Zadkine Domein Zorg en Welzijn Marconistraat 16 3029 AK Rotterdam
Examen voor helpenden zorg en welzijn, in de thuiszorg 2011-2012
EXAMENOPGAVEN
Totale tijd:
150 minuten
Maximaal te behalen aantal punten:
58
Cesuur:
41
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
1
Instructie voor de kandidaat Om in aanmerking te komen voor het diploma helpende zorg en welzijn moet je een proeve van bekwaamheid afleggen. De proeve van bekwaamheid bestaat uit een aantal praktijkopdrachten die je tijdens het dagdeel waarop het examen plaatsvindt uitvoert. De praktijkopdrachten omvatten zowel huishoudelijke activiteiten, als activiteiten in het kader van het geven van persoonlijke zorg/adl, alsmede ook (sociale) activiteiten. Daarnaast moet je nog drie theorie-examens afleggen. Verder moet je een reflectieopdracht maken. Hierin geef je zelf een oordeel over de praktijkopdrachten die je uitgevoerd hebt. Omdat je ook steeds op de hoogte moet zijn en blijven van ontwikkelingen op het gebied van je beroep, is er in deze proeve een opdracht voor deskundigheidsbevordering opgenomen. De opdracht heeft te maken met de ouder-wordende mens.
Het examen duurt ongeveer twee en een half uur. De examinator is tijdens dat dagdeel aanwezig en observeert en beoordeelt je verrichtingen. Aan het einde van het examen hoor je van de examinator hoeveel punten je gehaald hebt en of je geslaagd of gezakt bent.
Veel succes met het examen.
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
2
Casus Als helpende zorg en welzijn, werkzaam in een thuiszorgorganisatie verleen je zorg aan thuiswonende cliënten. In de meeste gevallen zal het gaan om oudere cliënten. Je zult vooral hulp verlenen bij persoonlijke zorg en adl-activiteiten. Echter als helpende zorg en welzijn moet je ook in staat zijn om hulp te verlenen bij huishoudelijke activiteiten en bij sociale activiteiten. In deze proeve zullen deze drie verschillende soorten activiteiten aan de orde komen.
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
3
1. Hulp bij huishouden, wonen en recreëren
1.1 praktijkopdracht . 1. Maak voordat het examen plaatsvindt een werkplanning van de activiteiten die je tijdens het dagdeel waarop het examen afgelegd wordt gaat uitvoeren. Je moet zowel huishoudelijke activiteiten, als activiteiten in het kader van persoonlijke zorg/adl, als (sociale) activiteiten plannen (sociale activiteiten zijn vooral begeleidingsactiviteiten). Gebruik hiervoor uitwerkbijlage 1. Lever de uitwerkbijlage 1 ingevuld in bij de examinator bij aanvang van het examen.
2. Voer de in je werkplanning beschreven schoonmaakwerkzaamheden uit.
Tijdens het dagdeel waarop het examen plaatsvindt, zul je ook ondersteuning verlenen mbt voeding van de cliënt. Het gaat daarbij om zorg bij eten en drinken. Mocht je in de dagelijkse werksituatie de zorg bij eten en drinken niet hoeven te verlenen dan vertel je aan de examinator welke voorbereidingen je zou doen als voorbereiding op de eerstvolgende maaltijd die de cliënt tot zich neemt, wanneer jij die zorg wel zou moeten geven.
3. Tref voorbereidingen voor de eerstvolgende maaltijd van de cliënt
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
4
2. Hulp bij persoonlijke zorg/adl
2.1 praktijkopdracht
In de vorige opdracht heb je voorbereidingen getroffen voor de maaltijd van de zorgvrager. In deze opdracht ondersteun je de cliënt bij het eten en drinken. Mocht je in de dagelijse werksituatie die ondersteuning niet hoeven te verlenen dan vertel je aan de examinator welke hulp je zou verlenen wanneer die ondersteuning wel gewenst zou zijn.
4. Ondersteun de cliënt bij het eten en/of drinken. Verzorgen van een cliënt in de thuiszorg betekent altijd dat je de persoonlijke zorg ondersteunt. In de planning heb je aangegeven welke persoonlijke zorg of ondersteuning van adlactiviteiten je bij deze cliënt verleent. In de volgende opdracht voer je de geplande persoonlijke zorg of adl-ondersteuning uit. 5. Ondersteun de persoonlijke zorg van de cliënt.
Stel je voor dat tijdens het eten de cliënt zich verslikt. De cliënt rood aan en jij ziet dat de cliënt geen lucht krijgt.
6. Vertel welke hulp je aan de cliënt verleent.
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
5
3. Hulp bij (sociale) activiteiten
3.1 praktijkopdracht
Wanneer je bij de cliënt hulp verleent ga je ook in op de activiteiten die de cliënt die dag wil gaan verrichten. In een aantal gevallen heeft de cliënt daarbij ondersteuning nodig.
