1
Inhoudsopgave: 1. Historiek & situering CVWO 1.1.
Ontstaansgeschiedenis
7
1.2.
Bestuurlijke gegevens
9
1.3.
Menselijk & financieel potentieel
11
1.4.
Afbakening werkingsgebied CVWO
12
2. Missie Brucovo vzw 19
3. Visie Brucovo vzw 20
4. Interne analyse 4.1.
Administratieve toestand m.b.t. onderwijsbevoegdheden en vestigingsplaatsen van de centra 4.1.1.
4.1.2.
4.2.
4.3.
23
Alle administratieve bevoegdheden per CVO (c.q. de bevoegdheden die in de regio Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de betreffende referteperiode NIET plaatsvinden)
24
Alle effectieve bevoegdheden per CVO (c.q. deze die effectief worden uitgeoefend in de 19 gemeenten van het Gewest in februari 2010)
27
Effectieve situatie m.b.t. het onderwijsaanbod en de vestigingsplaatsen van de centra waarvan de centrumbesturen aangesloten zijn bij het CVWO
37
a) Aantal lesurencursist per centrum in Brussels Hoofdstedelijk Gewest
37
b) Delers per studiegebied
50
c) In- en uitstroom andere consortia
56
Doorlichting van de opleidingen/studiegebieden
73
4.3.1.
Algemeen profiel huidige cursistenpopulatie
73
4.3.2.
Opleidingsniveau en nationaliteit
83
4.3.3.
Socio-economisch statuut en opleidingsniveau
84
4.3.4.
Socio-economisch statuut en nationaliteit
85
2
4.3.5.
Slaagpercentage, geslacht en opleidingsniveau
86
4.3.6.
Geslacht, leeftijd en socio-economisch statuut
87
4.3.7.
Overzicht niet-unieke opleidingen
88
4.3.8.
Opleidingen basiseducatie
91
4.3.9.
Opleidingen studiegebied Algemene vorming
104
4.3.10. Opleidingen studiegebied Nederlands tweede taal
111
4.3.11. Andere studiegebieden en opleidingen Secundair Volwassenenonderwijs
136
4.3.12. HBO opleidingen
156
4.4.
Aantal lineaire/modulaire opleidingen
169
4.5.
Indeling studiebewijzen
170
4.6.
Dag-, avond- of weekendonderwijs
170
4.7.
Duale trajecten
170
4.8.
Gecombineerd onderwijs/ Open Leercentrum/ Elektronisch leerplatform
173
4.9.
Studievoortgang
177
4.10.
Inventaris infrastructuur
188
4.11.
Inventarisatie samenwerkingsverbanden
195
4.12.
Gesignaleerde probleemstellingen
199
4.13.
Gedetineerdenwerking
201
5. Externe analyse op macroniveau 5.1.
Institutionele kenmerken Brussels Hoofdstedelijk Gewest
208
5.2.
Demografische kenmerken
209
5.3.
Economische kenmerken
218
5.3.1.
Sectoren van dichterbij bekeken
220
5.3.2.
Knelpuntberoepen Brussels Hoofdstedelijk Gewest
231
5.4.
5.5.
Sociaal-economische kenmerken
234
5.4.1.
234
Arbeidsmarkt
Welzijnskenmerken
241
5.5.1.
241
Leven onder de armoedegrens
3
5.6.
5.5.2.
Leefloners in opmars
242
5.5.3.
Kinderopvang
243
Kenmerken educatieve participatie
244
6. Externe analyse op mesoniveau 6.1.
Opleidingsaanbod aangrenzende consortia: vzw Groene Rand
250
6.2.
Opleidingsaanbod Franstalig Volwassenenonderwijs (EPS)
250
6.3.
VDAB opleidingsaanbod Brussel
252
6.4.
Opleidingsaanbod Syntra/ middenstandsopleidingen
257
6.5.
Opleidingsaanbod Sociaal Cultureel Werk
260
6.6.
Opleidingsaanbod onderwijsactoren
262
6.6.1.
Nederlandstalig secundair onderwijs
262
6.6.2.
Nederlandstalig hoger onderwijs
267
7. Analyse leerbehoeftes en leervragen 7.1.
Leerbehoeftes en leervragen vanuit de activiteitensectoren en knelpuntberoepen
270
7.2.
Leerbehoeftes en leervragen vanuit de Brusselse Centra Volwassenenonderwijs
274
7.3.
Leerbehoeftes en leervragen vanuit de (potentiële) cursisten
275
7.4.
Leerbehoeftes en leervragen vanuit de overheden
275
7.5.
Leerbehoeftes en leervragen vanuit het Huis van het Nederlands
276
8. SWOT-analyse 8.1.
Consortium
277
8.2.
Aanbod
278
8.3.
Gedetineerdenwerking
279
8.4.
Prioriteiten
280
9. Strategische en operationele doelstellingen 9.1.
Strategische n operationele doelen Brucovo vzw
282
10. Evaluatie en monitoring 4
10.1.
Evaluatie: INK-model
291
10.2.
Monitoring
294
Bibliografie 295
Bijlagen 298
5
Woord vooraf Het opleidingsplan van het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs 2008-2013, versie 3.0 oktober 2010, tracht een “eerste zicht “ te krijgen op de huidige ontwikkeling van de centra volwassenenonderwijs en centrum basiseducatie binnen de 19 gemeentes van het Brussels Gewest; dit plan biedt daarnaast ook een eerste analyse van de externe actoren en maatschappelijke ontwikkelingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het consortium werd opgericht op 24 januari 2008, de directeur -afgevaardigd bestuurder ging midden augustus aan de slag, alle centra werden bevraagd, protocollen uitgewerkt (o.m. met het Huis van het Nederlands Brussel en VDAB-RDB), een tweedelijns-ombudsdienst opgericht, een medewerker communicatie aangeworven, een eerste communicatiecampagne opgestart (in kader van de SID-IN in Vlaams-BrabantBrussel), de onderwijscoördinator voor de Brusselse arresthuizen ging begin mei aan de slag en een tweede grote publiekscampagne werd uitgewerkt voor midden augustus 2009 (“Brussel: een smeltkroes aan opleidingen”). Daarnaast diende elk consortium in een tijdsspanne van 6 maanden (na ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen Brucovo vzw en de Vlaamse regering op 15 januari 2009) een eerste fase van het opleidingsplan af te werken (fase van gegevensverzameling) (versie 1.0) . Dit werd door het consortium opgeleverd op 15 juli 2009. Daarna werd de analysefase opgestart en werden de strategische en operationele doelstellingen geformuleerd ( najaar 2009) . In het voorjaar kregen we ook de eerste cursistengegevens doorgestuurd vanuit het departement VWO. Deze werden opgenomen (op niveau van de studiegebieden) en aldus werd een 2 de versie gefinaliseerd in april 2010 ( versie 2.0). Het was - gezien de krappe personeelsbezetting en de vele andere opdrachten van het consortium- niet eenvoudig om in 2009 een eerste interne en externe analyse af te werken. Door het ontbreken van exacte en geverifieerde cijfergegevens ( m.n. voor cursistenprofiel) bleef het bij een verkennende analyse van de consortiumregio-en centra. Niettemin werd wel verder gewerkt aan de analyse en doelstellingen (wat resulteerde in een Jaaractieplan 2010). In de samenwerkingsovereenkomsten tussen de consortia en de Vlaamse overheid had de overheid zich geëngageerd tot het ter beschikking stellen van de geverifieerde gegevens die de overheid via de verplichte registratie van de centra krijgt. In 2009 was de bevoegde administratie, omwille van interne organisatie , daar nog niet in geslaagd. Vanuit de verschillende consortia is er een werkgroep gegevensverzameling opgericht, die ook participeerde aan een werkgroep vanuit de administratie volwassenenonderwijs. Daar zijn tenslotte afspraken gemaakt over het anonimiseren van cursistengegevens , zodat tenslotte alle geverifieerde cursistenaantallen-en gegevens van de Brusselse (regio-eigen en regiovreemde) centra in het voorjaar ( ref. periode 2008-2009) en begin september 2010 (ref. periode 2009-2010) integraal zijn doorgestuurd. Dit maakt dat we op 31 oktober 2010 het eigenlijke Opleidingsplan 2008-2013 ( met daarin alle gevraagde gegevens) dienen op te leveren voor de overheid ; dit wil niet zeggen dat er in de tussenperiode niets is verwezenlijkt door het Brussels Consortium ( we verwijzen daarbij naar de Jaaractieplannen 2009 en 2010, en het jaarverslag 2009, zie www.brucovo.be) , zoals onze projectwerking rond instellingsoverschrijdende trajectbgeleiding en doorstroming, het communicatieplan-en succesvolle campagnes ( naar cursisten, leerkrachten en intermediairen), de uitbouw van de Brusselse gedetineerdenwerking , de samenwerking met het Brussels Huis van het Nederlands rond geïntegreerde taaltrajecten en niveaubepaling, het inburgeringsproject met consortia Leuven en Groene Rand, … Het opleidingsplan is een ‘neverending story’; het blijft een voortdurend “work in progress” waarbij het proces van samenwerking en afstemming tussen de centra én tussen de centra en andere opleidingsactoren prioritair blijft. Dit opleidingsplan een gedegen basis om het aanbod van de Brusselse centra verder te diversifiëren en drempelverlagend te maken ( via een door alle centra gedragen ‘programmatieplan’), zodat àlle personen die in het Brussels Gewest wonen en / of werken een gelijke (instap)kans krijgen om effectief langer én breder te leren .
6
1.
Historiek & Situering CVWO
1.1. Ontstaansgeschiedenis Het decreet volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 voorziet in de oprichting en financiering van regionale netoverschrijdende samenwerkingsverbanden (met rechtspersoonlijkheid) van centra volwassenenonderwijs en basiseducatie. Deze samenwerkingsverbanden worden 'consortia volwassenenonderwijs' genoemd. In Vlaanderen werden op basis van het decreet 13 werkingsgebieden voor de consortia afgebakend. Ook in de regio ‘Brussels Hoofdstedelijk Gewest’ diende een consortium opgericht te worden. In het decreet volwassenenonderwijs (artikel 74) worden de doelstellingen van de consortia als volgt omschreven: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
het aanbod van opleidingen die door de centra georganiseerd worden, optimaliseren en op elkaar afstemmen; de samenwerking en afstemming met andere publieke verstrekkers van opleidingen voor volwassenen nastreven; knelpunten, behoeften en oplossingen inzake opleidingen voor volwassenen signaleren aan de overheid; als intermediair aanspreekpunt fungeren tussen de centra en andere opleidingsverstrekkers en socioculturele en sociaaleconomische actoren; de dienstverlening optimaliseren voor de cursisten in de centra; alle mogelijke vormen van samenwerking tussen de centra stimuleren en ondersteunen.
De Vlaamse overheid geeft de consortia op basis van dit decreet (artikel 75) volgende doelstellingen: 1. 2.
3.
4. 5. 6.
7.
de realisatie van de hierboven vermelde doelstellingen; de opmaak van een vijfjaarlijks opleidingsplan voor het werkingsgebied. Dit opleidingsplan omvat ten minste de volgende elementen: a. een omgevingsanalyse van de opleidingsbehoeften in het werkingsgebied; b. een overeenkomst waaruit blijkt dat het opleidingsaanbod van de Centra voor Volwassenenonderwijs enerzijds en het opleidingsaanbod van het Centrum voor Basiseducatie anderzijds op elkaar afgestemd zijn en op elkaar aansluiten; c. een overzicht waaruit blijkt dat er op voldoende toegankelijke wijze opleidingen basiseducatie, opleidingen van het studiegebied algemene vorming en opleidingen van het studiegebied Nederlands tweede taal worden georganiseerd; d. een afsprakenkader, waarin de samenwerking met de andere publieke verstrekkers van opleidingen voor volwassenen nader wordt bepaald, in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van opleidingsinfrastructuur, lesmateriaal en deelname aan cursussen; de organisatie van een ombudsdienst voor de cursisten van alle centra binnen het werkingsgebied. De ombudsdienst is een bemiddelingsorgaan op het niveau van het consortium volwassenenonderwijs voor geschillen tussen cursisten en een centrumbestuur. De ombudsdienst brengt jaarlijks verslag uit aan de Vlaamse Regering over haar activiteiten. De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten voor de werking, het jaarverslag en de organisatie van die ombudsdienst; een samenwerkingsprotocol afsluiten met de Huizen van het Nederlands die een werking hebben binnen het werkingsgebied van het consortium volwassenenonderwijs; een met redenen omkleed advies verlenen over de aanvragen van de Centra voor Volwassenenonderwijs voor het verkrijgen van bijkomende onderwijsbevoegdheid; een met redenen omkleed advies verlenen over de aanvragen van de Centra voor Volwassenenonderwijs voor het aanwenden van leraarsuren en ambten opgericht op basis van de puntenenveloppe in bijkomende vestigingsplaatsen; de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de organisatie van duale trajecten en geïntegreerd leren;
7
8.
9.
de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de uitwerking van een onderwijs- en vormingsbeleid voor gedetineerden, de organisatie van het detecteren van de onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden en de begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden; alle opdrachten, die een centrumbestuur apart aan het consortium volwassenenonderwijs toewijst of die de centra gezamenlijk aan het consortium volwassenenonderwijs toewijzen, uitvoeren.
Bij de oprichting van het consortium diende voldaan aan volgende voorwaarden: - het consortium volwassenenonderwijs wordt opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk conform de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen; - de bevoegdheid over de opdrachten, vermeld in artikel 75, § 1, wordt toegekend aan de algemene vergadering; - er wordt een afgevaardigd bestuurder aangesteld; alle centrumbesturen van erkende centra met een hoofdvestigingsplaats of een vestigingsplaats in het werkingsgebied van het consortium volwassenenonderwijs kunnen zich aansluiten bij het consortium volwassenenonderwijs; - het bestuur van het Centrum voor Basiseducatie binnen het werkingsgebied van het consortium volwassenenonderwijs heeft zich aangesloten, rekening houdende met artikel 82, 2° en 3°.
Stichting Brussels Consortium Volwassenenonderwijs Vanaf mei 2007 werd met steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie het consortium voor deze regio voorbereid. Decretaal diende het consortium voor de regio VI gevormd te zijn voor 1 september 2008, maar in functie van de subsidies 2007-2008 was de deadline februari 2008. Via een tiental verkennende gesprekken en 3 plenaire bijeenkomsten waar afgevaardigden van alle centrumbesturen actief aan participeerden, werd de stichting van het consortium en een vzw voorbereid. Op 24 januari 2008 werd de oprichtingsakte van de vzw Brussels Consortium Volwassenenonderwijs (Brucovo) ondertekend (voorwaarde 1) op een plechtige stichtingsvergadering in de spiegelzaal van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Alle centra voor volwassenenonderwijs die actief zijn in regio VI werden uitgenodigd om zich aan te sluiten bij en mee te werken aan het consortium (voorwaarde 4). De oprichtingsakte werd ondertekend door zeven centrumbesturen, waaronder dat van het Brusselse centrum voor basiseducatie (voorwaarde 5). Drie centrumbesturen ondertekenden een intentie tot toetreding, omdat ze nog niet klaar waren met hun interne besluitvorming rond de toetreding. Vervolgens werden de statuten neergelegd en gepubliceerd in het staatsblad van 28/02/2008. Op de tweede Algemene Vergadering van 26/02/08 traden de drie centrumbesturen die een intentieverklaring hadden ondertekend toe tot de vzw. Vanaf dan maken alle centrumbesturen (en hun centra) voor volwassenenonderwijs die actief zijn in regio VI deel uit van de vzw Brussels Consortium Volwassenenonderwijs. Op dat moment waren er toen centrumbesturen die 12 onderwijsinstellingen beheerden, lid van de vzw. Op 26 augustus 2008 werd de fusie bekend gemaakt in de Algemene Vergadering van de CVO’s St.Lukas en Vervolmakingscentrum voor Verpleegkundigen en vroedvrouwen met CVO Lethas. Dit werd ook statutair gewijzigd. Op 31/12/08 waren dus tien centrumbesturen lid van de vzw, die verantwoordelijkheid dragen voor 10 onderwijsinstellingen.
8
De leden van de vzw zijn diegenen die inrichtende macht zijn van centra voor volwassenenonderwijs en het centrum voor basiseducatie met een vestigingsplaats in het administratief werkingsgebied van het consortium. Een centrumbestuur wordt in de Algemene Vergadering en Raad van Bestuur vertegenwoordigd door een afgevaardigde. Het lid duidt ook een afgevaardigde aan voor elke onderwijsinstelling waarvoor het lid de verantwoordelijkheid draagt. De leden beslissen autonoom over hun afgevaardigden. Statutair draagt de algemene vergadering verantwoordelijkheid over de decretale opdrachten (voorwaarde 2). De heer Bart Vandecasteele, die vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie het oprichtings- en opstartproces mee ondersteunde, werd tijdelijk aangesteld als afgevaardigd bestuurder, in afwachting van een definitieve selectie-procedure (voorwaarde 3). Na een selectieprocedure werd Daevy Amerlynck op 18 augustus 2008 bevestigd als directeur -afgevaardigd bestuurder. De vzw werd voorlopig gehuisvest in de lokalen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene Directie Onderwijs en Vorming, te St. Agatha-Berchem; in oktober 2008 werd een vaste lokatie gevonden in centrum Brussel (Prinsenstraat 8). Deze huisvesting liep tot 1 sept. 2009. Daarna verhuisde het team van Brucovo naar de Priemstraat 53 ( samen lokatie met CBE Brusselleer en vzw Intec Brussel). Samenwerkingsovereenkomst Vlaamse Regering De concretisering van de decretale opdrachten van de consortia gebeurt op basis van een samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse Regering. In april 2008 werd hiermee gestart tijdens de infosessie voor de consortia. In de periode mei - augustus vonden verschillende onderhandelingen plaats tussen alle consortia en de Vlaamse Regering. Na verschillende besprekingen in de raad van bestuur (26mei, 18 juni, 26 augustus,18 september), keurde het consortium de samenwerkingsovereenkomst unaniem goed op de algemene vergadering op 18 september 2008 (principieel akkoord 7/10/08). Een aantal opmerkingen werden vanuit Brucovo doorgegeven (zie RVB 26/08-18/09), en één wijziging werd opgenomen in het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst. De goedkeuring en de ondertekening van deze overeenkomst is een subsidie-voorwaarde voor het consortium. Op 15 januari 2008 werd deze samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd door de Vlaamse regering. Bij deze goedkeuring werd de overeenkomst unilateraal door de Vlaamse regering gewijzigd. De reserve-opbouw van het consortium werd daarbij beperkt tot 20% van de jaarlijkse toelage. In deze samenwerkingsovereenkomst worden onder meer de concrete modaliteiten van het opleidingsplan bepaald. 1.2. Bestuurlijke gegevens Algemene vergadering De Algemene Vergadering wordt gevormd door alle leden van de vereniging. Leden die een rechtspersoon zijn, laten zich vertegenwoordigen door afgevaardigden. De bevoegdheden van de AV zijn de volgende 1. 2. 3. 4.
het vervullen van de opdrachten van het consortium, zoals opgenomen in het decreet volwassenenonderwijs van 15 juni 2007; opnemen en uitsluiten van leden van de vereniging; bestuurders benoemen en afzetten; de voorzitter benoemen en afzetten;
9
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
de gedelegeerd bestuurder benoemen en afzetten; de maatschappelijke zetel van de vereniging bepalen; het huishoudelijk reglement goedkeuren; het werkingsreglement, aangenomen door het lokaal onderhandelingscomité zoals bepaald in het decreet volwassenenonderwijs van 15 juni 2007, bekrachtigen; de statuten goedkeuren en wijzigen; de commissarissen benoemen en afzetten, evenals hun eventuele vergoeding vaststellen; jaarlijks de begroting en de rekeningen goedkeuren; kwijting aan bestuurders en commissarissen geven; zich uit spreken over de ontbinding van de vereniging met inachtneming van de wettelijke beschikkingen terzake; alle andere gevallen die voortvloeien uit de wet, het decreet volwassenenonderwijs of de statuten.
Lijst van bestuurders en de veranderingen in de samenstelling gedurende 2009 CVO’s actief in BHG CVO Brussel
Harald De Muynck ( directeur) – secretaris Ina Massij (adj-directeur)
CVO Lethas
Veerle Adams (directeur) Kris De Nys (adj-directeur) – verantwoordelijke PR
CVO Elishout COOVI
Ingrid Van Cauter (dir7ecteur) Katrien Dedobbeleer (adj-directeur)
CVO KHNB
Jeanine Billens (directeur) –vicevoorzitter Freddy Bollaerts (adj-directeur)
CVO HLFSW
Herman de Cnijf (directeur)-penningmeester Luc Maes (voorzitter)
CBE Brusselleer
Jan Van Gompel (directeur) Betty Depaepe (voorzitter)
CVO Meise-Jette
Ria Cauchie (directeur) Marcel Belgrado (voorzitter)
CVO Strombeek
Miek Van de Velde (directeur) Hubert Swaelens (voorzitter)
CVO VIVA SVV Brabant
Marleen De Raedemaeker (directeur) Nele Gerits ( SVV)
Voorzitter
Guy Devroede
10
Op 18 september 2008 werd, na beslissing en bevestiging door de Algemene Vergadering, een wijziging in de samenstelling van de algemene vergadering doorgevoerd: door de fusie van de onderwijsinstellingen CVO- St. Lukas en CVO- Vervolmakingscentrum Vroedvrouwen en Verpleegkundigen met Lethas CVO (die allen ressorteerden onder één centrumbestuur), dienden de afgevaardigden van de twee eerstgenoemde instellingen ontslag te nemen uit de algemene vergadering en raad van bestuur. De afgevaardigden I. De Witte (CVO-St. Lukas) en M. Foulon (CVO-Vervolmakingscentrum) namen dan ook ontslag. Op de Algemene Vergadering van 26/08/08 werd ook een ontslag van gedelegeerd bestuurder ad interim (Bart Vandecasteele) en benoeming van (Daevy Amerlynck) voorgesteld. De ontslagen en benoemingen werden geacteerd in het verslag en akte gewijzigd bij de griffie. In september 2009 fuseren de centra Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en het CVO Leergangen voor Fiscale Wetenschappen; vanaf 1 sept.2009 is er dus één centrum minder en komt het CVO Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen in de plaats. Raad van bestuur De vzw wordt bestuurd door een Raad van Bestuur. Deze Raad is samengesteld uit minstens drie bestuurders, die benoemd en afgezet worden door de Algemene Vergadering. Ze worden gekozen door de leden. De Raad van Bestuur bestaat uit de afgevaardigden van de leden die inrichtende macht zijn van een onderwijsinstelling De voorzitter van de Algemene Vergadering zit de Raad van Bestuur voor, doch is formeel geen bestuurder. In de oprichtingsakte werd G. Devroede aangesteld als voorzitter; daarnaast werden eveneens een ondervoorzitter (J. Billens), een penningmeester (H. De Cnijf), een secretaris (H. De Muynck)en een PRverantwoordelijke (K. Denys) verkozen. Samen met een extra bestuurslid (J. Van Gompel) vormen zij het dagelijks bestuur van de vereniging. De Raad van Bestuur heeft de meest uitgebreide bevoegdheden voor het bestuur van de zaken van de vereniging. Al wat niet uitdrukkelijk door de wet, het decreet volwassenenonderwijs of door de statuten aan de Algemene Vergadering is voorbehouden, behoort tot de bevoegdheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur kan derhalve alle daden van bestuur en beschikking stellen die nodig zijn om de doelstellingen van de vereniging na te streven. De bestuurders van de Raad van Bestuur zijn dezelfde als de leden van de Algemene Vergadering 1.3. Menselijk & financieel potentieel Menselijk potentieel Er werd in de loop van de eerste werkingsjaren besloten door de leden volgende medewerkers aan te werven: directeur-afgevaardigd bestuurder, Daevy Amerlynck, FTE vanaf 18 augustus 2008 assistent administratie & communicatie, Gökben Üner, FTE vanaf 3 november 2008 onderwijscoördinator gedetineerden, Marleen Strubbe, ½ FTE vanaf 1 mei 2009, FTE vanaf 1 september 2010 Sien Van den Hoof, stafmedewerker 4/5 FTE, van 18 augustus 2009 tot 1 september 2010 Bieke Deloof, stafmedewerker ½ FTE vanaf 1 september 2010 tot 31 december 2010 toeleidingsagenten NT2 doorstroomproject vanaf 1 december 2009: Khadija Bouarga (4/5 FTE), Sylvie Declerck ( ½ FTE), Bieke Deloof (1/2 FTE)
Financieel potentieel
11
De consortia volwassenenonderwijs worden gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Deze financiering bestaat uit een algemene subsidie en een specifieke subsidie voor de coördinatie van het onderwijs aan gedetineerden. Jaarlijks voorziet de overheid 3.600.000 € voor de financiering van alle consortia. Van deze globale subsidie wordt 650.000€ voorzien voor de coördinatie van gedetineerdenwerking. Deze middelen worden over de consortia verdeeld op basis van het totaal aantal lesurencursist, gegenereerd door de aangesloten centrumbesturen in de afgesloten en geverifieerde referteperiode die voorafgaat aan het afsluiten van de samenwerkingsovereenkomst, namelijk de referteperiode van 1/09/2007 tot 31/03/2008. Ieder jaar worden per ministerieel besluit de subsidies bekend gemaakt; aldus kreeg Brucovo vzw volgens het M.B. van 6/04/2009 voor de periode van 1 januari tot 31 december 2009 een subsidie van 287.172,24 € (260.089,24 € + 27.083 € gedetineerdenwerking) toebedeeld. Voor de periode 1 januari tot 31 december 2010 werd een besparingsmaatregel toegepast ; Brucovo vzw diende 47365 € in te leveren. De begroting werd dan ook navenant aangepast. Deze subsidie wordt in drie schijven uitbetaald: twee voorschotten van 45 % en een saldo van 10 %( nadat het consortium het financieel rapport en activiteitenverslag aan de afdeling Volwassenenonderwijs heeft bezorgd). Wettelijk mag er een reservefonds worden aangelegd – het totale bedrag van de overdrachten naar dit reservefonds mag cumulatief de limiet niet overschrijden van de 20 % van de toegekende werkingsenveloppe. De middelen voorzien voor de onderwijscoördinatie gedetineerden worden over de consortia verdeeld op basis van de gemiddelde jaarpopulatie van de strafinrichtingen binnen het werkingsgebied. Er is een basistoelage voorzien, aangevuld met een forfaitaire toelage op basis van de gemiddelde jaarpopulatie. Voor 2008 ontving Brucovo vzw slechts de basistoelage, namelijk 27.083€. De reden daarvoor was dat de Vlaamse Gemeenschap (in kader van hun Strategisch Plan Hulp-en Dienstverlening aan Gedetineerden) ook eenzelfde inspanning naar de Brusselse gevangenissen verwacht van de Franse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en niet de volledige toelage voor de Brusselse arresthuizen willen voorzien (alwaar het Nederlandstailig-en anderstalig cliënteel in de minderheid is ten opzichte van de Franstalige meerderheid). Brucovo nam meermaals contact met de Vlaamse gemeenschap in functie van het bekomen van een objectieve norm (en aldus ook de forfaitaire toelage te bekomen). Via een tussenkomst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (projectsubsidie) werd bekomen dat de onderwijscoôrdinator vanaf sept. 2010 voltijds aan de slag kan.
1.4. Afbakening werkingsgebied CVWO Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (omvat 19 gemeentes), wordt beschouwd als één vestigingsplaats. In dit gebied zijn 6 in het gewest gevestigde CVO’s en 1 CBE actief. Deze zijn gelegen in Anderlecht (2 centra), Brussel (2 centra), Elsene, Schaarbeek en Ganshoren. Er zijn ook nog 3 CVO’s van buiten het BHG, die in Brussel regiovreemde onderwijsbevoegdheden uitoefenen (zetel te Wolvertem-Meise, Strombeek-Bever, Leuven).
12
Lijst centra waarvan het centrumbestuur aangesloten is bij CVWO (zie fiches in bijlage)
Centrum voor Volwassenenonderwijs LETHAS / Leergangen voor talen, handel, kaderopleiding nursing specifieke lerarenopleiding Adres
Dir. Veerle Adams Landsroemlaan 126 1083 Ganshoren
Telefoon/fax
T: 02-420.10.26 F: 02-424.18.07
E-mail/website
[email protected]
13
www.lethas.be Instellingsnr.
32491
Bestuur/IM
VZW Sint-Goedele Brussel
Net
Vrij Gesubsidieerd Onderwijs
Naam centrum
CVO Brussel
Adres
Wnd. Dir. Harald De Muynck Materiaalstraat 67 1070 Anderlecht
Telefoon/fax
T: 02-528.09.50 F: 02-524.10.17
E-mail/website
[email protected] www.cvobrussel.be
Instellingsnr.
41285
Bestuur/IM
Scholengroep Brussel (8, Oudstrijderslaan 200, Evere), alg. dir. Scholengroep Brussel J. Goris
Net
GO ! / Gemeenschapsonderwijs CVO Elishout COOVI
Adres
Dir. Ingrid Van Cauter Emile Grysonlaan & 1070 Anderlecht
Telefoon/fax
T: 02-526.77.40 F: 02-526.77.13
E-mail/website
[email protected] www.elishout.be
Instellingsnr.
056366
Bestuur/IM
VGC-Onderwijs
Net
Officieel Gesubsidieerd Onderwijs Centrum voor Volwassenenonderwijs Kamer voor Handel en
14
Nijverheid van Brussel Adres
Dir. Jeanine Billens Pleinlaan VUB - Lokaal D 1.33 1050 ELSENE
Telefoon/fax
T:02-629.39.08 F: 02-629.38.52
E-mail/website
[email protected] www.vub.ac.be/khnb
Instellingsnr.
32383
Bestuur/IM
CVO KHNB
Net
Vrij Gesubsidieerd Onderwijs (VOOP) CVO Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen
Adres
Dir. Herman Decnijf Stormstraat 2 1000 Brussel
Telefoon/fax
T: 02-210.13.40 F: 02-217.64.12
E-mail/website
[email protected] www.fhs.be
Instellingsnr.
32367
Bestuur/IM
HUB-ESHAL vzw
Net
Vrij Gesubsidieerd Onderwijs
Naam centrum
Centrum Basiseducatie Brusselleer
Adres
Dir. Jan Van Gompel Marcqstraat 16 1000 Brussel
Telefoon/fax
T: 02-223.20.45 F:02-223.20.85
15
E-mail/website
www.brusselleer.be
Instellingsnr.
11 6616
Bestuur/IM
Vzw CBE
Net
Vzw ondersteund door VOCVO / federatie Basiseducatie Centrum voor volwassenenonderwijs Meise-Jette
Adres
Dir. Ria Cauchie Stationsstraat 15 1861 Meise
Telefoon/fax
T: 02-269.55.46 F: 02-269.79.76
E-mail/website
[email protected] www.cvomj.be
Instellingsnr.
33191
Bestuur/IM
Gemeentebestuur Meise
Net
Officieel Gesubsidieerd Onderwijs CVO Strombeek
Adres
Dir. Miek Vandevelde Gemeenteplein 1853 Strombeek-Bever
Telefoon/fax
T: 02-267.35.15 F: 02-261.09.42
E-mail/website
[email protected] www.taalleergangen.be
Instellingsnr.
33498
Bestuur/IM
Cultureel Centrum vzw
Net
VOOP Centrum voor Volwassenenonderwijs VIVA –SVV Brabant
16
Adres
Dir. Marleen De Raedemaker Mechelsestraat 70 3000 Leuven
Telefoon/fax
T: 016-58.43.90 F : 02-546.14.08
E-mail/website
[email protected] www.cvo-svv-brabant.be
Instellingsnr.
105759
Bestuur/IM
Socialistisch vooruitziende vrouwen van Brabant vzw
Net
Vrij Gesubsidieerd Onderwijs
Ieder Centrum voor Volwassenenonderwijs heeft zijn eigenheid, betreffende historiek, onderwijskoepel en beleidsmatige keuzes (al of niet intern of extern bepaald). Elk cVO wordt in bijlage in een fiche voorgesteld; de bestuurlijke gegevens, het aantal LUC en lesplaatsen, de personeelssamenstelling, de diverse aanwezige cursistenvoorzieningen, de wijze van werving en promotie, de wijze van programmatie, de huidige samenwerkingen met het Huis van het Nederlands Brussel (HvNB) en in functie van de gedetineerdenwerking, en tenslotte de studiegebieden waarin het CVO actief is. Analyse fiches (bijlage) -
-
-
-
In de meeste in Brussel aanwezige centra is een onthaalruimte of balie aanwezig in de hoofdvestigingsplaats, evenals een ontmoetings- of recreatieve ruimte. Indien een lesplaats in een publieke ruimte is gelegen (bvb. gemeenschapsentrum) is dit ook meestal het geval. Het beschikken over een bibliotheek en/of mediatheek hangt meestal samen met de aanwezigheid van een Open Leercentrum (dit is niet altijd op de hoofdvestigingsplaats, soms is dit in een andere locatie bvb. voor CVO Brussel in Moutstraat, voor CBE Brusselleer in het Huis van het Nederlands,…) Wat het aantal personeelsleden betreft, hier zijn vanuit de centra geen sluitende cijfers over doorgegeven; feit is dat het kader per CVO divers is ingevuld (voltijdse, deeltijdse, freelance, vastbenoemde of contractuele leerkrachten,…). Ook het aantal directieleden, de personeelsleden met diverse en coördinerende taken zijn per CVO sterk verscheiden. Afhankelijk van centrum tot centrum (en sterk afhankelijk van de centrumgrootte of het organiseren van een niche-opleiding) zijn er 1 tot 7 directieleden, trajectbegeleiders, coaches, moduleverantwoordelijken, (deel)teamverantwoordelijken, technisch adviseurs, begeleiders OLC,… al of niet voltijds aan de slag. In de meeste CVO’s zijn personeelsleden aanwezig voor ICT-coördinatie, financiën en administratieve taken (soms tot 10 krachten). Promotie wordt door het merendeel van de CVO’s via eigen bedeling van folders en affiches gedaan, naast mond-aan-mond reclame het meest efficiënte middel. Reclame via andere sites, krant en weekbladen, TV en radio wordt sporadisch gebruikt (vooral voor praktische en HBO-opleidingen).
17
-
De programmatie gebeurt wisselend: soms via een omgevingsanalyse, meestal aangevuld via bevraging van cursisten, derden, medewerkers e.d.
18
2. Missie Brucovo vzw Er werd na diverse discussies in de Raad van Bestuur en de opleidingsplandag, consensus bereikt over een korte en effectieve omschrijving van de missie voor Brucovo:
Samen werken aan meer participatie aan het Brussels Volwassenenonderwijs door beter bekend maken van het globaal aanbod en het vergroten en verfijnen van de leermogelijkheden Het volwassenenonderwijs dient –in zijn geheel - in Brussel op de kaart worden gezet, refererend aan de participatieverhoging aan levenslang leren vanuit de het Verdrag van Lissabon (12,5 % van de beroepsactieve bevolking tussen 25-64 j dient levenslang en levensbreed te leren). Deze missie impliceert dat: 1 er een sterker behoeftedekkend aanbod dient voorzien (gebaseerd op behoeftes vanuit cursisten, vanuit maatschappelijk middenveld, vanuit arbeidsmarkt Brussels Gewest, e.d.) 2 er een optimalisering en afstemming dient doorgevoerd van het opleidingsaanbod CVO’s en CBE en andere opleidingsverstrekkers (doorstroom CBE –CVO, actief in zoveel mogelijk studiegebieden, afstemming gelijkaardige opleidingen, enz.) 3 er een jaarlijkse doorlichting van alle opleidingen en cursistenprofiel dient voorzien, via het jaarlijks bijstellen van het opleidingsplan. Deze resultaten worden ook blijvend gesignaleerd aan de overheid. De strategische en operationele doelstellingen daaruit worden gezamenlijk onderschreven, meetbaar gemaakt en tegen bepaalde termijnen uitgevoerd. 4 er een optimalisering dient te komen van de dienstverlening voor de cursisten in de centra (via onder andere permanente promotiecampagnes, een goed werkende ombudsdienst, een website met zoekrobot) 5 er een gedegen en behoeftedekkend onderwijsaanbod dient uitgebouwd voor alle gedetineerden van de Brusselse gevangenissen in St. Gillis, Vorst en Berkendaal
19
3. Visie Brucovo vzw In deze visie trachten we aan te geven volgens welke structuren en acties wij onze missie willen realiseren. We gaan daarbij uit van de verschillende specifieke partners en publieksgroepen die het Brussels Consortium dient te bereiken. We vertrekken altijd van de behoeften en noden van deze partners en publieksgroepen om onze opdrachten te definiëren en daarna geven we aan hoe we deze willen realiseren.
Publiek van de bestuursleden (directies en inrichtende machten van de 9 in het werkingsgebied van het consortium aanwezige centra voor volwassenenonderwijs en 1 centrum voor basiseducatie) Het consortium voorziet in overleg, uitwisseling, en afstemming tussen de verschillende centra inzake de vijf voornoemde doelstellingen uit de missie en dit in alle openheid -
Conform de statuten wordt Brucovo bestuurd door de Raad van Bestuur en De Algemene vergadering. Voorzitter en afgevaardigd bestuurder coördineren de dagelijkse werking van Brucovo
-
Er vindt regelmatig overleg plaats op verschillende niveaus: 2- maandelijks overleg op de Raad van Bestuur, maandelijks overleg op het Dagelijks Bestuur, regelmatig overleg van de thematische werkgroepen: werkgroep promotie, werkgroep gedetineerdenwerking, werkgroep Hoger Beroepsonderwijs , e.a.
-
Middels de opmaak van een opleidingsplan 2008-2013 (finalisering okt 2010) wordt er een jaarlijks strategisch actieplan en dito begroting opgemaakt. Binnen het opleidingsplan tekent het consortium niet enkel de lijnen voor het toekomstige onderwijsaanbod uit (middels een jaarlijks programmatieplan), maar worden ook de beleidslijnen voor de werking van het consortium en samenwerking met externe partners vastgelegd.
-
Advies en herschikking onderwijsbevoegdheden: het consortium heeft een duidelijke adviserende opdracht in deze ( zie decreet …). De toekomstige aanvragen dienen duidelijk te passen in en gelinkt te worden aan het opleidingsplan van het consortium.
Publiek van leerkrachten en personeel van de centra Het consortium heeft hier een informatieve opdracht (over werking consortium en weerslag op cursisten en lesgevers) en een opdracht tot opwaardering van de leerkracht van het (Brussels) volwassenenonderwijs (versterken eigenheid en identiteit) -
door ondersteuning en coördinatie projecten/trajecten duaal leren, geïntegreerd leren, gecombineerd leren, enz.
-
door het inzamelen van relevante informatie voor leerkrachten en deze te verspreiden via een semesteriële leerkrachtennieuwsbrief
-
door alle informatie inzake de werking van het consortium en nieuwe of herschikking van onderwijsbevoegdheden ter bespreking te brengen in het Lokaal Onderhandelingscomité van het Consortium (Locco)
20
Publiek van intermediairen (secundair en hoger onderwijs, bibliotheken, opleidingspartners, tewerkstellingspartners, steden en gemeentes, enz.) Het consortium voorziet deze van informatie over de werking van het consortium en over het algemeen aanbod van het Brussels volwassenenonderwijs - door een permanente campagne naar doorverwijzende publieksinstanties op te starten: verspreiding folders en affiches aanbod Brussel, ondersteuning bij infosessies opleidingen vwo, maandelijkse digitale nieuwsflash, enz.
Publiek van (potentiële) cursisten Het consortium voorziet in een gedegen informatieverstrekking over het aanbod van het (Brussels) volwassenenonderwijs waarbij de troeven van het vwo worden in het licht gezet : zijnde persoonlijke ontwikkeling, verder deelnemen aan onderwijs, bekomen erkende studiebewijzen, in functie van de uitoefening van een beroep, beter beheersen van een taal of vaardigheid, invullen van zinvolle vrijetijdsbesteding, enz. - door grootschalige promotiecampagnes: affichering, advertenties, infobrochures, aanwezigheid in de media en op beurzen, … - door wegnemen drempels en verhogen dienstverlening : via doorstroomproject trajectbgeleiding de en studiekeuzebegeleiding aanbieden, via organisatie 2 lijns-ombudsdienst, via uitgebreide website en zoekmachiine, …
21
4.
Interne analyse
In dit punt hebben we het achtereenvolgens over de onderwijsbevoegdheden en vestigingsplaatsen, de effectieve situatie van het onderwijsaanbod en ten slotte het cursistenprofiel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wat de administratieve onderwijsbevoegdheden betreft, konden we ons beroepen op de website van het Departement Onderwijs*. Deze bevoegdheden werden aangevuld met de effectieve bevoegdheden die uitgeoefend worden in de 19 gemeentes van het Brussels Hoofdstedelijk gewest in februari 2010. Om de effectieve situatie van het onderwijsaanbod in kaart te brengen, konden we ons beroepen op de databank van de lesuurcursist-gegevens (LUC-gegevens). Deze gegevens werden ter beschikking gesteld door de administratie Onderwijs en dit zowel op Brussels als op Vlaams niveau voor de referteperiodes 2008-2009 en 2009-2010. De LUC gegevens werden geanalyseerd per centrum, per studiegebied en per opleiding in de Brusselse regio. Nadien plaatsten we de Brusselse cijfers naast de Vlaamse de cijfers. In 2 instantie werden de delers onder de loep genomen. Ook hiervoor werden de LUC-gegevens als basis gebruikt. Voor het profiel van de Brusselse cursisten, gebruikten we de geanonimiseerde cursistgegevens ter beschikking gesteld door de administratie Onderwijs en dit opnieuw voor de twee opeenvolgende referteperiodes 2008-2009 en 2009-2010. Per studiegebied (en per HBO-opleiding) maakten we een cursistprofiel op, alsook een algemeen profiel van de Brusselse cursist. Als laatste punt brachten we de in- en uitstroom van de Brusselse cursisten in kaart. Dit op 3 verschillende niveaus; met name per opleiding, per gemeente en een globaal overzicht. Ten slotte wensen we nog te vermelden dat we bij de verwerking van de datagegevens geregeld op (kleine) fouten zijn gestoten. Hierdoor is het mogelijk dat de cijfers, zij het beperkt, afwijken van de realiteit.
22
4.1. Administratieve toestand m.b.t. onderwijsbevoegdheden en vestigingsplaatsen van de centra De administratieve toestand van de onderwijsbevoegdheden van de centra in het werkingsgebied van het consortium, wordt effectief als er een opleiding in deze onderwijsbevoegdheid daadwerkelijk wordt georganiseerd (per referteperiode). De meeste centra beschikken over een aantal ‘slapende’ bevoegdheden; dit kan gaan om op zichzelf staande opleidingen, opleidingen die in een andere regio wel plaats vinden (i.c. voor regiovreemde centra) of hogere richtgraden van talenopleidingen. Wat vestigingsplaatsen betreft, wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als één vestigingsplaats beschouwd: elk centrum met hoofdvestigingsplaats in de 19 gemeenten van het Brussels Gewest, kan onbeperkt zijn onderwijsbevoegdheden in elk van de 19 gemeentes uitoefenen (wat voor bepaalde opleidingen zoals NT2 nuttig en effectief kan zijn). Anderzijds kunnen de regiovreemde centra (3 in Consortium Brussel) niet zomaar in het Brussels Gewest een extra vestigings-/lesplaats bekomen. N.a.v. het recente onderwijsdecreet XIX kan vanaf 1 september 2008 het bestuur van een Centrum in de vestigingsplaatsen, die in het werkingsgebied van een ander consortium volwassenenonderwijs liggen dan het consortium volwassenenonderwijs waartoe de hoofdvestigingsplaats van het Centrum voor Volwassenenonderwijs behoort (zijnde regiovreemde vestigingsplaatsen) geen leraarsuren of ambten opgericht op basis van de puntenenveloppe aanwenden. Artikel 70 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs voorziet een afwijking van deze bepaling, indien de desbetreffende regiovreemde vestigingsplaats aan een aantal strikte voorwaarden voldoet. De onderwijsbevoegdheid die wel in een regiovreemde vestigingsplaats kan worden uitgeoefend, is de onderwijsbevoegdheid voor de opleidingen die het centrumbestuur tijdens de referteperiode 1 april 2008 tot 31 maart 2009 effectief organiseerde. Hiermee wordt bedoeld dat het registratiemoment van de georganiseerde opleiding in de eerder vermelde referteperiode valt. Daarnaast wordt voorzien dat wanneer een centrumbestuur op de regiovreemde vestigingsplaats een taalopleiding op niveau richtgraad 1 of niveau richtgraad 2 effectief uitoefende tijdens de referteperiode 1 april 2008 tot 31 maart 2009, het centrumbestuur ook gemachtigd wordt om de onderwijsbevoegdheid voor dezelfde taalopleiding op niveau richtgraad 2 of niveau richtgraad 1 uit te oefenen in deze vestigingsplaats. Hetzelfde principe geldt voor een taalopleiding op niveau richtgraad 3 of niveau richtgraad 4. Voorts wordt voorzien dat het centrumbestuur de onderwijsbevoegdheid in de regiovreemde vestigingsplaats kan uitbreiden met de onderwijsbevoegdheid waarover het centrumbestuur beschikte op het ogenblik dat het decreet van 15 juni 2007 in werking trad – en die is vastgelegd in de bijlage III bij het decreet volwassenenonderwijs – en de onderwijsbevoegdheid die het centrumbestuur via de ambtshalve toekenning van onderwijsbevoegdheid (concordanties) wordt verworven. Hiertoe dient het centrumbestuur een aanvraag in te dienen bij de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs waartoe de gemeente van de regiovreemde vestigingsplaats behoren. Het centrumbestuur kan de gevraagde onderwijsbevoegdheid uitoefenen in de regiovreemde vestigingsplaats als de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs waartoe de gemeente van deze vestigingsplaats behoort, bij consensus een positief advies aan de aanvraag verleent.
23
4.1.1. Alle administratieve bevoegdheden per CVO (c.q. de bevoegdheden die in de regio Brussels Hoofdstedelijk gewest in de betreffende referteperiode NIET plaatsvinden). CVO
ADMINISTRATIEVE BEVOEGDHEDEN PER CVO
CVO ELISHOUT COOVI
Bereider cons.ijs/ tearoomspecialist Bierkenner Brood en banket Confiseur-chocoladebewerker Culinair traiteurslager Hotel Kelner brasserie taverne bistro Medewerker brasserie taverne bistro Slager Slagerij en vleeswaren Traiteur-delicatessenslager GPB- opleiding Verantwoordelijke brasserie taverne bistro
CVO MEISE- JETTE
1
Arabisch RG 2 Chinees RG 2 Duits RG 1 en 2 Frans profess. Bedrijfsgericht RG3 Informatica toepass.software Italiaans RG 3 en 4 NT2 profess. Bedrijfsgericht RG2 en RG3
1
Bevoegdheden voor vzowel lesplaatsen in Anderlecht, Jette, Brussel, Elsene, St. Agatha-Berchem
24
NT2 verlengd RG1 NT2 RG 4 Pools RG 2 Spaans RG 3 CVO Strombeek
Nederlands tweede taal – verlengd RG1 NT2 RG 3 en 4
CVO Lethas
Engels RG4 Kaderopleiding Nursing GPB- opleiding NT2 – verkort RG1 NT2 – verkort RG2 Spaans RG3 Spaans RG4
CVO VIVA SVV Brabant
Accessoires Breien Draadverwerking BSO2 Huishoudelijk koken BSO2 Huishoudelijk naaien BSO2 Kleding BSO3 Koken Maatwerk damespatronen Maatwerk herenpatronen Maatwerk kinder- en tienerpatronern Mode en interieur Mode- en textielverkoop Modist
25
Naaien Realisaties dameskleding Realisaties herenkleding Retouches Textielverwerking BSO 2 CVO KHNB
Arabisch RG2 Duits RG4 Spaans professioneel bedrijfsgericht RG2 Nederlands tweede taal verkort RG1 Nederlands tweede taal verkort RG2 Informatica toepass.software Italiaans RG4 Examencommissie NL Examencommissie FR
CVO BRUSSEL
Burotica TSO3 Chinees RG2 Duits RG3 Duits RG4 Elektronica TSO3 Engels RG3 Engels RG4 Frans RG4 Hersteller bruingoed Initiatie Archiefkunde Bedrijfsbeheer GBP- opleiding Italiaans RG2
26
Italiaans RG3 Italiaans RG4 Kinderzorg BSO3 NT2 RG3 NT2 RG4 Reclame, marketing en pr Russisch RG2 Spaans RG3 Spaans RG4
4.1.2. Alle effectieve bevoegdheden per CVO (c.q. deze die effectief worden uitgeoefend in de 19 gemeenten van het Gewest in februari 2010) CVO
Studiegebied
Brussel
Algemene vorming
Studiegebied/Opleiding
Onderwijsbevoegdheid vanaf
Ingericht vanaf
Algemene vorming - BSO3
01/09/2007
01/09/2006
Algemene vorming - TSO3
01/09/2007
01/09/2006
Algemene vorming - opfris 3de graad TSO
01/09/2007
Ervaringsdeskundige armoede & sociale uitsluiting
01/09/2008
01/09/2008
Bedrijfsbeheer TSO3
01/09/2008
01/09/2008
Kantooradministratie & gegevensbeheer
01/09/2007
01/09/2003
Secretariaat - talen TSO3
01/09/2007
01/09/2005
Bijzondere educatieve noden
Handel
27
Informatie- en communicatietechnologie Toepassingssoftware
01/09/2007
01/09/2007
PLC Technieker
01/09/2007
01/09/2006
Residentieel Elektrotechnisch Installateur
01/09/2007
01/09/2006
NT2 RG1 en RG2
01/09/2007
27/09/2010 en 01/09/2004
Initiatie tot de Bibliotheek-, Documentatie- en Informatiekunde
01/09/2007
01/09/2007
Begeleider buitenschoolse kinderopvang
01/09/2007
01/09/2008
Jeugd- en gehandicaptenzorg TSO3
01/02/2009
01/09/2003
Begeleider in de kinderopvang
01/09/2007
01/09/2006
Polyvalent verzorg./thuis&bejaardenzorg
01/09/2007
01/09/2006
Hoefsmederij BSO2
01/09/2007
01/09/2000
Chinees RG1
01/09/2007
01/09/2006
Duits RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004 en01/09/2006
Engels RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004 en 01/09/2006
Mechanica – elektriciteit
NT2
Personenzorg
Smeden
Talen RG1 en RG2
28
Frans RG1, RG2
01/09/2007
01/09/2004
Italiaans RG1
01/09/2007
01/09/2006
Russisch RG1
01/09/2007
01/09/2005
Spaans RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004 en 01/09/2006
Frans RG3
01/09/2007
01/09/2005
HBO Boekhouden
01/09/2007
01/09/2005
HBO Informatica
01/09/2007
01/09/2005
HBO Marketing
01/09/2007
01/09/2005
HBO Verzekeringen
01/09/2007
01/09/1998
HBO Elektronica
01/09/2007
01/09/2005
HBO Specifieke lerarenopleiding
01/09/2007
01/09/2007
HBO Syndicaal werk
01/09/2007
01/09/2006
Latijns schrift RG1
01/09/2007
01/09/2004
Talen RG3 en RG4 HBO Handelswetenschappen en bedrijfskunde
HBO Industriële Wetenschappen en technologie HBO Onderwijs HBO Sociaal-agogisch werk
LETHAS NT2
29
NT2 verlengd RG1
01/09/2007
01/09/2004
NT2 RG1
01/09/2007
01/09/2004
NT2 RG 2
01/09/2007
01/09/2004
NT2 RG 3
01/09/2007
01/09/2004
NT2 RG 4
01/09/2007
01/09/2006
Engels RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2007
Frans RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004
Spaans RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004
Engels RG3
01/09/2007
01/09/2005
Frans RG3 en RG4
01/09/2007
01/09/2005 en 01/09/2006
Toepassingssoftware TSO3
01/09/2007
01/09/2007
Boekhouden-Informatica TSO3
01/09/2007
01/09/2006
Public Relations en Onthaal TSO3
01/09/2007
01/09/2006
Boekhouden
01/09/2007
01/09/2001
Informatica
01/09/2007
01/09/2003
HBO Kaderopleiding nursing geriatie en bejaardenzorg
01/09/2007
01/09/2008
Talen RG1 en RG2
Talen RG3 en RG4
Informatie- en communicatietechnologie Handel
HBO Handelswetenschappen en bedrijfskunde
HBO Gezondheidszorg
30
HBO Kaderopleiding nursing voor gegradueerde psychiatrische verpleging
01/09/2007
01/09/2008
HBO Kaderopleiding nursing voor gegradueerde ziekenhuisverpleging
01/09/2007
01/09/2008
HBO Specifieke Lerarenopleiding
01/09/2007
01/09/2008
Biochemie TSO3
01/09/2007
01/09/2003
Farmaceutisch technisch assistent TSO3
01/09/2007
01/09/2003
Fotografie TSO 3
01/09/2007
01/09/2005
Bedrijfsbeheer TSO3
01/09/2007
01/09/2000
Bloementeelt en -schikken BSO3
01/09/2007
01/09/2001
Tuinbouw BSO3
01/09/2007
01/09/2007
Brood- en banketbakkerij en confiserie BSO3
01/09/2007
01/09/2002
Hotelbedrijf BSO 3
01/09/2007
01/09/2000
Broodbakker
01/09/2008
01/09/2008
Bakkersgast
01/09/2008
01/09/2008
HBO Onderwijs
Elishout COOVI
Chemie
Grafische technieken Handel
Land- en Tuinbouw
Voeding
31
Ambachtelijk brood- en banketbakker
01/09/2008
01/09/2008
Ambachtelijk ijsbereider
01/09/2008
04/02/2009
Ambachtelijk chocoladebewerker
01/09/2008
01/09/2008
Banketbakker
01/09/2008
01/09/2008
Uitsnijder-Uitbener
01/09/2008
01/09/2008
Slagersgast
01/09/2007
01/09/2008
Ambachtelijk slager
01/09/2007
01/09/2008
Hulpkelner
01/09/2008
01/09/2008
Grootkeukenmedewerker
01/09/2008
01/09/2008
Traiteur-banketaannemer
01/09/2008
01/09/2008
Keukenverantwoordelijke
01/09/2008
01/09/2008
Kelner banketdienst
01/09/2008
01/09/2008
Zaalverantwoordelijke
01/09/2008
01/09/2008
Hulpkok
01/09/2008
01/09/2008
Kok
01/09/2008
01/09/2008
Grootkeukenhulpkok
01/09/2008
01/09/2009
Grootkeukenkok
01/09/2008
01/09/2009
Grootkeukenverantwoordelijke
01/09/2008
01/09/2009
Traiteurkok
01/09/2008
01/09/2008
Wijnkenner
01/09/2008
01/09/2008
Hotelonthaal
01/09/2008
01/09/2008
Hotelbedrijf
01/09/2007
01/09/2000
Kelner
01/09/2008
01/09/2008
32
Reisleider
01/09/2007
01/09/2010
Spekslager
01/09/2007
15/09/2009
Verkoper in de slagerij
01/09/2008
01/09/2009
HBO Cosmetische wetenschappen
01/09/2007
01/09/2006
HBO Gids
01/09/2007
01/09/2008
HBO Hotel- en cateringmanagement
01/09/2008
01/09/2008
HBO Toeristische Gidsen
01/09/2007
01/09/1998
HBO Openbare besturen
01/09/2007
01/09/2005
HBO Specifieke lerarenopleiding
01/09/2007
01/09/2007
Fiscale wetenschappen
01/09/2007
01/09/1998
Seniorenconsulentenvorming
01/09/2009
05/10/2009
NT2 RG1, RG2, RG3, RG4
01/09/2007
01/09/2004 , 01/09/2004,01/09/2005 En 01/09/2006
Nederlands Verkort RG1 en RG2
01/09/2007
NIET
NT2 Prof. bedrijfsgericht RG2 en
01/09/2007
01/09/2007 EN 01/09/2006
HBO Biotechniek
HBO Handelswetenschappen en bedrijfskunde
HBO Onderwijs
HLFSW
HBO Handelswetenschappen en bedrijfskunde HBO Sociaal Agogisch Werk
KHNB
NT2
33
RG3 Talen RG1 en RG2 Duits RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2006
Engels professioneel bedrijfsgericht RG2
01/09/2007
01/09/2007
Engels RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004 en vanaf 01/09/2005
Frans professioneel bedrijfsgericht 01/09/2007 RG2
01/09/2007
Frans RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004
Italiaans RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2006
Spaans RG1 en RG2
01/09/2007
01/09/2004 en 01/09/2006
Duits RG3
01/09/2007
01/09/2006
Engels professioneel bedrijfsgericht RG3
01/09/2007
01/09/2007
Engels RG3 en RG4
01/09/2007
Talen RG3 en RG4
01/09/2005en 01/09/2006
Strombeek-
Frans professioneel bedrijfsgericht 01/09/2007 RG3
01/09/2006
Frans RG3 en RG4
01/09/2007
01/09/2005 en 01/09/2006
Italiaans RG3
01/09/2007
01/09/2006
Spaans RG3 en RG4
01/09/2007
01/09/2006 en 01/09/2007
Spaans professioneel bedrijfsgericht RG3
01/00/2007
01/09/2004
NT2
34
Grimbergen
Talen RG1 en RG2
Meise-Jette
2
NT2 RG1
01/09/2008
NT2 RG 2
01/09/2008
Spaans RG 1
01/09/2008
Spaans RG2
01/09/2008
NT2 RG1
01/09/2008
NT2 RG2
01/09/2008
NT2 RG3
01/09/2008
NT2 RG4
01/09/2008
NT2
NT2 RG1 verlengd Talen richtgraad 1 en 2 Arabisch RG1
01/09/2008
Chinees RG1
01/09/2008
Duits RG1
01/09/2008
Engels RG1
01/09/2008
Engels RG2
01/09/2008
Frans RG1
01/09/2008
Frans RG 2
2
Frans RG2 profess. bedrijfsgericht
01/09/2008
Grieks RG1
01/09/2008
Bevoegdheden in BHG/LESPLAATSEN in Jette , Anderlecht,Brussel, St. agatha-Berchem…..
35
Grieks RG2
01/09/2008
Italiaans RG1
01/09/2008
Italiaans RG2
01/09/2008
Pools RG1
01/09/2008
Portugees RG1
01/09/2008
Portugees RG2
01/09/2008
Spaans RG1
01/09/2008
Spaans RG2
01/09/2008
Engels RG3
01/09/2008
Engels RG4
01/09/2008
Frans RG3
01/09/2008
Frans RG4
01/09/2008
Talen richtgraad 3 en 4
Nederlands moedertaal
CBE Brusselleer
NT2 Wiskunde Nederlands NT2 alfabet ICT MO Opstap Talen F/ E VIVA Brabant
Huishoudelijk onderwijs Inrichten van de woning
01/09/2008
01/09/2008
36
Er zijn geen onderwijsbevoegdheden in volgende studiegebieden: auto, boekbinden, bouw, decoratieve technieken, diamantbewerking, hout, juwelen, kant, koeling en warmte, lederbewerking, lichaamsverzorging, maritieme opleidingen, instrumentenbouw, textiel, toerisme. 4.2. Effectieve situatie m.b.t. het onderwijsaanbod en de vestigingsplaatsen van de centra waarvcan de centrumbesturen aangesloten zijn bij het CVWO a) Tabel: Aantal lescursisten per centrum in Brussels Hoofdstedelijk Gewest (referteperiodes 01.04.2008-31.03.2009 en 01.04.09-31.03.10) De cijfermatige analyse gebeurt in de vorm van een gegenereerde en geverifieerde lesurencursist. Eén lesuurcursist is één lesuur deelname van één ingeschreven cursist die regelmatig aanwezig was in de lessen, geteld op het 1/3 moment van de module. Het aantal cursisten wordt dan vermenigvuldigd met de totale duur van de module zoals vastgelegd in het opleidingsprofiel. Deze cijfers van het aantal lesurencursist zijn nauwkeuriger en gevarieerder dan de cijfers van het aantal ingeschreven cursisten per module per centrum. Werken met inschrijvingen (per module, per cursist) is minder geschikt omdat in het modulaire opleidingenstelsel van het volwassenenonderwijs een cursist zich voor elke module apart moet inschrijven. Dit in tegenstelling tot het vroegere lineaire stelsel waar de cursist zich slechts éénmaal per jaar diende in te schrijven. Omdat er de laatste jaren stelselmatig en verplicht steeds meer modulaire opleidingen worden aangeboden en minder lineaire, is het niet mogelijk om de inschrijvingscijfers jaar na jaar te vergelijke
2009-2010 CVO Elishout COOVI
%
2008-2009
verschil
416288
11,04%
373748
10,10%
42540
Hoger instituut gezinswetenschappen CVO
0
0,00%
28480
0,77%
-28480
CVO Hogere Leergang Fisc Soc Wetenschap
99030
2,63%
88730
2,40%
10300
861880
22,87%
844564
22,82%
17316
1387522
36,81%
1305904
35,29%
81618
236108
6,26%
308220
8,33%
-72112
CVO Strombeek - Grimbergen
26200
0,70%
26000
0,70%
200
CVO VIVA SVV Brabant
11680
0,31%
12160
0,33%
-480
713040
19,27%
17380
3700846 100,00%
68282
CVO Kamer vr. Handel en Nijverh. Brussel CVO Lethas Brussel CVO Meise-Jette
Gemeenschapsonderwijs CVO - Brussel TOTAAL
730420
19,38%
3769128
100,00%
37
Analyse We merken hier een algemene status quo tussen de 2 opeenvolgende referteperiodes, waarbij sommige centra licht dalen en sommige licht stijgen. We merken dat CVO Lethas qua aantal lesurencursist het grootste centrum is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (wat voornamelijk aan het hoge aantal NT2-cursisten toe te schrijven is), gevolgd door CVO KHNB en CVO Brussel.
38
Tabel: LUC’s per centrum + regiovreemde bevoegdheden
2009-2010 regio Bxl CVO Elishout COOVI
2008-2009
regiovreemd
regio Bxl
416288
Hoger instituut gezinswetenschappen CVO CVO Hogere Leergang Fisc Soc Wetenschap CVO Kamer vr. Handel en Nijverh. Brussel CVO Lethas Brussel CVO Meise-Jette CVO Strombeek - Grimbergen CVO VIVA SVV Brabant Gemeenschapsonderwijs CVO - Brussel TOTAAL
regiovreemd
373748 28480
99030
88730
861880
844564
1387522
1305904
236108
269740
308220
347428
26200
190888
26000
184668
11680
196040
12160
192240
730420
713040
3769128
3700846
In dit overzicht van het aantal lesurencursist per centrum wordt ook het aantal LUC van de regiovreemde centra afzonderlijk vermeld. Deze cijfers zijn afkomstig van de Vlaamse Overheid en gebaseerd op de referteperiode 08-09, in de periode 01.04.2008-31.03.2009. We merken hier dat CVO Meise_Jette de meeste regiovreemde bevoegdheden bezit (zoweleffectief als administratief) Tabel LUC’s per centrum/per studiegebied
2009-2010 1 CVO Elishout COOVI
Biotechniek
2008-2009 8520
416288
7500
373748
verschil 1020
Chemie
37640
35400
2240
Grafische technieken
24880
18848
6032
Handel
1872
2088
-216
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
28696
23412
5284
Land- en tuinbouw
27600
29600
-2000
39
Specifieke Lerarenopleiding Voeding 2 CVO Hogere Leergang Fisc Soc Wetenschap 3 CVO Kamer vr. Handel en Nijverh. Brussel
4 CVO Lethas Brussel
42448
10536
234096
214452
19644
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
84350
Sociaal-agogisch werk
14680
99030
88730
88730
0 861880
14680
260452
Talen richtgraad 1 en 2
503328
501020
2308
Talen richtgraad 3 en 4
98100
105588
-7488
Gezondheidszorg
35334
1397522
237956
30676
844564
1305904
4658
1680
-480
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
34120
26100
8020
Informatie- en communicatietechnologie
14940
14640
300
1031880
989280
42600
26488
34728
-8240
Talen richtgraad 1 en 2
239400
198000
41400
Talen richtgraad 3 en 4
14160
10800
3360
Specifieke Lerarenopleiding
Bijzondere educatieve noden
236108
308220
0
Grafische technieken
0
Huishoudelijk onderwijs
0
Informatie- en communicatietechnologie
0
Nederlands tweede taal
124404
150544
-26140
Personenzorg
0
Talen richtgraad 1 en 2
104648
145556
-40908
Talen richtgraad 3 en 4
7056
12120
-5064
Huishoudelijk onderwijs
26200
26000
0
Nederlands tweede taal
23520
21960
1560
Talen richtgraad 1 en 2
2680
4040
-1360
Talen richtgraad 3 en 4 7 CVO VIVA SVV Brabant
22496
1200
Nederlands tweede taal
6 CVO Strombeek - Grimbergen
-4380
Nederlands tweede taal
Handel
5 CVO Meise-Jette
52984
Huishoudelijk onderwijs
0 11680
11680
12160
12160
-480
40
8 Gemeenschapsonderwijs CVO - Brussel
Algemene vorming Bijzondere educatieve noden
32440
730420
29280
713040
3160
5600
6980
-1380
Handel
42900
39960
2940
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
28980
27900
1080
Industriële wetenschappen en technologie
3360
4280
-920
Informatie- en communicatietechnologie
9000
15480
-6480
Mechanica - elektriciteit
3860
3180
680
Nederlands tweede taal
414240
410040
4200
Personenzorg
71760
73460
-1700
Smeden
26200
31200
-5000
9960
6920
3040
Specifieke Lerarenopleiding
17240
9760
7480
Talen richtgraad 1 en 2
63920
54240
9680
Talen richtgraad 3 en 4
960
360
600
Sociaal-agogisch werk
Analyse - Hier merken we een sterke stijging in SLO bij CVO Elishout; ook de opleidingen fotografie, de handelsgerichte HBO-opleidingen de opleidingen in chemie en HBO biotechniek en voeding zijn in stijgende lijn. - De opleidingen bij CVO Lethas zijn qua talen (incl. NT2) sterk stijgend, de meer specifieke HBO –opleidingen nursing en SLO dalen sterk. ICT(toepassingssoftware) blijft stabiel, de opleidingen in het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde (Boekhouden, informatica) stijgen op hun beurt. - CVO Brussel ziet zijn studiegebieden Algemene Vorming, handel, HBO Handelswetenschappen, mechanica-elektriciterit, NT2, Talen RG1 tot 4, HBO Sociaal-agogisch werk, en vooral SLO vooruitgaan; dalend zijn bijz. ed. noden, Industriële Wetenschappen (elektronica), personenzorg, smeden - Bij CVO KHNB en CVO Meise-Jette stijgt NT2 en talen RG1 en 2; RG 3 en 4 daalt. Bij CVO Strombeek daalt NT2 en Talen RG 3 en 4; Talen RG 1 en 2 stijgt. Ook de opleidingen bij CVO HLFSW en CVO VIVA zijn in dalende lijn.
41
b) Tabel: Aantal lescursisten per studiegebied en per opleiding 4.2. Effectieve situatie m.b.t. het onderwijsaanbod en de vestigingsplaatsen van de centra waarvcan de centrumbesturen aangesloten zijn bij het CVWO a) Tabel: Aantal lescursisten per centrum in Brussels Hoofdstedelijk Gewest (referteperiodes 01.04.2008-31.03.2009 en 01.04.09-31.03.10) 2009-2010 Algemene vorming Bijzondere educatieve noden Biotechniek
%
2008-2009
%
verschil
32440
0,86%
29280
0,79%
3160
5600
0,15%
6980
0,19%
-1380
8520
0,23%
7500
0,20%
1020
Chemie
37640
1,00%
35400
0,96%
2240
Gezondheidszorg
25334
0,67%
30676
0,83%
-5342
Grafische technieken
24880
0,66%
18848
0,51%
6032
Handel
45972
1,22%
43728
1,18%
2244
176146
4,67%
166142
4,49%
10004
11680
0,31%
12160
0,33%
-480
3366
0,09%
4280
0,12%
-914
Informatie- en communicatietechnologie
23940
0,64%
30120
0,81%
-6180
Land- en tuinbouw
27600
0,73%
29600
0,80%
-2000
Mechanica - elektriciteit
3860
0,10%
3180
0,09%
680
Nederlands tweede taal
1854496
49,20%
1809780
48,90%
44716
Personenzorg
71760
1,90%
73460
1,98%
-1700
Smeden
26200
0,70%
31200
0,84%
-5000
Sociaal-agogisch werk
24640
0,65%
35400
0,96%
-10760
Specifieke Lerarenopleiding
96712
2,57%
86936
2,35%
9776
Talen richtgraad 1 en 2
918368
24,37%
902856
24,40%
15512
Talen richtgraad 3 en 4
115884
3,07%
128868
3,48%
-12984
Voeding
234096
6,21%
214452
5,79%
19644
3700846 100,00%
68282
Handelswetenschappen en bedrijfskunde Huishoudelijk onderwijs Industriële wetenschappen en technologie
3769128 100,00%
42
In stijgende lijn: Algemene Vorming, biotechniek, biochemie, grafische technieken, Handel, Handelswetenschappen, mechanuca-elektriciteit, NT2, personenzorg, SLO, voeding In dalende lijn: bijz.educatieve noden, gezondheidszorg, Ind. wetenschappen, ICT, land-en tuinbouw, smeden, sociaal-agogisch werk, talen RG1 tot 4
Tabel: Evolutie LUC per opleiding
2009-2010 2008-2009 verschil Algemene vorming BSO 3
18680
17240
1440
Algemene vorming TSO 3
10200
8660
1540
43
Ambachtelijk brood- en banketbakker
96
1080
-984
0
1760
-1760
1440
720
720
0
920
-920
Arabisch richtgraad 1
5220
14880
-9660
Arabisch richtgraad 2
0
0
0
11080
3280
7800
Banketbakker
4080
8560
-4480
Bedrijfsbeheer TSO 3
4612
2528
2084
0
34680
-34680
Begeleider in de kinderopvang
38120
10480
27640
Biochemie TSO 3
13760
10720
3040
Bloementeelt en -schikken BSO 3
23760
25320
-1560
Boekhouden
29860
22300
7560
0
900
-900
Ambachtelijk chocoladebewerker Ambachtelijk ijsbereider Ambachtelijk slager
Bakkersgast
Begeleider in de buitenschoolse kinderopvang
Boekhouden-informatica TSO 3 Brood-& banketbakkerij & confiserie BSO3
0
1360
-1360
19000
7120
11880
Chinees richtgraad 1
3660
4200
-540
Cosmetische wetenschappen
8520
7500
1020
Duits richtgraad 1
11160
8520
2640
Duits richtgraad 2
9920
13160
-3240
Duits richtgraad 3
3720
1920
1800
0
0
0
Elektronica
3360
4280
-920
Engels professioneel bedrijfsgericht RG2
4080
3960
120
Engels professioneel bedrijfsgericht RG3
4980
6720
-1740
Engels richtgraad 1
59520
71940
-12420
Engels richtgraad 2
117700
125820
-8120
Broodbakker
Duits-professioneel gids/reisleider RG3
44
Engels richtgraad 3
17460
21840
-4380
Engels richtgraad 4
15552
16692
-1140
5600
6980
-1380
Farmaceutisch technisch assistent TSO 3
23880
24680
-800
Fiscale wetenschappen
84350
88730
-4380
Fotografie TSO 3
24880
18848
6032
2280
3180
-900
Ervaringsdesk armoede,soc uitsluiting
Frans professioneel bedrijfsgericht RG2 Frans professioneel bedrijfsgericht RG3
5160
3540
1620
Frans richtgraad 1
276720
224220
52500
Frans richtgraad 2
280800
272500
8300
Frans richtgraad 3
40056
43872
-3816
Frans richtgraad 4
17196
18876
-1680
Gids
10720
8544
2176
320
14944
-14624
Grieks richtgraad 1
3900
5964
-2064
Grieks richtgraad 2
3504
5292
-1788
Grootkeukenhulpkok
3040
2400
640
Grootkeukenkok
7040
2560
4480
Grootkeukenmedewerker
9880
4960
4920
864
0
864
26200
31200
-5000
Hotel- en cateringmanagement
9096
1704
7392
Hotelbedrijf
3440
2752
688
Hotelbedrijf BSO3
0
18800
-18800
Hotelonthaal
0
420
-420
5400
10080
-4680
Hulpkok
87560
83040
4520
Informatica
22340
20920
1420
GPB-opleiding
Grootkeukenverantwoordelijke Hoefsmederij BSO 2
Hulpkelner
45
Informatica: toepassingssoftware
23940
30120
-6180
1580
1500
80
Inrichten van de Woning
11680
12160
-480
Italiaans richtgraad 1
22080
22080
0
Italiaans richtgraad 2
22320
22600
-280
Italiaans richtgraad 3
5280
6504
-1224
Italiaans richtgraad 4
0
360
-360
Jeugd- en gehandicaptenzorg TSO 3
6340
13440
-7100
Jeugd-en gehandicaptenzorg
7880
0
7880
Kaderopl nurs gegr psych.verpleging
3520
6538
-3018
12934
15338
-2404
8880
8800
80
24020
25640
-1620
0
880
-880
2040
0
2040
Init. bib-, doc.- en info. kunde TSO 3
Kadopl nurs gegrad ziekhuisverpleging Kadopl nurs geriatrie bejaardenzorg Kantooradministratie & gegevensbeheer Kelner banketdienst Kelner Keukenverantwoordelijke
4272
1120
3152
44320
45600
-1280
0
12480
-12480
7840
9300
-1460
Nederlands tweede taal - verkort RG1
10080
11680
-1600
Nederlands tweede taal - verkort RG2
6960
8080
-1120
Nederlands tweede taal - verlengd RG1
49500
56880
-7380
Nederlands tweede taal richtgraad 1
956040
938640
17400
Nederlands tweede taal richtgraad 2
740440
700480
39960
Nederlands tweede taal richtgraad 3
56124
47904
8220
Nederlands tweede taal richtgraad 4
25632
26016
-384
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG2
3960
4200
-240
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG3
5760
3420
2340
Kok Latijns schrift richtgraad 1 Marketing
46
Openbare besturen
8880
9724
-844
Opfris derde graad TSO
3560
3380
180
PLC technieker
2020
1300
720
17840
13360
4480
Pools richtgraad 1
2700
3540
-840
Portugees richtgraad 1
4200
4020
180
Portugees richtgraad 2
2580
4920
-2340
Polyvalent verzorg./thuis-&bejaardenzorg
Public relations en onthaal TSO 3
960
780
180
Residentieel Elektrotechnisch Installat.
1840
1880
-40
Russisch richtgraad 1
2640
2640
0
Russisch richtgraad 2
0
0
0
Secretariaat - talen TSO 3
16140
13880
2260
Seniorenconsulentenvorming
14680
28480
-13800
0
920
-920
6200
1000
5200
Spaans richtgraad 1
51024
54300
-3276
Spaans richtgraad 2
32360
35120
-2760
Spaans richtgraad 3
5040
5544
-504
Spaans richtgraad 4
1440
3000
-1560
0
0
0
96392
71992
24400
9960
6920
3040
0
3440
-3440
Traiteur-banketaannemer
7264
1680
5584
Traiteurkok
7360
5440
1920
Tuinbouw BSO 3
3840
4280
-440
Uitsnijder - uitbener
4040
1040
3000
640
0
640
Slager vleeswaren Slagersgast
Spaans prof. gids Specifieke lerarenopleiding Syndicaal werk Toeristische gidsen
Verkoper in de slagerij
47
Verzekeringen
3060
1480
1580
Wijnkenner
5040
6000
-960
0
960
-960
3768888
3700846
68042
Zaalverantwoordelijke TOTAAL
We merken vooral een sterke stijging op bij deze opleidingen in het studiegebied voeding die vnl. door cursisten worden bevolkt die toegeleid werden door VDAB, nl.broodbakker,bakkezrsgast,FTA,… Ook de met AV combineerbare opleidingenopvoeder,kinderzorg,kantoor,… scoren goed. Ook de HBO-opleidingen Boekhouden en informatica kennen meer bijval. Tabel: LUC per studiegebied Vlaanderen, vergelijking LUC Brucovo
2008-2009 Algemene vorming Auto Bijzondere educatieve noden Biotechniek Boekbinden Bouw Chemie Decoratieve technieken Diamantbewerking Gezondheidszorg Grafische technieken Handel Handelswetenschappen en bedrijfskunde Hout Huishoudelijk onderwijs Industriële wetenschappen en technologie
1169840 482900 42740 57380 23560 476664 66030 6920 3120 51716 719444 1323916 2039534 482888 2706820 484952
% 2,66% 1,10% 0,10% 0,13% 0,05% 1,08% 0,15% 0,02% 0,01% 0,12% 1,63% 3,01% 4,63% 1,10% 6,15% 1,10%
2009-2010 1137768 546940 64380 58312 20160 471789 70760 7960 1800 45614 975244 1365480 2152710 476996 2321800 458988
% 2,57% 1,24% 0,15% 0,13% 0,05% 1,07% 0,16% 0,02% 0,00% 0,10% 2,21% 3,09% 4,87% 1,08% 5,25% 1,04%
verschil -32072 64040 21640 932 -3400 -4875 4730 1040 -1320 -6102 255800 41564 113176 -5892 -385020 -25964
BRUCOVO 2009-2010 32440 5600 8520
37640
25334 24880 45972 176146 11680 3360
48
Informatie- en communicatietechnologie Juwelen Kant Koeling- en warmte Land- en tuinbouw Lederbewerking Lichaamsverzorging Maritieme opleidingen Mechanica-Elektriciteit Mode Muziekinstrumentenbouw Nederlands tweede taal Onderwijs Personenzorg Smeden Sociaal agogisch werk Talen richtraad 1 & 2 Talen richtraad 3 & 4 Textiel Toerisme Voeding TOTAAL
5515676 81440 58960 50920 133400 31680 978748 26580 850396 671260 59160 8539928 1954122 1864732 39456 1548514 8577607 986580 14100 34320 1864052 44.020.055
12,53% 0,19% 0,13% 0,12% 0,30% 0,07% 2,22% 0,06% 1,93% 1,52% 0,13% 19,40% 4,44% 4,24% 0,09% 3,52% 19,49% 2,24% 0,03% 0,08% 4,23% 100,00%
4878112 69840 54160 79620 134596 37280 832388 26600 885332 977840 58720 8950084 2271529 1923568 34888 1526220 8200471 1026828 12480 37080 2005872 44.200.209
11,04% 0,16% 0,12% 0,18% 0,30% 0,08% 1,88% 0,06% 2,00% 2,21% 0,13% 20,25% 5,14% 4,35% 0,08% 3,45% 18,55% 2,32% 0,03% 0,08% 4,54% 100,00%
-637564 -11600 -4800 28700 1196 5600 -146360 20 34936 306580 -440 410156 317407 58836 -4568 -22294 -377136 40248 -1620 2760 141820 180154
23940
27600
3680
2037176 96712 71760 26200 24640 1048092 146808
234096 4.112.456
Analyse In Vlaanderen is er een sterke terugval te merken binnen de studiegebieden huishoudelijk onderwijs, informatie- en communicatietechnologie, lichaamsverzorging en talen richtgraad 1 & 2. Deze terugval is slechts gedeeltelijk te merken in het Brusselse volwassenenonderwijs. Vooral de studiegebieden gezondheidszorg, informatie- en communicatietechnologie en talen richtgraad 3 & 4 kennen een sterke terugval. Globaal kent Vlaanderen een stijging van de lesuren cursist binnen de studiegebieden grafische technieken, handelswetenschappen en bedrijfskunde, mode, Nederlands tweede taal, onderwijs en voeding. Ook in Brussel gaan deze studiegebieden erop vooruit. Vooral de stijging binnen grafische technieken en handelswetenschappen en bedrijfskunde zijn op te merken.
