Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2011-2015 2College
Versie 1 februari 2012 Vast te stellen in kerndirectie in februari 2012
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
1
Vooraf Dit is een aanzet tot een leermiddelenbeleid binnen 2College. Het is noodzakelijk dat er met betrekking tot leermiddelen binnen 2College koers en beleid bepaald wordt. Niet voor de lange termijn maar bij wijze van spreken om 2015 te „halen‟. Paragraaf 1.3 geeft aan waarom. De onderwijsvisie van 2College is een uitstekende basis voor het bepalen van koers en beleid aangaande leermiddelenbeleid. We bevelen aan om, bij het werken aan draagvlak per locatie allereerst in te zetten op het opnieuw bevestigen van onze algemene onderwijsvisie en de locatie-eigen vertaling daarvan. Wordt daar gesproken over het leermiddelenbeleid dan zijn enkele paragrafen uit deze „aanzet‟ handige instrumenten. Paragraaf 1.5 geeft aan wat we onder leer- en hulpmiddelen verstaan. Criteria voor de aanschaf van deze middelen zijn te vinden in paragraaf 1.6. In paragraaf 3.1 is een procedure voor de aanschaf ervan uitgewerkt. Zeer waarschijnlijk zal onderwijs met nieuwe, veelal via ict-gestuurde leer- en hulpmiddelen vragen om nieuwe docentenvaardigheden. Paragraaf 2.4 geeft een eerste indruk aan welke professionalisering dan gedacht moet worden. In de laatste paragraaf wordt een aantal richtinggevende uitspraken gedaan en voorstellen geformuleerd op het gebied van de implementatie en verdere ontwikkeling van dit beleid. Deze aanzet is voorbereid door een werkgroep bestaande uit Ed van Delft, Will van Riel en Thea Prinsen en vastgesteld in de kerndirectie in januari 2012.
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
2
1
Visie
1.1
Missie 2College
2College wil werken aan de optimale ontwikkeling en ontplooiing van ieder individu zodat geen talent verloren gaat. We stimuleren onze leerlingen om verantwoordelijkheid te nemen. Na 2College kan de leerling leiding geven aan zijn leven. (2College Koers 2010-2014 en Schoolplan 2College 2012-2016) 1.2
Visie 2College
Pedagogisch-didactisch gaat 2College uit van de drie basisbehoeften van ieder mens: de behoefte aan relatie competentie en autonomie
Ik wil samenwerken. Ik kan veel. Ik kan veel zelf.
Het onderwijs op 2College is zoveel als mogelijk levensecht. Dat betekent dat er steeds een relatie is van het leren in de school met de maatschappij buiten de school. Leren gebeurt dan op een zodanige manier dat kennis, vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling aan elkaar gekoppeld zijn. Leerlingen staan centraal en nemen zelf zoveel als mogelijk verantwoordelijkheid voor hun leren. De school begeleidt hen daarbij en creëert omstandigheden om die verantwoordelijkheid te ontwikkelen. Om het onderwijs zo in te richten dat de leerling optimaal leert, is een bepaalde benadering in gedrag en denken nodig van onze medewerkers. We werken aan een onderwijsaanbod dat de leerlingen maximaal uitdaagt om vanuit de context van het eigen leven aanknopingspunten te vinden bij hun leren. Daardoor krijgt het leerproces betekenis, verandert het van leerstofgestuurd naar lerengestuurd en stimuleert het de motivatie om te leren. We verwachten van onze medewerkers eenzelfde bereidheid om blijvend te leren. Reflectie is daarbij een belangrijk instrument. 1.3
Ontwikkelingen die om nieuw leermiddelenbeleid vragen:
De visie op onderwijs van 2College vraagt om meer geïndividualiseerde sturing van het leerproces. Het is daarnaast ondenkbaar levensecht onderwijs te organiseren zonder een ictrijke leeromgeving; de wereld en zeker die van onze leerlingen wordt steeds digitaler. Daaruit vloeien voort: 1 de inzet van (ook) andere leermiddelen dan de klassikale, op de gemiddelde leerling afgestemde, onderwijsmethode; 2 een veranderende rol van de docent: wordt arrangeur van meer geïndividualiseerde leerprocessen met behulp van een mix van leermaterialen (samengevoegd tot een doorlopende leerlijn die voldoet aan kerndoelen en exameneisen); 3 een andere inrichting van de les, het schoolgebouw en mogelijk ook van de „lesdag‟ (inzet van ict maakt minder plaats- en tijdafhankelijk). Informatie- en communicatietechnologie is een steeds sterker wordend leermiddel en een middel om leren te organiseren. Bovendien speelt hierbij de wens vanuit maatschappij en vervolgonderwijs om leerlingen optimaal vaardig te maken in het omgaan met deze technologie en vooral het zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe technieken een belangrijke rol.
