen. De concrete activiteiten die in 2014-2015 worden ingezet zijn opgenomen in de bij dit plan behorende bijlage 2: Uitvoeringsprogramma 2014-2015, Jeugd Alcohol en Drugs. 4.1 Pijler Educatie en Preventie Binnen de pijler educatie en preventie gaat het om voorlichting en bewustwording. Jongeren en hun ouders/verzorgers moeten geïnformeerd raken over de risico’s van alcohol-, tabak- en drugsgebruik. Het doel is om gedrag te beïnvloeden, weerbaarheid te vergroten en het gebruik te normaliseren. Met name de feitelijke en visuele informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is hierbij zeer bruikbaar: http://www.youtube.com/watch?v=Z1kt5MnIWJY http://www.youtube.com/watch?v=xbv3hbEVcQM Doelstellingen: x x
het terugdringen van schadelijk alcohol-, drugs- en tabaksgebruik onder jongeren tot 18 jaar het voorlichten van ouders en jongeren om de bewustwording over schadelijk alcohol-, tabaks- en drugsgebruik te verhogen
In deze pijler onderscheiden we de volgende doelgroepen: x x x
scholen ouders jongeren
Uit de onderzoeken, zowel landelijk, provinciaal als lokaal, kan een aantal risicofactoren worden benoemd: leeftijd, deelnemen in VMBO/MBO, éénoudergezinnen, middelengedrag van ouders en de sociale omgeving. Voor wie welke verantwoordelijkheid heeft kan verwezen worden naar de uitgangspunten van Amaryllis. Eén van de uitgangspunten is eigen regie en verantwoordelijkheid. Dit betekent dat jongeren ten eerste zelf en met hun eigen netwerk een verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van verantwoord alcohol,-tabak- en drugsgebruik. Daarnaast is het van belang dat ouders hun kinderen wijzen op de gevaren van alcohol-, drugs- en tabaksgebruik. De rol van de overheid is in eerste instantie voorlichtend en indien nodig hulpverlenend. Zowel landelijk (NIXcampagne), provinciaal (Platform de Nuchtere Fries) als lokaal door VNN , GGD en gemeente wordt verantwoord middelengebruik onder de aandacht gebracht door middel van diverse activiteiten. In het uitvoeringsprogramma 2014-2015 in bijlage 2 wordt een uitgebreide omschrijving van de in te zetten lokale acties omschreven. GGD en VNN spelen een belangrijke rol in deze pijler: voorlichting aan ouders en jongeren (bijvoorbeeld via scholen), vroegsignalering, deskundigheidsbevordering etcetera. Naast activiteiten gericht op deze doelgroepen draagt overkoepelende publiekscommunicatie bij aan bewustwording.
16
4.2 Pijler Regelgeving Binnen de pijler regelgeving zijn de regels op het gebied van jeugd, roken alcohol en drugs gebaseerd op de wet. Doelstellingen: x
Het verantwoord verstrekken en gebruiken van alcohol (inclusief het voorkomen van het doorschenken van alcohol aan dronken personen), met name gericht op jongeren x Het opleggen van alcohol gerelateerde wet- en regelgeving aan alcoholverstrekkers en jongeren, o.a. DHW en Algemene plaatselijke verordening (Apv) regelgeving Algemene plaatselijke verordening De gemeente Leeuwarden heeft een algemene plaatselijke verordening (APV). Iedere gemeente legt binnen de APV een groot aantal regels vast, bepaald door de gemeenteraad. Een onderdeel hiervan is Openbare Orde en Veiligheid. Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. Het gaat om drie nieuwe verordenende bevoegdheden: - Paracommerciële verordening (verplicht) - Verordening regulering prijsacties (facultatief) - Verordening toegangsleeftijden en sluitingstijden (facultatief) De facultatieve verordeningen worden eind 2014 separaat opgepakt via de wijziging nota Bijzondere wetten. Dit in verband met de samenvoeging met de gemeente Boarnsterhim. Deze verordeningen bieden mogelijkheden om een toegangsleeftijd te koppelen aan de sluitingstijd en om prijsacties in de supermarkten en happy hours in de horeca te reguleren. Paracommerciële verordening Op 27 februari 2014 is de nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Leeuwarden