49
b) Delers per studiegebied De delers, of het vanuit de overheid minimaal verwacht aantal deelnemers per module , spelen een cruciale rol in het financieringsmechanisme van de Centra voor Volwassenenonderwijs en het Centrum voor Basiseducatie . Dit mechanisme duidt aan of bepaalde opleidingen kunnen ‘overleven’ met hun cursistenaantallen per module / per opleiding. In de volgende tabellen wordt berekend per module ( maar heleid naar srtudiegebieden en opleidingen) hoeveel deelnames er boven of onder de deler zijn. De vanuit de overheid aangegeven waarde per studiegebied of opleiding is een gemiddelde voor alle modules. Deler
10
Boven of onder deler op modulenivo per studiegebied 5,04
7
1,38
Biotechniek
10
2,1
Chemie
10
1,35
Gezondheidszorg
10
1,17
Grafische technieken
10
3,40
Handel
14
-1,28
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
13
-3,49
Huishoudelijk onderwijs
14
-2,51
Industriële wetenschappen en technologie
10
-6,73
ICT
11
0,35
Land- en tuinbouw
13
-1,70
Mechanica - elektriciteit
7
-3,41
Nederlands tweede taal
12
4,78
Personenzorg
10
0,45
9
9,67
Sociaal-agogisch werk
15
3,75
Specifieke lerarenopleiding
14
-1,02
Talen richtgraad 1 en 2
15
2,41
Algemene vorming Bijzondere educatieve noden
Smeden
50
Talen richtgraad 3 en 4
13
0,84
Voeding
10
0,61
Analyse Volgende studiegebieden bevinden zich “2 boven de deler”: Algemene Vorming (AV BSO3 5,56), fotografie, NT2, Smeden, sociaal-agogisch werk en talen RG1 en 2. Ook de individuele opleidingen Begeleider in de kinderopvang (5,53), Engels prof. bedrijfsgericht RG3 ( 7,75) , Frans RG 1 ( 5,48 ), fiscale wetenschappen (78). Niettegenstaande een aantal van deze opleidingen qua volume lesurencursisten in dalende lijn zijn, blijven ze qua gemiddelde deler op moduleniveau goed scoren. Voor de studiegebieden handel, handelswetenschappen, industriële wetenschappen, land en tuinbouw, mechanica-elektriciteit en SLO is de deler eerder negatief. Tabel: Evolutie delers per opleiding deler
Algemene vorming BSO 3
10
gem deler op modulenivo per opleiding 5,56
Algemene vorming TSO 3
10
3,50
Ambachtelijk brood- en banketbakker
10
-9,00
Ambachtelijk ijsbereider
10
-1,00
Arabisch richtgraad 1
15
-1,00
Arabisch richtgraad 2
15
-10,00
Bakkersgast
10
0,68
Banketbakker
10
3,00
Bedrijfsbeheer TSO 3
13
2,00
Begeleider in de kinderopvang
10
5,32
Biochemie TSO 3
10
1,71
Bloementeelt en -schikken BSO 3
13
-2,00
Boekhouden
13
-3,50
51
Boekhouden-informatica TSO 3
13
-9,00
Broodbakker
10
1,09
Burotica TSO 3
13
1,00
Chinees richtgraad 1
15
-8,25
Cosmetische wetenschappen
10
2,10
Duits richtgraad 1
15
7,80
Duits richtgraad 2
15
-0,43
Duits richtgraad 3
13
0,00
Duits-professioneel gids/reisleider RG3
13
-10,00
Elektronica
10
-6,73
Engels professioneel bedrijfsgericht RG2
15
2,00
Engels professioneel bedrijfsgericht RG3
13
7,75
Engels richtgraad 1
15
1,58
Engels richtgraad 2
15
1,49
Engels richtgraad 3
13
0,54
Engels richtgraad 4
13
1,42
Engels-professioneel gids/reisleider RG3
13
-7,00
8
-0,20
Farmaceutisch technisch assistent TSO 3
10
1,12
Fiscale wetenschappen
13
78,00
Fotografie TSO 3
10
4,05
Frans professioneel bedrijfsgericht RG2
15
-3,17
Frans professioneel bedrijfsgericht RG3
13
6,50
Frans richtgraad 1
15
5,48
Frans richtgraad 2
15
4,99
Frans richtgraad 3
13
0,86
Frans richtgraad 4
13
1,30
Ervaringsdesk armoede,soc uitsluiting
52
Gids
11
1,93
GPB-opleiding
14
-12,00
Grieks richtgraad 1
15
-6,00
Grieks richtgraad 2
15
-8,38
Grootkeukenhulpkok
10
-0,50
Grootkeukenkok
10
-2,67
Grootkeukenmedewerker
10
-1,93
Grootkeukenverantwoordelijke
10
-4,00
9
9,67
Hotel- en cateringmanagement
10
-2,82
Hotelbedrijf
10
-0,60
Hulpkelner
10
-1,57
Hulpkok
10
1,82
Inf.:Computer-&Besturingssyst.&Netwerken
11
-0,37
Informatica
11
-3,08
Informatica: toepassingssoftware
11
0,33
Informatica: toepassingssoftware verkort
11
2,00
Init. bib-, doc.- en info. kunde TSO 3
10
-2,67
Inrichten van de Woning
14
-4,13
Italiaans richtgraad 1
15
0,72
Italiaans richtgraad 2
15
-1,91
Italiaans richtgraad 3
13
3,20
Italiaans richtgraad 4
13
-1,00
Jeugd- en gehandicaptenzorg TSO 3
12
-7,82
Jeugd-en gehandicaptenzorg
12
0,86
Kaderopl nurs gegr psych.verpleging
10
-2,00
Kadopl nurs gegrad ziekhuisverpleging
10
1,67
Hoefsmederij BSO 2
53
Kadopl nurs geriatrie bejaardenzorg
10
2,00
Kantooradministratie & gegevensbeheer
13
-0,55
Kelner
10
-2,40
Keukenverantwoordelijke
10
1,50
Kok
10
1,50
Koken
10
1,90
Latijns schrift richtgraad 1
15
-15,00
Marketing
13
-7,68
Nederlands tweede taal - verkort RG1
12
5,75
Nederlands tweede taal - verlengd RG1
12
4,17
Nederlands tweede taal richtgraad 1
12
5,58
Nederlands tweede taal richtgraad 2
12
4,22
Nederlands tweede taal richtgraad 3
12
2,37
Nederlands tweede taal richtgraad 4
12
0,40
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG2
12
4,50
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG3
12
7,20
Openbare besturen
13
-4,71
Opfris derde graad TSO
15
1,00
7
-3,37
Polyvalent verzorg./thuis-&bejaardenzorg
12
-2,14
Pools richtgraad 1
15
-7,75
Portugees richtgraad 1
15
-3,33
Portugees richtgraad 2
15
-7,83
Public relations en onthaal TSO 3
13
3,00
7
-3,44
Russisch richtgraad 1
15
-5,58
Russisch richtgraad 2
15
-6,37
PLC technieker
Residentieel Elektrotechnisch Installat.
54
Secretariaat - talen TSO 3
13
-0,24
Seniorenconsulentenvorming
15
16,12
Slagersgast
10
-1,42
Spaans richtgraad 1
15
2,30
Spaans richtgraad 2
15
-1,80
Spaans richtgraad 3
13
-2,94
Spaans richtgraad 4
13
-1,38
Spaans-professioneel gids/reisleider RG3
13
0,50
Specifieke lerarenopleiding
14
-0,78
Syndicaal werk
15
-2,44
Traiteur-banketaannemer
10
-1,54
Traiteurkok
10
3,14
Tuinbouw BSO 3
13
-0,33
Uitsnijder – uitbener
10
-1,57
Verkoper in de slagerij
10
-2,00
Verzekeringen
13
-7,89
7
3,33
10
5,75
Vlaamse gebarentaal richtgraad 1 Wijnkenner
Analyse Globaal genomen kennen de “klassieke talen” een positieve deler, de “exotische talen” hebben een negatieve trend. De delers van de opleidingen algemene vorming, begeleider in de kinderopvang, Duits richtgraad 1, fiscale wetenschappen, hoefsmederij, Nederlands tweede taal RG 1 en seniorenconsulentenvorming zijn uitermate positief.
55
c) In-en uitstroom andere consortia Algemene instroom
Brussel Groene Rand
19360 3701
L4
544
Samen Stromen
262
Ander consortium Wallonië
1186 290
Opvallend is de grote instroom vanuit de regio van Consortium Groene rand, gevolgd door regio Leuven en Wallonië.
Instroom vanuit Brusselse gemeenten 1000
Brussel
2868
14,81%
1020
Laken
985
5,09%
1030
Schaarbeek
2166
11,19%
1040
Etterbeek
997
5,15%
1050
Elsene
1629
8,41%
1060
Sint-Gillis
887
4,58%
1070
Anderlecht
1508
7,79%
1080
Sint-Jans-Molembeek
1787
9,23%
1081
Koekelberg
613
3,17%
1082
Sint-Agatha-Berchem
413
2,13%
1083
Ganshoren
564
2,91%
1090
Jette
1295
6,69%
56
1120
Neder-Over-Heembeek
135
0,70%
1140
Evere
366
1,89%
1150
Sint-Pieters-Woluwe
384
1,98%
1160
Oudergem
355
1,83%
1170
Watermaal-Bosvoorde
191
0,99%
1180
Ukkel
448
2,31%
1190
Vorst
576
2,98%
1200
Sint-Lambrechts-Woluwe
512
2,64%
1210
Sint-Joost-ten-Node
656
3,39%
19360
100,00%
TOTAAL
De meeste cursisten zijn gedomicilieerd in de gemeentes Brussel, Schaarbeek, S-J- Molenbeek, Elsene, Anderlecht, Jette, Etterbeek, Laken, St. Gillis.
57
58
TOTAAL
Sint-Joost-ten-Node
Sint-Lambrechts-Woluwe
Vorst
Ukkel
Watermaal-Bosvoorde
Oudergem
Sint-Pieters-Woluwe
Evere
Neder-Over-Heembeek
Jette
Ganshoren
Sint-Agatha-Berchem
Koekelberg
Sint-Jans-Molembeek
Anderlecht
Sint-Gillis
Elsene
Etterbeek
Schaarbeek
Laken
Brussel
Tabel: Instroom Brusselaars per opleiding
Algemene vorming BSO 3
4
0
7
0
0
1
11
5
0
0
0
5
0
1
0
0
0
1
0
1
2
38
Algemene vorming TSO 3
1
0
1
0
1
1
6
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
3
1
1
17
Ambachtelijk chocoladebewerker
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
Ambachtelijk slager
2
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5
Arabisch RG1
11
8
7
13
15
3
5
5
3
0
1
5
1
1
7
1
3
2
2
4
1
98
Bakkersgast
0
0
1
0
0
0
1
1
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
6
Banketbakker
1
3
3
1
0
1
5
1
0
2
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
19
Bedrijfsbeheer TSO 3 Begeleid(st)er buitenschoolse kindopvang
1
2
3
0
2
0
5
2
0
0
0
2
1
0
0
0
0
0
0
0
0
18
6
3
6
1
0
3
20
6
1
3
1
2
0
1
0
0
0
0
2
0
2
57
Begeleider in de kinderopvang
5
3
5
1
0
2
20
4
1
3
1
1
0
1
0
0
0
0
2
0
2
51
Biochemie TSO 3
1
3
0
0
1
1
6
1
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
16
Bloementeelt en -schikken BSO 3
1
1
0
0
0
0
10
4
0
2
2
3
0
1
0
1
0
0
0
1
2
28
Boekhouden
2
3
4
4
2
0
3
0
5
2
0
3
1
0
0
0
0
0
1
1
2
33
Broodbakker
2
2
0
0
0
2
4
3
0
0
3
0
0
1
0
0
0
0
0
0
2
19
Chinees RG1
2
2
0
1
1
1
2
3
1
1
0
8
1
0
0
0
0
0
1
0
3
27
Duits RG1
10
1
4
10
8
4
7
4
1
1
2
4
0
1
4
3
1
3
3
1
2
74
Duits RG2
11
1
13
9
8
7
2
3
0
1
1
3
0
2
4
5
3
3
1
4
2
83
Duits RG3
1
0
1
2
2
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
2
0
1
1
2
0
14
Elektronica
1
0
0
0
1
0
3
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
10
Engels professioneel bedrijfsgericht RG2
3
0
3
7
7
5
1
1
0
0
1
1
1
1
2
2
2
0
0
3
1
41
Engels professioneel bedrijfsgericht RG3
5
2
7
9
13
7
1
2
0
0
1
0
0
4
5
1
1
4
1
5
4
72
Engels RG1
64
33
35
12
49
31
38
57
16
13
30
60
4
8
8
9
6
18
19
15
14
539
Engels RG2
123
29
65
65
123
30
27
51
14
21
22
89
6
17
36
42
18
29
16
56
21
900
Engels RG3
34
1
7
13
20
5
2
5
2
0
7
13
0
5
6
14
3
12
1
9
3
162
Engels RG4
33
0
3
12
16
0
1
4
3
0
2
13
1
2
1
2
6
4
3
7
2
115
1
1
4
1
1
0
0
2
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
13
Farmaceutisch technisch assistent TSO 3
59
Fiscale wetenschappen 1j
2
0
2
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
2
1
0
1
0
0
1
0
10
Fotografie TSO 3
5
2
3
0
3
0
4
1
0
0
1
2
0
1
1
0
0
1
0
0
1
25
Frans professioneel bedrijfsgericht RG2
5
0
3
6
4
4
2
1
0
0
0
0
0
1
3
0
0
3
0
3
0
35
Frans professioneel bedrijfsgericht RG3
5
3
6
6
7
2
1
1
2
0
3
2
0
1
1
1
1
1
0
1
2
46
Frans RG1
188
57
118
98
132
79
133
114
53
27
43
133
4
21
22
36
9
28
46
34
38
1413
Frans RG2
213
78
169 114
201
85
74
116
79
27
50
96
5
27
48
49
14
39
47
48
56
1635
Frans RG3
42
14
34
22
35
11
7
16
11
2
6
18
1
3
8
9
9
8
13
9
4
282
Frans RG4
12
3
12
21
15
3
3
4
5
0
0
9
1
3
11
4
2
7
3
5
6
129
Gids
3
0
0
1
0
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
9
GPB-opleiding
7
0
9
2
1
2
3
0
0
0
0
2
0
0
1
0
0
0
0
1
2
30
Grieks RG1
0
1
1
1
1
2
3
3
1
1
3
9
0
0
1
0
0
0
0
0
0
27
Grieks RG2
0
1
2
0
0
1
0
0
2
1
1
2
0
0
0
0
0
0
0
1
0
11
Grootkeukenhulpkok
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
Grootkeukenkok
2
0
0
0
0
0
0
1
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5
Grootkeukenmedewerker
2
1
2
0
2
1
1
1
2
2
0
0
0
2
0
1
0
0
1
1
1
20
Hoefsmederij
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
Hotel- en catering
0
0
10
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
12
Hotelbedrijf
1
0
2
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
1
8
Hotelbedrijf 2004
2
0
11
1
2
1
4
5
3
1
2
0
0
1
0
1
0
0
1
1
0
36
Hotelonthaal
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
Hulpkelner
4
1
3
0
3
1
1
2
2
4
0
1
0
2
0
1
0
0
1
1
1
28
29
4
10
6
7
5
14
15
4
7
6
7
0
3
3
3
1
4
5
2
2
137
5
3
4
0
1
1
3
6
0
1
0
1
0
0
0
0
0
2
1
1
1
30
21
15
14
4
2
1
23
17
23
11
17
11
0
2
2
1
0
5
0
7
6
182
Init.tot bibli.,documenta.&informa.kunde
1
0
1
0
0
0
1
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5
Italiaans RG1
9
7
13
12
10
13
5
3
2
2
10
17
1
1
12
3
2
7
1
7
3
140
Italiaans RG2
14
6
14
8
15
8
2
0
3
0
2
8
1
1
6
12
5
1
6
3
2
117
Hulpkok Informatica Informatica: Toepassingssoftware
60
Italiaans RG3
1
1
2
5
8
2
0
1
1
1
2
3
0
1
2
3
2
2
1
8
1
47
Jeugd- en gehandicaptenzorg TSO 3
2
1
1
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
7
Kantooradministratie & gegevensbeheer
4
2
9
0
0
0
0
6
0
1
1
5
0
1
0
0
0
2
0
1
4
36
Kelner banketdienst
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
Keukenverantwoordelijke
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
Kok
7
3
5
1
4
2
5
5
2
2
3
3
0
3
0
2
1
0
4
0
1
53
37
7
13
4
10
7
18
21
0
0
1
3
0
0
1
1
0
2
4
3
6
138
0
0
4
0
2
1
1
2
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
0
0
13
Nederlands tweede taal - verkort RG1
17
5
8
10
18
11
8
12
1
3
0
1
0
3
4
1
1
2
3
2
5
115
Nederlands tweede taal - verkort RG2
14
3
13
20
18
6
4
4
0
1
0
2
0
1
2
2
1
1
3
0
2
97
Nederlands tweede taal - verlengd RG1
46
12
33
6
15
9
30
42
4
2
1
2
1
5
0
0
2
7
12
3
17
249
Latijns schrift RG1 Marketing
Nederlands tweede taal RG1
1064 339
827 221
402 284
568
692 186 138 170
336
60 136
80
60
29 100 205 117 262
6276
Nederlands tweede taal RG2
583 237
486 176
272 187
326
435 131 100 111
283
25
74
62
47
39 104 110
3991
89 114
Nederlands tweede taal RG3
33
15
31
12
38
8
23
154
16
5
7
36
4
5
6
10
9
4
8
9
12
445
Nederlands tweede taal RG4
21
11
18
16
24
4
7
8
5
1
2
15
2
2
4
3
6
13
8
5
6
181
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG2
6
0
3
8
5
5
1
0
1
0
1
0
1
1
6
0
1
6
3
1
1
50
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG3
4
2
4
2
14
3
0
0
1
0
1
0
0
1
6
2
1
1
0
4
0
46
Openbare besturen
0
1
2
0
0
0
4
0
1
0
2
1
1
0
0
0
0
0
3
0
0
15
Opfris Derde Graad TSO
2
0
1
0
0
0
5
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
11
PLC Technieker
1
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
5
Polyvalent verzorgende
0
3
3
2
0
0
0
2
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
12
Pools RG1
6
1
3
1
1
1
0
4
2
1
1
2
0
0
1
0
0
0
0
1
0
25
Portugees RG1
9
3
0
1
0
0
1
3
0
1
1
5
0
0
0
0
0
0
0
0
0
24
Portugees RG2
2
2
1
1
1
0
0
0
0
0
0
4
2
0
0
1
0
1
0
0
0
15
Public relations en onthaal TSO 3
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
3
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
8
Residentieel Elektrotechnisch Installat.
1
2
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
6
Russisch RG1
6
0
0
3
1
0
2
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
3
0
0
18
61
Secretariaat-talen 2004
2
1
1
1
0
1
6
1
1
0
0
0
0
2
0
0
0
0
1
1
0
18
Slagersgast
3
0
1
0
0
0
3
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
0
1
26
Spaans RG1
48
24
30
20
37
15
10
24
7
11
24
37
5
0
8
11
4
8
1
17
0
341
Spaans RG2
22
11
15
19
26
6
6
11
2
7
10
16
3
2
3
4
4
5
1
8
12
193
Spaans RG3
4
0
6
3
6
3
0
2
0
0
0
0
0
0
1
1
2
2
0
4
5
39
Spaans RG4
2
0
2
0
1
0
0
0
0
1
0
1
0
0
2
2
0
0
0
1
2
14
12
2
9
1
6
3
5
2
4
1
1
5
0
2
3
0
1
2
0
2
0
61
Toeristische gidsen
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
2
0
0
0
0
3
7
Traiteur-banketaanemeer
1
0
1
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
Traiteurkok
1
0
1
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
6
Tuinbouw BSO 3
1
1
0
0
0
0
4
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
2
11
Uitsnijder/uitbener
2
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
4
Verzekeringen
0
1
0
0
0
0
1
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
Wijnkenner
1
1
2
1
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
10
Zaalverantwoordelijke
1
0
1
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
Specifieke lerarenopleiding
TOTAAL
2868 985 2166 997 1629 887 1508 1787 613 413 564 1295 135 366 384 355 191 448 576 512 656 19335
Analyse De meeste cursisten zijn gedomicilieerd in de gemeentes Brussel,Schaarbeek, S-J- Molenbeek,Elsene,Anderlecht,Jette,Etterbeek,Laken, St. Gillis. De opleidingen Engels, Frans, Italiaans en Spaans richtgraad 1 & 2 kennen buiten Nederlands tweede taal het grootste aantal cursisten.
62
Instroom vanuit andere regio’s
Ander
Wallonië
Samen Stromen
L4
Groene Rand
Brussel
INSTROOM PER OPLEIDING
Algemene vorming BSO 3
38
18
1
0
1
3
61
Algemene vorming TSO 3
17
18
2
0
1
1
39
Ambachtelijk brood- en banketbakker
3
5
1
2
1
3
15
Ambachtelijk chocoladebewerker
1
11
0
0
0
1
13
Ambachtelijk ijsbereider
0
4
2
0
0
2
8
Ambachtelijk slager
4
7
2
13
Arabisch RG1
98
17
7
129
Bakkersgast
6
30
5
42
Banketbakker
19
39
4
68
Bedrijfsbeheer TSO 3
18
16
3
37
Begeleid(st)er buitenschoolse kindopvang
57
29
1
8
95
Begeleider in de kinderopvang
51
51
1
7
110
Biochemie TSO 3
16
27
6
4
1
16
70
Bloementeelt en -schikken BSO 3
28
150
3
1
1
20
203
Boekhouden
32
20
3
2
1
62
120
Boekhouden-informatica TSO 3
3
12
Brood-& banketbakkerij & confiserie 1991
6
24
1
Broodbakker
14
35
2
Chinees RG1
28
26
3
4
3 1
4
2
15 4
1
3
35
1
8
64
1
58
63
Cosmetische wetenschappen
2
5
7
1
Duits RG1
73
10
4
1
Duits RG2
81
14
1
3
Duits RG3
15
1
2
Elektronica
9
5
Engels professioneel bedrijfsgericht RG2
41
6
2
Engels professioneel bedrijfsgericht RG3
72
4
4
Engels RG1
542
50
Engels RG2
900
103
19
Engels RG3
162
20
Engels RG4
115
15
Ervaringsdesk armoede, soc uitsluiting Farmaceutisch technisch assistent TSO 3
14
30
5
93
3
105
1
19
2
2
18
1
2
52
1
3
85
5
1
598
4
9
11
1046
4
3
5
3
197
2
1
5
138
11
12
31
74
57
122
47
72
10
121
1
1 3
1 13
17
5
8
Fiscale wetenschappen 1j
8
17
22
15
Fiscale wetenschappen 2j
2
12
7
4
Fotografie TSO 3
26
73
7
Frans professioneel bedrijfsgericht RG2
36
1
1
Frans professioneel bedrijfsgericht RG3
45
4
2
Frans RG1
1415
89
21
5
Frans RG2
1636
145
41
Frans RG3
282
31
Frans RG4
129
3 5
38 4
55
10
8
1548
16
29
63
1930
7
2
11
19
352
18
8
1
3
6
165
9
16
1
1
8
35
GPB-opleiding
30
64
3
3
26
137
Grieks RG1
29
23
2
1
55
Grieks RG2
11
26
1
3
43
1
5
1
1
8
Gids
Grootkeukenhulpkok
11
2
64
Grootkeukenkok
5
2
1
20
6
3
1
4
4
3
5
4
2
1
12
2
2
8
9
6
2
38
98
13
3
2
5
28
40
3
1
1
8
81
138
366
31
20
8
53
616
30
42
2
14
88
183
118
4
8
313
Init.tot bibli.,documenta.&informa.kunde
5
6
2
7
20
Inrichten van de Woning
5
4
Italiaans RG1
141
36
10
Italiaans RG2
117
29
12
Italiaans RG3
43
5
2
Italiaans RG4
4
3
Jeugd- en gehandicaptenzorg TSO 3
7
19
Kaderopl nurs gegr psych.verpleging 1j
1
Grootkeukenmedewerker Hoefsmederij BSO 2 1j Hoefsmederij BSO 2 2j
1
Hoefsmederij BSO 2 sj Hotel- en cateringmagagement Hotelbedrijf Hotelbedrijf 2004 Hotelonthaal Hulpkelner Hulpkok Informatica Informatica: Toepassingssoftware
Kaderopl nurs gegr psych verpleging 2j
8
3
3
33
2
8
21
3
29
42
1
5
12
1
17
5
30
24
178
2
7
9 1
2
13
202
2
3
164
1
51 7
1
1
6
34
1
2
4
9
1
1
7
9
1
Kadopl nurs gegrad ziekhuisverpleging 1j
2
8
4
6
20
Kadopl nurs gegrad ziekhuisverpleging 2j
5
2
7
7
21
4
1
6
11
2
4
12
3
65
Kadopl nurs geriatrie bejaardenzorg 1j Kadopl nurs geriatrie bejaardenzorg 2j Kantooradministratie & gegevensbeheer
1
1
4
42
18
1
1
65
Kelner banketdienst
3
3
3
2
11
Keukenverantwoordelijke
3
4
4
3
14
53
227
18
33
347
138
7
1
1
147
13
10
1
3
2
29
Nederlands tweede taal - verkort RG1
115
3
1
3
122
Nederlands tweede taal - verkort RG2
97
2
2
2
105
Nederlands tweede taal - verlengd RG1
249
6
5
261
Nederlands tweede taal RG1
6256
320
39
9
55
78
6757
Nederlands tweede taal RG2
3995
344
29
15
56
72
4511
Nederlands tweede taal RG3
314
56
10
2
4
8
394
Nederlands tweede taal RG4
181
25
4
2
5
10
227
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG2
50
3
1
1
4
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG3
46
2
1
Openbare besturen
12
26
3
Opfris Derde Graad TSO
13
12
5
Polyvalent verzorg./thuis-&bejaardenzorg
Kok Latijns schrift RG1 Marketing
12
4
2 1
59
1
1
51
2
7
51
2
2
29
1
1
1
8
12
17
1
5
35
Pools RG1
26
11
3
Portugees RG1
24
13
1
1
39
Portugees RG2
17
13
3
3
38
Public relations en onthaal TSO 3
7
6
Residentieel Elektrotechnisch Installat.
4
1
Russisch RG1
16
4
1
Secretariaat-talen 2004
21
14
3
Seniorenconsulentenvorming
1
9
11
Slager,vleeswarenber.,fijnk.-trait. 2001
4
17
PLC Technieker
2
1
40
13
14
2
7
5
26
1
2
41
1
35
71
1
1
23
66
Slagersgast
6
13
Spaans RG1
376
113
17
9
Spaans RG2
187
54
11
2
Spaans RG3
37
3
4
3
Spaans RG4
12
9
4
Specifieke lerarenopleiding
64
118
11
12
5
56
266
Syndicaal werk
1
2
12
7
1
36
59
Toeristische gidsen 2j
3
5
Traiteur-banketaanemeer
4
11
3
2
2
22
Traiteurkok
8
25
5
4
8
50
10
24
6
13
53
Uitsnijder/uitbener
3
12
1
17
Verzekeringen
4
2
6
5
59
3
12
1186
25343
Tuinbouw BSO 3
Wijnkenner Zaalverantwoordelijke TOTAAL
1
4
24
9
29
553
3
17
274
1
48 25
8
1
10
35
3
3
3
3
19360
3701
544
3 262
3 290
Analyse Opvallend is de grote instroom vanuit Consortium Groene Rand in volgende opleidingen : de meeste opleidingen onder studiegebied voeding , bloementeelt-en schikken, farmaceutisch technisch assistent, gids, lerarenopleiding, Grieks, tuinbouw,… Voor de studiegebieden fiscale wetenschappen en Smeden is er een grote instroom uit alle Vlaamsegio’s(en zelfs Nederland).
67
Instroom Groene Rand uit Brucovo, op niveau vestigingsplaats Referteperiode 01.04.09-31.03.10
32 35 825
1
1 6
3 2 4
6 2 2
9 1 2
1 1 2 1
1 1 1 1 2
1 1
1 5 1 1 1
1 2
16 5 144 67 2 1 32 5 3 2 1 20 4
3 1 3 3 12 3 13 15 1
5 3
1
16
3
3 48
2 1 1 1
2 2
65 8 41 17 12 20 1 18 1
2 1 10
2 4
8 3 1 1 5 1 3
7 6 12 1 24 21 3 44 18 12 8 19 737
1 2
1
Vilvoorde
Ternat
Steenokkerzeel
Opwijk
Roosdaal Sint-GenesiusRode Sint-PietersLeeuw 54 51 108 20 8 3
7 16 5 2 18 1 11 6 8 7 1 39
Zaventem
1
Merchtem
Meise
Londerzeel
Linkebeek
8 14 4 3 9 15
Wemmel WezembeekOppem
6 1
Liedekerke
1
Lennik
34 12 10
Kraainem
8 21 5 2 10 3
Hoeilaart
1
Herne
20 1
Halle
1 1
Grimbergen
3 3
Drogenbos
Dilbeek
Totaal CVO 152 137 139 30 55 34 13 112 26 212 95 36 132 39 69 99 25
Beersel
Woonplaats (Brucovo) Anderlecht Brussel Elsene Etterbeek Evere Ganshoren Haren Jette Koekelberg Laken Neder-Over-Heembeek Oudergem Schaarbeek Sint-Agatha-Berchem Sint-Gillis Sint-Jans-Molenbeek Sint-Joost-ten-Node Sint-LambrechtsWoluwe Sint-Pieters-Woluwe Ukkel
Asse
Lesplaats
1
5
1
1 8
1
1 1 3 6
1 4
4 4
1 10 6
3
6 6
9 2
3
68
Subtotaal
2297
20
5
28
22 354 168
1
6
11
0
3
10
1 242
31
0
0 1156
18
2
27 149
6
2
12% van het totaal aantal cursisten Groene Rand woont in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dit is 38,5% van de externe instroom. Veel instromers in de gemeentes Grimbergen ( CVO Strombeek), Meise (CVOMeise-Jette) en ST. Genesius Rode(GLTT) Instroom Groene Rand uit Brucovo, op niveau studiegebied Referteperiode 01.04.09-31.03.10
39 69 99 25
2
1
3
9 4 9
1
4
3 2 1 1
2 2
3
1
4 1 11
2
2
2
54 47 27 7 20 7 5 22 5 77
72 65 92 17 22 13 4 39 11 93
6 3 16 3 2 2
41 7 56
36 24 54
5 1 3
13 13 30 11
12 54 38 11
5 1 12 3
9 4 14
Voeding en en bedrijfsku nde
Personenz org
Nederland s tweede taal
Mode 1 3
2 2 1 3 1 3
17 10 3 1 4 7 3 25 2 22
4 1
7 2 3
ICT
Huishoude lijk onderwijs
1 4
Talen richtgraad 3 en 4
95 36 132
1
HBO Talen richtgraad 1 en 2
152 137 139 30 55 34 13 112 26 212
Handel
Totaal CVO
Grafische technieken
Woonplaats Anderlecht Brussel Elsene Etterbeek Evere Ganshoren Haren Jette Koekelberg Laken Neder-OverHeembeek Oudergem Schaarbeek Sint-AgathaBerchem Sint-Gillis Sint-Jans-Molenbeek Sint-Joost-ten-Node
Bijzondere educatieve noden
SVO
1 2 1 3
1
2
2
2
69
35
Sint-LambrechtsWoluwe Sint-Pieters-Woluwe Ukkel
32 35 825 2297
4 33
1
2 7
2 3 33 170
24
18 7 212 679
1 13
10 21 460 1148
0
2 3 114 208
11
3
Instroom Brucovo uit Groene Rand, op niveau woonplaats en studiegebied Referteperiode 01.04.09-31.03.10
1 5 1
1 3 5
1 4 10
1 11 2
9 1 1
10
17 1 2 6 4 6
15 1 2 1 2 8
2 6
2 4 3 1 1 1
66 2 1
35
2 1
2 8 14 1 38 1 10 2 16 3
1 1
2
2
3
3
5
5 141 16 1 97 7 3 1 49 12 1 6 1 2 29 10
1
1
11
3 76 14
11 2
78 1
13 2
3 6 10 3
1
1
1
65 6 2 18 5 4 34 5
1 4 1 3 3 8
8 30 52 1 118 2 13 20 23 81 13 5 5 6 3 35
1
1 1
4 10 8
2
18
1
5 6 15 1 1 1 2
1
1
6
1
1
Onderwijs Sociaalagogisch werk
Biotechniek Gezondheidsz org Handelsweten schappen en bedrijfskunde wetenschappe n en technologie
Voeding
Smeden Talen richtgraad 1 en 2 Talen richtgraad 3 en 4
Personenzorg
Nederlands tweede taal
HBO
Mechanica elektriciteit
ICT Land- en tuinbouw
Huishoudelijk onderwijs
Handel
Totaal 27 380 151 4 484 15 29 59 166 191 26 33 16 18 75 77
Chemie Grafische technieken
Woonplaats Affligem Asse Beersel Bever Dilbeek Drogenbos Galmaarden Gooik Grimbergen Halle Herne Hoeilaart Kampenhout Kapelle-op-den-Bos Kraainem Lennik
Algemene vorming
SVO
1 11 24 1 20 2 7 1 26 1 1
4
70
1
1
Liedekerke Linkebeek Londerzeel Machelen (Vl.Br.) Meise Merchtem Opwijk Pepingen Roosdaal Sint-Genesius-Rode Sint-Pieters-Leeuw Steenokkerzeel Ternat Vilvoorde Wemmel Wezembeek-Oppem Zaventem Zemst
19 12 39 50 133 64 26 32 46 48 205 14 84 152 176 43 140 26 3060
2 1 1 1
1 3 1
2
2
6
1 2 1 1
4 2 1
1 41
2 50
1 2 1 12 4 2 1 1 6 1 91
2
1
6 5 8 20 32 10 4
1 3
2 1 1 1 1 7
1 1
2 4 1 1 1
2
1
71
5 5 1 28
1
8 4 1
3 110
2 2 160
1 1
3
5 14 46 5 6 48 77 16 61 3 747
1 3 2 1 1
1 1
4 1 3 4
1 1
1 55
1 9
3 3 11 8 58 20 3 1 2 11 14 1 14 27 66 13 40 4 610
3 2 6 3 4
1 2 1 4 8 7 7 96
2 4 11 10 22 9 5 14 22 11 57 7 27 22 6 2 13 5 664
1
1
2
4
3
1
2 2 4 6 4 2 2 4 14
1 4 4 5 2 6 5 4 12 1 5 13 1 2 3 2 170
1
6 17 7
1 9
7 1 158
3
Verhouding instroom – uitstroom op niveau studiegebied
SVO
Algemene vorming Bijzondere educatieve noden Chemie
2008-2009 Uitstroom Groene Instroom Groene Rand naar Rand uit Brucovo Brucovo 46 1
1 38
2009-2010 Instroom Groene Rand uit Brucovo
Uitstroom Groene Rand naar Brucovo opmerking 41 Studiegebied in ontwikkeling in Groene Rand
1 50 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand
71
2
2 6
Grafische technieken Handel Huishoudelijk onderwijs ICT Land- en tuinbouw Mechanica elektriciteit Mode Nederlands tweede taal Personenzorg Smeden Talen richtgraad 1 en 2 Talen richtgraad 3 en 4 Voeding Handelswetenschappen en bedrijfskunde
HBO
5 8 24
59 65 4
33 7 24
213 1
118 161
170
2 3 720
756 92
1203 303 2
754 107 921
5
135
Biotechniek
5
Gezondheidszorg Industriële wetenschappen en technologie Onderwijs
7
6 164
Sociaal-agogisch werk
11
13 679
1148 208 11 3
91 71 3 110 160 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand 3 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand 747 55 Studiegebied opgestart in Groene Rand 9 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand 610 96 664 158 4 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand 9 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand 3 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand 170 6 Studiegebied/opleiding niet aanwezig in Groene Rand
72
4.3. Doorlichting van de opleidingen/studiegebieden 4.3.1. Algemeen profiel huidige cursistenpopulatie In wat volgt bekijken we de cursistenpopulatie van de Brusselse CVO’s van naderbij. We baseren ons daarbij op geanonimiseerde gegevens die door de overheid ter beschikking gesteld werden in april 2010. Deze gegevens laten het toe analyses uit te voeren op basis van een aantal criteria die ons een beeld verstrekken van het profiel van de cursisten in het Brusselse volwassenenonderwijs. We deden de analyse op de geregistreerde gegevens over hun woonplaats, nationaliteit, geslacht, socio-economisch statuut, opleidingsniveau, evaluatieresultaat, leeftijd en een eventuele vrijstelling van het inschrijvingsgeld. Het gaat om een eerste aanzet tot analyse, waarbij berekeningen gemaakt werden op basis van het aantal cursisten per opleiding. De bevindingen worden per thema, per opleiding en per studiegebied gegroepeerd. Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen studiegebieden van het secundair volwassenenonderwijs (SVWO) en van het hoger beroepsonderwiis (HBO).
Per thema - per studiegebied
1. Woonplaats SVWO % Brusselaars
AV 52,34%
BEN
CHEM
0,00%
20,69%
GT
HAND
ICT
L&TB
M-E
PZ
21,49%
53,49%
58,47%
14,84%
64,70%
48,71%
HBO
BIOT
% Brusselaars
6,67%
GZ 2,44%
HW&BK 22,81%
IW&T 50,00%
SAW 1,69%
SMED 17,14%
TRG1&2
TRG3&4
82,38%
80,07%
VOED 21,72%
OND 23,08%
73
In deze tabellen wordt het aantal cursisten weergegeven dat gedomicilieerd is in het BHG. Voor het Secundair VWO ligt het gemiddeld aantal Brusselse cursisten rond 41%. Opvallend is de complete afwezigheid van Brusselaars in de opleiding Ervaringsdeskundige armoede, de enige opleiding voor het studiegebied Bijzondere educatieve noden. Vooral in de talenopleidingen zijn de Brusselaars sterk vertegenwoordigd. In de studiegebieden van het HBO ligt de participatie van Brusselaars met een gemiddelde van ongeveer 18% nog lager dan in het SVWO. Vooral in de opleiding Syndicaal werk (de enige opleiding van het studiegebied Sociaal-agogisch werk) en in de kaderopleidingen van het studiegebied Gezondheidszorg, ligt het aantal Brusselaars erg laag. Enkel in het studiegebied Industriële wetenschappen en techniek vertegenwoordigen de Brusselaars toch precies de helft van de cursisten.
2. Nationaliteit SVWO % Belgen
AV 90,62%
BEN 91,67%
CHEM 93,80%
GT
HAND
ICT
L&TB
M-E
PZ
96,70%
90,70%
92,33%
98,05%
47,06%
77,49%
HBO
BIOT
GZ
% Belgen
93,33%
100,00%
HW&BK 89,96%
IW&T 77,78%
SAW 96,61%
SMED 87,14%
TRG1&2
TRG3&4
36,64%
43,62%
VOED 89,94%
OND 94,79%
Zowel in de SVWO als in de HBO opleidingen ligt het aantal Belgische cursisten hoog: voor het secundaire niveau is er een gemiddelde van 80% en voor HBO een gemiddelde van 92%. In de talenopleidingen, vooral in de lagere richtgraden, ligt het aantal Belgen ongeveer 40% lager dan het gemiddelde. Als we even terugkijken naar de gegevens over de woonplaats van de cursisten, is het mogelijk een verband aan te duiden tussen het hoofdzakelijk Brusselse publiek van deze opleidingen enerzijds, en de grotere diversiteit wat de nationaliteit van de cursisten betreft anderzijds. Ook bij de opleidingen van het studiegebied Mechanica-elektriciteit vertegenwoordigen de Belgen iets minder dan de helft van de cursisten. In de HBO opleidingen is de cursistenpopulatie overheersend Belgisch. Opvallend daarbij zijn de kaderopleidingen van het studiegebied Gezondheidszorg, dat uitsluitend Belgische cursisten heeft. Wat de verschillende nationaliteiten betreft, maken we een rangschikking per studiegzebied van de meest voorkomende nationaliteiten.
74
36,89% 8,25% 6,76%
VOED 4,86% NT2
54,23% 9,87% 7,59% Roemeense
Top 4
0,39% 0,39%
Top 4
L&T
Top 4 87,14%
T 3&4
Congoleese
2,15% Nederlandse
90,86% Belgische
Chineese
Top 4
Belgische
T 1&2
Bulgaarse
Colombiaanse
Russische
Nederlandse
Belgische
Mexicaanse
Oostenrijkse
Nederlandse
Belgische
Nederlandse
Belgische
CHEM
Marokkaanse
0,39%
0,67%
Spaanse
98,06%
1,33%
Poolse
Top 4
Spaanse
ICT Armeense
1,33%
Belgische
1,53%
Belgische
94,00%
Poolse
Top 4 1,53%
Marokkaanse
Top 2
Marokkaanse
MECH-EL Franse
Nederlandse
Russische
Marokkaanse
Nederlandse
Belgische
BEN
Congoleese
11,11% 1,84%
Poolse
88,96%
Braziliaanse
Top 3
6,67%
Franse
11,11%
Belgische
Portugeese
GRAF TECH 93,33%
Marokkaanse
0,83%
2,00%
Belgische
2,48%
Marokkaanse
Iraakse
Nederlandse
Belgische
Top 4
Belgische
11,11%
3,00%
Algerijnse
44,44% 5,00%
Thaise
96,69%
Georgische
Belgische
88,00%
Marokkaanse
Belgische
AV HAN
Top 4 1,61% 1,08%
SMED
Top 3 11,43% 1,43% PERS
Top 2
4,56% 77.01%
75
Top 2 93,33% 6,67%
0,91%
HBO Onderwijs Belgische
Marokkaanse
Belgische
Iraanse
Top 4 1,63% 0,91%
1,46%
Top 4 77,78% 11,11% 5,56% 5,56%
HBO Soc
Top 4 94,98% 1,67% 1,44% 0,96%
HBO Gez
Top 4 0,00% 0,00% 0,00%
Naast de Belgische nationaliteit scoren de Nederlandse, Marokkaanse en Poolse nationaliteit het hoogste. Ook voor de HBO opleidingen zijn naast de Belgen, de Nederlanders het vaakst vertegenwoordigd. 3. Geslacht SVWO
AV
BEN
CHEM
GT
HAND
ICT
L&TB
M-E
PZ
SMED
TRG1&2
TRG3&4
VOED
Geslacht Man
43,75%
33,33%
60,00%
52,89%
43,60%
23,32%
14,84%
100,00%
12,92%
82,86%
35,61%
34,00%
54,28%
Vrouw
56,25%
66,67%
40,00%
47,11%
56,40%
76,68%
85,16%
0,00%
87,08%
17,14%
64,39%
66,00%
45,72%
HBO
BIOT
GZ
HW&BK
IW&T
SAW
OND
Man
40,00%
29,27%
52,37%
100,00%
77,97%
42,68%
Vrouw
60,00%
70,73%
47,63%
0,00%
22,03%
57,32%
Geslacht
76
Belgische
1,47%
Britse
2,27%
Nederlandse
3,01%
HBO indus
Russische
Thaise
Belgische 89,86%
4,13%
Belgische
13,62%
Turkse
39,08%
Marokkaanse
0,73%
HBO Handel Nederlandse
Belgische
HBO BIO
2,07%
Somalische
0,85%
Peruaanse
94,28%
Top 6
nederlandse
Top 4
100%
Wat het geslacht betreft, merken we voor een aantal opleidingen toch een aanzienlijk verschil tussen het aantal vrouwelijke en het aantal mannelijke cursisten. In de opleidingen van het SVWO is gemiddeld 45% een man en gemiddeld 54% een vrouw. In de meeste studiegebieden zijn de vrouwen sterker vertegenwoordigd, vooral in de opleidingen van de gebieden ICT, Land- en tuinbouw en Personenzorg. In de studiegebieden Chemie, Grafische technieken, Mechanica-elektriciteit en Smeden zijn de mannen dan weer in de meerderheid. Op HBO niveau is gemiddeld 57% een man en gemiddeld 43% een vrouw. Hier ligt het kleine overwicht dus bij de mannelijke cursisten, die in de helft van de studiegebieden de meerderheid halen. In de opleiding Elektronica (de enige opleiding van het studiegebied Industriële wetenschappen en techniek) vertegenwoordigen ze met 100% zelfs de totaliteit van de cursisten. 4. Socio-economisch statuut SVWO
AV
BEN
CHEM
GT
HAND
ICT
L&T
M-E
PZ
SMED
TRG1&2
TRG3&4
VOED
Statuut Student
50,00%
0,00%
4,14%
3,31%
30,81%
1,28%
1,95%
5,88%
21,77%
22,86%
10,99%
9,27%
5,22%
Werkend
7,81%
16,67%
66,89%
90,90%
20,35%
19,49%
76,95%
41,18%
35,42%
47,14%
66,36%
79,28%
70,05%
Werkloos
42,19%
83,33%
26,21%
2,48%
36,63%
27,79%
7,82%
52,94%
42,81%
30,00%
21,18%
9,79%
20,06%
0,00%
0,00%
2,76%
3,31%
12,21%
51,44%
13,28%
0,00%
0,00%
0,00%
1,47%
1,66%
4,67%
Gepensioneerd
HBO
BIOT
GZ
HW&BK
IW&T
SAW
OND
Statuut Student
3,33%
0,00%
1,64%
5,55%
0,00%
10,42%
Werkend
86,67%
100,00%
78,10%
66,67%
100,00%
74,19%
Werkloos
10,00%
0,00%
20,07%
27,78%
0,00%
15,38%
0,00%
0,00%
<1%
0,00%
0,00%
0,00%
Gepensioneerd
Om het socio-economisch statuut van de cursisten in kaart te brengen, gebruiken we 4 categorieën. Uiteraard kan elke categorie nog verder worden opgedeeld. Zo kan binnen de categorie “werkend” nog een onderscheid gemaakt worden tussen arbeiders, bedienden, ambtenaren, zelfstandigen, kaderleden, thuiswerkenden en vrije beroepen. De huidige indeling geeft ons echter alvast een algemeen beeld van de socio-economische positie van de cursisten.
77
Op secundair niveau zijn de werkende cursisten gemiddeld de grootste groep (49%). Verder is gemiddeld 31% werkzoekend, gemiddeld 13% student en de gepensioneerden vertegenwoordigen gemiddeld 7%. De studenten zijn uiteraard de grootste groep binnen de opleidingen Algemene Vorming, aangezien deze opleidingen gevolgd worden in het kader van het Tweedekansonderwijs. In de opleiding Ervaringsdeskundige armoede zijn zij niet vertegenwoordigd. De werkende cursisten zijn de overheersende groep in de studiegebieden Chemie, Grafische technieken, Land- en tuinbouw, Smeden, Talen en Voeding. In de studiegebieden Bijzondere educatieve noden, Handel, Mechanica-elektriciteit en Personenzorg maken de werkzoekenden het grootste deel uit van de cursistenpopulatie. De gepensioneerden, ten slotte, zijn sterk aanwezig in de opleidingen van het studiegebied ICT. Ook in de HBO opleidingen zijn de werkende cursisten met 84% het sterkst vertegenwoordigd. Daarop volgen de werklozen met 12%. De studenten maken slechts een kleine 4% uit. De werkende cursisten vormen in alle studiegebieden de grootste groep, vooral in de kaderopleidingen van Gezondheidszorg en in de opleiding Syndicaal werk, waar de totaliteit van de cursisten aan het werk is. 5. Opleidingsniveau SVWO
AV
BEN
CHEM
GT
HAND
ICT
L&TB
M-E
PZ
SMED
TRG1&2
TRG3&4
VOED
Opleidingsniveau Basis
0,00%
0,00%
3,45%
0,00%
< 1%
1,28%
3,91%
11,76%
1,11%
5,71%
< 1%
< 1%
1,28%
99,22%
91,67%
55,17%
31,40%
91,28%
68,05%
50,78%
64,71%
93,36%
74,29%
69,10%
60,49%
48,28%
Hoger
< 1%
8,33%
40,69%
68,60%
7,56%
24,28%
43,36%
17,65%
4,06%
17,14%
28,37%
37,59%
46,17%
Andere
0,00%
0,00%
< 1%
0,00%
< 1%
6,39%
1,95%
5,88%
1,48%
2,86%
1,70%
1,22%
4,28%
Secundair
HBO
BIOT
GZ
HW&BK
IW&T
SAW
OND
Opleidingsniveau Basis
0,00%
0,00%
<1%
0,00%
0,00%
0,00%
Secundair
40,00%
4,88%
48,72%
72,22%
61,02%
36,72%
Hoger
60,00%
95,12%
49,82%
22,22%
20,34%
62,78%
Andere
0,00%
0,00%
1,28%
5,56%
18,64%
<1%
78
Ook wat het opleidingsniveau betreft, is het mogelijk om op basis van de beschikbare gegevens een diepgaander onderscheid te maken binnenin de verschillende niveaus. Toch geven deze 4 categorieën een algemeen beeld van het opleidingsniveau van de cursisten. De categorie “andere” kan letterlijk “andere” betekenen, maar bevat ook de cursisten waarvan het opleidingsniveau onbekend is, of niet werd geregistreerd. Binnen de SVWO opleidingen vormen de cursisten met een secundair opleidingsniveau met gemiddeld 69% de grootste groep. De tweede grootste groep zijn de hoger opgeleiden, met gemiddeld 29%. De cursisten met een secundair opleidingsniveau zijn in bijna alle studiegebieden de grootste groep, behalve in de opleiding Fotografie (studiegebied Grafische technieken), waar de hoger opgeleiden meer dan dubbel zo groot in aantal zijn. In het studiegebied Voeding zijn de secundair en de hoger opgeleiden op bijna dezelfde manier vertegenwoordigd. Op HBO niveau liggen de verhoudingen net anders. De gemiddeld grootste groep zijn de hoger opgeleide cursisten (52%), gevolgd door de cursisten met een secundair opleidingsniveau (gemiddeld 44%). In het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde maken de secundair en hoger opgeleide cursisten elk ongeveer de helft uit. In de opleidingen Elektronica en Syndicaal werk zijn de secundair opgeleiden de grootste groep. 6. Leeftijd SVWO
AV
BEN
CHEM
GT
HAND
ICT
L&TB
M-E
PZ
SMED
TRG1&2
TRG3&4
VOED
Leeftijd -18
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
< 1%
0,00%
0,00%
1,43%
< 1%
0,00%
0,22%
18-25
81,25%
0,00%
9,65%
5,78%
50,00%
2,56%
3,51%
5,88%
39,48%
61,43%
15,52%
6,99%
9,00%
26-35
13,28%
33,33%
26,21%
37,19%
19,77%
9,90%
10,16%
47,06%
29,52%
21,43%
44,43%
45,02%
26,00%
36-50
3,91%
66,67%
40,00%
38,84%
12,21%
24,60%
27,34%
35,29%
28,78%
14,28%
28,98%
33,13%
37,05%
51-65
1,56%
0,00%
19,31%
17,35%
8,14%
20,13%
48,05%
11,76%
2,21%
1,43%
9,42%
12,59%
25,06%
65+
0,00%
0,00%
4,83%
< 1%
9,88%
42,81%
10,55%
0,00%
0,00%
0,00%
1,47%
2,27%
2,67%
HBO
BIOT
GZ
HW&BK
IW&T
SAW
OND
Leeftijd -18
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
18-25
16,67%
1,22%
21,90%
16,67%
1,69%
18,11%
26-35
30,00%
36,58%
50,55%
44,44%
27,12%
50,12%
79
36-50
30,00%
60,98%
19,71%
27,78%
61,02%
29,53%
51-65
23,33%
1,22%
7,85%
11,11%
10,17%
2,23%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
65+
We hebben ervoor geopteerd de cursisten te verdelen over 6 leeftijdscategorieën. In het SVWO is de groep van 36-50 jarigen gemiddeld de grootste met 30%, gevolgd door de 26-35 jarigen (28%) en de 18-25 jarigen (22%). In 5 van de 13 studiegebieden hebben de 36-50 jarigen dan ook het overwicht. In de opleidingen van het studiegebied Algemene vorming zijn de 18-25 jarigen het sterkst aanwezig, wat ook logisch lijkt aangezien het om Tweedekansonderwijs gaat. In het studiegebied Handel maakt deze groep 50% uit, wat kan verklaard worden door de combinatiemogelijkheden van de opleidingen Algemene vorming met opleidingen van het studiegebied Handel, binnen het kader van het Tweedekansonderwijs. De 51-65 jarigen zijn het sterkst vertegenwoordigd in het studiegebied Land- en tuinbouw. De 65-plussers zijn de grootste groep in de opleidingen van het studiegebied ICT. Binnen het HBO zijn de 26-35 jarige cursisten lichtjes in de meerderheid met een gemiddelde aanwezigheid van 40%, gevolgd door de 36-50 jarigen met een gemiddelde van 38%. De derde grootste groep bestaat uit 18-25 jarigen (13%). In het studiegebied Biotechniek zijn de groepen 26-35 en 36-50 even groot. In de kaderopleidingen van het studiegebied Gezondheidszorg en in de opleiding Syndicaal werk hebben de 36-50 jarigen een vrij sterke meerderheid. 7. Vrijstelling inschrijvingsgeld SVWO Vrijstelling inschrijvingsgeld Geen vrijstelling Vrijstelling
AV
BEN
CHEM
GT
HAND
ICT
L&T
M-E
PZ
SMED
TRG1&2
TRG3&4
VOED
0,00%
16,67%
68,97%
98,35%
69,77%
80,51%
93,36%
58,82%
61,25%
84,29%
90,05%
96,15%
80,67%
100,00%
83,33%
31,03%
1,65%
30,23%
19,49%
6,64%
41,18%
38,75%
15,71%
9,95%
3,85%
19,33%
HBO
BIOT
GZ
Vrijstelling inschrijvingsgeld Geen vrijstelling
86,67%
100,00%
Vrijstelling
13,33%
0,00%
HW&BK
IW&T
SAW
OND
82,85%
88,89%
100,00%
87,34%
17,15%
11,11%
0,00%
12,66%
80
De meeste cursisten, zowel op secundair niveau (gemiddeld 69%) als in de HBO opleidingen (gemiddeld 91%), hebben geen recht op een (gedeeltelijke) vrijstelling van het inschrijvingsgeld. De cursisten die wel een vrijstelling krijgen, bekomen dit recht op basis van uiteenlopende factoren. In de studiegebieden Algemene Vorming en Bijzondere Educatieve Noden van het SVWO is de situatie weliswaar omgekeerd: cursisten die opleidingen volgen binnen Algemene Vorming worden vrijgesteld van inschrijvingsgeld, en bij de opleiding Ervaringsdeskundige armoede komt het percentage dat recht heeft op een vrijstelling overeen met het percentage werklozen. Het werklozenstatuut geeft dan ook in vele gevallen recht op een al dan niet gedeeltelijke vrijstelling.
81
Verklarende lijst afkortingen AV
Algemene vorming
BIOT
Biotechniek
BEN
Bijzondere educatieve noden
CHEM
Chemie
GZ
Gezondheidszorg
HAND
Handel
HW&BK
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
IW&T
Industriële wetenschappen en technologie
L&TB
Land- en tuinbouw
M-E
Mechanica-elektriciteit
OND
Onderwijs
PZ
Personenzorg
SAW
Sociaal-agogisch werk
SMED
Smeden
TRG1&2
Talen richtgraad 1 en 2
TRG3&4
Talen richtgraad 3 en 4
VOED
Voeding
82
4.3.2. Opleidingsniveau en nationaliteit Belg Geen
56
Niet Belg 96
Onbekend
91
119
0,97%
43,33%
56,67%
Andere
24
26
0,23%
48,00%
52,00%
Basisonderwijs
134
193
1,51%
40,98%
59,02%
lager sec ond/sec ond van de 1e gr
942
807
8,09%
53,86%
46,14%
hoger sec ond/ 2e leerj sec ond 3e gr
5203
6551
54,35%
44,27%
55,73%
7e jaar sec ond/3e leerj sec ond 3e gr
119
56
0,81%
68,00%
32,00%
aanv sec beroepsond/sec. ond. 4e gr
40
25
0,30%
61,54%
38,46%
5
1
0,03%
83,33%
16,67%
1151
426
7,29%
72,99%
27,01%
hogeschoolonderwijs korte typ/ 2 cycli
274
118
1,81%
69,90%
30,10%
student universitair onderwijs
801
780
7,31%
50,66%
49,34%
Bachelor
663
675
6,19%
49,55%
50,45%
Master
922
1330
10,41%
40,94%
59,06%
48,20%
51,80%
deeltijds onderwijs hogeschoolonderwijs korte typ/ 1 cyclus
TOTAAL %
TOTAAL %
Belg
0,70%
36,84%
Niet Belg 63,16%
Analyse Meer dan 50 % van het totaal aantal Brusselse cursisten heeft een diploma van het hoger secundair onderwijs ( helft Belg, helft niet-Belg) , 16 % heeft een bachelor-en masterdiploma ( méér niet-Belgen dan Belgen), en bijna 9 % heeft slechts lager secundair onderwijs gevolgd (iets meer Belgen dan niet-Belgen)
83
TOTAAL %
master
bachelor
student universitair onderwijs
hogeschoolonderwijs korte typ/ 2 cycli
hogeschoolonderwijs korte typ/ 1 cyclus
deeltijds onderwijs
aanv sec beroepsond/sec. ond. 4e gr
7e jaar sec ond/3e leerj sec ond 3e gr
hoger sec ond/ 2e leerj sec ond 3e gr
lager sec ond/sec ond van de 1e gr
basisonderwijs
geen
Onbekend
andere
4.3.3. Socio-economisch statuut en opleidingsniveau
bediende
3
6
2
3
21
338
7
2
0
211
43
125
36
77
4,02%
gepensioneerd
4
17
2
9
23
230
8
1
0
40
13
26
18
23
1,90%
LL SO 2DE GRD
0
1
1
9
86
41
0
0
0
0
0
0
0
0
0,63%
student
5
4
1
13
169
918
10
1
2
89
42
223
99
279
8,52%
werkend
41
78
18
118
444
6213
78
42
2
872
206
737
754
1308
50,12%
werkloos
99
105
26
179
1008
4108
73
19
2
374
90
478
438
577
34,80%
TOTAAL %
0,45%
0,48%
0,12%
0,82%
4,63%
18,87%
0,34%
0,09%
0,01%
1,72%
0,41%
2,20%
2,01%
2,65%
bediende
0,34%
0,69%
0,23%
0,34%
2,40%
38,67%
0,80%
0,23%
0,00%
24,14%
4,92%
14,30%
4,12%
8,81%
100,00%
gepensioneerd
0,97%
4,11%
0,48%
2,17%
5,56%
55,56%
1,93%
0,24%
0,00%
9,66%
3,14%
6,28%
4,35%
5,56%
100,00%
LL SO 2DE GRD
0,00%
0,72%
0,72%
6,52%
62,32%
29,71%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
100,00%
student
0,27%
0,22%
0,05%
0,70%
9,11%
49,49%
0,54%
0,05%
0,11%
4,80%
2,26%
12,02%
5,34%
15,04%
100,00%
werkend
0,38%
0,71%
0,16%
1,08%
4,07%
56,94%
0,71%
0,38%
0,02%
7,99%
1,89%
6,75%
6,91%
11,99%
100,00%
werkloos
1,31%
1,39%
0,34%
2,24%
13,31%
54,22%
0,96%
0,25%
0,03%
4,94%
1,19%
6,31%
5,78%
7,62%
100,00%
Analyse We constateren meer werkenden ( 50,12%) dan werklozen (34,8%) in totaliteit. de Bij de cursisten met het werklozenstatuut merken we een opleidingsniveau van hoger secundair (2 lj 3degr) ( 54,22%) t.oV. lager secundair (13,31%). Opvallend is het aandeel van bijnna 20% van universitaire werklozen.
84
Bij de werkende cursisten is het hoger secundair opleidingsniveau ongeveer van dezelfde grootte-orde als bij dewerklozen ( 56,94%), waarbij ook de masters (11,99 %), bachelors( 6,41%) en verder univ.onderwijs(6,75%) hoog scoren; cursisten met een hogeschooldiploma volgen blijkbaar minder snel een opleiding(iets meer dan 5%). Bij de studenten merken we eveneens diploma HSO op. Bij de bedienden heeft 38,67% een HSO diploma,maar ook 29 % heeft een hogeschooldiploma. 4.3.4. Socio-economisch statuut en nationaliteit
Belg
Niet Belg
TOTAAL % Belg
Niet Belg
bediende
741
131
4,04%
84,98%
15,02%
gepensioneerd
377
35
1,91%
91,50%
8,50%
LL SO 2DE GRD
91
47
0,64%
65,94%
34,06%
student
802
1042
8,55%
43,49%
56,51%
werkend
5604
5220
50,16%
51,77%
48,23%
werkloos
2785 48,20 %
4702 51,80 %
34,70%
37,20%
62,80%
TOTAAL %
Van de werklozen heeft 63 % niet de Belgische nationaliteit, bij werknemers is dit 48 %.
85
geen
onbekend
andere
basisonderwijs
lager sec ond/sec ond van de 1e gr
hoger sec ond/ 2e leerj sec ond 3e gr
7e jaar sec ond/3e leerj sec ond 3e gr
aanv sec beroepsond/sec. ond. 4e gr
deeltijds onderwijs
hogeschoolonderwijs korte typ/ 1 cyclus
hogeschoolonderwijs korte typ/ 2 cycli
student universitair onderwijs
bachelor
master
4.3.5 Slaagpercentage, geslacht en opleidingsniveau
M
10795
78
92
32
161
883
5805
95
40
3
676
206
900
701
1123
40,20%
V
16060
105
157
26
258
1473
8976
132
47
4
1166
256
1004
871
1585
59,80%
0,68%
0,93%
0,22%
1,56%
8,77%
55,04%
0,85%
0,32%
0,03%
6,86%
1,72%
7,09%
5,85%
10,08%
M
0,72%
0,85%
0,30%
1,49%
8,18%
53,77%
0,88%
0,37%
0,03%
6,26%
1,91%
8,34%
6,49%
10,40%
V
0,65%
0,98%
0,16%
1,61%
9,17%
55,89%
0,82%
0,29%
0,02%
7,26%
1,59%
6,25%
5,42%
9,87%
Analyse De meeste geslaaagde cursisten hebben een HSO-diploma,gevolgd door universitairen en hogeschoolgediplomeerden. Vrouwen scoren in deze opleidingsniveaus iets hoger dan mannen.
86
4.3.6 Geslacht, leeftijd en socio-econ. statuut min 18j M
V
M
V
18 tot 25j
26 tot 35j
36 tot 50j
51 tot 65j
plus 65j
bediende
0
23
151
139
66
5
384
gepensioneerd
0
0
2
0
46
82
130
LL SO 2DE GRD
10
60
2
0
0
0
72
student
7
476
325
42
5
0
855
werkend
3
374
2006
1626
422
43
4474
werkloos
3
385
1244
1067
157
9
2865
bediende
1
23
213
170
76
5
488
gepensioneerd
0
0
4
3
103
172
282
LL SO 2DE GRD
14
45
3
4
0
0
66
student
6
605
336
35
7
0
989
werkend
3
577
2854
2110
753
51
6348
werkloos
0
674
2079
1609
252
9
4623
47
3242
9219
6805
1887
376
bediende
0,00%
5,99%
39,32%
36,20%
17,19%
1,30%
gepensioneerd
0,00%
0,00%
1,54%
0,00%
35,38%
63,08%
LL SO 2DE GRD
13,89%
83,33%
2,78%
0,00%
0,00%
0,00%
student
0,82%
55,67%
38,01%
4,91%
0,58%
0,00%
werkend
0,07%
8,36%
44,84%
36,34%
9,43%
0,96%
werkloos
0,10%
13,44%
43,42%
37,24%
5,48%
0,31%
bediende
0,20%
4,71%
43,65%
34,84%
15,57%
1,02%
gepensioneerd
0,00%
0,00%
1,42%
1,06%
36,52%
60,99%
LL SO 2DE GRD
21,21%
68,18%
4,55%
6,06%
0,00%
0,00%
0,61%
61,17%
33,97%
3,54%
0,71%
0,00%
student
87
werkend
0,05%
9,09%
44,96%
33,24%
11,86%
0,80%
werkloos
0,00%
14,58%
44,97%
34,80%
3,92%
0,19%
Analyse Wat mannelijke en vrouwelijke cursisten betreft: - van 18 tot 25 j. heeft 83,33 % M en 68,18 % VR HSO gevolgd,is 55,67 % M en 61,17 % VR student, en is slechts 8,36 % M en 9,09% VR werkend t.o;v. 13,44 % M en 14,58 % VR werkloos. - van 26 tot35 j. heeft slechts 2,78 % M en 4,55 % HSO gevolgd, is 38 % M en 33,97 % VR student, 44,84 % M en 44,96 % VR werkend en 43,4 % M en 44,97 % werkloos. - van 36 tot 50 j. is er geen registratie van HSO voor M maar wel 6,06 % VR, is 4,91 % M en 3,54 % VR student, is 36,34 % M en 33,24 % VR werkend en 37,24 % en 34,80 % VR werkloos - van 51 tot 65 j. is 35,38 % M en 60,99 % VR gepensioneerd, 9,43 % M en 0,80 % VR werkend en 5,48 % M en O,19 % VR werkloos
4.3.7. Overzicht niet-unieke opleidingen In het werkingsgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er veelal unieke opleidingen aanwezig. Er is verder een sterk aandeel van NT2 (sterkste groei in Vlaanderen), talenopleidingen RG 1 en 2, voeding, personenzorg, handelswetenschappen, onderwijs, enz. Er is een sterke vertegenwoordiging van HBO-opleidingen. De niet-unieke opleidingen zijn de volgende: Opleiding
Centra
Opmerking
Arabisch RG1
2 centra: CVO KHNB CVO Meise-Jette
De opleiding in CVO KHNB wordt vanaf schooljaar 2009-2010 niet meer ingericht omwille van geringe instroom en geen continuïteit van leerkrachten.
Bedrijfsbeheer
2 centra: CVO Brussel CVO Elishout COOVI
Dit is kleinschalig, maar ook korte module ter ondersteuning (beroepsgerichte) opleiding; meestal in combinatie met gevolgde opleiding.
88
Toepassingssoftware
3 centra: CVO Brussel CVO Lethas CVO Meise-Jette
Chinees RG1
2 centra: CVO Brussel CVO Meise-Jette
Kleinschalige opleiding, hype van Chinees voor zakenleven voorbij.
Duits RG1 en 2
2 centra: CVO Brussel CVO KHNB
Duits blijft kleinschalig, stabiel maar groeit niet.
Engels RG1 en 2
5 centra: CVO Lethas CVO Meise-Jette CVO Brussel CVO KHNB CVO STrombeek
Opleidingen Engels in de lift in BHG (internationale uitstraling, veel buitenlandse bedrijven, …).
Engels RG3
3 centra: CVO Lethas CVO Meise-Jette CVO KHNB
Engels RG4
CVO Meise-Jette
Frans Profesioneel Bedrijfsgericht
2 centra: CVO KHNB CVO Meise-Jette
Wordt ingericht naar vraag; in 200910 afgeslankt; dit is een evolutie voor alle professioneel bedrijfsgerichte opleidingen.
NT2
5 centra: CVO Brussel CVO Lethas CVO Meise-Jette CVO KHNB
Zie infra
89
CVO Strombeek CBE Brusselleer Pools
2 centra: CVO Strombeek CVO Meise-Jette
Gezien grote aanwezigheid Poolse Gemeenschap in economie BHG, is dit een beperkte invulling.
Spaans
5 centra: CVO Lethas CVO Meise-Jette CVO Brussel CVO KHNB CVO Strombeek
Groot aanbod
Italiaans
4 centra: RG1 CVO Brussel CVO KHNB CVO Meise-Jette
Groot aanbod, maar moeizame invulling (CVO Brussel geen inschrijvingen).
HBO Boekhouden
2 centra: CVO Brussel CVO Lethas
Zie infra
HBO Specifieke Lerarenopleiding
3 centra: CVO Brussel CVO Elishout COOVI CVO Lethas
Zie infra
HBO Informatica
2 centra: CVO Lethas CVO Brussel
Zie infra
90
4.3.8. Opleidingen basiseducatie a) Leerdomeinen basiseducatie Het Centrum voor Basiseducatie Brusselleer richt zich naar alle laaggeschoolde, Nederlandssprekende en anderstalige inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tot voor kort werd de laaggeschooldheid bepaald door het behaalde diploma. De laatste jaren wordt dit meer in termen van leervaardigheid uitgedrukt. Om een goed onderscheid te maken tussen kandidaat NT2-leerders voor een CBE en CVO werd de Covaar-test ontwikkeld. Van kandidaat-cursisten die minder dan 7 jaar school hebben gelopen, wordt geen Covaar-test afgenomen. De Covaar-test is enkel interessant voor kandidaat NT2-cursisten. Voor andere opleidingen is er geen specifieke leervaardigheidstoets. Deze kandidaten worden geplaatst op basis van een instaptoets. De overheid kent 7 leerdomeinen toe aan de centra voor basiseducatie: Nederlands (NT1) Nederlands Tweede Taal (NT2) Alfa NT2 (Nederlands voor anderstalige analfabete volwassenen) Wiskunde ICT Maatschappij-orientatie (MO) Opstap Frans en Engels Dit aanbod dient modulair georganiseerd te worden en kan leiden tot een deelcertificaat of een certificaat. Het aanbod basiseducatie van Brusselleer is op een erg toegankelijke manier uitgebouwd. In de opleidingen waar dat relevant is, zijn er 2 of 3 opleidingsniveaus. Ook wat de intensiteit betreft kunnen de cursisten vaak tussen minstens 2 frequenties kiezen. Voor een groot aantal opleidingen kunnen cursisten op verschillende momenten instappen, soms zijn er het hele jaar door instapmomenten voorzien. Bepaalde opleidingen worden slechts ingericht indien er een voldoende aantal cursisten is. Verder vindt een aantal opleidingen zowel overdag als ’s avonds plaats. Één van de grootste troeven van het aanbod basiseducatie in Brussel zijn het grote aantal lesplaatsen, zeker wat NT2 betreft. Belangrijk om op te merken is ook het aanbod in de gevangenis (zie infra).
91
Overzicht toegankelijk aanbod:
Opleiding: NT1 - lezen en schrijven Niveaus Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
Beginniveau, tussenniveau, eindniveau Avond - Niet-intensief (1 keer / week) Intensief (2 keer / week) Het hele jaar Op aanvraag op de werk- of opleidingsvloer Overdag Avond Brussel, Gevangenis Vorst en Sint-Gillis
Opleiding: NT2 Niveaus Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten
Lesplaatsen
Richtgraad 1.1 (4 modules) Richtgraad 1.2 (4 modules) 4 keer / week of 2 keer / week (regionaal en 's avonds) regelmatig starten er nieuwe cursussen Overdag Avond Brussel, Sint-Joost-ten-Node, Schaarbeek, Anderlecht, Molenbeek, Etterbeek, Jette, Vorst + scholenproject + Nederlands in opleidingen + inburgeraars en werkzoekenden + wijk- en zelforganisaties
92
Opleiding: Alfa NT2 Niveaus
Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
/ 2 keer / week 3 keer / week zwakgealfabetiseerden 4 keer / week in vooropleiding naar opleidingen / / Sint-Joost-ten-Node, Brussel, Anderlecht, Molenbeek
Opleiding: Wiskunde Niveaus Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
rekenatelier 3u / week Op elk moment Overdag Brussel Centrum
Intensiviteit
Opleiding: ICT Niveaus Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
NVT Basismodule: intensief of niet-intensief Internet: intensief of niet-intensief bij voldoende cursisten Overdag Avond Brussel Centrum
Opleiding: MO enkel voorbereiding op theoretisch eindexamen in open aanbod Niveaus NVT
93
Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
1 keer / week september - maart avond /
Opleiding: Opstap Engels Niveaus Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
opstapcursus 1 keer /week bij voldoende cursisten dag Brussel Centrum
Opleiding: Opstap Frans Niveaus Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
opstapcursus 1 keer /week bij voldoende cursisten dag Brussel Centrum
94
NT2 uitgelicht CBE Brusselleer richt zich naar alle laaggeschoolde Nederlandssprekenden en anderstaligen in het BHG. Een groot deel van de activiteiten van het CBE Brusselleer betreffen 3 cursussen Nederlands. Er bestaat een open aanbod, een aanbod naar nieuwkomers, een beroepsgericht aanbod en een specifieke werking. Open aanbod Cursisten die les volgen in het open aanbod komen op vrijwillige basis naar de Nederlandse les (2 à 3 maal per week). Er worden taallessen NT2 gegeven aan anderstalige, gealfabetiseerde volwassenen. In 2007-2008 organiseerde het open aanbod 189 modules NT2. Inburgeraars Al vele jaren reserveert Brusselleer een aantal groepen (basismodules 04 – 07) die worden samengesteld uit de cursisten die een inburgeringstraject volgen. Na het volgen van de cursus maatschappij-oriëntering (M.O.) die BON voor hen in eigen taal organiseert, komen zij bij Brusselleer Nederlands leren. In de mate van het mogelijke blijven zij gedurende de eerste 240 lesuren (= de vier basismodules) samen. Daarna starten ze een vervolgopleiding i.f.v. tewerkstelling of komen ze naar het open NT2-aanbod van Brusselleer. Werkzoekenden CBE Brusselleer organiseert jaarlijks drie opleidingen in samenwerking met VDAB-RDB: een basiscursus NT2 (Richtgraad 1.1), een voortraject Nederlands voor de socialprofit sector (Richtgraad 1.2) en een voortraject Nederlands voor de bouwopleidingen (Richtgraad 1.1) van groep Intro Brussel. Wie tot de werkzoekendengroepen wenst te worden toegelaten, moet beschikken over een IBIS-nummer. Dit betekent dat men ingeschreven moet zijn als werkzoekende bij Actiris. Naast dit objectief criterium wordt er rekening gehouden met het profiel, de beroepsinteresse en de motivatie van de cursist. Kandidaten voor de basiscursus NT2 moeten een professioneel perspectief hebben, d.w.z. dat ze de intentie hebben om na de NT2 cursus een vervolgtraject of een beroepsopleiding te volgen bij VDAB-RDB of één van zijn partners. Voor de start van deze cursus worden 2 screeningsmomenten ingericht waarop de lesgever, een consulent van de VDAB-RDB en een medeweker van Actiris in een interview peilen naar de motivatie en geschiktheid van de kandidaat-cursisten. De kandidaten voor het voortraject Nederlands voor de social-profit sector worden eveneens gescreend door VDAB-RDB, Actiris en de lesgever Nederlands. Zij moeten de intentie hebben na de NT2-cursus een opleiding in de sociale sector (bvb. logistiek assistent, polyvalent verzorgende, kinderverzorgster…) te volgen bij VDAB-RDB of één van de partners. 3
Jaarverslag 2008, CBE Brusselleer
95
Cursisten uit het voortraject Nederlands voor de social-profit sector komen via verschillende kanalen in de groep terecht. De lesgever gaat doorgaans zelf op zoek naar kandidaten in het Open Aanbod, de BON-groepen en de VDAB-RDB-groepen. De cursisten die in het voortraject Nederlands voor de bouwopleiding worden toegelaten zijn kandidaat-cursisten voor één van de bouwopleidingen van groep Intro (metselaar, tegelzetter of PVC), maar kennen onvoldoende Nederlands om onmiddellijk met de opleiding te starten. Zij worden gescreend door het Huis van het Nederlands. Alfa-NT2 Het Alfa-aanbod is er voor wie weinig of geen Nederlands spreekt. Kandidaat-cursisten die al een aardig mondje Nederlands praten, maar niet of weinig lezen en schrijven, worden doorverwezen naar het aanbod Nederlands. Daar is een aanbod (tussengroepen NT1) voor anderstalige cursisten die Nederlands spreken maar onvoldoende lezen of schrijven. Wijkwerkingen en zelforganisaties Brusselleer organiseert een aantal NT2 lessen i.s.m. een wijkwerking of zelforganisatie. Het is een aanbod gericht naar laaggeschoolde anderstalige volwassenen voor wie de stap naar een open aanbod NT2 nog te groot is. Door samen te werken met de wijkwerking of de zelforganisatie wordt de drempel tot deelname verlaagd. Het gaat om een opstapaanbod. Degenen die verder Nederlands willen leren kunnen de stap zetten naar een open aanbod. Scholen Specifiek binnen het NT2-aanbod van Brusselleer zijn de taallessen voor de anderstalige ouders van kinderen in het Nederlandstalig onderwijs. Dit is een project dat loopt in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De cursus loopt over twee jaren: een basisjaar en een uitbreidingsjaar. Het is niet de bedoeling dat de ouders tweetalig worden, wel dat ze op een adequate manier kunnen communiceren met het schoolteam. Instroom cursisten In de volgende grafiek wordt het aantal LUC’s weergegeven per leerdomein ( referteperiode 2008-2009). We zien een overwicht van NT2, alfa NT2 en in mindere mate NT1 . M.O., ICT en talen dienen geherwaardeerd.
96
Grafiek. Cijfers Brucovo ref. periode 2008-2009
Tabel ref. periode 2009-2010 LUC’s en cursisten
aantal
LUC’s alfa nt2
26250
Cursisten alfa nt2
442
Luc’s Nederlands
9020
Cursisten Nederlands
109
Luc’s NT2
165720
Cursisten NT2
2644
LUC’s wiskunde
0
97
Cursisten wiskunde
0
Luc’s MO
2640
Cursisten MO
66
Luc’s ICT
3660
Cursisten ICT
61
Luc’s Talen
1860
Cursisten talen
31
Luc’s maatwerk
0
Cursisten maatwerk
0
Luc’s open module wiskunde
0
Cursisten Open module wiskunde
0
TOTAAL AANTAL LUC’s
209.420
Analyse Over het algemeen bemerken we een stijging in de LUC’s, bij NT2, Alfa NT2, NT1 en ICT; Bij MO en talen is er een neerwaartse trend. De sector basiseducatie en Brusselleer zijn de voorbije jaren organisatorisch en inhoudelijk sterk geëvolueerd: groei van personeel, overstap naar onderwijs met invoering inspectie en verificatie (n.a.v. decreet 2007), invoering van modularisering, ontstaan nieuwe mogelijkheden zoals openleercentrum en remediëring. Dit beïnvloedt sterk de uitbouw van het programma-aanbod van CBE: - Het is voortdurend een zoeken tussen een gecentraliseerd aanbod en de noodzaak om de afstand cursus-woonplaats klein te houden (vandaar vele lesplaatsen Brusselleer). - Het vermijden van lange wachttijden: de modulaire organisatie van de lessen en de nieuwe financieringswijze op basis van LUC verplicht het CBE vaste startmomenten te voorzien (zonder veel individuele instroom). Om de instroom toch flexibel te kunnen houden, is een vlot werkend cursistenvolgsysteem belangrijk. - Het beheersen van de groepsgrootte: de groepen mogen niet te groot worden, maar kleinere groepen kunnen niet blijven doorgaan. Cursisten worden sneller herschikt.
98
Cursistenprofiel a) Geslacht LEERDOMEIN Nederlands Moedertaal Nederlands Tweede Taal Wiskunde
AANTAL CURSISTEN 80
VROUWEN MANNEN 2,82%
25
2341
82,52%
1215
GEEN GEGEVENS 50 5
989
137
0
0,00%
0
0
0
247
8,71%
128
118
1
ICT
43
1,52%
21
21
1
MO
85
3,00%
36
44
5
Opstap Talen
41
1,45%
25
14
2
2837
100,00%
1450
1236
151
51,11%
43,57%
5,32%
NT2 Alfa
TOTAAL % b) Leeftijd 2009 - 2010
Nederlands Moedertaal Nederlands Tweede Taal Wiskunde
AANTAL 1 - 17 CURSISTEN JAAR
18 - 25 JAAR
26 – 35 JAAR
36 – 45 JAAR
46 – 55 JAAR
56 – 65 JAAR
66 – 99 JAAR
GEEN GEGEVENS
80
----------
13
21
22
10
3
4
7
2341
12
241
846
693
318
83
13
135
----------
---------
----------
----------
----------
----------
----------
----------
----------
247
2
28
78
70
50
14
3
2
ICT
43
---------
2
5
19
3
5
8
1
MO
85
2
29
28
13
6
2
----------
5
NT2 Alfa
99
Opstap Talen TOTAAL
41
----------
7
9
10
3
3
5
4
2837
16
320
987
827
390
110
33
154
%
100,00%
0,56%
11,28%
34,79%
29,15%
13,75%
3,88%
1,16%
5,43%
2009 - 2010
WERKT WERKT WERKT NIET VOLTIJDS DEELTIJDS 34 7 2
ZOEKT INTERIM- STUDENT ONBEKEND WERK ARBEID 13 ------------------24
ANDERE
TOTAAL
----------
80
c) Werksituatie
Nederlands Moedertaal Nederlands Tweede Taal Wiskunde
628
141
59
1003
6
11
484
9
2341
----------
---------
----------
----------
----------
----------
----------
----------
----------
NT2 Alfa
67
9
3
100
----------
1
67
----------
247
ICT
12
5
----------
7
----------
----------
15
4
43
MO
20
6
2
6
----------
5
46
----------
85
Opstap Talen
12
2
----------
6
----------
----------
21
----------
41
773
170
66
1135
6
17
657
13
2837
27,25%
5,99%
2,33%
40,01%
0,21%
0,60%
23,16%
0,46%
TOTAAL % d) Inkomenssituatie 2009 - 2010 Nederlands Moedertaal Nederlands Tweede Taal Wiskunde NT2 Alfa ICT
GEEN 12
UIT (BRUG-) ARBEID PENSIOEN 5 4
OCMW
ANDERE ONBEKEND WERKLOOSHEID PARTNER/GEZIN INVALIDITEIT 7 1 41 7 2 1 20
TOTAAL 80
580
195
12
422
49
578
298
187
2341
----------
---------
----------
----------
----------
----------
----------
----------
65
13
----------
41
6
86
15
17
4
247
4
5
1
1
1
25
5
1
----------
43
----------
100
MO
1
Opstap Talen
----------
5
2
68
2
3
1
85
3
1
2
----------
1
28
3
3
----------
41
665
222
19
476
60
826
330
213
26
2837
23,44%
7,83%
0,67%
16,78%
2,11%
29,12%
11,63%
7,51%
TOTAAL %
3
0,92% 100,00%
4.3.8.3.4 Afstemming aanbod CVO en CBE
In CBE Brusselleer is er sinds een aantal jaren een doorstroomwerking, via de vakwerkgroep keuzebgeleiding, uitgebouwd, waarbij alle mogelijke doorstroom ( naar cvo’s, naar socio-cultureel werk, naar taalstimulering (Bru-taal),…) van CBE-cursisten wordt gestimuleerd. CBE Brusselleer merkt dat er heel wat drempels zijn voor de cursisten om effectief door te stromen. Vaak wordt de lat voor de CBE- cursisten behoorlijk hoog gelegd. Soms is er bij andere actoren een gebrek aan kennis m.b.t. het profiel van 'een' Brusselleer cursist. Brusselleer wil, o.a. via de vakwerkgroep keuzebegeleiding, samen met andere actoren deze drempels verder blijven wegwerken. a) NT2 doorstroom van Brussselleer naar CVO's. CBE Brusseleer merkt dat doorstroom Nederlands Tweede Taal vanuit Basiseducatie naar een Centrum voor Volwassen Onderwijs niet van een leien dakje loopt. Zowel Brusselleer als de CVO's vinden deze doorstroom belangrijk. Daarom zijn er verschillende pilootprojecten opgezet. Hieronder vind je een overzicht van de projecten en vervolgens hun toekomst. Deze projecten zijn gestart in het najaar van 2008. . Historiek van de verschillende pilootprojecten. A/ In samenwerking met KHNB ▪
Gestart in november 2008
▪
Brusselleer-cursisten die klaar waren met BENT 2.10 (toen de benaming van de hoogste NT2-groep) zijn in november ingestroomd in module 1.2 van KHNB. Deze klas was al gestart in september 2008. De cursisten hadden op dezelfde dagen en in hetzelfde gebouw les. Dit was op zich al drempelverlagend. In februari 2009 werd dit een cursus 2.1.
