Programmabegroting 2015-2018
Inhoudsopgave 1 Op eigen kracht, samen verder............................................................................................. 3 2 Inleiding.................................................................................................................................... 5 2.1 2.2
Beleidsmatige ontwikkelingen.......................................................................................................... 6 Algemene financiële beschouwing.................................................................................................10
3 Leeswijzer...............................................................................................................................17 4 Beleidsbegroting................................................................................................................... 21 4.1
4.2
Programmaplan.............................................................................................................................. 22 4.1.1 Programma 1 Natuur en Landschap.............................................................................. 22 4.1.2 Programma 2 Verkeer en Infrastructuur......................................................................... 25 4.1.3 Programma 3 Wonen en Economie............................................................................... 27 4.1.4 Programma 4 Sociale Infrastructuur...............................................................................30 4.1.5 Programma 5 Bestuur.................................................................................................... 35 4.1.6 Programma 6 Bedrijfsvoering......................................................................................... 40 Paragrafen...................................................................................................................................... 43 4.2.1 Paragraaf Lokale heffingen.............................................................................................43 4.2.2 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing....................................................49 4.2.3 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen........................................................................ 53 4.2.4 Paragraaf Financiering....................................................................................................55 4.2.5 Paragraaf Bedrijfsvoering............................................................................................... 60 4.2.6 Paragraaf Verbonden partijen.........................................................................................63 4.2.7 Paragraaf Grondbeleid....................................................................................................70 4.2.8 Paragraaf 3 Decentralisaties.......................................................................................... 74 4.2.9 Paragraaf Kostenverdeling en kostendekkendheid........................................................ 79
5 Financiële begroting............................................................................................................. 83 5.1
5.2
Overzicht van baten en lasten.......................................................................................................84 5.1.1 Overzicht van baten en lasten........................................................................................84 5.1.2 Grondslagen voor de begroting......................................................................................85 5.1.3 Incidentele baten en lasten............................................................................................ 86 5.1.4 Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves......................................... 87 5.1.5 EMU-saldo.......................................................................................................................88 Uiteenzetting financiële positie en toelichting................................................................................89 5.2.1 Structureel en reëel evenwicht....................................................................................... 89 5.2.2 Investeringen...................................................................................................................90 5.2.3 Reserves......................................................................................................................... 91 5.2.4 Voorzieningen..................................................................................................................95
6 Bijlagen................................................................................................................................... 97 6.1 6.2
Samenstelling bestuur....................................................................................................................98 Conversietabel................................................................................................................................98
Programmabegroting 2015-2018
1
2
Gemeente Oegstgeest
1 Op eigen kracht, samen verder
Oegstgeest is een vitale gemeente. Het is goed wonen, werken, recreëren en leven in Oegstgeest. Dat blijkt ook uit vergelijkend onderzoek met andere gemeenten (onder meer weekblad Elsevier). Het dorp kenmerkt zich door actieve en betrokken inwoners, de groene leefomgeving, het actieve verenigingsleven met veel vrijwilligers, de goede voorzieningen en de toenemende ‘reuring’ door de vele culturele activiteiten. Inwoners van Oegstgeest kiezen bewust voor Oegstgeest. Kortom het gaat goed met Oegstgeest en dat willen we zo houden en verder uitbouwen. En dat vraagt nog een flinke inspanning. Niet voor niets heeft de Coalitieagenda 2014-2018 het motto Vitaal Oegstgeest: verbinden, versterken en verbeteren geïntroduceerd. Dit wordt een gezamenlijke inspanning waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor inwoners, organisaties en bedrijven in Oegstgeest. De dialoog staat hierbij centraal. Dit is een essentieel aandachtspunt in de Programmabegroting 2015-2018 die wij u hierbij aanbieden. De Perspectiefnota 2014-2018 is uitgewerkt in concrete programma’s en paragrafen en vertaald naar een financiële begroting. Een bijzondere begroting om meerdere redenen. Het is de eerste van ons als nieuw college. Ook de organisatie is ingrijpend gewijzigd; heeft een nieuw management en nieuw elan gekregen. Centraal staat uw (impliciete) besluit van 19 december 2013 over de zelfstandigheid van Oegstgeest. Op basis van het rapport van Dirk Louter Advies & Management heeft uw raad geconcludeerd dat er onvoldoende draagvlak is voor samengaan en dat u daarom kiest voor regionale samenwerking. Binnenkort leggen wij u een voorstel voor dat nader ingaat op het intensiveren van de samenwerking in de regio en op basis waarvan u tot keuzes kunt komen waar het de (strategische) samenwerkingspartners betreft. Uw keus voor zelfstandigheid is helder. Zelfstandigheid van Oegstgeest is echter geen vanzelfsprekendheid als de voorwaarden voor behoud van die zelfstandigheid geen invulling krijgen. Belangrijke voorwaarden daartoe zijn: ■ ■ ■
een robuust en daadkrachtig bestuur een professionele en slagvaardige organisatie een structureel evenwichtige financiële positie
Wij hebben deze voorwaarden als primaire uitgangspunten bij opstelling van deze programmabegroting gehanteerd. De uitdagingen waar wij als gemeente voor staan zijn, omvangrijk. In maatschappelijke, bestuurlijke, organisatorische en financiële zin. Deze uitdagingen staan in directe relatie tot elkaar. Daarop hebben wij onze visie, onze voorstellen en de dekking van de financiële consequenties gebaseerd. De programmabegroting toont een oplopend tekort van € 0,9 mln in 2015 tot € 1,8 mln in 2018. Een voorstel tot dekking van dit tekort is uitgewerkt in een separaat dekkingsplan en bieden wij gelijktijdig aan u aan. Daarin hebben wij fundamentele keuzes gemaakt die wij hierbij aan u voorleggen. Deze keuzes zijn gemaakt mede aan de hand van de uitwerking van de scenario’s zoals u die heeft verwoord in uw motie 14 van 3 juli. Samen vormen zij een sluitende begroting.
Programmabegroting 2015-2018
3
Samen schouders eronder Wij zijn ons uitdrukkelijk bewust van de taak die voor ons ligt. Voorwaardelijk is – en wij herhalen dat nog maar eens – de transitie van een op activiteiten gerichte naar een procesgeoriënteerde organisatie. Op basis van de programmabegroting en het dekkingsvoorstel hebben wij er vertrouwen in dat we de komende jaren goede resultaten gaan neerzetten. We zijn er nog lang niet, maar de nieuwe weg is ingeslagen. Het perspectief is helder, de opgave is stevig, de keuzes zijn fundamenteel en maatregelen zijn noodzakelijk. Eendrachtige samenwerking tussen alle geledingen van de gemeente is eveneens voorwaardelijk voor voortzetting van de zelfstandigheid. Wij willen met uw raad werken aan een robuust en daadkrachtig gemeentebestuur. Een gemeentebestuur dat eenheid, geloof en vertrouwen in een toekomstbestendig Oegstgeest uitstraalt en uitdraagt. Als wij eensgezind en samen met de ambtelijke organisatie de schouders eronder zetten, kunnen wij daarin succesvol zijn. Wij zien er naar uit met u hierover het debat te voeren. Het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest,
4
de secretaris,
de burgemeester,
J.W. van Tuijl
drs. J.B. Waaijer
Gemeente Oegstgeest
2 Inleiding
Programmabegroting 2015-2018
5
2.1 Beleidsmatige ontwikkelingen De beleidsmatige ontwikkelingen voor de periode 2015-2018 vormen de context die ons bestuurlijk handelen samenhang en richting geeft. Daarbij staan wij onder andere stil bij de lokale ontwikkelingen zoals de bestuurlijke toekomst, de omvang en doorontwikkeling van het ambtelijk apparaat (basis op orde) en vraagstukken op het gebied van voorzieningen en lokale lasten. Tot slot lichten wij een drietal speerpunten voor 2015 nader toe. Algemene beschouwing Het was in de tijd gezien niet mogelijk rekening te houden met de uitkomst van de bestuurlijke discussie over de vier scenario's. De uitwerking van deze scenario's in de vorm van een dekkingsplan voor de Programmabegroting 2015-2018 wordt u parallel aan deze begroting aangeboden. Daarbij gaan wij dieper in op de rapportage van Berenschot over de door u geformuleerde scenario’’s en leggen wij de verbinding tussen de scenario’s en het voorgestelde dekkingsplan. Maatschappelijke ontwikkelingen De Programmabegroting 2015-2018 is gebaseerd op de Perspectiefnota 2014-1018. Zoals wij eerder hebben aangegeven, is de perspectiefnota de eerste stap van een majeure transitie; we leven momenteel niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk. De samenleving is fundamenteel aan het veranderen en ontwikkelt zich naar een netwerk-, informatieen participatiesamenleving. Hierin staat de eigen kracht van mensen, netwerken en de samenleving als geheel centraal. De traditionele manier van werken en besturen moet dan ook veranderen. De gemeenschap is steeds meer zelf aan zet waarbij de overheid een verbindende en faciliterende rol vervult. Wij zien daarbij de meerwaarde dat het openbaar bestuur meer en meer in netwerken opereert. Dit sluit aan bij de Toekomstvisie 2010: Oegstgeest in beweging. De rode draden uit de toekomstvisie, te weten 'het benutten van potentieel', 'de gemeente als meewerkkracht', 'verbindingen leggen' en 'duurzaamheid' sluiten naadloos aan op de geschetste ontwikkelingen. De nieuwe manier van werken en denken begint al steeds meer tot uiting te komen. Een mooi voorbeeld daarvan is het voeren van 'dorpsgesprekken' over allerhande thema's. Een faciliterende en verbindende rol vervullen, vraagt om de kunst van het loslaten. Uiteraard niet van de ene op de andere dag en wel met tact en beleid, maar desalniettemin is dit een fundamentele verandering. Als de gemeenschap zelf opgaven niet oppakt of anders dan wij dat zouden hebben gedaan, dan moeten we dat accepteren. De omgang met maatschappelijke problemen en kansen is immers primair aan de maatschappij zelf. De gemeenschap regisseert daarbij meer en meer zelf. Zij bepaalt in belangrijkere mate dan voorheen het bestaansrecht van een maatschappelijke voorziening. Dat de overheid minder geld besteedt aan bepaalde zaken maakt de weg vrij voor de eigen kracht vanuit de maatschappij. En met deze eigen kracht is de maatschappij tot veel in staat. Denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop tennisvereniging OLTC onlangs financiering heeft weten te organiseren buiten de gemeente om. Maar ook het initiatief van Vrienden van Poelmeer om het zwembad te behouden met particuliere ondersteuning en bijdragen, en de activiteiten van het Dorpslab zijn voorbeelden. De lokale situatie Kijken wij naar de lokale situatie dan zien wij enkele grote vraagstukken die met elkaar samenhangen. U heeft besloten dat behoud van zelfstandigheid het uitgangspunt is. Een helder uitgangspunt, dat vraagt om adequate bijbehorende keuzes die behoud van zelfstandigheid ook daadwerkelijk mogelijk maken. Daarbij gaat het in de kern om het op orde krijgen van de basis, het hebben van een structureel sluitende begroting en het op korte termijn maken van duidelijke keuzes op het gebied van de bestuurlijk en ambtelijke samenwerking. Gerichte intensieve en niet-vrijblijvende samenwerking met strategische partners in de regio is van wezenlijk belang om zelfstandigheid blijvend mogelijk te maken. Die samenwerking beperkt zich wat ons betreft niet tot het ambtelijke domein, maar strekt zich uit tot op het niveau van de gemeenteraad. Wij vinden het essentieel dat ook op raadsniveau de samenwerking met de regionale partners wordt gezocht. Dat kan op onderdelen als sturing op de verbonden partijen, maar zeker ook in het bovenlokale ruimtelijke en sociale domein.
6
Gemeente Oegstgeest
De basis op orde Een belangrijke randvoorwaarde om mee te kunnen bewegen in de transitie en om behoud van zelfstandigheid mogelijk te maken, is dat de basis op orde is. Dat geldt zowel voor de 'maatschappelijke basis' als voor de 'overheidsbasis'. De maatschappij loopt daarbij voor op de overheid; denk bijvoorbeeld aan het Dorpslab, de Civil Society Club, de werkgroep Duurzaamheid en het Cultuurfonds. Begin 2013 is het Kaderstellend ontwerp kernorganisatie Oegstgeest door ons vastgesteld. Daarna is de detailinrichting van de organisatie en het functie- en formatieplan opgesteld. In het najaar van 2013 heeft de werving en selectie van het ambtelijk management plaatsgevonden. In maart 2014 is de nieuwe organisatie van start gegaan. Dat is aanzienlijk later dan aanvankelijk gepland. De collegewisseling begin 2013, de beperkte beschikbare capaciteit (zowel binnen de eigen organisatie als bij Servicepunt71) alsook het intensieve werving- en selectietraject van het management hebben voor vertraging gezorgd. Verder heeft het plaatsingsproces van medewerkers meer tijd gekost dan aanvankelijk was voorzien. Dat heeft ervoor gezorgd dat wij de ambities in ons ontwikkeltraject hebben moeten temporiseren. De overgang naar een nieuw functiesysteem (HR21) is gemaakt, het projectmatig realiseren is ingevoerd, het zaakgericht wordt momenteel geïmplementeerd en aan (versterking van de) mobiliteit van medewerkers wordt hard gewerkt. Het (her)definiëren van processen volgens de LEAN-methodiek is eerder dit jaar gestart. Daaraan gekoppeld is, met ondersteuning van Rijnconsult, de cultuurverandering in gang gezet. Binnenkort gaat ook het concernbrede ontwikkelplan van start. Tegelijkertijd constateren wij dat binnen de gemeentelijke organisatie nog grote stappen gezet moeten worden om onze basis op orde te krijgen. Dagelijks lopen we tegen knelpunten aan die aantonen dat hiervoor forse investeringen nodig zijn. Sommige van deze knelpunten zijn op dit moment duidelijker zichtbaar en merkbaar dan andere, maar ze hebben met elkaar gemeen dat zij het leveren van toegevoegde waarde aan het dorp op de een of andere wijze (gaan) frustreren. Een aantal voorbeelden van knelpunten die het gevolg zijn van onvoldoende (financiële en personele) middelen onder meer door (landelijke) ontwikkelingen. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Er is sprake van een sterk toenemende vraag naar schuldhulpverlening. We kunnen niet voldoen aan onze wettelijke taken op dit gebied. Mensen die schuldhulpverlening nodig hebben, zijn hiervan de dupe en komen terecht in nog grotere (financiële) problemen met alle gevolgen van dien. Ons gegevensbeveiligingsbeleid op het gebied van Sociale Zaken is ontoereikend. Dit brengt privacy-risico's met zich mee. Wij hebben al een berisping gehad vanuit de Rijksoverheid. Wij zijn onvoldoende in staat subsidies te beheren met als gevolg dat de regelgeving en de praktijk uiteenlopen. Dit brengt juridische en financiële risico's met zich mee. De dienstverlening aan de inwoners komt in gevaar; wachttijden lopen op, de publieksbalie is beperkter open, digitaliseringsprocessen gaan traag en eenduidige registratie van klachten en meldingen vindt niet plaats. Wij zijn onvoldoende in staat regie te voeren en het college en de gemeenteraad voldoende in positie te brengen als het gaat om regionale samenwerking en verbonden partijen. We lopen voortdurend achter de feiten aan. Ons Wabo-toezicht voldoet niet aan de kwaliteitseisen. Het gevolg is dat we een groter risico lopen op calamiteiten en claims en dat de werkdruk binnen andere organisatieonderdelen hoger wordt (zoals handhaving). Op het gebied van erfgoed kunnen we alleen onze wettelijke taken uitvoeren. Extra inspanningen bijvoorbeeld voor de vondst van 'de schaal van Oegstgeest', zijn niet mogelijk. De uitvoering van (beleids)plannen en het beheer op verschillende terreinen loopt niet conform de planning met als effect dat we de beoogde maatschappelijke resultaten niet bereiken. Er ontstaat achterstand in de implementatie van juridische ontwikkelingen en de implementatie van juridische kwaliteitszorg. Het bewaken van de kwaliteit van de basisgegevens en het beheren van de gemeentelijke basisregistraties (BAG, WKPB, BGT, BRK, RSGB) is onvoldoende. Oegstgeest is ‘achtergebleven’ in de ontwikkelingen op het gebied van informatiemanagement en zaakgericht werken en ontbeert vakinhoudelijke kennis. Wij zijn onvoldoende in control (AO/IC). Dit vergt meer afstemming vooraf met accountant.
Programmabegroting 2015-2018
7
Om dergelijke knelpunten op te lossen en de basis op orde te krijgen, zijn forse investeringen nodig. Het gaat dan om zowel kwantitatieve als kwalitatieve investeringen in de organisatie. Daarbij kan uiteraard ook het beslissen om bepaalde taken als overheid niet meer of niet meer zelf uit te voeren helpen. Daar waar dat mogelijk is, leggen wij onderbouwde voorstellen aan u voor. Om meer inzicht te krijgen in de omvang van de formatie hebben wij deelgenomen aan de landelijke Benchmark ambtelijk apparaat gemeenten van Berenschot (augustus 2014). De benchmark had een algemeen karakter; het is geen specifiek, op de Oegstgeester situatie gericht onderzoek. De benchmark laat zien dat wij in het primaire proces structureel circa 16 fte lager scoren dan het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten. Berenschot constateert tegelijkertijd dat de bezetting op overhead/ managementfuncties ten opzichte van het gemiddelde 9 fte hoger ligt. Bij de Perspectiefnota 2014-2018 hebben wij al een uitbreiding van de formatie voorzien die oploopt tot circa 10 fte. Wij hebben dat gedaan omdat wij overtuigd zijn van de absolute noodzaak te moeten investeren in de ambtelijke organisatie. Daarom is de benodigde financiële ruimte al vanaf 2015 in de begroting opgenomen. Die noodzaak is al eerder onderkend; in 2013 is nadrukkelijk voor een zwaarder management gekozen. Een versterking en verbreding van het management was en is noodzakelijk om de taken en opgaven waarvoor onze organisatie staat op het gewenste niveau te krijgen. De vergelijkende uitkomsten van de benchmark bevestigen deze noodzaak. Wij zetten de formatie-uitbreiding in op die plekken in de organisatie waar die het meest dringend gewenst is. Dat is vooral in het primaire proces en daarmee in lijn met de uitkomsten van de benchmark. Daarbij kiezen wij niet uitsluitend voor vaste formatie, maar maken wij de formatie ook deels flexibel. Berenschot constateert dat de overhead hoger is dan gemiddeld. Een verklaring daarvoor is onder meer dat Servicepunt71 nog in ontwikkeling is en nog niet het gewenste kwaliteitsniveau en de beoogde formatieomvang heeft bereikt, zoals dat in het bedrijfsplan van Servicepunt71 is voorzien. Dat is overigens geheel in lijn met de verwachting. Voor de start van Servicepunt 71 was duidelijk dat de ontwikkeling van deze organisatie meerdere jaren in beslag neemt. De verwachting is dat deze overhead op termijn terug kan worden gebracht. Zowel het bestuur als het management van Servicepunt71 werken hard aan de realisatie van de beoogde doelstellingen. Het is echter niet mogelijk om deze besparing op korte termijn 'uit te ruilen' tegen een deel van de investering in het primair proces. Wij streven er naar om vanaf 2017 de kosten van de bedrijfsvoering structureel af te kunnen bouwen. Voorwaarde daarvoor is wel dat de basis op orde en de organisatie in control is. Zowel bij Servicepunt71 als bij de eigen organisatie. Wij laten overigens een verdiepingsonderzoek uitvoeren naar de omvang van de overhead van de eigen organisatie en deze in relatie tot de overhead bij Servicepunt71. Daarmee willen wij inzicht krijgen in de onderliggende feiten, de wijze van berekening en de toerekening van overhead. Op basis daarvan kan dan veel gerichter worden gestuurd op reductie van overhead en op realisatie van ook realistische ombuigingstaakstellingen. Wij informeren u over de uitkomst daarvan via de reguliere planning- en controlcyclus (PenC-cyclus). Een belangrijk thema ook is de benutting van het maatschappelijk vastgoed. Er is veel maatschappelijk vastgoed dat niet optimaal benut wordt of kan worden. Wij willen dat dit vastgoed zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. Wij verwachten daardoor kostenbesparingen te kunnen realiseren. Waar sprake is van overtollig vastgoed zijn wij plan dat af te stoten. In de vorm van een dorpsgesprek gaan wij in dialoog met inwoners en organisaties over de geleidelijke overdracht van beheer en exploitatie van maatschappelijke voorzieningen. Daar waar blijkt dat initiatief, actieve betrokkenheid en draagvlak aanwezig zijn om de instandhouding door de gemeenschap voort te kunnen zetten, gaan wij dat (tijdelijk) faciliteren en in een overgangsfase begeleiden.
8
Gemeente Oegstgeest
Speerpunten 2015-2018 De drie decentralisaties Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe Jeugdwet, is er een nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning en is de Participatiewet van kracht. Waar inwoners voorheen hulp via het Bureau Jeugdzorg, hun zorgverzekering en/of het zorgkantoor kregen, is het nu de gemeente die moet zorgen voor de hulp wanneer de eigen kracht (van de samenleving) tekort schiet. De invulling van het sociale domein op het terrein van hulp en ondersteuning ligt daarmee nu grotendeels op gemeentelijk niveau. Maatwerk en ‘iedereen kan mee doen’ staan daarbij centraal. De uitwerking van het beleid, vastgesteld in 2014, wordt voor onze inwoners, uitvoeringsinstellingen en de ambtelijke organisatie vanaf 1 januari 2015 voelbaar. Uitgangspunt is dat mensen die het daadwerkelijk nodig hebben ondersteuning krijgen. Aanpassingen vinden geleidelijk plaats (‘zachte landing’). De drie decentralisaties worden uitgevoerd met de budgetten die het Rijk ons beschikbaar stelt. De opgave van ‘anders denken’ wat betreft hulp en ondersteuning door de instellingen en de sociale omgeving vraagt tijd. Voor inwoners die vanaf 1 januari 2015 hulp en/of ondersteuning nodig hebben, is de verandering direct voelbaar. Voor inwoners die voor 1 januari 2015 al hulp en ondersteuning hadden, zijn overgangstermijnen afgesproken. We zijn nu aan zet om met minder geld te zorgen dat iedereen kan meedoen en zo lang mogelijk zelfstandig kan functioneren in onze maatschappij. Als we in de eerste jaren onvoldoende middelen hebben voor de uitoefening van de afzonderlijke taken (jeugdhulp, Wmo en/of re-integratie vanuit de Participatiewet) dan benutten we eventuele overschotten binnen het sociale domein en/of zetten we de opgebouwde Wmo-reserve in. Coalitieagenda Kern van de Coalitieagenda 2014-2018 is de ambitie om samen te werken aan een vitaal Oegstgeest. Wij geloven daarbij – ondersteund door signalen uit de maatschappij – dat Oegstgeest een geweldige plaats is om te wonen, te werken en te recreëren. De Coalitieagenda erkent daarbij dat de gemeenschap meer en meer zelf aan zet is, waarbij de overheid een faciliterende en verbindende rol vervult. In de begroting is ook de coalitieagenda verwerkt. De ambities en bijbehorende financiële doorvertaling zijn één op één overgenomen uit de perspectiefnota. Daarbij geldt dat de keuzes die uw raad gaat maken op basis van de uitgewerkte scenario's uiteraard nog voor verandering kunnen zorgen. Dorpsagenda In deze begroting is ook de Dorpsagenda 2014-2018 verwerkt. Ten aanzien van de dorpsagenda geldt dat alleen de voorlopige inschatting van de financiële consequenties is verwerkt zoals opgenomen in de perspectiefnota. Dit heeft te maken met het feit dat de bespreking van de dorpsagenda in de gemeenteraad in september heeft plaatsgevonden. Toen is duidelijk geworden welke concrete inhoudelijke ambities de gemeenteraad heeft in lijn met de dorpsagenda. Vervolgens was er onvoldoende tijd om te komen tot een goede verwerking van de inhoudelijke ambities en de bijbehorende financiële consequenties. Wij komen hier op terug en verwerken deze financiële consequenties in een voorstel voor een begrotingswijziging.
Programmabegroting 2015-2018
9
2.2 Algemene financiële beschouwing Algemeen In de algemene financiële beschouwing gaan wij in op de financiële positie van Oegstgeest. De financiële positie wordt bepaald door reguliere exploitatie, de grondexploitaties, de vermogenspositie, de schuldpositie en het weerstandsvermogen. Uiteraard zijn deze niet los van elkaar te zien. Sterker nog: al deze elementen hangen zeer nauw samen. Hoe deze samenhang er uitziet, zetten wij hieronder uiteen. Vervolgens gaan wij in op de afzonderlijke elementen, geplaatst in de actualiteit van deze begroting 2015-2018. Deze algemene financiële beschouwing wordt afgesloten met een conclusie. Samenhang Gemeenten in Nederland zijn verplicht om een stelsel van baten en lasten te hanteren. In een stelsel van baten en lasten worden kosten toegerekend aan het jaar waarin ze ook daadwerkelijk optreden. Dit betekent dat de kosten van bijvoorbeeld de aanschaf van een gebouw, dat doorgaans veertig jaar meegaat, ook over veertig verschillende begrotingen worden verdeeld. In de begroting komen deze kosten terug als 'kapitaallasten'. Deze kapitaallasten (rente en afschrijving) zijn onderdeel van de in begroting geraamde 'exploitatielasten', waartoe bijvoorbeeld de onderhoudskosten en energiekosten worden gerekend. Kapitaallasten zijn geen out of pocket-kosten. Dit wil zeggen dat kapitaallasten niet lijden tot een feitelijke betaling (kasstroom). Uit het stelsel van baten en lasten vloeit de financieringsfunctie (ook wel treasury genoemd) voort. Een financieringsfunctie is noodzakelijk omdat in een stelsel van baten en lasten de kasstromen niet gelijk lopen aan de in de begroting opgenomen baten en lasten. In het voorbeeld van een gebouw dient de aanschaf direct te worden betaald aan de verkoper (deze betaling is een kasstroom, maar geen last), en worden de afschrijvingskosten over veertig jaar verdeeld (deze afschrijving is geen kasstroom, maar wel een last). Indien het saldo van de kasstroom in een bepaald jaar groter is dan de in de begroting geraamde saldo van baten en lasten, is er sprake van een financieringsoverschot. Indien de kasstroom kleiner is, dan is er sprake van een financieringstekort. In Oegstgeest is de afgelopen jaren, als gevolg van de investeringen in Nieuw-Rhijngeest, sprake van een financieringstekort. Dit financieringstekort heeft geleid tot de huidige schuldpositie. Evident is ook dat er de komende jaren, onder invloed van de grondverkopen van Nieuw-Rhijngeest, sprake zal zijn van een financieringsoverschot (zie ook de paragraaf grondbeleid en de paragraaf financiering). De schuldpositie neemt hierdoor de komende jaren fors af. Naast een sterke verwevenheid tussen exploitatie, grondexploitatie en schuldpositie is er ook een sterke verwevenheid tussen de exploitatie en de vermogenspostie. Het resultaat van de exploitatie van de gemeente wordt uitgedrukt in het resultaat 'voor bestemming' en het resultaat 'na bestemming'. Bij het resultaat voor bestemming wordt het resultaat gepresenteerd zonder toevoegingen aan en onttrekkingen uit reserves. Is dit resultaat positief, dan worden per saldo middelen aan het eigen vermogen toegevoegd en is sprake van een groei van het eigen vermogen. Is het resultaat voor bestemming negatief, dan is er sprake van 'interen op het eigen vermogen'. Als gevolg van de verliezen op de grondexploitatie Nieuw-Rhijngeest heeft Oegstgeest de afgelopen jaren flink ingeteerd op het eigen vermogen. Het eigen vermogen is het totaal van de algemene reserve en de bestemmingsreserves. Beide maken tevens een belangrijk deel uit van het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen betreft dat deel van het vermogen dat – zonder dat sprake hoeft te zijn van majeure beleidswijzigingen – kan worden ingezet om risico's af te dekken. Schematisch kan de samenhang als volgt worden weergegeven:
10
Gemeente Oegstgeest
Uit de hierboven geschetste samenhang tussen de verschillende elementen die samen de financiële positie bepalen, wordt duidelijk dat de exploitatiebegroting centraal staat. De kwaliteit van onze begroting is dan ook van groot belang. Niet alleen als het gaat om de begroting als sturingsinstrument, maar ook als beheersinstrument. De kwaliteit van de begroting hangt sterk samen met een stabiele organisatie. Alleen dan kunnen routines worden opgebouwd en kan (historische) kennis Efficiënt en effectief worden overgedragen. Wij blijven de komende periode inzetten op een verdere verbetering van de begroting als sturings- en beheersingsinstrument. Financiële positie 2015-2018 Hierboven is in grote lijnen de samenhang geschetst tussen de verschillende elementen die samen de financiële positie van onze gemeente bepalen. Wat betekent dit voor de actualiteit van Oegstgeest. 1. Reguliere exploitatie Het saldo van de reguliere exploitatie zoals die in de perspectiefnota 2014-2018 naar voren kwam sloot met een tekort van € 1,8 mln in 2018. In de perspectiefnota is in een aantal stappen de exploitatie van de gemeente herijkt. Een van die stappen betrof de herijking op grond van de uitkomst van de jaarrekeningen 2012 en 2013. Uit deze jaarrekeningen kwam een positief resultaat naar voren van circa 2,1 mln. Op grond hiervan heeft er in de perspectiefnota een aantal bijstellingen plaatsgevonden. Toch blijft de vraag wat nu de werkelijke redenen zijn van deze overschotten. Wordt beleid niet uitgevoerd of zijn budgetten te ruim bemeten? Uit deze vraagstelling volgt eigenlijk al de grote tekortkoming in onze begroting: beleidsdoelstellingen en middelen zijn onvoldoende aan elkaar gekoppeld. Om deze reden heeft ons college via de perspectiefnota voorgesteld een budget vrij te maken voor een systeem voor beleidsmonitoring.
Programmabegroting 2015-2018
11
Door benchmark gericht op de omvang van het ambtelijk apparaat is vast komen te staan dat de omvang van de formatie op onderdelen lager is dan die van vergelijkbare gemeenten. Op grond hiervan lijkt het logisch de positieve resultaten over 2012 en 2013 hiermee in verband te brengen. Dit zou betekenen dat het ons eenvoudigweg aan capaciteit ontbreekt om de begroting in zijn geheel uit te voeren. Uit de begrotingsbenchmark van Berenschot valt tevens af te leiden dat het lastenniveau van onze gemeente in totaliteit niet substantieel afwijkt van vergelijkbare gemeenten. Indien er dan toch sprake is van een tekort, dan kan dit niet anders veroorzaakt worden dan door substantieel lagere inkomsten. Verder blijkt dat de algemene uitkering gemiddeld € 1,4 mln lager is dan die van vergelijkbare gemeenten. De onderliggende analyse laat zien dat dit veroorzaakt wordt door een aantal in het oog springende factoren. Een daarvan betreft de inkomstenmaatstaf OZB. In onderstaande tabel zijn de gegevens van de inkomstenmaatstaf afgezet tegen de gemiddelde inkomstenmaatstaf van de referentiegroep. Hieruit komt een verschil naar voren van circa € 0,7 mln. Inkomstenmaatstaf (bedragen x € 1.000)
Oegstgeest
Referentiegroep
Afwijking
Afwijking %
-2.822
-1.943
-879
31%
Waarde niet woningen gebruiker
-315
-380
65
-21%
Waarde niet woningen eigenaar
-397
-512
115
-29%
-3.534
-2.834
-699
20%
Waarde woningen eigenaar
Totaal
Het verdeelmodel voor de algemene uitkering is sterk kostengeoriënteerd. Dat houdt in dat de verdeling van de middelen uit het gemeentefonds tegemoet moet komen aan de relatieve behoefte aan middelen. De hoogte van kosten die een gemeente maakt, hangt niet alleen af van schaal (inwoners, oppervlakte) maar ook van sociale structuur (uitkeringsontvangers, huishoudens met laag inkomen), fysieke structuur (bodemgesteldheid, bebouwing) en regionale functie (centrumgemeente, toerisme) Het Rijk beoogt met het verdeelmodel te sturen op een gelijkwaardig voorzieningenniveau bij gemeenten. De sturing hierop wordt door het Rijk ingevuld door rekening te houden met verschillen in gemeentelijke belastingcapaciteit. Immers gemeenten met een grote belastingcapaciteit (relatief hoge WOZ-waarde) zouden bij een gelijk tarief een hoger voorzieningenniveau kunnen realiseren dan gemeenten met een geringe belastingcapaciteit. Daarom maakt een inkomstenmaatstaf OZB deel uit van het verdeelstelsel. De belastingcapaciteit wordt door het Rijk bepaald aan de hand van de actuele WOZ-waarden en generieke rekentarieven. Omdat macro het totale aandeel van de negatieve inkomstenmaatstaf in het Gemeentefonds gelijk blijft, worden bij elk nieuw WOZ-tijdvak deze rekentarieven tegengesteld gecorrigeerd voor verwachte waardestijging/daling van de landelijke WOZ-waarden. Dus geldt dat hoe hoger de WOZ-waarde, hoe hoger de negatieve inkomensmaatstaf doorwerkt in de algemene uitkering. Omdat de WOZ-waarde in Oegstgeest relatief hoog is, werkt deze inkomstenmaatstaf sterker door in vergelijking tot referentiegemeenten. In veel gemeenten, en dus ook in Oegstgeest, worden de OZB-tarieven bepaald aan de hand van de gewenste opbrengst, zonder dat er een relatie wordt gelegd met de ontwikkeling van de WOZwaarde. Hierdoor kunnen tegengestelde krachten ontstaan: de raad kan besluiten de OZB met 2% te verhogen. De opbrengst gaat dan bijvoorbeeld van € 4 mln naar € 4,08 mln, terwijl de (negatieve) inkomstenmaatstaf als gevolg van de ontwikkeling van de WOZ-waarde met 10% kan stijgen. In totaliteit wordt de OZB-stijging dan (meer dan) teniet gedaan door de ontwikkeling van de inkomstenmaatstaf. In de volgende tabel is de ontwikkeling van de inkomstenmaatstaf afgezet tegen de gerealiseerde OZBinkomsten.
