5e J A A R G A N G
1 J U N I 1950
N o . 22
MEDISCH CONTACT OFFICIEEL ORGAAN VAN D E K O N I N K L I J K E N E D E R L A N D S C H E MAATSCHAPPIJ T O T BEVORDERING DER G E N E E S K U N S T Aangesloten by de World Medical Association COMMISSIE VAN REDACTIE: G. C. HERINGA, Hoofdred. — F. WIBAUT — S. STURKOP — Namens de Redactie van het Tijdschrift voot Sociale Geneeskunde: M. G. NEURDENBURG REDACTIE EN ADM.: KEIZERSGRACHT 327. TEL. 36808. — AMSTERDAM Advertentien in dit blad behoeven de goedkeuring der Redactie. Voor liet plaatsen van advertentien gelieve men zich te richten tot: Advertentie-administratie „Medisch Contact", Rokin 60-62, Amsterdam-C. Tel. 35900. Kleine advertentien :/0,30 per m.m. Voorcontractenzijntatievenopaanvraagverkrijgbjiaf. INHOUD: Van de Redactie. Overdrukken, biz. 387. MEDEDELINGEN EN BERICHTEN VAN DB
MAATSCHAPPIJ : Van bet Hoofdbestuur: Kort verslag van de vergadering van iiet Hoofdbestuur, biz. 387; Instructie voor dc correspondentcn van het ondersteuningsfonds, biz. 389.
MEDEDELINGEN EN BERICHTEN VAN BUITEN DE MAATSCHAPPIJ,
Com-
missie tandheelkundige verzorging, biz. 389. Rectificatie, biz. 389; Twcede hcrhalingscursus kindergenecskunde, biz. 390; Confcrentie over ,,De arts in een veranderde maatschappij, biz. 391; De donores van dc blocdtransfusiedlcnst, biz. 391. NIET OFFIciEEL GBDBELTE. S. Stecnhuiscn, R.V.B. en CO-vergiftiging, biz. 392. INGEZONDEN STUKKEN. Dc Ticket Modcrateur voor patientcn en huisartsen, biz. 395. Rectificatie, biz. 397. BiBLioTiiEEK DER MAATSCHAPPIJ, Aanwinsten biz. 397.
Van de Redactie OVERDRUKKEN De redactie deelt mede, dat voortaan voor schrijvers van artikelen in „Medisch Contact" op tijdig verzoek ter beschikking worden gesteld ten hoogste 25 exemplaren van het nummer, waarin dit artikel is opgenomen. Overdrukjes kunnen worden geleverd, mits tijdig aangevraagd, tegen de kostende prijs. Red.
MEDEDELINGEN EN B E R I C H T E N VAN DE MAATSCHAPPIJ Van het Hoofdbestuur KORT VERSLAG V A N DE VERGADERING V A N HET HOOFDBESTUUR, GEHOUDEN OP 22 APRIL DES N.M. TE 2 UUR Voorzitter: Dr. J. J. v a n d e r H o r s t . I. Opening. De Voorzitter opent te twee uur de vergadering. II. De notulen van de vergadering van 25 Maart worden goedgekeurd. Als antwoord op een desbetreffende vraag deelt te Voorzitter mede, dat de opdracht aan de in de vorige vergadering benoemde Commissie is, het 387
bestuderen van de verhouding van de artsen ten opzichte van de maatschappelijke inrichting voor de geneeskundige voorziening in de toekomst. III. Behandeling van zaken op Ziekenfondsgebied. Duidelijk is gebleken, dat de moeilijkheden, die zich hebben voorgedaan, te wijten zijn aan de koppeling van ziektewet en ziekenfondsenbesluit, die bestaat krachtens art. 50 van de Ziektewet. Besloten wordt een nota aan de regering te zenden inzake dit artikel. IV. Bespreking met afgevaardigden van de afdeling Breda en O., in verband met de door de afdeling ingediende en aan alle afdelingen toegezonden nota, naar aanleiding van de loongrensverhoging Bij deze bespreking blijkt geen verschil van mening te bestaan over de te volgen gedragslijn en bleken ook de door Breda gewenste maatregelen reeds in een begin van uitvoering te zijn. V. Schrijven van de afdeling Den Helder en O. Bericht zal worden gezonden, dat dit schrijven een onderwerp van bespreking in de vergadering van het Hoofdbestuur heeft uitgemaakt. YI. Aan de commissie, die het vraagstuk bestudeert van de geneeskundige verzorging van hen, die boven de welstandsgrens vallen, wordt toestemming verleend om adviezen in te winnen van een sociaal-econoom. VII. Voorstellen tot wijziging van art. 230 en 239 van het H.R. zullen aan de Algemene Vergadering worden voorgelegd, in verband met de belastingplicht der Mij.-Ziekenfondsen. VIII. Voorstellen tot reorganisatie van het secretariaat en van de redactie van Medisch Contact zullen aan de Algemene Vergadering worden voorgelegd. IX. Schrijven van de afdeling Rotterdam inzake de interpretatie van het woord „absolute" in de Hippocratische eed. Dit antwoord wordt vastgesteld; het zal in het M.C. worden gepubliceerd. (Zie M.C. no. 18, biz. 324.) X. Ingekomen stukken. a. Van het Nederlands Olympisch Comite inzake sportkeuringen. Dit onderwerp zal nader met het N.O.C. worden besproken, waarvoor een gedelegeerde wordt aangewezen; b. De datum van het Ledencongres, dat dit jaar te Groningen zal worden gehouden, blijft bepaald op 5, 6 en 7 October 1950; c. Tot opvolger van P l a n t e y d t in de Commissie Geneeskundige Verzorging Indonesische bevolking wordt aangewezen het H.B.-lid D e k k e r te Leiden. XL De Voorzitter van de Raad van Beroep doet enige mededelingen. Hi) wijst op de noodzakelijkheid, dat de afdelingsraden onmiddellijk hun uitspraken ter kennis brengen van de Raad van Beroep. XII. De volgende vergadering van het Hoofdbestuur wordt bepaald op 13 Mei des n.m. te 2 uur. XIII. Rondvraag. Gewezen wordt hierbij op het onbevredigende van de besprekingen over de hygiene op zeeschepen. Getracht zal worden hierin alsnog vooruitgang te brengen. XIV. Na behandeling van enkele onderwerpen van huishoudelijke aard sluit de Voorzitter te 6.30 de vergadering. Namens het Hoofdbestuur, Dr. F. W i b a u t , Secretaris-Penningmeester. 388
INSTRUCTIE VOOR DE CORRESPONDENTEN VAN HET ONDERSTEUNINGSFONDS De Commissie van beheer van het Ondersteuningsfonds der Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst heeft in haar vergadering van Maart 1950 gemeend de Instructie voor de correspondenten van het Fonds aan de nieuwe omstandigheden te moeten aanpassen. De nieuwe instructie luidt als volgt: Instructie. 1.
