Actieplan 2011 – 2015 Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen
Versie 3 mei 2011
Lijst agendapunten nr. 4b
Actieplan 2011 – 2015 Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen
INLEIDING Dit actieplan is een uitwerking van het Zeeuws-Vlaamse Projectplan “Jeugd en alcohol 2011-2015”. Dit projectplan is samengesteld om het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. In dit actieplan, dat in feite een operationalisering is van het projectplan gaan we in op: • Een uitwerking van activiteiten ingedeeld in de drie pijlers van een integraal alcoholbeleid, te weten: Educatie en bewustwording, regelgeving en handhaving en vroegsignalering; • Een planning voor de uit te voeren activiteiten tot eind 2014; • De begroting. Het actieplan is tot stand gekomen in samenwerking tussen Indigo Preventie, de politie, de GGD Zeeland, het Maatschappelijk Werk Zeeuws-Vlaanderen, de Centra voor Jeugd en Gezin, de Stichting Welzijn Hulst, de Stichting JeugdJongerenwerk Terneuzen, de Stichting Welzijn West ZeeuwschVlaanderen en de gemeenten. Het actieplan start met een samenvatting van de projectdoelstellingen. Voor de drie pijlers wordt een aantal concrete interventies geschetst in de delen hierna. Daarna wordt de uitvoeringsstructuur beschreven. Tot slot worden een planning en begroting gepresenteerd. Dit actieplan is aanvullend op het reeds bestaande beleid van de gemeenten. Gemeenten investeren al in voorlichting aan jongeren en ouders en in outreachende preventie. DOELSTELLINGEN De problematiek rondom jeugd en alcohol is in Zeeuws-Vlaanderen vergelijkbaar ernstig met die in de rest van Nederland: jongeren drinken steeds jonger en als ze drinken dan drinken ze vaak en (te) veel. Het terugdringen van alcoholgebruik bij jongeren is één van de doelstellingen van het regionale gezondheidsbeleid in Zeeuws-Vlaanderen. Het Projectplan “Jeugd en alcohol Zeeuws-Vlaanderen 2011-2015”, waarmee de raden van de drie gemeenten eind 2010 hebben ingestemd, is een uitwerking van deze doelstelling. Het plan geeft weer op welke wijze de gemeenten de komende jaren willen komen tot een vermindering van het aantal jongeren onder de zestien jaar dat alcohol drinkt. De gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen hebben in hun projectplan over jeugd en alcohol de volgende doelstellingen opgenomen: • het opschuiven van de startleeftijd van alcoholgebruik; • een afname van overmatig alcoholgebruik door jongeren van 16 jaar tot 24 jaar; • realisering van politiek en maatschappelijk draagvlak met betrekking tot het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar en een verantwoord alcoholgebruik door jongeren vanaf 16 jaar. Het projectplan gaat uit van een integrale aanpak. De Zeeuws-Vlaamse gemeenten zullen zich richten op bewustwording van de schadelijke effecten van alcohol, op het maken van nieuwe afspraken met organisatoren van evenementen, horeca en detailhandel over het schenken en verkopen van alcohol aan jongeren, en op de handhaving van bestaande en nieuwe regels op dit gebied. Vroegtijdig signaleren van alcoholgerelateerde problematiek bij jongeren kan erger voorkomen en is daarmee ook een belangrijke pijler van het actieplan. RELATIE MET ZEEUWSE AANPAK Het actieplan Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen 2011 - 2015 zal voor een groot deel parallel lopen met dat van het Zeeuwse project ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ en kan gezien worden als de regionale uitwerking van het Zeeuwse plan. Alle dertien Zeeuwse gemeenten werken gezamenlijk aan dit Zeeuwse uitvoeringsplan. Op het Zeeuws-Vlaamse niveau zullen binnen de bestaande dienstverlening mogelijkheden worden gezocht om eveneens aandacht te schenken aan het thema. Ook zal aan lokale organisaties gevraagd worden om in de afzonderlijke gemeenten hun activiteitenplan aan te passen al dan niet binnen het vastgestelde budget.