in werking getreden, die geldt voor het hele grondgebied van de gemeente Leeuwarden. Hierin zijn ook regels gesteld aan paracommerciële horecabedrijven voor wat betreft de schenktijden en de mogelijkheden om maximaal vier bijeenkomsten van persoonlijk aard te houden. Deze regels golden eerder al voor de “oude” gemeente Leeuwarden, maar zijn nu ook van toepassing in het gedeelte van de gemeente dat eerder bij Boarnsterhim hoorde. Doel van deze verordening is om verantwoorde alcoholverstrekking in de paracommercie te bevorderen en het voorkomen van oneerlijke concurrentie met de reguliere horeca. Onder paracommerciële instellingen worden verstaan instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard en daartoe tevens het horecabedrijf exploiteren in eigen beheer. Te denken valt bijvoorbeeld aan dorpshuizen en sportkantines waar met vrijwilligers gewerkt wordt en de activiteiten doorgaans gesubsidieerd worden. Alle paracommerciële horecabedrijven zijn per brief op de hoogte gesteld van de regels die gesteld zijn aan de paracommerciële horecabedrijven.
17
De paracommerciële horecabedrijven zijn op grond van artikel 9, lid 3 van de Drank- en horecawet verplicht een registratie van de barvrijwilligers bij te houden die de voorlichtingsinstructie hebben gekregen. De registratie of een afschrift daarvan is in de inrichting aanwezig. Bij overtreding hiervan volgt een stappenplan volgens het handhavingsarrangement. 1. Nalevingshulp* 2. Schriftelijke waarschuwing 3. Last onder dwangsom van € 500,- per keer met een maximum van € 1.500,- of last onder bestuursdwang of het aanzeggen van een bestuurlijke boete conform het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, vallend onder categorie A *Nalevingshulp betekent dat de ondernemer informatie krijgt over de geldende wet- en regelgeving. Door nalevingshulp te bieden wil de gemeente ervoor zorgen dat ondernemers zich beter aan de wet houden. Bij nalevingshulp wordt alleen ter plekke mededeling gedaan en wordt de overtreding schriftelijk vastgelegd in het inspectieverslag. Er volgt geen aanschrijving. Nalevingshulp geldt voor geringe overtredingen. 4.2.1. Toekomstige regelgeving Zoals eerder is aangegeven zal in de loop van 2014 een hokken- en ketenbeleid worden vastgesteld. 4.3 Pijler Handhaving De doelstelling binnen de pijler handhaving is de naleving van wet- en regelgeving op het terrein van jongeren, alcohol en drugs te vergroten en hierop te handhaven indien daar aanleiding toe is. Doelstellingen: x De verstrekking van alcohol bij evenementen wordt gecontroleerd x De horeca worden gecontroleerd op de naleving van de Drank- en Horecawet x Jongeren onder de 18 jaar kunnen geen alcoholhoudende drank kopen in supermarkt, slijterij, horeca of sportkantine x Er is sprake van een verbetering in de naleving van de wettelijke leeftijdsgrenzen vooralcoholverkoop in supermarkten, sportverenigingen, slijterijen en horeca (0-meting maakt onderdeel uit van het programma) x Jongeren gebruiken geen alcohol in de openbare ruimte
Bij toezicht en handhaving wordt onderscheid gemaakt tussen preventieve en repressieve handhaving. Bij preventieve handhaving gaat het om activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van normconform gedrag (naleving) zonder dat er vooraf vermoedens zijn van overtredingen. Dit betreft onder meer leeftijdsgrenzencontroles ,horecatoezicht en controle op verleende vergunningen. Ook het geven van voorlichting valt onder preventieve handhaving. Bij repressieve handhaving gaat het om activiteiten die worden uitgevoerd naar aanleiding van overtredingen/meldingen. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld hercontroles, het sturen van waarschuwingen, het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang of het opleggen van een bestuurlijke boete wegens het overtreden van de leeftijdsgrenzen.
