25.0. Vaststellen verslag van de vergadering van de raad van 9 juni 2015 Inhoudsopgave 25.0. Vaststellen verslag van de vergadering van de raad van 9 juni 2015 ............................... 2 Raadsverslag reguliere raad van 09-06-2015 ..................................................................................... 3
25.0. Vaststellen verslag van de vergadering van de raad van 9 juni 2015
25.0. Vaststellen verslag van de vergadering van de raad van 9 juni 2015 Raadsverslag reguliere raad van 09-06-2015
VERSLAG Openbare vergadering van de raad van de gemeente Houten, gehouden op 9 juni 2015 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis van Houten Inhoudsopgave – RCV15.007 Inhoudsopgave – RCV15.007................................................................................................................................... 1 Tabel aan- en afwezigen .......................................................................................................................................... 2 1.
Opening......................................................................................................................................................... 3
2.
Vaststellen van de agenda ............................................................................................................................ 3
D E B A T R A A D.................................................................................................................................................... 3 3.
2015-029 Participatieverordening WIL .......................................................................................................... 3
4.
2015-031 Zienswijzen bij Kaderbrief WIL .................................................................................................... 10
5.
2015-030 Toekomstvisie Proeftuin Houten 2025......................................................................................... 11
6.
2015-035 Landbouwmechanisatiebedrijf Rinus van Dijk aan de Beusichemseweg 34 b/c ......................... 21
7.
2015-019 Jaarstukken 2014 - resultaatbepaling ......................................................................................... 24
8.
2015-020 Jaarstukken 2014 - resultaatbestemming.................................................................................... 24
9.
2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015 ................................................................................................. 33
10.
15GR0131 Beantwoording schriftelijke vragen over Dierenwelzijnsbeleid gemeente Houten; ....................... nadere vragen door vragensteller GroenLinks ............................................................................................ 35
S C H O R S I N G .................................................................................................................................................. 37 B E S L U I T V O R M E N D E R A A D ................................................................................................................ 38 11.
Heropening .................................................................................................................................................. 38
12.
2015-029 Participatieverordening WIL ........................................................................................................ 38
13.
2015-031 Zienswijzen bij Kaderbrief WIL .................................................................................................... 38
14.
2015-030 Toekomstvisie Proeftuin Houten 2025......................................................................................... 38
15.
2015-035 Landbouwmechanisatiebedrijf Rinus van Dijk aan de Beusichemseweg 34 b/c ......................... 39
16.
2015-019 Jaarstukken 2014 - resultaatbepaling ......................................................................................... 39
17.
2015-020 Jaarstukken 2014 - resultaatbestemming.................................................................................... 39
18.
2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015 ................................................................................................. 39
19.
2015-032 Verordening individuele studietoeslag WIL ................................................................................. 39
20.
2015-027 Huisvestingsverordening 2015 .................................................................................................... 39
21.
2015-038 Ontwerp-jaarrekening 2014 en de ontwerp-programmabegroting 2016-2019 van het Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht .................................................................. 40
22.
2015-039 Concept kadernota en ontwerp meerjarenbegroting BgHu 2016-2019/Jaarverslag en Jaarrekening BgHu 2014 ........................................................................ 40
23.
2015-041 Zienswijze ontwerpbegroting GGDrU 2016 ................................................................................. 40
24.
2015-040 Jaarrekening 2014 Recreatieschap Stichtse Groenlanden ......................................................... 40
25.
LTM15.006 Vaststellen geactualiseerde lijst openstaande toezeggingen en moties 9 juni 2015 .................................................................................................................................. 40
26.
RCV15.006 Vaststellen verslag van de vergadering van de raad van 19 mei 2015 .................................... 40
27.
LIST15.006 Vaststellen doorlopende lijst voor de raad van 9 juni 2015 ...................................................... 40
28.
Sluiting. ....................................................................................................................................................... 41
Bijlage 1: Toezeggingen .............................................................................................................................................
2 - 42
Tabel aan- en afwezigen Voorzitter W.M. de Jong, burgemeester
Griffier W. van Zanen
Leden
Partij
A.M. Dekker-Groen E. van Luling E.M.H. Noteborn-Hendriks P. Steehouwer E.W.O. van Vliet J.C.W. van Doorn-van Bijlevelt F.G.J. van der Meij G. Zandbergen W. Zandbergen Dagniaux, M.G. Y. van Dijk-Hessing E.G.J. Stiekema R.C.P. Vis W. Boersma-Zandbergen J.N. de Jong R.M. Pelleboer E.J. Visser Biesheuvel, A. J. Dubbink A.E. van Loon T.E. Corporaal D.J.P. Jimmink M.G.H.M. Hofstee A.A.F. ten Hoeve D.J. van Hoek J. Smith-Visser G. van Leeuwen P. Ooms P.A.M. de Laat
D66 D66 D66 D66 D66 ITH ITH ITH ITH VVD VVD VVD VVD CDA CDA CDA CDA PvdA PvdA PvdA GroenLinks GroenLinks HA! HA! ChristenUnie ChristenUnie SGP SGP Fractie De Laat
Wethouders M. van Liere H.J.C. Geerdes C. van Dalen J.C.H. Rensen
wethouder (D66) wethouder (VVD) wethouder (CDA) wethouder (PvdA)
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
Opmerkingen
| Inhoudsopgave
3 - 42
1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom, onder wie gasten van de raad.
2.
Vaststellen van de agenda Op voorstel van de voorzitter zullen de agendapunten 7 en 8 over de Jaarstukken 2014 gevoegd worden behandeld. De agenda wordt aldus vastgesteld. DEBATRAAD
3.
2015-029 Participatieverordening WIL De heer Zandbergen jr. (ITH) zegt dat de Participatieverordening WIL een belangrijke verordening is voor de gemeente Houten voor 2015 en de jaren daarna. De voorliggende verordening moet mensen met een beperking perspectief bieden door meer kansen te bieden op de arbeidsmarkt. ITH vindt dat belangrijk en is het daarom op hoofdlijnen eens met de Participatieverordening WIL om deze doelstelling te kunnen realiseren, waarbij ervan wordt uitgegaan dat iedereen werkt naar vermogen en bij voorkeur in een reguliere baan. Om deze ambitie te bereiken moet worden ingezet op vergroting van het marktbereik en moet meer gericht worden op constructieve en duurzame contacten met relevante werkgevers; ITH is daarom mede ondertekenaar van de motie van VVD en SGP die nog zal worden ingediend. Indachtig het advies van de clientenraad vraagt ITH wel hoe het college borgt dat inwoners met een lichamelijke beperking gelijke kansen krijgen om de Wet werk en zekerheid uit te komen, ongeacht hun verdiencapaciteit. Tot slot vraagt ITH een toezegging van de wethouder om de cliëntenraad periodiek te informeren over de voortgang. De heer Steehouwer (D66) zou de Participatieverordening WIL en de Kaderbrief WIL in één keer willen bespreken. Beide zijn een uitvloeisel van het eerder door de raad vastgestelde meerjarenbeleid WIL, waarbij de raad ook unaniem een motie heeft aangenomen ten aanzien van beschut werk. Tijdens het rondetafelgesprek heeft de cliëntenraad een toelichting gegeven op zijn advies. Dat advies van de cliëntenraad is positief, en dat vindt D66 belangrijk. Zij hebben daar wel een kanttekening bij gemaakt dat de informatievoorziening naar de cliëntenraad toe op orde moet zijn. Daar heeft D66 navraag naar gedaan, daarop heeft de cliëntenraad gezegd dat dat eigenlijk zowel structureel als op incidenten prima op orde is. D66 kan derhalve instemmen met de verordening en de kaderbrief, maar heeft nog twee aandachtspunten. Ten eerste heeft onlangs het Verwey-Jonker Instituut onderzoek gedaan naar jongeren met een beperking. De conclusie van het onderzoek is dat jongeren in de uitvoering van de Participatiewet aan hun lot dreigen te worden overgelaten. Ze zijn niet al te kansrijk op de arbeidsmarkt en hebben vaak zorg of extra ondersteuning nodig. Dit geldt zeker voor de overgang van 18- naar 18+; deze groep loopt extra risico om tussen de wal en het schip terecht te komen. Gelukkig wordt daar in de kaderbrief ook aandacht aan geschonken. Met het programma Interfaces wil WIL de verbinding tussen gemeenten en de verschillende stakeholders goed neerzetten en bovendien de dienstverlening aan jongeren en het samenspel op het snijvlak van participatie en zorg voor mensen met een beperking intensiveren. Maar D66 constateert ook dat er in Houten al veel gebeurt op dit vlak. Er zijn vele en diverse initiatieven, zoals de Krachtfabriek, de Stichting Lapso, en vast nog veel meer. D66 pleit ervoor om ook deze en andere maatschappelijke initiatieven mee te nemen in dit samenspel. Op die manier wordt het aanbod voor jongeren duidelijker en wordt het leren door de verschillende initiatiefnemers gestimuleerd. Dit alles natuurlijk met als doel om jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt zo goed mogelijk te ondersteunen en te begeleiden. D66 wil van de wethouder dus graag een toezegging dat deze en andere maatschappelijke initiatieven en vrijwilligersorganisaties betrokken worden bij het programma Interfaces. Tot slot - en hierin sluit hij aan bij de vorige spreker - vindt D66 ook actieve betrokkenheid van het bedrijfsleven cruciaal, en heeft daarom de nog in te dienen motie van VVD en SGP mede ondertekend. De heer Corporaal (GL) ziet in de sociale dienst Werk In Lekstroom een belangrijke speler om de transitie-opgaven waar te kunnen maken. Dat lukt naar de mening van GroenLinks tot
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
4 - 42
nu toe onvoldoende: er stromen nog te weinig mensen uit in reguliere banen, en er bestaan nog te veel zorgen rondom de dienstverlening die WIL biedt. Met name als er een complexe hulpvraag is, gaat het vaak niet goed. De top-3 van beste sociale diensten van Nederland is voor WIL nog ver weg. GroenLinks begrijpt de wethouder heel goed als hij zegt dat hij ruimte ziet voor verbeteringen. GroenLinks steunt de wethouder in de mening dat men deze ruimte niet alleen bij WIL moet zoeken, maar in de totale samenleving. WIL kan het niet alleen. Het college zegt in het uitvoeringsplan Sociale Agenda 2015 dat het een inclusieve samenleving voorstaat, waarin iedereen mee kan doen. Maar hoe voegt men de daad bij het woord? Dat moet een zorg zijn voor het gehele gemeentebestuur. De fractie van GroenLinks vindt het erg belangrijk dat ook mensen die voorheen beschut werk deden de kans krijgen om een echte baan te houden. Voor GroenLinks is beschut werk wèl een doel op zich, daarom staat zij terughoudend tegenover de visie zoals die verwoord is in het raadsvoorstel Participatieverordening. De cliëntenraad WIL heeft in zijn advies over de kaderbrief WIL heel terecht zijn zorg uitgesproken. WIL is helaas nog bezig met de uitwerking van een visietraject beschut werk voor de komende jaren. De visie had er al horen te zijn. Wellicht kan WIL daarbij nu wel inspiratie vinden bij andere gemeenten. In de gemeente Hollands Kroon werken nu 15 voormalige Wswers onder begeleiding bij een paprikakweker; werk dat voorheen door 10 oost-Europeanen werd uitgevoerd. GroenLinks hoort graag van de wethouder wat hij van deze aanpak vindt en of dat ook iets voor Houten zou kunnen zijn. De genoemde oplossing kan alleen gaan werken als werkgevers gaan beseffen dat het werk anders kan worden ingericht. De Participatievoorzieningen WIL dienen daarom mede ingezet worden om deze transitie mogelijk te maken. Dat vraagt om een stevige en niet vrijblijvende werkgeversbenadering. GroenLinks deelt de opvatting van de cliëntenraad dat het noodzakelijk is om de resultaten van het Werkgeversservicepunt beter in beeld te krijgen, en is daarom blij met de motie waar VVD en SGP vandaag mee komen en die GroenLinks mede heeft ondertekend. Ten slotte merkt hij op dat WIL een hoge preventiequote heeft. Veel mensen die zich melden bij WIL worden aan de poort afgewezen. GroenLinks vindt het belangrijk dat er meer inzicht komt in de dienstverlening van WIL aan de poort: wie is afgewezen? Wat was de reden van afwijzing? En welke ondersteuning heeft de cliënt wel gekregen? GroenLinks is blij dat de wethouder die vraag nu opnieuw uitgezet heeft bij WIL, maar vindt het apart dat WIL die informatie nog steeds niet beschikbaar heeft. GroenLinks hoort graag van de wethouder dat hij inzicht in de onderbouwing bij de preventiequote ook belangrijk vindt. WIL moet er volgens GroenLinks zijn voor alle mensen die een sociaaleconomische hulpvraag hebben; niet om ze te keuren, maar om verbindende verbanden tot stand te brengen. Dan krijgt de Lekstroom een sociale dienst waarover positief gesproken wordt, en komt ook de ambitie om hoog te scoren op de lijst van beste sociale diensten van Nederland dichterbij. De heer Dagniaux (VVD) heeft 2 vragen aan GroenLinks. Ten eerste begrijpt hij dat GroenLinks beschut werk als een doelstelling op zich ziet. Hij zou daar graag een korte toelichting op willen hebben, hij kan zich niet anders voorstellen dan dat ook beschut werk een middel hoort te zijn dat tot een doel leidt en nooit een doel op zich moet zijn. Ten tweede vraagt hij zich wat de preventiequote betreft af of het niet zo is dat WIL haar taak naar behoren uitvoert als ze aan de poort op een adequate wijze toetst of mensen wel of niet rechthebbenden zijn. De heer Van Hoek (CU) is benieuwd wat de heer Corporaal bedoelt met een 'niet vrijblijvende werkgeversbenadering'. De heer Corporaal (GL) antwoordt dat er ten eerste heel veel mensen zijn die werk doen en daar echt als baan voor betaald krijgen - tot nu toe in een beschutte werkplaats. Die mensen moet men echt een baan laten behouden en zorgen dat zij niet terug gaan vallen; dat ze wel activerende werkzaamheden doen, maar dan er niet als in een baan loon voor krijgen. Daarom moet men zoeken naar nieuwe oplossingen, naar vormen van werk niet in een beschutte werkplaats maar in de maatschappij, met ondersteuning. Wat betreft de preventiequote vindt GroenLinks het helemaal niet erg als mensen afgewezen worden, maar de fractie wil wel weten waarom, en waar deze mensen dan naartoe verwezen zijn. Te vaak hoort zij de opmerking dat WIL niets voor mensen kan betekenen, maar zonder te weten precies waarom. Men lijkt het zelf maar te moeten uitzoeken. GroenLinks wil voorkomen dat mensen het niet weten en dat de politiek ook niet kan monitoren wat er met mensen gebeurt. Met een niet vrijblijvende werkgeversbenadering bedoelt GroenLinks dat WIL ook rapporteert dat er bijv. 100 bedrijven in dat segment zijn bezocht en dat daarvan 2 of 3 meedoen. Als dat het cijfer is, dat er maar 3 meedoen terwijl er in een andere branche 30 meedoen, heb je een punt om na te vragen wat er in die ene sector aan de hand is en kun je daarover gaan praten. Niet vrijblijvend wilde zeggen dat werkgevers echt een inspanningverplichting hebben.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
5 - 42
De voorzitter vraagt de heer Corporaal om er rekening mee te houden dat zijn fractie ¼ van haar gehele spreektijd in deze raad heeft gebruikt bij het eerste debatpunt. De heer Van Loon (PvdA) memoreert dat voor 1,2 tot 2,5 mln. Nederlanders, meedoen aan deze door velen als ingewikkeld ervaren maatschappij niet vanzelfsprekend is. Deze mensen hebben moeite met de grote hoeveelheid informatie die elke dag op ze afkomt en met de ingewikkelde regels waar onder andere de overheid hen aan onderwerpt, maar overigens niet alleen de overheid; iedereen heeft bijvoorbeeld moeite met het ontcijferen van een verzekeringspolis. Lokaal doorvertaald betekent dit dat Houten tussen de 3.500 en 7.500 inwoners telt die moeite hebben om zich staande te houden. Over die mensen in Houten gaat het in deze participatieverordening. Zij hebben vast niet allemaal de steun van WIL of de gemeente Houten nodig om zich staande te houden, maar een belangrijk deel van hen wel. Zowel WIL als de gemeente Houten is verantwoordelijk voor de uitvoering van zaken die met de participatieverordening te maken hebben. Dat is ook waar de PvdA zich zorgen over maakt en waar hij hier op in wil gaan. Zoals de cliëntenraad van WIL al aangaf, zijn veel van de bepalingen die in de verordeningen terug te vinden zijn wettelijk vastgelegd. Daar kan dus niet veel meer aan worden veranderd. Belangrijk is echter wel hoe die bepalingen worden uitgevoerd. Daarbij is de menselijke maat belangrijk, en gelukkig heeft de wethouder in het rondetafelgesprek gezegd dat dat ook het geval zal zijn bij de uitvoering van de verordening. Er wordt naar individuele mogelijkheden gekeken en op basis van die mogelijkheden gehandeld. De vraag is dan wel, hoe men daar als gemeenteraad in Houten op kan sturen. De rapportages van WIL zoals de jaarstukken van WIL die vanavond nog ter bespreking voorliggen, gaan over het totaalplaatje van de 5 Lekstroomgemeenten. Per kwartaal krijgt de raad in bijpraatavonden ook de cijfers voor Houten, zoals a.s. donderdag. Maar als raad van Houten kan men daar weinig over vinden. Daarom vraagt hij van de wethouder een toezegging om de cijfers van de cliënten van WIL bespreekbaar te maken met de raad van Houten; de vorm waarin, is aan de wethouder. Op die manier staat men als raad weer aan het roer, zoals bij de jaarstukken die nog op de agenda van vanavond staan. Mensen die aan de onderkant van cliëntengroep 3 en 4 zitten, zijn voor de PvdA belangrijk. Voor deze mensen is het hebben van werk waar een betaling loon - tegenoverstaat van het grootste belang. Het betekent voor hen dat ze echt deelnemen aan de maatschappij, terwijl ze bij een dagbesteding alleen maar een bezigheid overdag hebben en niet of nauwelijks deelnemen aan de maatschappij; ze participeren er niet in. Wat dat betreft sluit de PvdA heel erg aan bij de woorden die GroenLinks daarover heeft gezegd. De gemeente staat aan de lat voor deze mensen. De gemeente moet ervoor zorgen dat ze werk krijgen, en daar zijn op landelijk niveau ook afspraken over gemaakt. In het Sociaal Akkoord dat in de Stichting van de Arbeid is afgesloten tussen regering, werkgevers en werknemers is de verplichting opgenomen voor het creëren van een groot aantal garantiebanen. De PvdA ziet nog geen beweging in het maken van die banen; daar is in het werkbedrijf Utrecht-Midden nog geen start mee gemaakt, voor zover de PvdA weet. De PvdA vraagt de wethouder naar de stand van zaken in dat dossier. De PvdA wil in elk geval niet dat deze groep mensen wordt gedwongen om bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen, iets waartoe zij in Nieuwegein wel zijn verplicht. Daar helpt men noch de cliënt, noch de vrijwilligersorganisaties mee. Bovendien, zo blijkt uit de cijfers van de vereniging van directeuren van sociale diensten, is het ook goedkoper om mensen op de een of andere manier loonvormend werk te laten verrichten. De PvdA hoort graag van de wethouder hoe het daar in Houten mee staat. De PvdA zal dus instemmen met de verordening, met als kanttekening dat de uitvoering vooral gestoeld moet zijn op hoe je met de cliënten omgaat; de menselijke maat is voor de PvdA van het allergrootste belang. De heer Ooms (SGP) zag op een participatie-excursie die vanuit het VGG-congres was georganiseerd een mooi project. Hij vraagt of de heer Van Loon ook op dagbesteding tegen is als het een mooi opstapje naar werk kan zijn; dat kwam namelijk uit genoemd project naar voren. De heer Van Loon (PvdA) antwoordt dat zijn fractie niet op dagbesteding tegen is zolang het leidt tot loonvormend werk, maar dat moet, als het tot de mogelijkheden behoort, dan wel nadrukkelijk een tussenfase zijn. De voorzitter constateert dat er geen andere vragen zijn aan de heer Van Loon en meldt dat de heer Van Loon 1/3 van de spreektijd van de PvdA-fractie heeft gebruikt. Hij verduidelijkt dat puur de spreektijd in eerste termijn gerekend wordt tot de spreektijd, exclusief interrupties. Mevrouw Ten Hoeve (HA!) haakt aan bij het begrip 'menselijke maat' dat de cliëntenraad al heeft genoemd. Bij alles moet het uitgangspunt de menselijke maat zijn: wat zijn iemands ca-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
6 - 42
paciteiten en waar ligt zijn motivatie; en niet eerst de vraag hoe dat financieel zit. Het gevaar zit, zoals de cliëntenraad ook al gezegd heeft, in de verplaatsing van klantgroep 4 naar klantgroep 3: "verdiencapaciteit" is dan ineens een heel eng woord. Houten Anders! zou graag zien dat de adviezen van de cliëntenraad ter harte worden genomen, en verwijst ook hier naar het door Nederland ondertekende VN-verdrag met betrekking tot de rechten van personen met een handicap. Als WIL graag tot de beste sociale diensten van Nederland wil gaan behoren is er nog aardig wat werk aan de winkel. Houten Anders! is van mening dat een klantvriendelijke, klantgerichte dienstverlening de basis is. Maatwerk verlenen en een ingang naar de arbeidsmarkt, volgen dan bijna automatisch. Aangezien het AB en het DB bij de Participatieverordening veel ruimte hebben, geeft dat veel ruimte voor nieuw beleid. Houten Anders! gaat er dan ook van uit dat dit ten voordele gaat komen van de cliëntengroepen en dat de menselijke maat de doorslag geeft boven de financiële. Houten Anders! zal volgen in hoeverre de adviezen van de cliëntenraad worden opgevolgd en houdt het college en WIL scherp. De heer Ooms (SGP) kan kort zijn over de Participatieverordening: de SGP kan zich vinden in de onderdelen van de Participatieverordening. Instrumenten als loonkostensubsidie, loonkostentegemoetkoming en persoonlijke ondersteuning zijn belangrijke instrumenten om mensen te helpen bij werk. De SGP is benieuwd naar de effecten hiervan. De SGP gunt ook het college meer tijd om te komen tot een passend antwoord op het vraagstuk van beschut werk. De SGP is overigens niet kritiekloos over WIL, daarover zal hij zo dadelijk nog iets zeggen. Over de Participatieverordening heeft hij nog één opmerking. Zoals gezegd was hij vorige week op het VNG-congres, hij verwees al naar het project dat hij toen bezocht heeft, een mooi project voor mensen met een forse afstand tot de arbeidsmarkt. Hij heeft daar twee dingen van opgestoken: ideeën over beschut werk, die hij aan de wethouder zal doorgeven; en het inzicht dat je als gemeente onzettend veel kunt doen met participatie, maar dat er altijd een groep overblijft die na alle pogingen, toch niet wil. Een tegenprestatie zou een laatste middel kunnen zijn om die mensen toch een zetje te geven. Dit heeft de SGP overtuigd om een nog in te dienen amendement van de VVD vóór de tegenprestatie te steunen. De heer Corporaal (GL) merkt in reactie op de steun van de SGP aan de motie van de VVD voor de tegenprestatie, op dat de tegenprestatie al geregeld is in de verordening. De heer Ooms (SGP) gaat het om het dwingende karakter; dat element stond nog niet in de verordening. Hij laat de motivering bij de motie verder over aan de woordvoerder van de VVD die de motie nog zal indienen. Hij is er in Apeldoorn van overtuigd geraakt dat het goed is om toch een stukje dwang aan de tegenprestatie toe te voegen. De heer Dagniaux (VVD) bedankt de SGP voor haar steun aan het amendement dat hij zal indienen en zal proberen ook zijn overige collega's in de raad te overtuigen. In het overzicht van gewijzigde artikelen in de voorliggende Participatieverordening ten opzichte van de huidige verordening staat onder meer dat door het DB de mogelijkheid te geven nadere regels en bedrijfsregels vast te stellen, het mogelijk is om de verordening algemeen te houden. Daarmee kunnen hoogte, voorwaarden en duur van bepaalde in de verordening omschreven voorzieningen uitgewerkt worden in een aparte regeling, een apart besluit. Hierdoor kan optimaal ingespeeld worden op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Zijn vraag aan de wethouder is wel of dit betekent dat Houten een deel van haar verordenende bevoegdheden alsnog overdraagt aan WIL. Hij komt nu op de tegenprestatie. De VVD heeft al meermalen aangedrongen op een duidelijkere positionering van de wettelijk vastgelegde tegenprestatie. Ook de VVD vindt dat intrinsieke motivatie altijd beter is dan extrinsieke motivatie. Als echter - zo zegt hij in aansluiting op het betoog van de SGP - die intrinsieke motivatie onverhoopt ontbreekt, blijft alleen extrinsieke, dus opgelegde, motivatie over. In de verordening komt de VVD dit nog steeds onvoldoende tegen. Opvallend genoeg staat in de toelichting op diezelfde verordening ook expliciet dat er "voor mensen geen keuzevrijheid is om wel of niet een tegenprestatie te leveren". Daar is volgens hem geen woord Chinees bij. De raden van Nieuwegein en Houten hebben in tegenstelling tot de overige deelnemers de verordenende bevoegdheid aan zich gehouden. De raad van Nieuwegein heeft inmiddels besloten om de verplichting expliciet op te nemen in de verordening en de VVD Houten wil dit voor Houten ook expliciet terugzien. Daarom dient hij het reeds aangekondigde amendement in. Amendement 033-2015 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 2015-029 Onderwerp: Participatieverordening WIL
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
7 - 42
De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d. 9-6-2015; Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor t.a.v. onderdeel Tegenprestatie: - de tekst in de verordening art. 12 Tegenprestatie 1. Het DB bevordert dat mensen naar vermogen meedoen in de samenleving door te werken en/of door maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten. 2.Het DB spreekt, ter ondersteuning van dit uitgangspunt, de belanghebbende aan op het verrichten van een tegenprestatie. 3.De tegenprestatie maakt integraal onderdeel uit van het werkproces van WIL. 4.Belanghebbende bepaalt zelf de inhoud van de tegen prestatie. - vervangen door: 1.Het DB bevordert dat iedereen naar vermogen meedoet in de samenleving door te werken en/of door maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten. 2.Het DB bespreekt actief, ter ondersteuning van dit uitgangspunt, met de belanghebbende met arbeidsvermogen (klantgroep 1 en 2), die zich niet in een reïntegratietraject bevinden, welke tegenprestatie wordt verricht. De belanghebbende bepaalt, in overleg met de WIL, zelf de inhoud van de tegenprestatie. 3.De tegenprestatie maakt integraal onderdeel uit van het werkproces van WIL. 4.Het DB legt een passende sanctie op bij het niet voldoen aan de plicht tot een tegenprestatie voor klantgroep 1 en 2.