3
Lijst agendapunten nr. 4b
EFFECTIEVE MAATREGELEN 1 De WHO laat in haar recente overzichtstudie naar alcoholbeleid zien dat maatregelen die de beschikbaarheid van alcohol beperken het meest effectief zijn in het terugdringen van alcoholgebruik (zie figuur 1). Figuur 1: Effectiviteit van alcohol maatregelen op drinkgedrag. (Scores oplopend van 0 = nihil tot +++ = groot)
Effectiviteit
Hoeveelheid onderzoek
Kortdurende interventies bij risicogroepen Verkoopverboden
+++
+++
+++
+++
Minimum verkoopleeftijd
+++
+++
Beperken openingstijden
++
++
Beperken aantal ++ verkooppunten Meer handhaving in ++ verkooppunten Beperken alcoholreclame +/++
+++
Trainen barpersoneel
0/+
+++
Voorlichting in de klas
0
+++
Alcoholvoorlichting
0
+++
Promotie alcoholvrije evenementen Verbod op drinken in openbaar
0
++
?
+
++ +++
Maatregelen zoals het verhogen van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop, het actiever handhaven van wet- en regelgeving en het beperken van tijden en plaatsen van alcoholverkoop behoren hiertoe. Vooral de maatregelen op het gebied van het beperken van de beschikbaarheid tonen hun effectiviteit aan. Bijkomend voordeel is dat het nemen van deze maatregelen niet om veel financiële middelen vraagt in vergelijking met bijvoorbeeld uitgebreide campagnes. Je zou kunnen stellen dat effectief alcoholbeleid opstellen en uitvoeren dus betrekkelijk goedkoop is. Uit de praktijk weten we echter dat de meest effectieve maatregelen vaak ook de minst populaire zijn. Het inzetten op stevig publiek en politiek draagvlak is daarom essentieel. De maatregelen zullen letterlijk moeten worden uitgelegd en gepromoot. Met andere woorden, ook al betreft het bewezen effectieve maatregelen, zowel het grote publiek als de besluitvormers in onze samenleving zullen de noodzaak ervan moeten onderschrijven. Zonder voldoende kennis en besef onder volwassenen dat alcoholgebruik schadelijk is voor de gezondheid van jongeren zal het immers onwaarschijnlijk zijn dat men op lokaal niveau bereid is om de juiste effectieve maatregelen te nemen. Daarnaast is uit recent onderzoek gebleken dat ouders te beïnvloeden zijn door educatieve maatregelen. En omdat al bekend was dat ouders het alcoholgebruik van hun kind kunnen beïnvloeden zijn ouderinterventies een nieuwe maatregel die waarschijnlijk zal worden toegevoegd aan het overzicht van de WHO. Oude en nieuwe kennis samengevoegd kan men stellen dat het vooral omgevingsmaatregelen zijn die effectief blijken te zijn in het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Omgevingsmaatregelen richten zich specifiek op de letterlijke omgeving waarin de jonge drinker zich begeeft. Voorbeelden van concrete omgevingsmaatregelen zijn: geen alcohol op schoolfeesten, betere handhaving van leeftijdsgrenzen, regels rondom alcoholgebruik thuis, geen alcoholreclame meer op straat en openingstijden van alcoholverkooppunten beperken. 1
Babor, e.a. (2010). Alcohol, no ordinary commodity (second edition). Oxford: University press. 4
Lijst agendapunten nr. 4b
PIJLER EDUCATIE EN BEWUSTWORDING Binnen deze pijler is het belangrijkste doel om op een strategische manier steun te verkrijgen en te behouden voor de noodzaak van alcoholbeleid, voor de doelen van het beleid en voor de beleidsmaatregelen die genomen gaan worden. Kernbegrippen hierbij zijn bewustwording en communicatie. a. Bewustwording ouders/scholen. Ouders spelen een grote rol in de leefomgeving van jongeren en kunnen ook direct effect hebben op de leeftijd waarop hun kind begint met drinken. Daarom zijn ouders een belangrijke doelgroep in dit actieplan. Dit geldt evenzeer voor de scholen, omdat tieners vaak voor het eerst in aanraking komen met