288. Hogeschool Utrecht, juli 2014

BIJLAGE 10.2 Cursusbeschrijvingen Studiegids Bacheloropleiding LERAAR BIOLOGIE 2014-2015

1/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014

Bijlagen studiegids Bacheloropleiding leraar biologie 2014-2015

Inhoudsopgave Cursusbeschrijvingen bachelor VT jaar 1.......................................................................... 3 Cursusbeschrijvingen bachelor VT jaar 2.......................................................................... 47 Cursusbeschrijvingen bachelor VT jaar 3.......................................................................... 88 Cursusbeschrijvingen bachelor VT jaar 4.......................................................................... 126 Cursusbeschrijvingen bachelor DT jaar 1 ......................................................................... 146 Cursusbeschrijvingen bachelor DT jaar 2 ......................................................................... 190 Cursusbeschrijvingen bachelor DT jaar 3 ......................................................................... 231 Cursusbeschrijvingen bachelor DT jaar 4 ......................................................................... 269



Cursusbeschrijvingen bachelor VT jaar 1

Titel

Assessment hoofdfasebekwaam VT

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015

1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau

1.6

Opleiding (varianten)

1.9 1.10

Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

Werkvorm

Aanwezigheid verplicht?

Portfolio

niet verplicht

Assessment

niet verplicht

OAR-PASSHOOFD-12 Assessment hoofdfasebekwaam VT Assessment 1 VT 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

HS Wielenga (tel. 7705) ([email protected]) Nederlands

Frequentie

Totale contacttijd cursus in minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE

7 maal per blok

bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE

63 minuten

Zelfstudie: verwachte totaal te besteden tijd 135 uur (inclusief toetsvoorbereiding)

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

toets

Beperkte Alfa NA, NVD, VD

5,5

Weging (afgerond op hele procenten)

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar

100

1

In welke blokken wordt de toets aangeboden?

bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE



2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In het assessment Hoofdfasebekwaam aan het eind van het eerste jaar laat je als student zien dat je gekozen hebt voor de lerarenopleiding en de opleiding beoordeelt of jij opleidbaar bent in vier jaar. Daarbij maak je gebruik van ‘KiesActief’ voor het monitoren van je HBO competenties. Daarnaast wordt nagegaan in hoeverre je niveau Hoofdfasebekwaam bereikt hebt in je lerarenbekwaamheden.. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau hoofdfasebekwaam. De assessor(en) geeft/geven na het assessment een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot het vervolgen van de opleiding Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor het assessment maak je een (digitaal) presentatieportfolio waarin je je keuze voor het docentschap en de studie duidelijk maakt. Je portfolio bevat een algemeen deel, een specifiek deel waarin je je competenties in kaart brengt en bijlagen. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 20 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk 1 in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring portfoliobegeleider’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Hoofdfasebekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment hoofdfasebekwaam duurt ruim 4 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt uitgevoerd met maximaal 4 studenten en 1 of 2 assessoren. De assessoren zijn niet je huidige SWB. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen: · Portfolio lezen, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als aankomend docent functioneert in de omgang met leerlingen · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau hoofdfasebekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment wordt je door de assessor(en) beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Hoofdfasebekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL bekwaamheidseisen op niveau Hoofdfasebekwaam Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze 4/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Hoofdfasebekwaam . URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-1A (OAR-PS&WV1A-12) Minimaal 40 punten van het propedeuse-programma moeten zijn behaald. Minimaal 40 punten moeten zijn behaald voor categorie P (propedeuse). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk VT-1 begeleid in de voorbereiding op het assessment Hoofdfasebekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Handleiding Assessment Hoofdfasebekwaam 2.5 Workload Contactduur (uren): 1 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 135 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroep 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PBEROEP1-14 Beroep 1 – Lesgeven in het VO/Beroepsonderwijs Profession 1 - Teaching in secondary and vocational education 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

SW Janzing ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?

Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

2520 minuten



1.12

Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier

Numeriek 1 decimalen

5,5

50

1


Schrijfopdracht


5,5

50

1




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De belangrijkste taak van een docent is lesgeven in een schoolorganisatie. Om een les/onderwijsactiviteit goed te laten verlopen is het van belang dat deze goed voorbereid en uitgevoerd wordt. Ter afsluiting van de les is het van belang dat er geëvalueerd wordt welke leerresultaten er zijn behaald. In deze cursus maakt de student kennis met alle aspecten van het Nederlandse schoolsysteem en de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van een les. De student krijgt training in zaken als presentatie, stemgebruik, houding en orde houden. Daarnaast wordt in deze module gestart met de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen van studenten. De student verwerft basale informatievaardigheden en leert observeren met een bestaand observatie-instrument. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van de blended leeromgeving: de studenten volgen elke week een hoorcollege, twee werkcolleges en werken samen aan opdrachten in leerteams. Informatie over de inhoud van de cursus, de materialen en de werkwijze is te vinden op de HUbl site. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Verwerkt de verschillende onderdelen van het model didactische analyse (beginsituatie, leerdoelen, leerstof, leeractiviteiten, leermiddelen en evaluatie) in een lesplan en verantwoordt alle gemaakte keuzes vanuit de aangeboden literatuur. 2. Voert een les(onderdeel) uit waarbij de uitgangspunten van effectief klassenmanagement worden toegepast. 3. Voert een les(onderdeel) uit waarbij de uitgangspunten van directe instructie en effectief leren worden toegepast. 4. Beschrijft de belangrijke kenmerken en ontwikkelingen binnen het huidige Nederlandse onderwijssysteem. 5. Beschrijft de verschillende professionele rollen van een docent binnen het VO/ Beroepsonderwijs. 6. Voert op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig observatieonderzoek uit. 7. Zoekt en vindt in een sterk gestructureerde context Nederlandstalige vakliteratuur waarmee een gegeven onderzoeksvraag beantwoord kan worden en verwerkt dit in de vorm van een eigen geschreven rapportage. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden. Er is in de werkcolleges speciale aandacht voor het trainen en oefenen van een aantal basale docentvaardigheden zoals houding, stemgebruik en presenteren. Thema: Lesvoorbereiding Binnen dit thema staat het belang en het nut van een lesvoorbereiding centraal. De student ontwikkelt de vaardigheden ten aanzien van een goede lesvoorbereiding. Dit resulteert in het beschrijven van een lesplan waarin de beginsituatie, leerdoelen, werkvormen en directe instructie zijn weergegeven. Thema: Het uitvoeren van een les (onderdeel). Het geven van een les vereist het toepassen van kennis en verschillende vaardigheden door de docent. De bijeenkomsten van deze cursus zijn gericht op het ontwikkelen van vaardigheden ten behoeve van het



lesgeven. De volgende items komen tijdens de trainingen aan bod: houding, leerklimaat, rollen van de leraar, lesorganisatie, klassenmanagement, directe instructie, werkvormen, activeren, begeleiden en motiveren van leerlingen, controleren en evalueren van leerdoelen. Thema: Evalueren van leerresultaten Als docent ben je verantwoordelijk voor het leerproces bij je leerlingen. Om vast te stellen of de vooraf geformuleerde leerdoelen zijn behaald tijdens de les is het van belang deze te evalueren. Thema: Het Nederlandse onderwijssysteem: VO/ Beroepsonderwijs De student doet kennis op over de (toekomstige) werkplek: het Nederlandse onderwijssysteem. Het betreft de hele breedte van het tweedegraadsgebied: algemeen voortgezet onderwijs (AVO) en het beroepsonderwijs (VMBO/MBO). Deze kennis wordt opgedaan door opdrachten die de student uitvoert binnen een leerteam. Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. Tijdens deze fase komt het uitvoeren van een voor gestructureerd observatieonderzoek aan bod. Dit observatieonderzoek is gericht op het lesgeven door (toekomstige) leraren. De observaties vinden plaats tijdens de bijeenkomsten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de eerste basale kennis wat betreft informatievaardigheden. De student leert in een gestructureerde context om Nederlandstalige literatuur te zoeken met behulp van zoekmachines om daarmee een gegeven onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Deze literatuur wordt verwerkt in een rapportage (schrijfopdracht rondom Nederlandse onderwijssysteem. Vaardigheden: Het maken van een lesvoorbereiding Het uitvoeren van een (les)onderdeel waarbij de volgende vaardigheden centraal staan: spreekvaardigheid, het geven van uitleg/instructie, het gebruik van onderwijsleermiddelen, het begeleiden van gesprekken in de groep, orde houden, lesorganisatie en het evalueren van leerresultaten. Observeren. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met de volgende deeltoetsen: 1. Dossier 2. Schrijfopdracht Het dossier bestaat uit: a) Een lesplan, aangevuld met toelichting en onderbouwing van de gemaakte keuzes. b) Een terugblik op de gegeven les en de leerwinst, inclusief feedback aan de hand van het observatieonderzoek en verantwoord vanuit de literatuur. De schrijfopdracht gaat om een beschrijving van het Nederlandse onderwijssysteem. Deze opdracht wordt toegelicht in de studiehandleiding. Beide producten worden beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moeten ingeleverd worden binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging om te komen tot het eindcijfer is 50/50. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.



Legitimering: SBL-competenties: 1,3,4 en 7 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept ‘leren’ 1.2 Visies op leren 1.4 Leerling kenmerken 2.1 Didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocessen 3.1 Communicatiemodellen 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem

Dublindescriptoren: Deze worden vermeld in de studiehandleiding. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Bronnen: http://www.vo-raad.nl/ http://www.mboraad.nl/ Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen: Noordhoff. Slooter, M. (2010). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen: Noordhoff. Boek (aanbevolen) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Boek (aanbevolen) : Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven. Boek (aanbevolen) : Marzano, R.J. (2011). De kunst en wetenschap van het lesgeven. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven. 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 98 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen 9/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroep 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PBEROEP2-14 Beroep 2 - Ontwikkeling van de adolescent Profession 2 – Development of the adolescent 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

CA Schouten (tel. 06-53787594) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

2520 minuten



1.12

Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

50

1


Schriftelijke tentamen


5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Om als docent goed om te kunnen gaan met een groep leerlingen is het belangrijk te weten wie de leerlingen zijn die je lesgeeft en hoe je het gedrag van je leerlingen zou kunnen verklaren. In deze module leer de student alles over de ontwikkeling van de mens tijdens de adolescentie (10-24 jaar). In deze periode ontwikkelt iemand zijn vermogen om eigen emoties en impulsen te controleren, verwerft autonomie ten opzichte van ouders en leeftijdsgenoten, is er een toenemend inlevingsvermogen in de ander en een toenemend gevoel van verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. Kortom, iemand verwerft zich in deze periode een eigen identiteit. In de module hebben we aandacht voor alle diverse aspecten van adolescentieontwikkeling. Wat gebeurt er biologisch en psycho-seksueel? Wat speelt er op cognitief vlak? Hoe verloopt de psycho-sociale en morele ontwikkeling? Welke rol speelt het gezin, leeftijdsgenoten, de maatschappelijke en culturele context waarin een jongere groot wordt? De student leert in deze module de belangrijkste theorieën en modellen op deze gebieden kennen. Daarnaast staan we stil bij de verschillen die er zijn tussen leerlingen. Welke verschillen zijn er tussen jongens en meisjes? Hoe verschillen leerlingen in het MBO, VMBO, HAVO, VWO? De student voert een onderzoek uit waarin je uitzoekt wat er speelt als het gaat om de belevingswereld van een jongere (vroeger of nu). In de module proberen we deze theorie steeds te koppelen aan de wijze waarop een docent om kan gaan met een groep leerlingen tijdens het lesgeven. De student leert daarom de basis van groepsdynamica en communiceren met leerlingen om orde te kunnen houden in een klas. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Geeft vanuit diverse actuele bronnen (film, literatuur, eigen ervaringen, onderzoeksgegevens, etc.) een beeld van de diversiteit in het gedrag en de belevenissen van adolescenten in de vorm van een adolescentenportret. 2. Beschrijft de belangrijkste kennis en theorieën rondom de biologische, cognitieve, psycho-sociale en morele ontwikkeling van de mens (o.a. Crone, Piaget, Erikson, Marcia, Loevinger, Kohlberg) en analyseert met behulp van deze theorie het gedrag en de belevenissen van adolescenten zoals weergegeven in het adolescentenportret. 3. Verklaart de verschillen in het gedrag en belevenissen van een adolescent vanuit sociaal (gezin en leeftijdsgenoten), historisch, cultureel en maatschappelijk perspectief. 4. Beschrijft de fasen in groepsontwikkeling, groepsrollen en basisbehoeften van leerlingen en doet onderbouwde aanbevelingen ten aanzien van reactie(s) van een docent op een groep adolescenten. 5. Beschrijft de basis van transactionele analyse en past dit toe op gegeven casuïstiek. 6. Kan een gesprek voeren met leerlingen waarin luisteren, samenvatten en doorvragen zonder het geven van een oordeel, mening of advies wordt toegepast. 7. Voert op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig onderzoek met behulp van interviews uit naar de belevingswereld van jongeren in het onderwijs. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en toegepast op casussen, trainingsbijeenkomsten rondom interviewen en een onderzoeksopdracht naar de belevingswereld van jongeren. De volgende thema’s komen aan bod: Thema: Identiteitsontwikkeling 12/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


De student leert wat identiteit is en welke ontwikkeling een adolescent doormaakt op biologisch, cognitief en psycho-sociaal gebied. De student leert dat de puberteit onderdeel is van een groter geheel en over het algemeen minder heftig en moeilijk (Sturm und Drang) is dan dat er algemeen gedacht wordt. Daarnaast bekijken we de adolescentieontwikkeling in de bredere context van de omgeving waarin een adolescent opgroeit. Deze omgeving heeft een sociaal (gezin en leeftijdsgenoten), een historisch, cultureel en maatschappelijk aspect. De belangrijkste theorieën komen hierbij aan bod en de student leert deze herkennen in casuïstiek. Ook bekijkt de student hoeverre de eigen ontwikkeling te herkennen is in de theorie die aangeboden wordt. Thema: Verschillen Als we kijken naar theorieën rondom adolescentieontwikkeling is het belangrijk dat de student zich realiseert dat de groep leerlingen die lesgegeven wordt een som der delen is. Ondanks dat er allerlei ideeën zijn over hoe adolescenten zich in het algemeen ontwikkelen zijn er veel verschillen op individueel niveau. De ene jongere is de andere niet. De student leert welke verschillen er zijn in de ontwikkeling van jongens en meisjes, welke culturele verschillen er zijn tussen verschillende etnische en sociaaleconomische groepen en hoe verschillend leerlingen zijn binnen het MBO (niveau 1-4) en VMBO/HAVO/VWO. Thema: Groepsontwikkeling In het onderwijs zijn leerlingen het grootste gedeelte van de tijd onderdeel van een groep. De student leert daarom in deze module hoe een groep zich ontwikkelt en welke rollen leerlingen kunnen spelen in een groep. Hoe kun je daar als docent mee omgaan? We maken dat in deze module concreet door in te gaan op de thema’s orde en klassenmanagement en de manier waarop een docent dat kan aanpakken. Thema: Communicatie Als docent ben je voortdurend in interactie met je leerlingen. Het is belangrijk dat de student zichzelf daarin goed leert kennen en begrijpt welke invloed dit heeft op de manier waarop hij of zij communiceert met leerlingen. Daarom leert de student in deze module de basis van het model van de transactionele analyse. Deze basis wordt in volgende modules verder uitgewerkt. De student leert in deze module de vaardigheid van luisteren, samenvatten en doorvragen in een gesprek zonder dat je meteen je oordeel, mening of advies aan een leerling geeft. Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. In deze module komt het uitvoeren van een onderzoek met behulp van interviewen aan bod. De student leert om op een goede manier te interviewen, de data van een interview te analyseren en hierover te rapporteren. Het onderzoek is gericht op de belevingswereld van jongeren vroeger of nu op het gebied van een keuze die gemaakt kan worden uit een aantal aangeboden thema’s. Daarnaast is er specifieke aandacht voor een verdere uitwerking van de basis op het gebied van informatievaardigheden die opgedaan is in de module beroep 1. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. (Dossier) Adolescenten-portret (incl. beoordeling schrijfvaardigheid) Het adolescenten-portret wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet ingeleverd worden binnen WinVision. 2. Schriftelijk tentamen Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 50/50. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1,2,4 en 7 13/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Generieke kennisbasis: 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 4.3 Adolescent en seksualiteit 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 9.3 Omgaan met diversiteit Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent

Dublindescriptoren: Worden beschreven in de studiehandleiding. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Wal, van der, Jos. e.a. (2011) Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, Bussum: Coutinho, Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011). Lessen in orde. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen:Noordhoff. Diversen (verplicht) : Artikelen worden gepubliceerd op de online leeromgeving. 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 96 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd



2.7

URL cursussite

Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Chemie van het leven

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PCHEMIE-12 Chemie van het leven The chemistry of life 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

J Gradener ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2100 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2


1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

schriftelijk tentamen


5,5

70

2

bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3

verslag


5,5

30

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In colleges, practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten de chemie die relevant is voor begrip van complexe biologische concepten. De practica zijn een combinatie van natte chemische experimenten ten behoeve van het aanleren van laboratoriumvaardigheden en het bestuderen van de biologie. De opzet en verslaglegging van de experimenten is gebaseerd op de natuurwetenschappelijke methode. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan:  de bouw van atomen en moleculen, typen chemische bindingen en de bouw van in de biologie belangrijke organische moleculen beschrijven en reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken 3  concentraties berekenen en omrekenen met de eenheden mol, kg, l, ppm, m en massa- en volumepercentages en daarvan afgeleide eenheden  het begrip pH toelichten en de pH van een oplossing berekenen  uitleggen dat in chemische verbindingen energie en reducerend vermogen worden vastgelegd en dat deze kunnen worden overgedragen op andere verbindingen  uitleggen op welke wijze energie en reducerend vermogen worden vastgelegd en overgedragen in processen als fotosynthese en respiratie, organische moleculen worden gesynthetiseerd, getransporteerd en afgebroken en welde rol diverse stoffen spelen bij de celcyclus, celdifferentiatie en communicatie in en tussen cellen  verbanden herkennen tussen de bovenbeschreven kennis van de basischemie en complexe biologische verschijnselen  chemische experimenten zorgvuldig en veilig uitvoeren en hiervan een verslag volgens de natuurwetenschappelijke methode schrijven  veiligheidsregels voor werken met chemische stoffen en materialen benoemen en in een laboratorium en leslokaal hanteren  beargumenteren hoe complexe kennis over planten op HBO-niveau vertaald kan worden naar het e onderwijsniveau in het 2 graadsgebied. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Organismen en de omgeving waar zij leven zijn systemen waar concepten van de scheikunde en natuurkunde van toepassing zijn. Biologie is een multidisciplinaire wetenschap. Het bestuderen van complexe biologische concepten vraagt om die reden een zekere kennis en begrip van de andere natuurwetenschappen. Veel biologische processen en verschijnselen hebben een chemische oorsprong of worden door chemische factoren beïnvloed. Om deze materie te kunnen begrijpen en de biologische verschijnselen te kunnen verklaren is een goede basiskennis van de chemie onmisbaar. Daarnaast is het bij practica in de beroepspraktijk nodig om chemische factoren te kunnen meten en of zorgvuldig met chemicaliën om te gaan. Hiervoor is beheersing van scheikundige vaardigheden een vereiste. Afgestudeerden dienen met kennis van zaken te kunnen communiceren met een TOA en bij afwezigheid van een TOA zelf practica voor te kunnen bereiden. In deze cursus verkennen studenten de basis van de scheikunde en biologische processen die relevant zijn voor het doorgronden van complexe biologische concepten. Centraal daarbij staat de koppeling van chemische kennis en vaardigheden met de inhouden van modulen die verder in de studie aan de orde komen. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijk tentamen.In het practicumverslag zijn beschrijvingen van de practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1



toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3 en 4 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: Kennis van het schoolvak: • cel • transport • metabolisme • celdifferentiatie • celcommunicatie • celcyclus

Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde Basisbegrippen die in de scheikunde gebruikt worden (molecuul, atoom, verbinding, chemische reactie,

• • • • • • • • • • •

chemische binding; ion; zout, zuur) De begrippen oplossen, concentratie en dichtheid; Verschillende eenheden voor gehalte zoals: massapercentage, volumepercentage, ppm, g∙L-1, mol∙L-1; Factoren die van invloed zijn op evenwichtsreacties; Bijzondere eigenschappen van water; Polariteit (polair/apolair) en eigenschappen (hydrofoob/hydrofiel) van stoffen; Het onderscheid tussen covalente binding en ionbinding en tussen polaire en apolaire bindingen, het begrip waterstofbrug; Peptidegroep, peptidebinding; Namen en formules van stoffen die in veel biologische processen een belangrijke rol spelen, zoals water, koolstofdioxide, methaan, stikstof, ammoniak, nitraat, nitriet, fosfaat; De begrippen koolwaterstoffen, alcoholen en carbonzuren; De begrippen: eiwitten, aminozuren, vetten, glycerol, verzadigde en onverzadigde vetzuren, ethanol, koolhydraten: mono-, di- en polysachariden; Zetmeel, glycogeen, cellulose, eiwitten en nucleïnezuren zijn condensatiepolymeren.

Natuurkunde • Energie Beroepskennis: Domein 1 Vakdidactische kennis •

Begripsontwikkeling

•

Leren van vaardigheden

•

Het practicumlokaal (inclusief ARBO)

•

Praktische toetsen, vaardigheidstoetsen en toetsen in het veld



Domein 2 Kennis over biologische kennis •

Toetsend empirisch onderzoek - Bij het uitvoeren van onderzoek volgens de natuurwetenschappelijke methode is kennis van algemene biologische technieken nodig en vaardigheid in het toepassen ervan - Resultaten worden gepubliceerd volgens een algemeen model van verslaglegging

Vaardigheden: Domein 1: Natuurwetenschappelijke vaardigheden punt 2 punt 4 Domein 2: Biologische vakvaardigheden punt 3 punt 5 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Campbell Biology Global Edition (9th ed.), Reece J.B., Urry L. A., Cain M.L., Wasserman S.A., Minorsky P.V., Jackson R.B., 2011, Boek (verplicht) : Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings. San Francisco, CA 94111 (ISBN 978-0-321-73975-9) Reader (aanbevolen) : Studiehandleiding 'Chemie van het leven’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 102 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PCHEMIE-12



Titel

Dieren: ordening, vorm en functie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PDIEREN-12 Dieren: ordening, vorm en functie Animal biology: classification, structur and function 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

WHM Pauchli (tel. 06-23137523) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2940 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

30

2




5,5

70

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de cursus “dieren, ordening, vorm en functie” maakt de student kennis met de complexiteit en diversiteit van het dierenrijk aan de hand van zelfstudie van hoofdstukken uit het boek van Reece et al (2011), (werk)colleges, (groeps)opdrachten en practica. Er is aandacht voor bouw en functie van organen en orgaanstelsels (anatomie en fysiologie). Kennis van deze onderwerpen (en de in de cursus Humane anatomie opgedane kennis van de weefselleer) wordt toegepast om tot inzicht in de indeling van het dierenrijk te komen. Deze indeling (taxonomie) van het dierenrijk en de hierin te onderscheiden ontwikkelingslijnen staan in de cursus centraal. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: - Kan kenmerken benoemen die vertegenwoordigers van het rijk van de dieren onderscheiden van vertegenwoordigers van andere rijken; - Kan de morfologie, anatomie, fysiologie en levenscycli van een aantal vertegenwoordigers van binnen het schoolvak relevante fyla van het rijk van de dieren beschrijven; - Kan op basis van morfologische, anatomische, en fysiologische verschillen dieren indelen in de verschillende voor het schoolvak relevante fyla; - Kan de ontwikkelingslijnen in het dierenrijk beschrijven en onderscheiden; - Kan de relatie leggen tussen kenmerken van dieren op het gebied van gaswisseling, uitscheiding, transportstelsel, vertering en voortplanting en hun functioneren in verschillende milieuomstandigheden. - Kan dieren, die zijn bestudeerd met het blote oog of met optische hulpmiddelen, weergeven in een tekening die voldoet aan de tekenregels en is voorzien van correcte naamgeving. - Kan een binoculair en een microscoop op de juiste manier hanteren. Kan met behulp van een practicumhandleiding een dier op correcte wijze te ontleden. Leerstof, werkvormen en activiteiten: - College: de theorie wordt door de docent uitgelegd en toegelicht - Werkcollege: er wordt individueel en/of in groepjes gewerkt aan theoretische vragen en opdrachten uit de studiehandleiding en het boek van Reece et al (2011) - Practicum: er wordt individueel en/of in groepjes gewerkt aan practicumopdrachten ter ondersteuning van de theorie Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten wanneer de volgende twee afzonderlijke onderdelen met minimaal een voldoende zijn beoordeeld: een schriftelijk tentamen en een dossier met daarin de uitgewerkte practicumopdrachten (tekeningen en theoretische opdrachten zoals beschreven in de studiehandleiding). De beoordeling van het dossier komt met behulp van een rubric tot stand. De exacte eisen aan de opdrachten, de rubric en de toetsstof zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij de cursus. Tijdens de cursus worden er practicumbijeenkomsten georganiseerd. Het uiteindelijke cijfer voor de cursus bestaat voor 70% uit het tentamencijfer, en voor 30% uit het cijfer voor het dossier. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL 3, 4, 5 en 7

Kennisbasis: Kennis van het schoolvak Orgaan, orgaansysteem, gaswisseling, circulatie, spijsvertering, stevigheid en beweging, zenuwstelsel, drie domeinensysteem, voortplanting, voeding, levenscyclus Beroepskennis 21/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Domein 1, vakdidactische kennis: het practicumlokaal Vaardigheden

Domein 2, biologische vakvaardigheden: 1, 3, 4 en 5 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding “Dieren, ordening, vorm en functie” (SharePoint) Reader (verplicht) : Reader “Ongewervelden”, vakgroep biologie (SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 49 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 88 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PDIEREN-12



Titel

Ecologie en landschap

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAEM-PECOLAN-12 Ecologie en landschap Ecology and landscape 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

AJ Kooman (tel. 7205) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

4074 minuten



1.12

Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5

50

2


toets


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze cursus staat het opzetten en uitvoeren van een veldwerkprogramma in een van de Nederlandse landschappen centraal. Voor de voltijd studenten in het Kromme Rijn gebied, de deeltijd studenten en studenten van de BES eilanden kiezen een gebied in de eigen school- of woonomgeving. De studenten werken deze opdracht uit in een programma met een draaiboek en achtergrond documentatie voor leerlingen en docenten. Voor de voltijd wordt dit project door de vakgroepen aardrijkskunde en biologie gegeven. De studenten werken gemeenschappelijk aan de opdrachten. De voltijdstudenten voeren in een veldwerkweek in Zuid-Limburg ( twee en halve dag voor de deeltijd) opdrachten uit waarmee ze zich een goed beeld vormen van de kenmerken van het krijt-/lösslandschap en de ecologie van dit gebied. Hier wordt ook gewerkt aan veldopdrachten voor leerling; in dit geval leerlingen van het AVO. 2.2 Cursus inhoud Contactpersoon: Aardrijkskunde: G. van der Pot ([email protected], tel: 06-12513787) Biologie: A. Kooman ([email protected], tel: 06-23506911 Doelstellingen/competenties: De student - kan een beschrijving maken van het ontstaan van enkele (Nederlandse) landschappen , de belangrijkste landschapselementen en van de componenten van de belangrijkste ecosystemen - kan het onstaan van deze landschappen, de landschapscomponenten en de componenten van de ecosystemen in die landschappen met elkaar in verband brengen. - is in staat om in het veld componenten van het landschap en ecosystemen te onderzoeken met behulp van voorgeschreven veldwerktechnieken en de resultaten op een heldere manier vast te leggen. e - kan voor het 2 graads gebied doordachte keuzes maken in het selecteren en uitwerken van geschikte veldpractica in het landschap van de directe schoolomgeving - De student formuleert heldere instructies in een draaiboek voor het uitvoeren van (veld)practica in de directe schoolomgeving. De student kan: - een aantal veelvoorkomende planten- en diersoorten herkennen en de soortnaam en familienaam benoemen (biologie) - een aantal bodems herkennen en benoemen (aardrijkskunde) Leerstof, werkvormen en activiteiten: Dit is een vakoverstijgende cursus, waarin inhouden uit de biologie en uit de aardrijkskunde in samenhang aan bod komen, nl. de landschappen van Nederland met het ontstaan van het landschap en de relatie tussen het landgebruik, de bodems en de vegetatie. Het herkennen van planten, dieren en bodems vormt ook een onderdeel van deze cursus. Biologie en aardrijkskunde studenten wisselen hun expertise uit in het veld. Studenten voeren zelf veldwerk uit in Zuid-Limburg en ontwerpen een excursie / veldwerkprogramma voor leerlingen in een van de andere landschappen (voor voltijdstudenten: met behulp van GPS). Toetsen en beoordelingscriteria: Het dossier bestaat uit: - Een zelfontworpen fietsexcursie met opdrachten voor leerlingen en een docentenhandleiding. Deze worden beoordeeld aan de hand van een rubric. De studenten presenteren de resultaten en geven elkaar feedback op de conceptversie. - De opdrachten die uitgevoerd zijn tijdens de excursie in Zuid-Limburg. Belangrijk hierbij zijn: inzicht in ontstaan van het landschap en de relatie tussen landgebruik, bodems en vegetatie. Daarnaast wordt het door de studenten ontworpen veldwerkprogramma beoordeeld aan de hand van een rubric.



Het schriftelijk tentamen bestaat uit : Het herkennen van planten en dieren (alleen voor de biologiestudenten). Bodemkunde en het krijt-/löss landschap (alleen voor aardrijkskunde). In de studiehandleiding, die bij de start van de cursus wordt uitgedeeld, worden de toetsings- en beoordelingscriteria. nader gespecificeerd. Weging: voor het eindcijfer telt het tentamen mee voor 50% en het dossier voor 50% e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicumbijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 6 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: 1.1 Ecologische systemen 2.1 Draagkracht van het fysische milieu 3.1 Nederlandse cultuurlandschappen Kennis van het schoolvak: Soort, populatie, ecosystemen, biosfeer, kringloop, voesdelrelaties, dynamiek, evenwicht, biodiversiteit, interactie met (a)biotische factoren. Domein: 1E, 1F, 1G, 2F, 2G, 3D 5G. - Beroepskennis: vakoverstijgend project, veldwerk, beschrijvend onderzoek De volgende concepten komen uit de kennisbasis aardrijkskunde aan bod: 1.1 Geogenese en geomorfologie 1.2 Ecologische systemen 2.1 Mens-milieu relaties 2.2 Draagkracht van het fysische milieu 2.4 Milieubeleid en duurzaamheid 3.1 Natuur- en cultuurlandschappen 3.2 Nederlandse cultuurlandschappen 3.3 De strijd van Nederland tegen het water 7.1 Globes, kaarten en atlassen 7.2 Digitale informatieverwerking Thema’s: Natuurlijke systemen op en rond de aarde, Milieugeografie, Landschappen, Geografische concepten, Het geografisch instrumentarium. Kosten en studiematerialen: Kosten: Excursie Zuid-Limburg: ± 125 euro Materiaal: verplicht voor biologie en aardrijkskundestudenten: Boek:Terlingen en van Eekeren, Nederlandse landschappen, Malmberg, Den Bosch, ISBN 90 208 0785 4. (niet meer in de handel, wel als pdf op SharePoint) Reader: Studiehandleiding ‘Ecologie en landschap’ (sharepoint) Reader: Reader: Excursiehandleiding ‘Ecologie en landschap’ (sharepoint) Verplicht voor de biologiestudenten: Boek: Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition 25/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek: Meijden, R. van der. Heukels’ Flora van Nederland. Wolters-Noordhof, Groningen, 22e ed. 1996 of 23e ed. 2005. Boek: Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. Veldwerk in de tweede fase.Een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei & Boeicop., 2001. Boek: Een veldgids voor planten en dieren. In overleg met de docent Aanbevolen voor biologiestudenten: Boek H.J.A. Berendsen (2005): Landschappelijk Nederland. 3e druk. Koninklijke van Gorcum, 2005, ISBN 90232 41487 (aanbevolen) Verplicht voor aardrijkskundestudenten: Boek: Aardrijkskunde H.J.A. Berendsen (2005): Landschappelijk Nederland. 3e druk. Koninklijke van Gorcum, 2005, ISBN 90232 41487 Reader: Aardrijkskunde Reader: Inleiding in de bodemkunde. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 68 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 68 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAEM-PECOLAN-12



Titel

Ecosystemen

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PECOSYS-12 Ecosystemen Ecosystems 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

J den Hertog (tel. 0623295917) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2100 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


verslag


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Tijdens de colleges worden ecosystemen beschreven in termen van soortensamenstelling, ruimtelijke structuur, diversiteit, niches, relaties tussen organismen, energiestromen, kringlopen en veranderingen in de tijd. Bijzondere aandacht is er voor de Nederlandse bostypen en bodemvorming en de invloed van de mens op natuurlijke ecosystemen.

