205x00295.048654_1 3 februari 2010
Verslag najaarsbijeenkomst
25 november 2009
De activiteiten van het Platform Binnenstadsmanagement worden mede mogelijk gemaakt door bovenstaande begunstigers
Inhoudsopgave
pagina
PROGRAMMA
3
DEELNEMERS
5
INTRODUCTIE
7
MONITORING IN BINNENSTEDEN
9
BINNENSTADSMONITORING TOEGEPAST
11
DE BINNENSTADSBAROMETER VAN HET PLATFORM NADER BEKEKEN
15
PANELDISCUSSIE BINNENSTADSMONITORING
17
Bezoekerstellingen Concurrentiepositie c.q. koopkrachtbinding en –toevloeiing Doelgroepen Leefbaarheid, schoon/heel/veilig Belevingswaarde, sfeer/gezelligheid, imago Tot slot
PLATFORM BINNENSTADSMANAGEMENT
17 17 18 18 18 19
21
BIJLAGEN
1
2
PROGRAMMA
9:45 uur
Ontvangst met koffie en thee
10:15 uur
Welkom door Felix Wigman, dagvoorzitter
10:25 uur
Monitoring in binnensteden Inleidende presentatie door Inge Damen, senior onderzoeker BRO
10:35 uur
Binnenstadsmonitoring toegepast Inleidende presentatie door Daan Harmsen (gemeente Deventer) en Carla Rothuizen (gemeente Den Haag)
11:05
Pauze
11:15
De binnenstadsbarometer van het Platform nader bekeken Inleidende presentatie door Inge Damen, senior onderzoeker BRO
11:40 uur
Paneldiscussie binnenstadsmonitoring Het panel wordt gevormd door de inleiders
12:30 uur
Samenvatting van het ochtendprogramma door Felix Wigman, dagvoorzitter
12:45 uur
Lunch met de gelegenheid ’s-Hertogenbosch te bezoeken
13:40 uur
Terugblik en vooruitblik Platform Binnenstadsmanagement 2009-2010
15:00 uur
Borrel
3
4
DEELNEMERS
Organisatie
Contactpersoon
Stichting Binnenstadsmanagement Arnhem
de heer H. Overkamp
Gemeente Arnhem
de heer G. Haenen
ASR Vastgoed
de heer J. de Baaij
ASR Vastgoed
de heer T. Draisma
BAM Vastgoed
de heer P. Welles
Retail Platform Breda
de heer J. Trum
Gemeente Delft
de heer W. Ruiter
Bureau Binnenstad Den Haag
mevrouw L. Dalerup
Bureau Binnenstad Den Haag
de heer S. Katwijk
Stichting Deventer Binnenstadsmanagement
de heer B. Schräder
Stichting Deventer Binnenstadsmanagement
de heer A. van Wezenbeek
Stichting Centrummanagement Dordrecht
de heer R. de Gelder
Binnenstad Hilversum
de heer R. Baron
Gemeente Hilversum
mevrouw M. Drost
Gemeente Hilversum
de heer T. Kroon
Gemeente Nieuwegein
de heer E. Denneman
Gemeente Nijmegen
de heer R. Schilder
Gemeente Nijmegen
de heer B. Verhoef
Stichting Stadsmanagement Oldenzaal
de heer H.J. van Essen
Stichting Stadsmanagement Oldenzaal
de heer H. Hesselink
Gemeente Oosterhout
mevrouw D. van Dijk
Gemeente Oosterhout
de heer A. Roda
Stichting Citymanagement Roermond
de heer H. Brouwers
Stichting Citymanagement Roermond
de heer H. Jambroers
Stichting Stadsmanagement Schagen
de heer R. Hogenes
Gemeente Schiedam
de heer J.H.C. Deijl
Gemeente Sittard-Geleen
de heer J. van de Ven
Stichting Centrummanagement Sittard-Geleen
de heer P. Kooij
Stichting Stadskern Tilburg
de heer A. Jungerhans
Stichting Uden Promotie
de heer R. Jetten
Bureau Binnenstad Veenendaal
de heer P. Baten
Bureau Binnenstad Veenendaal
de heer A. de Graaf
Gemeente Vlaardingen
de heer R. Esmeijer
Gemeente Vlaardingen
mevrouw L. van der Weijde
Gemeente Weert
de heer H. Keijzers
Stichting Centrummanagement Weert
mevrouw C. van de Wetering
Synchroon
de heer M. Majolée
5
Organisatie
Contactpersoon
Westerhof Bak & Partners
de heer R. Bak
Gemeente Woerden
mevrouw C. van Dam
Gemeente Zwolle
mevrouw S. Heeres
Centrummanagement Zwolle
de heer J. Keetman
Sprekers BRO
mevrouw I. Damen
Gemeente Den Haag
mevrouw C. Rothuizen
Gemeente Deventer
de heer D. Harmsen
Organisatie Platform Binnenstadsmanagement
de heer F. Wigman
Platform Binnenstadsmanagement
mevrouw N. van Gerwen
Platform Binnenstadsmanagement
mevrouw M. Krol
6
INTRODUCTIE
Door de heer F. Wigman, voorzitter Platform Binnenstadsmanagement. Na verwelkoming van de panelleden en deelnemers in ’s-Hertogenbosch is de heer Wigman kort ingegaan op het dagprogramma. In het ochtendprogramma is door BRO een algemene inleiding over monitoring gegeven en zijn de gemeentes Deventer en Den Haag aan het woord gekomen over de manier waarop zij monitoren binnen een specifiek thema. Tevens zijn de (on)mogelijkheden om de binnenstadsbarometer van het Platform Binnenstadsmanagement verder te ontwikkelen in beeld gebracht. Na deze presentaties heeft een paneldiscussie plaatsgevonden over de mogelijkheden voor ontwikkeling van de Binnenstadsbarometer. De ochtend is afgesloten met een samenvatting en conclusie. De uitkomsten van deze ochtend worden meegenomen in het verder vormgeven van het programma voor 2010 en de doorontwikkeling van de barometer. Tijdens het middagprogramma is teruggekeken op de Platformactiviteiten van het afgelopen jaar, de jaarpublicatie ‘Signalen uit de binnenstad 2009’ is gepresenteerd en is er vooruit geblikt op de agenda en de speerpunten van het Platform Binnenstadsmanagement voor 2010. In een discussie zijn de ambities en thema’s voor het programma in 2010 doorgesproken. De middag is afgesloten met een borrel.
7
8
MONITORING IN BINNENSTEDEN
Door Inge Damen, senior onderzoeker BRO Inge Damen geeft een inleiding over de essentie van monitoring. Onderstaande opmerkingen zijn aanvullend op de presentatie: • Monitor betekent letterlijk “hij of zij die herinnert, kritisch aantoont of controleert”. • Het doel van monitoring is tweeledig. Enerzijds wordt een tendens in kaart gebracht, anderzijds wordt bekeken of deze tendens afwijkt van een bepaalde verwachting. Er wordt gezocht naar herkenningspunten en patronen. • Monitors verschijnen in veel variëteiten. Wat ze allen met elkaar gemeen hebben is dat het meetinstrumenten betreft waarvoor indicatoren en eenheden worden vastgesteld. Een andere overeenkomst van monitors is dat ze vaak op gezette tijden herhaald worden. • Monitors verschillen in precieze vorm en inhoud. Naast het vaststellen van de doelgroepen (wie?) en thema’s (waarover?) van de monitor is het belangrijk om te bedenken waar men kan meten. Met andere woorden: - Wie behoren tot de doelgroep? - Waar kunnen deze mensen gevonden worden? - En hoe dienen zij benaderd te worden? • Afhankelijk van de omvang van de doelgroepen kan besloten worden om bij de gehele groep (bijvoorbeeld alle inwoners) of een selectie uit de populatie te meten. Om in het laatste geval representatieve uitspraken te kunnen doen, wordt een steekproef getrokken uit de populatie. Deze steekproef is evenredig naar de totale populatie als het gaat om kenmerken als inwonertal, leeftijd en geslacht. Bij nationale en regionale steekproeven wordt bij voorkeur de Gouden Standaard gehanteerd. Dit betekent dat de steekproef is samengesteld volgens de leeftijdsopbouw (en andere relevante kenmerken) in Nederland zoals bekend bij het CBS. • Naast te weten waar en bij wie te meten, is het meten zelf uiteraard van belang. Ofwel, wat meten we precies en hoe doen we dat? Kunnen we gedragingen direct observeren of moeten we ernaar vragen? Omdat we niet altijd bij iedereen, tegelijkertijd en overal kunnen meten, wordt vaak gekozen voor bevragen. Soms zijn ook registraties zoals het GBA beschikbaar. • De inhoud van de vragenlijst wordt bepaald door de thema’s die centraal staan, de wijze waarop de meting plaats vindt (schriftelijk, telefonisch, online) en de doelgroep (de respondenten) die men voor ogen heeft. Deze factoren bepalen bijvoorbeeld het onderwerp van de vragen en het aantal vragen, de vorm van de vragen (vraagvorm of stellingen) en antwoordwijzen (open of gesloten vragen), de lengte, maar ook de nuance in antwoorden (categorieën of precieze getallen). • De meting omvat 1 of meerdere thema’s (bijvoorbeeld functiemix in de binnenstad), uitgesplitst naar meerdere dimensies, om de breedte en variatie van thema’s te meten (bijvoorbeeld winkelaanbod, horeca). Per dimensie worden vervolgens 1 of meerdere indicatoren gehanteerd. Indicatoren voor het meten van gedragingen kunnen zowel betrekking hebben op feiten als op meningen. • De analyseresultaten worden vastgelegd in monitorverslagen. Naast rechte tellingen en percentages in tabelvorm, bevatten veel monitors staafgrafieken. Ook worden soms
9
• •
lijngrafieken afgebeeld met analyseresultaten van zowel de huidige als eerdere monitors. De meeste monitors worden geïnitieerd om trends en ontwikkelingen vast te kunnen stellen, vaak met de wens deze periodiek te herhalen. Vergelijking van monitors met andere initiatiefnemers is meestal niet aan de orde. Een mooie uitzondering hierop vormen de binnenstadsmonitors van Arnhem en Nijmegen.