Ondertekend door Marcel Dagniaux (VVD) en Pascal Ooms (SGP). De heer Van Loon (PvdA) beziet dit amendement met enige tegenzin. Hij vraagt zich af of de VVD denkt dat mensen beter naar de arbeidsmarkt toegeleid worden als zij gedwongen worden bepaald werk te verrichten. De heer Dagniaux (VVD) refereert voor zijn antwoord aan de toelichting op het amendement. De tegenprestatie draagt, mits goed en consequent ingevuld, bij aan: het bevorderen van maatschappelijke participatie; wederkerigheid, en daarmee aan vergroting van maatschappelijk draagvlak voor uitkeringen; sociale cohesie in de samenleving; of wellicht een mix van voornoemde doelen. Hij wijst er verder op dat er in verband met uitkeringen ook geen discussie over sancties is als iemand niet gaat solliciteren terwijl hij of zij daar wel een baan mee zou kunnen krijgen. De VVD heeft meermalen aangegeven een groot voorstander te zijn van een vangnet voor mensen die dit echt nodig hebben. Maar om dat vangnet te waarborgen en te zorgen dat het alleen toekomt aan wie die dat echt nodig heeft, vindt de VVD dat je daar ook wat voor mag terugverwachten als de persoon in kwestie daartoe in staat is, en als deze dat consequent weigert, wil de VVD dat het DB in allerlaatste instantie de wettelijke verplichting daartoe gewoon afdwingt. Gewoon conform de wet. De heer De Jong (CDA) vraagt waar toch die angst vandaan komt, waarom de VVD sancties nodig vindt als extra prikkel om een tegenprestatie te leveren. Kun je niet veel beter je inspannen om, zoals in de nota staat, mensen te verleiden, stimuleren, motiveren, aan te moedigen, steunen, adviseren? Waarom kiest de VVD voor het middel van sancties opleggen? De heer Dagniaux (VVD) stelt de wedervraag waar toch die angst vandaan komt om in laatste instantie een mogelijkheid voor een sanctie op te nemen. Zoals hij al eens eerder aangaf, doet men dat ook met wel of niet stoppen voor een rood verkeerslicht. Op het moment dat men zich niet aan onderling afgesproken regels houdt, moet er als ultimum remedium een mogelijkheid voor een sanctie zijn. Hij heeft aangegeven dat de voorkeur van de VVD ook uitgaat naar intrinsieke motivatie, en in het amendement staat ook dat de belanghebbende zelf doorslaggevend is in welke tegenprestatie hij zal leveren, maar als iemand consequent weigert dat te doen, mag daar gewoon iets tegenover staan. De heer Ooms (SGP) wijst zijn collega's erop dat in het amendement alleen klantgroep 1 en 2 zijn benoemd voor de tegenprestatie. Dat lijkt hem een belangrijke nuancering. De heer Corporaal (GL) memoreert dat nog geen jaar geleden mensen uit klantgroep 1 en 2 nog niet eens vrijwilligerswerk mochten doen. Ze moesten echt beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Daarvan is juist gezegd: we geven ze de ruimte om vrijwilligerswerk te doen om zo een bijdrage aan de samenleving te leveren, maar nu wil de politiek al weer doorschakelen naar een verplichting, het al weer opleggen. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat dat helemaal niet helpt en het is ook niet nodig, want WIL heeft wettelijk al de mogelijkheid om mensen die niet willen, aan te pakken. Maar laat men nu niet zeggen dat dit voor iedereen moet gaan gelden; dat is echt spijkers op laag water zoeken. De heer Dagniaux (VVD) kan ook hier alleen maar aanVerslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
8 - 42
geven dat de VVD er uiteraard geen voorstander van is om het te moeten hebben van een sanctie. Het gaat er de VVD alleen om dat de vrijblijvendheid van een tegenprestatie er van afgaat. De invulling is voor het grootste deel aan betrokkenen zelf, maar het kan niet zo zijn dat je wel gebruik wilt maken van bestaande regelingen maar daar niets voor terug wilt doen terwijl je daar wel het vermogen voor hebt. De heer Zandbergen jr. (ITH) wijst de heer Dagniaux erop dat de Participatieverordening WIL terugwerkende kracht heeft; dat staat in Art. 23 en ook in het raadsvoorstel. Het met terugwerkende kracht mogelijk maken van het opleggen van sancties is bij wet verboden. Zijn vraag is dan ook waarom de heer Dagniaux bij amendement iets voorstelt dat in strijd is met de wet en waarmee de verordening dus onrechtmatig zou worden. De heer Dagniaux (VVD) antwoordt dat hij geen jurist is maar dit soort dingen wel een beetje praktisch bekijkt. Hij beaamt dat deze verordening geen terugwerkende kracht heeft, en dat het daarom niet zo kan zijn dat iemand die in januari een gesprek heeft gevoerd en om wat voor reden dan ook geen tegenprestatie heeft geleverd, daar met terugwerkende kracht een sanctie voor opgelegd krijgt. Men moet wel een beetje pragmatisch blijven. De heer Zandbergen jr. (ITH) vindt 'pragmatisch blijven' een te losse insteek. Het is in strijd met de wet, inclusief de grondwet en internationale verdragen zoals het Europees verdrag ter bescherming van de rechten van de mens. Die zijn in het leven geroepen om mensen te beschermen. Het gaat hier ook nog eens om een heel kwetsbare groep, die je dus eigenlijk extra moet beschermen. Zijn vraag is of het klopt dat de VVD nu een onrechtmatigheid voorstelt. De voorzitter vindt het niet zinvol om een discussie te voeren of dit juridisch houdbaar is. Als het amendement juridisch niet houdbaar is, wordt het wel afgeschoten als het aangenomen mocht zijn; dat valt in deze raadzaal niet te beslechten, of het moest zijn dat de wethouder er ijzersterk uitsluitsel over kan geven. Hij is het er wel mee eens dat het juridisch getoetst moet zijn en kloppen, dus als de bijdrage van de heer Zandbergen jr. klopt, moet het aldus geamendeerde voorstel voor vernietiging worden voorgedragen, mocht het zijn aangenomen. De heer Van Hoek (CU) denkt, indachtig de beeldspraak over een ketting, dat de kracht van de Houtense samenleving wordt bepaald door de zwakste schakel binnen die samenleving. Kwetsbare Houtenaren vallen voor de ChristenUnie vooral onder klantgroep 3. De ChristenUnie vraagt daar dan ook bijzondere aandacht voor en kent de wethouder ook als iemand die daar aandacht voor heeft, maar wil dat graag onderstrepen en versterken. Werk hebben in wat voor vorm dan ook blijkt van kritisch belang om je maatschappelijk nuttig te voelen en voor je geluk en welzijn. Tevreden en gelukkige mensen doen ook een minder groot beroep op hulpverlening en hebben een lagere zorgconsumptie dan ongelukkige mensen. Daarom is inzetten op behoud van werk of het verkrijgen van werk van belang. De ChristenUnie ondersteunt dan ook van harte de zoektocht om ook inwoners uit klantgroep 3 - Houtenaren met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking - zoveel mogelijk gewoon bij bedrijven beschut werk te laten doen. Tegelijkertijd kent de fractie ook voldoende mensen die zodanig beperkt zijn dat zij het bij een gewone werkgever gewoon niet gaan redden. Als je net boven de 20% arbeidsvermogen hebt - zeg 25% - dan kun je een heleboel dingen niet. Mensen met dat beperkte vermogen kunnen vaak niet actief meewerken in deze prestatiegerichte samenleving waarbij haast, werkdruk en allerlei andere stresserende factoren belangrijk zijn om gewoon je werk te kunnen doen. De fractie is ook erg benieuwd naar de uitkomsten van het al gestarte visietraject Lekstroom Werkt 2020 en vraagt de wethouder om de raad daarover zo spoedig mogelijk te informeren en toe te zeggen om de mogelijkheid van een beschutte werkplaats in dat visietraject bewust mee te nemen. Hoe graag de fractie ook ziet dat mensen met een beperking in het normale bedrijfsleven beschut werk doen, er blijft een groep mensen over die dat gewoon niet gaat trekken en die nu uitermate zinvol - zeker voor hun gevoel van eigenwaarde - bezig zijn. Daarnaast is ook de vraag wanneer de raad deze notitie kan verwachten en bespreken. De ChristenUnie heeft het amendement van de VVD en de SGP over de werkgeversbenadering mede ondertekend; dat amendement zal waarschijnlijk onder het volgende agendapunt worden ingediend. De voorzitter constateert dat het CDA ervoor kiest de bijdrage over het huidige en volgende agendapunt te leveren onder het volgende agendapunt. Wethouder Van Dalen sluit niet uit dat hij in herhaling vervalt ten opzichte van de discussie die bij het meerjarenbeleidsplan WIL is gevoerd voor wat betreft zaken als beschut werk, te-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
9 - 42
genprestatie en vooral ook de informatievoorziening naar de cliëntenraad en de raad zelf en nog enkele losse punten. Wat betreft beschut werk memoreert hij de doelstelling van de Participatiewet om mensen die al afstand hebben tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen op de reguliere arbeidsmarkt, en dat te doen met een passend aanbod. Uitgangspunt is dus het vermogen tot loonvormende arbeid, en hij is het helemaal met de heer Van Hoek eens dat er aan de onderkant een groep overblijft die je niet kan dwingen daartoe en waarvoor je een andere voorziening zult moeten creëren. Dat moet ook een van de uitkomsten van Lekstroom Werkt 2020 zijn. Deze zal in de tweede helft van dit jaar zijn beslag krijgen. Daarin komt dat aan de orde. Het betreft namelijk arbeid waarbij altijd sprake zal zijn van begeleiding en het is in die zin ook wel weer financieel gunstiger - geen doel op zich overigens - maar 4 dagdelen beschut werk kosten net zoveel als 4 dagen dagbesteding. Hij wijst erop dat het hier om een nieuwe doelgroep gaat, en denkt dat op dat punt een misvatting leeft bij de heer Corporaal. De heer Corporaal verwees naar experimenten met oud-Wsw-ers, maar het gaat hier om een andere doelgroep. Deze doelgroepen kunnen wel in één werkvorm opgaan, maar het gaat om mensen die vanaf 1-1-2015 zijn ingestroomd met een beperking en die weinig loonwaarde hebben, maar wel loonwaarde hebben. De eigen populatie Wsw-ers is bij het UW Utrecht ondergebracht. Hij komt dus tot de conclusie dat het op deze manier verder uitgewerkt kan blijven worden en het bij loonvormende arbeid blijft. Wat betreft de tegenprestatie zij maar weer even herhaald dat de bijstand niet vrijblijvend is, maar dat de tegenprestatie op deze ma-nier heel erg uit zijn verband wordt getrokken. Het is een bijdrage aan de samenleving om iets terug te doen, een nuttige activiteit. Maar in de Participatieverordening is de trits aan mogelijkheden te zien die de gemeente heeft om toe te passen bij werklozen en mensen met een uitkering. Hij wil daarmee ook aangeven dat de mogelijkheden om dat te sanctioneren zijn opgenomen in de afstemmingsverordening. En dat geldt voor alle activiteiten waarvan je verwacht dat mensen die gaan doen. Hij moet erop wijzen dat de tegenprestatie vrijwilligerswerk is; wie de tegenprestatie verplicht wil stellen en erop sanctioneren, morrelt dus eigenlijk aan het karakter van de tegenprestatie en stelt het hele systeem van vrijwilligerswerk ter discussie. Vrijwilligersorganisaties zitten namelijk ook niet te wachten op mensen die tot dat werk verplicht worden; het staat ook haaks op het uitgangspunt van vrijwilligerswerk. En het is eigenlijk ook onuitvoerbaar: om het te sanctioneren moet er administratief nogal wat gebeuren, en als het verplicht wordt gesteld staat daar ook een plicht tegenover om aan de aanbodkant aanbod te creëren. Dat ligt dan ook op het bordje van de gemeente. Het geeft dus extra administratieve lasten en drukte. De heer Dagniaux (VVD) is in het algemeen geen voorstander van het verhogen van administratieve lasten maar dat de administratieve lasten hoger worden kan geen argument zijn om hier niets aan te doen. Hij wijst de wethouder er op zoals hij al aangaf, dat nota bene in de eigen toelichting van WIL op deze verordening de zinsnede staat dat een belanghebbende niet vrij is om wel of geen tegenprestatie te leveren. Dat is klip en klaar en wat de VVD betreft ook geheel in lijn met wat er in de wet staat. Allerlei uitvoeringsperikelen moeten het principe dus niet in de weg staan. Wethouder Van Dalen beaamt dat er een verplichting bestaat om de tegenprestatie te regelen. Dat gebeurt in de verordening. Als het gaat om het al dan niet verplichten, is de tegenprestatie een van de instrumenten waar je klanten van WIL aan kan en moet houden. Het is dus maar een deel van het instrumentarium en de VVD lost er volgens hem ook niets mee op, want wat je uiteindelijk beoogt is om mensen beter te maken, toe te leiden naar de arbeidsmarkt en ook vooral naar die baan op zoek te gaan die voor hen bedoeld is. De heer Ooms (SGP) vindt het wat verwarrend. De wethouder spreekt over een verplichting, maar aan de andere kant staat hier dat de tegenprestatie integraal deel uitmaakt van het werkproces. Wat is precies het verschil? En als het gaat om de sanctie: als iemand echt niet wil, is dit een uiterste middel om iemand een zetje te geven. Wethouder Van Dalen antwoordt dat de tegenprestatie an sich niet nodig is om te sanctioneren. Er kan sowieso een sanctie worden opgelegd als iemand echt niet wil meewerken aan een traject om beter te worden. Daar heeft de raad zelf de afstemmingsverordening over vastgesteld. Sanctioneren kan dus op zich al, maar is niet specifiek nog eens opgenomen voor de tegenprestatie in deze verordening. De heer Dagniaux (VVD) vraagt de wethouder om dan toch nog eens aan te geven hoe het zit met de wettelijke verplichting dat je niet mag weigeren om een tegenprestatie te leveren, punt. Wethouder Van Dalen antwoordt dat daarover in de Tweede Kamer ook de nodige discussien is geweest. Wie daar op googlet komt heel veel voorbeelden voor en tegen in den lande tegen. De gemeente heeft de verplichting er beleid op maken en doet dat op deze manier, maar wordt niet verplicht om, zoals de VVD wil, de tegenprestatie te sanctioneren. De heer Van Hoek (CU) vraagt of de wethouder enig idee heeft om hoeveel mensen het zou gaan of zou kunnen gaan, bij wie in het uiterste geval een sanctie aan de orde zou kunnen
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
10 - 42
zijn. Wethouder Van Dalen weet dat niet. Hij heeft nog een paar losse eindjes te beantwoorden. Het ging ook over informatievoorziening naar de cliëntenraad. Zoals de heer Steehouwer van D66 al aangaf gebeurt dat regulier al. Als het gaat om de vraag van de PvdA over de informatievoorziening naar de raad, snapt hij heel goed dat de PvdA de Houtense cijfers wil hebben en periodiek geïnformeerd wil worden over de situatie zoals die in Houten geldt. Gekoppeld aan kwartaalrapportage is die informatie er op zich al, maar de PvdA wil er kennelijk ook over in de raad kunnen praten. Hij stelt voor om de hele informatievoorziening vanuit WIL aan de raad te koppelen aan de wijziging van de GR die in de tweede helft van dit jaar gestalte moet krijgen: deze moet op 1-1-2016 zijn aangepast; om dan ook met de raad in gesprek te gaan over de juiste informatievoorziening naar de raad. De heer Dagniaux (VVD) memoreert zijn vraag of de Houtense raad met het voorbehoud of buiten de verordening houden van hoogte, voorwaarde en duur van bepaalde voorzieningen een deel van zijn verordenende bevoegdheid alsnog bij WIL neerlegt. Wethouder Van Dalen antwoordt dat de gemeenteraad van Houten zijn verordenende bevoegdheid behoudt, alleen is er praktisch voor gekozen om zaken die snel kunnen wisselen of waarmee je snel wilt inspelen op de arbeidsmarkt niet allemaal in de verordening op te schrijven maar in een besluit. De heer Steehouwer (D66) memoreert zijn verzoek aan de wethouder om een toezegging om vrijwilligersorganisaties en maatschappelijke ondernemers en initiatieven te betrekken bij het programma Interfaces. Wethouder Van Dalen antwoordt dat dat al het geval is en juist lokaal wordt uitgewerkt niet alleen met vrijwilligersorganisaties. Ook in antwoord op de vraag van de heer Van Loon over de werkgeversbenadering kan hij aangeven dat hij inmiddels bezig is met het ondernemersplatform in Houten en anderen om juist Houtense ondernemers hierbij te betrekken. Dat loopt goed en daar krijgt de raad de resultaten uiteraard van gemeld. De heer De Jong (CDA) legt de heer Dagniaux voor hoe amendement 033-2015 moet worden verstaan als er gewoon geen vrijwilligerswerk is op iemands niveau. Hoe moet daar dan mee omgegaan worden? De heer Dagniaux (VVD) denkt dat er in de Houtense samenleving nog heel veel werk te doen is dat niet als betaald werk wordt aangemerkt. Als je een bijdrage aan deze samenleving wilt leveren is er bijna altijd wel iets te vinden. En als er in het uiterste geval niets te vinden is, en betrokkene er alles aan heeft gedaan en goede wil heeft getoond, houdt het uiteraard op een gegeven moment op. De raad acht dit raadsvoorstel voldoende besproken voor besluitvorming hedenavond. 4.
2015-031 Zienswijzen bij Kaderbrief WIL De voorzitter memoreert dat de heer Steehouwer zijn bijdrage over dit onderwerp al heeft geleverd. De heer Dagniaux (VVD) vraagt zich af waarom men als raad achteraf nog spreekt over een zienswijze die door het college al is verzonden. Waarom is de raad niet eerst aan zet? De kaderbrief is op 11 februari jl. verzonden door WIL. Een tijdige behandeling zou dus geen probleem hoeven zijn. In de kaderbrief geeft WIL aan dat zij nauw samenwerkt met, en zich richt op, werkgevers in de Lekstroom en de rest van de arbeidsmarktregio. De VVD zou daar graag een concretere invulling van willen hebben en heeft een motie van de SGP daarover die nog ingediend moet worden, mede ondertekend. De heer Ooms (SGP) steunt een positief-kritische reactie op de kaderbrief WIL. De SGP is in de eerste plaats ook het college erkentelijk voor het opnemen van het amendement met betrekking tot schuldhulpverlening. Ondanks die steun zou de SGP graag meer ambitie zien bij WIL. WIL scoort weliswaar redelijk in de benchmark van sociale diensten in Nederland, maar een goede benchmark betekent niet per definitie dat de uitstroom naar werk heel erg hoog is. WIL geeft zelfs aan dat zij nog meer mensen in de bijstand verwacht in de nabije toekomst. De markt is moeilijk, zo weet hij; er worden nog steeds mensen ontslagen. Maar gehoord de signalen uit de markt denkt de SGP dat er nog ruimte is om meer uitstroom naar werk te realiseren dan WIL nu doet. De SGP vindt dat in de werkgeversbenadering van WIL nog wat te winnen is, zowel wat betreft het leggen van contacten met het bedrijfsleven als wat de wijze van benadering betreft. De wethouder gaf in het rondetafelgesprek ook aan dat de werkgeversbe-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
11 - 42
nadering van WIL beter kan. De wethouder gaf ook aan dat de markt ook zelf heel actief is in het zoeken naar sociale oplossingen. Concreet zou de SGP dus willen zien dat WIL een plan ontwikkelt om de werkgeversbenadering verder uit te werken. De SGP wil daar een amendement voor indienen samen met VVD, ChristenUnie, GroenLinks, D66, ITH en Fractie De Laat. De indieners willen dit zien als een steun in de rug voor de wethouder. Ze zijn niet tegen de lijn van de wethouder, maar willen dit heel graag vanuit de raad meegeven aan WIL. Amendement 034-2015 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 2015-031 Onderwerp: Zienswijzen bij Kaderbrief WIL De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d. 9 juni 2015; Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: - het volgende toe te voegen aan de beslispunten: f. WIL verzoekt meer werk te maken van de werkgeversbenadering door het opstellen van een concreet plan hiervoor en dit te communiceren aan de deelnemende gemeenten; - het college wordt verzocht de aanpassing te communiceren aan de WIL. Ondertekend door P. Ooms (SGP), M. Dagniaux (VVD), D. van Hoek (ChristenUnie), P. Steehouwer (D66) en G. Zandbergen (ITH).
Wethouder Van Dalen dankt de fracties voor hun steun, want juist de werkgeversbenadering is een belangrijk onderwerp. Er gebeurt al veel, wellicht buiten het zichtveld van de raad. Wel heeft hij een bedenking bij de zinsnede over het opstellen van een concreet plan. Er worden al veel plannen geschreven. Hij stelt voor om de raad te informeren over wat er op dit punt al gedaan wordt, wat dat voor Houten betekent en waar het college denkt dat te kunnen versterken en intensiveren. Zo verstaan, is hij zeer blij met deze steun, het helpt hem ook in de discussie met WIL. De voorzitter merkt op dat de wethouder het gevraagde plan overdrachtelijk ziet, en vraagt of de heer Ooms het amendement daar nog op aan wil passen. De heer Ooms (SGP) zal zich daarop beraden met de overige indieners. Wethouder Van Dalen denkt dat hij vooral met een motie geholpen zal zijn als dit als een steun in de rug bedoeld is. De heer Van Loon (PvdA) geeft aan dat als het amendement inderdaad wordt omgezet in een motie, dit in feite de uitvoering is van wat de PvdA de wethouder vroeg, namelijk uitleggen wat er in Houten gebeurt op het punt van benadering van werkgevers. Als het op een andere manier geformuleerd wordt en niet zo dwingend gemaakt wordt en geen papierproductie veroorzaakt, - want dat is het al een beetje - dan zal de PvdA een eventuele motie, als het daar van komt, ondersteunen. De voorzitter geeft de suggestie mee om het dictum van het amendement te verwoorden in termen van "inzicht geven in" of iets dergelijks. De raad acht dit onderwerp rijp voor besluitvorming hedenavond. 5.
