Actieplan Centrum Delfzijl
2012 - 2022
Actieplan Centrum Delfzijl
Inhoud Voorwoord
3
5
5 6
7
7 9 17 21
24
25
25 25 25 25 25 26
26
26 26 26 26
27
1. De opgave • Wonen en leefbaarheid in de Eemsdelta • Investeringsprogramma Delfzijl 2. Het actieplan centrum • Omgaan met krimp • Versterking van het centrum • Herstel van de vesting • Verbinding met de zee 3. De projecten Versterking van het centrum • Invullen lege plekken • Herstructurering kernwinkelgebied • Herontwikkeling De Vennen • Gebiedsregie • Culturele agenda • Sociale infrastructuur Herstel van de vesting • Reconstructie Stationsweg en Stationsplein • Herstel Singelgracht • Aanleg Vestingboulevard • Herstel Zeedijk Verbinding met de zee
1
• • 4.
5.
6.
7.
Inrichting Dijkzone Vernieuwing zeestrand Het tijdschema • Van plan naar uitvoering • Doorlooptijden • Het planningsschema De investeringen • Infrastructurele werken • Overige investeringen • Toelichting op de tabel • Overzicht projecten De financiering • Beschikbare ruimte • Besparingen • Externe financiering • Financiële strategie Samenvatting • • •
27 27
28
28 28 29
30
30 30 30 31
34
34 34 34 35
36
Een compact en aantrekkelijk centrum Water en groen Recreatie aan zee
36 37 37
2
Voorwoord
Koers 2022 Vorig jaar hebben wij in ons Integraal Investeringsprogramma geschetst hoe wij voor de gemeente Delfzijl de toekomst zien. We hebben een belangrijke opgave die we samen met inwoners, ondernemers, instanties en organisaties willen aangaan. Met het afnemende inwonertal verandert de bevolkingssamenstelling. Om ons gebied leefbaar te houden willen we voor onze dorpen, wijken en het centrum kwalitatief goede woningen beschikbaar hebben, passend bij de behoeften van de inwoners. Daarnaast wil de gemeente regionale voorzieningen blijven bieden, zoals goede zorginstellingen, een stevige onderwijsketen, een aantrekkelijk winkelcentrum en een ruim aanbod aan culturele activiteiten. Dat is voor ons de koers voor de komende tien jaar. Een belangrijke partner om deze koers te houden en het einddoel van een leefbaar gebied te bereiken is voor ons de provincie. De provincie Groningen gaat samen met de gemeenten Delfzijl, Oldambt en De Marne werken aan een actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid. Doel hiervan is een extra impuls te geven aan de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord (Oost) Groningen, om er zo aan bij te dragen dat het in deze regio ook in de toekomst prettig wonen en werken is. De provincie heeft ervoor gekozen dit te doen door extra te investeren in twee kernen met een (boven)regionale functie: Winschoten en Delfzijl, en in een gemeente met een bijzondere opgave: De Marne. Concreet gaat het daarbij om de verbetering van de centra van Winschoten en Delfzijl en om de ontwikkeling/transformatie van Lauwersoog en de uitvoering van het woon‐ en leefbaarheidsplan van De Marne. Inmiddels heeft de provincie 30 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het actieprogramma bovenop de al beschikbare middelen voor de Eemsdelta en voor de leefbaarheid in de krimpgebieden. Bovendien zijn voor elke gemeente uitvoeringsprogramma’s opgesteld. Het vervolg van het Integraal Investeringsprogramma ligt voor u: het Actieplan Centrum Delfzijl. In dit actieplan staat in concrete projecten uitgewerkt waaraan we de komende jaren in het centrum gaan werken. In uitvoeringsplannen, kostenramingen en tijdsschema’s geven wij aan hoe we voor het centrum de komende tien jaar aan de slag gaan. Daarbij kiezen wij voor drie hoofdlijnen. Ten eerste ontwikkelen we een compact en aantrekkelijk centrum. Daarnaast kleurt het groene karakter van ons cultuurlandschap het centrum van ons stedelijk gebied. En als derde versterken we de verbinding met de zee, waardoor een aantrekkelijk recreatief gebied ontstaat.
3
De steun die wij vanuit de provincie krijgen, is gericht op het centrum maar heeft een sterke invloed op de ontwikkelingen die voor de wijken en dorpen zijn ingezet. De concrete actieplannen voor de dorpen en de wijken zijn nog in ontwikkeling. Maar de samenwerking aan onze toekomst staat ook in deze gebieden niet stil. Dat gaat onder het motto ‘Nait zoezen moar broezen’. Het is bemoedigend om te zien hoe inwoners, ondernemers, instellingen en organisaties samen met de gemeente vorm geven aan de koers die we hebben uitgezet. Dat doen we nu heel concreet en samen zoekend naar de beste vorm. Maar in de volle overtuiging dat we ons sterk maken voor een prachtig gebied. Emme Groot Burgemeester gemeente Delfzijl Mei 2013.
4
1.
De opgave
Delfzijl is één van de belangrijkste economische centra van Noord‐Nederland. Vroeger een strategisch gelegen vesting bij de mond van het Damsterdiep, later groeikern, centrum van industrie en belangrijke zeehaven. De economische activiteit is nog steeds indrukwekkend, maar ze biedt onvoldoende werkgelegenheid voor de inwoners van Delfzijl. Als gevolg daarvan neemt de bevolking al enkele decennia af. Het streefgetal van 85.000 inwoners werd nooit bereikt, in plaats daarvan daalde het aantal inwoners tussen 1990 en 2012 van 32.000 naar 26.000, dat is een afname van bijna 1% per jaar. Delfzijl is daarmee de snelst krimpende gemeente van Nederland.
Wonen en leefbaarheid in de Eemsdelta De gevolgen van de krimp voor de gemeente en de regio zijn in kaart gebracht in het Woon‐ en Leefbaarheidsplan Eemsdelta dat 35 partijen in de regio in 2012 gezamenlijk opstelden. De bevolkingsdaling gaat hand in hand met vergrijzing en ontgroening, waardoor de behoefte aan zorg toeneemt, terwijl het draagvlak voor de voorzieningen juist daalt. Scholen krijgen minder leerlingen zodat ze moeten sluiten. Winkels, die door het winkelen online toch al in de gevarenzone zitten, houden nog minder klanten over door de krimp. Woningen staan leeg, zijn onverkoopbaar of onverhuurbaar en er ontstaan gaten in de dorpen en de wijken. Het woon‐ en leefbaarheidsplan Eemsdelta noemt een groot aantal maatregelen om de kwaliteit van het wonen en leven in de regio te verbeteren. Daarvoor zijn keuzes nodig, want onderwijs, medische zorg en andere onmisbare voorzieningen kunnen niet meer overal geboden worden. Daarom onderscheidt het plan drie soorten kernen: regionale centra met een uitgebreid pakket aan dagelijkse en niet‐dagelijkse voorzieningen, centrumdorpen waar vooral de dagelijkse voorzieningen te vinden zijn zoals basisschool, huisarts, levensmiddelenwinkel en openbaar vervoer. En woondorpen met een beperkt voorzieningenniveau. Delfzijl is het voornaamste regionale centrum. Het woon‐ en leefbaarheidsplan Eemsdelta onderscheidt drie categorieën kernen: woondorpen, centrumdorpen en regionale centra. Delfzijl is het voornaamste regionale centrum.