alcoholhoudende drank als ze op het voortgezet onderwijs zitten. Vanuit het project zal een interventievorm worden opgezet waarmee ouders beter bereikt kunnen worden. Een project dat hierbij als voorbeeld kan dienen is de interventie “de 10 dingen die ouders moeten weten voordat hun kind naar het VO gaat” vanuit het alcoholproject Zuid-Holland Zuid. Naast de interventie op school zal er ook worden ingezet op participatie vanuit de ouders zelf. De mogelijkheden voor een oudercomité zullen daarbij worden verkend. Andere gemeenten hebben goede ervaring hiermee. Ouders zijn relatief succesvol in het aanspreken en bereiken van andere ouders. Met de scholen zal een model worden ontwikkeld voor het te voeren alcoholbeleid op de school. Hierbij zal niet alleen worden nagedacht over de vorm maar ook over de handhaving ervan. Zo zullen scholen bij evenementen kunnen worden ondersteund met blaastesten. Deze aanpak zal worden afgestemd met de bestaande preventieactiviteiten die al op scholen worden uitgevoerd, zoals de gezonde school en genotmiddelen (DGSG). Interventies: • Intensivering voorlichting aan ouders; • Via contacten met ouders bij Jeugdgezondheidszorg (10/13 jaar); • Via Centra voor Jeugd en Gezin, aanbod opvoedingsondersteuning; • Uitwerking preventieproject Zuid-Holland Zuid; • Continueren van de gezonde school en genotmiddelen d.m.v. een onderhoudscontract met de GGD en Indigo; • Opzetten van een (regionaal) oudercomité dat zich gaat inzetten om ouders van jongeren te bereiken met de informatie rondom alcohol en opvoeding; • Organiseren van debatten met jongeren en hun ouders over de nieuwe preventiecampagne en over het gebruik van alcohol en de wensnorm onder de 23 jaar geen alcohol. • b. Aanpak per kern (APK). In het project “aanpak per kern” wordt er per kern een alcoholactiemaand georganiseerd, waaraan zoveel mogelijk lokale partners deelnemen. Gedacht wordt aan supermarkten, horeca, scholen, verenigingen, politici, politie, buurtverenigingen etc. In de APK is het de bedoeling dat elke partner zelf formuleert hoe hij bij kan dragen aan het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Dat kan per organisatie verschillen. Door gezamenlijk een maand lang het thema alcohol en jongeren te agenderen kan een enorm bereik worden gecreëerd onder jongeren en ouders. Interventie: Ontwikkelen van een kerngerichte aanpak, eventueel in vorm van een estafette, waarbij zoveel mogelijk 'lokale' partners worden betrokken.
c. Trainen van vrijwilligers in de sport. Voor barvrijwilligers in de paracommercie geldt een verplichte instructie verantwoorde alcoholverstrekking. Hiervoor is landelijk de IVA (instructie verantwoord alcoholgebruik) ontwikkeld. Maar de bewustwording rondom alcoholgebruik en de wijze waarop jongeren met alcohol in aanraking 5
Lijst agendapunten nr. 4b
komen gaat verder dan de training van het personeel wat achter de bar staat. In heel de (sport)vereniging zal een sfeer moeten ontstaan dat jeugd, sport en alcohol niet samengaan. Naast aandacht voor training van barpersoneel willen we ook de relatie tussen gemeente en (sport)vereniging gebruiken om bewustwording rond het thema jeugd en alcohol in heel de vereniging te verbreiden. In samenwerking met SportZeeland en Indigo Preventie zal dit verder worden opgepakt. Ook zal in samenwerking met het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland (ROVZ) worden bekeken op welke manier een interventie jeugd, alcohol en verkeer gekoppeld kan worden aan sportverenigingen. Interventie: Het ontwikkelen van een werkbare trainingsstrategie op basis van de bestaande methodieken, waarin financiële drempels worden weggenomen en duurzaamheid centraal staat.
