Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
In opdracht van
Gemeente Eemsmond, Gemeente Delfzijl, Groningen Seaports
Opgesteld door
Mevrouw ing. S.D. de Jong
Gecontroleerd door
Mevrouw drs. J.C. Pleumeekers
Projectnummer
B08K0294
Documentnaam
Rapportage bodembeheernota definitief
Datum
20 april 2010
Inhoudsopgave Samenvatting 1
Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Maatschappelijke opgave en ruimtelijke ontwikkelingen 1.3 Doelstelling 1.4 Relatie tot overige wet- en regelgeving 1.5 Aansprakelijkheid 1.6 Vaststelling en geldigheid
3 3 3 4 4 5 5
2
Gebiedsbeschrijving 2.1 Gebiedsafbakening 2.2 Huidige bodemkwaliteit 2.3 Bodemfunctiekaart
7 7 8 8
3
Hergebruik van grond en baggerspecie 3.1 Lokale maximale waarden en risico’s 3.2 Zorgplicht 3.3 Bodemsanering historische gevallen van bodemverontreiniging 3.4 Toepassen van grond of baggerspecie binnen het gebied 3.5 Overige toepassingen van grond of baggespecie 3.6 Bodemvreemd materiaal 3.7 Melden 3.8 Transport 3.9 Aandachtspunten bij grondverzet binnen inrichtingen
11 11 12 13 13 16 18 18 19 19
4
Aandachtspunten bij toepassen zoute bagger 4.1 Wat is zoute grond en baggerspecie? 4.2 Lokale maximale waarden en risico’s 4.3 Toepassingsmogelijkheden zoute grond of baggerspecie
21 21 22 22
5
Toezicht en handhaving 5.1 Bevoegde gezagen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit 5.2 Toezicht en handhaving
25 25 26
Referenties Begrippenlijst Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Kaart 1 Kaart 2 Kaart 3 Kaart 4
: : : : : : : : :
aandachtspuntenlijst relevante wet- en regelgeving bodemkwaliteitskaart overzicht lokale maximale waarden lijsten met uitgesloten locaties van de bodemkwaliteitskaart stappenplannen zoute grond en baggerspecie kaarten met de gebiedsafbakening bodemfunctiekaarten ontgravingskaarten toepassingskaarten
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Samenvatting Bij de ontwikkeling van de Eemshaven en de industrieterreinen te Delfzijl wordt veel grond en baggerspecie (her)gebruikt. Een deel van de grond of baggerspecie die (her)gebruikt wordt is zout omdat het afkomstig is uit zee of brakke wateren. Voor het (her)gebruik van grond en baggerspecie is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Om het (her)gebruik van grond en baggerspecie mogelijk te maken en vooral ook te stimuleren is door de gemeenten Eemsmond en Delfzijl gekozen om gebiedsspecifiek beleid op te stellen voor de Eemshaven en de industrieterreinen te Delfzijl. Het gaat hierbij om nuttige en functionele toepassingen van grond en baggerspecie. Dit gebiedsspecifiek beleid is in deze nota bodembeheer uitgewerkt en toegelicht. In deze nota bodembeheer zijn de normen vastgelegd die gebruikt worden voor het (her)gebruik van grond en baggerspecie. Met de gekozen normen, die de lokale maximale waarden worden genoemd, wordt verwacht dat het hergebruik van grond en baggerspecie gestimuleerd wordt. De verwachting is dat dit minimale negatieve milieueffecten met zich meebrengt. Het grondverzet wordt duurzamer door meer hergebruik en minder transport. Ook worden de onderzoekskosten bij (her)gebruik van grond en baggerspecie zoveel mogelijk beperkt doordat er een bodemkwaliteitskaart is opgesteld die in veel gevallen als bewijsmiddel voor de milieuhygiënische kwaliteit mag dienen. Naast de lokale maximale waarden, is in de nota bodembeheer beschreven welke aandachtpunten er gelden bij hergebruik van grond en baggerspecie. Dit houdt in dat er beschreven is wanneer je grond mag hergebruiken en hoe je de milieuhygiënische kwaliteit moet bewijzen. Er is speciale aandacht voor het hergebruik van zoute grond of baggerspecie. In deze nota zijn algemene aandachtpunten genoemd omdat het toepassen van zoute grond of baggerspecie maatwerk is. Er moet namelijk per project worden beoordeeld welke maatregelen nodig zijn om het milieu (bodem, grond- en oppervlaktewater) te beschermen tegen het vrijkomende zout. De risico’s voor het toepassen van zoute grond of baggerspecie zijn al eerder onderzocht en beschreven in “Mogelijkheden gebiedsspecifiek beleid voor hergebruik van zoute baggerspecie in brakke of zoute gebieden” [ref. 1]. Deze nota bodembeheer is gebaseerd op dit onderzoek. In de nota bodembeheer is weergegeven wat de maatschappelijke opgave van grond- en baggerspecie is. Daarnaast is een beschrijving gegeven van het gebied van de nota bodembeheer, de bodemfunctie van het gebied en de vastgestelde algemene bodemkwaliteit. Vervolgens is aangegeven onder welke voorwaarden en met welke milieuhygiënische bewijsmiddelen hergebruik van grond en baggerspecie mogelijk is. Daarbij zijn de lokale maximale waarden gegeven, is aandacht voor de invulling van het stand-still beginsel en de zorgplicht. Er is een apart hoofdstuk gewijd aan de aandachtspunten van hergebruik van zoute grond of baggerspecie. Ten slotte is aandacht besteed aan het beschrijven van de bevoegde gezagen vanuit het Besluit bodemkwaliteit, toezicht en handhaving van het hergebruik van grond en baggerspecie. In de bijlagen is de bodemkwaliteitskaart opgenomen. Los zijn de diverse kaarten opgenomen met de bodemfunctie, de algemene bodemkwaliteit en de toepassingseisen bij hergebruik van grond en baggerspecie.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
1
3
Inleiding
Voor u ligt de nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl. In deze nota bodembeheer is het beleid opgenomen voor hergebruik van grond en (zoute) baggerspecie binnen deze gebieden (zie kaart 1 gebiedsafbakening). Het betreft gebiedsspecifiek bodembeleid in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Als onderdeel van dit gebiedsspecifiek beleid is een bodemkwaliteitskaart opgesteld waarin de algemene bodemkwaliteit is vastgelegd. Deze bodemkwaliteitskaart is als bijlage 2 in deze nota bodembeheer opgenomen.
1.1
Aanleiding
De ontwikkeling van de Eemshaven en de industriegebieden te Delfzijl door Groningen Seaports zijn de aanleiding voor het opstellen van gebiedsspecifiek beleid. Bij de ontwikkeling van deze gebieden vindt veel grondverzet plaats en bestaat de wens om zoute baggerspecie her te gebruiken en toe te passen. Voor het hergebruik van zoute baggerspecie is in de periode 2007-2008 het project “Mogelijkheden gebiedsspecifiek beleid voor hergebruik van zoute baggerspecie in brakke of zoute gebieden” uitgevoerd. Dit project is uitgevoerd in samenwerking met Groningen Seaports, de gemeenten Delfzijl, De Marne en Eemsmond, de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s, de provincie Groningen en Senter Novem/Bodem+. De bevindingen van dit project zijn in januari 2008 gerapporteerd [ref. 1]. Ook is een bodembeheernota “Zout naar smaak” opgesteld voor het hergebruik van zoute baggerspecie [ref. 2]. Het beleid ten aanzien van zoute baggerspecie, zoals verwoord in deze nota bodembeheer, is gebaseerd op de bevindingen van het project “Mogelijkheden gebiedsspecifiek beleid voor hergebruik van zoute baggerspecie in brakke of zoute gebieden”. De bodembeheernota Zout naar smaak is geïntegreerd in deze nota bodembeheer. Deze nota bodembeheer is opgesteld in opdracht van de gemeente Eemsmond, gemeente Delfzijl en Groningen Seaports en in samenwerking met de volgende organisaties: • Provincie Groningen; • Waterschap Noorderzijlvest; • Waterschap Hunze en Aa’s; • LTO Noord (agendalid); • Rijkswaterstaat (agendalid).
1.2
Maatschappelijke opgave en ruimtelijke ontwikkelingen
Bij de ontwikkeling van de Eemshaven en de industriegebieden te Delfzijl is sprake van grondverzet van grote hoeveelheden grond en baggerspecie. Enkele grote projecten zijn de uitbreiding van de Beatrixhaven (fase 2 en 3, circa 1 miljoen m3 grond en baggerspecie), de uitbreiding en verdieping van de Wilhelminahaven (circa 11 miljoen m3 grond en baggerspecie) en de ontwikkeling van diverse bedrijfslocaties in de Eemshaven en op het industrieterrein Oosterhorn (deel van het industrieterrein te Delfzijl).
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
4
De komende jaren ligt er voor Groningen Seaports een baggeropgave van ruim 15 miljoen m3 (zoute) baggerspecie. Het meeste kan gebruikt worden voor de ophoging en uitbreiding van de Eemshaven. Circa 5 miljoen m3 wordt buitendijks in zee toegepast. Voor ongeveer 500.000 m3 wordt een bestemming binnendijks gezocht. Beoogde toepassingen voor de zoute specie binnen het gebied van deze nota bodembeheer zijn: • de ontwikkeling van het terrein van Advanced Power in de Eemshaven; • het ophogen van de Westlob in de Eemshaven voor de verdere ontwikkeling; • het ophogen van de kavels in industrieterrein Oosterhorn te Delfzijl; • de aanleg van een zichtwal tussen Borgsweer en Oosterhorn; • de aanleg van de aardebaan op het industrieterrein Oosterhorn. De komende jaren wordt gezocht naar meer toepassingsmogelijkheden van zoute specie in de Eemshaven en de industrieterreinen van Delfzijl. Buiten het gebied van de nota bodembeheer zijn ook ontwikkelingen in de regio waar mogelijk zoute baggerspecie hergebruikt kan worden. Het betreft hier ontwikkelingen zoals: • toekomstige uitbreiding van de Eemshaven; • projecten in het Lauwersmeer; • depots langs dijk/herstel slaperdijken; • herstel van wierden; • buitendijks Æ kwelderophoging (bv als vogelvluchtplaats); • bodemdaling Munnekeveen (Dollard); • dempen voormalige havens/putten; • ontwikkelingsgebied tussen Appingedam en Delfzijl; • toekomstig kassengebied; • de verbreding van de N33; • de aanleg van geluid- en zichtwallen rondom NAM-locaties; • het ophogen van (primaire) waterkeringen.
1.3
Doelstelling
Doelstelling van dit gebiedsspecifiek beleid is het optimaliseren en stimuleren van hergebruik van grond en baggerspecie, waaronder zoute baggerspecie, binnen de Eemshaven en de industriegebieden van Delfzijl binnen de kaders van het Besluit bodemkwaliteit.
1.4
Relatie tot overige wet- en regelgeving
Deze nota bodembeheer is opgesteld in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Daarnaast is in de voorgaande verkenning [ref.1] een overzicht opgenomen van wet- en regelgeving die van toepassing is bij hergebruik van zoute baggerspecie. De Kaderrichtlijn Water (KRW) speelt hierbij een prominente rol. De KRW beoogt onder andere een vermindering van verontreiniging en stelt daarvoor doelen ten aanzien van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. De relatie met het hergebruik van zoute bagger spitst zich toe op de mate waarin sprake is van een significante beïnvloeding van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Deze significante beïnvloeding wordt afgezet tegen de doelen die de KRW stelt voor grond- en oppervlaktewater. Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
5
Ook ander beleid, zoals provinciaal beleid en beleid van de waterschappen wordt in de verkenning nader toegelicht. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater1 en grondwater. Bij alle ingrepen in een oppervlaktewaterlichaam, dus ook het toepassen van grond of baggerspecie, kom je in aanraking met de Waterwet. De Waterwet heeft een integrale benadering waarbij gekeken wordt naar waterkwantiteit, waterkwaliteit, veiligheid en de maatschappelijke functies die door watersystemen vervuld worden. Bij hergebruik van grond en (zoute) baggerspecie zijn niet alleen de regels van het Besluit bodemkwaliteit van belang. Daarom is in bijlage 1 een aandachtpuntenlijst opgenomen van andere relevante wet- en regelgeving. Het is geen limitatieve lijst! Het betreft altijd maatwerk, afhankelijk van onder andere de locatie en beoogde toepassing.
1.5
Aansprakelijkheid
Met deze nota bodembeheer beogen de gemeenten Delfzijl en Eemsmond om het hergebruik van grond en (zoute) baggerspecie binnen het gebied van de nota bodembeheer te optimaliseren. De gemeenten Delfzijl en Eemsmond zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade die voortvloeit uit hergebruik van grond of baggerspecie. De aansprakelijkheid voor toe te passen grond op basis van deze nota bodembeheer ligt bij de eigenaar van de locatie waar de grond of baggerspecie wordt toegepast.
1.6
Vaststelling en geldigheid
De nota bodembeheer wordt door de gemeenteraden vastgesteld. Daarna volgt de inspraakprocedure van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De gemeenten Delfzijl en Eemsmond dienen eens in de tien jaar de nota bodembeheer te herzien.
1
Met oppervlaktewater wordt hier oppervlaktewaterlichaam bedoeld zoals deze is gedefinieerd in de Waterwet. In de begrippenlijst is een toelichting gegeven welke aspecten onderdeel zijn van het oppervlaktewaterlichaam. Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
6
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
2
7
Gebiedsbeschrijving
In dit hoofdstuk zijn de gebiedsafbakening en huidige bodemkwaliteit beschreven. Ook is aangegeven wat de bodemfunctieklasse in het gebied van deze nota bodembeheer is.
2.1
Gebiedsafbakening
Het gebied van deze nota bodembeheer (beheersgebied) bestaat uit de Eemshaven gelegen in de gemeente Eemsmond en industriegebieden van Delfzijl, gelegen in de gemeente Delfzijl. De gebiedsafbakening is weergegeven in de kaarten 1a en 1b.