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
3
De bekostiging voor leermiddelen vanuit de overheid, nu € 321,50 (per 2014 € 292,50 ), dwingt ons kritisch naar de kosten voor leermiddelen te blijven kijken. Ook de licentiekosten voor leermiddelen zullen uit het leermiddelenbudget betaald moeten worden. 1.4 Opbrengst De uiteindelijke doelstelling van deze aanzet tot een kaderstellend beleidsplan is: Binnen 2College wordt gewerkt met leermiddelen die de geformuleerde onderwijsvisie realiseren. Het leermiddelenbeleid is leidend voor het „ boekenfonds‟ en het ict-beleid. 1.5
Leermiddelen 1
De discussie rond het ‟gratis boekenpakket‟ van de overheid en de vrijwillige ouderbijdrage noodzaakt ons tot scherp formuleren welke zaken betaald worden uit het overheidsbudget van € 321,50 (per 2014 € 292,50), en wat er betaald wordt uit de vrijwillige ouderbijdrage. Dit is geregeld in artikel 6 e van de Wet op het Voortgezet Onderwijs: Artikel 6 e van de Wet op het voortgezet onderwijs. Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen 1. Het bevoegd gezag stelt elk leerjaar om niet aan een leerling lesmateriaal ter beschikking. 2. Onder lesmateriaal wordt verstaan: lesmateriaal dat naar vorm en inhoud is gericht op informatieoverdracht in onderwijsleersituaties en waarvan het gebruik binnen het onderwijsaanbod door het bevoegd gezag specifiek voor het desbetreffende leerjaar is voorgeschreven.
Met ingang van het schooljaar 2009-2010 ontvangen scholen van de overheid een vergoeding voor schoolboeken en lesmateriaal, dat specifiek voor een leerjaar door de schooldirectie wordt voorgeschreven en noodzakelijk is voor het volgen van het onderwijsprogramma. Scholen moeten deze schoolboeken en dit lesmateriaal gratis ter beschikking stellen aan leerlingen. Onder het begrip lesmateriaal vallen schoolboeken én ander lesmateriaal. Dit artikel geldt vanaf 1 augustus 2009. Vanaf dat schooljaar is de school immers verantwoordelijk voor het gratis ter beschikking stellen van schoolboeken en lesmateriaal zoals bedoeld in artikel 6e van de Wet op het voortgezet onderwijs. In onderstaand overzicht is opgesomd wat scholen in ieder geval gratis beschikbaar moeten stellen omdat ze daarvoor een vergoeding van de overheid ontvangen. In de rechterkolom vindt u zaken die ouders zelf op aanwijzing van de school aanschaffen of waarvan het gebruik via de vrijwillige ouderbijdrage in rekening mag worden gebracht. Deze opsomming is niet limitatief. Het uitgangspunt is dat de school verantwoordelijk is voor het gratis ter beschikking stellen van al het lesmateriaal dat binnen de definitie van artikel 6e van de Wet op het voortgezet onderwijs valt. Hoewel het uitgangspunt duidelijk is, zullen er in de praktijk altijd lesmaterialen te vinden zijn waar discussie over kan ontstaan.
