Verslag van de vergadering van de Statencommissie Bestuur en Financiën, gehouden op woensdag 28 oktober 2009 van 17.00 uur tot 19.30 uur in de Statenzaal van het Provinciehuis te Groningen. 1.
Opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering en deelt mee dat de verslaglegging van commissievergaderingen in het vervolg samenvattend zal zijn in plaats van woordelijk en dat van elke vergadering een CD-rom beschikbaar is. Dhr. Brouns zal later aanwezig zijn. 2. Regeling van werkzaamheden - Er zijn geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag - Vaststelling van de agenda Als agendapunt 11 wordt toegevoegd: de brief van GS van 20 oktober 2009, nr. 200961.843, FC, betreffende verstrekken geldleningen aan TenneT. In de betreffende brief staat een typefout. Het uiteindelijke bedrag is € 37.970.685,00. Gedeputeerde De Bruijne heeft verzocht om aan het eind van de vergadering vertrouwelijke mededelingen te doen inzake het dossier Blauwe Stad. De agenda wordt vastgesteld en dhr. Sangers (SP) en dhr. Zanen (PvhN) kondigen aan dat zij niet bij dit vertrouwelijke deel aanwezig zullen zijn. 3. Gelegenheid tot spreken voor niet-Statenleden (m.b.t. geagendeerde onderwerpen) Van deze gelegenheid wordt geen gebruik gemaakt. 4. Vaststelling verslag Statencommissie Bestuur en Financiën van 9 september 2009 Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt zich af of het verslag weergeeft wat bedoeld is. Hij heeft een verhaal gehouden over EPZ en daarvan is slechts één zin opgenomen. Dhr. Van der Ploeg vraagt zich af of het beter is om het verslag voor kennisgeving aan te nemen in plaats van vast te stellen. Mw. Mansveld (PvdA) wijst erop dat er dan een niet-vastgesteld verslag is op CD-rom. Zij vraagt zich af of dat de bedoeling moet zijn. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt voor om hierover na de vergadering in het Presidium verder over te spreken. Dhr. Van den Berg (voorzitter GS, CdK) stelt voor dat aangegeven wordt wat er is gemist in het verslag. Bij een gecomprimeerde vorm is dat de manier. Eventueel kan het verslag met een aanvulling later definitief worden vastgesteld
1
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) merkt op dat niets is opgenomen over een strategie om een tweede kerncentrale in Nederland tegen te houden. Het betrof weliswaar geen vraag- en antwoordspel met het College, maar het was wel een relevante opmerking, aldus dhr. Van der Ploeg. De voorzitter begrijpt dat dhr. Van der Ploeg die passage alsnog opgenomen wenst in het verslag. Er zal voor gezorgd worden dat dit alsnog gebeurt. Dhr. Sangers (SP) vraagt of er bij de afspraken over de nieuwe wijze van verslaglegging overeengekomen is of na een bepaalde tijd evaluatie plaatsvindt om te bezien of dit bevalt. De voorzitter bevestigt dat dit in het Presidium is besproken. Hij concludeert dat het punt van dhr. 1 Van der Ploeg wordt opgenomen in het verslag waarna het kan worden vastgesteld . 5.
Toezeggingenlijst
De voorzitter vraagt aan gedeputeerde Moorlag wanneer het eindbeeld Essent kan worden verwacht. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat daarover spoedig twee brieven worden verstuurd. De voorzitter concludeert dat de toezeggingen Essent de volgende vergadering worden besproken. Toezegging 1 en 3 blijven staan. Dhr. Van den Berg (voorzitter GS, CdK) verklaart inzake toezegging 3 (wijziging van de bestuursstructuur GSP) dat door de ingestelde werkgroep wordt getracht om afsluitende besluitvorming eind dit jaar of begin volgend jaar mogelijk te maken. Toezegging 5. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) verklaart dat de betreffende brief is uitgegaan. Toezegging 7 kan worden geschrapt. Toezegging 10. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) deelt mee dat het mogelijk is om in de subsidievoorwaarden op te nemen dat een managementletter verstrekt moet worden. Het College is voornemens dit elke keer bij de vaststelling van subsidievoorwaarden te gaan regelen. De voorzitter concludeert dat de toezegging kan worden geschrapt. 6.