In de veldwerkopdrachten beschrijven studenten de structuur van een bosecosysteem, het abiotisch milieu en fenologische verschijnselen die typisch zijn voor het voorjaar. Herkennen van planten en dieren is noodzakelijk voor het goed beschrijven van een ecosysteem. In herkennings- en inventarisatieopdrachten krijgt het herkennen van bomen, struiken en vogels bijzondere aandacht. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan:  kenmerkende onderdelen van een ecosysteem benoemen en de relaties daartussen beschrijven  algemeen voorkomende bomen, struiken en vogels in een bosecosysteem herkennen en op naam brengen.  de niche van een organisme beschrijven.  de groei van populaties beschrijven met kwantitatieve modellen  de relaties tussen organismen in een ecosysteem beschrijven  de relatie tussen voortplantingsstrategieën, reproductief succes en overlevingskans beschrijven  de belangrijkste bostypen in Nederland beschrijven, herkennen en relateren aan kringlopen en energiestromen  de belangrijkste bodemtypen beschrijven en herkennen, hun ontstaan relateren aan geologische- en bodemvormende processen en de relatie leggen tussen bodem- en bostype  met behulp van basis veldwerktechnieken een ecosysteem kwalitatief en kwantitatief beschrijven  beargumenteren op welke wijze de mens het functioneren van ecosystemen beïnvloedt . kan beargumenteren hoe complexe kennis over ecosystemen op HBO-niveau vertaald kan worden naar het onderwijsniveau in het 2e graadsgebied. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen de studenten de structuur van terrestrische ecosystemen . De leerstof wordt aangeboden in de vorm van colleges, practica en veldwerk. Praktische vaardigheden nodig om een bosecosysteem in kaart te brengen, worden aangeleerd. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijke toets. In het verslag worden de uitgewerkte veldwerkopdrachten opgenomen. De toets bestaat uit een kennistoets en een herkenningstoets. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de cursushandleiding behorende bij deze cursus. De student ontvangt gedurende de cursus feedback van de docent. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: 28/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: · soort · populatie · ecosysteem · energiestroom · kringloop · evenwicht · dynamiek · duurzame ontwikkeling · voedselrelaties · invloed van abiotische factoren · biodiversiteit. - Beroepskennis: · veldwerkvaardigheden · biologisch onderzoek doen · beschrijvend onderzoek · modeltheorie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Meijden, R. van der. Heukels’ Flora van Nederland. (22e ed) Wolters-Noordhoff, Groningen,. 1996 of 23e ed. 2005. Diversen (verplicht) : Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. (2011.) Veldwerk in de tweede fase - Een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei en Boeicop Diversen (verplicht) : Veldgids: ANWB Natuurgids, ISBN: 9789018023683 of ANWB vogelgids van Europa, ISBN: 9789018030803 Reader (verplicht) : Cursushandleiding Ecosystemen (sharepoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 101 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PECOSYS-12



Titel

Humane anatomie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PHANATOM-13 Humane anatomie Human anatomy 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

BTTM van Rens (tel. 06 232 85 960) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

3185 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

80

2


verslag


5,5

20

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1

Cursus doel

De cursus humane anatomie is de eerste cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de weefselleer en op de anatomie van de mens. De volgende orgaansystemen komen hierbij aan bod: het spijsverteringsstelsel, het beenderstelsel, het spierstelsel, de huid en het cardiovasculaire systeem (hart en bloedvaatstelsel). Tijdens de practica wordt onder andere aandacht besteed aan de histologie van deze orgaansystemen. De studenten geven elkaar tussentijds feedback over de gemaakte tekeningen. De cursus zal gegeven worden in de context van het beroep tweedegraads leraar biologie (algemeen vormend onderwijs). De opgedane kennis zal een verdieping zijn van de onderwerpen die in de beroepspraktijk worden behandeld. Een biologie methode zal als rode draad door deze cursus lopen. Door de concepten in deze context aan te bieden, kunnen de geleerde concepten in de beroepspraktijk toegepast worden. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student:  Kan relaties beschrijven tussen vorm en functie van cellen als onderdeel van de vier basisweefsels (dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel). · Kan de bouw en de functie van het spijsverteringsstelsel, het respiratiesysteem, het beenderstelsel, het spierstelsel, de huid en het cardiovasculaire systeem (hart en bloedvaatstelsel) beschrijven. · Kan onderscheid maken tussen tussen celniveau, celweefselniveau, orgaanniveau, orgaansysteem en organisme. · Kan het verband beschrijven tussen celcyclus, groei en in standhouding van organen. · Kan bouw, werking en functie van de gaswisselingsorganen, bloedvaten en bloedsomloop, spijsverteringsorganen, spier- en beenderstelsel beschrijven. · Kan het belang van goede voeding beschrijven. · Kan beargumenteren waaraan gezonde voeding moet voldoen · Kan de bouw van het mannelijk en het vrouwelijk voortplantingsstelsel beschrijven De cursus heeft de volgende leerdoelen met betrekking tot vaardigheden: De student: · Kan de cellen en weefsels van de vier basisweefsels herkennen in een microscopische afbeelding · Kan cellen en weefsels van de vier basisweefsels weergeven in een tekening die voldoet aan de tekenregels Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de anatomie van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerken. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets en een schriftelijk verslag. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Tijdens de practica worden vaardigheden getraind en beoordeeld. Daarom geldt bij de practica een aanwezigheidsplicht. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht:



Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 2, 3, 4, 7 Kennisbasis: · · · · · · · · · · ·

Kennis van het schoolvak: Cel Weefsel Orgaan Orgaansysteem Instandhouding en groei Gaswisseling Circulatie Spijsvertering Stevigheid en beweging Voeding Voortplanting

· ·

Aanpalende vakken: Scheikunde Gezondheidszorg & welzijn Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Biologie methodes • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1 Vaardigheden: 2.3, 2.4 & 2.8

Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, Informatievaardigheden.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430- 2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding ‘Humane anatomie’ (sharepoint) Reader (verplicht) : Practicumhandleiding 'Humane anatomie' (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 53 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 83



Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PHANATOM-13



Titel

Planten - vorm en functie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PPLANTEN-12 Planten - vorm en functie Plants - form and function 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

3185 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

50

2




5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten fysiologie, anatomie, morfologie, levenscyclus en levensomstandigheden van planten in Nederland. In de practica wordt veel gewerkt met vers materiaal, microscopische preparaten, anatomische afbeeldingen en digitale informatiebronnen. De resultaten worden vastgelegd in tekeningen en verslagen. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan:  de basisweefsels parenchym, collenchym, sklerenchym en de transportweefsels floeem en xyleem beschrijven en herkennen in anatomische preparaten  morfologie van mossen, varens en naakt- en bedektzadigen beschrijven en uitleggen wat de relatie is tussen de vorm en het functioneren van deze groepen planten in specifieke milieuomstandigheden  de bouw en functie van transportwegen in zaadplanten uitleggen  de levenscyclus en levenswijze van algen, sporenplanten en zaadplanten beschrijven en de rol van mitose en meiose in deze cyclus uitleggen  een microscoop instellen en met behulp van een microscoop een preparaat bestuderen en overzichtsen detailtekeningen van preparaten maken . eenvoudige fysiologische practica uitvoeren en daarvan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke methode Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen studenten de morfologie, anatomie, watertransport, levenscyclus en levensomstandigheden van plantengroepen zoals die in Nederland voorkomen. Ze doen dit d.m.v. theoretische en praktische opdrachten op basis van `Biology’ en schoolmethoden. In een vakdidactische opdracht houden studenten zich bezig met practicum als belangrijke werkvorm in het biologieonderwijs. Studenten bestuderen met een groepje zelfstandig de levenscyclus van een plantengroep en presenteren die aan elkaar. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Tijdens de practica wordt regelmatig feedback gegeven op de gemaakte tekeningen en opdrachten. In het dossier zijn verslagen van de uitgewerkte werkcolleges en practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Voor de voltijd vinden er in lesweek 1 veldwerkactiviteiten plaats waarbij aanwezigheid verplicht is. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: cel, weefsel, orgaan, drie domeinensysteem, transport, metabolisme, celdifferentiatie, gaswisseling, circulatie, fotosynthese (summier), levenscyclus, voortplanting. - Beroepskennis:practicumvaardigheden; beschrijvend onderzoek, practische toetsen, vaardigheidstoetsen



2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Meijden, R. van der. Heukels’ Flora van Nederland. (22e ed) Wolters-Noordhof, Groningen,. 1996 of 23e ed. 2005. Reader (verplicht) : Studiehandleiding 'Planten: vorm en functie” (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 53 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 84 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PPLANTEN-12



Titel

Studie en Werk VT-1A

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PS&WV1A-12 Studie en Werk VT-1A Study and Work VT-1A 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1680 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In de propedeuse staat de vraag “wil ik leraar worden en wil ik met deze studie doorgaan?” centraal. Om deze vraag te kunnen beantwoorden doe je eerste praktijkervaringen op in het docentenberoep op een leerwerkplek. Je zorgt er tijdens je gehele studie voor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Je leert methodieken om te leren van praktijkervaringen en deze te verbinden met je leerervaringen uit de andere studieonderdelen. Daarbij onderzoek je jezelf als persoon en als student, de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet. Je werkt gedurende het hele jaar aan je ontwikkelingsportfolio, waarin je o.a. vastlegt: - de resultaten van je onderzoek m.b.t. jezelf als persoon, student en aankomend docent - de keuzes die je maakt en de doelen die je jezelf stelt - de leervragen waar je op je leerwerkplek aan werkt, alsmede de opbrengst daarvan, deze ondersteun je met bewijsmateriaal - feedback op en beoordelingen van je functioneren in de school - je reflecties op praktijkervaringen én op je competentieontwikkeling Voltijdstudenten worden in Studie en Werk VT-1 voorbereid op het Assessment Hoofdfasebekwaam. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 1 planmatig te werken aan de ontwikkeling van eigen beroepscompetenties. Daarbij leer je beelden, ervaringen, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten in kaart te brengen en te verbinden en op basis daarvan keuzes te maken en leervragen te formuleren. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn o.a.: plannen, verslagleggen, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, hulp vragen, etc. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In Studie en Werk VT-1A oriënteer je je op de studie en het beroep van leraar. Je leert je weg te vinden op de opleiding, brengt in een nulmeting je beginsituatie in beeld, solliciteert naar een leerwerkplek en formuleert eerste leervragen waarmee je op deze leerwerkplek aan je ontwikkeling gaat werken. Je leert werken met de ICT faciliteiten van de opleiding en je werkt aan je beheersing van de Nederlandse taal. Je maakt gebruik van ‘KiesActief’ voor het monitoren van je HBO competenties. In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding: een brede oriëntatie op zelf, studie en beroep en keuzes op metaniveau. 2. Werkplekleren: een specifieke oriëntatie op onderwijsondersteunende en docenttaken op de leerwerkplek en het werken aan je eigen leervragen. ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werk-begeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg je vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Het eerste gesprek wordt gevoerd op basis van je nulmeting. ad. 2: Voor het Werkplekleren verwerf je een werkplek en oriënteer je je op het werken op de school. Je bent tijdens Studie en Werk 1A gedurende 10 dagen op de leerwerkplek, waarbij je oriënterende opdrachten en verschillende onderwijsondersteunende taken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep. Voltijdstudenten worden tijdens Studie en Werk VT-1 voorbereid op het Assessment Hoofdfasebekwaam. Hier wordt de student beoordeeld op de SBL-competenties, niveau hoofdfase bekwaam. Informatie over het assessment (toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding Assessment Hoofdfase bekwaam.



Toetsen en beoordelingscriteria: De module Studie en Werk 1A wordt getoetst m.b.v. een dossier met uitgewerkte opdrachten. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands maakt hier deel van uit. Op basis van het dossier voer je een beoordelingsgesprek met je Studie-en-Werkbegeleider. De dossieropdrachten zijn te vinden in de Gids Studie en Werk VT jaar 1 en de beoordelingscriteria op www.samenopleiden.nl e


Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 en 7. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt.

Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Gids Studie en Werk VT jaar 1 + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Studie en Werk VT-1B

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PS&WV1B-12 Studie en Werk VT-1B Study and Work VT-1B 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1680 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

toets


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In de propedeuse staat de vraag “wil ik leraar worden en wil ik met deze studie doorgaan?” centraal. Om deze vraag te kunnen beantwoorden doe je eerste praktijkervaringen op in het docentenberoep op een leerwerkplek. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Je leert methodieken om te leren van praktijkervaringen en deze te verbinden met je leerervaringen uit de andere studieonderdelen. Daarbij onderzoek je jezelf als persoon en als student, de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet. Je werkt gedurende het hele jaar aan je ontwikkelingsportfolio, waarin je o.a. vastlegt: de resultaten van je onderzoek m.b.t. jezelf als persoon, student en aankomend docent de keuzes die je maakt en de doelen die je jezelf stelt de leervragen waar je op je leerwerkplek aan werkt, alsmede de opbrengst daarvan, deze ondersteun je met bewijsmateriaal feedback op en beoordelingen van je functioneren in de school je reflecties op praktijkervaringen én op je competentieontwikkeling Voltijdstudenten worden in Studie en Werk VT-1 voorbereid op het Assessment Hoofdfasebekwaam. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 1 planmatig te werken aan de ontwikkeling van eigen beroepscompetenties. Daarbij leer je beelden, ervaringen, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten in kaart te brengen en te verbinden en op basis daarvan keuzes te maken en leervragen te formuleren. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn o.a.: plannen, verslagleggen, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, hulp vragen, etc. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In Studie en Werk VT-1B oriënteer je je verder op de studie en het beroep van leraar. Op je leerwerkplek voer je onderwijsondersteunde taken uit en verzorg je af en toe een lesonderdeel. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen tussen verschillende onderdelen van de studie. Je eindigt het jaar met een vaststellen van ontwikkeldoelen en het solliciteren naar een leerwerkplek voor het volgende studiejaar. In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie en gebruik je relevante literatuur. 2. Studieloopbaanbegeleiding: Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van zelf, studie en beroep anderzijds. Hiermee word je voorbereid op het assessment hoofdfasebekwaam, waarin je je keuze voor het beroep van leraar verantwoord en aan gaat tonen te voldoen aan de bekwaamheidseisen op niveau hoofdfasebekwaam. ad. 1: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de Studie en Werk begeleider (SWB). Daarnaast wordt je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-1B ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende onderwijsondersteunende taken uitvoert en af en toe (minimaal 5 keer) een lesonderdeel verzorgt. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.



Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je aan deze bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 2: In de bijeenkomsten met je SWB staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Het laatste gesprek wordt gevoerd op basis van je ontwikkelingsportfolio. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Voltijdstudenten worden tijdens Studie en Werk VT-1 voorbereid op het Assessment Hoofdfasebekwaam. Hier wordt de student beoordeeld op de SBL-competenties, niveau hoofdfase bekwaam. Informatie over het assessment (toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding Assessment Hoofdfasebekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e


Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 en 7. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau 42/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst.

[1] Voor studenten met een leerwerkplek op een partner- of netwerkschool kan een aantal van deze bijeenkomsten plaatsvinden op de opleidingsschool.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Vakdidactiek: de biologieles

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PDIDLES-12 Vakdidactiek: de biologieles The biology lesson 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

MJM Heijnen (tel. 06-23441972) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar

100

2





Cursus doel

De student maakt kennis met de vakdidactiek biologie en maakt zich basale vakspecifieke didactische vaardigheden eigen.

2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student - kan het belang van biologische kennis en vaardigheden binnen het beroeps- en algemeen vormend onderwijs beschrijven;

- kan de verschillende practicumvormen beschrijven - kan een practicumles ontwerpen en daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan een biologieles ontwerpen, gebruikmakend van vakspecifieke didactische vaardigheden en de daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan verschillende lesmethodes biologie beschrijven en een verantwoorde keuze maken voor een bepaalde lesmethode; - kan het belang en de (on)mogelijkheden van veldwerk beschrijven - kan een veldwerkles ontwerpen en daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan beschrijven wat de leraar biologie moet weten en kunnen om leerlingen te begeleiden bij het doen van natuurwetenschappelijk onderzoek - kan beschrijven wat de leraar biologie moet weten en kunnen om met leerlingen in de klas ethische dilemma’s die gekoppeld zijn aan biologische kennis bespreekbaar te maken; - kan belangrijke vakdidactische ontwikkelingen (zoals Co-Co) beschrijven en de relatie leggen met de eigen professionele ontwikkeling. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het lezen van literatuur en door het gebruik maken van ervaringen in de onderwijspraktijk maken studenten kennis met de vakdidactiek biologie en in het bijzonder biologiemethodes, biologisch onderzoek doen, practicum en veldwerk. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier dat bestaat uit de uitwerkingen van een aantal opdrachten. De precieze eisen aan het dossier zijn terug te vinden in de cursushandleiding. De student ontvangt tijdens de cursus minimaal een keer feedback van de docent en medestudenten op de opdrachten in het dossier. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7

Kennisbasis: Beroepskennis Domein vakdidactische kennis: biologiemethodes, biologisch onderzoek doen, leren van (complexe) vaardigheden, practicum- en theorielokaal, veldwerk en culturele aspecten. Vaardigheden Domein 2, biologische vakvaardigheden: punt 1 & 2.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Geerts, W. & van Kralingen, R. (2011), Handboek voor leraren, Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursushandleiding en losse artikelen 45/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PDIDLES-12




Titel

Beroep 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP3-14 Beroep 3 - Leren op school Profession 3 - Learning at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

MAR Muit ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

50

1


Schriftelijk tentamen


5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze module wordt voortgebouwd op de leerdoelen van beroep 1. In deze eerste module heeft de student kennis gemaakt met het Nederlandse schoolsysteem en een klein onderdeel van een les voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd. In de module ‘leren op school’ wordt deze basiskennis verder uitgewerkt en verdiept zodat de student in staat is om zelfstandig een complete les voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. De student verdiept zich verder in het concept leren en verschillende leertheorieën. Vervolgens wordt de stap naar de praktijk gemaakt. Hoe zijn ideeën uit deze theorieën terug te vinden in het onderwijsconcept van de leerwerkplek? Hoe kan onderwijs vormgeven worden dat aansluit bij dit onderwijsconcept? Wat kun je doen als docent om leerlingen effectief te laten leren? Hoe kun je als docent zorgen dat leerlingen actief betrokken zijn bij de les? Hoe stelt een docent goede vragen zodat leerlingen mee gaan denken? En op welke manier kunnen samenwerkingsstructuren vormgeven worden zodat er daadwerkelijk wordt samengewerkt en geleerd? Vragen die in deze module aan de orde komen en waar de student samen met de docent en medestudenten, tijdens hoorcolleges en interactieve werkbijeenkomsten mee aan de slag gaat. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft de verschillende leeropvattingen, leersoorten en kennisniveaus en herkent deze in praktijkvoorbeelden. 2. Beschrijft de werking van het geheugen in relatie tot leren. 3. Beschrijft de behavioristische, cognitivistische, constructivistische en handelingspsychologische visie op leren en herkent kenmerken in bestaande onderwijsvormen en – concepten. 4. Beschrijft op welke manier de zes sleutelbegrippen voor het vormgeven van effectief leren in diverse instructiemodellen gerealiseerd kunnen worden. 5. Beschrijft hoe de pijlers voor taalgericht vakonderwijs vorm kunnen krijgen in een les. 6. Ontwerpt een les waarin de onderwijsactiviteiten aansluiten op het onderwijsconcept, de concreet en meetbaar geformuleerde leerdoelen, de beginsituatie en waarin de drie indicatoren van een krachtige leeromgeving zichtbaar zijn. 7. Legt uit waarom het stellen van een bepaalde vraag effectief is gezien het doel en de inhoud van de vraag en de manier waarop de vraag gesteld wordt. 8. Beschrijft op welke manier de vijf sleutelbegrippen voor succesvol samenwerkend leren in een samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. 9. Beschrijft verschillende toetsvormen en –functies. 10. Beschrijft hoe zelfstandig en zelfgestuurd leren vorm kan krijgen. 11. Zoekt en vindt Nederlandse vakliteratuur en schooldocumentatie waarmee een eigen geformuleerde onderzoeksvraag rondom het onderwijsconcept van een de (leerwerkplek)school beantwoord kan worden en verwerkt dit in een correct geschreven onderzoeksrapportage. 12. Voert op een methodische en kritische wijze een eenvoudig vragenlijstonderzoek uit naar het onderwijsconcept van de (leerwerkplek)school. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. In deze module is het rolmodel van de begeleidende docent cruciaal. Daarom wordt in de hoor- en werkcolleges voortdurend zichtbaar gemaakt hoe de thema’s die behandeld worden door de begeleidende docent vormgegeven worden. Regelmatig zal geëxpliciteerd worden welke keuzes de docent gemaakt heeft als het gaat om eigen opvattingen over leerprocessen, lesvoorbereiding, activerende werkvormen,



samenwerkend leren en zelfgereguleerd leren. Thema: Leren, leertheorie en instructiemodellen De student verdiept zich in de verschillende opvattingen die er zijn over wat leren is en welke globale opvattingen er zijn over leren. Hierbij is aandacht voor de wijze waarop hersenen werken en verschillende leertheoretische perspectieven. De student leert vervolgens welke gevolgen een bepaalde leertheoretische opvatting heeft voor de vormgeving van onderwijsleerprocessen in het onderwijs en welke onderwijsconcepten en instructiemodellen voortkomen uit verschillende benaderingen. Hierbij is expliciet aandacht voor de verschillen tussen beroepsgericht onderwijs en algemeen vormend onderwijs. Thema: Onderwijsconcepten Iedere school heeft zijn eigen onderwijsconcept dat voortkomt uit opvattingen over leren. De student doet in deze module een eenvoudig onderzoek naar het onderwijsconcept van de eigen school en bekijkt in hoeverre daarin de specifieke kenmerken van opvattingen over leren terugkomen. Thema: Lesontwerp De student ontwerpt een complete les op basis van een instructiemodel dat past bij het onderwijsconcept van de eigen school. Hierbij wordt geleerd hoe de beginsituatie van een groep leerlingen goed in kaart gebracht kan worden. De student laat hier ook zien de opgedane kennis over leerlingkenmerken (beroep 2) toe te kunnen passen bij het ontwerp van een les. Ook wordt geleerd hoe en op welke niveaus leerdoelen geformuleerd kunnen worden met behulp van taxonomieën en wat dit betekent voor de toetsing. De student selecteert relevante onderwijsactiviteiten en zet de les zo op dat er sprake is van een krachtige leeromgeving waarin actief en samenwerkend geleerd wordt. Hierbij is ook expliciet aandacht voor het gebruik van vaktaal en taalgericht vakonderwijs. Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. In deze module komt het uitvoeren van een klein onderzoek met behulp van vragenlijsten aan bod. De student leert om op een goede manier een vragenlijst te maken, uit te zetten, de gegevens hiervan te analyseren en de resultaten te rapporteren. Hiernaast leert de student om zelf een onderzoeksvraag te formuleren en zelf gepaste literatuur te vinden zowel binnen de school (bestaande documenten) als in vakliteratuur (artikelen over het betreffende onderwijsconcept). Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Om het dossier succesvol af te kunnen ronden, dient de student actief te zijn op een leerwerkplek. Dit wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide toetsonderdelen moeten met minimaal een 5,5 worden afgesloten om voor een voldoende eindresultaat in aanmerking te komen. De weging om te komen tot het eindcijfer is 50/50. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL competenties: 3 en 4 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren 1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 49/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 6.2 Praktijkonderzoek 7.2 Onderwijsconcepten Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsonderwijs: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren 1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 7.2 Onderwijsconcepten 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen is afronding van beroep 1 Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Groningen: Noordhoff. Boek (verplicht) : Veen, T. van der & Wal, J. van der (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff Diversen (verplicht) : Overig materiaal wordt via de online leeromgeving beschikbaar gesteld. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat ter beschikking wordt gesteld: Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek. Vonk, 38, (1), 11-26. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroep 4

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP4-14 Beroep 4 - De leraar als pedagoog Profession 4 - The teacher as pedagogue 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

JEM de Kroon (tel. 7546) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




5,5

50

1


Schrijfopdracht


5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Maatschappelijk gezien heeft onderwijs verschillende opdrachten. Naast het kwalificeren van leerlingen voor een beroep of vervolgopleiding heeft onderwijs ook de opdracht om leerlingen persoonlijk te vormen en goed voor te bereiden op de maatschappij. In de module ‘de leraar als pedagoog’ staat het pedagogische handelen in de klas centraal zodat er een goed klassenklimaat tot stand kan komen waarin geleerd kan worden. Daarnaast besteden we aandacht aan de pedagogische opdracht van het onderwijs als het gaat om de persoonsvorming van leerlingen en de voorbereiding op participatie in de maatschappij. Om professioneel pedagogisch te kunnen handelen in de klas, is het belangrijk dat een docent weet hoe de eigen persoonlijke opvoeding en het eigen referentiekader dit pedagogisch handelen beïnvloedt. In deze cursus ontwikkelt de student een visie op pedagogisch handelen in de klas door vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de eigen opvoeding, het eigen referentiekader en keuzes die er zijn ten aanzien van pedagogisch handelen. De student leert hoe pedagogisch handelen tijd-, cultuur- en plaats bepaald is, bekijkt ethische kwesties de beroepspraktijk van de leraar beroepsgericht onderwijs en algemeen vormend onderwijs en leert welke aspecten opvoeden in de klas heeft. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft en koppelt de pedagogische benaderingen reformpedagogiek, deugdenopvoeding, morele opvoeding, vorming, burgerschapsopvoeding aan de pedagogische rol van de docent. 2. Beschrijft en verklaart de pedagogische context van het hedendaagse onderwijs vanuit actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de (digitale) leerwereld van de leerlingen. 3. Benoemt belangrijke ethische en morele vragen en dilemma’s binnen het docentschap en kan hiervan een voorbeeld geven uit de eigen beroepspraktijk. 4. Formuleert de kernpunten van de beroepsethiek van docenten en koppelt deze aan de kenmerken van de leerling. 5. Koppelt de pedagogische opdracht van de school aan burgerschapsopvoeding en bildung en legt uit hoe hij of zij deze pedagogische opdrachten kan integreren in de eigen onderwijspraktijk. 6. Legt uit welk pedagogisch gedrag aansluit bij de krachtige leeromgeving. 7. Is zich bewust van de verschillende pedagogische keuzes die de docent als professionele opvoeder heeft en verantwoordt deze vanuit de eigen opvoeding, waarden en normen, de maatschappelijke context, de achtergrond van de eigen leerlingen en de theoretische context. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Er worden hoor- en werkcolleges gegeven, waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en de student nadenkt over de relatie tussen de eigen opvoeding en het professionele pedagogisch handelen in de praktijk. De volgende thema’s komen aan bod:  Historische pedagogiek  Morele opvoeding  Ethiek in het onderwijs  Pedagogische opdracht: burgerschapsopvoeding en bildung  Opvoeden op school  Eigen opvoeding, grondhouding en scripts (TA)



Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Schrijfopdracht De schrijfopdracht wordt ingeleverd via WinVision en beoordeeld met een rubric (zie studiehandleiding). Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5.De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties 1, 2 en 7 Generieke kennisbasis: 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 8.1 pedagogische driehoek 8.2 doel, arrangement, voorwaarden in de pedagogiek 8.3 verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 8.4 pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.2 Burgerschapsvorming

Addendum kennisbasis beroepsgerichtonderwijs: 4.2 Morele ontwikkeling 8.1 Pedagogische driehoek 9.2 Burgerschapsvorming 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aanbeveling is om beroep 2 eerst af te ronden. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Vriens L. (2007). Opvoeden in verwarrende tijden, Apeldoorn: Garant Boek (verplicht) : Van Dalen W. (2012 2e druk). Ethiek de Basis, Groningen: Noordhoff Diversen (verplicht) : De overige verplichte studiematerialen worden gepubliceerd op de online leeromgeving 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen 53/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014





Titel

Beroepsproduct 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-H1BERPDT1-12 Beroepsproduct 1 Professional product 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

JMC Broersen (tel. 4923) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct beschrijft het professionele handelen van een docent met de middelen die daar voor nodig zijn. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. Studenten die in 2013/2014 beroepsproduct 1 generiek hebben gedaan, doen beroepsproduct 2 vakgebonden. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, passend bij de ontwikkeling van het eigen professionele handelen en ontwikkelingen in een klas, in opdracht van een school en gerelateerd aan het vak. - De student verwerft een opdracht van de werkbegeleider op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. - De cursus beroepsproduct 1 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen aan het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. - In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding inzicht in wat onderzoek doen inhoudt en krijgen ze gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een onderzoeksteam feedback uit op de verschillende versies van de ontwerpverkenning. - In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in onderzoekteams, feedback en presentatie. - Tenslotte reflecteert de student in een procesverslag op het leerproces aan de hand van van tevoren gestelde leervragen gekoppeld aan specifieke competenties. - De ontwerpverkenning wordt uitgewerkt en tussentijds voor feedback voorgelegd aan de opdrachtgever en de docent van Instituut Archimedes en ten slotte afgerond met een product. - Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Doelstellingen/competenties: Oriënteren op de opdracht De student - verwerft in overleg met de opdrachtgever een duidelijke en relevante vakgebonden opdracht in de context van de klas Verkennen en ontwerpen De student - formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen - beantwoordt de onderzoeksvraag o vanuit relevante en recente literatuur ter inspiratie en onderbouwing voor het beoogde



beroepsproduct o door op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk te verzamelen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct o door de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk te vergelijken en te integreren tot een eindconclusie - vertaalt de eindconclusie naar concrete ontwerpcriteria voor het beoogde beroepsproduct en beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit gaat zien en op welke wijze het voor wie gerealiseerd gaat worden - beschrijft de voorgenomen wijze van presenteren van het beroepsproduct. Vormgeven De student - geeft een beroepsproduct vorm gebaseerd op de beschrijving uit de verkennende fase - realiseert in het beroepsproduct de geformuleerde ontwerpeisen - houdt in het vormgeven van het beroepsproduct rekening met in de school geldende kwaliteitseisen Presenteren en evalueren De student - presenteert de verkenning en het beroepsproduct aan relevante collega’s in de school - evalueert met relevante collega’s in de school de relatie tussen verkenning, ontwerpcriteria en product. Reflecteren De student reflecteert op onderbouwde wijze en aan de hand van geformuleerde leerdoelen op ontwikkeling van - het eigen professionele handelen - communicatie en samenwerking met relevante betrokkenen in en om de school - onderzoeksvaardigheden - op projectmatige wijze organiseren van het werkproces - kennis zoals beschreven in de kennisbasis van het vak en/of generiek Algemeen De student - ontwikkelt in de verkenning, het ontwerpen en in het reflecteren een kritische, onderzoekende houding - schrijft verzorgde verslagen met een logische opbouw - verwijst naar bronnen volgens APA-normen Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag bestaande uit: - Beschrijving van het probleem in de context van de school - Ontwerpverkenning. Dit onderdeel bevat de opdracht, de verkenning van de literatuur en van de praktijk en de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct. Bijlagen zijn onder andere het opdrachtformulier en het contractformulier. De docent verleent groen licht voor het vervolg op basis van een feedbackformulier, zie cursushandleiding. - Het beroepsproduct. Dit bevat de beschrijving van het beroepsproduct. Bijlage is onder andere het beroepsproduct zelf. - Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. - Reflectie op de leerdoelen en een verantwoording van de tijdsbesteding. De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding.



1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de tweede onderwijsperiode van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: Bij het werken aan een beroepsproduct 1 komen alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7 aan bod. Kennisbasis: Bij een beroepsproduct werkt de student aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis.