5
Investeringsprogramma Delfzijl Om de functie van Delfzijl als regionaal en economisch centrum te behouden zijn maatregelen nodig, zowel op het gebied van het wonen als op het gebied van de voorzieningen. Ze zijn beschreven in het Integraal Investerings Programma Delfzijl 2012‐2022 (IIP) dat de gemeenteraad in februari 2013 vaststelde. Investeringen zijn nodig om bij een afnemende woningbehoefte de kwaliteit van wijken en dorpen op peil te houden. Daarnaast moet Delfzijl regionale voorzieningen blijven bieden zoals een goed zorgcluster, stevige scholen, inclusief voortgezet en beroepsonderwijs, een aantrekkelijk winkelcentrum en een divers cultureel aanbod. Het programma bevat tientallen projecten met een totale waarde van circa € 50 miljoen. Daarvan is 15 % bestemd voor de dorpen, 25 % voor de wijken en 60 % voor het centrum van Delfzijl. Deze investeringsopgave overstijgt de financiële draagkracht van Delfzijl. De gemeente kampt met afnemende inkomsten als gevolg van de daling van het inwonertal en bezuinigingen bij de rijks‐ en provinciale overheid. Daarnaast daalt de waarde van verworven gronden en vastgoed en moet de gemeente ingrijpend afwaarderen. Krimpgelden, toegekend in het kader van het financieel arrangement Eemsdelta, zijn niet toereikend om de kloof tussen inkomsten en noodzakelijke investeringen te overbruggen, er is extra ondersteuning nodig, met name voor de opgave in het centrum van Delfzijl. Om deze opgave concreet te maken hebben de gemeente Delfzijl en de provincie Groningen samen dit Actieplan Centrum Delfzijl opgesteld. In het plan zijn de investeringsprojecten van het IIP uitgewerkt in uitvoeringsplannen met kostenramingen en tijdschema’s. Het gaat niet alleen om ingrepen in de ruimtelijke sfeer, maar ook om economische, sociale en culturele programma’s. Zo ontstaat een compleet beeld van de benodigde inspanningen en de benodigde financiële middelen in de komende jaren. Met dit actieplan willen gemeente en provincie de krimp tegemoet treden en een versnelling brengen in de uitvoering van het Integraal Investerings Programma. Veranderingen in het centrum van Delfzijl hebben effecten op de woningvoorraad en het voorzieningenniveau in de wijken en de dorpen. Daarom werkt de gemeente inmiddels ook aan actieplannen voor de dorpen en de wijken van Delfzijl. De verhouding tussen de investeringen in het centrum, de wijken en de dorpen is daarbij in overeenstemming met het IIP. In dit Actieplan Centrum Delfzijl wordt eerst ingegaan op het verschijnsel krimp en de betekenis die het heeft voor het centrum van Delfzijl. Het wensbeeld in het IIP voor het centrum wordt in hoofdstuk 2 toegelicht en vertaald in concrete plannen, afgestemd op de meest recente ontwikkelingen en inzichten. Hoofdstuk 3 beschrijft daarna de voorgestelde investeringsprojecten, waarvan in hoofdstuk 4 de uitvoeringsplanning wordt aangegeven. Hoofdstuk 5 bevat een raming van de benodigde investeringen en hoofdstuk 6 brengt de financiering in beeld. Het Actieplan sluit af met een samenvatting, hoofdstuk 7.
6
2.
Het Actieplan Centrum Delfzijl
Omgaan met krimp Veel Nederlandse steden hebben te maken met een daling van het aantal inwoners. Er komen minder huishoudens en meer ouderen. Die bevolkingsontwikkeling blijkt ondanks economische impulsen niet of nauwelijks te keren. Praten over krimp is lang taboe geweest, ook in Delfzijl. Veel mensen zijn bang dat het verschijnsel erger wordt als je er over praat, maar daarmee wordt de werkelijkheid ontkend en loop je achter de feiten aan. Beter is de krimp onbevangen tegemoet te treden en op tijd de nodige initiatieven te ontwikkelen. Die liggen op allerlei terreinen zoals in het woon‐ en leefbaarheidsplan Eemsdelta duidelijk is geworden. Onderwijs, medische zorg, winkelen, verkeer en vervoer ondervinden de gevolgen van de krimp en moeten daarop worden aangepast. Daarnaast is krimp ook een ruimtelijk verschijnsel. Je ziet het in het straatbeeld, er ontstaat veel lege ruimte die om een nieuwe invulling vraagt. Het programma Groen voor Rood is een voorbeeld van het hergebruik van lege ruimte in Delfzijl. In het Integraal Investerings Programma 2012‐2022 heeft Delfzijl gekozen voor een offensieve benadering van de krimp. Niet afwachten tot het allemaal minder wordt, maar nu al aan de slag om bestaande kwaliteiten te behouden en waar mogelijk ook nieuwe kwaliteiten toe te voegen. Zodat wonen, werken en recreëren in Delfzijl aantrekkelijk blijft. Misschien met minder mensen, maar wel beter.
Het wensbeeld in het Investeringsprogramma Het IIP 2012‐2022 schetste voor het centrum van Delfzijl een wensbeeld 2.0 voor het jaar 2030 met als centrale thema’s het behoud van de haven en het industriepark aan de oostkant, het vergroten van het contact met de zee en het respecteren van de historie van de stad. Het IIP stelt een aantal interventies voor die in drie sporen te verdelen zijn, namelijk het versterken van het centrum, het herstellen van de historische vestingstructuur en het leggen van de verbinding met de Waddenzee. De sporen zijn verschillend van karakter. In het centrum worden bestaande, urgente problemen aangepakt door leegstand en slijtage te bestrijden, open plekken in te vullen en gebieden te herontwikkelen. Bij de andere sporen gaat het niet om probleembestrijding, maar om het scheppen van nieuwe kwaliteiten en condities die Delfzijl in de toekomst sterker en aantrekkelijker kunnen maken en nieuwe werkgelegenheid kunnen opleveren. Het actieplan heeft dus twee gezichten, het pakt tekorten aan en creëert nieuwe kansen.
7
Het wensbeeld voor het centrum uit het Integraal Investerings Programma Delfzijl. Het wensbeeld kiest voor versterking van het centrum, het herstellen van de oude vestingstructuur en het verbeteren van de verbinding met de Waddenzee.
In het actieplan zijn de drie sporen van het wensbeeld uitgewerkt in een programma dat voor 2020 te realiseren is. Dat heeft onder meer geleid tot enkele bijstellingen van het wensbeeld, waarvan de belangrijkste zijn:
•
In het wensbeeld was aangenomen dat de Oosterveldweg bij de Keerweerbrug zal worden onderbroken en deels verwijderd, maar dat lijkt op korte termijn niet realistisch. In het actieplan hebben we de Oosterveldweg gehandhaafd;
•
In het wensbeeld is gerekend met een flinke woningbouwopgave voor het centrum van Delfzijl. Het is onzeker of daarvoor de komende jaren voldoende draagvlak is, daarom houdt het actieplan rekening met minder nieuwe woningen;
•
In het wensbeeld is uitgegaan van een afnemende parkeerbehoefte bij het winkelcentrum van Delfzijl. Dat is echter niet gewenst, daarom kiest het actieplan voor handhaving en zo mogelijk uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen bij het centrum;
8
•
In het wensbeeld is bestaande oudere woonbebouwing ten oosten van het Vennenplein weggetekend, maar dat is voorlopig niet aan de orde. Het actieplan houdt rekening met behoud van deze panden.
Met deze bijstellingen in het achterhoofd is het wensbeeld verder ingevuld en uitgewerkt tot een concreet uitvoeringsprogramma voor de komende jaren. Het actieplan is daarmee te beschouwen als het wensbeeld 3.0 dat al in het IIP werd aangekondigd. Leidend bij de uitwerking waren de drie sporen die in het IIP werden onderscheiden. We lichten ze hieronder toe.
