Aan de raad
AGENDAPUNT NR. 7 Doetinchem, 22 mei 2013
Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Voorstel: 1. Met ingang van de programmabegroting 2014-2017 een bijstelling doorvoeren van de wijze van berekening en toerekening van rentekosten (verlaging omslagrente naar 3,6%). 2. De omslagrente baseren op de begrote financieringskosten van onze totale gemeentelijke leningportefeuille. 3. De omslagrente anders kunnen vaststellen wanneer dit om bedrijfseconomische redenen verstandig is. 4. Det voordelig budgettaire effect van € 115.000,- structureel verwerken in de programmabegroting 2014-2017. 5. De stuurgroep A18 kennis laten nemen van de gewijzigde uitgangspunten ten aanzien van rentetoerekening. Inleiding Wat is de aanleiding om onze renteberekening, en toerekening aan onze producten en grondexploitaties, in de begroting aan te passen? Er zijn enkele redenen: - De afgelopen jaren is de rente naar een historisch laag niveau gegaan en wijkt inmiddels substantieel af van de omslagrente (alsmede de rekenrente voor grondexploitaties) waarmee we rekenen in onze begroting. Het rentevoordeel dat ontstaat als gevolg van goedkopere werkelijke financiering ten opzichte van onze begroting, komt ten gunste van de algemene middelen in onze begroting. Dit leidt al een aantal jaren tot substantiële rentevoordelen in de jaarrekening. - De producten (inclusief grondexploitaties) krijgen op dit moment niet dit rentevoordeel. Voor een goed inzicht van de kostprijs van een product is het wenselijk dat een rente wordt toegerekend die dichter bij de werkelijke rentekosten ligt dan nu nog het geval is. - De deelnemende gemeenten aan de samenwerking Bedrijventerrein West Achterhoek, hebben onze gemeente gevraagd om de wijze van berekenen van de financieringskosten A18 bedrijvenpark te herzien. Daarvoor voeren zij twee redenen aan: - De rekenrente (variant op de omslagrente) van de gemeente Doetinchem ligt hoger dan de werkelijke marktrente. Het rentevoordeel komt terecht bij de gemeente Doetinchem. - De grondexploitatie A18 bedrijvenpark heeft een negatief resultaat. Lagere financieringskosten leidt hopelijk tot een verbetering van het resultaat. De te treffen voorzieningen kunnen hierop afgestemd worden door de deelnemende gemeenten. Hoe zit onze huidige systematiek grofweg in elkaar? Totaalfinanciering Bij de meeste gemeenten is het gebruikelijk om totaalfinanciering toe te passen. Wij lenen dan niet specifiek voor een investering maar kijken naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Hierop stemmen we onze daadwerkelijke financiering af. De financiering van onze investeringen en bestaande eigendommen (activa) gebeurt door middel van de inzet van onze eigen middelen (eigen vermogen, reserves) en vreemd vermogen (voorzieningen, leningen).
2 Doetinchem, 22 mei 2013 Op begrotingsbasis maken wij een raming van onze financieringsbehoefte en daarmee een raming van de financieringskosten die hiermee gepaard gaan, de begrote rentekosten. Hierbij ramen wij conform de voorschriften (BBV) rentekosten over zowel ons eigen vermogen als het aan te trekken vreemd vermogen. Een uitgebreide toelichting staat in de paragraaf financiering van onze begroting. Deze begrote rentekosten voor het totaal van onze gemeentelijke financieringsbehoefte rekenen we toe (kostenallocatie, -toerekening) aan de investeringen die plaatsvinden ten behoeve van onze producten en grondexploitaties in onze begroting. Deze toerekening doen we door middel van de zogenoemde omslagrente (in het geval van de grondexploitaties gaat het om de zogenoemde rekenrente). Renteresultaat De werkelijkheid kan afwijken van de begroting. Omdat bijvoorbeeld investeringen toch een jaar later uitgevoerd worden, of omdat een bepaalde onttrekking aan een reserve of voorziening niet hoeft plaatsvinden omdat het exploitatieresultaat van een bepaald product meeviel en er dus bijgestort kon worden in de jaarrekening. Ofwel omdat we een meevaller hadden in de algemene