18
Binnen de pijler handhaving zijn verschillende activiteiten te benoemen waar nu reeds uitvoering aan wordt gegeven. Het gaat daarbij onder andere om het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet en het optreden van de politie bij bijvoorbeeld openbare dronkenschap en/of verstoring van de openbare orde. Elk jaar wordt in de gemeente Leeuwarden het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) vastgesteld. Het HUP komt voort uit de kadernota “gericht handhaven in Leeuwarden”. In het HUP wordt aangegeven op welke onderwerpen de handhaving zich richt, welke handhavingsdoelen worden beoogd, voor welke aanpak daarbij is gekozen en welke menskracht de uitvoering van deze aanpak vergt. Het HUP gaat over de uitvoering van toezicht en handhaving op het gebied van uiteenlopende wet- en regelgeving, waar onder bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden en een aantal beleidsstukken zoals het Beleidsplan Veiligheid. De gewijzigde Drank- en Horecawet biedt niet alleen nieuwe instrumenten voor gemeenten om de leeftijdsgrenzen voor de verkoop van alcohol beter te handhaven. Met de omschrijving van alcoholverstrekkers (alle personen die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW) is de verantwoordelijkheid voor het verantwoord verstrekken van alcohol expliciet neergelegd bij alcoholverstrekkende personen. Dat zijn naast horecaondernemers ook barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières en filiaalmanagers. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in hun zaak/ruimte. Beoogde resultaten x Bij 90% controles bij evenementen wordt geen verkoop van alcohol onder de 18 jaar geconstateerd x 100% van de coffeeshops houdt zich aan de naleving van de AHOJGI-criteria. Ten aanzien van het al dan niet gedogen van coffeeshops zijn de zogenaamde AHOJGI-criteria opgesteld. Deze criteria vinden hun oorsprong in de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop een bij de wet verboden situatie - strafrechtelijk wordt opgetreden: - Dit is vanuit justitie verboden: A. geen affichering: dit betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit; H. geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden; O. geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten; J. geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang aan jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar; G. geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= maximaal 5 gram). Onder "transactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper; I. De toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland is verboden. - Tevens hanteert de gemeente naast de AHOJG-criteria afstandseisen voor coffeeshops ten opzichte van scholen en een verbod van de combinatie alcohol en softdrugs. Bij 100% van de controles bij cafés, supermarkten, sportkantines, wijk- en dorpshuizen, discotheken en slijterijen wordt geen verkoop van alcoholhoudende drank onder de 18 jaar geconstateerd. - 100% van de cafés, sportkantines, wijk- en dorpshuizen en andere horecazaken beschikt over een geldige drank- en horecavergunning 19
-
Bij 100% van de horeca is tijdens openingstijden een leidinggevende aanwezig. Er wordt consequent handhavend opgetreden bij overtreding van het gebruik van alcohol door jongeren in de openbare ruimte.
20
Hoofdstuk 5: Financiën Voor de meeste deelnemende partijen behoort de betrokkenheid bij de uitvoering van het alcohol-, tabaks- en drugsbeleid (in elk geval ten dele) tot hun reguliere takenpakket. De pijler handhaving is integraal opgenomen in het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) dat jaarlijks wordt vastgesteld en waarvoor in de programmabegroting middelen zijn opgenomen. Met de uitvoering van activiteiten in de pijler Educatie en Preventie is jaarlijks ca. €267.191,-gemoeid. Dit bedrag wordt jaarlijks in de vorm van subsidie en op basis van geleverde prestaties beschikbaar gesteld aan de GGD en VNN.
21
Bijlage 1: Terugblik uitvoeringsprogramma 2013 jeugd, alcohol, tabak en drugs In 2013 is op de volgende onderdelen ingezet: Pijler Educatie&Preventie Activiteiten in 2013
Aantal
GGD: Het houden van contactmomenten bij leerlingen en hun ouders in groep 7 primair onderwijs door de GGD; de verpleegkundige geeft dan advies over alcohol- en drugsgebruik.
