8
jaarverslag
Cogis illustreert zijn jaarverslagen elk jaar met het werk van een beeldend kunstenaar. Deze keer is dat Aras Kareem (zie pagina 49)
Cogis jaarverslag 2008
1. Cogis op weg naar financiële onafhankelijkheid
3
2. Werkzaamheden Cogis
7
• Kennisoverdracht: over symposia, trainingen, opleidingen en cursussen • Bibliotheek en documentatie • Coördinatie Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA) • Interview: Frederiek Eggink, over digitalisering Cogis-bibliotheek • Interview: Ceciel Huitema, over website met levensverhalen kinderen van ‘foute’ ouders
3. Werkzaamheden Cogis onder subsidie ministerie van VWS
25
• Instellingssubdie • Projectsubsidies • Mandaatregeling 4. De organisatie
• Medewerkers Cogis • Bestuursstructuur
45
1
COGIS op weg naar financiële onafhankelijkheid De ontwikkeling van een gesubsidieerde naar een marktgerichte organisatie die door Cogis in 2005 was ingezet, krijgt steeds duidelijker contouren. Cogis kan daarbij gelukkig steunen op een sterk profiel dat is opgebouwd als hét kennisinstituut op het terrein van de sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Consequentie van het meer marktgericht werken is dat de prijzen van met name het scholingsaanbod zijn aangescherpt en inmiddels marktconform zijn. Het ministerie van VWS heeft al bij de oprichting van Cogis in 2005 aangegeven de subsidie te zullen afbouwen tot ongeveer een kwart van het niveau van 2005. Het eindniveau zal in 2012 bereikt zijn. Cogis is positief over deze ontwikkeling. Voor alle werkterreinen geldt nadrukkelijker dan ooit dat de verschillende doelgroepen optimaal bedient dienen te worden. Bij alle activiteiten wordt daarom scherp gekeken naar de wensen en behoeften van de klant. Die vormen het uitgangspunt in het werk en worden door Cogis als essentieel gezien. Ondernemerschap
In dit kader hebben alle Cogis medewerkers een marketingcursus gevolgd waarbij het eigen ondernemerschap uitgangspunt was. Elke medewerker heeft inmiddels een eigen ondernemingsplan gemaakt met concrete activiteiten, doelgroepen en doelstellingen en een bijbehorende planning. Daarbij is een individuele begroting gemaakt waarin de reguliere en geplande activiteiten zijn opgenomen. Het aantal inzetbare uren van elke medewerker is in kaart gebracht met daaraan gekoppeld een eigen uurtarief. Dat is een geheel andere manier van werken dan binnen een gesubsidieerde organisatie. Het brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, maar Cogis ziet meer voor- dan nadelen in deze nieuwe manier van werken. De behaalde resultaten in 2008 onderstrepen dat en zijn, ook in financiële termen, positief. Werkterrein
Cogis wil een vernieuwend, interactief en dynamisch kennisinstituut zijn dat ook in samenwerking met diverse samenwerkingspartners de aanwezige deskundigheid actief naar buiten brengt. Cogis wil ook helpen schade en
Boek over psycho-educatie aan vluchtelingen ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis gaf eind 2008 een boek uit over een psychoeducatief programma voor vluchtelingen en asielzoekers. De auteurs zijn Trudy Mooren en Maartje Schoorl die binnen Stichting Centrum ’45 een methodiek ontwikkelden om getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers voor te bereiden op een therapeutische behandeling. Vragen waarop in dit psycho-educatieve programma wordt ingegaan zijn onder meer: Hoe kun je als GGZ-hulpverlener de behandeling van vluchtelingen, asielzoekers en migranten toegankelijker maken? Hoe ga je om met culturele verschillen en taalproblemen? Welke houding is respectvol? Hoe ga je om met de diversiteit aan problemen die specifiek zijn voor deze groep? Beter beginnen is bestemd voor behandelaars en begeleiders die op zoek zijn naar een manier om de effectiviteit van de hulp aan vluchtelingen en asielzoekers te vergroten. Het programma kan ook worden gebruikt bij de hulpverlening aan andere getraumatiseerde migranten. Beter Beginnen. Een psycho-educatief programma voor vluchtelingen en asielzoekers. T. Mooren en M. Schoorl, Bohn Stafleu Van Loghum, ISBN 9789031354962, prijs €25,-
cogis Jaarverslag
3
persoonlijk leed te beperken die door de ervaring met geweld ontstaan. Cogis richt zich daarbij op het voorkomen en verminderen van de persoonlijke en maatschappelijke gevolgen van ingrijpende ervaringen. Cogis doet dat door op de juiste plek en in de juiste vorm deskundigheid beschikbaar te stellen over de sociale en psychologische gevolgen van geweld; door advies te geven over de wijze waarop (verdere) schade en persoonlijk leed kan worden voorkomen; en door nieuwe kennis te verzamelen te bundelen en toegankelijk te maken Het terrein van de sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld is zeer breed. In dit veld onderscheidt Cogis zich door jarenlange ervaring ten aanzien van het beperken van schade en persoonlijk leed bij oorlogs- en geweldservaringen; door een omvangrijke bibliotheek en documentatie over gevolgen van geweld; door een uitgebreid netwerk van deskundigen en instellingen; en door kleinschalige gerichte aanpak, persoonlijke benadering en maatwerk. Van oudsher heeft Cogis een grote deskundigheid opgebouwd ten aanzien van de late gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. De problematiek van mensen die het slachtoffer zijn van recente oorlogen, vervolging en geweld sluit daar nauw bij aan. Al jarenlang is er in het Cogis-aanbod daarom ook aandacht voor de problematiek van vluchtelingen en asielzoekers. Cogis is ook gespecialiseerd in de problematiek rond de gevolgen van ingrijpende ervaringen. die plaatsvinden in de werkomgeving, de privéomgeving, en in de publieke ruimte. Hierbij valt te denken aan beroepsgebonden geweld (militairen, politie, brandweer etc.), huiselijk geweld, en geweld op straat. Cogis zoekt bij haar scholingsactiviteiten altijd naar de beste specialisten in het veld. Zij worden ingezet bij cursussen, trainingen, studiedagen en symposia. Cogis beschikt in dit kader over een uitgebreid netwerk waarop een beroep kan worden gedaan. Vaak zijn dat traumadeskundigen, maar in bepaalde gevallen kunnen dat ook ervaren professionals zijn uit de doelgroep waarvoor een scholingsactiviteit georganiseerd wordt. Het zo goed mogelijk aansluiten bij de beroepspraktijk van de groep waarvoor een scholingsactiviteit wordt georganiseerd vormt altijd het uitgangspunt. Daarbij wordt altijd gekozen voor een persoonlijke benadering en maatwerk. Doelgroepen
Cogis wil met de hierboven beschreven activiteiten name de volgende doelgroepen bereiken:
4
cogis Jaarverslag
• Professionals en vrijwilligers die werken met geweldsgetroffenen, zoals: - oorlogsgetroffenen en vervolgingsslachtoffers - getroffenen door rampen - asielzoekers en vluchtelingen - militairen en veteranen - slachtoffers van agressie en huiselijk geweld • Professionals en vrijwilligers die zelf in hun werk te maken hebben ingrijpende ervaringen, zoals defensie, politie, brandweer, GHOR. • Overheden • Direct betrokkenen Diensten en producten
De activiteiten op diverse aandachtsgebieden en thema’s hebben in 2008 geleid tot een breed aanbod van diensten en producten, te weten: cursussen en trainingen voor professionals en vrijwilligers; faciliteiten op het gebied van supervisie en intervisie; een telefonisch spreekuur voor hulpverleners en cliënten; themagebonden conferenties en studiedagen; diverse publicaties; het kwartaalblad Cogiscope (oplage: 2000); literatuuroverzichten afgestemd op specifieke vragen van hulpverleners en onderzoekers; resultaten van eigen onderzoek en beleidsadviezen. Ook heeft Cogis een eigen website: www.cogis.nl De website www.gevolgenvanoorlog.nl die aan die aan Cogis gelieerd was, en onderdeel van een samenwerkingsverband met het Veteraneninstituut, is in 2008 in de Cogis-website geïntegreerd. Op deze site zijn onder meer de aanwinsten van de bibliotheek te vinden, alsmede een uitgebreide documentatie van onder meer video’s, dvd’s en informatiedossiers. Personele formatie
In het verslagjaar werd het personele bestand op enkele plaatsen uitgebreid. Zo is er een projectleider ‘Open archief: verhalensite van kinderen van foute ouders’ aangesteld. Belangrijkste doel van dit project is een platform te bieden waarop (klein)kinderen van ‘foute’ (groot)ouders hun verhalen kunnen plaatsen en zodoende meer aandacht genereren voor deze groep in maatschappelijk en historisch opzicht. Ook is er een projectmedewerker benoemd voor een digitaliseringsproject van videobestanden en is er een stageplek gecreëerd voor een student van de Bibliotheekacademie die gaat onderzoeken hoe je digitale bronnen op een gebruikersvriendelijke manier in een digitale omgeving toegankelijk kunt maken.
cogis Jaarverslag
5
2
Werkzaamheden Cogis Cogis richt zich bij haar werkzaamheden op het voorkomen en verminderen van de persoonlijke en maatschappelijke gevolgen van geweld. Cogis ontwikkelt, verzamelt en verspreid kennis en informatie, stelt adviezen op en ondersteunt hulpverleners in hun werk. Cogis biedt in dat kader eigen kennis aan en maakt zo nodig gebruik van de kennis en ervaring uit een uitgebreid netwerk. Een van de hoofdtaken van Cogis is het overdragen van kennis over de psychische gevolgen van geweld. De belangrijkste doelgroep wordt daarbij gevormd door hulpverleners die in hun werk met geweldsgetroffenen te maken krijgen. Maar ook vrijwilligers en mantelzorgers worden door Cogis geschoold. Cogis heeft voor deze uiteenlopende doelgroepen een breed scala aan cursussen en trainingen ontwikkeld en organiseert ook regelmatig symposia en studiedagen. Daarnaast biedt Cogis coaching, supervisie en intervisie aan. De overige werkzaamheden die in dit hoofdstuk beschreven worden, zijn die in het kader van de bibliotheek, onderzoek en de Coördinatie Zorgtoewijzing Asielzoekers. De in dit hoofdstuk beschreven werkzaamheden kenmerken zich doordat de financiering geheel of gedeeltelijk uit de markt afkomstig is. In hoofdstuk 3 worden de werkzaamheden beschreven die via een subsidie van het ministerie van VWS gefinancierd worden. Kenmerk daarvan is dat ze uit de instellingssubsidie van het ministerie van VWS of middels een projectsubsidie bekostigd worden. KENNISOVERDRACHT
Cogis heeft in 2008 een groot aantal activiteiten gerealiseerd in de sfeer van de scholing. In de meeste gevallen gaat het daarbij om cursussen en trainingen met daarnaast enkele symposia en studiedagen. Symposium ‘Trauma en veerkracht’
Op 29 mei 2008 organiseerde Cogis het symposium ‘Trauma en veerkracht: perspectieven in de hulpverlening aan getraumatiseerden’. De organisatie van dit symposium vloeide voort uit inzichten en ervaringen uit de wereld van de psychotraumatologie die wijzen op het feit dat het merendeel van de overlevenden van een ingrijpende gebeurtenis geen psychische klachten ontwikkelt. Het blijkt dat veel mensen beschikken over vermogens en eigenschappen die hen in staat stellen schokkende ervaringen goed te doorstaan. Er wordt veel
Cogis en ESTSS ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis heeft in 2008 het secretariaat voor de European Society for Traumatic Stress Studies (ESTSS) gevoerd. De ESTSS is een Europees netwerk van professionals werkzaam in de psychotraumatologie en had in 2008 rond 300 leden. Het heeft als doel de kennis over de gevolgen van traumatische gebeurtenissen te verbreden en te verdiepen en een effectieve traumabehandeling te promoten. De ESTSS organiseert elke twee jaar een wetenschappelijk congres (ECOTS), daarnaast worden regelmatig regionale workshops en symposia (EWOTS) georganiseerd. Het secretariaat van de vereniging is sinds de oprichting in 1993 in Nederland gevestigd. Cogis heeft het secretariaat per 1 augustus 2008 overgedragen aan Stichting Centrum ’45.
