NADERE KENNISMAKING Vragen over onze dienstverlening? Graag brengen wij u in contact met een consulent of adviseur in uw regio of met een medewerker van het hoofdkantoor in Bunnik.
Calibris Runnenburg 34 3981 AZ Bunnik Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030 - 750 7000 F 030 - 750 7001
11.66 / 1 / 2009
E
[email protected] I www.calibris.nl
kwalificatiedossier IN HET KORT PEDAGOGISCH WERK 2009-2010 (niveau 3/4)
•
KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT
HET WERKTERREIN: LEREN IN DE PRAKTIJK
DOEL VAN KWALIFICATIEDOSSIER IN HET KORT
Als kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport
Doel van dit kwalificatiedossier in het kort is om iedereen binnen
is Calibris verantwoordelijk voor erkenning van leerbedrijven en
het werkveld en het onderwijs op hoofdlijnen te informeren over
vaststelling van kwalificaties. In het verlengde van deze wettelijke
de inhoud van het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-
taken ligt een expertise die veel meer omvat. Calibris verkent de
2010. Het volledige kwalificatiedossier beschrijft wat er verwacht
markt. Brengt landelijk en regionaal betrokken partijen bijeen. Ini-
wordt van de beginnende beroepsbeoefenaar. Met behulp van het
tieert maatschappelijk relevante projecten. Ontwikkelt innovatieve
kwalificatiedossier ontwikkelen scholen de opleidingen.
en effectieve oplossingen. Alles gericht op één doel: meer balans en dynamiek op de arbeidsmarkt. Zo levert Calibris een waarde-
In dit kwalificatiedossier in het kort belichten we de kerntaken,
volle bijdrage om beroepspraktijk en beroepsonderwijs soepel op
werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier
elkaar aan te laten sluiten.
Pedagogisch Werk 2009-2010. Ter illustratie wordt in het onderdeel Beroepsbeschrijvingen een aantal werkprocessen geplaatst binnen de beschrijving van een werkdag van een pedagogisch werker 3 kinderopvang, een pedagogisch werker 4 kinderopvang en een pedagogisch werker 4 jeugdzorg. Daarna volgt een beschrijving van alle kerntaken en werkprocessen. Hierin zijn enkele verwijzingen naar competenties opgenomen. De genoemde competenties zijn voorbeelden en niet dekkend voor het gehele kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010. Tenslotte volgt er nog een opsomming van de competenties en een voorbeeld matige uitwerking hoe een competentie binnen een werkproces wordt toegepast.
Het volledige kwalificatiedossier bestaat uit vier delen. Deel A is een korte beschrijving van het beroep, deel B bestaat uit een beschrijving op hoofdlijnen van de kerntaken, werkprocessen en competenties, in deel C worden competenties uitgewerkt en deel D is een verantwoording van de totstandkoming van het kwalificatiedossier. In dit kwalificatiedossier in het kort zijn onderdelen uit deel B en C verwerkt.
De complete inhoud van het kwalificatiedossier is te vinden op de Calibris website: www.calibris.nl/leerbedrijf (onderwijsdocumenten)
Daar waar in de tekst ‘zij’ staat wordt ook ‘hij’ bedoeld.
Disclaimer Calibris kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden in dit document. Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend.
2
BEROEPSBESCHRIJVING In onderstaande beroepsbeschrijvingen wordt verwezen naar
en wat niet. Ze wil van de ouders graag weten hoe zij hier tegenaan
de werkprocessen in het kwalificatiedossier.
kijken. Ze vraagt ook hoe Pablo thuis is en hoe hij omgaat met
Bijvoorbeeld: wp 1.2 = werkproces 2 in kerntaak 1.
zijn oudere zusje. Aan het eind van het gesprek spreekt ze met de ouders af dat ze een plan van aanpak zal schrijven, dat ze over een
Pedagogisch Werker 3 Kinderopvang
week met hen zal bespreken (wp 1.3).
niveau 3 Naima is leidster op een kinderdagverblijf. Vandaag wordt peuter
Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg
Bram gebracht. Zijn vader is gehaast, maar hij meldt wel even dat
niveau 4
Bram zich niet zo lekker voelt en weinig heeft geslapen. Naima
Richard werkt als begeleider in een instelling waar jongeren tijdelijk
stelt de vader gerust. Ze zal Bram goed in de gaten houden en
wonen omdat het thuis niet goed gaat. In de leefgroep verblijven
ervoor zorgen dat Bram het rustig aan kan doen en misschien
8 jongeren van ongeveer 14 jaar. Richard en zijn collega’s bieden
tussendoor een dutje kan doen in de slaapkamer (wp 2.2). Ze stelt
de jongeren een veilige leefomgeving en ondersteunen hen bij het
haar collega leidster op de groep op de hoogte van de toestand
huishouden (wp 2.3) en de persoonlijke verzorging (wp 2.2). Richard
van Bram. Gedurende de dag kiest Naima rustige activiteiten uit
heeft regelmatig overleg met de ouders van de jongeren en met
voor Bram: hij maakt puzzeltjes die Naima aanbiedt en luistert naar
collega’s. Hierdoor krijgt hij een goed beeld van de ontwikkeling
de verhaaltjes die Naima voorleest (wp 2.4). Aan het eind van de
die de jongeren doormaken en kan hij zien of het begeleidingsplan
middag wordt Bram opgehaald door zijn moeder. Naima vertelt
nog aansluit bij de behoeften van de jongeren. Richard stimuleert
haar dat de dag van Bram rustig is verlopen en dat hij alweer wat
Paula, één van de bewoners, om naar school te gaan. Nadat
meer praatjes krijgt. Als Bram met zijn moeder is vertrokken, ruimt
Paula en de andere jongeren vandaag uit school zijn gekomen,
Naima met haar collega de groepsruimte op (wp 2.3).