Versterking van het centrum Compact winkelen Het centrum van Delfzijl heeft last van leegstand. Dat is het gevolg van autonome ontwikkelingen zoals de toenemende mobiliteit en de opkomst van het telewinkelen, maar de krimp doet daar een schepje bovenop. Het gevolg is dat er gaten vallen in het winkelfront die de kwaliteit van het centrum verder aantasten. In het IIP is aangegeven dat een herstructurering en kwaliteitsverhoging van het midden‐ en kleinbedrijf gewenst is, waarbij winkels en voorzieningen ‘van buiten naar binnen’ worden verplaatst en het totale winkelvloeroppervlak afneemt met tenminste 30%. Zo krijgt Delfzijl een compacter en aantrekkelijker winkelcentrum en blijft werkgelegenheid in het midden‐ en kleinbedrijf behouden. De in het IIP aangegeven vorm van het toekomstig kernwinkelgebied is overgenomen in het actieplan. Het winkelen wordt daarin geconcentreerd in de oude kern van Delfzijl, met de Land‐ en Waterstraat als belangrijkste winkelstraten en de verbinding tussen deze straten, de School/Post/Willemstraat als toekomstige hoofdroute. De in 1970 toegevoegde winkels rond het Vennenplein komen te vervallen, de flat zal worden gesloopt en de winkels worden verplaatst naar het nieuwe kernwinkelgebied. Zo ontstaat een compact en aantrekkelijk centrum met een vloeroppervlak van maximaal 20.000 m2 winkelvloer. De twee bestaande supermarkten aan het Vennenplein passen niet binnen de historische bebouwing van Oud‐Delfzijl, ze zijn daarvoor te groot. Daarom blijven ze gehuisvest aan de rand van het nieuwe centrum in de omgeving van het Vennenplein. De meest waarschijnlijke locatie voor Albert Heijn is de bestaande vestiging aan het Vennenplein, bij voorkeur met een flinke opfrisbeurt van het gebouw. Voor de supermarkt Lidl lijkt herhuisvesting in één van de bestaande panden aan het Vennenplein een goede mogelijkheid. De onderstaande kaart laat zien waar het nieuwe kernwinkelgebied is gesitueerd. Aangegeven zijn de zogenaamde bronpunten of trekkers, zoals de Hema en de twee supermarkten, en een groot parkeerterrein ten noorden van het winkelcentrum. Bij deze herstructurering van het centrum
9
hoort een nieuwe inrichting van de winkelstraten met mooie, duurzame materialen en moderne energiebesparende verlichting. Het toekomstige kernwinkelgebied van Delfzijl. Een vloeroppervlak van maximaal 20.000 m2 en concentratie in het oude hart van Delfzijl. Verder een goede spreiding van de trekkers en royaal parkeren op het nieuwe Vennenplein.
De herstructurering van het kernwinkelgebied vraagt om een financieel instrumentarium in de vorm van een Vastgoedfonds, dat zal worden ingezet voor de volgende interventies: • Het stimuleren en ondersteunen van bedrijfsverplaatsingen van buiten naar binnen, inclusief nieuwe huisvesting voor de ondernemers van de Vennenflat; • Het verbeteren van de bestaande winkelfronten in het centrum; • Het aankopen en/of herontwikkelen van strategische locaties; • Het stimuleren van nieuwe bestemmingen in lege winkelpanden en overige beeldbepalende gebouwen buiten het kerngebied via bijdragen voor verbouwing tot woning of ombouw tot praktijkruimte, herstel van historische gevels en overige maatregelen. Bij de herstructurering van het winkelcentrum zal niet alleen gekeken worden naar de winkels binnen de oude vesting, maar ook naar de winkels in het gebied rond de Nieuweweg. Ondernemers die hun bedrijf willen verplaatsen naar het kerngebied kunnen een beroep doen op het fonds. Om het Vastgoedfonds optimaal te benutten komt het in beheer bij een samenwerkingsverband van publieke en private partijen zoals de gemeente Delfzijl, de provincie Groningen, MKB‐Noord
10
en anderen. De inzet en het beheer van het fonds worden vastgelegd in een verordening die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad en de externe partners. Invullen van lege plekken Op een aantal locaties in het centrum zijn in het verleden woningen gesloopt en gaten ontstaan in de bebouwing. Nieuwbouw kan zorgen voor het herstel van de historische structuur en een beter straatbeeld. Door de situering en de architectuur met zorg te kiezen kunnen de nieuwe panden bijdragen aan de kwaliteit van het oude centrum. De grond van de bouwlocaties is gemeente‐eigendom, zodat de nieuwbouw binnen afzienbare tijd kan starten. Ze biedt dan vervangende woonruimte voor de bewoners van de te slopen Vennenflat. De inrichting en de voorzieningen van de woningen kunnen afgestemd worden op de wensen van toekomstige bewoners uit de Vennenflat en andere te slopen flatgebouwen in Delfzijl. Totaal is op de locaties plaats voor 20 tot 30 nieuwe woningen.
Kleine bouwlocaties in het centrum op plaatsen waar vroeger woningen stonden. Ze bieden vervangende woonruimte voor bewoners die elders moeten vertrekken.
Herontwikkeling De Vennen In het IIP is aangegeven dat niet alleen de winkels, maar ook de flatwoningen aan het Vennenplein in de toekomst zullen verdwijnen. Op termijn kan het hele gebied De Vennen een nieuwe invulling krijgen. Bij deze herontwikkeling wordt uitgegaan van de historische situatie in het noordelijk deel van de binnenstad. Kenmerkend voor de vesting Delfzijl was een rechthoekig stratenpatroon, waarin
11
noord/zuidstraten zoals de Land‐ en Waterstraat de hoofdverbindingen vormen en de oost/weststraten meer ondergeschikte dwarsverbindingen zijn. Dit rechthoekige patroon is een praktische structuur waarin verschillende bestemmingen ook in de toekomst een plek kunnen krijgen. Daarom is voor De Vennen een rechthoekig patroon gekozen als basis voor de herontwikkeling. Bij de invulling van het raster is allereerst gezorgd voor optimaal parkeren, het toekomstig winkelcentrum kan immers niet zonder een goed gesitueerd en royaal parkeerterrein. Er is gekozen voor een nieuwe opzet, waarbij het parkeren wordt verplaatst van de “achterdeur” van de winkels naar de “voordeur”. Er komt een groot parkeerplein in het hart van het gebied. De onderstaande kaart brengt dit in beeld.
Het gebied De Vennen krijgt in de toekomst een rechthoekig stratenpatroon, dat past bij een vestingstad. Ten noorden van het nieuwe Vennenplein zijn nog verschillende invulmogelijkheden.
Op de kaart blijft het bestaande groen naast de Zeedijk, aan de bovenrand van het centrum, bewaard. Dit is een goede locatie voor een nieuwe functie in Delfzijl, namelijk een stadsboerderij, een combinatie van een kinderboerderij met landbouw en educatieve activiteiten, die je kunt bezoeken in aansluiting op het winkelen in het centrum. De locatie van de stadsboerderij is nu al beschikbaar. De verdere invulling van het toekomstige Vennengebied blijft voorlopig open, een beslissing daarover is pas nodig tegen de tijd dat de flat gesloopt gaat worden, dus in 2018/2019. De ruimte kan op veel verschillende manieren worden ingevuld. Met woningbouw in de vorm van een hofje met voorzieningen voor ouderen of vrije kavels voor zelfbouwers. Of met tuinen of parkeer‐
12
plaatsen of een combinatie van groen en bebouwing. De onderstaande tekeningen geven een aantal mogelijkheden weer.
Tuinen
Parkeerplaatsen
13
Woningbouw
Combinatie van bestemmingen. Verschillende gebruiksmogelijkheden voor het nieuwe gebied De Vennen. Bijvoorbeeld tuinen, parkeerplaatsen, woningbouw of een combinatie van bestemmingen.
Door de ontwikkeling van de nieuwe Vennen zal de verbinding tussen het centrum en de Waddenzee aanzienlijk beter worden. Tegelijk moeten de beslotenheid en de kleine schaal van de binnenstad bewaard blijven. Hoe het gebied er precies uit komt te zien is nu nog niet te zeggen, hier ligt nog een ontwerp‐opgave voor de toekomst.
