BESTEK 2009/3
ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG LEVEREN EN PLAATSEN VAN EEN NETGEKOPPELDE FOTOVOLTAÏSCHE INSTALLATIE
1 van 50
SYNOPSIS Opdrachtgever
Naam aanbestedende instantie: vzw Hogeschool voor Wetenschap en Kunst (campus De Nayer) Adres Maatschappelijke Zetel: Koningsstraat 328 1030 Brussel Correspondentie-adres: D. Van de Mosselaer, Campus De Nayer, De Nayerlaan 5, 2860 Sint-Katelijne-Waver, (
[email protected])
Voorwerp van de opdracht De uit te voeren levering betreft: leveren en plaatsen van een netgekoppelde fotovoltaïsche installatie van 20kWp. Deze opdracht omvat 1 perceel.
Gunningswijze De overeenkomst voor onderhavige opdracht wordt gesloten ingevolge een algemene offerteaanvraag.
Leveringstermijn De toestellen zijn bij voorkeur operationeel voor 1 januari 2010. De installatie moet operationeel zijn voor 1 mei 2010. Aanbiedingen die hier niet aan voldoen, worden
Plaats, dag en uur van de opening van de offertes De opening van de offertes heeft plaats op dinsdag 22 september 2009 te 10 uur, op campus De Nayer, hoofdgebouw (aanmelden bij onthaal)
Documenten De inschrijver is verplicht volgende bescheiden bij zijn inschrijving te voegen: verklaringen op woord van eer (cfr.art. 43) bewijs van RSZ (cfr. art. 43bis) bankverklaring (cfr. art. 44) referenties (cfr. art. 45) erkenning (cfr. art.90§2) technische specificaties (cfr. deel 3 technische bepalingen)
Inlichtingen Inlichtingen i.v.m. de administratieve gedeelten van dit bestek kunnen verkregen worden bij: • naam: Dirk Van de Mosselaer • telefoon: 015 31 69 44 gsm 0494 54 78 33 Inlichtingen i.v.m. de technische gedeelten van dit bestek kunnen verkregen worden bij: • naam: Aloïs Budts • telefoon: 015 31 69 44 gsm 0478 91 98 04
2 van 50
TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING 1. Wet van 24 december 1993 (BS van 22-01-1994) en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. 2. Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26-01-1996) en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. 3. Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18-10-1996) en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, alsmede de bijlage bij dit Koninklijk besluit betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden (AAV). 4. Codex over het welzijn op het werk. 5. Het algemeen Reglement over de Elektrische installatie (AREI). 6. Het algemeen Reglement over de arbeidsbescherming (ARAB). 7. Ter aanvulling wordt er in het bijzonder maar niet limitatief verwezen naar nationale regelgeving die tot stand kwam op basis van Europese regelgeving met veiligheidsbelang zoals de “Machinerichtlijn: K.B. van 5 mei 1995”, de “Richtlijn Laagspanning: K.B. van 23 maart 1977” en de “Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit: K.B. van 18 mei 1994”. 8. Alle latere aanvullingen op vermelde reglementen en besluiten, geldig op datum van bekendmaking, en de hiernavolgende aanvullingen en wijzigingen. 9. Onderhavig bestek en het bij dit bestek behorende model van offerte 10.De aannemer moet werken in overeenstemming met het reglement “werken door derden” van campus De Nayer (bijlage 2)
3 van 50
DEEL 1: REGLEMENTAIRE EN VERORDENENDE BEPALINGEN Algemeen Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht totdat de kandidaat is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 24 december 1993 en het KB van 8 januari 1996 en latere wijzigingen. Alle bepalingen vermeld onder Synopsis in dit bestek, zijn reglementaire en verordenende bepalingen.
A. Wet 24 december 1993 art. 18 De opdrachtgevende besturen behouden zich het recht voor, overeenkomstig art. 18, af te zien van het gunnen van de opdracht, de procedure te herbeginnen, desnoods op een andere wijze.
B. K.B. 8 januari 1996 Kwalitatieve selectiecriteria (art. 43 tot 45) Wordt van de opdracht definitief uitgesloten: 1 de inschrijver waarbij de aangeboden oplossing en eventuele variante niet voldoet aan de algemene en specifieke technische bepalingen; 2 de inschrijver die geen referentie kan voorleggen van een soortgelijke opdracht (wat betreft omvang en aard) art. 43 - Worden eveneens uitgesloten van deelneming tot de opdracht, de leverancier: 1.
2.
3. 4. 5. 6. 7.
die in staat van faillissement of van vereffening verkeert, die zijn werkzaamheden heeft gestaakt of die een gerechtelijk akkoord heeft bekomen, of die in een overeenstemmende toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in de nationale wetgevingen en reglementeringen. die aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor wie een procedure van vereffening of van gerechtelijk akkoord aanhangig is of die het voorwerp is van een gelijkaardige procedure bestaande in de nationale wetgevingen en reglementeringen. die, bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast die bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende overheid aannemelijk kan maken die niet in orde is met zijn bijdragen aan de sociale zekerheid, overeenkomstig de bepalingen van art. 17bis. die niet in orde is met de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de Belgische wetgeving of die van het land waar hij gevestigd is die zich in erge mate heeft schuldig gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen
Het bewijs dat de aannemer zich niet in één van deze gevallen bevindt (uitgezonderd geval 5 zie art. 43bis), mag geleverd worden door een verklaring op woord van eer
4 van 50
Art. 43bis - RSZ “Overeenkomstig de bepalingen van artikel 43bis en artikel 90§3 van het KB van 08 januari 1996 moet de inschrijver een attest van de R.S.Z. voorleggen waarop een droogstempel is aangebracht. De buitenlandse inschrijver moet bij zijn offerte het attest voegen zoals bepaald in artikel 43bis § 2 van datzelfde besluit. Art. 44 - financiële en economische draagkracht: De financiële en economische draagkracht van de leverancier moet, voor wat deze offerte betreft, aangetoond worden door een passende bankverklaring. Art. 45 - technische bekwaamheid De technische bekwaamheid van de leverancier wordt aangetoond door middel van een lijst met minimaal 3 referenties van de voornaamste leveringen die hij gedurende de afgelopen drie jaar in België heeft verricht, met aanduiding van het vermogen van de installatie. Eén referentie moet gelijkaardig zijn aan de voorgestelde installatie in de offerte Art. 86 - Wijze van prijsbepaling De inschrijver splitst zijn prijs op volgens de artikels vermeld in de meetstaat van deel 3. De prijzen worden gegeven in euro, excl. BTW en het bedrag van de BTW. De inschrijver maakt hiertoe een overzicht van de prijzen per artikel met een eventuele variante(n) per artikel. In deze prijsvorming is inbegrepen : • levering, plaatsing en inwerkingstelling • vorming en verdere opleiding van de gebruikers, tot volledige voldoening van de opdrachtgever • de kosten van de documentatie • een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing m.b.t. de werking, gebruikswijze, inspectie, onderhoud en veiligheidsvoorzieningen voor het toestel. In akkoord met de opdrachtgever mag van de taal van de gebruiksaanwijzing worden afgeweken • de tol-, invoer- en accijnsrechten • terugname wisselstukken, verpakkingen, … • alle andere kosten verbonden aan de levering (b.v. demonteren en monteren van deuren, ramen, …) Berichten en terechtwijzingen De berichten en terechtwijzingen, bekendgemaakt in het Bulletin van de Aanbestedingen en die betrekking hebben op de opdrachten in het algemeen of enkel op onderhavige opdracht, maken integraal deel uit van de contractuele bepalingen. De inschrijver is derhalve geacht hiervan kennis te hebben genomen en er mee rekening te hebben gehouden bij het opmaken van zijn offerte.
5 van 50
Art. 89 - Opmaak van de offerte De offerte en de ondersteunende documentatie worden in één origineel papierexemplaar en 3 kopieën (artikel 103 KB van 08 januari 1996) opgemaakt. Het offerteformulier (bijlage 1) volgens het model bedoeld in artikel 90 van het KB van 08 januari 1996 wordt correct ingevuld. Elke offerte die op een ander document is opgemaakt valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die, op ieder document dient te verklaren dat het document conform het bij het bestek behorend model is. Een dergelijk document dient volgende formule te vermelden : “Ik, ondergetekende .......... verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het (de) door de opdrachtgever verstrekte offerteformulier en inventaris, en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven beschouwd worden.” Artikel 90 §2 Indien het offertebedrag voor een perceel de drempel van 50.000 euro exclusief BTW overschrijdt, dient de inschrijver over een erkenning in categorie P1, klasse 1 te beschikken. Bij de offerte dient in dat geval een kopie van het attest van erkenning te worden gevoegd. Art. 97 - Wijziging hoeveelheden De inschrijver kan de aangeduide hoeveelheden van de inventaris NIET wijzigen, ongeacht of het om forfaitaire dan wel om vermoedelijke hoeveelheden gaat. Art. 98 - Vergissingen of leemten Indien de inschrijver in het bestek of in de aanvullende documenten van de opdracht zodanige vergissingen of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld, althans tenminste TIEN dagen vóór de dag van de opening van de offertes, schriftelijk kennis aan de opdrachtgever, behoudens zo de inkorting van de termijn voor het indienen van de offertes niet toelaat deze voorwaarden na te leven. Art. 99 - Vergissingen of leemten in de prijsofferte De inschrijvers kunnen zich niet beroepen op mogelijke vormgebreken, fouten of leemten in hun prijsofferte. Art. 100 - Prijsopgave De inschrijver is verplicht in zijn offerte de aanslagvoet van de belasting op de toegevoegde waarde per artikel (zie deel 3) te vermelden. Art. 102 - Taal van de prijsofferte en de bij te voegen documenten De inschrijver gebruikt het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met het de aanbestedende overheid. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de aanbestedende overheid een, desgevallend beëdigde, vertaling eisen.