1
De termen: leermiddelen, lesmateriaal en leermateriaal worden door elkaar gebruikt
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
4
moeten verstrekken Wat scholen kosteloos aan leerlingen moeten verstrekken
Wat scholen in rekening kunnen brengen via de vrijwillige ouderbijdrage
• leerboeken • werkboeken • projectboeken en tabellenboeken • examentrainingen en examenbundels • eigen leermateriaal van de school en bijbehorende cd‟s en dvd‟s • licentiekosten van digitaal leermateriaal
• atlas • woordenboek • agenda 2 • laptops • rekenmachine • sportkleding • gereedschap • schrift en multomap • pennen en dergelijke • excursies, introductiekamp, buitenlandse reizen
Wat scholen in rekening kunnen brengen ouderbijdrage
Conform de wet bepaalt 2College elk jaar welke leer -en hulpmiddelen door de school betaald worden en welke uit de ouderbijdrage en publiceert dat. De school legt verantwoording af aan de medezeggenschapsraad en de ouderraad krijgt de specificatie van de vrijwillige ouderbijdrage ter instemming voorgelegd.
N.B. In onderzoek is het BYOD (Bring Your Own Device-concept), waarbij de school het mogelijk maakt dat leerlingen voor hun onderwijs een eigen apparaat (bijvoorbeeld tablet, smartphone, laptop) gebruiken. N.B. Waar in deze tekst laptop gebruikt wordt, gelieve steeds te lezen: of een ander draagbaar apparaat. 1.6
Criteria voor onze leermiddelen
De aanschaf van nieuwe leer- en hulpmiddelen vraagt om een zorgvuldige voorbereiding. Daarbij is het van belang om te beschikken over criteria waaraan het nieuwe materiaal moet voldoen. De onderstaande tien criteria hanteert een vaksectie bij het selecteren van gewenste leermiddelen. De criteria spelen ook een rol in het gesprek tussen sectie en directie ( zie paragraaf 3.1) bij de afweging waarom juist dit lesmateriaal moet worden aangeschaft. De criteria zijn niet als afvinklijst bedoeld maar als middel om het aan te schaffen lesmateriaal 2
Laptop
In de Memorie van Toelichting behorende bij het wetsvoorstel “gratis schoolboeken” wordt aangegeven dat een laptop niet valt onder de definitie van lesmateriaal. De laptop is immers een informatiedrager en bovendien is het bedrag dat de overheid bekostigt gebaseerd op de kosten van een gemiddeld boekenpakket. Consequentie van deze definiëring is dat ouders zelf kunnen besluiten om een laptop aan te schaffen. In de huidige situatie kan het bezit van een laptop door scholen niet van ouders worden geëist en andersom kunnen ouders dit niet van scholen eisen. Echter, de digitale ontwikkelingen gaan snel, er komt steeds meer digitaal lesmateriaal beschikbaar en laptops worden goedkoper. Op het moment dat scholen volledig of grotendeels schoolboeken vervangen door digitaal lesmateriaal en het bezit van een laptop voor het leerproces noodzakelijk is geworden, dienen scholen hierin zelf te voorzien. Er is vanuit bekostigingsoverwegingen geen verschil tussen de aanschaf van een desktop of een laptop. De scholen hebben de mogelijkheid om de ICT-bekostigingscomponent en de bekostiging voor lesmateriaal (€ 321,50) hiervoor te gebruiken.
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
5
te toetsen aan de onderwijsvisie van de school. Er kunnen locatiegebonden criteria aan toegevoegd worden. Als genoemde onderwijsvisie niet gedeeld wordt, heeft het nauwelijks zin de criteria te hanteren. Onze leermiddelen en dan met name de methodes en lessen: 1 2 3 4 5 6 7
8
9 10
stellen de leerling in staat individuele talenten te ontwikkelen; dagen de leerling uit tot probleemoplossend leren; bieden de leerling de ruimte tot het maken van eigen keuzes, van een (deels) eigen leerroute en zijn bij voorkeur ook prestatievolgend; stellen de leerling ook in staat om waar mogelijk samen te werken; zijn contextrijk en (ook vakoverstijgend) samenhangend; helpen bij het aanleren van die kennis en kunde die in maatschappelijk opzicht van belang zijn; zijn afgestemd op het niveau van de leerling die ermee moet werken; dagen daarbij de leerling uit zijn grenzen te verleggen; maar bieden wel de veiligheid die van belang is in verband met zijn taalbagage en zijn mogelijke leerhandicaps; zijn gemengd samengesteld waarbij de totale mix de garantie biedt dat de vastgelegde onderwijsdoelen (waartoe ook ict-vaardigheid behoort) „gehaald‟ worden; zijn passend gestructureerd en ondersteunen de leerprocesbegeleiding; zijn leerdoel- en dus ook (valide) toetsgericht.