10
BINNENSTADSMONITORING TOEGEPAST
Daan Harmsen, onderzoeker gemeente Deventer Daan Harmsen is bij de gemeente Deventer onder andere verantwoordelijk voor de Binnenstadsmonitor Deventer. Afgelopen jaar heeft de gemeente Deventer een nieuwe binnenstadsmonitor ontwikkeld. Deze is door de betrokken partijen goed ontvangen. In een presentatie gaat Daan Harmsen verder in op de binnenstadsmonitor van Deventer. Onderstaande opmerkingen fungeren ter aanvulling op de presentatie: • De binnenstadsmonitor geeft informatie voor partijen die betrokken zijn bij de binnenstad: (toekomstige) ondernemers, vastgoedeigenaren, bestuurders en investeerders. • De binnenstadsmonitor is een bron van informatie met allerlei cijfers over de binnenstad. In het bijzonder geeft de binnenstadsmonitor informatie over hoe het staat met de ambitie om in te zetten op een attractieve en bereikbare binnenstad. • In de eerste edities van de monitor lag de focus sterk op de detailhandel. Om meer recht te doen aan het veelzijdige karakter van de binnenstad, besteedt de nieuwe monitor ook aandacht aan andere aspecten die de binnenstad haar typische uitstraling bezorgen. • De data zijn op vrijwel alle terreinen binnenstadsspecifiek, met uitzondering van leefbaarheid en veiligheid. De volgende bronnen zijn gehanteerd: - Wonen: gemeentelijke cijfers (TAXWOZ, GBA) - Voorzieningen: cijfers van instellingen in binnenstad zoals het cultureel centrum, de bibliotheek, de NS - Economische structuur: cijfers van BIRO (Bedrijven- en instellingenregister Overijssel) - Detailhandel: Locatus, gemeente Deventer, MKB Deventer, makelaars - Uit in de Deventer binnenstad: VVV, bezoekersaantallen van culturele instellingen - Leefbaarheid en veiligheid: gemeentelijke cijfers (L&V-onderzoek), politie • Voor het ‘ondernemersklimaat’ is er bij alle ondernemers een enquête uitgezet. Onder de ondernemers vallen winkeliers en horecaondernemers. Banken en dienstverlening vallen hier niet onder. De respons gaf een representatieve verdeling over winkelstraten en branches (betrouwbaarheid van 90% met een afwijking van 10%, uitgaande van een populatie van 300 ondernemers). Een vergelijking in de tijd is lastig omdat 10 a 15% van de winkeliers jaarlijks muteert. • Voor ‘uit in de binnenstad’ zijn bezoekersaantallen op evenementen ingeschat door de VVV. Voor bezoekersaantallen in culturele instellingen zijn de musea etc. zelf bevraagd. Verbeterpunten/plannen toekomstige binnenstadsmonitor: • In de volgende binnenstadsmonitor wordt een hoofdstuk ‘Ontwikkelingen in de binnenstad’ opgenomen om de cijfers meer te verbinden met het beleid. • Hoewel de horecaondernemers betrokken worden in het ‘ondernemersklimaat’ is meer informatie gewenst over de horeca.
11
• •
Deventer heeft het plan om een ondernemerspanel in te stellen; een vaste groep ondernemers die voor allerhande thema’s kan worden benaderd. De monitor dient toegankelijker te worden voor een breed publiek door de teksten toegankelijker te maken en meer foto’s op te nemen.
Vragen uit de zaal: 1. Vraag: De bezoekersaantallen van binnensteden staan onder druk. Geldt dit ook voor Deventer? Antwoord: Nee. Over 2007 – 2008 is er sprake geweest van een duidelijke stijging in het aantal bezoekers aan de binnenstad (bron: passantentelling Locatus). 2. Vraag: Wordt in de enquête voor de ondernemers bewust niet naar de omzet gevraagd? Antwoord: Dat zit er inderdaad niet in, de enquête van het MKB kan een waardevolle toevoeging zijn. 3. Vraag: Is de monitor van Deventer ook te vergelijken met montinors van andere, vergelijkbare steden (benchmark)? Antwoord: Nee, enkel de Locatus passantentellingen zijn te vergelijken met andere steden. Verder is er geen vergelijking mogelijk. 4. Vraag: Zijn de effecten van de opening van de Boreel (2007 geopend) gemeten in de monitor? Antwoord: We zien dat het aantal bezoekers aan de binnenstad is toegenomen maar of dat aan de Boreel is toe te schrijven blijft natuurlijk de vraag. In de verbindingsstraten tussen de Boreel en de binnenstad is het aantal bezoekers gestegen. 5. Vraag: In hoeverre wordt er door ondernemers gebruik gemaakt van de monitor en heeft de gemeente in het verlengde van de monitor plannen ontwikkeld? Antwoord: Ondernemers gebruiken de monitor als handleiding om een nieuwe zaak te openen. Vanuit de gemeente staan er nog een aantal projecten op stapel die enigszins gevoelig liggen, hierdoor ligt het een beetje stil.
12
Carla Rothuizen, senior onderzoeker gemeente Den Haag De gemeente Den Haag heeft een onderzoek laten doen naar consumentensegmentatie. In een presentatie gaat Carla Rothuizen van de gemeente Den Haag hierop in. Onderstaande opmerkingen fungeren ter aanvulling op de presentatie: • De gemeente Den Haag heeft door de ligging aan de zee een beperkt achterland. Daarom moet de gemeente meer moeite doen dan andere steden om bezoekers te trekken. • Binnen de afdeling Economische Zaken van de gemeente Den Haag was weinig inzicht in consumentensegmentatie. Hiervoor is onderzoek verricht onder het market response panel van Smart Agent, aangevuld met het panel van multiscope. • De consumenten in Den Haag zijn gesegmenteerd op basis van het BSR-model van Smart Agent. Het BSR-model verdeelt consumenten op basis van waarden (o.a. smaak, politieke voorkeur). Op basis van deze verdeling is ervoor gekozen om in Den Haag vijf doelgroepen te onderscheiden. • Een van de marketingdoelstellingen is nu hoe mensen, die momenteel Den Haag nog niet bezoeken, kunnen worden overgehaald om toch te komen. • Dankzij het onderzoek weten we nu welke doelgroepen wat leuk vinden en welke media ze gebruiken. Hierdoor kan gerichte marketing plaatsvinden. • In de binnenstad van Den Haag worden bezoekers geteld met camera’s. Momenteel hangt er een camera in het centrum waarop je ziet hoeveel mensen er per dag langskomen. Het tellen met camera’s loopt nog niet soepel. Zo wordt er bijvoorbeeld geen onderscheid gemaakt in fietsers en wandelaars. Vragen uit de zaal: 1. Vraag: Richt het onderzoek naar consumentensegmentatie zich op de binnenstad of de gehele stad? Antwoord: Het onderzoek richt zich op de gehele stad omdat vrijetijdsbeleving in het onderzoek centraal stond. 2. Vraag: Wat heeft het onderzoek ongeveer gekost? Antwoord: Carla schat de kosten in op circa € 100.000,-.
13
14
DE BINNENSTADSBAROMETER VAN HET PLATFORM NADER BEKEKEN
Door Inge Damen, senior onderzoeker BRO Inge Damen gaat tijdens haar presentatie dieper in op de binnenstadsbarometer van het Platform Binnenstadsmanagement. Na een korte analyse van de huidige barometer worden de doelstelling en vereisten van de nieuwe barometer nader bekeken. Wat hebben we precies in handen met de huidige binnenstadsbarometer? Waar willen we mogelijk naar toe? En hoe is dit te realiseren? Onderstaande opmerkingen fungeren ter aanvulling op de presentatie: • Wanneer binnenstadsmonitoren van verschillende steden met elkaar vergeleken worden valt op dat deze verschillen qua inhoud. Soms staan specifieke thema’s centraal en vaak worden enigszins afwijkende definities gehanteerd. Ook het meetmoment verschilt (seizoen, jaar, frequentie). Daarnaast vormen de monitors soms zelfstandige initiatieven, maar soms zijn ze ook onderdeel van een omvangrijker onderzoek. Deze constateringen vormen de aanleiding om de binnenstadsbarometer onder de loep te nemen. • In feite is de barometer een ijkinstrument, dat een referentiekader moet bieden voor binnensteden met betrekking tot hun functioneren (benchmark). • In het meten van het economisch functioneren wordt onderscheid gemaakt naar thema’s en indicatoren. De huidige binnenstadsbarometer is opgebouwd rond thema’s als positie, functiemix, functioneren, mobiliteit, leefbaarheid en koopkracht (indien er een recent koopstromenonderzoek voor handen is). De vraag rijst of we ook nieuwe thema’s en indicatoren toe willen voegen. • Indicatoren dienen aan een aantal eisen te voldoen willen ze voldoende informatie kunnen verschaffen: - Relevant: wat weten we als we de indicator meten? - Betrouwbaar: levert herhaalde meting hetzelfde resultaat of is het resultaat volledig toe te schrijven aan toeval? - Valide: meten we wat we zeggen te willen meten? Eenvoudig voorbeeld: de omtrek van iemands hoofd, hoewel meetbaar, zegt niets over iemands intelligentie. - Praktisch: is de meting uitvoerbaar? - Vergelijkbaar: wordt de meeteenheid consequent gehanteerd? • Alle indicatoren van de binnenstadsbarometer zijn tegen het licht gehouden van de voornoemde kwaliteitsvereisten. De sterkste indicatoren in de huidige binnenstadsbarometer zijn winkelaanbod, gemiddelde omvang winkels niet-dagelijks, diversiteit winkelaanbod, filialiseringsgraad, multifunctionaliteit, leegstand en huurniveau. De indicator bezoekersaantal van hoofdwinkelstraten is eveneens sterk, maar wordt eens in de 2 jaar gemeten en kan dus variëren naar de economische situatie. De indicatoren vergunningen evenementen, horecagelegenheden per 1000 inwoners, kramen hoofdwarenmarkt en arbeidsplaatsen zijn ook sterk maar boeten aan kracht in omdat ze vrijwel alleen beschikbaar zijn voor de steden die meedoen aan de Verkiezing Beste Binnenstad. • Nieuwe indicatoren worden bij voorkeur gehaald uit datasets met landelijke dekking (bijvoorbeeld CBS).