Er zijn 892 kinderen met hun ouders in het basisonderwijs groep 7 geadviseerd over regels t.a.v. alcoholgebruik
Verpleegkundige spreekuren voor zwangere tieners en jonge moeders. Dit is een samenwerking tussen GGD en VNN.
Er zijn 30 jonge ouders gesproken
Doel is een bijdrage te leveren om prenatale sterfte te voorkomen en het beperken van geboorten van kinderen met een Foetaal Alcohol Syndroom (FAS kinderen). Door de doelgroep wordt deze activiteit hoog gewaardeerd.
Gemeente Leeuwarden: Zenden van de Burgemeestersbrief aan ouders van jongeren onder de 18 jaar.
Zenden van een Burgemeesterbrief aan ouders van jongeren onder de 16 jaar na melding van drankgebruik in de openbare ruimte in zijn algemeenheid en tijdens evenementen in het bijzonder.
In januari 2014 zijn er gezien de leeftijdsophoging brieven gestuurd naar ouders van jongeren in de leeftijd van 14-17 jaar. Ook is er naar de sportverenigingen en de lokale horeca een brief gegaan. Daarnaast is via de Huis aan Huis een artikel met een soortgelijke boodschap geadverteerd
5 brieven
22
VNN: Uitvoering van het programma Gezonde school en genotmiddelen door VNN in met name het (V)MBO en Speciaal Voortgezet Onderwijs.
Er zijn 14 ouderavonden georganiseerd waarbij 1120 ouders aanwezig zijn geweest. Er zijn 200 gesprekken geweest met leerlingen waarvan 10 zijn doorverwezen naar verdere hulpverlening
Individuele begeleiding en groepsbijeenkomsten voor kinderen van verslaafde ouders door VNN; het gaat om kinderen van 8 – 12, 13 – 16 en 16 en ouder
Er zijn 61 kinderen begeleidt
Outreachende jongerenwerkers van VNN richten zich op 12 – 23jarige jongeren die als gevolg van verslaving aan alcohol en/of drugs problemen hebben in het gezin, op school of werk. Dit kan ook leiden tot overlast. De hulpverlening is zeer laagdrempelig en er is nauwe samenwerking met de straatcoaches
28 jongeren – 187 gesprekken
Pijler Handhaving/Regelgeving Activiteiten 2013
Aantal
Controle horeca
116 controles cafés, 52 controles supermarkten, 16 controles sportkantines, 3 controles discotheken Bij de cafés: 97% geldige DHW vergunning 75% leidinggevende aanwezig Bij alle horeca: 100% geen verkoop onder de 16 jaar
Controle coffeeshops
48 controles 47 keer geen overtredingen 100% geen overtredingen AHOJGI criteria
23
Bijlage 2: Uitvoeringsprogramma 2014-2015 De komende 2 jaar zet de Gemeente Leeuwarden zich in om het middelengebruik onder jongeren in Leeuwarden te verminderen. Hieronder volgt een overzicht van de activiteiten waar diverse partijen in 2014 en 2015 op inzetten. Activiteiten pijler Educatie/Hulpverlening 2014/2015
Financiering 2014/2015 ( het aanbod wordt jaarlijks geëvalueerd )
GGD: Het houden van contactmomenten bij leerlingen en hun ouders in groep 7 primair onderwijs door de GGD; de verpleegkundige geeft dan advies over schadelijk alcoholgebruik.