Drie voorwaardelijke beheerscriteria A
De aanschaf moet passen in de budgettaire bestedingsruimte. (Het leermiddelenbudget en het ict-budget) B Te gebruiken software moet passen binnen de standaarden die binnen 2College gangbaar zijn (zie ict-beleidsplan) C. In te kopen diensten dienen getoetst te worden aan informatiebeveiliging en veilige toegang.
2
Beleid
2.1
‘Onderwijs in de mix’ (ict-beleidsplan 2College 2008-2011)
De klassikale onderwijsmethode is vaak het kant-en-klare onderwijsprogramma van de docent. Zo‟n methode is er vooral op gericht om, goed gestructureerd en doelgericht, alle leerlingen op dezelfde manier de leerstof uit de doorlopende leerlijn bij te brengen. Het is een leerinstrument dat in sommige situaties effectief en efficiënt ingezet kan worden, maar ook een instrument dat slechts in beperkte mate rekening kan houden met de individuele leerling. Ook het aloude krijtbord heeft haar beperkingen.
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
6
Ontwikkelingen op het vlak van informatie- en communicatietechnologie (ict) maken het inmiddels mogelijk om het leren van de individuele leerling een meer centrale plaats te geven. Deze technologie zal daarom een prominente positie gaan innemen in modern onderwijs, ook in de lokaalinrichting. Werken met gedigitaliseerd leermateriaal in een elektronische leeromgeving is binnen afzienbare tijd een vanzelfsprekendheid. Ook het feit dat gedigitaliseerd lesmateriaal niet plaats- en tijdgebonden ingezet kan worden, maakt een nieuwe organisatie van het leren mogelijk. Wij, en anderen3, veronderstellen dat ook deze technologie haar kracht verliest als ze meer dan 40% van de onderwijstijd gaat domineren. Dit impliceert dat in dit geval foliomateriaal en de onderwijzende docent minstens 60% van de onderwijstijd het leerproces zullen bepalen. Ook de docent laat zich bij zijn les vaak toch weer ondersteunen door een digitaal schoolbord of een projectie via een beamer. (Die 60% is overigens een emotie die op een behoudend karakter wijst, over enkele jaren speelt 40% -60% geen enkele rol meer in tegenstelling tot het krachtig zijn van een leermiddel.) Die 40% heeft dus niet meer betekenis dan het streven om de tijd te bewaken die een leerling achter het computerscherm (aan de „knoppen‟ ) doorbrengt. Het zal dan vooral gaan om de inzet per lesdag. Voor de hand liggend in het basisonderwijs, maar in het voorgezet onderwijs met haar lessenprogrammering is dat geen eenvoudig opgave (van een lesrooster moet dan een leerrooster gemaakt worden). Als er voor een bepaald moment en voor een bepaald lesdoel steeds gezocht wordt naar het „sterkste‟ leermiddel, dan zal er vanzelf een mix van hoogwaardig leermaterialen ontstaan. De nieuwe financiering van („gratis‟) schoolboeken dwingt scholen creatief over de kosten van leermiddelen na te denken. Kostenbesparend willen werken, kan dan weliswaar wenselijk zijn maar het is de vraag of deze wens realistisch is gezien die kwaliteitseisen die aan modern lesmateriaal gesteld worden. Enkele definities Onder ic-technologie verstaan we de moderne hard- en softwaretechnologie waarmee we informatie verwerven, verwerken en verstrekken en waarmee we communiceren. Onder „klassieke technologie‟ verstaan we foliomateriaal, analoog audio- en videomateriaal, de mondeling uitleg verschaffende docent maar ook krijtbord en whiteboard. De ict-afdeling (in wandelgangen ook met „ict‟ aangeduid) is de afdeling die ervoor zorgt dat de ict-voorzieningen functioneren en voldoen aan de behoeftes van 2College . Onder „mixed media‟ verstaan we lesmateriaal dat zowel ict- als foliomateriaal omvat. Onder „blendend learning‟ verstaan we een mix van traditionele contactlessen en onderwijs op afstand (andere tijd, andere plaats). Ict kan en zal het onderwijs veranderen maar ook de organisatie van het onderwijs. 