15
•
•
Naast nieuwe indicatoren is het mogelijk om nieuwe meetmethoden in te zetten, bijvoorbeeld ten aanzien van passantentellingen. Alternatieven voor het meten van bezoekers zijn cameratellingen, infrarood/sensormetingen, radar- of blue-tooth technologie naast handmatige tellingen. Hoewel er reeds indexen van winkelcentra bestaan, zijn er nog geen standaard binnenstadstellingen gereed. Om dit te realiseren en de kosten te drukken stellen aanbieders veelal een combinatie van meettechnieken voor zoals sensors en handmatige tellingen. Het installeren van camera’s per gebied is kostbaar. Via openbare beveiligingscamera’s kunnen ook bezoekers geteld worden. Naast een inventarisatie van de beheerders (politie of particuliere bedrijven) is toestemming benodigd in verband met privacy. Meten en vergelijken van steden met indicatoren op het gebied van socio-cultureel en ruimtelijk functioneren vereisen ook extra inspanningen voor het verzamelen van data binnen gemeenten. Om tussen (binnen)steden te kunnen vergelijken, dient dataverzameling uniform te worden. Denk aan vergunningregistraties, die nu onder verschillende wetgeving en verordeningen vallen en daarom vaak ook niet in een dezelfde, centrale administratie zijn opgenomen.
16
PANELDISCUSSIE BINNENSTADSMONITORING
Na de presentaties heeft een paneldiscussie plaatsgevonden aan de hand van vijf thema’s. Hieronder worden de opmerkingen per thema uitgelicht. Bezoekerstellingen • Het is van belang goed inzicht te hebben in het aantal bezoekers, met name ook omdat huurprijzen vaak gekoppeld zijn aan bezoekersaantallen. • Wanneer passantentellingen van Locatus naast passantentellingen van vastgoedontwikkelaars of ketenbedrijven gelegd worden, zijn er vaak grote verschillen te signaleren. Je kunt je dan afvragen welke cijfers betrouwbaar zijn. Er wordt geopperd of er niet meer mogelijkheden zijn om gebruik te maken van de bezoekerstellingen van ondernemers en vastgoedeigenaren. • Er wordt vaak heel veel waarde gehecht aan de passantentellingen van Locatus (de top 10 lijstjes met stijgers en dalers). Passantentellingen zijn zeer afhankelijk van externe factoren zoals bijvoorbeeld het weer. Daarom dient er zeer voorzichtig omgegaan te worden met de cijfers. • Er dient meer helderheid te komen over de methodiek die Locatus ten aanzien van passantentellingen hanteert. Er wordt geopperd om hier met een groep steden meer druk op uit te oefenen. • Sommige aanwezigen zijn van mening dat parkeerafzetcijfers een beter beeld geven van bezoekersaantallen dan passantentellingen. Anderen zijn van mening dat Locatusgegevens een goed beeld geven. • Arnhem is met ShopperCount in gesprek om een nieuwe methode van handmatig tellen toe te passen, via de EasyCount techniek. • Het HBD is in gesprek met Currence of er mogelijkheden zijn om pintransacties terug te leiden naar het aantal bezoekers. Transacties geven immers een indicatie van het druktebeeld. • Het idee wordt geopperd om met onderzoekers en economen van een aantal steden rond te tafel te gaan zitten en keuzes te maken ten aanzien van bronnen voor passantentellingen. • Cameratellingen kunnen interessant zijn, aanvullend op bestaande methoden om het aantal passanten te meten. Deze geven namelijk een specifieker beeld van het aantal passanten per dag. Het Platform Binnenstadsmanagement kan onderzoeken wat de (on)mogelijkheden zijn van cameratellingen. Concurrentiepositie c.q. koopkrachtbinding en –toevloeiing • Koopstroomgegevens zijn momenteel al landelijk vergelijkbaar. • Om de koopstromen in beeld te brengen kan ook gebruik gemaakt worden van pintransacties (Currence). Een voordeel is dat op deze manier harde geldstromen in beeld gebracht kunnen worden. Een nadeel is dat zachte motieven hier niet in belicht worden. Er wordt opgemerkt in de zaal dat pintransacties moeilijk te koppelen zijn aan bezoekersaantallen en dat hier veel haken en ogen aan zitten. Anderen zijn van mening dat dit kan, en geven aan dat dit nagevraagd dient te worden bij het HBD. • Heel veel bedrijven voeren postcodeonderzoeken (herkomstonderzoeken) uit en de vraag is of er niet meer uit deze gegevens geput kan worden. Er wordt aangegeven
17
•
dat het bij postcodeonderzoeken vaak bedrijfsgevoelige informatie betreft, waardoor het moeilijk is om hier landelijke informatie uit te putten. 15 à 20 jaar geleden is op basis van Hemagegevens een winkelkaart van Nederland gemaakt. Dit gaf een goed algemeen beeld voor Nederland. Misschien dat er met Hema in gesprek gegaan kan worden om hier achter te komen.
Doelgroepen • Als stad moet je voor je doelgroepen wel iets te bieden hebben. In Den Haag is onderscheid gemaakt in quick-wins (Den Haag heeft het te bieden, maar de doelgroep weet het niet) en voorzieningen die Den Haag nu nog niet te bieden heeft, maar die eventueel wel gecreëerd kunnen worden. • Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) hanteert een andere doelgroepsegmentatie dan Smartagent. Hoe gaat de gemeente Den Haag hiermee om? Wanneer bij een individu een omstandigheid verandert (het individu krijgt bijvoorbeeld een gezin), dan komt het individu onder een andere doelgroep te vallen. Echter, de intrinsieke eigenschappen van het individu blijven hetzelfde. Er is dus een verschil in gedragsintentie en werkelijk gedrag. • In Eindhoven is gekozen voor een andere invalshoek. Hier wordt gekeken wat de persoonlijke eigenschappen zijn van de bezoeker in Eindhoven (zoals inkomen, leeftijd en herkomst). • Het Platform kan inventariseren wat er in steden momenteel gebeurt op het gebied van doelgroepsegmentatie. Leefbaarheid, schoon/heel/veilig • In Deventer worden cijfers die voortkomen uit het leefbaarheid-veiligheidsonderzoek naast de cijfers uit het politieonderzoek gelegd. Een probleem is dat politiecijfers veelal niet op binnenstadsniveau bekend zijn. Deze zijn vaak afhankelijk van de geografische indeling van politieteams. • Er wordt het idee geopperd om burgerenquêtes te gebruiken om zicht te krijgen in leefbaarheids- en veiligheidsvraagstukken in de binnenstad. Er wordt de opmerking geplaatst dat deze niet bruikbaar zijn, omdat je geïnteresseerd bent in de beleving van de bezoeker en niet van de inwoner. • Vanuit de zaal is er geen behoefte om op dit onderwerp specifieke actie uit te zetten. Belevingswaarde, sfeer/gezelligheid, imago • De belevingswaarde van consumenten in een binnenstad kan op twee manieren onderzocht worden. Enerzijds via een bezoekersenquête en anderzijds via een koopstromenonderzoek. Groot voordeel van een koopstromenonderzoek is dat ook nietbezoekers ondervraagd worden. • Er is veel interesse om dit onderwerp vanuit het Platform gezamenlijk op te pakken. Op initiatief van het Platform kan een benchmark omtrent belevingswaarde & imago uitgezet worden. De benchmark dient niet te omvangrijk te zijn (kernachtig) en uitgewerkt te worden in een werkgroep. De werkgroep kan samengesteld worden uit deskundigen van verschillende gemeenten. Door het uitvoeren van een benchmark rond dit onderwerp kunnen steden met elkaar vergeleken worden omdat zij over dezelfde informatie beschikken. Een benchmark levert bruikbare informatie op voor marktpartijen, gemeenten en consumenten. Uit een benchmark zijn bijvoorbeeld goede argumenten te filteren richting politiek. De benchmark kan namelijk fungeren als
18
een beleidsinstrument om ontwikkelingen in de binnenstad te sturen. Ook helpt het in het wegnemen van bezwaren (bijvoorbeeld ten aanzien van onveiligheid wanneer blijkt dat de consument de stad als veilig ervaart). De consument kan bijvoorbeeld uit een benchmark achterhalen wat de feiten omtrent een bepaalde binnenstad zijn en in hoeverre deze afwijken van de eigen perceptie. Een belangrijke vervolgvraag is hoe uitkomsten uit een benchmark gekoppeld kunnen worden aan ontwikkelingen en activiteiten. Met andere woorden, wat is het daadwerkelijke effect geweest van een bepaald project/actie? Tot slot Tijdens de najaarsbijeenkomst heeft een eerste discussie plaatsgevonden over verbetering van binnenstadsmonitoring, zodat ook vergelijking tussen steden verbeterd kan worden. Er is gebleken dat er nog veel onduidelijk is en uitgezocht moet worden. Uitgangspunt daarbij is, dat de kosten van monitoring in verhouding dienen te staan tot de baten (wat levert het op?). De (start)kosten hiervoor kunnen het beste gespreid worden over meerdere (pilot)steden. Het komende jaar zal gebruikt worden om een en ander verder uit te zoeken in samenwerking met onderzoekers en/of economen van enkele steden. Op alle thema’s met uitzondering van het thema ‘leefbaarheid, schoon/heel/veilig’ is er vanuit de zaal behoefte aan een verdiepingsslag.