14
Centrum voor iedereen Bij de bouw van nieuwe woningen en de herbestemming van bestaande panden zal gezocht moeten worden naar diversiteit in bestemming en gebruik. Zowel zorgconcepten op maat voor ouderen als studentenhuisvesting of woon‐ en werkruimte voor ZZP’ers. Het centrum moet in de toekomst dynamisch en gemengd blijven. Goede bereikbaarheid en royaal parkeren Het actieplan kiest voor behoud van de bestaande verkeersstructuur van Delfzijl, met inbegrip van de Oosterveldweg. Wel zijn op termijn aanpassingen gewenst in de breedte van de wegen en de afmetingen van de kruisingen, want het verkeer neemt langzaam maar zeker af. Daarnaast zal het beloop van de Stationsweg en het Van den Kornputplein veranderen. Hier wordt de oude route teruggebracht zodat er ruimte ontstaat voor het herstel van de voormalige vestingwerken. De toekomstige verkeersstructuur is te zien op de onderstaande kaart. In het actieplan blijft de bestaande verkeersstructuur behouden. Wel verdwijnt de “slinger” bij het station. De straten rond het centrum kunnen in de toekomst minder breed worden.
15
Ook voor het parkeren zijn de wijzigingen in het actieplan beperkt. Het centrum houdt de bestaande parkeercapaciteit van minimaal 1070 plaatsen, waarbij alleen de locaties zullen veranderen. Sommige verspreide parkeerterreintjes in het centrum komen te vervallen als gaten in de bebouwing worden gedicht. Daardoor ontstaat minder versnippering, het parkeren vindt vooral plaats op grotere parkeerterreinen. Bij het winkelcentrum worden de parkeerplaatsen zo dicht mogelijk bij de winkels gesitueerd om de bezoekers maximaal te faciliteren. De parkeerruimte voor het gemeentehuis wordt, net als de Stationsweg en het Johan van den Kornputplein, verplaatst om ruimte te maken voor het herstel van de vestingstructuur. Een goede vervangende locatie is het voormalige rangeerterrein ten oosten van het station, dat binnenkort beschikbaar komt. Ook is een optie om een deel van de Damsterkade voor parkeren te gebruiken. In dat geval kan het aantal plaatsen in het centrum stijgen van 1077 naar ongeveer 1200, zie de onderstaande kaartjes:
Het parkeren in het centrum nu en in de toekomst. Het aantal plaatsen kan stijgen door nieuwe parkeerterreinen aan de rand voor langparkeerders.
Bij deze wijzigingen in het parkeren is in de toekomst een onderscheid gewenst tussen kort‐ en langparkeerders. De parkeerterreinen in het centrum moeten zoveel mogelijk bestemd zijn voor kortparkeerders (zoals winkelbezoekers) en bewoners. De langparkeerders, zoals de medewerkers van het gemeentehuis en het winkelpersoneel, kunnen terecht op de terreinen aan de rand. Het invoeren van een blauwe zone is een goed middel om lang‐ en kortparkeren te onderscheiden.
16
Gebiedsregie Om de grote veranderingen in de woon‐ werk‐ en leefomgeving in het centrum goed te kunnen communiceren met de bewoners en andere belanghebbenden is gebiedsregie een essentieel onderdeel van het actieplan. De gebiedsregisseur zorgt voor tijdig en zorgvuldig overleg met betrokkenen en voor ondersteuning van bewonersactiviteiten die bijdragen aan een goed verloop van het veranderingsproces. Culturele agenda Het centrum van Delfzijl moet meer dan nu op het netvlies van bezoekers komen en daarvoor zijn culturele activiteiten van groot belang. Het centrum moet gaan bruisen en dat kan als de culturele agenda van Delfzijl wordt uitgevoerd. Die omvat per jaar tenminste 1 grote publiekstrekker in de zomer en daarnaast een aantal kleinere evenementen. Ook kunst wordt ingezet om het centrum aantrekkelijker te maken. Sociale infrastructuur Voor een aantrekkelijk woon‐ en leefklimaat zijn goede zorgvoorzieningen essentieel. Voor het centrum wordt gedacht aan woonservice‐concepten, afgestemd op de wensen van ouderen. Daarnaast zal de gemeente zorgvuldig en op maat zorg moeten inkopen als gevolg van de transitie op het gebied van AWBZ en jeugdzorg. De zelfredzaamheid en eigen kracht van de centrumbewoners kan worden gestimuleerd door het starten van een sociaal team en het opzetten van projecten.
Herstel van de vesting Het centrum van Delfzijl was ooit een besloten, door wallen en grachten omgeven binnenstad, zoals te zien is op de maquettefoto uit het museum van Delfzijl. De intimiteit en samenhang zijn echter verdwenen door de sloop van gebouwen en vestingwerken en de demping van het water. Het centrum kent veel lege ruimte en bestaat uit fragmenten met weinig samenhang. Het mist een eigen identiteit en een aantrekkelijke uitstraling voor bezoekers. Delfzijl rond 1830. Rechts de wierde met de kerk, in het midden de Land‐ en Waterstraat en links de open velden met de militaire arsenalen. Rond het centrum de bastions en grachten van de vesting.
17
De aanleiding voor het verdwijnen van de wallen en een groot deel van de grachten was de aanleg van de spoorlijnen aan het eind van de 19de eeuw. Veel water werd gedempt en het centrum kreeg een ring van sporen aan de noordkant.
Delfzijl in 1927. De vestinggracht heeft plaats gemaakt voor treinsporen. De opstelsporen achter het station verdwijnen de komende jaren, maar dat geldt niet voor de goederenspoorlijn naar de haven.
In het IIP is gekozen voor het oppakken van de cultuurhistorie van Delfzijl. Het IIP laat zien dat het herstellen van de oude vestingstructuur een goed middel is om het centrum aantrekkelijker te maken en een eigen identiteit te geven. In het IIP is daarbij uitgegaan van het aanbrengen van een nieuwe waterpartij vanaf de Damstersingel tot diep in Kwelderland, met op het terrein van de vroegere fabriek van Maring een beschutte ruimte, het zogenaamde Vestingstrand. Het water zou bevaarbaar moeten zijn voor schepen, ook met een hoge mast. In het wensbeeld van het Integraal Investeringsprogramma was nieuw vaarwater gedacht tussen de Damstersingel en Kwelderland, met een Vestingstrand ten noorden van het centrum.
18
Naar een nieuwe vesting In het actieplan is gezocht naar mogelijkheden om in deelprojecten het eindbeeld van het IIP te realiseren. Daarbij bleek dat de kansen voor het herstellen van de oude waterstructuur verschillen per locatie. Langs het Van den Kornputplein, tegenover het gemeentehuis, is genoeg ruimte om zowel de historische gebogen watersingel als de groenstroken en wegen terug te brengen, maar verderop, tegenover het station, ontbreekt die ruimte. Hier kan alleen een smal en recht kanaal gegraven worden dat geen relatie heeft met de historische situatie. Nog weer verder, op het voormalige Maringterrein, is de ruimte er wel, maar ontbreekt het verband met de rest van de vesting, hier ontstaat een geïsoleerd en nauwelijks herkenbaar stukje gracht. Bovendien zijn volgens het IIP hoge kosten verbonden aan het bevaarbaar maken van het nieuwe water Het onderzoek heeft geleid tot de keuze om het historische water alleen te herstellen waar dat overtuigend kan, namelijk bij de Damsterlaan en het Van den Kornputplein. Hier kan de bestaande vestinggracht worden doorgetrokken naar het station, met een nieuwe brug in het verlengde van de Julianalaan. Dit wordt, evenals de brug bij de Tasmanstraat, een hoogholtje voor voetgangers en fietsers, zodat het verkeer op de Julianalaan zal afnemen. In de overige randen van het centrum zal de oude vesting zichtbaar worden gemaakt met bomen, wallen en andere groene elementen. Dit betekent onder meer dat het eerder voorgestelde stukje gracht met vestingstrand op het Maringterrein komt te vervallen. De vesting Delfzijl zoals voorgesteld in het actieplan. Water terugbrengen waar voldoende ruimte is, bij de Damsterlaan en het Station. Verder naar het noorden geen water, maar groen. Bij de Julianalaan komt een brug voor voetgangers en fietsers.