Zes cursisten stapten in dit traject. Eén van de zes ex-CBE cursisten was geslaagd.
B/ In samenwerking met CVO Brussel
101
• • • • •
In april 2009 werd binnen CVO Brussel een cursus 2.1.1 (module A) gestart, exclusief voor cursisten Brusselleer. Een dertiental cursisten kregen gedurende drie maanden drie keer per week les. Vanaf september 2009 liep de B-module (2.1.2). Deze cursus werd verlengd. Tijdens deze verlenging werd aan schoolse vaardigheden en grammaticale zaken gewerkt. Hier werd voor de eerste maal een 'doorstroomcursus' gegeven. Vervolgens stelde de leerkracht een lijst op met door haar opgemerkte knelpunten Vijf van de 12 cursisten slaagden voor module 2.1. Tijdens deze samenwerking hebben beide centra intens met elkaar samengewerkt waardoor we veel van elkaar leerden en een steeds beter beeld kregen waarom doorstroom niet evident is.
C/ Door Brusselleer zelfstandig • •
In december 2009 startte een educatieve medewerker van Brusselleer met een doorstroomcursus. Deze was bedoeld voor ‘afstudeer' cursisten Brusselleer. In deze doorstroomcursus werd vooral gewerkt aan schoolse vaardigheden en aan vormcorrectheid. De medewerker baseerde zich vooral op de knelpunten die de leerkracht van het bovenstaande pilootproject had gebundeld. Hier werd de 'doorstroomcursus' vóór de oriëntering naar het CVO gegeven.
D/ In samenwerking met CVO Brussel • • •
In februari 2010 werden de cursisten die de doorstroomcursus hadden gevolgd, rechtstreeks ingeschreven in intensieve en niet-intensieve cursussen 2.1 bij CVO Brussel. Zij werden hierbij begeleid door educatieven van Brusselleer. Er zijn ook afstudeercursisten van Brusselleer rechtstreeks ingeschreven in een CVO. Zij hadden de doorstroomcursus niet gevolgd. Sommigen werden begeleid, anderen gingen zelfstandig. Het zou dus interessant zijn om te kijken of het al of niet volgen van zo’n doorstroommodule effect heeft op de slaagkansen van de ex-cursisten Brusselleer. Hier is een aanzet toe geweest, maar helaas kunnen we hier geen exacte cijfer geven.We willen hier in de toekomst een beter zicht op krijgen.
Toekomst Door deze verschillende boeiende samenwerkingen werd voor Brusselleer als de CVO's, steeds zichtbaarder wat de problemen zijn. CBE wilde vervolgens de doorstroomcursus die reeds een aanzet had gekregen meer formaliseren om er onder andere conclusies uit te trekken voor de toekomst. Deze doorstroomcursus wordt aangevraagd als maatwerk. Maatwerk, een cursus die naast het reguliere aanbod valt, kan in samenwerking met derden worden aangevraagd. Daarom werd naar het Huis van het Nederlands gestapt , als neutrale partner. Dit maatwerk is een schakelmodule tussen CBE en CVO.
102
Deze schakelmodule start eind september 2010 en loopt tot begin december 2010. Vervolgens zullen de cursisten doortromen naar een 2.1.binnen een CVO. CBE wil deze module twee maal geven in nauwe samenwerking met CVO Lethas, CVO Brussel, KHNB en het Huis van het Nederlands. Met deze schakelmodule is het de bedoeling dat de overstap kan verbeterd worden. Het gaat om een geïntegreerde module met doelen uit de MO-module 'leren leren' en doelen uit het leerdomein NT2. Deze module is bedoeld voor cursisten die verder Nederlands willen verwerven in een onderwijscontext. CBE start met een werkgroep, bestaande uit leerkrachten van CBE en CVO, die het praktische aspect zal bekijken. Maar deze zal verder worden aangevuld met een stuurgroep die vooral naar de toekomst moet kijken: “Hoe moet het verder lopen?”, “Moet deze doorstroomcursus blijven bestaan?”, “Waar horen de elementen die gegeven worden in de doorstroomcursus thuis?”, ... ...
b) Interne doorstroom en uitstroom opstap talen / ICT Terwijl er volop gewerkt wordt rond doorstroom CBE/CVO voor het leergebied NT2 (zie hierboven) was er op het niveau van de vakwerkgroep geen actie i.v.m. doorstroom van opstap talen en ICT naar de CVO's. Er waren wel contacten op het niveau van directie, staf en individuele lesgevers Volgend schooljaar zal het CBE bekijken hoe de vakwerkgroep hier een rol kan spelen De meeste hoogste niveaus (waystage 2 / BENT2 10) klassen kregen wel het bezoek van een medewerker die het niet NT2 Brusselleer aanbod voorstelde. Zo kregen de cursisten kennis met het aanbod en konden ze eventueel intern doorstromen. Dit wi Brusselleer volgend schooljaar meer formaliseren. c) Doorstroom naar VDAB VDAB is een belangrijke partner. . Onze cursisten moeten dan ook de kans krijgen om met deze organisatie kennis te maken. Daarom worden er bezoeken georganiseerd naar de VDAB. Voorgaande schooljaren werden reeds klasoverschrijdende bezoeken georganiseerd binnen het open aanbod voor de hogere modules. Bedoeling is dat lesgevers geïnteresseerde studenten informeren, zodat ze individueel kunnen meegaan naar de VDAB. Dit schooljaar werden voor het eerst ook de klassen NT1 en nieuwkomers uitgenodigd. Ook de studenten van module Breakthrough 4 van het open aanbod konden meegaan. Vanuit NT1 namen tot nu toe geen studenten deel. Er werden 4 bezoeken georganiseerd;de bezoeken gingen door in de VDAB in Anderlecht. Er werd een uiteenzetting gegeven van de verschillende opleidingsmogelijkheden, nadien konden de cursisten kijken in de klas technisch Nederlands en de ateliers waar de opleidingen doorgaan. Concrete cijfers over hoeveel mensen vanuit Brusselleer doorstromen naar VDAB-opleidingen zijn niet voorhanden. Maar volgens Brusselleer en de VDAB werkt het feit dat de cursisten info hebben en er geweest zijn op zich drempelverlagend. d) Doorstroom naar CVO- opleidingen Ook doorstroom naar CVO-opleidingen is mogelijk. Sinds 1 december 2009 werkt de vakwerkgroep keuzebegeleiding nauw samen met Sylvie Declerck, de toeleidingsagente van BRUCOVO voor Brusselleer. Sylvie houdt zich bezig met doorstroom van Brusselleer cursisten naar CVO-opleidingen (exclusief NT2). Na een aantal observatiemomenten om de Brusselleer doelgroep beter te leren kennen heeft ze bekeken welke CVO opleidingen voor onze cursisten qua taalniveau / moeilijkheidsgraad haalbaar zijn. Vooral de opleidingen van Elishout-COOVI bleken interessant.Sylvie heeft zich op de teamdag aan Brusselleer voorgesteld. Collega's, maar zeker ook individuele cursisten kunnen bij
103
haar terecht met alle vragen over CVO opleidingen. Op twee info-momenten voor cursisten daagden er 8 geïnteresseerden op. Ondertussen begeleidt Sylvie twee cursisten, één naar de opleiding bouw en één naar de zorgopleiding.Het project en dus ook de samenwerking loopt volgend schooljaar door. Naast CVO opleidingen zijn er nog heel wat andere partners. Op de teamdag van mei heeft de vakwerkgroep een aantal opleidingspartners in de picture gezet. Collega's konden, steeds in functie van een betere doorverwijzing, kennismaken met Jeugd en Stad, COOVI, Tracé, Groep Intro, Groot Eiland en de Werkwinkel. e) Doorstroom naar Bru-Taal / Babbelut via Babbelut-light (Nederlandse taalstimulering) Vzw Bru-taal organiseert conversatietafels Nederlands (Babbelut) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Nederlandstalige vrijwilligers helpen de deelnemers, op een informele manier, vlot Nederlands te spreken. Heel wat (ex-)Brusselleer cursisten gaan op eigen initiatief naar een conversatietafel. Toch blijft de drempel om bij Bru-Taal op een vrijblijvende manier hun Nederlands te onderhouden relatief groot. Brusselleer en Bru-Taal pogen al geruime tijd om deze drempels weg te werken. Het lukt stilaan. 8% van de Babbeluters komt uit de basiseducatie, iets meer dan in 2008. Dit cijfer is min of meer in verhouding met het aandeel van Brusselleer studenten in de totaal aantal Brusselse NT2-leerders. Het opstapprogramma van Brusselleer en Bru-taal geeft voor de leerkrachten aan dat er een goede samenwerking is ontstaan tussen Bru-taal en Brusselleer. Het geeft hen ook het signaal dat Babbelut-conversatietafels niet te moeilijk zijn voor hun cursisten. CBE denkt dat deze samenwerking de aandacht van de leraars voor Bru-taal verhoogt en mensen daardoor beter kunnen doorstromen. Babbelut-Light wil voor de Brusselleer studenten uit de hoogste modules een kennismaking en opstap zijn naar de 'reguliere' Babbelut. Achtereenvolgens komt een medewerker van Bru-taal het concept kort voorstellen in de Waystage 2 klassen. In een tweede fase is er een mini babbelut in de vertrouwde klas. Daarna kunnen geïnteresseerden uit verschillende klassen naar de babbelut light in het Huis van het Nederlands. Daar kunnen ze tenvolle, maar toch nog in een min of meer vertrouwde context, kennis maken met Babbelut. Bru-Taal voorziet medewerkers én vrijwilligers, net zoals in de echte babbelut.
4.3.9. Opleidingen studiegebied Algemene Vorming Het aanbod Algemene Vorming wordt ingericht door één enkel CVO in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,nl. CVO Brussel in Anderlecht. Het vindt overdag plaats en wordt op slechts één lesplaats aangeboden. Er zijn twee instapmomenten per jaar.
104
Opleiding: Algemene vorming BSO3 Intensiviteit
10 u per week gedurende 3 semesters
Instapmomenten
September en februari
Lesmomenten
Dinsdag van 9 u- 14u55, donderdag van 9u- 12u30
Lesplaatsen
Anderlecht
Opleiding: Algemene Vorming TSO3 Intensiviteit
Gem. 14 u per week
Instapmomenten
September en februari
Lesmomenten
Gespreid over de lesweek
Lesplaatsen
Anderlecht
Opleiding: Opfris derde graad TSO Intensiviteit
Gem. 10 u
Instapmomenten
september
Lesmomenten
Zit mee verwerkt in lessenrooster van AV TSO3
Lesplaatsen
Anderlecht
4
Algemene Vorming (TSO/ BSO) wordt –in kader van het zgn. ‘tweedekansonderwijs’ gecombineerd aangeboden met een aantal beroepsgerichte opleidingen, in CVO Brussel is dit met jeugd-en gehandicaptenzorg, Kinderzorg, Kantoor, secretariaat-talen, polyvalent verzorgende en PLC –technieker. Het Tweedekansonderwijs biedt jongvolwassenen de kans om alsnog een diploma secundair onderwijs te behalen. Er zijn ondertussen heel wat technische opleidingen combineerbaar met AV zodat ze tot een diploma leiden. Deze opleidingen worden echter in het Brusselse volwassenenonderwijs amper gegeven. Bij TKO is er een intake voor alle beroepsgerichte opleidingen (al of niet gekoppeld aan algemene vorming i.f.v. diploma SO), waarbij er een minimum-niveau wordt bepaald en er wordt gepeild of kennis van NT2 voldoende is en eventueel een neventraject NT2 of taalcoaching noodzakelijk is. Dit wordt soms i.s.m. CLB uitgevoerd (indien de cursist te hooggeschoold is, kan hij georiënteerd worden naar het HBO). Zelfs al is de kennis van het Nederlands te laag, kan er toch worden ingeschreven: dan wordt er
4
Opmerking: de opfrismodules zitten mee verwerkt in het rooster voor AV TSO3, na vrijstellingstesten worden mensen in de juiste module geplaatst. Heel wat cursisten moeten eerst de opfrismodule volgen vooraleer ze met de modules van de derde graad kunnen starten.
105
de
eerst een NT2 traject gevolgd en dan 3 gr. BSO; voor rekenen wordt er verwezen naar CBE Brusselleer (wiskunde i.f.v. kantoor,…). Voor BSO opleidingen is er geen de voorkennis vereist, voor TSO wel: opfris 3 graad (NL, FR, wiskunde) kan worden gevolgd in modules. Er zijn ook vrijstellingen van lesmodules mogelijk via testing en dit bij bij alle TKO-afdelingen; dit gebeurt via standaardtesten (er wordt geen rekening gehouden met rapporten SO). Er wordt sterk gefocust op het individuele traject, waarbij een eigen traject inclusief vrijstellingen wordt uitgetekend, en dit voor Kantoor, Secretariaat-Talen en zorgopleidingen. Voor deze zorgopleidingen is een assessment/EVC i.f.v. beroepsbekwaamheid mogelijk. Er zijn netoverschrijdende afspraken gemaakt met alle aanbieders van deze opleidingen om een gemeenschappelijk vrijstellingenbeleid te voeren. Een cursist die geslaagd was voor een 6de jaar Kinderzorg zal op alle scholen bepaalde vrijstellingen krijgen. De zorgopleidingen omvatten slechts 1 dag/week, soms wordt de stage gelijkgesteld met het huidig werk (i.s.m. opleidings- en tewerkstellingsprojecten). Hier is er ook taalondersteuning voorzien (min. RG 2.2) waarbij parallel taal kan worden gevolgd. Ook neventrajecten zijn mogelijk en er is een taalcoach voorzien (4 u/week, ondersteund vanuit Stedenfonds/VGC). Over het algemeen is weinig uitval te bemerken, want er is een goede cursisten- en trajectbegeleiding uitgebouwd (ook veel herstart mogelijk) Bij Secretariaat-Talen dient het taalniveau hoger te zijn dan in andere opleidingen. Over het algemeen zijn hier meer Nederlandskundigen aanwezig. De Vlaamse Gemeenschapscommissie/Stedenfonds betoelaagt projectmatig de cursistenbegeleiding: nl. bijhouden traject, traject uittekenen, op klassenraden brengen, enz. In functie van betere attitudetraining en timemanagement. Er is wel slechts 1 FTE-cursistenbegeleider voor alle leerlingen voorzien. Via de Federatie Tweedekansonderwijs wordt bepleit bij de overheid om de GOK-indicatoren te gebruiken als meetinstrument om mogelijke extra trajectbegeleiding te realiseren. Bij de instroom van 18-jarigen: deze willen wel een diploma, maar zijn er mentaal nog niet klaar voor. Om de juiste vaardigheden en attitude bij te brengen, dient er veel tijd en energie ingestoken te worden. Veel scholen (St. Guido, Imelda) en CLB’s sturen door, zonder echt 100 % op de hoogte te zijn van het studieprogramma en de eisen die worden gesteld. Dit heeft meer uitval tot gevolg (of meer herstarters).
106
Cursistenprofiel Tabel: Cursistenprofiel Alg. Vorming ( 2008-2009) ANALYSE ALGEMENE VORMING 100 Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
opleidingsniveau
M
43
43,00%
V
57
57,00%
Belg
88
88,00%
Niet Belg
12
12,00%
student
49
49,00%
werkend
7
7,00%
werkloos
44
44,00%
gepensioneerd
0
0,00%
geen
0
0,00%
onbekend
0
0,00%
basis
0
0,00%
99
99,00%
hoger
1
1,00%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
77
77,00%
secundair
leeftijd
18 tot 25 jaar
107
26 tot 35 jaar
17
17,00%
36 tot 50 jaar
5
5,00%
51 tot 65 jaar
1
1,00%
plus 65
0
0,00%
Analyse Meer vrouwelijke cursisten (57 %), overwegend Belgen (88 %), zowel werklozen(44%) als studenten (49 %), opleidingsniveau LSO, en vnl. jongeren tussen 18 en 25 j. (77%!) Cursistenprofiel AV + beroepsgerichte opleidingen ( 2007-2008) Aanwezige cursisten = 195 cursisten (juni 2007) •
Tabel: Opleidingsniveau bij aanvang juni 2007- januari 2008
JGZ
KZ
Kantoor
Secr.talen
PV
ste
0 -1
0-2
0-0
0-0
0-0
de
34-27
48-50
46-48
22-26
7-8
de
11-6
16-14
0-0
0-0
0-0
de
4-3
5-2
0-0
0-0
0-1
1 graad behaald 2 graad behaald 3 graad behaald 7 jaar BSO
Het overgrote deel van de TKO-cursisten hebben hun tweede graad behaald (en wellicht geen diploma TSO-BSO). Bij opvoeder en kinderzorg merken we ook cursisten die de graad effectief hebben behaald, maar aanvullend nog een SO-opleiding in een CVO aanvatten. hun 3 •
Tabel: Sociaal-economisch statuut juni 2007- januari 2008
JGZ
KZ
Kantoor
Secr.talen
PV
Kinderbijslagtrekkend
8-13
18-22
16-19
8-11
0-1
Werkloos
21-17
22-24
23-24
11-10
1-1
108
Werkend
20-7
29-22
7-5
3-5
6-7
Vrij veel cursisten zijn werkloos of werkzoekend, bij de opleidingen Opvoeder/Kinderzorg gelijklopend met het aantal werkenden. Bij de opleidingen Kantoor en Secretariaat-Talen zijn er meer werklozen en cursisten die genieten van de kinderbijslag. •
Tabel: Leeftijd juni 2007- januari 2008
JGZ
KZ
Kantoor
Secr.talen
PV
Ouder dan 30 j
13-10
18-17
6-6
2-3
3-6
Tussen 26-30 j
12-6
18-11
7-5
0-0
4-1
Tussen 18 -25 j
24-21
33-40
33-37
20-23
0-2
Het merendeel van de cursisten van de TKO-opleidingen situeert zich tussen 18 en 25 j. (wat logisch lijkt, na eventuele uitval in SO); toch zijn er nog vrij veel cursisten (opvoeder-kinderzorg) na 30 j. die de kans wagen. •
Tabel: Uitstroom juni 2007- jan 2008
JGZ
KZ
Kantoor
Secr.talen
Tijdelijke onderbreking
4-1
5-2
4-5
1-1
Gestopt met opleiding
6-2
13-6
15-6
5-0
Verder studeren
0-0
0-0
2
0-0
Tewerkstelling
14-1
15-5
4-0
0-0
Afgestudeerd
14-1
15-5
6-0
0-0
PV
5-3
Diegenen die stoppen of tijdelijk de opleiding onderbreken, bevinden zich vnl. in de opleiding Kinderzorg en Kantoor. De meeste kans op tewerkstelling is er na Opvoeder en Kinderzorg. Daar bevinden zich ook de meeste afgestudeerden. •
Tabel: Instroom juni 2007- jan 2008- feb 2008
Herstarters
JGZ
KZ
Kantoor
Secr.talen
PV
0-0-1
0-2-2
0-1-4
0-0-0
0-0-0
109
•
Nieuwe curisten
9-12-3
19-33-18
12-26-5
6-11-7
7-7-4
Reeds ingeschreven cursisten
40-25-33
50-33-55
34-21-37
16-15-25
0-2-6
Geslacht cursisten februari 03-sep 07 Vrouw TKO Algemeen: 145 JGZ: 35 KZ: 65 Kantoor: 25 Secr.talen: 13 PV: 7
Man 50 16 4 21 9 0
Overgrote deel van de cursisten is vrouwelijk, enkel in de opleiding Kantoor bijna evenveel mannen. •
Origine cursist juni 2007 TKO algemeen: In JGZ: In KZ: In Kantoor: In Secr-talen: In PV:
Niet-Belg 81 6 36 25 9 5
Belg 112 43 33 21 13 2
Het aandeel Belgen overtreft nog het aandeel niet-Belgen, in het algemeen en in de opleiding Opvoeder en Secretariaat-Talen; in de andere opleidingen meer aanwezigheid van allochtonen.
110
•
Woonplaats cursist juni 2007 TKO Algemeen: JGZ: KZ: Kantoor: Secr. Talen: PV:
Brussel-19 91 9 41 23 12 6
Rand Brussel 77 32 24 14 7 0
andere 26 8 5 9 3 1
De opleidingen Kinderzorg, Kantoor, Secretariaat-Talen en Verzorgende hebben meer Brusselaars in hun rangen (behalve Opvoeder, meer uit de Rand). Evoluties algemene vorming -Vanaf het schooljaar 2010-2011 organiseren CVO Brussel en CVO Elishout Coovi gecombineerde opleidingen: Algemene Vorming (cvo Brussel) gecombineerd met volgende opleidingen van CVO elishout: BSO3 opleidingengrootkeukenverantwoordelijke, kok, keukenverantwoordelijke, traiteur-banketaannemer en TSO3opleiding farmaceutisch technisch assistent. - Het decreet volwassenenonderwijs schafte de onderwijsvormen BSO en TSO af in het volwassenenonderwijs. Eén van de elementen daarbij is dat de huidige opleidingen algemene vorming BSO3 en algemene vorming TSO3 vervangen worden door een opleiding aanvullende algemene vorming. Die laatste opleiding zal dan in combinatie met alle diplomagerichte beroepsopleidingen leiden tot een diploma secundair onderwijs. In afwachting van de ontwikkeling van het opleidingsprofiel aanvullende algemene vorming diende nog verder gewerkt te worden met de huidige opleidingen algemene vorming BSO3 en algemene vorming TSO3. Het decreet voorzag in een overgangsregeling tot 1 september 2010.Omdat de ontwikkeling van het opleidingsprofiel aanvullende algemene vorming vertraging heeft opgelopen en omdat er in de huidige regeling geen termijn is voorzien om de bestaande opleidingen af te bouwen, wordt de overgangsregeling verlengd tot 1 september 2012. Tot dan kunnen centra die daar onderwijsbevoegdheid voor hebben de opleidingen algemene vorming BSO3 en algemene vorming TSO3 inrichten.
4.3.10 Opleidingen van het studiegebied Nederlands tweede taal De Vlaamse Gemeenschap heeft in het kader van onderwijs, vorming en opleiding op de werkvloer een belangrijke aandacht gegeven aan het verwerven en bevorderen van het Nederlands. In de taalgrensgemeenten en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt deze aandacht een extra financiële ondersteuning.
111
Het taalonderricht aan volwassenen wordt geregisseerd/gestructureerd door de taakafspraken tussen de NT2 aanbieders en door de aanbevelingen i.v.m. de kerntaken van de Ronde Tafel Conferentie NT2 (1993). Recent werden hernieuwde afspraken gemaakt (2008). De betrokken organisaties/instellingen nu zijn: Huizen van het Nederlands, naast de centra Basiseducatie en het volwassenenonderwijs, het onthaalbureau, VDAB, Syntra. Na de laatste Ronde Tafel Conferentie werd het Vlaams afsprakenkader vernieuwd en aangepast (naast het hernieuwen van het Brussels lokaal afsprakenkader, waarbij het consortium en zijn NT2-aanbieders ook betrokken waren). Het NT2-landschap is erg divers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarbij de CVO’s een belangrijke plaats innemen. De meeste CVO’s met een NT2-aanbod bieden opleidingen aan binnen de 4 richtgraden. Ook zakelijk Nederlands op RG 3 en RG 4 zijn vertegenwoordigd. Wat de intensiviteit betreft kunnen de Brusselse cursisten ook uit een ruim aanbod kiezen; de frequentie varieert van 1 keer tot 5 keer per week. De meeste centra voorzien verschillende startmomenten, zodat cursisten in Brussel bijna het hele jaar door kunnen starten met een opleiding NT2. De lessen worden doorgaans zowel overdag als ’s avonds gegeven, en worden bij 2 centra ook op zaterdag ingericht. De lesplaatsen zijn tenslotte verspreid over heel Brussel, wat de toegankelijkheid van het aanbod uiteraard verhoogt. Zo kan Nederlands Tweede Taal voor specifieke doeleinden worden aangeleerd, waarbij lessen NT2 kunnen worden gegeven aan cursisten VDAB / Syntra / Bruxelles Formation in functie van werk, door CVO en CBE aan ouders van schoolgaande kinderen in het Nederlandstalig onderwijs (project School en ouders), op academisch niveau (door HUB en CVO) en op zakelijk niveau (door CVO via professioneel bedrijfsgerichte opleidingen). Daarnaast kan NT2 ook worden geïntegreerd in beroepsgerichte opleidingen of specifieke algemene oriëntatie: VDAB / Bruxelles Formation, onthaalbureau (BON), Alfabetisering (CBE) De algemene cursus NT2 kan worden gevolgd in CVO, CBE of via particuliere / privé initiatieven; oefenen en onderhouden van Nederlands gebeurt via specifieke activiteiten van Huis van Nederlands Brussel (Patati patata, Taalgarage en andere) of conversatietafels (Bru-taal). Volgens het decreet kan het NT2 onderwezen worden als leergebied in basiseducatie of als studiegebied in het secundair volwassenenonderwijs. De Vlaamse regering formuleert en het Vlaams Parlement bekrachtigt de daarbij beoogde basiscompetenties en eindtermen. Daarbinnen beschikt elk centrum over de vrijheid om eigen agogische methodes en leerplannen uit te werken. De opleidingen NT2 dienen echter wel ten laatste vanaf 1 september 2009 opgebouwd te zijn uit sequentiële modules. Elke module dient geëvalueerd te worden door middel van permanente evaluatie of in één afsluitende evaluatie. Wie slaagt op deze evaluatie krijgt een deelcertificaat toegekend en een certificaat bekrachtigt het succesvol voltooien van een gehele richtgraad. Een cursist die bijvoorbeeld een certificaat richtgraad 1.1 behaalt, zou over de beperkte talige middelen moeten beschikken die hij nodig heeft om te voldoen aan concrete basiscommunicatiebehoeften in zijn onmiddellijke omgeving en krijgt daarom toegang tot de lessen van richtgraad 1.2. Algemeen gezien is het zo dat Centra voor Volwassenenonderwijs sneller en enigszins schoolser omgaan met de materie, terwijl Centra voor Basiseducatie een sterkere focus op taalvaardigheid vertonen en meer didactisch materiaal moeten aanwenden om een basis aan leervaardigheden aan te brengen.
112
Het verschil tussen basiseducatie (in Centra voor Basiseducatie) en secundair volwassenenonderwijs (in Centra voor Volwassenenonderwijs) bestaat er immers in dat basiseducatie zich richt naar traaglerende volwassenen en naar volwassenen die maar beperkt onderwijs hebben genoten. In de Centra voor Basiseducatie bestaat richtgraad 1.1 uit vier modules van 60 uur en bestaat richtgraad 1.2 uit drie modules van 80 uur. Daarna kunnen cursisten hun opleiding in principe verder zetten in een Centrum voor Volwassenenonderwijs, maar gezien de verschillen in aanpak tussen beide types onderwijs, gebeurt het vaak dat een cursist een module herhaalt om de overschakeling te faciliteren. De Centra voor Volwassenenonderwijs bieden standaard trajecten aan die richtgraad 1 bijvoorbeeld voltooien op 240 uur, maar ze krijgen ook de mogelijkheid om cursisten onder bepaalde voorwaarden in te schrijven in versnelde trajecten van 160 lestijden voor richtgraad 1 en van 320 lestijden voor richtgraad 2. Ze mogen tevens een vertraagd traject van 360 lestijden aanbieden voor richtgraad 1 (cfr.infra). De frequentie waarin de lessen aangeboden worden, varieert doorgaans tussen een keer en vier keer per week een blok van drie lestijden. Deze kunnen zowel in de voormiddag, in de namiddag, als ’s avonds doorgaan. Andere variabelen zijn vanzelfsprekend ondermeer de leslocatie, het cursusmateriaal en de aanpak van de docent. Grafiek
113
a) Profiel In de Brusselse centra zijn ca. 12000 NT2-cursisten aanwezig, waarvan zo’n 7000 vrouwen. Slechts 38,96 % heeft de Belgische nationaliteit, 19,76 % is EU –burger. Bijna 90 % verdeeld over alle richtgraden woont in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
114
Cursistenprofiel Nederlands tweede taal RG1 Geslacht Opleiding
% Man
% Vrouw
Nederlands tweede taal RG1
44,5%
55,5%
Leeftijd Opleiding
-18
18-25
Nederlands tweede taal RG1
26-35
<1%
36-50
16,6%
45,7%
51-65
65+
33,1%
3,9%
<1%
Nationaliteit Opleiding
Nationaliteit 1
Nationaliteit 2
32,2% Belgische
Nederlands tweede taal RG1
Nationaliteit 3
17% Marokkaanse
Nationaliteit 4 4,1% Franse
Nationaliteit 5
3,3% Congolese
2,5% Poolse
Opleidingsniveau Opleiding
Basis
Secundair
Nederlands tweede taal RG1
Hoger
2,4%
68,7%
Andere 26,8%
1,4%
Socio-economisch statuut Opleiding Nederlands tweede taal RG1
AMBT
ARB
<1%
7%
BED
GEP
KAD
24,8%
<1%
LLN SO
STUD HO
2,1%
6,7%
<1%
THUISW <1%
VRIJ BER
WERKL
ZELFST
56,5%
<1%
<1%
Vrijstelling inschrijvingsgeld Opleiding
GN
ASIEL
BE
Nederlands tweede taal RG1
<1%
1%
<1%
GEDET
BRU 52,8 %
INBU 8,7%
DBSO
MIVAL
WZ
LEEFL
SHW
<1%
6,7%
2,4%
<1%
AV
NT2
S.O.
28,3%
<1%
115
Woonplaats Opleiding
Woonplaats 1
Nederlands tweede taal RG1
Woonplaats 2
Brussel 92,8%
Woonplaats 3
Woonplaats 4
Woonplaats 5
Vlaams-Brabant 5,2%
Analyse In RG1 vinden we vooral 26-50 jarigen terug ( 48,9 %), met een overwegend Belgische(32,2%) en Marrokaanse (17 %) nationaliteit, een opleidingsniveau secundair onderwijs (68,7 %) en hoger onderwijs( 26,8 %) en een hoog aantal werkzoekenden (56,6 %) gevolgd door werknemers( 32,8 %). Cursistenprofiel Nederlands tweede taal RG2 Geslacht Opleiding
% Man
% Vrouw
Nederlands tweede taal RG2
38,2%
61,8%
Leeftijd Opleiding
-18
18-25
Nederlands tweede taal RG2
26-35
<1%
13,9%
36-50 44,7%
51-65 35,1%
65+ 5,5%
<1%
Nationaliteit Opleiding
Nationaliteit 1
Nederlands tweede taal RG2
Nationaliteit 2
47,3% Belgische
Nationaliteit 3
10,4% Marokkaanse
Nationaliteit 4 3,7% Franse
Nationaliteit 5
2,4% Congolese
2% Poolse
Opleidingsniveau Opleiding Nederlands tweede taal RG2
Basis
Secundair 1,4%
Hoger 62,3%
Andere 35,1%
1,1%
116
Socio-economisch statuut Opleiding
AMBT
Nederlands tweede taal RG2
ARB
BED
GEP
KAD
<1%
4,5%
30,7%
<1%
ASIEL
BE
<1%
<1%
LLN SO
STUD HO
2,8%
6,7%
<1%
THUISW
VRIJ BER
1,2%
WERKL
<1%
ZELFST
51,3%
1%
Vrijstelling inschrijvingsgeld Opleiding
GN
Nederlands tweede taal RG2
GEDET
BRU 56,3 %
INBU
DBSO
MIVAL
WZ
LEEFL
2,2%
<1%
<1%
7,2%
2,6%
SHW
AV
NT2
S.O.
30,8%
<1%
Woonplaats Opleiding
Woonplaats 1
Nederlands tweede taal RG2
Woonplaats 2
Brussel 89,1%
Woonplaats 3
Woonplaats 4
Woonplaats 5
Vlaams-Brabant 7,8%
Analyse In RG2 is de leeftijdsverdeling vrijwel dezelfde, is er een overwicht van cursisten met Belgische nationaliteit ( 47,3 %) gevolgd door Marrokaanse (10, 4 %) nationaliteit. Het aandeel van cursisten met SO diploma daalt( 62,3 %), deze met HO stijgt (35,1 %), het aantal werkzoekenden daalt lichtjes( 51,5 %) en aantal werknemers stijgen (38,2%) Cursistenprofiel Nederlands tweede taal RG3 Geslacht Opleiding
% Man
Nederlands tweede taal RG3
% Vrouw 34,3%
65,7%
Leeftijd Opleiding Nederlands tweede taal RG3
-18
18-25 <1%
26-35 7,8%
36-50 41,3%
51-65 40,6%
65+ 9%
1%
117
Nationaliteit Opleiding
Nationaliteit 1
Nationaliteit 2
56,1% Belgische
Nederlands tweede taal RG3
Nationaliteit 3
Nationaliteit 4
Nationaliteit 5
3,3% Poolse Franse
5,8% Marokkaanse
3% Duitse
2,8% Spaanse
Opleidingsniveau Opleiding
Basis
Secundair
Nederlands tweede taal RG3
Hoger
<1%
56,4%
Andere 41,8%
1,5%
Socio-economisch statuut Opleiding
AMBT
Nederlands tweede taal RG3
3,5%
ARB 3%
BED
GEP
45,9%
1,2%
KAD
LLN SO
STUD HO
1%
1,2%
6,3%
THUISW
VRIJ BER
1,5%
WERKL
ZELFST
34,1%
1,7%
<1%
Vrijstelling inschrijvingsgeld Opleiding
GN
ASIEL
Nederlands tweede taal RG3
<1%
<1%
BE
GEDET
BRU
INBU
DBSO
MIVAL
WZ
LEEFL
<1%
10%
3%
SHW
AV
NT2
S.O.
85,5%
Woonplaats Opleiding Nederlands tweede taal RG3
Woonplaats 1 Brussel 79,7%
Woonplaats 2 Vlaams-Brabant 16,5%
Woonplaats 3 Woonplaats 4 Oost-Vlaanderen 1,2%
Woonplaats 5
118
Analyse
In RG3 stijgt het aandeel in de categorie 26-50j (81,9 %), zijn het voor de helft cursisten et een Belgische nationaliteit (56,1 %), en daalt het aandeel van mensen met een secundair diploma (56,4 %) terwijl het aantal mensen met een HO diploma stijgt (41,8 %). Het aandeel werkzoekenden daalt terug (34,1 %), terwijl de werknemers toenemen (53,4 % met meerderheid bedienden). Nu komen er ook meer mensen uit Vl-Brabant ( 16,5 %) naar Brusselse lesplaatsen. Cursistenprofiel Nederlands tweede taal RG4 Geslacht Opleiding
% Man
% Vrouw
Nederlands tweede taal RG4
41,3%
58,7%
Leeftijd Opleiding
-18
18-25
26-35
Nederlands tweede taal RG4
4,8%
36-50
51-65
43,5%
35,6%
65+ 12,2%
3,9%
Nationaliteit Opleiding
Nationaliteit 1
Nationaliteit 2
Nationaliteit 3
59,6% Belgische
Nederlands tweede taal RG4
5,2% Duitse
Nationaliteit 4 4,8% Franse
Nationaliteit 5
3,5% Marokkaanse
2,2% Poolse
Opleidingsniveau Opleiding
Basis
Secundair
Nederlands tweede taal RG4
<1%
Hoger 55,6%
Andere 42,2%
1,7%
Socio-economisch statuut Opleiding
AMBT
ARB
BED
GEP
KAD
LLN SO
STUD HO
THUISW
VRIJ BER
WERKL
ZELFST
119
Nederlands tweede taal RG4
3,5%
4,3%
60%
1,3%
2,2%
<1%
5,2%
1,7%
<1%
18,7%
1,3%
Vrijstelling inschrijvingsgeld Opleiding
GN
ASIEL
BE
GEDET
BRU
INBU
DBSO
Nederlands tweede taal RG4
MIVAL
WZ
LEEFL
<1%
5,6%
2,2%
SHW
AV
NT2
S.O.
91,7%
Woonplaats Opleiding
Woonplaats 1
Nederlands tweede taal RG4
Brussel 80%
Woonplaats 2 Vlaams-Brabant 12,6%
Woonplaats 3 Antwerpen 7,6%
Woonplaats 4
Woonplaats 5 Waals-Brabant 1,3% Oost-Vlaanderen 2,2% Limburg 1,3%
Analyse In RG4 zijn er ongeveer evenveel cursisten in de leeftijdsklasse 26-50 j, 59,6 % heeft de Belgische nationaliteit( gevolgd door Duitse en Franse), 55,6 % volgde SO en 42,2 % HO. Er zijn slechts 18,7 % werkzoekenden aanwezig t.o.v. 70 % werknemers. Slechts 80 % komt uit Brusselse gemeenten en 12,6 % uit Vl-Brabant. b) Actoren en regisseurs 5
In het nieuw Vlaams afsprakenkader merken we op bij pt.6 (“Afstemming van behoefte en aanbod”) dat er een expliciete opdracht voor het consortium in elke regio wordt voorzien. Binnen elke regio dient namelijk een aanbod NT2 georganiseerd dat afgestemd is op de behoeften van de doelgroep. Het Huis maakt hiervoor op basis van haar registratiegegevens jaarlijks een analyse van de bereikte doelgroep en haar specifieke opleidingsbehoeftes. In overleg met de consortia worden op basis van die analyse concrete afspraken gemaakt m.b.t. de organisatie van het NT2 aanbod. Daarbij dient voor elk werkingsgebied van elk consortium de nood aan volgende mogelijke specifieke organisatievormen in kaart gebracht te worden en indien nodig ingevuld te worden: - aanbod tijdens zomermaanden, min. op niveau A1 - verkorte leertrajecten - zeer intensief en kortlopend aanbod - aanbod in gecombineerd onderwijs
5
Zie : Vlaams afsprakenkader NT2, administratie Onderwijs, april 2009
120
-
avond- en weekendaanbod op alle niveaus combinatie NT2 met beroepsopleidingen, via duale en/of geïntegreerde trajecten
Via de analyse van het Huis van het Nederlands wordt ook in kaart gebracht of er voorzien wordt - in voldoende startmomenten op niveau A1 - voldoende instapmomenten voor vervolgopleiding - voldoende regionale spreiding van het aanbod
Over deze samenwerking zijn afspraken gemaakt in het protocol tussen het consortium en het Huis (zie bijlage)( januari 2009). Er is ook een uitwisseling van cijfergegevens tussen het HvNB en Brucovo die relevant zijn bij de uitvoering van de gemaakte afspraken. Deze uitwisseling zal jaarlijks op twee vaste momenten gebeuren, in januari en juni. In het vervolg van dit verhaal maken we dan ook een onderscheid tussen de regisseurs (Huis van het Nederlands, Brussels Onthaal Nieuwkomers BON en de VDAB) die ieder op hun terrein een regisseursrol vervullen en het centrum voor Basiseducatie (CBE) Brusselleer, de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO’s) en de VDAB-RDB als actoren (aanbieders) opleidingen Nederlands.
ACTOREN-AANBIEDERS 1.
Centrum voor Basiseducatie – Brusselleer
Zie supra 2.
Centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s)
De 5 Vlaams gesubsidieerde CVO’s en 1 CBE die in het Brussels Gewest Nederlands Tweede Taal aanbieden zijn: CVO Brussel, CVO Lethas (met NT2-afdeling Terra Nova), CVO KHNB, CVO Meise-Jette, CVO Strombeek. Deze verschillende aanbieders leggen enigszins verschillende accenten: CVO KHNB neigt bijvoorbeeld meer naar grammaticale methodiek en biedt ook (als enige) versnelde trajecten aan, terwijl CVO Brussel meer de nadruk zal leggen op functioneel Nederlands. Die laatste school heeft een groot aanbod aan leslocaties als handelsmerk (evenals CBE Brusselleer), terwijl CVO Lethas uitpakt met véél startmomenten. Hoewel het Huis van het Nederlands een volledig objectieve doorverwijzing moet garanderen, maakt een optimale doorverwijzing ook deel uit van hun takenpakket en daarom wordt rekening gehouden met deze nuances.
121
Centrum: CVO Brussel Opleiding: NT2 Niveaus Intensiviteit Instapmomenten
Lesmomenten
Lesplaatsen
Van RG 1 t.e.m. RG2 Intensief niet-intensief 4 algemene momenten: 7 sept., 12 nov., 1 feb., 21 april specifieke startmomenten voor doelgroepenklassen (bv. BON, voortrajecten beroepsopleidingen, neventraject kunstacademie…) Overdag avond zaterdag Anderlecht (Materiaalstraat, GC De Rinck, Kommenstraat) Brussel-Centrum (De Markten, Moutstraat) Evere (GC Everna) Laken (GC Nekkersdal, Karel Bogaerdstraat), Jette (GC Essegem), Haren (GC De Linde) Schaarbeek (GC De Kriekelaar, VZW Methodia) Sint-Joost-ten-Node (GC Ten Noey) Sint-Gillis (GC Pianofabriek) Vorst (GC Ten Weyngaert) Elsene (GC Elzenhof, vzw Kumba) Etterbeek (GC De Maalbeek, RHOK) Oudergem (Den Dam) Sint-Lambrechts-Woluwe (Opweule) Sint-Pieters-Woluwe (Kontakt)
Centrum: CVO Lethas Opleiding: NT2
122
Niveaus Intensiviteit Instapmomenten Lesmomenten Lesplaatsen
van RG 1 tot en met RG 4 1 dag per week – 3u 2 dagen per week – 6u / 8u 4 dagen per week – 12u / 16u 5 dagen per week – 20u het hele schooljaar ochtend namiddag avond Ganshoren / Koekelberg Brussel Centrum
Centrum: CVO KHNB Opleiding: NT2 Niveaus Intensiviteit Instapmomenten
Lesmomenten
Lesplaatsen
van RG1 t.e.m. RG4 RG 2 zakelijk en RG 3 zakelijk 1 x 3u / week 2 x 3u / week 1 x 4u / week (bis) Eerste semester: september –november – december – januari Tweede semester: februari – mei – juni – augustus ochtend middag avond zaterdag: ochtend en middag Elsene (VUB, EPFC en Elzenhof) Brussel Centrum (HvNB)
123
Centrum: CVO Meise-Jette Opleiding: NT2 Niveaus
Intensiviteit
Instapmomenten
Lesmomenten
Lesplaatsen (in BHG)
Centrum: CVO Strombeek Opleiding: NT2 Niveaus Intensiviteit Instapmomenten
Van RG1 t.e.m. RG4 1 x 3u / week 2 x 3u / week 3 x 3u / week 4 x 3u / week 1 x 4u / week september oktober november januari februari maart april voormiddag namiddag avond Jette (Erasmushogeschool, GC Essegem, Poelbos, Van Asbroek, Vande Borne, VUB) Anderlecht St.-Agatha-Berchem
van RG1 t.e.m. RG4 2 x 3u / week september
124
Lesmomenten Lesplaatsen (in BHG)
februari overdag avond Laken (Trefcentrum Mutsaard, GC Nekkersdal, Maria Assumptalyceum) Jette (GC Essegem) Neder-Over-Heembeek
Tabel: aantal lesplaatsen NT2 per CVO
CVO
Studiegebied/Opleiding
D/A/W
Aantal lesplaatsen
Brussel
NT2 RG1 en RG2
D/A/W
15
Lethas
Nederlands Latijns schrift RG1
D
1
Lethas
Nederlands Verlengd RG1
D
1
Lethas
NT2 Richtgraad 1
D/A
5
Lethas
NT2 Richtgraad 2
D/A
4
Lethas
NT2 Richtgraad 3
D/A
3
Lethas
NT2 Richtgraad 4
D/A
2
KHNB
NT2 Prof. bedrijfsgericht RG2 en RG3
A
2
KHNB
Nederlands Verkort RG1 en RG2
D/A
2
KHNB
NT2 alle richtgraden
D/A/W
3
Strombeek
NT2 alle richtgraden
D/A
4
MeiseJette
NT2 RG1
d/a/w
2
MeiseJette
NT2 RG2
d
2
MeiseJette
NT2 RG3
d/a
2
MeiseJette
NT2 RG4
d/a
2
MeiseJette
NT2 RG1 verlengd
a
2
CBE
NT2
D/A
13
CBE
Nederlands NT2 alfabet
D/A
13
125
Analyse NT2 wordt via 5 centra aangeboden, soms tot en met RG2, soms t.e.m. RG4 (met dalend cursistenaantal). NT2 kan men omzeggens in gans Brussel volgen (in bepaalde gemeentes meer dan op 1 plaats per gemeente) behalve in Ukkel en Watermaal-Bosvoorde (geen duidelijke reden). Vooral CVO Brussel en CBE zitten goed verspreid, ook CVO Taalleergangen en Lethas (met eigen NT2 campus Terra Nova) bieden veel lesplaatsen- en mogelijkheden. Er is zowel een dag / avond als WE-aanbod georganiseerd. Overzicht trajectbegeleiding en doorstroom NT2-cursisten in centra die NT2 aanbieden 3.
VDAB-opleidingen
De VDAB vertrekt van het principe dat algemeen Nederlands op basisniveau wordt gefinancierd met onderwijsmiddelen en georganiseerd door de CBE’s, de CVO’s en de universitaire talencentra. Conform de afspraken op Vlaams niveau organiseert de VDAB, aansluitend op dit basisniveau, eigen NT2-trajecten. In het kalenderjaar 2008 verleende de VDAB-RDB in eigen beheer opleiding aan meer dan 1.000 personen in zijn opleidingscentra in Anderlecht en Brussel. Meer dan de helft van deze personen is woonachtig in het BHG. Het sterkst uitgebouwd zijn de opleidingen Nederlands voor anderstaligen in het kader van algemene vorming Nederlands en vakspecifieke vorming (Duizendpoot, Nederlands voor technische beroepen, Vacant, De lift…). In totaal volgden in 2007-2008 437 cursisten een opleiding Nederlands, waarvan 337 met woonplaats in BHG. Aan de opleiding taaltraining participeerden 72 cursisten waarvan 46 met woonplaats in het BHG. Door de uitbreiding van het aanbod Nederlands voor anderstaligen speelt de VDAB-RDB in op een belangrijk knelpunt op de arbeidsmarkt in het BHG en ter bevordering van de interregionale mobiliteit. Ze werden daarvoor specifiek ondersteund met extra middelen (taalsporen naar werk) door F. Vandenbroucke. Niet alleen de loutere taaltraining werd uitgebreid (samenwerkingsovereenkomst met Actiris i.v.m. taalcheques), ook het geïntegreerd taalaanbod werd uitgebreid, vooral in projecten met derden. In deze opleidingsprojecten met derden werd aan meer dan 500 personen een opleiding Nederlands aangeboden, haast allen woonachtig in het BHG.
Regisseurs 1.
Huis van het Nederlands
De Huizen van het Nederlands zijn ontstaan vanuit de vaststelling dat kandidaat NT2-cursisten de weg naar het meest geschikte lesaanbod niet vlot genoeg konden vinden. Daarom werd op 11/11/2002 een proefproject opgestart om de Huizen te lanceren; op 01/09/2003 werd een Brusselse afdeling opgericht. Op 7 mei 2004 volgde bij decreet de oprichting van 8 Huizen van het Nederlands. Het Huis is de instantie waar anderstaligen informatie kunnen krijgen over het beschikbare aanbod Nederlands als tweede taal, waar ze gescreend kunnen worden ter oriëntatie (pijler 1). Daarbij hoort een coördinerende functie. De Huizen werken nl. intensief samen met de
126
onderwijsverstrekkers (o.a. CVO’s), beroepsopleidingscentra en met de onthaalbureaus om het lesaanbod af te stemmen op de vragen en om eventuele knelpunten aan te pakken en te signaleren. Ook voorziet het Huis in inhoudelijke kwaliteitsondersteuning, waarbij er leertrajecten voor specifieke doelgroepen worden ontwikkeld en weerbij lesgevers en organisaties worden begeleid (o.m. het aanleren van het Nederlands in functie van een specifieke werkcontext voor +/- 10 organisaties per jaar). Daarnaast zet het Huis van het Nederlands Brussel in op taalpromotieprojecten (pijler 3) zoals het winkelstratenproject, het horecaproject, het SPOED-project die werken aan een positief klimaat met betrekking tot twee- en meertaligheid in Brussel. Het intakewerk gaat door in het Huis in de Ph. De Champagnestraat of in de antennes in de gemeenschapscentra (Elsene, Jette). De CVO’s maken ook gebruik van de instructies en tools van het Huis voor een gedecentraliseerde intake. Het merendeel van de kandidaten meldt zich spontaan aan na een tip van kennissen, maar ook de diensten voor tewerkstelling, OCMW’s en folders op leslocaties verwijzen de mensen door. Het consortium diende ook een samenwerkingsprotocol af te sluiten met het Huis van het Nederlands dat actief is in het werkingsgebied. Dit protocol heeft betrekking op de organisatie van een behoeftedekkend aanbod NT2 in de regio en moet uiterlijk zes maanden na het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst afgesloten zijn (zie bijlage) Vertrekkend van een voorbereidend document van de Huizen van het Nederlands, werd gezamenlijk overleg gepleegd tussen de Consortia L4, Groene Rand en Brucovo en de Huizen van het Nederlands Vlaams-Brabant en Brussel. Op basis van dit overleg werd een samenwerkingsprotocol uitgeschreven door Brucovo. Het protocol wordt officieel goedgekeurd op de RVB van 15 januari 2009. Dit samenwerkingsprotocol heeft de volgende doelen: • Het vastleggen van afspraken aangaande de uitvoering van artikel 36 van het decreet van 15 juni 2007, het overleg over de organisatie van een behoeftedekkend aanbod Nederlands tweede taal, het overleg over de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de organisatie van duale trajecten en geïntegreerde trajecten die een aandeel NT2 bevatten, de intake, testing en doorverwijzing van cursisten NT2 in de strafinrichtingen en de klachtenprocedure met betrekking tot 6 de intake, testing en doorverwijzing van cursisten NT2 . • Daarnaast dient er ook een gezamenlijke intentieverklaring in dit protocol vervat, namelijk het werken aan een gezamenlijke visie en engagement vanuit het Brussels Huis van het Nederlands en het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs. Dit impliceert ten eerste het onderzoeken van de raakvlakken tussen beide
6
refererend naar de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het Consortium Volwassenenonderwijs dd. 12/12/2008, art. 4: samenwerking met de
Huizen van het Nederlands
127
instellingen en ten tweede het concretiseren van deze raakvlakken (m.a.w. hoe weerspiegelt zich dit in potentiële gezamenlijke acties, projectwerkingen en overlegstructuren van beide instellingen). Het aantal aanmeldingen van kandidaat-cursisten NT2 door het Huis komt in 2009 op 13097 personen:
Cursistenprofiel en aantallen ( 2009) aantal personen die zich aangemeld hebben
13097
aantal personen die covaar afgelegd hebben
10183
resultaten covaar 0
221
1-> 29
1406
30->41
2717
42->48
5838
jaren scholing 0
369
1-9
2251
10-12
4218
13-14
1685
15-16
2331
17-18
1346
19-25
809
>25 jaar scholing
88
> 12 jaar scholing
6259
128
hoogste diploma lager onderwijs
1275
lager secundair
2128
hoger secundair beroeps
17
hoger secundair
4168
bachelor
1602
master
2153
doctoraat
69
religeus onderwijs
30
onbekend geen
1125 530
leeftijd <18
231
18->20
783
21->25
2581
26->30
3383
31->35
2563
36->40
1770
>41
1786
geslacht man
7053
vrouw
6044
doorverwijzing
129
CBE / CVO 180u
2864
CVO 120u
8934
CVO / UTC 80u
524
Geen advies
775
perspectief Beroep of beroepsopleiding
1421
Beroep of beroepsopleiding + Verdere studie
69
Beroeps of beroepsopleiding + soc redzaamheid + verder studie Soc redzaamheid + verdere studie secundair onderw
74
Soc redzaamheid + verdere studie hoger onderw
53 126
Sociale redzaamheid
3470
Sociale redzaamheid + Beroep of beroepsopleiding
5039
Verdere studie secundair onderwijs
142
Verdere studie hoger onderwijs
185
Werk
1497
Onbekend
1021
In 2009 hebben 13097 kandidaat-cursisten zich aangemeld bij het Huis van het Nederlands Brussel. Het betreft hier ongeveer 54% mannen en 46% vrouwen. Om en bij de helft van de cursisten heeft gemiddeld 12 jaar schoolervaring achter de rug, een minderheid van 20% heeft minder dan 9 jaar scholing achter de rug bij aanmelding. De verhouding van het aantal jaren scholing, is op gelijke wijze terug te vinden bij het hoogste behaalde diploma. 32% van de cursisten beschikt over een diploma hoger secundair onderwijs, ongeveer hetzelfde percentage heeft een diploma van bachelor of master, 14% heeft echter geen of een diploma van het lager onderwijs. Bijna de helft van de kandidaat-cursisten bevinden zich in de leeftijdscategorie 26 tot 35 jaar. Het Huis van het Nederlands Brussel stuurde 22% van de kandidaat-cursisten door naar basiseducatie, 68% naar een CVO. De perspectiefbepaling van de kandidaat cursist is moeilijk te bepalen, vaak ik het de optelsom van een aantal perspectieven. Met 40% komt ‘sociale redzaamheid + beroep of beroepsopleiding’ het vaakst terug, ook de ‘sociale redzaamheid’ en ‘beroep of beroepsopleiding’ apart kent een hoog percentage.
130
Woonplaats Stad Brussel Schaarbeek Sint-Jans-Molenbeek Anderlecht Elsene Sint-Gillis Sint-Joost-ten-Node Jette Vorst Etterbeek Koekelberg Ukkel Sint-Lambrechts-Woluwe Evere Ganshoren Sint-Agatha-Berchem Sint-Pieters-Woluwe Oudergem Watermaal-Bosvoorde
Total
20% 14% 13% 11% 7% 6% 5% 4% 4% 3% 2% 2% 2% 2% 1% 1% 1% 1% 0% 100%
131
Er zijn zo een 20% van de cursisten woonachtig in 1000 Brussel, gevolgd door Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek en Anderlecht. Bij de vergelijking van de woonplaats met de voorkeur van lesplaats valt het op dat er effectief veel cursisten wensen les te volgen binnen de eigen gemeente. Koplopers zijn opnieuw Brussel stad, Schaarbeek en Sint-Jans-Molenbeek. Zo een 54% van de kandidaat-cursisten wensen overdag les te volgen, 45% geeft de voorkeur aan avondlessen. Een uiterst kleine minderheid (1.3%) geeft het weekend als voorkeur aan.
132
Voorkeur lesmoment en lesplaats
Gemeente Anderlecht Brussel Elsene Etterbeek Evere Ganshoren Haren (Bru.) JETTE Koekelberg Laken (Bru.) Neder-over-Heembeek (Bru.) Oudergem Schaarbeek Sint-Agatha-Berchem Sint-Gillis Sint-Jans-Molenbeek Sint-Joost-ten-Node Sint-Lambrechts-Woluwe Sint-Pieters-Woluwe Ukkel Watermaal-Bosvoorde Totaal
aantal
Lesmoment Voormiddag Namiddag Avond
intensief 2609 1076 2135
958 4740 738 329 175 66 8 514 154 406 34 54 1111 56 475 772 306 134 82 142 29 11283 niet intensief 1050 632 3224
totaal per lesmoment 3659 1708 5359
133
Overdag Weekend Totaal
816 6636
261 156 5323
1077 156 11959
Leerperspectief Leerperspectief Educatief Educatief en sociaal Professioneel Professioneel en educatief Professioneel en educatief en sociaal Professioneel en sociaal Sociaal Totaal
% 3% 2% 24% 1% 1% 42% 29% 100%
134
De combinatie professioneel en sociaal perspectief komt met 42% het vaakst terug. Ook het professioneel en sociaal perspectief apart kent voor de kandidaat-cursist veel bijval. Een uiterst kleine minderheid kent een educatief of educatief/sociaal perspectief.
2.
Inburgering – BON
Door het decreet betreffende de inburgering (28 februari 2003) ontstonden in Vlaanderen en Brussel Onthaalbureaus die nieuwkomers opvangen en oriënteren en inburgeren o.a. via taallessen Nederlands. In 2008 ondertekenden ruim 1800 personen uit meer dan 100 landen een inburgeringscontract bij het Brussels Onthaalbureau Nieuwkomers (BON). In 2007 werden 39 groepen Nederlands taalles gereserveerd bij de verschillende taalpartners. 787 inburgeraars schreven zich in voor een basiscursus Nederlands van 120 u, van 180u of van 240 u. De oriëntatie van de deelnemer naar een aangepaste cursus Nederlands gebeurt aan de hand van een testing door het Huis van het Nederlands. Sommige taalcursussen zijn exclusief voor de inburgeraars van BON voorbehouden.
135
3.
VDAB
Algemeen kan gesteld dat, sinds de uitbreiding van de doelgroep naar anderstaligen, de VDAB-RDB ernstige inspanningen heeft gedaan om het aanbod Nederlands zowel algemeen als in het kader van sectorspecifieke opleidingen uit te breiden én om de kwaliteit en de arbeidsmarktgerichtheid van deze opleidingen te verhogen. De samenwerking met Actiris en de derden staat hierbij voorop. Synergie in de acties via degelijke afspraken is de doelstelling. Eind 2008 werd in het kader van een rondetafelconferentie NT2 aan de VDAB de regisseursrol toebedeeld betreffende de arbeidsmarktgerichte opleidingen. Daartoe zal een raamakkoord ontwikkeld worden tussen VDAB, Huizen van het Nederlands en de onderwijsverstrekkers met afspraken over de modaliteiten omtrent de trajectbepaling en de uitwisseling van informatie. De eindverantwoordelijkheid van het traject naar werk van de anderstalige werkzoekende ligt bij de VDAB.
4.3.11 Andere studiegebieden en opleidingen Secundair Volwassenenonderwijs Bijzondere Educatieve Noden Binnen dit studiegebied wordt in het BHG slechts één opleiding ingericht door CVO Brussel, namelijk Ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting. Het is een vrij unieke opleiding met 15 cursisten in 2009 en sluit goed aan bij de kansarmoedeproblematiek in Brussel. Toch zijn er wellicht nog mogelijkheden onbenut, zoals de opleidingen Vlaamse gebarentaal (wel effectief in CO Groene Rand) en Vrachtwagenchauffeur. aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
15
M
6
40,00%
V
9
60,00%
14
93,33%
Niet Belg
1
6,67%
student
0
0,00%
werkend
3
20,00%
werkloos
12
80,00%
0
0,00%
Belg
gepensioneerd
136
opleidingsniveau
geen
0
0,00%
onbekend
0
0,00%
basis
0
0,00%
14
93,33%
hoger
1
6,67%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
0
0,00%
26 tot 35 jaar
6
40,00%
36 tot 50 jaar
9
60,00%
51 tot 65 jaar plus 65
0 0
0,00% 0,00%
secundair
Leeftijd
Analyse In dit studiegebied (enkel opleiding Ervaringsdeskundige Armoede en sociale uitsluiting) merken we een groot aandeel van vrouwelijke cursisten, van Belgische nationaliteit, werkzoekend of student, met een secundair opleidingsniveau en qua leeftijd tussen 26 en 50 j.. Het gaat hier vnl. om cursisten van buiten Brussels Gewest; vnl. instroom van andere regio’s(Antwerpen, Gent, Limburg, …) gezien het unieke karakter van de opleiding. Chemie Binnen het studiegebied Chemie worden twee opleidingen ingericht, namelijk Biochemie TSO3 en Farmaceutisch Technisch Assistent TSO3, beide door CVO Elishout COOVI.
137
Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
M
89
59,33%
V
61
40,67%
141
94,00%
Niet Belg
9
6,00%
student
6
4,00%
werkend
101
67,33%
werkloos
39
26,00%
4
2,67%
1
0,67%
onbekend
0
0,00%
basis
6
4,00%
secundair
83
55,33%
hoger
60
40,00%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
15
10,00%
26 tot 35 jaar
42
28,00%
36 tot 50 jaar
57
38,00%
51 tot 65 jaar
28
18,67%
8
5,33%
Belg
gepensioneerd opleidingsniveau geen
leeftijd
150
plus 65
138
Analyse De opleidingen in dit studiegebied zijn vrij divers qua motivatie en cursistenprofiel; biochemie TSO3 (brouwerij, wijn) richt zich meer tot een wat ouder en mannelijk hooggeschoold publiek, zonder veel professionele aspiraties. Farmaceutisch Technisch assistent daarentegen is wel meer beroepsgericht, kent een jongere instroom (tss. 18 en 35 j.), met meer werkzoekenden (40 %), en is sinds vorig schooljaar ook opgenomen in VDAB-stelsel (directe instroom werkzoekenden). Deze opleidingen kennen ook een sterke instroom van buiten Brussel ( voor FTA vooral de Rand en andere stedelijke regio’s). Grafische technieken De enige opleiding die binnen dit studiegebied wordt georganiseerd in het BHG, door CVO Elishout COOVI, is Fotografie TSO3, met 121 cursisten in 2009. Er zijn wellicht nog mogelijkheden voor andere opleidingen binnen dit gebied zoals Webdesigner en Drukker. Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
M
64
52,89%
V
57
47,11%
117
96,69%
4
3,31%
Belg Niet Belg
Soc ec stat
121
student
4
3,31%
werkend
110
90,91%
werkloos
3
2,48%
gepensioneerd
4
3,31%
0
0,00%
opleidingsniveau geen onbekend
0
0,00%
basis
0
0,00%
139
leeftijd
secundair
38
31,40%
hoger
83
68,60%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
7
5,79%
26 tot 35 jaar
45
37,19%
36 tot 50 jaar
47
38,84%
51 tot 65 jaar
21
17,36%
1
0,83%
plus 65
Analyse Deze studenten zijn overwegend Belg, werkend, hoger geschoold(HSO en HO) en vooral variërend tussen 26 en 50 j. Handel De opleidingen Bedrijfsbeheer zijn kleinschalige opleidingen in twee centra (CVO Brussel en CVO Elishout COOVI), die gekoppeld zijn aan specifiek beroepsgerichte opleidingen (bvb. in studiegebied Voeding). Ook Syntra biedt deze opleiding aan onder diverse vormen (o.m. met tolken i.f.v. het bevorderen van ondernemerschap voor allochtonen). De beroepsgerichte opleidingen Kantooradministratie en Secretariaat-Talen worden gegeven al dan niet in combinatie met Algemene Vorming (onder Tweedekansonderwijs); deze opleidingen zijn vrij goed bevolkt, maar meestal met een vrouwelijk publiek. CVO Brussel plant een opleiding Boekhouden-Informatica (om meer mannelijke cursisten aan te trekken). Hier zit zeker nog groei in, gezien de stijgende vraag vanuit de hoofdstedelijke dienstensectoren naar werknemers handel –en administratie(zie analyse leerbehoeften-en noden). De opleidingen Boekhouden-Informatica en PR en Onthaal worden momenteel niet ingericht tenzij in losse modules. CVO Lethas wil deze opnieuw activeren. CVO Lethas heeft de intentie verder rond logistiek te werken (i.s.m. Hogeschool Honim/HUB). In onderstaande grafiek wordt het aantal cursisten weergegeven per opleiding van het studiegebied Handel
140
Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
M
80
43,01%
V
106
56,99%
Belg
169
90,86%
Niet Belg
17
9,14%
student
60
32,26%
werkend
36
19,35%
werkloos
69
37,10%
gepensioneerd
21
11,29%
2
1,08%
onbekend
0
0,00%
basis
1
0,54%
170
91,40%
hoger
13
6,99%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
98
52,69%
26 tot 35 jaar
33
17,74%
36 tot 50 jaar
23
12,37%
51 tot 65 jaar
14
7,53%
opleidingsniveau geen
secundair
leeftijd
186
141
plus 65
18
9,68%
Analyse We merken in deze 5 opleidingen een sterk divers publiek : veelal cursisten van Belgische nationaliteit, zowel studenten, werklozen als werknemers, met een lager of hoger secundair niveau ( secrretariaat-talen en kantoor ook gekoppeld aan AV ), met een sterke jonge instroom (52 % tss. 18 -25 j.). Huishoudelijk onderwijs Momenteel is er amper huishoudelijk onderwijs aanwezig in de gemeentes van het BHG, terwijl dit wel reeds een (administratieve) onderwijsbevoegdheid is van CVO’s Meise-Jette en CVO VIVA SVV ( één kleinschalige opleiding, nl. inrichten van de woning) . Aan de hand van een behoeftenonderzoek bij specifieke doelgroepen (senioren, allochtone vrouwen,...) wordt in 2011 nagegaan of opleidingen uit de studiegebieden huishoudelijk onderwijs en mode opportuun zijn in BHG. Er dienen in ieder geval daarvoor extra middelen infrastructuur gegenereerd. Eventueel kan er een samenwerking met socio-culturele organisaties die nu over een dergelijk aanbod beschikken (op vrijetijdsbasis) worden uitgewerkt. Informatie- en communicatietechnologie De enige opleiding van het studiegebied Informatie- en Communicatietechnologie die in het BHG wordt ingericht is Toepassingssoftware op SO-niveau (Word, Excel, …). De opleidingen (CVO Brussel, CVO Lethas, CVO Meise-Jette) zijn sterk bevolkt door senioren (+ 55 j.); de opleiding bij Lethas kent een sterke instroom vanuit het Pajottenland van senioren (12 groepen van ca. 20 senioren!), in de opleiding bij CVO Brussel wordt de instroom exclusief verzorgd door het Seniorencentrum Brussel. De bedoeling is deze opleidingen wat meer naar alle leeftijdsgroepen open te trekken, maar het aandeel jongvolwassenen zal hoe dan ook klein zijn (wordt in huidig secundair onderwijs sterk onderwezen). De idee leeft om via ‘open deur lessen’ (CVO Lethas) cursisten NT2 en talenopleidingen naar de lessen ICT toe te leiden. Ook is er een vraag vanuit Centrum Basiseducatie Brusselleer om cursisten uit modules ICT te laten doorstromen naar CVO-opleidingen of naar opleidings- en werkervaringsprojecten (Intec, Maks, Atel, …). Ook op HBO niveau bestaat de opleiding Informatica binnen het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde (cf. infra). Ze worden vrij goed gevolgd bij CVO Lethas en CVO Brussel; er wordt wel gestreefd naar bijkomende groei.
142
Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
M
76
23,31%
V
250
76,69%
Belg
290
88,96%
Niet Belg
36
11,04%
student
4
1,23%
werkend
62
19,02%
werkloos
95
29,14%
165
50,61%
2
0,61%
17
5,21%
4
1,23%
224
68,71%
hoger
78
23,93%
andere
1
0,31%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
8
2,45%
26 tot 35 jaar
32
9,82%
36 tot 50 jaar
84
25,77%
51 tot 65 jaar plus 65
59 143
18,10% 43,87%
gepensioneerd opleidingsniveau
geen onbekend basis secundair
leeftijd
326
143
Analyse Veel vrouwelijke cursisten, bijna 30 % werklozen, en meer dan 50 % gepensioneerden (43 % plus 65 j.). Opleidingsniveau varieert van hoger secundair tot hoger onderwijs. Instroom vanuit rand is groot (118), maar hier meer cursisten vanuit BHG (183). Land en tuinbouw Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
258
M
38
14,73%
V
220
85,27%
Belg
253
98,06%
Niet Belg
5
1,94%
student
5
1,94%
werkend
199
77,13%
werkloos
20
7,75%
gepensioneerd
34
13,18%
4
1,55%
0
0,00%
10
3,88%
secundair
131
50,78%
hoger
112
43,41%
0
0,00%
opleidingsniveau geen onbekend basis
andere
144
leeftijd
min 18 jaar
1
0,39%
18 tot 25 jaar
9
3,49%
26 tot 35 jaar
26
10,08%
36 tot 50 jaar
71
27,52%
51 tot 65 jaar
114
44,19%
37
14,34%
plus 65
Analyse Deze opleidingen ( bloementeelt –en schikken tso 3) en tuinbouw TSO 3 zitten meer in de vrijetijdssfeer, en ontvangen een overwegend werkend, hoger geschoold publiek, met vnl. cursisten tussen 51 en 65 j. ( 44 %). Mechanica-elektriciteit Hier gaat het om een héél beperkt aantal technische opleidingen, gegeven door slechts 1 Centrum (CVO Brussel): enkel PLC-technieker en Residentieel Elektrotechnisch Installateur worden effectief gegeven door CVO Brussel (Hersteller Bruingoed is een administratieve bevoegdheid). Gezien zich in het studiegebied Industriële wetenschappen vrij veel knelpuntberoepen bevinden, lijkt een uitbreiding van de opleidingen in dit studiegebied op zijn plaats. Door beperkte ruimte (geen ateliers) heeft CVO Brussel dit beperkt tot twee opleidingen; in juni 2009 heeft een eerste contact tussen CVO Brussel en het Competentie Centrum in Anderlecht van VDAB Brussel geresulteerd in een intentie tot samenwerking inzake de opleidingen PLC-technieker en Residentieel Elektrotechnisch Installateur, waarbij VDAB deze opleidingen in hun stelsel zalopnemen en werkzoekenden zal toeleiden (cfr. zelfde werkwijze VDAB-CVO Elishout COOVI). Ook worden er uitwisselingen inzake infrastructuur gepland (opleidingscentrum Anderlecht). De opleiding PLC-technieker wordt vanaf scooljaar 2010-11 ook samen met Algemene Vorming aangeboden.
Geslacht
Nationaliteit
Aantal
18
M
18
100,00%
V
0
0,00%
Belg
8
44,44%
10
55,56%
Niet Belg
145
Soc ec stat
student
1
5,56%
werkend
7
38,89%
werkloos
10
55,56%
0
0,00%
0
0,00%
onbekend
1
5,56%
basis
2
11,11%
12
66,67%
hoger
3
16,67%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
1
5,56%
26 tot 35 jaar
8
44,44%
36 tot 50 jaar
7
38,89%
51 tot 65 jaar
2
11,11%
plus 65
0
0,00%
gepensioneerd opleidingsniveau geen
secundair
leeftijd
Analyse Dit is een mannelijke richting, waarbij 55 % niet de Belgische nationaliteit heeft, ook 55 % werkloos is (38 % werkend), een lager opleidingsniveau heeft (11 % basis, 66 % secundair) en zich qua leeftijd tss. 26 en 50 j. bevindt. Personenzorg De opleidingen begeleider (buitenschoolse) kinderopvang, jeugd-en gehandicaptenzorg, en polyvalent verzorgende (logistiek ass., zorgkundige) worden allemaal aangeboden door CVO Brussel, veelal in combinatie met Algemene Vorming. Dit is een sterk stijgend studiegebied (evolutie …), en ook op de arbeidsmarkt en in de socialprofit sector zijn deze beroepen sterk gevraagd (zie analyse leerbehoeften-en noden). De afwezigheid van verpleegkunde in het volwassenenonderwijs wordt opgevangen
146
door de opleiding Se-n-se (secundair na secundair, HBO4) van verpleegkunde in het st. Guido-instituut. Ook de instellingen hoger onderwijs HUB en Erasmus bieden vanaf schooljaar 2010-2011 de opleridingen verpleegkunde (2009-2010) en vroedkunde (enkel Erasmus) in gecombineerd onderwijs aan. In onderstaande tabel wordt het aantal cursisten weergegeven voor elke opleiding van het studiegebied Personenzorg aanwezig in het BHG. Cursistenprofiel
Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
opleidingsniveau
M
35
12,77 %
V
239
87,23 %
Belg
211
77,01%
Niet Belg
63
22,99%
student
59
21,53 %
werkend
97
35,40 %
werkloos
118
43,07 %
gepensioneerd
0
0,00%
geen
0
0%
onbekend
5
1,82 %
basis
3
1,09 %
255
93,07 %
hoger
11
4,01 %
andere
0
0,00 %
min 18 jaar
0
0,00 %
108
39,42 %
secundair
leeftijd
274
18 tot 25 jaar
147
26 tot 35 jaar
82
29,93 %
36 tot 50 jaar
78
28,47 %
51 tot 65 jaar plus 65
6 0
2,19 % 0,00%
Analyse Hier vinden we een overwegend vrouwelijk publiek ( 70 %), 77 % heeft de Belgische nationaliteit, 43 % is werkloos en 21 % is student, 93 % heeft een diploma secundair onderwijs ( vrij veel LSO- veelal gekoppeld aan Algemene Vorming), bijna 40 % is tussen 18 en 25 j. Smeden Binnen dit studiegebied wordt door CVO Brussel de opleiding Hoefsmid (en assistent hoefsmid) ingericht. Het gaat om een sterk gespecialiseerde opleiding die uniek is in de Benelux en er is dan ook een instroom vanuit verschillende regio’s.
Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
Aantal
70
M
58
82,86%
V
12
17,14%
Belg
61
87,14%
Niet Belg
9
12,86%
student
16
22,86%
werkend
33
47,14%
werkloos
21
30,00%
0
0,00%
1
1,43%
gepensioneerd opleidingsniveau geen
148
leeftijd
onbekend
0
0,00%
basis
4
5,71%
secundair
52
74,29%
hoger
12
17,14%
andere
1
1,43%
min 18 jaar
1
1,43%
18 tot 25 jaar
43
61,43%
26 tot 35 jaar
15
21,43%
36 tot 50 jaar
10
14,29%
51 tot 65 jaar
1
1,43%
plus 65
0
0,00%
Analyse Overwegend mannelijk publiek, toch nog 12 % niet-Belgische nationaliteit (Nederlands), 47 % werkende cursisten naast 30 % werkzoekenden, hoger opleidingsniveau en vnl. 18 tot 35 jarigen (jonge instroom!) Talen RG1 tot en met RG4 De talenopleidingen in Brussel kennen een gestage groei; vooral de opleidingen Frans kennen een sterke stijging de voorbije periode in de meeste CVO’s. Ook Engels en Spaans zijn populaire talen. De opleidingen Arabisch (niet meer vanaf 2008-09) Chinees, Duits, Engels, Frans, Pools, Spaans, Italiaans worden door meer dan één CVO aangeboden. De opleidingen Russisch, Portugees, Grieks worden door één enkel CVO aangeboden. De richtgraden 1.1 (A1 Breaktrough), 1.2 (A2 Waystage) en 2 (B1 Threshold) worden sterk bevolkt in de meeste CVO’s. De richtgraden 3 en 4 (Vantage B2 en C1 Effectiveness) worden minder sterk gevolgd; de doorstroom vanuit de eerste richtgraden stokt. De meeste CVO’s willen die verdere taalbeheersing sterk intern promoten. In onderstaande grafieken worden eerst (grafiek 8 en 9) het aantal lesurencursist per CVO voor het studiegebied Talen weergegeven. Deze worden gevolgd door een weergave per taal, uitgedrukt in aantal cursisten (grafiek 10 en 12) en het aantal lesurencursisten (grafiek 11 en 13). Grafiek. Cijfers Brucovo december 2009
149
Cursistenprofiel talen RG 1 en 2
Geslacht
Aantal
7141
M
2549
35,70%
V
4592
64,30%
150
Nationaliteit
Soc ec stat
Belg
2634
36,89%
Niet Belg
4507
63,11%
student
784
10,98%
werkend
4710
65,96%
werkloos
1543
21,61%
104
1,46%
geen
46
0,64%
onbekend
75
1,05%
basis
62
0,87%
secundair
4915
68,83%
hoger
2036
28,51%
4
0,06%
gepensioneerd opleidingsniveau
andere leeftijd
min 18 jaar
12
0,17%
18 tot 25 jaar
1102
15,43%
26 tot 35 jaar
3169
44,38%
36 tot 50 jaar
2075
29,06%
51 tot 65 jaar plus 65
663 120
9,28% 1,68%
Analyse Veel vrouwelijke cursisten ( gemiddeld 64 %), 63 % geen Belgische nationaliteit, veel werknemers( 65 % t.o;v. 21 % werklozen), veelal HSO en HO-niveau, sterke instroom 26 tot 35-jarigen. Dit varieert echter van taal tot taal ( Frans, Engels, Duits als meer klassieke talen; Spaans, Portugees, Italiaans, enz. als meer exotische talen). Veel cursisten volgen een taal uit persoonlijke motivatie(reizen bvb.) maar ook zijn er veel professionele drijfveren(vooral bij klassieke talen F, E en ook Spaans). Voor talenopleidingen zijn er opvallend meer cursisten vanuit het BHG, instroom vanuit Rand en andere regio’s minimaal ( omsdat talenaanbod in de andere regio’s meestal ook aanwezig is- cursisten gaan eerder dichtbij/in de buurt).
151
Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
M
392
34,18%
V
755
65,82%
Belg
500
43,59%
Niet Belg
647
56,41%
student
107
9,33%
werkend
909
79,25%
werkloos
112
9,76%
19
1,66%
7
0,61%
7
0,61%
gepensioneerd opleidingsniveau geen onbekend basis
leeftijd
1147
8
0,70%
secundair
692
60,33%
hoger
433
37,75%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
80
6,97%
26 tot 35 jaar
517
45,07%
36 tot 50 jaar
380
33,13%
51 tot 65 jaar
139
12,12%
31
2,70%
plus 65
152
Analyse Ook overwegend vrouwelijk publiek, meer Belgische nationaliteit ( 43 %), meer werkenden dan bij RG1 en 2 ( bijna 80 %), hoog opleidingsniveau ( 37 % HO) en vooral bij 2635 jarigen. Voeding Het aantal lesurencursist in Hotelbedrijf stijgt elk jaar en bedraagt (voor 2009) ca. 180.000 (referteperiode 01/04/2008-31/03/2009). Dit studiegebied wordt enkel uitgeoefend door CVO Elishout COOVI. Daarvan is een groot aantal cursisten toegeleid door VDAB. Ook Farmaceutisch technisch assistent kent een stijging, mede door het aandeel van de cursisten die toegeleid worden door VDAB: 315 inschrijvingen, waarvan 120 via de VDAB. Dit maakt 35% uit van het totaal. OVERZICHT AANDEEL VDABINSCHRIJVINGEN OPLEIDING
TOTAAL
Hulpkok
AANTAL VDAB
%
1109
196
17,67%
653
103
15,77%
Grootkeukenhulpkok
39
39
100,00%
Grootkeukenkok
48
48
100,00%
grootkeukenmedewerker
84
84
100,00%
Hotelbedrijf
57
43
75,44%
Hulpkelner
278
122
43,88%
Kok
Kelner
X
X
Kelner banketdienst
11
11
100,00%
Keukenverantwoordelijke
14
14
100,00%
Traiteurkok
95
64
67,37%
Traiteur-banketaannemer
35
25
71,43%
153
Wijnkenner
78
Oude hotelbedrijf
56
14
25,00%
Zaalverantwoordelijke
12
12
100,00%
2569
775
30,17%
TOTAAL
0,00%
Cijfers 2008-2009 (CVO Elishout) Wat de opleiding grootkeukenmedewerker betreft: i.s.m. de VDAB wordt er ook een neventraject NT2 aan gekoppeld (gegeven door Elishout-lesgevers i.s.m. taalleerkrachten VDAB) (mede door subsidie EIF-project Huis van het Nederlands) De omkadering voor zulke doelgroepen is vrij zwaar: er wordt veel tijd geïnvesteerd in begeleiding van zulke trajecten. Extra middelen zijn niet voorhanden (geen bonus bvb. via gelijke kansensubsidies SO). De trajecten i.s.m. VDAB behoeven nog meer omkadering en taalondersteuning. VDAB cursisten stromen elk semester vlot uit. De tewerkstelling wordt vanuit VDAB opgevolgd (ca. 85 %). De stages worden begeleid (en stageplaatsen gezocht) door het CVO vanaf dit jaar (40 stagiaires), maar VDAB volgt ook mee op. Opleidingen in samenwerking met VDAB worden in de toekomst uitgebreid: vanaf sept. overdag cursussen slagerij/ bakkerij (zijn ook knelpuntberoepen).
Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
1732
M
948
54,73%
V
784
45,27%
1550
89,49%
Niet Belg
182
10,51%
student
94
5,43%
Belg
154
werkend
1203
69,46%
werkloos
360
20,79%
75
4,33%
60
3,46%
onbekend
13
0,75%
basis
22
1,27%
secundair
842
48,61%
hoger
795
45,90%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
4
0,23%
18 tot 25 jaar
164
9,47%
26 tot 35 jaar
469
27,08%
36 tot 50 jaar
640
36,95%
51 tot 65 jaar
397
22,92%
58
3,35%
gepensioneerd opleidingsniveau geen
leeftijd
plus 65
Analyse Zowel mannelijke als vrouwelijke cursisten, meestal Belgen, waarvan bijna 70 % werkend ( in opleidingen met volledige instroom vanuit VDAB is dit volledig werkzoekend), zowel SO als HO niveai met een overwicht tussen 26 en 65 jaar(!).