cogis Jaarverslag
7
onderzoek verricht naar dit complex van eigenschappen, aangeduid met de term ‘veerkracht’ of herstelvermogen. Naar aanleiding daarvan is in de hulpverlening aan mensen met psychotraumatische klachten veel meer aandacht ontstaan voor het activeren of versterken van hun herstelvermogen. Op dit symposium werden bijdragen verzorgd in de vorm van plenaire inleidingen en workshops door hulpverleners die werken met verschillende methodieken. Het accent daarbij lag op benaderingen die niet rechtstreeks gericht zijn op behandeling van aanwezige pathologie, maar op het mobiliseren van vermogen tot herstel van de cliënt. Opvallende bijdrage was die van klinisch psychologe en zelfstandig gevestigd trainer en coach Fredrike Bannink. Zij werkt met de zogenoemde oplossingsgerichte therapie, gericht op hoop en uitgaand van de gewenste toekomst, wat de veerkracht van de cliënt bevordert. Bannink stelt dat mensen in therapie moeten leren om de mogelijkheden tot verandering weer te zien, onder andere door zich te richten op een doel en het benoemen van hun eigen succesjes. De nadruk ligt daarbij op groei, zonder het lijden te bagatelliseren. In algemene zin was de boodschap van dit symposium vooral dat hulpverleners niet moeten meegaan met het pathalogiseren van overlevenden van trauma – mensen kunnen veel aan en verwerken negatieve ervaringen meestal op eigen kracht. Ook de kleine groep mensen die wel professionele hulp nodig heeft, hoeft niet per definitie te worden ontzien en kunnen best tegen een stootje. Er waren ruim honderd deelnemers aan het symposium. Tweede NtVP-congres
Cogis organiseerde op 19 november 2008 in de Nieuwe Buitensociëteit te Zwolle voor de tweede keer het NtVP-congres onder de titel ‘Psychotrauma: op de scheidslijn van lichaam en geest’ in opdracht van de NtVP. Het congres bood een afwisselend programma waarbij de relatie tussen traumatische stress en lichamelijke reacties en de invloed daarvan op de verwerking van het trauma centraal stond. Behalve plenaire lezingen en een tiental workshops was in het programma ruimte vrijgemaakt voor een film, een onderzoeksexperiment en de presentatie van lopend en recent onderzoek over psychotrauma in de vorm van onderzoeksposters. Ook waren de bij de NtVP aangesloten organisaties aanwezig met enkele trauma-experts die door de deelnemers konden worden bevraagd. Daarnaast waren er allerlei informatieve stands. Er waren een kleine 350 deelnemers, waarvan de meesten werkzaam zijn binnen de geestelijke gezondheidszorg, maar waaronder ook een flink aantal niet-hulpverleners aanwezig was die werkzaam zijn bij hele andersoortige instellingen. De bedoeling is dat de NtVP elk jaar een soortgelijk congres organiseert,
8
cogis Jaarverslag
in de eerste plaats bedoeld als ontmoetingsplek en platform voor de leden, maar ook voor niet-leden. Het is een goede manier om leden met elkaar in contact te brengen en om relevante ontwikkelingen op het vakgebied aan de orde te stellen. Het uiteindelijke doel is om op deze manier een breed netwerk te vormen van professionals die werkzaam zijn op het gebied van psychotrauma. Uit de grote opkomst ook op dit tweede congres zou geconcludeerd mogen worden dat de NtVP in die zin in een duidelijke behoefte voorziet. De HOT-cursus
De cursus ‘Hulpverlening bij traumatisering door oorlog en georganiseerd geweld (HOT)’ is als basiscursus een begrip voor professionals die werken met onder meer getraumatiseerde veteranen, vluchtelingen en oorlogsgetroffenen. Het doel van de cursus is een kennismaking met de psychosociale problematiek van geweldsgetroffenen en met het brede scala van behandelingsstrategieën. Daarnaast wordt ook het ontwikkelen van vaardigheden ten aanzien van de indicatiestelling nagestreefd. De cursus heeft een interactieve opzet en nodigt uit tot reflectie op het dagelijks werk. Inhoudelijk biedt de jaarlijks gegeven cursus van vijf dagen een grondige inleiding in de theorievorming over psychotrauma en in de theorie en praktijk van psychotraumabehandeling. Aan bod komen thema’s als behandelmethodieken, overdracht, tegenoverdracht en werkbelasting en gezinsbehandeling. Hoofddocenten Ivo van der Velden (Stichting Centrum ’45) en Fedia Jacobs (Sinai Centrum) werken samen met ervaren gastdocenten. Opleiding medewerkers Immigratie- en Naturalisatiedienst Dienst (IND)
Cogis heeft ook in 2008 een aantal trainingen verzorgd voor de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) teneinde ervaren gehoor- en beslismedewerkers beter in staat te stellen rekening te houden met de gevolgen van psychotrauma bij asielaanvragers. Het opleidingsprogramma bestaat uit het overdragen van kennis over psychotrauma en de werking van het geheugen onder invloed van traumatische gebeurtenissen. Daarnaast werden allerlei gesprekssituaties geoefend met behulp van een acteur. Er waren in het verslagjaar vier uitvoeringen. Opnieuw is gebruik gemaakt van trainers van Centrum ‘45, het Sinai Centrum en Pharos. Ook heeft Cogis een rol gespeeld in de training van beginnende IND-ers, het zogenaamde leer-werk-traject. Beide trainingen zijn inmiddels een integraal onderdeel geworden van de scholing van IND-medewerkers.
cogis Jaarverslag
9
Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN) ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis maakt deel uit van het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN) en de directeur van Cogis is sinds december 2008 voorzitter van de stuurgroep. Het NPN dat bij Cogis was ondergebracht is met ingang van 2008 bij De Basis in Doorn gevestigd. NPN is opgericht met steun van het ministerie van VWS om een laagdrempelige, direct toegankelijk landelijk dekkend netwerk te realiseren voor mensen met traumagerelateerde psychische klachten verband houdend met de Tweede Wereldoorlog, recente oorlogen (vluchtelingen, veteranen) en rampen. Daarnaast kunnen ook slachtoffers van huiselijk geweld of geweld op straat en partners en kinderen van genoemde groepen bij de bij het NPN aangesloten organisaties terecht. De afgelopen paar jaar is het NPN uitgegroeid tot een netwerkorganisatie, waarin tien organisaties met expertise op het terrein van de hulpverlening aan oorlogs- en geweldsgetroffenen nauw samenwerken. De netwerkpartners zijn: Cogis, Stichting Centrum ’45, Sinai Centrum, zes organisaties voor maatschappelijke dienstverlening met een unit voor Oorlogs- en Geweldsgetroffenen (OGG) en De Basis (het voormalige BNMO). Alle vijftig bij het NPN betrokken maatschappelijk werkers zijn door Cogis geschoold met als doel verdieping en verbreding van kennis en methodiek op het terrein van de hulpverlening aan geweldsgetroffenen te bewerkstelligen. Door het NPN is in het verslagjaar met name gewerkt aan het verder implementeren van de NPN en het vergroten van de bekendheid, met name bij verwijzers
10
cogis Jaarverslag
Training voor veteranenhelpers in Servië
Cogis heeft een meerdaagse training verzorgd in het kader van het project ‘Veterans, wake up’. Dit is een gezamenlijk project van het Centar za Trauma uit Servië en Centrum Kontakt der Kontinenten uit Nederland. Doel van dit project is getraumatiseerde veteranen te helpen bij hun problemen en ze – waar mogelijk – een rol te geven als begeleiders van zelfhulpgroepen. Cogis is ingeschakeld op basis van een jarenlange ervaring in het scholen van begeleiders van zelfhulpgroepen. Behalve uit veteranen bestond de groep uit professionals die ondersteuning bieden aan begeleiders van zelfhulpgroepen, of die zich richten op de hulpverlening aan gezinnen van veteranen. In de training kwamen allerlei aspecten aan de orde die een rol spelen in het begeleiden van zelfhulpgroepen, zoals kwesties rond het uitwisselen van ervaringen, gevoelens en kennis. Het was het tweede opeenvolgende jaar dat Cogis een groep veteranen uit Servië trainde met als doel het versterken van het lotgenotencontact in groepen. Training voor medewerkers van de Pensioen- en Uitkeringsraad
Cogis heeft in opdracht van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) een tweedaagse training gegeven aan medewerkers die aanvragen behandelen van potentiële uitkeringsgerechtigden in het buitenland. De training was onderdeel van een tweejarig project van de PUR waarbij potentiële uitkeringsgerechtigden in het buitenland schriftelijk worden geïnformeerd over de oorlogswetten WUV en WUBO. Degenen die een antwoordkaartje terugsturen worden door medewerkers van de PUR telefonisch benaderd en geïnformeerd over de wetten, de aanvraagprocedure en de kans op erkenning. Als er door betrokkene een aanvraag wordt ingediend, volgt daarop een telefonische sociale rapportage. De training was gericht op het vergroten van inzicht in de doorwerking van traumatische oorlogservaringen en op het versterken van vaardigheden die nodig zijn voor het omgaan met emoties in telefonische gesprekken met deze cliëntengroep. De vaardigheden werden geoefend met medewerking van een acteur. Als vervolg op deze training heeft een aantal begeleide intervisiebijeenkomsten plaatsgevonden waar lastige praktijksituaties werden besproken door behandelaars. Training ‘Een ooggetuige in de klas’
Al jaren treden ooggetuigen die zelf de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt als gastspreker op voor jeugdige scholieren. Als gastsprekers in de klas een persoonlijk verhaal vertellen over hun oorlogservaringen en
de doorwerking daarvan, komt de geschiedenis uit de boekjes voor de jongeren heel dichtbij. Cogis schoolt al jaren deze gastsprekers in het structureren en presenteren van hun persoonlijke verhaal. Ook het omgaan met de eigen emoties en met die van de jongeren in de klas is een belangrijk onderdeel van deze trainingen. Cogis verzorgt deze trainingen in opdracht van Het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II – Heden (LSG). Dit steunpunt is ondergebracht bij Herinneringscentrum Kamp Westerbork, die de gastsprekers begeleidt en tevens als intermediair fungeert tussen gastsprekers en scholen. In 2008 heeft Cogis vier tweedaagse trainingen gegeven aan deze gastsprekers. Het accent in de training ligt op het structureren van het levensverhaal en het oefenen in het presenteren daarvan. Ook wordt aandacht besteed aan het omgaan met emoties die door het vertellen van het levensverhaal worden opgeroepen. Naoorlogse generatie als gastspreker voor de klas?
Het aantal gastsprekers dat volwassen was in de oorlog neemt gestaag af. Hun taak wordt steeds meer overgenomen door gastsprekers die kind waren in de oorlog. Maar er zijn inmiddels ook gastsprekers actief die na de oorlog geboren zijn. Het oorspronkelijke doel om getuigen uit de oorlog aan het woord te laten, wordt daarmee losgelaten. Daarom is de vraag of het zinvol is om het project ‘Een ooggetuige in de klas’ structureel uit te breiden met gastsprekers van na de oorlog een hele reële. Op verzoek van het LSG heeft Cogis een aantal gastsprekers, deskundigen uit het onderwijs en andere betrokkenen deze vraag voorgelegd. In 2008 is er een begin gemaakt met het uitwerken van de resultaten van dit onderzoek. Het rapport is begin 2009 gereed. Scholing projectmedewerkers
Evenals in voorgaande jaren heeft Cogis weer individuele scholingen verzorgd aan projectmedewerkers van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II – Heden. De scholingen stonden in het teken van leervragen die betrekking hadden op het voeren van kennismakingsgesprekken met oorlogsgetroffenen die ingeschakeld willen worden als gastspreker voor de klas. Lastige situaties uit de praktijk werden geoefend met een acteur.
cogis Jaarverslag
11
Training Stichting Partners van Oorlogsgetroffenen (SPO)
De Stichting Partners van Oorlogsgetroffenen (SPO) heeft in 2008 een beroep op Cogis gedaan voor een tweetal activiteiten. Allereerst is er een training verzorgd voor bestuursleden en begeleiders van SPO-gespreksgroepen over het thema ‘Onthechten’. In hun werk voor de SPO bespeuren bestuursleden en begeleiders hoe lastig het is om het werk dat zij uit hoofde van hun functie voor de SPO verrichten, los te laten. Aan de hand van verschillende werkvormen bespraken cursisten wat onthechten voor hen betekent als vrijwilliger bij een lotgenotenorganisatie en als partner van een oorlogsgetroffene of veteraan. De tweede activiteit betrof het begeleiden van een vergadering met het kader van deze organisatie over de toekomst van de SPO. Vanwege de expertise van Cogis met betrekking tot ondersteuning van zelforganisaties van oorlogsgetroffenen, hun partners en kinderen deed SPO een beroep op Cogis. In overleg met het bestuur is een aantal thema’s gekozen die de gedachtewisseling op deze vergadering moet bevorderen. Cogis-bibliotheek
De Cogis-bibliotheek verzorgt voor een aantal instellingen die werkzaam zijn op het terrein van de gevolgen van geweld, in opdracht, de bibliothecaire informatievoorziening. Daartoe behoren het Veteraneninstituut en de partnerinstellingen Stichting Centrum ’45 en het Sinai Centrum. Deze dienstverlening is in 2008 gecontinueerd en wordt sinds het verslagjaar ook verzorgd voor het Instituut voor Psychotrauma (IvP) en het Landelijk Centrum Vroegkinderlijke Traumatisering (LCVT). Daarnaast zijn vele individuele gebruikers in 2008 voorzien van informatie door de bibliotheek. In het najaar van 2008 is begonnen met de voorbereiding om het volledige beheer, dienstverlening en collectievorming van Stichting Centrum ’45 (naar voorbeeld van het Sinai Centrum) te laten uitvoeren door de bibliotheekmedewerkers van Cogis. In dat kader hebben twee medewerkers bij toerbeurt een dagdeel per week werkzaamheden verricht in de bibliotheek van Stichting Centrum ’45. Dit houdt onder meer verband met de zogenoemde HKZ-certificering die zowel Stichting Centrum ’45 als het Sinai Centrum recent hebben ontvangen. Dat betekent dat beide instellingen voldoen aan de door de branche gestelde specifieke normen en eisen ter optimalisering van de zorg die wordt aangeboden. Hierbij hoort vanzelfsprekend ook een goede toegang tot informatie. De uitbreiding van de dienstverlening aan Stichting Centrum ’45, en het IvP vraagt om een vernieuwde kijk en aanpak op vraag, aanbod en dienstverlening van de bibliotheek van Cogis (zie: hoofdstuk 3 onder ’stage’).