Volgens art. 315 van het Huishoudelijk Reglement der Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst worden de correspondenten voor onbepaalde tijd aangewezen door de commissie van beheer, in overleg met het bestuur der afdeling.
2.
Verzoek om ontslag dienen zij drie maanden tevoren in bij de commissie van beheer, welke hen ook, in overleg met het bestuur der afdeling, van hun opdracht kan ontslaan.
3.
Zij behartigen de belangen van het fonds in hun afdeling door de leden op te wekken na genoten coUegiale hulp of anderszins, het fonds finantieel te gcdenken, en niet-verlangde honoraria in de kas van het fonds te storten.
4.
De correspondent verstrekt aan de commissie van beheer van het ondersteuningsfonds desgevraagd alle inlichtingen over collegae en weduwen en wezen van artsen, die om steun vragen, of deze genieten, onder stipte geheimhouding. Namens het Ondersteuningsfonds, Dr. A. C M. B e u k e r s .
MEDEDELINGEN EN BERICHTEN VAN B U I T E N DE MAATSCHAPPIJ COMMISSIE TANDHEELKUNDIGE VERZORGING De Minister van Sociale Zaken heeft een commissie iiigesteld met de taak hem van advies te dienen inzake vraagstukken betreffende de tandheelkundige verzorging in Nederland. In deze commissie, die onder leiding staat van Dr. C B a n n i n g , Hoofdinspecteur v. d. Volksgezondheid, hebben de volgende medici zitting: Dr. J. J. B r u t e l de la R i v i e r e , R. N. M. E y k e l , Prof. Dr. G. C. H e r i n g a Ch. J. H. MolenProf. Dr. J. B. A. T j e b b e s . Dr. P. M u n t e n d a m , Staatssecretaris van Sociale Zaken (Volksgezondheid) heeft de commissie ge'installeerd. * * * .389
RECTIFICATIE De vereniging „Het Nederlandsche Roode Kruis" verzocht ons opname van de volgende rectificatie: Hoornvliestvdnsplantatie. In het speciaal Mei-nummer van „Het Nederlandsche Roode Kruis" dat aan alle artsen is toegezonden, komt een belangrijke fout voor, die al tot verlies van bruikbare hoornvliezcn aanleiding heeft gegcven. Op biz. 6 staat in het artikel „Levenlicht voor blinden", dat de ogen van de overledene moeten worden weggenomen binnen 24 uur. Dit moet zijn zo snel mogelijk en boogstens hinnen twee uiir. * * * TWEEDE HERHALINGSCURSUS KINDERGENEESKUNDE Van 17 tot en met 21 April j.l. werd te Amsterdam in de kliniek van Prof. V a n C r e V e Id, de tweede herhalingscursus kindergeneeskunde gehouden. Er waren 44 artsen, die zich voor deze cursus een week lang uit hun practische werkzaamheden hadden vrijgemaakt. Hieronder waren er 6, die ook reeds het vorige jaar hadden deelgenomen en 4 kinderartsen. Prof. V a n C r e v e l d demonstreerde patienten (pancreasfibrose, Shelltoxintoxicatie, primaire tuberculosa), leidde een rondgang door de kliniek en besprak de prohylaxe der infectieziekten. Dr. D e B r u ij n e sprak over antibiotica, o.a. over streptomycine, al of niet met para-aminosalicylzuur gecombineerd; voorts over aureomycine en chloromycetine. Aan de hand van een patientje met congenitale haemolytische anaemic sprak hij over de mogelijkheid van ABO-antagonisme als oorzaak van erythroblastosis foetalis en van vroege abortus. Dr. S t r 0 n k sprak over nieuwe behandelingsmethoden bij acute leucaemieen als folinezuurantagonisten, exsanguinatie transfusies, radio-actieve phosphor en urethaan bij chronische leucaemieen. Dr. E n g e l h a r d en Dr. D i e r c k s wijdden een middag aan de psychologie en psychiatric van het kind. Dr. V a n O r m o n d t gaf enigc practische wenken, o.a. omtrent dc behandeling van ruminerende zuigclingcn, dc dosering van penicilline bij lues congenita, dc noodzaak van individuele prohylaxe van rhachitis en behandcldc voorts de anoxic van dc pasgeborene. De rontgenoloog, Dr. F e r m i n , besprak de bijzondere gevoeligheid van kinderen voor rontgenstralcn, pleitte voor het vrocg bcstralcn van haemangiomen en gaf zijn mening over bestraling van cczeem (Buckystralen), hypertrophische tonsillen, tuberculeuze lymphomcn, spina ventosa, thymushyperplasie. Dr. D i n g e m a n s e verteldc over haar eigen ondcrzoekingen over ketostcroidcn in de urine en dc betekenis hiervan voor de kliniek. Dr. A r o n s behandelde in aansluiting hieraan de aetiologieen van de pubcrtas praecox, waarbij het diagram van de hormoonuitscheiding met de urine van groot belang is. Dr. A r 0 n s sprak voorts over het nephrotisch syndroom. De patholoog-anatoom, Dr. V a n D a m , behandelde nierziekten en wees op het voorkomen van twee vormen van nephritis, een voorkomend bij kinderen en jonge volwassenen, meer acuut beginnend en met een betrekkelijk goede prognose, de andere op alle leeftijden voorkomende, zonder acuut begin en met een zeer slechte prognose. Dr. H a r t o g sprak over de aangeboren hartgebreken, die voor operatic in aanmerking komen; tetralogie van F a l l o t , opengebleven ductus B o t a l l i en coarctatie van de aorta. 390
Tenslotte behandelde Dr. S t o p p e 1 m a n de aerosoltherapie bij chronische luchtpijp- en longaandoeningen, wees op het belang van het aantonen van de verwekker teneinde een zo rationeel mogelijke therapie in te kunnen stellen. Op het practicum (onder leiding van Drs. P a u l s s e n en Mej. R a e s k i n ) werden verschillende bepalingen, die door de medicus practicus kunnen worden gedaan, gedemonstreerd en uitgevoerd. Ik maak, wat de indruk van deze cursus betreft, de snedige opmerking van een Amsterdamse collega tot de mijne: „Kerken van hout, domine's van goud", want wij hebben in een oud gebouw weer veel geleerd. A. v a n D u y V e n d ij k. * * * CONFERENTIE OVER „DE ARTS IN EEN VERANDERDE MAATSCHAPPIJ" Op 10 en II Juni a.s. zal door de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers te Bentveld, Bentveldseweg 3, een weekendconferentie worden gehouden onder het thema: „De arts in een veranderde maatschappij". Programjna: Zaterdag 17 uur: Opening. Zaterdag 19.30 uur: De veranderde maatschappij, door Prof. Dr. W. B a n n i n g . Zondag 10.15 uur: De sociale zekerheid en de taak der volksgezondheid, door Dr. P. M u n t e n d a m . Zondag 15 uur: De plaats van de arts daarin, door Dr. J. C. J. B u r k e n s . Zakelijke gegevens: Cursusprijs naar draagkracht: / 4.