2015-030 Toekomstvisie Proeftuin Houten 2025 Op verzoek van de burgemeester De Jong is plaatsvervangend voorzitter de heer Van Leeuwen voorzitter gedurende dit agendapunt. De heer Zandbergen sr. (ITH) zegt in de eerste plaats dank aan allen die aan deze toekomstvisie hebben bijgedragen: inwoners, de organisatie, en de burgemeester die het project heeft geleid. Het doet hem ook deugd dat Nieuwegein hier ook belangstelling voor heeft, een mooi toeval nadat hij zelf in de vorige raadsvergadering Nieuwegein nog noemde als eventuele samenwerkingspartner: je weet maar nooit. De toekomstvisie stelt de mens centraal. In Houtens lokale politiek geeft ITH er de voorkeur aan om de inwoners centraal te stellen, een detail misschien maar voor ITH niet onbelangrijk. In deze toekomstvisie ligt de nadruk erg op het Rond, overigens met alle mooie voorzieningen vandien; maar er wordt toch te weinig aandacht besteed aan het Oude Dorp en de kleine kernen Schalkwijk, Tull en 't Waal en 't Goy die ooit de 'parels' van Houten zijn genoemd en door ITH nog steeds zo worden genoemd, en die Houten ook veel te bieden hebben; die hadden meer aandacht moeten krijgen. Last but not least, is van belang wat de strategie van het college en deze gemeenteraad is om deze toekomstvisie
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
12 - 42
te realiseren. Hoe zorgt men er met elkaar voor dat deze toekomstvisie geen papieren exercitie blijft? Het zijn mooie woorden, maar nu de daden. Het is dus ook niet de bedoeling om een programma Ruimte vast te stellen zonder daar actief en van het begin af aan de inwoners bij te betrekken, zoals in het voorjaar is gebeurd. Proeftuin Houten verdraagt zich ook niet met een referendumverzoek van inwoners weigeren. Als college en raad op deze voet doorgaan zal Proeftuin Houten niet datgene brengen wat ITH ervan verwacht. ITH stemt in met de toekomstvisie Proeftuin Houten 2025 en met alle andere beslispunten. De heer Pelleboer (CDA) vindt "Houten 2025" nog erg ver weg klinken. Daar kun je eigenlijk alleen maar van dromen; en dromen, in positieve zin natuurlijk, dat heeft men gedaan. Niet alleen de raad is gaan dromen; Houten zelf, de inwoners zijn dat ook gaan doen over hun dorp en stad: 1200 Houtenaren hebben hun medewerking hieraan gegeven. Het CDA is daarom erg tevreden over het gelopen proces. De visie die is ontstaan is niet alleen bedacht door beleidsmakers, maar is ontstaan uit interactie tussen en met inwoners. Dat strookt met de visie van het CDA: niet de overheid, niet de markt of het individu maar de maatschappij is aan zet. Die mentaliteit en betrokkenheid heeft Houten de afgelopen maanden laten zien in het proces rondom de visie, en daar is het CDA trots op. Diezelfde mentaliteit zit het CDA terug in de visie en dat is nog meer iets om trots op te zijn. De complimenten van het CDA gaan dan ook zeker uit naar de medewerkers in dit huis die dit alles hebben mogelijk gemaakt en begeleid. Tot zover echter het dromen, want als CDA is men vooral ook heel realistisch: hoe gaat men zorgen dat deze visie, deze droom voor Houten ook werkelijkheid wordt? Er ligt een visie, de koers is bepaald, maar de kar moet nog wel in beweging gaan komen. In de visie wordt daarom op pag. 6 ook gesproken over inwoners die steeds meer zelf het initiatief nemen. Soms hebben ze daarbij de steun van de overheid nodig: zit daar niet ook de crux voor het welslagen van deze visie? Het CDA stelt daarom de vraag welke concrete middelen de burgemeester gaat gebruiken om initiatieven uit de samenleving te ondersteunen - dit met de nadruk op 'concreet'. Daarnaast is het nodig deze visie levend te houden en te evalueren. De visie is redelijk algemeen gehouden vanwege het proeftuinkarakter ervan. Maar juist als je weinig concrete doelen stelt is het van belang deze levend te houden, bespreekbaar te maken en te evalueren. Doe je dat niet, dan bestaat het gevaar dat de visie verzandt - en dat zou jammer zijn. In lijn met het advies van de Rkc wil het CDA daarom dat de visie naast de eenmalige evaluatie in 2020 tweejaarlijks terugkomt bij de perspectiefnota. Dat is wat het CDA betreft een passende timing voor een visie die 10 jaar meegaat. Het CDA zal daartoe een motie indienen die mede is ondertekend door VVD, ITH en PvdA. Het CDA wordt graag wakker in het Houten van de visie Proeftuin 2025. Echter, van slapen zal het niet komen, want nu moet men scherp blijven op deze visie, zorgen dat de kar ook echt in beweging komt en dat deze visie levend blijft. Mevrouw Smith (CU) vindt op zich niets mis met een extra evaluatiemoment of meerdere van die momenten, maar waarom kiest het CDA ervoor om dat bij de perspectiefnota te doen? Bij de perspectiefnota kijk je juist vooruit, terwijl je bij een evaluatie juist terugkijkt. De heer Pelleboer (CDA) antwoordt dat het CDA daarvoor kiest vanwege het Rkc-advies, verder lijkt hem ook goed om eens in de twee jaar wellicht een vooruitblik te maken in hoeverre je ruimte wilt geven aan die visie 2025. Hij is het met mevrouw Smith eens dat het goed is om terug te kijken, maar het lijkt hem heel goed om bij een visie ook vooruit te kijken. Motie 035-2015 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 2015-030 Onderwerp:Toekomstvisie Proeftuin Houten 2025 De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d.: 9 juni 2015; gehoord de beraadslaging; overwegende dat: - de visie Proeftuin Houten 2025 een minder duidelijk eindresultaat beoogd; - bij een visie met weinig concreet meetbare doelstellingen het gevaar van verzanden op de loer ligt; - de rekenkamercommissie in 2012 in haar evaluatie van de strategische visie aangeeft dat er afspraken gemaakt moeten worden over het bewaken van de voortgang van een visie, waaronder het periodiek terugkoppelen van de visie aan de Raad, middels de perspectiefnota; - jaarlijkse terugkoppeling zich niet leent voor een onderwerp met deze termijn, maar eens per twee jaar passend is;
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
13 - 42
verzoekt het college eens per twee jaar bij de perspectiefnota een terugkoppeling te geven over de stand van zaken aangaande de visie Proeftuin Houten 2025; en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door Robert Pelleboer (CDA), Eef Stiekema (VVD), Gerard Zandbergen (ITH) en Anneke Dubbink (PvdA).
Mevrouw De Groot (GL) constateert dat men gelukkig wel vaker in deze zaal nadenkt waar men naartoe moet met de gemeente Houten, maar deze keer is er een wat specifieker traject op gezet. GroenLinks feliciteert het college met deze visie, die gelet op de aandacht die daarin is voor duurzaamheid, circulaire economie, innovatie, flora en fauna, sociale kracht een glimlach zal toveren op het gezicht op het gezicht van menig GroenLinkser. Het is een visiestuk, geen uitvoeringsbeleid. Het stuk is een horizon, het biedt geen harde handvatten en dat hoeft ook niet. Maar GroenLinks vindt wel dat de vijf principes heel erg aan de oppervlakte blijven, ze zijn multi interpretabel; je kunt het er eigenlijk niet mee oneens zijn, ze zijn zo ruim dat eigenlijk alles eronder kan vallen en al snel een succes is. De fractie vindt het lastig te zeggen of op basis hiervan consistent beleid valt te maken. Als je daarbij bedenkt dat dit over 10 jaar gerealiseerd moet zijn, vraagt GroenLinks zich af hoe het college deze visie de komende 10 jaar gaat verwezenlijken terwijl er allerlei initiatieven vanuit de maatschappij voor nodig zijn. Gaat men elk jaar 10% van dit geheel proberen voor elkaar te krijgen? Meer concreet is de vraag of er een uitvoeringsplan komt. De ambities zijn fors: al in 2025 moet er de economie in Houten volledig circulair zijn; er moet sociaal ondernemerschap komen; de dieren komen terug de stad in; dit klinkt allemaal heel erg prima, maar een visie van de gemeente op haar eigen rol ontbreekt. Bij andere onderwerpen benoemt de gemeente haar rol wel, bijvoorbeeld als hoeder van de ruimtelijke kwaliteit. Maar veelal blijft het toch onduidelijk wat het college gaat doen om dit te bereiken. Als het college gaat antwoorden dat men als gemeente facilitator is, aanjager en dergelijke klopt dat wel, maar GroenLinks zou het college willen uitdagen om het toch iets concreter te maken. De fractie wil ook dat er meer met het participatieproces gebeurt, wil daar meer over horen. Dat proces is heel aardig begonnen met losse workshops en ook de bewonerstop was natuurlijk erg leuk, maar de respondenten vormden daar een vrij homogene groep: hoe gaat de gemeente diverse groepen, àlle inwoners van Houten hierbij betrekken? Mensen die ideeën hadden op de bewonerstop waren gekoppeld aan de Krachtfabriek en VanHouten & Co. Dat is op zich okay, maar dit is wel een hele losse benadering. Voor een inwoner met een idee komt dit over alsof je het vooral zelf maar moet gaan doen. Daar is niet zo veel mis mee, maar als de doelen niet gehaald worden kun je weinig anders dan constateren dat de samenleving het heeft laten afweten; dus wat kan de gemeente hierin nog meer ondersteunen? GroenLinks wil de evaluatiemomenten waar net al aan gerefereerd werd door het CDA, iets specifieker maken. Dit moet ook de basis worden voor beleid de komende jaren; er wordt ook wel gezegd dat de organisatie ermee doordrenkt moet worden. Wat GroenLinks betreft mag het evaluatieproces steviger worden aangezet. Ze gaat ervan uit dat de organisatie permanent reflecteert op haar functioneren op dit gebied maar GroenLinks wil daarnaast graag regelmatige bespreekmomenten met de raad. Dit zou kunnen in de vorm van één keer per jaar een bijpraatavond binnen de jaarcyclus, dus terugkijken. Ook zou de klankbordgroep in stand kunnen worden gehouden; die heeft tot nu toe best goed gefunctioneerd en zou hierbij kunnen helpen. Deze punten heeft GroenLinks samen met Houten Anders! in een amendement vervat, waarbij punt 3, evaluatie om de 5 jaar, wordt aangescherpt tot een jaarlijks bespreekmoment. Amendement 036-2015 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 2015-030 Onderwerp: Evaluatie Toekomstvisie Proeftuin Houten 2025 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: beslispunt 3: “de visie tussentijds, in 2020, te evalueren.” te wijzigen in: “de visie regelmatig met de Raad te bespreken en te evalueren, middels de instandhouding van de klankbordgroep, een jaarlijkse bijpraatavond en het opnemen van dit onderwerp in de jaarlijkse rapportage.“
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
14 - 42
Ondertekend door Hilde de Groot (GroenLinks) en Michel Hofstee (Houten Anders!).
De heer Pelleboer (CDA) merkt op dat de visie Proeftuin Houten 2025 pas over 10 jaar hoeft te zijn bereikt, niet volgend jaar al. Hij hoopt dat er in 2020 al aardige stappen zijn gezet en dat men in 2025 op het punt is aangeland dat de proeftuin is gerealiseerd. Hij vraagt of de wens om ieder jaar een bijpraatmoment te hebben en een commissie die door blijft vergaderen niet wat veel is terwijl de stappen waarschijnlijk pas met de jaren gezet gaan worden. Mevrouw De Groot (GL) vindt dat bij grote ambities geen kleine maar flinke stappen horen. Eenmaal jaarlijks kijken naar de stand van zaken bij zo'n leidend document waar de organisatie mee doordrenkt moet worden en de Houtense samenleving grote stappen voor moet gaan zetten om de doelen te bereiken, plus een paragraaf in de jaarcyclus, vindt zij beslist niet teveel gevraagd. De heer Hofstee (HA!) zegt dat Houten Anders! verheugd is over de inzet, medewerking en participatie van vele inwoners die deze toekomstvisie tot stand hebben gebracht. Het is goed om te zien dat er zo'n betrokkenheid is van de inwoners van Houten bij hun gemeente. Het is een mooi kader wat de raad kan gebruiken. Toch is de fractie wel kritisch ten aanzien van de uitkomst. Houten Anders! vindt de visie niet ambitieus genoeg, er worden geen fundamentele keuzes gemaakt; het blijft slechts een 'proeftuin', en wat dat betreft vindt Houten Anders! die naam ook nog steeds een slechte keuze. Wonen, economisch klimaat, financieel beleid en vergrijzing - het zijn allemaal evidente aandachtsgebieden. Het zou een doel moeten zijn om de genoemde risico's te hebben getackled en er op zijn minst een beleid voor op de rit te hebben staan. Je kunt wel zeggen dat je in al je beleidsstukken rekening houdt met de toekomstvisie, maar het oplossen van de genoemde risico's wordt niet als doel genoemd. Houten Anders! mist de specifieke doelen ten aanzien van de problemen die nu op de gemeente afkomen in de aanloop naar 2025. Als je niet wilt dat Houten vergrijst, kun je toch ook met zoveel woorden in het stuk zetten dat je daar echt iets aan gaat doen? Dit laat onverlet dat wat er wel in het stuk staat, volledig op de steun van Houten Anders! kan rekenen. Houten Anders! zal de niet genoemde doelen als speerpunten beschouwen en daar in haar keuzes rekening mee houden. Aan wat al over het door Houten Anders! mede ondertekende amendement 036-2015 is gezegd heeft hij niets toe te voegen. De heer Pelleboer (CDA) vindt het opvallend dat een inwonerspartij als Houten Anders! vindt dat de inwoners tot een slechte keuze zijn gekomen. Deze visie is immers gegenereerd in het participatietraject dat met inwoners doorlopen is? Houten Anders! zegt hiermee dat de inwoners op de inwonersdag een slechte keus hebben gemaakt ten aanzien van proeftuin Houten. De heer Hofstee (HA!) beaamt dat de inwoners inspraak hebben gehad en hun ideeën hebben mogen spuien maar denkt dat het stuk uiteindelijk op het gemeentehuis is geproduceerd; hij is overigens niet tegen het stuk, steunt het ook wel, maar vindt dat het beter had gekund. De heer Zandbergen sr. (ITH) sluit zich aan bij de woorden van de heer Pelleboer. Als zij zoveel kritiek heeft op het stuk, waarom amendeert Houten Anders! het voorstel dan niet, wat is de visie van Houten Anders! zelf? De heer Hofstee (HA!) meent dat hij net heeft verteld wat de visie van Houten Anders! is. De vraag waarom hij die dan niet schriftelijk aan de raad voorlegt vindt hij lastig om 1,2,3 te beantwoorden, hij wil dat de heer Zandbergen wel na deze vergadering uitleggen. De heer Corporaal (GL) snapt deze commotie niet. Hij vindt dat de heer Hofstee een goed punt maakt. De gemeente heeft bepaald waaruit gekozen kon worden en daar wel degelijk een voorzet voor gedaan. Dat is niet erg, maar de inwoners hadden meer ruimte kunnen krijgen. De heer Stiekema (VVD) reageert op het feit dat nu tweemaal is gezegd dat dit stuk in dit huis is geschreven en dat daarmee is bepaald hoe het uiteindelijk ging worden. Er is met behoorlijk veel participatie gewerkt aan de contouren van de toekomst, aan de visie op Houten 2025. Hij begrijpt niet goed dat de heer Hofstee en de heer Corporaal zeggen dat dat niet zo is. Dat kan gewoon niet kloppen. Het is samen met de inwoners bekeken. Hij heeft evenals veel collega's de bijeenkomst in het Houtens bijgewoond waar meer dan 200 inwoners een voorzet hebben gegeven welke kant het op moet. Daar kan de raad niet onderuit. De heer Hofstee (HA!) herhaalt dat hij achter het stuk staat maar dat er meer keuzes gemaakt hadden kunnen worden en dat die gerichter hadden kunnen zijn uitgewerkt. Mevrouw Dekker (D66) resumeert dat er bijna 2 jaar gewerkt is aan de visie Proeftuin Houten 2025, met intensief contact met inwoners, organisaties, ondernemers en kennisinstellingen. D66 complimenteert het college en de ambtelijke organisatie met het verloop van dit proces. De toekomstvisie past prima bij hoe D66 naar Houten kijkt. Zo verzamelde D66 vorig jaar tij-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
15 - 42
dens de stadsgesprekken in het Gouden Huis bijna 150 ideeën van inwoners in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen. De fractie put uit dit groenboek en wil deze ideeën beschikbaar stellen aan de gemeente, zodat de proeftuin er ook gebruik van kan maken. Participatie is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Dit geldt ook voor de overheid, in dit geval de gemeente. D66 roept het college dan ook op 1. om de ideeën van de Dag van de Toekomst die het college opnam in een actielijst te delen met de raad; 2. informatie te verstrekken over de opzet en uitvoering van de drie pilots waarmee de proeftuin concreet wordt. 3. D66 is benieuwd naar de volgende stap in het proces: wanneer kan de raad hier kennis van nemen? bovendien: 4. Hoe kan worden gemonitord of men in Houten op de goede weg is met de pilots? 5. Wanneer worden de pilots geëvalueerd? D66 vraagt een toezegging van de portefeuillehouder om de raad over deze 5 punten in een collegebrief te informeren, en een indicatie wanneer deze informatie te verwachten valt. De heer Stiekema (VVD) vraagt wat de gemeente precies moet doen met de 150 ideeën die D66 wil aanbieden. Was het niet juist de opzet van de Dag van de Toekomst om mensen te stimuleren zelf hun ideeën ten uitvoer te brengen? Dat zou dan toch ook zo moeten zijn met de ideeën die D66 verzameld heeft? Mevrouw Dekker (D66) antwoordt dat dat ook het geval is, maar als de 150 ideeën alleen bij D66 blijven denkt de fractie dat er minder uitwerking aan gegeven kan worden en op deze manier versterkt men elkaar. De heer Stiekema (VVD) denkt dat het niet de bedoeling is dat de gemeente de enige trekhaak is. De heer Ooms (SGP) ziet veel waardevolle elementen in de toekomstvisie voor Houten. Het is een visie waarin de mensen centraal worden gesteld, de menselijke maat, samen werken aan de toekomst en zorg voor elkaar; dat spreekt de SGP aan. Zuinig zijn op de omgeving; 'goed rentmeesterschap' noemt de SGP dat. Tot zorg voor elkaar en de leefomgeving wordt de SGP ook vanuit haar christelijke visie gedreven, de SGP waardeert het dat deze uitgangspunten ook breed gedragen worden in Houten. De SGP waardeert het ook dat het ruimtelijke DNA van Houten als uitgangspunt wordt gehanteerd: mensen wonen hier niet voor niets, ze waarderen de ruimtelijke kwaliteiten van Houten. Ook waardeert de SGP het dat er niet zomaar grootschalig wordt geëxperimenteerd, maar proeftuinen worden ingericht, met oog voor de toekomst maar wel op een manier dat mensen betrokken worden en niet door radicaal zaken te verbouwen. Houten wordt diverser. Diversiteit kan afstand scheppen: ieder zijn eigen plek en geen bemoeienis met elkaar. De SGP is blij met het perspectief dat Houtenaren zich ondanks onderlinge verschillen blijven inzetten voor elkaar. Respect voor verschillen vindt de SGP belangrijk. Een toekomstvisie is belangrijk, maar het zal uiteindelijk gaan om de concrete uitwerking. Wat betekent bijvoorbeeld zuinig zijn op de leefomgeving? Voor de SGP betekent dat niet: tien windmolens erbij . De SGP kiest voor zon en zou graag meer ambitie in dat dossier zien - maar spreekt daar graag een andere keer over met de raad. Hij vraagt nog aandacht voor een paar puntjes. Hoeveel laat de raad aan de samenleving over en hoe groot is de vinger die de raad zelf in de pap wil houden. Moet men als gemeente nu actief faciliteren, of loslaten? De SGP wil graag actief faciliteren zonder al te veel te sturen. Meer aan de samenleving overlaten betekent voor de SGP niet dat men zich als gemeente terugtrekt. Juist in tijden van decentralisatie zijn mensen meer op elkaar aangewezen. De SGP zegt in die situatie dat men als raad juist moet faciliteren, verbinden, informeren, maar ook als schild voor de zwakken optreden. Ook moet men ervoor waken dat alleen initiatieven van hoog opgeleide mensen of mensen met een bepaald profiel alleen steun krijgen. Er zijn ook mensen die niet zo makkelijk een initiatief opzetten of dat ook maar willen. De SGP vraagt of dit ook een zorg is voor het college. Tot slot, bleek op de Dag van de Toekomst dat veel Houtenaren minder regels willen. De gemeente gaat echter niet over veel regelgeving. Is het dan een onterechte wens van veel inwoners? De SGP vindt het van belang dat hier meer duidelijkheid over komt en zou graag zien dat college en raad actief met mensen in gesprek gaan welke regelgeving hen dwars zit. Graag zou de SGP hier ook een reactie van de burgemeester op willen hebben. De leden van de SGP zijn blij dat ze in Houten wonen en blijven er, gelet op de voorliggende visie, ook nog wel een tijdje wonen. De SGP ziet uit naar de concretisering van de visie. De heer De Laat (Fractie De Laat) constateert dat over de toekomstvisie Houten 2025 al veel gezegd is. Hij vindt het een inspirerend stuk. De totstandkoming ervan is zeer bijzonder voor Houten: iedereen kon erbij betrokken zijn vanuit de gemeente; dat vindt hij heel belangrijk.Nu is het zaak om zo snel mogelijk te starten met de benutting van deze visie bij de verdere uitwerking van beleid. Een van de belangrijke punten daarbij zal zijn met wie men als gemeente
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
16 - 42
straks gaat samenwerken: hoe gaat de discussie met Wijk bij Duurstede verlopen. Het lijkt hem goed om de toekomstvisie ook te betrekken bij de keuze tussen Wijk bij Duurstede of toch Nieuwegein. Hij vindt het belangrijk om daarin een stuk ambitie te laten horen, ook als college. In plaats van de bewoording onder 1.3 dat de visie aansluit bij het bestuursakkoord had hij graag gezien dat de visie een nieuwe impuls aan het bestuursakkoord geeft: dat had blijk gegeven van een stukje ambitie, had het gevoel gegeven dat het verinnerlijkt wordt in het beleid van het college: dat is nodig, denkt hij. Mevrouw Smith (CU) ziet in het voorliggende stuk een veelbelovende visie, een nieuwe koers, een rode draad, een kompas, allerlei termen die oproepen om toekomstgericht te zijn en in beweging te blijven. De ChristenUnie heeft het college vorig jaar opgeroepen om meer te gaan swingen. Met deze visie kan het bestuur de Houtense samenleving voluit ten dans vragen. De fractie feliciteert de organisatie en de burgemeester met dit mooie resultaat. Ruim 1200 Houtenaren werkten eraan mee. De ChristenUnie vindt dit juist een schoolvoorbeeld van participatie, het had misschien nog mooier kunnen zijn maar de fractie kan het alleen maar toejuichen dat de kracht van de samenleving zo benut is. Had het nog beter gekund? De ChristenUnie is juist blij met drie heel concrete denkrichtingen. Ze noemt ze, inclusief voorbeelden waar de ChristenUnie erg naar uitkijkt. 1. Zorg voor elkaar: bijvoorbeeld buurtbewoners die ouderen met boodschappen doen ondersteunen, en ouderen die weer oppassen op buurtkinderen. 2. De circulaire stad: agrariërs die gaan voor duurzame landbouw en veeteelt dichtbij. 3. Duurzame mobiliteit: vervoer regelt men voortaan met deelauto's die rijden op slim verlichte wegen. Dit zijn drie heel mooie voorbeelden, en zo staat het visiestuk bomvol met zaken waar genoeg uitdagingen in te vinden zijn. En juist vanwege die uitdagingen is op tijd evalueren ook belangrijk, zoals al door een aantal sprekers is benoemd. Is één keer evalueren dan genoeg? - dat vraagt de ChristenUnie zich sterk af, juist om in beweging te kunnen blijven en om de participatie die er nu al is geweest met de bewoners ten volle vast te houden. Haar fractie vraagt zich dus af hoe het college deze visie de komende jaren concreet onder de aandacht denkt te brengen. In het raadsvoorstel is genoemd dat er steeds aangehaakt zal worden bij de actualiteit, maar heeft het college daar een voorbeeld van? - zo vraagt zij. Mevrouw Dubbink (PvdA) is ook heel blij met dit plan. Wat je met een visie kunt doen is die van harte omarmen en dat doet de PvdA ook. Het is een stuk waar nog geen uitvoeringsplan, nog geen beleid onder hoeft te liggen. Daar is de visie niet voor bedoeld. De visie is bedoeld als stip op de horizon waar je voor gaat. Dat is ook het gevoel wat iedereen in dit traject erbij had. Ze was ook trots de afgelopen donderdag toen ze namens de klankbordgroep in de gemeenteraad van Nieuwegein mocht vertellen hoe men hierbij in Houten te werk is gegaan. Als je dan de revu laat passeren wat je zoal met elkaar gedaan hebt, werd ze daar met terugwerkende kracht nog trotser op, want in Nieuwegein staat men nog helemaal aan het begin met zo'n visie - ze heeft ze ook van harte veel chaos toegewenst want dat hoort ook bij het proces waar zij ingaan. En zo moet men in Houten het volgende traject ook zien. Het gaat niet alleen om wat er nu bereikt is - de PvdA is heel blij met de uitkomst en omarmt die als het gaat om Proeftuin Houten en dat Houten sterk voor innovatie gaat en een uitnodiging doet aan de samenleving, bewoners, bedrijven, maatschappelijke instanties die met de gemeente nieuwe dingen gaan ontwikkelen - maar ook de manier waarop dit gedaan is: het hoe is ook ongelooflijk belangrijk. De uitdaging voor de raad is ook om dit los te durven laten. Niet om, zoals iemand het vanavond zei, het maar te laten zoals het is, maar om ruimte te bieden en ook te zorgen dat de inwoners geactiveerd worden - dat is ook gedaan en was ook een belangrijk onderdeel van het proces, met alle meer dan 300 voorstellen die er zijn gekomen - om niet weer in de reflex te schieten van: nu gaan we het voor u regelen. Dat kwam ook in de bijeenkomsten die er zijn geweest weer een beetje naar voren, en zij daagt de raad en de inwoners van Houten uit om te blijven doorgaan op de manier zoals dat tot dusver is gedaan: elkaar bij de les houden, zelf doen, nieuwe dingen ontwikkelen. Het hoe zou ze dus ook heel graag door willen zetten. Jaarlijks evalueren is teveel van het goede, maar 2020 als eerste evaluatiemoment vond ze wel erg ver weg. Het heeft meer te maken met het enthousiasme dat hier is en het kunnen betrekken van de inwoners bij de ontwikkelingen. De manier waarop en hoe vaak het moet gebeuren, laat ze ook graag over aan de portefeuillehouder en de raad zelf. Maar dat men vaker kan terugblikken op zo'n prachtig proces, dat wenst zij de raad toe. Mevrouw Smith (CU) is benieuwd of mevrouw Dubbink concrete ideeën heeft over 'vaker terugkijken'. Mevrouw Dubbink (PvdA) kon zich wel goed vinden in het voorstel dat door het