Mededelingen
Dhr. Van den Berg (voorzitter GS, CdK) gaat in op vragen over IPO en de nieuwe structuur in het kader van de herinrichting Openbaar Bestuur, de zogenaamde 18-de werkgroep Chris Kalden. De vraag is wat een goed moment is de Staten te informeren. Mogelijk is januari/februari een relevant moment qua gedachtevorming als informatie. Dat zou in het Presidium nader kunnen worden afgestemd. Mw. Mansveld (PvdA) wenst dat Statenleden de mogelijkheid hebben om input te leveren aan de bestuurders in het IPO-bestuur om een advies aan de 18-de werkgroep voor te bereiden. Dat kan via meerdere wegen: via afvaardiging van Statenleden of via discussie landelijk tussen Statenleden. Dhr. Van den Berg (voorzitter GS, CdK) acht het principe dat Statenleden, ook in gezamenlijkheid, worden ingeschakeld een vanzelfsprekend uitgangspunt. Dat is goed voor het draagvlak zowel als voor de ideeënvorming. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) merkt op dat er vanuit de Staten een lijn naar het IPO is, zij het een beperkte. In het IPO-bestuur is door de voorzitter de noodzaak tot het betrekken van de Staten en het creëren van een breed draagvlak genoemd en onderschreven door het IPO-bestuur. Mw. Mansveld (PvdA) stelt dat er een essentieel verschil is tussen een situatie waarin Statenleden worden geïnformeerd en de situatie waarin Statenleden het IPO-bestuur voeden met ideeën. Zij verzoekt om de input vanuit de Staten en het liefst vanuit de 12 Staten aan de werkgroep binnen het IPO te bewerkstelligen voordat er een standpunt wordt ingenomen in plaats van de situatie dat het standpunt wordt toegelicht voor Statenleden. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat het de Staten vrij staat om zaken te agenderen. De komende tijd zal het College nog regelmatig met de Staten in debat zijn over zaken die het IPO betreffen. Het is goed om dit punt in het IPO-bestuur te bespreken. 1
Zie bijlage bij dit verslag 2
Mw. Mansveld (PvdA) weet dat in Utrecht een motie Statenbreed is aangenomen om van te voren input te leveren. De PvdA-fractie hecht daar veel belang aan. Dhr. Zanen (PvhN) ondersteunt deze positie van de PvdA. Dhr. Stevens (ChristenUnie) ondersteunt deze lijn ook. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) verklaart dat zijn fractie dat ook ten volle doet. Hij begrijpt overigens de terughoudendheid van het College niet. Het College moet zich ervoor inzetten dat het gebeurt. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) voelt zich niet gemachtigd om namens het IPO-bestuur een toezegging te doen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat de gedeputeerde zou kunnen aangeven dat hij er vol voor gaat. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat zijn reactie gezien kan worden als ‘Gronings enthousiasme’. De voorzitter valt dit op als toezegging. Dhr. Luitjens (VVD) ondersteunt het Groningse enthousiasme van dhr. Moorlag. Het zou goed zijn dat vanuit deze Staten boodschappen met eigen vertegenwoordigers meegaan in de discussie in het AB en het DB van het IPO. Dhr. Slager (gedeputeerde) meldt dat Renovatie plus is meegenomen in de bezuinigingsronde. Hij stelt voor om dit niet als afzonderlijk onderwerp te behandelen, maar om het mee te nemen bij de discussie over de bezuinigingen. De voorzitter concludeert dat dit voorstel wordt overgenomen. 7.
Rondvraag
Dhr. Sangers (SP) vraagt inzake het project Blauwe Stad of de aflossing die eerder is uitgesteld, nu wel per 1 november door de Koop Holding zal worden gedaan of reeds is gedaan. De tweede vraag is wanneer de Staten publiekelijk kunnen beschikken over het rapport Alders. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) nodigt dhr. Sangers uit om deel te nemen aan het vertrouwelijke deel van deze vergadering, want hij kan die vragen nu niet in het openbaar beantwoorden. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) refereert aan een brief van de provincie aan de partners in de regio Groningen-Assen over ING-leningen. Hij vraagt waarom de Statenleden deze brief of de inhoud daarvan niet kennen. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat de Staten wel zijn geïnformeerd over het vraagstuk dat speelt bij ING en ook over de heroverweging die het Financieringsstatuut voorschrijft. Aangezien de provincie treasury-activiteiten verricht voor derden, dienen zij te worden geïnformeerd. Vanuit Haren werd gesuggereerd dat het handhaven van het uitzetten van geld bij ING in strijd zou zijn met het Financieringsstatuut. Hierop is gereageerd en meegedeeld dat dit geenszins het geval is. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat de commissie concreet geïnformeerd zou worden hoe de provincie met ING in de toekomst zou willen omgaan. Die informatie is niet ontvangen, noch is informatie ontvangen over het wegzetten van € 40 miljoen bij ING. Hij heeft begrepen dat vanaf nu geen gelden meer worden weggezet bij ING. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) gaat ervan dat de betreffende brief naar de Staten is verstuurd. Overeenkomstig het Financieringsstatuut worden inderdaad geen nieuwe gelden meer weggezet bij ING. Na heroverweging is besloten om gelden die bij deze bank uitstaan, daar te laten staan.
3
2
De voorzitter concludeert dat de brief zal worden gezocht en dat deze duidelijkheid zal verstrekken . 8. a.
Ingekomen stukken (ter kennisneming) Brief van GS van 1 september 2009, nr. 2009-51.015/36/A.7, FC, betreffende beantwoording technische vraag n.a.v. de Jaarstukken 2008.
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) zou deze brief willen betrekken bij de discussie over de bezuinigingsronde. Hij vraagt of enkele posten geboekt zouden kunnen worden bij RSP-projecten, bijvoorbeeld bij Bereikbaarheid. Dhr. Slager (gedeputeerde) acht dit een goed idee. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) zal er bij de betreffende behandeling op terug komen. De voorzitter concludeert dat de brief bij de discussie over de bezuinigingen wordt betrokken. Bespreekstukken 9.
Brief van GS d.d. 20 augustus 2009, nr. 2009-47.837/34/A.18, PO, bijlage 1, 2 en 3 betreffende WOB- verzoeken AD en RTL. Brief van GS van 23 september 2009, nr. 2009- 55.815, PO betreffende beantwoording vragen.
