4 Gedrag DO-IT
4.2
Aapt een aap echt na?
4.4
Hoe leven dieren samen in een groep?
PARAGRAFEN
4.1
Opdrachten 1-24
4.2
Opdrachten 1-20
4.3
Opdrachten 1-16
4.4
Opdrachten 1-16
Datum
✔
Datum
✔
Datum
✔
Datum
✔
Samenvatten Test jezelf PRACTICUM
4.1
Practicum 1
4.1
Practicum 2
4.2
Practicum 1
4.2
Practicum 2
VERDIEPING
Opdrachten 1-10
4
Boek 9789001810795.indd 4
81079-4
© Noordhoff Uitgevers bv
22-09-11 15:38
DO-IT 4.4
Hoe leven dieren samen in een groep? r e s u ltaat Een poster over het gedrag van groepsdieren. Een presentatie aan de klas over groepsdieren.
A an d e s l ag 1
2
Maak een groepje van drie leerlingen en kies samen een diersoort die
Verdeel de werkzaamheden. Er zijn drie dingen waar je speciaal naar
in groepen leeft. Geef aan je docent door welke diersoort jullie groep gaat onderzoeken.
kijkt bij het verzamelen van informatie. • samenwerking in de groep • wie is er de baas? • ruzie in de groep Ieder lid van jullie groep zoekt informatie over een van deze drie dingen. > Zoek in paragraaf 4.4 in je leerboek informatie over het leven in groepen.
3
4
5 6
Verwerk de gevonden informatie overzichtelijk op een groot vel papier.
Elke groep moet in twee à drie minuten aan de klas iets vertellen over het
Hang jullie poster aan de muur in de klas.
Presenteer de door jullie gevonden informatie aan de rest van de klas.
Hou de informatie kort en overzichtelijk. Probeer dus niet alles op te schrijven! Maak ook gebruik van foto’s, tekeningen, kaarten en schema’s.
groepsgedrag van hun eigen dier. Bereid in je groep deze korte spreekbeurt voor.
3
60 min
81079-4-D-04
© Noordhoff Uitgevers bv
Boek 9789001810795.indd 25
>> Ga
naar je leerboek blz. 82.
Benod igdh ede n • grote vellen papier (A2 of A3) • viltstiften • lijmstift
DO-IT 4.4 >> 25
22-09-11 15:38
DO-IT 4.4 v ra g e n e n o pdr achte n 1
Groepsdieren werken vaak samen. Bekijk de posters van alle groepjes. Geef drie voorbeelden van hoe groepsdieren met elkaar samenwerken. 1 2 3
2
a In groepen is soms één dier de ‘baas’. De andere dieren zijn minder
belangrijk. Hoe heet dat? A volgorde B rangorde C groepsorde b Bekijk de posters. Noem drie diersoorten waar één dier de ‘baas’ is in de groep.
3
a Dieren die in groepen leven, vertonen soms agressief gedrag. Toch
wordt er maar weinig gevochten. Bekijk de posters. Hoe voorkomen groepsdieren gevechten?
b Waarom moeten gevechten voorkomen worden?
4
Op het schoolplein zie je vaak gedrag dat ook voorkomt bij groepsdieren. Bekijk de posters. Geef drie voorbeelden van dergelijk gedrag.
Beoordeling DO-IT
26 >> 4 Gedrag
Boek 9789001810795.indd 26
Paraaf docent
81079-4-D-04
© Noordhoff Uitgevers bv
22-09-11 15:38
4.4 Samen
leven
1
Lees de vraag in de intro van de paragraaf in het leerboek op bladzijde 83. Mijn antwoord op de introvraag is: A Het kuiken gaat mee voedsel zoeken in zee. B Het kuiken zit in een soort crèche, met andere kuikens. C Het kuiken blijft bij het eigen nest.
2
Noem vier groepen waarin jij samen met anderen iets moet doen. 1 2 3 4
Hoe werken dieren samen in een groep? 3
>>
Zie leerboek blz. 83.
a Geef twee voorbeelden van hoe je in de klas kunt samenwerken. b Bij jou op school moet je je vast ook aan regels houden.
Schrijf vier regels op die in de biologieles gelden.
1
3
2
4
4
a De spreeuwen in bron 1 werken samen. Waaraan kun je dat zien?
5
Bekijk bron 2 in je leerboek. De buffels in de tekening hiernaast worden aangevallen door wolven.