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
17 - 42
CDA naar voren is gebracht. Twee keer per jaar is ook niet echt het ritme van de jaarlijkse cyclus, maar frequent genoeg om het toch levendig te kunnen houden. Dat is het voorstel wat het CDA heeft gedaan en wat de PvdA mede heeft ondertekend. Mevrouw Dekker (D66) vraagt hoe mevrouw Dubbink 'elkaar bij de les houden' ziet. Mevrouw Dubbink (PvdA) vindt het bijvoorbeeld een oude reflex om uitvoeringsplannen onder de toekomstvisie te willen leggen. Ze denkt dat men dit visiedocument moet omarmen in de zin van waar de stip ligt, dat men daar regelmatig op kan reflecteren ook bij de strategieplannen die gemaakt moeten worden zoals de woonvisie die eraan komt en allerlei verkeersplannen die nog moeten komen. Steeds weer kijken wat die betekenen in termen van de toekomstvisie, maar niet daar weer aparte uitvoeringsplannen voor maken. Mevrouw Dekker (D66) vraagt hoe mevrouw Dubbink naar initiatieven van inwoners kijkt. Mevrouw Dubbink (PvdA) constateert dat er al een opzet is om de Krachtfabriek en Van Houten & Co daar een rol in te geven. Dat proces hoeft ook niet meer opgestart te worden, is allang begonnen en moet vooral doorgaan. Daar kan de raad over geïnformeerd worden door de portefeuillehouder, maar het stramien van meer faciliteren vindt ze niet nodig: dat is, nogmaals, een oude reflex. Mevrouw De Groot (GL) vraagt of mevrouw Dubbink het idee om de voortgang bij de perspectiefnota te bespreken, waar ook heel veel andere onderwerpen aan bod komen in een vrij formele setting, ook niet een wat oudere manier vindt om dit aan te pakken. Mevrouw Dubbink (PvdA) vindt dat het een ieder vrij staat om het bij de perspectiefnota aan de orde te stellen, maar vindt het zelf niet zo nodig om het in een vast stramien terug te laten komen, ze heeft geen kant en klare gedachte over hoe vaak het aan de orde moet komen en zou dat ook niet willen voorschrijven. Een zeker ritme moet er in zitten maar ze neemt ook aan dat als de visie echt gedragen is, deze om de klipklap terug zal terugkomen bij andere strategische plannen. De heer Zandbergen sr. (ITH) ziet - dit in reactie op mevrouw De Groot - de perspectiefnota als een heel ruim begrip: het zijn gewoon de algemene beschouwingen van vroeger. Wat hem betreft past de voortgang rond de toekomstvisie dan ook heel goed in de perspectiefnota. De heer Stiekema (VVD) wil eerst in reactie op vorige sprekers kwijt dat 2025 heel dichtbij is. Dat is heel spannend, je moet zorgen dat je hiermee snel op het goede pad komt. De visie Houten Proeftuin 2025 is anders dan visies vaak zijn. Het is geen punt op de horizon waar je naartoe werkt in de zin van een concreet programma van te nemen stappen. Een visie is volgens de Dikke Van Dale een kijk, een mening. Deze toekomstvisie is dan ook een kijkje in de toekomst van Houten zoals die zou kunnen zijn. Er staat een aantal vergezichten in die onmogelijk in 10 jaar tijd gerealiseerd kunnen worden. Om toch de juiste richting op te gaan zijn er vijf principes gedefinieerd waar je in feite niet tegen kunt zijn - zoals ook al is gememoreerd. In de toekomstvisie wordt een Houten geschetst waarin conform het bestuursakkoord verantwoordelijkheid wordt gegeven aan inwoners om iets moois te makenvan de gemeente, of op zijn minst deze mooi te houden. En het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om te checken dat dit in het kader van het algemeen belang nog steeds klopt. Ambitieuze plannen moeten nog steeds getoetst worden. Immers, de vrijheid van de een houdt op waar die van de ander begint. De fractie van de VVD kan zich vinden in de toekomstvisie en de vijf principes, maar vraagt zich wel af hoe deze geborgd worden. Op welke manier wordt gezorgd dat er bij relevante raadsvoorstellen in lijn met de toekomstvisie wordt besloten? Zal daarvoor bijvoorbeeld in ieder raadsvoorstel een paragraaf Toekomstvisie opgenomen worden? De VVD hoort graag hoe de portefeuillehouder hierover denkt. Verder begrijpt de VVD fractie dat in de voorbeelden van de toekomstvisie soms wat verder is gegaan dan in 10 jaar haalbaar is. Een voorbeeld als "We gaan terug naar de basis. Het gebruik van natuurlijke materialen en voedingsstoffen zonder bestrijdingsmiddelen of toegevoegde chemicaliën" klinkt aardig, maar je kunt je daar ook van afvragen of je het daar mee oneens kunt zijn; en realistisch is anders. Iedereen snapt dat het een vergezicht is, een contour, een richting waarin je zou moeten kunnen of willen gaan, maar het is natuurlijk niet realistisch om te veronderstellen dat dit binnen tien jaar mogelijk is. Graag hoort de VVD-fractie van de portefeuillehouder hoe omgegaan zal worden met dit soort voorbeelden. Verder reageert hij nog graag op mevrouw Dekker ten aanzien van de 150 ideeën. Natuurlijk is de VVD ook erg benieuwd en bereid om deze ideeën te helpen realiseren, alleen vraagt de VVD zich af of D66 zich wel realiseert dat je niet kunt zeggen: "alstublieft, gemeente, hier heeft u de ideeën, succes ermee". Want dan gaat het niet
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
18 - 42
lukken. Mevrouw Dekker (D66) antwoordt dat D66 er natuurlijk niet van uitgaat dat het verder op het bord van de gemeente ligt. D66 wil het juist samen doen. De heer Corporaal (GL) is blij met deze nuancering van de heer Stiekema, want kwaliteit ontstaat uit kwantiteit. Hij is dus zelf ontzettend blij met de veelheid aan ideeën die er is. Als men daar met elkaar over na kan denken, is dat alleen maar beter, zonder dat ze ook noodzakelijkerwijs allemaal uitgewerkt zouden moeten worden. De handreiking van D66 vindt hij iets om te omarmen. De heer Stiekema (VVD) vult aan dat hij zijn opmerking naar mevrouw Dekker ook maakte omdat hij vindt dat je dat soort ideeën vooral op een site moet zetten en anderen erbij moet betrekken om te zorgen dat ze werkelijkheid worden. Burgemeester De Jong vindt het fijn dat er zo enthousiast en positief wordt gereageerd op de toekomstvisie die in de afgelopen periode tot stand is gebracht. Ook hij is heel blij met het resultaat. Hiermee is recht gedaan aan de betrokkenheid van vele inwoners en organisaties en wellicht zijn inspraak, zienswijzen en reacties meer dan in het verleden meegenomen. En juist doordat de visie samen met zoveel geledingen uit de samenleving is gemaakt, gaat zij ook al haar werk doen want mensen hebben de visie zelf aangedragen en dragen die bijgevolg ook zelf. Dat brengt overigens ook meteen een stukje relativering met zich mee om te willen monitoren dat de visie over 10 jaar gerealiseerd is. Want men gaat helemaal geen visie realiseren. Deze toekomstvisie is nadrukkelijk neergezet als een koers naar de toekomst met inspiratie voor en uit de samenleving, waar de gemeente op taak- en beleidsvelden waar zij zelf verantwoordelijk voor is natuurlijk uitwerking aan zal gaan geven, maar waarbij de samenleving zelf nadrukkelijk ook al aan de slag is met het realiseren van die visie. Die visie wordt niet door de gemeente gerealiseerd, maar ontstaat werkendeweg en dat is nu gaande. Daar zijn voorbeelden van gevraagd en ook al genoemd. Over de vraag wat de gemeente nu doet om dit te begeleiden heeft hij natuurlijk ook al eerder gesprekken gevoerd. Er komt een digitaal platform voor alle ideeën. Natuurlijk kunnen ook de 150 ideeën die D66 verzameld heeft, daarin aangedragen worden. Dat digitale platform is niet van de gemeente, zij helpt er wel bij en kijkt er ook naar, maar de samenleving van Houten zelf zorgt voor het platform en de dynamiek binnen. Daar kunnen ideeën bij zitten waar de overheid een rol in speelt maar ook ideeën bij zitten waar de overheid helemaal geen rol in speelt. Voorkomen moet vooral worden dat men het ziet als een boodschappenlijstje wat de overheid vervolgens moet uitvoeren. Het risico daarop zou heel groot worden als de gemeente het platform wel zou beheren en vervolgens zou toezeggen dat zij die visie wel gaat realiseren. Dus daar begint de gemeente niet aan. Er zijn ook katalysatoren ingesteld: de Krachtfabriek en Van Houten & Co gaan helpen om inwonersinitiatieven op te werken tot een realiseerbaar idee. Op die manier faciliteert de gemeente het wel, maar verder staat de gemeente erbuiten. Ook daar geldt weer bij dat als bij sommige ideeën een stukje overheidsbemoeienis nodig is, die er ook komt; maar het is zeker niet iets wat de gemeente per definitie gaat trekken. Het college wil dit najaar ook zeker nog opnieuw bijeenkomsten beleggen rondom de toekomstvisie, wellicht thematisch van karakter, minder breed dan nu maar ingezoomd op een bepaald onderwerp; misschien ook wel weer in de vorm van een inwonerstop, waarbij mensen via loting worden uitgenodigd om mee te denken over een concreet thema. Op die manier vraagt de overheid inwoners om concreet mee te denken over een thema waar de gemeente als overheid verantwoordelijkheid in draagt. Op die manier wil het college de toekomstvisie verder uitwerken en dragen. Het college is momenteel ook in contact met een bedrijf dat een softwaresysteem heeft waarmee je digitaal argumenten kunt uitwisselen met elkaar over ideeën, over onderwerpen, met het dragen van die visie. Het is een fantastisch systeem dat wellicht voor de helft gesubsidieerd kan worden door Binnenlandse Zaken in het kader van de vernieuwing van de democratie. Het is een systeem om de hele samenleving erbij te betrekken: iedereen kan daar op een heel interactieve manier ideeen uitwisselen, elkaars ideeën verrijken, ook over ideeën stemmen. Ook de politieke partijen kunnen daar gewoon bij in, kunnen daar hun mening over geven. Dat is dus nog een ander platform waarbinnen geëxperimenteerd kan worden om alle inspiratie en ideeën uit de toekomstvisie verder te krijgen. Het allerbelangrijkste is vervolgens voor de gemeente als overheid en waar het college ook op aangesproken kan worden, dat die toekomstvisie door gaat werken in het werk dat men in dit huis doet. Deze toekomstvisie geeft zeker een extra stimulans aan de voortgang met het bestuursakkoord en bestuurlijke vernieuwing; de Fractie De Laat had dat in het stuk terug willen zien, maar wat het college betreft kan men dat er ook in lezen. Maar het zit ook gewoon in de economische visie, de detailhandelsvisie, de woonvisie en alle visies die het college de komende tijd nog gaat maken, en de raad zal het college daar
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
19 - 42
gewoon op kunnen bevragen. Steeds mag de vraag gesteld worden hoe zo'n visie zich tot de principes verhoudt die in de vastgestelde toekomstvisie Proeftuin Houten zijn belegd. Wat hem betreft wordt daar geen jaar of half jaar mee gewacht, maar kan dat bij alles wat in raadsvergaderingen ter tafel komt mede aan de orde zijn. Dus in principe gaat het college ervoor dat al het werk van de gemeente doordesemd wordt met de toekomstvisie. Dat gaat het college natuurlijk ook bespreken met buurgemeenten en maatschappelijke organisaties, hoe men erop aansluit, hoe activiteiten die zij toch al doen daarop in kunnen grijpen et cetera. Hij denkt dat het college op die manier ook al heel veel aan de slag is. Zoals sommigen zeiden, moet men zich ook realiseren dat er ook al heel veel gebeurt in de samenleving; dat is ook in een van de laatste paragrafen benoemd. Al een aantal jaren zijn er de Houtense Helden, de Krachtfabriek, de Wakkere Akkers. Er zijn al allerlei initiatieven. In het Groentje staan bijna wekelijks een stuk of vijf samenlevingsinitiatieven waar mensen gewoon mee aan de slag zijn gegaan en feitelijk ook een bijdrage aan dit verhaal mee leveren, zoals bijvoorbeeld het Wereldhuis. Regionaal wordt hierover ook gesproken in EBU-verband, in de U10. Te zien is dat daar ook weerklank is. Wat de gemeente doet past ook in de agenda Stad die Houten samen met de U10 aan het ontwikkelen is. Daar wordt ook letterlijk gesproken over proeftuinen, over economische sectoren die juist proeftuinen nodig hebben om technieken en diensten tot ontwikkeling te laten komen. Dat sluit ontzettend goed aan bij wat de gemeente al aan het doen is. Het is natuurlijk niet zo dat bijvoorbeeld de circulaire economie over 10 jaar is gerealiseerd, maar dat staat ook helemaal niet in het stuk. Er staat in dat de gemeente daarmee aan de slag wil. De gemeente wil laten zien in proeftuinen hoe je de circulaire stad kunt vormgeven, nodigt bedrijven en inwoners uit om daaraan mee te doen en gaat dan kijken of dat kan gaan werken in de praktijk. Dat is ook de moderne manier van denken: niet alles weer in dikke beleidsstukken opschrijven, geen grote projectplannen maar gewoon aan de slag gaan, kijken of het werkt, een beetje bijsturen, dan uitdragen dat het werkt zodat er zwaan, kleef aan weer andere mensen en organisaties mee aan de slag gaan. Op die manier wil het college ermee aan de slag. Wat dat betreft vindt hij het bijna arbitrair om het te hebben over de frequentie waarmee hierover gerapporteerd moet worden; want hij vindt eigenlijk ook niet dat erover gerapporteerd moet worden. Men moet er gewoon met elkaar over in gesprek, langs de lijnen van het werk wat men met elkaar doet.Hij kan zich best voorstellen dat het zinvol is om bij de algemene beschouwingen te kijken wat de gemeente ervan gebakken heeft en hoe het verder moet; dat op die manier het debat over het concretiseren van de toekomstvisie in de dagelijkse agenda ook levend gehouden wordt. Niet zo productief lijkt het hem om de organisatie te vragen om elk raadsvoorstel te voorzien van een paragraaf hoe het past in de toekomstvisie, of om elk jaar de jaarrekening te voorzien van een hoofdstuk "Hoe staat het met de vorderingen van de toekomstvisie?" Dat op een rijtje zetten van dingen is allemaal weer extra werk, terwijl iedereen feitelijk wil dat al het werk past binnen de toekomstvisie. Zo bezien zou je een soort stempel "past binnen de toekomstvisie" kunnen zetten, of niet - en als dat niet zo is zal de raad dat bekritiseren. Op die manier kan men er prima mee uit de voeten. Het lijkt hem wel goed om nog eens met elkaar van gedachten te wisselen met de raad of een groep, bijvoorbeeld in een inwonerstop of via genoemde software, over hoe je dit nu het beste kunt doen, hoe je kunt zorgen dat dit het meest productief is in de toekomst. Het lijkt hem goed om in september tijdens de conferentie over de werkwijze van de raad te kijken hoe de toekomstvisie nu zo goed mogelijk verankerd kan worden in de reguliere werkwijze en door de jaren heen begeleid kan worden; en niet om nu vast te stellen dat dat per se op één manier moet. De heer Pelleboer (CDA) vraagt wat dat de burgemeester, die eigenlijk vindt dat er niet gerapporteerd zou moeten hoeven worden over de voortgang met de toekomstvisie, vindt van het advies van de Rkc daarover. Burgemeester De Jong vraagt wat de heer Pelleboer zelf vindt van dat advies, wat dat rapporteren dan toevoegt. Hij heeft net al aangegeven hoe hij denkt dat de toekomstvisie het beste tot bloei kan komen. Wat is beter: er jaarlijks of tweejaarlijks over rapporteren, of de visie in het werk inbedden zodat men er voortdurend mee bezig is. De heer Pelleboer (CDA) wijst erop dat de raad het rapport van de Rkc heeft onderschreven. Daarnaast heeft hij in zijn bijdrage gezegd dat het CDA niet wil dat de visie verzandt en het dus goed is de visie zo nu en dan weer ter sprake te brengen. Hij hoort de burgemeester herhaaldelijk zeggen "we kunnen best.." maar vindt dat gewoon niet concreet genoeg. Burgemeester De Jong geeft geen stemadvies tegen motie 035-2015. Hij vindt het prima om dit over 2 jaar te gaan evalueren maar kiest daar dan wel zelf de vorm in en wil ook met de raad afspreken wat daar de geëigende vorm voor is, want hij heeft een enorme hekel aan verplichte nummertjes met rapportjes schrijven et cetera. Daar begint hij niet aan. De heer Pelleboer (CDA) bestrijdt dat dit amendement oproept om met uitgebreide rapporten te komen. Het gaat
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
20 - 42
over een beknopte terugkoppeling. Als de burgemeester de raad uitnodigt om erover in gesprek te gaan neemt hij die uitnodiging van harte aan. Hij neemt aan dat de burgemeester het amendement ondersteunt. Burgemeester De Jong heeft gezegd dat hij het prima vindt als de raad het amendement aanneemt; ondersteunen is iets anders. Hij heeft net aangegeven dat hij het amendement eigenlijk overbodig vindt omdat college en raad er al mee aan de slag gaan. Hij wil best hier over 2 jaar op terugkomen, maar zou het echt een schande vinden als men er over 2 jaar voor het eerst met elkaar over spreekt. Mevrouw Dubbink (PvdA) vindt het jammer dat de burgemeester de oproep van de raad om tussentijds over de toekomstvisie Houten 2025 te spreken, zo plat slaat tot het schrijven van evaluatierapportjes. De oproep komt voort uit enthousiasme, betrokkenheid en eigenaarschap van de raad met de toekomstvisie. Dit wordt raadsbreed gedragen, waarbij het merendeel van de raad ook nog eens stelt dat de wijze waarop en de timing aan de portefeuillehouder of college wordt gelaten. Het is wel zo dat we als PvdA het mooi vinden om binnen deze raadsperiode nog een keer over de ontwikkelingen van de visie te kunnen spreken, vandaar dat we meegaan met het voorstel van het CDA om binnen twee jaar terug tussentijds terug te blikken op de visie. Burgemeester De Jong antwoordt dat het zeker niet zijn bedoeling is om iets plat te slaan. Hij probeerde alleen aan te geven op welke manier hij denkt dat het 't meest vruchtbaar kan. Als de raad er eens in de twee jaar bijzondere aandacht aan wil besteden, vindt hij dat prima. Maar het lijkt hem, nogmaals, goed om er eerder over in gesprek te gaan met elkaar om te zorgen dat het levend blijft en om te voorkomen dat over 2 jaar moet worden geconstateerd dat het misschien helaas verzand is. Mevrouw De Groot (GL) ziet een uitgelezen kans voor de burgemeester om dan amendement 036-2015 te steunen, omdat GroenLinks de nadruk juist niet op zware rapporten schrijven legt maar op met elkaar praten en daar de rust voor nemen. De heer Stiekema (VVD) oppert dat de reactie van de portefeuillehouder wellicht alleen maar meer steun oproept voor motie 035-2015. De VVD bepleit ook niet om er 2 jaar mee te wachten voordat de visie weer ter sprake komt, maar om er elke keer over te praten. Hoewel het hem handig lijkt om daar af en toe han-den en voeten aan te geven kan hij er best mee leven als er geen aparte paragraaf voor in raadsvoorstellen komt. Een evaluatiemoment houdt wat hem betreft ook niet in dat er een lijvig rapport geschreven moet worden maar is gewoon een moment om even achterover te leunen hoe het met de invulling van de toekomstvisie is gegaan de afgelopen twee jaar. Dat is heel iets anders dan er bij ieder raadsvoorstel of in elke raadsvergadering over praten. Hij begrijpt de irritatie - zo lijkt het wel - van de burgemeester hierover dan ook niet zo goed. Burgemeester De Jong hoopt alleen maar dat dit stuk niet gezien wordt als een document wat je pas over 2 jaar weer eens tegen het licht houdt. Als dat voor iedereen helder helder is, is het evaluatievoorstel wat hem betreft prima. Reagerend op mevrouw De Groot, vindt hij amendement 036-2015 te dwingend voorschrijven in welke vorm er moet worden geëvalueerd. Of de klankbordgroep moet blijven bestaan of dat het met een jaarlijkse bijpraatavond moet, ligt wat hem betreft meer open dan de dwingende vormen die met amendement 036-2015 worden voorgeschreven, die ook een onwenselijke stroom werk naast het gewone werk zouden opleveren. Als het even kan zou hij dat willen beperken tot een lichte evaluatie over 2 jaar als enige activiteit naast het lopende werk en gaat het college voor de rest met de raad aan de slag met de vormgeving van de vervolgactiviteiten rond de toekomstvisie, zodat de raad zich er ook bij betrokken voelt. Dat lijkt hem materieel in lijn met amendement 036-2015, maar zonder dat wordt voorgeschreven dat het op een bepaalde manier moet. Mevrouw Dekker (D66) wil wel graag goed geïnformeerd zijn. Ze heeft momenteel geen beeld bij de actielijst die is toegezegd bij de Dag van de Toekomst. Daar is op de website nu niets over terug te vinden. Ook is onbekend of de pilots al gestart zijn of wat dan ook. Daar wil D66 toch graag meer over weten. Burgemeester De Jong vindt het wat voorbarig om nu al te zeggen of er iets in het kader van de visie gestart is. De visie moet immers nog worden vastgesteld. Hij wijst er nogmaals op dat de gemeente de proeftuinen niet zelf gaat maken. Die proeftuinen zijn een uitnodiging aan de samenleving en bedrijven om te kijken of men rondom deze thema's met elkaar proeftuinen kan realiseren. Over 2 jaar kun je kijken wat daar van gekomen is - hij vindt die termijn ook echt wel wenselijk, tot die tijd zal er ook nog niet zoveel gerealiseerd zijn. Er komt een digitaal platform waarin alle 131 ideeën netjes op een rij staan. De raad kan daar een linkje naartoe krijgen en beschikt er dan ook over. Het lijkt hem dan onnodig er nog apart over te rapporteren. Mevrouw Dekker (D66) vindt apart rapporteren niet nodig, maar is wel benieuwd wanneer ze die link dan krijgt. Burgemeester De Jong zegt toe dat de raad een brief krijgt over de activiteiten die het college in het najaar opstart in verband met de toekomstvisie. De heer De Laat (Fractie De Laat) is er, gehoord de discussie en de opmerking van mevrouw Dubbink, ook voor om zo weinig mogelijk formeel vast te leg-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
21 - 42
gen. Men moet er als raadsleden met elkaar voor zorgen dat dit een gedragen stuk wordt. Als over 1,5 jaar moet worden vastgesteld dat het tot een evaluatie moet komen, hoopt hij dat dat een evaluatie wordt vanuit een positieve gedachte in plaats van met de instelling van een keurmeester. Hij bepleit dus om dat niet formeel te gaan doen maar gewoon na een half jaar te kijken hoe het loopt en dat elk raadslid er zo nodig zelf op terugkomt in de tussentijd. De heer Stiekema (VVD) bestrijdt dat motie 035-2015 negatief bedoeld is, als de heer De Laat daar een negatieve bijklank in beluistert. De voorzitter denkt niet dat de heer De Laat de motie negatief heeft willen duiden. Hij constateert dat er nog een paar puntjes uit de eerste termijn resteren en er verder geen behoefte aan bijdragen meer is. Mevrouw De Groot (GL) memoreert haar opmerking over de diversiteit van de groep die tot nu toe bij de visie betrokken is geweest. Het bleef beperkt tot De Krachtfabriek en Van Houten & Co. Is daar nog iets aan te doen, zo was haar vraag. Burgemeester De Jong beaamt dit maar vindt met een citaat van dhr. Van Rijbroek op het VNG-congres die hier ook over sprak, ook dat het al beter is dan het was. Er moet gestreefd worden naar een steeds meer evenredige vertegenwoordiging uit de samenleving. Door middel van de loting kom je daar ook het makkelijkst het dichtst bij, maar het zal tijd kosten voordat mensen het gevoel hebben dat het ook zin heeft erheen te gaan en ze ook echt een bijdrage kunnen leveren. Het college werkt er wel naartoe dat dat steeds beter wordt, en het is ook al beter dan het was: er zaten op de Dag van de Toekomst al meer en ook andere mensen aan tafel dan men normaal bij inspraakprocedures bij dit soort visies ziet. De voorzitter komt in het lijstje vragen ook het punt van de regeldruk en regelgeving van de SGP tegen en vraagt daar nog een reactie op van de burgemeester. Burgemeester De Jong antwoordt dat hier vaker wordt gesproken over regeldruk, los van deze toekomstvisie. Het is een ambitie van dit college om daar aan te werken. Het komt jaarlijks aan de orde bij de herziening van de APV. Het is dus gewoon aan de orde. Bij de vraag aan organisaties, bedrijven en inwoners waar ze een hekel aan hebben op dat punt en wat er wat hun betreft geschrapt mag worden, wordt het al weer moeilijker want hierover verschilt men van mening. Maar het college is daar gewoon volop mee bezig. (Hij herneemt na deze woorden zijn rol als voorzitter, de waarnemend raadsvoorzitter keert terug naar zijn raadszetel.) De raad acht dit onderwerp voldoende besproken voor besluitvorming hedenavond. 6.