d. Aanpak jeugd en alcohol in het ziekenhuis. Het aantal jongeren dat met een alcoholintoxicatie door een kinderarts in een ziekenhuis is behandeld stijgt. In 2008 steeg het aantal 13% ten opzichte van 2007 en in de eerste helft van 2009 is het aantal al ruim 25% hoger dan in 2008. Deze absolute aantallen zijn een onderschatting van het werkelijke aantal alcoholintoxicaties bij jongeren omdat niet alle gevallen in het landelijk onderzoek worden betrokken (zoals jongeren die na een intoxicatie door een huisarts worden behandeld en niet naar het ziekenhuis gaan). Het zijn ‘gemiddelde’ jongeren, uit traditionele gezinnen met een Nederlandse achtergrond, die met alcoholintoxicatie te maken krijgen. Jongeren die zoveel drinken dat ze een alcoholintoxicatie oplopen zijn geen ‘probleemjongeren’, maar juist een afspiegeling van de Nederlandse jongeren. Het zijn ongeveer even vaak jongens als meisjes, in leeftijd variërend van 11 tot en met 17 jaar en gemiddeld 15 jaar oud. Alcohol wordt vooral verkregen via vrienden, maar ook in een derde van de gevallen via een commerciële verstrekker (horeca, supermarkt, slijterij). Zoals te verwachten is zijn ouders bijna altijd afwezig als er sprake is van een alcoholoverdosis. In Nederland is de opvang voor jongeren met acute verslavingsproblematiek overal geregeld. De nazorg voor jongeren, die bij de spoedeisende hulp binnenkomen met een alcoholvergiftiging, is in veel ziekenhuizen nog niet goed georganiseerd. Als de medische behandeling van de intoxicatie is voltooid volgt veelal ontslag uit het ziekenhuis. Zonder aandacht voor de oorzaken, de schadelijke gevolgen van het alcoholgebruik en de mogelijke consequenties ervan wordt de alcoholvergiftiging door de jongere en het gezin vaak afgedaan als incident. Goede nazorg is nodig om te voorkomen dat jongeren weer opnieuw te veel alcohol drinken. Daarom wordt er landelijk gewerkt aan een protocol alcoholintoxicatie, een door de beroepsgroepen (kinderartsen, medisch psychologen, intensivisten) geaccepteerde geprotocolleerde werkwijze om (herhaalde) alcoholschade bij jongeren te voorkomen. De twee ziekenhuizen in Zeeland hebben een eigen werkwijze hoe om te gaan met jongeren die binnen worden gebracht met een alcoholintoxicatie. De wens bestaat om te komen tot één werkwijze voor heel Zeeland waarbij de registratie en de nazorg goed zijn geregeld. GGD Zeeland en Indigo Preventie kunnen vanuit hun kennis en ervaring een belangrijke bijdrage hieraan leveren (voorlichting, opvang). Interventie: Komen tot een eenduidige manier van werken bij jongeren die met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis terechtkomen. In de werkwijze is aandacht voor registratie en nazorg. De werkwijze wordt vastgelegd in een protocol waarin de ziekenhuizen / specialisten van de ziekenhuizen in zowel Terneuzen als Goes zich kunnen vinden.
6
Lijst agendapunten nr. 4b
PIJLER REGELGEVING EN HANDHAVING Binnen deze pijler is het beperken van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren het belangrijkste doel van een effectief alcoholbeleid. Zonder die beperking is het uiterst moeilijk om resultaten te boeken in het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Binnen deze pijler zal de aandacht zich vooral richten op het optimaliseren van de lokale regulering om de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren te beperken. Daarnaast is handhaving van bestaande en nieuwe regelgeving van groot belang. Op deze pijler zal er vooral binnen het Zeeuws project worden afgestemd en samengewerkt. a. Ontwikkeling model evenementenbeleid m.b.t. alcoholverstrekking. Voor openbare evenementen en feesten geldt dat de burgemeester op grond van artikel 35 van de Drank en Horecawet de bevoegdheid heeft ontheffing te verlenen van het verbod om zonder vergunning zwak-alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse te verstrekken. Deze ontheffing geldt alleen voor het tappen van zwak-alcoholhoudende dranken en is bedoeld voor bijzondere gelegenheden als braderieën, jaarmarkten e.d. met een duur van maximaal 12 dagen. Organisatoren van evenementen kunnen al bij de vergunningaanvraag gewezen worden op het alcoholbeleid tijdens hun evenement. De gemeente kan eisen stellen ten aanzien van de kwaliteit van dit beleid. Al in het aanvraagformulier kan hier op in worden gegaan. Het beleid zal niet alleen op papier, maar ook in praktijk moeten werken. Handhaving is daarbij belangrijk. Samen met de werkgroep handhaving zal daarom een handhavingstraject worden opgezet. Mystery shoppers kunnen een rol spelen bij de evaluatie van de naleving. De gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen hechten onder meer vanuit het oogpunt van leefbaarheid in de kernen veel waarde aan de jaarlijkse evenementen, die verspreid over de gemeenten worden georganiseerd. Organisatoren van evenementen en horecaondernemers zullen door de gemeenten goed geïnformeerd worden over het evenementenbeleid, over het beleid, de regelgeving en de handhaving op het gebied van jeugd en alcohol en over de mogelijkheden om te voldoen aan de gestelde regels. Er zal daarbij ook gekeken worden naar goede voorbeelden uit de buurt en van verder weg. Interventies: • Het ontwikkelen van een beleidsmodel aan de hand waarvan gemeenten hun evenementenbeleid kunnen vormgeven op het gebied van alcoholverstrekking; • Komen tot een adequaat toezichts- en handhavingstraject; • Informeren organisatoren van evenementen en horecaondernemers.