12
Gemeente Oegstgeest
Netto opbrengst OZB (bedragen x € 1.000)
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
-3.534
-3.460
-3.375
-3.350
-3.300
-3.168
-2.975
Inkomsten OZB
4.729
4.754
4.191
4.243
4.225
4.075
3.801
Netto opbrengst OZB
1.286
1.294
816
893
925
907
826
Inkomstenmaatstaf OZB
In onderstaande tabel is vervolgens opgenomen hoeveel van de extra inkomsten OZB in 2014 overblijft ten opzichte van de inkomsten in 2008 indien dit bedrag wordt gesaldeerd met de inkomensmaatstaf en rekening wordt gehouden met een gemiddelde inflatie van 2%. Gecorrigeerde netto opbrengst OZB
Bedrag
Extra Inkomsten OZB in 2014 t.o.v. 2008
928.000
Korting via de inkomstenmaatstaf algemene uitkering in 2014 t.o.v. 2008
-558.666
Inflatiecorrectie bij gemiddeld 2%
-403.523
Netto opbrengst OZB in 2014 t.o.v. 2008
-34.189
2. Grondexploitaties Ten aanzien van onze grondexploitaties is voorzichtig optimisme op zijn plaats. Over 2013 is er geen sprake geweest van verder oplopend verlies uit de grondexploitatie zelf. Door het geheel van maatregelen (contractherziening, onderhandelingsresultaat provincie) is het resultaat zelfs verbeterd. Daarnaast heeft ook de stelselwijziging bijgedragen aan een verbetering van het resultaat. Door deze stelselwijziging hebben wij een risicoreserve kunnen vormen die, mede door de bestemming van het resultaat van de jaarrekening 2013, per 1 januari 2014 het afgesproken niveau van 50% van het resterende risicoprofiel heeft bereikt. Tevens zien we dat de verkoop op gang komt waardoor wij de komende jaren een positieve cashflow verwachten. Een cashflow die aanzienlijk bijdraagt aan de reductie van de schuldpositie. Van de grondexploitaties kan het volgende overzicht worden gegeven: Restgrex Poelgeest Gemeentelijke Grex (VOF) Restgrex NRG (bedragen x € 1.000) Totaal
Balanswaarde per 1-1-2014
Nog te realiseren kosten (NTRK)
Nog te realiseren opbrengsten (NTRO)
Verwacht exploitatie resultaat op eindwaarde
Resterende risico's
63.532
21.452
70.368
14.617 (N)
10.650
(A) Cashflow t/m einde looptijd investeringen (2021) (NTRO - NTRK): (B) Voorziening tekort NRG; omvang op eindwaarde: (C) Risicoreserve grondexploitaties (50% van de resterende risico’s); omvang:
48.916 (V) 14.617 5.325
A. De cashflow die voortvloeit uit de grondexploitatie is het saldo van de 'nog te realiseren opbrengsten' minus de 'nog te realiseren kosten'. Over de resterende looptijd gaat het dan om een positieve cashflow van € 48,9 mln. Van deze € 48,9 mln wordt naar verwachting circa € 30 mln gerealiseerd in de periode 2015-2018. B. Het exploitatieresultaat bedraagt naar verwachting € 14,6 mln negatief. Dit negatieve resultaat is geheel afgedekt door de voorziening NRG. Eventuele verbetering van dit resultaat heeft tot gevolg dat de voorziening gedeeltelijk kan vrijvallen. Verslechtering van het resultaat wordt ten laste gebracht van de risicoreserve grondexploitaties. Indien de grondexploitaties zouden sluiten op nul, dan is de cashflow gelijk aan de balanswaarde. Omdat dit niet het geval is, is balanswaarde gelijk aan de cashflow plus het saldo van de voorziening. C. Het risicoprofiel van de grondexploitaties bedraagt € 10,65 mln. De helft van deze risico's is afgedekt door de risicoreserve grondexploitaties. Een gunstige ontwikkeling van het risicoprofiel betekent dat een gedeelte van de reserve kan vrijvallen. Een ongunstige ontwikkeling betekent dat er een extra storting in deze reserve moet plaatsvinden.
Programmabegroting 2015-2018
13
3. Ontwikkeling eigen vermogen In de perspectiefnota 2014-2018 is het resultaat weergegeven inclusief de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Op grond hiervan kan de ontwikkeling van het eigen vermogen worden geprognosticeerd. Per saldo wordt er over de periode 2015-2018 € 501.000 aan het eigen vermogen toegevoegd ten gunste van de exploitatie. Meest in het oog springend is overigens een onttrekking ad € 745.000 in 2015 aan de behoedzaamheidsreserve. Deze onttrekking was onderdeel van het dekkingsplan bij de begroting 2013-2016. Er wordt dus niet langer ingeteerd op het eigen vermogen. Wel is het zo dat dit na 2015 marginaal is. Na besluitvorming over over de ontwerp-begroting laat het eigen vermogen de volgende ontwikkeling zien. Eigen vermogen per 31 december (bedragen x € 1.000)
2013
Toevoeging (+) / Onttrekking (-) per saldo Eigen vermogen
20.675
2014
2015
2016
2017
2018
1.845
-534
209
435
391
22.520
21.986
22.195
22.630
23.021
4. Schuldpositie De schuldpositie neemt naar verwachting in de periode 2015 - 2018 af van € 87,7 mln op 1 januari 2015 tot € 56,9 mln op 31 december 2018. Per saldo wordt een verlaging (positieve cashflow) verwacht € 30,8 mln. Deze reductie komt voor het grootste deel voor rekening van de cashflow uit de grondexploitatie NRG (circa € 30 mln op grond van de meest recente liquiditeitsprognose). Van het verloop van de schuldpositie kan het volgende overzicht worden gegeven: Schuldpositie 2014-2018 (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
Stand 1 januari
91.944
87.720
78.996
71.572
63.248
Stand per 31 december
87.720
78.996
71.572
63.248
56.924
5. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico's waarover geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen en afgezet tegen de algemeen geldende weerstandsnorm. De ratio geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen zonder effecten voor het voorzieningenniveau. Indien het weerstandsvermogen gelijk of groter is aan de risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen, dan wordt het weerstandsvermogen als voldoende beoordeeld. Is het weerstandsvermogen kleiner, dan wordt het weerstandsvermogen als onvoldoende beoordeeld. Conform de gebruikelijke systematiek is in de paragraaf weerstandsvermogen de weerstandscapaciteit in relatie gebracht tot de risico's die voortvloeien uit de gemeentelijk bedrijfsvoering. De beoordeling van het weerstandsvermogen die hieruit voortvloeit kan als ruim voldoende worden aangemerkt. Conclusie Nu we de verschillende elementen die in samenhang de financiële positie van onze gemeente bepalen in de context hebben geplaatst van de begroting 2015-2018, kunnen we deze positie nader duiden. In het oog springend daarbij is dat de ontwikkeling van Nieuw Rhijngeest in een cruciale fase is beland; de fase waarin de 'return of investment' zich moet gaan uiten in een positieve casflow. Een cashflow die een forse bijdrage moet leveren aan de schuldreductie de komende jaren. Doordat het grondexploitatieproces als zodanig steeds meer in control is, lijkt een verder oplopend verlies steeds minder waarschijnlijk. Mocht dit onverhoopt toch het geval zijn, dan kan in eerste instantie de buffer van de risicoreserve grondexploitaties worden aangesproken.
14
Gemeente Oegstgeest
Door de vorming van de risicoreserve grondexploitaties – waardoor er min of meer een scheiding is aangebracht tussen de grondexploitatie en de reguliere exploitatie – wordt steeds duidelijker dat deze laatste kwalitatief onder de maat is. Bleek uit de jaarrekeningen 2012 en 2013 al dat het voorspellende vermogen van de reguliere exploitatie niet groot is, de werkelijke onderliggende oorzaak blijft lastig te duiden. Dit komt mede omdat de relatie tussen middelen en beleid de afgelopen jaren meer en meer verloren is gegaan. Een omissie die niet eenvoudig te repareren is overigens. Ook in de perspectiefnota 2014-2018 heeft ons college de lijn voortgezet om, op grond van de analyse van de jaarrekening, de begroting in structurele zin bij te stellen. Hiermee wordt gepoogd zoveel mogelijk 'lucht' uit de begroting te drukken. Anderzijds heeft ons college in deze begroting voor het eerst nieuw beleid direct tot uitdrukking gebracht in (uitvoerings)kosten. Hiermee wordt zeker gesteld dat geformuleerd beleid ook daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. Het is een goede ontwikkeling dat de exploitatie, zoals deze nu voor ligt, steeds minder leunt op ons eigen vermogen. Consequentie hiervan is wel dat het structurele tekort op onze reguliere exploitatie steeds duidelijker zichtbaar wordt. Dit tekort is in de perspectiefnota geraamd op € 1,8 mln. Indien hier de nadien tot stand gekomen besluitvorming wordt betrokken en ook de structurele gevolgen van de 2e voortgang worden meegenomen, dan loopt het tekort in 2018 op naar circa 2 mln.
Programmabegroting 2015-2018
15
16
Gemeente Oegstgeest
3 Leeswijzer
Programmabegroting 2015-2018
17
Algemeen De programmabegroting is een belangrijk instrument voor de gemeenteraad om haar kaderstellende rol in te vullen. In de begroting staat aan wat wij als gemeente het komende jaar willen doen om bepaalde doelen te bereiken en wat dat kost. Daarmee vormt de begroting een duidelijk kader waarbinnen het gemeentebestuur en de organisatie het komend jaar werken. Deze begroting is niet alleen voor financieel specialisten, maar voor iedereen; het is immers het gemeentelijk huishoudboekje. In deze leeswijzer leest u hoe de begroting is opgebouwd, wat waar te vinden is en welke relaties er liggen naar andere documenten uit de planning en controlcyclus. Nieuwe opzet In overleg met uw raad ('workshops' januari/februari 2014) is een ideaalbeeld ontstaan van de begroting als een instrument van sturing. De begroting 2015-2018 maakt een eerste stap naar dat ideaalbeeld, door per programma de opzet van een een doelenboom te volgen. Programmadoelen worden vertaald naar te behalen resultaten, resultaten op hun beurt naar noodzakelijke inspanningen. De bekende '3 wvragen' worden per programma als volgt beantwoord: 1. Wat willen we bereiken: programmadoelen (weergegeven op programmaniveau) en resultaten (weergegeven op beleidsthemaniveau); 2. Wat gaan we daarvoor doen: inspanningen (weergegeven op productniveau); 3. Wat mag het kosten: financiën (weergegeven per beleidsthema, op productnvieau). Om de begroting te versterken als sturings- en beheerinstrument is ook de kostenverdeling aangepast. In de eerste plaats wordt bedrijfsvoering als een volwaardig programma gepresenteerd. Zo worden de bedrijfsvoeringskosten, die voorheen werden verdeeld over de programma's, zichtbaar. In de tweede plaats is een paragraaf 'kostentoerekening en kostendekkendheid' toegevoegd. In deze paragraaf wordt aangegeven op welke manier de bedrijfsvoeringkosten worden toegerekend aan de verschillende tarieven en op welke wijze vervolgens de kostendekkendheid tot stand komt. De kaderstellende rol van de gemeenteraad De gemeenteraad geeft het college financiële en inhoudelijke kaders mee voor het beleid en de uitvoering. Het uitgangspunt is de bestuurlijke agenda voor de periode 2014-2018. Deze agenda bepaalt de inhoud van de verschillende documenten die onderdeel uitmaken van de jaarlijkse begrotingscyclus: de perspectiefnota, de meerjarenbegroting, de voortgangsrapportages en de jaarstukken.
De perspectiefnota is een uitwerking van deze bestuurlijke agenda en bepaalt de koers met financiële en inhoudelijke kaders voor het volgende begrotingsjaar. De programmabegroting is een nadere concretisering van de voornemens uit de perspectiefnota. Hiermee autoriseert de gemeenteraad het college voor tot het doen van uitgaven voor bepaalde doeleinden. Na vaststelling van deze begroting geven de voortgangsrapportages tussentijds een overzicht van de uitvoering van beleid en de financiële stand van zaken. In de jaarstukken tenslotte wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en het financiële beheer.
18
Gemeente Oegstgeest
Wat is de programmabegroting precies In de programmabegroting geeft de raad aan welke doelen zij wil bereiken en wat de beoogde maatschappelijke effecten daarvan zouden moeten zijn. Om deze maatschappelijke effecten meetbaar te maken, worden aan de verschillende programma’s prestatie-indicatoren en normen gekoppeld. Dit systeem van beleidsmonitoring is op dit moment in ontwikkeling. Tot slot wordt benoemd wat de gemeente gaat doen om deze doelen te halen en hoeveel dat mag kosten. Hoe zit de begroting in elkaar? De begroting bestaat uit twee delen, de beleidsbegroting en de financiële begroting. 1.
Beleidsbegroting De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. In het programmaplan zijn zes programma’s opgenomen waarin alle gemeentelijke activiteiten en aandachtspunten op een bepaald beleidsterrein zijn verwoord. In de programmabladen zijn doelenbomen opgenomen waarvan de inhoud gebaseerd is op onder meer de gemeentelijke toekomstvisie en de coalitieagenda. Daarbij is vooral aandacht voor de wat-vraag. Per programma is aangegeven wat we willen bereiken (de doelstelling), wat we daarvoor gaan doen (inspanning en te boeken resultaten) en wat het mag kosten. In schema is de begroting als volgt opgebouwd:
De paragrafen gaan in op de bedrijfsvoering in brede zin en vormen daarmee een dwarsdoorsnede van de begroting. In de paragrafen staat de ‘hoe-vraag’ centraal: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Hoe gaan we om met belastingen? (paragraaf 1) Hoe worden risico’s beheerst en welk effect heeft dat op het weerstandsvermogen? (paragraaf 2) Hoe onderhouden we onze bezittingen en de openbare ruimte? (paragraaf 3) Hoe lopen de geldstromen en onze vermogenspositie? (paragraaf 4) Hoe is de bedrijfsvoering geregeld ? (paragraaf 5) Met wie vormen wij verbonden partijen en hoe zijn de afspraken geregeld? (paragraaf 6) Hoe is ons grondbeleid geregeld? (paragraaf 7) Hoe gaan wij om met de wijzigingen met betrekking tot het sociaal domein (paragraaf 8). Hoe zijn in de begroting kosten gealloceerd en op welke manier wordt de kostendekkendheid van tarieven bepaald? (paragraaf 9).
Programmabegroting 2015-2018
19
2.
20
Financiële begroting In de financiele begroting zijn diverse (verplichte) financiële overzichten ondergebracht, waaronder de realisatie baten en lasten van het vorig jaar en de komende begrotingsjaren. Eigenlijk is het een samenvatting van het deel ‘Wat mag het kosten’ dat per programma is opgenomen. In verband met afronding op duizendtallen kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan. Ook is opgenomen welke lasten en baten incidenteel zijn, zodat beoordeeld kan worden of de begroting ook duurzaam sluitend is. Vervolgens volgt een uiteenzetting van de financiële positie. Dat is een prognose voor het verloop van de balans. Op de actiefzijde staan bezittingen, opgedeeld in de vaste activa en de grondexploitatie. Dat laatste is de voorraad onderhandenwerk bij de meerjarige bouwprojecten. Op de passiefzijde staat ons vermogen in de vorm van reserves, de voorzieningen en de langlopende geldleningen. Daarna is een overzicht opgenomen met alle reserves en voorzieningen van de gemeente en het verwachte verloop daarvan.
Gemeente Oegstgeest
4 Beleidsbegroting
Programmabegroting 2015-2018
21
4.1 Programmaplan 4.1.1 Programma 1 Natuur en Landschap Beleidsthema
Portefeuillehouder
Team
Groen en Water
J.J.G.M. Roeffen
Beheer en Onderhoud
Ruimtelijke structuur
W.E. Tönjann / J.J.G.M. Roeffen
Ruimte
Reiniging
J.J.G.M. Roeffen
Beheer en Onderhoud
Programma 1 natuur en landschap Centraal in programma 1 staat het behoud van de natuur en het landschap van Oegstgeest. Dat kunnen we en willen we niet alleen doen. In lijn met toekomstvisie ‘Oegstgeest in beweging’ en de coalitieagenda 2014-2018 gaan wij inwoners meer betrekken bij het beheer, het onderhoud en de inrichting van de openbare ruimte. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op basiskwaliteitsniveau (uitgedrukt in een cijfer is dit een 6-) met als uitgangspunt: schoon, heel en veilig. Maar niet overal; op sommige plekken in de gemeente mag de natuur haar gang gaan, waardoor natuurlijker groen ontstaat. Samen met de Omgevingsdienst West-Holland wordt uitvoering gegeven aan het vastgestelde milieubeleid voor lucht, water en grond. Duurzame afval- en grondstoffenscheiding van huisvuil wordt uitgevoerd door de Gevulei. Inwoners kunnen zelf hun afval gescheiden aanbieden op de milieustraat. Programmadoelstelling Meer betrokkenheid van inwoners bij het beheer, de inrichting en het onderhoud van het groen. Afval wordt meer duurzaam en op grotere schaal gescheiden. De kwaliteit van de directe leefomgeving wordt gewaarborgd in duidelijke kaders met meer mogelijkheden voor multifunctioneel ruimtegebruik.
Beleidsthema groen en water Product groen Resutaat: ■ Deel openbare ruimte met natuurlijk groen waardoor de ecologische diversiteit is versterkt. ■ Deel openbare ruimte is in onderhoud bij inwoners. ■ De openbare ruimte is onderhouden op basiskwaliteitsniveau(schoon, heel en veilig = 6-). ■ Watergangen zijn onderhouden conform de keur van het hoogheemraadschap.
Inspanningen: ■ Gesprekken voeren met inwoners over het beheer, de inrichting en het onderhoud van openbaar groen. ■ Bij ieder groenrenovatie-project worden omwonenden gevraagd in de vormgeving te participeren. ■ Uitvoeren van het Beheerplan groen. ■ Actualiseren beheerplannen (zie paragraaf Kapitaalgoederen). ■ Opstellen van een Beeldkwaliteitsplan Openbare Ruimte. ■ Ecologisch onderhouden van bepaalde bermen langs (water-) wegen. ■ Voorbereiding ecologisch beheer onder de hoogspanningszone (Morsebel en Haaswijk). Product water Inspanningen: ■ Uitvoeren van het beheerplan groen en het baggerplan.
Beleidsthema groen en water (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
1.771
0
1.771
2.234
Water
256
0
256
246
Totaal
2.027
0
2.027
2.480
Groen
Beleidsthema ruimtelijke structuur Product ruimtelijk beleid Resultaat: ■ De kwaliteit van de bestaande leefomgeving en ontwikkelingen zoals Nieuw-Rhijngeest of andere initiatieven in bestemmingsplannen of andere planologische kaders vastleggen. ■ Zorgen dat ons beleid in overeenstemming is met de gestelde kaders van hogere overheden. ■ Samen met de Omgevingsdienst West-Holland uitvoering geven aan het vastgestelde milieubeleid.
Inspanningen: ■ De vijf bestemmingsplannen: Kamphuizerpolder-Buitenlust, Oegstgeest aan de Rijn, Nieuw-Rhijngeest Zuid, Deelgebied 10 en Rijnvaert vaststellen. ■ Bestemmingsplan Frederiksoord-Zuid, MEOB en Morsebel voorbereiden voor actualisatie. ■ Begeleiden van initiatieven in het kader van de uitgebreide omgevingsvergunning. ■ Plan van aanpak om de omgevingswet op beleidsmatig en organisatorisch vlak goed te kunnen borgen. Product milieubeleid
22
Gemeente Oegstgeest
Beleidsthema ruimtelijke structuur Inspanningen: ■ Uitvoeren wettelijke milieutaken. ■ Deelname Alderstafel. ■ Geluidsmeetpunten in standhouden.
Beleidsthema ruimtelijke structuur (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Ruimtelijk beleid
407
-14
393
603
Milieubeleid
379
0
379
383
Totaal
786
-14
773
986
Beleidsthema reiniging Product reiniging Resultaat: ■ Verdere optimalisatie van de gescheiden inzameling van (grof) huishoudelijk afval.
Beleidsthema reiniging (bedragen x € 1.000)
Inspanningen: ■ Zorgen voor een bruikbare en werkende haalvoorziening restafval, GFT, plastic verpakkingen voor ieder huishouden. ■ Maximaal 2000 adressen per jaar grofvuil. ■ Beheren van gescheiden brengvoorzieningen (straatcontainers en milieustraat op de gemeentewerf) voor oud-papier en karton, textiel, glas en (on)gesorteerd grofvuil.
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Reiniging
2.109
-2.683
-574
-370
Totaal
2.109
-2.683
-574
-370
Financiën Meerjarenoverzicht 1 NATUUR EN LANDSCHAP (bedragen x € 1.000) Beleidsthema groen en water
Lasten Baten
Mutaties reserves Resultaat
2.480
2.027
2016
2017
2018
1.991
2.003
2.005
0
0
0
0
0
2.027
1.991
2.003
2.005
Lasten
1.042
957
786
786
795
795
Baten
-168
29
-14
-14
-14
-14
873
986
773
772
781
781
Lasten
2.430
2.359
2.109
2.128
2.118
2.115
Baten
-2.835
-2.728
-2.683
-2.696
-2.687
-2.687
-405
-370
-574
-568
-568
-572
Lasten
6.303
5.795
4.922
4.905
4.916
4.916
Baten
-3.003
-2.699
-2.697
-2.710
-2.701
-2.701
3.299
3.097
2.225
2.195
2.216
2.215
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-66
-54
0
0
0
0
-66
-54
0
0
0
0
3.233
3.042
2.225
2.195
2.216
2.215
Saldo van baten en lasten Reserves
2.831
Meerjarenraming
2.480
Saldo Programma
Begroting 2015
0
Saldo Beleidsthema reiniging
Begroting 2014
2.831
Saldo Beleidsthema ruimtelijke structuur
Rekening 2013
Verekening met de reserves
Programmabegroting 2015-2018
23
VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 1 (bedragen x € 1.000)
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-66
-54
0
0
0
0
Saldo
-66
-54
0
0
0
0
VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 1
-66
-54
0
0
0
0
Egalisatieres. Afvalstoffenheffing
24
Gemeente Oegstgeest
4.1.2 Programma 2 Verkeer en Infrastructuur Beleidsthema
Portefeuillehouder
Team
Veilig op pad
J.J.G.M. Roeffen
Beheer en Onderhoud
Riolering
J.J.G.M. Roeffen
Beheer en Onderhoud
Programma 2 Verkeer en Infrastructuur De bereikbaarheid van Oegstgeest is belangrijk. Daaraan wordt in programma 2 invulling gegeven. De kwaliteit van onze leefomgeving wordt ondersteund door een goede en veilige bereikbaarheid. Dat kan door het verbeteren van de ontsluiting en doorstroming in ons dorp op basis van een - lange termijn - verkeers- en vervoersvisie. Programmadoelstelling Een duurzame, bereikbare en verkeersveilige woon en werkomgeving. De openbare ruimte is schoon, heel en veilig.
Beleidsthema veilig op pad Product verkeer Resultaat: ■ Betere ontsluiting en doorstroming van Oegstgeest. ■ De openbare ruimte is onderhouden op basiskwaliteitsniveau (schoon, heel en veilig = 6-) . ■ Integraal Verkeers- en Vervoersplan.
Inspanningen: ■ Advies en beleidsmaatregelen op verkeer- en vervoersvraagstukken, zoals openbaar vervoer, voorzieningen (electrische) voertuigen en planontwikkeling. ■ Uitvoeren kleine verkeersmaatregelen, zoals verkeersdrempels, bebording en fietsklemmen ■ Structureel overleg en afstemming met (gemeentelijke) partners over maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer op regionaal en lokaal niveau. Product wegen, straten en pleinen Inspanningen: ■ Jaarlijkse schouw van het kwaliteitsniveau. ■ Het uitvoeren van het beheerplan wegen:deel Rhijngeesterstraatweg, Lijtweg, Haarlemmertrekvaart, Haaswijklaan. ■ Vervangen civiele kunstwerken (bruggen e.d.): 3 houten voetgangersbruggen Hofbrouckerpark. ■ Vervangen openbare verlichting: 430 lichtmasten ■ Opstellen beleidsnotitie over duurzame openbare verlichting 2020 ■ Vervangen verkeersregelinstallaties: Rijnzichtweg. ■ Beheer openbare ruimte. ■ Actualiseren beheerplannen (zie Paragraaf Kapitaalgoederen)
Beleidsthema veilig op pad (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
184
-6
178
285
Wegen, straten en pleinen
1.055
-14
1.041
1.449
Totaal
1.239
-20
1.219
1.734
Verkeer
Beleidsthema riolering Product riolering Resultaat: ■ Een duurzame bescherming van de volksgezondheid. ■ Een duurzaam tegen wateroverlast beschermde openbare ruimte. ■ Een duurzaam beschermd milieu (bodem, grond- en oppervlaktewater).
Beleidsthema riolering (bedragen x € 1.000)
Inspanningen: ■ Uitvoering van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018. ■ Het aanbrengen van hemelwaterriolering in Oranjepark. ■ Het aanbrengen van riolering Nieuw Rhijngeest.
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Riolering
1.592
-2.380
-788
-572
Totaal
1.592
-2.380
-788
-572
Programmabegroting 2015-2018
25
Financiën Meerjarenoverzicht 2 VERKEER EN INFRASTRUCTUUR (bedragen x € 1.000) Beleidsthema veilig op pad
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
3.324
1.754
-29
-20
3.295 Lasten Baten
2016
2017
2018
1.239
1.305
1.379
1.520
-20
-20
-20
-20
1.734
1.219
1.284
1.359
1.500
1.924
1.700
1.592
1.754
1.968
2.017
-2.147
-2.272
-2.380
-2.502
-2.496
-2.496
-223
-572
-788
-749
-528
-479
Lasten
5.248
3.454
2.831
3.058
3.348
3.537
Baten
-2.176
-2.292
-2.400
-2.523
-2.516
-2.516
Lasten Baten
Saldo Beleidsthema riolering
Saldo Programma
Meerjarenraming
Saldo van baten en lasten
3.072
1.162
431
536
831
1.021
Toevoeging
200
375
200
200
200
200
Onttrekking
-2.048
-198
-75
0
0
0
-1.848
177
125
200
200
200
1.224
1.339
556
736
1.031
1.221
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
-48
0
0
0
0
0
-48
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-259
-150
-75
0
0
0
-259
-150
-75
0
0
0
Toevoeging
200
375
200
200
200
200
Onttrekking
-1.789
0
0
0
0
0
Saldo
-1.589
375
200
200
200
200
VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 2
-1.848
177
125
200
200
200
Reserves
Mutaties reserves Resultaat
Verekening met de reserves VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 2 (bedragen x € 1.000) Algemene reserve prog 2
Saldo Egalisatieres. Riolering
Saldo Inv. Openb. Ruimte met Maatsch. Nut
26
Gemeente Oegstgeest
4.1.3 Programma 3 Wonen en Economie Beleidsthema
Portefeuillehouder
Team
Wonen
W.E Tönjann
Ruimte
Werken
W.E Tönjann / J.J.G.M. Roeffen / M.A. den Boer
Maatschappij/ Beheer en Onderhoud
Programma 3 Wonen en Economie De kwaliteit van onze leefomgeving waarborgen is belangrijk in onze Toekomstvisie, naast ook het versterken van de economie door meer samenwerking op basis van een gemeenschappelijke agenda. Dit komt aan de orde in programma 3. In programma Wonen wordt gezorgd voor het kwalitatief hoogwaardige woonklimaat door de ontwikkeling van nieuwe woongebieden als NieuwRhijngeest in lijn met onze woonvisie en volkshuisvestingsopgave. Behoud van de kwaliteit van de leefomgeving met zorg voor de cultuur-historische waarde is eveneens onderdeel van Wonen Samen met lokale en regionale partners werken wij aan onze economische agenda, dorpsmarketing als instrument voor het aantrekken van ondernemers en het verbeteren van onze dienstverlening aan de ondernemers. Binnen dit programma geven wij invulling aan ons grondbeleid en zijn wij met de gemeenschap in gesprek over ons maatschappelijk vastgoed. Programmadoelstelling De inwoners en ondernemers van Oegstgeest een aantrekkelijker woon- en werkklimaat bieden.
Beleidsthema Wonen Product Wonen Resultaat: ■ Waarborgen kwaliteit van de leefomgeving met aandacht voor de cultuurhistorische waarde. ■ Uitvoeren Woonvisie 2012-2020 (september 2011). ■ Vergunningverlening, toezicht en handhaving voldoet aan de kwaliteitseisen en uitvoeringsregels integrale uitvoeringsnota.
Inspanningen: ■ Uitvoeren uitvoeringsprogramma Wonen 2012-2014: ■ Prestatieafspraken met woningbouwcorporaties vaststellen. ■ Instellen informatieplatform voor de woningmarkt senioren ■ Vergunningen voor leegstand en tijdelijke verhuur verlenen. ■ Verstrekken van startersleningen volgens verordening Vrom Starterslening februari 2013. ■ Afstemmen en samenwerken met (overheids)partners voor thema's als de regionale woonagenda en het woonruimteverdeelsysteem Product Volkshuisvesting Inspanningen: ■ Ontwikkelen lokaal maatwerk voor het toewijzen van sociale huurwoningen. Product Bouw en Woningtoezicht Inspanningen: ■ Verminderen van de doorlooptijd van een vergunning. ■ Maatregelen Verbeterplan 'kwaliteitscriteria 2.1' uitvoeren. Product Grondexploitaties Inspanningen: ■ Actualiseren en optimaliseren grondexploitatie Nieuw-Rhijngeest. ■ Actualiseren en optimaliseren grondexploitatie Poelgeest. Product Projecten overig Inspanningen: ■ Begeleiden van initiatieven uit de markt of samenleving om het woon- en werkklimaat te versterken. Product Monumentenzorg Inspanningen: ■ Faciliteren initiatieven om (lokaal) erfgoed bekend te maken.
Beleidsthema wonen (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Wonen
46
0
46
134
Volkshuisvesting
65
-1
64
45
Bouw en woningtoezicht
634
-513
121
821
Vastgoedregistratie
122
-8
114
271
16.412
-16.412
0
0
Grondexploitaties
Programmabegroting 2015-2018
27
Beleidsthema wonen (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
118
-59
59
417
Projecten overig Monumentenzorg Totaal
36
0
36
69
17.434
-16.993
440
1.758
Beleidsthema Economie Product Economische ontwikkeling Resultaat: ■ Gemeente en ondernemers werken meer samen aan een gemeenschappelijke agenda voor werkgelegenheid en evenementen. ■ Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor alle ondernemers in Oegstgeest. ■ Een bijdrage aan het regionale vestigingsklimaat. ■ Behouden van de weekmarkt. ■ Het gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed is onderhouden op basiskwaliteitsniveau (veilig, sober en doelmatig = 6-). Actualiseren MOP's met ingang van 2015 naar Groene MOP's.
Inspanningen: ■ Uitvoeren lokale economische agenda met de thema's ontmoetingen, dienstverlening, Oegstgeester beleving & evenementen en bedrijventerreinen. ■ Uitvoeren activiteiten: ondernemersfonds, dorpsmarketing, verbeteren dienstverlening en versterken economische positie. ■ Deelname aan Bio Science Park om ontwikkelen locatie Oegstgeest te stimuleren. ■ Deelname aan Economie071. ■ Afstemming en samenwerking met (overheids)partners. Product Markt Inspanningen: ■ Faciliteren kostendekkende weekmarkt. Product Grondbeleid en transacties Inspanningen: ■ In 2015 wordt het illegaal grondgebruik verder verminderd door verkoop of ontruiming. Product Beheer gemeentelijk vastgoed Inspanningen: ■ Onderhouden gemeentelijk vastgoed (brandweerkazerne, molen, voormalige dienstwoningen, Carp-gebouw). ■ Onderhouden maatschappelijk vastgoed (schoolgebouwen, multifunctionele gebouwen, sporthal, gymzalen, beeldende kunstwerken, zwembad, kleed- en doucheruimten). ■ Afstoten overbodige gebouwen behorend tot het overig gemeentelijk vastgoed. ■ Dorpsgesprek voeren over maatschappelijk vastgoed en het terugbrengen van eventuele overcapaciteit. ■ Actualiseren MOP's voor vastgoed (zie paragraaf kapitaalgoederen).