2.2 ICT-infrastructuur De computerdichtheid binnen 2College varieert per locatie van 1 op 4 tot 1 op 6 leerlingen. Momenteel worden gedurende een aantal opeenvolgende jaren op alle locaties de krijtborden in enkele lokalen vervangen door TFT-schermen. Ook de al geïnstalleerde digiborden worden door deze schermen vervangen. TFT-schermen gebruiken dezelfde software als de digiborden maar zijn gebruiksvriendelijker. De indruk bestaat dat deze digitale schoolborden slechts in beperkte mate gebruikt worden als deel van een elektronische leeromgeving. Enkele feiten lijken het doorgroeien naar het gewenste onderwijs te blokkeren: (nog) onvoldoende ict- (meer bijzonder) elo-vaardigheid bij de docenten( digitale 3
* Alfons Brummelhuis Leren met meer effect 2009 * Zie ook http://www.arbo-vo.nl/kennisenadvies/veiligheid-en-gezondheid/beeldschermwerk
* Kennisnet: Gezond computeren op school, informatiewijzer
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
7
-
content opnemen, het leerproces aansturen, gebruiken bij toetsing, inzetten bij de interactie, portfolio); kwetsbaarheid van ict-middelen (betrouwbaarheid, soms werkt het niet); de beperkte beschikbaarheid (voor je les in lokaal 203 wel maar voor je les in lokaal 212 niet; op maandag wel in de mediatheek maar op dinsdag niet); een gebrekkig gebruiksgemak van ict (leunt te vaak op „expertdeskundigheid‟)
Een aspect dat zeker ook een rol speelt, is de beperkte vaardigheid van de docent als „ontwikkelaar, arrangeur‟. Hij „was‟ uitvoerder van een methode met de vrijheid om er af en toe iets van zichzelf aan toe te voegen. Hij wordt ook samensteller van binnen een vastgestelde leerlijn effectief toepasbare leermiddelen. Hij stemt zijn leerarrangement af op zijn doelgroep en individualiseert daarbij waar dat noodzakelijk is. Computers, laptops Het door de school beschikbaar stellen van computers voor leerlingen is, afgezet tegen de „wens‟ om „40% van de onderwijstijd‟ via ict aan te sturen, om meerdere redenen onhoudbaar. We moeten de leerling niet meer naar de computer brengen maar de computer naar de leerling: hij staat immers centraal! Elke leerling moet dus op termijn over een laptop kunnen beschikken en het moet daarbij om zijn ‟eigen‟ laptop gaan. In de commissie ICTO ( Ict+onderwijs) is het BYOD-concept in onderzoek. Op dit moment is de laptop de meest gangbare draagbare werkplek die betaalbaar en beschikbaar is. Technologische ontwikkelingen gaan echter snel en de Tablet en Netbook zijn aan een opmars bezig die inzet en betaalbaarheid snel doen toenemen. Daar waar in dit plan gesproken wordt over een laptop doelen we op een eigen mobiele werkplek die voldoende functionaliteit kan bieden om altijd en overal toegang tot het les- en leermateriaal te hebben. Ook in dit document genoemde zaken zoals digitale schoolborden( TFTschermen) zullen aan technologische ontwikkelingen en veranderingen onderhevig zijn. De gebruikte begrippen zijn slechts een illustratie van het gewenste ontwikkelpad en zullen op het moment van implementatie getoetst worden aan de dan gangbare technologie. We moeten een plan opstellen met als doel: over 5 jaar elke leerling zijn eigen „laptop‟. Uiteraard moet ook de aanpassingen van de lokalen (aansluitingen) hierin meegenomen worden. 2.3
Bedrijfsmatige en financiële aspecten
Om het leren op 2College wezenlijk te verbeteren en het daarmee dichter bij onze visie op leren te brengen, zal over 5 jaar elke leerling zijn eigen digitale (mobiele) werkplek hebben en zal elk lokaal „digitaal‟ ingericht zijn. Licenties zijn dan webbased en worden via de ELO ontsloten. Elke leerling kan er altijd bij. Werkboeken zullen niet meer gebruikt worden; bronnenboeken daarentegen nog wel. In pakweg „60% van de onderwijstijd‟ zal de leerling dan nog steeds „niet aan de knoppen zitten‟. Ook de opkomst van educatieve apps is een ontwikkeling die waarschijnlijk een belangrijke rol gaat spelen. Om over 5 jaar zover te zijn, moeten we een omvattend businessplan (zowel naar consequenties voor de school als consequenties voor ouders/leerlingen) opstellen. Vragen die daarin beantwoord moeten worden: 1 We werken in deels oude gebouwen. Deze vragen bepaalde voorzieningen om het onderwijs bij de tijd te kunnen houden, bijvoorbeeld draadloze ontsluiting. Welke keuzes maken we hierin? 2 Verdwijnen al onze vaste leerlingencomputers uit onze gebouwen? 3 Wat betalen we van de € 321,50? Foliomaterialen met name bronnenboeken, hulpmiddelen, software…. ?