19
20
PLATFORM BINNENSTADSMANAGEMENT
De middag stond volledig in het teken van de activiteiten en doelstellingen van het Platform Binnenstadsmanagement. Het Platform heeft onder leiding van voorzitter Felix Wigman samen met de deelnemers terug gekeken op het programma in 2009 en vooruit geblikt naar 2010. Hoe ziet de binnenstadsagenda van de toekomst er uit en welke rol kan het Platform Binnenstadsmanagement hierin spelen? Daarnaast zijn de wensen van deelnemers en begunstigers besproken. De deelnemers spreken hun goedkeuring uit over de wijze waarop het Platform Binnenstadsmanagement in 2009 uitvoering heeft gegeven aan de doelstellingen en activiteiten van het Platform. Onderstaande opmerkingen dienen als aanvulling op de presentatie. • 2010 staat in het teken van het vijftienjarig jubileum van het Platform Binnenstadsmanagement. Daarom zal het activiteitenprogramma in 2010 afwijken van het reguliere programma. • Voor het bezoek aan de gaststad in het voorjaar wordt gekozen voor een locatie in het oosten van het land, bijvoorbeeld Zwolle. • Het is de wens om de themabijeenkomst in mei samen met de NRW te organiseren. De afgelopen jaren is er veel veranderd in binnensteden op het gebied van vastgoedontwikkelingen. Vanuit de deelnemers wordt geopperd in te gaan op de samenwerking tussen vastgoedeigenaren, de verantwoordelijkheid van vastgoedpartijen en de discussie omtrent omzethuren. • De themabijeenkomst in oktober en de najaarsbijeenkomst worden komend jaar in elkaar geschoven tot een groots opgezette Jubileumbijeenkomst. Het onderwerp van deze bijeenkomst zal ‘De binnenstad in 2030’ zijn. Per onderwerp wat tijdens de jubileumbijeenkomst aan bod komt, dient wel het realiteitsgehalte gewaarborgd te worden. Het is niet de bedoeling dat er in een glazen bol gekeken wordt. • Er wordt de vraag gesteld of het Platform moet optreden als lobbyorganisatie voor bepaalde ontwikkelingen of als kennisorganisatie. Voor onderwerpen die breed gedragen worden onder deelnemers kan het Platform optreden als lobbyorganisatie. Dit doet het Platform echter alleen in uitzonderlijke gevallen. Wanneer er over onderwerpen meningsverschillen bestaan tussen deelnemers is het niet gewenst dat het Platform optreedt als lobbyorganisatie. Hiervoor zijn belangenorganisaties zoals het MKB en de NVBO voor. De volgende onderwerpen zijn aangedragen voor het programma in 2010: • Het onderscheidend vermogen van een binnenstad: hoe maak je een binnenstad onderscheidend en hoe kunnen binnensteden elkaar versterken? • De effecten van de crisis op de binnenstad. • De ontwikkelingen op het gebied van warenmarkten. • De rol van de VVV (toerisme) in de binnenstad. • De toekomst van lokaal ondernemerschap (zie onder andere ‘Kleine vernieuwende winkels maken het verschil’, trendrapport HBD, 2009).
21
• •
• • •
Hoe kan een binnenstad zich voorbereiden op de Olympische Spelen die misschien in 2028 naar Nederland komen? De toekomst van binnenstadsmarketing. In hoeverre gaan binnenstadsmanagement en stadsmarketing steeds meer in elkaar overlopen? Er wordt geopperd om hier een themadossier aan te wijden waarin een aantal praktijkvoorbeelden uitgelicht worden waar citymarketing c.q. binnenstadsmarketing onderdeel vormt van het binnenstadsmanagement. Hierin kunnen dan de voor- en nadelen belicht worden. Hoe kunnen binnensteden beter inspelen op de mediaconsumptie van jongeren? Een duurzame binnenstad. Hoe kan bijvoorbeeld ingespeeld worden op multifunctioneel ruimtegebruik. De deelnemers weten nog te weinig van elkaars organisatievormen van het binnenstadsmanagement af. Er wordt geopperd hier een themadossier aan te wijden waarin de voor- en nadelen naast elkaar worden gezet van bijvoorbeeld 10 verschillende organisatiemodellen van centrummanagement- en binnenstadsmanagementorganisaties.
22
Bijlagen
Najaarsbijeenkomst 2009
Najaarsbijeenkomst 2009
9.45 uur 10.15 uur 10.25 uur
Najaarsbijeenkomst 2009 25 november
10.35 uur 11.05 uur 11.15 uur
11.40 uur 12.30 uur 12.45 uur 13.40 uur 15.00 uur
Najaarsbijeenkomst 2009
Welkom door Felix Wigman
Ontvangst Welkom door Felix Wigman, voorzitter Monitoring in binnensteden Inge Damen Binnenstadsmonitoring toegepast Pauze De binnenstadsbarometer van het Platform nader bekeken Inge Damen Paneldiscussie Binnenstadsmonitoring Samenvatting van het ochtendprogramma Lunch met de gelegenheid ‘s-Hertogenbosch te bezoeken Terugblik en vooruitblik Platform Binnenstadsmanagement 2009 - 2010 Borrel
Najaarsbijeenkomst 2009
Presentatie Monitoring in binnensteden Inge Damen Senior onderzoeker BRO
Najaarsbijeenkomst 2009
Najaarsbijeenkomst 2009
Binnenstadsmonitoring toegepast
Presentatie Binnenstadsmonitoring toegepast
• Daan Harmsen Onderzoeker, Gemeente Deventer Thema's: ondernemersklimaat en uitgaan • Carla Rothuizen Senior Economisch Onderzoeker, Gemeente Den Haag Thema: consumentenwaardering
1
Najaarsbijeenkomst 2009
Pauze
Najaarsbijeenkomst 2009
Presentatie De Binnenstadsbarometer van het Platform nader bekeken Inge Damen Senior onderzoeker BRO
Najaarsbijeenkomst 2009
Najaarsbijeenkomst 2009
Paneldiscussie Binnenstadsmonitoring
Paneldiscussie Binnenstadsmonitoring
Najaarsbijeenkomst 2009
Bezoekerstellingen Locatus Binnenstad Leeuwarden
Discussie aan de hand van 5 thema’s: • Bezoekerstellingen • Concurrentiepositie c.q. koopkrachtbinding en -toevloeiing • Doelgroepen • Leefbaarheid, veiligheid, schoon/heel/veilig • Belevingswaarde, sfeer/gezelligheid, imago
Najaarsbijeenkomst 2009
Enquêteposten cordon telling centrum Weert
2
Najaarsbijeenkomst 2009
Concurrentiepositie: dagelijkse bindingspercentages Stadsregio Eindhoven
Najaarsbijeenkomst 2009
Concurrentiepositie: niet-dagelijkse toevloeiing Eindhoven
Najaarsbijeenkomst 2009
Concurrentiepositie: perspectievenkaart centrum Helmond
Najaarsbijeenkomst 2009
Leefbaarheid
Najaarsbijeenkomst 2009
Doelgroepen
Najaarsbijeenkomst 2009
Belevingswaarde, sfeer / gezelligheid
3
Najaarsbijeenkomst 2009
Samenvatting en conclusies van het ochtendprogramma door Felix Wigman
Najaarsbijeenkomst 2009
Lunch met de gelegenheid ‘s-Hertogenbosch te bezoeken
Najaarsbijeenkomst 2009
Terugblik 2009 en vooruitblik 2010 Platform Binnenstadsmanagement
Najaarsbijeenkomst 2009
Doelstellingen van het Platform BSM • Ontmoetingsplek en netwerk • Doorontwikkeling als kenniscentrum • Professionaliseren binnenstadsmanagement en vergroten aantrekkelijkheid binnensteden • Profilering Platform als een professionele onafhankelijke organisatie
Najaarsbijeenkomst 2009
Activiteiten 2009 • Maart: gaststad Maastricht • Mei: themabijeenkomst ‘Horeca en evenementen, beleef de binnenstad!’ • Verkiezing Beste Binnenstad 2009 - 2011 • Oktober: themabijeenkomst ‘De toekomst van de aanloopstraten’ • November: najaarsbijeenkomst en jaarpublicatie • 10 december: ‘Bezoek Kerststad Roermond’ • Praktijkbijeenkomsten • Themadossier Koopzondagen • 2 onderzoeken: stand van zaken centrummanagement anno 2009 en het functioneren van drie verschillende centrummanagementorganisaties
Najaarsbijeenkomst 2009
Enquête deelnemers Respons Rapportcijfer algemeen Rapportcijfer activiteiten
2004 10 7,5 7,2
2005 18 7,5 7,3
2006 15 7,5 7,7
2007 16 8,0 7,4
2008 24 7,8 7,7
2009 23 7,7 7,5
Enkele opmerkingen van deelnemers: • Heb de indruk dat het Platform steeds breder wordt door toenemende belangstelling, gemeenten en andere organisaties. Goede ontwikkeling! • Initiatief is goed, interessante materie. Soms lastig toepasbaar op een kleine stad.
4
Najaarsbijeenkomst 2009
Vooruitblik naar 2010: 15-jarig jubileum • Maart: bezoek gaststad Voorstel: 17 maart • Mei: themabijeenkomst Voorstel: 19 mei of week er na i.v.m. NRW • Buitenlandse excursie: Voorstel: 11 + 12 maart • Jubileumbijeenkomst Voorstel: 6 oktober • Maart en oktober: praktijkbijeenkomsten
Najaarsbijeenkomst 2009
Buitenlandse excursie • Is er genoeg animo? • Enquête: 12 van de 23 zijn geïnteresseerd • Zowel animo voor Frankfurt als voor Hamburg
Najaarsbijeenkomst 2009
Najaarsbijeenkomst 2009
Wat wil het Platform in 2010 bereiken? • Doorontwikkelen binnenstadsbarometer? • Blijvende inzet voor ondernemersfondsen (o.a. BIZ) en andere aspecten die bijdragen aan het organiserend vermogen van binnensteden? • Samenwerking met NRW? • Een derde praktijkbijeenkomst organiseren voor de grote dorpcentra / kleine stadscentra? • Organisatie van een buitenlandse excursie?