6 van 50
Art. 104 - Indiening van de offerte De offerte wordt geschoven in een “definitief gesloten omslag” waarop zijn vermeld : de datum van de zitting waarop de offertes worden geopend en de verwijzing naar het bestek . Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, wordt die gesloten omslag geschoven in een tweede gesloten omslag met opgave van het adres van het bestuur en met de vermelding “offerte PV-panelen”. De offerte wordt gestuurd aan D. Van de Mosselaer, Campus De Nayer, De Nayerlaan 5, 2860 Sint-Katelijne-Waver. Art. 106 De opening van de offertes heeft plaats op dinsdag 22 september 2009 te 10 uur, op campus De Nayer, hoofdgebouw (aanmelden bij onthaal). Art.113 - Varianten Varianten zijn toegelaten voor zover ze de gevraagde dienstverlening garanderen en voldoen aan de minimumvereisten. Varianten mogen per artikel (cfr deel 3 beschrijvende meetstaat) worden ingediend.
7 van 50
Art. 115 Criteria voor gunning van de opdracht Onderhavige procedure impliceert geen enkele verplichting tot het toewijzen van een opdracht. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor, hetzij af te zien van het gunnen van de opdracht, hetzij de procedure te herbeginnen, desnoods op een andere wijze. De aanbestedende overheid kiest bij toepassing van artikel 16 van de wet van 24 december 1993, betreffende de toewijzing van overheidsopdrachten de regelmatige offerte, die haar het voordeligst lijkt met inachtneming van volgende gunningscriteria. De gunningscriteria zijn als volgt vastgelegd. − De technische karakteristieken en conformiteit van de voorgestelde apparatuur: 30 punten − De prijsvoorwaarden: 25 punten − De datum waarop de installatie operationeel is: 20 punten − De kwaliteit en betrouwbaarheid van de voorgestelde dienstverlening: 15 punten − De kwaliteit van de geboden informatie, volledigheid van de offerte: 10 punten Meer in detail:
8 van 50
De technische karakteristieken en conformiteit van de voorgestelde apparatuur: 30 punten De offerte wordt beoordeeld op grond van: • haar overeenstemming met de technische voorschriften van het bestek die moeten beschouwd worden als minimale vereisten waaraan dient te worden voldaan • de bijzondere technische waarde van de voorgestelde materialen en werkingsmethodes boven de minimale eisen van het bestek Binnen dit criterium wordt aandacht besteed aan de voorbereiding en de technische eigenschappen van de installatie. Met betrekking tot de voorbereiding en de montage: -methode van plaatsing i.h.b. de mate waarin de veiligheid van de schoolgebruikers wordt gewaarborgd tijdens de werkzaamheden -de voorgestelde werkwijze voor het onderzoeken van de stabiliteit -kwaliteit van montagestructuur en bescherming tegen degradatie van de dakbedekking, -… Met betrekking tot de fotovoltaïsche generatoren: -vermogen per benodigde dakoppervlakte, -vermogen per module en bijhorende toleranties, -vermogen-en kwaliteitsgarantie -werkingseigenschappen (temperatuurcoëfficiënten), -… Met betrekking tot de invertor: -invertorrendementen, -display en interfacing, -dimensionering van de invertor, -veiligheid (bescherming tegen fouten), -kwaliteitsgarantie, -… Met betrekking tot de monitoring: -aantal, type en kwaliteit van de meetgegevens, -verwerkingsmogelijkheden, -gegevensopslag en gegevenstransfer, -…
9 van 50
De prijsvoorwaarden : 25 punten De inschrijver geeft prijs voor de verschillende artikels uit de beschrijvende meetstaat (deel 3) De gunstigste aanbieding bekomt 25 punten, de andere aanbiedingen worden gerangschikt volgens regel van drie. Indien de aanbiedingen verschillen in geïnstalleerd piekvermogen, zal de prijs per geïnstalleerd vermogen in aanmerking worden genomen. De datum waarop de installatie operationeel is: 20 punten De aanbiedingen met deze datum in 2009 worden geklasseerd van 20 tot 10 punten, de aanbiedingen met deze datum in 2010 worden geklasseerd van 10 tot 0 punten. De kwaliteit en betrouwbaarheid van de voorgestelde dienstverlening: 15 punten Dit criterium omvat volgende onderdelen: -productgaranties, -vermogensgaranties, -labels van sectorverenigingen, -service na indienststelling, -… De kwaliteit van de geboden informatie, volledigheid van de offerte: 10 punten Dit criterium omvat volgende onderdelen: -gevraagde documenten en bijlagen bij de offerte, -technische documentatie, -ontwerpberekeningen, -… art. 116, lid 1 en 2. De gestanddoeningstermijn is 60 kalenderdagen.
10 van 50
C. K.B. 26 september 1996 art. 7 Het opdrachtgevend bestuur behoudt zich het recht voor, overeenkomstig art. 7 de oorspronkelijke opdracht eenzijdig te wijzigen voor zover het voorwerp ervan onveranderd blijft, en zo nodig, mits een rechtmatige compensatie, ongeacht de wijze waarop de prijzen worden bepaald.
11 van 50
DEEL
2: ADMINISTRATIEVE CONTRACTUELE BEPALINGEN
Algemeen Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voorzover er niet van afgeweken wordt, is het Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18-10-1996), zoals gewijzigd bij KB van 29 april 1999 (B.S. van 19-05-1999) en KB van 20 juli 2000 (BS van 30-08-2000), tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing alsmede de bepalingen van de bijlage bij dit Koninklijk besluit. De indeling hierna in artikels is overgenomen van de bijlage bij het bovenvermelde Koninklijk Besluit.
Art. 1- Leidend ambtenaar De leiding en het toezicht op de uitvoering zal geschieden door een of meerdere afgevaardigden van de logistieke dienst van Campus De Nayer. Het mandaat van de leidend ambtenaar bestaat uit: 1. De technische en administratieve opvolging van de leveringen tot en met de definitieve oplevering; 2. Het nazicht van de levering; De leverancier wordt geacht in verband met de uitvoering van de opdracht in gebreke te zijn: − wanneer de prestaties niet geheel voltooid zijn binnen de contractueel bedongen leveringstermijn of op de verschillende gedeeltelijke voltooiingen vastgestelde data; − ongeacht het ogenblik, wanneer de prestaties niet zodanig vorderen dat zij op de vastgestelde data volledig kunnen worden voltooid; − wanneer de geldig gegeven schriftelijke bevelen van het bestuur niet worden nageleefd; − wanneer de prestaties niet uitgevoerd worden volgens de voorwaarden bepaald in onderhavig bijzonder bestek ; − wanneer de levering niet conform is of niet minimaal overeenstemt met de beschrijvingen verstrekt door de inschrijver in zijn prijsofferte; Vooraleer de uitvoering tot stand wordt gebracht, zal het bestuur een vergadering beleggen met de geselecteerde inschrijver om de levering en installatie zo goed mogelijk te laten verlopen.
Art. 5 – Borgtocht Voor onderhavige opdracht wordt een borgtocht geëist van 5% (vijf) van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. BTW). Het bewijs van borgtochtstelling dient binnen de dertig kalenderdagen na de betekening van de gunning van de opdracht gericht te worden aan het hoofd van het opdrachtorganiserend bestuur.
12 van 50
Art. 10 –Onderaannemer De aannemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden. Het is de aannemer verboden het geheel of een gedeelte van de opdracht toe te vertrouwen aan een aannemer, leverancier of dienstverlener die zich in één van de gevallen bevindt respectievelijk bedoeld in de artikelen 17, 43 en 69 van het KB van 81¬1996 en in artikel 21§4 van de AAV.
Art.13 - Prijsherziening Tijdens de duur van de overeenkomst is géén prijsherziening mogelijk, tenzij naar aanleiding van de up- of downgrading van bepaalde toestellen binnen de bepalingen van dit bestek of in geval van uitbreiding van de opdracht. De voorgestelde prijsherziening zal hoe dan ook slechts kunnen toegepast worden na de formele goedkeuring van de aanbestedende overheid.
Art. 15 - Betalingen De betaling geschiedt in één maal, na het einde der werken. De aannemer is verplicht een gedagtekende en ondertekende schuldvordering over te leggen die steunt op een gedetailleerde staat van de werken welke, zijns inziens, de gevraagde betaling rechtvaardigt. De eindvorderingsstaat mag slechts worden ingediend na ontvangst van het proces-verbaal van voorlopige oplevering. De aanbestedende overheid ziet de ingediende staat van werken na en brengt er eventueel verbeteringen in aan. Wanneer er niet tussen de partijen overeengekomen eenheidsprijzen in voorkomen, stelt ze deze prijzen ambtshalve vast met behoud van alle rechten van de aannemer. Na ontvangst van de verklaring van schuldvordering maakt de aanbestedende overheid een proces-verbaal op met vermelding van het bedrag dat ze werkelijk verschuldigd acht te zijn en geeft de aannemer schriftelijk kennis van de staat van de werken die aldus voor betaling zijn aanvaard. Tezelfdertijd verzoekt de aanbestedende overheid de aannemer, binnen de vijf kalenderdagen, een factuur in te dienen voor hetzelfde bedrag. Voor al de bijwerken kunnen afzonderlijke schuldvorderingen en cumulatieve staten opgesteld worden voor de periode van uitvoering gelijklopend met de vorderingsstaten van de oorspronkelijke aanneming. De betalingstermijn beloopt 90 kalenderdagen vanaf de ontvangst van de vorderingsstaat.
Art. 19 - Opleveringskosten De opleveringskosten vallen ten laste van de leverancier.
13 van 50
Art. 28 - Uitvoeringstermijn De uitvoeringstermijn wordt voor dit project gedefinieerd als de datum waarop de installatie operationeel is (tot en met keuring). De aanbestedende overheid geeft de voorkeur dat de installatie nog tijdens 2009 in dienst kan worden genomen. Aanbiedingen met uitvoeringstermijn na 1 mei 2010 worden niet aanvaard.
Art. 43 - Voorlopige en definitieve oplevering Binnen de 15 kalenderdagen na de dag waarop het gehele werk wordt voltooid, en voor zover de resultaten van de keuringen en van de voorgeschreven proeven zijn gekend, wordt naargelang het geval een proces verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. De waarborgtermijn bedraagt één jaar en gaat in op de datum van de voorlopige oplevering. Binnen de 15 kalenderdagen vóór de dag, waarop de waarborgtermijn verstrijkt, wordt naargelang het geval een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt.
