1ZSE 5492-154 nl, Rev. 3
Wikkelingkoppelaar, type UZ Gebruikershandboek
Het is niet toegestaan deze handleiding zonder onze toestemming te kopiëren. Bovendien mag deze handleiding niet aan derden worden verstrekt of op een andere manier onrechtmatig worden gebruikt. Overtreding hiervan wordt gestraft krachtens geldende wetgeving.
Verklaring van de fabrikant De fabrikant
ABB Power Technologies AB, Components SE-771 80 LUDVIKA Zweden
Verklaart hierbij dat de producten
Wikkelingkoppelaars types UZE en UZF met motorbedieningsmechanisme type BUF 3
beantwoorden aan de volgende normen: Het ontwerp van de machine, die beschouwd wordt als een onderdeel van een met minerale olie gevulde stroomtransformator, voldoet aan de vereisten van
•
Machinerichtlijnen 89/392/EEC (geamendeerd door 91/368/EEC en 93/44/EEC) en 93/68/EEC (markering) op voorwaarde dat de installatie en de elektrische aansluitingen correct uitgevoerd zijn door de fabrikant van de transformator (dus overeenkomstig onze Installatie-instructies) en
•
EMC Richtlijn 89/336/EEC betreffende de intrinsieke karakteristieken voor emissie- en immuniteitsniveaus en
•
Richtlijn 73/23/EEC voor Laagspanning (gewijzigd door Richtlijn 93/68/EEC) betreffende de ingebouwde motor en de apparatuur in de controlecircuits.
Inbouwcertificaat: De bovenstaande machines mogen niet in werking worden gesteld totdat de apparatuur, waarin ze worden geïntegreerd, in overeenstemming wordt verklaard met de Machinerichtlijn.
Datum
2003-01-15
Ondertekend door
......................................................................... Folke Johansson
Manager van de Afdeling Wikkelingkoppelaars
Titel
Inleiding Om een maximale betrouwbaarheid te kunnen bieden is er lang aan de ontwikkeling van de wikkelingkoppelaar van het UZ-type gewerkt. Deze wordt door ABB vervaardigd. De eenvoudige en robuuste constructie zorgt voor een levensduur die gelijk is aan de levensduur van de transformator. U hoeft minimaal onderhoud uit te voeren om voor een storingvrije werking te zorgen. De enige onderdelen die onderhoud nodig hebben zijn de contacten die evt. vervangen moeten worden, de olie en het motorbedieningsmechanisme. De constructie zorgt voor een uitstekende toegankelijkheid van alle onderdelen waardoor u de machine snel kunt inspecteren en eenvoudig kunt onderhouden. De wikkelingkoppelaar van het UZE/UZF-type is gemonteerd in een met olie gevulde tank, gescheiden van de transformatortank. Het motorbedieningsmechanisme is aan de zijkant van de wikkelingkoppelaar gemonteerd.
WAARSCHUWING en N.B.! WAARSCHUWING Als u een WAARSCHUWING niet in acht neemt, kan dit persoonlijk letsel of een dodelijk ongeval tot gevolg hebben. N.B.! Als u de informatie onder N.B.! niet in acht neemt, kan dit schade aan de uitrusting tot gevolg hebben.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Personeel dat de wikkelingkoppelaar bedient en inspecteert dient voldoende kennis van de uitrusting te hebben en op de hoogte te zijn van de risico's die in deze handleiding worden beschreven. Personeel dat met elektrische aansluitingen in het motorbedieningsmechanisme werkt, dient hiervoor bevoegd te zijn. WAARSCHUWING De tank van de wikkelingkoppelaar is gevuld met olie. De tank mag alleen door een specialist worden geopend en pas nadat de transformator buiten werking is gesteld en de olie uit de tank van de wikkelingkoppelaar is gehaald. WAARSCHUWING Het luik aan de bovenzijde van de UZF-tank mag pas worden geopend, nadat de hoofdtank van de transformator is geleegd. N.B.! Raadpleeg een specialist als de drukbeveiliging in werking is gezet. De tank van de wikkelingkoppelaar dient te worden geleegd, geopend en zorgvuldig onderzocht voordat de transformator weer in gebruik wordt genomen. WAARSCHUWING Er komen altijd kleine hoeveelheden explosieve gassen uit het droogapparaat. Zorg ervoor dat er geen open vuur, warme oppervlakken of vonken in de directe nabijheid van het droogapparaat aanwezig zijn.