Eemshaven
Haven Delfzijl
Kerkje Heveskes (industrieterrein Oosterhorn)
In de gebieden vinden de komende jaren grote ontwikkelingen plaats waarbij grondverzet en het hergebruik van (zoute) baggerspecie in de dagelijkse praktijk voorkomen. De omvang van het grondverzet en de aard van het materiaal (zoute baggerspecie) zijn afwijkend van het overige gemeentelijke grondgebied en het grondverzet in de regio. Daarom is gekozen voor deze gebiedsafbakening. Dit neemt niet weg dat in de toekomst, het gebiedsspecifiek beleid en het gebied van de nota bodembeheer uitgebreid kunnen worden. Indien de gemeenten Eemsmond en Delfzijl in de toekomst ook voor het overige gemeentelijke grondgebied gebiedsspecifiek beleid opstellen, dan wordt het gebied van deze nota bodembeheer uitgebreid en de gebiedsafbakening aangepast.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
8
Onderscheid land- en waterbodem Het gebiedsspecifiek beleid is alleen van toepassing voor hergebruik van grond en baggerspecie op de landbodem binnen het gebied van deze nota bodembeheer (zie de kaarten 2, 3 en 4). Bij vragen over het onderscheid land- of waterbodem is het dus van belang om te kijken waar de grond of baggerspecie toegepast wordt. Als er sprake is van toepassing van grond of baggerspecie in oppervlaktewater (oppervlaktewaterlichaam zoals gedefinieerd in de Waterwet), dan is deze nota bodembeheer niet van toepassing.
2.2
Huidige bodemkwaliteit
Als onderdeel van het gebiedsspecifiek beleid is de huidige bodemkwaliteit van de Eemshaven en de industrieterreinen in Delfzijl vastgelegd in een bodemkwaliteitskaart. Het tot stand komen en de onderbouwing van de bodemkwaliteitskaart is opgenomen in bijlage 2. In de bodemkwaliteitskaart is de diffuse bodemkwaliteit weergegeven zoals die is onderzocht in diverse bodemonderzoeken. Het betreft onderzoeken van locaties die onverdacht zijn voor bodemverontreiniging. De diffuse bodemkwaliteit van zowel de Eemshaven als de industriegebieden van Delfzijl voldoet aan de achtergrondwaarde. De daadwerkelijke bodemkwaliteit van de Eemshaven is homogeen. De bodemkwaliteit in de industriegebieden van Delfzijl is echter heterogeen. Uit de diffuse bodemkwaliteit blijkt dat het gebied schoon is maar in het gebied zijn veel bedrijfsmatige activiteiten waardoor bodemverontreiniging is ontstaan. De lichte tot sterke bodemverontreiniging is echter gekoppeld aan verdachte locaties en komt daardoor niet in de bodemkwaliteitskaart tot uiting.
2.3
Bodemfunctiekaart
In het gebiedsspecifieke kader van het Besluit bodemkwaliteit wordt onderscheid gemaakt in zeven bodemfuncties. Deze functies zijn vooral van belang voor het beoordelen van effecten en/of risico’s die op kunnen treden bij hergebruik van grond of (zoute) baggerspecie. Deze functies zijn in het generieke kader geclusterd tot twee bodemfunctieklassen, wonen en industrie. Voor gebieden die niet in deze twee bodemfunctieklassen ingedeeld worden, geldt dat de kwaliteit van de toe te passen grond en bagger moet voldoen aan de achtergrondwaarde. De bodemfuncties zijn in tabel 1 weergegeven.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
9
Tabel 1: overzicht bodemfuncties en bodemfunctieklassen uit het Besluit bodemkwaliteit Bodemfuncties
Bodemfunctieklassen
Gebiedsspecifiek beleid
Generiek beleid
Wonen met tuin Plaatsen waar kinderen spelen
Wonen
Groen met natuurwaarden Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie
Industrie
Moestuinen en volkstuinen
Kwaliteit van toe te passen grond en baggerspecie moet voldoen aan de Achtergrondwaarde
Natuur
Landbouw Bron: Handreiking Besluit bodemkwaliteit, Senter Novem Bodem+, december 2007
Het gebied van deze nota bodembeheer is ingedeeld in de bodemfunctie industrie. Ook in de bestemmingsplannen is de bodemfunctie van deze gebieden als industrie aangewezen. Nog niet alle locaties binnen het gebied van deze nota bodembeheer zijn op dit moment in gebruik als industrie. Enkele locaties zijn nog braakliggend en in de industriegebieden van Delfzijl zijn nog enkele landbouwlocaties aanwezig. Deze locaties zijn echter in beheer van Groningen Seaports en worden op termijn allemaal ontwikkeld tot bedrijventerreinen. De bodemfunctieklasse van de gebieden is weergegeven op de kaarten 2a en 2b.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
10
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
3
11
Hergebruik van grond en baggerspecie
In onderliggend hoofdstuk zijn de regels ten aanzien van hergebruik van grond en baggerspecie opgenomen. Het betreffen de regels op basis van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Andere aspecten in belang van landbouw (bijvoorbeeld ziekten, aardappelmoeheid, bruinrot, meststoffen etc.) en de civieltechnische kwaliteit zijn niet meegenomen in de afweging of grond of baggerspecie kan worden hergebruikt. De aanvullende regels en aandachtspunten ten aanzien van zoute baggerspecie zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Allereerst zijn de lokale maximale waarden beschreven en is aandacht besteed aan de lokale maximale waarden als terugsaneerwaarden. Vervolgens komen de uitvoeringsgerichte aspecten zoals bodemvreemd materiaal, de bewijsmiddelen bij grondverzet, het melden en het transport aan bod.
3.1
Lokale maximale waarden en risico’s
De lokale maximale waarden zijn de normen die bij het hergebruik van grond en baggerspecie binnen het gebied van de nota bodembeheer gebruikt worden. De lokale maximale waarden zijn een afweging tussen de actuele gebiedskwaliteit en het realiseren van het gewenste grondverzet. De gebiedskwaliteit is vastgelegd in de bodemkwaliteitskaart (bijlage 2 en kaarten 3a en 3b). De beleidsruimte om lokale maximale waarden vast te stellen ligt tussen de ‘altijd-grens’, de achtergrondwaarde en de ‘nooit-grens’, het saneringscriterium.
Figuur 1: overzicht beleidsruimte gebiedsspecifiek beleid Bron: Handreiking Besluit bodemkwaliteit, Senter Novem Bodem+, december 2007
Voor het vaststellen van de lokale maximale waarden zijn de volgende aandachtspunten in overweging genomen: - de lokale maximale waarden dienen te zorgen voor optimaal hergebruikmogelijkheden van grond en baggerspecie binnen het gebied van de nota bodembeheer; - de onderzoekskosten bij hergebruik van grond en baggerspecie dienen beperkt te worden; - de gemeenten en Groningen Seaports werken aan de doelstellingen voor Duurzaam inkopen. Voor het opstellen van lokale maximale waarden is ook gekeken naar de Criteria voor het Duurzaam inkopen van Grondwerken, Bouwrijp maken terrein en Sanering/ Bodemreiniging (d.d. 28-07-2009 versie 1.1). Hieruit komt naar voren dat het transport bij grondverzet, het terugdringen van gebruik van primaire grondstoffen zoals zand en schone grond en een gesloten grondbalans belangrijke aandachtspunten zijn bij duurzaam inkopen. Lokale maximale waarden Voor het vaststellen van de lokale maximale waarden is ervoor gekozen om aan te sluiten bij het generieke normenkader uit het Besluit bodemkwaliteit voor de bodemfunctie industrie. Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
12
Voor alle stoffen waar geen generieke norm voor de functie industrie beschikbaar is, geldt de achtergrondwaarde als norm voor grondverzet. Indien het niet-genormeerde stoffen zijn dan geldt de zorgplicht (zie paragraaf 3.2). Een overzicht van de lokale maximale waarden is opgenomen in bijlage 3. Risico’s In de generieke normen van het Besluit bodemkwaliteit is een koppeling gemaakt tussen de functie van de bodem en de benodigde bodemkwaliteit. De generieke normstelling is gebaseerd op een risicobenadering. Uitgangspunt van de generieke normen is dat de bodem duurzaam geschikt blijft voor het vervullen van de bodemfunctie. Dit houdt in dat er bij de generieke normen voor de bodemfunctie industrie geen risico’s zijn voor dat gebruik. Omdat met de lokale maximale waarden aangesloten wordt bij de generieke normen uit het Besluit bodemkwaliteit, is er geen sprake van risico’s. Er is daarom geen aanvullende toetsing in de risicotoolbox uitgevoerd. Stand-still Een voorwaarde bij gebiedsspecifiek beleid is dat er sprake is van stand-still op gebiedsniveau. Dit betekent dat plaatselijk binnen het gebied de bodemkwaliteit mag verslechteren als ergens anders binnen het gebied een kwaliteitsverbetering optreedt. De plaatselijke verslechtering wordt geaccepteerd omdat de bodemkwaliteit voor het totale gebied (Eemshaven en de industriegebieden te Delfzijl) niet verslechtert. Stand-still op gebiedsniveau betekent ook dat de bodemkwaliteit in het gebied niet mag verslechteren door het toepassen van grond of baggerspecie van buiten het gebied. Dit wordt in deze nota bodembeheer gewaarborgd door alleen het toepassen van grond die voldoet aan de achtergrondwaarde (AW2000) van buiten het gebied toe te staan.
3.2
Zorgplicht
Vanuit het Besluit bodemkwaliteit, maar ook vanuit de Wet bodembescherming, de Waterwet en de Wet milieubeheer geldt de zorgplicht. De zorgplicht bij hergebruik van grond- en baggerspecie betekent dat iedereen die weet of vermoedt dat nadelige gevolgen kunnen optreden als gevolg van het gebruik van de grond en baggerspecie, maatregelen moet nemen om de verontreiniging te voorkomen of zoveel mogelijk redelijkerwijs te beperken. De zorgplicht vormt een vangnet voor situaties waarin sprake is van onzorgvuldig handelen zonder dat een specifiek wettelijk voorschrift wordt overtreden. De zorgplicht geldt ook bij parameters waarvoor geen normen zijn opgenomen of in situaties die zijn vrijgesteld van kwaliteitsbepaling. Hier is sprake van bij het toepassen van zoute grond of baggerspecie. In hoofdstuk 4 is aangegeven hoe geborgd wordt dat er bij het toepassen van zoute grond of baggerspecie geen (negatieve) milieueffecten optreden en dat er maatregelen genomen worden. Deze stappen voor zoute grond en baggerspecie kunnen ook doorlopen worden als er grond of baggerspecie wordt hergebruikt met andere niet genormeerde stoffen.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
3.3
13
Bodemsanering historische gevallen van bodemverontreiniging
De Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen zijn bevoegd gezag voor bodemsaneringen van de landbodem binnen het gebied. Bij bodemsanering van historische gevallen van bodemverontreinigingen (bodemverontreiniging ontstaan voor 1987) kunnen de lokale maximale waarden uit dit gebiedsspecifiek beleid gehanteerd worden bij het bepalen van de terugsaneerwaarde van immobiele verontreinigingen. Voor niet historische gevallen van bodemverontreiniging geldt de zorgplicht. Bij sanering van zorgplichtgevallen is geen relatie met de lokale maximale waarden. Ook contractuele verplichtingen kunnen leiden tot bodemsanering. Bijvoorbeeld als er in pachtovereenkomsten is opgenomen dat een perceel in de oorspronkelijke staat opgeleverd moet worden. Dit kan betekenen dat er bodemsanering moet plaatsvinden. Bij sanering op basis van contractuele verplichtingen is er geen relatie met de lokale maximale waarden. Sanering van de waterbodem Bij ingrepen of sanering van de waterbodem gelden de regels van de Waterwet. De waterschappen zijn hierbij meestal bevoegd gezag. Bij sanering van de waterbodem is geen relatie met de lokale maximale waarden.
3.4
Toepassen van grond of baggerspecie binnen het gebied
Bij het toepassen van grond en baggerspecie dient de milieuhygiënische kwaliteit van het toe te passen materiaal aangetoond te worden. Op die manier kan door het bevoegd gezag worden getoetst of het grondverzet voldoet aan stand-still op gebiedsniveau en aan de lokale maximale waarden. Hieronder is eerst schematisch weergegeven welke soorten grondverzet onderscheiden worden en welk bewijsmiddel gebruikt kan worden voor het aantonen van de milieuhygiënische kwaliteit. De aanvullende aandachtspunten bij grondverzet voor zoute baggerspecie zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Vervolgens zijn de regels voor het grondverzet toegelicht.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
14
Waar komt de toe te passen grond of baggerspecie vandaan?
Van onverdachte locatie binnen gebied Nota bodembeheer
Bewijsmiddelen: - bodemkwaliteitskaart - partijkeuring - erkende kwaliteitsverklaring - fabrikant-eigen-verklaring - (water)bodemonderzoek
Toetsing aan Lokale Maximale Waarden
Van verdachte locatie binnen gebied Nota bodembeheer
Bewijsmiddelen: - partijkeuring (standaard grondpakket en kritische parameters)
Toetsing aan Lokale Maximale Waarden
Van buiten gebied van deze Nota bodembeheer
Bewijsmiddelen: - partijkeuring - erkende kwaliteitsverklaring - fabrikant-eigen-verklaring - (water)bodemonderzoek - bodemkwaliteitskaart1
Toetsing AW2000 (stand-still)
1 De bodemkwaliteitskaart (Bkk) is onder de volgende voorwaarden geschikt als bewijsmiddel: - de Bkk is opgesteld voor het standaard stoffenpakket uit de NEN5740 zoals van kracht sinds 1 juli 2008; - de Bkk is opgesteld volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, september 2007 [ref. 5]; - de locatie van herkomst is onverdacht voor bodemverontreiniging; - voor de locatie van herkomst zijn geen andere bewijsmiddelen beschikbaar die meer locatiespecifiek zijn.