Het werken aan een beroepsproduct draagt bij aan alle niveaus van de dublindescriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming en communiceren. De student verdiept of verbreedt de reeds aanwezige kennis en inzichten door te werken aan een complexe opdracht in een authentieke situatie. Om tot een verantwoord beroepsproduct te komen, is uitgebreide oriëntatie op de opdracht in theorie en praktijk noodzakelijk URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 1 2014-2015 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 129 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Diergedrag

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1DGEDR-12 Diergedrag Animal behaviour 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2520 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

50

2




5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: waarom gedraagt een dier zich zoals het zich gedraagt (proximale en ultieme verklaringen) ; prikkels, zintuigen en perifere en centrale filtering; gedragspatronen; motivatie; ontogenie van gedrag (leren, sensitieve periodes); functie van gedrag (egoïsme en -reciprook- altruïsme, inclusieve fitness, kosten-baten analyse, regel van Hamilton); sociale organisatie (groepen, dominantie), communicatie (stimulus-respons-keten, boodschap en betekenis van communicatie, mimicry, sexuele selectie). Hoofdopdracht is een methodologisch verantwoord gedragsonderzoek uit te voeren aan een zelf te kiezen diersoort. Gedragsbiologische kennis en inzichten (theorie) worden verworven door zelfstudie ondersteund door hoor- en werkcollege en film. Voorafgaand aan het eigen onderzoek wordt ervaring opgedaan met het observeren en registreren van gedrag. Op basis van het eigen onderzoek worden leerlingenwerkbladen over gedrag ontworpen, aangevuld met een docentenhandleiding. (Voltijdstudenten doen naast bovengenoemd onderzoek ook een kort eigen onderzoek in de dierentuin. Zij kunnen hun leerlingwerkbladen ook baseren op dát onderzoek). 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan : · proximale en ultieme verklaringen van gedrag benoemen en afleiden, en kan dit onderbouwen met argumenten. · Prikkels en prikkelverwerking beschrijven en de relatie leggen met daaropvolgende gedragspatronen · verschillen tussen gedragspatronen benoemen, kan verbanden tussen gedragspatronen herkennen, en deze relateren aan motivatie en prikkelverwerking · verschillende manieren van leren beschrijven en aan de hand van voorbeelden onderscheiden · de functie van gedrag afleiden uit de gevolgen ervan · verschillende vormen van sociaal gedrag beschrijven en de relatie leggen met ontogenie en functie van sociaal gedrag · diverse vormen van communicatie beschrijven en de relatie leggen met ontogenie en functie van gedrag · een eigen gedragsbiologisch onderzoek opzetten, uitvoeren en daarvan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke richtlijnen · onderwijskundig materiaal in de vorm van werkbladen voor leerlingen (met betrekking tot observatie, registratie en interpretatie van gedrag) ontwikkelen, en de daarin gemaakte vakdidactische keuzes onderbouwen. De student heeft een onderzoekende houding en nieuwsgierigheid met betrekking tot de levende wereld (verder) ontwikkeld. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Cursorisch met zelfstudie en eigen onderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Voltijdstudenten nemen deel aan een dierentuinexcursie. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een schriftelijk tentamen en een dossier met daarin een verslag over eigen gedragsbiologisch onderzoek, leerlingenwerkbladen met observatieopdrachten. Alle onderdelen moeten met een voldoende zijn afgerond. De schriftelijke toets enerzijds en het dossier met daarin het onderzoeksverslag plus leerlingenwerkbladen anderzijds dragen elk voor 50% bij aan het eindcijfer. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten



vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: Gedrag, interactie met (a)biotische factoren, dynamiek *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, biologisch onderzoek doen Het biologie curriculum: concept-context benadering, vragen maken voor het biologie onderwijs De leeromgeving: veldwerk, gebruik van de dierentuin *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: vraagstelling in een specifieke context analyseren, gebruikmakend van relevante begrippen en theorie, deze vertalen in een te operationaliseren onderzoeksvraag, dat onderzoek uitvoeren en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken Biologisch: Vakspecifieke taal en terminologie lezen, interpreteren en produceren, inclusief de daarbij inbegrepen formuletaal, conventies en notaties; redeneringen hanteren over de gevolgen van interne of externe veranderingen voor een levensgemeenschap of ecosysteem.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Slater P.J.B. (1999). Essentials of animal behaviour. Cambridge University Press, Cambridge. ISBN: 0 521 62996 9 Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Diergedrag (sharepoint) Diversen (verplicht) : Diverse hand-outs (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 95 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1DGEDR-12



Titel

Ecologie van het zoete water

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1ECZOET-12 Ecologie van het zoete water Limnology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2100 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

80

2




5,5

20

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tijdens de cursus zullen unit 8 (Ecology) en een deel van unit 5 (The Evolutionary History of Biological Diversity) van Campbell’s Biology en aanvullende teksten worden bestudeerd. Zoetwaterecosystemen zijn rijk vertegenwoordigd in Nederland en lenen zich uitstekend voor ecologisch onderzoek. In deze cursus werken studenten zowel theoretisch als praktisch aan dit ecosysteem. Biodiversiteit is een belangrijk thema. Actuele ecologische kennis kan ingezet worden om problemen op het gebied van natuur en milieu op te lossen. Daarom zal er vanuit het perspectief van Leren voor Duurzame Ontwikkeling een relatie worden gelegd tussen het zoetwaterecosysteem en menselijke activiteit. De invalshoek hierbij is Triple P: People, Planet, Prosperity. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan  Een aantal soorten planten en dieren van zoetwaterecosystemen herkennen en de naam benoemen  Biotische en abiotische kenmerken van zoetwaterecosystemen beschrijven en de onderlinge samenhang aangeven  een uitspraak doen over de waterkwaliteit aan de hand van biotische en abiotische kenmerken van een zoetwaterecosysteem  Verschillende maatregelen noemen t.a.v. waterbeheer en natuurbeheer in vochtige/natte gebieden met daarbij de doelen en mogelijke effecten  Met behulp van verschillende technieken in het veld en lab van een gegeven zoetwaterecosysteem een beschrijven maken  Een aan zoetwater gerelateerd maatschappelijk thema analyseren op kenmerken van duurzame ontwikkeling (people, planet, prosperity) en bruikbaarheid als context voor het eigen biologieonderwijs  De student kan een eigen onderzoek opzetten over een aan zoetwater gerelateerd maatschappelijk thema, dit uitvoeren en evalueren  De student kan de resultaten van een onderzoek vast leggen in de vorm van een e natuurwetenschappelijk verslag volgens de voorschriften van Veldwerk in de 2 fase Leerstof, werkvormen en activiteiten: De leerstof wordt aangeboden in de vorm van colleges, practica en veldwerk. Het geleerde wordt gekoppeld aan Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) Studenten werken zelfstandig aan een project. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Het dossier bevat verslagen van practica en veldwerk, werkcolleges en een presentatie. De exacte samenstelling van verslag en tentamen is terug te vinden in de cursushandleiding van deze cursus. het schriftelijk tentamen bestaat uit het herkennen van waterorganismen en kennis over zoetwaterecosystemen. De student ontvangt gedurende de cursus feedback van de docent. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5, 6 en 7 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasisbiologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: Populatie, Ecosysteem,Biosfeer, Energiestroom, Kringloop, Dynamiek, Evenwicht, Voedselrelaties, Interactie met (a)biotische factoren, Duurzame ontwikkeling, Biodiversiteit 63/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


- Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde: de bijzondere 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. (2011.) Veldwerk in de tweede fase - Een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei en Boeicop Diversen (verplicht) : Cursushandleiding Ecologie van het zoete water(sharepoint), Diversen (verplicht) : Reiskosten naar excursiegebieden Diversen (verplicht) : Aanvullende teksten op Sharepoint. Diversen (verplicht) : Een veldgids voor waterecosystemen. In overleg met de docent 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 101 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1ECZOET-12



Titel

Genetica

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1GENE-13 Genetica Genetics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

JM Schrickx (tel. 0623372371) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2100 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

80

2


verslag


5,5

20

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tijdens deze cursus zullen de hoofdstukken 12 tot en met 18 en een deel van hoofdstuk 20 van Campbell e Biology (9 editie) bestudeerd worden. Hierbij wordt aandacht besteed aan de klassieke genetica (meiose, Mendel, kruisingen, chromosomen, crossing over) en de moleculaire basis van erfeliljkheid (DNA, replicatie, transcriptie, translatie, regulatie, biotechnologie) Naast de theorie uit Campbell Biology ligt bij deze cursus sterk de nadruk op werkcolleges, waar zelfstandig of in groepen de stof verder verwerkt wordt. Ook worden er diverse practica georganiseerd. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus komen tijdens colleges zowel de klassieke als de moleculaire genetica aan de orde. De behandelde theorie wordt verder uitgediept in practica en werkcolleges. Doelstellingen/competenties: De student kan: - De mitose en de moleculaire aansturing daarvan beschrijven; - De meiose beschrijven en de verschillen met de mitose benoemen; - De wetten van Mendel beschrijven en verklaren; - Overervingspatronen afleiden met behulp van de regels van kansrekening; - De structuur van DNA en chromosomen beschrijven; - Het proces van DNA-replicatie beschrijven; - De processen transcriptie en translatie en de onderliggende regulatiemechanismen beschrijven; - De relatie leggen tussen de regulatie van genexpressie en de veranderende interne en externe milieuomstandigheden van een organisme; - De werking van enkele moleculair biologische technieken beschrijven; - Zelfstandig een moleculair biologisch practicum volgens een voorschrift voorbereiden en uitvoeren; - De uitkomsten van kruisingsexperimenten voorspellen, het experiment uitvoeren, de resultaten statistisch toetsen, conclusies trekken en hierover rapporteren in een verslag. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijke toets. In het dossier zijn de uitgewerkte werkcolleges en verslagen van de practicumopdrachten opgenomen. Als het dossier voldoende is afgerond, dan geldt de uitslag van de toets als eindcijfer. Het dossier is dus een handelingsdeel. Bij de practicumbijeenkomsten worden vaardigheden getraind en per individu beoordeeld. Daarom geldt bij de practicumbijeenkomsten een aanwezigheidsplicht. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: DNA, genexpressie, DNA-replicatie, mutatie, recombinatie, celcyclus, erfelijkheid, genetische variatie *Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde: De begrippen waterstofbrug, eiwitten, aminozuren en nucleïnezuren Wiskunde: kansverdeling als onderdeel van de Mendelse genetica Gezondheidszorg: het ontstaan van erfelijke en aangeboren ziekten *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, leren van (complexe) vaardigheden



Het biologie curriculum: concept-context benadering *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: aantal voor het vak relevante rekenkundige en wiskundige bewerkingen correct en geroutineerd toepassen 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek: Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding Genetica (sharepoint) Reader (verplicht) : Reader: Practicumhandleiding Genetica (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 102 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1GENE-13



Titel

Humane fysiologie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1HFYSIO-12 Humane fysiologie Human physiology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

AC Verdoes ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2520 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


verslag


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus humane fysiologie is de tweede cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de fysiologie van de mens. In deze cursus gaat de student op zoek naar de relaties tussen de diverse orgaansystemen en organisatieniveaus. De vragen die beantwoord zullen worden zijn onder andere: hoe zorgen de verschillende biologische niveaus (met elkaar) voor het optimaal functioneren van de mens? Hoe staat de anatomie van organen in relatie tot het handhaven van homeostase? Hoe wordt het totaal aan processen gereguleerd? De volgende onderwerpen komen hierbij aan bod: het zintuigen zenuwstelsel, de endocrinologie, excretie, respiratie, hartdynamica, fysiologie van de bloedsomloop, regulering bloedcirculatie en voortplantingsfysiologie.

     

Middels een casus opdracht wordt de opgedane kennis geïntegreerd. Hierbij zal tussentijdse feedback plaatsvinden door studenten aan elkaar. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: Kan de gevolgen van fysische veranderingen (op de verschillende organisatieniveaus) in de volgende orgaansystemen: circulatie-, gaswisseling-, spijsvertering-, excretie-, voortplanting- en endocriensysteem verklaren. Kan de bouw, werking en functie van het excretiesysteem op verschillende organisatieniveaus beschrijven. Kan de relatie leggen tussen communicatie tussen cellen op korte en lange afstand m.b.v. actiepotentiaal, neurotransmitters in orgaanstelsels. Kan de spiercontractie beschrijven. Kan de bouw, werking en functie van zintuigen uitleggen. Kan de relatie leggen tussen orgaansystemen op verschillende organisatieniveaus. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de fysiologie van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en, in voltijd, werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerken. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen en een verslag. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: 69/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


· · · · · · · · · · · · · · · ·

Cel Weefsel Orgaan Orgaansysteem Transport metabolisme gaswisseling circulatie spijsvertering uitscheiding zintuig zenuwstelsel hormoonhuishouding homeostase gezondheid cel-communicatie voortplanting Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde, natuurkunde, gezondheidszorg en welzijn Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1, 3.2 Vaardigheden: 1.1, 2.1 t/m 2.5 & 2.8

Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, informatievaardigheden, presenteren.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430-2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding ‘Humane fysiologie’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 95 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1HFYSIO-12



Titel

Microbiologie en immunologie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1MICRO-13 Microbiologie en immunologie Microbiology and immunology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

3185 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

practicumtoets


5,5

20

2


theorietoets


5,5

80

2




2 Inhoudelijke gegevens

· · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·

2.1 Cursus doel In deze cursus staan bacteriën, virussen en schimmels centraal. Daarnaast wordt het humane immunsysteem behandeld. Ook wordt aandacht besteed aan immunologische & biotechnologische toepassingen. De leerstof wordt in colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en werkcolleges waarin de studenten in een kleinere groep opdrachten uitwerken. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: Kan structurele en functionele adaptaties die zorgen voor grote diversiteit bij prokaryoten beschrijven. Kan verklaren dat snelle reproductie, mutatie en genetische recombinatie zorgt voor genetische diversiteit in prokaryoten. Kan verschillende voedings- en mebabole adaptaties die in prokaryoten zijn geëvolueerd beschrijven. Kan voorbeelden benoemen waar prokaryoten een cruciale rol spelen in de biosfeer. Kan verklaren waarom prokaryoten voor de mens zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn. Kan de bouw van een virus (nucleïnezuur, omgeven door een eiwitmantel) beschrijven. Kan beschrijven hoe (retro)virussen zich voortplanten. Kan uitleggen waarom virussen, viroiden en prionen belangrijke pathogenen zijn in dieren en planten. Kan beschrijven waarom schimmels heterotrofe organismen zijn, die zich voeden door middel van absorptie. Kan beschrijven hoe schimmels sporen produceren in seksuele of aseksuele levenscycli. Kan beschrijven hoe de evolutie van schimmels heeft geresulteerd in een zeer diverse groep organismen. Kan beschrijven hoe schimmels sleutelrollen spelen in nutriëntencycli, ecologische interacties en menselijk welzijn. Kan het aangeboren immuunsysteem bij de mens beschrijven en onderscheid maken tussen barrière verdedigingsystemen en interne verdedigingsystemen. Kan beschrijven hoe het aangeboren immuunsysteem pathogenen herkent en hierop reageert. Kan beargumenteren hoe het aangeboren immuunsysteem in het lichaam zich verdedigt tegen pathogenen. Kan beschrijven hoe afwijkingen in het immuunsysteem ziekten kunnen veroorzaken. Kan beschrijven hoe het kloneren van DNA meerdere kopieën van een gen of een DNA fragment oplevert. Kan beschrijven hoe DNA technologie gebruikt wordt om de sequentie, expressie en functie van een gen te bestuderen. Kan beschrijven hoe de praktische toepassingen van DNA technologie ons leven beïnvloeden. Kan een keuze maken tussen de volgende technieken en deze uitleggen: steriel werken, enten van bacteriën en fagen, reinstrijk maken, gramkleuring uitvoeren, identificeren van bacteriën en schimmels, bloedgroep bepaling, ELISA.

Leerstof, werkvormen en activiteiten: Tijdens deze cursus zullen de hoofdstukken 19, 20, 27 ,31 en 43 van Campbell Biology bestudeerd worden. Hierbij wordt voornamelijk aandacht besteed aan de systematiek, morfologie, voortplanting, metabolisme en ecologie van bacteriën, virussen en schimmels komen ook aan de orde en het humane immuunsysteem wordt behandeld. Daarnaast wordt gekeken naar de toepassing van immunologie en van microbiologie in de DNA-technologie. Naast de theorie uit Campbell Biology ligt bij deze cursus sterk de nadruk op de practica en microbiologische vaardigheden.

Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een practicum toets en een schriftelijke toets. Bij de practicumbijeenkomsten worden vaardigheden getraind. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: 72/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: Metabolisme, drie domeinen systeem, levenscyclus, afweer *Kennis van aanpalende vakken: Wiskunde: differentiaalvergelijkingen bij exponentiële groei; Gezondheidszorg: oorzaken en gevolgen van verstoring van gezondheid, mogelijkheden tot voorkomen van verstoring van gezondheid en tot herstel van gezondheid *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, biologisch onderzoek doen, leren van (complexe) vaardigheden Het biologie curriculum: concept-context benadering De leeromgeving: het practicumlokaal, gebruik van publieke faciliteiten (eventueel waterzuivering) *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: vraagstelling in een specifieke context analyseren, gebruikmakend van relevante begrippen en theorie, deze vertalen in een te operationaliseren onderzoeksvraag, dat onderzoek uitvoeren en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken Biologisch: Op een verantwoorde manier omgaan met voor het vak relevante instsrumenten en apparaten; vakspecifieke taal en terminologie lezen, interpreteren en produceren, inclusief de daarbij inbegrepen formuletaal, conventies en notaties

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Boek: Techniques in Microbiology a Student Handbook, 2007 Lammert, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings. Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding 'Microbiologie' (sharepoint) Reader (aanbevolen) : Reader: Practicumhandleiding 'Microbiologie' (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 53 Toetsduur (uren): 6 Zelfstudie (uren): 81 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1MICRO-13



Titel

Plantenfysiologie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1PLTFYS-12 Plantenfysiologie Plant physiology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2520 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

30

2




5,5

70

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In colleges, practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten fysiologie, anatomie en morfologie van zaadplanten. In de practica komt een combinatie van microscopisch werk, fysiologische vraagstukken en groeiproeven aan bod. De opzet en verslaglegging van de experimenten is gebaseerd op de natuurwetenschappelijke methode. Tijdens de excursie naar Wageningen maken de studenten kennis met traditionele en innovatieve toepassingen van plantenfysiologische kennis in de agro-industrie. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan: - anatomie, morfologie en fysiologie van zaadplanten beschrijven en relaties leggen tussen anatomie en morfologie enerzijds en fotosynthese, watertransport, plantenvoeding en regulatie anderzijds. - hypotheses voor fysiologische experimenten opstellen, de experimenten uitvoeren, verbanden kwantificeren, conclusies trekken op basis van de uitkomsten en hiervan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke methode. - kennis op het gebied van bouw en fysiologie van zaadplanten verbinden met traditionele en innovatieve toepassingen van plantenfysiologische kennis in de agro-industrie. - onderwijsmateriaal over bouw en fysiologie van planten voor het 2e graadsgebied ontwerpen en beargumenteren hoe complexe kennis over planten op HBO-niveau vertaald kan worden naar het onderwijsniveau in dit gebied. - omschrijven hoe leerlingen begeleid en ondersteund worden bij het denken op verschillende biologische organisatieniveaus en het maken van koppelingen tussen de niveaus. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen studenten de fysiologie van planten, waarbij fotosynthese, watertransport, plantenvoeding en regulatiemechanismen centraal staan. Ze doen dit d.m.v. theoretische en praktische opdrachten op basis van `Campbell’s Biology’. Daarnaast oriënteren de studenten zich op de beroepspraktijk in diverse agro-industrieën.De practica richten zich op het goed leren werken volgens de natuurwetenschappelijke methode. De vakdidactische verdieping sluit hierbij aan en focust op het leren van onderzoeksvaardigheden en –methoden en het denken op verschillende organisatieniveaus. De oriëntatie op de beroepspraktijk sluit aan op het denken in beroepswereldcontexten zoals beschreven in de conceptcontext benadering. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. In het dossier zijn verslagen van de practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: Cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsels, transport, metabolisme, gaswisseling, circulatie, fotosynthese, homeostase, energiestroom, kringloop, celcommunicatie, hormoonhuishouding, interactie met abiotische factoren. Beroepskennis: 75/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


• practicumvaardigheden • beschrijvend onderzoek • Didactische functie van contexten • Biologisch onderzoek doen • Leren van (complexe) vaardigheden • Centrale concepten • Concept-context benadering • Gebruik van publieke faciliteiten 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding 'Plantenfysiologie’ (SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 95 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1PLTFYS-12



Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-H1S&WV2A-12 Studie en Werk VT-2A Study and Work VT-2A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het vaststellen van ontwikkeldoelen en het solliciteren naar een leerwerkplek voor het volgende studiejaar. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding: Het leggen van verbindingen tussen je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep enerzijds en je leervragen en leerervaringen bij het praktijkleren anderzijds. Hierbij maak je o.a. gebruik van literatuur. 2. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Er zijn groepsbijeenkomsten, waarbij de groepssamenstelling voor het onderdeel Werkplekleren anders kan zijn dan die voor het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding. Dit is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt. ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werk-begeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. ad. 2: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2A ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Ook deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Ook voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je aan deze bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, 78/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e


Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst.

[1] Voor studenten met een leerwerkplek op een partner- of netwerkschool kan een aantal van deze bijeenkomsten plaatsvinden op de opleidingsschool.

2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-1A (OAR-PS&WV1A-12) Veronderstelde voorkennis: Inhouden van Studie en Werk 1 Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd



Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2009), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Boek (verplicht) : Marzano, R. (2010), Leren in vijf dimensies, Van Gorkum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-H1S&WV2B-12 Studie en Werk VT-2B Study and Work VT-2B 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het vaststellen van ontwikkeldoelen en het solliciteren naar een leerwerkplek voor het volgende studiejaar. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Studieloopbaanbegeleiding : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. ad. 1: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2B ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je aan deze bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 2: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Het laatste gesprek wordt gevoerd op basis van je ontwikkelingsportfolio. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld.



Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst.

[1] Voor studenten met een leerwerkplek op een partner- of netwerkschool kan een aantal van deze bijeenkomsten plaatsvinden op de opleidingsschool. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-1B (OAR-PS&WV1B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2A Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2009), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Boek (verplicht) : Marzano, R. (2010), Leren in vijf dimensies, Van Gorkum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload



Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Vakdidactiek: biologie met ICT

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1DIDICT-12 Vakdidactiek: biologie met ICT Biology and ICT at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

AH Velthorst (tel. 0681530097) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1862 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5


100

2





·

2.1 Cursus doel De student maakt kennis met de mogelijkheden en toepassingen van vakspecifieke ICT in de biologieles, zoals benoemd in de kennisbasis ICT. Er wordt gewerkt met actuele ICT toepassingen die op verschillende momenten in de les kunnen worden ingezet. De student verantwoord de keuze voor de inzet van ICT tools op basis van bestudeerde literatuur. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: ● Kan ICT-middelen onderbouwd inzetten in geschikte onderwijssituaties.

·

● Kan werken met presentatiesoftware.

·

● Kan omgaan met digitale communicatiemiddelen

·

● kan werken met multimedia applicaties

·

● kan werken met een arrangeertool voor digitaal leermateriaal. ●· Kan een presentatie ontwerpen volgens de principes van de multimedia theorie.

·

● Kan ICT-tools inzetten om op afstand samen te werken aan producten.

Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges en het lezen van literatuur leren studenten te werken met vakspecifieke ICT-toepassingen in de biologieles. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier. De precieze eisen aan het dossier zijn terug te vinden in de cursushandleiding. De student ontvangt tijdens de cursus minimaal een keer feedback van de docent op de opdrachten in het dossier. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1, vakdidactische kennis: ICT Vaardigheden Domein 2, biologische vakvaardigheden: punt 3 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: 86/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Diversen (verplicht) : Studiehandleiding (via SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 31 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 109 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1DIDICT-12




Titel

Beroep 5

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP5-14 Beroep 5: Leren omgaan met verschillen Profession 5: Working with diversity 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

EMP Peeters ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

60

1




5,5

40

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze module leert de student in het kader van passend onderwijs om te gaan met verschillen in de onderwijssituatie. Begrippen als Passend onderwijs, Handelingsgericht werken (HGW), Diversiteit: Kennis van en omgaan met Leerproblemen, Gedragsproblemen en Constructen (persoonlijke overtuigingen) en Portret staan centraal. Passend onderwijs richt zich vooral op dat wat nodig is om zowel op schoolniveau als op bovenschoolsniveau om te leren gaan met verschillen. Handelingsgericht werken richt zich meer op individuele casuïstiek. Binnen Diversiteit wordt het begrip ‘verschillen’ uitgewerkt aan de hand van specifieke onderwijsbehoeften die leerlingen hebben op basis van leerstoornissen (dylexie/dyscalculie), hoogbegaafdheid of gedragsproblemen/gedragsstoornissen. Aan de hand van de methode Professional in de Spiegel (Touw, 2009) wordt zicht verkregen op eigen constructen. Dit geeft zicht op het eigen denken over leerlingen en in het bijzonder de leerlingen die als gedragsmoeilijk worden ervaren en op de wijze waarop dit van invloed kan zijn op de interactie tussen de docent en de leerling. Deze module wordt afgesloten met een casusopdracht. Op basis van alle opgedane kennis van Beroep 5 (passend onderwijs, HGW, diversiteit en constructen) wordt een gezamenlijk leerling-portret gepresenteerd. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Benoemt de wettelijke verantwoordelijkheden van scholen met betrekkingen tot leerlingen met leeren/of gedragsstoornissen en omschrijft hoe de zorgstructuur op zijn (leerwerk)school wordt vormgegeven. 2. Beargumenteert de positie ten opzichte van passend onderwijs en welke consequenties dit heeft voor eigen professioneel handelen. 3. Herkent en benoemt de symptomen en kenmerken bij leerlingen op het gebied van de belangrijkste leeren gedragsproblemen. 4. Herkent en benoemt gedrag dat voortkomt uit pest- en/of misbruiksituaties en/of het gebruik van verslavende middelen. 5. Herkent en benoemt de mogelijke ondersteuning die school kan bieden in het geval van leeren gedragsproblemen. 6. Beargumenteert vanuit de theorie welke keuzes er gemaakt kunnen worden in het professioneel omgaan met diversiteit op klas- en schoolniveau. 7. Beschrijft de samenhang tussen persoonlijke overtuigingen ten aanzien van leerlingen met speciale behoeften en het uiteindelijke denken en handelen (constructen). 8. Beschrijft de effectieve afstemming tussen eigen constructen en dat wat de leerling met een speciale onderwijsbehoefte nodig heeft. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. We maken gebruik van het geven van instructie, het voeren van onderwijsleergesprekken, zelfontdekkend leren, samenwerkend leren, diverse discussievormen, presenteren, zelf studeren, samen schrijven, etc. Een ander deel bestaat uit meer zelfstandige werkvormen die alleen of samen met een andere studenten uitgevoerd worden zonder de directe aanwezigheid van een docent. De docent voorziet regelmatig in feedback of zorgt voor voldoende feedback van anderen bij het uitvoeren van de diverse opdrachten. De volgende thema’s komen aan bod: Thema: Passend onderwijs en handelingsgericht werken Bij het onderwerp Passend onderwijs en HGW leer de student handelingsgericht werken zich verhoudt tot passend onderwijs. Kennis en vaardigheden die hierbij nodig zijn, worden ontwikkeld aan de hand van een aantal gerichte opdrachten (leeractiviteiten) die zich zowel op schoolniveau als op individueel-leerlingniveau richten. 89/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Thema: Diversiteit Binnen het onderwerp Diversiteit worden verschillende onderwerpen uitgewerkt. Voor de kennistoets is het van belang de kenmerken en symptomen te kunnen onderscheiden van de verschillende leeren gedragsstoornissen die worden gepresenteerd. Daarnaast kun de student op verschillende momenten keuzes maken voor het uitwerken van het dossier. Zo maak de student voor het uitwerken van het dossier allereerst de keuze uit VMBO/MBO versus AVO en daarna de keuze uit het thema ‘leren’ of het thema ‘gedrag’. Binnen het thema dat de student uitkiest, is er de keuze voor een specifiek onderwerp dat past bij een casus in de eigen praktijk. De student maakt de opdrachten die passen bij dit onderwerp voor het dossier. Naast deze specifieke opdrachten, zijn er meer algemene opdrachten waarmee gewerkt wordt aan het ontwikkelen van persoonlijke competenties, zoals beschreven bij de leerdoelen van het thema. Thema: Constructen Binnen het thema Constructen ga de student aan de slag met eigen opvattingen en overtuigingen ten opzichte van leerlingen met speciale behoeften. De student schrijft een persoonlijk professioneel portret op basis van de uitwerking van het werkboek Professional in de Spiegel. De student sluit dit onderwerp af met een casusopdracht die uitgewerkt wordt in een leerteam. Op basis van alle opgedane kennis gaan studenten met elkaar in gesprek om te komen tot een gezamenlijk leerlingportret. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 40/60. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1,2,4,5,6 en 7 Generieke kennisbasis: 5.1 Leerlingbegleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 Leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 7.3 De school als organisatie 9.1 Onderwijskansen

Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 8.1 Pedagogische driehoek 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerste beroep 2 en 4 afgerond te hebben Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal:



Boek (verplicht) : Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. (2012). Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Leusden: Acco. (In deze cursus hoofdstukken 1 en 6) Boek (verplicht) : Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen op scholen. Leuven / Den Haag: Acco (In deze cursus hoofdstuk 1 t/m 4) Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: achtergronden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 453-460 Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: de werkwijze. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 461-467 Boek (aanbevolen) : Meersbergen, E. van & Vries, P. de (2013). Handelingsgericht werken in passend onderwijs. Utrecht: Perspectief. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroep 6

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP6-14 Beroep 6 Diversiteit: Cultuur en Onderwijzen Profession 6 Diversity: Culture and Teaching 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

H Guven ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

50

1




5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Het werkveld van docenten in het voortgezet onderwijs en in het mbo is erg divers. Leerlingen hebben sterk uiteenlopende sociaal-culturele en economische achtergronden. De diversiteit in de samenleving stelt iedere dag weer nieuwe vragen aan het onderwijs en vooral aan de docent. Scholen hebben de taak de leerlingen bewust bekwaam op te leiden zodat zij straks deel kunnen nemen aan die bestaande pluriforme samenleving. De zoektocht naar een juiste aanpak is groot en professionaliteit op het terrein van diversiteit is binnen het onderwijs nog niet vanzelfsprekend. Tijdens deze cursus maakt de student kennis met verschillende aspecten binnen het domein diversiteit. De belangrijkste uitdagingen die onze pluriforme maatschappij met zich meebrengt voor het onderwijsveld komen aan de orde en de student wordt uitgedaagd om na te denken over de eigen attitude ten aanzien van diversiteit en wat adequaat pedagogisch-didactisch handelen in deze kan bijdragen aan het opleiden van leerlingen. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft de migratiegeschiedenis van leerlingen en laat daarbij zien inzicht te hebben in de algemene economische, politieke en ruimtelijke situatie van het land van herkomst. 2. Legt uit wat het begrip cultuur inhoudt; cultuur vanuit zowel statisch als vanuit dynamisch perspectief. 3. Legt uit wat diversiteit als breed begrip inhoudt en dat de identiteit van een persoon uit verschillende aspecten bestaat. 4. Analyseert beroepssituaties waarin diversiteit in brede zin een rol speelt met behulp van concepten als: migratiegeschiedenis, cultuur, etnische diversiteit, talige diversiteit, gender en seksuele diversiteit en laat in de toepassing in een onderwijssituatie zien, zich bewust te zijn dat diversiteit een logisch, complex en dynamisch fenomeen is. 5. Onderkent eigen aannames, (voor)oordelen. overtuigingen (constructen), waarden en normen ten aanzien van (gedrag) van leerlingen en hun ouders met uiteenlopende achtergronden gelet op de sociaaleconomische, culturele en religieuze context. 6. Beschrijft een visie op seksualiteit als sociaal proces met aandacht voor aspecten als homoseksualiteit, biseksualiteit, transgender. De student kan verschillende vormen van meertaligheid beschrijven en benoemen in de onderwijspraktijk. 7. Beschrijft een visie op verschillende modellen van interculturele communicatie. 8. Analyseert het verloop van een stagnerende dialoog tussen mensen met een verschillende achtergrond en kan een aanpak beschrijven die de dialoog op gang helpt. 9. Beschrijft de werking van straatcultuur en beschrijft in de context van burgerschapsopvoeding hoe leerlingen de voordelen duidelijk gemaakt kunnen worden van het zich conformeren aan de burgercultuur. Leerstof, werkvormen en activiteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarin studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student volgt interactieve en activerende hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, het maken van dossieropdrachten en diverse werkvormen waarbij zowel individueel als in groepen gewerkt wordt. Met name het denken en leren vanuit casuïstiek en praktijkvoorbeelden staat in deze module centraal. De volgende thema’s komen aan bod: · Burgerschap · Cultuur · Gender · Seksuele diversiteit · Migratiegeschiedenis



·

Interculturele communicatie

Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgelopen met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL- competenties: 1,2 en 7 Generieke kennisbasis: 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gesprekvoering 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 8.4 Pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.1 Onderwijskansen 9.2 Burgerschapsvorming 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwingen Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 9.2 Burgerschapsvorming 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen wordt eerst beroep 2 en 4 afgerond te hebben Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Schermer,K. (2008). Interculturele samenwerking en communicatie. Groningen: Noordhoff Boek (verplicht) : Eldering, L. (2014). Cultuur en opvoeding. Rotterdam: Lemniscaat. Diversen (verplicht) : Naast de verplichte literatuur lezen de studenten aanvullende literatuur (artikelen, hoofdstukken uit boeken, websites, enz.). Deze worden gepubliceerd op de online leeromgeving. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen 94/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014





Titel

Beroep 7

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP7-14 Beroep 7 - De leraar als mentor Profession 7 - The teacher as counselor 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

B Hermsen (tel. 06 51681374) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Naast een lesgevende taak krijgen veel docenten de taak van mentor of begeleider van leerlingen en/of deelnemers. Om deze taak goed te kunnen vervullen is het belangrijk te weten welke keuzes er gemaakt kunnen worden in het mentorschap en hoe dit samenhangt met eigen normen, waarden en professionele opvattingen. Daarnaast is het belangrijk dat de student weet op welke wijze er begeleid kan worden en zich oefent in begeleiding en gespreksvoering. In deze cursus ontwikkelt de student visie en vaardigheden om als mentor in het voorgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs te functioneren. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan gespreksvaardigheid en het beïnvloeden van de groepsdynamica zodat er voor leerlingen een veilige leefen werksfeer ontstaat in een klas. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft op welke wijze de mentor leerlingen in hun leerproces kan ondersteunen. 2. Beschrijft op welke wijze de mentor leerlingen in hun keuzeproces kan ondersteunen. 3. Beschrijft op welke wijze de mentor leerlingen in hun psychosociale ontwikkeling kan ondersteunen. 4. Beschrijft op welke wijze de mentor groepsdynamische processen in klassen kan hanteren en de interactie in een groep kan stimuleren. 5. Beschrijft op welke wijze de mentor een veilige leefen werksfeer kan creëren waarmee de sociaalemotionele, morele en autonome ontwikkeling van leerlingen wordt bevorderd, inspelend op hun psychologische basisbehoeften. 6. Verantwoordt de professionele opvattingen, werkwijzen, grenzen en benaderingen van de mentor aan leerlingen, ouders van leerlingen, collega’s en andere belanghebbenden. 7. Gebruikt verschillende gespreksvaardigheden en communiceert doelmatig door het inzetten van gespreksinterventies, gespreksniveaus, relaties en ruimte. 8. Stemt leerlingbegeleiding af op de leerling door verschillende scenario’s (contexten) te vergelijken. 9. Beschrijft de wijze waarop de mentor het begeleidingsproces van leerlingen kan bewaken en borgen. 10. Beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en toegepast op casussen, trainingsbijeenkomsten rondom gesprekstechnieken en het onderzoeken van de leerlingbegeleiding op de eigen (leer)werkplek. De volgende thema’s komen aan bod: · Visies op leerlingbegeleiding en het mentoraat · Leerlingbegeleiding op het gebied van: o leerlingen begeleiden bij het leren (leren leren); o leerlingen begeleiden bij psychosociale ontwikkeling (leren leven); o leerlingen begeleiden bij keuzes op school (leren kiezen) · Groepsdynamica · Begeleidingsgesprekken en gesprekstechnieken · Conflicthantering · Ouderbetrokkenheid · Organisatie van het mentoraat Toetsen en beoordelingscriteria: 97/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


De cursus wordt afgesloten met een dossier. Dit onderdeel wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie cursushandleiding) en dient met minimaal een 5,5 afgerond te worden. Het dossier wordt ingeleverd in het digitaal portfolio (WinVision). Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1, 2, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis: 2.5 Begeleiden van leerprocessen 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerst beroep 2 en 4 af te ronden. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Groothuis, M., & Verkuyl, H. (2012). Mentor in het voortgezet onderwijs. Gids voor een aanpak met visie. Amsterdam: Boom. Boek (aanbevolen) : Konig, A. (2008). In gesprek met de leerling. Houten: EPN Boek (aanbevolen) : Tressel, J. (2012). De beroepsbekwame mentor. Het ontwikkelen van begeleidingskundige professionaliteit. Amsterdam: Boom. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroepsproduct 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8


JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct beschrijft het professionele handelen van een docent met de middelen die daar voor nodig zijn. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. Studenten die in 2013/2014 beroepsproduct 1 generiek hebben gedaan, doen beroepsproduct 2 vakgebonden. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, aansluitend bij ontwikkelingen in de school, in opdracht van de school en gerelateerd aan de generieke kennisbasis en/of beroepscompetenties. De student verwerft een opdracht van een sectieleider/voorzitter of teamleider op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. De cursus beroepsproduct 2 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen aan het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een onderzoeksteam feedback uit op de verschillende versies van de ontwerpverkenning. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in onderzoekteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een procesverslag op het leerproces aan de hand van van tevoren gestelde leervragen gekoppeld aan specifieke competenties. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Doelstellingen/competenties: Oriënteren op de opdracht De student verwerft in overleg met de opdrachtgever een duidelijke en relevante generieke opdracht in de context van de vakgroep of het team. Verkennen en ontwerpen De student formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen beantwoordt de onderzoeksvraag o vanuit relevante en recente literatuur ter inspiratie en onderbouwing voor het beoogde beroepsproduct o door op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk te verzamelen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct o door de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk te vergelijken en te integreren tot een eindconclusie vertaalt de eindconclusie naar concrete ontwerpcriteria voor het beoogde beroepsproduct en beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit gaat zien en op welke wijze het voor wie gerealiseerd gaat worden



-

beschrijft de voorgenomen wijze van presenteren van het beroepsproduct.