Beleidsthema economie (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Economische ontwikkeling
117
-4
113
283
Markt
53
-46
6
5
Grondbeleid en transacties
46
-26
20
-58
Beheer gemeentelijk vastgoed
180
-95
84
-82
Totaal
395
-172
224
147
Financiën Meerjarenoverzicht 3 WONEN EN ECONOMIE (bedragen x € 1.000) Beleidsthema wonen
Rekening 2013
28
Gemeente Oegstgeest
Begroting 2015
Meerjarenraming 2016
2017
2018
Lasten
10.611
20.234
17.434
18.317
16.706
16.706
Baten
-10.315
-18.477
-16.993
-17.904
-16.314
-16.314
296
1.758
440
413
392
392
Lasten
439
585
395
293
342
341
Baten
-303
-438
-172
-172
-172
-172
Saldo Beleidsthema economie
Begroting 2014
3 WONEN EN ECONOMIE (bedragen x € 1.000) Saldo Programma
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
136
147
224
Meerjarenraming 2016
2017
2018
121
171
170
Lasten
11.050
20.820
17.829
18.611
17.048
17.047
Baten
-10.618
-18.914
-17.165
-18.076
-16.486
-16.486
431
1.905
664
535
563
561
Toevoeging
3.716
274
26
26
26
26
Onttrekking
-2.209
-275
-278
-137
-93
-33
Mutaties reserves
1.508
-1
-252
-111
-68
-7
Resultaat
1.939
1.904
412
424
495
554
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Toevoeging
0
205
0
0
0
0
Onttrekking
-200
-275
0
0
0
0
Saldo van baten en lasten Reserves
Verekening met de reserves VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 3 (bedragen x € 1.000) Algemene reserve prog 3
Saldo Reserve sociale woningbouw
-200
-70
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-6
0
0
0
0
0
-6
0
0
0
0
0
Toevoeging
200
0
0
0
0
0
Onttrekking
-200
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.475
0
0
0
0
0
Saldo Egalisatiereserve WABO
Saldo Risicoreserve grondexploitaties
Toevoeging Onttrekking
0
0
-278
-137
-93
-33
3.475
0
-278
-137
-93
-33
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-1.800
0
0
0
0
0
-1.800
0
0
0
0
0
Toevoeging
41
69
26
26
26
26
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
Saldo Res Inv. Strategie Holland Rijnland
Saldo Reserve groenvoorziening
Saldo Reserve Boerhaveplein
Saldo VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 3
41
69
26
26
26
26
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-2
0
0
0
0
0
-2
0
0
0
0
0
1.508
-1
-252
-111
-68
-7
Programmabegroting 2015-2018
29
4.1.4 Programma 4 Sociale Infrastructuur Beleidsthema
Portefeuillehouder
Afdeling
Veiligheid
J.B. Waaijer
Bestuur en Strategie
Sociale Zaken, Welzijn en Zorg
J.J.G.M. Roeffen / M.A. den Boer
Maatschappij
Jeugd en Onderwijs
J.J.G.M. Roeffen / M.A. den Boer
Maatschappij
Kunst en Cultuur en Sport
J.J.G.M. Roeffen / M.A. den Boer
Maatschappij
Programma 4 Sociale Infrastructuur Doel van het programma Sociale Infrastructuur is dat bewoners van Oegstgeest een veiliger woon-, werk en leefomgeving ervaren; hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid wordt vergroot; dat zij gebruik kunnen maken van goede jeugd- en onderwijsvoorzieningen en dat er een gevarieerd aanbod is aan kunst, cultuur en sport. Om dit te bereiken worden veel verschillende activiteiten ingezet van zowel de gemeente als van instellingen. De gemeente stimuleert en faciliteert datgene wat bewoners en instellingen zelf doen op het gebied van veiligheid, zorg en ondersteuning, welzijn, sport en cultuur. Een forse opgave zijn de drie decentralisaties. Om deze op een goede manier en binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten uit te kunnen voeren, moet het preventieve veld van zorg en ondersteuning op orde zijn. Preventie maakt het mogelijk om het beroep op zwaardere zorg en ondersteuning geleidelijk te verminderen, maar wel te kunnen blijven bieden aan mensen die dat echt nodig hebben. In 2014 is er hard gewerkt aan de voorbereiding van de uitvoering van de drie decentralisaties. In 2015 is de transitie een feit en starten wij met het vormgeven van de transformatie. (zie ook 4.2.8). Programmadoelstelling Een veiliger woon-, werk- en leefomgeving met een hoge participatiegraad.
Beleidsthema Veiligheid Product integrale veiligheid Resultaat: ■ Een veiligere woon, werk- en leefomgeving. ■ Crisisbeheersing en rampenbestrijdingstaken zijn op orde.
Inspanningen: ■ Uitvoering van de acties Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid 2015 op basis van de prioriteitsstelling 2015-2018. ■ Opstellen van het Uitvoeringsplan IV 2016. ■ Uitvoering van het Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014-2016, zoals het organiseren van weerbaarheidstrainingen en geven van voorlichting op scholen; het aanpakken van jeugdproblematiek in overleg met scholen, sportverenigingen en commerciële instellingen en het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid ouders en sportverenigingen. Product openbare orde en veiligheid Inspanningen: ■ Adviseren over en ondersteunen van het bestuur op het gebied van openbare orde en veiligheid zoals brandweerzorg, inzet van juridische instrumenten, toezicht en handhaving, HALTafdoeningen en opvang zwerfdieren. ■ Advisering en ondersteuning in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen. ■ Reguliere overleggen met veiliigheidspartners zoals politie, brandweer en GHOR. Product Brandweer Inspanningen: ■ Advisering en ondersteuning van het bestuur ten aanzien van de crisisbeheersings- en rampenbestrijdingstaken. ■ Advisering, ondersteuning en inrichting van de organisatie ten aanzien van de crisisbeheersings- en rampenbestrijdingstaken. ■ Vorm geven aan de samenwerking binnen de veiligheidsregio en de Leidse regio, waaronder invulling geven aan de rol van Officier van Dienst Bevolkingszorg en Informatiecoördinator Bevolkingszorg. ■ Geven van opleidingen en trainingen en het organiseren van oefeningen in het kader van crisisbeheersings- en rampenbestrijdingstaken. ■ Lokaal en regionaal uitwerken van de nieuwe visie op crisisbeheersing zoals neergelegd in het rapport 'Bevolkingszorg op orde'.
Beleidsthema veiligheid (bedragen x € 1.000) Integrale veiligheid Openbare Orde en veiligheid
30
Gemeente Oegstgeest
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
56
0
56
76
264
-7
256
372
Beleidsthema veiligheid (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Brandweer
1.188
-93
1.096
1.070
Totaal
1.508
-100
1.408
1.518
Beleidsthema sociale zaken, welzijn en zorg Product inkomen algemeen Resultaat: ■ De preventieve instrumenten voor het bieden van zorg en ondersteuning zijn op orde.
Inspanningen: ■ Uitvoeren wettelijke taken inkomensondersteuning. ■ Mensen met een hoge zorgvraag en een laag inkomen compenseren. ■ Uitvoeren van wettelijke taken schuldhulpverlening met bijzondere aandacht voor zzp-ers. Product Werk Inspanningen: ■ Het bieden van reintegratietrajecten aan uitkeringsgerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt. ■ Regionaal of subregionaal uitvoering geven aan eenduidige en uniforme werkgeversbenadering. ■ Stimuleren van maatschappelijk nuttige activiteiten onder uitkeringsgerechtigden. ■ Aantal Wsw-gerechtigden terugdringen op basis van taakstelling. Product Wmo Inspanningen: ■ Uitvoeren acties uit de nota volksgezondheid uitvoeren. ■ Realiseren woningaanpassingen. ■ Realiseren vervoersvoorzieningen. ■ Zorgen dat inwoners hulp bij de huishouding krijgen. ■ Uitvoeren acties beleidsnota vrijwilligerswerk/ mantelzorgondersteuning. ■ Uitvoeren activiteiten op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. ■ Uitvoeren acties beleidsnota seniorenbeleid. Product Volksgezondheid Inspanningen: ■ Uitvoeren(wettelijke) taken volksgezondheid (infectieziekte bestrijding, steunpunt huiselijk geweld, epidemiologisch onderzoek). ■ Realiseren adequate opvang en begeleiding voor vluchtelingen. ■ Uitvoeren wettelijke en aanvullende taken op het gebied van preventieve jeugdgezondheidszorg. Product Welzijn Inspanningen: ■ Uitvoeren acties beleidsnota seniorenbeleid.
Beleidsthema soc.zaken,welzijn en zorg (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Inkomen algemeen
5.731
-4.659
1.072
1.484
Werk
2.996
-1.422
1.575
487
WMO
6.235
-1.938
4.296
2.525
Volksgezondheid
1.062
-64
998
984
588
-25
563
777
16.613
-8.108
8.504
6.257
Welzijn Totaal
Programmabegroting 2015-2018
31
Beleidsthema jeugd en onderwijs Product jeugd Resutaat: ■ Goede voorzieningen op het gebied van jeugdpreventie, jeugdparticipatie, onderwijs, kinderopvang en vrijetijdsbesteding, waardoor kinderen gezond en veilig opgroeien, hun steentje bijdragen aan de maatschappij, plezier hebben en goed voorbereid zijn op de toekomst .
Inspanningen: ■ Uitvoeren onderhoud speelvoorzieningen conform het Attractiebesluit. Product jeugd algemeen Inspanningen ■ Uitvoeren preventief jeugdbeleid zoals vastgesteld in de beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011-2015 'Jeugd in Oegstgeest'. ■ Herzien van preventief jeugdbeleid en daarmee beter laten aansluiten op de transitie en transformatie van de jeugdzorg. ■ Zorg dragen voor voldoende laagdrempelig en divers aanbod voor opvoed- en opgroeiondersteuning vanuit het CJG, dat aansluit bij de behoeften van de doelgroepen. (deze valt financieel onder het beleidsthema Volksgezondheid). ■ Transitie Jeugdzorg realiseren met de uitvoering van het beleidsplan Jeugdhulp 'Hart voor de Jeugd'. Product kinderopvang en peuterspeelzalen Inspanningen: ■ Toezien op de kwaliteit van de kinderopvang en indien nodig handhavend optreden. Product onderwijs algemeen Inspanningen: ■ Actief volgen en bespreken van doorverwijzing en begeleiding van jonge kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte met diverse lokale partners (CJG, SKO/VVE, scholen etc.). ■ Het toekennen van bijdragen in het kader van het bestrijden van onderwijsachterstanden voor VVE-plaatsen. ■ Bijdragen aan de kwaliteit van het basisonderwijs en de leerlingenzorg door subsidiëring van schoolbegeleiding en vakonderwijs. ■ Bespreken en aanpakken van bovengemiddeld verzuim en schooluitval na rapportage van het Regionaal Bureau Leerplicht. ■ Overdragen van het groot onderhoud van de schoolgebouwen aan de besturen in het basis- en speciaal onderwijs. Product openbaar onderwijs Inspanningen: ■ Toezicht houden op de financiële continuïteit, toegankelijkheid en kwaliteit van het openbaar onderwijs. ■ Verzekeren van schoolgebouwen en het vergoeden van OZB aan het OPOO. Product bijzonder onderwijs Inspanningen: ■
Verzekeren van schoolgebouwen en vergoeden van de OZB aan de schoolbesturen.
Product speciaal onderwijs Inspanningen: ■ ■ ■
Besluiten op basis van een lange-termijn visie over de huisvesting van het voortgezet speciaal onderwijs van de Leo Kannerschool. Vergoeden van de huisvestingslasten onderwijs voor leerlingen die in Curium onderwijs ontvangen. Verzekeren van schoolgebouwen en vergoeden van de OZB aan het schoolbestuur van de Leo Kannerschool.
Product voortgezet onderwijs Inspanningen: ■
32
Gemeente Oegstgeest
Verzekeren van schoolgebouwen en vergoeden van de OZB aan de schoolbesturen.
Beleidsthema jeugd en onderwijs (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
17
0
17
18
4.862
-2
4.860
594
222
-201
22
-22
Onderwijs algemeen
1.020
-156
864
1.105
Openbaar onderwijs
463
-3
459
632
Bijzonder onderwijs
819
-14
804
619
Speciaal onderwijs
515
0
515
623
Voortgezet onderwijs
497
0
497
485
8.416
-377
8.039
4.054
Jeugd Jeugd algemeen Kinderopvang en peuterspeelzalen
Totaal
Beleidsthema kunst, cultuur en sport Product kunst en cultuur Resultaat: ■ Een gevarieerd aanbod van cuturele- en sportvoorzieningen waaraan veel inwoners deelnemen.
Inspanningen: ■ Ondersteunen van initiatieven op het gebied van klankbord, advies en ontmoeting op cultureel gebied door inwoners van Oegstgeest ■ Subsidiëren van culturele basisvoorzieningen en incidentele projecten ■ Maken van nieuwe prestatieafspraken met de bibliotheek voor het nieuwe stelsel 2015. ■ Deelnemen aan de regionale ontwikkelingen in het kader van de rijksregeling 'Cultuureducatie met kwaliteit' voor het onderwijs. ■ Partner zijn in de organisatie van het Open Monumenten en Osger Weekend. Product sport algemeen Inspanningen: ■ Opstellen van een nieuwe sportnota waarbij de roadmap sport mede de basis vormt. Een onderdeel van de sportnota is zelfbeheer en zelfwerkzaamheid van sportverenigingen. De sportnota komt mede tot stand door inzet dorpsgesprek. ■ Faciliteren van sportaccommodaties waaronder de sporthal. ■ Bijdragen aan sportstimulering en faciliteren nieuwe initiatieven op het gebied van sport, onderwijs en welzijn. ■ Ondersteunen van sportverenigingen en hen helpen verbindingen te leggen met lokale maatschappelijk organisaties. Product buitensport Inspanningen: ■ Realiseren van kunstgras op het hoofdveld van VV Oegstgeest. ■ Participeren in het initiatief van de Voskuylgebruikers om te komen tot een toekomstplan voor het sportpark. Product zwembad Inspanningen: ■ Besluiten over toekomst zwembad Poelmeer. Product Sporthal Inspanningen: ■
Beleidsthema kunst, cultuur en sport (bedragen x € 1.000)
Faciliteren van het gebruik van de sporthal.
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
1.024
0
1.024
1.013
Sport algemeen
562
-1
561
606
Buitensport
326
-116
209
563
Zwembad
541
-129
412
377
Sporthal
321
-210
112
-47
2.774
-457
2.318
2.512
Kunst en Cultuur
Totaal
Programmabegroting 2015-2018
33
Financiën Meerjarenoverzicht 4 SOCIALE INFRASTRUCTUUR (bedragen x € 1.000) Beleidsthema veiligheid
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
1.443
1.618
-95
-100
1.349 Lasten Baten
2016
2017
2018
1.508
1.508
1.492
1.492
-100
-100
-100
-100
1.518
1.408
1.408
1.392
1.392
11.185
11.968
16.613
16.499
16.098
16.116
-5.279
-5.711
-8.108
-8.155
-7.913
-7.913
5.906
6.257
8.504
8.344
8.185
8.203
Lasten
4.307
4.276
8.416
8.224
8.115
8.080
Baten
-250
-221
-377
-377
-377
-377
Lasten Baten
Saldo Beleidsthema soc.zaken,welzijn en zorg
Saldo Beleidsthema jeugd en onderwijs
Saldo Beleidsthema kunst, cultuur en sport
4.057
4.054
8.039
7.848
7.738
7.703
Lasten
2.726
2.960
2.774
2.808
2.803
2.761
Baten
-486
-448
-457
-477
-477
-477
2.240
2.512
2.318
2.331
2.326
2.284
Lasten
19.661
20.822
29.310
29.039
28.508
28.449
Baten
-6.110
-6.481
-9.042
-9.109
-8.867
-8.867
13.552
14.341
20.269
19.930
19.641
19.583
Saldo Programma
Saldo van baten en lasten Reserves
Meerjarenraming
Toevoeging
143
257
0
0
0
0
Onttrekking
-370
-121
-41
-41
0
-75
-227
136
-41
-41
0
-75
13.325
14.476
20.227
19.888
19.641
19.507
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Toevoeging
56
0
0
0
0
0
Onttrekking
-228
-80
0
0
0
0
-172
-80
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-56
0
0
0
0
0
-56
0
0
0
0
0
Toevoeging
87
257
0
0
0
0
Onttrekking
-41
0
0
0
0
0
46
257
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-45
-41
-41
-41
0
-75
-45
-41
-41
-41
0
-75
-227
136
-41
-41
0
-75
Mutaties reserves Resultaat
Verekening met de reserves VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 4 (bedragen x € 1.000) Algemene reserve prog 4
Saldo Reserve kunstaankopen
Saldo Onderhoud Zwembad
Saldo Reserve WMO levensloopbestendig bouwen
Saldo VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 4
34
Gemeente Oegstgeest
4.1.5 Programma 5 Bestuur Beleidsthema's
Portefeuillehouder
Afdeling
Bestuur
J. B. Waaijer /J.J.G.M. Roeffen
Bestuur en Strategie
Bestuursondersteuning
J. B. Waaijer
Bestuur en Strategie
Dekkingsmiddelen
M.A. den Boer
Bedrijfsondersteuning
Publiekszaken
J. B. Waaijer
Maatschappij
Programma 5 bestuur Centraal in programma 5 staat. de Toekomstvisie 2020; wij willen werken aan een toekomstgerichte en duurzame samenleving en organisatie. Om de bestuurlijke rol optimaal te kunnen vervullen, moet de dienstverlening aan het bestuur (gemeenteraad en college) op orde zijn. De inzet is efficiënte en transparante besluitvorming. De samenwerking binnen de regio en het sturen op Verbonden Partijen krijgt ook binnen dit programma vorm. Duurzaamheid staat hoog op de agenda. Zo is duurzaamheid een uitgangspunt bij onder andere de verhuizing van de gemeentelijke organisatie en wordt gewerkt aan het invoeren van een duurzaamheidprestatiemeter. Ook de dienstverlening aan de inwoners, instellingen en bedrijven moet op orde zijn. Wij werken daaraan onder andere door de visie op Dienstverlening verder uit te werken en in verschillende deelprojecten wordt de dienstverlening stap voor stap naar een hoger niveau gebracht. Dit resulteert in een vriendelijke, betrouwbare, transparante, effectieve en efficiënte dienstverlening. Standaardproducten en -diensten leveren wij snel en van goede kwaliteit. Wij luisteren goed naar de klant en zijn creatief in de uitvoering. Daarom is onze dienstverlening digitaal als het kan en fysiek waar dat moet. Voor maatwerkproducten en -diensten benutten wij potentieel, leggen wij verbindingen en zijn wij op een duurzame manier meewerkkracht. Ook op dat vlak handelen we dus conform de Toekomstvisie 2020. Wij verlenen onze diensten met onze hele organisatie en daar waar mogelijk in samenwerking met andere gemeenten. Programmadoelstelling Een betere ondersteuning van het gemeentelijk bestuur. Een toekomstgerichte en duurzame gemeente. Betere kwaliteit van de dienstverlening.
Beleidsthema bestuur Product bestuursorganen Resultaat: ■ Een verbeterde 'bestuurlijke dienstverlening'. ■ Goed dagelijks bestuur gemeente ■ Een organisatie met oog voor duurzaamheid. ■ Een organisatie met oog voor de Toekomstvisie.
Inspanningen: ■ Uitvoeren van het interne project 'verbeteren bestuurlijke dienstverlening' met onder andere inrichten processen, doorontwikkelen 'bestuurlijke planner' en kwaliteit bestuursstukken. ■ Leveren van administratieve ondersteuning. ■ Adviseren en ondersteunen over verbonden partijen. Product toekomstvisie Inspanningen: ■ Actualiseren en uitvoeren/aanjagen uitvoeringsprogramma Toekomstvisie. Product intergemeentelijke samenwerking Inspanningen: ■ Advisering en ondersteuning van het bestuur ten aanzien van regionale thema's en onderwerpen. Product duurzaamheid Inspanningen: ■ Actualiseren en uitvoeren/aanjagen uitvoeringsprogramma Duurzaamheid.
Beleidsthema bestuur (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Bestuursorganen
825
0
825
687
Toekomstvisie
171
0
171
230
Intergemeentelijke samenwerking
292
0
292
389
12
-2
10
46
1.300
-2
1.298
1.352
Duurzaamheid Totaal
Programmabegroting 2015-2018
35
Beleidsthema bestuursondersteuning Product bestuursondersteuning Resultaat: ■ Adequate advisering en ondersteuning van het bestuur (raad en college)
Inspanningen: ■ Leveren van administratieve ondersteuning aan het bestuur. Product griffie Inspanningen: ■ Tienpuntenplan: implementeren nieuw besturingsmodel. ■ Afsluiten nieuw contract met bestaande of nieuwe accountant. ■ Doorontwikkelen online archief raadsstukken. ■ Doorontwikkelen webcasting openbare vergaderingen.
Beleidsthema bestuursondersteuning (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Bestuursondersteuning
169
0
169
120
Griffie
368
0
368
396
Totaal
537
0
537
516
Beleidsthema dekkingsmiddelen Product algemene uitkering Resutaat: ■ Een pakket van baten dat leidt tot een structureel en reëel sluitende begroting ■ Een woonlastenniveau dat aansluit bij de ambities en het voorzieningenniveau van de gemeente
Inspanningen: ■ Tijdige, juiste en volledige verwerking van de wijzigingen in de algemene uitkering aan de hand van de mei- en septembercirculaire van het Rijk. Product dividend Inspanningen: ■ Onderbouwde verwerking in de begroting van de dividenduitkeringen door Nuon, Alliander en Dunea. Product saldo financieringsfunctie Inspanningen: Uitvoering van de afspraken over vereenvoudiging van de kostenverdeelstaat: ■ Een maximum aan directe doorbelastingen vanuit afdelingskostenplaatsen naar de exploitatie. ■ Een minimum van doorbelastingen vanuit de afdelingskostenplaatsen naar investeringen. ■ Het afschaffen van doorbelastingen tussen kostenplaatsen onderling. ■ Een zo laag mogelijk saldo op de kostenplaatsen. Product financiële aangelegenheden Inspanningen: ■ Geen inspanningen. Dit 'product' wordt gebruikt voor de verwerking van administratieve mutaties. Product lokale heffingen Inspanningen: ■ Het in de begroting vastgestelde opbrengstenbeleid vertalen naar gerealiseerde opbrengsten. Product overige dekkingsmiddelen Inspanningen: ■ Beheersen en transparant houden van het renteresultaat.
Beleidsthema dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
0
-24.065
-24.065
-17.738
18
-571
-553
-477
Saldo financieringsfunctie
11
0
11
408
Financiële aangelegenheden inv.
16
0
16
71
Lokale heffingen
434
-6.533
-6.100
-6.087
Overige dekkingsmiddelen
-24
-1.048
-1.072
-1.315
Algemene uitkering Dividend
36
Gemeente Oegstgeest
Beleidsthema dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
454
-32.217
-31.763
-25.138
Totaal
Beleidsthema publiekszaken Product dienstverlening Resultaat: ■ Verbeterde dienstverlening met kortere wachttijden ■ uitgebreidere digitale dienstverlening ■ duidelijke servicenormen ■ betere afhandeling eerstelijns klantvragen. ■ goed proces verkiezingen
Inspanningen: ■ Uitvoeren implementatie Visie op Dienstverlening, met als deelprojecten. ■ 100% werken op afspraak. ■ Doorontwikkelen website. ■ Invoeren servicenormen. ■ Implementatie kennisbank KCC. ■ Invoeren klant contact systeem. ■ Implementatie klachten en meldingensysteem. Product publiekscontacten/burgerzaken Inspanningen: ■ Investering in de deskundigheid van klantcontact-medewerkers. ■ Het juist, volledig en op tijd:uitvoeren van de basisregistratie personen. ■ Tijdig en correct afhandelen burgerzaken (zoals bevolkingsadministratie, reisdocumenten, rijbewijzen en dergelijke). ■ Organiseren van de Provinciale Staten verkiezingen. ■ Organiseren van de waterschapsverkiezingen.
Beleidsthema Publiekszaken (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
302
0
302
361
Publiekscontacten/Burgerzaken
1.142
-471
672
769
Totaal
1.445
-471
974
1.130
Dienstverlening
Financiën Meerjarenoverzicht 5 BESTUUR (bedragen x € 1.000) Beleidsthema bestuur
Lasten Baten
Saldo Beleidsthema bestuursondersteuning
Lasten Baten
Saldo Beleidsthema dekkingsmiddelen
Lasten Baten
Saldo Beleidsthema Publiekszaken
Begroting 2015
1.675
1.352
-17
0
1.658
Meerjarenraming 2016
2017
2018
1.300
1.310
1.283
1.312
-2
-2
-2
0
1.352
1.298
1.309
1.282
1.312
511
516
537
532
506
506
0
0
0
0
0
0
511
516
537
532
506
506
402
1.243
454
383
129
129
-27.177
-26.381
-32.217
-32.120
-31.779
-31.466
-26.775
-25.138
-31.763
-31.737
-31.650
-31.337
1.552
1.634
1.445
1.335
1.279
1.257
Baten
-416
-505
-471
-471
-471
-471
1.136
1.130
974
865
808
787
4.141
4.745
3.735
3.560
3.197
3.204
-27.610
-26.886
-32.689
-32.592
-32.252
-31.937
-23.470
-22.140
-28.954
-29.031
-29.054
-28.733
Lasten Baten
Saldo van baten en lasten Reserves
Begroting 2014
Lasten
Saldo Programma
Rekening 2013
Toevoeging
200
715
355
115
115
115
Onttrekking
-719
-281
-93
-90
94
125
Programmabegroting 2015-2018
37
5 BESTUUR (bedragen x € 1.000) Mutaties reserves Resultaat
38
Gemeente Oegstgeest
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
-519
434
-23.989
-21.706
Meerjarenraming 2016
2017
2018
262
25
209
240
-28.692
-29.007
-28.845
-28.493
Verekening met de reserves VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 5 (bedragen x € 1.000) Res Inv. Strategie Holland Rijnland
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Toevoeging
0
115
115
115
115
115
Onttrekking
-401
0
32
64
94
125
Saldo Reserve Regionale Ontwikkeling
-401
115
147
178
209
240
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-313
-225
-125
-4
0
0
-313
-225
-125
-4
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-5
-55
0
0
0
0
-5
-55
0
0
0
0
200
600
240
0
0
0
Saldo Reserve Uitvoering Visienota
Saldo Behoedzaamheidsreserve
Toevoeging Onttrekking
Saldo VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 5
0
0
0
-150
0
0
200
600
240
-150
0
0
-519
434
262
25
209
240
Programmabegroting 2015-2018
39
4.1.6 Programma 6 Bedrijfsvoering Beleidsthema
Portefeuillehouder
Afdeling
Directie en Control
J.B. Waaijer / M.A. den Boer
Directie / Bedrijfsondersteuning
Bedrijfsondersteuning
M.A. den Boer
Bedrijfsondersteuning
Programma 6 bedrijfsvoering De bedrijfsvoering richt zich op de manier waarop de primaire processen in de gemeente worden georganiseerd en aangestuurd. Dit wordt toegelicht in programma 6. De organisatie (structuur, werkwijze en cultuur) is nadrukkelijk onderwerp van verandering. Een nieuwe directie en een nieuw MT zijn in maart 2014 gestart met het vormgeven en uitvoeren van de veranderopgaven. Deze opgave is ondergebracht in een organisatieontwikkelingsprogramma onder de naam Oegstgeest gaat verder. In 2017 is dit programma afgerond. Dan is de dienstverlening verbeterd en de organisatie procesgestuurd, efficiënter, goedkoper en in control. Ook de ondersteuningstaak is in het programma Bedrijfsvoering ondergebracht. Bedrijfsvoeringstaken – financiën, HRM, juridische zaken, inkoop en ICT – zijn in 2012 ondergebracht bij het Servicepunt 71, een organisatie die is nog in ontwikkeling is. De afstemming en samenwerking wordt in de komende jaren verder geoptimaliseerd. Ook communicatie is ondergebracht in dit programma. Hoe ga je om het de informatievoorziening aan je inwoners en hoe betrek je ze bij het ontwikkelen van beleid zijn hier centrale thema’s. Dit sluit aan bij uitgangspunten zoals geformuleerd in de coalitie-agenda; dorpsgesprekken, de website als visitekaartje en meer (digitale) mogelijkheden voor participatie. Dit krijgt in 2015 verder vorm. Programmadoelstelling De basis is op orde; Oegsgeest heeft een bedrijfsvoering met een solide en goed functionerende basis. De organisatie is toegerust op de toekomst.
Beleidsthema directie en control Product directie Resultaat: ■ De organisatie is procesgestuurd met integrale afstemming en aansturing tussen projecten. ■ Risicomanagement is ingevoerd. ■ Geoptimaliseerde financiële regelingen en verordeningen.
Inspanningen: ■ Uitvoering geven aan de opdrachten uit het kaderstellend ontwerp, de strategische visie en de ambities voor de organisatie. Product control Inspanningen: ■ Utvoering geven aan het Verbeterplan Financiële Sturing. ■ Start werkzaamheden met regionale auditpool en (doen) uitvoeren van één bijbehorend college-onderzoek (Gw 213a). ■ Opstellen normenkader 2015, algemeen Interne Controleplan 2015 en uitvoeren verbijzonderde interne controles. ■ Monitoren van de follow up van accountantscontrole, Verbijzonderde Interne Controles en college-onderzoek (Gw 213a). Product 'Oegstgeest gaat verder' ■
Beleidsthema Directie & Control (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
Directie
639
0
639
0
Control
213
0
213
471
Oegstgeest gaat verder
266
0
266
0
1.118
0
1.118
471
Totaal
40
Uitvoeren van het programma organisatieontwikkeling; Oegsgeest gaat verder, met als projecten de visie op dienstverlening, het op orde brengen van bedrijfskritische primaire processen, het implementeren van zaakgericht werken, het verbeteren van de financiële sturing en de bestuurlijke ondersteuning, vorm geven aan het proces omgevingsvergunning en de basis op orde brengen.
Gemeente Oegstgeest
Beleidsthema bedrijfsondersteuning Product juridische dienstverlening Resultaat: ■ Verbeterde juridische kwaliteit van besluitvorming. ■ Geactualiseerd communicatie- en participatiekader. ■ Transitie naar procesgeoriënteerde organisatie. ■ Gemeentebreed onsluiten en gebruik van basisregistraties. ■ Oegstgeest voldoet aan de landelijke i-NUP verplichtingen. ■ Gegevens en processen zijn afgestemd binnen de informatiearchitectuur en procesketens zijn ingericht. ■ Een digitaal en toegankelijk archief. ■ De PenC-cyclus draagt bij aan de verbetering van de financiële sturing. ■ Passende huisvesting gemeentelijke organisatie.
Inspanningen: ■ Uitvoering project juridische kwaliteitszorg Product communicatie Inspanningen: ■ Uitvoeren communicatiebeleidskader 2015-2018. ■ Opstellen kader publiekparticipatie tijdens beleidsontwikkeling. ■ Ondersteunen bij het ontwikkelen en voeren van dorpsgesprekken. ■ Doorontwikkeling website (met name vormgeving; corporate/ stakeholders). ■ Advieswerkzaamheden voor bestuur en organisatie en faciliteren actuele ontwikkelingen (o.a. 3D, Oegstgeest gaat verder). Product organisatorische ondersteuning Inspanningen: ■ Faciliteren ‘zaakgericht werken’. In 2015 is zaakgericht werken verankerd als procesgerichte werkwijze. ■ Benoemen top 25 in te richten processen binnen zaakgericht werken en hiervan tien tot vijftien processen in procesketens realiseren. ■ Implementeren zaak- en gegevensmagazijn. ■ Realiseren basisregistratie BGT. ■ Kwaliteitsverbetering BAG. ■ In meerjaren fasering digitaliseren van de archieven. In 2015 wordt het bouwarchief gedigitaliseerd. ■ Realisatie 'oprolbare' PenC cyclus (van programmabegroting naar afdelingsplan). Product gemeentelijke huisvesting Inspanningen: ■ Onderhouden gemeentelijke huisvesting (gemeentehuis en gemeentewerf). ■ Nemen en uitvoeren van een besluit over de toekomst huisvesting van de gemeentelijke organisatie.