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) wil het volgen van cursussen door gedeputeerden in het belang van de provincie niet tegenhouden, maar de ophef die is ontstaan betreft voornamelijk het bedrag dat voor de betreffende cursus betaald moest worden. € 20.000 is te veel. Is dat bedrag voor die cursus aan de orde geweest in GS? Mw. Veenstra (SP) acht de bedragen die worden genoemd over een periode van twee jaar vergeleken met het binnen- en buitenland, niet zo gek. Opvallend is wel het hoge bedrag voor de cursus van ex gedeputeerde Calon. Zijn vertrek heeft geleid tot een aanzienlijke bezuiniging. Dhr. Knegt (CDA) doet het College de suggestie om een regeling op te nemen dat kostbare cursussen naar rato worden terugbetaald als het dienstverband vroegtijdig wordt beëindigd. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) kan zich voorstellen dat een cursus over leiderschap een belangrijke toevoeging kan zijn, maar de vraag is of het College bekend was met het feit dat er slechts sprake was van een kortdurend profijt, daar dhr. Calon vrij snel daarna zou vertrekken. Gezien het bedrag moet het wel een heel belangrijke cursus zijn geweest. Moet er dan niet een andere gedeputeerde deze cursus volgen, gezien de belangen die op het spel staan? Is het een idee om het beleid van Guusje ter Horst ten aanzien van transparantie te volgen en alle declaraties en bonnetjes op internet te zetten? Dhr. Luitjens (VVD) stelt dat ook bestuurders aan opleidingen en cursussen moeten kunnen deelnemen, maar dat een verschillend beleid mogelijk moet zijn. Wel dient het beleid aangaande gedeputeerden te passen in de provincie. Anderzijds zijn er cursussen die niet alleen bijdragen aan de provincie, maar ook aan het wel en wee van de persoon zelve. In dat geval zou standaard een deel door de persoon moeten worden meebetaald. Mw. Mansveld (PvdA) stelt dat de Staten de kaders vaststellen middels een verordening en ook hierbij is gehandeld volgens de betreffende kaders. Moeten de kaders anders? Moet de verordening worden aangepast? De vraag is of de regeling voor bestuurders moet worden genormeerd.
2
De brief van GS van 2 oktober 2009, nummer 2009-58.072/40/A.8, FC betreffende gevolgen verlaging rating ING Bank NV is geagendeerd voor de vergadering van de commissie Bestuur en Financiën op 2 december 2009
4
Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vraagt zich af of het College naast het volgen van kaders niet een eigen verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot de invulling, hetgeen wel degelijk ook door de Staten moet worden beoordeeld. Mw. Mansveld (PvdA) stelt dat de Jaarrekening van 2008 is vastgesteld. Eventuele vragen hadden bij de rekening gesteld moeten worden. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) meent dat hier een maximum gesteld moet worden. Dhr. Van den Berg (voorzitter GS, CdK) antwoordt dat dit inderdaad concreet in het College aan de orde is geweest. Ook over het bedrag is een besluit genomen. Hier was een provinciaal belang mee gediend. Het aanbod van het TiasNimbas Instituut te Tilburg was dermate dat het nuttig was om dhr. Calon te laten deelnemen. De uitnodiging was gedaan op 3 september en de beslissing van het College is gevallen op 21 november. Expliciet is overwogen dat de casussen die toen speelden, mede bestudeerd konden worden in dat verband. De opgedane kennis zou zeer profijtelijk zijn voor de buitengewoon complexe dossiers die dhr. Calon onder handen had. Het bedrag is hoog, maar niet uitzonderlijk. Geconcludeerd is dat de kosten opwogen tegen de baten. Op dat moment was niet bekend dat dhr. Calon anderhalf jaar later zou vertrekken. Voorts is in de regeling geen afweging tussen wat er op dat vlak wordt gedaan en het moment dat iemand besluit om al dan niet terug te treden. Er is wel sprake van inperking, maar dhr. Van den Berg meent dat het principiële punt overeind moet blijven. Moet er worden genormeerd? Dhr. Van den Berg zou deze vraag willen plaatsen in de discussie over de bezuinigingen in het algemeen. Verder zijn alle gegevens beschikbaar en publiek bezit. Er komt een WOB-verzoek. Dhr. Van den Berg zegt toe dat de gegevens op een CD-rom worden gezet en aan de orde kunnen komen bij de normale verantwoording. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) gaat in op het principiële verschil. Hij heeft geen behoefte aan een identieke regeling voor bestuurders en ambtenaren. De bedragen die gemoeid zijn met dergelijke cursussen moeten wel uit te leggen zijn. Dan is het verstandig om er bij het openbaar bestuur een maximum aan te verbinden. Dhr. Sangers (SP) ondersteunt het pleidooi voor een maximum. Hij heeft begrepen dat op de cursus vraagstukken aan de orde kwamen die vielen onder de vertrouwelijkheid. Hoe verhoudt de vertrouwelijkheid zich tot de inbreng van de eigen casuïstiek? Dhr. De Vey Mestdagh (D66) volgt het College en heeft geen behoefte aan aanpassing van de kaders. Wel is transparantie belangrijk. Als partijen een maximum willen instellen naar aanleiding van dit voorval, stelt hij voor dat dit voorval ter discussie komt in de Staten. Dhr. Stevens (ChristenUnie) acht openbaarheid en transparantie op dit onderwerp juist op de reguliere momenten. Bovendien zal de openbaarheid een zelfsturend effect hebben en daarom is er geen behoefte van verandering van de kaders. Dhr. Van den Berg (voorzitter GS, CdK) gaat in op de vraag naar inperking. Dat wordt niet door het College voorgesteld, maar alles dient in dit huis aan de orde te komen. Echter, sommige opleidingen zijn van een uitstekende kwaliteit, maar wel erg duur. Terughoudendheid is dan gepast. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of GS zichzelf een norm wil opleggen voor cursussen. Mw. Hazekamp (PvdD) vraagt zich af als het hier gangbare bedragen betreft, waarom de declaraties van de andere gedeputeerden niet zo hoog zijn. Dhr. Van den Berg (voorzitter GS, CdK) antwoordt dat voor dit type cursussen dit soort bedragen worden betaald. De afweging is of je die specifieke expertise langs die weg wilt binnen halen. In een tijd dat er minder geld beschikbaar is, dient terughoudendheid in acht te worden genomen. Verder is het aan de Staten om een eventuele normering vast te stellen. Te zijner tijd kan daarover worden gesproken. De insteek nu is van grote terughoudendheid en bescheidenheid. Inzake de vraag over de casuïstiek luidt het antwoord dat zorgvuldig is gehandeld en geen regel geschonden.