2015-035 Landbouwmechanisatiebedrijf Rinus van Dijk aan de Beusichemseweg 34 b/c De heer De Jong (CDA) constateert dat de bezwaren van omwonenden door de Raad van State ongegrond zijn verklaard en dat de gemeente voor het eerst sinds tijden in het gelijk is gesteld. De beide nog te regelen punten, te weten de aanpassing van het bestemmingsplan en het uitvoeren van locatiespecifiek onderzoek voor de spuitzonering, zijn inmiddels uitgevoerd en hebben geen nieuwe knelpunten opgeleverd. De omwonenden hebben bereikt dat hun bezwaren in hoogste instantie zijn beoordeeld en kunnen daaraan een stuk rechtszekerheid voor de toekomst ontlenen. Wat het CDA betreft is er alle reden om nu snel in te stemmen met het gewijzigde plan en te hopen dat de Raad van State ook snel tot een definitieve uitspraak komt, waardoor de bedrijfsverplaatsing van Rinus van Dijk na al die jaren uiteindelijk gerealiseerd kan worden. De heer Stiekema (VVD) memoreert dat de raad vorig jaar januari in een iets andere samenstelling unaniem besloot tot het verplaatsen van het bedrijf van Rinus van Dijk. In een al jarenlang zich voortslepend dossier werd uiteindelijk een besluit genomen. De Raad van State wilde nog wat extra onderbouwing zien. De onvoldoende onderbouwing van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in verband met gewasbeschermingsmiddelen wordt met het voorliggend raadsvoorstel hersteld. De VVD-fractie vindt het jammer dat dit nodig is, zij had liever gezien dat de Raad van State de denkwijze van de gemeente had overgenomen. Daarin werden onderzoeken van de Universiteit Wageningen, het rapport Tholen, het rapport Nijmegen van toepassing verklaard op vergelijkbare situaties. De Raad van State heeft echter geoordeeld dat dit onvoldoende waarborg is voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en heeft aangegeven dat daar een locatiespecifiek onderzoek voor gedaan moet worden. Hierdoor moeten er kosten gemaakt worden, terwijl er materieel niet veel verandert. Het locatiespecifiek onderzoek voor dit plan is inmiddels verricht door een bedrijf dat over een vergelijkbare situatie een
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
22 - 42
soortgelijk rapport heeft opgesteld aan de hand van een vergelijkbaar rooster van de Universiteit Wageningen. Aangezien de Raad van State in die casus positief oordeelde, hoopt de VVD van harte dat het nu voor eens en altijd klaar zal zijn en er snel definitief besloten kan worden tot de bedrijfsverplaatsing. De heer Van Hoek (CU) sluit zich voor wat deze situatie betreft aan bij de woorden van het CDA. De ChristenUnie ziet ook uit naar het debat dat nog zal worden gevoerd over de nota Gewasbescherming c.q. de spuitzonering en stemt van harte in met voorliggend voorstel. De heer Van Leeuwen (SGP) sluit zich bij de vorige sprekers aan. Ook de heer Hofstee (HA!) sluit zich bij de vorige sprekers aan. Wat Houten Anders! betreft had dit raadsvoorstel zonder debat ter besluitvorming kunnen worden voorgelegd. De heer Van Loon (PvdA) denkt dat Houten welbeschouwd in dit dossier zelf een gat probeert te dichten wat de rijksoverheid heeft opengelaten. Dat lijkt nu te gaan lukken, de PvdA complimenteert de wethouder en zijn ambtenaren daarmee. Volgens de fractie kan dit als voorbeeld dienen voor de aanpak van vergelijkbare situaties in andere gemeenten; in een volgende raad komt dat nog ter sprake en wordt het ook vastgelegd. De PvdA is blij dat er nu zicht is op de realisatie van de verplaatsing van het bedrijf en wil nog even memoriseren waar men dit allemaal ook alweer voor deed, namelijk om het gebied waar Van Dijk nu is gevestigd vrij te krijgen voor verdere ontwikkeling. De enige vraag die wat de PvdA betreft dan ook nog openblijft is wanneer dat gebied nu eindelijk kan worden ontwikkeld. Mevrouw De Groot (GL) vindt het een kwestie van behoorlijk bestuur om vanavond opnieuw te besluiten tot de bedrijfsverplaatsing van Rinus van Dijk nadat de raad het plan al eerder had goedgekeurd en de fouten in het plan gerepareerd zijn. GroenLinks vindt het echter problematisch om hiertoe te besluiten, omdat de wethouder in reactie op vragen van Fractie De Laat in het rondetafelgesprek over wat het gevolg zou zijn van een goedkeuring van 10, 12 meter en een coniferenhaag, aangaf dat dat beleid zal worden. De raad gaat dus nu iets beslissen terwijl de nota Gewasbescherming nog moet komen in een volgende raad vlak voor het zomerreces. Blijkens voorliggend stuk is 10, 12 meter voldoende afstand conform het rapport, mits ramen en deuren worden dichtgehouden en er coniferen worden geplaatst. Dat kan waar zijn, maar hoe kan dat nu al worden vastgesteld terwijl de nota Gewasbescherming nog helemaal niet is vastgesteld? Er valt nog niet te beoordelen of dit plan in die nota zal passen. GroenLinks vindt dus eigenlijk dat de nota Gewasbescherming te laat ter besluitvorming komt voor te liggen. Als die nu besproken en vastgesteld was, had de casus Van Dijk eraan kunnen worden getoetst. Nu gaat dat andersom en zoals een van de raadsleden na het rondetafelgesprek al bevestigde, is het dan inderdaad volslagen ongeloofwaardig om over 2 of 3 weken, als de nota Gewasbescherming aan de orde komt, nog iets anders te willen als raad. De raad zet zichzelf hiermee dus klem. Wat valt er nog te bespreken bij de nota Gewasbescherming als het voorliggend voorstel straks niet conform die nota blijkt te zijn? Of moet er een voorbehoud in dit raadsvoorstel opgenomen worden? GroenLinks hecht er dus aan om het volgende vast te stellen. Wat nu met betrekking tot de spuitzones wordt voorgesteld, ziet GroenLinks als een incidentele noodgreep door tijdsdruk. GroenLinks voelt zich op geen enkele manier gebonden aan dit stukje oplossing, omdat de nota nog moet komen. De fractie kan hier uit een oogpunt van behoorlijk bestuur op zichzelf in meegaan: de heer Van Dijk heeft al genoeg te stellen gehad met deze bedrijfsverplaatsing - daar zal iedereen het over eens zijn en daar gaat de discussie dan ook niet over. De maatregelen die nu worden genomen zijn echter nog steeds niet ideaal, en het grotere punt is dat GroenLinks het helemaal bijzonder vindt dat de raad hiermee beleid goedkeurt voordat het gemaakt is. De fractie hoort graag hoe de wethouder dit ziet en denkt op te lossen. De heer Van Hoek (CU) neemt aan dat mevrouw De Groot het met hem eens is dat dat de nota Gewasbescherming niet in strijd zal kunnen zijn met de huidige jurisprudentie. Mevrouw De Groot (GL) hoort graag wat de Raad van State daar over een tijdje over te zeggen heeft. Dan kan bekeken worden of de nota Gewasbescherming daar ook in past. De heer Van Hoek (CU) denkt dat het beter is die discussie verder te voeren als de nota Gewasbescherming ter tafel komt, maar ziet zelf heel goed de logica van het voorliggende raadsvoorstel. Mevrouw De Groot (GL) heeft ook niet uitgesloten dat deze regeltjes misschien wel kloppen, maar vindt het procesmatig niet kloppen dat er nu een case voorligt terwijl er nog geen onderliggend beleid
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
23 - 42
voor is om die case aan te toetsen. Ze herhaalt dat de wethouder eerder met de nota Gewasbescherming had moeten komen. De heer Van Hoek (CU) kan dat argument wel volgen. Mevrouw Van Doorn (ITH) zegt dat ITH niet verrast was door de tussenuitspraak van de Raad van State, maar hoopvol is dat de voorliggende reparatieactie geaccepteerd zal worden. De toevoeging van alle functies waar mensen langdurig verblijven tot gevoelige functies, is wat ITH betreft zeer terecht. Echter, een beetje in de lijn van GroenLinks, wil ITH opmerken dat de consequenties voor lopende procedures, toekomstige bouwplannen c.q. bestemmingsplannen ITH nog steeds niet helder genoeg zijn. ITH is van mening dat nu het moment is gekomen om bij de nu bekende knelpunten een locatiespecifiek onderzoek te laten uitvoeren bij woningen of bedrijfswoningen, alvorens er overgegaan wordt tot legalisatie van boomgaarden in de bestemmingsplannen. De gezondheid van werknemers en omwonenden moet immers gegarandeerd zijn alvorens men hiertoe kan overgaan; anders is het in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Ze vraagt hierop een reactie van de wethouder. De heer De Laat (Fractie De Laat) zou ieder voorstel willen steunen dat de risico's van spuiten met chemicaliën vermindert, maar zo simpel is het ook weer niet. De raad heeft heel duidelijk uitgesproken dat alle situaties die op dit moment bestaan op korte termijn aangepakt moeten worden, terwijl er nu een voorstel voorligt waarbij aan de ene kant van een fruitperceel minitieus wordt gekeken naar de risico's en hoe je die kunt opvangen, op de centimeter wordt gekeken wat er wel en niet kan, allerlei dingen moeten dicht; en aan de andere kant is de 25 m. absoluut voldoende en gaat de gemeente gewoon over tot de orde van de dag en zegt zij dat deze regels daar allemaal niet gelden. Als jurist kan hij begrijpen dat je in redelijkheid tot deze beslissing kunt komen, maar als raadslid vindt hij dit toch een wat schizofrene opstelling. Hij wacht dus eerst de nota Gewasbescherming af en hoopt ook dat die eindelijk een oplossing biedt voor ook de bestaande gevallen, dat die op termijn worden opgelost. Hij kan zich best voorstellen dat dat niet allemaal in één keer lukt, maar er moet wel perspectief komen voor de betreffende omwonenden, dat ook daar wordt gekeken langs de meetlatten waar de Raad van State aan refereert. De heer Van Luling (D66) zegt dat zijn fractie waarde hecht aan de tussenuitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het oordeel is duidelijk over de begrippen 'woon- en leefklimaat' en 'gevoelige functies' en de noodzaak van locatiespecifiek onderzoek. De fractie van D66 ziet hierin ook een bevestiging van haar standpunt over Van Dort en haar stelling dat meeliften met andere onderzoeken inzake spuitzonenormering niet de juiste weg is. Goedkoop blijkt soms ook duurkoop te zijn. De rechter is in deze uitspraak overigens ook duidelijk waar het gaat over het begrip 'onafhankelijk onderzoek' en de verantwoordelijkheid en afwegingsbevoegdheid van het bestuursorgaan. Tot zover de reactie van D66 op de uitspraak. Daarnaast wil de fractie zo snel mogelijk af van alle beheersverordeningen die niet passen in het regime van '50 m., mits' - dit om te waarborgen dat aanleg van nieuwe boomgaarden, zoals recentelijk nog ten oosten van Beusichemseweg 34 b/c, eerst wordt getoetst aan de '50 m., mits'. Het debat hierover voert D66 graag bij de behandeling van de nota Gewasbeschermingsmiddelen. Vandaag gaat het erom dat het langslepende dossier Van Dijk kan worden gesloten. De rechters zijn duidelijk in hun oordeel; het is aan het college om dit oordeel nu te vertalen in duidelijke regelgeving, die dan door de raad wordt getoetst. Wethouder Geerdes zal met name ingaan op de bijdrage van mevrouw De Groot. Daarbij gaat het om de vraag waar de raad vandaag toe besluit. Er is een bestemmingsplan vastgesteld en de Raad van State heeft in zijn uitspraak heel concreet richting gegeven waar het bestemmingsplan op gerepareerd zou moeten worden; en dat is de vertaling zoals die nu ter tafel ligt. Het zou wat vreemd zijn als het college de raad volledig buiten de aanwijzingen van de Raad van State om een plan zou voorleggen. Dat is dan ook niet gebeurd in wat nu voorligt. Aan de andere kant zou het ook vreemd zijn als in de nota Gewasbescherming die over 2 weken in een rondetafelgesprek wordt besproken, een heel andere lijn zou worden gekozen dan wat de gemeente Houten vanuit de jurisprudentie tot nu toe naar zich toe heeft gekregen. Dat is wat hij heeft willen aangeven in het rondetafelgesprek, en hij kent ook de inhoud van de nota Gewasbescherming al, aangezien deze inmiddels ook door het college is vastgesteld en, sterker nog, ook al in de mapjes van de raadsleden zit. Daarom ook kon hij in het rondetafelgesprek zeggen dat de aanpak die het college voorstaat voor de reparatie van het nieuwe bestemmingsplan in lijn zal zijn met de nota Gewasbescherming die over 2 weken ter tafel zal
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
24 - 42
liggen. Uiteraard gaat de raad over de vaststelling van plan en nota. Een probleem daarbij is wel dat als je de nota Gewasbescherming wilt baseren op jurisprudentie, je dan dingen zult moeten afwachten, terwijl dat er op zich weer voor zorgt dat je als gemeente te laat bent met het verwerken van de uitspraak van de Raad van State in het bestemmingsplan. Dus het proleem met de tip van mevrouw De Groot om die jurisprudentie misschien nog even af te wachten, is dat je dan nog steeds geen nota Gewasbescherming hebt. De aangewezen weg lijkt hem daarom om over 2 weken het debat te voeren over het inhoudelijke deel van de nota Gewasbescherming, en hij is blij met de brede steun die in de raad aanwezig is voor de reparatie. Op een vraag van mevrouw Van Doorn antwoordt hij dat in de nota Gewasbescherming inderdaad zal worden vastgelegd dat er in nieuwe situaties, nieuwe ontwikkelingen steeds locatiespecifiek onderzoek zal moeten worden uitgevoerd ter onderbouwing. Mevrouw Van Doorn (ITH) reageert dat haar vraag specifiek op de bestaande situaties sloeg. De knelpunten zoals die tot op heden ook bij de gemeenteraad bekend zijn vragen toch om een iets andere aanpak dan simpelweg legaliseren. De voorzitter wijst mevrouw Van Doorn erop dat zij over 2 weken volop over dit onderwerp kan debatteren en vraagt of zij hier nu een reactie op wil krijgen; het gaat nu alleen over Van Dijk. Mevrouw Van Doorn (ITH) handhaaft haar vraag, omdat er consequenties aan het vanavond te nemen besluit zitten die zich zullen vertalen in de dingen die gaan komen. Wethouder Geerdes antwoordt dat het nu concreet gaat over het toevoegen van een nieuwe ontwikkeling: daarvoor zal altijd locatiespecifiek onderzoek nodig zijn. Bestaande gevallen of andere knelpunten in de gemeente kunnen zijns inziens het beste besproken worden in het kader van de nota Gewasbescherming. De heer Van Luling (D66) vraagt nog een reactie op zijn oproep om zo snel mogelijk alle beheersverordeningen te laten veranderen in bestemmingsplannen. Wethouder Geerdes denkt dat dat met name om beheersverordeningen Buitengebied gaat; binnen de Rondweg is daarin een andere keus gemaakt. Bestemmingsplan 't Goy volgt in dezelfde - komende - raad. En het andere bestemmingsplan waar nog een beheersverordening geldt, het Eiland van Schalkwijk, is de eerste vergadering na de zomervakantie aan de beurt. De raad acht dit raadsvoorstel voldoende besproken voor besluitvorming hedenavond. 7. 8.