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
8
4
5
6 7
8 2.4
Inzet andere middelen? Het totale leermiddelenbudget van de school: omvang, verdeling en inzet. Voor welke technologie kiezen we? Wat weten we over de technische bijzonderheden van „de laptop per leerling‟: accu‟s opladen, stroomvoorzienig in de klas, levensduur accu t.o.v. levensduur van laptop? Wie is de technische beheerder? Installatierechten, betrouwbare inzet bij examens; systeembeheer als de leerling eigenaar is en de laptop mee naar huis neemt… Hoe schakelen we van de huidige situatie over op nieuwe situatie? We moeten rekening houden met afschrijftermijnen van schoolmethodes, licenties, leerlingencomputers, contracten met boekenleveranciers. En met het gebruik van methodesites gekoppeld aan gebruikte methodes. We „verbouwen‟ maar de „winkel blijft open‟. Welke route volgen we met de aanschaf van TFT-schermen? Zijn de TFT-schermen 2015-proof? Wat is ons totale leermiddelenbudget? Is dat het aantal leerlingen € 321,50 minus bepaalde kosten? Om naar een laptop per leerling te kunnen streven, moeten we eerst meer weten over de technische consequenties. Hoe gaan we dit aanpakken? Techniek kan enkel een antwoord geven als de vraag duidelijk is. Wat willen we en op welke termijn tegen welke kosten. Daar rolt een advies uit en een kostenplaatje. Alle hier genoemde vragen leiden tot antwoorden, die een financiële onderbouwing vragen. De haalbaarheid hangt mede daarvan af. Professionalisering
Er is binnen 2College al enkele jaren een uitgebreid aanbod van ict-cursussen. Volgens eigen opgave is bijna 95% digitaal competent. Helaas blijkt dat niet uit de praktijk. En als het om specifieke deskundigheid gaat in het geven van onderwijs in een elektronische leeromgeving? Op dit moment heeft ca. 30% een cursus gevolgd in werken binnen en met een elo. Vragen die we ons gesteld hebben: Welk deel van ons professionaliseringsbudget gaan we besteden aan het „les geven in een elektronisch leeromgeving‟? Zit er een component in m.b.t. het leren arrangeren van een digitaal gestuurd leerproces? Is het aanbod van ict-cursussen gericht op 2015? Deze laatste vraag was aanleiding om voor onszelf te onderzoeken wat we in dit verband belangrijk en haalbaar vinden. Onderwerpen in volgorde (naar het oordeel van de voorbereidingswerkgroep; niet breed getoetst) : Professionaliseringsonderwerp 1 Digitale didactiek 2 Digibord 3 Basiscursus hardware 4 E-mail standaarden 5 Omgaan met uitgeverssoftware 6 Digitale vaardigheden 7 ELO-gebruik 8 Werk organiseren 9 Lesmateriaal arrangeren 10 Veranderingsbestendig 11 Digitaal archiveren 12 Digitale leefwereld lln. 13 Social media: twitter hyves.e.d
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
9
14 Seniordocent 15 Kennis bestaande materialen 16 Onderwijskundig belang van de ELO 17 Lesontwikkeling digitaal 18 Moderne media inzetten Kanttekening: Als het over professionalisering gaat, moeten we niet uitgaan van het expertniveau. Zoals ook al voor foliolesmateriaal en het gebruiken van video- en geluidsapparatuur gold: modale deskundigheid moet toereikend zijn. Als de technische organisatie van in te zetten leer- en hulpmiddelen alleen maar mogelijk is als de docent over expertdeskundigheid beschikt, is het niet verstandig dat soort materialen in te zetten.