5
De voorzitter concludeert dat het betreffende stuk als C-stuk naar de Staten kan. 10.
Voordracht van Gedeputeerde Staten 15 september 2009 betreffende normenkader voor rechtmatigheidstoets 2009 (nummer 26/2009)
Mw. Waal (VVD) acht deze actualisatie in orde. Dhr. Sangers (SP) stemt in met de voordracht. Ten aanzien van het programma Wonen en het beheersprotocol Blauwe Stad zou hij graag aan de accountant willen meegeven dat hij met een tolerantiegrens van 0% controleert, als het gaat om de controle op de naleving m.b.t. de Voordracht ophoging van het financieringskrediet de Blauwestad, of in het jaar 2009 het financieringskrediet op enig moment is overschreden. Mw. Mansveld (PvdA) herhaalt haar vorig jaar gestelde vraag hoe het protocol in Groningen zich verhoudt tot andere provincies met betrekking tot de gehanteerde criteria en toleranties. Er is toen genotuleerd dat dit wellicht in een gesprek met de accountant bij de jaarrekening aan de orde zal worden gesteld. Deze vraag is volgens mw. Mansveld nog steeds relevant. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) wilde dezelfde vraag stellen. Het gaat erom of vast komt te staan middels vergelijking of hiermee een strak mechanisme voorhanden is als het gaat om toleranties. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) ondersteunt de vraag van de PvdA. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt op de vraag van de SP dat het aan de Staten is om dit verzoek tot een tolerantie van 0% op het betreffende beleidsterrein in de voordracht vast te stellen. Het is niet juist om dit verzoek aan de accountant te richten, want de normen en criteria die in de voordracht door de Staten worden vastgesteld, vormen het kader voor de controle door de accountant. De vraag aangaande het vergelijken van de normen en criteria van de andere provincies zou aan de accountant gesteld kunnen worden, maar intern zal worden nagegaan of die informatie beschikbaar is. Dhr. Sangers (SP) stelt dat hij met zijn eerdere opmerking niet anders bedoelde dan dat de Staten dit vaststellen. De Staten zouden de accountant de opdracht moeten meegeven om te onderzoeken of op enig moment in het jaar 2009 het voorfinancieringskrediet Blauwestad al of niet is overschreden met een tolerantie van 0%. De voorzitter vraagt de gedeputeerde om een reactie. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat als de Staten niet tevreden zijn met een van de normen of criteria die in de voordracht staan, de meest geëigende weg is om een amendement in de Statenvergadering in te dienen, dan wel ervoor te kiezen om specifiek bij de vaststelling van de jaarrekening of anderszins in contact met de accountant in het bijzonder acht te slaan op het betreffende onderwerp. De voorzitter vermoedt dat deze voordracht voldoende is besproken en dat deze als B-stuk naar de Staten kan. Dhr. Sangers (SP) maakt het voorbehoud dat eventueel een amendement wordt ingediend. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) neemt aan dat de gevraagde aanvullende informatie voor de Statenvergadering beschikbaar komt. De voordracht dient door de Staten te worden vastgesteld en de accountant moet per 1 januari 2010 aan het werk. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) weet niet of de toelevering van de gevraagde informatie nog zal lukken. Hij begreep dat mw. Mansveld dat zou willen agenderen voor het overleg met de accountant bij de vaststelling van de jaarrekening. Mw. Mansveld (PvdA) stelt voor de behandeling van de voordracht uit te stellen tot de Statenvergadering van december.
6
De voorzitter concludeert dat de andere fracties het hiermee eens zijn en dat de voordracht in december in de Staten zal worden behandeld. Het College heeft toegezegd de gevraagde informatie te leveren en de SP heeft gelegenheid om zich verder te beraden op een eventueel amendement. 11.