drinkt Richard een kopje thee met hen en laat hen vertellen wat er allemaal op school heeft gespeeld. Richard zorgt ervoor dat
Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang
iedereen zijn verhaal kan doen (wp 2.1). Het is de bedoeling dat
niveau 4
Paula binnenkort weer naar huis gaat. Daarom praat Richard na het
Petra is groepsleidster in kinderdagverblijf Nijntje. Naast de opvang
drinken van het kopje thee met haar om te kijken wat Paula nodig
van kinderen in haar eigen groep, heeft Petra als taak om de
heeft om straks weer thuis te kunnen wonen. Ook helpt hij haar
kinderen die ontwikkelingsproblemen hebben, te observeren en
’s avonds met haar huiswerk (wp 2.5).
een plan van aanpak te schrijven. Ze gebruikt hierbij het protocol van het kinderdagverblijf. Vanmorgen heeft Petra gewerkt op haar eigen groep. Aan het begin van de middag heeft Petra een gesprek met haar collega Shirley; de leidster van de groep waar Pablo wordt opgevangen. Pablo is een jongetje van 3 jaar dat sinds een paar maanden bij Nijntje komt. Shirley heeft aangegeven dat het niet goed gaat met Pablo in de groep. Pablo kan niet goed samen spelen met de andere kinderen; hij gedraagt zich vaak agressief, hij slaat, schopt en bijt andere kinderen. De leidsters kunnen niet goed contact met Pablo krijgen. Samen met Shirley brengt Petra het gedrag van Pablo in kaart (wp 1.1). Na het gesprek gaat ze met Shirley mee om Pablo in de groep te observeren. Ze gebruikt daarvoor als hulpmiddel een observatielijst, die ze zoveel mogelijk invult. Om vier uur heeft Petra een afspraak met de ouders van Pablo, die door haar zijn uitgenodigd om de problemen te bespreken. Petra vertelt wat het doel is van het gesprek. Ze schetst een beeld van hoe Pablo het doet in de groep, wat er goed gaat
3
BESCHRIJVING VAN KERNTAKEN EN WERKPROCESSEN Kerntaak: geheel van samenhangende werkprocessen die
Kerntaak 2
kenmerkend zijn voor het beroep.
van het kind/de jongere Werkproces 2.1
Opvoeden en ontwikkelen
Biedt het kind/de jongere opvang
Werkproces: taak die kenmerkend is voor het beroep
De pedagogisch werker 3 kinderopvang biedt het kind opvang/
(werkproces is onderdeel van een kerntaak).
een ‘(tweede) thuis’. Zij wisselt bij het komen en gaan van de kinderen informatie uit met de ouders/vervangende opvoeders. Ze
Hieronder worden de kerntaken en werkprocessen uit het
houdt zicht op kinderen in de groep en zorgt voor een optimaal
kwalificatiedossier beschreven. De letters die tussen haakjes staan,
groepsen leefklimaat. Ze signaleert problemen in de interactie
verwijzen voorbeeldmatig naar enkele competenties die bij het
tussen kinderen in de groep en begeleidt hen daarbij. Ze handhaaft
werkproces horen.
orde en treedt regelend op bij in de groep ongewenst gedrag (B). De pedagogisch werker 3 kinderopvang levert een bijdrage
Pedagogisch Werker 3 Kinderopvang
aan de uitbreiding van het gedragsrepertoire van het kind door
niveau 3
voorbeeldgedrag te tonen en door het kind zonodig feedback
Kerntaak 1
Opstellen van een activiteiten-
te geven op zijn gedrag en alternatieven te bespreken. Ze helpt
programma en plan van aanpak
het kind om te gaan met beperkingen of gedragsproblemen. Ze
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
voedt kinderen (mede) op, ze draagt waarden en normen over en
van het kind/de jongere
leert kinderen omgaan met praktische zaken (zoals persoonlijke
De pedagogisch werker 3 kinderopvang inventariseert de situatie
eigendommen, financiën, huiswerk). De pedagogisch werker 3
en wensen van het kind. Zij voert een kennismakingsgesprek met
kinderopvang signaleert voortgang en/of afwijkingen in de sociaal
het kind en de ouders/vervangende opvoeders om de situatie en
emotionele ontwikkeling van het kind. Zonodig adviseert zij ouders/
wensen in kaart te brengen (R). Zij observeert het kind tijdens de
vervangende opvoeders bij opvoedingsvraagstukken (E).
opvang en verzamelt eventueel aanvullende informatie.