—, f 5.— of f 6.—. Echtparen: / 8 . — , / p . — of / 10.— Aankomst Zaterdag tussen i en 17 uur. Om 8 uur is er een broodmaaltijd. Vertrek Zondagavond, zodat ieder nog thuis kan komen. Ook bestaat de mogelijkheid tot Maandagochtend te bhjven. Practische mededelingen worden t.z.t. aan de deelnemers gezonden. * * * DE DONORES VAN DE BLOEDTRANSFUSIEDIENST Het is wel overbodig in dit tijdschrift een betoog te gaan houden over de grote waarde van een goed functionnerende bloedtransfusiedienst, zowei in oorlogs- -ais in vredestijd. Moderne chirurgie is niet meer denkbaar zonder heel veel bleed- en plasmatransfusies en ook de interne kliniek zou het bloed en plasma niet graag uit haar arsenaal willen schrappen. Maar wat niet steeds in het centrum van ons bewustzijn staat, is het feit, dat een bloedtransfusiedienst onmogelijk goed kan functionneren, indien er geen mensen zouden te vinden zijn, die bereid zijn een deel van hun kostbare levensvocht aan hun lijdende evennaaste af te staan. Gelukkig maakt Nederland in dit opzicht een goed figuur in de wereld. Reeds op twee international Roode Kruiscongressen werd ons land ten voorbeeld gesteld aan alle landen van dit ondermaanse. In de meeste landen moet het bloed van de gevers worden gekocht. De gevers zijn dan geen gevers meer maar „kooplieden in bloed". De Nederlander heeft nog een goed ontwikkeld sociaal instinct en een beroep daarop vindt dan ook steeds weerklank. De bloedtransfusiedienst en de moedermelkcentrale zijn er de levende getuigen van. De ziekenhuizen, de chirurgen, de obstetrici, de internisten erkennep dit volmondig. De meesten uiten die 391
waardering ook in hun daden. Niet echter alien. De klachten komen bij mij. En er zijn helaas klachten. Er worden soms donores met spoed naar eon ziekenhuis ontboden, waar bij aankomst van de spoed niet veel blijkt. Men laat de gevers van het kostbare bloed soms veel te lang antichambreren en vergeet daarbij, dat men hen onverwacht uit hun werk heeft gehaald. Nu ben ik er ten voile van overtuigd, dat dergelijke mislukkingen van het contact met de donor niet voortspruiten uit een zekere geringschatting voor de menslievende daad van de bloedgever. Fantastische overbelasting der ziekenhuizen, soms echter ook een al te koele zakelijkheid der verantwoordelijke instanties, zijn er de oorzaak van. Maar laten wij nimmer vergetcn, dat een donor, voordat hij iets anders is, een mens is. En een mens verwacht nu eenmaal als tegenprestatie op een sociale daad een vriendelijke bejegening. Ik weet wel, dat verreweg de meeste donores alle ongemakken, verbonden aan het geven van hun bloed, op de koop toe nemen, zonder te morren, in het bewustzijn een evenmens het Icven te mogen redden of zijn herstel te bespoedigen. Maar wiUen de ziekenhuizen de bloedtransfusiedienst op den duur niet in gevaar brengen, dan zullen de verantwoordelijke instanties zich hebben te beraden, hoe zij het contact met de donor 20 aangenaam mogelijk kunnen maken. Gaarne doe ik een beroep op alien, die de bloedtransfusiedienst welgezind zijn met deze slagzin; ,,Heb eerbied voor de sociale daad van de donor''. J. F. J. B a e s j ou, arts.
NIET OFFICIEEL GEDEELTE R.V.B. EN CO-VERGIFTIGING door S. S t e e n h u i s e n, arts te Amsterdam. Door Medisch Contact is mij de gelegenheid geboden iets tc vertellen over het werk op de Rijksverzekeringsbank. Een onderwerp dat ik gaarne onder uw aandacht zou willen brengen, is de CO-vergiftiging en wel omdat CO het belangrijkste bedrijfsgif is, dat meer sterfgevallen vecoorzaakt dan alle andere bedrijfsvergiften tezamen. Ter illustratie van onze problemen wil ik heel in het kort twee gevallen bespreken, het eerste werd reeds uitvoerig besproken in het N.T.v.G. van 24-4-1948 door Dr. J. R. B o r s t en K. O t t e n , biz. 1237 en 1238. Op het aangifteformulier staat dat het een chauffeur betreft van 39 jaar, die op 2-2-1947 tijdens de dienstuitvoering onwel geworden is, tengevolge van het inademen van het CO in de garage. Hij heeft zijn werkzaamheden die dag en ook daarna voortgezet, zij het met moeite. Zijn toestand is op 25-3-1947 plotseling zeer ernstig geworden. Zware pijnen in de borst, gevolgd door gedeeltelijke verlamming. Op 27-3-1947 is patient overleden. De medicus vulde in: hoogstwaarschijnlijk CO-vergiftiging, waardoor hartinfarct. Op 2 Februari onwel geweest, heeft hiervoor geen arts getaadpleegd." Bij de sectie werd als doodsoorzaak een coronairsclerose gevonden, geen zekere aanwijzingen van een CO-intoxicatie. Uit een rapport van het Binnengasthuis blijkt dat patient op 2 Februari motoren moest laten warmdraaien in een gesloten ruimte. Hij werd duizelig, misselijk en voelde zich ziek. Daarna bleef hij zich onlekker voelen. Op 13 Maart kreeg hij hevige pijn in de borst, die zich op 25 Maart herhaalde. 392
Er wordt nergens lets vermeld van onderzoek op CO van de lucht in de werkplaats of van het bloed. In dit geval, doordat patient geen arts raadpleegde voor 25 Maart. Het tweede geval betrcft een bedrijfsleider van 37 jaar. Op het aangifteformulier staat: ,,25-1-1947, Zuidelijke wandeiweg bij het A.F.C.