Figuur 2: overzicht vereiste bewijsmiddelen en toetsing bij grondverzet
Grondverzet van onverdachte locaties binnen het gebied Binnen het gebied van de nota bodembeheer zijn diverse locaties aanwezig die niet verdacht zijn voor bodemverontreiniging. Het betreft de nog niet eerder ontwikkelde locaties en voormalige landbouwgebieden. Juist bij de ontwikkeling van deze locaties komt veel grond vrij en kan ook grond of baggerspecie hergebruikt worden. Voor grond uit het gebied van de nota bodembeheer van onverdachte locaties, kan de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel gebruikt worden. Indien van de vrijkomende grond een ander, meer specifiek, bewijsmiddel beschikbaar is (partijkeuring of erkende kwaliteitsverklaring) dan geldt dat andere bewijsmiddel als milieuhygiënische verklaring omdat deze een directere uitspraak doet over de kwaliteit van de partij grond of baggerspecie. Voor de waterbodems in het gebied is geen bodemkwaliteitskaart opgesteld. Bij hergebruik van baggerspecie uit het gebied, dient de kwaliteit van de baggerspecie door een erkende milieuhygiënische kwaliteitsverklaring te worden aangetoond.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
15
Naast de bodemkwaliteitskaart zijn ook de andere milieuhygiënische verklaringen als bewijsmiddel mogelijk (zie onder het kopje Toepassen van grond of bagger van buiten het gebied van de nota bodembeheer) . Grondverzet van verdachte locaties binnen het gebied In zowel de Eemshaven als in de industriegebieden te Delfzijl bestaat het bedrijvenpark uit de zwaardere categorie bedrijven waarbij risico’s op bodemverontreiniging aanwezig zijn. Van enkele locaties is al bekend dat er sprake is van bodemverontreiniging of in enkele gevallen is er al een beschikking in het kader van de Wet bodembescherming van kracht. Gezien de aard van enkele bedrijven, namelijk chemische industrie en metaalbewerkingsbedrijven, is bekend dat er bodemverontreiniging aanwezig is met andere parameters dan opgenomen in het standaardpakket voor bodemonderzoek volgens de NEN 5740. In bijlage 4 zijn de lijsten opgenomen met de locaties die uitgesloten zijn van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart omdat deze locaties verdacht zijn voor bodemverontreiniging. Deze lijst is limitatief en een momentopname. Actuele informatie of een locatie verdacht is voor bodemverontreiniging blijkt uit gemeentelijke of provinciale bodeminformatiesystemen, informatie uit milieuvergunningen of informatie uit andere bronnen. Op basis van deze bronnen kan ook informatie verkregen worden over de verdachte kritische parameters. Bij grondverzet van locaties die verdacht zijn voor bodemverontreiniging moet de milieuhygiënische kwaliteit van de grond aangetoond worden door middel van een partijkeuring AP04 voor het standaard pakket NEN 5740 aangevuld met de kritische parameters. Op basis van de resultaten van deze partijkeuring worden de hergebruiksmogelijkheden binnen het gebied van de nota bodembeheer beoordeeld. De resultaten van de partijkeuring worden hiervoor getoetst aan de lokale maximale waarden (in dit geval de generieke normen voor de functie industrie). Toepassen van grond of bagger van buiten het gebied Uit een regionale grond- en baggerstromen inventarisatie van augustus 2009 [ref.3] blijkt dat er in de regio de komende jaren veel grond vrijkomt. Het betreft vooral kleigrond van de bodemkwaliteitsklassen achtergrondwaarde, wonen en industrie. Deze grond kan alleen binnen dit gebied van de nota bodembeheer toegepast worden als de kwaliteit van de grond of baggerspecie voldoet aan de achtergrondwaarde (stand-still op gebiedniveau). Dit geldt ook voor grond uit de rest van de gemeenten Delfzijl en Eemsmond. De kwaliteit van de toe te passen grond of baggerspecie moet aangetoond worden door middel van één van de bewijsmiddelen zoals die in de Regeling bodemkwaliteit zijn opgenomen. Voor het aantonen van de kwaliteit van toe te passen grond en baggerspecie zijn op dit moment de volgende bewijsmiddelen geldig: • partijkeuring (AP04); • erkende kwaliteitsverklaring; • fabrikant-eigenverklaring; • een onderzoek volgens de NEN 5740 protocol toetsing schone grond, toetsing schone grond op grootschalige locaties;
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
16
• voor baggerspecie: onderzoek volgens de NVN 5720 of onderzoek volgens Bijlage D, onderdeel II van de Regeling bodemkwaliteit; • een bodemkwaliteitskaart onder de volgende voorwaarden: - de bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor het standaard stoffenpakket uit de NEN 5740 die ook gebruikt is bij het vastleggen van de diffuse bodemkwaliteit van het gebied van deze nota bodembeheer (geldig vanaf 1 juli 2008); - de bodemkwaliteitskaart is opgesteld volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten [ref. 5]; - de locatie waar de grond vandaan komt is onverdacht voor bodemverontreiniging; - van de locatie waar de grond vandaan komt is geen ander geldig bewijsmiddel beschikbaar die meer locatiespecifiek is (bijvoorbeeld een partijkeuring).
3.5
Overige toepassingen van grond of baggespecie
Naast toepassingen van grond en baggerspecie op basis van de Nota bodembeheer kan er ook sprake zijn van het verspreiden van baggerspecie over aangrenzende percelen, grootschalige toepassingen en tijdelijke opslag. Hieronder zijn de regels voor deze toepassingen kort weergegeven. Verspreiden van baggerspecie over aangrenzende percelen Voor het verspreiden van baggerspecie op aangrenzende percelen zijn regels gesteld in het Besluit bodemkwaliteit. Deze verspreiding is daarmee geen onderdeel van deze nota bodembeheer. Deze regels gelden ook voor het verspreiden van zoute baggerspecie op aangrenzende percelen (ook vanuit zeehavens). De volgende aandachtspunten zijn van toepassing: • baggerspecie mag verspreid worden op het gehele aangrenzende perceel, belangrijk daarbij is dat het perceel grenst aan de watergang; • voor de baggerspecie geldt dat de kwaliteit moet voldoen aan de Maximale Waarden voor verspreiden van baggerspecie over het aangrenzende perceel zoals opgenomen in bijlage B, tabel 1 uit de Regeling bodemkwaliteit. De kwaliteit moet dus vooraf worden bepaald; • er vindt geen toetsing plaats aan de lokale maximale waarden of de kwaliteit van de ontvangende bodem; • de verspreiding over het aangrenzende perceel hoeft niet te worden gemeld in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Grootschalige toepassingen Bij het aanleggen van grote grond- of baggerwerken zoals wegen, dijken of geluidswallen kan gebruik worden gemaakt van het kader grootschalige toepassingen uit het Besluit bodemkwaliteit. Bij deze toepassingen gelden niet de regels uit deze Nota bodembeheer. In het Besluit bodemkwaliteit is hiervoor een apart kader aan regels opgenomen. Er is maar in een beperkt aantal gevallen sprake van grootschalige toepassingen namelijk bij: • toepassing van grond en baggerspecie in bouw en wegconstructies waaronder wegen, spoorwegen en geluidswallen; • toepassing van grond en baggerspecie voor het afdekken van een saneringslocatie of stortplaats; • toepassing van grond en baggerspecie in ophogingen in waterbouwkundige constructies en voor het verondiepen of dempen van oppervlaktewater; Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
17
• het toepassen van grond en baggerspecie in aanvullingen waaronder de herinrichting en stabilisering van voormalige winplaatsen van delfstoffen. Bij de aanleg van grootschalige toepassingen zijn er o.a. eisen gesteld aan het volume en de toepassingshoogte. Zo moet het gaan om toepassingen waar minimaal 5.000 m3 grond of baggerspecie verwerkt wordt. Ook geldt een minimale toepassinghoogte van 2 meter. Voor wegen en spoorwegen geldt een minimale toepassingshoogte van 0,5 meter. Tijdelijke opslag van grond en baggerspecie Bij het uitvoeren van werken en projecten kan het nodig zijn om grond of baggerspecie tijdelijk op te slaan. Als je tijdelijk grond of baggerspecie opslaat in het kader van het Besluit bodemkwaliteit dan is dit niet langer vergunningplichtig op grond van de Wet milieubeheer of de Waterwet (voorheen Wet verontreiniging oppervlaktewateren). In het Besluit bodemkwaliteit wordt wel verschil gemaakt tussen verschillende vormen van opslag. In onderstaande tabel is een samenvatting gegeven van de voorwaarden bij tijdelijke opslag. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, of er is sprake van een andere vorm van tijdelijke opslag, dan is alsnog een vergunning op basis van de Wet milieubeheer of de Waterwet nodig. Bij tijdelijke opslag geldt de zorgplicht en is een toets nodig of de tijdelijke opslag past binnen het bestemmingsplan. Tabel 2: Vormen van tijdelijke opslag en bijbehorende voorwaarden van het Besluit bodemkwaliteit
Bron: Handreiking Besluit bodemkwaliteit, Senter Novem Bodem+, december 2007
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
3.6
18
Bodemvreemd materiaal
Bij hergebruik van grond of baggerspecie kan bodemvreemd materiaal zoals plastic, hout, puin, metalen en andere materialen aanwezig zijn. De aanwezigheid van bodemvreemd materiaal kan door de aard of hoeveelheid een belemmering vormen voor het hergebruik. Bodemvreemd materiaal kan de milieuhygiënische kwaliteit van de grond of baggerspecie negatief beïnvloeden. Ook kan bodemvreemd materiaal een belemmering vormen voor de latere ontwikkeling van de locatie of bij (graaf)werkzaamheden (bv het leggen van kabels en leidingen). In de Eemshaven en de industriegebieden te Delfzijl zijn nog veel locaties niet in gebruik. Op dit moment komt in deze gebieden praktisch geen bodemvreemd materiaal voor. Op de locaties die langere tijd in gebruik zijn zoals in het Chemiepark, kan door het decennia lang gebruik wel bodemvreemd materiaal in de bodem voorkomen. Voor het gebied van de nota bodembeheer zijn de volgende regels gesteld ten aanzien van de aanwezigheid van bodemvreemd materiaal in grond of baggerspecie. • Alleen puin is als bodemvreemd materiaal toegestaan in hergebruiksgrond of baggerspecie, overige bodemvreemde materialen dienen voor toepassing verwijderd te worden. Materialen die van nature in de bodem voorkomen, zoals grind en keien, hoeven niet te worden verwijderd. • De puinfracties mogen maximaal baksteenformaat hebben, alle grotere fracties dienen vooraf aan toepassen verwijderd te worden. • Er mag maximaal 10 gewichtsprocent puin in de hergebruiksgrond of baggerspecie aanwezig zijn. Indien een partij grond of baggerspecie ten aanzien van het bodemvreemd materiaal niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet, dan kan door het nemen van maatregelen zoals zeven of handpicking ervoor gezorgd worden dat de partij alsnog toegepast mag worden.
3.7
Melden
Toepassingen van grond of baggerspecie moeten in het kader van het Besluit bodemkwaliteit minimaal 5 werkdagen vooraf bij het bevoegd gezag gemeld worden. In paragraaf 5.1 is aangegeven wie bevoegd gezag is in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Uitzonderingen voor deze meldingsplicht gelden voor: • toepassing van grond of baggerspecie door particulieren; • toepassen van grond of baggerspecie binnen een landbouwbedrijf (onder voorwaarden); • het verspreiden van baggerspecie over de aan de watergang aangrenzende percelen; • het toepassen van schone grond en baggerspecie in hoeveelheden kleiner dan 50 m3. De bovengenoemde uitzonderingen komen naar verwachting bij grondverzet in het gebied van de nota bodembeheer weinig voor. Voor alle overige toepassingen van grond en baggerspecie binnen het gebied van de nota bodembeheer geldt dat deze digitaal en centraal gemeld moeten worden bij het bevoegd gezag, de gemeente Eemsmond of de gemeente Delfzijl. Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
19
De melding wordt gedaan bij Agentschap NL (voorheen Senter Novem) via de website www.meldpuntbodemkwaliteit.senternovem.nl. Agentschap NL registreert de meldingen centraal en stuurt ze door naar het bevoegd gezag. Het wordt aanbevolen om vroegtijdig met het bevoegd gezag te overleggen over gepland hergebruik van grond en baggerspecie. Vooral als het gaat om het toepassen van zoute grond of baggerspecie waarvoor een plan van aanpak opgesteld moet worden (zie hoofdstuk 4.3).
3.8
Transport
Bij transport van grond en baggerspecie dient de transporteur aan te kunnen tonen wat de milieuhygiënische kwaliteit, herkomst en bestemming van de grond of baggerspecie is. Daarnaast kunnen, op basis van de afvalstoffenwetgeving, voor het transport van grond en baggerspecie begeleidingsbrieven nodig zijn. Hierover is meer informatie te verkrijgen via het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen, www.lma.nl.
3.9
Aandachtspunten bij grondverzet binnen inrichtingen
Grondverzet binnen of naar een inrichting moet bij het bevoegd gezag Wet milieubeheer gemeld worden. Een uitzondering hierop is de tijdelijke uitname van grond of baggerspecie. Na tijdelijke uitname wordt de grond of baggerspecie zonder bewerking, onder dezelfde omstandigheden op of nabij dezelfde plaats opnieuw toegepast. Deze vrijstelling van melding voor tijdelijke uitname geldt ook buiten inrichtingen. Op basis van het Besluit bodemkwaliteit geldt de verplichting om de meldingsgegevens (het milieuhygiënische kwaliteitsbewijs, de plaats van herkomst, de hoeveelheid toe te passen grond of baggerspecie en de toepassingslocatie) tenminste vijf jaar te bewaren. Aanbevolen wordt om deze gegevens langer te bewaren omdat dit inzicht geeft in de bodemkwaliteit ter plaatse van de inrichting. Dit inzicht in de bodemkwaliteit kan noodzakelijk zijn bij onder andere de toekomstige aanpak van bodemverontreiniging, beëindiging van (pacht)overeenkomsten of beëindiging van bedrijfsactiviteiten waarvoor een eindsituatie onderzoek vereist is.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
20
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
4
21
Aandachtspunten bij toepassen zoute bagger
In onderliggend hoofdstuk zijn, aanvullend op hoofdstuk 3, de spelregels en aandachtspunten bij het toepassen van zoute baggerspecie opgenomen. Deze spelregels en aandachtspunten zijn niet van toepassing als het gaat om het verspreiden van zoute baggerspecie op aangrenzende percelen zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit (zie paragraaf 3.5). In bijlage 5 zijn de stappen voor het toepassen van zoute baggerspecie opgenomen. Hierin zijn de rollen beschreven van de initiatiefnemer, het bevoegd gezag Besluit bodemkwaliteit en de waterkwaliteitbeheerders.
4.1
Wat is zoute grond en baggerspecie?