Art. 48§2 - Boete wegens laattijdige uitvoering Gelet op het belang van het respecteren van de uitvoeringstermijn (zie hoger) wordt , in afwijking van artikel 48§2, de boete wegens laattijdige uitvoering van de opdracht bepaald op: - een bedrag gelijk aan het bedrag van de door de opdrachtgever gederfde stroomcertificaten, indien de installatie niet geleverd wordt in het jaar zoals voorzien in de offerte, - een forfaitair bedrag van 250 euro per kalenderdag vertraging indien de installatie geleverd wordt in het jaar zoals voorzien in de offerte.
Art. 55 §1 - Plaats van de levering De levering en plaatsing van de toestellen dient uitgevoerd op kosten en met personeel en materiaal van de leverancier, zonder tussenkomst van de opdrachtgever. De risico’s van transport, levering, opstelling, demonstratie, onderhoud of herstelling van de producten, materialen en machines vallen onder de volle verantwoordelijkheid van de leverancier en kunnen niet aan de opdrachtgever aangerekend worden.
Art. 55 §4 - Nazicht van de levering De gebroken en/of geschonden goederen zullen op kosten van de leverancier vervangen worden.
Art. 56 - Verpakkingen De leverancier is verplicht iedere verpakking terug te nemen, zowel ingevolge de levering als de verpakkingen van wisselstukken en toners. Het niet-nakomen van deze terugnameplicht wordt van rechtswege, zonder enige kennisgeving of bericht gesanctioneerd. De boete wordt berekend op de wijze zoals bepaald in artikel 20 § 4 van de algemene aannemingsvoorwaarden.
14 van 50
DEEL 3: TECHNISCHE BEPALINGEN Algemeen In zover er niet wordt van afgeweken door de bepalingen en voorwaarden van dit bijzonder bestek met zijn beschrijving van de werken, zijn op de door het onderhavig bestek beheerde aanneming, de volgende bepalingen en voorwaarden van toepassing : 1.
De recentste typebestekken nr. 400 van het Ministerie van Openbare Werken, Bestuur voor Elektriciteit en Elektromechanica.
2.
Het Algemeen Reglement betreffende de Elektrische Installaties (AREI), KB van 10 maart 1981, aangevuld met de latere uitvoeringsbesluiten.
3.
Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (ARAB) met alle in het Belgisch Staatsblad verschenen wijzigingen, bijvoegingen en schrappingen.
4.
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18-09-1996) en zijn aanvullingen en uitvoeringsbesluiten.
5.
De CODEX betreffende het Welzijn op het werk met alle in het Staatsblad verschenen wijzigingen, bijvoegingen en schrappingen, met in het bijzonder het KB van 12 augustus 1993 betreffende Arbeidsmiddelen (BS 28-09-1993).
6.
de reglementen van de distributienetbeheerder
7.
Vlaamse reglementering betreffende het milieu zoals opgenomen in Vlarem I en II.
8.
KB van 10 januari 1997 (B.S. 12-01-1997) tot wijziging van het KB van 23 maart 1977 tot bepaling van de veiligheidsgaranties die bepaalde elektrische machines, apparaten en netten moeten hebben met betrekking tot de Richtlijn elektriciteit nr. 73/23/EEG van 19 februari 1973 met zijn wijzigingen.
9.
KB van 10 november 1996 (B.S. 8 april 1997) betreffende goedkeuringen van apparaten voor telecommunicatie in toepassing van de Richtlijn 91/263/EEG Apparaten voor telecommunicatie.
10.
De richtlijn productveiligheid nr. 92/59/EEG
11.
EN IEC 61215:2005, Ed. 2, Crystalline silicon terrestrial photovoltaic (PV) modules – Design qualification and type approval
12.
EN IEC 61646:2008, Ed. 2, Thin-film terrestrial photovoltaic (PV) modules Design qualification and type approval
13.
IEC 60364-7-712:2002, Electrical installations of buildings – Part 7 -712: Requirements for special installations or locations – Solar photovoltaic (PV) power supply systems
14.
EN 61730-1:2007, Photovoltaic (PV) module safety qualification – Part 1 : Requirements for construction
15.
EN 61730-2:2007, Photovoltaic (PV) module safety qualification – Part 2 : Requirements for testing
16.
EN 50438:2007 Requirements for the connection of micro-generators in parallel with public low-voltage distribution networks
15 van 50
17. 18. 19.
Bestek Synergrid C10/11, Technische aansluitingsvoorschriften voor gedecentraliseerde productie-installaties die in parallel werken met het distributienet Technisch Reglement: Distributie Elektriciteit, Vlaams Gewest, Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits-en Gasmarkt (VREG) Normen en reglementen met betrekking tot de stabiliteit/veiligheid en duurzaamheid : I.v.m. de belasting: - NBN EN 1991-1-1:2002-Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-1 : Algemene belastingen – Dichtheden, eigen gewicht en opgelegde belastingen voor gebouwen = EN 1991-1-1:2002 -
NBN EN 1991-1-1 ANB:2007-Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-1 : Algemene belastingen – Volumieke gewichten, eigen gewict en opgelegde belastingen voor gebouwen – Nationale Belgische bijlage NBN EN 1991-1-3:2003-Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-3 : Algemene belastingen – Sneeuwbelasting
-
NBN EN 1991-1-3 ANB:2007-Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-3 : Algemene belastingen – Sneeuwbelasting – Nationale Belgische bijlage
-
NBN EN 1991-1-4:2005-Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-4 : Algemene belastingen – Windbelasting
-
NBN EN 1991-1-4 prANB:2009-Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-4 : Algemene belastingen – Windbelasting – Nationale Belgische bijlage
I.v.m. de structurele werken: Beton -
NBN EN 1992-1-1:2005-2005 – Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-1 : Algemene regels en regels voor gebouwen
-
prNBN EN 1992-1-1:2007-2007 – Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-1 : Algemene regels en regels voor gebouwen
-
prNBN EN 1992-1-2 ANB:2007-2007 – Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-2-ANB : Algemene regels
-
NBN EN 1992-1-1:2004/AC:2008:--– Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-1 : Algemene regels en regels voor gebouwen
Staal -
prNBN EN 1993-1-1ANB:2008 – Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-1 : Algemene regels en regels voor gebouwen
-
NBN EN 1993-1-1:2005/AC:2006 – Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies -Deel 1-1 : Algemene regels en regels voor gebouwen
-
NBN EN 1993-1-1:2005 – Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies-Deel 1-1 : Algemene regels voor gebouwen (+AC:2006)
-
prNBN EN 1993-1-11 ANB:2008 – Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies -Deel 1-11 : Algemene regels – Materiaaltaaiheid en eigenschappen in de dikterichting – Nationale bijlage
16 van 50
Timmerwerk -verbinding – houtbescherming -
prNBN EN 1995-1-1 ANB:2008-Eurocode 5 – Ontwerp en berekening van houtconstructies – Deel 1-1: Algemeen – Algemene regels en regels voor gebouwen
-
NBN EN 1995-1-1/A1:2008-Eurocode 5 – Ontwerp en berekening van houtconstructies – Deel 1-1: Algemeen – Gemeenschappelijke regels en regels voor gebouwen
-
NBN EN 1995-1-1:2004/AC:2006: Ontwerp en berekening van houtconstructies – Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen
-
-NBN EN 1995-1-1:2005 -Ontwerp en berekening van houtconstructies – Deel 11: Algemeen – Gemeenschappelijke regels en regels voor gebouwen
-
prNBN EN 1995-2 ANB:2008-Eurocode 5 – Ontwerp en berekening van houtconstructies – Deel 2: Bruggen – Nationale bijlage
-
STS 31 – Timmerwerk
-
STS 04.03 – Houtbehandeling
Informatieverplichting bij suboptimale opstelling De aanbieder informeert de klant over de te verwachten opbrengsten en de afwijkingen ten opzichte van een ideaal systeem: -
De aanbieder dient de klant in de offerte op de hoogte te stellen over de te verwachten referentieopbrengst ten opzichte van een array met ideale opstelling. Hij kan zich baseren op de stralingsschijf voor Ukkel. Zie ook http://re.jrc.ec.europa.eu/pvgis/impas/index/htm
-
Beschaduwing van de fotovoltaïsche generator moet worden vermeden of tot een minimum worden beperkt. Daarvoor dient het installatiebedrijf de opbrengstverliezen door beschaduwing op voorhand te schatten. Dit gebeurt op basis van een gestandaardiseerde locatieschets die de klant met hulp van de aanbieder invult. Bijlage 3 ‘checklist beschaduwing’ bevat een sjabloon voor een plaatsbeschrijving en locatieschets.
-
Schat het installatiebedrijf de opbrengstverliezen ten gevolge van beschaduwing hoger dan 5% dan dient het de klant al in de offertefase over de reductie in opbrengst op de hoogte te stellen.
17 van 50
BESCHRIJVENDE OPMETINGSSTAAT
Artikel 1 : PV-generatoren met kristallijne Silicium cellen Algemeen PV-modules met kristallijne Silicium cellen voor het opwekken van elektriciteit. De fotovoltaïsche modules dienen naar grootte en inplanting gecoördineerd te worden met de opdrachtgever. Types: monokristallijn of polykristallijn Silicium.
Uitvoering De fotovoltaïsche modules dienen gekeurd te zijn volgens IEC 61215 (Kristallijn silicium fotovoltaïsche modules voor aardse toepassingen). Minimum moduul rendement : 14% Maximale vermogentemperatuurcoëfficiënt: -0,5 %/°C Minimum productgarantie: 5 jaar Vermogengarantie: minimum 90% na minimum 10 jaar minimum 80% na minimum 20 jaar Maximum tolerantie op het piekvermogen: -3% / +5% De modules moeten voorzien zijn van een beveiliging tegen hot spots.
Toepassing Leveren en plaatsen en keuze van generatoren met kristallijne silicium cellen. Beschikbare oppervlakte voor modules: zie bijgevoegd plan (bijlage 3). Berekening van de te verwachten jaaropbrengst in kWh met de voorgestelde panelen en opstelling bij te voegen.