€ 5.218 per jaar. In 2015 gaat deze taak naar het basistakenpakket van de GGD
Aantal: 1013 ouders met hun kinderen per jaar Verpleegkundige spreekuren voor zwangere tieners en jonge moeders
€ 2.048,00
Dit is een samenwerking tussen GGD en VNN. Doel is een bijdrage te leveren om prenatale sterfte te voorkomen en het beperken van geboorten van kinderen met een Foetaal Alcohol Syndroom (FAS kinderen). Door de doelgroep wordt deze activiteit hoog gewaardeerd. Daarnaast wordt het thema roken tijdens de zwangerschap meegenomen. Aantal: 32 spreekuren per jaar
GGD:
€ 2.560,00
Individuele leefstijlgesprekken: Deze zijn er voor alle zwangeren in de gemeente en richten zich op gezonde leefstijl en risicofactoren. Het doel is aanstaande ouders te informeren en motiveren gezond gedrag te hanteren, zodat de kans op een gezonde geboorte en gezonde start van de baby zo groot mogelijk is. De volgende onderwerpen komen naar voren: bewegen, roken, alcohol drinken en middelengebruik. Maar ook voedingsgewoonten, borstvoeding en voorbereiding op het ouderschap. Eigen kracht van ouders is hierbij van belang. Door ouders van de juiste informatie te voorzien kunnen zij zelf gezonde keuzes maken. Aantal: 40 gesprekken per jaar
24
Extra contactmomenten 14+ GGD De jeugdgezondheidszorg van de GGD Fryslân krijgt extra middelen vanuit het Lente-akkoord van het Rijk voor extra contactmomenten met alle leerlingen van 14 jaar en ouder. Deze momenten zijn o.a bedoeld om te letten op diverse leefstijlthema’s waaronder alcohol-, drugs- en tabaksgebruik.
€ 88.675,80 per jaar. In 2015 gaat deze taak naar het basistakenpakket van de GGD.
VNN: Kinderen van verslaafde ouders (KVO):
€ 20.000 per jaar
Interventie vanuit de VNN gericht op begeleiding van kinderen: project vanuit de VNN gericht op begeleiding van kinderen van verslaafde ouders ter voorkoming van transgenerationele overdracht van verslaving . Hierin wordt samengewerkt met de hulpverlening. Activiteiten zijn: oudercursussen, kindgesprekken, zwangerschapsspreekuur en doe- en praatgroepen. Outreachende jongerenwerkers van VNN :
€ 85.560 per jaar
Deze richten zich op 12 – 23-jarige jongeren die als gevolg van verslaving aan alcohol en/of drugs problemen hebben in het gezin, op school of werk. Dit kan ook leiden tot overlast. De hulpverlening is zeer laagdrempelig en er is nauwe samenwerking met de straatcoaches
Uitvoering van het programma Gezonde school en genotmiddelen VNN:
€ 40.810 per jaar
Preventieprogramma om onderwijsinstellingen te stimuleren, begeleiden en ondersteunen om structurele invoering van preventieactiviteiten op het gebied van genotmiddelen met als doel leerlingen bewust te maken van de effecten van gebruik, het eerste gebruik uit te stellen en leerlingen weerbaarder te laten voelen onder groepsdruk. Dit wordt gegeven met name in het (V)MBO en Speciaal Voortgezet Onderwijs. Binnen dit programma wordt in 2014-2015 ook extra aandacht besteed aan roken. VNN doet samen met de GGD mee aan: Actie Tegengif. Dit is een klassikale niet-rokenwedstrijd geschikt voor 1e en 2e klassers. Deelnemende klassen spreken af een half jaar niet te roken. De actie heeft een wedstrijdelement: met het volhouden van de actie en het voltooien van de creatieve opdracht zijn prijzen te winnen. Zenden van de Burgemeestersbrief aan ouders van jongeren onder de 18 jaar na melding van drankgebruik in de openbare ruimte in zijn algemeenheid en tijdens
€0
25
evenementen in het bijzonder Deskundigheidsbevordering door de VNN aan scholen, wijkteams etcetera
€ 12.320 per jaar
Onvoorzien: (nog geen bestemming voor)
€ 10.000 voor 2014/2015
26
Activiteiten pijler Regelgeving/Handhaving 2014/2015
Financiering
Binnen de gemeente Leeuwarden wordt gewerkt met het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP). Het HUP gaat over de uitvoering van toezicht en handhaving op het gebied van: - Bijzondere wetten - Fysieke openbare ruimte - Veiligheid De handhaving van de bijzondere wetten wordt uitgevoerd door de sector Juridische en Veiligheidszaken. De eenheid Stadstoezicht en de politie zijn verantwoordelijk voor het toezicht.