Vormgeven De student geeft een beroepsproduct vorm gebaseerd op de beschrijving uit de verkennende fase realiseert in het beroepsproduct de geformuleerde ontwerpeisen houdt in het vormgeven van het beroepsproduct rekening met in de school geldende kwaliteitseisen Presenteren en evalueren De student presenteert de verkenning en het beroepsproduct aan relevante collega’s in de school evalueert met relevante collega’s in de school de relatie tussen verkenning, ontwerpcriteria en product. Reflecteren De student reflecteert op onderbouwde wijze en aan de hand van geformuleerde leerdoelen op ontwikkeling van het eigen professionele handelen communicatie en samenwerking met relevante betrokkenen in en om de school onderzoeksvaardigheden op projectmatige wijze organiseren van het werkproces kennis zoals beschreven in de kennisbasis van het vak en/of generiek Algemeen De student ontwikkelt in de verkenning, het ontwerpen en in het reflecteren een kritische, onderzoekende houding schrijft verzorgde verslagen met een logische opbouw verwijst naar bronnen volgens APA-normen Toetsen en beoordelingscriteria De student maakt een verslag bestaande uit: Beschrijving van het probleem in de context van de school Ontwerpverkenning. Dit onderdeel bevat de opdracht, de verkenning van de literatuur en van de praktijk en de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct. Bijlagen zijn onder andere het opdrachtformulier en het contractformulier. De docent verleent groen licht voor het vervolg op basis van een feedbackformulier, zie cursushandleiding. Het beroepsproduct. Dit bevat de beschrijving van het beroepsproduct. Bijlage is onder andere het beroepsproduct zelf. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Reflectie op de leerdoelen en een verantwoording van de tijdsbesteding. De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de tweede onderwijsperiode van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: Bij het werken aan een beroepsproduct 2 komen alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7 aan bod. Kennisbasis: Bij een beroepsproduct werkt de student aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie).



Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis. Het werken aan een beroepsproduct draagt bij aan alle niveaus van de dublindescriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming en communiceren. De student verdiept of verbreedt de reeds aanwezige kennis en inzichten door te werken aan een complexe opdracht in een authentieke situatie. Om tot een verantwoord beroepsproduct te komen, is uitgebreide oriëntatie op de opdracht in theorie en praktijk noodzakelijk URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Opmerking: Bij beroepsproduct 2 wordt uitgegaan van de onderzoeksvaardigheden die zijn geoefend in de cursussen 1,2 en 3 van de leerlijn beroep en zijn toegepast bij beroepsproduct 1 (zie cursushandleiding) 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aan onderstaande ingangseis moet zijn voldaan: Beroepsproduct 1 of daaraan gelijkwaardig. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 1 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 129 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Ecologie van het zoute water

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2ECZOUT-12 Ecologie van het zoute water Saltwater ecology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

5040 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


verslag


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus ecologie van het zoute water geeft een overzicht van ecosystemen die onder invloed van zout water staan. De abiotische en biotische factoren die binnen deze ecosystemen een rol spelen zullen in de cursus aan bod komen. De Nederlandse situatie staat hierbij centraal. 2.2 Cursus inhoud De student: - kan de biotische en abiotische karakteristieken van de Nederlandse zoutwater ecosystemen (duinen, kwelders, blokkendijk en Wadden- en Noordzee) beschrijven; - kan de belangrijkste voorkomende levensvormen in bovengenoemde Nederlandse zoutwater systemen herkennen en op naam brengen - kan voor de belangrijkste voorkomende levensvormen de relatie leggen tussen de verschijningsvorm en (fysiologisch) functioneren en de milieuomstandigheden - kan de relatie leggen tussen de belangrijkste bedreigingen van Nederlandse zoutwater ecosystemen en de maatregelen om deze te bestrijden - kan zelfstandig een practicum volgens een voorschrift voorbereiden en uitvoeren; - kan zelfstandig een onderzoeksvoorstel schrijven, het onderzoek uitvoeren en daarvan schriftelijk verslag leggen volgens de systematiek van de natuurwetenschappelijke methode; Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de ecologie van het zoute water centraal. De leerstof wordt aangeboden door een combinatie van: · Hoorcolleges · Werkcolleges · Practica · Veldwerk tijdens een excursie Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijk tentamen. In het verslag zijn de uitwerkingen van de opdrachten en het eigen onderzoek van de veldwerkexcursie opgenomen. Daarnaast is er sprake van een handelingsdeel waarvoor verschillende opdrachten moeten worden uitgevoerd. Alle deeltoetsenen opdrachten en het handelingsdeel moeten minimaal met een voldoende worden afgerond, alvorens de studiepunten worden toegekend. De exacte samenstelling en gestelde eisen van het verslag en het tentamen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Tijdens de cursus is er plaats voor feedback van studiegenoten op het gemaakte werk. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: Ecosystemen, biosfeer, homeostase, energiestroom, kringloop, dynamiek, evenwicht, biodiversiteit en duurzame ontwikkeling. Vaardigheden: 1.1 t/m 1.4, 2.1, 2.2, 2,4, 2.6. Kosten deeltijd: (Excursie Zeeland: ± 100 euro) Kosten voltijd: (Excursie Terschelling: ± 150 euro) 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd



2.4

Kosten en studiematerialen

Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : - ‘ecologie van het zoute water' (SharePoint) Reader (verplicht) : Excursiehandleiding 'ecologie van het zoute water' (SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 84 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 53 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2ECZOUT-12



Titel

Evolutie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2EVOLUT-13 Evolutie Evolution 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

25

2




5,5

75

2





Cursus doel

Met ondersteuning door inleidingen tijdens plenaire bijeenkomsten bestudeert de student het cursusboek zelfstandig . Practica en opdrachten dragen bij aan inzicht en geven tevens zicht op toepassing op school. Als vakdidactisch cursusonderdeel ontwerpt de student opdrachten en materiaal waarmee leerlingen kennis en inzicht in evolutieprocessen verwerven aan de hand van bijvoorbeeld spellen, simulatieprogramma`s of webquest. In het te ontwerpen materiaal dient de student rekening te houden of het bedoeld is voor het beroepsonderwijs of HAVO/VWO.

Tijdens presentaties van (tussentijdse-) dossieropdrachten wordt door medestudenten en docent, tussentijds feedback gegeven op prestaties. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan: - moderne evolutiebiologische concepten beschrijven - de verbanden beschrijven tussen vragen, methoden, problemen en resultaten van evolutiebiologisch onderzoek met betrekking tot evolutiemechanismen, afstammingsgeschiedenis en het ontstaan van leven - enkele historische denkbeelden op dit gebied benoemen - verschillende opvattingen over de relatie tussen natuurwetenschap en religie, in het bijzonder `evolutie en schepping` benoemen - materiaal en opdrachten te ontwerpen door middel waarvan leerlingen kennis en inzicht verwerven in evolutieprocessen aan de hand van spellen en verplicht ICT-materiaal. - met behulp van ICT-technieken op basis van aminozuurvolgorde in eiwitten verwantschappen tussen organismen afleiden. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Cursorisch met zelfstudie en literatuuronderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Het dossier bestaat uit zelf ontworpen leerling-materiaal met een verplichte ICT-component. Zowel het dossier als het tentamen moet met een voldoende worden afgerond. De toets telt voor ¾ mee in het eindcijfer en het dossier voor ¼. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 2, 3 en 7. Kennisbasis: Kennis van het schoolvak Molecuul: DNA, Genexpressie Organisme: Drie Domeinen Systeem, fossiel Populatie: Soort, populatie, genetische variatie, natuurlijke selectie, soortvorming Aarde: Biodiversiteit, ontstaan van leven

·

Kennis van aanpalende vakken Scheikunde: basisbegrippen: molecuul Natuurkunde: radioactieve isotopen, halveringstijd.



·

·

Wiskunde: kansverdeling Aardrijkskunde: Geogenese en geomorfologie Beroepskennis Biologie leren: begripsontwikkeling, culturele aspecten, kritisch denken. Het biologie curriculum: concept-context benadering De leeromgeving: ICT Vaardigheden Natuurwetenschappelijk: onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten en persoonlijke uitgangspunten. Aantal voor het vak relevante rekenkundige en wiskundige bewerkingen correct en geroutineerd toepassen. Biologische vakvaardigheden: aandacht schenken aan gevoelens die leerlingen uiten. Een keuze maken of standpunt bepalen ten aanzien van met biologische kennis verworven mogelijkheden op basis van afweging en de daarmee samenhangende maatschappelijke en ethische consequenties. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Diversen (verplicht) : Diversen : Ander materiaal wordt ter beschikking gesteld via de sharepointsite van de cursus. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 108 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2EVOLUT-13



Titel

Humane ontwikkeling

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2HONTW-13 Humane ontwikkeling Human development 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

40

2


essay


5,5

60

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus humane ontwikkeling is de laatste cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus staat de ontwikkeling van de mens centraal. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn: het voortplantingsstelsel, embryologie, met extra aandacht voor hersenontwikkeling, seksualiteit en drugs. Deze thema’s worden in een maatschappelijke context geplaatst. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student:  Kan de biologische gevolgen van drugsgebruik bij de mens beschrijven. · Kan beargumenteren wat de maatschappelijke gevolgen zijn van drugsgebruik · Kan mogelijke sociaal-emotionele gevolgen van drugsgebruik voorspellen. · Kan de biologische gevolgen beschrijven van seksueel overdraagbare aandoeningen bij de mensen. · Kan weergeven hoe hij biologische, maatschappelijke en sociaal-emotionele aspecten rondom de thema’s drugs en seksualiteit bespreekbaar maakt in de klas met behulp van een lesvoorbereiding. · Kan didactische keuzes omtrent het bespreken van ethische gevoelige onderwerpen beargumenteren. · Kan verschillende interpretaties van het begrip gezondheid beschrijven. · Kan de ontwikkeling van een mens van zygote tot aan geboorte en daarna beschrijven. · Kan de ontwikkeling van de hersenen van een mens van zygote tot aan de geboorte en daarna beschrijven. · Kan verschillende technieken waarmee wordt ingegrepen in de reproductie en levenscyclus van de mens beschrijven. · Kan argumenten geven voor of tegen het gebruik van technieken waarmee wordt ingegrepen in de reproductie en levenscyclus van de mens beschrijven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de ontwikkeling van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerkt. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een essay. De inhoud van het essay wordt gepresenteerd en het verslag wordt ingeleverd. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 7

· · · · · · · ·

Kennisbasis: Cel, weefsel orgaan orgaansysteem uitscheiding homeostase voeding levenscyclus 110/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


· · · · ·

gezondheid hormoonhuishouding erfelijkheid voortplanting seksualiteit en relaties Aanpalende vakken: Gezondheidszorg en welzijn Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1, 3.2 Vaardigheden: 1.1, 1.3 2.1 t/m 2.5 & 2.8 Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, Informatievaardigheden, presenteren 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430- 2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding ‘Humane ontwikkeling’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2HONTW-13



Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-3 ontwikkel je je verder met als doel aan het eind van het jaar te kunnen functioneren als zelfstandig docent met louter begeleiding op afstand. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Op je leerwerkplek verzorg je steeds meer lessen en ga je deelnemen aan teamoverleg en andere onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en aankomend docent, denk na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet bij. Aan het eind van het jaar stel je ontwikkeldoelen en solliciteer je naar een leerwerkplek voor de afstudeerfase. 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 3 verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar als zelfstandig docent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding: Het leggen van verbindingen tussen je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep enerzijds en je leervragen en leerervaringen bij het praktijkleren anderzijds. 2. Werkplekleren: Het planmatig werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Daarnaast ontwikkel je een eigen visie op onderwijs en je vak. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur. Er zijn groepsbijeenkomsten, waarbij de groepssamenstelling voor het onderdeel Werkplekleren anders kan zijn dan die voor het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding. Dit is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt. ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. ad. 2: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. In je lessen maak je gebruik van taalgerichte (vak)didactiek. Je wordt vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast wordt je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-3A ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je lessen geeft en verschillende andere docenttaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 80 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op



school. Ook deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Ook voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je aan deze bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2A (OAR-H1S&WV2A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 Kosten en 2.4 studiematerialen 114/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2009), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009).Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, B. (2006),Een leraar van klasse, Boom Lemma uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Boek (verplicht) : Marzano, R. (2010), Leren in vijf dimensies, Van Gorkum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-3 ontwikkel je je verder met als doel aan het eind van het jaar te kunnen functioneren als zelfstandig docent met louter begeleiding op afstand. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Op je leerwerkplek verzorg je steeds meer zelfstandig lessen en ga je deelnemen aan teamoverleg en andere (complexe) onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en aankomend docent, denkt na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet bij. Aan het eind van het jaar stel je ontwikkeldoelen en solliciteer je naar een leerwerkplek voor de afstudeerfase. 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 3 verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar als zelfstandig docent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het planmatig werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie en ga je op zoek naar geschikte literatuur. Daarnaast ontwikkel je een eigen visie op onderwijs en je vak. 2. Studieloopbaanbegeleiding: Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Er zijn groepsbijeenkomsten, waarbij de groepssamenstelling voor het onderdeel Werkplekleren anders kan zijn dan die voor het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding. Dit is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt. ad. 1: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. In je lessen maak je gebruik van taalgerichte (vak)didactiek. Je wordt vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-3B ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je lessen geeft en verschillende andere docenttaken uitvoert en meewerkt aan complexe onderwijsactiviteiten. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 80 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je aan deze



bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken en daarop te reflecteren. ad. 2: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Het laatste gesprek wordt gevoerd op basis van een beoordelings-lesbezoek en je ontwikkelingsportfolio. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2B (OAR-H1S&WV2B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 Kosten en 2.4 studiematerialen 118/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Beroep voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2009), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, B. (2006), Een leraar van klasse, Boom Lemma uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Boek (verplicht) : Marzano, R. (2010), Leren in vijf dimensies, Van Gorkum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 258 Totaal (uren): 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Vakdidactiek: biologie actueel

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2DIDACT-12 Vakdidactiek: biologie actueel Present-day biology at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1862 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5


100

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student verdiept zich in de thema’s taalgericht vakonderwijs, vaktaal- en begripsontwikkeling, conceptcontextbenadering en de jojo-strategie. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan · de drie pijlers van taalgericht vakonderwijs benoemen en beargumenteren hoe die toegepast worden in biologieonderwijs in het tweedegraadsgebied · vraagstukken rond vaktaal- en begripsontwikkeling van de leerling beschrijven en beargumenteren hoe een docent deze kan bevorderen · individuele lessen en lessenseries rondom een bepaald thema ontwerpen gebruik makend van de elementen van taalgericht vakonderwijs en vaktaal- en begripsontwikkeling en de keuze van de leerstof en keuze van onderwijsactiviteiten en werkvormen beargumenteren · diverse grafische vormgevers benoemen en de keuze voor een vormgever beargumenteren bij het aanbrengen van samenhang tussen biologische begrippen  Een beschrijving geven van de elementen en aanleiding van het nieuwe leren  Voor en tegen argumenten formuleren van het nieuwe leren  Lesmateriaal ontwikkelen gebaseerd op elementen van het nieuwe leren en de keuze van deze elementen argumenteren. · beschrijven wat de Concept-Context benadering in het biologieonderwijs inhoudt · lesmateriaal ontwikkelen gebaseerd op de concept-context benadering en de keuze van concepten en contexten beargumenteren Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het geven van minilessen en het lezen van literatuur krijgen studenten inzicht in actuele ontwikkelingen met betrekking tot vaktaal- en begripsontwikkeling, taalgericht vakonderwijs en concept-context benadering in het biologieonderwijs. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier dat bestaat uit de uitwerkingen van werkcollegeopdrachten en een taalgerichte lessenserie. De studenten krijgen tussentijds feedback op de uitwerking van de opdrachten. De precieze eisen aan het dossier en de toetsstof zijn terug te vinden in de cursushandleiding. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1: Vakdidactische kennis: begripsontwikkeling, didactische functie van contexten, trends en veranderingen in het biologiecurriculum, concept-contextbenadering Vaardigheden Domein 2: Biologische vakvaardigheden: 4 en 8 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd



Materiaal: Boek (verplicht) : Hajer, M. & Meestringa, T. (2009), Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum, Uitgeverij Coutinho. Diversen (verplicht) : Studiehandleiding op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 31 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 109 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2DIDACT-12



Titel

Vakdidactiek: biologie in het leergebied

Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2DIDLRG-12 Vakdidactiek: biologie in het leergebied Biology in Science at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

project


5,5


100

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student vergelijkt methodes van het leergebied Mens en Natuur en ontwikkelt (individueel en in groepen) lessen in het leergebied Mens en Natuur om zo inzicht te krijgen in het leergebied Mens en Natuur in het Algemeen Vormend Onderwijs en de bijbehorende vakdidactiek. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan: - de relatie tussen het vakgebied biologie en andere vakken in het leergebied mens en natuur beschrijven en maakt deze relaties zichtbaar maken voor leerlingen, - Een vak overstijgende lessenserie over een bepaald thema ontwerpen met doelen, opdracht, activiteitenplanning en afrondingseisen en de keuze die daarbij gemaakt worden, beargumenteren, De begeleidingsvaardigheden die horen bij vakoverstijgend werk benoemen en de keuze hiervoor beargumenteren, - Een vakoverstijgend project voorbereiden en organiseren in samenwerking met collega’s van andere vakken, - Een vakoverstijgend lessenserie uitvoeren en evalueren aan de hand van tevoren geformuleerde criteria.

Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het lezen van literatuur en het ontwikkelen van lessen krijgen studenten inzicht in het werken in het leergebied Mens en Natuur in het Algemeen Vormend Onderwijs en met de vakdidactiek van dit leergebied. Tijdens de cursus worden de diverse methodes vergeleken en maken de studenten kennis met de manieren waarop het leergebied in de verschillende scenario’s georganiseerd kan zijn. Daarnaast ontwikkelen de studenten individueel en in groepen eigen materiaal, evalueren dit materiaal en geven feedback op het materiaal dat door anderen is gemaakt. Tot slot ontwikkelen de studenten een uitgewerkt project voor het leergebied Mens en Natuur. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met het ontwikkelen van een conceptcontext-gestuurd eindproject binnen het leergebied Mens en Natuur, inclusief planning, overleg met collega’s, toetsing en beoordeling, waarbij de relaties tussen biologie en andere vakken binnen het leergebied zichtbaar worden voor leerlingen.Bij het ontwerp van het eindproject wordt gebruik gemaakt van een arrangeertool. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3,4,5, 6 en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1, vakdidactische kennis: Didactische functie van contexten, leergebied mens en natuur, vakoverstijgende projecten met biologie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Burg, van der C. & Botta, G. (2009), Leerpleinen!, Amersfoort: CPS Diversen (verplicht) : Studiehandleiding 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112



Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2DIDLRG-12




Titel

Assessment kennistoets

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

Werkvorm


OAR-HASKENNIS-13 Assessment kennistoets Knowledge base test 1 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Frequentie




1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Landelijke kennistoets


5,5

100

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Kennistoets: Voor de landelijke kennistoets is geen strikte voorbereiding noodzakelijk. De kennisdomeinen die in deze toets aan de orde komen zijn ook allemaal cursorisch in de opleiding getoetst. Het verdiend wel aanbeveling om je van te voren goed te oriënteren op de te toetsen domeinen (middels de toetsgids) en om de oefentoets te maken. De oefentoets is wat betreft omvang en niveau gelijkwaardig aan de landelijke kennistoets Toetsen en beoordelingscriteria: Kennisbasistoets. De landelijke kennistoets wordt een aantal keer per jaar aangeboden op vastgestelde momenten . Omdat de toets op alle lerarenopleidingen in Nederland gelijktijdig wordt gemaakt wordt er bij de roostering van de toets geen rekening gehouden met vaste lesdagen of lestijden. De coördinator van je opleiding kan aangeven wanneer de landelijke kennistoets wordt aangeboden. Per studiejaar mag je gebruik maken van 2 toetsgelegenheden. In de kennisbasistoets wordt getoetst of de student de kennisbasis van het vak voldoende beheerst. Deze kennisbasis is te vinden op http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Legitimering: Zie toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Kennisbasis: Het vakinhoudelijk deel van de kennisbasis wordt in de landelijke kennistoets getoetst. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Om deel te kunnen nemen aan de kennistoets moet 70% van het vakinhoudelijk deel van het curriculum zijn afgerond. Voor precisering van het vakinhoudelijk deel van het curriculum kun je contact opnemen met de coördinator van je opleiding. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): niet geregistreerd Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 26 Totaal (uren): 28 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (1) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx



Titel

Assessment Startbekwaam

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

Werkvorm


Portfolio

niet verplicht

Assessment

niet verplicht

OAR-H3ASSTART-12 Assessment Startbekwaam Assessment 4 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Frequentie



7 maal per blok


63 minuten


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

toets


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring portfoliobegeleider’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 4 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam.. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx



Opmerkingen: Naast het inschrijven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments. 2.3 Ingangseisen Het examen propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam 2.5 Workload Contactduur (uren): 1 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 135 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Assessment startbekwaam NA kennistoets

Titel

Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-H3ASTARTK-13 Assessment startbekwaam NA kennistoets Assessment 4 4 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Portfolio

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Assessment


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring portfoliobegeleider’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment.

Het assessment Startbekwaam zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 4 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen: • Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. • Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. • Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. • Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Assessment Startbekwaam. Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam.. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt. Kennisbasis: In het assessment Startbekwaam wordt de kennisbasis niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de SBL-bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam. Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een beoordeling met ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.



URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Opmerkingen: Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Assessment kennistoets (OAR-HASKENNIS-13) Minimaal 60 punten van het propedeuse-programma moeten zijn behaald. Minimaal 175 punten moeten zijn behaald voor categorie H (hoofdfase). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam 2.5 Workload Contactduur (uren): 1 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 107 Totaal (uren): 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroepsproduct 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6

Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?

1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

OAR-H3BERPDT3-12 Beroepsproduct 3 Professional Product 3 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

MPM van de Laarschot (tel. 0884817350) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Project

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Verslag


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct beschrijft het professionele handelen van een docent met de middelen die daar voor nodig zijn. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. Studenten die in 2013/2014 beroepsproduct 1 generiek hebben gedaan, doen beroepsproduct 2 vakgebonden. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school, in opdracht van de school en gerelateerd aan het vak. - De student verwerft een opdracht van coördinerende of leidinggevende professional op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. - De cursus beroepsproduct 3 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen aan het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, opzet evaluatie, realiseren, (laten) uitvoeren en evalueren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. - In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een onderzoeksteam feedback uit op de verschillende versies van de ontwerpverkenning. - In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in onderzoekteams, feedback en presentatie. - Tenslotte reflecteert de student in een procesverslag op het leerproces aan de hand van van tevoren gestelde leervragen gekoppeld aan specifieke competenties. - Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Doelstellingen/competenties: Oriënteren op de opdracht De student - verwerft in overleg met de opdrachtgever een duidelijke en relevante vakgebonden opdracht aansluitend bij de ontwikkelingen in de school. Verkennen en ontwerpen De student - formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen - beantwoordt de onderzoeksvraag o vanuit relevante en recente literatuur en daarmee inspiratie en onderbouwing verzamelt voor het beoogde beroepsproduct o door op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk te verzamelen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct



o door de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk te vergelijken en te integreren tot een eindconclusie - vertaalt de eindconclusie naar concrete ontwerpcriteria voor het beoogde beroepsproduct en beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit gaat zien en op welke wijze het voor wie gerealiseerd gaat worden - beschrijft en onderbouwt de voorgenomen wijze van presenteren en evalueren van het beroepsproduct Vormgeven De student - geeft een beroepsproduct vorm gebaseerd op de beschrijving uit de verkennende fase - realiseert in het beroepsproduct de geformuleerde ontwerpeisen - houdt in het vormgeven van het beroepsproduct rekening met in de school geldende kwaliteitseisen Presenteren en evalueren De student - presenteert en bespreekt het beroepsproduct, de voorafgaande verkenning en de opzet van het evaluatieonderzoek aan relevante collega’s in de school - voert het beroepsproduct uit of laat het uitvoeren en voert een evaluatieonderzoek uit Reflecteren De student reflecteert op onderbouwde wijze en aan de hand van geformuleerde leerdoelen op ontwikkeling van - het eigen professionele handelen - communicatie en samenwerking met relevante betrokkenen in en om de school - onderzoeksvaardigheden - op projectmatige wijze organiseren van het werkproces - kennis zoals beschreven in de kennisbasis van het vak en/of generiek Algemeen De student - ontwikkelt in de verkenning, het ontwerpen en in het reflecteren een kritische, onderzoekende houding - schrijft verzorgde verslagen met een logische opbouw - verwijst naar bronnen volgens APA-normen Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag bestaande uit: - Beschrijving van het probleem in de context van de school - Ontwerpverkenning. Dit onderdeel bevat de opdracht, de verkenning van de literatuur en van de praktijk, de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en de opzet van de evaluatie. Bijlagen zijn onder andere het opdrachtformulier en het contractformulier. De docent verleent groen licht voor het vervolg op basis van een feedbackformulier, zie cursushandleiding. - Het beroepsproduct. Dit bevat de beschrijving van het beroepsproduct. Bijlage is onder andere het beroepsproduct zelf. - Evaluatieonderzoek. Dit bevat een verantwoording van de gebruikte onderzoeksmethoden en instrumenten - Verslag van de presentatie van het product en de opzet van het evaluatieonderzoek op school en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct en het evaluatieonderzoek - Verslag van uitvoering, resultaten en conclusies van het evaluatieonderzoek - Reflectie op de leerdoelen en een verantwoording van de tijdsbesteding.



De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Daarnaast wordt het verslag beoordeeld door een tweede beoordelaar.

