Actieonderzoek als aanzet tot doorgaande professionalisering In het kort Actieonderzoek wordt sinds enkele decennia in toenemende mate gewaardeerd als instrument voor professionalisering van leerkrachten en is ook geschikt om aankomende leerkrachten hun eigen praktijkleren in handen te laten nemen. Actieonderzoek is letterlijk actie (onderwijsverandering) en onderzoek (kennisontwikkeling over onderwijs) (Ponte, 2013). Ponte (2007) omschrijft actieonderzoek binnen onderwijs als “een geheel van activiteiten van docenten die via onderzoek reflecteren op hun eigen handelen en de situatie waarin dat handelen plaatsvindt en – op basis van de zo verkregen inzichten – systematisch hun handelen of de situatie waarin dat handelen plaatsvindt, proberen te verbeteren.” De term ‘docent’ in deze omschrijving mag je vertalen naar ‘leraar, leerkracht, verstrekker van onderwijs’ op verschillende mogelijke onderwijsniveaus. Binnen de context van stages in de lerarenopleiding wordt actieonderzoek eerder in beperkte vorm toegepast en de effectieve uitwerking ervan blijft soms beperkt omwille van de beschikbare tijd die binnen een stages voorhanden is.
Doelen - studenten/cursisten raken betrokken op de relatie theorie en praktijk, - studenten/cursisten leren onderzoek uitvoeren in eigen praktijk, - studenten/cursisten communiceren en rapporteren over leerervaringen in eigen praktijk, - studenten/cursisten komen tot meer diepgaand leren en onderbouwd reflecteren - studenten/cursisten ondervinden hoe actieonderzoek een isntrument kan zijn dat hen een stem geeft in de invulling van hun (toekomstig) beroep en in de toekomst daarvan (Campbell, 2004). Kort samengevat: bij actieonderzoek ‘verander je om te onderzoeken en je onderzoekt om te veranderen’ (Ponte, 2013).
Werkwijze Voorbereiding Bepaal vooraf wat het doel van de opleiding is in het inschakelen van actieonderzoek als een leerinstrument: •
•
Je kan actieonderzoek inschakelen als een instrument om studenten/cursisten aan te zetten om eigen werkpunten diepgaand aan te pakken. In dat geval is het belangrijk dat ze vanuit reflecties op vorige stages al een duidelijk inzicht hebben ontwikkeld over werkpunten die ze zouden kunnen aanpakken. Je kan actieonderzoek ook inzetten als een instrument om studenten/cursisten te leren onderzoek uit te voeren. Het is dan aan de student om een
•
onderzoeksonderwerp te kiezen op basis van knelpunten die zich op de stageplaats voordoen of interesses die ze zelf koesteren en via onderzoek in de praktijk willen brengen. Een derde invalshoek is actieonderzoek koppelen aan leerinhouden waarvan je het belangrijk vindt dat studenten/cursisten ze ook onderzoekend/reflecterend in de praktijk brengen. Deze invalshoek is bijvoorbeeld geschikt voor inhouden waar studenten/cursisten vanuit eigen bekommernissen nog niet helemaal aan toe zijn, maar waar ze door de onderzoeksopdracht in de stagepraktijk wel uitgenodigd worden om ze noodzakelijkerwijs mee op te nemen in hun bekommernissen (Stroobants, 2011).
