1 Aanknopingspunten voor elk recht in het decreet rechtspositie van de minderjarige met het kwaliteitsdecreet en de SMK s Decreet rechtspositie van de...
Aanknopingspunten voor elk recht in het decreet rechtspositie van de minderjarige met het kwaliteitsdecreet en de SMK’s CKG’s Decreet rechtspositie van de minderjarige Basisprincipes
bekwaamheid van de minderjarige
belang van de minderjarige
recht op jeugdhulp
MB 10 juni 2003 betreffende de kwaliteitszorg BVR 1 maart 2002 betreffende de in de CKG’s erkenning en subsidiëring van de CKG’s art 29 Het centrum treft maatregelen die respect voor de basisrechten en de gebruikersrechten waarborgen en die conform zijn met de toepasselijke internationale en nationale wetgeving. art 26 § 1 Het centrum onderneemt acties om de eigenlijke mogelijkheden van de gebruikers bij de hulpverlening te stimuleren en om hun maatschappelijke participatie te bevorderen. § 2 Vanaf de start van de begeleiding van een kind moet het centrum een ondersteuningsplan opmaken. art 3§ 4 De organisatie van het centrum is gericht op een snelle en adequate hulpverlening. Het centrum is permanent bereikbaar bij een crisis. art 23 Het centrum maakt zich bereikbaar en toegankelijk voor zijn gebruikers. (…)
recht op informatie en duidelijke communicatie
art 5 Het centrum beschrijft de maatregelen die het neemt voor het beheersen van de hulp- en dienstverleningsprocessen. Het centrum beschrijft onder meer de manier waarop het: 1° hoe het de gebruikers informeert en afspraken met hen maakt 7° De gebruikers informeert over eventuele tekortkomingen in de hulp –en dienstverlening.
recht op respect voor het gezinsleven
art 3 § 6 Wanneer het resultaat van de verstrekt zorgverlening hetzelfde is, hebben semi –residentiële of ambulante begeleiding de voorkeur boven residentiële begeleiding. art 1 § 3 Het centrum houdt bij het art 3 § 7 De gebruikers hebben ontwikkelen van het kwaliteitsbeleid rekening inspraak in de algemene werking van met de behoeften en de hulpvraag op lokaal en de opvang en de hulpverlening van het regionaal vlak, de verwachtingen van de centrum. gebruikers, de positionering van de eigen organisatie, de beschikbare middelen en de art 24 Het centrum verstrekt alle beschikbare medewerkers. relevante informatie over zijn hulp –en dienstverlening aan de gebruikers art 5 Het centrum beschrijft de maatregelen zowel voor, tijdens als na de die het neemt voor het beheersen van de hulp – begeleiding. en dienstverleningsprocessen. Het centrum beschrijft onder meer de manier waarop het: art 26 § 1 Het centrum onderneemt 2° de individuele hulpverlening aan de acties om de eigenlijke mogelijkheden gebruikers plant, evalueert en bijstuurt. Deze van de gebruikers bij de hulpverlening hulpverlening is gebaseerd op het pedagogisch te stimuleren en om hun en agogisch concept van het centrum, ze is in maatschappelijke participatie te samenspraak met de gebruiker uitgewerkt. bevorderen.
recht op inspraak en participatie
art 24 het centrum verstrekt alle relevante informatie over zijn hulp –en dienstverlening aan de gebruikers zowel voor, tijdens als na de begeleiding.
Hiertoe hanteert de voorziening hulpmiddelen als observatie en gesprek. 5° de gebruikers inspraak verlenen in de algemene werking van het centrum en in de individuele hulpverlening 8° Hoe het centrum de afsluiting van de hulpverlening op een verantwoorde manier regelt in afspraak met de gebruiker en hoe het een eventuele doorverwijzing of overgang naar een andere hulpverleningsvorm opvolgt, indien noodzakelijk.
dossier
art 7 Het centrum beschrijft de maatregelen die het neemt met betrekking tot het meten, analyseren en verbeteren van de hulp- en dienstverlening. Daartoe beschrijft het centrum ondermeer de manier waarop het: 4° op regelmatige wijze de tevredenheid van de gebruikers nagaat middels een geschikt instrument. art 4 Het centrum beschrijft de maatregelen die genomen worden voor het efficiënt en kwaliteitsgericht inzetten van de middelen. Het centrum beschrijft de volgende gegevens: ( …) 4° Het systeem waarbij voor de werking relevante documenten op een overzichtelijke wijze worden beheerd. Met het oog hierop verricht het centrum twee handelingen: a) het legt de voorwaarden vast volgens welke persoonsgebonden documenten worden bijgehouden en bepaalde personen inzake krijgen in bepaalde documenten.