1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de tweede onderwijsperiode van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: Bij het werken aan een beroepsproduct 3 komen alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7 aan bod. Kennisbasis: Bij een beroepsproduct werkt de student aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis. Het werken aan een beroepsproduct draagt bij aan alle niveaus van de dublindescriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming en communiceren. De student verdiept of verbreedt de reeds aanwezige kennis en inzichten door te werken aan een complexe opdracht in een authentieke situatie. Om tot een verantwoord beroepsproduct te komen, is uitgebreide oriëntatie op de opdracht in theorie en praktijk noodzakelijk URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Voldaan aan eisen beroepsproduct 1 en 2 of daaraan gelijkwaardig. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 3 2014-2015. Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 269 Totaal (uren): 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Op je leerwerkplek verzorg je zelfstandig het complete onderwijs in jouw vak aan enkele klassen. Daarnaast participeer je als een volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je eindigt het jaar met de voorbereiding op het assessment startbekwaam. 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 4 aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar startbekwaam te zijn. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding: Je richt je dit jaar op wat je nog nodig hebt om te voldoen aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Daarbij ga je uit van een zelfanalyse en benut je de adviezen die je aan het eind van de hoofdfase hebt gekregen en verzamel je gericht bewijsstukken. 2. Werkplekleren: Het planmatig werken aan het leren van praktijkervaringen vanuit je eigen leervragen op niveau startbekwaam. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur. Er zijn groepsbijeenkomsten, waarbij de groepssamenstelling voor het onderdeel Werkplekleren anders kan zijn dan die voor het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding. Dit is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt. ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werk-begeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. ad. 2: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-4A ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 6-8 lesuren per week in het lintmodel, of 10-12 lesuren per week in het blokmodel. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling . Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Ook deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studielooopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in



toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Ook voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je aan deze bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Tijdens Studie en Werk VT-4 bereid je je voor op het Assessment Startbekwaam. Hier wordt je beoordeeld op de SBL-competenties, niveau startbekwaam. Informatie over het assessment (toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding Assessment Startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e


Legitimering: SBL bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-3A (OAR-H2S&WV3A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2 en 3



Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2009), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Geerts, W. (2011), Handboek voor leraren, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, B. (2006), Een leraar van klasse, Boom Lemma uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Boek (verplicht) : Marzano, R. (2010), Leren in vijf dimensies, Van Gorkum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 2.4

Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Op je leerwerkplek verzorg je zelfstandig het complete onderwijs in jouw vak aan enkele klassen. Daarnaast participeer je als een volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je eindigt het jaar met de voorbereiding op het assessment startbekwaam. 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 4 aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar startbekwaam te zijn. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1.Werkplekleren: Het planmatig werken aan het leren van praktijkervaringen vanuit je eigen leervragen op niveau startbekwaam. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur. 2. Studieloopbaanbegeleiding : Je bereid je voor op het assessment startbekwaam, waarin je aantoont dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Er zijn groepsbijeenkomsten, waarbij de groepssamenstelling voor het onderdeel Werkplekleren anders kan zijn dan die voor het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding. Dit is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt. ad. 1: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-4B ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 6-8 lesuren per week in het lintmodel, of 10-12 lesuren per week in het blokmodel. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling . Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep. ad. 2: Het laatste halfjaar van je studie staat in het teken van de voorbereiding op het assessment startbekwaam. Voor dit assessment stel je een presentatieportfolio samen, waarin je je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. In het assessment wordt je beoordeeld op de SBL-competenties, niveau startbekwaam. Informatie over het assessment (toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding Assessment Startbekwaam ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in 143/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


je ontwikkelingsportfolio, waarbij je opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uitmaakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2B (OAR-H2S&WV3B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2, 3 en 4A Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2009), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Geerts, W. (2011), Handboek voor leraren, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, B. (2006), Een leraar van klasse, Boom Lemma uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Boek (verplicht) : Marzano, R. (2010), Leren in vijf dimensies, Van Gorkum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1



Zelfstudie (uren): 258 Totaal (uren): 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Cursusbeschrijvingen bachelor DT jaar 1

Titel

Beroep 1

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PBEROEP1-14 Beroep 1 – Lesgeven in het VO/Beroepsonderwijs Profession 1 - Teaching in secondary and vocational education 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

SW Janzing ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12



Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

50

1


Schrijfopdracht


5,5

50

1




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De belangrijkste taak van een docent is lesgeven in een schoolorganisatie. Om een les/onderwijsactiviteit goed te laten verlopen is het van belang dat deze goed voorbereid en uitgevoerd wordt. Ter afsluiting van de les is het van belang dat er geëvalueerd wordt welke leerresultaten er zijn behaald. In deze cursus maakt de student kennis met alle aspecten van het Nederlandse schoolsysteem en de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van een les. De student krijgt training in zaken als presentatie, stemgebruik, houding en orde houden. Daarnaast wordt in deze module gestart met de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen van studenten. De student verwerft basale informatievaardigheden en leert observeren met een bestaand observatie-instrument. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van de blended leeromgeving: de studenten volgen elke week een hoorcollege, twee werkcolleges en werken samen aan opdrachten in leerteams. Informatie over de inhoud van de cursus, de materialen en de werkwijze is te vinden op de HUbl site. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Verwerkt de verschillende onderdelen van het model didactische analyse (beginsituatie, leerdoelen, leerstof, leeractiviteiten, leermiddelen en evaluatie) in een lesplan en verantwoordt alle gemaakte keuzes vanuit de aangeboden literatuur. 2. Voert een les(onderdeel) uit waarbij de uitgangspunten van effectief klassenmanagement worden toegepast. 3. Voert een les(onderdeel) uit waarbij de uitgangspunten van directe instructie en effectief leren worden toegepast. 4. Beschrijft de belangrijke kenmerken en ontwikkelingen binnen het huidige Nederlandse onderwijssysteem. 5. Beschrijft de verschillende professionele rollen van een docent binnen het VO/ Beroepsonderwijs. 6. Voert op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig observatieonderzoek uit. 7. Zoekt en vindt in een sterk gestructureerde context Nederlandstalige vakliteratuur waarmee een gegeven onderzoeksvraag beantwoord kan worden en verwerkt dit in de vorm van een eigen geschreven rapportage. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden. Er is in de werkcolleges speciale aandacht voor het trainen en oefenen van een aantal basale docentvaardigheden zoals houding, stemgebruik en presenteren. Thema: Lesvoorbereiding Binnen dit thema staat het belang en het nut van een lesvoorbereiding centraal. De student ontwikkelt de vaardigheden ten aanzien van een goede lesvoorbereiding. Dit resulteert in het beschrijven van een lesplan waarin de beginsituatie, leerdoelen, werkvormen en directe instructie zijn weergegeven. Thema: Het uitvoeren van een les (onderdeel). Het geven van een les vereist het toepassen van kennis en verschillende vaardigheden door de docent. De bijeenkomsten van deze cursus zijn gericht op het ontwikkelen van vaardigheden ten behoeve van het



lesgeven. De volgende items komen tijdens de trainingen aan bod: houding, leerklimaat, rollen van de leraar, lesorganisatie, klassenmanagement, directe instructie, werkvormen, activeren, begeleiden en motiveren van leerlingen, controleren en evalueren van leerdoelen. Thema: Evalueren van leerresultaten Als docent ben je verantwoordelijk voor het leerproces bij je leerlingen. Om vast te stellen of de vooraf geformuleerde leerdoelen zijn behaald tijdens de les is het van belang deze te evalueren. Thema: Het Nederlandse onderwijssysteem: VO/ Beroepsonderwijs De student doet kennis op over de (toekomstige) werkplek: het Nederlandse onderwijssysteem. Het betreft de hele breedte van het tweedegraadsgebied: algemeen voortgezet onderwijs (AVO) en het beroepsonderwijs (VMBO/MBO). Deze kennis wordt opgedaan door opdrachten die de student uitvoert binnen een leerteam. Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. Tijdens deze fase komt het uitvoeren van een voor gestructureerd observatieonderzoek aan bod. Dit observatieonderzoek is gericht op het lesgeven door (toekomstige) leraren. De observaties vinden plaats tijdens de bijeenkomsten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de eerste basale kennis wat betreft informatievaardigheden. De student leert in een gestructureerde context om Nederlandstalige literatuur te zoeken met behulp van zoekmachines om daarmee een gegeven onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Deze literatuur wordt verwerkt in een rapportage (schrijfopdracht rondom Nederlandse onderwijssysteem. Vaardigheden: Het maken van een lesvoorbereiding Het uitvoeren van een (les)onderdeel waarbij de volgende vaardigheden centraal staan: spreekvaardigheid, het geven van uitleg/instructie, het gebruik van onderwijsleermiddelen, het begeleiden van gesprekken in de groep, orde houden, lesorganisatie en het evalueren van leerresultaten. Observeren. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met de volgende deeltoetsen: 1. Dossier 2. Schrijfopdracht Het dossier bestaat uit: a) Een lesplan, aangevuld met toelichting en onderbouwing van de gemaakte keuzes. b) Een terugblik op de gegeven les en de leerwinst, inclusief feedback aan de hand van het observatieonderzoek en verantwoord vanuit de literatuur. De schrijfopdracht gaat om een beschrijving van het Nederlandse onderwijssysteem. Deze opdracht wordt toegelicht in de studiehandleiding. Beide producten worden beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moeten ingeleverd worden binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging om te komen tot het eindcijfer is 50/50. e




Legitimering: SBL-competenties: 1,3,4 en 7 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept ‘leren’ 1.2 Visies op leren 1.4 Leerling kenmerken 2.1 Didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocessen 3.1 Communicatiemodellen 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem

Dublindescriptoren: Deze worden vermeld in de studiehandleiding. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Bronnen: http://www.vo-raad.nl/ http://www.mboraad.nl/ Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen: Noordhoff. Slooter, M. (2010). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen: Noordhoff. Boek (aanbevolen) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Boek (aanbevolen) : Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven. Boek (aanbevolen) : Marzano, R.J. (2011). De kunst en wetenschap van het lesgeven. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen 149/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014





Titel

Beroep 2

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PBEROEP2-14 Beroep 2 - Ontwikkeling van de adolescent Profession 2 – Development of the adolescent 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

CA Schouten (tel. 06-53787594) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

50

1


Schriftelijke tentamen


5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Om als docent goed om te kunnen gaan met een groep leerlingen is het belangrijk te weten wie de leerlingen zijn die je lesgeeft en hoe je het gedrag van je leerlingen zou kunnen verklaren. In deze module leer de student alles over de ontwikkeling van de mens tijdens de adolescentie (10-24 jaar). In deze periode ontwikkelt iemand zijn vermogen om eigen emoties en impulsen te controleren, verwerft autonomie ten opzichte van ouders en leeftijdsgenoten, is er een toenemend inlevingsvermogen in de ander en een toenemend gevoel van verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. Kortom, iemand verwerft zich in deze periode een eigen identiteit. In de module hebben we aandacht voor alle diverse aspecten van adolescentieontwikkeling. Wat gebeurt er biologisch en psycho-seksueel? Wat speelt er op cognitief vlak? Hoe verloopt de psycho-sociale en morele ontwikkeling? Welke rol speelt het gezin, leeftijdsgenoten, de maatschappelijke en culturele context waarin een jongere groot wordt? De student leert in deze module de belangrijkste theorieën en modellen op deze gebieden kennen. Daarnaast staan we stil bij de verschillen die er zijn tussen leerlingen. Welke verschillen zijn er tussen jongens en meisjes? Hoe verschillen leerlingen in het MBO, VMBO, HAVO, VWO? De student voert een onderzoek uit waarin je uitzoekt wat er speelt als het gaat om de belevingswereld van een jongere (vroeger of nu). In de module proberen we deze theorie steeds te koppelen aan de wijze waarop een docent om kan gaan met een groep leerlingen tijdens het lesgeven. De student leert daarom de basis van groepsdynamica en communiceren met leerlingen om orde te kunnen houden in een klas. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Geeft vanuit diverse actuele bronnen (film, literatuur, eigen ervaringen, onderzoeksgegevens, etc.) een beeld van de diversiteit in het gedrag en de belevenissen van adolescenten in de vorm van een adolescentenportret. 2. Beschrijft de belangrijkste kennis en theorieën rondom de biologische, cognitieve, psycho-sociale en morele ontwikkeling van de mens (o.a. Crone, Piaget, Erikson, Marcia, Loevinger, Kohlberg) en analyseert met behulp van deze theorie het gedrag en de belevenissen van adolescenten zoals weergegeven in het adolescentenportret. 3. Verklaart de verschillen in het gedrag en belevenissen van een adolescent vanuit sociaal (gezin en leeftijdsgenoten), historisch, cultureel en maatschappelijk perspectief. 4. Beschrijft de fasen in groepsontwikkeling, groepsrollen en basisbehoeften van leerlingen en doet onderbouwde aanbevelingen ten aanzien van reactie(s) van een docent op een groep adolescenten. 5. Beschrijft de basis van transactionele analyse en past dit toe op gegeven casuïstiek. 6. Kan een gesprek voeren met leerlingen waarin luisteren, samenvatten en doorvragen zonder het geven van een oordeel, mening of advies wordt toegepast. 7. Voert op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig onderzoek met behulp van interviews uit naar de belevingswereld van jongeren in het onderwijs. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en toegepast op casussen, trainingsbijeenkomsten rondom interviewen en een onderzoeksopdracht naar de belevingswereld van jongeren. De volgende thema’s komen aan bod: Thema: Identiteitsontwikkeling 152/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


De student leert wat identiteit is en welke ontwikkeling een adolescent doormaakt op biologisch, cognitief en psycho-sociaal gebied. De student leert dat de puberteit onderdeel is van een groter geheel en over het algemeen minder heftig en moeilijk (Sturm und Drang) is dan dat er algemeen gedacht wordt. Daarnaast bekijken we de adolescentieontwikkeling in de bredere context van de omgeving waarin een adolescent opgroeit. Deze omgeving heeft een sociaal (gezin en leeftijdsgenoten), een historisch, cultureel en maatschappelijk aspect. De belangrijkste theorieën komen hierbij aan bod en de student leert deze herkennen in casuïstiek. Ook bekijkt de student hoeverre de eigen ontwikkeling te herkennen is in de theorie die aangeboden wordt. Thema: Verschillen Als we kijken naar theorieën rondom adolescentieontwikkeling is het belangrijk dat de student zich realiseert dat de groep leerlingen die lesgegeven wordt een som der delen is. Ondanks dat er allerlei ideeën zijn over hoe adolescenten zich in het algemeen ontwikkelen zijn er veel verschillen op individueel niveau. De ene jongere is de andere niet. De student leert welke verschillen er zijn in de ontwikkeling van jongens en meisjes, welke culturele verschillen er zijn tussen verschillende etnische en sociaaleconomische groepen en hoe verschillend leerlingen zijn binnen het MBO (niveau 1-4) en VMBO/HAVO/VWO. Thema: Groepsontwikkeling In het onderwijs zijn leerlingen het grootste gedeelte van de tijd onderdeel van een groep. De student leert daarom in deze module hoe een groep zich ontwikkelt en welke rollen leerlingen kunnen spelen in een groep. Hoe kun je daar als docent mee omgaan? We maken dat in deze module concreet door in te gaan op de thema’s orde en klassenmanagement en de manier waarop een docent dat kan aanpakken. Thema: Communicatie Als docent ben je voortdurend in interactie met je leerlingen. Het is belangrijk dat de student zichzelf daarin goed leert kennen en begrijpt welke invloed dit heeft op de manier waarop hij of zij communiceert met leerlingen. Daarom leert de student in deze module de basis van het model van de transactionele analyse. Deze basis wordt in volgende modules verder uitgewerkt. De student leert in deze module de vaardigheid van luisteren, samenvatten en doorvragen in een gesprek zonder dat je meteen je oordeel, mening of advies aan een leerling geeft. Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. In deze module komt het uitvoeren van een onderzoek met behulp van interviewen aan bod. De student leert om op een goede manier te interviewen, de data van een interview te analyseren en hierover te rapporteren. Het onderzoek is gericht op de belevingswereld van jongeren vroeger of nu op het gebied van een keuze die gemaakt kan worden uit een aantal aangeboden thema’s. Daarnaast is er specifieke aandacht voor een verdere uitwerking van de basis op het gebied van informatievaardigheden die opgedaan is in de module beroep 1. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. (Dossier) Adolescenten-portret (incl. beoordeling schrijfvaardigheid) Het adolescenten-portret wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet ingeleverd worden binnen WinVision. 2. Schriftelijk tentamen Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 50/50. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1,2,4 en 7 153/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Generieke kennisbasis: 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 4.3 Adolescent en seksualiteit 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 9.3 Omgaan met diversiteit Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 4.1 Identiteitsontwikkeling van de adolescent 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent

Dublindescriptoren: Worden beschreven in de studiehandleiding. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Wal, van der, Jos. e.a. (2011) Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, Bussum: Coutinho, Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011). Lessen in orde. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen:Noordhoff. Diversen (verplicht) : Artikelen worden gepubliceerd op de online leeromgeving. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd



2.7

URL cursussite

Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Chemie van het leven

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PCHEMIE-12 Chemie van het leven The chemistry of life 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

J Gradener ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

70

2


verslag


5,5

30

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In colleges, practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten de chemie die relevant is voor begrip van complexe biologische concepten. De practica zijn een combinatie van natte chemische experimenten ten behoeve van het aanleren van laboratoriumvaardigheden en het bestuderen van de biologie. De opzet en verslaglegging van de experimenten is gebaseerd op de natuurwetenschappelijke methode. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan:  de bouw van atomen en moleculen, typen chemische bindingen en de bouw van in de biologie belangrijke organische moleculen beschrijven en reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken 3  concentraties berekenen en omrekenen met de eenheden mol, kg, l, ppm, m en massa- en volumepercentages en daarvan afgeleide eenheden  het begrip pH toelichten en de pH van een oplossing berekenen  uitleggen dat in chemische verbindingen energie en reducerend vermogen worden vastgelegd en dat deze kunnen worden overgedragen op andere verbindingen  uitleggen op welke wijze energie en reducerend vermogen worden vastgelegd en overgedragen in processen als fotosynthese en respiratie, organische moleculen worden gesynthetiseerd, getransporteerd en afgebroken en welde rol diverse stoffen spelen bij de celcyclus, celdifferentiatie en communicatie in en tussen cellen  verbanden herkennen tussen de bovenbeschreven kennis van de basischemie en complexe biologische verschijnselen  chemische experimenten zorgvuldig en veilig uitvoeren en hiervan een verslag volgens de natuurwetenschappelijke methode schrijven  veiligheidsregels voor werken met chemische stoffen en materialen benoemen en in een laboratorium en leslokaal hanteren  beargumenteren hoe complexe kennis over planten op HBO-niveau vertaald kan worden naar het e onderwijsniveau in het 2 graadsgebied. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Organismen en de omgeving waar zij leven zijn systemen waar concepten van de scheikunde en natuurkunde van toepassing zijn. Biologie is een multidisciplinaire wetenschap. Het bestuderen van complexe biologische concepten vraagt om die reden een zekere kennis en begrip van de andere natuurwetenschappen. Veel biologische processen en verschijnselen hebben een chemische oorsprong of worden door chemische factoren beïnvloed. Om deze materie te kunnen begrijpen en de biologische verschijnselen te kunnen verklaren is een goede basiskennis van de chemie onmisbaar. Daarnaast is het bij practica in de beroepspraktijk nodig om chemische factoren te kunnen meten en of zorgvuldig met chemicaliën om te gaan. Hiervoor is beheersing van scheikundige vaardigheden een vereiste. Afgestudeerden dienen met kennis van zaken te kunnen communiceren met een TOA en bij afwezigheid van een TOA zelf practica voor te kunnen bereiden. In deze cursus verkennen studenten de basis van de scheikunde en biologische processen die relevant zijn voor het doorgronden van complexe biologische concepten. Centraal daarbij staat de koppeling van chemische kennis en vaardigheden met de inhouden van modulen die verder in de studie aan de orde komen. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijk tentamen.In het practicumverslag zijn beschrijvingen van de practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1



toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3 en 4 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: Kennis van het schoolvak: • cel • transport • metabolisme • celdifferentiatie • celcommunicatie • celcyclus

Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde Basisbegrippen die in de scheikunde gebruikt worden (molecuul, atoom, verbinding, chemische reactie,

• • • • • • • • • • •

chemische binding; ion; zout, zuur) De begrippen oplossen, concentratie en dichtheid; Verschillende eenheden voor gehalte zoals: massapercentage, volumepercentage, ppm, g∙L-1, mol∙L-1; Factoren die van invloed zijn op evenwichtsreacties; Bijzondere eigenschappen van water; Polariteit (polair/apolair) en eigenschappen (hydrofoob/hydrofiel) van stoffen; Het onderscheid tussen covalente binding en ionbinding en tussen polaire en apolaire bindingen, het begrip waterstofbrug; Peptidegroep, peptidebinding; Namen en formules van stoffen die in veel biologische processen een belangrijke rol spelen, zoals water, koolstofdioxide, methaan, stikstof, ammoniak, nitraat, nitriet, fosfaat; De begrippen koolwaterstoffen, alcoholen en carbonzuren; De begrippen: eiwitten, aminozuren, vetten, glycerol, verzadigde en onverzadigde vetzuren, ethanol, koolhydraten: mono-, di- en polysachariden; Zetmeel, glycogeen, cellulose, eiwitten en nucleïnezuren zijn condensatiepolymeren.

Natuurkunde • Energie Beroepskennis: Domein 1 Vakdidactische kennis •

Begripsontwikkeling

•

Leren van vaardigheden

•

Het practicumlokaal (inclusief ARBO)

•

Praktische toetsen, vaardigheidstoetsen en toetsen in het veld



Domein 2 Kennis over biologische kennis •

Toetsend empirisch onderzoek - Bij het uitvoeren van onderzoek volgens de natuurwetenschappelijke methode is kennis van algemene biologische technieken nodig en vaardigheid in het toepassen ervan - Resultaten worden gepubliceerd volgens een algemeen model van verslaglegging

Vaardigheden: Domein 1: Natuurwetenschappelijke vaardigheden punt 2 punt 4 Domein 2: Biologische vakvaardigheden punt 3 punt 5 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Campbell Biology Global Edition (9th ed.), Reece J.B., Urry L. A., Cain M.L., Wasserman S.A., Minorsky P.V., Jackson R.B., 2011, Boek (verplicht) : Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings. San Francisco, CA 94111 (ISBN 978-0-321-73975-9) Reader (aanbevolen) : Studiehandleiding 'Chemie van het leven’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 109 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PCHEMIE-12



Titel

Dieren: ordening, vorm en functie

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PDIEREN-12 Dieren: ordening, vorm en functie Animal biology: classification, structur and function 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1505 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

30

2




5,5

70

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de cursus “dieren, ordening, vorm en functie” maakt de student kennis met de complexiteit en diversiteit van het dierenrijk aan de hand van zelfstudie van hoofdstukken uit het boek van Reece et al (2011), (werk)colleges, (groeps)opdrachten en practica. Er is aandacht voor bouw en functie van organen en orgaanstelsels (anatomie en fysiologie). Kennis van deze onderwerpen (en de in de cursus Humane anatomie opgedane kennis van de weefselleer) wordt toegepast om tot inzicht in de indeling van het dierenrijk te komen. Deze indeling (taxonomie) van het dierenrijk en de hierin te onderscheiden ontwikkelingslijnen staan in de cursus centraal. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: - Kan kenmerken benoemen die vertegenwoordigers van het rijk van de dieren onderscheiden van vertegenwoordigers van andere rijken; - Kan de morfologie, anatomie, fysiologie en levenscycli van een aantal vertegenwoordigers van binnen het schoolvak relevante fyla van het rijk van de dieren beschrijven; - Kan op basis van morfologische, anatomische, en fysiologische verschillen dieren indelen in de verschillende voor het schoolvak relevante fyla; - Kan de ontwikkelingslijnen in het dierenrijk beschrijven en onderscheiden; - Kan de relatie leggen tussen kenmerken van dieren op het gebied van gaswisseling, uitscheiding, transportstelsel, vertering en voortplanting en hun functioneren in verschillende milieuomstandigheden. - Kan dieren, die zijn bestudeerd met het blote oog of met optische hulpmiddelen, weergeven in een tekening die voldoet aan de tekenregels en is voorzien van correcte naamgeving. - Kan een binoculair en een microscoop op de juiste manier hanteren. Kan met behulp van een practicumhandleiding een dier op correcte wijze te ontleden. Leerstof, werkvormen en activiteiten: - College: de theorie wordt door de docent uitgelegd en toegelicht - Werkcollege: er wordt individueel en/of in groepjes gewerkt aan theoretische vragen en opdrachten uit de studiehandleiding en het boek van Reece et al (2011) - Practicum: er wordt individueel en/of in groepjes gewerkt aan practicumopdrachten ter ondersteuning van de theorie Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten wanneer de volgende twee afzonderlijke onderdelen met minimaal een voldoende zijn beoordeeld: een schriftelijk tentamen en een dossier met daarin de uitgewerkte practicumopdrachten (tekeningen en theoretische opdrachten zoals beschreven in de studiehandleiding). De beoordeling van het dossier komt met behulp van een rubric tot stand. De exacte eisen aan de opdrachten, de rubric en de toetsstof zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij de cursus. Tijdens de cursus worden er practicumbijeenkomsten georganiseerd. Het uiteindelijke cijfer voor de cursus bestaat voor 70% uit het tentamencijfer, en voor 30% uit het cijfer voor het dossier. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL 3, 4, 5 en 7

Kennisbasis: Kennis van het schoolvak Orgaan, orgaansysteem, gaswisseling, circulatie, spijsvertering, stevigheid en beweging, zenuwstelsel, drie domeinensysteem, voortplanting, voeding, levenscyclus Beroepskennis 161/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Domein 1, vakdidactische kennis: het practicumlokaal Vaardigheden

Domein 2, biologische vakvaardigheden: 1, 3, 4 en 5 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding “Dieren, ordening, vorm en functie” (SharePoint) Reader (verplicht) : Reader “Ongewervelden”, vakgroep biologie (SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PDIEREN-12



Titel

Ecologie en landschap

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAEM-PECOLAN-12 Ecologie en landschap Ecology and landscape 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2219 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5

50

2


toets


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze cursus staat het opzetten en uitvoeren van een veldwerkprogramma in een van de Nederlandse landschappen centraal. Voor de voltijd studenten in het Kromme Rijn gebied, de deeltijd studenten en studenten van de BES eilanden kiezen een gebied in de eigen school- of woonomgeving. De studenten werken deze opdracht uit in een programma met een draaiboek en achtergrond documentatie voor leerlingen en docenten. Voor de voltijd wordt dit project door de vakgroepen aardrijkskunde en biologie gegeven. De studenten werken gemeenschappelijk aan de opdrachten. De voltijdstudenten voeren in een veldwerkweek in Zuid-Limburg ( twee en halve dag voor de deeltijd) opdrachten uit waarmee ze zich een goed beeld vormen van de kenmerken van het krijt-/lösslandschap en de ecologie van dit gebied. Hier wordt ook gewerkt aan veldopdrachten voor leerling; in dit geval leerlingen van het AVO. 2.2 Cursus inhoud Contactpersoon: Aardrijkskunde: G. van der Pot ([email protected], tel: 06-12513787) Biologie: A. Kooman ([email protected], tel: 06-23506911 Doelstellingen/competenties: De student - kan een beschrijving maken van het ontstaan van enkele (Nederlandse) landschappen , de belangrijkste landschapselementen en van de componenten van de belangrijkste ecosystemen - kan het onstaan van deze landschappen, de landschapscomponenten en de componenten van de ecosystemen in die landschappen met elkaar in verband brengen. - is in staat om in het veld componenten van het landschap en ecosystemen te onderzoeken met behulp van voorgeschreven veldwerktechnieken en de resultaten op een heldere manier vast te leggen. e - kan voor het 2 graads gebied doordachte keuzes maken in het selecteren en uitwerken van geschikte veldpractica in het landschap van de directe schoolomgeving - De student formuleert heldere instructies in een draaiboek voor het uitvoeren van (veld)practica in de directe schoolomgeving. De student kan: - een aantal veelvoorkomende planten- en diersoorten herkennen en de soortnaam en familienaam benoemen (biologie) - een aantal bodems herkennen en benoemen (aardrijkskunde) Leerstof, werkvormen en activiteiten: Dit is een vakoverstijgende cursus, waarin inhouden uit de biologie en uit de aardrijkskunde in samenhang aan bod komen, nl. de landschappen van Nederland met het ontstaan van het landschap en de relatie tussen het landgebruik, de bodems en de vegetatie. Het herkennen van planten, dieren en bodems vormt ook een onderdeel van deze cursus. Biologie en aardrijkskunde studenten wisselen hun expertise uit in het veld. Studenten voeren zelf veldwerk uit in Zuid-Limburg en ontwerpen een excursie / veldwerkprogramma voor leerlingen in een van de andere landschappen (voor voltijdstudenten: met behulp van GPS). Toetsen en beoordelingscriteria: Het dossier bestaat uit: - Een zelfontworpen fietsexcursie met opdrachten voor leerlingen en een docentenhandleiding. Deze worden beoordeeld aan de hand van een rubric. De studenten presenteren de resultaten en geven elkaar feedback op de conceptversie. - De opdrachten die uitgevoerd zijn tijdens de excursie in Zuid-Limburg. Belangrijk hierbij zijn: inzicht in ontstaan van het landschap en de relatie tussen landgebruik, bodems en vegetatie. Daarnaast wordt het door de studenten ontworpen veldwerkprogramma beoordeeld aan de hand van een rubric.



Het schriftelijk tentamen bestaat uit : Het herkennen van planten en dieren (alleen voor de biologiestudenten). Bodemkunde en het krijt-/löss landschap (alleen voor aardrijkskunde). In de studiehandleiding, die bij de start van de cursus wordt uitgedeeld, worden de toetsings- en beoordelingscriteria. nader gespecificeerd. Weging: voor het eindcijfer telt het tentamen mee voor 50% en het dossier voor 50% e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicumbijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 6 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: 1.1 Ecologische systemen 2.1 Draagkracht van het fysische milieu 3.1 Nederlandse cultuurlandschappen Kennis van het schoolvak: Soort, populatie, ecosystemen, biosfeer, kringloop, voesdelrelaties, dynamiek, evenwicht, biodiversiteit, interactie met (a)biotische factoren. Domein: 1E, 1F, 1G, 2F, 2G, 3D 5G. - Beroepskennis: vakoverstijgend project, veldwerk, beschrijvend onderzoek De volgende concepten komen uit de kennisbasis aardrijkskunde aan bod: 1.1 Geogenese en geomorfologie 1.2 Ecologische systemen 2.1 Mens-milieu relaties 2.2 Draagkracht van het fysische milieu 2.4 Milieubeleid en duurzaamheid 3.1 Natuur- en cultuurlandschappen 3.2 Nederlandse cultuurlandschappen 3.3 De strijd van Nederland tegen het water 7.1 Globes, kaarten en atlassen 7.2 Digitale informatieverwerking Thema’s: Natuurlijke systemen op en rond de aarde, Milieugeografie, Landschappen, Geografische concepten, Het geografisch instrumentarium. Kosten en studiematerialen: Kosten: Excursie Zuid-Limburg: ± 125 euro Materiaal: verplicht voor biologie en aardrijkskundestudenten: Boek:Terlingen en van Eekeren, Nederlandse landschappen, Malmberg, Den Bosch, ISBN 90 208 0785 4. (niet meer in de handel, wel als pdf op SharePoint) Reader: Studiehandleiding ‘Ecologie en landschap’ (sharepoint) Reader: Reader: Excursiehandleiding ‘Ecologie en landschap’ (sharepoint) Verplicht voor de biologiestudenten: Boek: Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition 165/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek: Meijden, R. van der. Heukels’ Flora van Nederland. Wolters-Noordhof, Groningen, 22e ed. 1996 of 23e ed. 2005. Boek: Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. Veldwerk in de tweede fase.Een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei & Boeicop., 2001. Boek: Een veldgids voor planten en dieren. In overleg met de docent Aanbevolen voor biologiestudenten: Boek H.J.A. Berendsen (2005): Landschappelijk Nederland. 3e druk. Koninklijke van Gorcum, 2005, ISBN 90232 41487 (aanbevolen) Verplicht voor aardrijkskundestudenten: Boek: Aardrijkskunde H.J.A. Berendsen (2005): Landschappelijk Nederland. 3e druk. Koninklijke van Gorcum, 2005, ISBN 90232 41487 Reader: Aardrijkskunde Reader: Inleiding in de bodemkunde. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 37 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 100 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAEM-PECOLAN-12



Titel

Ecosystemen

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PECOSYS-12 Ecosystemen Ecosystems 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1505 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


verslag


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Tijdens de colleges worden ecosystemen beschreven in termen van soortensamenstelling, ruimtelijke structuur, diversiteit, niches, relaties tussen organismen, energiestromen, kringlopen en veranderingen in de tijd. Bijzondere aandacht is er voor de Nederlandse bostypen en bodemvorming en de invloed van de mens op natuurlijke ecosystemen.