19
Bij deze aanpak wordt de vesting van Delfzijl duidelijk te herkennen en ontstaat een aantrekkelijke toeristische wandeling door het groen en langs het water rond het centrum. De groenstructuur biedt daarnaast ruimte voor parkeren, spelen, tuinieren en andere vormen van gebruik. In de nieuwe vestingstructuur verdient het Stationsplein bijzondere aandacht. Ooit was het plein een voetgangersgebied waar je onder hoge bomen naar het winkelcentrum wandelde. Een mooie entree van Delfzijl, zowel per auto als per trein. Die situatie kan terugkomen als de bushaltes, die nu recht voor het station liggen, naar de zijkanten worden verplaatst of anders worden ingericht. Voor dit Stationsplein bestaan verschillende mogelijkheden die nog moeten worden uitgewerkt. Op de kaart is een mogelijke oplossing aangegeven, maar het kan ook anders. Beeld van het Stationsplein zoals het was rond 1925. Door de Damsterlaan en Stationsweg aan te passen en de bushaltes te verplaatsen kan opnieuw een mooie entree naar het centrum ontstaan.
Dijk met twee gezichten Om de “groene omarming” van het centrum compleet te maken zal ook de Zeedijk van gezicht veranderen. Zoals voorgesteld in het IIP wordt de binnenkant van de dijk straks groen in plaats van steenachtig en verandert het profiel. Soms komen er opgangen, bijvoorbeeld naar de Keerweerbrug en het wandelpad op de kruin. De buitenkant van de dijk houdt een meer industrieel karakter, maar met een nieuwe afwerking van de bestaande witte damwanden. Hier ligt een uitdaging voor kunstenaars en ontwerpers.
20
Bij het herstel van de oude vesting past een onbebouwde Damsterkade. Op dit buitendijkse land is plaats voor schuren, opslagplaatsen en loodsen, maar niet voor woningbouw of andere grotere gebouwen. Dat is ook om veiligheidsredenen niet gewenst. De kade kan daarnaast een functie krijgen als parkeerlocatie of beschut evenemententerrein. Door de Zeedijk aan de binnenkant weer met gras te bekleden krijgt het centrum aan alle kanten een “groene omarming”. Bij de Keerweerbrug wordt een nieuwe opgang naar boven aangelegd.
Verbinding met de zee Delfzijl was ooit met de Eems verbonden via het Damsterdiep, maar die relatie verdween door de afsluiting van het Diep en de aanleg van de Haven. Nu vormt alleen de Keerweerbrug nog een verbinding tussen het centrum en de zee, maar de afstand is groot en het contact minimaal door de leegte van het Maringterrein en de parkeerterreinen bij de Vennenflat. In het IIP is voorgesteld het contact tussen het centrum en de Eems te versterken door een tweede verbinding aan te leggen ten westen van de Keerweerbrug. Daarnaast stelde het IIP een verbetering en uitbreiding van het zeestrand voor, waarbij het strand geschikt wordt gemaakt voor grotere evenementen. Het strand en andere toeristische trekkers in de omgeving kunnen elkaar versterken en Delfzijl aantrekkelijker maken voor bewoners en bezoekers. Om na te gaan wat de toeristische potentie van Delfzijl is werd de afgelopen maanden onderzoek gedaan door externe adviseurs. De conclusie is dat Delfzijl 70.000 bezoekers per jaar kan trekken als een combinatie kan worden geboden van overdekte dagrecreatie, bezoekerscentrum, horeca en strand, met voldoende bereikbaarheid en parkeermogelijkheden. Dat biedt ook kansen voor de winkels en voorzieningen in het centrum en kan zorgen voor extra werkgelegenheid.
21
Om die kansen te verzilveren is in het actieplan extra aandacht besteed aan de toeristisch‐ recreatieve mogelijkheden van de zone tussen het centrum en de Eems. Gekozen is voor het ontkoppelen van de functies strand en evenemententerrein. Het strand is bestemd voor recreatie in en aan het water, waarbij de dijk, net als vroeger, een belangrijke rol kan spelen. De vorm van het strand is daarop aangepast, het strand bestaat uit een zandstrook langs het water, in de toekomst mogelijk uit te breiden met een kleine pier.
27
Het strand van Delfzijl in vroeger jaren. Het strand kan in een nieuwe vorm weer terugkeren.
Voor de evenementen wordt in het actieplan het terrein van Maring voorgesteld. Dit heeft al een natuurlijke tribune in de vorm van de gebogen zeedijk die met kleine aanpassingen geschikt kan worden om te zitten of te liggen. Het terrein is eigenlijk een natuurlijk amfitheater, geschikt voor openluchttheater, sport, muziek, markten en andere evenementen. Misschien kan ook het oude badpaviljoen hier weer tot leven komen. Naast het Maringterrein ligt het gebied rond het voormalige zwembad dat bij uitstek geschikt is voor de vestiging van nieuwe toeristische functies zoals een natuur‐ en waddencentrum, een uitkijkpost, bestaande of nieuwe horeca en andere publiekstrekkers. Omdat dit gebied doorloopt langs de dijk naar Kwelderland zijn de inrichtingskosten opgenomen in het Actieplan Wijken. Voor campers is in het plan een plaats gereserveerd aan de oostkant van het strand, bij het bestaande visrestaurant. Bij deze cluster van zeestrand, evenemententerrein en nieuwe toeristisch‐recreatieve trekkers horen goede verbindingen met het centrum en het station, aantrekkelijke fietsroutes op de dijk en voldoende parkeergelegenheid. Ook een veerverbinding in de zomer tussen Delfzijl en Knock zou een aanwinst zijn.
22
De Kop van Delfzijl kan met een cluster van toeristische voorzieningen ontwikkeld worden als recreatieve poort naar de Waddenzee. Het nieuwe strand moet passen in de waterhuishouding en natuurontwikkeling van het Eems/Dollardgebied.
Het spreekt vanzelf dat een toeristisch‐recreatieve ontwikkeling van de Kop van Delfzijl moet passen in de ontwikkeling van het Eems/Dollardgebied zoals onderzocht in het project Marconi, een samenwerkingsverband van rijk, provincie, gemeente en de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest. De realisatie van de verschillende voorzieningen lukt alleen als veel partijen samenwerken. Private ondernemers zullen risicodragend het waddencentrum moeten ontwikkelen en de upgrading van het zeestrand en aanleg van fietsroutes, camperfaciliteiten en andere toeristische voorzieningen vraagt medewerking van overheden en maatschappelijke organisaties.
23
3.
De projecten
De drie processen, versterking van het centrum, herstel van de oude vesting en verbinding met de zee leiden tot een groot aantal uitvoeringsprojecten die te zien zijn op de afgedrukte projectenkaart.
Overzicht van uit te voeren projecten in het actieplan. De nummers verwijzen naar de projectenlijst in dit hoofdstuk.
24
Hieronder volgt de projectenlijst, ingedeeld volgens de eerder genoemde drie sporen.
Versterken centrum A. Invullen lege plekken 1. Invulling locatie Spoorstraat. Bouw 4 tot 6 grondgebonden woningen of appartementen 2. Invulling locatie Lijnbaanstraat. Bouw 4 tot 6 grondgebonden woningen of appartementen 3. Invulling locatie Havenstraat. Bouw 12 tot 18 grondgebonden woningen of appartementen, eventueel studentenhuisvesting B. Herstructurering kernwinkelgebied 1. Zoeken vervangende ruimte voor bestaande supermarkt 2. Verplaatsing winkels van buiten naar binnen, totaal circa 9.000 m2 winkelvloer 3. Verbeteren winkelfronten 4. Herontwikkeling strategische locaties kernwinkelgebied 5. Herbestemming lege winkelpanden en beeldbepalende gebouwen 6. Herinrichting kernwinkelstraten C. Herontwikkeling De Vennen 1. Verwerving en sloop winkelruimten en appartementen laagbouw Vennenflat 2. Verwerving en sloop appartementen hoogbouw Vennenflat 3. Bouw stadsboerderij in Vennen Noord 4. Inrichting openbare ruimte De Vennen fase 1, parkeerplein en aangrenzende straten 5. Inrichting openbare ruimte De Vennen fase 2, overige straten, invulling velden voor parkeren, tuinen, park, overige 6. Uitgifte gronden voor woningbouw D. Gebiedsregie ( periode 2013/2016) 1. Inzet gebiedsregisseur en ondersteuning bewonersactiviteiten E. Culturele agenda ( periode 2013/2016) 1. Jaarlijks zomerevenement in of rond het centrum van Delfzijl