Zoute baggerspecie is in de Bodembeheernota Zout naar smaak [ref. 2] als volgt omschreven: “De definitie van het begrip ‘zoute’ baggerspecie is gebaseerd op de aanwezigheid van chloride in baggerspecie. De chemische naam voor zout is natriumchloride. De hoeveelheid chloride is maatgevend voor het zoutgehalte, en meestal bepalend voor de hergebruikmogelijkheden van de baggerspecie. De hoeveelheid zout wordt uitgedrukt in gram chloride (Cl) per liter of kg.” Bij de bepaling of chloride een relevante parameter is bij baggerspecie is het belangrijk om te kijken naar de mate van zout in het oppervlaktewater waar de baggerspecie vrijkomt. Bij zout oppervlaktewater, zoals de zee, komt zoute baggerspecie vrij. Daarnaast is het ook van belang om de vrijkomende baggerspecie uit brakke wateren te beoordelen op zorgplicht voor chloride. In deze nota bodembeheer is het uitgangspunt dat baggerspecie die vrijkomt uit zee en brakke wateren (water met de KWR-typering M30 en M31) worden aangemerkt als zoute baggerspecie. In het gebied van deze nota bodembeheer in de gemeente Delfzijl komen geen wateren voor met de KRW-typering M30 en M31. In de gemeente Eemsmond komen deze wateren wel voor. Deze zijn in figuur 3 opgenomen.
Figuur 3: kaart met de M30 en M31 watergangen in bij de Eemshaven Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
22
Daarnaast is bekend dat de Eemshaven is opgehoogd met zeezand. Vrijkomende grond de Eemshaven wordt daarom ook beschouwd als zoute grond. Met uitzondering van wat voor de aanleg van de Eemshaven al binnendijks was zoals de Emmapolder.
4.2
Lokale maximale waarden en risico’s
In het Besluit bodemkwaliteit kan bij gebiedsspecifiek beleid per (deel)gebied een maximale waarde vastgesteld worden. De gekozen waarde mag niet leiden tot onacceptabele risico’s bij het gebruik (de functie) van de bodem. Uit de verkenning [ref. 1] zijn geen maximale waarden voor chloride per functie naar voren gekomen. In de verkenning is inzichtelijk gemaakt waar wel of geen risico’s ontstaan voor de omgeving bij (her)gebruik van zoute grond en baggerspecie. De feitelijke risico’s en toepassingsmogelijkheden worden bepaald door de fysieke omgevingsfactoren in relatie tot de functies en het beleid en niet zozeer door gehalten aan chloride in de baggerspecie. Uit de verkenning blijkt dat de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl in principe geschikt zijn om zoute baggerspecie (her) te gebruiken mits er mitigerende of compenserende maatregelen genomen worden. Deze maatregelen hebben tot doel om te zorgen dat het uittreden van zout naar de omgeving zoveel mogelijk beperkt wordt. De te nemen maatregelen zijn mede afhankelijk van de functie van de toepassingslocatie.
4.3
Toepassingsmogelijkheden zoute grond of baggerspecie
Bij het toepassen van zoute grond of baggerspecie moeten mogelijk maatregelen genomen worden om effecten op de omgeving te beperken. Het kiezen van de maatregelen is maatwerk per locatie en dit wordt in deze nota bodembeheer verder niet omschreven. Wel is in figuur 3 aangegeven hoe aangetoond wordt of maatregelen nodig zijn. De volgende voorbeelden van maatregelen zijn: • drainage en afvoer van uittredend water naar zee; • door middel van een geïsoleerd slotenstelsel uittredend water afvoeren naar zee; • tussenopslag in depots waardoor rijping plaats vindt; • ontzilting buitendijks; • verpompen of doorspoelen met zoet water. Bij hergebruik van grond en (zoute) baggerspecie en het nemen van mitigerende maatregelen zijn niet alleen de regels van het Besluit bodemkwaliteit van belang. Daarom is in bijlage 1 een aandachtpuntenlijst opgenomen van andere relevante wet- en regelgeving. Het betreft altijd maatwerk, afhankelijk van onder andere de locatie en beoogde toepassing.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
In paragraaf 4.1 is aangegeven wanneer grond of baggerspecie als zout wordt aangemerkt
23
Is er sprake van zoute grond of baggerspecie?
nee
(her)gebruik van grond en baggerspecie volgens gebiedsspecifiek beleid Nota bodembeheer
niet akkoord
Geen toepassing zoute grond of baggerspecie of pas plan van aanpak aan
ja
Zie paragraaf 4.3 van de Nota bodembeheer
De waterkwaliteitbeheerders vervullen een adviesrol in de beoordeling van het plan van aanpak
Stel een plan van aanpak op
Bevoegd gezag beoordeelt het plan van aanpak
akkoord
Regulier traject toepassen grond of baggerspecie binnen Nota bodembeheer
Figuur 4: stappenplan toepassen zoute grond of baggerspecie
Inhoud plan van aanpak Het plan van aanpak wordt opgesteld door de initiatiefnemer voor het grond- of baggerverzet. In het plan van aanpak moeten twee vragen beantwoord worden: • wat zijn de te verwachten effecten van het toepassen van zoute baggerspecie of grond? • welke maatregelen worden genomen om de effecten te beperken of te voorkomen? De effecten kunnen aangetoond worden door literatuuronderzoek of door bodemonderzoek. Voor een beschrijving van de effecten op basis van literatuur kan gebruik worden gemaakt van de “Mogelijkheden gebiedsspecifiek beleid voor hergebruik van zoute baggerspecie in brakke of zoute gebieden” [ref.1] of andere beschikbare informatie. Voor een beschrijving van de effecten door middel van bodemonderzoek kan de volgende informatie verzameld worden: • de kwaliteit/zoutgehalte van de ontvangende bodem; • eventueel de uitloging van chloride uit het toe te passen grond of baggerspecie; • het zoutgehalte in het grondwater op de toepassingslocatie; • het zoutgehalte in het oppervlaktewater waarop afgewaterd wordt. Mogelijk blijkt uit de literatuur of bodemonderzoek dat er geen effecten zijn. Ook is het mogelijk dat zoute grond of baggerspecie wordt toegepast in een gebied waar afwatering op zee plaats vindt (grote delen van de Eemshaven). Dan hoeven er geen maatregelen te worden uitgewerkt. Als uit een beschrijving van de effecten blijkt dat er sprake is van een beïnvloeding van het grond- en/of het oppervlaktewater, moeten maatregelen voorgesteld worden. Deze maatregelen worden in het plan van aanpak opgenomen inclusief een beschrijving van de borging van de maatregelen. Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
24
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
5
25
Toezicht en handhaving
Voor toezicht en handhaving op grond- en baggerstromen zijn in het Besluit bodemkwaliteit de bevoegdheden verdeeld. Hieronder is weergegeven hoe de bevoegdheden verdeeld zijn in het gebied van de nota bodembeheer en hoe omgegaan wordt met toezicht en handhaving.
5.1
Bevoegde gezagen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit
Een belangrijk element uit het Besluit bodemkwaliteit is dat het Besluit van toepassing is op de gehele keten (ontgraven-transport-toepassing). De VROM-inspectie is verantwoordelijk voor de ketenhandhaving. In het kader van het Besluit bodemkwaliteit zijn de volgende bevoegde gezagen binnen het gebied van de nota bodembeheer te onderscheiden. Tabel 2: overzicht bevoegdheden op basis het Besluit bodemkwaliteit Bevoegd gezag voor: Toepassingen op landbodem Toepassing binnen inrichtingen met een Wm vergunning waar de provincie Groningen bevoegd gezag is Toepassing in rijkswateren Toepassing in oppervlaktewaterlichamen niet zijnde rijkswateren
Bestuursorgaan Gemeenten Delfzijl en Eemsmond Provincie Groningen Rijkswaterstaat Waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s
Toepassen van grond en bagger op de bodem Voor deze toepassingen is de gemeente bevoegd gezag. Alle meldingen van deze toepassingen moeten bij de gemeente Delfzijl of de gemeente Eemsmond worden ingediend via het landelijke meldpunt bodemkwaliteit. Toepassen van grond of bagger binnen inrichtingen In de gebieden Eemshaven en de industrieterreinen van Delfzijl zijn diverse bedrijven aanwezig waar Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen bevoegd gezag is voor de milieuvergunning. Op deze locaties is Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ook bevoegd gezag in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Dit houdt in dat op het moment dat er grond op deze locaties wordt toegepast, de provincie hier bevoegd is om het grondverzet te beoordelen en toezicht en handhaving uit te voeren. De provincie toetst het grondverzet aan de regels uit het Besluit bodemkwaliteit en het beleid van de gemeente. Ten aanzien van het beleid liggen alle bevoegdheid bij de gemeenten Delfzijl en Eemsmond. Als er sprake is van het toepassen van grond binnen inrichtingen waar de gemeente het bevoegd gezag is voor de Wet milieubeheer, dan is de gemeente daar ook bevoegd gezag voor het Besluit bodemkwaliteit. Toepassen van grond of bagger in rijkswateren Voor deze toepassingen is de waterbeheerder bevoegd gezag. Rijkswaterstaat is bevoegd gezag bij toepassingen van grond of baggerspecie in de Eemshaven, de haven van Delfzijl en de Waddenzee (tenminste voor het Besluit bodemkwaliteit).
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Nota bodembeheer voor de Eemshaven en industriegebieden te Delfzijl
26
Toepassen van grond of bagger in oppervlaktewaterlichamen niet zijnde rijkswateren Voor toepassingen in niet-rijkswateren, zoals de Oosterhornhaven, is het waterschap bevoegd gezag. De bevoegde gezagen zijn dan het waterschap Noorderzijlvest of het waterschap Hunze en Aa’s.
5.2
Toezicht en handhaving
Toezicht en handhaving wordt uitgevoerd naar aanleiding van de meldingen en constateringen in het veld. De gemeente Delfzijl gaat voor haar toezicht en handhaving van hergebruik van grond- en baggerspecie het Handhavingsprotocol grondverzet opstellen. De gemeente Eems-mond wil ook gebruik maken van dit protocol zodat in de gebieden van deze nota bodembeheer toezicht en handhaving op vergelijkbare manier wordt opgepakt. De provincie Groningen houdt toezicht op grondverzet binnen provinciale inrichtingen en maakt bij haar toezicht en handhaving gebruik van onder andere de Handhavingstrategie en Werkwijze WABO. Voor toezicht en handhaving op de regels van het Besluit bodemkwaliteit is de Handhaving Uitvoering Methode Besluit bodemkwaliteit (HUM Bbk) ontwikkeld. Het doel van deze HUM is het bevoegd gezag ondersteuning te bieden bij het signaleren, het beëindigen en ongedaan maken of terugdraaien van overtredingen. De HUM Bbk bestaat uit twee documenten namelijk een naslagwerk en een deel met stroomschema’s. Bij de stroomschema’s zijn ook controleformulieren opgesteld. De bevoegde gezagen maken bij toezicht en handhaving van grondverzet en hergebruik van baggerspecie op basis van deze nota bodembeheer gebruik van de HUM Bbk.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Referenties 1. Mogelijkheden gebiedsspecifiek bodembeleid voor brakke en zoute gebieden in de provincie Groningen, Royal Haskoning, 9S3110, januari 2008. 2. Bodembeheernota Zout naar smaak, beleid voor de toepassing van zoute baggerspecie in de gemeenten Delfzijl, Eemsmond en De Marne, Royal Haskoning, 9S3110, januari 2008. 3. Grondstromen tot op de bodem uitgezocht, resultaten van de inventarisatiefase ILB voor 7 gemeenten in de Regio Noord-Groningen, Outline Consultancy BV, B08K0241, augustus 2009. 4. Regeling bodemkwaliteit, regeling van 13 december 2007, nr. DJZ2007124397, houdende regels voor de uitvoering van de kwaliteit van de bodem, Ministerie van VROM en Ministerie van Verkeer en Waterstaat, versie van 1 oktober 2009. 5. Richtlijn Bodemkwaliteitskaarten, Ministerie van VROM en Ministerie van Verkeer en Waterstaat september 2007. 6. Aanvullend bodemonderzoek voor de Bodemkwaliteitskaart ten behoeve van gebiedsspecifiek beleid (Eemsmond/Delfzijl) voor de gemeente Eemsmond, Outline Consultancy BV, december 2009, B08K0294A. 7. Aanvullend bodemonderzoek voor de Bodemkwaliteitskaart ten behoeve van gebiedsspecifiek beleid (Eemsmond/Delfzijl) voor de gemeente Delfzijl, Outline Consultancy BV, december 2009, B08K0294B.