Brief van GS van 20 oktober 2009, nr. 2009-61.843, FC, betreffende verstrekken geldleningen aan TenneT
Dhr. Knegt (CDA) acht het frappant dat Tennet als overheidsorganisatie bij andere overheden aanklopt voor haar financiering en stelt de volgende vragen. Worden de leningen pas worden verstrekt na het cashen van de aandelen Essent of wordt een beroep gedaan op de vermogenspositie van de provincie? Worden de rentevergoedingen ter compensatie van het Essent-dividend aangewend voor het vullen van ESFI? Waarom wordt er gekozen voor een tweedeling, namelijk twee senior leningen en een achtergestelde lening? Hoe zeker is dat het geld terugkomt uit het achtergestelde deel? Als je met een omzet van € 450 miljoen een rendement van € 50 tot € 60 miljoen per jaar maakt, waarom leen je dan geld en ga je niet gewoon investeren? Waarom heeft TenneT zo’n haast? En in verband met het risicoprofiel van de te verstrekken leningen: krijgt de provincie regelmatig rapportages over de financieringspositie van TenneT? Dhr. Luitjens (VVD) merkt op dat een deel van de opbrengsten van de aandelen Essent deels is bedoeld voor het RSP en een ander deel als compensatie voor de gemiste inkomstenstroom. Kan het voorstel om in TenneT te investeren gezien worden in dat kader? Hoe past TenneT in de maatregelen die bijvoorbeeld mede in verband met Enexis getroffen moeten worden? Het is bevreemdend dat TenneT als rijksoverheidsorganisatie nu opeens kijkt naar andere overheden voor haar financiering. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) kan zich voorstellen dat het wegzetten van geld gebeurt op een aantrekkelijke wijze. De vraag is wat het risicoprofiel is, vooral van de achtergestelde lening. Het resultaat van TenneT is ca. € 50 miljoen per jaar en de rentelasten over de leningen bedragen ca. € 35 miljoen per jaar. Dat betekent dat het risico bij die achtergestelde leningen hoog is. Is dit juist? Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) wijst erop dat deze brief nog niet in de fracties is besproken. Het gaat om een groot bedrag en er is een korte toelichting gegeven. De vraag is welke alternatieven aanwezig zijn. Zijn aandelen niet een geschikt alternatief voor achtergestelde leningen? De hoogte van de rente. In het verleden zijn leningen langjarig weggezet tegen een vaste rente. Waarom is uitgekomen op een rente mid swap? De relatie met de liquiditeitsplanning van de provincie op de langere termijn. Hoe zit dit? Dhr. Sangers (SP) sluit zich aan bij de reeds gestelde vragen. De SP-fractie is er nog niet geheel uit en trekt voorlopig de volgende conclusie: ‘t ken net! Dhr. Stevens (ChristenUnie) ziet liever dat in een overheidsorganisatie wordt geïnvesteerd dan dat het geld wordt uitgezet bij een buitenlandse bank om nog iets meer rente te ontvangen. De vraag is of het veilig genoeg gebeurt en is het risico in relatie tot de rente in evenwicht? Wat betekent verder de term ‘hybride’ lening? Is de discussie over ondergrondse kabels te koppelen aan deze discussie? Dhr. Zanen (PvhN) sluit zich nadrukkelijk aan bij de laatste vraag. Dhr. Bultje (PvdA) acht het investeren in het net juist omdat er dan voor gezorgd kan worden dat de energie ook daadwerkelijk bij de gebruikers komt. Hij vraagt zich af hoe TenneT in het verleden aan financiering is gekomen. Is het een uniek verzoek of heeft men vaker bij de provincie aangeklopt? De PvdA-fractie realiseert zich dat bij een faillissement een achtergestelde lening niet of slechts ten dele terugkomt. Hoe staan de andere vroegere aandeelhouders Essent tegenover het gedane verzoek? Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vraagt of de zin “Omdat wij deze leningen verstrekken in het kader van de publieke taak worden de derde partijen waarvoor wij als provincie de treasurytaak uitvoeren niet betrokken bij deze uitzettingen.” nader toegelicht kan worden. Beantwoording door het College
7
Dhr. Moorlag (gedeputeerde) gaat in op de vraag waar het geld wordt weggezet. Onderscheid moet worden gemaakt tussen het wegzetten van gelden die je tijdelijk niet nodig hebt en het wegzetten van geld ten behoeve van de publieke taak. In het Financieringsstatuut staan strakke criteria voor het tijdelijk parkeren van geld. De criteria gelden niet voor het wegzetten van geld ten behoeve van de publieke taak. De provincie heeft meer geld in publieke organisaties, zoals bijvoorbeeld in het Waterbedrijf Groningen, Groningen Airport Eelde of Groningen Seaports. Dat is hier ook het geval. Secundair is dat dit op aantrekkelijke condities kan. Er zijn 3 redenen om in TenneT te investeren: 1) de gelegenheid biedt zich aan om mee te helpen aan de hoofdinfrastructuur voor elektriciteit; 2) dit College is groot voorstander van het upgraden van het gehele netwerk. Niet alleen van het hoogspanningsnetwerk, maar ook van het kleinschalige netwerk om de energie van energiecentrales en windturbines vanuit het Eemsmondgebied te kunnen afvoeren en omdat het elektriciteitsnetwerk zich zou moeten ontwikkelen tot een smart grid waarbij in het geval van kleinschalige energieopwekking, de elektriciteit op eenvoudige wijze terug geleverd kan worden aan het net. 3) de condities zijn aantrekkelijk. Verder zijn bij de afsplitsing van Essent brugleningen aan Enexis verstrekt. Dat deel van het netwerk wordt medegefinancierd door de provincie tegen een aantrekkelijke rente. TenneT. Is dit een betrouwbaar bedrijf? TenneT is voor 100% in handen van de overheid en de rijksoverheid is ook gehouden aan allerlei bepalingen op het terrein van goed ondernemingsbestuur. Het College acht Tennet zeker een betrouwbaar bedrijf. De belangen van de provincie en die van het Rijk verschillen hier niet. Beide overheden hebben een gelijkgericht strategisch belang om een goed en hoogwaardig netwerk te creëren. Dhr. Sangers (SP) vraagt of dhr. Moorlag betrouwbaarheid opvat als het gelijk oplopen van belangen. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) ontkent. Voor betrouwbaarheid zijn meer criteria van toepassing, zoals financiële betrouwbaarheid en dat is in het geval van TenneT zonder meer goed. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat het hier niet gaat om een provinciale publieke taak om hoogspanningskabels aan te leggen. Dat is een rijkstaak. Waarom doet de provincie dat dan? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat er een strategisch belang speelt. In Den Haag worden hongerige blikken geworpen op de vermogens van de provincies. Dan doet de provinciale overheid er goed aan om gemeenschappelijk met het Rijk investeringsprogramma’s te maken om dat geld aan te wenden. Hier in het Noorden wordt in ieder geval geen vermogen opgepot, maar wordt het juist aangewend ten nutte van de burgers van deze provincie. De gedeputeerde is groot voorstander van meerdere investeringsprogramma’s tussen provincies en Rijk. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) wijst erop dat dit niet een investeringsprogramma betreft, maar een lening. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoord dat het ook een investering betreft in een publieke taak, weliswaar niet middels participatie in het aandelenkapitaal, maar door het verstrekken van financiering gedurende middellange en lange termijn. Het verzoek daartoe is vanuit de NV gekomen. Het gaat om een strategische afweging of je vermogensopbrengsten tegen een redelijke vergoeding kunt aanwenden om bepaalde publieke doelen te realiseren. Een deel van de opbrengsten van Essent zal apart gezet moeten worden ter compensatie van het verlies van dividend. Uit de brief over de Essent-deal die naar de commissie toekomt, zal duidelijk blijken dat een deel van het verlies aan dividend vervangen wordt door vermogensopbrengsten uit bijvoorbeeld Enexis, Essent Afval en Milieu, het 5%-belang in Borssele. Dit vervangt het gemiste bedrag aan dividend niet volledig. Een deel van de vermogensopbrengst zal dan separaat gezet moeten worden. Het bedrag dat hiermee is gemoeid is lager dan dat bedrag. Als het gaat om liquiditeitsritme wordt een prognose gemaakt over op welk moment geld nodig is voor bijvoorbeeld de uitvoering van het RSP. Er wordt naar gestreefd dat gelden vrij vallen op het moment dat investeringen gedaan moeten worden. Er is een bedrag van krap € 400 miljoen binnengekomen in verband met de nakoming van de Essent-deal. Dat is kort uitgezet bij de Rabo Bank en de Nederlandse Waterschapsbank, de BNG, en het Ministerie van Financiën. Waarom haast? Er is geen haast, maar het gaat om het voorkomen van het mislopen van vermogensinkomsten. Er zijn zes partijen, vier provincies en twee gemeenten bij betrokken. Van die zes partijen hoeven 4 partijen geen consultatieronde langs raden of Staten te houden. Het gaat om een totaal van € 1 miljard waar de provincie Groningen voor 7,6% aan deelneemt. Als de brief later 8
zou zijn verstuurd en de behandeling gebeurde ook later, wordt gauw 4 tot 6 weken vertraging opgelopen. Op een bedrag van € 1 miljard loop je dan een fors bedrag mis aan vermogensinkomsten. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt wie er dan bevoegd is om dit besluit te nemen. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat het College bevoegd is, maar dat het Financieringsstatuut erin voorziet dat bij dit type aanwendingen de Staten in de gelegenheid worden gesteld om wensen of bedenkingen te formuleren en een politiek oordeel te geven. Aard en karakter van de leningen, senior leningen en mid swap. Swap-rente geeft een bepaald rentetarief weer waar in dit geval een risico-opslag op wordt gegeven. Een achtergestelde lening is inderdaad risicovoller. TenneT heeft hier belang bij met het oog op haar vermogensstructuur en haar solvabiliteitsratio, omdat bij het verwerven van vreemd vermogen bij banken dit verschil maakt. Als deze lening bij het eigen vermogen geteld kan worden, is het tarief voor vreemd vermogen lager. Is er reden tot zorg? Naar het oordeel van het College is dit niet het geval, maar echt 100% risicovrij is de uitzetting van deze gelden niet. Het risicoprofiel van TenneT. Het College zal er ook bij de andere partijen op aandringen dat het risicoprofiel en de ratio’s periodiek bewaakt gaat worden. Financiering van TenneT in het verleden. De gedeputeerde denkt dat de rijksoverheid in het verleden gezorgd heeft voor voldoende vermogen. De financieringsbehoefte van TenneT is, i.v.m. de gewenste upgrading van het net, toegenomen. Koppeling van het debat over het tracé van de nieuwe hoogspanningsleiding van de Eemshaven naar Diemen aan het beschikbaar stellen van een lening? De gedeputeerde denkt dat de provincie Groningen met haar 7% een iets te grote broek zou aantrekken om dit te eisen. In tweede termijn Dhr. Zanen (PvhN) vraagt of de provincie niet beter aandelen zou kunnen nemen in plaats van een lening vertrekken. Dhr. Stevens (ChristenUnie) vraagt naar de randvoorwaarden inzake het risico bij deze leningen aan TenneT. Inzicht daarin is nodig voor de beoordeling of dit veilig genoeg is. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat het College de Staten als het ware vraagt mee te financieren in een hoogspanningskabel voor centrales waar vraagtekens bij gesteld worden in politieke zin. Daarover zal hij nog fractieberaad plegen. Het tweede punt is dat het wegzetten van geld als achtergestelde lening eigenlijk een vorm van beleggen is en volgens het Financieringsstatuut mag dat niet. De vraag is ook wie bevoegd is tot het nemen van een besluit. Het verbaast dhr. Van der Ploeg dat niet of nauwelijks met het Rijk is gesproken om in dezen gezamenlijk op te trekken Dhr. Brouns (CDA) suggereert dat dhr. Van der Ploeg aan zijn fractie de vraag zou kunnen voorleggen of zij genegen is te investeren in een bedrijf dat een hoogspanningsnet creëert waardoor zon- en windenergie toegang tot het net kunnen krijgen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) verwijst naar de laatste berichtgeving van milieuorganisaties. Dit soort investeringen zouden een rem zijn op duurzame energievormen. Dhr. Sangers (SP) meldt dat ook de SP-fractie zich nader zal beraden. Hij vraagt waarom de vraag naar financiering van TenneT zich heeft beperkt tot de ex grootaandeelhouders van Essent. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) stelt dat de rente die door TenneT over de gehele lening moet worden betaald meer is dan haar jaarresultaat. Wat zegt dat over de risico’s voor de provincie? De tweede vraag betreft de eerder gestelde vraag over het uitsluiten van anderen bij deze deal. Dhr. Luitjens (VVD) vraagt zich af of bij het strategisch belang van samenwerken met het Rijk in dezen het risico bestaat dat de provincie niet nog eens het vel over de neus wordt gehaald. Dit dient in de besprekingen wel duidelijk gemaakt te worden. Dhr. Luitjens begrijpt dat in de markt vergelijkbare condities gelden en dat deze lening redelijk past in het compenseren van dividendstromen.