b. Beperken van alcoholreclame. Alcoholreclame is een van de vele omgevingsfactoren die invloed heeft op het alcoholgebruik van jongeren. Drank- en merkvoorkeuren van jongeren worden gevormd door intensief gepromote producten zoals bier en door relatief nieuwe, ‘hippe’ producten. Uit een “merkenbarometer”-onderzoek blijkt dat jongeren die meer alcoholmerken kunnen noemen en de merken hoger waarderen, ook meer alcohol drinken. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat jongeren die meer worden blootgesteld aan alcoholreclame vroeger beginnen met drinken en ook meer drinken. Een gemeente beschikt over mogelijkheden om het lokale reclameklimaat vorm te geven. Middels de APV kunnen voorwaarden worden gesteld aan de wijze waarop reclame plaats mag vinden binnen de gemeente. Dat betekent dat de hoeveelheid en de aard van de reclame door de gemeente gereguleerd kan worden, bijvoorbeeld het verbieden van alcoholreclame langs sportvelden. Interventies: Het opzetten van een reclameparagraaf, inclusief implementatietraject, voor het lokale reclamebeleid. Uitgangspunt daarbij is dat alleen alcoholreclame wordt toegestaan daar waar het betreft (bv logo’s). c.enkel merkinformatie Keurmerk veilig uitgaan. 7
Lijst agendapunten nr. 4b
c. Keurmerk veilig uitgaan. Recent nog is de regio Zuidoost-Brabant een project gestart om samen met de lokale horeca de veiligheid en gezondheid in het uitgaansleven te bevorderen voor jongeren. Belangrijkste aandachtspunten zijn het niet schenken aan jongeren onder de 16 jaar en niet doorschenken bij dronkenschap. Met behulp van een muurschild maken de ondernemers duidelijk dat zij zich inzetten voor deze doelstellingen. De regio evalueert vervolgens met mystery shoppers of de Drank- en horecawet inderdaad beter wordt nageleefd op deze belangrijke onderdelen. Een werkgroep zal verkennen of er een Zeeuwse variant van dit project kan worden bedacht. Aandachtspunt hierbij is wel dat de afspraken zo concreet mogelijk worden gemaakt. Het gevaar schuilt hem in afspraken die niet SMART genoeg zijn en daardoor niet of nauwelijks effect opleveren anders dan enige media-aandacht voor het onderwerp alcohol en jongeren en de inzet van de horeca. Interventie: In overleg met de lokale horecaverenigingen en ondernemers een plan opstellen dat leidt tot een veiliger en gezonder uitgaansklimaat. Voor Zeeuws-Vlaanderen zal het convenant, dat de gemeente Hulst met de horecaondernemers heeft afgesloten, als voorbeeld dienen.
d. Indrinkgedrag jongeren. Keten en hokken vormen in veel plattelandsgemeenten populaire (in)drinklocaties voor jongeren. In keten wordt doorgaans veel gedronken door (minderjarige) jongeren. Door het hoge alcoholgebruik in keten vormen zij een gevaarvoor de volksgezondheid en kiezen steeds meer gemeenten voor het voeren van een beperkend keetbeleid. Inmiddels telt Nederland naar schatting ruim 1500 keten. Dat er in Zeeland ook keten zijn lijkt vrij duidelijk, echter goed zicht op het totaal aantal keten en de aard ervan is niet bekend. Beleid ontwikkelen op een fenomeen waar weinig tot niets over bekend is lastig. Er zal daarom eerst nader onderzoek worden gedaan naar het indrinkgedrag van jongeren om vervolgens te kunnen bepalen welk beleid waar relevant kan zijn. Interventie: • Het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek naar het indrinkgedrag van jongeren in Zeeland. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek zal beleid worden ontwikkeld; • Aanpak van alcohol- en drugsgebruik op overlastplekken binnen de Zeeuws-Vlaamse gemeenten.