-terrein. Tijdens een proefrit zijn gassen door een lek in de uitlaat, in de wagen gedrongen, waardoor het slachtoffer dodelijk vergiftigd is." De motor draaide nog en het stond wel vast dat er een lek in de uitlaat was. Doch ook hier missen wij elk medisch gegeven. Geen onderzoek op CO. Daar het aantal CO-vergiftigingen zeer hoog is, (in Amerika komen per jaar 5000 sterfgevallen voor door CO, in Duitsland 3000), is het voor de patienten en ook voor ons van groot belang dat zo mogelijk een onderzoek naar het CO-gehalte van lucht en bloed wordt ingesteld. Meestal is lichtgas de oorzaak van een acute vergiftiging, doch bij• chronische intoxicatie ligt de kwestie moeilijker. Velen twijfelen zelfs aan het bestaan van een chronische CO-vergiftiging. Waar de CO is opgenomen onder de beroepsziekten in art. 87 b van de ongevallenwet, scharen wij ons aan de zijde van hen, die wel een chronische intoxicatie aannemen. Bij de R.V.B. is de meest aangegeven oorzaak het werken in besloten ruimten, waarin een explosie-motor functionneert. In het uitlaatgas zit 4—10 % CO, dus voldoende om een CO-vergiftiging te veroorzaken. Men mag aannemen dat 0,05 % vol. CO in de arbeidsruimte voldoende is om een chronische intoxicatie te veroorzaken. Behalve CO komen echter ook andere schadelijke stoffen voor in de uitlaatgassen (benzine, benzol, aroleine, aceton, phenolen, etc.). Maar ook in tabaksrook komt naast nicotine, CO voor. In het bloed van rokers vinden wij dan ook CO-HB-waarden van 5—10 %, deze blijken echter in de praktijk van weinig betekenis. Doch wel is het vaak de oorzaak van een verkeerde diagnose. Het CO-gehalte van het bloed daalt snel na het onttrekken aan de. COatmosfeer. Een volledige uitscheiding vindt plaats in 10—24 uur, in acute gevallen. Bij niet-rokers is 'n CO-HB-gehalte boven i % voor landarbeiders te hoog, voor taxichauffeurs 3 %. Ten slotte is er nog de endogene vorming van CO (Oxycarbonemie endogene), hierbij vinden wij waarden van 5—25 % CO-HB. (Diabetes, longziekteh, hartaandoeningen, ziekte van V a q u e z , etc.).) Voor een juiste beoordeling van een als CO-vergiftiging aangegeven geval, is het dus voor ons noodzakelijk te weten, hoe hoog het CO-HB-gehalte was op het ogenblik van het eerste onderzoek. Niet alleen bij acute gevallen, maar veel meer nog bij chronischt. Bij verdenking op chronische intoxicatie moet het bloed worden afgenomea in de arbeidsruimte, aan het eind van een werkdag. (10—20 cc, zie geneesk. jaarboekje onder kooloxyde). Bij herhaalde acute vergiftigingen treedt volgens S y m a n s k i een overgevoeligheid op, waardoor geringere CO-dosi een sterkere uitwerking hebben. Wij kunnen dus niet wachten tot het eerstvolgende spreekuur, dan is het CO-HBgehalte meestal reeds sterk gedaald. Verder moge ik verwijzen naar Dr. J. R. B 0 r s t, „OVer acute en chronische CO-vergiftiging" en Prof. Dr. L. v a n d e r H o r s t , N.T.v.G. 91 II 15 biz. 846. Zonder hulp van de huisarts zal het veelal onmogelijk zijn de diagnose met zekerheid te stellen. Ik weet het, U bent overkropt met werk, met papieren en voorschriften, maar juist daarom vraag ik, help ons hierin. Dit is juist het mooie van ons vak, dat wij door ons handelen de genezing kunnen bevorderen en daarvoor is een snelle en juiste diagnose voorwaarde. Daarnaast staat voor de patient het grote voordeel, dat de schadeloosstelling 393
direct door ons kan worden toegezonden, zodra de diagnose met zekerlieid is gesteld. Neemt de medicus niet direct bloed af, dan is het gevolg vrij zeker, uitstel van betaling aan patient en ergernis voor U en voor ons. Resumerende kom ik met liet verzoek, necm direct bleed af voor onderzoek, bij verdenking op CO-intoxicatie en vermeldt in liet kort op het aangifteformulier of patient rookt of niet en waar en wanneer liet bloed werd afgenomen.
I N G E Z O N D E N STUKKEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Niet geplaatste copie word! niet teruggezonden.) Dezer dagen bereikte de Nederlandse artsen Heft i, Jahrgang 22 van de „Therapeutische Berichte", uitgegeven door de ,,Bayer" fabrieken te Leverkussen en verspreid door de N.V. Handelmaatschappij „NEDIGEPHA" te Amsterdam, Nieuwe Spiegelstraat 3—5. De ontvangst van dit reclameblad was mij aanleiding, de volgende brief aan de „Ned. I. G. Fa." te schrijven. M. H., Zoals U zicii misschien — al is het lang geleden — herinneren zult, zijn door de I. G. Farben tijdens de laatste wereldoorlog onverantwoorde proeven genomen op „HaftIinge" uit concentratiekampen met door deze firma gemaakte praeparaten. Ik vind hierin reden om van de I. G. Farben in den vervolge geen producten meer te betrekken of aan mijn patienten voor te schrijven. Verder wens ik ieder contact met de I. G. Farben en haar nevenorganisaties te verbreken en ik verzoek U, mij de ergernis te willen besparen, drukwerken en andere zendingen van Uw firma in ontvangst te moeten nemen. w. g. Dr. A. J. W. K a a s . Ter motivering van mijn verzoek, deze brief te pubHceren, dienen de volgende punten: De I. G. Farben ging met de SS een contract aan tot levering van arbeidskrachten, die Bij het concentratiekamp Auschwitz de I. G.-Buna fabriek moesten bouwen. Later werd het kamp „Monowitz", een I. G.-concentratiekamp dus, bij deze Buna-fabriek gebouwd. De I. G. betaalde aan de SS een uurloon uit, voor iedere in de fabriek gebruikte gevangene. Verder leverde de I. G. Farben het beruchte „Zyklon", het gas waarmee in de gaskamers van Auschwitz alle gevangegen, die niet meer werken konden of op een bepaald ogenblik „onbruikbaar" waren, werden vergast. Een directeur van de I. G. Farben weet tijdens de oorlog, hoe snel de gevangenen opgebruikt worden in de I. G.-Industrie: Hij vraagt aan de „Reichsfiihrer SS" Himmler om toezending van meer ,,arbeidskrachten" (lees: gevangenen), en op dit verzoek volgen razzia's in o.a. Amsterdam, Oslo en Saloniki. Tijdens het proces, tegen 23 directeuren van de I. G. Farben to Neurenberg gehouden, heeft de verdediging van deze mensen enkele tonnen documenten laten verdwijnen. Deze documenten hadden o.a. betrekking op proeven met chemische 394
stoffen op gevangenen uit concentratiekampen. Wij weten 20 langzamerhand wel, althans wij behoren te weten, wat er met de gevangenen, die deze proeven overleefden, gebeurd is; oolc zij zijn naar de gaslcamer gedreven. lit geloof, dat uit liet bovenstaande voldoende blijlct, waarom Nederlandse artsen goed doen, 20 min mogeIiji< contact met de I. G. Farben te onderhouden. Arniiem, 18 Mei 1950.