§ 2 Vanaf de start van de begeleiding van een kind moet het centrum een ondersteuningsplan opmaken art 27 Het ondersteuningsplan kan, na evaluatie en samenspraak met de gebruikers, worden bijgestuurd. De bijsturing wordt schriftelijk vastgelegd. Wanneer een begeleiding langer dan 3 maanden duurt, moet uiterlijk 15 dagen voor het einde van deze periode van 3 maanden een evaluatie van deze ondersteuning worden gemaakt. art 31 het centrum staat in voor een verantwoorde afsluiting van de hulpverlening in samenspraak met de gebruiker.
Art 25 het centrum staat in voor een methodische en planmatige hulpverlening. Voor ieder begeleid kind en het gezin waartoe het behoort wordt een dossier aangelegd met volgende elementen 1. inlichtingen van administratieve aard 2. de gegevens over de toestand van het begeleide kind en het gezin waartoe het behoort 3. het ondersteuningsplan
4. rapportering van alle stappen in het dossier waaruit blijkt dat de begeleiding en de ondersteuning een gepast antwoord zijn op de hulpvragen. Het dossier is vertrouwelijk. art 26 § 2 Vanaf de start van de begeleiding van een kind moet het centrum een ondersteuningsplan opmaken. Het ondersteuningsplan wordt door het centrum opgesteld in overleg met de ouders. De begeleidingsperiode wordt ingeschreven in het ondersteuningsplan. Dit ondersteuningsplan dat de leidraad vormt voor de pedagogische en de agogische begeleiding door het centrum, bevat minstens de volgende onderdelen: 1° de identiteit van het begeleide kind, van de ouders en van anderen betrokken derden; 2° de aanvangssituatie waaruit blijkt dat de begeleiding een gepast antwoord is op de hulpvraag van het gezin; 3° de pedagogische en agogische doeleinden 4° de voorgestelde methoden en werkwijzen om de doelstellingen te
halen. (…) art 30 Het centrum respecteert de geldende wetgeving inzake het beroepsgeheim. Het garandeert de betrokkenen toegang tot hun dossier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. recht op bijstand
.
recht op privacy
art 4 Het centrum beschrijft de maatregelen die genomen worden voor het efficiënt en kwaliteitsgericht inzetten van de middelen. Het centrum beschrijft de volgende gegevens: 4° Het systeem waarbij voor de werking relevante documenten op een overzichtelijke wijze worden beheerd. Met het oog hierop verricht het centrum twee handelingen: a voorwaarden voor het bijhouden van persoonsgebonden documenten en voor het verlenen van inzage in bepaalde documenten.
art 25 Het dossier is vertrouwelijk. art 29 Het centrum treft maatregelen die respect voor de basisrechten en de gebruikersrechten waarborgen en die conform zijn met de toepasselijke internationale en nationale wetgeving.
art 30 Het centrum respecteert de geldende wetgeving inzake het beroepsgeheim. Het garandeert de art 5.6 De persoonlijke zaken van de betrokkenen toegang tot hun dossier gebruikers bewaart en op het juiste ogenblik en overeenkomstig de bepalingen van de de juiste wijze verstrekt wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
recht op vrij besteedbaar bedrag recht op een menswaardig behandeling
klachtrecht
art 3 § 5 Het centrum formuleert een pedagogisch en agogisch concept. Het centrum vermeldt hoe het pedagogische en agogisch aanbod wordt opgestemd op de vraag van elk kind en elk gezin. art 29 Het centrum treft maatregelen die respect voor de basisrechten en de gebruikersrechten waarborgen en die conform zijn met de toepasselijke internationale en nationale wetgeving. art 7 Het centrum beschrijft de maatregelen art 32 die het neemt met betrekking tot het meten, Het centrum beschikt over een analyseren en verbeteren van de hulp- en doeltreffende klachtenprocedure die dienstverlening. Daartoe beschrijft het centrum aan de gebruiker kenbaar gemaakt ondermeer de manier waarop het: wordt en binnen redelijke termijn een 3° klachten registreert, doeltreffend behandelt antwoord op de klacht garandeert. en de klager binnen een redelijk termijn een oplossing bezorgt.