155
4.3.12 HBO opleidingen
Geslacht
Opleiding
Leeftijd
Hbo Gezond
HBO soc
M
12
40,00%
289
52,36%
18
100,00%
178
42,58%
51
37,23%
24
29,27%
V
18
60,00%
263
47,64%
0
0,00%
240
57,42%
86
62,77%
58
70,73%
28
93,33%
496
89,86%
14
77,78%
397
94,98%
132
96,35%
82
100,00%
Niet Belg
2
6,67%
56
10,14%
4
22,22%
21
5,02%
5
3,65%
0
0,00%
Student
1
3,33%
10
1,81%
1
5,56%
44
10,53%
0
0,00%
0
0,00%
Werkend
26
86,67%
429
77,72%
12
66,67%
306
73,21%
126
91,97%
82
100,00%
Werkloos
3
10,00%
111
20,11%
5
27,78%
68
16,27%
10
7,30%
0
0,00%
Gepensioneerd
0
0,00%
2
0,36%
0
0,00%
0
0,00%
1
0,73%
0
0,00%
Geen
0
0,00%
3
0,54%
0
0,00%
0
0,00%
0,00%
0
0,00%
Onbekend
0
0,00%
2
0,36%
1
5,56%
0
0,00%
13
9,49%
0
0,00%
Basisonderwijs
0
0,00%
3
0,54%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
Secundair Onderwijs
12
40,00%
270
48,91%
13
72,22%
154
36,84%
61
44,53%
4
4,88%
Hoger Onderwijs
18
60,00%
274
49,64%
4
22,22%
264
63,16%
63
45,99%
78
95,12%
Andere
0
0,00%
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
Nationaliteit Belg Soc Ec Status
HBO onder
2009-2010
HBO indust
HBO Bio
HBO Handel
Overzicht Hoger Beroepsonderwijs centra Brucovo (excl.SLO)
0
156
18 tot 25 jaar
5
16,67%
121
21,92%
3
16,67%
80
19,14%
2
1,46%
1
1,22%
26 tot 35 jaar
9
30,00%
280
50,72%
8
44,44%
209
50,00%
30
21,90%
30
36,59%
36 tot 50 jaar
12
40,00%
111
20,11%
6
33,33%
120
28,71%
65
47,45%
50
60,98%
51 tot 65 jaar
4
13,33%
40
7,25%
1
5,56%
9
2,15%
40
29,20%
1
1,22%
plus 65 jaar
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
HBO Biotechniek Binnen dit studiegebied wordt door CVO Elishout COOVI de opleiding Cosmetische wetenschappen georganiseerd (met 30 cursisten in 2009). Dit is een sterk gespecialiseerde opleiding en is uniek in Vlaanderen. Cursistenprofiel
Geslacht Nationaliteit Soc ec stat
opleidingsniveau
Aantal
30
M
12
40,00%
V
18
60,00%
Belg
28
93,33%
Niet Belg
2
6,67%
student
1
3,33%
werkend
26
86,67%
werkloos
3
10,00%
gepensioneerd
0
0,00%
geen
0
0,00%
onbekend
0
0,00%
basis
0
0,00%
secundair
12
40,00%
hoger
18
60,00%
andere
0
0,00%
157
leeftijd
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
5
16,67%
26 tot 35 jaar
9
30,00%
36 tot 50 jaar
12
40,00%
51 tot 65 jaar plus 65
4 0
13,33% 0,00%
Analyse Vnl. Belgen, met een overwicht van vrouwelijke werknemers,met opleidingsniveau secundair en hoger, varierend van 18 tot 65 jaar. ER is veel instroom van andere regio’s. HBO Gezondheidszorg Door CVO Lethas worden momenteel 3 opleidingen ingericht binnen dit studiegebied,nl. 3 kaderopleidingen nursing. Deze zijn gericht op bijscholing en hebben dus een enigszins andere instroom dan de andere HBO-opleidingen (de cursisten hebben al een diploma verpleegkunde op zak). Gezondheidszorg is een belangrijke sector in het BHG en dus een studiegebied dat eventueel in aanmerking komt voor uitbreiding in deze regio. Cursistenprofiel
Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
Aantal
82
M
24
29,27%
V
58
70,73%
Belg
82
100,00%
Niet Belg
0
0,00%
student
0
0,00%
werkend
82
100,00%
158
werkloos
0
0,00%
gepensioneerd
0
0,00%
0
0,00%
onbekend
0
0,00%
Basis
0
0,00%
secundair
4
4,88%
hoger
78
95,12%
andere
0
0,00%
opleidingsniveau Geen
leeftijd
min 18 jaar
0,00%
18 tot 25 jaar
1
1,22%
26 tot 35 jaar
30
36,59%
36 tot 50 jaar
50
60,98%
51 tot 65 jaar plus 65
1 0
1,22% 0,00%
Analyse Overwegend werkende vrouwen ( 70 %) met Belgische nationaliteit, mùet een hoger ondferwijs diploma( vnl. verplezegkunde) en variërend tussen 26 en 50 j. Instroom vanuit alle Vlaamse regio’s. HBO Handelswetenschappen en bedrijfskunde Het studiegebied HBO Handelswetenschappen en bedrijfskunde bevat een brede waaier aan opleidingen waarvan er maar liefst 9 worden aangeboden in het BHG. In onderstaande grafieken worden de aantallen LUC weergegeven per CVO voor het gehele studiegebied, en per opleiding. Ook het aantal cursisten per opleiding wordt getoond in de laatste grafiek. Cursistenprofiel
159
Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
opleidingsniveau
Aantal
552
M
289
52,36%
V
263
47,64%
Belg
496
89,86%
Niet Belg
56
10,14%
student
10
1,81%
werkend
429
77,72%
werkloos
111
20,11%
gepensioneerd
2
0,36%
geen
3
0,54%
onbekend
2
0,36%
basis
3
0,54%
secundair
270
48,91%
hoger
274
49,64%
andere leeftijd
min 18 jaar
0,00% 0
0,00%
18 tot 25 jaar
121
21,92%
26 tot 35 jaar
280
50,72%
36 tot 50 jaar
111
20,11%
51 tot 65 jaar
40
7,25%
0
0,00%
plus 65
160
Analyse Hier valt het hoge aantal werkenden op ,met reeds een vrij hoog opleidingsniveau (toch bijna 50 % hoger onderwijs); vnl. 26 tot 35 jarigen volgen deze opleidingen (uit professionele aspiraties) HBO Industriële wetenschappen en technologie Ook op HBO niveau is het aantal technische opleidingen in het BHG erg gering. Slechts één opleiding wordt ingericht, namelijk Elektronica. Mits beschikbare infrastructuur lijkt het in het BHG zinvol dit studiegebied verder uit te breiden. Cursistenprofiel
Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
opleidingsniveau
Aantal
18
M
18
100,00%
V
0
0,00%
14
77,78%
Niet Belg
4
22,22%
student
1
5,56%
werkend
12
66,67%
werkloos
5
27,78%
gepensioneerd
0
0,00%
geen
0
0,00%
onbekend
1
5,56%
basis
0
0,00%
13
72,22%
4
22,22%
Belg
secundair hoger
161
Leeftijd
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
3
16,67%
26 tot 35 jaar
8
44,44%
36 tot 50 jaar
6
33,33%
51 tot 65 jaar
1
5,56%
plus 65
0
0,00%
Analyse In de dunbevolkte opleiding Electronica zitten overwegend Belgische mannen, die ofwel wekend (66%) of werklooszijn ( 27 %) en die sterk variËren in leeftijd. HBO Sociaal-agogisch werk Momenteel wordt door CVO Brussel de opleiding Syndicaal werk ingericht en Seniorenconsulentenvorming door de Hogere leergangen voor fiscale en sociale wetenschappen. Ook andere opleidingen binnen dit studiegebied zouden echter mogelijkheden kunnen bieden tot samenwerking met hogescholen in de regio. Cursistenprofiel Aantal Geslacht
Nationaliteit
Soc ec stat
137
M
51
37,23%
V
86
62,77%
132
96,35%
Niet Belg
5
3,65%
student
0
0,00%
126
91,97%
Belg
werkend
162
werkloos gepensioneerd
10
7,30%
1
0,73%
opleidingsniveau geen onbekend
13
9,49%
0
0,00%
secundair
61
44,53%
hoger
63
45,99%
andere
0
0,00%
min 18 jaar
0
0,00%
18 tot 25 jaar
2
1,46%
26 tot 35 jaar 36 tot 50 jaar
30 65
21,90% 47,45%
51 tot 65 jaar
40
29,20%
0
0,00%
basis
leeftijd
0,00%
plus 65
Analyse Een overwegend vrouwelijk studiegebied, voor cursistyen die werken, een hoger geschoold zijn en vnl. tussen 36 en 50 j. oud zijn Onderwijs De Specifieke lerarenopleiding komt in de plaats van de vroegere GPB-opleiding. Niettegenstaande de opleiding inhoudelijk grondig hervormd werd, merken we hier wél een stijging. In BHG wordt deze opleiding ingericht door drie verschillende CVO’s (waarbij CVO Elishout het meeste inschrijvingen genereert, gevolgd door CVO Lethas (afdeling Sint-Lukas) en CVO Brussel). Deze opleidingen liggen niet verspreid over Brussel (2 in Anderlecht, 1 in Schaarbeek), en zijn dus genoodzaakt zich duidelijk te profileren. In onderstaande grafiek wordt het aantal LUCs getoond per CVO voor dit studiegebied.
163
Lesurencursist HBO Onderwijs per C 42448
45000 40000
34728
35000 30000 25000 20000 15000
9760
10000 5000 Cijfers Brucovo december 2009
CURSISTENPROFIEL STUDIEGEBIED ONDERWIJS (GPB-OPLEIDING EN SLO) (referteperiode 2008-2009)
Aantal cursisten
CVO Lethas 171 cursisten
Woonplaats
CVO Brussel 45 cursisten
CVO Lethas
CVO Elishout COOVI 187 cursisten
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
Brussel: 33,92%
Brussel: 20%
Brussel: 13,90%
Vlaams-Brabant: 23,39%
Vlaams-Brabant: 55,56%
Vlaams-Brabant: 70,05%
Antwerpen: 20,47%
Antwerpen: 4,44%
Antwerpen: 3,21%
164
Limburg: 13,45%
Limburg: 6,67%
Limburg: <1%
Oost-Vlaanderen: 6,43%
Oost-Vlaanderen: 13,33%
Oost-Vlaanderen: 7,49%
West-Vlaanderen: 1,75%
West-Vlaanderen: 1,07%
Henegouwen: <1%
Henegouwen: 2,67% Waals-Brabant: 1,07%
Nationaliteit
CVO Lethas
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
Belg: 94,74%
Belg: 97,78%
Belg: 94,12%
Nederlands: 2,34%
Kosovaars: 2,22%
Nederlands: 1,60%
Turks: 1,75%
Pools: <1%
Marokkaans: 1,17%
Moldavisch: <1% Iraaks: <1% Turks: <1% Kameroens: <1% Marokkaans: 1,60%
Geslacht
CVO Lethas
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
mannen: 53,22%
mannen: 40%
mannen: 33,69%
vrouwen: 46,78%
vrouwen: 60%
vrouwen: 66,31%
Socio-economisch statuut
CVO Lethas
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
ambtenaar: 31%
ambtenaar: 2,22%
ambtenaar: 18,18%
arbeider: 2,92%
arbeider: 6,67%
arbeider: 3,74%
bediende: 31,58%
bediende: 62,22%
bediende: 52,41%
student hoger onderwijs: 16,96%
student hoger onderwijs: 2,22%
student hoger onderwijs: 4,28%
werkloos: 14,04%
werkloos: 15,56%
werkloos: 16,58%
165
zelfstandige: 3,51%
zelfstandige: 11,11%
zelfstandige: 1,60% vrij beroep: <1% studenten secundair onderwijs: 2,14% kaderlid: <1%
Opleidingsniveau
CVO Lethas
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
lager secundair onderwijs: <1%
lager secundair onderwijs: 6,67%
lager secundair onderwijs: 6,95%
hoger secundair onderwijs: 31%
hoger secundair onderwijs: 17,78%
hoger secundair onderwijs: 37,43%
master: 20,47%
master: 24,44%
master: 1,60%
student universitaire opleiding: 12,87%
bachelor: 46,67%
student universitaire opleiding: 14,97%
hogeschool: 35,09%
andere: 4,44%
hogeschool: 38,50% bachelor: <1%
Vrijstelling
CVO Lethas
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
inschrijvingsgeld geen vrijstelling: 73,10%
geen vrijstelling: 91,11%
geen vrijstelling: 85,03%
inkomen wacht- of werkloosheidsuitkering:
inkomen wacht- of werkloosheidsuitkering:
inkomen wacht- of werkloosheidsuitkering:
4,68%
2,22%
3,21%
inkomen wachtuitkering–werkloosh. VDAB
inkomen wachtuitkering–werkloosh. VDAB
inkomen wachtuitkering–werkloosh. VDAB
traject naar werk: 1,17%
traject naar werk: 6,67%
traject naar werk: 10,69%
mindervalide: 1,17%
niet-werkend, verpl. ing. werkz. gn recht wa: 1,07%
niet-werkend, verpl. ing. werkz. gn recht wa: 4,09% Evaluatieresultaat
CVO Lethas
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
166
geslaagd: 41,52%
geslaagd: 88,89%
geslaagd: 81,28%
niet deelgenomen: 9,36%
niet deelgenomen: 4,44%
niet deelgenomen: 11,23%
niet geslaagd: 3,51%
nvt: 6,67%
niet geslaagd: 4,28%
nvt: 45,61% Leeftijd
nvt: 3,21% CVO Lethas
CVO Brussel
CVO Elishout COOVI
< 18: 0%
< 18: 0%
< 18: 0%
18-25: 22,22%
18-25: 22,22%
18-25: 13,37%
26-35: 56,14%
26-35: 46,67%
26-35: 45,45%
36-50: 20,47%
36-50: 26,67%
36-50: 38,50%
51-65: 1,17%
51-65: 4,44%
51-65: 2,67%
> 65: 0%
> 65: 0%
> 65: 0%
Analyse Op basis van de geanonimiseerde cursistengegevens die door de overheid ter beschikking gesteld werden in april 2010 en die betrekking hebben op de referteperiode 2008-2009, volgt een analyse van het cursistenprofiel van het studiegebied Onderwijs in het Brusselse volwassenenonderwijs. Binnen dit studiegebied zijn op dit moment twee opleidingen, namelijk de uitdovende GPB-opleiding (Getuigschrift voor Pedagogische Bekwaamheid) en de SLO (Specifieke Lerarenopleiding). Het gaat in totaal over 403 cursisten, verdeeld over 3 CVO’s: 46,40% van de cursisten volgt één van deze opleidingen bij CVO Elishout COOVI. CVO Lethas heeft 42,43% van de cursisten, en 11,17% volgt les bij CVO Brussel. Wat de woonplaats van de cursisten betreft, merken we dat CVO Brussel de grootste groep Brusselse cursisten heeft, met ongeveer 1/3 van de cursisten, gevolgd door de cursisten uit Vlaams-Brabant. Bij CVO Brussel en CVO Elishout COOVI is de groep cursisten uit Vlaams-Brabant de grootste, gevolgd door de Brusselse cursisten. Opvallend is verder het relatief groot aantal cursisten bij CVO Lethas die gedomicilieerd zijn in Antwerpen en Limburg.
167
Uit de gegevens over de nationaliteit kunnen we afleiden dat de grote meerderheid (minstens 94%) van de cursisten van het studiegebied Onderwijs de Belgische nationaliteit heeft. De grootste diversiteit aan nationaliteiten vinden we terug bij CVO Elishout COOVI, waar 8 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd zijn. Dit is waarschijnlijk te verklaren door het aanbod van een opleiding SLO op maat, specifiek voor anderstalige cursisten. Wanneer men kijkt naar het geslacht, zijn de vrouwelijke cursisten bij CVO Brussel en CVO Elishout COOVI in de meerderheid. Bij CVO Lethas hebben de mannen een klein overwicht. Tussen de cursisten van het studiegebied Onderwijs is er een grote diversiteit aan socio-economische statuten. Ook hier merken we dat de diversiteit het grootst is bij CVO Elishout COOVI, met 9 verschillende statuten. Bij de 3 CVO’s vormen de bedienden de grootste groep. Bij CVO Lethas is de groep ambtenaren vrijwel even groot als de groep bedienden. Bij CVO Brussel vormen de ambtenaren dan weer de kleinste groep, samen met de studenten hoger onderwijs. Cursisten die een vrij beroep uitoefenen, studenten secundair onderwijs en kaderleden zijn enkel vertegenwoordigd bij CVO Elishout COOVI. Werklozen vormen in elk CVO ongeveer een even grote groep. Wat het opleidingsniveau betreft, zijn zowel cursisten met een diploma hoger secundair onderwijs als met een diploma hoger onderwijs goed vertegenwoordigd in de 3 CVO’s. In CVO Lethas en CVO Elishout COOVI vormen de cursisten met een hogeschooldiploma (korte of lange type) de grootste groep. Bij CVO Brussel hebben bijna de helft van de cursisten een bachelordiploma. De cursisten met dit diploma zijn dan weer de kleinste groep bij CVO Elishout COOVI. Ook de cursisten met een masterdiploma vertegenwoordigen in dit CVO slechts een klein deel van de cursisten, terwijl ze in de 2 andere CVO’s toch minstens 1/5 van de cursisten vormen. De cursisten met een diploma lager secundair onderwijs zijn bij de 3 CVO’s slechts een kleine groep, wat ook logisch lijkt gezien de specifieke toelatingsvoorwaarden tot de opleiding en tot het beroep van leraar. In de 3 CVO’s hebben de meeste cursisten van het studiegebied Onderwijs geen recht op een al dan niet gedeeltelijke vrijstelling van het inschrijvingsgeld. De cursisten die hier toch recht op hebben, zijn voor het overgrote deel werkzoekenden, die al dan niet een traject naar werk zitten van de VDAB. Wanneer men de gegevens over het evaluatieresultaat bekijkt, zien we dat het slaagpercentage voor het studiegebied Onderwijs bij CVO Brussel en CVO Elishout COOVI hoog ligt. Bij CVO Lethas ligt het lager, maar dat wordt verklaard door het groot aantal niet-ingevulde cellen (waar het evaluatieresultaat op het moment van de registratie van deze gegevens niet van toepassing was). De gegevens geven ons ook een idee van de drop-out, aangezien er ook geregistreerd wordt wie niet deelneemt aan de evaluatie. In dit studiegebied ligt de drop-out eerder laag. Tenslotte, wat de leeftijd betreft, zien we dat in de GPB-opleiding en SLO van de 3 CVO’s de cursisten tussen 26 en 35 het sterkst vertegenwoordigd zijn, met minstens 45%. Ze worden gevolgd door de leeftijdsgroepen 18-25 en 36-50. Bij CVO Elishout COOVI vertegenwoordigt die laatste groep toch ook bijna 40%.
168
4.4. Aantal lineaire/modulaire opleidingen De modularisering zet zich door (einde 2014) voor alle opleidingen Secundair Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs (zie recente HBO-decreet). Momenteel worden opleidingen als Ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting en diverse talenopleidingen niet meer ingericht en wordt enkel nog Hoefsmederij BSO2 als SO-opleiding lineair ingericht. De vraag naar het ontwikkelen van een hernieuwd opleidingsprofiel op modulair niveau is gesteld aan de decretale stuurgroep door het consortium en het betrokken CVO. De HBO-opleidingen Fiscale Wetenschappen en kaderopleidingen nursing zijn in omvorming tot modulaire opleidingen. CVO
Studiegebied/Opleiding
Brussel
Ervaringsdeskundige armoede & soc. uitsluiting TSO3
Brussel
Hoefsmederij BSO2
Lethas
HBO Kaderopleiding nursing geriatie en bejaardenzorg
Lethas
HBO Kaderopleiding nursing voor gegradueerde psychiatrische verpleging
Lethas
HBO Kaderopleiding nursing voor gegradueerde ziekenhuisverpleging
FHS
Fiscale wetenschappen
KHNB
Engels RG4
KHNB
Frans RG3
KHNB
Frans RG4
KHNB
Italiaans RG3
KHNB
Spaans RG3
HIG
Seniorenconsulentenvorming
169
4.5. Indeling studiebewijzen: certificaat, diploma, graduaatsdiploma, attest, deelcertificaat, getuigschrift In de vragenronde bij de verschillende centra werd gepeild naar de effectieve ‘waarde’ die cursisten hechten aan hun studiebewijs: maakt het voor hen veel uit of ze nu een getuigschrift, attest, certificaat of diploma ontvangen na afloop van hun opleiding? In de meeste CVO’s is dit niet het geval, wel wat betreft het behalen van een diploma Secundair Onderwijs en soms in het geval een graduaatsdiploma (ook sterk werkgerelateerd). Wat taalopleidingen en andere opleidingen SO betreft is dit véél minder belangrijk. - Bij het leeuwendeel van de opleidingen kun je een certificaat of deelcertificaat bekomen: alle taalopleidingen RG1 t.e.m. 4, Algemene Vorming BSO/TSO3, (zie tabel). - Bij het volgen van volgende opleidingen kun je een SO-diploma bekomen: Kantooradministratie en Gegevensbeheer, Secretariaat-Talen TSO3. - Bij het volgen van volgende opleidingen kun je een graduaatsdiploma bekomen: HBO SLO, HBO Kaderopleidingen nursing, HBO Openbare Besturen, Cosmetische wetenschappen, HBO Seniorenconsulentenvorming, HBO Boekhouden, HBO Informatica, HBO Marketing, HBO Verzekeringen, HBO Electronica, HBO Syndicaal werk, HBO Fiscale wetenschappen. - Bij het volgen van volgende opleidingen kun je een attest bekomen: Bedrijfsbeheer, Toepassingssoftware, opleidingen Basiseducatie. -
Bij het volgen van volgende opleidingen kun je een getuigschrift bekomen: Hoefsmederij BSO2, de vroegere GPB-opleidingen.
4.6. Dag-, avond- of weekendonderwijs: rangschikking-opleidingen Deze opleidingen worden enkel in dagonderwijs gegeven: alle opleidingen gekoppeld aan Tweedekansonderwijs (Algemene vorming + Secretariaat-Talen, Kantooradministratie, Begeleider buitenschoolse kinderopvang, Jeugd- en gehandicaptenzorg, Kinderopvang BSO3, Kinderzorg/begeleider in de kinderopvang, Polyvalent verzorgende). Ook de opleiding Ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting en HBO Syndicaal Werk worden enkel overdag gegeven, net als de HBO kaderopleidingen Nursing en Seniorenconsulentenvorming. Ook een aantal modules NT2 (Latijns schrift, o.a.) en Engels worden enkel overdag gegeven. De opleiding bedrijfsbeheer TSO3 wordt enkel in het weekend gegeven. De rest van de opleidingen worden ofwel in avondonderwijs en / of in dagonderwijs en / of in het weekend gegeven. 4.7. Duale trajecten Volgens art. 11 van de samenwerkingsovereenkomst coördineert en ondersteunt het consortium de centra bij de detectie van de verschillende cursistenprofielen (startcompetenties, en relatie met vroegtijdige uitval), de detectie van de opleidingsbehoeftes m.b.t. duaal én geïntegreerd leren, en de organisatie van zulke systemen.
170
CVO
Duale trajecten
CVO Lethas
Ja: - met Intec: NT2 ondersteuning tijdens ICT-opleidingen sinds schooljaar 2002-2003 e - met Sint-Guido instituut: taalcoaching NT2 aan de cursisten 4 graad verpleegkunde van het Sint-Guido instituut sinds schooljaar 20072008 - met HUB – Honim: taalcoaching Nederlands aan de (van origine anderstalige) studenten van HONIM van wie de taalkennis Nederlands onvoldoende is, voornamelijk bij schrijfopdrachten. Sinds 2004. - met HUB – Ehsal : aanvullende cursussen Frans aan studenten lerarenopleiding in opleiding met als doel sneller te slagen voor het Brussels Taalexamen Frans voor onderwijzers. Sinds 2006.
CVO Brussel
Ja: - Tweedekansonderwijs/TKO: met CBE Brusselleer aanvullende modules rekenen en studiebegeleiding bij opleiding algemene Vorming / TKO + in TKO kinderzorg, met eigen Nodo-docent
CVO Elishout COOVI
Ja: - Specifieke Lerarenopleiding (op maat) + NT2 in neventraject i.s.m. CVO Meise-Jette - Bakkerij, slagerij , grootkeukenmedewerker met inzet Nodo-docent CVO Meise-Jette (EIF) Neen
CVO KHNB CVO HLFSW
Neen
CBE Brusselleer
Ja:
171
-
-
met VDAB en derden: 18 modules voor werkzoekenden i.s.m. VDAB + voortraject NL voor Social Profit-sector + voortraject bouwopleiding groep Intro CBE taalcoaching (i.k.v. alfabetiseringsplan) bij opleidingsprojecten van Jes, Aksent, SIT en EAT voor wiskunde i.s.m. VDAB opleidingscentrum, AGE, Nivo Bouwatelier
CVO Meise-Jette
Ja: -taalcoaching in Personenzorg (enkel Meise) -informatica : cursis initiatie en internet met taalcoaching geïntegreerd ( 2011) (enkel Meise)
CVO Strombeek
Neen
CVO VIVA
Neen
Analyse Het aantal duale trajecten binnen de centra van het consortium is beperkt in hoeveelheid (5 op 10 centra) en grootte (vaak op vraag van andere opleidingsverstrekkers en beperkt tot één module of één lesgroep). In andere gevallen blijft de samenwerking beperkt tot doorverwijzing naar het aanbod van een partnerinstelling. In de bestaande duale trajecten onderscheiden we volgende tendenzen: - combinatie van reguliere opleiding met NT2: gezien de grote groep anderstaligen aanwezig in het Brussels Gewest is het ontwikkelen van duale NT2 trajecten (met voor- of nevenschakeltraject) méér en méér een noodzaak, teneinde het taalniveau voldoende acceptabel te houden (gezien de voertaal altijd Nederlands blijft in CVOopleidingen), zeker bij HBO-opleidingen als bvb. de specifieke lerarenopleiding. De lopende projecten worden georganiseerd in onderlinge samenwerking en / of gecoördineerd door het Brussels Huis van het Nederlands. Het Huis plant voor volgend schooljaar extra duale trajecten te organiseren (via EIF-project (Europees Inburgeringsproject)). - beroepsgerichte trajecten: hiervoor werken centra (CBE/ CVO) samen met VDAB en private opleidingspartners, al dan niet op de werkvloer. Dit kan gaan om taalondersteuning, maar ook wiskunde, studiebgeleiding (in het geval van CBE) - diplomagerichte trajecten: de bedoeling is meer technische opleidingen te combineren met de opleiding algemene vorming ( CVO Brussel wil bvb. Opleiding PLC technieker ook koppelen aan Algemene Vorming). Het is niet uitgesloten dat ook andere opleidingen van andere CVO’s een koppeling kunnen maken met AV. - Ook de koppeling van taalondersteuning (N,F,E) bij opleidingen uit Hoger Onderwijs kan nog verder worden uitgebouwd.
172
4.8. Gecombineerd onderwijs/Open Leercentrum/Elektronisch leerplatform Centrum
CVO Lethas
OLC
Goed werkend OLC, zowel voor NT2 als voor de andere opleidingen. Eén verantwoordelijke voor OLC ( gecomiddelen VGC). Het OLC is vrijblijvend, niet op afspraak met ruime openingsuren; In OLC is er ook een bibliotheek en mediatheek.
ELO Ja, Smartschool ( ongeveer 60 gebruikers)
ELO als ondersteuning contactonderwijs Ja
Gecombineerd Onderwijs
Ja, In SLO ( ong. 20 cursisten)
OLC in Landsroemlaan, Hoveniersstraat en Rouppeplein. CVO Brussel
Goed werkend OLC in Centrum Brussel. Vaste openingsuren en
Ja, Dokeos, met ingang van 200910 Smartschool
Neen
Ja, Binnen de specifieke lerarenopleiding ( modules DCA voor 10
173
op afspraak, ook specifiek gericht op remediëring. Specifieke lesopdrachten door vakleerkracht of leerkracht zelf begeleid.
%, DCP voor 50 % , leraar en verantwoordelijkheden voor 20 %, onderwijs en maatschappij voor 10 %
OLC in Moutstraat 24, 1000 Brussel CVO Elishout COOVI
OLC aanwezig, voor iedereen toegankelijk, niet gericht op remediering; louter vrijwillige en nietreceptieve functie Adres OLC: E. Gryzonlaan 1, gebouw 4A, 1070 Anderlecht
Ja, Dokeos
Ja
Openbare besturen, Specifieke Lerarenopleiding, Hotelbedrijf, Gids- en reisleider, Hotel- en cateringmanagement, cosmetische wetenschappen, ambachtelijk slager, ambachtelijk bakker, fotografie, bedrijfsbeheer
ste
2010-2011 (1 sem) (stand van zaken op 21/11/10): 580 cursisten
174
CVO KHNB
Goed werkend OLC, voor 80-tal cursisten. Elke taal heeft zorgleerkrachten die remediërend werken. Doorlopend of op afspraak; er zijn extra oefeningen en conversatietafels aan gekoppeld.
Ja, ALERT
Ja
ALERT voor 40 –tal cursisten Frans en 35 cursisten NT2
CVO HLFSW
Neen
Ja, HUBwise
Ja
Neen
CBE Brusselleer
Goed werkend OLC in Huis van het Nederlands, op afspraak, ter remediering en oefening, ook bibliotheek en mediatheek aanwezig
Ja
CVO Meise-Jette
OLC (De Zeppelin)
Dokeos : alle
is er in Wolvertem,
cursussen met
in Jette, GC
contactonderwijs
Essegem en in Jette,
Alert: voor Frans
Erasmushogeschool
richtgraad 3
Neen
Ja
ja (e- learning) voor Grieks, F, Spa, Duits, informatica, NT2 rg 1, NT2 rg 3
175
en Asse
E-cvo: voor Grieks (5 lj.: 3j in richtgraad 1 en 2 lj. in richtgraad 2), voor Duits richtgraad 1 breakthrough en waystage, voor Spaans richtgraad 1 breakthrough en waystage, voor Spaans en NT2 RG 3 en NT2 RG1
CVO Taalleergangen
OLC is er enkel in Strombeek-Bever, niet in BHG
Ja
Ja
Neen
CVO VIVA-SVV Brabant
Neen
Neen
Neen
Neen
Analyse Vrijwel elk CVO beschikt over een goed werkend Open Leercentrum (al of niet vrijblijvend of gericht op remediëring) en gebruikt een elektronisch leerplatform (veelal voor info over de lessen, weinig als aanvulling op contactonderwijs). De leerplatformen verschillen van instelling tot instelling, van net tot net. Het gecombineerd onderwijs is nog heel beperkt in BHG; enkel voor enkele talenopleidingen (CVO KHNB, CVO Meise-Jette) is dit reeds vrij goed uitgebouwd. Ook CVO Elishout COOVI heeft in de voorbije indieningsrondes (maart-mei-juni 2009) een aantal voorstellen ingediend voor opleidingen SO en HBO. De investering in gecombineerd onderwijs is vooral groot voor de (vak)leerkrachten, die extra tijd en begeleiding moeten vrij maken voor de elektronische leertaken (niet iedere leerkracht is daartoe
176
bereid). De directies pleiten dan ook voor extra middelen (werkingsmiddelen, extra leerkrachtenuren) om gecombineerd onderwijs beter ingang te doen vinden. Bedoeling is ook om in het najaar - via het consortium - beter de behoeftes omtrent gecombineerd leren bij cursisten af te toetsen. 4.9. Studievoortgang Tijdens de twee vraagrondes van de directeurs van alle centra werd gepeild naar de wijze waarop elk CVO de studievoortgang van de cursisten opvolgt. Dit levert een divers beeld op: - in een aantal CVO’s wordt de instroom, uitstroom en uitval geregistreerd in een elektronisch systeem; dit geldt zeker voor specifieke studiegebieden als Tweedekansonderwijs (in opdracht van VGC-stedenfonds), NT2 (via matrix Huis van het Nederlands), … - in de meeste beroepsgerichte opleidingen wordt een (intensieve) trajectbegeleiding voorzien, vanuit eigen middelen vrijgesteld of vanuit extra projectsubsidies (Vlaamse Gemeenschapscommissie, geco-ondersteuning BHG,…) - bij de opvolging van cursisten NT2 is er een uitgebreide trajectbegeleiding voorzien, i.s.m. Huis van het Nederlands en het Brussels onthaalbureau (BON). Ook VDAB volgt die cursisten na RG 1.2 op, die zich in een professioneel traject bevinden - in diplomagerichte opleidingen wordt gewerkt aan een EVC/EVK beleid, via vrijstellingen kan een verkort traject worden bekomen (CVO Brussel/ TKO, HBO-opleidingen CVO’s FHS, HIG, Brussel, Lethas) Overzicht trajectbegeleiding NT2 cursisten DoorstroomDoelgroep
Expertise opleidingen
KHNB
-
-
-
gemiddelde: 25% afhakers (meest in RG1 en RG4/Zakelijk NL) totaal doorstroomcijfer binnen CVO en gekozen taal: 56% redenen afhaken:
-
-
doorstroom: “We blijven samen”: klassikale herinschrijving geen echte begeleiders
-
zakelijk NL: voorbereiding voor bepaalde opleidingen indicatie minimumvereisten NL
177
-
Lethas
-
-
-
-
persoonlijk, korte termijndoelen (opfrissen) (ook: ervaring lkr) lkr neemt contact op met cursisten die niet komen
afhakers overwegend vanaf RG2.2 geen systematische doorstroom binnen het centrum redenen afhaken: persoonlijk – extern lkr neemt contact op met cursisten die niet komen
-
-
bestaande trajectbegeleidin g kadert binnen samenwerking met VDAB (cf. vzw Terra Nova) ook trajectbegeleidin g binnen de opleiding (binnen onderwijsopdrac ht)
-
HBO graduaat boekhouden: 2.4 HBO graduaat informatica: 2.4 TSO3: 2.4 eventueel lager niveau: 2.1 / 2.2 SLO: 4.2 HBO gezondheidszorg: 4.2 (maar verpl HBO – niv A2: St Guido: 2.4)
178
CVO Brussel
-
-
-
-
Meise-Jette
-
afhakers vooral na 1.2, ook na 2.1 beperkte doorstroom binnen het CVO, aanbod wordt niet individueel bekendgemaakt redenen afhaken: meestal algemene, externe lkr neemt contact op met cursisten die niet komen
-
afhakers vooral tijdens en na RG1
-
-
-
-
voltijdse trajectbegeleider bij TKO (veelal indiv. begeleiding coördinatieuren) samenwerking met de VDAB: contactpersoon lkr nemen impliciet begeleidingsrol op taalcoach
-
OLC uren i.s.m. HvNL (Geco-
-
-
niveau werd door HvNL onderzocht voor kinderzorg (2.2) inschatting voor de andere opleidingen: tussen 2.2 en 2.4 niveaubepaling gebeurd( najaar 2010) voor opleidingen kantoor (3.1), PLC technieker (2.1) en Residentieel Elektrotechnisch installateur ( 2.1)
beperkte doorstroom naar initiatie informatica na Waystage (ook
179
-
-
-
-
Strombeek
-
-
percentage wordt niet systematisch bijgehouden er moet wel een CVS ontwikkeld worden redenen afhaken: niet echt een zicht op, hoofdzakelijk redenen van persoonlijke aard, extern lkr neemt contact op cursisten die niet komen
afhakers vooral in RG1 redenen afhakers: geen grondig onderzoek, waarschijnlijk vooral extern beperkte interne
-
-
-
uren) taalcoaches de lkrn nemen de taak van begeleider impliciet op
ondersteuning van VOCVO account managers geen begeleiding, er wordt wel aan gewerkt
-
-
taalcoach) enkeling stroomt door naar mode Vanaf februari 2010: polyvalent verzorgende – ook doorstroom mogelijk
koken
minimumniveau niet duidelijk bepaald
180
Brusselleer
-
doorstroom naar andere talen en koken verschillende projecten rond doorstroom bestaan al wat nog ontbreekt: individueel contact (is tijdrovend) er kan iemand intern gevonden worden
-
feeling problematiek laaggeschooldheid kennis van doelpubliek taalgevoeligheid (kennis NT2)
-
-
Piste 1: Uivoering veldonderzoek naar: o Niveau NL o Verwachte leervaardigheden Enkel intern gebruik Piste 2: Individuele bevraging van de cursisten Piste 3: nagaan hoe opleidingen toegankelijker kunnen worden gemaakt
-
opleidingen aan CVO’s zijn duur voor de CBE-cursisten liever geen focus op knelpuntberoepen financiering op lange termijn?
Slaagpercentages algemeen
geslaagd
13629
46,19%
niet geslaagd
6989
23,69%
niet deelgenomen aan evaluatie
4934
16,72%
vroegtijdig gestopt met de cursus
1425
4,83%
181
?
2530
8,57%
29507
100,00%
182
?
vroegtijdig gestopt met de cursus
niet deelgenomen aan evaluatie
niet geslaagd
geslaagd
?
vroegtijdig gestopt met de cursus
niet deelgenomen aan evaluatie
niet geslaagd
geslaagd
ko_admgr
Algemene vorming BSO 3
54
13
0
0
13
80
67,50%
16,25%
0,00%
0,00%
16,25%
Algemene vorming TSO 3
28
21
1
0
17
67
41,79%
31,34%
1,49%
0,00%
25,37%
Ambachtelijk brood- en banketbakker
14
0
1
0
0
15
93,33%
0,00%
6,67%
0,00%
0,00%
Ambachtelijk chocoladebewerker
11
0
2
0
0
13
84,62%
0,00%
15,38%
0,00%
0,00%
9
0
0
0
0
9
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Ambachtelijk slager
13
0
0
0
0
13
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Arabisch RG1
43
76
11
10
0
140
30,71%
54,29%
7,86%
7,14%
0,00%
Bakkersgast
40
0
4
0
0
44
90,91%
0,00%
9,09%
0,00%
0,00%
Banketbakker
60
3
9
0
0
72
83,33%
12,50%
12,50%
0,00%
0,00%
Bedrijfsbeheer TSO 3
28
2
7
0
0
37
75,68%
5,41%
18,92%
0,00%
0,00%
Begeleid(st)er buitenschoolse kindopvang
79
25
8
0
73
185
42,70%
13,51%
4,32%
0,00%
39,46%
Begeleider in de kinderopvang
76
17
8
0
47
148
51,35%
11,49%
5,41%
0,00%
31,76%
Biochemie TSO 3
53
0
15
0
12
80
66,25%
0,00%
18,75%
0,00%
15,00%
Bloementeelt en -schikken BSO 3
178
18
14
0
0
210
84,76%
8,57%
6,67%
0,00%
0,00%
Boekhouden
119
27
28
0
0
174
68,39%
15,52%
16,09%
0,00%
0,00%
Boekhouden-informatica TSO 3
15
0
0
0
0
15
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Brood-& banketbakkerij & confiserie 1991
32
0
3
0
0
35
91,43%
0,00%
8,57%
0,00%
0,00%
Ambachtelijk ijsbereider
183
Broodbakker
61
0
5
0
0
66
92,42%
0,00%
7,58%
0,00%
0,00%
Chinees RG1
38
9
11
20
0
78
48,72%
11,54%
14,10%
25,64%
0,00%
Cosmetische wetenschappen
29
4
15
0
0
48
60,42%
8,33%
31,25%
0,00%
0,00%
Duits RG1
16
63
1
13
0
93
17,20%
67,74%
1,08%
13,98%
0,00%
Duits RG2
36
53
0
0
46
135
26,67%
39,26%
0,00%
0,00%
34,07%
Duits RG3
0
16
0
3
0
19
0,00%
84,21%
0,00%
15,79%
0,00%
Elektronica
15
5
0
0
0
20
75,00%
25,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Engels professioneel bedrijfsgericht RG2
22
35
0
2
0
59
37,29%
59,32%
0,00%
3,39%
0,00%
Engels professioneel bedrijfsgericht RG3
34
63
0
1
0
98
34,69%
64,29%
0,00%
1,02%
0,00%
Engels RG1
231
219
62
81
86
679
34,02%
32,25%
9,13%
11,93%
12,67%
Engels RG2
518
543
39
78
111
1289
40,19%
42,13%
3,03%
6,05%
8,61%
Engels RG3
55
80
11
18
40
204
26,96%
39,22%
5,39%
8,82%
19,61%
Engels RG4
39
92
4
8
0
143
27,27%
64,34%
2,80%
5,59%
0,00%
Ervaringsdesk armoede, soc uitsluiting
12
3
0
0
12
27
44,44%
11,11%
0,00%
0,00%
44,44%
Farmaceutisch technisch assistent TSO 3
15
4
0
83
72,29%
4,82%
18,07%
4,82%
0,00%
Fiscale wetenschappen 1j
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
Fiscale wetenschappen 2j
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
101
16
22
0
0
139
72,66%
11,51%
15,83%
0,00%
0,00%
Frans professioneel bedrijfsgericht RG2
16
35
0
0
0
51
31,37%
68,63%
0,00%
0,00%
0,00%
Frans professioneel bedrijfsgericht RG3
25
19
2
5
15
66
37,88%
28,79%
3,03%
7,58%
22,73%
Frans RG1
697
730
141
91
122
1781
39,14%
40,99%
7,92%
5,11%
6,85%
Frans RG2
871
1023
186
64
248
2392
36,41%
42,77%
7,78%
2,68%
10,37%
Frans RG3
165
167
20
16
0
368
44,84%
45,38%
5,43%
4,35%
0,00%
Frans RG4
18
118
3
11
16
166
10,84%
71,08%
1,81%
6,63%
9,64%
Gids
25
1
14
0
0
40
62,50%
2,50%
35,00%
0,00%
0,00%
GPB-opleiding
66
1
11
0
79
157
42,04%
0,64%
7,01%
0,00%
50,32%
Grieks RG1
43
6
6
17
0
72
59,72%
8,33%
8,33%
23,61%
0,00%
Fotografie TSO 3
60
4
184
Grieks RG2
34
1
12
11
0
58
58,62%
1,72%
20,69%
18,97%
0,00%
Grootkeukenhulpkok
7
2
3
0
0
12
58,33%
16,67%
25,00%
0,00%
0,00%
Grootkeukenkok
8
0
0
0
0
8
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Grootkeukenmedewerker
3
2
0
35
80,00%
5,71%
8,57%
5,71%
0,00%
Hoefsmederij BSO 2 1j
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
Hoefsmederij BSO 2 2j
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
Hoefsmederij BSO 2 sj
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
Hotel- en cateringmagagement
28
2
4
3
10
0
0
17
23,53%
17,65%
58,82%
0,00%
0,00%
30
0
1
0
0
31
96,77%
0,00%
3,23%
0,00%
0,00%
152
2
12
1
13
180
84,44%
1,11%
6,67%
0,56%
7,22%
0
0
7
0
0
7
0,00%
0,00%
100,00%
0,00%
0,00%
74
1
6
2
0
83
89,16%
1,20%
7,41%
2,41%
0,00%
541
15
81
5
0
642
84,27%
2,34%
12,62%
0,78%
0,00%
65
27
24
0
0
116
56,03%
23,28%
20,69%
0,00%
0,00%
248
42
39
1
35
365
67,95%
11,51%
10,68%
0,27%
9,59%
16
4
5
0
0
25
64,00%
16,00%
20,00%
0,00%
0,00%
9
0
0
0
0
9
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Italiaans RG1
65
119
8
19
0
211
30,81%
56,40%
3,79%
9,00%
0,00%
Italiaans RG2
132
100
2
10
18
262
50,38%
38,17%
0,76%
3,82%
6,87%
Italiaans RG3
19
32
0
0
0
51
37,25%
62,75%
0,00%
0,00%
0,00%
Italiaans RG4
6
0
0
1
0
7
85,71%
0,00%
0,00%
14,29%
0,00%
27
19
6
0
14
66
40,91%
28,79%
9,09%
0,00%
21,21%
Kaderopl nurs gegr psych verpleging 2j
3
0
6
0
0
9
33,33%
0,00%
66,67%
0,00%
0,00%
Kaderopl nurs gegr psych.verpleging 1j
0
0
9
0
0
9
0,00%
0,00%
100,00%
0,00%
0,00%
Kadopl nurs gegrad ziekhuisverpleging 1j
0
0
20
0
0
20
0,00%
0,00%
100,00%
0,00%
0,00%
Kadopl nurs gegrad ziekhuisverpleging 2j
1
0
20
0
0
21
4,76%
0,00%
95,24%
0,00%
0,00%
Kadopl nurs geriatrie bejaardenzorg 1j
0
0
11
0
0
11
0,00%
0,00%
100,00%
0,00%
0,00%
Hotelbedrijf Hotelbedrijf 2004 Hotelonthaal Hulpkelner Hulpkok Informatica Informatica: Toepassingssoftware Init.tot bibli.,documenta.&informa.kunde Inrichten van de Woning
Jeugd- en gehandicaptenzorg TSO 3
185
Kadopl nurs geriatrie bejaardenzorg 2j
0
0
12
0
0
12
0,00%
0,00%
100,00%
0,00%
0,00%
Kantooradministratie & gegevensbeheer
55
45
0
0
0
100
55,00%
45,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Kelner banketdienst
11
0
0
0
0
11
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Keukenverantwoordelijke
14
0
0
0
0
14
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
332
1
21
1
0
355
93,52%
0,28%
5,92%
0,28%
0,00%
0
0
90
0
61
151
0,00%
0,00%
59,60%
0,00%
40,40%
Marketing
20
18
0
0
0
38
52,63%
47,37%
0,00%
0,00%
0,00%
Nederlands tweede taal - verkort RG1
79
38
0
21
0
138
57,25%
27,54%
0,00%
15,22%
0,00%
Nederlands tweede taal - verkort RG2
75
26
0
4
0
105
71,43%
24,76%
0,00%
3,81%
0,00%
Nederlands tweede taal - verlengd RG1
140
63
82
0
9
294
47,62%
21,43%
27,89%
0,00%
3,06%
Nederlands tweede taal RG1
3473
1208
2118
356
538
7693
45,14%
15,70%
27,53%
4,63%
6,99%
Nederlands tweede taal RG2
2449
1001
1346
370
328
5494
44,58%
18,22%
24,50%
6,73%
5,97%
Nederlands tweede taal RG3
237
65
84
42
1
429
55,24%
15,15%
19,58%
9,79%
0,23%
Nederlands tweede taal RG4
111
39
30
18
38
236
47,03%
16,53%
12,71%
7,63%
16,10%
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG2
29
24
0
10
0
63
46,03%
38,10%
0,00%
15,87%
0,00%
NT2 professioneel bedrijfsgericht RG3
26
23
0
7
0
56
46,43%
41,07%
0,00%
12,50%
0,00%
Openbare besturen
33
1
11
0
23
68
48,53%
1,47%
16,18%
0,00%
33,82%
Opfris Derde Graad TSO
16
19
0
0
0
35
45,71%
54,29%
0,00%
0,00%
0,00%
7
0
0
0
3
10
70,00%
0,00%
0,00%
0,00%
30,00%
Polyvalent verzorg./thuis-&bejaardenzorg
31
9
3
0
0
43
72,09%
20,93%
6,98%
0,00%
0,00%
Pools RG1
24
2
10
19
0
55
43,64%
3,64%
18,18%
34,55%
0,00%
Portugees RG1
29
0
1
8
0
38
76,32%
0,00%
2,63%
21,05%
0,00%
Portugees RG2
34
0
9
7
0
50
68,00%
0,00%
18,00%
14,00%
0,00%
Public relations en onthaal TSO 3
10
3
0
0
0
13
76,92%
23,08%
0,00%
0,00%
0,00%
7
1
0
0
5
13
53,85%
7,69%
0,00%
0,00%
38,46%
Russisch RG1
15
11
0
0
0
26
57,69%
42,31%
0,00%
0,00%
0,00%
Secretariaat-talen 2004
34
24
1
0
0
59
57,63%
40,68%
1,69%
0,00%
0,00%
Kok Latijns schrift RG1
PLC Technieker
Residentieel Elektrotechnisch Installat.
186
Seniorenconsulentenvorming
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
onbekend
Slager,vleeswarenber.,fijnk.-trait. 2001
10
0
0
0
23
33
30,30%
0,00%
0,00%
0,00%
69,70%
Slagersgast
17
2
6
0
0
25
68,00%
8,00%
24,00%
0,00%
0,00%
Spaans RG1
163
217
45
61
79
565
28,85%
38,41%
7,96%
10,80%
13,98%
Spaans RG2
191
155
9
22
8
385
49,61%
40,26%
2,34%
5,71%
2,08%
Spaans RG3
0
45
0
3
0
48
0,00%
93,75%
0,00%
6,25%
0,00%
Spaans RG4
8
17
0
0
0
25
32,00%
68,00%
0,00%
0,00%
0,00%
228
27
47
0
58
360
63,33%
7,50%
13,06%
0,00%
16,11%
50
18
1
0
14
83
60,24%
21,69%
1,20%
0,00%
16,87%
7
0
1
0
0
8
87,50%
0,00%
12,50%
0,00%
0,00%
Traiteur-banketaanemeer
21
0
1
0
0
22
95,45%
0,00%
4,55%
0,00%
0,00%
Traiteurkok
47
3
1
0
0
51
92,16%
5,88%
1,96%
0,00%
0,00%
Tuinbouw BSO 3
38
5
12
0
0
55
69,09%
9,09%
21,82%
0,00%
0,00%
Uitsnijder/uitbener
15
2
1
0
0
18
83,33%
11,11%
5,56%
0,00%
0,00%
4
4
0
0
0
8
50,00%
50,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Wijnkenner
53
0
6
0
0
59
89,83%
0,00%
10,17%
0,00%
0,00%
Zaalverantwoordelijke
12
0
0
0
0
12
100,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Specifieke lerarenopleiding Syndicaal werk Toeristische gidsen 2j
Verzekeringen
Analyse Algemeen kan er gesteld worden dat om en bij de helft van de cursisten die zich inschrijven voor een opleiding in het volwassenenonderwijs ook daadwerkelijk slagen. 50% van alle cursisten ronden hun opleiding succesvol af, voor 24% van de cursisten is dit niet het geval en 21% stopt vroegtijdig met de opleiding of neemt niet deel aan de eindevaluatie. Het studiegebied Voeding, kent het hoogste slaagpercentage (73%) en de minste uitval. De studiegebieden Talen RG 1&2 en Talen RG 3&4 kennen het laagste slaagpercentages. Amper 34% rondt de taalopleiding succesvol af. Dit studiegebied kent met 15% een hoog uitvalpercentage. Ook de HBO-opleidingen kennen een hoog slaagpercentage en slechts een beperkte uitval. Het studiegebied Nederlands tweede taal is perfect in verhouding met het algemene gemiddelde. Ongeveer de helft van alle cursisten NT2 slagen, een kwart slaagt niet en 6% haakt vroegtijdig af.
187
4.10. Inventaris Infrastructuur Overzicht lesplaatsen algemeen In praktisch alle gemeentes (en deelgemeentes Laken, Haren, Neder-Over-Heembeek) zijn er lesplaatsen van CVO’s aanwezig. DE opleidingen NT2 zijn logischerwijs het meest verspreid via het netwerk van scholen, gemeenschapscentra, e.d. In de (sterk Franstalige en welvarende) gemeentes Ukkel en Watermael-Bosvoorde is er momenteel geen enkele lesplaats van een CVO aanwezig. CVO Lethas: 13 lesplaatsen BRUSSEL-STAD: 4 Rouppeplein 16, 1000 BRUSSEL Nieuwland 42, 1000 BRUSSEL Wetstraat 95, 1000 BRUSSEL Stormstraat 2, 1000 BRUSSEL ANDERLECHT: 2 Eloystraat 80, 1070 ANDERLECHT(Kurasaw) Dokter Jacobsstraat 67, 1070 ANDERLECHT SCHAARBEEK: 1 Pelletierstraat 100, 1030 SCHAARBEEK SINT-GILLIS: 1 Ducpétiauxlaan 106, 1060 SINT-GILLIS SINT-AGATHA BERCHEM: 1 J.B. Vandendrieschstraat 19, 1082 SINT-AGATHA BERCHEM(GC De Kroon)
GANSHOREN: 3 Van Overbekelaan 164, 1083 GANSHOREN(GC De Zeyp) De Villegaslaan 31, 1083 GANSHOREN Landsroemlaan 126, 1083 GANSHOREN KOEKELBERG: 1 Hovenierstraat 100, 1081 KOEKELBERG
188
CVO Brussel: 24 lesplaatsen ANDERLECHT: 3 Materiaalstraat 67, 1070 ANDERLECHT Dapperheidsplein 7, 1070 ANDERLECHT Léon Delacroixstraat 28, 1070 ANDERLECHT BRUSSEL-STAD: 3 Moutstraat 24, 1000 BRUSSEL-STAD Zespenningenstraat 70, 1000 BRUSSEL-STAD Oude Graanmarkt 5, 1000 BRUSSEL-STAD LAKEN: 2 Emile Bockstaellaan 107, 1020 LAKEN Karel Bogaerdstraat 4, 1020 LAKEN VORST: 2 Berthelotstraat 34, 1190 VORST Bondgenotenstraat 54, 1190 VORST SCHAARBEEK: 2 Gallaitstraat 86, 1030 SCHAARBEEK Paleizenstraat 25-27, 1030 SCHAARBEEK JETTE: 2 Leopold I straat 329, 1090 JETTE Laarbeeklaan 121, 1090 JETTE SINT-AGATHA-BERCHEM:1 Egide Winteroystraat 34, 1082 SINT-AGATHA-BERCHEM SINT-GILLIS: 1
189
Fortstraat 35-A, 1060 SINT-GILLIS SINT-JOOST-TEN-NODE:1 Gemeentestraat 25, 1210 SINT-JOOST-TEN-NODE HAREN:1 Kortenbachstraat 7, 1130 HAREN ELSENE:1 Kroonlaan 12, 1050 ELSENE SINT-PIETERS-WOLUWE:1 Orbanlaan 54, 1150 SINT-PIETERS-WOLUWE ETTERBEEK:1 Oudergemselaan 90, 1040 ETTERBEEK SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE:1 Sint-Lambertusstraat 91, 1200 SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE EVERE:1 Sint-Vincentiusstraat 30, 1140 EVERE OUDERGEM:1 Waverse steenweg 1747 1160 OUDERGEM
CVO Elishout-COOVI: 2 lesplaatsen ANDERLECHT: 1 Gryzonlaan 1, 1070 Anderlecht HOEILAART:1 Duboislaan, 2, 1560 Hoeilaart
190
CVO KHNB: 7 lesplaatsen ELSENE:4 Kroonlaan 88, 1050 ELSENE Pleinlaan 2, 1050 ELSENE Pleinlaan 11, 1050 ELSENE Kroonlaan 12-14-16, 1050 ELSENE OUDERGEM: 1 Triomflaan 174, 1160 OUDERGEM BRUSSEL-STAD: 1 Ph. De Champagnestraat 23, 1000 BRUSSEL ( huis vNl) SCHAARBEEK:1 Ch. Gilisquetlaan 34, 1030 SCHAARBEEK CVO HLFSW:1 lesplaats BRUSSEL-STAD: 1 Stormstraat 2,1000 BRUSSEL STAD
CVO Meise-Jette: 8 lesplaatsen JETTE: 6 Laarbeeklaan 121, 1090 JETTE Laarbeeklaan 110, 1090 JETTE Leopold I straat 329, 1090 JETTE Wilgstraat 1, 1090 JETTE Kardinaal Mercierplein 6, 1090 JETTE Dansettestraat 30, 1090 JETTE ANDERLECHT: 1
191
Emile Grysonlaan 1, 1070 ANDERLECHT LAKEN:1 Emile Bockstaellaan 107, 1020 LAKEN CVO Strombeek-Grimbergen: 5 lesplaatsen LAKEN: 3 De Wandstraat 14 1020 LAKEN Emile Bockstaellaan 107 1020 LAKEN Stalkruidlaan 1, 1020 LAKEN JETTE: 1 Leoplold I- staat 329, 1090 JETTE NEDER-OVER-HEEMBEEK: 1 Frans Vekemansstraat 116, 1120 NEDER-OVER-HEEMBEEK CVO VIVA SVV: 1 lesplaats SINT-AGATHA-BERCHEM: 1 JB Vandendriesschestraat 11, 1082 SINT-AGATHA-BERCHEM CBE Brusselleer: 70 lesplaatsen
192
16 in Molenbeek: Hoveniersstraat 47 10810 Sint-Jans Molenbeek Werkhuizenstraat 3-5 Nijverheidskaai 121-123 Henegouwenkaai 29 JB decockstraat 54 Schoolstraat 76 Toverfluitstraat 19 Merchemsesteenweg 9 Werkhuizenstraat 38 Ninoofsesteenweg 130 Klokbloemstraat 14 De Koninckstraat 65 Ribaucourstraat 51 Paruckstraat 20 Van Meylestraat 90 Ulensteraat 83 14 in Anderlecht: Wayezstraat 56 1070 Anderlecht G. Moreaustraat 110 G. Moreaustraat 104 Van Sousstraat 80 Kommenstrtaat 36 Dorpsstraat 30 Veeweidestraat 82 Itterbeekselaan 226 Resedastraat 61 Van Winghenstraat 1 Dr. Jacobsstraat 67 Dr. Jacobsstraat 49 De Fiennestraat 81-83 Materiaalstraat 67 11 in Brussel-Stad: Marcqstraat 16 – 1000 Brussel-Stad Marcqstraat 17 Oude Graanmarkt 5 Ph. de Champagnestraat 23 Groendreef 16 J.W. Wilsonstraat 21 Karthuizerstraat 60 Groot Sermensytraat 8/1 Moutstraat 24 Cellebrorsstraat 16 Vossenplein 23
Gallaitstraat 86 1030 Schaarbeek Philomènestraat 39 R. Vandevelde straat 4 Van ijsendijckstraat 24-32 Dupontstraat 58 Rubensstraat 108 Collignonplein 4 Liedtstraat 27-29 6 in Vorst: Hallestraat 34 1180 Vorst Verbindingslaan 52 Tweede Britse Legerlaan 27 Brusselsteenweg 217 De Fierlandstraat 35 De Mérodestraat 331-333 4 in Laken: Claessensstraat 59 1020 Laken L. Wittouckstraat 46 D. Léfevrestraat 41 Pioenenstraat 4 3 in Evere: Sint-Vincentiusstraat 30 1140 Evere Oudstrijderslaan 61 b Sint-Vindcentiusstraat 29 2 in st. Gillis: Montenegrostraat 21 1060 Sint-Gillis Bronstraat 86 2 in Sint-Joost: Gemeentestraat 25 Sint-Joost-ten –Node Grensstraat 67 1 in Jette: Leopold I-straat 1090 Jette 1 in Koekelberg: Panthéonlaan 14 1081 Koekelberg
1 in Etterbeek: Chambérystraat 24 1040 Etterbeek 1 in Haren: Verdunstraat 381 1130 Haren
8 in Schaarbeek:
193
Tabel. Overzicht aantal lesplaatsen in BHG per centrum (zie bijlage) CBE brusselleer
70
CVO Brussel
24
CVO Lethas
13
CVO Meise-Jette
8
CVO KHNB
7
CVO Strombeek
5
CVO Elishout COOVI
2
CVO HLFSW
1
CVO VIVA SVV Brabant
1
Tabel: Aantal lesplaatsen per gemeente Anderlecht
24
Brussel-Stad
23
Sint-Jans-Molenbeek
16
Schaarbeek
13
Laken
9
Jette
8
Vorst
8
Elsene
6
St. Agatha-Berchem
4
Evere
4
ST.Gillis
3
St.Joost-ten Node
3
Oudergem
3
Koekelberg
3
Ganshoren
3
Haren
2
Etterbeek
2
ST.Pieters-Woluwe
2
Neder-Over _Heembeek
1
St.Lambrechts-Woluwe
1
Hoeilaart
1
Analyse De lesplaatsen zijn onevenredig over de gemeentes verdeeld (ook over de deelgemeentes van Stad Brussel, namelijk Laken, Haren, Neder-Over-Heembeek), afhankelijk van het soort opleiding. Voornamelijk NT2 opleidingen zijn vrij algemeen verspreid (net als enkele talenopleidingen). Koploper is de Stad Brussel (met 4 deelgemeentes) met 35 lesplaatsen (slechts 23 voor 1000 Brussel), daarna Anderlecht (24), Sint-Jans-Molenbeek (16, maar allemaal van CBE Brusselleer), Schaarbeek, Jette, Vorst, Elsene,… . In 12 gemeentes zijn er minder dan 5 lesplaatsen van een CVO aanwezig, wat qua ruimtelijke spreiding beter kan (decentralisatiegedachte: breng de opleiding bij de burger…).
194
-
-
-
De CVO’s en CBE in het werkingsgebied van het consortium maken gebruik van ruim 141 lesplaatsen/leslokalen. Er zijn gewone leslokalen, maar ook PC lokalen, praktijklokalen (labo’s, leskeukens,…); deze situeren zich meestal in de hoofdvestigingsplaats. De meeste leslokalen behoren tot het eigendom van de school; meestal voor taalcursussen (waarbij groot aandeel NT2) worden er leslokalen gehuurd in vnl. gemeenschapscentra, dienstencentra, hogescholen, secundaire scholen, basisscholen, enz. Alle lesplaatsen zijn voldoende bereikbaar met openbaar vervoer (tram, bus, metro). In sommige lesplaatsen ontbreekt een onthaal- of recreatieve ruimte; dit is niet het geval in gemeenschapscentra of dienstencentra.
4.11. Inventarisatie samenwerkingsverbanden
Modaliteit samenwerking
CVO CVO Brussel Elishout
CVO KHNB
CBE- CVO
X
X
CVO –CVO
X
X
X
X
CVO-CBE- VDAB
CVO Lethas
X
CVO HLFSW
X
X
X
CVO-CBEGemeenschapscentra X
X
CVO-CBE- SCW
X
X
X
X
CVO-CBE-sectoren
X
CVO-CBE-Huis vh Nederlands Brussel
X
X
CVO-CBE- BO
X
X
CVO-CBE-SO
X
CVO-CBE-CDO
X
3 CVO'sCBE
X
5 CVO'sCBE
X
2 CVO'sCBE
X
4 CVO'sCBE
X
7 CVO'sCBE
X
2 CVO’s
X
2 CVO's
X
X
X
X
X
7 CVO'sCBE
X
X
X
4 CVO'sCBE
X X
X
X
X
1 CVO 2 CVO's
X
X
X
6 CVO's
CVO-CBE-Univ.Ond.
X
X
X
3 CVO's
Andere
X
X
2 CVO
TOTAAL soorten
X
TOTAAL
5 CVO's
X X
CBE
X
X X
CVO-CBE-HO
CVO VIVA
X
CVO-CBE-Syntra CVO-CBEderdenpartners
CVO CVO M- StromJ beek
7
10
7
7
4
8
5
1
8
Verduidelijking:
CBE-CVO -
CVO Brussel met CBE Brusselleer: aanvullende modules rekenen en studiebegeleiding bij opleiding Algemene Vorming / TKO en project doorstroom NT2 cursisten CBE naar lesgroep RG 1.2 CVO Brussel CVO KHNB met CBE Brusselleer: project doorstroom NT2 cursisten CBE naar lesgroep RG 1.2 KHNB CBE Brusselleer: wenst/plant samenwerking CVO’s i.k.v. opvolging cursisten opstap FR en E
195
CVO-CVO -
-
Samenwerking i.k.v. BEO, het expertisenetwerk voor professionalisering van het beroep van leraar (i.s.m. 2 andere CVO’s ( CVO Elishout en CVO Crescendo), de Erasmushogeschool Brussel, VUB en Pedagogische Begeleidingsdiensten) CVO Brussel met CVO Elishout Coovi inzake combinatie beropesgerichte opleidingen en algemene vorming om diploma secundair onderwijs te verwerven CVO Elishout COOVI met CVO Meise-Jette: voor taalbegeleiding NT2 in Lerarenopleiding op maat, Bakkersgast, broodbakker, Uitsnijder-uitbener ( in infrastructuur Coovi) CVO Meise-Jette geeft Spaans en Engels aan reisleiders/cursisten CVO Elishout CVO KHNB met andere CVO’s aangesloten bij VOOP / VONAC: CVO Vilvoorde en CVO Strombeek (m.b.t. arbeidsreglement, werkplekleren) en ICT-overeenkomst met CVO Vilvoorde, CVO Strombeek, CVO Temse en CVO Elishout COOVI
CVO-CBE-VDAB / Syntra/ derden -
-
CVO Brussel: doorstroom cursisten verzorgenden - opleidingen Groep Intro Brussel naar opleiding verzorgende TKO CVO Brussel met opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven Elmer, de Buiteling, Aksent i.f.v. NT2-trajecten CVO Brussel met VDAB –RDB Brussel: planning samenwerking technische opleidingen (PLC Technieker, Elektrotechnisch Installateur, …) CVO Lethas met Intec: NT2 ondersteuning tijdens ICT-opleidingen sinds schooljaar 2002-2003 CVO Lethas met Kurasaw: modules Nederlands RG 1, sinds 2004-2005 CVO Lethas met Afri-kans: modules Nederlands RG 1, sinds 2004-2005 CVO Lethas met VDAB: CVO Lethas organiseert occasioneel (op vraag van VDAB) modules HBO Boekhouden overdag in de lokalen van VDAB Wetstraat sinds 2003 CVO Lethas organiseert op vraag van VDAB cursussen NT2 Vacant (vooropleiding technische opleidingen) sinds 2004-2005
-
CVO HLFSW plant samen te werken met VDAB omtrent werkplekleren en voor doorverwijzing van studenten
-
-
CVO Elishout COOVI met VDAB: voor afdelingen Farmaceutisch technisch assistent, Specifieke Lerarenopleiding op maat, Voeding (opleidingen hulpkok, kok, grootkeukenkok, grootkeukenhulpkok, grootkeukenmedewerker, hotelbedrijf, hulpkelner, kelner, kelner banketdienst, keukenverantwoordelijke, traiteurkok, traiteur-banketaannemer, wijnkenner, zaalverantwoordelijke, broodbakker, bakkersgast, uitsnijder-uitbener) CVO Elishout COOVI met Inverde (Hoeilaart): modules in tuinbouw CVO Elishout COOVI met Groep Intro Brussel: in hulpkok en tuinbouw
-
CVO Meise-Jette met Syntra Brussel: taalcoaching bij kappersopleiding
-
CBE Brusselleer met BON vzw: 41 modules voor inburgeraars (via 3 antennes BON) (i.k.v. werking NIEW) CBE Brusselleer met VDAB en derden: 18 modules voor werkzoekenden i.s.m. VDAB + voortraject NL voor social Profitsector, + voortraject bouwopleiding groep Intro CBE Brusselleer taalcoaching (i.k.v. alfabetiseringsplan) bij opleidingsprojecten van Jes, Aksent, SIT en EAT
-
196
-
CBE Brusselleer voor wiskunde ism VDAB opleidingscentrum, AGE, Nivo Bouwatelier CBE Brusselleer voor taalcoaching bij Syntra Brussel
CVO-CBE- SCW/ Sectorfondsen -
CVO Brussel: samenwerking met CEVORA inzake aanbieden (i.o.v. Cevora) opleiding Administratief bediende personeelszaken CVO Brussel met Brussels seniorencentrum: samenwerking inzake doorstroom senioren-cursisten naar opleiding ICT en talen CVO Brussel met de meeste Brusselse gemeenschapscentra: i.f.v. lesplaatsen CVO Brussel met vzw Bru-taal: doorverwijzing cursisten naar Bru-taal
-
CVO Lethas met GC De Zeyp in Ganshoren / GC De Kroon in Sint-Agatha-Berchem: huur van lokalen overdag om cursussen NT2 en Frans in te richten, sinds 2002
-
CVO HLFSW werkt sterk samen inzake inhoudelijke ondersteuning / stages et organisaties die werken omtrent gezin, relaties en opvoeding CVO HLFSW werkt rond ouderen samen met VVSG en OOK
-
CVO Elishout met CEVORA: samenwerking m.b.t. traject voor bediendenopleiding (modules van Elishoutopleiding Openbare besturen)
-
CVO Meise-Jette met gemeenschapscentra i.f.v. lesplaatsen (GC Nekkerdal, Essegem,…) CVO Meise-Jette met CEVORA (2009-2010): Adm. Bediende personeelszaken
-
CVO Strombeek met gemeenschapscentra: lesplaatsen
-
CVO KHNB met GC Elzenhof: lesplaats
-
CBE Brusselleer met wijkwerkingen: wijkwerking Camelia, Dar Al Amal, Vrienden van ‘t huizeke, Chez Nous, Medes (i.k.v. werking WAZ) CBE Brusselleer met diverse GC (lesplaatsen): Ten Noey, Everna, De Kriekelaar, Essegem, De Markten, De Platoo, De Rinck, Vaartkapoen,
-
CVO-CBE-Huis van het Nederlands -
CVO Brussel voor NT2 partner: in NT2 werkgroep/verwijzing bij intake
-
CVO Lethas: huur lokalen overdag en ’s avonds om cursussen NT2 te organiseren CVO Lethas: deelname aan trefdagen NT2, georganiseerd en gecoördineerd door het Huis van het Nederlands, trefdagen georganiseerd door de onderwijskoepels
-
CVO Elishout: taalondersteuning NODO in Lerarenopleiding op maat, broodbakker, bakkersgast, uitsnijderuitbener CVO Elishout: EIF project (taalcoaching + herwerking cursussen)
-
CVO Meise-Jette: deelname aan taalcoachingproject via ESF CVO Meise-Jette: deelname aan NT2-project SCHOOL & OUDERS (HvNB) ( 2 basisscholen + één voor lokaalgebruik)
197
-
CVO Strombeek: deelname project NT2 voor 12-16 jarigen (HvNB)
-
CVO KHNB: partner Huis lid AV/ werkgroep NT2 (+ lesplaats)
-
CBE Brusselleer: deelname project School en ouders
CBE-CVO met scholen secundair onderwijs, deeltijds onderwijs, deeltijds-kunstonderwijs, hoger en universitair onderwijs -
CVO Brussel met Erasmushogeschool - opleiding Syndicaal werk: infrastructuur + inhoudelijk samenwerken CVO Brussel met CDO Schaarbeek-Evere: CDO-opleiding CVO Brussel: Centrale Examencommissie in zelfde gebouw
-
CVO Lethas met Sint-Guidoinstituut: taalcoaching NT2 aan de cursisten 4 graad Verpleegkunde van het Sint-Guido instituut sinds schooljaar 2007-2008 CVO Lethas met Sint-Guidoinstituut: NT2-cursussen aan ouders en leerlingen sinds schooljaar 2003-2004. NT2 cursussen aan ex-OKAN-leerlingen (sinds 2008-2009) CVO Lethas met Sint-Pieterscollege (lokalen): cursussen NT2 aan ouders van leerlingen, ex-OKAN-lln. (sinds 2008-2009) CVO Lethas met CDO Don Bosco Woluwe: cursussen NT2 aan ex-OKAN-lln. (sinds 2008-2009) Lethas met HUB – Honim: taalcoaching Nederlands aan de (van origine anderstalige) studenten van HONIM van wie de taalkennis Nederlands onvoldoende is, voornamelijk bij schrijfopdrachten. Sinds 2004. CVO Lethas met HUB – Ehsal: aanvullende cursussen Frans aan studenten lerarenopleiding in opleiding met als doel sneller te slagen voor het Brussels Taalexamen Frans voor onderwijzers. Sinds 2006.
-
e
-
CVO HLFSW werkt samen met HUB, VUB, afhankelijk van lopende projecten CVO HLFSW werkt i.k.v. Grundtvig project samen met verschillende partners uit andere landen (i.k.v.ontwikkeling “FAMcompass” (ontwikkelen van instrumenten voor het testen van competenties verworven in gezin en familie)
-
CVO FHS met HU Brussel / EHSAL: maakt deel uit van dezelfde inrichtende macht / intensieve samenwerking op niveau van infrastructuur / gebruik van gezamenlijk elektronisch leerplatform
-
CVO Elishout COOVI met Erasmushogeschool: talenttraining voor o.m. lerarenopleiding, gezondheidszorg CVO Elishout met CDO Groep Intro: planning van samenwerking m.b.t. opleiding Hovenier parken en tuinen en hulpkok
-
CVO Meise-Jette met VUB: geeft ondersteunend Engels voor Chinese studenten op VUB CVO Meise-Jette met VUB: NT2 ( op laarbeeklaan) CVO Meise-Jette met Erasmushogeschool (Frans)
-
CVO Strombeek met basisschool N-O Heembeek: los van project School & ouders; doorstroom ouders naar lesplaatsen ‘De Wand en NO Heembeek’ (vraag vanuit school zelf). CVO Strombeek met M.Assumptalyceum: inzake taallessen NT2 leerlingen 12-16 j.
-
CVO KHNB project met Universiteit Amsterdam
198
-
CVO KHNB met VUB, Vesaliuscollege, Boston University, BICCS ( Postgraduate Chinese students),KAE Hiel voor lesplaatsen
-
CBE Brusselleer met basisscholen: i.k.v. MO-module ‘opvoeding en kinderen’, module communicatie
Andere -
-
CVO KHNB met Nederlandse Taalunie: KHNB erkend als examencentrum voor de overheid, en met ste de Chambre de Commerce et d’Industrie Parijs (erkend examencentrum Frans 1 en 2 RG), en met British Council, en Goethe-Institut en Selor, Instituto Cervantes, Istituto Italiano di Cultura CVO KHNB met Erkend taalexamencentrum voor onderwijzend personeel in Brussel en Vlaams-Brabant CVO KHNB met Grundtvig project Talkative CVO Meise-Jette met gemeente Jette(voor NT2: school en ouders en voor informatica: senioren) CVO Meise-Jette met KAEI Hiel (Portugees)
4.12. Gesignaleerde probleemstellingen Prioriteiten
INFRASTRUCTUUR -
-
Er is een algemeen tekort aan lesinfrastructuur, zowel voor technische ateliers, praktijklokalen als gewone lokalen en dit over alle 19 gemeenten. Een samenwerking betreffende huur en/of uitwisseling met andere publieke verstrekkers (VDAB, Syntra, Private opleidingspartners, ….), socio-culturele partners, onderwijsverstrekkers (SO, HO, universiteiten, …) is hier opportuun. Dit vereist per centrum en per opleiding een grondige doorlichting aangaande noden. Nijverheids- en industrieel georiënteerde CVO-opleidingen zijn schaars in Brussel (n.a.v. infrastructuur, technische uitrusting, …), maar wel gevraagd i.f.v. onder meer knelpuntberoepen. De uitbouw van meer technisch georiënteerde opleidingen en de noodzakelijke infrastructuur vereist overleg en samenwerking met de 5 door VDAB en het Gewest erkende Brusselse beroepenreferentiecentra (ICT, bouw, horeca, transport en logistiek en mechanica).
SAMENWERKING -
-
-
Het aantal duale en geïntegreerde trajecten is beperkt in Brussel; gezien de grote groep anderstaligen aanwezig in het Brussels Gewest is het ontwikkelen van duale NT2 trajecten (met voor- of nevenschakeltraject) méér en méér een noodzaak, teneinde het taalniveau voldoende acceptabel te houden. Ook beroepsgerichte trajecten en diplomagerichte trajecten zijn noodzakelijk inzake een goede door- en uitstroom; dit vereist projectmiddelen en ondersteuning/procesbegeleiding door externe partners (Huis van het Nederlands Brussel, goede praktijken bij private opleidingspartners,…). Gezien de complementariteit en overlapping van de opleidingen van VDAB Brussel met het opleidingsaanbod van de centra, is de samenwerking met VDAB-RDB een must (cfr. goede praktijk CVO Elishout COOVI, CVO Lethas). Vanuit de CVO’s wordt eveneens een dringende vraag naar verduidelijking van het profiel middenstandsopleidingen Syntra gesteld (gezien de sterke overlapping van het aanbod). De Brusselse centra stellen ook meer samenwerking/overleg met instellingen secundair onderwijs voor (inhoudelijk en logistiek), gezien een grote doorstroom van jongeren uit SO naar meer beroepsgerichte opleidingen. Het aanbieden van modules ter oriëntatie of ter aanvulling van de lesinhouden kan een optie zijn (en dit betreffende technische opleidingen) of in functie van doorstroming naar Tweedekansonderwijs (en dit na uitval in secundair onderwijs).
199
-
-
In verband met HBO-opleidingen wordt de vraag gesteld naar betere afstemming met hoger en universitair onderwijs: welke mogelijkheden inzake infrastructuur en welke mogelijkheden inzake aanbieden bestaande / nieuwe opleidingen HBO (in kader van te implementeren HBO-decreet). Ook een afstemming/ uitwisseling methet omvangrijke Franstalige Onderwijs Sociale Promotie kan mogelijkheden bieden (infrastructuur,methodieken,…). De centra vinden de wisselwerking met de in Brussel aanwezige sectorfondsen te gering en onderbenut : wat staat er in de sectorconvenanten van de opleidingsfondsen inzake samenwerking met volwassenenonderwijs (t.v.v. werknemers en werkzoekenden)? Wat kan de samenwerking met het RTC (regionaal technologiecentrum) Vlaams-Brabant-Brussel betekenen voor de Brusselse CVO’s?
DOORSTROOM -
-
-
-
-
-
De doorstroom van cursisten CBE naar CVO is praktisch nihil. Het verschil in aanpak en methodiek van CBE en CVO verhoogt de drempel van overstap. Door een aantal experimenten (cursisten CBE begeleid overgestapt naar CVO), wordt getracht een methodiek uit te werken. De doorstroming van cursisten aan talenopleidingen (RG1) naar RG 2, 3 en 4 is te beperkt en kent onduidelijke oorzaken. Een onderzoek naar uitval en remediering is hier op zijn plaats. De doorstroming van NT2-cursisten naar andere CVO- opleidingen (in eigen centrum of naar andere centra) is problematisch. Er dient onderzocht of dit op alle niveaus (SO, TKO, en HBO) mogelijk is + wat zijn de mogelijkheden van het uitwerken van een traject voor deze cursisten, o.m. detectie mogelijke vervolgopleidingen in CVO’s en HO, niveaubepaling Nederlands per opleiding, trajectkeuze/begeleiding cursisten, … De doorstroom van NT2- en andere opleidingen naar modules toepassingssoftware moet verhogen (i.p.v. hoge bezettingsgraad senioren). Ook de doorstroom CBE-cursisten ICT naar CVO-opleidingen en beroepsopleidingspartners wordt als prioriteit gezien. De doorstroom van personen ( werkzoekenden) uit kansengroepen is veel te laag ; niettegenstaande infosessies/ bezoeken vanuit de lokale werkwinkels en derdenpartners en de interesse vanuit de doelgroep, is de doorstroom niet effectief. Meer trajectopvolging is noodzakelijk. Het studiegebied “personenzorg” verder stimuleren en vergroten van de doorstromingsmogelijkheden vanuit bvb. NT2 – opleidingen en dit in functie van de arbeidsmarkt De inburgeraar kan na zijn primair inburgeringstraject vaak enkel doorstromen naar een professioneel traject, niettegenstaande er in Brussel een sterke vraag is naar een educatief traject (naar CVO en Hoger Onderwijs). Door samen met de 2 andere consortia Vlaams-Brabant, de Huizen van het Nederlands Brussel en Leuven en de onthaalbureaus Brussel en Leuven en diverse HO-instellingen, plant Brucovo het project “uitbouw intermediaire instantie educatief secundair traject “ uit te werken vanaf sept. 2009. Daarmee willen we de trajectopvolging en doorverwijzing optimaliseren voor deze doelgroep (en disseminatie naar andere doelgroepen). Eind december 2009 is Brucovo gestart met een doorstroomproject voor NT2 cursisten. Drie toeleidingsagenten zijn aan de slag in de vijf CVO’s die een aanbod NT2 hebben in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in CBE Brusselleer. NT2-cursisten met vragen over CVO opleidingen in Brussel kunnen bij hen terecht. Geïnteresseerden worden door de agentes begeleid bij het maken van een opleidingskeuze. Naast hun informatie- en begeleidingsactiviteiten, werken de agentes ook samen met Beeldenstorm vzw aan een kortfilm die binnen het kader van het project, maar ook daarbuiten kan worden ingezet. Intussen groeit er ook een wisselwerking tussen Brucovo’s doorstroomproject en het pilootproject voor de uitbouw van een intermediaire instantie voor inburgeraars met een educatief perspectief.