7. Bespreek met de cliënt welke activiteit hij zou willen doen.
De cliënt is niet altijd in staat om de gekozen activiteit zelfstandig uit te voeren. Jij zult daarbij als helpende zorg en welzijn hulp moeten verlenen. Die hulp kan inhouden dat je daadwerkelijk de cliënt helpt bij zijn activiteit. Maar het kan ook zijn, dat je de cliënt stimuleert om de activiteit uit te voeren.
8. Ondersteun de cliënt bij de gekozen activiteit? (Wanneer de cliënt geen ondersteuning nodig heeft bij het uitvoeren van deze activiteit dan vertel je aan de examinator welke ondersteuning je zou verlenen wanneer de cliënt niet zelfstandig de activiteit kan uitvoeren).
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
6
4
Reflectieopdracht
9. Je hebt drie opdrachten uitgevoerd. Reflecteer op elke uitgevoerde opdracht. Gebruik daarbij uitwerkbijlage 2 „reflecteren‟. Schrijf bij elke opdracht op wat goed ging, wat gedeeltelijk goed ging en wat niet goed ging. Geef daarbij steeds een toelichting.
5
Deskundigheidsbevorderingsopdracht Bij ouderen verandert de motoriek. Vaak zal ook de geheugenfunctie veranderen.
10. Geef aan op welke wijze je je kennis over de motorische ontwikkeling en de geheugenontwikkeling van de aan jou toevertrouwde cliënt verwerft.
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
7
Scoringslijst In deze scoringslijst zie je hoeveel punten je maximaal per opdracht behalen kunt.
Nr. Naam opdracht
Max. te behalen punten
1. 2. 3.
Hulp bij huishouden, wonen en recreëren Maken van een werkplanning Uitvoeren van de werkplanning Voorbereiding treffen voor de eerstvolgende maaltijd
4 6 6
4. 5. 6.
Hulp bij persoonlijke zorg/adl Helpen bij het eten/drinken Persoonlijke zorg ondersteunen Hulp verlenen bij verslikken
8 9 6
7. 8.
Hulp bij (sociale) activiteiten Kiezen van activiteit Hulp verlenen bij de gekozen activiteit
5 6
9. 10.
Aparte opdrachten Reflectieopdracht Deskundigheidsbevorderingsopdracht
6 2
Totaal
58
Om te slagen voor de proeve moet je minimaal 41 punten behaald hebben.
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
8
Uitwerkbijlage 1: planning van werkzaamheden
activiteit Hulp bij huishouden, wonen en recreëren
planning
Hulp bij persoonlijke zorg/adl
Hulp bij Sociale activiteiten
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
9
Uitwerkbijlage 2 “Reflectieopdracht”
12.
Je hebt drie praktijkopdrachten uitgevoerd: a. Praktijkopdracht “hulp bij huishouden, wonen en recreëren” b. Praktijkopdracht “hulp bij persoonlijke zorg/adl” c. Praktijkopdracht “hulp bij (sociale) activiteiten” Reflecteer op elke uitgevoerde opdracht. Schrijf op wat goed ging, wat gedeeltelijk goed ging en wat niet goed ging. Geef daarbij steeds een toelichting. Gebruik voor deze opdracht het schema op de volgende bladzijde.
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
10
Uitwerkschema “Reflectieopdracht”. Gebruik één van de 3 onderstaande cijfers voor de beoordeling. 3 goed 2 gedeeltelijk goed 1 niet goed
aandachtsgebied Hulp bij huishouden, wonen en recreëren:
cijfer
Toelichting
Hulp bij persoonlijke zorg/adl
Hulp bij (sociale) activiteiten
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
11
Evaluatie Examen Helpende zorg en welzijn, Mevrouw, mijnheer Zadkine wil graag uw mening weten over de examens. Immers, u kunt als geen ander aangeven of de kwaliteit hiervan voldoende is. Daarom hebben we een vragenlijst gemaakt. We verzoeken u om na afloop van de proeve van bekwaamheid deze vragenlijst in te vullen. Naam opleiding:
Helpende zorg en welzijn,
Examendatum:
……………………………….
Examinator:
……………………………….
ja
nee
1. Ik heb voorafgaande aan het examen voldoende informatie gekregen over het examen. 2. Het examen is op tijd begonnen en op tijd geëindigd 3. De tijd om het examen (de proeve) af te leggen was voldoende 4. Ik begreep de vragen en opdrachten in het examen 5. Ik wist wat ik moest doen tijdens het examen. 6. De examinator heeft mij op correcte wijze geëxamineerd. 7. De wijze waarop ik beoordeeld ben was voor mij duidelijk 8. Ik vond het prettig om direct na de proeve de uitslag van het examen te krijgen. 9. Ik weet hoe ik inzage moet krijgen in het examen 10.Als ik een klacht over het examen heb, weet ik wat ik moet doen.
Welk rapportcijfer geeft u over het examen (tussen 1 en 10)
Mocht u suggesties hebben voor het verbeteren van het examen, dan kunt u deze hieronder opschrijven.
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
12
Examen voor helpende zorg en welzijn, variant thuiszorg KCM
13