4
Werking ■■ De positiesensor toont de actuele stand. ■■ De sleepwijzers tonen de maximum- en minimumstand waartussen de wikkelingkoppelaar sinds de laatste keer resetten heeft gewerkt. ■■ De indicator voor de in werking zijnde koppeling is ROOD tijdens de operatie en WIT als de wikkelingkoppelaar in positie is. ■■ Om de noodstop te resetten, draait u de knop rechtsom en zet u de motorbeveiligingsschakelaar in werking. ■■ LOKAAL/AFSTAND-schakelaar. In de stand LOKAAL kunt u de wikkelingkoppelaar met de TOENEMEN/AFNEMEN-bedieningsschakelaar bedienen. In de stand LOKAAL is bediening op afstand onmogelijk. In de stand AFSTAND bedient u de wikkelingkoppelaar vanuit de controleruimte of via het spanningsrelais. Lokaal-bediening is in de stand AFSTAND niet mogelijk. ■■ Bij een stroomstoring naar het motorbedieningsmechanisme is het mogelijk om de wikkelingkoppelaar met de hand te draaien. Zet de slinger op de as. Draai in de gewenste richting volgens het informatiebord op de as (20 slagen/stap). Draai totdat de indicator voor de in werking gezette operatie wit wordt. Als de slinger is gemonteerd, zijn alle elektrische operaties onmogelijk. WAARSCHUWING U mag de slinger niet monteren terwijl er een elektrische schakeling plaatsvindt. WAARSCHUWING Als de wikkelingkoppelaar niet in de exactstand staat en u verwijdert de slinger, dan start het motorbedieningsmechanisme en de machine gaat naar de exactstand als de spanning is ingeschakeld. ■■ Thermostaat voor extra verwarmingselement (optie). Wij bevelen een instelling op +5 °C aan. ■■ Hygrostaat voor extra verwarmingselement (optie). Wij bevelen een instelling op ca. 60 % aan. ■■ Uitgang (optie) met aardlekschakelaar. Normaal gesproken wordt de wikkelingkoppelaar door een spanningsrelais gestuurd. Het is niet nodig om de wikkelingkoppelaar en het motorbedieningsmechanisme handmatig te bedienen. WAARSCHUWING Als de spanning tijdens een operatie wordt onderbroken, wordt deze voltooid als de spanning weer is hersteld.
Onderhoudsschema Het onderhoud van de wikkelingkoppelaar bestaat uit drie hoofdonderdelen: ■■ Inspectie: wordt één keer per jaar door het stationspersoneel uitgevoerd (zie hieronder). ■■ Revisie: wordt door een specialist uitgevoerd volgens de intervallen die op het merkplaatje staan vermeld. ■■ Vervangen van contacten: wordt uitgevoerd door een specialist. Bij de revisie wordt bekeken of het vervangen van contacten nodig is. N.B.! Om de hoge betrouwbaarheid van de wikkelingkoppelaar te handhaven is het van belang dat de inspecties en revisies worden uitgevoerd volgens de intervallen die op het merkplaatje staan vermeld. Onder een specialist wordt verstaan: het servicepersoneel van ABB of iemand die door ABB is opgeleid en erkend voor de onderhoudswerkzaamheden aan de UZ-wikkelingkoppelaar.