Beleidsthema Bedrijfsondersteuning (bedragen x € 1.000)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Begroting 2014
113
0
113
61
Juridische dienstverlening Communicatie Organisatorische ondersteuning Gemeentelijke huisvesting Totaal
355
0
355
212
4.098
0
4.098
1.080
787
-8
779
0
5.353
-8
5.345
1.353
Financiën Meerjarenoverzicht 6 BEDRIJFSVOERING (bedragen x € 1.000) Beleidsthema Directie & Control
Lasten Baten
Saldo Beleidsthema Bedrijfsondersteuning
Lasten Baten
Saldo Programma
Lasten Baten
Saldo van baten en lasten Reserves
Toevoeging
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
1.034
471
-78
Meerjarenraming 2016
2017
2018
1.118
1.418
1.643
1.643
0
0
0
0
0
956
471
1.118
1.418
1.643
1.643
836
1.353
5.353
5.290
5.275
5.228
0
0
-8
-8
-8
-8
836
1.353
5.345
5.283
5.268
5.221
1.870
1.824
6.471
6.709
6.919
6.872
-78
0
-8
-8
-8
-8
1.792
1.824
6.463
6.701
6.911
6.864
792
3.282
428
137
93
33
Programmabegroting 2015-2018
41
6 BEDRIJFSVOERING (bedragen x € 1.000) Onttrekking Mutaties reserves
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
-381
-4.193
-1.055
Meerjarenraming 2016
2017
2018
0
0
0
412
-911
-627
137
93
33
2.203
913
5.836
6.837
7.004
6.897
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Toevoeging
0
700
150
0
0
0
Onttrekking
0
-243
0
0
0
0
0
457
150
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-381
-212
-70
0
0
0
-381
-212
-70
0
0
0
Toevoeging
0
836
0
0
0
0
Onttrekking
0
-2.064
0
0
0
0
0
-1.229
0
0
0
0
Toevoeging
792
1.746
278
137
93
33
Onttrekking
0
-688
0
0
0
0
792
1.058
278
137
93
33
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
-985
-985
0
0
0
0
-985
-985
0
0
0
412
-911
-627
137
93
33
Resultaat
Verekening met de reserves VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 6 (bedragen x € 1.000) Reserve organisatieontwikkeling
Saldo Reserve Uitvoering Visienota
Saldo Algemene reserve prog. 6
Saldo Risicoreserve grondexploitaties
Saldo Behoedzaamheidsreserve
Saldo VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 6
42
Gemeente Oegstgeest
4.2 Paragrafen 4.2.1 Paragraaf Lokale heffingen 1. Overzicht De volgende belastingsoorten worden geheven. Belasting
Omschrijving
Onroerende zaakbelasting (OZB)
Belasting op het eigendom en het gebruik van onroerende zaken.
Rioolheffing
Belasting op het hebben van toegang tot de riolering.
Afvalstoffenheffing
Belasting op de mogelijkheid om afval ter inzameling aan te bieden aan de afvalinzamelingsdienst.
Toeristenbelasting
Belasting op het overnachten in een hotel.
Hondenbelasting
Belasting op het hebben van een hond.
Precariobelasting
Belasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond.
Leges (diversen)
Leges worden ook wel retributies genoemd. Een retributie is een betaling aan de overheid waar een individueel aanwijsbare tegenprestatie van die overheid tegenover staat.
Marktgelden
Belasting voor het innemen van een standplaats op het marktterrein.
2. Beleid algemeen Coalitie-agenda 2014-2018 Het algemene beleid (coalitie-agenda 2014-2018) ten aanzien van lokale heffingen is dat, afhankelijk van het financiële perspectief van de gemeente, jaarlijks wordt bekeken of de inflatiecorrectie op de belastingen geheel of gedeeltelijk achterwege kan blijven. Voor belangrijke voorzieningen in de gemeente, zoals het zwembad, is een bijdrage door middel van de onroerende zaakbelasting mogelijk. De tarieven voor heffingen en leges worden gebaseerd op het uitgangspunt van volledige kostendekkendheid. Eventuele grote wijzigingen worden doorgevoerd door inzet van egalisatiereserves. Beleid in de programmabegroting (en een doorkijk naar het dekkingsplan) De programmabegroting is een uitwerking van de perspectiefnota 2015, waarin onverkort uitvoering is gegeven aan de coalitie-agenda. De perspectiefnota sluit echter met een fors meerjarig tekort. In het dekkingsplan, waarin voorstellen zijn uitgewerkt om te komen tot een sluitende begroting, zijn wel verhogingen van bepaalde heffingen opgenomen. Strict genomen kunnen de gevolgen van het dekkingsplan niet worden opgenomen in de paragraaf lokale heffingen van de programmabegroting. Om uw raad in staat te stellen de merites van het dekkingsplan aan een zorgvuldige weging te onderwerpen, is ervoor gekozen om de programmabegroting toch te voorzien van een doorkijk naar het dekkingsplan. In onderdeel 5 van deze paragraaf is daarom een beeld geschetst van de gevolgen van het dekkingsplan voor de lokale heffingen en de ontwikkeling van de lokale lastendruk. 3. Beleid specifiek per belastingsoort Belastingsoort
Beleid
Onroerende zaakbelasting (OZB)
Voor onroerende zaken die als woning dienen ontvangen alleen eigenaren een aanslag, bij niet-woningen wordt zowel de eigenaar als de gebruiker aangeslagen. De gemeente is vrij in de besteding van de inkomsten uit OZB. Vanwege schommelingen in de grondslag (WOZ-waarde) wordt bij de OZB geen tarievenbeleid, maar een opbrengstenbeleid gevoerd. Eventuele areaalwijzigingen (omvang of inkrimping van de voorraad onroerende zaken) hebben een autonome invloed op de OZB-opbrengsten. Tariefbeleid 2015 In de ontwerp-begroting 2015-2018 blijven de opbrengsten uit OZB in 2015 gelijk. Met ingang van 2016 stijgen de opbrengsten uit OZB structureel met € 300.000.
Programmabegroting 2015-2018
43
Belastingsoort
Beleid
Rioolheffing
Rioolheffing is bedoeld ter dekking van de kosten van de gemeentelijke riolering en de waterzorgtaken. Het beleid voor het tarief is streven naar 100% kostendekkendheid. De basis hiervoor is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2014-2018), waarin een meerjarenkostenoverzicht en een bijbehorende prognose voor de opbrengsten uit rioolheffing is opgenomen. Tariefbeleid 2015 In het GRP 2014-2018 is voor 2015 rekening gehouden met een opbrengstenstijging van een kleine 5%. Deze kan naar verwachting geheel worden gerealiseerd uit een stijging van de inkomsten uit meerverbruik. De tarieven rioolheffing blijven in 2015 dan ook gelijk aan de tarieven van 2014.
Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing is bedoeld ter dekking van de kosten van de afvalinzameling en afvalverwerking. Voor het tarief van de afvalstoffenheffing geldt hetzelfde als voor dat van de rioolheffing: het beleid is gericht op 100% kostendekkendheid. Met ingang van 2014 is in Oegstgeest het containermanagement ingevoerd. Dit betekent dat gebruikers van individuele afvalcontainers kunnen kiezen voor een kleine of grote container voor restafval. Tariefbeleid 2015 Uit de stand ten tijde van de productie van deze ontwerpbegroting (september 2014) blijkt dat containermanagement een succes is en dat veel huishoudens overstappen op een kleinere container. Gevolg hiervan is wel dat de opbrengsten uit afvalstoffenheffing teruglopen (kleine container = lager tarief) en dat dekking van de kosten in gevaar komt. Normaal gesproken zou dit moeten leiden tot een verhoging van het tarief. Toch is dit niet nodig. Reden hiervoor is het inkoopvoordeel dat deels in 2015 en voor de volle omvang in 2016 zal worden gerealiseerd. De tarieven afvalstoffenheffing kunnen in 2015 dan ook gelijk blijven aan de tarieven van 2014.
Toeristenbelasting
Hotelbezoekers betalen een bedrag per overnachting en leveren op die manier een bijdrage aan de bekostiging van de voorzieningen waarvan ze gebruik maken. Tariefbeleid 2015 In deze ontwerpbegroting is vooralsnog sprake van een gelijkblijvend tarief ten opzichte van 2014. In het dekkingsplan volgt een definitief voorstel.
Hondenbelasting
Hondenbelasting is in principe bedoeld ter dekking van de kosten van taken die de aanwezigheid van honden met zich meebrengt. De meest tot de verbeelding sprekende taak hierbij is de opruimen van de uitwerpselen. Overigens kent de hondenbelasting geen kostendekkendheidsbeginsel. Net als bij de OZB kan de gemeente de inkomsten uit hondenbelasting vrij besteden. Tariefbeleid 2015 In deze ontwerpbegroting is voorslasnog sprake van een gelijkblijvend tarief ten opzichte van 2014. In het dekkingsplan volgt een definitief voorstel.
Precariobelasting
Particulieren en bedrijven maken gebruik van openbare grond. Soms heeft het gebruik een tijdelijk karakter (vuilcontainers, bouwketen, steigers, terrassen) en soms een meer blijvend karakter (leidingen, luifels, borden). Voor de diverse soorten van gebruik rekent de gemeente een tarief aan de desbetreffende gebruiker. De gedachte hierachter is dat de gemeente namens de burger het openbaar bezit op een deugdelijke manier beheert en dat er een zekere balans bestaat tussen het gebruik van grond in openbaar en grond in particulier eigendom. Het meest intensieve particuliere gebruik van openbare grond vindt plaats door water-, gas- en elektriciteitsbedrijven die hun product door de grond naar hun klant transporteren. De hoofdmoot van de opbrengst uit precariobelasting komt dan ook uit de precario op leidingen die door gemeentegrond lopen. Tariefbeleid 2015 In deze ontwerpbegroting is voorslasnog sprake van een gelijkblijvend tarief ten opzichte van 2014. In het dekkingsplan volgt een definitief voorstel.
Leges
Tegenover leges staan diensten die door de gemeente worden geleverd. In het tarievenbeleid wordt gestreefd naar 100% dekking van de kosten van deze diensten. Tariefbeleid 2015 In deze ontwerpbegroting is voorslasnog sprake van een gelijkblijvend tarief ten opzichte van 2014. In het dekkingsplan volgt een definitief voorstel.
Marktgelden
De tarieven van de marktgelden vertonen een grote prijselasticiteit. Gaan de tarieven teveel omhoog, dan gaat het aantal bezette standplaatsen omlaag, waardoor de markt onaantrekkelijker wordt voor bezoekers en nieuwe standplaatshouders. Met deze omstandigheid wordt rekening gehouden bij het tariefbeleid. Tariefbeleid 2015 In deze ontwerpbegroting is voorslasnog sprake van een gelijkblijvend tarief ten opzichte van 2014. In het dekkingsplan volgt een definitief voorstel.
3. Geraamde opbrengsten Het beleid resulteert in de onderstaande opbrengsten.
44
Belastingsoort
Specificatie
Opbrengst begroting 2014
Opbrengst begroting 2015
OZB
Woningen
3.319.000
3.319.000
Niet-woningen (eigendom)
784.000
784.000
Gemeente Oegstgeest
verschil
in %
Belastingsoort
Specificatie
Opbrengst begroting 2014
Opbrengst begroting 2015
Niet-woningen (gebruik)
627.000
627.000
Totaal
4.730.000
4.730.000
woningen meerpersoons
1.393.000
1.393.000
woningen éénpersoons
539.000
539.000
niet-woningen
69.000
69.000
meerverbruik
269.000
377.000
Totaal
2.270.000
2.378.000
ééngezinswoningen
1.791.000
1.791.000
Flats
781.000
781.000
Totaal
2.572.000
Toeristenbelasting
Hondenbelasting
Rioolheffing*
Afvalstoffenheffing
Precariobelasting
Leges
verschil
in %
0
0,00%
108.000
4,76%
2.572.000
0
0,00%
88.000
88.000
0
0,00%
94.000
94.000
0
0,00%
Leidingen
1.584.000
1.584.000
Overig
26.000
26.000
Totaal
1.610.000
1.610.000
0
0,00%
Wabo
753.000
753.000
Publiekszaken
471.000
471.000
Totaal
1.224.000
1.224.000
0
0,00%
40.000
40.000
0
0,00%
Marktgelden
* De opbrengstenstijging uit meerverbruik (€ 108.000) leidt niet tot een stijging van het tarief van de rioolheffing
4. Kwijtscheldingsbeleid De gemeente Oegstgeest stelt zich actief op als het gaat om kwijtschelding. Zeker bij een verslechtering van de economie is het belangrijk om de minder draagkrachtigen in de gemeente de mogelijkheid te bieden om kwijtschelding van lokale heffingen aan te vragen. De belastingsoorten waarop kwijtschelding van toepassing is, zijn de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De actieve opstelling van de gemeente bij de kwijtschelding krijgt in eerste instantie vorm bij de verzending van de aanslagbiljetten, waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de kwijtscheldingsmogelijkheid. Naast de mogelijkheid om telefonisch of schriftelijk een kwijtscheldingsformulier aan te vragen, kunnen formulieren ook in het gemeentehuis worden afgehaald. Verder wijzen medewerkers van team Maatschappij hun cliënten nadrukkelijk op de kwijtscheldingsmogelijkheid. Medewerkers van de afdeling zenden op aanvraag een kwijtscheldingsformulier aan hun cliënten toe of verstrekken een exemplaar tijdens een consult. Sinds 1998 wordt aan personen die twee of meer jaar achtereenvolgens kwijtschelding hebben ontvangen, onder voorwaarden, automatisch kwijtschelding verleend.
Programmabegroting 2015-2018
45
5. Lokale lastendruk: programmabegroting Zoals reeds opgemerkt in onderdeel 2, wordt in de (primitieve) programmabegroting uitgegaan van gelijkblijvende lokale lasten. De keuzes die betrekking hebben op wijzigingen in de belastingopbrengsten worden gemaakt in het dekkingsplan. Hoewel het dekkingsplan een op zichzelf staand document is en pas na vaststelling deel uitmaakt van de begroting, wordt in deze paragraaf alvast een doorkijk geboden naar de keuzes zoals die in het dekkingsplan worden gemaakt. In het onderdeel hieronder volgt dan ook een beeld van de ontwikkeling van de lokale lastendruk die deze keuzes tot gevolg hebben. 6a. Doorkijk naar het dekkingsplan In het dekkingsplan wordt voorgesteld om voor de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de marktgelden de nullijn te hanteren. Voor de toeristenbelasting, de precariobelasting, de hondenbelasting en de leges wordt een indexering van 1,25% voorgesteld. De in de perspectiefnota voorgestelde verhoging van de OZB met € 300.000 (ten behoeve van het zwembad) wordt ongedaan gemaakt en vervangen door een verhoging van 18,75%, waardoor de OZB in totaal met 20% stijgt. Cijfermatig ziet dit er als volgt uit: Belastingsoort
Specificatie
Opbrengst begroting 2014
Opbrengst begroting 2015
stijging
Rioolheffing
woningen meerpersoons
1.393.000
1.393.000
0
woningen éénpersoons
539.000
539.000
0
niet-woningen
69.000
69.000
0
meerverbruik
269.000
269.000
0
Totaal
2.270.000
2.270.000
0
ééngezinswoningen
1.791.000
1.791.000
0
Flats
781.000
781.000
0
2.572.000
2.572.000
0
0,00%
Marktgelden
40.000
40.000
0
0,00%
Toeristenbelasting
89.000
90.113
1.113
1,25%
Hondenbelasting
94.500
95.681
1.181
1,25%
Leidingen
1.584.000
1.603.800
19.800
1,25%
Overig
26.000
26.325
325
1,25%
1.610.000
1.630.125
20.125
1,25%
Wabo
753.000
762.413
9.413
1,25%
Publiekszaken
471.000
476.888
5.888
1,25%
1.224.000
1.239.300
15.300
1,25%
Woningen
3.319.000
3.982.800
663.800
Niet-woningen (eigendom)
784.000
940.800
156.800
Niet-woningen (gebruik)
627.000
752.400
125.400
4.730.000
5.676.000
946.000
Afvalstoffenheffing
Precariobelasting
Leges
OZB
46
Gemeente Oegstgeest
in %
0,00%
20,00%
6b. Lokale lastendruk: gevolgen van het dekkingsplan Om een indruk te krijgen van de gevolgen van de voorstellen uit het dekkingsplan voor de lokale lastendruk, wordt hieronder een beeld geschetst van de ontwikkeling van het totaal aan woonlasten voor een gemiddeld huishouden. In voorbeeld 1 wordt uitgegaan van een flat (waarde 175.000) met één bewoner, in voorbeeld 2 van een verhoudingsgewijs kleine eengezinswoning (waarde € 250.000) met een gering afvalaanbod en in voorbeeld 3 van een grotere woning (waarde € 400.000) met een gemiddeld afvalaanbod. Voorbeeld 1
lasten 2014
lasten 2015
stijging
perc
OZB (bij woning € 175.000)
€175,53
€210,63
€35,11
20,00%
afvalstoffenheffing (flat)
€253,89
€253,89
€0,00
0,00%
rioolheffing (éénpersoons)
€171,47
€171,47
€0,00
0,00%
Totaal
€600,89
€635,99
€35,11
5,84%
Voorbeeld 2
lasten 2014
lasten 2015
stijging
perc
OZB (bij woning € 250.000)
€250,75
€300,90
€50,15
20,00%
afvalstoffenheffing ('kleine' container)
€208,60
€208,60
€0,00
0,00%
rioolheffing (meerpersoons)
€214,33
€214,33
€0,00
0,00%
Totaal
€673,68
€723,83
€50,15
7,44%
Voorbeeld 3
lasten 2014
lasten 2015
stijging
perc
OZB (bij woning € 400.000)
€401,20
€481,44
€80,24
20,00%
afvalstoffenheffing ('kleine' container)
€208,60
€208,60
€0,00
0,00%
rioolheffing (meerpersoons)
€214,33
€214,33
€0,00
0,00%
Totaal
€824,13
€904,37
€80,24
9,74%
6c. Gevolgen van het dekkingsplan: regionale vergelijking Een vergelijking met gemeenten in de regio levert onderstaand beeld op. Belangrijk om op te merken is dat de genoemde tarieven van de andere gemeenten betrekking hebben op 2014 (de tarieven voor 2015 waren ten tijde van het opstellen van deze begroting nog niet beschikbaar). Het overzicht laat dus een vergelijking zien tussen de woonlasten 2015 van Oegstgeest en de woonlasten 2014 van gemeenten in de regio (bron: coelo). Woonlasten één persoon
Oeg
Leiden
Wasnr
L’dorp
Voorsch
Katw
bij WOZ 175.000
(2015)
(2014)
(2014)
(2014)
(2014)
(2014)
OZB
€ 210,63
€ 306,78
€ 203,18
€ 289,45
€ 214,38
€ 156,63
Afval
€ 209,00
€ 144,00
€ 304,00
€ 209,00
€ 253,00
€ 214,00
Riool
€ 171,00
€ 65,00
€ 117,00
€ 49,00
€ 206,00
€ 138,00
Totaal
€ 590,63
€ 515,78
€ 624,18
€ 547,45
€ 673,38
€ 508,63
Woonlasten gezin
Oeg
Leiden
Wasnr
L’dorp
Voorsch
Katw
gem NL
bij WOZ 400.000
(2015)
(2014)
(2014)
(2014)
(2014)
(2014)
(2014)
OZB
€ 481,44
€ 701,20
€ 464,40
€ 661,60
€ 490,00
€ 358,00
€ 473,60
Programmabegroting 2015-2018
47
Woonlasten één persoon
Oeg
Leiden
Wasnr
L’dorp
Voorsch
Katw
bij WOZ 175.000
(2015)
(2014)
(2014)
(2014)
(2014)
(2014)
Afval
€ 209,00
€ 270,00
€ 438,00
€ 292,00
€ 312,00
€ 312,00
€ 261,00
Riool
€ 214,00
€ 120,00
€ 201,00
€ 149,00
€ 206,00
€ 138,00
€ 186,00
Totaal
€ 904,44
€ 1.091,20
€ 1.103,40
€ 1.102,60
€ 1.008,00
€ 808,00
€ 920,60
In grafiekvorm levert de regionale vergelijking, bij realisatie van het dekkingsplan, het volgende beeld op:
48
Gemeente Oegstgeest
4.2.2 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1. Inleiding Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken, en alle risico's waarover geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen en afgezet tegen de algemeen geldende weerstandsnorm. Die ratio geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen zonder effecten voor het voorzieningenniveau. Weerstandscapaciteit In theorie bestaat de beschikbare weerstandscapaciteit uit een incidenteel en een structureel deel. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat in principe uit de concernreserve, de bestemmingsreserves, de langlopende voorzieningen, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit. Het is een politieke afweging om te bepalen welke delen van de incidentele en structurele componenten men tot de weerstandscapaciteit wil rekenen. Risicomanagement Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. De gemeente wil risico's die zij loopt zo veel mogelijk beheersen door ze structureel en op systematische wijze te identificeren, prioriteren, analyseren en beoordelen. Door een goed systeem van risicomanagement worden bestuurders en managers in staat gesteld voor risico's, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, passende beheersmaatregelen te nemen. In 2014 is gestart met de implementatie van NARIS, een webbased risicomanagementsysteem . Hierdoor wordt de aanwezige risico-informatie vanuit diverse plaatsen uit de organisatie geclusterd en is het mogelijk risicogestuurd te werken. In 2015 wordt het rendement van NARIS zichtbaar in de PenC-cyclus. 2. Risico's Risico-overzicht De risico's zijn systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Op grond van het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement worden in het onderstaande overzicht alleen de tien grootste risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage, nadat een beheersmaatregel is getroffen, aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit aangevuld met de getroffen beheersmaatregel. Onderaan de tabel is het totaalbedrag voor de overige risico's opgenomen. Risico nr.
Risico
Gevolgen
R36
Nieuw-Rhijngeest (restgrex)
Financieel
R20
Nieuw-Rhijngeest (PPS)
Financieel
R12
Precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven
Financieel
Maatregelen
In voorbereiding. Voor het PPS-gedeelte is een negatief scenario berekend. De gemeente Oegstgeest hanteert voor exploitatieprojecten een dekkingsgraad van 50% van de zich voordoende risico’s, vermenigvuldigd met de kans van optreden. Het af te dekken risico voor Nieuw-Rhijngeest wordt op basis van dit uitgangspunt geschat op € 2,2 mln, bestaande uit 50% van € 4,4 mln in de PPS-gebieden.
Kans
Financieel gevolg
Invloed
50%
6.600.000
33,10%
50%
4.400.000
21,98%
50%
1.581.000
7,94%
Programmabegroting 2015-2018
49
Risico nr.
Risico
Gevolgen
Maatregelen
Kans
Financieel gevolg
R40
Onvoldoende budget om benodigde aanbod voor zorg/onder-steuning te realiseren - 3D algemeen
Financieel
In voorbereiding. ■ Permanente monitoring budget om actie te kunnen ondernemen. ■ Inventariseren aantallen lopende trajecten. ■ Reserve WMO aanleggen. ■ Verschuiving in prioriteiten gemeentebegroting. ■ Kosten-baten op lange termijn onderzoeken. ■ Samenwerking op financieel gebied, spreiding financiële risico's in regio, bijvoorbeeld bij financiële gevolgen incidenten jeugdzorg. ■ Juiste prikkel aan zorgaanbieders geven bij contractering, opdrachten en toetsing / contractbeheer. ■ Bevorderen van participatie en inzet sociaal netwerk. ■ In het regionale risicobudget van € 5 mln is een reservering gemaakt van € 2,5 mln voor PGB jeugdzorg. ■ Verzekeringsmodel regio jeugdzorg.
90%
800.000
7,17%
R41
Gemeente heeft onvoldoende expertise en/of capaciteit - 3D algemeen
Financieel - Nieuwe werkwijzen voor 3D niet gereed per 1 jan 2015. - Gemeente financieel niet in control. - Medewerkers hebben te weinig tijd om nieuwe taken eigen te maken en uit te voeren. - Bedrijfsvoering en organisatie hebben onvoldoende continuïteit.
In voorbereiding. ■ Inhuren specifieke deskundigheid. ■ Kennisdeling organiseren. ■ Scholing interne medewerkers. ■ Samenhang en overlap bepalen. ■ Eigenaarschap beleggen bij lijnmanagement. ■ Verbinding tussen beleid en uitvoering versterken. ■ Vrijmaken van interne capaciteit.
90%
500.000
4,49%
R3
Verbonden partijen
Financieel Het risico is reëel dat regio-organen de voorgenomen ombuigingsmaatregelen niet kunnen realiseren.
In voorbereiding. Naast het verbeterplan SP71 en Lean is het noodzakelijk met SP71 en de deelnemende gemeenten te komen tot gezamenlijke visie en doelen voor de doorontwikkeling, prioritering en temporisering van de uitvoeringskalender. In de uitvoering is nu de afspraak dat elke gemeente deelneemt na een uivoeringsbesluit, wellicht zijn er andere constructies, zoals het conformeren maar later aanhaken door gemeenten die op dat moment de prioriteit elders leggen. Zo stagneert de voortgang van de ontwikkelingen niet.
50%
515.000
2,56%
R6
Algemene uitkering
Financieel
In voorbereiding. Goed overleg met SP71 op de door hen te signaleren ontwikkelingen op dit dossier. Tevens afspreken dat SP71 op dit dossier ook kwalitatief de juiste mensen inzet.
50%
470.000
2,35%
R42
Onvrede onder inwoners over ervaren verschillen in zorg of het niet meer krijgen van zorg, die men eerder wel ontving - 3D algemeen
Financieel Toename ingezonden brieven, beroep- en bezwaarprocedures, mede vanwege recht op bestaand zorgaanbod (transitie).
In voorbereiding. ■ Gerichte en tijdige communicatie over wijzigingen in zorg. ■ Zorgvuldige, gemotiveerde besluitvorming, voorkomt niet de gang naar rechter, wel dat de gemeente werk over moet doen of extra kosten maakt. ■ Inzet van mediaton of second opinion als alternatief voor gang naar rechter.
90%
250.000
2,24%
R18
Poelgeest
Financieel
75%
250.000
2,18%
R26
Ontbreken installatie verantwoordelijke
Financieel
25%
1.000.000
2,06%
Overzicht Risico's
Bedrag
Totaal grote risico's
€ 16.366.000
Overige risico's
50
In voorbereiding. De insteek is om deze taak in 2015 in gezamenlijkheid met SP71-gemeenten of geheel extern te beleggen.
Invloed
Gemeente Oegstgeest
€ 4.593.750
Overzicht Risico's
Bedrag
Totaal alle risico's
€ 20.959.750
Veranderingen in top 10 van risico's De belangrijkste toevoegingen aan de risicoparagraaf zijn de geïdentificeerde risico's met betrekking tot de decentralisatie-operatie. Deze risico's zijn (gedeeltelijk) afgedekt door de herbestemming van de reserve Wmo tot een algemenere bestemming Wmo-decentralisaties. Benodigde weerstandscapaciteit Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 20.959.750 voor alle risico's ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Bij de simulatie is gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Het resultaat is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 8.371.226 het voor 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de meest relevante percentages en de daarmee corresponderende benodigde weerstandscapaciteit. Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Bedrag
50%
€ 4.845.458
60%
€ 5.504.457
70%
€ 6.239.019
80%
€ 7.151.375
85%
€ 7.710.637
90%
€ 8.371.226
95%
€ 9.274.166
3. Beschikbare weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandscapaciteit
Bedrag
Onbenutte belastingscapaciteit (raming 22-09-2014)
2.636.712
Risicoreserve grondexploitatie (per 31-12-2013)
4.267.398
Bestemming resultaat 2013 ten gunste van risicoreserve grondexploitaties
1.058.000
Algemene reserve (per 31-12-2014)
6.978.371
Bestemming resultaat 2013 ten gunste van algemene reserve Reserve Wmo/3D (per 31-12-2014) Bodembedrag Totale weerstandscapaciteit
836.000 1.167.000 - 5.150.000 € 11.793.083
Ten opzichte van de jaarrekening 2013 is de weerstandscapaciteit gestegen. Dit heeft voornamelijk te maken met de bestemming van het resultaat 2013 ten gunste van de algemene reserve en de risicoreserve grondexploitaties. Daarnaast kan de voormalige reserve Wmo worden betrokken in de weerstandscapaciteit. Dit als gevolg van het gedeeltelijk herbestemmen van deze reserve als 'reserve Wmo/decentralisaties'.
Programmabegroting 2015-2018
51
4. Weerstandsvermogen Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. Deze relatie wordt als volgt berekend:
ratio weerstandsvermogen =
beschikbare weerstandscapaciteit benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 11.793.083
= 1,41
€ 8.371.226
De gemeente streeft een weerstandsvermogen na dat tenminste voldoende is. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk is of hoger is dan 1. Op grond van bovenstaande berekening en hij uitgangspunt van een zekerheidspercentage van 90% kan het weerstandsvermogen worden aangemerkt als 'ruim voldoende'. Bij de jaarrekening 2013 was de ratio nog 1,28 hetgeen als 'voldoende' werd aangemerkt. Zie onderstaande tabel.
52
Waardering
Ratio
Betekenis
A
> 2.0
uitstekend
B
1.4 - 2.0
ruim voldoende
C
1.0 - 1.4
voldoende
D
0.8 - 1.0
matig
E
0.6 - 0.8
onvoldoende
F
< 0.6
Gemeente Oegstgeest
ruim onvoldoende
4.2.3 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 1. Inleiding De gemeente is beheerder, inrichter en voor een groot deel ook eigenaar van de openbare ruimte in Oegstgeest. Bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte ontstaan kapitaalgoederen zoals wegen, riolering, water, kunstwerken, groen en verlichting. Naast beheerder en producent van kapitaalgoederen is de gemeente ook gebruiker. Bij het verstrekken van uitkeringen, het bieden van zorg en het bijhouden van persoonsgegevens, maakt de gemeente gebruik van kapitaalgoederen zoals het gemeentehuis en de gemeentewerf. Kortom, kapitaalgoederen zijn enerzijds het onderwerp van de gemeentelijke taken en anderzijds een middel bij het verwezenlijken van gemeentelijke taken. De kwaliteit en het onderhoud van de kapitaalgoederen is daarmee mede bepalend voor het voorzieningenniveau in de gemeente. De kosten ervan maken bovendien een substantieel deel uit van de gemeentelijke begroting. 2. Beleid Bij radsbesluit is in 2010 vastgelegd dat de openbare ruimte onderhouden wordt op het basiskwaliteitsniveau: schoon, heel en veilig. Alle beheerplannen die betrekking hebben op de openbare ruimte hanteren dit basiskwaliteitsniveau als uitgangspunt. In 2014 is gewerkt aan het opstellen van een beeldkwaliteitsplan waarin het beschikbare onderhoudsbudget voor de openbare ruimte wordt vergeleken met het te beheren areaal gekoppeld aan landelijke normbedragen per type areaal. In 2014 is de actualisatie van de beheerplannen opgepakt. Op sommige terreinen is er een achterstand in de planvorming. Een aantal geactualiseerde beheerplannen voorzien in 2014 is nog niet vastgesteld of financieel verwerkt in deze begroting. Eventuele wijzigingen worden voorgesteld in een begrotingswijziging of in de 1e Voortgangsrapportage 2015. In 2015 wordt een dorpsgesprek over sport gevoerd én vinden gesprekken plaats met sportverenigingen over zelfbeheer en zelfwerkzaamheid. Vervolgens wordt een nieuwe Sportnota opgesteld. Financiële consequenties voor het beheer worden meegenomen in de besluitvorming. In de nota Vastgoed is in 2011 besloten dat het onderhoudsniveau van gebouwen minimaal dient te voldoen aan de wettelijke eisen. Voor de doelmatige inzet van middelen wordt per object een onderhoudsniveau gedefinieerd, dat als uitgangspunt dient voor het opstellen van een meerjarenonderhoudsplan (MOP). In het kader van bezuinigingen wordt bij actualisatie van de beheerplannen het kwaliteitsniveau sober en doelmatig toegepast. Met ingang van 2015 wordt in de nieuw op te stellen meerjaren onderhoudsplannen voor gebouwen duurzaamheid als thema meegenomen (Groene MOP’s). Op basis van deze plannen kunnen per gebouw goede afwegingen worden gemaakt tussen economische investering en duurzaamheidswinst. Per 1 januari 2015 wordt de financiële verantwoordelijkheid voor het groot onderhoud van de schoolgebouwen in het basis- en speciaal onderwijs overgeheveld van de gemeente naar de schoolbesturen. In verband daarmee is in de Perspectiefnota 2014-2018 de storting in de voorziening Onderhoud schoolgebouwen met ingang van 2015 geschrapt. In overleg met de schoolbesturen wordt gewerkt aan een zorgvuldige overdracht. Omdat de gemeente nog wel moet voorzien in voldoende ruimte voor het bewegingsonderwijs, is een voorziening Onderhoud gymnastieklokalen ingesteld. In 2011 is het Beleidsplan openbare verlichting vastgesteld. In 2015 wordt een onderzoek afgerond naar de mogelijkheden om eind 2020 de gehele openbare verlichting in Oegstgeest energiezuinig te maken. In 2013 is het gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld.