12
cogis Jaarverslag
Coördinatie Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA)
Het Coördinatiepunt Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA) is in 2006 opgericht en bij Cogis ondergebracht. Doel van de CZA is om het aanwezige GGZ-aanbod beter af te stemmen op de vraag en zorgbehoeften van asielzoekers met ernstige gedrags- en psychiatrische problemen. Deze asielzoekers zijn afkomstig uit verschillende landen van herkomst en hebben vrijwel allemaal ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt. Hun problematiek is complex van karakter en er is doorgaans sprake van ernstige psychopathologie. Bovendien geldt dat ze meestal langere tijd in de beperkte leefsituatie van de Nederlandse asielzoekersopvang hebben verkeerd en is er sprake van taal- en cultuurverschillen. Omdat - mede door regelmatige overplaatsingen naar een ander asielzoekerscentrum - discontinuïteit van zorg voor asielzoekers een ernstig risico vormt, is op initiatief van de Ziektekosten Regeling Asielzoekers (VGZ/ZRA), GGZ Nederland en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) het CZA ingericht. Het doel van het coördinatiepunt is bewerkstelligen dat asielzoekers op de voor hen meest geschikte plaats de juiste begeleiding en zorg ontvangen. Tegelijkertijd moeten decompensatie en klinische opnames zoveel mogelijk worden voorkomen. De CZA zorgt voor een optimale match tussen zorgbehoefte en zorgaanbod, en dient tevens te voorkomen dat asielzoekers lang op een wachtlijst komen te staan voor bepaalde voorzieningen. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan: de psychiatrisch intensieve thuiszorg (PIT) binnen het COA, beschermende woonvormen (RIBW’s), begeleid wonen (BW) en begeleid zelfstandig wonen (BZW). De CZA ziet er ook op toe dat deze GGZ-voorzieningen niet verstopt raken. In 2008 is de samenwerking met verschillende partijen geïntensiveerd. Bij deze partijen moet gedacht worden aan de intakers bijzondere opvang van het COA, verantwoordelijken voor de projecten bijzondere opvang (psychiatrisch intensieve thuiszorg, intensief begeleid wonen) en behandelaren in de GGZ. Ook is er aandacht besteed aan het verbeteren van de werkprocessen voor de toeleiding naar deze voorzieningen. Met ingang van 2009 wordt de medische opvang voor asielzoekers door het COA anders ingericht. De uitvoering van de Ziektekosten Regeling Asielzoekers gaat over van ziektekostenverzekeraar VGZ naar Menzis. Binnen dit nieuwe zorgmodel zal ook de coördinatie van de zorgtoewijzing anders worden georganiseerd. Als gevolg hiervan is het CZA-project per eind 2008 beëindigd.
Gemeenschappelijke Indicatie Commissie (GIC) ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis voert het secretariaat van de GIC (Gemeenschappelijke Indicatie Commissie). De GIC is verantwoordelijk voor de indicatiestelling en de zorg- en plaatstoewijzing voor de zogenoemde AMOG-opvang. Deze opvang richt zich op asielzoekers met onaangepast gedrag die worden toegeleid naar de intensief begeleid wonen opvang (IBW-opvang) van het COA. De AMOG-opvang is bedoeld om kortdurende observatie en begeleidingsadviezen te kunnen geven voor asielzoekers met onaangepast gedrag. Asielzoekers die zodanig overlast geven dat ze (tijdelijk) niet op een regulier centrum kunnen verblijven, kunnen hier maximaal acht weken worden opgevangen en geobserveerd, met als doel de reguliere opvang toegesneden begeleidingsadviezen te geven. De IBW-opvang (intensief begeleid wonen) is bedoeld voor asielzoekers die problemen hebben op gebieden als zelfverzorging, dagelijkse structuur (dag- en nachtritme), hygiëne, maatschappelijke participatie en –oriëntatie en dagbesteding.Naast een COA-vertegenwoordiger kent de GIC drie onafhankelijke leden, waaronder een voorzitter en een medisch adviseur.
cogis Jaarverslag
13
Sinds ruim een jaar is Ceciel Huitema projectsecretaris van het Open Archief WO II. De website www.hetopenarchief.nl, waarop (klein)kinderen van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog de kant van de bezetter kozen hun jeugdherinneringen kwijt kunnen, vormt het hart van dit project. Ze kunnen dat ook anoniem of onder een pseudoniem doen. Het project is ondergebracht bij Cogis. Projectsecretaris Ceciel Huitema
Op 1 februari 2008 is een start gemaakt met de realisatie van het project Open Archief WO II. Voor het slagen van dit project was het belangrijk een gemotiveerde en goed ingevoerde professionele kracht aan te trekken in de persoon van een projectsecretaris. Dat werd Ceciel Huitema, die freelance historisch onderzoeker is. Huitema: “De functie van projectsecretaris Open Archief is voor mij een heel interessante en past goed bij mijn achtergrond. Ik heb nog niet zo lang geleden mijn studie Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen afgerond. Tijdens die studie heb ik mij beziggehouden met de geschiedenis van Duitsland, de Nederlands-Duitse betrekkingen en met het biografische element in de geschiedschrijving. Levensverhalen, die ook in het Open Archief-project centraal staan, laten op een mooie en indringende wijze zien hoe grote historische gebeurtenissen van invloed zijn geweest op mensen. Wat ik heel boeiend aan dit project vind, is dat verleden en heden zo sterk met elkaar verbonden zijn. Mijn interesse in het verleden kan ik op die manier aanwenden voor een actueel maatschappelijk thema zoals de problematiek van kinderen van ‘foute’ ouders.’’ Initiatief en opzet project
Het Open Archief is een initiatief van Rinke Smedinga en Paul Mantel. Beiden zijn zelf ‘kind van ‘foute’ ouders’. Hun doel was om zoveel mogelijk levensverhalen
14
cogis Jaarverslag
van kinderen van ‘foute’ (groot)ouders te verzamelen om zodoende meer aandacht te genereren voor deze thematiek, zowel historisch als maatschappelijk gezien. Zij hoopten dat een openbare website een bijdrage zou kunnen leveren aan een meer genuanceerde beeldvorming over deze groep en lacunes zou kunnen opvullen in de geschiedschrijving over dit onderwerp. Weliswaar bestaan er een aantal publicaties van kinderen van ‘foute’ ouders, maar dat aantal is toch beperkt en heel veel verhalen zijn nog nooit verteld, laat staan opgetekend. Ceciel Huitema: “Het opzetten en coördineren van een dergelijk project was een goed idee, maar vroeg wel om een goede organisatorische inbedding en financiering. Het heeft veel tijd en energie gekost om dit rond te krijgen. Uiteindelijk is het project een samenwerkingsverband geworden van Cogis, het Nederlands Instituut Voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en de Werkgroep Herkenning. Het wordt grotendeels gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), met daarnaast nog enkele andere financiers, te weten: het Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg, de Stichting Vrienden van Werkgroep Herkenning en het Prins Bernhard Cultuurfonds.’’ Werkgroep Herkenning
Er is lange tijd weinig tot geen aandacht geweest voor de problematiek van kinderen van ‘foute’ ouders. Pas in de jaren zeventig kwam de groep enigszins in beeld en het duurde tot 1981 toen een aantal van hen het initiatief nam tot de oprichting van een lotgenotengroep: Werkgroep Herkenning. Die oprichting kwam voort uit de grote behoefte die er onder die groep mensen bestond aan een veilig kader waarbinnen lotgenoten vrijelijk onder elkaar hun gevoelens konden delen om te kunnen ontstijgen aan de last van het verleden. Ceciel Huitema: “In de beginjaren van Werkgroep Herkenning bleek dat er vele kinderen van ‘foute’ ouders worstelden met hun verleden. Velen hadden jarenlang geleefd met een geheim, je loopt nu eenmaal niet te koop met het feit dat je ouders op de een of
cogis Jaarverslag
15
andere manier aan de kant van de Duitsers stonden tijdens de oorlog. Binnen de veiligheid van een vereniging van lotgenoten kon daar openlijk over gepraat worden en in de praktijk was dat ook wat het opleverde: heel veel herkenning en in het verlengde daarvan ook veel troost. Een belangrijke stap in de geschiedenis van Werkgroep Herkenning was de erkenning door de overheid in de vorm van subsidiëring. Dat ging niet zonder slag of stoot, er is flink voor gelobbyd. Deze vorm van erkenning, want dat is het, moet niet worden onderschat. Maar waar het de groep vooral omgaat is maatschappelijke erkenning en die kan de overheid alleen niet geven.” Dat bleek ook wel, want zeker vanuit de groep oorlogsgetroffenen was er toentertijd nog veel weerstand. Bijvoorbeeld bij de voorganger van Cogis, het ICODO. Daar was begin jaren tachtig binnen het bestuur een duidelijk verschil van mening of kinderen van ‘foute’ ouders recht hadden op dezelfde hulp als de oorlogsslachtoffers zelf. Dat er vertegenwoordigers van organisaties van oorlogsgetroffenen in het bestuur zaten was daar zeker debet aan. Uiteindelijk is die discussie in het voordeel van de kinderen van ‘foute’ ouders beslecht en konden ook zij bij het ICODO aankloppen. Er is in de loop der jaren het nodige verandert, maar het maatschappelijke taboe is nooit helemaal verdwenen. Huitema: “De stigmatiserende werking van het begrip ‘fout’ bestaat nog steeds. En dat is een probleem waar de tweede en derde generatie kinderen van ‘foute’ ouders nog steeds mee worstelt. In die zin is de emancipatie van deze groep zeker nog niet voltooid. Een deel van de verhalen die ik binnenkrijg voor plaatsing op de website van het Open Archief zijn nog steeds anoniem of worden onder pseudoniem geschreven uit angst voor negatieve reacties. Die angst komt mede voort uit het feit dat deze ‘kinderen’ altijd is bijgebracht over het familiegeheim te moeten zwijgen.
16
cogis Jaarverslag
Opening website
De nieuwe website van het Open Archief was er niet van de ene op de andere dag. Ceciel Huitema was als projectsecretaris uiteraard nauw betrokken bij de ontwikkeling van de website. Toen het ontwerp klaar was is de site, vóór de officiële presentatie, al korte tijd in de lucht geweest om ervaring op te doen met het plaatsen van verhalen. Dat gebeurde onder meer om bepaalde kinderziektes eruit te kunnen halen. Uiteindelijk werd de website op 24 oktober 2008 officieel gepresenteerd bij het NIOD. De presentatie was overigens onderdeel van een groter opgezet programma rondom het thema erfenissen van collaboratie in Nederland. Zo werd er door het NIOD bij deze gelegenheid een toelichting gegeven op drie onderzoeken die recent zijn opgestart, te weten over: de uitsluiting en integratie van ‘foute’ Nederlanders en hun gezinnen na de oorlog; het leven in de interneringskampen; en de emancipatie van de kinderen van ‘foute’ ouders’, zoals die in de jaren zeventig langzaam op gang is gekomen. Al met al blijkt uit al deze initiatieven dat het onderwerp collaboratie en de gevolgen daarvan momenteel veel belangstelling krijgt van historici en andere onderzoekers. Maar niet alleen onderzoeksinstellingen zijn geïnteresseerd in dit onderwerp. Huitema: “Een week na de presentatie van het Open Archief bij het NIOD organiseerde Herinneringscentrum Kamp Westerbork bijvoorbeeld een dag die geheel in het teken stond van Kamp Westerbork als interneringskamp na de Tweede Wereldoorlog. ’s Ochtends waren er schrijfworkshops in het kader van het Open Archief. De belangstelling voor deze workshops was groot en een aantal van de verhalen die daar geschreven zijn staat inmiddels al op de website van het Open Archief. En het is de bedoeling dat er in verschillende regio’s meer van dit soort workshops worden gestart.’’