5
Inspectie Op het merkplaatje wordt een jaarlijkse inspectie aanbevolen. Dit geldt in hoofdzaak voor het motorbedieningsmechanisme. Het gaat om een visuele inspectie binnenin de BUF 3-kast om te controleren of alles vastzit en of het verwarmingselement werkt. Elke koppeling wordt in het motorbedieningsmechanisme geregistreerd door een teller. Bij een inspectie moet u de teller aflezen. Indien mogelijk moet u de motor en de teller testen door een stap voorwaarts en vervolgens weer terug te gaan. Als de wikkelingkoppelaar een eigen expansievat heeft, moet u het droogapparaat en de oliepeilwijzer op het expansievat controleren. U kunt de inspectie uitvoeren als de transformator in bedrijf is. N.B.! Voor zowel de inspectie als de bediening van de wikkelingkoppelaar is toestemming nodig. Op het expansievat dient u het volgende te controleren: ■■ Droogapparaat ■■ Oliepeil In het motorbedieningsmechanisme dient u het volgende te controleren: ■■ Motor en teller ■■ Noodstop ■■ Aardlekschakelaar voor uitgang (optie) ■■ Verwarmingselement Als de wikkelingkoppelaar met een oliefilteraggregaat is uitgerust, dient u het volgende te controleren: ■■ Drukval boven het filter
Benodigd gereedschap Voor de inspectie heeft u de volgende uitrusting nodig: ■■ Een set schroevendraaiers ■■ Pen en papier
Werkwijze WAARSCHUWING De controle van het droogapparaat en het oliepeil moet u vanaf vloerniveau uitvoeren, aangezien de transformator onder spanning staat.
1 Controle van het droogapparaat Als het expansievat een droogapparaat heeft, en meer dan de helft van het droogmiddel is van kleur veranderd, moet het worden gedroogd of vervangen. Voor drogen, zie hieronder. Het droogmiddel verandert gewoonlijk van kleur vanaf de bodem van het droogapparaat. Als het bovenaan van kleur verandert, is er een lek in de aansluitingen naar het expansievat. Zoek het lek en dicht het. Als het droogapparaat een olieafscheider heeft, controleer dan het oliepeil.
6
WAARSCHUWING Het droogapparaat en de leiding van het expansievat bevatten explosief gas. Als het droogapparaat wordt losgemaakt, mogen er geen open vuur, warme oppervlakken of vonken in de nabijheid van het apparaat aanwezig zijn. Om het droogmiddel te vervangen, gaat u als volgt te werk: Demonteer het droogapparaat en haal het droogmiddel eruit. Vervang door nieuw droogmiddel. Een andere mogelijkheid is het oude droogmiddel in een net in een oven te drogen bij een temperatuur van ongeveer +100 °C (+212 °F), tot het weer zijn oorspronkelijke kleur heeft aangenomen. Vul het droogapparaat met droogmiddel. Reinig de schroefdraden en breng afdichtingstape aan. Monteer het droogapparaat.
2 Controle van het oliepeil in het expansievat Bij +20 °C (68 °F) moet u de olie bijvullen tot halverwege tussen MIN en MAX. Voor andere temperaturen dan +20 °C (68 °F) geldt het volgende: ■■ Voor elke 10 °C (18 °F) temperatuurstijging stelt u het oliepeil naar boven bij met een tiende deel van het schaalbereik van de oliestandmeter. ■■ Voor elke 10 °C (18 °F) temperatuurdaling stelt u het oliepeil naar beneden bij met een tiende deel van het schaalbereik van de oliestandmeter.
3 Controle van de motor en de teller Open de deur van het bedieningsmechanisme en draai de schakelaar naar de stand LOKAAL. Draai de bedieningsschakelaar naar de stand TOENEMEN (AFNEMEN). Controleer of de motor op de juiste manier werkt, of de positie-indicator voor elke operatie een stap toeneemt (afneemt) en of de teller een stap vooruit gaat. Noteer de stand van de teller. De teller toont het aantal koppelingen dat door de wikkelingkoppelaar is uitgevoerd (met behulp van deze informatie kunt u het revisieschema bepalen). Draai de bedieningsschakelaar naar de stand AFNEMEN (TOENEMEN). Controleer of de motor ook in deze richting op de juiste manier werkt, of de positie-indicator een stap afneemt (toeneemt) en of de teller een stap vooruit gaat. Reset de sleepwijzers.