Programmabegroting 2015-2018
53
3. Overzicht van beheerplannen De volgende beheerplannen worden per programma opgenomen. Nr.
Omschrijving beheerplan
Frequentie actualisatie areaal/ planning
Eerstvolgende actualisatie
Programma 1 Natuur en Landschap 1
Groenvoorzieningen (2006)
jaarlijks/jaarlijks
2015
2
Speelplaatsen (2014)
jaarlijks/jaarlijks
2015
3
Waterwegen (2012)
jaarlijks/1x per 8 jaar
2017
Programma 2 Verkeer en Infrastructuur 4
Rationeel wegbeheer (2013)
jaarlijks/1x per 2 jaar
2015
5
Beheerplan Openbare Ruimte: Straatmeubilair en Straatreiniging (2004)
jaarlijks/1x per 5 jaar
2015
6
Openbare verlichting (2011)
jaarlijks/1x per 5 jaar
2016
7
Riolering (2014)
jaarlijks/1x per 5 jaar
2018
8
Pompgemalen (2011)
jaarlijks/1x per 5 jaar
2016
9
Verkeersregelinstallaties (2012)
jaarlijks/1x per 5 jaar
2017
10
Openbaar vervoer onderhoud abri’s
abri’s eigendom van CBS Outdoor
2015
11
Civiele kunstwerken (bruggen e.d.) (2011)
jaarlijks/1x per 5 jaar
2016
Programma 3 Wonen en Economie 12
Meerjarenonderhoudsplan schoolgebouwen en gymnastiek (2014)
Jaarlijks
2016
13
Sport accommodatie model (2006)
Jaarlijks/1 x per 4 jaar
2015
14
Beheer (beeldende) kunstwerken (2014)
Jaarlijks/1 x per 2 jaar
2016
15
Multifunctionele accommodaties (2014)
Jaarlijks/1 x per 2 jaar
2016
16
Beheerplan zwembad (2014)
Jaarlijks
17
Overig vastgoed (2014)
Jaarlijks/1 x per 2 jaar
2016
Jaarlijks/1x per 10 jaar
2017
Afhankelijk van besluitvorming zwembad
Programma 4 Sociale Infrastructuur geen beheerplannen
Programma 5 Bestuur geen beheerplannen
Programma 6 Bedrijfsvoering 18
54
Gemeente Oegstgeest
Huisvesting gemeente (gemeentehuis en werf)
4.2.4 Paragraaf Financiering 1. Inleiding In de paragraaf financiering wordt de financieringsfunctie van Oegstgeest uiteengezet voor de jaren 2015-2018. De financieringsfunctie is onlosmakelijk verbonden aan het door gemeenten gehanteerde begrotingsstelsel, waarbij kasstromen niet gelijk lopen met de aan een bepaald begrotingsjaar toegerekende baten en lasten. Het verschil tussen toegerekende baten en lasten en de kasstroom (inkomsten en uitgaven) resulteert in een financieringstekort of in een financieringsoverschot. Hoe wij als gemeente omgaan met deze tekorten of overschotten wordt bepaald door wet- en regelgeving zoals bijvoorbeeld de Wet Fido (Wet financiering decentrale overheden), en onze eigen lokale regelgeving die onder meer is vastgelegd in het treasurystatuut. De verantwoording van de uitvoering van dit beleid vindt plaats via de reguliere PenC-cyclus in de paragraaf financiering. Deze paragraaf valt uiteen in het onderdeel 'algemene ontwikkelingen' en het onderdeel 'ontwikkelingen gemeente Oegstgeest'. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en actualiteiten ten aanzien van de wet- en regelgeving aan de orde. De ontwikkelingen gemeente Oegstgeest richt zich specifiek op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financieringspositie van de gemeente Oegstgeest. 2. Algemene ontwikkelingen Renteontwikkelingen Algemeen Binnen de Eurozone is economisch herstel zichtbaar. De inflatie in de Eurozone blijft echter laag, met een risico op deflatie. Voornamelijk de lage inflatie is voor de Europese centrale bank (ECB) de reden geweest om in juni 2014 het belangrijkste rentetarief, de refirente, verder te verlagen naar 0,15%. De depositorente is eveneens verlaagd en is voor het eerst in de historie van de ECB negatief (-0.10%). De depositorente die de ECB hanteert is voor de geldmarkt de ondergrens. Zolang de inflatie in de eurozone niet stijgt, met de doelstelling van de ECB om tot een inflatie te komen van 2%, is het de verwachting dat de ECB de rente niet zal verhogen. Het monetaire beleid van de ECB heeft invloed op de marktrentes. Deze zijn nog steeds historisch laag en blijven dat naar verwachting ook de komende periode. Als gevolg van het doorzetten van het herstel van de economie in de Eurozone, is het de verwachting dat de rentes op termijn wel zullen gaan oplopen. Door de lage inflatie en het accommoderende monetaire beleid van de ECB is de stijging echter voorlopig bescheiden. De gemiddelde kapitaalmarktrente voor rentevaste en lineaire leningen met een looptijd van tien jaar is in 2013 uitgekomen op 2,03%. In 2014 is de rente inmiddels gedaald tot onder het gemiddelde niveau van 2013. Renteverwachting Hieronder een overzicht van de verwachte renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt: Renteontwikkelingen
2014
2015
2016
2017
2018
Rente kapitaalmarkt *
2,00%
2,50%
3,00%
3,25%
3,50%
Rente geldmarkt
0,50%
0,50%
1,00%
1,00%
1,00%
* Op basis van een lening met een looptijd van tien jaar, rentevast en aflossing in gelijke delen. De rentepercentages komen voort uit een rentevisie die mede tot stand is gekomen op basis van de rentevisies van een aantal financiële instellingen (BNG, ING en ABN-AMRO).
Wet- en regelgeving Schatkistbankieren In december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de wijziging van de Wet fido. Vanaf 15 december 2013 is het verplicht schatkistbankieren van kracht en moeten gemeenten overtollige middelen in de schatkist afstorten, met in achtneming van een doelmatigheidsdrempel.
Programmabegroting 2015-2018
55
Gelet op onze schuldpositie, is het niet de verwachting dat de gemeente Oegstgeest structureel zal schatkistbankieren. De introductie van het verplicht schatkistbankieren heeft dan ook geen financiële gevolgen voor de begroting 2015 en de meerjarenramingen. De Wet HOF De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) is per 1 januari 2014 van kracht geworden. De wet vormt de vertaalslag van de normering zoals die door de EU-regeringsleiders in het aangepaste Stabiliteitsen Groeipact is afgesproken en legt aan de gemeenten een inspanningsverplichting op om te voldoen aan de afgesproken normen voor het EMU-saldo (maximaal tekort van 3% van het BBP). Met de Wet HOF gaat per jaar een macroplafond gelden voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen. Er is per gemeente echter wel een individuele referentie norm vastgesteld. De VNG geeft ten aanzien van individuele referentiewaarde het volgende advies: "Het is de bedoeling dat een gemeente in eerste instantie niets doet met de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort. kortom: Let bij het opstellen van de gemeentebegroting niet op de individuele referentiewaarde voor het EMU-saldo." Het is de verwachting dat de Wet HOF voor de middellange termijn geen tot weinig invloed zal hebben op het beleid van de gemeente Oegstgeest. 3. Ontwikkelingen gemeente Oegstgeest Beleidsvoornemen treasury In de Wet Financiering decentrale overheden (Wet fido) worden de kaders gesteld voor een verantwoorde en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. Binnen de gemeente zijn in de financiële verordening de kaders voor de treasury bepaald. In het Treasurystatuut (2012) zijn de kaders verder aangescherpt. In artikel 2 staan de volgende doelstellingen: ■ ■ ■ ■
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut.
Het uitvoeren van de treasuryfunctie dient uitsluitend de publieke taak en geschiedt binnen de wettelijke kaders zoals de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De ontwikkelingen op de rentemarkt worden op de voet gevolgd. Bij besluiten over transacties op de geld- en kapitaalmarkt, zoals het aantrekken van kasgeldleningen en vaste geldleningen wordt de meest actuele verwachting over de ontwikkeling van de rente betrokken. Tijdelijke liquiditeitstekorten worden gefinancierd met kortlopende kasgeldleningen tegen zo gunstig mogelijke rentetarieven. Hierdoor worden de financieringskosten zo veel mogelijk beperkt. De in het treasurystatuut benoemde risico's worden beperkt door risicobeheer, onder te verdelen in vijf categorieën: ■ ■ ■ ■ ■
56
Renterisico: richtlijnen hiervoor zijn vastgelegd in de Wet fido met de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Koersrisico: het kader hiervoor is gesteld in het reasurystatuut, door het gebruik van bepaalde producten op de geld- en kapitaalmarkt te beperken. Kredietrisico: Met de komst van het verplicht schatkistbankieren is het niet meer toegestaan overtollige middelen uit te zetten bij andere partijen dan de Rijksoverheid, hierdoor wordt het kredietrisico aanzienlijk beperkt. In het treasurystatuut is het gebruik van derivaten uitgesloten. Intern liquiditeitsrisico: door het opstellen en tijdig actualiseren van een liquiditeitsplanning wordt het intern liquiditeitsrisico verkleind. Valutarisico: het 'Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden' stelt al een kader. In het treasurystatuut is het gevaar van valutarisico geheel uitgesloten door het verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van leningen alleen in euro’s toe te staan.
Gemeente Oegstgeest
In 2012 is de 'Nota reductie schuldenlast' opgesteld met als doel de komende jaren de schuldenlast van de gemeente Oegstgeest terug te dringen. Risicobeheer Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (beide benoemd in de Wet fido). De kasgeldlimiet De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet heeft de afgelopen jaren het volgende verloop gehad: ■ Kasgeldlimiet 2013 € 5,2 mln ■ Kasgeldlimiet 2014 € 5,1 mln ■ Kasgeldlimiet 2015 € 5,6 mln In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar weergegeven. Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)
Gemiddelde netto vlottende schuld
Kasgeldlimiet
Ruimte (=+) of Overschrijding
derde kwartaal 2013
4.697
5.226
529
vierde kwartaal 2013
1.323
5.226
3.903
eerste kwartaal 2014
6.040
5.094
-946
tweede kwartaal 2014
7.178
5.094
-2.084
In het eerste en tweede kwartaal van 2014 is de kasgeldlimiet overschreden. In juni 2014 is een groot bedrag ontvangen (BTW-compensatiefonds) en in juli/augustus 2014 is een deel van de kortlopende financiering omgezet in langlopende financiering. Door de ontvangst en de consolidatie bevindt de netto vlottende schuld zich weer binnen de kasgeldlimiet. De overschrijding van de kasgeldlimiet is toegestaan. Melding richting de toezichthouder dient pas plaats te vinden als de kasgeldlimiet drie kwartalen achtereen is overschreden of dreigt te worden overschreden. De renterisconorm Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven: Nr.
Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
1
Begrotingstotaal
62.363
66.106
66.359
64.369
64.398
2
Wettelijk percentage
20%
20%
20%
20%
20%
3
Renterisiconorm (1x2)
12.473
13.221
13.272
12.874
12.880
4
Renteherzieningen
0
0
0
0
0
5
Aflossingen
29.224
15.724
26.424
8.324
8.324
6
Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5)
29.224
15.724
26.424
8.324
8.324
7
Ruimte onder renterisiconorm (3-6)
-16.751
-2.503
-13.152
4.550
4.556
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de komende jaren de renterisiconorm wordt overschreden. Indien, in de jaren waarin de renterisiconorm wordt overschreden, geen herfinanciering van een deel van de leningen hoeft plaats te vinden, wordt feitelijk over dat deel van de schuld geen renterisico gelopen. Doordat de ontvangsten vanuit de grondexploitaties later binnen komen, is het noodzakelijk om leningen te herfinancieren daar waar de oorspronkelijke verwachting was dat de opbrengsten uit de grondexploitatie konden worden aangewend om deze leningen af te lossen. Uit de recente planning met betrekking tot de aflossingen en herfinancieringen, gebaseerd op de verwachte ontvangsten vanuit de grondexploitatie, kan het volgende geconcludeerd worden:
Programmabegroting 2015-2018
57
■ ■
In 2014 moet gedeeltelijke herfinanciering plaatsvinden van twee geldleningen met een totale hoofdsom van € 26 mln. Een overschrijding van de renterisiconorm in 2014 is hierdoor onvermijdelijk. In 2015 wordt een bedrag ontvangen vanuit de verkoop van de NUON-aandelen (4e tranche). Herfinanciering van een lening van € 10 mln hoeft hierdoor niet plaats te vinden, waardoor over deze € 10 mln geen renterisico wordt gelopen. Hierdoor is het de verwachting dat in 2015 renterisiconorm niet wordt overschreden.
In 2016 loopt een lening af van € 20 mln. Het is de verwachting dat herfinanciering van deze lening noodzakelijk zal zijn. De renterisiconorm wordt hierdoor overschreden. Schuldquote Voor de beheersing van de renterisico’s gelden de twee wettelijke normen; de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De schuldquote vormt een extra aangrijpingspunt om het renterisico te duiden. Met de schuldquote wordt de schuldpositie uitgedrukt in een percentage van het begrotingstotaal (gecorrigeerd voor de inkomsten en uitgaven vanuit de grondexploitaties, zoals gedefinieerd in 'nota reductie schuldenlast'): Schuldquote (bedragen x € 1.000)
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenraming 2016
2017
2018
Langlopende schuld
93.168
93.344
92.338
83.233
75.296
65.398
Begr. tot. (exl. grex)
44.843
39.755
49.878
49.218
48.819
48.847
208%
235%
185%
169%
154%
134%
Schuldquote
Indien de schuldquote hoger is dan 100% dan geven de rentelasten en het risico van rentestijgingen er aanleiding toe dat de gemeente het afbouwen van schulden in overweging gaat nemen. De gemeente Oegstgeest heeft hiervoor de 'nota reductie schuldenlast' opgesteld. Indien de schuldquote ligt tussen de 80% en 100%, dan is voorzichtigheid geboden. Financiering Opzet financiering Voor de uitvoering van de gemeentelijke taken zijn financieringsmiddelen nodig. Investeringen in materiële vaste activa hebben een lange levensduur en de financieringsbehoefte die daaruit voortvloeit moet meerjarig worden afgedekt. Daarvoor worden langlopende geldleningen aangetrokken. Indien er eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) beschikbaar zijn dan worden deze eerst gebruikt voor de invulling van de gemeentelijke financieringsbehoefte. De situatie naar de stand van 1 januari 2014 is als volgt: Opzet financiering (bedragen x € 1.000)
1-1-2013
1-1-2014
Totaal vaste activa
119
122
Af: reserves en voorzieningen
-23
-24
96
98
-93
-92
3
6
Te financieren met vreemd vermogen Langlopende geldleningen Werkkapitaal
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeente haar investeringen voor 19% financiert met eigen middelen. Die verhouding is nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Het werkkapitaal per 01-01-2014 bevat onder andere een korte schuld van € 4.5 mln (rekening-courant). Het resterende bedrag bestaat uit het saldo van de crediteuren, debiteuren en overlopende activa en passiva per balansdatum. De leningenportefeuille De leningenportefeuille per 1 januari 2014 bedraagt € 92 mln. De schuld neemt de komende jaren af als gevolg van de uitwerking van de 'nota reductie schuldenlast'.
58
Gemeente Oegstgeest
Ontwikkelingen leningenportefeuille (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
Stand 1 januari
91.944
87.720
78.996
71.572
63.248
Nieuwe leningen
25.000
7.000
19.000
0
2.000
Reguliere aflossingen
29.224
15.724
26.424
8.324
8.324
Stand per 31 december
87.720
78.996
71.572
63.248
56.924
2.954
2.510
2.648
2.184
1.975
Rentelasten
Rentemethodiek en renteresultaat Voor de toerekening van de rentelasten maakt de gemeente Oegstgeest gebruik van de renteomslagmethode. Het totaal van de rentelasten wordt ‘omgeslagen’ over het geheel van de investeringen, waarbij als rentelasten worden beschouwd. ■ ■
Voor de externe financiering: het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van overtollige middelen. Voor de interne financiering: de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen, te weten de reserves en voorzieningen.
Door toepassing van de renteomslag-methode worden de rentelasten aan de hand van de stand van de investeringen toegerekend aan de prestaties en/of producten in de programmabegroting. De gedachte achter het toerekenen van bespaarde rente over de reserves en voorzieningen is dat het voor de kostprijsberekening van een gemeentelijke taak niet uitmaakt of hiervoor externe financiering is aangetrokken of dat dit uit eigen middelen gefinancierd is. Renteresultaat (bedragen x € 1.000)
% 2013
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenraming 2016
2017
2018
Rentelasten vreemd vermogen
3,08%
2.871
3.261
3.055
3.100
2.529
2.529
Rentelasten eigen vermogen
3,00%
1.026
1.092
1.048
1.013
1.016
1.016
Doorberekende rente
3,00%
-4.767
-3.944
-4.093
-3.903
-3.540
-3.540
0
0
0
0
0
0
-870
408
11
209
4
4
Overige rente (incidenteel) Renteresultaat
Als omslagrente veel afwijkt van rente die de gemeente (gemiddeld) op haar opgenomen leningen betaalt, ontstaat een groot renteresultaat. De gemeente hanteert een omslagpercentage van 3,0%. Op grond van het renteresultaat kan worden geconcludeerd dat de gemeente aan haar investeringen een reëel rentepercentage toerekent.
Programmabegroting 2015-2018
59
4.2.5 Paragraaf Bedrijfsvoering 1. Algemeen Deze paragraaf geeft inzicht in de beleidsvoornemens en doelstellingen tvan de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering omvat alle primaire en ondersteunende processen die nodig zijn voor het realiseren van de in de programmabegroting afgesproken doelen. De ondersteunende processen worden uitgevoerd door Servicepunt 71. Het servicepunt werkt tot en met 2015 aan het Programma doorontwikkeling gezamenlijke bedrijfsvoering. Dit programma beoogt de realisatie van de doelstellingen voor het oprichten van het servicepunt. De doelstellingen voor de interne organisatieontwikkeling zijn ondergebracht in het programma Oegstgeest gaat verder!. De verbeterinitiatieven die voortkomen uit genoemde programma's worden uitgevoerd naast de going concern-taken. Dit leidt tot een behoorlijk ambitieniveau en we doen hierbij een fors beroep op de inzet en betrokkenheid van alle medewerkers. Hoewel de ambitie in de twee programma's hoog is, zijn er nog andere thema's die aandacht en inzet vergen. Een aantal daarvan wordt genoemd onder Organisatorische ondersteuning. 2. Organisatieontwikkeling In 2015 werken wij verder aan de ontwikkeling van de organisatie. Het doel is om een op samenwerking gerichte (co-creërende), resultaatgerichte en lerende organisatie te worden. Op basis van de vijf gedragswaarden ontwikkelen wij de medewerkers in de Stijl van Oegstgeest. Uiterlijk in 2017 moet dit leiden tot de beoogde resultaten. We werken verder aan de zeven verbeter- en ontwikkelinitiatieven die in onderlinge samenhang zijn ondergebracht in het programma organisatieontwikkeling ‘Oegstgeest gaat verder!’. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Verder met visie op dienstverlening Verder met bedrijfsprocessen Verder met zaakgericht werken Verder met financiële sturing Verder met bestuurlijke ondersteuning Verder met proces omgevingsvergunning Verder met de basis op orde
Verder met visie op dienstverlening Door de visie verder uit te werken in verschillende deelprojecten wordt de dienstverlening van de gemeente stap voor stap naar een hoger niveau gebracht. Dit resulteert in een vriendelijke, betrouwbare, transparante, effectieve en efficiënte dienstverlening. Standaard producten en diensten leveren wij snel en van goede kwaliteit. Daarom is onze dienstverlening digitaal als het kan en fysiek waar dat moet. Voor maatwerkproducten en -diensten benutten wij potentieel, leggen wij verbindingen en zijn wij op een duurzame manier meewerkkracht. Wij verlenen onze diensten met onze hele organisatie en daar waar mogelijk in samenwerking met andere gemeenten. Verder met bedrijfsprocessen De bedrijfsprocessen binnen de organisatie worden doelmatig, efficiënt, transparant en meetbaar ingericht. Volgens de principes van LEAN wordt klantwaarde toegevoegd en verspilling tegengegaan. De processen worden geïmplementeerd, geborgd en gevolgd. Teams in aangepaste processen beginnen met een dagstart en werken volgens handboeken, die continu worden bijgewerkt. Medewerkers worden op afwijkingen aangesproken. Het project levert een nieuwe manier van werken op, die ook na beëindiging van het project – in 2016 – onze standaard blijft. Verder met zaakgericht werken De implementatie en inrichting van het Zaakgericht werken is eind 2013 gestart. De implementatie vindt plaats in twee fases. Fase 1 is afgerond. Op dit moment wordt de stand van zaken in beeld gebracht en een quick scan uitgevoerd. Op basis hiervan wordt een vervolg- en verbeterplan opgesteld en uitgevoerd. In 2015 is zaakgericht werken verankerd als werkwijze binnen de organisatie.
60
Gemeente Oegstgeest
Verder met financiële sturing In april 2013 is het ‘Verbeterplan Financiële sturing’ vastgesteld. In het plan zijn verbeterpunten beschreven die betrekking hebben op de begrotings- en verantwoordingscyclus en de interne financiële regelgeving. Het verbeterplan stelt verbeteringen in de cyclus en de regelgeving voor in de vorm van een groeimodel, waarin ieder jaar stappen worden gezet. In 2015 is de stap naar een 'oprolbare' begroting gezet, wat betekent dat de inspanningen die in de begroting zijn opgenomen de basis vormen voor de afdelingsplannen die de leidraad vormen voor het functioneren van de organsiatie. In de begroting 2016 moeten de inspanningen voor het eerst vertaald worden naar gekwantificeerde indicatoren. Verder met bestuurlijke dienstverlening In 2014 is er gestart met de implementatie van de visie op Dienstverlening. Deze bestaat uit een aantal deelprojecten waarvan het project ‘doorontwikkeling website’ en het project ‘implementatie Klant Contact Systeem’ in 2014 zijn gestart. Begin 2015 worden ze afgerond en dienen ze als stevige basis om onze dienstverlening stap voor stap naar een hoger niveau te brengen. 2015 staat met name in het teken van een verdere verbetering van de bereikbaarheid, het 100% op afspraak werken en de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening. Dit allesgaat zorgen voor een solide uitgangspositie voor de verdere doorontwikkeling naar een Klant Contact Centrum. Verder met proces omgevingsvergunning Het in de tweede helft van 2014 gestarte verbeterproces omgevingsvergunningen is per 1 januari 2015 doelmatig, efficiënt en transparant ingericht. De klant weet wat hij kan verwachten en ontvangt de omgevingsvergunning in één keer goed, op tijd (binnen acht weken) en tegen een reële prijs. Daarnaast wordt in 2015 uitvoering gegeven aan de gestelde eisen om te gaan voldoen aan de wettelijke kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. De invoeringsdatum van deze kwaliteitseisen is nog niet vastgesteld, maar gaat waarschijnlijk na 1 juli 2015 in. Verder met de basis op orde In 2015 wordt doorgewerkt aan het verder op orde brengen van de basis. Activiteiten worden – zo nodig opnieuw – op de rails gezet, gevolgd, bewaakt en vervolgens afgerond. Het gaat onder meer om een gemeentebreed opleidingsplan met een bij de ambities passend trainings- en scholingsaanbod. Door deze verbeteringen te realiseren voltooien we in 2017 de transformatie naar een procesgestuurde organisatie die gericht is op een goede dienstverlening en een efficiëntere en goedkopere organisatie die in control is. 3. Ontwikkelingen servicepunt In het Bedrijfsplan SSC Leidse Regio ‘van, voor en door gemeenten’ (augustus 2010), zijn zes doelstellingen opgenomen. ■ Bieden van continuïteit door beperking van organisatorische kwetsbaarheid. ■ Verder verhogen van de kwaliteit van processen. ■ Verder verhogen van de professionaliteit en deskundigheid van medewerkers. ■ Efficiënter inzetten van de beschikbare arbeidskracht. ■ Realiseren van besparingen door schaalvoordelen. ■ Bijdragen aan betere dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen. In de begroting van SP71 is onder 1.3 'Realisatie Bedrijfsplan' per doelstelling een aantal prestatieindicatoren opgenomen. De indicatoren geven geen beeld van de realisatie van de doelstellingen in de brede zin. Het zijn eerder illustraties van het feit dat SP71 zich inspant om de zes benoemde doelstellingen te realiseren.
Programmabegroting 2015-2018
61
De opgenomen prestatie-indicatoren zijn: Nr.
Prestatie-indicatoren SP71
Norm 2015
1
Bieden van continuïteit door beperking van organisatorische kwetsbaarheid
1a
Beschikbaarheid VirtueelServicePunt
99%
1b
Telefonische bereikbaarheid <% beantwoorde oproepen>
94%
1c
Tijdigheid dienstverlening
95%
2
Verder verhogen van de kwaliteit van processen Referentie
2a
Kwaliteit output <% producten binnen de PDC-normering>
95%
2b
Beheersmaatregelen <% key-controls beoordeeld als ‘effectief’>
95%
3
Verder verhogen van professionaliteit en deskundigheid medewerkers
3a
Medewerkers training, cursus, opleiding <% medewerkers dat opleiding volgt>
3b
Omvang opleidingsbudget <% van loonsom>
4
Efficiënter inzetten van de beschikbare arbeidskracht
4a
Reductie formatie als gevolg van efficiency
5
Realiseren van besparingen door schaalvoordelen (x € 1.000)
5a
Taakstelling Servicepunt71
2.249
5b
Inkoopvoordelen gemeenten
5.179
6
Bijdragen aan betere dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen
6a
Doorlooptijd facturen
6b
Afhandeling bezwaarschriften <% binnen afgesproken norm>
90% 1,37%
259,4
30 95%
4. Organisatorische ondersteuning Hieronder een greep uit aanvullende activiteiten die we ondernemen in 2015. Het geeft een indruk van de diversiteit aan inspanningen; ■ ■
■ ■
62
Huisvesting gemeentelijke organisatie. Naar verwachting wordt in 2014 de verkoop van het huidige gemeentehuis afgerond. Dat betekent dat in 2015 vervangende huisvesting wordt gerealiseerd op basis van een programma van eisen. Facilitaire zaken. Ingegeven door de op stapel staande verhuizing en een jarenlange achterstand in het digitaal maken van de archieven, maken we hiermee in 2015 een start. Dit heeft ten doel het beter toegankelijk maken van de archieven en zorgen dat (historische) archieven de tand des tijds beter kunnen doorstaan. Digitalisering maakt het ook mogelijk om delen van het archief extern te kunnen bewaren of op te schonen. Ook het verkrijgen van substitutie maakt onderdeel uit van het project digitalisering. Integriteit. Een onderwerp dat hoog op de agenda staat. Naast het vastgeleggen van afspraken, vinden we het belangrijk om te komen tot gedeelde normen en waarden over wat we onder integriteit verstaan. Communicatie. In de coalitieagenda wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor meer participatie en dialoog met het dorp, bijvoorbeeld in de vorm van dorpsgesprekken. Communicatie ondersteunt bij het ontwikkelen en uitvoeren. Bewustzijn creëeren over het belang van participatie binnen de gemeentelijke organisatie en het faciliteren van de uitvoering vormt ook een opgave van communicatie.
Gemeente Oegstgeest
4.2.6 Paragraaf Verbonden partijen Oegstgeest werkt op vele fronten samen met verschillende partners. Indien er bij een samenwerkingsverband sprake is van een bestuurlijk of financieel belang spreken we van een verbonden partij. In deze paragraaf wordt beschreven met welke partijen de gemeente vanuit beleidsmatige overwegingen een financiële en bestuurlijke relatie onderhoudt. Dat zijn onder andere deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente risicodragend middelen ter beschikking heeft gesteld. In geval van financiële problemen of faillissement van de verbonden partij kunnen kosten verhaald worden op de gemeente afhankelijk van de bepalingen in de statuten. 1. Sturen op de belangen van Oegstgeest binnen verbonden partijen Het gemeentelijk beleid komt mede via verbonden partijen tot uitvoering. Er gaat steeds meer geld vanuit de gemeentelijke begroting naar verbonden partijen, onder andere omdat steeds meer taken worden ondergebracht in gemeenschappelijke regelingen. De behoefte om te kunnen sturen op de eigen belangen binnen gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen is dan ook een vraagstuk van veel gemeenten. De gemeenteraad wordt via het toezenden van de conceptbegroting van tevoren en de jaarrekening achteraf over de uitvoering van taken van een gemeenschappelijke regeling geïnformeerd. Het is belangrijk dat de gemeenteraad tijdig de conceptbegroting, en dus het beleid, voor het komende jaar kan bespreken en zo een zienswijze kan indienen op een begroting van een gemeenschappelijke regeling. Dit proces van sturing op verbonden partijen kan beter, zo blijkt mede uit het onderzoek 'Governance samenwerkingsverbanden' van de Rekenkamercommissie. De komende periode wordt ingezet op het verbeteren van het proces van sturen op de belangen van Oegstgeest binnen verbonden partijen. Het gaat daarbij onder andere om het tijdig aanleveren van concept-zienswijzen voor de conceptbegroting van gemeenschappelijke regelingen en adequate informatievoorziening naar aanleiding van AB- en DBvergaderingen van gemeenschappelijke regelingen. 2. Strijknorm Een middel om meer te kunnen sturen op (de financiële kant van) gemeenschappelijke regelingen is de samenwerking van gemeenten om vroegtijdig voor alle gemeenschappelijke regelingen uniforme financiële taakstellende uitgangspunten te formuleren: de zogenaamde 'Strijknorm'. Alle gemeenschappelijke regelingen dienen hiermee rekening te houden bij het opstellen van hun nieuwe begroting. Hierbij zijn wij echter afhankelijk van besluitvorming binnen de verbonden partijen. 3. Overzicht bijdragen verbonden partijen Verbonden partijen (bedragen x € 1.000)
Begroot 2014
Begroot 2015
1. Vuilverwerking Leiden en omgeving (Gevulei)
727
670
2. RDOG
630
697
3. Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
732
711
4. ODWH
369
360
5. Veiligheidsregio Hollands-Midden
1.123
1.186
6. Werkvoorzieningschap Kust-, Duin- en Bollenstreek
39
42
7. BSGR
409
381
8. Servicepunt 71
2.268
2.238
9. NV Bank Nederlands Gemeenten
n.v.t.
n.v.t.
10 Alliander NV
n.v.t.
n.v.t.
11. Dunea NV
n.v.t
n.v.t
Programmabegroting 2015-2018
63
Verbonden partijen (bedragen x € 1.000)
Begroot 2014
Begroot 2015
12. VOF Oegstgeest aan de Rijn
n.v.t
n.v.t
13. Inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval (gemeente Leiden)
541
541
14. GGZ
32
33
Totaal
6.870
6.859
4. Verbonden partijen 1
Vuilverwerking Leiden en omgeving (Gevulei)
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
Voordeel behalen uit het gezamenlijk laten verwerken van ingezameld huisvuil. Bevorderen van hergebruik goederen door middel van het kringloopbedrijf en recycling.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van tonnage. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Overige informatie
Het resultaat van de Gevulei wordt gerealiseerd door de kerntaak en door de plustaak 'Het Warenhuis' en bedraagt € 56.967. Het resultaat van de kerntaak ad € 32,967 wordt aan de acht participerende gemeenten uitgekeerd naar rato van de ingezamelde hoeveelheid restafval per gemeente. Het resultaat van de plustaak ad € 15.000 wordt na accodering ten gunste van de bestemmingsreserve Kringloopbedrijf gebracht. Per 1 januari houdt deze gemeenschappelijke regeling op te bestaan.