3
Organisatie
3.1
Besluitvorming en monitoring
We moeten ons rekenschap geven van de consequenties die verbonden zijn aan meer door ict gestuurd onderwijs. Als de „koning in eigen leslokaal‟ al ooit bestaan heeft, dan loopt hij nu echt op zijn laatste benen. Naast het tastbare huis van lokalen, studiepleinen enzovoort, is er nu ook sprake van een digitaal huis. De aanschaf van foliolesmateriaal is gebonden aan schoolbrede afspraken (niveau, taalgebruik, wel of geen werkboek…). Dergelijke afspraken gelden ook voor digitaal materiaal, maar dat materiaal moet bovendien inpasbaar zijn in het 2Collegebrede digitale huis. „Een digitaal stapeltje in je eigen kast in je eigen lokaal kan niet, kan niet meer!‟ Het ligt voor de hand dat we ons houden aan schoolbrede beleidsafspraken met betrekking tot foliomaterialen. Dat is dus nog meer van belang waar het om ict-materialen gaat. Zeker dan gaat het om „gedragen‟ en „uitgedragen‟ beleid. De schoolleiding is in dit „dragen‟ en „uitdragen‟ de eerstverantwoordelijke. Om de aanschaf van leer- en hulpmiddelen goed te laten verlopen, is een besluitvormingsprocedure van belang. De 2College-locaties vertalen deze naar hun eigen beleid. Procedure aanschaf leer- en hulpmiddelen Voorwaarde 1: De schoolleiding verschaft duidelijkheid over de besteding van de „boekenbijdrage‟: € 321,50 ( 2014 : 292,50 € ) Bij voorkeur aan het begin van het schooljaar! Daarbij kan ook aangegeven worden van welke secties „beweging met betrekking tot het gebruikte leermiddel‟ verwacht wordt: → Hebben dat zelf aangegeven. → Gebruiken een erg oude methode. → Lopen niet in de afgesproken „digitale pas‟ enzovoort. Voorwaarde 2: De school heeft een kaderstellende criterialijst (→ §1.6) door elke locatie aangevuld met eigen criteria (bijvoorbeeld „We kiezen voor onze mavoafdeling th-boeken en geen kgtboeken‟).
Procedure 1 Kort na het begin van een nieuw schooljaar maakt een sectie aan de locatiedirectie
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
10
kenbaar dat over aanschaf van een omvangrijk nieuw leermiddel (methode, softwareprogramma) wordt nagedacht. De locatiedirectie schept direct duidelijkheid m.b.t. de kaders voor foliomateriaal maar zeker ook voor software. Beiden moeten in het gekozen beleid passen! Is sprake van software, dan meldt de locatiedirectie, in het bijzonder de locatiecoördinator, dit bij de ict-afdeling. Van meet af aan moet duidelijk zijn wat technisch kan, niet kan, beter kan. Het bepalen van de vakinhoudelijke kwaliteit van een programma blijft de verantwoordelijkheid van de sectie. 2 Gedurende de eerste helft van het schooljaar oriënteert een sectie zich op de nieuwe lesmaterialen die ze het erop volgende schooljaar wil gaan gebruiken. 3 In januari doet de sectie aan de locatiedirectie een voordracht. Ze maakt daarbij duidelijk waarom A de voorkeur verdient boven B, in hoeverre A voldoet aan de criteria en in welke zin kostenbewust gekozen is. De locatiedirectie, met name de locatiecoördinator, legt, waar er sprake is van een concrete keuze voor digitaal materiaal, deze keuze ook ter technische toetsing voor aan de ictafdeling. 4 In februari vindt overleg tussen locatiedirectie en sectie plaats. Het overleg wordt met een besluit afgesloten. Overstijgt de gewenste aanschaf de financiële ruimte, dan onderzoekt de locatiedirectie eerst wat de financiële consequentie van deze overschrijding is en volgt een besluit dus later.