25
2. Herplaatsing kunstwerken 3. Uitvoeren verlichtingsplan Molenbergplein 4. Centrumpromotie en citymarketing
F. Sociale infrastructuur (periode 2013/2016) 1. 2.
Woonservicevoorzieningen, inkoop van zorg, zorg in de buurt Project Grip en Glans
Herstel vesting
G. Reconstructie Stationsweg en Stationsplein 1. Functiewijziging rangeerterrein NS, aanleg parkeerterrein, aanbrengen passage goederenspoor 2. Tracéwijziging Stationsweg en Damsterlaan, herstel buitenring 3. Herinrichting Stationsplein, wijziging busstation, aanleg plein met bomen H. Herstel Singelgracht 1. Herstel Singelgracht tussen Koningin Julianalaan en Damsterlaan, uitgraven water, bouw voetgangersbrug, aanleg ontsluitingsweg, bijkomende werken 2. Herinrichting Buiskoolplein en omgeving, herprofilering en aanplant bomen 3. Herprofilering Buitensingel 4. Weg langs politiebureau I. Aanleg Vestingboulevard 1. Afwaardering Stationsweg/Oosterveldweg, tracé‐ en profielwijziging en aanpassing kruisingen 2. Inrichting openbare ruimte, aanleg voetpad, inplanten groen en aanbrengen grondlichamen J. Herstel Zeedijk 1. Vergroenen binnenzijde Zeedijk en verbreding profiel 2. Uitbreiding opgangen naar boven 3. Verbeteren opgang Keerweerbrug 4. Aankleden damwanden buitenzijde Zeedijk 5. Herinrichting Damsterkade voor parkeren en overige
26
Verbinding met de zee K. Inrichting Dijkzone 1. Inrichting Maringterrein tot openbaar evenemententerrein, aanpassing dijkprofiel, opvullen en egaliseren bodem, aanbrengen meubilair 2. Bouwrijp maken Aquariumterrein voor ontwikkeling door derden (waddencentrum, uitkijkpost, infopunt, overige) 3. Aanleg camperplaats met voorzieningen in het kader van Kiek over Diek 4. Aanleg fietsroutes op de dijk in het kader van Kiek over Diek L. Vernieuwing Zeestrand 1. Uitbreiding en verbetering zeestrand, aanbrengen beschoeiing, zandpakket, overige 2. Realisatie waterprojecten in het kader van Marconi
27
4.
Het tijdschema
Van plan naar uitvoering Wanneer is er iets te zien van de uitvoering van het actieplan? Hoe lang duurt het om alle projecten tot een goed einde te brengen? Wat is de relatie tussen de verschillende activiteiten, wat moet eerst en wat kan later? Hoe zorg je dat het centrum bereikbaar blijft tijdens de werkzaamheden en dat je er kunt parkeren? Om die vragen te beantwoorden zijn de projecten geanalyseerd en in de tijd geplaatst. Het tijdschema in dit hoofdstuk geeft de uitvoeringsplanning per project. Doorlooptijden In het schema is per project aangegeven hoe lang de voorbereiding en uitvoering gaan duren. Daarbij is uitgegaan van de vroegst mogelijke start van het project. Bij veel projecten is dat startmoment al binnenkort, bij andere moeten eerst acties elders worden afgewacht. In het algemeen beginnen de projecten met een voorbereidingsperiode waarin onderzoek wordt gedaan, een plan van aanpak gemaakt of een programma van eisen (PVE) opgesteld. Meestal volgt dan een periode van overleg en inspraak, gevolgd door een principebesluit van het gemeentebestuur. Vaak zullen in deze fase al gesprekken plaatsvinden met ondernemers en ontwikkelaars, want zij zijn onmisbare partners bij de realisatie van het actieplan. Na het bestuursbesluit volgt een eventuele selectie van marktpartijen, het opstellen van het definitieve plan, het regelen van de financiering en het verlenen van vergunningen, waarna het werk kan starten. In het planningsschema is gerekend met gemiddelde doorlooptijden op basis van ervaringsgegevens, de werkelijkheid kan soms anders zijn. Sommige activiteiten in het plan, zoals bijvoorbeeld de verplaatsing van winkels of het verbeteren van gevels, hebben een min of meer continu karakter, er is hier niet één uitvoeringsmoment. Andere projecten zijn wel begrensd in tijd, ze hebben een duidelijk begin en eind. Soms is de start gekoppeld aan de planning van andere projecten. Voorbeelden daarvan zijn: • De bouw van woningen op lege plekken Bij woningbouw aan de Spoorstraat, Lijnbaanstraat en Havenstraat vervallen parkeerplaatsen en zou een parkeerprobleem in de omgeving kunnen ontstaan. Daarom starten deze projecten pas nadat er extra parkeerruimte is gemaakt op het nieuwe Vennenplein. Tegelijk mogen ze niet te lang worden uitgesteld, want ze bieden vervangende woonruimte voor de bewoners van de Vennenflat. Ook daar is in het schema rekening mee gehouden.
28
• Het herstellen van de Singel Ook bij dit project verdwijnt parkeergelegenheid, die gecompenseerd kan worden op het voormalige rangeerterrein bij het station. Daarom moet eerst het nieuwe parkeerterrein zijn ingericht voordat de wegen verlegd kunnen worden en de Singel uitgegraven. Het planningsschema Het onderstaande schema is een samenvattend overzicht van de planning per project. De afzonderlijke planningen zijn te vinden in een vertrouwelijke bijlage bij het actieplan, samen met de uitgesplitste kostenramingen. In het schema staat zoals gezegd de vroegst mogelijke start van de projecten. Uitstel is in de meeste gevallen mogelijk, maar soms zullen dan ook andere projecten in de tijd naar achteren schuiven. In het schema zijn de onderlinge relaties met pijlen aangegeven. Het tijdschema van het actieplan. De pijlen geven de relaties tussen de projecten aan.
29
5.
De investeringen
In dit hoofdstuk geven we een samenvattend overzicht van de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de projecten in het actieplan. De uitgesplitste ramingen per project zijn opgenomen in een afzonderlijke vertrouwelijke bijlage. Er is onderscheid gemaakt tussen twee kostensoorten, namelijk uitgaven voor infrastructurele werken en overige investeringen: Uitgaven voor infrastructurele werken. Dit zijn alle investeringen in civieltechnische en bouwkundige werkzaamheden die nodig zijn om de projecten te realiseren. Daaronder vallen grond‐ en graafwerkzaamheden, verplaatsing van kabels en leidingen, aanleg en verbetering van wegen, aanbrengen van beplanting, vernieuwen van de verlichting, wijziging verkeerslichten, aanbrengen van steigers, plaatsen van fietsenstallingen enzovoorts. Bij de raming van de kosten is gerekend met de netto uitvoeringskosten plus vaste opslagpercentages voor een aantal bijkomende kosten. De ramingen zijn all‐in, exclusief BTW, op het prijspeil van mei 2013. Bij de infrastructurele werken zijn ook besparingsmogelijkheden onderzocht. In de onderstaande lijst is daarmee nog geen rekening gehouden. Overige investeringen Dit zijn alle overige uitgaven ten behoeve van het herstructureren van het centrum, het herstel van de vesting en het leggen van de verbinding met de Waddenzee. Voorbeelden zijn bijdragen aan ondernemers in de verhuis‐ en herinrichtingskosten van hun winkel, bijdragen aan huurders of eigenaren van voormalige winkelpanden, bijdragen in de onrendabele top van te (ver)bouwen panden, kosten van gebiedsregie en bewonersondersteuning, ontwikkelkosten voor zorgprojecten, verwervingskosten van terreinen enzovoorts. Ook deze ramingen zijn inclusief de kosten van organisatie en exclusief eventuele BTW. Toelichting op de tabel Bij de bouwprojecten in het centrum is de aanname gedaan dat grondopbrengsten zullen worden ingezet om eventuele uitgaven van de gemeente te dekken. Er zijn dus geen afzonderlijke baten uit grondverkoop geraamd. Bij deze projecten is als investeringsbedrag het cijfer 0 ingevuld. Daarnaast zijn er projecten die inmiddels onderdeel zijn van andere plannen of programma’s. In dat geval is geen bedrag ingevuld, maar de aanduiding pm. Bij het project De Vennen is sprake van een langlopende ontwikkeling, waarbij een deel van de investeringen pas na 2020 gedaan zal worden. Omdat het actieplan zich richt op de korte termijn zijn de uitgaven na 2020 in de onderstaande lijst niet meegenomen. Het gaat om een bedrag van circa 3,7 miljoen.