9
Beantwoording door College Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoord dat het rendement veel gunstiger is dan op dit moment voor kortlopend geld geldt, maar ook voor de middellange en lange termijn is dat zo. Naar het Rijk, maar ook naar andere provincies, zal duidelijk gemaakt worden dat de provincie haar vermogen aanwendt ten nutte van burgers en het algemeen belang. De rentelasten en TenneT. TenneT kan de rentelasten aan. Bovendien kan een ander tarief gevraagd worden voor de leidingen met een hogere capaciteit. Derden. Het gaat hier niet om beheer van geld voor een toekomstig doel, maar het gaat hier om een publieke taak. Niet voor derden kan worden besloten dat zij middelen hierin gaan stoppen. Verder dient een deel van de opbrengst van Essent worden afgezonderd en dit is daarvoor een geschikt instrument. Alleen grootaandeelhouders. Dit staat in verband met de doelmatigheid. Waarom niet aandelen? Wettelijk is het hoogspanningsnet een rijksaangelegenheid. Netwerken met een lagere capaciteit zijn voor verantwoording van lagere overheden. Er zou een probleem ontstaan als de provincie aandeelhouder zou worden. Randvoorwaarden bij de publieke taak en risicoprofielen. Dit is niet gedefinieerd en het is niet te definiëren. Soms definieert het politieke bestuur een urgent belang waarin veel geld wordt geïnvesteerd. Daarin zit soms een behoorlijk risicoprofiel. Zo is bijvoorbeeld onzeker of bij een tegenvallende woningmarkt rendement wordt behaald op geïnvesteerd kapitaal in woningbouwprojecten. Ook is geinvesteerd in Groningen Airport, een verliesgevend vliegveld. Dit heeft een aanmerkelijk hoger risicoprofiel dan een organisatie als TenneT. Toch is de politieke keuze gemaakt om vanuit het oogpunt van het publieke belang in het vliegveld te investeren. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vraagt of dit betekent dat als de provincie de lening niet zou verstrekken, TenneT niet tot uitbreiding over zou gaan. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt het niet te weten. Dhr. Stevens (ChristenUnie) stelt dat er een overzicht is (mogelijk bij het weerstandsvermogen) waarin de verstrekte leningen worden beoordeel op risico’s, alsmede de solvabiliteit van de betrokken partijen. In dat kader moet toch iets te zeggen zijn over het risico bij deze grote lening aan TenneT? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat dit een beoordeling achteraf betreft, waarbij risico’s worden gemonitord. Dat gebeurt niet met zaken als de aandelen van het Waterbedrijf of Seaports. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vraagt of de gedeputeerde geen risico’s inschat alvorens overgegaan wordt op het verstrekken van een lening. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat het er om gaat of er vooraf wordt gerapporteerd of dat achteraf wordt gemonitord. Het College gaat hier niet over één nacht ijs. Er is expertise ingehuurd en er wordt wel degelijk een risicoafweging gemaakt. Er is geen set van criteria aan de hand waarvan de uitzet van middelen voor de publieke taak wordt beoordeeld. Nu ligt de afweging voor om op solide wijze middelen te investeren in het hoogspaningsnetwerk. Iets wat dient voor transport van iets wat afkomstig is van iets wat wij niet willen. De gedeputeerde geeft dhr. Van der Ploeg in overweging om ook hetgeen er weer van het net af wordt gehaald bij zijn fractieberaad te betrekken. Grote en kleine aandeelhouders. Dhr. Moorlag weet niet of de Nuon-aandeelhouders ook zijn benaderd, maar wel dat aan Essent-kant grootaandeelhouders zijn benaderd. De voorzitter concludeert dat de fracties van GroenLinks en de SP de voordracht als A-stuk op de agenda van de Statenvergadering geplaatst willen zien en dat dit gebeurt. 12.
Provinciale Financiën (vast agendapunt)
Er worden geen opmerkingen gemaakt.
10
13.
Schorsing.
De voorzitter schorst de vergadering om 19.30 uur. De vergadering wordt voortgezet als vertrouwelijke vergadering.
11
Toezeggingenlijst commissie B&F (bijgewerkt t/m commissievergadering op 28 oktober 2009) Datum
Onderwerp
Streefdatum
Portefeuillehouder
1.
21/01/09 (p. 8 en 12)
2.
10/06/09 (p.5 verslag)
3.
10/06/09 (p.26 verslag)
Managementcontract Beheer Wegen en Kanalen De Staten ontvangen een tussenbalans m.b.t. het Managementcontract.
eind 2010
Jager
De brief van GS van 4 juni 2009, nr. 2009-33.471/23/A.13, EZ betreffende goedkeuring splitsingsplan Essent is uitgedeeld
Gedeputeerde zegt toe dat er naar aanleiding van deze brief een reactie komt waarin wordt ingegaan op de effecten op de opbrengst van de verkoop Essentaandelen
Moorlag
Voordracht wijziging bestuursstructuur Groningen Seaports (14/2009)
De gedeputeerde zegt toe de (juridische) risico's van de bestuursstructuur te bekijken en daarop terug te komen.