De financiering van stadstoezicht is geregeld in het HUP
Activiteiten: -
1) 2) 1) -
1) 2) 1) 2) 1) 2) -
Evenementen 10 preventieve controles en 10 leeftijdscontroles voor in totaal 160 uur Voor 160 uur inzet controles bij bedrijven waar alcohol wordt verkocht (cafés, supermarkten etcetera) Coffeeshops 36 preventieve controles ( de coffeeshops worden 3 keer per jaar bezocht) Cafés 52 preventieve controles 10 leeftijdscontroles Supermarkten 68 reguliere leeftijdscontroles Uren leeftijdscontroles bij de hotspots worden gecombineerd opgepakt met het onderdeel jeugdoverlast Sportkantines 30 preventieve controles 12 leeftijdscontroles Wijk- en dorpshuizen 20 preventieve controles 20 leeftijdscontroles Discotheken 3 preventieve controles 4 leeftijdscontroles Slijterijen 17 preventieve controles
27
Jeugdoverlast/alcoholgebruik jongeren in de openbare ruimte: Onderdeel van de werkzaamheden van Stadstoezicht is het tijdens surveillances en controles aan de hand van een shortlist in kaart brengen van groepen overlastgevende jeugd en jongvolwassenen. Hierbij wordt actief samengewerkt met de leden van de Taskforce Jeugdoverlast. Tijdens deze surveillance is actief aandacht voor overtredingen van het alcoholgebruik van jongeren in de openbare ruimte. Voor de aanpak van jeugdoverlast is overall 4.160 uur beschikbaar voor de eenheid stadstoezicht In 2014 opstellen van een hokken- en ketenbeleid Halt afdoening: Dit omvat een Halt-straf alcohol. Als jongeren de drank- en horeca wet overtreden kan er naar Halt verwezen worden. Jongeren hebben als onderdeel van hun Halt-afdoening de mogelijkheid de leerstraf bij VNN te doorlopen. Daarin worden jongeren bewust gemaakt van de gevaren van alcohol en worden de ouders ook actief betrokken
Daarnaast zetten de sociale wijkteams, het jongerenwerk en de Taskforce Jeugdoverlast ook in op het terugdringen en voorkomen van schadelijk alcohol-, tabaks- en drugsgebruik onder jongeren in Leeuwarden.
28
Bijlage 3: RIVM rapport: Veilig en Gezond opgroeien Roken: Roken staat als risicofactor voor gezondheidsschade op nummer één. Vergeleken met andere vormen van ongezond gedrag is roken verantwoordelijk voor de meeste gezondheidsschade (Hoeymans & Van Baal, 2010). Rokende mensen hebben een lagere kwaliteit van leven en een verhoogd risico op longkanker en andere kankervormen, COPD en andere aandoeningen. Onderwijsvolgende jongeren die dagelijks roken, beschikken na vier jaar minder vaak over een startkwalificatie dan niet-rokers (CBS, 2012b). Stoppen met roken heeft direct een gunstige invloed op de gezondheid. Het risico op het krijgen van roken-gerelateerde aandoeningen neemt voor exrokers na een aantal jaren af tot het niveau van een nooit-roker (Van Gelder et al., 2013). Trends: Van de groep 10-19 jaar geeft 18% aan recent (in de voorafgaande maand) gerookt te hebben; bij de 15-19-jarigen is dit 35%. Meer meisjes (23%) dan jongens (16%) roken. Dit blijkt uit jaarlijks onderzoek van STIVORO uit 2012. De resultaten zijn representatief voor Nederlandse jongeren van 10-19 jaar. Van de rokende jongeren van 10-19 jaar rookte 38% twee tot zeven sigaretten/shag per dag. Een vijfde rookte één sigaret/shag per dag of minder. Ongeveer 20% van de rokers rookte elf sigaretten of shag of meer per dag (STIVORO, 2012b). Roken