30
In de onderstaande projectenlijst zijn alle kosten van het actieplan, inclusief de bijbehorende proceskosten, samengevat. Daarmee wordt een compleet overzicht gegeven van alle investeringen die tot 2020 nodig zijn om het actieplan te realiseren. Overzicht projecten Investeringen Actieplan Centrum Delfzijl Bedragen in € x 1.000, prijspeil mei 2013
Versterken centrum A. Invullen lege plekken
0
4.500 1.215 ‐‐‐‐‐‐‐ 5.715
B. Herstructurering kernwinkelgebied Vastgoedfonds midden‐ en kleinbedrijf Herinrichting kernwinkelstraten Totaal kernwinkelgebied C. Herontwikkeling De Vennen Verwerving Vennenflat Bouw stadsboerderij in Vennen Noord Inrichting openbare ruimte De Vennen tm 2020 Uitgifte gronden voor woningbouw Totaal De Vennen D. Gebiedsregie ( periode 2013/2016) Inzet gebiedsregisseur en ondersteuning bewonersactiviteiten E. Culturele agenda ( periode 2013/2016) Jaarlijks zomerevenement in of rond het centrum van Delfzijl Herplaatsing kunstwerken Uitvoeren verlichtingsplan Molenbergplein Centrumpromotie en citymarketing Totaal cultuur
6.200 100 2.010 0 ‐‐‐‐‐‐‐‐ 8.310
290
510 30 100 200 ‐‐‐‐‐‐‐‐ 840
31
F. Sociale infrastructuur (periode 2013/2016) Woonservicevoorzieningen, inkoop van zorg, zorg in de buurt Project Grip en Glans Totaal sociaal
60
25 ‐‐‐‐‐‐‐ 85
Herstel vesting G. Reconstructie Stationsweg en Stationsplein Functiewijziging rangeerterrein NS, aanleg parkeerterrein, aanbrengen passage goederenspoor Tracéwijziging Stationsweg en Damsterlaan en herinrichting Stationsplein Totaal Stationsweg, Damsterlaan, Stationsplein H. Herstel Singelgracht Herstel Singelgracht tussen Koningin Julianalaan en Damsterlaan, herinrichting Buiskoolplein en omgeving, nieuwe weg langs politiebureau I. Aanleg Vestingboulevard Aanpassing Stationsweg/Oosterveldweg, inrichting openbare ruimte, aan‐ leg voetpad, aanbrengen beplanting J. Herstel Zeedijk Vergroenen binnenzijde Zeedijk en verbeteren opgangen naar boven Aanpassen damwanden en Damsterkade Totaal Zeedijk
810 1.950 ‐‐‐‐‐‐‐ 2.760
4.250
765
475 275 ‐‐‐‐‐‐‐ 750
Verbinding met de zee K. Inrichting Dijkzone Inrichting Maringterrein tot openbaar evenemententerrein
910
32
Bouwrijp maken Aquariumterrein voor ontwikkeling door derden (Wad&Zoo, overige) Aanleg camperplaats met voorzieningen Aanleg fietsroutes op de dijk in het kader van Kiek op Diek Totaal Dijkzone L. Vernieuwing Zeestrand Uitbreiding en verbetering zeestrand Realisatie waterprojecten in het kader van Marconi Totaal zeestrand
pm1
pm pm ‐‐‐‐‐‐‐ 910
5.200 pm
‐‐‐‐‐‐‐
5.200
Samenvatting
Versterking centrum (A tot en met F), totaal tot en met 2020 Herstel vesting (G tot en met J), totaal Verbinding met de zee (K tot en met L), totaal Totaal Actieplan Centrum
15.240 8.525 6.110 ‐‐‐‐‐‐‐ 29.875
1
) Opgenomen in andere investeringsplannen
33
6.
De financiering
De ramingen in hoofdstuk 5 maken duidelijk dat het actieplan grote publieke investeringen vraagt. De totale omvang daarvan is tot 2020 niet minder dan 29,9 miljoen. Wat zijn de mogelijkheden om deze uitgaven te bekostigen? Wat kan Delfzijl betalen? Wat kunnen andere overheden, zoals rijk en provincie, of externe fondsen voor hun rekening nemen? In dit hoofdstuk een verkenning van de financieringsmogelijkheden. Beschikbare financiële ruimte Voor de uitvoering van het Investeringsprogramma zijn inmiddels een aantal budgetten vrijgemaakt. Bij het actieplan centrum gaat het om bijdragen van de gemeente Delfzijl (opgenomen in de gemeentebegroting), de regio Eemsdelta (onderdeel van het financieel arrangement) en de provincie Groningen (het programma leefbaarheid, werk en energie). Totaal komt een budget beschikbaar voor het actieplan van circa 20 miljoen euro. Dat betekent dat er een aanzienlijk verschil blijft tussen uitgaven en middelen. Wat zijn de mogelijkheden om dit verschil te verkleinen? Besparingen Bij de raming van de kosten zijn naast zekere uitgaven ook besparingsmogelijkheden in kaart gebracht. Die verschillen per project, maar maken over het geheel een substantiële kostenreductie mogelijk. Verder onderzoek moet uitwijzen welke besparing haalbaar is. Externe financiering Een andere manier om het verschil tussen budget en kosten te verkleinen is het inzetten van additionele financieringsbronnen. Belangrijke onderdelen van het actieplan, zoals het herstel van de historische vestingstructuur en het realiseren van een recreatief‐toeristische poort naar de Waddenzee lijken kansrijk voor externe financiering, bijvoorbeeld door het Waddenfonds, het provinciale fonds voor Regionale Economische Projecten of Europese fondsen. Ook hier is nader onderzoek nodig om na te gaan of bijdragen mogelijk zijn en hoe groot deze zullen zijn. Daarvoor zijn gedetailleerde aanvragen en nader overleg met de externe financiers noodzakelijk. Bij externe financiering moet rekening worden gehouden met substantiële eigen bijdragen van Delfzijl. Niet alle kosten zullen door anderen worden vergoed. Dat maakt het gewenst om eigen middelen te reserveren voor projecten waarvoor een beroep wordt gedaan op externe fondsen.