e. Handhaving leeftijdsgrenzen. De belangrijkste handhavingopdracht van het uitvoeringsplan is het verbeteren van de naleving van de leeftijdsgrenzen bij alcoholverkoop. Er zal op vier onderdelen worden ingezet: • Intensievere handhaving van de leeftijdsgrenzen organiseren. Samen met de nVWA (nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit), die al leeftijdsinspecties heeft uitgevoerd in de regio, zal een geïntensiveerd handhavingsplan tot eind 2013 worden ontwikkeld. Aanbeveling is hotspots voor alcoholverkoop minimaal 4 keer per jaar te inspecteren. • Horecastappenplan implementeren Naast de handhaving vanuit de nVWA zal er ook een bestuurlijk handhavingstraject worden uitgewerkt. Een horecastappenplan wordt hiervoor ontwikkeld. Uitgangspunt is dat ondernemers bij het derde boeterapport hun vergunning tijdelijk kwijt raken. Ook wordt bekeken of horecagelegenheden die leeftijdsgrenzen hebben overtreden verplicht kunnen worden hun personeel een bartraining te laten volgen. • Mystery shopping STAP heeft een methode voor mystery shopping ontwikkeld samen met de Universiteit Twente. Hiermee kan de naleving geëvalueerd worden. Op deze manier kan een nulmeting worden uitgevoerd op basis waarvan later kan worden bepaald in hoeverre de naleving is toegenomen. De werkgroep onderzoek en monitoring begeleidt dit onderzoek. Afhankelijk van de gekozen methodiek kunnen verkopers met de specifieke resultaten worden geconfronteerd zodat concreet aan oplossingen gewerkt kan worden. 8
Lijst agendapunten nr. 4b
•
Handhavingscommunicatie Samen met de communicatiedeskundige en de nVWA zal een plan worden gemaakt voor het communiceren van de handhavingsresultaten. Doel is het vergroten van de subjectieve pakkans bij alcoholverkopers. Ook de handhavingsacties van de politie kunnen in dit plan worden opgenomen. Interventie: Het samen met de nVWA opstellen van een handhavingsplan ten aanzien van leeftijdgrenzencontroles. Daaraan gekoppeld wordt er een horecastappenplan ontwikkeld voor de bestuurlijke handhaving richting overtreders van de leeftijdsgrenzen voor verkoop.
f. Halt-afdoening. Uitgangspunt van de Halt-afdoening voor alcoholgerelateerde delicten is dat jongeren, die onder invloed van alcohol een licht vergrijp begaan, beter met een pedagogische maatregel benaderd kunnen worden dan met (enkel) een geldboete. Het begint met een procesverbaal van de politie met een verwijzing naar Halt. Halt roept de jongere én de ouders op voor een gesprek, waarin de leerstraf ter sprake wordt gebracht. Is er sprake van schade tengevolge van vernielingen dan wordt een schaderegeling getroffen. Vervolgens worden de jongere én de ouders verwezen naar een training, bestaande uit twee bijeenkomsten van 2,5 uur voor uitsluitend jongeren en een aparte bijeenkomst van 2 uur voor ouders. Jongeren krijgen daarnaast nog een huiswerkopdracht. De boete- of kanskaartmaatregel wordt momenteel al uitgevoerd in verschillende regio’s. De effectiviteit van de interventie valt of staat met de wijze waarop handhavers jongeren doorverwijzen naar Halt. Hierbij speelt de politie een belangrijke rol, maar ook gemeentelijke BOA’s kunnen hier aan bijdragen. Interventie: Het introduceren van de alternatieve straf voor alcoholgerelateerde vergrijpen.
9
Lijst agendapunten nr. 4b
PIJLER VROEGSIGNALERING Binnen deze pijler is het belangrijkste doel om gezondheidschade als gevolg van langdurig alcoholgebruik te voorkomen. a.
Het tot stand brengen van een keten van opsporing / signalering, doorverwijzing en behandeling. Het trainen van professionals en vrijwilligers in het herkennen van alcoholverslaving is nodig om in een zo vroeg mogelijk stadium jongeren toe te kunnen leiden naar de juiste hulpverlening. Ook moet worden bekeken of het huidige zorgaanbod voldoet. Indigo Preventie speelt in deze keten een belangrijke rol met de inzet van ‘straathoekwerkers’; deze inzet heeft naast bewustwording van de drinkende jongeren van hun problematiek, ook tot doel deze jongeren door te verwijzen naar passende zorg. In kaart gebracht moet worden of deze passende zorg voldoende aanwezig is. Interventies: • Het scholen van intermediairs in zorg en onderwijs om verslavingsproblematiek te herkenen en aan te pakken; • Verslavingszorg in beeld brengen en houden en hiaten in de keten zichtbaar maken.