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Projectnummer: B08K0294
Begrippenlijst A Achtergrondwaarde (AW2000)
B Beheersgebied
Bodemfuncties
Bodemfunctieklassen Bodemkwaliteitsklasse D Diffuse bodemkwaliteit
E Erkende kwaliteitsverklaring
F Fabrikant-eigen verklaring G Gebiedsspecifieke kader
Generiek kader
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Milieuhygiënische bodemkwaliteitsnorm uit het Besluit bodemkwaliteit voor schone grond. Grond en baggerspecie die voldoen aan de achtergrondwaarde zijn altijd vrij toepasbaar (voor wat betreft de chemische kwaliteit). Aaneengesloten afgebakend deel van de oppervlakte van één of meer gemeenten waarvoor gebiedsspecifiek beleid wordt opgesteld. Groningen Seaports hanteert dit begrip ook als aanduiding van haar gebieden. Daarom wordt in deze nota bodebeheer gesproken over “gebieden van deze nota bodembeheer”. Dit omvat de Eemshaven en de industrieterreinen te Delfzijl en is weergegeven op kaart 1a en 1b. Bodemfuncties beschrijven het gebruik van de bodem in het gebiedsspecifieke beleid. Het Besluit bodemkwaliteit onderscheidt zeven functies. In deze nota wordt alleen de functie Industrie onderscheiden. Vastgestelde indeling in het Besluit bodemkwaliteit van bodemfuncties in de klassen Wonen en Industrie. Milieuhygiënische bodemkwaliteitsnorm uit het Besluit bodemkwaliteit voor de functies Wonen en Industrie. De algemene bodemkwaliteit in een gebied bepaald door middel van statistische berekeningen en vastgelegd in een bodemkwaliteitskaart. Bij het bepalen van de diffuse bodemkwaliteit worden verouderde gegevens, gesaneerde locaties en locaties die verdacht zijn van bodemverontreiniging uitgesloten. Het opstellen van de bodemkwaliteitskaart en het bepalen van de diffuse bodemkwaliteit is nader omschreven in bijlage 2. Schriftelijke verklaring, vaak in vorm van een certificaat, waarin is opgenomen dat de partij (grond, bagger of bouwstoffen) afkomstig is van een gecertificeerde instelling en voldoet aan de milieuhygiënische kwaliteitseisen van het Besluit bodemkwaliteit. Schriftelijke verklaring afgegeven door de producent van grond- of baggerspecie waarin deze verklaart dat de bijbehorende partij voldoet aan de milieuhygiënische eisen uit het Besluit bodemkwaliteit. Kader uit het Besluit bodemkwaliteit die het mogelijk maakt om zelf lokale maximale waarden vast te stellen die gebruikt worden bij grond- en baggerverzet en bodemsanering van historische verontreinigingen. Algemene regels uit het Besluit bodemkwaliteit die van toepassing zijn voor grond- en baggerverzet als geen gebruik wordt gemaakt Projectnummer: B08K0294
van het overgangsbeleid of het gebiedsspecifieke kader. Kern van het generieke kader is de koppeling tussen bodemkwaliteit en bodemfunctie. Het generieke kader geeft kwaliteitsnormen voor schone grond (achtergrondwaarde) en kwaliteitsnormen gekoppeld aan de bodemfuncties wonen en industrie. Daarnaast zijn nog normen opgenomen voor het verspreiden van baggerspecie op aangrenzende percelen en het toepassen van grond of baggerspecie in grootschalige toepassingen. Grootschalige toepassingen
L Lokale maximale waarden O Oppervlaktewaterlichaam
P P95 R Risicotoolbox
S Stand-still beginsel
Z Zorgplicht
Zoute baggerspecie
Opgesteld door Outline Consultancy B.V. 20 april 2010
Toepassingen van grond of baggerspecie in de hoeveelheden van minimaal 5.000 m3 en een toepassingshoogte van minimaal 2 meter. Er is een uitzondering op de toepassingshoogte bij wegen. Niet alle type toepassingen mag als grootschalige toepassing worden aangemeld. In artikel 63 is vastgelegd om welk type toepassingen het gaat. Milieuhygiënische normen voor hergebruik van grond en baggerspecie in een afgebakend beheersgebied die worden opgesteld bij gebiedsspecifiek beleid in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Definitie uit de Waterwet voor oppervlaktewater en alles wat bij oppervlaktewater hoort volgens deze wet. Het gaat om een samenhangend geheel van voorkomend water met daarin de aanwezige stoffen, de bijbehorende bodem, de oevers, drogere oevergebieden (aangewezen in deze wet) en flora en fauna. Statistisch kental in de bodemkwaliteitskaart waarbij 95% van de waarnemingen eronder ligt en 5% erboven. Door het Ministerie van VROM ontwikkeld instrument om te bepalen of bij de gekozen lokale maximale waarden sprake is van risico’s. Uitgangspunt waarbij geldt dat de kwaliteit van een milieucompartiment, zoals de bodem, niet mag verslechteren door activiteiten, zoals hergebruik van grond of baggerspecie. Zorgplicht betekent dat iedereen die weet, of kan vermoeden, dat nadelige gevolgen kunnen optreden als gevolg van het gebruik van de grond en baggerspecie, maatregelen moet nemen om de verontreiniging te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Dit begrip is gebaseerd op de aanwezigheid van chloride in baggerspecie. De chemische naam voor zout is natriumchloride. De hoeveelheid chloride is maatgevend voor het zoutgehalte en wordt uitgedrukt in gram per liter of gram per kilogram.
Projectnummer: B08K0294
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Kaart 1 Kaart 2 Kaart 3 Kaart 4
: : : : : : : : :
aandachtspuntenlijst relevante wet- en regelgeving bodemkwaliteitskaart overzicht lokale maximale waarden lijsten met uitgesloten locaties van de bodemkwaliteitskaart stappenplannen zoute grond en baggerspecie kaarten met de gebiedsafbakening bodemfunctiekaarten ontgravingskaarten toepassingskaarten
Bijlage 1:
aandachtspuntenlijst relevante wet- en regelgeving
Tabel 1 Overzicht activiteiten en bevoegd gezag Activiteit Toepassing/hergebruik schone en licht verontreinigde grond en bagger als bodem Uitspoeling van zout water naar grondwater en oppervlaktewater
Bestemmingswijziging •
Oprichten, in werking hebben en veranderen (van werking van) inrichting
•
Ontwateren verontreinigde grond, mogelijk lozing
•
Tijdelijk verlagen waterstand
•
Inrichten depots ten behoeve van ontwatering of opslag grond,
inrichten Werkterrein (Kwalitatieve aspecten lozing) •
Afvalwater lozen op oppervlaktewater
•
Afvalwater lozen in rijkswateren
•
Afvalwater lozen in zee
•
Afvalwater lozen op riool (categorieën van inrichtingen)
(Kwantitatieve aspecten lozing) •
Onttrekken uit/ lozen in oppervlaktewater Rijkswater
•
Onttrekken uit/ lozen in oppervlaktewater niet- Rijkswater
•
Oprichten bouwwerk
•
Oprichten opslagdepots
• Oprichten drainageputten Werkzaamheden nabij de werken van een waterschap •
Aanleggen vijver
•
Aanleggen waterlopen
•
Verwijderen overstortvoorziening
•
Ontgronden in zee, bij AMvB aan te wijzen Rijkswateren, de ingepolderde gedeelten IJsselmeer, voor zover niet provinciaal
Wet -en regelgeving, beleid, vergunning Besluit Bodemkwaliteit
Ontgronden in wateren en wegen niet in beheer van Rijk
•
Ontgronden ten behoeve van aanleg vijver
• Ontgraven watergang Grondwater onttrekken uit en infiltreren in de grond/ bodem •
Bronbemaling
• Grondwatersanering Verstoren beschermde diersoorten Verstoren beschermde plantensoorten Ontheffing van genoemde verboden in APV, bijvoorbeeld
Gemeente en provincie
Kaderrichtlijn water, Waterwet, Wm (activiteitenbesluit) WRO, POP Wet Milieubeheer (WM-vergunning) Waterwet
Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest, gemeente, provincie, Rijkswaterstaat Gemeente en provincie Gemeente, soms provincie Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest, Rijkswaterstaat
Waterwet Mogelijk Wm, activiteitenbesluit
Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest
Wm, activiteitenbesluit Waterwet
Rijkswaterstaat Minister van V&W Gemeente/provincie Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest, Rijkswaterstaat, Minister van V&W
Lichte/ reguliere bouwvergunning (afhankelijk van afmetingen)
Gemeente
Waterwet - watervergunning
Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest
Ontgrondingenvergunning Mogelijk Waterwet - watervergunning
Minister van V&W Provincie Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest
Waterwet Mogelijk Wm, activiteitenbesluit
Provincie Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest, gemeente
Flora -en faunawet Natuurbeschermingswet: Natura 2000 (afhankelijk van locatie) Vergunning APV
Ministerie van LNV
Gemeente
Aanlegvergunning (WRO) Soms Waterwet - watervergunning
Gemeente Waterschap Hunze & Aa’s of Noorderzijlvest
ingedeeld •
Bevoegd gezag
•
Aanleggen van een uitweg (gemeentelijke weg)
•
Kappen van houtopstand
•
Aansluiting op gemeentelijk riool
•
Aanleggen parkeergelegenheid
•
Aanleggen kabels en leidingen
•
Aanleggen weg(verharding) Tabel is afkomstig uit de Bodembeheernota Zout naar Smaak van Royal Haskoning, januari 2008 en aangepast naar aanleiding van de nieuwe wet- en regelgeving in februari 2010.
Bijlage 2:
bodemkwaliteitskaart
Bodemkwaliteitskaart industriegebied te Delfzijl (gemeente Delfzijl) en Eemshaven (gemeente Eemsmond)
Eindrapport
In opdracht van Opgesteld door Projectnummer Documentnaam Datum
Outline Consultancy B.V. MWH B.V. B08B0369 F:\data\Project\Bodem08\B08B0369\b08b0369.r01.docx 19 februari 2010
Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM Nederland T +31(0)26 7513300 F +31(0)26 7513818
Bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Nederland www.mwhglobal.nl
KVK Haaglanden 27 18 43 23 ING Bank Delft 65 93 74 331 IBAN NL 63 ING B 0659 374331/BIC INGBNL2A MWH is ISO 9001:2008 en VCA** gecertificeerd
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
Inhoudsopgave
1
Inleiding 1.1 Doel 1.2 Beleidskader 1.3 Afbakening en geldigheid 1.4 Leeswijzer
5 5 5 5 6
2
Totstandkoming bodemkwaliteitskaart 2.1 Definitiefase 2.2 Vaststellen onderscheidende kenmerken 2.3 Gegevensverzameling en -bewerking 2.4 Indelen beheergebied in deelgebieden 2.5 Controleren indeling van beheergebied 2.6 Verzamelen aanvullende informatie 2.7 Vaststellen bodemkwaliteitszones 2.8 Opstellen ontgravings- en toepassingskaart
Opgesteld door Datum
7 7 8 9 10 10 11 11 13
MWH B.V. 19 februari 201010, eindrapport
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
1
Inleiding
De gemeenten Delfzijl en Eemsmond willen bij grondverzet ter plaatse van de industriegebieden te Delfzijl (gemeente Delfzijl) en de Eemshaven (gemeente Eemsmond) gebruik maken van een bodemkwaliteitskaart. In dit rapport zijn de totstandkoming van de bodemkwaliteitskaart en de resulterende kaarten beschreven.
1.1
Doel
De bodemkwaliteitskaart is een instrument bij het toepassen van grond en baggerspecie in het kader van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit (referentie 4). In de bodemkwaliteitskaart is de diffuse bodemkwaliteit vastgelegd en zijn de eisen vastgelegd die gelden voor het toepassen van grond en bagger op de bodem. Daarnaast kan de kaart dienen als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en bagger. In de nota bodembeheer (horend bij de bodemkwaliteitskaart) wordt het gebiedspecifiek beleid ten aanzien van het toepassen van grond en bagger toegelicht.
1.2
Beleidskader
De bodemkwaliteitskaart is opgesteld in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Deze is op 1 juli 2008 inwerking getreden. In het Besluit bodemkwaliteit is de regelgeving met betrekking tot het toepassen van grond en bagger vastgelegd. In het kader van het Besluit bodemkwaliteit moet een keuze gemaakt worden tussen generiek en gebiedspecifiek beleid. Onderhavige bodemkwaliteitskaart is opgesteld aan de hand van het gebiedspecifieke kader. De kaart is opgesteld conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten (referentie 5).
1.3
Afbakening en geldigheid
De bodemkwaliteitskaart heeft betrekking op de industriegebieden te Delfzijl (gemeente Delfzijl) en de Eemshaven (gemeente Eemsmond), verder in dit rapport te noemen ‘beheersgebied’. De gemeenten zijn bevoegd gezag voor het toepassen van grond en baggerspecie op of in de bodem. De bodemkwaliteitskaart wordt vastgesteld door het bevoegd gezag (de gemeenteraad) van beide gemeenten en treedt direct hierna in werking. De bodemkwaliteitskaart heeft een geldigheidsduur van tien jaar. Na tien jaar moet de kaart opnieuw beleidsmatig worden vastgesteld. Hierbij moeten de stappen voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart opnieuw worden doorlopen om vast te stellen of de bodemkwaliteitskaart nog representatief is voor de actuele situatie. Actualisatie van de kaart kan eerder noodzakelijk zijn indien veel nieuwe bodemonderzoeksgegevens beschikbaar komen.
5
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is beschreven hoe de bodemkwaliteitskaart tot stand is gekomen. Hierbij zijn de stappen uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten gevolgd. Per stap is aangegeven welke werkzaamheden voor het beheersgebied zijn uitgevoerd.
6
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
2
Totstandkoming bodemkwaliteitskaart
Ten behoeve van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart voor de gemeente zijn onderstaande stappen doorlopen. Deze stappen volgen uit de ‘Richtlijn bodemkwaliteitskaarten’. 1. Opstellen programma van eisen (definitiefase); 2. Vaststellen onderscheidende kenmerken; 3. Gegevensverzameling en -bewerking; 4. Indelen beheergebied in deelgebieden; 5. Controleren indeling van het beheergebied; 6. Verzamelen aanvullende informatie; 7. Vaststellen bodemkwaliteitszones; 8. Opstellen toepassings- en ontgravingskaart. In de onderstaande paragrafen is elke stap nader toegelicht en zijn de resultaten besproken.
2.1
Definitiefase
De eerste stap bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is de beleidsmatige en technisch inhoudelijke onderbouwing die resulteert in het programma van eisen. Dit vormt het kader waarbinnen de bodemkwaliteitskaart wordt gerealiseerd. Hieronder is dit beschreven. • De bodemkwaliteitskaart is van toepassing op de landbodem. • De bodemkwaliteitskaart geldt voor: * De industriegebieden te Delfzijl in de gemeente Delfzijl, en; * De Eemshaven in de gemeente Eemsmond. • In de kaart is de diffuse gebiedseigen bodemkwaliteit van de landbodem vastgelegd. Lokale verontreinigingen en verdachte locaties zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart. Dit is nader toegelicht in hoofdstuk 3. • De diffuse bodemkwaliteit is bepaald op basis van het statistisch kental ‘het gemiddelde’. Het statistisch kental ‘de 95-percentielwaarde’ is getoetst aan de interventiewaarde. • De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor het standaard NEN 5740 stoffenpakket. Per 1 juli 2008 is de samenstelling van dit stoffenpakket gewijzigd. Het bestaat sindsdien uit negen zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink), som-PAK(10), som-PCB’s en minerale olie. • De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor de bovengrond (0 tot 0,5 m -mv) en de ondergrond (0,5 tot 23,0 m -mv voor de Eemshaven (gemeente Eemsmond), en 0,5 - 2,0 m -mv voor industriegebieden te Delfzijl (gemeente Delfzijl)). De reden om de Eemshaven tot 23 m -mv te zoneren is vanwege de aanleg en uitbreiding van diverse havens in het gebied. Chloride Chloride is niet als parameter meegenomen in de berekening van de diffuse bodemkwaliteit. Het chloride gehalte in de bodem is niet bepaald omdat chloride zeer mobiel is en uitspoelt naar gronden oppervlaktewater. Onderzoek en ervaringscijfers met betrekking tot uitloging wijzen uit dat chloride uiteindelijk vrijwel volledig uitspoelt. In algemene zin kan gesteld worden dat de transportroute van chloride gelijk is aan de stromingsrichting van uittredend water. Water is het mobiele transport-
7
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
medium. In de verkenning (ref. 1) is voor enkele fictieve gevallen een inschatting gemaakt van de hoeveelheid zout die uitspoelt indien gerijpte en ongerijpte zoute baggerspecie wordt hergebruikt.