Gerritsen
Door de ingestelde werkgroep wordt getracht om afsluitende besluitvorming eind 2009 of begin volgend jaar mogelijk te maken. 4.
10/06/09
Essent
Voor de commissie van september komt er een update over Essent, waarin onder meer wordt ingegaan op de ontwikkelingen rondom Essent Milieu, en het overzicht van de opbrengsten wordt gegegeven.
Moorlag
5.
09/09/09
Programmabegroting 2010 BTW compensatiefonds
De Staten ontvangen binnen een afzienbare tijd een brief over het BTWcompensatiefonds
Moorlag
6.
09/09/09
Programmbegroting 2010Essent-gelden: de commissie ontvangt een voorstel voor de hoogte van het bedrag dat wordt afgezonderd om het bedrag dat werd ontvangen aan gemiddeld dividend veilig te stellen.
Dit komt bij het eindbeeld Essent
Moorlag
7.
09/09/09
Financieringsstatuut provincie Groningen - beleggingsbeleid
De Staten worden per brief geïnformeerd over de afwegingen die worden gemaakt bij het beleggingsbeleid. Dit komt terug bij het totaaloverzicht Essent
Moorlag
8.
09/09/09
Essent
Na de closing, die is voorzien tegen het einde van de maand, wordt de commissie uitgebreid per brief geïnformeerd over de verkoop en de implicaties daarvan.
Moorlag
9.
28/10/09
Voordracht normenkader voor rechtmatigheidstoets vergelijking normen en criteria andere provincies.
Gedeputeerde Moorlag zegt toe na te gaan of er informatie beschikbaar is. Termijn: voor de statenvergadering in december waar de voordracht wordt geagendeerd.
Moorlag
12
Bijlage bij het verslag
Aanvulling op het verslag commissie Bestuur en Financiën van 9 september 2009 (agendapunt 12. Essent) Hetgeen letterlijk is gesproken door de heer W. van der Ploeg over EPZ en een tweede kerncentrale Toen ik de brief las van een aantal fracties uit Brabant toen vond ik dat ze wel een stevig punt hadden. Ik geloof niet dat we er hier uitgebreid over gediscussieerd hebben, maar in Brabant wel en dat heeft ook wel tot een uitkomst geleid. Maar het grappige is dat in de brief over het EPZ-belang in feite het punt van die statenleden terugkomt, n.l. als ik hier zo de laatste pagina lees, is de aandeelhouderscommissie in meerderheid van mening dat er niet een materieel negatief gevolg is. Er is dus wel degelijk een aandeelhouder, en dan moet het één van de grotere zijn, want die zitten in de aandeelhouderscommissie, die vindt wèl dat het materieel negatief uitpakt. Kan dat nader worden toegelicht? Ben overigens ook wel benieuwd welke aandeelhouders dat is…. Dan zit je precies in de situatie die toentertijd beschreven is, want als die aandeelhouder zegt 'ik wil daar wat mee' dan moet hij dat aantonen, terwijl eerder gewoon het geval was, 'we willen dit niet, dus gaan we niet akkoord'. Dus dan denk ik van - helemaal technisch is het dus ook weer niet - en dat is toch ook de interpretatie die het College geeft, in feite in de move om de aandeelhouderscommissie daar een stevige C in geven. Maar goed, graag een toelichting op dit punt. Dan over die waardering. Ik ga ervan uit dat is aangesloten bij eerdere berekeningen over de waarde van onderdelen van het bedrijf, waarbij ook gekeken is naar de toedeling van die onderdelen. voor de winst en dat er ook een rechtstreekse lijn is naar de dividenden en het verbaast mij de opmerking op pagina 2 dat de precieze gevolgen etc. etc. met een aantal onzekere factoren en het gaat over rentevoet en de jaarlijkse dividenduitkering dat daar dus twijfel over is. Zou dat ook toegelicht kunnen worden? Volgens mij moet je dat zo één op één uit de berekeningen kunnen halen. in ieder geval als er over onderhandeld is, dan moet daarmee ook de dividenduitkeringen besproken zijn. Dus, ik wil daar graag duidelijkheid over. Ja, en één punt, voor ons van uitermate groot belang - de PvdA had het er ook over, dat is van politiek strategische aard. Hoe schat je deze situatie in, ten aanzien van het al dan niet realiseren van een tweede kerncentrale. Ik heb wel eens eerder gesuggereerd om aandelen dan maar aan Zeeland aan te bieden. Ik heb nu de neiging om dat juist niet meer te doen, zo van 'blijf maar lekker zitten' want Essent/RWE tegenover Delta en het Franse bedrijf, waarvan ik de naam even kwijt ben, is misschien wel een situatie die tot een 'mooie' impasse leidt en misschien ook wel heel lang blijft. Maar dat is voor een deel speculatie. Mocht uiteindelijk de rechter beslissen, dat wordt ergens in de brief genoemd dat als er een uitspraak komt dat we niet mogen verkopen vanwege de Statuten, dan staat er, dan kunnen we het altijd nog aan een andere publieke partij verkopen. Maar dan is wel de situatie geschapen waarbij uiteindelijk Zeeland en Delta en ik denk ook wie er op het ogenblik in Nederland aan de touwtjes trekt, vooral premier Balkenende van Zeeland. En ik weet ook welke kant het CDA op wil, n.l. een tweede kerncentrale. Goed, ik geef deze overweging maar even aan mijn collega's. Doe ermee wat u wilt, zo lang er maar niet een tweede kerncentrale komt. 13