In de veldwerkopdrachten beschrijven studenten de structuur van een bosecosysteem, het abiotisch milieu en fenologische verschijnselen die typisch zijn voor het voorjaar. Herkennen van planten en dieren is noodzakelijk voor het goed beschrijven van een ecosysteem. In herkennings- en inventarisatieopdrachten krijgt het herkennen van bomen, struiken en vogels bijzondere aandacht. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan:  kenmerkende onderdelen van een ecosysteem benoemen en de relaties daartussen beschrijven  algemeen voorkomende bomen, struiken en vogels in een bosecosysteem herkennen en op naam brengen.  de niche van een organisme beschrijven.  de groei van populaties beschrijven met kwantitatieve modellen  de relaties tussen organismen in een ecosysteem beschrijven  de relatie tussen voortplantingsstrategieën, reproductief succes en overlevingskans beschrijven  de belangrijkste bostypen in Nederland beschrijven, herkennen en relateren aan kringlopen en energiestromen  de belangrijkste bodemtypen beschrijven en herkennen, hun ontstaan relateren aan geologische- en bodemvormende processen en de relatie leggen tussen bodem- en bostype  met behulp van basis veldwerktechnieken een ecosysteem kwalitatief en kwantitatief beschrijven  beargumenteren op welke wijze de mens het functioneren van ecosystemen beïnvloedt . kan beargumenteren hoe complexe kennis over ecosystemen op HBO-niveau vertaald kan worden naar het onderwijsniveau in het 2e graadsgebied. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen de studenten de structuur van terrestrische ecosystemen . De leerstof wordt aangeboden in de vorm van colleges, practica en veldwerk. Praktische vaardigheden nodig om een bosecosysteem in kaart te brengen, worden aangeleerd. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijke toets. In het verslag worden de uitgewerkte veldwerkopdrachten opgenomen. De toets bestaat uit een kennistoets en een herkenningstoets. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de cursushandleiding behorende bij deze cursus. De student ontvangt gedurende de cursus feedback van de docent. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: 168/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: · soort · populatie · ecosysteem · energiestroom · kringloop · evenwicht · dynamiek · duurzame ontwikkeling · voedselrelaties · invloed van abiotische factoren · biodiversiteit. - Beroepskennis: · veldwerkvaardigheden · biologisch onderzoek doen · beschrijvend onderzoek · modeltheorie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Meijden, R. van der. Heukels’ Flora van Nederland. (22e ed) Wolters-Noordhoff, Groningen,. 1996 of 23e ed. 2005. Diversen (verplicht) : Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. (2011.) Veldwerk in de tweede fase - Een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei en Boeicop Diversen (verplicht) : Veldgids: ANWB Natuurgids, ISBN: 9789018023683 of ANWB vogelgids van Europa, ISBN: 9789018030803 Reader (verplicht) : Cursushandleiding Ecosystemen (sharepoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PECOSYS-12



Titel

Humane anatomie

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PHANATOM-13 Humane anatomie Human anatomy 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1505 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

80

2


verslag


5,5

20

2





Cursus doel

De cursus humane anatomie is de eerste cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de weefselleer en op de anatomie van de mens. De volgende orgaansystemen komen hierbij aan bod: het spijsverteringsstelsel, het beenderstelsel, het spierstelsel, de huid en het cardiovasculaire systeem (hart en bloedvaatstelsel). Tijdens de practica wordt onder andere aandacht besteed aan de histologie van deze orgaansystemen. De studenten geven elkaar tussentijds feedback over de gemaakte tekeningen. De cursus zal gegeven worden in de context van het beroep tweedegraads leraar biologie (algemeen vormend onderwijs). De opgedane kennis zal een verdieping zijn van de onderwerpen die in de beroepspraktijk worden behandeld. Een biologie methode zal als rode draad door deze cursus lopen. Door de concepten in deze context aan te bieden, kunnen de geleerde concepten in de beroepspraktijk toegepast worden. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student:  Kan relaties beschrijven tussen vorm en functie van cellen als onderdeel van de vier basisweefsels (dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel). · Kan de bouw en de functie van het spijsverteringsstelsel, het respiratiesysteem, het beenderstelsel, het spierstelsel, de huid en het cardiovasculaire systeem (hart en bloedvaatstelsel) beschrijven. · Kan onderscheid maken tussen tussen celniveau, celweefselniveau, orgaanniveau, orgaansysteem en organisme. · Kan het verband beschrijven tussen celcyclus, groei en in standhouding van organen. · Kan bouw, werking en functie van de gaswisselingsorganen, bloedvaten en bloedsomloop, spijsverteringsorganen, spier- en beenderstelsel beschrijven. · Kan het belang van goede voeding beschrijven. · Kan beargumenteren waaraan gezonde voeding moet voldoen · Kan de bouw van het mannelijk en het vrouwelijk voortplantingsstelsel beschrijven De cursus heeft de volgende leerdoelen met betrekking tot vaardigheden: De student: · Kan de cellen en weefsels van de vier basisweefsels herkennen in een microscopische afbeelding · Kan cellen en weefsels van de vier basisweefsels weergeven in een tekening die voldoet aan de tekenregels Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de anatomie van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerken. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets en een schriftelijk verslag. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Tijdens de practica worden vaardigheden getraind en beoordeeld. Daarom geldt bij de practica een aanwezigheidsplicht. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht:



Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 2, 3, 4, 7 Kennisbasis: · · · · · · · · · · ·

Kennis van het schoolvak: Cel Weefsel Orgaan Orgaansysteem Instandhouding en groei Gaswisseling Circulatie Spijsvertering Stevigheid en beweging Voeding Voortplanting

· ·

Aanpalende vakken: Scheikunde Gezondheidszorg & welzijn Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Biologie methodes • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1 Vaardigheden: 2.3, 2.4 & 2.8

Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, Informatievaardigheden.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430- 2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding ‘Humane anatomie’ (sharepoint) Reader (verplicht) : Practicumhandleiding 'Humane anatomie' (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 111



Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PHANATOM-13



Titel

Intake-DT

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PINTAKEDT-13 Intake-DT Intake-DT 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze module word je voorbereid op het studeren bij Instituut Archimedes en krijg je zicht op jouw precieze programma en studieplanning. Daarnaast breng je jouw eigen ervaring en kwaliteiten in kaart en relateer je die aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het voortgezet onderwijs en beroepseducatie. Vanwege het oriënterende karakter is deze module verplicht voor alle deeltijdstudenten. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties:  Je kent de opbouw van de studie en hebt een globaal overzicht over de inhoud.  Je kent de (administratieve) procedures m.b.t. de studie en kunt werken met bijbehorende (ICT)faciliteiten: SharePoint, Osiris, HU-portfolio (Winvision), inschrijfprocedures voor onderwijsmodules, toetsen en assessments.  Je kent de bekwaamheidseisen die worden gesteld aan een docent.  Je hebt zicht op je eigen kwaliteiten, valkuilen, motivatie en relevante ervaringen met betrekking tot je persoonlijkheid, studie en (toekomstig) leraarschap.  Je bezit voldoende vak-, studie- en taalvaardigheden om een HBO-studie met succes te kunnen doorlopen óf je hebt een plan hoe je deficiënties weg kunt werken.  Je kent je persoonlijke studieprogramma (inclusief evt. vrijstellingen, leerwegonafhankelijke toetsen en versneld traject voor Studie en Werk) en hebt een realistische studieplanning.  Je toont een studiehouding die past bij een HBO-student en een (toekomstig) leraar: je houdt je aan afspraken, je neemt je verantwoordelijkheid, je kunt samenwerken met medestudenten en collega’s, je kunt je functioneren te onderzoeken en ter discussie te stellen en je bent positief kritisch ingesteld. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Aan het begin van de propedeuse breng je aan de hand van gestructureerde opdrachten in kaart wat je al aan kennis en vaardigheden in huis hebt voor het beroep van leraar in jouw vak. We maken hiervoor gebruik van diverse instrumenten en testen. De resultaten hiervan relateer je aan de vereiste docentcompetenties. Op basis hiervan stel je een persoonlijk profiel en een persoonlijk studieplan op. Er zijn groepsbijeenkomsten en je werkt individueel aan opdrachten. Daarnaast voer je ongeveer tweemaal per jaar een studievoortgangsgesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Toetsen en beoordelingscriteria: De module Intake-DT wordt getoetst m.b.v. een dossier met uitgewerkte opdrachten. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands maakt hier deel van uit. Op basis van het dossier voer je een beoordelingsgesprek met je Studie-en-Werkbegeleider. De dossieropdrachten zijn te vinden in de Gids Studie en Werk DT jaar 1 en de beoordelingscriteria op www.samenopleiden.nl e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen: alle competenties Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) je in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Gids Studie en Werk DT jaar 1 + ondersteunend materiaal op SharePoint



2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 128 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Planten - vorm en functie

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PPLANTEN-12 Planten - vorm en functie Plants - form and function 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1505 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

50

2




5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten fysiologie, anatomie, morfologie, levenscyclus en levensomstandigheden van planten in Nederland. In de practica wordt veel gewerkt met vers materiaal, microscopische preparaten, anatomische afbeeldingen en digitale informatiebronnen. De resultaten worden vastgelegd in tekeningen en verslagen. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan:  de basisweefsels parenchym, collenchym, sklerenchym en de transportweefsels floeem en xyleem beschrijven en herkennen in anatomische preparaten  morfologie van mossen, varens en naakt- en bedektzadigen beschrijven en uitleggen wat de relatie is tussen de vorm en het functioneren van deze groepen planten in specifieke milieuomstandigheden  de bouw en functie van transportwegen in zaadplanten uitleggen  de levenscyclus en levenswijze van algen, sporenplanten en zaadplanten beschrijven en de rol van mitose en meiose in deze cyclus uitleggen  een microscoop instellen en met behulp van een microscoop een preparaat bestuderen en overzichtsen detailtekeningen van preparaten maken . eenvoudige fysiologische practica uitvoeren en daarvan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke methode Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen studenten de morfologie, anatomie, watertransport, levenscyclus en levensomstandigheden van plantengroepen zoals die in Nederland voorkomen. Ze doen dit d.m.v. theoretische en praktische opdrachten op basis van `Biology’ en schoolmethoden. In een vakdidactische opdracht houden studenten zich bezig met practicum als belangrijke werkvorm in het biologieonderwijs. Studenten bestuderen met een groepje zelfstandig de levenscyclus van een plantengroep en presenteren die aan elkaar. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Tijdens de practica wordt regelmatig feedback gegeven op de gemaakte tekeningen en opdrachten. In het dossier zijn verslagen van de uitgewerkte werkcolleges en practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Voor de voltijd vinden er in lesweek 1 veldwerkactiviteiten plaats waarbij aanwezigheid verplicht is. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: cel, weefsel, orgaan, drie domeinensysteem, transport, metabolisme, celdifferentiatie, gaswisseling, circulatie, fotosynthese (summier), levenscyclus, voortplanting. - Beroepskennis:practicumvaardigheden; beschrijvend onderzoek, practische toetsen, vaardigheidstoetsen



2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Meijden, R. van der. Heukels’ Flora van Nederland. (22e ed) Wolters-Noordhof, Groningen,. 1996 of 23e ed. 2005. Reader (verplicht) : Studiehandleiding 'Planten: vorm en functie” (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PPLANTEN-12



Titel

Studie en Werk DT-1A

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PS&WD1A-12 Studie en Werk DT-1A Study and Work DT-1A 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze module word je voorbereid op het werkplekleren bij Instituut Archimedes (de modules Studie en Werk 1B t/m 4B). Als je nog geen baan hebt in het onderwijs solliciteer je naar een leerwerkplek. Je oriënteert je op het leren op de school en maakt kennis met de instrumenten voor observatie, feedback en reflectie die daarbij worden gebruikt. Je formuleert leervragen die richting geven aan je vervolgtraject in Studie en Werk. De module Studie en Werk 1A-DT is verplicht voor alle deeltijdstudenten. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties:  Je bent bekend met het werkplekleren en de instrumenten die daarbij worden gebruikt.  Je kunt leervragen formuleren op basis van de doelen die je jezelf stelt en de keuzes die je maakt.  Je kunt een reflectiecyclus opstellen met behulp van een eenvoudig format.  Je kunt gedrag van leerlingen en docenten observeren en daarbij waarneming en interpretatie scheiden.  Je kunt op een constructieve manier feedback geven en ontvangen.  Je kunt concrete voorbeelden en bewijsstukken uit je eerdere (werk)ervaring tonen, waarin de competenties herkend en benoemd zijn. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In Studie en Werk DT-1A oriënteer je je aan de hand van gestructureerd opdrachten en leeractiviteiten op het werkplekleren. Hierbij wordt aandacht besteed aan het werken vanuit competenties en leervragen, instrumenten om je eigen leren te sturen en organisatie van het werkplekleren. Er zijn groepsbijeenkomsten en je werkt individueel aan opdrachten. Daarnaast voer je ongeveer tweemaal per jaar een studievoortgangsgesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Toetsen en beoordelingscriteria: De module Studie en Werk 1A wordt getoetst m.b.v. een dossier met uitgewerkte opdrachten. Op basis van het dossier voer je een beoordelingsgesprek met je Studie-enWerkbegeleider. De dossieropdrachten zijn te vinden in de Gids Studie en Werk DT jaar 1 en de beoordelingscriteria op www.samenopleiden.nl e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 en 7. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) je in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Gids Studie en Werk DT jaar 1 + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V.



Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van Gorcum Boek (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 128 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Studie en Werk DT-1B

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-PS&WD1B-12 Studie en Werk DT-1B Study and Work DT-1B 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1






-

2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In de propedeuse staat de vraag “wil ik bevoegd leraar worden en/of wil ik leraar worden in dit vak?” centraal. In Studie en Werk 1 bereid jij je voor om deze vraag te beantwoorden. Je leert methodieken om te leren van praktijkervaringen en deze te verbinden met je leerervaringen uit de andere studieonderdelen. Daarbij kijk je naar jezelf als persoon en als student, de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet. Je werkt gedurende het hele jaar aan je ontwikkelingsportfolio, waarin je o.a. vastlegt: de resultaten van je onderzoek m.b.t. jezelf als persoon, als student met een baan ernaast en (aankomend) docent de keuzes die je maakt en de doelen die je jezelf stelt je reflecties op je competentieontwikkeling 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 1 planmatig te werken aan de ontwikkeling van eigen beroepscompetenties. Daarbij leer je beelden, ervaringen, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten in kaart te brengen en te verbinden en op basis daarvan keuzes te maken en leervragen te formuleren. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn o.a.: plannen, verslagleggen, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, hulp vragen, etc. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In Studie en Werk DT-1B oriënteer je je verder op de studie en het beroep van leraar. Op je leerwerkplek voer je onderwijsondersteunde taken uit en verzorg je lesonderdelen en/of lessen. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen tussen de verschillende onderdelen van de studie. Je eindigt het jaar met een vaststellen van ontwikkeldoelen voor de volgende studiefase. In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Je onderbouwt je handelen vanuit literatuur. 2. Studieloopbaanbegeleiding : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van jezelf, studie en beroep anderzijds. ad. 1: Voor het Werkplekleren werk je als docent in opleiding op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leervragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de Studie en Werkbegeleider (SWB). Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je WB bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig. Tijdens Studie en Werk DT-1B ben je gedurende 10 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende onderwijsondersteunende taken uitvoert minimaal 5 keer een les(onderdeel) verzorgt. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 2: In de bijeenkomsten met je SWB staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de dingen die je in de verschillende onderdelen van de studie leert centraal. Deze leg 184/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Het laatste gesprek wordt gevoerd op basis van je ontwikkelingsportfolio. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e


Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 en 7. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) je in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van



Gorcum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Vakdidactiek: de biologieles

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-PDIDLES-12 Vakdidactiek: de biologieles The biology lesson 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

MJM Heijnen (tel. 06-23441972) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

2520 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2, blok 3


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5


100

2





Cursus doel

De student maakt kennis met de vakdidactiek biologie en maakt zich basale vakspecifieke didactische vaardigheden eigen.

2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student - kan het belang van biologische kennis en vaardigheden binnen het beroeps- en algemeen vormend onderwijs beschrijven;

- kan de verschillende practicumvormen beschrijven - kan een practicumles ontwerpen en daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan een biologieles ontwerpen, gebruikmakend van vakspecifieke didactische vaardigheden en de daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan verschillende lesmethodes biologie beschrijven en een verantwoorde keuze maken voor een bepaalde lesmethode; - kan het belang en de (on)mogelijkheden van veldwerk beschrijven - kan een veldwerkles ontwerpen en daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan beschrijven wat de leraar biologie moet weten en kunnen om leerlingen te begeleiden bij het doen van natuurwetenschappelijk onderzoek - kan beschrijven wat de leraar biologie moet weten en kunnen om met leerlingen in de klas ethische dilemma’s die gekoppeld zijn aan biologische kennis bespreekbaar te maken; - kan belangrijke vakdidactische ontwikkelingen (zoals Co-Co) beschrijven en de relatie leggen met de eigen professionele ontwikkeling. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het lezen van literatuur en door het gebruik maken van ervaringen in de onderwijspraktijk maken studenten kennis met de vakdidactiek biologie en in het bijzonder biologiemethodes, biologisch onderzoek doen, practicum en veldwerk. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier dat bestaat uit de uitwerkingen van een aantal opdrachten. De precieze eisen aan het dossier zijn terug te vinden in de cursushandleiding. De student ontvangt tijdens de cursus minimaal een keer feedback van de docent en medestudenten op de opdrachten in het dossier. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7

Kennisbasis: Beroepskennis Domein vakdidactische kennis: biologiemethodes, biologisch onderzoek doen, leren van (complexe) vaardigheden, practicum- en theorielokaal, veldwerk en culturele aspecten. Vaardigheden Domein 2, biologische vakvaardigheden: punt 1 & 2.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Geerts, W. & van Kralingen, R. (2011), Handboek voor leraren, Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursushandleiding en losse artikelen 188/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 98 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-PDIDLES-12




Titel

Beroep 3

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP3-14 Beroep 3 - Leren op school Profession 3 - Learning at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

MAR Muit ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

50

1




5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze module wordt voortgebouwd op de leerdoelen van beroep 1. In deze eerste module heeft de student kennis gemaakt met het Nederlandse schoolsysteem en een klein onderdeel van een les voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd. In de module ‘leren op school’ wordt deze basiskennis verder uitgewerkt en verdiept zodat de student in staat is om zelfstandig een complete les voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. De student verdiept zich verder in het concept leren en verschillende leertheorieën. Vervolgens wordt de stap naar de praktijk gemaakt. Hoe zijn ideeën uit deze theorieën terug te vinden in het onderwijsconcept van de leerwerkplek? Hoe kan onderwijs vormgeven worden dat aansluit bij dit onderwijsconcept? Wat kun je doen als docent om leerlingen effectief te laten leren? Hoe kun je als docent zorgen dat leerlingen actief betrokken zijn bij de les? Hoe stelt een docent goede vragen zodat leerlingen mee gaan denken? En op welke manier kunnen samenwerkingsstructuren vormgeven worden zodat er daadwerkelijk wordt samengewerkt en geleerd? Vragen die in deze module aan de orde komen en waar de student samen met de docent en medestudenten, tijdens hoorcolleges en interactieve werkbijeenkomsten mee aan de slag gaat. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft de verschillende leeropvattingen, leersoorten en kennisniveaus en herkent deze in praktijkvoorbeelden. 2. Beschrijft de werking van het geheugen in relatie tot leren. 3. Beschrijft de behavioristische, cognitivistische, constructivistische en handelingspsychologische visie op leren en herkent kenmerken in bestaande onderwijsvormen en – concepten. 4. Beschrijft op welke manier de zes sleutelbegrippen voor het vormgeven van effectief leren in diverse instructiemodellen gerealiseerd kunnen worden. 5. Beschrijft hoe de pijlers voor taalgericht vakonderwijs vorm kunnen krijgen in een les. 6. Ontwerpt een les waarin de onderwijsactiviteiten aansluiten op het onderwijsconcept, de concreet en meetbaar geformuleerde leerdoelen, de beginsituatie en waarin de drie indicatoren van een krachtige leeromgeving zichtbaar zijn. 7. Legt uit waarom het stellen van een bepaalde vraag effectief is gezien het doel en de inhoud van de vraag en de manier waarop de vraag gesteld wordt. 8. Beschrijft op welke manier de vijf sleutelbegrippen voor succesvol samenwerkend leren in een samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. 9. Beschrijft verschillende toetsvormen en –functies. 10. Beschrijft hoe zelfstandig en zelfgestuurd leren vorm kan krijgen. 11. Zoekt en vindt Nederlandse vakliteratuur en schooldocumentatie waarmee een eigen geformuleerde onderzoeksvraag rondom het onderwijsconcept van een de (leerwerkplek)school beantwoord kan worden en verwerkt dit in een correct geschreven onderzoeksrapportage. 12. Voert op een methodische en kritische wijze een eenvoudig vragenlijstonderzoek uit naar het onderwijsconcept van de (leerwerkplek)school. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. In deze module is het rolmodel van de begeleidende docent cruciaal. Daarom wordt in de hoor- en werkcolleges voortdurend zichtbaar gemaakt hoe de thema’s die behandeld worden door de begeleidende docent vormgegeven worden. Regelmatig zal geëxpliciteerd worden welke keuzes de docent gemaakt heeft als het gaat om eigen opvattingen over leerprocessen, lesvoorbereiding, activerende werkvormen,



samenwerkend leren en zelfgereguleerd leren. Thema: Leren, leertheorie en instructiemodellen De student verdiept zich in de verschillende opvattingen die er zijn over wat leren is en welke globale opvattingen er zijn over leren. Hierbij is aandacht voor de wijze waarop hersenen werken en verschillende leertheoretische perspectieven. De student leert vervolgens welke gevolgen een bepaalde leertheoretische opvatting heeft voor de vormgeving van onderwijsleerprocessen in het onderwijs en welke onderwijsconcepten en instructiemodellen voortkomen uit verschillende benaderingen. Hierbij is expliciet aandacht voor de verschillen tussen beroepsgericht onderwijs en algemeen vormend onderwijs. Thema: Onderwijsconcepten Iedere school heeft zijn eigen onderwijsconcept dat voortkomt uit opvattingen over leren. De student doet in deze module een eenvoudig onderzoek naar het onderwijsconcept van de eigen school en bekijkt in hoeverre daarin de specifieke kenmerken van opvattingen over leren terugkomen. Thema: Lesontwerp De student ontwerpt een complete les op basis van een instructiemodel dat past bij het onderwijsconcept van de eigen school. Hierbij wordt geleerd hoe de beginsituatie van een groep leerlingen goed in kaart gebracht kan worden. De student laat hier ook zien de opgedane kennis over leerlingkenmerken (beroep 2) toe te kunnen passen bij het ontwerp van een les. Ook wordt geleerd hoe en op welke niveaus leerdoelen geformuleerd kunnen worden met behulp van taxonomieën en wat dit betekent voor de toetsing. De student selecteert relevante onderwijsactiviteiten en zet de les zo op dat er sprake is van een krachtige leeromgeving waarin actief en samenwerkend geleerd wordt. Hierbij is ook expliciet aandacht voor het gebruik van vaktaal en taalgericht vakonderwijs. Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijn Beroep ontwikkelt de student zijn onderzoekend vermogen. In deze module komt het uitvoeren van een klein onderzoek met behulp van vragenlijsten aan bod. De student leert om op een goede manier een vragenlijst te maken, uit te zetten, de gegevens hiervan te analyseren en de resultaten te rapporteren. Hiernaast leert de student om zelf een onderzoeksvraag te formuleren en zelf gepaste literatuur te vinden zowel binnen de school (bestaande documenten) als in vakliteratuur (artikelen over het betreffende onderwijsconcept). Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Om het dossier succesvol af te kunnen ronden, dient de student actief te zijn op een leerwerkplek. Dit wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide toetsonderdelen moeten met minimaal een 5,5 worden afgesloten om voor een voldoende eindresultaat in aanmerking te komen. De weging om te komen tot het eindcijfer is 50/50. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL competenties: 3 en 4 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren 1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 192/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 6.2 Praktijkonderzoek 7.2 Onderwijsconcepten Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsonderwijs: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren 1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 7.2 Onderwijsconcepten 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen is afronding van beroep 1 Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Groningen: Noordhoff. Boek (verplicht) : Veen, T. van der & Wal, J. van der (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff Diversen (verplicht) : Overig materiaal wordt via de online leeromgeving beschikbaar gesteld. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat ter beschikking wordt gesteld: Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek. Vonk, 38, (1), 11-26. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroep 4

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP4-14 Beroep 4 - De leraar als pedagoog Profession 4 - The teacher as pedagogue 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

JEM de Kroon (tel. 7546) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




5,5

50

1


Schrijfopdracht


5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Maatschappelijk gezien heeft onderwijs verschillende opdrachten. Naast het kwalificeren van leerlingen voor een beroep of vervolgopleiding heeft onderwijs ook de opdracht om leerlingen persoonlijk te vormen en goed voor te bereiden op de maatschappij. In de module ‘de leraar als pedagoog’ staat het pedagogische handelen in de klas centraal zodat er een goed klassenklimaat tot stand kan komen waarin geleerd kan worden. Daarnaast besteden we aandacht aan de pedagogische opdracht van het onderwijs als het gaat om de persoonsvorming van leerlingen en de voorbereiding op participatie in de maatschappij. Om professioneel pedagogisch te kunnen handelen in de klas, is het belangrijk dat een docent weet hoe de eigen persoonlijke opvoeding en het eigen referentiekader dit pedagogisch handelen beïnvloedt. In deze cursus ontwikkelt de student een visie op pedagogisch handelen in de klas door vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de eigen opvoeding, het eigen referentiekader en keuzes die er zijn ten aanzien van pedagogisch handelen. De student leert hoe pedagogisch handelen tijd-, cultuur- en plaats bepaald is, bekijkt ethische kwesties de beroepspraktijk van de leraar beroepsgericht onderwijs en algemeen vormend onderwijs en leert welke aspecten opvoeden in de klas heeft. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft en koppelt de pedagogische benaderingen reformpedagogiek, deugdenopvoeding, morele opvoeding, vorming, burgerschapsopvoeding aan de pedagogische rol van de docent. 2. Beschrijft en verklaart de pedagogische context van het hedendaagse onderwijs vanuit actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de (digitale) leerwereld van de leerlingen. 3. Benoemt belangrijke ethische en morele vragen en dilemma’s binnen het docentschap en kan hiervan een voorbeeld geven uit de eigen beroepspraktijk. 4. Formuleert de kernpunten van de beroepsethiek van docenten en koppelt deze aan de kenmerken van de leerling. 5. Koppelt de pedagogische opdracht van de school aan burgerschapsopvoeding en bildung en legt uit hoe hij of zij deze pedagogische opdrachten kan integreren in de eigen onderwijspraktijk. 6. Legt uit welk pedagogisch gedrag aansluit bij de krachtige leeromgeving. 7. Is zich bewust van de verschillende pedagogische keuzes die de docent als professionele opvoeder heeft en verantwoordt deze vanuit de eigen opvoeding, waarden en normen, de maatschappelijke context, de achtergrond van de eigen leerlingen en de theoretische context. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Er worden hoor- en werkcolleges gegeven, waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en de student nadenkt over de relatie tussen de eigen opvoeding en het professionele pedagogisch handelen in de praktijk. De volgende thema’s komen aan bod:  Historische pedagogiek  Morele opvoeding  Ethiek in het onderwijs  Pedagogische opdracht: burgerschapsopvoeding en bildung  Opvoeden op school  Eigen opvoeding, grondhouding en scripts (TA)



Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Schrijfopdracht De schrijfopdracht wordt ingeleverd via WinVision en beoordeeld met een rubric (zie studiehandleiding). Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5.De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties 1, 2 en 7 Generieke kennisbasis: 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 8.1 pedagogische driehoek 8.2 doel, arrangement, voorwaarden in de pedagogiek 8.3 verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 8.4 pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.2 Burgerschapsvorming

Addendum kennisbasis beroepsgerichtonderwijs: 4.2 Morele ontwikkeling 8.1 Pedagogische driehoek 9.2 Burgerschapsvorming 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aanbeveling is om beroep 2 eerst af te ronden. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Vriens L. (2007). Opvoeden in verwarrende tijden, Apeldoorn: Garant Boek (verplicht) : Van Dalen W. (2012 2e druk). Ethiek de Basis, Groningen: Noordhoff Diversen (verplicht) : De overige verplichte studiematerialen worden gepubliceerd op de online leeromgeving 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen 196/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014





Titel

Beroepsproduct 1

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8


JMC Broersen (tel. 4923) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct beschrijft het professionele handelen van een docent met de middelen die daar voor nodig zijn. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. Studenten die in 2013/2014 beroepsproduct 1 generiek hebben gedaan, doen beroepsproduct 2 vakgebonden. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, passend bij de ontwikkeling van het eigen professionele handelen en ontwikkelingen in een klas, in opdracht van een school en gerelateerd aan het vak. - De student verwerft een opdracht van de werkbegeleider op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. - De cursus beroepsproduct 1 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen aan het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. - In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding inzicht in wat onderzoek doen inhoudt en krijgen ze gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een onderzoeksteam feedback uit op de verschillende versies van de ontwerpverkenning. - In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in onderzoekteams, feedback en presentatie. - Tenslotte reflecteert de student in een procesverslag op het leerproces aan de hand van van tevoren gestelde leervragen gekoppeld aan specifieke competenties. - De ontwerpverkenning wordt uitgewerkt en tussentijds voor feedback voorgelegd aan de opdrachtgever en de docent van Instituut Archimedes en ten slotte afgerond met een product. - Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Doelstellingen/competenties: Oriënteren op de opdracht De student - verwerft in overleg met de opdrachtgever een duidelijke en relevante vakgebonden opdracht in de context van de klas Verkennen en ontwerpen De student - formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen - beantwoordt de onderzoeksvraag o vanuit relevante en recente literatuur ter inspiratie en onderbouwing voor het beoogde



beroepsproduct o door op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk te verzamelen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct o door de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk te vergelijken en te integreren tot een eindconclusie - vertaalt de eindconclusie naar concrete ontwerpcriteria voor het beoogde beroepsproduct en beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit gaat zien en op welke wijze het voor wie gerealiseerd gaat worden - beschrijft de voorgenomen wijze van presenteren van het beroepsproduct. Vormgeven De student - geeft een beroepsproduct vorm gebaseerd op de beschrijving uit de verkennende fase - realiseert in het beroepsproduct de geformuleerde ontwerpeisen - houdt in het vormgeven van het beroepsproduct rekening met in de school geldende kwaliteitseisen Presenteren en evalueren De student - presenteert de verkenning en het beroepsproduct aan relevante collega’s in de school - evalueert met relevante collega’s in de school de relatie tussen verkenning, ontwerpcriteria en product. Reflecteren De student reflecteert op onderbouwde wijze en aan de hand van geformuleerde leerdoelen op ontwikkeling van - het eigen professionele handelen - communicatie en samenwerking met relevante betrokkenen in en om de school - onderzoeksvaardigheden - op projectmatige wijze organiseren van het werkproces - kennis zoals beschreven in de kennisbasis van het vak en/of generiek Algemeen De student - ontwikkelt in de verkenning, het ontwerpen en in het reflecteren een kritische, onderzoekende houding - schrijft verzorgde verslagen met een logische opbouw - verwijst naar bronnen volgens APA-normen Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag bestaande uit: - Beschrijving van het probleem in de context van de school - Ontwerpverkenning. Dit onderdeel bevat de opdracht, de verkenning van de literatuur en van de praktijk en de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct. Bijlagen zijn onder andere het opdrachtformulier en het contractformulier. De docent verleent groen licht voor het vervolg op basis van een feedbackformulier, zie cursushandleiding. - Het beroepsproduct. Dit bevat de beschrijving van het beroepsproduct. Bijlage is onder andere het beroepsproduct zelf. - Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. - Reflectie op de leerdoelen en een verantwoording van de tijdsbesteding. De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding.



1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de tweede onderwijsperiode van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: Bij het werken aan een beroepsproduct 1 komen alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7 aan bod. Kennisbasis: Bij een beroepsproduct werkt de student aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis.