neemt toe met de leeftijd: Het aantal rokende jongeren neemt toe met de leeftijd. Op 12-jarige leeftijd rookte 1% van de jongeren in 2012. Vanaf die leeftijd steeg dit percentage tot 25% bij 15-jarigen en 42% onder de 18jarigen. Geen van de 10- en 11-jarige kinderen gaf aan te roken. Roken onder jongeren tussen 1992 en 2012 is afgenomen: Het percentage rokende jongeren in de voorafgaande maand is gedaald tussen 1992 en 2012. De daling vond plaats zowel onder 15-20-jarigen (van 43% naar 35%) als onder 12-14-jarigen (van 14% naar 8%) (STIVORO, 2012b). In 1996 was het percentage rokers met 31% het hoogst (48% bij 15-20jarigen en 26% bij 12-14-jarigen). In totaal daalde het percentage rokende jongeren (10-19 jaar) van 29% in 1992 naar 18% in 2012. Alcohol: Gevolgen van alcohol op eigen gezondheid en in de omgeving: De schadelijke gevolgen van alcoholgebruik voor de gezondheid hangen af van de hoeveelheid die per keer gedronken wordt, de frequentie, de situatie waarin gedronken wordt en van de drinker zelf. Met name zwaar alcoholgebruik en alcoholgebruik op jonge leeftijd leiden tot een verhoogd risico op tal van aandoeningen en gezondheidsproblemen, waaronder leveraandoeningen, kanker en andere aandoeningen, verminderd sociaal en psychisch welzijn. Voor de omgeving van de drinker zijn er ook gevolgen, vanwege risico op crimineel gedrag, (kinder)mishandeling en gevolgen van rijden onder invloed. Bij alcoholmisbruik leidt het gebruik tot herhaaldelijke problemen op school, thuis en in het sociale leven (Kuunders & van Laar, 2010). Vroeg en zwaar gebruik van alcohol zijn indicatoren van verminderde schoolprestaties, spijbelen en schooluitval (Ter Bogt et al., 2009). Alcoholgebruik tijdens de zwangerschap brengt grote risico’s voor het ongeboren kind met zich mee (Kuunders & van Laar, 2010). Trends: Ruim 43% van de jongeren van 12-18 jaar gaf in 2011 aan in de voorafgaande maand alcohol te hebben gedronken. In groep zeven en acht van het basisonderwijs was dit 5%. Het alcoholgebruik 29
stijgt sterk met de leeftijd: van 59% bij 15-jarigen tot 80% bij 17-18-jarigen (Verdurmen et al., 2012). Twintig procent van de jongeren van 12-18 jaar was in de voorafgaande maand één keer of vaker dronken. Van de alcoholdrinkende jongeren gaf ongeveer de helft aan wel eens of vaker dronken te zijn geweest (52 procent van de jongens en 47 procent van de meisjes). Van de alcoholdrinkers was 29 procent twee keer of vaker dronken geweest, jongens vaker dan meisjes (Verdurmen et al., 2012). Bingedrinken Van jongeren van 12-18 jaar waren drie op de tien in de voorafgaande maand wel eens ‘bingedrinker’. Bingedrinken neemt in de periode tussen de 12 en 16 jaar sterk toe, van 3% naar 57%. Vanaf 16 jaar neemt het bingedrinken bij de jongens verder toe tot 71% van de 17-18-jarigen; bij meisjes blijft dit stabiel rond de 52%. Van de alcoholdrinkende jongeren was 68% bingedrinker (71% van de jongens en 64% van de meisjes) (Verdurmen et al., 2012). Meeste drinkende jongeren drinkt wekelijks 1-4 glazen alcohol Van alle jongeren van 12-18 jaar die in voorafgaande maand alcohol gebruikten, drinkt 34% wekelijks 1-4 glazen alcohol. 26% drinkt wekelijks 5-10 glazen, 17% 11-20 glazen en 12% meer dan 20 glazen (Verdurmen et al., 2012). 