Bepaal ook vooraf welke onderzoeksvaardigheden je nog zal moeten opnemen in het studiepakket en welke je als verworven mag beschouwen. Naarmate studenten/cursisten binnen andere opleidingsonderdelen of voorgaande stages al onderzoeksvaardigheden hebben opgedaan, zal minder aandacht naar dit aspect moeten gaan. Maak afspraken met het werkveld over de onderwerpen waarrond de stagiair onderzoek mag doen binnen eigen lessen of binnen de school. Dat kan door onderwerpen vooraf door te geven en scholen te laten aanduiden wat ze zelf interessant vinden. Dat kan ook door studenten/cursisten de opdracht rond het actieonderzoek al te geven voor ze op zoek gaan naar een stageschool, zodat alle betrokkenen meteen ook weten dat het actieonderzoek een deel van de stageopdracht is. Een andere mogelijkheid is scholen zelf onderwerpen voor actieonderzoek te laten voorstellen. In de huidige context is dat laatste vaak nog moeilijk omdat de aandacht voor de leerkracht als onderzoeker relatief recent is en mentoren in het werkveld vaak nog weinig ervaring hebben met deze competentie. We gaan er vanuit dat naarmate de opleidingen deze competentie sterker gaan ontwikkelen in hun opleidingspakket, (toekomstige) mentoren ook meer bekwaam zullen zijn om geschikte onderwerpen aan te reiken en eventueel zelfs het onderzoeksproces zelf mee te begeleiden. Verwittig studenten/cursisten dat onderzoek binnen de complexe processen van leren en onderwijzen zelden ordelijk en eenduidig is. Het is vaak ingewikkeld en enigszins rommelig, en het blijft regelmatig zonder daadwerkelijke conclusies. Actieonderzoek lost zeker niet alle problemen van het klasgebeuren op. Het verstrekt wel inzichten, roept nieuwe vragen op en versterkt het gevoel zelf invloed te kunnen uitoefenen op de situatie. Maak met student/cursist en mentoren zeker afspraken over: -
-
privacy (in het omgaan met gegevens vanuit de stageschool), deadlines (wordt gewerkt met tussendeadlines voor verschillende stadia van het onderzoek, of is er één einddeadline. Afhankelijk van de ervaring die studenten/cursisten al hebben met het uitvoeren van onderzoek zal dit verschillen), de begeleiding die studenten/cursisten mogen verwachten vanuit de opleiding: ligt die vooral in het vlak van onderzoek uitvoeren, werken aan werkpunt of inhoud, …? de begeleiding die van de mentor wordt verwacht: kritische vriendschap, helpen in observeren, turven, … ? beoordelingscriteria: wat weegt door: het onderwijzen, het onderzoeksproces, het onderzoeksrapport, ...
Uitvoering Leg uit wat het proces van actieonderzoek inhoudt en waarin het gelijkenissen en verschillen vertoont met andere vormen van onderzoek waarmee studenten/cursisten al vertrouwd zijn. Daarvoor is het werk van Ponte (2002) zeer gebruiksvriendelijk, zowel
voor de begeleidende opleider als voor de uitvoerende student/cursist. Het boek is
voldoende toegankelijk voor toekomstige leerkrachten en biedt een aantal goed doordachte en toch eenvoudige formats of “topickaarten” die het onderzoekend handelen van de student/cursist kunnen ondersteunen. Het basisstramien dat Ponte voorstelt om uit te vertrekken is “Het activiteitenplan” dat de verschillende stappen in een actieonderzoek weergeeft.
Algemeen idee (uitgangspunt)
Bijstelling
Verkenning
Algemeen plan
Bijstelling
Verbeteracties
Casestudy/rapportering Figuur 1: Het activiteitenplan uit Ponte, P. (2002), p. 98 Indien studenten/cursisten al wat ervaring hebben met het uitoefenen van kritische vriendschappen, kunnen deze ingeschakeld worden om verschillende fasen van het actieonderzoek te ondersteunen. Gerichte kritische vragen en opmerkingen kunnen de afbakening van het onderzoeksonderwerp, keuze van te nemen stappen en methode van dataverzameling, … ondersteunen. Een kritische gemeenschap kan ingericht worden via een asynchroon discussieforum (Fiche 2 kritische vriendschappen via assynchroon discussieforum) waar studenten in kleine groepen ingeschakeld worden om mekaars onderzoeksproces te ondersteunen. Afhankelijke van de gekozen invalshoek (werkpunten, interesses, opgelegde doelen of inhouden) kan het uitgangspunt of de algemene idee een probleem of een onverwacht effect zijn waarmee de leerkracht in het werkveld of de student/cursist geconfronteerd wordt. Het uitgangspunt kan echter evengoed een nieuwe idee of overtuiging zijn, een stukje theorie of onderzoek dat de student/cursist geraakt heeft en waarmee hij iets wil gaan doen in de klas of school. In elke vorm van onderzoek is het belangrijk het thema voldoende af te bakenen en -‐ gezien de beperkte tijdspanne van stages -‐
willen we nog even expliciet aangeven dat begeleiding in deze fase een van de belangrijke taken is van de begeleider in de opleiding. In een volgende stap worden situatie of de theorie verkend. Omdat actieonderzoek rijker wordt als het gekoppeld wordt aan een gedragen kennisbasis (theorie of onderzoeksliteratuur), kan je studenten/cursisten aanmoedigen om theorie en praktijk zeker vanaf deze fase regelmatig te linken aan mekaar. In de verkenningsfase proberen studenten/cursisten die vertrekken vanuit een probleem of een werkpunt, dat concreter te formuleren en analyseren. Voor de dataverzameling die daarvoor nodig is, kunnen ze beroep doen op verschillende technieken: • • •