Najaarsbijeenkomst 2009
Wie wordt Gaststad 2010? Mogelijke nieuwe thema’s voor 2010 • De rol van vastgoedpartijen in centrummanagement • Thema Jubileumbijeenkomst: De binnenstad in 2030 • Praktijkwerking BIZ / Ondernemersfondsen • Duurzaamheid in binnensteden • Aanpak leegstand • Beheer en handhaving • Aankleden van onaantrekkelijke gevels (gevelkunst, gedichten etc.)
Najaarsbijeenkomst 2009
Informatie en artikelen
Presentatie jaarpublicatie
• Activiteiten en ambitie Platform • Diverse deskundigen plaatsen de binnenstad in perspectief binnen thema’s zoals recessie, ontwikkeling van stationslocaties, horeca, supermarkten • Projecten in de binnenstad worden uitgelicht, o.a. in Tilburg, Oosterhout en Antwerpen • Verkiezing Beste Binnenstad 2009 - 2011 • Binnenstadsbarometer
5
Najaarsbijeenkomst 2009
Najaarsbijeenkomst 2009
Doel jaarpublicatie • Inspiratie voor aanpak nieuwe projecten in binnensteden • Kennisverspreiding onder brede doelgroep: – deelnemers en begunstigers – B&W grote en middelgrote steden – NRW-leden – Universiteiten – organisaties zoals HBD, KvK, MKB, VNG, VSO, etc. – Diverse deskundigen van nationale overheid
Najaarsbijeenkomst 2009
Afsluiting najaarsbijeenkomst 2009
6
Inleiding
Monitoring voor Binnensteden Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement 25 november 2009
- Wat is monitoring? - Toepassingen binnenstadsmonitoring - Binnenstadsbarometer
Wat is monitoring?
Monitoring
Doel - Volgen van ontwikkelingen en trends - Bewaken en bijsturen Monitor = een instrument dat een selectie van activiteiten waarneemt en vastlegt
Voorbeelden
Diverse doelgroepen - Studentenmonitor (MinOC&W) - Ouderenmonitor (GGD) - Cliëntenmonitor (Zorginstelling) - Ondernemersmonitor (MinEZ) Diverse thema’s - Veiligheidsmonitor (CBS) - Leefbaarheidsmonitor (individuele steden) - Ruimtemonitor (PBL) - Marktmonitor (thuiswinkel.org) - Binnenstadsmonitor (individuele steden)
Vorm - Meetinstrument met indicatoren en eenheden - Periodiek herhaalde meting
Werkwijze
Werving van respondenten - Populatie of steekproef, vb. inwoners gemeente X - Steekproef: representatieve afspiegeling - Representativiteit naar leeftijd, geslacht, inwonertal etc. - Verdeling volgens Gouden Standaard
1
Werkwijze
Werkwijze
Meetinstrument - Vaak vragenlijst (post, telefonisch, internet) - Vragen of stellingen over beleid(sterreinen) Meting - Thema Dimensie Indicator = een signaal, voorbode, afdruk van of verwijzing naar iets, uitgedrukt in een bepaalde meeteenheid - Feiten en Meningen
Resultaat
Diverse observatieniveaus - Individu: burger, cliënt, medewerker Diverse analyseniveaus - Groepen van individuen - naar locaties (straten/ZIP6) - naar leeftijden (leeftijdsklassen vb. jong, oud) - naar (sub)doelgroepen (ondernemers centrum) - naar wijken - naar gemeenten - naar regio’s, provincies - Gehele populatie, vb. gemeente, provincie, Nederland
Binnenstadsmonitoring toegepast
Rapportage - Rechte tellingen en percentages - Kruistabellen Extra ... - Vergelijking door de tijd heen (longitudinale meting) - Geografische vergelijking (zelfde analyseniveau) Binnenstadsmonitoring - Deventer - Den Haag
Binnenstadsbarometer
Oriëntatie
- Oriëntatie - Doelstelling - Inhoud - Vereisten - Wat hebben we? - Wat willen we? - Wat kunnen we realiseren?
Binnenstadsmonitoren - Specifieke thema’s - Verschillende definities - Verschillende bronnen - Verschillende meetmomenten, frequenties - Combinatie met andere onderzoeken
2
Doelstelling
Inhoud
Barometer = benchmark- of ijkinstrument Biedt een referentiekader o.b.v. vergelijkingen tussen binnensteden
Thema - Positie - Functiemix - Functioneren - Mobiliteit - Leefbaarheid - Koopkracht
Doelstelling Binnenstadsbarometer - Vergelijking van prestaties van binnensteden a.h.v. betrouwbare referenties - Positionering van binnensteden t.o.v. elkaar, zodat unieke kenmerken naar voren komen - In beeld brengen van trends en ontwikkelingen in de binnensteden en in de onderlinge vergelijking en positionering
Vereisten
Wat hebben we? Huidige indicatoren - Bezoekersaantal hoofdwinkelstraat - Bezoek evenementen - Winkelaanbod - Gemiddelde omvang winkels niet-dagelijkse sector - Filialiseringsgraad - Multifunctionaliteit - Horecagelegenheden - Kramen hoofdwarenmarkt - Leegstand - Huurniveau - Bezoekersparkeerplaatsen - Tarief parkeervoorzieningen - Aandeel niet-autobezoekers - Terrasdichtheid
Kwaliteitseisen indicatoren - Relevantie - Betrouwbaarheid - Validiteit - Praktisch nut - Vergelijkbaarheid
= betrouwbaar, niet valide = valide, niet betrouwbaar = betrouwbaar en valide
Wat hebben we?
Wat willen we?
Beoordeling indicatoren Indicatoren
Indicatoren - vb. aantal bezoekers - vb. aantal winkels - vb. leegstand - vb. aantal parkeerplaatsen - vb. terrasdichtheid in m2 - vb. toe- en afvloeiing
Databron Relevant econ. funct. 9 Bezoekersaantal per week Gemeente 9 Bezoekersaantal hoofdwinkelstraat Locatus 9 Aandeel bezoekers van elders (buiten de gemeente) Gemeente 9 Koopkrachtbinding (niet-dagelijkse sector) BRO 9 Bezoek evenementen (aandeel bezoekers, > 1000 bez.) Gemeente 9 Vergunningen evenementen (aantal verleende vergunningen) Gemeente 9 Beeldbepalende evenementen (nat., reg. en lokaal niveau) Gemeente 2 9 Winkelaanbod (in m vvo per 1000 inwoners) Locatus 9 Gemiddelde omvang winkels niet-dagelijkse sector (m2 vvo) Locatus 9 Diversiteit winkelaanbod (aantal aanwezige subbranches / totaal mogelijke aantal) Locatus 9 Filialiseringsgraad (aandeel keten- en filiaalbedrijven) Locatus 9 Multifunctionaliteit (aandeel pnd niet-winkelfunct./totaal pnd. publieksger. funct. Locatus 9 Horecagelegenheden per 1000 inwoners Gemeente 9 Kramen hoofdwarenmarkt Gemeente 9 Bioscoop- en theaterstoelen Gemeente 9 Leegstand (%) Locatus Fair share (theoretische vloerproductiviteit) Locatus Servicelevel (serviceniveau detailhandel mode, luxe, vrije tijd Locatus 9 Arbeidsplaatsen (in detailhandel en horeca, SBI 52 en 55) Gem./CWI 9 Huurniveau (hoogste in € per m2 vvo per jaar) C&W/DTZ 9 Betaalde en onbetaalde bezoekersparkeerplaatsen (incl. transferia) Gemeente 9 Bezettingsgraad parkeervoorzieningen (gemiddeld op koopavond, za-middag) Gemeente 9 Tarief parkeervoorzieningen (meest gangbare en hoogste) Gemeente 9 Aandeel niet-autobezoekers Gemeente 9 Stedelijke distributie; venstertijd, voertuigbeperkingen, laadhavens Gemeente 2 9 Woondichtheid (inwoners postcodes binnenstad per km ) Gemeente 9 Terrasdichtheid (aantal m2 terrassen o.b.v. vergunningen) Gemeente 9 Organisatievorm binnenstadsmanagement Gemeente 9 Organisatiegraad ondernemersvereniging en Vereniging van Eigenaren Gemeente 9 Budget organisatie, projecten, financiële inbreng partners Gemeente zwart = dataverzameling binnenstadsmonitor jaarverslag, grijs = dataverzameling verkiezing beste binnenstad 9 = van toepassing, - = niet van toepassing, +/- = varieert
Betrouwb. consistent 9
Praktisch beschikbaar +/9
Vergelijkbaar 9
9 9 9 9 9
+/+/+/+/+/9 9 9 9 9
9 9 9 9 9
+/+/+/9
9
9
9
9 9
9 9
9
9 9
9 9 9
-
+/+/+/+/+/+/+/+/+/+/-
9
9 9 9 9 9 9 9 9
9
Valide volledig 9
9
-
Totaal oordeel + + ++ ++ ++ ++ ++ + + ++ --+ ++ + + + +
Kwaliteit - Frequente, gelijktijdige meting, - verkrijgbare, actuele data (tegen beperkte kosten), - beschikbaar op binnenstad- of wijkniveau - Relevante, betrouwbare en valide indicatoren, - per binnenstad gemeten, - aan de hand van dezelfde meeteenheden, - met een uitsplitsing naar steden van gelijke omvang
3
Wat willen we?
Wat willen we?
Vergelijkbaarheid - Verzamelen van data in dezelfde periode vb. hetzelfde jaar, gelijke berekening van jaartotalen - Meten van minimaal dezelfde indicatoren vb. koopkrachtbinding - Hanteren van dezelfde definities vb. parkeervoorzieningen binnenstad - Toepassen van dezelfde meeteenheden vb. terrasdichtheid in stoelen i.p.v. m2 - Confronteren van binnensteden met gelijke omvang vb. onderscheid klein, middelgroot en groot
Wat willen we?