uitkering, waardoor we een toevoeging aan de algemene reserve konden doen et cetera. Kortom: ten opzichte van de begrote rentekosten in de begroting kan er dus een rentevoordeel (of rentenadeel) ontstaan in de jaarrekening. Dit wordt verrekend met de algemene middelen. Voor ons financiële resultaat maakt het ook niet uit dat we niet verrekenen met de producten, omdat het renteresultaat immers toch ten gunste van de algemene middelen komt en dus via het rekeningresultaat gestort wordt in de algemene reserve. Alle producten zijn hier uiteindelijk bij gebaat. Er zijn in de afgelopen jaren enkele uitzonderingen gemaakt ten opzichte van deze algemene methodiek van de omslagrente. De grondexploitaties met een eigen rekenrente zijn hiervan een voorbeeld zoals hiervoor al genoemd. Andere voorbeelden zijn specifieke investeringen op het terrein van parkeren (parkeergarage Amphion), onderwijshuisvesting en riolering. Het wordt een erg technisch verhaal om dit allemaal toe lichten. Op moment van besluitvorming waren daarvoor redenen aan te voeren en heeft specifieke besluitvorming plaatsgevonden over de wijze van renteberekening bij deze investeringen. Wat zijn de aanpassingen die wij voorstellen? Wat zijn hierbij de uitgangspunten? De uitgangspunten zijn: - Beperken van het aantal uitzonderingen ten opzichte van de algemene methodiek van de omslagrente, dat wil zeggen een vereenvoudiging van het systeem. - De rentekosten in de begroting realistischer ramen en hiermee een deel van het renteresultaat uit de jaarrekening eigenlijk ‘naar voren halen’. - De grondexploitaties hetzelfde gaan ‘behandelen’ als de rest van onze begroting en de rekenrente (4,6%) dus afschaffen en de omslagrente (3,6%) toepassen. Dit ook toepassen op de SOK A18 bedrijventerrein. - De renterisico’s blijven aanvaardbaar en beheersbaar voor onze begroting. Het betekent dan ook geen verslechtering voor de normering door de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (zie paragraaf financiering begroting).
3 Doetinchem, 22 mei 2013 Het algemene hierboven aangegeven principe van hoe het renteresultaat is opgebouwd, wat hierbij de belangrijke elementen zijn, blijft na aanpassing hetzelfde. Wat we wel doen is het technisch vertalen van de hierboven genoemde uitgangspunten. Dit leidt uiteindelijk tot een beperkt financieel structureel voordeel voor onze gemeentebegroting 2014-2017. Ten tweede leidt dit tot een herberekening van de rentekosten voor al onze grondexploitaties, waardoor het mogelijk is geworden om in het kader van de SOK van het A18 bedrijvenpark, de financieringskosten af te ramen. Uitzonderingen Ten opzichte van het genoemde uitgangspunt om het aantal uitzonderingen te beperken, stellen wij voor om twee uitzonderingen te handhaven. Dit betreft ten eerste het product rioleringen. Vanwege de zeer lange levensduur van rioleringen rekenen wij hier niet de begrote rentelast toe die samenhangt met onze totaalfinanciering. We rekenen naar het product rioleringen het historische rentetarief toe dat hoort bij leningen met zeer lange looptijden. Mede gelet op de uitzonderlijk lange afschrijvingstermijn en dus de financieringsbehoefte, is het vanuit bedrijfseconomisch oogpunt te rechtvaardigen dat dit product een andere rente krijgt toegerekend (5,28%). Ten tweede is er een aantal investeringen waarvoor specifiek besloten is om de op dat moment geldende rente toe te passen. Het gaat hierbij om de financiering van schouwburg Amphion en parkeergarage Amphion. De voorgestelde uitgangspunten leiden tot technische aanpassingen die verwerkt worden in de begroting 2014-2017. Hieronder volgt een uitwerking van het financieel effect voor onze gemeentebegroting als geheel. Wat betekent de aanpassing financieel? Zoals in het begin al toegelicht, is er een financieel effect in de jaarrekening als de werkelijk betaalde rentekosten lager zijn dan de begrote rentekosten. Dit zogenoemde renteresultaat komt ten gunste (of ten laste) van de algemene