1-1-2013 431 2.047
31-12-2013 438 2.156 56
Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 1 Natuur en Landschap
64
2
Regionale Dienst Openbare gezondheidszorg (RDOG)
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
De RDOG Hollands Midden bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid en het welbevinden van de burgers in de regio Hollands Midden in zowel reguliere als crisisomstandigheden.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van aantal inwoners. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Kerncijfers
Bedragen x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Overige informatie
Het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) wordt in 2015 ondergebracht bij het steunpunt huiselijk geweld van de GGD. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 4 Sociale Infrastructuur
3
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland (incl. regionaal investeringsfonds en Regionaal Bureau Leerplicht)
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
Holland Rijnland is een samenwerking van en voor vijftien gemeenten in het hart van de Randstad. Deze gemeenten werken vanuit een gezamenlijke strategische visie op de verdere ontwikkeling van de regio om de kwaliteit van wonen, werken, ondernemers en recreëren van burgers, bedrijven en instellingen in het gebied te bevorderen.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van aantal inwoners. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Gemeente Oegstgeest
1-1-2013 2.311 28.034
31-12-2013 2.217 26.465 (6)
3
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland (incl. regionaal investeringsfonds en Regionaal Bureau Leerplicht)
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Overige informatie
De organisatie van de aanpak van regionale vraagstukken in de regio Holland Rijnland staat ter discussie. In dat kader loopt een discussie over de toekomst van de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland (het '#Kracht15-traject). Zoals aangegeven in het raadsvoorstel over de zienswijze voor de programmabegroting 2015-2018 van Holland Rijnland, moet dit traject resulteren in een bezuiniging van tenminste 25% vanaf 2015 (de Strijknorm wordt geacht daar volledig onderdeel van uit te maken). Wanneer over een aangepaste begroting besluitvorming heeft plaatsgevonden in het AB van Holland Rijnland, wordt deze ook verwerkt in deze programmabegroting. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 1 Natuur en Landschap ■ Programma 2 Verkeer en Infrastructuur ■ Programma 3 Wonen en Werken ■ Programma 4 Sociale Infrastructuur
4
Omgevingsdienst West-Holland (ODWH)
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
Uitvoering van de wettelijke taken zoals de vergunningsverlening en handhaving van de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming (m.n. bouwstoffenbesluit), en advisering van de deelnemende gemeenten bij de uitvoering van hun taken, zoals ruimtelijke planvorming en verkeersbeleid.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur, stemverhouding wordt jaarlijks vastgesteld door AB en is afhankelijk van gemeentebijdrage in verhouding met de totale begroting.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van uren. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten en door taakstelling veroorzaakte frictiekosten.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Overige informatie
Met het voorgenomen uittreden van de gemeente Alphen aan den Rijn dreigt verlies van medewerkers (capaciteit en expertise) waardoor de Omgevingsdienst kwetsbaar wordt als het gaat om het voldoen aan kwaliteitscriteria 2.1 (Wabo). De Omgevingsdienst bevindt zich in een dynamische tijd. In enkele jaren is het aantal eigenaren fors toegenomen, waardoor voortdurend organisatorische aanpassingen nodig zijn geweest. In dezelfde tijd heeft het vakgebied milieu/ruimte/omgeving ook niet stilgestaan en ontstaan er nieuwe wettelijke eisen en nieuwe wensen van nieuwe opdrachtgevers waar de ODWH op in moet spelen. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 1 Natuur en Landschap
5
Veiligheidsregio Hollands-Midden
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
In de Veiligheidsregio Hollands Midden werken hulpverleningsdiensten en gemeenten samen aan de veiligheid. Ze bereiden zich voor op rampen en ernstige ongelukken. Daarnaast nemen ze maatregelen om toenemende risico's beter te beheersen.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van aantal inwoners. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor onstane tekorten.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
1-1-2013 52 41.537
1-1-2013 1.173 5.853
1-1-2013 10.042 20.855
31-12-2013 875 30.601 554
31-12-2013 1.138 6.202 109
31-12-2013 10.042 22.828 1.092
Programmabegroting 2015-2018
65
66
5
Veiligheidsregio Hollands-Midden
Overige informatie
Conform de 'eindrapportage ontvlechtingsprotocol Regionalisering brandweer Hollands Midden', die onderdeel uitmaakte van het raadsbesluit regionalisering brandweer van 22 april 2010, is afgesproken dat in de eerste jaren van de nieuwe brandweerorganisatie beleid wordt ontwikkeld waarmee de kosten voor de brandweerzorg in Hollands Midden op termijn kunnen worden gerealiseerd voor het referentiebudget dat gemeenten via het Gemeentefonds ontvangen als fictief budget voor de brandweertaak (ook wel bekend als de CEBEON-norm). Vanaf 2013 is de bijdrage aan de brandweerzorg gelijkmatig verhoogd tot aan het niveau van de geïndexeerde verdeling van het gemeentefonds (CEBEON-norm van 2009). Als gevolg van de groei naar de CEBEONnorm ontstaat een negatief effect op de begroting van Oegstgeest. De dekking van de hogere bijdrage is sinds 2013 meegenomen in de meerjarenbegroting. Afgesproken is om uiterlijk in 2018 op de CEBEON-norm uit te komen. Daarnaast geldt dat op basis van het financieel kader ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen rekening gehouden dient te worden met de 'Strijknorm' (een korting van 5,31% in 2015 ten opzichte van 2014). In de door het AB van de VRHM vastgestelde programmabegroting 2015-2018 is deze taakstelling voor zover dit het programma Brandweer betreft niet verwerkt (het programma Brandweer vormt financieel gezien ruim 90% van de totale begroting). Dit is niet conform de wens vanuit de gemeente Oegstgeest (in de zienswijze vanuit Oegstgeest is aangegeven dat de Strijknorm gehanteerd dient te worden). Oegstgeest is desalniettemin gebonden aan het besluit van het AB van de VRHM. Dit levert, zoals al gemeld in het raadsvoorstel over de zienswijze (mei 2014), een hogere bijdrage aan de VRHM op dan eerder geraamd op basis van toepassing van de Strijknorm. In deze programmabegroting is dit verwerkt en wordt nu geraamd op basis van de in de programmabegroting 2015-2018 van de VRHM opgenomen bijdragen. Het voorgaande betekent niet dat in de toekomst geen afbouw van de bijdrage mogelijk kan zijn. In het kader van het 'Meer Anders Minder'-traject dat momenteel binnen de VRHM loopt, wordt bezien welke maatregelen genomen kunnen worden (waaronder verplaatsing kazernes) om de lasten binnen de VRHM te verminderen. Dat levert wellicht ook ruimte op voor verlaging van de bijdrage vanuit de gemeenten. De inzet van de gemeente Oegstgeest blijft daarbij gericht op toepassing van de Strijknorm. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 4 Sociale Infrastructuur
6
Werkvoorzieningschap Kust-, Duin- en Bollenstreek
Vestigingsplaats
Voorhout
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
De werkvoorziening heeft ten doel het op een bedrijfsmatig verantwoorde wijze doen uitvoeren van taken van en voor de deelnemende gemeenten op het terrein van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en eventueel gesubsidieerde arbeid. De bijdrage aan de werkvoorzieningschap Kust-, Duin- en Bollenstreek maakt deel uit van programma 4 Sociale infrastructuur, product Werkdeel Wet werk en bijstand.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur.
Financieel belang
Het Rijk subsidieert, per geïndiceerde deelnemer, de Sociale Werkvoorziening. Deze subsidie is ontoereikend. Gemeenten leveren daarom jaarlijks een aanvullende bijdrage die grotendeels gebaseerd is op het aantal deelnemers in verhouding tot het totaal. De deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de tekorten in de gemeenschappelijke regeling.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Overige informatie
De landelijke verlaging van de Wsw-taakstelling betekent dat de uitvoerende organisatie (Mare-groep) ook dient in te krimpen. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 4 Sociale Infrastructuur
7
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude. De BSGR voert namens de deelnemers de heffing en invordering van lokale belastingen uit. Ook bepaalt de BSGR de hoogte van de WOZ-waarde voor alle onroerende zaken in deze gemeenten.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage volgens in het bedrijfsplan opgenomen verdeelsleutel. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Gemeente Oegstgeest
1-1-2013 2.702 2.111
1-1-2013 704 3.188
31-12-2013 2.499 3.465 (142)
31-12-2013 1.319 7.547 1.099
7
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)
Overige informatie
De BSGR blijft op zoek naar uitbreiding. Op dit moment zijn er geen concrete plannen, wel hebben zich kandidaat-toetreders aangemeld. De BSGR is hiermee in bespreking. Het is goed mogelijk dat er in 2015 een concreet voorstel aan het AB over een nieuwe toetreder wordt voorgelegd. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 5 Bestuur
8
Servicepunt71
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling.
Doelstelling/publiek belang
Vanaf 1 januari 2012 verzorgt Servicepunt71 de interne bedrijfsvoering van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. Servicepunt71 levert producten en diensten op het gebied van ICT, HRM, financiën, juridische zaken en inkoop en voor de gemeenten Leiden en Leiderdorp ook de facilitaire zaken.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur.
Financieel belang
De deelnemers betalen een jaarlijkse bijdrage op basis van een verdeelpercentage. Het verdeelpercentage is gebaseerd op het aandeel in het totaal van de overgedragen formatie en de overgedragen materiële budgetten. De deelnemers in Servicepunt71 zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de eventuele ontstane tekorten.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Overige informatie
SP71 zet in op de doorontwikkeling van de eigen bedrijfsvoering. In 2015 wordt de ontwikkeling afgerond. Het resultaat: van input gestuurde naar output gestuurde dienstverlening om daarmee de gemeenten en Servicepunt71 in staat te stellen beter te kunnen sturen op kosten en kwaliteit. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 6 Bedrijfsvoering
9
NV Bank Nederlands Gemeenten
Vestigingsplaats
De Haag
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap.
Doelstelling/publiek belang
De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecificeerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Bestuurlijk belang
Aandeelhouder.
Financieel belang
Jaarlijks wordt dividend verstrekt over de in het bezit zijnde aandelen. De BNG is een NV. De aandeelhouders zijn niet aansprakelijk voor eventuele tekorten bij de BNG.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
Overige informatie
www.bng.nl Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 5 Bestuur ■ Beleidsthema Dekkingsmiddelen
10
Alliander NV
Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap.
Doelstelling/publiek belang
Via energienetwerken zorgt Alliander voor de distributie van gas en elektriciteit in een groot deel van Nederland.
Bestuurlijk belang
Aandeelhouder.
Financieel belang
Het aantal aandelen is 497.747 en het relatieve aandeel is 0,36386
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2013
1-1-2013 3.203.000 4.211.000
31-12-2013 3.375.000 4.173.000 288.000
Overige informatie
www.alliander.nl Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 5 Bestuur
Lege alinea
Lege alinea
1-1-2013 1.852 14.959
1-1-2013 2.752.000 139.476.000
31-12-2013 1.678 14.680 32
31-12-2013 3.430.000 127.753.000 283.000
Programmabegroting 2015-2018
67
11
Dunea NV
Vestigingsplaats
Zoetermeer
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap.
Doelstelling/publiek belang
Dunea produceert en levert aan circa 1,2 miljoen klanten lekker en betrouwbaar drinkwater in het westelijk deel van Zuid-Holland.
Bestuurlijk belang
Aandeelhouder.
Financieel belang
Het aantal aandelen is 72.383.
Kerncijfers
Bedragen x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat 2012
Overige informatie
www.dunea.nl Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 5 Bestuur
12
VOF Oegstgeest aan de Rijn
Vestigingsplaats
Oegstgeest
Rechtsvorm
Vennootschap Onder Firma.
Doelstelling/publiek belang
Het ontwikkelen en realiseren van het plangebied Nieuw Rhijngeest, deelplan Oegstgeest aan de Rijn.
Bestuurlijk belang
De gemeente is vennoot en heeft een belang van 50%.
Financieel belang
Gemeente Oegstgeest treedt samen met samenwerkingspartner Bouwfonds op als vennoot in een Vennootschap onder firma. De gemeente is 50% eigenaar van de VOF. De VOF heeft een sluitende grondexploitatie.
Kerncijfers
(bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2012 161.121 358.305
1-1-2013 0 0
Resultaat 2013
68
31-12-2012 161.876 356.799 755
31-12-2013 16.918 14.618 0
Overige informatie
De verkoop van woningen in dit gebied verloopt goed. Uitvoering van de grondexploitatie van de VOF verloopt volgens plan. De VOF stelt haar eigen grondexploitatie vast. De eventuele consequenties van de deelneming wordt opgenomen in de begroting. Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 1 Natuur en Landschap ■ Programma 2 Verkeer en Infrastructuur ■ Programma 3 Wonen en Werken
13
Inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval door gemeente Leiden
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Samenwerkingsverband..
Doelstelling/publiek belang
Het inzamelen en afvoeren van het huishoudelijk (GFT- en rest)afval afkomstig van particuliere huishoudens in de gemeente Oegstgeest door de gemeente Leiden. Deze gemeenschappelijk regeling draagt bij aan het realiseren van de doelstelling: het zo efficiënt mogelijk inzamelen en verwerken van het huishoudelijk afval.
Bestuurlijk belang
Jaarlijks overleg tussen gemeenten Leiden en Oegstgeest.
Financieel belang
Jaarlijks wordt een bijdrage betaald. Begroot voor 2015: € 541.210. De dkking komt volledig uit de afvalstoffenheffing.
Kerncijfers
Niet van toepassing. Dit is een samenwerkingsverband op grond van een overeenkomst; er is geen sprake van een eigenstandige organisatie.
Overige informatie
Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 1 Natuur en Landschap
14
GGZ
Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Samenwerkingsverband.
Doelstelling/publiek belang
Alle deelnemende colleges hebben met elkaar de overeenkomst getekend. Er is geen AB. Gemeenten dragen bij aan GGZ-instellingen via Leiden als centrumgemeente. Het gaat concreet over de volgende subsidies: Collectieve Preventie GGZ, Vriendendienst, Informatiepunt GGZ, Inloophuis Psychiatrie, ZON belangenorganisatie.
Gemeente Oegstgeest
14
GGZ
Bestuurlijk belang
De gemeente Leiden coördineert de regionale subsidieaanvraag. De afhandeling ervan wordt besproken in het portefeuillehoudersoverleg Sociale Agenda met wethouder Den Boer als vertegenwoordiger uit Oegstgeest.
Financieel belang
Jaarlijks wordt een bijdrage betaald. Begroot voor 2015: € 33.167.
Kerncijfers
Niet van toepassing. Dit is een samenwerkingsverband op grond van een dienstverleningsovereenkomst; er is geen sprake van een eigenstandige organisatie.
Overige informatie
Deze gemeentschappelijke regeling heeft een relatie met: ■ Programma 4 Sociale Infrastructuur
Programmabegroting 2015-2018
69
4.2.7 Paragraaf Grondbeleid 1. Algemeen De paragraaf grondbeleid is verplicht voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Daarnaast vraagt de provincie in haar begrotingscirculaire 2015 specifiek aandacht voor een aantal onderwerpen 2. Visie en beleid De nota grondbeleid is vastgesteld in maart 2012. De geactualiseerde gemeentelijke grondprijzennota is op 1 maart 2011 in werking getreden. Grondtransacties en grondexploitaties worden uitgevoerd met inachtneming van dit beleid. Hetzelfde geldt voor exploitatieplannen en/of exploitatieovereenkomsten die op grond van de Wet ruimtelijke ordening afgesloten worden. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma's en projecten. De in deze programma's en projecten geformuleerde ambities vertalen zich in een vraag naar ruimte en daarmee in een vraag naar verdeling van grond. Het grondbeleid richt zich op de grondmarkt, waar de grond wordt gekocht, geëxploiteerd, ontwikkeld en verkocht. De gemeente heeft gekozen voor een faciliterend grondbeleid. Alleen indien een door de gemeente gewenste ontwikkeling op basis van het toepassen van faciliterend grondbeleid niet mogelijk is, gaat de gemeente over tot het toepassen van sturend grondbeleid. Economische onzekerheden maken projectgerichte oplossingen gewenst, waarbij mogelijke vormen van partnerships en samenwerkingsverbanden in de meest brede zin mede overwogen moeten worden. Grondbeleid is niet zonder financiële risico's. Ten aanzien van de risico's wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen. Voor grondbeleid en grondexploitaties zijn voor 2015 en verder de volgende doelstellingen geformuleerd: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Uitgangspunt is een passieve grondpolitiek, met kaderstelling vanuit de publieke taak van de gemeente. Risicomanagement van het grondbeleid en de uitvoering is in overeenstemming met de in 2011 vastgestelde aanpak. Streven naar samenwerkingsvormen waar actieve grondpolitiek noodzakelijk is. Vlot in kunnen spelen op markontwikkelingen bij verwerving en uitgifte. Marktconform grondprijzenbeleid ten aanzien van gemeentelijke gronduitgiften. Positief renderende dan wel kostendekkende grondexploitaties en exploitatieovereenkomsten. De kosten en opbrengsten gemoeid met de uitvoering van het grondbeleid die niet onder een grondexploitatie vallen, komen ten laste en ten gunste van de algemene middelen.
De activiteiten in 2015 zijn: ■ ■ ■ ■ ■ ■
Actief zoeken naar samenwerkingspartners waar dat zinvol lijkt gezien de aard van de beleidsontwikkeling. Het actualiseren van grondexploitatie(s) en het periodiek rapporteren over de voortgang daarvan. Het opstellen van exploitatieplannen zoals voorgeschreven in de grondexploitatiewet bij nieuwe bestemmingsplannen of specifieke projecten. Het verwerven dan wel vervreemden van vastgoed, afhankelijk van de gemeentelijke belangen (strategische grondbeleid, voor zover deze activiteit niet al onder een grondexploitatie valt). Afhandelen overige kleine grondtransacties, die geen onderdeel uitmaken van een grondexploitatie, zoals snippergroenverkopen. Uitvoeren van gemaakte afspraken.
Ten behoeve van de uitvoering van het grondbeleid dat niet valt onder een grondexploitatie wordt jaarlijks een werkbudget grondzaken beschikbaar gesteld. Dit budget wordt aangewend voor onder andere taxaties, informatiebetrekking van het Kadaster, incidentele inschakeling van externe
70
Gemeente Oegstgeest
deskundigen, bodemonderzoeken, exploitatie en beheer van vastgoed dat op tijdelijke basis in de gemeentelijke vastgoedportefeuille verblijft. 3. Financiële Prognose De uitvoering van de projecten verloopt traag, maar redelijk volgens planning. De verkoop van woningen trekt aan en loopt naar omstandigheden goed. In de zomer 2013 is er in Nieuw-Rhijngeest een contract tot stand gekomen waardoor de gemeente haar actieve ontwikkelrol verder heeft beperkt en de afhankelijkheid van de stagnerende markt heeft verkleind. Het financieel resultaat van de grondexploitatie is hierdoor weliswaar licht negatiever geworden, maar de risicopositie is aanzienlijk verbeterd. Ook zijn nieuwe afspraken gemaakt over bijdragen aan de Rijn Gouwe Lijn, die wordt omgezet naar een HOV-verbinding. Dit is voordelig voor deze grondexploitatie. Ten derde beïnvloedt de stelselwijziging in de gemeentebegroting de grondexploitatie. Het herschikken van kosten tussen de algemene dienst en de grondexploitatie heeft eveneens een positief effect op de grondexploitatie. Deze aanzienlijke wijzigingen zijn verwerkt in een tussentijdse wijziging van de grondexploitatie NieuwRhijngeest restgebieden per september 2013. Het herziene saldo bedraagt op contante waarde € 11,2 mln negatief, ten opzichte van € 16,9 mln negatief in de voorgaande grondexploitatie. Omdat vanaf 2014 door de stelselwijziging de dekking van tekorten op eindwaarde plaatsvindt, rapporteren wij vanaf nu de eindwaarde. Deze bedraagt € 14,6 mln negatief per 31-12-2021. De herziening per 1-1-2014 was van administratieve aard en heeft niet geleid tot wijziging in het saldo. De eerstvolgende actualisaties wordt voorzien bij de jaarrekening 2014. Er zijn geen ontwikkelingen die een eerdere actualisatie noodzakelijk maken. Onderstaande cijfers komen dan ook overeen met de cijfers zoals gepresenteerd in de jaarrekening 2013. Restgrex Poelgeest Gemeentelijke Grex (VOF) Restgrex NRG Totaal
Balanswaarde per 31-12-2013
Nog te realiseren kosten
Nog te realiseren opbrengsten
Verwacht exploitatie resultaat op eindwaarde (-/- = voordelig)
Resterende risico's
63.532.185
21.452.106
-70.368.475
14.616.522
10.650.000
Schuldreductie t/m einde looptijd investeringen (2021):
-48.916.369
Voorziening tekort NRG op eindwaarde :
14.616.522 5.325.000
Risicoreserve grondexploitaties (50% van de resterende risico’s); gewenste omvang:
In bovenstaande tabel komen de schuldpositie, resultaat en risico’s in relatie tot de Oegstgeestse grondexploitaties samen. De schuldpositie van Oegstgeest per 31-12-2013 bedraagt € 91,9 mln (zie paragraaf financiering). Het aandeel hierin van de schuldreductie dat voortvloeit uit de investeringen in de grondexploitaties, is het saldo van de 'nog te realiseren kosten' en 'nog te realiseren opbrengsten' (de cashflow) en bedraagt circa € 49 mln. Dit betekent dat – op grond van deze cijfers – de cashflow uit de grondexploitaties er voor zorgt dat de schuldpositie wordt teruggedrongen tot € 43 mln tegen het einde van de ontwikkeling van NRG. Het verwachte resultaat van de grondexploitaties bedraagt circa € 14,6 mln negatief op eindwaarde. Dit negatieve resultaat is afgedekt met de voorziening Nieuw Rhijngeest. De hoogte van deze voorziening is gelijk aan het verwachte exploitatieresultaat op eindwaarde. De resterende risico’s zoals die zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen worden geschat op € 10,65 mln. In de nota 'uitwerking besluitvorming Perspectiefnota 2014' (vastgesteld bij de behandeling Programmabegroting 2014-2017) is vastgelegd dat de hoogte van de reserve maximaal vijftig procent mag zijn van de resterende risico’s. In totaal gaat het dan om een bedrag € 5,325 mln. Bij het vaststellen van de jaarrekening is een gedeelte van het resultaat gestort in de risicoreserve grondexploitatie die hiermee het gewenste saldo heeft bereikt. Het saldo van deze reserve wordt jaarlijks herijkt op basis van het (gewijzigde) risicoprofiel zoals dat wordt vastgesteld bij de actualisatie.
Programmabegroting 2015-2018
71
4. Stand van zaken uitvoering per deelexploitatie Deelgebied 1 (Rijnvaert) Voor plan Rijnvaert wordt het bestemmingsplan voorbereid om in het eerste kwartaal 2015 vastgesteld te worden. Werkzaamheden bouwrijp maken zijn voorbereid en starten eind 2014/begin 2015. De samenwerking tussen ontwikkelaar en gemeente verloopt goed. De verkoop van de woningen start in 2015. Oegstgeest aan de Rijn VOF De verkoop van woningen in dit gebied verloopt goed. Uitvoering van de grondexploitatie van de VOF verloopt volgens plan. De VOF stelt haar eigen grondexploitatie vast. De eventuele consequenties van de deelneming wordt opgenomen in de begroting. Kamphuizerpolder (inclusief Langenakker) Het project Langenakker verloopt als verwacht. Het bestemmingsplan Kamphuizerpolder-Buitenlust is in voorbereiding en wordt in 2015 vastgesteld. Nieuw-Rhijngeest-Zuid, Universiteit Leiden Het bestemmingsplan is in procedure en wordt in het eerste kwartaal 2015 vastgesteld. De universiteit dient een bedrag te voldoen bij een aantal gerealiseerde vierkante meters. Het minimum aantal vierkante meters is nog niet bereikt. Gemeente en universiteit Leiden werken momenteel samen de verdere plannen uit. De eerste bedrijven vestigen zich in het Oegstgeester deel van het Bio Science Park. Frederiksoord-Zuid De ontwikkelaar/grondeigenaar heeft een plan opgesteld op basis van het vigerende uitwerkingsplan. Met de gemeente Katwijk wordt overleg gevoerd omdat deze ontwikkeling in beide gemeenten plaats vindt. Het uitwerkingsplan moet voor 1 oktober 2015 worden vernieuwd. Poelgeest Voor de Lange Voortse Driehoek wordt het bestemmingsplan voorbereid en begin 2015 vastgesteld. De verkoop van vrije kavels voor deze locatie is gestart in 2014. Realisatie van de kavels start in 2015. Voor Heemlandterras is een juridisch geschil ontstaan met de ontwikkelaar in 2014. De juridische procedure wordt in 2015 doorlopen. Strategische verwervingen en overige vastgoedtransacties ■ ■ ■
Verwerving perceel MEOB. Verkoop van snippergroen. Verwerving grond voor tien woonwagenstandplaatsen. Uitvoering van de overeenkomst met de gemeente Leiden.
Gronden in voorraad, te vervreemden bezit Gronden in voorraad zijn gemeentelijke grondeigendommen waarvan beoogd wordt deze te vervreemden dan wel op termijn onder te brengen in een gemeentelijke grondexploitatie. ASC/Overveerpolder De gemeenteraad heeft ingestemd met de verhuizing van Ajax Sportman Combinatie (voetbal en cricket) van hun huidige locatie aan de Duivenvoordestraat naar de Overveerpolder. De voorwaarden waaronder zowel de Duivenvoordestraat als de Overveerpolder mag worden ingericht, zijn vastgesteld in het raadsbesluit en het amendement van 18 september 2006. ASC heeft een overeenkomst gesloten met een professionele partij die, nadat de vereniging is verhuisd naar de nieuwe locatie in de Overveerpolder, de Duivenvoordestraat gaat ontwikkelen. De gemeente heeft met ASC en de ontwikkelende partij van de Duivenvoordestraat een koop- en ontwikkelingsovereenkomst afgesloten op 1 maart 2010. De gemeente is eigenaar van een deel van de gronden in de Overveerpolder. Deze gronden worden overgedragen aan ASC voor de ontwikkeling en realisatie van sportvoorzieningen op deze locatie.
72
Gemeente Oegstgeest
Het bestemmingsplan Overveerpolder is in 2013 vastgesteld, maar kan door ingesteld beroep bij de Raad van State nog niet worden uitgevoerd. Bij het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan wordt de voorbereiding voor aanleggen van het sportcomplex uitgevoerd door de vereniging. Verwerving perceel MEOB De gemeente stimuleert en faciliteert marktpartijen in de ontwikkeling van het MEOB-terrein. Uitgangspunt hierbij is herontwikkeling zonder substantiële risico’s voor de gemeente. In de uitwerking van de samenwerking tussen de huidige eigenaar, het Rijksvastgoedbedrijf en de gemeente wordt het complex via de gemeente doorgeleverd aan marktpartijen. Verkoop van snippergroen De gemeente verkoopt kleine percelen openbaar groen als zogenaamd snippergroen conform de nota Snippergroenbeleid. Woonwagenstandplaatsen In het kader van afspraken met de gemeente Leiden is gezocht naar een vestigingslocatie voor 2 maximaal tien standplaatsen, een ruimtebeslag van ongeveer 3.000 m , waarvoor de gronden verworven moeten worden. In 2012 is een keuze gemaakt om naast huisvesting binnen de sociale woningbouwsector het gebied tussen Frederiksoord-Zuid en Nieuw-Rhijngeest aan te merken als zoeklocatie. In 2013 zijn de verkennende gesprekken met bewoners gestart. In 2014 is de locatie voor het realiseren van de woonwagenstandplaats in de vorm van huurwoningen opgenomen in de planologische procedure voor het bestemmingsplan Kamphuizerpolder. In 2015 wordt het plan uitgewerkt en de verwachting is dat de realisatie rond de zomer 2016 is afgerond. (Strategische) verwervingen en overige grondzaken Verwervingen en overige (kleine) grondzaken, zoals vestiging dan wel opheffing van beperkte zakelijke rechten of de (ver)huur, zijn handelingen die nodig zijn om invulling te geven aan gemeentelijk beleid en gemeentelijke verplichtingen of die nodig zijn om gronden (op termijn) in exploitatie te kunnen brengen.
Programmabegroting 2015-2018
73
4.2.8 Paragraaf 3 Decentralisaties 1. Algemeen O Op 1 juli 2014 nam de Eerste Kamer de Participatiewet en de Wet maatregelen Wet werk en bijstand aan, waarmee de laatste van de drie decentralisaties verankerd werd in formele wetgeving. Voor de Jeugdwet en de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning was de parlementaire behandeling al eerder afgesloten. Het laatste beleidsplan voor de drie decentralisaties, te weten het beleidsplan participatie en inkomensondersteuning 2015-2016 'Aan de slag…' wordt in oktober in de raad behandeld. Eerder passeerden: ■ ■ ■
visienota ‘Nieuw sociaal domein in Oegstgeest’, 19 december 2013 beleidsplan ‘Hart voor de jeugd’, 27 februari 2014 beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning ‘Op eigen kracht, tenzij…’, 1 juli 2014
Deze plannen vormen de basis voor de in oktober/november nog door de raad vast te stellen verordeningen. De formele basis is daarmee gelegd om met ingang van 1 januari 2015 met de nieuwe taken te kunnen starten. Vanaf dat moment heeft de gemeente binnen het lokale sociale domein een grote verantwoordelijk. Deze uit zich in het zorgdragen voor hulp aan degenen die daarin niet zelf, of met behulp van hun sociale netwerk, slagen. Daarnaast is de gemeente financieel verantwoordelijk voor het regelen van en zorgdragen voor voldoende hulp aan jeugdigen en aan inwoners die ondersteuning nodig hebben om zelfstandig te kunnen participeren in onze (lokale) samenleving. Het leggen van meer verantwoordelijkheid binnen het sociale domein bij de gemeente kan niet alleen worden gezien als een bestuurlijke overgang van taken. Noodzakelijk is ook een andere invulling van beleid, van regie van de gemeente en van inzet van de inwoners en betrokken organisaties. Deze transformatie is niet op 1 januari 2015 gerealiseerd. De verandering in het sociale domein is een proces dat vraagt om ruimte, begrip en aanpassing op het moment dat eerder geformuleerd beleid of doelen niet aansluiten op wat wij met elkaar voor ogen hebben. Het 3D-project waarmee alle gemeenten de afgelopen jaren bezig zijn geweest stopt dus niet echt. Het wijzigt zich in het uitvoeren van de nieuwe taken en zorgen dat de hulp die uiteindelijk nodig is ook daar terecht komt waar dat nodig is. Ook ligt er de rol voor de gemeente om inwoners en instellingen te begeleiden – mee te nemen – in de veranderingen. Iedereen behoort mee te doen in de maatschappij en de eigen kracht en verantwoordelijkheid in te zetten voor het eigen probleem en ook voor dat van hun naasten en de omgeving. Indicatoren Om te kunnen beoordelen of ons beleid het juiste effect heeft, worden voor een aantal indicatoren gegevens verzameld. Belangrijkste is daarbij de klantervaring. Binnen de drie afzonderlijke decentralisaties is het meten van die klantervaring een vereiste. In de loop van 2015 wordt de tevredenheid onderzocht. Voor de klantervaring is ook het aantal gegronde klachten en bezwaarschriften een indicatie, evenals de afhandelingstijd van aanvragen en meldingen. We gaan na of de afhandeling binnen de in de verordening genoemde tijden plaatsvindt. Afhankelijk van de ervaring in 2015 kunnen we voor 2016 en volgende jaren deze termijnen aanscherpen. Een derde belangrijke indicator is financiën. We houden bij of de uitvoering binnen de vastgestelde budgetten plaatsvindt. Vanzelfsprekend worden daarnaast de aantallen cliënten die gebruik maken van de binnen het sociaal domein voorkomende voorzieningen (algemene en maatwerk) geregistreerd. Rijksmiddelen In de meicirculaire zijn de gemeenten geïnformeerd over de middelen die zij ontvangen voor de nieuwe taken. In die circulaire werd er nog van uitgegaan dat de middelen voor de jeugdhulp, de nieuwe taken vanuit de AWBZ die zijn opgenomen in de Wmo en het re-integratiebudget uit de Participatiewet zouden opgaan in één sociaal deelfonds. Op 11 september 2014 heeft de minister van BZK aan de Tweede
74
Gemeente Oegstgeest
Kamer laten weten dat niet tot de vorming van een dergelijk sociaal deelfonds wordt overgegaan. Het wetsvoorstel deelfonds sociaal domein komt te vervallen. Voor de gedecentraliseerde taken wordt nu € 10,3 mld aan het gemeentefonds toegevoegd. Gemeenten krijgen daarmee de vrije beschikking over de inzet van deze middelen. Het is wel de intentie dat deze middelen worden besteed aan die nieuwe taken. De verantwoording aan het Rijk behoeft niet meer specifiek te gebeuren en is daarmee dus sterk vereenvoudigd. De middelen die worden ontvangen vanuit het Rijk voor de verschillende taken zijn: Onderdeel
Raming
Integratie-uitkering Wmo hulp bij het huishouden
€ 1.215.000
Nieuwe taken Wmo overheveling AWBZ
€ 2.084.172
Jeugdhulp
€ 4.426.957
Participatiebudget incl. WSW
€ 1.410.751
Totaal
€ 9.136.880
2. De nieuwe Wmo Voor 2015 is de integratie-uitkering huishoudelijke ondersteuning met 24% verlaagd ten opzichte van 2014 en bedraagt deze nu € 1.215.000. Deze uitkering bevat niet alleen de daadwerkelijk huishoudelijke hulp, maar ook middelen ten behoeve van de uitvoering en andere aan de Wmo gerelateerde activiteiten. Om de bezuiniging op de huishoudelijke ondersteuning op te vangen wordt vanaf 1 juli 2015 huishoudelijke ondersteuning geacht een algemene voorziening te zijn. De voorzieningen voor vervoer en wonen die al langer onder de WMO vallen, worden van oudsher bekostigd uit de algemene middelen. Binnen de begroting is daarvoor in 2015 € 855.000 opgenomen. Voor de nieuwe Wmo-taken ontvangt de gemeente € 2.084.172. Het grootste deel van dit bedrag moet besteed worden aan de uit de AWBZ overkomende taken op het terrein van individuele en groepsbegeleiding. Daarnaast wordt een deel van deze middelen ingezet voor de uitbreiding van de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering die de gemeente nu al aanbiedt voor minima. Vanaf 1 januari 2015 wordt deze verzekering uitgebreid voor chronisch zieken en gehandicapten die vanaf die datum geen recht meer hebben op een bijdrage in hun kosten vanuit de Wtcg en de CER. Een ieder met een inkomen minder dan 130% van het minimum loon kan zich dan middels deze voorziening verzekeren. Eén van de ontwikkelingen binnen het sociaal domein is het vormgeven van een sociaal team. De middelen die daarvoor binnen het hiervoor genoemde budget vanuit het Rijk zijn toegevoegd, hebben wij verhoogd naar € 100.000. Een coach/coördinator, ICT en het trainen van de deelnemers in dat sociale team worden hieruit voor 2015 bekostigd. De inzet van de deelnemers zelf wordt bekostigd uit bestaande subsidiemiddelen. Vanaf 1 januari 2015 wordt het onder de AWBZ vallende mantelzorgcompliment afgeschaft. Dit compliment is op dit moment gekoppeld aan de indicatie van degene waarvoor de mantelzorger zich inzet. Via de SVB ontvangt de mantelzorger € 200. De koppeling met de AWBZ komt te vervallen. De middelen die hiervoor worden ontvangen, gaan wij koppelen aan de middelen die nu al voor mantelzorgondersteuning aanwezig zijn. Samen met de mantelzorgondersteuningsorganisaties gaan wij kijken hoe deze middelen in te zetten. Binnen het nieuwe budget zijn ook middelen voor cliëntondersteuning opgenomen. Rijk en VNG hebben met MEE-Nederland de afspraak gemaakt dat gemeenten in ieder geval voor 2015 MEE contracteren voor deze taak. De Holland Rijnlandgemeenten hebben met MEE Zuid-Holland-Noord een transitieovereenkomst gesloten die regelt dat in 2015 95% van het budget voor mantelzorgondersteuning ten goede komt aan MEE. Voor het uitoefenen van de nieuwe taken zijn ook extra uitvoeringskosten noodzakelijk. Te denken valt daarbij aan het gezamenlijk met de Leidse regiogemeenten inzetten van een wettelijk verplichte
Programmabegroting 2015-2018
75
toezichthouder, het inhuren van het Wmo-kantoor ter ondersteuning van de administratieve afhandeling en een extra Wmo-consulent voor het begeleiden van nieuwe aanvragen. Huidige Wmo-taken
Uitgaven
Inkomsten
Voorzieningen vervoer en wonen 855.000
Budget algemene middelen Wmo Vervoersvoorzieningen
639.000
Terugvordering vervoersvoorzieningen Woningaanpassingen
10.000 226.000
Eigen bijdrage vervoer en wonen
P.M.