2.2
Vaststellen onderscheidende kenmerken
In deze stap zijn de onderscheidende kenmerken voor de bodemkwaliteit vastgesteld. Deze onderscheidende kenmerken zijn mogelijk van invloed op de diffuse bodemkwaliteit. De volgende kenmerken worden in de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten onderscheiden: • bodemopbouw; • gebruikshistorie; • huidig bodemgebruik (functie). Bodemopbouw Op de bodemkaart van Alterra (1:50.000, http://www.bodemdata.nl/) bevinden beide deelgebieden zich grotendeels in de bebouwde kom. Hierdoor wordt de bodemopbouw als niet relevant beschouwd voor de bodemkwaliteitskaart. De Eemshaven is grotendeels buitendijks gebied dat is opgespoten met zeezand. Gebruikshistorie De Eemshaven is ontwikkeld vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw. De Eemshaven ligt grotendeels in oorspronkelijk buitendijksgebied en is opgespoten met zeezand. Op de Eemshaven zijn diverse soorten bedrijvigheid aanwezig, als op- en overslag, energiecentrales, etc. Delen van de industriegebieden te Delfzijl zijn na de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld. In Farmsum en Delfzijl is sprake van zware industrie. Veel locaties zijn verdachte locaties die buiten de BKK vallen. De gebruikshistorie van de gebieden waarvoor gegevens zijn gebruikt voor de BKK hebben een vergelijkbare gebruikshistorie, voormalig landbouwgebied wat nu als industrie wordt gebruikt of ontwikkeld. Op basis van de gebruikshistorie is besloten beide industriegebieden in eerste instantie als gescheiden deelgebieden op te nemen in de bodemkwaliteitskaart. Huidig bodemgebruik (Functiekaart) Uitgangspunt van het Besluit bodemkwaliteit is dat de kwaliteit van de bodem aansluit bij de functie. Een functiekaart is daarom een verplicht onderdeel van de bodemkwaliteitskaart. De functiekaart is opgesteld volgens de Richtlijn voor het opstellen kaarten bodemfunctieklassen (bijlage J van de Regeling bodemkwaliteit). In het Besluit bodemkwaliteit zijn zeven functies gedefinieerd. Voor toepassing in het generieke kader zijn deze functies samengevoegd tot bodemfunctieklassen (zie tabel 1).
8
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
Tabel 1: bodemfuncties en bodemfunctieklassen Bodemfunctie
Bodemfunctieklasse
Wonen met tuin
Wonen
Plaatsen waar kinderen spelen Groen met natuurwaarden Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie
Industrie
Moestuinen en volkstuinen
Niet ingedeeld
Natuur
(Kwaliteit toe te passen grond moet voldoen aan de Achtergrondwaarden)
Landbouw
Zowel de industriegebieden te Delfzijl (gemeente Delfzijl) als de Eemshaven (gemeente Eemsmond) hebben de functie ‘Industrie’. In kaart 2a en 2b zijn de bodemfuncties voor beide gebieden weergegeven.
2.3
Gegevensverzameling en -bewerking
In deze stap is de informatie die nodig is voor de bepaling van de gebiedseigen bodemkwaliteit verzameld en bewerkt. Voor de bodemkwaliteitskaart is gebruik gemaakt van de bodemonderzoekgegevens die aanwezig zijn in de bodeminformatiesystemen van de beide gemeenten. De gegevens buiten het beheersgebied zijn hierbij verwijderd op basis van geografie. Vervolgens zijn de beschikbare gegevens samengevoegd in één bodeminformatiesysteem dat voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is ingericht. De gebruikte dataset bevat 112 bodemrapporten voor industriegebieden te Delfzijl en 52 rapporten voor de Eemshaven. Voor de bodemkwaliteitskaart zijn alle beschikbare onderzoeksgegevens gebruikt, tenzij er een aanleiding is om de betreffende gegevens als niet representatief voor de diffuse gebiedseigen bodemkwaliteit te beschouwen. Om te bepalen welke rapporten representatief zijn is stap voor stap een screening uitgevoerd aan de hand van een aantal criteria. In tabel 2 zijn deze criteria en het aantal vervallen rapporten gegeven. Tabel 2: vervallen rapporten industrieterrein Delfzijl Farmsum Stap
Screeningscriterium
Aantal rapporten
Aantal rapporten
Delfzijl/Farmsum
Eemshaven
1
Onderzoek voor 01-01-2000 of geen datum ingevoerd *
50
16
2
Onderzoek niet ingetekend in GIS
0
1
3
Locaties die gesaneerd zijn + voorgaande onderzoeken
58
4
4
Verdachte locaties of locaties met een lokale verontreiniging of calamiteit
4
2
112
23
Totaal vervallen
* In verband met beschikbare data is besloten de ouderdomgrens van rapporten te verruimen van 01-01-2003 naar 01-01-2000.
Voor het ouderdomscriterium (stap 1 uit de tabel) is afgeweken van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. De richtlijn schrijft voor dat in principe alleen bodemonderzoeksrapporten van maximaal vijf jaar
9
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
oud worden gebruikt voor het opstellen van de kaart. Echter, om met zo veel mogelijk waarnemingen te kunnen rekenen en omdat verwacht wordt dat de gegevens van de laatste tien jaar representatief zijn voor de diffuse bodemkwaliteit, zijn de rapporten vanaf 01-01-2000 meegenomen. De vervallen rapporten resulteren in 609 niet bruikbare analyses voor de industriegebieden te Delfzijl en 119 niet bruikbare analyses voor de Eemshaven. Van de representatieve rapporten is vervolgens op analyseniveau gekeken naar de bruikbaarheid van de individuele analyses. Analyses worden niet in de berekeningen opgenomen indien het dieptetraject ontbreekt of er sprake is van een mogelijke meetfout of lokale verontreiniging. Er zijn voor beide deelgebieden geen individuele monsters niet meegenomen. Aanpassingen dataset Voor het beheersgebied zijn tevens een aantal aanpassingen van de dataset doorgevoerd. Het betreft de volgende aanpassingen (inclusief reden): • Voor de berekening van de stoffen molybdeen en kwik is er bij waarden beneden de detectielimiet (0,3 mg/kg.ds) een nieuwe waarde 0,16 gehanteerd. Dit is gedaan omdat bij de standaard rekenwijze de detectielimiet wordt vermenigvuldigd met 0,7, waardoor de gemeten waarde in de berekeningen wordt gebruikt als 0,21 mg/kg.ds. Dit is boven de achtergrondwaarde (AW2000) van 0,15 voor zowel Kwik als Molybdeen (terwijl beide stoffen niet eens zijn aangetoond). Oorzaak hiervoor is dat een (deel van) de analyses niet conform AS3000 zijn verzameld, waardoor hogere detectielimieten door het laboratorium zijn gehanteerd. Bij het berekenen resulteert dit in een onterecht verhoogd gemiddelde voor deze stoffen, terwijl er geen daadwerkelijke verhoogde concentratie is aangetoond. Om dit te voorkomen is bij de berekeningen voor deze stoffen de detectielimiet aangepast naar 0,16 (wat na vermenigvuldiging met 0,7 neerkomt op 0,112 in de rekenset). Er is voor 0,16 mg/kg.ds gekozen om de waarde herkenbaar te laten zijn in de dataset. • In een aantal gevallen zijn PCB’s ingevoerd in miligram in plaats van in microgram, de juiste eenheid. Deze zijn in de dataset aangepast (gedeeld door duizend).
2.4
Indelen beheergebied in deelgebieden
Door de geografisch gespreide ligging van industriegebieden te Delfzijl en de Eemshaven, het verschil in dieptetrajecten en het verschil in kwaliteit is besloten de gebieden vooralsnog als afzonderlijke deelgebieden aan te merken. Op basis van de berekeningen worden beide deelgebieden mogelijk samengevoegd. Gezien de gebruikshistorie en de gescheiden ligging, is besloten de beide deelgebieden apart te zoneren.
2.5
Controleren indeling van beheergebied
Volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten is het noodzakelijk dat: • voor elke bodemkwaliteitszone van de vastgestelde parameters tenminste 20 waarnemingen
10
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
•
•
beschikbaar zijn; de waarnemingen ruimtelijk voldoende verspreid over de bodemkwaliteitszone liggen, namelijk dat er: * voor aaneengesloten bodemkwaliteitszone bij een systematische indeling in 20 vakken, in tenminste 10 vakken één of meer waarnemingen zijn gedaan; * voor elk niet-aaneengesloten deel van een bodemkwaliteitszone tenminste drie waarnemingen beschikbaar zijn; voor de bodemkwaliteitszone waarvoor voldoende informatie beschikbaar is, wordt vastgesteld of de indeling optimaal is. Hierbij geldt voor zoveel mogelijk van de vastgestelde parameters dat er geen ruimtelijke structuur aanwezig is in de gehalten of de variabiliteit.
Beide industriegebieden hadden onvoldoende waarnemingen (op basis van aantal of spreiding) om zonder aanvullende informatie gezoneerd te kunnen worden. In onderstaande paragraaf is per industriegebied de reden hiertoe aangegeven en aangegeven hoeveel aanvullende analyses verzameld zijn. Industriegebieden te Delfzijl (gemeente Delfzijl) Binnen de industriegebieden te Delfzijl was zowel het aantal waarnemingen als de spreiding van de waarnemingen onvoldoende. Hiertoe zijn 23 aanvullende waarnemingen verzameld (onderzocht op het standaard-stoffenpakket). Eemshaven (gemeente Eemsmond) Binnen de Eemshaven was de spreiding van de waarnemingen onvoldoende. Hiertoe zijn 5 aanvullende waarnemingen verzameld (onderzocht op het standaard-stoffenpakket). Voor de (diepere) ondergrond (tot 23 m -mv) ter plaatse van de Eemshaven is gebruik gemaakt van de reeds bestaande waarnemingen. Gezien het gebied integraal is opgespoten met zeezand is het niet noodzakelijk aanvullende waarnemingen voor de ondergrond te verzamelen.
2.6
Verzamelen aanvullende informatie
Het aanvullend onderzoek is uitgevoerd en gerapporteerd door Outline Consultancy B.V. (referenties 6 en 7). De aanvullende waarnemingen zijn opgenomen in het bodeminformatiesysteem dat voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is ingericht en meegenomen in de definitieve berekeningen voor het vaststellen van de bodemkwaliteitskaart.
2.7
Vaststellen bodemkwaliteitszones
In deze stap wordt de kwaliteit van de zones van de bodemkwaliteit bepaald. In deze rapportage wordt onderscheid gemaakt tussen de beleidskader (paragraaf 2.7.1) en het werkelijk resultaat (paragraaf 2.7.2). 2.7.1 Beleidskader Voor de beschrijving van de bodemkwaliteit is per deelgebied en per dieptetraject een aantal statisti-
11
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
sche kentallen berekend (gemiddelde, mediaan, 95-percentielwaarde, etc.). Met uitzondering van de maximaal gemeten waarden en parameters waarvoor dit niet geldt (Molybdeen), zijn alle statistische kentallen omgerekend naar waarden voor een standaardbodem (lutum = 25% en organische stof = 10%). Gemiddelde De gebiedseigen bodemkwaliteit van een zone wordt beschreven door de gemiddelden van de parameters binnen een bodemkwaliteitszone. Deze gemiddelden van de verschillende parameters zijn getoetst aan de normwaarden uit de Regeling bodemkwaliteit. Aan de hand hiervan zijn de zones ingedeeld in de kwaliteitsklassen Achtergrondwaarde, Wonen of Industrie. Bij de indeling in kwaliteitsklassen zijn onderstaande bijzondere toetsingsregels in acht genomen. Indeling in klasse Achtergrondwaarde (AW 2000) Voor de indeling van de kwaliteit van zowel de ontvangende bodem als de te ontgraven grond in klasse AW 2000 geldt: • voor alle stoffen ligt het gemiddelde onder de Achtergrondwaarde; • voor maximaal twee stoffen (bij meting van tenminste zeven stoffen) mag het gemiddelde hoger zijn dan de Achtergrondwaarde; • deze overschrijding mag maximaal tweemaal de Achtergrondwaarde zijn; • alle gemiddelden zijn lager dan Maximale Waarden voor de klasse Wonen. Deze toetsingsregel geldt zowel bij het vaststellen van de kwaliteitsklasse van de ontvangende bodem als van de te ontgraven/toe te passen bodem. Indeling in klasse Wonen Voor de indeling van de kwaliteit van de ontvangende bodem in klasse Wonen geldt: • voor alle stoffen ligt het gemiddelde onder de Maximale Waarde voor klasse Wonen en boven de Achtergrondwaarde (AW2000); • voor maximaal twee stoffen (bij meting van tenminste zeven stoffen) mag het gemiddelde hoger zijn dan de Maximale Waarde voor klasse Wonen; • deze overschrijding mag maximaal de Maximale Waarde voor klasse Wonen plus de Achtergrondwaarde zijn; • alle gemiddelden zijn lager dan Maximale Waarden voor de klasse Industrie. Deze toetsingsregel geldt alleen bij het vaststellen van de kwaliteitsklasse van de ontvangende bodem. Voor de indeling van de te ontgraven/toe te passen bodem in een kwaliteitsklasse geldt dat de gemiddelden van alle stoffen moeten voldoen aan de Maximale Waarden klasse Wonen. De hierboven beschreven toetsingsregel is hierbij dus niet van toepassing. Indeling in klasse Industrie Voor de indeling in klasse Industrie geldt dat alle gemiddelden lager moeten zijn dan de Maximale Waarden voor de klasse Industrie en hoger dan de Maximale Waarden voor de klasse wonen. 95-percentielwaarde De 95-percentielwaarde (P95) is de waarde waarboven 5% en waaronder 95% van de waarnemingen liggen. De 95-percentielwaarde is getoetst aan de interventiewaarden voor de verschillende parameters. Indien de 95-percentielwaarde boven de interventiewaarde ligt, bestaat de kans dat bin-
12
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
nen de zone grond voorkomt waarvan de kwaliteit het saneringscriterium overschrijdt. In dat geval moet met de RisicoToolBox getoetst worden of er werkelijk sprake is van risico’s bij de betreffende functie (het huidig gebruik). Resultaat In tabel 3 zijn de gedefinieerde bodemkwaliteitszones en het minimale aantal beschikbare waarnemingen weergegeven. Tabel 3: resultaten zone minimaal aantal waarnemingen per bodemkwaliteitszone Diepte Zone
Bovengrond Ondergrond Toetsingswaarden Eemshaven Delfzijl/Farmsum Eemshaven Delfzijl/Farmsum aantal gem P95 aantal gem P95 aantal gem P95 aantal gem P95 AW2000 wonen industrie arseen 161 4,861 14,704 16 3,338 7,679 113 1,859 7,722 18 3,227 6,265 20,00 27,00 76,00 cadmium 128 0,187 0,294 108 0,220 0,305 156 0,106 0,154 126 0,170 0,197 0,60 1,20 4,30 chroom 31 3,804 7,352 10 5,563 7,064 63 1,344 2,477 9 4,505 6,043 55,00 62,00 180,00 koper 128 3,496 8,455 44 5,472 7,423 156 2,095 3,861 56 4,166 6,289 40,00 54,00 190,00 kwik 128 0,098 0,147 108 0,083 0,193 156 0,048 0,077 125 0,059 0,139 0,15 0,83 4,80 lood 128 7,694 24,839 35 13,241 28,325 156 3,992 9,101 33 7,144 13,632 50,00 210,00 530,00 nikkel 128 4,404 12,603 47 8,287 21,159 156 2,489 6,757 39 6,974 19,816 35,00 39,00 100,00 zink 128 21,528 72,363 30 38,256 73,799 156 8,795 23,855 29 25,665 60,291 140,00 200,00 720,00 PAK 102 0,451 0,616 89 1,706 7,687 117 0,697 2,211 89 0,375 1,352 1,50 6,80 40,00 olie 53 32,218 72,191 24 17,764 18,528 79 69,699 97,675 23 36,383 28,094 190,00 190,00 500,00 barium 32 23,286 61,449 27 18,460 37,806 35 6,138 17,348 25 14,658 41,209 190,00 550,00 920,00 kobalt 36 3,582 6,896 23 5,605 9,835 68 1,330 3,227 24 3,838 8,468 15,00 35,00 190,00 molybdeen 35 0,434 1,050 23 1,050 1,050 62 0,687 1,050 23 1,096 1,050 1,50 88,00 190,00 PCB 24 0,006 0,009 31 0,006 0,006 55 0,020 0,027 31 0,010 0,012 0,02 0,02 0,50 * arseen en chroom zijn in bovenstaande tabel cursief gedrukt, gezien deze stoffen deel uitmaken van het oude NEN-pakket. Deze stoffen zijn niet meegenomen in de kwaliteitsbepaling. groen Voldoet aan kwaliteitsklasse AW2000 geel Voldoet aan kwaliteitsklasse Wonen oranje Voldoet aan kwaliteitsklasse Industrie
Bodemkwaliteit Op basis van de berekeningen wordt de kwaliteit van de vrijkomende grond van zowel de industriegebieden te Delfzijl als de Eemshaven geclassificeerd als Achtergrondwaarde. De bodemkwaliteit van beide gebieden is tevens weergegeven in kaart 3a en 3b. 95-percentielwaarde Voor beide deelgebieden ligt de P95 voor alle stoffen ruim onder de interventiewaarde.