Aard van de overeenkomst Meting
Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
min. 20kWp, opgebouwd uit identieke panelen
18 van 50
Artikel 2 : Bevestiging Algemeen Deze paragraaf beschrijft alle onderdelen nodig voor de bevestiging van modules met kristallijne cellen. Uitvoering De panelen worden geplaatst boven op het dak van blok F. Het dak is opgebouwd uit een betonnen draagstructuur, isolatie, roofing en keien. De modules moeten bevestigd worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Een waterdichte afwerking moet gegarandeerd zijn. De bestaande waterdichtende laag mag niet beschadigd worden. Alle nodige maatregelen dienen hiervoor getroffen worden. De keien dienen verwijderd te worden alvorens de draagconstructie wordt aangebracht. De huidige afvoer van regenwater mag nergens verhinderd worden door de draagstructuur van de panelen. De volledige dakoppervlakte mag gebruikt worden (zie bijgevoegd plan in bijlage 3). Positie, hellingshoek en orientatie van de panelen wordt zodanig gekozen dat de PV-generatoren optimaal renderen, rekening houdende met de beschikbare oppervlakte en het te installeren vermogen van 20kWp. De hellingshoek van de panelen moet zodanig uitgevoerd worden dat er geen enkele beschaduwing optreedt. Materiaal van de metalen constructiedelen en bevestigingsmiddelen: aluminium of inox.
Toepassing Leveren en plaatsen van constructie voor kristallijne modules volgens artikel 1. De berekening van de bijkomende dakbelasting dient bijgevoegd te worden.
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
Meting Draagconstructie voor panelen (20kWp) op een plat dak.
19 van 50
Artikel 3 : Gelijkstroomzijdige bekabeling Algemeen Beschrijving van de verbinding tussen de PV-generatoren en invertoren. Uitvoering Voor de bekabeling op de gelijkspanningszijde zijn volgende normen van toepassing: • IEC 60364-7-712, sectie 712.522 van toepassing. • DIN VDE 0100-520 “Auswahl und Errichten von Kabel, Leitungen und Stromschienen”. In de praktijk betekent dit een aard-en kortsluitvaste installatie. Deze kan worden gerealiseerd door dubbel geïsoleerde kabels met aparte leidingen voor plus en min. In de generatoraansluitkast dienen plus-en min-klemmen ruimtelijk gescheiden te worden om een kortsluiting te voorkomen. Indien een van de klemmen los komt, moet uitgesloten zijn dat de polen elkaar kunnen raken. Stringdiodes ter bescherming tegen overstromen bij beschaduwing of kortsluiting mogen niet toegepast worden. In systemen met meerdere parallelle strings dienen de stringleidingen beveiligd te worden tegen overstromen met smeltveiligheden op plus en min zoals beschreven in IEC 60364-7-712. De smeltveiligheden mogen achterwege blijven indien de stringleidingen gedimensioneerd zijn voor de maximaal mogelijke overbelastingsstroom. In dit geval dient door schriftelijke verklaring van de moduleproducent ook aangetoond te worden dat de modules deze stroom in negatieve richting kunnen dragen. De maximaal mogelijke overbelastingsstroom op de stringleidingen wordt berekend als: Imax, string = 1,25 (n-1) Isc,STC met n het aantal parallelle strings en Isc,STC de nominale kortsluitstroom van een string. De gelijkspanningshoofdleidingen worden altijd gedimensioneerd voor de maximaal mogelijke overbelastingsstroom geleverd door de fotovoltaïsche array. Deze bedraagt: Imax, array = 1,25 n Isc,STC De doorsnede van elke stringleiding en de gelijkspanningshoofdleiding moet zodanig gekozen worden dat bij nominale stroom in het maximumvermogenpunt (maximum power point of MPP) de som van de spanningsval op deze twee leidingen voor alle strings minder dan 2% van de nominale MPP-spanning bedraagt. In de buitenomgeving worden UV-bestendige kabels gebruikt. Kabels geïnstalleerd op daken moeten geschikt zijn voor een temperatuurbereik van -20°C tot 80°C. Dit geldt ook voor het gebruikte installatiemateriaal (bv. kabelgoten). Een DC-schakelaar is verplicht volgens IEC 60364-7-712 om de invertor van de generator te scheiden. Deze bevindt zich naast de invertor of is in de invertor geïntegreerd. De kabels verlaten de dakrand, ter hoogte van lokaal F113. Ze worden waterdicht ingevoerd door de zijwand van dit lokaal, en lopen door het vals plafond van de gang door tot in het technisch lokaal F107, waar de invertoren geplaatst worden. Het exacte trace van de kabel is in overleg met de bouwheer. Toepassing Leveren en plaatsen van verbinding tussen PV-generatoren en omvormers. De aannemer dient de lengte en de sectie van de kabel te bereken na plaatsbezoek en berekening van het aantal te plaatsen panelen. Berekening van kabelsectie toe te voegen.
20 van 50
Aard van de overeenkomst: Meting :
Totale prijs (TP)
Alle elektrische verbindingen tussen de panelen en lokaal F107
21 van 50
Artikel 4 : Invertor Algemeen Beschrijving van de centrale invertoren of omvormers voor de omzetting van gelijkspanning naar wisselspanning. Uitvoering Minimum rendement (europees): Maximum verbruik standby-modus: Maximum verbruik nachtmodus: Minimum productgarantie: jaar)
93% 10W 0.25W 10 jaar (met een op te geven meerprijs voor 20
Het nominaal ingaand vermogen van een invertor moet tussen 80 en 120 % van het piekvermogen van de aangesloten fotovoltaïsche array liggen. Het nominaal ingaand vermogen van een invertor is het maximale uitgaande vermogen gedeeld door het invertorrendement bij vollast. Het maximale uitgaande vermogen en het invertorrendement bij vollast worden aangegeven door de producent. Elke invertor dient zodanig gedimensioneerd te worden dat zijn MPP-trackingbereik de MPPspanning van de fotovoltaïsche array bij -10°C tot +70°C omvat. Wanneer lucht kan stromen langs de achterkant van de fotovoltaïsche generatoren, mag 60°C als maximale temperatuur verondersteld worden. De maximale toegelaten ingangsspanning van elke invertor dient groter te zijn dan de openklemspanning van de fotovoltaïsche array bij -10°C en 1.000 W/m². Indien de gelijkspanningszijde en de wisselspanningszijde van de invertor niet galvanisch gescheiden zijn, moet dit aangegeven worden op de invertor. De invertoren zijn geschikt voor buitenopstelling (beschermingsklasse minimaal IP 54). De invertoren zijn elk voorzien van een seriële of netwerk interface voor datalogging. De eisen en richtlijnen van de distributienetbeheerder en de eisen uit de nota C10/11 van Synergrid moeten gevolgd worden. De invertoren worden geplaatst in technisch lokaal F107.
Toepassing Dimensioneren, leveren en plaatsen van de centrale invertoren voor de omzetting van gelijkspanning naar wisselspanning. Volgens berekening aannemer rekening houdend met het aanwezige nettype en netspanning. Totale prijs (TP) + optionele Totale prijs (TP) voor een garantieverlenging tot 20 jaar
Aard van de overeenkomst
Meting:
Invertoren voor omzetting van 20kWp
22 van 50
Artikel 5 : Aarding en bliksembeveiliging Algemeen De eisen betreffende de aarding en bliksembeveiliging worden in deze paragraaf beschreven.
Uitvoering Het gebouw heeft een externe bliksembeveiligingsinstallatie. De fotovoltaïsche installatie moet in deze bliksembeveiliging geïntegreerd te worden. Deze bliksembeveiligingsinstallatie dient te voldoen aan de norm NBN EN 62305. Indien de bestaande externe bliksembeveiligingsinstallatie voorzien is volgens de (oude) norm NBN C18-100/300 kan de fotovoltaïsche installatie beveiligd worden tegen blikseminslag volgens deze laatste norm. Het oppervlak dat omsloten wordt door stroomlussen in de gelijkstroomzijdige bekabeling dient altijd geminimaliseerd te worden om de inductieve inkoppeling van overspanningen te vermijden. Van deze bliksembeveiliging dient een attest te worden afgeleverd. Toepassing Leveren en plaatsen van aarding en bliksembeveiliging. Volgens berekening aannemer. Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
23 van 50
Artikel 6 : Energiemeting Algemeen Er moet een bijkomende elektriciteitsteller voorzien worden die de elektriciteitsproductie van de PV-installatie registreert. Waarschijnlijk zal de bestaande elektriciteitsteller vervangen moeten worden. Uitvoering De geldende eisen en richtlijnen van de distributienetbeheerder hebben voorrang op onderstaande indeling en moeten gevolgd worden. Voor conformiteit met de regelgeving inzake groenestroomcertificaten worden de toe te passen gewestelijke meetcodes gevolgd. De distributienetbeheerder zal een meetinrichting met registratie van de productie op maandbasis plaatsen. De groenestroomteller wordt in een aparte tellerkast geplaatst. De bestaande elektriciteitsteller (verbruiksmeter) moet vervangen worden door een bidirectionele teller. Het is mogelijk dat het fysische meettoestel dat de metingen uitvoert voor het afnametoegangspunt en injectietoegangspunt hetzelfde is, maar dat deze meter een aparte uitleeswaarde weergeeft voor injectie enerzijds en afname anderzijds.
Toepassing Alle coordinerende werken voor het aanpassen of plaatsen van de energiemeter. De kosten van de werken uitgevoerd door de netbeheerder voor de energietelling ( tellers, tellerkast, …) en omschakeling zijn NIET inbegrepen in deze post. Deze kosten worden rechtstreeks afgerekend tussen netbeheerder en bouwheer.
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
24 van 50
Artikel 7 : Monitoring en visualisatie Algemeen Er wordt een monitoringapparaat voorzien in lokaal F107 voor het inlezen en bewaren van alle beschikbare meetgegevens en instellingen van de invertor(en) van de PVinstallaties. De monitoringsapparatuur moet minimaal volgende gegevens inlezen, bewaren en doorgeven: • actuele, dagelijkse en totale elektriciteitsproductie, • logging van temperatuur en zonne-instaling (min per 15min) • status-en foutmelding via administrator toegang • opmaak en verzenden (naar 1 vast email-adres) van dagelijks en/of maandelijks productieverslag De bouwheer zorgt voor een PC met groot extern scherm in de centrale inkomhal. Deze maakt verbinding via een webbrowser met het monitoringapparaat. De aannemer zorgt voor de aanmaak van de webpagina’s met de benodige real-time meetgegevens in overleg met de bouwheer. Deze pagina’s worden in het monitoringappaaraat bewaard. Kenmerken monitoringapparaat: •
lokale connectie met alle invertoren in lokaal F107 via seriële of netwerk verbinding
•
intern geheugen + mogelijkheid tot uitbreiding via extern geheugen
•
netwerkaansluiting met web-interface, en webserver. Het apparaat moet voldoende intern geheugen hebben om de webpagina’s op te slaan.