A Ze vliegen uit elkaar en maken allemaal verschillende bewegingen. B Ze vliegen uit elkaar en maken allemaal dezelfde bewegingen. C Ze vliegen in een bolvorm en maken allemaal dezelfde bewegingen. D Ze vliegen in een bolvorm en maken allemaal verschillende bewegingen. b Wat is voor de spreeuwen het voordeel van het samenwerken?
a Leg uit hoe de wolven samenwerken. b Leg uit hoe de buffels samenwerken.
81079-4-P-04
© Noordhoff Uitgevers bv
Boek 9789001810795.indd 27
4.4 Samen leven >> 27
22-09-11 15:38
▼ 6
a Bekijk de foto van de pinguïns aan het begin van paragraaf 4.4.
Leg uit hoe de pinguïns samenwerken.
b Pinguïns en meeuwen broeden in grote groepen dicht bij elkaar.
Waarom hebben deze kolonievogels zo een grotere overlevingskans?
Wie is de baas in een groep? 7
>>
Zie leerboek blz. 84.
>>
Zie leerboek blz. 84.
Vul in: onderdanig – dominant – rangorde
a In een groep dieren zijn er leiders, die noem je b De andere dieren zijn c In zo’n groep dieren is een 8
a Bekijk bron 3 in je leerboek.
Waaraan zie je welke hond onderdanig is? Geef een beschrijving.
b De onderdanige houding is een signaal. Voor wie?
c Wat betekent dat signaal?
Wordt er bij ruzie altijd gevochten? 9
10
Goed of fout? Omcirkel.
a Dieren dreigen als ze willen aanvallen.
goed / fout
b Aanvallen hoort bij agressief zijn en vluchten hoort bij bang zijn.
goed / fout
c Bij dreigen bepaal je door te vechten wie de sterkste is.
goed / fout
Dreigen is eigenlijk een soort twijfelgedrag. Ja / Nee, want
28 >> 4 Gedrag
Boek 9789001810795.indd 28
81079-4-P-04
© Noordhoff Uitgevers bv
22-09-11 15:38
11
a Bekijk bron 4 in je leerboek. Welke kat laat hier het overspronggedrag zien?
Omcirkel: linker kat / rechter kat
b Onderstreep in het volgende stukje tekst het overspronggedrag. Yasmin heeft een spreekbeurt. Ze moet voor het bord komen. Ze heeft haar spreekbeurt goed voorbereid. Maar nu het zover is, wil ze het liefst de klas uitlopen. Ze begint te giechelen. De docent noemt nog een keer haar naam. Ze loopt langzaam naar voren.
12
Bron 5 in je leerboek laat overspronggedrag zien als je iets niet weet. Ga bij jezelf na welk overspronggedrag ij hebt als je je verlegen voelt. Kruis aan of vul nog een ander voorbeeld in. q Ik ga giechelen. q Ik bijt nagels. q Ik pluk aan mijn haar. q Ik begin te draaien. q Ik pulk in mijn neus. q Ik ga met voorwerpen spelen. q Anders, namelijk
13
Wat heb je nu geleerd over het gedrag van dieren in een groep? a Trek lijnen tussen elke tekening en het bijpassende woord. b Trek daarna lijnen tussen ieder woord en de juiste omschrijving.
woord omschrijving
•
onderdanig
•
•
L aten zien hoe gevaarlijk je bent.
•
dreigen
•
•
Dat er leiders en volgers zijn.
• rangorde • • Gedrag dat op dat moment eigenlijk niet past.
•
dominant
•
•
Laten zien dat je geen ruzie wilt.
•
overspronggedrag
•
•
L aten zien dat je de sterkste bent.
81079-4-P-04
© Noordhoff Uitgevers bv
Boek 9789001810795.indd 29
4.4 Samen leven >> 29
22-09-11 15:38
EXTRA
Een partner versieren 14
Bekijk bron 6 in je leerboek. a Wat is het overdreven signaal van de pauw?
b Is het een mannetje of een vrouwtje op de foto? Leg uit waarom c Welke betekenis heeft dit signaal? Kruis aan.
15
q Ik ben de mooiste.
q Ik wil je helpen.
a Welke handeling uit het baltsgedrag zie je bij de keizerspinguïns in bron 7 in je leerboek?
b Welk gedrag van mensen lijkt op het baltsgedrag van het visdiefje in bron 8?
16
a Teken en kleur je eigen fantasiedier. In de tekening zitten twee signalen die het fantasiedier nodig heeft tijdens de balts.
b Bedenk twee voorbeelden van gedrag dat het dier kan gebruiken om indruk te maken. Denk aan bewegingen, de houding van het dier, geluiden, enzovoort.
30 >> 4 Gedrag
Boek 9789001810795.indd 30
81079-4-P-04
© Noordhoff Uitgevers bv
22-09-11 15:38