Dr. A. J. W. K a a s . * * *
DE TICKET MODERATEUR VOOR PATIENTEN EN HUISARTSEN In ,,Medisch Contact" is over de Ticlcet Moderateur reeds veel geschreven. Mijn indruk is echter dat de voorstanders relatief veel meet aan het woord zijn geweest, dan de tegenstanders, tenminste op een bijeenkomst van een vijftigtal apotheekhoudende huisartsen uit alle delen van het land bevond zich slechts een voorstander. leder die aan invoering van dit onding denkt zou ik willen aanraden nog eens het uitstekende artikeltje te lezen van J. Th. M e y m a n (Medisch Contact 16-3-1950). Een argument 2ou ik nog aan dit betoog willen toevoegen. Bij een huisarts met overladen spreekuur is een gemiddeld verblijf van de patient van een 1/2 ^ i "^ur in de wachtkamer onvermijdelijk. Een patient die er dit voor over heeft, heeft 2eker recht op spreekuurbezoek, 00k al mankee.rt hem niets of vrijwel niets. Deze patient heeft er recht op te worden gerustgesteld. Een rem van een kwartje zal hem zeker niet van spreekuurbezoek afhouden. De arts waar men niet behoeft te wachten heeft geen overladen spreekuur en voor hem heeft wat extra spreekuurbezoek geen enkel bezwaar. Ook het kwartje per recept waarover men nu weer schijnt te denken is een onding dat tot veel intercollegiale narigheden aanleiding moet geven. Wat moet ik b.v. doen wanneer ik een patient een paar slaappilletjes geef of enkel laxeerpillen? Moet ik dat kwartje incasseren of niet.' en zo niet, waar ligt de grens. De ene arts neemt de grens anders dan de andere en het geharrewar begint. Maar iets geheel anders zou een ticket moderateur voor huisartsen zijn. Men kan geen specialist spreken of hij klaagt over onmatig verwijzen van fondspatienten door de huisartsen. De beroerde gevolgen van dit afschuifsysteem zijn prachtig beschreven in het stukje van collega K. d e S n o o (Medisch Contact 28-2-1950) hetwelk ik elke huisarts ter herlezing aanbeveel. Zeer terecht wordt er in dit stukje op gewezen dat door dit euvel de medische verzorging van ons volk onbetaalbaar wordt. Maatschappelijk is het onverantwoord dat werk wordt verricht door specialisten (mensen met zeer dure opleiding) hetwelk evengoed door mindere goden kan worden gedaan. Ook is ieder het er over eens daft door dit vele verwijzen het veftrouwen in de huisarts vermindert, terwijl de arbeidsvreugde van de laatste tot nul wordt gereduceerd. Zoals de toestand nu is bevinden wij ons op het hellend vlak. Momenteel zijn de kosten van de totale specialistische hulp bijna gelijk aan die van de huisartsen hulp. De specialisten die steeds meer werk krijgen vragen steeds meer en ook daardoor blijft er voor de huisartsen niet voldoende over voor een behoorlijke honorering. Hierdoor stijgt de neiging alles maar weg te sturen („wij worden er toch niet voor betaald en de specialisten krijgen toch 20 veel; laat ze er dan maar voor werken ook") en de circulus vitiosus is tot stand gekomen. In het stukje van D e S n o o wordt verteld dat 20 tot 40 van elke 100 fondsleden per jaar naar de specialist worden verwezen. Om mij te orienteren heb ik cijfers opgevraagd van het Alg. Ziekenfonds te Delft. Het aantal verwijzingen per jaar bedroeg in 1949: 395
Over alle fondsleden gemiddeld Over alle fondsleden van artsen in de stad Over alle fondsleden van plattelandsartsen De arts met het laagste percentage (plattelandicus met 3000 ingeschrevenen) De arts met het hoogste percentage (stadsdokter met 1000 ingeschrevenen)
31.75% 34.3 % 15.5 % 6.98 a 46.3
Uit de enorme verschillen (de een verwees per 100 zielen bijna 7 X zoveel als de ander) kan volgen dat er inderdaad artsen zijn die veel en veel te veelJ verwijsbriefjes afgeven. Uit het grote verschil tussen stad en land (de stad ruim 2 X zoveel) zou de conclusie getrokken kunnen worden dat dit veel doorsturen als een soort besmettelijke ziekte voortwoekert. De goedwiUende medici in de stad worden door hun slecht oppassende collega's meegesleept. Voor dit kwaad moet een geneesmiddel worden gezocht. De beste oplossing zal zijn; de huisdokters financieel te interesseren bij het aantal verwijsbriefjes een ticket moderateiir voor huhartsen. Het eenvoudigste en dus het beste lijkt mij de verwijsbriefjes, zoals deze nu door de verschillende fondsen worden verstrekt te laten betalen. Het bedrag moet zo hoog zijn dat er werkelijk van een rem sprake is; zo hoog, dat b.v. een serumen prop niet meer verwezen wordt naar de oorarts en 20 laag dat ieder geval waar doorzending van belang is ook werkelijk wordt doorgestuurd. Een kwartje als rem is zeker te laag, een rijksdaalder misschien aan de hoge kant om aan de tweede eis te voldoen. Persoonlijk lijkt mij een bedrag van / I.— per verwijsbriefje ( / 50.