Nieuwe indicatoren - Aantal terrassen (stoelen, m2, termijn, dichtheid) - Aantal evenementen (> 1000, thema, bezoekers - Culturele voorzieningen: bioscoop, theater, musea, poppodium - Horeca: aantal hotels, restaurants, bezettingsgraad - Functioneren: omzet binnenstad toevloeiing/afvloeiing, omzetratio
Nieuwe indicatoren - Inwonertal binnenstad - Aantal inwoners/km2 - Aantal woningen - Gemiddeld inkomen per inwoner binnenstad - Aantal personenauto’s in bezit (naar oppervlak) - Afstand tot oprit hoofdverkeersweg in km - % land-water in binnenstad
Databron - CBS - CBS - CBS - CBS - CBS - CBS - CBS
Wat willen we?
Databron - Gemeente (verg.) - Gemeente (verg.) - Gemeente (verg.) - Gemeente (verg.), Horeca NL - Enquête burgers, Koopstromenoz.
Wat willen we?
Nieuwe meetmethoden - Alternatieve bezoekerstellingen: cameratellingen, infrarood-, radar- en blue-tooth technologie - Tellende beveiligingscamera’s - Extra data CBS: demografie en voorzieningen - Data NS: vervoer - Extra gemeentedata: onderwijs, zorg, natuur, cultuur, vervoer o.b.v. vergunningen vb. drank, horeca, terras, evenement, laad/lostijden, parkeertarieven, -plaatsen - Enquête burgers: beleving, koopkracht, kooporiëntatie - Enquête ondernemers: ondernemersklimaat
Nieuwe indicatoren - Ondernemersklimaat - Tarief parkeervoorzieningen - Aandeel reizigers OV: trein, bus, tram, metro - Beleving: sfeer, veiligheid, esthetiek, waardering - Voorzieningen/leefbaarheid: zorg, onderwijs, natuur
Databron - Enquête ondernemers - Gemeente (verg.) - NS, Vervoer NL - Enquête burgers, CBS/politiemonitor - Gemeente, CBS
Wat kunnen we realiseren?
Gevolgen - Hogere kosten geavanceerde bezoekerstellingen - Toestemming noodzakelijk: privacy - Extra kosten nieuwe databronnen - Nieuwe thema’s enquêtering burgers en ondernemers - Medewerking gemeente noodzakelijk: verg. registraties, omzetting perceel/pandgegevens naar binnenstadsniveau - Kostenvoordelen: ‘Economies of scale’
4
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ft
??
? ???
?
??
f
??
????
Opzet presentatie § § § § §
Aanleiding/doelstelling binnenstadsmonitor Opzet binnenstadsmonitor Uitgelicht 1: ondernemersklimaat Uitgelicht 2: evenementen Verbeterpunten/plannen voor de toekomst
Binnenstadsmonitor Deventer 2008/2009 Daan Harmsen (gemeente Deventer) Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
1. Aanleiding/doelstelling Doel monitor tweeledig
Algemeen: informatiebron Bijzonder: hoe staat het met verwezenlijken ambitie?
Sinds 2004 jaarlijks economische situatie meten Editie 2008/2009: nieuwe wijn in nieuwe zakken Coproductie gemeente en MKB
m.m.v. Binnenstadsmanagement, VCOD en Rabobank
2. Opzet presentatie: verbreding scope
Wonen: bevolking en woningen nieuw Voorzieningen nieuw Economische structuur nieuw Detailhandel Uit in de Deventer binnenstad nieuw Leefbaarheid en veiligheid nieuw
Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
3. Uitgelicht 1: ondernemersklimaat
3. Uitgelicht 1: Beëindigen zaak?
Schriftelijke enquête MKB onder alle ondernemers in ‘kernwinkelapparaat’ Onderwerpen:
Investeringsbereidheid Feitelijke/verwachte verandering personeelsbestand Plannen om zaak te beëindigen/elders voort te zetten?
Respons: 100 ondernemers Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
100% 90% 80% 70% 60% 50%
91%
90%
85%
94%
40% 30% 20% 10% 0%
8% 1%
10%
7% 8%
6%
2005
2006
2007
2008
Ja, binnen 2 jaar
Ja, binnen 5 jaar
Nee , voorlopig nie t
Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
1
?
????????
??
? ?
4. Uitgelicht 2: uit in de binnenstad Bezoekersaantallen volgens VVV Het blijven schattingen: risico van overschatting? Maar:
VVV checkt cijfers bij politie, gemeente, NS en andere vervoerders Stelt voorafgaand aan evenementen o.b.v. aantallen voorgaande jaren voorbereidingsplannen op Is naar eigen zeggen ‘zeer bescheiden’ met schattingen
Najaarsbijeenkomst Respons: 100 ondernemers Platform Binnenstadsmanagement
5. Verbeterpunten/plannen toekomst Hoofdstuk ‘Ontwikkelingen in de binnenstad’ Meer cijfers over horeca en consumenten? Mogelijk samen met MKB zgn. ‘Ondernemerspanel’ opzetten Monitor (nog) toegankelijker/meer aansprekend maken voor breed publiek Volgende monitor: 2010 Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
??
??
??
4. Uitgelicht 2: grote evenementen 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2003
2004 Dickens Festijn Deventer op Stelten
2005 2006 Boekenmarkt
2007
Humorfestival
Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
Dank voor uw aandacht Vragen?
Najaarsbijeenkomst Platform Binnenstadsmanagement
2
Veel bekend over bezoekers Niets bekend over niet-bezoekers
Consumentensegementatie Den Haag
Gemeente Den Haag
Reden voor het onderzoek
Æ Meer bezoekers trekken naar Den Haag en daarmee meer omzet genereren
Carla Rothuizen Sr. Economisch Onderzoeker Dienst stedelijke Ontwikkeling
De onderzoeksopzet: Naast bronnen onderzoek Enquête onder ruim 2.500 respondenten (mix mode) Online kwantitatief onderzoek 3 regio’s onderscheidden: – Stad – Regionaal – Boven Regionaal 600 respondenten per regio Onderzoek uitgevoerd in 2 delen: December 2007: 1.900 respondenten Mei/juni 2008: 700 respondenten Definitieve afbakening onderzoeksgebied na december 2007
voettekst
De markt: regio's Onderzoek in 2 fases om regiodefinitie te optimaliseren Regio indeling obv 3 factoren: – Welk percentage van de respondenten vindt Den Haag te ver weg – Welk rapportcijfer geven de respondenten aan Den Haag – Welk percentage bezoekt Den Haag. Regio’s 1, 2 en 3 zijn homogeen op deze 3 grootheden. Buiten Regio 3 te verwaarlozen marktaandeel
Gemeente Den Haag
Onderzoeksbureau's
Gemeente Den Haag
Hoe kunnen meer mensen worden verleid om naar Den Haag te komen voor hun vrijetijdsbesteding? – Imago Den Haag? – Op welke gronden kiezen consumenten (niet) voor Den Haag? – Welke doelgroepen zijn te onderscheiden? – Welke activiteiten spreken deze doelgroepen aan? – In welke mate voorziet Den Haag in deze activiteitenbehoeften? – Tot welke marketingdoelstellingen leiden deze inzichten? – Welke concrete acties dienen te worden ondernomen om de doelgroepen beter te bedienen? – Welke (financiële) voordelen zijn hiermee te behalen?
Gemeente Den Haag
Probleemstelling
Gemeente Den Haag
25 november 2009
1
• Regio’s 1/3 omvatten 1,1 miljoen huishoudens, bijna 2,6 miljoen personen • Den Haag zelf bevat een 3-tal doelgroepen – Laag welstandige huishoudens, diverse ethnische achtergrond – Jonge academici en starters – Hoog welstandige senioren • In de periferie veel vaker gezinnen met kinderen • Relatief groot verschil tussen de stad en de periferie • Het stadsbeeld in het centrum wordt meer dan in andere grote steden door Laag welstandige huishoudens, diverse ethnische achtergrond
Vragenlijst Lange vragenlijst (22 p. ca. 21 minuten) Vragen m.b.t.