Huishoudelijke ondersteuning 1.215.000
Integratie uitkering Wmo 2015 HbdH (Hulp bij de Huishouding) Uitgaven huishoudelijke ondersteuning
722.000
Eigen bijdrage
320.000
Terugvordering huishoudelijke ondersteuning
64.000
Uit re-integratiebudget toegevoegd aan algemene middelen
469.000
Risicobudget
101.000
Totaal huidige Wmo-taken
2.309.000
2.309.000
Nieuwe taken
Uitgaven
Inkomsten
Overheveling AWBZ naar Wmo Begeleiding (individueel en groep)
2.084.172 1.528.066
Eigen bijdrage begeleiding
150.555
Maatwerkvoorziening aanvullende ziektekostenverzekering
209.600
Sociaal team
100.000
Extra mantelzorgondersteuning Doventolk
67.900 7.760
Cliëntondersteuning
141.401
Lokale uitvoeringskosten
180.000
Totaal nieuwe Wmo-taken
2.234.727
2.234.727
Totale uitgaven Wmo 2015
4.698.727
4.698.727
Uitgegaan wordt voor 2015 van een zogenaamde zachte landing. Voor wat betreft de huishoudelijke ondersteuning is dit geregeld door pas vanaf 1 juli 2015 het nieuwe systeem te laten ingaan. Voor de overige situaties kan, daar waar dat noodzakelijk is, worden teruggevallen de 3D/Wmo-reserve. 3. Jeugdhulp Vanaf 2015 worden alle vormen van jeugdhulp onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten gebracht. Het gaat dan om de jeugdhulp zoals die nu wordt uitgevoerd door de provincies, de zorgkantoren (AWBZ en zorgverzekering) en de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Veiligheid en Justitie (VenJ). De justitiële jeugdinrichtingen blijven de verantwoordelijkheid van het ministerie van VenJ, maar de jeugdreclassering van deze groep valt straks wel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Door de samenwerkende gemeenten in Holland Rijnland is afgesproken dat zij voor het continueren van de zorg en het borgen van een goede infrastructuur gezamenlijk het opdrachtgeverschap jeugd organiseren. Hiervoor wordt een tijdelijke organisatievorm opgezet waarbij gebruik wordt gemaakt van onder andere SP71. Ongeveer 80% van het budget dat de gemeenten ontvangen, gaat naar de gezamenlijk in te kopen zwaardere vormen van zorg.
76
Gemeente Oegstgeest
Daarnaast wordt lokaal door middel van een jeugd en gezinsteam consultatie, advies en daar waar nodig licht ambulante hulp gegeven. Waar nodig schakelt dit team rechtstreeks specialisten in om snel en adequaat ondersteuning te bieden. Op deze wijze dient zwaardere en duurdere hulp te worden voorkomen. Conform afspraak wordt hier ongeveer 20% van het budget voor gebruikt. Voor 2015 zijn met de huidige jeugdzorgaanbieders afspraken gemaakt over de door hen te leveren zorg. Het eind 2013 afgesproken regionaal transitie-arrangement is hiervoor de basis. Eind 2014 worden exacte aantallen jeugdigen en de daarmee samenhangende kosten bekend. Het streven is om binnen de rijksmiddelen de zorg in 2015 te realiseren. Onderling hebben gemeenten afgesproken de risico’s te spreiden en daarvoor is een onderlinge verzekering opgesteld. Binnen de begroting van het regionale opdrachtgeverschap is een risicovoorziening opgenomen. Spannend is of dit genoeg zal zijn. Eén van de zorgpunten is het PGB. De daarvoor opgenomen middelen staan niet in verhouding tot de gegevens die nu worden ontvangen van het zorgkantoor. Maatregelen die door het Rijk in de afgelopen tijd met betrekking tot deze PGB’s zijn genomen, lijken nog niet terug te komen in de cijfers die gemeenten ontvangen. Binnen Holland Rijnland is afgesproken dat de gemeenten straks zelf verantwoordelijk zijn voor het toekennen van deze PGB’s. Daar waar het budget onvoldoende is, moet naast een risicoreserve binnen het regionale budget ook het verzekeringsmodel gaan gelden. In het regionaal transitiearrangement is afgesproken dat 1,5% van het te ontvangen budget wordt besteed aan uitvoeringslasten. Van die 1,5% is 1% gereserveerd voor het regionaal opdrachtgeverschap en is de resterende 0,5% voor de lokale uitvoering (€ 25.000). Gezien alle taken die toch ook vanaf 1 januari 2015 binnen de gemeente moeten worden uitgevoerd, wordt voorgesteld om in ieder geval 1,5 fte, zijnde € 112.500, te begroten voor de lokale uitvoering. Nieuwe jeugdtaken
Uitgaven
Uitkering jeugdhulp
4.426.957
inrichten en in stand houden jeugd- en gezinsteam (lokaal)
602.847
PGB’s (lokaal)
205.894
Lokale uitvoeringskosten
112.500
Lokale uitvoeringskosten (ICT e.d.)
Inkomsten
25.000
Daadwerkelijke zorg, het regelen van zorg aan jeugd en ouders (regionaal opdrachtgeverschap)
3.480.716
Totaal
4.426.957
4.426.957
4. Participatiewet De belangrijkste veranderingen die de Participatiewet – de opvolger van de huidige Wet werk en bijstand (Wwb) – met zich meebrengt, zijn dat de toegang tot de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) wordt afgesloten en dat de Wet werk en ondersteuning jonggehandicapten (Wajong) alleen toegankelijk wordt voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De mensen die geen aanspraak meer kunnen maken op de voorzieningen van Wsw en Wajong vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet. Het centrale doel van de wet is dat mensen met arbeidsbeperkingen, die nog wel arbeidsvermogen hebben, vaker aan het werk gaan, bij voorkeur bij reguliere werkgevers. Het is aan de gemeente om bepaalde groepen werkzoekenden te ondersteunen bij het zoeken naar werk. Naast de Participatiewet wordt vanaf 1 januari 2015 ook de Wet maatregelen Wet werk en bijstand van kracht. Deze wet wijzigt de Wwb en een aantal andere wetten en voorziet in maatregelen om ervoor te zorgen dat sociale zekerheidsregelingen houdbaar en toegankelijk blijven nu de vergrijzing toeneemt en de beroepsbevolking daalt. Om dat doel te bereiken, versterkt de regering met deze wet het vangnetkarakter van de bijstand. De wijzigingen die uit de Participatiewet voortkomen zijn niet zo ingrijpend als die van de Jeugdwet en de nieuwe Wmo. Bij die laatste twee krijgt de gemeente te maken met omvangrijke nieuwe doelgroepen. Bij de Participatiewet is straks wel sprake van een nieuwe doelgroep, bestaande uit inwoners met een arbeidsbeperking en een zekere loonwaarde die een beroep doen op bijstand, maar die groep is in omvang nog niet zo groot. In de loop van de jaren gaat deze groep een groot deel van de
Programmabegroting 2015-2018
77
bijstandspopulatie uitmaken. Het ondersteunen van deze groep naar de arbeidsmarkt moet gebeuren met een beperkt budget voor re-integratiemiddelen en met het nieuwe instrument loonkostensubsidie. Het stoppen van de toegang tot de WSW heeft als consequentie dat de huidige SW-bedrijven hun activiteiten moeten afbouwen, danwel moeten omvormen. Het zittende WSW-bestand zal teruglopen, maar de gemeente blijft wel verantwoordelijk voor de bekostiging. Daarvoor moet het re-integratiebudget van de Participatiewet worden aangesproken. Met de Wet maatregelen Wet werk en bijstand krijgt de gemeente de beschikking over het instrument ‘tegenprestatie’ en is de mogelijkheid voor het categoriaal toekennen van bijzondere bijstand niet meer mogelijk. De tegenprestatie wordt middels het zogenaamde ‘trechtermodel’ uitgevoerd: alleen degenen die een re-integratietraject hebben doorlopen en geen vrijwilligerswerk verrichten, wordt een tegenprestatie opgelegd. De verwacht is dat als gevolg van het vervallen van de categoriale bijzondere bijstand, er in veel meer gevallen individueel maatwerk moeten worden toegepast. Ook wordt verwacht dat nieuwe bijstandsgerechtigden met een arbeidsbeperking meer begeleiding (aandacht) nodig hebben. Het is daarom dat voorgesteld wordt om voor deze nieuwe taken de formatie met 1,5 fte, zijnde € 112.500, uit te breiden. Voor de re-integratie is de afspraak dat de uitvoering plaatsvindt binnen het door het Rijk beschikbaar gestelde budget. Participatiewet P-budget (klassiek en nieuw) WSW
Uitgaven
Verwachte inkomsten
186.070
186.070
1.274.475
Rijksbudget WSW opgenomen in participatiebudget
1.224.681
Gemeentelijk bijdrage aan Maregroep en DZB Totaal
78
Gemeente Oegstgeest
49.794 1.460.545
1.460.545
4.2.9 Paragraaf Kostenverdeling en kostendekkendheid 1. Inleiding De paragraaf 'Kostenverdeling en kostendekkenheid' is in 2015 voor het eerst aan de begroting toegevoegd. Deze nieuwe paragraaf is toegezegd in de perspectiefnota 2014-2018. De achtergrond van deze toezegging is tweeledig. In de eerste plaats wordt zo de totstandkoming van de kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven transparant gemaakt. Wij laten zien hoe de kostendekkendheid wordt berekend en wij laten zien welke kosten worden toegerekend aan welke heffingen. In de tweede plaats geeft de paragraaf inzicht in de wijze waarop de ‘kostenverdeling’ in deze begroting vorm krijgt. Dit inzicht is van belang omdat de introductie van het programma bedrijfsvoering leidt tot een wijziging van de kostentoedeling in de begroting. Het motief voor de toevoeging van het programma bedrijfsvoering is de versterking van de autorisatie- en beheersfunctie van de begroting. Dit motief past in het streven naar een versterking van de (financiële) sturing. Door de kosten van bedrijfsvoering onder te brengen in een programma, inplaats van ze (als overhead) toe te rekenen aan de andere programma's, verliest de begroting aan kracht als instrument voor integrale kostprijsberekening. Dit probleem wordt opgelost door de kostprijsberekeningen 'extracomptabel' (buiten de vaste structuur van de begrotingsadministratie) uit te voeren. De extracomptabele kostprijsberekening wordt in het tweede deel van deze paragraaf uiteengezet. Eerst gaan we in op de kostenverdeling. 2. Kostenverdeling De begroting van een gemeente heeft drie functies. De eerste is de autorisatiefunctie. Door vaststelling van de begroting autoriseert de gemeenteraad het college van B en W tot het doen van de uitgaven die in de begroting zijn opgenomen. De begroting dient de autorisatiefunctie zo goed mogelijk te ondersteunen door een transparante verbinding te leggen tussendoelen en middelen. De tweede functie van de begroting is de beheersfunctie. De programmabegroting wordt vertaald naar specifieke (beheers)budgetten. Deze worden in de administratie opgenomen en ten opzichte van deze budgetten worden werkelijke uitgaven geboekt. Ook hierbij is transparantie belangrijke voorwaarde. Budgethouders moeten snappen hoe budgetten zijn opgebouwd. In de derde plaats heeft de begroting een publieke functie. Voor derden (burgers, bedrijven en dergelijke) is de begroting openbaar en kan er uit worden gelezen wat de dienstverlening kost. In sommige gevallen zijn tarieven gekoppeld aan deze dienstverlening. Zo mag bijvoorbeeld voor leges niet meer worden gevraagd dan de kosten die gemoeid zijn met de bij de leges behorende dienstverlening. Mede op grond hiervan zijn veel overheidsbegrotingen gemodelleerd naar een op kostenplaatsen gebaseerde verdeelsystematiek. Het leidend laten zijn van een kostenverdeelsystematiek bij de opzet van een begroting gaat vaak ten koste van (de kwaliteit van) een begroting als autorisatie- (transparantie) en beheersinstrument (veel kosten worden indirect). Dit komt omdat kostprijsberekening een verregaande exactheid vereist. Exactheid die wordt bereikt door het toevoegen van hulpkostenplaatsen en het steeds verder verfijnen van verdeelsleutels. In deze begroting wordt een kostenverdeelsystematiek geïntroduceerd die geënt is op een evenwichtiger benadering van de drie functies van een begroting. Een systematiek die er voor zorgt dat de begroting transparanter wordt en dat de beheersfunctie sterker naar voren komt. Een begroting die inzicht blijft bieden in de kostprijs, maar hier een meer globalere benadering voor kiest waar dat kan en een exactere benadering waar dat vereist is. Voor veel producten past de globale benadering, hier ligt immers geen (wettelijke) eis van (maximaal) kostendekkend. Voor leges en rechten moet dit exacter omdat hier die eis wel bestaat. Om de begroting niet nodeloos ingewikkeld te maken door de kostprijsberekening voor leges en rechten hierin te verweven, wordt dit extra-comptabel; dat wil zeggen buiten de begroting om gedaan. Om dit inzichtelijk
Programmabegroting 2015-2018
79
te maken wordt hieronder een gemodellerde weergave geboden van de ‘oude’ kostentoerekening en de in deze begroting opgenomen nieuwe toerekening. Oude kostenverdeling:
In de oude opzet waren de bedrijfsvoeringskosten ondergebracht in hulpkostenplaatsen. Via deze hulpkostenplaatsen, huisvesting bijvoorbeeld, werden kosten toegerekend aan hoofdkostenplaatsen (afdelingen). Afdelingen rekenden hun kosten toe aan producten (bijvoorbeeld riolering) via een urenraming. Aldus onstond een integraal beeld van de kosten van riolering. In het kader van de ‘brede rioolheffing’ werden hier vervolgens de integrale kosten voor het waterbeheer bij opgeteld. Hier werd vervolgens het tarief op afgestemd. Deze opzet heeft twee nadelen: 1. 2.
Een deel van de kosten (de bedrijfsvoeringskosten) worden gedeeltelijk aan de autorisatie van de raad onttrokken. De raad autoriseert op programmaniveau en hierin zijn de ‘indirecte’ huisvestingskosten versleuteld. Budgethouders krijgen kosten aan hun producten toegerekend die zij in principe niet kunnen beïnvloeden: de bedrijfsvoeringskosten.
Het voordeel van deze opzet is dat er wel zoiets ontstaat als een integrale kostprijs. Hierbij moet echter worden aangetekend dat deze kostprijs in grote mate afhankelijk is van de gekozen verdeelsleutels. Keuzes die meestal buiten het zicht van ons bestuur tot stand komen. In de nieuwe opzet worden de bedrijfsvoeringskosten ondergebracht in het programma bedrijfsvoering in plaats van in hulpkostenplaatsen. In schema ziet dit er als volgt uit:
Hiermee worden de twee nadelen uit de oude opzet opgeheven: 1. 2.
Uw raad autoriseert in deze opzet expliciet de bedrijfsvoeringskosten. Immers, deze zijn nu ondergebracht in het programma bedrijfsvoering. Budgethouders krijgen niet langer kosten doorbelast aan hun producten die zij niet kunnen beïnvloeden.
Het nadeel van deze opzet is dat de bedrijfsvoeringskosten niet langer ‘automatisch’ worden toegerekend aan de gemeentelijk producten. Om dit nadeel op te heffen is gekozen om deze kosten extracomptabel toe te rekenen. Deze extra-comptabele toerekening wordt zichtbaar gemaakt in het tweede deel van de paragraaf.
80
Gemeente Oegstgeest
3. Kostendekkendheid tarieven De berekening van de kostendekkendheid van tarieven vindt nu vervolgens in twee stappen plaats. In de eerste plaats dient te worden bepaald op welke wijze de bedrijfsvoering moet worden toegerekend aan de overige gemeentelijke producten. In de tweede plaats dient te worden vastgesteld welke (overige) kostenelementen mogen worden toegerekend aan de verschillende tarieven. Toerekening bedrijfsvoering Voor de toerekening van de bedrijfsvoeringskosten aan de gemeentelijke producten die worden gedekt door specifieke tariefstelling, wordt nu een eenvoudige verdeelsleutel gehanteerd die is geënt op de toerekening van uren aan deze producten. Ambtelijke (personeels)kosten worden toegerekend op basis van een urenraming; voor elke medewerker wordt ingeschat hoeveel uur van de totale capaciteit wordt besteed aan de verschillende producten. Opgeteld op concernniveau ziet dit er als volgt uit: Toerekenen uren bedrijfsvoering
Uren
Procentueel
Uren
Procentueel
103.886
60,63
103.886
77,39%
Reiniging
6.214
3,63
6.214
4,63%
Riolering
2.295
1,34
2.295
1,71%
15.262
8,91
15.262
11,37%
Investeringen
5.543
3,24
5.543
4,13%
Grondexploitaties
1.029
0,60
1.029
0,77%
134.229
78,34
149.491
100%
37.108
21,66
0
0,00%
171.337
100%
149.491
100%
Primair proces (prgoamma's 1 t/m 5; exclusief afvalstoffenheffing en rioolrechten, leges)
Leges
Totaal primair proces Programma bedrijfsvoering Totaal organisatie
De toerekening aan de exploitatie van de uren tegen een bepaald tarief zorgt er voor dat personeelskosten worden begroot op een bepaald product. Indien we de uren besteed aan het primaire proces afzetten tegen de uren die worden ingezet voor bedrijfsvoering, dan wordt 78,34% van de beschikbare ambtelijke capaciteit besteed aan taken in het primaire proces en 21,66% van de beschikbare capaciteit aan ondersteunende processen in de bedrijfsvoering. De dekking van de kosten loopt langs drie verschillende lijnen. De uren die worden besteed binnen de exploitatiebegroting worden gedekt door algemene dekkingsmiddelen als de OZB en de algemene uitkering. De uren besteed aan grondexploitaties worden gedekt uit verkoop van bouwrijpe grond. De uren besteed aan investeringen worden eveneens gedekt door de exploitatie, maar komen hierin terug via kapitaallasten. Feitelijk worden deze ambtelijke kosten geactiveerd en afgeschreven. Indien we de procentuele verdeling van de uren in het primaire proces als basis nemen voor de (extracomptabele) kostentoedeling van de kosten van programma 6, dan ontstaat het volgende beeld: Toerekenen kosten bedrijfsvoering Primair proces (exclusief afvalstoffenheffing en rioolrechten, leges)
5.008.209
Afvalstoffenheffing
299.569
Riolering
110.639
Leges
735.755
Investeringen
267.221
Grondexploitaties Totaal
49.607 6.471.000
In de tabel wordt zichtbaar welke kosten betrokken kunnen worden in de kostendekkendheid van de verschillende heffingen. Tevens wordt zichtbaar welke bedrijfsvoeringskosten toegerekend moeten worden aan de investeringen en de grondexploitaties.
Programmabegroting 2015-2018
81
82
Gemeente Oegstgeest
5 Financiële begroting
Programmabegroting 2015-2018
83
5.1 Overzicht van baten en lasten 5.1.1 Overzicht van baten en lasten Programma (bedragen x € 1.000) 1 NATUUR EN LANDSCHAP
L/B
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Lasten
6.303
5.795
Baten
-3.003
2016
2017
2018
4.922
4.905
4.916
4.916
-2.699
-2.697
-2.710
-2.701
-2.701
3.299
3.097
2.225
2.195
2.216
2.215
Lasten
5.248
3.454
2.831
3.058
3.348
3.537
Baten
-2.176
-2.292
-2.400
-2.523
-2.516
-2.516
3.072
1.162
431
536
831
1.021
Saldo 2 VERKEER EN INFRASTRUCTUUR
Saldo 3 WONEN EN ECONOMIE
Lasten
11.050
20.820
17.829
18.611
17.048
17.047
Baten
-10.618
-18.914
-17.165
-18.076
-16.486
-16.486
431
1.905
664
535
563
561
Lasten
19.661
20.822
29.310
29.039
28.508
28.449
Baten
-6.110
-6.481
-9.042
-9.109
-8.867
-8.867
13.552
14.341
20.269
19.930
19.641
19.583
4.141
4.745
3.735
3.560
3.197
3.204
-27.610
-26.886
-32.689
-32.592
-32.252
-31.937
-23.470
-22.140
-28.954
-29.031
-29.054
-28.733
1.870
1.824
6.471
6.709
6.919
6.872
-78
0
-8
-8
-8
-8
1.792
1.824
6.463
6.701
6.911
6.864
Saldo 4 SOCIALE INFRASTRUCTUUR
Saldo 5 BESTUUR
Lasten Baten
Saldo 6 BEDRIJFSVOERING
Lasten Baten
Saldo Totaal
Lasten
48.272
57.460
65.098
65.882
63.936
64.025
Totaal
Baten
-49.596
-57.272
-64.001
-65.018
-62.828
-62.514
-1.324
188
1.098
864
1.107
1.511
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-66
-54
0
0
0
0
-66
-54
0
0
0
0
Toevoeging
200
375
200
200
200
200
Onttrekking
-2.048
-198
-75
0
0
0
-1.848
177
125
200
200
200
Toevoeging
3.716
274
26
26
26
26
Onttrekking
-2.209
-275
-278
-137
-93
-33
1.508
-1
-252
-111
-68
-7
Toevoeging
143
257
0
0
0
0
Onttrekking
-370
-121
-41
-41
0
-75
-227
136
-41
-41
0
-75
TOTAAL SALDO VAN BATEN EN LASTEN RESERVES 1 NATUUR EN LANDSCHAP
Saldo RESERVES 2 VERKEER EN INFRASTRUCTUUR
Saldo RESERVES 3 WONEN EN ECONOMIE
Saldo RESERVES 4 SOCIALE INFRASTRUCTUUR
Saldo RESERVES 5 BESTUUR
Toevoeging
200
715
355
115
115
115
Onttrekking
-719
-281
-93
-90
94
125
-519
434
262
25
209
240
Toevoeging
792
3.282
428
137
93
33
Onttrekking
-381
-4.193
-1.055
0
0
0
Saldo RESERVES 6 BEDRIJFSVOERING
84
Meerjarenraming
Gemeente Oegstgeest
Programma (bedragen x € 1.000)
L/B
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
412
-911
-627
Saldo
Meerjarenraming 2016
2017
2018
137
93
33
Totaal
Toevoeging
5.052
4.903
1.008
477
434
373
Totaal
Onttrekking
-5.792
-5.122
-1.542
-268
1
17
-740
-219
-534
209
435
390
TOTAAL MUTATIE IN RESERVES Begrotingstotaal
Lasten/Toev.
53.324
62.363
66.106
66.359
64.369
64.398
Begrotingstotaal
Baten/Onttr.
-55.388
-62.394
-65.542
-65.286
-62.827
-62.497
-2.064
-31
564
1.073
1.542
1.901
GERAAMD RESULTAAT
5.1.2 Grondslagen voor de begroting De Programmabegroting 2015-2018 sluit met een meerjarig tekort van € 564.000 in 2015, oplopend tot € 1.901.000 in 2018. De basis voor de ontwerp-programmabegroting 2015-2018 is de Perspectiefnota 2014-2018. Op de perspectiefnota zijn drie correcties doorgevoerd, te weten: ■ ■ ■
'Correctie stelpost indexatie' (zie dekkingsplan punt 2.2). 'Bijstelling kapitaallasten' (zie dekkingsplan punt 2.3). 'Effect niet actieve overhead als onderdeel van investeringen' (zie dekkingsplan punt 2.6).
De reden voor verwerking van de correcties in de programmabegroting is van administratieftechnische aard. De correcties zijn overigens wel als beslispunten opgenomen in het dekkingsplan, akkordering door uw raad is immers wel noodzakelijk. De aansluiting tussen de perspectiefnota met de programmabegroting, aan de hand van de correcties, komt als volgt tot stand: Aansluiting perspectiefnota en ontwerp-begroting 2015 - 2018 Saldi perspectiefnota 2014 - 2018 Correctie stelpost indexatie Bijstelling kapitaallasten Effect niet actieveren overhead als onderdeel van investeringen Saldi ontwerp-begroting 2015-2018
2015
2016
2017
2018
915
1.150
1.413
1.798
30
30
30
30
-450
-173
36
9
69
66
63
64
564
1.073
1.542
1.901
Verder is in deze programmabegroting rekening gehouden met: ■ ■ ■ ■ ■ ■
Een stijging in de aantallen inwoners en woonruimten van 0 (voor de algemene uitkering). Een indexering van de loonkosten van 1,25%. Een indexering van de materiële budgetten van 1,25%. Geen indexering van de belastingen en de leges. Een renteomslagpercentage van 3,0% en een bedrag van € 1,50 per inwoner voor onvoorziene uitgaven. Kostendekkende tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolrechten (zie ook de paragraaf 'Kostenverdeling en Kostendekkendheid').
Meerjarenraming De meerjarenraming 2016-2018 wordt opgesteld in constante prijzen. De ramingen (zowel de baten als de lasten) worden constant gehouden op basis van het prijsniveau van 2015. Algemene uitkering De berekening van de algemene uitkering is gebaseerd op de mei circulaire 2014.
Programmabegroting 2015-2018
85
Onroerende Zaakbelasting Deze programmabegroting volgt de uitgangspunten van de perspectiefnota 2015-2018 (gecorrigeerd zoals hierboven omschreven), in afwachting van de besluitvorming over een plan tot dekking van het tekort. In de de perspectiefnota is met ingang van 2016 rekening gehouden met een verhoging van de OZB met € 300.000 als compensatie van de € 300.000 aan extra geraamde kosten voor het zwembad (zie de punten 3.5.5 en 4.25 uit de perspectiefnota). In deze begroting blijft de OZB dan ook gelijk in 2015, om vanaf 2016 structureel met € 300.000 te stijgen. Uiteraard worden deze posten opnieuw bezien in het licht van de besluitvorming over het dekkingsplan.
5.1.3 Incidentele baten en lasten 2015
2016
2017
2018
75.000
0
0
0
-75.000
0
0
0
0
0
0
0
-65
23.223
-65
-65
0
0
50.000
50.000
Onttrekking risicoreserve grondexploitatie
-277.563
-136.723
-93.331
-32.798
Onttrekking reserve regionale ontwikkeling
-125.000
-3.800
0
0
-402.628
-117.300
-43.396
17.137
195.579
242.663
0
0
-195.579
-242.663
0
0
61.000
61.000
61.000
61.000
0
0
5.000
0
-41.217
-41.217
0
-75.208
19.783
19.783
66.000
-14.208
Inhuur personeel
68.558
0
0
0
Publieksactiviteit toekomstvisie
2.473
0
0
0
26.209
0
0
0
Storting behoedzaamheidsreserve
240.000
0
0
0
Onttrekking behoedzaamheidsreserve
0
-150.000
0
0
150.000
0
0
0
487.240
-150.000
0
0
-69.900
0
0
0
Programma 2 VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Inhuur personeel Onttrekking egalisatiereserve riolering
Programma 3 WONEN EN WERKEN Advieskosten Inhuur personeel
Programma 4 SOCIALE INFRASTRUCTUUR Kosten bijstandverlening zelfstandigen Rijksbijdragen ten behoeve van bijstandverlening zelfstandigen Inhuur personeel Overige kosten kunst Onttrekking Reserve WMO levensloopbestendig bouwen
Programma 5 BESTUUR
Verkiezingen
Storting reserve organisatieontwikkeling
Programma 6 BEDRIJFSVOERING Onttrekking reserve uitvoering visienota
86
Gemeente Oegstgeest
Storting risicoreserve grondexploitaties Onttrekking behoedzaamheidsrserve
Totale incidentele baten en lasten
2015
2016
2017
2018
277.564
136.724
93.331
32.799
-985.000
0
0
0
-777.336
136.724
93.331
32.799
-672.941
-110.793
115.935
35.728
5.1.4 Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q. dekkingsreserves kapitaallasten of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal drie jaar met als doel het dekken van structurele lasten. In het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) wordt in beginsel iedere aanwending van de reserves beschouwd als een incidentele bate. Onder voorwaarden is het toegestaan om middelen uit een afgezonderde bestemmingsreserve structureel in te zetten ter verlichting van de exploitatie. Inzet van die bestemmingsreserve is mogelijk voor een periode, die in principe gelijk is aan de termijn van de structurele last. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken als vooraf door middel van een raadsbesluit is vastgelegd dat aan het einde van de periode structurele middelen zijn aangewezen om de wegvallende inzet van de bestemmingsreserve structureel te compenseren. Er zijn echter ook reserves waarvan de rendementen of de middelen worden ingezet als dekkingsmiddel. Over de hoofdsom van deze reserves wordt jaarlijks een omslagrente berekend. Dit rentebedrag komt dan ten gunste van de exploitatie. Dit soort reserves wordt meestal gevormd wanneer door verkoop van bijvoorbeeld aandelen, de structurele winst (het dividend) komt dan te vervallen. Door (een deel van) de opbrengst af te zonderen en de renteopbrengst aan de exploitatie toe te rekenen, is er weer sprake van een structurele dekking Ook zijn er reserves waarvan jaarlijks een bepaald bedrag ten gunste van de exploitatie komt. Het zal daarbij meestal gaan om de dekking van de kapitaallasten van investeringen met economisch nut. In deze gevallen gaat het over een tijdvak van meer dan drie jaar. De looptijd van de reserve is gelijk is aan de afschrijvingtermijn van de investering. Qua tijdsfactor hebben we dan dus te maken met structurele dekkingsmiddelen. Belangrijk daarbij is dat de aanwending van deze dekkingsreserves is afgedekt door een raadsbesluit. Dit besluit moet aangeven welke lasten worden gedekt, hoe het jaarbedrag wordt berekend en hoeveel jaar de middelen worden ingezet. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves
2015
2016
2017
2018
200.000
200.000
200.000
200.000
25.500
25.500
25.500
25.500
146.971
178.441
209.309
239.575
372.471
403.941
434.809
465.075
Programma 2 VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Storting in reserve openbare ruimte met maatschappelijk nut Programma 3 WONEN EN ECONOMIE Storting reserve groenvoorziening Storting reserve investerings Strategie Holland Rijnland
Bij inzet van deze reserves kan worden gesproken van structurele dekkingsmiddelen.