Het werken aan een beroepsproduct draagt bij aan alle niveaus van de dublindescriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming en communiceren. De student verdiept of verbreedt de reeds aanwezige kennis en inzichten door te werken aan een complexe opdracht in een authentieke situatie. Om tot een verantwoord beroepsproduct te komen, is uitgebreide oriëntatie op de opdracht in theorie en praktijk noodzakelijk URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 1 2014-2015 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 129 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Diergedrag

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1DGEDR-12 Diergedrag Animal behaviour 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1498 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

50

2




5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: waarom gedraagt een dier zich zoals het zich gedraagt (proximale en ultieme verklaringen) ; prikkels, zintuigen en perifere en centrale filtering; gedragspatronen; motivatie; ontogenie van gedrag (leren, sensitieve periodes); functie van gedrag (egoïsme en -reciprook- altruïsme, inclusieve fitness, kosten-baten analyse, regel van Hamilton); sociale organisatie (groepen, dominantie), communicatie (stimulus-respons-keten, boodschap en betekenis van communicatie, mimicry, sexuele selectie). Hoofdopdracht is een methodologisch verantwoord gedragsonderzoek uit te voeren aan een zelf te kiezen diersoort. Gedragsbiologische kennis en inzichten (theorie) worden verworven door zelfstudie ondersteund door hoor- en werkcollege en film. Voorafgaand aan het eigen onderzoek wordt ervaring opgedaan met het observeren en registreren van gedrag. Op basis van het eigen onderzoek worden leerlingenwerkbladen over gedrag ontworpen, aangevuld met een docentenhandleiding. (Voltijdstudenten doen naast bovengenoemd onderzoek ook een kort eigen onderzoek in de dierentuin. Zij kunnen hun leerlingwerkbladen ook baseren op dát onderzoek). 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan : · proximale en ultieme verklaringen van gedrag benoemen en afleiden, en kan dit onderbouwen met argumenten. · Prikkels en prikkelverwerking beschrijven en de relatie leggen met daaropvolgende gedragspatronen · verschillen tussen gedragspatronen benoemen, kan verbanden tussen gedragspatronen herkennen, en deze relateren aan motivatie en prikkelverwerking · verschillende manieren van leren beschrijven en aan de hand van voorbeelden onderscheiden · de functie van gedrag afleiden uit de gevolgen ervan · verschillende vormen van sociaal gedrag beschrijven en de relatie leggen met ontogenie en functie van sociaal gedrag · diverse vormen van communicatie beschrijven en de relatie leggen met ontogenie en functie van gedrag · een eigen gedragsbiologisch onderzoek opzetten, uitvoeren en daarvan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke richtlijnen · onderwijskundig materiaal in de vorm van werkbladen voor leerlingen (met betrekking tot observatie, registratie en interpretatie van gedrag) ontwikkelen, en de daarin gemaakte vakdidactische keuzes onderbouwen. De student heeft een onderzoekende houding en nieuwsgierigheid met betrekking tot de levende wereld (verder) ontwikkeld. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Cursorisch met zelfstudie en eigen onderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Voltijdstudenten nemen deel aan een dierentuinexcursie. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een schriftelijk tentamen en een dossier met daarin een verslag over eigen gedragsbiologisch onderzoek, leerlingenwerkbladen met observatieopdrachten. Alle onderdelen moeten met een voldoende zijn afgerond. De schriftelijke toets enerzijds en het dossier met daarin het onderzoeksverslag plus leerlingenwerkbladen anderzijds dragen elk voor 50% bij aan het eindcijfer. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten



vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: Gedrag, interactie met (a)biotische factoren, dynamiek *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, biologisch onderzoek doen Het biologie curriculum: concept-context benadering, vragen maken voor het biologie onderwijs De leeromgeving: veldwerk, gebruik van de dierentuin *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: vraagstelling in een specifieke context analyseren, gebruikmakend van relevante begrippen en theorie, deze vertalen in een te operationaliseren onderzoeksvraag, dat onderzoek uitvoeren en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken Biologisch: Vakspecifieke taal en terminologie lezen, interpreteren en produceren, inclusief de daarbij inbegrepen formuletaal, conventies en notaties; redeneringen hanteren over de gevolgen van interne of externe veranderingen voor een levensgemeenschap of ecosysteem.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Slater P.J.B. (1999). Essentials of animal behaviour. Cambridge University Press, Cambridge. ISBN: 0 521 62996 9 Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Diergedrag (sharepoint) Diversen (verplicht) : Diverse hand-outs (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1DGEDR-12



Titel

Ecologie van het zoete water

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1ECZOET-12 Ecologie van het zoete water Limnology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1470 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dosser


5,5

80

2




5,5

20

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tijdens de cursus zullen unit 8 (Ecology) en een deel van unit 5 (The Evolutionary History of Biological Diversity) van Campbell’s Biology en aanvullende teksten worden bestudeerd. Zoetwaterecosystemen zijn rijk vertegenwoordigd in Nederland en lenen zich uitstekend voor ecologisch onderzoek. In deze cursus werken studenten zowel theoretisch als praktisch aan dit ecosysteem. Biodiversiteit is een belangrijk thema. Actuele ecologische kennis kan ingezet worden om problemen op het gebied van natuur en milieu op te lossen. Daarom zal er vanuit het perspectief van Leren voor Duurzame Ontwikkeling een relatie worden gelegd tussen het zoetwaterecosysteem en menselijke activiteit. De invalshoek hierbij is Triple P: People, Planet, Prosperity. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan  Een aantal soorten planten en dieren van zoetwaterecosystemen herkennen en de naam benoemen  Biotische en abiotische kenmerken van zoetwaterecosystemen beschrijven en de onderlinge samenhang aangeven  een uitspraak doen over de waterkwaliteit aan de hand van biotische en abiotische kenmerken van een zoetwaterecosysteem  Verschillende maatregelen noemen t.a.v. waterbeheer en natuurbeheer in vochtige/natte gebieden met daarbij de doelen en mogelijke effecten  Met behulp van verschillende technieken in het veld en lab van een gegeven zoetwaterecosysteem een beschrijven maken  Een aan zoetwater gerelateerd maatschappelijk thema analyseren op kenmerken van duurzame ontwikkeling (people, planet, prosperity) en bruikbaarheid als context voor het eigen biologieonderwijs  De student kan een eigen onderzoek opzetten over een aan zoetwater gerelateerd maatschappelijk thema, dit uitvoeren en evalueren  De student kan de resultaten van een onderzoek vast leggen in de vorm van een e natuurwetenschappelijk verslag volgens de voorschriften van Veldwerk in de 2 fase Leerstof, werkvormen en activiteiten: De leerstof wordt aangeboden in de vorm van colleges, practica en veldwerk. Het geleerde wordt gekoppeld aan Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) Studenten werken zelfstandig aan een project. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Het dossier bevat verslagen van practica en veldwerk, werkcolleges en een presentatie. De exacte samenstelling van verslag en tentamen is terug te vinden in de cursushandleiding van deze cursus. het schriftelijk tentamen bestaat uit het herkennen van waterorganismen en kennis over zoetwaterecosystemen. De student ontvangt gedurende de cursus feedback van de docent. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5, 6 en 7 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasisbiologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: Populatie, Ecosysteem,Biosfeer, Energiestroom, Kringloop, Dynamiek, Evenwicht, Voedselrelaties, Interactie met (a)biotische factoren, Duurzame ontwikkeling, Biodiversiteit 206/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


- Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde: de bijzondere 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. (2011.) Veldwerk in de tweede fase - Een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei en Boeicop Diversen (verplicht) : Cursushandleiding Ecologie van het zoete water(sharepoint), Diversen (verplicht) : Reiskosten naar excursiegebieden Diversen (verplicht) : Aanvullende teksten op Sharepoint. Diversen (verplicht) : Een veldgids voor waterecosystemen. In overleg met de docent 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1ECZOET-12



Titel

Genetica

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1GENE-13 Genetica Genetics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1470 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

80

2


verslag


5,5

20

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tijdens deze cursus zullen de hoofdstukken 12 tot en met 18 en een deel van hoofdstuk 20 van Campbell e Biology (9 editie) bestudeerd worden. Hierbij wordt aandacht besteed aan de klassieke genetica (meiose, Mendel, kruisingen, chromosomen, crossing over) en de moleculaire basis van erfeliljkheid (DNA, replicatie, transcriptie, translatie, regulatie, biotechnologie) Naast de theorie uit Campbell Biology ligt bij deze cursus sterk de nadruk op werkcolleges, waar zelfstandig of in groepen de stof verder verwerkt wordt. Ook worden er diverse practica georganiseerd. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus komen tijdens colleges zowel de klassieke als de moleculaire genetica aan de orde. De behandelde theorie wordt verder uitgediept in practica en werkcolleges. Doelstellingen/competenties: De student kan: - De mitose en de moleculaire aansturing daarvan beschrijven; - De meiose beschrijven en de verschillen met de mitose benoemen; - De wetten van Mendel beschrijven en verklaren; - Overervingspatronen afleiden met behulp van de regels van kansrekening; - De structuur van DNA en chromosomen beschrijven; - Het proces van DNA-replicatie beschrijven; - De processen transcriptie en translatie en de onderliggende regulatiemechanismen beschrijven; - De relatie leggen tussen de regulatie van genexpressie en de veranderende interne en externe milieuomstandigheden van een organisme; - De werking van enkele moleculair biologische technieken beschrijven; - Zelfstandig een moleculair biologisch practicum volgens een voorschrift voorbereiden en uitvoeren; - De uitkomsten van kruisingsexperimenten voorspellen, het experiment uitvoeren, de resultaten statistisch toetsen, conclusies trekken en hierover rapporteren in een verslag. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijke toets. In het dossier zijn de uitgewerkte werkcolleges en verslagen van de practicumopdrachten opgenomen. Als het dossier voldoende is afgerond, dan geldt de uitslag van de toets als eindcijfer. Het dossier is dus een handelingsdeel. Bij de practicumbijeenkomsten worden vaardigheden getraind en per individu beoordeeld. Daarom geldt bij de practicumbijeenkomsten een aanwezigheidsplicht. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: DNA, genexpressie, DNA-replicatie, mutatie, recombinatie, celcyclus, erfelijkheid, genetische variatie *Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde: De begrippen waterstofbrug, eiwitten, aminozuren en nucleïnezuren Wiskunde: kansverdeling als onderdeel van de Mendelse genetica Gezondheidszorg: het ontstaan van erfelijke en aangeboren ziekten *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, leren van (complexe) vaardigheden



Het biologie curriculum: concept-context benadering *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: aantal voor het vak relevante rekenkundige en wiskundige bewerkingen correct en geroutineerd toepassen 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek: Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding Genetica (sharepoint) Reader (verplicht) : Reader: Practicumhandleiding Genetica (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1GENE-13



Titel

Humane fysiologie

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1HFYSIO-12 Humane fysiologie Human physiology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1505 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


verslag


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus humane fysiologie is de tweede cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de fysiologie van de mens. In deze cursus gaat de student op zoek naar de relaties tussen de diverse orgaansystemen en organisatieniveaus. De vragen die beantwoord zullen worden zijn onder andere: hoe zorgen de verschillende biologische niveaus (met elkaar) voor het optimaal functioneren van de mens? Hoe staat de anatomie van organen in relatie tot het handhaven van homeostase? Hoe wordt het totaal aan processen gereguleerd? De volgende onderwerpen komen hierbij aan bod: het zintuigen zenuwstelsel, de endocrinologie, excretie, respiratie, hartdynamica, fysiologie van de bloedsomloop, regulering bloedcirculatie en voortplantingsfysiologie.

     

Middels een casus opdracht wordt de opgedane kennis geïntegreerd. Hierbij zal tussentijdse feedback plaatsvinden door studenten aan elkaar. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: Kan de gevolgen van fysische veranderingen (op de verschillende organisatieniveaus) in de volgende orgaansystemen: circulatie-, gaswisseling-, spijsvertering-, excretie-, voortplanting- en endocriensysteem verklaren. Kan de bouw, werking en functie van het excretiesysteem op verschillende organisatieniveaus beschrijven. Kan de relatie leggen tussen communicatie tussen cellen op korte en lange afstand m.b.v. actiepotentiaal, neurotransmitters in orgaanstelsels. Kan de spiercontractie beschrijven. Kan de bouw, werking en functie van zintuigen uitleggen. Kan de relatie leggen tussen orgaansystemen op verschillende organisatieniveaus. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de fysiologie van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en, in voltijd, werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerken. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen en een verslag. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld.

Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: 212/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


· · · · · · · · · · · · · · · ·

Cel Weefsel Orgaan Orgaansysteem Transport metabolisme gaswisseling circulatie spijsvertering uitscheiding zintuig zenuwstelsel hormoonhuishouding homeostase gezondheid cel-communicatie voortplanting Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde, natuurkunde, gezondheidszorg en welzijn Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1, 3.2 Vaardigheden: 1.1, 2.1 t/m 2.5 & 2.8

Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, informatievaardigheden, presenteren.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430-2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding ‘Humane fysiologie’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1HFYSIO-12



Titel

Microbiologie en immunologie

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1MICRO-13 Microbiologie en immunologie Microbiology and immunology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1505 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

practicumtoets


5,5

20

2


theorietoets


5,5

80

2





· · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·

2.1 Cursus doel In deze cursus staan bacteriën, virussen en schimmels centraal. Daarnaast wordt het humane immunsysteem behandeld. Ook wordt aandacht besteed aan immunologische & biotechnologische toepassingen. De leerstof wordt in colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en werkcolleges waarin de studenten in een kleinere groep opdrachten uitwerken. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: Kan structurele en functionele adaptaties die zorgen voor grote diversiteit bij prokaryoten beschrijven. Kan verklaren dat snelle reproductie, mutatie en genetische recombinatie zorgt voor genetische diversiteit in prokaryoten. Kan verschillende voedings- en mebabole adaptaties die in prokaryoten zijn geëvolueerd beschrijven. Kan voorbeelden benoemen waar prokaryoten een cruciale rol spelen in de biosfeer. Kan verklaren waarom prokaryoten voor de mens zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn. Kan de bouw van een virus (nucleïnezuur, omgeven door een eiwitmantel) beschrijven. Kan beschrijven hoe (retro)virussen zich voortplanten. Kan uitleggen waarom virussen, viroiden en prionen belangrijke pathogenen zijn in dieren en planten. Kan beschrijven waarom schimmels heterotrofe organismen zijn, die zich voeden door middel van absorptie. Kan beschrijven hoe schimmels sporen produceren in seksuele of aseksuele levenscycli. Kan beschrijven hoe de evolutie van schimmels heeft geresulteerd in een zeer diverse groep organismen. Kan beschrijven hoe schimmels sleutelrollen spelen in nutriëntencycli, ecologische interacties en menselijk welzijn. Kan het aangeboren immuunsysteem bij de mens beschrijven en onderscheid maken tussen barrière verdedigingsystemen en interne verdedigingsystemen. Kan beschrijven hoe het aangeboren immuunsysteem pathogenen herkent en hierop reageert. Kan beargumenteren hoe het aangeboren immuunsysteem in het lichaam zich verdedigt tegen pathogenen. Kan beschrijven hoe afwijkingen in het immuunsysteem ziekten kunnen veroorzaken. Kan beschrijven hoe het kloneren van DNA meerdere kopieën van een gen of een DNA fragment oplevert. Kan beschrijven hoe DNA technologie gebruikt wordt om de sequentie, expressie en functie van een gen te bestuderen. Kan beschrijven hoe de praktische toepassingen van DNA technologie ons leven beïnvloeden. Kan een keuze maken tussen de volgende technieken en deze uitleggen: steriel werken, enten van bacteriën en fagen, reinstrijk maken, gramkleuring uitvoeren, identificeren van bacteriën en schimmels, bloedgroep bepaling, ELISA.

Leerstof, werkvormen en activiteiten: Tijdens deze cursus zullen de hoofdstukken 19, 20, 27 ,31 en 43 van Campbell Biology bestudeerd worden. Hierbij wordt voornamelijk aandacht besteed aan de systematiek, morfologie, voortplanting, metabolisme en ecologie van bacteriën, virussen en schimmels komen ook aan de orde en het humane immuunsysteem wordt behandeld. Daarnaast wordt gekeken naar de toepassing van immunologie en van microbiologie in de DNA-technologie. Naast de theorie uit Campbell Biology ligt bij deze cursus sterk de nadruk op de practica en microbiologische vaardigheden.

Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een practicum toets en een schriftelijke toets. Bij de practicumbijeenkomsten worden vaardigheden getraind. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: 215/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: Metabolisme, drie domeinen systeem, levenscyclus, afweer *Kennis van aanpalende vakken: Wiskunde: differentiaalvergelijkingen bij exponentiële groei; Gezondheidszorg: oorzaken en gevolgen van verstoring van gezondheid, mogelijkheden tot voorkomen van verstoring van gezondheid en tot herstel van gezondheid *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, biologisch onderzoek doen, leren van (complexe) vaardigheden Het biologie curriculum: concept-context benadering De leeromgeving: het practicumlokaal, gebruik van publieke faciliteiten (eventueel waterzuivering) *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: vraagstelling in een specifieke context analyseren, gebruikmakend van relevante begrippen en theorie, deze vertalen in een te operationaliseren onderzoeksvraag, dat onderzoek uitvoeren en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken Biologisch: Op een verantwoorde manier omgaan met voor het vak relevante instsrumenten en apparaten; vakspecifieke taal en terminologie lezen, interpreteren en produceren, inclusief de daarbij inbegrepen formuletaal, conventies en notaties

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Boek: Techniques in Microbiology a Student Handbook, 2007 Lammert, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings. Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding 'Microbiologie' (sharepoint) Reader (aanbevolen) : Reader: Practicumhandleiding 'Microbiologie' (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 6 Zelfstudie (uren): 109 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1MICRO-13



Titel

Plantenfysiologie

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1PLTFYS-12 Plantenfysiologie Plant physiology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

2100 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

30

2




5,5

70

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In colleges, practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten fysiologie, anatomie en morfologie van zaadplanten. In de practica komt een combinatie van microscopisch werk, fysiologische vraagstukken en groeiproeven aan bod. De opzet en verslaglegging van de experimenten is gebaseerd op de natuurwetenschappelijke methode. Tijdens de excursie naar Wageningen maken de studenten kennis met traditionele en innovatieve toepassingen van plantenfysiologische kennis in de agro-industrie. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan: - anatomie, morfologie en fysiologie van zaadplanten beschrijven en relaties leggen tussen anatomie en morfologie enerzijds en fotosynthese, watertransport, plantenvoeding en regulatie anderzijds. - hypotheses voor fysiologische experimenten opstellen, de experimenten uitvoeren, verbanden kwantificeren, conclusies trekken op basis van de uitkomsten en hiervan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke methode. - kennis op het gebied van bouw en fysiologie van zaadplanten verbinden met traditionele en innovatieve toepassingen van plantenfysiologische kennis in de agro-industrie. - onderwijsmateriaal over bouw en fysiologie van planten voor het 2e graadsgebied ontwerpen en beargumenteren hoe complexe kennis over planten op HBO-niveau vertaald kan worden naar het onderwijsniveau in dit gebied. - omschrijven hoe leerlingen begeleid en ondersteund worden bij het denken op verschillende biologische organisatieniveaus en het maken van koppelingen tussen de niveaus. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen studenten de fysiologie van planten, waarbij fotosynthese, watertransport, plantenvoeding en regulatiemechanismen centraal staan. Ze doen dit d.m.v. theoretische en praktische opdrachten op basis van `Campbell’s Biology’. Daarnaast oriënteren de studenten zich op de beroepspraktijk in diverse agro-industrieën.De practica richten zich op het goed leren werken volgens de natuurwetenschappelijke methode. De vakdidactische verdieping sluit hierbij aan en focust op het leren van onderzoeksvaardigheden en –methoden en het denken op verschillende organisatieniveaus. De oriëntatie op de beroepspraktijk sluit aan op het denken in beroepswereldcontexten zoals beschreven in de conceptcontext benadering. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. In het dossier zijn verslagen van de practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: Cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsels, transport, metabolisme, gaswisseling, circulatie, fotosynthese, homeostase, energiestroom, kringloop, celcommunicatie, hormoonhuishouding, interactie met abiotische factoren. Beroepskennis: 218/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


• practicumvaardigheden • beschrijvend onderzoek • Didactische functie van contexten • Biologisch onderzoek doen • Leren van (complexe) vaardigheden • Centrale concepten • Concept-context benadering • Gebruik van publieke faciliteiten 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding 'Plantenfysiologie’ (SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 102 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1PLTFYS-12



Titel


Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-H1S&WD2A-12 Studie en Werk DT-2A Study and Work DT-2A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk DT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je je leerervaringen aan de docentcompetenties. Daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van jezelf, studie en beroep. Je beëindigt het jaar met het vaststellen van ontwikkeldoelen voor het vervolg van deze studiefase. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding : Het leggen van verbindingen tussen je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep enerzijds en je leervragen en leerervaringen bij het praktijkleren anderzijds. Je onderbouwt je handelen vanuit literatuur. 2. Werkplekleren: het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Er zijn groepsbijeenkomsten, waarbij de groepssamenstelling voor het onderdeel Werkplekleren anders kan zijn dan die voor het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding. Dit is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt. ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg je vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. ad. 2: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent in opleiding op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast wordt je op je leerwerkplek begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk DT-2A ben je gedurende 10 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 10 les of begeleidingsuren. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Ook deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studie en werk begeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: 221/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) je in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-1A (OAR-PS&WD1A-12) Veronderstelde voorkennis: Inhouden van Studie en Werk 1 Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van Gorcum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren): 140 222/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-H1S&WD2B-12 Studie en Werk DT-2B Study and Work DT-2B 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk DT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties. Daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van jezelf, studie en beroep. Je beëindigt het jaar met het vaststellen van ontwikkeldoelen voor het vervolg van deze studiefase. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Studieloopbaanbegeleiding : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur. ad. 1: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes op afstand begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerkplek begeleid door een Werkbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig. Tijdens Studie en Werk DT-2B ben je gedurende 10 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 10 les of begeleidingsuren. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 2: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg je vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Het laatste gesprek wordt gevoerd op basis van je ontwikkelingsportfolio. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: 225/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-1B (OAR-PS&WD1B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2A Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van Gorcum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118



Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Vakdidactiek: biologie met ICT

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H1DIDICT-12 Vakdidactiek: biologie met ICT Biology and ICT at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee



Werkvorm

Diverse werkvormen

niet verplicht

Frequentie

7 maal per blok



1680 minuten

bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4 bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

dossier

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


3


bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5 bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE




·

2.1 Cursus doel De student maakt kennis met de mogelijkheden en toepassingen van vakspecifieke ICT in de biologieles, zoals benoemd in de kennisbasis ICT. Er wordt gewerkt met actuele ICT toepassingen die op verschillende momenten in de les kunnen worden ingezet. De student verantwoord de keuze voor de inzet van ICT tools op basis van bestudeerde literatuur. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: ● Kan ICT-middelen onderbouwd inzetten in geschikte onderwijssituaties.

·

● Kan werken met presentatiesoftware.

·

● Kan omgaan met digitale communicatiemiddelen

·

● kan werken met multimedia applicaties

·

● kan werken met een arrangeertool voor digitaal leermateriaal. ●· Kan een presentatie ontwerpen volgens de principes van de multimedia theorie.

·

● Kan ICT-tools inzetten om op afstand samen te werken aan producten.

Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges en het lezen van literatuur leren studenten te werken met vakspecifieke ICT-toepassingen in de biologieles. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier. De precieze eisen aan het dossier zijn terug te vinden in de cursushandleiding. De student ontvangt tijdens de cursus minimaal een keer feedback van de docent op de opdrachten in het dossier. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1, vakdidactische kennis: ICT Vaardigheden Domein 2, biologische vakvaardigheden: punt 3 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: 229/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Diversen (verplicht) : Studiehandleiding (via SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1DIDICT-12




Titel

Beroep 5

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP5-14 Beroep 5: Leren omgaan met verschillen Profession 5: Working with diversity 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

EMP Peeters ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

60

1




5,5

40

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In deze module leert de student in het kader van passend onderwijs om te gaan met verschillen in de onderwijssituatie. Begrippen als Passend onderwijs, Handelingsgericht werken (HGW), Diversiteit: Kennis van en omgaan met Leerproblemen, Gedragsproblemen en Constructen (persoonlijke overtuigingen) en Portret staan centraal. Passend onderwijs richt zich vooral op dat wat nodig is om zowel op schoolniveau als op bovenschoolsniveau om te leren gaan met verschillen. Handelingsgericht werken richt zich meer op individuele casuïstiek. Binnen Diversiteit wordt het begrip ‘verschillen’ uitgewerkt aan de hand van specifieke onderwijsbehoeften die leerlingen hebben op basis van leerstoornissen (dylexie/dyscalculie), hoogbegaafdheid of gedragsproblemen/gedragsstoornissen. Aan de hand van de methode Professional in de Spiegel (Touw, 2009) wordt zicht verkregen op eigen constructen. Dit geeft zicht op het eigen denken over leerlingen en in het bijzonder de leerlingen die als gedragsmoeilijk worden ervaren en op de wijze waarop dit van invloed kan zijn op de interactie tussen de docent en de leerling. Deze module wordt afgesloten met een casusopdracht. Op basis van alle opgedane kennis van Beroep 5 (passend onderwijs, HGW, diversiteit en constructen) wordt een gezamenlijk leerling-portret gepresenteerd. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Benoemt de wettelijke verantwoordelijkheden van scholen met betrekkingen tot leerlingen met leeren/of gedragsstoornissen en omschrijft hoe de zorgstructuur op zijn (leerwerk)school wordt vormgegeven. 2. Beargumenteert de positie ten opzichte van passend onderwijs en welke consequenties dit heeft voor eigen professioneel handelen. 3. Herkent en benoemt de symptomen en kenmerken bij leerlingen op het gebied van de belangrijkste leeren gedragsproblemen. 4. Herkent en benoemt gedrag dat voortkomt uit pest- en/of misbruiksituaties en/of het gebruik van verslavende middelen. 5. Herkent en benoemt de mogelijke ondersteuning die school kan bieden in het geval van leeren gedragsproblemen. 6. Beargumenteert vanuit de theorie welke keuzes er gemaakt kunnen worden in het professioneel omgaan met diversiteit op klas- en schoolniveau. 7. Beschrijft de samenhang tussen persoonlijke overtuigingen ten aanzien van leerlingen met speciale behoeften en het uiteindelijke denken en handelen (constructen). 8. Beschrijft de effectieve afstemming tussen eigen constructen en dat wat de leerling met een speciale onderwijsbehoefte nodig heeft. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. We maken gebruik van het geven van instructie, het voeren van onderwijsleergesprekken, zelfontdekkend leren, samenwerkend leren, diverse discussievormen, presenteren, zelf studeren, samen schrijven, etc. Een ander deel bestaat uit meer zelfstandige werkvormen die alleen of samen met een andere studenten uitgevoerd worden zonder de directe aanwezigheid van een docent. De docent voorziet regelmatig in feedback of zorgt voor voldoende feedback van anderen bij het uitvoeren van de diverse opdrachten. De volgende thema’s komen aan bod: Thema: Passend onderwijs en handelingsgericht werken Bij het onderwerp Passend onderwijs en HGW leer de student handelingsgericht werken zich verhoudt tot passend onderwijs. Kennis en vaardigheden die hierbij nodig zijn, worden ontwikkeld aan de hand van een aantal gerichte opdrachten (leeractiviteiten) die zich zowel op schoolniveau als op individueel-leerlingniveau richten. 232/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Thema: Diversiteit Binnen het onderwerp Diversiteit worden verschillende onderwerpen uitgewerkt. Voor de kennistoets is het van belang de kenmerken en symptomen te kunnen onderscheiden van de verschillende leeren gedragsstoornissen die worden gepresenteerd. Daarnaast kun de student op verschillende momenten keuzes maken voor het uitwerken van het dossier. Zo maak de student voor het uitwerken van het dossier allereerst de keuze uit VMBO/MBO versus AVO en daarna de keuze uit het thema ‘leren’ of het thema ‘gedrag’. Binnen het thema dat de student uitkiest, is er de keuze voor een specifiek onderwerp dat past bij een casus in de eigen praktijk. De student maakt de opdrachten die passen bij dit onderwerp voor het dossier. Naast deze specifieke opdrachten, zijn er meer algemene opdrachten waarmee gewerkt wordt aan het ontwikkelen van persoonlijke competenties, zoals beschreven bij de leerdoelen van het thema. Thema: Constructen Binnen het thema Constructen ga de student aan de slag met eigen opvattingen en overtuigingen ten opzichte van leerlingen met speciale behoeften. De student schrijft een persoonlijk professioneel portret op basis van de uitwerking van het werkboek Professional in de Spiegel. De student sluit dit onderwerp af met een casusopdracht die uitgewerkt wordt in een leerteam. Op basis van alle opgedane kennis gaan studenten met elkaar in gesprek om te komen tot een gezamenlijk leerlingportret. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 40/60. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1,2,4,5,6 en 7 Generieke kennisbasis: 5.1 Leerlingbegleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 Leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 7.3 De school als organisatie 9.1 Onderwijskansen

Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 8.1 Pedagogische driehoek 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerste beroep 2 en 4 afgerond te hebben Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal:



Boek (verplicht) : Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. (2012). Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Leusden: Acco. (In deze cursus hoofdstukken 1 en 6) Boek (verplicht) : Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen op scholen. Leuven / Den Haag: Acco (In deze cursus hoofdstuk 1 t/m 4) Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: achtergronden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 453-460 Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: de werkwijze. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 461-467 Boek (aanbevolen) : Meersbergen, E. van & Vries, P. de (2013). Handelingsgericht werken in passend onderwijs. Utrecht: Perspectief. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroep 6

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP6-14 Beroep 6 Diversiteit: Cultuur en Onderwijzen Profession 6 Diversity: Culture and Teaching 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

H Guven ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Dossier


5,5

50

1




5,5

50

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Het werkveld van docenten in het voortgezet onderwijs en in het mbo is erg divers. Leerlingen hebben sterk uiteenlopende sociaal-culturele en economische achtergronden. De diversiteit in de samenleving stelt iedere dag weer nieuwe vragen aan het onderwijs en vooral aan de docent. Scholen hebben de taak de leerlingen bewust bekwaam op te leiden zodat zij straks deel kunnen nemen aan die bestaande pluriforme samenleving. De zoektocht naar een juiste aanpak is groot en professionaliteit op het terrein van diversiteit is binnen het onderwijs nog niet vanzelfsprekend. Tijdens deze cursus maakt de student kennis met verschillende aspecten binnen het domein diversiteit. De belangrijkste uitdagingen die onze pluriforme maatschappij met zich meebrengt voor het onderwijsveld komen aan de orde en de student wordt uitgedaagd om na te denken over de eigen attitude ten aanzien van diversiteit en wat adequaat pedagogisch-didactisch handelen in deze kan bijdragen aan het opleiden van leerlingen. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft de migratiegeschiedenis van leerlingen en laat daarbij zien inzicht te hebben in de algemene economische, politieke en ruimtelijke situatie van het land van herkomst. 2. Legt uit wat het begrip cultuur inhoudt; cultuur vanuit zowel statisch als vanuit dynamisch perspectief. 3. Legt uit wat diversiteit als breed begrip inhoudt en dat de identiteit van een persoon uit verschillende aspecten bestaat. 4. Analyseert beroepssituaties waarin diversiteit in brede zin een rol speelt met behulp van concepten als: migratiegeschiedenis, cultuur, etnische diversiteit, talige diversiteit, gender en seksuele diversiteit en laat in de toepassing in een onderwijssituatie zien, zich bewust te zijn dat diversiteit een logisch, complex en dynamisch fenomeen is. 5. Onderkent eigen aannames, (voor)oordelen. overtuigingen (constructen), waarden en normen ten aanzien van (gedrag) van leerlingen en hun ouders met uiteenlopende achtergronden gelet op de sociaaleconomische, culturele en religieuze context. 6. Beschrijft een visie op seksualiteit als sociaal proces met aandacht voor aspecten als homoseksualiteit, biseksualiteit, transgender. De student kan verschillende vormen van meertaligheid beschrijven en benoemen in de onderwijspraktijk. 7. Beschrijft een visie op verschillende modellen van interculturele communicatie. 8. Analyseert het verloop van een stagnerende dialoog tussen mensen met een verschillende achtergrond en kan een aanpak beschrijven die de dialoog op gang helpt. 9. Beschrijft de werking van straatcultuur en beschrijft in de context van burgerschapsopvoeding hoe leerlingen de voordelen duidelijk gemaakt kunnen worden van het zich conformeren aan de burgercultuur. Leerstof, werkvormen en activiteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarin studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student volgt interactieve en activerende hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, het maken van dossieropdrachten en diverse werkvormen waarbij zowel individueel als in groepen gewerkt wordt. Met name het denken en leren vanuit casuïstiek en praktijkvoorbeelden staat in deze module centraal. De volgende thema’s komen aan bod: · Burgerschap · Cultuur · Gender · Seksuele diversiteit · Migratiegeschiedenis



·

Interculturele communicatie

Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgelopen met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL- competenties: 1,2 en 7 Generieke kennisbasis: 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gesprekvoering 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 8.4 Pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.1 Onderwijskansen 9.2 Burgerschapsvorming 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwingen Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 9.2 Burgerschapsvorming 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen wordt eerst beroep 2 en 4 afgerond te hebben Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Schermer,K. (2008). Interculturele samenwerking en communicatie. Groningen: Noordhoff Boek (verplicht) : Eldering, L. (2014). Cultuur en opvoeding. Rotterdam: Lemniscaat. Diversen (verplicht) : Naast de verplichte literatuur lezen de studenten aanvullende literatuur (artikelen, hoofdstukken uit boeken, websites, enz.). Deze worden gepubliceerd op de online leeromgeving. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen 237/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014





Titel

Beroep 7

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-HBEROEP7-14 Beroep 7 - De leraar als mentor Profession 7 - The teacher as counselor 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

B Hermsen (tel. 06 51681374) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Naast een lesgevende taak krijgen veel docenten de taak van mentor of begeleider van leerlingen en/of deelnemers. Om deze taak goed te kunnen vervullen is het belangrijk te weten welke keuzes er gemaakt kunnen worden in het mentorschap en hoe dit samenhangt met eigen normen, waarden en professionele opvattingen. Daarnaast is het belangrijk dat de student weet op welke wijze er begeleid kan worden en zich oefent in begeleiding en gespreksvoering. In deze cursus ontwikkelt de student visie en vaardigheden om als mentor in het voorgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs te functioneren. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan gespreksvaardigheid en het beïnvloeden van de groepsdynamica zodat er voor leerlingen een veilige leefen werksfeer ontstaat in een klas. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student: 1. Beschrijft op welke wijze de mentor leerlingen in hun leerproces kan ondersteunen. 2. Beschrijft op welke wijze de mentor leerlingen in hun keuzeproces kan ondersteunen. 3. Beschrijft op welke wijze de mentor leerlingen in hun psychosociale ontwikkeling kan ondersteunen. 4. Beschrijft op welke wijze de mentor groepsdynamische processen in klassen kan hanteren en de interactie in een groep kan stimuleren. 5. Beschrijft op welke wijze de mentor een veilige leefen werksfeer kan creëren waarmee de sociaalemotionele, morele en autonome ontwikkeling van leerlingen wordt bevorderd, inspelend op hun psychologische basisbehoeften. 6. Verantwoordt de professionele opvattingen, werkwijzen, grenzen en benaderingen van de mentor aan leerlingen, ouders van leerlingen, collega’s en andere belanghebbenden. 7. Gebruikt verschillende gespreksvaardigheden en communiceert doelmatig door het inzetten van gespreksinterventies, gespreksniveaus, relaties en ruimte. 8. Stemt leerlingbegeleiding af op de leerling door verschillende scenario’s (contexten) te vergelijken. 9. Beschrijft de wijze waarop de mentor het begeleidingsproces van leerlingen kan bewaken en borgen. 10. Beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en toegepast op casussen, trainingsbijeenkomsten rondom gesprekstechnieken en het onderzoeken van de leerlingbegeleiding op de eigen (leer)werkplek. De volgende thema’s komen aan bod: · Visies op leerlingbegeleiding en het mentoraat · Leerlingbegeleiding op het gebied van: o leerlingen begeleiden bij het leren (leren leren); o leerlingen begeleiden bij psychosociale ontwikkeling (leren leven); o leerlingen begeleiden bij keuzes op school (leren kiezen) · Groepsdynamica · Begeleidingsgesprekken en gesprekstechnieken · Conflicthantering · Ouderbetrokkenheid · Organisatie van het mentoraat Toetsen en beoordelingscriteria: 240/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


De cursus wordt afgesloten met een dossier. Dit onderdeel wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie cursushandleiding) en dient met minimaal een 5,5 afgerond te worden. Het dossier wordt ingeleverd in het digitaal portfolio (WinVision). Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin e het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1, 2, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis: 2.5 Begeleiden van leerprocessen 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerst beroep 2 en 4 af te ronden. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Groothuis, M., & Verkuyl, H. (2012). Mentor in het voortgezet onderwijs. Gids voor een aanpak met visie. Amsterdam: Boom. Boek (aanbevolen) : Konig, A. (2008). In gesprek met de leerling. Houten: EPN Boek (aanbevolen) : Tressel, J. (2012). De beroepsbekwame mentor. Het ontwikkelen van begeleidingskundige professionaliteit. Amsterdam: Boom. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroepsproduct 2

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8


JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Dossier


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct beschrijft het professionele handelen van een docent met de middelen die daar voor nodig zijn. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. Studenten die in 2013/2014 beroepsproduct 1 generiek hebben gedaan, doen beroepsproduct 2 vakgebonden. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, aansluitend bij ontwikkelingen in de school, in opdracht van de school en gerelateerd aan de generieke kennisbasis en/of beroepscompetenties. De student verwerft een opdracht van een sectieleider/voorzitter of teamleider op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. De cursus beroepsproduct 2 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen aan het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een onderzoeksteam feedback uit op de verschillende versies van de ontwerpverkenning. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in onderzoekteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een procesverslag op het leerproces aan de hand van van tevoren gestelde leervragen gekoppeld aan specifieke competenties. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Doelstellingen/competenties: Oriënteren op de opdracht De student verwerft in overleg met de opdrachtgever een duidelijke en relevante generieke opdracht in de context van de vakgroep of het team. Verkennen en ontwerpen De student formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen beantwoordt de onderzoeksvraag o vanuit relevante en recente literatuur ter inspiratie en onderbouwing voor het beoogde beroepsproduct o door op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk te verzamelen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct o door de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk te vergelijken en te integreren tot een eindconclusie vertaalt de eindconclusie naar concrete ontwerpcriteria voor het beoogde beroepsproduct en beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit gaat zien en op welke wijze het voor wie gerealiseerd gaat worden



-

beschrijft de voorgenomen wijze van presenteren van het beroepsproduct.