10
Lijst agendapunten nr. 4b
ONDERZOEK EN MONITORING Voor het slagen van een aanpak ‘jeugd en alcohol’ is het beschikken over de juiste en voldoende informatie van groot belang. Door het doen van onderzoek en het uitvoeren van een monitor kunnen we in de gewenste informatie voor het project voorzien. Het is de bedoeling om informatie te verzamelen door onderzoek en het uitvoeren van een monitor. De gegevens zijn over jeugd en alcohol zijn nodig om meer te weten te komen over de omvang, de specifieke kenmerken en de ontwikkeling van het vraagstuk jeugd en alcohol. Ook is dit van belang om te kunnen communiceren over het vraagstuk, om aandacht te kunnen krijgen van media en om specifieke doelgroepen bij het vraagstuk te betrekken. COMMUNICATIE Een van de belangrijkste instrumenten om draagvlak te creëren is communicatie. Er wordt een Zeeuws-Vlaams communicatieplan opgesteld dat aansluit op het Zeeuwse communicatieplan. Alle bij de doelstelling betrokken organisaties worden betrokken bij het uitdragen van de communicatieboodschap. In dit kader kan bijvoorbeeld gedacht worden aan gezamenlijke communicatie (voorlichting) via de Centra voor Jeugd en Gezin. UITVOERINGSTRUCTUUR EN AFSTEMMINGAFSPRAKEN In verband met de uitvoering is een stuurgroep gevormd door de portefeuillehouders volksgezondheid van de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten. Verder is er een projectgroep waarin de verschillende samenwerkingspartners zijn vertegenwoordigd. Het doel van de projectgroep is het aansturen en monitoren van de uitvoering van het actieplan. Vaste vertegenwoordigers in de projectgroep zijn de GGD Zeeland, Indigo Preventie, de welzijnsstichtingen van Hulst en Sluis, het jeugdjongerenwerk van Terneuzen en de politie. De overige samenwerkingspartners, zoals Maatschappelijk Werk Zeeuws-Vlaanderen, Centra voor Jeugd en Gezin worden bij de projectgroep betrokken op het moment dat dit voor hen relevant is.
11
Lijst agendapunten nr. 4b
PLANNING Voor de planning van het actieplan Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen gaan we voor een groot deel uit van die van het Zeeuwse uitvoeringsplan. De Zeeuws-Vlaamse gemeenten zijn vertegenwoordigd in de verschillende werkgroepen van het Zeeuwse project. In samenwerking met vertegenwoordigers van de andere Zeeuwse gemeenten wordt gewerkt aan concrete invulling van de interventies, die vervolgens in de eigen regio, op maat worden geïmplementeerd. In de planning wordt rekening gehouden met 3 fasen van uitvoering: de beleidsvoorbereiding of – ontwikkeling, de implementatie en de handhaving van beleid. De planning van het project loopt voor Zeeuws-Vlaanderen tot en met 2014.
Pijler Educatie en bewustwording
2011
2012
2013
2014
2011
2012
2013
2014
2011
2012
2013
2014
2011
2012
2013
2014
2011
2012
2013
2014
Bewustwording ouders Schoolbeleid Aanpak per kern (APK) Trainen barpersoneel Aanpak jeugd en alcohol in het ziekenhuis Bewustwording jongeren DGSG / debatten
Pijler Regelgeving en Handhaving Ontwikkelen evenementenbeleid Reclamebeleid Keurmerk veilig uitgaan / convenant Hulst Aanpak indrinkgedrag* Aanpak alcohol/drugsgebruik overlastplekken Handhaving leeftijdsgrenzen Horecastappenplan Mystery shopping Handhavingscommunicatie Halt-afdoening Informeren evenementen/horeca Pijler Vroegsignalering Scholing herkenning verslavingsproblematiek Verslavingszorg in beeld Onderzoek en Monitoring Rapportage informatie uit bestaande monitors Nulmeting jongeren/ouders (houding/kennis) Mystery shopping Onderzoek naar indrinken (o.a. in Hulst) Aanpak jeugd en alchol in het ziekenhuis Evaluatie blaasacties* Communicatie Communicatieplan Zeeuws-Vlaams •