3.2 Conclusies, aanbevelingen en vervolgacties 3.2.1. Conclusies 1. De visie op onderwijs van 2College vraagt om meer geïndividualiseerde sturing van het leerproces. Het is daarnaast ondenkbaar levensecht onderwijs te organiseren zonder een ict-rijke leeromgeving; de wereld en zeker die van onze leerlingen wordt steeds digitaler. 2. Informatie- en communicatietechnologie is een steeds sterker wordend leermiddel en een middel om leren te organiseren. Bovendien speelt hierbij de wens vanuit maatschappij en vervolgonderwijs om leerlingen optimaal vaardig te maken in het omgaan met deze technologie en vooral het zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe technieken een belangrijke rol. 3. De bekostiging voor leermiddelen vanuit de overheid, nu € 321,50 (per 2014 € 292,50), dwingt ons kritisch naar de kosten voor leermiddelen te blijven kijken. Ook de licentiekosten voor educatieve software zullen uit het leermiddelenbudget betaald moeten worden. 4. Elke locatie heeft een eigen leermiddelenbeleid. 5. Als we collectief met een laptop gaan werken moet hij eigendom zijn van de leerling. 6. Iedere sectie/leraar kiest het sterkste leermiddel voor een bepaald lesdoel. 7. De leraar neemt meer regie over het leerproces en is minder afhankelijk van de methode
3.2.2. Aanbevelingen 1. Elke locatie past de criterialijst leermiddelen aan voor de eigen locatie en formuleert de aanschafprocedure (cf. deze notitie) voor leermiddelen.
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
11
2. De schoolleiding neemt in elk teamontwikkelingsplan 2012-2013 locatiegebonden beleidsontwikkeling op m.b.t. leermiddelen en (in verband met de samenhang) ictbeleid (voor wat de leermiddelen betreft). 3. Het locatieleermiddelenbeleid wordt ontwikkeld in nauwe samenwerking met de mensen op locatie die zich bezig houden met didactische en onderwijskundige ontwikkeling. 4. De ICTO-werkgroep krijgt de opdracht initiatieven te nemen om de onderwijsontwikkelgroepen van de verschillende locaties met elkaar in contact te brengen met de bedoeling uit te wisselen en van elkaar te leren. 5. Professionalisering van het personeel op het gebied van ict en het gebruik van digitale leermiddelen is ook voor de komende jaren noodzakelijk om docenten in staat te stellen het „sterkste‟ leermiddel te kunnen kiezen. Het gaat daarbij om digitale didactiek en het arrangeren van een doorlopende leerlijn op basis van beschikbare materialen. 6. Elke sectie moet in 2013 een „digiplan‟ hebben, waarin beschreven is hoe ze ict-rijk onderwijs gaan geven. Hoe wordt de ELO-gebruikt? Ondersteuning bij het maken van zo‟n plan is gewenst. 7. De kerndirectie geeft opdracht aan de juiste perso(o)nen om voor de uitwerking van bovengenoemde aanbevelingen en doelen een actieplan/implementatieplan op te stellen, inclusief de financiële paragraaf. 8. De kerndirectie geeft opdracht om het „boekenfonds‟ en het ict-beleid in de komende jaren conform deze notitie uit te werken.
3.2.3. Vervolgacties 1. De kerndirectie bespreekt deze notitie met de schoolleiding( teamleiders) van 2College op 8 februari 2012. 2. De kerndirectie neemt in februari 2012 een besluit over deze notitie en biedt deze ter advisering aan aan de medezeggenschapsraad.
Aanzet tot een leermiddelenbeleidsplan 2College versie 01-02-2012
12