cogis Jaarverslag
17
Werkwijze
Toch is het vertellen van persoonlijke herinneringen voor veel mensen niet gemakkelijk, zeker niet omdat het in praktisch alle gevallen gaat om heel pijnlijke herinneringen waarmee men in de openbaarheid treedt. Daarom biedt het Open Archief de mogelijkheid om de schrijver van het verhaal te laten bepalen wie zijn verhaal mag lezen. Dat kan iedereen zijn die de website bezoekt, of alleen geregistreerde bezoekers, of alleen vrienden of kennissen. Maar ook bestaat er de mogelijkheid om bepaalde personen volledig te blokkeren en zodoende die specifieke persoon de toegang tot een verhaal en de mogelijkheid hierop te reageren te ontzeggen. Tot slot is het, zoals eerder opgemerkt, ook mogelijk om anoniem of onder pseudoniem een levensverhaal op de website te plaatsen. Dat verlaagt de drempel en beschermt de auteur. Huitema: “Ons is er alles aan gelegen een veilige omgeving te creëren. We zijn bijvoorbeeld nagegaan hoe de privacy van de deelnemers het beste gewaarborgd kan worden en hebben uitgezocht hoe het juridisch zit met de beveiliging en het auteursrecht. Dat is nu allemaal goed geregeld.” Begeleiding bij het schrijven
Lang niet iedereen is gewend om te schrijven, laat staan een beladen levensverhaal. Vooral het structureren van pijnlijke herinneringen blijkt lastig te zijn. Het Open Archief heeft daarom een historisch achtergrondverhaal over de thematiek van (klein)kinderen van ‘foute’ ouders opgenomen, geschreven door historicus Chris van der Heijden. Deze historische achtergrond is handig bij het ordenen, interpreteren en ophalen van herinneringen. Huitema: “Daarnaast zijn er schrijftips te vinden en informatie over hoe en waar onderzoek te doen naar de eigen familiegeschiedenis. Verder
18
cogis Jaarverslag
organiseren we de al eerder genoemde schrijfondersteunende workshops in het land, waar handvatten en tips worden aangereikt om een levensverhaal op papier te zetten. In die zin doen we er alles aan om verhalen los te krijgen en de website van verhalen te voorzien. Het Open Archief biedt zelfs de mogelijkheid om te worden geïnterviewd. Dit aanbod geldt voor de mensen die niet in staat zijn om hun eigen verhaal op papier te krijgen.’’ Behalve de website is er in het kader van het Open Archief ook subsidie aangevraagd bij het ministerie van VWS voor het vastleggen van getuigenissen van kinderen die na de oorlog opgenomen zijn in een kindertehuis, omdat hun ouders als ‘foute’ Nederlander werden geïnterneerd. Ook zullen nog enkele kinderleidsters geïnterviewd worden. Aangezien deze mensen op leeftijd zijn is het van groot belang daar niet te lang mee te wachten. Zodra deze verhalen beschikbaar komen zullen ze eveneens te raadplegen zijn op het Open Archief. Het aantal bezoekers van de website van het Open Archief en het aantal mensen dat contact opneemt naar aanleiding hiervan is in korte tijd snel toegenomen. Huitema: “Niet alleen kinderen van ‘foute’ ouders zelf zijn geïnteresseerd, maar de belangstelling is veel breder. En dat is natuurlijk ook de bedoeling, we streven naar meer maatschappelijke bekendheid met dit deel van de geschiedschrijving. Het project heeft overigens wel een einddatum, die te maken heeft met de subsidie. Hopelijk kunnen we met extra subsidiegeld de doorlooptijd van het project verlengen en ook de website structureel in de lucht houden. Hoe dat zal worden gerealiseerd moet nog worden uitgezocht, maar we gaan er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.”
cogis Jaarverslag
19
Frederiek Eggink was twaalf jaar lang hoofd van de bibliotheek van ICODO, de voorganger van Cogis. Zij is nu senior medewerker documentaire informatie en in die hoedanigheid heeft ze zich de afgelopen jaren vooral beziggehouden met de digitalisering van de Cogis-bibliotheek. In 2008 zijn er een paar grote digitaliseringsprojecten gestart met als doel een belangrijk deel van de Cogis-bibliotheek online toegankelijk te maken. In dit interview schetst Eggink hiervan de achtergronden. Selectie en schoning
Om de informatievoorziening van de Cogis-bibliotheek te verbeteren is er, met name de laatste paar jaar veel tijd en aandacht besteed aan de digitalisering van de documentatie en van de videocollectie. Tot voor kort beschikte de Cogis-bibliotheek naast de boeken en tijdschriften over een grote papieren collectie artikelen, scripties en rapporten. Deze waren opgeborgen in een oude Pater Noster en besloegen in totaal 42 meter. Toen Cogis twee jaar geleden verhuisde naar de huidige locatie is besloten om de Pater Noster, die groot en loodzwaar was, niet mee te verhuizen. Gelet op de nieuwe behoeften van klanten leek het een goed idee om te kijken of het mogelijk was een flink deel van deze verzameling te digitaliseren en online beschikbaar te maken. Al het materiaal is toen geïnventariseerd, geselecteerd en geschoond. Een deel is in digitale vorm fulltext toegankelijk gemaakt, een ander deel van met name historisch materiaal is overgedragen aan diverse andere instanties waaronder het NIOD, de Pensioen- en Uitkeringsraad, het Moluks Historisch Museum en het Nederlands Militair Historisch Instituut Frederiek Eggink: “De selectie van bestaand materiaal was een gigantische klus, waar we extra mankracht voor hebben ingehuurd. We zijn daar een aantal maanden druk mee geweest, Uiteindelijk schat ik dat ongeveer 15% van het totaal aantal algemene psychologie- en psychiatrie-artikelen waarover de Cogis-bibliotheek beschikte is gedigitaliseerd. Dat betekent dus dat er een hoop ander materiaal gesneuveld is. Maar een collectie moet ook overzichtelijk en toegankelijk blijven, al is zo’n selectie soms wel heel
20
cogis Jaarverslag
lastig. Zowel bibliothecarissen als documentalisten gooien niet graag hun met zorg opgebouwde verzameling in de prullenmand. Maar er was in dit geval geen keus.” Erfgoed van de oorlog
Een ander belangrijk deel van de Cogis-collectie, namelijk het papieren Indisch en Europees erfgoed van de oorlog, is apart gehouden. In 2008 is er een begin gemaakt met de digitalisering ervan, opdat ook dit materiaal online beschikbaar komt. Eggink: “Digitalisering is een hele arbeidsintensieve en daardoor kostbare aangelegenheid. Het zogenoemde Indische en Europese erfgoed waarover de Cogis bibliotheek beschikt kon daarom alleen gedigitaliseerd worden met subsidiegelden. Nu is er van overheidswege nog niet zo lang geleden een groot fonds beschikbaar gekomen ‘Erfgoed van de oorlog’ geheten. De overheid wil met deze financiële impuls het mogelijk maken om belangrijk materiaal uit en over de Tweede Wereldoorlog te behouden en het gebruik ervan te bevorderen. Het is bedoeld als stimulans voor zowel particulieren als organisaties en instellingen om waardevol erfgoedmateriaal te ontsluiten en voor het publiek toegankelijk te maken, zodat mensen op basis daarvan zich een eigen beeld kunnen vormen van de Tweede Wereldoorlog.’’ Het erfgoedmateriaal over de Tweede Wereldoorlog dat door Cogis verzameld is wordt door VWS als waardevol beschouwd, omdat het uniek is in Nederland gezien de specifieke invalshoek waarop het verzameld is, namelijk de psychosociale gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Eggink: “De kerncollectie van het Erfgoed van de Tweede Wereldoorlog bestaat uit ongeveer 15.000 pagina’s, dat is zo’n zes meter in omvang. Het gaat dan om wetenschappelijke artikelen, van en over gerenommeerde auteurs, archiefdocumentatie, een aantal belangrijke rapporten over gevolgen van oorlog en geweld en de hulpverlening na de oorlog. Ook lezingen, scripties, ego-documenten en onderwerpsverzamelingen uit kranten- en oorlogsgetroffenenperiodieken horen daartoe. Dit papieren erfgoed van Cogis vormt de
cogis Jaarverslag
21
grootste collectie in zijn soort in Nederland en is in die zin uniek te noemen. Het onderscheidt zich nadrukkelijk van de verzamelingen van het NIOD, de Anne Frank Stichting en het Joods Historisch Museum, juist vanwege de focus op de psychosociale gevolgen van oorlogsgeweld.” Kwaliteitsborging
Er komt heel wat kijken bij het digitaliseren van erfgoedmateriaal. De kwaliteit moet bijvoorbeeld geborgd worden en ook ten aanzien van de selectie moet zorgvuldig gekeken worden naar het materiaal: wat wordt er wel en wat wordt er niet gedigitaliseerd. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de potentiële gebruikers en het verwachte nut van het materiaal. Daarnaast moet er bij de beslissing om materiaal wel of niet online te zetten rekening worden gehouden met het auteursrecht Eggink: “Het digitaliseren zelf moet bovendien aan de nodige kwaliteitseisen voldoen. Zo wordt er gekeken of het materiaal uniek is, naar de staat van het materiaal, de compleetheid van de collectie, de herkomst en tenslotte naar de documentatie die het materiaal in een context plaatst. Dit zijn allemaal criteria die het ministerie van VWS in haar beleidskader verbindt aan subsidieaanvragen in het kader van Erfgoed van de Oorlog”. Cogis is in zee gegaan met het bureau Strata BV waarmee in het recente verleden goede ervaringen zijn opgedaan. Dit bureau werkt volgens strenge richtlijnen, bijvoorbeeld ten aanzien van materiaalgebruik. Maar naast digitale duurzaamheid is online toegankelijkheid voor het brede publiek het meest wezenlijke aspect van de digitalisering. Erfgoeddatabase
Uiteindelijk wordt op de Cogis-website een speciale Erfgoeddatabase ingericht met het Indisch en Europees erfgoedmateriaal, dat door iedereen is te benutten. Al het materiaal wordt dan, dankzij een wereldwijd samenwerkingsverband van bibliotheken, via Google toegankelijk.
22
cogis Jaarverslag
In de Erfgoeddatabase zal door het aanbrengen van hyperlinks onder meer audiovisueel materiaal uit de Indische dvd-database online zijn te raadplegen. Deze Indische dvd-database is in 2005 met financiering door Stichting Het Gebaar, een collectief fonds ten behoeve van de Indische doelgroep, tot stand gekomen. Dit project behelsde het toegankelijk maken van een unieke collectie gedigitaliseerd audiovisueel beeldmateriaal over de recente geschiedenis van Nederlands-Indië – Indonesië, met een accent op oorlogservaringen. In een speciaal ingerichte Indische database staat dit materiaal inmiddels gedetailleerd beschreven met uitstekende zoekmogelijkheden. Via het speciale project Indië Online zullen binnenkort ook audio-visuele fragmenten rechtstreeks online bekeken kunnen worden. Dit Indië Online-project maakt deel uit van een groot scala aan Indiëprojecten, die uiteindelijk in 2009 allemaal via een nieuwe website van het ministerie van VWS toegankelijk zijn. Eggink: “Je zou kunnen zeggen dat het Indische en Europese erfgoed materiaal van Cogis een samenhangend beeld geeft van de nasleep van de Tweede Wereldoorlog en de ontwikkeling van de psychosociale hulpverlening aan oorlogsgetroffenen in Nederland. Ook bevat de collectie een schat aan geschonken materiaal van persoonlijke levensverhalen over traumatische oorlogservaringen. Met name deze egodocumenten zijn bijzonder omdat de betrokkenen daarin op een hele persoonlijke manier de verwerking van hun oorlogservaringen verwoorden. Het vormt een belangrijke bron voor (toekomstig) onderzoek over dit onderwerp. De digitalisering is voor het behoud ervan essentieel en ik ben daarom heel blij dat de overheid dat heeft onderkend en dat Cogis in staat wordt gesteld al dit materiaal te digitaliseren en online toegankelijk te maken. Ook de Stichting Het Gebaar ben ik dankbaar, maar uiteindelijk is het allemaal overheidsgeld dat ervoor zorgt dat dit materiaal ook voor toekomstige generaties toegankelijk is.’’
cogis Jaarverslag
23
3
Werkzaamheden Cogis onder subsidie van VWS
De werkzaamheden van Cogis worden op een verschillende manier gefinancierd. Allereerst is er de zogenoemde instellingssubsidie van het ministerie van VWS waaruit de meeste werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden betaald. In 2008 bedroeg deze € 997.264,- Deze instellingssubsidie wordt over de periode tot 2012 afgebouwd tot een niveau van omstreeks € 575.000,Daarnaast zijn er projectsubsidies, die eveneens door VWS verstrekt worden en soms door andere financiers worden aangevuld, voor activiteiten die buiten het reguliere werk vallen maar qua thematiek wel binnen de doelstellingen van Cogis passen. Een voorbeeld daarvan in 2008 zijn de projectsubsidies in het kader van het subsidieprogramma ‘Erfgoed van de oorlog’. In dit hoofdstuk worden eerst de werkzaamheden beschreven die in het kader van de instellingssubsidie zijn uitgevoerd en aansluitend volgen de werkzaamheden die op projectbasis zijn verricht. Tenslotte wordt nog melding gemaakt van de zogenoemde mandaatregeling. Via deze regeling subsidieert Cogis, met een mandaat van het ministerie van VWS, activiteiten van vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan lotgenotencontacten.