Programmabegroting 2015-2018
87
5.1.5 EMU-saldo In het bestuurlijk overleg tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken, VNG en IPO is afgesproken dat het Rijk en de lokale overheden gezamenlijk werken aan het beheersen van het EMU-tekort. Kernpunt hierbij is het nauwlettend volgen van de ontwikkeling van het EMU-saldo. Er is afgesproken dat de gemeenten in hun begroting een berekening opnemen van het te verwachten EMU-saldo EMU-saldo (bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
-559
-1.098
-864
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
2.690
2.886
3.087
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
406
285
325
4
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
-7.736
-6.912
-4.735
5
De in mindering op de onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen.
6a
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)
6b
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
7
Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.
-7.888
-5.797
-1.814
8a
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)
12.233
14.423
11.788
8b
Boekwinsten op grondverkopen
9
Betalingen ten laste van de voorzieningen
-489
-209
-272
11b
Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen. -1.343
3.578
7.515
Berekend EMU-saldo (tekort = -; overschot = +)
Toelichting EMU-saldo Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid (het EMU-saldo van de lokale overheden tellen mee in het totale EMU-saldo). In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het BBP (zie hierna) mag zijn. Daarnaast is in het Stabiliteits- en groeipact afgesproken dat op lange termijn naar een tekort dicht bij 0% of een overschot moet worden gestreefd. Als een land een structureel EMU-tekort van meer dan een 0,5% BBP heeft, moet het structurele EMU-tekort jaarlijks met een 0,5% BBP verbeterd worden. (Dit conform de toelichting op het EMU-saldo van het CPB.) Bruto Binnenlands Product (BBP) Het bruto binnenlands product (BBP) gewaardeerd tegen marktprijzen is de waarde van de in Nederland voortgebrachte goederen en diensten. Het BBP is ook de som van de in Nederland gevormde toegevoegde waarde en het totaal van het binnenlandse inkomen.
88
Gemeente Oegstgeest
5.2 Uiteenzetting financiële positie en toelichting 5.2.1 Structureel en reëel evenwicht Tot voor kort werd altijd gesproken over een sluitende begroting en of deze ook materieel in evenwicht was. In verband met de aanscherping van het financieel toezicht is de Gemeentewet in 2013 gewijzigd en is de term materieel evenwicht vervangen door de term structureel evenwicht, tevens is het begrip reëel evenwicht toegevoegd. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) is ter nadere uitwerking van die wetswijziging aangepast, zodat uw raad en de financieel toezichthouder in staat zijn om vast te stellen of sprake is van een structureel en reëel evenwicht in de begroting cq meerjarenraming. Conclusies ■ ■ ■
Deze begroting wordt niet sluitend aangeboden aan de raad. Separaat wordt het dekkingsplan aangeboden die nog niet intracomptabel in de begrotingscijfers is verwerkt. Deze begroting is structureel niet in evenwicht. Structureel evenwicht wordt wel bereikt na verwerking van het dekkingsplan. Deze begroting is gebaseerd op reëele ramingen en uitgangspunten. Na verwerking van het dekkingsplan is de begroting in 2016 en verder reëel in evenwicht.
In onderstaande tabel staan deze conclusies samengevat weergegeven. Het sluitend zijn van de begroting ziet u terug in het overzicht van baten en lasten. Onder deze tabel worden achtereenvolgens het reëel en het structureel evenwicht nader toegelicht.
mutatie
2015
2016
2017
2018
Totaal Lasten incl toevoeging reserves
structureel
65.358.085
66.240.721
64.507.308
64.601.467
Totaal Baten inclusief onttrekkingen reserves
structureel
-64.121.140
-65.056.621
-63.080.986
-62.736.280
1.236.945
1.184.100
1.426.322
1.865.187
nee
nee
nee
nee
Structureel saldo van de begroting + meerjarenbeeld Structureel evenwicht
Reëel evenwicht Ter invulling van het begrip reëel evenwicht is in het BBV voorgeschreven dat wordt ingegaan op het realisme van de ramingen en de motivering daarvan. Ondanks dat er structureel geen evenwicht is, zijn de in de begroting opgenomen posten wel reëel. Structureel evenwicht Van structureel evenwicht is sprake als de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De bepaling van het structureel evenwicht verloopt als volgt: ■ ■ ■ ■
Totaal van de lasten en baten van de programma's en algemene dekkingsmiddelen. Af: de incidentele lasten en baten per programma en algemene dekkingsmiddelen. Blijft over het totaal van de structurele lasten en baten programma's en algemene dekkingsmiddelen. Bij: de structurele verrekeningen met de reserves. Geeft het totaal structureel begrotingssaldo en meerjarenraming.
De begroting is in meerjarig perspectief beoordeeld op het incidentele karakter. Voor het meerjarenbeeld is, voor scenarioverwerking uit het dekkingsplan, geen sprake van structureel evenwicht aangezien de structurele lasten niet volledig worden gedekt door structurele baten. Na verwerking van het dekkingsplan is er voor de jaren 2016 en verder wel sprake van structureel evenwicht.
Programmabegroting 2015-2018
89
5.2.2 Investeringen E = investering met economisch nut, F = bijdragen aan activa in eigendom van derden, M = investering met maatschappelijk nut, R = ten laste van reserve Overzicht investeringen Programma 1 Natuur en Landschap Beleidsthema Groen en Water
2016
2017
2018
205.400
154.000
110.500
189.500
22.500
154.000
110.500
142.500
Vervanging bestelwagen 31-VJG-6
E
22.500
Vervanging cirkelmaaier
E
77.000
Vervanging twee personeelsbussen (99-VG-GV en 83-VG-NG)
E
77.000
Vervanging tractor
E
82.500
Vervanging grasveger
E
28.000
Vervanging tractor
E
80.000
Houtsnippermachine
E
55.000
Grondbeluchter
E
7.500
Grasmaaier
E
93.000 182.900
Beleidsthema Reiniging
90
2015
Vervanging binnenwerk ondergrondse papierbakken
E
74.400
Vervanging ondergrondse glasbakken
E
108.500
Multicar
E
47.000
47.000
Programma 2 Verkeer en Infrastructuur
4.328.400
2.929.400
3.527.225
2.179.500
Beleidsthema Veilig op pad
2.797.900
1.068.900
2.181.725
900.000
Parallelweg Rhijnzichtweg Noord
M
Afrit/oprit Flora Holland A44
M
Vervanging armaturen/lichttechniek 2015
M
R
117.600
Vervanging lichtmasten 2015
M
R
78.400
Rationeel wegbeheer 2015
M
Infrastructurele werken Buitenlust
M
Herinrichting/herbestrating na sanering riolering
M
285.000
Vervanging diverse brugggen 2015
M
361.900
Bestuursovereenkomst Leiden brug Poelgeest
F
Vervanging sneeuwschuiven
E
18.000
Vervanging veegmachine Ravo 5002
E
165.000
Vervanging spitspaal Almondeweg
M
32.000
Rationeel wegbeheer 2016
M
673.000
Vervanging lichtmasten 2016
M
R
80.000
Vervanging armaturen 2016
M
R
120.900
Vervanging armaturen 2017
M
R
120.000
Vervanging lichtmasten 2017
M
R
80.000
Rationeel wegbeheer 2017
M
Rationeel wegbeheer 2018
M
660.000
Lichtmasten 2018
M
96.000
Armaturen 2018
M
144.000
Vervanging VRI Rijnzichtweg
M
Vervanging freesmachine
E
Vervanging Pick-up
E
Gemeente Oegstgeest
150.000 800.000
627.000 R
260.000
1.175.000
646.725
85.000 13.000 30.000
Overzicht investeringen
2015
Vervanging VRI Rijnsburgerweg/ Floresstraat
2016
M 1.530.500 E
Vervanging riolering 2016
E
Vervanging riolering 2017
E
Vervanging riolering 2018
E
Riolering NRG
E
Waterkwaliteit Clinckenburgh en Broekweg
E
Vervangen diverse pompgemalen 2016
E
Vervangen diverse pompgemalen 2018
E
Vervanging pompgemaal ASC
E
Vervanging opppervlakte gemaal Almondeweg
E
1.860.500
1.345.500
1.279.500
1.310.500 1.310.500 1.060.500 1.060.500 210.000
470.000
260.000
90.000 10.000
80.000 119000 10.000 25.000
Programma 3 Wonen en Economie
30.000
Beleidsthema Wonen
30.000
2e fase aanpak bos bij de begraafplaats
2018
130.000
Beleidsthema Riolering Vervanging riolering 2015
2017
E
30.000
Programma 4 Sociale Infrastructuur
48.113 48.113
Beleidsthema Jeugd en Onderwijs 1e inrichting Het Dok
E
24.059
kosten extra klaslokaal Leo Kannerschool
E
24.054
Programma 5 Bestuur
400.880
400.880
400.880
400.880
Beleidsthema Bestuur
400.880
400.880
400.880
400.880
400.880
400.880
400.880
400.880
Programma 6 Bedrijfsvoering
9.000
160.000
Beleidsthema Bedrijfsondersteuning
9.000
160.000
4.038.605
2.769.880
Bijdrage regionaal investeringsfonds
F
R
Vervanging koffieautomaten
E
Vervanging depot Klein Chemisch Afval (KCA)
E
9.000 125.000
Vervanging toegangshek gemeentewerf
E
35.000
Totaal investeringen
4.991.793
3.674.280
Om de groei van de schuldenlast te beheersen is een investeringsplafond ingesteld. De hoogte van het investeringsplafond bedraagt vanaf 2016 € 2,8 mln. Dit betekent voor 2016 dat het plafond met € 0,9 mln wordt overschreden. Voor 2017 bedraagt deze overschrijding € 1,2 mln. Voor 2018 komt het investeringsvolume voor het eerst niet uit boven het investeringsplafond.
5.2.3 Reserves Overzicht reserves bedragen x € 1.000
Begroot Stand 01/01/2015
Begroting mutaties 2015
Begroting mutaties 2016
Begroting mutaties 2017
Begroting mutaties 2018
Begroot Stand 31/12 2018
Algemene reserves Algemene reserve
7.616
7.616
Totaal algemene reserves
7.616
7.616
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
230
230
Egalisatiereserve riolering
147
Bestemmingsreserves ter egalisatie van tarieven
-75
72
Programmabegroting 2015-2018
91
Overzicht reserves bedragen x € 1.000
Begroot Stand 01/01/2015
Begroting mutaties 2015
377
-75
2.071
200
Totaal bestemmingsreserves ter egalisatie van tarieven
Begroting mutaties 2016
Begroting mutaties 2017
Begroting mutaties 2018
Begroot Stand 31/12 2018 302
Bestemmingsreserves overig Reserve inv.openb.ruimte met maatsch. nut
200
200
200
2.871
Reserve sociale woningbouw
757
757
Reserve onderhoud zwembad
229
229
Reserve WMO/levensloopbestendig bouwen
1.125
-42
-41
0
-75
967
Reserve inv.strategie Holland Rijnland
2.691
147
178
209
240
3.465
Reserve regionale ontwikkeling
129
-125
-4
Reserve uitvoering visienota
597
-70
Behoedzaamheidsreserve
895
-745
Risicoreserve grondexploitaties
0 527
-150
0
5.325
5.325
Reserve organisatieontwikkeling
457
150
607
Reserve exploitatietekort zwembad
141
0
141
Reserve groenvoorziening
110
26
26
26
26
212
Totaal Bestemmingsreserves overig
14.527
-459
209
435
391
15.101
Totaal reserves
22.520
-534
209
435
391
23.019
Toelichting op reserves Algemene reserve 1. Algemene reserve
Stand per eind 2015: € 7.616.219 (geraamd)
Doel reserve
Dekkingsmiddel bij het opvangen van financiële tegenvallers en calamiteiten. De algemene reserve bevat een geblokkeerd deel (totaal € 5.150.000). De bespaarde rente over het geblokkeerde bedrag dient als dekking voor de exploitatie. Het bodembedrag kan daarom niet tot het weerstandsvermogen worden gerekend. Het streefbedrag van het weerstandsvermogen (vrije reserves - risico’s) bedraagt € 4 mln.
Voeding
Batig saldo jaarrekening, incidentele baten, verkoop grond.
Meerjarige mutaties
Afhankelijk van uitkomsten.
Bestemmingsreserve 2. Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
Doel reserve
Het opvangen van schommelingen in de tarieven en egaliseren van de kosten en opbrengsten van het product reiniging.
Voeding
Ten laste (storting) c.q. ten gunste (on80ttrekking) van de exploitatie van de reiniging op basis van 100% kostendekking. Maximale omvang: € 350.000.
Meerjarige mutaties
Geen voorziene mutaties.
3. Egalisatiereserve riolering
92
Stand per eind 2015: € 230.000 (geraamd)
Stand per eind 2015: € 72.379 (geraamd)
Doel reserve
Het opvangen van schommelingen in de tarieven en egaliseren van de kosten en opbrengsten van het product riolering.
Voeding
Ten laste (storting) c.q. ten gunste (onttrekking) van de exploitatie van de riolering op basis van 100% kostendekking. Maximale omvang: € 556.122.
Gemeente Oegstgeest
Meerjarige mutaties
Onttrekking: 2015 € 75.000.
4. Reserve sociale woningbouw
Stand per eind 2015: € 756.716 (geraamd)
Doel reserve
Vanuit de reserve worden enerzijds bijdragen in de (grond)kosten verstrekt om de sociale woningbouw te bevorderen en anderzijds financiering van startersleningen, gemaximaliseerd tot een totaal van € 300.000. De startersleningen worden op de balans verantwoord als uitgeleend geld. Ter dekking van mogelijke risico’s van terugbetaling wordt in de reserve sociale woningbouw een bedrag van € 300.000 geblokkeerd.
Voeding
Via exploitatie, opbrengsten anti-speculatiebeding en diverse grondexploitaties.
Meerjarige mutaties
Geen voorziene mutaties in 2015-2018.
5. Reserve investeringsstrategie Holland Rijnland
Stand per eind 2015: € 2.838.000 (geraamd)
Doel reserve
De oprichting van het investeringsfonds beoogt gelden te reserveren voor het realiseren van een vijftal regionale projecten (Rijnlandroute, Rijn-Gouwelijn, noordelijke verbinding tussen N206 en de A44 of A4, het Offensief van Teylingen voor versterking van de Greenport en de realisatie van het regionale groenprogramma). Doel van de reserve is de afdekking van de kapitaallasten die samenhangen met de geactiveerde bijdragen aan het investeringsfonds.
Voeding
Eenmalig vanuit de besteding Nuon-gelden. Daarnaast wordt er met ingang van 2014 jaarlijks € 115.000 gestort vanuit de exploitatie. Deze storting hangt samen met de in 2014 doorgevoerde stelselwijziging.
Meerjarige mutaties
Vanaf 2015 zijn onttrekkingen geraamd ter dekking van de kapitaallasten van de bijdrage in het regionaal investeringsfonds van € 32.070 resp. € 63.539, € 94.407 en € 124.674. De totale bijdrage in 2025 is maximaal 6.8145.000. De dekking vond in eerste instantie plaats gedurende 4,5 jaar (voor een bedrag van € 1,8 mln) uit de grondexploitatie Nieuw-Rhijngeest (bovenlokale ontwikkelingen). Als gevolg van de in 2014 doorgevoerde stelselwijziging worden de eerder in de grondexploitatie ingebrachte kosten alsnog aangemerkt als financiële vaste activa. De lasten van deze activa komen ten laste van deze reserve.
6. Egalisatiereserve onderhoud zwembad
Stand per eind 2015: € 228.538 (geraamd)
Doel reserve
Het egaliseren van schommelingen in de kosten van het onderhoud zwembad.
Voeding
Eenmalig in 2008 € 406.000.
Meerjarige mutaties
Geen voorziene mutaties.
7. Reserve WMO/levensloopbestendig bouwen
Stand per eind 2015: € 1.084.081 (geraamd)
Doel reserve
Het egaliseren van schommelingen in de kosten van de WMO en bekostigen van levensloopbestendig bouwen.
Voeding
Via exploitatie, overschotten WMO.
Meerjarige mutaties
Onttrekkingen: 2015 en 2016: € 28.000 activiteiten seniorenbeleid en € 13.217 activiteiten vrijwilligers- en mantelzorgbeleid 2018: € 75.208 Support & Co.
Meerjarige mutaties 8. Reserve dekken van kosten van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
Stand per eind 2015: € 2.271.445 (geraamd)
Doel reserve
Het dekken van kosten van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut voor vervanging van lichtmasten, armaturen en VRI’s, alsmede voor investeringen in infrastructrurele werken in het kader van de bestemming Nuon-gelden.
Voeding
Stortingen vanuit de exploitatie.
Meerjarige mutaties
Jaarlijkse storting: € 200.000. Onttrekkingen: 2015 tot en met 2018 zijn er onttrekkingen geraamd van resp. € 456.000, € 234.300, € 200.000 en € 240.000. Deze onttrekkingen worden per jaar via de 1e Voortgangsrapportage geraamd. (De bedragen van deze geraamde onttrekkingen zijn niet in bovenstaande tabel opgenomen).
Programmabegroting 2015-2018
93
9. Reserve regionale ontwikkeling
Stand per eind 2015: € 3.800 (geraamd)
Doel reserve
Ter dekking van de transitiekosten Servicepunt71 voor de periode 2010-2016.
Voeding
Bestemming van het saldo jaarrekening 2009 en incidentele storting.
Meerjarige mutaties
Onttrekkingen: 2015 € 125.000 en 2016 € 3.800.
10. Reserve visienota
Stand per eind 2015: € 526.781 (geraamd)
Doel reserve
Ter dekking van kosten voor de uitvoering van de Toekomstvisie 2020.
Voeding
De voorgenomen storting van de escrowopbrengst 2010 € 725.000 en de precariobelasting kabels en leidingen € 675.000 is vooralsnog toegevoegd via de algemene reserve. Storting via exploitatie 2011 van € 364.000. Bij de vaststelling van de Visienota Oegstgeest 2020 heeft overheveling plaatsgevonden.
Meerjarige mutaties
Geen geraamde mutaties. Onttrekking: 2015 € 69.900.
11. Behoedzaamheidsreserve
Doel reserve
Ter dekking van kosten invoering drie decentralisaties.
Voeding
Storting van € 600.000 t.l.v. exploitatie 2012 en storting van € 480.000 t.l.v. reserve WMO in 2012.
Meerjarige mutaties
Stortingen in: 2015 € 240.000. Onttrekkingen: 2015 € 985.000 en 2016 € 150.000.
12. Risicoreserve grondexploitaties
Stand per eind 2015: € 5.325.000 (geraamd)
Doel reserve
Het opvangen van tegenvallers die voortvloeien uit toekomstige verliezen.
Voeding
Vrijval voorziening Nieuw-Rhijngeest en Poelgeest en stortingen vanuit eventueel vrijvallende middelen.
Meerjarige mutaties
Geen voorziene stortingen en onttrekkingen.
13. Reserve organisatieontwikkeling
Stand per eind 2015: € 606.900 (geraamd)
Doel reserve
Het ondersteunen van de verdere organisatieontwikkeling, alsmede het afdekken van de frictiekosten.
Voeding
Exploitatie 2014 en 2015.
Meerjarige mutaties
Storting: € 150.000.
14. Reserve groenvoorzieninig
stand per eind 2015: € 135.901 (geraamd)
Doel reserve
De reserve is in 2013 ingesteld naar aanleiding van de evaluatie van het gevoerde snippergroenbeleid en het vaststellen van een nieuwe nota Snippergroenbeleid 2013.
Voeding
Vanuit exploitatie verkopen snippergroen
Meerjarige mutaties
Stortingen: 2015 t/m 2018 € 25.500.
15. Reserve exploitatietekort zwembad
94
Stand per eind 2015: € 150.000 (geraamd)
stand per eind 2015: € 141.000 (geraamd)
Doel reserve
Het ondersteunen van de verdere organisatieontwikkeling en het afdekken van de frictiekosten.
Voeding
Vanuit de algemene reserve een bedrag van € 141.000 in 2013.
Meerjarige mutaties
Geen voorziene stortingen en onttrekkingen.
Gemeente Oegstgeest
5.2.4 Voorzieningen Overzicht voorzieningen bedragen x € 1.000
Begroot Stand 01-01-2015
Begroting mutaties 2015
Begroting mutaties 2016
Begroting mutaties 2017
Begroting mutaties 2018
Begroot Stand 31/12 2018
Onderhoudvoorziening gemeentegebouwen
109
16
52
61
61
299
Voorziening groot onderhgemeent. huisvesting
114
55
-168
92
92
184
Onderhoudsvoorziening schoolgebouwen
194
Voorziening onderhoud sporthal
130
13
23
14
23
203
90
55
65
65
65
340
0
0
0
0
0
0
10
20
30
30
30
120
7
34
54
54
54
203
653
193
56
315
325
1.543
Voorzieningen ter egalisatie van kosten
Voorziening onderhoud gymlokalen Onderhoud wegen-bruggen Haarlemmertrekvaart Voorziening onderhoud Mozaïekzaal Voorziening onderhoud Het Dok: SKO/MFG Totaal voorzieningen ter egalisatie van kosten
194
Voorzieningen met een verplichting Voorziening pensioenverplichting wethouders
397
Voorziening wachtgeldverplichting wethouders
121
-117
-4
0
Totaal voorzieninigen met een verplichting
518
-117
-4
397
1.171
76
52
Totaal voorzieningen
397
315
325
1.940
Voorzieningen A. Onderhoudsvoorziening gemeentegebouwen
Stand per eind 2015: € 125.055 (geraamd)
Doel voorziening
Verrichten van onderhoud.
Voeding
Als de voorziening te laag is, wordt ten laste van de exploitatie een dotatie gedaan. Het benodigde niveau van de voorziening wordt gebaseerd op het beheerplan gemeentelijke gebouwen.
Meerjarige mutaties
Storting: 2015 t/m 2018 € 61.084 Onttrekkingen: Jaarlijks op basis van het onderhoudsplan. (2015 € 44.611, 2016 € 9.400).
B. Voorziening groot onderhoud gemeentelijke huisvesting
Stand per eind 2015 € 168.411 (geraamd)
Doel voorziening
Verrichten van onderhoud.
Voeding
Als de voorziening te laag is, wordt ten laste van de exploitatie een dotatie gedaan.
Meerjarige mutaties
Stortingen: 2015 t/m 2018 € 91.500. Onttrekkingen: Jaarlijks op basis van het onderhoudsplan. (2015 € 37.000, 2016 € 259.000).
C. Onderhoudsvoorziening schoolgebouwen
Stand per eind 2015 € 193.765 (geraamd)
Doel voorziening
Verrichten van onderhoud. De hoogte van de voorziening is onderbouwd met het meerjarig onderhoudsplan.
Voeding
Vanaf 2015 geen stortingen meer in verband met overdracht onderhoud naar de schoolbesturen.
Meerjarige mutaties
Onttrekkingen: n.v.t.
D. Voorziening onderhoud sporthal
Stand per eind 2015 € 143.250 (geraamd)
Doel voorziening
Verrichten van onderhoud volgens het meerjarig onderhoudsplan.
Voeding
Op basis van het meerjarig onderhoudsplan (MOP) is een berekening gemaakt van de jaarlijks benodigde storting.
Programmabegroting 2015-2018
95
Meerjarige mutaties
Storting 2015 t/m 2018: € 23.000. Onttrekkingen: 2015 € 9.750 en 2017 € 9.332.
E. Voorziening onderhoud gymlokalen
Doel voorziening
Verrichten van onderhoud.
Voeding
Op basis van het meerjarig onderhoudsplan (MOP) is een berekening gemaakt van de jaarlijks benodigde storting.
Meerjarige mutaties
Stortingen: 2015 € 55.000, 2016 t/m 2018 € 65.000.
F. Voorziening onderhoud Mozaïekzaal
Stand per eind 2015: € 30.000 (geraamd)
Doel voorziening
Verrichten van onderhoud.
Voeding
Op basis van het meerjarig onderhoudsplan (MOP) is een berekening gemaakt van de jaarlijks benodigde storting.
Meerjarige mutaties
Stortingen: 2015 € 20.000, 2016 t/m 2018 € 30.000.
G. Voorziening onderhoud Het DOK: SKO/MFG
Stand per eind 2015: € 41.000 (geraamd)
Doel voorziening
Verrichten van onderhoud.
Voeding
Op basis van het meerjarig onderhoudsplan (MOP) is een berekening gemaakt van de jaarlijks benodigde storting.
Meerjarige mutaties
Stortingen: 2015 € 34.000, 2016 t/m 2018 € 54.000.
H. Voorziening pensioenverplichtingen wethouders
Stand per eind 2015 € 396.836 (geraamd)
Doel voorziening
Voorziening voor het geval dat een wethouder zijn pensioen mee wil nemen naar een nieuwe werkgever, op basis van Algemene pensioenwet Ambtsdragers 2002.
Voeding
Uit de jaarlijkse herziene actuariële berekeningen volgt bij de jaarrekening een bijstelling van de voorziening ten laste of ten gunste van de exploitatie.
Meerjarige mutaties
Afhankelijk uitkomsten actuariële berekening.
I. Voorziening wachtgeldverplichting wethouders
96
Stand per eind 2015: € 145.000 (geraamd)
Stand per eind 2015 € 3.744 (geraamd)
Doel voorziening
Voorziening voor het geval een wethouder beroep doet op wachtgeldregeling.
Voeding
Storting vanuit de exploitatie.
Meerjarige mutaties
Onttrekkingen: 2015 € 117.424 en 2016 € 3.744.
Gemeente Oegstgeest
6 Bijlagen
Programmabegroting 2015-2018
97
6.1 Samenstelling bestuur Gemeenteraad De gemeenteraad van Oegstgeest bestaat uit 19 zetels. Zetelverdeling
Zetels
Democraten 66 (D66)
4
VVD
4
Progressief Oegsteest
3
Leefbaar Oegstgeest
3
CDA
3
Lokaal Oegstgeest
2
Totaal
19
College van burgemeester en wethouders Burgemeester J.B. (Jan) Waaijer Portefeuilles ■ openbare orde en veiligheid, integrale handhaving, representatie en externe betrekkingen, communicatie, personeel en organisatie, dienstverlening, regiozaken, integriteit Wethouder W.E. (Wendelien) Tönjann-Levert - 1e loco burgemeester Portefeuilles ■ ruimtelijke plannen, bouw- en woningtoezicht, wonen en volkshuisvesting, verkeer en vervoer, economische zaken, dorpsmarketing Wethouder J.J.G.M. (Jos) Roeffen - 2e loco burgemeester Portefeuilles ■ recreatie, cultuur en cultureel erfgoed, jeugd en onderwijs, sociale zaken en werkgelegenheid, milieu en duurzaamheid, natuur- en groenbeleid, leefomgeving (beheer en onderhoud openbare ruimte, infrastructuur, riolering, kunstwerken, openbare verlichting) Wethouder M.A. (Marien) den Boer - 3e loco burgemeester Portefeuilles ■ financiën (incl. planning en control), bedrijfsvoering (excl. personeel en organisatie), welzijn en zorg, sport, vrijwilligers, grondzaken en grondexploitatie, (maatschappelijk) vastgoed (incl. onderwijshuisvesting) Gemeentesecetaris J.W. (Wim) van Tuijl
6.2 Conversietabel Programma 1 Programma 01 (bedragen x € 1.000)
lasten
baten
saldo
6111 Groen
1.771
0
1.771
6112 Water
256
0
256
2.027
0
2.027
611 Beleidsthema groen en water
98
2015
Gemeente Oegstgeest
Programma 01
2015
(bedragen x € 1.000)
lasten
baten
saldo
6121 Ruimtelijk beleid
407
-14
393
6122 Milieubeleid
379
0
379
612 Beleidsthema ruimtelijke structuur
786
-14
773
6130 Reiniging
2.109
-2.683
-574
613 Beleidsthema reiniging
2.109
-2.683
-574
Totaal programma 01
4.922
-2.697
2.225
Programma 2 Programma 02 (bedragen x € 1.000)
2015 lasten
baten
saldo
184
-6
178
6215 Wegen, straten en pleinen
1.055
-14
1.041
621 Beleidsthema veilig op pad
1.239
-20
1.219
6230 Riolering
1.592
-2.380
-788
624 Beleidsthema riolering
1.592
-2.380
-788
Totaal programma 02
2.831
-2.400
431
6211 Verkeer
Programma 3 Programma 03 (bedragen x € 1.000)
2015 lasten
baten
saldo
6310 Wonen
46
0
46
6311 Volkshuisvesting
65
-1
64
6312 Bouw en woningtoezicht
634
-513
121
6313 Vastgoedregistratie
122
-8
114
6320 Grondexploitaties
16.412
-16.412
0
6321 Projecten overig
118
-59
59
6330 Monumentenzorg
36
0
36
17.434
-16.993
440
117
-4
113
6341 Markt
53
-46
6
6350 Grondbeleid en transacties
46
-26
20
180
-95
84
395
-172
224
17.829
-17.165
664
631 Beleidsthema wonen 6340 Economische ontwikkeling
6351 Beheer gemeentelijk vastgoed 6341 Beleidsthema economie Totaal programma 03
Programma 4 Programma 04 (bedragen x € 1.000)
2015 lasten
baten
saldo
56
0
56
264
-7
256
6418 Brandweer
1.188
-93
1.096
640 Beleidsthema veiligheid
1.508
-100
1.408
6420 Inkomen algemeen
5.731
-4.659
1.072
6410 Integrale veiligheid 6415 Openbare Orde en veiligheid
Programmabegroting 2015-2018
99
Programma 04 (bedragen x € 1.000)
2015 lasten
baten
saldo
6430 Werk
2.996
-1.422
1.575
6440 WMO
6.235
-1.938
4.296
6450 Volksgezondheid
1.062
-64
998
588
-25
563
16.613
-8.108
8.504
17
0
17
4.862
-2
4.860
222
-201
22
6471 Onderwijs algemeen
1.020
-156
864
6472 Openbaar onderwijs
463
-3
459
6473 Bijzonder onderwijs
819
-14
804
6474 Speciaal onderwijs
515
0
515
6475 Voortgezet onderwijs
497
0
497
646 Beleidsthema jeugd en onderwijs
8.416
-377
8.039
6480 Kunst en Cultuur
1.024
0
1.024
6491 Sport algemeen
562
-1
561
6492 Buitensport
326
-116
209
6493 Zwembad
541
-129
412
6494 Sporthal
321
-210
112
2.774
-457
2.318
29.310
-9.042
20.269
6455 Welzijn 642 Beleidsthema soc.zaken,welzijn en zorg 6460 Jeugd 6461 Jeugd algemeen 6462 Kinderopvang en peuterspeelzalen
648 Beleidsthema kunst, cultuur en sport Totaal programma 04
Programma 5 Programma 05 (bedragen x € 1.000)
2015 lasten
baten
saldo
6510 Bestuursorganen
825
0
825
6523 Toekomstvisie
171
0
171
6572 Intergemeentelijke samenwerking
292
0
292
6599 Duurzaamheid
12
-2
10
1.300
-2
1.298
6520 Bestuursondersteuning
169
0
169
6540 Griffie
368
0
368
652 Beleidsthema bestuursondersteuning
537
0
537
0
-24.065
-24.065
6630 Dividend
18
-571
-553
6640 Saldo financieringsfunctie
11
0
11
650 Beleidsthema bestuur
6620 Algemene uitkering
6550 Financiële aangelegenheden inv.
16
0
16
6610 Lokale heffingen
434
-6.533
-6.100
6650 Overige dekkingsmiddelen
-24
-1.048
-1.072
659 Beleidsthema dekkingsmiddelen
454
-32.217
-31.763
6560 Dienstverlening
302
0
302
6590 Publiekscontacten/Burgerzaken
1.142
-471
672
6601 Beleidsthema Publiekszaken
1.445
-471
974
100 Gemeente Oegstgeest
Programma 05
2015
(bedragen x € 1.000)
lasten
baten
saldo
Totaal programma 05
3.735
-32.689
-28.954
Programma 06 (bedragen x € 1.000)
2015 lasten
baten
saldo
6660 Directie
639
0
639
65611 Control
213
0
213
6627 Oegstgeest gaat verder
266
0
266
1.118
0
1.118
6571 Juridische dienstverlening
113
0
113
6562 Communicatie
355
0
355
4.098
0
4.098
662 Beleidsthema Directie & Control
6525 Organisatorische ondersteuning 6626 Gemeentelijke huisvesting
787
-8
779
663 Beleidsthema Bedrijfsondersteuning
5.353
-8
5.345
Totaal programma 06
6.471
-8
6.463
Programma (bedragen x € 1.000)
2015 lasten
baten
saldo
99001 SALDO V.D. REKENING NA BESTEMMING
-564
0
-564
B VERREKENINGEN VOOR BESTEMMING
-564
0
-564
Totaal programma
-564
0
-564
Programmabegroting 2015-2018 101