2015-019 Jaarstukken 2014 - resultaatbepaling 2015-020 Jaarstukken 2014 - resultaatbestemming De voorzitter resumeert hoeveel minuten spreektijd de fracties nog hebben. GroenLinks 2,5. VVD: 4,5. CDA: 8. PvdA: 5,5. D66: 7. SGP: 7. ChristenUnie: 7. ITH: 8. Houten Anders!: 9,5 en Fractie De Laat: 9,5. De heer De Jong (CDA) zegt dat het CDA positief gestemd is over het financieel resultaat van 2014. Dankzij goede voorspellingen, analyses, prognoses en een goede budgetsturing blijft er bijna € 1,4 mln. over om te bestemmen voor mogelijke tekorten in de komende jaren. Het CDA vindt dit prima werk en complimenteert het college en de ambtenaren daarmee, maar het college kan hiermee niet op zijn lauweren gaan rusten. Er is nog veel te doen. Hij zal iets over de rapportage zeggen en vervolgens een drietal zorgpunten benoemen. Naar de mening van het CDA bevat de rapportage teveel effect- en prestatie-indicatoren en zijn die indicatoren te weinig SMART geformuleerd. Dat leidde in de aanloop naar de behandeling van deze stukken tot veel vragen en misverstanden over wat er nu precies bedoeld wordt. Met groen wordt aangeduid dat een indicator gerealiseerd is, maar onduidelijk was dikwijls wàt er dan gerealiseerd is. Een indicator betreffende het verminderen van de nadelige invloed van armoede die groen is, zegt het CDA erg weinig. Daarmee kan de raad zijn kaderstellende en controlerende taak niet goed uitvoeren. Het CDA ziet uit naar de conferentie dit najaar, waarin het college samen met de raad de prestatie-indicatoren onder de loep wil nemen. Dan het eerste van drie zorgpunten. Onder het programma Duurzaam staat vermeld: leegstandpercentage winkelruimte centrum realisatie 3,4%; geraamd 4%. Niks aan de hand dus. Maar de werkelijkheid is anders, zoals iedere bezoeker van het centrum kan zien. In het rondetafelgesprek gaf de wethouder toe dat de indicatie die het CDA gaf van 8% helaas dichter bij de waarheid is. Het stelt het CDA ook teleur dat bij de economische monitor een eerdere toezegging om over de winkelleegstand te rapporteren, niet nagekomen is. Het CDA vraagt graag aandacht voor de levendigheid en de bedrijvigheid in het centrum. Tweede zorgpunt: onder het programma Vitaal blijkt het aantal
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
25 - 42
geworven vrijwilligers te zijn afgenomen, een afname dus van het percentage inwoners dat vrijwilligerswerk verricht. Met de toelichting dat Houten evenals landelijk een dalende trend in het aantal vrijwilligers kent neemt het CDA geen genoegen, want Houten wil zich juist onderscheiden door het anders en beter te doen. In dat verband pleit het CDA er ook sterk voor om de maatschappelijke stage voor de scholen voor voortgezet onderwijs te behouden, omdat dat zo'n waardevol instrument is om de jeugd maatschappelijke betrokkenheid aan te leren. Hierbij roept het CDA derhalve het college, de v.o-scholen en Van Houten en Co op om ondanks het stoppen van de subsidie toch hiermee door te gaan. Het derde zorgpunt van het CDA zit in het programma Duurzaam en betreft het onderhoud van de openbare ruimte. Het zicht op hoe inwoners dit waarderen is door de wisseling van indicatoren enigszins verdwenen. De CDAfractie weet ook niet hoeveel meldingen er bij het meldpunt voor de openbare ruimte zijn gedaan, en moet zich dus maar baseren op wat zij hoort en leest. Er zijn in Houten veel zorgen over het openbaar gebied zoals het lange gras langs de Rondweg, het onkruid op paden en stoepen en de vervuiling op veel plekken. Een enkeling spreekt zelfs van verloedering. Daarvoor vraagt het CDA wederom - want dat heeft het CDA al eerder gedaan - dringend de aandacht van het college. Ondanks deze zorgen wil het CDA graag positief afsluiten. De jaarstukken zijn een verantwoordingsdocument. Als je het hele boekwerk van 209 pagina's doorleest kun je onder de indruk komen van wat er allemaal in de gemeente Houten gepresteerd is in 2014. Het CDA dankt allen die zich daarvoor hebben ingezet zoals de gemeente, verenigingen, organisaties, kerken, het bedrijfsleven en de inwoners. Houten maakt men samen. De heer Biesheuvel (PvdA) is ook ontzettend blij met deze jaarrekening. Het stuk ziet er goed uit, de financiële huishouding van Houten is gezond, zo heeft ook de accountant onderstreept. Uiteraard zijn er verbeterpunten, maar die komen ongetwijfeld in het vervolg verder ter sprake. Wat dat betreft dankt de PvdA de wethouder en de ambtenaren voor het vele werk dat verricht is. Zoals de heer De Jong van het CDA al memoreerde, zijn er in het voortraject zeer veel vragen gesteld. Dat is ook niet onlogisch, over een verantwoordingsdocument mag je veel vragen stellen, en het is ook complex en veelomvattend. Dat is echter - en hierin deelt hij de observatie van het CDA - voor een deel ook herleidbaar op de presentatie van met name de prestatieindicatoren. De wijze waarop die zijn vormgegeven heeft tot veel onduidelijkheid en daarmee tot veel vragen geleid. Hij is blij dat men dit de komende periode verder gaat bespreken, naar hij begrijpt voor de begrotingsbehandeling, wat wel zo handig lijkt. Het risico is dan wel dat er bij de bespreking van de Jaarrekening 2015 nog onvoldoende verbeterd zal zijn op dit punt; daar hoort hij de wethouder nog graag over. Ook de PvdA heeft enkele zorgpunten. Ten eerste over statushouders, inburgeraars. Uit de beantwoording van vragen in de voorronde bleek dat er viermaal zoveel wordt uitgegeven per inburgeraar dan het Rijk ervoor beschikbaar stelt. De PvdA wil graag weten waar dat verschil in zit. Tegelijkertijd valt al te voorspellen dat deze problematiek zich in veel grotere mate zal gaan voordoen dit jaar al, maar zeker ook volgend jaar en de PvdA vroeg zich af of er misschien toch niet aanleiding was om eens nader met elkaar bij deze problematiek stil te staan. Het tweede zorgpunt betreft de onderbesteding bij de bijzondere bijstand, het merkwaardige verschijnsel dat er minder besteed is terwijl het aantal bijstandsgerechtigden is gegroeid. Feiteijk wordt aangegeven dat de weg naar het loket wel gevonden moet worden. Maar als je constateert dat die discrepantie zich voordoet, moet je je op dat moment dan al niet afvragen of die weg wel voldoende bekend is - zo vraagt hij zich af. De heer Van der Meij (ITH) vindt het een uitdaging blijven om dit uitgebreide onderwerp tot een paar punten te beperken. Dat heeft ITH geprobeerd. Hij zegt allereerst dank aan de organisatie voor het verder verbeteren van het jaarverslag en de leesbaarheid ervan. Ook de presentatievorm wordt erg positief beoordeeld. Sommige zaken blijven vertrouwd bij de jaarrekening. Het jaarresultaat is weer aanzienlijk beter dan wat er in de Tweede Bestuursrapportage gepresenteerd werd: een verschil van slechts € 1,2 mln. Dat is ongeveer de helft van wat het vorig jaar was, maar toch zeer aanzienlijk. Dit jaar zijn er echter ook een paar opvallende zaken die vragen oproepen. Een van de dingen die ITH zorgen baren zijn de ontwikkelingen bij WIL. Voor WIL is dit jaar een kleine € 1 mln. meer uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. De vraag daarbij is, zeker in het licht van het gegeven dat Houten veel meer samenwerkingsverbanden zal aangaan, wat men hier als gemeente van geleerd heeft. Gaat men de volgende keer niet dezelfde fout in? Is dit een investering in één keer, of gaat dit de gemeente volgend jaar weer overkomen? Een tweede punt is dat de individuele aanvullende uitkering voor 2014 niet is meegenomen in de cijfers. Er wordt uitgegaan van een indicatie van ongeveer € 7 ton maar er is € 0,- opgenomen. Betekent dat ook dat het college verwacht dat er € 0,- gaat ko-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
26 - 42
men dit jaar, of is dit gewoon doorschuiven, om over 2015 wat gunstiger uit te komen? Verder viel op dat de boekwaarde van de straatverlichting van € 3,3 mln. in één keer afgeschreven is. Is dat slechts bedoeld om het resultaat voor komende jaren tijdelijk te verbeteren, of zit daar een andere gedachte achter? Tenslotte viel hem op dat als je bij het resultaat van € 2,3 mln. de staat van incidentele lasten en baten optelt, waarbij de lasten € 1,6 mln. hoger zijn dan de baten, het structureel resultaat van de gemeente op € 2,9 mln. uit zou komen. Als dat niet zo is, hoe hoog is het structureel resultaat dan? - zo vraagt hij. De heer De Laat (Fractie De Laat) bekent dat de jaarrekening niet altijd zijn favoriete onderwerp was. Nu hij het helemaal zelf moet doen, komt hij er niet meer onderuit. Het was voor hem 5 bladzijden lezen, dan even pauze, na 25 bladzijden een glaasje rode wijn. Hij vraagt zich af hoe het op de vergadering van het college toegaat als het jaarverslag en de jaarrekening worden opgesteld. Hij stelt zich zo voor dat de secretaris de actiepunten voorleest en de status daarvan checkt bij de portefeuillehouders; dat de burgemeester dan vraagt of de boekhouding klopt; en er dan het antwoord komt: "we houden zelfs nog wat over, want er zijn wat meevallers." De secretaris vinkt het af en maakt dan later achter zijn eigen bureau de vakjes groen, oranje en rood. Hij begrijpt wel dat het zo niet gaat, maar de stukken lezend, bekruipt hem soms wel het gevoel dat het zo werkt. Het leest niet echt als een inspirerend verslag. Het is meer een verslag van de NS-afdeling Midden-West over de uitvoering van het spoorboekje. Hoe moet je zo'n verslag nu beoordelen, als het bijna egaal groen kleurt? Bijna alles dat momenteel gebeurt, is gedaan. Een voldoende is het dus wel, en gelet op de financiële uitkomst is dat dan ook verdiend. Maar over de effecten die men wilde bereiken of de ambitie die men voor de gemeente had leest hij veel minder. Meten is ook weten en ook de meetinstrumenten laten het op veel plaatsen afweten. Of als er gemeten wordt, zie je vaak dat dat gaat over een samenwerkingsverband zoals WIL. En: niet meten is ook niet weten. De Audit- en Rekeningcommissie heeft hier ook al opmerkingen over gemaakt. Hij betwijfelt of de door het college toegezegde workshop Ontwikkeling strategische effectindicatoren voor raadsleden voldoende oplost. Verantwoording heeft ook te maken met een cultuur om te verantwoorden. Hij gaat nu op enkele onderdelen in. De transities zijn doorgevoerd; dat is helder. Maar interessanter is, hoever het nu staat met de regie op multi-probleemgezinnen; wat de ontwikkelingen zijn rond preventie; waar de vernieuwing in de aanpak van de participatie zit; hoe de gemeente mensen uit de schulden gehouden heeft. Dat zijn voor hem prangende vragen. Wellicht is het nog te vroeg om daar al resultaten van te zien, maar hij volgt de ontwikkelingen hiervan met interesse. Bij het programma Duurzaam kleurt er wat meer oranje en rood. Daarbij gaat het vooral om onderwerpen waarbij overleg met anderen nodig is, en dan is het van belang dat je bij die anderen de juiste snaar weet te raken. Wellicht is dat soms wat moeilijk. Wat betreft de BOR werd in 2014 ontdekt dat als je daar niet snel op reageert, er op termijn grote financiële problemen ontstaan. Ondertussen is de aanpak en de werkwijze rondom de BOR aangepast en lijkt het lek boven water. Ook hier blijft het nodig, zoals de heer Van Dijk al zei, om de vinger aan de pols te houden. Hij denkt ook dat de effecten van het beleid de komende jaren pas te zien zullen zijn. Het programma Betrokken kleurt helemaal groen. Hij weet niet goed hoe hij dat moet beoordelen en moet rijmen met de ambitie van een nieuwe bestuurscultuur; juist op dat punt verwacht je dat het college een zelf-kritische houding aanneemt en daar ook wat kritische vragen bij stelt. Bij bedrijfsvoering kleurt de bezuinigingstaakstelling van € 2 ton helemaal groen. Dat resultaat is behaald in 2014 en er is een veranderingstraject ingezet. Toch ligt daar nog een groot risico, omdat dat veranderingstraject blijkbaar toch niet de nodige flexibiliteit heeft opgeleverd. Zijn vraag is, wat het college daar anders aan gaat doen dan afwachten wat er uit de ambtelijke fusie met Wijk bij Duurstede komt. Afrondend, vindt hij uit het jaarverslag blijken dat er veel is gedaan. Dat geeft recht op een voldoende. Ook de financiële resultaten zijn voldoende. Het blijft echter bij een zesje, omdat hij uit het jaarverslag te weinig leest over de ambities van het college en de concrete effecten die die ambities opleveren voor de Houtense samenleving. De heer Dagniaux (VVD) dacht even dat hij in een oudejaarsconference was beland, maar hoorde de heer De Laat daarna een aantal inhoudelijke opmerkingen maken. Ook het rapport van de Audit- en Rekeningcommissie geeft blijk van zorgen over de informatiewaarde van de prestatie-indicatoren. De heer De Laat verwacht onvoldoende soulaas van de aangekondigde workshop dit najaar, maar welk kader geeft hij dan mee om te zorgen dat dit volgend jaar wel beter is? De heer De Laat (Fractie De Laat) denkt dat het van belang is dat met name het college daarin een trekkende rol vervult. Ook raadsleden kunnen daarin meedenken en een goe-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
27 - 42
de rol spelen, maar het is belangrijk dat het college de ambities en de effecten die het wil bereiken, zelf goed weet te verwoorden. De heer Dagniaux (VVD) beaamt dat het prettig is als het college de ambities goed kan verwoorden, maar de raad stelt de kaders en heeft die prestatie-indicatoren toch grotendeels zelf in de hand? De heer De Laat (Fractie De Laat) denkt dat de raad die mede in de hand heeft maar daar niet helemaal leidend in is. De raad stelt kaders, zo beaamt hij, maar de wijze waarop die kaders uitgevoerd worden, de ideeën en de visie die daar achter liggen, zullen ook verwoord moeten worden door het college. En dat zal ook verwoord moeten worden in de effecten die het college wil bereiken. Het is een samenspel, maar het heeft ook te maken met de wijze waarop je je als college wilt verantwoorden. De heer Van Vliet (D66) denkt dat de jaarstukken een solide financieel beheer laten zien in barre tijden. De cijfers zijn al uitentreuren besproken in voorafgaande vergaderingen, daarom gaat hij daar niet in detail op in. Houten blijkt bestand tegen de grilligheid van de rijksbudgettering. Wat men ook duidelijk moet hebben is dat het af en toe onttrekken aan reserves onvermijdelijk is en dat het ook belangrijk is om die reserves op peil te houden, want op die manier klopt de begroting, maar dit soort noodgrepen is af en toe wel nodig. Een positief resultaat moet dus wel in dat licht worden bezien. Een aandachtspunt ten aanzien van de kwaliteit van de informatie is dat de vergelijkbaarheid en bruikbaarheid van de monitoringgegevens als gevolg van de nieuwe monitoringssystematiek sterk achteruit is gegaan. D66 is benieuwd hoe het college de trendontwikkelingen die daarin zaten kan waarborgen bij de volgende jaarrekening en zal geen genoegen nemen met een antwoord in de trant van "we hebben nu eenmaal een andere keuze gemaakt en zijn daarmee blind". D66 wil dat toch geborgd zien. D66 is blij dat de door haar regelmatig gevraagde, en nu ook toegezegde raadsworkshop Ontwikkelingsstrategische effectindicatoren er eindelijk gaat komen, en ziet die als uiterst belangrijk om een verdere verbeterslag te maken. In de jaarstukken ontbreekt nog inzicht in de implementatie van de nieuwe bestuursstijl. Als je zoekt op 'bestuursstijl' komt dat ook maar twee keer voor in dat document. Er wordt wel her en der invulling aan gegeven en mee geëxperimenteerd, maar kan het college in, of annex aan de jaarstukken, ook eens een overzicht geven hoe het met die bestuursstijl bezig is en die toepast? - zo vraagt hij. Er is een raadscommissie geïnstalleerd die daar nu ook naar gaat kijken, maar het is goed en ook in lijn met wat er over de toekomstvisie besproken is om dat soort zaken als raad ook regelmatig ter tafel te krijgen. D66 is erg content met de vogelvluchtrapportage: deze presentatie, waarin de ambtenaren in drie kwartier de hele jaarrekening bij wijze van spreken kunnen presenteren. Ook de procedure die gevolgd is om technische vragen in direct contact met de betrokken ambtenaren beantwoord te krijgen, werkt erg goed: daardoor gaat de wereld achter de cijfers en de mensen die eraan werken, veel meer leven. D66 complimenteert betrokkenen daarmee en geeft een groot compliment aan iedereen inclusief de Audit- en Rekeningcommissie die heeft meegewerkt aan de jaarstukken. Ook D66 past het natuurlijk om zorgpunten uit te spreken. Net als voor het CDA is een daarvan de afnemende participatie van vrijwilligers en mantelzorgers, terwijl je daar als college juist op in wilt zetten. Wat voor gerichte actie gaat het college ondernemen om daar meer invulling aan te geven? Een ander zorgpunt is dat de ambtelijke capaciteit onvoldoende is om de paragraaf Duurzaamheid verder gestalte te geven. D66 is erg blij met de beantwoording in het rondetafelgesprek dat er extra menskracht zal worden ingezet en dat er regionale samenwerking zal worden gezocht. Dat gaat de voorwaarde om tot succes te komen naar D66 hoopt aanmerkelijk vergroten. Afgelopen jaar is er in elk geval het mooie resultaat bereikt dat winkeliers hun eigen openingstijden kunnen bepalen, maar er is meer nodig, zoals het tegengaan van de winkelleegstand. Daarbij is het belangrijk om een zo actueel mogelijk inzicht te hebben, en collega De Jong heeft daar al veel behartigenswaardigs gezegd. D66 wil dat dat inzicht er komt, het is toegezegd dat het er binnen een week zou zijn, maar er was nog niets te zien. D66 wil ook dat het college zich met zo'n inzicht intensiever en creatiever kan inspannen om die situatie samen met de belanghebbende aan te pakken. Het is een aanpak waar D66 en de ondernemers reikhalzend - met de heer De Jong - naar uitkijken. Ten aanzien van de jongerenvoorzieningen zegt het college in het rondetafelgesprek afhankelijk te zijn van ondernemers, en verwijst het naar Enter en Shine. D66 verwacht van het college een meer actieve invulling van de beleidsdoelstellingen uit de jaarrekening alsmede een stimulerende rol zoals die beschreven is in het collegeakkoord. Stimuleren is een werkwoord, en het betekent niet 'afwachten'. D66 roept het college dan ook op om jongeren actief te betrekken: bied ze een podium waar ze hun ideeën kwijt kunnen over verbetering van het uitgaansleven en jongerenvoorzieningen, en kijk hoe je hier actiever invulling aan kunt geven. Voor D66 is onduidelijk gebleven welke inspanning het college heeft geleverd om het vervoer van ouderen te
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
28 - 42
verbeteren. De vragen van D66 hierover tijdens het rondetafelgesprek zijn niet beantwoord, wel is er verwezen naar de beloofde beantwoording van Art.36-vragen van SGP en ITH, maar die zijn niet voor de raadsvergadering ontvangen. Is dit wachten illustratief voor de knelpunten met het vervoer die ouderen ervaren? Voor hen betekent mobiliteit verbinding, kunnen deelnemen, langer zelfstandig kunnen blijven - onderwerpen waar D66 en dit college zich hard voor maken. D66 wil nu snel inzage in het uitgevoerde behoeftenonderzoek en nog voor de zomer, net als de andere zojuist genoemde partijen vroegen, een collegebrief waarin aangegeven wordt hoe het college invulling wil geven aan de herijking van het kleinschalig vervoer voor ouderen. Alles overziend kijkt D66 tevreden terug op het eerste jaar 'Houten maken we samen'. De ideeën om hier komend jaar verder invulling aan te geven zal D66 met de rest van de raad delen bij de behandeling van de perspectiefnota. De heer Van Hoek (CU) sluit zich aan bij de lovende woorden die zijn gesproken: er is het afgelopen jaar hard gewerkt, er is een goede ombuiging gerealiseerd met een positief resultaat; dit is prima, de ChristenUnie spreekt haar dank en waardering uit aan het college en de ambtenaren die zich hiervoor hard hebben ingespannen. De ChristenUnie dankt ook de Audit- en Rekeningcommissie voor het werk dat zij namens de raad doet. Dat helpt om een goede controle uit te voeren op dit lijvige stuk. Over één punt maakt de ChristenUnie zich nog veel zorgen, een punt dat ook grote politieke implicaties kan hebben en waar de fractie ook benieuwd is naar een reactie van de wethouder. Dat is het punt op pag.121 waar de fractie in het rondetafelgesprek ook vragen over heeft gesteld, in het programma Politiek en Bestuur. De prestatie-indicator ten aanzien van het verzorgen van het Houtens kieskompas of de stemwijzer is namelijk helemaal groen. De ChristenUnie is erg benieuwd welke invloed het college achter de schermen heeft uitgeoefend op de verkiezingen. Wat heeft ervoor gezorgd dat het gerechtvaardigd was om deze rapportage groen te maken? Naar het idee van de ChristenUnie waren de verkiezingen en het Houtens kiescompas vooral een initiatief van het Houtens Nieuws, samen met de raad en de griffie. Tot grote verbazing van de fractie heeft het college zich dat hier toegeëigend. De fractie vroeg zich - lichtelijk ironisch - al af of dit reden kan zijn voor een parlementair onderzoek, maar wacht de beantwoording af. De heer Dagniaux (VVD) wil allereerst een compliment geven aan het college en de ambtelijke organisatie voor het werk en de behaalde resultaten van het afgelopen jaar. Het is een jaar geweest waar naast de reguliere zaken erg veel energie en doorzettingsvermogen nodig was om op tijd klaar te zijn voor de decentralisaties. Het betreft hier de grootste veranderingsoperatie sinds lange tijd. De invoering is blijkens frequente terugkoppeling in onder meer de klankbordgroep in Houten zonder majeure problemen verlopen. De VVD geeft daar nogmaals de complimenten voor. Met betrekking tot de voorliggende jaarstukken onderschrijft de VVD de aanbevelingen die de Audit- en Rekeningcommissie doet met name ten aanzien van het nog eens kritisch tegen het licht houden van de huidige effectindicatoren. Omdat de VVD de rapportage van de Audit- en Rekeningcommissie nergens expliciet tegenkomt ter bespreking, gaat zij ervan uit dat met het goedkeuren van de jaarrekening ook de aanbevelingen uit het rapport van de ARC door het college worden uitgevoerd. De VVD vraagt of de wethouder dit kan bevestigen. Er zijn al veel zogenaamde technische vragen gesteld en dit jaar is voor de beantwoording daarvan gekozen voor een alternatieve aanpak. De VVD ziet graag dat deze aanpak wordt geëvalueerd, omdat de ervaringen niet onverdeeld positief zijn. Daarnaast heeft de VVD nog een aantal inhoudelijke vragen. De indicatoren die op groen staan - een aantal collega's heeft daar al aan gerefereerd - worden standaard niet voorzien van een toelichting; hij heeft daar in het rondetafelgesprek ook iets over gezegd. Met name bij kwalitatieve indicatoren is dit niet altijd voldoende. Een voorbeeld zijn de indicatoren over onderwijs op pag. 46 van de jaarrekening. Graag ziet de VVD dat bij dit soort indicatoren in het vervolg wel een korte toelichting wordt gegeven, omdat de informatiewaarde anders onvoldoende is. Blijkens het deelprogramma Sociale veiligheid en openbare orde op pag. 104 is het aantal autokraken gestegen van 250 naar 306. Dit is ook de voornaamste reden dat de criminaliteit in Houten zelfs met 1% is gestegen, terwijl die regionaal is gedaald met 7%. De VVD heeft daar twee vragen bij. Hoe komt dit? Het is makkelijk om dit toe te schrijven aan bezoekers van met name Expo Houten die zaken in hun auto hebben laten zitten, maar dat lijkt de VVD wat te eenvoudig. De beschrijving van de inzet om dit tegen te gaan lijkt erg veel op het verhaal van een aantal jaar geleden. Wat gaat men in Houten nu daadwerkelijk doen om het aantal autokraken te laten dalen? Het laatste punt van de VVD is dat er sprake is van een fors bedrag aan oninbare of dubieuze vorderingen op de bijstandsverlening. Dat het lastig is om vorderingen binnen te krij-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
29 - 42
gen in een tijd van economische crisis, is niet verwonderlijk maar wat gaat men in Houten nu concreet doen om die vorderingen te voorkomen? Wat gaat men aan de voorkant van het proces regelen met elkaar? De heer Hofstee (HA!) is uiteraard blij met het voorliggend resultaat. Het werk dat hiervoor is verricht wordt door Houten Anders! zeer gewaardeerd, maar wat je toch elk jaar bij meerdere partijen terug ziet komen is het feit dat de resultaten niet goed inzichtelijk gemaakt zijn - dat is al meermalen genoemd vanavond. Hij heeft overwogen dit te duiden als een soort "kpi-deficit" maar dat is het niet. Het gaat niet zozeer om een tekort als wel om kpi´s die onvoldoende verklaring in zich hebben. Houten Anders! ziet dit ook niet als een probleem van de ambtelijke organisatie; het komt gewoon door hoe het ingericht is. College en raad kunnen hier qua sturing iets aan doen: men moet ook de hand in eigen boezem steken. In het najaar gaat men als raad kijken hoe de technische resultaten inzichtelijker gemaakt kunnen worden. Maar er zit meer aan. Ten eerste betreurt de fractie de wat lage snelheid van dit proces: als je het in het najaar pas onder de loep neemt, zit je bij de Begroting 2016 nog steeds met deze manier van kijken opgescheept. Maar Houten Anders! vindt het ook vervelend dat het zich niet in een politieke evaluatie laat vertalen. De cijfers zullen wel kloppen, maar niet goed te zien is of de afgesproken doelen gehaald zijn, wat veel breder is dan alleen cijfertjes. Als je bijvoorbeeld kijkt naar hoe het met de bestuursstijl staat - wat ook al genoemd is vanavond. Bij toeval hoorde hij een verhaal van wethouder Geerdes afgelopen week hoe hij gereageerd heeft op zaken die in de social media langskwamen. Hij was actief en zichtbaar. Dat vindt Houten Anders! prima en wil de fractie eigenlijk graag in een breder beeld zien. Gisteren vertelde wethouder Van Liere hoe en wat hij geleerd had van de plannen bij de Korenmolen. Ook dat vond hij een prachtig verhaal. De wethouder leert daarvan en zegt wat hij daar in het vervolg mee doet. Dat zijn de zaken die Houten Anders! graag ziet vanuit het bestuursakkoord en, desnoods in een informele setting, zou willen horen. Als die evaluatie goed wordt ingericht, is er meteen een basis van informatie om ook aan de inwoners te verstrekken, met - in Jip en Janneketaal gezegd - voorbeelden van wat er goed en slecht ging. Vorig jaar heeft de fractie van Houten Anders! dat al eens in een motie proberen te verwoorden en uiteraard heeft zij toen goed geluisterd naar de kritiek van de partijen. Er is ook geen verantwoordingsdebat meer van gemaakt maar een evaluatiedebat, en hij hoopt dat men daar met genoegen naar kijkt. Motie 037-2015 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 2015-019 Onderwerp: Instellen jaarlijks evaluatiedebat De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d.: 9 juni 2015; - gehoord hebben de uitspraken van alle politieke partijen uit onze raad tijdens de raadsvergadering van 14 mei 2014 in reactie op het instellen van een jaarlijkse verantwoordingsdag; - gehoord hebben de kritische uitspraken van alle partijen over de huidige wijze van verantwoording in het jaarverslag en de jaarrekening; - gelezen het beleidsakkoord 2014-2018 ‘Houten maken we samen’; - overwegende dat alle partijen een nieuwe bestuursstijl voorstaan; - overwegende dat in het najaar 2015 vooruitlopend op de perspectiefnota 2017 en de begroting 2017 raad en college samen stappen gaan zetten om de begroting en jaarrekening en jaarverslag een andere vorm en inhoud te gaan geven; - overwegende dat tot en met de jaarrekening en het jaarverslag van 2016 (in mei 2017) in ieder geval nog gewerkt wordt met de huidige begrotingssystematiek en jaarrekening en jaarverslagen; - overwegende dat de jaarrekening, het jaarverslag en de bereikte resultaten niet in klare taal richting onze inwoners wordt vertaald; - roept het college op tot het instellen van een jaarlijks evaluatiedebat; tijdens dit debat in de raad en met het college wordt in evaluatieve zin teruggekeken op de beleidsdoelstellingen die het afgelopen jaar zijn bereikt of niet zijn bereikt en wordt verantwoording afgelegd over de stappen die genomen zijn om de doelen die daarin genoemd zijn te bereiken; - roept het college op het eerste verantwoordingsdebat te organiseren in maart 2016 en de invulling van deze dag nader uit te werken; - roept het college op om een voorstel te doen over de wijze waarop de (beleids)resultaten van het voorgaande jaar transparant aan onze inwoners zullen worden gecommuniceerd;
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
30 - 42
en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door Michel Hofstee (HA!).