200
4.13 . Gedetineerdenwerking a) Specifieke opdracht van het consortium Het Brussels consortium voor Volwassenenonderwijs heeft een heel specifieke opdracht met betrekking tot onderwijscoördinatie gedetineerden (cfr. Art.12 in samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs d.d. 14012009). Daartoe ontvangt elk consortium, met een penitentiaire instelling op zijn grondgebied, een specifieke enveloppe middelen op basis van het aantal gedetineerden. Het consortium treedt op als intermediair aanspreekpunt tussen de centra volwassenenonderwijs en basiseducatie enerzijds en de strafinrichting/arresthuis anderzijds. De specifieke resultaatsverbintenissen van het consortium zijn: -
De coördinatie en ondersteuning van de centra voor volwassenonderwijs bij de uitwerking van een onderwijsbeleid voor gedetineerden De organisatie van het detecteren van onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden De begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden
b) Situering van de Brusselse gevangenissen Sint-Gillis: •
• • • •
Tweedelijns arresthuis voor beklaagden van het juridisch arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Een groot aantal beklaagden verblijft eerst korstondig in de gevangenis van Vorst, waarna ze overgebracht worden naar de gevangenis van Sint-Gillis. De helft van de gedetineerdenpopulatie bestaat uit veroordeelden. Beklaagden en veroordeelden Prefab: vleugel van de werkers; met een uitzonderlijk regime Mannen: ongeveer 620 Overbevolking
Vorst: • • • • • •
Eerstelijns arresthuis Beklaagden en veroordeelden Werkers hebben een speciaal regime Annex met geïnterneerden Mannen: ongeveer 650 overbevolking
Berkendael: • • •
Arresthuis en strafhuis Vrouwengevangenis ongeveer 75
Administratief gezien betreft het slechts twee gevangenissen. De vrouwengevangenis van Berkendael is administratief verbonden met die van Vorst. Sint-Gillis wordt beschouwd als de Nederlandstalige gevangenis,
201
Vorst als de Franstalige. In de praktijk worden beide landstalen gebruikt in alle communicatie in de gevangenissen. De opdeling tussen Vlaamse en Waalse gevangenissen is een louter theoretische aangelegenheid die tot gevolg heeft dat het inrichtingshoofd van Sint-Gillis Nederlandstalig is en die van Vorst Franstalig. Ongeveer één derde van de opsluitingsdossiers wordt in het Nederlands behandeld. c) Behoeftenonderzoek In oktober 2009 werd er in de gevangenis van Sint-Gillis een behoeftenonderzoek uitgevoerd. De steekproef beperkte zich enkel tot Nederlandstaligen en anderstaligen verblijvend op alle vleugels in de gevangenis van Sint-Gillis. Op 22 oktober 2009 werd hiervoor een lijst getrokken via het griffieprogramma van de gevangenis. De lijst betrof 189 uitsluitend mannelijke gedetineerden. De bevraging van de Vlaamse Overheid heeft 101 gedetineerden kunnen bereiken en heeft 86 valide enquêtes opgeleverd. Op een totaal van 86 gedetineerden spreken en begrijpen er 55 Nederlands (64%). 47 onder hen kunnen eveneens Nederlands schrijven. Slechts 4 gedetineerden kunnen noch lezen noch schrijven … We stellen ons de vraag of er op deze vraag niet wenselijk is geantwoord omwille van de schaamte die in sommige culturen rond analfabetisme hangt. 84% van de ondervraagden zegt het Latijns schrift te beheersen, terwijl 30,23% (26) nooit met een computer heeft gewerkt. Wanneer we peilen naar de scholingsgraad geven de bevraagde gedetineerden aan gemiddeld 10 jaar naar school geweest. Van de 86 ondervraagden is 26,74% (of 23 gedetineerden) in België naar school geweest. Meer dan de helft (45) van de bevraagde gedetineerden beweren een diploma secundair onderwijs op zak te hebben, bekomen in België of in het buitenland. Dit cijfer ligt opvallend hoog, in vergelijking met eerdere bevragingen. Het meest voorkomende niveau van opleidingsgraad is de BSO-richting (23,26%), gevolgd door de TSO- en de ASO-richting (beiden 19,77%). Uit de resultaten van de bevraging over het onderwijsaanbod in de gevangenis blijkt een zeer grote vraag naar talen. Het thema dat door de bevraagde gedetineerden het meest geleerd wil worden is de Franse taal (14% van de antwoorden), gevolgd door lessen Engels, keukenmedewerker, tuinbouw en kennismaking met de computer. De Nederlandse lessen kunnen rekenen op 11,25% van de antwoorden (zie onderstaande tabel) e
Vermelden we nog dat 3/4 van de ondervraagde populatie geen lessen hebben gevolgd in andere gevangenissen, meestal omdat het hun eerste opsluiting in België betrof. Voor meer dan de helft van de bevraagde gedetineerden maakt het niet uit wanneer de lessen plaatsvinden (45 geven aan geen voorkeur te hebben = 52,33%). De grootste drijfveer voor gedetineerden om op het lessenaanbod in de gevangenis in te gaan zijn 1) om later werk te vinden en 2) om de eigen kennis te verruimen. Van het deeldomein onderwijs in de gevangenis wordt vooral informatie over onderwijs binnen de gevangenis verwacht, meer bepaald naar groepslessen (27,5%), maar ook informatie over een combinatie van onderwijs binnen & buiten de gevangenis. Tabel: Wat zouden de bevraagden graag leren? Thema lesmoment
N=
%
Nederlands voor anderstaligen
22
6,69%
Nederlands Lezen & Schrijven
15
4,56%
Frans
46
13,98%
Engels
32
9,73%
202
Duits
6
1,82%
Spaans
15
4,56%
Andere talen
11
3,34%
Kinderen en opvoeding (MO)
13
3,95%
Wiskunde
15
4,56%
2 kansonderwijs
15
4,56%
Keukenmedewerker
32
9,73%
Tuinbouw: groenzorg
27
8,21%
Kennismaking met computer
25
7,60%
- Beginners
9
2,74%
- Gevorderden
12
3,65%
Voorbereiding op theoretisch rijbewijs
13
3,95%
Andere
21
6,38%
e
Andere programma’s op computer:
d) Acties in 2010 Op basis van de resultaten van het bovenstaande behoeftenonderzoek zijn we gestart met een eerste aanbod in de gevangenissen. Gevangenis van Sint-Gillis Leergebied: Nederlands lezen en schrijven NT1 ( CBE Brusselleer) Start: sept 2009 – juni 2010 Niveau: M BE 046 – M BE 054 (verschillende modules bij elkaar) Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CBE Studieduur : modules van 80 u. voor min. 6 deelnemers Frequentie: 1 x 3 u/ week (op donderdagvoormiddag) Gemiddelde aanwezigheid: 10 cursisten Start: sept 2010 – juni 2011 Niveau: M BE 046 – M BE 049 Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CBE Studieduur : modules van 80 u. voor min. 6 deelnemers Frequentie: 1 x 3 u/ week (op donderdagvoormiddag)
203
Leergebied: Nederlands aan anderstaligen NT2 ( CVO Lethas) Start: april 2010 – juni 2010 Niveau: RG 1.1.1 Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CVO Lethas Studieduur: module van 60 u voor min. 12 deelnemers Frequentie : 2 x 3 u. per week Aantal cursisten: 5 Behaalde deelcertificaten: 2
Sedert juni 2010 hebben de verschillende (reeds aanwezige) partners van het Strategisch Plan voor Hulp- en dienstverlening in de Brusselse gevangenissen een gemeenschappelijke bureau in Sint-Gillis en zijn ze beter bekend onder de ‘BRUG’. In de doelstelling van het jaarplan van de BRUG werd het volgende opgenomen, specifiek voor onderwijs: Eind 2010 heeft de onderwijs-BRUG in Sint-Gillis een programma van enerzijds individuele begeleiding en anderzijds een groepsaanbod dat inspeelt op de behoeften van gedetineerden. Tegelijkertijd verkent de onderwijs-BRUG tegen eind 2010 de mogelijkheden voor groepsaanbod en individuele begeleiding in de gevangenissen van Vorst en Berkendael. Operationalisering: Opstart • •
Groepsaanbod: Opleiding Basiskeuken Groepsaanbod: Opleiding Informatica
Voortzetting • • • •
Groepsaanbod: Lezen en schrijven (NT1) Individuele begeleidingen Opportuniteit update behoefteonderzoek Individuele begeleidingen
Leergebied: Basis Keuken Start: 9 nov 2010 – 10 dec 2010 Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CVOElishoutCOOVI Studieduur: module van 40 u (lesuren van 50 min)voor min. 8 deelnemers Frequentie: 2 x 3,5 u/week (dinsdag- en vrijdagnamiddag)
Leergebied: Informatica Aanpassen computers in het computerlokaal met een Nederlandstalig besturingssysteem Leergebied: Nederlands lezen en schrijven NT1 ( CBE Brusselleer) Start: sept 2010 – juni 2011 Niveau: M BE 046 – M BE 049
204
Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CBE Studieduur : modules van 80 u. voor min. 6 deelnemers Frequentie: 1 x 3 u/ week (op donderdagvoormiddag) Gevangenis van Vorst Opstart •
Evt individuele begeleidingen
Voortzetting Leergebied: Nederlands lezen en schrijven NT1 ( CBE Brusselleer) Start: september 2010 – juni 2011 Niveau : M BE 046 – M BE 054 (verschillende modules bij elkaar) Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CBE Studieduur : modules van 80 u. voor min. 6 deelnemers Frequentie : 1 x 3 u/ week (op donderdagnamiddag)
Gevangenis van Berkendael Opstart • •
Opportuniteit behoefteonderzoek; bevraging bij de directie en/of PB’ers Evt individuele begeleidingen
e) Knelpunten Brusselse gevangenissen In de Brusselse gevangenissen gaat nog heel veel tijd naar lobbywerk gezien het zeer recent implementeren van het STRAP en dit met een halftijdse functie van OC, gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs. Sint Gillis: Een speciaal vakbondsakkoord (in het verleden) belemmert zeer zwaar het groepsaanbod (niet vleugeloverschrijdend; onmogelijk om de delers te halen). Dit werd heel concreet bij de organisatie van het NT2-aanbod in april 2010. Op basis van de screening door het Huis van het Nederlands waren er 20 gedetineerden die geïnteresseerd waren in het NT2-aanbod en op hetzelfde kennisniveau gescreend waren. De mutatie naar vleugel D als ze les willen volgen, werkt niet. Zo zijn er uiteindelijk weinig gedetineerden effectief gestart. CVO’s hebben nog geen traditie; de aanwezigheid van verschillende gemeenschappen is zeer omslachtig; 1/3 van de populatie is Nederlands- of anderstalig. Vorst en Berkendael: nog onontgonnen; het nu beperkte aanbod in Vorst is een jarenlange traditie van Brusselleer.
205
f) Geplande acties in 2011 Voortzetten lobbywerk Het lobbywerk zoals reeds gestart, wordt verder gezet. Sint-Gillis: - Het verder aankaarten en motiveren om de cursussen vleugeloverschrijdend te laten doorgaan, dit via de directie, zodat het aanbod meer op de delers (van CVO’s en basiseducatie) kan afgestemd worden - Het aanpassen van de computers met een Nederlandstalig besturingssysteem; alsook aan veranderde vragen OLC en Webleren Vorst (eerstelijns arresthuis) en Berkendael (vrouwengevangenis): - de bestaande structuren verder leren kennen en via een behoeftedetectie een vraaggestuurd aanbod realiseren Voortzetten lobbywerk voor het uitbreiden van de OC-functie gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs. Uitbreiding groepsaanbod voorjaar 2011 Dit groepsaanbod zal in mindere of meerdere mate gerealiseerd worden op basis van de resultaten van het lobbywerk in Sint-Gillis Leergebied: Nederlands aan anderstaligen NT2 ( CVO Lethas) Start: feb2011 Niveau: RG 1.1.1.(niveau wordt bepaald door het Huis van het Nederlands) Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CVO Lethas Studieduur : module van 60 u voor min. 12 deelnemers Frequentie : 2 x 3 u.
per
week
Leergebied Maatschappelijke oriëntatie( communicatie in persoonlijke relaties) ( CBE Brusselleer / VDAB Brussel) Start: feb 2011 Niveau: module M BE 022 in combinatie met sollicitatietraining VDAB Type: groepscursus met begeleiding professionele leerkracht CBE Studieduur: 40 u. Frequentie : 2 x 3 u. week Verkorte sollicitatietraining: module van 20 u;
2
x
3
u
per
week
Leergebied: Frans ( CVO Meise-Jette) Start: jan/feb 2011 Niveau: RG 1.1.(Rg afhankelijk van de test die zal gebeuren) Type groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CVO Meise-Jette Studieduur: module van 60 u voor min. 15 deelnemers Frequentie: 1 x 3 u per week
Leergebied: ICT ( CVO Meise Jette) Start: jan/feb 2010 Niveau: initiatie + basis word/ excel
206
Type groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CVO Meise -Jette Studieduur : 2 x 60 u. voor min. 11 deelnemers Frequentie: 2 x 3 u/week Leergebied: basis keuken ( CVO Elishout) Start: jan/feb 2010 Niveau: afhankelijk van evaluatie basismodule: herhaling of voortzetting traject Type: groepscursus met begeleiding van professionele leerkracht CVO Elishout Studieduur : 40 u. voor minimum 8 deelnemers; naargelang de evaluatie Frequentie: 2 x 3 u/ week
Programmatie najaar 2011 Het groepsaanbod in Sint-Gillis behouden of evt uitbreiden op basis van de evaluaties. Een mogelijk groepsaanbod aanbieden in Vorst en Berkendael op basis van de behoeftedetectie.
Evoluties in het volwassenonderwijs en meer specifiek in het onderwijsaanbod in de gevangenissen - Meewerken aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie rond onderwijs aan gedetineerden. - Opvolgen van het aanbod volwassenenonderwijs in de eigen regio. - Over de (lands)grenzen heen kijken door te participeren aan internationale projecten.
207
5.
Externe analyse op macroniveau
5.1. Institutionele kenmerken Brussels Hoofdstedelijk Gewest
B
russel is Institutioneel en bestuurlijk een aparte regio en uniek in dit land. België heeft immers twee soorten deelstaten die elkaar territoriaal gedeeltelijk overlappen: gemeenschappen en gewesten.
De situatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) is zeer bijzonder, omdat het tegelijkertijd een van de drie gewesten van een land en daarnaast een stadsgewest is. Dit maakt van Brussel een van de kleinste regio's van Europa met een zeer grote bevolkingsdichtheid. Bovendien is Brussel de hoofdstad van België én de hoofdstad van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Brussel herbergt daarenboven talrijke Europese instellingen en een groot aantal internationale organisaties. Deze verschillende functies van Brussel hebben een weerslag op de aard van de Brusselse werkgelegenheid en op de aantrekkingskracht die Brussel op arbeidskrachten uit alle windstreken uitoefent. De beperkte oppervlakte van het grondgebied van het Brussels Gewest heeft als gevolg dat het Gewest economisch en sociaal zeer sterk met zijn hinterland is verbonden. De institutionele grenzen van Brussel stemmen met andere woorden niet overeen met zijn sociaaleconomische grenzen. Brussel kan beschouwd worden als enerzijds politiek en administratief centrum en anderzijds als de uitgebreide stedelijke regio – het Brussels grootstedelijk gebied (BGG) – dat Brussel en zijn periferie omvat. Sinds 1989 vormen de negentien Brusselse gemeenten samen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De gewestregering is bevoegd voor de zogenaamde grondgebonden materies als verkeer, leefmilieu, stedenbouw, openbare werken, huisvesting, economie en infrastructuur. In de regio zijn er ook 19 autonome gemeenten en OCMW’s, waarbij ook hier een aantal beleidsdomeinen zijn 7
gebundeld in een agglomeratiebevoegdheid . De 19 gemeenten en OCMW’s staan erg op hun autonomie. Wat de persoonsgebonden materies zoals onderwijs, welzijn, gezondheidsbevordering en culturele aangelegenheden betreft, is de situatie uiterst complex. In Brussel wonen Nederlandstaligen, Franstaligen en ook anderstaligen, en Brussel kan taalkundig niet zomaar bij Vlaanderen of Wallonië worden ondergebracht. Brussel vormt een eigen tweetalig gebied Brussel Hoofdstad. Tegelijk hebben zowel de Vlaamse Gemeenschap (VG) als de Franse Gemeenschap (FG) bevoegdheden in Brussel, in eerder persoonsgebonden materies. Brussel maakt dus deel uit van de Vlaamse en Franse Gemeenschap, waarbij de Vlaamse Gemeenschap alle bevoegdheden ook uitoefent in Brussel. De Franse Gemeenschap heeft een aanzienlijk deel van haar bevoegdheden overgedragen aan de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF), waaronder welzijn, gezondheid (uitgezonderd de gezondheidsbevordering), het gehandicaptenbeleid, en de beroepsopleiding. Hierdoor ontstond er een institutionele asymmetrie. De bevoegdheden van de gemeenschappen en de Vlaamse en Franse gemeenschapscommissies blijven bovendien beperkt tot de instellingen en diensten. Er bestaan immers geen wettelijke criteria om vast te stellen tot welke gemeenschap iemand behoort. De aangelegenheden die niet uitsluitend tot de ene of de andere gemeenschap behoren, zoals de OCMW’s en ziekenhuizen, werden toegewezen aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), waarin beide 7
Met de agglomeratiebevoegdheden worden bedoeld: brandbestrijding en dringende medische hulpverlening, de omhaling en verwerking van huisvuil, en het bezoldigd vervoer van personen (taxi’s)
208
taalgroepen zijn vertegenwoordigd. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie oefent een wetgevende macht (afgezien van een aantal belangrijke uitzonderingen) uit, zowel ten opzichte van de instellingen die niet uitsluitend afhangen van de ene of andere Gemeenschap (bijv. bicommunautaire instellingen) als ten opzichte van de burgers wat de persoonsgebonden materies betreft in verband met het gezondheidsbeleid en de hulp aan personen (gezinsbeleid, sociaal beleid, gehandicapten, derde leeftijd, jeugd, migranten, sociale hulp aan gevangenen,…) Door de beperkingen van de persoonsgebonden bevoegdheid van de gemeenschappen tot instellingen die tot de respectievelijke gemeenschap behoren, zijn de Vlaamse decreten niet volledig van kracht in het BHG. 5.2. Demografische kenmerken De bevolking in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) is de voorbije jaren weer aan het aangroeien. Na het historisch maximum in 1968, was er twee decennia een onafgebroken daling, met in de jaren negentig een stabilisatie en sedert de laatste jaren een relevante stijging. Tabel: In het BHG zijn er op 1 januari 2008 volgens het Rijksregister 1.048.491 inwoners (505.963 mannen, 524.528 vrouwen). Mannen
Vrouwen
Totaal
Evolutie (i.v.m. 1 jan. 2007)
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
505.963
542.528
1.048.491
+1,68%
Anderlecht
48.193
50.892
99.085
+1,52%
Brussel
74.698
74.175
148.873
+2,03%
Elsene
38.848
40.920
79.768
+2,15%
Etterbeek
20.352
22.3550
42.902
+1,32%
Evere
16.180
18.547
34.727
+1,76%
Ganshoren
9.917
11.826
21.743
+1,63%
Jette
20.818
23.783
44.601
+2,38%
Koekelberg
9.283
9.737
19.020
+2,58%
Oudergem
14.144
15.942
30.086
+1,36%
Schaarbeek
57.151
58.888
116.039
+2,24%
Sint-Agatha-Berchem
9.981
10.995
20.976
+2,67%
Sint-Gillis
22.793
22.442
45.235
+1,05%
Sint-Jans-Molenbeek
41.213
42.461
83.674
+2,50%
Sint-Joost-ten-Node
12.369
11.709
24.078
+1,23%
Sint-Lambrechts-Woluwe
22.385
26.876
49.261
+1,96%
Sint-Pieters-Woluwe
17.930
20.721
38.651
+0,25%
Ukkel
35.280
41.452
76.732
+0,20%
Vorst
23.315
25.591
48.906
+1,29%
Watermaal-Bosvoorde
11.113
13.021
24.134
+0,05%
HET RIJK
5.224.309
5.442.557
10.666.866
+0,78%
VLAAMS GEWEST
3.039.956
3.121.644
6.161.600
+0,72%
WAALS GEWEST
1.678.390
1.778.385
3.456.775
+0,61%
209
Bron: Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse/ BISA
Tussen 1/1/2007 en 1/1/2008 steeg de bevolking met 17.276 mensen. Dit is een stijging met 1,7% wat een hoger groeipercentage is dan het jaar voordien en hoger is dan in België en de andere grote steden. Vooral in de gemeenten in het NW van het gewest (St. Agatha-Berchem, Koekelberg, Sint-Jans Molenbeek) groeide de bevolking sterk. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan een positief migratiesaldo, maar ook aan een toegenomen geboortecijfer met een positief natuurlijk groeicijfer. Zonder de instroom uit het buitenland zou de Brusselse bevolking een dramatische daling hebben gekend. Ook de instroom van specifieke bevolkingsgroepen naar de grootstad spelen hier een rol. Wanneer we alleen al de kandidaat-vluchtelingen, die zich in de procedure tot erkenning van de staat van vluchteling bevinden, meetellen, die sinds februari 1995 verplicht in een wachtregister worden ingeschreven, ligt het bevolkingsaantal in het gewest veel hoger. Een hoog aantal mensen vanuit de regularisatieprocedure verhogen ook het bevolkingscijfer. In het Brusselse gewest werd het grootste aantal regularisatieaanvragen ingediend (in 2000): meer dan 14.000 dossiers, aangaande 21.000 tot 23.000 personen, werden geopend. De werkelijke bevolking ligt nog hoger daar een aantal groepen niet zijn opgenomen in het officiële 8 bevolkingsregister : o o o o o
kandidaat-vluchtelingen (27.545 op 1/1/2006); buitenlands diplomatiek personeel en hun gezin (schatting tussen 9.500 en 15.900 personen); buiten Brussel gedomicilieerde studenten die in Brussel ‘op kot’ verblijven (hoger en universitair onderwijs): schatting rond de 15.000 personen; uit de bevolkingsregisters geschrapte personen (sommige thuislozen): schatting spreekt van 1.600 tot 2.000 personen die thuisloos zijn; personen zonder wettig verblijf (‘mensen zonder papieren’), dat zijn o.a. migranten zonder verblijfsvergunning, clandestienen die nooit een aanvraag tot verblijfsvergunning hebben ingediend, uitgeprocedeerde asielzoekers. Lokaal onderzoek spreekt van meer dan 16.000 illegalen die geen regularisatieaanvraag indienden tijdens de campagne van 2000. Bij deze groep kunnen we ook de nietbegeleide minderjarigen vermelden.
De totaliteit van deze niet in het officiële bevolkingscijfer aanwezige bevolkingsgroepen is dan ook vrij groot in de regio Brussel. Het zijn relevante doelgroepen voor het leerplichtonderwijs, de beroepsopleiding en het volwassenenonderwijs. De groeiende bevolking in het BHG resulteert ook in een toegenomen bevolkingsdichtheid in de voorbije jaren. Op 1 januari 2006 bedroeg de bevolkingsdichtheid gemiddeld 6.313 inwoners per km². Er zijn per gemeente grote verschillen. De bevolkingsdichtheid ligt uiteraard hoger dan in de andere gewesten van België, maar ligt ook veel hoger dan in andere Belgische steden (in Antwerpen met de districten is het 2.256 inwoners per km²). Voor een grootstad is dat normaal, maar er kan niet worden gesproken van een hoog gemiddelde. Belangrijk bij de groei van de bevolking is dat ook andere demografische en socio-economische kenmerken veranderen. We krijgen ook een andere samenstelling van de bevolking.
8 Cijfergegevens uit Welzijnsbarometer, Brussels Armoederapport 2008, pt. 3 Demografische context
210
Tabel: Bevolkingsstructuur naar leeftijd en geslacht (1/1/2008) Mannen
Vrouwen
Totaal
0-19 jaar
129.072
124.216
253.288
20-64 jaar
318.296
324.862
643.158
65 jaar en meer
58.595
93.450
152.045
Totaal
505.963
542.528
1.048.491
Bron: Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse/ BISA
kTabel: Kenmerken van de Brusselse bevolking tussen 1998 en 2008
% < 20 jaar % 20-64 jaar % 65 jaar en meer Verouderingsindex (≥65 jaar/0-19 jaar) Afhankelijkheidsindex ((019 jaar)+(≥65 jaar))/ (2064 jaar) Index van intensiteit van de veroudering (≥80 jaar/≥65 jaar)
1998 23,2 % 59,6 % 17,2 % 74,0 %
2007 24,1 % 61,0 % 14,8 % 61,4 %
2008 24,2 % 61,3 % 14,5 % 60,0 %
67,8 %
63,8 %
63,0 %
26,3 %
31,8 %
32,4 %
Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Rijksregister/ Welzijnsindicatoren 2008
In tegenstelling tot de rest van het land, volgt Brussel de trend van vergrijzing niet. Het aandeel van de +65jarigen daalde zelfs van 17,2 % in 1998 tot 14,5 % in 2008. Beleidsmatig vraagt de verjonging van de bevolking veel meer aandacht. Het aandeel van -20-jarigen steeg de voorbije jaren tot bijna een kwart van de bevolking in 2006. Vooral de jongste leeftijdsgroepen van kinderen (0-4 jaar) zijn sterk oververtegenwoordigd. Er is ook een oververtegenwoordiging van jongvolwassenen (leeftijdsklasse van 20 tem 34 jaar). De gemiddelde leeftijd in 2001 in Brussel is 39,0 jaar, wat lager is dan in Vlaanderen (40,2) en Wallonië (39,4). De mediaanleeftijd is 36 jaar. Deze verjonging is vooral te verklaren door de groeiende inwijkende bevolking vanuit het buitenland. De demografische kenmerken van deze ‘nieuwe’ bevolking zorgen ook voor een extra stijging van het geboortecijfer: − −
een zeer jonge bevolking en veel vrouwen in de leeftijdsgroep tussen 20 en 40 jaar; een combinatie van een jongere leeftijdstructuur, jonger en frequent huwen en een gemiddeld hoger kinderaantal (hogere fertiliteit). Dat resulteert in een positief natuurlijk groeicijfer. Een ander typisch kenmerk van het BHG is het hoge aandeel éénpersoonshuishoudens over alle leeftijden heen. In 2001 was dat precies de helft van alle huishoudens. Bij twintigers is het aantal alleenstaanden twee-
211
tot driemaal hoger dan in Vlaanderen. De demografische structuur van de grootstad is het resultaat van het vestigingspatroon van de vele inwijkelingen uit buiten- en binnenland. Het feit dat de voorbije jaren veel jonge gezinnen (van Belgische herkomst) met kinderen de stad verlieten, verklaart waarom alleenstaanden als overheersend patroon aanwezig is. Een verdere gezinsverdunning lijkt klein daar deze trend wordt afgeremd door de immigratie van gezinnen uit het buitenland. Toch was er tussen 1991 en 2001 nog een stijging van 6 %. De afgelopen jaren zijn meer ouders met kinderen van niet-Europese herkomst in de stad blijven wonen, en verhoogt de vestiging van niet-Europese migranten het patroon van vroegtijdig huwen en ouderschap. Wellicht kunnen we daardoor ook vaststellen, dat naast het grote aantal éénpersoonshuishoudens, het aandeel huishoudens met meer dan 6 personen hoog ligt in het BHG, terwijl huishoudens van 2 tot 5 personen een lager aandeel hebben dan het rijksgemiddelde. Het Brusselse gewest telt ook een zeer hoog aantal alleenstaande moeders, die zich vaak in een precaire socio-economische situatie bevinden. Mobiliteit naar en van Brussel De mobiliteit of de verhuisbewegingen in Brussel vertalen zich zowel in het aantal − − −
interne verhuisbewegingen (van één gemeente naar een andere Brusselse gemeente); inwijkingen (van Vlaanderen of Wallonië naar Brussel) en uitwijkingen (de omgekeerde beweging); immigraties (van het buitenland naar Brussel) en emigraties (van Brussel naar het buitenland).
Verhoudingsgewijs vindt het grootste aantal verhuizingen binnen het BHG zelf plaats, en bedraagt zo’n 36 % van het totale aantal verhuisbewegingen. De tweede grootste groep zijn diegenen die Brussel verlaten voor een ander adres in België (ruim 20 %), maar hun aandeel daalt de voorbije jaren. Immigratie is de sterkst stijgende trend en maakt bijna 20 % van de verhuisbewegingen uit. Op ongeveer 15 jaar tijd is het aantal immigranten in Brussel met ruim 60 % gestegen. Ruim de helft van de ‘nieuwe’ Brusselaars, zij die naar Brussel komen wonen, komt uit het buitenland. Zij vormen de grootste en nog stijgende groep, en zijn een belangrijke verklaring voor de toenemende diverse, meertalige en jonge bevolking in Brussel. Ook zij die verhuizen vanuit de rand (vooral uit Halle-Vilvoorde) zijn vooral niet-Belgen, en 38 % (de grootste groep) is -25 jaar. Naast de verhuisbewegingen is de grote groep dagelijkse pendelaars ook een kenmerk van het BHG. Een centrum- en grootstad als Brussel trekt heel veel mensen aan die hier komen werken of studeren en bijna dagelijks pendelen: − −
van de 653.000 arbeidsplaatsen in het BHG wordt een groot aantal door niet-Brusselaars ingenomen: 36 % (235.000) woont in Vlaanderen en 19,4 % in Wallonië (127.000) in 2003; het percentage leerlingen met woonplaats buiten Brussel verschilt naargelang het onderwijsniveau (gegevens van het schooljaar 2003-2004): o 14 % in het gewone kleuteronderwijs (68,9 % in het buitengewoon kleuteronderwijs); o 20,9 % in het gewoon lager onderwijs (41,4 % in het buitengewoon lager onderwijs); o 51,9 % in het gewoon secundair onderwijs (63,3 % in het buitengewoon secundair onderwijs).
Samenstelling van de bevolking naar nationaliteit Brussel blijft internationaliseren en cultureel steeds verder diversifiëren, als resultaat van de stijgende buitenlandse migratie. De Marokkaanse gemeenschap is de belangrijkste groep, maar de komst van migranten uit Oost-Europa en talrijke landen van het zuidelijk halfrond zorgen voor een blijvende, sterke diversificatie.
212
In de beschikbare cijfers vinden we deze ontwikkeling niet direct of volledig terug door het groeiende aantal naturalisaties. Door de aanwezigheid van veel internationale instellingen trekt Brussel ook veel hooggeschoolde migranten uit de Europese Unie en Noord-Amerika aan. Tabel: De voornaamste nationaliteiten in het Brussels Gewest, 1/1/2007 Nationaliteit België Frankrijk Marokko Italië Spanje Portugal Polen Turkije Verenigd Koninkrijk Duitsland Griekenland Kongo Nederland Andere Totaal
Aantal 747 688 43 708 40 258 26 753 19 426 15 926 12 744 10 758 8 585
% 72,5 % 4,2 % 3,9 % 2,6 % 1,9 % 1,5 % 1,2 % 1,0 % 0,8 %
8 570 8 031 7 173 6 241 75 354 1 031 215
0,8 % 0,8 % 0,7 % 0,6 % 7,3 % 100,0 %
Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Rijksregister / Welzijnsindicatoren 2008
Iets meer dan de helft van de niet-Belgen komen uit de 15 landen van de Europese Unie [9] van vóór de uitbreiding in 2004. Onder de niet-Belgen is het aandeel Fransen het grootst, gevolgd door de Marokkanen, de Italianen, de Spanjaarden en de Portugezen. Na de toetreding van de 10 nieuwe EU-lidstaten [10] in mei 2004 zagen we dat de Poolse gemeenschap zich een plaats veroverde in de top 10 van meest voorkomende nationaliteiten in het Gewest. Tussen 1 januari 2006 en 2007 steeg het aantal Polen met bijna 3 000 (+ 30 %) en klommen ze verder op naar de 6de plaats. Ook de 9 andere nieuwe EU-nationaliteiten stegen met meer dan 500 mensen (+ 14 %). Sinds 1 januari 2007 maken ook Roemenië en Bulgarije deel uit van de Europese Unie. Op die dag woonden er officieel 5 497 Roemenen (13de vreemde nationaliteit) en 1572 Bulgaren (23ste vreemde nationaliteit) in het Brussels Gewest. Samen maken de inwoners uit de 12 nieuwe lidstaten reeds 8,5 % uit van de vreemde bevolking We merken een onderscheid tussen 3 categorieën vreemdelingen, opgedeeld volgens de sociaaleconomische 9 kenmerken van het land van oorsprong: − −
9
vreemdelingen uit Noordwest-Europa, de Angelsaksische wereld en Japan (die vooral wegens de internationale functie van Brussel hier verblijven): Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Noorwegen en Zwitserland, Verenigde Staten, Canada, Japan en Oceanië. vreemdelingen uit Zuid-Europa (Italië, Spanje, Griekenland, Portugal), Turkije en Marokko die in de jaren ’60 en ’70 waren betrokken bij de arbeidsmigraties.
Uit: regioplan Integrale jeugdhulp 2008-12
213
−
vreemdelingen uit ontwikkelingslanden, vooral afkomstig uit Afrika (39 %), Azië (22 %) en van de globalisering de meest recente immigratiegolf vormen. Deze groep is gekenmerkt door een uiteenlopende sociaaleconomische positie, waarbij ook studenten, diplomaten en economische en politieke migranten behoren.
Onder deze 2 laatste groepen treffen we een groot aantal inburgeraars aan (aangemeld en ingetaket bij BON, 10 het Brussels onthaalbureau). In 2008 kregen 1722 personen een intakegesprek. Er zijn daarvan 1345 mensen gestart met veen cursus maatschappelijke oriëntatie (iets meer vrouwen dan mannen). In totaal volgden mensen uit 101 verschillende landen het programma (waarvan 320 uit Marokko en 131 uit Turkije, 92 uit Guinea, 80 uit Congo, 47 uit Rwanda, 35 uit Rusland, enz.) Bon bereikt vnl. de “ gezinsherenigers/ gezinsvormers en de asielzoekers. In totaal werden zo’n 1540 inburgeringscontracten getekend in 2008.
Tabel: Bevolking van niet-Belgische nationaliteit in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Mannen
Vrouwen
Totaal
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
146.544
148.499
295.043
Anderlecht
12.403
11.831
24.234
Brussel
22.504
21.561
44.065
Elsene
16.397
16.947
33.344
Etterbeek
7.589
8.617
16.206
Evere
3.174
3.274
6.448
Ganshoren
1.563
1.558
3.121
Jette
3.531
3.679
7.210
Koekelberg
2.194
2.186
4.380
Oudergem
3.268
3.407
6.675
Schaarbeek
17.237
16.985
34.222
Sint-Agatha-Berchem
1.478
1.490
2.968
Sint-Gillis
9.660
9.384
19.044
Sint-Jans-Molenbeek
10.690
10.203
20.893
Sint-Joost-ten-Node
4.104
3.862
7.966
Sint-Lambrechts-Woluwe
6.704
7.619
14.323
Sint-Pieters-Woluwe
5.474
6.061
11.535
Ukkel
9.847
10.767
20.614
Vorst
6.790
7.026
13.816
Watermaal-Bosvoorde
1.937
2.042
3.979
HET RIJK
494.897
476.551
971.448
VLAAMS GEWEST
183.531
170.839
354.370
WAALS GEWEST
164.822
157.213
322.035
Bron: Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse/ BISA
10
Cijfers van Brussels Onthaalbureau Bonvzw mei 2009
214
Nationaliteit is geen zuivere en correcte indicator om de diversiteit van een bevolking weer te geven, omwille van het grote aantal naturalisaties. Daarom is ook gezocht naar andere indicatoren. Gegevens over de culturele achtergrond van het gezin van leerlingen uit het Brusselse onderwijs tonen aan dat er in de voorbije 10 jaar een duidelijke afname van leerlingen met een westerse culturele achtergrond is. We stellen een toenemende diversiteit vast. Volgende tabellen geeft de herkomst weer van kleuters, leerlingen basisonderwijs en secundair onderwijs - in het Nederlandstalig gewoon onderwijs van het BHG - naargelang hun culturele achtergrond en hun gebruikelijke gezinstaal. Tabel: Herkomst van de kleuters naargelang hun culturele achtergrond westerse westerse nietniettotaal achtergrond achtergrond westerse westerse aantal aandeel achtergrond achtergrond aantal aandeel gemeentelijk onderwijs
966
29,7%
2292
70,3%
3258
Gemeenschapsonderwijs
1921
59,9%
1285
40,1%
3165
vrij onderwijs
2539
51,1%
2427
48,9%
4966
totaal
5385
47,5%
6004
52,5%
11389
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
Tabel: Herkomst van de kleuters naargelang hun gebruikelijke gezinstaal homogeen homogeen taalgeme taalgeme homog homog homoge homoge totaal Nederlandst Nederlands ngd ngd een een en en alig aantal talig aantal aandeel Franstal Franstal Anderst Anderst aandeel ig ig alig alig aantal aandeel aantal aandeel gemeentelijk onderwijs
201
6,2%
764
23,4%
996
30,6%
1297
39,8%
3258
gemeenschapso nderwijs
324
10,1%
968
30,2%
1052
32,8%
862
26,9%
3206
vrij onderwijs
579
11,7%
1161
23,4%
1620
32,6%
1606
32,3%
4966
totaal
1104
9,7%
2893
25,3%
3668
32,1%
3765
32,9%
11430
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
Het aandeel kleuters met niet-westerse achtergrond overtreft het aandeel met westerse achtergrond ( 52,5 % t.o.v. 47, 5 % ), een trend die zich de voorbije jaren sterk doorzet. Daarentegen is het aandeel Nederlandstaligen (9,7 %) betrekkelijk lager dan diegene vanuit taalgemengde( 25,3 %) of homogeen Frans-of anderstalige gezinnen ( 31 -32 %).
215
Tabel: Herkomst van de leerlingen basisonderwijs naargelang hun culturele achtergrond westerse westerse nietniettotaal achtergrond achtergrond westerse westerse aantal aandeel achtergrond achtergrond aantal aandeel gemeentelijk onderwijs
1422
42,2%
1946
57,8%
3368
gemeenschapsonderwijs
1931
55,8%
1531
44,2%
3462
vrij onderwijs
3952
57,7%
2898
42,3%
6850
totaal
7305
53,4%
6375
46,6%
13680
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
Tabel: Herkomst van de leerlingen basisonderwijs naargelang hun gebruikelijke gezinstaal homogee homogeen taalgemen taalgemeng homoge homoge homoge homog totaal n NL-talig NL-talig gd d aandeel en en en een aantal aandeel aantal Franstali Franstali Andersta Anders g aantal g lig aantal talig aandeel aandee l gemeentelijk onderwijs
309
9,2%
663
19,7%
1013
30,1%
1383
41,1%
3368
gemeenschapsonde rwijs
357
10,3%
1140
32,9%
1025
29,6%
940
27,2%
3462
vrij onderwijs
949
13,9%
1634
23,9%
2415
35,3%
1852
27,0%
6850
totaal
1615
11,8%
3437
25,1%
4453
32,6%
4175
30,5% 13680
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
In het basisonderwijs vergroot het aandeel van westerse achtergrond gevoelig t.o.v. het kleuteronderwijs ( 53,4 % met westerse achtergrond ). Het aandeel van de gebruikelijke gezinstalen blijft echter wel stabiel.
216
Tabel: Scholieren secundair onderwijs naargelang hun culturele achtergrond Belgische Belgische Buitenlandse Buitenlandse totaal achtergrond achtergrond achtergrond achtergrond aantal aandeel aantal aandeel off. gesubs. Onderwijs
319
40,1%
476
59,9%
795
Gemeenschapsonderwijs
2739
66,0%
1408
34,0%
4147
vrij onderwijs
4406
70,7%
1825
29,3%
6231
totaal
7464
66,8%
3709
33,2%
11173
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
Tabel: Scholieren secundair onderwijs naargelang hun gebruikelijke gezinstaal homogeen homoge taalge taalgemeng homog homoge homogee homogee tota NL-talig en NL- mengd d aandeel een en n n al aantal talig aantal Franst Franstali Andersta Andersta aandeel alig g lig aantal lig aantal aandeel aandeel off gesubs. onderwijs
145
18,2%
261
32,8%
78
9,8%
311
39,1%
795
gemeenschapsonde rwijs
994
24,0%
904
21,8%
1081
26,1%
1168
28,2%
4147
vrij onderwijs
2747
37,0%
1965
26,5%
1479
19,9%
1224
16,5%
7415
totaal
3886
31,4%
3130
25,3%
2638
21,3%
2703
21,9%
1235 7
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
Het aandeel van de westerse/ Belgische achtergrond vergroot naarmate de leerlingen stijgen in niveau (66,8 %). Wat de gebruikelijke gezinstalen betreft stijgt het aandeel van homogeen Nederlandstalige scholieren naar 31,4%, het aandeel taalgemengd blijft op 25 % steken, de andere blijven rond 20 % hangen. Grosso mode kunnen we besluiten dat- wat de taalsituatie thuis betreft- leerlingen uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs minder en minder uit een homogeen Nederlandstalig gezin komen. Vooral het aandeel homogeen anderstalige gezinnen is het sterkst toegenomen. Deze analyse geeft duidelijk aan dat er in Brussel moeilijk kan gesproken worden over een Franstalige en de Nederlandstalige gemeenschap binnen de bevolking. De realiteit is véél complexer dan de bestaande politieke 11 (vanuit monolinguaal perspectief opgesteld) tweetalige opdeling.
11
Uit: Janssens R., Taalgebruik in Brussel en de plaats van het Nederlands: enkele recente bevindingen, Brussels Studies, 7/01/2008
217
5.3. Economische kenmerken Het Brussels grootstedelijk gebied is een schoolvoorbeeld van wat men «de stedelijke paradox» noemt. Zo zijn de grote Europese steden, waaronder Brussel, de stuwende kracht achter de groei van de Europese Unie geworden. Maar de geproduceerde rijkdom resulteert niet noodzakelijk in een dichting van de sociale kloof. Een groot deel van de inwoners profiteert immers niet van de rijkdom die de sterke concentratie aan werkgelegenheid voortbrengt. Hoewel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest qua BBP per inwoner één van de rijkste regio's van Europa is, heeft het tegelijkertijd te kampen met een zeer hoge werkloosheid, waardoor een groeiend deel van de bevolking in de armoede terechtkomt. Deze paradox van de stad, als bron van rijkdom en armoede, komt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog meer tot uiting wanneer we de interne sociaaleconomische verschillen onderzoeken. In de laatste tien jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn (1997-2006), heeft het Brussels grootstedelijk gebied een jaarlijkse economische groei van 2 , 8% gekend (die evenwel sterker was in de periferie), waarmee het beter doet dan Vlaanderen (2,1%) en Wallonië (1,9%). Vanaf de tweede helft van de jaren 90 heeft het Brussels grootstedelijk gebied een belangrijke economische opmars gekend onder de gezamenlijke invloed van de volgende factoren: de ontwikkeling van de hoogst gekwalificeerde economische activiteitensectoren (diensten aan bedrijven, financiën, hoge administratie, non-profit diensten, …), de uitbreiding van de Europese Unie naar 27 lidstaten, wat zijn internationale rol heeft versterkt; de zeer uitgesproken ontwikkeling van zijn periferie en de 12 bevolkingsdynamiek die tot een aanzienlijke bevolkingsgroei heeft geleid. Deze goede economische prestaties hebben echter weinig invloed gehad op de werkloosheid in het Brussels Gewest, in het bijzonder in de centrale wijken. Wat de Brusselse arbeidsmarkt onderscheidt, is met andere woorden dat de demografische en economische dynamiek, door een combinatie van inkomend pendelverkeer en stadsvlucht, tot gevolg hebben dat de reële voortgang in het gewest wordt gestuit, ten voordele van zijn periferie. De notie van interne werkgelegenheid heeft betrekking op alle arbeidsplaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ongeacht of zij door Brusselaars worden ingenomen. Deze notie van interne werkgelegenheid moet worden onderscheiden van de notie van actieve Brusselse beroepsbevolking, die van haar kant de tewerkstelling van alle Brusselaars weergeeft, ongeacht de plaats van de tewerkstelling. Beide begrippen, alsook het fenomeen van het pendelverkeer, zijn cruciaal in de problematiek van de Brusselse werkgelegenheid. De interne werkgelegenheid omvat 680.000 arbeidsplaatsen, waarvan meer dan de helft door inwoners van de twee andere gewesten wordt ingenomen (het inkomend pendelverkeer bedraagt 52,7%). Als we het volledige grootstedelijk gebied beschouwen, daalt dit pendelpercentage van 52,7% naar 25%. Anderzijds behelst de actieve Brusselse beroepsbevolking 377.000 personen, van wie 84% in het Brussels Gewest werkt, 10,5% in het Vlaams Gewest en 4,3% in het Waals Gewest 13
Arbeidsplaatsen met zeer hoge kwalificatievereisten. De kloof tussen de secundaire en tertiaire sector en tussen handenarbeid en intellectuele arbeid is de laatste twintig jaar kleiner geworden. Maar tegelijkertijd moeten we vaststellen dat de secundaire sector volgens die traditionele indeling achteruit is gegaan. Het opdrogen van de industriële tewerkstelling is deels te wijten aan 12 Uit: Evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1989-2009, Brussels Observatorium voor de werkgelegenheid, 2009. 13 Uit: Evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1989-2009, Brussels Observatorium voor de werkgelegenheid, 2009.
218
een verschuiving van de activiteiten van de secundaire sector naar de tertiaire sector d.m.v. outsourcing/ onderaanneming. Ook de verschuiving naar de periferie / Brusselse rand van industrie en export/ import ( luchthaven Brussels Airport) zijn mede oorzaken van deze achteruitgang. Dit heeft geleid tot een uitgesproken ruimtelijke specialisatie van het gewest. De tertiaire sector vertegenwoordigt vandaag nagenoeg 90% van de totale werkgelegenheid. Het verlies aan werkgelegenheid in de secundaire sector loopt op tot 24.000 eenheden in de voorbije 20 jaar. Die terugval is in hoofdzaak toe te schrijven de verwerkende industrie (40 % verlies werkgelegenheidsvolume). De bouwsector toont ook een aanzienlijke inkrimping van zijn activiteiten in het Gewest. Meer dan de helft van de arbeidsplaatsen in Brussel wordt ingenomen door personen met een diploma van het hoger of het universitair onderwijs (53%). Ter vergelijking: voor heel België is dit 38% en op Europees niveau is dit 26%. Dit fenomeen van de stijgende kwalificatievereisten doet zich in de meeste Europese regio's v oor, maar komt duidelijker naar voren in de grote steden met een internationaal karakter. Tussen 1989 en 2007 is het aantal laaggeschoolde werknemers in het Brussels Gewest met 41% gedaald, terwijl het aantal werknemers met een hoog diploma met 62% is toegenomen. De hoogst gekwalificeerde economische activiteitensectoren zijn in Brussel sterk gegroeid. De tertiaire sector kende in zijn geheel een stijging van de werkgelegenheid met 63.000 eenheden en heeft dit te danken aan de volgende takken (met uitzondering van de financiële sector waar wel een verlies werd opgetekend, mede door de vele fusie s en overnames): (detail)handel, de horeca, de niet-commerciële sector en de transport- en communicatiesector worden gekenmerkt door een groei die sterker was dan die van de totale loonarbeid in Brussel. Samen met de bouw, waarvan de werkgelegenheid daalde, worden alle sectoren in het CET (Contract voor Economie en Tewerkstelling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest d.d. 2004) gedefinieerd als sleutelsectoren. De niet-commerciële sector vormt zonder enige twijfel de sterkte motor voor de Brusselse werkgelegenheid. Hij is goed voor 85 % van de nieuwe werkgelegenheid in de tertiaire sector over de periode 1990-2007. We benadrukken in het bijzonder de groei van de openbare administratie, het onderwijs, de gezondheidszorg en de sociale initiatieven, maar ook de collectieve diensten die samen goed zijn voor een stijging van 56.000 banen. Sinds 1998 zien we ook een sterke stijging van het aantal zelfstandigen met 20%. Meer dan de helft van de nieuwe zelfstandigen oefent een vrij beroep uit, maar we zien wel een sterke stijging van de actieve 14 zelfstandigen in de industriële sector ( +26 %). Tabel: Kenmerken van de interne werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2007 2007
%
Industrie
44 321
6,5
-20,1
31,0
19,8
29,8
50,4
33,7
Bouw
26 751
3,9
-6,6
10,7
40,7
40,8
18,4
63,2
Handel
64 050
9,4
-3,9
47,1
30,5
40,8
28,7
53,4
Hotels en restaurants
26 548
3,9
+31,8
38,7
35,6
42,0
22,5
73,4
Vervoer en comm.
49 991
7,4
+8,9
26,2
20,7
37,4
41,9
33,0
14
Var. ’97-06 % Vrouw. Opl.niveau. Laag Midden Hoog Brusselaars
Uit: S. Thys, Werkgelegenheid en werkloosheid in het BHG : Feiten en Uitdagingen, ATO-cahier, 2009.
219
Financiële instellingen 69 082
10,2
+1,5
45,7
6,0
25,4
68,6
24,6
Diensten aan bedrijven 97 213
14,3
+12,7
43,8
15,6
21,1
63,3
54,9
Openbare besturen
108 063
15,9
+14,4
46,2
16,6
37,0
46,4
35,4
Onderwijs
49 959
7,3
+11,5
68,1
9,3
16,5
74,1
52,6
Gezondh/ soc. dienst
63 781
9,4
+33,7
70,9
12,5
24,0
63,4
59,9
Gemeenschapsvz.
41 630
6,1
+24,9
44,3
16,1
26,5
57,4
54,4
Divers
38 498
4,7
…
50,5
8,9
17,9
73,2
61,3
Totaal
679 889
100,0
+8,2
45,5
17,5
29,5
53,0
47,3
Bronnen: FOD Economie - ADSEI (EAK), RSZ, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
5.3.1. Sectoren van dichterbij bekeken
15
I. ICT & grafische technieken De informaticadiensten in Brussel zijn goed ontwikkeld. Meer dan een kwart van de bezoldigde arbeid in de sector wordt in Brussel uitgevoerd (tegen een gewestelijk gemiddelde van één op zes), met als gevolg dat er zeer veel pendelaars werken. Het Brussels gewest alleen concentreert immers iets meer dan 13.000 loontrekkenden in de sector (op Brussels niveau één bezoldigde baan op 50!). Zelfstandigen maken hier slechts een klein deel van de arbeid uit ( 180 op 13.000…). De grote structuren concentreren een belangrijk deel van de Brusselse werkgelegenheid ( 35 % tegen 19,5 % voor het gewestelijk gemiddelde). De computeradviesbureaus zijn de grootste werkgever van de sector (44,4%) en tellen eveneens het grootste aandeel ondernemingen van de sector (47,5%). Zij worden gevolgd door de ondernemingen die werkzaam zijn in de programmering van software, die 28,5% van de werkgelegenheid vertegenwoordigen. Het aandeel van de bedrijven in dit segment bereikt 36,6%. De ondernemingen die zich bezighouden met databanken en vooral degene die activiteiten op het vlak van gegevensverwerking verrichten, verschaffen in verhouding tot hun geringe aantal (7%) meer werkgelegenheid (20%), doordat deze bedrijven gemiddeld groter zijn. Op Belgisch niveau zijn de werknemers in de sector van de informaticadiensten hoofdzakelijk bedienden. In Brussel vertegenwoordigen zij zelfs 99,4% van het arbeidsvolume, wat ruim boven het al hoge gewestelijk gemiddelde ligt (80,7%). Deze oververtegenwoordiging van bedienden is te verklaren door de aard van de functies in de sector, die vaak een hoog kwalificatieniveau vereisen. In alle segmenten werken zeer weinig arbeiders. De stelling dat technische beroepen meer mannen aantrekken, wordt ook bevestigd in de sector van de informaticadiensten. Op nationale schaal wordt de sector gedomineerd door mannen. In Brussel zijn zij goed voor 75,9% van alle werknemers (tegenover 52,2% voor het gewestelijk gemiddelde). Slechts één op de vier personeelsleden is dus een vrouw. In Brussel heeft de sector een zeer gunstige evolutie doorgemaakt. Over de hele periode is de sector met liefst 23,7% gegroeid (of bijna 2.500 extra eenheden), terwijl de vooruitgang in het Brussels Gewest slechts 3% bedraagt. Deze cijfers tonen aan dat de informaticadiensten in volle expansie zijn in het Gewest. Ook hier zijn bedienden die de vruchten plukken van deze gunstige evolutie, gezien hun overwicht in de sector. Voor de sector van de informaticadiensten ontving ACTIRIS 1.243 werkaanbiedingen tussen april 2007 en maart 2009.De meerderheid van de werkaanbiedingen hebben betrekking op beroepen die typisch zijn voor de 15
Uit: Informatie over de arbeidsmarkt in Brussel, IAMB –website ( Actiris) / gesprek S. Van Rechem, Brussels Observatorium
220
informaticasector zoals toepassingsontwikkelaar, consultant in bedrijfsinformatica of helpdeskmedewerker (ICT). Voor de rest behoren de beoogde beroepen meestal tot de sectoren van de handel, de administratie en de boekhouding. Voor een groot aantal werkaanbiedingen is een diploma van het hoger onderwijs vereist. Dit is hoofdzakelijk te verklaren door de aard van de gezochte profielen binnen de sector (toepassingsontwikkelaar, consultant in bedrijfsinformatica…). Bijna alle werkaanbiedingen hebben betrekking op een voltijdse arbeidsplaats en zijn van het normale type. Van de zogenaamde normale vacatures biedt 90% een contract van onbepaalde duur aan (tegenover 70% voor het gemiddelde van de totaliteit van de werkaanbiedingen die door ACTIRIS worden verwerkt). II. (Klein)handel De kleinhandel is ingedeeld in de detailhandel in niet-gespecialiseerde winkels (zoals supermarkten) of gespecialiseerde winkels die zich beperken tot één categorie voedingsmiddelen (bijvoorbeeld slagerijen) of andere producten (bijvoorbeeld kledingszaken, verkoop van elektrische huishoudapparaten, apothekers), de detailhandel in tweedehandsgoederen en antiquiteiten en de detailhandel die niet in winkels geschiedt (onder andere verkoop via postorderbedrijven en markthandel). De kleinhandel is in 2007 met meer dan 237.000 bezoldigde arbeidsplaatsen, of 6,3 % van de totale nationale bezoldigde arbeid, één van de grotere sectoren op Belgisch niveau. Een groot deel situeert zich in Brussel ( 31.000 loontrekkenden= 13,1 %). In Brussel zijn ook 13.000 zelfstandigen in de sector actief ( tov 158.000 in Vlaanderen). Zo zijn één van de vier werknemers in de Brusselse kleinhandel zelfstandigen, terwijl het gewestelijk gemiddelde één op negen bedraagt. De sector wordt gekenmerkt door een bijzonder hoog aantal kleine ondernemingen (87,5 % tegen 78,5 % voor het hele Gewest) en omvat in zijn totaliteit 4513 vestigingen(13 % alle Brusselse vestigingen). De kleinhandel in niet-voedingsmiddelen( bvb. kledingwinkels) neemt het grootste deel van de loonarbeid in de sector voor zijn rekening( 56,6 %). De handel in niet-gespecialiseerde producten ( bvb. supermarkten) is de tweede grootste werkgever van de kleinhandel ( 36,5 %). In 2007 zijn het overgrote deel van de werknemers in de Belgische kleinhandel bedienden ( 90,5 % in Brussel!. Vooral in de niet-gespecialiseerde. handel ( in het bijzonder de supermarkten) en in de handel in nietvoedingsmiddelen zijn de bedienden sterk ( resp. 95 % en 91 %). De arbeiders zijn ruimer aanwezig in de handel in voedingsproducten (46 % van de loontrekkenden) en vooral de kleinhandel in vlees en vleesproducten, waar zij 2/3van het personeelsbestand uitmaken. Er werken 60 % vrouwen in Bussel in deze sector. Tussen 2006 en 2007 blijft de kleinhandel positief evolueren, zowel in België als in Brussel. In het Brussels Gewest groeit de sector met 5,3 %. Voor de sector kleinhandel ontving Actiris 2109 werkaanbiedingen tussen april 2007 en maart 2009. De meeste aanbiedingen hebben betrekking op commerciële beroepen. De verkopers (in alle domeinen) zijn sterk vertegenwoordigd. Onder de werkaanbiedingen vinden we tevens, weliswaar in mindere mate, beroepen die verband houden met logistieke steun (chauffeur), informatica (zoals consultant bedrijfsinformatica) of administratie en boekhouding(zoals administratief bediende). Over het algemeen vragen de werkgevers een studiebewijs van het hoger secundair onderwijs of een lager kwalificatieniveau. In een groot aantal gevallen wordt er zelfs geen enkel kwalificatieniveau gevraagd en kunnen andere criteria in aanmerking worden genomen zoals een relevante ervaring in de verkoop, commerciële aanleg, tweetaligheid,… Meer dan negen op de tien vacatures zijn van het gewone type, wat meer is dan het gemiddelde van het totaal aantal door ACTIRIS behandelde werkaanbiedingen. Bij een overgrote meerderheid van deze zogenaamde normale werkaanbiedingen is er sprake van een contract van onbepaalde duur. De vacatures met betrekking
221
tot tewerkstellingsmaatregelen komen meestal overeen met een ACTIVA-maatregel. Daarnaast merken we ook op dat meer dan vier op de vijf vacatures op een voltijdse job uitmonden. III. Diensten aan bedrijven / administratie Diverse beroepen (boekhouder, bediende in boekhouding, secretaresse/secretaris, onthaal en informatiebediende, call-center medewerker, management assistant, …) worden in een groot aantal activiteitensectoren ingericht nl. diensten aan bedrijven (advies, administratie holdings), groothandel ( import/exportadministratie, …), verenigingsactiviteiten,openbare besturen (ministeries,..), informaticadiensten, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, verhuur en handel in onroerende goederen, kleinhandel, … Een groot aandeel van deze beroepen heeft tevens de status van knelpuntberoep zowel in het Brussels Gewest als in Vlaanderen. Uit de werkaanbiedingen ontvangen bij ACTIRIS blijkt dat deze beroepen meestal een niveau hoger secundair of hoger onderwijs vereisen. De kennis van bureautica en van meerdere talen blijkt over het algemeen noodzakelijk om deze beroepen te kunnen uitoefenen. De overgrote meerderheid van deze werkaanbiedingen is van het gewone type en van onbepaalde duur. Bvb. in de periode januari 2008 ' december 2009 heeft ACTIRIS 2.663 werkaanbiedingen ontvangen voor het beroep "Administratief bediende" , 435 werkaanbiedingen ontvangen voor het beroep "Secretaris", 430 voor het beroep ‘boekhouder’, 422 voor het beroep ‘call-center operator’, enz. IV. Personen- en gezondheidszorg Deze sector omvat de gezondheidszorg (bijvoorbeeld ziekenhuizen, medische, paramedische en tandartspraktijken, medische laboratoria en ziekenvervoer), de veterinaire diensten (gezondheidszorg en controles voor dieren) en maatschappelijke dienstverlening met huisvesting (zoals rust- en verzorgingstehuizen of instituten voor probleemkinderen) of zonder huisvesting (bijvoorbeeld thuiszorg, kinderdagverblijven, onthaalmoeders of vluchtelingenhulp). De administratieve activiteiten van OCMW's en de activiteiten die vallen onder de verplichte sociale zekerheid, behoren niet tot deze sector (zij vallen onder het openbaar bestuur). De personen-en gezondheidszorg zorgt in het BHG voor veel bezoldigde arbeid, vnl. in de grote structuren (ziekenhuizen bvb.). In 2007 is deze sector op Belgische schaal de belangrijkste sector met meer dan 512.300 bezoldigde arbeidsplaatsen (13,7 % van de nationale loonarbeid) waarbij 62.000 arbeidsplaatsen in het BHG worden ingevuld ( één op tien arbeidsplaatsen). In deze sector werken ook meer dan 56.000 zelfstandigen, waarvan bijna 5800 in Brussel. In de sector van gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening werken vnl. bedienden (82,7 % van de werknemers). Dit zeer grote aandeel is te verklaren door het soort functies dat in de sector wordt uitgeoefend ( verpleegsters, verzorgenden, opvoeders, …). De bedienden zijn vooral vertegenwoordigd in de ziekenhuizen en medische, paramedische, tandartspraktijken. In segmenten als de maatschappelijke dienstverlening, met of zonder huisvesting, hebben arbeiders iets meer tewerkstellingsperspectieven (21 % en 32 %). In deze sector is een meerderheid aan vrouwen tewerkgesteld. In Brussel maken vrouwen 73 % van de loontrekkenden uit. Dit is een sterk groeiende sector: het aantal arbeidsplaatsen in de sector nam in vijf jaar tijd met 17,2 % toe (tov algemene stijging bezoldigde arbeid van 3 %).Het is vooral in het segment van de maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting (buurtwerk, omscholing en ondersteuning werklozen) dat het aantal plaatsen tussen 2002 en 2007 steeg (+ 43 %). Het merendeel van de andere segmenten groeien ook, vooral de ziekenhuizen en maatschappelijke dienstverlening met huisvesting ( resp. + 8,9 % en 10,6 %).
222
Tussen april 2007 en maart 2009 ontving Actiris 4.683 werkaanbiedingen uit de sector van de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening. Ongeveer de helft van de ontvangen werkaanbiedingen heeft betrekking op beroepen die eigen zijn aan de sector van de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening (bv. kinderoppas, sociocultureel animator, maatschappelijk werker…). De rest van de aanbiedingen heeft betrekking op beroepen uit verschillende activiteitsdomeinen zoals schoonmaak en onderhoud van gebouwen, administratie en boekhouding, onderwijs en opleiding… De vacatures vereisen het vaakst een diploma van het hoger onderwijs. In mindere mate wordt een matig of laag kwalificatieniveau gevraagd. De helft van de werkaanbiedingen in deze sector komt overeen met een tewerkstellingsprogramma (meer in het bijzonder de geco-maatregel). Deze verhouding is vrij hoog in vergelijking met het gemiddelde van de werkaanbiedingen. De rest bestaat uit zogenaamde ‘gewone werkaanbiedingen’. Zeven op de tien hiervan zijn van onbepaalde duur. Wat het arbeidsregime betreft, stelt iets minder dan een op drie een deeltijdse overeenkomst voor. V. Horeca/Voeding Dit is een dynamische sector die veel werkgelegenheid schept. De horeca vertegenwoordigt een geheel van gevarieerde activiteiten zoals het hotelwezen, de restaurants en cafés. Deze sector is sterk vertegenwoordigd in Brussel en hoewel deze sector niet ongevoelig is voor conjunctuurschommelingen kende ze de afgelopen jaren een sterke groei op het niveau van het Brussels Gewest. Nieuwe horecadiensten zorgen niet alleen voor banen in de sector zelf, maar ook bij de horecaleveranciers. Deze vinden we voornamelijk terug in de voedingsmiddelenindustrie, de landbouw en de dienstensector (de wasserijen bijvoorbeeld). De horeca heeft dus een invloed op de tewerkstelling en de productiviteit in deze sectoren. Vaak is er sprake van deeltijdse en tijdelijke werkgelegenheid. Eveneens is de horeca onderworpen aan strenge regels inzake hygiëne en veiligheid. Typisch is jammer genoeg ook het hoge aantal faillissementen. Het creëert echter veel werkgelegenheid voor arbeiders, voor laag- en middelmatig geschoolde werknemers en ook voor jongeren. Hoewel Brussel gekend is voor zijn hoge pendelgraad, is dit niet vast te stellen voor deze sector die een belangrijk deel van de buurtbanen schept. Een verklaring daarvoor is te vinden in de dienstregeling eigen aan de horeca (onderbroken uurroosters, late arbeidstijden, enz.…). De aanwerving van personeel is voor de horeca een belangrijk probleem omdat de werkomstandigheden er ongunstig zijn of als ongunstig ervaren worden. Ook het gebrek aan talenkennis van de kandidaten vormt een hindernis bij de aanwerving. Geen wonder dus dat de opwaardering van de human resources en de verbetering van het imago voor de sector een van de belangrijke uitdagingen vormen. In 2007 is de horecasector, over het hele land beschouwd, goed voor bijna 116.700 betrekkingen in loondienst (of 3,1% van de nationale bezoldigde werkgelegenheid). In Brussel ligt de arbeidsconcentratie in de horeca betrekkelijk hoog. Dit komt doordat de hoofdstad meer zakentoeristen ontvangt en doordat zij een levendige traditie van lekker eten en drinken heeft, wat zich weerspiegelt in het grote aantal cafés en restaurants dat er te vinden is. Zo telt het Brussels Gewest iets meer dan 25.700 banen in de horecasector, wat neerkomt op 22% van de totale bezoldigde arbeid in de horeca, en dit terwijl het Brusselse aandeel in de gehele arbeid in loondienst slechts 16,6% bedraagt. Met andere woorden, treffen we meer dan één bezoldigde baan in de horeca op vijf in Brussel aan. Als we deze cijfers tot gewestelijk niveau terugbrengen stellen we vast dat de horecasector een groot deel (4,1%) van de bezoldigde arbeid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigt. De sector telt daarnaast meer dan 81.000 zelfstandige arbeidsplaatsen (of 9% van de nationale zelfstandige arbeid), waarvan ongeveer 7.000 in Brussel. De meeste van hen zijn zelfstandige in hoofdberoep. Het zelfstandigenstatuut is in de sector sterk aanwezig : een arbeidsplaats op vijf in de Brusselse horeca is een zelfstandige betrekking, terwijl globaal gezien nauwelijks een job op negen in Brussel als zelfstandige wordt uitgeoefend.
223
In 2007 stelt een Brussels horecabedrijf gemiddeld 8 werknemers tewerk, tegen 18 werknemers voor het hele Gewest. Het aantal loontrekkenden per bedrijf is echter sterk afhankelijk van het segment. Zo hebben de hotels en grootkeukens slechts een klein aandeel in het totale aantal Brusselse horecazaken (respectievelijk 7,5% en 4,7%), maar tellen zij gemiddeld meer werknemers dan de andere segmenten van de sector (gemiddeld 27 en 51 personeelsleden per vestiging). Ondanks hun geringe aantal bieden de hotels en grootkeukens gemiddeld meer tewerkstellingsperspectieven dan andere segmenten, zoals de traditionele restaurants. Deze laatste creëren immers zeer weinig jobs in verhouding tot het aantal etablissementen van dit type (29,3% tegen 43,4%). In 2007 werkt het overgrote deel van de werknemers in de Belgische horecasector als arbeider. Dit geldt voor de drie gewesten van het land. In Brussel maken de arbeiders 81,6% van alle werknemers in de horeca uit. In bepaalde segmenten is de concentratie arbeiders bijzonder hoog. Dit is met name het geval in de traditionele restaurants (93,8%) en de cafés (95%), waar zij zeer sterk aanwezig zijn. Bedienden vinden we vooral in de hotels (36,6%) en in mindere mate in de grootkeukens (21,6%). Niettemin blijven zij er in de minderheid. Dit is zeer uitzonderlijk voor Brussel, waar de bediendeovereenkomsten ruim in de meerderheid zijn door het overwicht van de dienstensector. In totaal telt het Gewest immers maar 19,3% arbeiders en slechts 16,5% in de sector van de diensten. In Brussel kende de sector tijdens de periode 2002-2007 een sterke toename van de loonarbeid (18,6% of iets meer dan 4.000 banen). De stijging was vooral te merken bij de banen voor arbeiders. Deze groei is een stuk sterker dan bij het geheel aan loonarbeid in Brussel (3%). Dit is het bewijs van het sterke dynamisme van de sector in het Gewest. Het segment van grootkeukens en traiteurdiensten is de voorbije vijf jaar het sterkst gegroeid. In dit segment is er namelijk een stijging met 71,5% (of zo’n 3.000 nieuwe banen) en wordt hierdoor in Brussel het horecasegment met het grootste aantal tewerkstellingen. Met uitzondering van de cafés en discotheken die een lichte achteruitgang kennen (-3,9% of een verlies van zo’n 60 banen), groeien ook de andere segmenten, weliswaar in mindere mate. Voor de horecasector ontving ACTIRIS 1.697 werkaanbiedingen tussen april 2007 en maart 2009. De overgrote meerderheid van de werkaanbiedingen heeft betrekking op typische horecaberoepen zoals snelkeukenmedewerker, chefkok, hotelreceptionist… Wanneer het studieniveau gepreciseerd is, gaat het meestal om een studiebewijs van het hoger secundair onderwijs of een lager kwalificatieniveau. In heel wat gevallen vermeldt de werkgever echter geen studievereisten. Beroepservaring of andere bekwaamheden en kwaliteiten (een goed voorkomen, tweetaligheid…) kunnen dan van doorslaggevende aard zijn. Ongeveer negen vacatures op tien zijn van het gewone type en evenveel werkaanbiedingen zijn van onbepaalde duur. Vacatures met betrekking tot tewerkstellingsmaatregelen komen meestal overeen met een ACTIVA-maatregel. Wat het arbeidsregime betreft, preciseren we dat meer dan een vierde van de werkaanbiedingen een deeltijdse overeenkomst aanbieden, wat meer is dan het gemiddelde van de werkaanbiedingen die door ACTIRIS worden verwerkt. Deze vrij hoge verhouding is onder meer te verklaren door de arbeidsomstandigheden eigen aan sommige horecaberoepen (kelner, kamerpersoneel…) die aan bijzondere werkuren zijn onderworpen (aangepast, onderbroken werkrooster…). VI. Metaal-elektriciteit De sector metaal-elektriciteit omvat zowel de metallurgie en ede vervaardiging van producten uit metaal( 0,3 % van de bezoldigde arbeid in het Brussels Gewest, omvat o.a. beroepen lasser, buizenfitter, technici, machineoperators, …) , de vervaardiging van elektrische en elektronische toestellen ( 0,6 % van de bezoldigde arbeid , omvat o.a; beroepen als elektromecanien, elektrotechnische installateur, onderhoudstechnici, ……) als de vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen (meer op industriële basis- omvat 0,4 % van de bezoldigde arbeid in het gewest, en omvat o.a. beroepen …).
224
Vervaardiging van elektrische en elektronische toestellen Deze sector behelst de vervaardiging van een breed gamma aan elektrische en elektronische toestellen. Het gaat met name om de vervaardiging van elektrische machines en apparaten (zoals kantoormachines en computerapparatuur, schakel- en verdeelinrichtingen, elektrische signaal- en alarmtoestellen, alsook elektromotoren, elektrische generatoren en transformatoren), de vervaardiging van radio-, televisie- en telecommunicatieapparaten (zoals zendapparatuur voor televisie en radio en apparatuur voor lijntelefonie en lijntelegrafie) en de vervaardiging van medische apparatuur en instrumenten, uurwerken en precisie- en optische instrumenten (bijvoorbeeld orthopedische artikelen en prothesen, apparaten voor de bewaking van industriële processen, foto- en filmapparatuur). Meer dan de helft van de werkaanbiedingen heeft betrekking op beroepen die eigen zijn aan de vervaardiging van elektrische en elektronische toestellen (we vermelden hier de burgerlijk en industrieel ingenieur of de onderhoudselektromecanicien). De rest van de vacatures houdt verband met verschillende soorten van beroepen, waaronder de technische beroepen. In heel wat gevallen is een diploma van het hoger secundair onderwijs vereist wat het technische karakter van een groot aantal gezochte functies binnen de sector verklaart. Andere werkaanbiedingen vereisen een diploma van het hoger onderwijs omdat ze een hoger kennisniveau of een meer doorgedreven technische kennis vragen (onder meer voor burgerlijk en industrieel ingenieur). Bijna alle vacatures vermelden een voltijdse overeenkomst en zijn van het gewone type. De zogenaamde gewone werkaanbiedingen zijn bijna allemaal voor onbepaalde duur. Deze proportie ligt ruimschoots boven het gemiddelde van de totaliteit van de werkaanbiedingen (alle sectoren in aanmerking genomen iets meer dan 70% arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur). Vervaardiging van machines, apparaten, en werktuigen Deze sector omvat de vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen waarmee materialen mechanisch of thermisch kunnen worden bewerkt of bepaalde handelingen kunnen worden uitgevoerd (zoals hijsen). Het gaat om machines, apparaten en onderdelen voor algemeen industrieel gebruik enerzijds (bijvoorbeeld hijs-, hef- en transportwerktuigen, filtreertoestellen, motoren, turbines en industriële ovens en branders), en voor speciale toepassingen anderzijds (bijvoorbeeld machines voor de landbouw, gereedschapswerktuigen en nietelektrische huishoudapparaten). Op Brussels niveau heeft deze industrie een beperkte omvang: ze stelt voornamelijk mannen tewerk en eveneens - in vergelijking met andere industriële sectoren - een vrij groot aantal bedienden. Deze sector kende een lichte vooruitgang en werd minder dan de andere getroffen door de teruggang van de industrie die het Brussels Gewest kenmerkt. In een tijd echter waar het ecologisch bewustzijn alomtegenwoordig is, moet de sector op een energie-efficiënte manier tewerk gaan. Dit zorgt ervoor dat ze blijk moeten geven van innovatie en aanpassingsvermogen. Voor de sector van de vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen ontving ACTIRIS 95 werkaanbiedingen tussen april 2007 en maart 2009. De overgrote meerderheid van de werkaanbiedingen heeft betrekking op beroepen die eigen zijn aan de vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen (bv. bankwerker, onderhoudselektromecanicien, insteller-bediener van werktuigmachines…). Over het algemeen vereisen de werkaanbiedingen een studiebewijs van het hoger secundair of zelfs het lager secundair of lager onderwijs. Dit is in grote mate te verklaren door de aard van de gezochte functies binnen de sector. Alle vacatures hebben betrekking op een voltijdse job en de meesten zijn van het normale type. Meer dan negen op de tien hiervan bieden een overeenkomst van onbepaalde duur aan.
225
Metallurgie De sector metallurgie en vervaardiging van producten van metaal is samengesteld uit alle industrieën en technieken die gericht zijn op de vervaardiging van metalen en metalen producten. De metallurgie omvat verschillende segmenten: de productie van non-ferrometalen zoals lood, zink en tin, de vervaardiging van gietijzeren en stalen buizen, de vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen en het gieten van metalen. De vervaardiging van producten van metaal bestaat op zijn beurt uit de vervaardiging van metalen constructiewerken voor de bouw, de vervaardiging van stoomketels, de vervaardiging van gereedschap, van hang- en sluitwerk en van overige producten van metaal. Tussen april 2007 en maart 2009 heeft ACTIRIS 133 werkaanbiedingen ontvangen die geïdentificeerd werden als behorende tot de metallurgie en de vervaardiging van producten van metaal. Eén werkaanbieding op twee houdt verband met een beroep dat typisch is voor de metallurgie en de vervaardiging van producten van metaal (lasser, buizenfitter, smid...). De overige werkaanbiedingen behoren tot uiteenlopende sectoren: bouw, handel… Het meest gevraagde studieniveau is dat van het hoger secundair onderwijs. Dit is deels te verklaren door de aard van de uitgeoefende functies in deze sector. Bijna alle vacatures zijn van het normale type. Negen op tien hiervan zijn van onbepaalde duur, wat meer is dan het gewestelijk gemiddelde (iets meer dan 70% arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur voor het geheel van de door ACTIRIS ontvangen werkaanbiedingen). Daarnaast noteren we dat, op één na, alle vacatures op een voltijdse overeenkomst uitmonden. VI. Bouw In het Brusselse economische landschap neemt de bouwnijverheid een belangrijke plaats in. Ze geeft overwegend buurtbanen, wellicht omdat de bouw ertoe noopt de dagtaak zeer vroeg in de ochtend aan te vatten. In de sector werken bovendien veel personen met een laag of middelmatig opleidingsniveau. Er werken overwegend mannen en arbeiders, de bouwsector omvat ook een aanzienlijk aantal zelfstandigen.De bouw is bijzonder conjunctuurgevoelig en afhankelijk van de grondstofprijzen, wat van jaar tot jaar kan leiden tot enorme schommelingen in zowel de werkgelegenheid als de rendabiliteit. Dat blijkt onder meer uit het vrij hoge aantal faillissementen in deze sector. In 2007 telt de Belgische bouwnijverheid ongeveer 212.000 werknemers in loondienst (of 5,7% van de nationale bezoldigde arbeid). De architectuur- en ingenieursactiviteiten en het beheer van bouwprojecten zijn niet bij dit cijfer inbegrepen. De uitzendarbeid, waar de sector sinds enkele jaren een beroep op doet in piekperioden, zijn eveneens van dit aantal uitgesloten. In Brussel stelt de bouwnijverheid iets meer dan 18.000 personen tewerk (waarmee 8,5% van de loonarbeid in de sector zich in Brussel situeert). Op Brussels niveau beschouwd, betekent dit dat de bouwnijverheid maar een klein aandeel heeft in de volledige bezoldigde werkgelegenheid in het Gewest (2,9%).Verder verschaft de bouwnijverheid werk aan meer dan 88.000 zelfstandigen (of 9,9% van de totale nationale zelfstandige arbeid), waarvan er meer dan 9.600 in Brussel actief zijn. De zelfstandigen nemen in het Brussels Gewest overigens een belangrijke plaats in de sector in. Meer dan één werknemer op drie in de bouwnijverheid heeft het zelfstandigenstatuut, terwijl het gewestelijk gemiddelde een op de negen bedraagt. In 2007 telt de bouwnijverheid 1.542 vestigingen in Brussel (of 4,5% van het totale aantal Brusselse bedrijven). Een groot deel daarvan zijn kleine ondernemingen. Zo zijn er net geen 1.200 bedrijven met minder dan tien personeelsleden, of 81,5% van alle Brusselse bouwondernemingen, wat in de lijn ligt van het gewestelijk gemiddelde (78,5%) De afwerking, bevat de activiteiten die verband houden met installatiewerken en afwerkingsactiviteiten, vertegenwoordigt het meeste aantal bedrijven (59,5% voor de twee segmenten samengenomen). Daar staat tegenover dat de bouwwerken en civiele bouwkunde een niet te verwaarlozen deel hebben in de loonarbeid (47,1%) in verhouding tot het geringere aantal ondernemingen in dit segment.
226
Op Belgisch niveau verschaft de bouwnijverheid in 2007 voornamelijk werk aan arbeiders. Hoewel dit ook voor Brussel geldt, is de verhouding naargelang statuten er iets meer in evenwicht. De arbeiders maken er 70,9% van het personeelsbestand uit, wat meer is dan in de Brusselse industrie in haar geheel beschouwd (48,6%). Door de sterke aanwezigheid van arbeiders vormt de bouwnijverheid een uitzondering in Brussel, waar de dienstensector, die grotendeels bediendebetrekkingen creëert (80,7%), overweegt. Bedienden die in de sector aan de slag willen, maken meer kans in bedrijven gespecialiseerd in installatiewerken (waar zij 36% van het personeelsbestand uitmaken) en in het bijzonder in elektrische installaties. In bedrijven die zich met de afwerking bezighouden zijn zij dan weer minder aanwezig (16,3%). Hetzelfde geldt voor het segment van de bouwwerken en civiele bouwkunde, waar de bedienden eveneens in de minderheid zijn (23,6%), behalve in de constructie van autowegen, wegen en luchthavens. De bouwnijverheid heeft de reputatie een overwegend mannelijke sector te zijn en de cijfers bevestigen dit. In 2007 zijn 92,6% van de werknemers in de Brusselse bouwnijverheid mannen In de meest recente periode is de conjunctuur zowel in Brussel als in België gunstig. Tussen 2006 en 2007 groeit de loonarbeid in de bouwnijverheid met bijna 800 eenheden in het Gewest (of een stijging met 4,6%). Deze vooruitgang is sterker dan die voor het geheel aan loonarbeid in Brussel gedurende dat jaar (1,9%). Alleen het segment van de installatiewerken laat een lichte daling optekenen (een verlies van 0,3%). Alle andere segmenten, met de bouwwerken en de civiele bouwkunde voorop, zagen hun activiteit toenemen (plus 9,2% of 716 nieuwe arbeidsplaatsen). Tussen april 2007 en maart 2009 heeft ACTIRIS 1.045 werkaanbiedingen ontvangen die geïdentificeerd werden als behorende tot de bouwsector. Twee derden van de werkaanbiedingen houdt verband met een beroep dat typisch is voor de bouw zoals metser, bouwvakker, schilder of loodgieter. De overige werkaanbiedingen hebben betrekking op andere domeinen, onder meer beroepen van industriële aard (zoals onderhoudselektromechanicien of installateur in industriële elektrotechniek). De meerderheid van de vacatures vereist slechts een studiebewijs van het lager, lager secundair of hoger secundair onderwijs. Dit is voornamelijk te verklaren door de aard van de gezochte profielen binnen deze sector (metser, bouwvakker, schilder, loodgieter…). Meer dan negen op de tien aanbiedingen zijn van het gewone type (wat meer is dan het gemiddelde voor het geheel van alle werkaanbiedingen, met name ongeveer zeven op tien) en ongeveer een even groot percentage aanbiedingen is voor een onbepaalde duur. We noteren tevens dat quasi alle vacatures naar een voltijds contract leiden. VII. Transport-logistiek-reisbureaus e sector transport en logistiek omvat het vervoer van personen of goederen per spoor, over de weg, over water of door de lucht. Deze sector behelst het vervoer per spoor, het stedelijk en voorstedelijk personenvervoer (bijvoorbeeld de metro), de exploitatie van taxi's, het goederenvervoer over de weg, de luchtvaart en de zeevaart. Het vervoer van goederen via een pijpleiding is ook bij deze sector ingedeeld. De vervoerondersteunende activiteiten en logistiek omvatten de vrachtbehandeling en opslag, alsook het onderhoud en de exploitatie van transportfaciliteiten en -uitrustingen. De reisbureaus en toeristische informatiediensten behoren eveneens tot deze sector. De bouw, het onderhoud en de reparatie van wegen, spoorwegen, havens en vliegvelden vallen niet onder de transportsector, maar ressorteren onder de bouwnijverheid. Een deel van de activiteiten wordt uitgeoefend in Brussel, waar we bijna 24.000 loontrekkenden tellen (wat overeenkomt met 12,5% van de loonarbeid in de sector, tegenover 16,6% voor het geheel in Brussel). Als we echter alleen rekening houden met het Brussels Gewest, hebben het transport, de logistiek en de reisbureaus maar een beperkt aandeel in de Brusselse bezoldigde werkgelegenheid (3,9%). In de sector werken bijna 36.300 zelfstandigen (of 4% van de nationale zelfstandige arbeid), waarvan meer dan 3.200 in Brussel. Op Brussels niveau nemen de zelfstandigen een betrekkelijk belangrijke plaats in de sector in. In het Brussels Gewest in het bijzonder wordt iets meer dan één arbeidsplaats op negen in de sector door een zelfstandige ingevuld, wat overeenkomt met het gewestelijk gemiddelde.