Gemeente Den Haag
De markt: Demografisch Profiel
Gemeente Den Haag
Gemeente Den Haag
Ruim 2500 respondenten verspreid over drie regio’s
Gemeente Den Haag
De Regio's
Per respondent 3 vragenblokken
voettekst
Doelgroepsegmentatie met het BSRmodel Gericht op beleving – Waarden, behoeften, motieven, drijfveren – Door beleving centraal te stellen, krijgen we een beter begrip van de redenen waarom mensen bepaald gedrag (niet) vertonen. – Bovendien kunnen we ze makkelijker ‘beraken’ door in te spelen op deze beleving Segmentatie Den Haag is ‘domeinspecifiek’ – Geen standaard segmentatieoplossing – Domein is ‘Vrijetijdsbeleving in Den Haag’ – Gericht op respondenten uit het onderzoeksgebied
Gemeente Den Haag
Van algemeen naar specifiek
Gemeente Den Haag
Aktiviteiten: • Winkelen • Uitgaan • Cultuur • Evenementen • Attracties • Strand
2
geloven in jezelf zelfverzekerd passie
enthousiast sportief creatief
ontplooien vernieuwing groeien
Harmonie plezier genieten verwennen
uitdaging ambitie risico
erkenning prestige controle
netheid fatsoen normen
avontuurlijk heldendom rebels status aanzien macht
Controle Manifestatie
betrokken hulpvaardig solidariteit
warmte intimiteit liefde & geluk
rationaliteit efficiëntie perfectie
onopvallend buitenstaander teruggetrokken
zekerheid geborgenheid veiligheid
introvert
karakter – huishouden – beroepen – hobby's – waarden extravert
12%
erbij horen sociaal contact verbondenheid
vriendschap gezelligheid ontmoeting
ongebonden vrij onafhankelijk
Psychografie
privacy rust ontspanning
volgzaam respect hebben verdraagzaam
Bescherming Zekerheid
Hartstochtelijk, Eigenwijs, Uitdaging, Expressie Student, Fotograaf, Avontuurlijke vakanties
Vlot, Intelligent, 27% zelfverzekerd Gelukkig/stabiel gezin, Genieten van het leven, intimiteit Ondernemer, Styliste Samen uit eten, Gezellig avondje met Eerlijk, Gezellig, vrienden Behulpzaam, Kalm, Gelukkig/stabiel gezin, Vrijwilliger, verpleegster, Huisvrouw, Gewoon, serieus Samen uit eten, Rustig thuis, Een beetje verlegen, Vriendschap Bedachtzaam, Rustig gezin, 30% Huisman, ambtenaar, Privacy, Geborgenheid Anonimiteit
groepsoriëntatie
eigenzinnig expressief sterk karakter
harmonie gelijkheid evenwichtigheid
groep
ego
presteren succes carrière
extravert
Vitaliteit
individualistisch
Vrijheid
Gemeente Den Haag
Gemeente Den Haag
Startpunt is het BSR-model
Intelligent, Kritisch, Zelfverzekerd, Succes in het leven, Status, Manager, Zakenman, Beleggen, Golfen
11%
20%
Vrijetijdsbeleving en ‘de stad’ activiteiten in de vrije tijd
extravert
Cultuur Festivals, Strand Gezelligheid Vrienden, Terrasjes Bijzondere winkeltjes Grote steden
Sporten, Sauna Festivals/evenementen/ beurzen, Moderne architectuur, Cultureel aanbod,
27%
Gezelligheid. Lekker shoppen, Sporten, Sauna, Strand, Festivals, Attractiepark, Dagje/weekend stad Amsterdam Een attractiepark bezoeken, Bezoek vrienden/familie Bekende winkels, Markt, Dagje uit naar de stad De natuur in, het water op, Thuis zijn, 30% Doelgericht winkelen
groepsoriëntatie
individualistisch
12%
11%
Marketingdoelstellingen Wegnemen (of nuanceren) van bezwaren (verkleinen mentale afstand) – Het gericht promoten van huidig aanbod dat de doelgroep niet kent – Het revitaliseren van het huidige aanbod – en dat vervolgens gericht promoten Bezoek moet ‘betekenisvolle ervaring’ worden – Sfeer meer aan laten sluiten op de belevingswereld van de doelgroep – Angsten, zoals onveiligheid, saaiheid of juist drukte, wegnemen Presenteer een ‘ander Den Haag’ aan bezoekers – Slimme ‘bewegwijzering’: maak mensen attent op interessante activiteiten door borden, folders, mensen of elektronisch/mobiel – Lagere drempels om naar een volgende activiteit te gaan: voorkom afhaken door slimmer vervoer, leuke verbindingsroutes of financieel combivoordeel
Gemeente Den Haag
Gemeente Den Haag
introvert
20%
We weten welke doelgroepen we moeten koesteren of stimuleren. We weten waar deze doelgroepen wonen. We weten hoe we ze het beste kunnen bereiken. We kunnen ze gericht aanspreken op de onderwerpen die zij belangrijk vinden en op de plek waar ze zitten!
Winkelen
27%
Attracties Uitspraken: Ik vind het belangrijk om bij te blijven (6%) Ik ga vooral voor de gezelligheid naar een attractie (79%) Ik ga vaak op advies van anderen naar een attractie (32%) Waarom niet in Den Haag: Ik weet niet goed wat er te doen is (32%) De sfeer van de stad spreekt mij niet aan (17%)
Waarom niet in Den Haag: Het is te ver weg (39%) Andere steden bieden meer keus (15%) Ik vind het aanbod niet interessant (11%)
Cultuur
Met wie: Met het gezin/familie (53%) Hoe vaak: Een tot drie keer per maand (6%) Uitgaven: gemiddeld
Uitspraken: Ik doe liever iets anders (50%)
Strand
Met wie Met een vriend(in) (25%) Met het gezin / familie (18%) Hoe vaak Ongeveer een keer per week (33%) Uitgaven 100-250 euro (23%)
Waarom niet in Den Haag: Anders (24%)
Uitgaan Uitspraken: Ik ga meestal naar dezelfde plek (46%) Ik ga uit voor de gezelligheid (66%) Uitgaan is vooral leuk omdat je zoveel nieuwe mensen leert kennen (6%) Ik ga uit om te dansen (14%) Ik wil stappen tot de kleine uurtjes (5%) Waarom niet in Den Haag: Niet goed bereikbaar met het openbaar vervoer (6%) Met wie: Met een vriend(in) (27%) Met een groepje vrienden (27%) Hoe vaak: Ongeveer een keer per week (14%) Een tot drie keer per maand (35%) Uitgaven: gemiddeld
voettekst
Geel/Blauw
Uitspraken: Ik ga regelmatig kijken of ik iets leuks zie (40%) Winkelen doe ik vooral voor de gezelligheid (30%) Ik geef meestal meer geld uit dan ik van tevoren van plan was (22%) Ik kom vaak met iets anders thuis dan wat ik vooraf van plan was (16%) Ik ben eigenlijk altijd op zoek naar koopjes (25%)
Met wie: Met mijn partner (49%) Hoe vaak: Een tot drie keer per maand (5%) Uitgaven: gemiddeld
Evenementen Uitspraken: Ik ga vaak op advies van anderen (35%) Ik plan deze activiteiten lang van te voren (31%) Ik ga vooral voor de gezelligheid naar een evenement (66%) Waarom niet in Den Haag: Het is te ver weg (34%) Ik weet niet goed wat er te doen is (31%) De sfeer van de stad spreekt mij niet aan (20%)
Gemeente Den Haag
Wat doen we er nu mee?
Gemeente Den Haag
introvert
Uitspraken: Ik vind het leuk als er van alles te beleven is (29%) De zee geeft me een gevoel van vrijheid (46%) Ik ga naar het strand om in de zon te liggen (42%) Waarom niet in Den Haag: Niet goed bereikbaar met de auto (36%) Niet goed bereikbaar met het openbaar vervoer (14%) Met wie: Met een vriend(in) (22%) Hoe vaak: een tot drie keer per maand (23%) Uitgaven: gemiddeld
Afstand Tot Den Haag: Tot Amsterdam: Tot Rotterdam: Tot Utrecht:
26 km 44 km 33 km 51 km
Met wie: Met een vriend(in) (23%) Met een groepje vrienden (29%) Hoe vaak: Enkele keren per jaar (64%) Uitgaven: 50-100 euro (29%)
3
(17%) (7%) (7%)
27%
Centrum
Meer dan gemiddeld buiten top 3: Flair (7%), Panorama (7%), Viva (7%), Aktueel (6%), Elsevier (5%) en Nieuwe Revu (5%) Dagbladen top 3 Spits Metro De Telegraaf
(15%) (14%) (13%)
Televisie Soort top 3 Speelfilms Actualiteiten/nieuws Documentaires
(71%) (67%) (56%)
Bezocht in Den Haag
Meer dan gemiddeld buiten top 3: Sport (51%), Soaps/series (49%), Woon/tuin (34%), Kinderen (28%) en Talkshows (26%) Zender top 3 RTL 4 SBS 6 Nederland 2
(53%) (50%) (49%)
Meer dan gemiddeld buiten top 3: Nederland 1 (47%), Nederland 3 (46%), RTL 5 (44%), Net5 (43% en Veronica (37%) Radio top 3 Sky radio Radio 538 Radio 3
(36%) (32%) (25%)
Madurodam
(19%)
Koninginnenach
(9%)
Geen van deze plekken
(8%)
Van plan te bezoeken in Den Haag Scheveningen Bad
Meest genoemde straten/gebieden waar men winkelt 143
Het Spui
50
Marktstraat
48
Noordeinde
48
Spuistraat
48
Binnenstad
32
Hoogstraat
32
Passage
27
Frederik Hendriklaan
24
Leyweg
21
Scheveningen
20
Venestraat
18
Denneweg
16
Lange Poten
15
Vlamingstraat
13 39
[email protected]
(47%) (6%)
Geen
Gevangenpoort
(6%)
Geen idee
21
Beachevenementen
(19%)
Bijenkorf
19
Panorama Mesdag
Meer informatie en digitaal rapport:
Gemeente Den Haag
Tijdschriften top 3 Libelle Panorama VT Wonen
Gemeente Den Haag
Geel/Blauw
Mediaconsumptie
Meer dan gemiddeld buiten top 3: Qmusic (18%), CAZ (16%), Radio 2 (15%), Radio 1 (15%) en Classic FM (9%)
voettekst
4
Een inleiding in de omgevingspsychologie Beleving van de stad is voer voor psychologen Veel verschillende mensen houden zich beroepshalve bezig met de omgeving: architecten, stedenbouwkundigen, landschaps- en tuinarchitecten, bestuurders en opdrachtgevers van projecten. Al deze mensen moeten beslissingen nemen die de beleving van de omgeving kunnen beïnvloeden. Wat de beleving van de omgeving na een ingreep of een gerealiseerd ontwerp zal zijn, blijft een veronderstelling of een gok. Toch zou men er vaak meer over willen weten om het in het beslisproces te kunnen meenemen. Door Ronald Hamel Ieder heeft zelf wel een idee hoe hij of zij de omgeving beleeft. Voor mensen die beroepshalve bij de inrichting van de omgeving zijn betrokken is het de vraag of het ook mogelijk is om er iets over te zeggen dat voor meer mensen geldt, iets dat algemeen is. Stel, je woont in de stad, je bent volwassen en werkt in dezelfde stad. Dan is dat je vertrouwde omgeving. Als je een toerist bent in die stad, is het al anders. Als je een kind bent is het weer anders, en zo kunnen we wel doorgaan. Toch is het mogelijk om in algemene termen over de beleving van de omgeving te praten. De omgevingspsychologie houdt zich bezig met de wederkerige relatie tussen de omgeving en het gedrag van mensen, dus zowel met de invloed van de omgeving op mensen als met de invloed van mensen op de omgeving. En omdat het een vorm van toegepaste psychologie is, gaat de omgevingspsychologie over alles wat we weten over het menselijk gedrag, maar dan altijd in relatie tot de omgeving. Om helderheid te bieden in deze complexe materie hebben vier Amerikaanse auteurs een schema ontworpen (zie onderstaand schema).