De heer Corporaal (GL) wilde om te beginnen een compliment maken en zal dat, ook al is zijn spreektijd beperkt, toch maar uitspreken. Dit college is niet spilziek en weet de raad jaarlijks te verrassen met meevallers. De meevaller over 2014 bedraagt maar liefst € 1,4 mln.; circa € 1,1 mln. meer dan verwacht werd in de Tweede Bestuursrapportage 2014. Hij ziet wel een trend dat de raad jaarlijks eerst voorgehouden wordt dat er allerlei risico´s zijn, om vervolgens verrast te worden door positieve cijfers. Ook de onbetaalbaarheid van voorzieningen in de openbare ruimte bleek bij nader inzien vooral modelmatig te moeten worden gezien. Het college is niet spilziek, maar in sommige gevallen juist conservatief. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een positief risico van terugbetaling van uitkeringsgelden, maar daarover wordt niets in de boeken gezet: een voorbeeld van een te voorzichtige raming. GroenLinks is voorstander van een ruimhartig minimabeleid, wil dat mensen die daar recht op hebben, financiële ondersteuning kunnen krijgen, en vindt het apart dat bij toenemende armoede en een toenemend aantal bijstandsaanvragen er weer ruim € 130.000,- is overgehouden op uitgaven aan bijzondere bijstand en minimabeleid. GroenLinks heeft bij de behandeling van de Begroting 2015 aandacht gevraagd voor communicatie door middel van een zgn. 'grip op geld krant'. Het is belangrijk om op allerlei manieren doelgroepgericht te communiceren, zeker met minima en ouderen, opdat zij goed weten welke voorzieningen er specifiek voor hen bestaan. GroenLinks vindt communicatie via de website en Houten Actueel onvoldoende, maar wil dat de doelgroep gericht gewezen wordt op ondersteuningsmogelijkheden. Een overschot op minimabeleid ziet de fractie als tekortschieten naar de samenleving toe. In het rondetafelgesprek gaf het college aan dat het de communicatie wil verbeteren, maar GroenLinks krijgt daar in deze raad graag een bevestiging van zodat zij volgend jaar oprecht kan zeggen dat de communicatie over ondersteuning uitstekend is geweest. In de jaarrekening staan in het programma Duurzaam veel signalen op oranje of rood. Bij andere programma's had de fractie soms aarzelingen over de groene kleurtypering. De fractie dankt wethouder Van Liere voor zijn duidelijke stellingname over het programma Duurzaamheid in het rondetafelgesprek. De eerlijke constatering dat de aandacht voor duurzaamheid er in 2014 bekaaid van af gekomen is, deelt de fractie. Dat de gemeente nog geen uitvoering gegeven heeft aan het opstellen en uitvoeren van het programma Duurzaamheid 2014-2015 vindt GroenLinks een slechte zaak. GroenLinks ziet duurzaamheid als dè uitdaging van deze eeuw. Dan doet het pijn dat het college wel prioriteit geeft aan vormgeving van een te ruim spuitzonebeleid, maar duurzaamheid verwaarloost. In het rondetafelgesprek deed de wethouder de toezegging om in het Uitvoeringsprogramma 2015-2018 meer focus te gaan aanbrengen, en daar dankt GroenLinks de wethouder voor. Er is door velen hard gewerkt aan de totstandkoming van de jaarrekening. De wijze van bespreken van de vragen naar aanleiding van de jaarrekening was wat GroenLinks betreft niet zo'n succes. De fractie dankt ook de ARC voor haar werkzaamheden bij de beoordeling van de jaarrekening, waarbij enkele prima suggesties werden gegeven. Wethouder Van Liere zal zich beperken tot onderwerpen die tot zijn portefeuille behoren. Hij dankt de fracties voor hun waarderende woorden. Het is altijd weer spannend hoe een jaarresultaat eruit ziet. Ook afgelopen jaar is het gelukt om positief te eindigen. Hij zal zich concentreren op de hoofdzaken. Een daarvan waar veel woorden aan zijn gewijd, betreft de kwaliteit van de informatievoorziening. In de kern gaat dat erom wat voor soort informatie de raad nodig heeft om op te sturen. De workshop in september is een prima moment om daarover met elkaar van gedachten te wisselen. Er zijn verschillende soorten informatievoorziening. Je kunt kijken wat je erin stopt, wat er in de pijplijn zit, of in termen van resultaat wat eruit komt. Maar waar het de raad vooral om zal gaan, is het maatschappelijk effect: wat betekent het voor de samenleving als de gemeente er aan de voorkant wat geld in stopt. Dat is een andere manier van sturing dan gebruikelijk was. Hij wil overigens nuanceren dat het college daar traag mee aan de slag zou zijn. Het aantal indicatoren in de huidige systematiek is de afgelopen periode met 150 verminderd. Er is dus wel degelijk sprake van een afname van het aantal indicatoren. Er zijn vragen gesteld hoe het dan zit met de trendbreuk, hoe het college dat gaat aanpakken. Het college ziet dat als volgt voor zich. De eerste stap komt in de herfst van 2015. Die zal niet meer kunnen worden meegenomen in de nieuwe systematiek voor de begroting, dat lukt gewoon niet op tijd. Het college zal wel kijken hoe de kpi´s SMART kunnen worden gemaakt en doet dat voor de Begroting 2016. Het college zal de nieuwe prestatie-indicatoren in gaan voeren in 2017. Er zullen dan dus indicatoren komen die de voorgaande periode nog niet aan de
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
31 - 42
orde zijn geweest. Dat maakt het heel lastig om retrospectief te kijken naar die indicatoren die de voorafgaande jaren misschien al in kaart hadden moeten worden gebracht. Dat is een welhaast onmogelijke opgave - de heer Van Vliet vroeg daarnaar. Wel zal het college bij de jaarstukken over 2016 kijken hoe dat opgeschoond, aangescherpt en verfijnd kan worden. Hij ziet het ook als een doorgaand proces voor de komende jaren, en de maatschappelijke effecten waar men op wil sturen ook als een belangrijk aanhakingspunt om komende jaren energie in te stoppen. Het is dus een proces van een aantal jaren. De heer Biesheuvel (PvdA) dacht dat er behalve een beoordeling over 2016 ook nog een beoordeling over 2015 komt en vraagt wat het college doet om te zorgen dat de raad dan niet net als nu, het gevoel heeft geen grip meer op de cijfers te hebben. Wethouder Van Liere antwoordt dat het proces voor 2015 al in gang is gezet. De begroting voor 2015 staat al vast. In de bestaande systematiek koppel je de jaarrekening aan je begroting. Daar zit je redelijk aan vast, er is niet veel speelruimte om daar iets aan te doen. De heer Biesheuvel (PvdA) constateert dat veel onduidelijkheid een gevolg is van de wijze van presenteren. Wat hem betreft hoeven er niet nu reeds nieuwe indicatoren te worden ingevuld, maar is het wel zaak om zodanig aan de presentatie te sleutelen dat men volgend jaar niet op dezelfde wijze over deze materie hoeft te spreken. Wethouder Van Liere denkt dat het college in de presentatie stappen heeft gezet met name door de stoplichten te hanteren: rood, oranje en groen. Hij wil wel toezeggen om groen, als het om kwalitatieve zaken gaat, met 1 of 2 regels toe te lichten. Dat zal zeker kunnen, die informatie is gewoon beschikbaar. Daar wil hij de raad graag in tegemoetkomen, maar het is nog wel het bestaande stramien. Hij wil ook geen overdreven verwachtingen wekken dat het roer al in 2015 kan worden omgegooid. Hij komt nu op enkele specifieke punten. De afschrijving van de boekwaarde van de straatverlichting was een eenmalige operatie met een positief financieel effect. De rekensom met lasten en baten van ITH begrijpt hij niet helemaal. Het college houdt zich aan de regels van het BVV en dat leidt tot de uitkomst die vanavond is gepresenteerd. Er is opgesmerkt dat de rapportage over de bestuursstijl ontbreekt. Er is momenteel een begeleidingscommissie waar hij zelf in mag zitten met een aantal raadsleden plus een zeer betrokken inwoner. Die commissie heeft gisteravond gesproken over een plan van aanpak met een aantal processtappen. Dat komt in de conferentie / bijeenkomst met de raad waarin het college zal kijken hoe dat handen en voeten kan krijgen. Heel bemoedigend vindt hij dat raad en college elkaar daarover in elk geval in die commissie heel goed weten te vinden als het gaat om vragen of wethouders ook voldoen aan de criteria die in het bestuursakkoord zijn gezet. De commissie zoekt een modus om daar invulling aan te geven. Dat komt dus in de vroege herfst met de raad opnieuw aan de orde. Wat betreft jeugd- en jongerenbeleid is alle energie de laatste periode gegaan naar de invoering van de Jeugdwet. Dat betreft gelukkig een kleine groep. Daarnaast is er een grote groep jeugd met wie het bijzonder goed gaat. Het college is bezig met de actualisering van het jongerenbeleid. Een van de punten die hij kan noemen is: hoe communiceer je nu met jongeren. Het college heeft ontdekt dat de manier waarop dat ging, niet meer past in deze tijd. Het college wil daar zeker ook jongeren bij betrekken om communicatie met jongeren te krijgen via social media. Daarnaast zal het college gewoon kijken wat de behoeften zijn en wat het college daarvoor nog verder kan organiseren. Het antwoord op de vraag van de VVD om een bevestiging van de aanbeveling van de ARC is ja. Het college heeft die aanbeveling overgenomen. Tot slot vindt hij het evaluatiedebat dat Houten Anders! bij motie voorstelt, een vormkwestie. Hij heeft met name de aandacht gevestigd op de inhoud. Je moet eerst de inhoud goed hebben met elkaar. De vorm volgt daarop. Een avond als vanavond is in feite een evaluatiedebat, denkt hij. Voorstelbaar is dat de raad nog een debat wil over hoe de beste vorm gekozen kan worden, maar een opeenstapeling van een evaluatiedebat, een sessie ter voorbereiding op het rondetafelgesprek, een rondetafelgesprek en ook nog een raadsdebat lijkt hem iets te veel van het goede. Wat hem betreft kan er komende herfst in het kader van de bestuursstijl best worden nagedacht over een andere vorm waarin je dit zou kunnen doen, maar hij vindt dit voorstel nu eigenlijk wat prematuur en zou willen voorstellen om deze motie aan te houden. De voorzitter beantwoordt twee punten die over zijn portefeuille gaan, ten eerste wat het college heeft gedaan om het kieskompas te realiseren. Zonder flauw te willen zijn, wijst hij erop dat wat nu voorligt, de verantwoording over de begroting is, en dat deze inclusief de begroting voor de griffie is. Er staan twee andere activiteiten in de stukken waar het college ook niet aan werkt, namelijk een opleidingsprogramma voor aspirant raadsleden en het opstarten van een visie-ontwikkeling voor de raad. Dat zijn zaken die primair liggen op het terrein van griffie en raad maar ze worden wel verantwoord omdat de verantwoording van de begroting van raad
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
32 - 42
en griffie mede voorligt. Het college heeft daar in het geval van het kieskompas inderdaad niet aan bijgedragen, maar pretendeert dat ook niet, zoals hij al heeft aangegeven in het rondetafelgesprek. Wat betreft het aantal autokraken kan hij niet anders dan constateren dat dat is gestegen. Over de oorzaken kan hij weinig meer zeggen dan er al staat aangegeven: mobiel banditisme en het stelen van spullen uit auto's op parkeerterreinen met name aan de randen van Houten, met name aan de westkant. Het college is sinds begin dit jaar al heel intensief met ondernemers in dat gebied bezig om dat aan te pakken en is daar al wat succesvoller mee. Verder komt volgende raadsvergadering het IVP op de agenda, waarin het een van de vijf prioriteiten is, dus het college is wel degelijk volop aan de slag om dit terug te dringen. Wethouder Rensen pakt twee onderwerpen samen: de zorg over de afname van het aantal vrijwilligers en de aandacht voor mantelzorgers, waar D66 en het CDA het over hadden. De komende periode zal het college deze doelgroep met nadruk wat meer informatie geven over wat de feitelijke voornemens zijn. Via de klankbordgroep is het ook al een aantal keren ter sprake gekomen. Het college zal komende periode nog wat concreter maken wat het daarin doet en wat de resultaten daarvan zijn. Het college is momenteel bezig dit met mantelzorgers en maatschappelijke organisaties in te vullen zodat niet de gemeente het verzint maar het vanuit de praktijk wordt ingevuld. Dat zal weer vertaald moeten worden in een concreet verhaal. Dus wat betreft de oproep tot concrete acties waarmee Houten zich onderscheidt wordt de raad binnenkort op zijn wenken bediend. Wat betreft budget en begroting verwees de voorzitter alleen naar de griffie en de raad, maar ook vanuit communicatie is er bijgedragen aan het budget voor het kieskompas. Ook daarin zie je weer hoe integraal de gemeente opereert. De specifieke communicatie naar ouderen toe, waar GroenLinks op wees, is ook een zorg van het college. In de perspectiefnota zal blijken dat het college echt actie wil ondernemen als het gaat om communiceren. Momenteel staat er 'digitaal, tenzij' als hoofdlijn. Hij begrijpt de zorg als het gaat om doelgroepspecifiek communiceren en probeert dat ook op te pakken, maar tegelijkertijd moet men zich realiseren dat daar geen extra budgetten voor zijn. Hij hoopt de raad dan ook binnenkort wat meer te kunnen vertellen over creatieve vormen waarmee het college daar samen met partners in het veld, waaronder de ouderenbonden, invulling aan zal geven. Wethouder Geerdes gaat in op de opmerking over retail in Houten. Zoals bekend is het college momenteel bezig met het opstellen van een nieuw retailbeleid. Dit komt dit najaar naar de raad. Momenteel zit dat middenin de consultatieronde. De eerste van twee gespreksavonden met de detailhandel in Houten is inmiddels geweest, hij heeft daar ook een aantal raadsleden mogen begroeten; volgende week komt de volgende. Deze avonden leveren veel inhoud op. Daarnaast is er inmiddels ook veel onderzoek gedaan hoe het precies zit met de winkelleegstand, welke sectoren dat betreft. Dat is overigens wel naar de raad toegestuurd, zo kan hij de heer Van Vliet melden. Verder komen er nog veel meer data die van belang zijn voor de retailagenda. Verder wordt er over een aantal weken ook een inwonersenquête gehouden, eveneens ter onderbouwing van de retailagenda. Daarnaast volgt het college de ontwikkelingen rond de retailagenda van het ministerie van Economische Zaken op de voet en heeft Houten zich daar ook aangeboden als pilotgemeente. Wethouder Van Dalen beaamt dat de gemeente geld moet toeleggen op het van rijkswege ontvangen bedrag voor statushouders en maatschappelijke begeleiding van vluchtingen. Het bedrag vanuit het Rijk is onvoldoende. Er is wel vanuit Houten juist inzet gepleegd om die bedragen te verhogen en dat is ten dele ook gebeurd. Maar het is een complexe materie als het gaat om de groep die binnenkomt en de gemeente heeft nog geen reden om het niveau van ondersteuning sowieso af te bouwen; daar zal voorlopig nog wel even geld op moeten worden toegelegd. Als de raad hierover nog niet is geïnformeerd middels een collegebrief, wordt de raad daarover binnenkort bijgepraat dan wel geïnformeerd. Wat betreft de onderbesteding bij de bijzondere bijstand is hij het met de PvdA en GroenLinks eens dat de communicatie altijd beter kan. Overigens wordt in de rekening op pag. 51 en 35 wel verklaard waar de intensivering heeft gezeten, maar hij zegt de heer Corporaal toe dat hij nogmaals bij WIL zal onderstrepen dat de communicatie beter kan c.q. als men elkaar daar volgende week over spreekt, samen na te denken over een concreet voorstel daartoe. Hij vraagt de heer De Laat om even geduld te oefenen met betrekking tot zijn vraag over de € 2 ton voor organisatiedoelstellingen omdat het college bij de perspectiefnota juist zal ingaan op de ambities en bijbehorende taakstelling en realisering daarvan en extra impuls daartoe. Op het punt van vervoer van ouderen is het niet zo dat er niets gedaan is. De schriftelijke vragen zijn vanmorgen in het college be-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
33 - 42
handeld, het antwoord van het college had normaliter de raad vanmiddag moeten bereiken, hij maakt zijn excuses dat dat kennelijk niet gelukt is. Uit dat antwoord is in elk geval op te maken wat er wel is gebeurd en wat er nog komt. Maar daaruit mag men niet afleiden dat er voor de zomer nog een collegebrief over komt: dat zal na de zomervakantie zijn. Het is overigens geen makkelijke materie qua uitvraag, doelgroep en medewerking van die doelgroep; er zitten nogal wat haken en ogen aan, maar hij komt hierover in de tweede helft van dit jaar nadrukkelijk bij de raad terug om te kijken wat haalbaar is. Waarom er oninbare vordeningen bij WIL zijn ontstaan, wordt uitgelegd op pag. 36. Helder is dat het juist gaat om het voorkomen van schulden zodat je ook niet later hoeft te vorderen of terug te halen. Daarop is natuurlijk de hele integrale werkwijze van WIL inclusief die van sociaal loket georganiseerd, bijvoorbeeld door partijen als Viveste aan het begin van het proces te brengen in verband met huurachterstanden et cetera. De heer Dagniaux (VVD) heeft uiteraard gelezen dat de vorderingen bestaan uit verschillende categorieën. Overigens kan hij uit de rekening niet afleiden hoe die onderverdeling in categorieën is. Hij weet wel dat een van die categorieën onterecht verstrekte bijstandsuitkeringen betreft. Als men het enerzijds heeft over de toegang tot bijstandsuitkeringen en et verbeteren van de communicatie daaromtrent, is anderzijds de vraag op zijn plaats hoe men omgaat met onterecht verleende uitkeringen. Wethouder Van Dalen betwijfelt niet dat er onterecht uitkeringen zullen zijn verleend, maar dat is niet de hoofdmoot waardoor deze post ontstaan is. Het gaat hier vooral om mensen die vanwege de crisis, het wegvallen van andere inkomsten en dergelijke, gewoon niet meer terug kunnen betalen. Daar wordt wel fors achterheen gezeten, maar dat lukt in heel veel gevallen gewoon niet. De heer Dagniaux wil dan graag de toezegging dat de raad bij dat bedrag in elk geval de onderverdeling krijgt welk deel bestaat uit onterecht verleende bijstandsuitkeringen. Oninbare vorderingen in de sfeer van alimentatie en dergelijke gelooft hij wel, maar hij zou het fijn vinden om het beeld wat de wethouder schetst, bevestigt te krijgen via die onderverdeling. Wethouder Van Dalen zegt toe dat hij daar naar zal kijken, maar weet niet of hij dat allemaal zal kunnen ophoesten. De voorzitter begrijpt dat dit verder bilateraal zal worden afgehandeld zonder dat er een hele brief over komt. De heer Visser (CDA) wil als voorzitter van de Audit- en Rekeningcommissie de collega's die de ARC dank hebben gezegd voor haar werk, van zijn kant bedanken. Hij beaamt de woorden van de heer De Laat dat het voor raadsleden al telkens een hele klus is om de jaarrekening te bestuderen. De ARC doet dat ook, en heel nauwgezet. Dat is goed te doen omdat de ARC gelukkig al heel vroeg de stukken ter beschikking krijgt, hij dankt de organisatie daarvoor. Maar de ARC wordt ook heel goed ondersteund door de ambtenaren bij dit proces, met name ambtelijk secretaris Frank Jos Braspenning die de ARC al jarenlang op een geweldige wijze ondersteunt. Het doet hem goed dat het college heeft aangegeven de aanbevelingen te zullen overnemen. De ARC zal er alles aan doen om haar bijdrage te leveren om inderdaad de criteria beter te krijgen ook met het oog op de voorbereiding van de begrotingsbehandeling in het najaar. Het is duidelijk dat de hele raad wil dat de jaarstukken compacter worden, maar tegelijkertijd ook winnen aan informatiewaarde. Tot slot merkt hij op dat de bereidheid van college en ambtelijke organisatie om de ARC daadwerkelijk ter wille te zijn ditmaal vooral ook tot uitdrukking is gekomen in het nog naleveren van de cijfers van verbonden partijen. Jarenlang was het de ARC een doorn in het oog dat ze de jaarrekening moest beoordelen terwijl de cijfers van de verbonden partijen er met al hun risico's en resultaten nog niet in zaten. Nu heeft de ARC apart bij de stukken nog de laatste stand van zaken gekregen en weet zij van alle verbonden partijen hoe ze er na 2014 voor staan. Dat is een flinke stap in de goede richting. De heer Van Hoek (CU) wil nog één puntje maken over prestatie-indicatoren. Als de indicator op pag. 121 waaraan hij in zijn bijdrage refereerde was aangeduid als kwantitatieve indicator, had hij het een ander verhaal gevonden. Ook wethouder Rensen bevestigt dat het een kwantitatieve indicator is, die echter kwalitatief staat benoemd. De voorzitter benadrukt dat de indicator onder de kwantitatieve prestatie-indicatoren staat, maar vindt het ook niet zo zinvol daarover de twisten: inhoudelijk is het volkomen duidelijk. De raad acht de jaarstukken voldoende besproken voor besluitvorming hedenavond. 9.
2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015 De voorzitter resumeert dat sommige fracties geen spreektijd meer hebben.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
34 - 42
De heer Dagniaux (VVD) heeft waardering voor de heldere en inzichtelijke wijze waarop de eerste bestuursrapportage is opgesteld en toegelicht. Het karakter van de eerste bestuursrapportage is echter uitsluitend financieel. De VVD heeft daarnaast vanuit haar controlerende en volksvertegenwoordigende taak behoefte aan meer inhoudelijke rapportage gedurende het lopende begrotingsjaar. Aangezien de fractie het niet wenselijk vindt dat er naast de huidige planning & controlcyclus nog iets anders opgetuigd wordt, zou de eerste bestuursrapporage hiervoor het geëigende instrument zijn. Hij vraagt of het college wil bezien hoe hier inhoud aan gegeven kan worden. De heer Visser (CDA) memoreert dat toen afgelopen najaar de decentralisaties aan de orde waren, er een amendement is aangenomen en ook is afgesproken dat de raad cijfermatig op de hoogte gehouden zou worden bij de eerste en tweede bestuursrapportage. Omdat de toezegging die hij bij het antwoord op deze vraag in het rondetafelgesprek kreeg niet genoteerd is vraagt hij het nogmaals. Hij meent begrepen te hebben dat de raad nog deze zomer cijfers krijgt over hoe het staat met de decentralisaties en dat in de tweede bestuursrapportage dan de tweede rapportage van dit jaar komt. Hij hoort graag van de wethouder of hij dat goed begrepen heeft. De heer Van der Meij (ITH) vraagt zich in het verlengde van de bijdrage van de heer Visser af wat het doel is van de bestuursrapportage in zijn huidige vorm. Gaat het om het benoemen van enkele ontwikkelingen die het college wil delen met de raad, of is het een juiste weergave van de verwachting van alle ontwikkelingen, om de raad tussentijds op de hoogte te houden? Hierbij moet men denken aan de ontwikkelingen van WIL, waar hij niets over leest; de stand van zaken bij de transities; de ontwikkeling van inkomsten van het Rijk; de stand van zaken rond de reorganisatie bij de gemeente; en het financieringsresultaat. Van die vijf posten zit er zeggen en schrijven één in deze bestuursrapportage. Mag daaruit geconcludeerd worden dat de andere posten allemaal binnen de begroting zullen blijven, of is dat te kort door de bocht? Wethouder Van Liere zal eerst iets in procedurele zin zeggen over de meicirculaire, die vorige week is verschenen. Er wordt momenteel nog steeds hard op gestudeerd maar de vooruitzichten voor het lopende jaar 2015 zijn ongunstig. Hij zal geen bedragen noemen, volgende week dinsdag zal de raad een koppelingsbrief bereiken, nog voor het rondetafelgesprek, zodat deze brief dan ook onderwerp van gesprek kan zijn, maar het leek hem goed daar alvast aan te refereren. De VVD vroeg of er naast financieel ook inhoudelijk kan worden gerapporteerd. De eerste berap sluit al heel vroeg in het jaar, rond 1 maart of 1 april. Het is bijna onmogelijk om daar al inhoudelijke resultaten of consequenties aan te verbinden. De vraag hoe je hier inhoud aan moet geven is op zich heel goed, maar lijkt hem erg lastig. Het CDA wil graag cijfermatig weten hoe het staat met de transities. De bedoeling is om dat in de planning & controlcyclus mee te nemen, maar dat is nog niet gelukt. Die cijfermatige inzichten komen er voor de zomer; dat zal gaan over het eerste kwartaal in ieder geval wat jeugdhulp betreft en voor de Wmo zal het ook het geval zijn. Daarover wordt de raad geïnformeerd. Wat betreft de vraag van ITH, is het niet het doel om alles te tackelen. Dat lukt niet, want dan krijg je een geweldig pak papier. Het is dus selectief. Hij beaamt dat een aantal belangrijke zaken er niet in zit. Dat wil echter niet zeggen dat de raad daarover niet actief wordt geïnformeerd zodra die informatie bekend is. De meicirculaire is één. De WIL komt zeer binnenkort ook aan de orde. En wat hij net toezegde aan het CDA, krijgt de raad in juli. De heer Dagniaux (VVD) begrijpt wat er gezegd wordt met betrekking tot het sluiten van de boeken, maar dat geldt ook voor de cijfers. Hij snapt ook dat je na 3 of 4 maanden zou kunnen kijken of je die termijn iets kunt oprekken, dat je niet echt een oordeel kunt geven over hoe het de rest van het jaar zal gaan. Maar de bestuursrapportage is nu puur financieel. Financiën zijn belangrijk, maar effecten van beleid - dat woord is al een aantal keren gevallen - zijn eigenlijk nog belangrijker dan wat ervoor uitgegeven wordt. De VVD vindt dus dat de raad nu te laat in het jaar pas iets hoort over de manier waarop bepaalde resultaten bereikt gaan worden. Hij wil de wethouder dus toch nadrukkelijk oproepen om zijn best te doen om te zorgen dat er bij de eerste berap niet alleen financiële, maar ook inhoudelijke informatie zit. Wethouder Van Liere begrijpt dit punt, maar het college heeft juist geprobeerd om de eerste berap naar voren te halen en hij zou graag voorkomen dat men dan pas op een later moment de eerste berap zou kunnen doen. De speelruimte is dus heel beperkt. Wellicht is het een idee om daar ook een keer met de ARC over in gesprek te gaan, die met name ook over de systematiek gaat, maar
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
35 - 42
op dit moment kan hij daar geen toezegging over doen. De raad acht dit onderwerp rijp voor besluitvorming hedenavond. 10.