Planning nog onbekend
Beleidsontwikkeling/-voorbereiding Beleidsimplementatie/-uitvoering Handhaving van beleid
12
Lijst agendapunten nr. 4b
FINANCIERING Begroting Project Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen 2011 - 2015 Lasten Educatie en Bewustwording a. Bewustwording Ouders/scholen/jongeren b. Aanpak per kern c. Trainen van vrijwilligers in de sport d. Aanpak jeugd en alcohol in het ziekenhuis Handhaving en Regelgeving a. Ontwikkeling evenementenbeleid b. Beperken alcoholreclame c. Keurmerk veilig uitgaan d. Indrinkgedrag jongeren e. Handhaving leeftijdgrenzen f. Haltafdoening Vroegsignalering a. Ketenaanpak Communicatie Zeeuws-Vlaamse en Zeeuwse publiekscampagnes/manifestaties en inzet sociale media Kosten totaal
2011
2012
2013
2014¹
€ 89.150,00
€ 87.900,00
€ 87.150,00
€ 88.900,00
€ 1.500,00 0
€ 5.000,00 € 3.500,00
€ 3.500,00 € 3.500,00
€ 3.500,00 € 3.500,00
Pm
Pm
Pm
Pm
€ 1.500,00 € 1.500,00 € 1.000,00 Pm 0 € 2.500,00
€ 1.000,00 € 500,00 € 1.500,00 Pm 0 € 5.000,00
€ 1.000,00 € 500,00 0 Pm € 3.250,00 € 5.000,00
€ 1.000,00 € 500,00 0 Pm € 4.000,00 € 2.500,00
€ 40.500,00
€ 40.500,00
€ 40.500,00
€ 40.500,00
€ 4.500,00
€ 9.000,00
€ 9.500,00
€ 9.500,00
€ 142.150,00
€ 153.900,00
€ 153.900,00
€ 153.900,00
€ 126.900,00 € 15.250,00
€ 126.900,00 € 27.000,00
€ 126.900,00 € 27.000,00
€ 126.900,00 € 27.000,00
€ 142.150,00
€ 153.900,00
€ 153.900,00
€ 153.900,00
€ 3.965,00
€ 7.020,00
€ 7.020,00
€ 7.020,00
€ 3.508,00 € 7.777,00 € 15.250,00
€ 6.210,00 € 13.770,00 € 27.000,00
€ 6.210,00 € 13.770,00 € 27.000,00
€ 6.210,00 € 13.770,00 € 27.000,00
Baten Financiering centrumgemeente Financiering gemeenten Baten totaal Bijdragen per gemeente Hulst Sluis Terneuzen Uitgaven totaal
De bijdragen van de gemeenten zijn vastgesteld naar rato van het aantal inwoners. Daarbij heeft Terneuzen een aandeel van 51%, Hulst van 26% en Sluis van 23%.
13
Lijst agendapunten nr. 4b
Toelichting begroting. In het Zeeuws-Vlaamse project wordt voor een groot deel gebruik gemaakt van bestaande interventies. Zo vallen vele interventies onder de prestatieafspraken met Indigo Preventie, die jaarlijks worden aangescherpt. Indigo preventie wordt voor deze inzet betaald vanuit het budget (ambulante) verslavingszorg en maatschappelijke opvang, dat de centrumgemeente Vlissingen jaarlijks van het rijk ontvangt. Over dit budget wordt besloten in de stuurgroep van het CZW Bureau, de back office van het College voor Zorg en Welzijn (CZW). Momenteel ontvangt Indigo preventie voor de inzet in Zeeuws-Vlaanderen jaarlijks €126.900,00. Het projectplan Jeugd en alcohol Zeeuws-Vlaanderen is voor een groot deel op dit budget gemaakt. Het is echter niet zeker dat dit budget gedurende de projectduur (2011 – 2015) op deze manier beschikbaar blijft, vanwege een korting door het rijk op de middelen maatschappelijke opvang en een noodzakelijke herverdeling van middelen in de komende jaren. Mocht er sprake zijn van een vermindering van de middelen, dan zal de uitvoering van het project nader worden bezien. Het project zet interventies op het gebied van handhaving en regelgeving in om onder andere de beschikbaarheid van alcoholische drank voor jongeren te verkleinen. Mogelijk zal bij de ontwikkeling van instrumenten duidelijk worden dat er te weinig handhavingcapaciteit aanwezig is bij gemeenten. Ook dit probleem zal, als het zich voordoet, te zijner tijd worden voorgelegd.
14
Lijst agendapunten nr. 4b