gebruik maken van bestaande gegevens (taken, toetsen, klasopstelling, inhoud van de boekentassen, feedbackformulieren, …), beroep doen op een combinatie van observaties en gesprekken, interviews afnemen. (Kelchtermans, 2001)
Ondertussen raadpleegt de student/cursist ook literatuur of deskundigen om mogelijke verklaringen te vinden voor zijn bevindingen en om mogelijke handelingsalternatieven voor de invulling van het algemeen plan te verzamelen. Studenten/cursisten die vanuit theorie vertrekken, zoeken bijkomende informatie, bespreken met peers, mentor of deskundigen de implicaties voor de praktijk, zoeken toepassingsmogelijkheden die aansluiten bij beschikbare tijd, leeftijdskenmerken en wat verder geweten is over de klasgroep. Door verschillende informatiebronnen en onderzoekstechnieken te combineren zorgt de leerkracht-‐ onderzoeker voor triangulatie. Triangulatie is een proces waardoor de student/cursist een kritische controle op het onderzoeksproces en de validiteit van het onderzoek tracht te bewerkstelligen. Dat kan binnen actieonderzoek door: • • • •
verschillende methodes van dataverzameling te combineren (vb. observatie, vragenlijst, taken bekijken), data te verzamelen vanuit verschillende bronnen (vb. bevraging van kinderen, ouders, leerkracht), verschillende onderzoekers in te schakelen (vb. mentor turft mee) of verschillende theoretische bronnen te raadplegen. (Campbell et al., 2004)
Begeleiders kunnen hier het zoeken naar geschikte literatuur en deskundigen faciliteren. Kritische vriendschappen kunnen onder andere ingeschakeld worden om besluiten uit de verkenningsfase te nuanceren en bij te sturen. Een degelijke verkenning leidt tot het opstellen van een algemeen actieplan. Welke acties wil de student/cursist na en naast mekaar ondernemen om het probleem aan te pakken of om de gekozen idee succesvol in de praktijk te brengen? In de begeleiding, of in kritische vriendschappen, kan je dan kijken naar haalbaarheid van geplande acties, aansluiting van die acties bij het uitgangspunt, logica in chronologie van het actieplan, geschikte methoden van dataverzameling, …
Soms leidt de verkenning tot het bijstellen van de aanvangsidee om dan tot een actieplan te komen, of op een nieuwe idee over te stappen. Vanaf het moment dat het algemeen plan in actie wordt gebracht, start de student/cursist concrete verbeteracties met het oog op het verbeteren van de bestaande praktijk of situatie of het verwerven van inzicht in nieuwe praktijken. Hij moet dan systematisch observeren, bevragen en registreren, reflecteren, evalueren: wat werkt, wat heeft geen effect, hoe reageren kinderen, collega’s, waar zitten moeilijkheden, wie is nog niet mee, voor wie zijn deze acties geen goed plan, … Kritische vriendschappen kunnen ondersteunend werken om de grondigheid van dataverzameling mee in het oog te houden, alsook om de interpretatie van verzamelde data te helpen nuanceren. Het spreekt vanzelf dat de student/cursist (regelmatig) zal moeten bijgesturen in het algemeen plan. Af en toe kan het zelfs zijn dat de algemene uitgangsidee moet worden bijgesteld. Wat details leken, wordt soms hoofdzaak en omgekeerd. In die zin is actieonderzoek een cyclische vorm van onderzoek, waarbij de student/cursist regelmatig weer terug moet keren naar een bijgesteld uitgangspunt om zo weer verder te zoeken naar volgende stappen in het verbeteringsproces. Binnen het korte bestek van de meeste stages zal een actieonderzoek daarom regelmatig niet tot een succeservaring in de praktijk leiden. Het inzicht waartoe het leidt, zal daarom doorwegen op de daadwerkelijke verbetering van de praktijk. De begeleider zal tijdens de uitvoering van de geplande acties vooral ondersteuning moeten bieden bij die studenten die grondige bijsturingen moeten uitvoeren op basis van onverwachte ervaringen met de geplande acties binnen de stage. Aan het eind van het onderzoek, soms ook regelmatig gedurende het onderzoeksproces brengt de student/cursist verslag uit. Moet dat een case-‐study zijn waarin de inhoud van het onderzoek centraal staat? Of verwacht de opleiding een onderzoeksrapport waar het onderzoeksproces op zich doorweegt? Het voorleggen van wat de student/cursist leerde door het onderzoek, is nodig om de bekomen kennis te toetsen aan inzichten en ervaringen van anderen en zo te komen tot een gedeelde en genuanceerde kennisbasis. Deze uitwisseling inbouwen kan via een presentatie tijdens een personeelsvergadering of studiedag op de stageschool zelf, via een presentatie binnen de opleiding (al dan niet als evaluatiemoment ingebouwd), via een artikel dat op een database van de opleiding komt te staan, …
Verantwoording werkwijze Via actieonderzoek komen studenten/cursisten niet alleen tot een beschrijving van hun eigen praktijk, maar ook tot een verantwoording van keuzes binnen die praktijk. Daardoor leren ze waarden en beliefs achter die praktijk expliciteren en in vraag stellen. Groepen klein houden binnen de kritische vriendschappen doe je omdat het niet voor de hand ligt om op ideeën van verschillende medestudenten/cursisten naast mekaar diepgaand te reageren binnen het bestek van stages die op zich vaak al een hele tijdinvestering vragen.