— per blok van 50 stuks) een geschikt bedrag om mee te beginnen. Het door elk fonds voor de verwijsbriefjes ontvangen bedrag wordt aan het eind van het jaar of per kwartaal verdeeld over de bij dit fonds aangesloten huisartsen naar rato van het bij elke deelnemer ingeschreven aantal verzekerden. Dit komt dus in het kort hierop neer, dat degeen die meer doorstuurt dan het gemiddelde meer aan verwijsbriefjes betaalt dan hetgeen hij aan het eind van het jaar terug ontvangt. Degeen die onder het gemiddelde blijft daarentegen zal meer terug ontvangen dan hij heeft betaald. Om dit alles te verduidelijken neem ik even aan dat deze regeling al in 1949 in Delft bestond. De arts met 3000 zielen op zijn naam en een verwijzingspercentage van 6.98 zou aan verwijsbriefjes hebben betaald 30 X 6.98 = f 210.—. Hij zou terug ontvangen, daar 3 1 . 7 4 % het gemiddelde percentage was voor dit fonds, 30 X 31.74 = f 952.—. Hij zou dus / 742 meer ontvangen dan hij had betaald. De man met het sterkste afschuifsysteem en 1000 zielen, verwijzingspercentage 46.3 zou hebben betaald 10 X 4.3 = ,f 463.—, terwijl hij tien keer 31.74 is / 3 1 7 . — zou hebben terug ontvangen. Hij zou dus / 146.— meer betalen dan ontvangen. Dit zijn bij dit fonds de extreme gevallen. Dat de man die alles zelf doet hierdoor lets meer ontvangt per fondslid dan de man die alles doorstuurt is niet meer dan billijk te achten. Bovendien is het zeker dat de verschillen bij invoering van dit systeem enorm zullen verminderen. Immers zal de man, die toch al niet veel doorstuurt, die bovendien geen financiele strop van het stelsel behoeft te vrezen, er geen patient minder om verwijzen. De afschuiver daarentegen zal er rekening mee moeten houden, zijn verwijzingspercentage Zal heus wel dalen! Verrekening door elk fonds afzonderlijk lijkt mij beter dan een landelijke regeling. le. Om de regionale verschillen wat op te vangen. 2e. Om de zoveel eenvoudiger administratie. Tegenstanders zullen als bezwaren natuurlijk willen wijzen op nodige verwijzingen die door dit systeem door sommige onder ons zouden worden achterwege gelaten. Hiertegen zou ik nog het volgende willen opmerken. Verwijzing 396
naar de specialist geeft veel besparing in werk en vermindering van zorg. Hieruit volgt de stelling ee7i specialhtisch advies waar de huisarts nog geen gulden voor over heeft is zeker overhodig aangevraagd. Natuurlijk is voor afschuivers aan deze regeling enig financieel nadeel verbonden. Hier tegenover staan er echter ook voor hen enorme voordelen. Immers, wanneer de bestaande toestand bestendigd blijft, zai het als een besmettelijke ziekte toenemende aantal verwijsbriefjes niet zijn te stuiten. Als natuurlijk gevolg hiervan zal het aantal specialisten steeds toenemen en zullen de eisen die de specialistische behandeling aan de financien van de ziekenfondsen stelt steeds hoger worden, zodat er voor de huisartsen steeds minder zal overbiijven. Het andere alternatief: verhoging van de ziekenfondspremies zal waarschijnlijk niet mogelijk zijn, daar momenteel reeds een bedenkelijk percentage van het nationaal inkomen door de medische verzorging van ons volk vi'ordt verslonden. Ik hoop daarom dat de huisartsen dit plan in ernstige overweging zullen wiUen nemen. Pijnacker.
W. v. d. H o r s t .
Onderschrift. Naar aanleiding van bovenstaand artikel, merkt de redactie op, dat een rem op verwijzing naar de specialist reeds lang op verschillende plaatsen door de Verwij zings-arbitrage Commissie met succes wordt toegepast. Deze hele materia eist veel tact en beleid. Het scheppen van een finantiele band als door de inzender voorgesteld, zou een te iveinig verwijzen bevorderen en is als zodanig in strijd met het belang van de volksgezondheid en ook bepaaldelijk onethisch. Red.
RECTIFICATIE In het referaat van het W.M.A. Bulletin (M.C. no. 19) is op biz. 344, 6e regel van boven een storende fout ingeslopen. In plaats van „inboorlinge:n" moet worden gelezen „behoeftigen", terwijl de zin tussen haakjes komt te vervallen.
BIBLIOTHEEK DER KON. NED. MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST AANWINSTEN De leden wordt verzocht bij eventuele aanvragen ook de signatuur die op de titel staat, te vermelden en deze aanvragen te richten tot de Bibliothecaris van de Mij. p/a Universiteitsbibliotheek, Singel 421, Amsterdam C. Med. Studiez.
Biemond (A{rie}), Diagnostiek van hersenziekten. i2e [verb. en verm.] dr. Haarlem 1950. 8°. — Met afb. M.G.
M.G. H. u. II
Biadergroen ( W i l h e l m i n a J.), Problemen der kinderdiagnostiek. Groningen enz. 1949. 8°. M.G. Openbare les Groningen. 397
1398 D 36
Bonnema (C. J.) [en} J [ a n } K [ l a as} K r a a n , Eenvoudige voedingsleer ten dienste van huishoudscholen en van alien, die belang stellen in de voeding. 46 dr. Rotterdam 1943. 8°. M.G.
M.G. Diss. 4036
Bras ( G e r r . ) , Variola. Een pathologisch-anatomische studie tijdens de epidemic van 1949 te Batavia. [Batavia} 1950. 8°. — Met pi. M.G. Proefschrift Batavia.
M.G. H. u. 6
Brouwer ( B [ e r n . ] ) , In memoriam Prof. Dr. Cornelius Ubbo Ariens Kappers [Amsterdam 1946.] 8 ° . — Met portr. M.G. Overdr. Psychiatrisch en neurologische bladen, 1946.
M.G. H . q. 15
Buisman (P. H . ) , Het bijzondere systeem: de kaken. Utrecht 1949. 8 ° . M.G. Inaugurale rede Utrecht.
M.G. Diss. 4018
Chan ( T a k - M i n g ) , Experimental 's-Gravenhage 1950. 8°. — W i t h pi.
adrenal
hypertrophy. M.G.