•
Alle publieke gegevens moeten vrij toegankelijk zijn voor iedereen op het netwerk, de status- en foutgegevens (omvormers,..) zijn enkel toegankelijk voor admin via paswoord
•
update-mogelijkheid van de interne software
•
opmaak en verzenden (naar vast email-adres) van productieverslag en foutmeldingen
Kenmerken visualisatie : •
Ontwikkelen van webpagina’s met de meetgegevens. De bouwheer stelt een PC ter beschikking. OS is Windows XP.
•
De pagina’s moeten minimaal volgende gegevens in real-time bevatten : actuele, dagelijkse en totale elektriciteitsproductie, huidige temperatuur en zonne-instraling.
•
Schermlayout op te bouwen in samenspraak met bouwheer
Uitvoering -
-
Het monitoringapparaat wordt in lokaal F107 geplaatst, vlakbij de invertoren. De aannemer zorgt voor de volledige elektrische kablering van het toestel (voeding , sensoren, RS232/485,..). Enkel de netwerkkabel wordt door de bouwheer ter beschikking gesteld. Naast de zonnepanelen dienen ook 2 sensoren op het dak geplaatst te worden. De ene sensor meet de temperatuur en de andere de zonne-instraling. Deze beide sensoren dienen met een aangepaste kabel (volgens specs fabrikant) verbonden te worden met het monitoringapparaat in lokaal F107. Eventuele meetomvormers welke zouden nodig zijn voor aankoppeling aan monitoringapparaat zitten in de aanneming begrepen.
25 van 50
De resolutie en nauwkeurigheid en meetbereik van beide sensoren dient zodanig gekozen te worden dat in alle situaties een relevante meting kan gebeuren. Toepassing Leveren, plaatsen en in dienst stellen van toestellen voor monitoring en visualisatie. Hierin is inbegrepen : kabels, montagebeugels, connectoren, sensoren, hulpstukken,….
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
26 van 50
Artikel 8 : Netkoppeling Algemeen De netaansluiting en de apparaten voor het verwezenlijken van de netaansluiting dienen te voldoen aan: • De nota’s C10/11 en C1/107 van Synergrid, • de nota C1/107 van Synergrid, • de eisen van Technische Reglement Distributie Elektriciteit van de Vreg • de eisen in het AREI, • de eisen van de lokale distributienetbeheerder. De aannemer verbindt zich er toe alle contacten te leggen met de lokale distributienetbeheerder. Alle verplichtingen en toebehoren voor aansluiting op het elektriciteitsnet zijn inherent aan deze aanneming. Onder andere een ontkoppelkast volgens de voorschriften van de netbeheerder voor de ontkoppelingsbeveiliging. Bij driefasige aansluiting is een gelijke verdeling over de drie fasen verplicht. Indien er verschillende invertoren zijn, moeten de aansluitingen zo goed mogelijk verdeeld worden over de fasen. Uitvoering De invertoren moeten aangesloten worden op een verdeelbord in lokaal F004 (vlak onder F107, 1 verdiep lager). Dit verdeelbord wordt gevoed op 3x380V / 63A. De invertoren van de PV-installatie worden via een aparte elektrische automaat als een aparte kring op het verdeelbord aangesloten.
Toepassing Leveren en plaatsen van de nodige apparaten, kasten en kabels voor netkoppeling conform de eisen van de distributienetbeheerder. Automatische zekering volgens berekening aannemer + eventueel kast indien deze niet meer in de bestaande kast kan bijgeplaatst worden. Onderbrekingsvermogen automaat 10kA. Alle verplichtingen en toebehoren voor aansluiting op het laagspanningsnet zijn inherent aan deze aanneming. Alle eventuele kosten voor de afregeling , ijking en keuring van de ontkoppelbeveiliging door derden zijn inbegrepen. De attesten van deze keuringen worden aan de bouwheer bezorgd.
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
27 van 50
Artikel 9 : Keuring Algemeen De installatie moet gekeurd worden door een bevoegde externe dienst voor Technische Controle en distributienetbeheerder. Dit dient te gebeuren in overleg met de opdrachtgever en is inbegrepen in de aanneming. De bliksembeveiliging dient eveneens gekeurd te worden.
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
28 van 50
Artikel 10 : Technische documentatie Algemeen •
Uitvoeringsplannen De aannemer stelt de uitvoeringsplannen op. De volgende plannen moeten opgesteld worden: • Inplantingsplannen, • elektrische schema’s (eendraadsschema). De aandacht van de aannemer elektriciteit wordt erop gevestigd dat de schema’s van aanbesteding in as-built moeten omgezet worden naar een eendraadsschema conform bijlage 2 van het AREI. Een kopie van het nieuwe ééndraadschema moet in het aangepaste verdeelbord worden voorzien. • Technische fiches De aannemer zorgt ervoor dat de technische detailfiches duidelijk de aangeboden materialen specificeren en dat deze conform zijn aan het bestek. De aannemer houdt onder meer rekening bij het indienen van de technische fiches met de levertermijn van de materialen, de installatietijd, de uitvoeringstermijn, de tijd nodig voor nazicht van de technische fiches, … Van de volgende posten moeten technische fiches voorgelegd worden: - PV-generatoren - bevestiging - invertor - energiemeting - monitoring - visualisatie - sensoren - netkoppeling
•
As-built dossier Het as-built dossier dient volgende documenten te omvatten: as-builtplannen + schema’s, documentatie + onderhoudsvoorschriften, materiaallijst, werkings-en bedieningsinstructies keuringsattesten. Deze aanwijzingen bevatten een schema van elk geheel waarop al de te bedienen, waar te nemen en te onderhouden apparaten een volgnummer dragen (deze nummers moeten teruggevonden worden op de plaatjes, die op de apparaten bevestigd zijn).
•
Alle plannen en fiches worden zoveel mogelijk digitaal aangeleverd in een standaardformaat (bij voorkeur dwg).
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
29 van 50
Lijst Bijlagen: 1. Offerteformulier 2. Reglement “werken door derden” 3. inplantingsplan
30 van 50
Bijlage 1
OFFERTEFORMULIER 1
VOOR ÉÉN INSCHRIJVER - NATUURLIJKE PERSOON
De ondergetekende (naam en voornamen) ………………………………………………………………… Hoedanigheid of beroep : …………………………………………………………………………………….. Nationaliteit : …………………………………………………………………………………………………… Wettelijke woonplaats (land, gemeente met postnummer, straat en huisnummer) : ............................................................................................................................ ..............................
1
VOOR ÉÉN VENNOOTSCHAP
De vennootschap (handelsnaam of naam) ........................................................................................ Rechtsvorm : ............................................................. Nationaliteit : …………………………………… Maatschappelijke zetel (land, gemeente met postnummer, straat en huisnummer) : ............................................................................................................................ .............................. ............................................................................................................................ .............................. 2 3
Vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) (naam en voornamen)
............................................................................................................................ .............................. in hoedanigheid van ............................................................................................................................ .... Nationaliteit : ............................................................................................................................ ............... 1 2 3
slechts één vorm kan geldig ingevuld worden - de overige doorhalen. de volgende gegevens dienen voor elke gemachtigde ingevuld te worden. elke gemachtigde voegt bij zijn (haar) offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit zijn (haar) bevoegdheid blijkt of een gewaarmerkt afschrift van zijn (haar) volmacht; hij (zij) kan zich ook beperken tot verwijzing naar het nummer van de bijlage aan het “Belgisch Staatsblad” waarin zijn (haar) bevoegdheden zijn bekendgemaakt.
31 van 50
Wettelijke woonplaats (land, gemeente met postnummer, straat en huisnummer) : ............................................................................................................................ .............................. ............................................................................................................................ ..............................
4
VOOR ÉÉN VERENIGING ZONDER
RECHTSPERSOONLIJKHEID OPGERICHT DOOR MEERDERE NATUURLIJKE EN/OF RECHTSPERSONEN De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) (hierna dienen voor ieder van hen dezelfde gegevens ingevuld te worden als aangegeven op de vorige pagina en dit naargelang het een natuurlijke of een rechtspersoon betreft) 5 6
(eventueel) vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) (hierna dienen voor iedere vennootschap dezelfde gegevens ingevuld te worden als aangegeven op de vorige pagina) 7
die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming onder de naam
............................................................................................................................ .............................. Verbindt of verbinden zich op zijn (haar) (hun) roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het bijzonder bestek, van de opdracht voor het huren (leveren, installeren, technische ondersteuning en onderhoud) van digitale kopieertoestellen
ATTEST Ondergetekende : Naam + voornaam Woonplaats Beroep Vennootschap
4 5
6 7
slechts één vorm kan geldig ingevuld worden - de overige doorhalen. de gemachtigden voegen bij hun offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit hun bevoegdheid blijkt of een gewaarmerkt afschrift van hun volmacht; zij kunnen zich ook beperken tot verwijzing naar het nummer van de bijlage aan het “Belgisch Staatsblad” waarin hun bevoegdheden zijn bekendgemaakt. in te vullen in dezelfde volgorde als voor de vennootschappen. door de inschrijver(s) in te vullen
32 van 50
Maatschappelijke zetel Nationaliteit BTW-nummer
VERKLAART DAT DE TOESTELLEN, AANGEBODEN IN HET KADER VAN HET BESTEK “ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG VOOR HET LEVEREN, INSTALLEREN, HUUR, TECHNISCHE DIENSTVERLENING EN ONDERHOUD VAN DIGITALE KOPIEERTOESTELLEN,”
VOLDOEN AAN : 1. de wetten en reglementen inzake veiligheid en hygiëne 2. de voorwaarden inzake veiligheid en hygiëne, niet noodzakelijk bij wetten en reglementen opgelegd, maar onontbeerlijk om het objectief te bereiken vooropgesteld in artikel 54 quater 2. van het A.R.A.B.