Werkproces 1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
persoonlijke verzorging
De pedagogisch werker 3 kinderopvang stelt een
De pedagogisch werker 3 kinderopvang biedt het kind persoonlijke
activiteitenprogramma op. Indien mogelijk betrekt zij daarbij de
verzorging of ondersteunt hem (C) bij ADL-activiteiten (algemene
kinderen door hen input te laten leveren (E). Zij zoekt uit welke
dagelijkse levensverrichtingen) en ze stimuleert het kind daarbij
mogelijkheden voor activiteiten er zijn en selecteert activiteiten.
tot (steeds meer) zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren. Zonodig verstrekt zij informatie(bronnen) over hygiëne, gezondheid
Werkproces 1.3
Maakt een plan van aanpak
en persoonlijke verzorging. Ze schat eventuele risico’s in verband
De pedagogisch werker 3 kinderopvang maakt een plan van
met de dynamiek van kinderen in (K). Ze werkt conform procedures
aanpak (J) voor omgang met een individueel kind, voor omgang
(T). Ze signaleert bij de verzorging of ondersteuning voortgang en/
met de groep en voor problemen in de interactie tussen kinderen
of afwijkingen in de ontwikkeling en bespreekt dit indien nodig
of levert een bijdrage hieraan. Ze legt het plan van aanpak, indien
met haar leidinggevende. Zij signaleert symptomen van de meest
mogelijk, voor aan het kind en ouders/vervangende opvoeders om
voorkomende ziekten en verleent eerste hulp bij kleine ongevallen.
instemming te verkrijgen voor het plan (E). Indien nodig, stelt zij het
Hierbij handelt ze volgens de richtlijnen van de instelling. Ze
plan van aanpak bij.
informeert de ouders/vervangende opvoeders.
4
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte
voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met
en huishoudelijke werkzaamheden
collega’s en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage
De pedagogisch werker 3 kinderopvang draagt zorg voor de ruimte
aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en
en huishoudelijke werkzaamheden. Zij toetst de leefruimte en de
draagt deze visie ook uit aan anderen (K).
spelen speelmaterialen op geschiktheid voor de gebruiksdoelen, uitdagendheid, veiligheid, hygiëne en milieurichtlijnen (L) en past
Werkproces 3.2
Werkt aan het bevorderen
indien gewenst of nodig de leefruime en het gebruik van spel/
en bewaken van kwaliteitszorg
speelmaterialen aan. Ze houdt anderen en zichzelf aan de regels
De pedagogisch werker 3 kinderopvang werkt aan het bevorderen
die zijn afgesproken (T). Ze zorgt ervoor dat de huishoudelijke
en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren
taken uitgevoerd worden door haarzelf of uitgevoerd kunnen
in ontwikkelof intervisiegroepen en door haar kennis van het
worden door andere beroepskrachten.
vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. De pedagogisch werker 3 kinderopvang werkt met kwaliteitszorgsystemen (S).
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
organisatie (T).
De pedagogisch werker 3 kinderopvang biedt het kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Hierbij speelt ze in op
Werkproces 3.3
Stemt de werkzaamheden af
behoeften en interesses van de kinderen, zodat de kinderen
met betrokkenen
deelnemen aan activiteiten die aansluiten bij hun ontwikkeling en
De pedagogisch werker 3 kinderopvang stemt haar
belevingswereld. Het gaat om volgen en uitdagen, om vermaken
werkzaamheden af met collega’s, draagt werkzaamheden
en ontplooien. Maar ook om het bieden van de vrijheid om niets
over, maakt afspraken over de opvang en begeleiding en over
te doen. Zij organiseert de activiteiten, voert ze uit (eventueel
knelpunten daarin. Zij neemt deel aan voor de afstemming van haar
met behulp van anderen), kiest spelen speelmateriaal (L) en
werkzaamheden relevante overlegvormen (E).
begeleidt en stimuleert individuele kinderen of een groep(je) kinderen bij de activiteiten (C). Ze signaleert voortgang en/of
Werkproces 3.8
Evalueert de werkzaamheden
afwijkingen in de ontwikkeling van het kind bij de uitvoering van
De pedagogisch werker 3 kinderopvang evalueert de geboden
de ontwikkelingsgerichte activiteiten en bespreekt dit zonodig met
opvang en begeleiding periodiek en aan het eind van het
haar leidinggevende. Eventueel enthousiasmeert ze betrokkenen
uitvoeringstraject. Ze verzamelt relevante gegevens voor de
(ouders, vrijwilligers) om een bijdrage te leveren aan de uitvoering
evaluatie en analyseert deze (M). Op basis daarvan schrijft zij
van de activiteiten en werkt ze met hen samen. Ze stimuleert en
een evaluatieverslag (J) of evalueert zij mondeling met haar
adviseert ouders met betrekking tot het thuis uitvoeren van (spel)
leidinggevende. Zij bespreekt de gegevens uit de evaluatie met
activiteiten met hun kind.
betrokkenen. Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg gewenste veranderingen in opvang en begeleiding door.