15GR0131 Beantwoording schriftelijke vragen over Dierenwelzijnsbeleid gemeente Houten; nadere vragen door vragensteller GroenLinks Mevrouw De Groot (GL) licht voor het publiek de wellicht nog onbekende vragen toe. Deze betroffen ooievaarspalen die vervangen werden in het veelbesproken kikkergebied, het afsteken van vuurwerk in een natuurgebied èn in het broedseizoen, en het kappen van bomen in het leefgebied van een beschermde Ransuil - incidenten van de afgelopen maanden die bijna te knullig klinken om toch waar te zijn. Maar naast deze in de optiek van GroenLinks wat wonderlijke gebeurtenissen heeft de fractie ook vragen gesteld over het beleid. Hoe kan het nu dat dit gebeurt? Er ligt een best aardig, maar wat verouderd beleidsstuk uit 2008. Daarin stond de zin "Dierenwelzijn staat nu op de agenda, maar het is nu zaak het ook op de agenda te houden." Daar helpt GroenLinks de wethouder nu dan even mee. De fractie vond de antwoorden op haar schriftelijke vragen wat teleurstellend en heeft daarom nog wat aanvullende vragen. Over het vuurwerk in de Steenwaard heeft ook de Milieuwerkgroep Houten zich druk gemaakt. Die kreeg vrij snel antwoord. Dat antwoord vond GroenLinks eigenlijk best prima: de gemeente erkende dat het eigenlijk heel onwenselijk was dat er vuurwerk wordt afgestoken middenin het broedseizoen in een ecologische hoofdstructuur. Het antwoord op de vragen van GroenLinks was echter anders van toon en inhoud: er werd geantwoord dat er eigenlijk niet zoveel aan de hand was en dat er zorgvuldig was gehandeld. Hoe verklaart het college dit verschil in toon en inhoud tussen de antwoorden? Maar GroenLinks vindt ook dat de gemeente wel iets meer had kunnen doen dan alleen bezwaar maken op veiligheidsgronden, als het gaat om het vuurwerk afsteken. De fractie hoort graag waarom de overduidelijke natuurbezwaren niet zijn meegenomen. De provincie heeft weliswaar het laatste woord hierin, maar de gemeente had haar bezwaar kunnen laten horen, zoals ook bijvoorbeeld StaatsBosBeheer dat heeft gedaan. In het door de raad vastgestelde dierenwelzijnsbeleid uit 2008 staat ook dat er elk jaar verantwoord zal worden. Dat is nooit gebeurd. GroenLinks vroeg hiernaar, maar de gemeente zei: 'Wij gaan niet rapporteren'. Dat kan niet. Het college moet zich houden aan de afspraak die het met de raad gemaakt heeft. Haar laatste vraag betreft de zin in het beleidsakkoord van 2014 dat de ecologische kennis binnen de gemeente versterkt zal worden. GroenLinks was daar erg enthousiast over. Maar als de fractie daar nu naar vraagt, stelt de gemeente dat zij eigenlijk al voldoende kennis heeft en dat het allemaal prima gaat. GroenLinks hoort graag hoe het college dit resultaat al in zo'n korte tijd heeft bereikt en welke stappen er dan zijn gezet, maar ook hoe dan, ondanks dat deze kennis versterkt zou zijn, toch dit soort gebeurtenissen kan voorkomen. Om het nog makkelijker te maken heeft de fractie deze vraag ook al in een motie vervat. Daarin komt een aantal vragen terug. De motie is mede ondertekend door ITH, Houten Anders! en Fractie De Laat. De motie roept op om: te rapporteren zoals is afgesproken; het dierenwelzijnsbeleid te actualiseren; de burgers hierbij breed te laten participeren omdat dit een aansprekend onderwerp is waar ook al veel organisaties in Houten actief mee zijn - dat zou dus een interessant proces zijn; en de raad te informeren over de stappen die zijn gezet ter versterking van de ecologische kennis binnen de gemeente. Motie 038-2015 luidt als volgt: Motie vreemd aan de orde van de dag Raadsvoorstelnummer: agendapunt 10, Raadsvergadering 9 juni 2015 Onderwerp: Dierenwelzijnbeleid & ecologische kennis Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d.: 9 juni 2015; gelezen: - het Dierenwelzijnbeleid uit 2008 (IS08.0009), waarin onder andere gesteld wordt dat er jaarlijks gerapporteerd zal worden; - de collegereactie op de vragen van Milieuwerkgroep Houten omtrent het vuurwerk in de Ecologische Hoofd Structuur Steenwaard, http://www.milieuwerkgroephouten.nl/beleidsmatig/houten-vindt-vuurwerkin-de-steenwaard-ongewenst/, waarin de gemeente aangeeft dat er verstoring van het broedseizoen zal plaatsvinden en het afsteken inderdaad niet gewenst is; - de collegereactie op de schriftelijke vragen van GroenLinks van 1 april 2015 (15GR0131), waarin oa wordt gesteld dat er niet gerapporteerd zal worden;
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
36 - 42 - het beleidsakkoord 2014-2018 “Houten maken we samen” (IS14.00557), waarin oa wordt gesteld dat de ecologische kennis binnen gemeente zal worden versterkt; van mening zijnde: - dat het dierenwelzijnsbeleid uit 2008 een goede start is geweest, maar dat het onderwerp enigszins is verzand en een nieuwe impuls verdient; - we als gemeente Houten, met de Proeftuin in ons achterhoofd als visie voor de toekomst, flora en fauna op waarde schatten; verzoekt het college: - het dierenwelzijnsbeleid uit 2008 zo spoedig mogelijk te actualiseren, in ieder geval nog in 2015; - brede participatie te zoeken bij het actualiseren van dit beleid; - het staand beleid uit te voeren en jaarlijks te rapporteren over dit onderwerp in de reguliere cyclus, zoals vermeld in het dierenwelzijnsbeleid uit 2008, pagina 3; - de Raad te informeren over het voornemen om de ecologische kennis binnen de gemeente te versterken, zoals aangekondigd in het beleidsakkoord van mei 2014; en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door Hilde de Groot (GroenLinks), Cisca ten Hoeve (Houten Anders!) Gerard Zandbergen (ITH) en Peter de Laat (Fractie De Laat).
De heer Zandbergen sr. (ITH) zegt dat ITH de motie mede heeft ondertekend omdat ITH dierenwelzijn zeer belangrijk vindt. Op initiatief van ITH is ook destijds de nota Dierenwelzijnsbeleid tot stand gekomen. Hij weet niet of het in die nota thuishoort of in het straks vast te stellen IVP, maar ITH wil ook indringend aandacht vragen voor de brandveiligheid van de dieren in de gemeente Houten. Het komt te vaak voor dat er dieren zomaar levend verbranden. ITH denkt ook dat stallen en andere locaties waar dieren gehuisvest zijn aan normen van brandveiligheid moeten voldoen. De voorzitter onderbreekt de heer Zandbergen. Dit onderwerp is niet aan de orde. Aan de orde zijn nadere vragen van GroenLinks naar aanleiding van de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen van die fractie. Hij verzoekt de heer Zandbergen om zijn punt af te maken en het kort te houden. De heer Zandbergen sr. (ITH) vraagt zich in verband met het Integraal Veiligheidsplan dat straks wordt vastgesteld, alleen maar af of brandveiligheid van dieren thuishoort in deze motie c.q. de nota Dierenwelzijnsbeleid die de raad vastgesteld heeft, of in het Integraal Veiligheidsplan. Hij betreurt het dat de voorzitter hem heeft geïnterrumpeerd. De voorzitter antwoordt dat de heer Zandbergen best weet dat volgens het Reglement van Orde alleen de nadere vragen van GroenLinks aan de orde zijn, niets anders. Wethouder Rensen zal de gestelde vragen beantwoorden en daarna de motie langslopen. Uit het aantal en de soort gestelde vragen wordt hem duidelijk dat concrete voorbeelden niet altijd bekend zijn. Het college ziet het als een uitdaging om dat beter voor het voetlicht te brengen en wil de raad uitnodigen om volgend voorjaar in een soort raadsexcursie de resultaten van het dierenwelzijnsbeleid dat door voormalig wethouder Wagenmans in 2008 is ingezet, zichtbaar te maken. Dat beleid staat dit jaar ook al op de agenda, maar hij is blij met de aandacht die GroenLinks daarvoor vraagt, dit houdt het college scherp om de actualisatie van dierenwelzijnsbeleid ook feitelijk dit jaar te realiseren. Daarmee wordt GroenLinks eigenlijk dus ook al bediend en wat het college betreft zou dat kunnen in 2015. De verdere vragen gaan in op de beantwoording van de schriftelijke vragen en de rol die het college heeft en de brief die is gemaild. Daar kan hij kort over zijn. De mail die aan hem als wethouder en naar een ambtenaar gestuurd was, is netjes beantwoord conform de Flora- en Faunawet, die voorschrijft om een 'nee, tenzij'-principe te hanteren. Dat is dan ook gebeurd bij de beantwoording van vragen van de milieuwerkgroep. Vervolgens heeft men hier te maken met een casus waarbij zaken door elkaar lopen doordat ook andere bevoegde overheidsorganen er een rol in spelen. Mevrouw De Groot zei dat het college daar geen betrokkenheid bij heeft gehad. Informeel zijn er wel contacten geweest maar in een later stadium, het was ook een heel lastige casus: buiten de provincie, een andere gemeente was betrokken; er werd op een gegeven moment ook gesproken over 'vuurwerk van Houten' terwijl daar absoluut geen sprake van was. Dus ook daarin was er de nodige verwarring. Het verschil in beantwoording heeft echt te maken met waar de bevoegdheid zit. De beide antwoorden zijn appels en peren die je niet met elkaar kunt vergelijken. De brief aan de milieuwerkgroep geeft aan wat het gemeentelijk beleid is - waar de milieuwerkgroep ook naar vroeg - maar met de schriftelijke beantwoording heeft GroenLinks
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
37 - 42
het formeel getoetste antwoord gekregen waarbij het college zich als een goed onderdeel van de bestuurlijke organisatiestructuur dient te gedragen en dienovereenkomstig het antwoord moest uitzoeken. In de stappen die bij het college bekend zijn is zorgvuldig gehandeld, zoals te lezen was in de brief. Hij kan zich voorstellen dat dit enige verwarring kan hebben gegeven, maar het is heel zorgvuldig bekeken en beantwoord. Terugkerend naar het verzoek en de motie, ziet hij de motie als steun aan de lijn die al uitgevoerd wordt, wellicht zijn er zaken onbekend of onderbelicht maar ze vinden wel degelijk plaats. Vandaag kwamen ambtenaren waarmee contact is geweest naar aanleiding van het vermoeden dat er een motie zou komen ook trots met lijstjes van wat de gemeente eigenlijk al doet, van IJsvogeltjes tot en met de inzet van Lieveheersbeestjes et cetera. Het college wil de raad graag volgend jaar laten zien wat daarin de concrete stappen zijn geweest. De brede participatie waar GroenLinks om vraagt, is in lijn met de ambitie van het college om samenleving en raad te betrekken bij het beleid, daar vraagt GroenLinks zijns inziens niets vreemds mee. Wat betreft bestaand beleid uitvoeren zou hij in de beleidsactualisering willen meenemen hoe dat vormgegeven moet worden, omdat in de de beleidsnota eigenlijk alleen wordt gezegd dat dat via de financiële paragraaf zou gebeuren. Hij komt hiermee op het punt van de ecologische kennis. Dat is een fenomeen waar vooral de afdeling veel aandacht aan heeft besteed. Er is letterlijk geïnvesteerd in opleidingsmogelijkheden voor zowel interne als externe mensen. De medewerkers van de buitendienst zijn bijna allemaal opgeleid volgens de vereiste opleidingen op het punt van ecologische kennis. Daar is het college ook trots op, zoals al in de beantwoording te lezen was, hij kan er overigens in komen dat dit wat lastig te beoordelen is zonder aanvullende informatie, dus ook daarin zou hij de raad graag mee willen nemen om eens wat nader kennis van te nemen. Hij leest het ook primair als een oproep om de inspanning die al geleverd wordt, te intensiveren en ziet het als steun aan waar de gemeente ambtelijk en bestuurlijk mee bezig is. Met permissie van de voorzitter reageert hij nog even op de inbreng van de heer Zandbergen sr., erkennend dat die losstaat van de nadere vragen van GroenLinks. Het punt van de heer Zandbergen heeft te maken met wetgeving die van toepassing is. Ook daar voegt de gemeente zich gewoon naar wat haar wettelijke taak is. Hij geeft de heer Zandbergen mee om het onderwerp desgewenst anders te agenderen en wil buiten deze setting om via de ambtelijke ondersteuning wel uitleggen hoe het in elkaar zit. De heer Zandbergen sr. (ITH) verduidelijkt dat het hem erom gaat waar het item dat hij inbracht, thuishoort. Het komt wel in de motie voorbij die ITH mede heeft ondertekend en wat de wethouder erover duidt is hem helder maar het komt toch ook nog aan de orde in het kader van het IVP. Het was alleen een vraag bij voorbaat. SCHORSING De voorzitter schorst de vergadering voor 10 minuten.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
38 - 42
BESLUITVORMENDERAAD 11.
Heropening De voorzitter heropent de vergadering en stelt de besluitvorming aan de orde. De moties en amendementen kunnen redelijk op volgorde in stemming komen, alleenbij de Toekomstvisie zal hij eerst amendement 036-2015 en daarna motie 035-2015 in stemming brengen omdat het amendement wat verdergaand is. De heer Hofstee (HA!) geeft aan dat Houten Anders! op advies van de wethouder motie 0372015 over het instellen van een evaluatiedebat zal aanhouden. De heer Ooms (SGP) heeft het dictum van amendement 034-2015, zienswijze bij de Kaderbrief, in afstemming met de overige indieners lichtelijk gewijzigd: 'het volgende punt toe te voegen aan de beslispunten: f. WIL verzoekt meer werk te maken van de werkgeversbenadering en de gemeente Houten actief inzicht te geven in wat WIL (tot dit moment) doet met betrekking tot werkgevers en wat haar toekomstplannen zijn;'
12.
2015-029 Participatieverordening WIL De voorzitter brengt eerst amendement 033-2015 over de tegenprestatie in stemming. Stemverklaringen over amendement 033-2015: De heer Steehouwer (D66) zegt dat D66, gehoord het antwoord van de wethouder dat er in de afstemmingsverordening genoeg maatregelen zitten om een tegenprestatie te kunnen afdwingen, niet meegaat met dit amendement. De heer De Laat (Fractie De Laat) deelt deze stemverklaring met D66. De heer Zandbergen jr. (ITH) zegt dat ITH niet kan instemmen met dit amendement omdat het met terugwerkende kracht opleggen van sancties wettelijk niet geoorloofd is. De heer Corporaal (GL) vond het een hele prestatie van de heer Dagniaux om zo te blijven aanhouden maar de heer Dagniaux heeft de fractie absoluut niet kunnen overtuigen, GroenLinks is tegen dit amendement. De heer Van Loon (PvdA) zegt dat de PvdA om dezelfde reden als GroenLinks aanvoert, tegen is; dat moge duidelijk zijn uit het debat. De voorzitter merkt op dat stemverklaringen waarin alleen gezegd wordt dat men tegen is, wat hem betreft achterwege kunnen blijven. De heer Van Hoek (CU) hecht er, sprekend voor de ChristenUnie toch aan om zich bij de argumentatie van voorgaande sprekers aan te sluiten om tegen het amendement te stemmen. Stemming: amendement 033-2015 wordt verworpen met 6 stemmen voor en 23 tegen. Voor: VVD (4) en SGP (2). Tegen: de overige raadsleden (23). Raadsvoorstel 2015-029 Participatieverordening WIL wordt unaniem aangenomen.
13.
2015-031 Zienswijzen bij Kaderbrief WIL Het gewijzigde amendement 034-2015 wordt unaniem aanvaard. De aldus geamendeerde zienswijze bij Kaderbrief WIL wordt unaniem aanvaard.
14.
2015-030 Toekomstvisie Proeftuin Houten 2025 De voorzitter brengt eerst amendement 036-2015 met betrekking tot de evaluatie in stemming. Stemverklaring over amendement 036-2015: Mevrouw Dekker (D66) zegt dat D66 tevreden is met de informatie die de raad krijgt middels de collegebrief en afwacht wat het debat in het najaar oplevert en daarom niet voor dit amendement stemt.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
39 - 42
Stemming: amendement 036-2015 wordt verworpen met 4 stemmen voor en 25 tegen. Voor: GroenLinks (2) en Houten Anders! (2). Tegen: de overige raadsleden (25). De voorzitter brengt motie 035-2015 met betrekking tot tweejaarlijkse terugkoppeling in stemming. Stemverklaringen over motie 035-2015: Mevrouw Smith (CU) zegt dat de ChristenUnie kan instemmen met het tweejaarlijks evaluatiemoment, maar er wel van uitgaat dat er bij de bespreking van de werkwijze van de raad nog nader gekeken kan worden naar de precieze vorm. De heer Hofstee (HA!) vindt deze motie na het afgestemde amendement 036-2015 de second best optie, daarom zal Houten Anders! voor deze motie stemmen. De heer Pelleboer (CDA) merkt op dat er op een gegeven moment heel vaak werd gesproken over evaluatie. Daar is het CDA natuurlijk ook voor, maar er staat niet voor niets dat de raad het bij de perspectiefnota graag terug wil laten komen, oftwel: het mag ook best gaan om ambitie. Mevrouw De Groot (GL) vond de antwoorden van de burgemeester eigenlijk beter dan deze motie, maar evenals voor Houten Anders! is deze motie voor GroenLinks second best. GroenLinks is niet zo happy met een evaluatie bij de perspectiefnota maar omdat iets beter is dan niets stemt GroenLinks voor deze motie. Mevrouw Dekker (D66) zegt dat D66 om dezelfde argumenten die de ChristenUnie noemt, tegen deze motie stemt. De heer De Laat (Fractie De Laat) denkt dat de raad zelf voldoende in staat is om dit ter discussie te brengen, daarom stemt Fractie De Laat tegen deze motie. Stemming: motie 035-2015 wordt aanvaard met 23 stemmen voor en 6 tegen. Voor: alle raadsleden behalve die van D66 en Fractie De Laat (23). Tegen: D66 (5) en Fractie De Laat (1). Raadsvoorstel 2015-030 Toekomstvisie Proeftuin Houten wordt unaniem aanvaard. 15.
2015-035 Landbouwmechanisatiebedrijf Rinus van Dijk aan de Beusichemseweg 34 b/c Raadsvoorstel 2015-035 wordt aanvaard met 28 stemmen voor en 1 tegen. Voor: alle raadsleden behalve Fractie De Laat (1). Tegen: Fractie De Laat (1). De voorzitter feliciteert de heer Van Dijk, die aanwezig is op de tribune, met dit besluit.
16.
2015-019 Jaarstukken 2014 - resultaatbepaling Raadsvoorstel 2015-019 wordt unaniem aanvaard.
17.
2015-020 Jaarstukken 2014 - resultaatbestemming Raadsvoorstel 2015-020 wordt unaniem aanvaard.
18.
2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015 Stemverklaring over raadsvoorstel 2015-033: De heer Corporaal (GL) had een bijdrage voorbereid en had die graag ingebracht. Hij zal die nasturen. De voorzitter dankt de heer Corporaal voor diens soepele houding. Raadsvoorstel 2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015 wordt unaniem aanvaard.
19.
2015-032 Verordening individuele studietoeslag WIL Raadsvoorstel 2015-032 wordt unaniem aanvaard.
20.
2015-027 Huisvestingsverordening 2015 Stemverklaringen over raadsvoorstel 2015-027: Mevrouw Dubbink (PvdA) is blij dat er bij het vaststellen van de huisvestingsverordening, een complex proces waar 16 gemeenten bij betrokken zijn, ook nog ruimte is gevonden voor Hou-
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
40 - 42
tens maatwerk. De PvdA ziet echter ook dat er wijzigingen in de verordening zich al aankondigen door landelijke ontwikkelingen. De fractie vertrouwt erop dat het college deze ontwikkelingen in lijn met het nu verlopen proces zal behandelen. Hoe dan ook is met deze verordening de eerste formele horde genomen naar de nieuwe Houtense woonvisie. Mevrouw Boersma (CDA) verklaart dat nu steeds meer mensen met een zorgvraag thuisblijven, het CDA blij is dat gelet op de beschikbaarheid van zorgwoningen, zorgorganisaties die nog steeds kunnen toewijzen buiten het advertentiesysteem van Woningnet om. Het CDA ziet graag dat er ruimte is voor persoonlijk maatwerk zoals de gemeente dat in de Wmo wil toepassen. Met deze kanttekening kan het CDA met het voorstel instemmen. De heer Corporaal (GL) zegt dat GroenLinks deze verdeling van schaarste bijzonder zorgelijk vindt en daarom ook reikhalzend uitkijkt naar de nieuwe woonvisie waarin de gemeente vooral voor de onderkant van Houten, mensen met een kleine beurs, echt veel meer moet gaan doen. Raadsvoorstel 2015-027 Huisvestingsverordening 2015 wordt unaniem aanvaard. 21.
2015-038 Ontwerp-jaarrekening 2014 en de ontwerp-programmabegroting 2016-2019 van het Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht Raadsvoorstel 2015-038 wordt unaniem aanvaard.
22.
2015-039 Concept kadernota en ontwerp meerjarenbegroting BgHu 20162019/Jaarverslag en Jaarrekening BgHu 2014 Stemverklaring over raadsvoorstel 2015-039: De heer Corporaal (GL) vindt dat de commissie Verbonden Partijen uitstekend werk heeft gedaan maar GroenLinks betreurt het dat deze stukken toch niet regulier langs de rondetafelgesprekken komen en ook pas heel laat ter inzage zijn. Dat moet echt anders, de raad kan er zo gewoon te laat op inspelen. De voorzitter merkt op dat GroenLinks dit onderwerp maar in de conferentie over de werkwijze van de raad aan de orde moet stellen, want zoals het nu gaat, is het afgesproken. Raadsvoorstel 2015-039 wordt unaniem aanvaard.
23.
2015-041 Zienswijze ontwerpbegroting GGDrU 2016 Raadsvoorstel 2015-041 wordt unaniem aanvaard.
24.
2015-040 Jaarrekening 2014 Recreatieschap Stichtse Groenlanden Raadsvoorstel 2015-040 wordt unaniem aanvaard.
25.
LTM15.006 Vaststellen geactualiseerde lijst openstaande toezeggingen en moties 9 juni 2015 De geactualiseerde lijst wordt conform vastgesteld.
26.
RCV15.006 Vaststellen verslag van de vergadering van de raad van 19 mei 2015 Het verslag wordt conform vastgesteld.
27.
LIST15.006 Vaststellen doorlopende lijst voor de raad van 9 juni 2015 De doorlopende lijst wordt conform vastgesteld.
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
41 - 42
28.
Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 0:04 uur. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 juni 2015.
De raad voornoemd, De griffier,
de voorzitter,
W. van Zanen
W.M. de Jong
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
| Inhoudsopgave
42 - 42
Bijlage 1: Toezeggingen Datum raad
Voorstelnummer-Agendapunt
Toezegging
9 juni 2015
3. 2015-029 Participatieverordening WIL
De portefeuillerhouder zegt toe ondernemers en vrijwilligersorganisaties meer te betrekken. Bij de bespreking van de wijziging van de GR later dit jaar is ook de wijze van informatievoorziening aan de raad onderwerp van gesprek.
9 juni 2015
5. 2015-030 Toekomstvisie Proeftuin Houten 2025
De portefeuillehouder zegt toe de raad middels een collegebrief te zullen informeren over welke acties er in het najaar opgestart zullen worden.
W
9 juni 2015
7. 2015-019 Jaarstukken 2014 - resultaatbepaling
De portefeuillehouder zegt toe de raad inzage te zullen geven in de omvang van onterecht verstrekte bijstandsuitkeringen.
M
9 juni 2015
9. 2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015
De portefeuillehouder zegt toe dat de raad voor de zomer cijfermatige inzichten ontvangt over de Jeugdhulp en de WMO.
M
9 juni 2015
9. 2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015
Het college zal voor de Begroting 2016 kijken hoe de kpi´s SMART kunnen worden gemaakt.
M
9 juni 2015
9. 2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015
De kleur groen in de stoplichtsystematiek zal, als het om kwalitatieve zaken gaat, met 1 of 2 regels worden toegelicht.
M
9 juni 2015
9. 2015-033 Eerste bestuursrapportage 2015
De portefeuillehouder zal nogmaals bij WIL onderstrepen dat de communicatie met betrekking tot Bijzondere Bijstand beter kan.
C
9 juni 2015
10. 15GR0131 Beantwoording schriftelijke vragen over Dierenwelzijnsbeleid gemeente Houten; nadere vragen door vragensteller GroenLinks
De portefeuillehouder zegt toe volgend jaar een raadsexcursie aan te bieden om de resultaten van het ingezette beleid zichtbaar te maken. De actualisering van het dierenwelzijnsbeleid kan nog dit jaar worden gemaakt.
J
Verslag raadsvergadering gemeente Houten d.d. 9 juni 2015
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)
P d C