2.8
Opstellen ontgravings- en toepassingskaart
Ontgravingskaart Op de ontgravingskaart is de kwaliteit van de toe te passen/te ontgraven bodem weergegeven. De kwaliteit van de te ontgraven grond in beide zones is ingedeeld in de kwaliteitsklasse Achtergrondwaarde. Dit geldt voor zowel de bovengrond (0 - 0,5 m -mv) als de ondergrond (0,5 - 2,0 m -mv voor industriegebieden te Delfzijlen 0,5 - 18,0 m -mv voor de Eemshaven). De ontgravingskaarten zijn opgenomen in kaart 3a en 3b. Toepassingskaart Op de toepassingskaart is vastgelegd aan welke eisen een partij toe te passen grond of bagger in een zone moet voldoen. In het generieke kader volgt de toepassingseis uit de combinatie van de bodemfunctieklasse en de bodemkwaliteitsklasse van de ontvangende bodem, waarbij de strengste
13
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
eis geldt. In het geval van de Eemshaven en Delfzijl zou de toepassingseis dan Achtergrondwaarde zijn geweest (gelijk aan de bodemkwaliteitsklasse). De gemeenten Delfzijl en Eemsmond hebben er echter voor gekozen om gebruik te maken van gebiedspecifiek beleid. In dit geval geldt dus niet dat de strengste eis geldt, maar dat in het hele gebied grond en bagger mag worden toegepast die, overeenkomstig de functie, voldoet aan klasse Industrie. In bijlagen 4a en 4b zijn de toepassingseisen weergegeven, evenals een stroomschema voor het toepassen van grond en bagger. Deze toepassingseisen gelden alleen voor gebiedseigen grond en bagger.
14
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 19 februari 2010, eindrapport
Bijlage 3:
overzicht lokale maximale waarden
Overzicht lokale maximale waarden In 2011 is een evaluatie van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit voorzien waarna het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit mogelijk gewijzigd worden. Ook tot 2011 worden nog regelmatig wijzigingen doorgevoerd in de Regeling bodemkwaliteit. Deze wijzigingen betreffen uitvoeringsaspecten maar ook normstellingen. Vanwege de mogelijkheid tot wijzigingen wordt voor de normen, die als lokale maximale waarden gelden, verwezen naar bijlage B, Maximale waarden kwaliteitsklasse Industrie in de Regeling bodemkwaliteit. Bij wijziging van de normen worden de gewijzigde normen aangehouden en niet de weergave van de lokale maximale waarden in deze bijlage. Het overzicht van de normen en lokale maximale waarden zoals in deze bijlage is opgenomen, geldt in februari 2010. Tabel 1: overzicht lokale maximale waarden
Stoffen uit NEN 5740 Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkel Zink PAK-totaal 10 VROM Som-PCB(7) Minerale olie
Lokale maximale waarde (standaard bodem) 920 mg/kg d.s. 4,3 mg/kg d.s. 190 mg/kg d.s. 190 mg/kg d.s. 4,8 mg/kg d.s. 530 mg/kg d.s. 190 mg/kg d.s. 100 mg/kg d.s. 720 mg/kg d.s. 40 mg/kg d.s. 0,5 mg/kg d.s. 500 mg/kg d.s.
Generieke norm voor de functie industrie 920 mg/kg d.s. 4,3 mg/kg d.s. 190 mg/kg d.s. 190 mg/kg d.s. 4,8 mg/kg d.s. 530 mg/kg d.s. 190 mg/kg d.s. 100 mg/kg d.s. 720 mg/kg d.s. 40 mg/kg d.s. 0,5 mg/kg d.s. 500 mg/kg d.s.
Bijlage 4: lijsten met uitgesloten locaties uit de bodemkwaliteitskaart
Lijst met uitgesloten locaties van de bodemkwaliteitskaart Industriegebieden Delfzijl, gemeente Delfzijl RAPNAAM SP DL, NAM-locatie, Zeesluizen 10 Zeesluizen Zeesluizen Zeesluizen Loodweg Loodweg Loodweg Loodweg Loodweg NO DL, Oosterhornhaven SP DL, Oosterhornhaven Aanv. bodemonderzoek(Fase 3) VO DL, Oosterhornhaven SP DL, Oosterhornhaven VO DL, Koperweg 10
ONDERZTYPE SP SP NO SE OO NO NVN SP SE NO SP NO NVN SP NVN
DATUM_RAP 23-9-1996 26-3-1997 31-3-1997 31-8-1997 31-3-1996 23-5-1997 3-6-1996 16-6-1997 19-12-1997 29-2-1996 30-4-1996 30-6-1996 28-10-1997 31-7-1998 30-6-1996
AUTEUR Iwaco Van Limborgh Van Limborgh Van Limborgh Tauw Tauw Tauw Vermeer Milieutechniek BV Vermeer Milieutechniek BV Grondmechanica Delft Grondmechanica Delft Grondmechanica Delft Wiertsema & Partners Grondmechanica Delft Grontmij Milieu
REF_NR 2229160 1-19-123-8 1-19-123-4 1-19-123-9 R3490378.N01 R3570553.N01 R3500772.N01 970246/MK/02R 970246/DN/13R CO-362950/30 CO-362950/46 CO-362950/72 VN-16257 CO-375880/42 02/5560-1
Farmsum
NVN
29-1-1996
DHV
R-K0155.MM
Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum
OO NVN NVN NO
31-10-1987 20-10-1994 31-1-1994 30-6-1994
Tauw Eco Reest bv DHV DHV
175-1475 94-08-10 H0624.01.001 J0249.02.001
32 28
34 Farmsum 30 Farmsum
NVN NO
3-6-1998 15-3-1993
Boorsma BV Grondmechanica Delft
98107.R01 CO-333220/32
Koperweg
16
20 Delfzijl
NO
17-3-1998
DHV
98-R-03-17_M0590
Steenweg Valgenweg Valgenweg Oosterhorn
7 7 7 28
Farmsum Farmsum Delfzijl Delfzijl 30 Farmsum
NO NVN NVN SO NVN
21-3-1996 6-6-1995 19-9-1994 30-5-1996 24-6-1992
IWACO BFI Ingen. Boorsma Ingen. Boorsma Grondmechanica Delft
22.2319.0 NOB 225 94265 96049 C90/11
Visserijweg IJzerweg
3 2
Farmsum Farmsum
NVN NVN
31-7-1992 30-4-1991
Tauw Heidemij Advies
3225666 631-1.1.4006
NVN
18-6-1996
Tauw
R3500780.N01
STRAAT Zeesluizen Zeesluizen Zeesluizen Zeesluizen Loodweg Loodweg Loodweg Loodweg Loodweg Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Koperweg
NR LT 10 2 2 2 1 1 1 1 1 28 28 28 28 28 10
16 VO DL, Oosterhorn 36 (PQ Zeolites)
Oosterhorn
36
OO DL, Oosterhorn 36 (PQ Zeolites) VO DL, Koperweg 23 VO DL, Koperweg 27c NO DL, Koperweg 27c
Oosterhorn Koperweg Koperweg Koperweg
36 23 27 C 27 C
Oosterhorn Oosterhorn
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
17 18 19 20
VO DL, Oosterhorn 32-34 (Lafarge 21 Gips) 22 assessment of PAH in the soil 23 Koperweg NO DL, Farmsumerhaven, GR-02624 015 25 VO DL, Steenweg 7 26 Valgenweg 27 Valgenweg 28 VO DL, Oosterhornhaven VO DL, Visserijweg 3 (Wagenborg 29 Shipping 30 VO DL, IJzerweg 02 (NKF) VO DL, Handelskade Oost 11, 11a, 31 11b
Handelskade
11
TOEV PLAAT Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum 30 Farmsum 30 Farmsum 30 Farmsum 30 Farmsum 30 Farmsum Farmsum
11AB Delfzijl
VO DL, Oosterhorn 32-34 (Lafarge Gips) VO DL, Koperweg 08 VO DL, Zeesluizen 17 VO DL, Steenweg 15 (Blijdorp) VO DL, Loodweg 2a (De 36 Eemsvliegers)
34 Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum
NVN NVN NVN NVN
25-4-1994 19-12-1995 11-3-1998 3-1-1997
Fugro Milieu Consult BV Geomet BV Fugro Milieu Consult BV Grond en Water
C-3249.10 95-12-013 G194 C-8078.110 5233/mk
2 A
Farmsum
NVN
3-10-1996
Geomet BV
NA-01894
Oosterhorn Oosterhorn
10 A 4 C
Farmsum Farmsum
NVN NVN
31-8-1996 29-2-1996
Grontmij Milieu Royal Haskoning
02/6109-1 6276.D2317.A0
Warvenweg Zeesluizen Steenweg
18 10 2
Farmsum Farmsum Farmsum
NVN NVN NVN
30-6-1994 30-6-1995 4-11-1996
Tebodin Tebodin Grond en Water
332126 332221 5106/mk
42 VO DL, Steenweg 3-5 (terrein Merema) Steenweg
3
5 Farmsum
NVN
11-3-1997
Grond en Water
5222.2/mk
43 OO DL, Koperweg 16-20, GR-026-056 Koperweg
16
20 Delfzijl
OO
31-7-1989
Heidemij Advies
631-1.3732
44 OO DL, Koperweg 16-20, GR-026-056 Koperweg OV DL, Farmsumerhaven, GR-02645 015 47 NO DL, Zeehavenkanaal 48 SP DL, Zeehavenkanaal 49 EV DL, Zeehavenkanaal
16
20 Delfzijl
OO
31-7-1990
Heidemij Advies
631-1.4043
Farmsum Delfzijl Delfzijl Delfzijl
NO SP SE
30-12-1990 31-12-1991 30-10-1995
Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat FREDERIC R. HARRIS BV
Delfzijl Delfzijl Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Delfzijl Delfzijl Delfzijl
OO NO NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN SE
28-6-1999 27-2-1996 15-11-1995 15-7-1998 29-12-1999 30-9-1999 27-10-1999 10-5-1999 12-7-1999 30-9-1999
Tauw Ingen. Boorsma DHV SGS Ecocare SGS Ecocare SGS Ecocare SGS Ecocare Heuvelman Ibis B.V. Grond en Water Grontmij Milieu
GRAN 1990-2004 GRAN-1991-2003 R001/3730700/RSB/ D01/N 95114 K0448.01.001 13836 14584 14434A 14434B 99024M 99 660/HAJ PN:02 6961-1
32 33 34 35
37 VO DL, Oosterhorn 10a (BF Goodrich) 38 VO DL, Oosterhorn 04c (Delesto) VO DL, NAM-locatie, Farmsum, 39 Warvenweg 1 40 VO DL, NAM-locatie, Zeesluizen 10 41 VO DL, Steenweg 2
50 51 53 54 55 56 57 58 62 63
T J Jansenweg Valgenweg VO DL, Kloosterlaan 002 (KBM) VO DL, Heemskesweg 45-47 VO DL, Heemskesweg 45-47 VO DL, Heemskesweg 45-47 VO DL, Heemskesweg 45-47 VO DL, Handelskade West VO DL, Haventerrein 2 Valgenweg
Oosterhorn Koperweg Zeesluizen Steenweg Loodweg
T J Jansenweg Valgenweg Kloosterlaan Heemskesweg Heemskesweg Heemskesweg Heemskesweg Handelskade West
32 8 17 15
1 7 2 45 45 45 45
47 47 47 47
Valgenweg
2 1
3
64 VO DL, Oosterhorn 14, FMC Foret S.A. Oosterhorn
14
Delfzijl
NVN
1-2-1994
Fugro Milieu Consult BV
G-4200
65 VO DL, Oosterhorn 14, FMC Foret S.A. Oosterhorn
14
Delfzijl
NVN
30-4-1993
Heidemij Advies
631/NA93/...