De gevolmachtigde,
Handtekening en firmastempel, voorafgegaan door eigenhandig geschreven “gelezen en goedgekeurd”
33 van 50
Bijlage 2
Reglement Werken met derden Opgesteld in het kader van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Centrale Interne Dienst preventie en Bescherming op het Werk versie: januari 2009
34 van 50
Voorwoord
Dit reglement geeft een overzicht van een aantal regels en basisprincipes die binnen de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst gelden met betrekking tot werken met derden. Elke onderneming van buitenaf die werken komt uitvoeren moet vooraleer te mogen starten, dit reglement lezen en het formulier achteraan het reglement ondertekenen. De onderneming van buitenaf dient iedereen welke in zijn opdracht werkzaamheden vervult op de hoogte te brengen van de inhoud van dit reglement. Dit reglement heeft als doel de veiligheid en gezondheid zowel van de werknemers van de onderneming van buitenaf als van ons eigen personeel en onze studenten optimaal te garanderen. Kosten voortvloeiend uit het niet naleven van dit reglement kunnen op de onderneming van buitenaf verhaald worden.
Inhoudsopgave Voorwoord ........................................................................................................................................................ 35 Inhoudsopgave ................................................................................................................................................. 35 1. Basisprincipes............................................................................................................................................... 36 1.1 Algemeen............................................................................................................................................... 36 1.2 Sociale zekerheid................................................................................................................................... 37 1.3 Verzekering............................................................................................................................................ 37 2. Richtlijnen en procedures ............................................................................................................................. 37 2.1 Brandpreventie....................................................................................................................................... 37 2.2 Rookverbod in de gebouwen ................................................................................................................. 38 2.3 Melden van gevaarlijke toestanden........................................................................................................ 38 2.4 Toegang tot de terreinen en gebouwen ................................................................................................. 38 2.5 Vergunningen......................................................................................................................................... 39 2.6 Werkkledij en beschermingsmiddelen.................................................................................................... 39 2.7 Telefoon ................................................................................................................................................. 39 2.8 Waarschuwingsborden en afbakening ................................................................................................... 40 2.9 Afval....................................................................................................................................................... 40 2.10 Incidenten en ongevallen ..................................................................................................................... 40 3. Speciale aandachtspunten ........................................................................................................................... 40 3.1 Asbest .................................................................................................................................................... 40 3.2 Verkeer .................................................................................................................................................. 40 3.3 Opslaan van materialen ......................................................................................................................... 41 3.4 Tewerkgesteld personeel....................................................................................................................... 41 3.5 Sanitair en hygiëne ................................................................................................................................ 41 4. Gebruik van gevaarlijke producten en arbeidsmiddelen door de onderneming van buitenaf........................ 41 4.1 Gevaarlijke producten ............................................................................................................................ 41 4.2 Arbeidsmiddelen .................................................................................................................................... 42 4.3 Het gebruik van hefwerktuigen, aanslagmaterialen en andere arbeidsmiddelen onderworpen aan keuringen................................................................................. 42 4.4 Elektrische installaties............................................................................................................................ 42 Bijlagen:............................................................................................................................................................ 43 1. overeenkomst..................................................................................................................................... 43 2. formulier vuurvergunning.................................................................................................................... 43 3. instructies noodsituaties ..................................................................................................................... 43
35 van 50
1. Basisprincipes 1.1 Algemeen Werkzaamheden aan de hogeschool, uitgevoerd door ondernemingen van buitenaf, moeten voorbereid en uitgevoerd te worden in overeenkomst met de geldende Europese en Belgische wetgeving. De werkzaamheden moeten conform zijn met: - Al de wettelijke eisen beschreven in de Codex over het welzijn op het werk (CODEX), het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). -
Al de wettelijke eisen beschreven in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM) en het Vlaams reglement inzake Afvalvoorkoming en Afvalbeheer (VLAREA) voor campussen in het Vlaams Gewest.
-
Al de geldende milieu- en afvalreglementering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest voor campussen in dit Gewest.
-
De Wet op het Welzijn (04/08/1996) in het bijzonder hoofdstukken IV en V.
-
De veiligheidsvoorschriften van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst zijn van toepassing op elke onderneming die werkzaam is op de terreinen en of in de gebouwen van de hogeschool.
-
Bij niet of gebrekkige naleving van de bovenstaande verplichtingen, kan de hogeschool zelf maatregelen treffen om hieraan te voldoen, dit op kosten van de onderneming van buitenaf.
-
De onderneming van buitenaf moet voor aanvang van de werken de nodige informatie verstrekken betreffende de aanwezige risico’s en maatregelen inzake het welzijn die genomen moeten worden om de werken in alle veiligheid te laten verlopen.
-
De hogeschool moet op zijn beurt eveneens de nodige informatie geven aan de onderneming van buitenaf over de risico’s inherent aan de omgeving en maatregelen inzake het welzijn die genomen moeten worden om de werken in alle veiligheid te laten verlopen.
-
Bovenstaande punten moeten schriftelijk beschreven worden op het formulier achteraan het reglement.
-
Incidenten, ongevallen en onveilige toestanden moeten onmiddellijk gemeld worden.
De aannemer moet deze informatie aan zijn werknemers en eventuele onderaannemers geven zodat alle werkzaamheden door aannemers en onderaannemers en de respectievelijke werknemers, in veilige omstandigheden zullen verlopen. Het naleven van deze veiligheidsregels is een essentiële voorwaarde waaronder de aannemingsopdracht mag uitgevoerd worden. Onderhavige voorschriften vullen de vereisten aan, omschreven in het bestek, de overeenkomst en/of wettelijke bepalingen. In geval van tegenstrijdigheid zal de strengste bepaling ten aanzien van de aannemer van toepassing zijn. Eventueel toezicht door een aangestelde van de hogeschool beperkt zich in principe tot de kwantiteit en de kwaliteit van de werkuitvoering en houdt geen overdracht van gezag of verantwoordelijkheid in. Nochtans heeft de aangestelde van de hogeschool in het
36 van 50
belang van de veiligheid van haar eigen werknemers steeds het recht de werkzaamheden te controleren, het gebruik van onveilig materiaal, werktuigen en/of werkmethodes te verbieden en de werken te stoppen totdat de oorzaak daarvan is weggenomen, indien naar zijn/haar mening het werk dat gedaan wordt of de manier waarop het gedaan wordt onveilig, ongezond of milieuonvriendelijk is. De aannemer, zijn aangestelde of onderaannemers hebben geen enkel recht op vergoeding in de mate dat zij voor het ontstaan van de onveilige toestand verantwoordelijk zijn. De personen die zich niet houden aan al deze bepalingen kunnen van de werf verwijderd worden. De aannemer is ertoe gehouden onmiddellijk ieder personeelslid te vervangen waarvan de opdrachtgever getuigt dat deze de goede uitvoering van de werken in het gedrang brengt door ofwel zijn ongeschiktheid, ofwel zijn slechte wil ofwel zijn kennelijk wangedrag. Het veiligheidsreglement, het recht op controles erin voorzien, het recht om de werkzaamheden te onderbreken, doen geen afbreuk aan de specifieke verantwoordelijkheid van de aannemer. De richtlijnen en raadgevingen die de hogeschool aan de aannemer verstrekt inzake de toepassing van de diverse voorschriften kunnen de aannemers in generlei mate ontheffen van hun uitsluitende verantwoordelijkheid. De aannemer ontzegt zich in dat opzicht elk recht om enig verhaal tegen de hogeschool te doen gelden of om de hogeschool omwille daarvan medeverantwoordelijk te stellen. Tenslotte: U voert werkzaamheden uit in een hogeschool. Dit wil zeggen dat veel van onze studenten uw werkzaamheden zullen opmerken en uw gedrag eventueel als voorbeeld willen overnemen. Als goed technisch, bekwaam personeel wordt van u dan ook verwacht dat u de werken uitvoert volgens de regels van goed vakmanschap en het voorbeeld geeft aan onze studenten.
1.2 Sociale zekerheid Aannemers en onderaannemer(s) die personeel tewerkstellen, verklaren dat deze werknemers in het bezit zijn van een wettelijke verblijfsvergunning en arbeidskaart. Het bedrijf verklaart in regel te zijn met alle voorschriften in verband met de tewerkstelling van personeel. Het verklaart geregistreerd en erkend te zijn.
1.3 Verzekering De aannemer en zijn onderaannemer(s) verklaren verzekerd te zijn: - voor arbeidsongevallen -
voor B.A. uitbating
De polis moet ten allen tijde kunnen voorgelegd worden. Dit kan in de hoofdovereenkomst of bestek eventueel verder gespecificeerd worden.
2. Richtlijnen en procedures 2.1 Brandpreventie Kleine branden moeten onmiddellijk worden geblust door personeel dat werkt op het terrein met behulp van eigen of voorziene blusmiddelen.
1.1.1 Waarschuwing en alarm Bij het vaststellen van brand of andere noodgevallen heeft iedereen de taak dit te melden aan het onthaal via het intern alarmnummer 555 en/of de hulpdiensten. Het ontruimingsalarm is een continu sirene. De evacuatieprocedure (zie bijlage), en de ontruimingsplannen zijn op regelmatige plaatsen geafficheerd.
2.1.2 Brandpreventie en voorkomingsmaatregelen
37 van 50
De vuurvergunning (zie bijlage 1 ) wordt gebruikt om brand- en ontploffingsgevaren te voorkomen die zich kunnen voordoen bij werken met open vuur of vlam (lassen, snijbranden, solderen, afbranden van verf of vernis, enz….) Deze vergunning dienst ondertekend te worden door de aannemer of een gevolmachtigde afgevaardigde. De aannemer dient zelf om een vuurvergunning te vragen wanneer hij met open vuur, vlam of hittepunt zal werken. Indien de aannemer gebruik maakt van drukflessen voor gassen (bv. butaan, propaan, acetyleen, zuurstof, …) dan moeten deze tegen omvallen beveiligd zijn en beschut worden tegen inwerken van zonnestralen of andere warmtebronnen. Alle drukflessen moeten reduceerventielen hebben. Opslag van gevaarlijke en brandbare producten in kleine hoeveelheden gebeurt in aangepaste en geëtiketteerde recipiënten. Opslag van grotere hoeveelheden gevaarlijke en brandbare producten gebeurt in overleg. De aannemer is verplicht in alle werfketen, loodsen en werkplaatsen die hij op de campus inricht de nodige brandbestrijdingsmiddelen te voorzien.