cogis Jaarverslag
25
1. Instellingssubsidie Looptijd: wordt jaarlijks verleend Bedrag: € 997.264,Het instellingssubsidiebedrag van € 997.264,- dat Cogis in 2008 ontving van het ministerie van VWS is inclusief de subsidie voor van het Aanspreekpunt Naoorlogse Generatie (ANG). Deze instellingssubsidie wordt door VWS toegekend aan organisaties om inhoudelijk werk te kunnen verrichten, mits zij voldoen aan een aantal randvoorwaarden. Cogis heeft in dat kader ruim 7665 uur inhoudelijk werk geleverd. Van de instellingssubsidie zijn ook de out of pocketkosten betaald die met dat werk gepaard zijn gegaan. Genoemde uren zijn ingezet in het kader de volgende activiteiten: Aanspreekpunt Naoorlogse Generatie (ANG)
Het Aanspreekpunt Naoorlogse Generatie (ANG) is een laagdrempelig adviescentrum voor documentatie, informatie, en eventueel doorverwijzing naar specialistische begeleiding. Het is een multidisciplinair samenwerkingsverband van Cogis, Stichting Centrum ’45 en het Sinai Centrum. ANG heeft een adviesfunctie ten aanzien van de Tijdelijke Vergoedingsregeling Psychotherapie Psychotherapie naoorlogse generatie (TVP) en wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) en het ministerie van VWS. Deze regeling is behalve voor cliënten die na de Tweede Wereldoorlog geboren zijn, ook bedoeld voor hen die in of kort voor de oorlog werden geboren en zijn opgevoed door oorlogsgetraumatiseerde ouders of andere opvoeders. De regeling voorziet in een aanvulling op de AWBZ bij behoefte aan psychotherapie. Er is een dagelijks spreekuur voor iedereen die behoort tot de naoorlogse generatie. Men kan daar, na telefonische afspraak, terecht zonder verwijzing of voorafgaande intakeprocedure. In 2008 heeft het ANG 157 adviezen aan de Pensioen- en Uitkeringsraad uitgebracht (2007: 198). Ook hulpverleners kunnen terecht met vragen over deze groep in de consultatieve sfeer. Cogiscope
Cogiscope is een tijdschrift dat viermaal per jaar verschijnt in een oplage van 2000 exemplaren. De lezer werd tot voor kort uitgenodigd om voor het blad een vrijwillige bijdrage over te maken. Met ingang van 2008 is aan de lezer voorgesteld een jaarabonnement te nemen. De effecten van deze wijziging zijn aanzienlijk. Cogiscope telt nu circa 600 betalende abonnees en de redactie heeft goede hoop dit aantal substantieel te verhogen. Ze wil dat onder meer doen door een aantal wervingsacties, met name onder hulpverleners, maar bijvoorbeeld ook onder professionals in de bedrijfsgezondheidszorg die Cogis
26
cogis Jaarverslag
(ook) graag tot zijn lezerspubliek zou rekenen. Naast de betaalde abonnementen verspreidt Cogis de rest van de oplage onder de medewerkers van de beide partnerinstellingen en onder beleidsmatig en emotioneel betrokkenen. De inhoud van de jaargang toont dynamiek door een grote verscheidenheid van invalshoeken met als centraal thema de psychosociale gevolgen van geweld en de hulpverlening en scholing daarin. Maar ook was er aandacht voor de ontwikkeling van nieuwe hulpverleningsconcepten en waren er bijdragen over de sociaal-historische inbedding van geweldssituaties, bijvoorbeeld over monumentalisering van de holocaust in Berlijn en over het erfgoed van de oorlog in Nederland. De artikelen hebben betrekking op een reeks van verschillende doelgroepen en hun hulpverleners, zoals werkers in de GGZ, maar ook andere werksoorten en disciplines. Zo werd enkele keren aandacht besteed aan postconflictgebieden en uitzendervaringen. Ook op het vlak van de rubrieken die Cogiscope kent, was enige beweging: met de introductie van ‘berichten uit het veld’ probeert de redactie interessante onderzoeken en methodische ontwikkelingen uit het hele werkgebied te presenteren. De redactie van Cogiscope heeft in 2008 een ingrijpende verandering ondergaan. De redactie is uitgebreid met drie externe leden, te weten: Saskia van Broeckhuysen (Sinai Centrum), Hanneke Bot (Gelderse Roos) en Pim Scholte (Equator). De interne redactie bestaande uit Tom de Ridder, Sytse van der Veen en Rianne Heijmans is navenant geslonken en heringericht: Tom de Ridder heeft zich als redacteur teruggetrokken, Rianne Heijmans voert nu de hoofdredactie en Sytse van der Veen blijft op iets grotere afstand redactioneel werk doen. Deze nieuw samengestelde redactie is vanaf nummer 2008-3 bij de totstandkoming betrokken. De inhoudsopgaven van de vier nummers zijn te raadplegen op de website vav Cogis: www.cogis.nl, per nummer zijn ook enkele bijdragen fulltext beschikbaar. Deskundigheidsbevordering ouderenzorg
In het kader van de deskundigheidsbevordering heeft Cogis een aantal trainingen verzorgt voor medewerkers van Indische en Molukse verzorgingshuizen, twee joodse woon- en zorgcentra en een aantal hospices. a. Indische en Molukse verzorgingshuizen In opdracht van De Federatie Bersama Kuat heeft Cogis een training van twee dagdelen verzorgd voor medewerkers, waaronder verzorgenden,
cogis Jaarverslag
27
Cogis en de NtVP ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis is een van de dragers van de Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrauma (NtVP), en bekleedt onder meer een bestuurszetel en heeft tot eind 2008 het secretariaat gevoerd. De NtVP, dat in 2006 werd opgericht, wil een platform zijn voor iedereen die in Nederland en België professioneel werkzaam is op het gebied van psychotrauma. De doelgroep is daarmee zeer breed: van leden van bedrijfsopvangteams tot en met de klinisch psycholoog en psychiater, maar ook onderzoekers én mensen die vanuit andere werkvelden met dit thema bezig zijn, zoals bijvoorbeeld journalisten en juristen. Daarnaast wil de NtVP een verbindingsschakel zijn tussen wat er in het Nederlandse taalgebied gebeurt en internationale ontwikkelingen. De NtVP maakt deel uit van de Europese vereniging voor Psychotrauma (ESTSS). In 2008 organiseerde Cogis in opdracht van de NtVP het tweede landelijke congres De Nieuwe Buitensociëteit te Zwolle. Behalve Cogis zijn de ondersteunende instellingen: Impact, Instituut voor Psychotrauma (IvP), Sinai Centrum, Stichting Centrum ’45, AMC/De Meren, Stichting De Basis, Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren Wilhelmina Kinderziekenhuis, het Veteraneninstituut en de Militaire GGZ (MGGZ).
28
cogis Jaarverslag
activiteitenbegeleiders en vrijwilligers, van verzorgingshuis Raffy te Breda onder de titel ‘Dagelijkse zorg aan ouderen met een Indisch (oorlogs-) verleden’. Opmerkelijk was dat met name de jongere generatie, ondanks grote betrokkenheid, weinig kennis heeft van de Indische geschiedenis waar hun bewoners deel van hebben uitgemaakt. Voor alle deelnemers was het een openbaring te horen dat het huidige gedrag van bewoners kan samenhangen met hun oorlogsverleden en dat dementie mede invloed heeft op zowel het terughalen van oorlogsherinneringen als op het gedrag. Deze groep zal een extra training volgen om zich bij te scholen in de geschiedenis van Nederlands-Indië. De kennismakingsronde leverde een breed scala aan vragen op met betrekking tot het omgaan met lastige situaties. Deze situaties hadden met name betrekking op het problematische gedrag van bewoners en de hantering ervan. Het uitspelen van een aantal van deze situaties, de nabesprekingen en gedragsalternatieven gaven deelnemers inzicht in de samenhang met het verleden van de bewoners en in de mogelijkheden daar adequater mee om te gaan. Ook de rol van dementie in samenhang met een oorlogsverleden werd helder. Omdat vanuit persoonlijke betrokkenheid het grensoverschrijdende gedrag van bewoners door het personeel vaak wordt geaccepteerd is ook aandacht besteed aan het ’zorgen voor jezelf’. Het was opvallend dat de mogelijkheid en vooral de noodzaak voor jezelf te zorgen voor het merendeel van de deelnemers een nieuwe invalshoek bleek. Casussen Een bewoner komt bij de receptie en is helemaal in de war en verdrietig en zegt: ‘’het hoeft voor mij niet meer’’. Hij weet niet meer waar hij is en waar zijn kamer is. Dit gebeurt regelmatig. Met hem praten levert niets op, hij wordt alleen nog verdrietiger. Hoe ga je hiermee om? Een bewoonster komt dagelijks in het winkeltje en wil allerlei lekkers kopen. De vrijwilligers in de winkel zijn gewaarschuwd: deze dame mag slechts één zoet tussendoortje per dag kopen in verband met haar suikerziekte. De vrijwilligster houdt zich hieraan, maar de bewoonster raakt geïrriteerd en wil meer en gaat steeds harder praten, schreeuwen zelfs. De vrijwilligster geeft niet toe, maar denkt wel: laat haar toch in haar laatste levensfase doen wat zij graag wil! Vervolgens komt de familie van de bewoonster in het winkeltje en foetert de vrijwilligster uit: wie denk jij wel dat je bent om te bepalen wat onze moeder wel of niet mag? Hoe ga je met zo’n bewoonster en haar familie om?
b. Joods Woon- Zorgcentrum In opdracht van twee joodse woon- en zorgcentra is voor medewerkers een tweedaagse training verzorgd onder de titel ‘Doorwerking van trauma bij het ouder worden en het belang van grenzen in de zorg’. De zeer gemêleerde groep, zowel wat functie als leeftijd betreft, bleek beperkte kennis te hebben van de achtergrond van hun bewoners en vrijwel geen kennis van signalen die kunnen duiden op traumatische ervaringen. Dat huidig gedrag van bewoners kan samenhangen met oorlogservaringen was voor het merendeel een eye-opener. Bij de kennismakingsronde bleek een grote behoefte aan kennis op het gebied van trauma. In de inventarisatieronde van lastige praktijksituaties daarentegen gaven de meesten aan dat zij moeite hadden om adequaat om te gaan met het moeilijke gedrag van bewoners. Bij het uitspelen van situaties en de nabespreking werd deelnemers duidelijk dat dit gedrag veelal voortvloeit uit het verleden van de bewoner. Vervolgens werden verschillende alternatieven besproken om met dit gedrag om te gaan. Door het verkregen inzicht werd al tijdens de training anders gekeken naar het moeilijke gedrag. Omdat dit gedrag vaak grensoverschrijdend is en medewerkers vanuit betrokkenheid neigen naar teveel toelaten, is ook onderzocht op welke wijze deelnemers voor zichzelf (kunnen) zorgen. De training werd door de deelnemers ervaren als (zelf-)inzichtgevend en praktisch toepasbaar. Met name de aansluiting bij de eigen praktijk werd gewaardeerd. Dat geldt ook voor de handvatten die daarbij werden gegeven. Casussen De laatste van vier bewoners wordt naar bed gebracht. Zij ligt rustig en de verzorgende wenst haar welterusten. Uit veiligheidsoverwegingen gaan de zijhekken van het bed omhoog. Daarop begint deze dame te schreeuwen, ze is volledig in paniek. De andere drie bewoners beginnen ook te schreeuwen. Daarop geeft de verzorgende haar een knuffel en blijft rustig bij haar tot zij (en de anderen) weer gekalmeerd zijn. Dan kan het hek omhoog. Bij vertrek uit de kamer wenst de verzorgende allen nogmaals welterusten zegt ‘’tot morgen’’ en doet het licht uit. Daarop raakt de dame weer in paniek. Wat te doen? Een van de deelnemers aan de activiteitengroep is een dame die lezingen op scholen geeft over de oorlog. Ook in het huis praat zij doorlopend over de oorlog, ongeacht de situatie en het gezelschap waarin zij op dat moment
cogis Jaarverslag
29
verkeert. Zo leidt bijvoorbeeld de vraag in het kringgesprek: ‘’hoe was uw dag gisteren en hebt u nog genoten van het prachtige weer’’ bij haar altijd tot oorlogsverhalen. Haar medebewoners raken daarover geïrriteerd. Het merendeel wil het niet altijd over de oorlog hebben, kijken de vrouw boos aan, roept dat ze moet stoppen en kijken naar de activiteitenbegeleider. Hoe ga je daar mee om? c. Hospices Dankzij een bijdrage van de Stichting Het R.C. Maagdenhuis was het in 2008 weer mogelijk om tegen gereduceerd tarief workshops aan te bieden aan hospices. Het thema van de workshops was ‘Oud worden en sterven met de oorlog’. In 2008 zijn twee workshops gegeven aan hospices die terminale zorg in het hospice combineren met terminale thuiszorg. Hospices draaien voornamelijk op vrijwilligers. Beide workshops zijn dan ook gegeven voor vrijwilligers die zowel in het hospice werken als in de vrijwillige terminale thuiszorg. Omdat bij de intake geïnformeerd wordt naar de oorlogsperiode in het leven van de gast, bleek deze achtergrond meestal bekend te zijn. Waar deelnemers vooral naar zochten waren manieren om enerzijds goed om te gaan met het aanhoren van verhalen over de oorlog en anderzijds met het zwijgen daarover als mensen daar wel zichtbaar onder lijden. In het verlengde daarvan kwam ook het contact met de familie over deze kwesties aan de orde. Belangrijk onderdeel in deze workshops is de zorg voor de vrijwilliger, zowel door de vrijwilliger zelf als door de organisatie en collega’s. De workshops werden zeer positief gewaardeerd. Ook gaven deelnemers aan dat zij graag meer tijd aan dit thema zouden willen besteden. Cogis-bibliotheek
Cogis heeft een gespecialiseerde bibliotheek waarin collectievorming plaatsvindt op het terrein van de psychosociale gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Cogis heeft toegang tot een groot aantal (internationale) tijdschriften en databanken en beschikt over een breed netwerk van binnenen buitenlandse deskundigen en instellingen. In het kader van de optimalisering van de toegankelijkheid van de informatievoorziening is er in 2008 opnieuw veel tijd en aandacht besteed aan de digitalisering van de documentatie en de videocollectie. Zo heeft Cogis abonnementen op de databanken OVID en GGZ-online, en een lidmaatschap bij de BPZ (Bibliotheken Psychiatrische Ziekenhuizen). Deze bevallen goed en zijn daarom gecontinueerd. Voor het snel kunnen aanbieden van fulltext-artikelen zijn deze toegangen onontbeerlijk.