227
In 2007 telt de sector transport, logistiek en reisbureaus 1.088 vestigingen in Brussel (of 3,2% van alle Brusselse bedrijven), waarvan de meeste kleine ondernemingen zijn. Zo heeft 75,3% van de bedrijven in Brussel minder dan 10 personen in dienst, wat redelijk dicht aanleunt bij het gewestelijk gemiddelde (78,5%). Ondanks hun overwicht hebben de kleine ondernemingen slechts een beperkt aandeel in de loonarbeid in de sector (10,1%). Omgekeerd zijn het de zeer grote ondernemingen, die weinig vertegenwoordigd zijn (1,9%), die de meeste werkgelegenheid scheppen (55,3%). De bedrijven die zich bezighouden met personen- of goederenvervoer concentreren het grootste deel van de werkgelegenheid (83,1%). Het gaat meer bepaald om het vervoer per spoor en het stedelijk en voorstedelijk personenvervoer. Dit segment is de grootste werkgever van de sector. De reisbureaus, die 26,7% van de ondernemingen in de sector uitmaken, maar gemiddeld kleiner zijn, bieden duidelijk minder jobmogelijkheden (8,6%). Tot slot nemen de logistieke ondernemingen (bijvoorbeeld de havenbedrijven actief in de vrachtbehandeling en opslag) en de vervoerondersteunende activiteiten (zoals de douaneagentschappen) slechts een beperkt deel van de werkgelegenheid in de sector voor hun rekening. Er moet worden opgemerkt dat er in Brussel zeer weinig logistieke bedrijven zijn, maar dat zij in Vlaanderen veel sterker aanwezig zijn (respectievelijk 2,3% tegen 75,1%). Op nationaal niveau vertegenwoordigen de arbeiders ongeveer de helft van de loonarbeid in het transport, de logistiek en de reisbureaus. In Brussel daarentegen is dit aandeel kleiner (38,6%) en dit ten voordele van de ambtenaren (34,4%). Wat de bedienden betreft, zij vertegenwoordigen 27,1%. De bedienden zijn vooral talrijk in de reisbureaus (95,7%). In de logistiek en het vervoer van personen en goederen daarentegen werken meer arbeiders, vanwege de fysieke taken en de vrachtbehandeling (respectievelijk 51,2% en 43,3%). Het is in dit laatste segment (het personen- en goederenvervoer) dat we het grootst aantal ambtenaren terugvinden in de sector (39,2% van de loontrekkenden van het segment). In 2007 zijn de mannen op Belgisch niveau duidelijk in de meerderheid in het transport, de logistiek en de reisbureaus. Dit geldt ook voor de drie gewesten en in het bijzonder voor Brussel, waar zij 79,8% van alle personeelsleden in de sector vertegenwoordigen. Dit ligt ruim boven de mannelijke aanwezigheid in de globale Brusselse loonarbeid (52,2% mannen). In de segmenten transport en logistiek, die een eerder mannelijk imago hebben, vormen de mannen de grootste groep loontrekkenden. In het personen- en goederenvervoer vertegenwoordigen zij maar liefst 85,5% van het totale arbeidsvolume. De reisbureaus onderscheiden zich daarentegen door een overwegend vrouwelijke tewerkstelling (68,4%), vanwege het meer administratieve karakter van het werk in dit segment. De cijfers van de laatste jaren tonen aan dat de sector transport, logistiek en reisbureaus in het hele land goed stand heeft gehouden. Tussen 2002 en 2007 is de sector geleidelijk gegroeid (meer dan 25.500 nieuwe banen op het eind van de periode, hetzij een stijging van 15,3%). Zowel de arbeiders als de bedienden, maar deze laatste weliswaar in grotere mate, hebben van deze groei kunnen genieten. Dit wordt in het bijzonder verklaard door een verschuiving van arbeidsplaatsen naar deze sector, dat plaatsvond in 2004, vanuit andere sectoren zoals de bouw en de vervaardiging van transportmiddelen. In Brussel is de sector eveneens gunstig geëvolueerd. In vijf jaar tijd werd het personeelsbestand er met meer dan 2.231 eenheden uitgebreid (of een stijging van 10,2%). Hiermee overtreft de sector de algemene groei in het Brussels Gewest in de betrokken periode (3%). In arbeidseenheden boekt het personen- en goederenvervoer de sterkste vooruitgang (2.168 extra banen). Binnen dit segment is het vervoer per spoor het meest gegroeid. De logistiek, die een kleiner segment vormt, kent eveneens een belangrijke groei (stijging van 58,6%, of bijna 255 nieuwe arbeidsplaatsen). De reisbureaus lijden daarentegen verlies (min 457 jobs of een achteruitgang van 18,1%). Voor de sector transport, logistiek en reisbureaus ontving ACTIRIS 980 werkaanbiedingen tussen april 2007 en maart 2009. Meer dan de helft van de werkaanbiedingen houdt verband met een beroep dat typisch is voor de transportsector, de logistiek en de reisbureaus (bv. vrachtwagenchauffeur, bestuurder van lichte voertuigen, reisagent…). De overige werkaanbiedingen hebben betrekking op verschillende soorten beroepen die onder meer te maken hebben met veiligheid, administratie, boekhouding of handel.
228
Over het algemeen vragen de werkgevers een studiebewijs van het hoger secundair onderwijs of een lager kwalificatieniveau. In een groot aantal gevallen wordt er zelfs geen enkel kwalificatieniveau gevraagd en kunnen andere criteria in aanmerking worden genomen zoals het bezit van een rijbewijs of een specifiek brevet. Vaak wordt ook beroepservaring geëist. De meeste vacatures zijn van het gewone type en dit in een verhouding die volledig overeenkomt met het gemiddelde van het aantal door ACTIRIS ontvangen werkaanbiedingen. Iets meer dan negen op de tien werkaanbiedingen zijn van onbepaalde duur. Vacatures met betrekking tot een tewerkstellingsmaatregel komen meestal overeen met een startbaanovereenkomst. Bovendien bieden de meeste vacatures een voltijdse baan aan. VIII. Onderwijs en vorming Onderwijs en vorming zijn zowel in België als in Brussel belangrijk. Gezien de aard van de functies die er worden uitgeoefend (onderwijzers, leraars…), is het aandeel van hoogopgeleide mensen in deze sector zeer groot. Hier hebben vooral de vrouwen mogelijkheden, hoewel ze minder vertegenwoordigd zijn naarmate het niveau van het onderwijs stijgt. Deze sector stelt ook voornamelijk Brusselaars tewerk. Als gevolg van het specifieke arbeidsritme in deze sector is er een vrij hoog aandeel deeltijdse en/of tijdelijke contracten. Het onderwijs en de vorming kenden de laatste jaren een belangrijke groei in Brussel, vooral in het volwassenenonderwijs en het basisonderwijs. Het hoger onderwijs daarentegen maakte in 2004 met de invoering van het Bolognadecreet, een belangrijke hervorming door met als gevolg een vrij aanzienlijke daling. Door dat decreet werd het hoger onderwijs grondig hervormd wat nodig was om de integratie in de Europese ruimte te bevorderen. Wellicht had dat gevolgen voor de werkgelegenheid in de sector omdat het decreet ook fusies tussen verschillende hogescholen oplegde. In 2007 waren er in de sector onderwijs en vorming (onder meer volwassenenonderwijs, autorijscholen, kunstonderwijs…) in België bijna 385.000 bezoldigde werkkrachten (hetzij 10,3% van de nationale loonarbeid). In dat cijfer zijn de werknemers van de overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling die beroepsopleidingen verzorgen niet opgenomen (die horen bij de diensten aan de bedrijven). Een relatief groot deel van de loonarbeid in deze sector heeft in Brussel plaats. Daar werken in de sector meer dan 57.300 loontrekkenden, dat is ongeveer één op de zeven werknemers in de sector (wat het gewestelijke gemiddelde van één op de zes benadert). Overigens zijn er op Brussels niveau goede vooruitzichten in die sector aangezien hij 9,2% van de totale loonarbeid in het Gewest vertegenwoordigt. De sector onderwijs en vorming telt in Brussel 1.339 vestigingen (dat is 3,9% van het totale aantal Brusselse bedrijven), een groot deel daarvan zijn middelgrote ondernemingen (49,6%). Deze ondernemingen nemen 29,4% van de loonarbeid voor hun rekening. Dit leunt sterk aan bij de cijfers die we bij de grote en zeer grote ondernemingen terugvinden (respectievelijk 34,9% en 32,7%). Gemiddeld heeft een vestiging in deze sector 43 werknemers, ten opzichte van 18 loontrekkenden per Brussels bedrijf. Dat gemiddelde verschilt van segment tot segment, in het hoger onderwijs gaat het tot 149. Hoewel het aandeel hoger onderwijs niet zo groot is (7,2%), toch vindt men in dit segment een relatief hoog aandeel loonarbeid (25%). Het middelbaar onderwijs is de grootste werkgever in de sector (32,2%), gevolgd door het lager onderwijs (25,4%). Hoewel de vestigingen voor permanente vorming vrij talrijk zijn (28%) zijn ze ook kleiner en dus vindt men hier het kleinste aandeel van de loonarbeid (17,5%). Gezien de aard van de beroepen die in de sector onderwijs en vorming worden uitgeoefend, werken er in België vooral ambtenaren. Tegen door in het Brussels Gewest vertegenwoordigen de bedienden 52% van het aantal loontrekkenden. In de sector werkt bovendien een zeer groot aantal ambtenaren (44,1% op Brussels niveau), meer bepaald in het lager en middelbaar onderwijs waar ze de meerderheid uitmaken (respectievelijk 57,6% en 56,6%). We vermelden tenslotte dat er bijzonder weinig arbeiders werken, zeker in het hoger onderwijs en in de permanente vorming (1,4% in elk van de gevallen). Zowel op Belgisch als op Brussels niveau zijn de vrouwen in de sector van het onderwijs en de vorming in de meerderheid. In Brussel loopt hun aandeel op tot 61,4%, wat aanzienlijk meer is dan het gemiddelde in het
229
Gewest (47,8%). Uit een studie blijkt dat sectoren zoals het onderwijs, de gezondheidsdiensten en de sociale diensten voornamelijk vrouwelijke werknemers worden aangetrokken. In het basisonderwijs vormen ze een zeer grote meerderheid, ze vertegenwoordigen 85,1% van de bezoldigde arbeid. Hoe hoger het niveau van het onderwijs, des te kleiner wordt het vrouwelijke overwicht. In het middelbaar onderwijs zijn ze nog steeds in de meerderheid (65,5%) maar in het hoger onderwijs zijn ze dat niet meer (43,7%). Daar komt bij dat vrouwen minder directiefuncties bekleden naarmate het onderwijsniveau stijgt. We vermelden nog dat in de permanente vorming de mannelijke loontrekkenden een kleine meerderheid vormen (55,3%). De laatste jaren kende de sector van het onderwijs en de vorming een progressieve en positieve groei in België. Tussen 2002 en 2007 groeide het tewerkstellingsvolume met 6,5% (bijna 23.350 bijkomende arbeidsplaatsen). In Brussel was die groei nog opmerkelijker. In vijf jaar tijd zag de sector zijn effectief met iets meer dan 6.900 eenheden toenemen (hetzij een stijging met 13,7% tegen 3% op het geheel van het Brussels Gewest). De groei was groter in de permanente vorming, vermits daar tussen 2002 en 2007 het aantal werkkrachten verdubbelde (groei met 101,7%, hetzij meer dan 5.000 bijkomende arbeidsplaatsen). Ook in het lager onderwijs werd een mooie groei opgetekend (stijging met 12,5%, hetzij meer dan 1.600 bijkomende arbeidsplaatsen). Omgekeerd daaldehet aantal arbeidsplaatsen in het hoger onderwijs met 2,5% (dat zijn bijna 370 arbeidsplaatsen minder). Tussen 2006 en 2007 kent de sector zowel in België als in Brussel een positieve evolutie. In Brussel stijgt het aantal banen met 1.200 (of een toename met 2,1%) en sluit zich zo aan bij de Brusselse tendens (groei van 1,9%). Hier groeit het hoger onderwijs het sterkst (1.550 nieuwe banen of een stijging met 12,1%). Het basisonderwijs daarentegen verliest ongeveer 780 banen (of een daling met 5,1%). De twee overige segmenten, het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, groeien lichtjes. Tussen april 2007 en maart 2009 heeft ACTIRIS 4.385 werkaanbiedingen uit de sector onderwijs en vorming ontvangen. Hiermee is deze sector één van de grootste leveranciers van werkaanbiedingen aan de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling. Het aantal ontvangen werkaanbiedingen was uitzonderlijk hoog tijdens de derde trimesters van 2007 en 2008, wat aantoont dat in deze sector de aanwervingen het hoogst zijn aan het begin van het schooljaar. De overgrote meerderheid van de ontvangen werkaanbiedingen heeft betrekking op beroepen die eigen zijn aan de sector onderwijs en vorming (leerkracht/onderwijzer, kinderoppas, instructeur…). Wat de overige werkaanbiedingen betreft, vinden we de meest gevraagde beroepen in de volgende domeinen terug: administratie en boekhouding, schoonmaak en logistiek van gebouwen, alsook gezondheid. Het meest gevraagde studieniveau is dat van het hoger onderwijs wat onder meer te verklaren valt door de aard van de meest gezochte functies in deze sector (leerkracht van het secundair onderwijs, leraar van het basisonderwijs…). In mindere mate is het tevens mogelijk dat een diploma van het hoger secundair onderwijs wordt gevraagd. Ongeveer zeven op de tien werkaanbiedingen zijn van het gewone type. De rest van de aanbiedingen heeft betrekking op een tewerkstellingsmaatregel (meestal de geco-maatregel). Binnen de gewone werkaanbiedingen stelt een verpletterende meerderheid een overeenkomst van bepaalde duur voor (meer dan vier vacatures op vijf). Korte overeenkomsten in het kader van tijdelijke vervangingen komen immers vaak voor. Zodoende is ook het aantal werkaanbiedingen voor een deeltijdse betrekking vrij hoog (in vergelijking met het gemiddelde van de werkaanbiedingen). Een van de redenen is inherent aan het beroep van onderwijzer, namelijk dat je slechts zelden voltijds werkt en thuis veel tijd besteedt aan de voorbereiding van de lessen.
230
5.3.2. Knelpuntberoepen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Situering Ondanks de grote arbeidsreserve in het Gewest raken bepaalde functies in de Brusselse bedrijven nog steeds moeilijk ingevuld. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er 62 beroepen die in 2008 als moeilijk in te vullen worden beschouwd. Deze beroepen worden gekenmerkt door een relatief langere looptijd en een invullingsgraad die lager ligt dan het geheel van de ontvangen werkaanbiedingen. Dit gebrek aan evenwicht op de arbeidsmarkt vormt een belemmering voor de beroepsinschakeling en de economische ontwikkeling. Op basis van de terreinkennis van de tewerkstellingsconsulenten en de vertegenwoordigers van de Brusselse werkgevers werden de oorzaken van de discrepantie tussen vraag en aanbod voor elk knelpuntberoep bepaald. Hierbij werd een onderscheid vastgesteld tussen een kwantitatief gebrek aan kandidaten en een kwalitatief gebrek bij de kandidaten. In het eerste geval gaat het om een tekort aan kandidaten voor deze beroepen, in het tweede om een discrepantie tussen de eisen van de werkgevers en de profielen van de kandidaten. Bij deze twee factoren voegen zich nog de ongunstige werkomstandigheden. Het verminderen van de spanningen kan gedeeltelijk gerealiseerd worden door een aanpassing van de beroepsopleidingen en door een betere informatie die een betere beroepsoriëntering in ruime zin mogelijk maakt. De bedrijven moeten tegemoet komen aan de inspanningen die reeds worden geleverd om hun huidige vraag naar arbeidskrachten in te vullen, onder andere door het tegengaan van de overkwalificatie (die lager geschoolden verdringt), het verhogen van de bedrijfsopleidingen, het aannemen van een vooruitziend beheer van de vaardigheden en het bestrijden van elke vorm van discriminatie (onder andere ten opzichte van vrouwen en personen van vreemde afkomst). Het versterken van de loyaliteit van het personeel kan ook een antwoord zijn op de waargenomen spanningen. Een verbetering van de arbeidsomstandigheden of een herwaardering van het loon kan bepaalde beroepen aantrekkelijker maken. Ook de kenmerken van de werkaanbiedingen van knelpuntberoepen werden onderzocht. Enkele vaststellingen: we stellen een oververtegenwoordiging vast van knelpuntvacatures bij werkaanbiedingen die een hoger opleidingsniveau vragen. Deze oververtegenwoordiging is heel duidelijk voor de hogere studies en iets minder voor het universitair niveau en het secundair onderwijs, met uitzondering van het technisch onderwijs waar de helft van de vacatures moeilijk in te vullen is. Wat de eisen inzake talenkennis betreft: 44 % van de aanbiedingen die tweetaligheid vereisen, hebben betrekking op knelpuntberoepen. Dit percentage stijgt tot 56 % wanneer meerdere talen worden gevraagd. De sectoren die proportioneel het vaakst knelpuntberoepen in hun rangen sluiten, zijn, in dalende volgorde, de sectoren Handel en verkoop, administratie en boekhouding, vastgoed, verzekeringen en financiën, beheer van ondernemingen en diensten, bouw, gezondheidszorg, horeca, e.v. Ten slotte stellen we vast dat werkaanbiedingen van kleine bedrijven relatief gezien moeilijker kunnen worden ingevuld.
231
Architecten Architect Burgerlijk ingenieur – architect Ingenieurs en technisch ingenieurs Burgerlijk ingenieur burgerlijke bouwkunde Industrieel ingenieur burgerlijke bouwkunde Industrieel ingenieur elektriciteit Industrieel ingenieur mechanica Burgerlijk ingenieur elektromechanica Industrieel ingenieur elektromechanica Industrieel ingenieur chemie of biochemie Verplegers en verpleegassistenten Hoofdverpleegkundige Ziekenhuisverpleegkundige – gebrevetteerde Ziekenhuisverpleegkundige – gegradueerde Geriatrisch verpleegkundige – gegradueerde Sociaal verpleegkundige – gegradueerde Leraars secundair onderwijs Leraar Nederlands (2de, 3de graad) Leraar Nederlands (1ste, 2de graad) Leerkrachten basisonderwijs Onderwijzer Instructeurs - Lesgevers Instructeur - Lesgever talen Tekenaars Architectuurtekenaar Technici in de natuurwetenschappen en toegepaste wetenschappen Technicus in de elektromechanica Technicus bouw (alle specialiteiten) Conducteur van bouwwerken Technicus elektriciteit Laborant medische analyses Technicus elektronica Technicus telecommunicatie Boekhouders en hulpboekhouders Boekhouder Informatici en aanverwante beroepen Netwerkarchitect Analist-programmeur Webmaster, Webdeveloper Technicus helpdesk Netwerkbeheerder Andere informatici Vertalers Vertaler Directeurs en kaderpersoneel aankopen, bevoorrading en logistiek Verantwoordelijke logistiek Secretarissen Directiesecretaris Commercieel secretaris Juridisch secretaris Medisch secretaris Administratieve bedienden, onthaal en communicatie Bediende personeelsdienst Bediende sociale wetten en lonen Bediende commerciële dienst Telefonist-receptionist Telefonist-secretaris Bediende financiële transacties en verzekeringsverrichtingen Bediende verzekeringsmaatschappij
232
Bedienden vervoer en van verzending van goederen Bediende vervoer en polyvalente verzending Magazijnbedienden Magazijnbediende, PC-Stockbeheerder Receptiepersoneel hotel Hotelreceptionist Dag Hotelreceptionist Nacht Vertegenwoordigers Vertegenwoordiger diensten Vertegenwoordiger in bureaumateriaal en aanverwanten Technisch vertegenwoordiger Vertegenwoordiger paramedisch materiaal en aanverwanten Vertegenwoordiger voeding Vertegenwoordiger verbruiksgoederen Verkopers en handelszaakbeheerders Verkoper diensten Verkoper hifi en bureauticamateriaal Verkoper van woon- en huishoudartikelen Verkoper confectie Televerkoper Callcenter operator Bestuurders van motorvoertuigen Chauffeur vrachtwagen met oplegger (Rijbewijs C en E) Chauffeur vrachtwagen met aanhangwagen (Rijbewijs C en E) Mecaniciens-herstellers Bankwerker-monteur-mecanicien-hersteller Industrieel onderhoudsmecanicien Loodgieters en buizenfitters Loodgieter Elektriciens en elektricienherstellers Elektricien woningbouw Electromecaniciens Electromecanicien Electromecanicien airconditionning en verwarmingsinstallaties Timmerlieden en schrijnwerkers Schrijnwerker Metselaars en vloerenleggers Metselaar Vloerder Dakdekkers Dakdekker (leien, pannen, en soortelijke materialen) Wegenwerkers Wegenwerker Drukkers Grafisch vormgever op Mac en/of PC Beenhouwers Beenhouwer Veiligheidsagenten Veiligheidsagent met brevet Koks Chef-kok Kok Keukenhulp gekwalificeerd Chef de partie Kamerpersoneel Kamermeisje/jongen Zaalkelners en serveerders Restaurantkelner Barman Werknemers in de wasserij Strijker met de hand
233
5.4. Sociaal-economische kenmerken Het BHG kent een zeer paradoxale sociale en economische situatie. Enerzijds is Brussel één van de rijkste gewesten in Europa als men uitgaat van wat er wordt geproduceerd. Zo staat Brussel uitgaande van de barometer van de ‘Europese zakensteden’ op een vijfde plaats na Londen, Parijs, Frankfurt en Barcelona. Deze ‘rijkdom’ komt echter in de andere gewesten terecht als beschikbaar inkomen daar de pendelaars 54 % van de interne werkgelegenheid vertegenwoordigen. Anderzijds is het een gewest waar een groot deel van de bevolking hoog scoort op tal van risicofactoren als laag opleidingsniveau, slechte huisvesting, laag inkomen en werkloosheid, lage gezondheid, armoede en bestaansonzekerheid. Het is niet alleen een algemeen probleem maar ook significant aanwezig bij de jonge en minderjarige bevolking.
5.4.1. Arbeidsmarkt Tabel: Tewerkstellingsgraad in het BHG en in België jaargemiddelde 2007 15-64 jaar
15-24 jaar
25-49 jaar
50-64 jaar
Mannen
61,4%
23,2%
75,4%
54,4%
Vrouwen
48,3%
16,3%
62,3%
39,5%
Totaal
54,8%
19,6%
68,9%
46,6%
Mannen
68,7%
29,9%
87,8%
57,7%
Vrouwen
55,3%
25%
74,8%
38,3%
62%
27,5%
81,4%
48%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
België
Totaal
Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische informatie, Arbeidskrachtenenquete 2007
De tewerkstellingsgraad meet het aantal personen tussen 15 en 64 j. met een job t.o.v. de totale bevolking in die leeftijdscategorie.
In vergelijking met 2006 steeg de tewerkstellingsgraad voor de actieve bevolking (15-64 jaar) licht, zowel voor België (+ 1,0 %) als voor het Brussels Gewest (+ 1,4 %). In 2007 was de tewerkstellingsgraad van de Brusselse actieve bevolking lager dan in België, behalve voor 50-64-jarige vrouwen. De Brusselse tewerkstellingsgraad is 7,2 % lager voor de totale bevolking (15-64 jarigen), 7,9 % bij de jongeren (15-24 jaar), maar liefst 12,5 % bij de 25-49-jarigen. Het verschil is kleiner (1,4 %) bij de oudste groep (50-64-jaar). De tewerkstellingsgraad is systematisch hoger bij mannen dan bij vrouwen. Voor de totale actieve bevolking (15-64-jarigen) bedraagt het verschil tussen mannen en vrouwen 13,1 % in het Brussels Gewest, wat vergelijkbaar is met het land (13,4 %). Het verschil in tewerkstellingsgraad tussen niet-Europeanen en Europeanen daalde in vergelijking met 2006, namelijk van 25,5 tot 19,6 procentpunten voor het Brussels Gewest en van 28,2 tot 24,6 procentpunten voor het land. De verschillen inzake tewerkstellingsgraad naar nationaliteit zijn minder groot in het Brussels Gewest dan in het land. Naar opleidingsniveau zijn de verschillen betreffende tewerkstellingsgraad wel vergelijkbaar tussen het Brussels Gewest en België, behalve voor de vrouwen, waar het verschil minder uitgesproken is in het Brussels Gewest.
234
Tabel: Activiteitsgraad in het Brussels Hoofdstedelijk gewesten in België, jaargemiddelde 2007 15-64 jaar
15-24 jaar
25-49 jaar
50-64 jaar
Mannen
74,2%
34,5%
90,3%
63,2%
Vrouwen
58,2%
25,6%
74,5%
44,3%
Totaal
66,1%
29,9%
82,4%
53,3%
Mannen
73,6%
36,1%
93,6%
60,2%
Vrouwen
60,4%
31,6%
80,9%
40,8%
Totaal
67,1%
33,9%
87,3%
50,5%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
België
Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische informatie, Arbeidskrachtenenquete 2007
De activiteitsgraad van de Brusselse bevolking (15-64 jaar) steeg licht tussen 2006 en 2007, namelijk van 64,9 % tot 66,1 %. Ondanks de stijging blijft de Brusselse activiteitsgraad lager dan de Belgische, die van 66,5 % tot 67,1 % evolueerde.Voor de oudste groep (50-64 jaar) is de activiteitsgraad hoger in het Brussels Gewest dan in de rest van het land.
Tabel: Werkloosheidsgraad in het Brussels Hoofdstedelijk gewesten in België, jaargemiddelde 2007 15-64 jaar
15-24 jaar
25-49 jaar
50-64 jaar
Mannen
17,3%
32,9%
16,4%
14,0%
Vrouwen
17,0%
36,4%
16,4%
10,8%
Totaal
17,2%
34,4%
16,4%
12,6%
Mannen
6,7%
17,1%
6,2%
4,1%
Vrouwen
8,5%
20,9%
7,4%
6,2%
Totaal
7,5%
18,8%
6,8%
4,9%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
België
Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische informatie, Arbeidskrachtenenquete 2007
De werkloosheidsgraad meet het aantal werklozen tussen 15 en 64 jaar ten opzichte van de beroepsbevolking tussen 15 en 64 jaar (internationale definitie). Volgens de Arbeidskrachtenenquête 2007 was de werkloosheidsgraad van de Brusselse bevolking meer dan dubbel zo hoog dan in België. In tegenstelling tot België waar de werkloosheidsgraad systematisch voor alle leeftijdsgroepen daalt tussen 2006 en 2007, daalde de werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest licht bij de 15-24-jarigen (-0,9 %) en de 25-49-jarigen (-1,3 %) en steeg hij zelfs bij de 50-64-jarigen (+3,4 %). Meer dan een derde van de jongvolwassen Brusselaars (15-24 jarigen) die willen werken (werkenden en werkzoekenden) zijn werkloos.
235
In België is de werkloosheidsgraad hoger bij de vrouwen dan bij de mannen. Dit geldt niet voor het Brussels Gewest, behalve voor de jongvolwassenen (15-24 jaar). Bij de Brusselse ouderen (50-64-jarigen) is de werkloosheidsgraad zelfs hoger bij de mannen Tabel: Werkloosheidsgraad per gemeente en geslacht NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN naar WOONGEMEENTE per GESLACHT: referentiejaren op 30 juni
Eenheid: aantal personen Bron: ACTIRIS maandverslagen
2006 Mannen
Vrouwen
2007 Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
Anderlecht
5.166
5.136
10.302
5.113
4.928
10.041
Oudergem
659
768
1.427
634
739
1.373
Sint-Agatha-Berchem
662
843
1.505
692
807
1.499
Brussel
8.414
6.984
15.398
8.280
6.709
14.989
Etterbeek
1.734
1.789
3.523
1.683
1.662
3.345
Evere
1.077
1.409
2.486
1.056
1.370
2.426
Vorst
2.240
2.364
4.604
2.225
2.340
4.565
681
899
1.580
710
886
1.596
Elsene
3.902
3.146
7.048
3.625
3.006
6.631
Jette
1.621
2.049
3.670
1.591
1.951
3.542
Koekelberg
1.052
1.061
2.113
997
1.004
2.001
Sint-Jans-Molenbeek
5.174
4.805
9.979
5.127
4.568
9.695
Sint-Gillis
3.185
2.589
5.774
2.932
2.510
5.442
Sint-Joost-ten-Node
2.038
1.626
3.664
1.902
1.506
3.408
Schaarbeek
6.923
6.486
13.409
6.584
6.186
12.770
Ukkel
1.834
2.340
4.174
1.744
2.162
3.906
551
640
1.191
540
643
1.183
1.093
1.252
2.345
1.015
1.220
2.235
621
767
1.388
581
718
1.299
48.627
46.953
95.580
47.031
44.915
91.946
Ganshoren
Watermaal-Bosvoorde Sint-Lambrechts-Woluwe Sint-Pieters-Woluwe BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
In 2007 bedroeg de werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest gemiddeld 20,4 % (t.o.v 21,1 % in 2006). Dit cijfer varieert tussen 9,5 % in Sint-Pieters-Woluwe en 31,0 % in Sint-Joost-ten-Node . Jongerenwerkloosheidsgraad ( min. 25 j.) naar gemeente en geslacht -2007 Bij de jongeren (< 25 jaar) bedraagt de werkloosheidsgraad 34%. In heel België ligt de jongerenwerkloosheid hoger dan het gemiddelde voor de Europese Unie (18,8% in België, tegen 15,6% in de EU-27). In het Brussels Gewest bedraagt zij 34,4%, wat twee keer zoveel is dan het Europese gemiddelde. Dit cijfer varieert zelfs tussen 21,3 % in Sint-Pieters-Woluwe en 40,1 % in Sint-JansMolenbeek.Volgens de administratieve gegevens is de werkloosheid onder jonge Brusselaars de laatste drie jaar afgenomen. Deze verbetering is echter geen reden tot euforie, want het aantal werkloze Brusselse jongeren blijft zeer hoog. Deze hoge werkloosheidsgraad kan deels worden verklaard door factoren die te maken hebben met het onderwijs, zoals het falen op school, de dualisering van het onderwijs in Brussel, maar ook de langere duur van de studies. Jonge universitairen beëindigen hun studies gemiddeld op de leeftijd van 24 jaar. Maar naast
236
het kwalificatieniveau dragen ook andere omstandigheden bij tot de hoge werkloosheid onder de jongeren. Een belangrijk element is de etnische discriminatie bij aanwerving. Meer nog dan de globale werkloosheid, volgt de jongerenwerkloosheid dezelfde lijn als de sociaalruimtelijke scheiding in het gewest, waardoor zij het hardst toeslaat in de gemeenten van de eerste kroon en die met de oudere stadswijken. Vele jonge Brusselaars van buitenlandse afkomst zijn hier het slachtoffer van. Evolutie aantal “Niet-Werkende Werkzoekenden” naar leeftijd -1997-2007 Voor het eerst sinds 2000 daalde het totaal aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW). In 2007 telde het Gewest gemiddeld 93 671 NWW, wat 3,7 % minder is dan in 2006. De daling was het grootst bij de jongste leeftijdsgroep (<25 jaar), namelijk 8,0 %. Enkel bij de werklozen van 50 jaar en ouder was er een stijging, namelijk met 14 % . In 2007 had 19,6 % van de NWW een niet-Europese nationaliteit, 10,9 % een EU-nationaliteit en 69,5 % was Belg. Tabel: Uitkeringsgerechtigde personen in het BHG naar Categorie per Leeftijdsgroep: referentiejaren op 30 juni. 2007 <25 NWWZ na een voltijdse tewerkstelling
25-40
40-50
50 en +
Totaal
1.542
23.301
16.741
12.535
54.119
255
1.866
1.177
1.460
4.758
wachtvergoedingen, overbruggingsuitkeringen;
6.749
10.411
604
11
17.775
Totaal niet-werkende werkzoekenden
8.546
35.578
18.522
14.006
76.652
89
722
45
2
858
oudere werklozen
0
0
0
10.939
10.939
voltijds brugpensioen
0
0
0
4.479
4.479
89
722
45
15.420
16.276
8.635
36.300
18.567
29.426
92.928
tijdelijk werklozen
302
2.267
1.647
758
4.974
deeltijdse werknemers met behoud van rechten
243
2.461
1.657
799
5.160
vrijstellingen van inschrijving als werkzoekende*
920
5.051
1.895
818
8.684
1.465
9.779
5.199
2.375
18.818
halftijds brugpensioen en loopbaanonderbreking***
53
2.443
880
1.608
4.984
tijdskrediet (voll.onderbreking en vermindering van prestaties)
24
1.508
1.036
3.221
5.789
Totaal werknemers die hun arbeidstijd aanpassen
77
3.951
1.916
4.829
10.773
10.177
50.030
25.682
36.630
122.519
NWWZ na een vrijwillige deeltijdse tewerkstelling
wegens sociale en familiale moeilijkheden
Totaal niet-werkende niet-werkzoekenden Totaal vergoede werklozen
activeringsmaatregelen** + onthaalouders Totaal werknemers ondersteund door de RVA
TOTAAL Bron: Brussels Instituut voor Statistiek en analyse, BISA
* wegens beroepsopleiding, studies en andere vrijstellingen ** volledig werklozen met PWA-vrijstelling, tewerkgestelden in een beschutte werkplaats, doorstromingsprogramma’s, Activaplan, werkhervattingstoeslag et jongerenactivaplan *** volledige onderbreking, vermindering van prestaties, ouderschapsverlof, palliatieve zorgen en medische bijstand
237
16
Verschil in werkloosheidsgraad voor verschillende groepen, BHG, en Belgie -2007 (NAP incl ) Ondanks het hogere kwalificatieniveau van de arbeidskrachten in h et Brussels Gewest, ook bij de werkzoekenden, is een groot deel van de werklozen nog steeds laaggeschoold (ongeveer twee derde). De werkloosheid onder laaggekwalificeerden ligt drie keer hoger dan bij de hooggeschoolde werklozen. In Brussel bedraagt de werkloosheidsgraad voor het laagste studieniveau 29,8%, tegen 8,7% voor werklozen met een diploma van het hoger onderwijs. Er moet echter worden opgemerkt dat de werkloosheidscijfers voor alle studieniveaus in Brussel systematisch hoger zijn dan in België. De hoge werkloosheid in Brussel kan dus niet eenvoudigweg tot een kwalificatieprobleem worden gereduceerd, gezien het grote aantal werkzoekenden met een diploma van het hoger onderwijs die eveneens in de werkloosheid verzeilen. Het Brussels Gewest wordt gekenmerkt door een zeer sterke polarisatie van het kwalificatieniveau van zijn arbeidskrachten. Een zeer hoog aantal hooggeschoolden gaat er samen met een eveneens hoog aantal laaggeschoolden. 41% van de bevolking tussen de 25 en de 64 jaar bezit een diploma van het hoger onderwijs, waarmee het gewest beter presteert dan de gemiddelde Europese regio en dan België, en het niveau van Londen bijna evenaart. Anderzijds is een groot deel van de bevolking ondergekwalificeerd en heeft 32% van de inwoners tussen de 25 en de 64 geen diploma van het hoger secundair onderwijs behaald. Ondanks het feit dat de jongeren alsmaar langer studeren en het behaalde opleidingsniveau hoger ligt dan vroeger, heeft het Brussels Gewest te kampen met een sterke dualisering van zijn onderwijs (vooral in het technisch en beroepsonderwijs). De schoolachterstand is groter in Brussel dan in de andere gewesten en meer jongeren haken af. Dit heeft te maken met de sterke concentratie aan sociaaleconomisch achtergestelde groepen in de grote stadscentra. In 2007 maakte 28,3% van de Brusselse jongeren tussen de 20 en de 24 jaar het secundair onderwijs niet af. Dit is meer dan het Belgische gemiddelde (17,4%) en dan het gemiddelde in de EU (21,9%).
Tabel: NWW in BHG naar studieniveau en per geslacht 2006 Mannen
2007
Vrouwen
Totaal
%
Mannen
Vrouwen
Totaal
%
6.772
14.358
15,0
7.263
6.278
13.541
14,7
Basisonderwijs
7.586
Lager secundair
9.330
9.345
18.675
19,5
9.075
8.761
17.836
19,4
Hoger secundair
8.880
10.326
19.206
20,1
8.378
10.030
18.408
20,0
Hoger niet-universitair
3.218
3.678
6.896
7,2
3.448
3.878
7.326
8,0
Universitair
2.117
2.186
4.303
4,5
1.929
2.161
4.090
4,4
Andere
17.496
14.646
32.142
33,6
16.938
13.807
30.745
33,4
Totaal
48.627
46.953
95.580
100,0
47.031
44.915
91.946
100,0
Bron: Brussels Instituut voor Statistiek en analyse, BISA
In Brussel, een multiculturele stad, is het probleem van de discriminatie bij aanwerving bijzonder zorgwekkend. Hoewel de werkloosheid iedereen kan treffen, is het risico groter voor de allochtone bevolking. Het
16
NAP incl.: Nationaal actieplan Sociale Inclusie, zie http: //www.mi-is.be
238
opleidingsniveau, het sociale netwerk, de toegang tot informatie, de sociale afkomst, het gebrek aan beroepservaring, onvoldoende kennis van het Nederlands en etnische discriminatie bij aanwerving zijn bepalende factoren die maken dat de allochtone bevolking moeilijk aan werk geraakt en minder werkzekerheid heeft. Het behalen van een diploma van het hoger secundair onderwijs of het hoger onderwijs biedt deze groepen minder garanties op een toetreding tot de arbeidsmarkt. Bij een gelijke kwalificatie lopen zij immers meer risico op werkloosheid. Zowel in het Brussels Gewest als in België zijn niet-Europeanen vaker werkloos dan Europeanen respectievelijk de totale bevolking. Deze uitsluiting van de arbeidsmarkt is minder groot in het Brussels Gewest dan in het hele land. Ondanks een afname van het verschil met 3 procentpunten voor België en het Brussels Gewest tussen 2006 en 2007, blijft het verschil in werkloosheidsgraad erg groot.
Tabel: NWW in BHG naar nationaliteitgroep en per geslacht 2006
2007
Mannen
Vrouwen
Totaal
%
Mannen
Vrouwen
Totaal
%
Belgen
31.481
33.224
64.705
67,7
31.194
32.483
63.677 69,3
EU-vreemdelingen
5.031
5.435
10.466
10,9
4.928
5.108
10.036 10,9
Niet-EU-vreemdelingen
12.115
8.294
20.409
21,4
10.909
7.324
18.233 19,8
Totaal vreemdelingen
17.146
13.729
30.875
32,3
15.837
12.432
28.269 30,7
Totaal
48.627
46.953
95.580
100,0
47.031
44.915
91.946 100,0
Bron: ACTIRIS, 2007
Evolutie aantal NWW naar werkloosheidsduur in het BHG Voor heel wat mensen is de werkloosheid niet tijdelijk, maar een situatie die langere tijd duurt. In 2007 bedroeg het aandeel van de langdurig werklozen (Eurostat, minstens 12 maanden) 57,5%. Voor België was dit 50,4% en voor de EU-27 43,2%.De gegevens van Actiris wijzen op een daling van het totaal aantal nietwerkende werkzoekenden (NWW), vooral bij de NWW met een inactiviteitsduur van minder dan 1 jaar. Tussen 2006 en 2007 daalde ook het aantal NWW met een werkloosheidsduur tussen 2 en 5 jaar voor het eerst. Het aantal NWW met een inactiviteitsduur van minstens 5 jaar bleef echter nog verder stijgen, namelijk met 12,6 % Langdurig werklozen hebben gemiddeld twee keer minder kans om uit de werkloosheid te geraken dan nieuw ingeschreven werkzoekenden De langdurige werkloosheidsgraad blijft in alle gewesten en in het hele land zeer hoog bij de vreemdelingen van buiten de Europese Unie, ook al is er een lichte daling tussen 2006 en 2007 (met 2,0 % in België en met 1,2 % in het Brussels Gewest). In vergelijking met de Belgen is de langdurige werkloosheidsgraad bij de nietEuropeanen bijna 5 keer hoger in het hele land en 2 keer in het Brussels Gewest.
TABEL Niet-werkende WERKZOEKENDEN in het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST naar INACTIVITEITSDUUR per GESLACHT: referentiejaren op 30 juni
Eenheid: aantal personen Bron: ACTIRIS maandverslagen
2006 Mannen
Vrouwen
2007 Totaal
%
Mannen
Vrouwen
Totaal
%
minder dan 1 jaar
19.022
17.173
36.195
37,9
16.592
15.035
31.627
34,4
tussen 1 en 2 jaar
8.829
8.260
17.089
17,9
9.138
8.367
17.505
19,0
239
meer dan 2 jaar
20.776
21.520
42.296
44,3
21.301
21.513
42.814
46,6
Totaal
48.627
46.953
95.580
100,0
47.031
44.915
91.946 100,0
240
5.5. Welzijnskenmerken 5.5.1. Leven onder de armoedegrens Tabel: Armoederisico-percentage per gewest, 2004-20085-2006 % van de bevolking met % van de bevolking met een inkomen % van de bevolking met een inkomen beneden beneden de armoederisicogrens een inkomen beneden de de armoederisicogrens 2006* armoederisicogrens 2005* 2004* Brussels Hoofdstedelijk Gewest
26%
30%
27%
Vlaams Gewest
11%
11%
11%
Waals Gewest
17%
18%
18%
België
15%
15%
15%
Bron: Brussels Instituut voor Statistiek en analyse, BISA * Dit wordt voor 2004 vastgesteld op 777€ per maand voor een alleenstaande; voor 2005 bedraagt dit 822€ en voor 2006: 860€. De omvang van dit bedrag is afhankelijk van de gezinssituatie.
Het armoederisicopercentage wordt gedefinieerd als het deel van de bevolking dat onder een bepaalde inkomensdrempel valt. Die drempel wordt vastgelegd op 60% van het mediaan beschikbaar inkomen op individueel niveau. Er kan gesteld worden dat Brussel het gewest is met het hoogste armoederisicopercentage ( tussen 15 % en 37 %) en significant groter is dan in Vlaanderen. Tabel: Gemiddeld en mediaan inkomen in € per jaar per belastingsaangifte (inkomens 2005-aangifte 2006) Gemiddeld inkomen per inwoner
Gemiddeld inkomen per aangifte
Mediaan* inkomen per aangifte
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
11.550
22.565
16.035
Anderlecht
10.570
18.840
14.456
Brussel
10.429
20.895
14.704
Elsene
11.835
23.868
16.120
Etterbeek
11.205
24.015
17.830
Evere
12.057
22.494
17.242
Ganshoren
13.800
22.369
16.665
Jette
12.900
22.351
17.239
Koekelberg
11.305
20.623
15.484
Oudergem
14.681
27.371
19.413
Schaarbeek
9.566
19.987
14.805
Sint-Agatha-Berchem
13.928
23.954
17.398
Sint-Gillis
9.216
18.555
13.788
Sint-Jans-Molenbeek
8.836
18.534
14.197
241
Sint-Joost-ten-Node
7.079
16.244
12.292
Sint-Lambrechts-Woluwe
13.948
26.807
18.824
Sint-Pieters-Woluwe
15.345
31.483
20.139
Ukkel
15.056
30.250
19.129
Vorst
11.810
22.088
16.451
Watermaal-Bosvoorde
15.541
27.735
19.079
14.483
25.609
19.560
Antwerpen
12.991
22.469
17.559
Gent
14.416
23.606
17.995
Arrondissement HalleVilvoorde
16.177
29.245
21.065
12.807
22.797
17.041
Luik
11.766
20.144
15.141
Charleroi
10.832
18.760
14.371
13.655
24.422
18.417
Vlaams Gewest
Waals Gewest
België
Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Fiscale statistieken 2006
*Om het gemiddeld inkomen per aangifte te berekenen wordt het inkomen van alle aangiften opgeteld en gedeeld door het aantal aangiften. * De mediaan is de middelste uitkomst na rangschikking van alle gegevens van hoog naar laag. Onder en boven de mediaan liggen bijgevolg evenveel waarnemingen. In tegenstelling tot gemiddelden, wordt de mediaan niet beïnvloed door extreme hoge of lage waarnemingen.
Het mediaan inkomen per aangifte is lager in het BHG dan in het land en dan in de Vlaamse grote steden maarhoger dan in de Waalse steden. De laagst belastbare inkomens zijn geconcentreerd in het westen en noorden van de vijfhoek (Sint-JansMolenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek) en in sociale woonwijken (het inkomensniveau is immers een criterium voor de toewijzing ervan). 5.5.2. Leefloners in opmars Het aantal begunstigden van een leefloon ligt in Brussel relatief hoog en bleef ook de voorbije jaren stijgen. De concentratie van kansarmoede is een specifiek, grootstedelijke fenomeen, zodat vergelijken met minder stedelijke gebieden en regio’s grote verschillen weergeeft. Toch is de stijgende trend verontrustend, ook omdat de werkloosheidscijfers een gelijkaardige evolutie aangeven.
242
Tabel: Evolutie aantal begunstigden van het leefloon ten opzichte van het aantal inwoners
Evolutie aantal begunstigden van het leefloon ten opzichte van het aantal inwoners 2003
2004
2005
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1,69 %
1,83 %
1,87 %
Vlaams Gewest
0,39 %
0,39 %
0,33 %
Waals Gewest
1,00 %
1,00 %
0,98 %
Vlaams-Brabant
0,23 %
0,25 %
0,24 %
Waals-Brabant
0,51 %
0,52 %
0,48 % Bron: FOD
Maatschappelijke Integratie (in Conjunctuurbarometer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, trimestrieel, juli 2006)
In 2004 vonden 29 % van de geboorten plaats in een huishouden zonder inkomen uit arbeid en 10 % bij een alleenstaande moeder zonder inkomen uit arbeid. Het aandeel kinderen geboren in een huishouden zonder inkomen uit arbeid steeg tussen 2003 en 2004 van 27,1 % tot 28,7 %. Onder de personen die leven van een minimum- of vervangingsinkomen (jan.2007) in het BHG -waaronder leefloon, werkloosheidsuitkering, uitkering voor mensen met een handicap- vinden we 17,7 % van de jongvolwassenen terug (18-25 j), 20,2 % van de bevolking op actieve leeftijd en 13,7 % van de ouderen.
5.5.3. Kinderopvang
17
Zoals bij vele andere beleidsdomeinen, is de institutionele bevoegdheid voor kinderopvang in Brussel redelijk complex: kinderopvang is een gemeenschapsaangelegenheid, waarvoor in Brussel de Vlaamse en Franse gemeenschap zijn bevoegd: aan Vlaamse zijde wordt deze uitgeoefend door Kind en Gezin en aan Franstalige zijde door de ‘Office de Naissance de l’Enfant’ (O.N.E.). De specifieke taalsituatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt weerspiegeld in het aanbod van de Brusselse voorzieningen. Heel wat onder hen vangen kinderen op van diverse nationaliteiten. Verder hebben de voorzieningen zelf de keuze of ze zich aan toezicht onderwerpen bij Kind en Gezin of bij O.N.E., ongeacht de taal waarin de instelling de kinderen wenst op te vangen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn 50 door Kind en Gezin erkende kinderdagverblijven actief. Concreet betekent dit dat Franstalige kindjes kunnen worden opgevangen in een kinderdagverblijf erkend door Kind en Gezin, en omgekeerd. De realiteit is dat heel wat Franstalige kinderen worden opgevangen in Nederlandstalige kinderdagverblijven, vaak als voorbereiding op het onderwijs waarvan de ouders het Nederlandstalige verkiezen. Het aantal opvangplaatsen voor Franstaligen is dus groter dan in rekening wordt genoemd door ONE. Momenteel ressorteren 40 % van de opvangvoorzieningen onder Kind en Gezin en 60 % onder de ONE.
17
Omgevingsanalyse, EDUBELL onderzoek Brussels Gewest (P. Callens) , 2005
243
Dit is een opmerkelijk percentage, zeker als we deze cijfers vergelijken met het Nederlandstalig onderwijs, dat goed is voor een aandeel van 25 % in het Brussels Gewest. Opvang van 0 tot 3 jaar Theoretische capaciteit van het gewest opvangvoorzieningen: 13.942 ( 2004) Kinderen 0-3 jaar binnen BHG 55.043 ( 2004) Bron: 19 Bru- Statistisch Overzicht van de 19 gemeenten van het BHG
De zelfstandige kinderdagverblijven (met attest) zijn zeer actief in het BHG. Ongeveer de helft van de Nederlandstalige opvangplaatsen beschikbaar in die sector (Vlaanderen en Brussel) worden uitgebaat door Brusselse voorzieningen. Het gemeenschapsonderwijs neemt daar het leeuwenaandeel voor zijn rekening. In Vlaanderen wordt de formele kinderopvang overwegend gerealiseerd door onthaalouders. In Brussel is deze opvangvorm quasi onbestaand. Het is vooral de opvang in groepsverband die is uitgebouwd in het BHG. Het Brussels Gewest heeft zoals de rest van de Franse Gemeenschap te kampen met een nijpend tekort aan opvangplaatsen voor kleine kinderen van 0 tot 3 jaar. Het probleem wordt verscherpt door twee factoren. Het geboortecijfer is in Brussel de laatste tien jaar lichtjes gestegen terwijl de Franse Gemeenschap zo goed als een moratorium heeft ingesteld voor de erkende opvangplaatsen. Bovendien is er een sterke concentratie van werknemers op het grondgebied zodat de vraag naar opvangplaatsen van ouders die buiten Brussel wonen maar er komen werken, zeer groot is. De niet-gesubsidieerde voorzieningen (‘maisons d’enfants’ en zelfstandige onthaalouders) kunnen het tekort aan plaatsen niet compenseren. In zowat alle Brusselse gemeenten zijn er wijken die over geen enkele buitenschoolse voorziening beschikken. In sommige gemeenten financieren de meeste voorzieningen zichzelf (namelijk in de rijkste gemeenten), in andere (de armste gemeenten) krijgen de meeste voorzieningen subsidies. Alle gemeenten worden geconfronteerd met het probleem van de financiële toegankelijkheid van de voorzieningen. In gemeenten waar de voorzieningen zichzelf financieren, is de prijs zeer hoog en relatief ontoegankelijk voor bescheiden inkomens. In gemeenten waar de voorzieningen subsidies krijgen, moeten de ouders toch betalen, wat problematisch is voor een kansarme bevolking. Er zijn ook te weinig opvangvoorzieningen geschikt voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Bovendien zijn heel wat sportactiviteiten (zoals voetbal) hoofdzakelijk gericht op jongens. Er worden eveneens zeer weinig activiteiten georganiseerd voor kinderen met een handicap.
5.6. Kenmerken educatieve participatie De educatieve participatie opmeten in Vlaanderen en Brussel is vrij onbegonnen werk; aan de hand van enquêtes en steekproeven kunnen er tendenzen worden onderscheiden (al zijn deze niet absoluut en sterk onderhevig aan subjectieve keuzes). Uit het onderzoeksrapport “ Leren een leven lang in Vlaanderen” (SVR-rapport 2008/6) kunnen we alvast – enkel voor het Vlaamse grondgebied- volgende indicatoren m.b.t. de eigenlijke opleidingsdeelname onderscheiden: - in 2007 participeerde slechts één op vijf van de Vlamingen ( 23,8 %) aan een bijkomende opleiding. De opleidingsparticipatie neemt toe tussen 2001 en 2007, maar niet significant. Toch beweert 49 % in 2007 dat ze in de toekomst nog een bijkomende opleiding wensen te volgen. - er zijn weinig verschillen te bemerken tussen mannen en vrouwen
244
- opleidingsparticipatie blijkt leeftijdsgebonden te zijn: het zijn de 25 tot 34 jarigen die relatief het actief participeren aan bijkomende opleidingen en die ook het meest toekomstplannen in die richting hebben. - ook het opleidingsniveau is bepalend: hoger opgeleiden nemen aanzienlijk meer deel aan opleidingen en trainingen en willen dit ook meer doen in de toekomst (het zgn. matheuseffect). De kloof tussen lager- en hogeropgeleiden is bijzonder groot. In 2007 volgde amper 6 op 100 personen zonder of met een diploma lager onderwijs een bijkomende vorming. Bij universitairen is dit meer dan de helft. - Vlamingen met betaald werk participeren meer dan mensen zonder baan. Naargelang het beroepsstatuut van de werkenden zijn er eveneens verschillen. De vormingsparticipatie van bedienden ligt een stuk hoger dan bij arbeiders en zelfstandigen. Tussen werkende inwoners met een voltijdse of deeltijdse betrekking valt er minder verscheidenheid op. - de belangrijkste reden voor Vlaamse inwoners om een bijkomende opleiding aan te vatten is in zes op tien situaties werkgerelateerd. In veel gevallen wil men de huidige job beter kunnen uitvoeren. Ook nietarbeidsgerelateerde beweegredenen worden ingeroepen. Zo stelt één op vijf een bijkomende opleiding te volgen om zijn/ haar algemene kennis te vergroten of in functie van een hobby of interesse. Van diegenen die wel een opleiding wilden volgen, maar het uiteindelijk niet deden, geeft ruim één op vier aan dat het niet te combineren viel met het werk. - meer dan 30 % van de Vlamingen geeft wel aan dat ze geen behoefte hebben om een bijkomende opleiding te volgen. Tot deze groep behoren relatief gezien meer mannen, laagopgeleiden, meer ouderen, meer personen zonder betaald werk, meer arbeiders, meer alleenstaanden en meer mensen met een partner. Drie NAPincl-indicatoren met betrekking tot maatschappelijke integratie en participatie zijn ook voor het 18 Brussels Gewest beschikbaar. De eerste indicator benadert het thema aan de hand van de frequentie en de kwaliteit van sociale contacten die mensen hebben en hun deelname aan het verenigingsleven. 68,0 % van de Brusselaars van 16 jaar en ouder neemt niet deel aan sportieve activiteiten, recreatieve activiteiten (jeugdbeweging, gepensioneerdenbond, vrijetijdsverenigingen) of artistieke activiteiten (muziek, theater, plastische kunsten). Dat is meer dan in Vlaanderen (50,9 %) en vergelijkbaar met Wallonië (68,7 %) . Maatschappelijke integratie en participatie zijn ook gelinkt aan het sociaal statuut. Volgens de Gezondheidsenquête 2004 stijgt de participatie aan het verenigingsleven met het opleidingsniveau. De tweede NAPincl-indicator benadert het thema vanuit de mogelijkheid om al dan niet met vakantie te kunnen gaan. 39,4 % van de Brusselaars leeft in huishoudens die zich niet één week vakantie, weg van thuis kunnen veroorloven. Dat percentage is vergelijkbaar in Wallonië (38,8 %) en dubbel zo hoog dan in Vlaanderen (14,5 %). De derde NAPincl-indicator heeft betrekking op de digitale kloof. 21,4 % van de Brusselse huishoudens heeft geen internetconnectie omwille van financiële redenen, tegenover 12,0 % in Wallonië en 5,3 % in Vlaanderen.
Opleidingsniveau Volwassenen in Brussels Hoofdstedelijk Gewest Het aandeel jongeren zonder diploma dat geen onderwijs of vorming meer volgt, is hoger in het BHG dan in de rest van het land. Bij alle categorieën ligt het aandeel zeer hoog bij mensen met een niet-Europese nationaliteit. In 2005 waren er 19,4 % jongeren (20,4 % mannen, 18,4 % vrouwen) tussen 18 en 24 jaar met maximum een diploma van het lager secundair onderwijs die vroegtijdig de school verlaten hadden (zonder het einddiploma te behalen) en die geen onderwijs of vorming meer volgen. In Vlaanderen is dat slechts 10,7 %, in Wallonië 14,6 %.
18
Uit : Welzijnsindicatoren, Brussels Armoederapport 2008, p. 49
245
Kansen op werk zijn dan ook klein. 49,2 % van de jonge (18-24 jaar) werkloze Brusselaars en 22,3 % van de jonge werkende Brusselaars heeft maximum een diploma lager secundair onderwijs en volgt geen opleiding. Tabel: Vroegtijdige schoolverlaters in % -jaargemiddelden voor 2007 (schoolverlaters: personen van 18 tem24 j die zonder diploma het HSO verlieten) 2007 totaal
mannen
Vrouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
22,8
26,7
19,3
België
13,8
15,9
11,7
Vlaams Gewest
10,8
12,6
8,9
Waals Gewest
16,1
18,3
14,0
Bron: BRIO-boordtabellen taal en onderwijs (www.brio.be)
Het aandeel jongeren zonder diploma dat geen onderwijs of vorming meer volgt, is hoger in het Brussels Gewest dan in de rest van het land. Tussen 2005 en 2006 bleef dit aandeel stabiel in het Brussels Gewest en het land. Tussen 2006 en 2007 steeg het aandeel sterker in het Brussels Gewest (van 19,3 % tot 22,8 %) dan in het land (van 12,3 % tot 13,8 %). Deze stijging kan gedeeltelijk worden verklaard door een verandering van de definitie van de NAPincl-indicator: studenten en leerlingen in schoolvakantie gedurende de vier weken die voorafgingen aan de enquête, worden sinds 2007 ook bij de schoolverlaters geteld. Het verschil tussen mannen en vrouwen is het grootst in het Brussels Gewest. Meer dan één op vier Brusselse jongens verlaat de school vroegtijdig, bij de Brusselse meisjes is dat bijna één op vijf, wat nog steeds veel hoger is dan in de rest van het land. In 2007 had 42,6 % van de Brusselse schoolverlaters (18-24 jaar) met een niet-Europese (EU-27) nationaliteit hoogstens een diploma lager secundair onderwijs, tegenover 18,8 % van de jongeren met EU-27nationaliteit. Voor de niet-Belgische jongeren ligt het Brusselse cijfer net iets hoger dan het Belgische. Bij de jongeren met Belgische nationaliteit is het verschil echter veel groter: het Brussels Gewest telt 20,4 % vroegtijdige schoolverlaters bij de Belgen, België ‘slechts’ 12,5 %. 48,7 % van de jonge (18-24 jaar) werkloze Brusselaars heeft hoogstens een diploma lager secundair onderwijs en volgde geen onderwijs meer (30,6 % in België). Het aandeel van deze jonge laaggeschoolden bij de jonge werkende Brusselaars bedraagt 28,0 % (15,8 % in België) (Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Arbeidskrachtenenquête 2007).
Tabel: Aandeel van de bevolking van 25 j en ouder met max. een diploma van het lager secundair onderwijs naar geslacht, jaargemiddelde 2007 2007 totaal
mannen
vrouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
36,0
40,2
België
38,5
43,6
Vlaams Gewest
38,2
42,8
Waals Gewest
39,7
46,0
Bron: BRIO-boordtabellen taal en onderwijs (www.brio.be)
246
Bij de 25-plussers varieert het aandeel laaggeschoolden met het geslacht, de leeftijd, de nationaliteit en is er een sterke link met de activiteitsstatus. In 2007 was het aandeel laaggeschoolden in het Brussels Gewest vergelijkbaar met het aandeel in 2005 en 2006, in de rest van het land was er daarentegen een lichte daling.
Tabel: Percentage personen met een laag opleidingsniveau ( LO, LSO) in de volwassen bevolking(+ 25 j) naar leeftijd, activiteitsstatus en nationaliteit (2003) Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Gewest
25-34
24,8
15,2
21,4
18,4
35-44
30,3
22,2
27,5
24,7
45-54
37,0
36,4
39,5
37,5
55-64
41,4
50,9
49,5
49,7
+ 65
61,0
70,0
71,0
69,5
werkenden
21,8
22,9
23,7
23,0
werkzoekenden
44,4
40,6
44,5
43,2
economisch inactieven
56,7
63,9
64,1
63,3
Belgen
37,1
40,4
41,7
40,5
EU(27)
30,6
36,5
55,3
43,0
Niet-EU-landen
56,6
57,2
52,6
56,0
leeftijd
Waals Gewest België
activiteitsstatus
nationaliteit
Bron: BRIO-boordtabellen taal en onderwijs (www.brio.be)
De Brusselse volwassen bevolking ouder dan 55 jaar telt een kleiner aandeel laaggeschoolden dan de andere gewesten. Bij de bevolking jonger dan 45 jaar is het aandeel laaggeschoolden echter hoger in het Brussels Gewest dan in de rest van het land. De percentages zijn vergelijkbaar met deze in 2005 en 2006. Het aandeel volwassenen met een laag opleidingsniveau is hoger bij de mensen met een niet-Europese nationaliteit, evenals bij de niet-actieven. Brussel is het enige gewest waar het aandeel laaggeschoolde volwassenen niet daalde tussen 2006 en 2007. Het aandeel steeg er zelfs voor de Belgen (36,6 % in 2006 en 37,1 % in 2007), de niet-Europeanen (53,8 % in 2006 en 56,6 % in 2007), de werklozen (42,7 % en 44,4 %) en de economisch inactieven (55,2 % en 56,7 %) In de andere gewesten en voor het land daalde het aandeel laaggeschoolden in alle categorieën.
247
Schoolbevolking in BHG Tabel: numerieke evolutie van het Brussels Nederlandstalig onderwijs, gemeten aan de hand van het aantal leerlingen
schooljaar 91-92 92-93 93-94 94-95 95-96 96-97 97-98 98-99 99-00 00-01 01-02 02-03 03-04 04-05 05-06 06-07 07-08
aantal 12967 12323 12441 12397 12133 11983 11692 11492 11284 11360 11396 11622 11778 11948 12185 12457 12402
evolutieindexen tov 1991 - 1992 100,0% 95,0% 95,9% 95,6% 93,6% 92,4% 90,2% 88,6% 87,0% 87,6% 87,9% 89,6% 90,8% 92,1% 94,0% 96,1% 95,6%
evolutieindexen tov 1994 - 1995
100,0% 97,9% 96,7% 94,3% 92,7% 91,0% 91,6% 91,9% 93,7% 95,0% 96,4% 98,3% 100,5% 100,0%
evolutieindexen tov 1999 - 2000
100,0% 100,7% 101,0% 103,0% 104,4% 105,9% 108,0% 110,4% 109,9%
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
Geografische Herkomst Tabel: Deze beantwoordt de vraag naar geografische herkomst van de leerlingen: binnen of buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
schooljaar 91-92 92-93 93-94 94-95 95-96 96-97 97-98 98-99 99-00 00-01 01-02
binnen Brusels hoofdstedelijk gewest aantal 4431 3870 4118 4685 4275 4400 4369 4515 4814 4932 4995
binnen Brussels hoofdstedelijk gewest aandeel 34,2% 31,4% 33,1% 37,8% 35,2% 36,7% 37,4% 39,3% 42,7% 43,4% 43,8%
buiten Brussels hoofdstedelijk gewest aantal 8536 8453 8323 7712 7858 7583 7323 6977 6470 6428 6401
buiten Brussels hoofdstedelijk gewest aandeel 65,8% 68,6% 66,9% 62,2% 64,8% 63,3% 62,6% 60,7% 57,3% 56,6% 56,2%
248
02-03 03-04 04-05 05-06 06-07 07-08
5541 5424 5992 6223 6668 6798
47,7% 46,3% 50,2% 51,1% 53,5% 54,8%
6081 6290 5956 5962 5789 5604
52,3% 53,7% 49,8% 48,9% 46,5% 45,2%
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
Culturele achtergrond In het Secundair onderwijs wordt, net als op de andere onderwijsniveaus, de culturele achtergrond van leerlingen nagegaan. De thuissituatie wordt bevraagd in termen van ‘binnenlands gezin’ en ‘buitenlands gezin’. Als het gezin een gemengde culturele achtergrond heeft ( bvb. Algerijnse vader, Belgische moeder) is de culturele achtergrond van de moeder doorslaggevend. Vanaf het schooljaar 2002 / 2003 worden de begrippen ‘ binnen-en buitenlands gezin’ uitgebreid tot westers en niet-westers gezin’. Tabel
schooljaar 91-92 92-93 93-94 94-95 95-96 96-97 97-98 98-99 99-00 00-01 01-02 02-03 03-04 04-05 05-06 06-07 07-08
westerse achtergrond aantal 12257 11717 11825 11735 11192 11092 10553 10220 9838 9618 8299 9079 8861 8143 8630 8261 7189
westerse achtergrond aandeel 94,5% 95,1% 95,0% 94,7% 92,2% 92,6% 90,3% 88,9% 87,2% 84,7% 79,3% 81,6% 81,3% 76,4% 74,8% 71,4% 65,9%
niet-westerse achtergrond aantal 710 606 616 662 941 891 1139 1272 1446 1742 2165 2050 2035 2521 2902 3302 3712
niet-westerse achtergrond aandeel 5,5% 4,9% 5,0% 5,3% 7,8% 7,4% 9,7% 11,1% 12,8% 15,3% 20,7% 18,4% 18,7% 23,6% 25,2% 28,6% 34,1%
Bron: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Onderwijs feb. 2009
249
6.
Externe analyse op mesoniveau
6.1. Opleidingsaanbod aangrenzende consortia: vzw Groene Rand We verwijzen hiervoor naar het opleidingsplan van vzw Groene Rand en hun website www.groenerand.be. Met het consortium Groene Rand worden vier centra gedeeld: CVO Meise-Jette, CVO Strombeek, CVO VIVA SVV Brabant hebben regiovreemde bevoegdheden in het werkingsgebied van het Brussels consortium, terwijl Brussels CVO Elishout COOVI ook over een beperkte regiovreemde bevoegdheid in het consortium van de rand beschikt. In het consortium Groene Rand zijn 12 (regio-eigen en regio-vreemde) CVO’s aanwezig; er worden voornamelijk talenopleidingen en ICT gegeven, naast een beperkt HBO aanbod. Bedoeling is een aantal praktijkgerichte opleidingen meer uit te bouwen (koken,kinderzorg,… enz.) in 2009-10. Overleg op dat gebied wordt met het Brussels Consortium regelmatig georganiseerd. Met consortium Groene Rand en consortium L4 (Leuven-Hageland) wordt sinds sept. 2008 sterk samengewerkt, wat betreft inhoudelijke uitwisseling (onderwijsbevoegdheden, LOCCO) en gezamenlijke promotie (SID-IN, goudviscampagne). 6.2. Opleidingsaanbod Franstalig Volwassenenonderwijs (EPS) Het Franstalige Volwassenenonderwijs (Enseignement de promotion Sociale/ EPS) omvat in het Brussels Gewest zo een 42 scholen. Voor een algemeen overzicht, zie SIEP (service d’information sur les études et les professions) www.siep.be (Brussel: Poststraat 109 – 111-1030 Brussel)
Institut Roger Guilbert Cours de promotion sociale Erasme Institut d'enseignement de promotion sociale de la communauté française - maréchalerie Institut auderghemois de promotion sociale INSTITUT DE LA PARURE,DES SOINS DE BEAUTE, DE L'HABILLEMENT ET DE LA BIJOUTERIE Institut Diderot INSTITUT D'ENSEIGNEMENT TECHNIQUE DE MECANIQUE, D'ELECTRICITE ET DE RADIO-TELEVISION E.P.F.C. 8 Institut des carrières commerciales Cours industriels Cours de photographie Cours du soir de langues
250
ECOLE D'ERGOLOGIE DE BELGIQUE Institut Jean-Pierre Lallemand E.P.F.C. 1 Willemsfonds - cours de néerlandais moyens et superieurs INSTITUT DE FORMATION DE CADRES POUR LE DEVELOPPEMENT E.P.F.C. 2 E.P.F.C. 7 CENTRE DE PHONETIQUE APPLIQUEE DE BRUXELLES E.P.F.C. 3 E.P.F.C. 4 E.P.F.C. 5 E.P.F.C. 6 Institut supérieur de formation continue d'Etterbeek Cours professionnels de coiffure d'Ixelles Institut d'enseignement de promotion sociale de la communauté française Institut d'optique Raymond Tibaut Ecole de promotion sociale des F.P.S. du Brabant INSTITUT TECHNIQUE FERNAND COCQ - COURS DE PROMOTION SOCIALE ECOLE JEAN.LOUIS THYS - COURS DE PROMOTION SOCIALE Institut Machtens - enseignement communal de promotion sociale CENTRE D'ETUDES SUPERIEURES D'OPTOMETRIE APPLIQUEE Cours de promotion sociale Ecole de promotion sociale Saint-Luc COURS COMMERCIAUX DU SOIR CENTRE DE FORMATION CULTURELLE ET SOCIALE Cours de promotion sociale d'Uccle Institut d'enseignement promotion sociale de la communauté française Cours communaux de langues modernes CENTRE DE FORMATION POUR LES SECTEURS INFIRMIER ET DE SANTE DE L'A.C.N. Institut d'enseignement de promotion sociale de la communauté française
251
6.3. VDAB opleidingsaanbod Brussel Een beroepsopleiding wordt omschreven als “een maatregel die tot doel heeft iemand beroepsbekwaamheid te verstrekken om arbeid in loondienst te verrichten”. De VDAB richt zich in haar opleidingsaanbod tot drie verschillende doelgroepen. Naast de opleidingen voor werkzoekende werklozen, maken de opleidingen voor werknemers op vraag van de werkgever en de opleidingen voor individuele werknemers op eigen verzoek deel uit van het VDAB opleidingsaanbod. De VDAB biedt over Vlaanderen en BHG meer dan 200 verschillende opleidingen aan in meer dan 70 opleidingscentra. In 2006 bereikten de competentiecentra 50.412 werkzoekenden, 45.509 werknemers op verzoek van de werkgever en 2660 werknemers op eigen verzoek. In Brussels Gewest zijn er twee competentiecentra aanwezig (Bergensesteenweg Anderlecht, Wetstraat Etterbeek). De regionale dienst Beroepsopleiding Brussel (RDB) is actor en regisseur in BHG en exclusief bevoegd voor Nederlandstalige opleidingen (arbeidsbemiddeling is gewestelijke materie en wordt uitgeoefend door actiris in het BHG). De RDB voert een eigen programmatie uit, naast een intensieve samenwerking met derden / private opleidingspartners (gecoördineerd door vzw tracé Brussel), al of niet gefinancierd door middelen uit het Europees Sociaal Fonds. ANDERLECHT Bergensesteenweg 1440-1070 Anderlecht
NT2 schakelcursus transport NT2 voor technische beroepen Installateur centr. verwarming Installateur sanitair Industrieel elektrotechnisch installateur Residentieel elektrotechnisch installateur Automecanicien Autoschadehersteller plaatslager Autoschadehersteller pistoolschilder Basistechnieken stikken Medewerker kledingzaak, pasvormverbeteringen Medewerker ontwerpafdeling, CAD
Modellen snijden Modellen stikken Strijken (dienstencheques) Woningdecoratie Particuliere schoonmaker Professionele schoonmaker Basistechnieken mechanic (ism IRIS TECH + )
252
Medewerker ontwerpafdeling, CAD modeontwerpen Medewerker patroonafdeling, manueel patronen tekenen Medewerker patroonafdeling, CAD patronen tekenen Medewerker strijkafdeling, industriële wasserij
Campus Wetstraat 95-1000 Brussel Aangename kennismaking met de computer Dactylo NT2 NT2 voor technische beroepen NT2 voor administratieve beroepen Taaltraining Nederlands (intensief taalbad) Administratief bediende Bediende voor anderstaligen Binnenlandse handelsdocumenten Boekhouden in de praktijk Doktersassistent
BTW Initiatie boekhouding Internet efficient gebruik PC-training Sociale wetgeving en loonberekening Spelling Nederlands Taaltraining Duits Taaltraining Engels Taaltraining Frans Verkoop mode Winkelmanager Zakelijke schriftelijke communicatie: Nederlands
253
Technische opleidingen bij derdenpartners
Lasser (VCL Neder-over-Heembeek) metselaar-Bekister) (Groep Intro) vloerder-tegelzetter( Groep Intro) PVC schrijnwerkerij (Groep Intro) Heftruckbestuurder PC en netwerktechnicus (Intec Brussel) Webdeveloper (Intec Brussel) MSofficec(Intec Brussel) Verkoop algemeen winkelbediende anderstaligen ( Vokans) Orientatie zaal en keuken ( CVO Elishout) Hulpkok/ hulpkelner ( CVO Elishout) Kok ( CVO Elishout)
Grootkeukenhulpkok ( CVO Elishout)
Grootkeukenkok ( CVO Elishout)
Grootkeukenmedewerker ( CVO Elishout)
Hotelbedrijf ( CVO Elishout)
Kelner banketdienst CVO Elishout)
Keukenverantwoordelijke ( CVO Elishout)
Traiteurkok ( CVO Elishout)
Zaalverantwoordelijke (CVO Elishout) Wijnkenner (CVO Elishout) Bakkerij(CVO Elishout) Slagerij (CVO Elishout) Begeleiderin de buitenschoolse kinderopvang (CVO Brussel) jeugd en gehandicaptenzorg A 2 (CVO Brussel) Bachelor in de verpleegkunde ( HUB) Logistiek assistent (Groep Intro)) Gediplomeerd verpleegkundige (ism St. Guido-instituut) Onderhoudsassistent in de Zorgsector (Groep Intro) Polyvalent verzorgende(Familiehulp) Polyvalent verzorgende voor anderstaligen(Familiehulp)
Traiteur-banketaannemer ( CVO Elishout) Apotheekassistent (ism CVO Elishout Coovi)
254
Samenwerking met derdenpartners •
Een aantal opleidingen van CVO Brussel , CVO Elishout en CBE Brusselleer resideren reeds onder VDAB-stelsel (instroom werkzoekenden vanuit VDAB in de opleiding met behoud sociaal statuut, gratis inschrijvingsgeld en opvolging vanuit VDAB-RDB en het centrum) .
•
De horeca-opleidingen van CVO Elishout staan nu volledig los van de oriëntatie- opleiding en opleiding kamermeisje/ontbijtmedewerker van Jes/ Jeugd en Stad; in functie van doorstroom cursisten kunnen beide opleidingen op elkaar afgestemd worden
•
De opleidingen NT2 voor migranten kennen een groot aandeel Brusselse cursisten (CBE Brusselleer is hier heel actief), net als de bedienden opleidingen (sterk informatica-gericht) en de social-profit opleidingen). Ook de verkoop scoort goed. Dit zijn ook opleidingen die vrij goed scoren in het volwassenenonderwijs (NT2, ICT, personenzorg, handelsgerichte opleidingen). Dit opent perspectieven voor samenwerking.
•
De opleidingen onder de noemer ‘Algemene Vorming’ zijn gelijkaardig aan de leergebieden wiskunde en ICT bij CBE Brusselleer
•
Confectie: is sterk uitgebouwd bij VDAB, maar heeft geen pendant in het volwassenenonderwijs. Enkel de opleidingen onder de studiegebieden huishoudelijk onderwijs en mode (momenteel adm. bevoegdheden voor CVO VIVA SVV Brabant en CVO Meise-Jette) kunnen hier –mits unanimiteit in het Brussels Consortiumeen oplossing bieden
•
Elektriciteit: de opleiding residentieel elektrotechnisch installateur wordt hier ook aangeboden (zelfde opleiding als CVO Brussel). Voor deze opleiding en de opleiding PLC-technieker wordt aan een uitwisseling gewerkt.
•
Ook het aandeel van NT2 (onder migranten) is vrij groot onder de Brusselaars( 417)
•
Het aandeel Brusselse cursisten aanwezig in de bediendenopleiding is groot. Hier zijn gelijkenissen met het studiegebied handel te bemerken (die bij de Brusselse CVO’s meestal via Tweedekansonderwijs wordt ingevuld)
In 2010 werd een officieel samenwerkingsprotocol uitgewerkt en ondertekend door zowel Brucovo vzw als de VDAB –RDB ( regionale dienst beroepsopleiding Brussel) ( zie bijlage 4) . Bedoeling is 2 maal per jaar een regionaal overlegcomité tussen het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs vzw en VDAB-RDB bijeen te roepen. Centraal in de werking van dit regionaal overlegcomité staan de opleidingskansen en -noden in functie van de loopbaan van de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de samenwerking en de afstemming tussen het Brussels consortium volwassenenonderwijs vzw ( en haar leden)en VDAB-RDB. Via een open en constructieve dialoog willen de ondertekenende partners samenwerken met betrekking tot beroepsgerichte trajecten en samen vorm geven aan geïntegreerde en kwalificerende trajecten. Ook worden de beroepsopleidingen van de VDAB en het aanbod volwassenenonderwijs in het werkingsgebied op elkaar afgestemd en zal er samen optimaal gebruikworden gemaakt an de beschikbare infrastructuur en middelen.
255
Jaarlijks worden in onderling overleg prioriteiten bepaald in de samenwerking.
256
6.4. Opleidingsaanbod SYNTRA/ middenstandsopleidingen Syntra (vroegere Centra voor Middenstandsopleiding) biedt ook in het BHG een gevarieerd aanbod van opleidingsmogelijkheden aan. Het vormingsaanbod voor volwassenen omvat ondernemersopleidingen, korte opleidingen als bijscholing voor werknemers, bedrijfsbeheer, opleidingen op maat van de ondernemer en zijn werknemers en voltijdse dagopleidingen (alternatief voor hogeschoolopleidingen). In Vlaanderen en Brussel zijn de 5 campussen goed voor meer dan 500 praktische opleidingen en trainingen. In Brussel zijn er twee campussen, gelegen enerzijds op de terreinen van Tour en Taxis te Sint-Jans Molenbeek en anderzijds op de terreinen in Ukkel (ism Infobo). OPLEIDING
Ingericht in 2009-2010?
Gelijkaardige opleiding Brucovo
Textiel-Mode Modiste
x
patroontekenaar
x
Patroontekenen maatwerk Basismodule kleding
x
Dameskleermaker
x
Modeontwerper
x
Dames haute couture Realisator van theaterkostuums Textielexploratie/ kleur en stijl
x
Textielexploratie
x
Interieur Interieurtekenen met sketch-up Autocad 2D Feng shui in het interieur
x
intericad vastgoedstylist Ontwerpen Etaleur-decorateur
x
Groenvoorziening Herborist
x
Florist ( zonder voorkennis)
x
Florist ( met voorkennis)
x
Florist/meester florist tuinaannemer Uitbater van een natuurwinkel Uitbater van een tuincentrum Dierenverzorging hondentrimmer Kunstambachten
257
Goudsmid (zonder voorkennis)
x
kunstsmid
x
Mechanica fietsmechanica
x
Horeca en voeding Basis horeca Chocoladebewerker
x
Brood- en banketbakker
x
Wijnkenner 1
x
Wijnkenner 2
x
Wijnkenner 3
x
Wereldwijnmeester 1
x
Wereldwijnmeester 2
x
Ja (Elishout Coovi) Ja (Elishout Coovi) Ja (Elishout Coovi) Ja (Elishout Coovi) Ja (Elishout Coovi) Ja (Elishout Coovi)
Bouw en hout Installateur centrale verwarming Aannemer metsel en betonwerken
x
Aannemer tegelzetter
x
Energiedeskundige type A lang
x
Energiedeskundige type A kort
x
Energiedeskundige type C
x
Energiedeskundige type A,B enC
x
Isolatiedeskundige theorie Isolatiedeskundige praktijk Aannemer schilderwerken
x
Decoratieschilder(zonder voorkennis) Decoratieschilder (met voorkennis) Meubelmaker (met voorkennis)
x
Basis hout (meubelmaker zonder vookennis)
x
g 1.1 atmosferische gastoestellen
x
g 1.2 leidingen en toestellen Hernieuwing g 1.1 Elektro Zonnepanelen: fotovoltaïsche cellen
x
Basis electriciteit (electrotechinsch install. zonder voorkennis) Basis elektronica
x
Personenverzorging
258
Cosmetische masseur/masseuse
x
Gezondheidscoach
x
Kleur- en stijlconsulent
x
Ja(CVO Brussel) Ja (CVO Brussel)
Kunstnagelstylist
x
Gespecialiseerde voetverzorger Schoonheidsspecialist
x
Sportverzorg(st)er
x
Kapper/kapster
x
Informatica en multimedia Netwerkbeheerder
x
Analist programmeur
x
Webdesign
x
webmaster
x
Ja( CVO Lethas , CVO Brussel met HBO Informatica) Ja ( CVO Lethas, CVO Brussel) JA (CVO Brussel)
Financiën en verzekeringen Boekhouder
x
beleggingsadviseur
x
Credit- en Ratingadviseur marketing en Verkoop Marketing en sales
x
Commercieel afgevaardigde/verkoper
x
Medewerker contactcenter Toerisme en recreatie Reisagent
x
Reisleider
x
Uitbater kleinschalige logies Talen en redactie Copywriter
x
Journalist Cultuur en podiumkunsten Organisator van evenementen
x
Management Adviseur payroll en sociale wetgeving Management voor kunstenaars Management van socialprofitorganisaties Businesscoach Beheerder woon- en zorgcentra(personeelbeleid) Beheerder woon- en zorgcentra (management) Beheerder woon- en zorgcentra BHG (personeelsbeleid) Beheerder woon- en zorgcentra BHG (management)
259
x
Ja ( CVO Brussel en CVO Lethas met HBO Boekhouden)
Vastgoed Administratief vastgoedbediende
x
vastgoedmakelaar
x
Bedrijfsbeheer Basiskennis bedrijfsbeheer
x
Ja (Elishout coovi )
dagopleidingen Fashion
x
Theaterkostuums en accesoires Schoonheidsspecialiste
x
Pedicure
x
Interieurinrichter/kleuradviseur
x
Etaleur/decorbouwer
x
Herborist/ uitbater natuurwinkel Florist/uitbater tuincentrum Tuinaannemer/tuinverzorger
Ja( elishout Coovi)
Onthaal – en PR assistent(e)
x
Meertalig management assistent
x
Boekhouder
x
Web-analist/programmeur
Netwerkbeheerder
x
Webdesign
x
Ja ( CVO Brussel en CVO Lethas met HBO Boekhouden) Ja (CVO Lethas, CVO Brussel)) Ja (CVO Lethas, CVO Brussel) Ja(CVO Brussel
antiekhandelaar
Een overzicht van de kortlopende opleidingen vind je op www.syntrabrussel.be Analyse - Syntra richt een groot aantal gelijkaardige opleidingen aan (weliswaar met andere finaliteit, met ander studiebewijs) zoals de Brusselse CVO’s, zoals onder meer fotografie, tuinaannemer, restaurateur, brood- en banket, elektrotechnisch installateur (ook bij VDAB-RDB), boekhouder, verzekeraar, reisleider, onthaal en Pr-assistente, netwerkbeheer. - Met Syntra dient afgetoetst hoe deze opleidingen worden ingevuld, wat het cursistenaantal en profiel is, en waar eventuele aanvullingen/ samenwerkingen vanuit CVO’s mogelijk zijn. 6.5. Opleidingsaanbod Sociaal Cultureel werk De socio-culturele vormingsinstellingen zijn non-profitorganisaties die hun opleidingsaanbod eerder naar individuen richten. Ze worden ondersteund door het steunpunt voor socio-cultureel werk. De sociaal-culturele organisaties worden ingedeeld in 4 werksoorten: verenigingen, vormingpluscentra (zoals o.m. Citizenne in BHG), landelijke vormingsinstellingen en bewegingen.