Proefschrift Amsterdam. M.G. f° H 7
Cleveringa (O. J.), Nota inzake de gezondheidstoestand van de Nederlandse bodem, van de daarop verbouwde gewassen, van de veestapel en van het volk, met bijlagen. Zutphen 1950.
f°.
M.G.
Gestencild. M.G. Diss. 4031
Daal (J o h . M a r i a s v a n ) , Over open caverne behandeling. Cavernostomy as a treatment of phthisis. (With summary in English.) Goes 1950. gr. 8°. M.G. Proefschrift Utrecht.
G. T. 296
Daglicht. Orgaan van de Stichting voor algemeene lichttherapie. Red.: C h r . W i j c k e r h e i d B i s d o m , J. G . H e n s e l e r [en} C a r o l u s V e r h u l s t . Jaarg. I — Den Haag 1950— 8°. M.G.
M.G. Diss. 4029
Doornink ( F r e d . J a c ) , Over incontinentia pigmenti en over de pigmentdermatose van Siemens—Bloch. (With a summary; avec un resume; mit einer Zusammenfassung.) Alphen a. d. Rijn 1950. 8 ° . — Met foto's. M.G.
M.G. H. q. 16
Folmers ( H [ e n d r.} C [ h r i s t.}), [lets van mijn ervaringen als arts.} Z. pi. [1950}. 8°. M.G.
Med. Studiez.
Geneeskunde en erfelijkheid. Onder red. van M [ a r.} J[a c.} S i r k s , P [ e t r . } J [ o h . } W a a r d e n b u r g , e.a. 36 herz. dr. Lochem 1949. 8°. M.G.
1398 D 41
Goldbloom ( A l t o n ) , De zorg voor het kind. [Uit het Eng. bew.} door A n n y v a n O r m o n d t . 2e dr. Leiden 1950. 8 ° . — Met fig. M.G.
M.G. Diss. 4015
Groot ( A b r . L a m b , d e ) , De ziekte van Bouillaud. Assen 1950. 8°, — Met afb. en tab. M.G. Proefschrift Utrecht. 398
1398 D 35
Haan ( W [ i l l . } J [ a c . ] d e ) , Levensnood en levenskunst. De nerveuze en de harmonische mens. 2e herz. en verm. dr. Amsterdam 1949. 8°. M.G.
M.G. Diss. 4026
Harmsen ( A n t . E n g b e r t ) , Tuberculoma pulmonis. 's-Gravenhage 1950. 8°. — Met afb. M.G. Proefschrift Utrecht.
M.G. 4 ° . LIX, 8
Jansma M [ i n n e} A [ d r.] J [ a k . } ) , Rede gehouden in de buitengewone vergadering van de afdeling Groningen en omstreken der [Koninklijke] Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst op 7 Mei 1949 ter officiele herdenking van het feit, dat in 1849 '^^^^ afdeling werd opgericht. [Groningen} 1949.4°. M.G.
M.G. Diss. 4019
Kamerbeek ( A n n a E l i s a b e t h H e n d r i k a Margar e t h a ) , Het rubella-probleem in het licht van Nederlandse ervaringen. Leiden 1949. 8°. — Met tab. M.G. Proefschrift Leiden.
M.G. Diss. 4021
Kok ( G e e r t ) , Stralenbehandeling der halslymphknoopmetastasen van maligne tumoren der lip, mondholte, tongbasis en tonsil. Utrecht 1950. 8°. — Met pi. en graf. M.G.
M.G. Diss. 4037
Kostelijk ( P i e t J a n ) , Theories of hearing. A critical study of theories and experiments on sound-conduction and soundanalysis in the ear. Leiden 1950. 8°. — W i t h fig. M.G. Proefschrift Leiden.
M.G. Diss. 4020
Kramer ( W i l l i b a l d ) , De ongekruiste pyramidebaan. Een neuro-anatomisch onderzoek. [Bandoeng] 1949. 8°. — Met afb. M.G. Proefschrift Universiteit van Indonesie.
1398 D 20
Kuipers ( R [ o b b . ] K [ a r e l ] W [ i l l . ] ) , W [ i l l . ] M [ a r t.] M a 2 e e [ e n ] W [ i 11.] M o 1, Handleiding der physische therapie voor physico-technische hulpkrachten. Met medew. van H. A. d e B o e r , W . P. N u y t e n , e.a. [Haarlem] 1948. 8°. — Met fig. M.G.
M.G. Diss. 4035
Kuyp ( E d w i n v a n d e r ) , Contribution to the study of the malaria epidemiology in Suriname. Utrecht 1950. 8°. — W i t h graph, and maps. M.G. Proefschrift Amsterdam.
M.G. Diss. 4016
Meer ( P i e t e r v a n d e r ) . Over arthrosis deformans en spondylosis deformans. Leiden 1945. 8°. — Met afb. M.G. Proefschrift Leiden.
1398 D 21
Meer ( P [ i e t e r ] v a n d e r ) en J [ a n ] Z e l d e n r u s t , Reticulosis and reticulosarcomatosis. A clinical and pathological study. Leyden 1948. 8°. — W i t h pi, M.G.
M.G. H . u. 5
Mulder ( H [ e n d r . ] ) , Traditie en wetenschap bij de zuivelbereiding. Wageningen 1949. 8°. M.G. Inaugurale rede Wageningen.
399
M.G. H. u. 9
Mijsberg ( W [ i l l . ] A [ l p h . ] ) , Ontwikkeling en ouderdom. [Utrecht] 1949. 8°. M.G. Inaugurale rede Utrecht.
1398 D 40
Nelemans ( F [ r a n s ] A[d.]), Ziektekunde voor de heilgymnast-masseur. 2e dr. Den Haag 1949. 8°. M.G.
M.G. Diss. 4017
Noort ( H e n dr. R o e l o f ) , De betekenis van malaria voor kinderen en de waarde van het miltonderzoek voor de malariabestrijding. 's-Gravenhage 1950. 8°. — Met tab. M.G. Proefschrift Amsterdam.
M.G. Diss. 4034
Pare (J o h.), Vroege mobilisatie na operaties. Leiden 1950. 8°. M.G. Proefschrift Leiden.
M.G. H. u. I
Redevoeringen uitgesproken [door P e t e r H e i n r . G e r h . v a n G i l s e e n H u b . J o b . L e o n . S t r u y c k e n Sr.] bij de erepromotie van Dr. H. J. L. S t r u y c k e n Sr op 13 Mei 1949 in het Groot-Auditorium. Leiden 1949. 8°. M.G. Overdr.: Jaarboek der Rijksuniversiteit te Leiden, 1949.