4 Controle van de noodstop Geef een TOENEMEN- of AFNEMEN-impuls en druk na een seconde op de noodstop. De operatie dient dan te worden afgebroken. Reset de noodstop door de knop rechtsom te draaien en zet de motorbeveiligingsschakelaar in de stand AAN. De gestarte operatie moet nu worden voltooid. Ga terug naar de bedrijfsstand.
5 Controle van de aardlekschakelaar (optie) Als het motorbedieningsmechanisme met een uitgang is uitgerust, moet u de aardlekschakelaar testen door de testknop op de uitgang in te drukken.
6 Controle van het verwarmingselement Onderbreek alle inkomende voeding. WAARSCHUWING Voordat u werkzaamheden binnenin het bedieningsmechanisme gaat uitvoeren, moet u dit spanningloos maken. N.B.! De motor, de contactgevers en het verwarmingselement kunnen verschillende voedingen hebben. 7
Controleer met uw hand of het verwarmingselement is opgewarmd. Schakel de voeding weer in. Sluit de inspectie af door de schakelaar in de stand AFSTAND te draaien en de kastdeur te sluiten.
7 Controle van het oliefilteraggregaat (optie) Als de wikkelingkoppelaar is uitgerust met een oliefiltereenheid van ABB: Lees de manometer af. Noteer de waarde, zodat u de verandering van jaar tot jaar kunt volgen. Als de druk 2,0 bar of hoger is (of bijna 2,0 bar) moet het filterelement worden vervangen. Als u denkt dat er vocht in de tank van de wikkelingkoppelaar zit, moet het filterelement worden vervangen. Als het filterelement moet worden vervangen, dient u contact op te nemen met een specialist. Controleer ook op lekkage. Alle lekken moeten worden gedicht!
8 1
2
3 9
10 4 11
12
5
13 6 14 7
Onderdelen van de wikkelingkoppelaar 1. Aansluiting op expansievat 2. Luik voor koppeling naar aansluitmechanisme, alleen voor UZF 3. Flens voor bevestiging op transformatortank 4. Aansluiting 8
5. 6. 7. 8. 9.
Drukbeveiliging 10. Oliekraan 11. Tank van wikkelingkoppelaar 12. Hefoog 13. Frontluik 14.
Vormstuk Voorkiezer Vaste contacten Beweegbaar contactsysteem Overschakelingsweerstand
1
11
2
12
3
13
4
14
5
15
6
16
17
7
18
8
19
9
20
10
21
22
Onderdelen van het motorbedieningsmechanisme 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Motorbeveiligingsschakelaar Vergrendelmechanisme voor hangslot Luchtklep Sleepwijzer voor minimumstand Positiewijzer Sleepwijzer voor maximumstand Teller Lamp (25 W, E14-fitting) As voor slinger Noodstop Indicator voor in werking gezette koppeling (Rood = in werking, Wit = in positie) 12. Verwarmingselement 50 W (+ Optie 250 W)
13. (Optie) Uitgang met aardlekschakelaar 14. (Optie) Thermostaat of hygrostaat voor extra verwarmingselement 250 W 15. Aansluitstrip 16. TOENEMEN/AFNEMEN-bedieningsschakelaar 17. LOKAAL/AFSTAND-schakelaar (Afstandpositie voor automatische operatie) 18. (Optie) Schakelaar voor extra verwarmingselement 19. Fabricagenummer 20. Deurbediende schakelaar voor lamp 21. Slinger 22. Gebruikershandboek en schakelschema
9
ABB AB Components SE-771 80 Ludvika, Sweden Phone: +46 240 78 20 00 Fax: +46 240 121 57 E-Mail:
[email protected] www.abb.com/electricalcomponents
© Copyright 2010 ABB, All rights reserved. 1ZSE 5492-154 nl, Rev. 3, 2004-10-15
Contact us