260
Vlaanderen telt 57 sociaal-culturele verenigingen, 13 Vormingplus-centra, 6 erkende vormingsinstellingen en 1 federatie van vormingsdiensten voor Personen met een handicap en 32 bewegingen. Er zijn in het Brussels Gewest ook 22 vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie gesubsidieerde gemeenschapscentra aanwezig, met een actieve en passieve werking (zie www.vgc.be) Hier volgt een overzicht waar je diverse socio-culturele opleidingen kan volgen in verenigingen, vormingpluscentra, vormingsinstellingen, bewegingen en gemeenschapscentra. Basiseducatie en TKO/Alfabetisering
Computer voor beginners
Fotografie
Snit en naad en handwerk
Arthis
Maks, GC De Vaartkapoen, GC Ten Weyngaert , dienstencentrum De Zeyp, GC De Rinck, Academie Beeld. Kunsten Anderlecht, RHok Etterbeek
GC Ten Noey, Trefcentrum “Y“-VUB, RHok, Academie Beeld. Kunsten v/h gemeenschaps-onderwijs, GC De Markten
GC Essegem, GC De Kriekelaar, GC Den Dam, GC Kontakt, GC Wabo, Textielatelier v/h Roodebeekcentrum
Koken GC Kontakt, GC Essegem, GC Ten Noey, GC Wabo, GC Den Dam, GC de kriekelaar Talen
Arabisch Engels
De Rinck, seniorencentrum, GC Opweule, GC KOntakt
Frans
Koerdisch Bureau , arthis
Grieks
De Rinck
Nederlands
261
De Rinck
GC essegem, GC Elzenhof
Roemeens Spaans
Arthis De Rinck, Seniorencentrum, GC Elzenhof, GC everna
Dit aanbod is strikt voluntair en gericht op een zinvolle invulling van de vrije tijd. Dit sluit niet uit dat er vervolgopleidingen kunnen aangeboden worden op CBE of CVO –niveau. Dit geldt onder meer voor opleidingen inzake alfabetisering, ICT, fotografie,talen (enkel Roemeens wordt niet in een Brussels CVO aangeboden), elektriciteit en koken. Met de Dienst gemeenschapscentra VGC en Citizenne wordt overleg gepleegd. 6.6. . Opleidingsaanbod onderwijsactoren 6.5.1. Nederlandstalig Secundair onderwijs Het secundair onderwijs in Brussel omvat een 80-tal studierichtingen, in ASO, TSO, BSO en KSO. Er zijn ook nog drie centra van het deeltijds onderwijs aanwezig. Tabel: Aantal leerlingen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs per studierichting
Onderwijsvorm Totaal ASO
Totaal ASO BSO
262
Studierichting Onthaalklas vr. anderstalige nieuwkomers Economie Economie-moderne talen Economie-wetenschappen Economie-wiskunde Grieks Grieks-Latijn Grieks-moderne talen Grieks-wetenschappen Grieks-wiskunde Humane wetenschappen Latijn Latijn-moderne talen Latijn-wetenschappen Latijn-wiskunde Moderne talen-wetenschappen Moderne talen-wiskunde Sport Wetenschappen Wetenschappen-sport Wetenschappen-wiskunde Auto Banketbakkerij-chocoladebewerking Basismechanica
2007-2008 2008-2009 111 126 111 126 865 855 475 480 15 90 104 119 109 84 76 4 4 12 13 92 82 607 611 636 625 200 164 61 61 182 181 132 142 26 28 21 25 529 527 17 8 310 319 4462 4429 11 11 6 7 92 93
Bouw Brood- en banketbakkerij Brood- en banketbakkerij en confiserie Centrale verwarming en san. installaties Decor- en standenbouw Elektrische installaties Etalage en standendecoratie Gemeenschapsrestauratie Haarstilist Haarzorg Hout Houtbewerking Industriële houtbewerking Kantoor Kantooradministratie en gegevensbeheer Kinderzorg Lassen-constructie Logistiek Moderealisatie en -presentatie Moderealisatie en -verkoop Naamloos leerjaar Organisatiehulp Pijpfitten-lassen-monteren Publiciteit en etalage Publiciteit en illustratie Publiciteitsgrafiek Restaurant en keuken Restaurantbedrijf en drankenkennis Ruwbouw Schilderwerk en decoratie Slagerij en verkoopsklare gerechten Slagerij en vleeswarenbereiding Specialiteitenrestaurant Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige Tuinbouw Verkoop Verpleegkunde Verwarmingsinstallaties Verzorging Verzorging-voeding Winkelbeheer en etalage Totaal BSO GSO
263
A Agro- en biotechnieken Artistieke vorming B Decoratie – Haarzorg Decoratie - Kantoor en verkoop Decoratie - Verzorging-voeding
9 12 22 27 34 9 5 13 142 18 15 7 481 53 28 12 6 22 13 13 3 15 5 13 50 5 12 29 3 2 9 22 21 42 126 4 120 132 5 1668 1966 5 39 254 11 15 35
9 16 21 29 5 34 4 27 142 24 14 8 453 61 29 17 11 21 13 17 1 4 18 4 13 57 3 6 22 1 7 5 12 19 51 121 4 119 159 2 1694 1867 1 30 289 13 14 49
Elektriciteit - Kantoor en verkoop Elektriciteit - Metaal Grafische communicatie en media Grieks-Latijn Haarzorg - Kantoor en verkoop Handel Hotel-bakkerij-slagerij Hotel-voeding Hout - Metaal Kantoor en verkoop - Mode Kantoor en verkoop - Verzorging-voeding Land- en tuinbouw Latijn Mechanica-elektriciteit Moderne wetenschappen Nijverheid Rudolf Steinerpedagogie Sociale en technische vorming Techniek-wetenschappen Totaal GSO KSO
Totaal KSO TSO
264
Architecturale en binnenhuiskunst Architecturale vorming Artistieke opleiding Audiovisuele vorming Beeldende en architecturale kunsten Beeldende en architecturale vorming Beeldende vorming Dans Muziek Toegepaste beeldende kunst Vrije beeldende kunst Woordkunst-drama Autotechnieken Bio-esthetiek Boekhouden-informatica Brood en banket Elektriciteit-elektronica Elektrische installatietechnieken Elektrotechnieken Esthetische lichaamsverzorging Farmaceutisch-technisch assistent Gezondheids- en welzijnswetenschappen Grafische media Grafische technieken Handel Handel-talen Hotel Informaticabeheer
11 7 192 19 155 20 9 34 5 150 3 366 22 980 20 9 46 6 4379 36 12 53 74 72 32 28 16 75 41 49 83 571 36 20 17 19 7 22 2 12 24 12 5 348 135 46 31
11 16 5 201 21 114 27 4 37 8 146 3 366 18 963 27 6 51 10 4297 28 14 66 88 72 27 30 26 93 36 43 85 608 5 34 17 17 19 6 24 1 17 21 16 3 389 110 42 32
Jeugd- en gehandicaptenzorg Koel- en warmtechnieken Mechanische technieken Mechanische vormgevingstechnieken Onthaal en public relations Optiektechnieken Podiumtechnieken Printmedia Schoonheidsverzorging Secretariaat-talen Slagerij en vleeswaren Sociale en technische wetenschappen Tandtechnieken Techniek-wetenschappen Toerisme Tuinbouwtechnieken Totaal TSO DBSO
Administratief helper DBSO Andere opleidingen DBSO Assistent kapper DBSO Assistent-hoefsmid DBSO Goederenbehan.-magazijnier-heftruck DBSO Goederenbehandelaar-magazijnmedew. DBSO Groenarbeider DBSO Grootkeukenmedewerker DBSO Hoefsmid DBSO Horecamedewerker: snackbar-tearoom DBSO Houtbewerker DBSO Hovenier DBSO Hulp in het huishouden DBSO Installateur hard- en software DBSO Kapper DBSO Keukenmedewerker DBSO Logistiek helper zorginstellingen DBSO Onderhoudswerker gebouwen DBSO Onthaalklas anderstalige nieuwkomers Receptieassistent DBSO Schrijnwerker DBSO Schrijnwerker-timmerman DBSO Tuinbouwarbeider DBSO Thuishelper DBSO Verzorgende DBSO Winkelbediende DBSO Zaal- en keukenhulp DBSO
Totaal DBSO Eindtotaal bron: Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs en Vorming
265
41 7 2 2 35 3 3 54 96 4 96 10 26 81 8 1204 22 1 14 4 13 5 6 12 8 7 14 4 2 24 3 23 6 2 1 4 27 6 208 12603
43 3 3 37 4 3 3 52 98 2 113 14 25 86 11 1250 43 13 1 6 10 6 1 23 9 8 3 5 33 7 18 31 4 7 5 33 266 12670
Analyse - Vrij veel opleidingen van het Brussels volwassenenonderwijs ( SO) kennen logischerwijs hun evenknie in het Brussels Nederlandstalig TSO/ BSO onderwijs, bvb. boekhouden-informatica, handel, hotel, jeugd- en gehandicaptenzorg, slagerij, toerisme, tuinbouwtechnieken, brood en banketbakker, kantoor, verzorging, enz. Dit betekent dat er ook nog heel wat SO-opleidingen géén gelijkaardige pendant in het VWO bezitten - wat in het geval van een aantal beroepsgerichte studierichting die in het aansluiten bij knelpuntberoepen wel zinvol zou zijn. De invullingsgraad bij de TSO/BSO opleidingen wordt nagegaan. - Een aantal deze gelijkaardige opleidingen worden in de dagschool, waarmee het CVO mee is verbondengegeven; andere hebben een link met het CVO die onder dezelfde inrichtende macht resideert.
266
6.6.2. Nederlandstalig Hoger onderwijs Situering De Bachelor-masterstructuur (Ba-Ma) kwam er na de Bologna-akkoorden tussen Europese landen. De bedoeling was een meer eenvormige structuur van het Hoger Onderwijs te creëren. Het hoger onderwijs in Vlaanderen omvat: - het hoger professioneel gericht onderwijs - het academisch gericht onderwijs Het hoger professioneel gericht onderwijs bevat alleen bacheloropleidingen en wordt enkel georganiseerd aan de hogescholen. Het academisch gericht onderwijs bevat bachelor- en masteropleidingen. Het academisch onderwijs wordt georganiseerd aan universiteiten en aan hogescholen binnen het kader van de associatie (samenwerkingsverband tussen universiteiten en hogescholen). Er zijn twee universiteiten in Brussel (KUB en VUB) en 4 hogescholen: EHSAL, Erasmushogeschool Brussel, Hogeschool St. Lukas Brussel, Hogeschool voor wetenschap en Kunst (Wenk) . Voor het opleidingsaanbod verwijzen we door naar de websites www.hub.be, www.ehb.be, www.wenk.be, www.vub.ac.be.
267
7.
ANALYSE LEERBEHOEFTES EN LEERVRAGEN
7.1. Leerbehoeftes en leervragen vanuit de activiteitensectoren en knelpuntberoepen (vergelijking knelpuntberoepenlijst- aanwezigheid opleidingen in studiegebieden VWO - andere opleidingsverstrekkers- onderwijsverstrekkers, zie referentiekader in bijlage)
Vertrekkend vanuit de Brusselse activiteitensectoren, volgens de groei van aantal loontrekkenden in BHG tussen 2002-07, zien we volgende sectoren als sterkste groeiers ( met hoog aanbod vacatures): - informaticadiensten (groei + 23,7 %), - horeca (+18,6 %), - gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (+ 17,2 %) - diensten aan bedrijven (o.m. administratie) (+ 14,9%) - kleinhandel (+ 14,9 %) - onderwijs en vorming (+13,7 %) - transport-logistiek-reisbureaus (+10,2 %) Vertrekkend vanuit knelpuntberoepen (Actiris/VDAB) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vlaanderen kunnen we de volgende sectoren onderscheiden, waarbij de vacatures van bepaalde functies niet ingevuld geraken ( om diverse redenen): - handel (ondersteuning verkoop) & administratie en boekhouding (beheer van ondernemingen en diensten) (27) - informatica (22) - bouw (18) - elektromechanica (15) – industrie (2) – tekenen en technische opmaak (5) - psychosociale-en opvoedingsactiviteiten (6) &gezondheidszorg - horeca/ voeding (9) - auto-transport-logistiek (9) Vertrekkend van een recente enquête ( mei 2010) van Vacature bleek dat er bij 350 in Vlaanderen en Brussel bevraagde bedrijven zowat 13.0000 vacatures wachten op invulling. Daarbij valt op dat diverse overheidsdiensten ( Politie, De Post, FOD Defensie), gezondheidszorg (ziekenhuizen, thuiszorgdiensten, …), banken en verzekeraars en ICT-gerelateerde bedrijven om kundig personeel vragen. De lijst van knelpuntberoepen in deze enquete is praktisch een kopie van de lijst van de ‘meest gezochte profielen’ van deze bedrijven. Ingenieurs, informatici, commerciële medewerkers, verpleegkundigen en technici blijven de witte raven op de arbeidsmarkt. De VDAB stelde ook vast dat het aantal vacatures voor knelpuntberoepen veel minder daalde dan die voor andere beroepen ( wat verontrustend is). In de provincie Vlaams - Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de top 5 van bedrijven met een hoog aantal vacatures : Politie (2000), De Post (1400), FOD Defensie (1293), KBC (500), Audi Brussels( 475). De sectoren met de meeste vacatures in Vlaanderen en Brussel betreffen: leger/politie, overheidsdiensten, consultancy, diensten, Telecom en ICT, bank-en verzekeringen, energie, automotive, gezondheidszorg en kleinen groothandel. Bij de meest gezochte profielen vinden we: industrieel ingenieur, burgerlijk ingenieur, technisch gegradueerde, account manager, administratief medewerker, ICT-engineer, consulent, programmeur, Projectmanger en ITconsultant. Bij de 350 aanwervende bedrijven die Vacature bevroeg , waren er 84 bedrijven gevestigd in het BHG, waarbij vrij veel jobs in IT-sector en handel/administratie voorkomen.
268
Tegelijkertijd blijft de Brusselse werkloosheidsgraad in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dubbel zo hoog als in het hele land. Ondanks een daling van het aantal werkzoekenden bij de min-25 jarigen tussen 2006 en 2008, blijft deze groep het meest kwetsbaar. Eén derde van de jongvolwassen Brusselaars die zich aanbieden op de arbeidsmarkt is werkloos. Brussel heeft in augustus 2009 voor de eerste keer in 20 jaar de kaap van 100.000 werklozen overschreden. Voor heel wat mensen is de situatie niet tijdelijk , maar van langere duur : het aantal werkzoekenden met een inactiviteitsduur van min. 5 jaar blijft stijgen. Een laag opleidingsniveau is een belangrijke drempel om toegang te vinden tot de arbeidsmarkt, in het bijzonder in het Brussels Gewest. De uitsluiting van mensen met een laag opleidingsniveau is tweemaal zo groot op de Brusselse arbeidsmarkt als in het hele land. De schoolachterstand en het lage opleidingsniveau van de jonge Brusselaars is dan ook zorgwekkend. De helft van de jongeren in het secundair onderwijs heeft de minstens één jaar schoolse vertraging. In het 5 leerjaar is de schoolachterstand opgelopen tot 8 op 10 leerlingen, in het Bso zelfs tot 9 op 10. Het aandeel vroegtijdige schoolverlaters (zonder diploma HSO) is véél hoger in het BHG dan in de rest van het land ( 44 %). Na vergelijking van de effectieve onderwijsbevoegdheden van de Brusselse centra en het bijhorend cursistenprofiel per studiegebied, de groeiende Brusselse activiteitensectoren en knelpuntberoepenclusters en andere onderzoeken, komen we tot de vaststelling dat er uitbreidingsmogelijkheden (met grote slaagkans) zijn in de beroepssectoren/studiegebieden informatica, horeca, handel, administratie en personenzorg/ gezondheidszorg . In al deze studiegebieden zijn er reeds vrij veel opleidingen aanwezig,met goede in-en uitstroom en diversiteit aan publiek uit de kansengroepen. Ook in mechanica-elektriciteit ( technicus, fietshersteller,…) en de logistieke en reissector zijn nog tal van mogelijkheden (maar beide niet uitgeoefend momenteel in BHG). In de studiegebieden personenzorg, handel ,ICT,mechanica-elektriciteit is het aandeel Brusselaars bovendien hoog ( bijna de helft),en is het aandeel werklozen eveneens hoog ( in handel en personenzorg, rond 20 % in horeca en ICT). Het merendeel van de opleidingen in personenzorg (en in mindere mate handel) zijn ook te combineren met algemene vorming. Dit impliceert dat een diploma Hoger Secundair onderwijs alsnog kan worden behaald. De eerste betrachting vanuit het consortium is dan ook dit specifiek aanbod van de sectoren / studiegebieden met een sterke technische en beroepsgerichte inslag –en laagdrempelige instap- uit te breiden (en desgewenst te rationaliseren) de komende schooljaren. Dit kan onder meer door meer samenwerking met bestaande opleidingsverstrekkers (VDAB, Syntra, derden, secundair en hoger onderwijs , …) uit te bouwen en de beroepssectoren er zelf bij te betrekken. Via bilateraal overleg en werkseminaries ( met alle betrokkenen : VDAB, Syntra, SPI-partners ,sector,…) zullen we trachten op een grondige kwantitatieve en kwalitatieve wijze de noden en leerbehoeften te detecteren in bepaalde opleidingen / studiegebieden, om zo tot een aantal structurele beleidskeuzes te komen. Specifiek gaat het om de sectoren / studiegebieden: handel / administratieve beroepen: de (klein)handelssector kent een sterke groei (+ 14,9 % tss. 2002-2007) in het Brussels Gewest, met veel knelpuntberoepen (verkopers, vertegenwoordigers, marketingsassistenten, bediende toerisme,…), met algemeen vrij hoge kwalificaties (talenkennis, HSO-niveau), waar wel- gezien de nood- van afgeweken kan worden. Wat typisch handelsgerichte opleidingen betreft is dit in de Brusselse centra héél beperkt (PR-en onthaal, boekhouden-informatica, …) Weinig opleidingen sluiten aan bij het veelgevraagde profiel van ‘verkoop’. Er zijn wel nog nieuwe onderwijsbevoegdheden die in BHG zeker een kans maken : verkoop- talen, toerisme en onthaal, telefonist-receptionist,… Ook afstemming met andere verstrekkers, die zich wel sterk op verkoop in groot-en kleinhandel hebben geprofileerd, lijkt hier een noodzakelijkheid.
269
Ook voor administratieve beroepen (boekhouder, bediende in boekhouding, secretaresse/secretaris, onthaal en informatiebediende, call-center medewerker, management assistant, …) …) is een grote markt in het BHG; deze worden ook in een groot aantal activiteitensectoren ingericht. Een groot aandeel van deze beroepen heeft tevens de status van knelpuntberoep zowel in het Brussels Gewest als in Vlaanderen.Deze beroepen vereisen meestal een niveau hoger secundair of hoger onderwijs en de kennis van bureautica en van meerdere talen blijkt noodzakelijk. Momenteel worden vrij succesvol kantooradministratie-gegevensbeheer, secretariaat-talen en binnenkort boekhouden-informatica (allen in combinatie met AV) in de Brusselse centra gegeven (net als bedrijfsbeheer). In vergelijking met andere centrumsteden is dit nog vrij miniem (172 t.o.v. 1910 in Antwerpen, 985 in Gent,…) Ook andere verstrekkers als VDAB, derden , Syntra als tal van scholen So en Ho bieden administratieve opleidingen aan ; hier kan afstemming mee worden gezocht). De VDAB-RDB opleiding administratief bediende wordt ook vanaf 2011 geschakeld met de opleiding kantooradministratie en Algemene Vorming.
ICT en grafische technieken: deze activiteitensector kent de grootste groei in het Brussels Gewest wat het aantal loontrekkenden betreft (+ 23,7 %), herbergt veel knelpuntberoepen, maar vergt tegelijk vrij veel kwalificatie en /of specialisatie. Het vereiste opleidingsniveau ligt vrij hoog, al is de instap tegenwoordig in opleidingen en bedrijven vrij laagdrempelig (stapsgewijze modulaire opleidingen, veel interne opleidingen en op de werkvloer). Vooral in de SPI (socio-professionele inschakelings)-sector worden er vrij veel personen uit kansengroepen stapsgewijs toegeleid naar beroepsgerichte opleidingen als ICT-installateur, PC en netwerktechnicus, helpdeskmedewerker, … (Intec Brussel en Atel). De opleidingen door de Brusselse centra volwassenenonderwijs ingericht (op niveau SO), spelen daar te weinig op in; het aanbod blijft beperkt tot toepassingssoftware en wordt voornamelijk bevolkt door gepensioneerden (51,44 %), weinig werklozen (27, 79 %), weinig cursisten van allochtone nationaliteit (7,97 %). Hier zijn meer mogelijkheden naar in-en doorstroom van kansengroepen . Hier kan ook uit de grote groep NT2-cursisten worden gerecruteerd; dit wordt toegepast in 3 centra en ook vanuit CBE; via het doorstroomproject van het consortium wordt hetzelfde beoogd, over de centrumgrenzen heen. Daarnaast kan er uitbreiding worden beoogd, waarbij ook met de huidige andere verstrekkers kan worden samengewerkt en beoogde doelgroepen worden vooropgesteld. Ook het schakelen met HBO-opleiding informatica dient verder doorgevoerd (bemiddeling via consortium). Gezien de vraag vanuit werkgevers sterk fluctueert en verschillende benamingen van de nodige functies de lading soms niet meer dekken, is een grondig onderzoek noodzakelijk naar wat écht wenselijk en op korte/middellange termijn nodig is op het vlak van ICT-opleidingen. horeca/ voeding: uitbreiding van onderwijsbevoegdheden is hier minder relevant (reeds divers en vrij volledig aanbod); dit studiegebied wordt ook door slechts één centrum aangeboden. Tevens zijn er samenwerkingen met VDAB –RDB (instroom VDAB –cursisten) en een aantal derdenpartners (Jes, Groep Intro) en goede contacten met de voedingssector. De opleidingen onder VDAB-stelsel worden uitgebreid (slagerij, …) en er worden stappen ondernomen om Algemene Vorming te koppelen met een aantal opleidingen uit dit studiegebied (consortium bemiddelt met CVO Brussel). personenzorg: het grootste deel van de bevoegdheden in dit studiegebied wordt opgenomen door één centrum (CVO Brussel) , waarbij een stijgend aantal cursisten te bemerken valt (ook grote instroom van 18-25 jarigen en Brusselaars). De opleidingen in personenzorg kunnen al dan niet gekoppeld worden aan algemene vorming( waarbij hier trajectbegeleiding en taalondersteuning wordt voorzien). Er zijn goede contacten met Groep Intro en VDAB-RDB (aantal opleidingen onder VDAB –stelsel). Mogelijkheden zijn verdergaande samenwerking met derdenpartners (Familiehulp), doorstroom naar VDAB / HUB-
270
Erasmus/ St.Guido (A2verpleegkunde) ( BA verpleegkunde) en eventueel uitbreiding van bevoegdheden (intercult. werker, bejaardenanimator) indien noodzakelijk. Elektriciteit/mechanica: momenteel gaat het om twee opleidingen , ingericht door één centrum. Hier is zeker nog ruimte tot uitbreiding (meer dan 40 onderwijsbevoegdheden onder dit studiegebied!), waarbij er nog genoeg opties zijn die niet door andere verstrekkers worden aangeboden. Een groot aantal opleidingen sluiten bovendien aan met studierichtingen in het TSO en BSO van het secundair (doorstroom van ongekwalificeerde schoolverlaters) en er zijn ook mogelijkheden tot koppeling met Algemene Vorming (beperkt aantal). Qua materiaal en technische uitrusting/ateliers zijn er mogelijkheden bij VDAB-RDB , Syntra, sec. scholen, instellingen hoger onderwijs, en referentiecentrum Iris Tech + (hier ook werkbezoek ), zodat de kostprijs kan verlaagd worden. Het consortium bemiddelt tussen VDAB-RDB en CVO Brussel inzake gebruik atelierruimtes, het onderbrengen van de opleiding PLC-technieker onder VDAB –stelsel en het koppelen van deze opleiding aan Algemene Vorming. Logistiek, transport, reisbureaus: Momenteel geen opleidingen betreffende deze sector (diverse opleidingen die hier hierbij aansluiten bevinden zich in verschillende studiegebieden, bvb. handel, bijzondere educatieve noden, handelswetenschappen met HBO –opl. ‘logistiek, transport en mobiliteit’). Wat logistiek betreft, is er in Brussel een groeiende markt aanwezig (groeiende havenactiviteiten , Brussel draaischijf voor im-en export) en zijn er bij de andere verstrekkers (VDAB , met opleidingen internat. handel, binnenlandse handelsdocumenten, heftruck-en vrachtwagenchauffeur), Syntra (exportverantwoordelijke,…) en het nieuwe beroepenreferentiecentrum IRIS TL (opleidings-en competentiecentrum voor logistieke beroepen in BHG) goed lopende opleidingen te bemerken. Op secundair niveau zijn er vrijwel geen de opleidingen richting logistiek (één 7 j BSO, één opleiding in een CDO), zodat eigenlijk weinig schoolverlaters met specialisatie in logistiek op de arbeidsmarkt terecht kunnen. Zaak is de verschillende wenselijke opleidingen m.b.t. logistiek te detecteren onder de aanwezige studiegebieden en de haalbaarheid te toetsen. Met IRIS TL wordt er een eerste gesprek gevoerd i.f.v. de noodzaak van nieuwe opleidingen in de logitieke sector en teruggekoppeld naar de Brusselse cvo’s. Bouw: deze sector is groeiende in BHG (zowel qua bedrijven als qua aantal werkaanbiedingen…) ; in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn daarenboven heel wat knelpuntberoepen aanwezig. Het is bovendien een sector die sterk vragende partij is , en geen hoge eisen aan diplomaniveau stelt (vanaf lager secundair). Zowel VDAB (en derdenpartners) als Syntra Brussel bieden vrij veel opleidingen aan gekoppeld aan die knelpuntberoepen. Het secundair onderwijs blijft hier wel achterop hinken. Het volwassenenonderwijs in andere consortia biedt dit heel verspreid aan ( vooral sterk in prov. Oostvlaanderen en Limburg en heeft enkele uitschieters (bouw BSO 2-BSO3-TSO3, tegelzetter, onderhoud en herstellingen BSO3). Een uitbouw in het Brussels Volwassenenonderwijs dient ook eerst bediscussieerd met de sector bouw en de andere opleidingsverstrekkers. Onderwijs en vorming : deze sector kent een sterke vraag ( naar ‘sterk gemotiveerd’ onderwijzend personeel op BO-SO-VWO niveau) , zowel voor het Frans-als Nederlandstalig onderwijs in het BHG. Momenteel is de SLO in het Brussels VWO in stijgende lijn, maar op consortianiveau zijn we op één na laatste ( progressie moet nog mogelijk zijn). Feit is dat het aandeel Brusselaars nog altijd laag ligt ( 23,08 %) , net als het percentage allochtone cursisten (5,21 % !). Hier zijn dus nog mogelijkheden tot stijging van beide
271
categoriën. Het consortium licht de huidige 3 lerarenopleidingen in het VWO door ( nichegericht , inen uitstroom, specifieke modules,…) en bekijkt samen met CVO Elishout de aanvulling van modules betreffende de stedelijke specifiteit ( vanuit hogeschool). Lichaamsverzorging ( o.a. kapper/ schoonheidsverzorging): gezien deze sector qua aantal loontrekkenden sterk vooruitgaat in het BHG, is het opportuun om ook op het niveau van het volwassenenonderwijs opleidingen uit te bouwen (schoonheidsverzorging, kapper, haartooi, grime, …) gezien ten eerste deze in andere consortia vrij succesvol blijken, ten tweede een erkend diploma genereren en in het geval van schoonheidsverzorging TSO 3 ook combineerbaar zijn met Algemene Vorming. Momenteel biedt Syntra Brussel vrij veel (goedlopende) opleidingen in deze sector aan , en is er eveneens in het secundair onderwijs ( ca. 250 lln.) expertise en ateliers aanwezig ( wat een mogelijkheid zou zijn, nl. delen van infrastructuur)
7.2. Leerbehoeftes en leervragen vanuit de Brusselse centra volwassenenonderwijs Door hun contact met de cursisten of potentiële cursisten, met de sectoren of andere verstrekkers waarmee ze samenwerken , met de gemeenschapscentra, socio-culturele verenigingen en scholen waar ze lesgeven, en met bedrijven in de buurt zijn de centra goed geplaatst om signalen op te vangen inzake leerbehoeften. De centra dienen daarop te reageren en ook te anticiperen door een aangepast opleidingsaanbod te voorzien( nieuwe opleidingen, bestaande opleidingen op maat of duaal of in gecombineerd onderwijs aangeboden, schakeltrajecten, …) De CVO’s en CBE hebben volgende wensen / plannen om aan de noden tegemoet te komen: - op vlak van CBE: • het CBE speelt hierop in via maatwerk en open modules. Het CBE wil het volledige aanbod, naast NT1 en NT2, verder promoten en uitdiepen (opstap F en E, MO, rekenen, …) - op vlak van SO: • uitbreiden mogelijkheden algemene vorming : meer opleidingen onder TKO die appelleren aan mannelijke cursisten:bvb; boekhouden informatica, horeca-opleidingen (ism CVO Elishout),…, • uitbreiden technisch georiënteerde opleidingen (mechanica-elektriciteit, bouw, logistiek, ..) via samenwerking andere opleidingsverstrekkers (o.a. CVO Brussel met VDAB -RDB, …) • opstart opleidingen lichaams-en persoonsverzorging en bij uitbreiding studiegebieden huishoudelijk onderwijs en mode - op vlak van HBO: • uitbreiden economische en juridische opleidingen CVO Elishout: rechtspraktijk en ondernemingscommunicatie (uitgesteld omwille van vertrging uitvoering HBO-decreet) • samenwerking met hoger onderwijs i.k.v. HBO decreet, schakeltrajecten, infrastructuur, aanvullende modules (Erasmus, HUB) • uitbreiding opleidingen sociaal-agogisch werk (HLFSW) • uitbreiding van taaltrajecten in opleidingen SO en HBO (bvb. SLO, boekhouden, …) • uitbreiden SLOvoor specifieke doelgroepen (op maat) ( zie expertise CVO Elishout)
7.3. Leerbehoeftes en leervragen vanuit de (potentiële) cursisten Om een zicht te krijgen op de verschillende vragen en behoeftes m.b.t. (levenslang/ levensbreed) leren van individuen, dienen we vooreerst naar de precieze redenen van bijscholing te peilen : is dit in functie van het huidig werk of ander werk, in functie van het verhogen van de eigen competenties of om een hoger diploma te verwerven, om gewoon iets bij te leren ( voor een hobby, voor zichzelf), om onder de mensen te zijn, … Dit is
272
sterk gelieerd aan elke opleiding, die zowel vrijetijds-of beroepsgericht of diplomagericht kan zijn… Het is niet haalbaar om een inventaris te maken van alle leervragen van alle personen die les willen volgen in een Brussels centrum.We trachten hier wel zicht op te krijgen via: - oplijsting van vragen van cursisten en kandidaat-cursisten via de centra ( tijdens schooljaar, bij informatievraag, bij inschrijving) en via het consortium door promotionele activiteiten : aanwezigheid op beurzen ( SID-IN, opleidingsbeurs werkzoekenden tracé Brussel, …) , het verzorgen van infosessies ( bij onthaalbureau, CLB’s, lokale werkwinkels, …), telefonische en elektronische vragen vanuit geïnteresseerden ( na uitdelen folders, advertenties, …),… Hier komen vooral het gebrek aan technische opleidingen ( zowel beroepsgerichte opleidingen in elektriciteit,mechanica, hout, bouw,…), (para)medische opleidingen ( verpleegkunde, ambulancier, …), opleidingen lichaamsverzorging naar voor. Er is wel veel vraag (en dito aanbod) naar opleidingen in tweedekansonderwijs( verzorgende, kinderzorg), talenonderwijs en horeca-opleidingen. - collectieve sessies over het Brussels volwassenenonderwijs in klasgroepen NT2 ( alle richtgraden) via het NT2doorstroomproject van Brucovo ( toeleidingsagentes stellen het Brussels VWO-aanbod voor in klasgroepen, gevolgd door individuele afspraak en trajectbegeleiding, waarin de opleidingsbehoeftes worden bevraagd, die al dan niet in het huidig aanbod terug te vinden zijn). Hier valt op dat vooral de lerarenopleiding sterk gevraagd is , naast HBO informatica en HBO boekhouden, kinderzorg, horeca, kantoor, … Er kan momenteel niet worden tegemoet gekomen aan de grote vraag naar technische en industriële opleidingen ( vanuit mannelijke cursisten), opleidingen vrachtwagen-en heftruckchauffeur( nu via VDAB), opleiding kapper en schoonheidszorg en opleidingen op niveau van bachelor( hoger onderwijs). - informatie uit de (traject)begeleidingen van inburgeraars via het inburgeringsproject ( i.s.m. L4 en Groene rand): hier is veel vraag naar opleidingen hoger onderwijs, tweedekansonderwijs en kunstonderwijs. - bevraging van VDAB –cursusten in vervolgopleidingen 1.2 ( zicht krijgen op hun educatieve vragen) - jaarlijks behoeftenonderzoek in de arresthuizen St. Gillis , Vorst en Berkendael 7.4. Leerbehoeftes en leervragen vanuit overheden - In de samenwerkingsovereenkomst tussen de consortia en de Vlaamse regering staan reeds een aantal aandachtspunten vanuit overheid : meer talige trajecten, meer instroom Tweedekansonderwijs en basiseducatie en NT2, meer doorstroom CBE naar CVO, … - Centraliseerde/gedecentraliseerde aanvraagprocedure : vraag naar flexibelere aanvragen, snellere afhandeling, respecteren deadlines,…. - Dialoog met Vlaamse Gemeenschapscommissies, resoc Brussel( BNCTO) , gewestelijke overheden ( en afgeleide Actiris), tracé brussel, gemeentelijke overheden ,… 7.5. Leerbehoeften vanuit Huis van het Nederlands - Zie samenwerkingsprotocol tussen het Huis van het Nederlands Brussel en Brucovo vzw( 15/01/2010)die jaarlijks wordt geëvalueerd. - Er blijkt ook nood aan flexibele trajecten NT2 vanuit potentiële cursisten en organisaties/ werkgevers die anderstaligen in dienst hebben -hier spreken we over maatwerk, voortrajecten, neventrajecten. Dit is sterk toegepast in socio-professionele inschakelingssector en expertise ligt bij het Huis. Opgevolgd in NT2 overleg Huis - Aan duale en geïntegreerde trajecten is er grote behoefte: NT2 gekoppeld aan opdoen werkervaring en / of volgen van beroepsopleiding ( voor/ neventraject, NODW, taalgericht vakonderwijs). Het Huis en Brucovo
273
onderzoeken dit via bevraging, inventariseren het reeds gebeurde werk en brengen dit in de stuurgroep inschakeling van het huis in (breder draagvlak) - Taalondersteuning voor 12-16 jarigen (via scholen SO, CLB’s, …); niet opnemen in reguliere aanbod, maar specifieke leercontext voorzien.
274
8. SWOT – analyse 8.1. Consortium STRENGTHS -
-
Platform voor intern overleg tussen de centra Werkingsbudget met % personeelsmiddelen, % werkingsbudget en projectbudget Directies uit alle 9 centra en inrichtende machten in RvB en AV (dubbele vertegenwoordiging) Uitgebouwd polyvalent personeelskader (directeur, stafmedewerker, assistent communicatie en administratie, onderwijscoördinator gevangenissen + projectmedewerker) Grote variatie in opgelegde taken (zie samenwerkingsovereenkomst) Profilering Brussels VWO (verschillende centra onder één vlag) Verhogen van de zichtbaarheid en transparantie van het VWO in Brussel op de 3 niveaus Regionaal aanspreekpunt VWO Faciliteren van de samenwerking tussen de centra onderling en met andere partners Bemiddelaarsfunctie: tussen de centra, tussen centra en partners, tussen centra en overheid Signaalfunctie t.o.v. de Vlaamse Overheid Optimalisatie dienstverlening voor de cursisten Opstart behoeftedekkend aanbod gevangenissen Verfijning criteria voor aanvraag onderwijsbevoegdheid Rechtstreeks advies aanvraag onderwijsbevoegdheid (art. 64 § 1 decreet VWO) Respect voor eigenheid en historiek van elk centrum Consortium van sterke partners (centra met hoog aantal LUC) Individuele centra zijn medeverantwoordelijk voor de resultaten Diversiteit van de centra Samenwerking aanpalende consortia Groene Rand en L4
WEAKNESSES -
-
-
OPPORTUNITIES -
-
275
Samenwerkingsovereenkomst met Vlaamse regering voor 5 jaar (2008-2013) Gunstige geografische ligging BHG in België, Europa, … als economische metropool, hoofdstad Europa, … Aantrekkingskracht van Brussel op binnen- en buitenlandse arbeidskrachten Nabijheid luchthavenregio wegens hoog aantal arbeidsplaatsen en economisch interessante regio
Er moet samen gewerkt worden aan een behoeftedekkend aanbod (via vraaggestuurd werken) Het regionale aanbod moet afgestemd worden op elkaar en op aanbod andere verstrekkers Sterke differentiatie tussen opleidingsniveaus (CBE, SO, TKO, HBO) bemoeilijkt eenduidige communicatie Onvoldoende naambekendheid bij de verschillende doelgroepen
THREATS -
Onzekerheid over de toekomst: wat na 2013? (samenwerkingsovereenkomst van 5 jaar) Weinig snelheid/flexibiliteit wat betreft het goedkeuren van onderwijsbevoegdheden Hoog armoederisico-percentage Hoog aantal alleenstaande moeders Tekort aan opvangplaatsen voor kinderen Lage deelname Brusselaars aan verenigingsleven Informele economie – zwartwerk officiële
-
-
-
-
-
Ruime interpretatie van Brussel als economische regio door Brussels Metropolitan Region (BHG + Halle-Vilvoorde + Vl-Waals-Brabant) met focus op gezondheidszorg en logistiek Verjonging van de Brusselse bevolking (oververtegenwoordiging van jongvolwassenen, interessante doelgroep voor VWO) Sterke aanwezigheid van studenten Hoge immigratie belangrijke rol van opleidingen bij integratieproces Grote groep dagelijkse pendelaars Grote sociale kloof: toegankelijke en flexibele opleidingen als manier om de kloof te dichten Hoge werkloosheid, vooral onder de laaggekwalificeerden laagdrempelige opleidingen kunnen uitweg bieden Grote polarisatie tussen de kwalificatieniveaus: opleidingen VWO bieden tussenniveau Hoog aantal vroegtijdige schoolverlaters: doelgroep TKO Sterke dienstensector in Brussel (tertiaire sector zorgt voor 90% van de werkgelegenheid) Inspelen op specifieke knelpuntberoepen in de regio Gelijke kansenbeleid (antidiscriminatie, via ActirisTerritoriaal Pact, RESOC ): ook gelijke kansen wat levenslang leren betreft Tweetaligheid en meertaligheid in Brussel creëert vele kansen
gegevens werkloosheidsgraad geven vertekend beeld van mogelijke doelgroepen
8.2. Aanbod STRENGTHS -
-
-
-
-
276
Brussels Hoofdstedelijk Gewest = één vestigingsplaats voor alle Brusselse centra (met zetel in BHG) Sterk netwerk opleidingen en lesplaatsen: 83 soorten opleidingen, 115 opleidingen over 3 niveaus (7 BE, 90 SO, 19 HBO) en 135 lesplaatsen over 17/19 gemeentes Gedifferentieerd aanbod met unieke opleidingen De promotie in handen van de eigen CVO’s is complementair en compatibel met de promotieinitiatieven van het consortium Civiel effect van diploma’s en getuigschriften Aanbod op verschillende momenten: overdag – avond – weekend Hogere participatie dan in andere regio’s (marktaandeel 9% t.o.v 13 andere regio’s/consortia) Aantrekkingskracht op cursisten buiten de regio
WEAKNESSES -
-
-
De programmatie van het aanbod is te weinig vraaggestuurd Ontbrekende onderwijsbevoegdheden (o.m. technisch georiënteerde opleidingen ontbreken) Beperkte mogelijkheid om snel en flexibel te kunnen inspelen op concrete leervragen (in vergelijking met andere opleidingsvertrekkers) N.a.v. HBO-decreet: nood aan ondersteuning bij omvorming + afstemming hogescholen noodzakelijk Geen eenduidig EVC/EVK beleid bij verschillende centra
-
Stijgend aandeel gecombineerd onderwijs OPPORTUNITIES
-
-
-
THREATS
Elk centrum met hoofdvestigingsplaats in de 19 gemeenten van het BHG kan onbeperkt zijn onderwijsbevoegdheden uitoefenen in elk van de 19 gemeenten Goede bereikbaarheid centra door sterk uitgebouwd netwerk openbaar vervoer Aantrekkingskracht Nederlandstalig (basis- en secundair) onderwijs in Brussel positieve invloed op VWO Onderwijsdecreet XIX: integrale opleidingen afstandsonderwijs, open modules CBE, …
-
-
-
Belang van de rentabiliteit van de opleidingen (delers, veranderende parameters voor financiering,…) Gedeeltelijke overlapping aanbod Syntra Brussel en VDAB Brussel Concurrentie aanbod socio-culturele verenigingen Geen studiebeurzen voor VWO Digitale kloof (kan een threat zijn wegens beperkte toegankelijkheid tot info over opleidingen en gebruik ELP) Bestaande voordelen zoals educatief verlof zijn niet altijd afdwingbaar
8.3. Gedetineerdenwerking STRENGTHS -
-
-
-
Specifieke onderwijscoördinator voor de gedetineerdenwerking in 3 Brusselse gevangenissen Uitwerking en uitvoering behoeftenanalyse oktober-december 2009 ST. Gillis, Okt-dec. 2010 Berkendael Start NT1 vanaf september 2009 in samenwerking met CBE Brusselleer in St. Gillis/ Vorst , Start NT2 februari 2010 met CVO Lethas Interesse van verschillende partners voor werking in de gevangenis(sen) Onderwijscoördinator opgenomen in coördinatiecel BRUG ( o.l.v. beleidsmedewerker Strategisch Plan Vlaanderen)
WEAKNESSES -
-
OPPORTUNITIES -
-
Vleugel A van Sint-Gillis – eerstgestraften: staat open voor bijkomende activiteiten en lesmomenten Vrouwengevangenis Berkendael: staat open voor activiteiten en lesmomenten Gevangenis Vorst: staat open voor activiteiten en lesmomenten Aaanstelling consulent gedetineerden door de VDAB Brussel
THREATS -
277
Specifieke enveloppe middelen is niet gebaseerd op aantal gedetineerden: onduidelijke basis voor financiering (projectmiddelen noodzakelijk voor uitbreiding functie onderwijscoördinator) Beperkte expertise met doelgroep
Overleg met groot aantal partners bemoeilijkt beslissingsprocessen Overbevolking van de gevangenissen Onrustige sfeer in de gevangenis van Sint-Gillis (+ stakingen) Negatieve berichtgeving gevangenissen in de media Verschillende overheden zijn betrokken partij: moeilijk overlegproces Reeds aanwezig Franstalig aanbod Groot verloop van de gevangenen werken op korte termijn
-
Minderheid Nederlandstalige/anderstalige gedetineerden Vakbondsakkoord van 2003: bepaalde activiteiten binnen gevangenis Sint-Gillis onmogelijk uit veiligheidsoverwegingen Logge structuur Justitie Delers moeilijk houdbaar bij gedetineerdenwerking
-
-
8.4. Prioriteiten 8.4.1. Infrastructuur STRENGTHS -
-
WEAKNESSES
De aanwezigheid van een bibliotheek en/of mediatheek hangt meestal samen met de aanwezigheid van een OLC Gebruik OLC en ELP is in opmars in de meeste CVO’s Veel lesplaatsen in 1000 Brussel makkelijk te bereiken met openbaar vervoer Verschillende soorten lokalen Huur lokalen partners (strength want bevordert samenwerking)
-
OPPORTUNITIES -
Te weinig infrastructuur voor talenopleidingen en technische opleidingen (ateliers, …) Lokalen zijn niet aangepast aan hedendaags VWO ( niet overal multimediale toepassingenmogelijk)
THREATS
Aanwezige infrastructuur in de regio samenwerkingsmogelijkheden met o.m. gemeenschapscentra, secundair en hoger onderwijs, Franstalige scholen, …
-
Aanwezige infrastructuur is pas toegankelijk na uitgebreid overleg en geformaliseerde afspraken rond rechten en plichten
8.4.2. Samenwerking STRENGTHS -
-
-
278
Inzake communicatie sterke gezamenlijke regionale profilering (algemeen en naar specifieke doelgroepen) Duale trajecten worden opgebouwd in 5 centra in verschillende gebieden en op verschillende niveaus Aanwezigheid samenwerkingsverbanden tussen CVO/CBE onderling en met verschillende partners Goede samenwerking met de VDAB aanwezig Goede samenwerking met Secundair - Hoger Onderwijs Sterk uitgebouwde samenwerking Huis van Nederlands Brussel i.k.v. samenwerkingsprotocol consortium-Huis ( o.m. monitoring cijfergegevens,
WEAKNESSES -
-
-
Beperkt aantal duale trajecten en van beperkte grootte Beperkte expertise met duale trajecten Te beperkte doelgroepcommunicatie vanuit consortium Samenwerking met secundair onderwijs en Centra voor Leerlingenbeleiding(CLB) verder uitbouwen Samenwerking met hoger onderwijs verder uitbouwen i.k.v. samenwerking nieuwe HBO5 opleidingen Onvoldoende kennis van het Franstalige aanbod Promotion Sociale in Brussel Gebrek aan samenwerking met de
faciliteren geïntegreerde trajecten NT2, ..)
beroepssectoren en sectoriële opleidingsfondsen ( i.k.v. sectorconvenanten) Gebrek aan samenwerking met Syntra Brussel Geringe bekendmaking/ output van de regionale ombudsdienst THREATS
OPPORTUNITIES -
-
Met de VDAB en andere opleidingsverstrekkers: bestaande samenwerking en nieuwe vormen uitbouwen Huis van Nederlands Brussel wijst de weg door divers aanbod NT2
-
Beperkte en onduidelijke financiering voor initiatieven rond duale trajecten
8.4.3. Doorstroom STRENGTHS -
Er is een begin van projecten rond doorstroom tussen CBE en CVO Aanwezigheid cursistenvolgsysteem in diverse CVO’s Trajectbegeleiding in de meeste beroepsgerichte opleidingen Uitbouw EVC/EVK-beleid in diplomagerichte opleidingen
WEAKNESSES -
OPPORTUNITIES -
-
279
Expertise van partners i.v.m. studiekeuzebegeleiding (VDAB, BON: opvolging en trajectbegeleiding) Uitbouw intermedaire instantie educatief traject inburgeraars (project) Uitbouw pilootproject “NT2-doorstroom” vanuit Brucovo- CVO’s-CBE
Weinig doorstroom CBE naar CVO Lage doorstroom van NT2 naar andere CVOopleidingen Weinig doorstroom van cursisten uit kansengroepen Weinig doorstroom inburgeraars (met educatief perspectief) naar secundair educatief traject
THREATS -
-
Moeilijke combinatie werk-studies (werkdruk opleiding neemt toe naarmate het studieniveau stijgt) Moeilijke combinatie gezin-studies (werkdruk opleiding neemt toe naarmate het studieniveau stijgt)
9.
Strategische en operationele doelstellingen
De structuur die we hebben aangebracht in de SWOT-analyse van het opleidingsplan, wijst al in zekere mate op bepaalde aandachtspunten die ook zullen terugkomen in de uitwerking van de strategische en bijhorende operationele doelen. Het lijkt ons opportuun die specifieke aandachtspunten hier expliciet op te nemen, met de resultaten van de SWOT-analyse in het achterhoofd, om op die manier de stap te zetten naar de strategische en operationele doelstellingen die in het volgende onderdeel worden geformuleerd. Het opstellen van het huidige plan kan gezien worden als een onderdeel van de ondersteunende en sturende functie die het consortium heeft in het ontwikkelen van een behoeftedekkend aanbod dat inspeelt op de bestaande opleidingsnoden. Die functie kan vanuit deze startsituatie verder ontplooid worden en zich concretiseren in het stimuleren en initiëren van verschillende interne en externe samenwerkingsverbanden (cf. infra), maar ook door middel van ondersteuning bij een meer systematische programmatie van de opleidingen in de verschillende centra. Het consortium zal ook zijn rol als belangenverdediger, zowel ten opzichte van de overheid als op regionaal vlak, verder moeten ontwikkelen en versterken, maar ook kenbaar maken bij de verschillende relevante partners en publieksgroepen die het kan vertegenwoordigen. Uit de SWOT-analyse blijkt verder dat er blijvend moet worden gewerkt aan transparantie, zowel op het niveau van het consortium als op het niveau van het opleidingsaanbod. Zo moeten enerzijds de taken van het consortium kenbaar worden gemaakt bij de ‘interne’ en ‘externe’ partners. Anderzijds kan het consortium ook meer duidelijkheid scheppen wat de verschillende opleidingsmogelijkheden en –niveaus betreft, door op een efficiënte manier informatie te verschaffen aan uiteenlopende doelgroepen. Dit aspect maakt ook deel uit van de opdracht die het consortium heeft om de dienstverlening voor (toekomstige) cursisten te optimaliseren en te stroomlijnen. Daarbij moet bovendien aandacht worden geschonken aan differentiëring (verschillende doelgroepen worden op een verschillende manier aangesproken en toegeleid), flexibilisering (inspelen op de praktische beperkingen en mogelijkheden van de verschillende doelgroepen en individuele cursisten) en het vergroten van de toegankelijkheid tot de verschillende opleidingen en opleidingsniveaus. Ook wat deze aandachtspunten betreft, kan het consortium zowel een sturende als een ondersteunende rol op zich nemen. De aandacht voor deze verschillende aspecten moet zich ook vertalen naar het specifieke domein van de gedetineerdenwerking. Dankzij de middelen die hiervoor ter beschikking worden gesteld, moet het mogelijk zijn een doelgericht opleidingspakket uit te bouwen dat ook op lange termijn voor positieve resultaten zorgt. Tenslotte kunnen we uit de SWOT-analyse afleiden dat er bijzondere aandacht moet uitgaan naar duurzaamheid op vlak van samenwerking, instroom/doorstroom en infrastructuur. Om efficiënt werk te kunnen leveren op lange termijn, is immers uiteraard een focus op samenwerking noodzakelijk. Zo moeten de reeds bestaande samenwerkingsverbanden tussen de centra onderling verder worden gestimuleerd, uitgewerkt en gesystematiseerd, zodat zij als voorbeelden van good practice inspirerend kunnen werken voor nieuwe initiatieven. Bovendien kan het consortium zich toeleggen op het uitbouwen van netwerken in verschillende domeinen, zodat overlegmomenten met andere publieke opleidingsverstrekkers en relevante actoren worden georganiseerd, waaruit nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen groeien. Ook wat instroom en doorstroom van cursisten betreft, binnen dezelfde of tussen verschillende opleidingen, is het van groot belang de bestaande initiatieven en projecten verder te ondersteunen en nieuwe voorstellen te
280
initiëren en te stimuleren. Een aanzienlijke doorstroom wijst immers op tastbare resultaten en tevredenheid van de cursisten. Op vlak van infrastructuur moet worden gedacht aan duurzame initiatieven, waarbij aanwezige en beschikbare infrastructuur van ‘interne’ en ‘externe’ partners kan worden ingezet om bepaalde noden van bestaande of nieuwe opleidingen in te vullen. 9.1. Strategische en Operationele doelen Brucovo vzw
SD 1: Brucovo organiseert samen met haar leden een sterk en onderbouwd behoeftedekkend aanbod met bijzondere aandacht voor NT2, basiseducatie en algemene vorming Toelichting De kernopdracht van Brucovo bestaat erin het bestaande aanbod aan volwassenenonderwijs in Brussel te optimaliseren, te ondersteunen en te versterken en op ntermijn een optimale aangepaste geografische spreiding zonder overlap te realiseren. Brucovo zal daarvoor onder meer het aantal opleidingen en lesplaatsen, het aanbod overdag , ‘s avonds en in het weekend, korte of verlengde leertrajecten, het bereik van verschillende doelgroepen, e.d.m. halfjaarlijks in kaart brengen. We richten hierbij onze bijzondere aandacht op Nederlands voor anderstaligen (NT2), Basiseducatie en Algemene Vorming , gezien de belangrijke maatschappelijke rol van deze drie studiegebieden in de Brusselse hoofdstedelijke context en de toenemende groei van vooral Algemene vorming (i.k.v. tweedekansonderwijs) en Nederlands voor anderstaligen. De uitvoering van deze opdracht verloopt in overleg met alle leden, waarbij iedereen op de hoogte wordt gehouden van de uitgevoerde of geplande acties.
OD 1: Brucovo maakt een jaarlijkse externe en interne analyse op betreffende het aanbod en noden van de regio ( opleidingsplan). Brucovo wil zo proactief mogelijk op de noden inspelen. Toelichting Zowel de interne als de externe analyse zijn cruciaal om bepaalde trends in het volwassenenonderwijs en in de bredere maatschappelijke context op het spoor te komen, en op die manier proactief te kunnen optreden. De interne analyse bevat relevante informatie over de CVO’s en het CBE binnen het werkingsgebied van Brucovo. De externe analyse op macro- en mesoniveau bevat informatie over de Brusselse socio-culturele en economische situatie en over de andere opleidingsverstrekkers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Door deze analyses naast elkaar te leggen, worden aanknopingspunten gevonden en kunnen behoeftes of lacunes gedetecteerd worden. Er wordt een jaarlijkse update van het opleidingsplan 2008-2013 voorzien, waarbij de doorlichting van opleidingsaanbod én cursistenprofiel als insteek dient voor een jaarlijks actieplan, m.a.w. de SD en OD daaruit worden gezamenlijk onderschreven, meetbaar gemaakt en tegen bepaalde termijnen uitgevoerd. De resultaten van deze doorlichting worden blijvend gesignaleerd aan de overheid.
OD 2: Het realiseren van het (basis)aanbod op verschillende lesplaatsen en voor diverse doelgroepen en dit op een gedifferentieerde wijze
281
Toelichting Brucovo dient flexibel in te spelen op de gedetecteerde opleidingsnoden uit het opleidingsplan. Zo kunnen we uit interne en externe analyse afleiden dat er inzake industrieel en technisch georiënteerde opleidingen en opleidingen in handel en administratie nog vrij veel witte vlekken bestaan. Tegelijkertijd wordt de overlapping van onderwijsbevoegdheden in kaart gebracht en geoptimaliseerd, met als doel een evenwichtige spreiding over de Brusselse regio van het basisaanbod en de meer gespecialiseerde opleidingen. De focus op een voldoende toegankelijk aanbod NT2, Algemene Vorming en Basiseducatie staat hier ook centraal. De differentiatie van het aanbod dient het consortium altijd te bevorderen: inzake uitbouw gecombineerd en afstandsonderwijs, variatie naar lesmoment (avond/dag), ontwikkelen zomer- en vakantiecursussen (meer dan studiegebied talen), ontwikkelen intensiever / flexibeler vraaggestuurd aanbod (vanuit bedrijfsleven, …), uitbouw stages praktijkgerichte opleidingen, uitbouw methodiek werkplekleren, … Het consortium speelt een ook cruciale rol bij de adviesverlening m.b.t. programmatie van (nieuwe) onderwijsbevoegdheden. Het consortium verleent een met redenen omkleed advies over de aanvragen van de centra voor VWO voor het verkrijgen van bijkomende onderwijsbevoegdheid (art. 64, § 1-2-3). Tweemaal per jaar (sept./jan.) wordt deze adviesaanvraag gecoördineerd door het consortium. Ook wordt er een advies bij consensus gevraagd bij de aanvraag van een regiovreemde bevoegdheid (OD XIX).Daarbij wordt een globaal referentiekader geformuleerd inzake duidelijkheid over overlapping, complementariteit (inhoudelijk-lokaal), noodzaak (professioneel bvb. knelpuntberoepen),… getoetst aan het opleidingsplan.
OD 3: Opvolgen ontwikkeling van opleidingsprofielen en formuleren van actieve voorstellen in functie van een behoeftedekkend aanbod Toelichting De decretale stuurgroep van de onderwijsnetten bevraagt via de regionale consortia de centra over de ( te ontwikkelen) opleidingsprofielen. Op deze manier kunnen de centra aangeven welke opleidingsprofielen ontwikkeld moeten worden, met een motivatie van de keuze voor de voorgestelde opleidingen. Op basis van deze bevraging wordt een lijst opgesteld van te ontwikkelen opleidingsprofielen die prioritair zijn. Die lijst wordt dan besproken op de decretale stuurgroep en ondergaat daarna de opportuniteitstoets bij de overheid. Zo kan de lijst achteraf nog worden bijgestuurd. Jaarlijks is er ook 2 à 3 maal overleg met de decretale stuurgroep inzake deze profielen en inzake het vastleggen van een afsprakenprotocol tussen de stuurgroep en de 13 consortia.
SD 2: Het aanbod VWO in Brusselse regio is toegankelijk en transparant Toelichting De organisatie van een behoeftedekkend aanbod aan volwassenenonderwijs veronderstelt uiteraard dat dit aanbod ook voldoende transparant en toegankelijk wordt gemaakt. Daarbij moet rekening gehouden worden met de verschillende mogelijke doelgroepen: niet enkel huidige en potentiële cursisten, maar ook leerkrachten en andere werknemers van de centra en de intermediairen/ doorverwijzers krijgen een duidelijk beeld van het bestaande aanbod en de toegangsvoorwaarden.
OD 4: Brucovo verstrekt toegankelijke, transparante informatie aan diverse publieksgroepen over het regionale opleidingsaanbod
282
Toelichting Het consortium heeft van het ruim bekend maken van het Brusselse opleidingsaanbod een prioriteit gemaakt, en dit gericht naar de verschillende specifieke publieksgroepen die het Brussels Consortium dient te bereiken. Dit zijn het publiek van de directies en inrichtende machten van de 9 in het werkingsgebied van het consortium aanwezige centra voor volwassenenonderwijs en 1 centrum voor basiseducatie: doorlopende informatieverstrekking inzake interne en externe ontwikkelingen in Brussels VWO het publiek van leerkrachten en personeel van de centra: het consortium heeft hier een informatieve opdracht (over werking consortium en weerslag op cursisten en lesgevers) en een opdracht tot opwaardering van de leerkracht van het (Brusselse) volwassenenonderwijs (versterken eigenheid en identiteit) het publiek van intermediairen/doorverwijzers (bibliotheken, opleidingspartners, tewerkstellingspartners, steden en gemeentes, enz.): het consortium voorziet deze van informatie over de werking van het consortium en over het algemeen aanbod van het Brussels volwassenenonderwijs het publiek van (potentiële) cursisten (Brusselaars, niet-Brusselaars; jongeren, senioren; werkenden, nietwerkenden; Belgen, EU-burgers, niet-EU burgers; gedetineerden; Nederlandstaligen, Frans- en anderstaligen; laag- en hooggeschoolden; enz.): het consortium voorziet in een gedegen informatieverstrekking over het aanbod van het (Brusselse) volwassenenonderwijs waarbij de troeven van het VWO in het licht worden gezet: zijnde persoonlijke ontwikkeling, verder deelnemen aan onderwijs, bekomen erkende studiebewijzen, in functie van de uitoefening van een beroep, beter beheersen van een taal of vaardigheid, invullen van zinvolle vrijetijdsbesteding, enz. Door middel van een jaarlijks Communicatieplan- waarin de verschillende communicatiecampagnes, kanalen ( nieuwsbrieven, flashes, internet, …), beurzen, infosessies, te bereiken doelgroepen, … jaarlijks worden gedefinieerd en uitgewerkt- wordt aan deze toegankelijke én transparante informatieverstrekking tegemoet gekomen.
SD 3: Brucovo initieert, stimuleert, ondersteunt en coördineert samenwerking tussen de centra en tussen de centra en andere relevante actoren, waarbij het VWO in de regio dient versterkt, alsook de individuele leden Toelichting Het ondersteunen van bestaande samenwerkingsverbanden en het stimuleren en uitbouwen van nieuwe vormen van samenwerking is een essentiële stap op weg naar een sterk uitgebouwd volwassenenonderwijs en algemeen opleidingsaanbod in Brussel. Door samenwerking komt men immers tot nieuwe ideeën en oplossingen en wordt er een netwerk uitgebouwd. Het consortium kan hier duidelijk zijn rol als regionaal aanspreekpunt voor het volwassenenonderwijs uitspelen.
OD 5: Uitbouwen samenwerkingsverbanden met relevante actoren Toelichting In het Brusselse onderwijslandschap bestaan verschillende relevante spelers die rechtstreeks of onrechtstreeks een verband hebben met het VWO, zijnde het Huis van het Nederlands Brussel, de instellingen van het secundair en hoger onderwijs, e.d. Het is dan ook van belang deze spelers op de hoogte te brengen en te
283
houden van de activiteiten van (de leden van) het consortium, en zelf op de hoogte te blijven van hun initiatieven en werkzaamheden. Daartoe wordt overleg gepleegd, waarbij telkens de voor beide partijen relevante thema’s in de kijker staan. - Middels een samenwerkingsprotocol met het Brussels Huis van het Nederlands (15.01.09) werden er door Brucovo en het Huis duidelijk intenties geformuleerd inzake samenwerking en afstemming in de 5 - in het decreet gestipuleerde - domeinen: afspraken over uitvoering art.36 van het decreet, klachtenprocedure, cursisten NT2 in stafinrichtingen, overleg over organisatie behoeftedekkend aanbod, overleg m.b.t. duale/geïntegreerde trajecten. - Er zal worden onderzocht of er mogelijkheden zijn tot samenwerking inzake uitwisselen technische uitrusting, infrastructuur, modules VWO voor specifieke studierichtingen in het Brussels secundair onderwijs( ASO, TSO, BSO, CDO) - N.a.v. het nieuwe decreet Hoger Beroepsonderwijs (wijzigingen kader, aanvragen, …) en in afwachting van de uitvoeringsbesluiten van dit decreet, wordt er in de Brusselse regio overlegd tussen de betrokken instellingen (VWO, HO). Bedoeling is het volwassenenonderwijs te profileren als regionaal regisseur van HBO.
OD 6: Uitbouwen complementaire samenwerking met andere publieke opleidingsverstrekkers Toelichting Niet enkel de CVO’s en het CBE verzorgen in Brussel opleidingen voor volwassenen. Ook andere actoren zoals VDAB (RDB) en Syntra ( Brussel) hebben een sterk uitgebouwd aanbod aan opleidingen dat soms overlapt met het aanbod van het VWO, maar ook evengoed complementair kan zijn (zie meso-analyse in het opleidingsplan) . Het spreekt dan ook vanzelf dat het van fundamenteel belang is duidelijke afspraken te maken met deze spelers. Gezien het gebrek aan degelijke infrastructuur en hoogtechnologische uitrusting in Brussel, worden de technisch georiënteerde opleidingen minimaal aangeboden (geen studiegebieden auto, bouw, hout, textiel, koeling en warmte aanwezig en in heel beperkt aanbod grafische technieken, mechanica-elektriciteit, industriële wetenschappen). Daarentegen zijn er vrij veel opleidingcentra recentelijk in Brussel opgericht - de zgn. beroepenreferentiecentra - door de sectorfondsen, VDAB -RDB en Bruxelles Formation, die juist wel over de nodige ateliers en materialen in een aantal sleuteldomeinen beschikken, nl. logistiek, bouw, mechanica, ICT en horeca. Ook de opleidingsfondsen van de sectoren hebben een welomschreven engagement naar het onderwijs toe (secundair). Tevens biedt het Regionaal Technologiecentrum aanvullende bedrijfsopleidingen/stages aan ook voor Brusselse CVO’s. Brucovo zal de centra laten kennismaken met de andere actoren en hun aanleunende aanbod in functie van verder overleg en afspraken. Er wordt tevens een samenwerkingsovereenkomst ( kaderovereenkomst) afgesloten met de publieke opleidingsverstrekkers i.f.v. gebruik opleidingsinfrastructuur, lesmateriaal, deelname aan cursussen,enz.
OD7:
Samenwerking
met
sociaal-culturele
en
socio-economische
actoren
Toelichting Het VWO staat erg dicht bij de maatschappij en heeft er bijgevolg alle belang bij bepaalde sociaal-culturele en sociaaleconomische trends op te volgen. Daarom is het een relevante taak van het consortium contacten te
284
leggen en banden uit te bouwen met de verschillende sociaal-culturele en sociaaleconomische actoren in Brussel.
OD 8: Complementaire samenwerking tussen Brucovo en VOCVO, decretale stuurgroep van de onderwijsnetten,de pedagogische begeleidingsdiensten ’s, Federaties CBE en TKO ( met alle consortia) Toelichting Voor een goede werking van diverse instanties is een goede taakafbakening tussen deze partners essentieel. Er wordt gestreefd naar een complementaire werking. Tussen de onderwijsnetten en de 13 consortia is reeds een regulier overleg geïnstalleerd.
SD 4: Belangenverdediger van het VWO in werkingsgebied Toelichting
OD 9: Actief gebruiken van de signaalfunctie t.o.v. de overheid, zowel voor VWO als voor specifieke regionale noden Toelichting Met de oprichting van Brucovo kregen de Brusselse centra een bijkomende spreekbuis naar de overheid toe . De consortia kregen namelijk expliciet een signaalfunctie toegewezen. Vanuit Brucovo kunnen gezamenlijke knelpunten worden aangekaart (via schriftelijke communicatie, overleg, …). De consortia plannen voortdurend overleg met de betrokken minister en kabinet.
OD 10: Belangenbehartiging in de regio Toelichting Het consortium heeft de taak om de belangen van het volwassenenonderwijs en de centra uit het werkingsgebied te behartigen, niet alleen naar de overheid toe, maar ook naar de regio, nl. t.a.v. lokale en gewestelijke overheden, andere onderwijsverstrekkers, derdenpartners, …
SD 5: Optimaliseren van dienstverlening voor huidige en potentiële cursisten Toelichting Het consortium heeft als opdracht de dienstverlening voor de (toekomstige) cursisten van de centra binnen haar werkingsgebied te optimaliseren. Enerzijds gaat het daarbij om de uitbouw van concrete gecentraliseerde diensten, zoals een tweedelijns ombudsdienst, maar anderzijds ondersteunt en stimuleert het consortium ook initiatieven van de individuele centra die de dienstverlening aan cursisten in het algemeen of bepaalde specifieke doelgroepen willen verbeteren.
OD 11: Brucovo heeft een tweedelijns regionale ombudsdienst Toelichting De regionale ombudsdienst van Brucovo is actief sinds januari 2009. Klachten kunnen per e-mail, brief of telefonisch worden neergelegd (klachtenformulier op site). De ombudsdienst zal ook pro-actief proberen te werken, teneinde klachten ter vermijden. Er zal ook een afstemming met de centrumreglementen gebeuren.
285
OD 12: Coördineren en ondersteunen van duale trajecten voor specifieke doelgroepen Toelichting Uit het opleidingsplan blijkt dat het aantal duale trajecten binnen de centra beperkt is in hoeveelheid (5/10) en in grootte (vaak op aanvraag andere verstrekker en beperkt tot één lesgroep/module). Er bestaat vrij veel combinatie van een reguliere opleiding met NT2 (SO, HO, CVO), vrij veel beroepsgerichte trajecten (VDABderdenpartner + CVO/CBE)- veelal ondersteund en gecoördineerd door het HvNB - maar nog weinig diplomagerichte trajecten (CVO reguliere opleiding met andere CVO-CBE opleiding). Het consortium zal coördineren en de centra ondersteunen bij : de detectie van de verschillende cursistenprofielen, met specifieke aandacht voor de startcompetenties van de verschillende profielen en de relatie tussen het beschikken over startcompetenties en vroegtijdige uitval; de detectie van opleidingsbehoeften met betrekking tot duale trajecten en geïntegreerd leren; de organisatie van systemen van duaal en geïntegreerd leren.
OD 13: Coördineren en faciliteren van instroom en doorstroom tussen CBE en CVO en tussen CVOopleidingen onderling Toelichting Hier wordt mee bedoeld: Focus op hogere instroom in opleidingen basiseducatie (wiskunde, NT1 Nederlands moedertaal, opstap Frans /Engels, Maatschappelijke Oriëntatie) en tweedekansonderwijs Focus op doorstroom (laag- en hooggeschoolde) cursisten NT2 en inburgeraars naar -al of niet beroepsgerichte- CVO-opleiding of opleiding HO ( via projectwerking inzake doorstroom NT2-cursisten naar CVO-opleidingen en inzake doorstroom inburgeraars naar CVO-en HO –opleidingen) Bevordering uitbouw diplomagerichte trajecten in elk centrum, in combinatie met TKO / algemene Vorming (nu aangeboden door één centrum), ook met VDAB afspraken maken voor meer beroepsgerichte trajecten Uit bevraging van de centra met een NT2 aanbod blijkt dat de doorstroming van NT2-cursisten naar hogere richtgraden NT2 of naar andere CVO- opleidingen (in eigen centrum of naar andere centra) niet vanzelfsprekend is. NT2-cursisten die een bepaald niveau NT2 halen (RG 1.2, 2.1), stromen zelden verder naar andere opleidingen binnen CVO en haken ook af naar verdere vervolgopleidingen NT2. Het gaat om zowel laag- als hooggeschoolden die men na de lessen NT2 verliest voor de arbeidsmarkt of voor een langer professioneel of educatief traject. Niet tegenstaande beperkte infosessies/ bezoeken vanuit de lokale werkwinkels en derdenpartners en het onthaalbureau en de interesse vanuit de doelgroep, is de doorstroom naar laagdrempelige CVO-opleidingen niet effectief. Er dient onderzocht of een doorstroom naar laagdrempelige, aan het taalniveau aangepaste CVO-opleidingen ( SO, TKO, …) in eigen CVO’s of naar andere Brusselse CVO’s mogelijk is. Doelstelling NT2-doorstroomproject Doorstroom op korte termijn, en dit zowel in functie van tewerkstellingsgerichte opleiding (al of niet voor werkzoekenden onder VDAB stelsel en dit i.f.v. knelpuntberoepen), alsook voor langere educatieve trajecten in CVO’s , met eventueel mogelijkheid tot schakeltrajecten in HO. Dit kan o.m. betrekking hebben op: (zie lijst knelpuntberoepen) Doorstroom naar modules toepassingssoftware en HBO informatica bevorderen (helpdeskmedewerker, IT, bedrijfsconsulent, webmaster en webdesigner, …)
286
-
-
Doorstroom naar studiegebied personenzorg en gezondheidszorg verder stimuleren (verpleegkundige, ergotherapeut, sociaal consulent, tewerkstellingsconsulent, … ) Doorstroom naar technische en industriële opleidingen (electronicatechnicus, (industrieel) onderhoudselektromecanicien, …)… Doorstroom naar opleidingen voeding (kamerpersoneel, kelner, kok, …) Doorstroom naar opleidingen administratie, boekhouding en handel ( SVWO en HBO) (onthaal en informatie bediende, boekhouder, call-centeroperator, sales manager, medisch afgevaardigde, televerkoper, secretaris, …)… …
Partners en fasering Vanuit 6 in Brussel actief zijnde NT2-aanbieders (CVO-CBE), zijnde CVO Brussel, CVO Lethas, CVO KHNB, CVO MJ, CVO VGT, CBE Brusselleer wordt er een intern project doorstroming opgestart. De coördinatie gebeurt door Brucovo, die toeleiding en informatieverstrekking verzorgt door zgn. “toeleidingsagenten” in 5 CVO’s en 1 CBE (3 parttime krachten voor 6 centra). Er is een duidelijke link en uitwisseling met het project “uitbouw intermediaire instantie educatief secundair traject”. Daarmee hopen we de trajectopvolging en doorverwijzing te optimaliseren voor de doelgroep inburgeraars (en disseminatie naar andere doelgroepen). Fasering: • Detectie mogelijke vervolgopleidingen in Brusselse CVO’s en HO. • Cursistenprofiel NT2-cursisten ( via Huis van het Nederlands) verfijnen (via matrix, te verfijnen via CVO’s) . • Niveaubepaling niveau NT2 per opleiding: noodzakelijke kennis NT2 per opleiding. Het HvNB verleent haar medewerking voor dit aspect. Vanaf februari 2010 wordt een eerste niveaubepaling uitgevoerd op 3 SO-opleidingen; in het najaar 2010 volgen er nog 6 ( ook HBO-opleidingen). • Detectie van kandidaat-cursisten (door toeleidingsagenten per CVO). • Keuzebepaling en trajectbegeleiding cursisten door de toeleidingsagenten. • Opvolging studie-evolutie cursisten door de toeleidingsagenten.
SD 6: Onderwijs voor gedetineerden OD 14: Behoefte aan afstemming/visie verschillende actoren van het Strategisch Plan Toelichting Daar er verschillende externe actoren/deeldomeinen betrokken zijn bij het Strategisch Plan is het noodzakelijk om met een gezamenlijke visie /strategie naar buiten te komen. Er wordt onder andere gewerkt aan een gezamenlijk actieplan en gezamenlijke profilering van de verschillende diensten van de Vlaamse Gemeenschap, nl. DE BRUG. Begin 2010 is een permanente coördinatiecel gevormd, een eerste BRUG-folder én lokaal in St. Gillis bekomen.
OD 15: Behoefte aan een duidelijker profiel van de gedetineerden 287
Toelichting Eind 2009 is er een eerste onderzoek naar de vormings- en opleidingsbehoeftes van de gedetineerden in de strafinrichting van st. Gillis gevoerd, wat planning van een onderwijsaanbod mogelijk maakt. Dit onderzoek ( 83 gedetineerden) krijgt een jaarlijkse update. Op basis van een jaarlijks behoefteonderzoek kunnen we immers meer zicht krijgen op de achtergronden qua opleiding en tewerkstelling van de gedetineerden alsook de vragen/wensen, teneinde een zoveel mogelijk (vraaggericht) onderwijsaanbod uit te werken.
OD 16: Implementatie opleidingsaanbod centra in 3 Brusselse strafinrichtingen Toelichting In de volgende schooljaren worden gefaseerd een aantal opleidingen ‘binnen‘ gebracht in de 3 strafinrichtingen (aan de hand van het behoeftenonderzoek); gestart wordt vanaf sept. 2009 met NT1 (CBE) in Vorst en St. Gillis. In fezb. 2010 wordt er NT2 gegeven in St. Gillis , in september 2010 komt er daar een opleiding basis keuken . In najaar 2010 komt er een behoeftenonderzoek in de vrouwengevangenis van Berkendaal; in Vorst komt er een cursus maatschappelijke oriëntatie ( CBE), gekoppeld aan sollicitatietraining ( VDAB) ( feb. 2011) . Daarnaast zijn er doorlopend individuele begeleidingen.
288
10. Evaluatie en monitoring 10.1. Evaluatie: INK-Model Het INK (Instituut Nederlandse Kwaliteit)-managementmodel bestaat al 15 jaar en is het resultaat van de reflectie van 14 voorzitters van Europese bedrijven over wat een succesvolle onderneming veronderstelt en inhoudt. Het is dus een model dat door de praktijk is ontstaan en zowel door profit als non-profit, door kleine of grote organisaties kan worden ingezet. Het INK-model kan ingezet worden als een ondersteunend instrument om de dynamiek en complexiteit binnen en rondom een organisatie na te gaan. Het heeft verschillende functies. Zo biedt het in de eerste plaats een referentiekader dat een plaats geeft aan de verschillende aspecten van de organisatie die wordt “gescand”. Verder kan het model ook ingezet worden om zwakke en sterke punten van de organisatie op het spoor te komen. Het model kan bovendien een basis vormen voor verandering en ontwikkeling van de organisatie. Tenslotte kan het model, wanneer het gebruikt wordt als basis voor jaar(actie)plannen, ook de besturing van de organisatie ondersteunen.
Inhoud
289
Schema INK-model
19
Tien aandachtsgebieden: In bovenstaand schema worden de 10 aandachtsgebieden van het INK-model weergegeven. Daarbij worden drie luiken onderscheiden: organisatie, resultaten, verbetering en vernieuwing. Deze deelgebieden staan uiteraard in contact met elkaar en oefenen een wederzijdse invloed uit. Wat de organisatie betreft, vormt het leiderschap een belangrijk aspect, aangezien het de koers van de organisatie bepaalt en in samenwerking met de stakeholders een visie opbouwt op de toekomst van de organisatie. Een ander aandachtspunt binnen dit luik is een efficiënt management van de medewerkers, waarbij hun kennen en kunnen maximaal wordt ingezet. De strategie en het beleid van de organisatie bepalen verder op welke manier zij naar buiten komt en welke prioriteiten ze binnen haar visie en missie bepaalt. Om deze prioriteiten te kunnen realiseren, is uiteraard ook een efficiënt management van de middelen noodzakelijk. Deze aandachtspunten monden uit in beslissings- en uitvoeringsprocessen die moeten worden opgevolgd en waarvan de efficiëntie en het succes moet worden nagegaan. Op die manier komen we dan ook in het domein van de resultaten terecht, waarin een groot aantal actoren een belangrijke rol spelen. In de eerste plaats het bestuur en de financiers, die de kaders scheppen en middelen ter beschikking stellen. Vanuit de strategische keuzes die gemaakt werden, beoordelen zij de resultaten die door de organisatie worden behaald. De klanten en de partners van de organisatie beoordelen op hun beurt de kwaliteit van de producten, diensten en samenwerkingsinitiatieven van de organisatie. Het is voor de organisatie dan ook belangrijk een inzicht te verwerven in de voorkeuren en tevredenheid van deze spelers. Vervolgens spelen ook in dit luik de medewerkers een belangrijke rol. Wat is hun oordeel over en motivatie voor de uitdagingen die zij moeten aangaan en wat vinden ze van de bestaande samenwerking met actoren binnen en buiten de organisatie? Hebben de inspanningen van de organisatie tenslotte ook een (on)rechtstreekse invloed op de maatschappij? Wat zijn de resultaten van de organisatie op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen? Door de bovengenoemde velden voortdurend in het oog te houden en op elkaar af te stemmen, door de vaststellingen en conclusies van het resultatenveld terug te koppelen aan het organisationele luik, komt een proces van verbetering en vernieuwing op gang dat ervoor moet zorgen dat de conditie van de organisatie steeds optimaal is. Vijf fundamentele kenmerken
Leiderschap dat inspireert en mobiliseert, en het beste uit de medewerkers en partners naar boven haalt. Vertrouwen is essentieel, zowel tussen de interne medewerkers van de organisatie als tussen de organisatie en haar klanten en partners. Het uitbouwen van duurzame vormen van samenwerking, zowel binnen de organisatie als in het bredere werkveld. De leiding en de medewerkers werken resultaatgericht en staan open voor factoren die ambities en doelstellingen kunnen wijzigen. (Zelf)evaluatie en reflectie over de resultaten zorgt voor een organisatie die er niet voor terugdeinst om continu te verbeteren en te vernieuwen.
19
www.ink.nl
290
Twee veranderwielen Het INK-model brengt twee veranderwielen samen omdat het ervan uitgaat dat het ene meer rationele schema (Plan, Do, Check, Act) niet los kan staan van de andere meer gevoelsmatige cirkel (Inspireren, Mobiliseren, Waarderen, Reflecteren). Deze cirkels drukken uit welke bewegingen de verbanden en verhoudingen tussen de verschillende aandachtsgebieden maken en op welke manier ze kunnen aanzetten tot verbetering en vernieuwing.
Waarom het INK-model? Brucovo ziet verschillende voordelen in het gebruik van dit model om haar werking te op te volgen kritisch te bekijken en te evalueren:
291
-
In het model is ruimte voor alle betrokkenen, zowel binnen de organisatie als externe stakeholders. Gezien het grote aantal samenwerkings- en gesprekspartners van Brucovo, leek dit aspect van fundamenteel belang.
-
In het model is plaats voor actieve samenwerking tussen de medewerkers. Binnen Brucovo proberen de medewerkers hun takenpakket zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
-
Het model benadrukt het belang van een voortdurend aftoetsen van de werking aan de resultaten. Brucovo wil ook systematisch nagaan welke resultaten er worden gerealiseerd en welke groepen daar baat bij hebben.
-
In het model is een expliciete plaats voorzien voor de maatschappij. Brucovo wil dicht bij de sociale Brusselse context staan en zich door deze maatschappelijke realiteit laten inspireren om bepaalde acties te ontwerpen en uit te voeren.
-
Het model dwingt tot reflectie en een dynamiek van vernieuwing. Brucovo wil haar werking en functies voortdurend kritisch bekijken en verbeteren.
Concrete toepassing Enerzijds moet het INK-model voortdurend op de achtergrond aanwezig zijn bij de planning en uitvoering van de verschillende opdrachten die Brucovo heeft meegekregen. Het zorgt er immers voor dat er doelgericht kan gewerkt worden, en dat voor elke opdracht apart kan bepaald worden welke de meest efficiënte en meest klantgerichte manier van werken is. Anderzijds zal het model ook worden toegepast bij structurele evaluatiemomenten. Bij halfjaarlijkse evaluatie, op het eind van elk semester, zal Brucovo haar werking aan de hand van dit model diepgaand onder de loep nemen. Daarbij zullen ook alle betrokkenen gevraagd worden hun standpunt te geven over de behaalde resultaten, zodat de werkwijze op tijd kan worden bijgestuurd waar dat nodig is, of een positieve koers verder kan aangehouden of zelfs verbeterd worden. 10.2. Monitoring Momenteel wordt een monitoringsinstrument uitgewerkt.