• objectieve fysieke omstandigheden
beleving van de omgeving als binnen de optimale range
homeostase (evenwicht)
• waarneming van de omgeving • activatieniveau
• • • •
individuele verschillen situationele factoren sociale condities culturele factoren
beleving van de omgeving als buiten de optimale range
• • • •
activatie stress overlading verzet
Waarneming Wij nemen de omgeving waar via onze zintuigen (in het schema: waarneming). Die omgeving is niet één geheel, maar meer een ingewikkelde samenstelling van prikkels zoals licht, geluid, temperatuur en geur. Die prikkels worden veroorzaakt door de fysieke eigenschappen van de omgeving. De omgeving zelf is complex (gebouwen, groen, verkeer, openbare ruimte, informatiedragers), waardoor het geheel van de prikkels met een complexe betekenis is geassocieerd. Als we de beleving van de omgeving willen begrijpen, is het van belang om goed te weten wat de objectieve fysieke omstandigheden zijn.
De beleving van de stedelijke omgeving
Wij nemen de omgeving niet waar alsof wij een onbeschreven blad zijn. Onze kennis en ervaring spelen een rol, ons huidige doel of taak of activiteit en nog veel meer. Dat alles wordt in het schema aangeduid als de individuele verschillen. Dat is niet de enige bron van variatie tussen mensen; er zijn nog drie andere. De situationele factoren hebben te maken met de gebruikersgroep waartoe wij behoren: zijn wij in de omgeving als bewoner, als bezoeker, reiziger, werker, winkelier, koper of iets anders. Ten slotte kan onze waarneming nog worden beïnvloed door sociale condities (bijvoorbeeld, zijn wij alleen of met een groep) en culturele factoren (bijvoorbeeld culturele verschillen wat betreft de meest comfortabele interpersoonlijke afstand). Om de beleving goed te kunnen begrijpen moeten we dus weten wie de verwachte gebruikers van de omgeving zijn en wat hun onderlinge verschillen en overeenkomsten zijn op deze vier aspecten. Bereiken van evenwicht Wij nemen de omgeving echter niet alleen waar met onze zintuigen, maar met ons hele cognitieve systeem – zintuigen plus hersenen. Bepaalde prikkels in de omgeving die relevant voor ons kunnen zijn, worden continu in verband gebracht met informatie in ons geheugen en daarmee vergeleken. Dat gebeurt zowel op een bewuste manier (bijvoorbeeld als we onze weg in een omgeving zoeken), als onbewust. Het vergelijken doen wij met alles wat vanuit de omgeving tot ons komt, dus zowel de kleuren, de geuren en de geluiden, als de andere mensen, maar ook de informatieborden. Voor elk van deze fysieke omstandigheden kan de vergelijking goed uitvallen of slecht: het is onze beleving van de omgeving. Als de vergelijking goed uitvalt, dan bevindt die categorie prikkels zich in de range (spreidingsgebied) die als optimaal wordt ervaren. Er is in dat geval evenwicht tussen ons en de omgeving: er is homeostase. Maar als de vergelijking niet goed uitvalt, is dat evenwicht er niet. Op situaties die buiten de optimale range vallen, reageren wij door te proberen het evenwicht toch te bereiken. Evenwicht en gebrek aan evenwicht tussen ons en de omgeving hebben altijd betrekking op afzonderlijke aspecten. En dat is lastig want alle aspecten van de omgeving zijn tegelijk aanwezig. Om een beeld te krijgen van het evenwicht met de omgeving als geheel moeten de afzonderlijke aspecten dus in kaart worden gebracht én hun relatieve bijdrage tot het geheel. Bungy-jumpen Helaas is het verhaal hiermee nog niet klaar. Er is namelijk nog een punt waarop wij van elkaar kunnen verschillen. En dat heeft alles te maken met onze lichamelijke gesteldheid. Bij alle genoemde factoren die onze beleving van de omgeving bepalen hoort nog iets heel belangrijks: ook ons eigen optimale activatieniveau. Activatie is de psychologische term die gebruikt wordt voor de mate van geprikkeldheid van ons zenuwstelsel. Als er zoveel prikkels op ons inwerken dat onze activatie op ons eigen optimale niveau is, voelen wij ons prettig en kunnen wij goed functioneren. Als wij te weinig prikkels ontvangen is onze activatie te laag, en bij te veel prikkels is onze activatie te hoog. Beide situaties ervaren wij als minder aangenaam waardoor we minder goed functioneren. Het is niet moeilijk om voorbeelden te bedenken die laten zien hoezeer wij onderling kunnen verschillen wat betreft ons optimale activatieniveau: de een leest het liefst in stilte, de ander wil er muziek bij aan; de een houdt van zeezeilen, bergsport of bungy-jumpen, terwijl de ander gelukkig wordt van tuinieren. Het verband tussen ons persoonlijke activatieniveau (en dus de hoeveelheid prikkels) enerzijds en ons welbevinden en functioneren anderzijds ziet eruit als een omgekeerde U (zie afbeelding). Verschenen in Het Landelijk Dagblad van de Nederlandse Vereniging voor Tuinen Landschapsarchitectuur, 7(1), 30-32.
2
De beleving van de stedelijke omgeving
hoog prestatie en welbevinden laag laag
hoog activatie
Wat gebeurt er nu als er geen evenwicht is, dus als onze waarneming, onze beleving, en ons activatieniveau buiten het optimale gebied zijn? In de stedelijke omgeving betekent dat meestal dat er meer en intensievere prikkels zijn dan we aan kunnen. Er is bijvoorbeeld lawaai, er zijn veel andere mensen, er is veel wind, het stinkt, er is verkeer, overal zijn borden, lichten, enzovoort. Ons activatieniveau is continu hoger is dan ons optimale niveau en dit kan, als dat lang aanhoudt, leiden tot stress, een gevoel van overlading en verzet. Stress en overlading voelen we goed. Verzet houdt in dat we proberen om de controle over de situatie te herwinnen, bijvoorbeeld door onszelf of de omgeving aan te passen. Maar dat kost ons energie, die we als gevolg daarvan niet meer kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld de activiteit waar we mee bezig waren. Stedelijke omgeving Wij beleven dus evenwicht of homeostase als wij in een omgeving kunnen functioneren op ons eigen optimale niveau. Nu is dat niveau niet voor iedereen hetzelfde, denk maar aan onze onderlinge verschillen wat betreft de hoeveelheid spanning die wij prettig vinden. Een goede stedelijke omgeving zou die kwaliteit voor verschillende mensen moeten hebben: een leefbare omgeving beantwoordt aan het optimale niveau van zoveel mogelijk van haar gebruikers. Uit het bovenstaande volgt echter nog iets anders: als de omgeving niet afwijkt van onze eigen optimale range, dan beleven we haar heel anders dan wanneer zij daar wel van afwijkt. Als er homeostase is, is er evenwicht tussen ons en de omgeving en dat betekent dat er dus geen verschillen zijn tussen ons en de omgeving. En verschillen beleven mensen juist heel sterk. Dus we beleven het vooral als er geen evenwicht is, dus als de omgeving afwijkt van onze optimale range. Dat heeft tot gevolg dat een ‘goede’ omgeving minder spontane reacties oplevert dan een die ‘slecht’ is, om de doodeenvoudige reden dat wij erop gebouwd zijn om te streven naar homeostase en dus te reageren op alles dat afwijkt van ons eigen optimale niveau. De conclusie is misschien wat onverwacht: mensen beleven de omgeving verschillend. Er bestaat geen één-op-één relatie tussen de omgeving en beleving. Voor ontwerpers is het van belang te weten dat de beslissingen die zij nemen in hun ontwerp invloed hebben op de beleving en het gedrag van mensen. Vervolgens is het natuurlijk belangrijk te weten wat die invloed dan is. Helaas zijn er geen recepten te vinden voor goede ontwerpbeslissingen. Je kunt er pas iets over zeggen als je een analyse maakt van de fysieke omstandigheden en van de kenmerken van de gebruikers. Als ontwerper of opdrachtgever kun je zelf zo'n analyse uitvoeren als je eraan hecht dat dit aspect van je ontwerp goed uit de verf komt. Je kunt er ook voor kiezen deze te laten uitvoeren door een omgevingspsycholoog. Bij de architectonische vormgeving komt dat laatste steeds vaker voor, zoals bij de hedendaagse ziekenhuisbouw, het stationsgebouw Verschenen in Het Landelijk Dagblad van de Nederlandse Vereniging voor Tuinen Landschapsarchitectuur, 7(1), 30-32.
3
De beleving van de stedelijke omgeving van Schiphol, het nieuwe plan voor Hoog Catharijne en het hoofdkantoor van de ING-bank. De ervaringen daarbij zijn zeer positief. In de praktijk van de ruimtelijke vormgeving wordt de kennis van een omgevingspsycholoog echter nog maar nauwelijks ingeschakeld bij de planvorming. En dat is jammer. Een inrichtingsplan kan zo zijn doel gemakkelijk voorbij schieten. Opdrachtgevers en ontwerpers in de stedelijke ruimte zouden daarom vaker moeten overwegen de omgevingspsychologie te betrekken bij de planvorming. Literatuur Bell, P. A., T. C. Greene, J. D. Fisher, en A. Baum (2001) Environmental psychology (5th ed.), The Dryden Press, New York. Dr. R. Hamel is verbonden aan de Afdeling Psychologie van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Hij geeft onderwijs in de cognitieve psychologie en de omgevingspsychologie. Zijn onderzoek is ook op die gebieden: denken en kennisontwikkeling tijdens het ontwerpproces en de beleving van de omgeving.
Verschenen in Het Landelijk Dagblad van de Nederlandse Vereniging voor Tuinen Landschapsarchitectuur, 7(1), 30-32.
4
Alleen door samenwerking en krachtenbundeling van gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren kan een stadscentrum doelmatig ontwikkeld, beheerd en gepromoot worden. Het Platform Binnenstadsmanagement stimuleert en professionaliseert als onafhankelijke organisatie sinds 1995 het binnenstadsmanagement in Nederland. Het Platform bereikt dit door netwerkvorming, kennisontwikkeling en kennisuitwisseling. Aan de Stichting zijn meer dan 65 steden als deelnemer en circa 11 vastgoedpartijen als begunstiger verbonden.