Kerntaak 3
Uitvoeren van organisatie-
en professiegebonden taken Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering
en professionalisering van het beroep
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010
De pedagogisch werker 3 kinderopvang werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren (P) en geeft feedback aan collega’s en vrijwilligers. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en
5
Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang
Kerntaak 2
niveau 4
van het kind/de jongere
Kerntaak 1
Opstellen van een activiteiten-
Werkproces 2.1
Opvoeden en ontwikkelen
Biedt het kind/de jongere opvang
programma en plan van aanpak
De pedagogisch werker 4 kinderopvang biedt het kind opvang/
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
een ‘(tweede) thuis’. Zij wisselt bij het komen en gaan van de
van het kind/de jongere
kinderen informatie uit met de ouders/vervangende opvoeders. Ze
De pedagogisch werker 4 kinderopvang inventariseert de situatie
houdt zicht op kinderen in de groep en zorgt voor een optimaal
en wensen van het kind. Zij voert een kennismakingsgesprek
groepsen leefklimaat. Ze signaleert problemen in de interactie
met het kind en de ouders/vervangende opvoeders om de
tussen kinderen in de groep en begeleidt hen daarbij. Ze handhaaft
situatie en wensen in kaart te brengen (R). De pedagogisch
orde en treedt regelend op bij in de groep ongewenst gedrag
werker 4 kinderopvang bespreekt met het kind en met
(B). De pedagogisch werker 4 kinderopvang levert een bijdrage
de ouders/vervangende opvoeders een eventuele taalof
aan de uitbreiding van het gedragsrepertoire van het kind door
ontwikkelingsachterstand van het kind, gedragsproblematiek of
voorbeeldgedrag te tonen en door het kind zonodig feedback te
opvoedproblemen. Ze onderzoekt in voorkomende gevallen wat
geven op zijn gedrag en alternatieven te bespreken (C). Ze helpt
de mogelijke oorzaken zijn van afwijkingen in de ontwikkeling of
het kind om te gaan met beperkingen of gedragsproblemen. Ze
gedrag. Zij observeert het kind tijdens de opvang en verzamelt
voedt kinderen (mede) op, ze draagt waarden en normen over en
eventueel aanvullende informatie. Zij voert een intakegesprek als
leert kinderen omgaan met praktische zaken (zoals persoonlijke
de vraag centraal staat of een kind, bijvoorbeeld vanwege een
eigendommen, financiën, huiswerk). De pedagogisch werker
specifieke begeleidingsvraag, wel of niet geplaatst kan worden (A).
4 kinderopvang signaleert voortgang en/of afwijkingen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind en onderzoekt deze
Werkproces 1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
De pedagogisch werker 4 kinderopvang stelt een activiteiten
eventueel. Zonodig adviseert zij ouders/vervangende opvoeders bij opvoedingsvraagstukken (E).
programma op. Indien mogelijk betrekt zij daarbij de kinderen door hen input te laten leveren (E). Zij zoekt uit welke mogelijkheden
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
voor activiteiten er zijn en selecteert activiteiten.
persoonlijke verzorging
De pedagogisch werker 4 kinderopvang biedt het kind persoonlijke Werkproces 1.3
Maakt een plan van aanpak
verzorging of ondersteunt hem (C) bij ADL-activiteiten (algemene
De pedagogisch werker 4 kinderopvang maakt een plan van
dagelijkse levensverrichtingen) en ze stimuleert het kind daarbij
aanpak (J) voor omgang met een individueel kind, voor omgang
tot (steeds meer) zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren.
met de groep en voor problemen in de interactie tussen kinderen
Zonodig verstrekt zij informatie(bronnen) over hygiëne, gezondheid
of levert een bijdrage hieraan. Ze legt het plan van aanpak, indien
en persoonlijke verzorging. Ze schat eventuele risico’s in verband
mogelijk, voor aan het kind en ouders/vervangende opvoeders
met de dynamiek van kinderen in (K). Ze werkt conform procedures
om instemming te verkrijgen voor het plan (E). Indien nodig,
(T). Ze signaleert bij de verzorging of ondersteuning voortgang
stelt zij het plan van aanpak bij. Wanneer sprake is van een
en/of afwijkingen in de ontwikkeling. Zij signaleert symptomen
specifieke begeleidingsvraag, analyseert de pedagogisch werker
van de meest voorkomende ziekten en verleent eerste hulp bij
4 kinderopvang de gegevens uit het kennismakingsgesprek/
kleine ongevallen. In geval van ziekte of ongevallen beslist de
intakegesprek. Ook deze gegevens gebruikt ze bij het schrijven
pedagogisch werker 4 kinderopvang wanneer het nodig is om een
van een plan van aanpak. De pedagogisch werker 4 kinderopvang
arts te raadplegen. Zij houdt zich hierbij aan eventuele protocollen.
geeft aan het kind en de ouders/vervangende opvoeders aan welke
Ze informeert de ouders/vervangende opvoeders.
ondersteuning ‘van buiten’ eventueel nodig is of verwijst naar aanvullende zorgof dienstverlening.
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte
en huishoudelijke werkzaamheden
De pedagogisch werker 4 kinderopvang draagt zorg voor de ruimte
6
en huishoudelijke werkzaamheden. Zij toetst de leefruimte en de
Werkproces 3.2
Werkt aan het bevorderen en bewaken
spelen speelmaterialen op geschiktheid voor de gebruiksdoelen,
van kwaliteitszorg
uitdagendheid, veiligheid, hygiëne en milieurichtlijnen (L) en past
De pedagogisch werker 4 kinderopvang werkt aan het bevorderen
indien gewenst of nodig de leefruime en het gebruik van spel/
en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren
speelmaterialen aan. Ze houdt anderen en zichzelf aan de regels
in ontwikkelof intervisiegroepen en door haar kennis van het
die zijn afgesproken (T). Ze zorgt ervoor dat de huishoudelijke
vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. De pedagogisch
taken uitgevoerd worden door haarzelf of uitgevoerd kunnen
werker 4 kinderopvang werkt met kwaliteitszorgsystemen (S).
worden door andere beroepskrachten.
Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie (T). De pedagogisch werker 4 kinderopvang neemt
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
deel aan onderzoeken die binnen de organisatie verricht worden,
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek
De pedagogisch werker 4 kinderopvang biedt het kind
en werkt mee aan standaarden/of protocolontwikkeling.
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Hierbij speelt ze in op behoeften en interesses van de kinderen, zodat de kinderen
Werkproces 3.3
Stemt de werkzaamheden af
deelnemen aan activiteiten die aansluiten bij hun ontwikkeling en
met betrokkenen
belevingswereld. Het gaat om volgen en uitdagen, om vermaken
De pedagogisch werker 4 kinderopvang stemt haar werkzaam
en ontplooien. Maar ook om het bieden van de vrijheid om niets
heden af met collega’s, draagt werkzaamheden over, maakt
te doen. Zij organiseert de activiteiten, voert ze uit (eventueel met
afspraken over de opvang en begeleiding en over knelpunten
behulp van anderen), kiest spelen speelmateriaal (L) en begeleidt
daarin. Zij neemt deel aan voor de afstemming van haar
en stimuleert individuele kinderen of een groep(je) kinderen bij
werkzaamheden relevante overlegvormen (E).
de activiteiten (C). Ze signaleert en onderzoekt voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling van het kind bij de uitvoering van
Werkproces 3.4
de ontwikkelingsgerichte activiteiten. Eventueel enthousiasmeert
De pedagogisch werker 4 kinderopvang voert coördinerende
Voert coördinerende taken uit
ze betrokkenen (ouders, vrijwilligers) om een bijdrage te leveren
taken uit. Ze maakt een verdeling van de werkzaamheden, geeft
aan de uitvoering van de activiteiten en werkt ze met hen samen.
prioriteiten aan en houdt contact met collega’s en deskundigen
Ze stimuleert en adviseert ouders met betrekking tot het thuis
binnen de organisatie over de opvang en begeleiding van de
uitvoeren van (spel) activiteiten met hun kind.
kinderen. De pedagogisch werker 4 kinderopvang stemt de werkzaamheden van de verschillende betrokkenen op elkaar af
Kerntaak 3
Uitvoeren van organisatie-
(Q), ze ziet toe op de uitvoering van de werkzaamheden en de
en professiegebonden taken
continuïteit van de opvang en begeleiding. In dit kader organiseert
Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en
en geeft ze werkbegeleiding aan nieuwe collega’s en vrijwilligers
professionalisering van het beroep
(B).
De pedagogisch werker 4 kinderopvang werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het
Werkproces 3.5
beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert
De pedagogisch werker 4 kinderopvang bouwt en onderhoudt een
Onderhoudt een netwerk
haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en
actief netwerk van contacten met collega’s en deskundigen van
vaardigheden. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren
andere organisaties en disciplines (G). Ze neemt in het kader van dit
(P). Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk
netwerk deel aan relevante overlegvormen en collegiale consultatie
ontwikkelplan op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke
met betrekking tot de opvang en begeleiding van de kinderen. Zij
discussies met collega’s en anderen over het beroep en levert
draagt gegevens over naar collega’s in organisaties die bij het kind
zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de
betrokken zijn.
beroepsuitoefening en draagt deze ook uit aan anderen (K).
7
Werkproces 3.6
Voert beleidsmatige taken uit
Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg
De pedagogisch werker 4 kinderopvang voert beleidsmatige
niveau 4
taken uit. Zij participeert in beleidsvoorbereiding, dat wil zeggen:
Kerntaak 1
zij signaleert ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en
programma en plan van aanpak
doet voorstellen voor beleidswijzigingen. Ze onderzoekt of deze
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
voorstellen haalbaar zijn. Op basis hiervan stelt zij mogelijk uit
van het kind/de jongere
te voeren activiteiten van de organisatie/vestiging voor (H). Zij
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg inventariseert de
bevraagt collega’s binnen de organisatie/vestiging op knelpunten in
situatie en wensen van het kind/de jongere. Zij voert een
het (pedagogisch) beleid (E) en zoekt oplossingen, ze plant daarop
kennismakingsgesprek met het kind/de jongere en de ouders/
activiteiten waarvoor zij verantwoordelijk is of stelt deze bij. De
vervangende opvoeders om de situatie en wensen in kaart te
pedagogisch werker 4 kinderopvang verwoordt in voorkomende
brengen (R). Zij observeert het kind/de jongere tijdens de opvang/
gevallen het (pedagogisch) beleid van haar organisatie en handelt
begeleiding en verzamelt eventueel aanvullende informatie. De
ernaar, zowel richting intern betrokkenen als richting groepen in
pedagogisch werker 4 jeugdzorg neemt daarnaast kennis van het
haar werkgebied, samenwerkingspartners en beleidsmakers.
indicatiebesluit.