middelen. Hoe deze rentekosten vervolgens zijn toegerekend aan de producten doet er eigenlijk niet toe vanuit het perspectief van de totale gemeente Doetinchem. Het renteresultaat in de jaarrekening wordt er niet anders van. Er zijn echter een paar uitzonderingen. Die lichten we hierna toe. Voor de producten Er is een aantal producten waarbij er wel een financieel effect is voor onze algemene middelen; deze beïnvloeden dus wel het resultaat. Kenmerkend voor deze producten is dat er tarieven aan gekoppeld zijn (afval) ofwel dat de financieringskosten worden geactiveerd door middel van de boekwaarde op de balans (grexen). De factor tijd is hierbij dus relevant. Moeten kosten nu direct volledig genomen worden, of kan een deel geactiveerd worden op de balans en uitgesmeerd worden over meerdere jaren? Er is dus een deel van het renteresultaat dat ten gunste komt van derden, de burgers, zoals bij afval. En in geval van de grexen is er een deel van de financieringskosten dat geactiveerd wordt op de balans en dus ten laste van meerdere jaren wordt gebracht. Per product volgt hieronder een korte toelichting. Afval: als de investeringen op begrotingbasis op het product afval goedkoper gefinancierd worden, dan is dit een voordeel voor het product afval. Wij stellen voor dit door te vertalen naar de tarieven voor de burgers. Het gaat om een voordeel van € 34.000 structureel. Het financieel resultaat voor de algemene middelen is dan vervolgens een nadeel van € 34.000,-. Er kan natuurlijk voor gekozen worden de tarieven niet te verlagen met dit bedrag, dan is er wel een voordeel voor de algemene middelen. Dit laatste stellen wij niet voor, maar het is en blijft een keuze.
4 Doetinchem, 22 mei 2013 Grondexploitaties Het algemeen effect is dat de grexen lagere financieringskosten toegerekend krijgen. Immers de rekenrente van 4,6% was hoger dan de omslagrente op dit moment van 3,6%. Dit leidt tot een daling van de boekwaardes en tevens aan daling van de benodigde reserves en voorzieningen om deze boekwaardes te financieren. Per saldo zou je denken dat dit voor ons als gemeente budgettair neutraal is. Echter dat is niet helemaal het geval, omdat we externe deelnemers hebben in de grondexploitatie van het A18 bedrijvenpark (SOK). Het werkt als volgt; er is een positief effect omdat de resultaten van de grondexploitaties verbeteren, immers er zijn lagere rentekosten. Anders gezegd: de verliezen die nu telkens in de jaarrekening genomen moet worden conform het BBV op de boekwaarde van onze grexen, nemen af. Structureel vertaald leidt dit tot een bijstelling van de benodigde reserves en voorzieningen en dus een verlaging van het benodigde spaarbedrag voor de spaarrisicoreserve in meerjarig perspectief. Het spaarbedrag in meerjarig perspectief kunnen we aframen van € 500.000 naar € 140.000 structureel. Per saldo een financieel voordeel voor de algemene middelen van € 360.000,-. Er is echter ook nog een ander nadelig effect voor de algemene middelen. We kunnen immers minder rentekosten activeren op de balans ten laste van de grondexploitaties/boekwaardes, de rentekosten zijn namelijk gedaald. Dit nadeel voor de algemene middelen bedraagt € 440.000. Het verschil met het voordeel van € 360.000 betreft een extern ‘weglekeffect’ naar de overige deelnemende gemeenten in de SOK A18 bedrijvenpark van € 80.000,- structureel. Hierdoor is per saldo het effect van renteverlaging niet budgettair neutraal voor onze gemeente. Dit vraagt om een korte toelichting die volgt hierna. A18 bedrijvenpark (SOK) Dit is bijzondere grondexploitatie omdat hierin andere gemeenten participeren. Een positief of negatief resultaat en de risico ‘s zijn voor 35% voor onze gemeente. Hiervoor moeten wij dus weerstandscapaciteit aanhouden. Voor het overige is het resultaat en risico (65%) voor de gemeenten Montferland, Bronckhorst en Oude IJsselstreek. Als er dus in de calculatie van de rentekosten een wijziging wordt doorgevoerd, dan komt dit voor 35% bij onze gemeente