2.1.3 Brandblusmiddelen Tenzij noodzakelijk is het verboden de opgestelde brandblusapparaten te verplaatsen. De aanwezige blusmiddelen dienen steeds goed bereikbaar te blijven.
2.2 Rookverbod in de gebouwen In gevolge het K.B. van 19 januari 2005 is het verboden te roken in de gebouwen van de hogeschool.
2.3 Melden van gevaarlijke toestanden Iedereen heeft de taak "gevaarlijke toestanden" te voorkomen of zo spoedig mogelijk te elimineren. Wordt u geconfronteerd met onveilige toestanden en u kan ze zelf niet verhelpen dan dient u deze te rapporteren aan de preventieadviseur of een andere contactpersonen van de hogeschool.
2.4 Toegang tot de terreinen en gebouwen De aannemer en zijn personeel zijn verplicht zich bij aankomst aan te melden. Het is verboden zich te begeven in andere ruimten dan deze waar de werken worden uitgevoerd. In bepaalde lokalen kan de aanwezigheid of het gebruik van gevaarlijke producten of apparaten een risico inhouden voor personen die niet op de hoogte zijn van de gevaren. De lokalen met verhoogd risico worden als volgt ingedeeld: o De opslagplaatsen en -lokalen voor gassen en chemische producten.
o
Bepaalde technische lokalen, zoals hoog- en laagspanningscabines, die enkel voor gespecialiseerd personeel van Technische diensten, of in opdracht van Technische diensten, toegankelijk zijn.
o
De laboratoria bv. waar met gevaarlijke producten gewerkt wordt, ….
Voor werken in lokalen met verhoogd risico zijn bijkomende instructies beschikbaar. Volg de veiligheidsaanbeveling op en gebruik de aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen. Studenten worden op geen enkele manier bij werkzaamheden betrokken, ze worden niet op de werf toegelaten daartoe dient de signalisatie en afscherming te worden voorzien. Het is verboden alcoholische dranken binnen de hogeschool te brengen. De toegang tot de campus wordt geweigerd aan personen die zich onder invloed bevinden van alcohol of drugs.
38 van 50
2.5 Vergunningen Voor bepaalde werken zijn er een vergunning en/of overleg nodig met de opdrachtgever en de preventieadviseur nodig. Men onderscheidt volgende situaties: 1. Vuurvergunning voor warme werkzaamheden (lassen, slijpen, branden, …) Zie formulier in bijlage.
2. Graafwerken: Ingeval van grondwerken en vóór de aanvang van deze werken moet de aannemer zich vergewissen van de juiste ligging van de ondergrondse elektrische kabels en leidingen (oa water, gas, telefoon, netwerk, ….) op basis van de domeinplannen. Deze informatie kan gevraagd worden aan de technische diensten. De aannemer is volledig verantwoordelijk ingeval van ongeval of beschadiging van kabels en leidingen en zal instaan voor alle herstellingswerken of zal de herstelkosten te zijner laste nemen. 3. Overleg voor risicohoudende werkzaamheden, voor volgende werkzaamheden: o Werken in afgesloten ruimtes (tanks, riolen, …)
o
Werken aan ventilatie
o
Werken aan de nutsvoorzieningen in bestaand gebouw (gas, water, elektriciteit, …)
o
Werken aan veiligheidsinstallaties (detectie, alarm, blussing, …)
o
Werken die ernstige trillingen veroorzaken
o
Werken in labo’s (zeker chemische, biologische, …)
o
Werken in zones die bewaakt worden door branddetectie, inbraakdetectie, gasdetectie en automatische blusinstallaties)
Voor bepaalde activiteiten zijn er ook milieuvergunningen nodig. De aannemer meldt dit aan de milieuverantwoordelijke. Bij activiteiten die hinder voor de buurt kunnen veroorzaken dient men er voor te zorgen dat die hinder tot het uiterste minimum wordt beperkt.
2.6 Werkkledij en beschermingsmiddelen Werkkledij en beschermingsmiddelen worden niet ter beschikking gesteld. De aannemer en onderaannemer moeten zelf voor de nodige werkkledij en de vereiste beschermingsmiddelen zorgen.
2.7 Telefoon Zonder uitdrukkelijke toestemming is het, behoudens dringende noodzaak, verboden de telefoontoestellen en faxtoestellen van de hogeschool te gebruiken. Nuttige telefoonnummers: binnenpostnummers GSM Receptie: 500 Verantwoordelijke technische dienst: 220 D. Swiggers 9910 0478/91.98.03 A. Budts 9911 0478/91.98.04 Preventieadviseur: 225 of 9990 0478/91.98.14 EHBO: 9999 Intern noodnummer: 555 Extern noodnummer: 112
39 van 50
2.8 Waarschuwingsborden en afbakening Om gevaarlijke zones af te bakenen dienen waar nodig waarschuwings- en veiligheidsborden, linten en pictogrammen aangebracht te worden. Linten zijn slechts kortstondig toegelaten gedurende maximum 12 uur. Voor langere periodes worden netten of vaste afsluitingen of hekwerk geplaatst.
2.9 Afval Derden hebben de plicht om hun verpakkingsafval en eigen geproduceerd afval op te ruimen volgens de geldende milieuregelgeving. De aannemer zal de werf en zijn omgeving doorlopend in perfecte staat van orde en netheid houden. De aannemer dient al het vuil, afval of afbraakmateriaal onmiddellijk van het terrein te verwijderen of naar de daartoe bestemde plaatsen brengen. De aannemer staat ook in voor de regelmatige ontruiming en het vervoer van overtollige materialen voortkomend uit zijn werken. Hij doet daartoe, indien nodig, beroep op erkende ophalers. Vóór het beëindigen van de werken moet er zeker nog een eindopruiming gebeuren. Bij het beëindigen van de dagtaak zullen losliggende stukken van de arbeidsplaats worden verwijderd, ofwel zullen ze vast worden bevestigd. Alleszins dienen de nodige voorzorgen genomen te worden opdat bij slechte atmosferische omstandigheden, zoals o.a. storm, hieruit geen gevaarlijke toestanden kunnen voortvloeien.
2.10 Incidenten en ongevallen De aannemer dient zelf te voorzien in zijn eigen EHBO-koffer met een inhoud die aangepast is aan de aard van de werkzaamheden (bv. lassen, slijpen, …). Bij ernstige ongevallen kan de dienst EHBO van de hogeschool tussenkomen. Derden zullen alle incidenten (zoals milieu-incidenten, incidenten met gevaarlijke producten, incidenten die leiden tot lichamelijk letsel en verzorging,....) en alle arbeidsongevallen met meer dan één dag werkverlet melden, samen met de omstandigheden en de getroffen preventiemaatregelen, aan de preventieadviseur van de hogeschool. De aannemer zal alle hulp verstrekken, alle medewerking verlenen en alle wettelijke bepalingen naleven met betrekking tot het onderzoek naar de oorzaak van eventuele ongevallen of incidenten. De aannemer zorgt voor een correcte toepassing van de wetgeving ter bestrijding van pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk. De opdrachtgever is niet verantwoordelijk voor het materiaal en de uitrusting van de aannemer en zijn onderaannemer(s). De aannemer en zijn onderaannemer(s) dienen de nodige voorzorgen te nemen om hun installaties, goederen en gereedschappen te beschermen tegen diefstal.
3. Speciale aandachtspunten 3.1 Asbest De aanwezigheid van asbest is opgenomen in een inventaris. Deze kan geraadpleegd worden via de preventieadviseur.
3.2 Verkeer Op de campusterreinen gelden de regels van het algemeen verkeersreglement. De aangeduide maximum snelheden moeten strikt worden gerespecteerd. Parkeren mag alleen gebeuren op de daartoe bestemde plaatsen, tenzij anders overeengekomen werd. Het signaliseren en afbakenen van de werf, het stapelen van goederen, het plaatsen van hefwerktuigen of andere arbeidsmiddelen, laden en lossen op de voet-, fietspaden of openbare wegen dienen in overleg te gebeuren met de plaatselijke bevoegde overheid en de opdrachtgever. De aannemer neemt hiervoor alle nodige schikkingen.
40 van 50
De veilige en vlotte doorgang van de zwakke weggebruiker heeft hierbij speciale aandacht. De bestuurder van een heftruck moet in het bezit zijn van een rijtoelating door zijn werkgever afgeleverd. Meerijden op vorkheftrucks, aanhangers, laadbakken is verboden.
3.3 Opslaan van materialen Alle materialen dienen opgestapeld te worden op de voorziene en voorbestemde plaats. Deze plaats wordt afgesproken met de opdrachtgever. Het opslaan en stapelen zal veilig gebeuren zodat het geen gevaar inhoudt voor mensen en/of omgeving. Nooduitgangen, blustoestellen, hydranten en elektrische verdeelkasten dienen altijd bereikbaar te zijn. Toegangen moeten voor brandweer of hulpdiensten vrijgehouden worden.
3.4 Tewerkgesteld personeel De aannemer dient ervoor te waken dat voor iedere werkactiviteit zijn personeel de nodige bevoegdheid en instructies heeft voor : - elektriciteitswerken -
het bedienen van hefwerktuigen
-
het besturen van een vorkheftruck
-
..... (zie ARAB/CODEX).
Ieder tewerkgesteld personeelslid gedraagt zich steeds ordelijk en behoorlijk. Dit houdt vooral in dat men steeds zo handelt dat de veiligheid van zichzelf en anderen niet in gevaar wordt gebracht. De houding van het tewerkgesteld personeel is zo dat de gedisciplineerde werking van de hogeschool niet geschaad wordt.