30
cogis Jaarverslag
De website www.gevolgenvanoorlog.nl, de digitale bibliotheek van het Veteraneninstituut en Cogis, is in augustus 2008 afgesloten. Het merendeel van de informatie van deze site is geïntegreerd in de websites van beide instellingen. De samenwerking met betrekking tot de catalogus – de gevolgen van oorlog databank – is voortgezet. Het Veteraneninstituut en de Cogisbibliotheek voegden elk zo’n 300 titels toe. Belangrijke artikelen werden gescand en fulltext in de catalogus gedownload. Dankzij het auteursrecht kunnen deze artikelen via een afgeschermde inlogcode zonder tussenkomst van een bibliotheekmedewerker uit de catalogus worden gehaald. Alleen Cogis, de partnerinstellingen en het Veteraneninstituut hebben toegang tot deze faciliteit. a. Stage Een bibliotheek moet zich bewust zijn wie haar gebruikers zijn en wat hun wensen. Hoewel de professionals van de vijf instellingen (IvP, Veteraneninstituut, Stichting Centrum ’45, Sinai Centrum en Cogis) die door de Cogisbibliotheek worden bediend in zekere zin ‘verplicht’ zijn hun vakkennis op peil te houden, is het niet duidelijk, hoe ze dat precies doen en of ze dat doen. De groep is immers zeer gevarieerd en geen gebruiker is hetzelfde. Tevens speelt de vraag hoe de informatie van de Cogis-bibliotheek, met name voor de gelieerde instellingen, beter zichtbaar kan worden gemaakt en de dienstverlening effectiever. Dit was aanleiding om een onderzoek hiernaar te laten uitvoeren dat moet uitmonden in een concreet advies ten aanzien van deze kwestie. Een stagiaire van de Haagse Hogeschool, studierichting Informatie, Dienstverlening en –Management was bereid om in het kader van haar studie dit onderzoek te verrichten. Zij komt medio 2009 met suggesties om een en ander in de praktijk te brengen. b. Projecten en Activiteiten Het plan om van de catalogus van Cogis en het Veteraneninstituut een Europese aanvulling van Pilots – de nationale databank van het NCPTSD in Amerika - te maken, is nieuw leven ingeblazen. Dat betekent dat een medewerker vier uur per week extra tijd besteed aan het catalogiseren. Twee bibliotheekmedewerkers zijn begonnen met het voorbereiden van een project met als werktitel ‘Kind en Trauma’. Het doel is zichtbaar te maken wat de (psychosociale) gevolgen zijn voor kinderen die bloot hebben gestaan aan oorlog, vervolging en geweld. Boeken, artikelen en filmmateriaal op het onderwerp ‘Kind en Trauma’ die beschikbaar zijn bij de bibliotheek van Cogis zullen worden geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie zal een selectie worden gemaakt voor GGZ-professionals. De bedoeling is dat deze selectie wordt
cogis Jaarverslag
31
ontsloten en beschikbaar gesteld in een moderne digitale vorm. De bibliotheek heeft zitting in de werkgroep WSWB (Werkgroep Speciale Wetenschappelijke Bibliotheken) en in het zogenoemde webmastersoverleg dat onderdeel uitmaakt van het landelijk netwerk Kenniscentra GGZ. De OCLC-studiedag is bijgewoond en ook zijn werkbezoeken afgelegd en stands bemand op diverse bijeenkomsten en symposia. Training voor medewerkers bibliotheken, archieven, musea en herinneringscentra
Speciaal voor vrijwilligers en medewerkers van bibliotheken, archieven, musea en herinneringscentra die in hun werk te maken krijgen met oorlogsgetroffenen, veteranen en hun partners en kinderen, is een tweedaagse training ontwikkeld en gegeven. Het doel van de training is enerzijds inzicht te krijgen in de doorwerking van oorlogs- en geweldservaringen op het gedrag van bezoekers en anderzijds om vaardigheden te vergroten die nodig zijn in het contact met getroffenen. Het gaat dan uiteraard om vaardigheden die passen binnen de taken van de vrijwilligers en medewerkers. In dat kader vormden praksituaties uit het werk van de cursisten uitgangspunt van de training. Met behulp van een acteur werden deze situaties besproken en werden vaardigheden geoefend. Aan de training namen 15 personen deel. Telefonisch spreekuur voor hulpverleners en cliënten
Cogis kent een laagdrempelig telefonisch spreekuur voor zowel hulpverleners als cliënten rond traumagerelateerde hulpvragen. Hulpverleners kunnen bij Cogis informatie en advies vragen over zowel materiële als immateriële zaken. Een maatschappelijk werker behandelt deze vragen en zonodig wordt verwezen naar andere hulpverleners en instellingen. Cogis maakt daarbij gebruik van een uitgebreid therapeutennetwerk van ervaren hulpverleners. Ook kunnen instellingen een beroep doen op Cogis voor advies over de begeleiding of verwijzing van een cliënt. In 2008 belden of schreven 42 instanties Cogis voor informatie, advies of consultatie (2007: 59). Uit de registratiegegevens kan worden geconcludeerd dat de dalende trend in het aantal eenmalige contacten met de eerste generatie getroffenen uit de Tweede Wereldoorlog zich doorzet. Het aantal contacten met de naoorlogse generatie blijft constant. Het speciale Aanspreekpunt naoorlogse generatie (Ang) dat bij Cogis is ondergebracht vormt daar deels een verklaring voor.
32
cogis Jaarverslag
Nieuwe website Cogis – www.cogis.nl
Begin februari 2008 heeft Cogis haar vernieuwde website in gebruik genomen. Met deze site wil Cogis zijn opdrachtgevers, klanten en samenwerkingspartners meer inzicht geven in de mogelijkheden die zij als instelling te bieden heeft. De site sluit qua ontwerp aan op de vormgeving die de organisatie sinds vorig jaar voor al haar uitingen gebruikt. De vernieuwde website heeft een verbeterde navigatiestructuur en de mogelijkheden om informatie op de website te zoeken zijn sterk uitgebreid. Alle webpagina’s zijn geïndexeerd en daardoor kan de hele site op trefwoorden worden doorzocht. Zoekt men bijvoorbeeld informatie over PTSS, dan is het intypen van dit zoekwoord voldoende om een overzicht te krijgen van alle vindplaatsen met informatie over PTSS. Ook inhoudelijk is de website grondig vernieuwd. Zo wordt het congres- en scholingsaanbod van Cogis overzichtelijk gepresenteerd en kan men zich online aanmelden. Via de website kan de Cogis bibliotheekcollectie worden geraadpleegd en op diverse manieren doorzocht. De site biedt tevens een overzicht van de Cogis-publicaties, die met een druk op de knop kunnen worden besteld, en in een aantal gevallen ook direct gedownload. De Agenda toont een overzicht van actuele bijeenkomsten in het werkveld. Tot slot is een aparte nieuwspagina ingericht, die een dagelijks geactualiseerd overzicht biedt van relevante nieuwsberichten in de diverse media. Cogis heeft haar website laten doorlichten door Yellow Online – een bureau voor zoekmachine-optimalisatie en website marketing. Op basis van dit onderzoek zijn een aantal verbeteringen in de structuur en navigatie van de website doorgevoerd die de vindbaarheid bevorderen. Tevens wordt de website beter herkend door zoekmachines. Daarnaast zijn een aantal Adwords-campagnes ingericht, ofwel advertentiecampagnes die lopen via de zoekmachine van Google. De campagnes beogen enerzijds het imago van Cogis te versterken en de naamsbekendheid te vergroten, anderzijds worden er gericht activiteiten en producten van Cogis mee onder de aandacht gebracht.
cogis Jaarverslag
33
2. Projectsubsidies Voor projecten die niet vallen binnen het kader van de instellingssubsidie, bestaat de mogelijkheid voorstellen tot financiering in te dienen bij VWS. 1. Expogé: de geschiedenis van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen
Totale bedrag: € 135.000,- (waarvan in 2008 € 40.000,-). De resterende financiën komen van Expogé en het V-fonds. Looptijd: 2006 – 2009 De geschiedenis van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen uit de bezettingstijd (Expogé) is een historisch-sociologisch promotieonderzoek. Expogé is in 1945 opgericht en verenigde een groot deel van de gevangen verzetsmensen en gijzelaars uit de Tweede Wereldoorlog. Doelen van de vereniging waren (en zijn): herdenken van de gevallenen, belangenbehartiging van nabestaanden en overlevenden, contact en ondersteuning, maar ook maatschappelijke activiteiten die de geest van het verzet levend houden en doorgeven. Door de jaren heen heeft Expogé veel standpunten ingenomen en invloed uitgeoefend en het is interessant om na te gaan vanuit welke motieven men dat deed. Veranderingen in de wereld lieten de leden van Expogé niet onberoerd. In dit onderzoek worden deze leden niet in de eerste plaats bezien als al of niet getraumatiseerden, maar als mensen die vanuit hun verzetsachtergrond en oorlogservaringen actief iets hebben willen bereiken. Naast literatuur- en archiefonderzoek nemen interviews een grote plaats in bij het verzamelen van gegevens. Het onderzoek zal medio 2009 in boekvorm verschijnen en zal uitmonden in een promotie. 2. Leergang medewerkers conflictgebieden
Subsidiënt: ministerie van VWS Bedrag: € 48.000 Looptijd: 15 oktober 2007 - 31 december 2008 In Nederland ontbreekt een opleiding voor hulpverleners die zich willen specialiseren in het ondersteunen van psychosociale projecten in (voormalige) conflictgebieden. De in Nederland en elders opgebouwde expertise op dit gebied wordt slechts mondjesmaat en uitsluitend ad hoc overgedragen. Cogis heeft in samenwerking met War Trauma Foundation en Healthnet TPO een leergang ontwikkeld voor GGZ-professionals die (willen) werken in post-conflict
34
cogis Jaarverslag
Cogis en HealthNet TPO gebieden. De leergang is in 2008 voor het eerst uitgevoerd. Met het oog op de intentie deze leergang onder te brengen bij een (internationale) universiteit heeft het Ministerie van VWS een deel ervan gesubsidieerd. De leergang, die in twee weken was gebundeld, biedt deelnemers praktijkgerichte kennis op het gebied van psychosociale interventies in post-conflict gebieden gevolgd door een van de volgende specialisaties: • het ontwikkelen, implementeren en evalueren van psychosociale programma’s, of • het opzetten en uitvoeren van trainingsprogramma’s voor lokale GGZ-werkers. Beide onderdelen zijn gebaseerd op samenwerking met de lokale bevolking en gaan uit van lokale omstandigheden en mogelijkheden. Tijdens een stage van een week in een van de post-conflict gebieden kunnen deelnemers onder begeleiding praktijkervaring opdoen. De belangstelling voor deze leergang was overweldigend en aanleiding om het aantal deelnemers van vijftien naar twintig te verhogen. Desondanks moesten veel belangstellenden worden teleurgesteld. Ook uit ontwikkelingslanden kwamen aanmeldingen. Helaas bleek deelname voor deze groep om financiële redenen niet mogelijk. Hoewel deelnemers aangaven het programma nogal vol te vinden, waren zij zeer enthousiast over de leergang. Er was veel waardering voor het delen van kennis en praktijkervaringen en voor de op de praktijk gerichte oefeningen. De bijdragen van de buitenlandse gastdocenten uit post-conflictgebieden (zoals onder andere Oeganda, Nepal, Sri Lanka en Zuid Afrika) werden bijzonder gewaardeerd. Zo hebben deelnemers bijvoorbeeld Nepalese kinderliedjes gezongen die de Nepalese gastdocent gebruikt in zijn werk met getraumatiseerde kinderen. De leergang wordt afgerond na de stageperiode en de daaropvolgende reflectiedagen.