M.G. Diss. 4038
Renes (G e r r i t J a n), Over de oorzaken, het onderzoek en de behandeling van spataderen van de onderste ledematen. Leiden 1950. 8°. — Met pi. M.G. Proefschrift Leiden.
M.G. Diss. 4027
M.G.
H.
V. 18
Rutten ( F r a n s J o b . ) , De invloed van sulfanilamide op de vermenigvuldiging van bacteriophagen. (The influence of sulfanilamide on bacteriophage multiplication.) Een studie over de chemotherapie van virussen met het systeem bacteriophaagbacterie als model. Utrecht 1950. 8°. — Met fig. M.G. Proefschrift Utrecht. Rijnberk (G[e r. A b r.} v a n ) , De reuk. [Amsterdam 1946.] 8°. — Met fig. en tab. M.G. Overdr.: Leerboek der physiologie, dL 6.
M.G.
H.
t. 18
1398 G 14
Sandra (H.), Erythema nodosum en tuberculose. Assen [1949]. 8°. — Met portr., curven en tab. M.G. Schierbeek (A[br.]), Bloed en bloedvaten. Feiten en theorieen in de loop der tijden. Utrecht enz. 1950. 8°. — Met afb. M.G. Problemen der natuurwetenschap in hun historische ontwikkeling, dl. 6.
1398 D 38
Schierbeek (Afbr.]), Jan Swammerdam (12 Februari 1637— 17 Februari 1680). Zijn leven en zijn werken. Met een hoofdstuk: De genealogie van Swammerdam en verdere archivalia door H [ e n d r . ] E n g e l . Met pi. [en geneal. tab.} Lochem [1946]. 8°. M.G. Nederlandsche
1398 E 21
raonographieen,
6.
Schubart ( W a l t . ) , Erotiek en religie. Vert, [uit het Duits] van H e r m. H a n a. 2e dr. Haarlem 1941. 8°. M.G. 400
1398 E 23
Schubart ( W a l t . ) , Geestelijke omwenteling. Vert, naar de Zwitsersche uitg. door L e y H a n a-L u s s e n b u r g . Haarlem 1946. 8°. M.G.
1398 D 15
Smulders (J. N. J.) en J. G. H. H o l t , Periodieke onthouding in het huwelijk volgens O g i n o—S m u 1 d e r s. 8e herz. dr. door J. G. H. H 0 11. Nijmegen enz. 1940. 8°. — Met portr. en tab. M.G.
M.G. H . t. 19
Steenhauer ( A [ n n a } J [ o h a n n a ] ) , Hedendaagse vergiftigingen en hare opsporing. Leiden 1949. 8 ° . M.G. Inaugurale rede Leiden.
1398 D 42
Steensma ( F [ r e d . ] A [ l a r d . ] ) , Medische gegevens voor de behandeling van en het contact met lijders aan suikerziekte. Amsterdam 1950. 8°. M.G.
M.G. H. w. 6
Steensma ( F [ r e d . ] A [ l a r d . } ) , Gegevens voor lijders aan suikerziekte. Amsterdam 1950. 8°. M.G.
M.G. Diss. 4028
Swaay ( H e n r i v a n ) , Spondylosis ankylopoetica. Een pathogenetische studie. Leiden 1950. 8°. — Met fig. M.G. Met een overzicht in het Frans, Duits en Engels. Proefschrift Leiden.
M.G. H. V. 6
Tijssen ( J [ o h . } ) , De positie van den Nederlandschen arts in Nederlandsch-Indie voorheen, thans en straks. Den Haag 1946. 8°. M.G.
M.G. Diss. 4039
Veen (J o h. v a n d e r ) , Studies on the antigenic composition of human influenza virus a strains with the aid of the haemagglutination inhibition technique. Leiden 1950. 8°. — W i t h pi. and tab. M.G. Proefschrift Leiden.
1398 D 39
Veen ( S u z e M. C. v a n ) , Het kind en zijn somatopsychische fundering. 's-Gravenhage 1949. 8°. M.G.
1398 E 33
Venzmer ( G [ e r h . } ) , Wetenschap overwint de microben. Vert, [uit het Duits} door K. F r i t s . Amsterdam 1943. 8°. — Met pi. M.G.
M.G. H. u. 2
Voeding vraagt verzorging. ['s-Gravenhage 1947.] 8°. — Met afb. M.G. Uitg. V. h. Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad.
M.G. H. u. 4
Vormingscursus — Sociale — 1946. 's-Gravenhage 1946. 8°. M.G. Hierin o.a.: A r n . W i l h . H e n d r . H o i t i n k , Vermoeidheid en preventie van oververmoeidheid. J. A. P u 11 o, Kruisveteenigingen en volksgezondheid.
M.G. H. w. 5
Waard ( R [ e i n . ] H [ e r m . ] d e ) , Schaduwspel en werkelijkheid. Utrecht enz. 1950. 8°. M.G. Inaugurale rede Utrecht. 401
1398 E 24
Wale ( J a n d e ) , Zwei Briefe iiber die Bewegung des Chylus und Blutes an Thomas Bartholin, Sohn des Caspar, 1640. [Aus dem Lat.] iibers. und erl. von B e r n a r d J o s . G o 111 i eb. Mit Abb. Leipzig 1942. kl. 8°. M.G. Klassiker der Medizin, Bd. 33.
M.G. H. u- 3
Warenkenniscursus voor koks en kooksters in grootkeukenbedrijven. ['s-Gravenhage] 1948. 8°. M.G. Uitg. V. h. Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad,
M.G. Diss. 4025
Winckel ( W i 11. E d m. F e r d.). Pellagra, een clinische, pathologisch-anatomische, experimentele studie. 's-Gravenhage 1950. 8°. M.G. Procfschrift Groningen.
M.G. H. u. 12
Woerdeman ( M [ a r t.] W [ i 11.]), Levensbericht van E d m u n d B e e c h e r W i l s o n (19 October 1856—3 Maart 1939). [Amsterdam] 1949. 8 ° . M.G. Overdr.: Jaarboek der Kon. Ned. Akad. van Wet., 1938—1939.
M.G. Diss. 4030
Woldring ( S a b b o ) , Unit-activiteit in het centrale zenuwstelsel. Groningen 1950. 8 ° . — Met pi. en graf. M.G. Proefschrift Groningen. Dr. J. A. van D 0 n g e n, Bibliothecaris. E. J. v a n d e r L i n d e n ,
402
Conservator.