terecht als een voordeliger grondexploitatieresultaat, en tevens voor 65% bij de andere deelnemende gemeenten. Met een verlaging naar de omslagrente voor de grexen van 3,6% komen we tegemoet aan het verzoek van de deelnemende gemeenten om de financieringskosten van deze grondexploitatie te verlagen. Tevens past dit bij onze eigen uitgangspunten om geen onverantwoorde renterisico’s te lopen en ook de andere grexen en producten in onze gemeentebegroting te laten delen in de verlaging van de begrote rentekosten. Het financieel effect van de herberekening van de begrote rentekosten voor deze grondexploitatie is voor onze gemeente verwerkt in de bovenstaande herziening van het benodigde spaarbedrag. De wijziging van de rentekosten voor de grex staat los uiteraard van andere wijzigingen die in de grondexploitatie A18 zich kunnen gaan voordoen. Andere effecten zullen overigens ook in de verhouding 35%-65% worden gedeeld. Overige financiële effecten Financieringskosten voor reserves en voorzieningen (eigen vermogen) Zoals in de inleiding al aangegeven, ramen wij de financieringskosten op basis van onze totale leningportefeuille, onze eigen beschikbare vermogen (reserves en voorzieningen) en de geraamde investeringen en bestaande boekwaardes (bezittingen). De financieringskosten van ons eigen vermogen worden ook verlaagd naar de omslagrente van 3,6% in de begroting 2014-2017.
5 Doetinchem, 22 mei 2013 Daar staat tegenover dat het juist is om aan de reserves en voorzieningen voor de grondexploitaties een hogere rente bij te schrijven dan nu het geval is. In een aantal gevallen wordt slechts inflatie bijgeschreven waardoor de grondexploitaties hierop moeten toeleggen. Volgens het nieuwe uitgangspunt is het juist om deze gelijk te laten lopen aan de te betalen omslagrente. Per saldo is het effect van de bijstellingen neutraal.. Lagere begrote rentekosten nieuwe leningen Zoals in het begin van dit betoog aangegeven, gaan wij de begrote rentekosten scherper calculeren zodat deze beter aansluiten bij de werkelijke financieringskosten. Bij financiële monitoren en jaarrekeningen kunnen we vaak rentevoordelen rapporteren. Deze halen we voor een deel naar voren in onze begroting 2014-2017 voor een bedrag van € 230.000,structureel. Nieuw aan te trekken leningen ramen we nu met een gemiddeld rentepercentage van 3,6% in plaats van 4%. Hiermee worden geen onverantwoorde risico’s genomen en blijft er voldoende zekerheidsmarge aanwezig ten opzichte van de werkelijke marktrentes waarvoor we geld aantrekken. Financiële samenvatting: consequenties algemene middelen structureel (€) Lager benodigde voorzieningen/reserves grexen lager spaarbedrag Lagere toerekening financieringskosten aan grondexploitaties Lagere financieringskosten nieuwe leningen Bijstelling rentebijschrijvingen eigen financieringsmiddelen Daling afvaltarief (voordeel burger, nadeel algemene middelen)
360.000 V 440.000 N 230.000 V BN 35.000 N
Per saldo structureel voordeel gemeente begroting gD
115.000 V
Burgemeester en wethouders van Doetinchem, De secretaris, De burgemeester, ING. N. VAN WAART
DRS. H.J. KAISER
De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders over bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014; gelet op artikel 192 van de Gemeentewet; besluit: 1. Met ingang van de programmabegroting 2014-2017 een bijstelling door te voeren van de wijze van berekening en toerekening van rentekosten (verlaging omslagrente naar 3,6%). 2. De omslagrente te baseren op de begrote financieringskosten van onze totale gemeentelijke leningportefeuille. 3. De omslagrente anders te kunnen vaststellen wanneer dit om bedrijfseconomische redenen verstandig is. 4. Det voordelig budgettaire effect van € 115.000,- structureel te verwerken in de programmabegroting 2014-2017. 5. De stuurgroep A18 kennis te laten nemen van de gewijzigde uitgangspunten ten aanzien van rentetoerekening. Aldus besloten in zijn vergadering van 30 mei 2013,
, griffier
, voorzitter