Werkproces 3.7
Werkproces 1.2
Voert beheertaken uit
Opstellen van een activiteiten-
Stelt een activiteitenprogramma op
De pedagogisch werker 4 kinderopvang voert beheertaken uit.
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg stelt een activiteiten
Zij levert een praktische en organisatorische bijdrage aan het
programma op. Indien mogelijk betrekt zij daarbij de kinderen/
functioneren van haar organisatie. Zij draagt bij aan het zakelijk
jongeren door hen input te laten leveren (E). Zij zoekt uit welke
beheer, bijvoorbeeld het doen van bestellingen, bijhouden van
mogelijkheden voor activiteiten er zijn en selecteert activiteiten.
de (kantoor)materialen, toezien op onderhoud van apparatuur, materiaal en werkruimte, etc. Zij bewaakt het budget voor de
Werkproces 1.3
activiteiten (Y) en levert (financiële) rapportages (J).
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg maakt een plan van aanpak (J)
Maakt een plan van aanpak
voor omgang met een individueel kind/individuele jongere, voor Werkproces 3.8
Evalueert de werkzaamheden
omgang met de groep en voor problemen in de interactie tussen
De pedagogisch werker 4 kinderopvang evalueert periodiek en
kinderen/jongeren of levert een bijdrage hieraan. Ze legt het plan
aan het eind van het uitvoeringstraject de geboden opvang en
van aanpak, indien mogelijk, voor aan het kind/de jongere en
begeleiding en de uitgevoerde coördinerende, beleidsmatige
ouders/vervangende opvoeders om instemming te verkrijgen voor
en beheertaken. Ze verzamelt relevante gegevens voor de
het plan (E). Indien nodig, stelt zij het plan van aanpak bij.
evaluatie en analyseert deze (M). Op basis daarvan schrijft zij een evaluatieverslag (J). Zij bespreekt de gegevens uit de evaluatie
Kerntaak 2
met betrokkenen. Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg
van het kind/de jongere
gewenste veranderingen door in de opvang en begeleiding en in
Werkproces 2.1
de uitvoering van de coördinerende, beleidsmatige, beheertaken
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg biedt het kind/de jongere
en netwerkcontacten.
opvang/een ‘(tweede) thuis’. Zij wisselt bij het komen en gaan van
Opvoeden en ontwikkelen
Biedt het kind/de jongere opvang
de kinderen/jongeren informatie uit met de ouders/vervangende Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010
opvoeders. Ze houdt zicht op kinderen/jongeren in de groep en zorgt voor een optimaal groepsen leefklimaat. Ze signaleert problemen in de interactie tussen kinderen/jongeren in de groep en begeleidt hen daarbij. Ze handhaaft orde en treedt regelend op bij in de groep ongewenst gedrag (B). Ze schat eventuele risico’s in en onderneemt tijdig actie. Ze werkt conform procedures. De pedagogisch werker 4 jeugdzorg levert een bijdrage aan de
8
uitbreiding van het gedragsrepertoire van het kind/de jongere door
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
voorbeeldgedrag te tonen en door het kind/de jongere zonodig
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
feedback te geven op zijn gedrag en alternatieven te bespreken
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg biedt het kind/de jongere
(C). Ze helpt het kind/de jongere om te gaan met beperkingen
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Hierbij speelt ze in op
of gedragsproblemen. Ze voedt kinderen/jongeren (mede) op,
behoeften en interesses van de kinderen, zodat de kinderen
ze draagt waarden en normen over en leert kinderen/jongeren
deelnemen aan activiteiten die aansluiten bij hun ontwikkeling en
omgaan met praktische zaken (zoals persoonlijke eigendommen,
belevingswereld. Het gaat om volgen en uitdagen, om vermaken
financiën, huiswerk). De pedagogisch werker 4 jeugdzorg signaleert
en ontplooien. Maar ook om het bieden van de vrijheid om niets
voortgang en/of afwijkingen in de sociaal-emotionele ontwikkeling
te doen. Zij organiseert de activiteiten, voert ze uit (eventueel met
van het kind/de jongere. Zonodig adviseert zij ouders/vervangende
behulp van anderen), kiest spelen speelmateriaal (L) en begeleidt
opvoeders bij opvoedingsvraagstukken (E).
en stimuleert individuele kinderen/jongeren of een groep(je) kinderen/jongeren bij de activiteiten (C). Ze signaleert voortgang
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
en/of afwijkingen in de ontwikkeling van het kind/de jongere bij de
persoonlijke verzorging
uitvoering van de ontwikkelingsgerichte activiteiten en bespreekt
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg biedt het kind/de jongere
dit zonodig met haar leidinggevende. Eventueel enthousiasmeert
persoonlijke verzorging of ondersteunt hem (C) bij ADL-activiteiten
ze betrokkenen (ouders, vrijwilligers) om een bijdrage te leveren
(algemene dagelijkse levensverrichtingen) en ze stimuleert het
aan de uitvoering van de activiteiten en werkt ze met hen samen.
kind/de jongere daarbij tot (steeds meer) zelfredzaamheid en
Ze stimuleert en adviseert ouders met betrekking tot het thuis
zelfstandig functioneren. Zonodig verstrekt zij informatie(bronnen)
uitvoeren van (spel)activiteiten met hun kind.