12% drinkt niet wekelijks. Bij jongens is die laatste groep 17%, bij meisjes 6%). Alcoholgebruik het laagst bij Marokkaanse en Turkse jongeren Het percentage leerlingen dat recent alcohol gebruikte, is het laagst (8%) bij Marokkaanse leerlingen. Ook relatief weinig Turkse scholieren hebben de maand voorafgaand aan de meetdatum gedronken (16%). Alle overige etnische groepen verschillen niet van de Nederlandse scholieren (Verdurmen et al., 2012). Recent alcoholgebruik verschilt niet tussen opleidingsniveaus maar bingedrinken wel. De omvang van recent alcoholgebruik (voorafgaande maand) verschilt niet voor leerlingen uit verschillende opleidingsniveaus. Wel zijn leerlingen van lagere onderwijsniveaus vaker bingedrinker. Drie kwart van de alcoholgebruikers op het vmbo-b was in de voorafgaande maand wel eens bingedrinker. Op de havo en het vwo was dit lager (respectievelijk 62% en 56%). Deze verschillen gelden voor zowel jongens als meisjes (Verdurmen et al., 2012). Meer jongeren uit onvolledig gezin en rijk gezin drinken vaak. Meer jongeren uit een onvolledig gezin geven aan dat zij recent vaak alcohol dronken; hetzelfde geldt voor jongeren uit een rijker gezin. Bingedrinken is niet gerelateerd aan gezinswelvaart of gezinsvorm. Drugs De meeste drugs kunnen, afhankelijk van gebruikspatronen, kenmerken van gebruiker en omgevingsfactoren, leiden tot verslaving. Het verslavende effect geldt vooral voor harddrugs en in veel mindere mate voor softdrugs. Verslaving kan leiden tot een slechtere kwaliteit van leven van de gebruiker of tot schooluitval. Vroeg en zwaar gebruik van cannabis is een indicator van verminderde schoolprestaties, spijbelen en schooluitval (Ter Bogt et al., 2009). Verslaving heeft ook gevolgen voor de omgeving van de gebruiker, vanwege mogelijk overlast, geweld en criminaliteit. De meeste gebruikers van drugs zijn gematigde gebruikers. De risico’s van (matig) gebruik van cannabis zijn relatief gering (Van Laar, 2012). Trends Acht procent van de middelbare scholieren zegt in 2011 recent (in de voorafgaande maand) hasj of wiet te hebben gebruikt. Cannabisgebruik bij basisschoolleerlingen komt nauwelijks voor. Meer 30
jongens dan meisjes gebruikten recent cannabis: 11% versus 5%. Cannabisgebruik neemt toe met de leeftijd. Bij jongens neemt dit toe van 3% bij 13 jaar tot 26% bij 17-18 jaar. Bij meisjes is dit 2% bij 13 jaar en 9% bij 17-18 jaar. Twee procent van de jongeren van 12-18 jaar gebruikte in de voorafgaande maand harddrugs (XTC, amfetamine, cocaïne en/of heroïne). Hierin is weinig verschil tussen jongens en meisjes (Verdurmen et al., 2012). Bij 51% van de jongeren van 12-18 jaar die recent cannabis gebruikten, beperkte dit zich tot één of twee keer per maand. Gemiddeld roken zij anderhalve joint per keer. Jongens roken iets meer (1,8 joint) dan meisjes (1,1 joint). Jongeren uit onvolledig gezin gebruiken vaker cannabis. Jongeren uit een onvolledig gezin zeggen vaker dat zij recent cannabis gebruikten dan jongeren uit een volledig gezin. Sinds 1996 is er een lichte daling cannabisgebruik; geen verandering in hardrugsgebruik. Recent cannabisgebruik is sinds 1996 gedaald van 11% tot 8% in 2011. In 2007 was het recent gebruik ongeveer vergelijkbaar met dat in 2011. Het gebruik van harddrugs is niet veranderd sinds 2003 (Verdurmen et al., 2012).
31