292
Bibliografie Gesprekken met alle directies van de 9 centra volwassenenonderwijs en Centrum Basiseducatie in Brussels Gewest, directie VDAB-RDB Brussel, Huis van het Nederlands Brussel,VGC Algemene Directie Onderwijs en Vorming/ Stedenfonds, BNCTO (Resoc Brussel), tracé Brussel vzw, consortia L4 en Groene rand, directie HUB, directie Erasmus Hogeschool Brussel en dienst diversiteit VUB Brussel, directie BON vzw, opleidingscoördinatir Syntra Brussel, afvaardiging onderwijskoepels, directie gevangenis St. Gillis en Vorst , beleidsmedewerker arresthuizen Brussel, VOCVO, sectorfondsen VIVO-Voeding-Agoria, Regionaal Technologiecentrum VlaamsBrabant-Brussel, kabinet VGC collegelid G. Vanhengel/ JL Vanraes, Vlaams Minderhedencentrum, seniorencentrum Brussel, Observatorium Brusselse werkgelegenheid (IAMB), CCFEE (Franstalig Resoc), e.a.. Fiches en cijfergegevens 9 Brusselse centra volwassenenonderwijs en centrum basiseducatie Website Vlaamse administratie Volwassenenonderwijs: www.ond.vlaanderen.be/volwassenenonderwijs en website decretale stuurgroep onderwijsnetten www.vwoland.be Welzijnsbarometer- Brussels armoederapport 2008, Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel, 2008 (www.observatbru.be) FOD Economie KMO middenstand en energie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatiewww.statbel.fgov.be Studiedienst Vlaamse regering – http://aps.vlaanderen.be/index.htm NAP incl.: Nationaal actieplan Sociale Inclusie, zie http://www.mi-is.be Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse- statistische indicatoren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2007-2008 Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse- de conjunctuurbarometer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, april 2008 Regioplan Integrale Jeugdhulp Brussels Gewest 2008-2012, versie 2008 “Evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1989-2009”, Brussels Observatorium voor de werkgelegenheid / Actiris, 2009 “Werkgelegenheid en werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: feiten en uitdagingen”, S. Thys, ATO-cahier 7, 2009 “Lijst knelpuntberoepen in het BHG, 2008”, Brussels Observatorium voor de werkgelegenheid / Actiris, 2009 “Lijst knelpuntberoepen in het BHG, 2009”, Brussels Observatorium voor de werkgelegenheid / Actiris, 2010 Steunpunt WAV: www.steunpuntwav.ve/view/nl/1310174 Informatie van de arbeidsmarkt in Brussel, IAM-B website, zie www.actiris.be VDAB-opleidingsaanbod Brussel, eigen programmatie en derden –kalenderjaar 2008, intern document “Uitval in Brussels onderwijs NT2”, Eindverhandeling K. Denies, KULeuven, sept. 2008
293
“Nederlands als tweede taal en vreemde taal in Brussel –Aanbod, gebruik, behoefte “, L. Van Loock, BNCTO (interne nota PWR), juni 2009 “Professioneel geprofileerd? Een rendementsstudie van het NT2-aanbod binnen CVO met inbegrip van een evaluatie van de opleidingsprofielen,” juni 2008, I. Schuurmans en C. Steverlynck “Taalgebruik in Brussel en de plaats van het Nederlands. Enkele recente bevindingen”, R. Janssens, jan. 2008, Brussels studies “Nederlandstalige verhuizers van en naar Brussel”, Janssens R., 2007, Brussels Informatie –Documentatie en Onderzoekscentrum “Ontwerp Vlaams afsprakenkader NT2”, Vlaamse administratie onderwijs, april 2009 “Ontwerp Lokaal Afsprakenkader Intake”, april 2009, Huis van Nederlands Brussel Decreet van 7 mei 2004 betreffende de huizen van het Nederlands “Nieuw decreet volwassenenonderwijs – Samenwerking en afstemming zijn termen voor het volwassenenonderwijs van de 21ste eeuw”, N. Van Hoof, augustus 2007, VUB Decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs (zie www.edulex.be) Onderwijsdecreet XIX + memorie van toelichting, dec.2008 “Leren een leven lang in Vlaanderen? “, SVR rapport 2008/6, M. Vanweddingen, Studiedienst Vlaamse regering Jaarverslag 2008 Centrum Basiseducatie Brusselleer Edubell-rapport BHG, DIVA Brussel, P. Callens,2005 “Federatie Centra voor Basiseducatie – Memorandum van de Federatie aan de politieke partijen”, mei 2009 Boordtabellen onderwijs, Brio Brussel- www.briobrussel.be Leerlingentelling feb. 2009 Nederlandstalig Onderwijs Brussel, www.vgc.be/onderwijs “Het Brussels Nederlandstalig onderwijs – Synergie onderwijs-opleiding-arbeidsmarkt”, SERB, 14 mei 2009 “L’enseignement francophone de region Brux. Capitale”, CCFEE, D. Carlier, mei 2009 Jaarverslag 2008 Inburgering Brussel- Brussels Onthaalbureau BONvzw “Cijfergegevens inburgering Brussel 2007-2008 “, BON vzw, V. Hillaert, (niet gepubliceerd) Gids “Het HBO van het volwassenenonderwijs in Vlaams-Brabant en Brussel 2008-2009”, PVOC, Vrije CLB’s Vlaams-Brabant en Brussel, M. Vanderlocht “Plan naar werk, gids Brussels opleidings-en werkervaringsaanbod,” Tracé Brussel-VGC, 2009 “Wat na het secundair onderwijs? “Gids Vlaamse overheid, najaar 2008 “Studiekeuzegids Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel”, 2009-2010, VGC
294
“Talent mix, Grote cursusaanbod van Brussel”, najaar
295
Bijlagen 1.
Fiches 9 centra volwassenenonderwijs Brucovo vzw
2.
Samenwerkingsprotocol Brucovo vzw- Huis van het Nederlands Brussel vzw
3.
Projectplan NT2-doorstroomproject Brucovo vzw
4.
Samenwerkingsprotocol Brucovo –VDAB-RDB
5.
Jaaractieplan 2010 Brucovo vzw
296
Bijlage 1- fiches 9 centra volwassenenonderwijs Brucovo vzw 1.
Fiche CVO Lethas Naam centrum
Centrum voor Volwassenenonderwijs LETHAS / Leergangen voor talen, handel, kaderopleiding nursing specifieke lerarenopleiding
Lid HvNB
Ja (V. Adams, K. Denys)
Cursistenvoorzieningen
-
Gedetineerdenwerking
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte): aanwezig op hoofdvestigingsplaats - met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte, ...): in CVO Lethas campus Terra Nova - geen informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …) - ter ondersteuning leerproces: er is een (goed werkend) open leercentrum (voor NT2, ook voor andere studiegebieden). Via geco’s BHG (voor talen NT2, F, E). Dit is vrijblijvend, niet op afspraak, openingsuren worden verruimd. Er is ook een BIB en mediatheek aanwezig. Er is ook logopedische ondersteuning (geco’s) voor FR en NT2 mogelijk. - personeelsleden met directiefunctie: 7 - personeelsleden met specifieke opdrachten: • er zijn verschillende trajectbegeleiders NT2 (+ samenwerking met de vzw Terra Nova voor NT2) • er zijn 7 coaches (ter beschikking van de lesgevers) • er zijn 15 moduleverantwoordelijken verdeeld over de verschillende talen en modules of moduleclusters (ter beschikking van de lesgevers) e • er is een taalcoach voor de cursisten die de 4 graad verpleegkunde volgen • 3 coördinatoren houden zich met trajectbegeleiding bezig. - personeelsleden met coördinerende taken: • er is 1 ICT coördinator • er is vakgroepwerking geleid door de coaches/moduleverantwoordelijken • er zijn 5 personeelsleden die de werking van het OLC verzekeren • 3 administratieve coördinatoren Er is interesse, maar niet noodzakelijk enkel voor NT2 (ook ICT)
Wervingskanalen
Het centrum voert promotie via
Personeelsleden
297
De Streekkrant / Brussel Deze Week Regionale krantenedities Eigen flyers, folders en affiches Bus aan bus bedeling Via mond aan mond reclame Via deelname aan beurzen Via Cursusaanbod VGC Brusselse Sociale Kaart (SOKA)
Wijze van programmatie
Studiegebieden
2.
Het centrum doet zijn programmatie op basis van
een bevraging van leerlingen een bevraging van medewerkers/leraren een bevraging van derden (Huis van het Nederlands) een vraag van derden (bvb. scholen, bedrijven, sectorfondsen, VDAB, …)
Handel Informatie- en communicatietechnologie Nederlands tweede taal Talen richtgraad 1en 2 Talen richtgraad 3 en 4 HBO Specifieke Lerarenopleiding HBO Handelswetenschappen en Bedrijfskunde HBO Gezondheidszorg
Fiche CVO Brussel Naam centrum
CVO Brussel
Lid HvNB
Ja: via NT2 – coördinator Koen Muziek
Cursistenvoorzieningen
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte) (Materiaalstraat) - met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…) (Materiaalstraat) - met informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …) - ter ondersteuning leerproces (open leercentrum, elektronisch leerplatform, …): OLC aanwezig in Moutstraat 24, 1000 Brussel. Het open leercentrum in de Moutstraat is vnl. open op vaste openingsuren en op afspraak en is specifiek gericht op remediëring; er zijn PC’s en toepassingsoftware aanwezig. De specifieke lesopdrachten worden door een vakleerkracht of leerkracht zelf begeleid. Leerkrachten en cursisten overtuigen om dit meer te gebruiken. - personeelsleden met directiefunctie: 3 (1) waarnemend directeur, 2 (2FT+2HT) adj.-directeurs - personeelsleden met specifieke opdrachten: 3 coördinatoren TKO, NT2 en ICT, cursistenbegeleider TKO, taalcoach TKO, 1 technisch adviseur - personeelsleden met coördinerende taken: ICT coördinator, econoom - 11 adm. medewerkers Concrete interesse wat het tweedekansonderwijs betreft (daar zitten reële mogelijkheden qua algemene vorming / beroepsger. opleiding, zie cases in andere arresthuizen) Het centrum voert promotie via
Personeelsleden
Gedetineerdenwerking
Wervingskanalen
-
298
Eigen flyers, folders en affiches
Wijze van programmatie
Studiegebieden (administratieve bevoegdheid)
Bus aan bus bedeling Via mond aan mond reclame Via deelname aan beurzen Via andere websites Andere: informatiedagen Het centrum doet zijn programmatie op basis van:
een bevraging van leerlingen een bevraging van medewerkers/leraren een bevraging van derden een vraag van derden (bvb. scholen, bedrijven, sectorfondsen, VDAB, …)
Algemene vorming Bijzondere educatieve noden Handel Informatie-en communicatietechnologie Mechanica-elektriciteit Nederlands tweede taal Personenzorg Smeden Talen richtgraad 1en 2 Talen richtgraad 3 en 4
HBO Handelswetenschappen en bedrijfskunde Industriële wetenschappen en technologie Onderwijs Sociaal-agogisch werk
3.
Fiche CVO Elishout COOVI Naam centrum
CVO Elishout COOVI
Lid HvNB
Nee
Cursistenvoorzieningen
-
Personeelsleden
-
299
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte) met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…) geen informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …) ter ondersteuning leerproces (open leercentrum, elektronisch leerplatform, …): ELO is er (DOKEOS), ook OLC, voor iedereen toegankelijk, vrijwillig, passieve en niet-receptieve functie 44 personeelsleden benoemd 27 tijdelijke personeelsleden 7 directieleden 2 mentoren 10 vakgroepcoördinatoren 1 ICT coördinator
Ja, interesse voor modules hulpkok, kok, grootkeuken, … Deelname aan stuurgroep gedetineerdenwerking Brucovo vzw Het centrum voert promotie via
Gedetineerdenwerking Wervingskanalen
Wijze van programmatie
De Streekkrant / Brussel Deze Week Regionale krantenedities Regionale TV ( TV Brussel) en radio (FM Brussel) Eigen flyers, folders en affiches Via mond aan mond reclame Via deelname aan beurzen Via andere websites
Het centrum doet zijn programmatie op basis van:
Studiegebieden
een bevraging van leerlingen een bevraging van medewerkers/leraren een bevraging van derden een vraag van derden (bvb. scholen, bedrijven, sectorfondsen, VDAB, …)
Chemie Handel Land-en tuinbouw Grafische technieken Voeding
HBO
4.
Fiche CVO Kamer van Handel en Nijverheid Brussel Naam centrum
Centrum voor Volwassenenonderwijs Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel
Lid HvNB
Ja ( Dir. J. Billens)
Cursistenvoorzieningen
-
300
Handelswetenschappen Onderwijs Biotechniek
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte) met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…) met informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …): goede bib, met oog voor alle talen (boeken, cd’s, tijdschriften, …) ter ondersteuning leerproces (open leercentrum, elektronisch leerplatform, …) OLC: 80-tal cursisten elke taal heeft zorgleerkrachten, ter remediëring voor cursisten (cursisten van andere lesgevers, of van zorgleerkrachten zelf)
Personeelsleden
-
doorlopend op afspraak, er zijn extra oefeningen, conversatietafels, leesclubs, … Directie: 1 dir., 2 adj. dir. (adm. + pedagog.) Leerkrachten 60, 98 OFT (78 leerkrachten) waarvan vast benoemd: 36 en tijdelijk: 42 Spec. opdracht: 5 mentoren (2 germ., 3 rom.): leerkrachten coachen, stagiairs opvangen (GPB, VUB) OLC: 11 Projectleiders: 3 (hebben spec. taak, bvb. ICT in de klas, Europees project Amsterdam, …) Admin. medewerkers: 5 vast benoemd, 7 tijdelijk
Gedetineerdenwerking
Nee
Wervingskanalen
Het centrum voert promotie via De Streekkrant / Brussel Deze Week Eigen flyers, folders en affiches Bus aan bus bedeling Via mond aan mond reclame Via deelname aan beurzen Via andere websites Andere: Er is een werkgroep inschrijvingen en publiciteit, meest doeltreffend via info in 30.000 bussen, vroeger MIVB campagne
Wijze van programmatie
Het centrum doet zijn programmatie op basis van:
een bevraging van leerlingen een bevraging van medewerkers/ leraren een omgevingsanalyse een bevraging van derden een vraag van derden ( bvb. scholen, bedrijven, sectorfondsen, VDAB, …) andere
Talen richtgraad 1 en 2 Talen richtgraad 3 en 4
Studiegebieden
5.
Fiche CVO Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen Naam centrum
CVO Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen
Lid HvNB
Nee
Cursistenvoorzieningen
-
Personeelsleden
301
-
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte) met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…) (EHSAL/ HIG ) met informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …) ter ondersteuning leerproces (open leercentrum, elektronisch leerplatform, …): geen OLC, wel ELO
personeelsleden met directiefunctie: 1 er zijn personeelsleden met specifieke opdrachten:
-
studiebegeleider en pedagogisch verantwoordelijke er zijn personeelsleden met coördinerende taken: ICT, eindwerkcoördinator en praktijkcoördinator administratief personeel
Gedetineerdenwerking
Nee
Wervingskanalen
Het centrum voert promotie via
Wijze van programmatie
De Streekkrant / Brussel Deze Week Regionale krantenedities Eigen flyers, folders en affiches Via mond aan mond reclame Via andere websites Andere: in dagbladen en maandbladen (betaald en pogen om redactionele artikels te plaatsen) Het centrum doet zijn programmatie op basis van:
Studiegebieden
6.
een bevraging van leerlingen een bevraging van medewerkers/leraren een omgevingsanalyse een bevraging van derden wettelijke normen opgelegd door beroepinstituten (IAB-BIBF) Handelswetenschappen en bedrijfskunde (Fiscale wetenschappen) Sociaal –Agogisch Werk
Fiche CBE Brusselleer Naam centrum
Centrum Basiseducatie Brusselleer
Lid HvNB
Ja
Cursistenvoorzieningen
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte): in Marcqstraat, HvNB, … - met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…): meestal wel in GC, HvNB, … - met informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …): wel mediatheek - ter ondersteuning leerproces: goed uitgebouwd open leercentrum + mediatheek, op afspraak in HvNB - personeelsleden met directiefunctie: 1 - personeelsleden met specifieke opdrachten: coördinatoren deelteams AN, OA laag, OA Hoog, NOP, WAZ, NIEW, Scholen, Admin. overleg, coördinatoren centrumwerkgroepen (onthaal, OLC, ELO, zorgbeleid, Synd. werking), projectmedewerker laaggeletterdheid, begeleiders OLC, regionetwerkers, … Ja, arrestuis VORST (alfa NL)
Personeelsleden
Gedetineerdenwerking
302
-
Wervingskanalen
Het centrum voert promotie via
Wijze van programmatie
Eigen flyers, folders en affiches Bus aan bus bedeling Via mond aan mond reclame Via andere websites Het centrum doet zijn programmatie op basis van (aan te vinken):
Studiegebieden /leergebieden
7.
Fiche CVO Meise-Jette Naam centrum
Centrum voor volwassenenonderwijs Meise-Jette
Lid HvNB
Ja
Cursistenvoorzieningen
Gedetineerdenwerking
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte): enkel in de lesplaats van de Laarbeeklaan - met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…): vnl. in GC Essegem, GC Nekkersdal, Erasmushogeschool - met informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …) - ter ondersteuning leerproces (open leercentrum, elektronisch leerplatform, …): OLC is er in Meise, GC Essegem, Laarbeeklaan - personeelsleden met directiefunctie: 1 dir. + 2 adjuncten (1 voor talen en 1 voor informatica, multimed. oper.) - personeelsleden met specifieke opdrachten: • 1 trajectbegeleider voor 10%: materiaalontwikkeling (digitale oefeningen), trajectbegeleiding, VDAB cursisten • vanuit geco-bestand VGC 1 FTE aangesteld, waarvan 160 u. taalcoaching, 400u. OLC, 120u. begeleider School en ouders + 120u. maathoekwerk - personeelsleden met coördinerende taken: 1 ICT coördinator Interesse inzake talen en informatica toepassingssoftware
Wervingskanalen
Het centrum voert promotie via
Personeelsleden
-
303
een bevraging van leerlingen een omgevingsanalyse een bevraging van derden een vraag van derden ( bvb. scholen, bedrijven, sectorfondsen, VDAB, …) andere: CBE zijn verplicht alle opleidingen aan te bieden m.u.v. Opstap Talen M.O. Wiskunde ICT Nederlands Moedertaal NT2 Opstap Frans en Engels
De Streekkrant / Brussel Deze Week Regionale krantenedities (VLAN (Franse adv.) Eigen flyers, folders en affiches Bus aan bus bedeling
Wijze van programmatie
Studiegebieden
8.
Via mond aan mond reclame Het centrum doet zijn programmatie op basis van:
een bevraging van leerlingen een bevraging van medewerkers/leraren een bevraging van derden: in gemeente Jette
Informatie- en communicatietechnologie Nederlands tweede taal Talen richtgraad 1en 2 Talen richtgraad 3 en 4
Fiche CVO Strombeek-Grimbergen Naam centrum
CVO Strombeek-Grimbergen
Lid HvNB
Ja
Cursistenvoorzieningen
-
Personeelsleden
-
Gedetineerdenwerking
Nee
Wervingskanalen
Het centrum voert promotie via
Wijze van programmatie
De Streekkrant / Brussel Deze Week Regionale krantenedities Eigen flyers, folders en affiches Bus aan bus bedeling Via mond aan mond reclame Via deelname aan beurzen Het centrum doet zijn programmatie op basis van:
Studiegebieden
304
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte): in Strombeek met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…): enkel in GC Essegem en GC Nekkersdal met informatiefunctie (bibliotheek, mediatheek, …): er is een mediatheek (Strombeek): in Laken en Neder-Over-Heembeek is er wel media aanwezig (TV, DVD,…) ter ondersteuning leerproces (open leercentrum, elektronisch leerplatform, …): OLC in Strombeek (veel gebruikt) personeelsleden met directiefunctie: 1 dir., 1 adjunct voor admin./pedagogisch luik personeelsleden met specifieke opdrachten: in de toekomst uitbouw meer middenkader (taalgroepverantwoordelijken); ook trajectbegeleider voor NT2 (10 %); ondersteuning vanuit VOCVO en VOOP (pedagogisch begeleider J.Royaerds) vrij autonoom secretariaat
een omgevingsanalyse een vraag van derden (bvb. scholen, bedrijven, sectorfondsen, VDAB, …) Talen richtgraad 1en 2 Talen richtgraad 3 en 4
9.
Fiche CVO VIVA-SVV Brabant Naam centrum
Centrum voor Volwassenenonderwijs VIVA –SVV Brabant
Adres
Dir. Marleen De Raedemaker Mechelsestraat 70 3000 Leuven
Telefoon/fax
T: 016-58.43.90 F : 02-546.14.08
E-mail/website
[email protected] www.cvo-svv-brabant.be
Instellingsnr.
105759
Bestuur/IM
Socialistisch vooruitziende vrouwen van Brabant vzw
Net
Vrij Gesubsidieerd Onderwijs
Totaal LUC in BHG
1440
(referteperiode 08-09) Aantal vestigingsplaatsen
In Brussel: 1
Lid HvNB
Nee
Cursistenvoorzieningen
-
Personeelsleden
met onthaalfunctie (onthaalruimte, balie, opvangruimte) met sociale en recreatieve functie (ontmoetingsruimte, recreatieruimte,…) personeelsleden met directiefunctie? 1
Gedetineerdenwerking
Nee
Wervingskanalen
Het centrum voert promotie via
Studiegebieden
305
De Streekkrant / Brussel Deze Week Eigen flyers, folders en affiches Via mond aan mond reclame Via deelname aan beurzen Huishoudelijk onderwijs Mode
Bijlage 2 - Samenwerkingsprotocol Brucovo vzw- Huis van het Nederlands Brussel vzw Dit samenwerkingsprotocol heeft de volgende doelen:
•
het vastleggen van afspraken aangaande de uitvoering van artikel 36 van het decreet van 15 juni 2007, het overleg over de organisatie van een behoeftedekkend aanbod Nederlands tweede taal, het overleg over de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de organisatie van duale trajecten en geïntegreerde trajecten die een aandeel NT2 bevatten, de intake, testing en doorverwijzing van cursisten NT2 in de strafinrichtingen en de klachtenprocedure met betrekking tot de intake, testing en 20 doorverwijzing van cursisten NT2 .
•
Daarnaast dient er ook een gezamenlijke intentieverklaring in dit protocol vervat, namelijk het werken aan een gezamenlijke visie en engagement vanuit het Brussels Huis van het Nederlands en het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs. Dit impliceert ten eerste het onderzoeken van de raakvlakken tussen beide instellingen en ten tweede het concretiseren van deze raakvlakken ( m.a.w. hoe weerspiegelt zich dit in potentiële gezamenlijke acties, projectwerkingen en overlegstructuren van beide instellingen).
1.
De uitvoering van artikel 36 van het decreet van 15 juni 2007
Dit protocol bevestigt de uitsluitende bevoegdheid van het Huis van het Nederlands voor de organisatie/ coördinatie van de intake, testing en doorverwijzing van NT2-cursisten die niet beschikken over een studiebewijs NT2. Deze bevoegdheid wordt conform het Vlaams en regionaal afsprakenkader NT2 uitgeoefend.
Concreet: het Huis van het Nederlands Brussel communiceert met het Brussels Consortium over wijzigingen in het lokaal afsprakenkader NT2. 2.
Overleg over de organisatie van een behoeftedekkend aanbod Nederlands tweede taal
a.
Het Brussels consortium heeft een duidelijke opdracht op het vlak van afstemming van vraag en aanbod in de regio voor alle studiegebieden, het Huis van het Nederlands heeft een vergelijkbare opdracht maar enkel voor het studiegebied NT2. Afstemming en samenwerking zijn hier dus aangewezen.
Concreet: Het Brussels Consortium verkrijgt van het Huis van het Nederlands Brussel alle beschikbare cijfers inzake NT2 (onder meer vraag, aanbod, uitval, doorstroming, wachtlijsten, cursistenprofiel, etc.) in het 20
refererend naar de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het Consortium
Volwassenenonderwijs dd. 12/12/2008, art. 4: samenwerking met de Huizen van het Nederlands
306
Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dit in functie van het opleidingsplan en jaarlijks actieplan van het Brussels Consortium. Het Huis van het Nederlands Brussel krijgt inspraak over het NT2-aandeel in het opleidingsplan van het Brussel consortium en krijgt ook inzicht in het volledige opleidingsplan (relevante cijfers en gegevens hieruit worden aan het Huis van het Nederlands Brussel doorgegeven).
b. Het Brussels consortium ontwikkelt voor de cursist een optimaal afstemmingsbeleid tussen CVO’s en CBE; het Huis van het Nederlands Brussel draagt bij tot het optimaliseren van de afstemming van het NT2-aanbod tussen de verschillende centra. De taken van het Huis overlappen met een deel van de taken van het consortium. Afstemming en overleg zijn hierin dus noodzakelijk
Concreet: Om dit optimaal op elkaar af te stemmen is een permanente uitwisseling nodig. De directeur van het Consortium wordt als waarnemer uitgenodigd in de werkgroep NT2 van Huis van het Nederlands; andersom wordt de directeur van het Huis van het Nederlands Brussel als waarnemer uitgenodigd in de Raad van Bestuur van het Brussels Consortium
c.
Het consortium heeft een effectieve planningsopdracht m.b.t. het Brusselse aanbod volwassenenonderwijs; het Huis heeft daarentegen een duidelijke signaalfunctie m.b.t. de regionale NT2-organisatie t.a.v. de Vlaamse overheden.
Concreet: - Het Brussels consortium vraagt het bijkomend advies van het Huis van het Nederlands Brussel betreffende de noodzaak van het inrichten van NT2 en bij aanvragen van centra NT2 voor het toekennen van bijkomende bevoegdheid. Dit advies wordt toegevoegd bij het advies dat aan de Vlaamse overheid wordt overgemaakt. - Conform het Vlaams afsprakenkader NT2 neemt het Huis van Het Nederlands de coördinatieopdracht op zich in het geval van de wachtlijsten. In overleg met het consortium worden wel afspraken gemaakt voor tijdelijke maatregelen. - Het Consortium en het Huis nemen samen of afzonderlijk- maar in overleg- stappen naar de betrokken overheden bij knelpunten in het aanbod.
3.
Overleg over de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de organisatie van duale trajecten en geïntegreerde trajecten die een aandeel NT2 bevatten.
Het consortium heeft een opdracht ter ontwikkeling en ondersteuning van aangepaste duale trajecten en gecombineerd onderwijs; ook het Brusselse Huis van het Nederlands heeft een nadrukkelijke opdracht ter ondersteuning van onderwijskundige experimenten op NT2-vlak (Pijler 2). Afstemming is dus noodzakelijk tussen consortium en Pijler 2 van het Huis.
307
Concreet: Voor de realisatie van duale en geïntegreerde trajecten neemt het consortium een coördinerende rol op (cfr. Art.11 Samenwerkingsovereenkomst). Het consortium detecteert samen met het Huis van het Nederlands de noden en behoeften inzake duaal en geïntegreerd leren. Het lokale afsprakenkader NT2 wordt aangevuld met specifieke afspraken betreffende de coördinatie van duale en geïntegreerde trajecten.
4.
De intake, testing en doorverwijzing van cursisten NT2 in de strafinrichtingen
Het consortium neemt de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de uitbouw van een onderwijs voor gedetineerden op zich (cfr. Art 12 Samenwerkingsovereenkomst). Het consortium treedt op als intermediair aanspreekpunt tussen de centra enerzijds en de strafinrichting/arresthuis anderzijds.
Concreet: Wat betreft het aanbod NT2, detecteert het consortium de onderwijsbehoeften aan NT2 in de strafinrichting/arresthuis, en verwijst door naar het Huis van het Nederlands, die desgewenst een intake, testing en doorverwijzingsprocedure opstart in de strafinrichting/arresthuis (cfr. lokaal afsprakenkader)
5.
De klachtenprocedure met betrekking tot de intake, testing en doorverwijzing van cursisten NT2
- Als er een klacht over een centrum NT2 bij het Huis van het Nederlands wordt ingediend, verwijst het Huis van Het Nederlands de (kandidaat)cursist door naar de klachtenprocedure van het betreffende centrum. De regionale ombudsdienst van het consortium fungeert dan als tweedelijnsdienst.
308
Bijlage 3 - Projectplan NT2-doorstroomproject Brucovo vzw 1.
Duur
Het project gaat van start vanaf 1 december 2009 en loopt tot 30 november 2010.
2.
Partners
De volgende partners zijn betrokken bij de uitwerking en uitvoering van het project: -
-
-
-
3.
BruCoVo vzw: o Uitwerking projectvoorstel o Financieel beheer o Coördinatie van de uitvoering o Ondersteuning bij de uitvoering CVO’s van het consortium met aanbod NT2: CVO Lethas - CVO Brussel - CVO Kamer voor Handel en Nijverheid Brussel - CVO Meise-Jette - CVO Vrije Gesubsidieerde Taalleergangen o Uitvoering project o Opvolging van de uitvoering o Ondersteuning bij de uitvoering CBE Brusselleer o Uitvoering project o Opvolging van de uitvoering o Ondersteuning bij de uitvoering Andere CVO’s van het consortium in de mate dat ze als gevolg van het project cursisten toegeleid krijgen ( CVO Elishout COOVI, CVO Hogere Leergangen Fiscale en Sociale Wetenschappen, CVO VIVA SVV Brabant)
Doelgroep
We kunnen de doelgroep van het project als volgt omschrijven: NT2-cursisten (met divers socio-economisch statuut) uit de 5 voornoemde CVO’s en CBE vanaf RG1 die -
4.
309
interesse (kunnen) hebben voor een verdere – al dan niet – beroepsgerichte opleiding aan een CVO (of in tweede instantie bij een andere publieke opleidingsverstrekker) op de hoogte willen zijn van de opties en voorwaarden gekoppeld aan een specifieke CVO-opleiding op de hoogte willen zijn van de verwachtingen die gekoppeld worden aan de opleiding wat taalkennis en leervaardigheden betreft begeleiding wensen bij het maken van een opleidingskeuze al of niet reeds een procedure van EVC-EVK (Elders Verworven Competenties en Kwalificaties) lopende hebben
Achtergrond en visie
Vanuit het onderwijsbeleid (decreet Volwassenenonderwijs juni 2007) wordt de nadruk gelegd op het belang van begeleidingsinspanningen binnen de CVO’s en CBE’s. Anderzijds merken de centra dat de middelen die hiervoor worden vrijgegeven niet altijd toereikend zijn om een structureel begeleidingsaanbod uit te bouwen. VISIE Het project wil dan ook een ondersteunende rol bieden bij de uitbouw van een begeleidings- en toeleidingswerking binnen de centra, door te focussen op een specifieke doelgroep met een hoog risico op drop-out. Door NT2 cursisten vanaf een lage richtgraad te informeren over verdere opleidingsmogelijkheden binnen hetzelfde of andere centra, beoogt men een dubbel effect, namelijk enerzijds doorstroom naar hogere richtgraden NT2 en anderzijds doorstroom naar (beroepsgerichte) CVO-opleidingen.
5.
Doelstellingen en beoogde resultaten
Strategische doelstelling:
De doorstroom van NT2 cursisten bevorderen en begeleiden naar hogere richtgraden NT2 en naar (beroepsgerichte) CVO-opleidingen, en dit op korte termijn. Door het aanstellen van zgn. toeleidingsagenten worden deze NT2 cursisten toegeleid naar de meest geschikte opleiding.
Operationele doelstellingen thematisch gerangschikt:
Financiële voorbereiding: -
Onderzoek beschikbare financiële middelen voor de uitvoering van het project (personeels- en werkingsmiddelen) Onderzoek naar financiële middelen voor een eventuele verlenging van het project (bij andere overheden, fondsen, …)
Inhoudelijke voorbereiding: -
Inventarisatie van de huidige doorstroomwerking in de centra (doorstroom naar hogere richtgraden NT2 en CVO-opleidingen) Identificatie van de lacunes in de huidige doorstroomwerking in de centra Identificatie van relevante doorstroomopleidingen (a.d.h.v. opleidingsplan BruCoVo) in aanbod CVOopleidingen en opleidingen andere verstrekkers Overleg andere publieke opleidingsverstrekkers (VDAB en Syntra Brussel)
Selectie en begeleiding kandidaat-toeleidingsagenten voor de uitvoering:
310
-
Opsporen geschikte kandidaten (per CVO en CBE) voor de concrete uitvoering van het project r(intern en/ of extern) Onderzoek naar de tewerkstellingsvormen van de geschikte kandidaten Informeren en begeleiden van de gekozen kandidaten
Uitvoering van het project: -
-
Aanpassing van de invulling van het project aan de specifieke noden van het centrum Concrete uitvoering van het project binnen het centrum (i.f.v. toeleiding cursisten naar 2 piekmomenten: februari 2010 en september 2010) o Toeleiding van NT2 cursisten naar hogere richtgraden NT2 o Toeleiding van NT2 cursisten naar (beroepsgerichte) opleidingen Overleg tussen toeleidingsagenten van de verschillende centra Overleg tussen toeleidingsagenten en contactpersonen van ‘ontvangende’ centra Ondersteuning van de toeleidingsagenten door de centra en door het consortium
Opvolging en evaluatie: -
Opvolging van de uitvoering van het project met tussentijdse evaluatie Opvolging wisselwerking met inburgeringsproject Brussel (educatief Secundair inburgeringstraject) Eventuele bijsturing van de uitvoering / invulling van het project Eindevaluatie van het project
Beoogde resultaten:
1. (Verdere) uitbouw doorstroomwerking van het centrum / CBE: Binnen de meeste centra bestaat al een vorm van trajectbegeleiding, waarbij soms ook aandacht wordt besteed aan de doorstroom naar hogere jaren van eenzelfde opleiding of naar andere opleidingen (zie bijlage). Het project dient dan ook gezien te worden als een bijkomende ondersteuning voor de verdere ontwikkeling van deze werking. Tijdens en na afloop van het project moet dan ook geëvalueerd worden in welke mate de invulling ervan binnen het centrum heeft bijgedragen tot een uitwerking en/of verbetering van de doorstroomwerking. Opdrachten: BruCoVo vzw informeert de toeleidingsagenten over de bestaande doorstroomwerking in de centra (op basis van de bevraging). Elk centrum informeert zijn toeleidingsagent over de bestaande doorstroomwerking. De toeleidingsagenten houden bij het uitvoeren van hun opdracht rekening met de bestaande doorstroomwerking van het centrum. De toeleidingsagenten bouwen een expertise op wat doorstroom- en toeleidingsbegeleiding betreft. De toeleidingsagenten zorgen ervoor dat de opgebouwde expertise kan worden doorgegeven na afloop van het project.
2.NT2 cursisten vanaf RG1 zijn beter geïnformeerd over hun opleidingsmogelijkheden binnen CVO’s
311
De toeleidingsagenten zullen de NT2 cursisten vanaf het eerste niveau informeren over de verschillende opties wat opleidingen betreft aan hetzelfde of aan andere CVO’s. Dit kan gebeuren door collectieve informatiesessies, individuele contactmomenten of een combinatie van beide. De toeleidingsagenten kunnen in overleg met de lesgevers bepalen welke de beste aanpak is voor een welbepaalde groep cursisten. Het is daarbij van belang dat de agenten registreren hoeveel cursisten ze bereiken en kunnen informeren (hoeveel aanwezigen waren er op de informatiesessies?, hoeveel individuele gesprekken heeft de agent gehad?, …). Op die manier kan immers nagegaan worden in welke mate één van de hoofddoelstellingen van het project werd bereikt, namelijk het informeren van cursisten. Opdrachten: BruCoVo vzw ondersteunt de toeleidingsagenten bij het verzamelen van informatie over de opleidingsmogelijkheden in de verschillende centra. Elk centrum ondersteunt de toeleidingsagent bij het verzamelen van informatie over de opleidingsmogelijkheden binnen het eigen centrum. De toeleidingsagenten identificeren NT2 cursisten die behoren tot de doelgroep. De toeleidingsagenten informeren de leden van de doelgroep tijdens zowel collectieve als individuele infomomenten. De toeleidingsagenten overleggen met de betrokken lesgevers over de doelgroep en de verschillende benaderingsmogelijkheden. De toeleidingsagenten zorgen voor een duurzame informatieverstrekking door de leden van de doelgroep te wijzen op de beschikbare publieke informatiekanalen zoals websites en brochures. De toeleidingsagenten kunnen voor groepen geïnteresseerde cursisten in samenwerking met het “ontvangende” centrum bezoeken organiseren aan dat centrum en aan de opleiding. De toeleidingsagenten registreren in welke mate ze de leden van de doelgroep hebben bereikt. 3.NT2 cursisten zijn op de hoogte van het niveau Nederlands dat ze moeten behalen om een bepaalde CVOopleiding te kunnen volgen Een NT2 cursist die geïnteresseerd is in het volgen van een (beroepsgerichte) opleiding binnen hetzelfde of aan een ander CVO, zal zich hoogstwaarschijnlijk afvragen of zijn/haar kennis van het Nederlands voldoende is om die opleiding aan te vatten. Het is dan ook noodzakelijk dat de toeleidingsagent hier een duidelijk antwoord op kan formuleren. Voorlopig bestaat er voor de meeste opleidingen een officieuze bepaling (i.e. door de centra zelf ingeschat) van het instapniveau Nederlands. De toeleidingsagent kan dus terecht bij de contactpersoon voor een bepaalde opleiding om dat niveau te weten te komen. In de toekomst (2010) zal er in samenwerking met het HvNL Brussel wellicht worden gewerkt aan een objectieve niveaubepaling. Opdrachten: De toeleidingsagenten kunnen een antwoord geven op de vraag van de cursist welk niveau Nederlands hij/zij moet behalen om een bepaalde opleiding te kunnen volgen. BruCoVo vzw volgt de samenwerking met het HvN Brussel op wat de niveaubepaling betreft. 4.NT2 cursisten weten bij wie ze terecht kunnen voor vragen over opleidingsmogelijkheden binnen hetzelfde of bij een ander centrum Er wordt van de toeleidingsagent verwacht dat hij/zij zijn/haar functie bekendmaakt bij de lesgevers, de cursisten en eventuele andere medewerkers van het CVO/CBE. Dit kan bijvoorbeeld gecommuniceerd worden door middel van een algemene informatiesessie (aan lesgevers en/of cursisten), door een mailing aan de lesgevers, … . Door het vastleggen en bekendmaken van één of meerdere vaste spreekuren op een bereikbare plaats stelt de toeleidingsagent zich beschikbaar op. Er kan uiteraard ook gewerkt worden met
312
afspraken buiten de spreekuren. De agent zal geleidelijk aan bekendheid winnen en op die manier een vast aanspreekpunt worden wat opleidingsmogelijkheden betreft. Er moet uiteraard over gewaakt worden dat de toeleidingsagent zich aan die taak houdt en niet overbodig overlappend te werk gaat met bestaande vertrouwenspersonen of aanspreekpunten binnen het centrum. Opdrachten: De toeleidingsagenten maken zichzelf, hun rol en opdracht bekend bij de leden van de doelgroep, bij de lesgevers en eventuele andere medewerkers van het CVO/CBE. De toeleidingsagenten maken zichzelf, hun rol en opdracht bekend door middel van infosessies, mailing, affiches, flyers, etc. De toeleidingsagenten stellen zich beschikbaar en bereikbaar op door duidelijk te communiceren rond spreekuren en plaats. De toeleidingsagenten bakenen duidelijk hun opdracht af t.o.v. de opdrachten van andere vertrouwens- of contactpersonen om een verkeerde doorverwijzing te vermijden. 5.Betere doorstroom binnen NT2 in het centrum (lagere drop-out) Doordat de toeleidingsagent de NT2- cursisten informeert over het verwachte instapniveau Nederlands in de opleidingen, zullen deze cursisten gemotiveerd zijn om minstens dat niveau te halen. De toeleidingsagent kan ook benadrukken dat de combinatie van een opleiding Nederlands met een (beroepsgerichte) CVO-opleiding haalbaar is en hem/haar bijstaan bij het uitstippelen van zo’n duaal traject. Ook hier is het belangrijk dat de agent en het centrum registreren in welke mate een geïnformeerde cursist ook een gemotiveerde cursist is: m.a.w. haakt een geïnformeerde cursist minder snel af? Opdrachten: - De leden van de doelgroep worden door de toeleidingsagenten geïnformeerd over het verwachte niveau Nederlands. - De toeleidingsagenten moedigen een verderzetting van de NT2-opleiding aan tot ten minste het verwachte niveau wordt behaald. - De toeleidingsagenten helpen de leden van de doelgroep bij het uitwerken van een mogelijk duaal traject NT2 + andere opleiding. 6.Effectieve doorstroom verhogen naar (beroepsgerichte) CVO-opleidingen in hetzelfde of andere centra Doordat de toeleidingsagent de NT2 cursisten informeert over de opleidingsmogelijkheden binnen hetzelfde of in andere CVO’s, zal de overstap voor de cursisten naar een andere opleiding minder groot zijn. Opnieuw is het belangrijk dat de agent en het centrum registreren in welke mate een geïnformeerde cursist meer doorstroomt dan een andere cursist: vindt een geïnformeerde cursist effectief beter zijn weg naar een andere CVO-opleiding? Opdrachten: -De toeleidingsagenten informeren de leden van de doelgroep over opleidingsmogelijkheden binnen hetzelfde of in andere centra. -De toeleidingsagenten houden rekening met interesses en EVC/EVK van de cursisten bij het toeleiden. -De toeleidingsagenten volgen de toegeleide cursisten op, rechtstreeks of via een contactpersoon van de ontvangende opleiding (indien het een opleiding in een ander centrum betreft).
313
6.
Projectfasering en –opvolging
Fase
Inhoud
a.
Lancering van het voorstel
De aanzet voor het voorstel wordt gegeven op het Dagelijks Bestuur van 26/08/2009, als reactie op de vraag naar mogelijke “investeringen” van het resterende werkingsbudget.
26/08/2009
b.
Voorbereiding van het project I. Financieel luik Onderzoek naar de beschikbaarheid en toereikendheid van de financiële middelen voor de uitvoering van het project.
september 2009
II.
III.
Bevraging en 21 inventarisatie
Inhoud
Bevraging van de centra en andere verstrekkers om zicht te krijgen op de huidige stand van zaken en de lacunes te identificeren voor elk centrum.
Uitwerking van de inhoud van het project op basis van de initiële vraag en de conclusies van de bevraging van de betrokken partners.
IV.
Kandidaten 22 toeleidingsagenten
Tijdstip
september – oktober 2009
september – oktober 2009
7. Detecteren en selecteren 8. Informeren van de geschikte kandidaten voor de uitvoering van het project.
oktober – november 2009
21
Voor een korte weergave van de bevindingen op basis van de bevraging van de verschillende centra: zie bijlage. 22 Voor een omschrijving van het gewenste profiel van de kandidaten: zie bijlage.
314
c.
Uitvoering
23
9.
10.
11. 12.
13.
14.
15. 16.
17.
Implementatie van het project in de centra door de toeleidingsagenten, ondersteund door het consortium. Eventuele aanpassing van de invulling van het project aan de specifieke noden van het centrum. Overleg tussen de toeleidingsagenten. Overleg tussen de toeleidingsagenten en met het consortium. Eerste toeleidingsperiode NT2 cursisten naar CVOopleidingen. Tussentijdse evaluatie door het centrum en door het consortium. Eventuele bijsturing van het project. Tweede toeleidingsperiode NT2 cursisten naar CVOopleidingen. Identificatie van knelpunten bij de uitvoering van het project.
December 2009 – oktober 2010
december 2009-februari 2010
februari 2010-september2010
September 2010-december 2010
23
Voor de concrete omschrijving van de opdrachten van de toeleidingsagenten: zie bijlage.
315
d.
Opvolging
18. Opvolging van (de organisatorische en inhoudelijke) uitvoering van het project door het centrum en door het consortium.
december 2009 – december 2010
e.
Evaluatie
19. Eindevaluatie van het project door het centrum en door het consortium.
September 2010-december 2010
7.Praktische modaliteiten en aandachtspunten
7.1. Mogelijke doorstroomopleidingen
In een eerste stadium wordt er gefocust op enkele opleidingen die relevant zijn voor de knelpuntberoepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. lijst knelpuntberoepen en relevante opleidingen van de CVO’s, van VDAB en van Syntra). Evenzeer wordt er geopteerd om elke vormingsvraag te behandelen, ook deze die niet in de lijst voorkomen. Afhankelijk van de toeleiding en groepsgrootte, kan er worden geopteerd voor homogene klasgroepen of voor integratie van cursisten in bestaande groepen.
We selecteren hier: a. hogere richtgraden NT2 ( 5 CVO’s-1CBE) b. Handel en administratie: - Bedrijfsbeheer TSO3 ( CVO Elishout, CVO Brussel) - Kantooradministratie en gegevensbeheer BSO3 ( CVO Brussel) - Secretariaat-talen TSO3 ( CVO Brussel) - Boekhouden –Informatica ( CVO Lethas) - PR –en Onthaal(CVO Lethas) c. Informatica: Toepassingssoftware (CVO Brussel, Lethas, CVO Meise-Jette, CBE Brusselleer) d. Elektriciteit: Residentieel elektronisch installateur (CVO Brussel) e. Gezondheid: - Logistiek assistent- Polyvalent verzorgende- Zorgkundige (CVO Brussel) - Kinderzorg (CVO Brussel) f. Horeca: Grootkeukenmedewerker (CVO Elishout)
Er worden de nodige opleidingsfiches opgemaakt en vaste contactpersonen per cvo per opleiding vastgelegd.
7.2 Profiel, opdracht en tewerkstelling van de toeleidingsagenten
316
Wat het profiel van de toeleidingsagenten betreft, kwamen de volgende elementen uit de bevraging van de CVO’s-CBE naar boven:
-
Liefst werkzaam is in een CVO met NT2 aanbod (als leerkracht, TB’er, medewerker) Ervaring heeft met NT2 Kennis bezit van het Brusselse onderwijs- en opleidingsveld Voeling heeft met het doelpubliek en de specifieke problematieken (vb. leervaardigheden en laaggeschoolden) Communicatievaardig is , zowel t.o.v. lesgevers als van cursisten Goede kennis heeft van het Nederlands, Frans, Engels (en eventuele andere talen) Kan doorzetten en geduldig is Verantwoordelijk is Creatief en proactief kan werken en over een sterk analytisch vermogen beschikt
Uit de bevraging kunnen we ook een concretere invulling afleiden van de mogelijke opdrachten van de toeleidingsagent: • • • • • • •
Cursisten informeren en motiveren Leerkrachten informeren en motiveren Individuele bevraging van cursisten (verwachtingen na NT2) Nagaan voorkennis van de cursisten Als vertrouwens-/contactpersoon functioneren voor de cursisten wat opleidingsmogelijkheden betreft Opvolging cursist na toeleiding naar CVO-opleidingen Vereiste niveau van leervaardigheden nagaan bij de doorstroomopleidingen (specifiek voor basiseducatie)
De meeste centra zijn ervan overtuigd dat er interne kandidaten dienen te worden gevonden die beantwoorden aan het profiel en de opdrachten zouden kunnen en willen uitvoeren. Niettemin kan er ook worden geopteerd om externe medewerkers aan te werven ( die geen andere lesopdracht hebben en zich duidelijker kunnen focussen). Deze dienen dan wel op korte termijn aangeworven en ingewerkt.
De toeleidingsagenten dienen op geregelde tijdstippen samen te komen om ideeën uit te wisselen m.b.t. aanpak, moeilijkheden, resultaten, etc. Ook kunnen ze rekenen op inhoudelijke steun vanuit het consortium (met verantwoordelijke S. Van den Hoof)
Voor duidelijkheid en verantwoording van de besteding van de middelen werd er voor gekozen dat de toeleidingsagenten in dienst zijn van Brucovo (dit betekent aanwerving door Brucovo). Er kan ook met detachering worden gewerkt (enkel voor vastbenoemden), want consortium heeft onderwijsgerelateerde bevoegdheid.
317
7.3. Overeenkomst Het CVO dat toeleidt dient een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan t.a.v. het consortium ; daarin dienen de opdrachten van Brucovo en het centrum VWO duidelijk verwoordt. 7.5 Financiering op lange termijn: Er moet vanaf de start van het project al worden gezocht naar alternatieve financiële steun die een verlenging van het project mogelijk maakt (onderwijs Vlaanderen, VGC, Europese projecten, …) . Het bekomen van die steun zal echter ook afhangen van de resultaten die behaald worden.
318
Bijlage 4 - Samenwerkingsprotocol Brucovo –VDAB-RDB Tussen VDAB–RDB , gevestigd te Wetstraat 95 te 1040 Brussel, vertegenwoordigd door Marc Deleye, directeur Regionale Dienst Beroepsopleiding Brussel, en Brussels Consortium Volwassenenonderwijs vzw (Brucovo), gevestigd te Priemstraat 53 te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Daevy Amerlynck, afgevaardigd bestuurder en Guy Devroede, voorzitter,
wordt overeengekomen wat hierna volgt Artikel 1 Situering
Deze samenwerkingsovereenkomst schrijft zich in binnen: • • •
het decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding" van 7 mei 2004; het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007; het Vlaams afsprakenkader NT2 en het lokaal afsprakenkader NT2 Brussel
Artikel 2 Voorwerp van de overeenkomst
Deze samenwerkingsovereenkomst regelt de oprichting en werking van het regionaal overlegcomité tussen het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs vzw en VDAB-RDB.
Dit overleg comité heeft als werkingsgebied het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Artikel 3 Gezamenlijke doelstellingen
Centraal in de werking van dit regionaal overlegcomité staan • •
de opleidingskansen en -noden in functie van de loopbaan van de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de samenwerking en de afstemming tussen het Brussels consortium volwassenenonderwijs vzw ( en haar leden)en VDAB-RDB
Via een open en constructieve dialoog willen de ondertekenende partners: • •
319
samenwerken met betrekking tot beroepsgerichte trajecten samen vorm geven aan geïntegreerde en kwalificerende trajecten
• •
de beroepsopleidingen van de VDAB en het aanbod volwassenenonderwijs in het werkingsgebied op elkaar afstemmen samen optimaal gebruik maken van de beschikbare infrastructuur en middelen
Jaarlijks worden in onderling overleg prioriteiten bepaald in de samenwerking.
Artikel 4
Besluitvorming
Het overlegcomité komt minstens twee maal per jaar samen en is samengesteld uit ten minste twee vertegenwoordigers van de VDAB-RDB en ten minste twee vertegenwoordigers van het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs vzw
Artikel 5
Deontologie
De ondertekenende partijen zijn gebonden door de deontologische principes en de wettelijke of decretale onderbouw van de betrokken organisaties.
Artikel 6
Duurtijd
Deze overeenkomst gaat, voor onbepaalde duur, in op 25 mei 2010 en eindigt door de wil één der partijen mits een schriftelijke vooropzeg van zes maanden. Opgemaakt in 2 exemplaren te Brussel op 25 mei 2010 Voor VDAB-RDB
320
Voor Brussels Consortium Volwassenenonderwijs vzw
Bijlage 5 : Jaaractieplan 2010 Brucovo vzw MEETFACTOREN / BETROKKENEN/ TIMING
REF.SWOVEREENKOMSTJAARACTIEPLAN Opleidingsplan
INHOUD ACTIE
(art.2 SWO) (SD1 / OD1) Meetfactoren: voorstelling en toetsing van elke update aan de leden Betrokkenen: Brucovo met de CVO’s en het CBE actief in het BHG, partners (bijvoorbeeld HvNB), andere opleidingsverstrekkers (VDAB, Syntra, socio-cultureel werk) Timing: finalisering van de eerste versie van het volledige opleidingsplan tegen september 2010, gevolgd door een jaarlijkse update.
Opvolging Daevy Amerlynck en Sien Van den Hoof
Het vijfjaarlijks opleidingsplan 2008-2013 is het fundament van de werking van het consortium : de interne analyse bevat relevante informatie over de CVO’s en het CBE binnen het werkingsgebied van Brucovo. De externe analyse op macro- en meso-niveau bevat informatie over de Brusselse socio-culturele en economische situatie en over de andere opleidingsverstrekkers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Door deze analyses naast elkaar te leggen, worden aanknopingspunten gevonden en kunnen behoeftes of lacunes gedetecteerd worden. Van daaruit kunnen we vertrekken bij het onderbouwen van nieuwe programmaties onderwijsbevoegdheden, bij opmaak jaarlijks referentiekader, … Er wordt een jaarlijkse update en monitoring van het opleidingsplan voorzien (tegen 31 oktober), waarbij de doorlichting van opleidingsaanbod én cursistenprofiel als insteek dient voor een jaarlijks actieplan, m.a.w. de SD en OD daaruit worden gezamenlijk onderschreven, meetbaar gemaakt en tegen bepaalde termijnen uitgevoerd. De resultaten van deze doorlichting worden blijvend gesignaleerd aan de overheid. Fasering:
321
-
-
-
-
-
de
afwerking 2 deel en ste bijwerken 1 deel tegen AV september 2010: update interne/ externe/ mesoanalyse, SWOT, SD en OD, evaluatie en monitoring cursistenprofielgegevens : geen update per opleidingscluster, maar pas na toelevering recente gegevens (Ahovos-Cevi) . Vanaf eind feb. 2010 opmaak cursistenprofiel, daarna opname in opleidingsplan (tegen sept. 2010) 2 maart: eerste globale evaluatie administratie VWO ste van 1 deel opleidingsplan van alle consortia , afspraak aanleveringsdatum definitief plan, wijziging inhoudstafel jaaractieplan 2009-10 : eerste versie op teamdag 11/02, tweede versie op DB 25/02, aanpassing tegen 4 maart, daarna verzending tegen en bespreking op RVB 16/03 voorstelling opleidingsplan aan pers en publiek (+ algemene voorstelling Brucovo + doorstroomproject) : september 2010
Samenwerking tussen centra (art.3 SWO) (SD5-OD 13) Opvolging Sien Van den Hoof
-
opvolging projecten doorstroom CBE-CVO : proefprojecten CVO KHNB, CVO Brussel (via NT2overleg HvNB)
-
opvolging projecten m.b.t. samenwerking inzake taalondersteuning: CVO Elishout, CVO Meise-Jette, … i.s.m. HvNB (via NT2-overleg HvNB)
Opvolging Sien Van den Hoof
Meetfactoren: aantal bereikte cursisten (m.b.t. informatieverstrekking en individuele begeleiding) en opvolging verdere studieloopbaan Betrokkenen: Brucovo (toeleidingsagenten) met de CVO’s en het CBE actief in het BHG, HvNB,
322
Opvolging Sien Van den Hoof (projectleidster) – Sylvie Declerck (TA)– Khadija Bouarga (TA) – Bieke Deloof (TA)Gokben Uner (film)- Daevy Amerlynck (supervisie)
projectmedewerker voor Brussel van project “Uitbouw intermediaire instantie”
-
NT2 doorstroomproject (1 dec. 2009 tot 31 dec. 2010) : Uit bevraging van de centra met een NT2 aanbod blijkt dat de doorstroming van NT2-cursisten naar hogere richtgraden NT2 of naar andere CVO-opleidingen (in eigen centrum of naar andere centra) niet vanzelfsprekend is. NT2-cursisten die een bepaald niveau NT2 halen (RG 1.2, 2.1), stromen zelden verder naar andere opleidingen binnen CVO en haken ook af naar verdere vervolgopleidingen NT2. Het gaat om zowel laag- als hooggeschoolden die men na de lessen NT2 verliest voor de arbeidsmarkt of voor een langer professioneel of educatief traject. Niettegenstaande een aantal acties vanuit de CVO’s, is de doorstroom naar laagdrempelige CVO-opleidingen niet effectief. Er dient onderzocht of een doorstroom naar laagdrempelige, aan het taalniveau aangepaste CVOopleidingen (SO, TKO, …) in eigen CVO’s of naar andere Brusselse CVO’s mogelijk is.
Timing: start eind december 2009 – begin januari 2010 voor één jaar (met eventuele verlenging)
----------------------------------------Meetfactoren: overzicht bestaande expertises en methodieken betere inzichten in vragen en verwachtingen van de doelgroep doelgroep bereiken (actieonderzoek) in kaart brengen diversiteitsbeleid in onderwijsinstellingen, structuren van de onderwijsinstellingen, vergelijkbare voorstelling
323
Doelstelling projectvoorstel: • verdere uitbouw doorstroomwerking van het centrum/CBE • NT2 cursisten vanaf RG1 beter informeren over de opleidingsmogelijkheden binnen CVO’s • NT2 cursisten meer op de hoogte houden van het niveau NL vereist voor een bep. CVO-opleiding • NT2 cursisten dienen te weten bij wie ze terecht kunnen voor vragen over opleidingsmogelijkheden Opvolging Daevy Amerlynck en
-
van de onderwijsvoorzieningen voorstellen formuleren tot vorming en training
Veronique Philips (projectmedewerkster) •
Betrokkenen: consortia Groene Rand, L4, Brucovo, Onthaalbureau Vlaams-Brabant en Brussel, HvNL Vlaams-Brabant en Brussel, KU Leuven, KH Leuven, Groep T, HUB, Erasmus + VMC, Vluchtelingenwerk, CLB’s, … Timing: aug. 2009-sept.2010
•
binnen hetzelfde of bij een ander centrum betere doorstroom binnen NT2 in centrum (lagere drop-out) effectieve doorstroom verhogen naar (beroepsgerichte) CVO opleidingen in hetzelfde of andere centra
Partners en fasering: Vanuit 6 in Brussel actief zijnde NT2-aanbieders (CVOCBE), zijnde CVO Brussel, CVO Lethas, CVO KHNB, CVO MJ, CVO VGT, CBE Brusselleer wordt er een intern project doorstroming opgestart. De coördinatie gebeurt door Brucovo, die toeleiding en informatieverstrekking verzorgt door zgn. “toeleidingsagenten” in 5 CVO’s en 1 CBE (3 parttime krachten voor 6 centra). Er is een duidelijke link en uitwisseling met het project “uitbouw intermediaire instantie educatief secundair traject“ (cf. supra). Daarmee hopen we de trajectopvolging en doorverwijzing te optimaliseren voor de doelgroep inburgeraars (en disseminatie naar andere doelgroepen). Fasering : • Detectie mogelijke vervolgopleidingen in Brusselse CVO’s en HO. • Cursistenprofiel NT2-cursisten (via Huis van het Nederlands)
324
•
•
•
•
verfijnen (via matrix, te verfijnen via CVO’s) . Niveaubepaling niveau NT2 per opleiding : noodzakelijke kennis NT2 per opleiding. Het HvN Brussel verleent haar medewerking voor dit aspect. Vanaf februari 2010 wordt bepaald welke opleidingen prioritair te bepalen zijn, de eerste opleiding wordt gescreend in maart 2010. Detectie van kandidaat-cursisten (door toeleidingsagenten per CVO). Keuzebepaling en trajectbegeleiding cursisten door de toeleidingsagenten. Opvolging studieevolutie cursisten door de toeleidingsagenten.
Praktisch 3-wekelijks team toeleidingsagenten 2-maandelijkse stuurgroep (onder Dagelijks Bestuur) continue registratie (aanmeldings- en vervolgfiches en boordtabel) i.f.v. uiteindelijke overdracht ( permanent) filmproject i.s.m. vzw Beeldenstorm (einde maart) tussentijdse evaluatie juni 2010 lobbying verdere subsidiëring bij adm.
325
onderwijs (RVB) – VGC (voorzitter) – Actiris (directeur) met goed voorbereid dossier + kostenraming (FTE ipv ½ TE)
-
Inburgeringsproject L4Brucovo -GR: met drie consortia (Brucovo, L4, Groene Rand) werd een project ingediend bij het dep. Inburgering in 2009. Dit projectvoorstel werd weerhouden en wordt nu gedurende 1 jaar (31 aug. 09 – 1 sept. 10) uitgewerkt via 2 VTE projectmedewerkers (één voor Vlaams-Brabant, één voor BHG). De opdrachten van het project omvatten : het uitwerken van methodiek en stappenplan (taakverdeling, wisselwerking tussen actoren) fysieke, digitale en inhoudelijke vormgeving intermediaire instantie uitwerken Praktisch: werkoverleg L4-Brucovoprojectmedewerkers (wekelijks), ad hoc overleg i.f.v. aansturing en coaching V. Philips vanuit Brucovo meewerken aan rapportering aan interministeriële stuurgroep onderwijs-inburgering (tussentijds) wisselwerking met doorstroomproject (projectmedewerker ad hoc aanwezig op 2-wek. overleg doorstroom) waarbij het doorstroomproject prioriteit krijgt opvolging kerngroepen project ( 2-maand.) bevraging NT2-cursisten
326
-
-
Meetfactoren: evaluatie samenwerking op basis van samenwerkingsprotocol Betrokkenen: Brucovo en HvNB Timing: doorlopende samenwerking
Samenwerking Huis van het Nederlands Brussel (art.4 SWO) (SD 3, OD 5) Opvolging Sien Van den Hoof
VDAB (peiling educatief perspectief) meewerken aan werkseminaries/studiedag (juni 2010) en afsluitende studiedag (aug. 2010) infosessies TB’s en MOdocenten (11 ma/ 24 april), overleg SIEP (maart)
Gezien NT2 het grootste aandeel van de opleidingen en cursistenaantallen in BHG omvat, is er vanuit Brucovo veel nadruk op taalondersteuning- en stimulering; hierbij is een hechte en efficiënte samenwerking met het HvNB noodzakelijk. Opvolging uitvoering samenwerkingsprotocol 15/01/09 en opvolging Vlaamse en lokale afsprakenkaders , w.o. Signaalfunctie in wisselwerking met het Huis (NT2-inschrijvingsgelden, Plan des Langues, talencheques Actiris, …) -
Halfjaarlijkse analyse (door Huis van het Nederlands en Brucovo samen uitgevoerd in januari en juni) en opmaak concrete afspraken m.b.t. de organisatie van het aanbod. De nood aan volgende mogelijke specifieke organisatievormen wordt in kaart gebracht en indien nodig ingevuld te worden: aanbod tijdens zomermaanden, min. op niveau A1, verkorte leertrajecten, zeer intensief en kortlopend aanbod, aanbod in gecombineerd onderwijs, avonden weekendaanbod op alle niveaus, combinatie NT2 met beroepsopleidingen, via duale
327
en/of geïntegreerde trajecten. Via deze korte termijnanalyse van het Huis van het Nederlands en Brucovo wordt ook in kaart gebracht of er voorzien wordt in voldoende startmomenten op niveau A1, voldoende instapmomenten voor vervolgopleiding, en voldoende regionale spreiding van het aanbod. -
Project niveaubepaling opleidingen (instaplatten) in kader van doorstroomproject Brucovo en insteek voor verder onderzoek naar duale/geïntegreerde trajecten: Brucovo tussenschakel tussen CVO’s en HvNB.
Praktisch 2-maandelijks NT2-overleg :stafmedewerker Brucovo is waarnemer Huis vh Nederlands Brussel (Dir. Gunther Vanneste) is waarnemer RVB en AV Brucovo vzw screening NT2 (op afspraak) in arresthuizen (maart-sept 2010)
Samenwerking onderwijsactoren
Meetfactoren: uitwerking en uitvoering afsprakenkader
(art.5 SWO) (SD3, OD 5) Opvolging Sien Van den Hoof en Daevy Amerlynck
Betrokkenen: Brucovo, CVO’s met aanbod HBO, Brusselse instellingen voor hoger onderwijs Timing: overleg standpunten CVO’s start 2010, gevolgd door overleg met instellingen HO voorjaar 2010 ------------------------------------------
Opvolging Daevy Amerlynck
328
-
Overleg met hoger onderwijs ,i.k.v. nieuw decreet Hoger Beroepsonderwijs en toepassing HBO 5 ( doel : volwassenenonderwijs profileren als regionaal regisseur HBO5) : • research naar overlappende en complementaire opleidingen HBO 5 op HO en VWO-niveau • bilaterale gesprekken Hoger Onderwijs Brussel (i.f.v. HBO 5,
Meetfactoren: aantal verspreide folders, aantal infosessies (opkomst)
Opvolging Sien Van den Hoof en Gokben Uner
•
Betrokkenen: Brucovo, Brusselse secundaire scholen, Brusselse CLB’s • Timing: overleg voorafgaand aan Sid-in. Opvolging in het voorjaar.
•
•
niet se-n-se ): HUB, Erasmus, St. Lukas interne werkgroep HBO VWO Brussel: CVO Elishout, Brussel, Lethas, HLFSW gezamenlijke werkgroep HBO HO en VWO met duidelijk afsprakenkader als finaliteit gezamenlijke communicatie uitbouwen opvolging internettenwerkgroep HBO5 ( op niveau van Overleg Afgevaardigd Bestuurders Consortia)
-
Overleg met secundair onderwijs i.k.v. onderzoek uitbreiding technische onderwijsbevoegdheden/ werkseminaries (zie infra) : uitnodigen betrokken scholen ASO-TSO-BSO-Buso naar seminaries
-
rondvraag Centra voor Leerlingenbegeleiding : bevraging 3 CLB’s januari, infoverstrekking folder Brucovo + HBO folder, promotie website Brucovo, planning infosessies CLBmedewerkers maart (Sien powerpoint Gokben)
-
Samenwerking met VDAB (RDB): onderhandelen kadersamenwerkingsovereenkom st (installeren
Samenwerking publieke opleidingsverstrekkers (art.6 SWO) (SD3, OD 6) Meetfactoren: verslagen van de werkseminaries met vastleggen van eventuele afspraken
329
Opvolging Daevy Amerlynck
•
Betrokkenen : Brucovo, CVO’s, centra, VDAB-RDB, Syntra Brussel, tracé Brussel ( private opleidingspartners), beroepenreferentiecentra,…
Timing: maart-dec. 2010
•
•
•
•
•
•
•
-
-
330
overlegcomité BrucovoVDABRDB i.f.v. delen infrastructuur, lesmateriaal, schakeltrajecten, …) + bespreking met VDAB-RDB op RVB april-mei verder stimuleren ad-hoc samenwerkingen (CVO Elishout, Brussel, Lethas, Meise-Jette) als bemiddelaar betrekken VDAB bij uitbouw technische bevoegdheden (Regionaal Technologiecentrum, werkseminaries) signaleringsopdracht t.o.v. bevoegde overheden (bvb. Plan Langues) bevraging NT2-cursisten vervolgopleidingen VDAB (sec/ tert.) i.k.v. inburgeringsproject (maartapril) - verwerking V. Philips Samenwerking Tracé Brussel: Brucovo partner opleidingsbeurs 1/06 (stand), flyering via doorstroomproject infosessies consulenten Lokale werkwinkels (aprilmei), verspreiding folders centra bij partners Tracé, link met interzonale commissie (lid ?) samenwerking i.f.v. werkseminaries uitbreiding technische bevoegdheden (clusters horeca, mechan., logistiek, ict, personenzorg) (i.s.m. VDAB, Actiris, Observatorium arbeidsmarkt, BNCTO, …) met nadruk op goede dossierwerking Samenwerking Syntra Brussel: Ad-hoc samenwerking persoonsverzorging (SyntraVDAB-CVO-BON) Onderhandelen kadersamenwerkingsovereenkom
st • •
• •
Samenwerking Actiris folders verspreiden via agentschappen Actiris in gemeentes herziening protocol doorverwijzing/ trajectopvolging NT2cursisten/ inburgeraars : overleg Actiris-BON-VDABHvNB-Brucovo (april) (initiatief Actiris en VDABRDB) signaleringsopdracht t.o.v. bevoegde overheden (bvb. Plan Langues, talencheques) toetsing doorstroomproject aan SPI-departement Actiris
Samenwerking socioeconomische actoren (art. 7 SWO) (SD3, OD 7)
Meetfactoren : verslagen en werkafspraken werkseminaries, overleg RTC, overleg Observatorium
Opvolging Daevy Amerlynck
Betrokkenen:Brucovo, centra, sectrorfondsen, RTC VlBrabant-Brussel, … Timing: februari-december
Samenwerking Pedagogische Begeleidingsdiensten / VOCVO / decretale stuurgroep netten / 331
Samenwerking socio-econ. actoren : Ad-hoc contacten met sectorfondsen en beroepenreferentiecentra gewest (Evoliris, Iris TL, IRIS tech +, Horeca, bouw) i.f.v. werkseminaries nieuwe technische onderwijsbevoegdheden meet en Greet 19/03 tussen RTC Vl-Brabant-Brussel en CVO’s consortia L4,GR, Brucovo link en overleg met site IAMB (Actiris / Observatorium v.d. arbeidsmarkt)
andere consortia Meetfactoren: overleg met en terugkoppeling aan de decretale stuurgroep
(art. 8 SWO) ( SD 1, OD 3)-(SD3, OD 8) Opvolging Daevy Amerlynck
Betrokkenen: Brucovo met de CVO’s en het CBE actief in het BHG, decretale stuurgroep, Vlaamse overheid
-
-
Timing: voor Pasen elk jaar en overleg min. 2 x / jaar -
antwoorden op vragen decretale stuurgroep (via maandelijkse Nieuwsflash netten) insteek nieuwe opleidingsprofielen (via www.vwoland.be) (jaarlijks: maart-april) overleg decretale stuurgroep- overleg AB’s (2 x/ j)
-
kennismaking PBD’s en VOCVO : onderzoek naar meerwaarde en aard van samenwerking en afstemming
-
overleg Afgevaardigd bestuurders consortia (AB – overleg) ( maandelijks) met verslag voor RVB Brucovo
-
verspreiding info aan team, RVB (agenda + verslag)
-
Opmaak jaarlijks communicatieplan (deel van het JAP) via werkgroep promotie bestuur (4 x / j)
•
Promotieactiviteiten : campagne aug-september (mediastrategie: artikels, advertenties, reportages in BDW, HLN, TV Brussel, FM Bxl, Radio 2, affichecampagne 20 m², …) met huidig beeld campagne 2009 (alternerend om 2 jaar grote/vernieuwde campagne)
•
persstrategie gedetineerdenwerking / doorstroomproject
Informatieverstrekking (art. 9 SWO) (SD2, OD 4)
Meetfactoren: effectmeting door bevraging van cursisten over de manieren waarop ze informatie gevonden hebben over het aanbod of de opleiding van hun keuze Betrokkenen: Brucovo met de CVO’s en het CBE die actief zijn in het BHG, partners, intermediairen
Opvolging Gokben Uner
Timing : jaarlijks
332
(september) •
verspreiding folders/affiches aan intermediairen (maandelijks één categorie intermediairen)
•
Opmaak + verspreiding HBO-brochure i.s.m. consortia L4 / GR (scholen, CLB’s, …)
•
opleidingsbeurzen : SId-in 21-23/01, Tracé Bxl opleidingsbeurs wz 01/06 + aanmaak stand
•
vernieuwde website www.brucovo.be (vanaf 21/01)
•
Nieuwsflits voor intermediairen (maandelijks)
•
Nieuwsbrief voor leerkrachten ( 2 x / j) + redactieraad 2 x / j
•
Infosessies inburgering, werkwinkels, CLB’s, leerkrachten ,… (vanaf maart)
•
filmproject (i.f.v. NT2doorstroomproject) (einde maart)
•
wisselwerking communicatie Ahovos : samenwerking Klasse, input op wordwatjewil.be, ..
-
HBO 5 rondvraag / werkgroep : bevraging centra jan-feb, bevraging HO maart-april, werkgroep mei
-
Behoeftedekkend aanbod
Optimaliseren / afstemmen van het opleidingsaanbod (art. 10 SWO) Opvolging Sien Van den Hoof en Daevy Amerlynck Opvolging Sien Van den Hoof
333
Meetfactoren : verslagen seminaries, bilaterale samenwerkingen tussen aanwezige partners
Opvolging Daevy Amerlynck
Betrokkenen : alle leden Brucovo+ Tracé-partners(SPI),
Opvolging Daevy Amerlynck
VDAB –RDB, Syntra Brussel, Brussels Observatorium/ Actiris, sectorfondsen, beroepenreferentiecentra,RTC Vl-Br-Brussel,… ( 20 à 25 personen / sem.)
BE, NT2 en TKO : overzicht /verder onderzoek opleidingsnoden
-
Timing: 2 seminaries in maart- juni en 2 of 3 in sept-dec
Toepassing referentiekader onderwijsbevoegdheden : i.k.v. rationalisatie / minder overlapping
-
(Onderzoek naar) uitbreiding technische onderwijsbevoegdheden: Uit het opleidingsplan bleek het aandeel technische opleidingen in het BHG heel beperkt te zijn (aantal opleidingen mechanicaelektriciteit, grafische technieken, …) of quasi onbestaand. De eerste betrachting vanuit het consortium is het aanbod technische opleidingen (studiegebieden mech-elektr, ICT, bouw, hout,…) in de Brusselse CVO’s uit te breiden de komende schooljaren. Middels een uitgebreide research en literatuuronderzoek kunnen er voor een aantal opleidingen duidelijke noden en (opleidings)behoeftes kenbaar gemaakt worden; deze kwantitatieve gegevens vinden we niet voldoende, ook kwalitatief dient dit verder bevraagd. Daarom is het belangrijk zowel de arbeidsbemiddelingsdiensten als alle opleidingsverstrekkers te ‘verhoren’ over deze behoeften (zowel VDAB, Syntra, SPIpartners, enz..), zodat beter kan worden nagegaan wààrom bepaalde opleidingen niet of wel lopen, waarom er bepaalde witte vlekken en zijn en waarom daar nog geen maatregelen voor
334
zijn genomen. Via het opzetten van 4 (of 5) werkseminaries in de opleidingenclusters ICT & grafische technieken, horeca & voeding, mechanica-elektriciteit, personen- en gezondheidszorg (eventueel handel), willen we dit onderzoeken. Daarnaast kunnen de aanwezige opleidingspartners ter plekke concrete afspraken maken inzake samenwerking m.b.t. inhoud, infrastructuur, delen personeel, … Organiserende partners: BRUCOVO vzw, BNCTO vzw, Tracé Brussel vzw (taakverdeling, dragen de seminaries samen)
Duaal en geïntegreerd Leren (art. 11 SWO) (SD 5, OD 12)
Meetfactoren: voorstelling conclusies bevraging en suggesties Betrokkenen: Brucovo met de CVO’s en het CBE actief in het BHG, HvNB, derdenpartners Timing:Maart-december
335
Opvolging Sien Van den Hoof
Uit het opleidingsplan blijkt dat het aantal duale trajecten binnen de centra beperkt is in hoeveelheid (5/10) en in grootte (vaak op aanvraag andere verstrekker en beperkt tot één lesgroep/module). Er bestaat vrij veel combinatie van een reguliere opleiding met NT2 (SO, HO, CVO), vrij veel beroepsgerichte trajecten (VDAB-derdenpartner + CVO/CBE)- veelal ondersteund en gecoördineerd door het HvNB - maar nog weinig diplomagerichte trajecten (CVO reguliere opleiding met andere CVO-CBE opleiding). Het consortium zal coördineren en de centra ondersteunen bij :
•
•
•
de detectie van de verschillende cursistenprofielen, met specifieke aandacht voor de startcompetenties van de verschillende profielen en de relatie tussen het beschikken over startcompetenties en vroegtijdige uitval; de detectie van opleidingsbehoeften met betrekking tot duale trajecten en geïntegreerd leren; de organisatie van systemen van duaal en geïntegreerd leren.
Fasering: • verfijning definiëring + bevraging ( i.s.m. HvNB) • niveaubepaling (instaplatten) NT2 voor gekozen opleidingen doorstroomproject (maart –juni) • onderzoek voorziene budgetten (navraag andere consortia) • opvolging wisselwerking EIF-projecten HvNB -
Opvolging internettenproject “zorg en diversiteitsbeleid”
Onderwijscoordinatie gedetineerden (art. 12 SWO) (SD6- OD 14-15-16) Opvolging Marleen Strubbe
336
Het Vlaams Strategisch Plan voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden werd in 2009 ook geïmplementeerd in de 3 Brusselse gevangenissen. Het Brussels consortium wordt verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod in deze arresthuizen en heeft daarvoor een onderwijscoördinator in dienst. De specifieke opdracht van het
Meetfactoren: resultaten en conclusies behoeftenonderzoek -organisatie van een aantal modules van verschillende opleidingen binnen de gevangenis van Sint-Gillis- registratie begeleidingenverslagen overleg BRUG e.a., … Betrokkenen: Brucovo(medewerker)met de CVO’s en het CBE actief in het BHG,centra beleidsmedewerker Strategisch Plan, detentieconsulent VDAB, Justitieel Welzijnswerk, gedetineerden Timing: permanent
consortium bestaat erin: • de coördinatie en ondersteuning van de centra volwassenenonderwijs bij het uitwerken van een onderwijsbeleid voor gedetineerden, • de organisatie van het detecteren van onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden, • de begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden. De onderwijscoördinator, Marleen Strubbe, is hiervoor de centrale aanspreekbuis. Zij maakt tevens deel uit van de ‘Brug’, de coördinatiecel waarin de deeldomeinen van het Strategisch Plan vertegenwoordigd zijn (o.m. welzijn, VDAB, Justitieel welzijnswerk). De verschillende partners van de ‘Brug’ hebben een ‘gezamenlijk bureau’ in de gevangenis van Sint-Gillis. Acties:
337
-
Behoeftenonderzoek gedetineerden St. Gillis (steekproef 100 gedet.) : ste afwerken 1 onderzoek ( okt/nov 2009) in maart de 2010 – start 2 onderzoek op sept/okt 2010
-
Uitbouw onderwijsaanbod in St. Gillis (prioritair): feb.sept. 2010 (ronde CVO’s Lethas-Brussel-ElishoutMeise/Jette januari 2010, overleg JWW (OO) (permanent), overleg directie St. Gillis)
-
Uitbouw coördinatiecel BRUG (JWW, VDAB, CGGZ, Brucovo, o.l.v. Beleidsmedewerker) (2maand.)
-
coachingsopdracht lesgevers ( juni-sept)
-
individuele begeleiding i.v.m. educatieve vragen gedetineerden
-
opvolging Welzijnsteam St. Gillis ( 4 x / j)
-
opvolging gebruikname GOS (gedetineerdenopvolgsystee m)
-
evaluatie gedetineerdenwerking jan. 2010 (administratie/VOCVO) + lobby kabinet naar uitbreiding FTE
-
uitbreiding naar arresthuizen Vorst en Berkendael (mits FTE tewerkstelling) : overleg maart
-
persaandacht september 2010
-
maand. overleg met VOCVO – OC’s
-
2x / j indienen nieuwe of zonevreemde onderwijsbevoegdheden : intenties 1 maand vooraf, bilateraal overleg waar nodig, eerste toetsing op LOCCO duidelijke criteria : overleg VLOR (jan. 2010, i.s.m. ABoverleg), eerste insteek op LOCCO 28 jan. 2010, verfijning op DB 25/02 en RVB 16/03
Adviesverlening bij programmatie (art 13/ 14 SWO) ( SD1 , OD 2) Meetfactoren: gebruik van referentiekader met criteria
Opvolging Daevy Amerlynck
Betrokkenen: Brucovo met de CVO’s en het CBE actief in het BHG Timing: 2 x /j -31/01 en 30/09
-
-
338
koppelen aan referentiekader (tegen 31/10/2010!): uitwerken algemeen richtgevend kader (draaiboek) + maatwerk per opleiding ( uitwerken van zgn.
“opleidingspakketten per centrum”). Het opleidingsplan wordt als uitgangspunt / basis gehanteerd. -
via AB-overleg : opvolging gemene deler tussen consortia, minimale criteria, link naar opleidingsplan in criteria, aangrenzende consortia
-
Herlancering ombudsdienst : meer bekend maken via reglementen/ sites centra, promotie voorzien via nieuwsbrief leerkrachten Nazicht centrumreglementen inzake vermelding ombudsdienst Aanduiding Sien Van den Hoof als “ombudsvrouw” Jaarlijks ombudsrapport jan 2010
Ombudsdienst (art. 15 SWO) (SD 5 , OD 11) Opvolging Sien Van den Hoof Meetfactoren : Registratie klachten (aantal, aard)
Betrokkenen: Brucovo, CVO’s en CBE
ste
Timing: permanent, begin 1
semester 2010-2011
-
Interne kwaliteitszorg (art. 16) Opvolging Daevy Amerlynck Meetfactoren:
Betrokkenen: Timing:
Via AB-overleg bekijken van algemeen systeem van kwaliteitszorg i.f.v. optimaliseren opleidingsaanbod, duaal en geïntegreerd leren, onderwijsbeleid gedetineerden,…
Overleg sociale partners (decreet art. 81 ) Meetfactoren : Verslagen LOCCO, protocollen van akkoord (o.m. bij programmatie)
Opvolging Daevy Amerlynck en Sien Van den Hoof
-
Betrokkenen:Brucovo, CVO’s + CBE, COC, VSOA, ACOD Timing: 3 x / j ( jan-april-sept)
Gegevensverstrekking (art. 18 SWO)
339
LOCCO ( Lokaal Onderhandelingscomité Consortium) = 3 x / j : werkingsreglement ok, bevoegdhedennota ok -Protocollen van akkoord onderwijsbevoegdheden (toezichtsbevoegdheid procedure) 2x / j
Opvolging Daevy Amerlynck en Sien Van den Hoof Meetfactoren; aanleveringsdata cijfers, update opleidingsplan
-
Betrokkenen: Brucovo, centra, 12 andere consortia, Ahovos, CEVI Timing: vanaf feb. 2010 , update cijfers tegen sept. 2010
-
cijfers m.b.t. cursistenprofiel: hercodering via CEVI, i.s.m. AHOVOS , engagementsverklaring Brucovo ok, aanvraag privacycommissie ok , aanlevering midden maart 2010 (reeds opleidingsaantallen/ LUC’s doorgestuurd en verwerkt in opleidingsplan), rapportage cursistenprofiel elk jaar 31/10 gezamenlijke ontwikkeling cijferdatabank AB’s/andere consortia
Subsidiëring Meetfactoren: jaarlijkse begroting evalueren
(art. 19 SWO) Opvolging Daevy Amerlynck
-
Betrokkenen: Brucovo, CVO’s + CBE, andere consortia Timing: Vanaf februari (begroting tegen eind maart)
-
-
Update gegevens besparingen, subsidiëringsrondes, e.a. via AB-overleg Jaarlijkse begroting (jan. 2010) + opmaak meerjarenbegroting (restmiddelen) Opvolging subsidiëring gedetineerdenwerking (eventuele herverdeling gesloten enveloppe)
Activiteitenverslag / jaarrekening (art. 21 SWO) Opvolging Daevy Amerlynck
-
Meetfactoren : jaarlijks activiteitenverslag, jaarrekening Betrokkenen:Brucovo, CVO’s + CBE Timing: Tegen eind maart
-
format en inhoud standaardiseren via ABoverleg activiteitenverslag + jaarrekening tegen AV 16/03 (overleg boekhouder feb. 2010) aanpassing statuten wanneer nodig
Audit en evaluatie (art. 24 SWO) Opvolging Daevy Amerlynck Meetfactoren: verslag evaluatievergaderingen, vragenlijsten aan centra
340
-
Evaluatie decreet : eind maart 2010, voorbereiding
via AB-overleg februari 2010 Betrokkenen:Brucovo, CVO’s + CBE, alle consortia Timing: maart-dec. 2010
341