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis werkt nauw samen met HealthNet TPO. Zo heeft Cogis in 2008 samen met HealthNet TPO en War Trauma Foundation een leergang ontwikkeld voor GGZ-professionals die (willen) werken in postconflictgebieden. Deze leergang is in het verslagjaar voor het eerst uitgevoerd (zie hiernaast). HealthNet TPO is een non-profit organisatie die werkzaam is in gebieden die door oorlog, rampen en armoede zijn ontwricht. Er wordt daarbij nauw samengewerkt met de lokale bevolking. Geprobeerd wordt om noodhulp om te zetten in structurele opbouw en duurzame ontwikkeling van de gezondheidszorg. Lokale medewerkers van HealthNet TPO leiden de bevolking ter plaatse op en stimuleren en ondersteunen lokale initiatieven die gericht zijn op ziektebestrijding, zorg, het herstel van infrastructuren en financieel management.
3. Open archief
Subsidiënt: ministerie van VWS Bedrag: € 200.000,Looptijd: 1 oktober 2007 – 31 juli 2009 Begin 2008 is een start gemaakt met het Open Archief, een samenwerkingsproject van Cogis met het NIOD en de Werkgroep Herkenning, dat als doelstelling heeft zoveel mogelijk levensverhalen van kinderen van ‘foute’ ouders te verzamelen. Deze verhalen worden grotendeels verkregen door middel van een
cogis Jaarverslag
35
doorvoor speciaal ontwikkelde website (www.hetopenarchief.nl), waarop deze ‘kinderen’ (en kleinkinderen) zelf hun levensverhaal kunnen schrijven, kunnen reageren op andere verhalen en (historische) achtergrondinformatie over de thematiek kunnen vinden. Het jaar 2008 stond voornamelijk in het teken van het ontwikkelen van de website (sinds oktober 2008 online) en het onder de aandacht brengen van dit project bij de doelgroep. Ook zijn er in het verslagjaar verschillende schrijfondersteunende workshops georganiseerd om kinderen van ‘foute’ ouders te helpen bij het ordenen en opschrijven van hun herinneringen. Momenteel loopt er ook een interviewproject, waarbij mensen die hun verhaal wel willen vertellen, maar dat niet kunnen of willen opschrijven, worden geïnterviewd. Behalve de subsidie van VWS is er voor dit project nog een aantal aanvullende subsidies aangevraagd bij een aantal andere organisaties. 4. Digitaliseringsproject ‘Erfgoed van de oorlog’
Subsidiënt: ministerie van VWS Totaalbedrag: € 42.020,- (eigen bijdrage € 12.180,-) Looptijd: 2008 - 2009 Om de collectie documentatie over de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog te behouden en goed te ontsluiten, is Cogis in 2008 het project ‘Digitalisering Erfgoed Cogis’ gestart. Het betreft artikelen over en door gerenommeerde auteurs over de gevolgen van oorlog en geweld, archiefdocumentatie, een aantal belangrijke rapporten over het onderwerp (zoals het WAC rapport) en onderwerpsverzamelingen uit kranten en oorlogsgetroffenenperiodieken. De gedigitaliseerde documentatiecollectie wordt benaderbaar via de website van Cogis. Op deze website wordt een speciale Erfgoed database ingericht met het Indisch en Europees erfgoed. De database is flexibel doorzoekbaar op woordbasis en toegankelijk voor iedere geïnteresseerde. De database wordt gelinkt naar de Cogis catalogus waardoor beschrijvingen wereldwijd terug te vinden zijn via Google en WorldCat. Rekening houdend met het auteursrecht zal ongeveer twintig procent van het materiaal online via internet toegankelijk zijn. Het overige materiaal zal in ieder geval rechtstreeks via de Cogis
36
cogis Jaarverslag
5. Project ‘Indië Online’
Subsidiënt: ministerie van VWS Totaalbedrag: € 34.580,Looptijd: 2008 – 2009 Medio 2008 is het innovatieve digitaliseringsproject Indië Online van start gegaan. In het kader van dit project zijn videobanden van het voormalige ICODO en Cogis op dvd gezet en toegankelijk gemaakt via de zogenoemde Indische dvd-database, die in 2005 tot stand is gekomen met behulp van een subsidie van het fonds Stichting Het Gebaar. In deze database kunnen filmfragmenten snel gevonden worden door te zoeken op bijvoorbeeld locatienaam, persoonsnamen en bepaalde tijdsperiodes. Bij sommige beschrijvingen van dvd’s wordt een link gemaakt naar een fragment dat online te bekijken is. Andere dvd’s worden gekoppeld aan digitale documenten uit de Cogis bibliotheek en deze zijn dan ook online te raadplegen. Deze digitale verzameling heeft als rode draad ‘herinnering en verwerking in de twintigste eeuw’ met een accent op oorlogservaringen. Speciaal is de collectie van de heer Winkler, ex-krijgsgevangene, die zijn gehele collectie vanaf de jaren zeventig aan Cogis heeft geschonken. Deze collectie bevat voor een deel eigen opnames van interviews met overlevenden van de Japanse kampen en herdenkingsreizen naar Zuidoost-Azie en Japan. Het Indië Online-project vraagt voortdurend een zorgvuldige afweging bij de selectie van fragmenten uit het audiovisuele materiaal. Een complicerende factor is het auteursrecht, waar men zich nog veel stringenter aan dient te houden dan bij het papieren erfgoed. In veel gevallen zal daarom dan ook voor toegankelijkheid gekozen worden via een ip-nummer en password en niet voor de vrije toegang via internet. De belangrijkste winst van dit digitaliseringsproject is dat de bijzondere ‘Indië-collectie’ behouden blijft en veel mensen er in de toekomst kennis van kunnen nemen. 6. Boek: Verlaten verleden
Subsidiënt: ministerie van VWS, vanuit het Nazi Persecutee Relief Fund Totaalbedrag: € 105.000.Looptijd: 2007 – 2009 Na de Tweede Wereldoorlog konden nogal wat oorlogsgetroffenen die waren teruggekeerd naar Nederland niet meer aarden in ons land. Het betrof een
cogis Jaarverslag
37
hele gemêleerde groep zoals Joodse overlevenden van de concentratiekampen, verzetsdeelnemers en mensen die de Japanse bezetting in Nederlands-Indië hadden meegemaakt en naar Nederland waren ‘gerepatrieerd’. Veel van deze mensen besloten te emigreren, onder meer naar Canada, de Verenigde Staten, Israël en Nieuw Zeeland. Om hun motieven voor vertrek en de invloed van dit besluit op de rest van hun leven te onderzoeken, hebben twee medewerkers van Cogis geëmigreerde oorlogsgetroffenen in de USA – in met name New York en Californië – geïnterviewd. De keuze voor dit deel van de wereld had te maken met de financiering van het project, vanuit het Nazi Persecutee Relief Fund. De geïnterviewden zijn onder andere geworven via een oproep in Aanspraak, het blad van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De zestien interviews verschijnen in april 2009 in boekvorm bij Uitgeverij Kosmos, onder de titel ‘Verlaten Verleden’. De interviews worden vooraf gegaan door een uitvoerige inleiding over de naoorlogse emigratie naar de Verenigde Staten. 7. Stimulering integratie landelijke infrastructuur
Subsidiënt: ministerie van VWS Totaalbedrag: € 88.066,Looptijd: 1 juni 2007 - 16 juli 2008 Teneinde Cogis te ondersteunen en te ontwikkelen verleende het ministerie van VWS een subsidie ter stimulering van de landelijke infrastructuur. Onder deze subsidie vallen een zevental projecten, die hierna beschreven worden. 1. Dementie en Oorlogsverleden: € 15.850,In opdracht van de organisatie Alzheimer Nederland heeft Cogis een dvd ontwikkelt over oorlogsherinneringen onder de titel ‘Dementie en oog voor de oorlog’. Aanleiding was het tienjarige bestaan van de Alzheimer- Cafés. Onder deze naam vinden door heel het land maandelijks informele bijeenkomsten plaats voor mensen met dementie, partners, familieleden, hulpverleners en andere belangstellenden. Het doel van de dvd is om, in het kader van deze bijeenkomsten, een aanzet te geven tot informatie-uitwisseling en een discussie in gang te zetten over oorlogsherinneringen. Op de dvd komen zowel professionele hulpverleners als direct betrokkenen aan het woord, waarbij het omgaan met dementerenden die kampen met oorlogsproblematiek, centraal staat. In de handleiding bij de dvd worden zowel de dementie als de latere gevolgen van oorlog en geweld nader toegelicht.
38
cogis Jaarverslag
In 2009 zal Cogis in samenwerking met Alzheimer Nederland een workshop verzorgen met als thema ‘dementie en oog voor de oorlog’. Afhankelijk van de respons daarop volgen er mogelijk meerdere workshops in de regionale Alzheimer-Café’s. Niettemin is het de bedoeling dat het genoemde thema, met behulp van de dvd, ook zonder deskundige begeleiding in de Alzheimer-Café’s besproken kan worden. Er kan sowieso altijd een beroep worden gedaan op inhoudelijke begeleiding en ondersteuning door Cogis. 2. ‘Summercourse’: € 17.000,Organisaties die hulpverlenende activiteiten ontplooien in het buitenland kunnen de kennis die ze daarbij opdoen, benutten ten behoeve van hulpverleners en kennisinstituten in eigen land. Het gaat dan met name om hulpverleners die werken met dezelfde culturele groepen zoals vluchtelingen en asielzoekers. Andersom geldt dat ook. Cogis, actief in Nederland, en HealthNetTPO, met name actief in het buitenland, hebben in kaart gebracht op welke werkterreinen hun samenwerking meerwaarde heeft voor ggzprofessionals in Nederland en in het buitenland. Het doel daarbij is om de kennis van beide groepen professionals van onder meer culturele achtergronden van hun cliënten en van toegepaste interventies, te vergroten om zodoende de effectiviteit van de zorg en de hulp te verbeteren. Nevendoel is om te komen tot uitwisseling en netwerkvorming tussen de in Nederland en in het buitenland werkzame professionals. Een en ander is uitgewerkt in een aantal concrete voorstellen voor deskundigheidsbevordering en uitwisseling in Nederland en in de buitenlandhulpverlening. Het resultaat is een concrete blauwdruk van een aantal platforms waarop deze samenwerking verder vorm en inhoud zal krijgen. In 2009 zullen deze platforms nader worden opgebouwd. 3. Verkenning ten behoeve van een landelijke structuur ter borging van de zorg op het gebied van de gezondheid en de psychosociale hulpverlening aan asielzoekers: € 17.250,De medische zorg aan asielzoekers is per 1 januari 2009 volgens een nieuw zorgmodel ingericht. Het contract voor de uitvoering van de Ziektekosten Regeling Asielzoekers (ZRA) en de medische opvang is om die reden in 2008 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) opnieuw aanbesteed. Cogis heeft de mogelijkheden verkend om gezamenlijk met prominente partners in ‘het asielzoekerswerkveld’ een gezamenlijke structuur op te zetten waarin de borging van de kwaliteit van de zorg aan asielzoekers ondergebracht kan worden. Gesprekspartners daarin waren onder meer: Pharos, de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Stichting Centrum ’45 en het Sinai Centrum.