Vormgeven De student geeft een beroepsproduct vorm gebaseerd op de beschrijving uit de verkennende fase realiseert in het beroepsproduct de geformuleerde ontwerpeisen houdt in het vormgeven van het beroepsproduct rekening met in de school geldende kwaliteitseisen Presenteren en evalueren De student presenteert de verkenning en het beroepsproduct aan relevante collega’s in de school evalueert met relevante collega’s in de school de relatie tussen verkenning, ontwerpcriteria en product. Reflecteren De student reflecteert op onderbouwde wijze en aan de hand van geformuleerde leerdoelen op ontwikkeling van het eigen professionele handelen communicatie en samenwerking met relevante betrokkenen in en om de school onderzoeksvaardigheden op projectmatige wijze organiseren van het werkproces kennis zoals beschreven in de kennisbasis van het vak en/of generiek Algemeen De student ontwikkelt in de verkenning, het ontwerpen en in het reflecteren een kritische, onderzoekende houding schrijft verzorgde verslagen met een logische opbouw verwijst naar bronnen volgens APA-normen Toetsen en beoordelingscriteria De student maakt een verslag bestaande uit: Beschrijving van het probleem in de context van de school Ontwerpverkenning. Dit onderdeel bevat de opdracht, de verkenning van de literatuur en van de praktijk en de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct. Bijlagen zijn onder andere het opdrachtformulier en het contractformulier. De docent verleent groen licht voor het vervolg op basis van een feedbackformulier, zie cursushandleiding. Het beroepsproduct. Dit bevat de beschrijving van het beroepsproduct. Bijlage is onder andere het beroepsproduct zelf. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Reflectie op de leerdoelen en een verantwoording van de tijdsbesteding. De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de tweede onderwijsperiode van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: Bij het werken aan een beroepsproduct 2 komen alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7 aan bod. Kennisbasis: Bij een beroepsproduct werkt de student aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie).



Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis. Het werken aan een beroepsproduct draagt bij aan alle niveaus van de dublindescriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming en communiceren. De student verdiept of verbreedt de reeds aanwezige kennis en inzichten door te werken aan een complexe opdracht in een authentieke situatie. Om tot een verantwoord beroepsproduct te komen, is uitgebreide oriëntatie op de opdracht in theorie en praktijk noodzakelijk URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Opmerking: Bij beroepsproduct 2 wordt uitgegaan van de onderzoeksvaardigheden die zijn geoefend in de cursussen 1,2 en 3 van de leerlijn beroep en zijn toegepast bij beroepsproduct 1 (zie cursushandleiding) 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aan onderstaande ingangseis moet zijn voldaan: Beroepsproduct 1 of daaraan gelijkwaardig. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 1 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 129 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Ecologie van het zoute water

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2ECZOUT-12 Ecologie van het zoute water Saltwater ecology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

3304 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


verslag


5,5

50

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus ecologie van het zoute water geeft een overzicht van ecosystemen die onder invloed van zout water staan. De abiotische en biotische factoren die binnen deze ecosystemen een rol spelen zullen in de cursus aan bod komen. De Nederlandse situatie staat hierbij centraal. 2.2 Cursus inhoud De student: - kan de biotische en abiotische karakteristieken van de Nederlandse zoutwater ecosystemen (duinen, kwelders, blokkendijk en Wadden- en Noordzee) beschrijven; - kan de belangrijkste voorkomende levensvormen in bovengenoemde Nederlandse zoutwater systemen herkennen en op naam brengen - kan voor de belangrijkste voorkomende levensvormen de relatie leggen tussen de verschijningsvorm en (fysiologisch) functioneren en de milieuomstandigheden - kan de relatie leggen tussen de belangrijkste bedreigingen van Nederlandse zoutwater ecosystemen en de maatregelen om deze te bestrijden - kan zelfstandig een practicum volgens een voorschrift voorbereiden en uitvoeren; - kan zelfstandig een onderzoeksvoorstel schrijven, het onderzoek uitvoeren en daarvan schriftelijk verslag leggen volgens de systematiek van de natuurwetenschappelijke methode; Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de ecologie van het zoute water centraal. De leerstof wordt aangeboden door een combinatie van: · Hoorcolleges · Werkcolleges · Practica · Veldwerk tijdens een excursie Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijk tentamen. In het verslag zijn de uitwerkingen van de opdrachten en het eigen onderzoek van de veldwerkexcursie opgenomen. Daarnaast is er sprake van een handelingsdeel waarvoor verschillende opdrachten moeten worden uitgevoerd. Alle deeltoetsenen opdrachten en het handelingsdeel moeten minimaal met een voldoende worden afgerond, alvorens de studiepunten worden toegekend. De exacte samenstelling en gestelde eisen van het verslag en het tentamen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Tijdens de cursus is er plaats voor feedback van studiegenoten op het gemaakte werk. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: Ecosystemen, biosfeer, homeostase, energiestroom, kringloop, dynamiek, evenwicht, biodiversiteit en duurzame ontwikkeling. Vaardigheden: 1.1 t/m 1.4, 2.1, 2.2, 2,4, 2.6. Kosten deeltijd: (Excursie Zeeland: ± 100 euro) Kosten voltijd: (Excursie Terschelling: ± 150 euro) 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd



2.4

Kosten en studiematerialen

Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : - ‘ecologie van het zoute water' (SharePoint) Reader (verplicht) : Excursiehandleiding 'ecologie van het zoute water' (SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 55 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 82 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2ECZOUT-12



Titel

Evolutie

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2EVOLUT-13 Evolutie Evolution 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1498 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

25

2




5,5

75

2





Cursus doel

Met ondersteuning door inleidingen tijdens plenaire bijeenkomsten bestudeert de student het cursusboek zelfstandig . Practica en opdrachten dragen bij aan inzicht en geven tevens zicht op toepassing op school. Als vakdidactisch cursusonderdeel ontwerpt de student opdrachten en materiaal waarmee leerlingen kennis en inzicht in evolutieprocessen verwerven aan de hand van bijvoorbeeld spellen, simulatieprogramma`s of webquest. In het te ontwerpen materiaal dient de student rekening te houden of het bedoeld is voor het beroepsonderwijs of HAVO/VWO.

Tijdens presentaties van (tussentijdse-) dossieropdrachten wordt door medestudenten en docent, tussentijds feedback gegeven op prestaties. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan: - moderne evolutiebiologische concepten beschrijven - de verbanden beschrijven tussen vragen, methoden, problemen en resultaten van evolutiebiologisch onderzoek met betrekking tot evolutiemechanismen, afstammingsgeschiedenis en het ontstaan van leven - enkele historische denkbeelden op dit gebied benoemen - verschillende opvattingen over de relatie tussen natuurwetenschap en religie, in het bijzonder `evolutie en schepping` benoemen - materiaal en opdrachten te ontwerpen door middel waarvan leerlingen kennis en inzicht verwerven in evolutieprocessen aan de hand van spellen en verplicht ICT-materiaal. - met behulp van ICT-technieken op basis van aminozuurvolgorde in eiwitten verwantschappen tussen organismen afleiden. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Cursorisch met zelfstudie en literatuuronderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Het dossier bestaat uit zelf ontworpen leerling-materiaal met een verplichte ICT-component. Zowel het dossier als het tentamen moet met een voldoende worden afgerond. De toets telt voor ¾ mee in het eindcijfer en het dossier voor ¼. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 2, 3 en 7. Kennisbasis: Kennis van het schoolvak Molecuul: DNA, Genexpressie Organisme: Drie Domeinen Systeem, fossiel Populatie: Soort, populatie, genetische variatie, natuurlijke selectie, soortvorming Aarde: Biodiversiteit, ontstaan van leven

·

Kennis van aanpalende vakken Scheikunde: basisbegrippen: molecuul Natuurkunde: radioactieve isotopen, halveringstijd.



·

·

Wiskunde: kansverdeling Aardrijkskunde: Geogenese en geomorfologie Beroepskennis Biologie leren: begripsontwikkeling, culturele aspecten, kritisch denken. Het biologie curriculum: concept-context benadering De leeromgeving: ICT Vaardigheden Natuurwetenschappelijk: onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten en persoonlijke uitgangspunten. Aantal voor het vak relevante rekenkundige en wiskundige bewerkingen correct en geroutineerd toepassen. Biologische vakvaardigheden: aandacht schenken aan gevoelens die leerlingen uiten. Een keuze maken of standpunt bepalen ten aanzien van met biologische kennis verworven mogelijkheden op basis van afweging en de daarmee samenhangende maatschappelijke en ethische consequenties. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Diversen (verplicht) : Diversen : Ander materiaal wordt ter beschikking gesteld via de sharepointsite van de cursus. 2.5 Workload Contactduur (uren): 25 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2EVOLUT-13



Titel

Humane ontwikkeling

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2HONTW-13 Humane ontwikkeling Human development 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5

40

2


essay


5,5

60

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus humane ontwikkeling is de laatste cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus staat de ontwikkeling van de mens centraal. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn: het voortplantingsstelsel, embryologie, met extra aandacht voor hersenontwikkeling, seksualiteit en drugs. Deze thema’s worden in een maatschappelijke context geplaatst. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student:  Kan de biologische gevolgen van drugsgebruik bij de mens beschrijven. · Kan beargumenteren wat de maatschappelijke gevolgen zijn van drugsgebruik · Kan mogelijke sociaal-emotionele gevolgen van drugsgebruik voorspellen. · Kan de biologische gevolgen beschrijven van seksueel overdraagbare aandoeningen bij de mensen. · Kan weergeven hoe hij biologische, maatschappelijke en sociaal-emotionele aspecten rondom de thema’s drugs en seksualiteit bespreekbaar maakt in de klas met behulp van een lesvoorbereiding. · Kan didactische keuzes omtrent het bespreken van ethische gevoelige onderwerpen beargumenteren. · Kan verschillende interpretaties van het begrip gezondheid beschrijven. · Kan de ontwikkeling van een mens van zygote tot aan geboorte en daarna beschrijven. · Kan de ontwikkeling van de hersenen van een mens van zygote tot aan de geboorte en daarna beschrijven. · Kan verschillende technieken waarmee wordt ingegrepen in de reproductie en levenscyclus van de mens beschrijven. · Kan argumenten geven voor of tegen het gebruik van technieken waarmee wordt ingegrepen in de reproductie en levenscyclus van de mens beschrijven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de ontwikkeling van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerkt. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een essay. De inhoud van het essay wordt gepresenteerd en het verslag wordt ingeleverd. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 7

· · · · · · · ·

Kennisbasis: Cel, weefsel orgaan orgaansysteem uitscheiding homeostase voeding levenscyclus 253/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


· · · · ·

gezondheid hormoonhuishouding erfelijkheid voortplanting seksualiteit en relaties Aanpalende vakken: Gezondheidszorg en welzijn Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1, 3.2 Vaardigheden: 1.1, 1.3 2.1 t/m 2.5 & 2.8 Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, Informatievaardigheden, presenteren 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430- 2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding ‘Humane ontwikkeling’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2HONTW-13



Titel


Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk DT-3 ontwikkel je je verder met als doel te kunnen functioneren als zelfstandig vakdocent met begeleiding op afstand. Op je leerwerkplek verzorg je vaklessen en je neemt deel aan team/vaksectie overleg en andere (complexe) onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je leerervaringen aan de docentcompetenties. Daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en (aankomend) vakdocent, denkt na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet. Aan het eind van het jaar formuleer je ontwikkeldoelen voor de afstudeerfase. 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase als zelfstandig vakdocent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding : Het leggen van verbindingen tussen je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep enerzijds en je leervragen en leerervaringen bij het praktijkleren anderzijds. 2. Werkplekleren: Het planmatig werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie en ga je op zoek naar geschikte literatuur. Daarnaast ontwikkel je een eigen visie op onderwijs en je vak. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur. ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg je vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. ad. 2: Voor het Werkplekleren werk je als docent in opleiding op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leervragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. In je lessen maak je gebruik van taalgerichte (vak)didactiek. Je wordt vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkbegeleider bespreek je je leerervaringen regelmatig. Tijdens Studie en Werk DT-3A ben je gedurende 15 dagen op de leerwerkplek, waarbij je vaklessen geeft en verschillende andere docenttaken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 15 les- of begeleidingsuren. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Ook deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten



incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je werkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e


Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) je in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-2A (OAR-H1S&WD2A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van



Gorcum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk DT-3 ontwikkel je je verder met als doel te kunnen functioneren als zelfstandig vakdocent met begeleiding op afstand. Op je leerwerkplek verzorg je vaklessen en neem je deel aan team/vaksectie overleg en andere (complexe) onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je je leerervaringen aan de docentcompetenties. Daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en aankomend vakdocent, je denkt na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet. Aan het eind van het jaar formuleer je ontwikkeldoelen voor de afstudeerfase. 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase als zelfstandig vakdocent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het planmatig werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie en ga je op zoek naar geschikte literatuur. Daarnaast ontwikkel je een eigen visie op onderwijs en je vak. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur. 2. Studieloopbaanbegeleiding : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen

ad. 1: Voor het Werkplekleren leer en werk je als docent in opleiding op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. In je lessen maak je gebruik van taalgerichte (vak)didactiek. Je wordt vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig. Tijdens Studie en Werk VT-3B ben je gedurende 25 dagen op de leerwerkplek, waarbij je, in toenemende mate zelfstandig, lessen geeft en verschillende andere docenttaken uitvoert en meewerkt aan complexe onderwijsactiviteiten. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 25 les- of begeleidingsuren. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leeren ontwikkelproces. Voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken en daarop te reflecteren en deze te thematiseren.

ad. 2: In de bijeenkomsten met je studie- en werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze 260/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


leg je vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. Het laatste gesprek wordt gevoerd op basis van een beoordelings-lesbezoek en je ontwikkelingsportfolio.

ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e


Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) je in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-2B (OAR-H1S&WD2B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2 en 3A Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho 261/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van Gorcum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 258 Totaal (uren): 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Vakdidactiek: biologie actueel

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2DIDACT-12 Vakdidactiek: biologie actueel Present-day biology at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

dossier


5,5


100

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student verdiept zich in de thema’s taalgericht vakonderwijs, vaktaal- en begripsontwikkeling, conceptcontextbenadering en de jojo-strategie. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan · de drie pijlers van taalgericht vakonderwijs benoemen en beargumenteren hoe die toegepast worden in biologieonderwijs in het tweedegraadsgebied · vraagstukken rond vaktaal- en begripsontwikkeling van de leerling beschrijven en beargumenteren hoe een docent deze kan bevorderen · individuele lessen en lessenseries rondom een bepaald thema ontwerpen gebruik makend van de elementen van taalgericht vakonderwijs en vaktaal- en begripsontwikkeling en de keuze van de leerstof en keuze van onderwijsactiviteiten en werkvormen beargumenteren · diverse grafische vormgevers benoemen en de keuze voor een vormgever beargumenteren bij het aanbrengen van samenhang tussen biologische begrippen  Een beschrijving geven van de elementen en aanleiding van het nieuwe leren  Voor en tegen argumenten formuleren van het nieuwe leren  Lesmateriaal ontwikkelen gebaseerd op elementen van het nieuwe leren en de keuze van deze elementen argumenteren. · beschrijven wat de Concept-Context benadering in het biologieonderwijs inhoudt · lesmateriaal ontwikkelen gebaseerd op de concept-context benadering en de keuze van concepten en contexten beargumenteren Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het geven van minilessen en het lezen van literatuur krijgen studenten inzicht in actuele ontwikkelingen met betrekking tot vaktaal- en begripsontwikkeling, taalgericht vakonderwijs en concept-context benadering in het biologieonderwijs. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier dat bestaat uit de uitwerkingen van werkcollegeopdrachten en een taalgerichte lessenserie. De studenten krijgen tussentijds feedback op de uitwerking van de opdrachten. De precieze eisen aan het dossier en de toetsstof zijn terug te vinden in de cursushandleiding. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1: Vakdidactische kennis: begripsontwikkeling, didactische functie van contexten, trends en veranderingen in het biologiecurriculum, concept-contextbenadering Vaardigheden Domein 2: Biologische vakvaardigheden: 4 en 8 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd



Materiaal: Boek (verplicht) : Hajer, M. & Meestringa, T. (2009), Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum, Uitgeverij Coutinho. Diversen (verplicht) : Studiehandleiding op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2DIDACT-12



Titel

Vakdidactiek: biologie in het leergebied

Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OABI-H2DIDLRG-12 Vakdidactiek: biologie in het leergebied Biology in Science at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

niet verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

project


5,5


100

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student vergelijkt methodes van het leergebied Mens en Natuur en ontwikkelt (individueel en in groepen) lessen in het leergebied Mens en Natuur om zo inzicht te krijgen in het leergebied Mens en Natuur in het Algemeen Vormend Onderwijs en de bijbehorende vakdidactiek. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan: - de relatie tussen het vakgebied biologie en andere vakken in het leergebied mens en natuur beschrijven en maakt deze relaties zichtbaar maken voor leerlingen, - Een vak overstijgende lessenserie over een bepaald thema ontwerpen met doelen, opdracht, activiteitenplanning en afrondingseisen en de keuze die daarbij gemaakt worden, beargumenteren, De begeleidingsvaardigheden die horen bij vakoverstijgend werk benoemen en de keuze hiervoor beargumenteren, - Een vakoverstijgend project voorbereiden en organiseren in samenwerking met collega’s van andere vakken, - Een vakoverstijgend lessenserie uitvoeren en evalueren aan de hand van tevoren geformuleerde criteria.

Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het lezen van literatuur en het ontwikkelen van lessen krijgen studenten inzicht in het werken in het leergebied Mens en Natuur in het Algemeen Vormend Onderwijs en met de vakdidactiek van dit leergebied. Tijdens de cursus worden de diverse methodes vergeleken en maken de studenten kennis met de manieren waarop het leergebied in de verschillende scenario’s georganiseerd kan zijn. Daarnaast ontwikkelen de studenten individueel en in groepen eigen materiaal, evalueren dit materiaal en geven feedback op het materiaal dat door anderen is gemaakt. Tot slot ontwikkelen de studenten een uitgewerkt project voor het leergebied Mens en Natuur. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met het ontwikkelen van een conceptcontext-gestuurd eindproject binnen het leergebied Mens en Natuur, inclusief planning, overleg met collega’s, toetsing en beoordeling, waarbij de relaties tussen biologie en andere vakken binnen het leergebied zichtbaar worden voor leerlingen.Bij het ontwerp van het eindproject wordt gebruik gemaakt van een arrangeertool. e 1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL 3,4,5, 6 en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1, vakdidactische kennis: Didactische functie van contexten, leergebied mens en natuur, vakoverstijgende projecten met biologie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Burg, van der C. & Botta, G. (2009), Leerpleinen!, Amersfoort: CPS Diversen (verplicht) : Studiehandleiding 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119



Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2DIDLRG-12




Titel

Assessment kennistoets

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

Werkvorm


OAR-HASKENNIS-13 Assessment kennistoets Knowledge base test 1 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Frequentie




1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Landelijke kennistoets


5,5

100

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Kennistoets: Voor de landelijke kennistoets is geen strikte voorbereiding noodzakelijk. De kennisdomeinen die in deze toets aan de orde komen zijn ook allemaal cursorisch in de opleiding getoetst. Het verdiend wel aanbeveling om je van te voren goed te oriënteren op de te toetsen domeinen (middels de toetsgids) en om de oefentoets te maken. De oefentoets is wat betreft omvang en niveau gelijkwaardig aan de landelijke kennistoets Toetsen en beoordelingscriteria: Kennisbasistoets. De landelijke kennistoets wordt een aantal keer per jaar aangeboden op vastgestelde momenten . Omdat de toets op alle lerarenopleidingen in Nederland gelijktijdig wordt gemaakt wordt er bij de roostering van de toets geen rekening gehouden met vaste lesdagen of lestijden. De coördinator van je opleiding kan aangeven wanneer de landelijke kennistoets wordt aangeboden. Per studiejaar mag je gebruik maken van 2 toetsgelegenheden. In de kennisbasistoets wordt getoetst of de student de kennisbasis van het vak voldoende beheerst. Deze kennisbasis is te vinden op http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Legitimering: Zie toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Kennisbasis: Het vakinhoudelijk deel van de kennisbasis wordt in de landelijke kennistoets getoetst. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Om deel te kunnen nemen aan de kennistoets moet 70% van het vakinhoudelijk deel van het curriculum zijn afgerond. Voor precisering van het vakinhoudelijk deel van het curriculum kun je contact opnemen met de coördinator van je opleiding. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): niet geregistreerd Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 26 Totaal (uren): 28 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (1) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx



Titel

Assessment Startbekwaam

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

Werkvorm


Portfolio

niet verplicht

Assessment

niet verplicht

OAR-H3ASSTART-12 Assessment Startbekwaam Assessment 4 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Frequentie



7 maal per blok


63 minuten


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

toets


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring portfoliobegeleider’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 4 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam.. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx



Opmerkingen: Naast het inschrijven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments. 2.3 Ingangseisen Het examen propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam 2.5 Workload Contactduur (uren): 1 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 135 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Assessment startbekwaam NA kennistoets

Titel

Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

OAR-H3ASTARTK-13 Assessment startbekwaam NA kennistoets Assessment 4 4 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Portfolio

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Assessment


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring portfoliobegeleider’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment.

Het assessment Startbekwaam zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 4 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen: • Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. • Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. • Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. • Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Assessment Startbekwaam. Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam.. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt. Kennisbasis: In het assessment Startbekwaam wordt de kennisbasis niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de SBL-bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam. Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een beoordeling met ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.



URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Opmerkingen: Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Assessment kennistoets (OAR-HASKENNIS-13) Minimaal 60 punten van het propedeuse-programma moeten zijn behaald. Minimaal 175 punten moeten zijn behaald voor categorie H (hoofdfase). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam 2.5 Workload Contactduur (uren): 1 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 107 Totaal (uren): 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel

Beroepsproduct 3

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6

Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?

1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

OAR-H3BERPDT3-12 Beroepsproduct 3 Professional Product 3 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd Nee

MPM van de Laarschot (tel. 0884817350) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Project

niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Verslag


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct beschrijft het professionele handelen van een docent met de middelen die daar voor nodig zijn. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. Studenten die in 2013/2014 beroepsproduct 1 generiek hebben gedaan, doen beroepsproduct 2 vakgebonden. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school, in opdracht van de school en gerelateerd aan het vak. - De student verwerft een opdracht van coördinerende of leidinggevende professional op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. - De cursus beroepsproduct 3 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen aan het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, opzet evaluatie, realiseren, (laten) uitvoeren en evalueren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. - In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een onderzoeksteam feedback uit op de verschillende versies van de ontwerpverkenning. - In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in onderzoekteams, feedback en presentatie. - Tenslotte reflecteert de student in een procesverslag op het leerproces aan de hand van van tevoren gestelde leervragen gekoppeld aan specifieke competenties. - Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Doelstellingen/competenties: Oriënteren op de opdracht De student - verwerft in overleg met de opdrachtgever een duidelijke en relevante vakgebonden opdracht aansluitend bij de ontwikkelingen in de school. Verkennen en ontwerpen De student - formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen - beantwoordt de onderzoeksvraag o vanuit relevante en recente literatuur en daarmee inspiratie en onderbouwing verzamelt voor het beoogde beroepsproduct o door op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk te verzamelen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct



o door de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk te vergelijken en te integreren tot een eindconclusie - vertaalt de eindconclusie naar concrete ontwerpcriteria voor het beoogde beroepsproduct en beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit gaat zien en op welke wijze het voor wie gerealiseerd gaat worden - beschrijft en onderbouwt de voorgenomen wijze van presenteren en evalueren van het beroepsproduct Vormgeven De student - geeft een beroepsproduct vorm gebaseerd op de beschrijving uit de verkennende fase - realiseert in het beroepsproduct de geformuleerde ontwerpeisen - houdt in het vormgeven van het beroepsproduct rekening met in de school geldende kwaliteitseisen Presenteren en evalueren De student - presenteert en bespreekt het beroepsproduct, de voorafgaande verkenning en de opzet van het evaluatieonderzoek aan relevante collega’s in de school - voert het beroepsproduct uit of laat het uitvoeren en voert een evaluatieonderzoek uit Reflecteren De student reflecteert op onderbouwde wijze en aan de hand van geformuleerde leerdoelen op ontwikkeling van - het eigen professionele handelen - communicatie en samenwerking met relevante betrokkenen in en om de school - onderzoeksvaardigheden - op projectmatige wijze organiseren van het werkproces - kennis zoals beschreven in de kennisbasis van het vak en/of generiek Algemeen De student - ontwikkelt in de verkenning, het ontwerpen en in het reflecteren een kritische, onderzoekende houding - schrijft verzorgde verslagen met een logische opbouw - verwijst naar bronnen volgens APA-normen Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag bestaande uit: - Beschrijving van het probleem in de context van de school - Ontwerpverkenning. Dit onderdeel bevat de opdracht, de verkenning van de literatuur en van de praktijk, de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en de opzet van de evaluatie. Bijlagen zijn onder andere het opdrachtformulier en het contractformulier. De docent verleent groen licht voor het vervolg op basis van een feedbackformulier, zie cursushandleiding. - Het beroepsproduct. Dit bevat de beschrijving van het beroepsproduct. Bijlage is onder andere het beroepsproduct zelf. - Evaluatieonderzoek. Dit bevat een verantwoording van de gebruikte onderzoeksmethoden en instrumenten - Verslag van de presentatie van het product en de opzet van het evaluatieonderzoek op school en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct en het evaluatieonderzoek - Verslag van uitvoering, resultaten en conclusies van het evaluatieonderzoek - Reflectie op de leerdoelen en een verantwoording van de tijdsbesteding.



De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Daarnaast wordt het verslag beoordeeld door een tweede beoordelaar.

1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de tweede onderwijsperiode van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: Bij het werken aan een beroepsproduct 3 komen alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7 aan bod. Kennisbasis: Bij een beroepsproduct werkt de student aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis. Het werken aan een beroepsproduct draagt bij aan alle niveaus van de dublindescriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming en communiceren. De student verdiept of verbreedt de reeds aanwezige kennis en inzichten door te werken aan een complexe opdracht in een authentieke situatie. Om tot een verantwoord beroepsproduct te komen, is uitgebreide oriëntatie op de opdracht in theorie en praktijk noodzakelijk URL cursussite: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Voldaan aan eisen beroepsproduct 1 en 2 of daaraan gelijkwaardig. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 3 2014-2015. Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 269 Totaal (uren): 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk DT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je bent in staat om zelfstandig de onderwijstaken van een docent uit te voeren en zichtbaar te maken dat je dit op professionele wijze doet. Je participeert ook als een volwaardige docent in niet lesgebonden activiteiten en levert een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je beëindigt deze studiefase met de voorbereiding op het assessment startbekwaam. 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de afstudeerfase aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase aan te tonen dat je startbekwaam bent. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding : Je richt je dit jaar op wat je nog nodig hebt om te voldoen aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Daarbij ga je uit van een zelfanalyse en benut je de adviezen die je aan het eind van de hoofdfase hebt gekregen en verzamel je gericht bewijsstukken. 2. Werkplekleren: Je werkt planmatig verder aan het vergroten van je professionaliteit tot het niveau startbekwaam. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur. ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg je vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. ad. 2: Voor het Werkplekleren werk je als vakdocent op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leervragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig. Tijdens Studie en Werk DT-4A ben je gedurende 15 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 30 vaklessen of begeleidingsuren. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling . Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Ook deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studieloopbaanbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Ook voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je 282/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


aan deze bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten bespreek je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je telkens opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Tijdens Studie en Werk DT-4 bereid je je voor op het Assessment Startbekwaam. Hier word je beoordeeld op de SBL-competenties, niveau startbekwaam. Informatie over het assessment (toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding Assessment Startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e


Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) hij in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-3A (OAR-H2S&WD3A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2 en 3 Kosten en 2.4 studiematerialen



Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van Gorcum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren): 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd



Titel


Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8



Werkvorm


Frequentie



Diverse werkvormen

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Portfolio


5,5



100

1





2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In Studie en Werk DT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je bent in staat om zelfstandig de onderwijstaken van een docent uit te voeren en zichtbaar te maken dat je dit op professionele wijze doet. Je participeert ook als een volwaardige docent in niet lesgebonden activiteiten en levert een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je beëindigt deze studiefase met de voorbereiding op het assessment startbekwaam 2.2 Cursus inhoud Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de Acursus (Blok 1 en 2) en 10 EC aan de B-cursus (Blok 3 en 4). In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de afstudeerfase aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase aan te tonen dat je startbekwaam bent. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Studieloopbaanbegeleiding : Je richt je dit jaar op wat je nog nodig hebt om te voldoen aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Daarbij ga je uit van een zelfanalyse en benut je de adviezen die je aan het eind van de hoofdfase hebt gekregen en verzamel je gericht bewijsstukken. 2. Werkplekleren: Je werkt planmatig verder aan het vergroten van je professionaliteit tot het niveau startbekwaam. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. Je onderbouwt je visie en je handelen vanuit literatuur.

ad. 1: In de bijeenkomsten met je Studie en Werkbegeleider (SWB) staan je zelfbeeld, de ontwikkeling van je docentcompetenties en de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de studie centraal. Deze leg je vast en stel je regelmatig bij in je ontwikkelingsportfolio. Je werkt soms in groepen, soms met een studiegenoot en soms alleen aan leeractiviteiten die je daarbij ondersteunen en voert ongeveer tweemaal per jaar een gesprek met je SWB, al dan niet in aanwezigheid van je studiegenoot. ad. 2: Voor het Werkplekleren werk je als vakdocent op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leervragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig. Tijdens Studie en Werk DT-4B ben je gedurende 25 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 50 vaklessen of begeleidingsuren. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling . Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundels vakdidactiek en beroep.

Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Ook deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je in de studie&werkbegeleiding regelmatig terugkoppelt naar het metaniveau. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo je eigen leerproces. Ook voor het onderdeel Werkplekleren zijn er begeleidingsbijeenkomsten, die meestal op Instituut Archimedes worden georganiseerd. Het is afhankelijk van het type school waar je je leerwerkplek hebt of je



aan deze bijeenkomsten deelneemt bij je SWB of bij de IO voor jouw opleidingschool. Tijdens de bijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken en daarop te reflecteren en te thematiseren. ad. 1 en 2: Je legt verslag van het resultaat van je werken en leren tijdens je studie en op je leerwerkplek in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je opnieuw verbindingen legt tussen je zelfbeeld, je leerervaringen en de ontwikkeling van je docentcompetenties. Je vraagt zelf regelmatig om feedback op je beschrijvingen aan je medestudenten en/of je begeleiders. Je laat hierbij ook de zgn. bewijsstukken zien die je tijdens het Werkplekleren en bij andere onderdelen van de studie hebt verzameld. Tijdens Studie en Werk DT-4 bereid je je voor op het Assessment Startbekwaam. Hier word je beoordeeld op de SBL-competenties, niveau startbekwaam. Informatie over het assessment (toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding Assessment Startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO dat onderdeel uit maakt van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (1A, 2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal praktische voorwaarden hebt voldaan, zoals bv. je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben, etc. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria. Deze zijn vastgelegd in de studiehandleiding. Beoordeling van taalvaardigheid Nederlands kan hier deel van uitmaken. e

1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Je bepaalt zelf door je leervragen op welke bekwaamheidseisen je de nadruk legt. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Je maakt in je onderwijs gebruik van ICT en je kiest daarbij zelf aan welke onderdelen van de kennisbasis ICT je werkt. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio houd je zelf bij welke onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT) je in welke mate beheerst. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-3B (OAR-H2S&WD3B-12) Veronderstelde voorkennis: Veronderstelde voorkennis De inhouden van Studie en Werk 1, 2, 3 en 4A Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2010) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. 287/288 © Hogeschool Utrecht, juli 2014


Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Boek (verplicht) : Hajer, M. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs, Coutinho Boek (verplicht) : Lagerwerf, Bram, Fred Korthagen ( 2006) Een leraar van klasse, Boom Lemma Uitgevers Boek (verplicht) : Marzano, Robert, Wietske Miedema (2005) Leren in vijf dimensies, Koninklijke Van Gorcum Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 258 Totaal (uren): 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd


288. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Recommend Documents