Randvoorwaarden Voldoende zelfsturingsvermogen van de student/cursist. Begeleiders die voldoende onderlegd zijn om opzet en uitvoering van actieonderzoek door studenten/cursisten te faciliteren. Indien dat nog niet het geval is, is tijdinvestering in de vorming van begeleiders nodig. Indien dat niet tot de mogelijkheden behoort: eventueel opvangen door een helder stappenplan met voorbeelden dat zowel door begeleiders als studenten/cursisten geraadpleegd kan worden. Het werk van Ponte (2002 of de recent verschenen herwerking daarvan), Campbell (2004) en McNiff & Whitehead (2006) zetten hiervoor duidelijke bakens uit. Duidelijkheid rond wat ‘kritische vriendschappen’ inhouden, zowel voor opleiders als voor studenten/cursisten. Tijdinvestering in begeleiding door de opleider afstemmen op wat de rol en taken van de opleider hierbinnen zijn. In een context waar actieonderzoek gehanteerd wordt om de onderzoeksvaardigheden van de student/cursist te ontwikkelen, zal dat meer investering vragen dan in een context waar studenten/cursisten die vaardigheden al beheersen.
Bruikbaar -
-
waar studenten/cursisten voldoende zelfsturingsvermogen tonen om zelfstandig leerdoelen te kiezen en die (met enige ondersteuning) ook zelf om te zetten in te ondernemen acties waar we studenten/cursisten willen aanzetten om hun veilige zone te verlaten of om verder te kijken dan de bekommernissen die eerst voor de hand liggen
Kan zinvol gecombineerd met -
kritische vriendschappen via assynchroon discussieforum (Fiche 2: Kritische vriendschappen via assynchroon discussieforum)
Bronteksten Tool: Ponte, P. (20??) Onderwijs van eigen makelij. Procesboek actieonderzoek in scholen en opleidingen. Soest, Nelissen.
Campbell, A., McNamara, O. & Gilroy, P. (2004) Practitioner Research and Professional Development in Education, London, Paul Chapman Publications. Kelchtermans, G. (2001) Reflectief ervaringsleren voor leerkrachten. Een werkboek voor opleiders, nascholers en studiebegeleiders. Deurne, Wolters-‐Plantijn. McNiff, J. & Whitehead, J. (2006) All You Need to Know about Action Research. London, Sage. Penney, D. & Legget, B. (2005) Connecting Initial Teacher Education and Continuing Professional Learning through Action Research and Action Learning. In Action learning: Research and Practice. Vol 2, Nr 2, pp 153-‐169. Ponte, P. (2007) Actieonderzoek in de initiële lerarenopleiding: een verkenning. In Tijdschrift voor lerarenopleiders. Vol 29, Nr 1, pp 21-‐30.
Stenhouse, L. (1975) An Introduction to Curriculum Research and Development. London, Heinemann, Educational. Stroobants, H. (2011) Actieonderzoek voor diepgaand leren en kwaliteitsvol onderwijs. In Carnel, K. ea (2011) ZelfOntwikkelingsInstrument voor Stagescholen Samen opleiden: bouwen op en met elkaar. Leuven, Acco, pp 146. Interview met Petra Ponte (te raadplegen op http://www.actieonderzoekanders.com/#!interview-‐ petra-‐ponte/ckt9 geraadpleegd op 8 juli 2013.) Eventueel interessante aanvullende informatie bij deze tool Over ontwikkelingen binnen het werk rond actieonderzoek: www.actieonderzoekanders.com Collaborative Action Research network (Engelstalig): www.esri.mmu.ac.uk/carnnew/