66 VO DL, Oosterhorn, toek. lokatie DSM Oosterhorn 67 EV DL, Oosterhorn 14 Oosterhorn
14
Delfzijl Delfzijl
NVN SE
31-7-1989 23-5-2007
Heidemij Advies H.M.A. B.V.
631-1.3680 06-5076.01
70 71 74 79 80 81 82 85 86 87 88 89 91 92
Koperweg Oosterwierum EV DL, Oosterhorn 14 VO DL, bedrijventerrein Aramid Kloosterlaan Kloosterlaan Kloosterlaan NO DL, Oosterhorn 20-22 SP DL, Oosterhorn 20-22 EV DL, Oosterhorn 20-22 VO DL, Haventerrein VO DL, Oosterveldweg EV DL, Metal Park SP DL, Chemie Park Delfzijl
Koperweg Oosterwierum Oosterhorn
23 25 14
Kloosterlaan Kloosterlaan Kloosterlaan Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn
11 11 11 20 20 20
13 13 13 22 22 22
1
93 NO DL, CKB/DEB terrein Akzo Delfzijl
Farmsum FARMSUM Delfzijl DELFZIJL FARMSUM FARMSUM FARMSUM Farmsum Farmsum Farmsum DELFZIJL DELFZIJL DELFZIJL DELFZIJL
NO SP SE NVN NO NO SP NO SP SE NVN NVN SE SP
26-10-2004 29-4-2004 28-2-2003 1-7-1995 22-5-2002 3-9-2002 9-9-2003 11-2-2004 23-2-2004 22-6-2004 23-10-1998 3-6-1998 26-11-2003 18-3-2002
H.M.A. B.V. Eco Reest bv H.M.A. B.V. Grontmij Milieu DHV DHV DHV De Straat De Straat De Straat Grond en Water Grond en Water Royal Haskoning Grontmij Milieu
04-5013.02 280902 03-5001.01 PN 02.0860.1 NN-BO20020868 NN-BO20021787 NN-BO20031704 B03K0429 B03K0429 B04K0064 5488/mk 5445/mk 9M6377 PN02/7729-1
DELFZIJL
NO
10-3-2003
Grontmij Milieu
PN DR136425
94 SP DL, CKB/DEB terrein Akzo Delfzijl 101 Oosterhorn
Oosterhorn
10
DELFZIJL Farmsum
SP SP
24-3-2003 22-2-2005
Grontmij Milieu Chemelot services
102 Oosterhorn 104 EV DL, Oosterhornhaven
Oosterhorn Oosterhorn
10 28
Farmsum 30 Farmsum
NO SE
4-2-2005 1-2-1997
Royal Haskoning Grondmechanica Delft
13/99037221/CS FX17.10.002 26878/R00003/AN/G ron CO-362950/98
DELFZIJL FARMSUM
SE NEN
5-6-2005 7-11-2006
Grontmij Milieu MUG
PN 176794 RBR/rd 3-429-08-01
Delfzijl
SE
18-4-2005
Grontmij Milieu
159431 R001-4230108TOKDO1-D
106 EV DL, CKB/DEB terrein Akzo Delfzijl 115 Bredelaan te Farmsum Bredelaan EV DL, Oosterhorn 04, Demca terrein, 116 Akz
118 Heemskesweg
Heemskesweg
45
47 Farmsum
NO
8-4-2004
TAUW
119 NO DL, Heemskesweg 45-47
Heemskesweg
45
47 Farmsum
NO
8-4-2004
TAUW
120 NO DL, Heemskesweg 45-47
Heemskesweg
45
47 Farmsum
NO
8-4-2004
TAUW
121 Heemskesweg
Heemskesweg
45
47 Farmsum
NO
25-6-2004
TAUW
R001-4230108TOKD01-D R001-4230108T0KD01-D R002-4230108T0KD01-D
Heemskesweg Kloosterlaan Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn
45 11 20 20 20
47 13 22 22 22
NO SE NO NO NO
11-11-2005 5-10-2005 21-4-2004 21-4-2004 1-4-2004
Tauw DHV Oranjewoud Oranjewoud Oranjewoud
R004-4230108TOK NN-BE20060145 13382-130169 13382-130169 13382-130169
122 123 125 126 127
Heemskesweg EV DL, Kloosterlaan 011-013 NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22
Farmsum FARMSUM Farmsum Farmsum Farmsum
128 129 130 131 132 133 136 137 138 139 140 141 142 143 144 146 147 148 151 152 153 155
NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 VO DL, Oosterhorn 20-22 Oosterwierum NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 NO DL, Oosterhorn 20-22 Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn VO DL, Steenweg Steenweg Heemskesweg NO DL, Afsluiter S-4596 SP DL, Oosterhorn 20-22 Valgenweg VO DL, Koperweg 10
160 EV DL, Afsluiter S-4596
Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterwierum Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Oosterhorn Steenweg Steenweg Heemskesweg Heemskesweg Oosterhorn Valgenweg Koperweg
45 45 20 7 10
47 47 22
Heemskesweg
45
47 Farmsum
NO voormailge stortplaats Groningen, 161 cluster 3 Achterweg Farmsum Achterweg 162 NL DL, Koperweg 01 Koperweg SP DL, Oosterhorn 04, Demca terrein, 164 Akz Redenen om rapporten niet mee te nemen in de BKK: Onderzoek voor 01-01-2000 of geen datum ingevoerd/bekend Onderzoek niet ingetekend in GIS Locaties die gesaneerd zijn + voorgaande onderzoeken Verdachte locaties of locaties met een lokale verontreiniging of calamiteit
20 20 20 20 20 25 20 20 20 20 20 20 20 20 20
1
22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22
Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum FARMSUM Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Farmsum Delfzijl Farmsum
13382-130169 13382-130169 13382-130169 13382-130169 r1pb05k0254 ER-G00907 13382-130169 13382-130169 13382-130169 13382-130169 13382-130169 C0417 C0417 C0417
NO NO NO NO NEN NO NO NO NO NO NO NO NO NO SP NEN SP SP NO SP SE NVN
21-4-2004 21-4-2004 21-4-2004 21-4-2004 5-9-2005 19-9-2003 21-3-2004 21-4-2004 21-4-2004 21-4-2004 21-4-2004 11-1-2005 30-1-2006 15-5-2006 22-1-2007 26-2-2007 26-2-2007 23-5-2006 7-8-2006 31-8-2007 12-4-2007 5-6-1996
Oranjewoud Oranjewoud Oranjewoud Oranjewoud Syncera De Straat Eco Reest bv Oranjewoud Oranjewoud Oranjewoud Oranjewoud Oranjewoud TTE TTE TTE BMD Milieuadviesbureau TAUW TAUW TAUW Outline consultancy BV Outline consultancy BV Boorsma BV Grontmij Milieu
SE
29-8-2007
TAUW
R002-4505416HHSfwv-VO2-N
Farmsum FARMSUM
NO NUL
10-7-2007 21-1-1993
Witteveen+Bos Ecolyse
GN126-12 C-660.10
Delfzijl
SP
1-11-2004
Grontmij Milieu
176794pva
4494319 4494319 (concept) 4383239 B06K0151.2 R2JPB07K0149 05279.R03 02.6110.1
Lijst met uitgesloten locaties van de bodemkwaliteitskaart De Eemshaven, gemeente Eemsmond
4 5 6 7 8 9 10
RAPNAAM GEEN RAPNAAM Verkennend Onderzoek 1 Indicatief Onderzoek 1 Orienterend Onderzoek 1 Verkennend Onderzoek 1 Orienterend Onderzoek 1 GEEN RAPNAAM
ONDERZTYPE NVN NVN IO OO NVN OO SP
DATUM_RAP 1-4-1999 19-1-1995 31-5-1991 3-3-1999 30-12-1994 30-5-1995 6-6-2008
11 13 14 15 17 18 26 29 31 32 33 44 46 47 49 50
sanering gedempte sloot opstelplaats R2 Windpark Westereems GEEN RAPNAAM GEEN RAPNAAM Nader onderzoek 1 Verkennend Onderzoek 1 Verkennend Onderzoek 1 Sanerings Plan 1 GEEN RAPNAAM GEEN RAPNAAM GEEN RAPNAAM Verkennend Onderzoek 1 Verkennend Onderzoek 1 Verkennend Onderzoek 1 Verkennend Onderzoek 1 Sanerings Plan 1 GEEN RAPNAAM
SE HO IO NO NVN NVN SP PVA IO IO NVN NVN NVN NVN SP SO
9-9-2008 19-4-1999 24-1-2000 7-6-2004 6-8-1998 30-12-1994 31-7-2000
Nr.
Redenen om rapporten niet mee te nemen in de BKK: Onderzoek voor 01-01-2000 of geen datum ingevoerd/bekend Onderzoek niet ingetekend in GIS Locaties die gesaneerd zijn + voorgaande onderzoeken Verdachte locaties of locaties met een lokale verontreiniging of calamiteit
31-3-1992 31-3-1992 28-2-1995 24-3-1995 28-2-1995 30-7-1994 30-6-1997 30-6-1997
AANLEIDING Transactie Nulsituatie Wm Bestemmingswijziging, VINEX Bouwvergunning Nulsituatie Wm Calamiteit
Calamiteit Bouwvergunning Vermoeden of melding verontrei
Nulsituatie Wm Nulsituatie Wm Bouwvergunning Bouwvergunning Vermoeden of melding verontrei
AUTEUR Grond en Water Tukkers Iwaco Wijnia - Van Dorsser Grontmij Grontmij MUG
REF_NR 99 604/HAJ 41108412 2.208.640 5981539.R01 R94371 R95174 7-243-03-06
MUG FUGRO Ecolyse BV FUGRO Ecolyse BV
7-243-03-06 C-8419.26 81990247
DHV Grontmij ECO reest TAUW Oranjewoud Oranjewoud Grontmij Havenschap Eemsmond Grontmij Grontmij Oranjewoud Oranjewoud
M0632-04.001 R94371 G200606 r001-4326774wgb-d01-d 16546-05325-2 16546-05325-1 R95056 R95065 R94235 14207-61499 14207-61499
Bijlage 5: stappen zoute grond en baggerspecie
Figuur 1: stappen vanuit initiatiefnemer Ontvangst plan van aanpak door bevoegd gezag Bbk
Gemeente of de provincie is bevoegd gezag (toepassing op landbodem).
Plan van aanpak wordt beoordeeld door waterbeheerder
De waterschappen zijn vaak de waterbeheerder. De waterschappen hebben kennis en informatie om het plan van aanpak goed te beoordelen vanuit de KRW en de Waterwet.
Beoordeling wordt teruggekoppeld aan bevoegd gezag Bbk
Figuur 2: stappen vanuit bevoegd gezag Initiatiefnemer wil zoute grond of baggerspecie toepassen
Kan toepassing op basis van Nota bodembeheer?
nee
Andere toepassings mogelijkheden, reinigen of storten
ja Plan van aanpak zout opstellen (zie 4.3)
niet akkoord Bevoegd gezag Bbk beoordeelt pva akkoord
Bevoegd gezag informeert de initiatiefnemer
Regulier traject toepassen grond of baggerspecie
Figuur 3: afhandeling melding zoute grond of baggerspecie door bevoegd gezag
Ontvangst melding Bbk bij bevoegd gezag
Betreft het zoute grond of baggerspecie?
ja
nee
Is goedgekeurd plan van aanpak bijgevoegd? ja Reguliere beoordeling melding Bbk
nee
Melding niet akkoord, informeer initiatiefnemer
Er moet een melding gedaan worden waarbij het pva ook ingediend wordt. Vooroverleg met bevoegd gezag wordt aanbevolen.
Kaart 1:
kaarten met de gebiedsafbakening
TITEL
PROJECT
Beheersgebied industriegebied Delfzijl/Farmsum BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
19-04-2010
Outline Consultancy SCHAAL
GETEKEND.
1:30000
B08B0369
NR.
1a
TITEL
Beheersgebied industriegebied Eemshaven
PROJECT
BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
19-04-2010
Outline Consultancy SCHAAL
GETEKEND.
1:25000
B08B0369
NR.
1b
Kaart 2:
bodemfunctiekaarten
Functie industrie
TITEL
PROJECT
Functiekaart industriegebied Delfzijl/Farmsum BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
19-04-2010
Outline Consultancy SCHAAL
GETEKEND.
1:30000
B08B0369
NR.
2a
Functie industrie
TITEL
Bodemfunctiekaart Eemshaven
PROJECT
BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
19-04-2010
NR.
Outline Consultancy SCHAAL
GETEKEND.
1:25000
B08B0369
2b
Kaart 3:
ontgravingskaarten
Kwaliteit achtergrondwaarde
Op de ontgravingskaart is de kwaliteit van de toe te passen/ te ontgraven bodem weergegeven.
TITEL
PROJECT
Ontgravingskaart (0-2,0 m-mv) industriegebied Delfzijl/Farmsum BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
19-04-2010
Outline Consultancy SCHAAL
GETEKEND.
1:30000
B08B0369
NR.
3a
Kwaliteit achtergrondwaarde
Op de ontgravingskaart is de kwaliteit van de toe te passen/ te ontgraven bodem weergegeven.
TITEL
Ontgravingskaart (0-23 m-mv) Eemshaven
PROJECT
BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
19-04-2010
Outline Consultancy SCHAAL
GETEKEND.
1:25000
B08B0369
NR.
3b
Kaart 4:
toepassingskaarten
Toepassingseis industrie
Op de toepassingskaart is aangegeven aan welke eisen een partij toe te passen grond of bagger moet voldoen. De toepassingskaart geldt alleen voor gebiedseigen grond en bagger. TITEL
PROJECT
Toepassingskaart industriegebied Delfzijl/Farmsum BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
19-04-2010
Outline Consultancy SCHAAL
GETEKEND.
1:21200
B08B0369
NR.
4a
TITEL
Toepassingskaart Eemshaven
PROJECT
BKK Eemshaven en Delfzijl/Farmsum
OPDRACHTGEVER DATUM
NR.
4b
Outline Consultancy SCHAAL
19-04-2010
GETEKEND.
1:17700
B08B0369
Toepassingseis industrie
Op de toepassingskaart is aangegeven aan welke eisen een partij toe te passen grond of bagger moet voldoen. De toepassingskaart geldt alleen voor gebiedseigen grond en bagger.