cogis Jaarverslag
39
Cogis heeft aan VGZ (de oude verzekeraar) en Menzis (aan wie uiteindelijk het contract gegund is) een beleidsadvies verstrekt op welke wijze een landelijke structuur voor deskundigheidsontwikkeling, -behoud en -bevordering gestalte kan krijgen. Uitgangspunt in dit advies is het borgen en uitwisselen van de in Nederland ruimschoots opgebouwde expertise, het toegankelijk maken van deze expertise met behulp van state-of-the-art informatietechnologie, en het bevorderen van collegiale uitwisseling en consultatie. In 2009 zal met Menzis nader van gedachten worden gewisseld op welke wijze dit advies praktisch gestalte kan krijgen. 4. Levensboek: het ontwikkelen van een methodiek voor oudere vluchtelingen, oorlogsgetroffenen en veteranen: € 10.000,Samen met Pharos en het Trimbosinstituut werkt Cogis aan de ontwikkeling van een laagdrempelige interventie waarbij aan de hand van herinneringen een gestructureerde evaluatie van het eigen leven plaatsvindt. De methodiek is bedoeld voor organisaties die gericht zijn op de GGZ, welzijn en maatschappelijk werk. Er worden drie producten ontwikkeld, te weten: • Een werkboek voor de begeleiders van de zogenoemde Levensboekinterventie • Een inleidende studiebijeenkomst voor medewerkers van instellingen die de Levensboekmethodiek willen gaan toepassen. • Een gerichte training van twee dagen voor begeleiders met een bijbehorende website met informatie voor deze groep. Er zijn subsidies aangevraagd bij het V-fonds, FPG, Sluijterman van Loo en het Fonds Ouderenzorg. Door late toekenning van deze subsidies gaat het project pas in het voorjaar van 2009 van start. Dat is een jaar later dan gepland. Voor het aandeel van het ministerie van VWS betekent dit dat één en ander niet binnen de toekenningstermijn kon plaatsvinden waardoor de toegezegde subsidie is komen te vervallen. 5. Huiselijk geweld en veteranen: € 8000,Samen met Movisie en het Veteranen Instituut heeft Cogis een startnotitie geschreven met aanbevelingen voor preventie van huiselijk geweld onder veteranen. In vervolg hierop vond op 13 juni 2008 een Rondetafelconferentie plaats. De notitie beschrijft dat er zich, statistisch gezien, onder de plegers van huiselijk geweld ruim duizend veteranen bevinden waarvan het gedrag samenhangt met hun oorlogservaringen. Uit onderzoek naar PTSS onder uitgezonden militairen blijkt dat de gemiddelde tijd tussen uitzending en de aanmelding voor een intake ruim negen jaar bedraagt. Vermijdingsgedrag en het niet tijdig onderkennen van de symptomen bij artsen en hulpverleners
40
cogis Jaarverslag
zijn daar debet aan. Mensen met PTSS lopen een verhoogd risico herhaald bij een geweldsmisdrijf betrokken te raken, met name als het gaat om huiselijk geweld. Wanneer uitgezondenen hulp zoeken, is het belangrijk om zorgvuldig een diagnose te stellen ten aanzien van hun geschiedenis, hun ervaringen en hun persoon, en daarbij tevens de geschiedenis van de militaire dienst te betrekken. Aan de Rondetafelconferentie namen vertegenwoordigers deel van de Veteranenzorg van het ministerie van Defensie, de politie, de Koninklijke Marechaussee, Federatie Opvang, Cogis en Movisie. In 2009 zal een vervolg aan de uitwisseling worden gegeven en wordt onderzocht in hoeverre concrete afspraken te maken zijn over onder meer een landelijk coördinatiepunt. 6. Verkenning mogelijkheden tot borging kwaliteit bij opvang na rampen en schokkende gebeurtenissen: € 16.000,In Nederland is een groot aantal organisaties en hulpverleners actief in de opvang na rampen en schokkende gebeurtenissen. Voor deze opvang bestaan niet of nauwelijks officiële kwaliteitscriteria of kwaliteitsstandaarden. Aan de borging van kwaliteit is echter wel behoefte. Om die kwaliteit te borgen dient er op het gebied van opleidingen en trainingen op het gebied van psychotrauma certificering ontwikkeld te worden. Cogis heeft samen met de NtVP een verkenning laten plaatsvinden van de wenselijkheden en mogelijkheden tot certificering. Aan de hand van deze verkenning is een notitie geschreven welke als basis dient voor het traject dat de NtVP heeft uitgezet om tot certificering te komen. 7. Inventarisatie cursusbehoefte vrijwilligers van VON: € 4000,Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON) is de landelijke belangenbehartiger van vluchtelingen in Nederland. Meer dan vierhonderd organisaties hebben hun krachten in VON gebundeld. Cogis had de intentie met VON te komen tot een inventarisatie van de behoefte aan cursussen en trainingen op het gebied van psychotrauma. Het is echter niet mogelijk gebleken binnen de subsidietermijn een overleg hierover op te starten.
cogis Jaarverslag
41
3. Mandaatregeling Cogis heeft mandaat van de staatssecretaris van het ministerie van VWS om subsidiegelden te verdelen in de vorm van een doelsubsidie voor activiteiten van vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan lotgenotencontacten. Hiertoe is een speciale commissie in het leven geroepen, die in 2008 vier keer vergaderde. De commissie beoordeelt aanvragen en keert de gelden uit. De Commissie Subsidies Vrijwilligersorganisaties is als volgt samengesteld: • Drs. G.J.J. Prins, voorzitter • Drs. A. Lobbezoo, lid • Ing. A.A. van Nieuwenhuijzen, lid • Drs. E.M.A Schneiders, adviseur • E. Houtman, ambtelijk secretaris • L. Reek, notulist Mandaatregeling: Subsidietoekenning vrijwilligersorganisaties Looptijd: oktober 2005 – wederopzegging Bedrag ontvangen van VWS: € 73.000.Uitgekeerd: € 75.879,50 Er zijn 22 verzoeken behandeld en ook 22 toegekend. Hieronder worden de organisaties genoemd met de toegekende bedragen: 1. SMB - Stichting Sociaal Medische Begeleiding
€ 4.700,-
2. LKG - Landelijke Kontakt-Groep Verzetsgepension eerden 1940-1945
€ 5.400,-
3. NFR/VVN - Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland
€ 7.000,-
4. Expogé - Nederlandse vereniging van ex-politieke gevangenen € 5.120,Nabetaling over 2007 € 2.250,-
42
cogis Jaarverslag
5. VBV - Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers
€ 3.300,-
6. KJBB - Vereniging Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bersiap 1941-1949 Eénmalige subsidie
€ 8.170,€ 5.900,-
7. Verenigd Verzet 1940-1945 Eénmalige extra subsidie
€ 1.200,€ 1.000,-
8. Vriendenkring Mauthausen
€ 2.500,-
9. Vriendenkring Sachsenhausen
€ 2.750,-
10. Oud-Natzweilers
€ 2.750,-
11. Comité Vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück
€ 2.760,-
12. Vriendenkring Oud-Dachauers
€ 2.760,-
13. KOMBI - Kinderen van de oorlog door onderlinge en maatschappelijke begeleiding en integratie
€ 2.760,-
14. KvV - Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945
€ 2.760,-
15. JONAG - Vereniging Joodse Naoorlogse Generatie
€ 1.680,-
16. SPO - Stichting Partners van Oorlogsgetroffenen
€ 2.760,-
17. Stichting Herinnering LO-LKP Terugontvangen van LO-LKP
€ 1.200,€ -440,50
18. Stichting Oranjehotel
€ 2.400,-
19. Het Vierde Prinsenkind
€ 1.400,-
20. Herdenkingscomité Buchenwald
€ 1.400,-
21. Werkgroep Herkenning
€ 2.400,-
Totaal uitgekeerde subsidie
€ 75.879,50
cogis Jaarverslag
43
4
De organisatie
In dit hoofdstuk treft u een overzicht aan van de medewerkers die in dienst zijn bij Cogis, dan wel daar gedetacheerd zijn of in het kader van speciale projecten aan Cogis verbonden zijn. Daarnaast treft u de bestuursstructuur aan met de bijbehorende namen. MEDEWERKERS COGIS per 1 maart 2009
Hayat el Batioui Hoofd financiële zaken Dr. Saskia van Broeckhuysen-Kloth Onderwijscoördinator, namens Sinai Centrum Renate van den Bronk Senior trainer - coach Drs. Frederiek Eggink Senior projectmedewerker Geertjan Groot, MBA Hoofd financiële zaken a.i. Drs. Rianne Heijmans Medewerker documentaire informatie Ceciel Huitema MA Projectsecretaris Open Archief
cogis Jaarverslag
45
Evelyn Houtman Senior coach en counsellor Nel Jansen-Smit Secretaresse kennisoverdracht Drs. Will de Jong Psychotherapeut ANG, namens Stichting Centrum ’45 Drs. Joop Lamboo Teamleider informatie Drs. Mary Lommerse Psychotherapeute ANG, namens Sinai Centrum Sandra de Loor Medewerker documentaire informatie Henk Mergler Vrijwilliger documentaire informatie Wouter de Nooij Junior medewerker documentatie Drs. Trudy Prins directeur
46
cogis Jaarverslag
Linda Reek Secretaresse kennisoverdracht Drs. Tom de Ridder Senior medewerker kennisoverdracht Drs. Lies Schneiders Senior medewerker kennisoverdracht Dagmar Speijers Secretaresse informatie Drs. Sytse van der Veen Senior medewerker kennisoverdracht Drs. Ivo van der Velden Onderwijscoördinator, namens Stichting Centrum ’45 Drs. Marleen van de Ven Management-assistente Drs. Wim D. Visser Senior adviseur communicatie Drs. Hanny Wieles Senior projectmanager
cogis Jaarverslag
47
BESTUURSSTRUCTUUR
Cogis, kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld, is als stichting opgericht bij notariële akte van 20 oktober 2004. De stichting is statutair gevestigd te Utrecht. De statutaire doelstelling van Cogis is: verzamelen, ontwikkelen en verbreiden van kennis over de gevolgen van oorlog, vervolging en geweld voor individuele personen, hun omgeving en de samenleving als geheel, alsmede over de behandeling en bejegening van geweldsgetroffenen en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk is, in de ruimste zin des woords. Cogis is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Utrecht onder nummer 30199485. Bestuur Het bestuur van Cogis wordt gevormd door de voorzitters van de Raden van Bestuur van: • Stichting Centrum ’45: de heer drs. J.W. Reerds MBA (voorzitter) • Sinai Centrum: de heer dr. C. de Bode (tot 1 juli 2008) • Sinai Centrum: de heer M.L.M. Roelvink (vanaf 1 juli 2008) Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft drie leden: • De heer M.J.C. Worrell: voorzitter (voorheen voorzitter bestuur Stichting ICODO) • De heer R.H. Levi, arts (tevens voorzitter Raad van Toezicht Sinai Centrum) • De heer prof. mr. E.C.M. Jurgens (tevens voorzitter Raad van Toezicht Stichting Centrum ’45 en Stichting 1940-1945) Directeur Directeur van Cogis is mevrouw drs. G.J.J. Prins.
48
cogis Jaarverslag
Aras Kareem ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aras Kareem woont sinds 1993 in Nederland. Hij is geboren in Sulaimanya, Irak. De politieke situatie dwong hem Irak te verlaten. Momenteel woont hij in de Spaarndammerbuurt in Amsterdam.
Colofon Tekst: Wim D. Visser Interviews: Wim D. Visser Ontwerp: Suggestie en illusie te Utrecht Illustraties: De afgedrukte foto’s zijn van Aras Kareem Druk: USP bv te Utrecht Met dank aan de geïnterviewden: Ceciel Huitema Projectleider ‘Open Archief’ Frederiek Eggink Senior projectmedewerker De teksten over de activiteiten in 2008 zijn, onder meer, tot stand gekomen op basis van gesprekken met Cogismedewerkers, notities en verslagen.
Zijn manier van werken, expressief en met veel kleur, doet denken aan de kunstenaars van de Cobra-groep. Toch had Kareem voor hij naar Nederland kwam nooit van deze kunstenaars gehoord. Over zijn werk zegt hijzelf: ‘de werkelijkheid is mijn vertrekpunt, niet de fantasie. Ik zie kunst in alles wat ik op straat en in de natuur tegenkom, maar bijvoorbeeld ook in kindertekeningen. Het liefst zit ik samen met mijn dochtertje te tekenen. Ik kan daar eindeloos naar kijken. Het directe van een kindertekening vind ik mooi. Zelf werk ik ook heel snel, zonder voorstudies of vooropgezet plan. Ik wil het gevoel van het moment vastleggen. Dat kan bijvoorbeeld ook een gevoel zijn dat ontstaat uit een herinnering, of uit een gedachte aan vroeger.’ Periodes van veel werken en een hoge productie worden afgewisseld met periodes van rust: ‘Ik moet dan weer opladen, veel luisteren en lezen.’ Kareem werkt meestal ’s nachts. Overdag heeft hij de zorg voor zijn twee kinderen, ’s nachts kan hij ongestoord werken in het kleine atelier in zijn nieuwbouwwoning.
Cogis Cogis is het landelijke kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Cogis streeft naar: • meer kennis bij hulpverleners, beleidsmakers en het brede publiek over de sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld • verbetering van de hulpverlening aan mensen met psychische klachten als gevolg van oorlog, vervolging en geweld Cogis biedt: • cursussen en trainingen voor professionals en vrijwillige hulpverleners • faciliteiten op het gebied van supervisie, intervisie en coaching • themagebonden conferenties en studiedagen • ondersteuning ten behoeve van indicatiestelling asielzoekers • het kwartaalblad Cogiscope • een uitgebreide bibliotheek met boeken, tijdschriften, dvd’s en informatiedossiers • (de resultaten van) eigen onderzoek • een telefonisch spreekuur voor hulpverleners en cliënten • www.cogis.nl: een website met informatie over alle producten en activiteiten van Cogis
Kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld
Churchilllaan 11 • 3527 GV Utrecht telefoon 030 296 80 00
[email protected] • www.cogis.nl