over hygiëne, gezondheid en persoonlijke verzorging. Ze signaleert bij de verzorging of ondersteuning voortgang en/
Werkproces 2.5
Ondersteunt het kind/de jongere
of afwijkingen in de ontwikkeling en bespreekt dit indien nodig
bij werk, scholing en vrije tijd
met haar leidinggevende. Zij signaleert symptomen van de meest
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg ondersteunt het kind/de
voorkomende ziekten en verleent eerste hulp bij kleine ongevallen.
jongere bij werk, scholing en vrije tijd. Zij biedt het kind/de jongere
Hierbij handelt ze volgens de richtlijnen van de instelling (T). Ze
informatie(bronnen) aan over (vrije)tijdsbesteding, werken en leren,
informeert de ouders/vervangende opvoeders.
waarmee het kind/de jongere zijn leefsituatie kan optimaliseren. Ze motiveert en activeert het kind/de jongere bij het benutten en
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte
versterken van zijn gewenste sociale netwerk. Ze stimuleert het
en huishoudelijke werkzaamheden
kind/de jongere tot eigen initiatief en geeft waar nodig advies,
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg draagt zorg voor de ruimte
aanwijzingen, voorbeelden en keuzemogelijkheden (C). Ze betrekt
en huishoudelijke werkzaamheden. Zij toetst de leefruimte en de
zoveel mogelijk het gezin en het sociale netwerk van het kind/de
spelen speelmaterialen op geschiktheid voor de gebruiksdoelen,
jongere.
uitdagendheid, veiligheid, hygiëne en milieurichtlijnen en past indien gewenst of nodig de leefruime en het gebruik van spel/
Kerntaak 3
speelmaterialen aan (L). Ze houdt anderen en zichzelf aan de regels
en professiegebonden taken
die zijn afgesproken (T). Ze zorgt ervoor dat de huishoudelijke
Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering
taken uitgevoerd worden door haarzelf of uitgevoerd kunnen
en professionalisering van het beroep
worden door andere beroepskrachten. De pedagogisch werker 4
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg werkt aan
jeugdzorg stemt de uitvoering van huishoudelijke taken af met het
deskundigheidsbevordering en professionalisering van het
kind/de jongere (C).
beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert
Uitvoeren van organisatie-
haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren (P) en geeft feedback aan collega’s en vrijwilligers.
9
Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen (K).
Werkproces 3.2
Werkt aan het bevorderen
en bewaken van kwaliteitszorg
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkelof intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. De pedagogisch werker 4 jeugdzorg werkt met kwaliteitszorgsystemen (S). Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie (T).
Werkproces 3.3
Stemt de werkzaamheden af
met betrokkenen
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg stemt haar werkzaamheden af met collega’s, draagt werkzaamheden over, maakt afspraken over de opvang en begeleiding en knelpunten daarin. Zij neemt deel aan voor de afstemming van haar werkzaamheden relevante overlegvormen (E).
Werkproces 3.8
Evalueert de werkzaamheden
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg evalueert de geboden opvang en begeleiding periodiek en aan het eind van het uitvoeringstraject. Ze verzamelt relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze (M). Op basis daarvan schrijft zij een evaluatieverslag (J) of evalueert zij mondeling met haar leidinggevende. Zij bespreekt de gegevens uit de evaluatie met betrokkenen. Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg gewenste veranderingen in opvang en begeleiding door. De pedagogisch werker 4 jeugdzorg legt gegevens met betrekking tot de voortgang vast in het dossier van het kind/de jongere.
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010
10
COMPETENTIES Competentie: een combinatie van kennis, vaardigheden en
De volgende competenties zijn in het kwalificatiedossier
houding die je nodig hebt om werkprocessen goed uit te voeren.
Pedagogisch Werk 2009-2010 opgenomen.
In het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010 is
Pedagogisch Werker 3 Kinderopvang
gebruikgemaakt van het Competentiemodel Beroepsonderwijs
niveau 3
Bedrijfsleven - powered by SHL. Dit competentiemodel bestaat uit
B, C, D, E, F, J, K, L, M, N, P, Q, R, S, T, U
25 competenties.
Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang A Beslissen en activiteiten initiëren
niveau 4
B Aansturen
A, B, C, D, E, F, G, H, J, K, L, M, N, P, Q, R, S, T, U, Y
C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen
Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg
E Samenwerken en overleggen
niveau 4
F Ethisch en integer handelen
B, C, D, E, F, J, K, L, M, N, P, Q, R, S, T, U, V
G Relaties bouwen en netwerken H Overtuigen en beïnvloeden I
Presenteren
J
Formuleren en rapporteren
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010
K Vakdeskundigheid toepassen
Om een werkproces goed uit te voeren zijn meerdere competenties
L Materialen en middelen inzetten
nodig. Ter illustratie worden voor iedere uitstroom (Pedagogisch
M Analyseren
werker 3 Kinderopvang, Pedagogisch werker 4 Kinderopvang,
N Onderzoeken
Pedagogisch werker 4 Jeugdzorg) vijf competenties uitgewerkt.
O Creëren en innoveren
Hierbij is gebruikgemaakt van de prestatie-indicatoren in het
P Leren
kwalificatiedossier.
Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
Prestatie-indicator: beschrijft het succesvol inzetten van de
S Kwaliteit leveren
competentie bij het werkproces.
T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met verandering en aanpassen
Onderstaande tekst beschrijft (voorbeeldmatig) hoe een
V Met druk en tegenslag omgaan
competentie binnen een werkproces wordt toegepast.
W Gedrevenheid en ambitie tonen X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen
Bron: Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven - powered by SHL
11
Pedagogisch Werker 3 Kinderopvang
Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang
niveau 3
niveau 4
Competentie B Aansturen
Competentie A Beslissen en activiteiten initiëren
Werkproces 2.1
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en
De pedagogisch werker 3 kinderopvang toont overwicht bij het
wensen van het kind/de jongere
handhaven van afspraken en regels, zodat bij het kind en de groep
De pedagogisch werker 4 kinderopvang hakt indien nodig knopen
duidelijk is welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden
door, zodat duidelijk is of het kind in de opvang kan worden
mogen worden.
geplaatst.
Biedt het kind/de jongere opvang
Competentie C Begeleiden
Competentie C Begeleiden
Werkproces 2.4:
Biedt het kind/de jongere
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
De pedagogisch werker 3 kinderopvang motiveert het kind om zijn
De pedagogisch werker 4 kinderopvang motiveert het kind om zijn
best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken, zodat
best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken, zodat
het kind in zijn ontwikkeling gestimuleerd wordt.
het kind in zijn ontwikkeling gestimuleerd wordt.
Competentie J Formuleren en rapporteren
Competentie F Ethisch en integer handelen
Werkproces 3.8
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
De pedagogisch werker 3 kinderopvang verwerkt en registreert
Evalueert de werkzaamheden
persoonlijke verzorging
zorgvuldig alle benodigde gegevens en scheidt de hoofden
De pedagogisch werker 4 kinderopvang gaat discreet om met
bijzaken, zodat rapportages en evaluaties kernachtig, volledig en
lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging en respecteert
inzichtelijk zijn.
vertrouwelijkheid, zodat het kind zich op zijn gemak voelt.
Competentie L Materialen en middelen inzetten
Competentie H Overtuigen en beïnvloeden
Werkproces 2.4: Biedt het kind/de jongere
Werkproces 3.6:
De pedagogisch werker 4 kinderopvang neemt een duidelijk
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
Voert beleidsmatige taken uit
De pedagogisch werker 3 kinderopvang kiest spelen
standpunt in bij haar voorstellen tot beleids(wijzigingen) en
speelmaterialen die aansluiten bij de behoeften en ontwikkeling
onderbouwt dit met steekhoudende argumenten, zodat het beleid
van het kind en gebruikt deze, eventueel in overleg met
is afgestemd op de specifieke situatie van de organisatie/vestiging.
betrokkenen,effectief en vindingrijk, zodat de ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt.
Competentie R Op de behoeften en verwachting van de ‘klant’ richten
Competentie N Onderzoeken
Werkproces 1.1
Maakt een plan van aanpak
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en
De pedagogisch werker 4 kinderopvang inventariseert actief de
wensen van het kind/de jongere
wensen en verwachtingen van het kind en zijn ouders/vervangende
De pedagogisch werker 3 kinderopvang gebruikt verschillende
opvoeders, zodat duidelijk is of en hoe de organisatie, binnen de
bronnen om informatie over het kind te verzamelen, zodat ze een
mogelijkheden van de dienstverlening, kan inspelen op de situatie
volledig beeld heeft van de situatie en wensen van het kind.
en wensen van het kind.
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010
12
Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg
Competentie T Instructies en procedures opvolgen
niveau 4
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte
Competentie C Begeleiden
en huishoudelijke werkzaamheden
Werkproces 2.5
Ondersteunt het kind/de jongere
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg werkt volgens veiligheids
bij werk, scholing en vrije tijd
regels en voorschriften, ze ziet erop toe dat ook anderen zich aan
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg motiveert het kind/de jongere
deze regels houden en gebruikt materialen op een veilige manier,
zelf oplossingen en alternatieven voor problemen te bedenken en
zodat de veiligheid van de kinderen/jongeren is gewaarborgd.
uit te proberen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken, zodat het kind/de jongere leert hoe hij zijn leefsituatie kan
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2009-2010
verbeteren op het gebied van vrije tijd, werken of leren.
Competentie E Samenwerken en overleggen Werkproces 1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg vraagt de mening en ideeën van kinderen/jongeren en stimuleert hen om input te leveren voor het activiteitenprogramma, zodat het programma tegemoet komt aan hun wensen en behoeften.
Competentie P Leren Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering
en professionalisering van het beroep
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg toont interesse in nieuwe ontwikkelingen in haar eigen vakgebied, vraagt actief om feedback en gebruikt het als een kans om te leren en te verbeteren, stelt zichzelf concrete ontwikkeldoelen en past nieuw geleerde competenties toe in haar werk, zodat zij op een actieve manier haar deskundigheid vergroot.
Competentie R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
persoonlijke verzorging
De pedagogisch werker 4 jeugdzorg geeft het kind/de jongere een op de persoon toegesneden (advies over de) verzorging, zodat aan de behoeften van het kind/de jongere wordt voldaan.
13
14
15