3.5 Sanitair en hygiëne Het is verboden de sanitaire installaties van de campus te gebruiken, tenzij de hogeschool deze uitdrukkelijk ter beschikking heeft gesteld. Bij het gebruik ervan dienen de elementaire regels van de hygiëne te worden gerespecteerd. De aannemers die toelating hebben een werfwagen en/of loods op de terreinen van de campus op te richten, zijn verplicht de nodige sanitaire installaties voor hun personeel te voorzien. Deze moeten proper worden gehouden. De opstelling en inrichting van deze wagens en loodsen dient men uit te voeren overeenkomstig de voorschriften afgesproken met de hogeschool. De aannemer verzekert op de werf een blijvende en grondige zindelijkheid. In de gebouwen eigendom van de hogeschool mogen geen maaltijden worden genuttigd, tenzij in de plaatsen daarvoor specifiek bestemd, en na voorafgaand akkoord.
4. Gebruik van gevaarlijke producten en arbeidsmiddelen door de onderneming van buitenaf 4.1 Gevaarlijke producten De onderneming van buitenaf zal steeds een lijst van alle gevaarlijke producten die hij wil gebruiken, samen met de VIB’s veiligheidsinformatiebladen (MSDS) voorleggen aan de opdrachtgever. Bij gebruik van gevaarlijke stoffen en/of preparaten dient in het bijzonder gelet op de keuze van degelijke en geschikte recipiënten, op de duidelijke etikettering ervan en de wijze waarop deze opgeslagen worden. Een behoorlijke etikettering moet toelaten aan elke werknemer aanwezig op de werf, op zeer snelle wijze het producten te identificeren, de risico’s te leren kennen en de nodige preventieve maatregelen te nemen.
41 van 50
4.2 Arbeidsmiddelen De onderneming van buitenaf zal binnen de Hogeschool enkel die middelen gebruiken die voldoen aan de minimumvoorschriften, opgenomen in de bijlage van het KB van 12/8/1993 en 11/5/1999 aangaande het gebruik van arbeidsmiddelen (codex titel VI hoofdstuk 1). Deze arbeidsmiddelen zijn aangepast aan de gebruikers, zijn goed onderhouden en verkeren in goede staat van werking. In principe stelt de opdrachtgever geen materiaal ter beschikking om goederen te heffen, te verplaatsen, … Ladders, stellingen en arbeidsmiddelen worden door de opdrachtgever niet ter beschikking gestelt. Het occasioneel lossen van een vrachtwagen met een vorkheftruck (indien beschikbaar op de desbetreffende campus) kan door bevoegd personeel van de opdrachtgever na overleg met de technische diensten. Het gebruik van een vorkheftruck als hoogtewerker is verboden. Alle toestellen en gereedschappen, behorend aan de aannemer, moeten duidelijk gemerkt worden met zijn firmanaam. Bij het eindigen van de dagtaak zullen alle machines en toestellen van de aannemers tegen misbruik worden beveiligd.
4.3 Het gebruik van hefwerktuigen, aanslagmaterialen en andere arbeidsmiddelen onderworpen aan keuringen De ondernemingen van buitenaf zullen enkel hefwerktuigen gebruiken die door een erkend organisme zijn goedgekeurd. Aan de verantwoordelijke van de opdrachtgevende dienst of aan de preventieadviseur worden op vraag de laatste keuringsattesten of de bewijsstukken van controle voorgelegd. De afgeleverde keuringsattesten of bewijsstukken van controle dienen zich steeds bij de gekeurde materialen te bevinden zodat zij ter beschikking zijn van de preventieadviseur , het erkend organisme en de met het toezicht belaste ambtenaar. De machines, gemechaniseerde werktuigen en toestellen die een keuringsattest vereisen, zijn ondermeer: kranen, takels, aanslagmateriaal, hefwerktuigen, posten voor elektrisch booglassen, installaties voor autogeenlassen, noodgroepen, gasontspanners, stellingen, ladders en hijswerktuigen met een mobiel platform.
4.4 Elektrische installaties Tijdelijke elektrische installaties aangelegd door de onderneming van buitenaf voor het uitvoeren van de werkzaamheden moeten vooraf gecontroleerd worden door een bevoegd persoon. Een attest hiervan moet afgeleverd worden aan de opdrachtgever.
42 van 50
Bijlagen: 1. overeenkomst 2. formulier vuurvergunning 3. instructies noodsituaties
43 van 50
Overeenkomst tussen derden en de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Identificatie onderneming van buitenaf:
Naam van de firma:…………………………………………………………………………………………..…………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. Contactpersoon:……………………………………….. Preventieadviseur:………………………………………… .. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. Telefoon:……………………………………………… Fax:…………………………………..…….………..……...... GSM:………………………………………………….. Hogeschool voor Wetenschap en Kunst:
Opdrachtgever:………………………………………. Contactpersoon:…………….………………………..
GSM:………………………………………………………….. GSM……………………………….............................
.......... Veiligheidscoördinatie: (indien van toepassing)
Naam van de firma:……………………………………………………………………………………………………………. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. Contactpersoon:……………………………………… Veiligheidscoördinator:………………………………… …… Telefoon:……………………………………………… GSM:…………………………………..…….……………….. Werkzaamheden
Omschrijving van de werkzaamheden:……………………………….…………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. Plaats:…………………………………………………………………………………………………………………………… .………………………………………………………………………………………………………………………………….. Uitvoeringsperiode: van ……/……../………. tot ……/……../………. Naleving veiligheids-, gezondheids- en milieuwetgeving
De onderneming van buitenaf verbindt er zich toe de veiligheids-, gezondheids- en milieuwetgeving na te leven bij de uitvoering van de werkzaamheden. Op voorgaande pagina’s zijn een aantal richtlijnen en procedures opgenomen welke de onderneming van buitenaf zal naleven om de veiligheid binnen de Hogeschool te garanderen. Lijst van gebruikte gevaarlijke producten tijdens de uitvoering van de werken:
.………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .…………………………………………………………………………………………………………………………………..
Afval
Toelichting bij de wijze van afvoer van het afval door de onderneming van buitenaf:……………………………….... .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. .………………………………………………………………………………………………………………………………….. Voor de specifieke risico’s verbonden aan de werkzaamheden zie volgende pagina
Risico’s verbonden aan de werkzaamheden (in te vullen door de onderneming van buitenaf)
Werken op hoogte hoogtewerker,…) Chemisch risico gebruik Warme werken
Maak enkel gebruik van goedgekeurd materiaal (ladder, stelling Lijst van gevaarlijke producten moet overhandigd worden voor
Brandrisico Elektrische risico’s Val van voorwerpen Warmte Koude Vochtigheid
Lawaai Trillingen Manueel hanteren van lasten Nachtarbeid Geïsoleerd werk Contact met voedingswaren
Andere:……………………………….. ..……………………………………..…… ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. …………………………………………….
Verdere beschrijving van de risico’s:
……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. ……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. ……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. ……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. Risico’s verbonden aan de omgeving (in te vullen door een aangestelde van de hogeschool)
Labo’s met chemische risico’s Labo’s met biologische risico’s Ventilatie installaties verwijderen Gasinstallaties Waterleidingnet omgeving:
Elektrische installaties Alarm- en detectie-installaties Asbesthoudende materialen Andere toestellen of installaties Gevaar voor de personen in de
(studenten, personeel,…) Andere:……………………………………….………………………………………………………………………….….. ……………………………………………………………………………………………………………….………………….. Verdere beschrijving van de risico’s:
……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. ……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. ……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. ……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. Preventiemaatregelen (dient door onderneming van buitenaf en aangestelde van de hogeschool ingevuld te worden)
Volgende Preventiemaatregelen worden genomen:.………………………………………………………………………. .…………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….… ……………………………………………………………………………………………………………….…….….….….….. ………………..…………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………..…………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………..………………………………………………………………………………. Volgende vergunning(en) / overleg is noodzakelijk:
Vuurvergunning Graafvergunning Overleg risicohoudende werken
Activiteit
Lassen, branden, open vuur, andere warme werken Graafwerken Risicohoudende werken zoals vermeld in punt 2.5
Onderneming van buitenaf
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Veiligheidscoördinator (indien van toepassing)
Naam: Datum:
Naam: Datum:
Naam: Datum:
Handtekening:
Handtekening:
Handtekening:
IN GEVAL VAN TWIJFEL ZICH WENDEN TOT …………………………………………… Tel. …………………………
VUURVERGUNNING Naam van de uitvoerder: ……………………………. AARD VAN HET WERK Lassen ……………………………… O Snijbranden ………………………… O Boren ……………………………….. O Slijpen ………………………………..O Open Vlam …………………………..O Andere vonk, vlam of warmte ……..O MAATREGELEN 1° INSTALLATIE waaraan gewerkt -ledigen ………………………………… -afkoppelen ……………………………. -ontgassen …………………………….. -ventileren …………………………….. -explosiviteit meten …………………… -flensbeschermers terugplaatsen …… 2° OMGEVING - brandbare materialen verwijderen - laad-los operaties - vloer nat houden - afdekzeilen aanbrengen - afval opruimen - elektrische installatie - werkzone afbakenen 3° PERSONENBESCHERMING - individuele beschermingsmiddelen - collectieve bescherming 4° BRANDBESTRIJDING - brandwacht - blustoestel - waterslang 5° BIJKOMENDE MAATREGELEN -
Datum:……………………………….Uur: Van ………. Tot…………… VERLENGING WERKBESCHRIJVING Paraaf Datum
TOEGEPAST
* * * * SPECIFICATIES
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
BIJ GASGEUR OF ALARMSIRENE HET WERK STOPPEN EN EVACUATIEPROCEDURE VOLGEN AANVRAGER VOOR ONTVANGST TOEGESTAAN AFDELINGEN PREVENTIE UITVOERDER Naam: ………………………………………. …………………………………………………… …………………………. Handtekening: ……………………………… …………………………………………………… ………………………….
48 van 50
BRAND Bel Vermeld
555 EN druk alarmmelder in - Locatie - Wat + omvang - Uw naam
Blussen
- Waag een 1ste bluspoging - Denk om u eigen veiligheid: Bij rook
altijd vluchten Evacueren - Sluit ramen en deuren - Verlaat kalm de gevarenzone via de normale uitgang. - Indien versperd gebruik de nooduitgang
- Ga naar de verzamelplaats van de zone - Wacht op instructies
ONGEVAL Bel 9999 Vermeld: - Locatie - Toestand slachtoffer - Uw naam - EHBO en / of ziekenwagen gewenst
49 van 50
Bijlage 3
50 van 50