34
Financiële strategie Uit het voorgaande blijkt dat er verschillende manieren zijn om het verschil tussen budget en kosten te verminderen, maar ook dat nog niet zeker is wat het resultaat daarvan zal zijn. In afwachting daarvan is het niet verstandig nu een keuze te maken tussen de projecten. Beter kan eerst de uitkomst van nader onderzoek naar besparings‐ en bijdragemogelijkheden worden afgewacht voordat prioriteiten worden bepaald en besluiten genomen. Bij deze benadering blijft de ambitie van het actieplan voorlopig overeind. Tegelijk zal wel op korte termijn gestart moeten worden met de uitvoering van urgente projecten, we kunnen niet wachten tot alle besparings‐ en bijdragemogelijkheden zijn uitgezocht, maar moeten al in 2013 aan de slag. Waar moet dan begonnen worden? De beslissing daarover is niet moeilijk. Zoals in hoofdstuk 3 al is toegelicht liggen de meest urgente problemen van leegstand en achteruitgang in het centrum van Delfzijl. Daar moeten we naar een compacter en sterker winkelcentrum, naar herstel van de oude stadsstructuur en naar herontwikkeling van het gebied De Vennen. Zodat Delfzijl weer een concurrerend, gedifferentieerd en aantrekkelijk stadshart krijgt. De andere projecten zijn ook belangrijk, maar minder spoedeisend, het gaat daar niet om probleemoplossing, maar om nieuwe kansen om Delfzijl aantrekkelijker te maken en werkgelegenheid te scheppen. Daarom wordt voorgesteld om van het beschikbare budget van 20 miljoen euro een bedrag van 15 miljoen in te zetten voor de versterking van het centrum. Daarmee zijn alle noodzakelijke maatregelen in het hart te financieren. Het resterend bedrag van 5 miljoen wordt gereserveerd voor de cofinanciering door Delfzijl in de kosten van het herstel van de vesting en het ontwikkelen van de verbinding met de zee. Of 5 miljoen daarvoor voldoende is weten we overigens nu nog niet, dat moet later blijken. Bij deze laatstgenoemde projecten worden eventuele keuzes pas gemaakt nadat er meer duidelijkheid is over de kansen van besparingen en externe financiering.
35
7.
Samenvatting
Het Actieplan Centrum Delfzijl is een vervolg op het Integraal Investeringsprogramma 2012‐ 2022 (IIP) dat de gemeenteraad in februari 2013 vaststelde. Het actieplan is in nauwe samenwerking met de provincie Groningen opgesteld en bevat een groot aantal maatregelen om het centrum van Delfzijl de komende jaren een kwaliteitsimpuls te geven. Delfzijl is sinds enkele jaren de snelst krimpende gemeente van Nederland en dat heeft grote gevolgen voor het wonen, het winkelen, de gezondheidszorg en allerlei andere voorzieningen. Daarnaast leidt de krimp tot steeds meer lege ruimte die vraagt om een nieuwe invulling. Krimp mag niet leiden tot achteruitgang en verloedering maar moet juist uitdagen om met minder mensen beter te kunnen wonen, werken en recreëren. In het actieplan worden allereerst een aantal bestaande problemen in het centrum aangepakt. Daarnaast worden ook nieuwe perspectieven ontwikkeld op het gebied van recreatie en toerisme, die meer bezoekers en nieuwe werkgelegenheid kunnen opleveren. Het actieplan pakt dus tekorten aan, maar creëert ook nieuwe kansen. Een compact en aantrekkelijk centrum Het actieplan onderscheidt in navolging van het IIP drie sporen. Allereerst moet het bestaande winkelcentrum worden aangepakt, want er is leegstand en het bezoekersaantal daalt. Het nieuwe kernwinkelgebied wordt compact en geconcentreerd in het oude hart van Delfzijl met een omvang van maximaal 20.000 m2 winkelvloer. Door herstructurering, verbetering van gevels en straten en uitbreiding van het parkeerareaal krijgt het extra kwaliteit. De in 1970 gebouwde winkels aan het Vennenplein worden, met uitzondering van de twee supermarkten, verplaatst naar de kern en de flat wordt op termijn gesloopt. Gaten in de bebouwing van het centrum worden ingevuld met nieuwe woningen, die op maat zijn voor de bewoners van de Vennenflat en anderen. In het gebied De Vennen is ruimte voor een stadsboerderij en er is na het slopen van de flat ook plaats voor andere bestemmingen, zoals woningbouw, tuinen of parkeren. De verkeersstructuur blijft in het centrum onveranderd, alleen bij het Johan van den Kornputplein wordt een slinger uit de buitenring gehaald. Daarnaast worden de Stationsweg en de Oosterveldweg in de toekomst smaller, want het verkeer neemt geleidelijk af. Ook het aantal parkeerplaatsen, momenteel 1070 plaatsen, blijft minimaal gelijk, maar er komt meer parkeerruimte aan de randen van het centrum, op het rangeerterrein bij het station en mogelijk de Damsterkade. Dat betekent dat kort‐ en langparkeren in de toekomst beter onderscheiden zullen worden, bijvoorbeeld door een blauwe zone. Bij de versterking van het centrum horen ook goede sociale en medische voorzieningen, actieve ondersteuning van bewoners en een bruisend cultureel programma.
36
Water en groen Het tweede spoor in het actieplan is het herstel van de historische vestingstructuur van Delfzijl. Daardoor krijgt het centrum een groene begrenzing, verbetert de entree per trein en auto en wordt Delfzijl aantrekkelijker voor bewoners en bezoekers. Langs de Damstersingel wordt de oude vestinggracht tot aan het station in ere hersteld, het Stationsplein wordt een voetgangersplein met bomen en ook verderop, langs de Stationsweg en de Oosterveldweg wordt de vesting weer herkenbaar in het aan te brengen groen. De Zeedijk krijgt aan de binnenkant een bekleding met gras, net zoals vroeger, en ook de buitenkant wordt opgeknapt. Recreatie aan zee De verbinding van het centrum met de zee is het derde spoor van het actieplan. Het zeestrand wordt verbeterd en aanzienlijk uitgebreid, rekening houdend met de natuurontwikkeling en de waterhuishouding in het Eems/Dollardgebied. Voor evenementen is het strand minder geschikt, daarom wordt het terrein van de fabriek van Maring daarvoor ingericht met de dijken als natuurlijke tribune. Het gebied van het voormalige zwembad wordt ingericht voor andere toeristische trekkers, zoals een waddencentrum, uitkijkpunt en badpaviljoen. Samen vormen de recreatieve en toeristische voorzieningen een nieuwe, aantrekkelijke poort naar de Waddenzee.
37
Overzichtskaart van het actieplan centrum. Het gebied ten noorden van het nieuwe Vennenplein kan nog verschillende bestemmingen krijgen.
Het actieplan onderscheidt 42 projecten die uitgevoerd moeten worden om het einddoel te bereiken. Onderzocht is wat het verband tussen de projecten is en hoeveel tijd de realisatie kost. Zichtbare resultaten zijn er al vanaf 2013 en het overgrote deel van het actieplan is voor 2020 uitgevoerd. Ook de kosten van het plan zijn onderzocht. Totaal is met de realisatie tot 2020 een bedrag van 29,9 miljoen gemoeid. Dankzij de financiële steun van de provincie Groningen en eigen bijdragen van de gemeente Delfzijl en de regio Eemsdelta is inmiddels een bedrag van ongeveer 20 miljoen beschikbaar voor het plan. De gemeente wil het verschil overbruggen door besparingen door te voeren en voor sommige projecten externe financiering te zoeken. Van het beschikbare budget van 20 miljoen wordt 15 miljoen ingezet voor de aanpak van het centrum. Daarmee zijn alle noodzakelijke maatregelen te financieren. Het resterend bedrag wordt gereserveerd voor cofinanciering in de overige projecten. Delfzijl, mei 2013. Programmabureau Delfzijl
38
Verantwoording
Actieplan Centrum Delfzijl Opdracht Gemeente Delfzijl Provincie Groningen Kernteam Voorzitter Gemeente Delfzijl Provincie Groningen Ontwerp Karres/Brands landschapsarchitecten Palmbout Urban Landscapes Gemeente Delfzijl Supervisie ontwerp BDP Khandekar Ramingen Invraplus BV Planning PMB Amsterdam Adviezen Gemeente Delfzijl Productie Gemeente Delfzijl
Peter Leeuw Johan Koopmans
Henk van Veldhuizen Marco Hormann Robert van der Burgh Jornand Veldman Marco Groenhof Dick Gerlach Huub Hanssen René Perton
Sylvia Karres Jorrit Noordhuizen Jeroen Ruitenbeek Leonie Rupert Hiwe Groenewolt
Shyam Khandekar Hélène Leriche
Sven Erik Zandvoort
Nelleke Stelling
Herman Nunnink Monique Veldt Wietske Schober Hindrik Havinga Albert Heeres
Konnie Kamp
39
Delfzijl